Sociaal jaarverslag 2015 - wur.nl€¦ · Diensttijd < 5 jaar 1352 534 1294 438 1221 414 1126 398...

12
Sociaal jaarverslag 2015

Transcript of Sociaal jaarverslag 2015 - wur.nl€¦ · Diensttijd < 5 jaar 1352 534 1294 438 1221 414 1126 398...

Sociaaljaarverslag

2015

Sociaal jaarverslag Wageningen UR 2015 | 1

Sociaal jaarverslag 2015 Wageningen UR

Met elkaar maken we Wageningen UR; de medewerker is ons belangrijkste kapitaal en de ontwikkeling van onze medewerkers draagt bij aan de ontwikkeling van onze organisatie. Doel van het voorliggende Sociaal Jaarverslag 2015 van Wageningen UR is om ontwikkelingen in de omvang en samenstelling van het personeelsbestand gedurende de afgelopen 4 jaar inzichtelijk te maken en te verbinden met de strategische doelen van het HR beleid 2015. In het Jaarverslag 2015 van Wageningen UR wordt nader ingegaan op het Human Resource-beleid en de organisatieontwikkeling van Wageningen UR en de ambitie van de organisatie om top onderwijs te bieden en top onderzoek te verrichten op het domein ‘gezonde voeding en leefomgeving’ en zo een belangrijke bijdrage te leveren aan grote maatschappelijke uitdagingen. Reden waarom het HR-beleid van Wageningen UR ook in 2015 vooral gericht is geweest op: duurzame inzetbaarheid/vitaliteit talent- en leiderschapsontwikkeling gender balance en diversiteit internationalisering

Tabel 1 Personeelsbestand Wageningen UR

Personeelsbestand peildatum 31-12-2015 Wageningen University en Stichting DLO

2012 2013 2014 2015

Individuele arbeidsrelaties (iar) 5920 5793 5711 5583

Wageningen University 3041 3014 2974 2929

Stichting DLO 2879 2779 2737 2654

Functionele taakeenheden (fte) 5247.78 5143.29 5060.70 4938.46

Wageningen University 2633.91 2618.54 2573.75 2528.69

Stichting DLO 2613.87 2524.75 2486.95 2409.77

Het totale personeelsbestand van Wageningen UR is in 2015 wederom licht gedaald met ca. 2%, waarbij de daling bij DLO met 3% iets groter is dan die bij Wageningen University (minder dan 2%). Met name de teruglopende (overheids)financiering lijkt DLO parten te spelen. De uitstroom komt voor in alle salariscategorieën en is ongeacht de duur van het dienstverband (zie tabellen 9 en 12). Opmerking vooraf: Indien niet anders vermeld zijn de volgende tabellen en grafieken gebaseerd op fte.

0,0

1000,0

2000,0

3000,0

4000,0

5000,0

6000,0

iar fte iar fte iar fte iar fte

2012 2013 2014 2015

wu dlo

2 | Sociaal jaarverslag Wageningen UR 2015

Gender balance en diversiteit

Tabel 2 Man/Vrouw verhouding

De man/vrouw verhouding is iets gewijzigd ten opzicht van het vorige jaar, waarbij het percentage vrouwen met 1%punt is toegenomen (zie tabel 2). De man/vrouw verhouding is binnen WU ten opzichte van 2014 nagenoeg ongewijzigd gebleven (ruim 48% vrouw) terwijl het aandeel vrouwen bij DLO in 2015 iets is toegenomen, van 38% naar 39%. De inspanningen om het aandeel van vrouwen in met name hogere functies te laten groeien heeft tot enige verschuiving geleid in met name de categorie salarisschaal 10 t/m 14 gedurende de afgelopen 2 jaar van 35% naar 37% (zie tabel 6). In het diversiteitsbeleid zetten we verder in op de groei van het aandeel vrouwen in met name hoogleraarsfuncties en managementposities.

Tabel 3 Vast/Tijdelijk dienstverband Man/Vrouw verhouding Wageningen UR

Het aandeel vrouwen met een vast dienstverband stijgt jaarlijks met ca. 1% en bedroeg eind 2015 ca. 67%. Dit percentage blijft nog steeds sterk achter bij het stabiele percentage mannen in vaste dienst, 78%.

