Stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst ˛ … · 2015. 6. 1. · 4 Proces...

14
“De ondernemer a Stadsgesprek als maatschappelijke (aan Campus Orleon 2015 n)winst”

Transcript of Stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst ˛ … · 2015. 6. 1. · 4 Proces...

Page 1: Stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst ˛ … · 2015. 6. 1. · 4 Proces Campus Orleon heeft in Nijmegen het stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke

Stadsgesprek“De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst”

Campus Orleon2015

Stadsgesprek“De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst”

Campus Orleon2015

Stadsgesprek“De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst”

Campus Orleon2015

Page 2: Stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst ˛ … · 2015. 6. 1. · 4 Proces Campus Orleon heeft in Nijmegen het stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke

2

Voorwoord

In 2014 hebben vier onderzoekers van Campus Orleon het stadsgesprek “De ondernemer alsmaatschappelijke (aan)winst” georganiseerd. Onderdelen hiervan waren bijeenkomsten metondernemers, een narratief onderzoek en een zwermonderzoek.

Het stadsgesprek is anders verlopen dan vooraf ontworpen. Ruimte om af te wijken van hetontwerp klopt met de aard van het project, dat bedoeld was om het concept ‘stadsgesprek’ voorstedelijke vernieuwing te onderzoeken in een experimentele opzet. Het stadsgesprek zelf was hetonderwerp van onze studie. Dit eindverslag beschrijft de stappen die we hierin gezet hebben. Doelwas ook om een gesprek op gang te brengen over het thema “De ondernemer als maatschappelijke(aan)winst” en daarmee natuurlijk inzicht te krijgen in hoe ondernemers daar zelf invulling aangeven. Dit eindverslag is ook daar de weergave van. Samengevat zijn op basis van onze ervaringendit onze aanbevelingen:

- ga naar de ondernemer toe (nu nodigden we de ondernemer uit om naar ons te komen);- kies een concreet thema (nu was het thema te meta en abstract);- kies een behapbare schaal (nu was ‘de stad’ te breed);- betrek ook andere bij het thema betrokkenen (nu waren het alleen ondernemers).

Dit project is ondersteund met financiering van Platform31, dat namens het Ministerie vanEconomische Zaken een call for proposals voor experimenten met stedelijke vernieuwing haduitgezet. Op deze plek willen we graag dank zeggen voor de ontvangen steun, mede in de vorm vanpeer review met de andere partijen van wie de voorstellen zijn gehonoreerd. Ook bedanken voor deondernemers die aan ons stadsgesprek hebben deelgenomen.

Floor BastenMede namens: Lonneke Alsema, Marianne Dagevos en Anne-Marie Poorthuis

Nijmegen, 2015

Page 3: Stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst ˛ … · 2015. 6. 1. · 4 Proces Campus Orleon heeft in Nijmegen het stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke

3

Inhoudsopgave

Proces 4Resultaten 7Conclusies en aanbevelingen 12Geraadpleegde literatuur 14

Page 4: Stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst ˛ … · 2015. 6. 1. · 4 Proces Campus Orleon heeft in Nijmegen het stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke

4

Proces

Campus Orleon heeft in Nijmegen het stadsgesprek “De ondernemer als maatschappelijke(aan)winst” gevoerd. Een stadsgesprek begint als gesprek tussen mensen die betrokkenheid bijeen maatschappelijk thema delen en waaiert via hun netwerken uit over de stad.1 Daarmee is heteen middel om betrokkenheid zichtbaar te maken, te vergroten en om te zetten in acties. Door ditonderzoekend te doen, organiseert het stadsgesprek de aandacht en genereert het ook nog eenskennis.Het doel van stadsgesprek “De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst” was datondernemers hun betrokkenheid bij maatschappelijk thema’s zichtbaar konden maken. Hierdoor konde aandacht voor het thema worden gebundeld en ingezet in (tijdelijke) netwerken, die daarmeeaan de slag gaan. In het kader staat hoe we dit volgens ons projectvoorstel wilden vormgeven.

We starten met een klein netwerk van Nijmeegse ondernemers die zich aangetrokken voelen tothet thema “De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst”. Daarbij beginnen we met het netwerkdat CO in Nijmegen heeft […]; van daaruit kan het gesprek zich immers verder verspreiden. Hetstadsgesprek wordt gemarkeerd door een startbijeenkomst, vervolgbijeenkomsten en eeneindmanifestatie. In de startbijeenkomst wordt met de ondernemers verkend wat“maatschappelijke (aan)winst” voor hen betekent. Hoe geven ze het nu vorm, waar willen ze graagverder aan werken? Ieder kiest een invalshoek die leidend blijft bij het vervolg van hetstadsgesprek. Die invalshoek heeft bijvoorbeeld betrekking op ruimtegebruik, sociale inclusie,duurzame productie, afvalbeperking of onderwijs; in principe staat het iedereen vrij die invalshoekte kiezen, die de meeste energie geeft om mee verder te bouwen aan het thema. Het uitwaaierenvan het stadsgesprek en dus het leggen van de verbindingen in de stad gebeurt in de tijd tussen debijeenkomsten. Iedere ondernemer die meedoet aan het stadsgesprek gaat immers de uitdagingaan om het gesprek verder te brengen in het eigen netwerk. De CO-onderzoekers zelf gebruikenverschillende netwerkstrategieën om breed over het stadsgesprek te communiceren in Nijmegen.De bijeenkomsten worden gebruikt om uit te wisselen en elkaar te inspireren. Hier wordt ooktoegewerkt naar de eindmanifestatie, waarin de Nijmeegse ondernemers en de CO-onderzoekershun stedelijke vernieuwing aan een groter publiek laten zien.

