Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

156
Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

Transcript of Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

Page 1: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen

Ideeënboek

Page 2: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek
Page 3: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen

Ideeënboek

Antwerpen, 2014

POM Antwerpen

Page 4: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek
Page 5: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

Voorwoord

Luc Broos

algemeen directeur POM Antwerpen

Ludwig Caluwé

gedeputeerde voor economie

voorzitter POM Antwerpen

Logistiek is een belangrijke economische sector voor België en

Vlaanderen. De toegevoegde waarde aan het BNP is met 9,2 % hoog.

Mede door de geografische ligging en aanwezige infrastructuur is

Vlaanderen een Europese logistieke topregio. Het is de ambitie van

de Vlaamse overheid om deze positie verder te verstevigen. In het

regeerakkoord wordt Vlaanderen dan ook als slimme draaischijf van

Europa gedefinieerd. Om die positie te behouden en te verstevigen

moeten onder meer de logistieke ketens worden verankerd en

moeten innovaties worden gestimuleerd.

Het economisch belang van de sector voor Vlaanderen is evident,

maar desondanks is het maatschappelijk draagvlak ervoor eerder

beperkt. Daar zijn verschillende redenen voor: de ruimtelijke kwaliteit

van logistieke terreinen is vaak laag en logistieke activiteiten worden

gezien als ‘ruimtevreters’ en veroorzakers van congestie. Last but

nog Least staat duurzaamheid zelden voorop in de bedrijfsvoering

van logistieke ondernemingen . Het verder groeien van de logistieke

sector en het uitbouwen van Vlaanderen als logistieke topregio is

bijgevolg niet onomstreden.

Om een verantwoorde groei van de logistieke sector te kunnen

bewerkstelligen is een slimme en duurzame aanpak noodzakelijk, of,

zoals Flanders Logistics stelt: “Om een logistieke topregio te worden,

moeten we in Vlaanderen een intelligent, duurzaam, multimodaal en

geïntegreerd transportsysteem tot stand brengen. ”De Provinciale

Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Antwerpen ondersteunt deze

ambitie en moedigt de sector aan om op verstandige wijze om te

springen met ruimte en infrastructuurvoorzieningen.

Hiervoor lanceerde POM Antwerpen een leidraad onder de vorm van

een ideeënboek, als instrument voor het ontwikkelen van slimme

en duurzame logistieke terreinen in de vorm van een ideeënboek.

POM Antwerpen selecteerde Royal HaskoningDHV om dit boek op

te stellen met aandacht voor inspirerende voorbeelden uit binnen-

en buitenland en heldere do’s-and-don’ts. Het streven naar een

optimale integratie van logistieke activiteiten op bedrijventerreinen

in Vlaanderen staat hierbij voorop.

Page 6: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek
Page 7: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

Inhoud

1 2Antwerpen zet in op logistiek 11.1 Inspanningen POM Antwerpen

1.2 Ideeënboek met voorbeelden

1.3 Leeswijzer

Op naar een logistieke topregio 52.1 Karakteristieken

2.2 Voldoende en vlot bereikbare ruimte

2.3 Uitdagingen

Logistieke bedrijventerreinen 113.1 Eerder uitzondering dan regel

3.2 Logistieke clusters

3.3 Slimme logistieke bedrijventerreinen

3.4 Slimme logistiek in dit ideeënboek

Bereikbaarheid en parkeren 19 4.1 Externe bereikbaarheid

4.2 Interne ontsluiting

4.3 Parkeren

Ruimtelijke kwaliteit 49 5.1 Herkenbaarheid van het terrein

5.2 Leesbare structuur

5.3 Aantrekkelijke werkomgeving

Zorgvuldig ruimtegebruik 87

Organisatie en duurzaamheid 101 7.1 Terreinbeheer

7.2 Duurzaamheid

Strategische aanbevelingen 1238.1 Nieuwe ontwikkelingen

8.2 Herstructureringen

8.3 Samenwerking is essentieel

8.4 Gezamenlijke strategie

3 4

5 6

7 8

Page 8: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek
Page 9: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

1

1.1 Inspanningen POM Antwerpen

De provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Antwerpen zet

sinds enkele jaren in op een duurzame verankering van de logistieke

sector in de provincie Antwerpen. Daartoe werden reeds talloze

acties op het getouw gezet.

POM Antwerpen spoort op een gerichte manier jonge mensen en

werkzoekenden aan om de vele opportuniteiten in de sector te

verkennen via inspirerende brochures en de ondersteuning van

Talentenstroom, het talentenhuis dat de haven en logistieke sector in

de regio Antwerpen op de kaart zet met steun van onder andere Stad

Antwerpen en VDAB. Daarnaast worden leerkrachten geholpen om

logistiek in de lessen te integreren. Dit gebeurt via de verspreiding

van het lespakket ‘The Flow’ (ontwikkeld door Flanders Logistics)

én een handige catalogus met didactische tools en interessante

informatie.

Andere acties hadden dan weer betrekking op slim omgaan met

mobiliteit. Zo initieerde POM met de hulp van een logistiek regisseur

en een logistiek dienstverlener een succesvolle bundeling van

goederenstromen tussen verschillende chocolatiers richting het

Verenigd Koninkrijk, waardoor op jaarbasis behoorlijk wat CO2-

uitstoot vermindert. Ook organiseerde POM een Terminaltour om de

meerwaarde van de binnenvaart en inlandterminals in de kijker te

zetten.

Ter ondersteuning van vooruitdenkende ondernemers ontwikkelde

POM Antwerpen ook een overzichtelijke ‘leidraad voor logistieke

innovatie’ die bedrijven wegwijs maakt in de wereld van

subsidieverstrekkers en kennisinstellingen die logistieke thema’s

hoog in het vaandel voeren.

Maar het gros van de inspanningen van POM Antwerpen situeert

zich niettemin op slimme clustering met het oog op ruimte- en

kostenbesparing. De druk op de beschikbare ruimte in de regio neemt

immers toe. De ontwikkeling van bedrijventerreinen roept steeds

meer weerstand op, zeker wanneer men er logistieke activiteiten wil

onderbrengen. Wie logistiek op duurzame wijze wil verankeren, moet

oog hebben voor de ontwikkeling van kwalitatieve terreinen waar

de lasten voor mens en milieu maximaal worden teruggedrongen.

Deze uitdaging gaat POM niet uit de weg. Zo ontwikkelde de

POM het concept ‘Showcase Slimme Logistiek’ waarbinnen de

ruimtebesparing wordt aangetoond die bedrijven realiseren

wanneer ze bepaalde activiteiten clusteren binnen een Shared

Service Center. Een handige tool maakt dat iedere ontwikkelaar met

geïnteresseerde bedrijven de opportuniteiten voor zijn terrein kan

ontdekken.

Een ander resultaat van de inspanningen is dit boek, dat aan de hand

van praktische voorbeelden toelicht hoe logistieke activiteiten op

bestaande of nieuwe bedrijventerreinen optimaal kunnen worden

geïntegreerd.

1.2 Ideeënboek met voorbeelden

POM selecteerde Royal HaskoningDHV om dit ideeënboek uit te

werken, te illustreren met inspirerende voorbeelden uit binnen- en

buitenland en samen te vatten in overzichtelijke do’s-and-don’ts.

Het doelpubliek van deze publicatie is iedereen die betrokken is

bij het reilen en zeilen op een bedrijventerrein: de beleidsmakers

die letterlijk de lijnen uitzetten, de publieke en private partijen die

sites ontwikkelen, de parkmanagers die kwaliteit nastreven op de

terreinen die ze beheren, de logistieke dienstverleners en verladers

die er gehuisvest zijn.

De doelstelling van deze publicatie? Deze mensen een

1. Antwerpen zet in op logistiek

Page 10: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek
Page 11: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

3

referentiekader of leidraad bieden bij de aanleg, het beheer of het

gebruik van bedrijventerreinen waar logistieke activiteiten stevig

vertegenwoordigd zijn.

Bij een boek als dit gaat de aandacht ook naar innovatie. Bij

logistieke innovatie – in de strikte betekenis van het woord – wordt

eerder gedacht aan bedrijfsprocessen en de logistieke keten dan aan

bedrijventerreinen. Dat wil niet zeggen dat er op bedrijventerreinen

geen veranderingen plaatsvinden, maar het gaat in een ander,

geleidelijker tempo. De laatste jaren is er bijvoorbeeld meer aandacht

gekomen voor ruimtelijke kwaliteit, duurzaamheid en multimodale

ontsluiting. Dit boek laat hiervan inspirerende voorbeelden zien.

Logistieke terreinen staan qua karakteristieken en knelpunten niet

zo heel veraf van doorsnee bedrijventerreinen. De aanbevelingen

die we in dit boek formuleren wat betreft mobiliteit, ruimtegebruik,

ruimtelijke kwaliteit, duurzaamheid en organisatie zijn dan ook

relevante aandachtspunten bij iedere ontwikkeling, lokaal of

regionaal, groot of klein, overwegend logistiek of algemeen. Het

Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend

Erfgoed van de Vlaamse Overheid bundelde enkele jaren geleden

aanbevelingen over de noodzakelijke kwaliteit op bedrijventerreinen

in het Ideeënboek Kwalitatieve Bedrijventerreinen. In deze publicatie

nemen we die aanbevelingen mee, maar focussen we in sterkere

mate op specifieke knelpunten én oplossingen voor terreinen met

logistieke activiteiten.

1.3 Leeswijzer

In het volgende hoofdstuk staan we stil bij de eigenschappen van

de logistieke sector, het succes van de sector in Antwerpen en de

uitdagingen die dit met zich meebrengt. In hoofdstuk 3 brengen

we in kaart hoe het gesteld is met de beschikbare ruimte in de

regio, en bespreken we de uitgangspunten van slimme logistieke

bedrijventerreinen. De volgende hoofdstukken (4 tot en met 7) gaan

in op veelvoorkomende knelpunten en reiken oplossingen aan,

zowel voor bestaande terreinen als voor nieuw te ontwikkelen sites.

Elk van deze hoofdstukken eindigt met ´Do´s en Don´ts`, tips en een

beschrijving van mogelijke instrumenten. In hoofdstuk 8 distilleren

we ten slotte een aantal aanbevelingen voor beleidsmakers,

ondernemers en ontwikkelaars.

Page 12: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek
Page 13: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

5

2.1 Karakteristieken

In geen tijd is logistiek in Vlaanderen uitgegroeid tot onbetwiste

speerpuntsector, maar even snel en heftig is het maatschappelijk

debat losgebarsten over de wenselijkheid daarvan. De Nationale

Bank Van België (NBB) becijferde de impact van de logistieke sector.

Met ruim 9 % van de totale toegevoegde waarde (BNP) en 200.000

arbeidsplaatsen in Vlaanderen kan het strategisch belang van de

sector nauwelijks overschat worden. Bovendien kent de sector vele

gezichten: logistiek omvat onder meer activiteiten als transport,

distributie, overslag en opslag, maar ook diverse toegevoegde waarde

activiteiten en ketenregie. Niet al deze activiteiten zijn in handen van

logistieke dienstverleners; een niet onaanzienlijk deel wordt door

industriële verladers in-house verzorgd. Ook distributieactiviteiten

ressorteren vaak onder de traditionele industriële sectoren. De

logistieke sector is in Vlaanderen dus heel erg divers en kent vele

spelers.

Evenzeer opvallend is dat de logistieke sector zich steeds steviger

verankert in productieprocessen. Het ligt voor de hand dat logistiek

instaat voor een vlotte doorstroom van grondstoffen, halfafgewerkte

producten en eindproducten. Ook verzekeren dat alle onderdelen op

het juiste ogenblik en in de juiste vorm op de productieband belanden,

is een logistieke kernactiviteit, net als verpakken, herverpakken en

kwaliteitscontroles. Minder voor de hand liggend, maar steeds vaker

deel van het aanbod van logistieke dienstverleners, is de overname

van uitgestelde productie of postponed manufacturing, waarbij

het klantenspecifiek maken van de goederen zo laat mogelijk in de

goederenketen plaatsvindt.

Voordelen van deze aanpak zijn afwerking op maat van de klant (en

dus geen door de markt ongewenste en bijgevolg verloren productie)

én een efficiëntere aanvoer van basisproducten in dikkere stromen.

Meestal vinden deze activiteiten plaats in centrale distributiecentra.

De logistieke sector is dan ook op meerdere vlakken een sector in

beweging!1

Het is niet toevallig dat Vlaanderen en zeker Antwerpen erin slaagt

zoveel logistieke activiteiten aan te trekken. Deze regio kent immers

verschillende troeven. Met de haven van Antwerpen beschikt de

provincie over een toegangspoort van wereldformaat die fungeert

als maritiem knooppunt voor overzeese aan- en afvoer. Zo heeft

de haven verschillende gespecialiseerde terminals voor containers,

bulkgoederen én stukgoederen. In het oog springen vooral de

containerbehandeling (tweede grootste speler op Europees vlak),

de behandeling van fruit (belangrijkste toegangspoort van Europa

voor niet-gecontaineriseerde bananen), de opslag van tabak en

koffie (grootste voorraad ter wereld) en de verwerking van speciale

chemische stoffen (met een stevige groei in het segment vloeibare

bulk). In het zog van al deze bedrijvigheid hebben zich rond de

haven belangrijke logistieke en industriële clusters ontwikkeld die

voor een aanzienlijke logistieke dienstverlening zorgen.

1 De karakteristieken en diversiteit van de logistieke sector komen uitvoeriger aan bod in de studie ‘Extended Gateway Vlaanderen - Logistieke Poort Antwerpen’, Vlaams Instituut voor Logistiek (VIL), 2008; een studie uitgevoerd door Buck Consultants International, Randstad en de Vrije Universiteit Brussel.

2. Op naar een logistieke topregio

Page 14: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek
Page 15: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

7

Een andere troef van de provincie Antwerpen is haar strategische

ligging binnen de afzetmarkt ‘Blauwe Banaan’2. Het Duitse

Ruhrgebied, Noord-Frankrijk, Elzas-Lotharingen en Parijs zijn

belangrijke achterlandregio’s met aanzienlijke industriële kernen die

behoefte hebben aan een voortdurende bevoorrading. Maar ook de

economische groeipolen in Centraal- Europa trekken steeds meer

vervoersstromen aan die in deze regio worden geïnitieerd.

Figuur 2.1: Bijzonder gunstige strategische ligging van de provincie Antwerpen centraal binnen de Blauwe Banaan . Het is een Europese consumptie-as die anno 2009 het gros van de Europese koopkracht vertegenwoordigde (Bron : Vlaams Instituut voor Logistiek (VIL) & Agentschap Ondernemen, 2008)

Daarnaast beschikt deze regio over een zeer uitgebreid multimodaal

vervoersnetwerk, performante zee- en luchthavens en heel wat

expertise inzake complexe logistieke processen. Ook besteden

verschillende onderwijs- en onderzoeksinstellingen aandacht aan het

logistieke gebeuren, zoals de Universiteit Antwerpen, het Instituut

voor Transport en Maritiem Management Antwerpen en de Hogere

Zeevaartschool Antwerpen. De Antwerpse regio beschikt dus over

belangrijke logistieke succesfactoren om goederen snel en goedkoop

van de productie- of distributiesite tot bij de consument te brengen.

Hierbij dient een onderscheid gemaakt te worden tussen goederen

die enkel door de provincie vervoerd worden (transitiegoederen) en

goederen waaraan in de provincie eerst waarde wordt toegevoegd

voordat die verder worden getransporteerd3.

2.2 Het belang van voldoende en vlot bereikbare ruimte

Om logistieke activiteiten mogelijk te maken, hebben bedrijven

behoefte aan voldoende en vlot bereikbare ruimte. Dit niet alleen

in de directe omgeving van de haven, waar toenemende congestie

en ruimtegebrek ongebreidelde uitbreiding in de weg staan, maar

ook verder en dieper in het achterland. Vanuit deze vaststelling

ontwikkelde het Vlaams Instituut voor Logistiek (VIL) het concept

‘Extended Gateway’, met als achterliggende gedachte dat de

aanwezigheid van snelle, multimodale verbindingen ervoor zorgt

dat achterliggende regio’s dezelfde logistieke prestaties kunnen

neerzetten als de grote toegangspoorten zelf.

2 Colliers International beschrijft de Blauwe Banaan als de corridor met de beste logistieke steden in Europa (Logistics Cities, a European Comparison).3 D. Verbraeken, T. Notteboom, S. VanLeenhove, Ph. Demoulin (2010), LogAnt: The province of Antwerp: a logistics hub for the world. Antwerp: Garant.

Page 16: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek
Page 17: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

9

Logistieke en industriële clusters in dit achterland, gelegen

langsheen transportcorridors, vervullen in een dergelijk scenario

een complementaire en versterkende rol.

Het concept Extended Gateway kan tevens bijdragen aan de

verdeling van goederenstromen over verschillende vervoersnetten,

de zogenaamde modal shift. Dit kan door bijvoorbeeld op

verschillende plaatsen provinciale multimodale knooppunten te

voorzien, waar goederen van de ene vervoersmodus naar de andere

worden overgeladen. Dit concept streeft er naar om via een slimme

aanpak investeerders de meest optimale locatie aan te bieden.

Pijnpunt blijft echter dat dergelijke slimme concepten niet zo

makkelijk te implementeren zijn vanwege de grote schaarste aan

bedrijventerreinen in de provincie Antwerpen. In totaal beschikt

deze regio over ongeveer 10.000 ha bedrijventerreinen, grotendeels

gecentraliseerd in de regio’s Antwerpen, Mechelen, Boom-

Willebroek, Geel en Herentals. In veel gemeenten is echter nauwelijks

nog ruimte beschikbaar. Deze tekorten kunnen een verdere uitbouw

van de provincie als logistieke topregio in de weg staan.

2.3 Uitdagingen

Het mag duidelijk zijn dat het belang van de logistieke sector enorm

is. Vlaanderen is strategisch gelegen om snel en efficiënt een groot

deel van de Europese consumenten te bereiken. De ambitie van

Vlaanderen om een slimme logistieke draaischijf van Europa te

blijven is dan ook niet onterecht een belangrijk speerpunt binnen

het Pact 20204 van de Vlaamse Regering.

In 2009 stond de provincie Antwerpen op een zevende plaats

als meest aantrekkelijke logistieke regio voor het jaar 2020. In

recentere prognoses van Cushman & Wakefield komt de provincie

nog op een twaalfde plaats. Knelpunten blijken onder meer: hogere

personeelskosten, kosten voor veiligheid en milieu, kosten door

toenemende congestie in ruimte en tijd, gebrek aan ruimte en de druk

op infrastructuur, op milieu, op het klimaat, de verkeersveiligheid en

de leefbaarheid. Hierdoor komen niet alleen de concurrentiepositie

van de provincie Antwerpen, maar ook die van Vlaanderen als

logistieke regio onder druk te staan.

Het toenemend belang van duurzaamheid en aandacht voor

de verenigbaarheid met ecologische aspecten zijn hierbij extra

uitdagingen voor logistieke bedrijven. Dit geldt evenzeer voor

de overheid, waar het vrijgeven van nieuwe bedrijventerreinen

steeds vaker gepaard gaat met milieubevorderende maatregelen,

zoals het aanplanten van bossen om de ontwikkeling van nieuwe

bedrijventerreinen te compenseren.

4 Vlaanderen wil tegen 2020 uitmunten als een economisch innovatieve, duurzame en sociale, warme samenleving. De bijhorende doelstellingen zijn door de Vlaamse Regering en partners vastgelegd in het Pact 2020.

Page 18: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek
Page 19: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

11

3.1 Eerder uitzondering dan regel?

In de inleiding merkten we reeds op dat het onderscheid tussen

logistieke en generieke bedrijventerreinen vaak ietwat artificieel

is. Zowel in Vlaanderen als bij onze noorderburen richt slechts een

zeer beperkt aantal terreinen zich daadwerkelijk en uitsluitend op

de logistieke sector. Uit onderzoek in de Nederlandse provincie

Noord-Brabant blijkt dat van alle daar aanwezige terreinen slechts

1% fungeert als specifiek logistiek terrein5, terwijl ook die regio zich

profileert als logistieke topregio. In de provincie Antwerpen treffen

we de logistieke sector, al dan niet ruimtelijk geclusterd, merendeels

aan op zogenaamde gemengde terreinen.

Dit verschijnsel valt eenvoudig te verklaren. Zo vond pas recent de

idee ingang dat gespecialiseerde bedrijventerreinen opportuniteiten

bieden, in die zin dat aanbod en doelgroep dan beter op elkaar

kunnen worden afgestemd. Daarnaast speelt op vele plaatsen het

gezegde dat kiezen altijd een beetje verliezen is. De keuze voor een

logistiek terrein impliceert dat tal van andere activiteiten elders

moeten aankloppen. Het ligt voor de hand dat gemeenten dit graag

vermijden en de ondernemers en bedrijvigheid in hun regio graag

lokaal verankerd zien met zogenaamde ‘middle of the road’ terreinen

die wat betreft focus geen of weinig sectoren uitsluiten. Overheden

zien dat nog vaak als beste oplossing, terwijl ondernemers

tegenwoordig meer denken aan specialisatie en kwaliteitsniveaus6.

5 Dinteren, Jacques van (2010), Vraagt elk verouderd bedrijventerrein om spoedeisende hulp? Het meten van de kwaliteit op verouderde bedrijventerreinen. In: Real Estate Magazine nr. 72, oktober, pp. 17 – 21. 6 Cabus P., W. Vanhaverbeke (2004), Ruimte en economie in Vlaanderen: analyse en beleidssuggesties. Gent: Academia. Dinteren, Jacques van (2008), Bedrijventerreinen als speelveld. Oratie 24 juni, Rijksuniversiteit Groningen. Groningen / Nijmegen: Rijksuniversiteit Groningen / Royal Haskoning.

3.2 Logistieke clusters en hun eigenschappen

De vaststelling dat logistieke activiteiten zich doorheen de jaren

stevig hebben ingebed in gemengde bedrijventerreinen, betekent

niet dat de sector overal even sterk vertegenwoordigd is. De

specifieke vereisten die de logistiek aan een locatie stelt, maakt dat

zich spontaan clustergebieden hebben gevormd.

Zo kennen logistieke spelers doorgaans een grote ruimtebehoefte

en hechten ze belang aan een optimale, zo mogelijk multimodale

bereikbaarheid. Percelen die aan deze behoefte voldoen, overstijgen

in de meeste gevallen de schaal van hun omgeving. Dit heeft tot

gevolg dat specifieke logistieke bedrijventerreinen eerder een

regionaal dan een lokaal karakter hebben.

Als we in kaart brengen welke plaatsen een logistieke

aantrekkingskracht uitoefenen, komen we uit bij het havengebied

en enkele strategisch gelegen locaties. Zo blijkt het noorden van de

provincie Antwerpen enkele dynamische, logistieke kernen te tellen,

meer bepaald de regio rond de stad Turnhout, het grensgebied

met Nederland nabij Hoogstraten (Transportzone Meer), en de

logistieke brugzone tussen Breda en Antwerpen, mede dankzij de

aanwezigheid van verschillende grote verkeersassen en van de

havens van Antwerpen en Rotterdam.

Evenzeer trekpleister voor logistieke activiteiten is de regio Midden-

Kempen: de as tussen Antwerpen en Limburg. Via dit gebied is de haven

van Antwerpen op vier manieren verbonden met het Duitse industriële

achterland: de autosnelwegen E34 en E313, het Albertkanaal tussen

de Antwerpse haven en die van Luik en ten slotte de Maas, waarlangs

meerdere industriële centra gegroepeerd liggen.

3. Logistieke bedrijventerreinen

Page 20: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

12

Een derde groeipool is het zuiden van de provincie, specifiek de

omgeving rond de E19, de A12, en het Zeekanaal Brussel-Willebroek.

De grotere terreinen langsheen deze belangrijke verbindingsassen

tussen Antwerpen en de hoofdstad hebben heel wat logistieke

spelers weten te verleiden en tellen dan ook behoorlijk wat

warehouses en distributiecentra.

In het rapport ‘Extended Gateway Vlaanderen – Logistieke Poort

Antwerpen’7 werd bovenstaande analyse verder verfijnd en brachten

onderzoekers bijkomende troeven in kaart: de multimodale

ontsluiting, de beschikbaarheid van ruimte, het arbeiderspotentieel,

de aanwezige goederenstromen én het lokale draagvlak. De 5 meest

veelbelovende groeipolen, identificeerden ze als ‘logistieke hotspots’.

Concreet gaat het om :

• de cluster Antwerpen in de directe omgeving van de Antwerpse

haven, en bijgevolg bijzonder geschikt voor heel wat

havengebonden logistieke activiteiten;

• de cluster Turnhout, gekenmerkt door ruimtepotentieel, een

uitstekende ligging tussen Antwerpen en Eindhoven én een

trimodale ontsluiting;

• de cluster Zuid, trimodaal ontsloten, gunstig gelegen op de

as Antwerpen-Brussel met als voornaamste pleisterplaatsen

Willebroek, Mechelen en Sint-Katelijne-Waver;

• de ENA – cluster (Economisch Netwerk Albertkanaal), gesitueerd

rond de Stad Geel, trimodaal ontsloten en vandaag reeds

uitvalsbasis voor enkele grote distributiecentra;

• de cluster Noord, gelegen tegen de Nederlandse grens,

enkel ontsloten via de E19 maar niettemin in staat meerdere

distributiecentra aan te trekken.

Legenda

multimodaal vervoersysteem weg binnenvaart spoor reactivatie Ijzeren Rijn spoorterminal trimodale terminal

industriële specialisatie havengebonden activiteiten distributie agro-en foodindustrie procesindustrie farma-industrie

LimburgWest

ClusterENA

GenkRuhrgebied

Luik

E17-Netwerk

Randstad

BrusselLuchthavenregio

Eindhoven

Diest

ProvincieLimburg

ProvincieVlaams-Brabant

ProvincieOost-Vlaanderen

ClusterTurnhout

ProvincieNoord-Brabant (NL)

TilburgBreda

ClusterNoord

ClusterAntwerpenWaasland-

haven

ProvincieNoord-Brabant (NL)

GentZeebrugge

ClusterENA

AntwerpenZuid

A12-E19multi-

modale corridor

Ruhrgebied

Legenda

multimodaal vervoersysteem weg binnenvaart spoor reactivatie Ijzeren Rijn spoorterminal trimodale terminal

industriële specialisatie havengebonden activiteiten distributie agro-en foodindustrie procesindustrie farma-industrie

LimburgWest

ClusterENA

GenkRuhrgebied

Luik

E17-Netwerk

Randstad

BrusselLuchthavenregio

Eindhoven

Diest

ProvincieLimburg

ProvincieVlaams-Brabant

ProvincieOost-Vlaanderen

ClusterTurnhout

ProvincieNoord-Brabant (NL)

TilburgBreda

ClusterNoord

ClusterAntwerpenWaasland-

haven

ProvincieNoord-Brabant (NL)

GentZeebrugge

ClusterENA

AntwerpenZuid

A12-E19multi-

modale corridor

Ruhrgebied

7 Vlaams Instituut voor Logistiek (2008), een studie uitgevoerd door Buck Consultants International, Randstad en VUB. Figuur 3.1: Logistieke clusters in de provincie Antwerpen

(bron: Extended Gateway Vlaanderen)

Page 21: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

13

Wanneer beleidsmakers opteren voor de realisatie van gespeciali-

seerde logistieke terreinen, dan bestemmen zij die bij voorkeur binnen

de contouren van deze hotspots. Terreinen die reeds beschikbaar

zijn, worden vandaag op de markt gebracht door onder meer private

investeerders, intercommunales, infrastructuurbeheerders en de

Provinciale Ontwikkelingsmaatschappijen. Bij de vermarkting en

exploitatie van gespecialiseerde logistieke terreinen is een gedragen

aanpak aangewezen, waarbij alle stakeholders de krachten

bundelen en expertise delen. De schaarse terreinen die zich vandaag

lenen voor specifieke logistieke activiteiten verdienen immers een

doordachte en professionele aanpak. Vanuit dezelfde optiek kan

men ervoor pleiten om, net als in de haven, op deze sites te werken

via concessies, zodat de ontwikkelaar een stevige grip houdt op

het terrein, de kwaliteitsaspecten en de levensduur. Eventuele

voorwaarden om een concessie te krijgen, kunnen verband houden

met werkgelegenheid, toekomstperspectieven, maar ook met

milieunormen, ruimtegebruik en productiviteit8.

Het verzekeren van ruimtelijke kwaliteit is een aandachtspunt bij

de aanleg of herstructurering van terreinen die bestemd zijn voor

logistiek. In tegenstelling tot wat soms wordt aangenomen, wegen

aspecten van ruimtelijke kwaliteit mee bij de uiteindelijke vestigings-

plaatskeuze9. Ook logistieke spelers hechten toenemend belang aan

elementen zoals uitstraling van de site, signalisatie, groenbuffers,

veiligheid, collectieve voorzieningen en zelfs architecturale

meerwaarde.

8 D. Verbraeken, T. Notteboom, S. VanLeenhove, Ph. Demoulin (2010), LogAnt: The province of Antwerp: a logistics hub for the world. Antwerp: Garant.9 Dinteren, Jacques van (2007), kwaliteit op bedrijventerreinen. In: Richtingen in gebiedsontwikkeling, pag. 35-62. Tilburg / Eindhoven: BOM / TUe Dinteren, Jacques van (2008), Bedrijventerreinen als speelveld. Oratie 24 juni, Rijksuniversiteit Groningen. Groningen / Nijmegen: Rijksuniversiteit Groningen / Royal Haskoning.

Wanneer men bedrijventerreinen indeelt op basis van ruimtelijke

kwaliteit, dan kan men volgende types onderscheiden: functioneel,

modern en hoogwaardig. Logistieke bedrijven situeren zich steeds

meer binnen de categorie ‘moderne terreinen’, waar aandacht voor

kwaliteit hand in hand gaat met functionaliteit. Ook het integreren

van logistieke activiteiten op een deelterrein van een grotere site

biedt opportuniteiten. Wil men echter werk kunnen maken van een

goede stedenbouwkundige vormgeving op maat van de sector

en zich duidelijk onderscheiden van de rest van de site, dan dient

een dergelijk deelterrein een minimale omvang van 15 tot 20 ha te

hebben.

Behalve de ligging, bereikbaarheid en ruimtelijke kwaliteit hecht de

sector tevens belang aan flexibiliteit. Marktaandeel en schaalgrootte

zijn voor logistieke spelers doorslaggevend. De sector wil dan ook

steeds snel kunnen inspelen op opportuniteiten, werkt vaak met

kortlopende contracten in een hyperconcurrentiële omgeving en is

niet zelden seizoensafhankelijk. Hierdoor ontstaat een klimaat waarin

duurzame investeringen met een langere afschrijvingstijd weinig

aantrekkelijk zijn. In tegenstelling tot hun collega-ondernemers

opteren logistieke spelers dan ook vaak voor huurformules, waarbij ze

terecht kunnen bij een rits gespecialiseerde vastgoedontwikkelaars.

Deze ontwikkelaars spelen uitstekend in op de behoeften van de

sector, investeren in logistieke gebouwen en beheren soms zelfs

complete moderne distributieparken die ze op gunstige locaties

ontwikkelen. De echt grote logistieke dienstverleners realiseren

intussen zelf strategische ankerpunten op waardevolle locaties.

Dit komt het sterkst tot uiting in magazijnen die worden gehuurd

of gebouwd met piekbelasting in gedachten. Logistieke bedrijven

hebben immers regelmatig te kampen met piekperiodes. Dat zij

tijdens die periode extra ruimtes kunnen huren is een grote surplus.

Page 22: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

Figuur 3.2: Logistiek Park bij Wraclow, Polen. Optimale ligging bij hoofdinfrastructuur en optimale terreinindeling zijn mogelijk in gebieden met nog veel ruimte. Bestaande terreinen moeten hiermee in toenemende mate concurreren.

Figuur 3.3: Efficiënte indeling van logistiek park bij Budapest-Sziget, Hongarije. Dit terrein is als één geheel ontwikkeld en heeft een gunstige ligging vlakbij de infrastructuur. Bijkomende troeven: optimale omstandigheden en schaalvoordelen. Er is verwarmde en gekoelde opslag mogelijk. Parkeervoorzieningen, brandpreventie, beveiliging en parkmanagement zijn in de plannen opgenomen.

Page 23: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

15

3.3 Slimme logistieke bedrijventerreinen

Om de concurrentiepositie van de provincie Antwerpen te versterken

dient logistiek slim te worden. Slimme logistiek werkt op verschillende

niveaus en is er in feite op gericht om door efficiëntieverbetering en

kostenbesparing, meer toegevoegde waarde te creëren zowel op

bedrijfseconomisch als op maatschappelijk vlak. Slimme logistiek

heeft niet enkel met technologie te maken, maar ook met kennis,

cultuur (samenwerking) en permanente innovatie. Met andere

woorden: slimme logistiek leidt naar meer toegevoegde waarde

en duurzaamheid door een geïntegreerde benadering van locatie,

design, stromen en netwerk. Tegelijkertijd leidt dit naar meer

efficiëntie, effectiviteit en een kleinere ecologische voetafdruk.

De onderliggende waarde van deze definitie zijn:

• uitwerken en realiseren van een unieke logistieke propositie

voor Vlaanderen;

• meer hoogwaardige werkgelegenheid;

• reduceren van negatieve externe effecten;

• intensifiëren van ruimtegebruik;

• stimuleren van ketensamenwerking.

Innovatie op alle aspecten van de logistieke processen moeten

verhinderen dat de regio Antwerpen verzandt tot een transitregio

tussen de haven en het hinterland.

Ook bij de ontwikkeling van nieuwe logistieke bedrijventer-reinen

moet zo sterk mogelijk gewerkt worden vanuit de principes van

slimme logistiek. De minimalisering van de negatieve externe kosten

staat hierbij centraal.

POM Antwerpen zet als ontwikkelaar reeds enige tijd in op het

verder uitkristalliseren van de impact van slimme logistiek op

terreinontwikkeling. Het uitgangspunt is dat intensieve samen-

werking tussen bedrijven enorme opportuniteiten biedt op het

vlak van efficientieverhoging en spaarzaam omgaan met de

ruimte.Vertrekkend vanuit de feedback van bedrijven en experten

verliet POM dan ook de klassieke intekening en organisatie van

een bedrijventerrein. Rond het concept van geïntegreerde samen-

werking ontstaat een heel nieuw plaatje.

Door ‘out-of-the-box’ te denken en een aantal basisprincipes te laten

varen, zijn er heel wat besparingen mogelijk op het vlak van vloer-terrein

ratio en ruimtelijk-economische specialisatie. Centraal in dit verhaal staan

de realisatie van een Transporthub, verantwoordelijk voor de sturing en

verwerking van in- en uitgaande transportbewegingen, en een Shared

Service Center, waar infrastructuur en diensten gedeeld worden.

Figuur 3.4: Slimme logistiek ontstaat door een holistische benadering van het logistieke proces gekoppeld aan een lifecycle benadering van de verschillende onderdelen van dit proces.

Page 24: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

Figuur 3.5: Klavertje Vier, Venlo (Nederland; in ontwikkeling)

1,6 Buitenruimte voor veeteelt

2 Biologische waterzuivering

3 Reclameverzamelpunt, tevens markering ingang

4 Stapeling glastuinbouw en logistieke bedrijfshal

5 Groene daken van bedrijfshallen

7 Open water gekoppeld aan geothermie

8, 9 Inpassing in het landschap met groene wal en groene wiggen

10 Zorgvuldig ruimtegebruik bij bedrijven door parkeren op het dak

Page 25: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

17

Ook onze noorderburen bekijken terreinontwikkeling door een

nieuwe bril. Een mooi voorbeeld is het project Klavertje 4 in Venlo

(in ontwikkeling), waarin alle aspecten van duurzaamheid voorop

staan. Vertrekkende vanuit het Cradle-to-Cradle concept bewijst

dit dossier dat logistieke terreinen sterk geoptimaliseerd kunnen

worden. Bepalende thema’s zijn:

• energie-autonomie;

• permanente materiaal- & grondstofkringlopen;

• water-autonomie;

• functioneel landschap;

• mobiliteit.

