stad.gent · Web viewEr is dus, zoals ik zei collega’s, een amendement ingediend namens sp.a,...
Transcript of stad.gent · Web viewEr is dus, zoals ik zei collega’s, een amendement ingediend namens sp.a,...
GEMEENTERAAD 19 november 2018
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Collega’s, goedenavond. Hartelijk welkom op onze gemeenteraad, de vergadering
van 19 november.
De burgemeester is verontschuldigd. Hij is richting het paleis voor
het staatsbanket, in aanwezigheid van de Majesteit en de president.
Dus hij is verontschuldigd voor deze avond. Hij heeft u ook allemaal
laten weten dat ik het genoegen heb om hem te mogen vervangen als
voorzitter van de gemeenteraad.
Eerst en vooral zie ik mevrouw Sleurs.
Mevrouw Elke Sleurs. Ik zou graag de heer Bracke en de heer De Wulf willen verontschuldigen, alstublieft.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. De heer Matthys.
De heer Bruno Matthys. Ik vervang onze fractieleider, mevrouw
Schiettekatte, die zich laat verontschuldigen voor vanavond. En
mevrouw Van den Bossche komt later. Zij laat zich verontschuldigen
voor het begin van de vergadering. Dank u.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. De heer Van Pee.
De heer Jef Van Pee. Ik wil collega Veli Yüksel verontschuldigen.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. De heer Van
Braeckevelt.
De heer Bram Van Braeckevelt. Collega Holemans is verontschuldigd.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Oké, dat is
genoteerd. Goed, dank u wel collega’s.
Instemming wordt aan de raad gevraagd met het voorstel tot wijziging
van de agenda van de gemeenteraad in A- en B-punten. Kunnen we
instemmen? Ingestemd, dank u wel.
Dan de mededelingen van de algemeen directeur. Mevrouw.
Mevrouw Mieke Hullebroeck, algemeen directeur. Dank u wel,
voorzitter. Ik heb een volgende kantmelding in de notulen
aangebracht. Er is een intrekking van het gemeenteraadsbesluit van
20 november 2017, betreffende de goedkeuring van een
erfpachtovereenkomst voor het stadseigendom gelegen te Gent,
Blaisantvest 36.
Daarnaast deed ik ook mee dat in de notulen van de gemeenteraad van
juni een materiële fout was geslopen. Bij de aanvaarding van de
hoogdringendheid, werd voor het punt van de Voorhaven door het
besluitvormingssysteem per vergissing een stemming ingegeven,
terwijl in werkelijkheid de hoogdringendheid unaniem door de
raadsleden werd aanvaard. We hebben de notulen uiteraard
gecorrigeerd.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dank u wel, mevrouw de algemeen directeur.
A-punten
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Collega’s, voor de A-punten is het zo dat collega schepen Peeters voorrang heeft gevraagd
en daarom zijn zijn punten ook eerst geagendeerd, met toelating van
de burgemeester.
Punt 59
2
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Punt 59, collega’s, Reglement Opcentiemen op de door OVAM geheven milieuheffing voor het
aanslagjaar 2019. Die ligt ter goedkeuring voor. Collega Sleurs.
Mevrouw Elke Sleurs. Wij vragen een stemming, alstublieft.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Goed. Dan kunnen we overgaan tot de stemming.
(stemming punt 59)
Punt 60
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dat brengt ons bij punt 60 van onze agenda, collega’s: Overheidsopdracht van diensten,
contract voor het aangaan van leningen ter financiering van het
dienstjaar 2019. Dat is een vaststelling, collega’s. Collega Sleurs,
u vraagt de stemming?
Mevrouw Elke Sleurs. De stemming, alstublieft.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dat gaan we even
proberen. We proberen de stemming te openen.
(stemming punt 59)
De heer Mathias De Clerq, schepen-voorzitter. Dank u wel, collega Peeters. Veel succes met de sterren.
Punt 1
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dan collega’s, het Voorstel van burgers. Er werd een amendement ingediend door de
fracties van de sp.a, Groen, open VLD en CD&V.
B-punten
3
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Collega’s, de B-
punten. Goedgekeurd? Goedgekeurd. Dat is duidelijk. Dank u wel.
Vervolg A-punten
Punt 1
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Er is dus, zoals ik zei collega’s, een amendement ingediend namens sp.a, Groen, Open VLD
en CD&V op het Voorstel van burgers, ‘Gent uitroepen tot Stad, vrij
van Israëlische apartheid’. En er is ook een amendement, collega
Sleurs, vanuit de N-VA-fractie. Dus ik stel voor dat we eerst de
fracties aan het woord laten die het amendement hebben ingediend en
als dat gaat met betrekking tot sp.a, Groen, Open VLD en CD&V, is
het vooreerst collega Souguir die het woord krijgt. Collega Souguir.
De heer Sami Souguir. Ja dank u, mijnheer de voorzitter. Beste
indieners van het voorstel, collega’s, het voorstel betreft, zoals
de inleiding ervan zelf omschrijft, een ernstige problematiek die al
tientallen jaren speelt en waarvoor een politieke oplossing moet
worden gevonden. In de eerste plaats tussen Israël en de
Palestijnen. Door het gebrek aan vooruitgang in de vredesbespreking
tussen Israël en de Palestijnse autoriteit, menen steeds meer mensen
dat de economische druk op Israël behulpzaam kan zijn.
Boycots kunnen echter het streven naar vrede ondermijnen. Het
Israëlisch-Palestijnse conflict is niet eenvoudig. Het is niet
zwart-wit. Het is een langlopend conflict, met vele kanten. Moet men
alle kanten durven te bekijken? Beide partijen zullen met elkaar
moeten samenwerken, als ze ooit vrede willen. De ene partij
beschuldigen en straffen zal het streven naar vrede niet bevorderen,
maar zet, integendeel, de partijen nog meer tegen elkaar op. Boycots
verdelen bovendien ook hier gemeenschappen. In Europa, in België en
in Gent.
4
De concrete vraag om als stad geen goederen of diensten meer aan te
kopen bij bedrijven die actief zijn in de betrokken gebieden, doet
ons terugdenken aan de zoektocht naar eerlijke natuursteen. Dat was
naar aanleiding van de onttrekking dat de kasseien, waarmee de
Korenmarkt en het Emile Braunplein werden heraangelegd, komend uit
een gebied vol illegale groeves, waar mensen en arbeidsrechten
worden geschonden. Geografische beperkingen opleggen bleek toen niet
evident. Verwijzen naar labels of auditrapporten evenmin. Er bleek
te weinig transparantie in de keten.
Om die reden hebben we over dit voorstel ook een juridisch advies
gevraagd, waaruit blijkt dat het juridisch allerminst evident is, om
niet te zeggen onmogelijk, om bepaalde landen of gebieden te viseren
en te boycotten. Er zijn bovendien wereldwijd spanningen en
conflicten, waardoor we als lokale overheid niet enkel en alleen
kunnen en mogen focussen op het Israëlisch-Palestijnse conflict.
Uit het juridisch advies blijkt een meer algemene clausule omtrent
het respecteren van de mensenrechten wel tot de mogelijkheden te
behoren. Onze fractie onderschrijft dan ook een alternatieve tekst,
waarbij we onder meer beslissen om een extra clausule met betrekking
tot de mensenrechten op te nemen bij de uitvoeringsvoorwaarden van
het modelbestek. Ten tweede om aan het volgende bestuur te vragen
het ambitieniveau inzake mensenrechten globaal, en dus breder dan
enkel het Israëlisch-Palestijnse conflict, te verhogen, om als stad
de ingeslagen weg en het pionierswerk inzake eerlijke en duurzame
handel en sociale rechten verder te zetten en dit ook met de
betrokkenheid van de Stedelijke Adviesraad. En tenslotte om ook
andere overheden op te roepen om initiatieven ter zake te nemen.
Collega’s, we zijn er niet van overtuigd dat een economische,
academische en culturele boycot voor deze specifieke situatie zou
bijdragen tot een bespoediging van de vredesgesprekken. Integendeel.
Op basis van het juridisch advies en het feit dat we het respecteren
van de mensenrechten breder moeten beschouwen dan het conflict dat
de aanleiding vormt voor dit burgervoorstel, zouden we het voorstel
zoals dat voorligt niet goedkeuren. Door het mee-indienen en
5
goedkeuren van het amendement als alternatieve tekst, zijn we
overtuigd dat we als stad een geslaagde stap verder kunnen zetten in
de pioniersrol die we tot nu toe hebben gespeeld op het vlak van
eerlijke en duurzame handel en sociale rechten. Ik dank u.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. U hebt een vraag
namens de CD&V-fractie. Wie zal er tussenkomen in plaats van de heer
Yüksel? De heer Van Pee? Maar dan is het eerst aan collega Riebbels.
Mevrouw Greet Riebbels. Dank u wel, mijnheer de voorzitter.
Collega’s, collega Souguir heeft toelichting gegeven bij onze
alternatieve tekst van moties. Die toelichting zal ik op zich niet
helemaal herhalen.
Alle moties, collega’s, die wij in de loop van deze legislatuur
hebben besproken, hebben interessante debatten opgeleverd en meestal
was, als je terugkijkt naar de legislatuur, de basis een diepe
betrokkenheid, een verontwaardiging of een principiële oproep om de
organisatie van ons openbaar functioneren als stad te verbeteren.
Het voorstel van motie onder de titel ‘Gent vrij van Israëlische
apartheid’ is atypisch om verschillende redenen.
Ten eerste is het een debat dat niet uit de gemeenteraad zelf komt,
maar een dat door een burgerinitiatief is ingediend, met de vraag om
het standpunt van de raad. Uiteraard vinden wij het uitstekend dat
deze vorm van democratie bestaat. Dat de Gentenaars dus de kans
krijgen om rechtstreeks punten op onze agenda te zetten. Maar zelfs
in vergelijking met de andere burgerinitiatieven die wij hier
bespraken, is dit toch echt wel een heftiger en een zwaarwichtiger
onderwerp. Alle fracties, wij dus ook, zijn meer dan anders door
vele groeperingen en burgers gecontacteerd, ingelicht, bevraagd.
Ten tweede is het ook een atypisch onderwerp omdat het gaat om een
internationale geopolitieke thematiek, die wij in dit gremium niet
gewend zijn om te bestuderen. Onze focus is gericht op de stedelijke
bevoegdheden, de vraag om je als stadsbestuur te engageren tot een
houding waar consequenties aan verbonden zijn voor één enkele stad,
6
is echt wel andere koek dan een circulatieplan of een lokaal
onderwijsbeleid.
Ten derde: niet alleen het thema zelf, maar ook dit debat is
atypisch, omdat het wellicht de laatste motie is van de legislatuur
en omdat wij beland zijn in de periode van lopende zaken, tussen de
verkiezingen en het aantreden van de nieuwe ploeg. En dit is een
periode waarin de gemeenteraad zich behoedzaam gedraagt en geen
grote beslissingen meer neemt of verstrekkende standpunten inneemt
over politieke vraagstukken. Dat zou in dit geval meer studietijd
hebben gegeven, maar we weten het allemaal: de wettelijke termijnen
dwingen ons om precies op deze gemeenteraadzitting toch een
beslissing te nemen.
Inhoudelijk dan, collega’s. Morele integriteit, internationale
solidariteit en eerlijke handel als een basis voor de handelswijze
voor politici, dat vinden wij als socialistische partij en familie
essentieel. Wij vinden het eigenlijk evident dat ook een gemeente of
een stad die waarden als leidraad hanteert in het lokaal beleid als
het gaat over aankopen, aanbestedingen en investeringen.
Deze burgerpetitie beschouwen wij daarom als een aansporing om als
stadsbestuur naar onszelf te kijken en te oordelen of onze criteria,
waarmee wij nu onze leveranciers van goederen en diensten kiezen,
wel scherp genoeg geformuleerd zijn.
We vinden echter ook dat een motie over scherpere voorwaarden in ons
aankoopbeleid niet zomaar loze voornemens mag bevatten met
twijfelachtige afdwingbaarheid of erger nog, misschien met
bepalingen die een beetje jurist meteen de kans geeft tot procedures
van schorsing, vernietiging, tot schadeclaims en boetes met als
finaal resultaat een ongewenste impasse en dus onbehoorlijk bestuur.
Wij zijn in de korte overlegtijd die wij hadden, behoedzaam te werk
gegaan. We hebben de adviezen van de Juridische Dienst en van de
Stedelijke Adviesraad Noord-Zuidsamenwerking ter harte genomen en we
zijn tot de conclusie gekomen dat we de motie zoals ingediend door
7
het burgerinitiatief GAPP, niet kunnen volgen. Voor alle
duidelijkheid: dat betekent niet dat we niet strenger willen zijn in
toekomstige bestekken. Onze alternatieve motie zet een flinke stap
in de richting van een internationaal moreel aftoetsingskader.
Wij vinden dat de Europese Verklaring voor de Rechten van de Mens
ons moet leiden. Als leveranciers van diensten of goederen zich
manifest bezondigen aan inbreuken op die rechten, dan is dat voor
ons een afdwingbare reden om de overeenkomst te verbreken of te
stoppen. Daarom noemt deze motie geen staten bij naam. Ons
aftoetsingskader geldt voor leveranciers uit alle staten.
Het zal dan aan het volgende bestuur zijn om de controle te
organiseren. Dat wordt een flinke klus. Wij zijn ons ervan bewust en
ik kan u nu al zeggen dat de sp.a-fractie er werk van zal maken om
dat standvastig op te volgen.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dank u wel, collega Riebbels. Geen tussenkomst vanuit de CD&V-fractie? De heer Goossens.
Ja, u hebt het woord.
De heer Paul Goossens. Excuseer mij. Ik ben een beetje te laat. Wat wij wel vinden, is dat het tijdstip waarop het voorstel ingediend
is, eigenlijk wel jammer is. Het ware misschien beter geweest om in
nieuwe legislatuur met volle kracht ertegenaan te gaan, maar wij
zullen ook het besluit volgen, dat eigenlijk samen genomen is met de
meerderheid.
