stad.gent€¦ · Web viewGEMEENTERAAD 24 SEPTEMBER 2018. De heer Daniël Termont,...

110
GEMEENTERAAD 24 SEPTEMBER 2018 De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dames en heren, goedenavond. Hartelijk welkom. Ik open hierbij de gemeenteraad van maandag 24 september 2018. Dames en heren, we vangen aan met een in memoriam voor de heer Raymond Otte. Geachte collega’s, we hebben een tijd geleden helaas afscheid moeten nemen van een gewezen schepen van de stad Gent. Op 28 juni overleed de heer Raymond Otte. Hij werd negentig jaar. Door het zomerreces kunnen we hem pas nu de eer betonen. Raymond Otte was afkomstig van Zottegem en werkte bij de spoorwegpolitie in het Sint- Pietersstation. Hij werd in 1970 voor de CVP verkozen als gemeenteraadslid. In 1985, halfweg de legislatuur, volgde hij voor drie jaar Maurits Kerckhove op als schepen van personeelszaken. Raymond zal gemeenteraadslid blijven tot 1997. Ik heb zelf twintig jaar met hem mogen samenwerken. Na zijn pensioen volgde hij zijn dochter naar Zuid-Frankrijk, waar hij zeventien jaar heeft gewoond. Maar volgens de vrienden uit zijn partij is zijn hart altijd in Gent gebleven. Hij volgde elke dag het nieuws uit België in het algemeen en de Gentse politiek in het bijzonder. En ik kan het u getuigen, want hij nam regelmatig contact met mij op, om zijn mening te geven. Regelmatig liet hij zijn stem horen om zijn visie en de feiten te verwoorden, zowel bij de meerderheid als bij de oppositie. Toen zijn dochter terugkeerde naar België, is Raymond haar opnieuw gevolgd en koos hij voor een verblijf aan zee in Wenduine. Toen zijn gezondheidstoestand het hem niet meer toeliet om samen met zijn vrouw zelfstandig te wonen, koos hij opnieuw voor zijn Gent. Ze verhuisden samen naar een serviceflat in Oostakker. Raymond bleef

Transcript of stad.gent€¦ · Web viewGEMEENTERAAD 24 SEPTEMBER 2018. De heer Daniël Termont,...

GEMEENTERAAD 24 SEPTEMBER 2018

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dames en heren,

goedenavond. Hartelijk welkom. Ik open hierbij de gemeenteraad van

maandag 24 september 2018.

Dames en heren, we vangen aan met een in memoriam voor de heer

Raymond Otte.

Geachte collega’s, we hebben een tijd geleden helaas afscheid moeten

nemen van een gewezen schepen van de stad Gent. Op 28 juni overleed

de heer Raymond Otte. Hij werd negentig jaar. Door het zomerreces

kunnen we hem pas nu de eer betonen. Raymond Otte was afkomstig van

Zottegem en werkte bij de spoorwegpolitie in het Sint-

Pietersstation. Hij werd in 1970 voor de CVP verkozen als

gemeenteraadslid. In 1985, halfweg de legislatuur, volgde hij voor

drie jaar Maurits Kerckhove op als schepen van personeelszaken.

Raymond zal gemeenteraadslid blijven tot 1997. Ik heb zelf twintig

jaar met hem mogen samenwerken. Na zijn pensioen volgde hij zijn

dochter naar Zuid-Frankrijk, waar hij zeventien jaar heeft gewoond.

Maar volgens de vrienden uit zijn partij is zijn hart altijd in Gent

gebleven. Hij volgde elke dag het nieuws uit België in het algemeen

en de Gentse politiek in het bijzonder. En ik kan het u getuigen,

want hij nam regelmatig contact met mij op, om zijn mening te geven.

Regelmatig liet hij zijn stem horen om zijn visie en de feiten te

verwoorden, zowel bij de meerderheid als bij de oppositie. Toen zijn

dochter terugkeerde naar België, is Raymond haar opnieuw gevolgd en

koos hij voor een verblijf aan zee in Wenduine. Toen zijn

gezondheidstoestand het hem niet meer toeliet om samen met zijn

vrouw zelfstandig te wonen, koos hij opnieuw voor zijn Gent. Ze

verhuisden samen naar een serviceflat in Oostakker. Raymond bleef

volgens ingewijden tot kort voor zijn overlijden in contact met zijn

Gentse politieke generatiegenoten.

Ik stel voor, collega’s, om een moment van stilte in acht te nemen

om zowel Raymond te gedenken als zijn naasten en op die manier onze

blijk van medeleven aan hen aan te bieden.

Dank u wel, dames en heren.

Geachte collega’s, ik doe u melding van het feit dat mevrouw

Beatrice Zeltner op 4 juli 2018 de eed heeft afgelegd bij mij als

OCMW-raadslid en dit ter vervanging van het OCMW-raadslid mevrouw

Evita Willaert, die in bevallingsverlof gaat.

Mag ik uw akkoord vragen voor de indeling van de agenda tussen de A-

en de B-punten? Mevrouw Sleurs?

Mevrouw Elke Sleurs Ik zou enkel mevrouw Vercaemer willen

verontschuldigen wegens ziekte.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja. Dan nemen we daar akte van, dank u wel.

De adjunct algemeen directeur heeft een paar mededelingen.

Alstublieft.

De heer Danny Van Campenhout adjunct algemeen directeur. Ja dank u wel, mijnheer de burgemeester. Goedenavond, dames en heren.

Er wordt melding gemaakt van de beslissing van de gouverneur, die de

begrotingswijzigingen 1, gewone dienst, en 2, buitengewone dienst

van het dienstjaar 2018 van de politiezone in Gent, in het kader van

zijn federale toezicht heeft goedgekeurd.

En er is ook nog een tweede beslissing: op 4 juni 2018 heeft de

gouverneur de jaarrekening over het financiële boekjaar 2016 van het

Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van de stad Gent

goedgekeurd.

Tot zover de mededelingen, mijnheer de burgemeester.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel,

mijnheer de adjunct algemeen directeur.

2

Dan dames en heren, zijn er twee vragen voor hoogdringende punten.

Punt HD 1

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. 1 is de

statuutwijziging van de Waalse Krook. U weet dat dit hoogdringend op

de agenda gezet is, omdat de algemene vergadering reeds op 1 oktober

is.

Punt HD 2

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. En 2: de motie met betrekking tot het Sint-Pietersstation. Dat hebben we afgesproken

met de fractieleiders, rondgestuurd en het wordt dus nu aan de

agenda toegevoegd. Geen bezwaren? Niemand? Dan worden die twee

hoogdringende punten toegevoegd. Dank u wel.

B-punten

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan gaan we over tot de B-punten. Zoals gebruikelijk zal ik het nummer aflezen, niet

het volledige punt. Indien u ergens het woord over wenst,

onderbreekt u mij maar.

2. (goedgekeurd)

7.

8.

9.

10. (allemaal goedgekeurd)

11 en 12 (goedgekeurd)

13. (goedgekeurd)

15. (goedgekeurd)

18. (goedgekeurd)

3

19. (goedgekeurd)

24, 25 en 26 (goedgekeurd)

28. (voor 28 is er geen stemming nodig. Het is een rapportering,

neem daar akte van)

31.

32. (alle twee goedgekeurd)

34.

35.

36.

37.

38.

40. (al die punten vanuit het departement publieke ruimte worden

goedgekeurd, unaniem)

41. (de Startersfabriek; goedgekeurd)

43. (goedgekeurd)

Heeft meneer toestemming om te fotograferen? Hebt u toestemming om

te fotograferen? Neen hè? U hebt geen, hè? Ah, u hebt ze nu, allez.

Ge moet hier toestemming vragen om te fotograferen in de

gemeenteraad. Mocht u nieuw zijn, ik zou zeggen ja, maar allez.

U moet eerst een keer rond de blok lopen en dan moogt ge

fotograferen. Dat was in de jeugdbeweging ook zo. Gij kunt dat

getuigen, ik heb u nog rond de blok zien lopen. Juist, dat is iets

anders.

44. (we waren bij 44)

45. (goedgekeurd)

47. (goedgekeurd)

50. (goedgekeurd)

52.

54.

55.

56.

57. (al die punten zijn goedgekeurd)

58. Punt 58 wordt teruggetrokken, dames en heren. Dat is het sluiten

van de verkoopovereenkomst in de Wittemolenstraat. Dat punt wordt

teruggetrokken.

59.

61.

4

62.

63.

64.

65.

66.

68.

70. (allemaal goedgekeurd)

71.

72.

73. (allemaal goedgekeurd)

75.

76.

77.

78.

79.

81.

82.

83. (al die punten worden unaniem goedgekeurd)

85. (goedgekeurd)

92. (goedgekeurd)

94. (voor 94 moet er geen stemming zijn. Het is een kennisneming)

95. (goedgekeurd)

96. (goedgekeurd)

97. (voor 97 moet er geen stemming zijn. Het is een kennisneming)

98. (goedgekeurd)

99. (goedgekeurd)

100. (voor 100 moet er geen stemming zijn. Het is een kennisneming)

101.

102. (goedgekeurd)

105. (goedgekeurd)

106. (goedgekeurd)

107. (goedgekeurd)

108. (voor 108 moet er geen stemming zijn. Het is een kennisneming)

109.

116. (beide goedgekeurd, unaniem)

119.

120.

5

121.

122.

123.

Al die punten worden unaniem goedgekeurd, waarvoor dank.

Dan gaan we nu over tot de A-punten.

A-punten

Punt 1

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Er is rond het departement Financiën, de cel Bestuur en Consolidatie, de

budgetwijziging 2018, een erratum. Mijnheer de schepen, wenst u daar

eerst het woord over? Schepen Peeters?

De heer Christophe Peeters, schepen. Nee.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Nee? Zijn er

tussenkomsten daarvoor? Mevrouw Sleurs.

Mevrouw Elke Sleurs. Een stemming alstublieft.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Een stemming,

mevrouw? Ja. Gaan we over tot de stemming, dames en heren, van

punt 1.

(Stemming punt 1)

Punt 3

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan hebben we

punt 3, OCMW-toezicht, aanpassing van het meerjarenplan 2014 tot

2021 bij de budgetwijziging 2018. Een stemming mevrouw? Ja? U vraagt

ook de stemming? Ja? Verschillende collega’s vragen de stemming. We

stemmen over punt 3.

(Stemming punt 3)

6

Punt 4

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Nu, voor punt 4

moeten we geen stemming houden. Dat is een kennisneming. Maar vraagt

u een indicatieve stemming? Ja. Verschillende leden vragen een

indicatieve stemming. Dan stemmen we indicatief over punt 4, dames

en heren.

(Stemming punt 4)

Punt 5

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Hetzelfde geldt

voor punt 5, daar vraagt u ook een stemming. Zelfde stemming, dames

en heren, bij iedereen? Neen? Dan gaan we stemmen over punt 5. Een

indicatieve stemming over punt 5.

(Stemming punt 5)

Punt 6

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dat is ook punt 6. Gewoon een kennisneming. Vraagt u daar ook de stemming over? Ja? Dan

gaan we over tot indicatieve stemming van punt 6.

(Stemming punt 6)

Punt 14

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan zitten we aan punt 14. Dat is de AGB Kunsten en Design, de zakelijke werking. Dat

gaat over het retributiereglement voor diensten verstrekt door het

museum. Er is namens het college van burgemeester en schepenen een

wijziging in het retributiereglement voorgesteld. Dat is die IR13.

Als ge het toelaat, collega’s, ga ik eerst het woord aan de schepen

7

geven om die IR toe te lichten. Dan geef ik die graag het woord.

Alstublieft, mevrouw de schepen.

Mevrouw Annelies Storms, schepen. Ja, in de commissie Cultuur. Het gaat over de invoering van de museumpas, dus kort samengevat: je kan

een museumpas kopen voor 50 euro en als je recht hebt op

kansentarief via UiTPAS, Paspartoe en de andere systemen voor

10 euro. Dat betekent dat je eigenlijk met die pas in alle musea van

België die aangesloten zijn bij het systeem, gratis toegang kan

krijgen voor de vaste collectie tentoonstellingen. Voor de

tijdelijke tentoonstellingen kan er eventueel een toeslag worden

gevraagd.

Het principe van wat ik net gezegd heb, is nu vastgelegd in het

voorstel van amendement. Waarom is dat gewijzigd? Omdat er in de

commissie een opmerking was gekomen van ons gemeenteraadslid Bruno

Matthys. Daar stonden inderdaad zeer onduidelijke bepalingen in rond

verrekening van 60% met de cvba Museumpas, terwijl het gewoon in de

overeenkomst staat tussen Museumpas en de stad en de AGB’s. Dus dat

moet helemaal niet in een retributiereglement staan.

Dus de wijzigingen die ik nu heb voorgesteld, zijn eigenlijk

wijzigingen om het retributiereglement volledig in orde te stellen

en om op een duidelijke en transparante manier aan de burgers mee te

geven hoeveel zij moeten betalen voor de aanschaf van een museumpas

en ook dat zij eigenlijk vrijstelling krijgen van retributie als zij

effectief binnengaan. Dat is eigenlijk het juridisch correct zetten

van de afspraken met cvba die de museumpas uitgeeft. Dus ik vraag om

het amendement goed te keuren, mijnheer de burgemeester.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel,

mevrouw. De heer Goossens heeft het woord.

De heer Paul Goossens. Wij vragen alleen de gesplitste stemming,

mijnheer de burgemeester.

8

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Over het amendement en over het punt?

De heer Paul Goossens. Over beide, als dat kan.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja ja, absoluut.

Dat spreekt vanzelf. Mijnheer Matthys? U hebt daar niets aan toe te

voegen? De schepen heeft verwezen naar uw initiatief.

Dan goed, als er geen andere tussenkomsten zijn, gaan we eerst over

het amendement van de schepen stemmen. We stemmen dus nu over het

amendement van mevrouw Storms.

(Stemming amendement)

Dan stemmen we nu over het punt ten gronde, met het amendement.

Mijnheer Goossens, u wenst een stemming over welke splitsing?

De heer Paul Goossens. Ja, als dat kan over de drie artikels

gesplitst stemmen.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Over de drie

artikels gesplitst, ja. Dames en heren we stemmen dan over ... In

welk artikel is uw amendement, mevrouw? Mevrouw Storms?

Mevrouw Annelies Storms, schepen. In de verschillende artikels.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het loopt over

verschillende artikels, ja. Uw amendement is al aanvaard, dus we

stemmen over de artikels zoals geamendeerd.

We stemmen eerst over artikel 1.

(Stemming artikel 1)

Dan gaan we over tot de stemming van artikel 2.

(Stemming artikel 2)

Dan gaan we over tot de stemming van artikel 3.

9

(Stemming artikel 3)

Dus het volledige reglement is goedgekeurd. Moeten wij nu nog een

keer stemmen over het volledige reglement? Dat zou het best zijn hè?

Terwijl we toch bezig zijn. We gaan de stemmen over het volledige

reglement, zoals het nu ter tafel ligt.

(Stemming punt 14)

Punt 16

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan zitten we bij de Zakelijke Werking van AGB Erfgoed. Dat is punt 16. Dat gaat over

het retributiereglement voor diensten verstrekt door musea. Ook daar

is er een amendement van schepen Storms, IR12. Schepen, het gaat

over hetzelfde?

Mevrouw Annelies Storms, schepen. Inderdaad identiek, hetzelfde als bij de AGB Kunst en Design, mijnheer de burgemeester.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. U

vraagt een stemming, maar geen gesplitste stemming daar?

De heer Paul Goossens. Het is dezelfde stemming als daarnet.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja, voor iedereen? Is dat duidelijk voor de secretarie? Dezelfde stemming als daarnet

voor dit punt, zowel artikelsgewijze als over het geheel. Ja?

Wablief, mijnheer Bracke? Ja, ja, en ook het amendement. We beginnen

met het amendement. Dan stemmen we artikelsgewijze en dan stemmen we

over het geheel, met dezelfde stemminguitslag als daarvoor. Kan dat?

Ja dank u wel.

Punt 17

10

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan gaan we over naar punt 17, het IVA Historische Huizen Gent. Daar gaat het over

het Samenwerkingsovereenkomst voor het aanbieden van de museumpas in

de Sint-Pietersabdij. Niemand? Dat is dan goedgekeurd.

Punt 20

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan hebben we

punt 20. Dat is het addendum nr. 2 bij de samenwerkingsovereenkomst

met het EVA De Centrale vzw. Mijnheer Deckmyn?

De heer Johan Deckmyn. Voor de stemming.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. De stemming. We

stemmen over punt 20, dames en heren, over het addendum.

(Stemming punt 20)

Punt 23

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 23 van de

Dienst Burgerzaken. Het gaat hier over de verkiezingen. Het gaat

over het drukwerk dat besteld is door het Hoofdbureau van de

Verkiezingen Gent. Mevrouw Van Renterghem, stemt u tegen?

Mevrouw Sandra Van Renterghem. Nee, nee, ik wil gewoon even enkele vragen stellen aan mevrouw de schepen. We zijn maar een kleine drie

weken voor de verkiezingen. Wij weten natuurlijk dat de laatste twee

weken de verkiezingsbrieven moeten verstuurd worden. Wij krijgen ook

verschillende vragen van mensen. Wanneer komt de brief in de

brievenbus? Dat is de eerste vraag die we krijgen. En ook van: ja,

mensen vertrekken soms op verlof eind september, begin oktober. Ze

willen een volmacht geven, maar zij zijn natuurlijk niet in staat om

die verkiezingsbrief af te geven aan degene die eigenlijk de

volmacht zou moeten doen. Dus daar toch ook wel een paar vragen bij,

11

wat zij effectief moeten doen om dat in orde te brengen, zodanig dat

zij ook hun stem kunnen uitbrengen.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Schepen Bracke heeft het woord.

Mevrouw Sofie Bracke, schepen. Ja, mevrouw Van Renterghem, de

oproepingsbrieven worden deze week uitgestuurd, dus normaal gezien,

tegen volgend weekend zal iedereen die hebben. Er zijn inderdaad

heel veel vragen over volmachten. Daar staat ook heel veel

informatie over op de website. Reizen naar het buitenland, dan kan

je uiteraard wel een volmacht geven. Wat zo’n beetje een nieuw

gegeven is, is dat veel mensen op weekend gaan naar de Ardennen of

wat. In principe kunnen ze daar geen volmacht voor geven, maar al

die informatie gaan wij nog wat beter bekendmaken, begin volgende

week via een persbericht. Alle informatie staat ook op de website.

De oproepingsbrieven gaan dus in principe deze week de deur uit.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Volstaat dat,

mevrouw, dat antwoord? Dank u wel. U vraagt niet de stemming over

dit punt hè, veronderstel ik? Nee.

Punt 27

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 27 dan,

Juridische Dienst en Kennisbeheer, Gemeentelijke Administratieve

Sancties, Politieverordening en Algemeen Reglement betreffende

overtredingen op het stilstaan en het parkeren en de overtredingen

betreffende de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch

werkende toestellen. Niemand vraagt het woord? Goedgekeurd.

Punt 29

12

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Voor punt 29 is het een kennisneming. Dit is de deontologische commissie, het

huishoudelijk reglement.

Punt 30

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dames en heren,

misschien laat u mij toe om ook punt 30 op te roepen, de

deontologische commissie en het advies betreffende de

onderschrijving van de deontologische code.

Over die twee punten, dames en heren, is uitgebreid met de

fractieleiders van de zes verschillende fracties in onze

gemeenteraad van gedachten gewisseld. De conclusie van dit gesprek

was dat voor punt 29 de deontologische commissie uiteraard haar werk

moet kunnen doen, in afwachting van de installatie van de nieuwe

gemeenteraad, en dat we dan ook met deze gemeenteraad kennis zouden

nemen van het huishoudelijk reglement.

En wat betreft het advies van de deontologische commissie, u hebt

het allemaal gelezen, komt het er eigenlijk kort samengevat op neer

dat men zegt: jullie hebben in de gemeenteraad een deontologische

code goedgekeurd. Alle verkozen notarissen vallen daaronder, maar ge

hebt nooit de externen, die de gemeenteraad aangeduid heeft in de

verschillende instellingen, organisaties, intercommunaals en

dergelijke meer dit document laten ondertekenen, dus die mensen zijn

er niet door gebonden. Dit was naar aanleiding van een heel concreet

geval, waarbij een totaal externe een klacht neerlegde tegen een

externe die wij wel aangeduid hadden in een maatschappij. Naar

aanleiding daarvan zegt de deontologische commissie: “Wij kunnen

niet optreden, want de externen hebben dat die getekend.” Dat klopt,

omdat ook heel duidelijk in onze teksten stond dat dit bij

vernieuwing van het mandaat ging zijn dat men dat moest

ondertekenen. Daar was zeer duidelijk, daar waren de fractieleiders

het ook over eens, de intentie dat wel de externen ook onder de

bepalingen van die deontologische code zouden vallen. Maar aangezien

13

dit natuurlijk niemand ondertekend heeft van de externen, zij zelfs

niet geïnformeerd zijn, konden wij niet optreden, kan de

deontologische commissie, zal ik zeggen, niet optreden.

Dus er is afgesproken met de fractieleiders dat we als volgt te werk

zullen gaan: Zodra we weten wie de nieuwe fractieleiders zullen

zijn, na de verkiezing, zullen we aan de administratie vragen om die

mensen samen te brengen, hen daarover te informeren en de vraag te

stellen om alles in gereedheid te brengen om, zodra de gemeenteraad

geïnstalleerd is, over de werking van die deontologische code na te

denken, te spreken. Behoudt men de samenstelling van die commissie?

Dat zal bijvoorbeeld niet kunnen, want dan zitten er misschien leden

in die niet meer herverkozen zijn, enzovoorts. Dus men zal de

samenstelling van die deontologische code opnieuw moeten bekijken.

Alhoewel ik moet zeggen dat, qua collega’s vanuit de oppositie die

die getuigenis aflegden, met die vele onafhankelijke mensen die daar

in zitten, die commissie toch wel in waarde is gestegen. Dat is

bevestigd geweest door verschillende leden, althans één lid van de

fractieleiders die daar ook deel van uitmaakt.

