Stage verslag Erik Postema...

30
1 2008

Transcript of Stage verslag Erik Postema...

1

2008

2

Inhoudsopgave BLz. Gegevens student en stage school.Gegevens student en stage school.Gegevens student en stage school.Gegevens student en stage school. 3333 InleidingInleidingInleidingInleiding.... 4444

Leervraag 1:Leervraag 1:Leervraag 1:Leervraag 1: Competentiegericht lerenCompetentiegericht lerenCompetentiegericht lerenCompetentiegericht leren 5555

Leervraag 2:Leervraag 2:Leervraag 2:Leervraag 2: Ontwerpen & aanbieden van LeerstofOntwerpen & aanbieden van LeerstofOntwerpen & aanbieden van LeerstofOntwerpen & aanbieden van Leerstof 7777

Lesvoorbereiding 1 8888 Lesvoorbereiding 2 11111111 Lesvoorbereiding 3 17171717

Leervraag 3:Leervraag 3:Leervraag 3:Leervraag 3: Observeer 5x een klas of groep leerlingen.Observeer 5x een klas of groep leerlingen.Observeer 5x een klas of groep leerlingen.Observeer 5x een klas of groep leerlingen. 23232323

Observatie 1 Gedragspatronen van individuele deelnemers observeren. 23232323 Observatie 2 Leerverschillen tussen deelnemers observeren. 24242424 Observatie 3 In één groep het sociale klimaat analyseren (I). 24242424 Observatie 4 In één groep het sociale klimaat analyseren (II). 22224444 Observatie 5 In één groep de regels en afspraken die er gelden analyseren. 25252525 Beschrijving van de leerpunten. 25252525

Leervraag 4:Leervraag 4:Leervraag 4:Leervraag 4: Hoe is Hoe is Hoe is Hoe is het het het het werkplekleren geregeld.werkplekleren geregeld.werkplekleren geregeld.werkplekleren geregeld. 22226666

Leervraag 5:Leervraag 5:Leervraag 5:Leervraag 5: Organisatie v.d. stageschoolOrganisatie v.d. stageschoolOrganisatie v.d. stageschoolOrganisatie v.d. stageschool 27272727

De cDe cDe cDe competenties:ompetenties:ompetenties:ompetenties: 28282828 Bronnen:Bronnen:Bronnen:Bronnen: 29292929

3

Gegevens student en stage school.Gegevens student en stage school.Gegevens student en stage school.Gegevens student en stage school. Student : Postema H.H.A. Roepnaam : Erik Adres : Voeghouten 7 Postcode woonplaats : 9621 AD Slochteren e-mail : [email protected] Telefoonnummer : 0598 423252 Mobiel nummer : 06 46324279 Student nummer : 1006851 Naam docent : Herma Jonker Naam stagedocent : Herma Jonker School : PTH Groningen Klas : DLO2 Mechanisch techniek Studiejaar : 2007 – 2008 Stage school : Esdal College Adres : Weerdingerstraat 241 Postcode woonplaats : 7811 CH Emmen Telefoonnummer : 0591 612320 Afdelingen : Instalectro, Electro, Wis-en

Natuurkunde Periode : December 2007 – Heden Begeleider : Albert-Jan Kort

4

InleidingInleidingInleidingInleiding.... Dit stageverslag is tot stand gekomen door mijn werkzaamheden op het Esdal college in Emmen. Ik ben daar sinds december 2007 weer aan het werk gegaan als docent voor Installatie- en elektrotechniek (instalectro), wis- en natuurkunde.

Vanaf 4 februari geef ik 27 uren les aan 5 verschillende klassen. 3e Klas voertuigen / metaal basis: 3 uur wiskunde en 3 uur natuurkunde. 3e Klas instalectro basis: 3 uur natuurkunde 3e Klas instalectro basis / kader: 9 uur praktijk. 4e Klas instalectro basis / kader: 9 uur praktijk.

Voor invulling van de opdrachten maak ik gebruik van mijn ervaringen die ik tijdens mijn werk op de VMBO school in Emmen ben tegen gekomen.

Tijdens mijn werkzaamheden heb ik nauwelijks gebruik gemaakt van mijn werkplekbegeleider. Ik ga graag mijn eigen gang tot tevredenheid van mijn werkplekbegeleider. Bij problemen heb ik volgens mijn eigen visie gehandeld. Wanneer nodig heb ik dit na afloop met mijn werkplek begeleider besproken. Hij heeft me tijdens de lessen wel bezocht om polshoogte te nemen. Opdrachten voor dit stage (werk) verslag zijn:Opdrachten voor dit stage (werk) verslag zijn:Opdrachten voor dit stage (werk) verslag zijn:Opdrachten voor dit stage (werk) verslag zijn: OpdOpdOpdOpdracht 1: racht 1: racht 1: racht 1: Competentiegericht leren.Competentiegericht leren.Competentiegericht leren.Competentiegericht leren.

Opdracht 2: Opdracht 2: Opdracht 2: Opdracht 2: Ontwerpen & aanbieden van LeerstofOntwerpen & aanbieden van LeerstofOntwerpen & aanbieden van LeerstofOntwerpen & aanbieden van Leerstof

Opdracht 3: Opdracht 3: Opdracht 3: Opdracht 3: Observeer 5x een klas of groep leerlingen.Observeer 5x een klas of groep leerlingen.Observeer 5x een klas of groep leerlingen.Observeer 5x een klas of groep leerlingen.

Opdracht 4: Opdracht 4: Opdracht 4: Opdracht 4: Hoe is Hoe is Hoe is Hoe is het het het het werkplekleren werkplekleren werkplekleren werkplekleren geregeld.geregeld.geregeld.geregeld.

Opdracht 5:Opdracht 5:Opdracht 5:Opdracht 5: Organisatie v.d. stageschoolOrganisatie v.d. stageschoolOrganisatie v.d. stageschoolOrganisatie v.d. stageschool

5

LeervraagLeervraagLeervraagLeervraag 1: 1: 1: 1: CompetenCompetenCompetenCompetentiegericht leren.tiegericht leren.tiegericht leren.tiegericht leren. BeBeBeBeschrijving competentiegericht leren.schrijving competentiegericht leren.schrijving competentiegericht leren.schrijving competentiegericht leren. Bij competentiegericht opleiden wordt uitgegaan van wat iemand al beheerst, de zogenaamde eerder verworven competenties. Vanuit dit standpunt wordt er getracht de competenties die iemand al beheerst nieuwe competenties te ontwikkelen en te verbeteren.

In de nieuwe opleidingsvorm brengen leerlingen het grootste deel van hun tijd door op de opleidingsschool. Ze draaien mee in het competentiegerichte onderwijs en krijgen begeleiding van een persoonlijke coach, een docent van de school. Voor de vakinhoudelijke competenties zorgt de praktijkleraar op de school die de leerlingen specifieke kennis bijbrengt van een van de domeinen waar leerlingen in het beroep mee te maken krijgen. In feite is het leerproces omgekeerd: niet meer van theorie naar praktijk, maar andersom.

