Sonie 2-03.pdf

20
Nieuws Sovon nr.2 Wadvogels in de knel 16e jaargang mei 2003 Verder in dit nummer: • Gevleugelde vrouw weet alles van kraaien en eksters • Huiszwaluw-daling nu een vrije val? • Jan Rooth overleden • Vliegende start monitoring Steenuilen • Trek in trektellen Wolken Kanoeten boven het wad. Een spectaculair schouwspel voor alle bezoekers van de Waddenzee, en gestress voor een wadvogelteller om er een goede telling van te maken. Zoals blijkt uit de bijdrage over de hoogwatertellingen, verliezen die wolken recent duidelijk aan omvang. En niet alleen Kanoeten, ook Eiders en Scholeksters maken om diverse redenen moeilijke tijden door. In de publieke opinie en in de pers buitelen overheden, wetenschappers, schelpdiervissers en natuurbeschermers over elkaar heen over de oorzaken, en de consequenties voor het beleid ten aanzien van bijvoorbeeld de commerciële schelpdiervisserij. In dit strijdgewoel komen gemiddeld vijf keer per jaar uit alle windstreken van het land een groot aantal gedreven waarnemers samen om de aantallen vogels in de Waddenzee in kaart te brengen. Samen met onderzoek dat door biologen van diverse instituten wordt gedaan, leveren ze een objectief en betrouwbaar beeld op van de situatie ter plaatse, en geven ze een duidelijk signaal af dat er bij een aantal vogelsoorten iets aan de hand is. Het is te hopen dat na de presentatie van het binnenkort afgeronde evaluatie-onderzoek naar de effecten van de mechanische schelpdier- visserij, door de overheid duidelijke keuzes worden gemaakt hoe de grens tussen de verschillende belangen in ons belangrijkste en grootste natuurgebied wordt afgebakend. Nieuws

Transcript of Sonie 2-03.pdf

Page 1: Sonie 2-03.pdf

NieuwsSovon nr.2

Wadvogels in de knel

16e jaargang mei 2003

Verder in dit nummer:• Gevleugelde vrouw weet

alles van kraaien en eksters

• Huiszwaluw-daling nu een vrije val?

• Jan Rooth overleden

• Vliegende start monitoring Steenuilen

• Trek in trektellen

Wolken Kanoeten boven het wad. Een spectaculair schouwspel voor alle

bezoekers van de Waddenzee, en gestress voor een wadvogelteller om er een goede

telling van te maken. Zoals blijkt uit de bijdrageover de hoogwatertellingen, verliezen die wolken

recent duidelijk aan omvang. En niet alleenKanoeten, ook Eiders en Scholeksters maken

om diverse redenen moeilijke tijden door. In de publieke opinie en in de pers buitelen

overheden, wetenschappers, schelpdiervissers en natuurbeschermers over elkaar heen over

de oorzaken, en de consequenties voor het beleid ten aanzien van bijvoorbeeld

de commerciële schelpdiervisserij. In dit strijdgewoel komen gemiddeld vijf keer

per jaar uit alle windstreken van het land een groot aantal gedreven waarnemers samen

om de aantallen vogels in de Waddenzee in kaart te brengen. Samen met onderzoek

dat door biologen van diverse instituten wordt gedaan, leveren ze een objectief en

betrouwbaar beeld op van de situatie ter plaatse,en geven ze een duidelijk signaal af dat er

bij een aantal vogelsoorten iets aan de hand is. Het is te hopen dat na de presentatie van

het binnenkort afgeronde evaluatie-onderzoeknaar de effecten van de mechanische schelpdier-

visserij, door de overheid duidelijke keuzes worden gemaakt hoe de grens tussen de

verschillende belangen in ons belangrijkste engrootste natuurgebied wordt afgebakend.

Nieuws

Page 2: Sonie 2-03.pdf

Mag het wat minder,resp. meer?Als dit onder uw ogen komt, zijn we enige miljoenen vogels armer in ons land. Kippenbehoren namelijk ook tot de Aves. Vanwege doorfokken en het houden van grote aantal-len op kleine oppervlakten zijn biokippen erg vatbaar geworden voor het vogelpestvirus.Weer die stuitende beelden van ruimingen dus. We gaan er bijna aan wennen, iedere twee jaar een veecrisis (Varkenspest, Gekke koeienziekte, MKZ, Vogelpest). Steeds zijn er dan weer deskundigen die stellen dat het roer nu echt om moet. Maar behalve dat er versneld vele boeren stoppen met hun bedrijf, gaat het roer ook echt om?Bij de wilde vogels in het boerenland, Veldleeuwerik, Grutto, noem maar op, zie ik nogweinig verbetering. Nu is het dan het droge voorjaar dat nog meer roet in hun eten gooit, maar zo is er altijd wat. Op een gegeven moment is de rek er gewoon uit. Het in de steigers staande nieuwe kabinet heeft hier een prachtige uitdaging: vernieuw het platteland en stop de uittocht, zowel van boeren als vogels. Door al die landbouwcrises is er bij het ministerie dat de Natuur in haar vaandel heefthelaas momenteel weinig vrolijks te beleven, zelfs de jaarlijkse meetnetten dreigden in het financiële gat te verdwijnen. Gelukkig is dat grotendeels weer afgewend en hebben we stevige Europese wetgeving op dit gebied... Maar gerust kunnen we er niet op zijn. Er moet weer tot op het hoogste niveau meer aandacht voor de natuur komen, ook in de Tweede Kamer. Het zal nog wel weer even duren voor daar volksvertegenwoordigers zitten met het niveau van good old Dick Stellingwerf. Nu moeten we helaas de vertegen-woordigers nog uitleggen dat de Ecologische Hoofdstructuur niet hetzelfde is als de populieren langs de snelwegen en dat heuse natuur meer is dan koeien in de wei.Dit moeten we ons natuurlijk vooral zelf aanrekenen, immers, ieder volk krijgt de regeringdie het blijkbaar verdient. Nog vaker en duidelijker actie richting Den Haag! Maar dan dienen we ook eindelijk een keer niet ieder jaar die zoektocht naar een fatsoenlijke basisfinanciering te hoeven maken, dan moet de informatievoorziening over de Toestandvan de Natuur gewoon goed geregeld zijn. Dat hoeft niet meer te kosten, verdeel het bijvoorbeeld anders. Zo is de financiële verhouding tussen water-, milieu- en natuurmeet-netten 100:10:1. Een kleine bijstelling in deze verhouding levert veel meer op voor denatuur en dan krijgt het beleid ook echt de gegevens die het nodig heeft. Het gaat immersniet meer (alleen) over toelaatbare doses zware metalen in de grote rivieren, het gaat over een leefbaar en levend land. En daar hoort geen stille lente bij!

Frank Saris

ColofonSOVON-Nieuws Nieuwsbrief van SOVON Vogelonder-zoek Nederland.

SOVON-Nieuws publiceert over SOVON-vogeltellingen, over de vereniging, enover andere zaken betreffende vogels inNederland.

Redactie John van Betteray, Fred Hustings & Kees Koffijberg. Overname van artikelenof illustraties alleen in overleg.SOVON-Nieuws wordt gedrukt op chloorvrij papier. ISSN 1383-0635.

LidmaatschapContributie 2003: minimaal € 12,-.SOVON-leden ontvangen vier maal per jaar SOVON-Nieuws en korting opSOVON-uitgaven.Ledenadministratie Jeroen van Zuylen,zie bureau-adres SOVON.

BestuurVoorzitter: Hans van Dord Secretaris: Peter Milders,L. de Colignylaan 115, 3062 HD Rotterdam, (010) - 4522665.Penningmeester: Louis DolmansOverige bestuursleden: Rob Goldbach

BureauAdres SOVON, Rijksstraatweg 178, 6573 DG Beek-Ubbergen.Tel: 024-6848111, Fax: 024-6848122,E-mail: [email protected]: www.sovon.nlGiro: 2905988, Rabo: 10.51.17.056,

Directeur Frank Saris, Communicatie Carolyn Vermanen, Monitoring Rob Vogel, Inventarisatiesen Advies Jan-WillemVergeer, Toegepast onderzoek Ruud Foppen.

DoelstellingSOVON Vogelonderzoek Nederland steltzich ten doel het coördineren, stimulerenen publiceren van ornithologisch veld-onderzoek ten behoeve van natuur-bescherming, beleid en wetenschap. De vereniging tracht dit doel te bereikendoor het organiseren van grootschaligeprojecten waarin wordt samengewerkttussen vrijwilligers, stafmedewerkers enandere instellingen.

Lay-out: van Groot tot Klein

Druk: Drukkerij Bloembergen Santee bv

Foto omslag: Jan van de Kam

AgendaJuli

(12) Maandelijkse watervogeltelling (selectie van gebieden)

(19) steekproeftelling Waddengebied

Augustus

(16) Maandelijkse watervogeltelling (selectie van gebieden),

steekproeftelling Waddengebied

September

(13) Maandelijkse watervogeltelling,telling Grauwe Gans, integrale waddentellingDenkt u aan het inleveren van uw broedvogel-

formulieren voor 1 oktober?!

Page 3: Sonie 2-03.pdf

Sovo

n-N

ieuw

s jaargan

g 16 (2003) n

r 2

3

Als trouwe bezoeker van de Landelijke Dagkwam Jan eind vorig jaar weer naar Nijme-gen. Als altijd met complimenten voor deorganisatie en de gepresenteerde verhalen.Dit keer echter kwam hij vóór mijn ope-ningswoord met een speciale boodschap dieals een afscheid klonk, hij was erg blij dat hij nog net in staat was gebleken Nijmegente halen. Hij vertrouwde me toe ongeneeslijkziek te zijn en af te zien van verdere behan-deling, in de overtuiging dat het leven kwaliteit moet hebben.Afscheid nemen in zo’n situatie en in eendergelijke entourage valt niet makkelijk.In de pauze heb ik Jan ons afscheidscadeaugegeven, hoe kan het anders: een atlas. Kortna de drukke dag in Nijmegen belde hij nogop, om te zeggen hoezeer hij had genotenvan de atlas en van die zaterdag. Onlangsviel dan het overlijdensbericht in de bus,voorzien van een optimistisch kijkende Flamingo. Dat was een belangrijke passievan hem, het wel en wee van de vogels in datandere deel van ‘ons’ koninkrijk, de Antillen.Binnen de door hem in de jaren vijftig opge-

Jan Rooth overleden (1928-2003)richte afdeling Ornithologie van het toen-malige Rijks Instituut voor Natuurbeheer(RIN) had hij dat deel van het koninkrijk inzijn portefeuille, net als andere buitenlandsecontacten, veelal via symposia en congres-sen, wel passend bij zijn wat bourgondischelevensstijl. Het RIN-kasteel in Leersum zathem wat dit betreft als gegoten.Bij de oprichting van SOVON Vogelonder-zoek, begin jaren zeventig, was hij vanuit hetRIN betrokken, vanuit een soort vaderlijkeverantwoordelijkheid. Er werden namelijkzaken op gang gebracht waarvoor hij totdan toe vanuit het RIN verantwoordelijkwas. Maar na korte tijd, toen hij zag dat hetwel goed zou komen, veranderde de bezorgd-heid in oprechte belangstelling en onder-steuning.

We zullen hem missen, immers, niet temissen op een van de eerste rijen bij onzeLandelijke Dag. Zijn echtgenote en familieworden sterkte gewenst met dit verlies.

Frank Saris.

In het midden van het nieuw ingerichtecentrum staat een enorme maquette,waarop het 4000 hectare grote gebiedmooi te zien is. Met zogenaamde touchscreen computers kunnen bezoekersinformatie opzoeken over de historievan het gebied, en de planten en dierendie er voorkomen, waaronder veelbedreigde en kwetsbare vogelsoorten.Op een binnenwand is een 35 metergrote panoramafoto van het gebied aan-gebracht. Achter die wand zijn zo’ntachtig planten en dieren verborgen, die

door kijkgaatjes te zien zijn. Verspreid over de nieuwe ruimte zijnhouten kubussen geplaatst, waarininformatie op speelse, interactievemanier toegankelijk is gemaakt over dethema’s water, ontstaan, dieren, planten,nationaal park, en vereniging natuurmo-numenten. Onder glasplaten in de vloerzijn sporen van dieren, diverse heide-soorten en archeologische vondsten tezien.Nieuw is ook de expositieruimte waareen film wordt vertoond waarin journa-

list John Jansen van Galen op zijn eigenmanier over het gebied vertelt. Er isvoorts veel informatie voorhanden overhet ontstaan van het gebied en hetbelang van water. De grote natuuront-wikkelingsprojecten van de afgelopenjaren, zoals het herstel van de Davids-plassen en het Holtveen, krijgen denodige aandacht. De komende periode zal de nieuweinrichting worden voltooid. De feestelij-ke, officiële opening staat gepland voorde zomer.

Bezoekerscentrum Dwingelderveldmodern en interactief heringericht

De vernieuwing van Bezoekerscentrum Dwingelderveld bij het Drentse Ruinen is

bijna voltooid. De inrichting is ingrijpendveranderd, en bezoekers kunnen op verschil-

lende manieren informatie verzamelen over het gebied, de planten, dieren

en het beheer. De inrichting is modern,interactief en aantrekkelijk voor jong en oud.