Dus wij gaan moeten kijken, de nieuwe gemeenteraad: hoe gaan we die

deontologische code samenstellen? En dan ook kijken: wat gaan we

eigenlijk nu doen met de deontologische code voor externen? Gaan we

integraal aan de externen eerst voorleggen, vooraleer ze aangeduid

worden om een bepaald mandaat namens de stad op te nemen? Hoe gaat

dat gebeuren? Gaat daar een addendum van gemaakt moeten worden,

enzovoorts? Maar het zou onbillijk zijn dat wij nu, twee weken voor

de verkiezingen, met deze gemeenteraad als uittredende raad een

aantal dingen vastleggen voor de collega’s. Dat heeft ook geen

enkele zin. Dus de fractieleiders waren het unaniem eens om

eigenlijk te zeggen: oké, we nemen nu akte van dit advies van de

deontologische commissie, maar we houden het klaar en ik heb mij

geëngageerd om na de verkiezingen te kijken dat we tenminste, als de

fractieleiders zelf dan nog niet zouden gekend zijn, toch een paar

kopstukken te hebben van alle fracties die zo verkozen zijn in de

nieuwe gemeenteraad, alvast aan het werk te zetten om iets klaar te

hebben tegen januari. Want in januari zal de nieuwe gemeenteraad al

14

mensen moeten aanduiden, onmiddellijk. Zeker en vast wat notarissen,

maar ook wat externen, dat gebeurt ook al in de raad van januari.

Dus we gaan er snel mee moeten werken. Voilà.

Ik kijk een keer naar de fractieleiders of ik compleet ben geweest.

Heb ik alles gezegd wat gezegd moest zijn? Ja? Dat is het standpunt

van de fractieleiders dus. Ik stel voor dat wij nu samen kennisnemen

van het huishoudelijk reglement dat de deontologische commissie voor

zichzelf gemaakt heeft. Dank u wel. En dat we dan ook kennisnemen

van het advies van de deontologische commissie, samen met de

afspraken die ik daarnet heb uitgelegd. Oké? Dank u wel.

Punt 33

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan gaan we over naar punt 33, de Dienst Wegen, Bruggen en Waterlopen. Hier gaat het

over de definitieve vaststelling van de namen 'Luc Lemiengrepad' en

'Kattepad' voor twee fietspaden binnen het project Dampoort,

enzovoort. Mijnheer Deckmyn.

De heer Johan Deckmyn. Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Mijnheer de voorzitter, collega’s, Luc Lemiengre was de man die samen met

Marc Heughebaert het cordon sanitaire introduceerde in deze Gentse

gemeenteraad. Blijkbaar is men bij Groen nog altijd trots op de

antidemocratische pioniersrol die ze toen hebben vervuld. Ik vraag

mij trouwens af wat je allemaal moet doen om als gemeenteraadslid

achteraf een naam in een straat naar u vernoemd te krijgen.

Waarschijnlijk moet ge de partijen die in de meerderheid zijn, aan

uwen kant hebben, want anders zal er nooit een straatnaam naar

iemand van uw eigen partij vernoemd worden. Nu aan het Vlaams Belang

vragen om een straatnaam goed te keuren voor een persoon die zich

onder meer tot doel stelde om een partij uit te sluiten, dat gaat

ons een brug te ver. We gaan ons dus bij dit punt onthouden om aan

te geven dat we het betreuren dat sommige partijen nog altijd aan

uitsluitingspolitiek doen.

15

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Mijnheer Van

Braeckevelt.

De heer Bram Van Braeckevelt. Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Mijnheer de burgemeester, collega’s, collega Cetinkaya heeft Luc

Lemiengre goed gekend en heeft de vorige keer dat wij dit op de

gemeenteraad hebben gebracht, ook een tussenkomst gedaan die ik

nooit kan evenaren, wat Luc Lemiengre betreft. Dus ik zal ook niet

in herhaling vallen. Hij heeft dat fantastisch gebracht. Wat betreft

het cordon sanitaire: het is inderdaad waar. Wij zijn daar bijzonder

fier over, maar wat betreft de democratische waarden van onze stad

en van de democratische waarden van de werking van de gemeenteraad;

collega’s, ik denk dat wij daar straks nog op terugkomen. Ik ben

alvast fier dat wij dit kunnen goedkeuren. Het gaat over een

fietspad in een wijk waar Luc Lemiengre zestien jaar heeft gewoond.

Het is een eerbetoon dat hem siert en dat ook zeer treffend is.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Dan gaan we over tot de stemming van punt 33.

(Stemming punt 33)

Punt 39

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 39 is dan de naam van ‘Elsa Guyssenspad' voor een nieuw pad tussen de

Nieuwewandeling en de Pieter Colpaertsteeg. Alstublieft, collega.

Mijnheer Meersschaut.

De heer Guido Meersschaut. Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Het gaat hier natuurlijk over Katrien. Het Katrienspekkengebouw, dat we

goed gekend hebben. Ik vind dat meer of terecht dat zo’n pad haar

naam krijgt, maar het volgende wil ik daar wel eens bij zeggen.

Voordien heb ik aan de gemeenteraad eens gevraagd voor de vroegere

etablissementen een gedenkplaat. En ik dacht dat er voor Katrien een

uitzondering gemaakt werd en dat was toegezegd dat er een

16

gedenkplaat aan het huis ging geplaatst worden waar ze altijd haar

spekwinkel heeft gehouden. Mijn vraag is: gaat dat door? Want deze

morgen ben ik nog wezen kijken. Er hangt nog geen plakkaat aan,

natuurlijk hè. Maar ik denk, in zo’n geval, dat ze het meer of

verdient. Dank u.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Collega Meersschaut, ik moet eerlijk zeggen dat ik het mij niet herinner. Ik

zeg niet dat u ongelijk hebt, maar ik herinner het me niet. Maar ik

vind het geen slecht voorstel. We gaan eerst moeten kijken wie dat

de eigenaar is nu, van dat pand, om te kijken of we dat mogen doen.

We moeten eerst toestemming van den eigenaar hebben. Maar ik vind

dat geen slecht idee, want dat is toch eigenlijk een volksfiguur

geweest, de ‘Katrienspekken’, dat was ... Is dat waar, ja? Oké, ik

herinner het mij niet, maar ja, ik word ook een keer oud hè, dus het

wordt tijd dat ik op pensioen gaan. Maar ik vraag aan mijn

medewerkers om dat te noteren dat wij dat een keer kunnen nakijken,

wie dat daar eigenaar is en hoe of dat gaat. Maak daar werk van.

Dan, u vraagt niet de stemming daarover hè? Dus u bent het dus eens.

Punt 42

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 42 is Dienst Economie, de Stichting Sharing Cities Alliance en de toetreding in

de Stad Gent daarvoor. Geen bezwaren? U hebt bezwaar? De heer

Holemans heeft bezwaar. Dan krijgt hij het woord.

De heer Dirk Holemans. Dank u mij het woord te geven, mijnheer de burgemeester. Bezwaren, helemaal niet, maar ik denk dat als we zulke

belangrijke beslissingen nemen en als deze stad, relatief,

internationaal gezien een kleine stad, toetreedt tot een groot

netwerk van grote steden, dan mogen we daar toch nog even over

tussenkomen, denk ik. We weten allemaal dat Gent een bruisende stad

is, zowel wat betreft de klassieke economie als de start-ups, maar

er zijn ook heel wat burgers die initiatieven nemen, de zogenaamde

17

commons, en samen bouwen zij aan een nieuw stedelijk weefsel. Veel

van die initiatieven zijn onderdeel van de deeleconomie. De

deeleconomie; de positieve kant wordt ook terecht opgesomd in het

vertoog, maar we moeten ook niet naïef zijn, denk aan Airbnb of

Uber, daar zijn toch ook wel, zeker als het gaat over monopolies in

handen van Amerikaanse bedrijven, een aantal problemen mee

verbonden.

Nu, ik denk dat het daarom zeer goed is dat we toetreden tot het

netwerk, om te kijken wat de verschillende facetten in de

deeleconomie aan voordelen hebben. Ik denk dat het ook belangrijk is

dat we eigenlijk relatief snel een van de belangrijke aanbevelingen

uit het rapport van Michel Bauwens over het Commons Transitie Plan

hierbij uitvoeren. Namelijk één van de aanbevelingen was het creëren

van een multistedencoalitie voor het samenleggen van kennis en kunde

op het vlak van deze nieuwe economie. Eigenlijk moeten we niet ver

rondkijken. Eigenlijk bruist deze stad van voorbeelden die

internationaal gekend zijn. Ik ga er maar eentje noemen: autodelen.

Een aantal burgers in de stad hebben het autodeelplatform Partago

opgericht voor elektrische auto’s. Ondertussen zijn zij uitgenodigd

geweest in Barcelona om hun kennis daar te vertellen, zal het daar

ook worden overgenomen en maken zij er werk van. Een digitaal

platform dat in heel Europa zal worden gebruikt. Dus in die zin denk

ik: een zeer belangrijk initiatief, dat we ten volle steunen en dat

Gent enkel maar ten goede kan komen.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja, dank u wel. collega. We moeten zeggen, bedankt voor uw tussenkomst, want het is

inderdaad een zeer belangrijk punt. Wat zegt u? Ah, excuseer.

Ja, zegt u maar. Schepen De Clercq wil nog iets toevoegen. Nee, nee,

zegt u maar, alstublieft.

De heer Mathias De Clercq, schepen. Wel, het is inderdaad een zeer belangrijk punt, mijnheer de burgemeester. Ik ben blij te horen dat

elke fractie dit punt ook ondersteunt. We zijn op ontdekking gegaan

in New York en nu treden we toe tot een alliantie waar wereldsteden

inderdaad rond Sharing Cities actief zijn en inderdaad, u zegt

18

terecht: hiermee gaan we ook in op een van de aanbevelingen die

Michel Bauwens geformuleerd heeft in zijn rapport. Dus we kunnen dat

alleen maar toejuichen en ik denk dat het goed is voor de Gentse

economie om daar sterk en ambitieus op in te zetten. Mijnheer de

burgemeester, alstublieft.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel,

collega. Ik wou er gewoon aan toevoegen dat er inmiddels na het

rapport van Michel Bauwens al vier bijeenkomsten zijn geweest, waar

topmensen van onze administratie met een afvaardiging van de commons

meedoen. Er zijn daar meer dan honderd mensen bij betrokken. En nu

woensdagavond ga ik daar zelf naartoe, mag ik een keer gaan spreken.

Er is een nota op dit ogenblik, die zij gemaakt hebben, waarin een

aantal afspraken gemaakt zal worden. Kijken hoe de stad verder ook

met zijn administratie kan meedragen aan de verdere uitbouw van die

commons en dat zou moeten resulteren in een soort

afsprakenovereenkomst tussen ons stadsbestuur en die commons. Zowel

uiteraard vanuit de Dienst Economie wordt dat gevolgd, schepen De

Clercq volgt dat van dichtbij, maar ikzelf als burgemeester ook,

omdat ik dat ontzettend belangrijk vind voor de toekomst van onze

stad. We zijn daarin een van de voortrekkers. Michel Bauwens heeft

gezegd dat we dé Commons City van Europa zijn. Hij komt met

burgemeesters en schepenen-colleges van andere steden bij ons kijken

hoe we het doen. En we willen het nog beter doen, dus vandaar.

Dus uw opmerking is terecht. Dus u bent er niet tegen, u bent

ervoor, heb ik begrepen.

De heer Dirk Holemans. Nu wel.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Welaan, nu wel. Na onzen uitleg. We hebben u kunnen overtuigen. Dank u wel. Het punt is

goedgekeurd.

Punt 46

19

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 46 dan, gaat over het onderwijs. Daar is een subsidieovereenkomst voor Sport na

School in de bredeschoolwijken, de werkingsjaren 2018 en 2019.

Mevrouw De Bruycker.

Mevrouw Astrid De Bruycker. Dank u wel, mijnheer de voorzitter, mevrouw de schepen. Ik wil een heel korte tussenkomst doen, om dit

mooie initiatief in de kijker te zetten.

De mensen van Sportaround lieten de voorbije periode in onze stad

honderden kinderen sporten na school en dat op een erg toegankelijke

manier, omdat het op school plaatsvindt. Dat is een reden, maar ook

omwille van een heel laagdrempelige aanpak. Sportaround weet voor

dit aanbod ook een grote ploeg van jonge vrijwilligers te engageren,

wat toch ook niet onbelangrijk is. Die mensen engageren zich ook om

verschillende lessen daar te zijn, minimaal vijftien lessen. Ze

nemen dus op die manier voor toch vaak kwetsbare kinderen in onze

stad een groot engagement op zich.

Dat ze die doelgroep ook bereiken kunnen we lezen in de evaluatie.

Eén: de lessen vinden plaats in de bredeschoolwijken, maar twee,

blijkt ook uit de evaluatie dat ongeveer 40% tot 50% van de

inschrijvingen gebeurt met de UiTPAS met het kansentarief. Wij zijn

tevreden met onze fractie dat het ook kan verdergezet worden.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel, mevrouw de schepen, wenst u daar iets aan toe te voegen? Neen, het is een

positieve stemverklaring, dus ik denk dat we het punt unaniem kunnen

goedkeuren. Dank u wel.

Punt 48

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan hebben we punt 48. De samenwerkingsovereenkomst van de Dienst Wonen in het kader

van Rabot Knapt Op. Mevrouw De Bruycker, u wacht. De heer Holemans

20

heeft nummer 26 en mevrouw De Bruycker heeft 45. De heer Holemans is

eerst.

De heer Dirk Holemans. Dank u, mijnheer de burgemeester. Opnieuw

geen bezwaar, maar toch even wijzen op dit kleine project, maar toch

wel heel belangrijke project qua methodiek.

We weten allemaal dat alle steden gekenmerkt worden door woningnood.

Ook onze stad Gent. En om dat op te lossen, moeten we alles uit de

kast halen, alle verschillende initiatieven aan elkaar koppelen. Dit

initiatief richt zich op een bepaalde groep, de noodkopers, maar wat

daar belangrijk aan is en innovatief, is dat we opnieuw gebruikmaken

van een rollend fonds in plaats van een subsidieovereenkomst.

U weet allemaal: een subsidieovereenkomst kan goed zijn, maar dan

ben je als overheid het geld kwijt. Werk je met een rollend fonds,

dan creëer je eigenlijk een hefboomeffect. In die zin zetten we iets

in gang dat de komende jaren, jaar na jaar zijn impact zal hebben.

Dus met andere woorden: wat ons betreft mogen er meer van dergelijke

projecten komen in deze stad.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. U had nog het woord gevraagd? Mevrouw De Bruycker.

Mevrouw Astrid De Bruycker. Ja, een beetje een gelijkaardige

tussenkomst, die ook waarderend is.

We kennen dit systeem al van de voorganger Dampoort knapT OP! Het is

een systeem dat zich richt tot de noodkopers, mensen die er vaak

niet in slagen om een kwaliteitsvolle en betaalbare huurwoning te

vinden op de markt en dan een woning kopen die zich vaak in een

slechte staat bevindt, toch zeker voor een gezond en energiezuinig

gebruik.

Met dit project wordt er 30.000 euro aan renovatiebudget ter

beschikking gesteld voor die gezinnen. Op die manier krijgen zij de

21

mogelijkheid om hun woning te behouden, maar zeker ook te verbeteren

en energiezuiniger te maken.

Zeker voor deze doelgroep is dat van groot belang, omdat we weten

dat de bestaande premies om je huis energiezuiniger te maken, vaak

pas toegankelijk zijn nadat je die bedragen zelf hebt voorgeschoten.

Dat zorgt ervoor dat het voor mensen met weinig overschot, zeg maar,

vaak niet toegankelijk is.

Ook het feit dat het hier een rollend fonds betreft lijkt mij echt

een zeer goede keuze. Het is gemeenschapsgeld dat ook op termijn

terugkeert naar de gemeenschap, want wanneer die mensen hun woning

zouden verkopen, dan betalen zij de 30.000 euro aan

renovatiemiddelen terug.

Dit alles gebeurt onder begeleiding van de mensen van het CLT,

verbonden aan samenlevingsopbouw en ook dat lijkt ons een goede

samenwerking tussen in deze stad het OCMW, middenveldpartners en de

Gentenaars zelf.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Wenst de schepen daar nog iets over te zeggen? Ja, mijnheer Taeldeman.

De heer Sven Taeldeman, schepen. Wel, collega’s, ik denk inderdaad dat we hier opnieuw een stap vooruit zijn. Het renoveren van een

groot bestand aan oudere woningen in Gent, waar gelukkig veel mensen

kunnen aankopen, maar helaas niet in de mogelijkheid verkeren om die

ook te gaan renoveren, of minstens die basisrenovatie te kunnen doen

of van die woning ook een degelijke woning te maken, die bovendien

ook nog eens op een degelijke manier geïsoleerd is, zodat niet de

warmte inderdaad door de kieren naar buiten vliegt.

Dus inderdaad, wij komen die noodkopers tegemoet met een stevige

subsidie van 30.000 euro per woning, maar een die terugkeert naar de

stad bij verkoop en die dan opnieuw kan worden geïnvesteerd in

nieuwe renovaties van woningen voor een doelgroep die het inderdaad

anders niet kan trekken om die woning te gaan renoveren.

22

Na de 20 woningen van Dampoort knapT OP! zitten we nu met 5 woningen

in de Rabotwijk. Dat zijn nog relatief kleine aantallen. Het gaat nu

over 25 woningen.

Maar je merkt wel uit de eerste reacties dat het heel positieve

reacties zijn en hopen dat we inderdaad een rollend systeem kunnen

krijgen om een belangrijk bestand van onze woningen in Gent

gerenoveerd te krijgen en mensen op die manier ook op een degelijke

manier en een betaalbare manier gehuisvest te krijgen.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja, bedankt. Dus ik veronderstel dat we dat unaniem mogen goedkeuren? Dank u.

Punt 49

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan hebben we punt 49. Stedenbouwkundige verordening van de Stad Gent, Algemeen

Bouwreglement. Gaat uw gang. Mevrouw Sleurs vraagt de stemming. Gaan

we over tot de stemming van punt 49.

(Stemming punt 49)

Punt 51

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 51, Dienst

Stedenbouw en Ruimtelijke Planning. Hier gaat het om de

omgevingsvergunning voor het ontbossen van het terrein gelegen

tussen Halfweg Noord en de Noorderlaan. Dat gaat dus over de aanleg

van de recreatiezone van De Gantoise. Wie vraagt daar allemaal het

woord over? Ik denk dat mevrouw Versyp het eerst is. Mevrouw Versyp

heeft nummer 11. De heer Van Laecke heeft nummer 17. En wie nog? De

heer Robert. En de heer Robert heeft nummer 42. Goed, het woord is

aan mevrouw Versyp.

23

Mevrouw Wis Versyp. Dank u wel, burgemeester. Mijnheer de schepen, het dossier dat ons hier voorgelegd wordt, gaat inderdaad over de

zaak van de wegen, een weg tussen Halfweg en de Noorderlaan. Het is

een omgevingsaanvraag van de hockey- en de tennisclub De Gantoise.

Het dossier dat wij hier krijgen, dat wij voorgelegd krijgen,

spreekt nog altijd over ‘de ontbossing van het terrein’ en er is ook

wel sprake van een boscompensatievoorstel, dus eerst komt er dan

toch wel een eigenlijke ontbossing. Dus alvorens dat wij dat punt

hier moeten stemmen, zou het goed zijn dat we toch eigenlijk wat

meer duidelijkheid krijgen over dit dossier en heel goed weten wat

de stand van zaken is.

Want we weten allemaal dat tegen het ontbossen van dat stukje bos

daar, zo klein is het eigenlijk ook niet, heel veel reactie is

geweest. De buurtbewoners en de gebruikers van de volkstuin en ook

veel sympathisanten, die vinden allemaal dat het bos moet behouden

blijven en dat staat regelrecht tegenover de andere partij. Die

dreigt zelfs met een rechtszaak. De partij die ijvert voor het

behouden wil ook actievoeren. Die dreigt met een mensenketting. Dan

vindt de stad het eigenlijk wel nodig om daarin te bemiddelen, wat

eigenlijk wel heel juist is.

Begin september wordt er door het stadsbestuur in die zaak bemiddeld

of toch geprobeerd om te bemiddelen. Verschillende schepenen zijn

betrokken bij die bemiddeling en men komt eigenlijk tot een

oplossing, zo lees ik toch in de media. In plaats van 5 m bos

overhouden gaat men 5 m bos kappen. Dat is toch al een toegeven.

Maar het moet wel nog juridisch en stedenbouwkundig bekeken worden.

Blijkbaar lukt dat, want een week later lezen we goed nieuws: het

bos blijft behouden. Het voorgestelde compromis is aanvaard. Er zal

85% van het bos behouden blijven. Schepen Coddens, lees ik, beweert:

“Het bosje wordt uit de plannen gehaald.” Schepen Peeters beweert:

“Een stuk van het bos gaat uit de vergunning van De Gantoise” en de

stad heeft ook de ambitie om die groene buffer over te nemen en het

later onder de zorgen van de groendienst te zetten. De actiegroep

24

reageert daar positief op en annuleert zijn protestactie, annuleert

een mensenketting.

Maar kijk, nog geen week later gaat die actiegroep toch een

mensenketting organiseren, want zij voelt zich met een kluitje in

het riet gestuurd, zegt ze. De helft wordt maar behouden en de helft

wordt gekapt.

Kijk, over al die beslissingen die wij in de media moeten lezen

hebben, vinden wij in dit dossier, dat wij hier krijgen en

verondersteld worden goed te keuren, niets terug. Dus is mijn vraag:

wat is nu eigenlijk de stand van zaken?

Ik heb zo de indruk, als we dit dossier goedkeuren, dat dan die

ontbossing is goedgekeurd. U hebt wel eens gezegd op de commissie,

mijnheer de schepen: “Ja, maar u hebt het unaniem goedgekeurd.” Nee,

wij hebben de overdracht van de gronden goedgekeurd, maar wat er met

dat bosje aan de hand was, daar was in dat dossier geen sprake van.

Dus we mogen niet een tweede keer, net als die mensen van de

actiegroep, met een kluitje in het riet gestuurd worden. Dus ik

vraag eigenlijk een heel duidelijk antwoord, want ik heb daar ook

ergens gelezen: “Het zijn allemaal loze, zeer goed gemeende

beloften, maar van al die beloften is nog niets vastgelegd.”

