Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1...

194
Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 Johan Brouwer bron Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1. W.J. Thieme, Zutphen 1946 (vierde druk) Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/brou016spra03_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn.

Transcript of Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1...

Page 1: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch.Deel 1

Johan Brouwer

bronJohan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1. W.J. Thieme, Zutphen 1946

(vierde druk)

Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/brou016spra03_01/colofon.php

Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermdzijn.

Page 2: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

II

Voorbericht.

Op verzoek van de Uitgevers W.J. Thieme en Cie heb ik deze Spaanse spraakkunstgemaakt, welke bestemd is voor allen die het hedendaagse, beschaafde Spaans(Castiliaans) willen leren. Hiertoe heb ik uit de beste schrijvers van deze tijd eengroot aantal zinnen bij elkaar gezocht, en deze heb ik als uitgangspunt van degrammaticale en syntactische opmerkingen genomen. Alle voorbeelden en alle zinnenuit de Spaanse oefeningen zijn dus aan goede, hedendaagse schrijvers ontleend, enzij zijn slechts opgenomen als het daarin vervatte taalverschijnsel als levend enalgemeen kan beschouwd worden. Voorzover ik weet is dit het eerste Spaanseleerboek dat dit beginsel als uitgangspunt heeft.Als aanvulling van deze spraakkunst zal een Spaans leesboek verschijnen, dat van

hetzelfde beginsel uitgaat en uit een keur van stukken uit goede, moderne werkenbestaat.

Voor uitvoeriger consultatie-werken, bijvoorbeeld voor de lectuur van schrijvers uitde Gouden Eeuw, verwijs ik naar de spraakkunst van de Spaanse Academie, en dewerken van Bello-Cuervo, Baist, Hansen, Wiggers e.a. Zij die Spaans leren met debedoeling dit te gaan onderwijzen mogen niet verzuimen o.a. de spraakkunst vanMontoliu,Gramática Castellana, 3 grados, Barcelona; Lenz, La oración y sus partes,Madrid; Lerch, Spanische Sprache und Wesensart, in ‘Spanienkunde’ Frankfort a.M., en het voortreffelijke werk van Krüger, Einführung in das Neuspanische, Berlijn,te raadplegen. Ik zou hen ook willen opmerkzaam maken op het boekje van F.M.Torner, La enseñanza del idioma, Madrid.

Ik betuig hierbij mijn dank aan Dr. G.J. Geers, met wien ik allerlei moeilijkevraagpunten uit de Spaanse spraakkunst heb besproken, en aan mejuffrouw A.E.C.Beunderman, die de eerste drukproeven heeft gecorrigeerd.J. BROUWER.'s-Gravenhage, Voorjaar 1937.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 3: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

III

Voorbericht bij de tweede druk.

In deze tweede druk zijn enige verbeteringen aangebracht en leemten in dewoordenlijsten zijn aangevuld. Ik betuig mijn vriendelijke dank aan degenen die meopmerkzaam hebben gemaakt op tekortkomingen. Met name zou ik den heer C.K.J.Breedveld, leraar Spaans M.O. te Rotterdam, willen bedanken voor de correcties entoevoegingen welke hij me heeft voorgesteld.

J.B.

Voorbericht bij de derde en vierde druk.

Op verzoek van wijlen mijn man is de heer C.K.J. Breedveld te Rotterdam zovriendelijk geweest nog enige verbeteringen en toevoegingen aan te geven die naarzijn mening gewenst waren. Voor zijn goede zorg in deze betuig ik hem hierbij mijnhartelijke dank.E.R. BROUWER-KLUYVER.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 4: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

IV

De uitspraak

Als grondslag van de uitspraakregels van het Spaans nemen wij de zeer verzorgdeuitspraak, de litterair gekuiste taal dus. Het is voor den vreemdeling het best zichdaaraan te houden. Een veelvuldig verkeer met Spanjaarden kan het oor openen voorde vele varianten van de werkelijk levende taal, waarvan de uitspraak niet ofnauwelijks door het schriftbeeld wordt bepaald.Wij raden den beginneling aan enigegramophoonplaten met declamaties herhaaldelijk af te draaien om de klankbeeldenin zich op te nemen.Het meest gezaghebbende boek over de uitspraak van het Spaans is deManual de

pronunciación española van T. Navarro Tomás1) hetwelk wij in dit beknopte overzichthoofdzakelijk volgen.Het Spaanse alfabet bestaat uit dertig letters als men de k enw, gebruikelijk slechts

in enige vreemde woorden en namen, mederekent, n.l. a, b, c, ch, d, e, f, g, h, i, j,(k), l, ll, m, n, ñ, o, p, q, r, rr, s, t, u, v, (w), x, y, z.

Klinkers

De a klinkt als de a van het Fr. part, of het D. was in betoonde lettergrepen, bijv.caro duur, el gasto de uitgave. Een weinig meer palataal, als in het Fr. patte, Eng.ask, klinkt de a in betoonde lettergrepen voor ch, ll, ñ en y, en de tweeklank ai, bijv,elmuchacho de jongen, la calle de straat, el año het jaar, el rayo de straal. Meernaar achter in de mond, tegen het zachte gehemelte aan, wordt de a uitgesprokenvoor j (= Ned. ch), g, l + medeklinker, voor u en o, bijv. bajo laag, el lago het meer,alto hoog, la causa de oorzaak, aún nog, el caos de chaos. Deze klank heeft de aook als het woord grote nadruk krijgt, bij declamatie en dergelijke.De niet betoonde a wordt in een gebonden woordgroep verzwakt uitgesproken,

bijna als onze stomme e.

De betoonde ewordt iets opener uitgesproken dan de e van het Fr. parler, dus tussenons ven en veen in, bijv. el peso het gewicht, el pecho de borst, el sello het zegel.In gesloten lettergrepen, voor c, l, p, r, rr, t, mp, nt, en in de tweeklank ei en eyklinkt de e

1) Uitgave Centro de Estudios Históricos, Madrid.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 5: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

V

als in ons woord rest, bijv. recto recht, el papel het papier, el concepto het begrip,el templo de tempel, la ley de wet.De onbetoonde e wordt in een gebonden woordgroep zwak uitgesproken.

De betoonde i klinkt in een open lettergreep iets minder gesloten dan onze ie vanniet (in: niet groot) bijv. el vino de wijn. In gesloten lettergreep klinkt de i meer alsde ie tussen vriend en vrind, bijv. el edicto het edict.Als de i van onsmooi, nooit klinkt de i in de tweeklanken ai, ei, oi bijv. el baile

de dans, el aceite de olie, estoico Stoicijns. Als de Fr. i van bien klinkt de i als zijde eerste klank van een tweeklank of drieklank is, bijv. tierno teder, variáis julliewijzigt.

De betoonde o klinkt ongeveer als de o van ons grove, iets minder gesloten dan hetFr. chose, bijv. la cosa de zaak. Voor een r, rr, j en in gesloten lettergrepen wordtde o als onze o tussen vort en voort uitgesproken. Evenzo in de tweeklank oi (oy)bijv. la torre de toren, la troj de graanzolder, el golpe de slag, soy ik ben.De onbetoonde o wordt in een verbonden woordgroep zwak uitgesproken.

De u klinkt als onze oe, bijv. puro zuiver, la junta de vergadering, de raad. Als onzew in de tweeklanken ua, ue, ui, uo bijv. la puerta de deur. Als onze kort uitgesprokenoe in de tweeklank au, eu bijv. la pausa de pauze.

Medeklinkers

De b (= la be) en v (ve) klinken gelijk. Men noemt de b dan ook wel b alta, zoalswij spreken van ‘lange ij’.De b en v klinken als onze zachte b aan het begin van een woord, vooraan de zin

of na een pauze, bijv. buenas noches goeden avond, vamos laten wij gaan, kom aan.Verder na n of m, bijv. invitar uitnodigen, ambos beiden.Tussen twee klinkers worden de b en v met niet geheel gesloten lippen

uitgesproken. De klank ligt tussen onze v en w in, bijv. el lobo de wolf, la veladade feestelijke avond. Deze zelfde klank hebben de b en v in alle overige gevallen,behalve de gevallen van assimilatie voor m en s + een of meer medeklinkers, bijv.el su(b)marino de onderzeeër, o(b)scuro donker, su(b)scribir intekenen.De c (= la ce) wordt voor e en i uitgesproken als een scherpe Engelse the, nog

meer tussen de tanden echter, bijv., el placer het genoegen, ciego blind. Voor a, o,u, een medeklinker en aan het einde

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 6: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

VI

van een gesloten lettergreep klinkt de c als onze k, bijv. cantar zingen, la colcha desprei, el actor de toneelspeler. Als slotmedeklinker van een woord komt de c slechtsvoor in uit andere talen overgenomen woorden, en klinkt dan heel zacht als k ofwordt niet uitgesproken, bijv. el frac de rok. In verbinding cc en cn klinkt de (eerste)c als de k van ons woord boekband, bijv. faccioso oproerig, la técnica de techniek.

De ch (= la che) klinkt iets scherper en korter dan de Eng. ch van church, bijv. elmuchacho de jongen, charlar praten, babbelen.

De d (= la de) wordt uitgesproken met de punt van de tong tegen de binnenkant vande bovensnijtanden aan het begin van een woord (na een pauze of aan het begin vaneen zin), en na l en n, bijv. dentro binnen, el caldo de bouillon, elmundo de wereld.Tussen a - owordt de d nauwelijks meer uitgesproken, de vreemdeling doet echter

beter een meer letterlijke uitspraak te volgen, dit past beter bij zijn over het geheel‘geconstrueerde’ taal, bijv. el lado de kant (van iets), met zachte d.In alle andere gevallen wordt de d als een zeer zachte tussentandletter uitgesproken,

zachter dan de zachte Eng. th, bijv. la orden del día de dagorder, el bandido debandiet,Madrid.

De f (= la efe) klinkt als in het Nederlands.

De g (la ge) klinkt voor a, o, u aan het begin van een woord, na een pauze, als de gvan het Fr. gant, bijv. ganar verdienen, gobernar regeren, evenzo na n, bijv. elrango de rang. Deze klank wordt voor e en i voorgesteld door gu, bijv. guerra oorlog,guinda (zwarte) kers, kriek. Midden in een woord of woordgroep wordt de g voora, o, u, of medeklinker uitgesproken met een licht schuringsgeluid bijv. el higo devijg, cargar belasten, seguir volgen. De g voor e en i klinkt als onze ch, bijv. elgeneral de generaal.

De h (= la hache) wordt niet uitgesproken.

De j (= la jota) klinkt als de ch van het Ned. kachel, bijv. la jarra de kruik, la rejahet traliewerk. Aan het eind van een woord wordt hij niet of nauwelijks uitgesproken,bijv. el reloj (spreek uit relò) het horloge, la troj de graanzolder.

De k (= la ka) komt alleen in ontleende woorden voor en wordt uitgesproken als deNed. k, bijv. kilo(gramo).

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 7: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

VII

De l (= la ele) klinkt als onze dikke l aan het begin of het einde van een woord oftussen twee klinkers, bijv. la leche de melk, el portal het portaal, los portales deportalen. De lwordt voor de tussentandse sisklank ook tussen de tanden uitgesproken,bijv. el cielo de hemel, alzar (zie z) verheffen. Voor de t en d wordt de l tegen deboventanden uitgesproken, alto hoog, elmolde de (giet)vorm.

De ll (= la elle) klinkt als een dikke l + j, bijv. llamar roepen, noemen, el pollo hetkuiken.

Dem (= la eme) klinkt als in het Nederlands. Dem aan het eind van een woord wordtgewoonlijk als n uitgesproken, en als gevolg daarvan worden vreemde woorden ofplaatsnamen die oorspronkelijk op eenm eindigden met een n geschreven, bijv. elharén de harem, Jerusalén.

De n (= la ene) klinkt als in het Ned. Wordt de n met een b (v) of p verbonden, danklinkt hij als eenm, bijv. un buen chico, een beste jongen, el invierno de winter,un portero een portier.De plaats van articulatie van de n schuift op naar die van de letter waarmede hij

wordt verbonden, dus tegen de tanden voor een d of t, bijv. la tinta de inkt; tussende tanden voor c (-e, i) en z, bijv. incidente; tegen de huig in el banco (bangko) debank, el rango de rang; tegen het gehemelte met een j bijklank voor ch, y, ll en ñ,bijv. un chico een jongen, la cónyuge de echtgenote.

De ñ (= la eñe) klinkt als de gn van het Fr. ligne, vigne, montagne, bijv. la viña dewijngaard, el puño de vuist.

De p (= la pe) klinkt vrijwel als onze p, volstrekt zonder aspiratie echter. Voor eentwordt de p nauwelijks meer gehoord, in de verzorgde, naar het schriftbeeld gerichteuitspraak wordt hij zwak, zonder uitstoting van lucht uitgesproken, bijv. el rapto deschaking, de geestverrukking, el concepto het begrip, se(p)tiembre September,sé(p)timo zevende. (De beide laatste woorden worden ook wel zonder p geschreven.)Voor c (- e, - i) en swordt de p stemhoudend als de betrokken lettergreep niet betoondis, bijv. la suscripción de ondertekening, het abonnement, eclipsar eclipseren. Dep voor de s aan het begin vań een woord wordt niet uitgesproken, bijv. la psicologíade zielkunde. De p is in de spelling uitgevallen in de samenstelling met (p)seudo,bijv. el seudónimo het pseudoniem.

De q (= la cu) komt slechts voor in de verbinding qu voor e en

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 8: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

VIII

i om de k klank aan te geven, bijv. Carlos Quinto Karel de Vijfde, querer willen,liefhebben.

De r (= la ere) klinkt aan het begin van een woord, na een pauze of begin van eenzin, en na l, n, s als een flinke, rollende r, bijv. rastra schoffel, alrededor, rondom,la honra de eer. In de andere gevallen wordt de r als onze r uitgesproken, behalvetussen twee klinkers en aan het slot van een woord, waar hij zeer slap, of als een zeerzachte sisklank, of in het geheel niet wordt uitgesproken.

De rr (= la erre) is een flinke, rollende r, bijv. el carro de wagen, la torre de toren.

De s (= la ese) wordt in het Spaans met de punt van de tong tegen het boventandvleesuitgesproken, heel scherp met het bijgeluid van een j, (dus enigszins overeenkomstigaan de Fr. ch), bijv. el sello het zegel, la esfera de sfeer, la casa het huis. Aan heteind van een lettergreep, voor stemhoudende medeklinkers, wordt de s lichtstemhoudend, bijv. los dedos de vingers,mismo zelf. Voor de r wordt de sgeassimileerd, bijv. lo(s) romanos de Romeinen.

De t (= la te) klinkt als onze t, maar volstrekt zonder aspiratie, bijv. el toro de stier,la tinta de inkt. Aan het eind van een lettergreep wordt de t licht stemhoudend, bijv.el ritmo de klankmaat.

Dew (= la v doble) komt slechts in enkele ontleende woorden voor, bijv.wat, whiski.In andere ontleende woorden wordt de w vervangen door v, bijv. el vals de wals.

De x (= la equis) klinkt als onze s voor een medeklinker, bijv. extenso uitvoerig.Tussen klinkers en voor h klinkt hij als een zachte k + s, bijv. el éxito het succes, elexamen het onderzoek, het examen, exhalar uitademen. De k klank verdwijnt in degewone spreektaal steeds meer en wordt bijv. in el auxilio de hulp, exacto juist, nietof vrijwel niet gehoord.

De y (= la ye, of i griega) klinkt aan het begin van een woord, na een pauze, aan hetbegin van een zin en tussen twee klinkers als onze j, bijv. ya reeds, ayer gisteren.Na n en el komt er een lichte, stemhoudende sisklank bij (bijna als in het Eng. agility),bijv. el yunque het aanbeeld, el cónyuge de echtgenoot.Het voegwoord y en, klinkt als i tussen medeklinkers en als onze j tussen klinkers.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 9: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

IX

De z (= la zeda, of zeta) klinkt geheel als de c voor e en i, en geeft deze tussentandsesisklank weer voor a, o, u en medeklinkers, bijv. la zorra de vos, la raza het ras.Aan het eind van een woord of lettergreep gevolgd door een stemhebbendemedeklinker wordt de z stemhoudend, bijv. la paz del corazón de vrede des harten,juzgar oordelen.De z komt ook voor e en i voor in enkele ontleende woorden, bijv. zinc (ook cinc),

zigzag, zenit (ook cenit).

Tweeklanken

De Spaanse tweeklanken worden verdeeld in zgn. stijgende tweeklanken, ia, ie, io,iu, ua, ue, ui, uo, waarin het eerste element een halfklinker is, resp. j en w, bijv.aciago rampzalig, viejo oud, sabio wijs, ciudad stad, cuadro schilderij, fuerzakracht, vacuo leeg, cuidar zorgen, en in dalende tweeklanken, ai (ay), au, ei (ey),eu, oi (oy), ou, waarin het tweede element een halfklinker, resp. j enw is, bijv. bailedans, hay er zijn, causa oorzaak, leywet, feudal feodaal, hoy heden, bou het vissenmet een zegen (net). Men merke dus op dat eo, ea, oe, ao, oa twee lettergrepenvormen.

Drieklanken

Drieklanken zijn iai, iei, uai, uei, waarbij het accent op de a of e valt, bijv. buey(spreek uit bwei) os.

Klemtoon

De klemtoon wordt in het Spaans niet door een accentteken aangegeven, ten eerste,als hij valt op de voorlaatste lettergreep van woorden die op een klinker of n of seindigen, bijv. cara gezicht, largo lang, joven jong,martes1) Dinsdag, ten tweedeals hij valt op de laatste lettergreep van woorden die op een medeklinker eindigen(behalve n en s) bijv. papel papier, tenedor vork, bondad goedheid.In alle andere gevallen wordt het accentteken2) aangegeven, bijv. burgués

burgerlijk,Martín pidió un terrón de azúcar,Martin vroeg een klontje suiker.Wordt in het meervoud een lettergreep toegevoegd dan houdt men zich aan deze

regels, bijv. terrón, mrv. terrones; joven, mrv. jóvenes; casa, mrv. casas; fusil(geweer), mrv. fusiles; cónsul, mrv. cónsules.

1) Men schrijft in het Spaans de namen van dagen en maanden gewoonlijk met een kleine letter.Over 't geheel is het gebruik van hoofdletters schaars in het Spaans.

2) Het accentteken is gewoonlijk acuut (′), maar in moderne geschriften ziet men wel, terbijzondere bepaling van de aandacht of om typografische redenen, het accentteken’.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 10: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

X

Het werkwoord behoudt zijn klemtoonteken ook als het door aanhechting van eenvoornaamw. niet meer nodig is, bijv.mandé ik zond, mandélo ik zond het. Is echtereen accentteken nodig bij toevoeging van voornaamwoorden dan plaatst men het,bijv. explicando, uitleggende, explicándolo, het uitleggende.Eenlettergrepige woorden krijgen een accentteken ter onderscheiding van

gelijkluidige, bijv. mas maar, más meer; se zich, sé ik weet.

Men gewenne zich er aan de woorden duidelijk uit te spreken, en de klemtoon krachtigaan te geven.Men spreke alle letters goed uit, tot men de vaardigheid heeft gebondenwoordgroepen te maken. Hiervoor is veel Spaans horen noodzakelijk. Verder verwijsik naar Navarro Tomás.

Leestekens en afkorting.

Behalve het accentteken heeft het Spaans nog de tilde, het teken van de ñ, en decrema (of trema of diéresis) boven de u in lettergrepen als güe, güi, ter aanduidingdat de u hier uitgesproken moet worden. De afkorting geschiedt naar lettergrepen,men bedenke daarbij dat rr en ll niet gescheiden mogen worden, dus pe-rro hond,rodi-lla knie. Voorvoegsels worden als een lettergreep beschouwd, bijv. deflación,in-flación. Volgt er een s + medeklinker op het voorvoegsel, dan wordt de s bij hetvoorvoegsel getrokken, sus-cripción, cons-tante.De namen der leestekens zijn: , la coma,; el punto y coma,: dos puntos, . punto

final, ... puntos suspensivos, ¿? la interrogación het vraagteken, dat ook vòòr devraag staat, en wel op zijn kop, ¡! la admiración het uitroepteken, insgelijks dubbel,() of [ ] paréntesis, het eerste curvo het tweede rectangular, - la raya, × el asterisco,‘’las comillas, [of { el corchete of la llave, -el guión het verbindingsteken.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 11: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

1

Eerste les.Het lidwoord.

Het bepalend lidwoord (el artículo definido of determinado) is in het Spaans voormanlijke zelfstandige woorden el, meervoud los, en voor vrouwelijke zelfstandigewoorden la, meervoud las, behalve voor de vrouwelijke woorden die met a of habeginnen en daarop de klemtoon hebben, bijv. ave vogel, hambre honger, águilaarend. Deze hebben in het enkelvoud el (afkorting van het vroegere ela) en in hetmeervoud las. Dit geldt niet voor bijvoeglijke naamwoorden die met eenbeklemtoonde a of ha beginnen, bijv. la áspera estación het ruwe jaargetijde.

Het lidwoord van onbepaaldheid (el artículo indefinido of indeterminado) is inhet Spaans voor het manlijk un (meervoud unos met de betekenis enige,verscheidene), voor het vrouwelijk una, behalve voor woorden als ave, hambre,águila welke un hebben, meervoud unas.

Het Spaans heeft geen onzijdige woorden zoals het Nederlands, bijv. het boek, hetlicht. Onzijdig zijn in het Spaans slechts de zelfstandig gebruikte bijvoeglijkenaamwoorden, en deze hebben het lidwoord lo, hetwelk uiteraard geen meervoudheeft. Bijv. lo bueno het goede, lo malo, het slechte.

Het gebruik van het lidwoord verschilt enigszins in het Spaans en in het Nederlands.In het Spaans plaatst men het lidwoord van bepaaldheid voor titels, bijv. la reinaIsabel koningin Isabella, el conde Carlos de Azores graaf Karel van Azores, eldoctor Fernández dokter F. Ook staat het in de omgangstaal voor de voornamenvan vrouwen en meisjes, la Panchita. Verder voor stofnamen en abstracte zeifst.nmwr. bijv. el hierro es pesado ijzer is zwaar, la bondad es rara goedheid iszeldzaam.

Het lidwoord van bepaaldheid staat in het Spaans niet als het zelfst. nmwr. reedsvoldoende is bepaald, bijv. San Pedro de heilige Petrus, fué a misa, a capitanía hijging naar de mis, naar het hoofdkwartier. Het gebruik van het onbepaalde lidwoordis in het Spaans beperkter dan bij ons, omdat het zijn betekenis als telwoord sterkerheeft bewaard. Het staat bijv. niet voor aanduidingen van nationaliteit, bijv. Juanes español Jan is een Spanjaard, en vrijwel nooit na een ww. met een

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 12: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

2

ontkenning. Zelfstandig gebruikt is de ml. vorm uno, dan telwoord dus, één.Bijvoorbeeld: ¿Tienes coche? Heb je een auto? Si, tengo uno, nuevo zeker, ik heb(er) een, een nieuwe.

Voorbeelden

meervoud los padresde vaderel padre

meervoud las madresde moederla madre

meervoud los perrosde hondel perro

meervoud las avesde vogelel ave1)

het goedelo bueno

een man, een mensun hombre

enige mannenunos hombres

een vrouwuna mujer

een adelaarun águila

De voorzetsels de en a worden met het manlijk artikel el samengetrokken tot delen al.

Het meervoud van de zelfstandige naamwoorden wordt in het Spaans aangegevendoor toevoeging van s of es. De zelfstandige naamwoorden die op een klinkereindigen krijgen gewoonlijk s, die welke op eenmedeklinker eindigen gewoonlijkes (zie vgl. les).Het bijvoeglijk naamwoord voegt zich in geslacht en getal naar het woord waar

het bij hoort. Het vrouwelijk wordt bij een aantal bijvoeglijke naamwoordenaangegeven door de uitgang a, bijv. bueno, buena, buenos, buenas (zie les III).

Woordenlijst

de vaderel padre

de broerel hermano

de dokterel médico

de burgemeesterel alcalde

de chefel jefe

de voorbijgangerel transeúnte

de beambteel empleado

de onderwijzerel maestro

de zoonel hijo

1) Dichterlijk woord, ook gebruikt in de samenstelling ave de rapiña roofvogel.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 13: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

de reizigerel viajero

de handelsreizigerel viajante

de conciergeel conserje

de moederla madre

de zusterla hermana

de vrouwla mujer

het dienstmeisjela criada

de lediggang, het nietsdoenla ociosidad

het huisla casa

de briefla carta

de directie, het adresla dirección

de behoefte, noodzaakla necesidad

de loopjongen, boodschappenjongenel recadero

de tuinel jardín

de romp, (boom) stamel tronco

het lichaamel cuerpo

het vertrek (ookel cuarto

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 14: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

3

wel de gehele woning van een flat)

het beukennootjeel hayuco

de (venster)ruitel cristal

de zonel sol

het paardel caballo

de ziekeel enfermo

het rijtuig, de autoel coche

het lawaai, het geluidel ruido

de troostel consuelo

de jongeman, de kruier, de kellnerel mozo

het kind (in het algemeen)el niño

de boomel árbol

de warmteel calor

de verlichtingel alumbrado

de ondeugdel vicio

de vruchtel fruto

de dagel día

de bedelaarel mendigo

gezondsano

kortcorto

langlargo

hardduro

zwaarpesado

roodrojo

wit, blankblanco

koudfrío

vochtighúmedo

tegenovergesteldcontrario

kleinpequeño

het voedselel alimento

het hoofdla cabeza

de kleren, het wasgoedla ropa

het kantoorla oficina

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 15: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

de aalmoesla limosna

het waterel agua (v.)

de vogelel ave (v.)

de arendel águila (v.)

de hongerel hambre (v.)

de beukel haya (v.)

de boonel haba (v.)

de eikla encina

de aardappella patata

de bijla abeja

de nootla avellana

de uitvindingla invención

het beenla pierna

de nevella niebla

het meella harina

het zoutla sal

het blad, de bladzijdela hoja

het houtla madera

het deella parte

de spade, de schopla azada

de huidla piel

de haasla liebre

het fruitla fruta

de nachtla noche

het electrisch lichtla luz eléctrica

het huisdierel animal doméstico

hinderlijkmolesto

ruimamplio

rechtrecto

vande

metcon

aana

inen

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 16: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Oefening 1 A

El padre de Juan es (= is) médico. La madre de Juan es la hermana del alcalde. Elempleado entrega (= overhandigt) la carta al jefe. El ruido del coche es molesto. Laoficina de la dirección es amplia. El viajero da (=geeft) las maletas al mozo. Losniños juegan (=spelen) en el jardín. El sol es el consuelo de los enfermos. El hijodel conserje es recadero del banco. Los transeúntes dan (=geven) una limosna almendigo. La encina es un árbol. El calor del sol no (= niet) es molesto.Los cristalesdel cuarto son (= zijn) pequeños.La piel de la liebre es roja o (= of) blanca.La azadaes un instrumento. El águila

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 17: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

4

es un ave de rapiña. La cabeza, el tronco y (= en) las piernas son partes del cuerpo.Los perros y los caballos son animales domésticos. Unos hombres y unas mujereshablan (= spreken) en el cuarto delmaestro.La necesidad esmadre de las invenciones.La niebla es fría y húmeda. El hayuco es el fruto del haya. Las hayas son árboles.El agua es buena. Lo malo es lo contrario de lo bueno. El haba es un fruto.

Oefening 1 B

De broer van Jan is dokter. Het dienstmeisje geeft (= da) het wasgoed aan denconcierge. Het hout van de eik is hard en zwaar. Het huis van den burgemeester iswit. De dagen zijn kort. De kruier geeft een koffer aan den handelsreiziger. Delediggang is de moeder van de ondeugden. Het electrisch licht is goed voor (= para)de bomen. De zoon van den dokter is chef van de directie. De aardappel is een gezondvoedsel. Noten en bonen zijn goed voor kinderen. Het lawaai van de auto's ishinderlijk in de nacht. De vogel. De vogels. De boon. De bonen. De arend. De arenden.Het goede. Het slechte. De bij. De bijen. De honger. Het paard is een huisdier. Hetkind speelt (= juega) met een hond. De verlichting van het huis is goed. De hazen.De voorbijganger geeft aalmoezen aan de bedelaars. De nachten zijn lang en koud.De nevels zijn vochtig. Het huis van den onderwijzer is ruim.

Samenvatting van de les

meervoud los enfermosel enfermo,

meervoud las maletasla maleta,

meervoud unos hombresun hombre,

meervoud unas casasuna casa,

meervoud las aves, las habasel ave, el haba,

meervoud unas aves, unas habasun ave, un haba,

lo bueno, lo malo.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 18: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

5

Tweede lesHet zelfstandig naamwoord

los perrosel perro

los hombresel hombre

los cafésel cafés

los cristalesel cristal

los bueyesel buey

las casasla casa

las avesel ave

lasmujereslamujer

las leyesla ley

Door de voornoemde voorbeelden ziet men, dat de meervoudsvorming van dezelfstandige naamwoorden (los sustantivos) geschiedt door toevoeging van s bijwoorden welke op een klinker eindigen en door toevoeging van es bij woordenwelke op eenmedeklinker eindigen. Enkele, weinig voorkomende, woorden meteen beklemtoonde klinker aan het eind (alelí violier, tisú brocaat, e.a.) hebbeninsgelijks - es: alelíes.

la voz de stem, lasvoces

los pecesde vis,el pez

la posición deplaats, positie, lasposiciones

los jóvenesde jongeman,el joven

In de woorden welke op -z eindigen wordt het letterteken in het meervoudveranderd in c. De uitspraak blijft gelijk. Zie het overzicht over de uitspraak in deinleiding. De klemtoon blijft ongewijzigd (joven, jóvenes), het accentteken wordtweggelaten of aangebracht al naar gelang de regels der orthographie zulks vereisen.Voor deze regels zie insgelijks de inleiding. In slechts heel weinige woordenverspringt de klemtoon, en wel in el carácter, los caracteres; el régimen, losregímenes; el espécimen, los especímenes.

de verrukking, de extaselas éxtasisla éxtasis,

de crisislas crisisla crisis,

de Maandaglos lunesel lunes

de phoenixlos fénixel fénix,

De woorden die op -s of -x eindigen, en de klemtoon niet op de laatste lettergreephebben, blijven in het meervoud onveranderd

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 19: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Een eigenaardigheid van de Spaanse taal is de bijkomende betekenis van het meervoudvan woorden als padre, rey, conde, en dergelijke.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 20: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

6

de ouderslos padres

de koning en de koninginlos reyes

de N. de graaf en de gravin van N.lot condes

de heer en mevrouw G.los señores de González

Zoals in vele andere talen zijn er ook in het Spaans woorden die slechts in demeervoudsvorm voorkomen. Bijv.:

de brillas gafas

de schaarlas tijeras

de duisternislas tinieblas

de begrafenislos funerales

Woordenlijst

de knaap, de de jongenel chico

de krantel periódico

de hutkofferel baúl

de geldwisselaarel cambista

het geldel dinero

de bankierel banquero

het klimaatel clima

de wereldel mundó

het spreekwoordel refrán

de (land)kaartel mapa

} het schoolbordel encerado

} het schoolbordel pizarrón

het balkonel balcón

het gebouwel edificio

het potloodel lápiz

de zomerel verano

de herfstel otoño

de winterel invierno

de helel infierno

de dienaarel servidor

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 21: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

het voorwerpel objeto

de noteboomel nogal

de vingerel dedo

het konijnel conejo

de leeuwel león

het oogel ojo

het werk, de arbeidel trabajo

de beerel oso

de stemla voz

de straatla calle

de weidela dehesa

de openbaringla revelación

het zilverla plata

de schoolla escuela

de gevella fachada

de wand, de muurla pared

de (wal)nootla nuez

het levenla vida

de neusla nariz

het gezicht (het zien)la vista

het gezicht (het gelaat)la cara

de bast, de schilla cáscara

de klas(se), de soortla clase

de plant, voetzoolla planta

de wortella raíz

de takla rama

de krachtla fuerza

de lentela primavera

het station, het jaargetijdela estación

de koninginla reina

scherp, schelagudo

het Oostenel este

ovaaloval

drietres

viercuatro

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 22: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

negennueve

er is, er zijnhay

volgenssegún

opsobre

doorpor

voor, ten behoeve vanpara

het Zuidenel sur

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 23: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

7

het Westenel oeste

het Noordenel norte

veelmucho

de handla mano

de maandel mes

smartelijkangustioso

strengsevero

de rivierel río

de voetel pie

die met i of hí eny (voor woorden beginnen e)

die met o of ho ofo (voor woorden beginnen u)

Woordgeslacht

de moederla madrede vaderel padre

de zusterla hermanade broerel hermano

de vriendinla amigade vriendel amigo

de stadla ciudadde zonel sol

de mevrouwla señorade heerel señor

het jongemeisjela jovende jongemanel joven

de vrouwl. klantla clientade klantel cliente

In het Spaans zijnmanlijk de namen van manlijke wezens. Het vrouwelijk wordtvoor namen van vrouwelijke wezens meestal aangeduid door de uitgang -a, in anderegevallen alleen door het lidwoord. Soms bestaat er voor het vrouwelijk eenafzonderlijk woord of een bijzondere uitgang. De woorden op -o, vele op -e, -l, -r,-s zijn manlijk. Die op -a en -ión, -sión, -zón zijn merendeels vrouwelijk. Zie verderles IV.