Vanaf Goede Vrijdag is het bezoekers-centrum weer geopend voor het publiek.

Page 4: Sonie 2-03.pdf

Sovo

n-N

ieu

ws

jaar

gan

g 1

6 (2

003)

nr

2

4

tot eerdere strenge winters is nadien -ondanks een serie milde winters- vanenig herstel geen sprake. Ook recentetellingen wijzen onveranderd op kleineaantallen. Voorlopige (maar vrijwelcomplete) gegevens uit januari 2003komen uit op een winterpopulatie vancirca 160.000 vogels. Dat staat in schrilcontrast met de 250.000 Scholekstersdie rond 1990, in de laatste fase van depopulatiegroei, in de Waddenzee verble-ven (zie ook SOVON-Nieuws 13 (3): 16-17 en SOVON-Nieuws 14 (3): 12-13). Deaantallen die tegenwoordig wordengeteld liggen zelfs beneden het niveauvan die aan het begin van de reeks wad-vogeltellingen in de jaren zeventig.

Tellingen alleen zijn echter niet genoegom het hele verhaal van de afname tekunnen verklaren. Gelukkig is de Schol-ekster een begeerd studieobject geble-ken, en worden broedbiologie en voed-selecologie op een aantal plaatsen in deWaddenzee al heel lang in detail beke-ken. Dit leverde prachtige termen als‘hokkers’ en ‘wippers’ op, en liet ziendat een carriëreplanning zelfs in descholekstersamenleving is ingebakken.Onlangs organiseerden de NederlandseOrnithologische Unie en de Nederland-se Steltloperwerkgroep een specialescholeksterdag, waar resultaten van uit-eenlopende onderzoeksprojecten de

EiderBij een doorsnee wadvogeltelling vallenEiders vaak buiten de boot. De meestevogels verblijven zo ver uit de kust datze vanaf de wal amper zichtbaar zijn.Daarom is vanaf 1993 door het RIKZ tijdens de midwintertelling in januarijaarlijks een vliegtuigtelling van Eidersin de Nederlandse Waddenzee uitge-voerd. Dankzij het werk van Cees Swennen (NIOZ) waren bovendien(vliegtuig)tellingen uit de jaren zeventigbeschikbaar, zodat we kunnen beschik-ken over gegevens uit drie decennia.Geconcludeerd kan worden dat de aan-tallen in de Waddenzee sinds het beginvan de jaren zeventig (na een aanvan-kelijke groei) flink zijn afgenomen.Ondanks een opleving in januari 2003blijken de aantallen tot 150.000 exem-plaren in de laatste 10 jaar niet meer teworden gehaald. In de jaren zeventig eneerste helft van de jaren tachtig over-winterden er gemiddeld ruim 130.000Eiders in de Nederlandse Waddenzee(gemiddelde van zes tellingen), vanafmidden jaren tachtig zijn dat er nogmaar 80.000 (gemiddelde van 12 tellin-gen). Op grond van verschillende gege-vensbronnen concludeerde een heelconsortium aan onderzoekers dat demeest waarschijnlijke oorzaak van dezeafname moet worden gezocht bij decommerciële visserij op mossels en kok-

kels vanaf het begin jaren van de jarennegentig. Dit luidde een periode vanvoedselschaarste in, en zorgde uitein-delijk voor massale sterfte onder deaanwezige Eiders. Een groot deel van de vogels verhuisde bovendien naar deNoordzee, waar ze evenwel kwetsbaarblijven omdat ze er afhankelijk zijn vanslechts één voedselbron, de halfgeknot-te strandschelp (die eveneens commer-cieel wordt bevist). Deze toename op deNoordzee compenseert echter niet deneergaande trend in de Waddenzee.

ScholeksterGrote aantallen Scholeksters verschij-nen in augustus als pleisteraar in deWaddenzee. Gedurende najaar en win-ter blijven grote aantallen aanwezig enpas in de loop van februari verdwijnensteeds meer vogels richting broed-territoria (figuur 2). Het verloop van hetjaarlijks aantal doorgebrachte schol-eksterdagen (gebaseerd op de som vande getelde en geschatte aantallen overalle maanden) laat zien dat tegelijk metde groei van de Nederlandse broed-populatie in de jaren tachtig, ook deaantallen pleisteraars in de Waddenzeetoenamen (figuur 3). In het begin van de jaren negentig kwam de klad er in.Vooral de ijzige winters van 1995/96 en1996/97 leidden tot veel sterfte en eenreductie van aantallen. In tegenstelling

Afname van Eider, Scholekster en Kanoet in de Waddenzee:

zoeken naar de parallellenHet Nederlandse waddengebied vormt een cruciale link in de jaarcyclus van

soorten als Eider, Scholekster en Kanoet. Er is brede wetenschappelijke consensusdat de aantallen wadvogels worden bepaald door de hoeveelheid en de kwaliteit

van hun voedsel. Voor de drie bovengenoemde soorten zijn dat vooral schelp-dieren. Een goede beschikbaarheid van mosselen en kokkels, en een ongestoorde

wadbodem waarin kleinere schelpdieren als nonnetjes kunnen gedijen is eenvoorwaarde voor het welvaren van de vogels op het wad. Juist over dit voedsel is

de laatste tijd veel te doen, en het conflict tussen economische belangen ennatuurwaarden is inmiddels breed uitgemeten in de landelijke pers. De komende

zomer worden de resultaten verwacht van een uitgebreid onderzoek naar de effecten van de commerciële kokkelvisserij. In de afgelopen winters werden in

het kader van dat onderzoek, naast de reguliere tellingen van het watervogel-meetnet, een aantal extra wadvogeltellingen uitgevoerd.

De resultaten daarvan spreken voor alle drie de soorten duidelijke taal.

Page 5: Sonie 2-03.pdf

0

20

40

60

80

100

120

140

160

180

Du

izen

den

1973 1977 1981 1985 1989 1993 1997 2001

Figuur 1. Overwinterende aantallen Eiders in de Waddenzee (naar gegevens RIKZ, NIOZ enAlterra).

5

Sovo

n-N

ieuw

s jaargan

g 16 (2003) n

r 2

revue passeerden.Leo Bruinzeel en Martijn van der Pol(Rijksuniversiteit Groningen) lieten ziendat de op Schiermonnikoog broedendeScholeksters met betere voedselomstan-digheden (de hokkers) in de laatste 10jaar nauwelijks in aantal zijn achteruit-gegaan terwijl vogels lager in de pikorde(de wippers) vooral na de strenge wintervan 1995/96 een vrije val laten zien. Ookbleek dat de populatie niet-broeders,die normaliter in de wachtkamer zit omopengevallen territoria in te nemen, wasgereduceerd. Alleen die vogels die er inslagen de beste voedselterritoria te ver-dedigen, bleken dus in staat zich tehandhaven, terwijl de vogels die metminder genoegen moesten nemen groteverliezen te verduren kregen. Nieuwevogels die de opengevallen territoriakonden innemen waren er bovendienminder, zodat onder invloed van devoedselbeschikbaarheid het aantalbroedparen inmiddels een veer heeftmoeten laten.

Gegevens van Simon Verhulst en KeesOosterbeek (Rijksuniversiteit Gronin-gen/Alterra) lieten verder zien dat degewichten van Scholeksters binnen enbuiten de gebieden waar commercieelkokkels mogen worden bevist signifi-cant verschillend zijn. In die gebiedendie gesloten zijn voor de visserij, blekende lichaamsgewichten structureel hoger.Een goed lichaamsgewicht is een voor-waarde voor een betere overleving(zeker in strenge winters) en het lijkt erdan ook op dat Scholeksters die hunfoerageergebied moeten delen met kok-kelvissers minder goed in hun vel zitten.Het gaat echter te ver om hier te bewe-ren dat de achteruitgang van de Schol-ekster alleen maar is toe te schrijvenaan de mechanische schelpdieren-visserij. Ook in de broedgebieden in het binnenland maken Scholekstersmomenteel zware tijden door. Het ver-haal van de Grutto staat hier modelvoor een hele groep weidevogels, enook Scholeksters staan momenteelonder druk van de intensieve bedrijfs-voering in het cultuurland. Gecombi-neerd met de voedselsituatie in de over-winteringsgebieden geeft dat de popu-latie weinig veerkracht. Een volgendestrenge winter zou dan ook wel eensdesastreuze gevolgen kunnen hebben.Een uitgebreid verslag van de studiedagalsmede een speciaal aan Scholekstersgewijd artikel worden later dit voorjaarin het tijdschrift Limosa gepubliceerd.

KanoetTerwijl Eider en Scholekster zich al lan-ger in een neergaande lijn bevinden, isde Kanoet pas sinds kort bron van zorg.

De wadvogeltellingen lieten tot 2000jaarlijks grotere aantallen overwinteren-de Kanoeten zien. Die toename is echterniet helemaal vrij van discussie. Onderde wadvogels behoort de Kanoet tot delastigst te tellen soorten: een hogemobiliteit en het geconcentreerd over-tijen in grote aantallen op slechts enkelehoogwatervluchtplaatsen kunnen snelleiden tot onbetrouwbare telresultaten,zeker als tellingen incompleet zijn enniet synchroon worden uitgevoerd, watin het verleden nog wel eens het gevalwas. Dat de soort in de afgelopendecennia iets is toegenomen blijkt ech-ter ook uit Engelse telgegevens (Boyd &Piersma in Ardea 89: 301-317). Hoewelde toename van overwinteraars in deWaddenzee periodiek wordt onder-broken door strenge winters (figuur 4),is na 2000 een duidelijke kenteringzichtbaar. Ondanks volledige en syn-chrone tellingen (die risico van telfoutenminiem maken), blijft het aantal Kanoe-ten achter bij voorgaande winters. Opde bekende hoogwatervluchtplaatsenals Balgzand, Griend, Vliehors en Richel,is de beruchte muur Kanoeten dan ookzichtbaar dunner geworden. Gerekendover het hele jaar (gebaseerd op vogel-dagen), is al langer sprake van een neer-gaande trend (figuur 5). Deze afnameheeft vooral betrekking op de onder-soort islandica uit Groenland en Noord-oost-Canada. Deze populatie doet deWaddenzee aan tussen september enapril, en vertrekt na de vleugelrui in hetnajaar voor het grootste deel naar wad-gebieden aan de Engelse kust om teoverwinteren. Kleinere aantallen blijvenbij ons de winter over en vanaf eindfebruari passeren grote aantallen opweg naar het wad in Sleeswijk-Holstein,waar ze verder opvetten voor de treknaar de broedgebieden. Niet alleen inonze Waddenzee worden kleinere aan-tallen Kanoeten gesignaleerd, ook aande Engelse kust is in de laatste winterssprake van een afname. Er is dus duide-lijk iets aan de hand met deze populatieKanoeten.

Ook bij deze soort dringt zich een ver-gelijking met Eider en Scholekster op.Kanoeten zijn voor hun voedselvoor-ziening vooral afhankelijk van kleineschelpdieren. Voor de omgeving vanGriend, waar grote aantallen Kanoetenzich concentreerden, is inmiddels doordiverse studies van het NIOZ aange-toond dat de mechanische schelpdier-visserij de bodemsamenstelling dusda-nig heeft veranderd, dat het aanbod aanschelpdieren voor Kanoeten ten nadeleis veranderd. Juist in de omgeving vanGriend, en elders in de westelijke Wad-denzee is het aantal Kanoeten nu sterk

0

50

100

150

200

250

Du

izen

den

jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun

Figuur 2. Recent seizoenspatroon 1997/98-2000/01 van Scholekster in de Waddenzee(hoogwatertellingen, incl. bijgeschatteaantallen voor incomplete tellingen of niet-getelde maanden).

0

20

40

60

80

100

120

140

ind

ex

75/76 79/80 83/84 87/88 91/92 95/96 99/00

Figuur 3. Aantalsontwikkeling Scholekster inde Waddenzee, weergegeven als index en gebaseerd op vogeldagen over het gehele jaar(zowel getelde aantallen als bijgeschatte aan-tallen). De lijn geeft het (vijfjaarlijks)lopendgemiddelde weer.

Page 6: Sonie 2-03.pdf

Sovo

n-N

ieu

ws

jaar

gan

g 1

6 (2

003)

nr

2

verminderd. Net als bij de Eiders lijktbovendien sprake van een herverdelingvan pleisteraars, en worden tegenwoor-dig verhoudingsgewijs veel Kanoeten inhet tot voor kort voor kokkelvisserijgesloten oostelijke deel van de Wadden-zee gevonden. Het gaat hier echter omkleine aantallen, die in het niet vallenbij de ‘verdwenen’ Kanoeten in de wes-telijke Waddenzee.