Dus ik vraag u een zeer duidelijk antwoord: als wij dit goedkeuren,

keuren wij dan ja of neen de ontbossing goed?

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is aan de heer Van Laecke.

De heer Filip Van Laecke. Dank u wel, voorzitter. Ja, mijnheer de schepen, ik denk dat in dit dossier de meerderheid niet echt

uitblinkt in duidelijkheid. Het kernwoord in dit dossier lijkt mij

vooral te zijn ‘verwarring’. Als ik zie, en collega Versyp heeft dat

net allemaal gesitueerden geschetst, wat er de voorbije weken is

gebeurd.

25

Eerst is er onduidelijkheid. Er wordt dan met veel bravoure en

trommelroffel door een aantal schepenen aangekondigd: “We hebben een

akkoord!” Schepen Peeters sprak zelfs al van: “We gaan de plannen

maar een keer op elkaar leggen en dan gaan we wel zien of dat bos

kan gered worden.” Een paar dagen later komt er het collegebesluit.

Er volgt ook in het gemeenteraadsbesluit, dat we vandaag voorgelegd

krijgen, terug onduidelijkheid bij de mensen. Zij weten het niet

meer. Er is beloofd dat die 80% van het bos zou bewaard blijven.

Afijn, kort samengevat: waar het college al zes jaar mee uitpakt,

transparantie, participatie, inspraak en betrokkenheid, blijken nog

maar eens, het is wat symbolisch op het einde van deze legislatuur,

in de praktijk een dode letter te zijn.

Ik denk dat het belangrijk is, medeschepenen, dat u vandaag

duidelijkheid verschaft. Niet alleen naar ons, naar de gemeenteraad

en leden van de commissie Openbare Werken, maar ook naar de

bewoners. Want zij blijven op hun honger zitten. Zij krijgen de ene

dag het signaal wit te horen, de andere dag het signaal zwart en die

mensen weten ook niet meer wat er aan de hand is.

Ik verneem vandaag dat men eigenlijk zelf actie heeft ondernomen en

dat de bewoners in overleg zijn gegaan met de leden van De Gantoise,

de hockeyclub die daar komt en de tennisclub, om samen te kijken hoe

er oplossingen kunnen gevonden worden.

Eigenlijk zou dit de rol moeten zijn van de stad Gent, maar ik merk

dat u daar uw rol niet opneemt of er niet in slaagt om die rol op

een goede manier op te nemen. Dat de mensen aan hun lot worden

overgelaten en zelf initiatief moeten nemen om aan tafel te zitten

en een aantal voorstellen te doen.

Dat is trouwens ook vandaag of gisteren aan het college overgemaakt

bij schrijven door een aantal bewoners, waar een aantal

constructieve voorstellen wordt gedaan, waar men ook te kennen geeft

dat De Gantoise en de bewoners tot een vergelijk kunnen komen. Ik

26

vind het bijzonder merkwaardig dat het college uitblinkt in

onduidelijkheid, warm en koud tegelijk blaast. Ik had graag van u

vandaag een duidelijk antwoord gekregen. Niet alleen aan mezelf,

maar ook naar de bewoners toe, wat er nu van aan is van het behoud

van het bos.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is aan de heer Robert.

De heer Gert Robert. Ja, mijn excuses dat ik misschien wat in

herhaling zal vallen, mijnheer de schepen, maar in de commissie van

juni kwam ik al tussen voor het behoud van het Assels bos en toen

kreeg ik de aanwezige schepenen over me heen, in verband met de RUP

Halfweg, dat we samen in 2013 blijkbaar hadden goedgekeurd. We

hadden dat toen beslist en het zou zo worden uitgevoerd, dat vernam

ik in de commissie.

Ik was dan ook aangenaam verrast dat, misschien in de aanloop van de

verkiezingen, er toch nog eens werd geluisterd naar de buurt. Dat er

toch nog eens de moeite werd gedaan om outside the box te denken en

te zien hoe verschillende belangen konden worden verzoend. We lazen

het allemaal in de pers op 11 september. Schepen Coddens kondigde

een compromis aan, waarbij de brandweg in de buurt zal opgewaardeerd

worden en zo als toegangsweg zal kunnen gebruikt worden.

Ook al kon toen niet worden gegarandeerd dat geen enkele boom zou

worden gekapt, toch was iedereen tevreden met dit compromis. Vandaag

lezen we in de tekst die voorligt: “Er wordt momenteel onderzocht of

dit tracé gelijk kan lopen met de locatie van de brandweerweg aan de

oostzijde van de site.” Vergeleken met de belofte van de schepenen

op 11 september, lijkt dit toch eerder een voorwaardelijke

formulering en daarnaast vernemen we van de buurtbewoners, zoals we

al gehoord hebben, dat het behoud van 80% van het bos werd beloofd,

terwijl dat nu in werkelijkheid slechts 50% zou zijn.

De actiegroep die toen het aangekondigde compromis van schepen

Coddens kon smaken, voelt zich nog met een kluitje in het riet

27

gestuurd. Vandaar mijn vraag, mijnheer de schepen, en de vraag van

mijn collega’s: wat moeten we denken van de voorwaardelijke

formulering wat betreft de toegangsweg? En wat wordt het nu? 80% of

50% behoud van het Assels bos?

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Geen andere

tussenkomsten? Het woord is aan schepen Taeldeman.

De heer Sven Taeldeman, schepen. Collega’s, zoals we daar

ondertussen ook al een keer naar verwezen hebben, in inderdaad een

gemeenteraadcommissie, mijnheer Robert, op basis van uw vraag in

juni, wil ik toch nog even terugverwijzen naar het RUP Halfweg, waar

we toch wel aangegeven hebben dat daar gekozen is voor een visie

waarbij we ten noorden van de Drongensesteenweg een heel groot

natuurgebied hebben. Ten zuiden van de watersportbaan hebben we een

recreatiegebied. Wel, de bedoeling is dat het gebied daartussen een

overgangszone is tussen enerzijds natuur en anderzijds recreatie,

natuur in het noorden, recreatie in het zuiden.

Binnenin dat tussenliggende gebied, tussen de Drongensesteenweg en

de Noorderlaan, is er in het kader van RUP Halfweg, gekozen voor een

herclustering van de natuurlijke waardevolle bosgebieden en

parkgebieden en natuurgebieden, naar een 6 ha bospark. Dat is in

vergelijking met wat er tot enkele maanden geleden was, namelijk

4 ha, dus een enorme toename die daar gerealiseerd wordt. En het is

ook een aaneengesloten groengebied dat daar gerealiseerd wordt.

Trouwens, een deel van dat bospark wordt momenteel gerealiseerd en

binnenkort is er ook een enorme aanplant voorzien.

In dat voorstel van dat RUP zat ook een boscompensatieregeling al

vervat, waarin inderdaad voor hetgeen bij de realisatie van het

recreatiegedeelte tegen de Noorderlaan, waar De Gantoise inderdaad

padel- en tennisvelden zou gaan realiseren, was voorzien voor de kap

van dat bos, dat, als je het ruimtelijk gaat bekijken, eigenlijk

twee delen bevat. Enerzijds een lichter wilgenbos, als ik het zo mag

noemen, en anderzijds een heel dense, dicht, hoogstammig, waardevol

28

bosgebied, dat eigenlijk rond die grachtzone ligt, tussen enerzijds

de volkstuinen en anderzijds het terrein waar De Gantoise zou komen.

Voor de kap van dat bos, om die recreatie te kunnen gaan realiseren,

is er een 200% compensatieregeling voorzien, die dus voorzien is in

die 6 ha aaneengesloten natuurgebied. Dat is ook met een akkoord van

ANB zo meegenomen in het ruimtelijk uitvoeringsplan Halfweg, waar ik

inderdaad in juni naar verwezen heb, dat we dat in 2013 unaniem

hebben goedgekeurd. Dus wat er wettelijk moet worden voorzien, was

toen al geregeld.

Ondertussen zijn we in 2018 en is er een omgevingsvergunningaanvraag

door La Gantoise. We zijn toch nog gaan kijken; in het kader van die

omgevingsvergunningaanvraag zat er bijvoorbeeld tussen Halfweg, het

straatje waar de volkstuinen op aansluiten, waar nog een aantal

woningen liggen, en Noorderlaan, een indicatieve verbinding

aangeduid in het ruimtelijk uitvoeringsplan voor Halfweg. Een

indicatieve verbindingsweg; allez verbindingsweg, een lokale

ontsluitingsweg, wetende dat eigenlijk ook vanuit Vlaanderen inzake

wegencategorisering, nu de aansluiting is voorzien op de

Drongensesteenweg, een aansluiting van een dergelijke heel lokale

weg – we noemen dat in technische termen een lokale weg type 3 op

een primaire weg type 2 – eigenlijk niet echt aangewezen is. En er

is bij voorkeur een directe aansluiting op de Noorderlaan, wat

eerder een wijkontsluitingsweg of een ontsluitingsweg van dat gebied

rond de watersportbaan is. Dus bij voorkeur om

verkeersveiligheidsredenen en de capaciteit van de Drongensesteenweg

aansluiten richting Noorderlaan, dat stond in het RUP aangeduid met

een indicatieve pijl.

Dan is het natuurlijk, in het kader van de

omgevingsvergunningaanvraag, te kijken: waar ga je die verbindingen

leggen? Legt ge die in het midden? Legt ge die links, of westelijk

gezien dan, richting volkstuin? Of kan je die op een andere manier

gaan realiseren rond dat gebied?

29

Wel, we hebben inderdaad, naar aanleiding van de

omgevingsvergunningsaanvraag gekeken: kunnen wij toch niet zoveel

als mogelijk van het hoogstammige, waardevolle bos, dat zich tussen

de grachtzone aan de volkstuin en de spoorzone die er zal gecreëerd

worden, bevindt, gaan vrijwaren? In de omgevingsvergunningsaanvraag

zat een ontsluitingsweg opgenomen, maar net door heel dat

waardevolle hoogstammige bosje, het omstreden bos, het veelbesproken

bos tussen de gracht en de sportterreinen, waardoor eigenlijk het

merendeel van het bos quasi volledig zou moeten sneuvelen. Dan zou

er eigenlijk nog, bij wijze van spreken, een rij bomen, een bosje

overblijven, maar dit was echt minimaal.

We zijn dan inderdaad gaan zoeken met de diensten: kunnen we niet

meer bos gaan overeind houden? We hebben dat bekeken, ook in overleg

inderdaad met de bezwaarindieners en ook in overleg met De Gantoise.

We zijn tot een compromis gekomen, waarbij we maximaal het

bestaande, hoogstammige, waardevolle bos kunnen gaan vrijwaren. De

boomsoort ontgaat mij, maar het is een stevige boomsoort met een

donker blad.

Ik ben trouwens op het bezoek met mijn collega Peeters en met mijn

collega Coddens inderdaad – hoe zou ik nu onze lijsttrekker kunnen

vergeten? – ter plekke geweest en daar hebben we ook aan de mensen

getoond wat dat net betekent. Je hebt er twee soorten bos. Die

donkere, hoogstammige, waardevolle bomencluster, zeg maar een bosje.

En anderzijds die lichtere textuur, bijna op sommige plaatsen noemde

collega Peeters het “een doorkijkbos”, eigenlijk een wilgenbos. Daar

is ook van gezegd: “Kijk, dat wilgenbos zal grotendeels moeten

gekapt worden.” Omgekeerd, het hoogstammige, waardevolle bos zal

grotendeels kunnen gevrijwaard worden.

Dus waar zat nu de oplossing in? Door de ontsluitingsweg, die van

halfweg maar Noorderlaan zou moeten komen, niet door dat bos te

leggen, maar naar de oostkant te verschuiven van het sportterrein,

waar eigenlijk nu al een halfverhard pad op het einde van het wegje

Halfweg naar de Noorderlaan gaat. Om daar eigenlijk, waar in het

plan van De Gantoise een brandwegontsluiting was voorzien, ook een

30

aansluiting van de parking, die verharding meteen ook te gebruiken

als lokale ontsluitingsweg. U weet net als ik dat dit een lokale

ontsluitingsweg is, die we daar nodig hebben. Dat is geen brede

secundaire weg, met twee keer rijvakken en fietspaden en voetpaden

en zo meer. We hebben gezocht om daar naar een minimaal wegprofiel

te gaan voor een heel lokale ontsluiting van volkstuin, van de

sportterreinen van De Gantoise en uiteraard ook van de woningen die

gelegen zijn langs halfweg.

Dus op die manier, door het bundelen op één locatie, in plaats van

twee verhardingen en twee wegen te gaan voorzien, een ten oosten en

een ten westen, zijn we gekomen tot de optimale inrichting waar

zoveel als mogelijk van het grotere, hoogstammige, waardevolle bos

in de omgeving van de gracht, ten aanzien van die volkstuinen kan

gevrijwaard worden. Dat betekent niet dat er geen enkele boom zal

gekapt worden, maar de kern van het hoogstammige bos zou kunnen

gevrijwaard worden.

We moeten inderdaad nog kijken wat nu de precieze modaliteiten zijn

van die weg, hoe die weg er zou gaan uitzien aan die oostelijke

zone, aan die brandweerweg. Dat moet technisch verder bekeken

worden. We hebben al een eerste preadvies gevraagd aan de brandweer

en die heeft gesteld: ja, dat kan, mits je voor de brandweer in het

centrum van dat recreatiegebied aan de parking ook een extra zone

voorziet, zodat die brandweerwagen in geval van nood – laten we

hopen dat dit niet moet gebeuren – zich kan gaan opstellen. Dus de

eerste brandweertoets is al gebeurd, maar nu de komende weken zijn

we dat verder technisch aan het bekijken om die oplossing effectief,

volledig rond te krijgen.

Dus wat hebben we? Na het RUP Halfweg zijn we van 4 ha versnipperde

bosjes en natuurgebieden, naar 6 ha aaneengesloten natuurgebied

gegaan. En nu daarbovenop wordt de kern van het hoogstammige,

waardevolle bos daarmee nu ook gevrijwaard. Dus we gaan naar meer

dan 6 ha, waar we initieel van 4 ha versnipperde bosdelen komen.

31

Ten tweede de volkstuinen. Die worden veel sterker gebufferd. Die

worden goed gebufferd en krijgen ook voldoende rust ten aanzien van

de sportcluster. Het is een vrij dense bos, ge moet er maar een keer

ter plekke afstappen, het is bijna een donker bos, zou ik zeggen. En

ik denk dat de volkstuinders daar ook eerder tevreden over zijn.

Niet eerder: tevreden over zijn. Van het weekend hebben zij het nog

getuigd, zowel aan mij als aan collega Peeters, dat zij tevreden

zijn met die oplossing, dat zij er een stevige buffer hebben tussen

de sportterreinen en hun volkstuinen.

Ten derde: We gaan naar een even degelijke lokale ontsluitingsweg en

bovendien, u herinnert zich ongetwijfeld Ruimte voor Gent, met

minder verharding. Dus nu met minder verharding, minder

infrastructuuraanleg, gaan we naar een degelijke lokale

ontsluitingsweg waar de brandweer ook al een eerste gunstig

preadvies op heeft gegeven.

En ten vierde: We kunnen ook de sportterreinen realiseren. Laat ons

eerlijk zijn, het is ook een club met tennis, padel en andere

sporten die kunnen. Ook zij hebben een sterk groeiend aantal leden

en hopen ook uiteraard in Gent die leden degelijke infrastructuur te

kunnen aanbieden. Het was ook altijd de bedoeling om inderdaad op

die terreinen sportplekken te realiseren. Dit kan nu door veel

minder bos te gaan kappen.

Dus ik kan u ook meedelen dat we op een bepaald moment, naar

aanleiding van het openbaar onderzoek, eigenlijk in een soort

conflictsituatie gekomen zijn tussen enerzijds De Gantoise en

anderzijds de bezwaarindieners, zal ik maar zeggen. Dat waren er

zowel vanuit de volkstuinders als ook vanuit bijvoorbeeld Malem en

omgeving, een aantal bewoners die daar bezorgd waren. Die hebben

bezwaar ingediend en we zaten eigenlijk stilaan in een

conflictmodel. Dus dat was een extra reden om te gaan kijken: hoe

kunnen wij hieruit geraken?

Wel, wij menen dat wij hier een optimale inrichting krijgen, waarbij

we zoveel als mogelijk van het stevige, hoogstammige, opgaande bos

32

kunnen gaan vrijwaren en zo ook verder in dialoog gaan. We hebben

dat zelf ook voorgesteld, maar de beide partijen hebben dan

inderdaad ook zelf aangegeven: zij wensen in dialoog te gaan. Wij

hebben hun vorige week ook al aangegeven dat we een datum aan het

zoeken zijn en dat zou normaal gezien volgende week moeten kunnen

gaan plaatsvinden, die dialoog. En daar gaan we ook voor. Want waar

wij in Gent naar streven, dat is een goed nabuurschap. Geen

conflictmodel, maar een goed nabuurschap, waar we geen 6 ha bos en

natuurgebied vrijwaren, maar een pak meer dan 6 ha, waar we dan een

stevig bufferbos op die plaats hebben. Dus ik denk dat ik hiermee

heel duidelijk aangeef wat hier nu de stand van zaken is en wat de

inhoud is van de compromis die we bereikt hebben.

En bovendien, ik wil nog even aangeven, mijnheer Van Laecke, u haalt

aan “participatie”: ja inderdaad, we zijn in het kader van deze

vergunningsaanvraag nog tweemaal extra ter plaatse afgestapt. We

hebben met de mensen vergaderd en we hebben daar inderdaad gekeken

waar nu de beste win-win kan zitten voor enerzijds recreatie en

anderzijds zoveel als mogelijk bosbehoud ten behoeve van de

natuurwaarden.

We hebben ondertussen bij De Gantoise ook al afgetoetst om tot een

overdracht te komen van de gronden voor die lokale ontsluitingsweg

en ook om tot een overdracht te komen van de terreinen van het bos

rond de gracht, zodanig dat we ook daarover goede afspraken kunnen

maken en goede afspraken maken, misschien niet met tien goede

vrienden, maar wel goede naburen.

Wel burgemeester, dat is de stand van zaken, maar ik heb begrepen

dat collega Coddens daar nog graag iets wenst aan toe te voegen.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja, het woord is aan onze schepen van Groen, de heer Coddens.

De heer Coddens, schepen. Ja, dank u wel, burgemeester, collega’s. En inderdaad ook vernoemd in dat dossier, misschien nog ter

aanvulling, dat is nog niet ter sprake gekomen: het is zo dat de

33

mensen van de groendienst ook zijn gaan kijken naar de waarde van

het bos en hebben vastgesteld dat daar inderdaad een aantal heel

mooie bomen staat. Anderzijds staan daar ook een aantal boompkes die

er ook voor zorgen dat die andere bomen niet echt verder kunnen

ontwikkelen. Dus is er afgesproken – eerst ging het gekapt worden,

het wordt nu niet gekapt – dat dit boske eigenlijk wel wat onderhoud

vergt en dat er eigenlijk een soort beheersplan moet opgesteld

worden naar de toekomst toe, om bepaalde bomen wat meer tot hun

recht te laten komen.

Daarom is er afgesproken dat inderdaad een overdracht kan gebeuren

van die strook, zodanig dat ook de groendienst daar een beheersplan

kan opstellen. Dat dit zou gebeuren in samenspraak met de mensen van

de volkstuintjes Halfweg, omdat ze daar ook bij betrokken zijn. En

dat er dan zou gekeken worden, eigenlijk bijna stuk voor stuk, welke

bomen blijven staan, welke bomen moeten weg, om dat bos nog meer

waarde te geven.

En dat is eigenlijk toch wel een heel belangrijk punt dat de mensen

ook ontzorgd zullen worden en dat uiteindelijk ook de kwaliteit van

die boskern en ook een aantal bomen daar rond, eigenlijk nog beter

zal worden naar de toekomst toe.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel.

Misschien wil ik er ook nog zelf aan toevoegen, mijnheer Van Laecke,

dat geruime tijd geleden een delegatie van bewoners mij contacteerde

om te zeggen dat er moeilijkheden waren met De Gantoise en of ik wil

bemiddelen. We hebben dat in het college grondig besproken en daar

is inderdaad de delegatie van schepen Taeldeman, schepen Peeters en

schepen Coddens aangesteld om die contacten te onderhouden. De

schepen heeft daarnaar verwezen. We zijn daar verschillende keren

ook ter plaatse geweest. En dan ben ik ook gecontacteerd door de

voorzitter van De Gantoise, die mij medegedeeld heeft: “Is het goed

dat ik zelf een initiatief neem om een keer een delegatie van die

bewoners te ontvangen?” Dat heeft plaatsgegrepen en dat is een zeer

goed gesprek geweest. Dus we zijn er inderdaad als stadsbestuur bij

betrokken. Voilà.

34

Ik veronderstel dat de drie sprekers nog het woord vragen? Ik begin

met mevrouw Versyp.

Mevrouw Wis Versyp. Dank u wel, burgemeester, mijnheer de schepen. Het is dan toch wel heel spijtig dat wij van al wat u zegt, van alle

maatregelen die zouden genomen zijn, in dat dossier dat ons voorligt

niets kunnen terugvinden. Ik heb hier nog eens gekeken naar de

evaluatie van de bezwaren. Onder andere een bezwaar was tegen het

verdwijnen van het bos. Ik zie nog altijd staan: “Het wordt voorzien

het bestaande bos naast de volkstuinzone te rooien om de inplanting

van de sportterreinen mogelijk te maken. Voorliggende aanvraag”, dus

wat wij nu moeten goedkeuren, “tot rooien van het bos, is hiermee in

overeenstemming.”

Dus als wij dit goedkeuren, keuren wij nog altijd het rooien van het

bos goed. Waarom is dat dossier dan niet aangepast zodanig dat we

zeker weten dat wat u daar allemaal opnoemt, ook zal uitgevoerd

worden? Dat dit vastligt?

Tot nu toe zijn dat inderdaad, zoals ik gelezen heb, loze, goed

gemeende beloften, die nog niet zijn vastgelegd. Als ons iets ter

goedkeuring voorgelegd wordt, dan moet het toch in orde zijn en dan

moet het toch goed zijn?

