Back Stage #4

40
LOOPBAANORIëNTATIE NEDERLAND: SLECHTSTE JONGETJE VAN DE KLAS ONDERWIJSKWALITEIT MBO-BESTUURDERS & MARCOUCH IN GESPREK MEI 2010 Keerpunt of nauwelijks meters gemaakt? ACHT JAAR BALKENENDE & MBO: OPINIEBLAD OVER BEROEPSONDERWIJS EN EDUCATIE BACK STAGE # 4 MBORAAD.NL NIEUWE MINISTER OVER 10 JAAR IS GEERTEN GEERTS DE BAAS BIJ OCW

description

Back Stage #4

Transcript of Back Stage #4

Page 1: Back Stage #4

LoopbaanoriëntatienederLand: sLechtstejongetje van de kLas

onderwijskwaLiteitMbo-bestuurders &Marcouch in gesprek

MEI 2010

Keerpunt of nauwelijks meters gemaakt?

Acht jAAr BAlKEnEndE & MBo:

Opi

nie

bla

d O

ver

berO

epsO

nd

erw

ijs

en e

du

ca

tie

BAcK

stA

gE#4

MBorAAd.nl

nieuwe Minister over 10 jaar is geerten geerts de baas bij ocw

Page 2: Back Stage #4

BAcK stAgE

cOlOfOn

Back Stage is het tweemaandelijks opinieblad van de MBO Raad. De MBO Raad is de brancheorganisatie voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie.

eerste jaargang, nummer 4, mei 2010Overname van teksten is toegestaan onder bronvermelding en met toestemming van de redactie.redactie Twan Stemkens (hoofdredacteur), Marije Hulsbosch (adviseur), Marie-José Linders (eindredacteur), Dagmar de Kruif-Pot (redacteur), Tanja Krieger (redacteur).aan dit nummer werkten mee: Berber Bijma, Somajeh Ghaeminia, Gerry Hurkmans, Seb Jarnot, FMAX, Friso Keuris, Luuk Obbink, Sander Peters, Jeroen Poortvliet, Ed van Rijswijk, Eliane Schoonman, Roel Smit, Annette van Soest, Frans Strous, Elmer Veerhoff.

concept en vormgeving Link Design, Amsterdam.drukwerk: Senefelder Misset, Doetinchem.coverfoto: Aude Guerrucci, Polaris / HH (beeldbewerking: Link Design)abonnementen en adreswijzigingen: [email protected]. Back Stage wordt gericht, kosteloos, toegezonden aan onderwijsorganisaties en particulieren. Betaalde abonnementen kosten 30 euro per jaar inclusief BTW en verzendkosten.redactie-adres: Houttuinlaan 6

3447 GM Woerden tel. 0348 - 75 35 00 [email protected] www.mboraad.nl/backstage

24 ‘hEt MBo KAn nog BEtEr’

Met een serie rondetafelgesprekken wil het mbo het publieke debat aanzwengelen en de problemen boven tafel krijgen. Vier mbo-bestuurders en Ahmed Marcouch trappen af: ‘We zijn dingen normaal gaan vinden die niet acceptabel zijn’.

4 ondErwIjsopBrEngstEn vAn 8 jAAr BAlKEnEndELoek Hermans, Agnes Jongerius, Marja van Bijsterveldt, Frans Nauta en Back Stage-columnist/docent Elmer Veerhoff blikken kritisch terug op 8 jaar Balkenende. Wat hebben de kabinetten het mbo gebracht? Mét wensenlijstje voor het nieuwe kabinet.

14 portrEt vAn EEn voorzIttEr

Nog enkele maanden en dan draagt Geerten Geerts het stokje over aan de volgende voorzitter van de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs.

Foto

Ger

hard

van

Roo

n /

HH

Page 3: Back Stage #4

BAcK stAgE

2 / 3

30 lErEn vAn dE BEstEn

Aan de Herman Brood Academie leren studenten het vak van geluidstechnicus van de meest gerenommeerde mannen uit de praktijk. Stages bij grote poppodia volgen. En banen. Backstage bij ondernemer-schap in het onderwijs.

36 wE zIjn doorgEslAgEn

Vindt Jasper van Dijk (SP). MBO Raad-voorzitter Jan van Zijl gaat met hem in discussie.

rubrieken

10 dat dan weer welAfzien voor een goed doel en een lesje

straattaal. Jeweet.

13 CarrièremakersX-Factor winnares lisa lois staat nu voor

uitverkochte zalen en onderhandelt zelf met

haar platenmaatschappij.

17 Columnjan van zijl wil een Commissie van kansen.

18 en wat doet ziJ zoal?de werkweek van reyhan tezcan: mentor

en studieloopbaanbegeleider bij roC midden

nederland.

20 in Beeldkleinschaligheid staat centraal in het nieuwe

community college van roC van amsterdam.

22 transparant partnersChapdat willen vno-ncw, MKB-nederland, Fnv,

cnv, colo en MBo raad. de partners tekenden

daartoe een intentieverklaring. wat gaat er

veranderen?

28 Columndocent Elmer veerhoff heeft het even helemaal

gehad en voelt zich machteloos.

34 Columnissues management-expert Eliane schoonman

vindt het hoog tijd dat het mbo zichzelf gaat

‘herframen’.

35 staatsseCretaris voor 1 dagde eerste afgestudeerde journalist van het mbo,

Alexander Bakker (sp!ts) weet het wel. ruimte

voor talent!

39 pittige taal ‘loopbaanbegeleiding in nederland is primitief’,

stelt john Mccarthy, directeur international

Centre for Career guidance and public policy.

29 uitBlinker

‘IK hEB EEn voorsprong op studEntEn vAn hEt voortgEzEt ondErwIjs’

na haar mbo-studie ondernemer detailhandel studeert mireille wever door aan het hbo.

Page 4: Back Stage #4

BAcK stAgE

loF, kritiek En wEnsEnlIjstjEs

8 jaar Balkenende en 8 jaar onderwijsbeleid:

Beeld werry crone/hh

Page 5: Back Stage #4

BAcK stAgE

4 / 5

Wat hebben acht Balkenende-jaren het (beroeps)onderwijs opgeleverd? De meningen lopen uiteen. “Onder het laatste kabinet is er eindelijk een keerpunt gekomen in het onderwijsbeleid”, zegt FNV-voorzitter Agnes Jongerius. Innovatiedeskundige Frans Nauta denkt er anders over: “Er zijn in die acht jaar nauwelijks meters gemaakt.” Een opiniepeiling binnen en buiten de sector én de verlanglijstjes voor het volgende kabinet.

Tekst Berber Bijma Beeldbewerking Link Design, Amsterdam

Het mag niet verbazen dat Marja van Bijsterveldt

zelf enthousiast is over wat er de afgelopen drie

jaar is gebeurd, zolang zij staatssecretaris van

Onderwijs was en verantwoordelijk voor het

lager en middelbaar beroepsonderwijs.

Verschillende malen tijdens het gesprek onder-

breekt ze zichzelf omdat haar ineens nóg een

wapenfeit te binnenschiet. Haar opsomming

over recente resultaten voor het beroepsonder-

wijs kort samengevat: de invoering van de

‘competentiegerichte kwalificatiestructuur’ is

in rustiger vaarwater gekomen, de ‘aanval op

de schooluitval’ verloopt volgens plan, de uren-

norm wordt gehandhaafd, er is meer geld voor

lerarensalarissen gekomen, er zijn referentie-

niveaus voor taal en rekenen opgesteld, de

jeugdwerkloosheid is aangepakt en wat ze

vooral belangrijk vindt: het beroepsonderwijs

staat op de kaart. “Een paar jaar geleden ging

de discussie over het onderwijs vooral over

havo, vwo, hbo en universiteit. Dat zijn de

opleidingen waar de kinderen van de meeste

beleidsmakers naartoe gaan. Maar ondertussen

zit 60 procent van alle studenten op vmbo of

mbo. Zonder hen kunnen we geen slagvaardige

economie creëren. Als de crisis straks voorbij

is, dreigt er een flink tekort aan beroepskrachten

op de arbeidsmarkt. We hebben het beroeps-

onderwijs met z’n allen dus ook heel hard nodig.

Daar zijn we ons de laatste jaren meer bewust

van geworden.”

De eerste drie kabinetten-Balkenende hebben

volgens Van Bijsterveldt de weg vrijgemaakt

om in het vierde kabinet-Balkenende, dat in

februari 2007 aantrad, met inhoudelijke

onderwijszaken bezig te zijn. “Die eerste

kabinetten waren vooral bezig om de grote

ingrepen die daarvóór waren gedaan, onder

meer onder staatssecretaris Netelenbos, te

laten landen. Er waren enorme fusies geweest,

waarbij vroegere opleidingen zoals mts en

meao waren samengegaan in de huidige

mbo-instellingen. Die fusies waren nog niet

overal afgerond. In het laatste kabinet is het

gewone handwerk van goed onderwijs weer

centraal komen te staan. Dat is trouwens ook

precies waar studenten zelf om vragen:

structuur, kennis, lessen. We zijn gelukkig

afgeraakt van het idee dat studenten hun eigen

onderwijsvraag zoeken, en dergelijke onzin.”

InnovAtIEgEdrEvEn AgEndA’sHet beroepsonderwijs weer op de kaart zetten

– dat is nu juist wat de kabinetten onder

Balkenende, inclusief het laatste kabinet, níet

hebben gedaan, zegt Frans Nauta stellig. Hij is

schrijver, adviseur, lector aan de Hogeschool

Arnhem en voormalig secretaris en lid van het

Innovatieplatform. “De onderwijsagenda’s van

de kabinetten-Balkenende waren erg inno vatie-

gedreven. Daarmee hadden ze vooral aandacht

voor hbo en universiteit en enigszins voor de

bovenkant van het mbo. De onderste mbo-

niveaus en het vmbo kregen veel minder

aandacht. Dat is op z’n zachtst gezegd raar,

want we praten al sinds het aantreden van het

eerste kabinet-Balkenende in crisistermen over

het vmbo en de laatste tijd ook over het mbo.

Daar zitten de grootste problemen in het

onderwijs en die zijn de laatste jaren nauwelijks

Frans Nauta:

‘Er is nog steeds te

veel uitval’

Beeld werry crone/hh

Page 6: Back Stage #4

BAcK stAgE

loF, KrItIEK En wEnsEnlIjstjEsvErvolg

aangepakt. Als de kabinetten van de afgelopen

acht jaren die problemen zo serieus hadden

aangepakt als ze voortdurend beloofden, dan

hadden we daar toch inmiddels wel resultaten

van moeten zien? Er zijn nauwelijks meters

gemaakt. Er is nog steeds heel veel uitval op

het vmbo en tussen vmbo en mbo. Dat is een

extreme schadepost. Voor de studenten die het

betreft, maar ook voor de samenleving als

geheel. Aan die uitval is te weinig gedaan; in

plaats daarvan zijn de beleidsinspanningen

vooral in de bovenkant van het onderwijs-

systeem gaan zitten.”

Nauta is wel blij dat er meer geld voor onderwijs

is gekomen. “Tien jaar gelden besteedden we

zo’n 4,5 procent van ons bruto nationaal product

aan onderwijs, inmiddels is dat 5,5 procent. Dat

is een substantiële verhoging, die een verdienste

is van politieke sturing. De opinie in de samen-

leving is ook bijgedraaid. We dragen ons

onderwijs blijkbaar een warmer hart toe dan

acht jaar geleden. Er is nu niemand meer die

serieus roept: verkort het vwo maar van zes

naar vijf jaar. Het inzicht dat een beroep leren

belangrijk is, en dus dat beroepsonderwijs

belangrijk is, is er ook wel gekomen, maar we

hebben daarvan te weinig beleidsresultaten

gezien. Aan het dreigende personeelstekort in

de zorgsector bijvoorbeeld, is weinig gedaan.”

hArt voor ondErwIjsFNV-voorzitter Agnes Jongerius spreekt in

milder termen. Ze ziet een duidelijk onderscheid

tussen het inmiddels demissionaire kabinet en

de kabinetten daarvoor. “Onder het laatste

kabinet is een ommekeer gekomen. We hadden

drie mensen op het ministerie zitten met het

hart voor onderwijs op de juiste plek. Voor het

eerst in twintig jaar heeft het kabinet de publieke

uitspraak gedaan: onze kinderen verdienen het

beste onderwijs en we gaan het lerarentekort

oplossen. Het laatste kabinet heeft de problemen

in het onderwijs beter opgepakt dan alle

kabinetten van de afgelopen twintig jaar. Er is

meer geld voor leraren gekomen, de ophokuren

zijn aangepakt, zwakke scholen zijn gedwongen

verbeteringen in gang te zetten en we hebben

uitspraken gehoord tegen al te royale beloningen

van schoolbestuurders.”

In één adem door relativeert Jongerius haar

eigen uitspraken. “Het gaat allemaal wel veel te

langzaam, en twee beloftes uit het adviesrapport

LeerKracht van de commissie Rinnooy Kan uit

2007 zijn blijven liggen: er moet nog meer geld

komen voor meer docenten, zodat ze gemiddeld

meer tijd aan een student kunnen besteden en

de leraar als professional moet nog worden

opgewaardeerd. Op deze beide punten had er

meer kunnen gebeuren de afgelopen jaren.”

Voor het beroepsonderwijs kan Jongerius nog

wel aanvullende verbeterpunten aandragen.

“De lijst met zwakke mbo-examens wordt op

dit moment langer. Dat moet je natuurlijk niet

willen. Wat er in de klassen gebeurt, de

interactie tussen docent en student, moet

uitgangspunt zijn voor alle beleid. Dat kan niet

anders als het kabinet zijn eigen uitgangspunt

serieus neemt dat het toponderwijs wil voor

onze kinderen. Het mag niet zo zijn dat je op

een roc tevreden bent met lesuitval of met het

Agnes Jongerius:

‘Onder het laatste

kabinet is een

ommekeer gekomen.

We hadden 3 mensen

met hart voor

onderwijs’

Beeld peter hilz / HH

Page 7: Back Stage #4

BAcK stAgE

6 / 7

feit dat zo’n 30 procent van alle lessen wordt

gegeven door docenten die niet of niet volledig

bevoegd zijn.”