Ook terreinbeheer wordt in het project naar voren geschoven als

aspect van duurzaamheid. In dat verband is het bijvoorbeeld relevant

op welke manier je een terrein uitgeeft. Wanneer één eigenaar de

gebouwen verhuurt, ontstaat een maximale controle en is onder

meer de ruimtelijke kwaliteit beter in de hand te houden. In dat

verband kan tevens worden opgemerkt dat goed beheer van zowel

het terrein als het vastgoed op het terrein tevens leidt tot behoud

van vastgoedwaardes. Dat is misschien een onverwachte kant van

‘duurzaam’ maar het is er wel een.

3.4 Slimme logistiek in dit ideeënboek

De toekomstige projecten ogen mooi en ambitieus, maar laat ons

de eerste vaststelling in dit hoofdstuk niet uit het oog verliezen,

met name dat het gros van de logistieke activiteiten in de provincie

onderdak vindt op gemengde terreinen.

Dit ideeënboek definieert slim omgaan met logistiek dan ook vooral

vanuit die realiteit. Daarbij komen diverse aspecten aan bod zoals

onder meer toegankelijkheid, organisatie en beheer, ruimtegebruik,

architectuur & stedenbouw. De oplossingen die in dit boek worden

aangereikt, moeten ook op bestaande terreinen leiden tot een reductie

van negatieve externe effecten. Het is de enige manier waarop logistiek

op een duurzame wijze zijn plaats in deze regio kan behouden en

versterken.

Dit boek moet bruikbaar zijn. Daarom hebben we getracht om

maximaal in te spelen op reële knelpunten en om haalbare

oplossingen aan te reiken. Hiervoor hebben we verschillende

bedrijventerreinen in binnen- en buitenland beoordeeld op criteria

zoals bereikbaarheid, interne ontsluiting, ruimtelijke kwaliteit,

ruimtegebruik, duurzaamheid en organisatie. De interne organisatie

van een bedrijf werd hierin niet meegenomen, al kan de impact

daarvan op de directe omgeving van het bedrijf niet onderschat

worden.

Page 26: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek
Page 27: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

19

Tijd is een belangrijke factor in de logistieke sector. Transport- en

distributiebedrijven streven naar betrouwbare en zo kort mogelijke

transporttijden tegen zo laag mogelijke transportkosten. Daarom

willen logistieke bedrijven zich op een locatie vestigen dat de markt

vlot kan bedienen en (multimodaal) bereikbaar is. In de praktijk zien

we dan ook dat centrale en strategisch gelegen locaties (lees: aan of

in de directe nabijheid van belangrijke hoofdwegen en mainports)

een enorme aantrekkingskracht uitoefenen op logistieke activiteiten.

Voor werknemers speelt nog de bereikbaarheid van het terrein met

het openbaar vervoer. De aanwezigheid hiervan kan een belangrijke

rol spelen bij het behouden en aantrekken van personeel.

Vlotte verkeersafwikkeling is voorwaarde

Naast een goede externe bereikbaarheid is een vlotte

verkeersafwikkeling op het bedrijventerrein zelf van belang om

bezoekers zo snel mogelijk naar hun bestemming te begeleiden. Een

heldere interne ontsluitingsstructuur, een passende maatvoering

van de wegen, parkeren op eigen terrein en een heldere signalisatie

kunnen hier een belangrijke bijdrage aan leveren.

Voorzieningen voor chauffeurs en hun wagens

Vrachtwagenchauffeurs arriveren niet altijd binnen de reguliere

werktijden en kunnen dan niet altijd het terrein van het bedrijf op.

Een collectieve vrachtwagenparkeerplaats is op logistieke terreinen

dan ook een vereiste, om wild parkeren van vrachtwagens op de

openbare weg te voorkomen. De aanwezigheid van voorzieningen

voor trucks en chauffeurs maakt een logistiek terrein vaak extra

interessant voor logistieke dienstverleners en vervoerders, omdat

hierdoor tijdens het wachten activiteiten gecombineerd kunnen

worden (herstelling of wasbeurt).

Bij bereikbaarheid van logistieke terreinen draait het om de volgende

aspecten:

- externe bereikbaarheid;

- interne ontsluiting;

- parkeren.

In de komende paragrafen gaan we hier nader op in.

4. Bereikbaarheid en parkeren

BERE

IKBA

ARH

EID

EN

PA

RKER

EN

Page 28: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

Dit kan beter Congestiegevoelige routes zijn een nachtmerrie voor de logistiek

Page 29: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

21

4.1 Externe bereikbaarheid

De toenemende congestie zet de bereikbaarheid van een aantal

bedrijventerreinen zichtbaar onder druk. Vaak is dit in de loop

der jaren ontstaan, als gevolg van het stijgende aantal auto- en

vrachtwagenbewegingen, de steeds groter wordende vrachtwagens

en door de toename aan logistieke activiteiten in de regio.

Hierdoor is de capaciteit en/of de vorm van de aansluiting van het

bedrijventerrein op het hoofdwegennet niet overal meer passend bij

het huidige verkeersaanbod met congestie tot gevolg. Files vormen

een belangrijke bedreiging voor de bereikbaarheid en op die manier

ook voor het functioneren van de logistieke sector.

Bij terreinen die wat verder van het hoofdwegennet gelegen

zijn, komt vaak ook nog een ander probleem om de hoek kijken.

Vanwege de files kiest het vrachtverkeer soms een alternatieve route

van of naar het bedrijventerrein, bijvoorbeeld door het omliggende

(woon)gebied. Dit veroorzaakt hinder voor de omgeving onder

de vorm van geluidsoverlast of de toename van gevaarlijke

verkeerssituaties. Deze overlast kan de maatschappelijke weerstand

tegen bedrijventerreinen vergroten.

Om de verdere groei van de logistiek in de regio op een verantwoorde

wijze te bevorderen, is het de uitdaging om de bereikbaarheid

van de bedrijventerreinen op peil te houden en waar mogelijk te

verbeteren. Een optimale externe bereikbaarheid van een logistiek

bedrijventerrein kent drie belangrijke principes:

- vlotte bereikbaarheid per weg (4.1.1);

- multimodale bereikbaarheid (4.1.2);

- openbaar of collectief vervoer (4.1.3).

Vrachtverkeer in woonstraten is vragen om problemen Het vrachtverkeer moet vlot de hoofdwegen op kunnen rijden

EXTE

RNE

BER

EIKB

AA

RHEI

D

Page 30: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

22

4.1.1 Principe: vlotte bereikbaarheid per weg

De beste locatie voor de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein

voor logistieke activiteiten bevindt zich aan de hoofdinfrastructuur.

Dergelijke locaties lenen zich het beste voor een vlotte bereikbaarheid

richting het achterland. Het minimaliseert de kans op transporten

door een woongebied en voorkomt daarmee een ongewenste

menging tussen verschillende verkeersstromen en andere vormen

van hinder voor buurtbewoners. Op die manier benutten we de

infrastructuur bovendien optimaal.

Veel logistieke activiteiten treffen we echter aan op gemengde

bedrijventerreinen die vaak via lokale of regionale wegen verbonden

zijn met het hoofdwegennet. De toenemende congestie op deze

wegen vormt een belangrijke bedreiging voor het functioneren en

de verdere groei van de logistieke sector. Goed onderhoud en waar

mogelijk uitbreiding van de capaciteit van de infrastructuur, zijn

essentieel om de bereikbaarheid van logistieke bedrijventerreinen

in de regio op peil houden. Het opstellen van een verkeersrouteplan

kan helpen bij het maken van keuzes over deze investeringen.

Andere kansen voor het optimaliseren van de bereikbaarheid over

de weg, liggen in het stimuleren van multimodaal transport of in

het gebruik van alternatieve vervoerswijzen door de werknemers op

bedrijventerreinen (bus of fiets). Deze kansen worden elders in dit

hoofdstuk nader toegelicht.

Ontsluiting Camping De Schaaf

NInfrastructuur50 100 150 200 250 m

Ongestoord Logistieke VerbindingEen Ongestoord Logistieke Verbinding is een vrije vrachtbaan voor trucks en zorgt voor een snelle, betrouwbare en efficiënte verbinding voor vrachtverkeer tussen twee locaties. In Nederland staat de realisatie van een dergelijke OLV gepland tussen de Greenport Aalsmeer (bloemenveiling) en de luchthavenplatforms van Schiphol. Op termijn staat ook de realisatie van een dergelijke verbinding gepland tussen het logistieke bedrijventerrein Schiphol Trade Park (nog in ontwikkeling) en het luchthavenplatform op Schiphol. Vrachtwagens kunnen dan op de truckparking op Schiphol Trade Park wachten tot zij worden afgeroepen om bij het luchthavenplatform te laden of te lossen en kunnen via de vrije vrachtbaan het luchthavenplatform snel bereiken. Dit vermindert tevens de congestie op de hoofdwegen. De Ongestoord Logistieke Verbinding is onderdeel van het innovatieve en duurzame project ‘Amsterdam Connecting Trade’ (ACT). Dit project streeft naar het realiseren van onder andere een efficiënt multimodaal logistiek knooppunt.

Verkeersrouteplan Ontwikkelaars kunnen samen met gemeenten een verkeersrouteplan opstellen, waarin keuzes worden gemaakt over de beste route voor vrachtverkeer om het bedrijventerrein te bereiken. Indien nodig en (financieel en technisch) mogelijk, kunnen de gekozen routes aangepast worden aan het vrachtverkeer. De wegen die niet als verbindingsroute zijn aangewezen, kunnen voor het vrachtverkeer een ontmoedigend karakter krijgen door bijvoorbeeld het wegprofiel te versmallen en de maximumsnelheid op deze wegen te verlagen. De maximaal toegestane snelheid beïnvloedt immers sterk de routekeuze van moderne navigatieapparatuur.

Page 31: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

23EX

TERN

E B

EREI

KBA

ARH

EID

Optimale kwaliteit infrastructuur Een essentiële randvoorwaarde om goederenvervoer over water te stimuleren, is een goede kwaliteit en capaciteit van de infrastructuur: de vaarweg, havens, sluizen, terminals enzovoort. Pas dan is het voor het bedrijfsleven aantrekkelijker om vervoer over water te realiseren of verder uit te breiden. Zo werd in Tilburg (NL) op het bedrijventerrein Vossenberg West II een bargeterminal gebouwd en wordt het nabijgelegen Wilhelminakanaal verbreed en verdiept. Deze aanpassing maakt de terreinen in de regio beter bereikbaar voor grotere binnenvaartschepen, wat op haar beurt bedrijven ertoe aanzet meer goederen via de binnenvaart te vervoeren.

Trimodaal ontsloten logistieke bedrijventerreinTrimodaal ontsloten bedrijventerreinen bieden optimale kansen voor een efficiënt logistiek proces. Een voorbeeld hiervan treffen we aan in Frankrijk. Het terrein Delta 3 in Dourges beschikt over een trimodale ontsluiting (weg, water, spoor) en daarmee over optimale verbindingen met het Europese achterland. Voor een positieve exploitatie van de rail- en containerterminal is een kritische massa essentieel. Dit stelt eisen aan de omvang van een dergelijk terrein en aan het karakter van de te vestigen bedrijven. Delta 3 heeft een omvang van 300 hectare en men streeft naar clustering van rail- of watergebonden activiteiten . In bepaalde zones zijn bijvoorbeeld uitsluitend water- of railgebonden bedrijven welkom. Hier wordt op aangestuurd bij de verkoop van percelen of de verhuur van logistieke complexen. Zo komt het juiste bedrijf op de juiste plaats, wat bijdraagt tot een zo optimaal mogelijk gebruik van de aanwezige infrastructuur.

4.1.2 Principe: multimodale bereikbaarheid

Multimodaal ontsloten bedrijventerreinen zijn dé locaties van

de toekomst. Het biedt bedrijven immers flexibiliteit in hun

vervoerskeuze en verhoogt hierdoor de kansen op kostenbesparing.

Zeker wanneer de regio te kampen heeft met een hoge filedruk, kan

vervoer over water een belangrijk alternatief vormen. Tevens levert

vervoer over water een positieve bijdrage aan het milieu (onder

andere door CO2-reductie), waarmee het ook vanuit maatschappelijk

oogpunt gewenst is.

Er zijn diverse mogelijkheden om multimodaal vervoer te stimuleren.

Dit kan bijvoorbeeld door in de regio te zorgen voor een optimale

kwaliteit van de spoor- en waterinfrastructuur en door de juiste (rand)

voorwaarden en faciliteiten te creëren. Voor bedrijven zelf loont het

ook de moeite om alternatieve vervoerswijzen in de regio nader te

verkennen. In de praktijk weten bedrijven namelijk niet altijd wat

de mogelijkheden zijn voor hun specifieke situatie en hebben zij

niet altijd een idee welke impact een alternatieve vervoerswijze kan

hebben op de totaalprijs van hun vervoer/logistieke operaties.

Page 32: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

24

Fysiek aantrekkelijke bushaltes en stimuleringsactiesOp terreinen die wel goed ontsloten zijn voor het openbaar vervoer, kan men het gebruik stimuleren door de bushaltes en/of de routes naar de bushaltes aantrekkelijker te maken. Zo werken vrijliggende en verlichte wandelpaden naar overdekte bushaltes uitnodigend om het openbaar vervoer te gebruiken. De bedrijvenvereniging kan ook een belangrijke rol spelen bij het stimuleren hiervan, bijvoorbeeld door te lobbyen bij de openbare vervoersmaatschappijen om hun dienstregeling aan te passen, extra bussen in te leggen en bijkomende haltes te bouwen. Ook kan de bedrijvenvereniging haar leden stimuleren door middel van kortingsacties voor de werknemers, sensibilisering en informatie over vertrektijden of door de meerwaarde te benadrukken van het openbaar vervoer voor de bereikbaarheid van het terrein.

PendelbusEen aantal bedrijventerreinen beschikt over een vorm van collectief bedrijfsvervoer. Zo organiseert Max Mobiel vzw (opgericht met steun van de Vlaamse overheid) duurzaam woon-werkverkeer in de Gentse regio, onder andere via fietsverhuur en pendelbussen. Er rijdt een pendelbusje tussen station Gent Dampoort en Zeehaven Oost. De uurregeling van de pendelbus wordt afgestemd op de werkroosters van de bedrijven. Ook mensen die in de nachtploeg werken kunnen hiervan gebruikmaken. De bus stopt bij de bedrijven voor de deur. Via een webapplicatie kunnen de busritten gereserveerd worden. Een ander voorbeeld van collectief bedrijfsvervoer treft men aan op het bedrijvenpark Medel in de gemeente Tiel/Neder-Betuwe (NL). Op dit terrein rijdt sinds 2007 de Medelbus, tussen het station Tiel en het bedrijvenpark. Het Werkgevers Adviespunt Rivierenland levert de chauffeurs door uitkeringsgerechtigden werkervaringsprojecten aan te bieden en ze op te leiden. De chauffeurs krijgen de kans om na een proefperiode op de Medelbus door te stromen naar een betaalde baan bij Arriva (busmaatschappij). De kosten worden voor 50 % gefinancierd door de provincie Gelderland in het kader van mobiliteitsmanagement. Ook de parkmanagementorganisatie heeft bijgedragen aan de realisatie ervan.

Page 33: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

25

Vanpool voor werknemersOndernemers in onder meer het Rotterdamse havengebied hebben op eigen initiatief ‘Vanpools’ geïntroduceerd voor hun werknemers. Een vanpool is een groep van maximaal 9 personen die dagelijks samen van en naar het werk reist in een ruime personenauto. Het concept is hetzelfde als carpoolen, maar met grotere voertuigen. Een van de passagiers fungeert op vrijwillige basis als chauffeur in een voertuig dat de werkgever ter beschikking stelt. De kosten liggen dus bij de ondernemers. Werknemers gebruiken de vanpools gratis, maar krijgen geen kilometervergoeding meer. In het Rotterdamse havengebied zijn de vanpools als openbaar vervoer aangemerkt, met een vaste route en dienstregeling. Ook mogen ze gebruikmaken van de busbanen. In Vlaanderen wordt momenteel het Shuttledecreet voorbereid, dat dergelijke collectieve initiatieven gaat faciliteren.

4.1.3 Principe: openbaar of collectief vervoer

De aanwezigheid van collectief vervoer is belangrijk om personeel

aan te trekken en te behouden. Niet alle werknemers beschikken

immers over een auto. Daarnaast heeft het gebruik van collectief

vervoer ook een maatschappelijk nut: het levert een bijdrage aan

het verminderen van de fileproblematiek en is goed voor het milieu

(minder CO2-uitstoot). Ook kan het een uitkomst bieden op terreinen

met weinig parkeermogelijkheden.

De bereikbaarheid van bedrijventerreinen met het openbaar

vervoer is vaak erg beperkt. Een van de belangrijkste oorzaken is dat

openbaar vervoer lastig rendabel te maken is. Het reizigersaanbod

op een bedrijventerrein is meestal onvoldoende en de vraag

concentreert zich in veel gevallen op bepaalde tijdstippen (ochtend-

en avondspits) en in een bepaalde richting, waardoor bussen

regelmatig leeg rijden. Op terreinen die wel goed ontsloten zijn door

het openbaar vervoer, kan het gebruik gestimuleerd worden door

te zorgen voor fysiek aantrekkelijke bushaltes en stimuleringsacties.

Aangezien (het uitbreiden van het) openbaar vervoer in vele

gevallen niet haalbaar is, vormt het organiseren van collectief privaat

vervoer een alternatief. Collectief vervoer kan maatwerk leveren,

afgestemd op de behoefte van de bedrijven (werktijden) en hun

medewerkers (bestemmingen). Mogelijkheden hierbij zijn onder

andere carpooling, pendelbussen of vanpooling. Om het gebruik van

collectief bedrijfsvervoer te stimuleren is een goede samenwerking

tussen verschillende actoren essentieel, bijvoorbeeld tussen de

bedrijvenvereniging, overheden (wegbeheerders) en vervoerders.

EXTE

RNE

BER

EIKB

AA

RHEI

D

Page 34: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

Geen voetpad leidt tot gevaarlijke situaties Te veel borden zijn niet effectief: te veel om te lezen

Page 35: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

27

Ongeregeld parkeren langs de openbare weg belemmert de doorgang Als chauffeurs geen uitweg meer weten, gebeurt dit

INTE

RNE

ON

TSLU

ITIN

G

4.2 Interne ontsluiting

Naast een goede externe bereikbaarheid is een vlotte verkeers-

afwikkeling op het bedrijventerrein van belang om bezoekers

zo snel mogelijk naar hun bestemming te begeleiden. Op veel

bedrijventerreinen kan de interne ontsluiting beter. Sommige terreinen

kennen bijvoorbeeld doodlopende wegen, een onduidelijke routing,

of een beperkte tot geen signalisatie. Dit zorgt voor veel kerende en

zoekende verkeersbewegingen en daarmee voor verkeersonveilige

situaties. Ook een ondoordachte inrichting van het bedrijventerrein

zorgt voor gevaarlijke situaties. Een voorbeeld hiervan zijn

onoverzichtelijke kruispunten door te hoge bebouwing, door dicht

hekwerk of opgaand groen zoals bomen en struikgewas.

Op oude terreinen zien we vaak dat de vormgeving, inrichting en

de grootte van de wegen en boogstralen niet meer aangepast

zijn aan de steeds langere en zwaardere vrachtwagens. Dit gaat

ten kosten van de verkeersveiligheid en beeldkwaliteit. Wanneer

wegen te smal zijn en bochten te krap, moeten chauffeurs vaak

noodgedwongen de ruimte naast de weg gaan gebruiken. Dit leidt tot

kapotgereden verhardingsranden en bermen, beschadigde borden en

straatverlichting. Dit zorgt niet enkel voor een negatieve beeldkwaliteit

van het terrein, maar zorgt eveneens voor gevaarlijke situaties in

bochten en kruisingen bij elkaar passerende (vracht)wagens.

Chauffeurs wijzen vaak met een beschuldigende vinger naar te

smalle wegen. In veel gevallen is echter niet de breedte van de weg

het probleem, maar de ruimte die in het totale wegprofiel voor de

chauffeur beschikbaar is om een in- of uitrit te nemen. Gevaarlijk zijn

in het bijzonder de situaties waarbij een smalle inrit direct aan de

weg grenst. De chauffeur moet dan volledige breedte van de weg

gebruiken om (zonder schade) de bocht te maken. Het manoeuvreren

leidt in deze situaties vaak tot oponthoud voor andere weggebruikers.

Een optimale interne ontsluiting is van groot belang voor een efficiënte

en vlotte verkeersafwikkeling op het bedrijventerreinen. De volgende

vier principes dragen hieraan bij:

- heldere interne ontsluitingsstructuur (4.2.1);

- passende maatvoering wegen (4.2.2);

- manoeuvreerruimte op eigen terrein (4.2.3);

- uniforme signalisatie (4.2.4).

Page 36: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

28

Scheiden snel en langzaam verkeer In het kader van een vlotte en verkeersveilige doorstroming is het van belang om snel en langzaam verkeer zoveel mogelijk te scheiden. Dit kan op nieuwe terreinen door het realiseren van vrijliggende fiets- en wandelpaden langs de hoofdroute. Dit kan tevens woon-werkverplaatsingen per fiets stimuleren. Wandelpaden zijn voor het welzijn van werknemers van belang, aangezien dit een veilige lunchwandeling mogelijk maakt. Op bestaande terreinen met ruimtegebrek kunnen fietssuggestiestroken in (rood) asfalt of markeringen op het asfalt het profiel op bepaalde wegen visueel versmallen en fietsers en voetgangers ondersteunen.

Interne ontsluitingstructuur op maat Op het bedrijvenpark Medel in de gemeente Tiel/Neder-Betuwe (NL) is de ontsluitingsstructuur optimaal afgestemd op de bedrijven. In eerste instantie werd enkel de hoofdinfrastructuur aangelegd. De overige infrastructuur werd aangelegd in nauw overleg en afstemming met de gevestigde bedrijven Deze ontsluitingsstructuur op maat draagt tevens bij tot efficiënt ruimtegebruik. Om dit mogelijk te maken werden in het bestemmingsplan enkel de hoofdstructuur weergegeven en de overige ontsluitingswegen indicatief met pijlen aangeduid.

Hiërarchie in wegprofielen Op grotere bedrijventerreinen zorgt een zichtbare hiërarchie van de wegen voor een grotere herkenbaarheid en goed gebruik van de ontsluitingsstructuur. Weggebruikers kunnen zich gemakkelijker oriënteren en maken beter gebruik van de hoofdroutes als deze als zodanig herkenbaar zijn. Dit kan door een zichtbaar verschil te maken in het profiel van de hoofdroutes en de ondergeschikte wegen. Het integreren van een groene middenberm met laanbeplanting en/of fiets- en voetpaden aan weerszijden van de rijbaan versterken de uitstraling en herkenbaarheid van de hoofdontsluitingsweg. Ook watergangen, groenstroken tussen de weg en het bedrijfsperceel, markante straatverlichting, bomen, wegbelijning en de toepassing van opsluitbanden genereren dat effect.

Ringstructuur Een interne ontsluitingsstructuur in de vorm van een (dubbele) ring draagt bij tot een optimale verkeerscirculatie. Deze interne ontsluitingsstructuur (dubbele ring) treft men bijvoorbeeld aan op het logistieke bedrijventerrein Bijsterhuizen (gemeente Wijchen/Nijmegen, NL).

Page 37: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

29

Accentueren onoverzichtelijke kruispunten Op bestaande bedrijventerreinen kan de verkeersveiligheid op kruispunten soms met relatief eenvoudige ingrepen worden verbeterd. Een mooi voorbeeld treffen we aan op het bedrijventerrein Haven in Waalwijk (NL). Op dit terrein zijn bijzondere accenten aangebracht op kruispunten, waardoor het verkeer wordt afgeremd.

4.2.1 Principe: heldere interne ontsluitingsstructuur

Op logistieke bedrijventerreinen is een logische interne

ontsluitingsstructuur met een voor de hand liggende circulatie (zonder

doodlopende routes) van belang voor een vlotte doorstroming van

het (vracht)autoverkeer. Een ringstructuur leent zich hier het beste

voor. Deze structuur zorgt voor een routing die langs alle bedrijven

leidt, maakt keren of terugrijden overbodig en beperkt kruisende

verkeersbewegingen. Doorgaande wegen over het terrein naar

omliggende gebieden zijn ongewenst. Vrachtverkeer mengt zich

dan met weggebruikers die niet op het bedrijventerreinen moeten

zijn. Dit kan tot verkeersconflicten leiden en de doorstroming op het

terrein belemmeren.

Op zowel nieuwe als bestaande bedrijventerreinen kunnen

inrichtingselementen een belangrijke bijdrage leveren aan een

goede en verkeersveilige doorstroming. Een zichtbare hiërarchie in

de wegprofielen van het bedrijventerrein zorgt ervoor dat bezoekers

zich goed kunnen oriënteren op het terrein. Overzichtelijke

kruispunten en vrijliggende fiets- wandelpaden dragen ook bij tot

de verkeersveiligheid en tot een vlotte en veilige doorstroming van

het verkeer op het terrein.

INTE

RNE

ON

TSLU

ITIN

G

Page 38: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

30

Sterk materiaalgebruik op bedrijventerreinen Terreinen die te maken hebben met veel vrachtbewegingen en zwaar transport kiezen vaak voor het gebruik van sterke materialen. Duurzaam beton is onderhoudsarm, heeft een lange levensduur en kan de zware belasting door rijdend en kerend vrachtverkeer goed weerstaan. Op bedrijventerrein Vossenberg West II in Tilburg (NL) bestaan de hoofdwegen op het terrein uit beton, net zoals de rotondes richting het terrein Tradeport Noord in Venlo (NL) die heel wat zwaar verkeer slikken.

Een ruime maat wegprofiel hoofdroute Vrachtwagens zijn maximaal 4 meter hoog en 2,55 meter breed. Zonder aanhanger mag een vrachtauto maximaal 12 meter lang zijn. Op rechte wegen volstaat in principe een rijstrookbreedte van 3,00 meter. Indien er fiets- en voetpaden aanwezig zijn, wordt dit 3,5 m. Wegen met 1 rijstrook per richting zijn in die situatie minimaal 7,00 meter breed. Deze rijbaanbreedte komt bijvoorbeeld voor op het logistieke bedrijventerrein Bijsterhuizen (gemeente Nijmegen/Wijchen, NL). De rijbaanbreedte van 7 meter volstaat hier door toepassing van ruime, groene bermen (minimaal 5 meter) met een vrijliggend fietspad en relatief smalle inritten. Dit wegprofiel biedt voldoende ruimte voor chauffeurs om de in- en uitritten goed te kunnen nemen.

Page 39: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

31

Bescherming van de openbare ruimteOp bestaande terreinen kunnen opsluitbanden, schampblokken, rammelstroken of grasbetonblokken voorkomen dat vrachtverkeer de bermen en het asfalt kapot rijdt. Deze maatregelen hebben tevens een snelheidsremmende werking.

Verbreding in wegprofielOp het bedrijventerrein Borchwerf II in Roosendaal (NL) is een verbreding in het wegprofiel opgenomen zodat vrachtwagenchauffeurs voldoende ruimte beschikbaar hebben voor het ronden van de bocht bij het uitdraaien van een uitrit.

4.2.2 Principe: passende maatvoering wegen

Om een vlotte en verkeersveilige doorstroming te realiseren, is het

belangrijk dat de grootte van de wegen optimaal is afgestemd op

vrachtverkeer. Dit betekent dat wegen en boogstralen breed genoeg

zijn voor (de meest recente) vrachtwagens om elkaar te passeren en

dat snel en langzaam verkeer bij voorkeur van elkaar gescheiden

is door middel van vrijliggende fiets- en wandelpaden. Op rechte

wegen volstaat in principe een rijstrookbreedte van minimaal 7 meter.

Bredere wegen verleiden vaak tot verkeerd gebruik: te hard rijden of

het (tijdelijk) parkeren van opleggers. Dit komt de verkeersveiligheid

niet ten goede.

Op bestaande terreinen is de grootte van de wegen een gegeven dat

het niet altijd mogelijk maakt om ze te verbreden. Op terreinen met

een krappe maatvoering kan het plaatsen van bermbescherming of

het gebruik van sterke materialen in de openbare ruimte helpen om

schade aan bermen, goten of asfalt zoveel mogelijk te voorkomen.

Op terreinen met relatief brede wegen, kunnen snelheidsremmende

maatregelen helpen om een verkeersveilige doorstroming te

bevorderen.

INTE

RNE

ON

TSLU

ITIN

G

Page 40: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

32

Beperken aantal in- en uitritten van het bedrijfsterrein Op bestaande terreinen is de grens tussen de openbare weg en de bedrijfsterreinen soms onduidelijk. Het plaatsen van bijvoorbeeld groen of schampblokken kan helpen om duidelijke in- en uitritten te creëren. Hiermee vermindert het aantal potentiële conflictpunten met het doorgaand verkeer.

Interne routing op eigen terrein Steeds vaker voorzien logistieke vastgoedontwikkelaars ontsluitingsroutes om de magazijnen heen ten voordele van een efficiënte verkeersafwikkeling op het eigen bedrijfsterrein. Hierdoor is geen extra ruimte nodig voor kerende vrachtwagens. Tevens is dit goed voor de veiligheid omdat in- en uitrijdend verkeer elkaar niet kruist.

Manoevreren op eigen terrein is veiliger en snellerIndien het manoevreren naar de laad- en loskaaien op eigen terrein gebeurt, hoeft de chauffeur niet op het langsrijdende verkeer te letten. Het manoevreren verloopt daardoor sneller en veiliger. Voor bedrijven waar snelheid belangrijk is, is dit een voordeel.

Page 41: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

33

4.2.3. Principe: manoeuvreren op eigen terrein

Bij het uitwerken van ruimtelijke plannen van nieuwe terreinen

eist men tegenwoordig terecht dat manoeuvreer-, laad- en

losbewegingen van vrachtwagens op het eigen terrein plaatsvinden.

Dit voorkomt dat chauffeurs de rijbaan als manoeuvreerruimte

gebruiken en daarmee ophopingen of gevaarlijke situaties

veroorzaken. Dit uitgangspunt heeft gevolgen voor de minimale

omvang van (voor)terreinen, rooilijnen en bebouwingsoppervlak

van het perceel. In het RUP kunnen hiertoe waardevolle aanzetten

worden gegeven, zoals het beperken van het aantal in- en uitritten

(zowel in aantal als in afmeting). Dit heeft als bijkomend voordeel dat

bedrijfsterreinen hierdoor eenvoudig af te sluiten zijn (beveiliging).

Een andere mogelijkheid is het hanteren van een minimaal (50 %)

en maximaal bebouwingspercentage (70-75 %), waardoor er op het

bedrijfsterrein genoeg ruimte overblijft voor interne ontsluiting,

manoeuvreren, laden en lossen en parkeren.

Op bestaande terreinen is het vaak lastig om het manoeuvreren

van vrachtwagens op eigen terrein te realiseren. Wanneer de

voorterreinen van bedrijven erg smal zijn en de laad- en lospoorten te

dicht bij de weg staan, is manoeuvreren op eigen terrein simpelweg

niet mogelijk. Op bestaande terreinen zien we ook vaak dat de grens

tussen de openbare weg en het eigen bedrijfsterrein onduidelijk

is, waardoor chauffeurs de volle perceelbreedte als in- en uitrit

benutten. Dit verhoogt het aantal potentiële conflictpunten met het

doorgaande verkeer. Het beperken van het aantal in- en uitritten kan

in deze gevallen soms een oplossing bieden.

INTE

RNE

ON

TSLU

ITIN

G

Parkeren en manoevreren op eigen perceel Dit logistiek bedrijf kiest er voor het manoevreren van de vrachtwagens en stallen van de oploggers binnen de hekken van het terrein te doen. De wagens worden bewust open gezet zodat zichtbaar is dat ze leeg zijn en inbraak niets oplevert.

Page 42: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

34

Infozone bij de hoofdingang Op grote terreinen is een infozone aan de hoofdingang van het bedrijventerrein voor bezoekers van belang, met daarin een digitale zuil of een analoog bord. Een wachtzone voor vrachtwagens is daarbij wel relevant, om te voorkomen dat chauffeurs die de infozone bezoeken hun vrachtwagen op de rijbaan parkeren. Een voorbeeld van een infozone bij de hoofdingang treft men aan op het bedrijventerrein Gullegem Moorsele te Wevelgem. Op dit terrein is een innovatief signalisatiesysteem (BISY, Bedrijven Informatie en Signalisatie Systeem) opgezet, waarbij de signalisatie op het terrein gekoppeld is aan een nationale gegevensbank. Een zoekende chauffeur kan bij de ingang van het terrein via een digitale informatiezuil het bedrijf opzoeken. Het systeem toont vervolgens de basisbedrijfsgegevens met foto, de situering van het bedrijf en de meest aanbevolen rijroute. De bestemming en rijroute lichten vervolgens op zodat de chauffeur ziet welke de te volgen weg is en welke wegwijzers hij kan volgen. Het systeem is ontwikkeld door de intercommunale Leiedal en de West-Vlaamse Intercommunale (WVI) en is ook toegankelijk voor anderstaligen.

Signalisatie op het terrein zelf Op de site zelf is een juiste signalisatie naar de bedrijven en faciliteiten op het terrein toe van groot belang om zoekverkeer te voorkomen. Er zijn verschillende systemen mogelijk. Op het bedrijventerrein Terbekehof in Wilrijk investeerde men bijvoorbeeld recent in een nieuwe signalisatie die het verkeer via kleurcodes in goede banen leidt. Een ander voorbeeld werd gerealiseerd in het ENA-industriegebied. Deze site is in zones opgedeeld en werkt volgens het principe van de havennummering (principe van duizendtallen). Binnen elke zone hebben de verschillende bedrijfspercelen een uniek volgnummer. Een dergelijk systeem met nummers is goed leesbaar voor internationale chauffeurs. Bij dit systeem is het wel van belang dat alle bedrijven meedoen en het nieuwe bewegwijzeringsysteem opnemen in hun externe communicatie (website, vrachtbrieven, promomateriaal enzovoort) zodat bezoekers duidelijk weten in welke zone en op welk nummer het bedrijf zich bevindt. Op bestaande terreinen speelt het parkmanagement vaak een rol bij het initiëren en realiseren van deze vorm van signalisatie.

Signalisatie vanaf de autosnelwegIn eerste instantie is de bewegwijzering op afstand van belang. Dit is de signalisatie naar een bedrijventerrein of een cluster van terreinen vanaf het hogere wegennet tot aan de ingang van het betreffende terrein. Het plaatsen van deze borden is een taak van de verantwoordelijke wegbeheerder. Parkmanagement kan hier een initiërende rol bij spelen.

Page 43: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

35

Individuele borden per bedrijf Uniforme individuele borden maken vaak ook onderdeel uit van een signalisatiesysteem op bedrijventerreinen. Bedrijven hebben dan allemaal dezelfde ‘totem’ waarop het huisnummer en/of de bedrijfsnaam vermeld staat. Dit draagt bij tot een rustige uitstraling. Het parkmanagement kan erop toezien en organiseren dat alle bedrijven dezelfde individuele signalisatie hanteren. Op nieuwe bedrijventerreinen kunnen hierover eisen vastgelegd worden in de koopakte.

4.2.4 Principe: uniforme signalisatie

Op terreinen met veel logistieke activiteiten is een heldere signalisatie

cruciaal om (vaak internationale) chauffeurs op een snelle en veilige

wijze naar hun bestemming te loodsen. Een optimale signalisatie

begint al op de weg naar het bedrijventerrein. Maar ook op de site

zelf is een helder signalisatiesysteem van groot belang om zoek- en

draaiverkeer te voorkomen.