52,2%62,7%

51,5%62,5%

51,5%61,9%

51,4% 61,0%

47,8%37,3%

48,5%37,5%

48,5%38,1%

48,6% 39,0%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

wu dlo wu dlo wu dlo wu dlo

2012 2013 2014 2015

man vrouw

78,4%63,6%

78,7%65,0%

78,4%65,9%

78,4%67,1%

21,6%36,4%

21,3%35,0%

21,6%34,1%

21,6%32,9%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

man vrouw man vrouw man vrouw man vrouw

2012 2013 2014 2015

Aanstelling onbepaald Aanstelling bepaald

Sociaal jaarverslag Wageningen UR 2015 | 3

Tabel 4 Voltijd/Deeltijd Man/Vrouw verhouding Wageningen UR

Het percentage mannen dat in deeltijd werkt is met 1%punt gestegen naar 23.4%. Van de vrouwen werkt het merendeel in deeltijd, namelijk 58.2%; dit percentage is de laatste jaren redelijk stabiel. Het percentage vrouwen in voltijd groeit licht.

Tabel 5 Leidinggevende positie Man/Vrouw verhouding DLO/WU

Het percentage vrouwen in leidinggevende posities is bij DLO bijna 1/3 van het totaal aantal leidinggevende posities en 8% hoger dan bij Wageningen University. Ons beleid is erop gericht om dit percentage ook bij Wageningen University verder te laten groeien en zo de diversiteit in leidinggevende posities te vergroten.

58,0% 57,3% 57,9% 58,2%

21,5% 22,0% 22,3% 23,4%

42,0% 42,7% 42,1% 41,8%

78,5% 78,0% 77,7% 76,6%

0,0%

20,0%

40,0%

60,0%

80,0%

100,0%

2012 2013 2014 2015

vrouw deeltijd man deeltijd vrouw voltijd man voltijd

68,9%

31,1%

leidinggevende dlo

manvrouw

76,9%

23,1%

leidinggevende wu

manvrouw

4 | Sociaal jaarverslag Wageningen UR 2015

Tabel 6 Inschaling Man/Vrouw-verhouding Wageningen UR

In de salarisschalen tot en met salarisschaal 9 is zowel bij het aantal mannen als het aantal vrouwen een daling te zien. Bij de salarisschalen 10 tot en met 14 is een verschuiving zichtbaar in de man/vrouw verhouding: het aantal vrouwen in die salariscategorie neemt jaarlijks iets toe en het aantal mannen in deze categorie neemt jaarlijks iets af. Bij de salarisschalen vanaf schaal 15 zijn slechts marginale wijzingen in de man/vrouw verhouding zichtbaar. Wel neemt het totaal aantal medewerkers in deze salarisschalen jaarlijks af.

Tabel 7 TenureTrack Man/Vrouw verhouding per functiecategorie

De grafieken laten vanaf 2012 een toename zien van het aandeel vrouwen in bijna alle functiecategorieën. De toename is het grootst in de functiecategorie Assistant Professor 1 waarbij het percentage vrouwen in 2015 hoger was dan het percentage mannen in deze functiecategorie. Dit betekent dat binnen 3 jaar effect zichtbaar zal zijn in de man/vrouw verhouding in UHD-functies (associate professor).

man vrouw man vrouw man vrouw man vrouw man vrouwAssistant

Professor 2Assistant

Professor 1Associate

Professor 2Associate

Professor 1Professor

Personal Chair2012 31 26 9 10 18 7 12 2 12013 38 19 16 20 23 11 13 3 11 72014 35 20 24 24 29 17 13 4 13 82015 34 20 30 33 31 19 13 5 15 8

0

5

10

15

20

25

30

35

40

Sociaal jaarverslag Wageningen UR 2015 | 5

Tabel 8 Nederlandse / Niet Nederlandse nationaliteit Wageningen UR

De instroom van medewerkers met een niet Nederlandse nationaliteit blijft de laatste jaren redelijk stabiel al is er wel een duidelijk verschil zichtbaar tussen DLO en Wageningen University. Bij Wageningen University had eind 2015 bijna 19% van de medewerkers een niet-Nederlandse nationaliteit terwijl dit percentage bij DLO 5.3% was. In het kader van het aantrekken van (ook) internationaal toptalent en diversiteit zal ook hier de komende jaren meer actief beleid op worden gevoerd.

Tabel 9 Diensttijd doorgebracht bij DLO of WU

Bij DLO is de categorie medewerkers met een dienstverband van korter dan 5 jaar aanzienlijk kleiner dan bij Wageningen University. Zowel in de categorie diensttijd korter dan 5 jaar als diensttijd van 5 jaar t/m 24 jaar is het aantal fte bij DLO de laatste jaren afgenomen. Bij Wageningen University is eveneens een forse daling van het aantal fte zichtbaar in de diensttijd categorie tot 5 jaar en wel met 8%. Dit terwijl er een groei zichtbaar is in zowel de categorie diensttijd 5 jaar t/m 24 jaar (2%) als in de categorie diensttijd 25 jaar en meer (bijna 5%). Dit onderschrijft temeer het belang van beleid gericht op duurzame inzetbaarheid en vitaliteit.