Laat ons hopen dat het meer is dan een druppel op een hete plaat.
Laat ons eerlijk zijn: toestanden die daar plaatsvinden, raken ons
allemaal, denk ik, als we bepaalde momenten zien. En als wij die
druppel kunnen leveren, dan zullen wij dat niet laten. Dus wij
volgen het voorstel van de meerderheid.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dank u. Het woord is aan collega Van Braeckevelt.
8
De heer Bram Van Braeckevelt. Ja dank u wel, voorzitter. Zoals
gezegd, vandaag moet de gemeenteraad zich uitspreken over het
Voorstel van burgers ‘Gent vrij van Israëlische apartheid’. Het is
goed dat burgers de mogelijkheid gebruiken mee de agenda van de
gemeenteraad te bepalen. Het is geen evidentie, voldoende
handtekeningen verzamelen om dit te kunnen doen. Dat doe je niet
zomaar even.
We stellen ook wel vast dat dit initiatief ook zijn limieten heeft.
In dit geval zijn we als gemeenteraad verplicht om binnen de maand
te reageren, dat werd al gezegd. In vele gevallen moet dat niet zo
moeilijk zijn, maar over dit thema is het logisch dat wat meer tijd
wel noodzakelijk is. Het is van democratisch belang dat een besluit
goed afgetoetst kan worden, met verschillende actoren, maar ook dat
de juridische haalbaarheid van de voorstellen onderzocht wordt.
Het is voor een thema als de bezetting van Palestina door Israël
niet zo eenvoudig om aan die voorwaarden te voldoen, binnen een
maand. En zoals gezegd: we zitten ook in een bijzondere periode, zo
tussen de verkiezingen en de installatie van de nieuwe gemeenteraad.
Het zou dus goed zijn, collega’s, mochten we in ons huishoudelijk
reglement onze timing bespreken, maar ook wanneer het decreet dat
voorstellen van burgers op de gemeenteraad mogelijk maakt, nog eens
besproken wordt, dat we daar ook die tijdspanne herbekijken.
Collega’s, het is noodzakelijk om als samenleving, als burger te
reageren, wanneer geweld zijn neus aan het venster steekt. Want,
zoals helaas onze geschiedenis leert, weet je nooit waar het
eindigt. We kunnen nog niet altijd veroorloven om stilzwijgend weg
te kijken.
Uiteraard hebben we als Gentse gemeenteraad in de eerste plaats de
plicht om ervoor te zorgen dat het beter gaat in Gent en met de
Gentenaars. Maar tegelijkertijd is het begrijpelijk dat Gentenaars
ook van ons politieke uitspraken verwachten over internationale
kwesties, waar we als gemeenteraad misschien niet zo rechtstreeks
impact op hebben. Dat is niet evident. Daar vallen veel argumenten
9
tegen te verzinnen. Ze zijn ook al genoemd, al is het maar omdat er
andere, democratische niveaus zijn, zoals parlementen waar de impact
van dergelijke debatten groter is. Maar dat neemt niet weg dat het
wel begrijpelijk is dat mensen ook dat van ons verwachten. En het
feit dat daar zoveel handtekeningen voor verzameld werden, toont ook
aan dat er wel een draagvlak is om ons als gemeenteraad daar toch
over uit te spreken.
Nu ten gronde collega’s, het is voor de Groenfractie zeer duidelijk
dat de bezetting van Palestina door Israël onaanvaardbaar is. We
hopen dat er zeer snel vrede kan komen en dat er een
tweestatenoplossing kan gevonden worden. En dat het geweld, van
welke kant ook, stopt.
Maar laat ons eerlijk zijn: maatregelen als het veroordelen van de
uitbreiding van Israëlische nederzettingen in Palestijns gebied en
het leveren van humanitaire hulp aan de Palestijnen zijn niet
genoeg. De Groene partij schaart zich wel achter een verbod op
Israëlische producten en diensten die uit de, volgens internationaal
recht illegale, nederzettingen zijn en blijft ook aandringen om de
Gazastrook niet langer te blokkeren, om conform het advies van het
Internationale Hof, de muur te ontmantelen en de Palestijnse staat
te erkennen.
De intensivering van het Israëlisch-Palestijnse conflict bedreigt de
stabiliteit in het Midden-Oosten, maar ook bij ons, want het brute
Israëlische beleid ontneemt de regio elke kans op vrede en
ontwikkeling.
Het zal u dan ook niet verbazen dat de tekst die door de burgers van
het Gentse Actieplatform voor Palestina werd ingediend, en de steun
heeft gekregen van bijna 3.000 Gentenaars, dicht bij onze groene
principes aanleunt. Maar collega’s, we zitten niet in het Europese
Parlement, maar in de gemeenteraad van Gent, waar onze regelgeving
niet los staat van een Europees kader. Een Europees kader waarvan
wij als ecologisten een aantal uitgangspunten ook in vraag stellen.
10
Zo stellen we vast dat de focus op louter economische aspecten veel
te weinig kansen biedt op ethische en duurzame criteria. Het is ook
dat Europese kader, en dat haalde ook de Juridische Dienst zeer
duidelijk aan, dat een Israëlische boycot op lokaal niveau voor ons
onmogelijk maakt in Gent, zelfs al zouden we dat willen. Dat zou een
discriminatie zijn en die discriminatie zou heel makkelijk kunnen
betwist worden, met zware compensatiemaatregelen. En ook al zijn wij
het als Groenfractie eens met de uitgangspunten van de ingediende
tekst, we kunnen het voorstel van die burgers en het aangepaste
advies van de Stedelijke Adviesraad Noord-Zuidsamenwerking niet
zomaar volgen.
Ik ben het ermee eens dat symbolische uitspraken ook in de politiek
hun waarde hebben. De vorige gemeenteraad besliste, ook op aanraden
van de burgemeester, om het niet over symboliek te hebben, maar laat
ons eerlijk zijn: die symbolische uitspraken worden snel vergeten op
een moment dat ze snel en eenvoudig gecontesteerd kunnen worden. We
kunnen, met andere woorden, het respecteren van mensenrechten in ons
beleid niet verengen tot het conflict van de bezetting van Palestina
door Israël.
Maar tegelijk is het voor de Groenfractie wel belangrijk dat Gent
niet wegkijkt. Het is belangrijk dat Gent niet wegkijkt bij
ongelijkheid of bij onrechtvaardigheid. Vrede, respect voor
mensenrechten en democratie, internationale solidariteit en eerlijke
handel zijn voor Groen fundamenteel.
Daarom is er hard gewerkt aan een stevige alternatieve tekst, die
een meerderheid heeft in deze gemeenteraad. Het is een tekst die het
belang van burgers onderlijnt en erkent dat de Palestijnse bezetting
veroordeeld dient te worden en het Gents beleid volop uitvoering wil
geven aan het respecteren van mensenrechten.
En collega’s, hoe zouden we ook anders kunnen? We zijn niet voor
niets een stad die de voorzitter levert van Eurocities. We zijn lid
van de Mayors for Peace, we zijn lid van ECCAR, we zijn de Europese
hoofdstad van eerlijke handel en ethische handel. We hebben als stad
11
een voorbeeldrol te spelen en het is dan ook evident dat Stad Gent
in het beleid en aankoopbeleid gevolg geeft aan wat de burgers hier
hebben voorgesteld. En dat doen we. Dat doen we met de formulering
in het Gentse aankoopbeleid en meer specifiek door een extra
paragraaf, het is al gezegd geweest, in onze modelbestekken, waarin
respect voor mensenrechten centraal staat en respect voor
mensenrechten in onze bestekken toch ook mogelijk zou kunnen zijn
bij de uitvoering ervan.
We spreken ons expliciet uit in de geest van het Voorstel van
burgers en we volgen ook de redenering van de Stedelijke Adviesraad
om ons te engageren in de raad en samen met de raad en in deze
gemeenteraad en de volgende legislatuur, om bovenlokaal te ijveren
om mensenrechten mee als criterium te laten wegen bij
overheidsopdrachten. Om ook het beleid rond beleggen, financieren en
de regeling van onze pensioenfondsen van Stad Gent bij te sturen. Om
het beleid rond samenwerking en kiezen van partners uit te werken,
inclusief respect voor mensenrechten en nogmaals, allemaal samen met
de Stedelijke Adviesraad. We gaan voor de duurzame
ontwikkelingsdoelstellingen van de VN en mensenrechten en we nemen
die ook als rode draad bij beleidskeuzes.
Als Groenfractie stemmen we graag mee, als we stellen dat Stad Gent
als Europese hoofdstad van eerlijke handel en ethische handel de
ingeslagen weg en pionierswerk moet verderzetten. En dat betekent
ook dat we op hogere niveaus, met name het Europese, moeten vragen
om werk te maken om de nodige initiatieven inzake handelsverdragen
en richtlijnen met betrekking tot openbare aanbestedingen en ook die
sociale duurzame en ethische criteria, zoals mensenrechten, af te
dwingen, zoals we hier ook eerder in deze gemeenteraad hebben
bepleit en ook hebben goedgekeurd.
Gent schakelt dan ook in, in de geest van vele steden en gemeenten
in Europa, maar ook graag in België en Vlaanderen, om deze
uitgangspunten verder te versterken.
12
Er is nog een klein technisch iets, collega’s. U zult het misschien
gemerkt hebben. In artikel 1 in de ingediende tekst, die op Q staat,
blijkt dat het volledige artikel 2 ook bij artikel 1 staat. Het is
dezelfde inhoud, laat u daardoor niet afleiden, collega’s. Artikel 1
zou artikel 1 moeten zijn en wat bij artikel 1 staat wat artikel 2
betreft, dat mogen we bij artikel 1 schrappen. Maar dit geheel
terzijde. Het is een technisch probleem. Als dat de Palestijnse
kwestie kan oplossen, collega’s, dan zijn we er al snel.
Goed, collega’s, ik rond af. Ik wil de personen die het mogelijk
gemaakt hebben om een voorstel hier op de gemeenteraad te brengen,
bedanken voor hun initiatief. Het is geen klein bier voor deze
gemeenteraad om daar vergaande uitspraken over te doen, maar we
weten ook dat geschiedenis volgen gemakkelijker is dan ze te
schrijven. Het initiatief en de agendering heeft geleid tot een
uitspraak en zal leiden tot een uitspraak van de Gentse gemeente
over de Palestijnse bezetting door Israël en heeft de basis gelegd
voor een beleid dat nog meer aandacht zal schenken aan het
respecteren van mensenrechten. En ik denk, beste collega’s en
publiek vandaag hier aanwezig, dat dit binnen en buiten Gent toch
geen kleine verdienste is. Dank u wel.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Goed. Dus u merkt, er is een amendement ingediend van vier fracties. Er is ook een
amendement binnengekomen, collega Sleurs, vanuit uw fractie. We
geven u graag het woord, alstublieft.
Mevrouw Elke Sleurs. Dank je wel, voorzitter. Collega’s, als N-VA juichen wij burgerinitiatieven zeker toe. Ik denk dat we daar ook al
enig initiatief toe genomen hebben. Maar, zoals eerder gezegd, als
Gentse gemeenteraad hebben we jammer genoeg weinig rechtstreekse
impact op de internationale conflicten.
Ook de N-VA-fractie heeft de verschillende adviezen gelezen en die
ter harte genomen. Zeker het advies van de Juridische Dienst, die
argumenteert dat in het Voorstel van burgers opgenomen voorstellen
13
juridisch gezien niet aangewezen en zelfs risicovol zijn. Wij nemen
dit zeker ter harte.
Ook denken we dat dit conflict op een veel hoger niveau moet
opgelost worden en zijn wij van mening dat misschien het
stigmatiseren van een partij zeker niet altijd de oplossing zal
zijn, ongeacht al het menselijke leed dat in de bezette gebieden
voorkomt.
Maar gezien ook het advies van de Juridische Dienst en het voorstel
van de meerderheidspartijen, aangevuld met de CD&V-fractie, wensen
wij ons toch niet op glad ijs te bewegen en hebben wij, we hebben
het grondig doorgenomen, toch enkele bredere verklaringen die in het
amendement staan geschrapt en enkele kleine aanpassingen
doorgevoerd. Jammer genoeg werd dit niet aanvaard, vandaar dat wij
dit nu hier ter zitting indienen en ons, als dit niet aanvaard
wordt, zullen onthouden bij het voorstel van de meerderheid.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dat is duidelijk.
Zijn er nog anderen? Ja, mijnheer Deckmyn, u hebt het woord.
De heer Johan Deckmyn. Dank u wel, mijnheer de voorzitter.
Collega’s, aan het eerste amendement is al duidelijk te zien dat er
blijkbaar al een nieuwe meerderheid zit aan te komen. Maar zoals ik
vorige maand al zei, is deze discussie, we hebben er nu al een hele
tijd over gediscussieerd, eigenlijk zonder voorwerp. Onder meer de
heer Van Braeckevelt van Groen vindt van wel, want hij stelt dat al
die handtekeningen die naar voren gebracht zijn, toch wel betekenen
dat er een draagvlak is om dit ter discussie te stellen in deze raad
en dit om te zetten in beslissingen.
Ik vind het vreemd dat de heer Van Braeckevelt en ook de leden van
de meerderheid in zijn totaliteit, diezelfde redenering niet
gebruikt hebben, toen er zo iemand was die met veel meer duizenden
handtekeningen kwam om een referendum te vragen over het
mobiliteitsplan. Op dat moment is er blijkbaar geen draagvlak om
hier om te zetten in beleid. Dus ik vind dat een klein beetje
14
hypocriet van de heer Van Braeckevelt om hier deze mededeling te
doen.
Collega’s, ik wil hier niet aan een pro- of anti-Israël betoog doen.