Ook van werkgeverszijde is het oordeel over het

onderwijsbeleid van het laatste kabinet

positief-kritisch. De banden tussen onderwijs

en bedrijfsleven zijn aangehaald, stelt voorzitter

en oud-onderwijsminister, Loek Hermans van

MKB-Nederland tevreden vast. Hij wijst onder

meer op de intentieverklaring die sociale

partners, MBO Raad en Colo (vereniging van 17

kenniscentra) in maart ondertekenden in het

bijzijn van Van Bijsterveldt. “Het is nog te vroeg

om resultaten van het beleid van de afgelopen

jaren te zien, maar Van Bijsterveldt heeft een

aantal zaken voortvarend aangepakt, zoals

invloed van het bedrijfsleven op het curriculum

van het beroepsonderwijs, betere examen-

standaarden en een betere regeling voor de

beroepspraktijkvorming, de begeleiding op de

werkplek. Ik verwacht dat die maatregelen de

komende tijd hun vruchten zullen afwerpen.”

schortEndE uItwErKIngElmer Veerhoff ondervond het onderwijsbeleid

de afgelopen tien jaar aan den lijve. Hij maakte

in 2000 de overstap van het bedrijfsleven naar

het onderwijs en werkt nu als docent Microsoft

op de ICT Academie van Leiden, onderdeel van

ROC Leiden. “Het laatste kabinet is eigenlijk het

enige waar ik echt wat van gemerkt heb”, zegt

Veerhoff. “Van de kabinetten van daarvoor

herinner ik me eigenlijk weinig. De laatste jaren

hebben twee maatregelen grote invloed gehad

op ons dagelijks werk: de invoering van het

Marja van

Bijsterveldt:

‘Binnen 1 à 2 jaar

moet de basis-

kwaliteit in het

beroeps onderwijs op

orde zijn’

competentiegericht onderwijs en de strengere

handhaving van de verplichte 850 lesuren in

het beroepsonderwijs.”

In de ideeën achter beide maatregelen kan hij

zich prima vinden, zegt Veerhoff, maar het

schort aan een goede uitwerking. “Door de

strengere handhaving van de urennorm krijgen

klassen bij ons nu gemiddeld 35 uur per week

les. Een paar jaar geleden was dat nog 24.

Tegelijk is er geen geld om extra docenten aan

te stellen, dus de werkdruk is enorm verhoogd.”

Daarnaast levert de urennorm in combinatie

met de flexibele instroom van studenten veel

administratieve rompslomp op. “Studenten

kunnen straks op verschillende momenten in

het jaar instromen in een opleiding. Tegelijk

moet van iedere student worden bijgehouden of

we die 850 uren wel halen. Docenten krijgen

dus een gigantische administratie.”

Misschien zou dat nog wel te doen zijn, zegt

Veerhoff, als die administratieve taken dan maar

wat beter gefaciliteerd zouden worden door

geavanceerde ICT-technieken. “Wat ICT betreft

lopen we jaren achter op het bedrijfsleven.

Maar voor betere systemen in het onderwijs is

geen geld.”

Over de invoering van het competentiegericht

onderwijs is zijn oordeel eveneens: het idee is

prima, maar het heeft de werkdruk flink

verhoogd, zonder compensatie. “Het type

onderwijs dat we nu hebben is tien keer zo goed

als toen ik zelf onderwijs volgde. Ook in de acht

jaar dat ik nu in het onderwijs zit heb ik flinke

verbeteringen gezien. Het verschil tussen hoe

studenten binnenkomen en hoe ze vier jaar

Page 8: Back Stage #4

BAcK stAgEBAcK stAgE

loF, KrItIEK En wEnsEnlIjstjEsvErvolg

later vertrekken, is enorm. Maar voor docenten

betekent competentiegericht onderwijs: veel

meer nakijkwerk en begeleiding.” Ook daarvoor

ziet hij meer geld als oplossing, om meer

docenten te kunnen aannemen.

ongrIjpBAAr proBlEEMNaast de – veelal genuanceerde – lofuitingen

over het kabinetsbeleid van de laatste jaren,

snijden alle gesprekspartners ook de grootste

problemen van het beroepsonderwijs aan: het

slechte imago van met name roc’s en het

dreigende lerarentekort. Tegen dat laatste zijn

de nodige maatregelen genomen, zoals betere

salarissen en het instellen van een Leraren-

beurs. Helaas maakt juist het beroepsonderwijs

van deze beide maatregelen in verhouding het

minst gebruik, aldus Van Bijsterveldt. “De

uitvoering op het mbo is weerbarstig. Wat

betreft de betere salarissen komt dat

waarschijnlijk omdat op mbo’s veel mensen

werken met verschillende functies. De

organisatiestructuur is complex en dat

bemoeilijkt het doorvoeren van betere beloning

voor docenten. Toch moet dat wel gebeuren,

want dat is de voorwaarde die aan het extra

geld verbonden is.”

Het slechte imago van het beroepsonderwijs is

een minstens even groot probleem, dat lastiger

aan te pakken is, omdat het deels ongrijpbaar

is. “Ik durf op verjaardagsfeestjes niet meer te

zeggen dat ik op een roc werk”, zegt Veerhoff.

“Ik krijg de hele huiskamer over me heen.

Gelukkig is onze officiële naam ICT Academie

– dat klinkt een stuk beter.” Dat laatste zegt hij

lachend, maar de ondertoon is serieus. “In een

paar jaar hebben we zomaar een slecht imago

gekregen. Daar hebben vooral tv-programma’s

aan bijgedragen. Ik vind dat het tijd is om in de

aanval te gaan. We moeten in alle openheid

laten zien dat het op veel plaatsen wél goed gaat.

Kom maar kijken, kom maar filmen. We hebben

niks te verbergen.”

BAndEn AAnhAlEnInhoudelijk beter onderwijs, meer docenten en

betere scholing voor docenten, aanpak van

lesuitval – de overeenkomsten tussen de

wensenlijstjes van de geïnterviewden voor het

volgende kabinet zijn groot. Volgens staats-

secretaris Van Bijsterveldt moet het werk dat

de afgelopen jaren in gang is gezet, snel afgerond

worden. “Binnen één à twee jaar moet de basis-

kwaliteit in het beroepsonderwijs op orde zijn:

voldoende en goede lessen, geen lesuitval,

gewoon goed georganiseerd onderwijs.” Verder

hoopt ze dat haar opvolger de Wet competen-

tiegerichte kwalificatiestructuur zo snel

mogelijk door de Tweede Kamer krijgt. “Dat

geeft scholen duidelijkheid.” De invoering van

de wet, controversieel verklaard na de val van

het kabinet, is de formele basis voor het

competentiegericht onderwijs, dat op veel

plaatsen al is ingevoerd.

MKB-voorzitter Hermans hoopt dat de banden

tussen onderwijs en bedrijfsleven onder het

volgende kabinet nog nauwer worden

aangehaald. Daar profiteren beide partijen van:

het onderwijs kan er wellicht een deel van het

lerarentekort mee opvangen en het bedrijfsleven

Docent

Elmer Veerhoff:

‘Van de eerste drie

kabinetten heb ik niet

zoveel gemerkt’

Beeld Martijn beekman / HH

Foto

Fri

so K

euri

s

Page 9: Back Stage #4

BAcK stAgE

8 / 9

Loek Hermans:

‘Van Bijsterveldt heeft

de zaken voortvarend

aangepakt’

werkt op die manier mee aan op maat gesneden

scholing van latere werknemers. “Er zouden

meer voorbeelden moeten komen zoals de

School voor Gastronomie en Gastvrijheid van

mbo-instelling Landstede en toprestaurant De

Librije. Daar kunnen toptalenten terecht. Je

kunt aan eenzelfde soort constructie denken

bij DSM in Limburg, in samenwerking met het

beroepsonderwijs en andere bedrijven uit de

regio. In het hele land zijn dergelijke

voorbeelden mogelijk.”

top 5 KEnnIsEcoMIEënVrijwel alle politieke partijen nemen onderwijs

serieus in hun verkiezingsprogramma’s, stelt

FNV-voorzitter Jongerius tevreden vast, met

het oog op 9 juni. “De notie dat Nederland bij de

Europese top 5 van kenniseconomieën wil

horen, leeft kamerbreed. Geen enkele partij

stelt bezuinigingen voor. Het gaat dus vooral

om de vraag: waar investeer je het meest: in

toponderzoek, of in de brede basis van het

beroepsonderwijs? Wij kiezen voor dat laatste.

Natuurlijk moeten er ook centres for excellence

zijn, maar een goede top gaat niet zonder een

goed fundament. De Willie Wortels op de

topinstituten hebben mensen nodig die hun

uitvindingen naar de praktijk kunnen

vertalen.”

Frans Nauta is het niet meer haar eens. “Om in

de Europese top 5 te komen, zijn vmbo en mbo

niet zo van belang. Voor een goede kennis-

economie is vooral onderzoek dat op hbo en

universiteiten gedaan wordt, van belang. De

uitvoering in de praktijk komt veel later.”

Zoals Nederland momenteel de onderwijs-

gelden verdeelt, komt de top 5 in de verste

verte niet in zicht, stelt Nauta spijtig vast. “We

steken ongeveer 1,6 miljard euro in fundamen-

teel onderzoek en 60 miljoen in lectoraten op

hbo-scholen. Die lectoraten zijn de belangrijk-

ste plek waar het toegepaste onderzoek - de

praktische toepassing van fundamenteel

onderzoek - plaatsvindt. Wat op vmbo’s en

mbo’s gebeurt aan toegepast onderzoek, is

vaak incidenteel en komt meer ten goede aan

het meewerkende bedrijf dan aan de

onderwijsinstelling. In Finland is het goed

geregeld. Daar wordt het geld tussen

fundamenteel en toegepast onderzoek fiftyfifty

verdeeld. Als een volgend kabinet het streven

naar een plek in de top 5 serieus neemt, zou

het de bestaande geldstromen moeten

ombuigen.”

vErdElIng vAn dE ‘MuntjEs’Jongerius vindt dat het volgende kabinet vooral

ernst moet maken met de waardering van de

professionaliteit van docenten in het lager en

middelbaar beroepsonderwijs. “En verder: alle

ballen op de klas. Betere, bevoegde docenten,

een heldere norm over hoeveel studenten per

klas en een heldere norm over wat goed

onderwijs is. Ik hoop dat het met de verdeling

van de muntjes ook goed komt. Universiteit en

hbo hebben vaak hun lobby beter voor elkaar.

Wij benadrukken steeds: vergeet het

fundament niet. Ik hoop dat de sector zelf daar

ook effectief op blijft hameren.”

Page 10: Back Stage #4

BAcK stAgE

gezocht: docent met passie

voor de zomer is duidelijk welke mbo-docent dit jaar kans maakt op de titel leraar van het jaar. als leraar van het jaar wordt er heel wat van je verwacht, zo weet ook Harm den dekker. een jaar lang ben je ambassadeur voor het mbo-onderwijs, neem je deel aan een forum, geef je advies aan beleidsmedewerkers van Ocw en denk je mee met leraar24. Maar daar krijg je ook wat voor terug. een studiereisje naar dublin bijvoorbeeld, met de mede-leraren van het jaar voor het primair en voortgezet onderwijs.

Den Dekker werd in 2009 uitgeroepen tot de beste docent en zit dit

jaar in de jury. Waar let Harm op? De nieuwe mbo-docent van het

jaar moet voldoen aan een belangrijke eis: passie. “Alleen met passie

voor het vak kun je het mooie van het lerarenberoep aan anderen

overdragen.” De winnaar van 2010 wordt 5 oktober bekendgemaakt.

Afzien voor een goed doel

6.500 kilometer in een oud barrel de zinderende hitte van de transsahara trotseren. studenten van verschillende roc’s hebben deze ontberingen doorstaan. niet voor zichzelf, maar voor kansarme leerlingen in Gambia, senegal en Mauretanië.

In totaal namen zo’n veertig mbo-studenten van ROC Gilde

Opleidingen, ROC Zadkine, ROC Ter AA, Koning Willem I College,

ROC Mondriaan, ROC Midden Nederland en het Arcus College

deel aan de reis met een door henzelf opgeknapte tweedehands

auto. Vanuit Nederland reden de teams via Marokko, de

westelijke Sahara, Mauretanië en Senegal naar de uiteindelijke

bestemming: Gambia. Het doel van de reis: stage bij een school

in Afrika waar ze lesgaven over autotechniek aan de plaatselijke

bevolking. Na zeven weken keerden de studenten terug naar

Nederland. De auto’s bleven achter. De reis maakt onderdeel uit

van het project Go for Africa, dat vrijwilligersprojecten

organiseert in Gambia, Senegal en Mauretanië. Go for Africa

werkt samen met scholen in deze landen.

www.goforafrica.nl

die shit is aan!

Onderwijscultuur en straatcultuur zouden in conflict raken. aangezien een leven lang leren belangrijk is, reiken we onze matties de helpende boks. best wel lauw toch?

Het mbo is eigenlijk best wel griezelfilm en natuurlijk vind je

ze in Damsco, Utka, Roffa en Agga. En het is best faya dat de

scholen soms worden gedist. Ook voor al die sma’s en swa’s die

er studeren. Dan kun je het best maar chill blijven of een Fa2

maken. Een lekkere jonko is dan misschien ook niet verkeerd.

Jokaa! Enne: hou het straat, jeweet.

het volledige programma:

4 okt. competent city en

opening

5 okt. dag van de stagiair

6 okt. Mbo helpt nederland

7 okt. ontmoet het mbo

8 okt. uitblinkersgala

9 okt. slotdag

dAt dAn wEEr wel

Foto

Fra

ns S

trou

s

#¿»˜…

‘veelzijdig mbo’ is het motto van de tweede 6-daagse beroepsonderwijs. Het programma is bekend en de mbo-scholen zijn druk bezig met de voorbereidingen voor wederom een succesvolle zesdaagse. net als vorig jaar worden ook dit keer weer mbo-studenten in het zonnetje gezet tijdens het speciale uitblinkersgala.

www.6dbo.nl

veelzijdig programma voor een veelzijdige sector

Foto

Go

for

Afr

ica

Page 11: Back Stage #4

BAcK stAgE

10 / 11

26

9 4

16 4 5

Niveau 1

Niveau 2

■ Ja, ik ben alsnog verder gaan leren

■ Ja, ik heb een andere opleiding gekozen dan ik eerst van plan was

■ Ja, anders

7 2517 4 30 18

10 181111 33 17

12 8 2210 31 17

mbo-bbl

mbo-bol

mbo-totaal

■ Ik ga op korte termijn beginnen met een opleiding

■ Ik ga op zoek naar een opleiding

■ Ik begin binnenkort met een baan

■ Ik ga via het UWV op zoek naar werk

■ Ik ga zelfstandig op zoek naar werk

■ Dat weet ik nog niet

niveau 1/2

niveau 3/4

mbo-totaal

■ Ik ga op korte termijn beginnen met een opleiding

■ Ik ga op zoek naar een opleiding

■ Ik begin binnenkort met een baan

■ Ik ga via het UWV op zoek naar werk

■ Ik ga zelfstandig op zoek naar werk

■ Dat weet ik nog niet

14 2419 7 21 14

9 2266 38 20

12 8 2210 31 17Plannen voor de nabije toekomst, naar opleidingstype (%)

Effect van schoolactiviteiten op de bestemming van

gediplomeerden, naar opleidingsniveau (%)

Plannen voor de nabije toekomst, naar opleidingsniveau (%)

En met succes, zo blijkt uit de resultaten van de Quickscan naar

de invloed van school ex. Het onderzoek is uitgevoerd door het

Research Centre for Education and the Labour Market|ROA in

opdracht van de ministeries van OCW, SZW en LNV.