Oefening 2 A

Las voces de los chicos que juegan (= spelen) en la calle son agudas. El viajante tiene(= heeft) un baúl y varias maletas. En Madrid hay muchos cafés. Los cambistascambian (= wisselen) dinero. El jefe del banco lleva (= voert) correspondencia convarios banquèros. Madrid tiene nuevemeses de invierno y tresmeses de infierno,

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 24: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

según un refrán. Las leyes son severas. El mundo pasa (= gaat) por crisis angustiosas.Los bueyes pastan (= grazen) en la dehesa. Las formas de las narices son diversas.El agua es necesaria para la vida de las plantas. El sol es el rey de la luz. Losbanqueros son los reyes del mundo. Los hombres hacen (= maken) las leyes. Lasraíces de las plantas y de los árboles. Aquí (= hier) hay tres lápices. Las gafas deljoven. El carácter es la revelación del hombre en la vida. En invierno los rayos delsol no tienen tanta (= zoveel) fuerza como (= als) en las otras (= andere) estacionesdel año. La cáscara de las nueces ennegrece (maakt zwart) los dedos. La madera delas hayas y de los nogales es buena para (= voor) la construcción de muchos objetos.Los caballos son buenos servidores de los hombres. Los lápices y las plumas sonde los niños de la escuela. Los leones son animales. La chica

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 25: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

8

da las tijeras a la maestra. En los ríos hay varias clases de peces. Los osos marchan(= lopen) sobre las plantas de los pies. Las estaciones del año son, la primavera etc.

Oefening 2 B

De stammen van de beukebomen zijn recht en de bladeren zijn ovaal. In de scholenzijn (= hay) landkaarten, schoolborden, potloden en pennen. De leeuwen zijn dieren.Het kantoor heeft (= tiene) een gevel op (= a) het Zuiden en op het Westen. Dewalnoten zijn vruchten van de noteboom. De jongemeisjes. De jongemannen. Deneus is het sieraad (= el adorno) van het gelaat, volgens een spreekwoord. De stratenvan de stad zijn in de winter slecht. De bomen hebben (= tienen) takken en wortels.Het vlees (= la carne) van de konijnen en de hazen is goed. De vriendinnen van dejongemeisjes. De vrienden van den heer N. De moeder en de zusters van mevrouw(= la señora de) N. De stem van den jongen is schel. De hand van de vrouw van dendokter is blank. De dochters van den burgemeester zijn onderwijzeres(sen). De ogenvan de adelaars. De posities van de zoons van den onderwijzer zijn goed. De wet.De wetten. De karakters. Spreekwoorden. De crisis. Vissen. De ruiten van de café's.Vrouwen. De dienaren van den koning. Het jaar heeft vier jaargetijden.

Samenvatting van de les

los perros de los médicoslos cristales de los caféslas casas de las ciudadesla posición del jovenlas posiciones de los jóvenesla nuez, las nuecesla ley, las leyeslas tinieblas de la noche

de heer en mevrouw N.los señores de N.,

mevrouw N.la señora de N.,

de heer N.el señor N.,

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 26: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

9

Derde lesHet bijvoeglijk naamwoord

een oude manUn hombre viejo

een oud huisuna casa vieja

een ijverige knechtun criado trabajador

een luie meiduna criada holgazana

een arme musicusun músico pobre

een groot huisuna casa grande

Zoals men uit de voorbeelden ziet hebben sommige bijvoeglijke naamwoorden(adjetivos) voor het vrouwelijk een afzonderlijke uitgang, andere hebben die uitgangniet. De bijvoeglijke nmwr. die eindigen op -o, -án, -ón, -ote, -ete, -in, en -dor endie welke afgeleid zijn van namen van landen en steden hebben de uitgang -a voorhet vrouwelijk. Hierbij voegt zich het woord burgués, vr. burguesa burgerlijk. (Debijv. nmwr. belga Belgisch, en persa Perzisch zijn voor het ml. en vr. gelijk).Alle andere bijv. nmwr. zijn voor het ml. en vr. gelijk. De meervoudsvorming van

de bijv. nmwr. geschiedt op dezelfde wijze als die van de overeenkomstige zelfst.nmwr. Het bijv. nmwr. komt in geslacht en getal overeen met het woord waar hetbij hoort. Behoort een bijv. nmwr. bij verscheidene zelfst. nmwr. dan krijgt het, alshet levende wezens geldt, de ml. uitgang, bij zaken het geslacht van het woord dathet dichtst bij staat.

ondeugende jongens en meisjesMuchachos y muchachas traviesos

verschillende groepen en klassenVarios grupos y clases

Een bijv. nmwr. dat bij verschillende zelfst. nmwr. behoort staat in het meervoud.Bijv.:

de Spaanse muziek en letterkundeLa música y la literatura españolas

In distributieve functie kan een adj. in het enkelv. bij een zelfst. nmwr. in hetmeerv. staan. Bijv.:

de Nederl. en de Spaanse letterkundeLas literaturas holandesa y española

In het Spaans is er een grote vrijheid voor de plaatsing van het attributief gebruiktebijv. nmwr., bijv. el gato negro, la blanca mano.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 27: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

10

Over het geheel genomen kanmen zeggen dat zakelijke bepalingen achter het zelfst.nmwr. komen te staan (kleur, hoeveelheid, grootte, vorm). De bijv. nmwr. dieoverdrachtelijk worden gebruikt en die welke een essentiële, niet van het betrokkenzelfst. nmwr. te scheiden geachte eigenschap aanduiden, of die welke een persoonlijke,dichterlijke nuance hebben staan voor het zelfst. nmwr.Sommige bijv. nmwr. ondergaan een werkelijke betekenisverandering al naar

gelang zij voor of achter het zelfst. nmwr. staan, bijv.:

de arme (behoeftige) musicusel músico pobre

de arme (beklagenswaardige) musicusel pobre músico

het nieuwe (pas gebouwde) huisla casa nueva

het nieuwe (d.i. het andere, pasbetrokken) huis

la nueva casa

In het Spaans zijn weinig stoffelijke bijv. nmwr. De enkele die er zijn wordenoverdrachtelijk gebruikt, bijv. áureo gulden, gouden, férreo ijzeren, resp. in: la edadáurea het gulden tijdvak, la férrea voluntad, de ijzeren wil. In alle andere gevallenwordt ons stoffelijk bijv. nmwr. in het Spaans uitgedrukt door het betrokken zelfst.nmwr. en het voorzetsel de, dus de oro van goud, gouden; de hierro van ijzer, ijzeren.Enige bijvoeglijke naamwoorden worden afgekort als zij onmiddelijk voor een

zelfstandig naamwoord in het enkelvoud staan van het manlijk geslacht. Bijv.:

el hombre es buenoel buen hombre.

Deze afkorting hebben de adjectieven bueno,malo, primero (eerste), tercero (derde),postrero (laatste), uno en de samenstellingen van uno, alguno (een of ander, eenzeker), ninguno (geen), welke bij verlies van de o een accentteken op de u krijgen.

un mal hombreel primer hombrealgún hombreningún hombre

Het bijvoeglijk naamwoord grande groot, wordt voor manlijke en vrouwelijkezelfstandige naamwoorden afgekort tot gran, en krijgt dan vaak een figuurlijkebetekenis. Bijv.:

een grote man (weinig gebruikelijk,gewoner is un hombre alto)

un hombre grande

een groot manun gran hombre

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 28: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

11

Het bijvoeglijk naamwoord santo heilig, wordt voor demanlijke eigennamen afgekorttot San, bijv. San Juan de la Cruz, San Pedro, maar Santa Teresa, Santa Ana. Tervermijding van vergissingen heeft deze afkorting niet plaats voor namen als Domingo,Toribio, Tomás. (De namen van de eilanden San Domingo, San Tomás worden danook door goede Spaanse schrijvers geschreven Santo Domingo, Santo Tomás).

Woordenlijst

weinigpoco

practischpráctica

ingewikkeld, gecompliceerdcomplicado

vindingrijk, handig, nijverindustrioso

beplant, bewerktcultivado

werkelijk, essentieelesencial

gezeggelijkdócil

aardig, mooibonito

goedkoopbarato

duurcaro

oprechtsincero

eetbaarcomestible

trouw, echtleal

groenverde

fijn, fijngevoelig, exquisfino

veeleisendexigente

hardduro

smakelijksabroso

hoffelijk, beleefdcortés

handighábil

voorkomendatento

gelukkigfeliz

blauwazul

aangenaamagradable

in staat totcapaz de

de druifla uva

de torenla torre

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 29: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

het tapijt, het vloerkleedla alfombra

de kerkla iglesia

het stukel pedazo

de omgangsvormen, manierenlos modales

de wandelweg, de wandelingel paseo

de sneeuwla nieve

het marmerel mármol

het ijzerel hierro

Spaans (in het Sp. met kleine letter)español

Engelsinglés

Fransfrancés

Catalaanscatalán

Duitsalemán

Nederlandsholandés

Cordobeescordobés

Belgisch } voor m. en vr. gelijk.belga

Perzisch } voor m. en vr. gelijk.persa

het goudel oro

de wijnel vino

de hemelel cielo

gemeenschappelijk, algemeencomún

koudfrío

wijd, breedancho

veelvuldigfrecuente

algemeengeneral

spraakzaamlocuaz

burgerlijkburgués (vr. burguesa)

gemakkelijkfácil

moeilijkdifícil

de tong, de taalla lengua

het gereedschaplas herramientas

de eikella bellota

rijpmaduro

het woordla palabra

schaarsescaso

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 30: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

het boekel libro

de honingla miel

de inktla tinta

het papierel papel

de hoedel sombrero

de vleugel, de rand v.e. hoedel ala (vr.)

de schilderkunstla pintura

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 31: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

12

de appella manzana

het voorkomenel aspecto

maarpero

het verkeerel tráfico

drukanimado

de metselaarel albañil

het gebruikel uso

nederig, bescheidenhumilde

het landla tierra

het pleinla plaza

zoetdulce

vriendelijkamable

de winkella tienda

Oefening 3 A

Algunas clases de bellotas son comestibles para el hombre. Los lápices y las plumasson de uso frecuente en las escuelas y en las oficinas. Las herramientas de losalbañiles no son complicadas. En los jardines hay pedazos de tierras cultivadas ypaseos para la gente (= de mensen). Las abejas son muy (= zeer) industriosas. Elagua es uno de los elementos esenciales de la vida. La plaza de la ciudad es bonitay las calles son anchas. La torre de la iglesia es alta. El pobre hombre pide (= vraagt)una limosna. La vida es barata en España. Los modales del médico son muy finos.El público de los teatros españoles y franceses es exigente. Pedro es un amigosincero y leal. Las uvas verdes no son dulces. Las invencionesmodernas son muyútiles para la vida práctica. La mujer de mi (=mijn) amigo español es cortés, atentay amable. La casa de Pedro es una casa burguesa. Los sombreros cordobeses tienenalas anchas. La manzanamadura es un fruto sabroso. Juan es capaz de aprender(= leren) la lengua española en pocosmeses. El duro hierro, la blanca nieve, el fríomármol. La manzana dura, la mano blanca, la noche fría. La casa es baja y tieneaspecto humilde. La criada esmuy hábil pero locuaz. Haymuchas jóvenes españolasque (= die) son muy bonitas. San Pedro de Alcántara es un santo español y SantaTeresa es una santa española.Algunas niñas de la clase no son dóciles. Las lenguasportuguesa y castellana difieren (= verschillen) mucho (= zeer) en la pronunciación.

Oefening 3 B

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 32: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Verscheidene bomen uit (= van) de tuin hebben rijpe vruchten. De bladeren van debomen zijn groen. De burgemeester van X. is een ijverig man. Piet is heel (= muy)werkzaam. De vader van Jan is een groot man. De jongens van de Spaanse scholenzijn gezeglijk, de tucht (= la disciplina) en de meesters zijn heel streng. Het electrischlicht is slecht in de oude schouwburg, in de nieuwe is het (niet vert.) goed. Dewandelpaden van de tuin zijn mooi. De nijvere bij. Oprechte vrienden. Dure vruchten.De Spaanse taal is moeilijk. Kinderen zijn

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 33: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

13

veeleisend. De uitspraak van deze (= estas) woorden is gemakkelijk. De torens vande nieuwe kerk zijn hoog. Volgens mijn (= mi) Fransen vriend zijn de Spaansevrouwen vriendelijk en voorkomend. Haar (= sus) stemmen zijn scherp, schreeuwerig(= chillón). De dokter is een (niet vertalen) man van goede manieren. Handige enijverige dienstmeisjes zijn schaars volgens de waardin (= la huéspeda) van hetCatalaanse pension. Duitse boeken. Belgische winkels. Engelse huizen. De goedkopewijnen zijn in Spanje heel algemeen. De honing van bijen is zoet. In de zomer is deSpaanse hemel blauw. Een brede straat met druk verkeer. Perzische tapijten. Gelukkigekinderen. Het gemeenschappelijke leven. Spaanse correspondentie. Burgerlijkehuizen. Een dure hoed. Een rechte neus. De Franse taal en letterkunde. De Engelseen Belgische schilderkunst.

Samenvatting van de les

el caballo blancoel criado trabajadorun hombre locuazun buen hombre, een braaf manun hombre bueno, een goed manlos obreros belgas, de Belgische werkliedenlos gobiernos italiano y españolla casa bonitalas criadas trabajadorasuna mujer locuazuna buena mujer

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 34: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

14

Vierde lesHet woordgeslacht

In het Spaans zijnmanlijk (masculino) de namen van manlijke wezens, van bergen,rivieren, winden, windstreken, maanden, de dagen van de week, de namen van degetallen en van de muzieknoten. Manlijk zijn ook de woorden die uitgaan. op -o,behalve la mano de hand1), die op -e, -i, -u, -j, -l, -r, -s, -t, met een groot aanaluitzonderingen welke men door het gebruik moet leren.Vrouwelijk (feminino) zijnde namen van vrouwelijke wezens en de namen van de letters. Vrouwelijk zijn velewoorden welke uitgaan op -a, behalve de aan het Grieks ontleende geleerde woordenzoals el programa, el problema e.a., die welke ml. beroepen aanduiden zoals elcura de pastoor, el guía de gids, en enige andere, bijv. el día de dag, el tranvía detram. De woorden die eindigen op -ión, -sión, en -zón (uitgezonderd el corazón hethart, el buzón de brievenbus) en vele op -dad. Men gewenne zich er aan steeds eenwoord met zijn lidwoord te leren.Sommige zelfst. nmwr. hebben voor het vrouwelijk een afzonderlijke uitgang,

bijv. -a, zoals cliente, clienta; huésped gastheer, pensionhouder, gast, vr. huéspeda,empleado, empleada beambte. Andere hebben voor het vrouwelijk een geheel eigenvorm. Bijv.:

vr. la condesade graaf,el conde

vr. la princesade prins, de vorst,el príncipe

vr. la poetisade dichter,el poeta

vr. la reinade koning,el rey

Een aantal woorden is naar gelang van betekenis manlijk of vrouwelijk. Bijv.:

de gids (boekje)la guíade gids (man)el guía

de hoofdstadla capitalhet kapitaalel capital

de genezing,behandeling

la curade pastoorel cura

het voorhoofdla frentehet frontel frente

het bevel, degeestelijke orde, debestelling

la ordende orde, de regeling,de rangorde

el orden

het zwaard, dedegen.

la espadade stierenvechterel espada

1) Ook la seo de kathedraal, voornl. in Aragón gebruikelijk, en het dichterlijke la nao het schip.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 35: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

15

Het woord arte kunst is in het enkelvoud meestal manlijk, el artemoderno, in hetmeervoud altijd vrouwelijk, las artes plásticas.Mar zee, is als aardrijkskundigebenaming manlijk. Dichterlijk en overdrachtelijk gebruikt ismar vrouwelijk, ookin vele vaststaande zegswijzen en samenstellingen als altamar, pleamar vloed,bajamar eb, hacerse a la mar zee kiezen.

Bij een aantal woorden, die personen aanduiden, geeft slechts het lidwoord hetgeslacht aan, bijv.

de landgenoot(e)el, la compatriota

de medeplichtigeel, la cómplice

de getuigeel, la testigo

de schuldigeel, la reo

de martelaar, martelaresel, la mártir

de fietserel, la ciclista

Voor sommige dieren zijn er twee namen al naar gelang van het geslacht, bijv. elgallo de haan, la gallina de kip. Voor andere is er slechts één benaming, bijv. larana de kikvors, el buitre de gier. Wil men duidelijk doen uitkomen of men hetmannetje of het wijfje bedoelt dan voegt menmacho mannetje, hembra wijfje, aanhet woord toe, bijv. la liebremacho de mannetjeshaas, el buitre hembra dewijfjesgier.

Woordenlijst

de hoek (v.e. straat)la esquina

het vervoermiddelel medio de transporte

de winkella tienda

de naam, de voornaamel nombre

de kennis (van iets)el conocimiento

de weekla semana

het geslachtel género

de taalel idioma

het maal, de maaltijdla comida

de schotel, het gerechtel plato

de voorwaardela condición

het middelpuntel centra

de declamatie,la declamatión

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 36: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

het voordragen

de takel ramo

de stijlel estilo

de voorbereidingla preparatión

de dwaasheidla tontería

de wetenschapla ciencia

het klimaatel clima

het thema, het onderwerpel tema

het marmerel mármol

het gesprekla conversatión

de veranderingel cambio

het genoegenel placer

de schadeel daño

de gezondheidla salud

de plaats, het dorp, het volkel pueblo

de wolkla nube

vluchtigfugaz

manlijkmasculino

vrouwelijkfeminino

bijzonderespecial

overvloedigabundante

heerlijkdelitioso

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 37: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

16

handig, behendighábil

gemakkelijkfácil

kwijnend, langdradiglánguido

ingewikkeldcomplicado

gebrekkigdefectuoso

ruw, plotselingbrusco

ernstiggrave

zwakdébil

vuilsucio

dikwijlsmuchas veces

goedkoopbarato

noodzakelijknecesario

iedercada (onveranderlijk)

de honingla miel

de galla hiel

de omstandigheid,la situación

de situatie

de bruidsschat (mv. de gaven)el, la dote

de burgemeesterel alcalde

de vrouw van den burgemeesterla alcaldesa

de invloedla influencia

de natiela nación

het tapijtla alfombra

de gouden eeuwel siglo de oro

de staatel estado

het beeldla imagen

het verschilla diferencia

de slaap, de droomel sueño

het landel país

de literatuurla literatura

de vrijheidla libertad

de rustla tranquilidad

de bevolkingla poblatión

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 38: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

het kosthuisla pensión

de lesla lección

het gemis, de foutla falta

de uitzonderingla excepción

het hotelel hotel

de schrijftafelel escritorio

de huisdeurla puerta de entrada

de waardeel valor

de hoeveelheidla cantidad

de redela razón

het voorbeeldel ejemplo

het eiel huevo

de maagdla virgen

het museumel museo

de gaveel don

de burgeroorlogla guerra civil

de gepantserde autoel coche blindado

de vertalingla traductión

het versel verso

het gedichtel poema

de hoogtela altura

tengevolge vana consecuencia de

het geduldla paciencia

de ijver, toewijdingla aplicatión

tweedos

dicht bijcerca de

rechtsderecho

linksizquierdo

waarom?1)¿porqué?

omdat, wantporque

bijvoorbeeldpor ejemplo

gebakkenfrito

gekooktcocido

1) In het Spaans plaatst men ook een vraagteken vooraan de vraagzin. Dit eerste vraagtekenstaat op z'n kop.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 39: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

hoe ook, zoals u maar wiltcoma quiera

uitstekendexcelente

buitenlandsextranjero

ruimespacioso

het werkla obra

de zaakla cosa

het schriftel cuaderno

het raam, het vensterla ventana

de tafella mesa

rijkrico

er was, er warenhabía

de schrijverel escritor

hij, zij had boekentenia libros

de provinciela provincia

de brievenbusel buzón

hij, zij zeidedijo

de aangeklaagdeel acusado

de kleermakerel sastre

smalestrecho

bedrieglijkengañoso

ooktambién

niet waar?¿verdad?

de doodla muerte

GodDios

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 40: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

17

enigúnico

brandendardiente

zuiver, reinpuro

hoog (van rekening bijv.)subido

in verhouding toten relación con

economischeconómico

schuchter, verlegentímido

krachtigfuerte

zondersin

de rekeningla cuenta

de regella regla

ikyo

jijtú

hij, zijel, ella

uusted

wijnosotros

gijlieden, jullievosotros

zijellos, ellas

uliedenustedes

(usted wordt als derde persoon gebruikt, vgl. ons u heeft); voor gebruik der pers.vrnw. zie les XIII.

Oefening 4 A

En la esquina de la calle hay una tienda. Los nombres de los días de la semana sonmasculinos, domingo, lunes, martes, miércoles, jueves, viernes, sábado.Las ciudadesde España tienen un carácter especial. Las comidas españolas son abundantes, algunos(= enkele, sommige) platos son deliciosos. El corazón es el centro de la vida, dijo(= zeide) el joven poeta. La joven poetisa era (= was) muy (= zeer) hábil en el artede la declamación. La lectura de esta (= dit) obra no es fácil, el estilo es lánguido ycomplicado. Los guías en España tienen una preparación defectuosa, muchas vecesdicen (= zeggen) tonterías. Es mejor comprar (= het is beter te kopen) una guía delas ciudades que se visita (= die men bezoekt). El clima español es muy bueno, peroel tema de las conversaciones españolas muchas veces versa (= gaat over) los bruscoscambios de la temperatura con sus graves daños para la salud. El cura de este (=dit) pueblo es hermano de la alcaldesa. España es una nación débil. En el siglo de

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 41: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

oro fué (= was het) un estado fuerte, pero nunca (= nooit) fué una nación fuerte.Hay que notar (= men moet opmerken) la diferencia de las dos cosas. España es unpaís rico, necesita (= het heeft nodig) buena administración, justicia, libertad ytranquilidad. Sin estas condiciones la población quedará (= zal blijven) pobre. ¿Cómo(= hoe) son las pensiones españolas? Buenas, pero hay excepciones. En Extremaduralas pensiones y los hoteles muchas veces son malos y sucios. ¿Son caros? No, sonbaratos y la comida es buena. El escritorio está (= staat) cerca de la pared, a manoderecha (of: a la derecha) de la ventana. ¿Qué (= wat) esté a la izquierda de la puertade entrada? El buzón. Sobre la mesa hay una gran cantidad de libros y cuadernos.¿Comprende (= begrijpt) usted porqué los nombres de los ríos en España sonmasculinos? Si señor, la razón es que se sobreentiende (= men er in gedachtenbijvoegt) el sustantivo ‘río’, por ejemplo, el (río) Tajo, el (río) Turia.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 42: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

18

Oefening 4 B

De waardin van het pension bracht (= trajo) gebakken eieren en zeide: ‘De eersteschotel van een Spaanse maaltijd is eieren, gebakken gekookt of hoe ook.’ De gidszeide, dat de hoofdstad van de provincie eenmooimuseum had van plastische kunsten.In de burgeroorlog waren er in enige (= algunas) steden gepantserde auto's. Devrouwelijke getuige was de medeplichtige van de aangeklaagde. De vertaling vande verzen van dezen (= este) Spaansen dichter is uitmuntend. In de Spaanse litteratuurzijn (= hay) invloeden van vele buitenlandse schrijvers. De levensomstandighedenvan vele Spanjaarden zijn slecht tengevolge van het gemis aan orde en goedeadministratie. De rekening van den kleermaker is hoog. Hij is een bekwaam manmaar duur. De vensters van het ruime vertrek waren smal in verhouding tot de hoogte.Ik wil (= quiero) een Perzisch tapijt. Dat niet (= ésa no), dat is een Belgisch tapijt.Het economische vraagstuk is een onderwerp van vele gesprekken. Veel geduld engrote ijver zijn de noodzakelijke voorwaarden voor goed werk. De kennis van enigetalen is nodig voor iedere tak van wetenschap. De trams van Madrid zijn gebrekkigeverkeersmiddelen. De sentimentele dichteres maakt (= hace) lange gedichten overde blanke sneeuw, het tedere hart, de blauwe hemel, de vluchtige wolken, debedriegelijke genoegens van het leven, het koude marmer en de brandende zon. Ookover de honing en de gal van het leven, niet?, want deze (= estas) woorden rijmen(= riman) in het Spaans. Ja, en zij spreekt (= habla) over de zoete slaap, het beeldvan de dood, de schuchtere maagd en het reine voorhoofd. De lectuur van deze verzenis een goede les voor de regels van het manlijk of vrouwelijk geslacht van de woorden,dat (eso) is hun (= su) enige waarde. De kunst is een gave van God, volgens eenHollandsen dichter.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 43: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

19

Vijfde lesDe regelmatige werkwoorden op -ar

Er zijn in het Spaans drie hoofdgroepen van werkwoorden. Men onderscheidt ze naarde uitgang van de onbepaalde wijs (infinitivo), comprar, vender, vivir. Elk van dezegroepen heeft zijn eigenaardigheden in de vervoeging, bepaald door de a, e, of i. Inhet gebruik van de werkwoordsvormenmaakt de Spaanse taal een fijner onderscheidin tijden (tiempos) en wijzen (modos) dan het Nederlands. Een toelichting op denamen is daarom wel nodig.Een werkwoord vermeldt een handeling of een feit met betrekking tot het heden

(presente), verleden (pretérito) of de toekomst (futuro). Elk van deze tijden kanenkelvoudig (simple) of samengesteld (compuesto) naar vorm zijn. Verder maakthet Spaans een subtiel verschil in de verleden tijd, zodat de pretérito in drie phasenis te verdelen, de pretérito imperfecto, de pretérito definido, en de pretéritoindefinido, welke wij zullen noemen presente perfecto. De pretérito imperfectoduidt een toestand, een gewoonte, een herhaling aan, de pretérito definido geeft eenzakelijke mededeling omtrent een voltooide handeling uit een afgesloten verleden,of het begin van een handeling. De pretérito indefinido vermeldt een feit, een resultaatvan een handeling die binnen de sfeer van het heden wordt betrokken. De handelingen de gevolgen ervan worden als nog heden doorwerkende voorgesteld en gevoeld.Vandaar ook de naam presente perfecto voor het pretérito indefinido. Het gebruikvan deze tijden zal nader besproken wordenOok in het gebruik van de wijzen,modos, is het Spaans subtieler en fijner

geschakeerd dan het Nederlands. Werkelijke feiten en handelingen, of die welke zoworden voorgesteld, worden uitgedrukt door de aantonendewijs (indicativo). Iederedoor een werkwoord uitgedrukte denkbeeldige toestand of handeling wordt door deaanvoegende wijs (subjuntivo) aangegeven. Een werkwoord, dat afhankelijk is vaneen ander werkwoord of een voegwoord dat een wenselijkheid, noodzakelijkheid,mogelijkheid, onzekerheid, of ontroering uitdrukt, staat in het Spaans doorgaans inde subjuntivo. Het gebruik van de subjuntivo, in de verschillende tijden, zal naderworden behandeld.De vervoeging van de regelmatige werkwoorden op -ar luidt in de enkelvoudige

tijden van het actief aldus:

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 44: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

20

Infinitivo

comprar kopen

Presente

SUBJUNTIVOINDICATIVO

que compre dat ik kopecompro ik koop1)

que compres dat jij enz.compras jij koopt

que comprecompra hij, zij, u koopt

que compremoscompramos wij kopen

que compréiscompráis jullie, gijlieden koopt

que comprencompran zij, ulieden kopen

Preterito imperfecto

que comprara of comprase dat ik kochtenz.

compraba ik kocht enz.

que compraras of comprasescomprabas

que comprara of comprasecompraba

que compráramos of comprásemoscomprába mos

que comprarais of compraseiscomprabais

que compraran of comprasencompraban

Preterito definido

ik kocht (ik heb gekocht) enz.compré

compraste

compró

compramos

1) In het Spaans gebruikt men het pers. vrnmw. slechts als de nadruk er op valt of ommisverstandte voorkomen.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 45: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

comprasteis

compraron

Futuro

si comprare indien ik zal (mocht) kopenenz.

compraré ik zal kopen enz,

si comprarescomprarás

si comprarecomprará

si compráremoscompraremos

si comprareiscompraréis

si comprarencomprarán

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 46: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

21

Condicional

(Soms als een derde vorm van de subjuntivo van het imperfecto te beschouwen).

ik zou kopen enz.compraría

comprarías

compraría

compraríamos

compraríais

comprarían

Imperativo

(tú) koop (jij)compra

(usted) koop (u)compre

(vosotros) koopt (gijlieden)comprad

(ustedes)compren

koop niet enz.no compres

no compre

no compréis

no compren

Gerundio

Comprando kopend, door te kopen. Deze vorm wordt hoofdzakelijk bijwoordelijkgebruikt, is dus onveranderlijk. Hij treedt ook vaak in de plaats van het in onbruikgeraakte tegenwoordig deelwoord. Zie les X. Het verleden deelwoord is comprado,gekocht.Het lijdend voorwerp, of het onmiddellijk voorwerp van de handeling uitgedrukt

door het werkwoord wordt in het Spaans vaak aangeduid door het voorzetsel a ternadere, persoonlijke bepaling. Dit taalverschijnsel zal nader behandeld worden. Juanpega a Pedro, Jan slaat Piet.Het onderwerp staat in het Spaans zeer dikwijls achter het werkwoord, voornamelijk

als de nadruk op het werkwoord valt.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 47: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Van een aantal werkwoorden die op -iar, en -uar eindigen, zoals confiartoevertrouwen, enviar zenden, resfriarse verkouden worden, fluctuar schommelen(van koersen en prijzen), exceptuar een uitzondering maken, worden resp. de i enu geaccentueerd in de drie personen enkelv. en de derde pers. meerv. van de tegenw.tijd, indic. en subj. en de imper., bijv.: confío, fluctúan, envíe.

