Stabiliteit en wijzigingen in een ecosysteem Werking van ecosystemen.

16
Stabiliteit en wijzigingen in een ecosysteem Werking van ecosystemen

Transcript of Stabiliteit en wijzigingen in een ecosysteem Werking van ecosystemen.

Page 1: Stabiliteit en wijzigingen in een ecosysteem Werking van ecosystemen.

Stabiliteit en wijzigingen in een ecosysteem

Werking van ecosystemen

Page 2: Stabiliteit en wijzigingen in een ecosysteem Werking van ecosystemen.

Waarvan hangt de stabiliteit af?

Populatiegrootte = groep organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied waarvan de leden zich onderling voortplanten.

Abiotische en biotische factoren hebben invloed.

Dynamisch of biologisch evenwicht = aantal organismen en soorten blijven min of meer gelijk in een goed functionerend ecosysteem;

kan verstoord worden; kan zich ook weer herstellen.

Stabiliteit van een ecosysteem

Dynamiek van een ecosysteem

Het nut van beheerswerken

Verschillen tussen pioniers- en climaxecosysteem

Dynamisch evenwicht in een zoetwaterplas→ zelfregeling→ eEen ernstige verstoring (bv. overbevissing)

Page 3: Stabiliteit en wijzigingen in een ecosysteem Werking van ecosystemen.

Welke wijzigingen kunnen zich voordoen?

Dynamiek van een ecosysteem: elke wijziging van een abiotische en/of biotische factor leidt tot verandering in een levensgemeenschap.

Bv. wekelijks gemaaid grasveld en hooiweide

Natuurramp of menselijke ingreep

Abiotische en biotische factoren sterk gewijzigd

Pioniersvegetatie Bij afwezigheid van organische stof of plantenzaden

(primaire successie) Bij aanwezigheid van organische stof of plantenzaden

(secundaire successie)

Climaxvegetatie evenwicht = climax

Stabiliteit van een ecosysteem

Dynamiek van een ecosysteem

Het nut van beheerswerken

Verschillen tussen pioniers- en climaxecosysteem

Page 4: Stabiliteit en wijzigingen in een ecosysteem Werking van ecosystemen.

Verschillen pioniers- en climaxecosysteem

Pioniers-ecosysteem

Climax-ecosysteem

Biomassa neemt toe blijft gelijk

Vegetatie één niveau meerdere niveaus

Biodiversiteit laag hoog

Voedselweb eenvoudig complex

Verandering abiotische factoren

sterk wisselend weinig

Stabiliteit van een ecosysteem

Dynamiek van een ecosysteem

Het nut van beheerswerken

Verschillen tussen pioniers- en climaxecosysteem

Page 5: Stabiliteit en wijzigingen in een ecosysteem Werking van ecosystemen.

Wat is het nut van beheerswerken?

• Alle gebieden zouden evolueren naar climaxvegetatie;

• unieke landschappen, zoals heidegebieden, zouden verdwijnen;

• verdwijnen van diersoorten.

Mens grijpt positief in: beheerswerken

Begrazing Plaggen Maaien

Stabiliteit van een ecosysteem

Dynamiek van een ecosysteem

Het nut van beheerswerken

Verschillen tussen pioniers- en climaxecosysteem

Page 6: Stabiliteit en wijzigingen in een ecosysteem Werking van ecosystemen.

Biologisch evenwicht schematisch voorgesteld

• Als de muizen onvoldoende voedsel hebben, sterven ze een aantal jongeren van de buizerd verhongeren minder buizerds;

• muizenpopulatie herstelt zich het volgende jaar door klein aantal buizerds aantal buizerds gaat weer toenemen.

Page 7: Stabiliteit en wijzigingen in een ecosysteem Werking van ecosystemen.

De leeuw (predator) oefent invloed uit op de populatie impala’s

Page 8: Stabiliteit en wijzigingen in een ecosysteem Werking van ecosystemen.

Wekelijks gemaaid grasveld Hooiweide

• Wekelijks gemaaid grasveld: hoge dynamiek weinig plantensoorten;• hooiweide: lage dynamiek veel plantensoorten kunnen overleven.

Page 9: Stabiliteit en wijzigingen in een ecosysteem Werking van ecosystemen.

Wilgenroosje

Vingerhoedskruid

Pioniersvegetatie = eerste vegetatie na een drastische wijziging van biotische en abiotische factoren.

Page 10: Stabiliteit en wijzigingen in een ecosysteem Werking van ecosystemen.

Jong bos

Struikgewas of struweel

• Pioniersvegetatie wordt verdrongen door struikgewas.

• Boomsoorten

Climaxvegetatie (etagegroei)

Page 11: Stabiliteit en wijzigingen in een ecosysteem Werking van ecosystemen.

Bosbrand: abiotische en biotische factoren zijn hier ernstig gewijzigd.

Page 12: Stabiliteit en wijzigingen in een ecosysteem Werking van ecosystemen.

Begrazing

• Schapen, gallowayrunderen en geiten worden ingezet;• in toom houden van: pijpenstrootje, jonge bomen en struiken;• stimulatie van struikhei.

Page 13: Stabiliteit en wijzigingen in een ecosysteem Werking van ecosystemen.

Struikhei verdwijnt zonder beheerswerken.

Page 14: Stabiliteit en wijzigingen in een ecosysteem Werking van ecosystemen.

Plaggen van de bovenste bodemlaag

Graafbij nestelt zich in het zandRupsendoder verstopt prooien in het zand

• Plaggen: verwijderen van de begroeiing, de strooisellaag, de bladgrond en de humuslaag veel voedingsstoffen zijn verwijderd uit de bodem.

• Insecten zoals de graafbij en de rupsendoder gedijen er goed.

Page 15: Stabiliteit en wijzigingen in een ecosysteem Werking van ecosystemen.

Biologisch evenwicht tussen algen en zoetwaterslakken

Verstoring van een biologisch evenwicht

• Zelfregeling: populaties worden zelf in stand gehouden = ecosysteem in biologisch evenwicht

Poelslak schraapt groenwieren van een voorwerp.

Page 16: Stabiliteit en wijzigingen in een ecosysteem Werking van ecosystemen.

Maaien

• Maaien op verschillende tijdstippen: tussen half mei en half juni en half september + afvoeren maaisel verschraling;

• in toom houden van snelle groeiers + beperken aantal plantensoorten.