Een viertal ondernemers had vooraf toegezegd mee te willen doen en na de start van het projectwerden nog meer ondernemers uitgenodigd voor een eerste kennismakingsbijeenkomst. Dat hebbenwe gedaan in persoonlijke gesprekken en per e-mail (dit laatste naar de ondernemers van een lijstvan een van ons, die met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen een onderzoek naar ‘socialentrepreneurship’ had gedaan; dit leverde geen reacties op).

Uiteindelijk beginnen we gewoon. Op een vrijdag in mei starten we het stadsgesprek door de stad inte gaan en binnen te stappen bij winkeliers die we kennen of naar wie we worden verwezen. Wevragen even aandacht, vertellen waar we mee bezig zijn, horen reacties die wonderwel allemaalenthousiast zijn en maken een afspraak voor een vervolggesprek. Gedurende de dag en bij elkeontmoeting gaat het gesprek verder. Af en toe vertellen we of stellen we een vraag over wat we

1 Deze methode is ontwikkeld door Anne-Marie Poorthuis, onderzoeker bij Campus Orleon en directeur van StichtingEigentijdse Verbindingen; zie http://eigentijdseverbindingen.nl/aspx/stadsgesprek.aspx.

Page 5: Stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst ˛ … · 2015. 6. 1. · 4 Proces Campus Orleon heeft in Nijmegen het stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke

5

eerder hebben gehoord. Zo ontspint zich in de loop van de dag een eerste kennismaking met hetthema “De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst”.De ondernemers, winkeliers en horecaondernemers, reageren verrassend enthousiast op hetcontact dat we maken. Ze gaan graag in gesprek. Ze vinden het onderwerp interessant en vindenhet fijn als we terugkomen. Of is dat hun vanzelfsprekende klantvriendelijkheid?Blijkbaar werkt het goed als we naar de ondernemers toekomen. Terplekke is er eigenlijk altijdruimte voor een gesprekje. We beseffen dat in onze uitnodiging om in gesprek te gaan over “Deondernemer als maatschappelijke (aan)winst” eigenlijk al een erkenning zit dat een ondernemerwat toevoegt aan de stad. We merken dat dit aanspreekt. Het maakt de ondernemer toegankelijken trots. Misschien komen we daarom ook zo gemakkelijk in gesprek. Op uitnodigingen voorbijeenkomsten reageren ze echter terughoudend en zeggen ze weinig tijd te hebben. Het pasteigenlijk nooit.Een concreet voorbeeld van de ondernemer als maatschappelijke aanwinst komt naar voren in eenstraat van Nijmegen met vooral nieuwe ondernemers, waar ze beseffen dat ze met elkaar de straatnieuw leven in (moeten) blazen. Daar is veel onderlinge afstemming. Ze bouwen aan hun eigen zaaken aan de straat.Hoe zit dat bij de andere ondernemers? Wat delen die met hun collega’s? We merken dat veelafstemming tussen ondernemers vooral gebeurt om zich te verhouden tot de gemeente en dat gaatveelal gepaard met boosheid. Ondernemers voelen zich niet erkend door de overheid en willen dieerkenning blijkbaar wel.In de manier waarop de ondernemers hun bedrijf aantrekkelijk maken voor publiek zit ook informatieover de maatschappelijke aanwinst. Woorden als ‘gezond’, ‘gezellig’, ‘hergebruik’ en ‘betaalbaar’appelleren aan wat maatschappelijk gewenst wordt, maar ook in het eigen enthousiasme en deeigen uitstraling van de ondernemer zit maatschappelijke winst.

Al snel werd het echter duidelijk dat het een probleem ging worden om ondernemers naarbijeenkomsten te krijgen. Het paste niet in hun agenda’s, ze waren naar eigen zeggen ‘niet zulkepraters’, of ze zagen bij nader inzien niet direct een nut voor hun onderneming (zie ook Resultaten).Om toch data te kunnen verzamelen voor het gezamenlijk vertelde verhaal “De ondernemer alsmaatschappelijke (aan)winst”, hebben we daarom besloten de ondernemers niet uit te nodigen voordoor ons georganiseerde bijeenkomsten, maar om

1. naar bijeenkomsten te gaan waar zij ook naartoe gingen en daar gesprekken aan te knopen;2. hen een-op-een te interviewen op hun eigen werkplek.

