STADSREGIO Portefeuillehoudersoverleg GROM ROTTERDAM … · zijn, zullen rijk, regio en lokale...

3
Portefeuillehoudersoverleg GROM vergadering 30 januari 2013 agendapunt 03 Onderwerp: Bestuurlijke Consultatie Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden (DRD). Gevraagde beslissing: Kennis te nemen van de voortgang van het Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden (DRD) en de procedure van de consultatieperiode tot 1 maart 2014. Portefeuillehouder: Mourik. Samenvatting: In het portefeuillehoudersoverleg GROM van 30 januari geven Bart van der Veer (plv directeur) en Pim Neefjes (projectleider) van DRD een toelichting op het recente concept¬ eindadvies van de bestuurlijke stuurgroep (bijgevoegd). Bij de discussie in GROM zal ook bestuurlijke vertegenwoordiging vanuit de drie Waterschappen aanwezig zijn. Het concept-advies staat tot 1 maart 2014 open voor advies op de voorkeursstrategie. De hoofdvraag is of de bestuurlijke partijen deze strategie voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening onderschrijven. Daarnaast vraagt de stuurgroep DRD ook uitdrukkelijk naar de rol die deze partners voor zichzelf zien als het gaat om de implementatie na 2014 en wat zij daarvoor nog nodig hebben. Inzake de waterveiligheid plaatsen stijgende zeespiegel, hogere rivierafvoeren en gestage bodemdaling de regio voor een opgave. Preventie van overstromingen door stormvloedkeringen, dijken of ruimte voor de rivier blijft in deze regio de basis. Wel kunnen ruimtelijke maatregelen en rampenbeheersing in aanvulling op preventie de veiligheid vergroten en robuuster maken. De voorkeurstrategie voor Rijnmond-Drechtsteden sluit aan op de verschillende karakteristieken van het gebied om optimaal kansen te benutten. In samenhang werken we aan sterke urbane dijken, robuuste zeeklei eilanden in het westen en steeds groenere dijken in het oosten. Daarnaast is in dit gebied ook een relatief groot buitendijks gebied dat deels intensief wordt gebruikt en deels een landelijk karakter heeft. In sommige gebieden zijn de risico's en de kosten van de noodzakelijke maatregelen zodanig hoog en is de situatie zodanig complex dat regio en Rijk gezamenlijk een plan zullen opstellen. Daarin wordt de lange termijn adaptatiestrategie, met bijbehorende maatregelen en de financiering hiervan vastgelegd. De zoetwatervoorziening in Rijnmond-Drechtsteden en van grote delen van West Nederland leunt sterk op twee bovenregionale inlaatpunten die worden gevoegd vanuit het hoofdwatersysteem. Binnen de kaders van de deltabeslissing Zoetwater kiest Rijnmond- Drechtsteden voor een robuuste zoetwatervoorziening en innovatieve maatregelen om gebruik te optimaliseren en zoutindringing tegen te gaan. Financiële consequenties: n.v.t. Communicatie: Het deltaprogramma communiceert zelf over de consultatieperiode die loopt tot 1 maart 2014. Afgestemd met: n.v.t. STADSREGIO ROTTERDAM Consultatie Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden / 137558 / RM / GdV / 16 januari 2014 Pagina 1

Transcript of STADSREGIO Portefeuillehoudersoverleg GROM ROTTERDAM … · zijn, zullen rijk, regio en lokale...

Page 1: STADSREGIO Portefeuillehoudersoverleg GROM ROTTERDAM … · zijn, zullen rijk, regio en lokale partijen in gesprek te gaan over de lange termijn adapatatiestrategie en bijbehorende

Portefeuillehoudersoverleg GROM vergadering 30 januari 2013

agendapunt 03

Onderwerp: Bestuurlijke Consultatie Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden (DRD).

Gevraagde besl issing: Kennis te nemen van de voortgang van het Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden (DRD) en de procedure van de consultatieperiode tot 1 maart 2014.

Portefeuillehouder: Mourik.

Samenvatt ing: In het portefeuillehoudersoverleg GROM van 30 januari geven Bart van der Veer (plv directeur) en Pim Neefjes (projectleider) van DRD een toelichting op het recente concept¬eindadvies van de bestuurlijke stuurgroep (bijgevoegd). Bij de discussie in GROM zal ook bestuurlijke vertegenwoordiging vanuit de drie Waterschappen aanwezig zijn.

