stad.gent€¦ · Web viewGEMEENTERAAD 24 SEPTEMBER 2018. De heer Daniël Termont,...
Transcript of stad.gent€¦ · Web viewGEMEENTERAAD 24 SEPTEMBER 2018. De heer Daniël Termont,...
GEMEENTERAAD 24 SEPTEMBER 2018
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dames en heren,
goedenavond. Hartelijk welkom. Ik open hierbij de gemeenteraad van
maandag 24 september 2018.
Dames en heren, we vangen aan met een in memoriam voor de heer
Raymond Otte.
Geachte collega’s, we hebben een tijd geleden helaas afscheid moeten
nemen van een gewezen schepen van de stad Gent. Op 28 juni overleed
de heer Raymond Otte. Hij werd negentig jaar. Door het zomerreces
kunnen we hem pas nu de eer betonen. Raymond Otte was afkomstig van
Zottegem en werkte bij de spoorwegpolitie in het Sint-
Pietersstation. Hij werd in 1970 voor de CVP verkozen als
gemeenteraadslid. In 1985, halfweg de legislatuur, volgde hij voor
drie jaar Maurits Kerckhove op als schepen van personeelszaken.
Raymond zal gemeenteraadslid blijven tot 1997. Ik heb zelf twintig
jaar met hem mogen samenwerken. Na zijn pensioen volgde hij zijn
dochter naar Zuid-Frankrijk, waar hij zeventien jaar heeft gewoond.
Maar volgens de vrienden uit zijn partij is zijn hart altijd in Gent
gebleven. Hij volgde elke dag het nieuws uit België in het algemeen
en de Gentse politiek in het bijzonder. En ik kan het u getuigen,
want hij nam regelmatig contact met mij op, om zijn mening te geven.
Regelmatig liet hij zijn stem horen om zijn visie en de feiten te
verwoorden, zowel bij de meerderheid als bij de oppositie. Toen zijn
dochter terugkeerde naar België, is Raymond haar opnieuw gevolgd en
koos hij voor een verblijf aan zee in Wenduine. Toen zijn
gezondheidstoestand het hem niet meer toeliet om samen met zijn
vrouw zelfstandig te wonen, koos hij opnieuw voor zijn Gent. Ze
verhuisden samen naar een serviceflat in Oostakker. Raymond bleef
volgens ingewijden tot kort voor zijn overlijden in contact met zijn
Gentse politieke generatiegenoten.
Ik stel voor, collega’s, om een moment van stilte in acht te nemen
om zowel Raymond te gedenken als zijn naasten en op die manier onze
blijk van medeleven aan hen aan te bieden.
Dank u wel, dames en heren.
Geachte collega’s, ik doe u melding van het feit dat mevrouw
Beatrice Zeltner op 4 juli 2018 de eed heeft afgelegd bij mij als
OCMW-raadslid en dit ter vervanging van het OCMW-raadslid mevrouw
Evita Willaert, die in bevallingsverlof gaat.
Mag ik uw akkoord vragen voor de indeling van de agenda tussen de A-
en de B-punten? Mevrouw Sleurs?
Mevrouw Elke Sleurs Ik zou enkel mevrouw Vercaemer willen
verontschuldigen wegens ziekte.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja. Dan nemen we daar akte van, dank u wel.
De adjunct algemeen directeur heeft een paar mededelingen.
Alstublieft.
De heer Danny Van Campenhout adjunct algemeen directeur. Ja dank u wel, mijnheer de burgemeester. Goedenavond, dames en heren.
Er wordt melding gemaakt van de beslissing van de gouverneur, die de
begrotingswijzigingen 1, gewone dienst, en 2, buitengewone dienst
van het dienstjaar 2018 van de politiezone in Gent, in het kader van
zijn federale toezicht heeft goedgekeurd.
En er is ook nog een tweede beslissing: op 4 juni 2018 heeft de
gouverneur de jaarrekening over het financiële boekjaar 2016 van het
Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van de stad Gent
goedgekeurd.
Tot zover de mededelingen, mijnheer de burgemeester.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel,
mijnheer de adjunct algemeen directeur.
2
Dan dames en heren, zijn er twee vragen voor hoogdringende punten.
Punt HD 1
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. 1 is de
statuutwijziging van de Waalse Krook. U weet dat dit hoogdringend op
de agenda gezet is, omdat de algemene vergadering reeds op 1 oktober
is.
Punt HD 2
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. En 2: de motie met betrekking tot het Sint-Pietersstation. Dat hebben we afgesproken
met de fractieleiders, rondgestuurd en het wordt dus nu aan de
agenda toegevoegd. Geen bezwaren? Niemand? Dan worden die twee
hoogdringende punten toegevoegd. Dank u wel.
B-punten
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan gaan we over tot de B-punten. Zoals gebruikelijk zal ik het nummer aflezen, niet
het volledige punt. Indien u ergens het woord over wenst,
onderbreekt u mij maar.
2. (goedgekeurd)
7.
8.
9.
10. (allemaal goedgekeurd)
11 en 12 (goedgekeurd)
13. (goedgekeurd)
15. (goedgekeurd)
18. (goedgekeurd)
3
19. (goedgekeurd)
24, 25 en 26 (goedgekeurd)
28. (voor 28 is er geen stemming nodig. Het is een rapportering,
neem daar akte van)
31.
32. (alle twee goedgekeurd)
34.
35.
36.
37.
38.
40. (al die punten vanuit het departement publieke ruimte worden
goedgekeurd, unaniem)
41. (de Startersfabriek; goedgekeurd)
43. (goedgekeurd)
Heeft meneer toestemming om te fotograferen? Hebt u toestemming om
te fotograferen? Neen hè? U hebt geen, hè? Ah, u hebt ze nu, allez.
Ge moet hier toestemming vragen om te fotograferen in de
gemeenteraad. Mocht u nieuw zijn, ik zou zeggen ja, maar allez.
U moet eerst een keer rond de blok lopen en dan moogt ge
fotograferen. Dat was in de jeugdbeweging ook zo. Gij kunt dat
getuigen, ik heb u nog rond de blok zien lopen. Juist, dat is iets
anders.
44. (we waren bij 44)
45. (goedgekeurd)
47. (goedgekeurd)
50. (goedgekeurd)
52.
54.
55.
56.
57. (al die punten zijn goedgekeurd)
58. Punt 58 wordt teruggetrokken, dames en heren. Dat is het sluiten
van de verkoopovereenkomst in de Wittemolenstraat. Dat punt wordt
teruggetrokken.
59.
61.
4
62.
63.
64.
65.
66.
68.
70. (allemaal goedgekeurd)
71.
72.
73. (allemaal goedgekeurd)
75.
76.
77.
78.
79.
81.
82.
83. (al die punten worden unaniem goedgekeurd)
85. (goedgekeurd)
92. (goedgekeurd)
94. (voor 94 moet er geen stemming zijn. Het is een kennisneming)
95. (goedgekeurd)
96. (goedgekeurd)
97. (voor 97 moet er geen stemming zijn. Het is een kennisneming)
98. (goedgekeurd)
99. (goedgekeurd)
100. (voor 100 moet er geen stemming zijn. Het is een kennisneming)
101.
102. (goedgekeurd)
105. (goedgekeurd)
106. (goedgekeurd)
107. (goedgekeurd)
108. (voor 108 moet er geen stemming zijn. Het is een kennisneming)
109.
116. (beide goedgekeurd, unaniem)
119.
120.
5
121.
122.
123.
Al die punten worden unaniem goedgekeurd, waarvoor dank.
Dan gaan we nu over tot de A-punten.
A-punten
Punt 1
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Er is rond het departement Financiën, de cel Bestuur en Consolidatie, de
budgetwijziging 2018, een erratum. Mijnheer de schepen, wenst u daar
eerst het woord over? Schepen Peeters?
De heer Christophe Peeters, schepen. Nee.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Nee? Zijn er
tussenkomsten daarvoor? Mevrouw Sleurs.
Mevrouw Elke Sleurs. Een stemming alstublieft.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Een stemming,
mevrouw? Ja. Gaan we over tot de stemming, dames en heren, van
punt 1.
(Stemming punt 1)
Punt 3
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan hebben we
punt 3, OCMW-toezicht, aanpassing van het meerjarenplan 2014 tot
2021 bij de budgetwijziging 2018. Een stemming mevrouw? Ja? U vraagt
ook de stemming? Ja? Verschillende collega’s vragen de stemming. We
stemmen over punt 3.
(Stemming punt 3)
6
Punt 4
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Nu, voor punt 4
moeten we geen stemming houden. Dat is een kennisneming. Maar vraagt
u een indicatieve stemming? Ja. Verschillende leden vragen een
indicatieve stemming. Dan stemmen we indicatief over punt 4, dames
en heren.
(Stemming punt 4)
Punt 5
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Hetzelfde geldt
voor punt 5, daar vraagt u ook een stemming. Zelfde stemming, dames
en heren, bij iedereen? Neen? Dan gaan we stemmen over punt 5. Een
indicatieve stemming over punt 5.
(Stemming punt 5)
Punt 6
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dat is ook punt 6. Gewoon een kennisneming. Vraagt u daar ook de stemming over? Ja? Dan
gaan we over tot indicatieve stemming van punt 6.
(Stemming punt 6)
Punt 14
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan zitten we aan punt 14. Dat is de AGB Kunsten en Design, de zakelijke werking. Dat
gaat over het retributiereglement voor diensten verstrekt door het
museum. Er is namens het college van burgemeester en schepenen een
wijziging in het retributiereglement voorgesteld. Dat is die IR13.
Als ge het toelaat, collega’s, ga ik eerst het woord aan de schepen
7
geven om die IR toe te lichten. Dan geef ik die graag het woord.
Alstublieft, mevrouw de schepen.
Mevrouw Annelies Storms, schepen. Ja, in de commissie Cultuur. Het gaat over de invoering van de museumpas, dus kort samengevat: je kan
een museumpas kopen voor 50 euro en als je recht hebt op
kansentarief via UiTPAS, Paspartoe en de andere systemen voor
10 euro. Dat betekent dat je eigenlijk met die pas in alle musea van
België die aangesloten zijn bij het systeem, gratis toegang kan
krijgen voor de vaste collectie tentoonstellingen. Voor de
tijdelijke tentoonstellingen kan er eventueel een toeslag worden
gevraagd.
Het principe van wat ik net gezegd heb, is nu vastgelegd in het
voorstel van amendement. Waarom is dat gewijzigd? Omdat er in de
commissie een opmerking was gekomen van ons gemeenteraadslid Bruno
Matthys. Daar stonden inderdaad zeer onduidelijke bepalingen in rond
verrekening van 60% met de cvba Museumpas, terwijl het gewoon in de
overeenkomst staat tussen Museumpas en de stad en de AGB’s. Dus dat
moet helemaal niet in een retributiereglement staan.
Dus de wijzigingen die ik nu heb voorgesteld, zijn eigenlijk
wijzigingen om het retributiereglement volledig in orde te stellen
en om op een duidelijke en transparante manier aan de burgers mee te
geven hoeveel zij moeten betalen voor de aanschaf van een museumpas
en ook dat zij eigenlijk vrijstelling krijgen van retributie als zij
effectief binnengaan. Dat is eigenlijk het juridisch correct zetten
van de afspraken met cvba die de museumpas uitgeeft. Dus ik vraag om
het amendement goed te keuren, mijnheer de burgemeester.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel,
mevrouw. De heer Goossens heeft het woord.
De heer Paul Goossens. Wij vragen alleen de gesplitste stemming,
mijnheer de burgemeester.
8
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Over het amendement en over het punt?
De heer Paul Goossens. Over beide, als dat kan.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja ja, absoluut.
Dat spreekt vanzelf. Mijnheer Matthys? U hebt daar niets aan toe te
voegen? De schepen heeft verwezen naar uw initiatief.
Dan goed, als er geen andere tussenkomsten zijn, gaan we eerst over
het amendement van de schepen stemmen. We stemmen dus nu over het
amendement van mevrouw Storms.
(Stemming amendement)
Dan stemmen we nu over het punt ten gronde, met het amendement.
Mijnheer Goossens, u wenst een stemming over welke splitsing?
De heer Paul Goossens. Ja, als dat kan over de drie artikels
gesplitst stemmen.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Over de drie
artikels gesplitst, ja. Dames en heren we stemmen dan over ... In
welk artikel is uw amendement, mevrouw? Mevrouw Storms?
Mevrouw Annelies Storms, schepen. In de verschillende artikels.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het loopt over
verschillende artikels, ja. Uw amendement is al aanvaard, dus we
stemmen over de artikels zoals geamendeerd.
We stemmen eerst over artikel 1.
(Stemming artikel 1)
Dan gaan we over tot de stemming van artikel 2.
(Stemming artikel 2)
Dan gaan we over tot de stemming van artikel 3.
9
(Stemming artikel 3)
Dus het volledige reglement is goedgekeurd. Moeten wij nu nog een
keer stemmen over het volledige reglement? Dat zou het best zijn hè?
Terwijl we toch bezig zijn. We gaan de stemmen over het volledige
reglement, zoals het nu ter tafel ligt.
(Stemming punt 14)
Punt 16
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan zitten we bij de Zakelijke Werking van AGB Erfgoed. Dat is punt 16. Dat gaat over
het retributiereglement voor diensten verstrekt door musea. Ook daar
is er een amendement van schepen Storms, IR12. Schepen, het gaat
over hetzelfde?
Mevrouw Annelies Storms, schepen. Inderdaad identiek, hetzelfde als bij de AGB Kunst en Design, mijnheer de burgemeester.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. U
vraagt een stemming, maar geen gesplitste stemming daar?
De heer Paul Goossens. Het is dezelfde stemming als daarnet.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja, voor iedereen? Is dat duidelijk voor de secretarie? Dezelfde stemming als daarnet
voor dit punt, zowel artikelsgewijze als over het geheel. Ja?
Wablief, mijnheer Bracke? Ja, ja, en ook het amendement. We beginnen
met het amendement. Dan stemmen we artikelsgewijze en dan stemmen we
over het geheel, met dezelfde stemminguitslag als daarvoor. Kan dat?
Ja dank u wel.
Punt 17
10
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan gaan we over naar punt 17, het IVA Historische Huizen Gent. Daar gaat het over
het Samenwerkingsovereenkomst voor het aanbieden van de museumpas in
de Sint-Pietersabdij. Niemand? Dat is dan goedgekeurd.
Punt 20
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan hebben we
punt 20. Dat is het addendum nr. 2 bij de samenwerkingsovereenkomst
met het EVA De Centrale vzw. Mijnheer Deckmyn?
De heer Johan Deckmyn. Voor de stemming.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. De stemming. We
stemmen over punt 20, dames en heren, over het addendum.
(Stemming punt 20)
Punt 23
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 23 van de
Dienst Burgerzaken. Het gaat hier over de verkiezingen. Het gaat
over het drukwerk dat besteld is door het Hoofdbureau van de
Verkiezingen Gent. Mevrouw Van Renterghem, stemt u tegen?
Mevrouw Sandra Van Renterghem. Nee, nee, ik wil gewoon even enkele vragen stellen aan mevrouw de schepen. We zijn maar een kleine drie
weken voor de verkiezingen. Wij weten natuurlijk dat de laatste twee
weken de verkiezingsbrieven moeten verstuurd worden. Wij krijgen ook
verschillende vragen van mensen. Wanneer komt de brief in de
brievenbus? Dat is de eerste vraag die we krijgen. En ook van: ja,
mensen vertrekken soms op verlof eind september, begin oktober. Ze
willen een volmacht geven, maar zij zijn natuurlijk niet in staat om
die verkiezingsbrief af te geven aan degene die eigenlijk de
volmacht zou moeten doen. Dus daar toch ook wel een paar vragen bij,
11
wat zij effectief moeten doen om dat in orde te brengen, zodanig dat
zij ook hun stem kunnen uitbrengen.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Schepen Bracke heeft het woord.
Mevrouw Sofie Bracke, schepen. Ja, mevrouw Van Renterghem, de
oproepingsbrieven worden deze week uitgestuurd, dus normaal gezien,
tegen volgend weekend zal iedereen die hebben. Er zijn inderdaad
heel veel vragen over volmachten. Daar staat ook heel veel
informatie over op de website. Reizen naar het buitenland, dan kan
je uiteraard wel een volmacht geven. Wat zo’n beetje een nieuw
gegeven is, is dat veel mensen op weekend gaan naar de Ardennen of
wat. In principe kunnen ze daar geen volmacht voor geven, maar al
die informatie gaan wij nog wat beter bekendmaken, begin volgende
week via een persbericht. Alle informatie staat ook op de website.
De oproepingsbrieven gaan dus in principe deze week de deur uit.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Volstaat dat,
mevrouw, dat antwoord? Dank u wel. U vraagt niet de stemming over
dit punt hè, veronderstel ik? Nee.
Punt 27
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 27 dan,
Juridische Dienst en Kennisbeheer, Gemeentelijke Administratieve
Sancties, Politieverordening en Algemeen Reglement betreffende
overtredingen op het stilstaan en het parkeren en de overtredingen
betreffende de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch
werkende toestellen. Niemand vraagt het woord? Goedgekeurd.
Punt 29
12
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Voor punt 29 is het een kennisneming. Dit is de deontologische commissie, het
huishoudelijk reglement.
Punt 30
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dames en heren,
misschien laat u mij toe om ook punt 30 op te roepen, de
deontologische commissie en het advies betreffende de
onderschrijving van de deontologische code.
Over die twee punten, dames en heren, is uitgebreid met de
fractieleiders van de zes verschillende fracties in onze
gemeenteraad van gedachten gewisseld. De conclusie van dit gesprek
was dat voor punt 29 de deontologische commissie uiteraard haar werk
moet kunnen doen, in afwachting van de installatie van de nieuwe
gemeenteraad, en dat we dan ook met deze gemeenteraad kennis zouden
nemen van het huishoudelijk reglement.
En wat betreft het advies van de deontologische commissie, u hebt
het allemaal gelezen, komt het er eigenlijk kort samengevat op neer
dat men zegt: jullie hebben in de gemeenteraad een deontologische
code goedgekeurd. Alle verkozen notarissen vallen daaronder, maar ge
hebt nooit de externen, die de gemeenteraad aangeduid heeft in de
verschillende instellingen, organisaties, intercommunaals en
dergelijke meer dit document laten ondertekenen, dus die mensen zijn
er niet door gebonden. Dit was naar aanleiding van een heel concreet
geval, waarbij een totaal externe een klacht neerlegde tegen een
externe die wij wel aangeduid hadden in een maatschappij. Naar
aanleiding daarvan zegt de deontologische commissie: “Wij kunnen
niet optreden, want de externen hebben dat die getekend.” Dat klopt,
omdat ook heel duidelijk in onze teksten stond dat dit bij
vernieuwing van het mandaat ging zijn dat men dat moest
ondertekenen. Daar was zeer duidelijk, daar waren de fractieleiders
het ook over eens, de intentie dat wel de externen ook onder de
bepalingen van die deontologische code zouden vallen. Maar aangezien
13
dit natuurlijk niemand ondertekend heeft van de externen, zij zelfs
niet geïnformeerd zijn, konden wij niet optreden, kan de
deontologische commissie, zal ik zeggen, niet optreden.
Dus er is afgesproken met de fractieleiders dat we als volgt te werk
zullen gaan: Zodra we weten wie de nieuwe fractieleiders zullen
zijn, na de verkiezing, zullen we aan de administratie vragen om die
mensen samen te brengen, hen daarover te informeren en de vraag te
stellen om alles in gereedheid te brengen om, zodra de gemeenteraad
geïnstalleerd is, over de werking van die deontologische code na te
denken, te spreken. Behoudt men de samenstelling van die commissie?
Dat zal bijvoorbeeld niet kunnen, want dan zitten er misschien leden
in die niet meer herverkozen zijn, enzovoorts. Dus men zal de
samenstelling van die deontologische code opnieuw moeten bekijken.
Alhoewel ik moet zeggen dat, qua collega’s vanuit de oppositie die
die getuigenis aflegden, met die vele onafhankelijke mensen die daar
in zitten, die commissie toch wel in waarde is gestegen. Dat is
bevestigd geweest door verschillende leden, althans één lid van de
fractieleiders die daar ook deel van uitmaakt.
Dus wij gaan moeten kijken, de nieuwe gemeenteraad: hoe gaan we die
deontologische code samenstellen? En dan ook kijken: wat gaan we
eigenlijk nu doen met de deontologische code voor externen? Gaan we
integraal aan de externen eerst voorleggen, vooraleer ze aangeduid
worden om een bepaald mandaat namens de stad op te nemen? Hoe gaat
dat gebeuren? Gaat daar een addendum van gemaakt moeten worden,
enzovoorts? Maar het zou onbillijk zijn dat wij nu, twee weken voor
de verkiezingen, met deze gemeenteraad als uittredende raad een
aantal dingen vastleggen voor de collega’s. Dat heeft ook geen
enkele zin. Dus de fractieleiders waren het unaniem eens om
eigenlijk te zeggen: oké, we nemen nu akte van dit advies van de
deontologische commissie, maar we houden het klaar en ik heb mij
geëngageerd om na de verkiezingen te kijken dat we tenminste, als de
fractieleiders zelf dan nog niet zouden gekend zijn, toch een paar
kopstukken te hebben van alle fracties die zo verkozen zijn in de
nieuwe gemeenteraad, alvast aan het werk te zetten om iets klaar te
hebben tegen januari. Want in januari zal de nieuwe gemeenteraad al
14
mensen moeten aanduiden, onmiddellijk. Zeker en vast wat notarissen,
maar ook wat externen, dat gebeurt ook al in de raad van januari.
Dus we gaan er snel mee moeten werken. Voilà.
Ik kijk een keer naar de fractieleiders of ik compleet ben geweest.