Werkwoorden op -ar

gevendar

sprekenhablar

tot rust brengen, geruststellenaquietar

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 48: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

22

naar beneden gaan, afstappen, uitstappenbajar

ontruimenevacuar

verdubbelendoblar

de hoek (v.e. straat) omslaandoblar la esquina

ontkurkendescorchar

snijdencortar

nementomar

plaatsnementomar asiento

deel nemen aantomar parte en

publicerenpublicar

ontploffen, losbarstenestallar

stichtenfundar

(aan)komenllegar

bedriegenengañar

luisteren naarescuchar

zwijgencallar

met de voet drukken op, betredenpisar

aankondigenanunciar

dansenbailar

zingencantar

prijzenalabar

overeenstemmenarmonizar

studeren, bestuderenestudiar

schilderenpintar

werkentrabajar

reizenviajar

schoonmakenlimpiar

vindenhallar

antwoordencontestar

dragen, wegbrengen, meenemenllevar

(iets) voorstellenrepresentar

verdienenganar

verteren, uitgevengastar

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 49: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

gaan, lopenmarchar

optekenen, opmerkennotar

innencobrar

vormenformar

kammenpeinar

wijden aanconsagrar a

de hand drukkenestrechar la mano

gelasten, zendenmandar

onderrichten, aanwijzenenseñar

in orde brengen, regelenarreglar

doorkomen, voorbijkomenpasar

roepen, noemenllamar

wassenlavar

strijkenplanchar

stijvenalmidonar

vullenllenar

laten, achterlaten, verlatendejar

ten geschenke gevenregalar

telegraferentelegrafiar

Woordenlijst

van hand tot hand gaanpasar de una mano a otra

de toegang, het toegangsbewijsla entrada

het concertel concierto

de redenaarel orador

vliegensvlugen volandas

de ringel anillo

de menigtela muchedumbre

belast metcargado de

de gehouwen steenla piedra tallada

sterk, krachtigfuerte

ruw, hardrudo

de zekerheid, de veiligheidla seguridad

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 50: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

wijkgebouw voor eerste hulp bijongelukken

la casa de socorro

de karel carro

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 51: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

23

onderdebajo de

het apparaatel aparato

het radiotoestelel aparato de radio

de brugel puente

de wasvrouwla lavandera

het glasel vaso

het liedla canción

de (boeren)mutsla cofia

het schortel delantal

het raampjela ventanilla

gestreeptrayado

met zwarte strepenrayado de negro

de klompenlos zuecas

de (zak)doekel pañuelo

de schoenel zapato

het koffertjeel maletín

de weg, routela ruta

de somla suma

de kniela rodilla

vervolgens, daarnaluego

de (dans)vloerla pista

terwijlmientras

de armel brazo

geldstuk ter waarde van vijf pesetasel duro

de grootvaderel abuelo

de smaakel gusto

de leeftijdla edad

stoppen (bijv.voertuig)parar

voor (v. plaats)delante de

vergetenolvidar

mijn (bezitt. voornaamw.)mi

gelastenordenar

het familielidel pariente

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 52: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

de bankierel banquero

een ogenblik, een poosjeun rato

het verhaalel relato

de heldel héroe

de hals, de boordel cuello

het (over)hemdla camisa

ter ere vanen honor de

de flesla botella

de champagnela champaña

het spelel juego

het berichtla noticia

het ontslagla dimisión

de berustingla resignación

het vertrek, verblijfla estancia

het portaalel portal

de gaspedaalel acelerador

het dagbladel diario

de danseresla bailarina

de pet, de mutsla gorra

het lakenel paño

een lakens pakun traje de paño

het gemiddeldeel promedio

de snelheidla velocidad

de (voor)naamel nombre

de familienaamel apellido

de buitenlanderel extranjero

kostbaarprecioso

overstekenatravesar

de logeel palco

de koopmanel comerciante

het schilderijel cuadro

kostbaarprecioso

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 53: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Oefening 5 A

El músico regalaba entradas para los conciertos. El orador hahlaba con voz fuertey ruda. Bajó del coche una mujer elegante, con varios anillos preciosos en los dedos.Los transeúntes llevaron al enfermo en volandas a la casa de socorro. Los estudiantesdescorcharon una botella de champaña en honor de su (= hun) amigo. Los niñostomaban parte en el juego. Un día (= op zekere dag) estalló una bomba debajo deun puente. El empleado escuchó la noticia de su dimisión con resignación, luegoatravesó la estancia y bajó al portal. Pise usted el acelerador. Los diarios anuncianen grandes letras a una bailarina negra. Los jóvenes tomaron asiento en un palcomientras sus amigos bailaban en la pista. El mendigo cantaba una canciónmelancólica, su mujer llevaba un niño en brazos. En algunas provincias holandesasmuchas

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 54: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

24

mujeres llevan cofias blancas, delantales rayados de azul y zuecos, y muchos hombresllevan un pañuelo al (= om de) cuello, zapatos finos y una gorra de paño. El automóvilmarchaba a cincuenta (= vijftig) kilómetros por hora, promediomáximo de velocidadpor (hier = op) la ruta. El portero del hotel notó el nombre, el apellido, la edad, lanaturaleza (hier = geboorteplaats) y la profesión de los viajeros. Los diez (= tien)duros que cobraba cada (= iedere) sábado formaron en pocos meses una sumarespetable. Juan consagraba sus ratos libres a visitar a sus parientes. El niño estabasentado (= zat) sobre las rodillas del abuelo y escuchaba muchas veces el relato dela hazaña (= grootse daad) del héroe nacional. El padre estrechó a su hijo contra (=tegen, aan) su corazón. La madre ordenó a la criada que (= dat) lavara y peinaraa los niños. La joven arreglaba el cuarto con gusto. Los caracteres de Pedro y deJuan no armonizan.

Oefening 5 B

De Engelsen reizen veel (=mucho). Roep het dienstmeisje. Ik vind het boek niet. Dewasvrouw wast, stijft en strijkt de boorden en de overhemden. De auto stopte voorhet huis. Zij vulden hun (= sus) glazen. Hij verdient veel geld en geeft veel geld uit.De onderwijzers onderrichten de kinderen en werken met hen (= con ellos). Demeisjes zullen de kamers in orde brengen en de jongens zullen hout hakken (= cortarleña). De kinderen zongen Spaanse liederen. De ouders prezen het kind. Hij antwoordt.Hij zal antwoorden. Vergeet niet. Zij vonden. Enige kooplieden van deze (= esta)stad verzenden radio-toestellen naar Spanje. Hij zal van mening (= opinión)veranderen. Zij kwamen een kar beladen met gehouwen steen voorbij. Mijn vaderzal het vraagstuk bestuderen. De studenten kochten hunmondvoorraad (= provisiones)in de dorpen welke (= que) zij doorkwamen. Het schilderij stelt een landschap (= elpaisaje) voor. Praat niet. De boeken van deze (= este) schrijver (= autor) gaan vanhand tot hand. Ik zal zwijgen en zal gelasten dat de bedienden zwijgen. De autoverdubbelde de snelheid. Hij zong. Zij zullen veel geld verteren. Indien zij mochtenkomen. Zij zouden aankondigen. Hij gelast dat zijn kinderen studeren. Hetdienstmeisje maakt de kamer schoon. De bevolking ontruimt de stad. Ik vertrouwhet geld aan mijn bankier toe.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 55: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

25

Zesde lesHet hulpwerkwoord haber

Een der belangrijkste hulpwerkwoorden (verbos auxiliares) in het Spaans is hethulpwerkwoord haber. Hiermede worden ook de samengestelde tijden van deonovergankelijke werkwoorden gevormd he llegado ik ben gekomen, zodat in hetNederlands haber afwisselend door hebben en zijnmoet worden vertaald. Behoudensenkele gevallen komt haber niet als een zelfstandig werkwoord voor. Ons werkwoordhebben, in de betekenis van bezitten wordt in het Spaans weergegeven met hetwerkwoord tener. Zie elfde les.De vervoeging van het hulpwerkwoord haber is als volgt:

Presente perfecto

SUBJUNTIVOINDICATIVO

que haya comprado dat ik gekochtheb(be) enz.

he comprado ik heb gekocht

" hayas "has comprado jij hebt gekocht

" haya "ha comprado hij, zij, u heeft gekocht

" hayamos "hemos comprado wij hebben gekocht

" hayáis "habéis comprado gijlieden, jullie hebtgekocht

" hayan "han comprado zij, ulieden hebbengekocht

Pluscuamperfecto

que hubiera of hubiese comprado dat ikgekocht had(de) enz.

había comprado ik had gekocht enz.

" hubieras of hubieses "habías comprado ik had gekocht enz.

" hubiera of hubiese "había comprado ik had gekocht enz.

" hubiéramos of hubiésemos "habíamos comprado ik had gekocht enz.

" hubierais of hubieseis "habíais comprado ik had gekocht enz.

" hubieran of hubiesen "habían comprado ik had gekocht enz.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 56: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Preterito perfecto

INDICATIVO

comprado ik had gekocht enz.hube

"hubiste

"hubo

"hubimos

"hubisteis

"hubieron

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 57: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

26

Futuro perfecto

si hubiere comprado indien ik gekochtmocht (zal) hebben enz.

habré comprado ik zal gekocht hebbenenz.

si hubieres "habrás "

si hubiere "habrá "

si hubiéremos "habremos "

si hubiereis "habréis "

si hubieren "habrán "

Condicional perfecto

comprado ik zou gekocht hebben enz.habría

"habrías

"habría

"habríamos

"habríais

"habrían

Gerundio

comprado door te hebben gekocht.habiendo

Het gebruik van de vormen he comprado, había comprado, hube compradozal later uitvoeriger behandeld worden. Wij volstaan hier met deze essentiëleopmerking:

Jan had noten gekochtJuan había comprado nueces

Evenals ha comprado legt había comprado de nadruk op het gevolg, het resultaatvan een handeling: hij had de noten dus. Indien de nadrukmoet vallen op de handelingzelf wordt of het pretérito definido gebruikt: Juan compró, hetwelk dus in hetNederlands dikwijls door had gekocht en dgl. moet worden vertaald, of hubocomprado. Deze laatste vorm komt slechts na bepaalde voegwoorden voor zoals asíque, luego que, después que zodra, onmiddelijk nadat, apenas que nauwelijks, e.a.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 58: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Het werkwoord van het tweede lid van de zin staat dan in de pretérito definido,bijv.:

onmiddellijk nadat Jan de kaartjes hadgekocht gaf hij ze aan zijn vrienden

Luego que Juan hubo comprado losbilletes los entregó a sus amigos

Het verleden deelwoord comprado is in het actief steeds onveranderlijk. Bijv.:

Jan heeft boeken gekochtJuan ha comprado libros

de boeken welke Jan heeft gekochtLos libros que Juan ha comprado

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 59: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

27

De samengestelde tijden vormen een eenheid. De ontkenning gaat aan hethulpwerkwoord vooraf. Het voorwerp volgt op het deelwoord. Het onderwerp staatgeheel voorop of achteraan, al naar gelang van de nadruk. Bijv.:

Jan heeft niet (geen)boeken gekochtJuan no ha comprado libros

In vraagzinnen volgt het pers. vrnw. op het deelwoord, daarop volgt het voorwerp.Bijv.:

heeft u boeken gekocht?¿Ha comprado usted libros?

De subjuntivo hubiera of hubiese comprado wordt behalve in de vermeldegevallen waarin het Spaans een aanvoegende wijs vereist, ook gebruikt bijonvervulbare of onwerkelijke voorwaarden of veronderstellingen. Het werkwoorduit het tweede lid van de zin staat dan insgelijks in de aanvoegende wijs, of in decondicional, welke doorgaans de waarde van een aanvoegende wijs heeft.

Voorbeeld

als Jan gekomen was (hij is nietgekomen) zou hij me gewaarschuwdhebben

Si Juan hubiera (hubiese) llegado mehabría (hubiera) avisado

De aanvoegende wijs van het futuro perfecto (zeer weinig gebruikelijk) vermeldteen vaag waarschijnlijk maar mogelijk feit.

Voorbeeld

als Jan gekomen is (mocht zijn)Si Juan hubiere llegado

zal hij mijn brief hebben gevondenhabrá hallado mi carta

Woordenlijst

tot rust, bedaren brengentranquilizar

de vertraging trekken uit, te voorschijnhalen

la tardanza sacar (zie les XII)

fotograferensacar fotografías

het voordeella ventaja

voordeel trekken vansacar ventaja de

motregenenlloviznar

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 60: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

ophouden metcesar de, dejar de

aanbieden, voorstellen, laten zienpresentar

aankijken, beschouwenmirar

aannemenaceptar

groetensaludar

bevestigen, verklarenafirmar

(hier) behandelentratar

blijkenresultar

voorbereidenpreparar

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 61: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

28

berekenencalcular

op de hoogte stellenenterar

innen, ontvangenrecaudar

het alibila coartada

hopen, verwachtenesperar

uitleggenexplicar

wandelen, lopencaminar

goed, welbien (bijw.)

de schuldeiserel acreedor

de stakerel huelguista

de inkomstenlos ingresos

de persoonlijke bijdragela cuota

het vreemdelingenverkeerel turismo

het visitekaartje, de briefkaartla tarjeta

de wachtkamerla sala de espera

langzaamdespacio (bijw.)

haastigde prisa (bijw. uitdrukking)

de arbeiderel obrero

de grofheidla grosería

grofcon grosería (bijw. uitdrukking)

de uitvinderel inventor

het planel proyecto

gezamenlijkjuntos

de zinla frase

het wasgoedla ropa

de pas (schrede)el paso

de aankomstla llegada

de treinel tren

het vermogen, de fortuinla fortuna

de chequeel cheque

het raampjela ventanilla

het gezichtspuntel punto de vista

van.... af, uitdesde

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 62: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

de bemiddelaar, opzichterel interventor

verschaffenproporcionar

bevorderenfomentar

de plaats, de betrekkingel puesto

werpentirar

touwtje springensaltar a la comba

een ander (als adj. altijd zonder onb.lidw.)

otro

bijnacasi

de partijel partido

versnellenacelerar

vergetenolvidar

het beginselel principio

de leerlingel alumno

gisterenayer

de zakenlos negocios

nuahora

de overvloedla abundancia

de diefel ladrón

de vluchtla huída

Oefening 6 A

El maestro había enseñado a los niños los principios de la gramática. Algunoshombres habían tranquilizado a la muchedumbre. Hemos hablado con el jefe de laoficina y hemos explicado la razón de la tardanza. El alumno ha sacado grandesventajas de la enseñanza del maestro. Había cesado de lloviznar. El poeta habíaaceptado un puesto en la redacción de un periódico. Ayer afirmaron los directoresde esta casa (hier: zaak) que los negocios marchaban bien, y ahora resulta que hanengañado a sus acreedores. Los huelguistas calcularon los ingresos que habíanrecaudado por cuotas. El estado ha proporcionado dinero para fomentar la propagandadel turismo. Luego que hubo presentado su tarjeta entró en la sala de espera. Lostranseúntes habían caminado despacio y no habían dejado de mirar al gran hombre.Había saludado de prisa a los empleados. Los obreros han tratado con grosería alinterventor. Si le (= hem) hubieran enterado de la situación habría aceptado congusto la proposición. Ya habrá hallado

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 63: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

29

el libro que le (= hem) he mandado. Los estudiantes han formado el proyecto deviajar juntos por España. ¿Ha mandado usted a la criada que arregle los cuartos? Elmaestro ha alabado a los niños porque han trabajado bien. Su hermano ha fundadoun banco y el dinero llega en abundancia. La frase ‘si Pedromandara dinero yo lo(= het) gastaría’ significa que Pedro no ha mandado dinero ni (= en ook niet) yoespero que lomande. El pretérito de esta frase es la forma compuesta (= samengesteld)‘si Pedro hubieramandado dinero yo lo habría gastado.’ Así que hubieron entradoen la casa cerraron (= sloten zij) las puertas y las ventanas. Los ladrones habíanpreparado la huída y la coartada.

Oefening 6 B

Zij hadden hun (hier = de) pas versneld. De kinderen zullen de woorden van dezeles vergeten hebben. De voorbijgangers hebben het kind de richting gewezen. Enigejongelui hadden de aankomst van de trein afgewacht (= esperar). Aan het eind vandeze (= este) maand zal hij zijn (= su) vermogen verdubbeld hebben. Heb je de chequegeïnd? Het kind heeft zijn zakdoek uit het raampje van de trein geworpen. Het zalspoedig (= pronto) ophouden met motregenen. Hebben de meisjes touwtjegesprongen? De studenten hadden plaats genomen op de eerste rij (= la primera fila)van de engelenbak (= el paraíso). De ouders zullen de dingen van een andergezichtspunt hebben beschouwd dan (= que) de kinderen. Bijna allen (= todos) zoudenzijn partij (= su partido) hebben gekozen (hier = nemen) als zij naar zijn woordenhadden geluisterd. In je (= tu) laatste brief heb je de komst (hier: la venida) van je(= tu) broer aangekondigd, maar tot nu (= hasta ahora) is hij niet gekomen. Zou(vert. zal) hij aangekomen zijn in de trein van deze avond (= esta noche)? Jullie hebtijverig (= con aplicación) gewerkt. Heb je opgemerkt dat Jan niet aangekomen is?Hij had gelast dat zij hun (= su) kamer in orde zouden brengen (subj. imperf.). Hetmeisje zou het wasgoed hebben gewassen en gestreken maar zij is te laat (= tarde)gekomen. De kruier heeft de koffers naar het station gebracht. Zij zouden gezwegenhebben. Hadden jullie geroepen? Hebben zij de cheque geïnd? Wij zullen gereisdhebben. Hij had geprezen. Kinderen, drukt niet op de gaspedaal. Zij zouden dekinderen gewassen en gekamd hebben, maar hebben het (= lo, vóór hethulpwerkwoord plaatsen) vergeten.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 64: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

30

Zevende lesDe regelmatige werkwoorden op - er

Als voorbeeld van de vervoeging van de regelmatige werkwoorden op - er nemenwij vender verkopen.

Presente

SUBJUNTIVOINDICATIVO

que venda dat ik verkope enz.vendo ik verkoop

que vendasvendes jij verkoopt

que vendavende hij, zij, u verkoopt

que vendamosvendemos wij verkopen

que vendáisvendéis jullie, gij lieden verkoopt

que vendanvenden zij, ulieden verkopen

Preterito imperfecto

que vendiera of vendiese dat ik verkochtenz.

vendía ik verkocht enz.

que vendieras of vendiesesvendías

que vendiera of vendiesevendía

que vendiéramos of vendiésemosvendíamos

que vendierais of vendieseisvendíais

que vendieran of vendiesenvendían

Preterito definido

vendí ik verkocht, ik heb verkocht, enz.vendistevendióvendimosvendisteisvendieron

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 65: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Imperativo

verkoop niet (jij)no vendasverkoop (jij)vende (tú)

verkoop niet (u)no vendaverkoop (u)venda (usted)

verkoopt niet (gijl.)no vendáisverkoopt (gijl.)vended (vosotros)

verkooptniet(ulieden)

no vendanverkoopt (ulieden)vendan (ustedes)

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 66: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

31

Futuro

si vendiere indien ik zal (mocht)verkopen enz.

venderé ik zal verkopen enz.

si vendieresvenderás

si vendierevenderá

si vendiéremosvenderemos

si vendiereisvenderéis

si vendierenvenderán

Condicional

vendería ik zou verkopen enz.venderíasvenderíavenderíamosvenderíaisvenderían

PARTICIPIO PASADOGERUNDIOvendido verkochtvendiendo verkopend, door te verkopen

Presente perfecto

que haya vendido dat ik verkocht heb(be)enz.

he vendido ik heb verkocht enz.

Pluscuamperfecto

que hubiera of hubiese vendido dat ikverkocht had(de) enz.

había vendido ik had verkocht enz.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 67: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Preterito perfecto

hube vendido ik had verkocht enz.

Futuro perfecto

si hubiere vendido indien ik verkochtzal (mocht) hebben enz.

habré vendido ik zal verkocht hebbenenz.

Condicional perfecto

habría vendido ik zou verkocht hebben enz.

Werkwoorden op - er

drinkenbeber

vegenbarrer

wijken, afstaanceder

toestaanconceder

naaiencoser

etencomer

(hard) lopencorrer

doorreizen, doortrekkenrecorrer

belovenprometer

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 68: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

32

moetendeber

afhangen vandepender de

verbergenesconder

beledigenofender

vrezen, bang zijn voortemer

plaatsen in, stoppen inmeter

aanvallenacometer

onderwerpensometer

vastpakken, gevangen nemenprender

begrijpencomprender

ondernemenemprender

lerenaprender (voor inf. met a)

berispenreprender

verrassensorprender

Woordenlijst

ten huize vanen casa de

de foutla falta

fouten begaancometer faltas

de grondel suelo

de bezemla escoba

de omstandigheidla circunstancia

fluitspelentocar1) la flauta

dicht bijpróximo a

de studie, het atelierel estudio

de rampel desastre

de sokkel, de plintel zócalo

het gemak, de gemakkelijkheidla facilidad

wonder(baar)lijkmaravilloso

de losheid, de vlotheidla soltura

1) Zie les XII.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 69: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

volgenssegún

het voorstella proposición

eerlijk, fatsoenlijkhonrado

de buurel vecino

het belangel interés

de zorg (voor iets)el cuidado

de bezorgdheidla preocupación

het gedragla conducta

de mensenla gente

de richting, het adresla dirección

het ongeluk,la desgracia

het ongevalel accidente

de plaats, de betrekkingel puesto

de zolderkamerla guardilla

inwilligenacceder a

handelen, te werk gaanproceder

de gewoontela costumbre

zoo, aldusasí

heden, vandaaghoy

de zwakkeel débil

gevoels -, sentimenteelsentimental

commercieelcomercial

het verzoekschriftla súplica

de hoop, de verwachtingla esperanza

de gouden bergenlos montes de oro

de naasteel prójimo

het dialect, de tongvalel dialecto

de provinciela provincia

lawaai makenmeter ruido

het rechtel derecho

de ontdekkings-reizigerel explorador

haast je; vlug, vlugcorre, corre

de zak (van een) jas of broek), tasjeel bolsillo

volgen, gebeurensuceder

de bijzonderheidel detalle

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 70: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

antwoorden opresponder a

instaan voorresponder por

uit nalatigheidpor descuido

de kwade trouwla mala fe

het buitenlandel extranjero

beantwoorden aancorresponder a

(leren) kennenconocer

} te hulp komensocorrer

} te hulp komenacudir en socorro

allerleitoda clase de

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 71: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

33

In het Spaans vervangt men dikwijls een bijwoord door een zelfstandig naamwoord(zonder lidwoord) met voorzetsel. Bijv.:

vlot sprekenhablar con soltura

Oefening 7 A

Esta noche comeremos en casa del médico.Mañana emprenderé un viaje. La noticiade la muerte de este señor ha sorprendido mucho a sus amigos. Muchos vendencaro lo que (= hetgeen) han comprado barato. ¿Habéis comprendido lo que dice (=zegt) este señor? Un refrán español dice ‘no digas (= zeg niet) de esta agua no beberé.’Significa este refrán que todos cometen faltas.Habría sometido este proyecto a mimaestro pero él había emprendido un viaje a España. Muchas criadas españolasbarren el suelo con una escoba. La llegada del ministro dependerá de variascircunstancias. En una guardilla próxima al estudio del pintor, un niño aprendía atocar la flauta. A los primeros triunfos habían sucedido los desastres. Un zócalo demadera corría alrededor del cuarto. Este joven ha aprendido el español con unafacilidad maravillosa y lo habla (= spreekt het) con soltura. Habría accedido a suproposición si me hubiera enseñado los detalles. No cederemos, suceda lo quesucediere. Temo que no haya terminado el libro. Ellos temían que sucediera así.Si hubiese respondido a la carta habría procedido como hombre honrado, pero norespondió y comprendo que es su costumbre tratar a la gente con grosería. Temando (= ik zend je) mi dirección en Madrid por si me (= voor het geval dat mij)sucediese alguna desgracia. Este accidente sucedió por descuido.Hemos sorprendidoa la criada al (= bij het) escuchar a la puerta. ¿Teméis vosotros que así suceda? Yono.Responda pronto, porque según comprendo, todo dependerá de usted.Cederíanuna parte de su (= hun) derecho si no temiesen la mala fe de sus adversarios. Luegoque hubo prometido un puesto al joven comprendió que su decisión habíadependido de razones sentimentales, no (= niet) comerciales. Juanmetió el libro enel (vertaal = zijn) bolsillo.

Oefening 7 B

Hebt jullie je (vertaal: de) les geleerd? Wij hebben niet de les van vandaag geleerdmaar (hier: sino) de les van gisteren. Drinkt geen (vertaal: niet) koud water. De vaderheeft zijn zoon berispt. Zijn komst hing van allerlei omstandigheden af. Deze staatzal zijn buren onder-

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 72: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

34

werpen en de andere staten zullen de zwakken niet te hulp komen. Als je een reisnaar het buitenland mocht ondernemen moet je de talen leren van de landen die (=que) je zult doortrekken. Zij stonden voor hem in, want hij had beloofd dat hij debelangen van de zaak (= la casa) zou behartigen. De nacht had den reiziger overvallen.De ouders zouden de kinderen wel (onvertaald laten) begrepen hebben als dezen (=éstos) hun zorgen niet hadden verborgen. Heeft u geantwoord op zijn verzoekschrift?Zij hadden niet aan mijn verwachtingen beantwoord. Hij zal gouden bergen beloven.Jullie hebt een deel van je (= vuestros) rechten afgestaan.Wij zullen eten en drinken.Het meisje liep hard door (= por) het huis en maakte veel lawaai. Draagt zorg voorde belangen van de naasten. Wij hadden Spanje doorreisd en de dialecten van deverschillende provincies geleerd. Berispt de kinderen niet. Zij moeten hun (= su) lesleren. Maak geen (vertaal: niet) lawaai. Antwoord spoedig. Zijn gedrag heeft nietaan de verwachting beantwoord. Zij zouden niet gevreesd hebben. Hadt gijliedengeleerd? Hij zou verrast hebben. Wijkt niet. Zij hadden Spanje moeten doortrekken,dan (= en este caso) zouden zij land en volk (vertaal beide woordenmet lidw.) hebbenleren kennen. De ouders gelastten dat de kinderen op hun belangen zouden letten(subj. imperf.). Indien hij gouden bergen mocht beloven zou mij (= me, vóór hetwerkwoord, na ontkenning) dat (onvertaald laten) niet verrassen. Onmiddellijk nadatde ontdekkingsreiziger het land had doorgetrokken zond hij bericht (hier: noticias)aan zijn vrienden. Vreest niet. Zij hadden hard gelopen. Vlug, vlug.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 73: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

35

Achtste lesDe regelmatige werkwoorden op - ir

De vervoeging van de regelmatige werkwoorden op - ir is op enkele vormen na gelijkaan die van de regelm. ww. op - er. De afwijkende vormen zijn de eerste en tweedepersoon meervoud van de aantonende wijs van de tegenwoordige tijd, vivimos wijleven, vivís gijlieden leeft, de gebiedende wijs tweede persoon meerv., vivid leeft,en zoals vanzelf spreekt, de vormen afgeleid van de onbepaalde wijs, viviré ik zalleven, viviría ik zou leven.

Werkwoorden op - ir

toelopen naar, zijn toevlucht zoeken bij,te hulp komen

acudir a

toevoegenañadir

applaudisserenaplaudir

verwarrenconfundir

vervullencumplir

besluitendecidir

afzien vandesistir de

verspreidendifundir

besprekendiscutir

van gedachten wisselen overdiscutir sobre

verdelendividir

uitpersen, uitdrukkenexprimir

aandringen opinsistir en

onderbrekeninterrumpir

weglaten, overslaan (woorden bijv.)omitir

veroorloven, toestaanpermitir

verdelen, vertrekken, uitgaan vanpartir

overtuigen, overredenpersuadir

ontvangenrecibir

(geld) zendenremitir

verblijf houden teresidir en

samenweven, ineenzetten (bijv. complot)urdir

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 74: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

bestijgen, naar boven gaan (ook v.prijzen)

subir

schudden, afschuddensacudir

opheffen, schrappen, intrekkensuprimir

lijden, verduren, dulden, toelatensufrir

leven, wonenvivir

verenigenunir

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 75: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

36

Woordenlijst

de haastla prisa

er is haast bijcorre prisa

het vertrekla partida

de hellingla cuesta

oplopend (v. weg)en cuesta

het pak, de baalel fardo

de dwalingel error

in een dwaling verkerensufrir un error

de rekeningla cuenta

het gehele huistoda la casa

de gehele wereld, iedereentodo el mundo

alle mensentodos los hombres

het lid (v.e. vereniging), de vennootel socio

de rekening beloopt...la cuenta sube a

de verenigingla asociación

de hulpla ayuda

het geldel dinero

de hoeveelheid, de somla cantidad

het weefsella tela

vrees inboezemeninfundir miedo

de weekla semana

verleden weekla semana pasada

het planel proyecto

het voornemenel intento

de lijstla lista

lange tijdmucho tiempo

de koffie, het caféel café

het voorschriftla instrucción

spoedig, te vroegpronto

het schilderijel cuadro

de filmla película

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 76: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

dragen, voeren, leidenllevar

eenzaamsolitario

de afspiegelingel reflejo

het gewetenla conciencia

toencuando (voegw.v.tijd)

verklarendefinir

bijeenbrengenreunir

overeenkomstigsegun

gestand doen, houden (woord)cumplir con

op kosten vana expensas de

de slaap, de droomel sueño

de verbeeldingskrachtla imaginación

goed (bijwoord)bien

slecht (bijwoord)mal

het bericht, de waarschuwingel aviso

de geschiktheid, de gepastheid (het terzake dienende)

la oportunidad

een vijf peseta's stukel duro

de maatregella medida

binnenkorten breve

de romanla noveld

de winstla ganancia

het ogenblikel instante

op staande voetal instante

het rijtuig, de autoel coche

de waardeel valor

het comediestukla pieza

de handeling, het aandeella acción

kom u binnenpose usted

de fooila propina

de druifla uva

het druivensapel zumo de uvas

} het verslagel relato

} het verslagla reseña

de rustel reposo

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 77: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

rustigcon reposa

de billijkheidla equidad

de temperatuurla temperatura

de rentela renta

de devaluatiela devaluación

de vreugdela alegría

voorantes de

nadespués de

de prijsel precio

Oefening 8 A

No insista usted, porque no corre prisa. Si usted lo (= het) permite suprimiré estaspalabras. El padre de mi amigo recibió con resignación la noticia de la partida. Nohubiera decidido comprar este

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 78: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

37

cuadro si mi (= mijn) amigo no lo hubiese recomendado. Por una calle en cuesta,que partía de la plaza, subían varios hombres cargados de fardos. ¿Omitisteis laspalabras sobre que (= waarover) hemos discutido? Sufrís un error, no he recibidocartas para (= voor) vosotros. Todo el mundo acudió a esta película.Vivo a mi gusto.Mis (= mijn) amigos viven bien, vosotros vivís mal. El habría reunido todos lossocios de la asociación si hubiera recibido aviso de la oportunidad de esta medida.En breve la redacción del periódico para que trabajo remitirá dinero. Sus padresviven en un pueblo, llevan una vida retirada. Usted me ha persuadido por la fuerzade la verdad. Definan ustedes el concepto de la novela sobre que discuten. Divididlas ganancias entre los socios. Permita usted que yo parta al instante. Subieron aun coche que partía con gran velocidad. Al caer (= bij het vallen) de la nocheacudieron los viajeros a la casa solitaria. Todos aplaudisteis y no sufristeis queotros discutiesen el valor de la pieza. Acudiremos en su ayuda con pequeñascantidades de dinero. No había pasado mucho tiempo cuando recibió la orden devender las acciones. Mozo, suba usted mis maletas. ¿Recibe la señora? Si señor,pase usted. No interrumpas al que (= dengene die) habla. Me habéis infundidomiedo. Este filósofo partió de que (= ging uit van het idee dat) el mundo es el reflejode la conciencia.