Via intensieve begeleiding kan de leerling zelf zijn opdrachten maken. Bij deze manier van opleiden kies je zelf voor wat je wilt leren, wanneer en hoe je het wilt leren. Er is wel een kader namelijk de competenties zoals die noodzakelijk worden geacht in het beroep waarvoor je wordt opgeleid. Dit leren doe je niet alleen, maar samen met anderen. Men leert van elkaars fouten en stuurt elkaar de juiste richting in. Je leert door steeds terug te kijken op hetgeen dat je al gedaan hebt. Onder competentie verstaan wij dus kennis, vaardigheid en sociale vaardigheden in diverse contexten. De vorderingen en resultaten worden bijgehouden in een zogenaamd “portfolioportfolioportfolioportfolio” Gevolgen.Gevolgen.Gevolgen.Gevolgen. Het competentiegerichte onderwijs zet het beroep van leraar behoorlijk op zijn kop en dat blijft niet zonder de gevolgen voor de opleiding van de docent zelf. De docent moet helemaal volgens de competentiegerichte methode worden opgeleid (bijgeschoold) voor hun beroep. Leren gebeurt zo veel mogelijk op de toekomstige werkplek, een VMBO school in dit geval. Vanzelfsprekend moet dit een school zijn die volledig is overgestapt op het nieuwe onderwijsmodel.

Een leraar moet ook een ruime omgevingskennis hebben. In het competentiegerichte model leren scholieren ook búiten de school. Daarom moet de docent over branchedeskundigheid beschikken. Verder moet hij beseffen dat het VMBO onderdeel is van een doorgaande leerlijn. Dat betekent zelf ervaren hoe het onderwijs in elkaar steekt, zodat je leerlingen daar goed op kunt voorbereiden. En het liefst ook rondkijken in de bovenbouwbovenbouwbovenbouwbovenbouw van de basisschoolbasisschoolbasisschoolbasisschool en de onderbouwonderbouwonderbouwonderbouw van het VMBO, waar de technische leerlingen tenslotte vandaan komen. Invulling.Invulling.Invulling.Invulling. Op het Esdal college zijn ze niet ingegaan op het competentiegericht leren. De mensen die hier een rol in kunnen spelen zijn van mening dat deze manier van leren ongeschikt is voor het VMBO. Heb ook opgemerkt dat de meeste van hen nauwelijks een goede omschrijving kan geven over deze manier van leren. Als je ze benaderd hiervoor zijn ze kort maar krachtig: deze manier is gedoemd te mislukken en zal ook niet lang stand houden volgens hen.

6

Mijn mening.Mijn mening.Mijn mening.Mijn mening. Deze manier van leren is alleen geschikt voor HBO en hogere opleidingen. Op een VMBO school ben je vandaag de dag meer bezig de leerlingen enig besef en fatsoen bij te brengen dan ze daadwerkelijk een beroep te leren. Als je ze ook nog duidelijk moet maken hoe ze aan competenties moeten gaan werken dan wordt het voor dit type leerling te veel. Een klein percentage van hen komt daadwerkelijk in het beroep terecht waarvoor ze leren. Als ik alleen al naar mijzelf kijk hoeveel tijd het me kost, naast het studeren en werken, om een portfolio invulling te geven dan kan ik me voorstellen dat je de jongeren met een lager niveau hier niet lastig mee kunt vallen. Dit zou misschien anders kunnen zijn als er een duidelijk programma aan- gereikt wordt waarmee de leerlingen aan de slag kunnen. Maar dit is voor zover ik weet op weinig scholen het geval.

Zelf heeft het me veel tijd gekost om een duidelijke lijn en invulling te vinden voor het competentiegericht leren en met mij vele andere volwassenen en als die er al niet over eens zijn hoe het goed aan geboden moet worden hoe moeten we dit dan over brengen op de huidige jeugd?

Door de tijd die ik er toch al in gestoken heb ben ik wel van mening dat het toch wel interessant is slechts de factor tijd houd me tegen.

7

Leervraag 2: Leervraag 2: Leervraag 2: Leervraag 2: Ontwerpen & aanbieden van LeerstofOntwerpen & aanbieden van LeerstofOntwerpen & aanbieden van LeerstofOntwerpen & aanbieden van Leerstof.... 1.1.1.1. Om nieuwe aankomende leerlingen (2e klassers) voor de bovenbouw te interesseren voor techniek, heb ik voor de afdeling instalectro bedacht om een eenvoudig elektromotortje te gaan maken. Iets dat draait wordt al snel gezien als een stukje techniek vandaar mijn keuze. In het praktijk lokaal was al een eenvoudig voorbeeld van een elektromotortje aanwezig maar naar mijn mening niet eenvoudig genoeg om te maken. Het bestaande voorbeeld bestond uit te veel componenten en het was na mijn mening ook niet betrouwbaar genoeg. Op de webside van OPITEC vond ik een beschrijving in de vorm van een Adobe bestand deze heb ik van internet gehaald en gebruikt als lesmateriaal. De halffabrikaat onderdelen heb ik zelf gemaakt om tijd te besparen. Het stukje over het solderen van componenten heb ik ook op het web gevonden. (Afbeelding van het eind resultaat staat onderaan lesvoorbereiding 1.)

2.2.2.2. Het viel me op dat de leerlingen moeite hadden met het buigen van buizen met name een goede maatvoering aanhouden was een probleem. In de bestaande lesmaterialen vond ik geen duidelijke lesstof die ik leuk en bruikbaar vond. (De lesmethode bleek ook al verouderd.) Tot mijn grote verbazing vond ik op de webside van KARWEI onder het mapje klusadvies een zeer goed bruikbare omschrijving over buizen buigen voor zowel water- als elektriciteit leidingen. Dit heb ik gebruikt voor mijn praktijklessen waarin ik het buigen van buizen wou behandelen. De tekst heb ik aangepast aan de doelgroep. Dit materiaal was goed te gebruiken doordat de stappen gepaard gingen met afbeeldingen waardoor de lesstof veel duidelijker werd.

3.3.3.3. De kennis om buizen te solderen liet te wensen over. Vaak maakten ze het geheel van buizen veel te warm of waren de materialen niet goed voor behandeld. Ook hiervoor heb ik net als bij punt 2 een beroep gedaan op de KARWEI webside. Tevens werd er een stukje over de keuze van buis diameters uitgelegd dit hebben we direct ook mee genomen tijdens de les. Deze tekst heb ik ook aangepast aan de doelgroep.

8

1.4

Lesfasering

Leer-

activiteiten

Leerkracht-

activiteiten

Introductie: (± 10min)

Onderwerp introduceren. Bestuderen van het reeds kant en klare voorbeeld.

Mijzelf voorstellen. Peilen en het niveau van de leerlingen inschatten. Tonen van voorbeeld. Uitleg geven over wat we gaan doen.

Verkenning: (± 10 min)

Theoretische korte uitleg lezen. Wie kunnen al iets over solderen en het werkstukje vertellen. Wie weten wat solderen is. Wie soldeert er thuis wel eens. Wat wordt er dan gesoldeerd.

Uitdelen van de lesstof en materialen. Doel van de les toetsen door leerlingen te vragen of alles duidelijk is. Vragen stellen en luisteren naar de leerlingen.

Verwerving: (± 10 min)

Vragen bedenken en stellen. De leerlingen luisteren, er is mogelijkheid tot het stellen van vragen tussendoor. Leerlingen moeten door het lezen van de theorie kenbaar maken of de theorie duidelijk is. Daarna beginnen ze met de praktijk opdracht.

Lesstof uileggen. Demonstreren van het voorbeeld van de opdracht. Verschillen bij de deelnemers waarnemen. Uitleg geven over tekeningen en de beschrijving. Ruimte laten voor het stellen van vragen.

1e Lesvoorbereiding solderen elektronica. Duur van de les 115 min.

1.1 Lesopdracht Leerlingen gaan een eenvoudig elektronica werkstukje maken. Aan de hand van de meewerkformulieren wordt uitleg gegeven waar je op moet letten tijdens het solderen. De leerlingen moeten de materialen voor het solderen kunnen herkennen en bij elkaar kunnen zoeken. Moeilijke bewerkingen van onderdelen heb ik voorbereid zodat ze daar geen (tijd) problemen door zullen ontstaan. Alles is toegespitst op de werking van het te maken werkstuk.