Chronologisch gezien zag het proces er zo uit:

- 23 mei zijn we in de Nijmeegse binnenstad in gesprek gegaan met ondernemers in retail enhoreca (zie hierboven).

- 3 juni waren we bij een bijeenkomst van het Huis voor de Binnenstad, waar het rapport‘Winkelgebied van de toekomst’ van Platform31 werd gepresenteerd.

- 23 juni waren we op bezoek bij brouwerij Oersoep.- 1 september gingen we naar het netwerkfestival ‘Majeure opgaven in mobiliteit’,

georganiseerd door de Provincie Gelderland met als doel ambtenaren en ondernemers teverbinden.

Page 6: Stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst ˛ … · 2015. 6. 1. · 4 Proces Campus Orleon heeft in Nijmegen het stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke

6

- 5 september waren we bij de borrel van het Nijmeegs ondernemerscafé, een informeelondernemersnetwerk.

- 21 november hadden we een bijdrage aan de werkconferentie ‘De ondernemer alsmaatschappelijke (aan)winst’, georganiseerd door stichting Eigentijdse Verbindingen.Hierbij vertegenwoordigden we het perspectief van het stadsgesprek als invulling van hetmotto ‘Kennis ligt op straat’.

- 2 december waren we bij de opening van het groene warenhuis Van Nature.- tussentijds zijn met ondernemers, die wegens hun agenda niet in de gelegenheid waren om

aan bijeenkomsten deel te nemen, individuele gesprekken gevoerd op locatie of telefonisch.

In totaal hebben we met 20 ondernemers uit Nijmegen gesproken. Onderstaande tabel laat deverdeling over hun terreinen zien:

Secundaire sector 1Tertiaire sector Horeca 1

Retail non food 6Retail food 2Zakelijke dienstverlening 3Recreatie 2Culturele sector 2Groothandel non food 1Dienstverlening aan consumenten 1

Quartaire sector Maatschappelijke dienstverlening 1Totaal 20

In het volgende hoofdstuk presenteren we de resultaten van ons narratief onderzoek enzwermonderzoek. Daarin komen onder andere ook aspecten aan de orde die ons hebben doenbesluiten om van ons oorspronkelijke ontwerp af te stappen en nieuwe acties te ondernemen.

Page 7: Stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst ˛ … · 2015. 6. 1. · 4 Proces Campus Orleon heeft in Nijmegen het stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke

7

Resultaten

Voordat we overgaan tot het weergeven van de resultaten van ons onderzoek, staan we kort stil bijde door ons gevolgde onderzoeksmethoden. In de kaders staat een korte, algemene uitleg overnarratief en zwermonderzoek.

Narratief onderzoekVerhalen geven ons inzicht in hoe mensen tegen hun wereld aankijken, hoe ze die waarderen enwelke rol zijzelf en andere elementen (mensen, instituten, dingen) hierin spelen. Narratiefonderzoek gebruikt deze verhalen als bron voor een gezamenlijk verteld verhaal, een verhaal dat eencollectieve logica kent, dat wil zeggen: een logica die het individuele niveau ontstijgt enkenmerkend is voor een groep die haar deelt. Dit verhaal blijft zo dicht als mogelijk bij de eigenbewoordingen van de vertellers, zodat zij hun eigen standpunten herkennen in het verhaal, maar ookkennismaken met de standpunten van anderen.

ZwermonderzoekIn een zwermonderzoek verzamelen diverse onderzoekers vanuit hun eigen onderzoeksvraag datatijdens een event (in situ). Ze verwerken deze data in een essay, waarin ze ook theoretischeconcepten en observaties (van andere events, uit de media, et cetera) kunnen gebruiken. Zoplaatsen ze het event in een bredere maatschappelijke en wetenschappelijke context.

Voor stadsgesprek “De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst” hebben we data verzameld indiverse door ons en andere georganiseerde events en in interviews (zie Proces). Deze hebben wevervolgens geclusterd in een viertal thema’s: relatie tot je publiek, samenwerken, leren, enmaatschappelijke winst.

Hieronder wordt het gezamenlijk vertelde verhaal van de ondernemers weergegeven.2 Dit verhaalwordt in rode kadertjes aangevuld met concepten en observaties uit het zwermonderzoek.

Relatie tot je publiekDe binnenstad loopt leeg. Je ziet het gewoon gebeuren. Hetpubliek blijft weg. Maar tegelijkertijd zie je ook dat het publiekde ondernemer kan steunen, bijvoorbeeld met crowd funding. Jekunt de gunfactor, dus het idee van ‘support your local hero’,heel goed met bijvoorbeeld social media in stand houden.Ondernemers kunnen ook de ogen en oren van de lokalesamenleving zijn en binnen hun eigen publiek een sociale rolspelen. Hun locatie – winkel of horeca – wordt dan gebruikt alssociale plek, waar mensen elkaar ontmoeten en het laatstenieuws uitwisselen. Dat is dan ook waar ze de meeste zorg aanbesteden.