81,3%95,4%

81,5%95,4%

81,0%95,4%

81,4%94,7%

18,7%4,6%

18,5%4,6%

19,0%4,6%

18,6%5,3%

0%

20%

40%

60%

80%

100%

wu dlo wu dlo wu dlo wu dlo

2012 2013 2014 2015

Nederlandse Niet-Nederlandse

wu dlo wu dlo wu dlo wu dlo2012 2013 2014 2015

Diensttijd < 5 jaar 1352 534 1294 438 1221 414 1126 398Diensttijd 5 jaar t/m 24 jaar 1206 1756 1236 1751 1245 1724 1271 1660Diensttijd 25 jaar en meer 483 589 484 590 508 599 532 596

0

500

1000

1500

2000

6 | Sociaal jaarverslag Wageningen UR 2015

Tabel 10 Leeftijdsopbouw DLO/WU 2012 t/m 2015

Tabel 11 Leeftijdsopbouw DLO/WU 2015

Uit zowel de diensttijdgegevens (tabel 9) als uit de gegevens met betrekking tot de leeftijdsopbouw blijkt een duidelijk verschil in personeelsopbouw tussen DLO en Wageningen University. Zo is bij Wageningen University 35% van de medewerkers jonger dan 35 jaar terwijl dit percentage bij DLO slechts een kleine 11% bedraagt. Bij DLO is bijna 78% van de medewerkers 45 jaar of ouder. Reden dat in de nieuwe CAO DLO expliciet aandacht wordt besteed aan duurzame inzetbaarheid en Van Werk Naar Werk-trajecten. Dit verschil in leeftijdsopbouw en diensttijdgegevens is met name het gevolg van het grote aantal dienstverbanden van promovendi en Postdoc-onderzoekers bij Wageningen University.

wu dlo wu dlo wu dlo wu dlo

2012 2013 2014 2015

leeftijd 55 jaar en ouder 650 779 671 817 713 888 747 874

leeftijd 45 jaar t/m 54 jaar 715 1080 682 1043 644 961 600 919

leeftijd 35 jaar t/m 44 jaar 556 677 554 633 560 624 558 582

leeftijd < 35 jaar 1120 343 1107 286 1057 264 1024 279

0

500

1000

1500

2000

2500

3000

3500

10,5%

21,9%

34,6%

32,9%

DLO 2015

leeftijd < 35 jaar

leeftijd 35 jaart/m 44 jaar

leeftijd 45 jaart/m 54 jaar

leeftijd 55 jaaren ouder

35,0%

19,1%

20,5%

25,5%

WU 2015

leeftijd < 35 jaar

leeftijd 35 jaart/m 44 jaar

leeftijd 45 jaart/m 54 jaar

leeftijd 55 jaaren ouder

Sociaal jaarverslag Wageningen UR 2015 | 7

Tabel 12 Inschaling DLO/WU

Per onderdeel van Wageningen UR blijkt dat bij DLO de daling van het aantal medewerkers in beide salariscategorieën plaatsvindt en relatief iets meer bij functies ingeschaald tot en met schaal 9. Bij Wageningen University is met name een daling te zien in de salariscategorie tot en met schaal 9.

Vitaliteit en duurzame inzetbaarheid Mede gezien de leeftijdsopbouw binnen de organisatie (zie tabel 9) is het belangrijk voor de organisatie, maar zeker ook voor de medewerkers zelf, dat zij duurzaam inzetbaar zijn en verantwoordelijkheid nemen in hun werk en loopbaan. Dit vraagt om medewerkers die vitaal en krachtig zijn. Bedrijfsmaatschappelijk werk (BMW), onderdeel van corporate Human Resources van Wageningen UR, levert hier een belangrijke bijdrage aan. Dit doen zij door methodische hulpverlening aan individuen en groepen, advies aan en consultatie van leidinggevenden en management, en door voorlichting & preventie. Naast curatie en preventie geeft BMW ook steeds meer aandacht aan amplitie oftewel het versterken van vitaliteit, gezondheid en employability.