1.2 Doelstellingen Concreet: De bedoeling is om een eenvoudig elektromotortje te maken het bouwpakketje heb ik op internet gevonden. De onderdelen hiervoor heb ik voor de leerlingen bijeen gezocht en hier en daar zelf vervaardigd om niet in tijdnood te komen. Leerlingen moeten de uitleg over solderen op het meewerkformulier bestuderen. Ze gaan met de docent(en) de theorie doornemen voor de opdracht.

Beheersingsniveau: De leerlingen kennen de beginselen van het solderen. Door de informatie op het meewerkformulier is duidelijk te zien hoe ze de handelingen moeten verrichten en waar ze op moeten letten. In de beschrijving van het elektromotortje staan ook een paar aandachts punten over het solderen. Ze kunnen de theorie van het meewerkformulier en de handelingen toepassen op hun praktijkwerkstuk. Het is de bedoeling om het werkstuk binnen 2 uur in elkaar te krijgen.

1.3 Beginsituatie De groep kan bij de uitleg uit ± 10 leerlingen bestaan. Ik ga ervan uit dat ze voldoende kennis hebben om de theorie van het solderen door te nemen. De 10 leerlingen kunnen de opdracht gezamenlijk uitvoeren door afzonderlijk op een ander punt in de beschrijving te beginnen met het maken van een ander onderdeel. Hierdoor zijn ze niet direct dezelfde gereedschappen nodig. In de beschrijving staan de benodigde materialen vermeld die ze nodig zijn. Deze materialen zijn aangeleverd in zakjes en ze moeten eerst de inhoud controleren. De leerlingen kunnen de materialen bij de beschrijving zoeken. De omschrijving van de benodigde componenten is ook vermeld zodat ze met een goede start kunnen beginnen.

9

Verwerking: (± 65 min)

Realiseren en verwerken van de leerstof. Aangeleverd materialen controleren. Met de eventuele antwoorden op hun vragen en de theorie op het meewerkformulier mogen ze vervolgens aan de slag met de praktijk opdracht.

Begeleiden bij het maken van het werkstuk. Eventuele vragen beantwoorden.

Evaluatie: (±10min)

Opdracht met elkaar bespreken. Leerlingen geven hun mening over de aangeboden lesstof en de opdracht.

De opdracht nog eenmaal kort samenvatten en controleren. Vragen naar de meningen van de leerlingen. Controleren of doel bereikt is. Controleren of tijdschema gehaald is. Controleren of het werkstuk voldeed aan hun verwachtingen.

1.5 Werkanalye

WatWatWatWat HoeHoeHoeHoe WaaromWaaromWaaromWaarom Ze kunnen door middel van de theorie die op de meewerkformulieren staan de opdracht uitvoeren in de praktijk.

Op de meewerkformulieren staat precies vermeld hoe ze de gereedschappen moeten hanteren en hoe ze de onderdelen moeten samenstellen.

Om een goed eindresultaat te bereiken is het van belang de meewerkformulieren en gereedschappen goed te hanteren. Hierdoor leren ze efficiënt om te gaan met de gereedschappen en materialen. De werking van een elektromotor word op een leuke manier aan de orde gesteld.

1.6 Beoordelingscriteria

Het werkstuk wordt beoordeeld op functioneren. Op de bediening en behandeling van de gereedschappen wordt toegekeken om te zien of de theorie goed begrepen is.

10

MeewerkformulierMeewerkformulierMeewerkformulierMeewerkformulier

11

2e Lesvoorbereiding buigen. Duur van de les 95 min.

2.1 Lesopdracht Leerlingen gaan een buigwerkstuk maken met koperbuis voor waterleiding en pvc buis voor elektra. Aan de hand van het meewerkformulier wordt duidelijk gemaakt wat de bedoeling is. De leerlingen kunnen vervolgens de stappen op het meewerk formulier doornemen. Met dit lesmateriaal moet duidelijk worden welke gereedschappen en methode ze moeten gebruiken om een buigwerkstuk efficiënt te maken.

2.2 Doelstellingen Concreet: Leerlingen moeten de stappen op het meewerkformulier bestuderen. Ze moeten nagaan waar ze denken moeilijkheden mee te zullen krijgen. De vragen worden met de leraar klassikaal doorgenomen. Als alle vragen behandeld zijn krijgen de leerling materialen om met de opdracht aan de slag te gaan. Beheersingsniveau: De leerlingen hebben al enige theoretische kennis van het buigen. Deze kennis komt voort uit een hoofdstuk die tijdens de theorieles is behandeld. Door de extra informatie op het meewerkformulier is duidelijker te zien hoe ze de opdracht kunnen maken. Ze kunnen de theorie op het meewerkformulier toepassen op de praktijk opdracht.

2.3 Beginsituatie De uitleg word gegeven aan de helft van de klas. Deze groep bestaat dan uit ± 10 personen. We gaan ervan uit dat de leerlingen voldoende voorkennis hebben om de theorie van het buigen door te nemen op het meewerkformulier. Uiteindelijk kunnen 5 leerlingen de opdracht uitvoeren dit i.v.m. de beschikbare gereedschappen die er zijn. Op het meewerkformulier staan de benodigde materialen en gereedschappen vermeld zodat ze met een goede start kunnen beginnen.

2.4

Lesfasering

Leeractiviteiten Leerkracht-

activiteiten

Introductie: (± 10 min)

Onderwerp introduceren. Bestuderen van het reeds kant en klare voorbeeld.

Peilen en het niveau van de leerlingen inschatten. Uitleg geven over wat we gaan doen. Tonen van voorbeeld. Meewerkformulier tonen en deze kort toe te lichten. Vertel het doel van de les en dat het nuttig is de info eerst even door te nemen.

Verkenning: (± 10 min)

Meewerkformulier doornemen waarop weergegeven staat wat ze moeten doen. Wie kunnen er al iets over het buigen vertellen. Wie weten al iets over buigen. Wie hebben dit al eens gedaan. Wanneer hebben ze dit gedaan.

De meewerkformulieren worden uitgedeeld en toegelicht. Voorkennis en houding toetsen. Vraag of de bedoeling duidelijk is. Vragen of de kennis die ze al hebben voldoende is om aan de slag te kunnen gaan.

Verwerving: (± 10 min)

Leerlingen moeten door het lezen van de theorie nagaan of alles duidelijk is om met de opdracht te kunnen beginnen . Naar aanleiding hiervan kunnen ze vragen stellen en deze met de leraar bespreken.

Verschillen bij de deelnemers waarnemen.

12

Verwerking: (± 55 min)

Realiseren en verwerken van de opdracht. Met de antwoorden op hun vragen en de theorie op het meewerkformulier moeten ze vervolgens aan de slag met de praktijk opdracht.

Begeleiden bij het maken van het werkstuk. Eventuele vragen beantwoorden.

Evaluatie: (± 10 min)

Opdracht met elkaar bespreken. Leerlingen geven hun mening over de aangeboden lesstof.

De opdracht nog eenmaal kort samenvatten. Vragen naar de meningen van de leerlingen. Controleren of doel bereikt is. Controleren of tijdschema gehaald is. Controleren of het werkstuk voldeed aan hun verwachtingen.

2.5 Werkanalyse

WatWatWatWat

HoeHoeHoeHoe WaaromWaaromWaaromWaarom

Ze kunnen door middel van de theorie die op het meewerkformulier staat de opdracht uitvoeren in de praktijk.

