Spotlight Musical Productions · De musical ‘Een zilveren Kerst’ heeft 3 originele...


Musical:

Korte inhoud Freek en Diederik zijn de schrik van de stad. Ze leven een zwervend bestaan op straat en ontfrutselen op sluwe wijze allerlei kostbaarheden van nietsvermoedende voorbijgangers. Dan gaat het mis. Freek bedriegt Diederik en gaat er met de buit vandoor. Diederik moet de koude Kerstnacht noodgedwongen op een bankje doorbrengen. Dan komen Peter en Lieske langs. Ze krijgen medelijden met Diederik en nemen hem mee naar huis. Diederik doet zich voor als een brave, vriendelijke zwerver. Maar hij heeft een geheim plan. Samen met Freek heeft hij het stiekem gemunt op de dure spulletjes van de familie. ’s Nachts smeren Diederik en Freek ‘em met een slaapzak vol kostbaarheden. Wordt het toch nog een mooie Kerst voor Peter en Lieske? En ontdekt Diederik de echte waarde van Kerst? ‘Een zilveren Kerst’ is een sprankelende musical, met grappige typetjes, bijzondere liedjes en bovenal een mooie Kerstboodschap.

Speelduur De musical ‘Een zilveren Kerst’ duurt 25 tot 30 minuten.

Liedjes De musical ‘Een zilveren Kerst’ heeft 3 originele Kerstliedjes. De liedjes worden door de kinderen samen gezongen. Bij één nummer worden een aantal regels gezongen door een duo. Om de kinderen te ondersteunen kan er gekozen worden voor het vormen van een extra koor dat meezingt.

Decor Het verhaal van musical ‘Een zilveren Kerst’ speelt zich af op drie locaties: het park, de huiskamer en de zolder. Verreweg de meeste scènes spelen zich af in de huiskamer. Bij een ruim podium kan er voor gekozen worden om de drie locaties naast elkaar te positioneren, bij een minder ruim podium kan door middel van een snelle decorwisseling van locatie worden gewisseld. In het park staat een bankje en eventueel staat er een vuilnisbak en staan er wat bomen of struiken. De huiskamer is ingericht in Kerstsfeer. In de huiskamer staat een gedekte tafel met stoelen erom heen. Er is een deur naar buiten en staat een kerstboom en een kistje voor het zilveren bestek. Aan een haakje hangt een sleutel. Op de zolder staat een telescoop voor een raam. Door het raam zijn duidelijk de sterren aan de lucht zichtbaar.


Personages en kleding Hieronder volgen beschrijvingen van de personages en hun kleding en hebben het doel om u een duidelijk beeld te geven van de personages. NB. De beschrijvingen van de karakters en de kleding zijn suggesties waar u naar eigen inzicht van kunt afwijken.