Niet alleen stimuleerde het mbo studenten langer door te leren;

ook wist men juist die studenten te bereiken die het meest

kwetsbaar zijn op de arbeidsmarkt: jongeren op de lagere

niveaus en allochtonen. De activiteiten hebben invloed gehad op

1 op de 5 examenkandidaten. Reden te meer om ook in 2010 de

handen ineen te slaan om te voorkomen dat jongeren werkloos

thuis op de bank terechtkomen.

Mbo springt in de bres tegen werkloosheid

Bron grafieken: ROA (SIS)

in tijden van crisis reikt het mbo jongeren de helpende hand. Met het school ex programma 2009 stimuleerden mbo-instellingen hun studenten door te leren om hiermee hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.

Foto

Fre

ddy

Schi

nkel

Page 12: Back Stage #4

BAcK stAgE

pErsonAlIA

De raad van toezicht van het

rOc nova college heeft Hans snijders benoemd tot voor -

zitter van het college van

bestuur. Hij volgt daarmee

bart bongers op. Snijders

begon zijn carrière als docent

natuurkunde, wiskunde en

informatica aan het Nova

College. Sinds 2004 is hij

cvb-lid, eerder was hij al lid

van de directieraad.

vincent alkemade heeft Max Mulders opgevolgd op als

directeur van kOc nederland.

Voorheen werkte Alkemade

onder andere bij Calibris en

VNO-NCW. KOC Nederland is

het Kenniscentrum Beroeps-

onderwijs Bedrijfsleven voor

de uiterlijke verzorging.

De raad van toezicht van ROC

Ter AA heeft de CEO van de

NTS Group in Eindhoven,

Marc Hendrikse, als nieuwe

voorzitter verwelkomd.

Hendrikse volgt hiermee arno wendrich op. Naast Hendrikse

zijn anne buskens, directeur

Sociale Zaken van de gemeente

Tilburg, en ton stuifzand,

algemeen directeur van P.G.

Kuijpers & Zonen, toegetreden

als nieuwe leden van de raad

van toezicht.

christien de Graaff is Engel

Antonides opgevolgd als lid

van het college van bestuur

van het alfa-college. Engel

Antonides volgde in februari

Berend Kamphuis op als

voorzitter cvb. De Graaff

werkte eerder als inspecteur

van het voortgezet onderwijs

en was rector van het Röling-

college. In 2007 begon zij bij

het Alfa-college als directeur

van de unit Economie en

Dienstverlening, waarna zij

achtereenvolgens de functie

van directeur van de regio

Hoogeveen vervulde.

Bestuursvoorzitter kees tetteroo heeft op 1 april

afscheid genomen van rOc eindhoven. Tetteroo gaat met

pensioen. Tijdens zijn afscheid

kreeg hij van de gemeente

Eindhoven de vriendschaps-

penning.

rOc eindhoven kreeg in april

ook een nieuwe voorzitter van

de raad van toezicht. ad de jong

volgt Hennie Houben-sipman

op. De Jong is luitenant-

generaal buiten dienst van de

Koninklijke Luchtmacht, lid

van de raad van toezicht van

woonzorggroep Vitalis en lid

van de raad van commissaris-

sen van Eindhoven Airport.

Daarnaast is hij voorzitter van

de stuurgroep die de nieuw-

bouw van de Internationale

School in Eindhoven realiseert.

dorothé lamers, voorzitter

college van bestuur, neemt na

een periode van vijf jaar

afscheid van Rijn IJssel. bob van de ven, lid college van

bestuur, neemt haar verant-

woordelijkheden over. Lamers

neemt eind augustus officieel

afscheid.

De raad van toezicht van

SintLucas en de eindhovense

school is uitgebreid met de

komst van anne schouten-van Hooft en ria van ’t klooster. Sinds eind 2008 is

Schouten-van Hooft vice-

voorzitter van SNR Schouten

Global en voorzitter van SNR

Schouten Training. Van ’t

Klooster is sinds 2003 algemeen

directeur van Schoevers.

Daarnaast is zij bestuurslid

van een vmbo-school in

Maarsbergen en van PAEPON,

het platform van particuliere

onderwijsinstellingen in

Nederland.

nieuws?Berichten voor de rubriek

personalia kunt u

sturen naar:

[email protected]

doCent elmer veerhoff houdt ziJn mond BiJ verJaardagen. en ergert ziCh rot.Lees ‘the real world’ op bladzijde 28.

Page 13: Back Stage #4

carrièreMakers

zangeres lisa lois:

‘wE lEErdEn MuzIEK tE MAKEn, gEEn jurken tE showEn’

Tekst Somajeh Ghaeminia Foto Laura Oldenbroek

12 / 13

naam Lisa Hordijk.

school Herman Brood

Academie.

Afgestudeerd 2009.

trots op “Alles wat ik tot

nu toe heb bereikt.”

Minder trots op

“Dat ik mijn hbo-opleiding

niet heb afgemaakt.”

BAcK stAgE

“Veel jonge artiesten die na een programma

als X-Factor bij een platenmaatschappij komen,

belanden in een onbekende wereld. Voor mij was

dit niet zo. Tijdens mijn muzikantenopleiding

heb ik de zakelijke kanten van het vak geleerd.

Het heeft me geholpen voor mezelf op te komen

tijdens onderhandelingen met Sony, ik kon zelf

de beslissingen nemen.”

“In december kreeg ik als allereerste afgestu-

deerde van de Herman Brood Academie mijn

diploma. Op de academie werken veel muzi-

kanten; mensen die zelf in een band hebben

gezeten, van hun hobby hun beroep hebben

gemaakt en andersom. Docenten en studenten

schelen soms niet veel in leeftijd en hebben

dezelfde interesses. We hadden een goede

band. Ik zie ze nog regelmatig, soms gaan we

de kroeg in.”

“Hoe ik me staande houd voor een volle zaal

van de Heineken Music Hall? Toen ik daar

8.000 man toezong, voor het concert van John

Mayer, moest ik het toch echt zelf doen, op

eigen kracht. Zoiets leer je niet op school. Je

hoort me niet snel zeggen dat ik ‘fan’ ben van

iemand. Maar John Mayer is de enige artiest

die echt wat met mij doet. Hij is zo groot en

bijzonder goed! En daar stond ik, in zijn voor-

programma. Ik durfde hem niet eens een hand

te geven. Ik hoop in juni weer zijn concert te

mogen openen. Dan zet ik mijn angst opzij, en

wil ik met hem op de foto.”

“Soms vind ik het moeilijk met zoveel aandacht

om te gaan. Ik blijf ver van alle feestjes en rode

lopers, die kunnen me gestolen worden. Ik

maak muziek, dat is wat ik doe. Mijn opleiding

ging daar over. We hebben er niet geleerd

jurken te showen en interviews te geven. Maar

wel om gezond te zingen, jezelf te ontwikkelen

door dingen te doen die je niet gewend bent.”

Zangeres lisa lois (22) is de eerste afgestudeerde popartiest van de Herman brood academie. de populaire winnares van talentenshow X-factor gooit hoge ogen met haar debuutalbum ‘smoke’. Ze opent uitverkochte concerten van grote namen als john Mayer en kane.

Page 14: Back Stage #4

BAcK stAgE

‘Wat is nu de

maatschappelijke

bijdrage van

Camiel Eurlings?’

Page 15: Back Stage #4

BAcK stAgE

14 / 15

Hij is een uur te vroeg. “Komt goed uit,”

zegt Geerten (21), “kan ik nog even

studeren, morgen heb ik tentamen.”

Over rouwverwerking. Dat had hij drie

maanden geleden moeten maken, maar

in diezelfde week overleed zijn vader. “Ik

heb een bizar jaar. Het is heerlijk JOB-

voorzitter te zijn; ik maak een gigantische

groei door. En ineens valt de man weg

die juist trots op me zou zijn. Mijn vader

was al op leeftijd, hij is 89 geworden. Je

ziet hem in korte tijd snel ouder worden.

Eenzamer ook, wilde dat ik vaker bij

hem kwam zitten. Natuurlijk had ik mijn

hele leven al kunnen denken dat hij zou

overlijden, maar je wilt het niet zien. Het

moet een plekje krijgen hoor je dan. Wat

een rotwoord. Het is niet te accepteren.”

Echte problemenDe kans JOB-voorzitter te worden wilde

Geerten niet voorbij laten gaan. “Het telt

als stage en staat tegelijk goed op mijn cv.

Ik kom uit een actievoerend, politiek nest.

Mijn ouders leerden elkaar kennen bij de

PPR (Politieke Partij Radikalen), in ons

dorp Noordwijkerhout zette mijn vader

GroenLinks op. De interesse in politiek

was er dus altijd al, door JOB wordt het

wezenlijker. Mijn vader stond voor het

tegengaan van onrecht. Als ik dan kijk

naar het mbo en het onrecht dat studenten

wordt aangedaan… Ik heb zelf al zoveel

problemen gezien; een intake voor mijn

studie met vijf studenten tegelijk, dan

voel je je niet gekend. Dan hoor ik de

politieke mensen in Den Haag over onder-

wijs praten en vraag me af of ze wel weten

waar ze het over hebben.

Ervaringsdeskundigen kan ik politici niet

noemen. Neem nou die man van het CDA,

die weggaat voor zijn relatie, Camiel

Eurlings. Vast een wijze man, maar heeft

zijn hele leven in de politiek gezeten. Wat

is zijn maatschappelijke bijdrage? Is hij

zelf wel eens benadeeld, is hij wel eens op

zijn tenen getrapt? Dat je misschien een

keer niet meteen een pak kon kopen met

een mooie groene CDA-das omdat het te

duur was? De staatssecretaris is een

wereldmens; ze is zo sterk, draagt JOB

een warm hart toe en heeft zelf een mbo-

diploma, maar moet zich houden aan het

conservatieve CDA-gedachtegoed. Ik wil

het hebben over échte problemen. En ik

heb al heel wat meegemaakt voor mijn

leeftijd. Ben tijdens mijn opleidingen

bedreigd, uitgescholden, heb mensen

moeten fouilleren, arresteren, ben

bespuugd en geslagen.”

Politieagent, dat was de jongensdroom

van Geerts. Hij begon aan de havo, maar

haakte na het derde jaar af om via het

vmbo naar het mbo te gaan. Koos voor de

opleiding orde en veiligheid om zo bij de

politie aan de slag te kunnen. Die opleiding

viel tegen en vervolgens maakte hij de

overstap naar de surveillanten opleiding

van de politie Amsterdam Amstelland,

ook die rondde hij niet af. Nu studeert

Geerts sociaal maatschappelijke

dienstverlening. “Zonde van je tijd, al die

wisselingen zeggen sommigen. Maar dit

is mijn carrière, ik ben er trots op. Ik heb

veel geleerd; raak niet gestrest, kan voor

mezelf opkomen en omgaan met ver-

schillende soorten mensen. Bij de

surveillantenopleiding zeiden ze dat je

makkelijk door kon stromen binnen de

politie. Dat duurt dan zes jaar. Kom op,

binnen zes jaar kan ik mijn mbo halen en

verkort hbo. Bij de politie zag ik zoveel

miscommunicatie. Dát wil ik veranderen.

Dat kan niet als je uitvoerder bent, dan

heb je weinig te zeggen. Ik wil juist iets

goeds doen voor mensen die zich

geschaad voelen in hun belangen.”

leidende handRust schiet er bij in, verzucht Geerten.

Naast zijn studie en het voorzitterschap

zet hij voor GroenLinks in zijn dorp een

jongerenraad op, is misdienaar, werkt bij

de HEMA en poetst als thuiszorghulp zes

uur per week bij een ‘zorgoma’. Het

voetballen en de twee orkesten waar hij in

speelde heeft hij opgegeven, maar drumt

nog wel in een band. “Ik zit in een riante

Onrecht bestrijden, dat drijft Geerten Geerts. Een jaar lang vertegenwoordigt hij mbo-studenten als voorzitter van de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs. Zijn hoogtepunt: de staking op het Binnen-hof. Dieptepunt: het overlijden van zijn vader. Toekomstplannen: met beleid Nederland veranderen. Misschien wel als minister van Onderwijs.

Tekst Marie-José Linders Illustratie Seb Jarnot - Unit CMA

‘IK wIl meebeslissen In nEdErlAnd’

joB-voorzitter geerten geerts:

Page 16: Back Stage #4

BAcK stAgE

currIculuM vItAE

geboren 1988 te Amsterdam.

studie havo, vmbo, mbo: orde en veiligheid, politieopleiding, sociaal

maatschappelijke dienstverlening.

werk winkelmedewerker Digros, Edah, ober, assistent manager HEMA,

Thuiszorg Nederland.

politiek actief lid GroenLinks Noordwijkerhout.

positie, heb een warm thuis en het is zo

makkelijk wat voor een ander te doen.

Dan kan ik best een paar uur opofferen

voor een eenzame oude vrouw. Ik zocht

een bijbaantje voor mijn studie, verdien er

een zakcentje mee, het staat ook sociaal

op mijn cv en je leert toch van zo iemand.

Als ze over haar familie praat, dan zeg ik

wel eens dat ze moet vertellen dat ze van

ze houdt. Dat vind ik belangrijk. Ik adviseer

iedereen dat te benoemen. Op de rouwkaart

van mijn vader stond ‘ik houd van jullie

allemaal’. Dat heb ik van hem geleerd.”