Oefening 8 B

Heb je het geld ontvangen dat ik je (= te) verleden week heb gezonden (pret. def.)?Hij heeft zijn woord niet gehouden. Dringt niet aan, wij zien van het voornemen af.Ik zou de namen verward hebben als ik niet een lijst had ontvangen. De bediendeheeft enige woorden weggelaten in de brief. Wij hadden besloten niet toe te staandat zij van gedachten wisselden (subj. imperf.) vóór de pauze. Heeft u lange tijd inMadrid gewoond? In vele café's in Spanje heeft men (vertalen met derde persoonmeerv.) de fooien afgeschaft en men heeft de prijzen verhoogd. In Spanje en Portugalperst men de druiven uit en drinkt men het druivensap. Laat deze woorden weg inhet verslag. Duld niet dat men dit gedeelte schrapt (subj. pres.). Hij die (= el que)discuteert moet rustig spreken. Het bericht verspreidde vreugde in het dorp. Wijhadden veel geld bijeengebracht maar zij stonden niet toe dat wij hen (= les) te hulpkwamen (subj. imperf.). Heb je in de brief geschrapt wat (= lo que) zij er aan(onvertaald laten) had toegevoegd? Jullie verdeelt de winst niet overeenkomstigrecht en billijkheid (met lidw.). De temperatuur is gestegen. Omschrijft het plan.Applaudisseert niet. Hebben zij de voorschriften ontvangen? Zij hadden hem (= le,

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 79: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

38

vóór het hulpww.) overtuigd. Vertrek niet. Jullie zocht toevlucht bij je (= vuestros)ouders. Hij gelastte dat de kruier de koffers naar boven zou brengen. Zij leefden vanhun rente, na de devaluatie leven zij op kosten van hun (= sus) verwanten. De rekeningbeliep enige duros. Zijn (= su) verbeeldingskracht weefde het weefsel van zijndromen. Dit bericht heeft mij (=me, vóór het hulpww. plaatsen) vrees ingeboezemd.Gijlieden ontvangt. Duldt dit gedrag niet. Zij zullen de winst verdelen. Jullie zoudtje woord niet hebben gehouden als men daarop (= en ello, na het werkwoord plaatsen)had aangedrongen. Je zult spoedig vertrekken.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 80: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

39

Negende lesDe vervoeging en het gebruik van het werkwoord ser

De vervoeging van ser zijn, worden, luidt als volgt:

Presente

SUBJUNTIVOINDICATIVO

que sea dat ik ben (‘zij’) enz.soy ik ben

que seaseres jij bent

que seaes hij, zij is, u is

que seamossomos wij zijn

que seáissois jullie, gijlieden bent

que seanson zij, ulieden zijn

Preterito imperfecto

que fuera, fuese dat ik was (‘ware’), zouzijn enz.

era ik was enz.

que fueras of fueseseras

que fuera of fueseera

que fuéramos of fuésemoséramos

que fuerais of fueseiserais

que fueran of fueseneran

Preterito definido

fuí ik was, ben geweest enz.fuistefuéfuimosfuisteisfueron

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 81: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Imperativo

no seas (tú) wees nietsé (tú) wees (jij)

no sea (usted) wees nietsea (usted) wees (u)

no seáis (vosotros) weest nietsed (vosotros) weest (jullie, gijl.)

no sean (ustedes) weest nietsean (ustedes) weest (ul).

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 82: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

40

Futuro

si fuere indien ik zal (mocht) zijn enz.seré ik zal zijn enz.

si fueresserás

si fuereserá

si fuéremosseremos

si fuereisseréis

si fuerenserán

Condicional

sería ik zou zijn enz.seríasseríaseríamosseríaisserían

Presente perfecto

que haya sido dat ik geweest ben (‘zij’,‘ware’) enz.

he sido ik ben geweest enz.

que hayas sido enz.has sido enz.

Pluscuamperfecto

que hubiera, hubiese sido dat ik geweestwas (‘ware’) enz.

había sido ik was geweest enz.

Preterito perfecto

hube sido ik was geweest enz.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 83: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Futuro perfecto

si hubiere sido indien ik geweest zal(mocht) zijn

habré sido ik zal geweest zijn

GERUNDIOCONDICIONAL PERFECTOsiendo zijnde, door te zijnhabría sido ik zou geweest zijn

Het werkwoord ser wordt in het Spaans in verscheidene functies en betekenissengebruikt.Ten eerste als zelfstandig werkwoord, in de betekenis van bestaan: yo soy ik ben,

ik besta.Ten tweede als koppelwerkwoord met de bijzondere betekenis van inderdaad,

naar wezen iets zijn, afkomstig zijn van, toebehoren

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 84: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

41

aan, naar aard, van beroep, van geloof iets zijn. Ser duidt een werkelijke essentiële,van het onderwerp niet of nauwelijks te scheiden, of een duurzame eigenschap, staatof geaardheid aan. Ter onderscheiding van ser zie men de betekenis van estar in devolgende les.

Voorbeelden

marmer is koudel mármol es frío

deze wijn komt uit Jerezeste vino es de Jerez

dit boek is van Pieteste libro es de Pedro

Piet is vriendelijk, goed van aardPedro es amable, bueno

Jan is journalistJuan es periodista

Jan is katholiek, protestantJuan es católico, protestante

Piet is een SpanjaardPedro es español

Ten derde dient het werkwoord ser als hulpwerkwoord in de, zeer weiniggebruikte, passieve vorm. Het heeft dan de betekenis van worden.

de schuldige is gestraft gewordenEl culpable ha sido castigado

In deze passieve constructie - het verleden deelwoord met het hulpwerkwoord ser- richt zich het deelwoord in geslacht en getal naar het onderwerp. Bijv.:

de brieven werden overhandigd, zijnoverhandigd

Las cartas fueron (han sido) entregadas

Sido blijft onveranderlijk. Het gebruik van deze passieve vormen is in de gewoneomgangstaal zeldzaam. Zij komen voornamelijk in de onbepaalde wijs en in desamengestelde tijden voor. Het Spaans heeft een voorkeur voor het actief, en zinnenals ‘ik word geroepen’, ‘hij wordt geslagen’ vertale men met ‘zij roepen me’, ‘zijslaan hem’, me llaman, le pegan. Over andere manieren om ons ‘worden’ weer tegeven zal in les XIV nader worden gesproken.

Ten vierdewordt het werkwoord ser gebruikt in tal van onpersoonlijke uitdrukkingenals

} het is nodig, dates preciso que

} het is nodig, dates menester que

} het is nodig, dates necesario que

het is waarschijnlijk, dates probable que

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 85: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Na uitdrukkingen als deze, die de noodzakelijkheid, wenselijkheid of mogelijkheidvan iets uitdrukken, staat het afhankelijke werkwoord in de subjuntivo.

In vele andere persoonlijke uitdrukkingen als ‘de zaak is dat’, ‘het is waar’, ‘het isvroeg’, ‘het is een toeval’, ‘het is iets van de

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 86: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

42

laatste mode’ wordt het voornaamwoord in het Spaans niet aangegeven: es que, esverdad, es temprano, es una casualidad, es una cosa de (la) ultima moda.Ook in uitdrukkingen als deze: ‘ik ben het’, ‘wij zijn het’, wordt het onpersoonlijk

voornaamwoord in het Spaans niet vermeld, het persoonlijk voornaamwoord komtachter het werkwoord: soy yo, somos nosotros. In de tijdsbepalingen wordt evenminons onpersoonlijk voornaamwoord vermeld.

hoe laat is het? (letterlijk: welk uur ishet?)

¿Qué hora es?

het is vijf uur, het is één uurSon las cinco, es la una

Zinswendingen als ‘het is te hopen’ geeft men in het Spaans weer met es deesperar, en ook in uitdrukkingen als ‘het is een knappe jongen’, ‘het is eenonbeduidend man’, wordt in het Spaans geen voornaamwoord vermeld: es un chicointeligente, es un hombre insignificante.Llegar a ser betekent letterlijk: komen te zijn, dus, worden:

zijn zoon bracht het tot generaalSu hijo llegó a ser general

Onze uitdrukking ‘wat is er van hen geworden?’ geeft men in het Spaans ook metser weer: ¿qué ha sido de ellos?Een zeer gebruikelijke aanhef van een zin is es que de zaak is dat. Hierbij is het

onderwerp (de zaak, het feit, en dgl.) weggelaten. Bijv.:

de zaak is dat hij (te) laat is gekomenEs que llegó tarde

Woordenlijst

de gissing, de veronderstellingla conjetura

niet erg grootpoco grande

een beetje waterun poco de agua

vermetel, gewaagdaudaz

een beetje gewaagdun poco audaz

dagelijkscotidiano (bijv. nmwr.)

donker, bruinmoreno

blondrubio

verbrand (door de zon)tostado

de eendel pato

de vijverel estanque

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 87: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

bang makenasustar

het onderwerp, individuel sujeto

de spotter, grappenmakerel burlón

de leugenaar, bedriegerel embustero

toegankelijk, vatbaaraccesible

de toevallige omstandigheidla casualidad

de mening, het inzichtel parecer

dapper, moedigvaliente

het zou wat moois zijn alsbueno fuera si

de diefel ladrón

bijgeval, wellicht, somsacaso

ijverig, werkzaamhacendoso

de smaak, de voorkeurel gusto

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 88: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

43

(hier:) omdat zij daar zelf schik in hadpor gusto

kouwelijkfriolero

onvermoeibaarincansable

de toevlucht, het redmiddelel recurso

de uitdrukkingla expresión

de mengelingla mezcla

de verlegenheidla confusión

de vriendelijkheidla amabilidad

de modegrilel capricho de moda

de uitzonderingla excepción

ondeugendtravieso

de uitnodigingla invitación

voorzichtig, verstandigprudente

redelijkrazonable

de onderhandelingla negociación

reedsya

niet meerya no

een man van betekenisun hombre importante

de eigenaar, meesterel dueño

de techniekla técnica

alles, altodo

altijdsiempre

ijverigcon aplicación

het beroepla profesión

de grilel capricho

zo spoedig mogelijkcuanto antes

eenuno

tweedos

drietres

viercuatro

vijfcinco

zesseis

zevensiete

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 89: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

achtocho

negennueve

tiendiez

dwaastonto

openenabrir

berispenreprehender

de stierenvechterel toren

het is jammer, dates lástima que (met subj.)

noodlottigfatal

vragenpreguntar

} van school gejaagd wordenser echado de la escuela

wondenherir

waar?¿dónde?

Oefening 9 A

La conjetura fué un poco audaz. En los sueños es fácil todo lo fantástico y difíciltodo lo cotidiano. El señor P. es muy rico. Las hermanas de Juan son morenas, suhermano es rubio. El jardinero es un viejo de cara tostada. Los principios fueronduros. Pedro es empleado de un Banco y espera llegar a ser director. Los patos delestanque son blancos como la nieve. ¿Quién (= wie) llama? Soy yo. ¿Eres tu, Juan?No seas tonto, abre la puerta. Entra sin llamar. Es queme asusta la idea de entrar encasa. ¿Porqué? Es probable que me reprehendas. Ya son las nueve, es muy tarde.Eres un mal sujeto. Verdad es (nadrukkelijker dan: es verdad). Si, siempre has sidoun burlón, un embustero. Ayer fuiste echado de la escuela y después de ser (= habersido) castigado es de temer que no seas accesible a buenas razones.Fué pura casual idad que todos los viajeros eran españoles. El invierno ha sido

muy frío, es de esperar que la primavera será agradable. Fué preciso mandar por elmédico. Este torero esmuy valiente, ha sido herido varias veces. Mis padres fueronde parecer que no era necesario vender las casas. Si hubierais sido razonables nohabría sido necesario vender las acciones. Sus sombreros fueron siempre

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 90: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

44

de (la) última moda. Si fuese verdad sería un caso extraordinario. Bueno fuera siahora resultase que era indispensable ser estudiante para ser admitido a esta reunión.Temo que sea necesario llamar al médico. El temía que fuera necesario llamar almédico. Es mediodía. Eramedia noche cuando entraron los ladrones. ¿Acaso no esél dueño de su vida? La chica era hacendosa por gusto. Sería injusto que nocomprasen estos libros raros, porque son muy ricos y los libros fueron antes de labiblioteca de su padre. Somos cuatro ( = wij zijn met zijn vieren). La conferencia esen español. ¿Dónde es la reunión? La escena es en Burgos (het stuk speelt in B.).

Oefening 9 B

Het ijzer is hard. Jan is kouwelijk. Zij zijn altijd onvermoeibaar geweest. Zou (vertaal:zal) het waar zijn dat het verkopen van (‘van’ niet vertalen) zijn huis zijn laatstetoevlucht is geweest? Als dat zo is, zijn wij van mening dat het noodzakelijk is zijnvader te waarschuwen (= avisar). De uitdrukking van zijn gezicht was een mengelingvan vriendelijkheid en verlegenheid. Men dient (vertaal: es cosa de) te weten (=saber) dat het mogelijk is dat zij het geld verzonden hebben. De ouders van Jan zijnkatholiek, het zijn Spanjaarden en de Spanjaarden zijn bijna zonder uitzonderingkatholiek. Hoe lang (= cuánto tiempo) ben je student geweest? De ondeugendemeisjes zijn gestraft geworden door (= por) de onderwijzeres. Het is jammer dat hijdokter is (subj.). Het gebrek aan techniek is den Romeinen noodlottig geweest. Benjij het geweest? Als je student was geweest zou men (derde pers. plur.) je (= te, vóórhet hulpww.) een uitnodiging hebben gezonden. Zij zijn niet heel (=muy) verstandiggeweest. Het zou een grote vergissing zijn geweest als zij niet redelijk waren geweestin deze onderhandelingen. Als je ijverig werkt zul je een man van betekenis wordenin je beroep. Hij heeft gevraagd wat er van onze (= nuestros) vrienden is geworden.Het is te hopen dat zij niet te laat komen. Hoe laat is het? Het is vier uur. Het is waardat zij alleen (= sólo) hoeden draagt van de laatste mode, maar het is waarschijnlijkdat zij in de andere dingen de modegrillen afkeurt (= desapruebe). Het zal nodig zijndat wij zo spoedig mogelijk schrijven.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 91: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

45

Tiende lesDe vervoeging en het gebruik van het werkwoord estar

Het werkwoord estar geeft, als zelfstandig werkwoord, hulpwerkwoord enkoppelwerkwoord, een bijzondere rijkdom van uitdrukkingsmogelijkheden aan hetSpaans. Het betekent: zich bevinden, (gesteld) zijn, in de toestand verkeren van,bezig zijn met. Het duidt, als koppelwerkwoord en als hulpwerkwoord, eenvoorbijgaande gesteldheid van het onderwerp aan.Ter onderscheiding van ser vergelijke men de volgende voorbeelden.

sneeuw is wit, koud (van nature)La nieve es blanca, fría

de sneeuw is (nu) vuilLa nieve está sucia

Piet is goed, slechtPedro es bueno, malo

Jan gevoelt zich wel, niet welJuan está bueno, malo

Piet is blindPedro es ciego

Jan is verblind (door het licht, door drift,door tijdelijke aandoening der ogen)

Juan está ciego

Sommige bijvoeglijke naamwoorden, zoals feliz, infeliz worden nooit met estarverbonden, andere krijgen een andere betekenis.

Jan is rijkJuan es rico

de soep is lekkerLa sopa está rica

De vervoeging van estar luidt als volgt:

Presente

SUBJUNTIVOINDICATIVO

que esté dat ik ben (‘zij’) enz.estoy ik ben enz.

que estésestás

que estéestá

que estemosestamos

que estéisestáis

que esténestán

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 92: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

46

Preterito imperfecto

SUBJUNTIVOINDICATIVO

que estuviera of estuviese dat ik was(‘ware’) enz.

estaba ik was (verder als compraba)

que estuvieras of estuvieses

que estuviera of estuviese

que estuviéramos of estuviésemos

que estuvierais of estuvieseis

que estuvieran of estuviesen

Preterito definido

estuve ik was, ben geweest enz.estuvisteestuvoestuvimosestuvisteisestuvieron

Futuro

si estuviere indien ik zal (mocht) zijnenz.

estaré ik zal zijn (verder als compraré)

si estuvieres

si estuviere

si estuviéremos

si estuviereis

si estuvieren

Condicional

estaría ik zou zijn

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 93: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Imperativo

no estés wees niet enz.wees (jij)está (tú)

no estéwees (u)esté (usted)

no estéisweest (jullie, gijlieden)estad (vosotros)

no esténweest (ulieden)estén (ustedes)

De samengestelde tijden zijn als van comprar: he estado enz.

Gerundio

estando zijnde, door te zijn

Het gebruik van estar als hulpwerkwoord

Verbonden met het gerundio betekent estar bezig zijn met:

ik ben bezig de ww. te lerenestoy aprendiendo los verbos

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 94: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

47

Het gerundio is onveranderlijk: estamos aprendiendo wij zijn bezig te leren. Hetverleden deelwoord krijgt in de verbinding met estar geheel de betekenis van eenbijvoegl. nmwr. Het verleden deelwoord van sommige onovergankelijke ww. kandus ook met estar worden verbonden. Het richt zich in geslacht en getal naar hetonderwerp. Bijv.:

ik ben (gevoel mij) moe, wij enz.Estoy cansado, estamos cansados

de kinderen zijn in slaap gevallenLos niños están dormidos

Slechts zeer zelden kan een zelfst. naamwoord praedicatief worden gebruikt metestar. Indien zulks het geval is heeft het zelfst. nmwr. de betekenis van een bijv.nmwr.1) Bijv.:

de officier zat gevangenEl oficial estuvo prisionero

Estar de betekent gevestigd zijn als, bezig zijn met:

zijn broer is dokter te B.Su hermano está de médico en Burgos

zij zijn op reis, op jachtEstán de viaje, de caza

Estar en betekent te staan komen op, kosten:

dit pak kost me....Este traje me está en

Estar por betekent geneigd zijn om, van zins zijn te:

hij had neiging om het kind te berispenEstuvo por reprehender al niño

Estar por kan ook beduiden, dat wat gebeuren moest nog niet is gebeurd, bijv.

de akkers moeten nog bewerkt worden,wachten op ontginning

Los campos están por labrar

Estar para (= estar en punto de) betekent op het punt zijn om, gereed zijn tot,bijv.:

wij zijn op het punt te vertrekkenEstamos para partir

1) Het zelfst. nmwr. heeft in het Spaans wel vaker de betekenis en de functie van een bijv. nmw.Bijv. El es muy hombre hij is een flinke kerel.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 95: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Woordenlijst

zittenestar sentado

staanestar de pie

voor (v. plaats)delante de

waar? (vragend bijw. v. plaats)¿dánde?

waardonde

hieraquí

de verdieping, de étageel piso

stampvol, propvolatestado

grazenpastar

ruinerenarruinar

het buffetel aparador

vollleno (gevolgd door de, hetwelk in hetNed. onvertaald blijft)

het bord, de schotel (ook in de betekenisvan gerecht

el plato

de weila pradera

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 96: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

48

de rivierel río

woedend opfurioso contra

de tramel tranvía

omgevenrodear

het hoofdeinde (van een bed)la cabecera

kleinchico

de jongen, het meisjeel chico, la chica

bijna geëindigd zijnestar al concluir

verbonden, verloofd, betrokken incomprometido

de officierel oficial

de taakla tarea

druk bezetatareado

afmaken, eindigenterminar

een praatje maken, babbelencharlar

het poosjeel rato

in bloei staanestar en flor

beleefdatento

jegenspara con

de toeristel turista

huren, verhurenalquilar

opbellenllamar por (of al) teléfono

helder, duidelijkclaro

natuurlijkclaro está

de hoed staat me goedme está bien el sombrero

geen lust hebben om grappen te makenno estar para bromas

aardig, knap (van voorkomen)guapo

tamelijkbastante

het bedla cama

de samenzweringla conspiración

de nicht (cousine)la prima

gekloco

de middagla tarde

geopend, openabierto

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 97: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

gekleedvestido

de beschikking, de gesteldheidla disposición

de tentoonstellingla exposición

duizendmil

de guldenel florín

heus?¿verdad?

het publiekel público

vijftigcincuenta

woest, kwaadaardigfiero

in een dwaling verkeren, zich vergissenestar en un error

onrechtvaardiginjusto

zich onrechtvaardig gedragen jegensestar injusto con

tam, makmanso

gehouden zijn tot, verplicht zijn teestar obligado a

gelegensituado

voornaamprincipal

droogseco

mompelenmurmurar

bleekpálido

de keukenla cocina

de gangel pasillo

het eindel fin

zeker zijn vanestar seguro, cierto, de

de bioscoopel cine(ma)

zij is goed gekaptestá bien peinada

moecansado

ten einde raad zijnestar al cabo de su latín

het telegramel telegrama

op(gestaan) zijnestar levantado

aan het wandelen zijnestar de paseo

de fotola foto(grafía)

de eerste voorstellingla primera sección

goed op de hoogte zijnestar enterado

opgepast! pas op!¡cuidado!

van plan veranderencambiar de propósito

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 98: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

gebeurenocurrir

nogtodavía

samenjuntos

vergezellenacompañar

Oefening 10 A

Los amigos estaban sentados en un banco delante de la casa. ¿Dónde está Pedro?Aquí estuvo antes (= vroeger) la casa de mis

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 99: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

49

abuelos. Los tres balcones del piso primero estaban atestados de flores. Es lástimaque esta casa esté arruinada. El aparador está lleno de platos fríos. Estaré libre alas cuatro. Los bueyes pastan en las praderas que están próximas al río. No entraríaen casa si todavía estuviera furioso contra mí. Los tranvías estuvieron atestadosde gente. La casa era bastante oscura pues estaba rodeada de edificios altos. Elinterior del coche estaba ocupado por maletas y fardos. El teléfono está a la cabecerade la cama. El teatro estaba lleno, es verdad que era muy chico. Todo estuvopreparado. Si la misa estuviere al concluir (= op het eind lopen) no entramos en laiglesia. Todos los oficiales de este regimiento estuvieron comprometidos en laconspiración. Si no estuviéramos tan (= zo) atareados terminaríamos ahora, paracharlar un rato. ¿Estuvisteis atentos para con los turistas? Pedro y Juan estaránrecorriendo los campos. ¿Está la señora? ( = Is mevrouw thuis?) Si señor, está. ¿Esverdad que esta casa está para alquilar? No señor, estuvo (= het heeft wel te huurgestaan); está vendida. Sus padres estaránmuy tristes por las malas noticias. Dicen(= men zegt) que estabais de viaje cuando ocurrió el accidente. Estuve por llamarpero cambié de propósito. Estábamos para salir (= vertrekken) cuando nos (= ons)llamaron por teléfono. Estuvimos muy sorprendidos, claro está. El cielo estabaazul. Comprendió el ministro que la partida estaba ganada por la oposición. Elnuevo sombrero te (= je) está muy bien. Las primas de Pedro estaban muy guapascon el traje elegante. Los chicos han estadomuy alegres. ¡Cuidado! Este perro estámuy fiero. Que no (= wel neen), estás en un error. Es un animal muy manso. Juanestuvo loco de alegría. Estamos obligados a partir. Si estuvieras solo como yo,comprenderías porqué estoy triste. La casa del médico era espaciosa, estaba situadaen una de las calles principales de la ciudad. Todo el verano los ríos han estadosecos. Juan estuvo un poco injusto con usted. Estoy viejo (= ik voel me oud), estoymalo, la vida pasa y la muerte está cerca, murmuró el pobre hombre. Las últimassemanas las noches han estadomuy frías. Espere unmomento, estamos terminando,todo está preparado. Tu hermano está muy pálido.

Oefening 10 B

De keuken ligt aan het eind van de gang. Ik ben zeker van de komst van mijn (=mis)ouders. De bioscopen zijn de hele middag en avond open (vertaal: .. zijn open de ..).Bijna alle Spaanse vrouwen en meisjes zijn goed (= bien) gekleed en gekapt. Janvoelt zich niet goed, hij is op (vertaal: in) zijn kamer, hij is moe. Verleden jaar washij in Madrid, nu zal hij wel (onvertaald laten) in Sevilla zijn. Hij lag uitgestrektonder een boom. Als wij samen waren zouden wij niet zo (= tan) bezorgd

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 100: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

50

zijn. Zij waren ten einde raad. Wij zijn voor niemand (= para nadie) thuis. Zij wasnog heel (= muy) zwak en zij was zeer bleek. Als je bijna klaar was (= estar paraterminar) zou ik even wachten. Wij waren op reis toen hij het telegram zond. Warenzij gisteren verrast door het bericht? Ik ben bezig het boek door te lopen. Waar benje? Wij zijn hier, wij zijn zeer bezet. Hé, Jan, ben je al op? Natuurlijk, ik zit een briefte schrijven. Heb je het erg druk? Neen, wij zijn vandaag vrij. Waar zijn je broers?Zij zijn al (= ya, vooraan de zin) aan het wandelen, ik heb mijn brief bijna af (vertaal:ik ben op het punt de brief af te maken) en ben dadelijk tot je beschikking. De wandenvan het vertrek hingen (vertaal: waren) vol schilderijen en foto's. Zij waren heeltevreden over het succes (= éxito) van het boek. Het postkantoor (= la casa de correos)stond vroeger op het plein (= la plaza), nu staat het bij de rivier. Als de bioscopenniet zo (= tan) vol waren zouden wij met je meegaan (vertaal: je vergezellen; je = te,vóór het ww.). De eerste voorstelling is bijna afgelopen, bij (vertaal: in) de tweedevoorstelling zal de bioscoop met vol zijn. Is dit huis te koop (vertaal: dit huis is tekoop)? Hoe vaak (= cuántas veces) is u in Spanje geweest? Zij zijn goed op de hoogtevan de moderne kunst (= el arte moderno), zij zijn bezig een tentoonstelling teorganiseren (= organizar). Het grote publiek is te veel (= demasiado) bezet metandere dingen. Als jullie thuis was geweest zouden wij je (= os, vóór het hulpww.)hebben opgebeld, maar de meid zei (= dijo) dat jullie aan het wandelen waart.Welneen man, (= queno, hombre) wij zaten te studeren en wij hadden gezegd (=habíamos dicho) dat wij voor niemand te sprekenwaren. Gisteren stonden de aandelenlaag, nu staan zij op (= a) vijftig. Dit schilderij is me (=me, vóór het ww.) op duizendgulden komen te staan. Heus? Zeker, ik heb geen lust grappen te maken. De bomenstonden in bloei.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 101: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

51

Elfde lesDe vervoeging van het werkwoord tener het gebruik van haber entener

De vervoeging van het werkwoord tener, hetwelk betekent hebben, bezitten, krijgen,luidt als volgt:

Presente

SUBJUNTIVOINDICATIVO

que tenga dat ik heb(be), krijg enz.tengo (un libro) ik heb(een boek) enz.

que tengastienes

que tengatiene

que tengamostenemos

que tengáistenéis

que tengantienen

Preterito imperfecto

que tuviera of tuviese dat ik had, kreegenz. (als estuviera, en estuviese)

tenía ik had enz. (als vendía)

Preterito definido

tuve ik had, ik kreeg enz. (als hube en estuve)

Futuro

si tuviere als ik zal (mocht) hebben,krijgen enz. (als estuviere)

tendré ik zal hebben, krijgen enz. (alshabré)

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 102: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Condicional

tendría ik zou hebben, krijgen enz. (als habría)

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 103: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

52

Imperativo

houd niet vastenz.

no tengaspak aan, houdvast(jij)

(tú)ten

no tengahoud vast (u)(usted)tenga

no tengáishoudt vast(jullie,gijlieden)

(vosotros)tened

no tengan

houdt vast(ulieden)

(ustedes)tengan

Het verleden deelwoord is tenido, de samengestelde tijden zijn regelmatig: hetenido, había tenido, ik heb, ik had gehad, gekregen.Het gerundio is teniendo: teniendo libros no me aburro, doordat ik boeken heb

verveel ik mij niet. Over het gerundio en zijn gebruik zie les X en les XXX.

Betekenis en gebruik van tener

ik heb een boekTengo un libro

ik heb bericht van Jan gekregenHe tenido noticias de Juan

Ons zelfstandig werkwoord hebben, in de betekenis van krijgen. bezitten, wordtdus weergegeven met tener.Het gebruik van tener met een verleden deelwoord moet vanuit deze

grondbetekenis van tener verklaard worden.Tengo preparado mi equipaje wil zeggen: ik heb mijn bagage gereed staan. Er

wordt in deze zin niet vermeld wie de bagage gereed heeft gemaakt, alleen dat hijgereed en tot mijn beschikking staat. Het verleden deelwoord is geheel bijvoeglijknaamwoord, en tener is niet hulpwerkwoord maar een zelfstandig werkwoord. Ditblijkt al dadelijk als wij het voorwerp in het meervoud plaatsen:

heb je de machines gereed (staan)?¿Tienes preparadas las máquinas?

In zinnen als tengo notado que .... is het deelwoord een gesubstantiveerd adjectief.De gedachtengang: ik heb (als) opgemerkt (feit) dat ....Tener a uno por betekent: iemand houden voor, beschouwen als.

ik houd dezen man voor heel slimTengo a este hombre por muy listo

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 104: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Tener en poco betekent: geringschatten.

wij hebben geen hogen dunk van dezenman

Tenemos en poco a este hombre

Tener que betekent: hebben te ...., moeten, verplicht zijn om, met de bijbetekenisdat de verplichting van buiten af opgelegd is.

ik moet om zes uur thuis zijnTengo que estar en casa a las seis

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 105: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

53

No tener que betekent: niet behoeven te.

je behoeft Jan niet te vragen of hijtevreden is

No tienes que preguntar a Juan si estácontento

No tener más que betekent: slechts behoeven.

je behoeft slechts te ‘roepen’ (hier: bellenaan de huisdeur) en onmiddellijk laat ikopen doen

No tienes más que llamar y en seguidamando abrir

Als tener worden vervoegd detener ophouden, aanhouden, bewaren; contenerinhouden, bevatten; entretener onderhouden, bezig houden; retener vasthouden,inhouden; obtener verkrijgen; sostener ondersteunen, staande houden; e.a.

Het verschil van haber en tener is dus duidelijk. Haber is slechts hulpwerkwoordin het hedendaagse Spaans. Vroeger is het ook zelfstandig gebruikt en enigeuitdrukkingen herinneren daar nog aan. Zo spreekt men van haber menester nodighebben, en een enkele maal wordt haber in de onbepaalde wijs of in een passievevorm gebruikt in de betekenis van grijpen, pakken, of gepakt worden. Dit is eenverouderde zegswijze, een verstarde rechtsterm, zoals ook los haberes voor debezittingen, de have, het vermogen - soms ook in het enkelvoud el haber hetvermogen.Het werkwoord haber wordt ook onpersoonlijk gebruikt, in de betekenis van

voorhanden, aanwezig zijn. De presente del indicativo heeft een bijzondere vorm,hay er is, er zijn:

er is geldHay dinero

vroeger was er geld, nu nietAntes hubo dinero, ahora no

er zijn mannen en vrouwen in debioscoop

Hay hombres y mujeres en el cine1)

zullen (zouden) er veel zijn?¿Habrá muchos?