2 Voor narratief onderzoek kunnen gesprekken worden opgenomen en verbatim uitgewerkt. Daar hebben we in dit gevalniet voor gekozen: het project was te klein voor een dergelijk arbeidsintensief onderzoek (richtlijn is: 1 respondent = 1dag werk excl. transcriptie) en de gespreksomstandigheden waren daarvoor niet altijd ideaal.

Leegloop wordt ook als trendgesignaleerd in Van Aarle et al.(2014).

In een onderzoek naar de Bredasewijken Tuinzigt en Haagpoort(Basten, 2010a en 2010b) blekende lokale ondernemers de spin inhet web van burenhulp.

Page 8: Stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst ˛ … · 2015. 6. 1. · 4 Proces Campus Orleon heeft in Nijmegen het stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke

8

Ondernemers bieden een service aan hun publiek, doordat ze iets toevoegen aan de stad wat er nogniet, of niet meer is. Daardoor zorgen ze ook voor levendigheid op straat, mensen komen naar hentoe om te halen wat ze nodig hebben. Ondernemers moeten trouwens gaan kiezen. Ze kunnen nietmeer een voor het publiek te onduidelijk of te gedifferentieerd aanbod meer hebben. Herkenbaarheidis heel belangrijk. Sommige ondernemers zijn zelf heel herkenbaar. Je ziet vaak meteen in eenwinkel of café of iemand de ondernemer is, of een werknemer is. De ondernemer heeft altijd iets tedoen en zit nooit stil, de werknemer komt pas in actie als er een klant binnenkomt. Je ziet datondernemers met een voor het publiek herkenbare historie, bijvoorbeeld familiebedrijven, deel gaan

uitmaken van de lokale geschiedenis. Zij vormen ijkpunten, zedragen bij aan de identiteit van een plaats en historisch besef.Daarnaast heb je ook ondernemers die bijdragen aan deuitstraling van een stad, zonder dat ze per se zichzelf daarbijzichtbaar maken. Die zijn achter de schermen actief, niet perse ‘het gezicht van’. Ze zorgen ervoor dat de ICT goed werkt, ofde boekhouding. Niet iedereen hoeft even zichtbaar te zijn, opde voorgrond te treden.Ondernemers voegen dus altijd maatschappelijke waarde toe,waarde voor de maatschappij. Tegelijkertijd merk je datondernemers heel verschillend worden gelabeld. Voor de eenben je een held, een soort Messias, zo iemand als RichardBranson of zo; maar voor de ander ben je een anti-held, eenduivel die meewerkt aan een slecht systeem, en dat kantrouwens die zelfde Richard Branson zijn. Terwijl je eigenlijkalleen doet wat je het liefste doet. Je hebt letterlijk hart voorde zaak. Het is je lust en je leven.

Je hebt natuurlijk de kleinere ondernemers en die profiteren van de spin-off van de aanwezigheidvan grote ondernemingen: hun werknemers, en dat zijn er veel, maken gebruik van de stad alslocatie om te wonen, te werken en te winkelen of te recreëren. Zij creëren publiek. Andereondernemers vinden hun publiek ook buiten Nijmegen, overal in het land of zelfs over de hele wereld.

SamenwerkenSamen staan ondernemers sterk. Ze kunnen bijvoorbeeld samenwerken vanuit hun productgeredeneerd, zodat ze zich zowel binnen als buiten Nijmegen profileren als ‘the place to be’ vooreen bijzonder soort product, bijvoorbeeld speciaalbieren. Wat je vaker ziet is dat ze samenwerkenvanuit hun locatie en zorgen voor een aantrekkelijke straat. Maar hoewel ondernemers hetbelangrijk vinden om samen aan de identiteit van hun straat te werken, blijkt het moeilijk om eenverband te realiseren. Er is sprake van eilandgedreven ondernemerschap en niet veel ondernemerskomen daadwerkelijk naar vergaderingen. Het tijdsbeslag voor puur de core business is al meer daneen gemiddeld mens werkt. Aan de randen van de eigen zaak meewerken aan een groter geheel isbijna niet meer menselijk, want je bent al voor 150% in beslag genomen. Verbinding gaat dus tenkoste van je eigen bedrijf. Daar komt bij, iedereen wil wel samenwerken, maar niet zijn identiteitopgeven. Misschien is ‘de binnenstad’ als gebied voor de ondernemer te groot en te diffuus; destraat is schaalbaar als directe omgeving.