Op het meewerkformulier staat precies vermeld hoe ze de gereedschappen moeten gebruiken en hoe ze de maten moeten uitzetten.

Om een goed eindresultaat te krijgen is het van belang de gereedschappen goed te hanteren. Hierdoor leren ze efficiënt om te gaan met het gereedschap en de materialen.

2.6 Beoordelingscriteria

Het werkstuk wordt beoordeeld op maatuitvoering. Op de bediening en behandeling van gereedschappen en materialen wordt toegekeken om te zien of de theorie goed toegepast is. De factor tijd speelt ook een rol dit geeft aan of ze efficiënt gewerkt hebben. Als ze klaar zijn met de opdracht moeten ze de materialen en gereedschappen opruimen ook hier worden ze op beoordeeld.

13

MeewerkformulierMeewerkformulierMeewerkformulierMeewerkformulier

BuigenBuigenBuigenBuigen

Hieronder zie je een overzichtstekening voor de te gebruiken materialen.

14

Stappenplan voor buigen.

Een haakse bocht maken (90 graden). Zet een markeerstreep op de

onderkant van de buiggoot van de buigtang (watervaste stift).

Meet vanaf het hart van de buis de lengte (A) van de te maken bocht.

Bepaal de juiste positie van de buis in de tang (lengte B):

-bij 12mm buis: B = A - 12mm

-bij 15mm buis: B = A - 15mm

-bij 22mm buis: B = A - 22mm

Zet op deze hoogte een streepje op de buis.

Verwijder het bovenbeen van de tang. Schuif de buis in de tang tot de

markeerstreepjes van buiggoot en buis in één lijn liggen.

Plaats het bovenbeen terug. Door de tang dicht te knijpen, wordt de buis

over de buiggoot getrokken. Ga voorzichtig te werk, terugbuigen is lastig.

Controleer tussentijds met de tekenhak of u al de gewenste hoek heeft

bereikt.

Een ‘sprong’ maken (90°, in twee etappes). Bij een ‘sprong’ loopt de

buis voor en ná de sprong exact evenwijdig. De twee bochten van de

sprong vormen samen een hoek van 90 graden.

Gebruik voor het maken van een ‘sprong’ een ruim stuk buis. Als het

buigwerk klaar is, kunt u de rechte uiteinden voor en na de sprong exact

op maat maken.

15

Buig de eerste bocht (circa 45°; werkwijze zie: een haakse bocht maken).

Leg de zweihaak langs de gemaakte bocht en fixeer het handvat. Schuif

een duimstok langs het uitstekende deel van het blad (haakse hoek), tot

de afstand tussen zweihaak en buis 10cm bedraagt. Teken dat punt op

de buis af.

Bepaal de hoek voor de 2e bocht: leg de zweihaak langs het rechte deel

van de buis en draai het handvat tot dit evenwijdig loopt met het gebogen

deel van de buis. Fixeer de zweihaak.

Steek de buis in de buigtang. Zorg dat de markeerstreepjes op tang en

buis in één lijn liggen.

Controleer of je wel de juist richting op buigt: het reeds gebogen deel

moet precies in het verlengde van de buiggoot liggen.

Breng het bovenbeen van de tang aan en buig de buis. Controleer

tussentijds (met behulp van de zweihaak) of je de gewenste hoek al

bereikt hebt. Beide uiteinden van de buis moeten evenwijdig lopen.

16

PVC-pijp buigen (elektra).

Duw de buigveer in de pijp. Laat hem 5cm uitsteken.

Buig de buis op de plek waar de buigveer loopt.

Trek de buigveer met een draaiende beweging uit de pijp.

Hoe meer bochten je in een leiding maakt, hoe moeilijker het is om er

later de draden doorheen te trekken. Maak daarom liever meerdere

flauwe bochten, dan enkele scherpe bochten. Moet de leiding toch 3 of

meer haakse bochten maken? Stel hem dan samen uit meerder delen

(verbonden door een mofje) en trek de draden achtereenvolgens door de

losse leidingstukken heen. Schuif deze daarna pas in elkaar.

17

3e Lesvoorbereiding buis solderen Duur van de les 95 min.

3.1 Lesopdracht Leerlingen gaan een soldeer werkstuk maken met buizen en fittingen. Op het meewerkformulier staat vermeld waar de leerling op moet letten bij het solderen van buizen en fittingen. De theorie voor het kiezen van de juiste buis diameter word ook uit gelegd. De leerlingen kunnen de stappen op het meewerk formulier doornemen. Dit lesmateriaal is een duidelijkere en betere aanvulling op de bestaande praktijk opdrachten.

3.2 Doelstellingen Concreet: Leerlingen moeten de stappen op het meewerkformulier bestuderen. De leerlingen kunnen deze theorie gebruiken bij nieuwe soldeeropdrachten tijdens de praktijk. Ze kunnen zelf nagaan waar ze denken een probleem mee te krijgen. Deze problemen worden behandeld met de leraar. Als alle vragen beantwoord zijn kunnen de leerlingen beginnen met de opdrachten. Beheersingsniveau: De leerlingen hebben theoretische kennis van de materialen die ze nodig zijn om buizen te solderen. Door de nieuwe informatie op het meewerkformulier is duidelijker te zien hoe ze het werkstuk moeten maken. Ze kunnen de theorie op het meewerkformulier toepassen bij al hun praktijk opdrachten.

3.3 Beginsituatie De groep kan bij de uitleg uit ± 10 personen bestaan. We gaan ervan uit dat de leerlingen voldoende voorkennis hebben om de theorie van het solderen door te nemen op het meewerkformulier. Uiteindelijk kunnen 5 leerlingen de opdracht uitvoeren i.v.m. de gereedschappen die beschikbaar zijn. Op het meewerkformulier staan de keuzes van benodigde materialen en gereedschappen vermeld die ze nodig zijn. Theorie van de benodigde gereedschappen is ook vermeld zodat ze met een goede start kunnen beginnen.

3.4

Lesfasering

Leeractiviteiten Leerkracht-

activiteiten Introductie: (± 10 min)

Onderwerp introduceren. Bestuderen van het kant en klare voorbeeld.

Peilen en het niveau van de leerlingen inschatten. Uitleg geven over wat we gaan doen. Tonen van voorbeeld. Meewerkformulier tonen en deze kort toe te lichten. Vertel wat het doel van de les is en dat het nuttig is om de info eerst even door te nemen.

Verkenning: (± 10 min)

Meewerkformulier doornemen waarop weergegeven staat wat ze moeten doen. Wie kunnen er al iets over het buigen vertellen. Wie weten al iets over buigen. Wie hebben dit al eens gedaan. Wanneer hebben ze dit gedaan.

Voorkennis en houding toetsen. De meewerkformulieren worden uitgedeeld en toegelicht. Vraag of de bedoeling van de theorie duidelijk is. En of de kennis die ze al hebben voldoende is om aan de slag te gaan.

Verwerving: (± 10 min)

Leerlingen moeten door het lezen van de theorie nagaan of alles duidelijk is om met de opdracht te kunnen beginnen . Naar aanleiding hiervan kunnen ze vragen stellen en deze met de leraar bespreken.

Verschillen bij de deelnemers waarnemen.

18

Verwerking: (± 55 min)

Realiseren en verwerken van de leerstof. Met de antwoorden op hun vragen en de theorie op het meewerkformulier moeten ze aan de slag met de praktijk opdracht.

Begeleiden bij het maken van het werkstuk. Eventuele tussentijdse vragen beantwoorden.

Evaluatie: (± 10 min)

Opdracht met elkaar bespreken. Leerlingen geven hun mening over de aangeboden lesstof.