“Het overlijden van mijn vader maakt dat

ik meer relativeer. Ook mijn eigen ambities.

Te veel daarvan maakt dat je te snel be-

slissingen neemt. Misschien laat ik mijn

ambitie soms te veel naar voren komen en

kan ik meer pas op de plaats maken. Soms

kun je beter wachten en kijken wat er

gebeurt. Als voorzitter werd ik in het diepe

gegooid; moest leren vergaderen en had in

het begin weinig dossierkennis. Dat is veel

gevraagd en soms pijnlijk. Dan hoor je

Kamerleden over het Actieplan LeerKracht;

ik wist niet eens wat dat was. Maar ik

neem graag de leidende hand. Zo is ook de

staking ontstaan. Ahmed Marcouch

kwam op kantoor en we hadden het over

klachten. Dan beleg ik een spoedberaad

en roep iedereen bijeen.” Het beraad

resulteerde in een staking op het Binnen-

hof. “Een groot succes, er kwamen zo’n

honderd studenten opdagen en we hebben

namens alle mbo’ers een kwalitatief beter

mbo geëist. Deze actie zorgt ervoor dat

het mbo beter gaat presteren. Scholen

krijgen nu veel slechte pers, maar het gaat

er niet om wat het publiek vindt. Het gaat

om de breed opgeleide mbo-student. Het

is stom alleen uit te gaan van imago, dat

is bullshit, zo moet het niet gaan in

Nederland! Studenten waren toch al niet

trots op het mbo. Als scholen veel pers-

vragen krijgen, kunnen ze best een briefje

sturen dat ze nu geen tijd hebben omdat

ze aan de kwaliteit moeten werken. Het is

ook niet één bak ellende, maar er moet nu

doorgepakt worden.”

daadwerkelijk veranderenStudenten weten JOB niet altijd even goed

te vinden concludeert Geerts. “Daar

werken we aan. We hebben 1.500 leden,

het mbo heeft meer dan 500.000 studenten,

maar je hoeft niet per se lid te zijn van

ons om ons aan te hangen. Je bent JOB-lid

als je op het mbo zit, eigenlijk is iedereen

van JOB. Wij zijn er voor de studenten.

Hoe de kwaliteit van het mbo verbeterd

moet worden is een vraag voor het

ministerie. Dat moeten zij bewerkstelligen.

Dan kan Van Bijsterveldt wel zeggen dat

ze niet alles kan en onvoldoende mede-

werkers heeft, maar dat is een wanhoops-

situatie. De staatssecretaris moet die rol

pakken en zich verantwoordelijk stellen

voor het mbo. OCW moet precies weten

waar een lerarentekort is, die scholen

moeten samenwerken met de scholen

waar overcapaciteit is, zodat ze op tijd

kunnen reageren en wij niet weer actie

hoeven te voeren. Scholen hebben te veel

vrijheid gekregen en dat kunnen ze niet

aan. De overheid moet die vrijheid

terugpakken, en ook met de MBO Raad er

voor zorgen dat alleen bevoegde en goede

docenten een baan krijgen.”

“Ik kijk er nu al tegenop afscheid van JOB

te nemen. Wil ook iets blijven betekenen

voor het onderwijs, dat wil ik niet laten

vallen. Volgend jaar ga ik bestuurskunde

studeren, meer leren over bestuurswerk,

sociologie, recht en dan op stage bij een

politieke partij of ministerie. Praktijk-

ervaring opdoen; tot aan mijn knieën in

de modder staan. Ik wil daadwerkelijk

dingen veranderen. Nu het onrecht

tegengaan dat mbo-studenten wordt

aangedaan, maar waarom hebben we

geen duurzamere economie en derde

wereldkinderen dan? Ik kan dat

veranderen. Oké, ik ben geen Martin

Luther King of zo, maar ben niet bang te

zeggen wat ik vind en wil me verant-

woorden. Over vijf à tien jaar wil ik me

best verkiesbaar stellen voor de landelijke

politiek. Ja, misschien wel minister.”

IK wIl MEEBEslIssEnIn nEdErlAndvErvolg

‘Je hoeft niet per se lid te zijn, iedereen is

van JOB’

Page 17: Back Stage #4

coMMIssIE vAn Kansen

tijdens het laatste algemeen overleg, half april, sprak de tweede

kamer over ‘het mbo’. een nogal brede benadering, maar dat zal

u gezien de vele publiciteit van de laatste tijd over het mbo niet

verbazen. voor Marja van bijsterveldt was het de laatste keer dat

ze in zo’n debat als staatssecretaris van onderwijs voor de troepen

stond. en een bijzonder konijn uit de hoge hoed toverde: een

commissie die de komende maanden de bestuurbaarheid van

mbo-scholen gaat onderzoeken.

deze aankondiging zorgt voor vragen in de sector. waarom komt

de staatssecretaris daar nu mee en hoe moeten we zo’n commissie

duiden? gelijk de mbo-ombudslijn als een doekje voor het bloeden?

soms werkt het in de politiek zo en dat snap ik wel: knelpunten op

dit niveau leiden soms tot (te?) snelle acties. de aangekondigde

commissie geven we echter liever het voordeel van de twijfel. Mits

deze de opdracht krijgt grondig te verkennen of de overheid teveel

vraagt van het mbo en of de overheid het mbo voldoende equipeert

om alle opdrachten uit te voeren. want in enkel een commissie als

antwoord op het negatieve nieuws over het mbo van de afgelopen

tijd, daar zitten we niet op te wachten.

van het mbo wordt meer verwacht dan van welke andere onder-

wijssector ook. dat mag, maar we moeten het wel kunnen waar-

maken. dat vraagt om uitvoerbare wetgeving, maar ook om

voldoende middelen om bijvoorbeeld kwetsbare studenten op te

kunnen vangen. 1 op de 6 mbo-studenten heeft ernstige problemen

door bijvoorbeeld schulden, een ongewenste zwangerschap, de

thuissituatie, drugs of criminaliteit. op alleen de niveaus 1 en 2

gaat het om 2 op de 5 studenten. hun problemen maken het deze

jongeren bijna onmogelijk ‘gewoon’ naar school te gaan en een op-

leiding te volgen. Met als groot risico dat ze uitvallen en uiteindelijk

werkloos thuis komen te zitten.

het mbo zet zich al jaren in om deze jongeren vooruit te helpen

zodat ze met succes aan samenleving en arbeidsmarkt kunnen

deelnemen. het rare is dat het voortgezet onderwijs daar financieel

voldoende voor wordt toegerust, maar de financiële steun bijna

wordt gehalveerd als deze jongeren naar het mbo gaan. de over-

heid denkt kennelijk dat de problemen dan zijn opgelost, maar

zo werkt het natuurlijk niet. Leidt het commissieonderzoek dus

tot uitkomsten die iets zeggen over zowel een maatschappelijke

opdracht als deze, als over de mogelijkheden die uit te voeren,

dan is het mbo geholpen. vanuit dat perspectief bezien wordt de

commissie dan een commissie van kansen. en dat komt de kwaliteit

van ons beroepsonderwijs ten goede.

Jan van Zijlvoorzitter Mbo raad

cOluMn

Foto Friso Keuris

16 / 17

Page 18: Back Stage #4

BAcK stAgE

trAInIng gEsprEKsMEthodEn “Om betere bpv-,

portfolio- en beoordelingsgesprekken te voeren met

studenten volgen mijn collega’s en ik een training.

We oefenen met de STARR-methode om studenten

te laten reflecteren over wat ze hebben gedaan, hoe

en waarom. Door methodische vragen te stellen

maak je studenten hier meer bewust van. Omdat

ik zelf Omgangskunde studeer was veel al bekend

terrein. Toch was de training nuttig, omdat we het

met het hele team deden. We zijn het eens over

de manier waarop we de gesprekken voeren. Nu

kunnen we iedere student op dezelfde manier

begeleiden in competentiegericht onderwijs.”

ma di

‘BIj KlAssIKAlE lEssEn vAllEn studEntEn In slaap’

Studenten zo goed mogelijk begeleiden tijdens hun studie en klaarstomen voor de arbeidsmarkt. Dat is het

doel van mbo-docente Reyhan Tezcan (50). Ook als dit betekent dat ze buiten werktijd met een student naar

een hulpverlener moet. Tezcan werkt sinds 1998 bij ROC Midden Nederland. Eerst als docent administratie en

binnenkort geeft zij ook omganskunde.

en wat dOet Zij ZOal?

Tekst Tanja Krieger Foto’s Ed van Rijswijk

de week van reyhan tezcan, docent bij roc Midden nederland

nABootsEn KAntoorprAKtIjK “In simulatielessen

boots ik de kantoorpraktijk na om studenten voor te

bereiden op hun stage, zodat ze weten wat ze kunnen

verwachten. In duo’s en in hun eentje maken ze

opdrachten op de computer, en hier begeleid ik ze zo

goed mogelijk bij. Ik ben geen voorstander van klassikaal

lesgeven, want dan vallen studenten in slaap. Ze moeten

juist zelf bezig zijn. Door alle mooie programma’s zitten

ze alleen veel achter de computer. Tijdens de simulatieles

organiseren de studenten een modeshow en willen een

echte show bezoeken. Daar is geen geld voor. Jammer,

want leren buiten de schoolbanken is heel nuttig.”

Page 19: Back Stage #4

BAcK stAgE

18 / 19

studEntEn lAtEn nAdEnKEn “Tijdens de

lessen studieloopbaanbegeleiding stel ik

studenten vragen als ‘Wie ben jij? Wat wil jij

bereiken? En vooral: hoe bereik jij dit?’ Idealiter

geven studenten zelfstandig vorm aan hun

leerproces, natuurlijk begeleid ik ze daar bij.

We werken me een ontwikkelportfolio; via

opdrachten en gesprekken waarbij studenten

elkaar observeren en beoordelen, denken ze na

over hun loopbaan. Alleen klassikaal lesgeven

en vertellen wat ze moeten doen en hoe, helpt

niet. Praktische opdrachten zijn belangrijk: ze

moeten zélf aan de slag.”

KlAArstAAn voor studEntEn “Als mentor

en studieloopbaanbegeleider spreek ik

studenten zo’n vier keer per jaar over hun

persoonlijke ontwikkeling, studie, stage en

vervolgopleiding. Jongeren die leer- of gedrags-

problemen hebben zie ik vaker. Ik vind het

belangrijk juist hen binnen het onderwijs te

houden, maar docenten krijgen te weinig tijd

om studenten te begeleiden en soms houd ik

de gesprekken dan ook in mijn eigen tijd.

Bij problemen die voor mij te groot zijn, zoals

psychologische problemen, verwijs ik ze door.

Een student wilde echter alleen met mij praten,

dan ga je samen naar een hulpverlener.”

InBurgErIngsdocEnt nIEt IngEBurgErd “Veertig jaar

woon ik in Nederland. Al tien jaar geef ik les aan het ROC

Midden Nederland. En met mijn hbo-opleiding Omgangs-

kunde ben ik bijna klaar. Toch roept de gemeente Utrecht

mij op voor een inburgeringscursus. Het is de omgekeerde

wereld. De afgelopen jaren gaf ik ook les aan inburgeraars

en dan zou ik zelf nog een inburgeringscursus moeten

volgen? Daarnaast werden de intakegesprekken steeds ge-

pland terwijl ik lesgaf. Mijn studenten vind ik belangrijker

dan een vier uur durend intakegesprek.”

do

wov

r

Page 20: Back Stage #4

in beeld

BAcK stAgE

Page 21: Back Stage #4

Tekst Dagmar de Kruif-Pot Foto Gerry Hurkmans

‘Buurtcentrum’ MIddEnIn BEdrIjvIghEId

In 2035 moet het klaar zijn, het nieuwe zakencentrum van Amsterdam: de

Zuidas. Gekenmerkt door opvallende architectuur als het futuristische hoofd-

kantoor van ING, de 29-verdiepingen tellende woontorens van het Amsterdams

Symphony-project en de torens van het Mahler4-complex.

Op Kop Zuidas, tegenover de RAI, is de eerste paal geslagen van het Community

College van ROC van Amsterdam. Onderwijs, bedrijfsleven en buurtbewoners

ontmoeten elkaar in een gebouw dat de architect een ‘stad op zich’ noemt.

Compleet met winkelpassage, theaterzaal, sportzalen en restaurants. In dit grote

gebouw, met een totale oppervlakte van 38.000m2, speelt kleinschaligheid een

grote rol . Vmbo- en mbo-studenten van Sport, Media, Reclame, Kunst & Cultuur,

Handel & Ondernemerschap, Mode & Uiterlijke Verzorging, Horeca en Brood &

Banket krijgen elk een ‘eigen’ plek.

Het pand aan de Zuidas is één van de vier Community Colleges die het roc de

komende jaren bouwt. Uitgangspunten zijn het opdoen van praktische vaardig-

heden, de doorstroom van studenten naar een hoger niveau, het voorkomen

van school-uitval en het versterken van de relatie met het bedrijfsleven. Voor

de bouw van het Community College op Kop Zuidas werkt het roc samen met

ontwikkelaar TCN. Zij zijn risicodragend ontwikkelaar.

20 / 21

BAcK stAgE

Page 22: Back Stage #4

BAcK stAgE

“Deze intentie-

verklaring gaat

stiekem niet om

de inhoud, maar

om verdeling van

de macht.

Helderheid over

de bestuurlijke

invulling van

taken brengt ook

rust en zekerheid

voor docenten op de werkvloer.

Wij kunnen hieraan een belang-

rijke bijdrage leve ren.

Expertise van docenten is on-

misbaar bij de uitwerking en

uitvoering van deze plannen.

Zij weten tenslotte hoe bestuur-

lijke beslissingen in de praktijk

werken. Het voorkomen van

bezuinigingen op de kennis-

centra klinkt ons als muziek

in de oren. Bezuinigen komen

de kwaliteit van het onderwijs

niet ten goede. Het aanbod van

stageplekken in deze econo-

mische crisis is

te danken aan de

landelijke, sterke

rela ties met het

bedrijfsleven.

De kenniscentra

worden niet voor

niets de brug

tussen onder-

wijs en bedrijfs-

leven genoemd.

Die kenniscentra en de

bedrijfssectoren zijn

lan delijk georganiseerd.