Een goede signalisatie op bedrijventerreinen is echter niet van-

zelfsprekend. Op veel terreinen zien we nog wel eens slecht leesbare

en slecht onderhouden wegwijzers, te beperkte of net te overdadige

signalisatie (elk bedrijf zet zijn eigen bord neer). Deze situatie ontstaat

vaak wanneer bedrijven zelf instaan voor de signalisatie. In het

realiseren of optimaliseren van een heldere en uniforme signalisatie

liggen opportuniteiten voor het parkmanagement. Aangezien de

signalisatie op de openbare weg een bevoegdheid is van gemeenten

en steden, dienen deze inspanningen wel steeds in nauw overleg

plaats te vinden met het lokale bestuur. In sommige gevallen zijn er

subsidies beschikbaar om bedrijventerreinen te verduurzamen. Een

voorstel voor signalisatie op bedrijventerreinen, kan in aanmerking

komen voor deze subsidie.

INTE

RNE

ON

TSLU

ITIN

G

Page 44: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

Deze brede weg maakt langsparkeren makkelijk Gebrek aan (parkeer)voorzieningen leidt tot zwerfvuil

Page 45: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

37

4.3 Parkeren

De aanwezigheid van voldoende parkeerplaatsen voor auto’s en

vrachtauto’s is van groot belang voor logistieke bedrijven. Een

veelvoorkomende situatie is echter dat (vracht)auto’s in de berm of

op de rijbaan parkeren, omdat ze geen plaats meer vinden op het

eigen terrein of omdat het parkeren in de openbare ruimte wordt

gedoogd. Deze situatie kan verschillende problemen opleveren:

onoverzichtelijke verkeerssituaties, beperkte doorstroming van het

verkeer, negatieve uitstraling. Vanuit dit perspectief moet parkeren

in principe op het eigen terrein plaatsvinden.

Ook vrachtwagenchauffeurs parkeren vaak noodgedwongen op

straat, bijvoorbeeld wanneer zij buiten de bedrijfsuren aankomen en

voor een gesloten poort staan. Daarnaast moeten zij zich houden

aan het rijtijdenbesluit. Dit vraagt om een plaats waar zij kunnen

rusten en hun wagen onbezorgd kunnen achterlaten.

Op veel terreinen ontbreekt het aan speciale parkeerplaatsen,

opstelstroken en voorzieningen voor chauffeurs (sanitair of horeca).

Deze situatie draagt niet alleen bij tot slechte werkomstandigheden

voor chauffeurs, maar zorgt ook vaak voor overlast in de vorm van

zwerfvuil en mindere van (verkeers-)veiligheid.

Het optimaliseren van de parkeersituatie op logistieke terreinen kent

drie belangrijke basisprincipes:

- parkeren op eigen terrein of collectieve parkeerplaats (4.3.1);

- truckparking (4.3.2);

- voorzieningen voor trucks en chauffeurs (4.3.3).

Als er geen alternatieven zijn worden verboden genegeerd Parkeren op de weg kan de medeweggebruikers hinderen

PARK

EREN

Page 46: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

38

Parkeren op het dak voor medewerkersWanneer bedrijven een gebrek hebben aan parkeerplaatsen, kunnen zij de parkeermogelijkheden op het dak verkennen. Voldoende ruimte op eigen terrein voor het realiseren van een hellingbaan en een geschikte dakconstructie zijn dan noodzakelijk. Er zijn diverse voorbeelden te vinden van ondernemers in de distributie en logistieke sector die hierin geïnvesteerd hebben.

Collectieve parkeerplaats voor medewerkersEen manier om de beschikbare parkeercapaciteit optimaal te benutten is het realiseren van een collectieve parkeervoorziening voor werknemers van verschillende bedrijven. Tevens draagt dit bij tot een zorgvuldig gebruik van de ruimte. Deze optie is vaak enkel commercieel haalbaar voor bedrijven met een wisselende parkeervraag en bij korte loopafstanden tussen de bedrijven. Op bedrijfsterreinen waar grote logistieke complexen met meerdere gebruikers gevestigd zijn (rug aan rug of zij aan zij bebouwing) fungeert de centrale parkeerplaats als een collectieve voorziening.

Tegengaan parkeeroverlast in de openbare ruimte Een manier om parkeren in de openbare ruimte te ontmoedigen is door de rijbaan en de berm van elkaar te scheiden door fietspaden, heggen, schanskorven of opsluitbanden. Dit maakt parkeren in de berm onaantrekkelijk of zelf onmogelijk. De foto laat zien dat het plaatsen van schanskorven in de berm de ruimte voor parkeren flink beperkt.

Page 47: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

39

Herinrichten openbare ruimte ten behoeve van parkerenOm de parkeerproblemen met auto’s op te lossen is het vergroten van de openbare ruimte niet altijd een optie. Wel is het soms mogelijk om de inrichting van de openbare ruimte aan te passen, in overleg en samenwerking tussen gemeente en ondernemers. Zo kunnen bestaande groenstroken of rabatstroken in overleg met de bedrijven anders worden benut, bijvoorbeeld ten behoeve van parkeren. Dit vergt een goede samenwerking tussen de eigenaars van de openbare ruimte en de eigenaren van de bedrijfsterreinen.

Dubbel gebruik parkeerplaatsen in de tijd Wanneer er sprake is van parkeergebrek, kunnen bedrijven elkaars aanbod aan parkeerplaatsen benutten. Dit is mogelijk als de parkeervraag in het gebied niet samenvalt in de tijd. De mogelijkheden tot meervoudig gebruik op een site hangt af van het type bedrijven dat er gevestigd is. Op het bedrijventerrein Pullaar I in Puurs, stelt een bedrijf bijvoorbeeld enkele private vrachtwagenparkeerplaatsen in de avonduren ter beschikking aan andere bedrijven.

4.3.1 Principe: parkeren op eigen terrein of op collectieve parkeerplaats

Op logistieke bedrijventerreinen dient het parkeren uitsluitend

plaats te vinden op eigen terrein of op een collectieve parkeerplaats.

Dit voorkomt dat (vracht)auto’s op de rijbaan parkeren en er zo

gevaarlijke situaties ontstaan. Op bestaande terreinen is dit soms niet

mogelijk vanuit ruimtegebrek. Herinrichting van de openbare ruimte

biedt hier soms kansen om extra parkeercapaciteit te realiseren.

Op individueel niveau kunnen ondernemers met ruimtegebrek

de mogelijkheid verkennen van parkeren op het dak. Daarnaast

kunnen zij samen met andere ondernemers de mogelijkheden in

beeld brengen om elkaars aanbod (op bepaalde tijdstippen) beter te

benutten of gezamenlijk een collectieve parkeerplaats in te richten.

Een ongebruikt perceel of strategische reverve van een van de

bedrijven kan hiervoor worden benut.

PARK

EREN

Page 48: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

40

Opstelstrook voor vrachtwagensEen opstelstrook biedt wachtruimte voor vrachtwagens totdat ze afgeroepen worden om te laden en lossen. Dit voorkomt dat chauffeurs hun vrachtwagen tijdelijk op de rijbaan parkeren. Op bestaande terreinen bieden braakliggende gronden soms kansen voor het realiseren van een opstelstrook.

Collectieve vrachtwagenparkeerplaats Bij de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen kan de ontwikkelaar voor de realisatie van een gezamenlijke truckparking een exploitant zoeken of dit zelf inrichten en beheren. Op bedrijvenpark Medel (gemeente Tiel/Neder-Betuwe, NL) heeft de ontwikkelaar (twee samenwerkende gemeenten) zelf een collectieve truckparking bekostigd en gerealiseerd. Het beheer en onderhoud hiervan wordt betaald door de gevestigde bedrijven via het parkmanagement. Het parkeerterrein is toegankelijk via een hek met een code. Bedrijven die aangesloten zijn bij het parkmanagement kunnen deze code doorgeven aan hun chauffeurs. Parkeren in de openbare ruimte is verboden. Deze methode stimuleert bedrijven tevens om lid te worden van het parkmanagement.

Truckparking bij Delta 3 Dourges (Fr)Chauffeurs kunnen hier kiezen uit bewaakt en betaald parkeren of onbewaakt en onbetaald.

Scheiden personenauto’s en vrachtauto’sHier is ervoor gekozen het parkeren van de personenauto’s te scheiden van de vrachtwagens en buiten de hekken te houden. De vrachtwagens parkeren wel binnen de hekken.

Page 49: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

41

4.3.2 Principe: truckparking

Op terreinen met veel logistieke activiteiten is een collectieve

parkeerplaats voor vrachtwagens van groot belang. Vrachtwagen-

chauffeurs arriveren namelijk niet altijd binnen de reguliere

werktijden en kunnen dan vaak het bedrijfsterrein niet op. Er zit dan

niets anders op dan een flink aantal uren te wachten tot zij kunnen

laden en lossen. Een collectieve vrachtwagenparkeerplaats is op

grote logistieke terreinen dan ook een vereiste, om wild parkeren

van vrachtwagens op het terrein en in de omgeving te voorkomen.

Door de toename van ladingdiefstal in de transportsector zijn

bewaakte (en vaak betaalde) truckparkings, mede met het oog op

verzekering, steeds meer in opkomst. Op nieuwe terreinen zoeken

ontwikkelaars hiervoor meestal een private exploitant. Niet alle

buitenlandse chauffeurs zijn echter bereid hiervoor te betalen. Het

is dan ook belangrijk om chauffeurs zoveel mogelijk de keuze te

kunnen geven door op regionaal niveau te beschikken over een mix

van zowel bewaakte (betaald) als onbewaakte (gratis) truckparkings.

PARK

EREN

Page 50: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

42

Tanken, parkeren en reparatieBedrijventerrein Bijsterhuizen (gemeente Nijmegen/Wijchen, NL) heeft een cluster van tankstation, bandencentrale, herstelplaats en parking. Ook werd een tankstation gebouwd in combinatie met een vrachtwagenparkeerplaats. Bij de verkoop van de percelen werd deze koppeling verplicht gesteld. Het terrein is in private handen, maar wordt vanwege het openbare karakter mede onderhouden door de gemeente Nijmegen/Wijchen.

TruckcenterOp een grootschalig terrein kunnen gemeenschappelijke voorzieningen worden aangeboden voor truckchauffeurs. Zo heeft Tradeport West in Venlo (NL) een cluster met trucksupport, parkeren en (sanitaire) voorzieningen.

Page 51: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

43

Truckwash ook voor bussen beschikbaarDeze truckwash maakt deel uit van het logistiek servicecenter, maar wordt ook gebruikt door de busmaatschappij. Zo wordt de klandizie vergroot.

Sanitaire voorzieningen Op bestaande terreinen kan het plaatsen van mobiele toiletunits een (tijdelijke) oplossing bieden bij overlast als gevolg van ‘wild’ parkeren. Dit zorgt tevens voor betere omstandigheden voor chauffeurs.

4.3.3 Principe: voorzieningen voor trucks en chauffeurs

Opdat chauffeurs hun wacht- rusttijd in goede omstandigheden en

effectief zouden kunnen benutten, zijn op logistieke terreinen bij

voorkeur voldoende faciliteiten aanwezig: een truckersrestaurant,

sanitaire voorzieningen (wc, douche), een truckcenter (een

werkplaats, een bandensteunpunt, tankstation of carwash).

Clustering van dergelijke voorzieningen op één locatie voorkomt dat

deze op andere plaatsen versnipperd worden aangeboden. Tevens is

het ook voor logistieke bedrijven aantrekkelijk omdat hierdoor tijdens

het wachten activiteiten gecombineerd kunnen worden (herstelling

of wasbeurt). De aanwezigheid van dergelijke voorzieningen maakt

het terrein vaak extra interessant voor logistieke dienstverleners en

vervoerders en kan een extra reden zijn om zich op dat terrein te

vestigen.

Succesvolle locaties met gemeenschappelijke voorzieningen hebben

vaak een gemiddelde omvang van 125 - 200 ha. Een dergelijke

omvang garandeert voldoende massa om deze voorzieningen te

kunnen realiseren en te exploiteren.

PARK

EREN

Page 52: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

44

Do’s

Externe bereikbaarheid:

• Kies bij het aanwijzen van nieuwe terreinen voor een centrale

ligging aan internationale transportas(sen). Hou daarbij ook

rekening met de positionering ten opzichte van de mainports

(lucht- en zeehavens) en de hoofdstromen van de goederen.

• Bepaal het belang van een on site multimodale ontsluiting voor

het type logistieke bedrijven dat zich wil vestigen en stem het

toelatingsbeleid daarop af, bijvoorbeeld met behulp van een

(informeel) uitgifteprotocol.

• Bepaal bij terreinen die wat verder van de snelwegen liggen, de

routes die gebruikt moeten worden om het terrein te bereiken.

Neem eventueel maatregelen zodat dit de hoofdroutes worden.

Overweeg om circulatie (via een bepaalde route heen, via een

andere route terug).

• Zorg dat aansluitingen van bedrijventerreinen naar het

hoofdwegennet gedimensioneerd zijn op het aanbod van

(vracht)verkeer.

• Streef naar mobiliteitsmanagement voor het personeelsvervoer.

Start met een onderzoek naar de huidige vervoerswijze en

de wensen van de werkgevers/werknemers op het terrein.

Dit biedt aanknopingspunten voor vervolgstappen. Voor dit

type onderzoeken zijn soms subsidies beschikbaar vanuit de

provinciale overheid (bijvoorbeeld het pendelfonds), omwille

van het belang aan een bereikbare regio en duurzaam woon-

werkverkeer.

Interne bereikbaarheid:

• Zorg voor een passend wegprofiel (minimaal 7 meter) waarin

voldoende ruimte is voor afbuigende vrachtwagens, zonder dat

de wegen te breed zijn. Het verdient de voorkeur om tussen de

rijweg en het bedrijfsperceel een voldoende brede, groene berm

aan te brengen.

• Streef naar een logische en herkenbare (hoofd)

ontsluitingstructuur. Een ringstructuur zorgt voor een goede

doorstroming. Op grotere terreinen is een duidelijke hiërarchie

van wegen van belang. Maak deze hiërarchie duidelijk met

zichtbare verschillen in het wegbeeld.

• Scheid het langzaam en snel verkeer zo veel mogelijk. Dit is van

belang in het kader van een goede doorstroming en stimuleert

tevens het fietsgebruik als alternatief voor de auto. Ook hebben

vrijliggende of gemarkeerde fietsstroken in de praktijk een

belemmerende werking voor parkeren langs de weg.

• Zorg voor een heldere en uniforme signalisatie vanaf de (gewest)

wegen naar het terrein, voor signalisatieborden ter hoogte van

kruispunten en voor signalisatie naar de individuele bedrijven.

Page 53: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

45

Parkeren:

• Regel bij nieuwe bedrijventerreinen in het RUP en in de

koopakte dat parkeren voor medewerkers en vrachtwagens

verplicht is op het eigen terrein. Hiervoor is een maximaal

bebouwingspercentage van 70 -75 % op het perceel aan te

bevelen. Voorzie een parkeerverbod in de algemene ruimte.

• Op nieuwe terreinen kunnen meer en minder aantrekkelijke

functies gekoppeld worden. Bijvoorbeeld de bouw van een

tankstation op een logistiek terrein kan gepaard gaan met het

realiseren van een parkeerplaats voor vrachtwagens (met een

minimale omvang).

• Op bestaande terreinen met parkeeroverlast kunnen een aantal

basisvoorzieningen de negatieve effecten tegengaan. Het

plaatsen van afvalbakken en mobiele toiletunits kan helpen om

de overlast zoveel mogelijk te beperken.

• Zorg voor een goede bewegwijzering naar en een duidelijke

communicatie over het bestaan van gratis (onbewaakte) en

bewaakte truckparkings in de regio. Bedrijven kunnen het

gebruik hiervan stimuleren.

Don’ts

Externe bereikbaarheid:

• Laat de zorg voor externe bereikbaarheid niet aan de bedrijven

over, maar neem als overheid het initiatief en betrek bedrijven

hierbij.

Interne bereikbaarheid:

• Ontsluit geen andere gebieden via het bedrijventerrein en

vermijd doorgaande routes over het terrein.

• Voorkom doodlopende wegen. Indien deze aanwezig zijn, zorg

dan voor ruim bemeten keerlussen.

• Laat vrachtwagens die bij bedrijven aankomen of vertrekken

niet manoeuvreren op de openbare weg en verplicht bedrijven

hiervoor op eigen terrein ruimte te creëren.

Parkeren:

• De parkeerproblemen te lang gedogen. Hierdoor loopt de

problematiek vaak uit de hand en is ingrijpen complex.

• Stel geen parkeerverbod in de openbare ruimte in wanneer er

geen alternatieve parkeerplaatsen in de nabijheid beschikbaar

zijn. Een integrale aanpak is dan ook vaak een vereiste.

BERE

IKBA

ARH

EID

EN

PA

RKER

EN

Page 54: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

46

Tips

Externe bereikbaarheid:

• Een bedrijvenvereniging of parkmanager kan een belangrijke

initiërende rol spelen bij het zoeken naar oplossingen voor

de bereikbaarheidsproblematiek van het bedrijventerrein.

Bijvoorbeeld richting openbaar vervoersbedrijven, gemeente

of provinciale overheid. Is er geen parkmanager, dan kunnen

bedrijven een ‘werkgroep mobiliteit’ oprichten.

• De bedrijvenvereniging of parkmanager kan een belangrijke

informerende en stimulerende rol hebben om meer werknemers

gebruik te laten maken van het openbaar of collectief vervoer,

carpool of de (elektrische)fiets. Goede communicatie over de

problematiek en de meerwaarde van alternatieve vervoerswijzen

voor de bereikbaarheid van het bedrijventerrein als geheel kan

bedrijven en hun werknemers over de streep trekken om hier

bewuster mee om te gaan.

• Zorg ervoor dat werknemers een prettige omgeving hebben

om te wachten op het openbaar vervoer. Denk aan een overdekt

bushokje met de juiste verlichting.

• Hou bij het ontwerp van nieuwe bedrijventerreinen rekening

met een toekomstige uitbreiding/groei van het aantal

verkeersbewegingen door in het wegprofiel ‘groeiruimte’ op te

nemen die in eerste instantie groen wordt ingericht (van groen

naar groei).

• Om collectief bedrijfsvervoer tot een succes te maken,

moet dit vervoer deur-deur worden aangeboden, moet de

reistijd hetzelfde (of korter) zijn en de prijs ervan dezelfde (of

goedkoper). Werknemers zijn immers moeilijk uit de auto te

krijgen vanuit een vrijheidsgevoel. Werkgevers kunnen ook

alternatieven voor de auto stimuleren door bijvoorbeeld een

hogere reiskostenvergoeding te geven aan zij die niet met de

• wagen komen.

• Interne bereikbaarheid:

• Subsidieregelingen kunnen interessant zijn om bijvoorbeeld

een signalisatiesysteem te realiseren. Een voorbeeld zijn de

projectoproepen die POM Antwerpen jaarlijks organiseert in het

kader van ‘duurzame acties op bedrijventerreinen’.

• Bij het realiseren van een signalisatiesysteem gelden een aantal

basisprincipes: gebruiksvriendelijk, eenvoudig te onderhouden,

herkenbaar, uniform, flexibel.

Parkeren:

• Denk op nieuwe terreinen mee met bedrijven die ambitie

hebben om te groeien en stem de parkeerbehoefte daarop af.

Het stellen van een maximaal bebouwingspercentage op de

bedrijfspercelen (70 % - 75 %) kan ook helpen om parkeergebrek

op eigen terrein op termijn zoveel mogelijk te voorkomen.

• Creatieve oplossingen voor parkeerproblemen komen vaak tot

stand op terreinen waar bedrijven elkaar kennen. Het organiseren

van netwerkborrels of een jaarlijkse BBQ kan een belangrijke

eerste stap zijn richting onderlinge samenwerking op het gebied

van parkeerproblemen.

• Verken de mogelijkheden om een braakliggend of onbebouwd

bedrijfsperceel in te richten om (tijdelijk) collectief te parkeren.

• Op bestaande terreinen kunnen bedrijven gezamenlijk verkennen

in hoeverre chauffeurs van elkaars faciliteiten gebruik kunnen

maken. Een goede onderlinge samenwerking en afspraken zijn

hierbij van belang.

Page 55: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

47

Instrumenten

Provinciaal Mobiliteitspunt & pendelfonds

Het provinciaal Mobiliteitspunt Antwerpen, een samenwerking

tussen het Vlaamse Gewest en de provincie Antwerpen, werd

opgericht in het kader van het Pendelplan. Met het Pendelplan wil de

Vlaamse regering het aandeel van de auto in het woon-werkverkeer

terugdringen ten voordele van de fiets en het openbaar vervoer. Het

provinciaal Mobiliteitspunt Antwerpen is opgericht voor werkgevers

die op zoek zijn naar informatie, documentatie of advies over

duurzaam woon-werkverkeer, ondersteuning bij de opmaak van een

bedrijfsvervoerplan en bij de opmaak van subsidiedossiers voor het

pendelfonds.

Lees meer: www.provant.be of www.pendelfonds.be

Flanders Logistics

De Vlaamse overheid wil bedrijven graag helpen bij het zoeken naar

de meest efficiënte en optimale vervoersmodus voor hun goederen.

Hiervoor kunnen bedrijven een beroep doen op de Flanders Logistics-

consulenten. Samen met het bedrijf gaan zij na hoe de logistieke

keten van het bedrijf geoptimaliseerd kan worden. Deze Flanders

Logistics consulten staan gratis ter beschikking. Het zijn experts

die een brede kijk hebben op de multimodale transportmarkt en

bedrijven kunnen begeleiden en ondersteunen bij beslissingen over

logistieke activiteiten. Flanders Logistics biedt daarnaast ook veel

informatie, activiteiten, opleidingen enzovoort, ter ondersteuning

van de logistieke sector.

Lees meer: www.flanderslogistics.be

Ga ‘voort op het spoor’ en zet ‘vaart in je vracht’

Multimodaal vervoer wordt beschouwd als een van de oplossingen

voor zowel bedrijfsinterne logistieke problemen als voor het

tegengaan van negatieve maatschappelijke effecten door een

te eenzijdig modusgebruik. Vanuit dit perspectief is een verdere

ondersteuning van het multimodaal vervoer belangrijk. In dit kader

is de website ‘Multimodaal Vlaams-Brabant’ opgericht. Deze website

is een pilootproject van POM Vlaams-Brabant en de vakgroep

MOSI-T van de VUB. Het project is gerealiseerd met de steun van

EFRO, Agentschap Ondernemen en de provincie Vlaams-Brabant.

Multimodaal Vlaams-Brabant wil twee grote hindernissen die een

modal shift belemmeren, uit de weg ruimen:

Bedrijven weten niet wat de mogelijkheden zijn voor hun specifieke

situatie en hebben geen idee welke impact deze kunnen hebben op

de totaalprijs van hun vervoer/logistieke operaties.

Bedrijven weten niet wie ze moeten contacteren voor meer

gedetailleerde informatie of wanneer ze daadwerkelijk een modal

shift willen realiseren.

De bedoeling van het project is om verladers, logistieke

dienstverleners en andere logistieke partners meer bewust te maken

van de mogelijkheden van intermodaal transport. Via de website

kunnen bedrijven de transportprijs en de CO2-uitstoot van elke

transportmodus (weg, spoor en water) berekenen.

Lees meer: www.multimodaalvlaamsbrabant.be

BERE

IKBA

ARH

EID

EN

PA

RKER

EN

Page 56: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek
Page 57: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

49

Het economische en maatschappelijke belang van het realiseren

van ruimtelijke kwaliteit op (logistieke) bedrijventerreinen is in

de afgelopen jaren steeds meer toegenomen. Goede ruimtelijke

kwaliteit vormt de essentiële basis voor de waardevastheid van

grond en gebouwen. Het belang van ruimtelijke kwaliteit wil niet

zeggen dat op alle plaatsen naar de hoogst mogelijke kwaliteit

gestreefd dient te worden. Belangrijker is dat de kwaliteit bijdraagt

tot het goed functioneren van een gebied, nu en in de toekomst.

In dit boek gaat het dan ook om ruimtelijke kwaliteit in relatie tot

logistieke bedrijventerreinen en hun gebruikers.

Ruimtelijke kwaliteit op logistieke terreinen

Echte logistieke terreinen zijn vooral functioneel van aard. Toch kan

een hoge gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde

voor logistieke ondernemers een groot verschil maken. We spreken

over een hoge gebruikswaarde van logistieke terreinen wanneer de

opzet en inrichting van het terrein (in samenhang) bijdragen aan een

efficiënte afhandeling van de logistieke activiteiten van de bedrijven.

De toekomstwaarde hangt samen met de mate waarin het terrein

kan inspelen op de wisselende behoeften van bedrijven vandaag en

in de toekomst. Zo zien we vaak dat omgevingsfactoren veranderen

waardoor het goed functioneren van een bedrijventerrein na verloop

van tijd afneemt. Als die beperkingen te groot worden, verlaten

bedrijven het terrein. Leegstand is een duidelijke indicator dat het

niet goed zit met de gebruiks- en toekomstwaarde van een terrein.

Voor logistieke bedrijventerreinen is de belevingswaarde relevant

voor zover ze bijdraagt aan het optimaal functioneren van de

kernactiviteiten: transport, logistiek en distributie. Belangrijke

aspecten van belevingswaarde voor logistieke terreinen zijn:

- de herkenbaarheid van het terrein als logistiek park door

zichtbare kenmerken (identiteit);

- de leesbaarheid van de structuur die het functioneren

ondersteunt (bij oriëntatie bijvoorbeeld);

- de aantrekkelijkheid van terrein en gebouwen als plaats om

te werken.

In dit ideeënboek worden de aspecten gebruikswaarde en

toekomstwaarde al in andere hoofdstukken behandeld. In dit

hoofdstuk richten we ons daarom op de belevingswaarde ofwel

beeldkwaliteit.

Taak voor overheid en bedrijven samen

Voor de beeldkwaliteit van de openbare ruimte is de overheid

verantwoordelijk. De beeldkwaliteit van de bedrijfspercelen is de

verantwoordelijkheid van de bedrijven. Een waarnemer maakt dit

onderscheid echter niet. Hij ziet een bedrijventerrein als geheel, een

combinatie van openbare ruimte, bedrijfspercelen en gebouwen.

Daarom is de samenhang tussen de kwaliteit van openbaar en privaat

terrein van belang en is overleg en afstemming noodzakelijk voor een

goed resultaat. Hulpmiddelen hierbij zijn een beeldkwaliteitsplan of

een supervisor die de kwaliteit en samenhang stimuleert.

5. Ruimtelijke kwaliteit

RUIM

TELI

JKE

KWA

LITE

IT

Page 58: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

Woningen tussen logistieke bedrijven dient men te voorkomen Leegstand is slecht voor het imago

Page 59: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

51

5.1 Herkenbaarheid van het terrein

Terreinen die in de loop der jaren geleidelijk zijn gegroeid en

uiteenlopende gebruikers kennen, missen vrijwel altijd een

stedenbouwkundige lijn. Percelen hebben wisselende afmetingen,

de gebouwen steeds andere vormen, materialen en kleuren, en de

terreinen worden anders ingericht en gebruikt. In vele gevallen is door

de groeiwijze ook geen sprake van een heldere ontsluitingsstructuur

noch van heldere grenzen die aangeven waar de ene functie overgaat

in de andere. Het terrein vormt geen eenheid, niemand voelt zich

verantwoordelijk en een goede uitstraling is in deze gevallen ver te

zoeken.

Bedrijven kunnen hier individueel weinig aan veranderen. Wel kan

men door onderlinge afspraken verbeteringen tot stand brengen.

In geval van nieuwe ontwikkelingen kan de overheid richtlijnen

meegeven, zodat een stedenbouwkundige lijn zichtbaar wordt.

Op slimme logistieke bedrijventerreinen is een goede beeldkwaliteit

een instrument om het optimaal functioneren van het terrein te

ondersteunen. De juiste aandacht voor beeldkwaliteit versterkt de

identiteit en herkenbaarheid van een terrein: er ontstaat onmiddellijk

een associatie met logistiek en distributie. Het bestemmingsverkeer

weet meteen ”ik zit hier goed”. Dit vergroot de aantrekkelijkheid van

het terrein voor logistieke bedrijven.

Principes die de herkenbaarheid van een terrein als samenhangend

geheel vergroten, zijn:

- stedenbouwkundige eenheid (5.1.1);

- samenhang in architectuur (5.1.2);

- herkenbare randen en grenzen (5.1.3);

- herkenbare ingang(en) (5.1.4);

- een naam voor het terrein (5.1.5).

Vermijd opslag die vanaf de openbare weg zichtbaar is Verwacht men hier goede zorg voor zijn goederen?

HER

KEN

BAA

RHEI

D T

ERRE

IN

Page 60: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

52

Overzichtelijke indeling van het terreinHet Delta 3 terrein in Dourges (F) heeft een snel herkenbare structuur parallel aan het kanaal. De brug over het kanaal en de grote rotondes zijn oriëntatiepunten op de hoofdroute. Let ook op de interne ontsluitingsroutes op de terreinen van de bedrijven zelf. Rondom verschillende loodsen zijn circulatieroutes aangelegd. Hierdoor is er geen vermenging met het doorgaand verkeer.

Page 61: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

53

Open bebouwing biedt overzichtIn Waalwijk (NL) wordt op het hele terrein een ruime opzet gehanteerd met terugkerende, brede profielen. Dit werkt overzichtelijkheid in de hand.

Herkenbare structuur op het terrein van Transportzone Meer. De ontsluitingsstructuur is ringvorming zodat chauffeurs niet hoeven terugrijden. Vrijwel alle gebouwen staan in dezelfde richting. Zo ontstaan rechthoekige, goed bruikbare percelen en een herkenbare structuur.

5.1.1 Principe: stedenbouwkundige eenheid

Bedrijventerreinen kunnen onoverzichtelijk zijn door een grote

variatie in gebouwen, materialen, bouwhoogten, afmetingen en

inrichting van de percelen. Dat is niet bevorderlijk voor de beeld-

kwaliteit of eerste indruk van het terrein. Op moderne terreinen

wordt daarom gestreefd naar een zekere stedenbouwkundige

eenheid. Deze kan worden gerealiseerd door het ontwerpen van

een functionele, herkenbare ontsluitingsstructuur, een duidelijke

afbakening (zonering) van functies, een krachtig vormconcept en

een eenduidige inrichting van de openbare ruimte. We vinden het

raadzaam om de zorg voor een zekere eenheid mee te nemen in de

ontwikkeling van nieuwe plannen.

Via de verankering van stedenbouwkundige voorschriften in ruim-

telijke uitvoeringsplannen kan de overheid op stevige wijze eenheid

afdwingen. Het nadeel is wel dat dit ten koste gaat van flexibiliteit.

Het aanpassen van ruimtelijke uitvoeringsplannen is een werk van

lange adem; voorschriften die je op deze wijze verankert, zijn dus

doordacht en gelden voor de lange termijn. Een alternatief is het

opmaken van inrichtingsplannen die de gemeente door de eigen

gemeenteraad laat ratificeren. Dergelijke inrichtingsplannen kunnen

richtlijnen bevatten inzake bouwhoogte, rooilijnen en zo meer. Deze

plannen moeten bij de terreinuitgifte voldoende geëtaleerd worden,

zodat geïnteresseerde partijen (ontwikkelaars of bedrijven) beseffen

waaraan en waaraf. Bij de verkoop kunnen de richtlijnen verankerd

worden in de notariële akte, waardoor ze een zakelijk karakter

krijgen. In Nederland werken gemeenten handboeken uit waarin zij

eventuele inrichtingsplannen helder communiceren. Een voorbeeld

is te vinden op www.eindhoven.nl onder de rubriek Inwonersplein >

leefomgeving > handboek openbare ruimte.

Bij de ontwikkeling van een terrein kan een ruime opzet een sterke

bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit. Anderzijds leidt het tot

een extensief gebruik van de ruimte, wat niet wordt beoogd. Het

ligt dan ook voor de hand dat, vanuit een oogpunt van zorgvuldig

ruimtegebruik, bij de keuze voor een ruime opzet tegelijkertijd

wordt gestreefd naar een hogere bebouwing, zodat de verhouding

tussen terrein- en bedrijfsvloeroppervlak verantwoord is.

HER

KEN

BAA

RHEI

D T

ERRE

IN

Page 62: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

54

Inpassing van nieuwe bedrijven naast een bestaande boerderij waarin een bedrijf aan huis is toegestaan. Met richtlijnen en supervisie is goede beeldkwaliteit bereikt. De bedrijven sluiten qua rooilijn, hoogte en kleurgebruik aan bij de bestaande boerderij. Zo ontstaat een mooie combinatie van eenheid en afwisseling.

Op dit terrein zorgen afspraken over hoogte, vorm en kleurgbruik voor samenhang in de bedrjifsbebouwing. De doorlopende hagen en de groenstrook versterken het geheel waardoor een aantrekkelijk ensemble ontstaat.

Page 63: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

55

Op dit bedrijventerrein zijn richtlijnen gegeven voor materialen en kleuren en aanplanting op de erfgrens. Er ontstaat onmiddellijk een herkenbaar stedenbouwkundig geheel. Door de haag ontstaat een duidelijke eenheid in het beeld waardoor meer variatie in terreininrichting en bebouwing mogelijk is.

5.1.2 Principe: samenhang in architectuur

Op logistieke terreinen is de architectuur niet altijd aantrekkelijk.

Vaak ziet men grote, gesloten loodsen met lange wanden in grauwe

kleuren. Elk bedrijf en elk gebouw is veelal anders waardoor de

gebouwen vaak variabel zijn geplaatst op de percelen. Het is dan

moeilijk overzicht te krijgen.

De verschillen met gebouwen in de omgeving kunnen eveneens

groot zijn. Dit roept aversie op bij de omwonenden en een

onaangenaam gevoel bij de mensen die er moeten werken.

Als bestaande bebouwing moet worden ingepast, ontstaan nog

wel eens dissonanten. Dat is niet nodig als een beetje zorg aan de

beeldkwaliteit wordt besteed en architecten aandacht hebben voor

de inpassing in de omgeving.

Met relatief simpele middelen kan al veel worden bereikt. Men kan

afspreken om te zorgen voor enige samenhang in de architectuur

zodat de gebouwen voor de toeschouwer een aantrekkelijk

ensemble opleveren en bijdragen tot de herkenning van het terrein

als één geheel.

In conctreto kan men afspraken maken over het bouwen in een

rooilijn, het toepassen van bepaalde materialen en/of kleuren, het

hanteren van een bepaalde hoogte, het plaatsen van accenten

en dergelijke. Ook kan men inspiratie ontlenen aan de omgeving

en rekening houden met de schaal en maat van de aanwezige

bebouwing. Kies bijvoorbeeld voor kleinere bedrijven aan de randen

en grotere en hogere gebouwen in het midden van het terrein. Dat

verkleint het contrast met de omgeving.

HER

KEN

BAA

RHEI

D T

ERRE

IN

Eenheid in inrichting en architectuurEen voorbeeld met een duidelijke stedenbouwkundige lijn. Deze bedrijfs-gebouwen op Crossways, Dartford (UK) hebben dezelfde materialen en kleuren. Er is eenheid in de verhardingsmaterialen en inrichting van het voorterrein. De bomen begeleiden de route waardoor het duidelijk is hoe deze verder gaat.

Page 64: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

56

Functionele inzet van het groen. De dubbele bomenrij markeert de rand van het logistieke terrein en zorgt tevens voor een ‘verzachting’ naar het omringende landschap. Hoge logistieke bedrijfsbebouwing ligt achter de dubbele bomenrij waardoor de zichtbaarheid vanuit het omringende open landschap vermindert.

Op Vorstengrafdonk bij Oss (NL) wordt de begrenzing van het terrein gemarkeerd met een waterloop. Dit is tevens vanuit veiligheidsoogpunt gunstig: de toegankelijkheid is beter beheersbaar.

Page 65: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

57

Deze aantrekkelijke rand van een logistiek terrein in Waalwijk (NL) biedt mogelijkheden voor verpozen voor personeel.

5.1.3 Principe: herkenbare randen

Gebieden worden als samenhangend geheel herkenbaar indien de

overgangen naar andersoortige gebieden duidelijk zichtbaar zijn.

Het waarneembaar maken van randen en grenzen helpt bij het

herkennen van het gebied als afgebakend geheel.

