Spelling van de werkwoorden – onvoltooid tegenwoordige tijd

5

Click here to load reader

Transcript of Spelling van de werkwoorden – onvoltooid tegenwoordige tijd

Page 1: Spelling van de werkwoorden – onvoltooid tegenwoordige tijd

Kevin Vermassen

Page 2: Spelling van de werkwoorden – onvoltooid tegenwoordige tijd

Infinitief

Vorm van het werkwoord in het woordenboek

Eindigt (meestal) op –en: lopen, zwijgen, starten.

Stam

= infinitief – en: loop, zwijg, start

= ik … nu

http://www.kevinvermassen.be

Page 3: Spelling van de werkwoorden – onvoltooid tegenwoordige tijd

Is het onderwerp enkelvoud of meervoud?

Enkelvoud

Is het onderwerp "ik"?

Ja

Schrijf de stam

Nee

Schrijf de stam + t

Meervoud

Schrijf de infinitief

http://www.kevinvermassen.be

Page 4: Spelling van de werkwoorden – onvoltooid tegenwoordige tijd

Imperatief / Bevelende vorm = stam

Zit! Sluit de deur! Zwijg!

Als je / jij als onderwerp na de pv staat

Jij slaapt nog. Slaap je nog?

Jij vindt dit mooi. Vind jij dit mooi?

≠ Slaapt je broer nog?

≠ Vindt je vriendin dit mooi?

http://www.kevinvermassen.be

Page 5: Spelling van de werkwoorden – onvoltooid tegenwoordige tijd

Ga naar http://www.kevinvermassen.be

http://www.kevinvermassen.be