Het concept-advies staat tot 1 maart 2014 open voor advies op de voorkeursstrategie. De hoofdvraag is of de bestuurlijke partijen deze strategie voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening onderschrijven. Daarnaast vraagt de stuurgroep DRD ook uitdrukkelijk naar de rol die deze partners voor zichzelf zien als het gaat om de implementatie na 2014 en wat zij daarvoor nog nodig hebben.

Inzake de waterveiligheid plaatsen stijgende zeespiegel, hogere rivierafvoeren en gestage bodemdaling de regio voor een opgave. Preventie van overstromingen door stormvloedkeringen, dijken of ruimte voor de rivier bl i j f t in deze regio de basis. Wel kunnen ruimtelijke maatregelen en rampenbeheersing in aanvulling op preventie de veiligheid vergroten en robuuster maken. De voorkeurstrategie voor Rijnmond-Drechtsteden sluit aan op de verschillende karakteristieken van het gebied om optimaal kansen te benutten. In samenhang werken we aan sterke urbane di jken, robuuste zeeklei eilanden in het westen en steeds groenere dijken in het oosten.

Daarnaast is in dit gebied ook een relatief groot buitendijks gebied dat deels intensief wordt gebruikt en deels een landelijk karakter heeft. In sommige gebieden zijn de risico's en de kosten van de noodzakelijke maatregelen zodanig hoog en is de situatie zodanig complex dat regio en Rijk gezamenlijk een plan zullen opstellen. Daarin wordt de lange termijn adaptatiestrategie, met bijbehorende maatregelen en de financiering hiervan vastgelegd.

De zoetwatervoorziening in Rijnmond-Drechtsteden en van grote delen van West Nederland leunt sterk op twee bovenregionale inlaatpunten die worden gevoegd vanuit het hoofdwatersysteem. Binnen de kaders van de deltabeslissing Zoetwater kiest Rijnmond-Drechtsteden voor een robuuste zoetwatervoorziening en innovatieve maatregelen om gebruik te optimaliseren en zoutindringing tegen te gaan.

Financiële consequenties: n.v.t.

Communicatie: Het deltaprogramma communiceert zelf over de consultatieperiode die loopt tot 1 maart 2014.

Afgestemd met: n.v.t.

S T A D S R E G I O R O T T E R D A M

Consultatie Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden / 137558 / RM / GdV / 16 januari 2014 Pagina 1

Page 2: STADSREGIO Portefeuillehoudersoverleg GROM ROTTERDAM … · zijn, zullen rijk, regio en lokale partijen in gesprek te gaan over de lange termijn adapatatiestrategie en bijbehorende

Verdere procedure: - Naar aanleiding van de presentatie en discussie in het portefeuillehoudersoverleg

GROM formuleert de voorzitter (mw Mourik) in samenspraak met de regiogemeenten een reactiebrief aan DRD. Deze wordt vastgesteld door het DB van 12 februari en ingezonden voor 1 maart 2014.

- DRD neemt in de stuurgroep van 4 april 2014 een besluit over de verwerking van de reacties en zal deze uitkomsten vervolgens opnieuw ter consultatie voorleggen in een tweede ronde die sluit op 22 mei. Op dat moment zijn ook de nieuwe dijknormeringen bekend, en daarmee de daadwerkelijke lokale en regionale consequenties van de nieuwe strategie. De stadsregio Rotterdam agendeert dit op het protefeuillehoudersoverleg GROM van 8 mei 2014.

Adviezen: 1. Advies controller:

akkoord; 2. Advies portefeuillehouder:

akkoord.

Bij lage(n): 1. Brief van de voorzitter van de stuurgroep Rijnmond-Drechtsteden Aboutaleb; 2. Concept eindadvies Rijnmond-Drechtsteden;

NB: Alle bijlagen voor de consultatieperiode van DRD zijn via Deltaweb beschikbaar: https://deltaprogramma.pleio.nl/groups/profile/23769632/bestuurli jke-consultatie-dp2015

Ter voorbereiding op de bespreking van het concept-eindadvies heeft DRD een film gemaakt waarin de stuurgroepleden de kwesties uiteenzetten. Deze film is te bekijken via: http://www.youtube.com/watch?v=yaOultkCuAs&feature=youtu.be

Toelichting:

Na een periode van uitgebreid onderzoek en analyse staat de periode tot Prinsjesdag 2014 in het teken van het te nemen deltabesluit; de Deltawerken 2.0. Dit moet Nederland tot 2100 zekerheid bieden op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening.