Bij logistieke terreinen kan het schaalverschil tussen de grote loodsen

en de veel kleinschaliger bebouwing in de omgeving ook een rol

spelen. Dit kan vervreemdend werken waardoor de omgeving het

logistieke terrein als onaangenaam ervaart. Het herkenbaar maken

van de randen wil daarom niet zeggen dat een heel groot contrast

met de omgeving wenselijk is. Een oplossing waarbij het functionele

verschil duidelijk is, maar het schaalverschil geleidelijk wordt

overbrugd, ervaart de omgeving over het algemeen als beter.Dit kan

bijvoorbeeld door aan de rand van het terrein kleinere percelen met

een bescheidener bouwhoogte uit te geven en de rand te markeren

met een groene windsingel of waterloop.

HER

KEN

BAA

RHEI

D T

ERRE

IN

De rand van een logistiek park kan gecombineerd worden met natuur-ontwikkeling. Drie rijen berken vormen een overgang tussen de open natuur en het bebouwde logistieke park.

Page 66: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

58

Kunst als oriëntatiepuntKunstwerken in het midden van een rotonde verwijzen naar de logistiek (containers) en markeren de toegang tot het terrein. Een makkelijk oriëntatiepunt voor chauffeurs.

Afsluitbaar hekDeze afsluitbare poort in Waalwijk (NL) zorgt op een zakelijke manier voor een herkenbare ingang. Het is duidelijk wanneer men ‘binnen’ of ‘buiten’ is.

Eenvoudig bordEen goedkope en eenvoudige manier om de ingang van een logistiek terrein te markeren is het plaatsen van een bord. Bedenk wel dat ook buitenlandse chauffeurs logistieke terreinen bezoeken. Hou hiermee rekening bij de taalkeuze.

Page 67: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

59

5.1.4 Principe: herkenbare ingang

De ingang is de poort die toegang verschaft tot het terrein en vormt

een belangrijk richtpunt voor elke bezoeker. Een onherkenbare

ingang leidt tot zoeken, verkeerd rijden en tijdverlies. Dat is voor

logistieke terreinen onacceptabel.

Het markeren van de ingang kan op talloze manieren en biedt

bovendien kansen om het terrein een eigen identiteit te geven.

Wanneer men hieraan bij de planning al aandacht besteedt, is

de herkenbare ingang eenvoudig mee te nemen in het plan. Op

bestaande terreinen kan men naderhand de ingang alsnog markeren.

Op lokale terreinen wordt soms met opvallende objecten,

zoals kunstwerken, de ingang van het terrein benadrukt.

Bedrijvenverenigingen zijn hiervan vaak de initiator. Dergelijke

ingrepen hoeven niet duur te zijn.

HER

KEN

BAA

RHEI

D T

ERRE

IN

ToegangspoortOpvallende ingang van een bedrijvenpark in Panama.

Markante brugDeze opvallende brug over het Amsterdam-Rijnkanaal in Utrecht (NL) vormt tevens de ingang van het van bedrijvenpark Papendorp. Het kanaal zorgt voor een herkenbare rand, de brug voor een herkenbare ingang.

Page 68: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

60

Poort en naamBij dit logistiek centrum in Geel vormt een poortgebouw de ingang van het bedrijfsperceel. Met een duidelijke naamgeving weet iedereen waar hij is.

Karakteristiek zit in de naamDit Amerikaanse voorbeeld laat zien dat in de naamgeving het multimodale karakter van het terrein valt af te lezen.

Naam op wegwijzerWanneer een bedrijventerrein een eigen naam heeft, is dat makkelijk aan te duiden op de wegwijzers.

Page 69: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

61

5.1.5 Principe: geef een terrein een naam

Niet alle bedrijventerreinen in Vlaanderen hebben een eigen naam.

Soms worden ze genoemd naar een straat of gemeente. Dat kan

verwarrend zijn.

Het zijn net die logistieke bedrijven met veel buitenlandse

chauffeurs die veel baat hebben bij een duidelijke benaming. Zet

op richtingaanwijzers en bij de ingang de naam zodat bezoekers

meteen weten dat ze op de goede plek zijn.

Daar komt bij dat een naam de identiteit en eenheid van een terrein

versterkt. De naam kan zo bij de profilering van het terrein worden

gebruikt. Een naam als ‘Logistics Park Riga’ maakt meteen duidelijk

dat het om een logistiek terein gaat in een parkachtige setting. Een

bedrijf dat op zoek is naar een dergelijke locatie, is dan onmiddellijk

geïnteresseerd.

HER

KEN

BAA

RHEI

D T

ERRE

IN

Combinatie naam en bewegwijzeringOp dit Engelse terrein heeft men gekozen om de naam van het terrein op de bewegwijzeringsborden steeds terug te laten komen. De borden vormen op die manier een terugkerend object op het terrein en dragen daarmee bij aan het geheel.

Naan en logoHier is de terreinnaam gecombineerd met een logo. Een logo kan een beeldmerk vormen voor het terrein en biedt nog snellere herkenning dan een naam.

Page 70: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

Structuur is hier moeilijk te herkennen Voorkom onoverzichtlijke situaties

Page 71: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

63

5.2 Leesbare structuur op het terrein

De vorige paragraaf had betrekking op de herkenbaarheid van het

(logistieke) terrein als geheel. In deze paragraaf richten wij ons op

de structuur van het terrein zelf zodat bedrijven geen knelpunten

ondervinden van de inrichting of onderhoudsstaat van het terrein.

Aandacht voor beeldkwaliteit kan de leesbaarheid van de structuur

van het terrein namelijk bevorderen.

Het begrip structuur heeft te maken met de patroonrelatie tussen de

aanwezige objecten. Er is sprake van structuur indien er in het geheel

van de te onderscheiden delen en elementen een waarneembare

samenhang bestaat. De leesbaarheid van de ruimtelijke structuur

is van wezenlijk belang bij de oriëntatie. Een omgeving die de

oriëntatie vergemakkelijkt, voorkomt bijvoorbeeld onzeker gedrag

en verdwalen.

Leesbaarheid kan bijvoorbeeld door voor de hoofdroute consequent

hetzelfde wegprofiel toe te passen met voldoende terugkerende

herkenningselementen. Dit kan nog versterkt worden door op

belangrijke plekken op het terrein ter oriëntatie accenten in de

bebouwing op te nemen en randen, grenzen en deelgebieden

duidelijk zichtbaar te maken.

Principes die de leesbaarheid van logistieke bedijventerreinen

bevorderen zijn:

- herkenbare hoofdroute;

- scheiden openbaar en privéterrein;

- eenheid in terreinafscheidingen en inritten;

- voldoende oriëntatiepunten.

Waar loopt de weg; van wie is het terrein? Hoe minder borden hoe beter

LEES

BARE

STR

UCT

UU

R

Page 72: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

64

Hoofdroute met vrijliggend fietspadEen duidelijk herkenbare hoofdroute met vrijliggend fietspad, zoals hier op Bijsterhuizen, biedt niet alleen verkeersveiligheid, maar maakt de structuur van het terrein makkelijker leesbaar.

Centrale asOp dit logistiek park in India vormt een centrale as in combinatie met een herkenbare poort de drager voor de structuur van het terrein. De as is opvallend breed en wordt begeleid door bomenrijen.

Hoofdroute aangevenEen eenvoudige manier om op bestaande terreinen de hoofdroute duidelijk te maken, is deze aan te geven op borden. We bevelen dit aan op terreinen met veel gelijk uitziende wegen en door elkaar rijdend verkeer.

Page 73: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

65

Doorgaande lijnenDeze hoofdroute is goed herkenbaar door verschillende ‘doorgaande lijnen’. De opvallende fietssuggestiestroken, de grijze molgoten, groene grasbermen en de voor de hekken geplaatste haag brengen veel eenheid in het profiel. Secundaire wegen hebben een veel eenvoudiger inrichting waardoor het verschil onmiddelijk opvalt.

5.2.1 Principe: duidelijke hoofdroute

Op een logistiek bedrijventerrein vinden veel verkeersbewegingen

op het terrein zelf plaats. Dit kan leiden tot kris-kras-bewegingen

over het terrein, waarbij de weggebruikers elkaar kunnen hinderen

en onveilige situaties kunnen ontstaan. Een duidelijke hoofdroute

bevordert de circulatie en afwikkeling, en veiligheid van het verkeer

op het terrein zelf.

Indien men een hoofdroute aanwijst, kan bij het bepalen van het

profiel ook beter rekening worden gehouden met het gebruik.

Kies bijvoorbeeld op de hoofdroute voor vrijliggende fietspaden

voor de veiligheid. Het personeel zal dan eerder geneigd zijn de

fiets te nemen. Kies voor wat extra breedte zodat het vrachtverkeer

makkelijker door kan rijden. Een goede hoofdroute leidt vanzelf van

de ingang naar de uitgang van het terrein.

Een duidelijke hoofdroute is tevens belangrijk voor de ruimtelijke

kwaliteit. De uitstraling van deze weg bepaalt de indruk van het

terrein en een goede inrichting van de hoofdroute zorgt ervoor

dat ze herkenbaar is en als hoofdontsluiting wordt gebruikt. Basale

elementen zoals straatverlichting, voet- en fietspaden, gras en

bomen kunnen worden benut om duidelijk te maken dat het om de

hoofdroute gaat.

Indien men kiest voor een ruime opzet van het wegprofiel, met

veel aandacht voor architectuur en groen, ontstaat een nette en

representatieve uitstraling. Wanneer men een dergelijk wegprofiel

voor de hoofdroute over het gehele terrein doorzet, ontstaat een

krachtig structurerend element dat bijdraagt aan de ruimtelijke

kwaliteit van het hele terrein.

Hoewel transport, distributie en logistiek niet direct een associatie

met groen en park oproept, krijgen steeds meer nieuwe logistieke

terreinen een parkachtige uitstraling met groenzones, bomen,

parkzones en waterpartijen. Beeldkwaliteitsplannen stimuleren

ondernemers om ook op en rond hun bedrijfsperceel aandacht te

besteden aan beeldkwaliteit.

LEES

BARE

STR

UCT

UU

R

Opvallende begeleidingDe hoofdroute van dit bedrijventerrein met sterk logistiek accent springt in het oog door de opvallende straatverlichting langs de weg. Deze is over het gehele terrein langs de hoofdroute toegepast.

Page 74: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

66

Groene haag vormt vriendelijke grensOp dit terrein zorgen de doorlopende groene haag en het opvallende rode asfalt van het fietspad voor continuïteit in het wegbeeld.

Een als park ingerichte overgangHier wordt de naam ‘Logistics Park’ letterlijk zichtbaar in de overgang tussen de weg en de bedrijfspercelen door een geaccidenteerde, parkachtige inrichting en kronkelend wandelpad. De opslagloodsen zijn wel via hekwerken met elkaar verbonden om inbraken te voorkomen, maar deze zijn verscholen achter het struikgewas.

Hard en duidelijkMet stalen hekken en slagbomen is deze overgang van de openbare weg naar het privaat terrein van dit logistiek bedrijf zeer duidelijk. Men kan betwisten of dit beeld aantrekkelijk is.

Page 75: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

67

5.2.2 Principe: overgang van weg naar privéterrein

Heel vaak zijn geen duidelijke grenzen tussen openbaar gebied en

privaat terrein waarneembaar. Het ontbreken van een zichtbare

grens leidt tot een onduidelijk beeld, wat meerdere effecten heeft:

• er ontstaat een gebied waar niemand zich verantwoordelijk voor

voelt, wat negatief is naar beheer en onderhoud;

• bedrijven nemen een deel van de openbare ruimte in gebruik

voor bijvoorbeeld parkeren of opslag;

• weggebruikers rijden (per ongeluk) over privaat terrein met

overlast en gevaarlijke situaties tot gevolg.

Bij de aanleg en inrichting van de terreinen dient aandacht te worden

besteed aan de overgang van openbaar naar privéterrein. Het gaat

dan zowel om het markeren van deze grens als om het beeld dat deze

markering oplevert. Het verdient de voorkeur afspraken te maken

over de manier waarop de overgang wordt vormgegeven. Hierbij

kunnen praktische en esthetische aspecten een rol spelen. Bedenk

dat de overgang altijd deel uit zal maken van het wegbeeld en zo

van invloed is op de beeldkwaliteit. Het is wenselijk naar eenheid te

streven.

De maatvoering van inritten dient in samenhang met de wegbreedte

te worden beschouwd. De grote vrachtwagencombinaties zijn bij

smalle inritten genoodzaakt om in te draaien via de linker weghelft,

wat zorgt voor onveilige verkeerssituaties. Tegelijkertijd zijn hele

brede inritten eveneens minder gewenst omdat dit de grens tussen

openbaar en privaat terrein vervaagt en de kwaliteit van de inrichting

benadeelt.

Op moderne terreinen wordt gekozen voor goed vormgegeven

inritten met voldoende indraairuimte voor de vrachtwagens. Een

combinatie met een wat bredere berm biedt vele voordelen. Zo

kan de bermstrook ook worden gebruikt voor vrijliggende fiets- en

voetpaden, kabels en leidingen, het plaatsen van brandkranen, het

situeren van waterlopen voor de afwatering en ga zo maar door.

LEES

BARE

STR

UCT

UU

R

Op dit bedrijventerrein is bij de aanleg van de inritten rekening gehouden met het vrachtverkeer. De afgeschuinde hoeken maken het mogelijk de bocht te maken zonder door het gras te rijden. De lengte van de inrit voorkomt dat de vrachtwagens de linker weghelft nodig hebben om in te draaien.

Page 76: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

68

Hekken en hagen - een heel verschilLinks: Een terrein waar alle bedrijven gelijksoortige hekken hebben. Met deze functionele benadering ontstaat eenheid langs de wegen.Rechts: Op dit terrein wordt een waterloop met steil talud en een haag gebruikt als terreinafscheiding. Bovendien staat de bebouwing daar vlak achter. Dit levert een vriendelijk beeld op.

Gebouw als hekUit oogpunt van beeldkwaliteit ontstaat een hoogwaardige oplossing door de bebouwing dicht op de openbare weg te situeren en tevens als ‘hek’ te laten fungeren. De goed ingerichte, onderhoudsarme groenstrook verhoogt de beeldkwaliteit. De raampartijen op ooghoogte sluiten aan op de menselijke maat.

Page 77: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

69

5.2.3 Principe: eenheid in terreinafscheidingen

Veel logistieke bedrijven plaatsen om veiligheidsredenen hoge

hekken of afrasteringen rondom het terrein. Ook hier kunnen

verschillende vormen, materialen en kleuren een rommelig beeld

opleveren. Hetzelfde geldt voor de breedte en uitvoering van de

inritten van veel bedrijven.

Met richtlijnen voor de terreinafscheiding en vorm en maat van de

inritten kan veel eenheid op het terrein wordt bereikt. Vaak worden

dergelijke richtlijnen in beeldkwaliteitsplannen opgenomen. Ook

kunnen er bij de gronduitgifte afspraken over worden gemaakt.

Aantrekkelijke oplossingen ontstaan indien geen of weinig hekken

nodig zijn om het perceel te beschermen tegen ongewenst bezoek.

Het gebruik van groene hagen levert een heel ander beeld op

dan hekwerken. Ook de gebouwen zelf kunnen een barrière voor

ongewenste bezoekers vormen. In dat geval is goede kwaliteit van

hang- en sluitwerk wel noodzakelijk. Een bijkomend voordeel is dat

passanten op die manier geen rechtstreeks zicht hebben op het

eigen terrein van het bedrijf. Opslag in de open lucht is in zo een

situatie minder storend en er is minder risico op diefstal.

Men kan een afweging maken om sommige functies buiten de hekken

te situeren om de toegankelijkheid te vergemakkelijken. Sommige

bedrijven kiezen er bijvoorbeeld voor het bezoekersparkeren buiten

de omheining te situeren. Dit biedt meer mogelijkheden voor flexibel

gebruik, bijvoorbeeld met de buren.

Hagen brengen rustBoven: foto van bestaande situatie van een terrein met weinig samenhang tussen linker en rechter zijde van de weg. Onder: schetsvoorstel voor een nieuwe inrichting met een symmetrisch straatbeeld begeleid door hagen en bomen biedt een veel rustiger en over-zichtelijker aanblik. Met eenvoudige schetsen kan men ondernemers inspireren tot een aantrekke-lijker inrichting.

LEES

BARE

STR

UCT

UU

R

Page 78: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

70

Accenten in de bebouwingDe bebouwing biedt veel mogelijkheden voor het aanbrengen van accenten die als oriëtatiepunten kunnen werken. Vaak worden de verschillende functies van het gebouw in de gevel zichtbaar gemaakt. Daarmee worden de grote vlakken gebroken en ontstaat een menselijker schaal. Door deze elementen op de juiste plaatsen aan te brengen werken ze ook als herkenningspunt op het terrein.

70

Page 79: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

71

Eenheid en variatieDoor slim kleurgebruik worden de grote loodsen op dit logistieke park opgedeeld in verschillende compartimenten. Op de loodsen zijn grote nummers aangebracht die onderdeel uitmaken van het gevelontwerp. Dit is zowel functioneel als decoratief.

71

5.2.4 Principe: oriëntatiepunten

Om te weten waar we zijn, zijn oriëntatiepunten van groot belang.

Het zijn objecten die op een of andere manier in het oog springen

doordat ze zich onderscheiden van de rest. Oriëntatiepunten zijn

daardoor een functioneel onderdeel van beeldkwaliteit. Ze maken

een bepaalde indruk en helpen zo bij de oriëntatie.

Logistieke bedrijventerreinen missen nog wel eens goede

oriëntatiepunten. De lange, eentonige wanden leveren een saai

beeld op. Door de hoogte van de gebouwen heeft men weinig

uitzicht op de omgeving.

Zowel langs de openbare weg als op de percelen van de bedrijven

kan men oriëntatiepunten aanbrengen. We noemden eerder al

de herkenbare ingang. Op het terrein zelf kunnen bijvoorbeeld

opvallende rotondes ons helpen te bepalen waar we zijn.

Bij de bedrijven biedt de architectuur vele mogelijkheden. De

beeldkwaliteit van gebouwen op zichtlocaties is het meest bepalend

voor het terrein. Het is de eerste indruk die mensen krijgen van het

terrein. Om ruimtelijke kwaliteit te realiseren zou in ieder geval de

bedrijfsbebouwing op de zichtlocaties aan de hoofdontsluitingsweg

een meer representatieve uitstraling dienen te hebben dan de

bebouwing elders op het terrein.

Op nieuwe terreinen kunnen bij de gronduitgifte nadere eisen aan de

architectonische kwaliteit gesteld worden. Een beeldkwaliteitspaln

is in zo een geval een bruikbaar instrument. Op bestaande terreinen

kunnen ondernemers op beeldbepalende locaties gestimuleerd

worden meer aandacht te besteden aan de uitstraling van hun

gebouw. Hier kan een stimuleringsfonds als instrument dienen.

LEES

BARE

STR

UCT

UU

RR

Kunstwerk op rotonde helpt bij oriëntatieIn het openbaar gebied treffen we ook oriëntatiepunten aan. Verkeersknopen die vaak in de herinnering blijven hangen zijn kruispunten met verkeerslichten en rotondes met een opvallend middengebied.

Page 80: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

Betonnen blokken duiden op een ongelukkige terreininrichtingDe kwaliteit van de inrichting laat te wensen over

Page 81: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

73

5.3 Aantrekkelijke werkomgeving

De beeldkwaliteit van een logistiek bedrijventerrein kan het

visitekaartje vormen voor de logistieke bedrijven en een positief

imago creëren bij klanten. Een terrein dat met zorg is ingericht,

geeft vertrouwen dat de logistieke activiteiten ook met zorg worden

uitgevoerd. Vaak is zo een eerste indruk bepalend. Bedrijven die

hoogwaardige producten transporteren en distribueren hechten

dan ook veel belang aan een hoge beeldkwaliteit. Terreinen waar

weinig zorg aan het beeld wordt besteed, geven vaak aanleiding tot

ongewenst gedrag: er ontstaan activiteiten die er niet thuis horen en

de dreiging tot verrommeling en vervuiling is reëel. Dit kan leiden

tot een neerwaartse spiraal waarbij het terrein steeds slechter gaat

functioneren, vastgoed moeilijk verhuurbaar wordt en leegstand

ontstaat. Het zekerstellen van een bepaalde basiskwaliteit is daarom

noodzakelijk.

Een aspect dat we benadrukken is de aantrekkelijkheid van de

werkomgeving voor het personeel. Het is voor de logistieke sector

niet altijd makkelijk voldoende personeel te kunnen werven. Een

aantrekkelijke werkomgeving kan in die situaties het verschil maken.

Voor logistieke beleggers draagt een goede uitstraling en kwaliteit

van het bedrijventerrein dan weer bij aan de vastgoedwaarde en de

verhuurbaarheid van het vastgoed. In hun zoektocht naar nieuwe

bedrijventerreinen eisen ondernemers tegenwoordig een minimale

uitstraling.

Ook vanuit maatschappelijk oogpunt is de beeldkwaliteit op

en rond logistieke terreinen van belang. De weerstand tegen

terreinen is immers vaak groot. Logistieke bedrijventerreinen zijn

veelal ruimtevreters met enorme loodsen met dichte wanden.

Door aandacht te besteden aan de beeldkwaliteit en inpassing in

de omgeving, kan men hiermee rekening houden. Het realiseren

van zeer goede beeldkwaliteit, met name aan de randen, kan een

belangrijke weerstand tegen logistieke terreinen wegnemen.

Belangrijke principes zijn:

- openbare ruimte op orde (5.3.1);

- groen en water goed benutten (5.3.2);

- fatsoenlijke voorterreinen (5.3.3);

- aandacht voor de architectuur (5.3.4).

De onderhoudsstaat van deze gebouwen is onvoldoende Dit mag niet in het zicht staan!

AA

NTR

EKKE

LIJK

HEI

D

Page 82: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

74

Prettige werkomgevingEen bedrijventerrein is ook een werkomgeving waar personeel veel tijd doorbrengt. Het is bekend dat een prettige omgeving bijdraagt aan de productiviteit van medewerkers. Uit enquêtes blijkt ook dat ondernemers belang hechten aan de beeldkwaliteit van het terrein.

Page 83: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

75

Hier is sprake van een goed verzorgde openbare ruimte. Links is het rood geasfalteerde, vrijliggende fietspad zichtbaar. Dan volgt een groene berm waarin praktische voorzieningen zijn geplaatst: degelijke borden voor de bedrijfsnamen, een bushalte met beugels voor fietsen, dan de hoofdrijbaan.

75

Een haag neemt het zicht op de opslagplaats van het bedrijf weg waardoor een veel betere aanblik ontstaat. Het veiligheidshek en de haag zijn hier gecombineerd. Door de keuze voor een groen hek vallen beide ook visueel meer samen.

5.3.1 Principe: openbare ruimte op orde

De openbare ruimte van logistieke terreinen heeft veel te lijden

onder het intensieve gebruik met zwaar materieel. Verharding wordt

stukgereden en straatmeubilair en groen raken beschadigd. Indien

het onderhoud niet op het intensieve gebruik is afgesteld, ziet de

openbare ruimte er snel ‘versleten’ en onverzorgd uit. De onverzorgde

openbare ruimte leidt ertoe dat de bedrijven ook minder aandacht

besteden aan de uitstraling van hun terrein. Daarmee zet zich een

neerwaartse spiraal in.

Op slimme logistieke bedrijventerreinen is rekening gehouden met

dit intensieve gebruik bij het ontwerp van de buitenruimte en de

keuze voor duurzame materialen. De hogere investeringskosten

verdienen zich terug door lagere onderhoudskosten en leveren voor

langere tijd een betere uitstraling op.

AA

NTR

EKKE

LIJK

HEI

D

Page 84: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

76

Een groene zoom om dit logistiek terrein wordt tevens benut voor natuurontwikkeling en waterberging. In de moerasachtige plassen zijn padden en salamanders aangetroffen.

76

Op het bedrijvenpark Medel zijn aan de noordkant van het terrein twee retentievijvers aangelegd. De oevers nodigen uit tot wandelen en zorgen dat het een aantrekkelijk recreatiepark wordt met onder meer fiets- en wandelpaden, bloemrijk grasland, een rietzone en picknickplaatsen. Behalve de landschappelijke waarde hebben de vijvers ook een belangrijke functie bij zware regenval, doordat zij het overtollige water op het bedrijventerrein opvangen.

Page 85: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

77

Een waterloop met groene oevers en bomen zorgt op bedrijventerrein Polanen in Woerden (NL) voor een structurerend element.

77

5.3.2 Principe: groen en water goed benutten

Op sommige terreinen is vrijwel geen ruimte (meer) voor water

en groen. Men krijgt de aanblik van een hard, stenig terrein; een

domein waar auto’s en machines overheersen en waar de afvoer van

regenwater knelpunten oplevert.

Op plaatsen waar wel groen aanwezig is, zijn dit vaak restruimtes

die her en der over het terrein verspreid zijn. Dit groen heeft geen

toegevoegde waarde voor het terrein. Het onderhoud ervan is veelal

inefficiënt en laat te wensen over.

Groen en water kunnen op talloze manieren in het terrein

worden opgenomen indien daar tijdig in het stedenbouwkundig

inrichtingsplan rekening mee wordt gehouden. Zijn de terreinen

eenmaal uitgegeven en bebouwd, dan is het moeilijk nog ruimte

te maken. Kijk naar mogelijkheden om versnipperd groen te

verwijderen en aan der randen de groenstructuur te versterken.

Wellicht kunnen hiervoor ongebruikte percelen dienen.

Door zorg te besteden aan de inrichting van het groen en water

kan de beeldkwaliteit van het terrein worden verhoogd en de

aantrekkelijkheid van de werkomgeving worden verbeterd. Ook

kan een waterpartij een structurerend element vormen dat helpt

bij de oriëntatie. Een groenzone kan de overgang naar de omgeving

verzachten en tevens personeel de gelegenheid bieden een luchtje

te scheppen. Het regenwater van de daken en verharding kan naar

de bergingsvijvers worden geleid. Het groen op de bedrijfspercelen

kan worden geminimaliseerd. Door slimme combinaties stijgt de

ruimtelijke kwaliteit en neemt de functionaliteit toe.

Bedrijven kunnen een bijdrage leveren voor het beheer van deze

gemeenschappelijke groenvoorzieningen. Dit kan georganiseerd

worden via een structuur van gedwongen mede‐eigendom (privé)

of via een bedrijvenvereniging in de vorm van een vzw (overheid/

privé) die de gezamenlijke onderhoudskost volgens een passende

verdeelsleutel doorrekent aan de gevestigde bedrijven.

De waterberging wordt op Hams Hall, Birmingham (UK), gecombineerd met een parkachtige inrichting. Zo is een mooie overgang naar de omgeving ontstaan.

AA

NTR

EKKE

LIJK

HEI

D

Deze afwateringssloot dient tevens om extra ruimte te scheppen in het wegprofiel.

Page 86: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

78

De hier toegepaste waterpartij maakt hekken overbodig.

Een hoogwaardig ingericht voorterrein waar parkeren en groen zijn gecombineerd. Door een projectmatige ontwikkeling van het terrein is de uitstraling van de bedrijfsgebouwen uniform.

De gebouwen op dit terrein zijn in een rooilijn geplaatst. Dat brengt rust in het straatbeeld. De laad- en loskaaien zijn niet zichtbaar, maar de architectonische verbijzonderingen wel. Daardoor is het beeld gevarieerd en blijft de schaal afgestemd op de mensenmaat.

78

Page 87: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

79

Bij het distributiecentrum van Kühne & Nagel in Gebze (Turkije) wordt de groene terreininrichting gekoppeld aan het administratieve deel van het gebouw. Hiermee krijgt het kantoorpersoneel een aangenamer uitzicht en ontstaat een verband tussen binnen en buiten.

79

5.3.4 Principe: fatsoenlijke voorterreinen

De inrichting van voorterreinen laat vaak te wensen over. Veel

verharding voor het manoeuvreren, (slordig) geparkeerde auto’s,

opslag in de open lucht en slecht onderhouden hekwerken bepalen

het beeld.

Er zijn meerdere manieren om dit te voorkomen. De beste manier is

om de laad- en loskaaien aan de zij- of achterkant te situeren. Het

warehouse kan dan tamelijk dicht langs de weg worden gebouwd

met bijvoorbeeld een kleine groenstrook. Een voorbeeld hiervan

staat op bladzijde 68.

Een alternatief is het plaatsen van een visuele afscherming, zoals een

haag of muur, die het terrein aan het oog onttrekt.

AA

NTR

EKKE

LIJK

HEI

D

Op het bedrijventerrein Doornhoek te Veghel (NL) is deze afscherming van metselwerk en geperforeerde platen toegepast om de opslag van materialen op het terrein van dit bedrijf te camoufleren. De foto rechts toont een zijaanzicht. (Deze foto kon genomen worden omdat het aangrenzende perceel nog niet was bebouwd).

Page 88: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

80

Dit terrein heeft een uitstekende balans tussen eenheid en variatie. De doorlopende haag en groene berm zorgen voor eenheid in het straatbeeld. De bouwmassa’s van de bedrijven kennen een duidelijke verwantschap in volume, breedte en hoogte. Bovendien is steeds in de rooilijn gebouwd. Toch zijn alle gebouwen ook verschillend. Er worden andere materialen gebruikt en uiteenlopende accenten geplaatst.

80

Bij grote loodsen verliest men het gevoel van maat. Raampartijen breken grote gevelvlakken en herstellen het evenwicht.

Voorbeelden van decoraties op grote loodsen die hun aanblik aantrekkelijker maken. Hier zijn afbeeldingen gekozen die de passanten een indruk geven van wat er binnen gebeurt.

Page 89: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

81

Hier is een architectonisch contrast aangebracht door de afwisseling tussen sterk horizontaal gerichte en sterk verticaal gerichte bouwdelen. Op deze manier wordt de lange wand van de loods gecompartimenteerd.

81

5.3.5 Principe: aandacht voor de architectuur

Logistieke gebouwen zijn primair functioneel van aard. Bovendien

kunnen de gebruikers nog wel eens wisselen, waardoor een eigen

signatuur vaak achterwege blijft. Toch hoeft dit niet te leiden tot een

beeld van grote grauwe loodsen.

Precies bij grootschalige logistieke bebouwing kan menveel bereiken

door aandscht te schenken aan de architectuur,, bijvoorbeeld met

een aantal accenten op het gebouw. Zo kunnen kantoorfuncties,

kantine en ingangen aanleiding geven voor interessante ingrepen

die de lange en gesloten wanden onderbreken.

Bij bestaande bedrijven kan met enige creativiteit en wat verf nog

veel worden bereikt.

Deze eenvormige loodsen op Radumlya Logistics Park bij Moskou krijgen ieder een eigen kleur die op de hoeken markant aanwezig is. Hierdoor ontstaat verscheidenheid in de eenheid.

AA

NTR

EKKE

LIJK

HEI

D

Opvallende kleuren en het gebruik van verschillende bouwmaterialen maakt dit lange bedrijfsgebouw aantrekkelijk.

Page 90: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

82

Do’s

• Neem als ontwikkelaar het initiatief om richtlijnen voor de

beeldkwaliteit te hanteren. Eeen beeldkwaliteitsplan kan daarbij

een goed instrument zijn.

• Stel niet te hoge eisen, maar eisen die passen bij een logistiek

terrein.

• Zet de beeldkwaliteit functioneel in. Bijvoorbeeld om de

oriëntatie en inpassing te verbeteren. Ondernemers zullen

zien dat dit een praktisch voordeel oplevert en zullen deze

beeldkwaliteit overnemen voor hun eigen bedrijf.

• Geef zelf het goede voorbeeld.

• Kies op bestaande verouderde terreinen voor een integrale

aanpak waarbij ondernemers, gemeente en eventueel ook de

politie gezamenlijk kijken naar de knelpunten en oplossingen

in de openbare ruimte. Aangezien veel problemen met elkaar

samenhangen, is een integrale toekomstvisie en aanpak

noodzakelijk. Ondernemers kunnen dit initiëren.

• Cluster zoveel mogelijk de groen- en wateropgave vanuit

beeldkwaliteit en recreatief gebruik. Randen van terreinen

bieden hiervoor kansen en zorgen voor de minste conflicten met

de verkeersbewegingen op het terrein.

• Maak tussen ondernemers en overheid afspraken over het

beheer en onderhoud van de openbare ruimte, de toe te passen

materialen en groensoorten in de openbare ruimte, zodat de

uitstraling van het terrein en de beheerkosten in balans blijven.

Zo kan een groenbeheerder meedenken met het groenplan.

• Laat bij de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein in

een vroeg stadium een multidisciplinair team met logistieke

bedrijven en/of verhuurders, meedenken over de inrichting van

een terrein, zodat een overzichtelijk, verzorgd én functioneel

terrein gerealiseerd kan worden.

Don’ts

• Laat eisen niet te snel los als blijkt dat de uitgifte langzamer loopt

dan verwacht. Op korte termijn leveren toegevingen financieel

voordeel op (snelle uitgifte), maar dit komt de ruimtelijke

kwaliteit en daarmee de duurzaamheid van de locatie niet ten

goede.

• Een mooi bedrijventerrein aanleggen zonder na te denken over

duurzaam beheer is niet slim. Om te voorkomen dat de uitstraling

van het terrein na uitgifte snel afneemt, dienen er afspraken

gemaakt te worden tussen bedrijven en ontwikkelaar/beheerder

over het beheer en onderhoud. Parkmanagement biedt hiervoor

een instrument en zou bij nieuwe terreinen verplicht gesteld

moeten worden.

• Kies niet voor teveel groen en te dichte begroeiing, maar zorg

voor een zo open mogelijke groenstructuur met gras en bomen

ten behoeve van de verkeersveiligheid en in het kader van

inbraakpreventie.

Page 91: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

83

Tips

• Regionale concurrentie is niet bevorderlijk voor het realiseren

van ruimtelijke kwaliteit. Het is wenselijk om op provinciaal of

regionaal niveau tot een afstemming te komen om te voorkomen

dat buurgemeenten elkaar beconcurreren en op die manier de

realisatie van ruimtelijke kwaliteit op nieuwe bedrijventerreinen

negatief gaan beïnvloeden. Op provinciaal of regionaal niveau

kan gestuurd worden op het komen tot onderlinge afstemming

en afspraken tussen gemeenten. Hiermee kan voorkomen

worden dat onderlinge concurrentie tussen buurgemeenten

een negatieve invloed heeft op het realiseren van ruimtelijke

kwaliteit op nieuwe bedrijventerreinen.

• Een uitgiftebeleid kan helpen om zorgvuldige afwegingen te

maken of een bedrijf geschikt is voor het bedrijventerrein.

• Via parkmanagement kunnen ondernemers afspraken

maken met de overheid om mee te betalen aan een hoger

beheer- en onderhoudsniveau van de openbare ruimte.

Een andere mogelijkheid is dat de betrokken overheid

de beheer- en onderhoudbudgetten overhevelt naar de

parkmanagementorganisatie. Dan hebben ondernemers alle

vrijheid om met gemeentelijke en eigen budgetten te sturen op

een duurzaam beheer van de openbare ruimte.

• Grijp op tijd in bij veroudering. Als men niet te lang wacht, kan

met relatief eenvoudige maatregelen de kwaliteit van het terrein

vaak weer op het gewenste niveau worden gebracht.

Instrumenten

Verschillende instrumenten kunnen ruimtelijke kwaliteit en

beeldkwaliteit in het bijzonder verbeteren.

Op nieuwe terreinen kunnen bij de uitgifte nadere eisen gesteld

worden. Op het bedrijventerrein Bijsterhuizen (gemeente Nijmegen/

Wijchen, NL) wordt hier bewust naar gestreefd. Zo is er een specifieke

Architectuur Begeleidings Commissie (ABC) aangesteld die de

aanvragen beoordeelt met als doel om de planvorming op zowel

de zichtlocaties als niet-zichtlocaties te begeleiden en individuele

plannen op elkaar af te stemmen. Om geen afbreuk te doen aan de

diversiteit en de bedrijven geen strak keurslijf van architectonische

regelgeving op te dringen, is gekozen voor maatwerk. De begeleiding

van de ABC voor de locaties op Bijsterhuizen vindt plaats aan de

hand van een aantal architectonisch/stedenbouwkundige eisen,

zoals verwoord in de nota ‘Ruimtelijke Richtlijnen Bijsterhuizen’ en

het bestemmingsplan. Hoewel de eisen streng zijn, zijn ook de

bedrijven die hier weerstand tegen hadden achteraf gezien blij en

trots op het eindresultaat.