Controleren of doel bereikt is. Controleren of tijdschema gehaald is. De opdracht nog eenmaal kort samenvatten. Vragen naar de meningen van de leerlingen. Controleren of het werkstuk voldeed aan hun verwachtingen.

3.5 Werkanalyse

WatWatWatWat HoeHoeHoeHoe WaaromWaaromWaaromWaarom

Ze kunnen door middel van de theorie die op het meewerkformulier staat de opdracht uitvoeren in de praktijk.

Op het meewerkformulier staat precies vermeld hoe ze de gereedschappen en de materialen moeten gebruiken.

Om een goed eindresultaat te bereiken is het van belang de gereedschappen goed te gebruiken. Hierdoor leren ze efficiënt om te gaan met het gereedschap en materialen.

3.6 Beoordelingscriteria

Het werkstuk wordt beoordeeld op uitvoering (aanzicht) en de kwaliteit van het soldeerwerk. Op de bediening en behandeling van de gereedschappen wordt toegekeken om te zien of de theorie goed toegepast is en of ze zorgzaam en veilig met de materialen omgaan. De factor tijd speelt ook een rol dit geeft aan of ze efficiënt bezig zijn geweest. Als ze met de opdracht klaar zijn wordt deze becijferd en toegevoegd aan een serie van soldeeropdrachten. Het opbergen en schoon achter laten van de werkplek wordt ook beoordeeld.

19

MeewerkformulierMeewerkformulierMeewerkformulierMeewerkformulier

solderensolderensolderensolderen

Voor het aanleggen van waterleidingen wordt meestal roodkoperen buis gebruikt. In sommige gevallen kun je voor de waterleiding ook een kunststoffen slang gebruiken (tyleen). Roodkoper laat zich makkelijk zagen en met behulp van een buigtang of diverse verbindingsstukken kun je de leiding vrijwel elke route laten lopen. Hier zie je hoe je de verbindingen soldeert.

Hieronder zie je een overzichtstekening van verschillende soldeer materialen.Hieronder zie je een overzichtstekening van verschillende soldeer materialen.Hieronder zie je een overzichtstekening van verschillende soldeer materialen.Hieronder zie je een overzichtstekening van verschillende soldeer materialen.

20

Stappenplan Stappenplan Stappenplan Stappenplan

Voorbereiding:

Bepaal eerst welke diameter de leiding moet hebben. Bepaal tot slot wat

de kortste, fraaiste en handigste route van de leidingen is.

Voor kouwaterleidingen is 15mm meestal geschikt. Kies bij de

hoofdaanvoer naar de CV-ketel of boiler op zolder voor 22mm. Voor

warmwaterleidingen hangt de ideale diameter af van de afstand tot het

warmwatertoestel. Met een 15mm leiding krijgt je veel warm water

tegelijk. Als het verwarmingstoestel helemaal op zolder staat, kun je voor

deze toepassingen beter 12mm leidingen gebruiken. Keuken- en

wastafelkranen zijn standaard voorzien van 10mm aanvoerbuizen. Bouw

je de leiding voort op een bestaande leiding, dan kun je eventueel de

diameter verkleinen met behulp van een verloopstuk (van 15 naar

12mm). Andersom (van 12 naar 15mm) heeft geen zin.

Teken het verloop van de leiding op de muur af. Zaag de koperen buis op

maat met een ijzerzaag. Verwijder bramen op de zaagsnede met een

ijzervijl. Schuur de uiteinden op met fijn schuurpapier.

Nog makkelijker is het gebruik van een pijpensnijder. Klem deze op de

pijp en draai hem rond tot het mesje de pijp heeft doorgesneden. Zo krijg

je altijd een geheel recht snijvlak. Aan de achterkant van de pijpensnijder

zit een mes voor het verwijderen van bramen.

Schuur de binnenkant van de moffen, bochten of T-stukken op met fijn

schuurpapier.

21

Je kunt een koperen buis ook buigen, met behulp van een

pijpenbuigtang. Klap de hefboom van de buigtang omhoog. Schuif de

buis tussen de buigvorm.

Druk de hefboom gelijkmatig naar beneden. Controleer of de buis de

gewenste hoek maakt. Steek hem zonodig terug in de buigtang en buig

hem iets bij.

Stel de gewenste hoek in op een zweihaak. Daarmee kun je gemakkelijk

controleren of de buis de gewenste hoek maakt.

Met behulp van buigtang en zweihaak kun je ook een ’sprong’ maken.

Draai hiervoor de buis na het maken van de eerste bocht 180 graden en

steek hem terug in de buigtang. Controleer zorgvuldig of de beide

bochten wel geheel in hetzelfde vlak liggen!

Je kunt ook een flexibele roodkoperen buis kopen (WICU-buis, 12 of

15mm). Dit buigt u simpelweg met de hand. De buis is niet geschikt voor

het gebruik van knelfittingen.

Solderen:

Smeer de geschuurde uiteinden van de buis en koppelstukken in met

soldeervet of vloeimiddel (S39 of S65). Schuif de delen in elkaar.

22

Pak het te solderen stuk beet met de waterpomptang. Verwarm het met

een gasbrander, tot de vlam groenig van kleur wordt.

Moet je een leiding solderen die reeds aan de muur bevestigd zit, schuif

dan een stuk blik tussen de leiding en de muur. Zo voorkom je

schroeiplekken.

Houd het soldeertin tegen de las. Als de buis de juiste temperatuur heeft,

smelt het tin direct en vloeit het naar binnen. Breng niet teveel tin aan, er

mogen geen tinklodders op de naden zitten. Houd de gesoldeerde leiding

zo stil mogelijk tot het tin dof geworden is (0.5-1 minuut).

Laat de verbinding rustig afkoelen en wrijf overtollig vet of vloeimiddel

direct weg met een doek. Forceer het afkoelen niet door de buis in water

te dompelen. Daardoor kunnen haarscheurtjes in de verbinding ontstaan.

Zet de leiding met pluggen en schroeven op de muur vast met behulp van

zadels. Gebruik één zadel per 40cm, dat voorkomt klapperen van de

leiding bij het open- en dichtdraaien van de kraan. Open de hoofdkraan

en controleer op lekkage. Berg de gasbrander en het vloeimiddel buiten

bereik van kinderen op.

23

Leervraag 3: Leervraag 3: Leervraag 3: Leervraag 3: Observeer 5x een klas of groep leerlingen.Observeer 5x een klas of groep leerlingen.Observeer 5x een klas of groep leerlingen.Observeer 5x een klas of groep leerlingen. Observatie 1Observatie 1Observatie 1Observatie 1

Gedragspatronen van individuele deelnemers observeren. 1.1.1.1.

Een leerling kan tijdens de praktijklessen moeilijk een begin maken met de benodigde theorie. Dit is nodig om aan de praktijkopdracht te kunnen beginnen. Herhaaldelijk spoor ik hem aan om de theorie eerst maar eens door te lezen. Vervolgens doet hij dit. Als ik kort daarna hem weer observeer hangt hij alweer achterover in zijn stoel. Hij zegt de antwoorden niet te kunnen vinden in de theorie. Nadat ik een tweetal vragen met hem heb doorgenomen en hem dus duidelijk gemaakt heb dat het antwoord weldegelijk te vinden zijn, gaat hij verder maar dit is weer van korte duur. Dit ontaard in een woorden wisseling. Waarna hij vervolgens met tegenzin weer aan het werk gaat. Het is mij opgevallen dat hij veel optrekt met 2 andere leerlingen die met de stof veel sneller zijn. Heb het idee dat hij ze probeert bij te houden om bij het tweetal te horen maar dit lukt hem niet. Dit frustreert hem waarschijnlijk waardoor hij het bijltje er bij neer gooit. Ik wilde graag een oplossing vinden temeer omdat andere leerlingen gaan denken dat ze ook het recht hadden dezelfde werkhouding aan te nemen. Na de les heb ik met hem gesproken en hem verteld dat mij de situatie niet aanstond. Heb met hem samen naar een oplossing gezocht en besproken dat hij bij grote uitzondering zijn theorie mag gaan maken bij mij achter de balie (bureau). Dit heb ik tijdens de daarop volgende les duidelijk gemaakt aan de rest van de klas om geen scheve gezichten te krijgen. Tot nu toe werkt dit redelijk.

