Slaap kindje slaap - vreemdeeend.bevreemdeeend.be/indeklas/slaapkindjeslaap.pdf · Door Bie...

3
Slaap kindje slaap 1 SLAAP KINDJE SLAAP Door Bie Valgaeren Doelgroep Gealfabetiseerde NT2-cursisten. De cursisten zijn gealfabetiseerd in het Latijnse schrift en ze hebben al ongeveer 100 uur Nederlandse les gevolgd. Doelstellingen Spreekvaardigheid: reageren op een bericht, een advies formuleren (een bekend iemand een advies geven m.b.t. het slaapprobleem van een kind) formuleren van een mening over het liedje Luistervaardigheid: relevante gegevens selecteren in een narratieve (liedjes)tekst. Aandacht voor taalelementen: verkleinwoorden, rijm Kennis van de wereld: kennismaken met het genre ‘slaapliedjes’ Lesverloop 1. INTRO Gesprek (Sluit aan bij hoofdstuk 4 uit “Nieuwe Spreekrecht 1.2.” Geerdens A. , Schoenmaker,E., Van In, Wommelgem, 2007, p. 34 in het Leerwerkschrift) Juliette Wemba gaat met haar baby Rosa naar Kind en Gezin. Eet ze goed? Slaapt ze goed? Het slapen is een probleem, de kinderverzorgster geeft goede raad: “een slaapliedje zingen” Alternatief: Een inleidend gesprek over de slaapgewoonten van de eigen kinderen van de cursisten “Wie heeft kleine kinderen? Slapen ze goed? Wat kan je eraan doen?” 2. HET LIEDJE Luister naar Esmé Bos en Bart Voet op de cd van Kapitein Winokio zag 3 beren: - Hoeveel personen hoor je? - Wie? Een vrouw (Mama?), een kindje (dochtertje?) en een man (opa?) - Wie zingt er bij jou thuis slaapliedjes?

Transcript of Slaap kindje slaap - vreemdeeend.bevreemdeeend.be/indeklas/slaapkindjeslaap.pdf · Door Bie...

Page 1: Slaap kindje slaap - vreemdeeend.bevreemdeeend.be/indeklas/slaapkindjeslaap.pdf · Door Bie Valgaeren Doelgroep ... 4. INVULTEKST Ze proberen eerst ... stijgt of daalt. (daarBUITEN

Slaap kindje slaap 1

SLAAP KINDJE SLAAP

Door Bie Valgaeren

Doelgroep Gealfabetiseerde NT2-cursisten. De cursisten zijn gealfabetiseerd in het Latijnse schrift en ze hebben al ongeveer 100 uur Nederlandse les gevolgd. Doelstellingen Spreekvaardigheid:

• reageren op een bericht, een advies formuleren (een bekend iemand een advies geven m.b.t. het slaapprobleem van een kind)

• formuleren van een mening over het liedje Luistervaardigheid: relevante gegevens selecteren in een narratieve (liedjes)tekst. Aandacht voor taalelementen: verkleinwoorden, rijm Kennis van de wereld: kennismaken met het genre ‘slaapliedjes’ Lesverloop 1. INTRO Gesprek (Sluit aan bij hoofdstuk 4 uit “Nieuwe Spreekrecht 1.2.” Geerdens A. , Schoenmaker,E., Van In, Wommelgem, 2007, p. 34 in het Leerwerkschrift) Juliette Wemba gaat met haar baby Rosa naar Kind en Gezin. Eet ze goed? Slaapt ze goed? Het slapen is een probleem, de kinderverzorgster geeft goede raad: “een slaapliedje zingen” Alternatief: Een inleidend gesprek over de slaapgewoonten van de eigen kinderen van de cursisten “Wie heeft kleine kinderen? Slapen ze goed? Wat kan je eraan doen?” 2. HET LIEDJE Luister naar Esmé Bos en Bart Voet op de cd van Kapitein Winokio zag 3 beren: - Hoeveel personen hoor je? - Wie? Een vrouw (Mama?), een kindje (dochtertje?) en een man (opa?) - Wie zingt er bij jou thuis slaapliedjes?