De onpersoonlijke uitdrukking hay que, había que, habrá que enz. moetenvertaald worden met: men moet ....

men moet zonder omwegen sprekenHay que hablar sin rodeos

Het werkwoord haber wordt met het voorzetsel de gebruikt in de betekenis vaneen versterkt futuro, met enige nadruk, in het Nederlands weer te geven met hebbente, moeten, zullen:

ik zal geld (moeten) overmakenHe de remitir dinero

1) In Zuid-Amerika maakt men deze vormen persoonlijk. Over het geheel kan men daar eennieuw gebruik van haber constateren.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 106: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

54

Deze constructie komt ook voor in de onpersoonlijke vormen:

er moeten (er zullen nog wel) cigarettenin mijn koker zijn

Ha de haber pitillos en mi petaca

Zegswijzen met tener

recht hebben tetener derecho a

honger hebbentener hambre

dorst hebbentener sed

koorts hebbentener fiebre, calentura

medelijden hebben mettener compasión de

het koud hebbentener frío

het genoegen hebben tetener el gusto de

genoegen vinden intener gusto en

lust, zin hebben intener ganas de

Woordenlijst

het hulpmiddel, redmiddelel remedio

er zit niets anders op danno hay más remedio que

ik heb geen andere uitweg dan, ik moetwel

no tengo más remedio que

opsluitenencerrar

de schuur, de boerderijla granja

zacht, week, gevoeligtierno

het schreienel llanto

vlug in tranen zijntener fácil el llanto

het blad, het blind, de vleugel van eendubbele deur

la hoja

wagenwijd(open)de par en par

hoger, hoogste, bovenstesuperior

het varkenel cerdo

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 107: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

de pootla pata

de achterpootla pata de atrás

de dorpelingel aldeano

de naailesla lección de costura

vooraf, bij voorbaatpor adelantado

allestodo

heel mijn huistoda mi casa

ieder menstodo hombre

alle mensentodos los hombres

het gehele huistoda la casa

de putel pozo

de petroleumbronel pozo de petróleo

de brandkastla caja de caudales

niet alleen .... maar ookno sólo .... sino que

leiding gevendirigir

heersenimperar

een halve slag omdraaiendar media vuelta

evenredig met, in de maat vana compás de

het rhythmeel ritmo

voortgaan, aanhoudencontinuar

de regenla lluvia

omverwerpenderribar

de recruut, de groenel bisoño

het orgaanel órgano

vermoedelijk (bijv. nw.)presunto

de auteur, de schrijver, de daderel autor

de angst, de vreesel miedo

bang zijn voortener miedo a

de eenzaamheidla soledad

betermejor

het loon, salarisel sueldo

de vermeerderingel aumento

de opslagel aumento de sueldo

oeconomisch, goedkoopeconómico

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 108: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

55

zelfs, tothasta

de gewoontela costumbre

de zorgel cuidado

de bedreiging kan mij niet schelenla amenaza me tiene sin cuidado }

de oude manel anciano

duizend, tal vanmil

de snuisterijla chuchería

het doosjela cajita

gebogencurvo

fijn, tengerdelgado

nauw, smalestrecho

de jukbeenderenlos pómulos

de hersensel cerebro

uitstekendsaliente

een kopje koffie drinkentomar un café

rekeningen vereffenenajustar cuentas

de maagdelijke (onontgonnen) streekel sitio virgen

misschienacaso

de plankla tabla

de oplossingla solución

de kwade tijd, de malaisela mala época

de schouderel hombro

gezwollen, opgezethinchado

uitrustendescansar

het broodel pan

de boterla manteca

midden in, midden open medio de

de bron, de pompla fuente

maatregelen treffentomar medidas

tijdiga tiempo

de herhalingla repetición

de onlustenlos disturbios

kou vattencoger frío

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 109: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

toenentonces

vastbindenatar

het touw, het koord, de snaarla cuerda

het naaienla costura

bewarenguardar

de vermoedelijke daderel presunto autor

de horlogemakerel relojero

noteren, aantekenenapuntar

de kistla caja

te maken hebben mettener que ver con

stilhouden, stoppenparar

de weerslagla repercusión

het faillissementla quiebra

het werkla obra

lezenleer

het feest, de feestdagla fiesta

de opvoeringla representación

de comediela comedia

de sukkelel tonto

onmiddellijken seguida

boven komensubir

het kruispuntel cruce

Oefening 11 A

No hubo entonces más remedio que ceder. Ha habido que encerrar los bueyes enla granja. Como todas las almas tiernas tenía fácil el llanto. La puerta de la calle,dividida en cuatro hojas, tenía abiertas de par en par las superiores. Los cerdos tienenuna pata de atrás atada a la cuerda que los aldeanos llevan en la mano. La hermanade Dolores ha tenido la idea de dar lecciones de costura a las niñas del pueblo a dospesetas la hora.Hemos tenido que pagar (= betalen) por adelantado. De todo teníaJuan la culpa (hier zowel had als kreeg Jan de schuld). No tenemos pozos de petróleo.Hemos tenido carta (= wij hebben een brief gekregen) del señor Pérez. El tuvoguardados los papeles en una caja de caudales. Segun algunos autores la masa nosólo tiene que aspirar a tener influencia sino que tiene que aspirar a dirigir, a imperar.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 110: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

56

En este caso la vida tendría que dar media vuelta para caminar a compás del ritmode la masa. Si continúan las lluvias, las aguas han de derribar los árboles. Entre lossoldados hubo varios (= verscheidene) bisoños. En aquel (= dat) cuerpo enfermo nohabía más que dos órganos sanos, el corazón y el cerebro. La policía detuvo, comopresuntos autores, al relojero y a su amigo. Siempre ha tenido miedo a la soledad.Tendrían que trabajar mejor si querían (= wilden) obtener un aumento de sueldo.Todo cambio económico ha de traer (=met zich brengen) un cambio político y hastaun cambio de costumbres. Tengo apuntada la dirección de tu (= je) amigo. Me tienesin cuidado la amenaza de esa (= die, met een nuance van minachting) gente. Laanciana tenía guardadas mil chucherías en varias cajitas. Este autor tiene la narizcurva y delgada, la frente estrecha y los pómulos salientes.1) Su madre ya (= al) teníaarreglada la casa. Esto (= dit) es todo mi haber. Habrá tiempo para tomar un café.Hay abajo un señor que quiere (= wil) tener informaciones. Hemos de ajustar hoylas cuentas. Si todas estas cajas contuvieran libros tendrías lectura para muchotiempo. Juan, sostén esta tabla. Si hoy hubiera sitios vírgenes tendría acaso soluciónla crisis. Eso (= dat wat u zegt) no tiene nada que ver con la mala época. Tenía elhombro hinchado (vertaal: zijn schouder was opgezet2). Si tuvierais tiempo pararíamosaquí para descansar. La repercusión que la quiebra ha de tener en los negócios, hade ser momentánea.No hay por qué llamar a su padre. Juan tuvo la madre enferma2)

y por eso (= daarom) no asistió a la reunión, La niña tiene los ojos azules, la madrelos (= ze) tiene negros. Si no hubiera tenido los ojos inflamados (= ontstofeen),habría leído la obra.

Oefening 11 B

Hier zal wel (onvertaald laten) brood en boter zijn. Zou er ook een bed zijn? (in hetSp. gebruikt men bij dgl. vragen de futuro). Midden op het plein is een pomp. Gisterenwas er feest in het dorp. Men (derde persoon meerv.) heeft tijdig maatregelengenomen.Wij zullen geen vrees behoeven te hebben voor herhaling van de onlusten.Zij hadden enige rekeningen te vereffenen en zij hadden daarom geen tijd. Heb jelust een uitstapje met ons (= nosotros) te maken? U(lieden) behoeft niet te vragenof ik lust heb. Als ik tijd en geld had zou ik u (= les, vóór het ww.) vergezellen. Hoeis het met hem?Hij heeft koorts, gisteren heeft hij kou gevat.Wij hebben het genoegengehad de op-

1) Men lette op het gebruik van het bepaalde lidwoord in het Spaans in dergelijkepersoonsbeschrijvingen.

2) Voor het gebruik van het bepaalde lidwoord waar in het Nederlands een bezittelijkvoornaamwoord wordt gebruikt, zie les XIII. Tengo la madre enferma, betekent, mijnmoeder is ziek (lett. ik heb de moeder ziek)

2) Voor het gebruik van het bepaalde lidwoord waar in het Nederlands een bezittelijkvoornaamwoord wordt gebruikt, zie les XIII. Tengo la madre enferma, betekent, mijnmoeder is ziek (lett. ik heb de moeder ziek)

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 111: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

57

voering van die comedie bij te wonen. Hier zijn enkele goede schouwburgen. Zijhadden geen (= niet, vóór het ww.) kleingeld (= suelto) en hebben daarom gewisseld.Wij hadden honger en dorst maar er zat niets anders op dan de reis voort te zetten.Als wij de reis niet hadden voortgezet zou je ons (= nos, vóór het hulpww.) voorsukkels hebben gehouden. U behoeft slechts te bellen, de knecht komt onmiddellijkboven. U zult eensmet hemmoeten praten. Heeft hij demoeilijke namen onthouden?Wij hadden medelijden met de arme kinderen. Er zijn redenen bezorgd te zijn overhen (= ellos). De deur stond aan (= entornada), wij behoefden dus niet te bellen. Zijhadden recht om te leven en te werken. De dokter vroeg of (= que si) er zieken waren.Ik heb op alle kruispunten moeten stoppen. De guardia civil heeft de dievenaangehouden. Het is mij een genoegen geweest deze brief te ontvangen. Indien ugeld en tijd hebt moet u reizen. Indien zij geld en tijd hadden gehad zouden zij gereisdhebben. Indien wij tijd mochten hebben (subj. fut.) zullen wij bericht zenden. Wijmoesten lange tijd wachten. U had moeten waarschuwen.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 112: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

58

Twaalfde lesMerkwaardigheden in de spelling van sommige regelmatigewerkwoorden

Tot goed begrip van de merkwaardigheden in de schrijfwijze van een aantalregelmatige werkwoorden raadplege men het algemene overzicht over de uitspraaken de spelling. Als men tot voorbeeld neemt het werkwoord llegar en men vervoegtdat, dan zal men bemerken dat in de subjuntivo de uitgang - e, - es enz. de uitspraakvan de g zou wijzigen. Om aan te geven dat de uitspraak van deze g van llegarbehouden blijft wordt, waar zulks nodig is, dus voor een - e, een u achter de ggeschreven, b.v. que llegues, que lleguemos, llegué enz. Een aantal regelmatigewerkwoorden ondergaat dus, om aan te geven dat de uitspraak van de medeklinkeraan het eind van de stam behouden blijft, een lichte wijziging in de schrijfwijze.Van de werkwoorden op - ar noemen wij bijv.

que pague enz., paguépagar betalen

que toque enz., toquétocar aanraken

que apacigüe enz., apacigüéapaciguar tot rust brengen

que rece enz., recé (rezé geeft geenandere uitspraak, maar in de

rezar bidden

tegenwoordige spellingwordt geen z voore of i geschreven).

Van de werkwoorden op -er noemen wij bijv.

que coja (maar coges, cogí enz.)coger grijpen, cojo,

que venza (maar vences, vencí enz.)vencer overwinnen, venzo,

Van de werkwoorden op - ir noemen wij bijv.

que extinga (maar extingues, extinguíenz.)

extinguir blussen, extingo,

que dirijas (maar diriges, dirigí enz.)dirigir leiden, dirijo,

Bij de werkwoorden op -er en -ir wier stam eindigt op een klinker wordt deonbetoonde i van de uitgang als y geschreven en uitgesproken als hij tussen tweeklinkers valt. Bijvoorbeeld:

creer geloven, van mening zijn, houden voor: creyó, creyeron, creyendo,maar creía.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 113: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

59

De werkwoorden op - uir schuiven bovendien tussen de stam en de uitgang altijdeen y in als in de uitgang geen betoonde i voorkomt. Bijvoorbeeld huir vluchten:huyo, huyes, huye, huya enz. maar huí, huiste, huimos, huía.De werkwoorden op - er en - ir wier stam eindigt op ll, ch of ñ nemen de

onbetoonde i van de uitgang in deze klank op. Deze - i wordt dus niet geschreven.Bijvoorbeeld:gruñir knorren: gruñó, que gruñera, gruñese, maar gruñía enz.mullir

opschudden:mulló, quemullera, mullese, maarmullía enz.Wijzigingen in de spelling of phonetische merkwaardigheden als boven genoemd

ondergaan o.a. de volgende werkwoorden:

kruisen, oversteken (de straat)cruzar

jagencazar

inhalen, bereiken, halen, verkrijgen,aanreiken

alcanzar

plaatsencolocar

zoekenbuscar

betalenpagar

verlengenprolongar

aanraken, toetsen, bespelen (eenmuziekinstrument)

tocar

te voorschijn halen, iets ergens uitnemensacar

handel drijventraficar

(aan)komenllegar

beladen, belastencargar

toestaan, verlenenotorgar

overhandigenentregar

onderzoeken, uitvorsenaveriguar

tot rust, vrede brengenapaciguar

pakken, opnemencoger

opbouwenconstruir

afbrekendestruir

onderrichteninstruir

vervangensustituir

opnemen (in huis als gast bijv.),aanvaarden (een mening), ontvangen

acoger

oprapen, verzamelen, opbergen, opnemenrecoger

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 114: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

uitzoekenescoger

beschermenproteger

lezenleer

bezittenposeer

knagenroer

bespelen (eenmuziekinstrument), beierentañer

oprichtenerigir

pijn of smart berokkenenafligir

veinzen, doen als- offingir

onderscheidendistinguir

invloed hebben opinfluir

besluiten, afmakenconcluir

uitsluitenexcluir

toeschrijven aanatribuir

vaststellen, oprichtenconstituir

herstellenrestituir

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 115: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

60

Woordenlijst

het enigelo único

de keer, maalla vez

de laatste maalla última vez

de zin, de betekenisel sentido

foto's nemen, fotograferensacar fotos

naderenacercarse

te veel, te zeer, te....demasiado

het grasla hierba

een schikking treffen, transigeren,schipperen

transigir

botsen, stoten tegenchocar con

(gemeenzaam:) ‘geef me de vijf’choque

de botsingel choque

aangeven, aanwijzenindicar

wijden aandedicar

afdingen, ‘pingelen’ (in Spanje vrijgebruikelijk)

regatear

verplichten totobligar

slaan, plakkenpegar

de bokspartijel combate de boxeo

het vertrekla partida

oordelenjuzgar

het uiterlijk, voorkomenla apariencia

de schijnlas apariencias

het succesel éxito

de partijel partido

de romanla novela

het papierel papel

het geruchtel rumor

vals, onjuistfalso

de (electrische) belel timbre

bellen, schellentocar el timbre

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 116: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

de mislukkingel fracaso

de ondernemingla empresa

de nuance, de schakeringel matiz

de muisel ratón

laat, te laattarde

het landhuis, het landgoedla quinta

het ezeltjeel borrico

een kaartje nemensacar billete

de postzegelel sello

het schouwspelel espectáculo

de schuldla deuda

het netla red

in omloop brengencircular

Oefening 12 A

Lo único que averigué fué que el enfermo estaba muy débil. Varias veces leyó elpapel sin alcanzar el sentido de la frase. Saqué varias fotos. Saque usted los billetesmientras yo compro algunos periódicos. El cerdo gruñó cuando me acerquédemasiado. Ayer cogí frío.Coja usted mi perro. La joven estaba sentada en la hierba,leyendo poesías. Yo no transijo con estas cosas. Sus padres creían que todas estasexplicaciones eran necesarias. Choque usted y no esté de mal humor. Ya es hora deque dediques tu tiempo a cosas útiles. Crucé la plaza, como usted indicó, y lleguéa la calle que buscaba. Temo mucho (hier: erg) que no alcances el tren. Busqué ellibro en todas partes (= overal) sin buscar en tu cuarto. Entregue usted la carta aljefe de la oficina. Pagué la cuenta sin regatear. Los ladrones huyeron. No quiero (=ik wil niet) que usted le (= hem) obligue a pagar si no tiene dinero. Estabanconcluyendo el trabajo cuando llegué. Este sello no pega. No toque usted el timbre,el ruido molesta al enfermo.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 117: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

61

No protejas a este hombre, trabaja poco y mal. Creyeron que su amigo estaba encasa pero no estaba. Siempre creyó que un combate de boxeo era un espectáculobárbaro. Es preciso que explique usted la razón de su partida. No distingo bien loscolores de este cuadro. No pegue usted al pobre animal. No juzgues por lasapariencias. Es posible que venza este partido porque está bien constituído. ¿A qué(= waaraan) atribuye usted su éxito? Deseo que leas esta novela. Recoja usted lospapeies que están en la mesa. El director mandó que el empleado sustituyese algunaspalabras por otras.

Oefening 12 B

Zij hebben onjuiste geruchten in omloop gebracht. Laten wij (subj. pres.) de straathier (= aquí, onmiddellijk na het ww.) oversteken. Laten wij niet bellen. Speelt ufluit? Neen, ik speel piano. Hij zal een foto nemen van dit plein. Overhandigt u dezebrief aan den directeur. Schrijf de mislukking van de onderneming niet toe aan deomstandigheden. Laten zij de dieren beschermen. Kiest u een boek uit. Leest u veel?Mijn vader las (pret. def.) veel. Onderricht. De slechte critiek breekt af, de goedecritiek bouwt op. Hij vervangt. Zij vervingen. Zij hebben vervangen. Onderscheidtu de schakeringen? Veins niet. De muis knaagt. De varkens knorren. Pak aan. Leesdeze boeken niet. Zet (= pon) de koffer in het net. Hij is te laat gekomen. Wij hieldenhem (= le, vóór het ww.) voor rijk, omdat zijn ouders een landgoed bezaten. Hijvlucht, zij vluchtten, laten wij vluchten. Sla die (vertaal: de) hond niet. Blijf niet ingebreke je (= tus) schulden te betalen. Als u iedere dag een bladzijde hadt gelezen,zoudt u nu vlot (= corrientemente, na het ww.) Spaans lezen. Geloof je dat hij hem(= le, vóór het ww.) zal inhalen? Wij geloven niet dat hij hem zal inhalen (subj.pres.). Neem een kaartje. Belast het ezeltje niet te zeer (= demasiado, onmiddellijkna het ww.). Zij bezaten een landhuis en een auto. De dood van zijn zoon heeft zijnwerk beïnvloed.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 118: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

62

Dertiende lesHet persoonlijk voornaamwoord

In het Spaans wordt het persoonlijk voornaamwoord (el pronombre personal) alsonderwerp slechts gebruikt als er bijzondere nadruk aan wordt gegeven.

ik spreek en jij zult luisterenYo hablo y tú escucharás

In andere gevallen wordt het weggelaten tenzij er verwarring zou kunnen ontstaanbetreffende de vormen waarin de eerste en de derde persoon overstemmen (hablaba,vendía) of als er duidelijk moet uitkomen of het onderwerp él, ella of usted is.Voor de gevallen waarin het pers. vrnw. meewerkend, belanghebbend of lijdend

voorwerp is, objecto indirecto of directo, wordt er ook verschil gemaakt tussenmeerdere of mindere nadruk. Bijv.:

mijn vriend sprak me over S.Mi amigome habló de España

In geval van grote nadruk op mij, in tegenstelling tot iemand anders, zegt men:

mijn vriend sprak mij over zijn studiesMi amigome habló a mí de sus estudios

Deze schakering bestaat voor alle persoonlijke voornaamwoorden in de betrokkengevallen, m.a.w. er zijn voor het pers. vrnw. zwakke en sterke vormen. Zij zijn alsvolgt:

Eerste persoon

MeervoudEnkelvoudnadrukkelijkzwaknadrukkelijkzwaknosotros, vr. nosotraswij

ikyo

a nosotros, vr. anosotras aan ons

nosme, aan mija míme

a nosotros, vr. anosotras ons

nosme, mija míme

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 119: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

63

Tweede persoon

vosotros, vr.vosotras jullie,gijlieden enz.

je, jijtú

a vosotros, vr.a vosotras

osje, aan joua tite

a vosotros, vr.a vosotras

osje, joua tite

Derde persoon

(manlijk)

ellos zijhijél

a ellos hun, aanhen

leshem, aan hema élle

a ellos henles, loshema élle, lo

(vrouwelijk)

ellas zij enz.zijella

a ellasles, lashaar, aan haara ellale, la

a ellaslashaar, aan haara ellala

Het onzijdig is ello het, dat (zeer weinig gebruikelijk), lijdend voorwerp (objectodirecto) lo.

In de gevallen waar het pers. vrnw. afhankelijk is van andere voorzetsels dan a, dusde, sobre, para, por, e.a. worden insgelijks de sterke vormen gebruikt, resp. de mí,de ti, de él, de nosotros (-as), de vosotros (-as), de ellos, de ellas. De dativo heeftvoor het vrouwelijk twee vormen, resp. le, la, les, las. De vormen le, les zijn deoorspronkelijke1), maar ter voorkoming van misverstand zijn de vormen la, las (vande acusativo) ook in de dativo gebruikelijk geworden. Hetzelfde geldt voor dedubbele vormen in de acusativo van het manlijk.1) De oorspronkelijke vorm was lo,

1) Tot goed begrip van de wording van deze vormen dient men zich het Latijnse (aanwijzend)voornaamwoord ille, illa in de desbetreffende vormen voor ogen te stellen en de ontwikkelingdezer klanken in de loop van de geschiedenis na te gaan. Dit kan hier buiten besprekingblijven.

1) Tot goed begrip van de wording van deze vormen dient men zich het Latijnse (aanwijzend)voornaamwoord ille, illa in de desbetreffende vormen voor ogen te stellen en de ontwikkeling

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 120: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

los, maar deels ter onderscheiding van het neutrale lo, deels door assimilatie zijn dedatiefvormen le, les in veelvuldig gebruik gekomen als acusativo.Verbonden met het voorzetsel con met, hebben de pers. vrnw. van de eerste en

tweede persoon enkelvoud een bijzondere vorm, conmigomet mij, contigomet jou.Het wederkerende en wederkerige voornaamwoord van de derde persoon, ml. en

vr., enkelv. en meerv., is met een voorzetsel sí, zonder voorzetsel se. Verbonden metcon is het consigo.

dezer klanken in de loop van de geschiedenis na te gaan. Dit kan hier buiten besprekingblijven.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 121: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

64

Het woord entre tussen, een voorzetsel dus, wordt in het Spaans meer als bijwoordgebruikt als het verbonden wordt met een pers. vrnw. Het moet dan vertaald wordenmet gezamenlijk, samen.

hij en zijn zoon tezamen tilden de tafelop

Entre él y su hijo levantaron la mesa

jij en ik hebben samen veel gelukEntre tú y yo tenemos mucha suerte

Plaats van de persoonlijke voornaamwoorden

Jan overhandigt me een boekJuanme entrega un libro

Jan overhandigt je een briefJuan te entrega una carta

Jan overhandigt hem (haar, u) een briefJuan le entrega una carta

Jan overhandigt je hem (in het Sp. ‘haar’omdat carta vr. is)

Juan te la entrega

Op gelijke wijze nos lo, nos la, os lo, os la, dus bij de opvolging gaan de eersteen tweede aan de derde vooraf.In de volgende les, bij de behandeling van de wederkerende en wederkerige

werkwoorden, wordt de plaats van het persoonlijk voornaamwoord daarbij naderaangegeven. Wij volstaan hier met deze voorlopige opmerking:

ik geef mij overYo me entrego

jij geeft je overtú te entregas

hij geeft zich over, u geeft u overél (usted) se entrega

wij geven ons overnosotros nos entregamos

jullie (gij lieden) geeft je overvosotros os entregáis

zij geven zich over, ulieden geeft u over.ellos (ustedes) se entregan

In de verbinding van de eerste en tweede persoon gaat de tweede aan de eerstevooraf.

ik geef me aan je overte me entrego

wij geven ons aan je overte nos entregamos

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 122: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

De versterkte vorm wordt achter het werkwoord gevoegd of staat, tot bijzonderenadruk, aan het hoofd van de zin. De zwakke vorm wordt in verbinding met het ww.tevens vermeld:

Jan geeft het aan jouJuan te lo entrega a ti

hij geeft het aan jou maar niet aan mijA ti te lo entrega pero no a mí

De verbinding van de dativo en acusativo van het persoonlijk voornaamwoordvan de derde persoon (men bedenke dat usted derde

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 123: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

65

persoon is) heeft in het Spaans tot een merkwaardige phonetische ontwikkelinggeleid. In zinnen als: hij geeft het hem, hij geeft het u. hij levert hem aan hen over,is de dativo van het pers. vrnw in het enkelvoud en in het meervoud gelijk, en welse, hetwelk men niet moet verwarren met het gelijk luidende se zich.1)

Jan overhandigt een brief aan PietJuan entrega una carta a Pedro

Jan overhandigt hem aan hemJuan se la entrega (a él)

Jan stuurt geld aan zijn kinderenJuan manda dinero a sus hijos

Jan stuurt het hunJuan se lo manda (a ellos)

De zwakke vormen gaan aan het werkwoord vooraf, behalve in de imperativo(uitgezonderd de negatieve vorm), de infinitivo, en de gerundio. Een enkele maalook in de andere vormen, bijv. aan het begin van een zin, ter vermijding vaneentonigheid, en in bloemrijke of verheven stijl. Indien de zwakke vormen op hetwerkwoord volgen worden zij daar enclitisch aan vastgehecht, d.w.z. zonder hetaccent van het werkwoord te veranderen. Dit wordt dan, indien nodig, aangegeven.

geef je overEntrégate

hij wilde het niet ter hand stellen aan mij,aan jou, aan hem (u),aan ons, aan jullie,aan hen (ulieden)

No queria entregármelo, entregártelo,entregárselo, entregárnoslo,entregároslo, entregárselo

verkoop het mijVéndemelo

verkoop het mij nietNome lo vendas

het verkopende, het mij verkopendeVendiéndolo, vendiéndomelo

Ter vermijding van misverstand of onduidelijkheid in zinnen als

Jan verkocht het hem (haar of u)Juan se lo vendió

voegt men zo nodig de versterkte vorm van het desbetreffende pers. vrnw. er aantoe:

Jan verkocht het hem, haar, uJuan se lo vendió a él, a ella, a usted

In de verbinding van hulpww. of modale ww. (willen, kunnen, moeten e.a.) eneen onbep. wijs kunnen de pers. vrnw. aan het hulpww! of modale ww. voorafgaanof aangehecht worden aan de onbep. wijs.

} ik kan het u niet zeggen.no puedo decirselo

} ik kan het u niet zeggen.no se lo puedo decir

1) Dit is een punt van de historische ontwikkeling der klanken. Wij verwijzen hiervoor bijv.naar Menéndez Pidal,Manual de gramática histórica.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 124: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Het pers. vrnw. (en ieder zelfstandig nw.) kan nog versterkt worden

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 125: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

66

door het aanwijzend voornw.mismo zelf, hetwelk zich in geslacht en getal richt naarhet woord of de persoon waar het bij hoort:Ustedmismo (misma) me lo ha dicho u heeft het me zelf gezegd.

Merkwaardige spaanse constructie

Men lette op de volgende constructie:

wij doktoren hebben weinig tijd om telezen

Los médicos tenemos poco tiempo paraleer

gij(lieden) romanschrijvers schrijftonwaarschijnlijke dingen.

Los novelistas escribís cosasinverosímiles

Deze verbinding van het werkwoord in de eerste en tweede persoon meervoudmet een zelfst. nw. tot onderwerp wordt verklaard door het feit dat los médicos enlos novelistas als bijstelling van het verzwegen pers. vrnw. nosotros en vosotrosworden gevoeld.Als het onderwerp bestaat uit verscheidene zelfst. nw. of pers. vrnw. en het pers.

vrnw. van de eerste of tweede pers. is, dan staat het werkwoord resp. in de eerste oftweede persoon meervoud.

gisteren hebben de dokter en ik de helemiddag zitten praten

Ayer el médico y yo estuvimos hablandotoda la tarde

In het Spaans treedt het pers. voornw. als indirect object dikwijls in de plaats vanhet bezittelijk vrnw. Het betrokken zelfst. nw. krijgt dan het lidwoord. Men vergelijkedeze constructie met de Nederlandse zinswending: het ismij door het hoofd gegaan,voor: het is door mijn hoofd gegaan. In het Spaans is het regel dat het pers. voornw.indirect object wordt als het direct object een lichaamsdeel, persoonlijke eigenschapof een voorwerp is dat niet nader door het bezittelijk voornw. behoeft te wordenbepaald (zie les XXIII).

Jan heeft op m'n voet getraptJuanme pisó el pie

de slag heeft mijn hand deerlijk gekwetstEl golpeme ha estropeado la mano

Herhaling van het object door de zwakke vorm van het pers. vrnw. Het indirecteen directe object wordt in het Spaans bij nadrukkelijke vermelding gewoonlijk weeropgenomen door de zwakke vorm van het pers. vrnw. Dit object kan aan het ww.voorafgaan of er op volgen, het pers. vrnw. behoudt de hierboven beschreven plaats.Bijv.:

Jan heeft zijn vader een uitvoerig verslaggezonden van het voorval

Juan le ha mandado a su padre un relatoextenso del suceso

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 126: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

de politie heeft den dieven al de gestolenvoorwerpen afgenomen

A los ladrones la policía les quitó todaslas cosas robadas

de spion werd gefusilleerdLe (Lo) fusilaron al espía

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 127: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

67

ik heb u verscheidenemalen gezegd dat....A usted le he dicho varias veces que....

zij meldden het aan de anderenSe lo comunicaron a los demás

Als het directe object aan het hoofd van de zin staat, wordt het herhaald door dezwakke vorm van het pers. vrnw. Bijv.:

het geld hebben we verdeeldEl dinero, lo hemos repartido

het bedrag hebben we verdeeldLa cantidad, la hemos repartidoMv. resp.los, las.

Het onzijdig pers. vrnw. De vorm ello wordt slechts zelden als onderwerpgebruikt, en heeft dan de waarde van een nadrukkelijk, aanwijzend vrnw.

dat - wat besproken is of nader zalworden behandeld - is waar dat...., het iseen feit dat

Ello es (verdad) que

Met een voorzetsel komt het vaker voor, a ello, de ello, sobre ello, en ello enz.

overtuig haar ervanConvéncela de ello

alle dagen denk ik er aanTodos los días pienso en ello

Ter vervanging van een zelfst. of bijv. nw. als gezegde (predicado) wordt logebruikt:

Bent u de burgemeester? Ja, mijnheer, (ikben het, dat ben ik)

¿Es usted el alcalde? Sí señor, lo soy

zijn ziekte is ernstig maar de ziekte vanmijn zoon is het niet minder (is nietminder ernstig)

Su enfermedad es grave pero no lo esmenos la enfermedad de mi hijo

de ouders zijn rijk, de kinderen zijn hetniet

Los padres son ricos, los hijos no lo son

Onsmen wordt in het Spaans op verscheidene manieren uitgedrukt, o.a. door dederde persoon meervoud. Steeds meer gebruikelijk wordt de vorm se met het ww.in de derde persoon enkelvoud (zie vgl. les) b.v.:

als men eerlijk is zoals onze bediende hetis....