Peter: Jongen van 12 jaar, altijd op onderzoek uit, hart op de goede plaats. Kleding: Stoere spijkerboek; t-shirt; sportschoenen. Lieske: Meisje van 8 jaar, zusje van Peter; zachtaardig; begrijpt dingen soms minder snel. Kleding: Stoere spijkerboek; truitje; gympies. Vader: Goedlachs; vriendelijk; praktisch; sterren kijken als hobby. Kleding: Spijkerbroek; nette blouse. Moeder: Netjes; zachtaardig; zorgzaam; maar ook kritisch. Kleding: Vlot jurkje; haar opgestoken. Diederik: Zwerver; heeft humor en komt aardig over; zakkenroller/dief. Kleding: Oude versleten kleren; vieze stropdas; ongewassen uiterlijk; stoppelbaard. Freek: Zwerver; maatje van Diederik; zakkenroller/dief. Kleding: Oude versleten kleden; ongewassen uiterlijk. Ome Joop: Oom van Peter en Lieske; type goedzak; vrolijk; zit onder de plak. Kleding: Dikke buik; ruitjesblouse; bretels; haar strak achterover gekamd; grote bril. Tante Lydia: Tante van Peter en Lieske; zeurderig type; erg bazig t.o.v. Ome Joop. Kleding: Dikke buik; (te) grote jurk; (te) grote bril. Bep Klep, Babette en Cornelia: Drie kletstantes; lid van de roddelclub. Kleding: Bloemetjesjurken; (te) veel make-up; handtasjes; panty’s. Commissaris: Baas van de politie; strikte handhaver van de wet. Kleding: politiepak met sterren of medailles; pistool; handboeien. Agent: Assistent van de commissaris; stil type; lomp sterk. Kleding: politiepak; pistool; handboeien. Burgemeester: Baas van de stad; heeft het altijd heel druk; haastig type. Kleding: Zwart pak; hoge hoed; zilveren kettinghorloge; ambtsketting. Deftige mevrouw: Bekakte dame van stand. Kleding: Bondjas; parelketting; tas met portemonnee erin. De musical ‘Een zilveren Kerst’ heeft 15 rollen. Het aantal rollen is gemakkelijk uit te breiden. Verdubbel het aantal agenten of vriendinnen van Moeder. Ook kan Diederik, naast Freek, nog meer collega-zwervers hebben. Ook kunnen kinderen worden ingezet als danser(es) bij het lied ‘Het is weer Kerst’. Het minimaal aantal rollen is 10. De eerste mogelijkheid om het aantal rollen te verminderen is het weglaten van een agent of van Babette. De teksten kunnen gemakkelijk worden overgenomen door andere personages uit de scène. Een tweede mogelijkheid is het gebruik van dubbelrollen. Voorbeelden hiervan: Freek en Ome Joop door dezelfde speler laten spelen, de Deftige Vrouw en Tante Lydia door dezelfde speler laten spelen en de Burgemeester en Bep Klep door dezelfde speler laten spelen.


Scènes De musical ‘Een zilveren Kerst’ heeft 8 scènes. De indeling in scènes is bedoeld om het repeteren gemakkelijker te maken. In de eerste scène kunnen figuranten op de achtergrond meespelen.

Benodigdheden per scène Hieronder volgt een opsomming van de noodzakelijke benodigdheden per scène. Breid het aantal benodigdheden per scène naar eigen inzicht uit. Attributen kunnen toneelspelers erg helpen bij het inleven en spelen van hun rol, zoals kostuums en grime dat ook kunnen. Geef een speler zo mogelijk iets in zijn/haar handen. Scène 1: Twee dikke vrienden (deel 1) Handtas (deftige mevrouw), portemonnee (deftige mevrouw), portemonnee (commissaris), kettinghorloge, (burgemeester). Scène 2: Verdrietig Parkbankje (Diederik).

Scène 3: Ongehoord! Stoelen (Iedereen). Scène 4: Sterren kijken Telescoop (Vader). Scène 5: Gezelligheid kent geen tijd Gedekte tafel en stoelen (Iedereen), zilveren bestek en kistje (iedereen), sleutel (Moeder). Scène 6: De diefstal Drie slaapzakken (Peter, Lieske en Diederik), lampje (Peter), zaklamp (Lieske), kistje met bestek (Diederik), Kerstboom (Diederik), sleutel (Diederik). Scène 7: De afrekening Slaapzak (Diederik), zilveren bestek (Agent), zilveren dienblad en kandelaren (Vader), andere waardevolle spullen (Vader), portemonnee met geld (Vader). Scène 8: Twee dikke vrienden (deel 2) Parkbankje (Freek), fototoestel (Freek).


Uitgebreide indruk van het script Scène 1: Twee dikke vrienden (deel 1) Twee zwervers, Freek en Diederik, komen op en praten tegen het publiek. Freek: Ik hou van Kerst! Diederik: Ik ook! Freek: Met Kerst is het koud en slaap je als zwerver vaak buiten op een bankje.