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. De heer Van Laecke heeft het woord.

De heer Filip Van Laecke. Dank u wel, voorzitter. Meneer de schepen heeft veel verteld, waarvoor dank op zich. Ik zal misschien beginnen

met het goede nieuws, als ik verneem van de burgemeester dat er een

inspanning zal gebeuren om de beide actoren, De Gantoise en de

bewoners, tot overleg te komen, lijkt mij dat het belangrijkste te

zijn in dit verhaal.

Maar er is een vraag die nog steeds niet is beantwoord. En dat is de

vraag die is wel gegeven toen de delegatie schepen Coddens, schepen

35

Peeters en uzelf is langs geweest. Er werd toen met redelijk veel

tromgeroffel gezegd: “We gaan 80% van het bos kunnen behouden.”

Daarna is er verwarring over. U spreekt vandaag over de hoogstammige

bomen die zouden bewaard blijven. Het is een eenvoudige vraag, met

ja of nee te beantwoorden, maar het is een vraag die leeft bij de

bewoners. Zal men van het huidige bos 80% behouden, ja of nee?

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is aan de heer Robert.

De heer Gert Robert. Ja, even kort. We hebben de uitleg gekregen en ik heb die in de vorige commissie ook gekregen. Het is toch

eigenaardig dat de bewoners helemaal iets anders gehoord hebben en

dat zij zeggen dat ze met een kluitje in het riet gestuurd zijn. Dus

ja, ik stel mij toch vragen bij de communicatie die de stad met de

buurtbewoners heeft, in elk geval.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja, schepen

Taeldeman, leg het een keer duidelijk uit. Alstublieft.

De heer Sven Taeldeman, schepen. Nog een keer? Allez. Dus, zoals ik zei: daarnet heb ik verteld dat je eigenlijk twee delen hebt in dat

bos, in heel die zone. Je hebt daar een wilgenbos zone, dat op

sommige plekken ...

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dat is 50% of 80% die behouden blijft? Dat is de vraag.

De heer Sven Taeldeman, schepen. 80% of meer dan 80% ...

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Van wat?

De heer Sven Taeldeman, schepen. 80% van het waardevolle,

hoogstammige deel blijft behouden.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Oké, dank u. Dat was de vraag.

36

De heer Sven Taeldeman, schepen. Ja?

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dat was de vraag. Er is dus een duidelijk antwoord. Meer dan 80%, mijnheer Van Laecke.

En als sommige bewoners andere standpunten innemen, toch actie

willen doen, dat is ook het volste recht van die mensen. Maar wat de

schepen nu zegt, is de enige duidelijke beslissing die genoemd is.

Zo is het, hè?

De heer Sven Taeldeman, schepen. Maar toch nog even beklemtonen dat Agentschap voor Natuur en Bos ondertussen akkoord was met die 200%

compensatie die er al voorzien was, voor alle duidelijkheid. Allez,

daarvan zijn we vertrokken hè. Nu zitten we aan meer dan 200%, voor

alle duidelijkheid, voor hetgeen initieel gekapt ging worden.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Voilà. Na dien

uitleg veronderstel ik dat we dit in unaniem mogen goedkeuren. Neen?

Waarom niet, mijnheer Van Laecke?

De heer Filip Van Laecke. Vanuit stemming, alstublieft.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. U vraagt stemming. Wel, ik vermoed dat we dat unaniem zullen goedkeuren.

(Stemming punt 51)

Punt 53

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan zijn we aan de Dienst Vastgoedbeheer, punt 53. De bijakte 2 van de overeenkomst

samengaand met de overdracht van vastgoedobjecten aan sogent. De

stemming? We gaan over tot de stemming van punt 53.

(Stemming punt 53)

37

Punt 60

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 60. In

bezetting ter bede nemen van een deel van het onroerend goed gelegen

te Gent, de Keramiekstraat. Stemming? We gaan over tot stemming.

(Stemming punt 60)

Punt 67

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 67. Sluiten

van een aankoopovereenkomst met betrekking tot onroerende goederen

gelegen in de Lourdesstraat in Oostakker. Stemming? We gaan over tot

stemming. We stemmen nu over punt 67.

(Stemming punt 67)

Punt 69

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 69. Sluiten

van een overeenkomst voor de wederzijdse kosteloze overdracht van

diverse onroerend goederen, gelegen in diverse straten, ik ga ze

allemaal niet lezen, in het kader van het stadsvernieuwingsproject

Oude Dokken. Een stemming ook? Wij gaan stemmen dan over dat punt.

(Stemming punt 69)

Punt 74

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan hebben we 74. Dienst Bouwprojecten. Een overheidsopdracht van werken. Hier gaat

het over de renovatie van het EGW-gebouw, een vaststelling van het

bestek. U vraagt een stemming? Wablief, mevrouw?

Mevrouw Elke Sleurs. Een korte stemverklaring, mijnheer de

burgemeester.

38

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja, alstublieft, u hebt het woord, mevrouw.

Mevrouw Elke Sleurs. Dank u wel. Wij zullen ons bij dit punt

onthouden. We zijn natuurlijk niet tegen renovatie, integendeel,

maar gezien de zware inhoud van het dossier en de zware financiële

belasting, 27 miljoen euro, stellen wij ons vragen. Omdat het toch

een zware belasting is en vanwege de voorafname van de toekomst van

een mogelijk ander bestuur. Dus vandaar onze onthouding.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja, ik vermoed dat schepen De Regge daar iets wil over zeggen.

Mevrouw Martine De Regge, schepen. Burgemeester, de uitgaven

hiervoor zijn voorzien in het financieel meerjarenbudget. Ik heb dat

al eerder ook gezegd. Dus dat is absoluut geen probleem. En ons

personeel en de burgers hebben recht op goede gebouwen, enerzijds

als comfortabele werkplek, en anderzijds de burgers vooral op

plekken waar ze op comfortabele wijze de dienstverlening kunnen

krijgen.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dit is, voor alle duidelijkheid aan de raadsleden, geen nieuw dossier hè. Het is een

dossier dat we op de begroting hebben goedgekeurd. Maar we gaan dus

over tot de stemming.

(Stemming punt 74)

Punt 80

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 80 gaat over Onderhoud Gebouwen. Hier gaat het om het aanstellen van een

ontwerper voor het masterplan voor het kasteeldomein Borluut, ook

een bestekvaststelling. Mevrouw Sleurs.

Mevrouw Elke Sleurs. Dank u wel. Nee, dit punt gaan we zeker

goedkeuren en we zijn ook blij dat het eindelijk gebeurt. Maar we

39

betreuren wel de laatste tijdigheid in deze legislatuur, gezien ook

de toestand van het gebouw en het feit ook dat dit bevestigd wordt

door het inspectierapport, dat toch aanduidt dat het gebouw in zeer

slechte staat is. Bij dezen wensen we daarover toch wel onze

bekommernis te uiten, maar zijn we zeer blij dat uiteindelijk nu de

vraag naar de Vlaamse regering wordt gestuurd.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Dan

wordt het punt unaniem goedgekeurd.

Punt 84

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan zijn we aan het Mobiliteitsbedrijf, Beleid, punt 84. Hier gaat het over het verlenen

van verkeerskundig advies, ook een bestek. Geen bezwaren?

Goedgekeurd.

Punt 86

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 86. Nieuw

reglement met betrekking tot de exploitatie van free floating

deelfietsen. Ja, ik heb verschillende sprekers. Ik ga ze eerst een

keer opschrijven. De heer Robert, de heer Yüksel, mevrouw Matthieu.

En wie nog? Mevrouw Matthieu heeft nummer 35, de heer Yüksel heeft

nummer 30 en de heer Robert heeft nummer 42. De heer Yüksel is

eerst.

De heer Veli Yüksel. Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Mijnheer de schepen, hier ligt een nieuw reglement voor, voor de exploitatie van

3 keer 750 deelfietsen. Wij juichen dat toe. Het werd hoog tijd om

in onze stad, die Fietsstad is van Vlaanderen en in juni opnieuw die

titel gekregen heeft, meer ambitie te tonen als het gaat over

deelfietsen.

40

Nu, wat wij natuurlijk ons afvragen is: iedere keer als wij daarom

vroegen, zei u: “Ja, er is geen behoefte en in Gent rijdt bijna

iedereen met de fiets.” Dan is mijn vraag nu, heel concreet: vanwaar

die ommezwaai? Vanwaar de behoefte om hier in Gent zo’n grootschalig

deelfietsensysteem op poten te stellen? Hebt u, in het recente

verleden, een behoeftenonderzoek uitgevoerd? Of is dit eigenlijk, in

de aanloop naar de verkiezingen, weer een cadeautje naar uw

achterban toe? Ik denk dat dit moet uitgeklaard worden.

2: we hebben vandaag een heel beperkt deelfietsensysteem van een

paar tientallen fietsen in onze stad. Nu komt u met 2250

deelfietsen. Hoe gaan die fietsen in onze stad gestald worden? Is

daar voldoende ruimte voor? Hoe gaat u dat ook organiseren? En, we

zien het in andere steden in ons land, maar ook in het buitenland,

dat bij het stallen van die fietsen ook wel heel wat overlast kan

mee gemoeid zijn. Dus is mijn vraag: hoe gaat u dat organiseren dat

het op die manier op een vlotte en correcte manier verloopt?

Maar nogmaals, we zijn zeer blij dat onze stad, die de titel heeft

van Fietsstad van Vlaanderen, eindelijk meer ambitie toont om

deelfietsen uit te rollen en dat we ook een groot en werkbaar

netwerk hebben in onze stad, die naam waardig, om mensen die gebruik

willen maken van fietsen, daar ook gebruik van kunnen maken.

Maar mijn concrete vraag is: hebben ze daar een behoeftenonderzoek

rond gedaan? En hoe gaat u dat concreet allemaal organiseren?

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is nu aan mevrouw Matthieu.

Mevrouw Sara Matthieu. Dank, mijnheer de burgemeester. Collega’s,

met het reglement voor free floating deelfietsen, maken wij als stad

een bijzonder goede keuze. We ondersteunen de fietsen in onze stad,

maar we zijn waakzaam voor onwenselijke neveneffecten. Deze

deelfietsen zullen er mooie aanvulling bieden op onze Trapido’s, de

Blue-bikes en de fietsen van onze fietsambassade. Dat ze niet naar

41

een vast station moeten worden teruggebracht, geeft toch extra

gebruikerscomfort en flexibiliteit.

Maar tegelijkertijd zorgen we er met dit reglement ook voor dat er

gewaakt wordt over de kwaliteit en de service en we maken dat de

stad ook niet opeens overspoeld kan worden met een teveel aan

deelfietsen, zoals in het buitenland al wel gebeurde.

Collega’s, dit reglement biedt ruimte aan de ondernemers die fietsen

in onze stad genegen zijn, en ik ben bijzonder benieuwd wie erop

gaat intekenen. Ik ben zelf alvast een enthousiast gebruiker van

gelijkaardige systemen in andere steden en ik kijk dan ook

halsreikend uit naar die eerste free floating deelfiets in onze

stad. De Groenfractie zal dit reglement dus met veel plezier

goedkeuren.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Het

woord is aan de heer Robert.

De heer Gert Robert. Mijnheer de schepen, we keuren hier een

reglement goed voor de free floating deelfietsen. Zo zal de stad

volgens de schepen beschikken over een groot deelfietsennetwerk van

2200 fietsen dat de stad zelf geen geld zal kosten, dat is alvast

een evolutie, waarbij de schepen toegeeft dat Gent wel nood heeft

aan een groot deelfietsennetwerk, back-to-many.

Zijn argument waarbij er volgens hem geen nood was aan een dergelijk

deelfietsennetwerk, omdat de Gentenaren, meer dan in andere steden

gemiddeld, fietsen in eigendom hadden, laat hij nu vallen. Nu is

enkel nog de kostprijs het argument. Effectief zal dit systeem onze

stad geen geld kosten.

Maar is het wel een goede zaak voor de stad, die nu naast de drie

free floaters ook nog de Trapido, back-to-manysysteem, de

studentenmobiliteitsfietsen, de MAX Mobielfietsen, de stadsfietsen

en nog de Blue-bikes zal hebben? Allemaal diensten die instaan voor

42

onderhoud, verplaatsen van fietsen over het gehele Gentse stads

grondgebied. Is dat wel duurzaam en efficiënt?

De kostprijs die de schepen voor zijn grote deelfietsensysteem naar

voren schuift van 1,5 miljoen euro is volgens berekeningen van

deelfietsbeheerders immers sterk overdreven. En als het dan nog geld

kost aan de stad, zo kan het ook een terugbetaaleffect hebben. Ook

met reclame, wat voor ons niet mag worden uitgesloten. Al was het

maar voor culturele en andere activiteiten van de stad.

Ik heb in de Fietsambassade al gepleit voor een visie op deelfietsen

in de toekomst en gewezen op een zo groot mogelijke integratie van

alle deelfietssystemen. De nieuwe technologie, waarvan ook de free

floaters gebruikmaken, biedt tal van nieuwe mogelijkheden, die ook

de grote kosten, waarmee de schepen graag vergelijkt, kunnen

drukken. De stad geeft zo ook het stuurwiel over aan de grote

spelers. Zullen alle hippe locaties voldoende bediend worden? Zullen

bijvoorbeeld Park and Rides voldoende bediend worden? Zal het

rondslingeren van 2200 deelfietsen niet nog meer hinder veroorzaken?

En wat als het fout loopt? Kan men dan de concessie zomaar

verbreken?

We blijven op onze honger zitten en blijven geloven dat Gent een

maximaal geïntegreerd fietsdeelsysteem verdient. Back-to-many met de

Fietsambassade desnoods aan het stuur. We zullen ons daarom ook op

dat punt onthouden.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Het

woord is aan de schepen. Mijnheer Watteeuw.

De heer Filip Watteeuw, schepen. Dank u, voorzitter. Collega’s, we hebben in ieder geval veel gesproken over het deelfietsensysteem en

het wordt een klein beetje vermoeiend om telkens weer uit te leggen

dat er verschillende systemen zijn. Mijnheer Yüksel, we hebben het

in het verleden gehad over het klassieke systeem. Het klassieke

deelfietsensysteem, waarbij er stations zijn, waar je de fiets uit

het station haalt. Dus dat betekent dat er ook infrastructuur moet

43

aangelegd worden. En zo’n klassiek deelfietsensysteem zoals we dat

kennen in Antwerpen en Parijs, enzovoorts, kost aan de stad geld. En

een pak geld. De heer Robert twijfelt eraan; ik wil niet altijd

vergelijken met Antwerpen, er zijn mensen die daar allergisch voor

zijn, maar u moet eens aan mijn collega van mobiliteit goed kennis

vragen hoeveel Antwerpen betaalt, jaarlijks, voor zijn

deelfietsensysteem. 3,5 miljoen euro per jaar. 3,5 miljoen euro! Je

moet er geen rekenkundig wonder zijn om dan, als je dat overzet naar

Gent, alle verhoudingen opgenomen, toch te zeggen dat dit een

behoorlijke prijs is van 1,5 miljoen à 1,8 miljoen euro. Dat is veel

geld. Jaarlijks hè! Dus dat is altijd wat ik gezegd heb, mijnheer

Yüksel.

Dat is altijd wat ik gezegd heb, want als wij vanuit de

eigenschappen, de karakteristieken van Gent vertrekken, en je ziet

een deelfietsensysteem, je ziet dat mensen zelf heel veel fietsen in

bezit hebben, om dan ieder jaar 1,5 miljoen of 1,8 miljoen euro te

betalen, dat is niet evident. Dat is altijd wat ik gezegd heb. Je

hebt de combinatie van die twee zaken.

2: ik heb ook altijd gezien dat grote fietssteden, voorbeeldsteden

op het vlak van fietsen, niet zo’n systeem nodig hebben. Dat je je

kunt ontwikkelen tot fietsstad zonder dat je zo’n klassiek

deelfietsensysteem hebt. Het kan voor sommige steden nuttig zijn, ik

zeg niet dat het bijvoorbeeld in Antwerpen niet nuttig is, maar het

is niet nodig om een echt grote fietsstad te worden. Utrecht

bijvoorbeeld is eigenlijk groot geworden als fietsstad zonder

deelfietsensysteem. Utrecht is een stad die vergelijkbaar is met

Gent.

Dus in die zin verandert natuurlijk de situatie op het moment dat de

markt verandert. Ik heb dat ook aangegeven in de commissie. Als de

markt verandert, dat er een aanbod is waarbij je die infrastructuur

niet nodig hebt, waarbij je die investering, die jaarlijkse kost van

1,5 miljoen niet moet betalen, dan wordt het natuurlijk wel iets

anders. Dan kun je kijken in hoeverre dit interessant is.

44

En dus vandaar zijn we vertrokken en wij hebben gezegd: op zich is

dat interessant, maar we gaan niet de fout meemaken, de moeilijkheid

meemaken die men onder meer had in Rotterdam. Strooifietsen, dat was

echt een probleem. Wij gaan dat niet meemaken.

En dus hebben wij gezegd: we gaan een kader ontwikkelen. En we

hebben dat ontwikkeld samen met VVSG en het Fietsberaad. De CD&V-

burgemeester Jan Vermeulen van Deinze is de voorzitter van

Fietsberaad. Hij heeft daar ook goed aan meegewerkt. Wij zijn

gekomen tot een kader, mijnheer Yüksel. Een kader dat hanteerbaar is

voor zo’n free floating deelfietsensysteem, waarbij we de

flexibiliteit, waar mevrouw Mathieu naar verwijst, kunnen halen

zonder de problemen. Dat is wat we gedaan hebben. We hebben dat

kader hier.

Komen er daarvoor 2250 deelfietsen in Gent? Neen. Als je dat

reglement leest, dan is dat niet zo. Er staat dat we maximaal 3

vergunningen kunnen geven van maximaal 750 fietsen. Of dat ook

effectief zal gebeuren, dat gaan we zien. Na de goedkeuring van dit

reglement, waar ik toch op hoop, gaan we de oproep doen, kan men

zich inschrijven, maar het zou evengoed kunnen zijn dat er maar 1

aanbieder voor 500 fietsen inschrijft. Het is een beetje de markt

die zal inschatten hoeveel fietsen hier interessant kunnen zijn,

hoeveel fietsen hier eigenlijk moeten aangeboden worden. Dat kunnen

er dus 500 zijn, dat kunnen er dus 1000 zijn, dat kunnen er meer

zijn. We gaan het zien. Maar ik heb nooit gezegd, ik denk dat dit

ooit een titel is geweest in een krant die dat suggereerde, dat er

een systeem van 2250 fietsen komt. Dat is dus niet zo.

Mijnheer Yüksel, “een cadeautje voor mijn achterban in het licht van

de verkiezingen”. Dat is eigenlijk wel een simpele, hoor! Mijn

achterban, als u dan toch denkt dat de fietsers allemaal mijn

achterban zijn, quod non: die hebben allemaal een fiets! Of twee of

drie! Dus waarom zou ik hun nog weer een deelfiets ...? Dus een

beetje kort door de bocht, mijnheer Yüksel, maar dat is in dit

dossier niet zo uitzonderlijk.

45

Ik ben heel blij dat er op alle vlakken heel veel dynamiek zit in

gans die fietswereld in Gent. Wij hebben zelf ons eigen systeem; wie

was het die verwees naar Max Mobiel en studentENmobiliteit? Mijnheer

Robert, dat bestaat niet hè, het is allemaal de Fietsambassade. Meer

dan tienduizend fietsen die verhuurd worden door de Fietsambassade

doen meer ritten dan het Antwerpse systeem. Om maar even aan te

geven.

Dus we hebben een grote dynamiek en ik ben blij dat ook de private

fietsverkopers en fietsherstellers daarvan profiteren. Want zij

voelen het feit, die dynamiek. Zij voelen dat. En wij kunnen daar

alleen maar aan helpen. En, als het niet nodig is dat wij zaken zelf

opnemen, als er spelers zijn op de markt die dat op een kwalitatief

goede manier doen, dan vind ik dat een goede zaak.

En dat is wat wij hier doen. Wij bewaken de kwaliteit, wij bewaken

de dynamiek en dus in gans het reglement staat duidelijk aangegeven

wat verwacht wordt van die aanbieders en wat ze niet kunnen doen.

Zeer duidelijk. En fietsen laten rondslingeren, is daar niet

inbegrepen. Fietsen moeten op ieder moment getraceerd kunnen worden.

Ze moeten een centraal meldpunt hebben. Dus de kwaliteit is

gegarandeerd en we gaan het ook heel goed bewaken. Dat is

belangrijk.

En dan, mijnheer Yüksel, dan gaan we verder de Fietsstad van

Vlaanderen blijven. Wij hebben die titel gekregen van minister

Weyts, ik ben daar altijd heel dankbaar voor dat we die titel

gekregen hebben. Ik denk dat we hem ook wel wat verdiend hebben. Het

is al de tweede keer. Het is om de drie jaar en het was al de tweede

keer. Maar het is belangrijk. Dus als we het zo verder doen, dan

blijven wij de Fietsstad van Vlaanderen.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel.

Mijnheer Robert.

De heer Gert Robert. Ja, ik zou toch wel kort willen zeggen,

mijnheer de schepen, als u spreekt over getraceerde fietsen, om de

46

overlast te beperken: getraceerde fietsen kunnen ook op hinderlijke

plaatsen staan en hinderlijk zijn voor de mensen in de buurt. Dus

wat dat betreft gaat dat geen oplossing geven. En u vergelijkt

altijd met klassieke systemen, zoals in Antwerpen, maar ik heb

daarnet gezegd dat wanneer je de nieuwe technologie en de slimme

sloten gebruikt, je dan ook kan afstappen van dat systeem dat de

free floaters vandaag ook gebruiken en zo kun je op die manier de

kosten van het deelfietsensysteem beperken. Maar in elk geval, wij

blijven ons op dit punt onthouden.

De heer Filip Watteeuw, schepen. Dat is aan u.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja, mijnheer de

schepen, wenst u nog het woord, dan kunt ge het krijgen hè? Nee dus.

Dan gaan we over tot de stemming van het punt 86.