Cuando se es honrado como lo es nuestroempleado....

men wacht tot men roept (zij roepen) endan gaat men onmiddellijk naar binnen

Se espera a que llamen y en seguida seentra

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 128: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Het pers. vrnw. se, welke ook zijn betekenis is, gaat altijd aan de andere pers.vrnw. vooraf.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 129: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

68

Het gebruik van de persoonlijke voornaamwoorden

Zoals reeds gezegd is worden de pers. vrnw. slechts gebruikt als de nadruk er opvalt, of om misverstand te voorkomen. De beleefdheidsvorm is usted, ustedes(afgekortV. ofVd., Vs. ofVds.). Bijzondere, plechtstatige beleefdheidsvormen zijn:Vuestra Excelencia (met als verkorte vormen soms Vuecelencia en Vuecencia)vroeger gebruikelijk tegenover ministers, gezanten, en dgl.; Su Señoría, in deCorteswel gebruikelijk onder de kamerleden in openbaar debat. De zwakke vorm noswerdzelfstandig gebruikt door den koning en nu nog door de magnaten van de Kerk.Vos,als zelfstandig pers. vrnw., was in geschrifte gebruikelijk jegens de koning, en is ditnog in dergelijke, plechtstatige stijl, ook in gebeden aan de Maagd bijv. (In verhevenstijl is het ook wel gebruik een vergadering toe te spreken met de tweede persoonmrv., echter nooitmet de zwakke vorm vos.) Verder komen de zwakke vormen nietzelfstandig voor.

Houd je van deze muziek? Ik? Ja, jij.Neen, ik niet.

¿Te gusta esta musica? ¿A mí? Sí, a ti!No, a mí no.

Wat het onpersoonlijk vrnw. aangaat, zie de opmerking in les XV, betreffende hetregent enz., en les IX.

Woordenlijst

de dwaze gewoontela manía

ten huize vanen casa de

de oomel tío

de tantela tía

dragen, verdurensoportar

iemand iets schuldig zijndeber algo a uno

ik ben je een duro schuldigte debo un duro

ik heb het leven aan je te dankente debo la vida

kloppengolpear

het bloedla sangre

de keella garganta

werpenechar

iemand wijn inschenkenesharle vino a uno

met jij aansprekenhablar de tú

iemand de arm om de hals (schouder)slaan

echarle a uno el brazo al hombro

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 130: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

vermetelosado

verminken, bederven, stuk makenestropear

met jij en jou aansprekentutear

nog eens bekijkenremirar

de plattelandsdokterel médico rural

toevertrouwenconfiar

rondom zich heenen torno de sí

behept zijn metestar aquejado de

onbekenddesconocido

wachten opaguardar

de herinneringel recuerdo

dom, dwaastonto

de schilderel pintor

de dichterel poeta

de sterla estrella

het lichtscherm, de filmla pantalla

pijnlijk, smartelijkdoloroso

de scheidingla separación

het land, het veld, het buitenlevenel campo

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 131: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

69

de openhartigheidla franqueza

eigenpropio

volkomen, volledigenteto

de inspanningel esfuerzo

ik houd van muziekme gusta la música

herhaaldelijk in de handen nemen(vandaar ook wel: beduimelen)

manosear

de plaats, de plekel sitio

de dasla corbata

de sjaalel chal

de zangeresla cantatriz

de gordel, de riemel cinturón

hij maakt me zenuwachtigél me pone nervioso

toebedelendeparar

de lucht, de geurel olor

de kook-, keukenluchtel olor a cocina

vijftienquince

} vergeven, niet kwalijk nemenperdonar

} vergeven, niet kwalijk nemendispensar

beledigenofender

de ridder, de meneerel caballero

meneercaballero

de radiola radio

veranderen (ook onovergankelijk)variar

de guldenel florín

de kosterel sacristán

de grote waskaarsel cirial

de gravureel grabado

wijder makenensanchar

de denkerel pensador

tamelijk, nogalbastante

te veel, al te (hier: te goed)demasiado

de oprechtheidla sinceridad

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 132: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

het geloofla creencia

wensendesear

de kampioenel campeón

uitnodigenconvidar

erenhonrar

toebedelendeparar

het land, de grondla tierra

zo spoedig mogelijkcuanto antes

omgaandpor vuelta de correo

het staat me niet aanno me gusta

onwaarschijnlijkinverosímil

het tijdschriftla revista

de windel viento

zich gewennen aanacostumbrarse a

aanstekenencender

de smartla pena

ietsalgo

gewend zijn aanestar acostumbrado a

iem. de schuld gevenechar la culpa a uno

Oefening 13 A

En casa de mi tío tocábamos el piano ella y yo. Me habló de sus proyectos. ¿Que (=wat) le debo a usted? le preguntó el viajero al guía. Tenía fiebre y le golpeaba lasangre en la garganta. Siempre ha confiado en sí mismo. ¿A ti no te parece (= schijnt)bien la idea? le preguntó el maestro a su amigo, echándole una mano al hombro.Arréglate (= maak je gereed) que ya son las ocho. Al hombre osado la fortuna le da(= geeft) la mano (Spaans spreekwoord). Todo el mundo le creía un hombre de grantalento. ¿Porqué no me lo has mandado a mí? Después de mirarlo y remirarlo (lo ishier hem) le preguntó el empleado: ¿Deseaba usted algo? Les pesaba la soledad alos médicos rurales. Se lo confié a mi padre. Miraron en torno de sí. Ella está aquejadade una enfermedad desconocida y la ayudan poco los medicamentos que le dan losmédicos. Te aguardan tu mujer y tu hijo. Como recuerdo de su viaje el joven lesenvió a sus padres una colccción de fotografías.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 133: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

70

El estaba tan cansado como (= even moe als) yo. A mí no me es simpático esteempleado.Los poetas sois tontos, dijo (= zei) el pintor. A Pedro le gustaba manosearla colección de corbatas, de chales, de cinturones, de pañuelos. A él no le he dicho(= gezegd) todavía que estoy de vuelta. ¿No le gustaría a usted, señorita, ser estrella,una gran estrella de la pantalla? Si señor, pero quiero (= ik wil) alcanzarlo por mi (=mijn) propio esfuerzo.Me pone nervioso el ruido de platos y el olor a cocina. Tú¿porqué estás aquí? Perdóneme si le he ofendido a usted, caballero. A mi madre lamolesta mucho la radio. Tú no estás como antes. Has variado mucho. Ya lo creo(letterlijk: ik geloof het al, wel, thans uitroep voor ‘en of’, ‘stellig’). El sacristán teníaencendidos los dos ciriales y, entre él y su hijo, los levantaron hasta la altura delcuadro. No te aflijas, hijo mío (=mijn kind). Los invitaba a ensanchar los horizontespero ellos le tuvieron miedo al joven pensador. Yo no quiero que a ti te venza lavida. Por ti llegaré a ser campeón del mundo, dijo (= zei) el boxeador. No te convidoa comer porque aquí se come bastante mal. Se está muy bien en este hotel. Se laconocía (= kende) demasiado para poner en duda (= in twijfel trekken) la sinceridadde su creencia. ¿Le sería dolorosa a usted la separación? ¿A ustedes les gusta elcampo? Ellos no tenían motivos de antipatía por ella. Ella le hablará a usted conentera franqueza. Hay que perdonárselo, es muy joven. Juan le contó (= vertelde) asu padre lo que (= hetgeen) les había pasado a su amigo y a él. Déjale a él este sitio.¿Porqué se lo dejaría a él? Dejándoselo a él te honras a ti mismo. Señor ¿le llevaréla maleta al hotel?Mozo, écheme vino. No (lo) hay, señor. Tuvimos que participárseloa nuestros padres. Comuníqueselo (usted) pronto. No nos han contestado. Debencontestarnos pronto. La vida nos ha deparadomuchas penas, pero hay que soportarlascon resignación. A ustedes les debemos la vida. Una de sus manías era hablar de túa todo el mundo. A la tercera o cuarta vez de ver a una persona (= bij de derde ofvierde keer dat hij iemand zag) ya la tuteaba. A mi amigo le gusta mucho la pinturamoderna, a mí me gusta más (= meer) la música moderna. Entreguémoselo (de svan - mos valt weg om verdubbeling der s te voorkomen). Entreguémonos (de seveneens uitgevallen).

Oefening 13 B

Wat (= qué) zal ik hem antwoorden? Deel hem mee dat hij ons vijftig (= cincuenta)gulden schuldig is. Ons? Zeker, ons, niet u. Zij hebben ons gevraagd of het berichtons verrast heeft. Hij heeft hun een schilderij ten geschenke gegeven. Zij houdenniet van moderne muziek. Wij houden er veel (= mucho) van. Ik zal u een geheimtoevertrouwen, maar deel het niet aan de anderen mee (= comunicar). Helpt ons eenbeetje (= un poquito). Jullie hebt ons gehinderd met dat (= ese) lawaai.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 134: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

71

Zij hebben hem niet geloofd, het verhaal lijkt (= parece) hun onwaarschijnlijk. Latenwij hem mededelen dat het huis ons aanstaat en dat wij het zullen kopen. Als hij hetons verkoopt moet hij het in goede staat (= en buen estado) achterlaten. Hij heeftzijn ouders bericht dat zijn vrienden hem hartelijk (= con cordialidad, na het ww.)hebben ontvangen. Ons hebben zij bericht dat het volledig pension (= la pensióncompleta) twintig pesetas beloopt en u berichten zij dat het (onvertaald laten) vijftienpesetas is. Wien (= a quién) moet ik geloven, u of hem? Ik dacht dat zij mij riepenmaar zij roepen haar. Brievenbesteller (= cartero), hebt u wat (= algo) voor mij?Voor u zijn er twee brieven en een krant. Is er iets voor ons, vroegen de kinderen.Ja, voor jou, Jan, is er een prentbriefkaart (= la vista) en voor jullie, Piet en Henk (=Enrique) is er een tijdschrift. Wij zullen u tijdig zijn komst melden. Zij hebben langop ons gewacht want wij hadden hun beloofd hen op te bellen. Als wij u nodig hebben(= necesitar) zullen wij u roepen. Zet de radio af (= parar), dat lawaai hindert onsen de buren. Verkoop mij dit (= este) boek. Verkoop het hem niet. Wij willen (=queremos) het u verkopen. Verkoop het haar, maar verkoop het niet aan hem. WijNederlanders zijn aan regen en wind gewend. Man, trap me niet op mijn voeten.Neemt u mij niet kwalijk, mijnheer. Jan, je hebt mijn koffer stukgemaakt. Zij hebbenons de schuld gegeven. Wij zullen hun de grond geven (= entregar) om (= para, metonbep. wijs) die te bewerken (= cultivar). Vindt u dit huis aardig? (met gustarvertalen). Ik zou het aardig vinden als het een tuin met bomen had. Zij speelt piano,ik niet. Wij vroegen den gids wat wij hem schuldig waren. Zij (vr.) waren evenvermoeid als wij. Waarom heb je het hun gezonden en niet ons? Gij studenten werktweinig, wij musici moeten elke dag vele uren studeren.Wij zullen haar als herinneringeen boek met mooie gravures zenden. Zij hebben mij gevraagd het hun zo spoedigmogelijk te berichten. Men moet het hun vergeven, zij zijn jong en hebben weinigervaring. Mijn broer houdt veel van Russische romans, ik houd veel van moderneCatalaanse muziek. De scheiding zal smartelijk voor hen zijn. Hij moest het haarwel schrijven. Je moet haar niet met jij en jou toespreken. Wij hielden haar voor eenbegaafde zangeres (vert. een zangeres van talent) maar het blijkt dat zij het niet is.Umoet hun geen (= niet) geheimen toevertrouwen. Nodig haar niet uit. Deel het haarniet mede. Schrijf haar omgaand wat u en mij is overkomen (vert.: wat ons isoverkomen, u en mij.)

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 135: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

72

Veertiende lesDe wederkerende en wederkerige werkwoorden

Uit de voorlopige opmerking in de vorige les is reeds gebleken hoe in het Spaans dewederkerendewerkwoorden (los verbos reflexivos)worden gevormd. Het persoonlijkvoornaamwoord,me, te, se, nos, os, se, staat vóór het werkwoord, behalve in deonbepaalde wijs - equivocarse zich vergissen, in de gerundio - equivocándose zichvergissende, door zich te vergissen, in de gebiedende wijs, bevestigende vorm, -entrégate, entréguese geef je over, geef u over, en in de aanvoegende wijs zondervoegwoord - entreguémonos laten wij ons overgeven, in welke gevallen het pers.voornw. aan de werkwoordsvorm wordt vastgehecht. In het laatste voorbeeld zietmen tevens een phonetische verandering. In die vorm verliest - mos zijn s tervereenvoudiging van de uitspraak. Zo ook verliest de tweede persoon meervoudimperativo zijn finale d: entregaos geeft je over.Een aantal werkwoorden zijn in het Spaans reflexief welke in het Nederlands met

een niet-reflexief werkwoord worden weergegeven, hoewel men wel vaak eenverouderd reflexief werkwoord kan vinden in onze taal, bijv. atreverse a wagen te(zich verstouten te).Burlarse de spotten over, met,marchitarse verwelken. Insgelijksworden verscheideneNederlandse reflexievewerkwoorden in het Spaansweergegevenmet een niet-reflexief ww. bijv. abusar de zich vergrijpen aan, recurrir a zichberoepen op, presumir de zich laten voorstaan op.Het hulpwerkwoord is altijd haber en het verleden deelwoord blijft onveranderd:

ik heb hem niet durven vragenNo me he atrevido a preguntarle

In het Spaans is het gebruik van het wederkerende ww. veelvuldiger dan bij ons.Zelfs kunnen ook tal van onovergankelijke ww. reflexief worden gebruikt. Dit geeftaan de uitgedrukte handeling of toestand een zekere intensiteit of het duidt het beginvan een handeling aan Het pers. vrnw. is dan het indirecte object van de handeling,het duidt de onmiddellijk belanghebbende bij de daad aan. Het veelvuldig gebruikheeft echter vaak deze nuance doen verloren gaan, zodat het niet altijd mogelijk ishet verschil in betekenis zuiver aan te geven. Bijv.:

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 136: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

73

op de uitkijk staanestarse a la mira

iets behouden (in de zin van kopen o.a.)quedarse con una cosa

met enig geweld of gedrang binnengaan,binnendringen

entrarse

dood neervallencaerse muerto

(beslist) zwijgencallarse

iets, met zekere gulzigheid of haast,opeten, opdrinken

comerse, beberse

Ons worden van moe worden, slaperig worden, nat worden, verkouden wordenen dgl. wordt in het Spaans met een wederkerend ww. uitgedrukt, meestal is ook inhet Nederlands wel een min of meer verouderd reflexief voorhanden metovereenkomstige betekenis. Bijv.:

nat wordenmojarse

verkouden worden, koud wordenresfriarse

boos worden, zich ergerenenfadarse, enojarse

Dit leidt ons van zelf tot de bespreking van het passief (la voz pasiva). Wij zeidenreeds dat dit welbeschouwd niet bestaat in het Spaans. In de samengestelde tijdenen in de onbepaalde wijs wordt ser met het verleden deelwoord wel als zodaniggebruikt. Bijv.:

deze jongelui zijn als lid toegelaten(geworden)

Estos jóvenes han sido admitidos comosocios

Een veel gebruikelijker vorm in het Spaans tot uitdrukking van de lijdende vormin onze taal is het reflexieve ww. Bijv.:

de boeken worden prijzen verkocht tegenvaste

Los libros se venden a precios fijos

Daar zulk een constructie tot misverstand zou kunnen leiden als het onderwerpzelf tot handeling in staat is, en het ww. dus wederkerend of wederkerig zou kunnenworden verstaan, is het steeds meer gebruikelijk geworden se tot onderwerp te maken,met het ww. in het enkelvoud.1) Se is daardoor geheel gelijk in waarde geworden aanbijv. het Nederlandse men, reden waarom wij het in de vorige les onder de pers.vrnw. als neutrale vorm hebben opgenomen. Bijv.:

men nam de oproermakers gevangenSe detuvo a los revoltosos

1) Reeds in de zestiende eeuw komt dit voor, het verschijnsel is sinds dien veelvuldiger gewordenen is heden algemeen.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 137: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

men heeft deze jongelui als ledentoegelaten

Se ha admitido a estos jóvenes comosocios

men eet hier goedSe come bien aquí

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 138: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

74

In de spreektaal is de derde persoon meervoud de meest gebruikte constructie.

men zingt hier naastCantan aquí al lado

De wederkerige ww. (los verbos recíprocos)worden eveneens met het pers. vrnw.gevormd. Bijv.:

wij achten elkaar zeer(Nosotros) nos estimamos mucho

zij kijken elkaar aanEllos se miran

Deze vormen kunnen versterkt worden met de woorden unos a otros, los unos alos otros, en de bijwoordenmutuamente, recíprocamentewederzijds, wederkerig.Bijv.:

zij kijken elkaar (aandachtig) aanEllos se miran los unos a los otros

wij achten elkander wederkerig(Nosotros) nos estimamosmutuamente

Een dergelijke versterking, eventueel verduidelijking, kunnen ook de wederkerendeww. krijgen, door toevoeging vanmí mismo, ti mismo enz. met de voorzetsels de,a, e.a.

dit ding (deze zaak) verklaart zich zelfEsta cosa se explica a sí misma

Men bemerke dat ook bij reflexieve ww. het pers. vrnw. vaak indirect object is(zie vorige les):

mijn ogen vullen zich met tranense me llenan los ojos de lágrimas

Men lette ook op het gebruik van reflexieve ww. zoals olvidarse vergeten,ocurrirse te binnen schieten:

ik vergeet ietsse me olvida algo

zij kwamen op de gedachte om...se les ocurrió la idea de....

het is mij door mijn hoofd gegaan ubericht te zenden over....

se me olvidó mandarle a usted noticiasde....

Verscheidene wederkerende ww. hebben een vrouwelijk lidw. in het meerv. bijzich, zonder zelfst. nw. (dit is uitgevallen):

den dichter uithangenechárselas de poeta

het slecht, goed aanleggen omarreglárselas mal, bien, para

het met iemand aan de stok hebbenhabérselas con alguno

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 139: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Woordenlijst

zich haastenapresurarse

zich vergistenengañarse, equivocarse

spotten met, zich vrolijk maken overburlarse de

zich te nutte makenaprovecharse de

zich moeite gevenmolestarse

uitgaan (van licht, kachel)apagarse

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 140: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

75

niet vertrouwenno fiarse de

klagen overquejarse de

opstaanlevantarse

de dag doorbrengenpasarse el día

zich bevindenhallarse

zich vervelenaburrirse

elkaar groetensaludarse

uitgeput rakenagotarse

's morgens vroegde madrugada

bijnacasi

straat op straat doorlopen, slenterencallejear

tezamenjuntos

zijn schouders ophalenencogerse de hombros

de toevluchtel recurso

de (hulp)middelenlos recursos

het gevoelen, de genegenheidel afecto

hartelijkcon afecto

het ongelukla desgracia

het toppuntel colmo

} tot overmaat van ramppara colmo

} tot overmaat van rampde desgracias

rijn jas uitdoenquitarse el abrigo

wegnemenquitar

elkaar betwistendisputarse

ontsnappenescaparse

zijn hoed afnemendescubrirse

letten opfijarse en

onderscheidendivisar

wegsluipen, stilletjes weggaanescabullirse

zich scherenafeitarse

uitgeven (geld), er door brengengastar(se)

een auto houdengastar coche

in vervulling gaancumplirse

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 141: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

stoppen, blijven staanpararse

trouwencasarse

droog worden, verdrogensecarse

droog maken, afdrogensecar

zijn hart uitstorten bijdesahogarse con

zijn baard laten staandejarse la barba

verwelkenmarchitarse

naderenacercarse

steunen opapoyarse en

schrikkenasustarse

blijvenquedar(se)

zich belasten metencargarse de

troebel worden, van streek rakenturbarse

zwak worden, ‘knikken’ (van knieën)debilitarse

gaan stakendeclararse en huelga

steigerenencabritarse

op de grond gaan liggenecharse al suelo

beginnen teecharse a

klagen overquejarse de

zich verbazen overextrañarse de

zich vermoeiencansarse

Piet hetenllamarse Pedro

uitrustendescansar

ontbijtendesayunarse

op de uitkijk staan, zijnestar(se) a la mira

zich te buiten gaanextralimitarse

zich overtuigen van, zich vergewissenvan

convencerse de

het goed met elkaar kunnen vindenllevarse bien

afkondigenproclamar

zich vullenllenarse

zich beschouwenconsiderarse

stikken, verdrinkenahogarse

het straatjela callejuela

de transportarbeiderslos obreros del transporte

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 142: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

de aap, de overallel mono

wat! (uitroep van verbazing)¡cómo!

de jaardagel cumpleaños

de klok, het horlogeel reloj (ook wel reló geschreven, de jwordt niet uitgesproken in het enkelvoud)

de mouwla manga

het (over)hemdla camisa

de rug (v.e. stoel)el respaldo

de stoella silla

de stroom, de tochtla corriente

de duisternisla oscuridad

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 143: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

76

de schoorsteenla chimenea

zich tevreden stellen metcontentarse con

een feest vierencelebrarse una fiesta

een vergadering houdencelebrarse una junta

zich voorstellenfigurarse

ten onder gaanhundirse

zijn tanden borstelencepillarse } los dientes

zijn tanden borstelenlimpiarse } los dientes

de agrarische partijel partido agrario

vooroverde bruces

de berm van een wegel ribazo

vroegtijdigtemprano

in het beginal principio

de haasla liebre

de heldel héroe

de staat van belegel estado de sitio

de officierel oficial

rustig, stilquieto

} er op staan, er op aandringeninsistir en

} er op staan, er op aandringenobstinarse en

afgerichtadiestrado

branden, verbranden (intrans.)quemarse

naar bed gaanmeterse en la cama

vertrekken, weg gaanmarcharse

hoepel opmárchate

(be)dreigenamenazar

wandelenpasearse

de kant, de zijdeel lado

de eetkamerel comedor

het vertrek (v. trein bijv.)la salida

beginnenempezar

schreeuwengritar

} de overjasel abrigo

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 144: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

} de overjasel gabán

het huisjela casita

haast hebbentener prisa

de aanvalel ataque

de burgerijla burguesía

verhuizenmudarse de casa

zoek rakenextraviarse

Oefening 14 A

Los señores de F. se apresuraron a comunicarnos que se habían engañado. No teburles. No se moleste, señora. Se ha apagado la luz. No nos quejemos. Juan selevantó de madrugada como casi todos los días. Creo que tu te pasas el díaestudiando. Callejeando llegamos a la plaza donde se hallaba la pensión. Cuando lecomunicaron al maestro la noticia de la muerte del niño se le llenaron los ojos delágrimas. Pedro estuvo por decirles que le dejaran (= hier: met rust lieten) pero secalló. ¿Te aburres? Sí,me aburro. Pues (= wel), aburrámonos juntos, como dijo(= zei) el rey de Francia. Las jóvenes se saludaron con afecto. El gobernador no seha levantado todavía. El portero se encogió de hombros. Los pobres recursosamenazaban agotarse. Para colmo de desgracias un día se le escapó al ciego el monoadiestrado. Al ver (= bij het zien) que no se fijaban en él se escabulló. ¡Cómo! ¿Notenéis dinero? No papá, es que nos lo hemos gastado en comprar regalos decumpleaños. Se me ha parado el reloj. Se me ha olvidado preguntarle a usted siquería (= wilde) tomar (hier = gebruiken) algo. ¡Chico, no te seques la frente con lamanga de la camisa! El se las arregla muy mal. El médico tenía aspecto de viejo,se había dejado la barba. Las flores se marchitarán. El viejo se paseaba de un ladoa otro, apoyándose en el respaldo de las sillas.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 145: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

77

Como no teníais voluntad os dejáis llevar por la corriente.Muchas veces se quedabanen el comedor, charlando a los lados de la chimenea. Se le turbaban los ojos y sele debilitaban las piernas tanto que (= zozeer dat) tenía que apoyarse con las manosen la pared. Se encabritaron los caballos. Echémonos a la sombra (= schaduw) ydescansemos un par de horas. Nos caímos de bruces desde lo alto (= van boven af)de un ribazo. Mi mujer y yo nos desayunamosmuy temprano para pasearnos antesde la salida del tren.Estese usted a la mira. Al principio os habíais afiliado al partidoagrario. Cuando se les dice (= zegt) que el individuo puede (= kan) extralimitarseen el uso de la libertad no lo creen. El anarquismo con su crítica destructora sedestruye a sí mismo. Todos aquellos (= al die) jóvenes que (= die) se las echabande héroes empezaron a correr como liebres. Se proclamó el estado de sitio enMadrid.El cielo se llenó de nubes pequeñas y blancas. Creo que tú te consideras a ti mismocomo un menor de edad (= minderjarige, onmondige). Entregaos, gritó el jovenoficial. Unos se entregaron, otros se resignaron a ser fusilados sin entregarse. Alos revoltosos se les había ocurrido el propósito de destruir la catedral. El boxeadorse quitaba (= veegde weg) un hilillo de sangre (= straaltje bloed) en la frente ysonreía (= glimlachte) como un niño. Estate quieto. Los empresarios se la disputana esta estrella. Su vida pasada le parecía un labirinto de callejuelas que (= die) secruzaban y se reunían. Los obreros del transporte se han declarado en huelga. Tute quejas de los otros, deberías quejarte de ti mismo. Debemos ayudarnosrecíprocamente. No se me ocurrió la palabra. Quien (= wie) no se atreve no ganala mar. (Sp. spreekwoord, wie niet waagt..)

Oefening 14 B

Doe uw jas uit. Zet je hoed af. Heb je je al geschoren? Wij hebben al ontbeten. Janmoet zich nog wassen. De jongen verbaasde zich dat zijn vader al opgestaan was.Hij moest zijn tanden nog borstelen en daarna (= después) vergat hij zijn gezicht afte drogen. Zijn vader werd boos en riep: Jan, droog je gezicht af en borstel je jas af.Men moet zich vaak (= muchas veces, vooraan de zin plaatsen) tevreden stellen metweinig. Haast je niet en vergis je niet. Gisteren is hier feest gevierd. Morgen zal ereen vergadering worden gehouden van onderwijzers. Pas u op (= cuidado) mijnheer,u brandt uw overjas. De kinderen hadden kou gevat en zij gingen vroeg naar bed. Ikblijf hier, gaat u maar (onvertaald laten) samen een wandeling doen. Maak dat jeweg komt (= Abate), jongen. Zwijg. Stel u voor een aardig huisje met bomen enbloemen. Is dit (= esta) huis te koop? Neen mevrouw, het

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 146: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

78

is te huur. Vertrouw dien man niet. U moet u de gelegenheid (= la oportunidad) tenutte maken. Zij hebben zich van hun (= su) dwaling overtuigd. Laten wij ons hartuitstorten bij onze (= nuestros) ouders, zij zullen wel op zich nemen ons te helpenen zij zullen niet boos op ons worden. Hebt u mijn (= mi) brief ontvangen? Neen,mijnheer. Ik denk dat hij zoek geraakt is. U zult vergeten hebben hem op de post tedoen (= echar al correo). Gij(lieden) moet nu weggaan. Wij geloven dat hij Pietheet. Laten wij van deze (= esta) gelegenheid gebruik maken. De voorspelling (= laprofecía) is in vervulling gegaan, Jan is getrouwd. In dit (= esta) station stoppen alletreinen. Wij hadden vergeten hem bericht te zenden. Men deelt ons mee datverscheidene jongelui zijn verdronken. Hij stond er op onmiddellijk weg te gaan. Ikgeloof dat wij spoedig gaan (= vamos a) verhuizen. Zij hebben er altijd veel vangehouden vroeg op te staan. Kind, je hebt koorts, ga naar bed. De redenaar riep uit‘Spanje gaat ten onder’, maar allen schaterden het uit om die dwaze opmerking. Deauto stopte voor het postkantoor. Hij heeft zijn hele vermogen er doorgebracht. Wijwerden moe van de discussie welke voor ons geen (vertaal: niet) belang had. Menonderscheidde de gedaanten (hier = bultos) in de duisternis. Men beschouwde deaanslag (= el atentado) als (= como) een aanval op de burgerij. Laten wij opstaan,ik heb haast. Gisteren kwam er een bedelaar naar ons toe. Hoe heet u, vroegen wijhem. Zij hebben het altijd (= siempre, vooraan de zin plaatsen) goed met elkaarkunnen vinden. Jan, eet niet die hele portie ijs (= el helado) op. Vergeet niet ons eenprentbriefkaart te sturen. De auto stopte plotseling ( = de repente) en wij schrokkenerg (=mucho). Schrik niet. Laten wij elkaar helpen. Door elkaar te helpen (gerundio)helpt men zichzelf. Vindt u deze (= esta) das aardig, mijnheer? Ja juffrouw, ik zalhem houden. Let u op deze merkwaardige (= curioso, achter het zelfst. nw.) naam.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 147: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

79

Vijftiende les.Onregelmatige werkwoorden eerste groep, de ww. met tweeklank inde betoonde stam

Een groot aantal werkwoorden van de eerste en tweede conjugatie verandert deklinker e of o van de stam in ie of ue wanneer de klemtoon daarop valt. Dit gebeurtdus in de eerste, tweede en derde persoon enkelvoud en de derde pers. meervoud vande indicativo presente en van de subjuntivo presente, en in de imperativo,behoudens de tweede persoon meervoud.

Voorbeelden (e, ie). A, cerrar sluiten.

Presente

IMPERATIVOSUBJUNTIVOINDICATIVO

cierra (tú) sluitque cierre dat ik sluit(e)cierro ik sluit

cierre (usted)que cierres enz.cierras enz.

cerrad (vosotros)que cierrecierra

cierren (ustedes)que cerremoscerramos

que cerréiscerráis

no cierres enz.que cierrencierran

B, entender verstaan, begrijpen.

Presente

IMPERATIVOSUBJUNTIVOINDICATIVO

entiende (tú) verstaque entienda dat ik verstaentiendo ik versta

entienda (usted)que entiendas enz.entiendes enz.

entended (vosotros)que entiendaentiende

entiendan (ustedes)que entendamosentendemos

que entendáisentendéis

no entiendas enz.que entiendanendenden

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 148: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

De ww. die deze merkwaardigheid vertonen zal men door het gebruik moetenleren. Wij zullen het in het vervolg steeds bij het ww. opgeven als het tot deze groepbehoort, bijv. pensar (ie) denken, van zins zijn.

Voorbeelden van ww. als cerrar en entender (en samenstellingen)

aanstekenencenderstijgen, opklimmenascender

verliezenperder

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 149: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

80

in het verderfstorten)

(perder aletten op, zorgdragen voor

atender a

uitstorten dwalenverter errarstreven naar,bedoelen

tender a

sneeuwen (vgl. lanieve de sneeuw)

nevar

vriezen (vgl. elhielo het ijs)

helar

beslaan (vgl. elhierro het ijzer)

herrar

gaan zitten (vgl. elasiento de plaats)

sentarse

Van het ww. errar worden de vormen met de tweeklank geschreven ye -, bijv.:

alle mensen dwalen af en toeTodos los hombres yerran de vez encuando

Voorbeelden (o, ue) A, apostar wedden.

Presente

IMPERATIVOSUBJUNTIVOINDICATIVO

apuesta (tú) wedque apueste dat ik wed(de)apuesto ik wed

apueste (usted)que apuestes enz.apuestas enz.

apostad (vosotros)que apuesteapuesta

apuesten (ustedes)que apostemosapostamos

que apostéisapostáis

no apuestes enz.que apuestenapuestan

B, moler malen.