Overigens doen Kanoeten het nietalleen bij ons slecht. Ook de spectacu-laire concentraties aan de Amerikaanseoostkust (Delaware Bay), behorende totde ondersoort rufa uit Canada, zijnrecent afgenomen. Deze vogels komenelk jaar in mei vanuit hun Zuid-Ameri-kaanse overwinteringsgebieden naarDelaware Bay om op te vetten (ze ver-dubbelen er hun gewicht) voor de treknaar de Canadese arctis (zie bijv. http://www.state.nj.us/dep/fgw/ensp/del-bay2001/ voor meer informatie). Hetbezoek aan Delaware Bay valt preciessamen met de paaitijd van degenkrab-ben, en de vogels fourageren er massaalop de eieren die de krabben afzetten.Recent onderzoek heeft aangetoond datde opvetmogelijkheden van de aanwezi-ge Kanoeten zijn verminderd, en steedsminder Kanoeten de broedgebiedenhalen. Degenkrabben worden veelgebruikt als aas voor de visserij, en dooroverbevissing (alsmede menselijkeingrepen in de paai-habitats van degen-krabben) is de populatie degenkrabbeninmiddels dramatisch afgenomen enworden de passerende steltlopers (hetging om aantallen van >300.000 vogels,waaronder naast Kanoeten ook Drie-teenstrandlopers en Steenlopers) dus

geconfronteerd met een slinkend voed-selaanbod. Dit laat eens te meer zienhoe belangrijk stop-over gebieden, zoalsook de Waddenzee, zijn voor lange-afstandstrekkers.

De parallellenEider, Scholekster en Kanoet hebbenaan de basis gestaan voor de aanwijzingvan de Waddenzee als Ramsargebied enals Speciale Beschermingszone onderde Europese Vogelrichtlijn. Alle drie zijnze voor hun voedselvoorziening afhan-kelijk van schelpdieren en alle drie gaanze achteruit. Bij alle drie zijn er ook aan-wijzingen dat de mechanische schelp-diervisserij op z’n minst gedeeltelijk(deels indirect) heeft bijgedragen aan debeschreven achteruitgang in aantallen.Het bovenstaande voorbeeld van Dela-ware Bay laat bovendien zien hoe pre-cair de balans is tussen voedselvoorra-den en vogelaantallen, en wat de gevol-gen op populatieniveau kunnen zijn.Een uitgebreid verslag van een omvang-rijke studie naar de relaties tussenschelpdiervisserij, de bodemfauna en deaantallen wadvogels (het zogenaamdeEVA II project) zal later dit voorjaar wor-den gepresenteerd. Eén ding is zeker:wat de uitkomst van het evaluatieonder-zoek en de daarop te baseren beleidslij-nen ook mogen zijn, toekomstige telge-gevens zullen eens te meer van grootbelang blijven om de vinger aan de polste houden, en tellers uit alle hoeken engaten van het land (zie boven) blijvennoodzakelijk om die tellingen tot eengoed einde te brengen.

Ben Koks & Marc van Roomen

0

20

40

60

80

100

120

Du

izen

den

1976 1980 1984 1988 1992 1996 2000

* *

*

*

*

* *

geteld bijgeschat

0

50

100

150

200

ind

ex

75/76 79/80 83/84 87/88 91/92 95/96 99/00

Figuur 5. Aantalsontwikkeling Kanoet in de Waddenzee (zie figuur 3 voor uitleg).

Tellen in de Waddenzee belangrijker dan ooitVia de hoogwatertellingen in de Waddenzee hebben velen een belangrijke bijdrage geleverd aan het behoud en de bescherming van onze wadvogels. Het vrijwaren van gebieden als de Dollard en de Friese kwelders voor bedreigingen van buitenaf,was immers niet mogelijk geweest zonder de gedreven wadvogeltellers van het eerste uur. Nog steeds pakken zich donkere wolken samen boven het wad. Is de ene discussie nog niet voorbij (windmolenpark) dient zich de volgende al weer aan (mechanische schelpdiervisserij). In het gewoel van natuurbeschermers, wetenschappers, kokkelvissers en politici blijft één aspect echter als een paal boven water staan: zonder de wadvogeltellers zouden we geen enkel signaal krijgen over de recente aantalsontwikkelingen. Zonder gemor zijn in de afgelopen winters bovendien extra tellingen uitgevoerd. Dat zo’n telling ook voor sommige tellers een hele organisatie is wordt wel eens over het hoofd gezien. Voor sommigen betekent het een meerdaagse actie, met een lange heen- en terugreis. Zoals het kaartje laat zien wonen wadvogeltellers niet alleen maar in de buurt van de Waddenzee. Zelfs uit de omgeving van Utrecht en Arnhem/Nijmegen reizen lieden 3-5 maal per jaar af om een bijdrage te leveren. Ook Noord-Holland is in vergelijking tot de oppervlakte wad, meer dan gemiddeld vertegenwoordigd. Daarnaast leveren Texel en Groningen het leeuwendeel van het waarnemerskorps.

Figuur 4. Aantalsontwikkeling Kanoeten in deWaddenzee in januari. Bijgeschatte aantallenvoor incomplete tellingen zijn apart weergege-ven (* = strenge winter).

Verspreiding van wadvogeltellers

6

Page 7: Sonie 2-03.pdf

7

Sovo

n-N

ieuw

s jaargan

g 16 (2003) n

r 2

Bijna tien jaar na afsluiting van het veld-werk voor de vorig jaar verschenen trek-vogelatlas van de Landelijke WerkgroepVogeltrektellen (LWVT), mag het tellenvan vogeltrek zich nog steeds in veelbelangstelling verheugen. Sterker nog,recent is sprake van een groeiend net-werk aan telposten (figuur 1). HenkKoffijberg verzamelde voor het najaarvan 2002 gegevens van in totaal 49 tel-posten (van een 50ste waren de datanog niet uitgewerkt); in de hoogtijdagenvan de LWVT in de jaren tachtig warendat er niet eens zo heel veel meer. Hetoverzicht, dat bestaat uit seizoentotalenper soort per telpost, is te vinden op hetlandelijke trektellersnet (zie adres

P. van den Akker, Bernhardstraat 11, 7491 EA DeldenJ.F.F.P. Bos, Asterstraat 193, 6708 DP WageningenB. Braafhart, Houtrakbos 38, 6718 HD Ede GLDF. van den Brink, Diergaarderstraat Z 25a, 6105 CA Maria HoopE.J. Bunskoeke, Saffierstraat 40, 9743 LJ GroningenR. van Dijk, Zeestraat 40, 1398 BA MuidenT. van den Dorpev, Humboldstraat 30, 3514 GP UtrechtC. Eising, M Hobbemastraat 7b, 9718 RN GroningenP. Elfferich, Aagje Dekenstraat 23, 2642 BG PynackerG. van Elst, Rozengaard 18 -29, 8212 DP LelystadG.F.C. van den Ende, Oesterstraat 77, 4301 ZL ZierikzeeS. Geelhoed, L Springerlaan 30, 02033 TH HaarlemG.J. Gerritsen, Veerallee 33, 8019 AD ZwolleP.J. Hamelink, Kosterhof 35, 5582 HX WaalreA. van der Heijden, Dorpsstraat 7, 3209 AD HekelingenA. Hottinga, Kerkweg 10, 8193 KK VorchtenJ. Jonker, Butewei 16, 8408 HC LippenhuizenN.D. Kwint, R v Gelrelaan 22, 6957 BE Laag SoerenJ.G.M. van de Laar, Doorvaartstraat 45a, 6443 AP Brunssum

H.F. Leuvenink, Min Gerbrandystraat 18, 2631 AP NootdorpL. Nagelkerke, Heusdenhoutsestraat 21, 84817 WG BredaE.S. Nauta, Oude Goorseweg 15, 7478 SC DiepenheimE.D.H.J. Oosthof, Zwiepseweg 10, 7241 GT LochemG.L. Ouweneel, Lyster 17, 3299 BT MaasdamW. Poelmans, Schout Backstraat 9, 5037 MJ TilburgM. Schildwacht, Beukendaal 3, 2831 VA GouderakW. Tijsen, De Dolven 39, 1778 JP WesterlandC. de Vaan, Vijverlaan 13, 26822 HG ArnhemJ. Veenstra, Utein 24, 9216 XB Oudega Gem SmallF. van Vliet, Noordstroeërweg 13, 1777 NG HippolytushoefH.J. de Vos, Burg de Bruynstraat 34, 7006 AW DoetinchemM. Wesseling, Magd. Moonstraat 35, 2313 ZC LeidenG.J.C. van Zuylen, Heicop 7, 3628 AD KockengenVwg ivn Aalst Waalre;H.D. Jonker, Kon Wilhelminalaan 29, 5583 AK WaalreWerkgroep Avifauna Drenthe (WAD);R. Drewes, De Hilde 44, 9472 WG Zuidlaren

Ledenraad SOVON 1 februari 2003

Groeiend netwerk trektelpostenonderaan), de site van de VWG Walche-ren (www.birdingzeeland.nl) en ook viade homepage van SOVON. De meestetellers waren actief in augustus-septem-ber, maar sommige fanatiekelingenbezetten zelfs in juni al een telpost, oftelden door tot de vorstinval in decem-ber. In totaal werd door alle postensamen ruim 5600 uren geteld. Groot-leveranciers waren o.a. Noordhout bijDriebergen (700 uren), de Eemshaven inNoord-Groningen (516), de IJmeerdijkbij Almere (514), de Vulkaan bij DenHaag (500), De Nek bij Hoorn (488) ende Eltenberg bij Elten (477). Daarnaastwaren er ook telposten die de nadruklegden op vrijwel dagelijks tellen gedu-rende de vroege ochtend, zoals OnsGenoegen bij Arnhem, de Horde bijLopik en Koningsbosch. De grootsteaantallen werden aan de Noordzeekustgezien, met name op de Vulkaan(>762.000) en bij de Nolledijk (645.000).De vijf talrijkste soorten waren Spreeuw(2,3 miljoen), Vink (849.000), Houtduif(331.000), Graspieper (348.000) en - ver-rassend - Kramsvogel (235.000). Het is tehopen dat het overzicht de basis vormtvoor verdere uitwerkingen en spannen-de publicaties.Voor mee informatie, zie http://groups.yahoo.com/group/trektellers/ (om hetoverzicht zelf te kunnen bekijken moetje je wel eerst aanmelden!).

Kees Koffijberg

Figuur 1. Overzicht van 50 telposten die in het najaar van 2002 trektellingen hebbenuitgevoerd.

De Stuurgroep Avifauna Schiermonnik-oog (SAS), een werkgroep van de Natuur& Vogelwacht Schiermonnikoog, steltzich tot doel een nieuwe "Vogels vanSchiermonnikoog" uit te brengen. Daar-toe zullen alle waarnemingen, tellingen, ringgegevens en onderzoek, gedaanvanaf 1 januari 1971 tot en met septem-ber 2003 verzameld en uitgewerkt wor-den.

De Stuurgroep vraagt een ieder dievogelwaarnemingen van Schiermonnik-oog heeft kontact op te nemen met hetsecretariaat van de Stuurgroep.

We hebben de waarnemingen het liefstaangeleverd in Excel, maar kopieën vandagboeken worden ook verwerkt. Essentiële gegevens: waarnemer, soort,datum, broedvogel/niet-broedvogel,aantal, plaats op het eiland, opmerkingen.Elke waarneming is welkom!

Handel nu! De sluitingsdatum voor de"Vogels’ is 1 october 2003.Blijf echter ook waarnemingen gedaanna 1 oktober 2003 insturen. De stroommag niet opdrogen.

Stuurgroep Avifauna SchiermonnikoogLangestreek 329166 LC Schiermonnikoog

telefoon: 0519 531512 / 0519 531346 / 06.54.295.236

fax: 0519 531369email: [email protected]

Vogels van Schiermonnikoog

Page 8: Sonie 2-03.pdf

Sovo

n-N

ieu

ws

jaar

gan

g 1

6 (2

003)

nr

2

8

Ik ben vanaf mijn babytijd met diergedragbezig. Ik heb een sterk geheugen, dat gaatheel ver terug. En ik kan me echt herinne-ren dat ik als baby niets leuker vond dan op mijn buik in het gras te liggen en naarmieren te kijken. Die hebben allemaalpaden. Dat loopt niet zo maar een beetjedoor elkaar heen, dat is allemaal gestruc-tureerd. En daar ben ik als baby zo gefas-cineerd door geweest, dat beesten metelkaar praten.In mijn jonge jeugd ben ik ook opgevoeddoor een hond, die paste op mij. Daar com-municeerde ik mee. Dus ik heb vanaf hetallervroegste begin geweten dat dierencommuniceren. Dat heb ik nooit meer los-gelaten, daar ben ik nog steeds mee bezig.

Je bent Belgische …Ik kom uit Watermaal-Bosvoorde, een satel-lietgemeente van Brussel.Ik bracht veel tijd bij mijn grootouders door.De vogelkennis heb ik van mijn grootvader.Die kocht ook het eerste vogelboekje voorme, hing vetbollen op, en maakte voeder-tafels. Ik trok met hem het Zoniënwoud in,het oude bos tussen Brussel en Leuven. Datstamt al uit de Romeinse tijd. Het was mijnachtertuin.

