Sneller over de Hordes Brendan Troost - atletiekunie.nl · Frontside mechanics leidend...
Transcript of Sneller over de Hordes Brendan Troost - atletiekunie.nl · Frontside mechanics leidend...
Atletiekunie
Doel en inhoud van deze presentatie
• Verbeteren kennis van principes van
motorisch leren;
• Verbeteren kennis van biomechanische
principes van het hordelopen
• Aanreiken motorische oefensituaties die
het hordelopen kunnen doen verbeteren.
Andere wensen of verwachtingen?
2
Atletiekunie
Voorstellen
• Brendan Troost (33 jaar);
• Bondscoach sprint-horde bij de EYOF (2017), RTC-
trainer Horde-Sprint in Rotterdam (ATR); Nationaal
Talenten trainer bij de AU, Hoofdtrainer bij AV Gouda
en Rotterdam Atletiek.
• Al ruim 20 jaar actief in de atletieksport, waarvan de
laatste 8 jaar als trainer-coach;
• Na 10 jaar als HR adviseur bij de Rijksoverheid sinds
2017 volledig aan de slag als trainer-coach in de
(atletiek) sport;
• Mijn atleten doen ontwikkelen is mijn grote drijfveer en
mijn motto daarbij luidt als volgt: ‘als je doet wat je
altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg’ (Einstein)
3
Atletiekunie
Praktijkopdracht 1
Aan de slag met:
•Een doelmatige oefensituatie ten
behoeve van Guus, Valeria en
Zoë
Werkwijze (zes groepen)
1.Bepaal je beginsituatie;
2.Bepaal je doel;
3.Richt een oefensituatie in.
4
Atletiekunie
Wat is motorisch leren?
• ‘Een proces dat leidt tot relatief duurzame veranderingen in het
gedragspotentieel als gevolg van specifieke ervaringen met de
omgeving.’ (Schmidt & Lee, 2005) Dat het nu in de training lukt (oefenresultaat), betekent nog niet dat je iets geleerd
hebt (leerresultaat)
• Het aanleren en verbeteren van techniek is hierbij het startpunt.
De techniek kent stabiele elementen (universeel) en
flexibele/adaptieve elementen (stijl) Een vast bewegingspatroon
ontwikkelen dat in allerlei situaties kan toegepast worden.
• Bij het leren van bewegingen en verbeteren van techniek is er
sprake van een ‘zelflerende loep’ van de atleet. Deze
ontwikkeling moet door de trainer ondersteund worden met
juiste oefensituaties en feedback.
5
Atletiekunie
Wat is motorisch leren?
6
Expliciet leren (‘Direct leren’) Impliciet leren (‘Indirect leren’)
Veel expliciete instructie (letterlijk, verbaal
en exact)
Beperkte kennisoverdracht. Overdracht is
non-verbaal en geeft minder beperking in
de wijze van uitvoering.
‘Inslijpen’ door veelvuldig te herhalen Voorbeeld: Imiterend leren
Sterk geloof in (en dus ook veel discussies
over) het ‘ideale plaatje’
Voorbeeld: Analogie/metafoor
Veel feedback, meestal KP, want ‘meten is
schadelijk voor het leerproces’
Algemener principe: Handig inrichten van
de leeromgeving (dwangstelling)
Meer aandacht voor oefenresultaat dan
leerresultaat
Geeft minder last van stress en vergeten.
Laat de atleten je oefenstof ervaren. Je maakt ze beter, zonder dat ze het zelf hoeven te
begrijpen.