Presente

IMPERATIVOSUBJUNTIVOINDICATIVO

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 150: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

muele (tú) maalquemuela dat ik maal(male)

muelo ik maal

muela (usted)quemuelas enz.mueles enz.

moled (vosotros)quemuelamuele

muelan (ustedes)que molamosmolemos

que moláismoléis

no muelas enz.quemuelanmuelen

De ww. die deze onregelmatigheid vertonen zal men insgelijks door het gebruikmoeten leren. Dit wordt voor de ww. op - ar vergemakkelijkt door het feit dat dezelfst. nw. die ervan zijn afgeleid, of het grondwoord ervan zijn, meestal ook dezelfdetweeklank hebben. Bijv.:

de overeenkomstel acuerdoovereenkomen, inherinnering brengen

acordar

het middagmaal(gewoonlijkomsteeks 2 uur)

el almuerzohet middagmaalgebruiken

almorzar

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 151: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

81

de weddingschapla apuestaweddenapostat

de schaamtela vergüenzazich schamen overavergonzarse de

de troostel consuelotroostenconsolar

het verhaalel cuentovertellencontar

de somla cuentatellen, rekenencontar

de ontmoetingel encuentrovinden, ontmoetenencontrar

de begrafenisel entierrobegravenenterrar

dekrachtsinspanning

el esfuerzozich inspannenesforzarse

de stakingla huelganiets doen, stakenholgar

het toonbeeld, hetvoorbeeld

la muestratonen, laten zienmostrar

het volk, het dorp,de plaats

el pueblobevolkenpoblar

de proef, het bewijsla pruebabeproeven, proeven,onderzoeken

probar

het wiella ruedarollenrodar

de slaap, de droomel sueñodromen vansoñar con

de ruilel truequeruilen, inwisselentrocar

de donderslag, deknal

el truenodonderentronar

de vluchtel vuelovliegenvolar

Dezelfde eigenaardigheid als deze ww. vertonen de ww. jugar spelen (el juegohet spel) en enjugar afdrogen. De ww. oler ruiken en desosar uitbenen, krijgen voorde vormen met de tweeklank een h, dus:

men ruikt hier een doordringende parfumSe huele aquí un perfume penetrante

het vlees ruikt aangebrandLa carne huele a quemado

de slager beent het vlees uitEl carnicero deshuesa la carne

De onpersoonlijke ww. worden in het Spaans zonder onbepaald voornw. gebruikt.Bijv. llueve het regent, hiela het vriest, aquí huele a cerrado, hier ruikt het muf. Inzinnen als ‘het kost tijd dit boek te lezen’ waarin het onbep. vrnw. het door een zinuitgedrukte onderwerp opneemt (dit boek te lezen kost tijd) wordt in het Spaans geenonbep. vrnw. gebruikt:

het kost moeite dit boek te lezenCuesta trabajo leer este libro

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 152: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Woordenlijst

de grendelel cerrojo

pijn doendoler (ue)

ik heb hoofdpijnme duele la cabeza

beginnen (te)comenzar a (ie)

naar bed gaanacostarse (ue)

gaan liggen, leunen tegenrecostarse (ue)

plegen, gewoon zijnsoler (ue)

holhueco

hol klinkensonar a hueco

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 153: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

82

ontkennennegar (ie)

weigerennegarse a

overeenkomen metconcordar con (ue)

besluitenresolver (ue) (met onregelm. verl.deelwoord resuelto)

de (vrije) wilel albedrío

terugkerenvolver (met onregelm. verledendeelwoord vuelto)

aanstekenencender (ie)

bewegenmover (ue)

regenen (ook persoonlijk gebruikt)llover (ue)

terugzendendevolver (verl. deelw. devuelto)

vragenrogar (ue)

de regenla lluvia

die naam komt me bekend vooreste nombre me suena

de bejaarde vrouw, de oude vrouwla anciana

het strola paja

iemand een ‘hak’ zettenjugar una mala pasada

plaatsen, neerzettensentar (ie)

mij staat, mij bekomtme sienta

de wilde haren verliezen, bezadigdworden

sentar la cabeza

gaan zittensentarse (ie)

ontmoetenencontrarse (ue)

somsa veces

(uit)lenenprestar

weer iets doenvolver a (ue)

opnieuw lezen, overlezen, weer gaanlezen

volver a leer

de kaarten, het kaartspellos naipes

het zeer koud hebben, ‘bevriezen’helarse (ie)

besproeienregar (ie)

ontroerenconmover (ue)

wringen, draaien (van weg: inslaan)torcer (ue)

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 154: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

rechtsa la derecha

linksa la izquierda

vouwenplegar (ie)

ontvouwen ontplooien, uitspreidendesplegar (ie)

schudden, uitschudden, uitkloppensacudir

vernieuwenrenovar (ue)

afkeurendesaprobar (ue)

de kachella estufa

het kluwenel ovillo

bekennen, belijdenconfesar (ie)

zich herinnerenacordarse de } (ue)

zich herinnerenrecordar } (ue)

bevinden, tot de ontdekking komen datencontrarse con que

(ont)dooiendeshelar (ie)

uitrustendescansar

de meeuwla gaviota

de werklozeel (obrero) parado

onvoldoendeinsuficiente

kostencostar (ue)

telefonerentelefonear

drukken, knellenapretar (ie)

de winterhanden, wintervoetenlos sabañones

hard wrijvenrestregar (ie)

loslatensoltar (ue)

de blindenlas maderas

wekkendespertar (ie)

wakker wordendespertarse (ie)

kokencocer (ue)

omvattenabarcar

struikelen overtropezar en (ie)

de oefeningel ejercicio

bibberen, beventemblar (ie)

verbeterenenmendar (ie)

zich warmencalentarse (ie)

zaaiensembrar (ie)

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 155: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

maaiensegar (ie)

denken aanpensar en (ie)

het verdrietla pena

de handdoekla toalla

de opleiding instructiela instrucción

de borstel pecho

het schipel buque

de havenel puerto

de katla gata

de voetstapla pisada

het vuurel fuego

de vertragingla dilación

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 156: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

83

Oefening 15 A

La criada cierra con cerrojo la puerta. ¿No encuentras tiempo para leer? Me duelela cabeza. Te encuentro muy cambiado. Los niños comienzan a jugar en la calle.Creo que ( = dat) en esta habitación huele a cerrado. El joven se recuesta al pie deun árbol a (= om te) leer. Aquí suena a hueco. No me cuente usted estas (= deze)historias. El suele tener muchas ganas de discutir. No le entiendo a usted. Creo queellos niegan el libre albedrío. La señora de F. se avergüenza de su pobre casa. Novuelvas a contarme esas cosas. Por las tardes padre e hijo juegan a los naipes. Elmendigo se hiela. Me avergüenzo de tener zapatos tan (= zo) malos. La chica riegalas flores. Casi todos apuestan por él y llueven las proposiciones. Es verdad que nohe leído las obras de este autor pero su nombre me suena. La anciana encuentra atoda pena su consuelo. Al entrar en el pueblo se huele un olor fuerte a paja quemada.Es verdad, me ha jugado una mala pasada. Siéntense señores. Se encontraron conque sus amigos se habían mudado de casa. Me senté en un banco a descansar. Suspisadas suenan claras. Las gaviotas vuelan cerca del buque y del puerto. El obreroparado sueña con vivir de su trabajo. Huelga decir (= het is overbodig te zeggen)que con una instrucción insuficiente no se llega lejos (= ver). ¡Juan! enciende la luz.Te mando que enciendas la estufa. No vuelvan ustedes a discutir sobre esta cuestión.La gata juega con un ovillo. Le confieso a usted que no me acuerdo de lo que (=hetgeen) me ha contado. A veces juegan los Bancos con el dinero, a veces lo pierdeno lo prestan a gran interés. Créame usted, este joven se quedará en este pueblo ysentará la cabeza. Cuesta trabajo llegar (hier = slagen) pero los que (= zij die) seesfuerzan ascienden. Le telefonee usted a mi amigo que no cuente conmigo. Leencontramos a usted muy distraído. La madre apretó a la niña contra su pecho. Nome aprietes la mano, tengo sabañones. Se restriega la cara con la toalla. Solemosacostarnos a las once (= om elf uur). ¡Suelta! Sentémonos. No temuevas. Tuerzausted la primera calle a la derecha. La criada despliega y sacude la ropa. ¿No cierrausted las maderas (de la ventana)? No, me gusta que me despierta el sol. En todaspartes cuecen habas (spreekwoord: ‘overal bakt men brood’). Este sombrero no mesienta. Creo que (= dat) está usted en un error, le sienta muy bien. No lo niegues,negándolo lo confiesas. Quien (= wie) mucho abarca poco aprieta.

Oefening 15 B

Wij struikelen over allerlei (= toda(s) clase(s) de) moeilijkheden in deze (= este)oefening. De arme man bibbert van de (onvertaald laten) kou. Belijd je fouten enverbeter ze. De maaltijd is ons slecht bekomen.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 157: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

84

Heeft u het koud? Warmt u bij (= a) de kachel. Doe de deur dicht. De boeren zaaienen maaien. Ga tijdig naar bed en sta tijdig op. Wij verzoeken u dat u die (= esa)bewering bewijst (subj.). Wij herinneren ons niet dat zij geweigerd hebben deovereenkomst te vernieuwen. Het regent. Het heeft geregend. Het begint te regenen.Het sneeuwt. Het zal morgen sneeuwen. Hij is van plan de tuin te besproeien. Hetdooit. Pas op (= cuidado), struikelt u niet. Hij dwaalt. Zij dwalen. Wij dwalen allen.Die (= ese) hoed staat u niet. Wek mij vroeg. Goed, ik zal u vroeg wekken, mijnheer.Ik vind het boek niet. Hoe (= cómo) vind je mijn moeder? Ik vind dat zij bleek ziet,is zij ziek? Zal hij terugkeren? Laten wij ons best doen. Dit (= este) verhaal heeftons tot tranen toe (= a lágrimas, na deelwoord plaatsen) bewogen. Ik beken dat ik uniet versta. Dit pak kost driehonderd (= trescientas) pesetas. Uw (= su) verslag komtniet overeen met hetgeen (= con lo que) hij ons heeft verteld. Stuur ons het boekterug dat wij u geleend hebben. Uw (= sus) ouders keuren het af. Het kind speelt inde tuin. Het kind is gestruikeld en het heeft pijn aan zijn voet. Wij herinneren onswaar (= donde) hem de schoen knelt. Heb je slaap? Ga dan (= pues, vooraan de zin)naar bed. Ik ben gewoon des morgens (= por la mañana, na de ww. plaatsen) testuderen, des avonds (= por la noche) lees ik. Ga zitten en vertel wat ( = lo que) er(onvert. laten) gebeurd is. Weest u dus niet bang, laten wij beginnen, Sluit de deurniet. Schaam je je niet over je (= tu) gedrag? De naam van dezen (= este) schrijverkwam hem bekend voor. Het rook er naar sterke Spaanse parfum. Gaat u niet op die(= ese) bank zitten, hij is vuil. De dokter zal zo spoedig mogelijk terug komen. Vertelhem niet weer zulke (= tales) anecdoten. Anita, besproei de planten, zij staan teverwelken. Vindt u haar erg veranderd? Laten wij beginnen. Zij herinneren zich nietdat ik hun het boek terug heb gezonden. Hij kwam tot de ontdekking dat de meid dekachel niet had aangestoken, dus (= por eso) ging hij weer naar bed en al spoedig (=momentos después) droomde hij dat hij zat te lezen bij een heerlijk vuur. Wij zullenniet weer gaan verhuizen. Laat los! Laten wij ons warmen bij deze (= esta) kachel,ik bevries. Wij hebben besloten hem te vragen dat hij ons het boek zonder vertragingterugzendt.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 158: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

85

Zestiende lesDe trappen van vergelijking

De eigenschap uitgedrukt door het bijvoeglijk nmwr. kan in meerdere of minderemate worden toegekend aan het betrokken zelfst. nmwr. of pers. vrnw. Dit verschijnselnoemt men gradación. De trappen van vergelijking (los grados de comparación)zijn in het Spaans twee in getal, de stellende trap (el positivo) en de vergelijkendetrap (el comparativo). Er is in het Spaans welbeschouwd geen overtreffende trap.Deze wordt aangegeven door de comparativo met het bepaalde lidwoord.

Voorbeelden

Jan is armJuan es pobre

Jan is armer dan PietJuan esmás probre que Pedro

Jan is minder arm dan PietJuan esmenos pobre que Pedro

Jan is de armsteJuan es el más pobre

Men zegt dusmás .... que lett. meer .... dan,menos .... que lett. minder .... dan.Indien echter het tweede lid van de vergelijking een eigen werkwoord heeft dan zegtmen in goed Spaansmás .... del, de la of de lo que, menos .... del, de la of de loque, dus de met het betrokken lidwoord gevolgd door que, het betrekkelijk vrnw.Bijv.:

Jan is armer dan wij denkenJuan esmás pobre de lo que creemos

Jan is minder arm dan wij denkenJuan esmenos pobre de lo que creemos

Jan heeft meer geld dan hij nodig heeftJuan tienemás dinero del que necesita

Jan heeft meer boeken dan hij nodig heeftJuan tienemás libros de los que necesita

De uitdrukkingmás de lo regular is elliptisch, en betekentmás de lo que esregular, meer dan gewoon, dus: nogal, tamelijk, meer dan goed is.Betreft de vergelijking een getal dan zegt menmás de, menos de, bij een

ontkenning echter gewoonlijk que. Bijvoorbeeld:

ik heb meer dan vijf exemplarenTengomás de cinco ejemplares

ik heb er slechts tweeNo tengomás que dos

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 159: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

86

In het Spaans zijn vier zgn. organische vormen om de comparativo aan te geven,mayor groter, menor kleiner, mejor beter, en peor slechter. Deze vormen blijvenin het vrouwelijk onveranderd.

Voorbeelden

het Castiliaanse brood is beter dan hetCatalaanse

El pan castellano esmejor que el pancatalán

er is geen slechtere (ongunstigere) situatie(mogelijk)

No hay peor situación

Naast deze organische vormen bestaan de samengestelde, resp. más grande, máspequeño, más bueno, más malo. Over het geheel genomen kan men zeggen dat deorganische vormen meer een figuurlijke vergelijking insluiten, en de samengesteldeeen zakelijke, stoffelijke vergelijking aangeven.Mayor moet dus vaak wordenvertaald met voornamer, gewichtiger enmenormet onbeduidender, geringer.Mayorenmenor betekenen resp. ook ouder en jonger.

Plaats van de organische comparatieven

Mayor, menor, mejor, peor staan meestal vóór het zelfst.nmwr. behalve als dit dooreen onbep. lidw. of een onbep. vrnw. wordt voorafgegaan.

de laatste roman is zijn beste werkLa última novela es sumejor obra

heeft u iets beters?¿Tiene usted otra cosamejor?

Onze overtreffende trap wordt in het Spaans aangegeven door de comparativomet het bep. lidwoord. Bijv.:

Jan is de schrandersteJuan es el más listo

het ergste van de zaak isLo peor del asunto es

het aangenaamste isLo más agradable es

Wordt het betrokken zelfst. nmwr. ook vermeld dan komtmás met het bijvoegl.nmwr. achter het zelfst. nmwr. te staan, en het lidwoord voor het zelfst. nmwr. Bijv.:

Jan is de schranderste leerlingJuan es el alumnomás listo

Fernández is de best ingelichte journalistFernández es el periodistamejorinformado

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 160: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Een comparativo zonder lidwoord, in het Nederlands te vertalen met eensuperlatief, staat als bepaling bij werkwoorden. Bijv.:

zij die de zaak het best begrijpenLos que comprendenmejor el asunto

Wat mij het meest prikkeltLo quemás me irrita

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 161: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

87

Ons begrip zeer arm, zeer duur kan in het Spaans op twee manieren wordenweergegeven, ten eerste met een bijwoord zoals in het Nederlands,muy zeer, muypobre, achter het zelfst. nmwr. behalve in zeer rhetorische taal, en ten tweede meteen aan het Latijn ontleende uitgang, -ísimo, welke echter nooit als een natuurlijkevorm in de gewone spreek- en schrijftaal is doorgedrongen. Deze vorm heeft eenrhetorische, geaffecteerde bijklank behouden. Voor de aanhechting van de uitgang-ísimo merke men het volgende op. De eindvocaal van het bijv. nmwr. valt af, bijv.pobre, pobrisímo, caro, carísimo. Men lette op de orthographische bijzonderhedenvanwege het behoud van de uitspraak van sommigemedeklinkers die door de uitgangin een nieuwe positie komen te staan, bijv. rico, riquísimo, largo, larguísimo, feroz,ferocísimo. De tweeklanken verdwijnen soms, bijv. ardiente, ardentísimo; fuerte,fortísimo1). Men zegt amplio, amplísimo wijd, ruim, maar frío, friísimo koud, agrio,agriísimo zuur.De meeste geeft men in het Spaans bij personen weer met la mayoría de de

meerderheid van, la mayor parte de het grootste deel van. Bij zaken drukt men hetuit met los más de, las más de. Bijvoorbeeld:

de meeste mensenLa mayoría de la gente

de meeste studentenLa mayor parte de los estudiantes

de meeste boekenLos más de los libros

de meeste denkbeeldenLas más de las ideas

Gewoonlijk worden de woorden superior hoger, en inferior lager, ook als Spaansecomparativos aangegeven. Dit is onjuist. Het zijn aan het Latijn ontleende woorden.Men kan ze resp. vertalen met hoger en lager in rang, betekenis, hoedanigheid,waarde. Zij worden gevolgd door het voorzetsel a.

De vergelijking in dezelfde graad geschiedt in het Spaans met tan .... como voorbijvoeglijke naamwoorden, met tanto .... como voor zelfst. nmwr., en met tanto ....cuanto als het tweede lid van de vergelijking een eigen werkwoord heeft.Bijvoorbeeld:

Jan is even arm als PietJuan es tan pobre como Pedro

Jan heeft evenveel geld als PietJuan tiene tanto dinero como Pedro

Jan heeft evenveel geld als hij nodig heeftJuan tiene tanto dinero cuanto necesita

1) De geheel Latijnse vormen libérrimo naast muy libre, paupérrimo naast muy probre, e.a.kunnen welbeschouwd in een spraakkunst buiten bespreking blijven. Dit zijn ontleendevormen, bovendien weinig gebruikelijk. De vermelding ervan is op haar plaats in eenwoordenboek, niet in een spraakkunst. Wij geven de voornaamste ervan met het zelfst. nmwr.waarmee zij gewoonlijk worden verbonden.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 162: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

88

Als tanto en cuanto bijvoeglijk gebruikt worden richten zij zich in geslacht en getalnaar het zelfst. nmwr. waar zij bij horen. Bijv.:

Jan heeft evenveel boeken als PietJuan tiene tantos libros como Pedro

Jan heeft evenveel boeken als hij nodigheeft

Juan tiene tantos libros cuantos necesita

Deze vergelijking wordt gewoonlijk vereenvoudigd. Men zegt dan:

Jan heeft alle boeken die hij nodig heeftJuan tiene cuantos libros necesita

hoe groter hoe lieverCuanto más grande, (tanto) mejor

Tal .... cual (of como), meerv. tales .... cuales (of como) betekent zo .... als. Talen cual kunnen bijvoeglijk en zelfst. worden gebruikt. Bijvoorbeeld:

de vorderingen zijn overeenkomstig destudies

Tales son los progresos cuales (of como)los estudios

de roman is als de auteurTal es la novela cual es el autor

Enige aan het Latijn ontleende woorden met de betekenis van eenovertreffende trap:El tribunal supremo es el tribunal más alto, het hoogste gerechtshofUn autor celebérrimo es un autor muy célebre, zeer beroemdUn hombre integérrimo es un hombre muy íntegro, zeer rechtschapenUna cosa demínimo interés es una cosa de interés muy pequeño, zeer klein1)

Un estadomisérrimo es un estado muy miserable, zeer ellendigUna frase demáxima fuerza es una frase muy expresiva, kernachtigUn clima salubérrimo es un clima muy salubre, zeer gezondUna cosa de pésimo gusto es una cosa de muy mal gusto, zeer slechtUn objeto antiquísimo es un objeto muy antiguo, zeer oudUn género de ínfima calidad es una cosa de calidad muy mala, zeer slechtUna bestia cru(d)elísima es una bestia muy cruel, zeer wreedUn hombre sapientísimo es un hombre muy sabio, zeer wijs, geleerdUn perro fidelísimo es un perro muy fiel, zeer trouwUn príncipe benevolentísimo es un principe muy benévolo, zeer welwillendUn príncipe beneficentísimo es un príncipe muy benéfico, zeer weldadigUn príncipemunificentísimo es un príncipe muy munífico, zeer mild

1) Bij goede schrijvers vindt menmás minimo, hetwelk wel een bewijs is datmínimo en dgl.niet als Spaanse superlatieven worden gevoeld.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 163: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

89

Un príncipemagnificentísimo es un príncipe muy magnífico, zeer prachtig,edel, grootsUn alma libérrima es un alma muy libre, zeer vrij, onafhankelijk

Men gebruikt als versterking in het Spaans ook bijv. de bijwoorden grandementein grote mate, sumamente in hoge mate, welke vóór het bijv. nmwr. staan, en,gewoonlijk achter het bijv. nmwr., en extremo uitermate.

Woordenlijst

de overigen, de anderen (ook als bijv.nmwr.)

los, las demás

de grapla broma

passen, voegencuadrar

de opening, het open stuk (hier: van deschoorsteen)

el hueco

aan de kant, er naastal lado

de binnenplaatsel patio

kleinchico

het genees-, hulpmiddelel remedio

ik heb geen ander middel, uitweg, danno tengo más remedio que

er zit niets anders op danno hay más remedio que

het lotla suerte

geluk hebbentener suerte

de jachtla caza

de schade, pijnel daño

tevoren, vroegeren otro tiempo

vastbeslotenresuelto

de vaas, de pulel jarrón

laterdespués

nadespués de

ontwikkeldculto

met het grootste genoegen, heel gaarnecon sumo gusto

afwegen, de waarde of het gewichtbepalen van, hoog opgeven van

ponderar

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 164: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

de lelijkheidla fealdad

bijvoorbeeldpor ejemplo

vloekenblasfemar

verwijtenechar en cara

zijn neus snuitensonarse

die slimmerik van een....el muy listo de

geslepentaimado

de toonbankel mostrador

het hoogaltaarel altar mayor

de hoogmisla misa mayor

meerderjarigmayor de edad

vuil, onreinsucio

boeiencautivar

de (zit)plaatsel asiento, el sitio

de voorstellingla función

de nuanceel matiz

over het geheelen lo general

de zomerel verano

het belangel interés

de zaak, het onderwerp, de kwestjeel asunto

voortreffelijk, heel goedóptimo

om raad vragenconsultar

in het beginal principio

het loodel plomo

het metaalel metal

zwaarpesado

de hogepriesterel sumo sacerdote

betrekkelijkrelativo

verrichtenefectuar, realizar

de hoek (v.e. kamer)el rincón

verwijderd, afgelegenapartado

de verlegenheidla timidez

verdraagzaamtolerante

vooruitgaan, vorderenadelantar

in technisch opzichten sentido técnico

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 165: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

de onbeschaamdheidla impertinencia

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 166: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

90

zeldenraras veces

tegenwoordigactualmente (bijw.)

het tafereella escena

de huurel alquiler

de hoogste klasla clase superior1)

de laagste klasla clase inferior

het onderwerp (v. gesprek bijv.)el tema

de zolderingel techo

wenen, betreurenllorar

nooitnunca

de schadeel perjuicio

afscheid nemendespedirse

prachtig, schitterendmaravilloso

bloedigsangriento

de grimmigheidla ferocidad

schilderachtigpintoresco

vreemdextraño

brandenarder

de olieel aceite

zich verbergenesconderse

verwennenmimar

zich vermakendivertirse

de tegenstanderel adversario

onverdragelijkinsoportable

de afwezigheidla ausencia

het geloeiel mugido

de golfla ola

de gedachteel pensamiento

de geleerdeel sabio

1) Als titel heeft het zelfst. gebruikte superior een afzonderlijke uitgang voor het vrouwelijk,bijv. la superiora del convento.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 167: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Oefening 16 A

Mi (= mijn) cuarto tenía más alto el techo que las demás habitaciones de la casa.Fernando comía casi siempre solo, muchomás temprano que nosotros. El joven sepermitía bromas sobre las cosasmás santas. El poeta llamaba Salamanca la ciudadde la paz, era el título que, segun él,mejor cuadraba a ella. En el comedor había unachimenea con el hueco demás altura que la (vertaal: die) de un hombre. Al lado hayun patiomuy chico. La procesión era larguísima. No tenemosmás remedio quedejar la casa en este estado. La niña cree que no se puede (= kan) tenermás quesueños desagradables. No llueve, y si tenemos la suerte de que hiele (subj. vanwegede onzekerheid en de wens) esta noche, será elmejor tiempo para la caza. El miedoha sidomayor que el daño. Los habitantes de este pueblo ¿sonmás felices ahoraque en otro tiempo? Levantándose resuelto cogió uno de los jarrones de la chimenea,el más pequeño para causarmenos perjuicio, y lo dejó caer en (= op) el suelo. Elniño se esforzaba en dar (= geven, hier doen) pasos tan largos como los (hier: die)de su padre. Cómpratemejor (vert, liever) libros buenos. Los que estánmejorinformados saben (=weten) que la anciana no tienemenos de (of: que) ochenta años.Lástima es que después de haber trabajadomás que los otros, no tiene ni (= zelfsgeen) un céntimo. Juan ha lloradomás que los otros en el cine pero también se hadivertido más, porque le gustan mucho los dramas sentimentales. Una hora despuésse despedían a la puerta del hotel como los mejores amigos. Un refrán español dice(= zegt): Don Dinero es elmejor informado. Nunca había tenido una

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 168: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

91

tranquilidad tan grande como ahora. La señora de Fernández1) es una mujer taninteligente como amable, y esmás culta quemuchos hombres. Aplaudían al boxeadoramericanomás que a su adversario. Este bibliófilo tiene los librosmás antiguos delmundo, los librosmás maravillosos. Las comparaciones populares para ponderar lafealdad de alguno son muy pintorescas. Se dice (= zegt) por ejemplo que uno (=iemand) esmás feo que blasfemar, que pegar a su padre, que echar en cara un favor,que vender a un amigo, que.... sonarse sin pañuelo. Entre los compañeros queestudiaron medicina conmigo, (era) ninguno (= niemand, geen enkele) tan extrañoy digno de observación como Pedro. Elmuy taimado de Juan se escondía bajo elmostrador. Una noticia llegada de la capital difundió por el pueblo la más noblealegría. Es un gusto hablar con una persona tan sabia y tan respetable como usted.Cuanto más se tiene (tanto)más se desee. En el altarmayor ardían dos lámparasde aceite, unamuy alta, otra junto al suelo. El ha mimado a su hijomás de lo regular.El coche de mi amigo cuestamás de cinco mil florines, el mío (= de mijne) no cuestamás que dos mil. No haymás que tres libros. La señora de Martínez esmás jovende lo que creen sus (= haar) amigas. Juan tienemenos suerte en sus negocios de laque tiene su hermano. Llegaronmenos cartas de las que habíamos esperado. Lanovela de P. es una obra de pésimo gusto. El esmuchomás fuerte que su adversario.Mi hermana esmayor de edad. Las más de las noches me despierta el ruido delcoche de mi hermanomenor que (= die) vuelve a casamuy tarde. Busque usted paraél el vasomás grande, elmás grande posible. El viajero tuvo tanta sed que bebióagua sucia. Un refrán dice (= zegt) tanto vales (= ben je waard) cuanto tienes, ysegun otro refrán, tal es el fin cual fué el principio. En esta película hay tantastonterías que es insoportable. Ella tuvo la más viva curiosidad para escuchar el findel relato.Cuantomásmezclado es un auditorio tantomás debe esforzarse el oradorpara cautivar la atención de todos. Estoy muchomejor que ayer, dijo (= zeide) elenfermo. La presencia de su madre era lo que más consolaba al herido. Esos señoresson unos caballeros dignísimos y conocidísimos. La cosecha ha resultadi mejor delo que esperábamos.

Oefening 16 B.

De voorstelling zal meer dan twee uur duren. In de oude schouwburg zijn minderplaatsen dan in de nieuwe. In de bioscoop zijn evenveel plaatsen als in de schouwburg.Ik houd niet erg van de Amerikaanse

1) Vertaal: Mevrouw Fernández. Een meisje dat bijv. Dolores Sánchez heet en trouwt metiemand die Fernández heet, is la señora Sánchez de Fernández. De kinderen van dit echtpaarheten Fernández y Sánchez. Niet alle Spanjaarden voeren die dubbele naam, hij is echterverplicht in officiële stukken.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 169: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

92

film, de meeste Amerikaanse films zijn sentimenteel en zonder fijne nuances. DeFranse film is over het geheel beter. Dit boek is duurder dan je denkt. het is hetduurste boek uit (= van) mijn bibliotheek. De meeste mensen zijn niet tevreden metwat zij hebben en met wat zij zijn, zij begeren meer te hebben en meer te zijn, enhoe meer zij hebben hoe minder tevreden zij zijn. Nu zijn de dagen even lang als denachten, in de zomer zijn de dagen langer dan de nachten. Zij is jonger dan u denkt.Hij sprak over een onderwerp van het grootste belang. Het minste dat (= que) hij hadmoeten doen (= hacer) was zijn ouders om raad vragen. De bediende is intelligenterdan wij in het begin dachten. De jonge neger was de sterkste bokser. Zij hebben meergeluk gehad dan wij. Lood1) is het zwaarste metaal, geloof ik. Hoe meer iemand (=uno) studeert hoe meer hij begrijpt dat de wetenschap betrekkelijk is. Het laatsteboek van dezen schrijver vind ik een van de belangwekkendste werken over dit (=este) onderwerp. De vader zei tot zijn oudsten zoon, dat hij niet meer geld moestuitgeven dan hij verdiende. De operatie was verricht in minder tijd dan nodig is omze te beschrijven. De laatste Spaanse burgeroorlog is heel wat bloediger geweest dande vorige, hij heeft meer slachtoffers gekost en er is grimmiger (vert.: met grotergrimmigheid) gevochten. In de afgelegenste hoek van de kamer zat een heel kleinmeisje. De afwezigheid van zijn vader was de grootste oorzaak van haar (= su)verlegenheid. De vorige eeuw was verdraagzamer dan onze tijd. Het is niet waar dathoe meer wij vooruitgaan in technisch opzicht hoe meer wij vorderen in beschaving.Je moet niet meer dan negen uur per dag (= al día) werken. De onbeschaamdheidvan dezen man hinderde mij het meest. U leest evenveel als ik. Volgens een Spaansspreekwoord pleegt de dood te zijn zoals het leven is geweest. Zelden zijn er in dewereld zoveel ongelukken gebeurd als tegenwoordig. Nooit hebbenwij zulke taferelengezien (= visto) als in deze bijeenkomsten. Ik zoek een huis dichter bij de zee, hoedichter bij hoe liever. Het mooiste geluid is voor mij het geloei van de golven. Deste beter, wij hebben het aardigste huis voor u gevonden dat (= que) u zich kanvoorstellen. Het ligt zover mogelijk van de stad af en de huur is veel lager dan gedenkt. Hij is mijn beste vriend, en hij is een van de grootste geleerden van ons (=nuestro) land. Zoals de gedachten zijn zo zijn dikwijls de woorden. In de hoogsteklas zijn slechts acht leerlingen. De hogepriester richtte het woord tot de menigte.Wij zullen hem met het grootste genoegen uitnodigen.