Page 2: Slaap kindje slaap - vreemdeeend.bevreemdeeend.be/indeklas/slaapkindjeslaap.pdf · Door Bie Valgaeren Doelgroep ... 4. INVULTEKST Ze proberen eerst ... stijgt of daalt. (daarBUITEN

Slaap kindje slaap 2

3. TOT EEN TEKST KOMEN STAP 1: welke woorden heb je gehoord? De cursisten zeggen gewoon door elkaar welke woorden ze gehoord hebben. (schaap, slaap, buiten,…). Je schrijft de woorden ergens op bord. Je legt uit dat een tekst van een lied vaak rijmt. STAP 2: wat is RIJM? - Bv. lied / ziet / niet / verdriet/… - dan schrijf je op het bord het woord “schaap” “Wat rijmt er op schaap?”: slaap, aap, … “Wat rijmt er op voetjes : zoetjes, koetjes,… - je probeert te komen tot het opstellen van de tekst op het bord. Je laat het liedje nog eens horen, eventueel in stukjes. STAP 3: aandacht voor taalelementen - je kan ook de aandacht vestigen op de verkleinwoorden: kindJE, voetJES “Is het een groot kind?” Nee, een kindJE. “Het is ook een klein schaap met kleine voetJES“ (niet 1 maar 4 voetjes). “Is het al een groot schaap? Nee, wat eet het? Het drinkt nog melk.” - eindresultaat : de tekst van het liedje staat duidelijk op het bord. STAP 4: titel Elke tekst heeft een titel. Ook dit liedje. Welke titel? Wat denk je? (“Slaap kindje slaap”) 4. INVULTEKST Ze proberen eerst zelf de woorden in te vullen, daarna wordt het met de hele klas verbeterd. Vul de ontbrekende woorden in. Ze rijmen! Slaap, kindje slaap Slaap, kindje, slaap. Daarbuiten loopt een ……………………………. Een schaap met witte voetjes dat drinkt zijn melk zo ……………………………. Slaap, kindje, ……………………………………. Daarbuiten loopt een ………………………………. Ken je ook een slaapliedje in je eigen taal? Je mag de tekst hieronder opschrijven. Zing het liedje voor de andere cursisten in de klas. …………………………………………………………………… …………………………………………………………………… …………………………………………………………………… …………………………………………………………………… …………………………………………………………………… ……………………………………………………………………

Page 3: Slaap kindje slaap - vreemdeeend.bevreemdeeend.be/indeklas/slaapkindjeslaap.pdf · Door Bie Valgaeren Doelgroep ... 4. INVULTEKST Ze proberen eerst ... stijgt of daalt. (daarBUITEN

Slaap kindje slaap 3

5. SAMEN LEZEN De cursisten hebben nu zelf de tekst voor zich. Je leest één zin voor, de cursisten herhalen de zin hardop. Zorg ervoor dat ze alle woorden goed uitspreken. (UI in buiten; SCH in schaap; OE in voetjes en zoetjes) 6. NEURIEN Je neuriet de melodie voor. Zij neuriën na, je geeft met je hand aan waar de melodie stijgt of daalt. (daarBUITEN is stijgend bv.) 7. ZINGEN Dan zing je zin per zin voor, cursisten zingen je na. Je oefent het een paar keer. Ook de laatste 5 minuten van de les. Om het stemmig te maken, kan je de lichten uitdoen. Sommige cursisten beginnen tijdens het zingen spontaan te wiegen. 8. EVALUATIE VAN HET LIEDJE Vind je het een mooi liedje? Is het moeilijk? Begrijp je alles? Zing jij graag? Wil je nog andere liedjes horen in het Nederlands? 9. HUISWERK De cursisten gaan thuis het liedje oefenen, d.w.z. samen zingen met hun kinderen ofwel voor hun kleinkinderen. Als ze geen kinderen hebben, kan het ook voor hun man, of voor zichzelf: Ze zingen dan : “Slaap Omar, slaap,…” Thuis gaan ze ook op zoek naar een slaapliedje in hun eigen taal (dat ze mogen opschrijven tegen de volgende les). Je kan er de volgende les op terugkomen en de verschillende nationaliteiten laten zingen. Zij zingen voor jou, je vraagt ook waarover het liedje gaat. (“Wat betekent die tekst? Gaat het ook over een schaap?”) Ter gelegenheid van het schapenfeest haal je het liedje nog eens boven en laat je het de cursisten zingen.