Het is niet aan een lokale overheid trouwens, om aan internationale
politiek te doen. Wat ik wil benadrukken in deze kwestie, is dat we,
als we op dergelijke voorstellen ingaan, eigenlijk de deur
openzetten voor gelijkaardige initiatieven. Allerhande initiatieven
met betrekking tot problemen elders in deze wereld.
En als het nu over Israël hebben, dan stel ik voor dat we dan
binnenkort ook maatregelen nemen vanuit deze stad tegen andere
landen met problemen inzake mensenrechten. Landen genoeg waar we
maatregelen kunnen tegen nemen. Arabische landen bijvoorbeeld, in
het bijzonder Saoedi-Arabië. Een land dat moorden beveelt in
buitenlandse ambassades. Afrikaanse landen bijvoorbeeld, in het
bijzonder Zuid-Afrika, ik heb daar vorige maand al over gesproken,
waar men van het vermoorden van blanke boeren eigenlijk
regeringsbeleid maakt. Maar er zijn nog veel andere landen op te
sommen. Venezuela, Noord-Korea, China, Turkije en nog vele andere
landen waar de mensenrechten worden geschonden. Waarom niet,
collega’s, maatregelen nemen tegen Spanje, waar nationalistische
parlementsleden gewoon in de cel belanden? Vreemd dat we hier dan
geen discussie daarover moeten voeren.
Ja, de vraag is: wanneer komen dan de volgende initiatieven? Als we
dit goedkeuren, zetten we gewoon de deur open. Dan kunnen we iedere
maand een nieuw initiatief nemen. Ik heb dat vorige maand ook al
gezegd. Ik ben zeker bereid om iedere maand een initiatief te nemen
ter zake, om ervoor te zorgen dat iedereen dan op elk internationaal
punt kleur moeten bekennen. Ik vind dit eigenlijk te gek om los te
lopen.
Ik wil hier trouwens ook verwijzen, want men hoort altijd de ene
kant van de medaille, het burgerinitiatief en dergelijke meer, dat
er ook andere burgers zijn die brieven hebben geschreven, zelfs
aangetekende brieven. We hebben trouwens vandaag een aangetekende
15
brief doorgestuurd gekregen, waar interessante zaken in stonden,
waar ik trouwens ook een antwoord van het college over zou willen
krijgen. Ik wil daar toch wel een paar zaken uit citeren en ik begin
met een eerste punt, dat aangehaald wordt in die aangetekende brief
over dit onderwerp, want ge ziet, collega’s, als we de deur
openzetten, kunnen we beginnen met debatteren over allerhande
internationale onderwerpen. We zijn vertrokken, hè. Maar hier wordt
gesteld, in deze aangetekende brief, en ik citeer: “Het voorstel is
onwettig. Overeenkomstig artikel 200 bis, eerste lid
gemeentedecreet, hebben de inwoners het recht te verzoeken om de
door hen in een gemotiveerde nota, nader onderschreven voorstellen
en vragen over de gemeentelijke beleidsvoering en dienstverlening op
de agenda van de gemeenteraad in te schrijven en om deze
agendapunten te komen toelichten in de gemeenteraad”. De schrijver
stelt dan: “Het voorliggend voorstel heeft niets van doen met
gemeentelijke beleidsvoering en dienstverlening. Minstens wordt die
band niet verduidelijkt.” Een terechte opmerking. Een opmerking die
ik eigenlijk ook vorige maand heb gemaakt.
Ik ga ze niet allemaal opsommen, maar bijvoorbeeld bij punt 3 staat
ook een heel interessante zaak. Ik citeer opnieuw: “Het voorstel is
strijdig met de internationale verbintenissen die België is
aangegaan in het bijzonder met de bepalingen van de overeenkomst van
11 mei 1975 tussen Europese Unie en Israël tot invoering van een
vrijhandelszone en de andere, daarop steunende rechtsinstrumenten”.
En dan worden die opgesomd. Zeer interessant.
Ik heb daarnet zelf al verwezen naar het feit dat we hiermee de deur
openzetten naar andere initiatieven. Zo wordt in deze brief daar
terecht ook op gewezen. Ik citeer opnieuw: “Zo is Mohammedia,
Marokko, een zusterstad van Gent. Dat land bezet Zuidwest Sahara
sinds 1979. Zo ook is de Chinese stad Weihai een partnerstad van de
Stad Gent. Dat land bezet Tibet sedert 1948 en de schendingen van de
mensenrechten van de Oeigoerse minderheid in China zijn bekend.
Daarnaast zijn er nog talrijke staten die in strijd met het
internationale recht grondgebied bezetten. Rusland in de Krim,
Turkije in Cyprus en Koerdistan, enzovoort.” Een terechte opmerking,
16
collega’s. Gaan we daar ook in de toekomst het debat over voeren in
deze raad?
En dan nog twee technische zaken die ik ook naar voren wil brengen
en ook hier wil citeren. Waarom? Omdat ik graag een antwoord van
deze meerderheid wil hebben. Als men wil ingaan op dergelijke
initiatieven, moet men ook antwoorden durven geven op technische
zaken die naar voren worden gebracht.
Het eerste technische punt: “Het burgerinitiatief ging uit van de
vzw Gent Actieplatform Palestina, waar” en dan wordt de naam
genoemd, “een van de oprichters van is en die persoon was ook een
van de burgers die dit voorstel aan de gemeenteraad heeft
voorgelegd. De vzw GAPP heeft met twee stemmen deelgenomen aan de
stemming over het advies van 7 november 2018. Aldus gaf die
vereniging een advies uit over haar eigen voorstel. Een dergelijk
advies staat gelijk met afwezigheid van advies.” Dat is een eerste
technisch punt dat naar voren wordt gebracht. Ik zou daar een
antwoord van de meerderheid op willen hebben, hoe daarop gereageerd
wordt. Want als dusdanig is dit punt sowieso zonder voorwerp.
Een tweede technisch punt dat aangehaald wordt: “Overeenkomstig
artikel 2, paragraaf 4, V&S-wet, kan een vzw slechts optreden om
haar maatschappelijke doel te verwezenlijken. Het maatschappelijke
doel van de vzw Senegal Bantamba bestaat erin steun te verlenen aan
de ontwikkeling van uitwisseling Noord-Zuid, het aanmoedigen en
ondersteunen van kleinschalige projecten in Senegal en België en dit
op het gebied van de gezondheidszorg, educatie en algemene
ontwikkeling. Het maatschappelijke doel van de vzw Aniké bestaat
erin bij te dragen aan verbetering van de levensomstandigheden van
jonge moeders, weeskinderen en andere kwetsbare kinderen en
hiv/aidsgeïnfecteerde en/of -geaffecteerde personen. Deze
verenigingen waren dus niet bekwaam om te adviseren over het
onderwerp van het burgerinitiatief.”
Ik denk dat dit twee technische zaken zijn die hier ook een keer
mogen aangestipt worden. Ik wil de briefschrijver bij dezen
17
bedanken, omdat daar toch wel heel interessante zaken staan. Ik ben
benieuwd wat het antwoord van de meerderheid is, hieromtrent.
Maar dit alles, collega’s, bewijst nog maar eens dat we gewoonweg
het hek volledig openzetten voor internationale discussies, twisten
over dit puntje of dat puntje en alles in deze of andere
internationale context. Ik denk dat we in Gent al meer dan voldoende
werk hebben om de lokale problemen op te lossen, laat staan dat we
ons dan gaan bezighouden met internationale problemen. Daar zijn
andere gremia voor. Daar is het Vlaams Parlement voor, daar is het
Belgische parlement voor, daar is het Europese parlement voor. Laten
wij ons met problemen van Gent bezighouden.
Vlaams Belang vindt dat voorliggende voorstellen niet aan de orde
mochten zijn en ook niet mogen zijn. Wij vragen dus in eerste
instantie om ze gewoon in totaliteit, het voorstel en ook de
amendementen, te schrappen van de agenda en wij zullen alvast deze
voorstellen niet goedkeuren.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Collega Heyse, namens het college.
Mevrouw Tine Heyse, schepen. Dank u. Nu, het is duidelijk dat het burgerinitiatief gericht is aan de gemeenteraad. Vandaar dat het in
de eerste plaats de fracties zijn die erover tussenkomen. Maar omdat
het nu eenmaal zo is, dat fracties niet onderling kunnen
discussiëren in de gemeenteraad, lijkt het mij toch nodig om vanuit
het college een aantal zaken recht te zetten. Ook op technisch vlak.
Ten eerste: we hebben ons vorige maand bevoegd verklaard. Dat is
goedgekeurd geweest. We hebben daar wel een duidelijke nuance bij
gezet, dat we ons bevoegd verklaren wat betreft het aankoopbeleid.
Over dus alle aankoopbeleid of partnerschappen, met andere woorden:
zaken die met de bevoegdheden van de Stad Gent te maken hebben. Dat
debat hebben we vorige maand gehad en ook afgesloten. We hebben
daarover beslist. We kunnen uiteraard wel degelijk moties aanvaarden
die gaan over Gentse bevoegdheden, zijnde aankoopbeleid, met wie we
18
partnerschappen aangaan, hoe we beleggingen doen, enzovoort. Daar
zijn we wel degelijk voor bevoegd. Dat is een eerste zaak.
Een tweede zaak is dat de motie die voorligt vanuit de meerderheid
en eigenlijk ook de motie die N-VA indient, zij het dat daar wel een
aantal verschillen zijn, wel degelijk ruim zijn. Het is zo, wat ook
trouwens vorige maand in deze gemeenteraad is afgesproken, dat het
juist de bedoeling is om dus ook voor andere conflicten en andere
mensenrechtenschennis de zaken die we afspreken rond aankoopbeleid,
rond partnerschappen ook helder moeten zijn. Dus met andere woorden:
ook dat klopt niet.
Misschien nog een ander technisch punt. We hebben ook nagegaan of in
de STANZ, de Stedelijke Adviesraad Noord-Zuidsamenwerking, juist is
gestemd geweest door de aanwezigen. Dat heeft de algemeen directeur
laten nagaan. Er is wel degelijk maar door één vertegenwoordiger
gestemd. Ook dat is conform wat kan in de STANZ gebeurd. Dus ik wou
die zaken toch even rechtzetten. Dank u.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Goed, collega’s, dan kunnen we overgaan tot de stemming. De heer Deckmyn?
De heer Johan Deckmyn. Wel, ik vroeg om deze punten van de agenda te halen.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. We hebben ons reeds bevoegd verklaard.
(Stemming op amendement sp.a, Groen, VLD en CD&V)
(Stemming op amendement N-VA)
(Stemming geamendeerd Voorstel van burgers)
Punt 7
19
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Collega’s, dan gaan we over tot het volgende punt van onze agenda en dat is punt 7,
Sportdienst. Departement Cultuur, Sport en Vrije Tijd,
subsidieovereenkomst voor de levering en plaatsing van een
telescopische tribune en het brandveilig maken van de opwarmkeuken
in de Provinciale Middenschool, Henleykaai 83, Gent. Het is een
goedkeuring, collega’s, die voorligt. Goedgekeurd? Goedgekeurd.
Punt 8
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dienst Welzijn en
Gelijke kansen, addendum bij de samenwerkingsovereenkomst 2015-2019
met het extern verzelfstandigd agentschap Integratie- en Inburgering
Gent vzw. Het is een goedkeuring. Collega Sleurs.
Mevrouw Elke Sleurs. Een stemming, alstublieft.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Een stemming.(Stemming punt 8)
Punt 9
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dienst Milieu en
Klimaat: subsidieovereenkomst voor investering in hernieuwbare
energie in het project Sassevaart. Dit is een goedkeuring. Mevrouw
Riebbels en mevrouw Matthieu vragen het woord. Mevrouw Riebbels,
alstublieft.
Mevrouw Greet Riebbels. Mijnheer de voorzitter, eigenlijk wil ik
alleen een korte appreciatie uitspreken. Ik heb dat ook gedaan
tijdens de commissiebespreking.
Mevrouw de schepen, wij vinden het zeer belangrijk dat we hier
opnieuw een subsidie kunnen geven aan de sociale
20
huisvestingsmaatschappij voor een aantal woningen op ons
grondgebied. Het betreft het verduurzamen van het
verwarmingssysteem, toch wel met, laten we zeggen, voor een groot
deel hernieuwbare energie. Een gedurfd nieuw systeem. Een
gasabsorptiewarmtepomp, daarvan is sprake. De techniek is minder
belangrijk dan het principe waar het over gaat.
Wij weten allemaal dat, wanneer je een huis huurt, een heel groot
deel van de kost van het wonen ook gaat naar de energie om het te
verwarmen. En in die zin is energiearmoede ook een stijgend
probleem. Om daaraan tegemoet te komen, hebben wij al een hele tijd
geleden dit subsidiesysteem goedgekeurd. Dat het ook wordt toegepast
op sociale woningen, is voor ons uiteraard zeer belangrijk. We
willen dat toejuichen. Het is niet het eerste in de race, maar we
benadrukken nog eens hoe belangrijk het is dat niet alleen, laten we
zeggen, particuliere woningen gebruik kunnen maken van
verduurzamingsubsidies, maar ook deze groep.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dank u. Collega
Matthieu, alstublieft. U hebt het woord.
Mevrouw Sara Matthieu. Dank u, mijnheer de voorzitter. Collega’s, we hebben samen in deze raad duidelijke klimaatambities uitgesproken.
We moeten ervoor zorgen dat onze stad tegen 2050 klimaatneutraal is.
De energieprestaties van de gebouwen die wij vandaag neerzetten of
renoveren, spelen daar een cruciale rol in.