1) In het Spaans hebben de stoffelijke zelfst. nmwr. altijd het lidwoord van bepaaldheid.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 170: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

93

Zeventiende lesDe hoofdtelwoorden

De hoofdtelwoorden (los numerales cardinales) luiden in het Spaans als volgt:

eenuno (un), una

tweedos

drietres

viercuatro

vijfcinco

zesseis

zevensiete

achtocho

negennueve

tiendiez

elfonce

twaalfdoce

dertientrece

veertiencatorce

vijftienquince

} zestiendiez y seis

} zestiendieciséis

} zeventiendiez y siete

} zeventiendiecisiete

} achttiendiez y ocho

} achttiendieciocho

} negentiendiez y nueve

} negentiendiecinueve

twintigveinte

} een en twintigveintiuno

} een en twintigveinte y uno

} twee en twintigveintidós

} twee en twintigveinte y dos

} drie en twintigveintitrés

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 171: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

} drie en twintigveinte y tres

dertigtreinta

een en dertigtreinta y uno

veertigcuarenta

vijftigcincuenta

zestigsesenta

zeventigsetenta

tachtigochenta

negentignoventa

honderdcien(to)

honderd eenciento uno, una

honderd vijftienciento quince

} honderd negentienciento diez y nueve

} honderd negentiendiecinueve

tweehonderddoscientos

driehonderdtrescientos

vierhonderdcuatrocientos

vijfhonderdquinientos

zeshonderdseiscientos

} zevenhonderdsetecientos

} zevenhonderdsietecientos

achthonderdochocientos

} negenhonderdnovecientos

} negenhonderdnuevecientos

duizendmil

duizend eenmil uno, una

duizend twaalfmil doce

duizend vijfmil veinte y cinco

en twintig(veinticinco)

elfhonderdmil ciento

vijftienquince

tweeduizenddos mil

dos mil cuatrocientos

2457cincuenta y siete

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 172: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

tienduizenddiez mil

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 173: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

94

honderdduizendcien mil

honderd dertien duizendciento trece mil

501000quinientos un mil

} een millioenun millón

} een millioenun cuento

honderd millioencien millones

een milliardmil millones

een billioenun billón

(un cuento de cuentos)

nulcero

Het voegwoord y wordt vaak niet gebruikt tussen honderdtallen en eenheden. Bijtelwoorden welke uit honderdtallen, tientallen en eenheden bestaan wordt het slechtseenmaal gebruikt.De Spaanse hoofdtelwoorden zijn onveranderlijk, behalve un(o), vr. una en

doscientos enz. als bijv. nmwr. vr. - as. Het meerv. unos, unas betekent enige,verscheidene. Ciento wordt in bijvoeglijk gebruik afgekort voor een zelfst. nmwr.:cien hombres, vr. cien mujeres, cien mil honderd duizend, ook in de uitdrukkingcien por cien honderd procent. Zelfstandig gebruikt, in verbinding met een andertelwoord, blijft het ciento, bijv. ciento y nueve aviones honderd negen vliegtuigen.De getallen van zestien tot negen en twintig worden gewoonlijk in de verkorte

vorm gebruikt dieciséis, veintiocho, boven de dertig gewoonlijk de samengesteldevormen treinta y cinco.Men merke op dat men in het Spaans zegt cuarenta y uncoches, cincuenta y una semanas, las mil y una noches.Los, las dos betekent ook samen1), bijv.:

wij aten samen in een caféComimos los dos en un café

hij riep haar alle tweeLlamó a las dos

Dos, resp. cuatro betekenen ook vaak een stuk of wat, enige.De telwoorden ciento enmil kunnen ook als zelfst. nmwr. worden gebruikt, met

de betekenis van honderdtal, duizendtal. Zij worden met het betrokken zelfst. nmwr.verbonden met het voorzetsel de, de gewone verbinding van twee zelfst. nmwr. ineen genitiefverhouding, vergelijk un trozo de pan een stuk brood(s), un vaso deagua een glas water(s). Bijvoorbeeld:

enige honderdtallen, duizendtallen boekenAlgunos cientos, miles de libros

Men lette op het verschil tussen:

een honderd vliegtuigen ongeveerUnos cien aviones1) Ambos, zelfst. en bijv., beide, als object ook ambos a dos is verouderd en rhetorisch.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 174: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

een duizend vrouwen ongeveerUnasmil mujeres

enige honderden vliegtuigenUnos cientos de aviones

enige duizenden vrouwenUnos miles de mujeres

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 175: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

95

Gebruik van het telwoord bij datum, tijd en leeftijd

In het Spaans wordt bij de opgave van de datum het hoofdtelwoord gebruikt, behalvebij de eerste, el primero, van de maand. Op de volgende manier wordt de datumgevraagd en aangegeven:

lett.: welke dag van de maand hebbenwij?

¿Qué día (del mes) tenemos?

lett.: op de hoeveelste van de maand zijnwe?

¿A cuántos (del mes) estamos?

het is de zesde, de drieëntwintigsteTenemos el (día) seis, el veintitrés

het is de eerste, de tweeëntwintigsteEstamos a primero, a veintidós

hij vertrok (op) de derde Januari en hijkwam de zeventiende Juni terug

Salió el tres de enero y volvió eldiecisiete de junio

in (het jaar) 1946En (el año de) 1946

De tijd - uur en minuten - geeft men in het Spaans als volgt aan:

hoe laat is het?¿Qué hora es?

het is één uur, vijf uurEs la una, son las cinco

het is vijf over drieSon las tres y cinco (minutos)

het is half vijfSon las cuatro y media

het is vijf minuten voor half tienSon las nueve y veinticinco

het is vijf minuten over half elfSon las once menos veinticinco

het is kwart over zevenSon las siete y (un) cuarto

het is kwart voor tweeSon las dos menos un cuarto

} het is op slag van vijvenLas cinco están para dar1)

} het is op slag van vijvenPronto darán las cinco

} het is op slag van vijvenVan a dar las cinco

het slaat elfDan (están dando) las once

het heeft juist twee uur geslagenAcaban de dar las dos

het heeft juist één geslagenAcaba de dar la una

precies om vier uur 's middagsA las cuatro de la tarde en punto

tegen tienen, omstreeks tien uurHacia (a eso de, of sobre) las diez

van acht tot tien 's avondsDe ocho a diez de la noche

1) Voor de vervoeging van het ww. dar zie les XXV, voor ir (waartoe van behoort) zie lesXXVI.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 176: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

voor, na negenenAntes, después de las nueve

iets over tweeënA las dos y pico

het is al over drieënYa son más de las tres

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 177: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

96

het heeft drie uur geslagenSon las tres dadas

het is vijf minuten voor halfFaltan cinco minutos para la mediahora

De leeftijd wordt op de volgende wijze gevraagd en aangegeven:

lett.: hoeveel jaren heeft u? Hoe oud isu?

¿Cuántos años tiene usted?

lett.: welke leeftijd heeft u?¿Qué edad tiene usted?

ik ben dertigTengo treinta años

} ik loop tegen de dertigVoy para los treinta

} ik loop tegen de dertigVoy para treinta años

hij loopt tegen de vijftigFrisa (raya) en los cincuenta

op de leeftijd van zeven jaar en driemaanden; toen hij (zij).... oud was

A la edad de siete años y tres meses

Verzamelgetallen (los numeros colectivos)

een paarun par

een drietalun terno

tien stuksuna decena

een dozijnuna docena

veertien dagenuna quincena

een twintigtaluna veintena

} een honderdtaluna centena

} een honderdtalun ciento

} een honderdtalun centenar

een duizendtalun millar

een grosuna gruesa

Maten (las medidas)

de meterel metro

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 178: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

de centimeterel centímetro

de decimeterel decímetro

de millimeterel milímetro

de mijl1)la legua

de ella vara

de voetel pie

de duimla pulgada

Vlaktematen (las medidas de superficie)

de vierkante meterel metro cuadrado

de areel área

de hectarela hectárea

Inhoudsmaten (las medidas de capacidad)

de kubieke meterel metro cúbico

de literel litro

de deciliterel decilitro

de hectoliterel hectolitro

1) Het woordenboek van de Academie zegt: medida itineraria equivalente a 5.572 métros y 7decímetres: legua de posta la de 4 kilómetros.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 179: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

97

Gewichten (los pesos)

het kilogramel kilo(gramo)

het gramel gramo

het pondla libra

het halve pondla media libra1)

vijf en twintig pondla arroba

honderd pondel quintal

het onsla onza

Woordenlijst

in het begin vana principios,

Julia primeros de julio

in het midden van Augustusa mediados de agosto

aan het einde van de maanda últimos } del

aan het einde van de maanda fines } mes

morgen over veertien dagende mañana en quince días

vandaag over acht dagende hoy en ocho días

vandaag een maand geledenhoy hace2) un mes

om de andere dagun día sí y otro no

sedert een jaarde un año a esta parte

om de drie wekencada tres semanas

dagelijksdiariamente (bijw.)

wekelijkssemanalmente (bijw.)

maandelijksmensualmente (bijw.)

jaarlijksanualmente (bijw.)

enkele dagen daarnaa los pocos días

kort daaropmomentos después

middernachtmedia noche

twaalf uur 's middagsmediodía1) Medio half, heeft als bijv. nmwr. hoogst zelden het onbep. lidw. Bijv. media botella een

halve fles.2) Voor het ww. hacer zie les XXVI.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 180: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

de tijd van middernacht tot zonsopgangla madrugada

de dageraadel alba

de morgenla mañana

de middagla tarde

de avond, de nachtla noche

gisterenavondanoche

gisterenmorgenayer (por la)

mañana

gisterenmiddagayer (por la) tarde

morgenochtendmañana por la mañana

overmorgenpasado (mañana)

eergisterenanteayer

verleden weekla semana pasada

berekenen, becijferencalcular

de guldenel florin

het zal lang duren eer hij terug komttardará en volver

op zijn minstlo menos

daargindsallí

heel veelun sinnúmero de

vier bij vier, in groepjes van viercuatro a cuatro

voorgaanadelantar

achterlopenatrasar

vervolgensluego

de lopende maandel (mes) corriente

de brochureel folleto

naar, in de richtting vanhacia

inhoudsmaat, ongeveer een half mudfanega

de tarweel trigo

bijnacasi

eens in de drie dagencada tres días

de kellnerel camarero

alle tweeuno y otro

geen van beideni uno ni otro

de gravureel grabado

eenmaal eenuno por uno

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 181: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

optellensumar

aftrekkenrestar

delendividir

vermenigvuldigenmultiplicar

het aftrekkenla sustracción

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 182: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

98

uit het hoofdde memoria

de breukla fractión

met..... en alcon... y todo

alstublieftpor favor

het geldstukla moneda

het zilverla plata

het koperel cobre

het nikkelel níquel

het bankbiljetel billete de banco

omhoogarriba

de taakla tarea

vervelendaburrido

de minuutel minuto

de secondeel segundo

de periodeel período

het gewone jaarel año común

het schrikkeljaarel año bisiesto

bestaan uitconstar de

inschepenembarcarse

merkwaardigcurioso

het albumel álbum

de handtekeningla firma

terug zijnestar de vuelta

de prentbriefkaartla vista

} de uitdrukkingla expresión

} de uitdrukkingla locución

het is tijdes la hora

het is goed vijf uurson las cinco y pico

in de namiddagpor la tarde

overdagde día

des avondsde noche

op een afstand vana una distancia de

} het cijfer, het getalla cifra

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 183: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

} het cijfer, het getalel guarismo

ongeveermás o menos

het strandla playa

de vogelel pájaro

de nichtla prima

de waardel huésped

noemenenumerar

Men merke op dat in het Spaans voor de namen van de dagen, behalve na hetvoorzetsel en, het lidwoord staat. Bijvoorbeeld:

opMaandag(en) enDonderdag(en) wordtgeen bezoek toegelaten

No se admiten visitas los lunes y losjueves

hij is Dinsdag vetrokkenSe marchó el martes

Oefening 17 A

En la universidad de S. hubo (= waren er), el año pasado, quinientos estudiantes,más o menos. Los dos amigos decidieron salir a principios delmes. Calcularon queel viaje les costaría unos mil florines. Tardarían en volver lo menos tres semanas,tenían el propósito de pasar quince días en Extremadura porque allí hay un sinnúmerode cosas cunosas. A eso de las once de la mañana pasaron los estudiantes cuatro acuatro. Este reloj no me gusta, no da (= slaat) más que las horas, ahora estáadelantado y luego atrasa mucho. Hace cuatro años lo compré en Zaragoza, me costóunas cien pesetas. Tengo dos relojes, uno de oro, otro de plata. El día cuatro delcorriente recibiremos otro (= nog een) paquete de libros y folletos; los libros cuestandoscientas cincuenta pesetas y los folietos treinta y pico. Eran ya más de las dosde la madrugada cuando volvió a casa. Sus padres se casaron haciamil ochocientosnoventa y tantos. Serían las cuatro de la tarde cuando me llamó por teléfono. ElCid murió (= stierf) en el añomil noventa y nueve, y el rey Alfonso, que valía (=waard was) mucho más que su vasallo, murío algunos años después, enmil cientonueve. En esta ciudad habrá unos cien mil habitantes. La casa de mi amigo

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 184: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

99

en Aranjuez le cuesta trescientas mil pesetas. ¡Hombrel es mucho, sufrirás un error.Verdad es, cuesta treinta mil pesetas.Millares de (= duizenden) pájaros volabanhacia el Sur. Elcomerciante compró varios cientos de fanegas de trigo. Durante laúltima guerra civil entraron muchosmiles de negros y moros en España. Holandatiene casi nueve millones de habitantes. Entrégueme las fotos para que las examineuna por una. Escríbales de mi parte que me visiten cada tres semanas. Camarero,papel y tinta. Están en el escritorio, señor, aquí tiene usted uno y otra.He compradodos libros con grabados, doscientos setenta y cinco grabados, no es poco. Hemoshablado con los dos amigos de Pedro; no nos gusta ni uno ni otro. ¿A cuántos delmes estamos? Estamos hoy a veintidós de octubre. El cinco de septiembre es undomingo. El niño está aprendiendo las cuatro reglas fundamentales de la aritméticay murmura: ‘uno por uno es uno, dos por dos son cuatro’, o ‘súmese dos con ocho’,o ‘réstese cinco de nueve’, o ‘divídase diez por dos’. Su hermano mayor calculamuy bien y sabe (= weet, kent) de memoria las operaciones simples de lamultiplicación, la sustracción, la división o partición y la adición. Nos participaronla suma total, con fracciones y todo. Cuénteme usted algo de la moneda española,por favor. Hay monedas de oro, de cien pesetas, de cincuenta y de veinticinco, peroson muy raras como en todas partes; las monedas de plata son las (vert.: die) demedia peseta, peseta, dos pesetas y cinco pesetas. La moneda de cinco pesetas sellama duro. Hay también monedas de níquel, los reales, que valen (= waard zijn)veinticinco céntimos. Hay dos monedas de cobre, una de cinco céntimos, que sellama vulgarmente perra chica, y otra de diez céntimos que se llama perra gorda.Claro está que hay también billetes de banco, de veinticinco pesetas arriba. En añose divide en cuatro estaciones que se llaman, primavera, verano, otoño e invierno.Los meses se llaman enero, febrero, marzo, abril, mayo, junio, julio, agosto,septiembre, octubre, noviembre, diciembre. Su casa está a dos pasos de aquí. El añopasado estuvo a dos pasos de la muerte. Le diré cuatro palabras (= ik zal hem zeggenwaar het op staat). Mi prima va (= gaat) a París para comprar cuatro trapos (= omwat kleren te kopen).

Oefening 17 B

Het is een vervelende taak de telwoorden te moeten leren in een vreemde taal, maarhet is nodig. Laten wij dus een paar zinnen zoeken met getallen, bijvoorbeeld: eenuur heeft zestig minuten, een dag heeft vierentwintig uur, een week heeft zevendagen. Een dag heeft dus veertien honderd veertig minuten en zes en tachtig duizendvierhonderd seconden. Een eeuw is een periode van honderd jaar, een jaar bestaatuit twaalf maanden. Een gewoon jaar bestaat uit driehonderd vijf en zestig

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 185: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

100

dagen of twee en vijftig weken en een dag, een schrikkeljaar bestaat uit driehonderdzes en zestig dagen. Noem de namen van de maanden en het aantal van de dagen dat(= que) zij hebben. Hoe (= Cómo) heten de jaargetijden? De hoeveelste hebben wijvandaag? Vandaag is het de zeventiende Mei. Hoe laat is het? Het heeft juist vijf uurgeslagen. Ik dacht (= creí) dat het tegen half zes was. Hoe laat ben je gisterenavondthuis gekomen? Ik ben middernacht thuisgekomen, eergisterenavond kwam ik opslag van elven thuis. Het is goed acht uur. Jan, het is tijd, sta op, het zal dadelijk halfacht slaan. Morgen vroeg, om half vijf, vertrek ik. Overmorgen kom ik terug met detrein die vier drie en twintig aankomt. Morgen over veertien dagen schepen wij onsin naar Cádiz. U moet vijfhonderd gulden wisselen in Spaans geld. Heeft U Spaansgeld? Een en vijftig pesetas. Laten wij in Madrid samen in de Fonda del Segovianogaan eten, dat (onvert. laten) is een merkwaardig restaurant. In een album heeft dewaard een paar honderd handtekeningen van politici, letterkundigen, kunstenaars enbuitenlanders. Hoe laat eet men in Spanje? Des middags van twee tot vier ongeveer,des avonds na negen uur. In het begin van October zullen wij terug zijn, wij vertrekkenvandaag over acht dagen, aan het einde van de maand. Wij zullen om de andere dageen prentbriefkaart zenden. Hoe oud zou zij zijn? Ik denk (= creo) dat zij negentienis. Wel neen! (= que no) zij loopt tegen de dertig. Je vergist je, haar (= su) zuster isacht en twintig. Zij is getrouwd op zesentwintigjarige leeftijd en heeft een kind vantweemaanden. De uitdrukking ‘honderd procent’ vind ik heel lelijk. Des nachts (hier:durante la noche) vlogen een paar honderd meeuwen rondom mijn huis, ik woondicht bij de zee, op een paar honderd passen afstand van het strand. De namen vande cijfers zijn in het Spaans manlijk. Een vijf, een negen, een drie. Zij hebben honderdmooie gravures gekocht. Hoeveel kost dat (= ese) schilderij? Ongeveer duizendpesetas. Ik dacht enige duizenden pesetas. Enige getallen: tweeduizend vijfhonderd.Zeventienhonderd twee en dertig. Dertienhonderd vier. Negentienhonderd een.Elfhonderd vijftien. Negenduizend zeshonderd achttien. Zestigduizend zevenhonderdnegen en veertig. Vierhonderd een duizend. Vierhonderd duizend.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 186: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

101

Achttiende lesDe rangtelwoorden

De rangtelwoorden (los numerales ordinales)worden in het Spaans over het geheelslechts tot aan het getal tien gebruikt. In verheven stijl gebruikt men ze ook nog weltot aan twintig. Verder worden de twintigste, de dertigste, de honderdste, de duizendstenog wel gebruikt als bijv. nmwr. bij parte deel, de andere rangtelwoorden kunnenwij gevoeglijk buiten beschouwing laten. Het zijn geleerde leenwoorden, waarvoorwij naar de woordenboeken verwijzen. De rangtelwoorden richten zich in getal engeslacht naar het woord waar zij bij horen.

eersteprimero

tweedesegundo

derdetercero

vierdecuarto

vijfdequinto

zesdesexto

zevendesé(p)timo1)

achtsteoctavo

} negendenoveno

} negendenono

tiendedécimo

elfdeundécimo

twaalfdeduodécimo

} dertiendedécimotercio

} dertiendedécimotercero

veertiendedécimocuarto

negentiendedécimonono

twintigstevigésimo

een en twintigstevigésimo primero

{ drie en twintigstevigésimo tercero

{ drie en twintigste- tercio

dertigstetrigésimo

veertigstecuadragésimo

vijftigstequincuagésimo1) De vormen séptimo en sétimo komen beide voor. De als correct aangegeven schrijfwijze is

séptimo, de p wordt niet uitgesproken

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 187: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

zestigstesexagésimo

zeventigsteseptuagésimo

tachtigsteoctogésimo

negentigstenonagésimo

honderdstecentésimo

duizendstemilésimo

Primero, tercero en postrero (de laatste) verliezen de -o als zij voor het zelfst.nmwr. staan.Het rangtelwoord wordt in het Spaans als nadere aanduiding bij de namen van

vorsten zonder lidwoord achter de naam geplaatst. Boven de tien gebruikt men hethoofdtelwoord. Bijv.:

Karel de DerdeCarlos Tercero

Philips de VierdeFelipe Cuarto

Karel de VijfdeCarlos Quinto

Alfons de TiendeAlfonso Décimo

Alfons de DertiendeAlfonso Trece

Lodewijk de VeertiendeLuís Catorce

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 188: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

102

Bij vermelding van bladzijde of hoofdstuk gebruikt menwel tot tien het rangtelwoord,gewoonlijk voor het zelfst. nmwr. met het artikel, la primera página. In deomgangstaal overheerst ook daar het hoofdtelwoord, capitulo siete, página dos enz.De eeuwen worden ook met het hoofdtelwoord aangeduid, el siglo ocho, el sigloveinte.

Gebroken getallen (numeros quebrados)

halfMedio

derdeTercio

anderhalfUno y medio

anderhalve maandMes y medio

twee en een halfDos y medio

twee en een halve weekDos semanas y media

twee drie kwartDos y tres cuartos

Boven de tien wordt de uitgang -avo toegevoegd aan het hootdtelwoord, cuatrotreceavos vier dertienden. Men zegt zowel onzavo als onceavo.

Om een veelvoud aan te duiden zegt men in de levende omgangstaal.... veces bijv.tres veces tanto drie malen zoveel. Enkelvoudig is simple, tweevoudig, dubbel isdoble. In verzorgde en verheven stijl gebruikt men de volgende geleerde woordenals bijvoegl. nmwr., welke als zelfst. nmwr iets minder plechtstatig zijn:

tweevoudigduplo

} drievoudigtriplo

} drievoudigtriple

} viervoudigcuádruplo

} viervoudigcuádruple

vijfvoudigquíntuplo

zesvoudigséxtuplo

achtvoudigóctuplo

tienvoudigdécuplo

honderdvoudigcéntuplo

Het woord voor negenvoudig bestaat niet. Dat begripmoet dus worden omschreven,nueve veces tanto, negenraaal zoveel.

het zevenvoud van zeven is....El séptuplo de siete es....

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 189: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

Men merke op dat primero, segundo met het lidwoord dikwijls een adverbialefunctie heeft (zie les XX) maar als bijv. nmwr. wordt gevoeld:

zij ging het eerst wegSe marchó la primera

Woordenlijst

gebloemd, bloemrijkflorido

de zinswendingel giro

vijfvoudige overmachtquintuplas fuerzas

in ontroering gerakenemocionarse

de voorstellingla función

slap, wankelflojo

is niet veel zaaksno tiene mérito

de drukproefla prueba

de drukfoutla errata

voldoende, nogal watbastante

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 190: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

103

de laatsteel último

juist, raakacertado

de regelel renglón

de sinaasappellimonade, ranjala naranjada

groot glasel doble

klein glasel tercio1)

de Bank, het bankwezenla Banca

noteren (v. koersen)cotizar

hier: het aandeella acción

even zoveelotro tanto

drie maal zoveeltres veces tanto

letten opfijarse

volgendesiguiente

} in de eerste plaatsen primer lugar

} in de eerste plaatsprimeramente

bederven, stukmaken, verknoeienestropear

vervolgensluego

} ten slottepor último

} ten slotteúltimamente

op zijn minstpor lo menos

te, te zeerdemasiado

dicht (v.bevolking)denso

verre daarvan, allerminstni mucho menos

behoudens vergissingsalvo error

hoog(v. prijs bijv.)subido

uitstomenlimpiar en seco

aangeven, aanreikenalargar

verlejos (bijw.)

} het metrieke stelselel sistema

} het metrieke stelselmétrico

het deel (v. boek)el tomo

1) El Tercio is de verkorte aanduiding van het Vreemdelingenlegioen. Een tercio is eenonderafdeling van een regiment, een afd. van de Guardia Civil bijv. Zie het woordenboekvan de Academie.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 191: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

beginnen, inzetteniniciarse

bezig zijn metestar ocupado en (of de)

de verloofdeel novio, la novia

van onderde abajo

op de hoogte ben ik eigenlijk nietlo que es estar enterado, no, no lo estoy

verslaanderrotar

in onbruik gerakencaer en desuso

het geleerde woordel vocablo culto

kou vattencoger frío

krap bij kas zijnestar corto de medios

tot zijn beschikking hebbentener a su disposición

vallen, ‘zakken’caer

het nummerel número

bijgelovigsupersticioso

} tijdgenootcoetáneo

} tijdgenootcontemporáneo

Rooms koningRey de Romanos

laten terugkomenmandar volver

de rekeningla factura

het zevenvoudig vergeldenpagarlo con el siete tanto

geelamarillo

de helftla mitad

de (veld)slagla batalla

de waardigheidla dignidad

het schiet me niet te binnen, het komt nietbij me op

no se me ocurre

het bierla cerveza

welnupues bien

de som geldsla cantidad

d. w. z.o sea

en of!ya lo creo

WillemGuillermo

Oefening 18 A

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 192: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

El orador hablaba en un estilo muy florido y empleaba giros como el siglodécimonono, quíntuplas fuerzas, la quincuagésima parte. Anoche estuvimos en elcine, en la primera función. No nos gusta ir (= gaan) a la segunda función o secciónporque empieza en Madrid a las once y se termina a la una de la noche. Nosemocionamos mucho (= erg) por el tercer acto, el postrero es un poco flojo. Lacuarta escena del postrer acto no tiene mérito, es verdad. Mire, en las pruebas

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 193: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

104

he encontrado erratas, por ejemplo, página cinco. Sí, en el primer capítulo haybastantes erratas, pero fíjese en capítulo cinco, casi no hay ninguna (= geen enkele).¿Qué (= welke, wat voor) opinión se forma usted de Alfonso Trece? Hay muchoslibros sobre este asunto, tengo en manos el último, y el autor hace (= maakt)observaciones muy acertadas, fíjese en renglón quince del capítulo ocho. La vigésimaparte de los estudiantes estudia por la ciencia, los otros se preparan para el diploma,no más. Tengo sed, tomo una naranjada, un doble. No me gusta la naranjada, yotomo una cerveza, un tercio. Es poco, es un vaso muy pequeño. ¿Está usted muyenterado de las cosas de la Banca? Yo, no, pero mi hermano está (enterado), él sabe(= weet) a cuánto (= tegen hoeveel) por ciento están cotizadas las acciones. Hayacciones que dan (= die geven) cinco por ciento, otras dan otro tanto, o dos, tresveces tanto. Explíqueme por favor esta situación complicada. Pues bien, fíjese enlas circunstancias siguientes: en primer lugar, han estropeado el telegrama, ensegundo lugar, la traducción no es exacta, en tercer lugar no nos participan másquemedias noticias, luego resulta que se equivocaron dos veces por lo menos, ypor último están demasiado lejos para formarse buena idea de la situación. Lapoblación de España no es densa, ni mucho menos. España ocupa la vigésima partede la extensión superficial de Europa, tiene pues, salvo error, el sexto lugar y notiene más que veintiún millones de habitantes. ¿Qué (= wat) murmura el niño? Estáaprendiendo el sistema métrico y repite (= herhaalt): el decilitro es la décima partede un litro, y un litro es la centésima parte de un hectolitro, el gramo es lamilésimaparte de un kilogramo. En la última especulación ha ganado este banquero el duplode la primera cantidad, o sea cien mil pesetas. Es mucho (= dat is heel wat), escuatro veces más de lo que vale (= waard is) la casa de mi padre. Necesito unascorbatas, comprarémedia docena. ¿Y guantes, no los necesita? Sí, un par de guantesamarillos. El precio de los guantes es bastante subido, por eso (= daarom) los mandolimpiar en seco una vez al mes. ¡Oye (= hoor eens) chacho!1) ¿Qué(=wat) es la mitadde tres doceavos? La mitad de tres doceavos es tres veinticuatroavos. Alárguemeusted, por favor, el primer tomo de la obra sobre Carlos Quinto. Tome usted. ¿Seinteresa en Carlos Quinto? Sí. Busco las razones de la decadencia económica deEspaña que (= welke) se inicia antes de la muerte de ese (= die) rey, Carlos Primerode España y Quinto de Alemania.

Oefening 18 B

Jan is bezig een brief te schrijven aan zijn verloofde, dat (niet vertalen) is de vierdebrief van deze (= esta) week. Dat (= eso) zal hun heel wat

1) Gemeenzame afkorting vanmuchacho.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

Page 194: Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 · SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch. Deel1 JohanBrouwer bron JohanBrouwer,SpraakkunstvanhethedendaagscheSpaansch.Deel1.W.J.Thieme,Zutphen1946

105

tijd kosten. En of, de helft van zijn vrije tijd is hij daarmede bezig. Om de anderedag ontvangt hij antwoord, in deze maand heeft hij meer dan anderhalf dozijn brievengehad, want hij was verleden week jarig. Waar staat het jaartal van de slag bijAljubarrota? In het eerste deel van dit boek, hoofdstuk zes, bladzijde honderd acht,zevende regel van onder. Ben je op de hoogte van de omstandigheden van die slag,de eerste en laatste overwinning van de Portugezen op de Castilianen? Neen, op dehoogte, neen, dat ben ik niet, ik weet alleen (= sólo sé) dat Jan de Eerste van PortugalJan den Tweeden van Castilië heeft verslagen. Jan den Tweeden niet, Jan den Eersten.Leer van buiten, een seconde is het zestigste deel van een minuut en een uur is hetvierentwintigste deel van een dag. Ik dacht (= creí) dat de rangtelwoorden in onbruikwaren geraakt. Zij zijn nooit (= nunca, vóóraan de zin) populair geweest, let op devormen, het zijn geleerde woorden. Het denkbeeld van met zulke (= tales) fractieste rekenen komt niet bij het volk op. Het volk zal niet zeggen (= no dirá) ‘een pesetais het vijfde deel van een duro en een perra chica is het twintigste deel van een peseta’en nog minder ‘een minuut is het zestigste deel van een uur.’ Zij vertrekken morgenniet, in de eerste plaats omdat het vandaag geregend heeft, in de tweede plaats omdateen van hen kou heeft gevat, vervolgens omdat zij krap bij kas zijn, en tenslotteomdat zij drie vierden van hun (= sus) vacantie niet meer tot hun (= su) beschikkinghebben, daar zij beiden zijn gezakt en zich moeten voorbereiden voor het examen inhet najaar. De generaal beweerde dat de vijand hem met vijfvoudige overmacht hadaangevallen. Wat (= qué) is het nummer van zijn (= su) kamer? Dertien. Geeft u hem(= déle) een andere kamer, hij is bijgelovig. Is zesentwintig goed (is goed, hier =sirve)? Neen, dat is tweemaal dertien. Ik wed dat wij vijf procent van de winstontvangen. Graaf1) Willem de Eerste was een (niet vertalen) tijdgenoot van Alfonsden Tienden, niet? Neen, Graaf Willem de Tweede was in zijn waardigheid vanRooms koning de voorganger van Alfons. Hoeveel heb je gekregen? Een vijfde. Hijheeft den kleermaker zes maal laten terugkomenmet de rekening. In het Spaans duidtmen de regimenten met een hoofdtelwoord aan, niet met een rangtelwoord zoals (=como) in het Nederlands. Begrijp je waarom? (hier: el porqué?) Ik denk (= creo) dathet elliptische zegswijzen zijn, bijv., ‘het vierde regiment infanterie’, is in het Spaansel (número of regimiento) cuatro de infantería. De beroemde zin ‘hij zal hetzevenvoudig betalen’ wordt in het Spaans op andere manier vertaald, namelijk (= esdecir)? Zijn zusters kwamen het eerst aan en gingen het laatst weg. Wanneer heb jeles (= clase)? Ik heb 'sWoensdags en Vrijdags les, Zaterdags tennis ik. Hij is Dinsdaggekomen. Dinsdag (nu zonder lidwoord) de drieëntwintigste Januari.

1) Voor titels staat in het Spaans het bep. lidwoord, zie les I.

Johan Brouwer, Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1