(Stemming punt 86)

Punt 87

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ondersteuning, het Stedelijk reglement inzake taxidiensten en diensten voor het

verhuren van voertuigen met bestuurder. Mevrouw? Stemming? We

stemmen over punt 87.

(Stemming punt 87)

Punt 88

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Stemming? Dan

stemmen we over het punt.

(Stemming punt 88)

Punt 89

47

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja, mevrouw

Matthieu.

Mevrouw Sara Matthieu. Dank u, mijnheer de voorzitter. Collega’s, met onze deelname aan de Clean Power for Taxis-campagne en de

beslissing om twintig speciale e-vergunningen uit te geven, kiest

onze stad vooral voor proper collectief vervoer. Het succes is zelfs

zo groot dat er momenteel al dubbel zoveel aanvragen voor

vergunningen van die e-taxi’s zijn als we oorspronkelijk ter

beschikking hebben gesteld. Nu, uiteraard hoop ik dat we het aantal

nog kunnen opdrijven, evenwel zonder te vergeten dat het bestaande

plafond op het aantal taxivergunningen in onze stad belangrijk is om

taxichauffeurs voldoende werk en een aanvaardbaar inkomen te

verschaffen.

Nu, naast het aantal vergunningen is reclame en sensibilisering

natuurlijk ook belangrijk en via de samenwerking met de BBL zorgen

we er ook voor dat binnenkort elke Gentenaar weet waar en hoe een

milieuvriendelijke taxi te bestellen.

We ondersteunen ook de taxisector zelf in die omschakeling naar

elektrische taxi’s en zo zorgen we samen voor proper vervoer en een

betere luchtkwaliteit in onze stad. De Groenfractie is dan ook heel

blij met dit initiatief, dat we volmondig zullen steunen.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Dus het punt mag goedgekeurd worden, unaniem? Wenst u het woord, mijnheer de

schepen?

De heer Philippe Watteeuw, schepen. Wel, ik zou toch nog even willen tussenkomen. Ik ben blij met de ondersteunende woorden van mevrouw

Mathieu. Wat u zegt is correct, dus ik kan het natuurlijk

onderschrijven.

Ik wil wel aangeven dat ik toch op één punt wat op mijn hoede ben en

dat is namelijk het feit dat er een nieuw taxidecreet komt vanuit de

Vlaamse regering. Dat nieuwe taxidecreet van minister Weyts zet

48

eigenlijk alle deuren open op het vlak van taxi’s. Dus nu hebben wij

in de stad alles in handen. Wij geven de vergunning. Wij nemen ze

ook af. Wij kunnen stimuleren, voor elektrische taxi’s bijvoorbeeld,

dus wat we hier gedaan hebben. Maar als het taxidecreet er aankomt,

verliezen wij al die instrumenten en kan om het even wie hier in de

stad komen rondrijden met een taxi. Ik denk dat dit geen goede zaak

is. Het is nu al geen makkelijke sector en dus ook onze inspanningen

die we doen om meer elektrische taxi’s te voorzien, zou wel eens op

de helling kunnen komen te staan.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Oei, dat wist ik zelf niet. Dat is geen goed nieuws.

Goed, het punt is unaniem goedgekeurd.

Punt 90

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Voor punt 90 moet er geen stemming zijn, het is een kennisneming. Een indicatieve

stemming, mevrouw? Ja? Dan gaan we stemmen, indicatief, over punt

90.

(Stemming punt 90)

Punt 91

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Retributiereglement met betrekking tot het straatparkeren, een wijziging. Een stemming?

Dan stemmen we over punt 91.

(Stemming punt 91)

49

Punt 93

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 93 dan, Dienst Wegen, Bruggen en Waterlopen. Hier gaat het over een studie voor een

brug over de Watersportbaan, de bestekvaststelling. Mijnheer Robert?

De heer Gert Robert. Dank u, mijnheer de voorzitter. Collega’s, nog even in herinnering brengend: het originele project gaat starten met

een inschatting van kostprijs van 2,3 miljoen euro. Het draaide

uiteindelijk uit op 6,2 miljoen euro. Reken daar nog de btw en

studiekosten bij, dan zou deze brug de maatschappij 8,2 miljoen euro

gekost hebben. Maar goed dus dat dit project werd afgebroken en dat

men nu op zoek gaat naar een nieuwe ontwerper.

Toch werd ondertussen zo’n 265.000 euro al betaald voor reeds

geleverde werken voor het oude ontwerp. Ook al kan mogelijk zo’n

deel van de studie nog aangewend worden in de nieuwe ontwerpstudie,

het is en blijft weggegooid geld en tijdverspilling. Wij zijn koele

minnaars van een dergelijk prestigeproject en zijn dan ook blij dat

de schepen dit nu ook inziet en stelt: het wordt gewoon een brug

zonder toeters en bellen. Wel veilig en comfortabel. Beter laat dan

nooit en hopelijk dat het een tweede keer wel goed verloopt.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ja, mevrouw

Matthieu.

Mevrouw Sara Matthieu. Dank u, mijnheer de burgemeester. Collega’s, de brug over de watersportbaan is een cruciale schakel in de

realisatie van het Westerringspoor. Het is dus een belangrijke

beslissing voor het fietscomfort in onze stad. Helaas was het vorige

ontwerp inderdaad te kostelijk geworden, waardoor we vandaag wat

vertraging hebben opgelopen.

Nu, het is toch een logische keuze, want ja, een euro kun je

natuurlijk maar een keer inzetten en de fietsnoden elders in de stad

zijn ook talrijk. Niettemin zet de stad met deze studie het licht op

groen om zo snel als mogelijk tot de bouw van een functionele brug

50

over te gaan, iets waar de Groenfractie alleen maar enthousiast over

kan zijn.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel.

Mijnheer de schepen, mijnheer Watteeuw.

De heer Philippe Watteeuw. Dank u, voorzitter. Mijnheer Robert, wat een vreemde redenering brengt u hier weer naar voren. U suggereert

alsof dat wij per se een prestigeproject wouden realiseren. Nee, we

hebben een raming geformuleerd. We hebben een raming naar voren

geschoven. Die raming was relatief bescheiden, het is natuurlijk

nooit goedkoop, en op het moment dat duidelijk werd dat de ontwerper

eigenlijk niet kon realiseren wat hij moest realiseren voor de prijs

die we hadden voorzien, dat het echt de spuigaten uitliep, hebben we

gezegd: nee, dan liever niet. Als wij echt voor prestigeprojecten

zouden gegaan zijn, dan zouden we gezegd hebben: voilà, we gaan

doorgaan! Dan hebben we toch gezegd: nee, dit moet betaalbaar zijn,

dit moet verdedigbaar zijn op vlak van kosten. Want het is

inderdaad, zoals mevrouw Matthieu zegt, een belangrijke schakel in

het Westerringspoor. Echt waar, een belangrijke schakel. Dus wij

willen die brug. Wij wouden die brug vroeger ook. Maar iedereen die

eraan meewerkt, moet ervoor zorgen dat de kosten binnen de perken

blijven. En als dat niet kan, dan stoppen we ermee.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Voilà, dat is

duidelijke taal. We gaan stemmen over het punt.

(Stemming punt 93)

Punt 103

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan punt 103,

Dienst Belastingen, Belastingreglement op de inname van de openbare

weg voor het uitvoeren van werken. Een stemming? Dan gaan we stemmen

over punt 103.

(Stemming punt 103)

51

Punt 104

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 104.

Retributiereglement voor diensten verstrekt door de IVA Historische

Huizen Gent. Een stemming ook? Dan gaan we over tot de stemming.

(Stemming punt 103)

Punt 106

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan hebben we de Dienst Economie, punt 106. Deelname aan het project R!sult voor een

geïntegreerde oplossing voor stadsbeleveringen, het reglement. Toch

tussenkomsten?

Mevrouw Caroline Van Peteghem. Dank u, voorzitter.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Mevrouw, u hebt het woord. Mevrouw Van Peteghem.

Mevrouw Caroline Van Peteghem. Dank u wel. We zitten volop in op duurzame mobiliteit en we stimuleren niet alleen dat mensen zich

naar of door te stad verplaatsen met duurzame vervoerswijzen, we

grijpen ook in op goederenstromen. We buigen ons hier eigenlijk al

jaren over een duurzame oplossing voor stadsbelevering en in 2017

hebben we na een boeiend voortraject het vzw

Stadsdistributieplatform opgericht, beter bekend als GentLevert. In

de schoot van GentLevert hebben we al verschillende proefprojecten

gelanceerd. Het ene al succesvoller dan het andere. We doen daar hoe

dan ook relevante ervaring op met het verzamelen en interpreteren

van data over goederenstromen en het inzetten van een districoach.

Het platform doet het goed. We zien een stijgend aantal leveringen.

Het lijkt ons zeker interessant om dankzij dit project R!sult de

tussentijdse bevindingen van GentLevert te mappen, met ervaringen in

52

andere steden en met andere dienstverleners dan er nu bij GentLevert

betrokken zijn.

Recentelijk heeft het stadsbestuur de ambitie uitgesproken om zelf

het goede voorbeeld te geven en de eigen goederenstromen slimmer te

organiseren, meer te bundelen. Als we vandaag noteren dat we

richting willen geven aan de aanbevelingen die uit R!sult zullen

komen, hoop ik dat we daarbij alvast ook die concrete ervaringen van

mensen die goederenstromen voor de stad organiseren, kunnen

meenemen. Dank u.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Wenst de schepen nog tussen te komen? Ja? Mijnheer Peeters.

De heer Christophe Peeters, schepen. Ik zou collega Van Peteghem

willen danken voor de tussenkomst. Ik denk dat we inderdaad heel

veel stappen genomen hebben, dat we veel nieuw werk aan het

verrichten zijn op het vlak van stadsdistributie en bundeling van

leveringen. We zijn daar nu goed anderhalf jaar mee bezig, eigenlijk

operationeel. Er zijn toch wel significante stappen ingezet.

Uiteraard loopt dit nog niet als een trein en dat was ook te

verwachten. We zijn de eersten die dit doen.

Ik ben eigenlijk heel blij dat we nu kunnen instappen in een project

van Vlaanderen. Niet alleen omdat het financieel een aantal middelen

opbrengt, maar vooral omdat wij eigenlijk veel, bijna alles van wat

in dat project staat, vandaag al doen. Dus we zijn daar een beetje

een pionier in Vlaanderen, maar tegelijkertijd zal het ook de

bedoeling moeten zijn dat een aantal best practices wordt

overgenomen.

Want niets zou gemakkelijker zijn natuurlijk, voor de

transportsector en voor leveranciers, dan dat men in alle Vlaamse

steden tot een gelijkwaardige oplossing kan komen, zodanig dat men

niet met een telefoonboek moet rondrijden aan procedures, om te

weten wat men in welke stad precies moet doen. Het zou natuurlijk

handiger zijn, die standaardisering. En wat mij betreft mag men

53

uiteraard gewoon het model Gent overnemen. We vragen daar geen

auteursrechten op. Men mag dat gerust overnemen. Ik moet u zeggen

dat men zelfs in het buitenland aan het kijken is.

We gaan trouwens nu donderdag naar het college wat betreft een nieuw

proefproject rond een verdeling met cargofietsen, met Cargo Velo.

Dus ook dat is toch wel een heel belangrijke evolutie.

En pas, vorige week, hebben we op de raad van bestuur ook een

bijzonder project goedgekeurd wat betreft watergebonden distributie,

waar een aantal partners toch wel enorm in geïnteresseerd is. Samen

trouwens met De Vlaamse Waterweg, die ook in onze raad van bestuur

zit. Dat betekent mogelijkheden om in de toekomst te gaan naar

distributie, ik denk dat we daar proefprojecten voor kunnen gaan

opzetten, met het nieuwe watergebonden stadsdistributiedepot

bijvoorbeeld, in de buurt van de Ghelamco Arena. En dat we eigenlijk

er zouden moeten in slagen dat we in combinatie met de middelen die

we hebben van stadsdistributie daar een proefproject op te zetten,

onder andere met horeca, om te kijken of we leveringen in bepaalde

zones kunnen doen.

Eigenlijk zijn vandaag alle puzzelstukken aanwezig om dit te doen,

om die stappen significant te zetten, wetend dat we natuurlijk – en

dat doen we nu ook – in de eerste jaren een stuk gaan moeten

bijdragen om meer kosten te dragen, eventueel te zorgen dat het

comfort van de gebruikers en van de handelaars en de horeca-

uitbaters niet achteruitgaat en zeker de kosten niet gaan stijgen.

Maar het moet absoluut mogelijk zijn om dit binnen een paar jaar tot

een rendabel geheel te maken.

Dus we gaan vooruit met die proefprojecten en ik denk en ik hoop

eerlijk gezegd dat ook de volgende gemeenteraad, het volgend

college, die significante stappen verder zet. Het pad is geëffend,

de fundering ligt er. De fundamenten zijn er en de eerste verdieping

staat er al, minstens in de ruwbouw en is al in gebruik. En het

volgende college moet vooral op die weg verdergaan, wat ik denk dat

we in Gent absoluut pioniers kunnen zijn, ook op Europees vlak,

54

inzake stadsdistributie en het weghouden van grote vrachtwagens voor

levering uit de binnenstad. Ik denk dat dit iets is waar we fier

mogen op zijn en waar we absoluut moeten in verdergaan en nog eens,

als we daar de ondersteuning van Vlaanderen kunnen krijgen.

En ik heb gehoord vandaag dat de minister-president vele nieuwe

middelen heeft aangekondigd voor innovatieve projecten. Wel, wij

houden ons in elk geval aanbevolen om daarin mee te stappen en op

die manier nieuwe vormen van transport te ontwikkelen, die zowel

goed zijn voor het milieu, voor de mobiliteit, als tegelijkertijd

ook een absolute meerwaarde bieden aan de uitbaters en handelaars in

onze binnenstad.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Er

wordt een stemming gevraagd? Neen, dan is het punt goedgekeurd. Dank

u wel.

Punt 110

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Departement

Samenleven, Welzijn, Dienst Welzijn en Gelijke Kansen, punt 110.

Subsidieovereenkomst Organisatie Mind-Spring voor het werkingsjaar

2019. Goedgekeurd.

Punt 111

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 111, een

subsidieovereenkomst voor vrijwilligerswerk als hefboom voor de

participatie en integratie van nieuwkomers. Niemand vragen? Ja,

mijnheer Deckmyn.

De heer Johan Deckmyn. De stemming.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. U vraagt de

stemming. Dan gaan we over tot de stemming, dames en heren, van punt

111.

55

(Stemming punt 111)

Punt 112

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan hebben we punt 112, Subsidieovereenkomst voor geestelijke gezondheid voor

vluchtelingen. Mijnheer Deckmyn, een stemming? Dezelfde stemming,

voor iedereen? Dezelfde uitslag.

Punt 113

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 113,

Subsidieovereenkomst voor coördinatie materiële hulp aan kwetsbare

Gentenaars, werkingsjaren 2018-2019. Mijnheer Deckmyn? Dezelfde

stemming, voor iedereen? Ook goedgekeurd.

Punt 114

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 114,

Overeenkomst van aanneming van vertaalwerk en tolken. Dezelfde

stemming, voor iedereen? Neen? Dan gaan we over tot de stemming van

punt 114.

(Stemming punt 114)

Punt 115

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan hebben we

Dienst Outreachend Werken, Subsidieovereenkomsten voor de

organisatie en exploitatie van warme winter. Ja, mijnheer Reynebeau.

Daarna mevrouw Persyn.

De heer Guy Reynebeau. Dank u wel, burgemeester. Collega’s, wij zijn uiteraard als sp.a-fractie, en ik hoop iedereen hier in deze raad,

56

verheugd dat de stad opnieuw blijvend, zou ik zeggen, investeert in

de opvang en begeleiding van de meest kwetsbare Gentenaars. Het

succes van de afgelopen Warme Winter bewijst jammer genoeg dat dit

steeds nog echt nodig is. In de evaluatie van de commissie van mei

2018 was immers sprake van circa 6680 bezoekers op 101 dagen. Dat

betekent toch wel iets om bij stil te staan. Het was variërend van

45 per dag tot 130 per dag, circa 200 unieke bezoekers en niet te

vergeten, ook een inzet van liefst 180 vrijwilligers tijdens deze

Warme Winterperiode.

Nu, de afgelopen twee jaar werd Warme Winter steeds vanuit de

stadsdienst georganiseerd, mijnheer de schepen. We hebben het er in

de commissie nog even over gehad, over die vernieuwing van deze

samenwerking. We hebben ook kunnen vernemen dat Refu Interim, u

weet, via cirQ, daar toch wel een hartverwarmend initiatief heeft

genomen, waarbij vluchtelingen en asielzoekers eigenlijk zich

inzetten om mede daklozenopvang te organiseren. Dat is een van de

aspecten, neem ik aan, die ook vernieuwend is in deze aanpak voor de

winter 2018-2019.

We hebben ook gezien dat er een uitbreiding is van de dagopvang.

Heel belangrijk, dat de mensen ook overdag, en zeker mensen met

kinderen, nog ergens terechtkunnen en niet alleen in de nachtopvang,

die uiteraard maar per definitie later begint, op de avond, waar zij

terechtkunnen.

Het is misschien toch wel goed, mijnheer de schepen, om toch nog een

keer duidelijk te maken wat nu juist het verschil is tussen de

winter 2018 en 2019, met andere woorden de overeenkomst die wij hier

nu gaan goedkeuren.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Het

woord is aan mevrouw Persyn.

Mevrouw Karla Persyn. Ik sluit mij aan bij de vorige spreker. We moeten zeggen, uit de evaluatie van de winteropvang van de voorbije

winter onthouden we dat de mensen, de gebruikers, zowel als de

57

vrijwilligers, zeer tevreden waren van de geboden opvang, ook

overdag, vooraleer de nachtopvang opengaat. Een van de resterende

heikele punten was dat de gezamenlijke opvang van gezinnen met

kinderen en alleenstaande daklozen geen ideale situatie was. Maar

met twee overeenkomsten, één met CAW en een andere met SIVI, kunnen

we daar dus aan tegemoetkomen.

Ik wil namens onze fractie de schepen hiervoor bedanken, maar ook en

vooral de vrijwilligers die dit mee hebben mogelijk gemaakt. Dank u

wel.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Wenst de schepen tussen te komen?

De heer Resul Tapmaz, schepen. Burgemeester, het enige verschil

uiteraard, van dit schitterende project, dat we zo lang zullen

uitbreiden als het nog beter naar ons zin is, dat de eerste editie

werd georganiseerd, voornamelijk door Outreachend Werken en dat dit

wel voor conflicten zorgde, zodanig dat die mensen de toeleiding

deden en tegelijkertijd ook daar de organisatie. Dus dat ging niet

tezamen. En nu ben ik bijzonder blij dat we samen met OCMW en Dienst

Outreachend Werken met die andere partners dit kunnen organiseren,

zodanig dat de rolverdeling nu duidelijk is en dat er geen

conflicten ontstaan.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Dus het punt mag unaniem goedgekeurd worden? Dank u vriendelijk.

Punt 117

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan hebben we

Bedrijfsvoering, Juridische Dienst en Kennisbeheer, addendum 2 bij

de samenwerkingsovereenkomst 2016-2019 met het EVA REGent. Geen

bezwaren? Goedgekeurd.

58

Punt 118

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 118, Dienst

Milieu en Klimaat. Hier gaat het over de samenwerkingsovereenkomst

betreffende de monitoring van de luchtkwaliteit in Gent naar

aanleiding van de lage-emissiezone. Geen tussenkomsten? Ja, dan moet

ik even kijken. Mevrouw Matthieu heeft nummer 35 en mevrouw Deene

heeft 37. Mevrouw Matthieu is eerst.

Mevrouw Sara Matthieu. Dank u, mijnheer de voorzitter. Collega’s, de luchtkwaliteit in onze stad is iets waar veel Gentenaars terecht van

wakker liggen. Denk maar aan de acties van ouders en kinderen aan de

schoolpoorten van Filter-Café-Filtré, of bijvoorbeeld het

CurieuzeNeuzenmeetproject, waar ook in Gent heel wat mensen aan

hebben deelgenomen. Gezonde lucht, dat zou een evidentie moeten

zijn. Maar dat is het vandaag helaas nog niet.

Gelukkig zien we vooruitgang. De resultaten van het luchtonderzoek,

naar aanleiding van de invoering van het circulatieplan tonen

duidelijk het verschil tussen voor en na. Op de knip aan de

Phoenixbrug ging de luchtkwaliteit er zomaar even 32% op vooruit. De

invoering van een lage-emissiezone in 2020 zal eveneens een

belangrijke impact hebben op de Gentse luchtkwaliteit. Hoe groot die

impact precies is, zullen we nog beter kunnen inschatten dankzij

deze samenwerkingsovereenkomst met Vlaanderen. Al spelen er

uiteraard ook nog andere factoren, zoals weersomstandigheden mee in

de uiteindelijke cijfers.

Collega’s, het is een cliché, maar meten is weten en het zorgt ook

voor broodnodig draagvlak om de maatregelen die nodig zijn om

propere lucht te realiseren. De Groenfractie is daar alleszins van

overtuigd en zal dit punt daarom ten volle steunen.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Mevrouw Deene,

alstublieft.

59

Mevrouw Karlijn Deene. Mevrouw de schepen, wat mijn collega terecht aanhaalde: meten is weten, maar natuurlijk is de vraag dan: wat,

waar en hoe ga je meten? Ik heb in de commissie gevraagd welke de

locaties zijn van die meetpunten en u gaf aan dat het eigenlijk

dezelfde meetpunten zijn als voor het circulatieplan. Nu, wij hebben

daar wel vragen over, of eigenlijk de locaties voor de impact van de

LEZ, lage-emissiezone, wel de meest geschikte zijn. Die meetpunten

liggen bijvoorbeeld vooral aan de knips van het circulatieplan. Ja,

ik ga ervan uit natuurlijk dat daar het effect van een LEZ sowieso

veel lager is dan in een gemiddelde plek in de stad. Ik denk ook dat

de Gentenaars die buiten de F40 wonen eigenlijk ook wel willen weten

hoe dat de luchtkwaliteit in hun stad evolueert.