De kracht van mbo-

instellingen is meer

regionaal. Deze inten-

tieverklaring maakt dat

we de krachten bunde-

len in het bereiken van

hetzelfde doel: goed opgeleide

studenten. Jongeren die dankzij

een goede, stevige opleiding en

stage weerbaar en wendbaar

zijn op de arbeidsmarkt, voor

de rest van hun leven.”

Tekst Dagmar de Kruif-Pot

Met de ondertekening van ‘Verbinden van de oevers door gedeelde verantwoordelijkheid in het mbo’ committeren VNO-NCW, MKB-Nederland, FNV, CNV, Colo en MBO Raad zich aan een georganiseerd partnerschap. In de praktijk van alledag komt het daar te weinig van vinden de partijen zelf. Wat gaat er veranderen?

BEdrIjFslEvEn En MBo wIllEn beter en transparant pArtnErschAp

“Deze intentieverklaring is revolutionair. Som-

migen in de mbo-sector bepleiten nog te vaak

volledige autonomie op de onderwijsinhoud.

Forget it! Het mbo is er voor de samenleving en

het bedrijfsleven. Het bedrijfsleven op zijn beurt

moet begrijpen dat het mbo geen ready made

werknemers af kan leveren.

Tot nu toe worden de discussies vaak rollebol-

lend over de straat gevoerd. De uitdaging is nu

om snel tot overeenstemming te komen; zoals

met alle revoluties is het van belang beloftes

waar te maken. Het maken

van concrete afspraken is

echter een ingewikkelde

stap. Het grootste span-

ningsveld zit bij de betrok-

kenen zelf. We hebben te

maken met twee partijen

die iets inleveren: het mbo

op de examinering en de

bpv van het onderwijs en het bedrijfsleven op

de kwalificaties. Dat is nogal wat. Dit vergt wat

van de achterban om iedereen mee te krijgen. Het

gevaar bestaat dat men rond de hete brij heen

blijft draaien en er uiteindelijk geen beslissingen

worden genomen. Het ministerie heeft er alle

belang bij dat er zo min mogelijk discussie is

over essentiële zaken als examinering, bpv en

kwalificaties. Wanneer deze zaken goed geregeld

zijn kunnen we écht werken aan de kwaliteit

van het mbo.”

wIllEM jEllE BErg, BEstuurslId cnv ondErwIjs:

‘Krachten

bundelen voor

studenten’

jEAnEttE noordIjK,dIrEctEur BvE BIj ocw:

‘Echt werken

aan kwaliteit’

Page 23: Back Stage #4

pAulA swEnKEr, voorzIttEr colo:

‘Minder bestuurlijke drukte’

“We lijken wel eens te vergeten dat we allemaal

voor dezelfde sector werken: het mbo. Met deze

intentieverklaring en door samen te werken

op belangrijke thema’s als de kwalificatiedos-

siers, examinering en bpv nemen we

bestuurlijke drukte weg en werken

we efficiënter. Geen discussies meer

over wie waar verantwoordelijk voor

is. Alle betrokken partijen leveren wat

in, maar we zijn er van overtuigd dat

dit plan de moeite waard is. Met de

beschreven taakverdeling in deze in-

tentieverklaring doen we iets wat wet-

telijk gezien niet eens kan. Het is aan

Den Haag een wetswijziging door te voeren. Dit

neemt tijd in beslag. Nu, met de val van het kabi-

net gaat het waarschijnlijk nog langer duren.

Maar we hebben geen haast. Of het nou één of

twee jaar duurt maakt niet zoveel uit. Voor het

slagen van dit traject is het creëren van draag-

vlak en het overdacht nemen van beslissingen

belangrijker. Onderwijs en bedrijfsleven begin-

nen in ieder geval en als wij laten zien dat dit

plan werkt, volgt Den Haag vanzelf!”

22 / 23

BAcK stAgE

MEnno oldEnhoF, vIcEvoorzIttEr joB:

‘Besparing

investeren in

de klas’

“Het mbo is van groot belang

voor de Nederlandse economie,

maar ligt onder vuur. Juist nu

is het belangrijk dat bedrijfs-

leven en onderwijs samen-

werken. Discussie over wie

waar verantwoordelijk voor

is komt de kwaliteit niet ten

goede. Met deze intentiever-

klaring zetten onderwijs en

bedrijfsleven hun wantrouwen

en kritiek opzij, en werken als

gelijke partners aan een goede

aansluiting van het onderwijs

op de arbeids-

markt. Meer een-

duidigheid dus,

daarmee hadden

we de discussie

over competen-

tiegericht onder-

wijs misschien

wel kunnen voor-

komen. Wij staan nog steeds

volledig achter cgo en deze af-

spraken geven bedrijfsleven en

scholen meer duidelijkheid.

Gezamenlijke verantwoordelijk-

heid is een mooi streven, maar

alleen mogelijk als er sprake is

van medezeggenschap. Met de

intentieverklaring is bestuur-

lijke gelijkheid van onderwijs

en bedrijfsleven afgedekt bin-

nen de ‘nieuwe’ kenniscentra.

Dat alle partijen bereid zijn

hiervoor iets in te leveren

is nogal wat.

Dergelijke be-

slissingen neem

je niet zomaar,

daar gaat tijd in

zitten. Maar uit-

eindelijk worden

we er allemaal

beter van.”

BErnArd wIEntjEs, voorzIttEr vno-ncw:

‘Gelijkheid voor

onderwijs en

bedrijfsleven’

dE AFsprAKEn tussEn BEdrIjFslEvEn, KEnnIscEntrA En ondErwIjs:

• Partnerschaponderwijsenbedrijfsleven

gelijkwaardig en paritair binnen bestuur

kenniscentrum.

• Georganiseerdbedrijfslevenenonderwijs

gezamenlijk verantwoordelijk voor

wettelijke taken.

• Socialepartnersenonderwijsmaken

bindende sectorale afspraken binnen

kenniscentra over kwalificatiedossiers,

examinering en stages.

• Transparantie:binnendekenniscentra

wettelijke verantwoordelijkheden scheiden

van overige activiteiten.

• Colowordthetnieuweplatform

beroepsonderwijs-bedrijfsleven.

• Hetbestuurwordtparitairsamengesteld:

50 % georganiseerd bedrijfsleven + 50 %

onderwijs.

“In onze ogen is deze intentiever klaring niet zo revolutionair als

de ondertekenaars be weren. Samenwerking tussen bedrijfsleven en

onderwijs vinden wij vanzelfsprekend. Hoogstens is de gedeelde

verantwoor delijkheid vooruitstre vend te noemen. Dankzij deze

intentieverklaring krijgt het onderwijs meer

zeggenschap op het ‘wat’. De ontwikkeling

van kwalificatiedossiers was in het verleden

teveel in handen van het bedrijfsleven en was

voor de docent moeilijk te begrijpen en te ver-

talen naar de praktijk. Studenten worden hier

de dupe van. Wij hopen dat de gelijkwaardige

verdeling van bestuur lijke taken inderdaad de

doelmatigheid oplevert die beloofd wordt. Daar

zijn wij een groot voorstander van: het geld dat

we besparen kan direct naar de klas. Waar het hoort. Op papier

zien de plannen er mooi uit. Toch hebben wij onze bedenkingen.

Het gevaar bestaat dat onderwijs, kenniscentra en bedrijfsleven

een gesloten club worden. Voor kwalitatief hoogwaardig onder-

wijs is het essentieel dat studenten betrokken zijn. Zij hebben

dagelijks te maken met de uitwerking van regels en plannen. Uit-

eindelijk zijn zij de echte onderwijsdeskundigen.”

Page 24: Back Stage #4

BAcK stAgE

Ahmed Marcouch en mbo-bestuurders in gesprek

MBo zwEngElt puBlIEK dEBAt AAn ovEr kwaliteit ondErwIjs

Page 25: Back Stage #4

BAcK stAgE

24 / 25

Te weinig uren, roosterchaos, ziekteverzuim,

een gebrek aan gemotiveerde vakdocenten, het

zijn enkele van zijn kritiekpunten. Maar: een

kentering is in de maak, ziet ook Marcouch. “Het

zwijgen over de ernstige klachten is gelukkig

doorbroken”, zei hij bij Pauw & Witteman.

De noodkreet van Marcouch vormde voor de

MBO Raad aanleiding hem uit te nodigen als gast

op het eerste van een serie rondetafelgesprek-

ken. Onder het motto ‘het mbo kan nog beter’

wil de koepelorganisatie het publieke debat

aanzwengelen en de problemen boven tafel

krijgen. Bij het gesprek in Amsterdam waren,

naast Marcouch, een vijftal mbo-bestuurders

aanwezig: Rien van Tilburg (bestuurslid MBO

Raad en bestuursvoorzitter Clusius College),

Marcel Nollen (cvb-lid Albeda College),

Heimen van Andel (bestuursvoorzitter ROC

Aventus) en Otto Jelsma (bestuursvoorzitter ID

College). De gespreksleiding was in handen van

Jan van Zijl, voorzitter van de MBO Raad. Een

impressie van een openhartig en constructief

gesprek, op basis van enkele veelgehoorde

kritiekpunten.

op veel scholen is het een organisatorische chaos. de basis – roostering, planning, personeelsbeleid – is niet goed geregeld.

Het is onmiddellijk duidelijk: het is Ahmed

Marcouch menens. Hij maakt zich ernstig zorgen

en steekt dat niet onder stoelen of banken. “Als

vader, inwoner van Amsterdam en politicus wil

ik één ding: dat mbo-studenten, 60 procent van

alle jongeren, goed onderwijs krijgen. Maar dat

gebeurt lang niet overal. En dan heb ik het echt

niet alleen over zorgleerlingen, maar ook over

‘gewone studenten’ van niveau 3 en 4.”

De schoolbestuurders onderschrijven de

bezorgdheid van Marcouch. “Als ik die Amster-

damse studenten op tv zie klagen dat ze geen

les krijgen, lijd ik”, vertelt Rien van Tilburg.

“Schrijnend. Dat kan echt niet. Ik denk dan:

gebeurt dat ook bij ons? We maken in de mbo-

sector wel eens onderscheid tussen grote en

kleine kwaliteit. Grote kwaliteit staat voor de

inhoud van het onderwijs, kleine kwaliteit voor

de roostering en de planning. Maar eigenlijk is

dat laatste juist de basis van goed onderwijs.”

Ook Heimen van Andel kan zich veel voorstel-

len bij de cri de coeur van Marcouch. “Eerlijk is

eerlijk: ook bij ons gebeuren er wel eens dingen

die niet kunnen. Lessen die plotseling uitval-

len. De roostering kan en moet beter, hetzelfde

geldt voor de communicatie. Daar werken

we hard aan. Maar ik voel me niet door alle

kritiekpunten aangesproken. Het gebrek aan

goede vakdocenten bijvoorbeeld. Dat herken

ik niet. Samen met het bedrijfsleven houden

we de kennis up-to-date. En over het verwijt

dat we te veel focussen op gedrag: het gaat om

kennis, kunde én attitude in een bedrijfscontext.

Allemaal even belangrijk.”

studenten komen persoonlijke aandacht en begeleiding tekort. ze worden te snel losgelaten en komen te ‘zwemmen’. Veel klachten die Marcouch de voorbije jaren

heeft ontvangen van ouders en studenten, gaan

over de ‘te grote vrijheid’ van mbo’ers. Marcouch

somt op: “Studenten hebben veel vrijheid, alsof

ze alle competenties al hebben bij binnenkomst.

Iemand van 16 of 17 jaar kan dat nog niet aan. Ik

vraag me af: ligt dit gebrek aan begeleiding aan

de schaalgrootte van veel scholen? Of is het te

wijten aan de experimentele fase waarin het

competentiegericht onderwijs zich bevindt?”

Schaalgrootte is een heikel punt, bevestigen de

bestuurders. Een te grote school is nooit goed,

want te onpersoonlijk. Daar vaart niemand wel

bij. Van de andere kant: grote scholen zijn veelal

verspreid over meerdere locaties – zo telt het

Rotterdamse Albeda College maar liefst vijftig

vestigingen. Het gaat erom hoe het onderwijs en

de begeleiding op die locaties zijn georganiseerd.

MBo zwEngElt puBlIEK dEBAt AAn ovEr kwaliteit ondErwIjs

2010 is voor het mbo niet goed begonnen. De Onderwijsinspectie publiceerde begin februari een lijst met mbo-opleidingen die ondermaats presteren. Daarnaast was Ahmed Marcouch, gemeenteraadslid in Amsterdam, nauwelijks uit de media weg te slaan met zijn kritiek op het Amsterdamse mbo. Volgens Marcouch zijn we ‘dingen normaal gaan vinden die niet acceptabel zijn’.

rien van tilburg, clusius college:

‘als ik die amsterdamse

studenten op tv zie klagen dat

ze geen les krijgen, lijd ik’

Tekst Sander Peters Foto’s Gerry Hurkmans

Page 26: Back Stage #4

BAcK stAgE

MBo zwEngElt puBlIEK dEBAtAAn ovEr KwAlItEIt ondErwIjsvErvolg

Het is zaak een evenwicht te vinden, stelt Marcel

Nollen. “Voor de studenten moeten we het

kleinschalig organiseren, met veel aandacht voor

het individu, en op bestuurlijk vlak grootschalig.

Soms moet je bepaalde bestuurlijke zaken nu

eenmaal gezamenlijk oppakken. Met gemeentes,

met het bedrijfsleven of met andere roc’s. Zonder

allianties bereik je niet veel.”

Aandacht voor de student is het sleutelwoord,

vindt Otto Jelsma. “Een gebrek aan aandacht is

een belangrijke voorspeller van uitval. Daarom is

de interactie tussen docent en student de basis.

Als daar iets aan mankeert, kun je structuren,

systemen en processen verzinnen wat je wilt,

maar dan is het leed al geleden. Dat nogal wat

jongeren ‘zwemmen’, heeft niets te maken met

het competentiegericht onderwijs an sich.

Competentiegericht onderwijs betekent namelijk

helemaal niet ‘laat maar los en zoek het maar

uit’. Zeker in het begin van een studie, en op de

lagere niveaus, moet je de student juist stevig

vasthouden. Zet er als het ware maar stutpalen

omheen, die je vervolgens geleidelijk afbreekt.

Ook kennisgericht onderwijs en vaardigheids-

training maken onderdeel uit van goed competen-

tiegericht onderwijs.”

