slagerijinAntwerpen:orgaanvleesisgeenslachtafval.SlagerMarcRoosemeyersstaatvoorzijntoog.,,Een11DSMMA
-
Upload
jan-bosteels -
Category
Documents
-
view
214 -
download
1
description
Transcript of slagerijinAntwerpen:orgaanvleesisgeenslachtafval.SlagerMarcRoosemeyersstaatvoorzijntoog.,,Een11DSMMA
10
OrgaanvleeOrgaanvleess:: delicatesse of taboe?Iedereen kannibaal
I Onze grootouders waren er dol op, Aziaten en Afrikanen vinden het een lekkernij en gerenommeerde chefs en
hippe restaurants pakken ermee uit. Waarom heeft de doorsnee-consument dan zo’n afkeer
van orgaanvlees? _ door jan bosteels, foto’s kris vlegels
Marc Roosemeyers in zijn slagerij in Antwerpen: orgaanvlees is geen slachtafval.
11DSM M A G A Z I N E 10 november 2006
Chinatown, Antwerpen.
In de markthal Criée
vlakbij het Centraal
Station biedt slager
Marc Roosemeyers,
naast een kwalitatief
aanbod meer alledaagse
vleeswaren, een uit-
gebreide selectie van
orgaanvlees en slacht-
afval, dat in een aparte toog ligt uitgestald. Er hangen
gerookte ossenstaarten, varkensstaarten en kalfspoten.
De koeltoog bevat varkenskoppen, varkenspoten en var-
kensoren, rundsharten, rundstongen en ossentongen,
dikke darmen, koeienmagen, kippenmagen, kippenhar-
ten en kippenlevers. Om het aloude gezegde kracht bij
te zetten dat van een varken alles kan worden gebruikt,
vind je hier ook varkensnieren, varkenshersenen en zelfs
uterussen van varkens.
In grootmoeders tijd was het heel gewoon dit soort din-
gen te eten. Tegenwoordig halen we er bijna allemaal
onze neus voor op. Hoe zou dat komen? ,,Om te begin-
nen is slachtafval geen goede naam’’, vindt Roosemeyers.
,,Het is helemaal geen afval, maar wie er niet in thuis is,
wil niets eten dat zo heet.’’ In andere talen is het ove-
rigens hetzelfde liedje. De Fransen spreken over abat, de Engelsen noemen het offal: een verzamelnaam voor
alles van een geslacht dier dat geen spier of been is. Voor
magen en darmen hebben de Fransen een apart woord:
tripes . Vandaar het woord triperie, de naam voor een spe-
ciaalzaak die orgaanvlees verkoopt.
De geschiedenis en de sociologie van het orgaanvlees
vertonen een wonderbaarlijke slingerbeweging tussen
hoge en lage status, naargelang de tijd, de omgeving en
het soort vlees. Van voedsel voor het volk werd het een
delicatesse voor koningen en snobs, terwijl het op andere
momenten en in andere culturen nog net goed genoeg is
als dierenvoer. Maar wellicht is de voorkeur of afkeer in
de eerste plaats een regionaal, cultuur- en persoonsge-
bonden gegeven, dat alles te maken heeft met de smaken
uit onze jeugd of met de streken die we hebben bezocht
en waar we hebben durven proeven van de Toscaanse
fegatini (kippenleverpaté), de Beierse Leberkäse (zonder
kaas of lever, maar met tong, niertjes, hart, zwezerik en
milt van kalf), de IJslandse schapenkop of de Schotse
haggis (schapenmaag gevuld met lever, hart en longen
van het schaap).
Poten en oren Slager Marc Roosemeyers staat voor zijn toog. ,,Een
groot deel van dit orgaanvlees eten we allemaal wel eens:
neem lever, niertjes, een kippenhartje. Of een goeie
bouillon met ossenstaart. In een goeie erwtensoep hoort
toch een varkenspoot? Rundstong in madeirasaus is ook
een van mijn favorieten.’’ Zijn Thaise vrouw maakt wel
eens darmen klaar, maar daar past Roosemeyers voor.