Dus we vragen ons af of dan toch niet kan herbekeken worden over de

manier waarop die twintig meetpunten eigenlijk zijn bepaald.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Het

woord is aan de schepen.

Mevrouw Tine Heyse, schepen. Dank u, mijnheer de voorzitter.

Collega’s, het is eigenlijk de derde keer dat er in het kader van

metingen – en ik geef inderdaad mevrouw Matthieu en u ook gelijk:

meten is weten – een samenwerking gebeurt met de Vlaamse

Milieumaatschappij. En de eerste keer was in 2016. Toen hebben we in

de periode juni-november 2016 op 50 locaties de NO2 gemeten en die 50

locaties werden geselecteerd uit circa 350 locaties die ons

aangeboden waren, zeg maar, door evenveel mensen die gereageerd

hadden op een oproep om hun gevel ter beschikking te stellen voor

metingen. Die selectie gebeurde samen met de Vlaamse

Milieumaatschappij en de bedoeling was om zo goed mogelijk beeld te

geven van de luchtkwaliteit in de grens. Nu, ik kan al een beetje

vooruitlopen, ik kom zeker op uw vraag. Uiteraard, die 50 locaties

waren wel echt letterlijk over de ganse stad verspreid.

Een tweede keer dat we een samenwerking hadden met de Vlaamse

Milieumaatschappij, was inderdaad om te evalueren wat het

circulatieplan deed op vlak van luchtkwaliteit. We hebben daarvoor

60

tien maanden voor en twaalf maanden na de invoering van het

circulatieplan op twintig locaties gemeten, waarvan er vijf op de

ring. De evaluatie van een bijdrage aan circulatie aan het al dan

niet verbeteren van de luchtkwaliteit, werd ook vergeleken, want dat

is ook zeer belangrijk, ook ten opzichte van de algemene evolutie

van de luchtkwaliteit in Vlaanderen. Nu, wat ook een zeer belangrijk

is, mevrouw, is dat die locaties, die twintig locaties, samen

gebeurde, terug zoals de eerste keer, met de Vlaamse

Milieumaatschappij, want zij zijn uiteraard de specialisten op dat

vlak.

En nu een derde keer. Wat nu voorligt is een verlenging om op

diezelfde twintig locaties NO2 te blijven meten en een extra locatie

black carbon te hebben. En een lage-emissiezone, mevrouw, gaat

uiteraard in de eerste plaats, dat weten we, een goede invloed

hebben op black carbon. Laat ons maar een beetje in de gewone taal

spreken: roet. U weet dat dit eigenlijk voor de volksgezondheid nog

misschien een van de ergste zaken is, waar spijtig genoeg geen

normen voor bestaan. Maar dat wil niet zeggen dat we het niet moeten

opmeten.

Dus daarvan gaan wij nu voor drie jaar op die twintig locaties

blijven meten en die black-carbonmeting, dat gaat een vast meetpunt

zijn, die locatie is nog niet bepaald. Maar dat zal ook weer, zoals

we altijd doen, in samenwerking gebeuren met de Vlaamse

Milieumaatschappij, want zij zijn de specialist. En het doel is

allengs uiteraard goed te kijken: wat is eigenlijk de impact van een

lage-emissiezone op de luchtkwaliteit?

Terug mevrouw: het is de Vlaamse Milieumaatschappij die ons advies

geeft waar de beste metingen kunnen gebeuren.

Nu, mijnheer Bracke, ik ga u toch bij dit verhaal ook even citeren,

want u hebt misschien niet helemaal geluisterd. Ja, ik hoop het wel,

maar u hebt misschien niet gehoord. Eigenlijk wil ik zeggen dat we

al drie keer de Vlaamse Milieumaatschappij betaald hebben. Betaald

hebben, ja inderdaad! Betaald hebben om metingen te doen. En

61

blijkbaar vond u het nodig, toen de metingen van het circulatieplan

eigenlijk gepubliceerd werden, dat toch verdacht te vinden. Want als

wij als stad Gent de Vlaamse Milieumaatschappij betalen, met andere

woorden: de Gentenaar betaalt, dat klopt, dan is dat verdacht.

Mijnheer Bracke, ik vond dat eerlijk gezegd ... Als u naar de stad

schiet, goed, dat kan. U kan ook discussiëren over de interpretatie

van de metingen, maar wat ik ongehoord vond, was dat u de Vlaamse

Milieumaatschappij aanviel. Want eigenlijk zei u min of meer: ja,

als de Vlaamse Milieumaatschappij betaald wordt door de stad Gent,

hoe kunnen we dan die cijfers ...? Ik kan u citeren hoor, ik ga het

straks doen als u erop aandringt. Ik zal zeker terugkijken, ik wil

het altijd nog heel goed zeggen, wat u toen stelde. Ik vond het

eigenlijk ongehoord om de Vlaamse Milieumaatschappij, die nota bene

decretaal bevoegd is om de luchtkwaliteit te monitoren in

Vlaanderen, aan te vallen. Goed, maar dat even terzijde. Ik vond dat

dit naar wantrouwen kon tellen.

Bovendien, mijnheer Bracke, want dat was ook de sneer, dat wij

faalden: ook in andere steden, Antwerpen, betaalt men de VMM. Ook

bijvoorbeeld voor extra meetstations. En terug, daar is niks

verkeerds aan, integendeel. Ik vind het zeer goed dat een stad, ook

Antwerpen, meebetaalt om luchtkwaliteitsmetingen te doen, want we

hebben er allemaal baat bij dat die gegevens transparant zijn. Goed,

ik hoop dat u misschien uw mening op dat vlak kan herzien.

Maar, collega’s, ten gronde van waar het hier vandaag over gaat:

voor mij zijn inderdaad metingen echt vooral meer weten en ja, dat

maakt dat er soms goed nieuws te melden valt. Dat was het geval, als

het ging over de impact van het circulatieplan op de luchtkwaliteit.

Maar ook kan het wat minder nieuws zijn, of kunnen dat ook nuances

zijn. Zo brachten de metingen uit 2016 aan het licht dat er toen wel

degelijk punten zijn en waren waar de NO2-luchtkwaliteit toen nog

niet goed zat.

En op zich hadden wij als stad Gent kunnen zeggen: goed, het is een

extra, de vaste meetpunten zijn er. Eigenlijk zijn er geen

overschrijdingen, dus alles is in orde. Nee, we hebben toen bewust

62

gekozen om samen met de VMM op vijftig meetpunten te doen, omdat we

wisten: op bepaalde punten zal het niet goed zijn. Ook toen hebben

we die gegevens transparant aan het licht gebracht. Want welk nieuws

ook, goed of minder goed nieuws, wij publiceren die gegevens

transparant. We zijn er trouwens ook van overtuigd dat er op

verbetering van luchtkwaliteit uiteraard nog zaken te verbeteren

zijn. Vandaar dat we naast een circulatieplan ook een lage-

emissiezone invoeren.

Mevrouw Deene, dus met andere woorden: die plaatsen hebben we samen

met de Vlaamse Milieumaatschappij bepaald. Zij zijn de specialisten

om te kijken hoe ge het best kunt meten wat de beleidsimpact is van

zo’n maatregel. En ik heb het op dezelfde manier als in Antwerpen

gedaan. Ook daar is het uiteraard met hen bepaald waar er gemeten

wordt om dat te kunnen doen. En we hebben ook gelukkig, want dat was

mijn eerste punt, metingen over de ganse stad. Dat waren die

metingen op die vijftig punten in 2016.

Bovendien komen daar, en daar heeft collega Matthieu al naar

verwezen, nog een heleboel cijfers bij. Ook dankzij weer de input en

de medewerking van heel veel Gentenaars, want u weet dat heel veel

Gentenaars ook meegedaan hebben aan het CurieuzeNeuzenonderzoek. Dat

is maar een maand, dus in die zin moet ge wel uiteraard oppassen wat

ge vergelijkt. Maar vooral die vijftig en nu van die honderden – het

zijn inderdaad honderden Gentenaars die meegedaan hebben over gans

Gent weer – maken mogelijk om die zaken in een luchtkwaliteitsmodel

te stoppen, zodanig dat wij, ook buiten de ring natuurlijk, heel

goed kunnen blijven monitoren hoe de evolutie van de luchtkwaliteit

is. Met andere woorden: hier gaat het specifiek om de impact te

kunnen meten van een lage-emissiezone. De VMM heeft met ons bepaald

wat we daar moeten voor doen, maar uiteraard monitoren wij over de

ganse stad Gent de luchtkwaliteit.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel,

mevrouw. Ik denk dat we dan het punt mogen goedkeuren, unaniem?

Mijnheer Bracke, uiteraard. De heer Bracke was nu rustig en ze maken

63

u onrustig. Dat is eigenlijk niet te doen hè? De heer Bracke neemt

het woord.

De heer Siegfried Bracke. Mijnheer de burgemeester, u slaat de nagel op zijn kop. Het is het gebruik van het schepencollege om niet

altijd te antwoorden op wat hier gezegd wordt. Ik vind dat we erop

vooruitgaan, want nu antwoordde ze ook op wat hier níet gezegd is.

Ik geef toe, het is een beetje laat in de legislatuur, maar we gaan

erop vooruit. Ook al is wat u zegt natuurlijk een puur

intentieproces, dat ik volledig voor uw rekening neem. Maar voor het

overige, mevrouw de schepen, ben ik echt ontroerd door de manier

waarop u het opneemt voor de Vlaamse Milieumaatschappij. Ik dank u

zeer.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Goed, het incident is gesloten en dus stemmen we unaniem het punt goed, rond de

monitoring? Ah niet, Mevrouw Sleurs? Vraagt de stemming daarover?

Dan stemmen we over punt 118.

(Stemming punt 118)

Om van de emoties te bekomen, stel ik voor dat we nu tien minuutjes

pauzeren. Tot straks.

(Schorsing)

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Goed, dames en heren, we zetten de werkzaamheden van onze gemeenteraad verder.

Punt 124

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dat gaat hier over de vertegenwoordiger van de Stad Gent in de raad van bestuur van de

vzw Welzijnsoverleg regio Gent. Daar is een voordracht van ons

departementshoofd, mevrouw Van De Voorde. Geen bezwaar? Goedgekeurd.

64

Punt 125

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Eveneens een

voordracht van mevrouw Van De Voorde van de algemene vergadering van

de vzw Welzijnsoverleg. Geen bezwaar? Goedgekeurd.

Punt 126

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Daar wordt

departementshoofd de heer Vanbroeckhoven voorgesteld. Dat is voor de

raad van bestuur vzw Max Mobiel. Geen bezwaar? Goedgekeurd.

Punt 127

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Daar wordt ook departementshoofd de heer Vanbroeckhoven voorgesteld. Dat is voor de

algemene vergadering van Max Mobiel. Geen bezwaar? Goedgekeurd.

Punt 128

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Weer de heer

Vanbroeckhoven, voor de raad van bestuur van vzw Labeur. Geen

bezwaar? Goedgekeurd.

Punt 129

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Hier wordt de

directeur van onze Dienst Economie, mevrouw Els De Leeuw voorgesteld

voor de algemene vergadering van de ivzw Creative Ring. Dat staat in

de tekst. Een foutje, dat moet vzw zijn, uiteraard. Ja. Geen

bezwaar? Goedgekeurd.

65

Punt 130

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Hier wordt mevrouw De Tremerie als vertegenwoordiger van de stad Gent aangesteld bij

het managementteam van de vzw Creative Ring. Geen bezwaar?

Goedgekeurd.

Punt 21

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Daar is er een

ontslag en benoeming van een nieuwe bestuurder in de raad van

bestuur van het AGB Erfgoed. Het is het ontslag van mevrouw Bouve en

ze wordt vervangen door de heer Michel Vermote. Geen bezwaar?

Goedgekeurd.

Punt 22

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Hier wordt schepen Bracke voorgesteld als kandidaat ter vertegenwoordiging van de Stad

Gent in de raad van bestuur van de EVA Startersfabriek vzw. Geen

bezwaar? Goedgekeurd.

Punt 131

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 131 moeten wij niet behandelen, want er zijn geen wijzigingen in de algemene

commissies. Dus dat mag teruggetrokken worden, dat punt.

Punt 132

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Punt 132 zijn de notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 25 en 26 juni

66

2018. Kan dat uw goedkeuring wegdragen? Dank u wel. Dan is dat

goedgekeurd.

Punt HD1

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan moeten we de behandeling doen van het hoogdringende punt 1, dat is die

statuutwijziging van de Waalse Krook, met inbegrip van de

doelswijziging buitengewone algemene vergadering van 1 oktober 2018;

een mandaat van de vertegenwoordiger. Vraagt hier iemand het woord

over? Niemand? Mogen we dat unaniem mogen goedkeuren? Dank u wel.

Dan is HD1 unaniem goedgekeurd.

Mondelinge Vragen

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dan komen we bij de mondelinge vragen. Vraag 1 is een vraag van mevrouw Van Renterghem,

betreft het hoofdoekenverbod in stedelijke scholen. En punt 2 is een

interpellatie van de heer Deckmyn over hetzelfde onderwerp. Ik stel

voor dat we ze samen oproepen.

IR1 en IR2

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is eerst aan mevrouw Van Renterghem.

Mevrouw Sandra Van Renterghem. Dank je wel, mijnheer de voorzitter. Mevrouw de schepen, collega’s, begin juli vernamen we dat er een

mail verstuurd werd naar alle stedelijke secundaire scholen met de

opdracht onmiddellijk, nog voor het begin van het schooljaar, in het

interne schoolreglement van elke individuele school een nieuw

artikel in te voeren wat betreft de kledijnormen. Het nieuwe artikel

kwam er onder meer op neer dat hoofddoeken op school toelaten

verplicht werd, behalve als er een gegronde reden is om dat niet te

67

doen. Als voorbeeld van een motief van een eventueel verbod wordt

genoemd de sociale druk, om vanwege anderen bepaalde religieuze

tekens te dragen.

De invoering van dit nieuwe artikel werd beslist zonder de

gemeenteraad hierover in te lichten. Het is uiteraard vreemd, want

een algemene regel invoeren zal in principe toch via het algemeen

reglement voor alle secundaire scholen moeten gaan. Hier probeert

men een nieuw algemeen reglement in te voeren via het interne

reglement van elke school apart. Die zijn nochtans in principe de

bevoegdheid van de individuele schooldirecties. Daarom mijn eerste

vraag, mevrouw de schepen: Waarom wilde men een algemene regel

invoeren, zonder het algemeen reglement aan te passen? Wijzigingen

in het algemeen stedelijk reglement komen immers wel voor op de

gemeenteraad. Wijzigingen in de individuele interne

schoolreglementen niet. Wou de schepen misschien vermijden om het

debat in de gemeenteraad te voeren?

Ik merk hierbij terzijde op dat de vraag van onze fractie om een

extra commissie samen te roepen zonder meer werd geweigerd. Onzes

inziens tegen het reglement van de gemeenteraad in.

Niet alleen de gemeenteraad werd buitenspel gezet, blijkbaar vond u

het ook niet nodig om het schepencollege hiervan op de hoogte te

stellen. De reacties waren dan ook duidelijk, volgens de pers. Uw

collega-schepen Bracke sprak van hoogst deloyaal, niet collegiaal,

platte verkiezingsstunt, een bewuste demarche. Ook uw kartelpartner

was dat not amused. Ze waren niet op de hoogte gesteld en uw eigen

kandidaat-burgemeester was van mening dat dit ook in het

schepencollege had moeten komen.

U wist goed dat uw coalitiepartners geen vragende partij waren, want

op dit moment zijn er uiteindelijk ook geen problemen gemeld. U

baseert zich immers op een recente uitspraak van een rechter in

Tongeren, die besliste dat een groep van elf moslima’s hun hoofddoek

mogen dragen op twee Maasmechelse scholen, ondanks het algemeen

verbod dat geldt in het gemeenschapsonderwijs. Het vonnis geldt

68

enkel voor die elf meisjes. Niet voor het gemeenschapsonderwijs in

zijn geheel en al zeker niet voor alle andere scholen die ook een

verbod op het dragen van levensbeschouwelijke tekens in het

schoolreglement hebben opgenomen.

Het beroep dat het GO instelde, is trouwens opschortend. De elf

meisjes moeten nog steeds zonder hoofddoek naar school. Het

gemeenschapsonderwijs staat achter het hoofddoekverbod, omdat bleek

dat moslima’s die geen hoofddoeken droegen onder druk werden gezet

om dat wel te doen. Onder meer door mannelijke leeftijdsgenoten,

ouders en andere moslima’s die wel een hoofddoek dragen.

Maar ik keer terug op de Gentse situatie. Via de persberichtgeving

begin juli, vernam ik dat er een werkgroep is opgericht of zal

opgericht worden met specialisten, om zich specifiek over dit thema

te buigen. Ook die partner zette u met uw demarche een neus. U zette

zelf deze werkgroep buitenspel, wat wij uiteraard betreuren.

Nu goed, uw beslissing heeft niet lang stand gehouden, want na

crisisoverleg in het college bleek dat er ook geen draagvlak was. De

individuele scholen mochten terug zelf de keuze maken of ze al dan

niet opteerden om hoofddoeken toe te laten of niet. Slechts twee

scholen hebben hun interne reglement aangepast. Daaruit blijkt ook

dat andere scholen geen behoefte hebben om hun reglementen aan te

passen. U hebt in de pers verklaard dat de scholen die het verbod

handhaven goede onderbouwde argumenten moeten voorleggen waarom ze

het hoofddoekverbod aanhouden.

Ik wil u vragen: is het verbod op hoofddoeken of hoofddeksels in het

algemeen reglement gemotiveerd en het schoolreglement in kwestie? Zo

ja, welke argumenten zijn er gebruikt om het verbod te motiveren?

Ik wil u ook het volgende vragen. U bent persoonlijk voorstander van

een afschaffing van het hoofddoekenverbod. U vindt dat de jongeren

de vrije keuze moeten hebben. Dan is mijn vraag: wat zal u doen met

de sociale druk of dwang die een deel van de meisjes ervaart om de

hoofddoek te dragen, ook op school?

69

Wetenschappelijk onderzoek bevestigt de realiteit hiervan. Sociale

druk is een realiteit. Wat dan met hun onvrijheid? Heel concreet:

hoe zullen de directies en de schoolteams erover waken dat er geen

groepsdruk is om meisjes onder druk te zetten om tegen hun wil toch

een hoofddoek te dragen? Hoe zal dat in de praktijk werken? Hoe

zullen zulke meisjes over andere leerlingen dergelijke sociale druk

kunnen melden zonder zelf in de problemen te geraken, hetzij thuis,

hetzij met medeleerlingen? Moeten wij hier echter niet de kant

kiezen van de meisjes die met sociale druk geconfronteerd worden? Ik

kijk uit naar uw antwoord.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is aan de heer Deckmyn.

De heer Johan Deckmyn. Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ja,

mevrouw de schepen, u liet in juli inderdaad in de schoolreglementen

van het stedelijk onderwijs in Gent opnemen dat het dragen van een

hoofddoek toegelaten is, behalve wanneer de veiligheid of het

schoolklimaat in een specifieke school in het gedrang komt.

Hiermee natuurlijk komt u voor een stuk tegemoet aan bepaalde

groepen in de moslimsamenleving, die wel een soort van sociale druk

willen opleggen aan schoolgaande meisjes om toch wel een hoofddoek

te dragen als ze naar school gaan. En nu neemt u dus onmiddellijk al

– het zijn verkiezingen niet waar – een politiek standpunt in.

Ja, het Lokaal Overlegplatform van Gent stelt dan bovendien nog een

keer een werkgroep in die een consensus moest zoeken over het

onderwijs, die eigenlijk onmiddellijk doorbroken is door uw

unilateraal initiatief. Eigenlijk kan ik niet anders dan concluderen

dat u uw eigen politieke visie, uw eigen ideologische visie hiermee

aan de scholen wou opdringen.

En merkwaardig, heel dit feit, maar natuurlijk, de verkiezingen

zullen hier wel niet vreemd aan zijn, werd het initiatief genomen

zonder overleg met deze gemeenteraad. Maar nog veel erger: zonder

70

overleg met het schepencollege. Dat wist ook van niets. En ja, dat

vind ik wel iets opvallends, aangezien normaal gezien beslissingen

binnen deze meerderheid toch wel collegiaal worden genomen.

Nu, dan ziet ge natuurlijk de demarches van de verschillende

meerderheidspartijen, die natuurlijk zich verslikt hebben in hun

koffie, als ze dat allemaal gelezen hadden. Het lijkt natuurlijk

geen twijfel dat deze meerderheid in het zicht van de verkiezingen

aan het hengelen is naar de moslimstem. En ja, dan moet ge soms een

keer rap zijn en ik denk dat mevrouw Decruynaere gedacht heeft: ik

ga een keer rap zijn en aantonen dat moslims enkel op Groen moeten

stemmen, want die zijn het meest begaan met de eisen van deze

gemeenschap.

Het is ook niet vreemd aan het feit natuurlijk dat er binnen Gent

tijdens de toekomende verkiezingen in elk geval twee typische

moslimpartijen naar de verkiezingen komen. Dus ook daar wordt de

concurrentie groot. De druk wordt groot en uiteraard zal dat ook wel

een element zijn dat bijdraagt tot de demarche van de schepen. We

hebben de partij Be.One, we hebben de Multiculturele Recht Partij,

we hebben nog andere partijen. Daarmee gaan die partijen mij

misschien dankbaar zijn dat ze ook een beetje reclame krijgen van

het Vlaams Belang. Maar dus die partijen komen op en die gaan

natuurlijk op die manier druk zetten op alle partijen die ook wel

vreemdelingen op hun lijsten staan hebben. Vandaar dat ik eigenlijk

niet verbaasd was om te zien dat zo’n initiatief wordt genomen.

En uiteraard, in heel dit kader was uw coalitiepartner natuurlijk

not amused. Want natuurlijk, ze hadden liefst zelf met een

dergelijke primeur willen komen of op zijn minst iemand anders

verhinderd om cavalier seul te spelen.