… en kwam in Nederland terechtJe had destijds Konrad Lorenz, die populairwas door zijn boeken, onder meer over hetimprintgedrag van ganzen. Dus ik wildediergedrag studeren. Toen ik op de middel-bare school zat, is mijn vader op onderzoekuit geweest waar je dat kon doen. Hij kwamerachter dat de makkelijkste weg was ommijn kandidaats in België te doen en mijndoctoraal in Nederland. Zo gezegd zogedaan. En het kon in het kader van hetBelgisch-Nederlands cultureel accoord. En zoheb ik gratis gestudeerd, gratis gewoond,en belastingvrij autogereden. Dat viel erallemaal onder.In Nederland waren verscheidene mensenbezig met diergedrag. Van Iersel met vissen,

GevleugeldeGert Baeyens (55, en geen man, maar een vrouw) lag als baby al op haar buik naar mieren te kijken. Ze bleef dieren observeren en werd kraaienkenner bij uitstek. Wie Ekster zegt, zegt Baeyens. Een Belgische Bennebroekse over babbelzingen, nestzeuren en vreemdgaan.

Baerends met meeuwen, en Kortlandt metChimpansees. Die leidde onderzoek in Afrika. Ik besloot dat ik wel onderzoek aanzoogdieren wilde doen en ben bij Kortlandtin Amsterdam gaan studeren.

Aan chimpsNee, niet echt. Ik heb onderzoek gedaanaan kleurenzien bij Vossen en aan slaaprit-miek bij winterslapende vleermuizen. Maardie apen waren er ook. In het Nijlpaarden-huis in Artis zat destijds een hele chimpan-seeploeg. Kortlandt en zijn mensen maak-ten in Tanzania veel foto’s van die dieren enik was een hulpje bij het analyseren van hungelaatsuitdrukkingen.

Dat borduurde voort op het werk vanPortielje?Ja, die was een voorloper. Jan van Hooffwas er ook mee bezig. En Frans de Waal.Maar Kortlandt was denk ik de echte grond-legger.Ondertussen had ik Eddy Bossema ontmoet,die was bezig met Vlaamse Gaaien. Hijkwam uit Groningen maar was tijdelijk inAmsterdam aan het werk. Hij ging terugnaar het noorden en schreef enthousiastebrieven uit Fochteloo en het Fochtelooer-veen, waar hij met de studentenploeg naarKorhoenders zat te kijken. Ik dacht: Kor-hoenders, wat is dat? Vogelonderzoek, watis dat? Ik ben er een weekendje naar toegeweest en draaide mee, in een schuiltentjezitten observeren. En ik bedacht dat hetleuk was. Ik heb toen bij Amsterdam zoalsdat heet een buitenonderwerp aange-vraagd, om een stage in Groningen te doenaan Korhoenders. Zo ben ik aan de vogelsverslaafd geraakt en er nooit meer vanafgekomen.

Maar je echte ontwikkeling begon met een emotionele gebeurtenis met een EksterIk was afgestudeerd en wilde hoe dan ookverder. Dat is de nieuwsgierigheid die je als

kind hebt, en altijd behoudt. Dat drijft je dewetenschap in. Ik was geïnteresseerd inpaarband en was in contact gekomen metiemand die met Tilapia’s bezig was. Eenbepaalde soort die een langjarige paarbandheeft, en dat is vrij exceptioneel bij vissen.Baerends gaf geen medewerking. Die vonddenk ik toch meer dat mijn plaats achter het aanrecht was. Waarop ik zelf een planberaamde om in een groot aquarium thuisTilapia’s te bestuderen. Ik woonde middenop het Groningse platteland, en iedereendacht dat je bij mij wel terecht kon metzieke, zwakke of gammele beesten. ‘Dropmaar bij Gertje’, was het dan. Enfin, nogvoor ik iets met vissen had verzonnen, wasbij een buurvrouw een Ekstertje uit het nestgevallen, en die kwam ook bij mij terecht. In een kooi. Toen ben ik die maar gaanobserveren. Ik heb hem halftam gemaakt.

Goedgebekte huisvrouwen,voorzichtig sputterende museumstukken,

militante paardenmeisjes,roofvogelliefhebsters met een knap schot:

er zijn toch meer vogelende dames dan we hadden gedacht.

Guus van Duin praat dus nog even door met de gevleugelde vrouwen.

Gevleugeldevrouwen

Page 9: Sonie 2-03.pdf

Sovo

n-N

ieuw

s jaargan

g 16 (2003) n

r 2

9Wel gevoerd uiteraard, maar ik wilde hetoorspronkelijke gedrag van het beest bestu-deren. Het viel me meteen op dat hij heteerste voer opat en de rest verstopte. Opdat verstopgedrag ben ik me toen gaanrichten.Guus Roël, die in Groningen met Kauwtjesbezig was, hoorde dat ik interesse in Ekstershad. Hij vertelde me en passant dat hijzeven Eksters gekleurringd had en absoluutgeen tijd had om er naar te kijken. Hij enEddy Bossema, die Gaaien onderzocht, vroe-gen vervolgens: ,,Als we jou nou een teles-coop geven. En een autootje. En een schuil-tentje. En een krukje, wil jij dan achter dieEksters aan?” En zo is het gekomen.

Hoe lang heb die eerste Ekster gehad?Zeven jaar. En ik heb er nog zeven opge-kweekt, vooral om hun taal te bestuderen.Dat werd mijn eerste artkel, want iedereenkent het geschetter van de Ekster, maar nietal die andere vocale uitingen.

Dus als jij ze hoort, dan weet je: datbetekent dit of datDat geschetter betekent meestal nietzoveel, dat is een alarmgeluid. Er zijn veelsprekender geluiden. Op dit moment zittenze in de nestbouw- en eilegfase. Dan kan jeook mannen en vrouwen onderscheiden.Vrouwen bedelen veel, hebben specifiekebedelgeluidjes. En zij broeden en wordenop het nest gevoerd door de mannen. Die hebben zo’n korte harde roep, het territoriale geblaf. Dat hoor je heel veel nu.En verder is dit de tijd van het babbelzingenen het nestzeuren, termen die ik heb ver-zonnen.

Maar het ging niet alleen om geluidIk heb mijn tamme beesten meegenomen inhet veld om reacties van wilde Eksters uit telokken. En om die te vangen. Daar ben ikheel wijs van geworden, van de interactietussen die tamme beesten in de kooi en dewilde eromheen. Zo heb ik vaak hetvreemdgaan tussen Eksters kunnen uitlok-ken. Als je een mannetje neerzet in een ter-ritorium, dan komen de mannen erop af omhem te verjagen, maar de vrouwtjes probe-ren hem juist te verleiden. En omgekeerd.Gekooide vrouwtjes werden bedreigd doorde territoriale vrouwen, maar de mannenvonden het zeer spannend.

Werd dat vreemdgaan niet ooit ontdektbij Heggenmussen?Nee, dat was pas daarna. Ik ben de eerstegeweest die dat heeft waargenomen, deontrouw en de echtscheiding. Daar ben ikberoemd door geworden. Daarna is er ookonderzoek aan reigers gedaan. Die onder-zoeker heeft de term mate insurance be-dacht. Het gaat erom dat je door vreemd tegaan tijdens je huwelijk, je al een toekom-stige partner regelt voor als die van jou

doodgaat of anderszins verdwijnt. Flirten inde herfst geeft kans op hertrouwen binnendrie dagen in het broedseizoen.

Hoe pakte je het aan?Ik blondeerde de Eksters, maakte patronenop hun staartpennen. Blokken en strepen,zodat ik ze in de vlucht kon herkennen. Dat was essentieel.Met kleurringen en vleugelflappen kan jeook een eind komen, maar dit werkteprima. Daardoor kon ik zien dat wilde bees-ten vreemdgingen.

Had dat blonderen geen invloed op ze.Hoe meer wit de vogel heeft, des tehoger is zijn status. Toch ?Je moest het op de staartpennen doen, nietop de dekveren. Ik heb het voorzichtiggedaan.

Komt ontrouw vaak voor?Op jaarbasis ging eenderde van de parenechtscheiding aan. Meestal was dat echt-scheiden door verhuizen. Er waren verschil-lende typen territoria. De beste zaten in hetdorp. Daar was het meeste voedsel en kwa-men ook de meeste jongen groot, doordater niet veel Kraaien waren. Aan de periferiehad je de beesten uit klasse B. Wel nest-bomen en voedsel, maar ook verstoringdoor Zwarte Kraaien. En in het niemands-land had je klasse C, een gebied met voed-sel en Kraaien, maar zonder nestbomen. Alser in het A-gebied een vacature ontstonddoor sterfte, dan werd die plek opgevulddoor een beest uit A, maar vaak ook uit B.Die zag zijn kans schoon, en trouwde in bijde weduwe of bij de weduwnaar. En dewoningzoekende uit C kon dan introuwenbij B. Dat was het systeem.

Maakte het niet uit of de man of de vrouw doodging?Nee. Bij Kraaien is het andersom. Daar ver-huizen de buren als paar. Ook als ze eenbeter territorium willen, dan verjagen ze deovergebleven man of vrouw.

Dus die gaan niet vreemd?In de regel niet. Dat is het eerste wat meaan die Eksters opviel. En in het volksgeloofzijn ze nog wel een symbool van voorspoed:een Eksterpaar bij je huis bezegelt een goedhuwelijk. Ze zijn altijd samen, maar dat isabsoluut schijn. De vrouw verdedigt het ter-ritorium tegen vreemde vrouwen, en deman tegen vreemde mannen. Dus ze opere-ren niet als paar. Ze houden hun gebied opeen heel aparte manier vrij van indringers.Bij Zwarte Kraaien zie je de paren echt alspaar optreden.Een heel hechte band, met allerlei afspraak-jes. Een kraaienman valt ook een indringen-de vrouw aan, en omgekeerd. Als ze nestengaan prederen, bijvoorbeeld van een Kievitof een Ekster, hebben ze een heel geraffi-

neerd samenspel. Naarmate ze elkaar beterkennen, wordt dat steeds beter. Bij Ekstersheb je dat niet.

Hoe komt dat verschil tussen die tweesoorten?Ik ben er ook nog niet helemaal uit. EenKraai wordt ouder. Bij Kauwtjes is het mak-kelijker uit te leggen; die hebben alleenmaar een nestholte te verdedigen. BijEksters is het voordeel van introuwen bijeen beest dat er al zat, dat je de eigen-schappen van het territorium sneller kuntleren door dat over te nemen van je nieuwepartner. Waar is het voedsel, waar is de ter-ritoriumgrens, waar zijn de Kraaien, de Kauwen en de Gaaien? De behoefte om dat te leren is bij Eksters sterker dan bij eenZwarte Kraai. Want die laatste is hoe danook altijd dominant. Een Ekster heeft meerte leren, en meer voordeel van het lerenvan slimmigheidjes dan een Zwarte Kraai.Maar ik kan het niet helemaal hardmaken.

Zijn Kraaien en Eksters slim?Ik zeg dat ze slim zijn omdat ze snel trucjeskunnen leren. Ze hebben een heel grootaanpassingsvermogen. Guus Roël heeft metde Kauwen proeven uitgehaald om te zienwie wat ontdekt. Wie ontdekt hoe hij hetdoosje moet openmaken om het stukje kaaste vinden en hoe wordt dan de ontdekkingdoorgegeven binnen de groep. Het zijn delaagste beesten in rang die het meestonderzoekend zijn. De rest kijkt het af. Envolgens mij is dat bij Eksters ook zo. Als jeergens een nieuwe voerplaats maakt, zijnhet altijd de rang-laagste vogels die er heteerst op afkomen. En zo verspreidt zich hetgebruik.

Wat doe je op dit moment nog aankraaien?Ik heb het plan om de ecologische atlas vande Europese Corviden te schrijven. Ik ben alzeven jaar met de voorbereiding bezig.Heb een heleboel materiaal verzameld.Toen die reeks begon, dacht ik ‘er is er maaréén die de kraaien kan doen, en dat benik’. Ik werk samen met een Pool, die ik hebleren kennen toen we schreven voor deEuropese broedvogelatlas. Maar het gaatnog schoorvoetend want het moet allemaalin vakantietijd. Bovendien is er subsidienodig, en een wetenschappelijk platform,want ik wil wel een kwaliteitsborging. Ikheb nog wel contacten in Groningen, bijRudi Drent, mijn co-promotor van destijds.Naar hem ben ik ook toegegaan met hetidee van die Corviden-atlas. ‘Dat moet jezeker proberen’, zei hij meteen. Leuk hè.

Je werkt voor de Amsterdamse Water-leiding?Ja, nog wel maar bij de nu lopende reorga-nisatie wordt mijn plek wegbezuinigd. Ikben in 1980 begonnen, maar na een auto-

Page 10: Sonie 2-03.pdf

Sovo

n-N

ieu

ws

jaar

gan

g 1

6 (2

003)

nr

2

10ongeluk in 1996 ben ik mijn stoel kwijtge-raakt. Ik ben bezig een aantal oude takenaf te ronden. Onder andere het bij elkaarschrijven van dertig jaar onderzoek aanuilen en roofvogels, samen met FredKoning. Dat is het sluitstuk. Er moeten con-clusies getrokken worden, en dat is nietmakkelijk.