Of er een directe relatie is tussen de schaalgrootte

van het roc en de kwaliteit van het onderwijs,

daar zijn de tafelgenoten nog niet over uit. Zeker

is dat het kwaliteitsprobleem vooral speelt bij de

‘grotere, algemenere studierichtingen’. Het

voorbeeld van de opleiding Hout & Meubel aan

ROC van Amsterdam gaat meerdere malen over

tafel. Daar zijn de resultaten wel goed. “Logisch”,

vindt Van Tilburg. “Dat is een ambachtelijke,

gespecialiseerde studierichting. Dat trekt

gemotiveerde studenten. Bovendien komen de

docenten daar allemaal uit de praktijk. Dat zie je

terug in de prestaties.”

Ook de groepsgrootte is een factor van belang.

Die grootte staat wel in een een-op-een

verhouding met het diplomarendement, weet

Otto Jelsma. “Hoe groter de groep, hoe meer de

instructie eronder lijdt. Maar ja, hoe kleiner de

groepen, hoe duurder het onderwijs.”

studenten aan roc’s krijgen te weinig les. sommige scholen halen de minimale 850 uur niet eens. soms zouden ze anderhalf jaar lang geen Engels of nederlands krijgen.

De urenkwestie. Het is een terugkerend thema

deze avond. In feite spelen er twee problemen:

sommige scholen halen ternauwernood de

minimale 850 uur. Daarnaast blijkt de lesuitval,

bijvoorbeeld door ziekteverzuim (en het aantal

spijbelaars) een knelpunt. “Als een school zo

weinig uren biedt, kan ik me goed voorstellen

dat dit impact heeft op de motivatie van

jongeren. Hoe kan dit?”, vraagt Marcouch zich

af. En, belangrijker: wat kunnen we er aan doen?

“Ik kan je niet zonder meer geruststellen”,

reageert Marcel Nollen. “Het systeem werkt

niet in ons voordeel. We krijgen voor 850 uur

betaald, maar we willen liefst naar 950 à 1.000

uur, net als het voortgezet onderwijs. Het

beperkte aantal uren is dus geen bewuste

keuze, laat dat duidelijk zijn. Maar er is meer:

voor instromers uit het vmbo, vaak zonder

diploma en met een forse taalachterstand,

krijgen we duizenden euro’s minder dan voor

otto jelsma, Id college:

‘Zeker in het begin

van een studie, en op de

lagere niveaus, moet je

de student juist stevig

vasthouden. Zet er

als het ware maar

stutpalen omheen’

Page 27: Back Stage #4

pak ‘m beet een havist op niveau 4. Dat wringt.

Het mbo wordt steeds meer een vergaarbak

voor maatschappelijke problemen. Zeker voor

de docent in de klas is het echt aanpoten. Maar

ze zijn zeer gemotiveerd.”

Volgens Van Andel is het probleem niet zozeer

het inplannen van de uren. Het is vooral lastig

om het aantal uren dat in de contracten is

afgesproken, daadwerkelijk uitgevoerd te

krijgen. “Wij zitten op ROC Aventus rond de

1.000 uur. Maar daarbij is geen rekening

gehouden met verzuim. Eén langdurig zieke

docent en je zit zo op 950 of zelfs 900 uur,

angstig dicht op de ondergrens. Dus zeg ik: we

moeten garant staan voor de contractueel

vastgelegde uren. We moeten doen wat we

beloven.” Ook op dit vlak is er een directe

relatie met het rendement van de opleiding,

denkt Otto Jelsma. “Het gaat niet enkel om de

uren die de school aanbiedt, maar meer nog om

de uren die de student volgt. Spijbelen

bijvoorbeeld heeft grote invloed op het feit of

jongeren met een diploma de school verlaten.”

Andere belangrijke vraag: wat bied je de

studenten in de contracturen? In 850 uur kun je

veel goeds doen. Rien van Tilburg legt uit dat er

op zijn college wel eens uit de losse pols

gerekend wordt. “Dan zeggen we: als we alles

zouden aanbieden wat de student nodig heeft,

hebben we wel 1.200 uur nodig. Dat past

overigens prima in de ‘werkweek’ van een

student. Dus moeten we er alles aan doen om

het aantal uur zo hoog mogelijk te krijgen.”

scholen schieten snel in het defensief en ver- wijzen naar anderen. terwijl de hele sector, dus

26 / 27

BAcK stAgE

ook de goede mbo’s, zich aangesproken moet voelen en voor een beter imago moet knokken.

De schoolbestuurders steken deze avond de

hand in eigen boezem. Te diep misschien wel,

vindt Marcel Nollen. Zonder de problemen te

bagatelliseren: er gaat ook gewoon heel veel

goed. 70 of 80 procent van de studenten

ondervindt niet of nauwelijks problemen. In

veel gevallen is het regionale bedrijfsleven blij

met mbo’ers. Dat mag best benadrukt worden.

Marcouch vindt dat te makkelijk. “Jullie zeggen

steeds: ‘Er gaat ook veel goed’. Dat hoeven we

niet steeds te herhalen. Natuurlijk is het niet

overal kommer en kwel. Maar in de grote steden

vaak wel. Daar moeten we wat aan doen. Dat

moet de sector toch echt zelf oppakken. Ik zeg

altijd tegen Marokkanen die klagen over het

slechte imago van hun bevolkingsgroep: ‘Daar

ben jij ook medeverantwoordelijk voor. De

goeie lijden onder de slechten. Verandering

begint bij jezelf.’”

Mee eens, vindt Van Tilburg. “Het hele mbo-

veld begint last te krijgen van het slechte imago.

Dat slaat op ons allemaal terug. Maar er is een

kentering zichtbaar. Enkele jaren geleden

waagde je het als bestuurder niet om iets over

de school van je collega te zeggen. Dat was not

done. We spraken in de MBO Raad ook vrijwel

nooit over onderwijskwaliteit.” Marcel Nollen

vult aan: “Dat we hier nu in alle openheid de

discussie aangaan, spreekt boekdelen. Maar er

is nog veel werk te verzetten. Dat moeten we

zelf doen: het moet beter, maar een ander kan

het niet beter.”

Page 28: Back Stage #4

BAcK stAgE

thE rEAl world

ik erger mij rot! we worden bestookt met publicaties in

kranten en uitzendingen op tv over het wel en wee, laat

ik liever zeggen wee, van het mbo. als ik terugdenk aan

de Zembla-uitzending: ‘wij willen les!’ overvalt mij een

gevoel van machteloosheid. het roc asa dat daarin

weergegeven wordt is zo anders dan het roc Leiden.

‘wij willen les’, roepen studenten, maar als er les wordt

gegeven dan liggen ze in hun bed.

ons roc Leiden onderneemt allerlei acties om stu-

denten naar school te krijgen. in het tv-programma

zegt men dat wij als docent opvoeders zijn. docenten

hebben de verantwoordelijkheid of een student er wel

of niet is. docenten hebben de taak studenten te volgen

vanuit hun bed. het moet niet gekker worden.

onze ict-opleidingen hebben tezamen ongeveer 800

studenten, iedereen doet er toe. wij behappen dat met

35 docenten, een directeur, een onderwijsmanager,

twee onderwijsassistenten. dit beleef ik niet als groot-

schalig. wij hebben sLb-ers, docenten die de studenten

begeleiden tijdens hun studie. studenten kunnen deze

docenten altijd aanspreken. dat een student aan zijn lot

wordt overgelaten? no way!

Mijn machteloosheid heeft te maken met het feit dat ik

als docent dit soort onderwijsinvulling van andere roc’s

over mij uitgesproeid krijg. op geen enkele manier kan

ik mij verdedigen. hierdoor durf ik op verjaardagen niet

meer te zeggen dat ik bij het roc werk. terwijl er bij ons

heel veel goede gemotiveerde vakdocenten rondlopen

die uitstekend hun werk doen.

professor dr. smalhout schreef in de telegraaf een

negatief stuk over ons competentiegericht onderwijs.

dan zou je de conclusie moeten trekken dat in de

ziekenhuizen een stel idioten aan het werk is en dat je

als patiënt erg op je tellen moet passen. wordt het niet

eens tijd om in de aanval te gaan? Laat een keer op tv

de goede roc-bestuurders zien, die studenten geen

contracten laten ondertekenen over het opzoeken van

negatieve publiciteit. wie verzint zoiets? Zijn we daar

soms bang voor? hebben we iets te verbergen? Zoek

de positieve publiciteit, laat goede voorlichters aan het

woord, leg zaken helder en open uit!

Elmer Veerhoffdocent ict academie roc Leiden en schreef als songwriter

vele nederlandstalige hits

cOluMn

Foto Friso Keuris

Page 29: Back Stage #4

uitblinker

‘Als leren lEuK Is, gAAt hEt hAAst vAnzElF’Als dochter van een aannemer zit het ondernemen Mireille wever (21) in het bloed. de opleiding ondernemer detailhandel aan het horizon college in heerhugowaard ging haar dan ook gemakkelijk af. ze werd uitgeroepen tot uitblinker vanwege haar gedrevenheid, vermogen anderen te inspireren en motiveren.

“Toen op het Horizon College de plannen werden

uitgewerkt rond de opzet van het studenten-

bedrijf Just8, was ik ziek. In mijn afwezigheid

moesten de rollen verdeeld worden en ik ben

toen tot directeur gebombardeerd. Ik zag het als

een uitdaging: ik ben wel iemand die mensen

aan de gang kan houden. Als je zorgt dat het

werk leuk is, behaal je eerder een goed resultaat.”

“We besloten winkelwagentassen te verkopen

en we moesten alles opbouwen, te beginnen

met een ondernemingsplan en het werven van

aandeelhouders. Het werd een groot succes. We

hebben een paar honderd tassen verkocht, de

aandeelhouders terugbetaald en er nog een uitje

aan overgehouden ook. En we haalden zelfs de

landelijke finale van Jong Ondernemen.”

“Als mij iets voor de voeten komt, pak ik het

direct aan. Zo ging het ook met mijn stage: tien

weken meedraaien in een kledingzaak. Mijn

stagebegeleider gaf me de opdracht dat ik als

assistent-bedrijfs leider een nieuw filiaal moest

opzetten. Daar komt veel bij kijken; van het

werven en aannemen van personeel, tot het

bedenken van promotieacties. Ik heb een

sollicitatieprocedure gestart, mensen geselec-

teerd, de sollicitatiegesprekken gevoerd en in

overleg met mijn begeleider een keuze gemaakt.

Zo heb ik uiteindelijk twee meiden aangenomen.

Ik kreeg een zeer lovende beoordeling en ben

zelfs genomineerd als stagiaire van het jaar.”

“Op het Horizon College vond ik het geweldig.

Natuurlijk, leren moet je zelf willen. Als je niet

gemotiveerd bent, maak je het jezelf erg lastig.

Voor mij was het vooral een gezellige tijd, waarin

veel nadruk lag op samenwerking en communi-

catie. En dat was goed voor het leerproces: als het

leuk is, gaat leren makkelijker. Ik heb besloten

verder te leren. De detailhandel is leuk, maar ik

wil er niet vele jaren in blijven werken. Wat ik

precies wil gaan doen weet ik nog niet, maar ik

heb gekozen voor de hbo-opleiding Manage-

ment, Economie en Recht. In het begin was dat

best wennen, want soms was me niet duidelijk

wat er van me werd verwacht. Inmiddels pluk

ik de vruchten van mijn mbo-opleiding: ik heb

er ervaring opge daan in het praktisch aan-

pakken van projecten en dat geeft me een

voorsprong op studenten die van het voortgezet

onderwijs komen.”

BAcK stAgE

Tekst Luuk Obbink Foto Gerry Hurkmans

28 / 29

Page 30: Back Stage #4

BAcK stAgE

hErMAn Brood AcAdEMIE Als sprIngplAnK nAAr werk

Expertsleidenspecialistenop:

Page 31: Back Stage #4

BAcK stAgE

30 / 31

BAcK stAgE

Eén voor één stommelen de jongens binnen. Na een mok

zwarte koffie kruipen ze met vijf man achter een piepklein

laptopje. Geconcentreerd turen ze naar het scherm, dat voor

niet-ingewijden onbegrijpelijke informatie bevat. Het is

duidelijk: hier zijn specialisten aan het werk. “Nee, hier

worden specialisten opgeleid”, nuanceert docent Niels Jonker.

“Deze jongeren staan aan het begin van de rit. Wij brengen ze

de basisprincipes van een bijzonder vak bij. Ik zeg altijd tegen

ouders: zonder diploma kun je het ook redden, maar hier

krijgen ze in relatief korte tijd extra bagage mee.”

Maandagochtend tegen tienen, hartje Utrecht. Terwijl stoere vrachtwagenchauffeurs hun lading

afleveren bij de winkels aan de Bemuurde Weerd happen de eerste zonaanbidders al in een biertje op

een van de vele terrassen. Bij poppodium EKKO zijn de gordijnen nog maar net geopend. Op deze

locatie krijgen studenten van de opleiding Licht & Geluid van de Herman Brood Academie (HBA)

op maandag en dinsdag praktijkles.

Tekst Sander Peters Foto’s Ed van Rijswijk

Page 32: Back Stage #4

BAcK stAgE

Niels Jonker geeft les, is onderwijs-

coördinator van de opleiding en

daarnaast zelf geluidstechnicus. Als

freelancer werkt hij voor het gerenom-

meerde Utrechtse poppodium Tivoli.

Ook toerde hij door het land met acts

als Spinvis en Johan. Die praktijk-

ervaring komt van pas als docent. “Zelf

heb ik me het vak in de praktijk eigen

gemaakt, eerst als scholier en later

als vrijwilliger bij EKKO. Maar het is

natuurlijk handiger als professionals je

de kneepjes bijbrengen.”

Toen hij vier jaar geleden gevraagd

werd of hij de opleiding wilde vorm-

geven, hoefde hij niet lang na te denken.

Zeker niet toen hij de visie achter de

HBA vernam: inspelen op de vraag

naar goede technici. “Stop mij niet

met dertig man en één mengpaneel in

een klaslokaal. Nee, ik wil ze het vak

leren in de praktijk, op de werkvloer.

Ik wil lesgeven aan een hoogwaardige

vakopleiding. Dat betekent ook selectie

aan de poort, met intakes. En: mensen

mogen uitvallen. Niet in iedereen

schuilt een goede technicus.”

MEntAlItEItEen goede licht- en geluidstechnicus:

over welke competenties beschikt die?