,,Ik hou niet van de smaak. Maar boekmagen, die wor-
den verwerkt in noedelsoepen, zijn heel lekker. Ook de
varkensuterussen, de baarmoeders dus, worden in noe-
delsoep verwerkt of gegrild.’’
In de Chinese wijk kun je bij de overbuur van
Roosemeyers, het Aziatische restaurant Sing Kee, de
delicatesse degusteren. De pensmaag, een van de voor-
magen van de koe, blijkt dan weer populair bij Afrikanen
en Polen.
,,We zijn met dit assortiment begonnen omdat een van
de medewerkers van mijn vader een slagerij had uitge-
baat in Afrika. Gaandeweg zijn er ook meer Afrikanen
in de buurt komen wonen, en wij zijn met de buurt mee
geëvolueerd. De Portugezen komen hier voor kalfspo-
ten. Wij Belgen zijn ongelooflijk verwend en kieskeurig.
Wat is voor ons nog goed? Een biefstuk of een kotelet.
Terwijl er heel veel andere producten zijn. Afrikanen
maken een heel pikante maar lekkere pepersoep van
lamsmaag.’’ Een collega van Roosemeyers knipoogt.
,,We vragen wel eens aan onze klanten hoe zoiets
smaakt, en als we geluk hebben, komen ze achteraf met
een potje. Die pepersoep was echt de moeite, maar ik
zou er thuis niet mee moeten afkomen.’’
De verwende westerling, die zijn vlees liefst voorver-
pakt aanschaft om toch maar geen associatie met het
geslachte dier te ervaren, voelt zich welhaast kanni-
baal als hij poten, oren, neuzen en andere herkenbare
lichaamsdelen en ingewanden voor zich ziet. Aan een
steak, een worst, een kotelet of een hamburger uit de
supermarkt is niet meteen te zien waar hij vandaan
komt. In een triperie is de confrontatie met wat eens een
levend dier was, niet te vermijden. Bovendien werken
de opeenvolgende voedselcrisissen en de steeds strenger
wordende wetgeving rond voedselveiligheid ook niet
meteen drempelverlagend voor orgaanvlees.
Marc Roosemeyers: ,,De voedingsinspectie ziet er
streng op toe dat de ingewanden, poten en oren in een
aparte koeling liggen en niet met het gewone vlees in
aanraking komen. Bovendien mogen een rist ingewan-
den niet verkocht worden buiten het slachthuis: kip-
penpoten, alvleesklieren, rundsnieren. Dat laatste was
nochtans iets dat goed verkocht. De regels verschillen
van land tot land. Zo mag mijn buurman wel kippen-
poten verkopen, omdat ze geïmporteerd zijn uit China.
Geraak daar maar eens wijs uit.’’
Aan de andere kant van de slagerstoog passeren onder-
tussen de vele nationaliteiten die het cliënteel van
Roosemeyers uitmaken. De Armeense Anna heeft
grootse plannen met zes koeienpoten, een schoonge-
maakte koeienmaag en andere ingewanden. ,,Wij gaan
khash maken, een nationaal gerecht. De koeienpoten
moeten drie maal gekookt worden, alleen de laatste
bouillon is drinkbaar. De derde keer komt het vlees
los van de botten. We eten het met lavash-brood (een
soort grote pannenkoeken, red.) en wodka. Ik koop zes
poten omdat het geen gerecht is dat je alleen mag eten:
je moet je vrienden en buren uitnodigen of de overschot
aan de armen schenken. Het is een te zware maaltijd
om ‘s avonds te eten, dus eten we het ‘s morgens.’’
