Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden...

172
Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn Onderzoeker: Leen Vanermen 2009

Transcript of Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden...

Page 1: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn

Onderzoeker: Leen Vanermen

2009

Page 2: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

1

Inhoudsopgave

1. Slaap ....................................................................................................................................... 3

1.1. De definitie van slaap ...................................................................................................... 3

1.2. De fasen van de slaap ...................................................................................................... 3

1.3. Functie van de slaap ........................................................................................................ 4

1.4. Slaapbeïnvloedende elementen ....................................................................................... 4

1.5. Slaapstoornissen .............................................................................................................. 6

2. Slaap bij personen met een handicap ................................................................................. 7

2.1. Slaapbeïnvloedende factoren bij personen met een handicap ......................................... 7

2.2. Omgang met slaapstoornissen bij personen met een verstandelijke handicap ................ 8

3. Registreren van slaap ....................................................................................................... 10

4. Slaap in vzw Stijn ............................................................................................................. 11

5. Gegevens voor analyse ..................................................................................................... 11

6. Afhankelijke variabelen ................................................................................................... 12

7. Onafhankelijke variabelen ................................................................................................ 12

8. Resultaten: beschrijvende statistiek ................................................................................. 13

8.1. Afhankelijke variabelen ................................................................................................ 13

8.1.1 Eigen analyse ........................................................................................................... 13

8.1.2. Vergelijking met vroegere resultaten ..................................................................... 21

8.2. Onafhankelijke variabelen ............................................................................................. 21

9. Resultaten: analytische statistiek ...................................................................................... 39

9.1. Enkelvoudige variatieanalyse ........................................................................................ 39

9.1.1. Parametrische testen ............................................................................................... 40

9.1.2. Nonparametrische testen ........................................................................................ 69

9.2. Meervoudige variatieanalyse ......................................................................................... 97

9.2.1. Model ..................................................................................................................... 97

9.2.2. Resultaten analyses ................................................................................................ 98

9.3. Multivariate variatieanalyse ........................................................................................ 115

9.3.1. Model ................................................................................................................... 115

9.3.2. Resultaten ............................................................................................................. 115

10. FAQ .................................................................................................................................. 122

10.1. Hoe is het gesteld met de slaapkwaliteit in vzw Stijn? ............................................. 122

10.2. Welke soorten slaapproblemen zijn er en hoe kan de nachtdienst deze (helpen)

opsporen? ........................................................................................................................... 128

10.3. Welke behandelingen voor slaapproblemen bestaan er? ........................................... 130

10.4. Hoe is het gesteld met interventies tijdens de nacht? Worden onze zorggebruikers

vaak gestoord en wat is de invloed van deze verstoring tijdens de nacht? ........................ 131

10.5. Hoe wordt de slaap subjectief beoordeeld? ............................................................... 133

10.6. Is er een verschil te zien in slaapproblemen tussen diverse subgroepen? Zowel op vlak

van verstandelijk niveau, als motorische handicap, als erfelijke aandoening. ................... 134

10.7. Is er een verband tussen het uur van slapen gaan en slaapproblemen? ..................... 142

10.8. Wat is het verband tussen slaapproblemen en gedragsproblemen? .......................... 143

10.9. Wat is het verband tussen de kwaliteit van slaap en medicatiegebruik of de medische

toestand in het algemeen?................................................................................................... 144

10.10. Is er een verband tussen kwaliteit van slaap en epilepsie? ...................................... 152

10.11. Is er een verband tussen kwaliteit van slaap en leeftijd? ......................................... 155

10.12. Is er een verband tussen kwaliteit van slaap en vrijheidsbeperkende maatregelen? 156

10.13. Is er een verband tussen kwaliteit van slaap en orthopedische hulpmiddelen? ...... 157

11. Besluit ............................................................................................................................... 160

11.1. Belangrijkste resultaten samengevat ......................................................................... 160

Page 3: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

2

11.2. Aanbevelingen naar de praktijk ................................................................................. 161

11.3. Suggesties voor verder onderzoek ............................................................................. 161

Referenties .............................................................................................................................. 163

Bijlagen .................................................................................................................................. 165

Page 4: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

3

1. Slaap Slapen is belangrijk, dat weet iedereen uit eigen ervaring. De meeste mensen brengen bijna

een derde van hun leven al slapend door. Wat is slapen en waarom doen we het?

1.1. De definitie van slaap

Vroeger dacht men dat tijdens de slaap de hersenen op ‘uit’ geschakeld zijn, waarna ze ’s

morgens weer op ‘aan’ gezet worden. Niets is echter minder waar, de slaap is geen periode

van inactiviteit, maar wel één waarbij de hersenen een andere activiteit hebben dan overdag.