Het nu voorliggende concept-eindadvies DRD beschrijft de voorkeursstrategie voor een nieuw ruimteli jk handelingsperspectief inzake waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Deze strategie is nu nog alleen kwalitatief onderbouwd. In april 2014 komen ook resultaten van berekeningen beschikbaar, waarmee ook duidelijk wordt waar welke maatregelen getroffen moeten worden.

In deze consultatieronde vraagt de stuurgroep DRD de mening van regionale en lokale partijen over de voorkeurstrategie, naar de rol die deze partners voor zichzelf zien als het gaat om de implementatie na 2014 en wat deze daarvoor nog nodig hebben.

Bestuurlijke samenvatting Concept eindadvies DRD

De regio Rijnmond-Drechtsteden dankt haar kracht en unieke kwali tei ten grotendeels aan haar ligging in de delta, waar zee en rivieren samenkomen. Het is een gebied van ui tersten, met de dichtbevolkte, stedelijke gebieden langs de riviertakken en landelijke gebieden daaromheen. Ook in de toekomst bli j ft dit alles onlosmakeli jk verbonden met het water. Dit geldt natuurl i jk voor de mainport met al haar logistiek en (mari t ieme) bedri jvigheid, uitstrekkend van de 2e Maasvlakte to t aan Moerdi jk. Goede waterverbindingen en een goede zoetwatervoorziening bepalen in sterke mate de internat ionale concurrentieposit ie van het haven-industrieel cluster. Maar ook de Greenports met alle agrarische en logistieke act ivi tei ten, van het West land t o t aan de Bollenstreek kunnen niet zonder zoet water. Het water maakt de steden en dorpen aantrekkeli jk o m te wonen. Ook kent deze regio ( internationaal) unieke natuur, zoals get i jdennatuur en veenweide gebieden die zijn ontstaan in deze delta. Deze kwali tei ten van het gebied vormen samen de basis voor een regio die ook voor de rest van Nederland van belang is.

In deze regio zijn de bevolking en economische waarde sterk toegenomen sinds de vaststell ing van de huidige normen in de jaren '60. Dit is reden om het beschermingsniveau verder te verhogen, waardoor wonen en werken

Consultatie Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden | 137558 | RM | GdV | 16 januari 2014 Pagina 2

Page 3: STADSREGIO Portefeuillehoudersoverleg GROM ROTTERDAM … · zijn, zullen rijk, regio en lokale partijen in gesprek te gaan over de lange termijn adapatatiestrategie en bijbehorende

in deze regio ook in de toekomst aantrekkeli jk bl i j f t . Voor het investeringsklimaat is dit een bui tengewoon belangrijke voorwaarde. De stuurgroep ondersteunt de lijn van de minister van I&M hierin om naar een systematiek van overstromingsrisico's over te stappen en de normen op de dijken gedif ferent ieerd en daardoor kosteneffectief in te vul len.

Voor de meeste buitendijkse gebieden is de kans op slachtoffers door overstroming heel klein maar de kans op forse milieuschade en/o f economische schade bij een overstroming is relatief groot. Daarbij moeten we rekening houden met toenemende stedelijke verdicht ing van buitendijks gebied in de grote steden. De opgave in deze gebieden pakken we samen aan met regionaal maatwerk, waaronder individuele schade beperkende maatregelen, r isicocommunicatie en rampenplannen. Wanneer de risico's en eventuele vervolgschade erg groot zijn, zullen rijk, regio en lokale part i jen in gesprek te gaan over de lange termi jn adapatatiestrategie en bi jbehorende f inanciering. Randvoorwaarde voor de veiligheid van het buitendijks gebied ( tot aan Dordrecht) is de aanwezigheid van een stormvloedkering, zoals de Maeslantkering.

Binnen de kaders van de Rijn-Maasdelta beslissing is voor de watervei l igheid van Rijnmond-Drechtsteden preventie van overstromingen door stormvloedkeringen, dijken of ru imte voor de rivier de basis. Op het niveau van de Deltabeslissing Rijn-Maasdelta hebben wi j samen met de deelprogramma's Rivieren en Zuidwesteli jke Delta geconstateerd dat het huidige fundament in het hoofdwatersysteem voldoet. Wi j komen, anders dan de commissie Veerman, t o t de conclusie dat de oplossing niet zit in grootschalige technische ingrepen maar in uitgekiend ruimtel i jk maatwerk. Dat geldt zowel voor veiligheid als voor de zoetwatervoorziening.