Even terzijde wil ik er toch wel op wijzen dat Vlaams Belang in het

algemeen wijst op het gebrek aan verantwoordelijkheidszin van de

Vlaamse regering in het hoofddoekendossier. De eindeloze reeks van

procedures met betrekking tot het dragen van de hoofddoek in het

onderwijs en de steeds weer opduikende controverses ter zake hebben

71

immers maar één oorzaak: eigenlijk de lafheid van de Vlaamse

regering om normstellend op te treden en vanuit die regering een

algemeen hoofddoeken in te voeren in het officieel onderwijs.

Maar goed, lokaal bekeken blijf ik erbij: het is een platte,

opportunistische zet, die natuurlijk volledig moet gekaderd worden

in de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober eerstkomend. En ja,

ondertussen kan ik alleen maar vaststellen dat u door het college

bent teruggefloten.

Maar natuurlijk zijn er veel vragen die hieruit naar voren komen.

Collega Van Renterghem heeft er al enkele gesteld. Nu, op welke

manier kwam men tot het besluit? Want u zal ongetwijfeld zeggen dat

ik aan stemmingmakerij doe en zeg dat het allemaal niet waar is.

Maar dan moet u mij toch een keer zeggen hoe ge tot dat besluit bent

gekomen. Want dat begrijp ik niet. En ik denk dat uw collega’s in

het college het ook niet begrepen, want aan de hevige reactie van

mevrouw Bracke van Open Vld was toch wel te zien dat men daar

serieus in de wiek geschoten werd.

Dus waarom, mevrouw de schepen, werd dit initiatief genomen buiten

het schepencollege om? En eigenlijk, aangezien het college

collegiaal reageert, had ik ook wel een officieel standpunt van het

college geweten met betrekking tot deze zet. Niet zoiets algemeen

ontwijkends, ‘het college vindt dat alle neuzen in dezelfde richting

staan’ en zo, zo’n algemene aanspraak, nee. Mijn vraag is: wat vindt

het college van deze zet van collega Decruynaere?

Welke maatregelen – dat is nog een vraag die ik naar voren wil

schuiven – worden er genomen om de islamitisch-culturele druk met

betrekking tot het dragen van een hoofddoek op scholen tegen te

gaan? Ik heb er daarnet in mijn tussenkomst al op verwezen. Het is

een feit, ik zeg niet dat het altijd zo is, maar het kan niet

ontkend worden, dat er in de moslimgemeenschap een zekere druk

bestaat tot het dragen van een hoofddoek. Het verplicht dragen van

een hoofddoek. En dan vind ik dat wij in deze gemeenteraad, we

vertegenwoordigen toch de stad, ervoor moeten zorgen dat er geen

72

ongeoorloofde druk is op jonge meisjes om verplicht een hoofddoek te

dragen. En wat zie ik nu? Door zo’n voorstel te lanceren, net voor

de grote vakantie, geeft u net de verkeerde indruk. Dus ik zou

willen weten welke initiatieven u terzijde nog wilt nemen om die

islamitisch-culturele druk met betrekking tot de hoofddoek tegen te

gaan.

Ja, mijn laatste vraag was: waarom kan er eenvoudigweg geen

hoofddoekenverbod tijdens de schooluren van toepassing zijn?

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Zijn er nog leden die het woord vragen? Ik noteer mevrouw Daman, mevrouw De Bruycker,

de heer Van Braeckevelt, mevrouw Bensafia. Nummer 25, mevrouw Daman

is nummer 38. Mevrouw De Bruycker is 45. De heer Van Braeckevelt is

44. Dan is het mevrouw Bensafia die het eerst het woord krijgt.

Mevrouw Zeneb Bensafia. Dank u wel, mijnheer de burgemeester.

Collega’s, staat u mij toe, mijnheer de voorzitter, om eventjes

tussen te komen op dit punt. Als voorzitter van de commissie

Onderwijs heb ik inderdaad de vraag gekregen van de N-VA-fractie om

een extra commissie Onderwijs bijeen te roepen. Dat klopt.

Nu, ik ga deze zitting sparen van het voorlezen van de artikels

waarop ik mij gebaseerd heb om niet in te gaan op deze vraag. Met

name artikels 64, 82 en 83 van het huishoudelijk reglement. Nu, de

essentie wordt gevat in artikel 64. Omdat het voorgestelde punt

nergens ter beslissing voorlag, noch op het college, noch op de

gemeenteraad, kon ik niet anders dan vaststellen dat er geen reden

was om met spoed over te gaan tot de bijeenroeping van een extra

vergadering. En als commissievoorzitter ben ik natuurlijk ook al

gebonden door het reglement dat wij ten allen hebben goedgekeurd.

Opgesteld en goedgekeurd. Als ik dat niet zou respecteren, dan zou

het hek natuurlijk al helemaal van de dam zijn, vandaar ook de

weigering voor een extra bijeenkomst voor een commissie Onderwijs.

Ik dank u.

73

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u. Het woord is nu aan mevrouw Daman.

Mevrouw Camille Daman. Dank u wel, mijnheer de burgemeester.

Collega’s, bij het begin van de zomervakantie zorgde een algemene

oproep aan de directies om het toelaten van levensbeschouwelijke

kentekens in schoolreglementen op te nemen inderdaad voor nogal wat

heisa. Het leidde tot spectaculaire krantenkoppen, zoals “Gentse

meerderheid verdeeld over hoofddoeken in onderwijs” en “Hoofddoek op

school zorgt voor onenigheid in Gentse stadsbestuur” en “Groen en

Open VLD botsen over hoofddoeken in Gentse scholen”.

Collega’s, het is geen geheim dat wij er een ander standpunt op

nahouden dan dit van onze coalitiepartners. Het debat over de plaats

van religie in de openbare ruimte ligt niet alleen politiek, maar

ook maatschappelijk zeer gevoelig. Hoewel het al dan niet toelaten

van levensbeschouwelijke kentekens op school niet aan de

gemeenteraad, noch aan het college toekomt, was voorafgaandelijk

overleg hier zeker op zijn plaats geweest. Er is hierover al veel

gezegd en geschreven en ik kan dan ook niet anders dan ons standpunt

in dezen herhalen. We zijn als liberalen geen liefhebbers van het

dragen van levensbeschouwelijke kentekens. Scholen moeten leerlingen

vormen en niet leren geloven. Idealiter is een schone omgeving een

omgeving zonder levensbeschouwelijke kentekens, een omgeving waar

leerlingen zich in al hun vrijheid kunnen ontplooien tot vrije,

kritische en zelfdenkende burgers.

Sommigen roepen op tot een algemeen verbod, anderen vinden dat

levensbeschouwelijke kentekens principieel moeten worden toegelaten.

Wij stellen vast dat in veel scholen levensbeschouwelijke kentekens

zijn toegelaten, zonder noemenswaardige problemen. Wij respecteren

die keuze van die scholen, als dat een weloverwogen en tevens

gedragen beslissing is. Maar wij respecteren evenzeer de keuze om

een verbod te handhaven. De ene school is de andere niet. Laat de

schoolgemeenschap, met name de directie, de leerkrachten, de ouders,

de leerlingen dan ook vrij om een weloverwogen en gedragen keuze

voor hun school te maken.

74

Het is een goede zaak dat de directies de mogelijkheid werd gegeven

hun standpunt over het dragen van levensbeschouwelijke kentekens in

alle rust te bekijken. Enkel de Freinetmiddenschool Gent heeft

zonder medeweten en inspraak van de ouders beslist het verbod op het

dragen van levensbeschouwelijke kentekens op te heffen. De andere

scholen waar momenteel een verbod geldt, kozen er wel voor om dat te

handhaven.

Als liberalen betreuren we de timing van de beslissing van de

Freinetmiddenschool: tijdens de zomervakantie, na de inschrijving.

Ouders die niet akkoord zijn worden toch echt wel op deze manier

voor een voldongen feit gezet, collega’s. De kinderen zijn

ingeschreven en de capaciteitsproblemen maken dat er niet

gemakkelijk elders een plaats kan worden gevonden. En van echte

inspraak van de schoolraad kan eigenlijk geen sprake meer zijn.

Bovendien gaat men zo voorbij aan het LOP waar de verschillende

onderwijsnetten de kwestie bespreken en gingen trachten tot een

nauwer kader te komen.

Het stadsbestuur had in dezen geen beslissingsbevoegdheid. Schepen

Decruynaere neemt wel de politieke verantwoordelijkheid en we

stellen vast dat ze ervoor kiest om de school in haar keuze te

ondersteunen.

Onze fractie had dit anders aangepakt. Wij hadden gekozen voor een

overgangsjaar, zodat er tijd genoeg was voor een degelijk overleg.

Een overleg met de scholengemeenschap, nieuwe en bestaande ouders,

maar ook leerkrachten en directie, om zo tot een gedragen beslissing

te kunnen komen. Ik dank u.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is nu aan de heer Van Braeckevelt.

De heer Bram Van Braeckevelt. Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Collega’s, voor Groen zijn uitgangspunten als gelijke kansen tot

kwaliteitsvol onderwijs en actief pluralisme fundamenteel. Mensen

75

hebben zelf de vrijheid van overtuiging, zonder dat die overtuiging

opgelegd moet worden aan een ander. Die vrijheid uit zich ook wel

eens in het dragen van een hoofddoek, voor wie dat wil. Laat het

duidelijk zijn: het verbieden van hoofddoeken is even erg als ze op

te leggen.

Maar feitelijk, collega’s, het is niet onze mening die

doorslaggevend is. Het is die van de rechtsstaat en het is die van

het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. En daar, als

verantwoordelijke beleidsmaker ook gevolg aan geven.

Inderdaad, schepen Decruynaere heeft daar politieke

verantwoordelijkheid genomen. Zij heeft een moedige beslissing

genomen en kiest er inderdaad voor om de school in haar keuze te

ondersteunen. En dat met de steun van de Groenfractie.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is aan mevrouw De Bruycker.

Mevrouw Astrid De Bruycker. Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Het debat over religieuze symbolen en welke plek deze al dan niet mogen

innemen in onze samenleving: we zijn er de legislatuur mee begonnen.

Toen we hier in 2013 op voorzet van het Gentse middenveld hebben

beslist dat vrouwen en mannen met gelijke capaciteiten, met of

zonder religieus symbool, evenveel kans maken om aan het loket van

onze staddiensten te zitten. Heeft iemand daar trouwens al één

klacht over gehoord?

Beste collega’s, het lijkt erop dat we de legislatuur ook afsluiten

met een gelijkaardig debat, dat helaas dreigt te verworden tot een

opeenstapeling van karikaturen. Niet elke verdediger van het recht

op het dragen van religieuze symbolen is een linkse activist of

staat onder druk van vreemdelingen, heb ik hier vanavond zelfs

gehoord. Niet elke tegenstander is een islamofoob, al zijn sommigen

dat overduidelijk wel.

76

Als we een duurzame oplossing bieden, dan hebben we, rekening

houdend met de grote verdeeldheid van onze meningen – en dat die

meningen verdeeld zijn, dat is oud nieuws lijkt me – nood aan een

gemeenschappelijke basis. Die zoeken we, volgens onze fractie, het

best op het juridische terrein. Namelijk in het arrest van de Raad

van State van 14 oktober 2014, vier jaar oud, over een zaak waarin

duidelijke kapstokken teruggevonden worden. De Raad van State

vertrekt van artikel 9 van het Europees Verdrag voor de Rechten van

de Mens en stelt dat de vrijheid van godsdienstovertuiging en

godsdienstuiting, die in het Verdrag voor de Rechten van de Mens is

vastgelegd, primeert. Tegelijkertijd bepaalt dit arrest dat aan die

uiting onder bepaalde voorwaarden ook beperkingen kunnen worden

opgelegd. Op basis van dit artikel heeft de Raad van State

geoordeeld dat een algemeen verbod op het dragen van

levensbeschouwelijke symbolen op school niet aanvaardbaar is.

Dat betekent niet, en dat is belangrijk, dat je als schoolbestuur

geen beperkingen kan opleggen. Maar je moet wel de noodzaak ervan

kunnen aantonen. De beperkingen moeten proportioneel zijn en ze

moeten in de tijd beperkt zijn.

Wat momenteel gebeurt, beste collega’s, is niets meer of minder dan

het volgende. Voor onze Gentse stedelijke scholen komen we tot een

concrete vertaling van een arrest dat vier jaar oud is. We zijn dat

verschuldigd aan de leerkrachten en de leerlingen die

onduidelijkheid vragen en bovenal: dat hoort zo in een rechtsstaat.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is aan schepen Decruynaere.

Mevrouw Elke Decruynaere, schepen. Eerst en vooral, beste collega’s, laat ons eens kijken wat op dit moment de situatie is op onze

scholen. Er is geen, en ik herhaal, geen grote commotie. Waarover

gaat het ook? 28 meisjes die een hoofddoek dragen en 1 jongen die

het schooljaar gestart is met een tulband. Het gaat dan over alle

stedelijke secundaire scholen. Totaal 2915 leerlingen. Het gaat dus

over 1% van al de leerlingen.

77

Zoomen we even uit: wat is de situatie, niet alleen in het stedelijk

secundair onderwijs, maar alle scholen secundair onderwijs in Gent?

Dan is het zo dat in het provinciaal onderwijs het toegelaten is,

het katholiek onderwijs, een aantal scholen. En voor het stedelijk

onderwijs op dit ogenblik in de helft van alle secundaire scholen.

De afgelopen jaren is er echter een aantal signalen binnengekomen,

op verschillende manieren, dat er vraag was naar meer scholen waarop

men kan starten met een hoofddoek, onder andere omwille van de

recente instroom uit landen zoals Syrië, Afghanistan, Somalië, Iran.

En er was ook, daar is al naar verwezen, die uitspraak van de

rechtbank. Die verwees naar onze grondwet en dames en heren

collega’s, dat is geen vodje papier.

De vaststelling ook, en dat is iets wat zeker in het LOP, het Lokaal

Overlegplatform Onderwijs, speelde, dat een aantal jongeren in hun

studiekeuze beperkt werd omwille van het hoofddoekenverbod. Het

starten bijvoorbeeld in het stedelijk onderwijs en het secundaire

onderwijs, en een school die voorbereidt op het ASO, was gewoon niet

mogelijk. En beste mensen, het gaat maar over 29 jongeren. Maar 29

jongeren die geen diploma halen, dat zijn er voor mij 29 te veel.

Beste collega’s, er is hier gevraagd naar de procedure. Die is als

volgt. Elk schooljaar, op het einde van het schooljaar, behandelen

wij hier het algemene schoolreglement van het stedelijk onderwijs.

Dat hebben we ook dit jaar gedaan. Kijk het er maar op na,

gemeenteraad eind juni hebben wij hier met zijn allen het algemeen

reglement goedgekeurd. Dat is ook de bevoegdheid van de Gentse

gemeenteraad.

Daarnaast heeft elke school zijn interne schoolreglement, met heel

wat bepalingen die echt school per school kunnen verschillen. En die

worden niet op de gemeenteraad, noch op een commissie Onderwijs

besproken en goedgekeurd of beslist, zijn voorwerp van beslissing

van het hoofd van het stedelijk onderwijs. Ik wil me daar geenszins

78

achter wegsteken. Het valt onder mijn politieke

verantwoordelijkheid.

Maar dus, beste collega’s, in het algemeen reglement, dat hier

inderdaad ter goedkeuring moet voorliggen, is er niets gewijzigd.

Dat is ook nooit het voorstel geweest, overigens.

Nu, voor dit schooljaar werd aan de scholen per e-mail gevraagd om

te kijken op welke wijze zij hun interne reglement konden aanpassen,

conform de gerechtelijke uitspraken. Daarin werden dan twee

mogelijkheden vooropgesteld: ofwel wordt de hoofddoek toegelaten,

ofwel niet. En dat diende dan beargumenteerd te worden.

Uiteindelijk, collega’s, is dus aan elke school individueel gevraagd

welke aanpak zij voorstaat. En voor één school betekende dat een

wijziging in de praktijk. Daar is daarnet ook al naar verwezen door

mevrouw Daman. De Freinetmiddenschool, waar dat mijns inziens geen

totale omslag of onlogische beslissing is, aangezien de meeste van

die leerlingen – het gaat dus over de eerste graad, de eerste,

tweede middelbaar – doorstromen naar de Freinetschool De Wingerd,

waar de hoofddeksels al toegelaten zijn. Dus dat is zo geen

ongelooflijk grote ommezwaai. Nu, beste collega’s, ik kan u

meegeven, als we gaan kijken naar het aantal leerlingen daar, en om

hoeveel leerlingen het daar nu gaat, dat daar vier meisjes met een

hoofddoek gestart zijn en één jongen met een tulband.

Er wordt mij, dat is de zorg die ik daarnet gehoord heb: hoe zit het

met het schoolklimaat, met eventuele druk die ingezet wordt op de

leerlingen? En ook dat is mijn zorg, vanuit de directie vanuit het

stedelijk onderwijs meegegeven dat er op dat vlak geen problemen

zijn, dat het schoolklimaat positief is. In lijn ook met ons

pedagogisch project, waarin heel duidelijk staat dat het

pluralistisch is, dat we het heel belangrijk vinden dat iedereen

eigen keuzes kan maken en zichzelf kan zijn. Ik zou jullie willen

oproepen, dames en heren, zeker als we kijken hoe de situatie is op

het terrein, om het vertrouwen te geven aan de scholen, aan het

79

schoolteam, aan de directie, die inderdaad deze beslissing genomen

heeft om daar op gepaste wijze mee om te gaan.

Dat is trouwens ook wat in de richtlijnen van het Departement

Onderwijs Vlaanderen staat, dames en heren. Er is daarnet ook naar

Vlaanderen verwezen. Wel, ook daar geeft men mee: laat het aan de

school. Laat het aan de school om te oordelen of het schoolklimaat

inderdaad toelaat om die hoofddoeken toe te laten.

Ik eindig nog eens met de situatie zoals die vandaag is op de

scholen. Er is geen commotie. We zijn het schooljaar goed gestart en

ik denk, dames en heren, dat dit het allerbelangrijkste is. Dank u.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. Mevrouw Van Renterghem.

Mevrouw Sandra Van Renterghem. Dank u voor uw uitleg, mevrouw de schepen. Ja, u zegt: “meer scholen vroegen ernaar, maar uiteindelijk

zijn het er maar twee”, dus ik vind het wel heel raar dat u zegt:

“Ja maar we hadden echt wel de vraag ernaar, maar er doen er toch

maar twee mee.”

U zegt: “Alles gaat goed.” Ja, gelukkig maar, zou ik zeggen. “Er is

geen sociale druk.” Nu, als dat toch wordt gemonitord en men gaat

daar op gepaste wijze op ingaan, dan is mijn vraag: wat is een

gepaste wijze om daarop in te gaan? Want dat is uiteindelijk ook wel

belangrijk. Het is een beetje koffiedikkijken wat uiteindelijk zal

gebeuren of wat de schooldirectie en het team daar zal in

ondernemen, om effectief dat te vermijden of toch zeker en vast aan

te pakken.

Ik denk dat u mij niet geantwoord heeft over het algemeen reglement.

Dit moet gemotiveerd worden in de schoolreglementen. Welke

argumenten moeten er eigenlijk gebruikt worden om het

hoofddoekenverbod stand te houden?

80

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is aan de heer Deckmyn.

De heer Johan Deckmyn. Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ja,

misschien moet ik toch eerst zeggen dat ik blij ben dat Open Vld

enerzijds stelt dat er beter geen levensbeschouwelijke tekens in de

openbare ruimte worden gedragen. Maar ik moet wel zeggen: het was

wel een enerzijds-anderzijdsverhaal. Een standpunt dat ik eigenlijk

meestal bij CD&V’ers terugvind. Maar ja, dat is misschien een goede

zaak voor de heer De Clercq, dat misschien CD&V en Vld naar elkaar

kunnen toegroeien, in plaats van CD&V naar het links kartel.

Misschien kan hij dan toch nog burgemeester worden.

Wat de heer Van Braeckevelt betreft: ja, die pleit dus voluit voor

gelijke kansen. Dat is natuurlijk niet nieuw. En er wordt gesteld:

de echte vrijheid, dat is dragen voor wie dat wil. Dat is natuurlijk

wel de kern van hetgeen dat ik wil zeggen. Maar natuurlijk, de

initiatieven die hier naar voren worden geschoven, versterken de

mogelijkheid om die hoofddoek wel op te leggen. Dus ik zou hier

streven naar neutraliteit in openbaar dienstverband en op school

uiteraard, en dan zien we wel wat de mensen privé doen, want dat is

hun zaak.

Nu, eigenlijk bevestigt Groen dat zij ideologisch eigenlijk die

hoofddoek in de scholen wil doordrukken. Hetzelfde verhaal hoor ik

dan natuurlijk van schepen Decruynaere. Ja, een hele reeks

progressieve praat, zou ik zeggen, die we ondertussen al gewoon

zijn, natuurlijk. “Er zijn ook geen problemen”, wordt er gesteld.

“Er is geen grote vraag.” Ja, maar als er geen problemen zijn, en

geen grote vraag, waarom willen we dat dan per se invoeren? Dus dat

is een beetje een contradictie.

En in haar antwoord eigenlijk, slaat, misschien ongewild, schepen

Decruynaere de nagel op de kop natuurlijk. Want, ik heb het snel

genoteerd: Er zijn signalen om meer hoofddoekgebruik toe te staan.

Die komen er, omdat er de laatste jaren meer vraag is naar

hoofddoeken op scholen, “omwille van de toenemende immigratie van

81

onder andere Syrië, Afghanistan”. Dat is hetgeen dat ik daarnet

gehoord heb in het antwoord van schepen Decruynaere. Dat bewijst

natuurlijk wel het punt van Vlaams Belang.

Wij zeggen dat wij hier in onze maatschappij islamiseren onder druk

van toenemende immigratie. Dat is net hetzelfde als schepen

Decruynaere gezegd heeft. Wel, daar passen wij voor. Wie naar hier

komt, die past zich aan en niet omgekeerd. Dat is de basisvoorwaarde

wat ons betreft voor integratie en een harmonieuze maatschappij.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Schepen Decruynaere moet nog antwoorden op de vraag van mevrouw Van Renterghem.

Mevrouw Elke Decruynaere, schepen. Ik denk dat het nog wel even zou duren voordat mijn progressieve praat de heer Deckmyn verandert in

dat ik u ga napraten. Weest u gerust.