“Je moet de techniek in de vingers

hebben”, stelt Jonker. “Maar er is meer

dan stekkers, snoeren en monitoren.

Instelling (‘je moet vaak onderaan

beginnen, met kabeltjes rollen’) en

sociale vaardigheden zijn even belang-

rijk. Of een geluidsman nu in een club

of theater werkt of met een bandje op

tournee gaat: in alle gevallen moet hij

communicatief sterk zijn.”

schAArsPoppodium Tivoli maakt regelmatig

gebruik van stagiairs van de opleiding

Licht & Geluid. Het is deze maandag-

ochtend nog muisstil in de muziek-

tempel als Dionne van Zijl, productie-

manager bij Tivoli, uitlegt dat alles staat

of valt met mentaliteit. “Je hebt de ge-

makzuchtige types. Die doen hun ding,

maar tonen weinig initiatief. En je hebt

de aanpakkers. Die overal hun gezicht

laten zien en staan te popelen om te

leren van de grote meneren van de tech-

niek. Die zoeken we. Het draait hier bij

Tivoli om teamspirit. Samen letterlijk

de handen uit de mouwen steken, een

mooie show neerzetten en pas als

iedereen klaar is, een biertje pakken.

De HBA stelt veel in het werk om

studenten klaar te stomen voor de

arbeidsmarkt. In dit geval: voor een

carrière in de muziekwereld, waar

vaste contracten bijna even schaars

zijn als water in de woestijn. “We

bereiden onze studenten voor op het

zelfstandig ondernemerschap”, legt

teammanager Marianne Toussaint

van de opleiding Licht & Geluid uit.

In het hoofdgebouw van de HBA, weg-

gemoffeld in de kantoormoloch boven

winkelcentrum Hoog Catharijne,

vertelt ze: “Naast algemene vakken

hErMAn Brood AcAdEMIE Als sprIngplAnK nAAr wErKvErvolg

Roeland van den Beemd, foto vorige pagina

afgestudeerd in 2009:

“De opleiding beviel prima. Goede, ervaren

docenten. Heel enthousiasmerend ook dat

zij als freelancer zoveel leuk werk hebben.

Dankzij de opleiding heb ik mijn doel be-

reikt: werken in de muziek. Stages zijn

hiervoor zeker belangrijk. Net als de aan-

dacht voor ondernemerschap: wat is een

VAR, hoe richt je een bedrijf op, welke

administratieve plichten heb je? Niet de

leukste aspecten misschien, maar wel

noodzakelijk. In het derde jaar heb ik

meegelopen bij Tivoli. Mijn vaardigheden

en kennis zijn verfijnd; ik heb meer routine

gekregen. Ik werk er nu nog. Daarnaast

doe ik de techniek voor andere podia, en

voor festivals en theaters. Veel van die

opdrachten heb ik via de HBA gevonden.

Of iedereen met een diploma meteen werk

vindt? Dat niet, maar als je je best doet, is

de aansluiting met de arbeidsmarkt goed.

Ik heb ook een beetje mazzel gehad. Verder

moet je niet te beroerd zijn slecht betalende

klussen aan te nemen. Als beginner is het

vaak sappelen. Je moet jezelf bewijzen.

Zoals mijn docenten zeiden: ‘Het is vooral

veel doen!’”

Niels Jonker, docent:

‘Stop mij niet met dertig

man en een mengpaneel in

een klaslokaal. Nee, ik leer

ze het vak in de praktijk’

Page 33: Back Stage #4

32 / 33

De HBA in het kort

De Herman Brood Academie is in 2005 opgericht als onderdeel van Amarantis

Onderwijsgroep. Momenteel telt de HBA 220 studenten, verdeeld over twee

opleidingen: Artiest en Licht & Geluid. Vorig jaar, in juni 2009, kreeg de eerste lichting

studenten haar diploma, onder wie zangeres Lisa Lois.

Vanaf september 2010 verandert er het nodige. Licht & Geluid krijgt met Podium-/

studiotechniek een nieuwe naam. Vormgeving popmuziek en Management popmuziek

zijn nieuwe studies. Bovendien komen alle studenten – zowel voor theorie als praktijk

– in hetzelfde gebouw. “Over een jaar of drie moeten er zo’n 500 studenten zijn”,

verklaart Marianne Toussaint. “Belangrijker nog is dat de HBA dan bekend moet

staan als dé mbo-opleiding in de popmuziek. De synergie tussen alle studenten en

studierichtingen moet hieraan bijdragen.”

als talen en rekenen, die iedere mbo’er volgt,

bieden we vakken aan als ‘Ondernemen’ en

‘Muziek-industrie’. Hier leren ze hoe de sector

in elkaar steekt, welke partijen er actief zijn

en hoe een en ander juridisch in elkaar steekt.

Denk aan contracten en muziekrechten.” Stages

vormen een wezenlijk onderdeel van de arbeids-

marktoriëntatie. In de muzieksector valt het

niet mee een geschikte plek te vinden. Toussaint:

“Je kunt moeilijk aan Anouk vragen: mag ik een

half jaartje jouw bassist zijn?” Niels Jonker

stimuleert zijn studenten zelf een stageplek te

zoeken. “Dan doen ze iets wat ze echt leuk vinden.

Vaak is de stage een springplank naar werk.

Dat geldt zeker voor de stage in het derde jaar:

wie zich dan bewijst, legt nuttige contacten.”

nIEuwE gEnErAtIENetwerken is voor freelancers een onmisbare

vaardigheid. Marianne Toussaint legt uit dat de

HBA studenten hier op meerdere manieren in

stimuleert. “Een netwerk opbouwen kan via

docenten die veelal uit de praktijk komen, via

stageadressen waar ze met professionals in

contact komen en – heel belangrijk – met

andere studenten. Samen vormen ze de nieuwe

generatie. Daarom zijn we blij dat volgend jaar

alle studenten van de HBA op één locatie les

krijgen. Ze kunnen dan mooi de handen

ineenslaan.”

Of een stage ook leidt tot daadwerkelijke

klussen of zelfs een vast contract na het

afstuderen, hangt af van de kwaliteit van de

stagiairs, weet Dionne van Zijl. “Eerlijk is

eerlijk: het wisselt. De ene keer loopt er een

toptalent naar binnen, die herken je meteen;

soms loopt het minder soepel. Een goede stage

is een pluspunt: als wij bij Tivoli een plekje

over hebben, spreken we eerst ons netwerk

aan. Een beginnend technicus die wij niet

kennen, maakt dus weinig kans om bij Tivoli

terecht te komen.”

BAcK stAgE

Marianne Toussaint,

teammanager

Herman Brood Academie:

‘Je kunt moeilijk aan

Anouk vragen of je een

half jaartje haar

bassist mag zijn’

Dionne van Zijl,

productiemanager

poppodium Tivoli:

‘Een goede stage is een

pluspunt. Als Tivoli een

plekje over heeft spreken

we ons netwerk aan.

Kennen wij je niet; dan

maak je weinig kans’

Page 34: Back Stage #4

BAcK stAgE

cOluMn

al eerder werd in back stage aandacht besteed aan het imago van

het mbo. Zoals met veel imago’s is dat niet altijd het door de

organisatie(s) gewenste imago. de meest gehoorde klacht is dat er

een publieke opinie ontstaat die luidt dat de kwaliteit van ‘het’ mbo

onder de maat zou zijn. dit ongeacht school of opleiding en

ongeacht een nauwkeurige blik op de cijfers.

die kwaliteit c.q. de verantwoordelijkheid daarvoor, wordt

vervolgens bij een specifieke groep gelegd: de docenten. verdere

selectie van het dossier ‘mbo’ leidt dan tot “docenten zijn alleen

met competentiegericht leren bezig”. dit zou op zijn beurt

betekenen dat ze geen les meer geven of zelfs niet aanwezig zijn.

uit een grote hoeveelheid cijfers en gegevens wordt er eentje

uitgelicht, die wordt nog verder verkleind en als er nog maar een

heel klein verhaaltje over is, is een oneliner ontstaan: het mbo

deugt niet. daarmee gaan vervolgens politici aan de haal, hierin

welwillend tegemoet getreden door de media. die bieden dergelijke

politici een platform, halen er nog wat ontevreden deelnemers bij

en de publieke opinie is ‘waar’ geworden.

dit is niet zozeer een imagoprobleem, als wel een framingsproces.

bij framing wordt het probleem in een oneliner en luttele feiten

‘gekaderd’, er worden ‘daders’ bij gezocht (docenten en bestuurders,

afhankelijk van het perspectief) en ‘slachtoffers’ (studenten) en

daarna worden daar voor de televisie deskundigen en

belanghebbenden bij gezocht. Zo ook wordt straatcriminaliteit bij

‘Marokkanen’ gelegd en zitten alle praatprogramma’s vol politici die

het over uitzetten en enkelbandjes hebben, en vooral ook veel

korankenners en islamologen.

terwijl als het ‘Marokkaan zijn’ niet de belangrijkste parameter

geweest was, maar bijvoorbeeld leeftijd en geslacht (het gaat bijna

altijd om jongens van rond de 18 en die hebben een teveel aan het

agressiehormoon testosteron), er aan diezelfde tafels vooral

adolescentenpsychologen en hormoondeskundigen zouden zitten.

een ander ‘frame’ levert metterdaad een andere werkelijkheid. en

andere maatregelen. dan hebben we het niet over uitzetten, maar

over een maatschappelijke dienstplicht of overal cruijffveldjes om

het teveel aan adrenaline eruit te voetballen.

het mbo gaat agenderende politici niet veranderen. het mbo gaat

de steeds snellere en vermakelijkere media niet veranderen. het

wordt hoog tijd dat het mbo zichzelf gaat ‘herframen’, zodat er een

andere publieke opinie komt. en liefst eentje waardoor iedereen, ook

ouders en beleidsmakers, vmbo- en hbo-directies ‘de

maatschappelijke bijdrage’ tot speerpunt van het frame maken.

Eliane Schoonmanissues Management institute, amsterdam.

FrAMIngFoto Friso Keuris

Page 35: Back Stage #4

BAcK stAgE

34 / 35

“Als staatssecretaris verbeter ik de kwaliteit

van het mbo. Voor goede, gemotiveerde stu-

denten is het onderwijs te makkelijk en voor

zwakke studenten te moeilijk. De middenmoot

regeert. Een klassiek probleem; je ziet hetzelfde

in het hbo en wetenschappelijk onderwijs. Dat

is zonde, er zijn zoveel talentvolle studenten.

Voor hen zou er een mbo-plustraject moeten

komen. De Associate degree is een mogelijke

oplossing. Dit moet zo snel mogelijk landelijk

worden ingevoerd. Dit zou ik actief oppakken;

er wordt al te lang over gediscussieerd.”

“Talentvolle studenten krijgen nu niet de aan-

dacht die ze verdienen; zij moeten zich kunnen

onderscheiden. Studenten hebben recht op

goede docenten die hen de ruimte geven zich

verder te ontwikkelen. Pas dan geef je talent

écht een kans. Competentiegericht onderwijs

vind ik hiervoor de oplossing. Maar je ziet dat

elk roc een andere uitleg geeft over wat cgo is.

Ik mis eenduidigheid. Als student bekroop me

soms het gevoel dat docenten niet weten wat

ze doen. Juist als staatssecretaris zou ik dan

ook zorgen voor duidelijke richtlijnen. Scholen

hebben bewezen deze verantwoordelijkheid

niet aan te kunnen.”

“Als staatssecretaris zou ik ook een einde maken

aan het rendementsdenken. Dat studenten

afstuderen lijkt het belangrijkste doel van een

Alexander Bakker, journalist en bestuurslid Nationale Jeugdraad:

‘ALS Ik MARJA BEN, STA Ik VOOR EENDuIDIGHEID EN NIET VOOR eenzijdigheid’

school. Maar het moet draaien om de student

en niemand anders. Daarom zou ik, samen

met studenten, een kwaliteitstoets

competentiegericht onderwijs ontwikkelen.

Als een opleiding hier niet aan voldoet, dan

moet deze misschien wel stoppen. Een slechte

opleiding levert immers alleen maar slechte

vakmensen. Het is belangrijk dit samen met

studenten te doen, want veel politici en

beleidsmedewerkers komen nooit in contact

met studenten. Hoe kunnen ze dan bepalen

wat goed voor ze is?”

“Onlangs was er een dodelijke steekpartij in

Goor, direct zag je journalisten via Twitter

spreken over veiligheid op scholen, maar het

bleek helemaal niet om een mbo-instelling te

gaan. Het ging om een speciale locatie voor

inburgeraars. Een dag later werd de steekpartij

door persbureau ANP wel weer in verband

gebracht met een ander incident, nu helaas wel

op een mbo-instelling. Collega’s moeten hier

voorzichtig mee omgaan. Het mbo kreeg in

twee dagen tijd het predicaat onveilig. Gebrek

aan kennis vind ik. Dit zou ik écht benoemen

bij journalisten. Zo zijn de meeste journalisten

zich ook niet bewust van de verscheidenheid

in het mbo. Er zijn zulke grote verschillen per

school, locatie, opleiding. Schandalig dat je als

journalist niet eens weet of je mbo nu met een

hoofdletter of kleine letter schrijft.”

staatssecretaris vOOr 1 daG

Tekst Dagmar de Kruif-Pot Foto’s Nout Steenkamp (FMAX)

‘De middenmoot

regeert. Een klassiek

probleem, je ziet

hetzelfde in het hbo

en wo’

een jonge mbo’er die dit jaar veel van zich liet horen is alexander bakker. Hij studeerde als eerste af van de mbo-opleiding journalistiek. inmiddels is hij in dienst bij sp!ts en daarnaast bestuurslid van de njr (nationale jeugdraad). “Gebrek aan kennis bij journalisten, dat zou ik benoemen.”