Vervolgens is het de beurt aan de Congolees Francis, die
een portie varkenspoten in stukjes laat snijden. ,,Heel
lekker met zwarte en witte bonen. Je kookt de varkens-
poten en mengt ze met de bonen uit blik en een sausje
erbij. In Congo hebben we heel veel gerechten met tri-
pes, zoals bijvoorbeeld een soort loempia’s met orgaan-
vlees. Heel lekker met banaan. We aten dat al in Afrika
en we eten dat hier ook. Neen, zeker niet omdat het
goedkoper is dan ander vlees.’’ De volgende klant is de
Filippijnse Nena, die een ossenstaart komt kopen voor
haar Pochero, een traditionele stoofpot.
De Belgische klanten hebben ondertussen stuk voor
stuk het orgaanvlees links laten liggen en gekozen uit
de steaks, het spek, de worsten en het lamsvlees. Vanuit
gezondheidsoogpunt is er nochtans niet mis met het
sporadisch eten van tripes, zolang je het niet dagelijks
doet. Het orgaanvlees is immers vet- en cholesterolrij-
ker dan het populaire spiervlees.
Pierre Cassart, woordvoerder van het Federaal
Agentschap voor de Voedselveiligheid, vult aan: ,,Het
is ook belangrijk dat orgaanvlees goed doorbakken of
grondig gekookt geconsumeerd wordt. Hetzelfde geldt
trouwens voor gevogelte. Je kan het niet rauw consu-
meren zoals carpaccio of filet américain. Daarom ligt
orgaanvlees ook in andere koeltogen en moet het op
lagere temperaturen bewaard worden: - 3° C in plaats
van 7° C. Het risico op bacteriologische besmetting is
groter. Dat rundspancreas niet verkocht mag wor-
den, is een gevolg van de dollekoeienziekte. Maar er
is niets mis met varkenspancreassen en evenmin met
rundspancreassen uit landen waar geen dollekoeien-
ziekte is geweest, zoals Argentinië.’’
Trippen op tripes Belgen maken thuis zelden of nooit orgaanvlees klaar,
op restaurant kunnen ze er nochtans zeer van genie-
ten. Dat weet ook de Brusselse Katia Ruebens, de
uitbaatster van het restaurant Viva M’Boma aan de
Vlaamsesteenweg, gelegen achter een oude triperie
die nu een broodjeszaak en traiteur is geworden. Het
is niet al orgaanvlees wat de klok slaat in dit restaurant.
Andere authentieke Belgische en Brusselse gerechten
staan ook op het menu: ballekes in tomatensaus, vol-
au-vent, stoofvlees, dagverse stoemp met worst of spek.
Maar het aandeel van tripes is in de tweeënhalf jaar dat
het restaurant open is, aanzienlijk toegenomen.
,,Ik kende orgaanvlees van bij mijn grootmoeder, die
een zeer goede kokkin was’’, vertelt de uitbaatster.
,,Tegelijk heb ik altijd beseft dat het een gat in de markt
was. De hype rond biovoeding en vegetarisme is hele-
maal niet mijn ding. Na de dollekoeienziekte merkte
ik dat het orgaanvlees overal van de menukaarten ver-
dween en er niet terug opkwam. Ik ben zelf geen grote
kok, maar ik heb wel zeer goed ontwikkelde smaakpa-
pillen. Ik kan een recept ontleden en de kok precies de
authentieke smaak van de gerechten van mijn groot-
moeder beschrijven.’’
De Franse schrijver Marcel Proust kon door het eten
van een madeleine-koekje de wereld van zijn jeugd
terug oproepen. Katia Ruebens heeft een gelijkaardige
ervaring, maar dan met vlees. ,,Als ik onze kalfstong
in madeirasaus eet, staat mijn grootmoeder terug voor
mij. Net hetzelfde heb ik met ons stoofvlees, dat we niet
bereiden met soepvlees, maar met kalfswangen. Die
zijn weliswaar wat vetter, maar de karbonades smelten
in de mond.’’