Graffiti in Nijmegen

Page 9: Stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst ˛ … · 2015. 6. 1. · 4 Proces Campus Orleon heeft in Nijmegen het stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke

9

‘Nijmegen’ als trekpleister is nog niet echt gelukt. Zo te zienzijn er niet echt keuzes gemaakt. Toch moet je ‘Nijmegen’ alsproduct gezamenlijk aanpakken. Er is een professionele schilnodig die dat faciliteert, een procesbegeleider die despecialisten – de ondernemers – verbindt met de overheid,want tussen hen is een taalverschil. Het zijn verschillendewerelden. Maar als je als adviseur of subsidieverstrekker hetverband tussen ondernemers organiseert, dan raak je te ver afvan wat de ondernemer wil en creëer je geen houdbaar verband.In Nijmegen is er een Huis voor de Binnenstad dat deondernemers probeert te verbinden door informatie te delen. Jemerkt dan dat je die informatie echt thuis moet brengen en nietzomaar alleen op een website moet zetten, want daar kijken zeniet naar. En dan nog: alles is er aan theorie en informatie, jedoet een experiment, maar om van pilot naar iets blijvends tekomen, blijft trekken. Vanaf ‘hoe nu verder?’ komt er niemandmeer.Wat ook meespeelt is dat naarmate er meer ketens komen, ermeer bedrijfsleiders dan ondernemers zijn en die gaan meestal

na sluitingstijd naar huis, wat het samen organiseren van events of besturen van deondernemersvereniging moeilijk maakt.Relaties tussen ondernemers, bewoners en gemeente kunnen beter vanuit het gedeelde belang van‘de levendige stad’ opgebouwd worden, nu staan ze wel eens tegenover elkaar vanuit eigenbelang.En er zit soms een spanning tussen de politieke voorkeur van een ondernemer en dienscommerciële ambities en/of de commerciële ambities van de ondernemers uit eensamenwerkingsverband. Maar door steeds het gezamenlijke belang van de stad te benadrukken,zijn er steeds minder conflicterende belangen.Het is belangrijk voor lokale ondernemers om een inbedding in het netwerk van de stad te hebben,een netwerk van collega-ondernemers, ambtenaren, professionals, toeleveranciers, opdrachtgevers,et cetera. Zo draag je ook zorg voor je eigen afzetmarkt. Op meer informeel niveau zie je datsamenwerking in zaken doen, dus elkaars producten of diensten afnemen, heel snel kan, maar danmoet meteen duidelijk zijn wat iedereen eraan heeft. Je moet echt een goede elevator pitchhebben, die is daarin belangrijk. Als niet meteen duidelijk is wat een ondernemer aan je heeft, vindthij je niet meer interessant als gesprekspartner over ondernemen. Wel als persoon misschien, maardan hoeft het wat de ondernemer betreft niet over ondernemen te gaan. Voor de meesteondernemers gaat samenwerking echt alleen over gedeelde economische belangen.Bij het Honig complex gaat samenwerken gemakkelijk. De samenwerking is er open enongedwongen. Iedereen is bezig met opzetten van het eigen bedrijf, maar je vindt elkaarvanzelfsprekend. Het bruist. Er komt nog veel bij: ambachtelijke bedrijven, horeca, onderwijs,media, in totaal straks 40 ondernemers. En er is een grote loods, die als smeltkroes moet gaanfungeren, waar 200 man in kunnen. Allemaal herkenbaar en naar buiten toe gericht. De ondernemerswillen er allemaal wat van maken op deze plek.

Citybranding was jarenlang in demode en professionelemarketingbureaus hebben daar veelgeld aan verdiend. Het denken enpraten over de stad uitbesteed. Hetis belangrijk dat ‘de stad’ datgesprek zelf gaat voeren, maar hoedat het beste kan, is nog ver vanduidelijk. Uit het coalitieakkoordblijkt dat de profilering vanNijmegen als historische enkennisstad al vastligt, maar dat degemeente dit in samenwerking wiluitbouwen: “Projecten enactiviteiten doen we in coproductiemet de stad. Zo wordt iedereen inde stad ambassadeur” (Nijmegen2014, p. 17).

Page 10: Stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst ˛ … · 2015. 6. 1. · 4 Proces Campus Orleon heeft in Nijmegen het stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke

10

Of de Honig en de binnenstad gaan samenwerken? Hetgemeentebeleid lijkt met name de positie van de binnenstad teverdedigen. De gemeente steekt veel geld in de binnenstad,omdat dat ten goede zou komen aan alle burgers. Maar dat isniet zo. De Lindenberg is bedoeld voor iedereen, maar als jegaat kijken wie er komt, dan zijn dat met name de mensen uitNijmegen Oost. Niet echt de meest armlastige wijk inNijmegen. De Lindenberg is het wijkcentrum van Nijmegen Oostgeworden en de wijkcentra buiten het centrum zijn gesloten. InDukenburg is er dus niets meer te doen. Hoe dit met deondernemers onderling gaat, is nog de vraag. Gaat hetHonigterrein bij de binnenstad horen? De afstand is behoorlijken er is voor wandelaars geen aantrekkelijke verbinding metonderweg winkels en horeca. Bovendien zijn er nog geenbushaltes vlakbij het terrein. Maar uiteindelijk bent je alsondernemer verantwoordelijk voor je eigen succes. De

gemeente kan wel helpen, maar je moet je eigen keuzen maken en navolgen.