Atletiekunie
Vormen van motorisch leren
• Observerend leren (ook wel imiterend leren, voordoen – nadoen)
• Leren met gebruik van metafoor (bekende beelden of
situaties die een ‘klik’ veroorzaken)
• Dwangstelling (de oefensituatie vereist een goede uitvoering)
• Random leren (leren door middel van variatie in oefenstof)
7
Atletiekunie
Praktijkopdracht 2
• In vier groepen uiteen;
• Twee oefensituaties per groep;
8
Observerend
leren
Dwangstelling Metafoor Random
leren
Oefening 1
Oefening 2
Bonus (je
feedback)
Atletiekunie
Biomechanica > Techniek > Oefeningen
• Biomechanica zijn natuurkundige wetten waaraan voldaan moet worden om optimaal te presteren
• Techniek: stabiele factoren zijn lichaamsacties / -houdingen om optimaal te voldoen aan deze natuurkunde wetten
• Oefeningen zijn nabootsingen en variaties van de stabiele factoren in verschillende situaties (de variabele factoren)
Motorisch leren gericht op de omgeving via direct en indirect leren (het ‘aanpassingsvermogen’ verbeteren)
Atletiekunie
Biomechanica van het hordelopen
10
Uitdagingen van het hordelopen: - Overbruggen ‘horizontale probleem: afstand tot de eerste
horde en afstand tussen de horden en de snelheid die je daarin kunt genereren;
- ‘Verticale probleem: Passeren van de hordes en de techniek die je daarvoor nodig hebt;
Prestatiebepalende factoren - Horizontale snelheid en dit weten vast te houden; - Vluchttijd die nodig is voor het passeren van de horde
(hangt samen met de lengte van die pas en de baan van het lichaamszwaartepunt);
- Grondcontacttijd voor en na de horde (wat in positieve zin de pasfrequentie kan verbeteren)
Atletiekunie
Biomechanica van het hordelopen
11
Naar aanleiding van kennis Paul Brice (Congres Explosief, najaar 2018) Snelheid = paslengte x pasfrequentie. Pasfrequentie wordt bepaald door grondcontact en vluchttijd; Gedwongen sprint (lees: paslengte kan niet op gestuurd worden) Oftewel: Vluchttijd verkleinen is belangrijk, omdat het de snelheid doet
toenemen, evenals kunnen sturen op behoud van pasfrequentie. Pasfrequentie is dus de essentie om sneller te gaan lopen. Samenvattend: korte vluchttijd, korte grond contacttijden, hoge
pasfrequentie. Overig: 3-pas (kort-lang-kort) Agressieve afzet heel belangrijk; Frontside mechanics leidend (‘shuffling’) tussen de hordes;
Atletiekunie
Praktijkopdracht 3
12
Aan de slag met:
Een doelmatige oefensituatie ten
behoeve van Guus, Valeria en Zoë
Werkwijze (drie groepen)
1.Pas twee verschillende vormen van
motorisch leren toe;
2.Houd rekening met de
biomechanische principes van het
hordelopen;
3.Probeer te differentiëren.
Atletiekunie
• Blijf dicht bij de essentie van het onderdeel. Hordelopen is hordesprinten.
• Aan de grond gebeurt het (daar stuur je op snelheid, contacttijden en pasfrequentie)
• Laat vooral de oefening cq. het oefenarrangement het werk doen. Gewenst / correct
bewegingsgedrag moet vervolgens met een compliment worden bekrachtigd;
Verschillende leervormen kun je ook gecombineerd aanbieden;
• Stop je enthousiasme dus niet te veel in uitleggen!;
• In eerste instantie alleen aangeven wat je gezien hebt zonder extra informatie is al
een goed eerste stap;
• De atleet zelf op zoek laten gaan naar de ‘oplossing’ (durf te variëren!);
• Bepaal hoeveel feedback op het moment van het leerproces nodig is en hoe dat het
beste kan;
• Het moment van feedback bepalen; na het verwerken van het leren uit de beweging;
Bronnen:
• Sportwetenschappelijke artikelen van Sportgericht > Peter J. Beek
• Hoofdredacteur van Sportgericht, Hanno van der Loo;
• ‘Motorisch leren principes’, AU, AT3, Bart Raijmakers;
• ‘Een nieuwe kijk op motorisch leren’, Frans Bosch;
13
Afronding
Atletiekunie
Vragen?
• @BrendanTroost
• Bedankt voor uw aandacht!
14