Opmerking: Na de presentatie van Jan Stevens en Ronald Prins over rugzak kinderen lijkt me dit in sommige opzichten wel een leerling die hiervoor in aanmerking komt. Misschien moet ik maar eens naar hulp gaan zoeken hierin.

2.2.2.2. Een leerling zit tijdens de wis- en natuurkunde lessen altijd vooraan in de klas. Zodra hij klaar is met de opdrachten bemoeid hij zich met het wel en wee in de rest van de klas die vervolgens niet door de lesstof heen komen en zich soms ergert aan zijn gedrag. De leerling wil ook regelmatig een gesprek met mij voeren maar hierdoor verlies ik de zicht op de rest van de klas. Deze leerling verveelt zich na de gedane arbeid en als ik hem extra werk aanbied zegt hij dit niet te willen doen zijn inzet is immers al goed genoeg geweest. Bij controle is zijn werk ook altijd correct. Ook bij andere docenten is dit het geval en wordt hij zelfs regelmatig uit de les gestuurd. Gesprekken met zijn mentor hebben maar nauwelijks resultaat. Vind het opzicht geen rare jongen maar duidelijk is voor mij wel dat er iets niet deugd aan hem er uitsturen vind ik ook geen optie temeer omdat hij mij regelmatig verteld dat ik de enige ben die hem er nog niet uit gestuurd heeft. Natuurlijk streelt dit mijn ego maar erg happy ben ik er ook niet mee. Heb uiteindelijk geprobeerd om hem materialen aan te bieden die hem wel interesseren en die ook nog een beetje met de lesstof te maken hebben. Hou hem ook regelmatig bezig met het nakijken van proefwerken. Op deze manieren probeer ik de sfeer in de klas een beetje te hanteren.

24

Observatie 2Observatie 2Observatie 2Observatie 2

Leerverschillen tussen deelnemers observeren. Tijdens mijn werk in het praktijklokaal valt het mij op dat er in de klassen diverse uitersten aanwezig zijn. De leer- en inzet verschillen hebben naar mijns inzien ook te maken met verschillende milieus. 1e Groep die weinig moeite heeft met zelf studie en weten de praktijk opdrachten aan de hand van de theorie goed te maken. Dit zijn fatsoenlijk en gedreven leerlingen. Ze hebben ook dikwijls een baantje en weten wat aanpakken is en wat er in de praktijk gebeurt.

2e Groep beginnen goed aan het werk maar hebben bij controle regelmatig fouten waarna ze (we) de opgaven nog eens beter moeten gaan bekijken. Dit zijn leerlingen die het wel graag willen maar nog niet zo goed kunnen. Ze houden er ook dikwijls een aparte meningen op na. Ook zijn er leerlingen die extreem gekleed gaan en daarbij dikwijls een vreemde kijk en creativiteit laten zien. 3e Groep moet je constant sturen om ze aan het werk te zetten (en te krijgen). Ze weten geen of moeilijk een begin met de opdrachten te maken en lopen hierdoor ver achter. Ze staan bij andere leerlingen toe te kijken en houden deze van hun werk af. Deze leerlingen komen uit de wat lagere milieus en hebben ook dikwijls problemen thuis of met de omgeving. ObservObservObservObservatie 3atie 3atie 3atie 3

In één groep het sociale klimaat analyseren (I). Bij mijn wis- en natuurkunde lessen zijn er 2 vakrichtingen samen gevoegd namelijk motorvoertuigen en metaal. Motorvoertuigen leerlingen zijn in mijn beleving leerlingen die minder sociaal zijn en het niet schuwen om enkele onvriendelijke opmerkingen te maken. Op deze manier proberen ze tijdens de lessen ook de metaal leerlingen uit te dagen waardoor er een rumoerige situatie ontstaat. Als ik de groepen apart les geef, is er met deze leerlingen weinig aan de hand. Observatie 4Observatie 4Observatie 4Observatie 4

In één groep het sociale klimaat analyseren (II). Tijdens de instalectro lessen heb ik te maken met een basisbasisbasisbasis en een kaderkaderkaderkader klas beide groepen zijn bijna even groot. Het valt mij op dat de kaderkaderkaderkader klas veel rustiger en serieuzer aan het werk zijn dan de basisbasisbasisbasis groep. Maar de eindresultaten van de basisbasisbasisbasis groep zijn veel beter ondanks hun luidruchtige aanwezigheid. Mijn analyse is dan ook dat de basis groep echte doeners zijn en goed weten wat er van ze verlangd wordt. Door hun snelle werken creëren wat vrijheid die ze gebruiken om even met elkaar te kunnen praten. De kadergroep weet wel hoe het moet maar hebben meer moeite met de uitvoering van de praktijk. Ze zijn voortdurend heen en weer met de theorie boeken om de praktijkopdrachten tot een goed einde te brengen. De kader groep zijn dus over het algemeen echte denkers. Heb dit met andere groepen niet zo duidelijk mee gemaakt. Op deze manier heb ik de verschillende leerstijlen van Kolb kunnen analyseren tijdens mijn praktijklessen.

25

Observatie 5Observatie 5Observatie 5Observatie 5

In één groep de regels en afspraken die er gelden analyseren. In de 3e en 4e klassen instalectro Kader en Basis hebben veel leerlingen hun ongenoegen geuit over chaotische- en het tekort aan lessen wat betreft de praktijk. Dit kwam doordat de school niet bij machte was geschikte docenten te vinden voor hun praktijk lessen waardoor de relatie met de leerlingen is verslechterd. Immers de school deed ook niet zijn best voor hun dus waarom zouden zij dit dan wel moeten doen. Nadat de nog aanwezig docent ook nog eens ernstig ziek werd, werd de situatie niet veel beter. Deze docent had ook nog eens de leerlingen niet voorzien van voldoende lesmaterialen waardoor de leerlingen niet verder konden en vervolgens slecht te motiveren waren. Het geven van antwoorden en het uitzoeken van de benodigde lesmaterialen was een hele klus en nam veel tijd in beslag. Vaak moest dit i.v.m. de tijd nog gebeuren tijdens de lessen. Hierdoor is het 1 en ander er wel eens bij in geschoten wat betreft de leuke dingen. We moesten immers een achterstand weg werken. De inzet van mij heeft er bij de meeste leerlingen toe geleid om weer met enige tevredenheid aan het werk te gaan. Waardoor de situatie op een enkeling na verbeterd is. Heb de leerlingen op hun verantwoordelijkheden gewezen. En hen gevraagd om er samen nog iets van te maken gezien de situatie.