Heb ik alles gezegd wat gezegd moest zijn? Ja? Dat is het standpunt
van de fractieleiders dus. Ik stel voor dat wij nu samen kennisnemen
van het huishoudelijk reglement dat de deontologische commissie voor
zichzelf gemaakt heeft. Dank u wel. En dat we dan ook kennisnemen
van het advies van de deontologische commissie, samen met de
afspraken die ik daarnet heb uitgelegd. Oké? Dank u wel.
Punt 33
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan gaan we over naar punt 33, de Dienst Wegen, Bruggen en Waterlopen. Hier gaat het
over de definitieve vaststelling van de namen 'Luc Lemiengrepad' en
'Kattepad' voor twee fietspaden binnen het project Dampoort,
enzovoort. Mijnheer Deckmyn.
De heer Johan Deckmyn. Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Mijnheer de voorzitter, collega’s, Luc Lemiengre was de man die samen met
Marc Heughebaert het cordon sanitaire introduceerde in deze Gentse
gemeenteraad. Blijkbaar is men bij Groen nog altijd trots op de
antidemocratische pioniersrol die ze toen hebben vervuld. Ik vraag
mij trouwens af wat je allemaal moet doen om als gemeenteraadslid
achteraf een naam in een straat naar u vernoemd te krijgen.
Waarschijnlijk moet ge de partijen die in de meerderheid zijn, aan
uwen kant hebben, want anders zal er nooit een straatnaam naar
iemand van uw eigen partij vernoemd worden. Nu aan het Vlaams Belang
vragen om een straatnaam goed te keuren voor een persoon die zich
onder meer tot doel stelde om een partij uit te sluiten, dat gaat
ons een brug te ver. We gaan ons dus bij dit punt onthouden om aan
te geven dat we het betreuren dat sommige partijen nog altijd aan
uitsluitingspolitiek doen.
15
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Mijnheer Van
Braeckevelt.
De heer Bram Van Braeckevelt. Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Mijnheer de burgemeester, collega’s, collega Cetinkaya heeft Luc
Lemiengre goed gekend en heeft de vorige keer dat wij dit op de
gemeenteraad hebben gebracht, ook een tussenkomst gedaan die ik
nooit kan evenaren, wat Luc Lemiengre betreft. Dus ik zal ook niet
in herhaling vallen. Hij heeft dat fantastisch gebracht. Wat betreft
het cordon sanitaire: het is inderdaad waar. Wij zijn daar bijzonder
fier over, maar wat betreft de democratische waarden van onze stad
en van de democratische waarden van de werking van de gemeenteraad;
collega’s, ik denk dat wij daar straks nog op terugkomen. Ik ben
alvast fier dat wij dit kunnen goedkeuren. Het gaat over een
fietspad in een wijk waar Luc Lemiengre zestien jaar heeft gewoond.
Het is een eerbetoon dat hem siert en dat ook zeer treffend is.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Dan gaan we over tot de stemming van punt 33.
(Stemming punt 33)
Punt 39
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 39 is dan de naam van ‘Elsa Guyssenspad' voor een nieuw pad tussen de
Nieuwewandeling en de Pieter Colpaertsteeg. Alstublieft, collega.
Mijnheer Meersschaut.
De heer Guido Meersschaut. Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Het gaat hier natuurlijk over Katrien. Het Katrienspekkengebouw, dat we
goed gekend hebben. Ik vind dat meer of terecht dat zo’n pad haar
naam krijgt, maar het volgende wil ik daar wel eens bij zeggen.
Voordien heb ik aan de gemeenteraad eens gevraagd voor de vroegere
etablissementen een gedenkplaat. En ik dacht dat er voor Katrien een
uitzondering gemaakt werd en dat was toegezegd dat er een
16
gedenkplaat aan het huis ging geplaatst worden waar ze altijd haar
spekwinkel heeft gehouden. Mijn vraag is: gaat dat door? Want deze
morgen ben ik nog wezen kijken. Er hangt nog geen plakkaat aan,
natuurlijk hè. Maar ik denk, in zo’n geval, dat ze het meer of
verdient. Dank u.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Collega Meersschaut, ik moet eerlijk zeggen dat ik het mij niet herinner. Ik
zeg niet dat u ongelijk hebt, maar ik herinner het me niet. Maar ik
vind het geen slecht voorstel. We gaan eerst moeten kijken wie dat
de eigenaar is nu, van dat pand, om te kijken of we dat mogen doen.
We moeten eerst toestemming van den eigenaar hebben. Maar ik vind
dat geen slecht idee, want dat is toch eigenlijk een volksfiguur
geweest, de ‘Katrienspekken’, dat was ... Is dat waar, ja? Oké, ik
herinner het mij niet, maar ja, ik word ook een keer oud hè, dus het
wordt tijd dat ik op pensioen gaan. Maar ik vraag aan mijn
medewerkers om dat te noteren dat wij dat een keer kunnen nakijken,
wie dat daar eigenaar is en hoe of dat gaat. Maak daar werk van.
Dan, u vraagt niet de stemming daarover hè? Dus u bent het dus eens.
Punt 42
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 42 is Dienst Economie, de Stichting Sharing Cities Alliance en de toetreding in
de Stad Gent daarvoor. Geen bezwaren? U hebt bezwaar? De heer
Holemans heeft bezwaar. Dan krijgt hij het woord.
De heer Dirk Holemans. Dank u mij het woord te geven, mijnheer de burgemeester. Bezwaren, helemaal niet, maar ik denk dat als we zulke
belangrijke beslissingen nemen en als deze stad, relatief,
internationaal gezien een kleine stad, toetreedt tot een groot
netwerk van grote steden, dan mogen we daar toch nog even over
tussenkomen, denk ik. We weten allemaal dat Gent een bruisende stad
is, zowel wat betreft de klassieke economie als de start-ups, maar
er zijn ook heel wat burgers die initiatieven nemen, de zogenaamde
17
commons, en samen bouwen zij aan een nieuw stedelijk weefsel. Veel
van die initiatieven zijn onderdeel van de deeleconomie. De
deeleconomie; de positieve kant wordt ook terecht opgesomd in het
vertoog, maar we moeten ook niet naïef zijn, denk aan Airbnb of
Uber, daar zijn toch ook wel, zeker als het gaat over monopolies in
handen van Amerikaanse bedrijven, een aantal problemen mee
verbonden.
Nu, ik denk dat het daarom zeer goed is dat we toetreden tot het
netwerk, om te kijken wat de verschillende facetten in de
deeleconomie aan voordelen hebben. Ik denk dat het ook belangrijk is
dat we eigenlijk relatief snel een van de belangrijke aanbevelingen
uit het rapport van Michel Bauwens over het Commons Transitie Plan
hierbij uitvoeren. Namelijk één van de aanbevelingen was het creëren
van een multistedencoalitie voor het samenleggen van kennis en kunde
op het vlak van deze nieuwe economie. Eigenlijk moeten we niet ver
rondkijken. Eigenlijk bruist deze stad van voorbeelden die
internationaal gekend zijn. Ik ga er maar eentje noemen: autodelen.
Een aantal burgers in de stad hebben het autodeelplatform Partago
opgericht voor elektrische auto’s. Ondertussen zijn zij uitgenodigd
geweest in Barcelona om hun kennis daar te vertellen, zal het daar
ook worden overgenomen en maken zij er werk van. Een digitaal
platform dat in heel Europa zal worden gebruikt. Dus in die zin denk
ik: een zeer belangrijk initiatief, dat we ten volle steunen en dat
Gent enkel maar ten goede kan komen.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja, dank u wel. collega. We moeten zeggen, bedankt voor uw tussenkomst, want het is
inderdaad een zeer belangrijk punt. Wat zegt u? Ah, excuseer.
Ja, zegt u maar. Schepen De Clercq wil nog iets toevoegen. Nee, nee,
zegt u maar, alstublieft.
De heer Mathias De Clercq, schepen. Wel, het is inderdaad een zeer belangrijk punt, mijnheer de burgemeester. Ik ben blij te horen dat
elke fractie dit punt ook ondersteunt. We zijn op ontdekking gegaan
in New York en nu treden we toe tot een alliantie waar wereldsteden
inderdaad rond Sharing Cities actief zijn en inderdaad, u zegt
18
terecht: hiermee gaan we ook in op een van de aanbevelingen die
Michel Bauwens geformuleerd heeft in zijn rapport. Dus we kunnen dat
alleen maar toejuichen en ik denk dat het goed is voor de Gentse
economie om daar sterk en ambitieus op in te zetten. Mijnheer de
burgemeester, alstublieft.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel,
collega. Ik wou er gewoon aan toevoegen dat er inmiddels na het
rapport van Michel Bauwens al vier bijeenkomsten zijn geweest, waar
topmensen van onze administratie met een afvaardiging van de commons
meedoen. Er zijn daar meer dan honderd mensen bij betrokken. En nu
woensdagavond ga ik daar zelf naartoe, mag ik een keer gaan spreken.
Er is een nota op dit ogenblik, die zij gemaakt hebben, waarin een
aantal afspraken gemaakt zal worden. Kijken hoe de stad verder ook
met zijn administratie kan meedragen aan de verdere uitbouw van die
commons en dat zou moeten resulteren in een soort
afsprakenovereenkomst tussen ons stadsbestuur en die commons. Zowel
uiteraard vanuit de Dienst Economie wordt dat gevolgd, schepen De
Clercq volgt dat van dichtbij, maar ikzelf als burgemeester ook,
omdat ik dat ontzettend belangrijk vind voor de toekomst van onze
stad. We zijn daarin een van de voortrekkers. Michel Bauwens heeft
gezegd dat we dé Commons City van Europa zijn. Hij komt met
burgemeesters en schepenen-colleges van andere steden bij ons kijken
hoe we het doen. En we willen het nog beter doen, dus vandaar.
Dus uw opmerking is terecht. Dus u bent er niet tegen, u bent
ervoor, heb ik begrepen.
De heer Dirk Holemans. Nu wel.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Welaan, nu wel. Na onzen uitleg. We hebben u kunnen overtuigen. Dank u wel. Het punt is
goedgekeurd.
Punt 46
19
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 46 dan, gaat over het onderwijs. Daar is een subsidieovereenkomst voor Sport na
School in de bredeschoolwijken, de werkingsjaren 2018 en 2019.
Mevrouw De Bruycker.
Mevrouw Astrid De Bruycker. Dank u wel, mijnheer de voorzitter, mevrouw de schepen. Ik wil een heel korte tussenkomst doen, om dit
mooie initiatief in de kijker te zetten.
De mensen van Sportaround lieten de voorbije periode in onze stad
honderden kinderen sporten na school en dat op een erg toegankelijke
manier, omdat het op school plaatsvindt. Dat is een reden, maar ook
omwille van een heel laagdrempelige aanpak. Sportaround weet voor
dit aanbod ook een grote ploeg van jonge vrijwilligers te engageren,
wat toch ook niet onbelangrijk is. Die mensen engageren zich ook om
verschillende lessen daar te zijn, minimaal vijftien lessen. Ze
nemen dus op die manier voor toch vaak kwetsbare kinderen in onze
stad een groot engagement op zich.
Dat ze die doelgroep ook bereiken kunnen we lezen in de evaluatie.
Eén: de lessen vinden plaats in de bredeschoolwijken, maar twee,
blijkt ook uit de evaluatie dat ongeveer 40% tot 50% van de
inschrijvingen gebeurt met de UiTPAS met het kansentarief. Wij zijn
tevreden met onze fractie dat het ook kan verdergezet worden.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel, mevrouw de schepen, wenst u daar iets aan toe te voegen? Neen, het is een
positieve stemverklaring, dus ik denk dat we het punt unaniem kunnen
goedkeuren. Dank u wel.
Punt 48
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan hebben we punt 48. De samenwerkingsovereenkomst van de Dienst Wonen in het kader
van Rabot Knapt Op. Mevrouw De Bruycker, u wacht. De heer Holemans
20
heeft nummer 26 en mevrouw De Bruycker heeft 45. De heer Holemans is
eerst.
De heer Dirk Holemans. Dank u, mijnheer de burgemeester. Opnieuw
geen bezwaar, maar toch even wijzen op dit kleine project, maar toch
wel heel belangrijke project qua methodiek.
We weten allemaal dat alle steden gekenmerkt worden door woningnood.
Ook onze stad Gent. En om dat op te lossen, moeten we alles uit de
kast halen, alle verschillende initiatieven aan elkaar koppelen. Dit
initiatief richt zich op een bepaalde groep, de noodkopers, maar wat
daar belangrijk aan is en innovatief, is dat we opnieuw gebruikmaken
van een rollend fonds in plaats van een subsidieovereenkomst.
U weet allemaal: een subsidieovereenkomst kan goed zijn, maar dan
ben je als overheid het geld kwijt. Werk je met een rollend fonds,
dan creëer je eigenlijk een hefboomeffect. In die zin zetten we iets
in gang dat de komende jaren, jaar na jaar zijn impact zal hebben.
Dus met andere woorden: wat ons betreft mogen er meer van dergelijke
projecten komen in deze stad.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. U had nog het woord gevraagd? Mevrouw De Bruycker.
Mevrouw Astrid De Bruycker. Ja, een beetje een gelijkaardige
tussenkomst, die ook waarderend is.
We kennen dit systeem al van de voorganger Dampoort knapT OP! Het is
een systeem dat zich richt tot de noodkopers, mensen die er vaak
niet in slagen om een kwaliteitsvolle en betaalbare huurwoning te
vinden op de markt en dan een woning kopen die zich vaak in een
slechte staat bevindt, toch zeker voor een gezond en energiezuinig
gebruik.
Met dit project wordt er 30.000 euro aan renovatiebudget ter
beschikking gesteld voor die gezinnen. Op die manier krijgen zij de
21
mogelijkheid om hun woning te behouden, maar zeker ook te verbeteren
en energiezuiniger te maken.
Zeker voor deze doelgroep is dat van groot belang, omdat we weten
dat de bestaande premies om je huis energiezuiniger te maken, vaak
pas toegankelijk zijn nadat je die bedragen zelf hebt voorgeschoten.
Dat zorgt ervoor dat het voor mensen met weinig overschot, zeg maar,
vaak niet toegankelijk is.
Ook het feit dat het hier een rollend fonds betreft lijkt mij echt
een zeer goede keuze. Het is gemeenschapsgeld dat ook op termijn
terugkeert naar de gemeenschap, want wanneer die mensen hun woning
zouden verkopen, dan betalen zij de 30.000 euro aan
renovatiemiddelen terug.
Dit alles gebeurt onder begeleiding van de mensen van het CLT,
verbonden aan samenlevingsopbouw en ook dat lijkt ons een goede
samenwerking tussen in deze stad het OCMW, middenveldpartners en de
Gentenaars zelf.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Wenst de schepen daar nog iets over te zeggen? Ja, mijnheer Taeldeman.
De heer Sven Taeldeman, schepen. Wel, collega’s, ik denk inderdaad dat we hier opnieuw een stap vooruit zijn. Het renoveren van een
groot bestand aan oudere woningen in Gent, waar gelukkig veel mensen
kunnen aankopen, maar helaas niet in de mogelijkheid verkeren om die
ook te gaan renoveren, of minstens die basisrenovatie te kunnen doen
of van die woning ook een degelijke woning te maken, die bovendien
ook nog eens op een degelijke manier geïsoleerd is, zodat niet de
warmte inderdaad door de kieren naar buiten vliegt.
Dus inderdaad, wij komen die noodkopers tegemoet met een stevige
subsidie van 30.000 euro per woning, maar een die terugkeert naar de
stad bij verkoop en die dan opnieuw kan worden geïnvesteerd in
nieuwe renovaties van woningen voor een doelgroep die het inderdaad
anders niet kan trekken om die woning te gaan renoveren.
22
Na de 20 woningen van Dampoort knapT OP! zitten we nu met 5 woningen
in de Rabotwijk. Dat zijn nog relatief kleine aantallen. Het gaat nu
over 25 woningen.
Maar je merkt wel uit de eerste reacties dat het heel positieve
reacties zijn en hopen dat we inderdaad een rollend systeem kunnen
krijgen om een belangrijk bestand van onze woningen in Gent
gerenoveerd te krijgen en mensen op die manier ook op een degelijke
manier en een betaalbare manier gehuisvest te krijgen.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja, bedankt. Dus ik veronderstel dat we dat unaniem mogen goedkeuren? Dank u.
Punt 49
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan hebben we punt 49. Stedenbouwkundige verordening van de Stad Gent, Algemeen
Bouwreglement. Gaat uw gang. Mevrouw Sleurs vraagt de stemming. Gaan
we over tot de stemming van punt 49.
(Stemming punt 49)
Punt 51
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 51, Dienst
Stedenbouw en Ruimtelijke Planning. Hier gaat het om de
omgevingsvergunning voor het ontbossen van het terrein gelegen
tussen Halfweg Noord en de Noorderlaan. Dat gaat dus over de aanleg
van de recreatiezone van De Gantoise. Wie vraagt daar allemaal het
woord over? Ik denk dat mevrouw Versyp het eerst is. Mevrouw Versyp
heeft nummer 11. De heer Van Laecke heeft nummer 17. En wie nog? De
heer Robert. En de heer Robert heeft nummer 42. Goed, het woord is
aan mevrouw Versyp.
23
Mevrouw Wis Versyp. Dank u wel, burgemeester. Mijnheer de schepen, het dossier dat ons hier voorgelegd wordt, gaat inderdaad over de
zaak van de wegen, een weg tussen Halfweg en de Noorderlaan. Het is
een omgevingsaanvraag van de hockey- en de tennisclub De Gantoise.
Het dossier dat wij hier krijgen, dat wij voorgelegd krijgen,
spreekt nog altijd over ‘de ontbossing van het terrein’ en er is ook
wel sprake van een boscompensatievoorstel, dus eerst komt er dan
toch wel een eigenlijke ontbossing. Dus alvorens dat wij dat punt
hier moeten stemmen, zou het goed zijn dat we toch eigenlijk wat
meer duidelijkheid krijgen over dit dossier en heel goed weten wat
de stand van zaken is.
Want we weten allemaal dat tegen het ontbossen van dat stukje bos
daar, zo klein is het eigenlijk ook niet, heel veel reactie is
geweest. De buurtbewoners en de gebruikers van de volkstuin en ook
veel sympathisanten, die vinden allemaal dat het bos moet behouden
blijven en dat staat regelrecht tegenover de andere partij. Die
dreigt zelfs met een rechtszaak. De partij die ijvert voor het
behouden wil ook actievoeren. Die dreigt met een mensenketting. Dan
vindt de stad het eigenlijk wel nodig om daarin te bemiddelen, wat
eigenlijk wel heel juist is.
Begin september wordt er door het stadsbestuur in die zaak bemiddeld
of toch geprobeerd om te bemiddelen. Verschillende schepenen zijn
betrokken bij die bemiddeling en men komt eigenlijk tot een
oplossing, zo lees ik toch in de media. In plaats van 5 m bos
overhouden gaat men 5 m bos kappen. Dat is toch al een toegeven.
Maar het moet wel nog juridisch en stedenbouwkundig bekeken worden.
Blijkbaar lukt dat, want een week later lezen we goed nieuws: het
bos blijft behouden. Het voorgestelde compromis is aanvaard. Er zal
85% van het bos behouden blijven. Schepen Coddens, lees ik, beweert:
“Het bosje wordt uit de plannen gehaald.” Schepen Peeters beweert:
“Een stuk van het bos gaat uit de vergunning van De Gantoise” en de
stad heeft ook de ambitie om die groene buffer over te nemen en het
later onder de zorgen van de groendienst te zetten. De actiegroep
24
reageert daar positief op en annuleert zijn protestactie, annuleert
een mensenketting.
Maar kijk, nog geen week later gaat die actiegroep toch een
mensenketting organiseren, want zij voelt zich met een kluitje in
het riet gestuurd, zegt ze. De helft wordt maar behouden en de helft
wordt gekapt.
Kijk, over al die beslissingen die wij in de media moeten lezen
hebben, vinden wij in dit dossier, dat wij hier krijgen en
verondersteld worden goed te keuren, niets terug. Dus is mijn vraag:
wat is nu eigenlijk de stand van zaken?
Ik heb zo de indruk, als we dit dossier goedkeuren, dat dan die
ontbossing is goedgekeurd. U hebt wel eens gezegd op de commissie,
mijnheer de schepen: “Ja, maar u hebt het unaniem goedgekeurd.” Nee,
wij hebben de overdracht van de gronden goedgekeurd, maar wat er met
dat bosje aan de hand was, daar was in dat dossier geen sprake van.
Dus we mogen niet een tweede keer, net als die mensen van de
actiegroep, met een kluitje in het riet gestuurd worden. Dus ik
vraag eigenlijk een heel duidelijk antwoord, want ik heb daar ook
ergens gelezen: “Het zijn allemaal loze, zeer goed gemeende
beloften, maar van al die beloften is nog niets vastgelegd.”
Dus ik vraag u een zeer duidelijk antwoord: als wij dit goedkeuren,
keuren wij dan ja of neen de ontbossing goed?
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is aan de heer Van Laecke.
De heer Filip Van Laecke. Dank u wel, voorzitter. Ja, mijnheer de schepen, ik denk dat in dit dossier de meerderheid niet echt
uitblinkt in duidelijkheid. Het kernwoord in dit dossier lijkt mij
vooral te zijn ‘verwarring’. Als ik zie, en collega Versyp heeft dat
net allemaal gesitueerden geschetst, wat er de voorbije weken is
gebeurd.
25
Eerst is er onduidelijkheid. Er wordt dan met veel bravoure en
trommelroffel door een aantal schepenen aangekondigd: “We hebben een
akkoord!” Schepen Peeters sprak zelfs al van: “We gaan de plannen
maar een keer op elkaar leggen en dan gaan we wel zien of dat bos
kan gered worden.” Een paar dagen later komt er het collegebesluit.
Er volgt ook in het gemeenteraadsbesluit, dat we vandaag voorgelegd
krijgen, terug onduidelijkheid bij de mensen. Zij weten het niet
meer. Er is beloofd dat die 80% van het bos zou bewaard blijven.