’s Nachts verwerken we de informatie we overdag opgedaan hebben en herstelt het lichaam

van de zware fysieke inspanningen die overdag geleverd zijn. Slapen kan gezien worden als

het gevolg van waken. Hoe langer iemand wakker is, hoe groter de slaapdruk wordt, zodat

deze uiteindelijk niet meer kan tegengehouden worden en men zonder meer in slaap valt. Men

bouwt met andere woorden een slaapschuld op, die enkel terug kan afgebouwd worden door

te slapen. Dit geldt ook omgekeerd: hoe langer iemand slaapt, hoe groter de neiging is om

wakker te worden (Pinxten, 1996)

1.2. De fasen van de slaap

Om te bestuderen hoe de slaap er nu eigenlijk uit ziet wordt vaak gebruik gemaakt van de

registratie van de activiteit van de hersenen, ogen en spieren tijdens het slapen. Hierdoor kan

gezien worden dat in één nacht ongeveer vijf maal dezelfde cyclus van vijf opeenvolgende

slaapstadia doorlopen wordt. Deze stadia worden allemaal gekenmerkt door een eigen patroon

van hersengolven en spiertonus. De eerste vier fasen worden samen de non-REM slaap

genoemd, de vijfde fase de REM slaap. REM staat voor ‘Rapid Eye Movement’, dit zijn de

snelle bewegingen van de oogbol die dit stadium kenmerken. (Pinxten, 1996)

Zoals hierboven duidelijk wordt, kan de non-REM slaap nog onderverdeeld worden in 4

stadia.

Stadium 1: dit is een fase die optreedt tijdens het inslapen of bij de overgang van de REM-

naar de non-REM slaap. Deze fase kan soms gepaard gaan met vluchtige visuele hallucinaties.

Doordat de spieren zich ontspannen, kan je het gevoel hebben alsof je valt, waardoor je plots

wakker schrikt. In deze eerste fase, de sluimerfase, neemt men een tragere, regelmatige

hartslag waar en lichtere ademhaling. Deze fase kan 10 seconden tot 10 minuten duren

(Hermans et al., 2006).

Stadium 2: Dit is een overgangsstadium tussen de lichte en de diepe non-REM slaap. De duur

alsook het al dan niet voorkomen van dit stadium verschilt van mens tot mens. Bij kortslapers

wordt dit stadium niet teruggevonden.

Stadium 3: Na ongeveer 30 minuten slapen, wordt de slaap dieper en zitten we in fase 3.

Tijdens deze fase zijn we afgesloten van de buitenwereld, blind en doof voor de meeste

uitwendige prikkels. Fase 3 duurt slechts enkele minuten en ruimt dan plaats voor fase 4.

Stadium 4: De slaap heeft nu zijn diepste punt bereikt. De ademhaling is traag en regelmatig,

de hartslag is vertraagd, de bloeddruk is gedaald en de spieractiviteit bereikt een dieptepunt

(Pinxten, 1996).

REM slaap of stadium 5: Na ongeveer 90 minuten treedt de REM slaap op. Deze fase duurt

ongeveer 10 tot 20 minuten. Eén van de belangrijkste kenmerken van dit stadium zijn de

snelle oogbewegingen. Er is ook een stijging van de hartslag, de ademhaling wordt

onregelmatiger en sneller. De hersenactiviteit doet denken aan een waaktoestand. In deze fase

komen dromen voor. De eerste REM slaap duurt ongeveer 5 tot 10 minuten. Gedurende de

Page 5: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

4

nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens

overgeslagen.

Zoals gezegd herhaalt deze cyclus van slaap zich voortdurend tijdens de nacht. Om de 90 à

110 minuten start een nieuwe cyclus.

Omdat onze behoefte aan slaap heel verschillend is, is de aanduiding van een precies geldende

slaapduur voor de ganse bevolking niet mogelijk. Slaap is een zeer individueel gegeven. Het

is niet de absolute duur van de slaap die doorslaggevend is voor de subjectieve of objectieve

mate van uitgerustheid, maar het aantal en de volgorde van de slaapstadia en de afwisseling

tussen de fasen van diepe en lichte slaap. Deze factoren maken dat u uitgeslapen of uitgeput

wakker wordt (Hermans et al., 2006). Gemiddeld gezien is de totale slaapduur bij volwassen

mensen ongeveer 7 tot 8 uur. Het aandeel van de diepe slaap bedraagt ongeveer 20%, het

aandeel van de REM slaap 25% en het aandeel van de lichte slaap 50% van de totale

slaapperiode. Er zijn grote inter-individuele verschillen met betrekking tot de duur van de

slaap. Er zijn kortslapers die aan vijf tot zes uur genoeg hebben en langslapers die aan 10 uur

slaap nog niet genoeg hebben (Coenen & Kerkhof, 2001).