Op bestaande terreinen kan het veel effect hebben om als overheid

zelf het goede voorbeeld te geven door de openbare ruimte op te

knappen. Achterstallig onderhoud van de openbare ruimte inspireert

ondernemers zeker niet om meer aandacht te besteden aan de

aanblik van het terreinen en gebouwen. Een stimuleringsfonds, zoals

als het gevelstimuleringsfonds voor Elst Zuidoost (NL), kan een extra

zetje in de rug betekenen.

RUIM

TELI

JKE

KWA

LITE

IT

Page 92: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

84

Instrumenten

Beeldkwaliteitsplan

Een belangrijk en veel toegepast instrument in Nederland is het

beeldkwaliteitsplan. Dit kan juridisch aan het bestemmingsplan

worden gekoppeld, maar ook onderdeel uitmaken van de

grondverkoopovereenkomst. Op die manier is het bindend voor

particulieren. Het instrument is het laatste decennium in Nederland

meer en meer toegepast op bedrijventerreinen om de kwaliteit

van de gebouwen en de directe omgeving te verbeteren. Het plan

biedt richtlijnen die het gewenste beeld voor het gehele terrein

en eventueel per deelgebied zichtbaar maken. Daarnaast biedt

het beeldkwaliteitsplan randvoorwaarden die de plannen en

het ruimtegebruik moeten respecteren. De stedenbouwkundige

richtlijnen en randvoorwaarden vormen de basis voor het traject

rond grondverkoop en bouwvergunning.

Hoofduitgangspunt van het beeldkwaliteitsplan is het creëren van

een eigen identiteit voor het betreffende bedrijventerrein. Men

verkrijgt een duidelijke identiteit door een heldere en herkenbare

inrichting van de openbare ruimte en door eenduidige criteria op

te leggen voor de bebouwing en perceelinrichting. Maar meer nog

dan bij de openbare ruimte worden voor de private percelen heldere

richtlijnen opgesteld. Dat betreft doorgaans de inrichting van het

perceel, de positie van de bebouwing, de bebouwingshoogte, massa

en vorm, kleur en materiaal.

Kwaliteitsteam of supervisor

Een goede manier om ‘maatwerk kwaliteit’ tot stand te brengen

is het aanstellen van een supervisor of kwaliteitsteam. Deze kan

consequent een bepaalde kwaliteit nastreven. Dit gebeurt in

overleg met de initiatiefnemer/architect, die zijn plan aan het team

of de supervisor voorlegt. Hierbij neemt de supervisor de rol van

regisseur op zich, terwijl het kwaliteitsteam (samengesteld uit

bijvoorbeeld een stedenbouwkundige, een landschapsarchitect,

een cultuurhistoricus) gezamenlijk adviseert over de ruimtelijke

kwaliteit.

Deze manier van werken komt het best tot zijn recht in overleg:

het team en de supervisor overleggen met de initiatiefnemer

over de optimale kwaliteit, bruikbaarheid, aantrekkelijkheid

en duurzaamheid. Vanzelfsprekend gebeurt dit overleg in de

ontwerpfase.

Page 93: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

85

Kwaliteitshandboek

Op het bedrijvenpark Medel bij Tiel (NL) wordt de kwaliteit bewaakt

door het parkmanagement met behulp van een kwaliteitshandboek

de zogenaamde ‘Medelmap’. Hiermee wordt de waardevastheid

van terrein en vastgoed, een hoogwaardige werkomgeving en

de veiligheid beter gewaarborgd. In deze map is alles terug te

vinden: van de voorwaarden met betrekking tot de aankoop van de

grond tot en met het planten van de bomen. Alles is omschreven

zodat de uitgangspunten voor de ondernemers en eigenaren

helder zijn. De uitgangspunten over rooilijnen, bouwhoogtes,

bebouwingspercentages, architectuur en groenstructuur die nodig

zijn om een nette en rustige uitstraling te creëren zijn vastgelegd in

het bestemmingsplan. In de koopakte worden bedrijven gewezen

op de voorschriften.

Voor meer informatie zie:

www.medel.nl

Stimuleringsfonds

Waar de aanblik van percelen en gebouwen op bestaande

bedrijventerreinen te wensen overlaat, kan een gevelstimulerings-

fonds worden opgezet dat het voor bedrijven aantrekkelijk maakt

om aanpassingen uit te voeren die de uitstraling verbeteren.

Bijvoorbeeld op bedrijventerrein De Aam in Elst (bij Nijmegen, NL)

is een dergelijk fonds opgezet. Daarbij zijn suggesties en richtlijnen

meegegeven om in aanmerking te komen voor subsidie.

Bedrijven die op basis van een ontwerp de beeldkwaliteit van

hun voorterrein en/of gevel willen verbeteren, krijgen hiervoor

een subsidie tot een maximaal bedrag. Wanneer ondernemers

samen met andere bedrijven een ontwerp laten maken voor meer

gebouwen en voorterreinen, kunnen zij een gezamenlijke aanvraag

indienen. De ontwerpkosten worden daarmee goedkoper en er blijft

meer geld over voor de uitvoering. Bovendien wil de gemeente

die samenwerking stimuleren: de maximale bijdrage per bedrijf is

hoger bij een collectieve aanvraag. De bedrijven die een collectieve

aanvraag indienen, hoeven niet aan elkaar te grenzen.

Voor meer informatie zie:

www.elstzuidoost.nl/Projecten/BedrijventerreinDeAam

RUIM

TELI

JKE

KWA

LITE

IT

Page 94: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek
Page 95: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

87

Het bieden van voldoende ruimte om te functioneren en te groeien

is voor de logistieke sector van groot economisch belang. Dit stelt

eisen aan de minimale omvang en vorm van de percelen en aan de

mogelijkheden om op perceelniveau magazijnen te bouwen, die

voldoen aan de meest recente markteisen.

Tegelijkertijd wordt de druk op de beschikbare ruimte in Vlaanderen

steeds groter en is het maatschappelijk van belang om zorgvuldig

om te gaan met de schaarse ruimte. Vooral de logistieke sector

heeft het imago van ruimtevreter. Duurzaam omgaan met de

ruimte betekent dat zorgvuldig en efficiënt ruimtegebruik centraal

dienen te staan bij de (her)ontwikkeling van bedrijventerreinen. Een

flexibele en efficiënte verkaveling en het clusteren van gezamenlijke

voorzieningen dragen hier bijvoorbeeld aan bij.

Op bestaande terreinen betekent zorgvuldig ruimtegebruik vooral

dat potentieel beschikbare gronden zoals restpercelen, zo optimaal

mogelijk worden benut. Ook bedrijven zelf kunnen een bijdrage

leveren aan zorgvuldig ruimtegebruik, bijvoorbeeld door meer

in de hoogte te bouwen en ruimtes dubbel te gebruiken. Dit kan

zowel door functies te stapelen als door ruimtes door de tijd heen

verschillend te benutten.

Zorgvuldig ruimtegebruik heeft dus betrekking op drie verschillende

niveaus: het niveau van het bedrijventerrein, het niveau van het

perceel en het niveau van het gebouw.

6. Zorgvuldig ruimtegebruik

Page 96: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

Braakliggend perceel Stuk grond op bedrijventerrein als paardenwei in gebruik

Page 97: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

89

6.1. Ruimte optimaal benutten

Op veel terreinen is sprake van onzorgvuldig ruimtegebruik.

Bekend zijn de braakliggende gronden die bedrijven aanhouden als

strategische reserve voor toekomstige uitbreiding. Tot deze reserves

daadwerkelijk nodig zijn, levert dit versnipperde stukken onbenutte

grond op. Daarnaast zijn er de braakliggende stukken grond die

vanwege hun vorm of omvang onverkoopbaar zijn. Het potentieel

aan beschikbare ruimte wordt hierdoor niet optimaal benut.

De oorzaak van onzorgvuldig ruimtegebruik ligt in de lage

grondprijzen, het ontbreken van minimale bebouwingspercentages,

geen bouw- of exploitatieverplichting en een ruim en soepel

uitgiftebeleid. Hierdoor was het lange tijd voor bedrijven heel

eenvoudig om een perceel op de groei te kopen en ontbrak de

prikkel om na te denken over intensiveringsconcepten, zoals bouwen

in de hoogte of stapelen van functies. Logistieke ontwikkelaars en

beleggers zijn in de praktijk ook niet altijd enthousiast over het

realiseren van meerlaagse concepten, omdat dit de flexibiliteit qua

verhuurbaarheid zou kunnen verminderen.

Andersom kennen we ook terreinen die juist heel intensief gebruikt

worden. Vaak zien we dit op terreinen waar het gebruik in de

loop der jaren is veranderd (bijvoorbeeld door een toename van

transportactiviteiten) of waar bedrijven door groei of door grotere

vrachtwagens met ruimtegebrek te maken kregen. Het gebrek aan

(uitbreidings)ruimte vormt dan een belangrijke prikkel voor intensief

ruimtegebruik.

De volgende principes staan bij het realiseren van zorgvuldig

ruimtegebruik op nieuwe en bestaande bedrijventerreinen centraal:

- efficiënte en flexibele verkaveling (6.1.1);

- beperken strategische reserves (6.1.2);

- intensief ruimtegebruik op perceel- en gebouwniveau (6.1.3);

- gezamenlijke voorzieningen en faciliteiten (6.1.4).

Slechte uitstraling Groot deel van het perceel niet in gebruik

ZO

RGV

ULD

IG R

UIM

TEG

EBRU

IK

Page 98: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

90

6.1.1 Principe: efficiënte en flexibele verkaveling

Bij nieuwe terreinen kan men aansturen op het zoveel mogelijk

voorkomen van restpercelen. Dit kan door een efficiënte en flexibele

verkaveling, afgestemd op de eisen van logistieke bedrijven wat

betreft de afmeting en vorm van de percelen. Dit betekent zo veel

mogelijk rechthoekige percelen en het voorkomen van percelen met

een te kleine omvang of te weinig diepte.

Efficiënte verkaveling met rechthoekige percelenHet logistieke park bij Budapest-Sziget vormt een voorbeeld van een terrein met een efficiënte, rechthoekige verkaveling. Op het terrein zijn geen percelen met schuine of geboden zijden aanwezig. Deze efficiënte indeling kon tot stand komen doordat het terrein inclusief de logistieke complexen als één geheel is ontwikkeld, door een vastgoedpartij / consortium.

Flexibel verkavelingsplanOp nieuwe logistieke terreinen kan een flexibel verkavelingsplan bijdragen aan zorgvuldig gebruik van de ruimte. Een voorbeeld hiervan vormt het flexibele verkavelingsplan van het bedrijvenpark Medel (gemeente Tiel/Neder-Betuwe, NL). Bij het opstellen van dit verkavelingsplan hield men rekening met een gewenste diepte van percelen voor de logistiek en bekeek men de mogelijkheden om verschillende percelen samen te voegen tot één groot perceel. Dit kan uiteenlopen van percelen van 1 hectare tot 4 hectare of meer. Dergelijke flexibiliteit biedt bij uitgifte de beste garantie om bedrijven optimaal te kunnen bedienen. Op basis van deze globale verkaveling werd vervolgens de ligging van de hoofdinfrastructuur bepaald. In overleg met de gevestigde bedrijven is pas in een latere fase de ontsluitingsstructuur van de percelen gerealiseerd om zo inefficiënt ruimtegebruik te voorkomen. Om dit mogelijk te maken, werden in het bestemmingsplan enkel de centrale hoofdontsluiting vastgelegd en zijn verder enkel ruimtereserveringen voor de ontsluitingsstructuur van de bedrijven opgenomen.

Page 99: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

91

6.1.2. Principe: beperken strategisch reserves

Het voorkomen en/of beperken van omvangrijke strategische

reserves draagt bij tot zorgvuldig ruimtegebruik. Hierdoor wordt de

beschikbare grond op bedrijventerreinen zo optimaal mogelijk benut

voor bedrijfsactiviteiten. Om op nieuwe terreinen braakliggende

stukken grond op bedrijfspercelen te voorkomen, kunnen

ontwikkelaars in de koopakte afspraken opnemen over bijvoorbeeld

de maximale duur van het aanhouden van strategische reserves,

het beheer van deze stukken grond en over terugkooprecht. Ook

kunnen zij op beeldbepalende locaties het kopen van deze reserves

simpelweg verbieden.

Op bestaande terreinen is het een uitdaging om de strategische

reserves zoveel mogelijk te beperken en, waar mogelijk, te

verkopen. Vanuit de overheid zijn daartoe reeds diverse projecten

gestart waarbij provinciale ontwikkelingsmaatschappijen, veelal in

samenwerking met intercommunale(s) en in overleg met betrokken

bedrijven, inspanningen leveren om deze onbenutte, veelal

onbebouwde bedrijfspercelen te activeren en aan te bieden aan

kandidaat-investeerders. Dit vergt veel onderhanding omdat de sites

dikwijls in eigendom zijn van bedrijven die zich op basis van toen

vigerende stedenbouwkundige voorschriften beperkten tot het

bouwen van slechts 30 % van de oppervlakte van de bedrijfskavel.

In bepaalde gevallen kan gebruik gemaakt worden van het

onteigeningsinstrument om geblokkeerde gronden te verwerven.

Een andere mogelijkheid is om deze onbenutte gronden in gebruik

te nemen door deze een tijdelijke of permanente andere invulling te

geven.

Plaatsen van bomen op braakliggende percelenPercelen van bedrijven die al geruime tijd braak liggen of percelen die onverkoopbaar zijn, lenen zich bijvoorbeeld voor het planten van bomen. Dit levert vaak een kwaliteitsimpuls aan het terrein en verbetert tevens de plaatselijke luchtkwaliteit.

Zonnepanelenpark als tijdelijke invullingNaast groen kan op braakliggende percelen ook gedacht worden aan het plaatsen van zonnepanelen. Een voorbeeld hiervan treft men aan op het bedrijventerrein Willebroek Kersdonk, waar op een perceel met een slechte configuratie tijdelijk zonnepanelen zijn geplaatst. Slimme ontwikkelaars gebruiken nu reeds de niet-benutte percelen tijdelijk voor zonnepanelen, om deze op termijn op de daken van de bedrijfsgebouwen te plaatsen.

Beperken strategische reservesHet voorkomen van strategische reserves kan op verschillende manieren. Zo kan men in de verkoopvoorwaarden opnemen dat percelen binnen bepaalde tijd bebouwd dienen te zijn. Via boetebepalingen kan dit eventueel afgedwongen worden. De ontwikkelaar kan flexibel meedenken met de bedrijven over oplossingen en mogelijkheden om deze braakliggende gronden zo efficiënt mogelijk te benutten. Ook zijn er met de bedrijven afspraken gemaakt over het onderhoud van de braakliggende percelen. Op terreinen waar sprake is van excessieve reserves, kan terugkoop overwogen worden.

RR

Omgaan met reserveruimte (R)

Situatie na heruitgave van teruggeboekte reserves

Uitgangspositie

ZO

RGV

ULD

IG R

UIM

TEG

EBRU

IK

Page 100: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

92

Bovengronds stapelen van functiesOp perceel- en gebouwniveau draagt het stapelen van functies bij aan het optimaal gebruik van de ruimte. Op pandniveau kunnen bijvoorbeeld kantoren gebouwd worden boven de laad- en lospoorten. Een andere mogelijkheid is de aanleg van een parkeerdak. Op de foto een voorbeeld van een distributiecentrum in Barendrecht (NL) waar de kantoorfunctie ‘opgetild’ is om zo op het maaiveld ruimte te maken voor parkeren. In dit voorbeeld draagt intensief ruimtegebruik tevens bij aan de beeldkwaliteit van het bedrijventerrein door de opvallende aanblik van het gebouw.

Verdichting door geschakeld en compact bouwenEen mogelijkheid om de ruimte op bedrijventerreinen intensiever te benutten is door het verdichten van de bebouwing. Dit kan via geschakelde bedrijfspanden voor meerdere gebruikers (rug aan rug, zij aan zij constructies). Hierdoor is er vaak minder infrastructuur nodig en dit vergroot de beschikbare oppervlakte van het terrein. Deze vorm van bouwen is ook populair bij logistieke vastgoedontwikkelaars. Bedrijven willen vaak nog maar huurcontracten afsluiten voor drie of vijf jaar, waardoor het voor de eigenaar belangrijk is dat een pand ook geschikt is voor nieuwe gebruikers. Compact en geschakeld bouwen stelt wel eisen aan de minimale omvang van een perceel. Een andere vorm van compacte bebouwing ontstaat door gebouwen enkel te scheiden door brandgangen. Dit biedt flexibiliteit en kansen om te schakelen bij uitbreiding. De voorschriften in het RUP inzake bouwvrije afstanden dienen deze vorm van intensief ruimtegebruik te faciliteren.

Meervoudig gebruik van de daken: zonnepanelen en dakparking Het grote dakoppervlak van het magazijn biedt voor logistieke bedrijven een enorm potentieel voor meervoudig ruimtegebruik. Denk maar aan zonnepanelen (voor eigen gebruik of om in lease uit te geven) of parkeren op het dak. Een mooi voorbeeld hiervan treffen we aan op het bedrijventerrein de Wildeman in Zaltbommel (NL). Hier heeft het Europese distributiecentrum van Hitachi Data Systems op het dak 18.000 m2 zonnepanelen geplaatst die per jaar circa 1,4 MwH elektriciteit genereren. Tevens zijn op het dak van het magazijn 230 parkeerplaatsen gerealiseerd om grond te besparen.

Meerlaagse bebouwingVerticaal bouwen biedt kansen om de beschikbare ruimte optimaal te benutten. In Azië komt als gevolg van hoge grondprijzen veel meerlaagse bebouwing voor. De foto laat een voorbeeld zien van een meerlaags logistiek centrum in Osaka, Japan. De vrachtwagens rijden hier omhoog naar boven elkaar geplaatste laad- en lospoorten. In ons land komen gestapelde opslag- en productieruimten weinig voor. Om meerlaagse bebouwing te realiseren dient het RUP bouwhoogtes van 35 of zelfs 40 meter (in bepaalde zones) toe te staan. Op nieuwe terreinen wordt dit steeds vaker mogelijk gemaakt, zoals op bedrijventerrein de Hulst te Willebroek. Hier is op basis van de stedenbouwkundige voorschriften van het Provinciaal RUP op bepaalde locaties bouwen in de hoogte tot 35 meter toegestaan.

Page 101: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

93

6.1.3. Principe: intensief ruimtegebruik op perceel- en gebouwniveau

Het perceel- en gebouwniveau biedt voor logistieke bedrijven

diverse mogelijkheden om intensiever om te gaan met de ruimte

door:

• Verdichting

• Functiemenging

• Bouwen in de hoogte

• Beter benutten van de ruimte in de tijd

In het stedenbouwkundig ontwerp en in het ruimtelijk

uitvoeringsplan kan intensief ruimtegebruik gestimuleerd worden.

Daarbij gelden een aantal belangrijke randvoorwaarden. Allereerst is

het van belang dat intensivering van het ruimtegebruik niet leidt tot

verminderd functioneren van de bedrijven en daarmee negatieve

gevolgen heeft voor de regionale economie. Een andere relevante

randvoorwaarde is dat de intensivering van het ruimtegebruik niet

ten koste mag gaan van de ruimtelijke kwaliteit van het terrein.

Meervoudig gebruik van daken: groene daken Het grote dakoppervlak van een magazijn biedt kansen voor invulling met groen. Een gras- en sedumdak zorgt in eerste instantie voor een prima warmte- en geluidsisolatie. Daarnaast verbetert het ook de waterhuishouding, doordat het sedumdak regenwater langer vasthoudt, en zorgt het voor een reductie van CO2 en fijnstof.

Ruimte in de tijd beter benutten Het benutten van de ruimte op meerdere tijdstippen is ook een vorm van intensief ruimtegebruik. Bedrijven kunnen bijvoorbeeld een aantal parkeerplaatsen in de avonduren openstellen voor andere gebruikers.

ZO

RGV

ULD

IG R

UIM

TEG

EBRU

IK

Page 102: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

94

Bundelen van groen en collectieve waterbuffersHet bundelen van groen en dit koppelen aan de functionele structuur is een vorm van efficiënt ruimtegebruik. Dit voorkomt versnippering op het terrein en zorgt tevens voor een robuuste groenstructuur. Ook is het realiseren van collectieve waterbuffers van belang. Collectieve waterbuffers kunnen namelijk diverse functies vervullen: voor de waterhuishouding, als brandblusreserve, voor de beeldkwaliteit, maar ook kan het een recreatieve functie vervullen voor werknemers of omwonenden wanneer deze waterpartij wordt ontsloten voor de omgeving. Op bedrijventerrein Duwijck I in Lier werd bijvoorbeeld gekozen om gemeenschappelijke buffers en parkings aan te leggen, waarvoor de aanwezige bedrijven gezamenlijk het onderhoud dragen.

Gezamenlijke voorzieningen voor logistieke activiteitenOp gespecialiseerde terreinen of terreinen met veel logistieke activiteiten kunnen voorzieningen worden aangeboden die nauw aansluiten bij de corebusiness van haar gebruikers. Het gezamenlijk gebruik van dergelijke voorzieningen is ook een vorm van zorgvuldig ruimtegebruik. Concrete voorbeelden beperken zich vandaag eerder tot de collectieve voorzieningen voor vrachtwagens en hun chauffeurs, zoals opgelijst onder het hoofdstuk 4 (bereikbaarheid en parkeren). Toch wordt op verschillende plaatsen en door meerdere partijen ernstig nagedacht over een uitbreiding van een dergelijk aanbod. POM Vlaams-Brabant verkent bijvoorbeeld, in samenspraak met de douaneadministratie, de Mechelse Veilingen (BelOrta) en de luchthaven van Zaventem, de clustering van een aantal essentiële functies rond douane en voedselveiligheid, gecombineerd met de creatie van een fast lane richting luchthaven. POM Antwerpen becijferde de ruimtelijke en financiële winsten wanneer bedrijven gezamenlijk zouden investeren in een transporthub met gemeenschappelijke laad- en loszones, van waaruit de aan- en afvoer van goederen op een terrein gecoördineerd wordt. Dit zou opportuniteiten bieden wat betreft terugdringen van ruimtebeslag en verhogen van efficiëntie. Beide projecten zitten nog in de studie- of verkenningsfase, maar illustreren de ambitie om de logistieke sector ook ruimtelijk op slimme wijze te verankeren.

Page 103: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

95

6.1.4. Principe: gezamenlijke voorzieningen en faciliteiten

Gezamenlijke voorzieningen, ondersteunende faciliteiten voor

terreingebruikers en gezamenlijke groen en waterbuffers, zijn ook

vormen van zorgvuldig ruimtegebruik. Bedrijven, overheden en

ontwikkelaars kunnen hierin gezamenlijk investeren. Met name voor

parkeervoorzieningen (personenauto’s & vrachtauto’s) is hier nog

winst te behalen.

Gezamenlijke faciliteiten voor bedrijven en werknemersHet gezamenlijk gebruik van voorzieningen door bedrijven en werknemers is ook een vorm van zorgvuldig ruimtegebruik. Een voorbeeld hiervan vinden we op bedrijventerrein Duwijck in Lier. Op dit terrein realiseerde POM Antwerpen met financiële steun van de stad Lier, de bedrijvenvereniging en met Europese en Vlaamse cofinanciering een heus dienstencentrum waar on site kinderopvang wordt georganiseerd, en waar bedrijven eveneens terecht kunnen voor vergaderinfrastructuur. Het dienstencentrum is gebouwd op grond van POM Antwerpen en POM gaf de grond in erfpacht aan de stad Lier voor een periode van 30 jaar. De uitbating van het kinderdagverblijf wordt georganiseerd door de stad Lier, die erkenning en ondersteuning heeft gekregen van Kind & Gezin voor de opvang van 27 kinderen. De uitbating van het kinderdagverblijf werd toegewezen aan vzw Stekelbees. Het kinderdagverblijf is in de eerste plaats bedoeld voor de kinderen van werknemers van de bedrijven op Duwijckpark. De resterende opvangplaatsen kunnen worden ingenomen door de inwoners van Lier zelf. Ook vzw Duwijckpark draagde financieel bij tot de infrastructuurwerken en heeft de vergaderfaciliteiten tot haar beschikking.

ZO

RGV

ULD

IG R

UIM

TEG

EBRU

IK

Page 104: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

96

Do’s :

• Stimuleer als ontwikkelaar/overheid intensief ruimtegebruik

op bestaande en nieuwe terreinen met behulp van

publiekrechtelijk instrumentarium. Bijvoorbeeld door minimale

(50 %) en maximale bebouwingspercentages (75 %) op te

nemen in het RUP, door de voorschriften in het RUP op het vlak

van de bouwhoogte te verruimen (minimaal 15 meter) of om

uitbreiding/hergebruik via flexibele rooilijnen (bouwen tegen

de perceelgrens) mogelijk te maken. Uitgangspunt hierbij

moet zijn dat de mogelijkheden om in de hoogte te bouwen/

meervoudig ruimtegebruik zo veel mogelijk benut kunnen

worden.

• Zorg voor een flexibel verkavelingsplan en perceelgroottes.

Wanneer één groot perceel opgesplitst kan worden in kleinere

percelen van 2 of 1 ha of wanneer twee of veel meer percelen

van 4 ha samengevoegd kunnen worden tot één perceel,

kunnen bedrijven optimaal bediend worden bij de uitgifte.

• Hanteer een minimale perceelomvang, bijvoorbeeld 0,5 - 1,5 ha.

Dit kan de realisatie van geschakelde bebouwing op het terrein

bevorderen.

• Zet in op rechthoekige percelen met een geschikte

perceeldiepte. Hoeken met ronde zijden of met uitstulpingen

zijn lastiger verkoopbaar en moeten zoveel mogelijk worden

vermeden.

• Zorg voor flexibiliteit in het ontwerp van het bedrijventerrein en

in de voorschriften van het RUP. Zorgvuldig ruimtegebruik is ook

het mee kunnen bewegen met nieuwe en toekomstige vragen

en het kunnen faciliteren van een veranderende ruimtevraag

binnen hetzelfde gebied.

• Verbind voorwaarden aan de aankoop van strategische reserves:

minimale omvang, maximale duur, terugkoopmogelijkheden.

Daarnaast is het ook belangrijk om afspraken te maken over het

beheer van deze braakliggende stukken grond.

• Benut op zowel nieuwe als bestaande terreinen de mogelijkheden

om groen en water zoveel mogelijk te clusteren. Dit biedt niet

alleen functionele voordelen, maar ook kansen voor beeld- en

leefkwaliteit.

Don’ts:

• Op voorhand te harde eisen stellen ten aanzien van intensief

ruimtegebruik op gebouwniveau. Beter is om in overleg met de

betreffende eigenaren en investeerders de aanwezige kansen

zoveel mogelijk te benutten. Het stapelen van functies is niet

voor alle ondernemers financieel of bedrijfsmatig interessant.

• Efficiënt ruimtegebruik als een argument zien om weinig

aandacht te besteden aan ruimtelijke kwaliteit (de hoeveelheid

groen en water minimaliseren). Sommige locaties vragen,

vanwege hun ligging of omgeving net om meer water,

landschappelijke of stedelijke inpassing en aandacht voor

beeldkwaliteit. Op dergelijke terreinen dient intensief gebruik

van de ruimte in evenwicht te zijn met aandacht voor ruimtelijke

kwaliteit. Hoe intensief een locatie gebruikt kan worden, is dan

ook afhankelijk van de situatie ter plaatse.

Page 105: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

97

Tips:

• De ambities inzake zorgvuldig ruimtegebruik op nieuwe

terreinen komen het beste tot hun recht in één gebiedsconcept.

Verken bijvoorbeeld tijdens het stedenbouwkundig ontwerp

de mogelijkheden om in te zetten op een aantal clusters van

geschakelde ontwikkeleenheden, die gerealiseerd kunnen

worden door een of meerdere private partijen.

• Zorgvuldig ruimtegebruik op bestaande terreinen kan

gestimuleerd worden door ondernemers op het juiste moment

(bij nieuwbouw/renovatie) gericht voor te lichten.

• Op nieuwe terreinen kan het inzetten van een begeleidingsteam

helpen om zorgvuldig ruimtegebruik op perceel- en

gebouwniveau te realiseren. Dit begeleidingsteam kan kopers

begeleiden en adviseren op het vlak van intensief ruimtegebruik

en duurzaam bouwen. Daarvoor is het een randvoorwaarde dat

het RUP en de stedenbouwkundige voorschriften meervoudig

ruimtegebruik mogelijk maken.

• Ontwikkelaars kunnen werken met gestaffelde grondprijzen per

m2 perceel, waarbij bouwen in de hoogte leidt tot een lagere

verschuldigde grondprijs. Dit kan ondernemers en logistieke

ontwikkelaars stimuleren om in de hoogte te bouwen.

• Parkmanagement kan een rol spelen bij het intensiveren van

het ruimtegebruik. Zo kan het parkmanagement partijen

aan elkaar koppelen (vragers en aanbieders van gebouwen

en grond) of gezamenlijke faciliteiten en voorzieningen op

de terreinen initiëren en organiseren (bv. kinderopvang of

vergaderinfrastructuur).

• Het uitschrijven van een prijsvraag kan een instrument zijn

om ondernemers aan het denken te zetten over intensief

ruimtegebruik. Men kan ondernemers vragen om een innovatief

bouwconcept te bedenken en dat uit te werken. Prijs: gratis

percelen voor de eerste drie winnaars. Hoewel er maar één of

enkele ondernemer(s) in de prijzen valt, hebben de overige

deelnemers al nagedacht over en geïnvesteerd in zorgvuldig

ruimtegebruik. Aangezien ze daarin tijd en energie hebben

gestoken, zullen ze kijken naar mogelijkheden om die kennis en

informatie goed te benutten.

• Verkoop gronden enkel aan een ontwikkelaar wanneer er voor

langere tijd een gebruiker is gevonden. Dit voorkomt bouwen

voor de leegstand. Dit principe wordt toegepast in Pullaar II

in Puurs, waar expliciete clausules zijn opgesteld voor kopers-

eindgebruikers.

ZO

RGV

ULD

IG R

UIM

TEG

EBRU

IK

Page 106: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

98

Instrumenten:

Duurzaamheidsscans en begeleidingstrajecten

Duurzaamheidsscans kunnen ondernemers helpen om te verkennen

wat de meerwaarde van meervoudig ruimtegebruik kan zijn

(bijvoorbeeld zonnepanelen op daken). Op het bedrijventerrein Sint-

Katelijne-Waver Dreefvelden wordt gestreefd naar CO2 neutraliteit

en voorziet Igemo voor elk bedrijf een begeleidingstraject waarin

alle elementen aan bod komen voor duurzaam bouwen en

duurzaam ruimtegebruik. Op basis van de ontwerpplannen van het

bedrijfsgebouw krijgen bedrijven een concreet advies op maat.

Heffing op onbenutte grond

Als interne reserves zijn toegestaan, dan is het een mogelijkheid

om een heffing op onbenutte gronden in te stellen. Indien binnen

een vastgelegde periode deze gronden toch ingevuld worden, kan

de heffing worden teruggestort. Problematisch hierbij is echter het

bepalen van een ‘zorgvuldige’ strategische reserve. De heffing kan

echter ook onzorgvuldig ruimtegebruik bevorderen, doordat een

ondernemer de ruimte hoe dan ook wil benutten om de heffing te

ontlopen. De heffing heeft ook duidelijke voordelen: het achteraf

corrigeren van stukken onbenutte grond is veel moeilijker dan vooraf.

De heffing op onbenutte grond kan fungeren als stok achter de deur

voor ondernemers.

Terugkooprecht

Om onbenutte restruimtes zoveel te voorkomen, kan het

terugkooprecht ingezet worden. Het terugkooprecht werd

reeds verplicht opgenomen in verkoopakten (terugkooprecht,

bouwverplichting, exploitatieverplichting, voorkooprecht,

kettingbeding,…). Met het decreet ruimtelijke economie van

13/07/2012 werd dit ook decretaal uitgewerkt. In de verkoopakte

kunnen tevens afspraken gemaakt worden over de maximale duur

van het aanhouden van deze reserves en over het beheer hiervan.

Een nadeel van het terugkopen van deze stukken grond, is dat dit

vaak kleinere en versnipperde percelen betreft. Deze percelen zijn

niet altijd goed verkoopbaar. Vanuit dit perspectief zouden ook

voorwaarden verbonden kunnen worden aan de aankoop van

strategische reserves, bijvoorbeeld ten aanzien van een minimale

(marktconforme) omvang. Met het oog op de beeldkwaliteit kan

ervoor gekozen worden om op bepaalde locaties het kopen van

strategische reserves niet toe te staan.

Uitgifteprotocol

Vanuit het perspectief van zorgvuldig ruimtegebruik is het van

belang dat kavels op een nieuw bedrijventerrein, bedoeld voor

logistieke activiteiten, ook daadwerkelijk aan deze bedrijven worden

uitgegeven. Dit zorgt er bijvoorbeeld voor dat er vanuit gedeelde

belangen genoeg draagvlak ontstaat voor bepaalde voorzieningen.

Een (informeel) uitgifteprotocol kan hulp bieden om zorgvuldig

om te gaan met de uitgifte van percelen en ervoor te zorgen dat de

juiste bedrijven op de juiste plek terechtkomen. Het subsidiebesluit

bedrijventerreinen verplicht om een uitgifteplan op te stellen. Een

voorbeeld van een uitgifteprotocol is dat van de gemeente Oss, gericht

op zorgvuldige uitgifte van percelen op nieuwe bedrijventerreinen.

Dit uitgifteprotocol heeft in Nederland veel bekendheid gekregen.

De eerste stap in het protocol is het verkennen - samen met de

betreffende ondernemer - of de ruimtebehoefte ook op de huidige

locatie of op andere bestaande terreinen mogelijk gemaakt kan

worden. Door dit zorgvuldig af te wegen en verschillende locaties

gezamenlijk te verkennen, wordt beschikbare ruimte op bestaande

terreinen zo goed mogelijk benut en wordt zorgvuldig omgegaan met

de nieuwe, schaarse ruimte. De onderneming kan namelijk ook het

Page 107: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

99

advies krijgen om naar een ander bestaande bedrijventerrein binnen

de gemeente te verhuizen. De ondernemers moeten bewijzen dat

ze de gevraagde grond echt nodig hebben. Tevens kan dit bijdragen

aan clustering (en daarmee een draagvlak bieden voor gezamenlijke

voorzieningen). Evaluatieonderzoek van de Universiteit Nijmegen

heeft aangetoond dat dit protocol geen remmend effect heeft op de

gronduitgifte en een positief effect heeft op het efficiënt gebruik en

de kwaliteit van de bedrijventerreinen.

ZO

RGV

ULD

IG R

UIM

TEG

EBRU

IK

Page 108: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek
Page 109: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

101

Zorgvuldig omgaan met de nog beschikbare ruimte, spaarzaam

omspringen met energie, verantwoord consumeren met oog voor

de levensduur en herbruikbaarheid van producten en grondstoffen,

zijn sterke maatschappelijke tendensen waaraan niemand zich

vandaag kan onttrekken. Het is dan ook weinig verwonderlijk dat ook

inzake bedrijventerreinontwikkeling en -beheer steeds meer wordt

aangedrongen op een aanpak die sociale (people), milieu/ecologische

(planet) en economische elementen (profit) met elkaar verzoent. Het

verhogen van de kwaliteit en duurzaamheid van bedrijventerreinen

krijgt inmiddels steeds meer aandacht van zowel overheden als

bedrijven.