Voor de Groenfractie is het erg belangrijk altijd die
langetermijndoelstelling centraal te gaan plaatsen. Tegelijkertijd
moeten we er ook voor zorgen dat schone energie geen verhaal is voor
de happy few, maar voor iedereen. Helaas is het vandaag voor sociale
huisvestingsmaatschappijen allerminst een evidentie om hierop in te
zetten, omwille van hun financiële beperkingen. En dat de stad hier
extra ondersteuning wil bieden, is broodnodig en dat is een goede
zaak. Dankzij deze steun kunnen ze 19 nieuwe appartementen voorzien
van een collectieve gasabsorptiewarmtepomp met een BEO-veld en
21
zonneboilers. Dat is een interessante, collectieve verwarmingsbron,
die past in onze warmterevolutie.
En dat men hier vandaag nog kiest voor gas omwille van de lagere
financiële impact is, gezien de context van de sociale
huisvestingsmaatschappij, ook te verdedigen. Tegelijkertijd wordt er
duidelijk rekening gehouden met de mogelijkheid tot een omschakeling
naar 100% fossielvrij op langere termijn. En dat is natuurlijk
belangrijk om de zogeheten lock-ins te gaan vermijden.
Het is ook een pilootproject, waarbij heel wat data zullen worden
verwerkt en geanalyseerd en ja, heel wat toekomstige sociale
woningen zullen wellicht ook van de resultaten kunnen profiteren.
De Groenfractie zal deze subsidie dan ook met veel plezier
goedkeuren.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dank u wel. Collega Heyse.
Mevrouw Tine Heyse, schepen. Misschien heel kort: dank voor de
appreciatie. Het is inderdaad absoluut de bedoeling geweest om met
ons klimaatbeleid ook energiearmoede mee op te nemen. Het kan niet
zijn dat wij investeren of helpen investeren in dat woningen
energiezuiniger worden, maar dit enkel voor de happy few zou zijn.
Dus vandaar dat we ook samenwerking met sociale woningbouw heel
belangrijk vinden, want natuurlijk heeft het geen zin om lage
woonkosten te hebben als daartegenover hoge energiekosten staan.
Vandaar dat wij uitdrukkelijk gekozen hebben om samen met de
verschillende sociale huisvestingsmaatschappijen daaraan te werken.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dat is duidelijk.
Dank u wel. Collega’s, punt 9, kunnen we het goedkeuren?
Goedgekeurd. Dank u wel.
Punt 10
22
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dan punt 10 van onze agenda: verlenging tot eind 2024 van de subsidieovereenkomst 2016-
2019 voor investeringen als ondersteuning voor het opdrijven van de
energieprestaties van projecten van sogent. Dit is weer een
goedkeuring. Collega Sleurs.
Mevrouw Elke Sleurs. De stemming, alstublieft.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Een stemming, ja.(Stemming punt 10)
Punt 11
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dienst Internationale Relaties en Netwerken: Toekenning van een eenmalige subsidie als
bijdrage aan het monument ter ere van Nelson Mandela. Dit is weer
een goedkeuring. Collega Deckmyn.
De heer Johan Deckmyn. Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Mijnheer de voorzitter, collega’s, voor ons ligt een raadsbesluit omtrent het
plaatsen van een standbeeld voor Nelson Mandela, om dat te
subsidiëren. Ik hoef u er niet aan te herinneren dat ik bijna op de
dag vier jaar geleden hier een nogal uitgebreide tussenkomst heb
gehouden over de toekenning van een straatnaam aan Nelson Mandela.
Een man die zelf nooit een geheim heeft gemaakt van het feit dat hij
een voormalig terrorist was. Ik ga deze tussenkomst nu niet
herhalen, maar ik wil toch kort even beklemtonen waarom we ons niet
met het plaatsen van zo’n standbeeld, laat staan het subsidiëren
ervan, kunnen verzoenen.
Nelson Mandela was de beruchte leider van de militaire tak van het
ANC en was verantwoordelijk voor een groot aantal terreuraanslagen,
ja, het is misschien jammer, maar ik ben hier enkel en alleen,
mevrouw de schepen, de waarheid aan het vertellen. Het stemt me
eigenlijk heel vreemd om vast te stellen dat men verontwaardigd is
23
als iemand de waarheid vertelt over zaken die gebeurd zijn in het
verleden. De heer Mandela heeft zelf toegegeven dat hij
terroristische aanslagen gepleegd heeft en betrokken was bij andere
terroristische aanslagen. Ik vind dat het mijn plicht is als burger
en als gemeenteraadslid van deze stad, om jullie hierop te wijzen.
Mevrouw De Regge, als u daar niet mee kunt leven, dan verzoek ik dat
ge misschien oordopjes insteekt om de waarheid niet te kunnen
aanhoren. Ik weet dat het pijnlijk is om het te moeten horen, maar
het is toch zo.
Dus de heer Mandela was verantwoordelijk voor een groot aantal
terreuraanslagen, waarbij vele mensen, blank en zwart, op een
bloedige manier aan hun einde zijn gekomen. Mandela werd
uiteindelijk in 1963 opgepakt en kreeg omwille van deze daden een
levenslange gevangenisstraf opgelegd. Dan is natuurlijk heel het
debat geweest: ze laten Mandela niet vrij, het is toch een schande!
Mandela moet vrijkomen! Wel, er was wel een reden waarom hij niet
vrijkwam. Dat was omdat hij weigerde en herhaaldelijk geweigerd
heeft om vervroegd vrijgelaten te worden, omdat een van de
voorwaarden het afzweren van geweld was. Alstublieft! Dat is toch
wel een standbeeld waard, nietwaar?
Ja, nog iemand die natuurlijk probeer tegenargumenten te geven …
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Collega’s, de heer Deckmyn heeft het woord.
De heer Johan Deckmyn. … voor het feit dat iemand gewoon zelf heeft toegegeven dat hij terrorist is. We gaan een standbeeld subsidiëren
voor een terrorist. Punt. Dat is de waarheid. De heer Mandela heeft
dat zelf toegegeven. Apartheid of geen apartheid, daar gaat het niet
over. Ja, ik stel vast dat u het terecht vindt dat onrecht bestreden
wordt met terrorisme. Wel, dan kunt u evengoed Al Qaida en IS
beginnen verdedigen, omdat die ook terreuraanslagen plegen.
Collega’s, ik liet tijdens mijn tussenkomst in 2014 in deze zaal
diverse foto’s projecteren van de gewelddadigheid waarvoor Nelson
24
Mandela en trouwens ook zijn vrouw Winnie Mandela verantwoordelijk
waren. Op een van die foto’s die ik toen laten projecteren heb, was
ook duidelijk te zien dat het een koppel was met zeer grote
communistische sympathieën. Samen met zijn toenmalige vrouw Winnie
Mandela en de toenmalige communistische leider Joe Slovo, staat hij
op de foto die ik hier in deze zaal heb getoond, fier, de
communistische vuist omhoog. We zullen dus niet alleen een
voormalige terrorist, maar tevens een voormalige communist met een
standbeeld de nodige eer bewijzen. Nu ja, in deze tijden waar
socialisten er de hand niet voor omdraaien om samen met de PVDA
bestuurscoalities te sluiten, verschiet ik daar niet meer van.
Vandaar wordt er vandaag beslist, duidelijk, om het plaatsen van dit
standbeeld in Gent voor Nelson Mandela financieel te steunen.
Blijkbaar zal er dus op vraag van de stedelijke adviesraad Noord-
Zuid hieromtrent dus 1000 euro worden uitgetrokken als financiële
steun.
Ik vraag mij af, gezien de functie van deze dienst of dat geld
eigenlijk niet beter besteed had kunnen worden. Ik dacht dat Noord-
Zuidbeleid over andere dingen ging dan geld besteden aan dergelijke
projecten. Hoe dan ook, collega’s, jullie zullen toch niet verbaasd
zijn over het feit dat wij dit hoegenaamd niet kunnen goedkeuren.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Goed, collega’s, we stemmen over dit punt 11.
(Stemming punt 11)
Punt 13
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dienst Werk, addendum nr. 2 bij de partnerschapsovereenkomst voor de uitvoering van het
project 'Werkplek Vluchtelingen Gent' van 1 september 2016 tot
31 augustus 2018. Het is een goedkeuring, collega’s. Wie vraagt het
woord? Collega Deckmyn. De stemming?
(Stemming punt 13)
25
Punt 15
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Nieuw reglement over de jaartoelating voor tijdelijke inname van parkeerplaatsen. Mevrouw
Van Renterghem.
Mevrouw Sandra Van Renterghem. Ja, ik wil juist kort even
tussenkomen. Ik heb die vraag vorig jaar tweemaal gesteld en ik wil
eigenlijk wel mijn dankbaarheid tonen naar het bestuur toe, omdat
dit er toch wel oren naar had.
Het is niet volledig digitaal, zoals we gevraagd hadden, maar ik
denk dat het een stap in de goede richting is. De wirwar aan
verkeersborden om de werfzones in te nemen en parkeerplaatsen te
doen verdwijnen, op een bepaald moment, zullen beter opgevolgd
worden en ook burgers zullen zien waar de vergunningen uiteindelijk
voor uitgeschreven zijn. En er zal dus blijkbaar, heb ik vernomen,
ook wel toezicht op zijn. Dus wij kunnen dat alleen maar toejuichen
en hopen dat het effectief goed werkt, zoals het hoort. Dank u.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Goed, dank u wel,
collega. Wij maken uw pluim over aan de burgemeester en zijn dienst.
Dank u wel. Dus punt 15 is goedgekeurd.
Punt 16
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Juridische Dienst en Kennisbeheer: opdrachthoudende vereniging Imewo, buitengewone
algemene vergadering van 13 december 2018, dagorde, vaststelling van
het mandaat van de vertegenwoordiger van de Stad Gent. Een
goedkeuring. Mevrouw Sleurs?
Mevrouw Elke Sleurs. Een stemming, alstublieft.
26
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Een stemming.(Stemming punt 16)
Punt 18
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Opdrachthoudende
vereniging TMVW, algemene vergadering van 21 december 2018,
vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger van de Stad
Gent. Stemming? Dezelfde stemming, collega’s? Voor punt 18 dezelfde
stemming als het vorige punt.
Punt 19
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Opdrachthoudende
vereniging Digipolis, algemene vergadering van 19 december 2018,
dagorde, statutenwijziging. De vaststelling van het mandaat van de
vertegenwoordiger van de Stad Gent. Dezelfde stemming als het vorige
punt? Dezelfde stemming. Ja, ik moet het oproepen, collega’s.
Punt 20
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Opdrachthoudende
vereniging Ivago, buitengewone algemene vergadering van 19 december
2018, statutenwijziging. De vaststelling van het mandaat van de
vertegenwoordiger van de Stad Gent. Goedkeuring? Dezelfde stemming,
collega’s? Dezelfde stemming voor punt 20.
Punt 21
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Opdrachthoudende
vereniging Ivago, buitengewone algemene vergadering van 19 december
2018. Vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger van de
27
Stad Gent. Goedkeuring? Dezelfde stemming? Dezelfde stemming voor
punt 21.
Punt 22
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dienstverlenende
vereniging TMVS, algemene vergadering van 19 december 2018.
Vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger van de Stad
Gent. Goedkeuring? Dezelfde stemming, collega’s? Dezelfde stemming.
Punt 23
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Overheidsopdracht van Juridische Dienstverlening, aanstellen van een advocaat, procedure
en voorwaarden, vaststelling. Geen tussenkomsten, collega’s? Nee?
Vastgesteld.
Punt 29
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dan onderwijscentrum Gent, punt 29 van onze agenda, collega’s. Samenwerkingsovereenkomst
betreffende het project 'TRANSFAIR’: samen werken aan een geslaagde
onderwijsloopbaan voor derdelanders. Hier ligt een goedkeuring voor,
collega’s. Alstublieft, u hebt het woord, mevrouw.
Mevrouw Chris Maryns-Van Autreve. Wat ligt er voor? Het is een
samenwerkingsovereenkomst voor een project dat wel een heel
creatieve naam krijgt, 'TRANSFAIR’. Het is een project, ingediend
bij het Europese Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie. Een
samenwerking tussen het Steunpunt Diversiteit & Leren van de Gentse
Universiteit, Stad Gent en Hogeschool Gent. Samenwerking met als
doel de slaagkansen van derdelanders in hun onderwijsloopbaan te
vergroten.
28
Waarom is nu zo’n overeenkomst nodig? Het is niet evident om
derdelander te zijn. Je hebt een vreemde achtergrond, meestal ook
een vreemde taal en je gaat hier in Gent school lopen. Het is
belangrijk dat er aan deze kwetsbare groep leerlingen specifieke
steun kan gegeven worden. Daarom werd dit project in Europa
ingediend. Verheugend is het vast te stellen dat het een positieve
beoordeling kreeg en dat er van Europa uit financiële steun gegeven
wordt. Onderwijscentrum Gent kan daardoor nu twee personeelsleden
deeltijds inzetten.
De bedoeling is specifiek om leraren in de deelnemende scholen, meer
in het bijzonder Sluizeken-Tolhuis en Gent Binnenstad, coaching en
begeleiding aan te bieden. Want het is belangrijk dat de leraar zeer
vlug de capaciteit van het kind erkent en ziet. Dat wil zeggen dat
er op het juiste moment tijdens de schoolloopbaan, de kwaliteiten en
vaardigheden van dit kind gezien worden, zodat daardoor de juiste
studie en vorming kan aangeboden worden, de juiste richting kan
gegeven worden. Dat een leraar dit ziet, wensen we voor elk kind en
dus ook voor elk kind in onze stad en dus ook voor derdelanders. We
willen uiteraard dit project ten volle steunen.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dank u wel, collega. Collega’s, een appreciatie voor het punt van collega Decruynaere? De
stemming vraagt u? Mevrouw? De stemming vraagt u? We gaan over tot
de stemming.
(Stemming punt 29)
Punt 30
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Subsidieovereenkomst voor het afnemen, analyseren en ondersteunen van de
diversiteitsscreening onderwijs (DISCO) in Gentse basis- en
secundaire scholen van 26 november 2018 tot en met 31 december 2019.