1.3. Functie van de slaap

Slaap wordt over het algemeen gezien als een periode van rust en herstel, waaraan we ons op

regelmatige basis overgeven in de hoop na enige tijd voldoende uitgerust te zijn om weer aan

de slag te kunnen.

Tijdens de diepe slaap staat enerzijds het uitrusten voorop. Het lichaam ontspant zich volledig

zodat het fysiek kan uitrusten. Hoe meer energie er overdag besteed wordt, des te meer diepe

slaap de erop volgende slaapperiode bevat. Het herstel van lichamelijke processen is een

tweede functie van de diepe slaap. De diepe slaap lijkt de activiteit van het immuunsysteem te

stimuleren, zodanig dat de afweermechanismen en herstelprocessen versterkt worden (Coenen

& Kerkhof, 2001).

In de REM slaap wordt alle informatie verwerkt die we overdag hebben opgedaan. De

relevante informatie wordt uitgezeefd, in het geheugen opgeslaan en het overtollige wordt

verwijderd. De slaap heeft zo ook een rol in het geheugen (Pinxten, 1996). In deze fase

hebben we ook de meeste van onze dromen. ’s Nachts worden er emotionele situaties van

overdag verwerkt en nog eens herbeleefd door het onderbewuste (Hermans et al., 2006).

1.4. Slaapbeïnvloedende elementen

(Idzikowki, 2000)

Er zijn een aantal elementen die de slaap kunnen beïnvloeden:

-erfelijke factoren: je kan van nature een lang of een kortslaper zijn, een ochtend of een

avondmens. Ook de diepte van de slaap is erfelijk bepaald.

-aangeleerd als kind: slapen is een geconditioneerd proces. Het is aangewezen om een routine

in te bouwen voor het naar bed gaan en inslapen. Het is eveneens belangrijk dat het kind geen

angstgevoelens heeft. Een veilig gevoel verkort de inslaapperiode.

-gewoonten: verschillende gewoontes in ons dagelijks leven kunnen de slaap beïnvloeden:

-dieet: te zwaar zijn kan ademhalingsproblemen met zich meebrengen. Deze

ademhalingsstoornissen kunnen de slaap onderbreken en dus tot slaperigheid overdag

leiden.

-medicijnen

Page 6: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

5

-lichaamsoefeningen: een inspanning overdag maakt je ’s avonds fysiek moe, dit leidt

tot een verbeterde (in)slaap.

-roken: nicotine werkt stimulerend op de hersenen en is dus slaapinhiberend. Nicotine

kan ook ademhalingsproblemen veroorzaken.

-alcohol: een kleine hoeveelheid alcohol kan slaapbevorderend werken, maar grotere

hoeveelheden verstoren de nachtrust. Bij overmatig drinken wordt de REM slaap

verstoord. Er komen dan angstdromen voor, men wordt vaak wakker en er is meer

lichaamsbeweging tijdens de slaap.

-cafeïne: cafeïne verhoogt de alertheid en werkt slaapverstorend. Aangezien de

maximale uitwerking van cafeïne 1 tot 4 uur is, kan een kop koffie het inslapen

beletten. Hiernaast heeft het ook een negatief effect op de diepte van de slaap.

-bedtijdroutines: het opbouwen van een routine levert voorspelbaarheid. Op deze

manier kan je lichaam zich voorbereiden op het slapen gaan. Elke nacht wordt je

biologische klok gelijkgezet op de slaapwaakcyclus. Zelfs kleine veranderingen

kunnen een negatief effect veroorzaken.

-omgevingsfactoren:

-slaapkamer en slaapkamertemperatuur: een goede slaapkamer temperatuur is tussen

de 15 en 20°C, afhankelijk van persoon tot persoon. Het is belangrijk om een

slaapkamer goed te ventileren. De slaapkamer moet een rustige plek zijn, die goed

geïsoleerd is en voldoende donker.

-lawaai: hoewel het gehoorvermogen vermindert wanneer je slaapt wordt de functie

niet volledig uitgeschakeld. Lawaai is vooral nefast voor de diepe slaap.