Duurzaamheid heeft betrekking op diverse vlakken zoals een goed

onderhoud van het terrein en de gebouwen, spaarzaam omgaan met

energie of duurzame mobiliteit. Maar duurzaamheid betekent ook

gezamenlijk gebruik van voorzieningen, samenwerking tussen bedrijven

(zoals groepsaankopen) of een goede aansluiting van het terrein bij de

omgeving. Het organiserend vermogen van ondernemers onderling,

samenwerking met de overheid en betrokkenheid van de omgeving bij

de (her)ontwikkeling van terreinen vormt in alle gevallen een essentiële

randvoorwaarde. Hierbij is het opzetten van een parkmanagement

voor bedrijventerreinen een absolute vereiste. Zeker bij terreinen

met veel logistieke activiteiten, waar onderlinge samenwerking en

afstemming met de betrokkenen, een gedragen integrale visie en

aanpak van bedrijventerreinen, cruciaal zijn. Op die manier kan immers

de maatschappelijke weerstand tegen logistieke bedrijvigheid worden

teruggedrongen en kunnen logistieke activiteiten op een voor hen

optimale wijze op bedrijfssites worden geïntegreerd. Uiteindelijk levert

een duurzame benadering voordeel op voor alle betrokkenen op en

rondom het bedrijventerrein.

7. Organisatie en duurzaamheid

ORG

AN

ISAT

IE E

N D

UU

RZA

AM

HEI

D

Bedrijven Overheden Omwonenden

• Professionele uitstraling en imago

• Waardevastheid van panden en grond

• Prettige werkomgeving

• Verhoogde veiligheid

• Kostenbesparing door samenwerking en

collectieve voorzieningen

• Maatschappelijk

• verantwoord ondernemen

• Aantrekkingskracht: een duurzaam terrein is een aantrekkelijk

terrein

• Terugdringen herstructureringen/saneringen

• Intensief ruimtegebruik

• Versterking bedrijvennetwerk

• Reductie maatschappelijke lasten

• Optimale afstemming met omliggende functies (wonen,

natuur …)

• Harmonieuze integratie bedrijfsactiviteiten

• Verbetering leefomgeving

• Inspraak

Page 110: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

Slecht onderhoud van de openbare ruimte Verrommeling op privaat terrein

Page 111: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

103

7.1. Terreinbeheer

Uit de vorige hoofdstukken bleek reeds dat de kwaliteit van een

terrein zich op diverse vlakken manifesteert: het onderhoud van de

groenvoorzieningen, een goede kwaliteit en maatvoering van de

wegen, de architectuur van de gebouwen, een heldere signalisatie

of gezamenlijke voorzieningen voor gebruikers. Mede doordat bij

bedrijventerreinontwikkeling een rits partners betrokken zijn, was het

in het verleden niet altijd duidelijk wie na aanleg van de terreinen de

verantwoordelijkheid voor de uitstraling, kwaliteit en levensduur van de

site op zich zou nemen. Inzake beheer van de private en publieke ruimtes

werden geen of onduidelijke afspraken gemaakt tussen bedrijven

onderling of tussen bedrijven en betrokken gemeenten. Veel terreinen

kennen daardoor een lage kwaliteit en belandden ook om deze reden in

een neerwaartse spiraal. Uitzonderingen zijn terreinen die het resultaat

zijn van publiek-private samenwerking, waar overleg tussen overheid,

ontwikkelaar en bedrijven quasi ingebakken zit in de ontwikkelingswijze.

Een andere uitzondering vormen de terreinen waar vooruitstrevende

ondernemers, actieve intercommunales, ontwikkelingsmaatschappijen

of bedrijvenverenigingen aan de kar trekken, vaak ondersteund door

lokale of bovenlokale subsidiekanalen.

Gelukkig zijn de geesten de voorbije jaren enorm gerijpt. Zowel

overheden als bedrijven hechten steeds meer belang aan terreinen met

een lange levensduur, waar collectieve voorzieningen, samenwerking

tussen bedrijven (zoals groepsaankopen) en bescherming van het milieu

bij voorkeur vanuit een overkoepelende, juridische structuur worden

gestimuleerd en opgepakt. Hiervoor is het organiserend vermogen van

ondernemers en een samenwerking met de overheid een essentiële

randvoorwaarde. Bij nieuwe terreinen kan de ontwikkelaar vanaf de

start hiervoor parkmanagement op het getouw zetten. Op bestaande,

gemengde terreinen ligt de introductie van parkmanagement vaak

iets complexer, mede door het risico op freeriders: bedrijven die

genieten van de baten maar geen financiële lasten willen dragen.

Ook weten de betrokkenen van bestaande terreinen elkaar nog niet

steeds goed te vinden of te enthousiasmeren. Op dergelijke terreinen,

waar investeringen in communicatie en overredingskracht groter zijn,

is een rol weggelegd voor publieke ontwikkelaars, die met mensen

en middelen kunnen zorgen voor de oprichting van slagkrachtige

bedrijvenverenigingen.

Kortom, performant bedrijventerreinbeheer is van groot belang om de

levensduur van een (logistiek) bedrijventerreinen te maximaliseren en

is een vereiste om de concurrentiepositie van de logistieke terreinen in

Vlaanderen te behouden of zelfs te versterken. Vanuit dit perspectief zijn

de volgende twee principes van belang om te komen tot een optimaal

terreinbeheer:

- het (vergroten van het) organiserend vermogen (7.1.1.);

- het opzetten van samenwerkingsacties (7.1.2).

ORG

AN

ISAT

IE E

N D

UU

RZA

AM

HEI

D

Page 112: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

104

Verplichte deelname aan parkmanagement bij uitgifte nieuwe terreinenOp diverse bedrijventerreinen zoals Duwijck (Lier) of bedrijvenpark Medel (gemeente Tiel/Nederbetuwe, NL) worden bedrijven bij de uitgifte van nieuwe percelen verplicht om in te stappen in het parkmanagement. Grondeigenaren worden dan vanuit een verplichting in de koopakte lid van respectievelijk de vereniging zonder winstoogmerk (vzw) Duwijck of de coöperatie Medel en betalen een instapbijdrage (verdisconteerd in de grondprijs) en een verplichte jaarlijkse bijdrage voor een aantal activiteiten en voorzieningen waarvan alle ondernemers gebruik maken zoals het beheer en onderhoud van het openbaar gebied (waterbuffers, groenbuffers), beveiliging en de aanleg en het beheer van gemeenschappelijke parkeervoorzieningen. Daarnaast is het voor de bedrijven mogelijk om op vrijwillige basis deel nemen aan verschillende diensten uit een optioneel pakket zoals signalisatie, groepsaankopen en netwerking. Een kettingbeding garandeert de continuïteit: wanneer eigenaars hun percelen doorverkopen, dienen kandidaat-kopers dezelfde voorwaarden te respecteren. Aangezien wettelijk niemand verplicht kan worden om lid te blijven van een vereniging, is het van belang dat de bedrijvenvereniging of parkmanager via voortdurende communicatie zorgt dat alle bedrijven aan boord blijven.

Parkmanagement op bedrijventerreinniveauSteeds vaker zien we dat eigenaren/beleggers van grootschalige logistieke complexen een vorm van parkmanagement aanbieden aan hun gebruikers. Vaak betalen de gebruikers verplicht mee aan bijvoorbeeld het onderhoud van de parkeerplaatsen of de beveiliging van het complex via een hogere huurprijs. Indien gewenst kunnen de gebruikers dit pakket uitbreiden met allerlei extra diensten en services, zoals schoonmaak, catering, afvalinzameling, gezamenlijke energie inkoop, receptiefaciliteiten, kledingreiniging of glasbewassing. Parkmanagement op dit niveau kan bijdragen tot het behoud van de kwaliteit van de gebouwen en biedt tevens extra gemak en voordelen voor gebruikers. Voor de eigenaar is parkmanagement een middel om huurders vast te houden en/of aan te trekken. Op veel logistieke terreinen in Engeland is parkmanagement standaard aan de orde, aangezien hier terreinen vaak volledig of gedeeltelijk in handen zijn van één vastgoedpartij of een vastgoedconsortium.

Page 113: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

105

7.1.1. Principe: organiserend vermogen

Zowel overheden als bedrijven hechten steeds meer belang aan

terreinen met een goede kwaliteit en een lange levensduur. Hiertoe

dient het terreinbeheer bij voorkeur vanuit een overkoepelende

juridische structuur gestimuleerd en opgepakt te worden. De praktijk

toont aan dat de vzw in vele gevallen de meest geschikte juridische

structuur is om samenwerking tussen de stakeholders te organiseren

en het parkmanagement uit te bouwen. Het organiserend vermogen

van ondernemers onderling en een degelijke samenwerking met de

overheid zijn essentiële voorwaarden om te komen tot de oprichting

hiervan.

Het vergroten van het organiserend vermogen is op nieuwe terreinen

eenvoudiger dan op bestaande. Bij de ontwikkeling van nieuwe

terreinen kan de ontwikkelaar (lokaal bestuur, intercommunale,

ontwikkelingsmaatschappij of een private partij) van bij de start

parkmanagement op het getouw zetten. Dit kan op eigen kracht,

maar de ontwikkelaar kan hiervoor ook een daartoe gespecialiseerde

partij onder de arm nemen. Een veelvoorkomende werkwijze is dat de

ontwikkelaar bij uitgifte van nieuwe percelen bedrijven verplicht om

in te stappen in het terreinbeheer en daaraan een vaste vergoeding

per m2 koppelt.

Op bestaande terreinen is het organiseren van parkmanagement

vaak complexer. Een noodzakelijke voorwaarde voor het welslagen

van parkmanagement is voldoende draagvlak. Het overtuigen van

bedrijven om te participeren vereist heel wat inspanningen op het

vlak van communicatie: interviews, bedrijfsbezoeken, nieuwsbrieven

en infosessies. Soms kunnen flankerende financiële stimuli bedrijven

definitief over de streep halen, al moet degelijk parkbeheer in principe

op eigen kracht verder kunnen. Daarnaast kunnen gemeenten of

steden - mits enige creativiteit en in overleg met de ondernemers -

via taksen, heffingen en belastingen extra middelen genereren voor

beheer van deze terreinen. Dit vormt dan een financiële basis voor

een bedrijvenvereniging.

Ondernemersfondsen op basis van heffingen, belastingen en opslag op bestaande taksen.Gemeenten of steden kunnen via een opslag op bestaande taksen, via heffingen of belastingen extra middelen voor het onderhoud en beheer van bedrijventerreinen genereren, waaraan alle ondernemers mee betalen (geen freeriders). Een voorbeeld hiervan treffen we aan in Venlo. Ondernemers op liefst 18 bedrijventerreinen hebben in Venlo gezamenlijk een Bedrijven InvesteringsZone (BIZ) opgezet. Een BIZ is een gebied, zoals een bedrijventerrein, waarbinnen ondernemers gezamenlijk investeren in activiteiten in de openbare ruimte. Alle ondernemers betalen - bij voldoende gebleken draagvlak - mee aan een gemeentelijke heffing om activiteiten mee te financieren. De gemeente int vervolgens de heffing en stort ze in een fonds. Zo ontstaat er een budget voor investeringen in het gebied voor bijvoorbeeld camerabewaking en het onderhoud van de bedrijventerreinen. Het idee van BIZ wordt overigens ook in andere landen (Engeland en Duitsland) al met succes toegepast onder de noemer Business Improvement District (BID). In Venlo leveren in totaal 860 bedrijven een jaarlijkse bijdrage van € 125. Parallel is hier een bedrijvenvereniging actief (ondernemersvereniging Businesspark Trade Port) waar bedrijven op vrijwillige basis bij aan kunnen sluiten. Deze vereniging richt zich op de organisatie van groepsaankopen, netwerkbijeenkomsten, communicatie en belangenbehartiging. Deze combinatie tussen een verplichte bijdrage voor het basispakket en een optioneel lidmaatschap voor andere activiteiten kan ook op bestaande terreinen aantrekkelijk zijn. Naast het oprichten van een Bedrijven InvesteringsZone zijn er ook andere heffingsinstrumenten voor een ondernemersfonds. In de Nederlandse gemeente Leiden betalen ondernemers bijvoorbeeld op eigen verzoek 5,3 % meer Onroerende Zaak Belasting, die de gemeente aanwendt voor de financiering van collectieve ondernemersactiviteiten. Het systeem houdt de gelden apart voor elk onderscheiden (postcode)gebied in de stad, zodat ze evenredig in het betreffende gebied kunnen worden uitgegeven. Ook in Vlaanderen experimenteren sommige gemeenten, in overleg met bedrijvenverenigingen, met het aanrekenen van een surplus op bestaande belastingen. Wanneer dergelijke bijkomende heffing zich vertaalt in een directe meerwaarde voor de ondernemers, zijn de reacties vaak positief.

ORG

AN

ISAT

IE E

N D

UU

RZA

AM

HEI

D

Page 114: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

106

SignalisatieOok in het optimaliseren van de signalisatie liggen opportuniteiten voor parkmanagement. Zeker op oudere bedrijventerreinen gaat het vaak om een allegaartje van borden en wegwijzers. Op terreinen met veel logistieke activiteiten is een uniforme, heldere bewegwijzering nochtans cruciaal om vaak buitenlandse chauffeurs op veilige wijze tot aan hun bestemming te loodsen. Op het bedrijventerrein Terbekehof in Wilrijk investeerde men om deze reden recent in nieuwe signalisatie die via kleurcodes het verkeer in goede banen leidt.

Onderhoud openbare ruimte (groen en water)Via parkmanagement kunnen alle bedrijven gezamenlijk mee betalen aan het realiseren en onderhouden van gezamenlijke groen- en waterbuffers. Dit garandeert een goede uitstraling van het bedrijventerrein. In Nederland is het beheer en onderhoud van de wegen en het groen een taak van de gemeente. Om het beheer effectief vorm te kunnen geven, hevelt de gemeente soms, op basis van strikte afspraken, haar beheerbudgetten over naar de bedrijvenvereniging. Dit vindt bijvoorbeeld plaats op het bedrijvenpark Medel in de gemeente Tiel/Neder-Betuwe (NL). De bedrijvenvereniging kan dan het beschikbare budget voor het beheer zo efficiënt en gericht mogelijk inzetten. Vaak vullen de bedrijven dit budget nog verder aan.

Collectieve diensten en voorzieningen voor bedrijven en werknemersIets minder evident gezien het kostenplaatje, maar daarom niet minder interessant is het collectief investeren in voorzieningen waar alle participerende gebruikers baat bij hebben. Het kan gaan om investeringen in gemeenschappelijke diensten, zoals kinderopvang en strijkatelier of om gemeenschappelijke infrastructuur zoals bedrijfskantine of vergaderzalen. Zo werd op de bedrijventerreinen Klein Gent en Wolfstee in Herentals een collectieve strijkdienst met ophaalronde georganiseerd. Op Duwijck in Lier realiseerde POM Antwerpen met Europese en Vlaamse cofinanciering een heus dienstencentrum waar on site kinderopvang wordt georganiseerd, en waar bedrijven eveneens terecht kunnen voor vergaderinfrastructuur. De bedrijvenvereniging Kamp Oost Brasschaat plant dan weer de aanleg van een petanquebaan om het personeel van haar leden de kans te geven kwalitatief te ontspannen en elkaar beter te leren kennen. Parkmanagement kan een belangrijke rol spelen bij het meedenken, initiëren en (mede) financieren van dergelijke diensten en voorzieningen.

Collectieve beveiligingDe sociale controle op bedrijventerreinen is buiten werktijden beperkt, wat de interesse kan opwekken van vandalen, dieven en andere criminelen. Collectieve beveiliging in de vorm van patrouilles is dan ook een veelvoorkomende actie binnen parkmanagement. Ook samenwerking op vlak van camerabewaking (met zo nodig een gemeenschappelijke investering in glasvezel) wordt steeds vaker verkend. Wanneer bedrijventerreinen geen doorgaande routes bevatten en dus uitsluitend door terreingebonden verkeer benut worden, kan men overwegen het terrein in de avonduren en in het weekend af te sluiten. Dit vindt bijvoorbeeld plaats op het bedrijventerrein Haven VII in Waalwijk (NL). Kentekenregistratie, badgesystemen of andere toepassingen verzekeren dat bestemmingsverkeer steeds ter plaatse kan. De afstemming met politie en brandweer op het gebied van veiligheid is een andere activiteit die geregeld vanuit een bedrijvenvereniging wordt opgepakt, waarbij deze in Vlaanderen soms aansluiting zoeken bij Buurt Informatie Netwerken (BIN), samenwerkingsverbanden tussen politie en burgers. De samenwerking heeft dan als doel om op een gestructureerde manier de veiligheid van het terrein in kaart te brengen en op basis van een gezamenlijk plan van aanpak de veiligheid te verbeteren. In Nederland kunnen bedrijventerreinen op die manier een ‘Keurmerk Veilig Ondernemen’ (KVO) krijgen, wat leidt tot lagere verzekeringspremies.

Page 115: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

107

GroepsaankopenHet principe van groepsaankopen is intussen stevig ingeburgerd. Steeds vaker bundelen particulieren of bedrijven gericht hun vragen en behoeften om bij dienstverleners en leveranciers betere voorwaarden te bedingen. Ook vanuit parkmanagement kan deze hefboom worden benut, waarbij de aankopen kunnen variëren van papier tot strooizout. Zo lanceerden POM Antwerpen, POM Limburg en POM West-Vlaanderen reeds tweemaal gezamenlijk een groepsaankoop voor groene stroom en gas voor bedrijven, een oproep die door bedrijvenverenigingen onder hun leden werd verspreid. De doelstelling van de initiatiefnemers is dubbel: een kostenbesparing realiseren voor de deelnemers én groene energie uit eigen streek een kans geven. De eerste editie wist liefst 182 bedrijven te verenigen en klokte af op een netto besparing van € 500.000 euro, oftewel een gemiddelde besparing per deelnemer van € 2.260 voor elektriciteit en € 1.400 voor gas.

7.1.2. Principe: samenwerkingsacties

Een belangrijke meerwaarde van parkmanagement is dat het de

bedrijven, in overleg met overheden en vastgoedontwikkelaars,

toelaat om zaken efficiënt te regelen die op eigen houtje moeilijk

haalbaar zijn. Ook biedt samenwerking individuele bedrijven kansen

op financieel voordeel, bijvoorbeeld door groepsaankoop van

voorzieningen en diensten.

Parkmanagement kan zich op de meest uiteenlopende thema’s

richten en is daarom vaak afhankelijk van de specifieke noden en

wensen van de diverse gebruikers van het bedrijventerrein. Zo is

samenwerking onder meer mogelijk op vlak van:

• onderhoud van het openbaar domein (groenbuffers,

waterbuffers …);

• collectieve beveiliging (brand- en inbraakpreventie);

• collectieve afvalinzameling;

• uniforme, leesbare signalisatie;

• vervoersmanagement (stimuleren alternatief woon-

werkverkeer);

• groepsaankopen (energie, telecom ...);

• gezamenlijke inrichting van diverse diensten (kinderopvang,

vergaderinfrastructuur, catering ...);

• gezamenlijke inrichting van recreatie;

• organisatie van netwerkactiviteiten, jobbeurzen en

opendeurdagen.

Specifiek voor logistieke bedrijventerreinen liggen opportuniteiten

voor samenwerkingsacties onder meer op het vlak van:

• Collectieve voorzieningen voor trucks en chauffeurs;

• Collectieve (tijdelijke) opslagvoorzieningen;

• Transportoptimalisatie;

• Collectieve beveiliging;

• Pooling van arbeidskrachten;

• Aanbieden van gespecialiseerde diensten (douane, certificering

enzovoort).

Netwerkactiviteiten en belangenbehartiging Bewora is een actieve bedrijvenvereniging die de belangen behartigt van haar leden in de bedrijvenzones in Wommelgem en Ranst. Vanuit de vaststelling dat ondernemingen hun goederen vaak ver buiten de provincie- of landsgrenzen aankochten, organiseerde zij een kennismakingsbeurs om bedrijven met elkaar in contact te brengen, onderlinge business te stimuleren én nodeloos transport terug te dringen. De vzw Willebroek-Noord, verantwoordelijk voor het parkmanagement op de grootste brownfield van Vlaanderen, organiseerde dan weer een regionale jobbeurs in afstemming met VDAB en UNIZO, om gezamenlijk personeel aan te trekken voor prangende knelpuntvacatures.

ORG

AN

ISAT

IE E

N D

UU

RZA

AM

HEI

D

Page 116: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

Geen duurzaam watersysteem Onnodig veel verkeersbewegingen

Page 117: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

109

7.2. Duurzaamheid

Het economisch belang van de logistieke sector in Vlaanderen

is evident. Desondanks is het maatschappelijke draagvlak voor

logistieke terreinen eerder beperkt, zeker als ze in de nabijheid liggen

van woon- of natuurgebieden. De vrees voor licht- en geluidsoverlast,

extra milieubelasting en congestie, gevaarlijke verkeerssituaties

door bijkomend vrachtverkeer en het weinig aantrekkelijk uitzicht

van magazijnen hebben hier beslist mee te maken.

Om een verantwoorde groei van de logistieke sector te kunnen

bewerkstellingen is een duurzame ontwikkeling en aanpak

van terreinen noodzakelijk. In dit verband hebben bestaande

(verouderde) terreinen nog vaak een flink pak huiswerk, bijvoorbeeld

op het gebied van duurzaam materiaalgebruik, ruimtelijke kwaliteit,

duurzame energietoepassingen, vervoerswijzen of beheer.

Duurzaamheid heeft niet alleen betrekking op milieu/ecologische

(planet) en economische elementen (profit), maar ook op sociale

elementen (people). Vanuit deze component is aandacht voor de

zorgen en behoeften van omliggende gebieden van belang. Door

een goede aansluiting, een goede beleving van logistieke terreinen

en een degelijke communicatie met de omgeving te verzekeren,

kan de negatieve perceptie omtrent de ontwikkeling of uitbreiding

van logistieke bedrijventerreinen afnemen. Dit is essentieel

om een verantwoorde groei van de logistieke sector te kunnen

bewerkstelligen.

Dit subhoofdstuk gaat in op drie belangrijke principes van

duurzaamheid:

- goede aansluiting bij de omgeving (7.2.1);

- duurzame energietoepassingen (7.2.2);

- duurzaam vervoer (7.2.3).

Nogal harde overgang naar omgeving Kade is moeilijk bereikbaar en wordt weinig gebruikt

ORG

AN

ISAT

IE E

N D

UU

RZA

AM

HEI

D

Page 118: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

110

Bedrijven gebruiken als geluidswalDe ontwikkeling van een nieuw terrein biedt kansen om te kijken naar een optimale landschappelijke inpassing, rekening houdend met de omgeving. Daarbij kan creatief met de ruimte om worden gegaan. Bedrijven kunnen bijvoorbeeld ook fungeren als geluidswal. De foto laat het bedrijvenpark Vathorst in Amersfoort (NL) zien, waar een aantal bedrijven op een perceel van ongeveer 5000 m2 in de geluidswal zijn geplaatst. De bedrijven in de geluidswal vormen als het ware het ‘gezicht’ van het bedrijvenpark richting snelweg en fungeren door hun ligging, hoogte en vorm als een wand die het geluid en de C02-uitstoot van het verkeer tegenhoudt. Hiermee wordt ook het achterliggende woongebied afgeschermd van het verkeerslawaai. Naast het bijzondere ontwerp en de bijbehorende uitstraling wordt met dit concept tevens ruimte bespaard, waardoor er meer groen mogelijk is. De binnenzijde van de groene geluidswal werd ingericht als verblijfsruimte. Hier is een groenstrook en op de flauwe helling kunnen mensen pauzeren in een aantrekkelijke, groene omgeving. De aansluiting bij de woonomgeving is met dit groen eveneens geborgd.

Groen en water als buffer tussen bedrijventerrein en (woon)omgeving Bij de ontwikkeling van nieuwe terreinen dient het groen en water zoveel mogelijk aan de buitenzijde van het terrein ingeplant te worden. Dit zorgt voor een goede afscherming naar de omgeving (visuele buffer) en tevens biedt dit vanuit zorgvuldig ruimtegebruik de mogelijkheid om op het terrein zelf zoveel mogelijk percelen uit te geven. Waterbuffers of aanwezige waterlopen kunnen maximaal worden benut als ruimte waarlangs het aangenaam verpozen is. Collectieve waterbuffers kunnen tevens dienst doen als visvijver. Recreatief wandelen langs het water kan gestimuleerd worden door het aanleggen van een voetpad of het plaatsen van bankjes. Op het Kempisch Bedrijvenpark is bijvoorbeeld veel aandacht voor een duurzame groenstructuur en een goede balans tussen groen, water en bebouwing. Dit komt tot uiting in het multifunctioneel gebruik van het natuurgebied Woonbos. Dit natuurgebied dient als groene buffer met het nabijgelegen woongebied, maar ook als retentiegebied voor regenwater. Tevens zijn op diverse plekken houtwallen gecreëerd, waarmee insecten, vogels en kleine knaagdieren aangetrokken worden. Dit komt de biodiversiteit ten goede. Aandacht voor groen, water en biodiversiteit zorgt voor een positievere beleving van het terrein door de omgeving.

Kunstuitingen op gebouwenOp een aantal terreinen zijn voorbeelden te vinden van kunstuitingen op de buitenzijde van de gebouwen. Dit zorgt voor een positievere beleving van het terrein.

Page 119: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

111

Beperken sluipverkeer door keerlusIn bepaalde situaties zorgt overlast van vrachtverkeer in (woon)omgeving voor maatschappelijke weerstand tegen bedrijventerreinen. Het aanpassen van de interne ontsluitingsstructuur op het terrein kan dan gewenst zijn om sluipverkeer tegen te gaan en daarmee overlast voor omgeving en omwonenden terug te dringen. Dergelijke aanpassingen kunnen het vrachtverkeer in een bepaalde richting dwingen en ongewenste routes uitsluiten. Zo kunnen verbindingen tussen bedrijventerrein en nabijgelegen woongebieden verbroken worden, waarbij vrachtverkeer via een keerlus de weg terugvindt. Resultaat: een betere verkeersveiligheid en positieve effecten op de leefkwaliteit in de woongebieden.

7.2.1 Principe: goede aansluiting bij de omgeving

Maatschappelijke weerstand kan de ontwikkeling van nieuwe

of de uitbreiding van bestaande logistieke terreinen aanzienlijk

belemmeren en daarmee het functioneren van de logistieke sector in

gevaar brengen. Voldoende aandacht voor de zorgen en behoeften

van omliggende gebieden, kan een deel van bovenstaande angsten

wegnemen. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden.

Het gericht toevoegen, versterken of herstellen van landschapsele-

menten op een terrein kan zorgen voor een betere aansluiting bij

de omgeving. Hierbij kan gedacht worden aan het aanbrengen van

extra (inheemse soorten) groen en water aan de randen van het ter-

rein of aandacht voor biodiversiteit. Een andere, relatief eenvoudige,

mogelijkheid om de beleving van bedrijventerreinen door omwo-

nenden te verbeteren is bijvoorbeeld kleurgebruik.

Cruciaal echter voor maatschappelijk draagvlak is een degelijke

communicatie. Indien omwonenden niet op de hoogte zijn van

de maatregelen die genomen worden om de omgeving te sparen,

zal het protest niet verminderen. Ontwikkelaars en lokaal bestuur

kunnen bij de omgeving goodwill creëren door omwonenden

geregeld en degelijk te informeren via nieuwsbrieven of via een

website en hen de gelegenheid te geven mee te denken over de

inpassing in de omgeving bij (her)ontwikkeling van terreinen.

Door een goede communicatie en betrokkenheid kan de negatieve

perceptie afnemen en kunnen problemen aangepakt worden.

Kleurgebruik op gebouwenLogistieke terreinen hebben vaak een enorme oppervlakte en kennen relatief veel asfalt. Wanneer er daarnaast weinig groen aanwezig is en bedrijfspanden eentonig zijn van kleur, wordt dit over het algemeen als ‘lelijk’ beschouwd. Het gebruik van kleurgebruik is een relatief simpele maatregel die een groot positief effect kan hebben op de beleving van het bedrijventerrein door de omgeving.

ORG

AN

ISAT

IE E

N D

UU

RZA

AM

HEI

D

Page 120: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

112

Duurzame energietoepassingen door onderlinge samenwerking De daken van productiesites en magazijnen lenen zich goed voor het plaatsen van zonnepanelen, in eigen gebruik of om in lease uit te geven. Vele bedrijven investeerden hierin, soms aangemoedigd door financiële prikkels (kortingen door groepsaankopen). Binnen het project 'Duurzame Energie Genk-Zuid’, investeerde het bedrijventerrein Genk-Zuid bijvoorbeeld in de voordelige, collectieve aankoop van zonnepanelen, dankzij een samenwerking tussen de stad Genk, UHasselt, LRM, de Vereniging Industriëlen Genk (VIG) en POM Limburg. Dedrijven besparen hierdoor op hun energiefactuur en dragen bij tot de CO2-neutraliteit van hun terrein. Het parkmanagement faciliteerde deze groepsaankoop, net als het gezamenlijk inkopen van groene energie.

Duurzaam materiaalgebruikVerantwoord materiaal gebruik in de openbare ruimte draagt ook bij tot de duurzaamheid van bedrijventerreinen. Een voorbeeld hiervan treffen we aan op het Kempisch bedrijvenpark. Duurzaamheid was hier het uitgangspunt vanaf het bouwrijp maken tot aan de inrichting van het terrein. Het rioleringssysteem is bijvoorbeeld met keramische buizen aangelegd, die een extreem lange levensduur hebben en volledig recyclebaar zijn. De openbare verlichting bestaat hier uit zuinige LED-lampen en het asfalt van de ontsluitingswegen bestaat voor 50 % uit gerecycleerd asfalt.

Duurzame verlichting in de openbare ruimteHet toepassen van duurzame verlichting op bedrijventerreinen is een vorm van spaarzaam omgaan met energie. Een mooi voorbeeld hiervan treffen we aan op het nieuwe bedrijventerrein Tradeport – Noord in Venlo (NL). Een aantal lichtmasten op dit terrein is voorzien van zonnepanelen, die overdag elektriciteit opwekken en dit vervolgens teruggegeven aan het stroomnet. ’s Nachts zijn de zonnepanelen niet functioneel en onttrekken de lichtmasten elektriciteit aan het stroomnet. Hierdoor is de verlichting energieneutraal. Daarbij zijn de masten gefabriceerd uit duurzaam, recycleerbaar hout, dat onderhoudsvriendelijk is en zijn voorzien van LED-verlichting. Ook op de nieuwe terreinen Duwijck in Lier en Den Hoek 3 in Wijnegem gebruikt POM Antwerpen duurzame openbare verlichting: CosmoPolislampen die zowel naar verbruik als uitstoot 25 % voordeliger zijn dan klassieke verlichting. Een andere mogelijkheid is kiezen voor slimme aansturing van de verlichting, waarbij bijvoorbeeld de fietspadverlichting enkel werkt bij passage. Ook dit draagt bij tot zuinig energiegebruik.

Duurzame energietoepassingen In het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen en met het oog op het aantrekken van personeel en klanten, profileren bedrijven zich steeds vaker als duurzaam. Vanuit dit perspectief is een vestiging op een bedrijventerrein met aandacht voor duurzaamheid gunstig voor het bedrijfsimago. Een mooi voorbeeld vinden we op het logistieke park the Hub in Birmingham (UK). Om duurzaamheid uit te dragen functioneert de portiersloge op groene energie (zon en wind) die ter plekke wordt opgewekt. Op het dak staan enkele zonnepanelen en er is een windturbine geïnstalleerd. In de portiersloge hangt een elektronisch bord waarop de energieopwekking en CO2-reductie wordt weergegeven. Deze duurzame portiersloge bij de toegang van het terrein heeft een positief effect op het duurzame imago van het terrein.

Page 121: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

113

7.2.2. Principe: duurzame energietoepassingen

De druk om spaarzaam om te gaan met energie neemt alsmaar toe,

ook op bedrijventerreinen. In haar klimaatplan ‘Duurzaam omgaan

met energie op bedrijventerreinen’ stelt de EU reducties van 20 %

voorop inzake broeikasgassen en energieverbruik en moet minstens

20 % van alle energie uit hernieuwbare bronnen gewonnen worden.

Op nieuwe terreinen is er bijgevolg veel aandacht voor duurzame

energie: duurzame verlichting, duurzame gebouwen en soms zonne-

of windenergie. In het kader van CO2-neutrale terreinen verkenden

diverse ontwikkelaars de voorbije jaren ook het potentieel van

warmtenetten en geothermie. Hier zijn in de praktijk nog maar zeer

beperkt toepassingen van te vinden op logistieke terreinen.

Op oudere terreinen is in dit verband nog veel werk aan de winkel.

Een eventuele herstructurering biedt doorgaans opportuniteiten om

energiebesparende maatregelen te onderzoeken en toe te passen.

Vaak wordt ook expliciet gewezen naar de bedrijfswereld, aangezien

op individueel bedrijfsniveau veel resultaat te boeken valt. Gelukkig

dringt daar het besef door dat inzetten op milieu vele voordelen

oplevert: soms financieel, maar ook voor het imago. Gratis

energie-, milieu- en materialenscans geven bedrijven inzicht in de

mogelijkheden om op niveau van hun gebouw stevig te besparen.

Zowel ontwikkelaars als bedrijvenverenigingen spannen zich dan

ook in om deze scans, uitgewerkt en gesubsidieerd door Agentschap

Ondernemen, bij bedrijven te promoten. Hetzelfde geldt voor de

planscans die vanuit de Bond Beter Leefmilieu worden aangeboden

en bedrijven van bij de uitwerking van het concept van hun

bedrijfsgebouw helpen kiezen voor de meest duurzame oplossing.

Ook in onderlinge samenwerking liggen opportuniteiten voor

energiebesparing. Zo kunnen groepsaankopen van bijvoorbeeld

zonnepanelen niet alleen kostenbesparingen realiseren voor

individuele bedrijven, maar ook groene energie een kans geven.

Windturbines op bedrijventerreinenLogistieke terreinen lenen zich tot de plaatsing van windturbines, aangezien ze doorgaans verder verwijderd liggen van woongebieden. Ook zijn de veilig-heidsrisico’s op een logistiek terrein aanzienlijk kleiner, gezien het eerder beperkt aantal werknemers per m². De houding van bedrijven tegenover windturbines is steeds positiever, zeker wanneer ze onder de vorm van groenestroomcertificaten mee kunnen profiteren van de winsten. De aanzienlijke veiligheidsperimeters rond windturbines, die bedrijven mogelijk sterk beperken in hun uitbreidings-mogelijkheden, blijven echter een hindernis. Voorbeelden van windturbines op private terreinen zijn te vinden op de terreinen van Volvo Cars in de Gentse ha-ven, de site van Nike in Laakdal, de sites van Unibind en Pfizer in Puurs en de Nederlandse vestiging van Fujifilm op het terrein Vossenberg in Tilburg. Het staat ondernemers daarnaast vrij om gezamenlijk te investeren in windturbines en de opbrengsten uit groenestroomcertificaten te delen. Zo werden in de haven van Antwerpen vergunningen uitgereikt aan de nv Wind aan de Stroom, de publieke projectvennootschap, voor de bouw van de eerste van in totaal 55 geplande tur-bines op de Linkerscheldeoever. Ook in de gemeente Breda (NL) wordt een derge-lijke constructie opgetuigd voor de realisatie van 30 turbines op het bedrijventer-rein Hazeldonk. Zowel bedrijven als inwoners kunnen intekenen op het project, waartegenover een interessante obligatieregeling staat. Een deel van het rende-ment komt mogelijk ten goede aan parkmanagement van het bedrijventerrein. Wat vooralsnog niet mogelijk is, is de opgewekte stroom verdelen onder de par-ticiperende bedrijven. Ondersteunende regelgeving met betrekking tot saldering op afstand zou hierbij kunnen helpen.