Wie vraagt een stemming? U vraagt een stemming? Ah, excuseer
mevrouw. U hebt het woord.
29
Mevrouw Wis Versyp. Dank u wel. U-Gent heeft als enige, hebt u
gezegd, een meet- en reflectie-instrument ontwikkeld om de Gentse
scholen te screenen op diversiteit. Met dat instrument wil men meten
hoe leerkrachten denken over diversiteit. Diversiteit in de brede
zin van het woord, hebt u gezegd. Men wil meten hoe ze ertegenover
staan en of ze eigenlijk wel bekwaam zijn om er goed mee om te gaan.
Er komt een rapport per school en op basis van het rapport kunnen
scholen een begeleiding krijgen om het dan voortaan anders te doen,
wellicht beter te doen.
Wij stellen ons de vraag: wat is goed omgaan met diversiteit? Ik
steun mij daarbij op de actualiteit van de voorbije week, die ons
daar eigenlijk een voorbeeld van gegeven heeft en ons nog meer dan
een voorbeeld geven, ons doen nadenken heeft. En ik verwijs naar de
zaak rond de school met het kind met het downsyndroom, die dat kind
doorverwijst. Als een school nu aangeeft dat het begeleiden van een
kind met een beperking, hetzij een geestelijke beperking, hetzij een
lichamelijke beperking, zijn draagkracht te boven gaat, dan vind ik
dat een eerlijk standpunt. En ook dat is dan goed omgaan met
diversiteit. Eerlijk toegeven: wij kunnen dit niet meer aan. Niet in
het belang van de school, maar zeker niet in het belang van het
kind.
En wat is er gebeurd? Wat heeft die school in ruil gekregen voor
zijn eerlijke standpunt? Unia is erbij betrokken. Unia is naar de
rechtbank gestapt en de school werd veroordeeld voor discriminatie.
En wat eigenlijk in gans die zaak nog meer verontrustend is, is dat
Unia het een ‘belangrijk precedent’ noemt. Ik persoonlijk vind dat
zeer verontrustend.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat wij argwanend staan tegenover
die diversiteitsscreening. Wij vragen ons af of zoiets objectief kan
zijn en of het ook objectief zal zijn.
Wat daarna met die begeleiding? Door wie zal die begeleiding gedaan
worden? Hoeveel inspraak heeft de school daar nog in? En vooral:
zullen leerkrachten en scholen eigenlijk nog durven zeggen dat
30
diversiteit niet altijd een positief verhaal is, op risico van
beschuldigd te worden van discriminatie, zoals gebeurd is?
Als blijkt dat leerkrachten niet klaar zijn en moeite hebben om met
diversiteit om te gaan, dan moet vooral een opleiding een vraag
gesteld worden. En de vraag is dan: worden de jonge leerkrachten wel
realistisch genoeg voorbereid op de complexiteit van de diversiteit,
die in de praktijk effectief zo is? En nu er toch een meet- en
reflectie-instrument is, zou het misschien goed zijn dat ook het
beleidsniveau eens gescreend wordt of men daar wel de juiste houding
heeft tegenover wat diversiteit in de praktijk inhoudt.
Het is een aanvoelen en een aanklacht van veel betrokken ouders, dat
de overheid, die eigenlijk het M-decreet invoerde, ver afstaat van
de praktijk. En dan hebben die ouders het over de begeleiding van
hun kind, die niet rondkomt. Over de beloofde Gon-uren, die altijd
maar afgebouwd worden of die zelfs helemaal verloren gaan. En wie
moet dat allemaal opvangen? Dat zijn de leerkrachten die voor de
klas staan. En die moeten dan gescreend worden of ze wel alle
capaciteiten hebben om ermee om te gaan. Dat vind ik toch eigenlijk
een brug te ver.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Collega Maryns, u
hebt het woord gevraagd. U hebt het woord.
Mevrouw Chris Maryns-Van Autreve. Ja, dank u wel. Ik wil toch wat betreft dat punt nog enige nuance aanbrengen. In die zin dat het
inderdaad gaat om een nieuwe screening, die gloednieuw ontwikkeld
werd door het Steunpunt Diversiteit & Leren, maar dat het uiteraard
toch ook zo is dat we te maken hebben, in de laatste decennia, met
een gamma aan kinderen die diverser geworden zijn en dat we daarvoor
geleidelijk aan ook de nodige instrumenten moeten maken, zodanig dat
daarmee kan omgegaan worden. Het zijn uitdagingen die voor ons
liggen. En dat die middelen nu ingezet worden, en daardoor uiteraard
er ook een specifieke begeleiding kan aangeboden worden, vinden wij
toch wel een pluspunt. Het is een taak die weggelegd wordt voor het
31
Onderwijscentrum en inderdaad, het zal ook dienen als reflectie-
instrument.
Het zou dus belangrijk zijn om vanuit deze reflectie de nodige
conclusies te trekken en dan ook met deze conclusies aan de slag te
gaan. Dus wij menen dan ook dat we daar onze steun moeten aan geven,
zodanig dat er in het onderwijs voldoende instrumenten komen,
waarmee aan die diversiteit kan gewerkt worden. Dus we geven ook
echt onze steun aan dit punt.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dank u. Collega
Decruynaere.
Mevrouw Elke Decruynaere, schepen. Dank u wel, collega’s. Eerst en vooral wat betreft de rechtbank: ja collega, wat doet een rechter?
Ik geef nog altijd toe dat we in een rechtsstaat leven, waarbij het
toebehoort aan een rechter en een rechtbank om te toetsen of de
wetten die democratisch gestemd worden, in de praktijk ook op een
juiste manier worden uitgeoefend. En inderdaad, als er
antidiscriminatiewetgeving wordt gestemd, op een democratische
manier, als zoiets als het recht op inschrijving ook in de wet staat
beschreven, of die principes die in de wet staan, ook praktijk zijn.
Ik denk dat het een goede zaak is dat dit gebeurt. Wat niet wegneemt
dat een zekere bezorgdheid over ‘wat is nu de draagkracht van
leerkrachten van scholen’ op zijn plaats is.
En laat dat nu ook net de reden zijn waarom we deze oefening doen.
Het is trouwens geen verplichte doorlichting of verplichte screening
van alle scholen in Gent; het is een aanbod dat wij doen naar de
Gentse scholen. Er kunnen er honderd vrijwillig intekenen.
Wat wij eigenlijk doen in dit onderzoek is aan de leerkrachten
vragen hoe zij ernaar kijken. Hoe zij kijken naar de heel grote
diversiteit die er vandaag is in de klas. Dat gaat zowel over
leerlingen met een andere thuistaal dan het Nederlands, als over
kinderen met een brede migratie-achtergrond, als over kinderen uit
een sociaaleconomisch zeer zwakke thuissituatie als over kinderen
32
met gedragsproblemen of leerstoornissen. Er is een zeer grote
diversiteit vandaag aanwezig in de Gentse, trouwens niet alleen in
de Gentse, maar in heel veel klassen en scholen in Vlaanderen.
Wat wij hier gaan doen is aan leerkrachten vragen: hoe ervaar je
dat? Hoe sta je tegenover die diversiteit? Wat vind jij nu dat de
opdracht van het onderwijs hierin is? En voel je je ook voldoende
gewapend om daarmee aan de slag te gaan? En wat heb je nodig als
leerkracht en wat kunnen we voor jullie doen om ervoor te zorgen dat
het op een nog betere manier zou kunnen?
Het zijn de leerkrachten zelf die dan aangeven: ik vind eigenlijk
dat ik op dat vlak goed bezig ben en dat ik daar ook voldoende
ondersteuning voorhanden heb, dat ik dat absoluut de baas kan of
niet. Het zijn de leerkrachten zelf die we daar om hun mening
vragen. Het is niet zo dat wij daar van bovenaf gaan zeggen: kijk,
dat is nu de standaard, dat is nu de lat, wij gaan u daar een keer
aan meten en daar allerlei straffe gevolgen, laat staan juridische
uitspraken, aan gaan binden, als je dat niet haalt.
Integendeel, onze houding is er net een van heel hard waarderen van
de positie van de leerkracht. We gaan luisteren wat zij zelf
aangeven dat de noden zijn, om dan, in een volgende fase, effectief
te gaan aanbieden: hoe kunnen we jou hier nu in helpen en gaan
ondersteunen? En ik denk dat leerkrachten en ook ouders van die
leerlingen, die inderdaad in al onze scholen en klassen, gelukkig
maar, terug te vinden zijn, die als eerste nood hebben aan goede
ondersteuning, daar alle baat bij hebben en ook zelf vragende partij
zijn, van: alstublieft zorgt u ervoor dat wij leerkrachten daar nog
beter toe in staat gesteld worden. En ik denk dat het zeer mooi is
dat wij daar ook als Stad Gent een steentje aan kunnen bijdragen. Ik
denk dat het een zeer positief en ondersteunend verhaal voor onze
Gentse scholen en onze Gentse leerlingen kan zijn.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dank u wel, mevrouw de schepen. U vraagt nog het woord, mevrouw? Alstublieft.
33
Mevrouw Wis Versyp. Heel kort, mevrouw de schepen. Ik begrijp dat u het goedvindt dat een rechter beslist wat er met een kind in een
school gebeurt. Dus dat de mening van de school er niet meer toe
doet. Nu, wij zullen niet tegenstemmen, wij zullen ons onthouden,
want ik heb gelezen dat er evaluaties komen en we zullen zien wat er
gebeurt. Wij zullen de kat uit de boom kijken.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Goed, we gaan stemmen over dit punt.
(Stemming punt 30)
Punt 31
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Overeenkomst betreffende de toekenning van een investeringssubsidie voor de
aankoop van een pand in de Maria-Theresiastraat te Gent ten behoeve
van een jeugdhuiswerking. Hier ligt een goedkeuring voor. Collega
Sleurs.
Mevrouw Elke Sleurs. Een stemming, alstublieft.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Een stemming van dit punt.
(Stemming punt 31)
Punt 34
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dienst Wonen, punt 34 van onze agenda. Addendum bij de subsidieovereenkomst
'Doorgangswoningen voor erkende vluchtelingen voor de periode 1 juni
2018 tot en met 31 januari 2019'. Hier ligt een goedkeuring voor,
collega’s. De heer Deckmyn vraagt de stemming. Mevrouw Sleurs ook?
(Stemming punt 34)
34
Punt 35
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dat brengt ons bij punt 35 van onze agenda. Nieuw subsidiereglement projectoproep
Taskforce Wonen. Hier ligt een goedkeuring voor. De stemming wordt
gevraagd. U wilt tussenkomen? De heer Van Braeckevelt, alstublieft.
De heer Bram Van Braeckevelt. Dank u wel, voorzitter. Collega’s, we weten dat we jammer genoeg niet vrij zijn van de overal aanwezige
wooncrisis. Stel je dan eens voor dat ge een jongere, 18 jaar, komt
net uit de jeugdzorg, nog moet helpen om te zoeken naar een
geschikte en betaalbare woonst. Ieder van ons weet dat dit niet
eenvoudig is. Een huzarenstuk, zo niet bijna onmogelijk. Daar wil
dit subsidiereglement aan tegemoetkomen.
Ja, het is ook duidelijk dat we hiermee alle problemen niet gaan
oplossen, maar wanneer op de Taskforce Wonen blijkt dat het voor het
geëngageerde middenveld aardsmoeilijk is om hun begeleidingswerk,
wat toch de corebusiness is van hun job, te kunnen doen bij gebrek
aan kwalitatieve en betaalbare huisvesting, dan is het goed, dan is
het zelfs noodzakelijk dat we creatief op zoek gaan naar
oplossingen.
Met dit subsidiereglement willen we hun zoektocht faciliteren en het
aanbod naar de doelgroep op de private markt toch wat openbreken,
met respect uiteraard voor de Vlaamse normeringen en voorwaarden uit
het huurdecreet.
Onze fractie hoopt dan ook dat, dankzij dit reglement voor jongeren
uit de jeugdzorg en voor erkende vluchtelingen, die zoektocht naar
een geschikte woning niet langer zomaar uitzichtloos zal blijven en
zijn.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dank u wel, collega. Zijn er nog collega’s? Mijnheer de schepen, collega Taeldeman.
35
De heer Sven Taeldeman, schepen. Dank u wel, mijnheer de voorzitter en dank, mijnheer Van Braeckevelt, om toch even bij dit punt stil te
staan. Ik denk dat u dat terecht gedaan hebt.
U weet, collega’s, dat wij een jaar geleden, gezien de wooncrisis
die er in Gent is, een Taskforce Wonen hebben opgericht. De
doelstelling daarvan is om aan een aanbodverruiming te doen van
kwalitatieve, betaalbare huurwoningen. Dat is de doelstelling. Men
kan daar een onderscheid maken tussen maatregelen op middellange
termijn, waarbij we trouwens bij de bijeenkomst van de Taskforce
Wonen komende donderdag uitgebreid zullen gaan stilstaan, en
anderzijds, voor de mensen die in de meest precaire situatie zitten,
antwoorden zoeken op korte termijn. We zoeken naar het beschikbare
aanbod aan woningen in Gent, om die te kunnen inzetten voor de heel
kwetsbaren onder ons, voor die mensen voor wie het bijna dagelijks,
of op een moment dat ze inderdaad uit een beschermde situatie komen,
uit de jeugdzorg, dreigen op straat te komen. Waar zijn keuze is
tussen wonen of niet wonen.