Zonder deken. Diederik: Maar Kerst heeft ook een voordeel! Freek: Precies! Want de dagen voor Kerst gaan de mensen allemaal winkelen. Diederik: En dan nemen ze allemaal een dikke portemonnee mee. Met heel veel geld

erin. Freek: En omdat het bijna Kerst is zijn al die mensen vrolijk en letten ze niet goed op

hun centjes. Diederik: En daarom houdt mijn vriend Freek zo van Kerst. Freek: En daarom houdt mijn vriend Diederik ook zo van Kerst. Er komt een deftige mevrouw op met een tas onder haar arm. De tas is van boven open. Freek: Hallo mevrouw. Heeft u wat eten voor een arme zwerver? Deftige mevrouw: Nee, ik heb wel croissantjes maar die zijn voor vanavond. Diederik rolt ondertussen de portemonnee van de mevrouw. Freek: Heeft u dan misschien wat kauwgom? (Freek blaast zijn slechte adem in het

gezicht van de mevrouw.) Ik vind dat u een beetje uit uw mond stinkt.

Deftige mevrouw: Meneer, ik wil dat u me met rust laat.

De mevrouw loopt af. De burgemeester komt aan de andere kant op. Hij heeft een zakhorloge met een zilveren ketting in zijn zak.

Diederik: Meneer de burgemeester! Heeft u toevallig mijn huis gezien? O nee, ik ben

een zwerver. Ik heb geen huis. Waarom krijg ik eigenlijk geen huis van de gemeente? Of een schuurtje? Ik ben zelfs blij met een kartonnen doos!

Burgemeester: Tja, u kunt natuurlijk een uitkering aanvragen aan het loket bij het stadshuis. Freek rolt het zakhorloge van de burgemeester. Diederik: In het stadshuis zeiden ze dat ik terug mocht komen als ik een stropdas droeg.

(Diederik grijpt naar z’n oude, vieze, versleten stropdas.) En wat is dit dan? Hè! Wat is dit dan?

Burgemeester: Sorry meneer, ik moet gaan. Ik heb een belangrijke borrel, ik bedoel, vergadering waar ik naartoe moet.


Burgemeester loopt af. Diederik en Freek zwaaien hem na. Freek laat zilveren zakhorloge vrolijk in zijn hand bungelen.

Freek: Daag! Nog bedankt voor uw kostbare tijd!

Diederik: Hele kostbare tijd! Hahaha!

De commissaris loopt op. Commissaris: Heren, wat is dit voor een kabaal?

Freek: Hoofdagent, goed dat u er bent. Geen zorgen, wij houden ons wel koest. Maar ik heb

zo’n last van erge hoest.

Freek hoest ‘opeens’ heel erg en heel lang. Hij leunt tegen de commissaris aan die niet weet wat hij ermee aan moet. Ondertussen rolt Diederik zijn portemonnee. De commissaris vlucht weg.

Diederik: Goed gedaan Freek. Freek: Dat liep gesmeerd. We hebben genoeg geld om vanavond in een heel luxe

restaurant te eten. Freek en Diederik praten tegen het publiek. Diederik: En daarom houdt mijn vriend Freek zo van Kerst. Freek: En daarom houdt mijn vriend Diederik ook zo van Kerst.

Freek en Diederik lopen af.


Scène 2: Verdrietig

Peter en Lieske komen oplopen. Peter loopt voorop. Ze hebben haast. Peter: Schiet op Lieske, we moeten voor het donker thuis zijn! Lieske: Je loopt veel te hard. Peter en Lieske lopen af. Daarna komt Peter weer oplopen. Peter: Lieske, kom nou! Lieske komt oplopen. Haar veters van Lieske zijn losgeraakt. Lieske: Wacht even, ik moet mijn veters strikken. Lieske bukt om haar veters te strikken. Lieske: Ik kan gewoon niet harder.

Peter: Zal ik je tas dragen? Dan lukt het vast beter.