De ultieme uitwerking van ‘Uilen in de duinen’?Ja, maar dan op een wetenschappelijkemanier. Daar moet ik nog even heel hardtegenaan. Ik heb er wel ideeën over, en ikword begeleid door Jack van Alphen in Leiden en Joost Tinbergen in Groningen.

Leuke dingen in het vooruitzichtNog niet echt. Ik kan me niet veroorlovenom met werken te stoppen. En ik wil ookiets nuttigs blijven doen voor de gemeenteAmsterdam, waar de waterleiding ondervalt. Mijn stoel naar een ander plekje ver-slepen of mezelf nuttig maken als schrijver.Ik heb een rappe hand van schrijven en demensen vinden mijn boeken en artikelenboeiend en duidelijk.

Hoe vind je dat je de duinen achterlaat?De vogels van het open duin hebben hetronduit slecht. Het schrale en korte duin-grasland is bijna verdwenen en de langgra-zigheid is voor een aantal beesten heelslecht. Het is een combinatie van vergrassingen verstruweling die nu door de gedeci-meerde konijnenstand wordt versterkt.En er is de toegenomen recreatiedruk, devossenpredatie. Het is heel moeilijk om echtte ontrafelen hoeveel elk van die factorenbijdraagt aan de achteruitgang.

Nog hobby’s?Ik heb twaalf jaar gevlogen, 600 uur intotaal. Alles ervoor gedaan, zelfs op eenbepaald moment mijn huis verkocht. Ik wasdol op crosswind-landingen. Die mocht ikop Eelde zelfs demonstreren voor de lucht-vaartschool. Op zo’n heel klein dwarsbaan-tje precies neerkomen op de blokken. Ik vond het heerlijk, helemaal alleen daar-boven.

Alleen, geen mensenIk ben heel bewust kinderloos gebleven,vooral omdat ik met de volle honderd pro-cent in mijn werk wilde staan. Maar er komtnatuurlijk een eind aan het mensdom. Misschien gaan de wespen het wel winnen.Het college van Kortlandt is voor mij heelbepalend geweest. Hij had een berekeninglosgelaten op de ontwikkeling van dewereldbevolking. We zijn nu vijfentwintigjaar verder en hij blijkt het nog voorzichtigte hebben ingeschat.

Guus van Duin

Op het moment dat deze SOVON-Nieuws in de bus valt, zitten er waar-schijnlijk weer op veel plaatsen Kwartel-koningen te kraken. Vorig jaar was metbijna 350 territoria een bovengemiddeldjaar. Of dat er dit jaar ook weer zoveelzullen worden blijft afwachten. Gezienhet vertraagde groeiseizoen (droogte inhet voorjaar) zou de vegetatie op veelplaatsen wel eens minder geschikt kun-nen zijn als gebruikelijk. Voor het vierdejaar op rij zal weer geprobeerd wordenzoveel mogelijk territoria te sparen voorde maaibalk. Waarnemers, boeren enmedewerkers van de Dienst LandelijkGebied zorgden ervoor dat vorig jaaralleen al in het rivierengebied 90% vanalle roepplaatsen werd beschermd. Lan-delijk lag het aandeel beschermdevogels een stuk lager omdat in de akker-gebieden in Oost-Groningen geenbeschermingsmaatregelen werden uit-gevoerd. Dat zal deze zomer verande-ren. In samenwerking met de ProvincieGroningen zal in een deel van hetgebied tijdens de oogst worden gepro-beerd de aanwezige vogels met kuikensvoor uitmaaien te behoeden. Daarnaast

Vierde seizoen Kwartelkoning-project

zal zowel in Groningen als in het rivie-rengebied op een aantal plaatsen meerin detail worden gekeken naar het sei-zoensvoorkomen. Op die wijze hopenwe meer inzicht te verkrijgen in detiming van het broedproces.Om de aanwezige vogels op te sporenzal er op 30/31 mei en 20/21 juni eenlandelijke simultaantelling wordengeorganiseerd. Deze tellingen zullen inalle belangrijke gebieden worden uitge-voerd. Verder worden ook alle lossewaarnemingen verzameld. Waarnemin-gen kunnen worden opgestuurd naarJan Schoppers ([email protected],of adres SOVON kantoor), graag metvermelding van plaats (incl.atlasblok/kilometerhok), datum, ter-reintype en eventuele bijzonderheden. Inmiddels is ook het rapport Resultatenvan beschermingsmaatregelen voorKwartelkoningen in Nederland in 2002(SOVON-informatierapport 2003/03)uit. Dit rapport kost € 5,- (niet-ledenbetalen € 6,-) + € 2,50 verzendkostenen is bij SOVON te bestellen.

Jan Schoppers & Kees Koffijberg

U vond ‘m al bij dit nummer: de nieuweGrauwe Kiekendief-sticker. Op 14 maartjl. plakte de Groningse natuurgedepu-teerde Rita Jansen een eerste, extragroot exemplaar op één van de maai-machines van de Drogerij BV Oldambt.Dit gebeurde in het zonovergoten Oost-wold onder belangstelling van zo’n 70boeren en vrijwilligers. Het vormde deopeningshandeling voor de nieuwewebsite over de Grauwe Kiekendief. De sticker - speciaal door kunstenaarErik van Ommen ontworpen - vestigtnog eens de aandacht op deze nieuwewebpagina (www.grauwekiekendief.nl).De opdruk vormt tevens het logo van dewerkgroep Grauwe Kiekendief, die nuvoor het 14e seizoen bezig is met hetactief beschermen van kiekenlegsels inhet akkerland van Groningen en Flevo-land. In 2002 is tevens een samenwer-kingsverband met Duitse natuur-beschermers en akkerbouwers opge-start, met als meest recente resultaat de

Grauwe Kiekendief:eigen sticker en webpagina

oprichting van een agrarische natuur-vereniging in april jl., net over de grensbij Oost-Groningen. Dit is de eersteagrarische natuurvereniging in Duits-land, voorwaar een nieuw Nederlandsexportproduct!Om al dit nieuws te kunnen bijbenen iseen internet-site gemaakt: geïnteres-seerden kunnen hierdoor gemakkelijkkennis maken met de Grauwe Kieken-dief en het werk dat hier momenteelaan wordt besteed.

Page 11: Sonie 2-03.pdf

Sovo

n-N

ieuw

s jaargan

g 16 (2003) n

r 2

11

Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland,tot 1988 Vogelwerkgroep Haarlemgenoemd, behoort in vogelaarsland totde oudjes - in de goede zin van hetwoord! De werkgroep bestond in 200150 jaar, alle reden tot een feestje datonder meer gevierd werd met een fraaijubileumnummer van verenigingsbladDe Fitis en de uitgave van het wandel-boekje Op stap langs Hout & Spaarne eneen Natuurkaart. Het werkgebied is bui-tengewoon gevarieerd en bestrijkt hetgebied van de kust bij IJmuiden tot enmet de Haarlemmermeer. Hier liggenvogelplekken die nationale bekendheidgenieten zoals Zuidpier/Kennemermeeren de Kennemerduinen en Amsterdam-se Waterleidingduinen. De spil van deverenigingsactiviteiten wordt niet alleengevormd door het fraaie verenigings-blad maar ook, typerend voor dezemoderne tijden, de toegankelijke websi-te (www.vwgzkl.nl) en de VZK-mail-groep, waarop zo’n 150-200 vogelaarsdagelijks actuele waarnemingen kunnenplaatsen.

Tellingen zijn altijd een belangrijkbestanddeel geweest van de activiteiten.De vogeltrek krijgt al sinds de oprichtingvan de werkgroep veel aandacht. Hetbegon met trektellingen vóór kantoor-tijd op de boulevard van Bloemendaal,en tegenwoordig zijn er drie vaste tel-posten: Parnassia, Bloemendaal aanZee, en sinds twee jaar Langevelderslag.De ligging aan de kust, langs eenbelangrijke trekbaan, staat garant voorboeiende trek over zee en boven land,met de Spreeuw ieder jaar als talrijkstetrekker (record: 58.480 op 20 oktober1966). Ook vinkenbanen zijn onlosma-kelijk aan Zuid-Kennemerland verbon-den. Van de ruim 20 die er ooit waren,zijn er nog twee over, Van Lennep(230.000 geringde vogels sinds 1958,

Vrijwilligers in de regio

Vogelwerkgroep Zuid-KennemerlandKleurrijke regio in het westen

met de Graspieper als talrijkste soort)en Paradijsveld (135.000 vogels geringdsinds 1965, ringpost tevens zeer betrok-ken bij overlevingsstudies). Al dat rin-gen, turven, turen en koukleumenmaakt het niet verwonderlijk dat deregionale avifauna (Geelhoed et al.1998; Vogels in het landschap van Zuid-Kennemerland en de Haarlemmer-meer), een van de weinige is waarin eengoed beeld wordt geschetst van broed-èn wintervogels en de trek van zowelland- als zeevogels en van dag- ènnachttrekkers. Een avifauna om jaloersop te zijn!Nog zo’n langlopende telling is de al 30jaar bestaande ‘stookpietentelling’. Hier-mee wordt bijgehouden hoeveel dodevogels er jaarlijks aanspoelen, en welkaandeel met stookolie besmeurd is.Deze telling zou overigens wel een nieu-we impuls kunnen gebruiken. Ondankseen tegenwoordig wat geringere telin-spanning vormt het strand in het werk-gebied van de Vogelwerkgroep nogsteeds het best getelde stuk Hollandsekust tussen Hoek van Holland en IJmui-den.

Ook broedvogeltellingen kennen eenlange traditie. Al vanaf de jaren vijftigwerden broedvogels in kaart gebracht,zowel in natuurgebieden (Kennemer-duinen) als het cultuurlandschap (Hek-slootpolder). Door Freek Bloem werdzelfs een aparte methode van notatievan veldwaarnemingen ontwikkeld dietot in de jaren zeventig ook buiten hetwerkgebied van de VWG gebruikt werd.Tegenwoordig is de ‘Methode Bloem’afgelost door het BMP, waaraan 25-30tellers meedoen. Hierbij wordt ernaargestreefd om in verschillende land-schappen actief te zijn, duinen, land-goederen, graslanden, maar ook bebou-wing. Daarnaast worden (regionaal)

zeldzame soorten als Roerdomp, Kluut,IJsvogel en Paapje in kaart gebracht, netals regionale kolonievogels als BlauweReiger, diverse meeuwen, Visdief enHuiszwaluw.

Hoewel de regio niet bekend staat omgrote aantallen ganzen en zwanen,staan deze soorten toch op het telpro-gramma. Een zelfbedachte telling dieelders navolging verdient is de jaarlijkseintegrale telling van Nijlganzen rondhalf september. Deze soort is in deHaarlemmer regio zo goed aangeslagendat er inmiddels rond 100 broedparenzijn. Door een gerichte telling in sep-tember, als alle volwassen beesten zijnuitgeruid en zich samen met de jongenverzamelen, kan de populatie-omvanggoed worden bepaald. Deze tellingstartte in 1995. Tijdens de laatste tellingwerd een stabilisatie op het niveau vanzo’n 650 beesten vastgesteld.Een andere soort die speciale aandachtkrijgt is de Gierzwaluw. Alleen al inHaarlem zijn, in samenwerking met deGierzwaluw-werkgroep, vanaf 1998 circa350 kasten speciaal voor deze zomergastaangebracht. Tot op heden nog zonderresultaat, maar dat is niet verwonderlijkaangezien het enkele jaren schijnt teduren voordat deze ‘straatjakker’ zichlaat verleiden tot een kunstnest.

Van de meer dan 500 (!) leden, zijn ermeer dan 100 regelmatig betrokken bij(SOVON)-tellingen. Op de vraag of erbinnen het SOVON-telwerk nog soortenzijn die niet goed uit de verf komen,zegt Han: ‘Ja, een gewone soort als deRingmus, en natuurlijk de Fitis, ons verenigingslogo’. Er is tenslotte vaak vanalles aan de hand met ogenschijnlijkalgemene soorten.

Harvey van Diek

In ‘Vrijwilligerswerk in de regio’ doorkruisen we hethele land. Het westen was nog een witte vlek op de

kaart. We werden getipt over een vogelwerkgroep waarjaarlijks Nijlganzen, Gierzwaluwen en ‘stookpieten’

geteld worden. Ook wordt er fanatiek ‘gezeerukt’.Daar wilden we meer van weten. In gesprek met

de nieuwbakken voorzitter, Han Buckx.

Page 12: Sonie 2-03.pdf

12

Sovo

n-N

ieu

ws

jaar

gan

g 1

6 (2

003)

nr

2

Haast ongemerkt schreven we de afgelopen

jaren een aantal mooieboeken bij elkaar,

of boden we mede-werking aan de uitgave,

en die hebben we numaar eens netjes voor u

op een rijtje gezet.Standaardwerken die

eigenlijk niet mogen ont-breken in uw boekenkast!

Het bestellen van onder-staande artikelen kan

via de bestelkaart bij dit blad.

SOVON-leden krijgenuiteraard korting.

Bent u nog geen lid,dan kan dat met

de bestelkaart ook snelgeregeld worden.

Doen dus!