Afijn, kort samengevat: waar het college al zes jaar mee uitpakt,
transparantie, participatie, inspraak en betrokkenheid, blijken nog
maar eens, het is wat symbolisch op het einde van deze legislatuur,
in de praktijk een dode letter te zijn.
Ik denk dat het belangrijk is, medeschepenen, dat u vandaag
duidelijkheid verschaft. Niet alleen naar ons, naar de gemeenteraad
en leden van de commissie Openbare Werken, maar ook naar de
bewoners. Want zij blijven op hun honger zitten. Zij krijgen de ene
dag het signaal wit te horen, de andere dag het signaal zwart en die
mensen weten ook niet meer wat er aan de hand is.
Ik verneem vandaag dat men eigenlijk zelf actie heeft ondernomen en
dat de bewoners in overleg zijn gegaan met de leden van De Gantoise,
de hockeyclub die daar komt en de tennisclub, om samen te kijken hoe
er oplossingen kunnen gevonden worden.
Eigenlijk zou dit de rol moeten zijn van de stad Gent, maar ik merk
dat u daar uw rol niet opneemt of er niet in slaagt om die rol op
een goede manier op te nemen. Dat de mensen aan hun lot worden
overgelaten en zelf initiatief moeten nemen om aan tafel te zitten
en een aantal voorstellen te doen.
Dat is trouwens ook vandaag of gisteren aan het college overgemaakt
bij schrijven door een aantal bewoners, waar een aantal
constructieve voorstellen wordt gedaan, waar men ook te kennen geeft
dat De Gantoise en de bewoners tot een vergelijk kunnen komen. Ik
26
vind het bijzonder merkwaardig dat het college uitblinkt in
onduidelijkheid, warm en koud tegelijk blaast. Ik had graag van u
vandaag een duidelijk antwoord gekregen. Niet alleen aan mezelf,
maar ook naar de bewoners toe, wat er nu van aan is van het behoud
van het bos.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is aan de heer Robert.
De heer Gert Robert. Ja, mijn excuses dat ik misschien wat in
herhaling zal vallen, mijnheer de schepen, maar in de commissie van
juni kwam ik al tussen voor het behoud van het Assels bos en toen
kreeg ik de aanwezige schepenen over me heen, in verband met de RUP
Halfweg, dat we samen in 2013 blijkbaar hadden goedgekeurd. We
hadden dat toen beslist en het zou zo worden uitgevoerd, dat vernam
ik in de commissie.
Ik was dan ook aangenaam verrast dat, misschien in de aanloop van de
verkiezingen, er toch nog eens werd geluisterd naar de buurt. Dat er
toch nog eens de moeite werd gedaan om outside the box te denken en
te zien hoe verschillende belangen konden worden verzoend. We lazen
het allemaal in de pers op 11 september. Schepen Coddens kondigde
een compromis aan, waarbij de brandweg in de buurt zal opgewaardeerd
worden en zo als toegangsweg zal kunnen gebruikt worden.
Ook al kon toen niet worden gegarandeerd dat geen enkele boom zou
worden gekapt, toch was iedereen tevreden met dit compromis. Vandaag
lezen we in de tekst die voorligt: “Er wordt momenteel onderzocht of
dit tracé gelijk kan lopen met de locatie van de brandweerweg aan de
oostzijde van de site.” Vergeleken met de belofte van de schepenen
op 11 september, lijkt dit toch eerder een voorwaardelijke
formulering en daarnaast vernemen we van de buurtbewoners, zoals we
al gehoord hebben, dat het behoud van 80% van het bos werd beloofd,
terwijl dat nu in werkelijkheid slechts 50% zou zijn.
De actiegroep die toen het aangekondigde compromis van schepen
Coddens kon smaken, voelt zich nog met een kluitje in het riet
27
gestuurd. Vandaar mijn vraag, mijnheer de schepen, en de vraag van
mijn collega’s: wat moeten we denken van de voorwaardelijke
formulering wat betreft de toegangsweg? En wat wordt het nu? 80% of
50% behoud van het Assels bos?
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Geen andere
tussenkomsten? Het woord is aan schepen Taeldeman.
De heer Sven Taeldeman, schepen. Collega’s, zoals we daar
ondertussen ook al een keer naar verwezen hebben, in inderdaad een
gemeenteraadcommissie, mijnheer Robert, op basis van uw vraag in
juni, wil ik toch nog even terugverwijzen naar het RUP Halfweg, waar
we toch wel aangegeven hebben dat daar gekozen is voor een visie
waarbij we ten noorden van de Drongensesteenweg een heel groot
natuurgebied hebben. Ten zuiden van de watersportbaan hebben we een
recreatiegebied. Wel, de bedoeling is dat het gebied daartussen een
overgangszone is tussen enerzijds natuur en anderzijds recreatie,
natuur in het noorden, recreatie in het zuiden.
Binnenin dat tussenliggende gebied, tussen de Drongensesteenweg en
de Noorderlaan, is er in het kader van RUP Halfweg, gekozen voor een
herclustering van de natuurlijke waardevolle bosgebieden en
parkgebieden en natuurgebieden, naar een 6 ha bospark. Dat is in
vergelijking met wat er tot enkele maanden geleden was, namelijk
4 ha, dus een enorme toename die daar gerealiseerd wordt. En het is
ook een aaneengesloten groengebied dat daar gerealiseerd wordt.
Trouwens, een deel van dat bospark wordt momenteel gerealiseerd en
binnenkort is er ook een enorme aanplant voorzien.
In dat voorstel van dat RUP zat ook een boscompensatieregeling al
vervat, waarin inderdaad voor hetgeen bij de realisatie van het
recreatiegedeelte tegen de Noorderlaan, waar De Gantoise inderdaad
padel- en tennisvelden zou gaan realiseren, was voorzien voor de kap
van dat bos, dat, als je het ruimtelijk gaat bekijken, eigenlijk
twee delen bevat. Enerzijds een lichter wilgenbos, als ik het zo mag
noemen, en anderzijds een heel dense, dicht, hoogstammig, waardevol
28
bosgebied, dat eigenlijk rond die grachtzone ligt, tussen enerzijds
de volkstuinen en anderzijds het terrein waar De Gantoise zou komen.
Voor de kap van dat bos, om die recreatie te kunnen gaan realiseren,
is er een 200% compensatieregeling voorzien, die dus voorzien is in
die 6 ha aaneengesloten natuurgebied. Dat is ook met een akkoord van
ANB zo meegenomen in het ruimtelijk uitvoeringsplan Halfweg, waar ik
inderdaad in juni naar verwezen heb, dat we dat in 2013 unaniem
hebben goedgekeurd. Dus wat er wettelijk moet worden voorzien, was
toen al geregeld.
Ondertussen zijn we in 2018 en is er een omgevingsvergunningaanvraag
door La Gantoise. We zijn toch nog gaan kijken; in het kader van die
omgevingsvergunningaanvraag zat er bijvoorbeeld tussen Halfweg, het
straatje waar de volkstuinen op aansluiten, waar nog een aantal
woningen liggen, en Noorderlaan, een indicatieve verbinding
aangeduid in het ruimtelijk uitvoeringsplan voor Halfweg. Een
indicatieve verbindingsweg; allez verbindingsweg, een lokale
ontsluitingsweg, wetende dat eigenlijk ook vanuit Vlaanderen inzake
wegencategorisering, nu de aansluiting is voorzien op de
Drongensesteenweg, een aansluiting van een dergelijke heel lokale
weg – we noemen dat in technische termen een lokale weg type 3 op
een primaire weg type 2 – eigenlijk niet echt aangewezen is. En er
is bij voorkeur een directe aansluiting op de Noorderlaan, wat
eerder een wijkontsluitingsweg of een ontsluitingsweg van dat gebied
rond de watersportbaan is. Dus bij voorkeur om
verkeersveiligheidsredenen en de capaciteit van de Drongensesteenweg
aansluiten richting Noorderlaan, dat stond in het RUP aangeduid met
een indicatieve pijl.
Dan is het natuurlijk, in het kader van de
omgevingsvergunningaanvraag, te kijken: waar ga je die verbindingen
leggen? Legt ge die in het midden? Legt ge die links, of westelijk
gezien dan, richting volkstuin? Of kan je die op een andere manier
gaan realiseren rond dat gebied?
29
Wel, we hebben inderdaad, naar aanleiding van de
omgevingsvergunningsaanvraag gekeken: kunnen wij toch niet zoveel
als mogelijk van het hoogstammige, waardevolle bos, dat zich tussen
de grachtzone aan de volkstuin en de spoorzone die er zal gecreëerd
worden, bevindt, gaan vrijwaren? In de omgevingsvergunningsaanvraag
zat een ontsluitingsweg opgenomen, maar net door heel dat
waardevolle hoogstammige bosje, het omstreden bos, het veelbesproken
bos tussen de gracht en de sportterreinen, waardoor eigenlijk het
merendeel van het bos quasi volledig zou moeten sneuvelen. Dan zou
er eigenlijk nog, bij wijze van spreken, een rij bomen, een bosje
overblijven, maar dit was echt minimaal.
We zijn dan inderdaad gaan zoeken met de diensten: kunnen we niet
meer bos gaan overeind houden? We hebben dat bekeken, ook in overleg
inderdaad met de bezwaarindieners en ook in overleg met De Gantoise.
We zijn tot een compromis gekomen, waarbij we maximaal het
bestaande, hoogstammige, waardevolle bos kunnen gaan vrijwaren. De
boomsoort ontgaat mij, maar het is een stevige boomsoort met een
donker blad.
Ik ben trouwens op het bezoek met mijn collega Peeters en met mijn
collega Coddens inderdaad – hoe zou ik nu onze lijsttrekker kunnen
vergeten? – ter plekke geweest en daar hebben we ook aan de mensen
getoond wat dat net betekent. Je hebt er twee soorten bos. Die
donkere, hoogstammige, waardevolle bomencluster, zeg maar een bosje.
En anderzijds die lichtere textuur, bijna op sommige plaatsen noemde
collega Peeters het “een doorkijkbos”, eigenlijk een wilgenbos. Daar
is ook van gezegd: “Kijk, dat wilgenbos zal grotendeels moeten
gekapt worden.” Omgekeerd, het hoogstammige, waardevolle bos zal
grotendeels kunnen gevrijwaard worden.
Dus waar zat nu de oplossing in? Door de ontsluitingsweg, die van
halfweg maar Noorderlaan zou moeten komen, niet door dat bos te
leggen, maar naar de oostkant te verschuiven van het sportterrein,
waar eigenlijk nu al een halfverhard pad op het einde van het wegje
Halfweg naar de Noorderlaan gaat. Om daar eigenlijk, waar in het
plan van De Gantoise een brandwegontsluiting was voorzien, ook een
30
aansluiting van de parking, die verharding meteen ook te gebruiken
als lokale ontsluitingsweg. U weet net als ik dat dit een lokale
ontsluitingsweg is, die we daar nodig hebben. Dat is geen brede
secundaire weg, met twee keer rijvakken en fietspaden en voetpaden
en zo meer. We hebben gezocht om daar naar een minimaal wegprofiel
te gaan voor een heel lokale ontsluiting van volkstuin, van de
sportterreinen van De Gantoise en uiteraard ook van de woningen die
gelegen zijn langs halfweg.
Dus op die manier, door het bundelen op één locatie, in plaats van
twee verhardingen en twee wegen te gaan voorzien, een ten oosten en
een ten westen, zijn we gekomen tot de optimale inrichting waar
zoveel als mogelijk van het grotere, hoogstammige, waardevolle bos
in de omgeving van de gracht, ten aanzien van die volkstuinen kan
gevrijwaard worden. Dat betekent niet dat er geen enkele boom zal
gekapt worden, maar de kern van het hoogstammige bos zou kunnen
gevrijwaard worden.
We moeten inderdaad nog kijken wat nu de precieze modaliteiten zijn
van die weg, hoe die weg er zou gaan uitzien aan die oostelijke
zone, aan die brandweerweg. Dat moet technisch verder bekeken
worden. We hebben al een eerste preadvies gevraagd aan de brandweer
en die heeft gesteld: ja, dat kan, mits je voor de brandweer in het
centrum van dat recreatiegebied aan de parking ook een extra zone
voorziet, zodat die brandweerwagen in geval van nood – laten we
hopen dat dit niet moet gebeuren – zich kan gaan opstellen. Dus de
eerste brandweertoets is al gebeurd, maar nu de komende weken zijn
we dat verder technisch aan het bekijken om die oplossing effectief,
volledig rond te krijgen.
Dus wat hebben we? Na het RUP Halfweg zijn we van 4 ha versnipperde
bosjes en natuurgebieden, naar 6 ha aaneengesloten natuurgebied
gegaan. En nu daarbovenop wordt de kern van het hoogstammige,
waardevolle bos daarmee nu ook gevrijwaard. Dus we gaan naar meer
dan 6 ha, waar we initieel van 4 ha versnipperde bosdelen komen.
31
Ten tweede de volkstuinen. Die worden veel sterker gebufferd. Die
worden goed gebufferd en krijgen ook voldoende rust ten aanzien van
de sportcluster. Het is een vrij dense bos, ge moet er maar een keer
ter plekke afstappen, het is bijna een donker bos, zou ik zeggen. En
ik denk dat de volkstuinders daar ook eerder tevreden over zijn.
Niet eerder: tevreden over zijn. Van het weekend hebben zij het nog
getuigd, zowel aan mij als aan collega Peeters, dat zij tevreden
zijn met die oplossing, dat zij er een stevige buffer hebben tussen
de sportterreinen en hun volkstuinen.
Ten derde: We gaan naar een even degelijke lokale ontsluitingsweg en
bovendien, u herinnert zich ongetwijfeld Ruimte voor Gent, met
minder verharding. Dus nu met minder verharding, minder
infrastructuuraanleg, gaan we naar een degelijke lokale
ontsluitingsweg waar de brandweer ook al een eerste gunstig
preadvies op heeft gegeven.
En ten vierde: We kunnen ook de sportterreinen realiseren. Laat ons
eerlijk zijn, het is ook een club met tennis, padel en andere
sporten die kunnen. Ook zij hebben een sterk groeiend aantal leden
en hopen ook uiteraard in Gent die leden degelijke infrastructuur te
kunnen aanbieden. Het was ook altijd de bedoeling om inderdaad op
die terreinen sportplekken te realiseren. Dit kan nu door veel
minder bos te gaan kappen.
Dus ik kan u ook meedelen dat we op een bepaald moment, naar
aanleiding van het openbaar onderzoek, eigenlijk in een soort
conflictsituatie gekomen zijn tussen enerzijds De Gantoise en
anderzijds de bezwaarindieners, zal ik maar zeggen. Dat waren er
zowel vanuit de volkstuinders als ook vanuit bijvoorbeeld Malem en
omgeving, een aantal bewoners die daar bezorgd waren. Die hebben
bezwaar ingediend en we zaten eigenlijk stilaan in een
conflictmodel. Dus dat was een extra reden om te gaan kijken: hoe
kunnen wij hieruit geraken?
Wel, wij menen dat wij hier een optimale inrichting krijgen, waarbij
we zoveel als mogelijk van het stevige, hoogstammige, opgaande bos
32
kunnen gaan vrijwaren en zo ook verder in dialoog gaan. We hebben
dat zelf ook voorgesteld, maar de beide partijen hebben dan
inderdaad ook zelf aangegeven: zij wensen in dialoog te gaan. Wij
hebben hun vorige week ook al aangegeven dat we een datum aan het
zoeken zijn en dat zou normaal gezien volgende week moeten kunnen
gaan plaatsvinden, die dialoog. En daar gaan we ook voor. Want waar
wij in Gent naar streven, dat is een goed nabuurschap. Geen
conflictmodel, maar een goed nabuurschap, waar we geen 6 ha bos en
natuurgebied vrijwaren, maar een pak meer dan 6 ha, waar we dan een
stevig bufferbos op die plaats hebben. Dus ik denk dat ik hiermee
heel duidelijk aangeef wat hier nu de stand van zaken is en wat de
inhoud is van de compromis die we bereikt hebben.
En bovendien, ik wil nog even aangeven, mijnheer Van Laecke, u haalt
aan “participatie”: ja inderdaad, we zijn in het kader van deze
vergunningsaanvraag nog tweemaal extra ter plaatse afgestapt. We
hebben met de mensen vergaderd en we hebben daar inderdaad gekeken
waar nu de beste win-win kan zitten voor enerzijds recreatie en
anderzijds zoveel als mogelijk bosbehoud ten behoeve van de
natuurwaarden.
We hebben ondertussen bij De Gantoise ook al afgetoetst om tot een
overdracht te komen van de gronden voor die lokale ontsluitingsweg
en ook om tot een overdracht te komen van de terreinen van het bos
rond de gracht, zodanig dat we ook daarover goede afspraken kunnen
maken en goede afspraken maken, misschien niet met tien goede
vrienden, maar wel goede naburen.
Wel burgemeester, dat is de stand van zaken, maar ik heb begrepen
dat collega Coddens daar nog graag iets wenst aan toe te voegen.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja, het woord is aan onze schepen van Groen, de heer Coddens.
De heer Coddens, schepen. Ja, dank u wel, burgemeester, collega’s. En inderdaad ook vernoemd in dat dossier, misschien nog ter
aanvulling, dat is nog niet ter sprake gekomen: het is zo dat de
33
mensen van de groendienst ook zijn gaan kijken naar de waarde van
het bos en hebben vastgesteld dat daar inderdaad een aantal heel
mooie bomen staat. Anderzijds staan daar ook een aantal boompkes die
er ook voor zorgen dat die andere bomen niet echt verder kunnen
ontwikkelen. Dus is er afgesproken – eerst ging het gekapt worden,
het wordt nu niet gekapt – dat dit boske eigenlijk wel wat onderhoud
vergt en dat er eigenlijk een soort beheersplan moet opgesteld
worden naar de toekomst toe, om bepaalde bomen wat meer tot hun
recht te laten komen.
Daarom is er afgesproken dat inderdaad een overdracht kan gebeuren
van die strook, zodanig dat ook de groendienst daar een beheersplan
kan opstellen. Dat dit zou gebeuren in samenspraak met de mensen van
de volkstuintjes Halfweg, omdat ze daar ook bij betrokken zijn. En
dat er dan zou gekeken worden, eigenlijk bijna stuk voor stuk, welke
bomen blijven staan, welke bomen moeten weg, om dat bos nog meer
waarde te geven.
En dat is eigenlijk toch wel een heel belangrijk punt dat de mensen
ook ontzorgd zullen worden en dat uiteindelijk ook de kwaliteit van
die boskern en ook een aantal bomen daar rond, eigenlijk nog beter
zal worden naar de toekomst toe.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel.
Misschien wil ik er ook nog zelf aan toevoegen, mijnheer Van Laecke,
dat geruime tijd geleden een delegatie van bewoners mij contacteerde
om te zeggen dat er moeilijkheden waren met De Gantoise en of ik wil
bemiddelen. We hebben dat in het college grondig besproken en daar
is inderdaad de delegatie van schepen Taeldeman, schepen Peeters en
schepen Coddens aangesteld om die contacten te onderhouden. De
schepen heeft daarnaar verwezen. We zijn daar verschillende keren
ook ter plaatse geweest. En dan ben ik ook gecontacteerd door de
voorzitter van De Gantoise, die mij medegedeeld heeft: “Is het goed
dat ik zelf een initiatief neem om een keer een delegatie van die
bewoners te ontvangen?” Dat heeft plaatsgegrepen en dat is een zeer
goed gesprek geweest. Dus we zijn er inderdaad als stadsbestuur bij
betrokken. Voilà.
34
Ik veronderstel dat de drie sprekers nog het woord vragen? Ik begin
met mevrouw Versyp.
Mevrouw Wis Versyp. Dank u wel, burgemeester, mijnheer de schepen. Het is dan toch wel heel spijtig dat wij van al wat u zegt, van alle
maatregelen die zouden genomen zijn, in dat dossier dat ons voorligt
niets kunnen terugvinden. Ik heb hier nog eens gekeken naar de
evaluatie van de bezwaren. Onder andere een bezwaar was tegen het
verdwijnen van het bos. Ik zie nog altijd staan: “Het wordt voorzien
het bestaande bos naast de volkstuinzone te rooien om de inplanting
van de sportterreinen mogelijk te maken. Voorliggende aanvraag”, dus
wat wij nu moeten goedkeuren, “tot rooien van het bos, is hiermee in
overeenstemming.”
Dus als wij dit goedkeuren, keuren wij nog altijd het rooien van het
bos goed. Waarom is dat dossier dan niet aangepast zodanig dat we
zeker weten dat wat u daar allemaal opnoemt, ook zal uitgevoerd
worden? Dat dit vastligt?
Tot nu toe zijn dat inderdaad, zoals ik gelezen heb, loze, goed
gemeende beloften, die nog niet zijn vastgelegd. Als ons iets ter
goedkeuring voorgelegd wordt, dan moet het toch in orde zijn en dan
moet het toch goed zijn?
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. De heer Van Laecke heeft het woord.
De heer Filip Van Laecke. Dank u wel, voorzitter. Meneer de schepen heeft veel verteld, waarvoor dank op zich. Ik zal misschien beginnen
met het goede nieuws, als ik verneem van de burgemeester dat er een
inspanning zal gebeuren om de beide actoren, De Gantoise en de
bewoners, tot overleg te komen, lijkt mij dat het belangrijkste te
zijn in dit verhaal.
Maar er is een vraag die nog steeds niet is beantwoord. En dat is de
vraag die is wel gegeven toen de delegatie schepen Coddens, schepen
35
Peeters en uzelf is langs geweest. Er werd toen met redelijk veel
tromgeroffel gezegd: “We gaan 80% van het bos kunnen behouden.”
Daarna is er verwarring over. U spreekt vandaag over de hoogstammige
bomen die zouden bewaard blijven. Het is een eenvoudige vraag, met
ja of nee te beantwoorden, maar het is een vraag die leeft bij de
bewoners. Zal men van het huidige bos 80% behouden, ja of nee?