Een ander succesgerecht van Viva M’Boma zijn de
choesels, een Brussels gerecht met onder andere niertjes,
kalfsborst, kalfszwezeriken, lamspoten, ossenstaart,
ballekes en pancreas, een orgaan dat in België niet mag
worden verkocht. ,,In Frankrijk kan ik dat nog wel aan-
kopen. De Fransen hebben een heel andere traditie op
het gebied van orgaanvlees. Om choesels te maken,
koken we de ingrediënten gedurende vier uur in geuze
- het moet Belle Vue zijn, het is de enige die niet over-
schuimt. Achteraf wordt het gerecht gedeglaceerd met
madeira.’’
Krijgt Katia Ruebens soms verzoeken voor schotels
waar ze nog nooit van gehoord heeft? ,,Eigenlijk niet.
Ik ben zelf voortdurend op zoek naar gerechten in oude
kookboeken. Zoals ze zeggen in het Frans: ‘ Je suis de plus en plus dans mon trip des tripes.’ Ik trip op orgaan-
vlees. ( lacht) Zopas heb ik een boek over testikels
gekocht, dat wil ik nu ook dringend uitproberen.’’
Een geduldige keukenDe keuken van Viva M’Boma is geschikt voor de min-
der en meer avontuurlijke carnivoor. De klassieke
gerechten zoals niertjes en zwezerikken zijn het meest
populair. En de Assiette du Tripier, een voorgerecht
bestaande uit vijf huisgemaakte terines. Een stukje
geperste kop, een carpaccio van kalfskop, een roos van
varkenspoten, een beignet van varkensoren en een
terine van niertjes, spek en jeneverbessen. De Effiloché
de Queue de Boeuf, rundsstaart met selderpuree en
girolles (cantharellen) kunt u met het recept hiernaast
thuis zelf klaarmaken. Reken wel op vier uur berei-
dingstijd voor de ossenstaart: de authentieke keuken
is ook een geduldige keuken. ,,De textuur van het vlees
doet me denken aan ons dradig stoofvlees, de smaak is
iets sterker maar veel fijner‘’, zegt Katia.
12
Katia Ruebens (rechtsboven) in haar restaurant Viva M’Boma: voor de avontuurlijke carnivoor.
Zijn er gerechten waar Ruebens zelf de neus voor ophaalt?
,,Alhoewel de kenners dol zijn op onze andouillettes, vind
ik ze zelf te sterk van smaak en geur.’’ Dit beruchte Franse
gerecht is alleen geschikt voor onvervaarde carnivoren die
de smaak van de stal niet versmaden: andouillettes bestaan
uit darm gevuld met stukken darm, maag en andere inge-
wanden.
Om een wijnselectie samen te stellen die genoeg karak-
ter heeft om op te boksen tegen de forse smaken van de
rustieke vleesbereidingen, koos Katia Ruebens voor een
kaart met opvallend veel nieuwe wereldwijnen. ,,Een
Saint Joseph past er ook goed bij, maar ik vind onze
Australische shiraz de top, of een Stellenbosch uit Zuid-
Afrika. We hebben ook een hele goeie Australische pinot
noir, de Trentham. Hij heeft veel meer karakter dan zijn
Franse evenknieën. Toen ik startte, had ik bijna alleen
maar wereldwijnen, maar omdat de mensen nog te vaak
de zekerheden van bekende merken prefereren, heb ik er
de klassiekers noodgedwongen opgezet. Wat de huiswijn
betreft, durven klanten wel makkelijker de Chileense wijn
te proberen omdat ze die per glas kunnen kopen.’’
Slagerij Marc Roosemeyers,
Van Wesenbekestraat 22, 2060 Antwerpen.
Telefoon: 03-232.62.99
Viva M’Boma,
Vlaamsesteenweg 17, 1000 Brussel.
Telefoon: 02-512.15.93.
13DSM M A G A Z I N E 10 november 2006
BBoekweit: het eetbare zaad van boek-
weit kennen we vooral in zijn gema-
len vorm: boekweitmeel. Boekweit
is overigens geen graan maar een
glutenvrij pseudo-graan. De zaden
kunnen geroosterd worden en als
rijst gebruikt. Van boekweitmeel kun
je pannenkoeken maken, de Aziaten
maken er hun sobanoedels van.