Naast deze boeken brengt SOVONjaarlijks diverse rapporten uit over de resultaten van onderzoek, monitoringprojecten en inventari-saties. Vrijwilligers die meegewerkthebben aan een telling krijgen hetbetreffende rapport uiteraard gratisthuisgestuurd. Maar er is nog zoveel meer! Voor een complete lijst verwijzen wiju naar www.sovon.nl/publicaties.

BOEKENAtlas van de Nederlandse Broedvogels

Hèt standaardwerk over het voorkomen en de verspreiding vanvogels. In één oogopslag is te zien waar een vogelsoort terreinwon of juist prijsgaf in vergelijking met de eerste broedvogelatlasvan 25 jaar geleden. De talrijkheid van alle soorten wordt inzich-telijk gemaakt via verschillende soorten kaarten.De 218 uitgebreide soortbeschrijvingen vormen, met de bijbeho-rende kaarten, de kern van het boek. Van nog eens 54 zeldzamesoorten wordt het voorkomen kort gememoreerd. In de overigehoofdstukken wordt ingegaan op het hoe en waarom van hetonderzoek. Tevens wordt een analyse gegeven van de belangrijk-ste ontwikkelingen die onze broedvogelstand doormaakte gedu-rende het laatste kwart van de twintigste eeuw.De Atlas van de Nederlandse broedvogels is het vijfde deel in de serie “Nederlandse Fauna” van uitgeverscombinatie Naturalis,EIS en KNNV Uitgeverij.

Auteur: SOVON Vogelonderzoek NederlandPagina’s: 584 Formaat: 24 x 30 cm Uitvoering: genaaid, gebonden, full color Ledenprijs: € 55,- (niet-leden € 62,50)

Vogeltrek over NederlandDit fraaie boek van uitgeverij Schuyt & co. verschaft inzicht in detiming (over het jaar en gedurende de dag), omvang, eventueletrend, voorkeursrichting en geografische variatie in voor- en najaarstrek. De soortteksten van 105 algemene en 62 schaarse trekvogels vormen de kern van dit fraaie overzichtsboek. Daarnaast zijn er thematische hoofdstukken over o.a. aard engeschiedenis van het vogeltrektellen, vrijwilligers en professioneelradaronderzoek.Auteurs: LWVT (Hans van Gasteren, Fred Hustings, Rob Lensink e.a.)Pagina’s: 432 Formaat: 21,5 x 30 cm Uitvoering: genaaid, gebonden, full color Ledenprijs: € 34,-, (niet-leden € 41,-)

Avifauna deel 1: Zeldzame vogels van Nederland, 2e drukDit boek is een initiatief van DBA. De nadruk in dit boek ligt op de meer dan 210 zeldzame(onder)soorten die in de periode 1800-2001 in Nederland zijn waargenomen. Over de zeldzamesoorten wordt een overweldigende hoeveelheid gegevens gepresenteerd. Waar en wanneer dezezeldzaamheden waargenomen zijn, wordt met bijna 800 diagrammen en verspreidingskaartenen ruim 300 kleurenfoto’s rijk geïllustreerd en geanalyseerd. Bij alle waarnemingen wordennauwkeurig datums, plaatsen, literatuurverwijzingen en andere bijzonderheden gegeven. Alle foto’s zijn unieke opnamen en de beste die van de betreffende soorten in Nederlandgemaakt zijn. Een uitgave van KNNV Uitgeverij.Auteurs: Arnoud B. v.d. Berg , Cecilia A.W. Bosman Pagina’s: 400 Formaat: 19 x 28 cm Uitvoering: genaaid gebonden, full color. Ledenprijs: € 36,- (niet-leden € 41,-)

Avifauna deel 2 Algemene enschaarse vogels van NederlandHet resultaat van dit initiatief van NOU en SOVON is een fors enrijk geïllustreerd naslagwerk met een totaaloverzicht van alle inNederland voorkomende algemene en schaarse broed- en trekvo-gels (265 soorten en 12 ingeburgerde exoten). Voorzien van over-zichtelijke verspreidingkaarten, diagrammen, tabellen en mooiefoto’s geeft deze uitgave een nauwkeurig beeld van de huidigestand van zaken en de laatste inzichten over de verspreiding vanalle land-, water, wad- en zeevogels.

Page 13: Sonie 2-03.pdf

Sovo

n-N

ieuw

s jaargan

g 16 (2003) n

r 2

13Zoals in alle Avifauna’s gaat het erom welke vogels waar en wanneer voorkomen, en in welkeaantallen. In de soortbeschrijving – voorzien van een Engelse samenvatting - wordt de lezernauwkeurig geïnformeerd over herkomst en verblijf, voorkomen in en buiten broedtijd, aantal-len en trends. Er komt aan de orde waarom de ene soort verdwijnt, terwijl de andere juist toe-neemt: wie had bijvoorbeeld in de jaren zestig kunnen voorspellen dat het weer goed zou gaanmet de bosroofvogels? Geconstateerde aantalsveranderingen proberen de auteurs te koppelenaan veranderingen in het landschap of gedragsveranderingen van de soorten zelf. Uniek feiten-materiaal over de zeevogels van het Nederlands Continentaal Plat maakt dit boek extra bijzonder.Uitgegeven door KNNV Uitgeverij.Auteurs: Rob G. Bijlsma, Fred Hustings, Kees (C.J.) CamphuysenPagina’s: 496 Formaat: 19 x 28 cm Uitvoering: genaaid gebonden, full color Ledenprijs: € 36,- (niet-leden € 41,-)

Land van Levende RivierenDe Gelderse Poort ligt langs de Rijn in het Duits-Nederland-se grensgebied. Dit boek vertelt de boeiende geschiedenisvan haar unieke landschap en natuur. Een keur van illus-traties laat de lezer proeven van de schoonheid van de diverse natuurgebieden, de veelzijdigheid van de planten- en dierenwereld en de illustere krachten van de rivier.Uitgave van KNNV Uitgeverij in samenwerking met Stichting Ark.Auteurs: Johan Bekhuis, Gijs Kurstjens, Stefan Sudmann e.a.Pagina’s: 256 Formaat: 28,5 x 23,5 cm. LiggendUitvoering: genaaid, gebonden, full colorLedenprijs € 24,50 (niet-leden € 27,50)

DIVERSENPoster: tel vogels op A-3 en A-2 formaat Te gebruiken om het vogels tellen en SOVON voor het voet-licht te brengen op stands, bezoekerscentra e.d. Maar niet in laatste plaats ook door Vogelwerkgroepen te gebruikenom tellingen die zij houden aan leden kenbaar te maken,nieuwe leden te werven, activiteiten aan te kondigen enzovoort. Hiervoor is speciaal ruimte vrijgehouden. Prijs: gratis voor Vogelwerkgroepen

CD-Rom: SOVON in VogelvluchtCD-Rom met korte filmpjes over het werk van de duizen-den vrijwilligers en de vereniging SOVON. Tevens een introductie op de BMP-cursus van SOVON: wat houdt (de cursus) BMP in?Prijs: gratis voor Vogelwerkgroepen

Sets KaartenSOVON-kaarten. Zes kaarten met IJsvogel, Meerkoeten, Waterspreeuw, Aalscholver, Pestvogel en Kluten. Achterop een korte, maar inspirerende toelichting op de diverse SOVON-telprojecten. Ledenprijs: € 2,50 (niet-leden € 3,00)

Kaartenset Erik van Ommen: vier prachtige, dubbele ansichtkaarten van de Grauwe Kiekendief, met envelop. Ledenprijs: € 4,00 (niet-leden € 5,25)

RecentverschenenIn beeldBij de KNNV-uitgeverij verschenen tweenieuwe in-beeld boekjes: Amfibieën &reptielen in beeld door Frank Bos enLibellen in beeld door, inderdaad, FrankBos. De 16 soorten amfibieën en 7 soor-ten reptielen die in Nederland voorko-men staan op een uitklapkaart achterinhet eerste boekje; in het tweede boekjestaan zo’n 22 soorten libellen uitgebreidbeschreven en op de uitklapkaart afge-beeld. Beiden tellen ze 32 pagina’s, zijnze voorzien van kleurentekeningen enkosten ze € 4,75 (ISBN 90 5011 165 3 en90 5011 164 5).

Natuurcompendium 2003: bron van inspiratie!Zo’n 3.000 SOVON-tellers werden halfapril aangenaam verrast met de toezen-ding van het Natuurcompendium 2003.Dit schitterende boek is opgesteld doorhet Milieu- en Natuurplanbureau en hetCentraal Bureau voor de Statistiek en isuitgebracht bij de KNNV Uitgeverij. Vrijwel alle gepresenteerde informatie isgebaseerd op de telgegevens die doorduizenden PGO-vrijwilligers zijn verza-meld in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring, het systeemvan landelijke meetnetten waar onderandere het Meetnet Watervogels en hetMeetnet Broedvogels (LSB, BMP enweidevogelmeetnet) deel van uitmaken. Het Compendium kreeg de subtitel“Natuur in cijfers” mee. Daarmee doende samenstellers het boek eigenlijk watte kort want behalve indexen makenook inzichtelijke verspreidingskaarten,foto’s en toelichtende teksten deel vande publicatie uit en op de bijgeleverdeCD-rom staan van vrijwel alle in Neder-land voorkomende soorten de wettelijkestatus, gegevens over zeldzaamheid enverspreiding en de relatie met hun leef-gebied. De geïnteresseerde lezer kan talloze nieuwe weetjes opdoen. Zo valtbijvoorbeeld te lezen dat de Druipzak-pijp in steeds noordelijker waterenvoorkomt, de Eikenprocessierups garenspint bij een warm en droog voorjaar, endat de Das goed boert op basis van hettoegenomen aantal verkeersslacht-offers... Al lezende wordt duidelijk datwe in de komende jaren voor de uitda-ging staan om uit de kluwen van

(lees verder op pagina 16)

Page 14: Sonie 2-03.pdf

Sovo

n-N

ieu

ws

jaar

gan

g 1

6 (2

003)

nr

2

14

0

20

40

60

80

100

120in

dex

1990 1994 1998 2002

Het betere telwerkDe Huiszwaluw wordt geteld in hetkader van het Landelijk SoortonderzoekBroedvogels, onderdeel van het NEM. In2002 zijn in totaal 21.000 huiszwaluw-nesten geteld (vergelijk 2001: 24.630) inruim 1100 kolonies. In 85 gevallen ont-brak de soort dit jaar. Het doorgevenvan deze ‘nulwaarnemingen’ lijkt zin-loos, maar is dat niet; het is onderdeelvan consequent telwerk, want het ont-breken na jarenlange aanwezigheid isbelangrijke informatie. Veel koloniesworden jaarlijks vanaf 1989 geteld.Hopelijk houden de tellers het vol, wantlange telreeksen vormen de basis vanmonitoring. In 2002 konden relatief veelnieuwe tellers worden begroet in Fries-land, Drenthe, Flevoland, Zuid-Hollanden Limburg. We gaan er vanuit dat ditde start zal zijn van langdurig telwerk.

2002 een rampjaar?Misschien wat overdreven, maar 2002vertoont voor Huiszwaluw en tellerstoch wel kenmerken van een rampjaar.Sinds jaren is er niet zo’n sterke afnamevastgesteld. De zowel in 2001 als 2002getelde gebieden laten een afname zienvan bijna 14% (van 11.467 nesten in2001 naar 9901 in 2002). Alleen van 1993op 1994 was de afname enigszins verge-lijkbaar. De tot dusverre laagste indexwerd behaald in 1997, maar 2002 komtdaar ruim onder (figuur 1).

Verschil per regioDe afname was het sterkst in de weste-lijke helft van het land en bedroeg 20-24% in Noord- en Zuid-Holland, Flevo-land en Zeeland. De eertijds bloeiende

populatie in ZW-Nederland lijkt lang-zaam te verdampen. In grote delen vanOverijssel, Utrecht, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg komt de afname uitop 10-20%. Groningen, Friesland,Drenthe en de IJsselstreek doen het noghet minst slecht met een afname onderde 10%. Verschillen tussen bodemtypeswerden niet aangetoond.

KoffiedikSpeculaties voeren de boventoon in de zoektocht naar de oorzaken van delangjarige afname in NW-Europa.Gebrek aan voedsel, nestplaatsen ennestmateriaal worden als meest waar-schijnlijke oorzaken gezien. Indirect kanluchtverontreiniging hierbij een rol spe-len (afname insecten). Verbazingwek-kend weinig is bekend over de preciezeoverwinteringsgebieden in Afrika en desituatie aldaar. Huiszwaluwen foerage-ren er veel op grote hoogte boven bos-rijke landschappen en zwerven waar-schijnlijk over grote arealen. Zou derecente droogte in ZO-Afrika de Huis-zwaluw (extra) parten spelen?

Kolonie-overzichtenBij de handmatige registratie door Her-man Leys, de invoer van deze gegevensin de computer en controle ervan kwa-men we geregeld hiaten tegen in dekoloniereeksen. Controle door de tellerszou dus geen overbodige luxe zijn! Afge-lopen zomer konden we huiszwaluw-tellers verrassen met een overzicht vande door hen ingeleverde telgegevensvanaf 1989. Talrijke, meest kleine aan-vullingen en correcties werden aangele-verd, soms ook werd de heleboel op de

Zeer matig jaar voor de Huiszwaluw

Sinds in 1989 begonnen werd met het monitoren van de Huiszwaluw is de stand niet zo laag geweest.