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is aan de heer Robert.
De heer Gert Robert. Ja, even kort. We hebben de uitleg gekregen en ik heb die in de vorige commissie ook gekregen. Het is toch
eigenaardig dat de bewoners helemaal iets anders gehoord hebben en
dat zij zeggen dat ze met een kluitje in het riet gestuurd zijn. Dus
ja, ik stel mij toch vragen bij de communicatie die de stad met de
buurtbewoners heeft, in elk geval.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja, schepen
Taeldeman, leg het een keer duidelijk uit. Alstublieft.
De heer Sven Taeldeman, schepen. Nog een keer? Allez. Dus, zoals ik zei: daarnet heb ik verteld dat je eigenlijk twee delen hebt in dat
bos, in heel die zone. Je hebt daar een wilgenbos zone, dat op
sommige plekken ...
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dat is 50% of 80% die behouden blijft? Dat is de vraag.
De heer Sven Taeldeman, schepen. 80% of meer dan 80% ...
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Van wat?
De heer Sven Taeldeman, schepen. 80% van het waardevolle,
hoogstammige deel blijft behouden.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Oké, dank u. Dat was de vraag.
36
De heer Sven Taeldeman, schepen. Ja?
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dat was de vraag. Er is dus een duidelijk antwoord. Meer dan 80%, mijnheer Van Laecke.
En als sommige bewoners andere standpunten innemen, toch actie
willen doen, dat is ook het volste recht van die mensen. Maar wat de
schepen nu zegt, is de enige duidelijke beslissing die genoemd is.
Zo is het, hè?
De heer Sven Taeldeman, schepen. Maar toch nog even beklemtonen dat Agentschap voor Natuur en Bos ondertussen akkoord was met die 200%
compensatie die er al voorzien was, voor alle duidelijkheid. Allez,
daarvan zijn we vertrokken hè. Nu zitten we aan meer dan 200%, voor
alle duidelijkheid, voor hetgeen initieel gekapt ging worden.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Voilà. Na dien
uitleg veronderstel ik dat we dit in unaniem mogen goedkeuren. Neen?
Waarom niet, mijnheer Van Laecke?
De heer Filip Van Laecke. Vanuit stemming, alstublieft.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. U vraagt stemming. Wel, ik vermoed dat we dat unaniem zullen goedkeuren.
(Stemming punt 51)
Punt 53
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan zijn we aan de Dienst Vastgoedbeheer, punt 53. De bijakte 2 van de overeenkomst
samengaand met de overdracht van vastgoedobjecten aan sogent. De
stemming? We gaan over tot de stemming van punt 53.
(Stemming punt 53)
37
Punt 60
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 60. In
bezetting ter bede nemen van een deel van het onroerend goed gelegen
te Gent, de Keramiekstraat. Stemming? We gaan over tot stemming.
(Stemming punt 60)
Punt 67
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 67. Sluiten
van een aankoopovereenkomst met betrekking tot onroerende goederen
gelegen in de Lourdesstraat in Oostakker. Stemming? We gaan over tot
stemming. We stemmen nu over punt 67.
(Stemming punt 67)
Punt 69
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 69. Sluiten
van een overeenkomst voor de wederzijdse kosteloze overdracht van
diverse onroerend goederen, gelegen in diverse straten, ik ga ze
allemaal niet lezen, in het kader van het stadsvernieuwingsproject
Oude Dokken. Een stemming ook? Wij gaan stemmen dan over dat punt.
(Stemming punt 69)
Punt 74
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan hebben we 74. Dienst Bouwprojecten. Een overheidsopdracht van werken. Hier gaat
het over de renovatie van het EGW-gebouw, een vaststelling van het
bestek. U vraagt een stemming? Wablief, mevrouw?
Mevrouw Elke Sleurs. Een korte stemverklaring, mijnheer de
burgemeester.
38
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja, alstublieft, u hebt het woord, mevrouw.
Mevrouw Elke Sleurs. Dank u wel. Wij zullen ons bij dit punt
onthouden. We zijn natuurlijk niet tegen renovatie, integendeel,
maar gezien de zware inhoud van het dossier en de zware financiële
belasting, 27 miljoen euro, stellen wij ons vragen. Omdat het toch
een zware belasting is en vanwege de voorafname van de toekomst van
een mogelijk ander bestuur. Dus vandaar onze onthouding.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja, ik vermoed dat schepen De Regge daar iets wil over zeggen.
Mevrouw Martine De Regge, schepen. Burgemeester, de uitgaven
hiervoor zijn voorzien in het financieel meerjarenbudget. Ik heb dat
al eerder ook gezegd. Dus dat is absoluut geen probleem. En ons
personeel en de burgers hebben recht op goede gebouwen, enerzijds
als comfortabele werkplek, en anderzijds de burgers vooral op
plekken waar ze op comfortabele wijze de dienstverlening kunnen
krijgen.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dit is, voor alle duidelijkheid aan de raadsleden, geen nieuw dossier hè. Het is een
dossier dat we op de begroting hebben goedgekeurd. Maar we gaan dus
over tot de stemming.
(Stemming punt 74)
Punt 80
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 80 gaat over Onderhoud Gebouwen. Hier gaat het om het aanstellen van een
ontwerper voor het masterplan voor het kasteeldomein Borluut, ook
een bestekvaststelling. Mevrouw Sleurs.
Mevrouw Elke Sleurs. Dank u wel. Nee, dit punt gaan we zeker
goedkeuren en we zijn ook blij dat het eindelijk gebeurt. Maar we
39
betreuren wel de laatste tijdigheid in deze legislatuur, gezien ook
de toestand van het gebouw en het feit ook dat dit bevestigd wordt
door het inspectierapport, dat toch aanduidt dat het gebouw in zeer
slechte staat is. Bij dezen wensen we daarover toch wel onze
bekommernis te uiten, maar zijn we zeer blij dat uiteindelijk nu de
vraag naar de Vlaamse regering wordt gestuurd.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Dan
wordt het punt unaniem goedgekeurd.
Punt 84
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan zijn we aan het Mobiliteitsbedrijf, Beleid, punt 84. Hier gaat het over het verlenen
van verkeerskundig advies, ook een bestek. Geen bezwaren?
Goedgekeurd.
Punt 86
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 86. Nieuw
reglement met betrekking tot de exploitatie van free floating
deelfietsen. Ja, ik heb verschillende sprekers. Ik ga ze eerst een
keer opschrijven. De heer Robert, de heer Yüksel, mevrouw Matthieu.
En wie nog? Mevrouw Matthieu heeft nummer 35, de heer Yüksel heeft
nummer 30 en de heer Robert heeft nummer 42. De heer Yüksel is
eerst.
De heer Veli Yüksel. Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Mijnheer de schepen, hier ligt een nieuw reglement voor, voor de exploitatie van
3 keer 750 deelfietsen. Wij juichen dat toe. Het werd hoog tijd om
in onze stad, die Fietsstad is van Vlaanderen en in juni opnieuw die
titel gekregen heeft, meer ambitie te tonen als het gaat over
deelfietsen.
40
Nu, wat wij natuurlijk ons afvragen is: iedere keer als wij daarom
vroegen, zei u: “Ja, er is geen behoefte en in Gent rijdt bijna
iedereen met de fiets.” Dan is mijn vraag nu, heel concreet: vanwaar
die ommezwaai? Vanwaar de behoefte om hier in Gent zo’n grootschalig
deelfietsensysteem op poten te stellen? Hebt u, in het recente
verleden, een behoeftenonderzoek uitgevoerd? Of is dit eigenlijk, in
de aanloop naar de verkiezingen, weer een cadeautje naar uw
achterban toe? Ik denk dat dit moet uitgeklaard worden.
2: we hebben vandaag een heel beperkt deelfietsensysteem van een
paar tientallen fietsen in onze stad. Nu komt u met 2250
deelfietsen. Hoe gaan die fietsen in onze stad gestald worden? Is
daar voldoende ruimte voor? Hoe gaat u dat ook organiseren? En, we
zien het in andere steden in ons land, maar ook in het buitenland,
dat bij het stallen van die fietsen ook wel heel wat overlast kan
mee gemoeid zijn. Dus is mijn vraag: hoe gaat u dat organiseren dat
het op die manier op een vlotte en correcte manier verloopt?
Maar nogmaals, we zijn zeer blij dat onze stad, die de titel heeft
van Fietsstad van Vlaanderen, eindelijk meer ambitie toont om
deelfietsen uit te rollen en dat we ook een groot en werkbaar
netwerk hebben in onze stad, die naam waardig, om mensen die gebruik
willen maken van fietsen, daar ook gebruik van kunnen maken.
Maar mijn concrete vraag is: hebben ze daar een behoeftenonderzoek
rond gedaan? En hoe gaat u dat concreet allemaal organiseren?
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is nu aan mevrouw Matthieu.
Mevrouw Sara Matthieu. Dank, mijnheer de burgemeester. Collega’s,
met het reglement voor free floating deelfietsen, maken wij als stad
een bijzonder goede keuze. We ondersteunen de fietsen in onze stad,
maar we zijn waakzaam voor onwenselijke neveneffecten. Deze
deelfietsen zullen er mooie aanvulling bieden op onze Trapido’s, de
Blue-bikes en de fietsen van onze fietsambassade. Dat ze niet naar
41
een vast station moeten worden teruggebracht, geeft toch extra
gebruikerscomfort en flexibiliteit.
Maar tegelijkertijd zorgen we er met dit reglement ook voor dat er
gewaakt wordt over de kwaliteit en de service en we maken dat de
stad ook niet opeens overspoeld kan worden met een teveel aan
deelfietsen, zoals in het buitenland al wel gebeurde.
Collega’s, dit reglement biedt ruimte aan de ondernemers die fietsen
in onze stad genegen zijn, en ik ben bijzonder benieuwd wie erop
gaat intekenen. Ik ben zelf alvast een enthousiast gebruiker van
gelijkaardige systemen in andere steden en ik kijk dan ook
halsreikend uit naar die eerste free floating deelfiets in onze
stad. De Groenfractie zal dit reglement dus met veel plezier
goedkeuren.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Het
woord is aan de heer Robert.
De heer Gert Robert. Mijnheer de schepen, we keuren hier een
reglement goed voor de free floating deelfietsen. Zo zal de stad
volgens de schepen beschikken over een groot deelfietsennetwerk van
2200 fietsen dat de stad zelf geen geld zal kosten, dat is alvast
een evolutie, waarbij de schepen toegeeft dat Gent wel nood heeft
aan een groot deelfietsennetwerk, back-to-many.
Zijn argument waarbij er volgens hem geen nood was aan een dergelijk
deelfietsennetwerk, omdat de Gentenaren, meer dan in andere steden
gemiddeld, fietsen in eigendom hadden, laat hij nu vallen. Nu is
enkel nog de kostprijs het argument. Effectief zal dit systeem onze
stad geen geld kosten.
Maar is het wel een goede zaak voor de stad, die nu naast de drie
free floaters ook nog de Trapido, back-to-manysysteem, de
studentenmobiliteitsfietsen, de MAX Mobielfietsen, de stadsfietsen
en nog de Blue-bikes zal hebben? Allemaal diensten die instaan voor
42
onderhoud, verplaatsen van fietsen over het gehele Gentse stads
grondgebied. Is dat wel duurzaam en efficiënt?
De kostprijs die de schepen voor zijn grote deelfietsensysteem naar
voren schuift van 1,5 miljoen euro is volgens berekeningen van
deelfietsbeheerders immers sterk overdreven. En als het dan nog geld
kost aan de stad, zo kan het ook een terugbetaaleffect hebben. Ook
met reclame, wat voor ons niet mag worden uitgesloten. Al was het
maar voor culturele en andere activiteiten van de stad.
Ik heb in de Fietsambassade al gepleit voor een visie op deelfietsen
in de toekomst en gewezen op een zo groot mogelijke integratie van
alle deelfietssystemen. De nieuwe technologie, waarvan ook de free
floaters gebruikmaken, biedt tal van nieuwe mogelijkheden, die ook
de grote kosten, waarmee de schepen graag vergelijkt, kunnen
drukken. De stad geeft zo ook het stuurwiel over aan de grote
spelers. Zullen alle hippe locaties voldoende bediend worden? Zullen
bijvoorbeeld Park and Rides voldoende bediend worden? Zal het
rondslingeren van 2200 deelfietsen niet nog meer hinder veroorzaken?
En wat als het fout loopt? Kan men dan de concessie zomaar
verbreken?
We blijven op onze honger zitten en blijven geloven dat Gent een
maximaal geïntegreerd fietsdeelsysteem verdient. Back-to-many met de
Fietsambassade desnoods aan het stuur. We zullen ons daarom ook op
dat punt onthouden.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Het
woord is aan de schepen. Mijnheer Watteeuw.
De heer Filip Watteeuw, schepen. Dank u, voorzitter. Collega’s, we hebben in ieder geval veel gesproken over het deelfietsensysteem en
het wordt een klein beetje vermoeiend om telkens weer uit te leggen
dat er verschillende systemen zijn. Mijnheer Yüksel, we hebben het
in het verleden gehad over het klassieke systeem. Het klassieke
deelfietsensysteem, waarbij er stations zijn, waar je de fiets uit
het station haalt. Dus dat betekent dat er ook infrastructuur moet
43
aangelegd worden. En zo’n klassiek deelfietsensysteem zoals we dat
kennen in Antwerpen en Parijs, enzovoorts, kost aan de stad geld. En
een pak geld. De heer Robert twijfelt eraan; ik wil niet altijd
vergelijken met Antwerpen, er zijn mensen die daar allergisch voor
zijn, maar u moet eens aan mijn collega van mobiliteit goed kennis
vragen hoeveel Antwerpen betaalt, jaarlijks, voor zijn
deelfietsensysteem. 3,5 miljoen euro per jaar. 3,5 miljoen euro! Je
moet er geen rekenkundig wonder zijn om dan, als je dat overzet naar
Gent, alle verhoudingen opgenomen, toch te zeggen dat dit een
behoorlijke prijs is van 1,5 miljoen à 1,8 miljoen euro. Dat is veel
geld. Jaarlijks hè! Dus dat is altijd wat ik gezegd heb, mijnheer
Yüksel.
Dat is altijd wat ik gezegd heb, want als wij vanuit de
eigenschappen, de karakteristieken van Gent vertrekken, en je ziet
een deelfietsensysteem, je ziet dat mensen zelf heel veel fietsen in
bezit hebben, om dan ieder jaar 1,5 miljoen of 1,8 miljoen euro te
betalen, dat is niet evident. Dat is altijd wat ik gezegd heb. Je
hebt de combinatie van die twee zaken.
2: ik heb ook altijd gezien dat grote fietssteden, voorbeeldsteden
op het vlak van fietsen, niet zo’n systeem nodig hebben. Dat je je
kunt ontwikkelen tot fietsstad zonder dat je zo’n klassiek
deelfietsensysteem hebt. Het kan voor sommige steden nuttig zijn, ik
zeg niet dat het bijvoorbeeld in Antwerpen niet nuttig is, maar het
is niet nodig om een echt grote fietsstad te worden. Utrecht
bijvoorbeeld is eigenlijk groot geworden als fietsstad zonder
deelfietsensysteem. Utrecht is een stad die vergelijkbaar is met
Gent.
Dus in die zin verandert natuurlijk de situatie op het moment dat de
markt verandert. Ik heb dat ook aangegeven in de commissie. Als de
markt verandert, dat er een aanbod is waarbij je die infrastructuur
niet nodig hebt, waarbij je die investering, die jaarlijkse kost van
1,5 miljoen niet moet betalen, dan wordt het natuurlijk wel iets
anders. Dan kun je kijken in hoeverre dit interessant is.
44
En dus vandaar zijn we vertrokken en wij hebben gezegd: op zich is
dat interessant, maar we gaan niet de fout meemaken, de moeilijkheid
meemaken die men onder meer had in Rotterdam. Strooifietsen, dat was
echt een probleem. Wij gaan dat niet meemaken.
En dus hebben wij gezegd: we gaan een kader ontwikkelen. En we
hebben dat ontwikkeld samen met VVSG en het Fietsberaad. De CD&V-
burgemeester Jan Vermeulen van Deinze is de voorzitter van
Fietsberaad. Hij heeft daar ook goed aan meegewerkt. Wij zijn
gekomen tot een kader, mijnheer Yüksel. Een kader dat hanteerbaar is
voor zo’n free floating deelfietsensysteem, waarbij we de
flexibiliteit, waar mevrouw Mathieu naar verwijst, kunnen halen
zonder de problemen. Dat is wat we gedaan hebben. We hebben dat
kader hier.
Komen er daarvoor 2250 deelfietsen in Gent? Neen. Als je dat
reglement leest, dan is dat niet zo. Er staat dat we maximaal 3
vergunningen kunnen geven van maximaal 750 fietsen. Of dat ook
effectief zal gebeuren, dat gaan we zien. Na de goedkeuring van dit
reglement, waar ik toch op hoop, gaan we de oproep doen, kan men
zich inschrijven, maar het zou evengoed kunnen zijn dat er maar 1
aanbieder voor 500 fietsen inschrijft. Het is een beetje de markt
die zal inschatten hoeveel fietsen hier interessant kunnen zijn,
hoeveel fietsen hier eigenlijk moeten aangeboden worden. Dat kunnen
er dus 500 zijn, dat kunnen er dus 1000 zijn, dat kunnen er meer
zijn. We gaan het zien. Maar ik heb nooit gezegd, ik denk dat dit
ooit een titel is geweest in een krant die dat suggereerde, dat er
een systeem van 2250 fietsen komt. Dat is dus niet zo.
Mijnheer Yüksel, “een cadeautje voor mijn achterban in het licht van
de verkiezingen”. Dat is eigenlijk wel een simpele, hoor! Mijn
achterban, als u dan toch denkt dat de fietsers allemaal mijn
achterban zijn, quod non: die hebben allemaal een fiets! Of twee of
drie! Dus waarom zou ik hun nog weer een deelfiets ...? Dus een
beetje kort door de bocht, mijnheer Yüksel, maar dat is in dit
dossier niet zo uitzonderlijk.
45
Ik ben heel blij dat er op alle vlakken heel veel dynamiek zit in
gans die fietswereld in Gent. Wij hebben zelf ons eigen systeem; wie
was het die verwees naar Max Mobiel en studentENmobiliteit? Mijnheer
Robert, dat bestaat niet hè, het is allemaal de Fietsambassade. Meer
dan tienduizend fietsen die verhuurd worden door de Fietsambassade
doen meer ritten dan het Antwerpse systeem. Om maar even aan te
geven.
Dus we hebben een grote dynamiek en ik ben blij dat ook de private
fietsverkopers en fietsherstellers daarvan profiteren. Want zij
voelen het feit, die dynamiek. Zij voelen dat. En wij kunnen daar
alleen maar aan helpen. En, als het niet nodig is dat wij zaken zelf
opnemen, als er spelers zijn op de markt die dat op een kwalitatief
goede manier doen, dan vind ik dat een goede zaak.
En dat is wat wij hier doen. Wij bewaken de kwaliteit, wij bewaken
de dynamiek en dus in gans het reglement staat duidelijk aangegeven
wat verwacht wordt van die aanbieders en wat ze niet kunnen doen.
Zeer duidelijk. En fietsen laten rondslingeren, is daar niet
inbegrepen. Fietsen moeten op ieder moment getraceerd kunnen worden.
Ze moeten een centraal meldpunt hebben. Dus de kwaliteit is
gegarandeerd en we gaan het ook heel goed bewaken. Dat is
belangrijk.
En dan, mijnheer Yüksel, dan gaan we verder de Fietsstad van
Vlaanderen blijven. Wij hebben die titel gekregen van minister
Weyts, ik ben daar altijd heel dankbaar voor dat we die titel
gekregen hebben. Ik denk dat we hem ook wel wat verdiend hebben. Het
is al de tweede keer. Het is om de drie jaar en het was al de tweede
keer. Maar het is belangrijk. Dus als we het zo verder doen, dan
blijven wij de Fietsstad van Vlaanderen.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel.
Mijnheer Robert.
De heer Gert Robert. Ja, ik zou toch wel kort willen zeggen,
mijnheer de schepen, als u spreekt over getraceerde fietsen, om de
46
overlast te beperken: getraceerde fietsen kunnen ook op hinderlijke
plaatsen staan en hinderlijk zijn voor de mensen in de buurt. Dus
wat dat betreft gaat dat geen oplossing geven. En u vergelijkt
altijd met klassieke systemen, zoals in Antwerpen, maar ik heb
daarnet gezegd dat wanneer je de nieuwe technologie en de slimme
sloten gebruikt, je dan ook kan afstappen van dat systeem dat de
free floaters vandaag ook gebruiken en zo kun je op die manier de
kosten van het deelfietsensysteem beperken. Maar in elk geval, wij
blijven ons op dit punt onthouden.
De heer Filip Watteeuw, schepen. Dat is aan u.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja, mijnheer de
schepen, wenst u nog het woord, dan kunt ge het krijgen hè? Nee dus.
Dan gaan we over tot de stemming van het punt 86.
(Stemming punt 86)
Punt 87
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ondersteuning, het Stedelijk reglement inzake taxidiensten en diensten voor het
verhuren van voertuigen met bestuurder. Mevrouw? Stemming? We
stemmen over punt 87.
(Stemming punt 87)
Punt 88
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Stemming? Dan
stemmen we over het punt.
(Stemming punt 88)
Punt 89
47
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja, mevrouw
Matthieu.
Mevrouw Sara Matthieu. Dank u, mijnheer de voorzitter. Collega’s, met onze deelname aan de Clean Power for Taxis-campagne en de
beslissing om twintig speciale e-vergunningen uit te geven, kiest
onze stad vooral voor proper collectief vervoer. Het succes is zelfs
zo groot dat er momenteel al dubbel zoveel aanvragen voor
vergunningen van die e-taxi’s zijn als we oorspronkelijk ter
beschikking hebben gesteld. Nu, uiteraard hoop ik dat we het aantal
nog kunnen opdrijven, evenwel zonder te vergeten dat het bestaande
plafond op het aantal taxivergunningen in onze stad belangrijk is om
taxichauffeurs voldoende werk en een aanvaardbaar inkomen te
verschaffen.