Met het hierboven genoemde verhaal blijkt maar weer eens dat het erg belangrijk is om een goed begin te maken met een klas. Lukt dit niet dan ontstaan er situaties waardoor leerlingen menen zich niet meer aan de regels en afspraken te moeten houden. En kost het je minstens 2x zoveel tijd en energie om alles weer op orde te krijgen als dat bij sommigen al gelukt is. Beschrijving van de leerpunten. Beschrijving van de leerpunten. Beschrijving van de leerpunten. Beschrijving van de leerpunten. Het observeren van leerlingen is een dagelijkse bezigheid de één is een andere aanpak nodig dan de andere. De lessen van de 1e periode op de PTH over de leerstijlen van Kolb zijn mij daarmee ook goed van dienst geweest.

Leerpunten heb ik elke dag. Vaak denk ik wel eens of ik een bepaalde aanpak wel of niet goed aangepakt heb. Door te doen en uit te proberen word je vele ervaringen rijker.

Daarnaast heb ik geleerd dat er veel verschillende soorten leerlingen zijn. Je hebt leerlingen die in het bedrijfsleven nooit verder zullen komen dan een basisbaantje. Er zijn leerlingen die het wel kunnen maar gewoon niet willen. Als deze iets ouder zijn zullen ze er ook echt spijt van krijgen dat ze niet iets beter hebben opgelet. Ook zijn er leerlingen die heel graag willen maar niet beter kunnen. Ten slotte zijn er leerlingen die echt veel meer in hun mars hebben en dat ook gaan bereiken. Dit was al zo tijdens mijn vorig schooljaar en is nog steeds onveranderd dit zal waarschijnlijk ook altijd zo blijven.

26

Leervraag 4Leervraag 4Leervraag 4Leervraag 4: : : : Hoe is het werkHoe is het werkHoe is het werkHoe is het werkplekleren geregeld.plekleren geregeld.plekleren geregeld.plekleren geregeld. Werkplekleren.Werkplekleren.Werkplekleren.Werkplekleren. Als de leerlingen later een beroep uitoefenen, kunnen ze niet steeds vragen wat ze moeten doen. Daarom leren ze op het Esdal college zelfstandig te werken.

Leren op het Esdal college is een vorm van leren werken. De leerling moet zelfstandig of met hulp van anderen problemen oplossen en volgens een planning de leerstof bestuderen en behandelen.

Leerlingen komen het lokaal binnen, kijken op hun planning en gaan aan de slag met opdrachten. Ze zitten niet een hele les op een stoel te luisteren, maar zijn actief met leren en werken bezig. Er is dan ook gelegenheid voor overleg of een praatje met een andere klasgenoot. Maar er moet wel gewerkt worden. Dit betekent ook meteen dat de leerlingen ruimte hebben om hun eigen tijd in te delen gedurende de les.

De praktijk lokalen zijn zo ingericht dat er zowel theorie- als praktijkopdrachten (lessen) gedaan kunnen worden. Bij de beroepsvakken komt het voor dat er leerlingen in een werkboek bezig zijn terwijl de ander met een werkstuk bezig is. Ze nemen eerst de theorie door en beantwoorden vervolgens de vragen die hieraan zijn gekoppeld. Deze antwoorden neemt de leerlingen door met de docent. De docent is in dit geval meer een coach en begeleider en geeft dus hulp op momenten dat het nodig is.

Als de vragen allemaal naar behoren zijn beantwoord en indien nodig voorzien zijn van feedback mag de leerling met de praktijk opdracht beginnen. Als de praktijk opdracht is volbracht beoordeeld hij deze eerst zelf. Daarna controleert hij de opdracht met de docent die hem ten slotte een cijfer geeft.

De leerling moet na iedere module, die bestaan uit meerdere praktijk opdrachten, een computertoets maken over de theorie en de praktijk. Als de leerling het wil kan hij zelfs nog oefentoetsen maken om zo zijn kennis van te voren te toetsen en op deze manier de leerstof nog eens te herhalen.

Niet alleen het cijfer is van belang maar ook wordt er gelet op werkhouding, inzet, motivatie, en het juiste gedrag.

Het komt ook voor dat de een verder is dan de ander. Het is wel zo dat de leerlingen tegen het examen in ieder geval een bepaalde basiskennis moet hebben, de docenten zijn ervoor om dit in de gaten te houden. Daarom word er met de leerlingen af gesproken waneer bepaalde opdrachten klaar moeten zijn en wat je minimaal af moet hebben.

Met de theorie vakken zijn ze inmiddels ook begonnen om volgens deze zelfstandige methode te gaan werken.

27

Leervraag 5:Leervraag 5:Leervraag 5:Leervraag 5: Organisatie v.d. stageschool.Organisatie v.d. stageschool.Organisatie v.d. stageschool.Organisatie v.d. stageschool. AfdelingenAfdelingenAfdelingenAfdelingen De school bestaat uit de volgende afdelingen: - Techniek:Techniek:Techniek:Techniek: voertuigen, metaaltechniek en instalektro - Economie:Economie:Economie:Economie: handel/administratie, consumptief breed - Zorg en Welzijn:Zorg en Welzijn:Zorg en Welzijn:Zorg en Welzijn: verzorging

Samenhang tussen afdelingenSamenhang tussen afdelingenSamenhang tussen afdelingenSamenhang tussen afdelingen.... De afdelingen voeren wekelijks gezamenlijk vergaderingen om vorderingen en problemen door te nemen. Deze vergaderingen worden meestal gevoerd met de teamleiders en waneer nodig aangevuld met docenten als er bepaalde problemen zijn.

Wie heeft welke bevoegdhedenWie heeft welke bevoegdhedenWie heeft welke bevoegdhedenWie heeft welke bevoegdheden.... Op het Esdal college zijn de volgende personen aanwezig: TeamleidersTeamleidersTeamleidersTeamleiders Zij zijn verantwoordelijk voor de leerlingbegeleiding in zijn team. Mentoren Mentoren Mentoren Mentoren Zij zijn de contactpersonen tussen school en ouders. Elke mentor heeft een groep van +/- 10 leerlingen wat er op neer komt dat het in de praktijk gewoon 1 klas is. ZorgcoördinatorenZorgcoördinatorenZorgcoördinatorenZorgcoördinatoren Deze personen zijn verantwoordelijk voor de leerlingbegeleiding op de locatie en heeft ook zitting in het zorgteam. DecaanDecaanDecaanDecaan Begeleid een leerling in de keuze voor een vervolgopleiding. Dit persoon kan op een afgesproken datum met de leerling en ouders hierover praten. Remedial teacherRemedial teacherRemedial teacherRemedial teacher Deze persoon begeleidt de leerlingen met specifieke leerproblemen. ZorgteamZorgteamZorgteamZorgteam Besteden aandacht aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Zorgteam komt 1x in de 6 weken bij elkaar. In een zorgteam zitten; - coördinator coördinator coördinator coördinator leerleerleerleerlingbegeleidinglingbegeleidinglingbegeleidinglingbegeleiding.... - schoolmaatschappelijk werkschoolmaatschappelijk werkschoolmaatschappelijk werkschoolmaatschappelijk werkststststerererer.... Deze is dinsdag op school aanwezig. Zij lost met gesprekken en advies problemen op. - schoolartsschoolartsschoolartsschoolarts.... Is eens per maand op de locatie voor spreekuur. Leerlingen kunnen zelf contact opnemen met de schoolarts; de school kan dit echter ook doen als er twijfel is over de ziekte van een leerling. - wijkagentwijkagentwijkagentwijkagent.... - leerplichtambtenaarleerplichtambtenaarleerplichtambtenaarleerplichtambtenaar.... Die de leerlingen bezoekt die veel afwezig zijn. - medewerker van het orthopedagogisch didactisch centrummedewerker van het orthopedagogisch didactisch centrummedewerker van het orthopedagogisch didactisch centrummedewerker van het orthopedagogisch didactisch centrum.... Voor leerlingen die extra zorg nodig zijn. - de teamleidersde teamleidersde teamleidersde teamleiders.... Wordt uitgenodigd als leerlingen van zijn team worden besproken. DirectieDirectieDirectieDirectie De school heeft een kerndirectie, bestaande uit 2 leden algemeen directeur en directeur personeel, financiën en beheer. Elke locatie heeft een eigen locatiedirectie in mijn geval 2 personen.