ORG

AN

ISAT

IE E

N D

UU

RZA

AM

HEI

D

Page 122: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

114

Duurzaam vrachtvervoer van en naar bedrijventerreinenElektrische vrachtwagens zijn ideaal voor bijvoorbeeld stadsdistributie. Bierbrouwer Heineken zet een volledig elektrisch aangedreven 19-tons truck in voor stadsdistributie in Rotterdam. In België heeft E-trucks Europe in 2013 voor EVTecLab twee elektrische trucks geproduceerd. De stad Lommel rijdt proef met de e-truck en ook City Depot heeft een e-truck in gebruik in Hasselt. Het is duidelijk: de e-trucks worden grondig getest en geëvalueerd. Subsidies voor laadpalen voor elektrische auto’s of vrachtwagens kunnen helpen om het gebruik van elektrische voertuigen te stimuleren. Bedrijven in Vlaanderen die zich willen buigen over de verduurzaming van hun transport, kunnen daarvoor steeds gratis terecht bij de consulenten van Flanders Logistics.

Alternatieve energiebronnenDe aanwezigheid van een aardgastankstation stimuleert duurzaam vervoer.

Page 123: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

115

7.2.2. Principe: duurzaam vervoer

Naast de voor de hand liggende milieuvoordelen, creëert duurzaam

vervoer doorgaans extra goodwill bij omwonenden of andere

gebruikers van de gebieden rondom het bedrijventerrein. De

mogelijkheden zijn enorm: elektrisch aangedreven vrachtwagens

(de zogenaamde e-trucks), laadpunten voor elektrische wagens,

aardgastankstations, gebruik van binnenvaart of spoor en het

stimuleren van fietsen voor het woon-werkverkeer. Daarnaast is

het inzetten op nieuwe voertuigconcepten en transportsystemen

noodzakelijk om aan de stijgende mobiliteitsvraag te voldoen. Een

evenwichtiger verdeling van vrachtvervoer over alle transportmodi

heen, is eveneens een aandachtspunt.

Stimuleren fietsgebruikHet stimuleren van fietsgebruik in het kader van woon-werkverkeer is evenzeer onderdeel van duurzaam vervoer. Om fietsgebruik te stimuleren is het niet alleen van belang om te beschikken over fietspaden naar en over het terrein, maar moeten bedrijven over de juiste voorzieningen beschikken die het fietsgebruik kunnen stimuleren, zoals een (overdekte) fietsenstalling. Fietsgebruik kan gestimuleerd worden door een campagne op bedrijventerreinen. Zo zette de stad Hasselt, in samenwerking met VIM, Industriegroep Hasselt en Mobidesk Limburg, het succesvolle project ‘I bike I move’ op. Bijna 60 % van de werknemers in de regio Hasselt woont immers op minder dan 10 kilometer van het werk. I Bike I Move wil via bedrijven de werknemers stimuleren om de wagen zoveel mogelijk thuis te laten. Via I Bike I Move kopen werkgevers aan een bijzonder voordelig tarief, gaande van (vouw)fietsen en lockers tot fietsenstallingen en allerhande accessoires. Ook onderhoud en pechverhelping zijn in het aanbod voorzien. De actie kent succes: liefst 87 bedrijven sloten zich reeds aan.

ORG

AN

ISAT

IE E

N D

UU

RZA

AM

HEI

D

Page 124: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

116

Do’s:

Organiserend vermogen

• Zorg bij nieuwe terreinen voor verplichte deelname aan

parkmanagement door in de gronduitgiftevoorwaarden een

financiële bijdrage aan het parkmanagement te verplichten.

Neem een kettingbeding op bij verkoop.

• Zorg ervoor dat terreinbeheer vanuit een overkoepelende

juridische structuur gestimuleerd en opgepakt wordt. De

praktijk toont aan dat een vzw in vele gevallen de meest

geschikte juridische structuur is om de samenwerking tussen

verschillende bedrijven, overheden en stakeholders te

organiseren en op lange termijn te blijven promoten. Deze

rechtsvorm stimuleert samenwerking en inspraak.

• Zorg bij parkmanagement voor een groeimodel. Begin met een

aantal basisactiviteiten en breidt dit naargelang de behoefte in

de loop der jaren uit. In de praktijk komen collectieve beveiliging,

signalisatie, gemeenschappelijk beheer van buffers en andere

openbare ruimte het meeste voor. Voorzie van bij de start een

loon voor de parkmanager.

• Investeer voldoende in netwerkactiviteiten. Tijdens een infor-

mele netwerkborrel of laagdrempelige kennismakingsronde

komen ondernemers met elkaar in gesprek en kunnen

gezamenlijke knelpunten worden gedetecteerd. Hierop kunnen

vervolgacties worden ondernomen.

• Verbeter het accountmanagement op bestaande terreinen.

Zorg ervoor dat ondernemers en de betrokken overheden

elkaar kennen en een duidelijk aanspreekpunt hebben. Elkaar

kunnen vinden, korte lijnen, is van belang om verandering op

gang te brengen en gezamenlijk te werken aan de kwaliteit van

de terreinen. Het biedt de basis voor een goede samenwerking

tussen ondernemers en betrokken overheden.

• Zet als bovenlokale overheid parkmanagement op de regionale

agenda en zorg voor ondersteuningsmogelijkheden van het

parkmanagement op bestaande terreinen. Dit kan onder de

vorm van subsidies, het organiseren van bijeenkomsten over

parkmanagement voor gemeenten en ondernemers, begeleiding

om ondernemers te ondersteunen bij het opzetten van

parkmanagement, maar ook in het bieden van bijvoorbeeld een

handboek of draaiboek voor het opzetten van parkmanagement.

• Verken de mogelijkheden om op efficiënte wijze inkomsten te

genereren voor beheer en gezamenlijke activiteiten, via een

ondernemersfonds of, in overleg met de gemeente, via een

heffing. Dat laatste blijkt een waardevol middel om op bestaande

bedrijventerreinen de freeridersproblematiek aanpakken en

gezamenlijk voorzieningen en activiteiten te organiseren.

• Stel als bedrijventerreinvereniging een parkmanager aan die

de nodige tijd kan vrijmaken om de zaken professioneel op te

pakken. Wanneer parkmanagement op de schouders rust van

een aantal vrijwillige ondernemers, is de continuïteit van het

bedrijventerreinmanagement niet gegarandeerd. Wanneer

hiervoor in een eerste fase de middelen ontbreken, kan een oud-

ondernemer deze taak op zich nemen. Na een aantal jaren kan

het parkmanagement professionaliseren.

Samenwerkingsacties

• Zorg ervoor steeds op de hoogte te zijn van nieuwe financiële

stimuli die interbedrijfssamenwerking stimuleren en maak

maximaal gebruik van deze kanalen.

• Zorg ervoor bij groepsaankopen op de hoogte te zijn van de

individuele leveranciers van de geïnteresseerde bedrijven zodat

je ze allemaal kan betrekken in je offerteronde.

• Maak werk van een grondige evaluatie van iedere actie. Wanneer

Page 125: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

117

ondernemers de indruk krijgen dat collectieve acties losse

flodders zijn of slechts een beperkte meerwaarde bieden, komt

parkmanagement al snel op losse schroeven te staan.

Duurzaamheid

• Groen en water op bedrijventerreinen vergroot in belangrijke

mate het maatschappelijke draagvlak voor bedrijventerreinen.

Realiseer dit groen en water zoveel mogelijk aan de buitenzijde

van het terrein. Hierdoor wordt het uitgeefbare terrein ook

daadwerkelijk uitgeefbaar (efficiënt ruimtegebruik) en vormen

groen en water een visuele buffer. Zie de aanleg van groen

en water niet als iets extra, maar maak het onderdeel van de

grondexploitatie.

• Ontwikkelaars en lokaal bestuur kunnen goodwill creëren bij

de omwonenden door hen geregeld en degelijk te informeren

via nieuwsbrieven of via een website en hen de gelegenheid te

geven mee te denken over de inpassing in de omgeving bij (her)

ontwikkeling van terreinen.

• Besteed voldoende aandacht aan communicatie en voorlichting

rondom de voordelen van duurzaam bouwen en duurzame

energie. Duurzaamheid heeft zowel een milieu- als een

economische component, maar kan ook het imago en de

marketing van bedrijven positief ondersteunen. Via websites

van overheden of bedrijvenverenigingen, via nieuwsbrieven,

informatiebrochures of informatiebijeenkomsten kan informatie

worden verstrekt en kunnen succesvoorbeelden uit de praktijk

worden verspreid. Ook kunnen kennis rondom innovatieve

duurzame concepten en interessante subsidieregelingen met

elkaar gedeeld worden.

• Schep als overheid voorwaarden en ondersteun ondernemers

om de kansen voor duurzaam energiegebruik te benutten door

het aanbieden van een (gratis)energiescan. Door de uitvoering

van de maatregelen te koppelen aan lokale ondernemers

kan dit tevens een impuls geven aan de lokale economie.

Bedrijventerreinmanagement kan hierin een belangrijke rol

spelen en, in samenwerking met de betrokken overheid, hiervoor

een systeem ontwikkelen.

• Bij de uitgifte van nieuwe percelen kunnen lokale overheden

eisen stellen in de milieu- en bouwvergunning en hierdoor

ondernemers bijkomend stimuleren tot duurzaam bouwen

(bijvoorbeeld met betrekking tot de energieprestatie van het

gebouw, het materiaalgebruik of het aanleggen van gescheiden

riolering).

ORG

AN

ISAT

IE E

N D

UU

RZA

AM

HEI

D

Page 126: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

118

Don’ts:

Organiserend vermogen

• Parkmanagement beschouwen als een zaak van enkel de

ondernemers. Parkmanagement is een coproductie tussen

ondernemers en overheid en kan alleen door een goede

onderlinge samenwerking een optimaal resultaat opleveren.

• Ondernemers niet betrekken bij herstructurering. Zoek als

overheid altijd aansluiting bij de ondernemers. Maak samen

een toekomstvisie voor het terrein waarbij de problemen die

ondernemers als dusdanig ervaren een belangrijke basis vormen.

Betrek ondernemers bij de verschillende projecten in de vorm

van werkgroepen.

Samenwerkingsacties

• Deelname aan een te zwaar pakket aan

parkmanagementactiviteiten verplicht stellen op nieuwe

bedrijventerreinen. Wanneer de toelatingsdrempel te hoog ligt,

zullen bedrijven zich elders vestigen waar deze eisen niet (zo

hoog) zijn. Zet in op een groeimodel.

Duurzaamheid

• Ondernemers en omwonenden te laat of niet betrekken bij

(herstructurerings)plannen voor duurzame terreinen.

• Te ambitieuze duurzaamheidambities. Voor bedrijven speelt

duurzaamheid weliswaar een (steeds) grote(re) rol, ook

bijvoorbeeld vanuit imago/marketing, maar enkel wanneer

het een kostenvoordeel oplevert. Niet alle ondernemers

zijn enthousiast voor duurzaamheidsmaatregelen met een

terugverdientijd van meer dan vijf jaar. Wanneer op nieuwe

terreinen te veel verplichtingen worden opgelegd, kan dit

logistieke bedrijven afschrikken. Beter is om in te zetten op het

stimulerende en faciliterende traject en duurzaamheid in het

RUP mogelijk te maken.

• Uitgebreid onderzoek naar duurzame kansen op logistieke

terreinen. Het is zeker niet nodig om voor elk bedrijventerrein een

haalbaarheidsstudie uit te voeren. Er zijn al heel wat onderzoeken

verricht en er lopen veel ervaringsdeskundigen rond. Zij kunnen

met een ‘duurzame energiescan’ snel een beeld geven van de

mogelijkheden voor het gebruik van duurzame energie. Zo

is er op terreinen met veel logistieke activiteiten vaak relatief

weinig behoefte aan warmte, maar vooral een grote vraag naar

elektriciteit. Uitgebreid onderzoek naar biomassa-installaties

of een collectief WKO-systeem is voor logistieke terreinen vaak

minder interessant. Wind- en zonne-energie zijn hier het meest

kansrijk.

Page 127: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

119

Tips:

Organiserend vermogen & samenwerkingsacties

• Fysieke omstandigheden zoals achterstallig onderhoud of

herstel van infrastructuur, kan de samenwerking versnellen

omdat partijen gedwongen zijn om in overleg tot oplossingen

te komen. Dergelijke knelpunten verhogen de urgentie en de

principiële bereidheid om activiteiten en investeringen op elkaar

af te stemmen. Gebruik deze aanleiding om een gezamenlijke

toekomstvisie op het terrein op te stellen en gezamenlijk te kijken

naar de kansen om de kwaliteit van het terrein te verbeteren.

Dit is een belangrijke basis als richtsnoer voor maatregelen,

activiteiten en gezamenlijke investeringen en vergroot het

vertrouwen en draagvlak voor samenwerking.

• Stel een parkmanager aan als tussenschakel. Om dingen

voor elkaar te krijgen is het van belang dat er veel contact en

betrokkenheid is tussen ondernemers en gemeente en dat

de wensen en behoeften van beide partijen duidelijk is. Een

parkmanager spreekt de taal van beide en kan als tussenpersoon

fungeren.

• In een regio zijn soms meerdere bedrijvenverenigingen actief

met het opzetten van parkmanagementactiviteiten. Soms

gaat het om dezelfde activiteiten. Het kan interessant zijn om

sommige onderdelen met meerdere bedrijvenverenigingen op

te pakken.

• Zichtbaarheid van de lokale politiek en betrokken ambtenaren

op de terreinen is belangrijk voor ondernemers. Door als overheid

regelmatig in gesprek te gaan met ondernemers, bijvoorbeeld

op bijeenkomsten van bedrijven en bedrijvencontactdagen,

ontstaat wederzijds vertrouwen. Dit is vaak een belangrijke basis

voor publieke en private investeringen in het gebied.

• Subsidieregelingen om de mogelijkheden van

bedrijventerreinmanagement op bestaande terreinen te

onderzoeken, kunnen interessant zijn. Een voorbeeld zijn de

jaarlijkse projectoproepen van POM Antwerpen in het kader van

‘duurzame acties op bedrijventerreinen’.

• De opstart van een parkmanagement verloopt steeds volgens

onderstaande stappen:

1. bewust worden/-maken van de meerwaarde van

parkmanagement;

2. inventariseren van de noden & wensen van de gebruikers

van het terrein (en eventueel andere stakeholders, zoals de

gebruikers van omliggende gebieden);

3. samenstellen van een inhoudelijk pakket aan acties en taken;

4. oprichten van een performant juridisch, organisatorisch en

financieel vehikel;

5. in kaart brengen van de eventuele fysieke impact van

bovenstaande acties;

6. opstarten van de organisatie die zal instaan voor het beheer;

7. contracteren van dienstverleners en leveranciers die relevant

zijn voor het actie- en takenpakket;

8. exploiteren, met aandacht voor voortdurende evaluatie en

bijsturing.

Page 128: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

120

Duurzaamheid

• Het oprichten van een energiefonds is geschikt om het

bedrijfsleven te stimuleren tot verduurzaming. Ondernemers

kunnen dan een voorstel bij het fonds indienen die, wanneer

voldaan wordt aan de uitgangspunten, gefinancierd wordt

tegen aantrekkelijke financiële condities. In Nederland worden

op provinciaal niveau steeds vaker energiefondsen opgericht om

het regionale bedrijfsleven te stimuleren om te verduurzamen.

Een voorbeeld hiervan is het energiefonds van de provincie

Overijssel (NL).

• Voor logistieke bedrijventerreinen is windenergie kansrijk. Het

is in Vlaanderen wettelijk (nog) niet toegelaten dat bedrijven die

zelf hun groene stroom opwekken, deze rechtstreeks kunnen

verkopen aan bedrijven uit de omgeving. Ondersteunende

regelgeving zou de toepassing van windenergie kunnen

bevorderen.

• Bedrijventerreinmanagement kan een belangrijke rol spelen

bij verduurzaming van terreinen en de bedrijven op het terrein

door te informeren over en het organiseren van een collectieve

inkoop van duurzame energie, zonnepanelen, duurzaam

vervoer of door het aanbieden van een duurzaamheidsscan.

Daarnaast is het minstens zo belangrijk om de resultaten van

de getroffen maatregelen bij iedereen onder de aandacht te

brengen!

• Op de website www.eco2profit.be vind je verschillende

haalbaarheidsstudies en demonstratieprojecten die de CO2-

neutraliteit van bedrijventerreinen in de hand werken.

Instrumenten:

Praktische handleidingen bedrijventerreinmanagement

Om bedrijven bij te staan in de uitbouw van het beheer van hun

terrein via de oprichting van een bedrijvenvereniging, ontwikkelde

POM Antwerpen, met steun van Agentschap Ondernemen, een

praktische handleiding: ‘De oprichting van een vzw in het kader van

bedrijventerreinmanagement’. Deze publicatie geeft inzicht wat de

mogelijkheden zijn bij de oprichting van een bedrijvenvereniging

onder de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk (vzw), om

een bedrijventerreinenmanagement op poten te zetten. De publicatie

besteedt vooral aandacht aan de organisatiestructuur waarbinnen

het bedrijventerreinmanagement kan worden uitgebouwd. Een

tweede handleiding geeft toelichting bij samenwerkingsacties

die aanzienlijke economische, sociale of ecologische meerwaarde

genereren: ‘Op zoek naar inkomsten voor uw bedrijvenvereniging’.

Beide documenten zijn gratis te downloaden op www.pomantwerpen.

be.

Project ‘duurzame acties op bedrijventerreinen’

Dit project heeft als doel om de kwaliteit en duurzaamheid

van bedrijventerreinen te stimuleren en te verhogen. POM

Antwerpen biedt financiële steun (maximum 21.000 euro) aan

samenwerkingsverbanden tussen bedrijven die concrete initiatieven

nemen in het kader van ‘duurzame bedrijventerreinen’. Verenigingen

of groeperingen van ten minste vijf bedrijven, die gevestigd zijn op

een bedrijventerrein in de provincie Antwerpen, kunnen een voorstel

indienen. Voor bedrijven die zich nog niet verenigden, kan dit initiatief

zeker een aanzet zijn om daadwerkelijk een bedrijvenvereniging op

te starten.

• Meer informatie: www.pomantwerpen.be

Page 129: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

121

Energie- en materialenscans

Het Agentschap Ondernemen biedt bedrijven die dit wensen

een gratis individuele energiedoorlichting (energiescan) via

aanbestede studiebureaus aan. De doelgroep van de energiescans

zijn bedrijfsvestigingen die een jaarlijks energieverbruik hebben

van minimum 20.000 kWh elektriciteit of minimum 50.000 kWh

brandstof (aardgas, stookolie …) en niet in aanmerking komen voor

de energiebeleidsovereenkomsten (dus maximum 0,1 PJ primair

energieverbruik of 27,78 miljoen kWh op jaarbasis). Kmo’s krijgen

3 % extra steun bij een aanvraag van een ecologiepremie binnen het

jaar na het goedgekeurd energiescanrapport.

Daarnaast bieden het Agentschap Ondernemen en OVAM een

gratis individuele materialenscan aan via aanbestede adviseurs.

Een materialenscan is een doorlichting die kmo’s wil aanzetten tot

een meer duurzaam materialenbeheer. De resultaten van de scan

monden uit in een rapport, dat kmo’s wijst op de opportuniteiten

van duurzaam materiaalgebruik. Ook worden bedrijven gewezen op

mogelijk partners en financieringskanalen voor de volgende fase.

• Meer informatie: www.agentschapondernemen.be

Page 130: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek
Page 131: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

123

8.1 Nieuwe ontwikkelingen : werk ‘slim’ en vertrek vanuit logistieke hotspots

Logistieke dienstverleners of bedrijven met aanzienlijke logistieke

activiteiten willen er zeker van zijn dat hun klanten vlot beleverd

worden, als het kan just in time. Een efficiënte logistieke keten

is dus van primordiaal belang bij het kiezen van hun locatie.

Distributielocaties liggen meestal nabij grootstedelijke gebieden en

zijn multimodaal ontsloten. Gespecialiseerde vastgoedontwikkelaars

die inzetten op logistieke terreinen en gebouwen werken eveneens

bij voorkeur op dergelijke locaties, omdat zich dan zeker voldoende

klanten (huurders) aanbieden.

Wil de provincie Antwerpen haar troeven uitspelen en haar bijdrage

leveren aan de logistieke topregio Vlaanderen, dan moeten nieuwe

voor logistiek voorbestemde terreinen bij voorkeur ingericht

worden binnen de logistieke hotspots. Enkel op dergelijke sites is het

zinvol grote logistieke spelers aan te trekken, aangezien gemengde

terreinen vaak niet beschikken over de juiste infrastructuur of

ontsluitingen om bijvoorbeeld distributiecentra te huisvesten.

Met alle overlast en verdere aantasting van het maatschappelijk

draagvlak tot gevolg.

Behalve in het havengebied en de Transportzone Meer zijn er in de

provincie Antwerpen geen specifieke logistieke terreinen. Dergelijke

terreinen worden elders wel ontwikkeld. Om het voordeel van de

gunstige ligging in het Noordwest-Europese logistieke netwerk te

kunnen behouden, dient de overheid te zetten op de realisatie van

enkele terreinen (of opwaardering en herinvulling van bestaande

sites) die specifiek zijn voorbehouden voor logistieke activiteiten.

Voor de ontwikkeling hiervan zijn meerdere uitvoerders denkbaar.

Vele ontwikkelingsmaatschappijen en intercommunales hebben

inzake terreinontwikkeling heel wat expertise in huis. Ook steden

bouwden heel wat knowhow op. Deze partijen kunnen de ontwik-

keling en de uitgifte op zich nemen, en later tevens de exploitatie

en het beheer. Een op logistieke behoeften afgestemde uitgifte zou

kunnen vertrekken van een aanpak die uitgaat van gebouwverhuur

en het zelf in handen houden van de gronden. Maar ontwikkeling

en beheer kan ook aan private vastgoedpartijen worden overge-

laten (ontwikkelaars en beleggers). In Engeland bijvoorbeeld is dit

een frequente handelwijze: daar is men in de logistieke sector (nog)

meer gewend te huren en bieden langlopende, maar verhandelbare

huurcontracten beleggers zekerheid en ondernemers (toch) flexibili-

teit. Dit werkt enkel wanneer de lokale overheden reële marktprijzen

hanteren en er op de markt een relatieve schaarste aan terreinen is.

Het valt op dat vastgoedontwikkelaars in België iets terughouden-

der zijn om op eigen kracht integrale logistieke sites te ontwikkelen.

Een PPS-constructie waarin beide groepen elkaar vinden, is dan ook

allicht het handigste instrument om logistieke sites uit te bouwen.

8. Strategische aanbevelingen

Page 132: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek
Page 133: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

125

8.2 Herstructureringen : werk ‘allesomvattend’

Zoals aangegeven in voorgaande hoofdstukken kan de integratie

van logistieke activiteiten op bestaande, gemengde terreinen

op diverse vlakken voor uitdagingen zorgen. Wanneer bepaalde

pijnpunten worden aangepakt, ontstaat een opportuniteit om

met alle stakeholders (bedrijven, eigenaars, bedrijvenvereniging,

lokaal bestuur, ontwikkelaar) een duurzame visie uit te tekenen

die de leefbaarheid van de site ten goede komt. Wanneer zich

niet meteen een trekker aandient, zouden intercommunales of

ontwikkelingsmaatschappijen kunnen worden belast met de

expliciete opdracht een werkbare overlegstructuur uit te bouwen en

te initiëren.

De voordelen van een allesomvattende aanpak zijn te groot, de te

behalen winsten zowel economisch als maatschappelijk te relevant,

om op dit vlak kansen te laten schieten. De aandacht voor nieuwe

ontwikkelingen mag geenszins ten koste gaan van de nodige

herstructureringen op bestaande terreinen. De overheid heeft hier

een belangrijke, sturende rol.

8.3 Samenwerking is essentieel

Bij een terreinontwikkeling of grondige herstructurering zijn

meerdere spelers betrokken: overheden, ontwikkelaars, bedrijven en

steeds vaker ook omwonenden die zich verenigen in actiegroepen.

De ontwikkelingskeuzes hebben een enorme impact op alle

betrokkenen: op de ontwikkelaar die economisch-commercieel een

degelijk project wil uitbouwen, op de bedrijven die er dag in dag

uit hun activiteiten ontplooien, op de omwonenden die hun rust

en veiligheid willen gewaarborgd zien, op het lokale bestuur dat

degelijke bedrijfsruimte aan ondernemers wil kunnen aanbieden.

Strategische keuzes zijn effectiever, realistischer en bruikbaarder

wanneer men ze gezamenlijk met alle betrokkenen maakt. Dit is ook

een van de leerpunten dat werd opgetekend uit ervaringen met het

instrument ‘strategische projecten’ 10.

10 Zie ‘Planning in uitvoering - Strategische projecten in het

Vlaams ruimtelijk beleid’, Departement Ruimte Vlaanderen, 2013.

Page 134: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek
Page 135: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

127

Ook voor het natraject, het zogenaamde parkmanagement, blijft

afstemming en betrokkenheid essentieel. Bovenlokale sturing en

een flankerend subsidiebeleid kunnen ervoor zorgen dat terreinen

niet alleen een goede (door)start maken, maar tevens een lang en

kwaliteitsvol leven tegemoetgaan.

Ten slotte is ook afstemming tussen verschillende projecten

waardevol. Kennisdeling en ondersteunende, constructieve

coördinatie op Vlaams niveau blijft een aandachtspunt, willen we

vermijden dat regio’s naast elkaar werken of in concurrentie gaan.

Een geïntegreerde aanpak en een complementair aanbod zijn

aangewezen.

8.4 Gezamenlijke strategie voor slimme Vlaamse logistiek

Een heldere overheidsstrategie is cruciaal, want indien deze

ontbreekt, blijven maatregelen in veel gevallen ad hoc en incidenteel,

kunnen ze mogelijk tegenstrijdig zijn of dragen ze weinig bij aan het

bereiken van het doel.

Strategische keuzes geven aan welke samenwerking, sturing, mid-

delen en instrumenten nodig zijn om het beoogde doel, een logis-

tieke topregio, te bereiken. Dit boek wil een van de instrumenten zijn

dat de overheid en andere stakeholders op praktische wijze onder-

steunt, aangezien het geschreven is door letterlijk vertrekkende van

bestaande bedrijventerreinen. Een hulpmiddel voor het bepalen van

de prioriteiten en ambities is de tabel op de volgende pagina’s waar-

in per fase voor overheid en bedrijven (ontwikkelaars en beleggers

inbegrepen) zinvolle Do’s worden aangereikt.

Tegelijkertijd willen we hier herhalen wat al in de inleiding werd

aangestipt, namelijk dat alleen het aanbod van goede terreinen

en gebouwen nooit en te nimmer de logistieke strategie zal

kunnen vormen. Het succes van een regio is wat dat betreft ook

afhankelijk van het vergroten van het concurrentievermogen,

achterlandverbindingen, technologieontwikkeling (smart logistics),

waardetoevoeging, duurzaam transport, enzovoort.

Page 136: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

128

Bereikbaarheid en parkeren Ruimtelijke kwaliteit Ruimtegebruik Organisatie en duurzaamheid

Do’s voor overheden

• Stel bij het zoeken naar nieuwe locaties de hoogste eisen

aan de externe en – waar mogelijk – de multimodale

bereikbaarheid. Maak de kwaliteit van de bereikbaarheid

concreet met een maximale reistijdnorm.

• Bereikbaarheid geldt ook voor digitaal verkeer: zorg voor

hoge-snelheids-internetverbindingen via glasvezel.

• Ga in de planningsfase na in hoeverre het bedrijventerrein

ontsloten is / kan worden op de logistieke hoofdstromen

(weg, water, spoor).

• Zorg voor een goede interne verkeersafwikkeling

op het terrein, bij voorkeur door een ringvormige

hoofdontsluitingsroute (zo mogelijk met fietsstroken).

Maak in de vormgeving een duidelijk onderscheid tussen

de primaire en secundaire wegen.

• Vermijd doodlopende wegen.

• Zorg voor vrachtwagenopstelplaatsen. Leg vast dat verder

al het parkeren op eigen terrein moet plaatsvinden.

Do’s voor bedrijven

• Plan een goede verkeerscirculatie op het eigen perceel die

aansluit op de verkeerscirculatie op het bedrijventerrein als

geheel.

• Hou de routing van personenauto’s en vrachtverkeer bij

voorkeur uit elkaar.

• Zorg voor voldoende parkeer- en manoeuvreer ruimte (ook

op termijn).

• Bekijk de mogelijkheden voor gezamenlijke

parkeeroplossingen.

Do’s voor overheden

• Bepaal een ambitieniveau dat past bij logistieke

bedrijventerreinen.

• Draag zorg voor een goede en geleidelijke overgang

naar woonbuurten, onder andere door geleding van de

toegestane bebouwingshoogten.Ontwikkel instrumenten

waarmee je de beoogde kwaliteit kunt sturen, zoals een

beeldkwaliteitplan of stimuleringssubsidies.

• Ondersteun en begeleid bedrijven die zich willen

vestigen, bijvoorbeeld door het aanstellen van een

(stedenbouwkundig) supervisor.

• Sta geen buitenopslag toe of stel op zijn minst eisen aan

een omheining die de opslag volledig uit het zicht houdt.

Opslag in de openbare ruimte is uit den boze.

Do’s voor bedrijven

• Wees ambitieus en gebruik beeldkwaliteit om uw bedrijf

te profileren. Zoek bij grootschalige gebouwen naar

mogelijkheden voor kleur en kunst.

• Maak de overheid duidelijk welke aspecten van

beeldkwaliteit van belang zijn voor uw bedrijf.

• Betrek een gekwalificeerde architect bij het bouw- en

inrichtingsplan om de gewenste beeldkwaliteit te

bereiken.

• Plaats de kantoorfunctie op de kop van het

bedrijfsgebouw of bovenop de logistieke ruimten.

Do’s voor overheden

• Ontwerp een efficiënte verkaveling die voldoende

flexibiliteit biedt voor veranderend logistiek gebruik.

• Richt de eventuele restruimtes in voor functies waarbij de

vorm minder belangrijk is en geef deze plekken een eigen

kwaliteit, bijvoorbeeld een parkje met water(berging).

• Stimuleer het benutten van hoogte en - waar mogelijk - de

aanleg van gemeenschappelijke functies.

• Voorkom met stedenbouwkundige voorschriften dat op

percelen te weinig onbebouwd terrein overblijft om te

parkeren en te manoeuvreren (bebouwingspercentage).

Do’s voor bedrijven

• Bepaal een efficiënte indeling van uw bedrijfsperceel

met een optimale positionering van functies. Hou daarbij

meteen rekening met een eventuele uitbreiding.

• Ga na of de strategische reservecapaciteit niet ook op een

andere manier kan worden bereikt (door bijvoorbeeld de

bestaande capaciteit beter te benutten of in de hoogte te

bouwen).

• Draag zorg voor een constructie die het mogelijk maakt

om in de toekomst in de hoogte uit te breiden.

• Ga na welke functies gemeenschappelijk met andere

bedrijven kunnen worden gerealiseerd.

Do’s voor overheden

• Respecteer bestaande groen- en waterstructuren.

• Werk vanuit een regionale visie op de versterking van

de logistieke sector aan de aanleg en verbetering van

de meest kansrijke logistieke terreinen in termen van

marktvraag, ligging in het infrastructurele netwerk en

multimodale ontsluiting.

• Bekijk de mogelijkheden om het terrein door één partij te

laten ontwikkelen en beheren, waarbij de gebruikers de

huurders zijn.

• Onderzoek de mogelijkheden voor duurzame oplossingen,

stimuleer die oplossingen actief en laat de (financiële)

voordelen zien.

• Tracht bij nieuwe terreinen vroegtijdig een

parkmanagementorganisatie op te zetten of dit vast te

leggen bij de gronduitgifte.

Do’s voor bedrijven

• Zoek samenwerking met de overheden om gezamenlijk

de concurrentiepositie van de logistieke bedrijven in

Vlaanderen te verbeteren.

• Bepaal uw ambities en wensen inzake duurzaamheid en de

manier waarop u dit wilt realiseren.

Planvormingsfase

Page 137: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

129

Bereikbaarheid en parkeren Ruimtelijke kwaliteit Ruimtegebruik Organisatie en duurzaamheid

Do’s voor overheden

• Stel bij het zoeken naar nieuwe locaties de hoogste eisen

aan de externe en – waar mogelijk – de multimodale

bereikbaarheid. Maak de kwaliteit van de bereikbaarheid

concreet met een maximale reistijdnorm.

• Bereikbaarheid geldt ook voor digitaal verkeer: zorg voor

hoge-snelheids-internetverbindingen via glasvezel.

• Ga in de planningsfase na in hoeverre het bedrijventerrein

ontsloten is / kan worden op de logistieke hoofdstromen

(weg, water, spoor).

• Zorg voor een goede interne verkeersafwikkeling

op het terrein, bij voorkeur door een ringvormige

hoofdontsluitingsroute (zo mogelijk met fietsstroken).

Maak in de vormgeving een duidelijk onderscheid tussen

de primaire en secundaire wegen.

• Vermijd doodlopende wegen.

• Zorg voor vrachtwagenopstelplaatsen. Leg vast dat verder

al het parkeren op eigen terrein moet plaatsvinden.

Do’s voor bedrijven

• Plan een goede verkeerscirculatie op het eigen perceel die

aansluit op de verkeerscirculatie op het bedrijventerrein als

geheel.

• Hou de routing van personenauto’s en vrachtverkeer bij

voorkeur uit elkaar.

• Zorg voor voldoende parkeer- en manoeuvreer ruimte (ook

op termijn).

• Bekijk de mogelijkheden voor gezamenlijke

parkeeroplossingen.

Do’s voor overheden

• Bepaal een ambitieniveau dat past bij logistieke

bedrijventerreinen.

• Draag zorg voor een goede en geleidelijke overgang

naar woonbuurten, onder andere door geleding van de

toegestane bebouwingshoogten.Ontwikkel instrumenten

waarmee je de beoogde kwaliteit kunt sturen, zoals een

beeldkwaliteitplan of stimuleringssubsidies.

• Ondersteun en begeleid bedrijven die zich willen

vestigen, bijvoorbeeld door het aanstellen van een

(stedenbouwkundig) supervisor.

• Sta geen buitenopslag toe of stel op zijn minst eisen aan

een omheining die de opslag volledig uit het zicht houdt.

Opslag in de openbare ruimte is uit den boze.

Do’s voor bedrijven

• Wees ambitieus en gebruik beeldkwaliteit om uw bedrijf

te profileren. Zoek bij grootschalige gebouwen naar

mogelijkheden voor kleur en kunst.

• Maak de overheid duidelijk welke aspecten van

beeldkwaliteit van belang zijn voor uw bedrijf.

• Betrek een gekwalificeerde architect bij het bouw- en

inrichtingsplan om de gewenste beeldkwaliteit te

bereiken.

• Plaats de kantoorfunctie op de kop van het

bedrijfsgebouw of bovenop de logistieke ruimten.

Do’s voor overheden

• Ontwerp een efficiënte verkaveling die voldoende

flexibiliteit biedt voor veranderend logistiek gebruik.

• Richt de eventuele restruimtes in voor functies waarbij de

vorm minder belangrijk is en geef deze plekken een eigen

kwaliteit, bijvoorbeeld een parkje met water(berging).

• Stimuleer het benutten van hoogte en - waar mogelijk - de

aanleg van gemeenschappelijke functies.

• Voorkom met stedenbouwkundige voorschriften dat op

percelen te weinig onbebouwd terrein overblijft om te

parkeren en te manoeuvreren (bebouwingspercentage).

Do’s voor bedrijven

• Bepaal een efficiënte indeling van uw bedrijfsperceel

met een optimale positionering van functies. Hou daarbij

meteen rekening met een eventuele uitbreiding.

• Ga na of de strategische reservecapaciteit niet ook op een

andere manier kan worden bereikt (door bijvoorbeeld de

bestaande capaciteit beter te benutten of in de hoogte te

bouwen).

• Draag zorg voor een constructie die het mogelijk maakt

om in de toekomst in de hoogte uit te breiden.

• Ga na welke functies gemeenschappelijk met andere

bedrijven kunnen worden gerealiseerd.

Do’s voor overheden

• Respecteer bestaande groen- en waterstructuren.