Lieske: Graag! Diederik komt op en gaat op een bankje of op de grond liggen. Hij is verdrietig en snikt een beetje. Peter en Lieske kijken naar elkaar en dan naar Diederik. Ze lopen stilletjes dichterbij. Peter: Meneer? Waarom bent u verdrietig? Diederik: Smeer ‘em! Laat me met rust! Peter: Het is Kerst en dan is iedereen juist blij. Diederik: Ik maak zelf wel uit of ik blij ben of niet! Lieske: Bent u een zwerver? Diederik: (spottend) ‘Nee, ik ben de burgemeester.’ Tuurlijk ben ik een zwerver. Duh… Lieske: Heb je het koud? Diederik: Ja, wat denk je? Dat deze stropdas me warm houdt? Lieske: Hoe heet jij? Diederik: Ik heet Diederik. Lieske: Ik heet Lieske en dit is mijn broer Peter. Peter: Heb je geen vrienden? Diederik: Nee. Ik had een vriend en we zouden vanavond samen gaan eten. Maar toen ik ff

ging pis…, ik bedoel, toen ik even naar de wc moest is hij er vandoor gegaan met al ons geld. Ik heb niets meer.

Peter: Dus je hebt ook honger. Nou, bij ons thuis hebben we eten genoeg. Lieske: En het is lekker warm thuis.


Peter: Wat dacht je ervan als je deze Kerst onze gast zou zijn? Diederik: Ik weet niet of dat zo maar kan. Lieske: Papa en mama zeggen altijd dat je met Kerst mensen in nood extra moet

helpen. Diederik: Het lijkt me wel fijn, maar ik ben een zwerver, ik ben niet echt schoon. Peter: Dat ga je bij ons toch even in bad of onder de douche. Lieske: En mijn vader heeft een scheerapparaat. Lieske pakt de hand van Diederik vast en trekt hem mee. Diederik: Ik weet niet of ik wel in bad wil. Lieske: Kom mee! Het is bijna Kerst, dus het is bij ons binnen extra gezellig met

allemaal kaarsjes en lichtjes! Diederik: Oké. Diederik laat zich meenemen. Peter, Lieske en Diederik lopen af. Het koor loopt op. ♪ ♫ Lied: Het is weer Kerst (cd-track 1) Koor: Het is weer Kerst

We zijn weer vrij Het is gezellig En iedereen is blij 2x We vieren feest Ver en dichtbij Het is gezellig Met jou en mij erbij Even geen computer En even geen tv Lekker met je sjaal om De sneeuw in met je slee Dit zijn die mooie dagen Dat het gezellig is Duizend kleine kaarsjes Schijnen in de duisternis


Het is weer Kerst We zijn weer vrij Het is gezellig En iedereen is blij 2x We vieren feest Ver en dichtbij Het is gezellig Met jou en mij erbij Even geen gekibbel En even geen gedoe Lief zijn voor elkaar Je weet opeens weer hoe dat moet Dit zijn die mooie dagen Dat het gezellig is Duizend kleine kaarsjes Schijnen in de duisternis Het is weer Kerst We zijn weer vrij Het is gezellig En iedereen is blij 2x We vieren feest Ver en dichtbij Het is gezellig Met jou en mij erbij

Tijdens het tussenspel is er ruimte voor eigen creatieve inbreng (laat kinderen bijvoorbeeld een dansje doen of laat Diederik luchtgitaar spelen), waarna het koor afloopt. Peter en Lieske blijven staan/lopen op en zingen de laatste regels van het lied: Peter en Lieske: Dit zijn die mooie dagen

Dat ied’reen vrolijk is Maar denk ook eens aan die ander Die heel eenzaam is.

Peter en Lieske lopen af. Scène 3: Ongehoord!

In deze scène stellen Peter en Lieske Diederik voor aan hun moeder. De vriendinnen van moeder laten hun afkeer van Diederik niet onder stoelen of banken.


Scène 4: Sterren kijken In deze scène stellen Peter en Lieske Diederik voor aan hun vader. Vader is de sterren aan het bekijken en Diederik doet alsof hij er ook verstand van heeft. Hij valt echter al snel op humoristische wijze door de mand.