Wel collega’s, vandaag leggen we hier een aantal maatregelen aan u
voor van de Taskforce Wonen. Resultaten van een jaar keihard werken,
met elke betrokkene, zal ik maar zeggen, in Gent, die bezorgd is
rond wonen in Gent. En dat gaat over de overheid, dat gaat over
overheden, dat gaat over huisvestingsmaatschappijen, maar dat gaat
ook over middenveldorganisaties en inderdaad ook private
organisaties. Dames en heren, organisaties die bouwen aan Gent en
die het aanbod moeten gaan voorzien. En vanavond ligt inderdaad een
aantal voorstellen aan u voor, waaronder deze oproep naar het
middenveld. Er zijn middenveldorganisaties die inderdaad middelen
hebben om die personen te gaan begeleiden om te gaan wonen, maar
waar het ontbreekt aan degelijke woningen om die mensen in te laten
wonen. Wel, met een bescheiden budget, daar moeten we eerlijk in
zijn, kunnen wij minstens zeven organisaties in het Gentse gaan
subsidiëren om een woning in orde te maken, waar dan één, twee, drie
of zelfs vier mensen kunnen gaan gehuisvest worden.
36
Dat is nu net een voorbeeld van waar we in Gent naar op zoek zijn.
Het inschakelen van het betaalbare aanbod aan woningen in Gent voor
de mensen in precaire situaties. Trouwens, het agendapunt van
daarnet, dat we zopas goedgekeurd hebben, Vesalius Hogeschool, neem
daar een voorbeeld aan. Dat is aanbod dat aanwezig is, dat anders
dreigt leeg te staan. Wel, dat gaan we inzetten voor mensen in
precaire woonsituaties in Gent. Dat zijn twee dossiers, twee groepen
van mensen in precaire situaties, die we op die manier in Gent
kunnen helpen en waar ik denk ik namens het college trots kan zijn,
samen met dat middenveld ook, om die resultaten aan u te kunnen
voorleggen van een jaar werken van de Taskforce Wonen. En we gaan
uiteraard verder op die weg.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dank u wel, collega Taeldeman. Collega’s, we gaan over tot stemming op dit punt, punt
35.
(Stemming punt 35)
Punt 36
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Reglement voor
tijdelijke inname van het terrein Buitensingel-Hurstweg, model van
gebruiksovereenkomst. Een goedkeuring, collega’s. Wie vraagt het
woord? Collega Deckmyn. Alstublieft, collega Deckmyn.
De heer Johan Deckmyn. Mijnheer de voorzitter, collega’s, ik ben in september reeds tussengekomen over de problematiek van de Roma aan
de Galveston Site. En ik blijf keer na keer vaststellen dat men geen
oplossingen vindt voor de problematiek waarmee we sinds jaren al
geconfronteerd worden. Ik stel vast dat we alleen maar lapmiddelen
gebruiken. En dit is er zo een. Het besluit dat hier voorligt is
zo’n lapmiddel.
De Stad Gent stelt het terrein op de site Buitensingel-Hurstweg ter
beschikking aan een groep Oost-Europeanen, die eigenlijk daarmee
beloond worden voor hun illegale bezetting van dit terrein. Het is
37
niet toevallig dat Gent het paradijs is voor de Roma. Ze krijgen
hier inderdaad de faciliteiten waarover op internationale media
wordt bericht. Dit initiatief zal dus opnieuw voor een extra
aanzuigeffect zorgen voor andere Roma, die maar al te goed beseffen
dat ze in Gent hun geluk kunnen vinden.
Een belangrijk gegeven in voorliggend besluit is het feit dat men
stelt dat er tussen De Lijn en de Stad Gent nog geen, ik citeer:
“overeenkomst van precaire bezetting en gebruik van terrein” is. En
dat is een opschortende voorwaarde. Dus u moet zich goed
voorstellen: niet alleen gaat men een illegale bezetting
legaliseren, maar ge legaliseert bovendien deze bezetting onder een
opschortende voorwaarde. Kafka kan hier een puntje aan zuigen.
En ik heb het al eerder gezegd: wat moeten de vele Gentenaars denken
die het al jaren moeilijk hebben en horen dat daar quasi voor niets
water en elektriciteit wordt uitgedeeld aan mensen die zich op een
onwettelijke manier toegang verschaffen tot een domein?
Het beleid dat deze stad al jaren voert, heeft er enkel voor gezorgd
dat er meer Roma naar Gent komen. En nu geraakt de stad er eigenlijk
zelf niet meer aan uit. De problemen blijven niet enkel aanslepen,
ze verergeren. En door de blijvende toestroom van die Roma worden
die problemen, zoals ik daarnet zei, ook alleen maar groter. En er
zijn geen oplossingen, integendeel!
De burgemeester stelde trouwens dat, wie zich niet aan de afspraken
houdt, eruit moest. Maar de steeds weerkerende vraag die ik ook twee
maanden geleden gesteld heb is: als ze eruit moeten, waar moeten ze
naartoe? Ik heb daar geen antwoord op gekregen. Of toch? Ik heb wel
een antwoord gehad op het einde, van de burgemeester, eigenlijk zou
ik het moeten opzoeken op de band, maar die gewoon zegt dat ze hun
plannen moeten trekken. Dat is het beleid in Gent. We proberen
pappen en nathouden, we gunnen ze hun illegale domein en de rest,
die daar niet kan zijn, die moeten hun plan maar trekken. Wat zij
gaan doen? Wel, die zullen dan misschien aan domein het Routje aan
38
de Muide terechtkomen. Die zullen in kraakpanden terechtkomen. Doe
maar! Dat is de boodschap van deze stad.
Ik heb daar antwoorden op gevraagd, de vorige keer. Ik vraag hier nu
ook antwoorden op. Ik vrees alleen dat ik ze opnieuw niet ga
krijgen, want men weet natuurlijk niet waar men met deze
problematiek heen moet.
En er zijn al vele zaken geprobeerd, maar die Roma blijven
eenvoudigweg niet integreren in onze stad en ze blijven toekomen. En
ik stelde twee maanden geleden al: dat is geen nieuw experiment,
hetgeen dat voorligt. Dat is een experiment dat men ook al
geprobeerd heeft aan de Muide in het Sint-Theresiaklooster. En dat
is mislukt. En dat experiment dat nu voorligt, is eigenlijk een
doorslagje van dat mislukte experiment.
En ik zou na deze twee maanden die er liggen tussen mijn
interpellatie en dit besluit toch opnieuw de vraag willen stellen,
bepaalde vragen, niet alle vragen, in de hoop dat ik deze keer wel
een antwoord krijg op de vragen. Ik zou willen weten: de Roma die
zich na enkele weken aansloten in het reeds bestaande Romakamp aan
de Galveston Site, die meer dan die oorspronkelijke 54 waren, die
moesten dat kamp verlaten. Ze mochten niet meedoen aan het project.
Ik wil hier nu nog een keer uitdrukkelijk vragen: heeft de stad
zicht op waar mensen naartoe waren? Waar zijn ze naartoe? Want ge
hebt gezegd: ge moogt hier niet zijn. Wel, waar zijn ze? Ik zou daar
graag een antwoord op willen.
Er zijn toen ook betonblokken geplaatst om te verhinderen dat er nog
meer caravans bijkwamen. Ja, die caravans die erbij gingen komen,
waar zijn die? Ik heb onlangs ook, ik denk dat het in het nieuws
was, gehoord dat er weer wat caravans aan de Muide terechtgekomen
waren, op een andere plek. Is het daar dat een paar van die caravans
naartoe gaan? Of zijn ze naar andere sites? Waar gaan ze naartoe?
En dus ja, het was een tijd geleden nog onduidelijk hoeveel van die
honderd aanwezige Roma van die Gentse gunsten konden genieten. Ik
39
neem aan dat dit nu wel duidelijk is, dat men nu toch wel een goed
afgebakende lijst van personen heeft. Ik hoop hier een antwoord te
krijgen op de vraag: is het nu duidelijk? Wie is daar? Wat zijn de
afspraken? Hoeveel Roma zijn er gebleven en opnieuw: waar is de rest
naartoe?
Dan gaat u zeggen: oké, die afspraken waar u naar vraagt staan in
dit document, in dit raadsbesluit. Dat brengt mij tot bijkomende
vragen natuurlijk, want ik heb dat raadbesluit er eens op nagekeken.
Er zijn heel wat gebruiksvoorwaarden. Paragraaf 6 van de
overeenkomst, daar staat toch a, b, c en nog heel wat andere zaken.
Zaken die toegelaten zijn, zaken die niet toegelaten zijn, het is
een waslijst van wat mag en wat niet mag.
Ten eerste: die mensen zijn de taal wellicht niet machtig. Hoe wordt
dat naar hen gecommuniceerd? Want ge kunt wel zeggen: hier is het
lijstje wat ge moogt en niet moogt doen. Ik denk niet dat die mensen
dat lijstje gaan lezen! Hoe wordt dat gecommuniceerd naar die
mensen? En vooral: hoe wordt er op gecontroleerd? Dat vraag ik me
toch wel eens af.
Het is niet alleen maar de gebruiksvoorwaarden, het zijn ook andere
zaken, zoals huisvuil. Want men zegt: strikte regels omwille van de
ophaling van het huisvuil. Wat ze moeten doen met hun huisvuil en
dergelijke meer. We hebben een paar dagen geleden in de krant mogen
lezen wat die andere Roma doen, aan ’t routje aan de Muide met hun
huisvuil. Wel, er is daar een muurke en ze zwieren het erover. En
wat gebeurt er? IVAGO komt het telkens weer opkuisen. Mensen worden
niet terechtgewezen. Neen, ge moogt dat niet doen. Ge moogt uw
huisvuil niet zomaar daar deponeren. En wat gebeurt er? Ze doen het
toch. En wat doet de stad? Ze laat IVAGO het daar wegnemen. Geen
consequenties.
Wel, dan vraag ik mij af wat voor consequenties er aan die regels
gaat gegeven worden. Ik vrees dat hier geen consequenties, dat er
zelfs met moeite controle gaat zijn op de naleving van deze
40
regelkes. En dat al die letterkes die hier instaan, dode letters
zijn.
Voor Vlaams Belang is het duidelijk: er moet eens zwaar ingezet
worden op een kordaat ontradingsbeleid, in plaats van te doen wat
men nu doet: pappen, nathouden en zorgen voor extra aanzuigeffecten.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Collega Sleurs.
Mevrouw Elke Sleurs. Dank u wel, voorzitter. Collega’s, er wordt ons gevraagd deze avond om een gebruiksreglement voor het kampement van
de Romagezinnen die hun kampement hebben opgeslagen goed te keuren.
Het kampement in kwestie is zelf illegaal. Het is er gekomen zonder
toestemming van de eigenaar en het gebied is ook geen woonzone. Dat
de stad via dit gebruiksreglement en ook via het afleveren van een
omgevingsvergunning de gegroeide situatie wil regulariseren, stuit
ons toch tegen de borst.
Ik denk dat we er mogen van uitgaan dat de kosten finaal grotendeels
door de gemeenschap zullen gedragen worden. In elk geval, het zich
niet houden aan regels die voor alle burgers van deze stad gelden,
wordt op deze manier beloond. Wij hebben daar toch wel vragen bij.
Deze manier van handelen, een uitzonderingsbeleid, is voor onze
fractie niet correct.
We vragen ons ook af of er met de buurt, de mensen van de
Limbastraat, de omliggende bedrijven, overleg is geweest over deze
aanpak. We beseffen natuurlijk dat de problematiek niet gemakkelijk
is. Verschillende diensten hebben zelf aangegeven dat deze gezinnen
moeilijk te begeleiden zijn. Op vlak van onderwijs voor de kinderen,
op vlak van opleiding, activering, op vlak van het vermijden van
overlast. En we begrijpen dus dat het als lokale overheid niet
makkelijk is om dit in goede banen te leiden.
Maar anderzijds stellen we toch ook vast dat we vermoedelijk de
enige Vlaamse stad zijn die met dergelijke kampementen word
41
geconfronteerd. Het gaat niet alleen om volwassenen, maar wel
degelijk over gezinnen met kinderen. En dit project duurt één à twee
jaar en kinderen die in die omstandigheden moeten leven, daar hebben
wij toch ook grote vragen bij.
Met N-VA kunnen wij deze aanpak, het inrichten van een compleet
alternatief circuit, toch niet goedkeuren. Gent heeft een breed
scala aan sociale diensten, aan voorzieningen die voor oplossingen
kunnen zorgen. Ik stel voor dat een andere aanpak wordt uitgewerkt
en dat daarvoor naar andere steden of andere landen zal gekeken
worden. Deze aanpak is voor ons niet de juiste weg.
Ook zouden wij willen vragen aan de gemeenteraad en aan het bestuur
om ons op de hoogte te houden van de voortgang van dit project. Dit
kan bijvoorbeeld met de voortgangsrapportage per kwartaal of de
commissie Welzijn. En ik hoop dat het college daarmee kan instemmen.
Maar op de maatregelen zelf zullen wij als N-VA-fractie
tegenstemmen.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Collega Taeldeman. U hebt het woord, alstublieft.
De heer Sven Taeldeman, schepen. Ja collega’s. Ik heb daarnet verwezen naar de Taskforce Wonen. Wel, hier ook. Hier gaat het over
een groep van inwoners in Gent of van bewoners van het grondgebied
van Gent, die inderdaad in precaire levensomstandigheden,
woonomstandigheden wonen. En ja, wij zijn ook bezorgd over die
kinderen, mevrouw Sleurs en ook over die volwassenen die daarin zeer
precaire omstandigheden wonen.
En dan kan je de vraag stellen: wat ga je daarmee doen? Ga je ze
wegjagen? Gaat ge uw kop omdraaien en het niet gezien hebben? Wij
gaan nu een experiment opzetten, dat klopt, op dat terrein, waarvoor
we nota bene, mijnheer Deckmyn, vandaag de ondertekende overeenkomst
van De Lijn hebben binnengekregen, die we normaliter deze week op
het college ook gaan agenderen. Dus om op dat terrein inderdaad een
42
experiment op te zetten voor de bewoners van dat terrein, bewoners
die al het langst gekend zijn in Gent.
Dat gaat over 56 bewoners op dat terrein van De Lijn, waar inderdaad
betonblokken gezet zijn om te vermijden dat er een verdere aangroei
of een va-et-viens zou ontstaan van caravans. Daar is het inderdaad
de bedoeling om, mits er een heel kordate begeleiding is, de mensen
toe te leiden naar de reguliere systemen.