Tabel 13

In 2015 bedroeg het aantal nieuwe cliënten 353. Bijna 70% van de hulp- en adviesvragers was op eigen initiatief van de medewerker en in afstemming met de leidinggevende. Dit is een opvallende verschuiving aangezien dit percentage in voorgaande jaren altijd tussen 50% en 60% lag. Daarnaast vindt verwijzing plaats vanuit HR, de leidinggevenden, de bedrijfsarts of wordt de medewerker getipt door een collega. Een goede afstemming met de verwijzers (leidinggevende,

wu dlo wu dlo wu dlo wu dlo2012 2013 2014 2015

Inschaling t/m sch. 9 (incl.Promovendi) 1636 1265 1602 1199 1544 1164 1476 1098

Inschaling sch. 10 en hoger 1405 1614 1412 1580 1430 1573 1453 1556

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

1600

1800

8 | Sociaal jaarverslag Wageningen UR 2015

bedrijfsarts, HR) is belangrijk en vindt met name plaats in het Sociaal Medisch Team, waaraan al deze disciplines en BMW deelnemen. Zowel in de aanpak van ziekteverzuim als in het voorkomen of tijdig aanpakken van knelpunten werpt dit overleg zijn vruchten af (zie ook tabel 14). Ziekteverzuim in fte Wageningen UR

(exclusief zwangerschap, inclusief verzuim langer dan 1 jaar)

2012 2013 2014 2015

VP1% (ziekteverzuimpercentage 1 = (Z/(E*C))*100 3,48 3,23 3,13 3,13

Gemiddelde Verzuimduur (kal.dgn) 14,25 14,5 15,95 14,29

Verzuimfrequentie 0,99 0,98 0,93 0,99

Perc. van het personeel zonder ziekteverzuim 49,85 49,48 52,23 50,08

Aantal afzonderlijke ziektegevallen* 5771 5697 5289 5511

*uitsluitend voorzover begonnen in de rapportperiode

Verzuimpercentage naar leeftijdsklasse 2012 2013 2014 2015

< 25 jaar 0,48 1,53 1,39 0,67

25 jaar t/m 34 2,36 1,97 2,22 2,2

35 jaar t/m 44 3,08 2,82 2,74 2,4

45 jaar t/m 54 3,71 3,48 3,29 3,41

55 jaar en ouder 4,73 4,46 4,03 4,16

Verzuimpercentage naar schaalklasse 2012 2013 2014 2015

schaal 1 t/m 6 6,36 6,12 6,18 6,19

schaal 7 t/m 9 4,13 4,28 4,22 4,03

schaal 10 t/m 11 3,2 2,54 2,5 2,68

schaal 12 2,95 2,75 2,48 2,54

schaal 13 t/m 14 3,01 2,43 2,17 2,31

schaal 15 en hoger 1,64 1,96 1,28 1,67

promovendus 2,02 1,95 2,05 1,87

Tabel 14 Ziekteverzuim Wageningen UR 2012 t/m 2015

Uit bovenstaande grafiek blijkt dat het gemiddelde ziekteverzuim bij Wageningen UR, zijnde 3.1%, redelijk gelijk blijft. In 2015 is wel sprake van een trendbreuk bij zowel Wageningen Universiteit en DLO. Per saldo heft de daling van het ziekteverzuim bij WU de stijging van het ziekteverzuim bij DLO in 2015 op. De stijging van het ziekteverzuim bij DLO met 0.4%punt betreft ca. 9 fte en is verdeeld over diverse leeftijdscategorieën.

3,5%

3,4%3,3%

3,7%

3,4%

3,1%3,0%

2,6%

3,5%

3,2%3,1% 3,1%

2,4%

2,6%

2,8%

3,0%

3,2%

3,4%

3,6%

3,8%

2012 2013 2014 2015

DLO WU Wageningen UR

Colofon Wageningen UR, mei 2016www.wageningenUR.nl

opmaak binnenwerkMediaCenter B.V. Rotterdam

vormgeving en opmaak omslagWageningen UR, Communication Services

fotografieSam Rentmeester (achter, links)Joris Schaap (achter, rechts)

De missie van Wageningen UR (University & Research centre) is ‘To explore the potential of nature to improve the quality of life’. Binnen Wageningen UR bundelen Wageningen University en negen gespecialiseerde onderzoeksinstituten van stichting DLO hun krachten om bij te dragen aan de oplossing van belangrijke vragen in het domein van gezonde voeding en leefomgeving. Met ongeveer 30 vestigingen, 6.000 medewerkers en 9.000 studenten behoort Wageningen UR wereldwijd tot de aansprekende kennisinstellingen binnen haar domein. De integrale benadering van de vraagstukken en de samenwerking tussen verschillende disciplines vormen het hart van de unieke Wageningen aanpak.