Deze medebewoners van onze huizen vergaat het al langer niet zo best, maar in 2002 was het

helemaal bar. Veel tellers vroegen zich bezorgd af waar hun Huiszwaluwen waren gebleven?

Waren er tot voor enkele jaren nog regio’s waar het goed ging met deze soort, of was er nu

en dan een kleine opleving (2000),ditmaal was het overal kommer en kwel.

schop genomen. Veel tellers namen demogelijkheid te baat om de indeling inkolonies om te zetten in een praktischervorm. Het bestand is er aanzienlijk doorverbeterd en kan nu goed worden bijge-houden. We zijn hiervoor veel dank ver-schuldigd aan de “papier-bijhouders”onder de huiszwaluwtellers.Uit het overzicht komen gebieden naarvoren waar soms jaren achtereen intientallen kolonies fanatiek geteld is, entoen plotseling niet meer. Vaak valt ditsamen met bijv. verhuizing van eencoördinator. Streken waar dit zichvoordeed zijn (delen van) onder andereZO-Groningen, Noordoostpolder, Water-land, Zeewolde-Almere, Achterhoek,Betuwe, de driehoek Gouda-Dordrecht-Utrecht, St Philipsland, Zuid-Beveland,Oost-Zeeuws-Vlaanderen, West-Brabant

Figuur 1. Aantalsverloop van de Huiszwaluw in Nederland in 1989-2002 (index).Het jaar 1990 is op 100 gesteld.

Page 15: Sonie 2-03.pdf

Sovo

n-N

ieuw

s jaargan

g 16 (2003) n

r 2

15en omgeving Eindhoven-Son. Tellers diehier van start willen gaan kunnen hetbeste contact opnemen met de districts-coördinator (DC) om te bespreken of deoude reeksen opgepakt kunnen worden.Dat kan dan een vliegende start worden.Ook elders willen we huiszwaluwentel-lers verwelkomen; meldt u aan en beleefveel plezier aan het telwerk.

Persoonlijk kolonievogelformulier2003Alle bij ons bekende huiszwaluwtellershebben onlangs via de DC een formulierontvangen waarop de door hen geteldekolonies zijn aangegeven. De kolonieszijn geselecteerd op naam van de (con-tact)persoon die de meest recente gege-vens instuurde. Waren meerdere tellersbetrokken, dan ontvangt slechts één vanhen dit formulier. Elke kolonie heeft een vast nummer. Bijde Huiszwaluw spreken we veelal van‘locatie-kolonies’. Het kan gaan om eenkwartblok, kilometerhok of een anders-zins op kaart vastgelegd gebied (dorp,wijk, polder, gebouw/bouwwerk). Binnen zo’n gebied zitten vaak op ver-schillende plekken kolonietjes of nes-ten, maar alleen het gebiedstotaal wordtonder het kolonienummer in de com-puter opgeslagen. U kunt de in 2003getelde aantallen invullen op het per-soonlijk kolonieformulier (zie toelich-ting bovenaan dat formulier). Heeft udit formulier niet ontvangen of heeft ueen vraag, stelt u zich dan in verbindingmet de DC in uw regio (zie voorlaatstepagina SOVON-Nieuws) of met hetSOVON-bureau: Joost van Bruggen, 024-6848141, [email protected].

We willen de tellers nadrukkelijk vragensteeds dezelfde gebieden te tellen. Wijzi-ging van gebiedsgrenzen haalt monito-ring onderuit en zorgt voor extra werken kans op fouten. Voorzie uw doorge-geven aantallen altijd van het kolonie-nummer. Alleen een gebiedsnaam ver-melden is verwarrend. Als computer-gebruiker kunt u het zich gemakkelijkmaken door de aantallen in een data-base of spreadsheet (met kolonienum-mers) per email in te sturen.

We wensen u veel succes met het tellenof beschermen van de broedplaatsen,en hopen maar dat het met de Huiszwa-luwen dit jaar niet zo in mineur zal zijn.

Arend J. van Dijk & Herman Leys

Vliegende start monitoring SteenuilAan de tellers zal het niet liggen, want aan deoproep tot deelname aanmonitoring van de Steen-uil is ruimschoots gehoorgegeven. Het gewensteaantal van 25 tot 35nieuwe monitoring-gebieden is zelfs metenige tientallen gebieden overschreden.Nu eerst de resultatenafwachten en vervolgensuitzoeken hoe we deSteenuil het beste verderkunnen helpen.

Goede landelijke spreidingAfgelopen periode is de opzet van delandelijke monitoring van Steenuil uitde doeken gedaan en is opgeroepen totdeelname aan landelijke monitoring(zie SOVON-Nieuws en Athene, van deSteenuilenwerkgroep STONE, beide nr 12003). Bij het zoeken naar deelnemershebben we veel gebruik gemaakt van decontacten van STONE. Diverse steen-uilonderzoekers die soms al jaren bezigwaren toonden zich tot deelnamebereid. In vrijwel alle delen van het ver-spreidingsgebied van de Steenuil liggennu monitoringgebieden, waar het aantalparen van de Steenuil op standaard-wijze al jaren geteld wordt of ingaande2003 gaat worden. Op de kaart vanNederland is de ligging van proefvlak-ken van het Broedvogel Monitoring Project, waarin de laatste jaren Steen-uilen zijn geregistreerd ingetekend(bestaande monitoringgebieden). Daar-naast zijn de nieuwe monitoringgebie-den aangegeven. De aanduidingen opde kaart zijn globaal en per atlasblok.Monitoringgebieden zijn doorgaanskleiner dan een atlasblok en soms is deligging van het gebied nog niet preciesbekend. Uit de kaart blijkt echter dewijde verspreiding van de monitoring-gebieden - een voorwaarde voor juistemeetresultaten - en de geringe overlapvan de bestaande en nieuwe gebieden.Als alle beloften gestand gedaan wor-den, ziet het er veelbelovend uit.

Monitoring en volhoudenVoor sommige Steenuil-onderzoekerszal het even wennen zijn, dat ze voor demonitoring een vastgelegd gebied eneen vaste werkwijze moeten aanhou-den. Tevens is het belangrijk dit telwerkjarenlang voort te zetten. Monitoring ismisschien wat minder ‘vrijheid-blijheid’,maar gezien het enthousiasme van detellers zien ze het nut er wel van in. Inhet eerste jaar leggen tellers de grenzenvan hun monitoringgebied op een kaartvast en deze kaart wordt met het inge-vulde telformulier opgestuurd naarSOVON. De districtscoördinatoren vanhet Landelijk Soortonderzoek Broedvo-gels van SOVON worden hiervan op dehoogte gesteld en zij zijn vervolgensdegenen waarmee de tellers in het ver-volg contact onderhouden. Elk jaar ont-vangen de tellers een nieuw telformu-lier. Steenuilbroedgevallen buiten moni-toringgebieden kunnen als ‘losse mel-ding’ worden ingestuurd.

Inventarisatie in 2003De weersomstandigheden in maart enapril waren voor het inventariseren inhet algemeen gunstig met weinig winden regen. Berichten uit sommige gebie-den wijzen er op dat het aantal dit jaariets lager is dan vorig jaar. Het lijkt er opdat de korte strenge vorstperioden afge-lopen winter deze dwerg onder onzeuilen toch parten heeft gespeeld. Hetjaar 2002 gaat trouwens de boeken in alseen goed jaar (net als bij de IJsvogel enRoerdomp). We zijn zeer benieuwd naarde resultaten van het telwerk in dit eer-ste monitoringjaar.

Arend J. van Dijk

Teke

nin

g:E

lwin

van

der

Kol

k

Page 16: Sonie 2-03.pdf

Sovo

n-N

ieu

ws

jaar

gan

g 1

6 (2

003)

nr

2

16

Technolyt programma: Bynolyt, Swift, Zeiss, Fujinon, Miyauchi.

Voor meer informatie: Importeur Technolyt Industrieweg 35, 1521 NE Wormerveer,tel. (075) 647 45 47, fax (075) 621 36 63, e-mail: [email protected]

Het moet dus al gek zijn als u bij ons niet de juiste telescoop vindt.

ONS PROGRAMMA HEEFT DE GROOTSTE

TELEDICHTHEID...

indexen te bepalen welke spannende enonvermoede processen er allemaal spe-len. Naarmate we langer meten moetenwe dus steeds meer tipjes van de sluierkunnen oprichten. Kortom monitoring-vrijwilligers, er hangt hééél veel af vanjullie lange adem!Een regelmatig geactualiseerde versie isindien gewenst op www.natuurcompen-dium.nl te vinden.Deze 494 full colour pagina versie metCD-rom is voor de weggeefprijs van € 9,95 te verwerven in de boekhandel(ISBN 90 6960 101 x).

Rob Vogel

Vlerkenstreken

Onder deze naam is een jubileumuitgavevan het vijftig geworden Vogeljaar uitge-bracht. Het is een bundeling van 62overpeinzingen en belevenissen metvogels en (vooral) vogelaars. Een deelervan is reeds verschenen in het Vogel-jaar, maar Gerard Ouweneel (tekst) en

Erik van Ommen (illustraties) hebben ereen lezenswaardig en mooi boekje vanweten te maken dat zich goed laat ver-slinden. Mooie verhalen die van de jarenvijftig tot in het digitale tijdsgewrichtreiken, en de wereld omspannen van deachtertuin tot de uithoeken van Siberiëen Kaap Hoorn. In september ligt ditboekje voor € 22, 95 in de boekhandel,maar u kunt het nu al voor die prijsbestellen (Vogeljaar-abonnees € 15,95)door het bedrag over te maken op post-rekening 96 55 72 ten name van hetVogeljaar te Hedel. Of u kunt voor € 32,50 voor twee jaar abonnee wordenof iemand anders abonnee maken; ookdan ontvangt u het boekje en natuurlijkhet Vogeljaar.Meer informatie: W.A. WerkmanBoterbloemstraat 20, (073) 599 1967,[email protected].

Video-jaaroverzicht

Dit is alweer het zevende video-jaar-overzicht van zeldzaamheden en andererariteiten. Alle beelden zijn in Nederland(en België) in 2002 gemaakt. De beeldenzijn in de meeste gevallen van uitzonder-

lijke kwaliteit. Maar liefst negen video-grafen zijn hiervoor verantwoordelijk.Ronduit spectaculair zijn de opnamesvan de Steenarend die (tevergeefs) probeert een haas te slaan! Al doet deLammergier van Texel hier nauwelijksvoor onder. Erg mooi zijn ook de beel-den van o.a. verschillende adulte RozeSpreeuwen, Ralreigers, de Sneeuwuilenvan België en Nederland en Waterriet-zangers. Ook minder zeldzame soortenals Grote Zilverreiger, Porseleinhoen(prachtige close-ups), Kraanvogel enGrauwe Franjepoot komen aan bod.Het commentaar is levendig en enthou-siast, doorspekt met handige veldken-merken en leuke anekdotes. Deze bandis vooral bedoeld voor de ‘soortenjagers’onder ons, maar zal zeker andere voge-laars ook kunnen bekoren.

M. Plomp en anderen 2003. Dutch Birding video-jaaroverzicht 2002. Duur ca. 2,5 uur.Te bestellen door 29,95 (incl. Porto)over te maken op rekening89.90.07.287 t.n.v. Plomp Digital Videote Linschoten o.v.v. Video 2002 plusnaam en adres.