Nu, naast het aantal vergunningen is reclame en sensibilisering
natuurlijk ook belangrijk en via de samenwerking met de BBL zorgen
we er ook voor dat binnenkort elke Gentenaar weet waar en hoe een
milieuvriendelijke taxi te bestellen.
We ondersteunen ook de taxisector zelf in die omschakeling naar
elektrische taxi’s en zo zorgen we samen voor proper vervoer en een
betere luchtkwaliteit in onze stad. De Groenfractie is dan ook heel
blij met dit initiatief, dat we volmondig zullen steunen.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Dus het punt mag goedgekeurd worden, unaniem? Wenst u het woord, mijnheer de
schepen?
De heer Philippe Watteeuw, schepen. Wel, ik zou toch nog even willen tussenkomen. Ik ben blij met de ondersteunende woorden van mevrouw
Mathieu. Wat u zegt is correct, dus ik kan het natuurlijk
onderschrijven.
Ik wil wel aangeven dat ik toch op één punt wat op mijn hoede ben en
dat is namelijk het feit dat er een nieuw taxidecreet komt vanuit de
Vlaamse regering. Dat nieuwe taxidecreet van minister Weyts zet
48
eigenlijk alle deuren open op het vlak van taxi’s. Dus nu hebben wij
in de stad alles in handen. Wij geven de vergunning. Wij nemen ze
ook af. Wij kunnen stimuleren, voor elektrische taxi’s bijvoorbeeld,
dus wat we hier gedaan hebben. Maar als het taxidecreet er aankomt,
verliezen wij al die instrumenten en kan om het even wie hier in de
stad komen rondrijden met een taxi. Ik denk dat dit geen goede zaak
is. Het is nu al geen makkelijke sector en dus ook onze inspanningen
die we doen om meer elektrische taxi’s te voorzien, zou wel eens op
de helling kunnen komen te staan.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Oei, dat wist ik zelf niet. Dat is geen goed nieuws.
Goed, het punt is unaniem goedgekeurd.
Punt 90
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Voor punt 90 moet er geen stemming zijn, het is een kennisneming. Een indicatieve
stemming, mevrouw? Ja? Dan gaan we stemmen, indicatief, over punt
90.
(Stemming punt 90)
Punt 91
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Retributiereglement met betrekking tot het straatparkeren, een wijziging. Een stemming?
Dan stemmen we over punt 91.
(Stemming punt 91)
49
Punt 93
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 93 dan, Dienst Wegen, Bruggen en Waterlopen. Hier gaat het over een studie voor een
brug over de Watersportbaan, de bestekvaststelling. Mijnheer Robert?
De heer Gert Robert. Dank u, mijnheer de voorzitter. Collega’s, nog even in herinnering brengend: het originele project gaat starten met
een inschatting van kostprijs van 2,3 miljoen euro. Het draaide
uiteindelijk uit op 6,2 miljoen euro. Reken daar nog de btw en
studiekosten bij, dan zou deze brug de maatschappij 8,2 miljoen euro
gekost hebben. Maar goed dus dat dit project werd afgebroken en dat
men nu op zoek gaat naar een nieuwe ontwerper.
Toch werd ondertussen zo’n 265.000 euro al betaald voor reeds
geleverde werken voor het oude ontwerp. Ook al kan mogelijk zo’n
deel van de studie nog aangewend worden in de nieuwe ontwerpstudie,
het is en blijft weggegooid geld en tijdverspilling. Wij zijn koele
minnaars van een dergelijk prestigeproject en zijn dan ook blij dat
de schepen dit nu ook inziet en stelt: het wordt gewoon een brug
zonder toeters en bellen. Wel veilig en comfortabel. Beter laat dan
nooit en hopelijk dat het een tweede keer wel goed verloopt.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja, mevrouw
Matthieu.
Mevrouw Sara Matthieu. Dank u, mijnheer de burgemeester. Collega’s, de brug over de watersportbaan is een cruciale schakel in de
realisatie van het Westerringspoor. Het is dus een belangrijke
beslissing voor het fietscomfort in onze stad. Helaas was het vorige
ontwerp inderdaad te kostelijk geworden, waardoor we vandaag wat
vertraging hebben opgelopen.
Nu, het is toch een logische keuze, want ja, een euro kun je
natuurlijk maar een keer inzetten en de fietsnoden elders in de stad
zijn ook talrijk. Niettemin zet de stad met deze studie het licht op
groen om zo snel als mogelijk tot de bouw van een functionele brug
50
over te gaan, iets waar de Groenfractie alleen maar enthousiast over
kan zijn.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel.
Mijnheer de schepen, mijnheer Watteeuw.
De heer Philippe Watteeuw. Dank u, voorzitter. Mijnheer Robert, wat een vreemde redenering brengt u hier weer naar voren. U suggereert
alsof dat wij per se een prestigeproject wouden realiseren. Nee, we
hebben een raming geformuleerd. We hebben een raming naar voren
geschoven. Die raming was relatief bescheiden, het is natuurlijk
nooit goedkoop, en op het moment dat duidelijk werd dat de ontwerper
eigenlijk niet kon realiseren wat hij moest realiseren voor de prijs
die we hadden voorzien, dat het echt de spuigaten uitliep, hebben we
gezegd: nee, dan liever niet. Als wij echt voor prestigeprojecten
zouden gegaan zijn, dan zouden we gezegd hebben: voilà, we gaan
doorgaan! Dan hebben we toch gezegd: nee, dit moet betaalbaar zijn,
dit moet verdedigbaar zijn op vlak van kosten. Want het is
inderdaad, zoals mevrouw Matthieu zegt, een belangrijke schakel in
het Westerringspoor. Echt waar, een belangrijke schakel. Dus wij
willen die brug. Wij wouden die brug vroeger ook. Maar iedereen die
eraan meewerkt, moet ervoor zorgen dat de kosten binnen de perken
blijven. En als dat niet kan, dan stoppen we ermee.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Voilà, dat is
duidelijke taal. We gaan stemmen over het punt.
(Stemming punt 93)
Punt 103
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan punt 103,
Dienst Belastingen, Belastingreglement op de inname van de openbare
weg voor het uitvoeren van werken. Een stemming? Dan gaan we stemmen
over punt 103.
(Stemming punt 103)
51
Punt 104
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 104.
Retributiereglement voor diensten verstrekt door de IVA Historische
Huizen Gent. Een stemming ook? Dan gaan we over tot de stemming.
(Stemming punt 103)
Punt 106
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan hebben we de Dienst Economie, punt 106. Deelname aan het project R!sult voor een
geïntegreerde oplossing voor stadsbeleveringen, het reglement. Toch
tussenkomsten?
Mevrouw Caroline Van Peteghem. Dank u, voorzitter.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Mevrouw, u hebt het woord. Mevrouw Van Peteghem.
Mevrouw Caroline Van Peteghem. Dank u wel. We zitten volop in op duurzame mobiliteit en we stimuleren niet alleen dat mensen zich
naar of door te stad verplaatsen met duurzame vervoerswijzen, we
grijpen ook in op goederenstromen. We buigen ons hier eigenlijk al
jaren over een duurzame oplossing voor stadsbelevering en in 2017
hebben we na een boeiend voortraject het vzw
Stadsdistributieplatform opgericht, beter bekend als GentLevert. In
de schoot van GentLevert hebben we al verschillende proefprojecten
gelanceerd. Het ene al succesvoller dan het andere. We doen daar hoe
dan ook relevante ervaring op met het verzamelen en interpreteren
van data over goederenstromen en het inzetten van een districoach.
Het platform doet het goed. We zien een stijgend aantal leveringen.
Het lijkt ons zeker interessant om dankzij dit project R!sult de
tussentijdse bevindingen van GentLevert te mappen, met ervaringen in
52
andere steden en met andere dienstverleners dan er nu bij GentLevert
betrokken zijn.
Recentelijk heeft het stadsbestuur de ambitie uitgesproken om zelf
het goede voorbeeld te geven en de eigen goederenstromen slimmer te
organiseren, meer te bundelen. Als we vandaag noteren dat we
richting willen geven aan de aanbevelingen die uit R!sult zullen
komen, hoop ik dat we daarbij alvast ook die concrete ervaringen van
mensen die goederenstromen voor de stad organiseren, kunnen
meenemen. Dank u.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Wenst de schepen nog tussen te komen? Ja? Mijnheer Peeters.
De heer Christophe Peeters, schepen. Ik zou collega Van Peteghem
willen danken voor de tussenkomst. Ik denk dat we inderdaad heel
veel stappen genomen hebben, dat we veel nieuw werk aan het
verrichten zijn op het vlak van stadsdistributie en bundeling van
leveringen. We zijn daar nu goed anderhalf jaar mee bezig, eigenlijk
operationeel. Er zijn toch wel significante stappen ingezet.
Uiteraard loopt dit nog niet als een trein en dat was ook te
verwachten. We zijn de eersten die dit doen.
Ik ben eigenlijk heel blij dat we nu kunnen instappen in een project
van Vlaanderen. Niet alleen omdat het financieel een aantal middelen
opbrengt, maar vooral omdat wij eigenlijk veel, bijna alles van wat
in dat project staat, vandaag al doen. Dus we zijn daar een beetje
een pionier in Vlaanderen, maar tegelijkertijd zal het ook de
bedoeling moeten zijn dat een aantal best practices wordt
overgenomen.
Want niets zou gemakkelijker zijn natuurlijk, voor de
transportsector en voor leveranciers, dan dat men in alle Vlaamse
steden tot een gelijkwaardige oplossing kan komen, zodanig dat men
niet met een telefoonboek moet rondrijden aan procedures, om te
weten wat men in welke stad precies moet doen. Het zou natuurlijk
handiger zijn, die standaardisering. En wat mij betreft mag men
53
uiteraard gewoon het model Gent overnemen. We vragen daar geen
auteursrechten op. Men mag dat gerust overnemen. Ik moet u zeggen
dat men zelfs in het buitenland aan het kijken is.
We gaan trouwens nu donderdag naar het college wat betreft een nieuw
proefproject rond een verdeling met cargofietsen, met Cargo Velo.
Dus ook dat is toch wel een heel belangrijke evolutie.
En pas, vorige week, hebben we op de raad van bestuur ook een
bijzonder project goedgekeurd wat betreft watergebonden distributie,
waar een aantal partners toch wel enorm in geïnteresseerd is. Samen
trouwens met De Vlaamse Waterweg, die ook in onze raad van bestuur
zit. Dat betekent mogelijkheden om in de toekomst te gaan naar
distributie, ik denk dat we daar proefprojecten voor kunnen gaan
opzetten, met het nieuwe watergebonden stadsdistributiedepot
bijvoorbeeld, in de buurt van de Ghelamco Arena. En dat we eigenlijk
er zouden moeten in slagen dat we in combinatie met de middelen die
we hebben van stadsdistributie daar een proefproject op te zetten,
onder andere met horeca, om te kijken of we leveringen in bepaalde
zones kunnen doen.
Eigenlijk zijn vandaag alle puzzelstukken aanwezig om dit te doen,
om die stappen significant te zetten, wetend dat we natuurlijk – en
dat doen we nu ook – in de eerste jaren een stuk gaan moeten
bijdragen om meer kosten te dragen, eventueel te zorgen dat het
comfort van de gebruikers en van de handelaars en de horeca-
uitbaters niet achteruitgaat en zeker de kosten niet gaan stijgen.
Maar het moet absoluut mogelijk zijn om dit binnen een paar jaar tot
een rendabel geheel te maken.
Dus we gaan vooruit met die proefprojecten en ik denk en ik hoop
eerlijk gezegd dat ook de volgende gemeenteraad, het volgend
college, die significante stappen verder zet. Het pad is geëffend,
de fundering ligt er. De fundamenten zijn er en de eerste verdieping
staat er al, minstens in de ruwbouw en is al in gebruik. En het
volgende college moet vooral op die weg verdergaan, wat ik denk dat
we in Gent absoluut pioniers kunnen zijn, ook op Europees vlak,
54
inzake stadsdistributie en het weghouden van grote vrachtwagens voor
levering uit de binnenstad. Ik denk dat dit iets is waar we fier
mogen op zijn en waar we absoluut moeten in verdergaan en nog eens,
als we daar de ondersteuning van Vlaanderen kunnen krijgen.
En ik heb gehoord vandaag dat de minister-president vele nieuwe
middelen heeft aangekondigd voor innovatieve projecten. Wel, wij
houden ons in elk geval aanbevolen om daarin mee te stappen en op
die manier nieuwe vormen van transport te ontwikkelen, die zowel
goed zijn voor het milieu, voor de mobiliteit, als tegelijkertijd
ook een absolute meerwaarde bieden aan de uitbaters en handelaars in
onze binnenstad.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Er
wordt een stemming gevraagd? Neen, dan is het punt goedgekeurd. Dank
u wel.
Punt 110
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Departement
Samenleven, Welzijn, Dienst Welzijn en Gelijke Kansen, punt 110.
Subsidieovereenkomst Organisatie Mind-Spring voor het werkingsjaar
2019. Goedgekeurd.
Punt 111
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 111, een
subsidieovereenkomst voor vrijwilligerswerk als hefboom voor de
participatie en integratie van nieuwkomers. Niemand vragen? Ja,
mijnheer Deckmyn.
De heer Johan Deckmyn. De stemming.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. U vraagt de
stemming. Dan gaan we over tot de stemming, dames en heren, van punt
111.
55
(Stemming punt 111)
Punt 112
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan hebben we punt 112, Subsidieovereenkomst voor geestelijke gezondheid voor
vluchtelingen. Mijnheer Deckmyn, een stemming? Dezelfde stemming,
voor iedereen? Dezelfde uitslag.
Punt 113
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 113,
Subsidieovereenkomst voor coördinatie materiële hulp aan kwetsbare
Gentenaars, werkingsjaren 2018-2019. Mijnheer Deckmyn? Dezelfde
stemming, voor iedereen? Ook goedgekeurd.
Punt 114
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 114,
Overeenkomst van aanneming van vertaalwerk en tolken. Dezelfde
stemming, voor iedereen? Neen? Dan gaan we over tot de stemming van
punt 114.
(Stemming punt 114)
Punt 115
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan hebben we
Dienst Outreachend Werken, Subsidieovereenkomsten voor de
organisatie en exploitatie van warme winter. Ja, mijnheer Reynebeau.
Daarna mevrouw Persyn.
De heer Guy Reynebeau. Dank u wel, burgemeester. Collega’s, wij zijn uiteraard als sp.a-fractie, en ik hoop iedereen hier in deze raad,
56
verheugd dat de stad opnieuw blijvend, zou ik zeggen, investeert in
de opvang en begeleiding van de meest kwetsbare Gentenaars. Het
succes van de afgelopen Warme Winter bewijst jammer genoeg dat dit
steeds nog echt nodig is. In de evaluatie van de commissie van mei
2018 was immers sprake van circa 6680 bezoekers op 101 dagen. Dat
betekent toch wel iets om bij stil te staan. Het was variërend van
45 per dag tot 130 per dag, circa 200 unieke bezoekers en niet te
vergeten, ook een inzet van liefst 180 vrijwilligers tijdens deze
Warme Winterperiode.
Nu, de afgelopen twee jaar werd Warme Winter steeds vanuit de
stadsdienst georganiseerd, mijnheer de schepen. We hebben het er in
de commissie nog even over gehad, over die vernieuwing van deze
samenwerking. We hebben ook kunnen vernemen dat Refu Interim, u
weet, via cirQ, daar toch wel een hartverwarmend initiatief heeft
genomen, waarbij vluchtelingen en asielzoekers eigenlijk zich
inzetten om mede daklozenopvang te organiseren. Dat is een van de
aspecten, neem ik aan, die ook vernieuwend is in deze aanpak voor de
winter 2018-2019.
We hebben ook gezien dat er een uitbreiding is van de dagopvang.
Heel belangrijk, dat de mensen ook overdag, en zeker mensen met
kinderen, nog ergens terechtkunnen en niet alleen in de nachtopvang,
die uiteraard maar per definitie later begint, op de avond, waar zij
terechtkunnen.
Het is misschien toch wel goed, mijnheer de schepen, om toch nog een
keer duidelijk te maken wat nu juist het verschil is tussen de
winter 2018 en 2019, met andere woorden de overeenkomst die wij hier
nu gaan goedkeuren.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Het
woord is aan mevrouw Persyn.
Mevrouw Karla Persyn. Ik sluit mij aan bij de vorige spreker. We moeten zeggen, uit de evaluatie van de winteropvang van de voorbije
winter onthouden we dat de mensen, de gebruikers, zowel als de
57
vrijwilligers, zeer tevreden waren van de geboden opvang, ook
overdag, vooraleer de nachtopvang opengaat. Een van de resterende
heikele punten was dat de gezamenlijke opvang van gezinnen met
kinderen en alleenstaande daklozen geen ideale situatie was. Maar
met twee overeenkomsten, één met CAW en een andere met SIVI, kunnen
we daar dus aan tegemoetkomen.
Ik wil namens onze fractie de schepen hiervoor bedanken, maar ook en
vooral de vrijwilligers die dit mee hebben mogelijk gemaakt. Dank u
wel.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Wenst de schepen tussen te komen?
De heer Resul Tapmaz, schepen. Burgemeester, het enige verschil
uiteraard, van dit schitterende project, dat we zo lang zullen
uitbreiden als het nog beter naar ons zin is, dat de eerste editie
werd georganiseerd, voornamelijk door Outreachend Werken en dat dit
wel voor conflicten zorgde, zodanig dat die mensen de toeleiding
deden en tegelijkertijd ook daar de organisatie. Dus dat ging niet
tezamen. En nu ben ik bijzonder blij dat we samen met OCMW en Dienst
Outreachend Werken met die andere partners dit kunnen organiseren,
zodanig dat de rolverdeling nu duidelijk is en dat er geen
conflicten ontstaan.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Dus het punt mag unaniem goedgekeurd worden? Dank u vriendelijk.
Punt 117
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan hebben we
Bedrijfsvoering, Juridische Dienst en Kennisbeheer, addendum 2 bij
de samenwerkingsovereenkomst 2016-2019 met het EVA REGent. Geen
bezwaren? Goedgekeurd.
58
Punt 118
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 118, Dienst
Milieu en Klimaat. Hier gaat het over de samenwerkingsovereenkomst
betreffende de monitoring van de luchtkwaliteit in Gent naar
aanleiding van de lage-emissiezone. Geen tussenkomsten? Ja, dan moet
ik even kijken. Mevrouw Matthieu heeft nummer 35 en mevrouw Deene
heeft 37. Mevrouw Matthieu is eerst.
Mevrouw Sara Matthieu. Dank u, mijnheer de voorzitter. Collega’s, de luchtkwaliteit in onze stad is iets waar veel Gentenaars terecht van
wakker liggen. Denk maar aan de acties van ouders en kinderen aan de
schoolpoorten van Filter-Café-Filtré, of bijvoorbeeld het
CurieuzeNeuzenmeetproject, waar ook in Gent heel wat mensen aan
hebben deelgenomen. Gezonde lucht, dat zou een evidentie moeten
zijn. Maar dat is het vandaag helaas nog niet.
Gelukkig zien we vooruitgang. De resultaten van het luchtonderzoek,
naar aanleiding van de invoering van het circulatieplan tonen
duidelijk het verschil tussen voor en na. Op de knip aan de
Phoenixbrug ging de luchtkwaliteit er zomaar even 32% op vooruit. De
invoering van een lage-emissiezone in 2020 zal eveneens een
belangrijke impact hebben op de Gentse luchtkwaliteit. Hoe groot die
impact precies is, zullen we nog beter kunnen inschatten dankzij
deze samenwerkingsovereenkomst met Vlaanderen. Al spelen er
uiteraard ook nog andere factoren, zoals weersomstandigheden mee in
de uiteindelijke cijfers.
Collega’s, het is een cliché, maar meten is weten en het zorgt ook
voor broodnodig draagvlak om de maatregelen die nodig zijn om
propere lucht te realiseren. De Groenfractie is daar alleszins van
overtuigd en zal dit punt daarom ten volle steunen.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Mevrouw Deene,
alstublieft.
59
Mevrouw Karlijn Deene. Mevrouw de schepen, wat mijn collega terecht aanhaalde: meten is weten, maar natuurlijk is de vraag dan: wat,
waar en hoe ga je meten? Ik heb in de commissie gevraagd welke de
locaties zijn van die meetpunten en u gaf aan dat het eigenlijk
dezelfde meetpunten zijn als voor het circulatieplan. Nu, wij hebben
daar wel vragen over, of eigenlijk de locaties voor de impact van de
LEZ, lage-emissiezone, wel de meest geschikte zijn. Die meetpunten
liggen bijvoorbeeld vooral aan de knips van het circulatieplan. Ja,
ik ga ervan uit natuurlijk dat daar het effect van een LEZ sowieso
veel lager is dan in een gemiddelde plek in de stad. Ik denk ook dat
de Gentenaars die buiten de F40 wonen eigenlijk ook wel willen weten
hoe dat de luchtkwaliteit in hun stad evolueert.
Dus we vragen ons af of dan toch niet kan herbekeken worden over de
manier waarop die twintig meetpunten eigenlijk zijn bepaald.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Het
woord is aan de schepen.
Mevrouw Tine Heyse, schepen. Dank u, mijnheer de voorzitter.