LerenDe Honig als hotspot in wording kan voor Nijmegen een enorme opsteker worden. De industriëlelocatie aan het water betekent een fikse uitbreiding van het centrum, een alternatief voor demisschien wat saaie binnenstad, een mogelijkheid om jonge mensen aan te trekken en een plekwaar je heel aantrekkelijke happenings kunt organiseren. Eigenlijk moet het een nieuwstadscentrum worden. De huurprijs per meter maakt het interessant, het risico wordt verantwoord.Zo ontstaat ruimte voor ondernemerschap.Gaat de Honig met de binnenstad concurreren? De Binnenstad loopt terug. Het lijkt of alle winkelsalleen maar groter worden, er zijn weinig pandjes meer voor kleinere ondernemers, die juist de huurvan grote panden niet kunnen opbrengen. En de straathandel is zo goed als verdwenen. Er zijn veelketens. Die zijn wel in staat om de hoge huren te betalen die de vastgoedeigenaren, de baronnenmaar blijven vragen. Er is een oligopolie. Kleine, lokale ondernemers kunnen de huur niet betalen enverdwijnen uit de binnenstad. Maar de trend is wel dat bezoekers van de binnenstad op zoek gaannaar een beleving, en dat vraagt om kleinere, meer intieme winkels.Het Honig complex biedt met zijn ruimte in vergunningen nieuwe kansen en dat is een gelegenheidom ervaringen op te doen en te leren. Bestaande ondernemers in de binnenstad ervaren beperkingendoor de regels en bepalingen, dus met het Honig complex kun je onderzoeken welke regels enafspraken je eigenlijk nodig hebt. Je moet dan wel daarna wat je geleerd hebt uitrollen naar debinnenstad voor een synergie tussen binnenstad en Honig complex. Doe je dat niet, dan wordt deinvestering minder urgent. Een ander voorbeeld: tussen retail en horeca ligt een spanningsveld.Retailers willen drankjes aanbieden en dat wordt getolereerd, horeca wil non-food aanbieden en datmag niet. Je kunt ze heel strak afkaderen, zodat iedereen meteen in de ankers gaat, maar je kuntdat ook opengooien om te kijken welke nieuwe kansen er ontstaan.Ondernemers doen er goed aan om de kunst van elkaar af te kijken. Bijvoorbeeld Primark: hoecreëren zij een markt zonder marketingbudget, en wat betekent dat voor ons? Het is net eensneeuwbal die is gaan rollen en niet meer stopt. Hoe gaan wij daarmee om?

Nijmegen heeft een WethouderBinnenstad om een “zorgvuldigeintegrale aanpak” een “stevigeimpuls” te geven, waarin ook eenproactieve rol is voor het Huis voorde Binnenstad en de centrum-manager als het gaat om leegstand(Nijmegen 2014, p. 14). En ook:“We geven de binnenstad specialeaandacht in dit coalitieakkoord. Wegeven samen met bewoners,ondernemers, cultuurinstellingen,en anderen een stevige impuls aande huiskamer van Nijmegen”(Nijmegen 2014, p. 2).

Page 11: Stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst ˛ … · 2015. 6. 1. · 4 Proces Campus Orleon heeft in Nijmegen het stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke

11

Om dat samen leren en van elkaar leren te organiseren, moet je de goede vorm kiezen. Ondernemerswillen heel goed zijn in wat ze aanbieden aan producten of diensten en het leren ondernemen, nodigom te blijven doen wat ze willen doen, is eerder een noodzakelijk kwaad dan hun eerste passie. Deondernemer zelf wil het liefst ontzorgd worden van gedoe en regelgeving en gewoon lekker met zijncore business bezig zijn, maar er komen veel secundaire disciplines bij kijken. Extra activiteiten,bijvoorbeeld samenwerken en samen leren, vallen onder de laatste en kosten tijd. Wat hierbij komt,is dat niet alle ondernemers zichzelf als ondernemer zien. Ze beschouwen zichzelf eerder als zzp’ermet een specifieke specialisatie, die zij toevallig uitvoeren als ondernemer. Bovendien past nietelke vorm bij de persoonlijkheid van ondernemers. Praten voor groepen past niet altijd, ze vindensoms dat wat ze te zeggen hebben voor een ander waarschijnlijk niet interessant is.Bedrijfspresentaties lijken voor sommige ondernemers te veel op de kringgesprekken van vroeger,waar ze een hekel aan hebben. En ondernemers die met succes een nieuwe koers zijn gaan varen,worden er wel eens moe van om steeds aan andere ondernemers te komen vertellen hoe ze datgedaan hebben. Als het past binnen de eigen onderneming, is de ondernemer als docentvanzelfsprekender. Zo leiden ze ook de jongere generatie op, bijvoorbeeld in stages. Dat kost welweer tijd, ook door overleg met de school, maar dat hebben ze er wel voor over, vooral als het goedestagiaires zijn.Er valt ook in algemenere zin van ondernemers te leren. De samenleving kan van ondernemers lerendat je niet tot morgen moet uitstellen wat je vandaag kunt doen: ‘ik heb geen tijd’ bestaat niet, jemoet goed voorbereid zijn, veel onthouden, veel koeien bij de horens vatten en prioriteiten stellen.Met de kwaliteit van goed gemaakte en mooie producten laten ondernemers aan het publiek ziendat je als je iets meer investeert ook langer kunt genieten: technische kwaliteit – het gaat langermee – en esthetische kwaliteit – het blijft tijdloos mooi.