BB oerenkool: de moeder van alle kolen
wordt nog bijna uitsluitend in hutse-
pot en puree verwerkt, maar je kunt
er ook soep van maken en gestoofd is
boerenkool lekker met vis.
BB oerenpaté: de Veurn’Ambachtse uit
Alveringem is een patéklassieker op
basis van varkensvlees en -lever, met
een duidelijke leversmaak. Hij wordt
op lage temperaturen in de oven
gebakken (niet meer dan 150° C).
BB russelse kaas: bedacht met koos-
naampjes als stinkkees en rotkees
vanwege zijn alles doordringende
geur en zijn straffe smaak. De kazen
op basis van magere melk worden drie
weken gedroogd en tot vier maanden
gerijpt. Kaasmakerij Vander Gucht
uit Sint-Pieters-Leeuw maakt nog de
echte.
CChicorei: neefje van het witlof waar-
van bij ons vooral de variëteit koffie-
chicorei bekend is. Smaakt als koffie
(volgens de fans), maar wat zachter
en cafeïnevrij. Wordt aan koffie in een
filter toegevoegd, voor een zachter,
minder cafeïnerijk resultaat.
CC ourgettebloemen: courgetten
zijn zo ongeveer de gemakkelijkste
groenten in de tuin. De vrouwelijke
courgettefleurs die aan de courget-
ten groeien, zijn echte delicatessen,
gekenmerkt door een zachte, tedere
smaak. Je eet ze gevuld in de oven, of
gefrituurd.
DD aikon : heeft een zachtere smaak
dan radijzen. Lekker in sla.
EE ekhoorntjesbrood: geweldige pad-
destoel (boleet) met een zeer ver-
fijnde, zachte, nootachtige smaak.
Deze koppige jongen laat zich niet
kweken. De Fransen noemen hem
cèpes.
FF ilet d’Anvers: verfijnd rookvlees.
Het rundsvlees, de spier van het muis-
stuk, wordt zacht gepekeld, gedroogd
en mild gerookt met beukenhout-
schilfers. Schepers Vleesbedrijf uit
Alken (Limburg) sleepte het label
Streekproduct.be in de wacht.
GG ierst: glutenvrije graankorrel die
vroeger ook in Europa als voedsel
werd gebruikt, maar nu vooral Afrika
en Azië tot voedsel dient en bij ons tot
veevoer is gedegradeerd. Wordt gege-
ten als rijst, couscous of verwerkt tot
meel, vlokken of popcorn. Licht zoete
tot nootachtige smaak.
AABBCC
...
Recept & Effiloché van ossenstaart
INGREDIENTEN (voor 6 personen):
een ossenstaart, in drie gesneden
een ui waarin drie kruidnagels geprikt zijn
5 jeneverbessen
2 wortelen
3 takken selder
300 gr cantharellen
1 knolselder
½ l melk
kalfsfond
room
BEREIDING:
De staart, ui, wortelen, selder en jeneverbessen
koken in een pan met een grote hoeveelheid gezou-
ten water gedurende 3 uur. Daarna het vlees van de
staart afhalen.
De in stukken gesneden knolselder met de melk
(en een hoeveelheid water, zodat de groente onder-
gedompeld is) en een snuif zout koken op een laag
vuur gedurende 30 minuten. Mixen, peperen en
laten uitlekken in een zeefdoek om een drogere en
stevigere puree te bekomen.
Het vlees opwarmen in een beetje kalfsfond, zodat
het niet te droog wordt. Peper en zout toevoegen.
De knolselderpuree opwarmen met een beetje
room om hem witter te maken. De cantharellen
al dente bakken in de pan. Met de knolselder een
bakring in het midden van het bord vullen, met
het vlees en de saus erop. De cantharellen errond
schikken.
De bakring wegnemen en het gerecht licht
besprenkelen met gekruide olijfolie.
Recept van chef Olivier Vanklemput, Viva M’Boma