Collega’s, het is eigenlijk de derde keer dat er in het kader van
metingen – en ik geef inderdaad mevrouw Matthieu en u ook gelijk:
meten is weten – een samenwerking gebeurt met de Vlaamse
Milieumaatschappij. En de eerste keer was in 2016. Toen hebben we in
de periode juni-november 2016 op 50 locaties de NO2 gemeten en die 50
locaties werden geselecteerd uit circa 350 locaties die ons
aangeboden waren, zeg maar, door evenveel mensen die gereageerd
hadden op een oproep om hun gevel ter beschikking te stellen voor
metingen. Die selectie gebeurde samen met de Vlaamse
Milieumaatschappij en de bedoeling was om zo goed mogelijk beeld te
geven van de luchtkwaliteit in de grens. Nu, ik kan al een beetje
vooruitlopen, ik kom zeker op uw vraag. Uiteraard, die 50 locaties
waren wel echt letterlijk over de ganse stad verspreid.
Een tweede keer dat we een samenwerking hadden met de Vlaamse
Milieumaatschappij, was inderdaad om te evalueren wat het
circulatieplan deed op vlak van luchtkwaliteit. We hebben daarvoor
60
tien maanden voor en twaalf maanden na de invoering van het
circulatieplan op twintig locaties gemeten, waarvan er vijf op de
ring. De evaluatie van een bijdrage aan circulatie aan het al dan
niet verbeteren van de luchtkwaliteit, werd ook vergeleken, want dat
is ook zeer belangrijk, ook ten opzichte van de algemene evolutie
van de luchtkwaliteit in Vlaanderen. Nu, wat ook een zeer belangrijk
is, mevrouw, is dat die locaties, die twintig locaties, samen
gebeurde, terug zoals de eerste keer, met de Vlaamse
Milieumaatschappij, want zij zijn uiteraard de specialisten op dat
vlak.
En nu een derde keer. Wat nu voorligt is een verlenging om op
diezelfde twintig locaties NO2 te blijven meten en een extra locatie
black carbon te hebben. En een lage-emissiezone, mevrouw, gaat
uiteraard in de eerste plaats, dat weten we, een goede invloed
hebben op black carbon. Laat ons maar een beetje in de gewone taal
spreken: roet. U weet dat dit eigenlijk voor de volksgezondheid nog
misschien een van de ergste zaken is, waar spijtig genoeg geen
normen voor bestaan. Maar dat wil niet zeggen dat we het niet moeten
opmeten.
Dus daarvan gaan wij nu voor drie jaar op die twintig locaties
blijven meten en die black-carbonmeting, dat gaat een vast meetpunt
zijn, die locatie is nog niet bepaald. Maar dat zal ook weer, zoals
we altijd doen, in samenwerking gebeuren met de Vlaamse
Milieumaatschappij, want zij zijn de specialist. En het doel is
allengs uiteraard goed te kijken: wat is eigenlijk de impact van een
lage-emissiezone op de luchtkwaliteit?
Terug mevrouw: het is de Vlaamse Milieumaatschappij die ons advies
geeft waar de beste metingen kunnen gebeuren.
Nu, mijnheer Bracke, ik ga u toch bij dit verhaal ook even citeren,
want u hebt misschien niet helemaal geluisterd. Ja, ik hoop het wel,
maar u hebt misschien niet gehoord. Eigenlijk wil ik zeggen dat we
al drie keer de Vlaamse Milieumaatschappij betaald hebben. Betaald
hebben, ja inderdaad! Betaald hebben om metingen te doen. En
61
blijkbaar vond u het nodig, toen de metingen van het circulatieplan
eigenlijk gepubliceerd werden, dat toch verdacht te vinden. Want als
wij als stad Gent de Vlaamse Milieumaatschappij betalen, met andere
woorden: de Gentenaar betaalt, dat klopt, dan is dat verdacht.
Mijnheer Bracke, ik vond dat eerlijk gezegd ... Als u naar de stad
schiet, goed, dat kan. U kan ook discussiëren over de interpretatie
van de metingen, maar wat ik ongehoord vond, was dat u de Vlaamse
Milieumaatschappij aanviel. Want eigenlijk zei u min of meer: ja,
als de Vlaamse Milieumaatschappij betaald wordt door de stad Gent,
hoe kunnen we dan die cijfers ...? Ik kan u citeren hoor, ik ga het
straks doen als u erop aandringt. Ik zal zeker terugkijken, ik wil
het altijd nog heel goed zeggen, wat u toen stelde. Ik vond het
eigenlijk ongehoord om de Vlaamse Milieumaatschappij, die nota bene
decretaal bevoegd is om de luchtkwaliteit te monitoren in
Vlaanderen, aan te vallen. Goed, maar dat even terzijde. Ik vond dat
dit naar wantrouwen kon tellen.
Bovendien, mijnheer Bracke, want dat was ook de sneer, dat wij
faalden: ook in andere steden, Antwerpen, betaalt men de VMM. Ook
bijvoorbeeld voor extra meetstations. En terug, daar is niks
verkeerds aan, integendeel. Ik vind het zeer goed dat een stad, ook
Antwerpen, meebetaalt om luchtkwaliteitsmetingen te doen, want we
hebben er allemaal baat bij dat die gegevens transparant zijn. Goed,
ik hoop dat u misschien uw mening op dat vlak kan herzien.
Maar, collega’s, ten gronde van waar het hier vandaag over gaat:
voor mij zijn inderdaad metingen echt vooral meer weten en ja, dat
maakt dat er soms goed nieuws te melden valt. Dat was het geval, als
het ging over de impact van het circulatieplan op de luchtkwaliteit.
Maar ook kan het wat minder nieuws zijn, of kunnen dat ook nuances
zijn. Zo brachten de metingen uit 2016 aan het licht dat er toen wel
degelijk punten zijn en waren waar de NO2-luchtkwaliteit toen nog
niet goed zat.
En op zich hadden wij als stad Gent kunnen zeggen: goed, het is een
extra, de vaste meetpunten zijn er. Eigenlijk zijn er geen
overschrijdingen, dus alles is in orde. Nee, we hebben toen bewust
62
gekozen om samen met de VMM op vijftig meetpunten te doen, omdat we
wisten: op bepaalde punten zal het niet goed zijn. Ook toen hebben
we die gegevens transparant aan het licht gebracht. Want welk nieuws
ook, goed of minder goed nieuws, wij publiceren die gegevens
transparant. We zijn er trouwens ook van overtuigd dat er op
verbetering van luchtkwaliteit uiteraard nog zaken te verbeteren
zijn. Vandaar dat we naast een circulatieplan ook een lage-
emissiezone invoeren.
Mevrouw Deene, dus met andere woorden: die plaatsen hebben we samen
met de Vlaamse Milieumaatschappij bepaald. Zij zijn de specialisten
om te kijken hoe ge het best kunt meten wat de beleidsimpact is van
zo’n maatregel. En ik heb het op dezelfde manier als in Antwerpen
gedaan. Ook daar is het uiteraard met hen bepaald waar er gemeten
wordt om dat te kunnen doen. En we hebben ook gelukkig, want dat was
mijn eerste punt, metingen over de ganse stad. Dat waren die
metingen op die vijftig punten in 2016.
Bovendien komen daar, en daar heeft collega Matthieu al naar
verwezen, nog een heleboel cijfers bij. Ook dankzij weer de input en
de medewerking van heel veel Gentenaars, want u weet dat heel veel
Gentenaars ook meegedaan hebben aan het CurieuzeNeuzenonderzoek. Dat
is maar een maand, dus in die zin moet ge wel uiteraard oppassen wat
ge vergelijkt. Maar vooral die vijftig en nu van die honderden – het
zijn inderdaad honderden Gentenaars die meegedaan hebben over gans
Gent weer – maken mogelijk om die zaken in een luchtkwaliteitsmodel
te stoppen, zodanig dat wij, ook buiten de ring natuurlijk, heel
goed kunnen blijven monitoren hoe de evolutie van de luchtkwaliteit
is. Met andere woorden: hier gaat het specifiek om de impact te
kunnen meten van een lage-emissiezone. De VMM heeft met ons bepaald
wat we daar moeten voor doen, maar uiteraard monitoren wij over de
ganse stad Gent de luchtkwaliteit.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel,
mevrouw. Ik denk dat we dan het punt mogen goedkeuren, unaniem?
Mijnheer Bracke, uiteraard. De heer Bracke was nu rustig en ze maken
63
u onrustig. Dat is eigenlijk niet te doen hè? De heer Bracke neemt
het woord.
De heer Siegfried Bracke. Mijnheer de burgemeester, u slaat de nagel op zijn kop. Het is het gebruik van het schepencollege om niet
altijd te antwoorden op wat hier gezegd wordt. Ik vind dat we erop
vooruitgaan, want nu antwoordde ze ook op wat hier níet gezegd is.
Ik geef toe, het is een beetje laat in de legislatuur, maar we gaan
erop vooruit. Ook al is wat u zegt natuurlijk een puur
intentieproces, dat ik volledig voor uw rekening neem. Maar voor het
overige, mevrouw de schepen, ben ik echt ontroerd door de manier
waarop u het opneemt voor de Vlaamse Milieumaatschappij. Ik dank u
zeer.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Goed, het incident is gesloten en dus stemmen we unaniem het punt goed, rond de
monitoring? Ah niet, Mevrouw Sleurs? Vraagt de stemming daarover?
Dan stemmen we over punt 118.
(Stemming punt 118)
Om van de emoties te bekomen, stel ik voor dat we nu tien minuutjes
pauzeren. Tot straks.
(Schorsing)
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Goed, dames en heren, we zetten de werkzaamheden van onze gemeenteraad verder.
Punt 124
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dat gaat hier over de vertegenwoordiger van de Stad Gent in de raad van bestuur van de
vzw Welzijnsoverleg regio Gent. Daar is een voordracht van ons
departementshoofd, mevrouw Van De Voorde. Geen bezwaar? Goedgekeurd.
64
Punt 125
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Eveneens een
voordracht van mevrouw Van De Voorde van de algemene vergadering van
de vzw Welzijnsoverleg. Geen bezwaar? Goedgekeurd.
Punt 126
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Daar wordt
departementshoofd de heer Vanbroeckhoven voorgesteld. Dat is voor de
raad van bestuur vzw Max Mobiel. Geen bezwaar? Goedgekeurd.
Punt 127
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Daar wordt ook departementshoofd de heer Vanbroeckhoven voorgesteld. Dat is voor de
algemene vergadering van Max Mobiel. Geen bezwaar? Goedgekeurd.
Punt 128
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Weer de heer
Vanbroeckhoven, voor de raad van bestuur van vzw Labeur. Geen
bezwaar? Goedgekeurd.
Punt 129
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Hier wordt de
directeur van onze Dienst Economie, mevrouw Els De Leeuw voorgesteld
voor de algemene vergadering van de ivzw Creative Ring. Dat staat in
de tekst. Een foutje, dat moet vzw zijn, uiteraard. Ja. Geen
bezwaar? Goedgekeurd.
65
Punt 130
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Hier wordt mevrouw De Tremerie als vertegenwoordiger van de stad Gent aangesteld bij
het managementteam van de vzw Creative Ring. Geen bezwaar?
Goedgekeurd.
Punt 21
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Daar is er een
ontslag en benoeming van een nieuwe bestuurder in de raad van
bestuur van het AGB Erfgoed. Het is het ontslag van mevrouw Bouve en
ze wordt vervangen door de heer Michel Vermote. Geen bezwaar?
Goedgekeurd.
Punt 22
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Hier wordt schepen Bracke voorgesteld als kandidaat ter vertegenwoordiging van de Stad
Gent in de raad van bestuur van de EVA Startersfabriek vzw. Geen
bezwaar? Goedgekeurd.
Punt 131
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 131 moeten wij niet behandelen, want er zijn geen wijzigingen in de algemene
commissies. Dus dat mag teruggetrokken worden, dat punt.
Punt 132
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 132 zijn de notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 25 en 26 juni
66
2018. Kan dat uw goedkeuring wegdragen? Dank u wel. Dan is dat
goedgekeurd.
Punt HD1
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan moeten we de behandeling doen van het hoogdringende punt 1, dat is die
statuutwijziging van de Waalse Krook, met inbegrip van de
doelswijziging buitengewone algemene vergadering van 1 oktober 2018;
een mandaat van de vertegenwoordiger. Vraagt hier iemand het woord
over? Niemand? Mogen we dat unaniem mogen goedkeuren? Dank u wel.
Dan is HD1 unaniem goedgekeurd.
Mondelinge Vragen
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan komen we bij de mondelinge vragen. Vraag 1 is een vraag van mevrouw Van Renterghem,
betreft het hoofdoekenverbod in stedelijke scholen. En punt 2 is een
interpellatie van de heer Deckmyn over hetzelfde onderwerp. Ik stel
voor dat we ze samen oproepen.
IR1 en IR2
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is eerst aan mevrouw Van Renterghem.
Mevrouw Sandra Van Renterghem. Dank je wel, mijnheer de voorzitter. Mevrouw de schepen, collega’s, begin juli vernamen we dat er een
mail verstuurd werd naar alle stedelijke secundaire scholen met de
opdracht onmiddellijk, nog voor het begin van het schooljaar, in het
interne schoolreglement van elke individuele school een nieuw
artikel in te voeren wat betreft de kledijnormen. Het nieuwe artikel
kwam er onder meer op neer dat hoofddoeken op school toelaten
verplicht werd, behalve als er een gegronde reden is om dat niet te
67
doen. Als voorbeeld van een motief van een eventueel verbod wordt
genoemd de sociale druk, om vanwege anderen bepaalde religieuze
tekens te dragen.
De invoering van dit nieuwe artikel werd beslist zonder de
gemeenteraad hierover in te lichten. Het is uiteraard vreemd, want
een algemene regel invoeren zal in principe toch via het algemeen
reglement voor alle secundaire scholen moeten gaan. Hier probeert
men een nieuw algemeen reglement in te voeren via het interne
reglement van elke school apart. Die zijn nochtans in principe de
bevoegdheid van de individuele schooldirecties. Daarom mijn eerste
vraag, mevrouw de schepen: Waarom wilde men een algemene regel
invoeren, zonder het algemeen reglement aan te passen? Wijzigingen
in het algemeen stedelijk reglement komen immers wel voor op de
gemeenteraad. Wijzigingen in de individuele interne
schoolreglementen niet. Wou de schepen misschien vermijden om het
debat in de gemeenteraad te voeren?
Ik merk hierbij terzijde op dat de vraag van onze fractie om een
extra commissie samen te roepen zonder meer werd geweigerd. Onzes
inziens tegen het reglement van de gemeenteraad in.
Niet alleen de gemeenteraad werd buitenspel gezet, blijkbaar vond u
het ook niet nodig om het schepencollege hiervan op de hoogte te
stellen. De reacties waren dan ook duidelijk, volgens de pers. Uw
collega-schepen Bracke sprak van hoogst deloyaal, niet collegiaal,
platte verkiezingsstunt, een bewuste demarche. Ook uw kartelpartner
was dat not amused. Ze waren niet op de hoogte gesteld en uw eigen
kandidaat-burgemeester was van mening dat dit ook in het
schepencollege had moeten komen.
U wist goed dat uw coalitiepartners geen vragende partij waren, want
op dit moment zijn er uiteindelijk ook geen problemen gemeld. U
baseert zich immers op een recente uitspraak van een rechter in
Tongeren, die besliste dat een groep van elf moslima’s hun hoofddoek
mogen dragen op twee Maasmechelse scholen, ondanks het algemeen
verbod dat geldt in het gemeenschapsonderwijs. Het vonnis geldt
68
enkel voor die elf meisjes. Niet voor het gemeenschapsonderwijs in
zijn geheel en al zeker niet voor alle andere scholen die ook een
verbod op het dragen van levensbeschouwelijke tekens in het
schoolreglement hebben opgenomen.
Het beroep dat het GO instelde, is trouwens opschortend. De elf
meisjes moeten nog steeds zonder hoofddoek naar school. Het
gemeenschapsonderwijs staat achter het hoofddoekverbod, omdat bleek
dat moslima’s die geen hoofddoeken droegen onder druk werden gezet
om dat wel te doen. Onder meer door mannelijke leeftijdsgenoten,
ouders en andere moslima’s die wel een hoofddoek dragen.
Maar ik keer terug op de Gentse situatie. Via de persberichtgeving
begin juli, vernam ik dat er een werkgroep is opgericht of zal
opgericht worden met specialisten, om zich specifiek over dit thema
te buigen. Ook die partner zette u met uw demarche een neus. U zette
zelf deze werkgroep buitenspel, wat wij uiteraard betreuren.
Nu goed, uw beslissing heeft niet lang stand gehouden, want na
crisisoverleg in het college bleek dat er ook geen draagvlak was. De
individuele scholen mochten terug zelf de keuze maken of ze al dan
niet opteerden om hoofddoeken toe te laten of niet. Slechts twee
scholen hebben hun interne reglement aangepast. Daaruit blijkt ook
dat andere scholen geen behoefte hebben om hun reglementen aan te
passen. U hebt in de pers verklaard dat de scholen die het verbod
handhaven goede onderbouwde argumenten moeten voorleggen waarom ze
het hoofddoekverbod aanhouden.
Ik wil u vragen: is het verbod op hoofddoeken of hoofddeksels in het
algemeen reglement gemotiveerd en het schoolreglement in kwestie? Zo
ja, welke argumenten zijn er gebruikt om het verbod te motiveren?
Ik wil u ook het volgende vragen. U bent persoonlijk voorstander van
een afschaffing van het hoofddoekenverbod. U vindt dat de jongeren
de vrije keuze moeten hebben. Dan is mijn vraag: wat zal u doen met
de sociale druk of dwang die een deel van de meisjes ervaart om de
hoofddoek te dragen, ook op school?
69
Wetenschappelijk onderzoek bevestigt de realiteit hiervan. Sociale
druk is een realiteit. Wat dan met hun onvrijheid? Heel concreet:
hoe zullen de directies en de schoolteams erover waken dat er geen
groepsdruk is om meisjes onder druk te zetten om tegen hun wil toch
een hoofddoek te dragen? Hoe zal dat in de praktijk werken? Hoe
zullen zulke meisjes over andere leerlingen dergelijke sociale druk
kunnen melden zonder zelf in de problemen te geraken, hetzij thuis,
hetzij met medeleerlingen? Moeten wij hier echter niet de kant
kiezen van de meisjes die met sociale druk geconfronteerd worden? Ik
kijk uit naar uw antwoord.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is aan de heer Deckmyn.
De heer Johan Deckmyn. Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ja,
mevrouw de schepen, u liet in juli inderdaad in de schoolreglementen
van het stedelijk onderwijs in Gent opnemen dat het dragen van een
hoofddoek toegelaten is, behalve wanneer de veiligheid of het
schoolklimaat in een specifieke school in het gedrang komt.
Hiermee natuurlijk komt u voor een stuk tegemoet aan bepaalde
groepen in de moslimsamenleving, die wel een soort van sociale druk
willen opleggen aan schoolgaande meisjes om toch wel een hoofddoek
te dragen als ze naar school gaan. En nu neemt u dus onmiddellijk al
– het zijn verkiezingen niet waar – een politiek standpunt in.
Ja, het Lokaal Overlegplatform van Gent stelt dan bovendien nog een
keer een werkgroep in die een consensus moest zoeken over het
onderwijs, die eigenlijk onmiddellijk doorbroken is door uw
unilateraal initiatief. Eigenlijk kan ik niet anders dan concluderen
dat u uw eigen politieke visie, uw eigen ideologische visie hiermee
aan de scholen wou opdringen.
En merkwaardig, heel dit feit, maar natuurlijk, de verkiezingen
zullen hier wel niet vreemd aan zijn, werd het initiatief genomen
zonder overleg met deze gemeenteraad. Maar nog veel erger: zonder
70
overleg met het schepencollege. Dat wist ook van niets. En ja, dat
vind ik wel iets opvallends, aangezien normaal gezien beslissingen
binnen deze meerderheid toch wel collegiaal worden genomen.
Nu, dan ziet ge natuurlijk de demarches van de verschillende
meerderheidspartijen, die natuurlijk zich verslikt hebben in hun
koffie, als ze dat allemaal gelezen hadden. Het lijkt natuurlijk
geen twijfel dat deze meerderheid in het zicht van de verkiezingen
aan het hengelen is naar de moslimstem. En ja, dan moet ge soms een
keer rap zijn en ik denk dat mevrouw Decruynaere gedacht heeft: ik
ga een keer rap zijn en aantonen dat moslims enkel op Groen moeten
stemmen, want die zijn het meest begaan met de eisen van deze
gemeenschap.
Het is ook niet vreemd aan het feit natuurlijk dat er binnen Gent
tijdens de toekomende verkiezingen in elk geval twee typische
moslimpartijen naar de verkiezingen komen. Dus ook daar wordt de
concurrentie groot. De druk wordt groot en uiteraard zal dat ook wel
een element zijn dat bijdraagt tot de demarche van de schepen. We
hebben de partij Be.One, we hebben de Multiculturele Recht Partij,
we hebben nog andere partijen. Daarmee gaan die partijen mij
misschien dankbaar zijn dat ze ook een beetje reclame krijgen van
het Vlaams Belang. Maar dus die partijen komen op en die gaan
natuurlijk op die manier druk zetten op alle partijen die ook wel
vreemdelingen op hun lijsten staan hebben. Vandaar dat ik eigenlijk
niet verbaasd was om te zien dat zo’n initiatief wordt genomen.
En uiteraard, in heel dit kader was uw coalitiepartner natuurlijk
not amused. Want natuurlijk, ze hadden liefst zelf met een
dergelijke primeur willen komen of op zijn minst iemand anders
verhinderd om cavalier seul te spelen.
Even terzijde wil ik er toch wel op wijzen dat Vlaams Belang in het
algemeen wijst op het gebrek aan verantwoordelijkheidszin van de
Vlaamse regering in het hoofddoekendossier. De eindeloze reeks van
procedures met betrekking tot het dragen van de hoofddoek in het
onderwijs en de steeds weer opduikende controverses ter zake hebben
71
immers maar één oorzaak: eigenlijk de lafheid van de Vlaamse
regering om normstellend op te treden en vanuit die regering een
algemeen hoofddoeken in te voeren in het officieel onderwijs.