Scène 5: Gezelligheid kent geen tijd Het is Kerstavond. Diederik blijft eten. Vader, moeder, Peter, Lieske, Ome Joop, Tante Lydia en Diederik zitten aan tafel. Lieske: Dit is de leukste Kerst ooit! Ome Joop en Tante Lydia zijn er en Diederik mag blijven

slapen! Vader: Maar voorlopig maar voor één nachtje. Daarna kijken we wel weer verder. Diederik: Wat is de tafel mooi gedekt. Ik vind het bestek ook heel mooi. Peter: Met Kerst gebruiken we altijd het echte zilveren bestek dat van oma is geweest. Lieske: Bij kaarslicht glimt het extra mooi. Diederik: Ja, dat zie ik. Het is echt een heel mooi bestek. Dit is de eerste keer dat ik met een

zilveren vork eet. Ome Joop: Hoe is het om een zwerver te zijn Diederik? Diederik: In de zomer gaat het prima. Maar nu in de winter is het geen pretje. Soms is het ’s

nachts zo koud dat m’n snor eraf vriest! Lieske: Maar je hebt helemaal geen snor. Diederik: Kun je nagaan hoe koud het is! Iedereen: Hahahaha! Diederik: Ik weet nog wel en raadsel voor Ome Joop. Hoe noem je een zwerver die in

een vuilnisbak woont? Oplossing: Een egoïst, je kan er makkelijk met z’n tweeën in wonen!

Peter en Ome Joop lachen. Ome Joop lacht heel hard. Peter en Ome Joop: Hahahaha! Tante Lydia: Ome Joop, daar moet je niet om lachen. Ome Joop probeert serieus te kijken.


Ome Joop: Nee, natuurlijk niet. Sorry. Lieske: Wat is een egoïst? Diederik: Nog een raadsel: Waarom rent een zwerver achter een vuilniswagen aan? Oplossing: Wat zou jij doen als je huis wegrijdt? Peter en Ome Joop lachen. Ome Joop lacht nog harder dan daarnet. Peter en Ome Joop: Hahahaha! Tante Lydia: Ome Joop, daar moet je niet om lachen. Ome Joop probeert serieus te kijken. Ome Joop: Nee, nee, natuurlijk niet. Sorry, sorry. Lieske: Een zwerver heeft toch geen huis? Moeder: Ik ben het met tante Lydia eens. Ik vind het ongepaste raadsels. Zo mag je

niet over zwervers praten. Peter: Diederik mag dat wel, want hij is zelf een zwerver! Diederik: Precies! Peter snapt hoe het werkt. Tante Lydia: Nou, die Diederik is wel een praatjesmaker. Jullie zullen wel gezellige en drukke

Kerstdagen hebben. Maar nu gaan Ome Joop en ik er weer vandoor. Ome Joop: Nu al? Tante Lydia: Ik heb een beetje hoofdpijn. Ome Joop: Alweer? Ome Joop en Tante Lydia staan op. Vader en Moeder helpen Ome Joop en Tante Lydia met hun


jassen. Diederik loopt ook mee. Moeder: Tot een volgende keer maar weer. Diederik: (tegen Ome Joop) Ken je deze mop al? Een politieagent houdt twee zwervers

aan. Hij vraagt aan de een: ’Waar woon je?’ Zegt de zwerver: ‘Ik woon nergens’. Vraagt de agent aan de andere zwerver: ‘En waar woon jij?’. Zegt die andere zwerver: ‘Hij en ik zijn buren.’

Ome Joop: Hahahaha! Tante Lydia: Ome Joop, wil je met je gelach de hele buurt wakker maken? Ome Joop probeert serieus te kijken. Ome Joop: Nee, nee, nee, natuurlijk niet. Sorry, sorry, sorry. Vader: Fijne feestdagen nog! In het vervolg van deze scène vertrekken Ome Joop en Tante Lydia. Er wordt besloten dat Diederik mag blijven slapen. Scène 6: De diefstal

In deze scène kruipt Diederik ’s nachts, wanneer iedereen slaapt, z’n bed uit en laat via de deur Freek binnen. Samen stelen ze het zilveren bestek van de familie. Maar ze worden betrapt door Peter en Lieske die wakker zijn geworden. In paniek vluchten de twee boeven.

Het koor loopt op. [NB. Het volgende lied gaat over Diederik. De coupletjes lenen zich er uitstekend voor om Diederik stoer voor het koor of door de zaal te laten paraderen. Tijdens de refreinen wordt hij juist wat meer timide.]