Maatschappelijke winstJe draagt als ondernemer natuurlijk bij door de kwaliteit van je producten, bijvoorbeeld met eengroen keurmerk, en met je kennis erover, je hebt hart voor je product, je staat ergens voor. Echteondernemers willen de beste zijn, het beste bieden.Ondernemers die inzetten op recycling (in- en verkoop) bieden kans op meerdere vormen van winst:zowel inkomsten uit de verkoop van producten als het tegengaan van verspilling.Als ondernemer draag je ook de zorg voor je werknemers, je wil een gezonde onderneming om hen indienst te kunnen houden. Ondernemers kunnen als werkgevers bijdragen aan een gezondesamenleving, maar ze kunnen ook zorgen voor maatschappelijke kosten als ze slecht zorgen voorhun werknemers. Goed werkgeverschap is maatschappelijke winst.Diversiteit is belangrijk, er moet een goede balans zijn tussen aanbieders van Einzelstücke enaanbieders van bulk, een goede mix in soorten aanbieders, variërend van een eigen, lokalewinkelketen en (inter)nationale winkelketens, en een brede variatie in aanbod, dus horeca, retail,cultuuraanbieders, misschien zelfs kleine, ambachtelijke maakindustrie. Ondernemers voegendiversiteit toe en dragen daarmee bij aan democratie, opgevat als georganiseerde pluriformiteit.

Page 12: Stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst ˛ … · 2015. 6. 1. · 4 Proces Campus Orleon heeft in Nijmegen het stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke

12

Conclusie en aanbevelingen

Op de voorgaande pagina’s hebben we het verhaal van de ondernemers herverteld en aangevuld metandere bronnen. Welke lessen kunnen we hier nu uit trekken voor enerzijds het stadsgesprek enanderzijds het thema daarvan? We sluiten deze rapportage af met het beantwoorden van dezevragen en een aantal aanbevelingen.

Het stadsgesprekWe hadden binnen de vooraf ontworpen opzet moeite met het op gang brengen van hetstadsgesprek. Misschien was onze uitnodiging niet aantrekkelijk genoeg of stappen ondernemersniet makkelijk uit hun eigen wereld. De notie van ‘eilandgedreven ondernemerschap’ en de straatals hoogst haalbare schaal suggereren dat het ondernemen een manier van leven is waar deondernemers volledig in opgaan, misschien wel door geleefd worden. Een stadsgesprek met nogmeer bijeenkomsten waar ze naartoe zouden moeten, is dan gemakkelijk te categoriseren alsrestpost, die als eerste uit de agenda verdwijnt. Informele bijeenkomsten, waar verder geeninhoudelijk programma bij is, maar waar ondernemers elkaar ontmoeten en zich in gesprekmogelijkheden voor zaken voordoen, zijn meer laagdrempelig en hebben daardoor meer kans opbezoekers.Toch waren ondernemers zeer bereid om met ons individueel in gesprek te gaan. Het kostte weinigmoeite om op bijeenkomsten contact te maken of om voor interviews af te spreken. Eenstadsgesprek dat naar de ondernemer toe gaat, heeft waarschijnlijk meer kans van slagen dan eenstadsgesprek waar de ondernemers naartoe moeten. Er is een besef dat samenwerking onderondernemers nodig is om tot een gezamenlijk product, een aantrekkelijke stad, te komen, en dat ditgezamenlijk product op haar beurt weer mogelijkheden biedt voor de ondernemers. Ondernemershebben veel kennis over zowel het ondernemerschap zelf als de lokale context, maar ze bundelendeze kennis nog nauwelijks. Ondernemers creëren als het ware een microkosmos waar zij zorg voordragen en waar ze anderen in uitnodigen. De wereld daarbuiten heeft hun belangstelling wanneerdaar gebeurtenissen plaatsvinden die van invloed zijn op die microkosmos. Voor het verbinden vanal die microkosmossen moet je niet bij een ondernemer zijn.

AANBEVELING: Er is een gezamenlijk besef dat ondernemers meebouwen aan de stad door er vanalles aan toe te voegen: levendigheid, diversiteit, service, et cetera. De keuzes die ondernemersmaken, zijn van grote invloed waar de stad haar aandacht op richt. De rijkdom die we in degesprekken verzameld hebben, laat zien dat een vervolg in deze door ons aangepaste vorm veel kanopleveren aan inzichten in en ideeën voor hoe de wens om van elkaar te leren, net als de wens omvan Nijmegen een mooi product te maken, het beste kan worden vormgegeven. De zorg voor hetmaken en verspreiden van het gezamenlijk vertelde verhaal moet niet bij de ondernemers liggen,maar moet ook niet uitbesteed worden aan partijen die dit verhaal meteen vertalen in (lees:reduceren tot) een krachtenveldanalyse, SWOT-analyse een of anderszins eenzijdig ‘dit-is-goed-en-dit-is-fout’ oordelend verhaal. Het is duidelijk dat concurrentie onderdeel van het ondernemerschapis, maar daarmee hoeft het niet het vertrekpunt te zijn; een verhaal op meso-niveau, datconcurrentie naast andere aspecten van het ondernemen laat zien, blijft belangrijk om demogelijkheden voor maatschappelijke winst vanuit die andere aspecten zichtbaar te maken. Weadviseren daarom een uitgebreider narratief onderzoek, waarin de rijkdom van ondernemendNijmegen kan verschijnen. Dat draagt immers bij tot die diversiteit die nodig is voor democratie of