Maar goed, lokaal bekeken blijf ik erbij: het is een platte,
opportunistische zet, die natuurlijk volledig moet gekaderd worden
in de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober eerstkomend. En ja,
ondertussen kan ik alleen maar vaststellen dat u door het college
bent teruggefloten.
Maar natuurlijk zijn er veel vragen die hieruit naar voren komen.
Collega Van Renterghem heeft er al enkele gesteld. Nu, op welke
manier kwam men tot het besluit? Want u zal ongetwijfeld zeggen dat
ik aan stemmingmakerij doe en zeg dat het allemaal niet waar is.
Maar dan moet u mij toch een keer zeggen hoe ge tot dat besluit bent
gekomen. Want dat begrijp ik niet. En ik denk dat uw collega’s in
het college het ook niet begrepen, want aan de hevige reactie van
mevrouw Bracke van Open Vld was toch wel te zien dat men daar
serieus in de wiek geschoten werd.
Dus waarom, mevrouw de schepen, werd dit initiatief genomen buiten
het schepencollege om? En eigenlijk, aangezien het college
collegiaal reageert, had ik ook wel een officieel standpunt van het
college geweten met betrekking tot deze zet. Niet zoiets algemeen
ontwijkends, ‘het college vindt dat alle neuzen in dezelfde richting
staan’ en zo, zo’n algemene aanspraak, nee. Mijn vraag is: wat vindt
het college van deze zet van collega Decruynaere?
Welke maatregelen – dat is nog een vraag die ik naar voren wil
schuiven – worden er genomen om de islamitisch-culturele druk met
betrekking tot het dragen van een hoofddoek op scholen tegen te
gaan? Ik heb er daarnet in mijn tussenkomst al op verwezen. Het is
een feit, ik zeg niet dat het altijd zo is, maar het kan niet
ontkend worden, dat er in de moslimgemeenschap een zekere druk
bestaat tot het dragen van een hoofddoek. Het verplicht dragen van
een hoofddoek. En dan vind ik dat wij in deze gemeenteraad, we
vertegenwoordigen toch de stad, ervoor moeten zorgen dat er geen
72
ongeoorloofde druk is op jonge meisjes om verplicht een hoofddoek te
dragen. En wat zie ik nu? Door zo’n voorstel te lanceren, net voor
de grote vakantie, geeft u net de verkeerde indruk. Dus ik zou
willen weten welke initiatieven u terzijde nog wilt nemen om die
islamitisch-culturele druk met betrekking tot de hoofddoek tegen te
gaan.
Ja, mijn laatste vraag was: waarom kan er eenvoudigweg geen
hoofddoekenverbod tijdens de schooluren van toepassing zijn?
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Zijn er nog leden die het woord vragen? Ik noteer mevrouw Daman, mevrouw De Bruycker,
de heer Van Braeckevelt, mevrouw Bensafia. Nummer 25, mevrouw Daman
is nummer 38. Mevrouw De Bruycker is 45. De heer Van Braeckevelt is
44. Dan is het mevrouw Bensafia die het eerst het woord krijgt.
Mevrouw Zeneb Bensafia. Dank u wel, mijnheer de burgemeester.
Collega’s, staat u mij toe, mijnheer de voorzitter, om eventjes
tussen te komen op dit punt. Als voorzitter van de commissie
Onderwijs heb ik inderdaad de vraag gekregen van de N-VA-fractie om
een extra commissie Onderwijs bijeen te roepen. Dat klopt.
Nu, ik ga deze zitting sparen van het voorlezen van de artikels
waarop ik mij gebaseerd heb om niet in te gaan op deze vraag. Met
name artikels 64, 82 en 83 van het huishoudelijk reglement. Nu, de
essentie wordt gevat in artikel 64. Omdat het voorgestelde punt
nergens ter beslissing voorlag, noch op het college, noch op de
gemeenteraad, kon ik niet anders dan vaststellen dat er geen reden
was om met spoed over te gaan tot de bijeenroeping van een extra
vergadering. En als commissievoorzitter ben ik natuurlijk ook al
gebonden door het reglement dat wij ten allen hebben goedgekeurd.
Opgesteld en goedgekeurd. Als ik dat niet zou respecteren, dan zou
het hek natuurlijk al helemaal van de dam zijn, vandaar ook de
weigering voor een extra bijeenkomst voor een commissie Onderwijs.
Ik dank u.
73
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u. Het woord is nu aan mevrouw Daman.
Mevrouw Camille Daman. Dank u wel, mijnheer de burgemeester.
Collega’s, bij het begin van de zomervakantie zorgde een algemene
oproep aan de directies om het toelaten van levensbeschouwelijke
kentekens in schoolreglementen op te nemen inderdaad voor nogal wat
heisa. Het leidde tot spectaculaire krantenkoppen, zoals “Gentse
meerderheid verdeeld over hoofddoeken in onderwijs” en “Hoofddoek op
school zorgt voor onenigheid in Gentse stadsbestuur” en “Groen en
Open VLD botsen over hoofddoeken in Gentse scholen”.
Collega’s, het is geen geheim dat wij er een ander standpunt op
nahouden dan dit van onze coalitiepartners. Het debat over de plaats
van religie in de openbare ruimte ligt niet alleen politiek, maar
ook maatschappelijk zeer gevoelig. Hoewel het al dan niet toelaten
van levensbeschouwelijke kentekens op school niet aan de
gemeenteraad, noch aan het college toekomt, was voorafgaandelijk
overleg hier zeker op zijn plaats geweest. Er is hierover al veel
gezegd en geschreven en ik kan dan ook niet anders dan ons standpunt
in dezen herhalen. We zijn als liberalen geen liefhebbers van het
dragen van levensbeschouwelijke kentekens. Scholen moeten leerlingen
vormen en niet leren geloven. Idealiter is een schone omgeving een
omgeving zonder levensbeschouwelijke kentekens, een omgeving waar
leerlingen zich in al hun vrijheid kunnen ontplooien tot vrije,
kritische en zelfdenkende burgers.
Sommigen roepen op tot een algemeen verbod, anderen vinden dat
levensbeschouwelijke kentekens principieel moeten worden toegelaten.
Wij stellen vast dat in veel scholen levensbeschouwelijke kentekens
zijn toegelaten, zonder noemenswaardige problemen. Wij respecteren
die keuze van die scholen, als dat een weloverwogen en tevens
gedragen beslissing is. Maar wij respecteren evenzeer de keuze om
een verbod te handhaven. De ene school is de andere niet. Laat de
schoolgemeenschap, met name de directie, de leerkrachten, de ouders,
de leerlingen dan ook vrij om een weloverwogen en gedragen keuze
voor hun school te maken.
74
Het is een goede zaak dat de directies de mogelijkheid werd gegeven
hun standpunt over het dragen van levensbeschouwelijke kentekens in
alle rust te bekijken. Enkel de Freinetmiddenschool Gent heeft
zonder medeweten en inspraak van de ouders beslist het verbod op het
dragen van levensbeschouwelijke kentekens op te heffen. De andere
scholen waar momenteel een verbod geldt, kozen er wel voor om dat te
handhaven.
Als liberalen betreuren we de timing van de beslissing van de
Freinetmiddenschool: tijdens de zomervakantie, na de inschrijving.
Ouders die niet akkoord zijn worden toch echt wel op deze manier
voor een voldongen feit gezet, collega’s. De kinderen zijn
ingeschreven en de capaciteitsproblemen maken dat er niet
gemakkelijk elders een plaats kan worden gevonden. En van echte
inspraak van de schoolraad kan eigenlijk geen sprake meer zijn.
Bovendien gaat men zo voorbij aan het LOP waar de verschillende
onderwijsnetten de kwestie bespreken en gingen trachten tot een
nauwer kader te komen.
Het stadsbestuur had in dezen geen beslissingsbevoegdheid. Schepen
Decruynaere neemt wel de politieke verantwoordelijkheid en we
stellen vast dat ze ervoor kiest om de school in haar keuze te
ondersteunen.
Onze fractie had dit anders aangepakt. Wij hadden gekozen voor een
overgangsjaar, zodat er tijd genoeg was voor een degelijk overleg.
Een overleg met de scholengemeenschap, nieuwe en bestaande ouders,
maar ook leerkrachten en directie, om zo tot een gedragen beslissing
te kunnen komen. Ik dank u.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is nu aan de heer Van Braeckevelt.
De heer Bram Van Braeckevelt. Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Collega’s, voor Groen zijn uitgangspunten als gelijke kansen tot
kwaliteitsvol onderwijs en actief pluralisme fundamenteel. Mensen
75
hebben zelf de vrijheid van overtuiging, zonder dat die overtuiging
opgelegd moet worden aan een ander. Die vrijheid uit zich ook wel
eens in het dragen van een hoofddoek, voor wie dat wil. Laat het
duidelijk zijn: het verbieden van hoofddoeken is even erg als ze op
te leggen.
Maar feitelijk, collega’s, het is niet onze mening die
doorslaggevend is. Het is die van de rechtsstaat en het is die van
het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. En daar, als
verantwoordelijke beleidsmaker ook gevolg aan geven.
Inderdaad, schepen Decruynaere heeft daar politieke
verantwoordelijkheid genomen. Zij heeft een moedige beslissing
genomen en kiest er inderdaad voor om de school in haar keuze te
ondersteunen. En dat met de steun van de Groenfractie.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is aan mevrouw De Bruycker.
Mevrouw Astrid De Bruycker. Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Het debat over religieuze symbolen en welke plek deze al dan niet mogen
innemen in onze samenleving: we zijn er de legislatuur mee begonnen.
Toen we hier in 2013 op voorzet van het Gentse middenveld hebben
beslist dat vrouwen en mannen met gelijke capaciteiten, met of
zonder religieus symbool, evenveel kans maken om aan het loket van
onze staddiensten te zitten. Heeft iemand daar trouwens al één
klacht over gehoord?
Beste collega’s, het lijkt erop dat we de legislatuur ook afsluiten
met een gelijkaardig debat, dat helaas dreigt te verworden tot een
opeenstapeling van karikaturen. Niet elke verdediger van het recht
op het dragen van religieuze symbolen is een linkse activist of
staat onder druk van vreemdelingen, heb ik hier vanavond zelfs
gehoord. Niet elke tegenstander is een islamofoob, al zijn sommigen
dat overduidelijk wel.
76
Als we een duurzame oplossing bieden, dan hebben we, rekening
houdend met de grote verdeeldheid van onze meningen – en dat die
meningen verdeeld zijn, dat is oud nieuws lijkt me – nood aan een
gemeenschappelijke basis. Die zoeken we, volgens onze fractie, het
best op het juridische terrein. Namelijk in het arrest van de Raad
van State van 14 oktober 2014, vier jaar oud, over een zaak waarin
duidelijke kapstokken teruggevonden worden. De Raad van State
vertrekt van artikel 9 van het Europees Verdrag voor de Rechten van
de Mens en stelt dat de vrijheid van godsdienstovertuiging en
godsdienstuiting, die in het Verdrag voor de Rechten van de Mens is
vastgelegd, primeert. Tegelijkertijd bepaalt dit arrest dat aan die
uiting onder bepaalde voorwaarden ook beperkingen kunnen worden
opgelegd. Op basis van dit artikel heeft de Raad van State
geoordeeld dat een algemeen verbod op het dragen van
levensbeschouwelijke symbolen op school niet aanvaardbaar is.
Dat betekent niet, en dat is belangrijk, dat je als schoolbestuur
geen beperkingen kan opleggen. Maar je moet wel de noodzaak ervan
kunnen aantonen. De beperkingen moeten proportioneel zijn en ze
moeten in de tijd beperkt zijn.
Wat momenteel gebeurt, beste collega’s, is niets meer of minder dan
het volgende. Voor onze Gentse stedelijke scholen komen we tot een
concrete vertaling van een arrest dat vier jaar oud is. We zijn dat
verschuldigd aan de leerkrachten en de leerlingen die
onduidelijkheid vragen en bovenal: dat hoort zo in een rechtsstaat.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is aan schepen Decruynaere.
Mevrouw Elke Decruynaere, schepen. Eerst en vooral, beste collega’s, laat ons eens kijken wat op dit moment de situatie is op onze
scholen. Er is geen, en ik herhaal, geen grote commotie. Waarover
gaat het ook? 28 meisjes die een hoofddoek dragen en 1 jongen die
het schooljaar gestart is met een tulband. Het gaat dan over alle
stedelijke secundaire scholen. Totaal 2915 leerlingen. Het gaat dus
over 1% van al de leerlingen.
77
Zoomen we even uit: wat is de situatie, niet alleen in het stedelijk
secundair onderwijs, maar alle scholen secundair onderwijs in Gent?
Dan is het zo dat in het provinciaal onderwijs het toegelaten is,
het katholiek onderwijs, een aantal scholen. En voor het stedelijk
onderwijs op dit ogenblik in de helft van alle secundaire scholen.
De afgelopen jaren is er echter een aantal signalen binnengekomen,
op verschillende manieren, dat er vraag was naar meer scholen waarop
men kan starten met een hoofddoek, onder andere omwille van de
recente instroom uit landen zoals Syrië, Afghanistan, Somalië, Iran.
En er was ook, daar is al naar verwezen, die uitspraak van de
rechtbank. Die verwees naar onze grondwet en dames en heren
collega’s, dat is geen vodje papier.
De vaststelling ook, en dat is iets wat zeker in het LOP, het Lokaal
Overlegplatform Onderwijs, speelde, dat een aantal jongeren in hun
studiekeuze beperkt werd omwille van het hoofddoekenverbod. Het
starten bijvoorbeeld in het stedelijk onderwijs en het secundaire
onderwijs, en een school die voorbereidt op het ASO, was gewoon niet
mogelijk. En beste mensen, het gaat maar over 29 jongeren. Maar 29
jongeren die geen diploma halen, dat zijn er voor mij 29 te veel.
Beste collega’s, er is hier gevraagd naar de procedure. Die is als
volgt. Elk schooljaar, op het einde van het schooljaar, behandelen
wij hier het algemene schoolreglement van het stedelijk onderwijs.
Dat hebben we ook dit jaar gedaan. Kijk het er maar op na,
gemeenteraad eind juni hebben wij hier met zijn allen het algemeen
reglement goedgekeurd. Dat is ook de bevoegdheid van de Gentse
gemeenteraad.
Daarnaast heeft elke school zijn interne schoolreglement, met heel
wat bepalingen die echt school per school kunnen verschillen. En die
worden niet op de gemeenteraad, noch op een commissie Onderwijs
besproken en goedgekeurd of beslist, zijn voorwerp van beslissing
van het hoofd van het stedelijk onderwijs. Ik wil me daar geenszins
78
achter wegsteken. Het valt onder mijn politieke
verantwoordelijkheid.
Maar dus, beste collega’s, in het algemeen reglement, dat hier
inderdaad ter goedkeuring moet voorliggen, is er niets gewijzigd.
Dat is ook nooit het voorstel geweest, overigens.
Nu, voor dit schooljaar werd aan de scholen per e-mail gevraagd om
te kijken op welke wijze zij hun interne reglement konden aanpassen,
conform de gerechtelijke uitspraken. Daarin werden dan twee
mogelijkheden vooropgesteld: ofwel wordt de hoofddoek toegelaten,
ofwel niet. En dat diende dan beargumenteerd te worden.
Uiteindelijk, collega’s, is dus aan elke school individueel gevraagd
welke aanpak zij voorstaat. En voor één school betekende dat een
wijziging in de praktijk. Daar is daarnet ook al naar verwezen door
mevrouw Daman. De Freinetmiddenschool, waar dat mijns inziens geen
totale omslag of onlogische beslissing is, aangezien de meeste van
die leerlingen – het gaat dus over de eerste graad, de eerste,
tweede middelbaar – doorstromen naar de Freinetschool De Wingerd,
waar de hoofddeksels al toegelaten zijn. Dus dat is zo geen
ongelooflijk grote ommezwaai. Nu, beste collega’s, ik kan u
meegeven, als we gaan kijken naar het aantal leerlingen daar, en om
hoeveel leerlingen het daar nu gaat, dat daar vier meisjes met een
hoofddoek gestart zijn en één jongen met een tulband.
Er wordt mij, dat is de zorg die ik daarnet gehoord heb: hoe zit het
met het schoolklimaat, met eventuele druk die ingezet wordt op de
leerlingen? En ook dat is mijn zorg, vanuit de directie vanuit het
stedelijk onderwijs meegegeven dat er op dat vlak geen problemen
zijn, dat het schoolklimaat positief is. In lijn ook met ons
pedagogisch project, waarin heel duidelijk staat dat het
pluralistisch is, dat we het heel belangrijk vinden dat iedereen
eigen keuzes kan maken en zichzelf kan zijn. Ik zou jullie willen
oproepen, dames en heren, zeker als we kijken hoe de situatie is op
het terrein, om het vertrouwen te geven aan de scholen, aan het
79
schoolteam, aan de directie, die inderdaad deze beslissing genomen
heeft om daar op gepaste wijze mee om te gaan.
Dat is trouwens ook wat in de richtlijnen van het Departement
Onderwijs Vlaanderen staat, dames en heren. Er is daarnet ook naar
Vlaanderen verwezen. Wel, ook daar geeft men mee: laat het aan de
school. Laat het aan de school om te oordelen of het schoolklimaat
inderdaad toelaat om die hoofddoeken toe te laten.
Ik eindig nog eens met de situatie zoals die vandaag is op de
scholen. Er is geen commotie. We zijn het schooljaar goed gestart en
ik denk, dames en heren, dat dit het allerbelangrijkste is. Dank u.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Mevrouw Van Renterghem.
Mevrouw Sandra Van Renterghem. Dank u voor uw uitleg, mevrouw de schepen. Ja, u zegt: “meer scholen vroegen ernaar, maar uiteindelijk
zijn het er maar twee”, dus ik vind het wel heel raar dat u zegt:
“Ja maar we hadden echt wel de vraag ernaar, maar er doen er toch
maar twee mee.”
U zegt: “Alles gaat goed.” Ja, gelukkig maar, zou ik zeggen. “Er is
geen sociale druk.” Nu, als dat toch wordt gemonitord en men gaat
daar op gepaste wijze op ingaan, dan is mijn vraag: wat is een
gepaste wijze om daarop in te gaan? Want dat is uiteindelijk ook wel
belangrijk. Het is een beetje koffiedikkijken wat uiteindelijk zal
gebeuren of wat de schooldirectie en het team daar zal in
ondernemen, om effectief dat te vermijden of toch zeker en vast aan
te pakken.
Ik denk dat u mij niet geantwoord heeft over het algemeen reglement.
Dit moet gemotiveerd worden in de schoolreglementen. Welke
argumenten moeten er eigenlijk gebruikt worden om het
hoofddoekenverbod stand te houden?
80
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is aan de heer Deckmyn.
De heer Johan Deckmyn. Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ja,
misschien moet ik toch eerst zeggen dat ik blij ben dat Open Vld
enerzijds stelt dat er beter geen levensbeschouwelijke tekens in de
openbare ruimte worden gedragen. Maar ik moet wel zeggen: het was
wel een enerzijds-anderzijdsverhaal. Een standpunt dat ik eigenlijk
meestal bij CD&V’ers terugvind. Maar ja, dat is misschien een goede
zaak voor de heer De Clercq, dat misschien CD&V en Vld naar elkaar
kunnen toegroeien, in plaats van CD&V naar het links kartel.
Misschien kan hij dan toch nog burgemeester worden.
Wat de heer Van Braeckevelt betreft: ja, die pleit dus voluit voor
gelijke kansen. Dat is natuurlijk niet nieuw. En er wordt gesteld:
de echte vrijheid, dat is dragen voor wie dat wil. Dat is natuurlijk
wel de kern van hetgeen dat ik wil zeggen. Maar natuurlijk, de
initiatieven die hier naar voren worden geschoven, versterken de
mogelijkheid om die hoofddoek wel op te leggen. Dus ik zou hier
streven naar neutraliteit in openbaar dienstverband en op school
uiteraard, en dan zien we wel wat de mensen privé doen, want dat is
hun zaak.
Nu, eigenlijk bevestigt Groen dat zij ideologisch eigenlijk die
hoofddoek in de scholen wil doordrukken. Hetzelfde verhaal hoor ik
dan natuurlijk van schepen Decruynaere. Ja, een hele reeks
progressieve praat, zou ik zeggen, die we ondertussen al gewoon
zijn, natuurlijk. “Er zijn ook geen problemen”, wordt er gesteld.
“Er is geen grote vraag.” Ja, maar als er geen problemen zijn, en
geen grote vraag, waarom willen we dat dan per se invoeren? Dus dat
is een beetje een contradictie.
En in haar antwoord eigenlijk, slaat, misschien ongewild, schepen
Decruynaere de nagel op de kop natuurlijk. Want, ik heb het snel
genoteerd: Er zijn signalen om meer hoofddoekgebruik toe te staan.
Die komen er, omdat er de laatste jaren meer vraag is naar
hoofddoeken op scholen, “omwille van de toenemende immigratie van
81
onder andere Syrië, Afghanistan”. Dat is hetgeen dat ik daarnet
gehoord heb in het antwoord van schepen Decruynaere. Dat bewijst
natuurlijk wel het punt van Vlaams Belang.
Wij zeggen dat wij hier in onze maatschappij islamiseren onder druk
van toenemende immigratie. Dat is net hetzelfde als schepen
Decruynaere gezegd heeft. Wel, daar passen wij voor. Wie naar hier
komt, die past zich aan en niet omgekeerd. Dat is de basisvoorwaarde
wat ons betreft voor integratie en een harmonieuze maatschappij.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Schepen Decruynaere moet nog antwoorden op de vraag van mevrouw Van Renterghem.
Mevrouw Elke Decruynaere, schepen. Ik denk dat het nog wel even zou duren voordat mijn progressieve praat de heer Deckmyn verandert in
dat ik u ga napraten. Weest u gerust.
Ik wil gewoon antwoorden op een aantal vragen dat nog gesteld is.