♪ ♫ Lied: Diederik de viezerik (cd-track 2)

Koor: Diederik

Dat is een viezerik Een gemenerik Een slechterik 2x Diederik Dat is een viezerik Een onbeschofterik!


Hij leek zo aardig, en zo attent Hij was wel vies, maar weet je, alles went Hij leek zo vriendelijk, maar was dat niet Hij stal ons zilver, tot ons verdriet

Er zijn veel gemene boeven Maar hij is erger dan de rest Want je steelt niet van een ander EN DAT DOE JE ZEKER NIET MET KERST! Diederik Dat is een viezerik Een gemenerik Een slechterik 2x Diederik Dat is een viezerik Een onbeschofterik! Hij leek zo aardig, en zo oprecht Hij rook niet lekker, eerlijk gezegd Maar hij leek vrolijk, dankbaar en blij Maar onze vreugde, is nu voorbij Er zijn veel gemene boeven Maar hij is erger dan de rest Want je steelt niet van een ander EN DAT DOE JE ZEKER NIET MET KERST!

Diederik Dat is een viezerik Een gemenerik Een slechterik Diederik Dat is een viezerik Een onbeschofterik! Diederik Dat is een viezerik Een gemenerik Een echte slechterik Diederik Dat is een viezerik Een hele rare Halve gare Asociale Hondsbrutale ONBESCHOFTERIK!

Het koor loopt af. Scène 7: De afrekening

Peter, Lieske, Vader en Moeder zijn in de kamer. De commissaris en een agent komen oplopen (eventueel via de deur). Ze hebben Diederik in zijn kraag gegrepen. Achter hen aan komen Ome Joop, Tante Lydia, Bep Klep, Babette, Cornelia, de burgemeester en de deftige mevrouw ook oplopen. Er wordt druk gepraat. Commissaris: Als ik even stilte mag?! (tegen Vader:) Meneer, we hebben deze zwerver in zijn kraag

gevat. We vermoeden dat hij de afgelopen tijd veel mensen heeft beroofd op straat.


Agent: We kunnen het alleen niet bewijzen. Commissaris: Hij heeft een slaapzak bij zich en daar zitten spullen in. Agent: Vooral heel veel zilveren messen en vorken en lepels. Ome Joop en Tante Lydia

hebben het bestek herkend en zeggen dat het van jullie is. Commissaris: Als dat klopt hebben we genoeg bewijs om Diederik in de gevangenis te gooien. De agent haalt wat vorken en lepels tevoorschijn. Peter: Dat zijn onze messen. Diederik heeft ze meegenomen. Lieske: (half huilend van kwaadheid:) Jij lelijkerd! Met je vieze stropdas en je vuile nagels! Jij

mocht bij ons logeren en nu heb je met je smerige, smerige, smerige dievenklauwen het zilveren bestek van onze oma gewoon, gewoon, gewoon…

Vader doet een stap naar voren. Hij staat nu tussen de beide groepen in. Vader: Gekregen! Van mij. Het was een cadeau. Verbazing alom. Iedereen: Wat?!!! Diederik: Wat? Moeder: Eh, Arie? Kan ik je even onder vier ogen spreken? Agent 1: Dus u beweert dat hij het zilver niet heeft gestolen? Vader: Precies agent. U kunt hem dus nu wel loslaten. De agent laat Diederik me tegenzin los. Lieske: (zachtjes) Peter, wat doet pa nou? Peter: (zachtjes) Ma, wat doet pa nou? Moeder: (zachtjes) Arie, ik begrijp niet wat je aan het doen bent! Vader: Wat ik niet begrijp, Diederik, is waarom je het mooiste bent vergeten mee te nemen.

De zilveren kandelaren. Ik had toch gezegd dat die er ook bij hoorden? Hier, pak aan. Vader drukt de kandelaren in de handen van Diederik. Diederik: Maar… Vader: En dit zilveren dienblad is ook heel mooi. Als je die ook even wil aanpakken? En dit

mocht je toch ook meenemen. En dit. En natuurlijk dit! Vader drukt nog veel meer spullen in de handen van Diederik. Diederik: Maar meneer? Vader: En we kunnen je natuurlijk ook niet wegsturen zonder een cent op zak. Even kijken

wat ik in mijn portemonnee heb.