Belangrijke voorwaarde daarbij is wel dat we in di t gebied een nieuw ruimtel i jke handelingsperspectief ontwikkelen met elkaar. Het stelsel van dijken is in di t gebied de basis voor watervei l igheid, maar is in de loop der t i jden ook een onlosmakeli jk onderdeel van het landschap geworden. Door in het gebied samen te werken en door nauwkeurig naar het gebied te kijken en te luisteren hebben wi j ons opnieuw gerealiseerd dat 'de dijk' een veelheid aan ruimtel i jke verschijningsvormen kan en moet hebben. Bij alle dijkversterkingen en verhogingen in dit gebied zal de dijk steeds in samenhang met buitendijks gebied (voorlanden, zellingen, etc.) en met de achterliggende functies worden ontworpen en uitgevoerd. Zo wo rd t elke dijkaanpak een ruimtel i jke maatregel en een meekoppelkans. De voorkeurstrategie voor Ri jnmond-Drechtsteden sluit aan op de verschillende karakteristieken van het gebied om optimaal kansen te benut ten. In samenhang werken we aan sterke urbane dijken langs het verstedeli jkte gebied, robuuste zeeklei eilanden in het westen en steeds groenere dijken in het oosten. Voor de aansluiting op het r ivierengebied, waar de Merwedes en Waal samenkomen, geven we meer ruimte aan de rivier.

Als voorkeursstrategie voor de zoetwatervoorziening kiest de stuurgroep voor een robuuste zoetwatervoorziening, met name bij de belangrijkste inlaatpunten in dit gebied, Gouda en de Bernisse. Een combinatie van maatregelen is beschikbaar om meer water vanuit het oosten aan te voeren, zodat het in laatpunt bij Gouda, ook bij toenemende verzilt ing, betrouwbaar bl i j f t . Op lange termi jn kan voor een permanente oosteli jke aanvoer worden gekozen. Voor de Bernisse kiest de stuurgroep voor een conservatieve zoetwaterstrategie waarbi j de capaciteit van de Bernisse zoveel mogeli jk word t opgevoerd. Voor de overige inlaatpunten in deze regio is maatwerk nodig. Deze strategie past binnen de kaders zoals ontwikkeld in het deelprogramma Zoetwater, maar zal ook afgezet moeten worden tegen de discussie over een zoet of zout VolkerakZoommeer.

Binnen Rijnmond-Drechtsteden zijn we al begonnen met de uitvoering van de voorkeurstrategie - dit laat zich lezen in de pr ior i ter ing en de onderzoeksagenda van het nHWBP. In ons advies v indt u een uitgebreide kalender van maatregelen die in de komende decennia aan de orde zullen zijn. Ui tvoer ing van dit voorstel voor de watervei l igheid en zoetwatervoorziening in deze regio, maar ook in heel Neder land, vraagt om een aantal belangrijke randvoorwaarden:

De nieuwe veil igheidsbenadering kent nog veel vragen en onzekerheden. Essentieel is de ontwikkel ing van een passend toets ingsinstrumentar ium en een eenduidige norm waarop dijken worden afgekeurd. Het hanteren van een dijkconcept waarbi j overhoogte en oversterkte en sl imme combinaties met buitendijkse gebieden mogeli jk zijn, zal de veil igheid, de ruimtel i jke kwal i tei t en de kosteneffect ivi tei t zeker vergroten. Borging daarvan, en de ruimtel i jke sturing die daarbij hoort , is ook een belangrijk en nieuw vraagstuk. Ook zullen compart imenter ingskeringen en primaire keringen als één samenhangend stelsel moeten worden beschouwd, zodat een integrale investeringsafweging mogeli jk is. In het stelsel van normen moet dat ook zichtbaar worden .

Belangrijke randvoorwaarde is voorts dat de gehanteerde evacuatiefracties realistisch en uitvoerbaar zijn. We verwachten dat de plannen van de veiligheidsregio's daarin zullen voorzien. Een goed toezicht daarop is essentieel voor de veiligheid in Neder land.

Consultatie Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden / 137558 / RM / GdV / 16 januari 2014 Pagina 3