Hoe is het dan inderdaad aangepast? We hebben gekozen voor een zeer
pragmatische oplossing. Er is inderdaad één schoolreglement. De
verbodsbepaling op hoofddeksels is daar gewoon weggelaten.
Welke instrumenten hebben scholen dan om nog op te treden? In het
algemeen schoolreglement, dat door u allen is goedgekeurd, hier in
juni, staat in artikel 18 heel duidelijk het volgende: “Uit eerbied
voor ieders filosofische, ideologische en godsdienstige opvatting,
zal men er zich van onthouden deze opvattingen te propageren. Voor
indoctrinatie, discriminatie en bekeringsijver is binnen het
stedelijk onderwijs te Gent geen plaats.” Er is een zeer duidelijke
bepaling die wel in alle schoolreglementen staat en die de directies
perfect een instrument geeft en de mogelijkheid om in te grijpen.
Nogmaals, als dat nodig is, nadat zij een inschatting gemaakt
hebben. Zij staan samen met de leerkrachten, met de
leerlingbegeleiders, zeer dicht bij de leerlingen. Zij werken over
het schoolklimaat in overeenstemming met ons pedagogisch project en
dat is er een van pluralisme. Ikzelf wil dan ook aan hen het
82
vertrouwen en de tools geven en zij kunnen daarbij ook rekenen op de
nodige en deskundige ondersteuning. Dank u.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u. Dan is het incident gesloten.
IR 3 en IR 5
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. We gaan over naar de interpellatie nummer 3 van de heer Deckmyn, betreffende het
toelaten van boerkini's in de Gentse zwembaden. En nummer 5 is het
voorstel van raadsbesluit, ook van de heer Deckmyn.
Dus voor beide punten, mijnheer Deckmyn, geef ik u graag het woord.
Alstublieft.
De heer Johan Deckmyn. Dank u wel, mijnheer de voorzitter.
Collega’s, ook hier in dit dossier een signaal van toenemende
islamisering. Vlaams Belang was, toen bekend werd dat er een vonnis
kwam hieromtrent, eigenlijk onaangenaam verrast met het vonnis dat
werd uitgesproken door Gentse rechters met betrekking tot het
verbieden van het boerkiniverbod. Wat ons betreft getuigt dat van
een grote wereldvreemdheid en ondersteunt het wel op een heel
actieve manier de verdere islamisering van onze Arteveldestad.
In Gent, trouwens ook in Antwerpen, worden de regels de facto al
omzeild door het inrichten van aparte zwemuren voor moslima’s. Nu
worden er ook nog eens openlijk islamitische regels opgelegd in onze
zwembaden.
Vlaams Belang Gent heeft dan ook het stadsbestuur opgeroepen om het
vonnis naast zich neer te leggen en de bestaande regels aan te
houden. Maar natuurlijk maakte ik mij toen al niet veel illusies.
Het stadsbestuur lijkt eerder aan te sturen op een uitbreiding ter
zake dan op een intrekking.
83
Natuurlijk zijn hier ook electorale belangen mee gemoeid. Ik verwijs
ook naar het voorgaande dossier, rond de hoofddoeken. Ja, men wil
daar in de pas lopen, men wil daar een electoraat bedienen. En aan
de ene kant bedient men het al, met aparte zwemuren. En nu komt daar
nog een keer het gretig ingaan op de beslissing dat het
boerkiniverbod moet geschrapt worden bij. Wij vinden dat het
bestaande reglement moet gehandhaafd blijven. En indien dat dit niet
kan, om veiligheids- of om hygiëneredenen, wel dan maar omdat
boerkini gewoon niet thuishoort in onze samenleving.
Dus ja, ik vraag mij af welke stappen er nog verder ondernomen
worden of werden. Een van die stappen wist ik al dat men zelfs in
beroep gaat. Ja, ze gingen in beroep, maar dat was eigenlijk om nog
verder te gaan. Dus viel dat even tegen.
Vandaar mijn interpellatie, dat ik toch ook wel vroeg of dit
stadsbestuur bereid was om het bestaande reglement te handhaven of
opnieuw in te voeren. Dat is eigenlijk concreet de vraag die ik wou
ondersteunen door voorstel van raadsbesluit.
Waarom heb ik dat gedaan? Omdat ik dan toch wel de kans wil geven
aan iedereen in deze raad om zich daarover uit te spreken. Ik heb
daarjuist in het vorige debat ook gehoord dat er bepaalde partijen
zijn die vinden dat bepaalde levensbeschouwelijke uitingen in het
openbare domein toch wel voor kritiek vatbaar zijn. Wel, ik vind een
boerkini toch wel een duidelijke uiting van een levensbeschouwelijke
religie in een stedelijk zwembad, dus in openbaar verband.
Dus had ik graag gehad dat collega’s zich kunnen scharen achter mijn
voorstel, dat ik hier naar voren breng. Het is geen revolutionair
voorstel. Het is geen radicaal voorstel. Het is gewoon hoe het
enkele maanden geleden was. Ik vraag gewoon de situatie opnieuw in
te voeren van enkele maanden geleden. Dus collega’s, het is geen
Vlaams Belang-voorstel, het is gewoon het voorstel dat vroeger reeds
bestond. Dus ik zou graag hebben dat iedereen het voorstel ook mee
zou ondersteunen. U bent daarom geen Vlaams Belanger, u bent gewoon
84
een lid van deze gemeenteraad die beslist dat hetgeen dat vroeger
was, nu blijft bestaan.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Wie vraagt nog het woord? De heer Souguir, mevrouw Sleurs, dat is 28. Wie nog? De heer
Van Braeckevelt. Die heeft nummer 44. Het woord is aan de heer
Souguir.
De heer Sami Souguir. Ja dank u, mijnheer de voorzitter. Collega Deckmyn, het was toch met enige verbazing dat ik kennisgenomen
hebben van uw interpellatie in het voorstel van raadsbesluit. U
roept namens uw partij het stadsbestuur op om een vonnis naast zich
neer te leggen. U vraagt ons als gemeenteraad om een door de rechter
onwettig bevonden bepaling opnieuw in te voeren. Tot zover dus de
rechtsstaat.
Collega’s, niet omwille van een religieuze, maar wel omwille van
functionele redenen, veiligheid en hygiëne, hanteren we al jaren een
verbod op lichaamsbedekkende kledij in de Gentse zwembaden. In juli
heeft de rechter echter gemotiveerd geoordeeld dat hygiënische en
veiligheidsredenen geen legitiem doel zijn om lichaamsbedekkende
kledij te weren uit de Gentse zwembaden en dat dit verboden
discriminatie uitmaakt op basis van geloof.
Het vonnis van de rechter verplicht er ons toe in het reglement een
uitzondering te voorzien voor lichaamsbedekkende kledij omwille van
geloof of levensbeschouwing. En daar kunnen we het uiteraard niet
mee eens zijn. Mijn fractie is dan ook tevreden dat om die reden
werd beslist tegen het vonnis in beroep te gaan.
Religie was niet de reden voor het verbod op lichaamsbedekkende
kledij en mag ook niet de reden zijn voor een uitzondering op het
verbod. Dit zou immers een discriminatie kunnen betekenen voor een
mens die om willen van een andere reden lichaamsbedekkende kledij
wil dragen tijdens het zwemmen. Denk maar aan mensen met een
huidaandoening, na een operatie, noem maar op. Als een rechter
gemotiveerd oordeelt dat hygiënische en veiligheidsredenen geen
85
legitiem doel zijn, dan zijn wij genoodzaakt lichaamsbedekkende
kledij voor elke zwemmer toe te laten en niet enkel voor diegenen
die geloven als redenen aanvoeren.
Het reglement moest inmiddels al aangepast worden, want het vonnis
was uitvoerbaar, ondanks het beroep dat er tegen werd ingesteld.
Collega Deckmyn, de rechters wereldvreemdheid verwijten: we hebben
het nog gehoord. Politici die zichzelf boven de wet en de
rechtsstaat stellen jammer genoeg ook. Wij moeten daarmee
voorzichtig zijn. Ik dank u.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is aan mevrouw Sleurs.
Mevrouw Elke Sleurs. Dank u wel, mijnheer de burgemeester. Geachte collega’s, over boerkini’s is inderdaad al veel gediscussieerd en
geschreven. En zoals u weet is N-VA geen voorstander van boerkini’s
en dat om redenen van vrouwenrechten, religie niet boven burgerlijke
samenleving of waarden en normen van gelijkheid.
Maar ik zou toch wel even willen ingaan op een redenering die hier
daarjuist ook geuit is. En dat is dat we lichaamsbedekkende kledij
zouden moeten toestaan omwille van personen met een huidaandoening
of brandwonden. En in feite, ik heb daarover nagedacht, vind ik dat
een zeer vreemde redenering. Ik vind dat een redenering alsof men
zegt: kijk mensen, u hebt wat schilfers en u wilt gewoon gaan
zwemmen, ja maar ge zoudt dat toch beter bedekken. Dus met die
redenering zo door te trekken, heb ik de indruk dat men mensen met
bijvoorbeeld een huidaandoening of brandwonden, zo juist kan
discrimineren. Dus kan men een maatregel als men die wil afschaffen
of een maatregel, boerkini’s toelaten, toelaten om niet te
discrimineren; misschien gaan we juist wel meer discrimineren.
Het zijn bedenkingen die ik mij maak, met het aanvaarden van
boerkini’s in een zwembad. Ik wil die redenering doortrekken naar
mijn vorig leven. En misschien gaan jullie nu zeggen: het is toch
86
maar een bizarre redenering. Maar ik wil ze hier uit ethisch oogpunt
toch voorleggen. En dat is: als ik aan prenatale diagnostiek deed,
moest ik mij elke dag bewust zijn dat men door bepaalde aandoeningen
op te sporen, en mensen een zwangerschapsonderbreking te kunnen
doen, men ook een mentaliteit kan creëren dat men een bepaalde
handicap niet meer zal aanvaarden in de maatschappij. Dat is een
heel, heel moeilijke balans tussen onze moderne maatschappij, onze
moderne waarden en het andere creëren. Het is een redenering die ik
hier voorleg, omdat mij dat bezighoudt. Omdat mij dat eerlijk gezegd
bezighoudt met bepaalde maatregelen die we nemen in onze
maatschappij. Ik leg ze hier voor. Ik leg ze hier voor, voor jullie
allemaal, om daarover na te denken.
En ik heb ook veel gelezen, natuurlijk. Er zijn veel opinies. Er
zijn heel wat opinies, maar ik wil er toch eentje uithalen en dat is
van de heer Tom Garcia van Vlinks. Waarom? Omdat ook de rechten van
de mensen hier zijn aangehaald en hij haalt ook aan wat verder in
het artikel staat, dat godsdienstvrijheid mag beperkt worden in het
belang van de openbare veiligheid, bescherming van de openbare orde,
gezondheid of goede zeden of voor de bescherming van de rechten en
vrijheden van anderen.
En hij stelt dat dus hier, wat gebeurt met een boerkini, is dat het
om universele richtlijnen op te stellen is, zodat iedereen veilig,
hygiënisch en maximaal van het zwemmen kan genieten. En door een
groep te privilegiëren, krijgt zij meer rechten dan anderen. Ook ter
gedachtenis.
En ik wil eindigen met zijn laatste zin. “Om samen te leven, moet je
nemen en geven. Het maakt niet uit wat je denkt, gelooft of
aanhangt. Je kan niet altijd en overal uitsluitend volgens je eigen
regels leven.”
Vanuit de N-VA-fractie zullen wij ons onthouden op het voorstel van
raadsbesluit, ook omwille van het feit dat dit inderdaad nog in een
juridische procedure is vervat. En om de aangehaalde redenen en de
87
bedenkingen die ik hier jullie heb voorgelegd, maar ook omwille van
de juridische procedure, zullen wij als N-VA-fractie ons onthouden.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is aan mijnheer Van Braeckevelt.
De heer Bram Van Braeckevelt. Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Collega’s, vanaf 1 september zijn de stedelijke zwembaden
toegankelijk voor zwemmers met lichaamsbedekkende zwemkledij, zolang
deze bestaat uit badstof en voldoende aansluitend is. En hiermee
doet het stadsbestuur wat het moet, namelijk gevolg gegeven aan een
rechterlijke uitspraak.
Voor Groen is actief pluralisme inderdaad fundamenteel. Mensen
hebben de vrijheid van overtuiging, zonder die overtuiging te moeten
opleggen en te mogen opleggen aan een ander. En die vrijheid uit
zich ook in het dragen van een boerkini voor wie dat wil.
Mevrouw Sleurs, ik heb uw redenering aangehoord en ik wou er graag
op verder. Eigenlijk zegt u dat vrouwen die liever een badpak zouden
dragen, dat niet zouden mogen doen, maar in feite een bikini zouden
moeten dragen. Dan zeg ik: waar gaan we naartoe? Mogen mensen
eigenlijk nog zelf beslissen waar ze zich goed in voelen? Hebben
mensen eigenlijk nog wel de vrijheid om te dragen waar ze zich
comfortabel in voelen?
Die vrijheid heeft uiteraard grenzen, collega’s. De wet, wanneer die
overschreden wordt, wanneer ze de ander schaadt of bij veiligheid en
hygiëne, past op die vrijheid. Dat is evident. Dat staat ook niet
ter discussie. Tussen haakjes: het blijkt nu dat het agentschap voor
Gezondheid en Zorg Vlaanderen stelt dat die lichaamsbedekkende
badkledij eigenlijk geen probleem oplevert voor hygiëne, noch voor
de veiligheid, maar dit terzijde.
Collega’s, het is een symbolisch debat. In feite komt de vraag voor
het dragen van lichaamsbedekkende badkledij zelden voor. Maar de
uitspraak van de rechter is er wel en die is ook terecht, mocht het
88
argument van de discriminatie op basis van levensbeschouwing opgaan.
Maar toch is het vreemd dat de rechter niet alleen bepaalt dat het
reglement aangepast moet worden, maar vooral ook stelt hoe het
aangepast moeten worden. En het stadsbestuur vecht dan ook het
vonnis aan, omdat het verwijst naar religie en naar
levensbeschouwing als enige uitzondering op een algemene regel.
In feite, collega’s, is dat niet uitvoerbaar. Stelt u zich voor dat
baliepersoneel zou moeten vragen aan een bezoeker waarom hij net die
lichaamsbedekkende zwemt wil dragen. Of dat alleen maar is omwille
van een levensbeschouwelijke reden, of inderdaad omdat hij liever
bepaalde letsels, littekens zou willen verbergen of dat die persoon
transgender is en dergelijke meer. Wij hebben allemaal de mond vol,
collega’s van de GDPR-wetgeving, maar wat een vreselijke inbreuk op
de privacy zou dat niet zijn als iemand aan het loket van een
zwembad zich daarmee zou moeten bezighouden. Dank u.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is aan schepen Tapmaz.
De heer Resul Tapmaz, schepen. Dank u wel, burgemeester. Collega’s, ik zal wel heel kort zijn, want ik wil enerzijds niet in herhaling
vallen van de argumenten van collega Sami Souguir en Bram Van
Braeckevelt omwille van het principieel in beroep gaan. We hebben
als college beslist om principieel in beroep te gaan. De heer
Souguir heeft dat allemaal zeer correct en goed toegelicht, waarom
wij principieel in beroep gaan.
En collega Deckmyn: er is een vonnis van de rechtbank en ik denk,
als we allemaal geloven in een rechtsstaat, als dat een vonnis is
van de rechtbank dat uitgesproken is door de rechter, kunt ge
daartegen in beroep gaan omwille van verschillende principiële
redenen. Maar we kunnen niet zeggen dat we dit vonnis naast ons gaan
kunnen neerleggen. Dus collega’s, mijn voorstel zou zijn om het
voorstel van raadsbesluit van collega Deckmyn niet te aanvaarden.
89
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel.
Mijnheer Deckmyn.
De heer Johan Deckmyn. Tja, mijnheer Tapmaz, als het een moeilijk debat is, kan u heel beknopt zijn. Ik vind uw antwoord, ja ..., het
was eigenlijk zelfs geen antwoord. Het was gewoon verwijzen naar
collega’s. Ik had een meer onderbouwde stelling van u verwacht.
Andere collega’s hebben dan tenminste nog geprobeerd om een
onderbouwde stelling te brengen, maar u niet.
Ik zal dan maar terugkeren naar wat de collega’s zeggen. De heer
Souguir valt van zijn stoel. Niet alleen hij, blijkbaar de heer
Tapmaz ook. Blijkbaar iedereen valt van de stoel, omdat ik oproep om
een verbod naast zich neer te leggen. Ik ben dus tegen de
rechtsstaat. Nu, collega’s, ik stel vast dat verschillende steden en
gemeentes dit ook doen. Ik zal gewoon een keer naar Antwerpen gaan.
Wij doen dat de laatste tijd toch regelmatig. Grote titel in de
krant: “Het boerkiniverbod blijft. Desnoods sleept men de stad voor
de rechtbank.” Mijnheer Souguir, wie zit er in de meerderheid? De
liberalen! Die de rechtsstaat naast zich neerleggen! Valt u nu niet
van uwen stoel? Ik zou van mijnen stoel vallen! Ik zou beschaamd
zijn als liberaal! Ik parafraseer nu. Dat was uw argumentatie tegen
mij. En ge doet het zelf! Dus alstublieft, ik heb geen lessen te
leren van u als het gaat over het naast zich neerleggen van bepaalde
verboden.
Dichter bij huis, mijnheer Souguir. Merelbeke. “Het symbooldossier
over de boerkini maakte veel reacties los.” Eva Brems riep de
gemeentebesturen op om overal het verbod op te heffen. Merelbeke
weigerde al. Ze weigeren! Ze leggen de rechtsstaat naast zich neer,
mijnheer Souguir. Wie zit daar in de meerderheid? VLD. sp.a trouwens
ook en CD&V.
Dus alstublieft, kom mij geen lessen leren over het miskennen van de
rechtsstaat. Ik breng hier een argumentatie die gebaseerd is op het
feit dat onze stad door dergelijke beslissingen islamiseert. En ik
heb dan geen vingertje nodig van liberalen of zeker niet van Groen,
90
want die zijn daar specialist in. Door al die jaren in de
meerderheid te zitten met de Groenen hebt ge daar toch misschien wel
iets te veel opgedaan.
Dan kom ik bij de Groenen, de heer Bram Van Braeckevelt. Opnieuw zo,
ja, progressieve praat hè. Maar ik zou toch wel een element eruit
willen brengen, want u probeert het discours van mevrouw Sleurs een
beetje onderuit te halen, om dan te zeggen: “Ja, maar de mensen
mogen toch zelf beslissen om te dragen wat ze willen in een
zwembad.” Wel, ik stel voor dat ik dan volgende week in mijnen blote
in de Van Eyck ga springen of met mijn kleren aan. De keuze laat ik
aan jullie over. Ge moogt er misschien een referendum over
organiseren. Zal Deckmyn in zijnen blote of in zijn vol kostuum in
het zwembad springen? Maar ik zou wel graag op zijn minst een van de
twee doen. Dus collega’s, alstublieft, niet met dergelijke
argumenten komen hè. Dit is hier duidelijk een teken van
islamisering van deze stad. Men gaat gewoon mee in het verhaal van
de immigratie, die beetje bij beetje hun regels aan ons oplegt.
Ik wil als uitsmijter nog geven: wij zitten hier te discussiëren
over het feit dat het toch een schande is dat mensen niet in een
boerkini in het zwembad kunnen. Wel, toen heel die zaak op Facebook
kwam, heb ik heel veel Facebookfoto’s gezien van mensen die op
vakantie waren. In Turkije, in Noord-Afrika, waar er heel duidelijk
foto’s gemaakt werden van ‘verboden op boerkini’s’. Het zullen toch
ook onmenselijke mensen daar zijn.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is aan de heer Souguir.
De heer Sami Souguir. Ja, heel kort, mijnheer de voorzitter.
Collega’s, blijkbaar heeft collega Deckmyn echt wel weinig kennis
van het functioneren van een rechtsstaat, met dien verstande ...
Laat mij nu een keer uitspreken. Met dien verstande is het maar
gemakkelijk om voorbeelden van andere steden en gemeenteraden aan te
halen. Met het grote verschil dat in die steden nog altijd geen
vonnis is betekend dat uitvoerbaar is. Hier in stad Gent is dat wel
91
het geval. Dus ook al gaan we in beroep, moeten wij dat nu eenmaal
toepassen, uiteraard als democraten en legalisten. Dat is evident,
scheiding der machten, en wij passen dat toe. Dat is een groot
verschil. Dus ik vind het heel intellectueel oneerlijk van u om die
voorbeelden naar voren te schuiven als referentiepunt.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. We gaan over tot de ... Ja, mijnheer Bram Van Braeckevelt.
De heer Bram Van Braeckevelt. Mijnheer de voorzitter, ik wou gewoon kort opmerken dat ik heel blij ben dat de vrijheid beperkt wordt tot
de wet en dat de wet mensen die in hun blootje willen gaan zwemmen,
zoals de heer Deckmyn, dat niet toelaat, want dat is zedenschennis.
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Goed. We gaan over tot de stemming van het voorstel van raadsbesluit van de heer
Deckmyn. We hebben de schepen gehoord.
(Stemming punt IR3)
De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ik raadpleeg een
keer de fractieleiders. Ik zou voorstellen, als ge akkoord zijt,
fractieleiders, dat we het hierbij laten. We moeten morgen toch nog
een aantal ondervragingen doen. We gaan het toch niet meer kunnen
afwerken. Vanavond wordt te laat. Zijt ge akkoord dat we schorsen
tot morgen? Ja? Dan schorsen we nu de vergadering.
Morgen, dames en heren ... Dames en heren, alstublieft, zijt een
keer stil. Morgen is er om 18.15 uur vragenuurtje. Ik vraag degenen
die vragen hebben om aanwezig te zijn. Ik vraag ook aan de schepenen
die moeten antwoorden om aanwezig te zijn. En dan om 19.00 uur
zetten we de gemeenteraad verder. Allemaal wel bedankt.
________________________
92