Diederik: Maar meneer?! Vader: Honderd vijftig euro. Daar kun je wel even mee vooruit toch? Hier pak aan. Vader duwt Diederik het geld in zijn handen. Vader: Wat vervelend dat ik niet meer geld in huis heb. Vind je het goed als ik je mijn

creditcard meegeef? (Vader zoekt om zich heen) Waar heb ik dat ding toch? Diederik: Meneer alstublieft. Stop! Dit kan ik allemaal niet aannemen. Diederik begint te snikken. Vader: Ik denk dat de commissaris en de agent nu wel naar huis kunnen gaan. En de rest

ook. De commissaris en de agent gaan weg. Ze snappen er niets van. Ome Joop, Tante Lydia, Bep Klep, Babette, Cornelia, de burgemeester en de deftige mevrouw vertrekken enigszins mopperend. Diederik: Meneer. Ik begrijp het niet. Dit heb ik toch helemaal niet verdient. Vader: Dat klopt. Maar in plaats van je in de gevangenis te laten gooien heb ik besloten je te

helpen. Diederik: Maar deze spullen zijn niet van mij, ze zijn van jullie. Vader: Dat klopt ook. Die zijn van ons. Diederik: Ik zal mijn leven beteren. Ik geef iedereen van wie ik gestolen heb zijn spullen terug. Diederik geeft de slaapzak aan Lieske en Peter. Vader: Diederik, je leeft nu op straat. Zou je geen baan willen hebben? Diederik: Jawel, maar ik zou niet weten hoe ik aan werk moet komen. Vader: Ik werk bij de krant. Maandag om elf uur heb jij een sollicitatiegesprek. Wat vind je

daarvan? Diederik: Dat is geweldig. Ik hoor op straat de nieuwtjes altijd als eerste. Dat is natuurlijk heel

handig als ik bij de krant zou werken. Vader: Zorg wel dat je op tijd. Diederik: Goed meneer. Vader: Oh, en zorg dat je een stropdas draagt. Diederik lacht. Diederik: Dat lijkt me geen probleem! Vader: Vrolijk Kerstfeest! Diederik: Vrolijk Kerstfeest meneer! Vader en Diederik geven elkaar de hand. Peter en Lieske maken een vreugdegebaar. Peter en Lieske: Yes!!!


Iedereen loopt af. Scène 8: Twee dikke vrienden (deel 2)

In deze scène ontmoet Diederik Freek. Freek is bang dat Diederik boos op hem is omdat hij hem in de steek liet toen de politie kwam. Diederik legt uit wat er is gebeurd.

Koor en spelers lopen op voor het slotlied.

♪ ♫ Lied: Help de ander (cd-track 3) Koor: Dit lied bevat een boodschap

Dus luister nu meteen ’t Is van belang voor jou voor mij voor iedereen! Leven doe je samen In je eentje redt je ‘t niet Dus laat je wakker schudden Door dit lied Help de ander En help elkaar Sta zoals dat heet Steeds voor de ander klaar Help de ander Ja, help elkaar Niet alleen met Kerst Maar het hele jaar Luister wat we zingen Naar waar het ons om gaat Wat wij je nu vertellen Is echt hele goede raad Leven doe je samen Want dat is pas oké En ben jij het met ons eens zing dan maar mee Help de ander En help elkaar Sta zoals dat heet Steeds voor de ander klaar 3x Help de ander Ja, help elkaar Niet alleen met Kerst Maar het hele jaar Niet alleen met Kerst Maar het hele jaar!

Iedereen loopt af. -einde-

Spotlight Musical Productions · De musical ‘Een zilveren Kerst’ heeft 3 originele...

Documents

Transcript of Spotlight Musical Productions · De musical ‘Een zilveren Kerst’ heeft 3 originele...