28

De cDe cDe cDe competenties:ompetenties:ompetenties:ompetenties:

Leervraag 1:Leervraag 1:Leervraag 1:Leervraag 1: Competentiegericht lerenCompetentiegericht lerenCompetentiegericht lerenCompetentiegericht leren....

B4 Organisatorisch competentB4 Organisatorisch competentB4 Organisatorisch competentB4 Organisatorisch competent B4.5 B6 Competent in het samenwerken met de omgeving.B6 Competent in het samenwerken met de omgeving.B6 Competent in het samenwerken met de omgeving.B6 Competent in het samenwerken met de omgeving. B6.1, 6.2, 6.4

Om een idee te krijgen hoe mijn school over competentie gericht onderwijs denkt heb ik personen ondervraagd die hier een rol in kunnen (konden) spelen.

Leervraag 2:Leervraag 2:Leervraag 2:Leervraag 2: Ontwerpen & aanbieden van Leerstof.Ontwerpen & aanbieden van Leerstof.Ontwerpen & aanbieden van Leerstof.Ontwerpen & aanbieden van Leerstof.

B1 Interpersoonlijk competent B1 Interpersoonlijk competent B1 Interpersoonlijk competent B1 Interpersoonlijk competent B1.1, 1.2, 1.4, 1.5 B2 PedagogiscB2 PedagogiscB2 PedagogiscB2 Pedagogisch competenth competenth competenth competent B2.1, 2.3 B3 Vakinhoudelijk en didactisch competentB3 Vakinhoudelijk en didactisch competentB3 Vakinhoudelijk en didactisch competentB3 Vakinhoudelijk en didactisch competent B3.2, 3.5, 3.7, 3.8, 3.9, 3.12, 3.13, 3.14, 3.15, 3.17, 3.18, 3.20, 3.21 B4 Organisatorisch competentB4 Organisatorisch competentB4 Organisatorisch competentB4 Organisatorisch competent B4.1, 4.5, 4.6 B7 Competent in reflectie en ontwikkeB7 Competent in reflectie en ontwikkeB7 Competent in reflectie en ontwikkeB7 Competent in reflectie en ontwikkeling ling ling ling B7.2, 7.3, 7.6, 7.8

Leerlingen vonden de huidige uitleg van handelingen voor praktijklessen niet erg duidelijk. Om deze lesmaterialen te verbeteren heb ik mij verdiept in de reeds bestaande materialen en heb door het zoeken op het web nieuwe materialen ontwikkeld. De lesmaterialen die ik nu gemaakt heb voor de leerlingen sprak hun veel meer aan omdat er nu meer afbeeldingen staan naast de omschrijving. Met deze materialen heb ik de praktijk opdrachten doelgerichter kunnen uitleggen. Het heeft me tevens minder tijd gekost om iets duidelijk te maken doordat de leerlingen telkens terug konden vallen op het meewerkformulier.

Leervraag 3:Leervraag 3:Leervraag 3:Leervraag 3: Observeer 5x een klas of groep leerlingen.Observeer 5x een klas of groep leerlingen.Observeer 5x een klas of groep leerlingen.Observeer 5x een klas of groep leerlingen.

B1 Interpersoonlijk competentB1 Interpersoonlijk competentB1 Interpersoonlijk competentB1 Interpersoonlijk competent B1.2, 1.3, 1.6, 1.7 B2 Pedagogisch competentB2 Pedagogisch competentB2 Pedagogisch competentB2 Pedagogisch competent B2.6, 2.7 B4 Organisatorisch competentB4 Organisatorisch competentB4 Organisatorisch competentB4 Organisatorisch competent B4.2, 4.5

Leerlingen en groepen observeren is een allerdaagse bezigheid voor een docent. leerlingen die problemen veroorzaken tijdens de lessen heb ik eerst direct tijdens de les aangepakt als dit niet afdoende was heb ik na de lessen met de leerling zelf voor een oplossing gezocht. Problemen die zich voor hebben gedaan met groepen en of klassen heb ik zoveel mogelijk klassikaal aangepakt waarbij ik de leerling eerst aan het woord gelaten heb. Vervolgens hebben we samen voor een oplossing gezocht waarin iedereen zich min of meer kon vinden.

29

Leervraag 4: Leervraag 4: Leervraag 4: Leervraag 4: Hoe is het werkplekleren geregeld.Hoe is het werkplekleren geregeld.Hoe is het werkplekleren geregeld.Hoe is het werkplekleren geregeld.

B6 ComB6 ComB6 ComB6 Competent in het samenwerken met de omgeving.petent in het samenwerken met de omgeving.petent in het samenwerken met de omgeving.petent in het samenwerken met de omgeving. B6.2, 6.4

Om antwoorden te vinden voor deze opdracht heb ik personen benaderd met een belangrijke functie binnen de school. Uiteindelijk stond de inhoud van dit gesprek ook beschreven in de schoolgids 07/08. Hun bevindingen, mijn waarnemingen samen met de info van de schoolgids heb ik verwerkt in deze opdracht.

Leervraag 5: Leervraag 5: Leervraag 5: Leervraag 5: Organisatie v.d. stageschool.Organisatie v.d. stageschool.Organisatie v.d. stageschool.Organisatie v.d. stageschool.

B5 Samenwerken met collega’sB5 Samenwerken met collega’sB5 Samenwerken met collega’sB5 Samenwerken met collega’s B5.1, 5.2, 5.3, 5.6, 5.7

Voor deze opdracht heb ik collega,s en mijn begeleider (teamleider) gevraagd om uitleg. De teamleider wordt opgeroepen als er problemen zijn met leerlingen. Heb met hem dikwijls mijn visie op problemen besproken waardoor ik een goed beeld heb gekregen hoe de meningen en het één en ander binnen de school georganiseerd is. De organisatie van de school staat ook vermeld in schoolgids 07/08. Mijn bevindingen en waarnemingen samen met de info van de schoolgids heb ik verwerkt in deze opdracht.

30

Bronnen:Bronnen:Bronnen:Bronnen: www.esdalcollege.nlwww.esdalcollege.nlwww.esdalcollege.nlwww.esdalcollege.nl www.cps.nlwww.cps.nlwww.cps.nlwww.cps.nl www.beteronderwijsnederland.nlwww.beteronderwijsnederland.nlwww.beteronderwijsnederland.nlwww.beteronderwijsnederland.nl www.fontys.nlwww.fontys.nlwww.fontys.nlwww.fontys.nl www.onderwijsmaakjesamen.nlwww.onderwijsmaakjesamen.nlwww.onderwijsmaakjesamen.nlwww.onderwijsmaakjesamen.nl www.windesheim.nlwww.windesheim.nlwww.windesheim.nlwww.windesheim.nl www.opitec.nlwww.opitec.nlwww.opitec.nlwww.opitec.nl www.karwei.nlwww.karwei.nlwww.karwei.nlwww.karwei.nl Project Dynamische Leeromgeving.Project Dynamische Leeromgeving.Project Dynamische Leeromgeving.Project Dynamische Leeromgeving. LerarenLerarenLerarenLerarenopleiding Utrechtopleiding Utrechtopleiding Utrechtopleiding Utrecht