• Werk vanuit een regionale visie op de versterking van

de logistieke sector aan de aanleg en verbetering van

de meest kansrijke logistieke terreinen in termen van

marktvraag, ligging in het infrastructurele netwerk en

multimodale ontsluiting.

• Bekijk de mogelijkheden om het terrein door één partij te

laten ontwikkelen en beheren, waarbij de gebruikers de

huurders zijn.

• Onderzoek de mogelijkheden voor duurzame oplossingen,

stimuleer die oplossingen actief en laat de (financiële)

voordelen zien.

• Tracht bij nieuwe terreinen vroegtijdig een

parkmanagementorganisatie op te zetten of dit vast te

leggen bij de gronduitgifte.

Do’s voor bedrijven

• Zoek samenwerking met de overheden om gezamenlijk

de concurrentiepositie van de logistieke bedrijven in

Vlaanderen te verbeteren.

• Bepaal uw ambities en wensen inzake duurzaamheid en de

manier waarop u dit wilt realiseren.

Planvormingsfase

Page 138: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

130

Bereikbaarheid en parkeren Ruimtelijke kwaliteit Ruimtegebruik Organisatie en duurzaamheid

Do’s voor overheden

• Onderzoek mogelijkheden voor collectief vervoer van

personeel of maatwerkoplossingen.

• Zorg voor eenduidige en heldere bewegwijzering.

Do’s voor bedrijven

• Stel een bedrijfsvervoerplan op dat zich richt op efficiënte

verkeersbewegingen, het voorkomen van onnodige

verplaatsingen en het ontlasten van de spitsperiodes.

Onderzoek de mogelijkheid tot collectief vervoer en het

gebruik van milieuvriendelijke (vracht)wagens.

Do’s voor overheden

• Geef de supervisor de taak om de ruimtelijke

kwaliteitsdoelstellingen te begeleiden en bewaken.

• Start zo mogelijk met een toonaangevend voorbeeld.

• Geef de beste (zicht)locaties aan de plannen met de beste

beeldkwaliteit.

Do’s voor bedrijven

• Zoek afstemming met de buren om meer eenheid en

kostenreductie te bereiken.

• Kies voor kwalitatief goed en onderhoudsarm groen.

Do’s voor overheden

• Werk (in ieder geval bij multimodale terreinen) met een

uitgifteprotocol dat erop gericht is het juiste bedrijf op de

juiste locatie te situeren. Ook grondprijsdifferentiatie kan

hierbij sturend worden ingezet.

• Hanteer richtlijnen voor de omvang en duur van opties op

de strategische reservecapaciteit.

• Stel eisen aan de inrichting en het beheer van nog niet

gebruikte percelen en bied mogelijkheden voor tijdelijk

gebruik.

Do’s voor bedrijven

• Combineer de strategische reserve met meer bedrijven

zodat deze capaciteit multi-inzetbaar is.

• Zoek tijdelijke functies voor (nog) ongebruikt terrein.

Do’s voor overheden

• Bied de ondernemers een aanspreekpunt.

Do’s voor bedrijven

• Onderzoek samenwerkingsmogelijkheden in bouw,

terreininrichting, beveiliging, onderhoud en beheer met

andere bedrijven die zich vestigen op het terrein.

• Kies voor duurzame materialen, verlichting, enzovoorts.

Aanlegfase

Page 139: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

131

Bereikbaarheid en parkeren Ruimtelijke kwaliteit Ruimtegebruik Organisatie en duurzaamheid

Do’s voor overheden

• Onderzoek mogelijkheden voor collectief vervoer van

personeel of maatwerkoplossingen.

• Zorg voor eenduidige en heldere bewegwijzering.

Do’s voor bedrijven

• Stel een bedrijfsvervoerplan op dat zich richt op efficiënte

verkeersbewegingen, het voorkomen van onnodige

verplaatsingen en het ontlasten van de spitsperiodes.

Onderzoek de mogelijkheid tot collectief vervoer en het

gebruik van milieuvriendelijke (vracht)wagens.

Do’s voor overheden

• Geef de supervisor de taak om de ruimtelijke

kwaliteitsdoelstellingen te begeleiden en bewaken.

• Start zo mogelijk met een toonaangevend voorbeeld.

• Geef de beste (zicht)locaties aan de plannen met de beste

beeldkwaliteit.

Do’s voor bedrijven

• Zoek afstemming met de buren om meer eenheid en

kostenreductie te bereiken.

• Kies voor kwalitatief goed en onderhoudsarm groen.

Do’s voor overheden

• Werk (in ieder geval bij multimodale terreinen) met een

uitgifteprotocol dat erop gericht is het juiste bedrijf op de

juiste locatie te situeren. Ook grondprijsdifferentiatie kan

hierbij sturend worden ingezet.

• Hanteer richtlijnen voor de omvang en duur van opties op

de strategische reservecapaciteit.

• Stel eisen aan de inrichting en het beheer van nog niet

gebruikte percelen en bied mogelijkheden voor tijdelijk

gebruik.

Do’s voor bedrijven

• Combineer de strategische reserve met meer bedrijven

zodat deze capaciteit multi-inzetbaar is.

• Zoek tijdelijke functies voor (nog) ongebruikt terrein.

Do’s voor overheden

• Bied de ondernemers een aanspreekpunt.

Do’s voor bedrijven

• Onderzoek samenwerkingsmogelijkheden in bouw,

terreininrichting, beveiliging, onderhoud en beheer met

andere bedrijven die zich vestigen op het terrein.

• Kies voor duurzame materialen, verlichting, enzovoorts.

Aanlegfase

Page 140: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

132

Bereikbaarheid en parkeren Ruimtelijke kwaliteit Ruimtegebruik Organisatie en duurzaamheid

Do’s voor overheden

• Zorg dat de externe bereikbaarheid en interne ontsluiting

uitstekend blijven. Meet regelmatig de reistijden en toets

ze af aan de initiële reistijden. Beoordeel de tendens.

Do’s voor bedrijven

• Ga de mogelijkheden na om uw bedrijf optimaal

bereikbaar te houden.

Do’s voor overheden

• Geef iemand de taak behoud en ontwikkeling van de

beeldkwaliteit te bewaken.

• Hou samen met de ondernemers jaarlijks een schouw van

het terrein (zie bijlage voor een beoordelingsschema).

• Geef het goede voorbeeld door goed beheer en

onderhoud van de openbare ruimte.

Do’s voor bedrijven

• Stel een onderhoudsplan op waarin behoud van

beeldkwaliteit een onderdeel is en neem daarin ook de

strategische reserve mee.

Do’s voor overheden

• Zorg voor voldoende onderhoud zodat de kwaliteit van de

openbare ruimte op peil blijft.

• Onderzoek de mogelijkheden om de bestaande ruimte

intensiever te gebruiken (zonder dat dit ten koste gaat van

de ruimtelijke kwaliteit en het bedrijfsmatig functioneren).

• Handhaaf het juiste gebruik van de openbare ruimte.

Do’s voor bedrijven

• Gebruik het terrein intensief én effectief.

• Beschouw hoogte ook als strategische reserve.

Do’s voor overheden

• Zorg voor een goede handhaving (van onder andere

parkeren en buitenopslag).

• Probeer bij de herstructurering van het terrein te komen

tot een parkmanagementorganisatie.

Do’s voor bedrijven

• Organiseer als gezamenlijke ondernemers een centraal

aanspreekpunt voor de overheid.

• Regel gemeenschappelijke belangen (bijvoorbeeld

beveiliging) met de andere bedrijven op het

bedrijventerrein.

Gebruiksfase

Page 141: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

133

Bereikbaarheid en parkeren Ruimtelijke kwaliteit Ruimtegebruik Organisatie en duurzaamheid

Do’s voor overheden

• Zorg dat de externe bereikbaarheid en interne ontsluiting

uitstekend blijven. Meet regelmatig de reistijden en toets

ze af aan de initiële reistijden. Beoordeel de tendens.

Do’s voor bedrijven

• Ga de mogelijkheden na om uw bedrijf optimaal

bereikbaar te houden.

Do’s voor overheden

• Geef iemand de taak behoud en ontwikkeling van de

beeldkwaliteit te bewaken.

• Hou samen met de ondernemers jaarlijks een schouw van

het terrein (zie bijlage voor een beoordelingsschema).

• Geef het goede voorbeeld door goed beheer en

onderhoud van de openbare ruimte.

Do’s voor bedrijven

• Stel een onderhoudsplan op waarin behoud van

beeldkwaliteit een onderdeel is en neem daarin ook de

strategische reserve mee.

Do’s voor overheden

• Zorg voor voldoende onderhoud zodat de kwaliteit van de

openbare ruimte op peil blijft.

• Onderzoek de mogelijkheden om de bestaande ruimte

intensiever te gebruiken (zonder dat dit ten koste gaat van

de ruimtelijke kwaliteit en het bedrijfsmatig functioneren).

• Handhaaf het juiste gebruik van de openbare ruimte.

Do’s voor bedrijven

• Gebruik het terrein intensief én effectief.

• Beschouw hoogte ook als strategische reserve.

Do’s voor overheden

• Zorg voor een goede handhaving (van onder andere

parkeren en buitenopslag).

• Probeer bij de herstructurering van het terrein te komen

tot een parkmanagementorganisatie.

Do’s voor bedrijven

• Organiseer als gezamenlijke ondernemers een centraal

aanspreekpunt voor de overheid.

• Regel gemeenschappelijke belangen (bijvoorbeeld

beveiliging) met de andere bedrijven op het

bedrijventerrein.

Gebruiksfase

Page 142: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

134

Page 143: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

135

Door Royal HaskoningDHV is een beoordelingssystematiek voor

bedrijventerreinen opgesteld. Die methodiek is uit en te na getest

op honderden bedrijventerreinen en gebaseerd op input vanuit

het bedrijfsleven, gemeentelijke bedrijfscontactfunctionarissen en

anderen. Daarbij worden terreinen op een groot aantal aspecten

beoordeeld (interactief: samen met gemeente en bedrijfsleven),

waarbij – en dat is van belang – rekening wordt gehouden met

het beoogde (initiële) kwaliteitsniveau. In deze bijlage treft u een

handleiding aan voor de beoordeling van logistieke terreinen. Daarbij

is tevens expliciet aandacht besteed aan duurzaamheidsaspecten.

De methodiek heeft verschillende toepassingsmogelijkheden.

Bijvoorbeeld:

• Te gebruiken als handleiding bij een (jaarlijkse) schouw van een

logistiek bedrijventerrein om vast te stellen waar knelpunten

zijn.

• Te gebruiken op regionaal (of ander geografisch) niveau om vast

te stellen wat de kwaliteiten zijn van de verschillende (logistieke)

terreinen om zo eventueel te komen tot prioriteitstelling bij de

herstructurering van terreinen of (andere) investeringen.

1 BEOORDELINGSSYSTEMATIEK1.1 KwaliteitsniveauIn de beoordelingsformulieren wordt per vraag gescoord in een

range van 1 tot en met 4 of 1 tot en met 3. Daarbij staat een 1 voor

de laagste score. Per aspect wordt door een groep van waarnemers

vastgesteld welke score moet worden toegekend. Die score kan

vervolgens worden vergeleken met de minimumscore die voor een

logistiek terrein behaald zou moeten worden, wil aan de eisen van

goed functioneren / goede kwaliteit kunnen worden voldaan.

De te beoordelen aspecten zijn gegroepeerd in verschillende

thema’s en subthema’s. Het indelen in thema’s en subthema’s heeft

als voordeel dat per terrein specifiek kan worden bekeken op

welk gebied de kwaliteit op het terrein tekort schiet of op welke

gebieden een terrein juist goed scoort. Het presenteren van alleen

de totaalscore van het terrein zou dat niet inzichtelijk maken.

De aspecten / indicatoren zijn gegroepeerd in vier hoofdthema’s en

in negen subthema’s. Deze hoofdthema’s zijn: mobiliteit, ruimtelijke

kwaliteit, ruimtegebruik en milieu & organisatie. Daarbinnen worden

negen subthema’s onderscheiden.

Hoofdthema interne en externe mobiliteit Subthema: externe ontsluiting

• Afstand tot de snelweg

• Filegevoeligheid

• Ontsluiting per water (kade)

• Ontsluiting per spoor (spoor)

• Bereikbaarheid per OV

• Digitale bereikbaarheid

BijlageVoorbeeld vereiste minimumscore

Bij de vraag naar de aanwezigheid van buitenopslag op kavels geldt

als vereiste minimumscore: 2. Scoort dit aspect bij de beoordeling

een 2, dan voldoet het terrein dus aan het minimale gestelde

kwaliteitsniveau. Wordt een 1 gescoord, dan voldoet het terrein niet aan

de minimumeisen. Is sprake van een score hoger dan twee dan is sprake

van een bovengemiddelde kwaliteit (wat soms ook kan worden gezien

als een gedane overinvestering).

Page 144: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

136

Subthema: interne verkeersontsluiting

• Fietspaden

• Voetpaden

• Breedte hoofdweg

• Breedte secundaire wegen

• Boogstralen

• Uniforme bewegwijzering

Subthema: parkeren

• Parkeren op straat

• Vrachtwagenparkeerplaats

• Truckcenter

Hoofdthema ruimtelijke kwaliteit Subthema: overall gebiedskwaliteit

• Herkenbaar concept/stedenbouwkundig geheel

• Erfafscheiding

• Oppervlaktewater

Subthema: uitstraling openbare ruimte

• Zwerfvuil

• Hoeveelheid groen

• Onderhoudsstaat groen in openbaar gebied

• Kwaliteit van de bestrating

• Onderhoudsstaat straatmeubilair

• Buitenopslag op straat

• Materiaal terreinafscheidingen

Subthema: uitstraling private ruimte

• Onderhoudsstaat op de kavels

• Buitenopslag op kavels

• Staat van de gebouwen

• Oriëntatie bedrijfsgebouwen

Hoofdthema ruimtegebruik• Bebouwingspercentage

• Meerlaagse bebouwing

• Leegstand

• Braakliggende kavels

Hoofdthema milieu & organisatie Subthema: milieu & duurzaamheid

• Conflicten met omgeving

• Afstand tot gevoelige functies

• Energie

• Regenwater

Subthema: organisatie & voorzieningen:

• Georganiseerde samenwerking

• Beveiliging

• Gezamenlijke voorzieningen voor bedrijven/werknemers

Page 145: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

137

1.2 BerekeningswijzeDe kwaliteitsscore dient ten eerste per indicator berekend te worden,

waarna de totaalscore per subthema uitgerekend kan worden. De

volgende stap is dan het bepalen van de scores op de hoofdthema’s

Per indicator

Het bepalen van een score per indicator gaat volgens de eenvoudige

rekensom: score veldwerk minus geëiste minimum score. Als de

score bij de indicator bebouwingspercentage voor een logistiek

terrein 2 is, en de minimumscore volgens de drempelwaarden 3, dan

is de kwaliteitscore: 2 - 3 = -1.

Hierbij hanteren we het uitgangspunt dat de kwaliteitsscore per

indicator niet hoger dan 0 mag zijn, want een score boven de 0 zien

we als een ‘overinvestering’ (overkill). Zou in dit geval dus door de

beoordelaars een 4 zijn ingevuld, dan zou de kwaliteitsscore niet 1

zijn maar 0.

Per subthema

Door de individuele scores van elke indicator binnen een bepaald

subthema samen te nemen kan per subthema een score worden

bepaald. Bij het vaststellen van die subthemascore hanteren we de

volgende werkwijze:

1. We bepalen de laagst mogelijke score die behaald kan worden

voor elke indicator en sommeren die. De laagst mogelijke score

is voor elke indicator 1.

2. We tellen de behaalde kwaliteitsscores (zie hiervoor) per indicator

binnen het betreffende subthema bij elkaar op.

3. De subthemascore wordt dan als volgt berekend:

100 - ((som van de behaalde scores / som van de laagst mogelijke

scores) x 100) = subthemascore.

Dit houdt dus in dat als een terrein bij de indicatoren binnen een

subthema aan alle geëiste minimumscores voldoet, de themascore

100 is. Wordt op alle aspecten binnen het subthema het laagst

mogelijk gescoord (alles scoort 1-en) dan is de score 0.

Voorbeeld berekenen kwaliteitsscore per subthema

Volgens de beoordelingssystematiek zijn de minimaal vereiste scores bij

de indicatoren als volgt:

• Parkeren op straat = 4

• Vrachtwagenparkeerterrein = 3

• Truckcenter = 3

In het geval dat de beoordelaars van het terrein elke indicator met een

2 hebben beoordeeld geldt de volgende berekening:

1. Bepaal de laagst mogelijke score

a. Indicator parkeren op straat: 1 – 4 = -3

b. Indicator vrachtwagenparkeerterrein: 1 – 3 = -2

c. Indicator truckcenter: 1 – 3 = -2

d. Sommering: -7

2. Sommeer de behaalde kwaliteitssores

a. Score parkeren op straat: 2 – 4 = -2

b. Score vrachtwagenparkeerterrein: 2 – 3 = -1

c. Score truckcenter: 2 – 3 = -1

d. Sommering: -4

3. Bereken de subthemascore

100 - (( -4 / -7) x 100 ) = 43

Page 146: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

138

Per hoofdthema

De score per hoofdthema is eenvoudig te berekenen: de scores van

de subthema’s behorend tot een hoofdthema worden bij elkaar

opgeteld en weer gedeeld door het aantal subthema’s.

Het hoofdthema ‘interne en externe mobiliteit’ wordt berekend op

basis van de scores bij de subthema’s externe ontsluiting, interne

verkeersontsluiting en parkeren.

Totaalscore

Tot slot kan ook een totaalscore voor de kwaliteit van een terrein

worden berekend door de scores van de subthema’s bij elkaar op

te tellen en te delen door het aantal subthema’s. Deze berekening

levert vervolgens wederom een score op. De totale score per terrein

geeft dan het kwaliteitsniveau weer. Bij een uitgebreid onderzoek

naar de kwaliteit van bedrijventerreinen in de provincie Noord-

Brabant (Nederland) bleek dat aan de scores indicatief de volgende

beschrijvingen konden worden gegeven:

Voorbeeld berekenen kwaliteitsscore per hoofdthema

Externe ontsluiting = 67

Interne verkeersontsluiting = 23

Parkeren = 87

Score interne en externe mobiliteit:

(67 + 23 + 87) / 3 = 59

Score Waardering Gevolg0 – 20 Zwaar onvoldoende Revitalisering is een onmogelijkheid.

Transformatie naar een andere functie is aan de orde.

21 – 40 Onvoldoende Zware revitalisering aan de orde, mogelijk transformatie.

41 – 60 Redelijk Revitalisering.

61 - 80 Goed Geen ingrijpen nodig, maar door goed beheer op peil houden.

81 – 100 Uitstekend Geen ingrijpen nodig, maar door goed beheer op peil houden. Terrein kan een voorbeeldfunctie hebben.

Page 147: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

139

2 VELDWERK BEOORDELINGSLIJST VOOR LOGISTIEKE TERREINEN OF TERREINEN MET EEN STERKE / LOGISTIEKE COMPONENT

1. Plaats en gemeente

2. Naam bedrijventerrein

Uitvoering schouw3. Beoordelaar

4. Datum

5. Tijdstip aanvang beoordeling

6. Tijdstip einde beoordeling

Aanwezig (namen vermelden)

7. Is sprake van een specifiek deelterrein?

1. Nee …2. Ja …

Als op een terrein zeer duidelijke verschillen in de ouderdomsverschijnselen of de functionaliteit zijn vast te stellen, dan moeten voor die deelterreinen aparte beoordelingen worden uitgevoerd. Een deelterrein heeft een minimale omvang van circa 20 ha. Er kunnen twee of meer deelterreinen worden onderscheiden. Daarom geldt dit aandachtspunt alleen voor terreinen van ongeveer 40 ha of meer.

7. Nummer deelterrein Vul in: A, B, C, D of E

8. Afbakening Vul de hoofdstraten in die rondom dit gebied liggen. Geen gedetailleerde afbakening; alleen hoofdstraten en grenzen van het bedrijventerrein.

9. Kijkend naar de verschillende bedrijfsactiviteiten op het terrein: welke zijn dan beeldbepalend (meerdere categorieën kunnen worden aangevinkt bij een duidelijke menging)

1 = Industriële bedrijven en bouw (inclusief installatiebedrijven)2 = Distributie (groothandel) en logistiek)3 = Grootschalige detailhandel4 = Detailhandel, niet grootschalig5 = Kantoren6 = Recreatieve voorzieningen (kartbanen, bowling, sauna, fitness, feestzaal, e.d.)7 = Overige voorzieningen (instellingen, onderwijs e.d.)

Kantoren: commercieel en niet-commercieel

10. Is daarbij sprake van menging van de verschillende bedrijfsactiviteiten?

1 = Nee; een aantal duidelijke clusters bepalen het beeld van het terrein2 = Nee, in zekere mate van clustering3 = Ja, merendeels een menging van functies4 = Ja, alles zit door elkaar

Clustering: een ruimtelijke groepering van gelijksoortige bedrijfsactiviteiten, bijvoorbeeld grootschalige detailhandel

Page 148: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

140

BeoordelingsschemaOnderwerp: Mobiliteit Criteria Minimum score Toelichting

Subthema externe mobiliteit

1 Afstand tot snelweg 1 = > 10 km 2 = Tussen 5-10 km3= 1-5 km4= 0-1 km

4

2 Filegevoeligheid route naar snelweg

1 = Zeer gevoelig; regelmatig files2 = Gevoelig; files in de spits3 = Goede doorstroming4 = Zeer goede doorstroming

4 Laat (vertegenwoordiger van) ondernemers dit beantwoorden. Geen ondernemers aanwezig? Informeer bij ondernemers op het terrein zelf.

3 Ontsluiting per water (kade) 1= Geen mogelijkheden voor vervoer over water op terrein of in de omgeving (> 20 km)2= Geen mogelijkheden voor vervoer over water op terrein maar wel in de nabije omgeving (< 20 km)3= Mogelijkheden vervoer over water (openbare kade) op het terrein4= Mogelijkheden vervoer over water (openbare kade) op het terrein inclusief operator

3

4 Ontsluiting per spoor 1= Geen ontsluiting per spoor of in de omgeving (>20km)2= Mogelijkheden vervoer per spoor in de directe omgeving (< 20 km)3= Ontsluiting per spoor op terrein aanwezig

3 Aftakking van spoorlijn naar het terrein

5 Bereikbaarheid terrein per openbaar vervoer

1= Het terrein heeft zeer verouderde technieken2= Het terrein benut nog niet de nieuwste technieken ten aanzien van digitale bereikbaarheid (wel breedband aanwezig bijvoorbeeld) 3= Op het terrein is glasvezelnetwerk aanwezig

3

6 Digitale bereikbaarheid bedrijventerrein

1= Het terrein heeft zeer verouderde technieken2= Het terrein benut nog niet de nieuwste technieken ten aanzien van digitale bereikbaarheid (wel breedband aanwezig bijvoorbeeld) 3= Op het terrein is glasvezelnetwerk aanwezig

3

7 Fietspaden op terrein 1 = Geen2 = Gemarkeerde fietspaden op hoofdwegen3 = Vrij liggende fietspaden op hoofdwegen4 = Vrij liggende fietspaden op hoofdwegen en enkele secundaire wegen

3

Page 149: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

141

Subthema interne mobiliteit

8 Trottoirs op terrein 1 = Geen2 = Enkelzijdig langs hoofdwegen3 = Tweezijdig langs hoofdwegen

2

9 Breedte hoofdweg 1 = Voertuigen kunnen elkaar niet gelijktijdig passeren2 = Alleen personenauto’s kunnen elkaar gelijktijdig passeren, vrachtwagens niet 3= Alle voertuigen kunnen elkaar gelijktijdig passeren, wegen zijn < 7,5 meter 4 = Alle voertuigen kunnen elkaar gemakkelijk gelijktijdig passeren, wegen zijn 7,5 meter of breder

4

10 Breedte secundaire wegen 1 = Voertuigen kunnen elkaar niet gelijktijdig passeren2 = Alleen personenauto’s kunnen elkaar gelijktijdig passeren, vrachtwagens niet3 = Alle voertuigen kunnen elkaar gelijktijdig passeren

3

11 Boogstralen 1= Kruisingen, bochten en rotondes zijn (te) krap voor vrachtverkeer2= Kruisingen, bochten en rotondes zijn op de hoofdwegen ruim genoeg voor vrachtverkeer3= Kruisingen, bochten en rotondes zijn op alle wegen ruim genoeg voor vrachtverkeer

3 Gekeken kan worden naar bandensporen in het gras, rotondes, asfalt of goten kapot gereden

12 Uniforme bewegwijzering op terrein (aparte borden voor individuele bedrijven en/of deelgebieden)

1= Ontbreekt2= Op delen van het terrein is algemene bewegwijzering en bebording te vinden en deels eigen bewegwijzering en bebording3= Alle bedrijven op het terrein zijn gemakkelijk te vinden via uniforme bewegwijzering en bebording

3

Subthema parkeren

13 Parkeren op straat (auto’s en vrachtwagens)

1 = Parkeren in groenstroken en bermen 2= Langsparkeren op straat (parkeerhavens of openbare laad- en losstroken of ontbreken) en op eigen terrein3= Speciaal aangelegde parkeerstroken, insteekhavens of openbare laad- en losstroken en op eigen terrein4 = Alleen parkeren en laden- en lossen op eigen terrein of parkeergarages

4

14 Vrachtwagenparkeerterrein 1 = Ontbreekt2 = Specifiek parkeerterrein aanwezig maar zonder voorzieningen voor chauffeurs3 = Specifiek parkeerterrein aanwezig met voorzieningen voor chauffeurs (sanitaire voorzieningen, restaurant etc.)

3

15 Truckcenter 1 = Ontbreekt2 = Tanken3 = Tanken, wassen, onderhoud en reparatie

3

Page 150: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

142

Onderwerp: Ruimtelijke kwaliteit Criteria Minimum score Toelichting

Subthema overall gebiedskwaliteit

16 Inrichting terrein: herkenbaar concept, oogt als een stedenbouwkundig geheel

1 = Ontbreekt geheel2 = In stedenbouw is enige lijn te herkennen3 = In de stedenbouw en architectuur is een lijn te herkennen4 = Zeer duidelijke ontwerpmatige opzet

2

17 Erfafscheidingen 1 = Terreinafscheidingen zijn functioneel (geen aandacht voor uitstraling) en door de bedrijven afzonderlijk aangebracht (ook soms wel, soms niet) 2 = Bedrijven passen dezelfde terreinafscheidingen toe3 = Openbaar gebied en bedrijfsterreinen vormen een geheel

2

18 Oppervlaktewater 1 = Er is geen oppervlaktewater op het terrein2 = Er is minder dan 5 % oppervlaktewater3 = Er is tussen de 5 en 10 % oppervlaktewater4 = Er is meer dan 10 % oppervlaktewater

3

Subthema uitstraling openbare ruimte

19 Zwerfvuil in openbaar gebied 1 = Veel. In elke straat meerdere stukken2 = Tamelijk veel. In veel straten ligt wel wat3 = Weinig / incidenteel4 = Geen

4

20 Hoeveelheid groen in openbaar gebied

1 = Geen2 = Weinig; groenstroken3 = Tamelijk veel; groenstroken en bomensingels4 = Als 3 en grotere gehelen (niet alleen stroken)

2

21 Onderhoudsstaat groen in openbaar gebied

1 = Zeer slecht (veel onkruid)2 = Slecht (tamelijk veel onkruid in de straat)3 = Goed/weinig incidenteel 4 = Goed onderhoudsniveau

4

22 Kwaliteit bestrating 1 = Zeer slecht, veel kuilen en scheuren in de weg, beschadigd wegdek, verschillende materialen2 = Matig, enkele kuilen/scheuren of beschadigingen3 = Goed, verharding is recent en kent geen kuilen of beschadigingen 4 = Zeer goed. Wegdek is goed onderhouden en is uniform qua materiaal

4

23 Onderhoudsstaat straatmeubilair (lantarens, verkeersborden, bushaltes, zitbankjes, e.d.)

1 = Zeer slecht2 = Slecht3 = Goed4 = Zeer goed

3

24 Buitenopslag op straat (buiten de bedrijfskavels, in de openbare ruimte)

1 = Komt veelvuldig in meerdere straten voor2 = Komt in meerdere straten voor3 = Incidenteel4 = Nergens buitenopslag

4

Page 151: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

143

Subthema uitstraling private ruimte

25 Onderhoudsstaat op de kavels (zwerfvuil, onkruid, onderhoud van het groen e.d.)

1 = Zeer slecht2 = Slecht3 = Goed4 = Zeer goed

3

26 Buitenopslag op de kavels van de bedrijven zelf (niet overdekt en/of niet visueel afgeschermd)

1 = Komt veelvuldig voor (meer dan 10% van de kavels)2 = Komt voor (5 – 10% van de kavels)3 = Nergens buitenopslag

2

27 Staat van de gebouwen 1 = Zeer slecht2 = Slecht3 = Goed4 = Zeer goed onderhouden

3

28 Oriëntatie bedrijfsbebouwing 1 = Bedrijven zijn willekeurig georiënteerd en hebben vaak geen duidelijke voorkant2 = Ongeveer de helft van de bedrijven heeft een duidelijke voorkant is duidelijk naar de openbare weg georiënteerd3 = Vrijwel alle bedrijven hebben een duidelijke voorkant die naar de openbare weg is georiënteerd

2

29 Materiaal terrein- afscheidingen

1 = Verschillende materialen worden door elkaar toegepast2 = Er worden overwegend harde, ondoorzichtige materialen toegepast (schuttingen, muren)3 = Er wordt overwegend open hekwerk toegepast4 = Er worden hagen toegepast5 = Er worden geen afscheidingen toegepast

4

Onderwerp: Ruimtegebruik Criteria Minimum score Toelichting

30 Bebouwingspercentage kavels 1 = Extensief: < 50 % bebouwd oppervlak van de kavels2 = Gemiddeld: 50-70 % bebouwd oppervlak van de kavels3 = Intensief: > 70 % bebouwd oppervlak van de kavels

2 Het bebouwingspercentage geeft inzicht in de verhouding van de oppervlakte van het bedrijfsgebouw ten opzichte van de oppervlakte van de kavel. Een intensief bebouwings-percentage houdt in dat een groot deel van de kavel (ongeveer 70 %) in beslag wordt genomen door een bedrijfsgebouw(en).

31 Leegstand gebouwen 1 = Veel = meer dan 15 %2 = Redelijk veel = 6 – 15 %3 = Weinig = 0 – 5 %4 = Geen = 0 %

3

32 Meerlaagse bebouwing 1 = Voornamelijk eenlaagse bebouwing, 2 = Meerdere meerlaagse bebouwing, of enkele panden hoger dan 7 meter maar <50 % 3 = Veel meerlaagse bebouwing, of hoger dan 7 meter

3

33 Braakliggende individuele bedrijfskavels (niet in gebruik)

1 = Veel = meer dan 15%2 = Redelijk veel = 6 – 15%3 = Weinig = 0 – 5 %4 = Geen = 0 %

3 Geen kavels die door de gemeente nog worden verkocht. Wél afgebakende kavels waar niets mee gebeurt of waar een container op staat of waar materiaal ligt. Ook terreinen van projectontwikkelaars waar nog niets gebeurt (zie bijv. reclamebord)

Page 152: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

144

Onderwerp: Milieu & organisatie Criteria Minimum score Toelichting

Subthema milieu en duurzaamheid

34 Conflicten met omgeving (klachten omwonenden) door de bedrijven

Wat is het belangrijkste thema van de klacht?

1 = Maandelijks of vaker een klacht2 = Paar keer per jaar een klacht3 = Geen klachten

1 = geluid2 = geur3 = externe veiligheid4 = luchtkwaliteit5 = verkeer6 = visuele aantasting7 = anders9 = onbekend

3 Door vertegenwoordigers van ondernemers te beantwoorden (het gaat om hoe zij het ervaren)

35 Afstand tot gevoelige functies 1 = Afstand tot gevoelige functies is < 10 meter 2 = Afstand tot gevoelige functies < 30 meter 3 = Afstand tot gevoelige functies < 100 meter4 = Afstand tot gevoelige functies > 100 meter

3 Door vertegenwoordigers van ondernemers te beantwoorden (het gaat om hoe zij het ervaren)

36 Energie 1 = Geen aandacht voor duurzame energie2 = Er wordt energie bespaard door bijvoorbeeld LED-verlichting3 = Er wordt energie opgewekt (zonnepanelen op daken, windmolens of WKO)

2

37 Water - regenwater 1 = Regenwater wordt afgevoerd in een gemengd rioolstelsel2 = Regenwater wordt afgevoerd via gescheiden stelsel3 = Regenwater wordt vastgehouden in gebied via wadi’s en/of infiltratie4 = Regenwater wordt opgevangen en gebruikt door bedrijven (bijv. voor toiletten of in bedrijfsproces)

3

Subthema organisatie

38 Georganiseerde samenwerking tussen bedrijven

1 = Tussen bedrijven bestaat geen samenwerking. Er is geen vorm van organisatiegraad2 = Een aantal bedrijven van het terrein werkt samen en voert activiteiten gezamenlijk uit. Dit kan op een meer gestructureerde manier gebeuren, waar ook meerdere bedrijven voordeel van kunnen hebben3 = Het terrein heeft parkmanagement

3

39 Beveiliging 1 = Op het terrein is geen collectieve beveiliging aanwezig2 = Op het terrein is (beperkte) beveiliging3 = Op het terrein is intensieve beveiliging aanwezig (combinaties tussen hek/slagboom/camera/ surveillance)

3

40 Voorzieningen voor bedrijven/werknemers

1 = Geen voorzieningen voor bedrijven/werknemers2 = Beperkte voorzieningen voor bedrijven/werknemers3 = Uitgebreide voorzieningen voor bedrijven en/of werknemers (centrale bluswatervoorziening, horeca, vergaderruimtes, kinderopvang, fitness etc.)

2

Page 153: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

145

Page 154: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

146

Colofon:Dit is een uitgave van POM Antwerpen, 2014.Net als andere acties van POM Antwerpen, werd ook deze publicatie mogelijk dankzij financiële steun van de Europese Unie, de Vlaamse Overheid en het Antwerpse provinciebestuur. Al deze cofinanciers is POM bijzonder erkentelijk. Graag willen de auteurs alle overheden, organisaties, bedrijvenverenigingen en ondernemingen die een bijdrage hebben geleverd aan dit boek, van harte bedanken. In het bijzonder denken we daarbij aan het Agentschap Ondernemen, het departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) Vlaanderen, Prologis en de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Vlaams-Brabant.

Aan het tot stand komen van dit boek werkten mee:

POM Antwerpen:Jade Verrept, projectmanager bedrijfsinfrastructuurEls Vodderie, projectmanager bedrijfsinfrastructuurEls Kenis, senior expert bedrijventerreinenGeert Penneman, senior expert bedrijventerreinen

Royal HaskoningDHV:Prof. dr. Jacques van DinterenIr. Hans BüchiElbrich Postma MScKris Casteleyn MSc

Extern adviseur:Prof. dr. Frank Witlox, Universiteit van Gent

Tekstredactie: Annemie Morbee, De FormuleringOpmaak : Jolanda van den Tillart–Cuppen, Royal HaskoningDHV

© 2014 POM Antwerpen / Royal HaskoningDHV. Het copyright van de foto’s op pagina 12 en 26 berust bij Thomas Vanhaute en van de foto “I bike I move” (pagina 115) bij Carl Vandervoort (bron: Het ideeënboek Kwalitatieve Bedrijventerreinen van RWO).

Disclaimer internetfoto’s Bij de samenstelling van dit boek is door POM Antwerpen en Royal HaskoningDHV zo zorgvuldig mogelijk omgegaan met het beeld- en illustratiemateriaal van derden en de daarbij behorende rechten. Iedereen die niettemin meent rechten te kunnen ontlenen aan tekst en beeldmateriaal in dit boek kan daarvoor contact opnemen met Royal HaskoningDHV: [email protected].

Page 155: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

147

Page 156: Slim omgaan met logistiek op bedrijventerreinen Ideeënboek

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling Europese Unie

.be