Page 13: Stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst ˛ … · 2015. 6. 1. · 4 Proces Campus Orleon heeft in Nijmegen het stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke

13

georganiseerde pluriformiteit. En zo kan ook het eigene van Nijmegen, de couleur locale,onderscheidend blijven. Het stadsgesprek wordt zo een instrument voor city branding waar deondernemers zelf aan bijdragen.

Het thema “De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst”Het thema ‘Maatschappelijke winst’ uit het vorige hoofdstuk werd het kortst besproken; het kwamook het minst vaak expliciet aan de orde in de gesprekken. Toch is het moeilijk om je een stadzonder ondernemers voor te stellen. Over hun bijdrage is veel meer te vertellen, zoals ook uit derest van het verhaal blijkt. We denken dat “De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst” alsuitnodiging voor een gesprek te abstract of te meta was, of op de een of andere manier te linkswas vanwege het woord ‘maatschappelijk’, of ondernemers direct bescheiden maakte vanwegedatzelfde woord; de verwachting kan ontstaan dan je als ondernemer dan ook meteen de ‘idealemaatschappij’ brengt (dat beeld van die Messias) en dat is een last die geen enkel individu op zijnschouders kan nemen (in Basten (2014) wordt dit teruggebracht tot de meer haalbare mogelijkheidom aan de maatschappij van je eigen keuze te werken). Allerlei concretiseringen als ‘levendig’ en‘dienstverlenend’ waren gemakkelijkere thema’s om over uit te wisselen.

AANBEVELING: Een vervolg op het stadsgesprek kan zich beter op heel concrete thema’s richten,die ook nog eens de ondernemer aan zijn eigen plek verbinden. Dat betekent dat er duidelijkheidmoet zijn over thema en locatie, bijvoorbeeld zo:

LocatieThema

Bloemerstraat Honigterrein Binnenstad

LevendigheidDuurzaamheid

Het stadsgesprek als overkoepelend geheel brengt dan bijvoorbeeld samen: straatgesprek‘Bloemerstraat en levendigheid’, terreingesprek ‘Honigterrein en levendigheid’ en gebiedsgesprek‘binnenstad en levendigheid’. Op het niveau van straat en gebied zijn er diverse ondernemers die alvan nature een verbindende rol spelen. Het is daarom goed mogelijk om aan de ondernemers tevragen wat zij zelf belangrijk vinden en hen dan daar ook de uitnodiging voor te laten doen. Dat wasook het oorspronkelijke ontwerp van ons stadsgesprek. In een vervolg kan dat ontwerp (abstractthema voor de hele stad) beter opgesplitst worden in overzichtelijke deelgesprekken (concretethema’s voor kleinere gebieden). Het is te overwegen om hier ook andere belanghebbenden bij tebetrekken, zoals bewoners en bezoekers. Door veel thema’s en locaties bijeen te brengen, ontstaatalsnog “De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst”, editie Nijmegen.

Page 14: Stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst ˛ … · 2015. 6. 1. · 4 Proces Campus Orleon heeft in Nijmegen het stadsgesprek ˝De ondernemer als maatschappelijke

14

Geraadpleegde literatuur

Aarle, S. van, J. Bardoel, W. Blommensteijn, T. Heijmans, A. Raatgever, R. Romijn & J. Weltevreden(2014) Winkelgebied van de toekomst. Platform31 in opdracht van Detailhandel Nederlanden G32.

Basten, F.M.R.C. (2010a) Open deuren in Haagpoort. Eindrapport van een wijkonderzoek in opdrachtvan woningcorporatie WonenBreburg.

Basten, F.M.R.C. (2010a) Open deuren in Tuinzigt. Eindrapport van een wijkonderzoek in opdrachtvan woningcorporatie WonenBreburg.

Basten, F.M.R.C. (2014) De ondernemer als maatschappelijke (aan)winst. Blog naar aanleiding vanhet gelijknamige congres georganiseerd door Stichting Eigentijdse Verbindingen. (te vindenop http://campusorleon.nl/blog/de-ondernemer-als-maatschappelijke-aanwinst)

Nijmegen (2014) Coalitieakkoord 2014-2018. Samen voor Nijmegen: sociaal, duurzaam enondernemend. Nijmegen, mei 2014.