Want, wat is natuurlijk de bedoeling, mijnheer Deckmyn, van dit
systeem? Dat we uiteraard geen mensen in precaire woonomstandigheden
in Gent hebben. Dit is Gent onwaardig. Vandaar dat we naar
oplossingen moeten zoeken. Dit is een experiment voor die netjes
bepaalde groep van bewoners om die naar het reguliere wonen, naar
reguliere school gaan en naar regulier werk zoeken en werk hebben te
gaan begeleiden.
Het zal onder een strakke begeleiding zijn. U kan dat trouwens ook
terugvinden in de documenten. Er is iemand aangeduid bij de Dienst
Wonen die voor een dagelijkse opvolging zorgt van die groep mensen.
Er is de Dienst Outreachend Werken die contact heeft met die
specifieke doelgroep, die ook voor de nodige vertaling en zo meer
van bepaalde vragen en antwoorden waar we en ze mee zitten, kan
zorgen. Dus er is een intense begeleiding voorzien.
Binnen de stad is er dan naast die twee diensten die ik al opsomde,
ook een begeleiding voorzien met de diensten van de burgemeester en
inderdaad met een heel gamma aan diensten, zodanig dat we kort op de
bal kunnen opvolgen en ook politiek. Ik denk dat al mijn collega’s
hier vooraan kunnen getuigen dat wij een heel kort op de bal
politieke opvolging hebben van de Taskforce Wonen, maar ook van deze
groep in precaire woonomstandigheden.
En inderdaad, er is een nulmeting gebeurd om aan te duiden welke
mensen op dat terrein kunnen blijven en andere mensen kunnen niet op
dat terrein blijven.
43
U verwees bijvoorbeeld ook, mijnheer Deckmyn, naar de caravans op de
Kajuitstraat. Dat gaat welgeteld over één caravan. Maar wel over,
hoe zal ik het zeggen, gegroeide barakken, als ik het zo mag
omschrijven. En ook daar zijn wij nu aan het kijken, deze dagen,
welke personen daar geïdentificeerd kunnen worden om daar dan ook te
kijken hoe we daar verder met die groep aan de slag kunnen gaan.
Voilà.
Ik denk dat ik eigenlijk ook antwoord heb gegeven op de vragen van
mevrouw Sleurs. Het is zoals bij elke Gentenaar. Er is een breed
scala aan diensten die mensen kunnen bereiken of waar ze moeten
naartoe geleid worden om zo in het reguliere circuit terecht te
komen. Dat is de bedoeling om uiteindelijk uiteraard geen mensen in
precaire woonsituaties in Gent te hebben.
Er is ook voorzien in een tussentijdse evaluatie. Dit loopt tot
31 augustus 2019. Er is een tussentijdse evaluatie en uiteraard ook
een evaluatie naar het einde van het traject toe voorzien. U verwees
naar iets gelijkaardigs, mevrouw Sleurs. Wel, dat is ook voorzien.
We hebben een dagelijkse monitoring, we hebben een opvolging waarbij
we ongeveer twee- à driewekelijks met die beheersgroep de zaken
opvolgen en er is dan een halftijdse evaluatie en een evaluatie op
het einde ook voorzien, van dit tijdelijke project.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. De heer Deckmyn.
De heer Johan Deckmyn. Ja mijnheer de voorzitter, mijnheer de
schepen. Vooreerst stel ik dat het geen groepen bewoners zijn. We
spreken hier wel over een illegale bezetting, die onder opschortende
voorwaarden eigenlijk goedgekeurd wordt. Dus allez, ik heb daar
eerst verwezen naar Kafka. Dat is wel een heel vreemde situatie waar
we ons nu in bevinden.
En dat vind ik de beste, dat is onwaarschijnlijk, de schepen die
zegt: “Mijnheer Deckmyn, we gaat ge doen? U gaat ze wegjagen”.
Meneer de schepen, wat hebben wij gunder gedaan? Ge hebt er 54. 54
mochten daar blijven. Er waren er meer dan honderd. Wat hebt u met
44
die anderen gedaan? Ge hebt ze ook weggejaagd, hè? En als de
burgemeester vroeg: waar zijn ze naartoe? Dan was er geen antwoord.
“Ze moeten hun plan maar trekken”, dat was het antwoord.
Dus mij geen lesjes komen leren, van: mijnheer Deckmyn, wat moet ik
ermee doen? Gaat gij ze wegjagen, misschien? Ge hebt er zelf meer
dan de helft weggejaagd. Alstublieft, dit vind ik er echt zwaar
over. Maar ja, het is een experiment.
Maar ik beklemtoon nog een keer: het is een herhaling van een
mislukt experiment aan de Muide. De burgemeester heeft mij toen een
leugenaar genoemd, twee maanden geleden. Ik heb dan geciteerd uit
een artikel, waar collega Coddens effectief bevestigd heeft dat het
een mislukt experiment was, met enige nuance achteraf, dat geef ik
wel toe, tijdens het debat. Maar bottom line: het was een mislukt
experiment. En dan nu spreken van een experiment. Met mijn weten,
als ge experimenteert en dat mislukt, dan doet ge geen nieuw
experiment meer over hetzelfde. Ja, tenzij ge dan volhardt in
boosheid. Maar wie ben ik om dit te beweren, natuurlijk.
En dan ja, het ultieme argument natuurlijk: we mogen mensen niet in
precaire omstandigheden laten leven en we moeten ervoor zorgen dat
we ze kunnen toeleiden naar jobs, naar woningen en dergelijke meer.
Ik vind dat allemaal mooi, hè. Maar die situatie bestaat al jaren.
Het is niet nieuw. En wat mij vooral echt tegen de borst stuit is
dat ik door de jaren heen al regelmatig telefoons heb gekregen,
brieven hebben gekregen, van mensen die op straat staan, die in hun
auto moeten overnachten of niet weten wat ze met hun kinderen moeten
doen, omdat dan ouders misschien wel ergens nog kunnen overnachten,
maar die kinderen dan op straat zouden staan. Dus dan laten ze de
kinderen ergens overnachten en moeten zij op straat overnachten. Dat
zijn allemaal Gentenaars die ook in precaire omstandigheden leven.
Daar zijn blijkbaar geen experimenten genoeg voor, zeker. Ik weet
het niet, maar ik vind dat behoorlijk triest.
En dan tenslotte natuurlijk: proficiat, mijnheer de schepen, wat ge
nu gestart zijt, naar aanleiding van een paar artikels, met mensen
45
te gaan identificeren aan de Muide. God nog aan toe, ik denk dat ik
al zes jaar of acht jaar over die kampementen bezig ben. Ik heb daar
al schriftelijke vragen, mondelinge vragen, interpellaties over
gesteld. En ja, ik was altijd een doemdenker. De onheilsprofeet, de
racist. Allez, altijd al fout, maar blijkbaar, hetgeen ik gezegd
heb, blijft duren. Er komen geen oplossingen voor. Ja sorry dat ik
dan de pijnlijke taak heb om u erop te wijzen dat jullie je werk
niet goed doen. Er zijn zes jaar geleden verkiezingen geweest waarin
er veel beloftes gemaakt zijn. Er zijn nu weer verkiezingen geweest
waar ik dezelfde beloftes heb gehoord. Sorry, zo werkt het niet.
Maak er alstublieft een keer werk van.
Maar in eerste instantie verlang ik, wat de Roma betreft, dat de
problematiek waar we nu mee geconfronteerd worden, waar we al zes,
acht of al meer dan tien jaar mee geconfronteerd worden, opgelost
wordt. En die gaat niet opgelost worden op de manier waarop u nu
bezig zijt. Die kan alleen maar opgelost worden door ervoor te
zorgen dat er een sterk ontraden is, dat ervoor zorgt dat die Roma
niet meer naar hier komen. Maar initiatieven zoals ze hier
voorleggen, zorgen alleen maar voor een aanzuigend effect.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Collega Sleurs, u
vraagt het woord. Alstublieft.
Mevrouw Elke Sleurs. Dank u wel, voorzitter. Mijnheer de schepen, dank u wel voor uw antwoord, maar zoals gezegd zullen wij het
voorliggend reglement niet goedkeuren, omdat wij niet kunnen
akkoordgaan met het volledig aparte circuit dat wordt opgelegd. Maar
we zullen dit nauw opvolgen en ik hoop echt dat de evaluaties die u
zegt te gaan doen, ook wel degelijk naar de commissie naar deze raad
zullen komen, zodat we dat heel nauw kunnen opvolgen, zodanig dat we
evoluties van die gezinnen, maar ook wat in de ganse buurt moet
verdragen van overlast, nauw kunnen opvolgen.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Punt 36 collega’s,
ligt voor ter stemming.
(Stemming punt 36)
46
Punt 37
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning, punt 37, omgevingsvergunning voor de heraanleg
van de bestaande parking aan het Maaltebruggepark tot een
volwaardige P&R met openbaar onderzoek Maaltebruggepark, 9052
Zwijnaarde. Een zaak van de wegen. Hier ligt een goedkeuring voor,
collega’s. Mevrouw, u vraagt het woord? Alstublieft.
Mevrouw Wis Versyp. Dank u wel, mijnheer de schepen. Park-and-rides zijn in Gent altijd zeer belangrijk geweest, zeker als
randvoorwaarde bij het circulatieplan. En park-and-rides zijn
prioritair en onmisbaar in het stimuleren van meer gebruik van het
openbaar vervoer. Wij zijn dus zeker akkoord met een betere aanleg
van die parking daar aan het Maaltebruggepark, die er nu zeker niet
optimaal bijligt.
In het dossier staat: heraanleg tot een volwaardige parking. Wij
vinden het dan ook spijtig dat u, in plaats van van de gelegenheid
gebruik te maken om daar wat meer plaatsen te creëren, veel mensen
van buiten Gent kunnen tot daar met hun auto komen, daar weer enkele
plaatsen schrapt. Dat er plaats is voor een fietsenstalling, dat is
maar heel normaal. Daar staan wij volledig achter. Die parking ligt
daar in een vrij groene omgeving, vlak bij het Maaltebruggepark. En
toch worden daar nog parkeerplaatsen opgeofferd om daar bomen bij te
zetten. En als ik het goed voor heb, spreekt u van één boom per vijf
parkeerplaatsen. Omgerekend zou dat op zeven bomen komen. En dan
vraag ik mij af: is dat daar op die plaats, die toch al wel echt
groen is, nodig dat je daar zeven bomen zet? Kan je dan niet kiezen
voor wat meer parkeerplaatsen en een paar enkele bomen langs de kant
van het water? Het ligt daar toch eigenlijk al heel groen?
Dus heraanleggen van die parking: volledig akkoord, maar wij noemen
het een beetje gemiste kans om daar een grotere parking te creëren
die op die plaats zeer goed van pas zou komen.
47
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Collega’s, nog andere tussenkomsten voor punt 37? Collega Watteeuw.
De heer Filip Watteeuw, schepen. Dank u, voorzitter. Mevrouw Versyp, u komt tussen omdat wij een park-and-ride kwalitatief willen
heraanleggen. En omdat er zomaar even vier parkeerplaatsen verloren
gaan. Vier! We hebben in de aanloop naar het circulatieplan het
aantal parkeerplaatsen, park-and-rideplaatsen opgetrokken van 800
naar 2400. Van 800 naar 2400! Dus 1600 extra. We zijn momenteel met
de verdere uitbouw bezig van park-and-rides rond het centrum met nog
eens, de komende jaren, 1200 extra park-and-rideplaatsen. Dus 1600
extra, er komen er 1200 nog een keer daarbovenop. En dat wij bij de
heraanleg van een park-and-ride, die we ook kwalitatief willen, een
fietsparkeerplaats voorzien, dat we daar een ruimere parkeerplaats
voorzien voor mensen met een beperking, en dat we daar een aantal
bomen voorzien. En die vier parkeerplaatsen zijn dan voor u een
drama. 1.600. 1.200 erbij, dus 1.600 erbij en nog eens 1200 erbij.
En dan komt u hier klagen over vier.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. U vraagt nog het
woord, mevrouw? Alstublieft.
Mevrouw Elke Sleurs. Mijnheer de schepen, ik ben geen dramaqueen. Ik maak daar geen drama van. Het geeft een globaal cijfer, ja, maar dat
lost het probleem daar niet op. En ik zeg: er is daar nu gelegenheid
om die parking wat uit te breiden. Mensen die van Deinze komen,
mensen die van al die kanten komen, kunnen daar parkeren. Dat is
toch wat u wil, dat men daar parkeert? En het openbaar vervoer is
vlakbij. Waarom profiteert u niet van de gelegenheid om daar een
grotere parking van te maken? Trouwens, daar werd vroeger heel
creatief geparkeerd, zoals men dat noemt. Dus het zal meer dan vier
plaatsen zijn, die daar verloren gaan.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. We gaan over tot de stemming, collega’s, van punt 37.
(Stemming punt 37)
48
Punt 52
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dat brengt ons bij punt 52, vastgestelde gemeentelijke aanvullende reglementen op het wegverkeer, rapportering over de periode 14 september 2018 tot en
met 11 oktober 2018, kennisneming. Dat is een kennisneming,
collega’s.
Mevrouw Elke Sleurs. Toch een indicatieve stemming, alstublieft.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Een indicatieve stemming? Dat kan.
(indicatieve stemming punt 52)
Punt 62
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Punt 62 en 63, collega’s, meldt de algemeen directeur mij dat we ze mogen afvoeren
van dit verhaal.
Punt 79
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Aanduiden van een
vertegenwoordiger van de Stad Gent in de algemene vergadering van de
vzw Bedrijventerreinmanagement Eiland Zwijnaarde. Een goedkeuring.
Goedgekeurd? Dank u wel.