Page 36: Back Stage #4

BAcK stAgE

discussie

vd “Natuurlijk moet

beroepsonderwijs

studenten weerbaar maken

op de arbeidsmarkt. Maar met

competentiegericht beroeps-

onderwijs zijn we in het mbo

volledig doorgeslagen. Er is

onvrede bij docenten, die het

gevoel hebben dat ze hun vak

zijn kwijtgeraakt. Vakkennis is

ingeruild voor vage, vaak nau-

welijks meetbare competenties

als ‘kan zich goed bewegen in

de openbare ruimte’… wat moet

je daarmee? Het is prachtig als

de loodgieter zijn schoenen

uitdoet als hij binnenkomt,

maar hij moet natuurlijk vooral

weten hoe de centrale ver-

warming werkt. Daarnaast

klagen studenten terecht over

gebrek aan structuur, teveel

zelfstudie. Je moet jongeren

in de leeftijd van 14 tot 20 jaar

niet zo vrij laten.”

vz “Op onderdelen zit er

zeker wat in de kritiek

van Jasper, maar de maat-

voering irriteert me. Alsof het

overal zwaar onvoldoende zou

zijn. Als het echt zó erg zou

zijn, kwam er nergens in

Nederland nog water uit de

kraan en werd er nergens nog

een dak gerepareerd. De ge-

dachte achter competentie-

gericht onderwijs is dat de

arbeidsmarkt veel dynamischer

is geworden en dat je er met

vakkennis alleen niet meer

komt. Om mee te kunnen in

de verandering heb je ook

vaardigheden nodig.”

“Ik erken dat bij de invoering

van competentiegericht onder-

wijs brokken zijn gemaakt en

dat niet altijd een goede balans

is gevonden tussen vakkennis

en competenties. Scholen heb -

ben wat dat betreft soms ook

teveel gewerkt vanuit een

zelfopgelegde blauwdruk. Ik

erken ook dat we studenten

soms teveel vrijheid hebben

gegeven en te weinig structuur

hebben geboden.”

“Wat dat betreft is overal in

jAn vAn zIjlin discussie met

…jAspEr vAn dIjK

competentiegericht onderwijs maakt studenten

weerbaar op de arbeidsmarkt

Page 37: Back Stage #4

BAcK stAgE

Tekst Roel Smit Foto’s Jeroen Poortvliet

het onderwijs iets zorgelijks

aan de hand. In het mbo, maar

ook in het voortgezet onderwijs,

het hbo en zelfs aan de uni-

versiteit. Toen mijn kinderen

naar de universiteit gingen,

kregen ze zes uur college in de

week. Heerst op zo’n school

dan nog een sfeer van kennis-

overdracht? Ik heb weleens

gedacht: ze kunnen beter naar

de LOI gaan. De verhouding

tussen kennis en competenties

en tussen structuur aanbieden

en zelfstudie is in het hele

onderwijs wat zoekgeraakt.”

vd “Dat is dan winst. De

voorzitter van de MBO

Raad zegt dat het hier en daar

wat is doorgeslagen. Maar wat

doen we eraan? Wat vind je

van schoolbestuurders die –

geconfronteerd met klachten

over het uitvallen van lessen

– zeggen: ‘Daar ga ik niet over,

daarvoor moet u bij de directie

van de betreffende school-

locatie zijn?”

vz “Een schoolbestuurder

is uiteindelijk verant-

woordelijk voor alles wat

binnen de school gebeurt.

Dat wil niet zeggen dat een

schoolbestuurder van alles op

de hoogte kan zijn, dat gaat

niet. Hij moet wel alert zijn en

ingrijpen waar nodig. Ik ken

overigens legio bestuurders die

op deze manier omgaan met

de problemen.”

vd “Het manco is de

manier waarop we

het georganiseerd hebben. Er

zijn scholen met 25.000 stu-

denten waarvan het bestuur

verstopt zit in een kantoor aan

de Zuidas. In schaalvergroting

zijn we veel te ver doorgescho-

ten. Docenten klagen dat ze

hun vak kwijt zijn, dat ze geen

enkele relatie meer hebben

met het schoolbestuur. Ze

hebben niet meer het gevoel

dat het onderwijs van hén is.”

jAn vAn zIjlin discussie met

…jAspEr vAn dIjK

Hoe groot zijn de problemen bij de invoering van competentiegericht onderwijs in het mbo? Zijn het incidenten of een gevolg van de manier waarop het onderwijs is georganiseerd? Jan van Zijl kruist de degens met Jasper van Dijk (Tweede Kamerlid voor de SP).

36 / 37

Page 38: Back Stage #4

BAcK stAgE

jAn vAn zIjl In dIscussIE MEt jAspEr vAn dIjKvErvolg

vz “Over dat laatste

maken ook veel

schoolbestuurders zich zorgen.

Geloof me, verreweg de meeste

bestuurders reali seren zich

donders goed dat docenten

van het aller-allergrootste

belang zijn. Daarom is de

MBO Raad – als eerste van alle

sectorraden in het onderwijs

– het met de vak organisaties

van docenten eens geworden

over een professioneel statuut.

Daarin staan afspraken over

de rol en de positie van

docen ten en over hun auto-

nomie bij de invulling van

het onderwijs programma.

Daarmee geven we docenten

een duwtje in de rug. En wat

betreft die schaalgrootte: als

er na de verkiezingen bákken

extra geld naar het mbo gaan,

wil ik me best sterk maken

voor enige schaalverkleining

hier en daar.”

vd “Dat zal een opgave

zijn, maar we zijn het

dus eens dat schaalvergroting

niet best is geweest.”

vz “Ik bestrijd dat het al-

lemaal te grootschalig

georganiseerd is. Ruim

500.000 mbo-studenten zitten

weliswaar op maar 70 scholen,

maar het gaat wel om 700

locaties. Dat is dus gemiddeld

700 per locatie. Mijn eigen

middelbare school – en dat

is lang geleden – had 1.200

leerlingen. Natuurlijk is op een

aantal scholen nog wel wat te

verdienen door zaken binnen

een grootschalige context voor

de studenten toch kleinschalig

te organiseren. Maar soms is

een bepaalde schaalgrootte

ook gewoon hard nodig. Je

kunt niet op 700 locaties

opleidingen op het gebied

van techniek, zorg of horeca

geven. Ook de Onderwijsraad

maakt gehakt van de mythe

van de schaalgrootte.”

vd “Leuk dat je daarover

begint. De Onderwijs-

raad pleit ook voor een

fusietoets omdat de schaal-

vergroting hier en daar is

doorgeslagen. Ons grote

verschil van mening is dat

jij alles probeert af te doen

als incidenten: een enkele

bestuurder doet het niet goed,

hier en daar moet het misschien

iets kleinschaliger georgani-

seerd worden. Ik zeg iets an-

ders: het gaat structureel niet

goed. Dat heeft te maken met

schaalgrootte, met de wijze

van financiering, met de

autonomie van de instellingen.

Een bestuurder van de MBO

Raad zei laatst zelf: ‘We spraken

binnen de MBO Raad voorheen

nooit over de onderwijs-

kwaliteit, louter over hoe je de

overheid buiten de deur hield.”

vz “Dat ligt al lang achter

ons. Ik heb altijd een

andere lijn gehad: elke euro

die we in het onderwijs uit-

geven, is belastinggeld. Je hebt

dus maar verantwoording af

te leggen: aan de ouders, aan

de stakeholders, maar dus ook

aan de politiek.”

vd “Toch blijf ik erbij dat

de roc’s, en dan met

name de bestuurders, zijn

losgezongen van de werkelijk-

heid. Daarom pleit ik ook voor

bestuurlijke schaalverkleining:

die 700 locaties moeten weer

700 zelfstandige scholen worden

en de docenten moeten weer

eigenaar van de school zijn.”

vz “Jij wilt docenten-

zelfbestuur als een

soort arbeiderszelfbestuur.

Daar geloof ik niet in. Ik geloof

wel in eigen verantwoordelijk-

heid van mensen: van docen-

ten, maar ook van bestuurders.

En ik denk dat zeker in het

beroepsonderwijs een zekere

schaalgrootte efficiënt en nodig

is. Maar daarbinnen zul je meer

oog moeten hebben voor de

mensen die het eigenlijke werk

moeten doen. Daar ben ik het

dan weer helemaal mee eens.”

‘Overal in het onderwijs is iets zorgelijks aan de hand’

‘Roc’s, en met name bestuurders, zijn losgezongen van de werkelijkheid’

discussie

Page 39: Back Stage #4

BAcK stAgE

pittiGe taal

Nederland behoort binnen Europa tot de slechtste jongetjes van de klas op het gebied van loopbaan - oriëntatie en loopbaanbegeleiding. Pittige taal van John McCarthy, directeur van het Interna-tional Centre for Career Guidance and Public Policy in Straatsburg. Heeft hij een punt?

Is het zó slecht gesteld?“Loopbaanbegeleiding in nederland is primitief, niveau begin

twintigste eeuw. een land als kosovo heeft nationale plannen voor

loopbaanbegeleiding, maar geen geld ze uit te voeren. nederland heeft

geld maar geen plan! nederland zou leidend binnen de eu moeten zijn

maar loopt serieus achter.”

waar schort het precies aan?“jongeren krijgen geen gelijke toegang tot en

service op het gebied van loopbaanoriëntatie en

-begeleiding. veel mbo-studenten zijn ontevreden

over de begeleiding die ze tijdens hun vooropleiding

kregen. en zo’n 20 procent van de mbo’ers met een

startkwalificatie heeft spijt van zijn studiekeuze.

schooluitval is hoog in nederland en jaagt de

belastingbetaler op enorme kosten. er moet efficiënter

worden geïnvesteerd in onderwijs. goede loopbaanbe-

geleiding verhoogt de kansen

op efficiency.”

tegengaan van schooluitval was juist een topprioriteit van het laatste kabinet. “dat waren kleine tactische vingeroefeningen. er is geen politiek

leiderschap, geen strategie, geen langetermijnplanning. het

ontbreekt aan consistent beleid en een gemeenschappelijke aanpak

en norm. iedereen doet wat hij wil. wil je vooruitgang boeken, dan

moet er een landelijke strategie komen, waarbij onderwijs en

werkgevers samenwerken om het beleid uit te voeren.”

doen andere landen het echt zoveel beter?“in Frankrijk is onlangs een nieuwe wet aangenomen. organisaties

in het onderwijs en op de arbeidsmarkt die loopbaanbegeleiding

aanbieden, vallen onder de verantwoordelijkheid van de minister-

president. daarmee geven de Fransen een sterk signaal af over het

belang van loopbaanbegeleiding. Momenteel wordt ook een

kwaliteitsstandaard ontwikkeld. als aanbieders van loopbaan-

begeleiding die overheidsgeld ontvangen aan de

eisen voldoen, krijgen ze een kwaliteitsmerk.

daar zouden we naar moeten streven, maar nederland

is er mijlenver van verwijderd. of kijk naar het verenigd

koninkrijk. daar wordt pas overheidsgeld in loopbaanorganisaties

of -bedrijven gestoken als ze voldoen aan landelijke normen; de

zogenoemde ‘matrix standard’. deze normen worden extern

geaccrediteerd en gecontroleerd. voldoe je er niet meer aan, dan

wordt de subsidie stopgezet.”

het volgende kabinet gaat bezuinigen. ook in het onderwijs. Baart dat u zorgen?“nou ja, de achterstand van nederland in loopbaanbegeleiding is al

zo groot dat ik niet zie hoe bezuinigingen enig verschil uitmaken.

het kan niet slechter dan het al is. wat wel pijn zal doen, zijn de

kosten van schooluitval. als politici écht geld willen besparen,

moeten ze strijden voor verbetering van loopbaanbegeleiding.

Zowel voor jongeren als volwassenen.”

wat zou een eerste goede stap zijn?“vraag burgers wat ze van hun loopbaanbegeleiding vonden en wat

er beter kan. stel jezelf daarna de vraag hoe je een dienst kunt

opzetten die gebruiksvriendelijk is en mensen thuis kan bereiken.”

Tekst Annette van Soest

BAcK stAgE

38 / 39

Pittige tAAl vAn… john MccArthy

‘Loopbaanbegeleiding

in Nederland is

primitief, niveau begin

twintigste eeuw’

Page 40: Back Stage #4

‘realiseer je dat je er niets aan kunt doen dat je nu moeite hebt met kiezen.

je hersenen zijn nog niet af. je frontaalkwab, ook wel keuzekwab genoemd,

is nog niet rijp. je gebruikt de kwab om te plannen, te reflecteren. pas op je

25e is hij volgroeid. Als je al met je opleiding klaar bent, waarschijnlijk.’stijn bronzwaer (nrc next) legt uit dat jongeren er niets aan kunnen doen als ze geen keuze kunnen maken voor een studie.

‘Als ze nou eerst even gebeld hadden

voor ze die vragen stelden, kon ik ze

uitleggen wat nou de bedoeling is.’

paul eijgendaal (roc west brabant) in bn de stem

over de vvd-kamerleden dezentjé hamming-bluemink

en schippers, die het plan onderwijs in haïti te onder-

steunen ter discussie stelden.

‘Een verkeerde schoolkeuze, de

samenleving die hogere eisen stelt.

ouders die hun kind soms als een

supertalent zien en een school

kiezen waar het kind eigenlijk

niet hoort.’

wethouder klaas steenhuis (veendam) verklaart

schooluitval in dagblad v/h noorden.

‘In een samenleving waarin bedrijfs-

leven én leerlingen zo veranderen,

kun je niet meer toe met onderwijs

van twintig jaar geleden.’

bestuursvoorzitter Liesbeth vos (Friesland college)

verklaart de brede steun onder docenten voor cgo.

‘lesgeven op het mbo is leuker

dan op het hbo. we zitten hier in

Amsterdam-west en het percentage

‘zorgleerlingen’ is hoog. ze hebben

je hier echt nodig. Ik verveel me

nog steeds niet. Ik blijf hier tot mijn

pensioen.’

Miriam karsten vertelt in het Fd over haar ervaringen

als docent. voorheen was zij analist bij een bloedbank.

‘Als het ons lukt bij uitvaarten,

waarom zouden we dat bij de studie

van de kinderen ook niet proberen?’

Manager corporate communicatie deLa uitvaart-

verzekeringen Martin kersbergen bekent in adformatie

er wel heil in te zien de opleiding van een kind in

natura te regelen.

‘werkstraffen vind ik altijd maar

een lachertje.’

ad/de dortenaar doet verslag van het ‘rechtbankspel’

dat studenten van het da vinci college spelen.

‘Als je 130 rijdt in de bebouwde kom,

is dat geen ongeluk. Als ik zo’n auto

heb, zou ik dat ook wel willen.’

een student is erg eerlijk tijdens het zelfde

‘rechtbankspel’.

‘je moet verder kijken dan cijfers.

dat je een leuke schooltijd hebt is

ook van belang.’

aldus verontwaardigde leerlingen van het hendrik

pierson college (Zetten) dat door de inspectie als zwak

beoordeeld werd.