Ik wil gewoon antwoorden op een aantal vragen dat nog gesteld is.

Hoe is het dan inderdaad aangepast? We hebben gekozen voor een zeer

pragmatische oplossing. Er is inderdaad één schoolreglement. De

verbodsbepaling op hoofddeksels is daar gewoon weggelaten.

Welke instrumenten hebben scholen dan om nog op te treden? In het

algemeen schoolreglement, dat door u allen is goedgekeurd, hier in

juni, staat in artikel 18 heel duidelijk het volgende: “Uit eerbied

voor ieders filosofische, ideologische en godsdienstige opvatting,

zal men er zich van onthouden deze opvattingen te propageren. Voor

indoctrinatie, discriminatie en bekeringsijver is binnen het

stedelijk onderwijs te Gent geen plaats.” Er is een zeer duidelijke

bepaling die wel in alle schoolreglementen staat en die de directies

perfect een instrument geeft en de mogelijkheid om in te grijpen.

Nogmaals, als dat nodig is, nadat zij een inschatting gemaakt

hebben. Zij staan samen met de leerkrachten, met de

leerlingbegeleiders, zeer dicht bij de leerlingen. Zij werken over

het schoolklimaat in overeenstemming met ons pedagogisch project en

dat is er een van pluralisme. Ikzelf wil dan ook aan hen het

82

vertrouwen en de tools geven en zij kunnen daarbij ook rekenen op de

nodige en deskundige ondersteuning. Dank u.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u. Dan is het incident gesloten.

IR 3 en IR 5

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. We gaan over naar de interpellatie nummer 3 van de heer Deckmyn, betreffende het

toelaten van boerkini's in de Gentse zwembaden. En nummer 5 is het

voorstel van raadsbesluit, ook van de heer Deckmyn.

Dus voor beide punten, mijnheer Deckmyn, geef ik u graag het woord.

Alstublieft.

De heer Johan Deckmyn. Dank u wel, mijnheer de voorzitter.

Collega’s, ook hier in dit dossier een signaal van toenemende

islamisering. Vlaams Belang was, toen bekend werd dat er een vonnis

kwam hieromtrent, eigenlijk onaangenaam verrast met het vonnis dat

werd uitgesproken door Gentse rechters met betrekking tot het

verbieden van het boerkiniverbod. Wat ons betreft getuigt dat van

een grote wereldvreemdheid en ondersteunt het wel op een heel

actieve manier de verdere islamisering van onze Arteveldestad.

In Gent, trouwens ook in Antwerpen, worden de regels de facto al

omzeild door het inrichten van aparte zwemuren voor moslima’s. Nu

worden er ook nog eens openlijk islamitische regels opgelegd in onze

zwembaden.

Vlaams Belang Gent heeft dan ook het stadsbestuur opgeroepen om het

vonnis naast zich neer te leggen en de bestaande regels aan te

houden. Maar natuurlijk maakte ik mij toen al niet veel illusies.

Het stadsbestuur lijkt eerder aan te sturen op een uitbreiding ter

zake dan op een intrekking.

83

Natuurlijk zijn hier ook electorale belangen mee gemoeid. Ik verwijs

ook naar het voorgaande dossier, rond de hoofddoeken. Ja, men wil

daar in de pas lopen, men wil daar een electoraat bedienen. En aan

de ene kant bedient men het al, met aparte zwemuren. En nu komt daar

nog een keer het gretig ingaan op de beslissing dat het

boerkiniverbod moet geschrapt worden bij. Wij vinden dat het

bestaande reglement moet gehandhaafd blijven. En indien dat dit niet

kan, om veiligheids- of om hygiëneredenen, wel dan maar omdat

boerkini gewoon niet thuishoort in onze samenleving.

Dus ja, ik vraag mij af welke stappen er nog verder ondernomen

worden of werden. Een van die stappen wist ik al dat men zelfs in

beroep gaat. Ja, ze gingen in beroep, maar dat was eigenlijk om nog

verder te gaan. Dus viel dat even tegen.

Vandaar mijn interpellatie, dat ik toch ook wel vroeg of dit

stadsbestuur bereid was om het bestaande reglement te handhaven of

opnieuw in te voeren. Dat is eigenlijk concreet de vraag die ik wou

ondersteunen door voorstel van raadsbesluit.

Waarom heb ik dat gedaan? Omdat ik dan toch wel de kans wil geven

aan iedereen in deze raad om zich daarover uit te spreken. Ik heb

daarjuist in het vorige debat ook gehoord dat er bepaalde partijen

zijn die vinden dat bepaalde levensbeschouwelijke uitingen in het

openbare domein toch wel voor kritiek vatbaar zijn. Wel, ik vind een

boerkini toch wel een duidelijke uiting van een levensbeschouwelijke

religie in een stedelijk zwembad, dus in openbaar verband.

Dus had ik graag gehad dat collega’s zich kunnen scharen achter mijn

voorstel, dat ik hier naar voren breng. Het is geen revolutionair

voorstel. Het is geen radicaal voorstel. Het is gewoon hoe het

enkele maanden geleden was. Ik vraag gewoon de situatie opnieuw in

te voeren van enkele maanden geleden. Dus collega’s, het is geen

Vlaams Belang-voorstel, het is gewoon het voorstel dat vroeger reeds

bestond. Dus ik zou graag hebben dat iedereen het voorstel ook mee

zou ondersteunen. U bent daarom geen Vlaams Belanger, u bent gewoon

84

een lid van deze gemeenteraad die beslist dat hetgeen dat vroeger

was, nu blijft bestaan.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Wie vraagt nog het woord? De heer Souguir, mevrouw Sleurs, dat is 28. Wie nog? De heer

Van Braeckevelt. Die heeft nummer 44. Het woord is aan de heer

Souguir.

De heer Sami Souguir. Ja dank u, mijnheer de voorzitter. Collega Deckmyn, het was toch met enige verbazing dat ik kennisgenomen

hebben van uw interpellatie in het voorstel van raadsbesluit. U

roept namens uw partij het stadsbestuur op om een vonnis naast zich

neer te leggen. U vraagt ons als gemeenteraad om een door de rechter

onwettig bevonden bepaling opnieuw in te voeren. Tot zover dus de

rechtsstaat.

Collega’s, niet omwille van een religieuze, maar wel omwille van

functionele redenen, veiligheid en hygiëne, hanteren we al jaren een

verbod op lichaamsbedekkende kledij in de Gentse zwembaden. In juli

heeft de rechter echter gemotiveerd geoordeeld dat hygiënische en

veiligheidsredenen geen legitiem doel zijn om lichaamsbedekkende

kledij te weren uit de Gentse zwembaden en dat dit verboden

discriminatie uitmaakt op basis van geloof.

Het vonnis van de rechter verplicht er ons toe in het reglement een

uitzondering te voorzien voor lichaamsbedekkende kledij omwille van

geloof of levensbeschouwing. En daar kunnen we het uiteraard niet

mee eens zijn. Mijn fractie is dan ook tevreden dat om die reden

werd beslist tegen het vonnis in beroep te gaan.

Religie was niet de reden voor het verbod op lichaamsbedekkende

kledij en mag ook niet de reden zijn voor een uitzondering op het

verbod. Dit zou immers een discriminatie kunnen betekenen voor een

mens die om willen van een andere reden lichaamsbedekkende kledij

wil dragen tijdens het zwemmen. Denk maar aan mensen met een

huidaandoening, na een operatie, noem maar op. Als een rechter

gemotiveerd oordeelt dat hygiënische en veiligheidsredenen geen

85

legitiem doel zijn, dan zijn wij genoodzaakt lichaamsbedekkende

kledij voor elke zwemmer toe te laten en niet enkel voor diegenen

die geloven als redenen aanvoeren.

Het reglement moest inmiddels al aangepast worden, want het vonnis

was uitvoerbaar, ondanks het beroep dat er tegen werd ingesteld.

Collega Deckmyn, de rechters wereldvreemdheid verwijten: we hebben

het nog gehoord. Politici die zichzelf boven de wet en de

rechtsstaat stellen jammer genoeg ook. Wij moeten daarmee

voorzichtig zijn. Ik dank u.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is aan mevrouw Sleurs.

Mevrouw Elke Sleurs. Dank u wel, mijnheer de burgemeester. Geachte collega’s, over boerkini’s is inderdaad al veel gediscussieerd en

geschreven. En zoals u weet is N-VA geen voorstander van boerkini’s

en dat om redenen van vrouwenrechten, religie niet boven burgerlijke

samenleving of waarden en normen van gelijkheid.

Maar ik zou toch wel even willen ingaan op een redenering die hier

daarjuist ook geuit is. En dat is dat we lichaamsbedekkende kledij

zouden moeten toestaan omwille van personen met een huidaandoening

of brandwonden. En in feite, ik heb daarover nagedacht, vind ik dat

een zeer vreemde redenering. Ik vind dat een redenering alsof men

zegt: kijk mensen, u hebt wat schilfers en u wilt gewoon gaan

zwemmen, ja maar ge zoudt dat toch beter bedekken. Dus met die

redenering zo door te trekken, heb ik de indruk dat men mensen met

bijvoorbeeld een huidaandoening of brandwonden, zo juist kan

discrimineren. Dus kan men een maatregel als men die wil afschaffen

of een maatregel, boerkini’s toelaten, toelaten om niet te

discrimineren; misschien gaan we juist wel meer discrimineren.

Het zijn bedenkingen die ik mij maak, met het aanvaarden van

boerkini’s in een zwembad. Ik wil die redenering doortrekken naar

mijn vorig leven. En misschien gaan jullie nu zeggen: het is toch

86

maar een bizarre redenering. Maar ik wil ze hier uit ethisch oogpunt

toch voorleggen. En dat is: als ik aan prenatale diagnostiek deed,

moest ik mij elke dag bewust zijn dat men door bepaalde aandoeningen

op te sporen, en mensen een zwangerschapsonderbreking te kunnen

doen, men ook een mentaliteit kan creëren dat men een bepaalde

handicap niet meer zal aanvaarden in de maatschappij. Dat is een

heel, heel moeilijke balans tussen onze moderne maatschappij, onze

moderne waarden en het andere creëren. Het is een redenering die ik

hier voorleg, omdat mij dat bezighoudt. Omdat mij dat eerlijk gezegd

bezighoudt met bepaalde maatregelen die we nemen in onze

maatschappij. Ik leg ze hier voor. Ik leg ze hier voor, voor jullie

allemaal, om daarover na te denken.

En ik heb ook veel gelezen, natuurlijk. Er zijn veel opinies. Er

zijn heel wat opinies, maar ik wil er toch eentje uithalen en dat is

van de heer Tom Garcia van Vlinks. Waarom? Omdat ook de rechten van

de mensen hier zijn aangehaald en hij haalt ook aan wat verder in

het artikel staat, dat godsdienstvrijheid mag beperkt worden in het

belang van de openbare veiligheid, bescherming van de openbare orde,

gezondheid of goede zeden of voor de bescherming van de rechten en

vrijheden van anderen.

En hij stelt dat dus hier, wat gebeurt met een boerkini, is dat het

om universele richtlijnen op te stellen is, zodat iedereen veilig,

hygiënisch en maximaal van het zwemmen kan genieten. En door een

groep te privilegiëren, krijgt zij meer rechten dan anderen. Ook ter

gedachtenis.

En ik wil eindigen met zijn laatste zin. “Om samen te leven, moet je

nemen en geven. Het maakt niet uit wat je denkt, gelooft of

aanhangt. Je kan niet altijd en overal uitsluitend volgens je eigen

regels leven.”

Vanuit de N-VA-fractie zullen wij ons onthouden op het voorstel van

raadsbesluit, ook omwille van het feit dat dit inderdaad nog in een

juridische procedure is vervat. En om de aangehaalde redenen en de

87

bedenkingen die ik hier jullie heb voorgelegd, maar ook omwille van

de juridische procedure, zullen wij als N-VA-fractie ons onthouden.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is aan mijnheer Van Braeckevelt.

De heer Bram Van Braeckevelt. Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Collega’s, vanaf 1 september zijn de stedelijke zwembaden

toegankelijk voor zwemmers met lichaamsbedekkende zwemkledij, zolang

deze bestaat uit badstof en voldoende aansluitend is. En hiermee

doet het stadsbestuur wat het moet, namelijk gevolg gegeven aan een

rechterlijke uitspraak.

Voor Groen is actief pluralisme inderdaad fundamenteel. Mensen

hebben de vrijheid van overtuiging, zonder die overtuiging te moeten

opleggen en te mogen opleggen aan een ander. En die vrijheid uit

zich ook in het dragen van een boerkini voor wie dat wil.

Mevrouw Sleurs, ik heb uw redenering aangehoord en ik wou er graag

op verder. Eigenlijk zegt u dat vrouwen die liever een badpak zouden

dragen, dat niet zouden mogen doen, maar in feite een bikini zouden

moeten dragen. Dan zeg ik: waar gaan we naartoe? Mogen mensen

eigenlijk nog zelf beslissen waar ze zich goed in voelen? Hebben

mensen eigenlijk nog wel de vrijheid om te dragen waar ze zich

comfortabel in voelen?

Die vrijheid heeft uiteraard grenzen, collega’s. De wet, wanneer die

overschreden wordt, wanneer ze de ander schaadt of bij veiligheid en

hygiëne, past op die vrijheid. Dat is evident. Dat staat ook niet

ter discussie. Tussen haakjes: het blijkt nu dat het agentschap voor

Gezondheid en Zorg Vlaanderen stelt dat die lichaamsbedekkende

badkledij eigenlijk geen probleem oplevert voor hygiëne, noch voor

de veiligheid, maar dit terzijde.

Collega’s, het is een symbolisch debat. In feite komt de vraag voor

het dragen van lichaamsbedekkende badkledij zelden voor. Maar de

uitspraak van de rechter is er wel en die is ook terecht, mocht het

88

argument van de discriminatie op basis van levensbeschouwing opgaan.

Maar toch is het vreemd dat de rechter niet alleen bepaalt dat het

reglement aangepast moet worden, maar vooral ook stelt hoe het

aangepast moeten worden. En het stadsbestuur vecht dan ook het

vonnis aan, omdat het verwijst naar religie en naar

levensbeschouwing als enige uitzondering op een algemene regel.

In feite, collega’s, is dat niet uitvoerbaar. Stelt u zich voor dat

baliepersoneel zou moeten vragen aan een bezoeker waarom hij net die

lichaamsbedekkende zwemt wil dragen. Of dat alleen maar is omwille

van een levensbeschouwelijke reden, of inderdaad omdat hij liever

bepaalde letsels, littekens zou willen verbergen of dat die persoon

transgender is en dergelijke meer. Wij hebben allemaal de mond vol,

collega’s van de GDPR-wetgeving, maar wat een vreselijke inbreuk op

de privacy zou dat niet zijn als iemand aan het loket van een

zwembad zich daarmee zou moeten bezighouden. Dank u.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is aan schepen Tapmaz.

De heer Resul Tapmaz, schepen. Dank u wel, burgemeester. Collega’s, ik zal wel heel kort zijn, want ik wil enerzijds niet in herhaling

vallen van de argumenten van collega Sami Souguir en Bram Van

Braeckevelt omwille van het principieel in beroep gaan. We hebben

als college beslist om principieel in beroep te gaan. De heer

Souguir heeft dat allemaal zeer correct en goed toegelicht, waarom

wij principieel in beroep gaan.

En collega Deckmyn: er is een vonnis van de rechtbank en ik denk,

als we allemaal geloven in een rechtsstaat, als dat een vonnis is

van de rechtbank dat uitgesproken is door de rechter, kunt ge

daartegen in beroep gaan omwille van verschillende principiële

redenen. Maar we kunnen niet zeggen dat we dit vonnis naast ons gaan

kunnen neerleggen. Dus collega’s, mijn voorstel zou zijn om het

voorstel van raadsbesluit van collega Deckmyn niet te aanvaarden.

89

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel.

Mijnheer Deckmyn.

De heer Johan Deckmyn. Tja, mijnheer Tapmaz, als het een moeilijk debat is, kan u heel beknopt zijn. Ik vind uw antwoord, ja ..., het

was eigenlijk zelfs geen antwoord. Het was gewoon verwijzen naar

collega’s. Ik had een meer onderbouwde stelling van u verwacht.

Andere collega’s hebben dan tenminste nog geprobeerd om een

onderbouwde stelling te brengen, maar u niet.

Ik zal dan maar terugkeren naar wat de collega’s zeggen. De heer

Souguir valt van zijn stoel. Niet alleen hij, blijkbaar de heer

Tapmaz ook. Blijkbaar iedereen valt van de stoel, omdat ik oproep om

een verbod naast zich neer te leggen. Ik ben dus tegen de

rechtsstaat. Nu, collega’s, ik stel vast dat verschillende steden en

gemeentes dit ook doen. Ik zal gewoon een keer naar Antwerpen gaan.

Wij doen dat de laatste tijd toch regelmatig. Grote titel in de

krant: “Het boerkiniverbod blijft. Desnoods sleept men de stad voor

de rechtbank.” Mijnheer Souguir, wie zit er in de meerderheid? De

liberalen! Die de rechtsstaat naast zich neerleggen! Valt u nu niet

van uwen stoel? Ik zou van mijnen stoel vallen! Ik zou beschaamd

zijn als liberaal! Ik parafraseer nu. Dat was uw argumentatie tegen

mij. En ge doet het zelf! Dus alstublieft, ik heb geen lessen te

leren van u als het gaat over het naast zich neerleggen van bepaalde

verboden.

Dichter bij huis, mijnheer Souguir. Merelbeke. “Het symbooldossier

over de boerkini maakte veel reacties los.” Eva Brems riep de

gemeentebesturen op om overal het verbod op te heffen. Merelbeke

weigerde al. Ze weigeren! Ze leggen de rechtsstaat naast zich neer,

mijnheer Souguir. Wie zit daar in de meerderheid? VLD. sp.a trouwens

ook en CD&V.

Dus alstublieft, kom mij geen lessen leren over het miskennen van de

rechtsstaat. Ik breng hier een argumentatie die gebaseerd is op het

feit dat onze stad door dergelijke beslissingen islamiseert. En ik

heb dan geen vingertje nodig van liberalen of zeker niet van Groen,

90

want die zijn daar specialist in. Door al die jaren in de

meerderheid te zitten met de Groenen hebt ge daar toch misschien wel

iets te veel opgedaan.

Dan kom ik bij de Groenen, de heer Bram Van Braeckevelt. Opnieuw zo,

ja, progressieve praat hè. Maar ik zou toch wel een element eruit

willen brengen, want u probeert het discours van mevrouw Sleurs een

beetje onderuit te halen, om dan te zeggen: “Ja, maar de mensen

mogen toch zelf beslissen om te dragen wat ze willen in een

zwembad.” Wel, ik stel voor dat ik dan volgende week in mijnen blote

in de Van Eyck ga springen of met mijn kleren aan. De keuze laat ik

aan jullie over. Ge moogt er misschien een referendum over

organiseren. Zal Deckmyn in zijnen blote of in zijn vol kostuum in

het zwembad springen? Maar ik zou wel graag op zijn minst een van de

twee doen. Dus collega’s, alstublieft, niet met dergelijke

argumenten komen hè. Dit is hier duidelijk een teken van

islamisering van deze stad. Men gaat gewoon mee in het verhaal van

de immigratie, die beetje bij beetje hun regels aan ons oplegt.

Ik wil als uitsmijter nog geven: wij zitten hier te discussiëren

over het feit dat het toch een schande is dat mensen niet in een

boerkini in het zwembad kunnen. Wel, toen heel die zaak op Facebook

kwam, heb ik heel veel Facebookfoto’s gezien van mensen die op

vakantie waren. In Turkije, in Noord-Afrika, waar er heel duidelijk

foto’s gemaakt werden van ‘verboden op boerkini’s’. Het zullen toch

ook onmenselijke mensen daar zijn.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Het woord is aan de heer Souguir.

De heer Sami Souguir. Ja, heel kort, mijnheer de voorzitter.

Collega’s, blijkbaar heeft collega Deckmyn echt wel weinig kennis

van het functioneren van een rechtsstaat, met dien verstande ...

Laat mij nu een keer uitspreken. Met dien verstande is het maar

gemakkelijk om voorbeelden van andere steden en gemeenteraden aan te

halen. Met het grote verschil dat in die steden nog altijd geen

vonnis is betekend dat uitvoerbaar is. Hier in stad Gent is dat wel

91

het geval. Dus ook al gaan we in beroep, moeten wij dat nu eenmaal

toepassen, uiteraard als democraten en legalisten. Dat is evident,

scheiding der machten, en wij passen dat toe. Dat is een groot

verschil. Dus ik vind het heel intellectueel oneerlijk van u om die

voorbeelden naar voren te schuiven als referentiepunt.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Dank u wel. We gaan over tot de ... Ja, mijnheer Bram Van Braeckevelt.

De heer Bram Van Braeckevelt. Mijnheer de voorzitter, ik wou gewoon kort opmerken dat ik heel blij ben dat de vrijheid beperkt wordt tot

de wet en dat de wet mensen die in hun blootje willen gaan zwemmen,

zoals de heer Deckmyn, dat niet toelaat, want dat is zedenschennis.

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Goed. We gaan over tot de stemming van het voorstel van raadsbesluit van de heer

Deckmyn. We hebben de schepen gehoord.

(Stemming punt IR3)

De heer Daniël Termont, burgemeester-voorzitter. Ik raadpleeg een

keer de fractieleiders. Ik zou voorstellen, als ge akkoord zijt,

fractieleiders, dat we het hierbij laten. We moeten morgen toch nog

een aantal ondervragingen doen. We gaan het toch niet meer kunnen

afwerken. Vanavond wordt te laat. Zijt ge akkoord dat we schorsen

tot morgen? Ja? Dan schorsen we nu de vergadering.

Morgen, dames en heren ... Dames en heren, alstublieft, zijt een

keer stil. Morgen is er om 18.15 uur vragenuurtje. Ik vraag degenen

die vragen hebben om aanwezig te zijn. Ik vraag ook aan de schepenen

die moeten antwoorden om aanwezig te zijn. En dan om 19.00 uur

zetten we de gemeenteraad verder. Allemaal wel bedankt.

________________________

92