Punt 80
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Voordracht van een vertegenwoordiger van de Stad Gent in de raad van bestuur van de vzw
Bedrijventerreinmanagement Eiland Zwijnaarde. Goedgekeurd.
49
IR1
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dat brengt ons,
collega’s, bij het voorstel tot raadsbesluit van raadslid Elke
Sleurs: Aanpassen politiereglement op de openbare rust en de
veiligheid. Alstublieft, collega Sleurs.
Mevrouw Elke Sleurs. Dank u wel, voorzitter. Collega’s, mevrouw de schepen, het voorstel van raadsbesluit gaat inderdaad over een
aanpassing van het politiereglement. Het politiereglement in verband
met het verbod op roofvogels. In januari 2018 werd het
politiereglement aangevuld met een verbod op roofvogels en dit
verbod is zeer ruim. Roofvogels kunnen op geen enkele manier nog
betrokken worden bij activiteiten op het openbare domein. Dit wordt
gestipuleerd in artikel 15 van dat reglement, dat ik niet volledig
ga voorlezen.
Maar dat strenge reglement wordt echter ook een hinderpaal voor
bepaalde tradities en dat is nu ook zeer onlangs duidelijk geworden.
Ook al bij de bespreking van het ontwerp hebben we inderdaad al,
mevrouw de schepen, dat is waar, een afwijking gevraagd naar
aanleiding van de Bavo-vieringen, begin oktober. En u hebt inderdaad
het reglement toen aangepast en een amendement gezocht dat dit kon.
Maar wat blijkt nu, begin november? In de Sint Gerolfkerk in Drongen
houdt de Hubertusvereniging Vlaanderen jaarlijks een Sint
Hubertusviering. Dit jaar viel die op donderdag 8 november. Daags
voor de viering kregen de organisatoren een e-mail van de Dienst
Toezicht van de Stad Gent om te melden dat het meebrengen van de
roofvogels in strijd is met het politiereglement, want het was niet
voorzien, zoals bij uitzondering bij de Bavo-viering. De
organisatoren hebben zich natuurlijk geschikt naar het reglement,
maar betreuren toch sterk dat zij moesten afwijken van deze
traditie.
50
Maar het is niet alleen traditie. Ik wil mij toch nader verklaren.
De Sint Hubertusvereniging heeft duidelijke argumenten waarom dat
reglement niet conform de huidige wetgeving is en ook niet conform
de huidige regelgeving van Vlaanderen.
Eerst en vooral: de valkerij is erkend door Unesco als immaterieel
cultureel erfgoed. Ik wil er u op wijzen, mevrouw de schepen, dat
het zelfs hier in Gent was, 2011 door toenmalig schepen Decaluwe,
dat Unesco met egards is ontvangen in het Gravenkasteel om dit als
erfgoed te verklaren.
Anderzijds stelt men ook, dus wat Unesco wel degelijk bepaalt, dat
dit in feite allemaal kan en ook het besluit van de Vlaamse regering
heeft uitzonderingen bepaald, waarbij roofvogels toch voor zulke
zaken kunnen gebruikt worden. Dat is niet het juiste woord, want ze
leven toch wel duidelijk in wisselwerking met de persoon die voor
hen zorgt.
Het is duidelijk dat inderdaad het politiereglement, ik ben nu even
aan het zoeken, heel strikt is en alles verbiedt wat de Unesco-
conventie, ik heb het hier, mijn excuses, stelt. “De Unesco-
conventie stelt dat de bescherming van het immaterieel cultureel
erfgoed betekent dat maatregelen getroffen worden die erop gericht
zijn de leefbaarheid van het culturele erfgoed te verzekeren,
inclusief de identificatie, documentatie, wetenschappelijk
onderzoek, bewaring, bescherming, promotie, versterking, overdracht
van het erfgoed, in het bijzonder door formeel en niet formeel
onderwijs en het revitaliseren van verschillende aspecten van het
erfgoed.”
En als we dat verder nagaan, staat het artikel 15 van het bestaande
politiereglement wel degelijk haaks op zowel de regeling van de
Unesco als ook op de regeling van 15 juni 2018, die door de Vlaamse
regering werd voorgesteld.
Vandaar mijn vraag dat de Stad Gent zijn regeling kan aanpassen,
zodanig dat ook de Hubertusvereniging Vlaanderen en Valkerij België,
51
die met heel veel respect voor deze roofvogels en zeker met respect
voor het dierenwelzijn met deze vogels omgaan, dit kunnen blijven
doen. Vandaar onze voorliggende motie van raadsbesluit.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Zijn er andere
collega’s die nog wensen tussenkomen uit de raad? Zo niet, dan is
het woord aan schepen Heyse. Alstublieft.
Mevrouw Tine Heyse, schepen. Dank u. Mevrouw Sleurs, waar u naar verwijst is inderdaad de Sint Hubertusviering. Het is zo dat wij
drie dagen voordat die Hubertusviering plaatshad, een bericht kregen
via een Gentse valkenier, dat dit stond te gebeuren. Dus in die zin
waren wij op de hoogte gebracht. Vandaar dat wij uiteraard, juist om
die organisatie niet in moeilijkheden te brengen, hun gecontacteerd
hebben en gewezen hebben op ons reglement.
Want inderdaad, in de gemeenteraad van 23 januari hebben wij een
verbod goedgekeurd om op een openbaar domein in gevangenschap
gehouden roofvogels en uilen tentoon te stellen en ermee te
paraderen, of om deze dieren op welke wijze dan ook te betrekken bij
de publieke evenementen. En dit gemeenteraadsbesluit werd
goedgekeurd op het moment dat er hiervoor geen Vlaamse regelgeving
bestond.
Nu, de gevraagde uitzondering is niet toegestaan, omdat het
politiereglement een verbod omvat om deze dieren op welke wijze dan
ook te betrekken bij publieke evenementen. We hebben een
uitzondering toegestaan. U hebt daar zelf ook naar verwezen.
Na herhaling van deze weigering richtten onze diensten ook een e-
mail aan de organisatoren, met het verzoek het politiereglement te
respecteren en deelnemers hiervan op de hoogte te stellen. Daar hebt
u ook naar verwezen. Wat de organisatoren vervolgens ook deden,
waarvoor dank. Zij hebben correct op die manier gereageerd. Maar ze
hebben ons ook gewezen op een nieuw besluit van de Vlaamse regering,
betreffend het welzijn van in gevangenschap gehouden roofvogels met
het verzoek om ons eraan te conformeren. In antwoord op dit
52
schrijven hadden we de Hubertusvereniging al meegegeven dat we
opdracht zouden geven aan onze Juridische Dienst om te onderzoeken
of en indien zo, in welke mate dit reglement dient te worden
aangepast aan deze regelgeving.
Nu goed, de Juridische Dienst heeft het besluit van de Vlaamse
regering grondig onderzocht en geanalyseerd en komt hierbij tot de
vaststelling dat het toepassen van het Vlaamse besluit beperkt is
tot het inzetten van roofvogels tot vermaak van het publiek en niet
van toepassing is op particulieren die houders zijn van een
roofvogel en voornoemd dier niet inzetten bij publieke evenementen.
En dit wordt zowel bevestigd door het advies van de Raad van State
als de Dienst Welzijn. Met andere woorden: je hebt inderdaad een
Vlaamse reglementering. Daar gaat het enkel over publieke
evenementen en niet over, wat wij ook regelen, hoe particulieren
daarmee omgaan.
Conclusie: het klopt dus in die zin dat het politiereglement zal
aangepast moeten worden. Dat klopt, want wat publieke evenementen
betreft is er nu die Vlaamse regelgeving en moeten wij ons
conformeren aan die nieuwe Vlaamse wetgeving.
Op zich ben ik ook uiteraard blij dat er een Vlaamse regelgeving is.
Ik betreur het zelf wel een beetje dat die minder ver gaat, omdat in
die wetgeving het vooral erop neerkomt dat het moet op tijd gemeld
worden, dus bijvoorbeeld minimaal vier weken vooraf, en er is nog
een aantal regels, en dan kunnen die publieke evenementen met
roofvogels doorgaan.
Dus in die zin, zelfs al was ons reglement geconformeerd aan de
Vlaamse regelgeving, die zeer recent is, die is pas verschenen in
augustus, dan nog had die Hubertusviering niet kunnen doorgaan, want
ze moeten het vier weken op voorhand aanvragen. Dat hebben ze niet
gedaan. We zijn eigenlijk maar via een omweg zelf op de hoogte
gebracht dat dit zou doorgaan. Maar goed, als ze dat op tijd gedaan
hadden, kon dat. Dat is een feit.
53
Belangrijk is wel dat, indien bij deze melding zou blijken dat er
niet afdoende maatregelen worden genomen teneinde de openbare
veiligheid maximaal te garanderen, de burgemeester nog steeds de
bevoegdheid geeft om in een individueel geval op basis van
artikel 135, paragraaf weet ik veel wat, deze demonstratie te
verbieden of er zelfs maatregelen op te nemen. Met andere woorden:
in principe kan het, maar als er zouden aanwijzingen zijn dat er een
probleem is rond veiligheid, dan kan het nog verboden worden.
Betekent dit nu dat we het roofvogelverbod integraal uit ons
politiereglement dienen te schrappen? Neen. Mijn voorstel is om het
roofvogelverbod in ons politiereglement niet op te heffen, maar te
beperken tot alles behalve het gebruik van roofvogels op publieke
evenementen. Dus waar eigenlijk de Vlaamse reglementering is en waar
we ons aan moeten conformeren.
Concreet betekent het dus dat wij het beperken tot wat niet onder
toepassingsgebied van het Vlaamse besluit valt. Dus paraderen met
roofvogels en dergelijke, dat zouden we nog altijd in ons
politiereglement willen opgenomen zien.
Goed, concreet: we zijn nu op het einde van de legislatuur.
Eigenlijk is het toch logischer dat de volgende legislatuur zich
uitspreekt, dat is mijn voorstel, om het wel degelijk gedeeltelijk
te laten bestaan. Ik vind het logisch dat een volgende legislatuur
zich daarover uitspreekt. Het is zo dat wij hoe dan ook, wie het ook
is, ons moeten conformeren aan de Vlaamse wetgeving. Met andere
woorden iets als een Hubertusviering kan, tenminste als men voldoet
aan de andere voorwaarde, namelijk vier weken op voorhand aanvragen,
enzovoort.
Dus in die zin, mevrouw, zou ik u willen voorstellen om uw voorstel
terug te trekken. Niet omdat we het niet eens zijn, want we moeten
ons erop verhouden. Maar eigenlijk zal per definitie de volgende
legislatuur zich daaraan moeten conformeren. Alleen zal dan nog
moeten bekeken worden: houden we het andere deel van het
politiereglement? Mijn voorstel zou zijn: ja. Maar goed, het lijkt
54
mij logisch om de volgende legislatuur dan een uitspraak over te
laten doen.
Hoe dan ook, we hebben tijd. In die zin is het ook niet dringend.
Die Hubertusviering is pas in november, dus ik denk dat we het aan
de volgende legislatuur kunnen overlaten om ons enerzijds te
conformeren aan de Vlaamse wetgeving, dan is het probleem opgelost
en anderzijds al dan niet te beslissen om toch het politiereglement,
dat breder gaat, wel te behouden. Mijn voorstel zou dat laatste
zijn, maar goed, dat is aan de volgende legislatuur om een uitspraak
over te doen.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Dank u, schepen
Heyse. Collega Sleurs.
Mevrouw Elke Sleurs. Dank u wel, mevrouw de schepen, voor uw
uitgebreide antwoord. Ik begrijp ook dat we inderdaad in een
bijzondere situatie zitten en dat het natuurlijk een volgend bestuur
zal zijn, maar ik roep u toch ook op, wie het dan ook moge wezen,
dat die toch in overleg gaan. We hebben inderdaad de Vlaamse
regelgeving. Die is heel duidelijk. Ik hoor dat u wat verder wenst
te gaan, maar ik zou toch voor die heel specifieke toepassing, waar
ik denk dat het dierenwelzijn absoluut niet in gevaar is,
integendeel, de dieren worden met heel veel liefde verzorgd met heel
veel respect voor de leefomgeving behandeld, willen oproepen om met
de Belgische valkerij en met de Sint Hubertusvereniging zeker in
overleg te gaan. Dus aan de volgende schepen van Milieu zou ik dat
zeer graag vragen, zodanig dat dit toch allemaal op een juiste
manier kan behandeld worden.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Schepen Heyse.
Mevrouw Tine Heyse, schepen. Ik wil gewoon even voor de volledigheid meegeven, mevrouw Sleurs, dat wij overleg hadden gepleegd. Het was
niet zo dat wij het reglement hadden gemaakt zonder overleg met hen
te plegen. Uiteraard kunnen daar nog altijd verschillen bestaan,
maar goed, die discussie, of wij daar nu blij mee zijn of niet, is
55
eigenlijk afgelopen, omdat we wat publieke evenementen betreft, ons
moeten conformeren. En dat zullen we, wie het ook zijn, moeten doen.
En de rest is denk ik debat voor later.
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Goed. U bent het
roerend eens. Dank u wel. Dus eigenlijk is het zonder voorwerp. Dank
u wel, collega Sleurs.
Punt 63
De heer Mathias De Clercq, schepen-voorzitter. Collega’s, we zijn op het einde gekomen van onze agenda, maar ik moet toch nog punt 63
oproepen. Dank u wel, mevrouw de algemeen directeur.
Ik had daarnet verwezen naar punt 62 en 63, maar punt 63 moet toch
nog opgeroepen worden, de notulen van de vergadering van de
gemeenteraad van 22 oktober 2018. Een goedkeuring, collega’s.
Goedgekeurd? Dank u wel.
Dan beëindigen we de open zitting van onze gemeenteraad en geven we
nu even de tijd aan de niet-raadsleden om naar buiten de zaal te
gaan. Dank u wel.
________________________
56