Page 17: Sonie 2-03.pdf

Sovo

n-N

ieuw

s jaargan

g 16 (2003) n

r 2

Vogelreizen Spanje

NATURA ARAGONis dè specialist

Extremadura winter, eind januariKraanvogels & Pyreneeën, eind februari

Canarische eilanden, maartDoñana & Zuid-Spanje, maart & april

Extremadura, La Mancha & Gredos, april/meiEbro Delta, Monegros & Pyreneeën, mei

Aragón & Pyreneeën, juniNIEUW: Ordesa: vogels & vlinders, juni/juli

Tarifa - Zuid-Spanje, septemberPyreneeën, Vogels & vleermuizen, oktober

Nieuwe publicatie: Vogelatlas Ordesa

Gratis kleurenbrochure:NATURA ARAGON: (072) 512 40 31

Internet: www.na.tiu.nlvakantiehuisjes te huur aan voet van Pyreneeën

(wij verzorgen ook groepsarrangementen naar wens)

17

VERREKIJKERS & TELESCOPEN

For more information and a copy of ourcurrent Catalogue call +44 1582 726522or visit our on-line Catalogue atwww.opticron.co.uk

PO Box 370, Unit 21, Titan Court, Laporte Way, Luton,Beds, LU4 8YR, UK Fax: +44 1582 723559 E-mail: [email protected]

IMAGIC WP65/45 €394 80/45 €528

25xWW (65)/32xWW (80) €24516-48x (65)/20-60x (80) €275

IS50/45 €159 60/45 €245

20xW (50)/25xW (60) €9515-45x (50)/18-54x (60) €125

MM2 5252/45 €229

MM2 25x €74MM2 15-40x €147

UDCAUniversele digitale camera

adapter €169

IMAGIC TGA8x32 • 7x42 • 8x42

10x42 • 7x50 • 10x50Prijzen vanaf €229

SLR FOTO-ADAPTER €114IM65 780mm/IM80 985mm

IS50 585mm/IS60 700mmMM2 530mm

BGA PC AG N 7x36 • 8.5x36 • 8x42 • 10x42 • 10x50 • 12.5x50• Compacte, lichtgewicht dakkant-kijker met

rubberen bekleding• Waterdichte constructie met

stikstofvulling• Opticron ‘N’-coating en

prisma’s met fase-coating• In-en uitdraaibare

oogschelpen• Brede scherpstelknop met

nauwkeurige instelling• Volledig beeldveld, ook voor brildragers• Scherpstelling vanaf 2 meter• 30 jaar garantie

Prijzen vanaf €699

Deze, en andere kijkersen telescopen, kunt ubekijken bijCombi Focus VoorburgTel: 070 386 35 19Fax: 070 387 60 53Kon. Julianaplein 102274 JD Voorburg

Natuurreizen in Noordoost PolenBiebrzamoerassen, Oerbos van Bialowieza,

Mazurische Meren

GroepsreisSeptember: 10-daagse najaarsreis € 650,- all-in

(wisenten, elanden en burlende edelherten)

IndividueelVele individuele reismogelijkheden voor

natuurliefhebbers, vogelaars, wandelaars, fietsers, kanovaarders, ouders en kinderen

Wij verzorgen ook reizen op maat

Stichting Wólka

Postbus 4836700 AL WageningenTel: 0317-415205Fax: 0317-415430E-mail: [email protected]: www.wolka.org

U overnacht bij gastvrije boeren, een van de manieren waarop stichting Wólka de kleinschalige landbouw in Noordoost Polen ondersteunt.

Page 18: Sonie 2-03.pdf

18

Sovo

n-N

ieu

ws

jaar

gan

g 1

6 (2

003)

nr

2

dichter

bij de

natuur

Boekwinkel in Naturalis

bezoekers Darwinweg

postadres postbus 9517 2300 RA Leiden

telefoon 071-5687691

website www.natuurenboek.nl

e-mail [email protected]

museum . naturalis

VOGELBOEKEN

IVV

het InternationaleVogelboekenVerzendhuis

De specialist invogelboeken met

méér dan 2500 titelsop voorraad.

Raadpleeg onze catalogus op internet: site: www.birdbooks.nl

De OldhorstZuiderzeestraatweg 415

8091 PA Wezep

tel. 0525-631139fax 0525-633123

E-mail: [email protected]

Twee nieuwe Limosa’sOm de opgelopen achterstand in te lopen zijn in de afgelopen maanden twee nieuwe nummers van Limosa verschenen; een derde en vierde num-mer (de nummers 1 en 2 van 2003) verschijnen naar verwachting nog in de zomer. In nummer 75/3 waren artikelen te vinden over het broeden van Vuurgoudhaantjes vroeger en nu, het voorkomen vanNachtzwaluwen op de Brabantse Wal en een uitgebreidoverzicht van zeldzame broedvogels en kolonievogels inNederland in 1999. In de rubriek lopend onderzoek werdbericht over de rol van roofvis in het IJsselmeer in relatietot het voorkomen van Zwarte Sterns. Nummer 75/4 stond deels in het teken van de Lachstern.Aan de hand van een historisch artikel wordt het voorko-men in het toenmalige Zuiderzeegebied belicht. Aanslui-tend volgt een actueel overzicht van het voorkomen inhet (huidige) noordelijk IJsselmeergebied. Verder is eenartikel opgenomen over weidevogelpopulaties in Frieslanden wordt ingegaan op de afnemende Sperwerpopulatieop de Veluwe.In nummer 76/1 veel aandacht voor de Scholekster, diemomenteel volop in de belangstelling staat vanwege deproblematiek rond de schelpdiervisserij in de Waddenzee.Hier wordt in een speciaal artikel en een verslag van deonlangs gehouden studiedag van de NOU en de NSWGaandacht aan besteed. Verder wordt bericht over nieuweontwikkelingen: de opkomst van de Huiskraai in Hoek vanHolland en het broeden van Oehoes in de Achterhoek.

Informatie over abonnementen: Limosa, Compagnonsweg45-47, 8227 RH Ravenswoud, e-mail: [email protected].

Page 19: Sonie 2-03.pdf

Sovo

n-N

ieuw

s jaargan

g 16 (2003) n

r 2

191. Noord-Holland-NoordP.Y. Bergkamp, Havikshorst 121083 TT Amsterdam (020-6423928)[email protected]. FrieslandR. Kleefstra, Sinnebuorren 348491 EH Akkrum (0566-652881)[email protected]. GroningenDC bekend, adressering volgt later!4. DrentheB. Dijkstra, Burg. Jollesstraat 119401 LD Assen (0592-310214)[email protected]. TwenteB. H. H. Hulsebos, Houtstraat 47581 BH Losser (053-4353790)[email protected]. Overijssel-WestG. Mensink, Bonte Salie 167422 MH Deventer (0570-656815)[email protected]. Flevolandvacant8. Noord-Holland-Zuidzie 1.9. Zuid-Holland-NoordR. Terlouw, Boezemsingel 582831 XS Gouderak (0182-374346)[email protected]. UtrechtY. Hoekstra, Overtoom 723813 NX Amersfoort (033-4809211)[email protected]. VeluweS. Deuzeman, Van Galenstraat 166826 RZ Arnhem (026-3646595)[email protected]

Voor informatie over:

BMP & LSB Arend van DijkMidwintertelling Marc van RoomenWatervogels (inclusief ganzen en zwanen) Marc van RoomenWaddengebied Ben KoksPTT & BSP niet-broedvogels Arjan BoeleNestkaarten & Constant Effort SitesFrank Majoor

(ZO) Zoute Delta• Alle tellingenC. Berrevoets, RIKZ Postbus 8039, 4330 EA Middelburg(NH) Noord-Holland• Maandelijkse tellingenF. CottaarLutulistraat 42, 2037 CB Haarlem• MidwintertellingC.J.G. ScharringaProvincie Noord-HollandPostbus 123, 2000 MD Haarlem(ZH) Zuid-Holland• Alle tellingenArjan Boele (p/a SOVON)(ZL) Zeeland• Maandelijkse tellingenC. BerrevoetsWeverstraat 6, 4389 TR Ritthem• MidwintertellingG. van Zuijlen, Provincie ZeelandPostbus 165, 4330 AD Middelburg(FR) Friesland• Maandelijkse tellingenS. BoersmaLege Hearewei 42, 9051 LG Stiens• MidwintertellingH. de Waard, Provincie FrieslandPostbus 20120, 8900 HM Leeuwarden(GR) Groningen• Alle tellingenF. Helmig, Auwemalaan 39, 9351 NA Leek(DR) Drenthe• Maandelijkse tellingenH. SteendamRonkelskamp 21, 9468 EM Annen

12. AchterhoekB. Voerman, Vogelenzangstraat 207151 VD Eibergen (0545-472710)[email protected]. Grote RivierenH. de Boer, Sint Walburgkerkpad 294001 MG Tiel (0344-615410)[email protected]. ZeelandG. Geertse, Reigershoutstraat 334364 BA Grijpskerke (015-2574433)[email protected]. Brabant-WestW. Poelmans, Schout Bakstraat 95037 MJ Tilburg (013-4688568)[email protected]. Brabant-OostG. van den Elzen, Dr. Schaepmanlaan 355463 CA Veghel (0413-340094)[email protected]. Limburg-NoordH.P. Uebelgünn, Dorperweiden 275975 BA [email protected]. Limburg-ZuidJ.J. Bakhuizen, Mosalunet 136C6221 JM Maastricht (043-3257523)[email protected]. Zuid-Holland-ZuidA. den Boer, Schubertdreef 872992 EV Barendrecht (0180-616033)[email protected]. WaddengebiedL. Dijksen, Fonteinweg 9,1797 RK Den Hoorn (0222-312303)[email protected]

• MidwintertellingP. Venema, Dagpauwoog 11, 7943 RK Meppel(FL) Flevoland• Maandelijkse tellingenGreet Boomhouwer,Andantestraat 93, 1312 TT Almere• MidwintertellingR. van SwietenReeënspoor 73, 3892 VC Zeewolde(OV) Overijssel• Alle tellingenG. Gerritsen, Provincie OverijsselPostbus 10078, 8000 GB Zwolle(GL) Gelderland• Maandelijkse tellingenJ. Schoppers (p/a Sovon)• MidwintertellingH. Hubers, Kleipeer 30, 6922 CB Duiven(UT) Utrecht• • Maandelijkse tellingenArjan Boele (p/a Sovon)• MidwintertellingW. BraaksmaUtrechtseweg 305/c2, 3731 GA De Bilt(NB) Noord-Brabant• Maandelijkse tellingenArjan Boele (p/a Sovon)• Midwintertellingvacant(LI) Limburg• Alle tellingenT. Cuypers, Wilhelminalaan 266107 AK Stevensweert

Voor de volgende regio’s geldt: informatie over coördinatie via SOVON,Rijksstraatweg 1786573 DG Beek-Ubbergen.(NZ) Noordzee, (WG) Wadden-gebied, (IJ) IJsselmeer, (RM) Randmeren, (RG) Grote Rivieren,(BR) Beneden Rivieren Gebied.

Districtscoördinatoren broedvogeltellingen

Regiocoördinatoren watervogeltellingen

3

220

4

6

5

12

11

13

16

17

18

1514

19

10

78

9

1

Page 20: Sonie 2-03.pdf

Sovo

n-N

ieu

ws

jaar

gan

g 1

6 (2

003)

nr

2

20

Talloze vogelaars hebben de oude vertrouwde inventarisatieatlas(ook wel de “SBB-Atlas”) jarenlang binnen handbereik gehad. Hetinitiatief voor deze uitgave - in tweekleurendruk; schaal 1:80.000 -werd ruim 20 jaar geleden genomen door Gerard Boere, toen Staats-bosbeheer. De inventarisatieatlas maakte het mogelijk om snel op tezoeken in welk atlasblok of kilometerhok een bepaalde waarnemingvan een vogel, vlinder, vaatplant of wat dan ook was gedaan. Duizenden vrijwilligers hebben hier de afgelopen decennia veel-vuldig gebruik van gemaakt, waardoor de uitgave een voor buiten-staanders weinig zichtbare maar belangrijke rol heeft gespeeld inverspreidings- en monitoringonderzoek in Nederland. Helaas is de voorraad uitgeput en jonge vogelaars moeten het meestal stellenmet kopieën. Afgezien daarvan is de atlas duidelijk verouderd; de kaarten zijn in de eerste helft van de jaren zeventig verkend!We kregen al jarenlang talloze verzoeken van vogelaars om actie teondernemen ten behoeve van een nieuwe inventarisatieatlas. Vele pogingen zijn doodgelopen, maar nu is dan het moment gekomen dat de beduimelde SBB-atlas kan worden bijgezet in het kastje met curiosa, misschien samen met de eerste inmiddelsschele verrekijker en vogelgidsen uit het pre-Lars Jonsson-tijdperk.Rond de tijd dat deze SOVON-Nieuws uitkomt moet de nieuweinventarisatiegids op de deurmat ploffen! Althans wanneer u bijSOVON als waarnemer staat geregistreerd en de brievenbus ten-minste 25 centimeter breed is.

De nieuwe inventarisatieatlas lijkt enigszins op de recentelijkverschenen topografische ANWB-wegenatlas (1:50.000) maar is half zo zwaar en bevat natuurlijk het atlasblok- enkilometerhokraster en Amersfoort-coördinaten. Het geringegewicht en de stevige band maken de atlas ook heel geschiktom in het veld mee te nemen. Doordat de nieuwe uitgavevolledig in kleur is, wordt de oorspronkelijke schaal van1:80.000 losgelaten (te druk). De nieuwe schaal is 1:69.000;dat betekent dat per kaartblad geen 20 (4x5) maar 12 (3x4)atlasblokken zijn weergegeven. De atlasblokken zelf houdende oorspronkelijke nummering en begrenzing.In de atlas worden de twaalf PGO’s uitgebreid geïntrodu-ceerd.De nieuwe topografische inventarisatieatlas is een cadeauvan het VSB-fonds en het Prins Bernhard Cultuurfondsaan alle 15.000 PGO-vrijwilligers en is tot stand gekomenop initiatief van Vogelbescherming Nederland en de Vereniging Onderzoek Flora en Fauna (VOFF). Het cadeau is een tastbaar bewijs van de grote maat-schappelijke betekenis die aan het werk van de PGO-vrijwilligers wordt toegekend. De atlas kan bovendienworden gezien als een belangrijke investering van hetVSB-fonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds in toekomstig veldonderzoek en indirect dus vogel- ennatuurbescherming.We hopen dat de nieuwe inventarisatieatlas net zointensief gebruik zal worden als de oude vertrouwde“SBB-atlas”.

Tom van der Have (Vogelbescherming Nederland) & Rob Vogel (SOVON/VOFF)

Nieuwe inventarisatieatlasis er!