-bed en bedbenodigdheden: een goede, aangepaste matras, kussen, bedbodem, lakens

en slaapkledij is tevens van invloed op de slaapkwaliteit.

-persoonlijke gezondheid:

-hormonale toestand: het hormoon melatonine speelt een grote rol in de slaap. Dit

hormoon zorgt er namelijk voor dat je je bij het aanbreken van de avond slaperig

begint te voelen. Hierdoor volgt er een natuurlijk proces om in te slapen als we naar

bed gaan. Overdag wordt de aanmaak van melatonine afgeremd door het daglicht,

maar in de avonduren komt de productie terug op gang.

-leeftijd: de slaapduur en de onderlinge verhouding van de slaapfasen veranderen als

men ouder wordt. Zuigelingen slapen gemiddeld 18 uur per dag, na 6 maanden is dit al

maar 16 uur meer. Tijdens de vroege kinderjaren neemt de slaapduur nog verder af tot

een gemiddelde van ongeveer 8 uur op een leeftijd van 30 jaar. Op middelbare leeftijd

neemt de gemiddelde slaapduur af tot 7 uur per nacht. Ook de aard van de slaap

verandert, met meer lichte slaap.

-gewicht: een te zwaar gewicht kan voor ademhalingsproblemen zorgen, zo is er een

verhoogde kans op slaapapneu (kortdurende perioden van ademstilstand, gevold door

hevige snurkgeluiden).

-ziekte en andere ongemakken: depressie, snurken, slaapapnoe, restless legs

(onaangenaam, kriebelend, tintelend, jeukend gevoel in de onderbenen), bedplassen,

slaapwandelen, tanden knarsen, invloed van medicijnen

-sociale factoren:

-werkstress: arbeid verrichten kan heel wat stress met zich meebrengen. Deze stress

kan een goede nachtrust verstoren.

-ploegendienst: het werken in wisselende ploegen vraagt heel wat van lichaam en

geest. Het slaap-waaksysteem moet zich voortdurend aanpassen.

-familie:

-bedpartner

-kinderen

Page 7: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

6

-aangeleerde factoren:

-bedgewoonten

-slaaphouding

1.5. Slaapstoornissen

Slaapproblemen komen vaak voor, maar het is van verschillende factoren afhankelijk of men

deze effectief ook classificeert als slaapstoornis. Deze factoren zijn vooral ernst en duur van

de problemen. Wat betreft de duur geldt de minimale duur van één maand. Voor de ernst is

niet enkel de aard en de omvang van de problemen van belang, maar ook de invloed op het

dagelijks functioneren van de persoon en zijn omgeving (Berden, 2001).

Slaapstoornissen worden onderverdeeld in twee grote categorieën, de secundaire en de

primaire slaapstoornis. Men hoort bij slaapstoornissen steeds in eerste instantie na te gaan of

er sprake is van een andere stoornis, van somatische of psychiatrische aard, of van

middelengebruik als oorzakelijke factor. Is dit het geval, dan is er sprake van een secundaire

slaapstoornis. Deze slaapstoornissen zullen wellicht verbeteren of verdwijnen bij behandeling

van de oorzakelijke factor.

Bij een primaire slaapstoornis is er sprake van een op zichzelf staande stoornis. In de primaire

stoornissen is er nog een verschil tussen de stoornissen in slaappatroon of de dyssomniën en

stoornis in het gedrag tijdens de slaap of de parasomnieën.

Er zijn verscheidene vormen van dyssomnie, waarbij steeds sprake is van in- en/of

doorslaapproblemen of voortijdig ontwaken. Onder dyssomnieën worden onder andere

genoemd:

-insomnie: inslaap of doorslaapprobleem

-hypersomnie:overmatige geneigdheid tot inslapen

-narcolepsie: onbedwingbare slaapaanvallen

-slaapgebonden ademhalingsstoornissen: onder andere het slaapapnoesyndroom

-slaap-waakritmestoornissen: wordt vaak veroorzaakt door jetlag, ploegendienst,…

-slaapproblemen door externe prikkels: geluiden van buitenaf, slechte voeding, alcohol of

cafeïne gebruik

-niet gespecificeerde dyssomnieën.

Parasomnieën kenmerken zich door abnormale gedragingen tijdens de slaap of tijdens de

overgang tussen slapen en waken. De categorieën die zich onderscheiden zijn:

-nachtmerries

-slaap-paniekstoornis: gaat gepaard met paniekerig geschreeuw, intense angst, versnelde pols

en ademhaling enzoverder

-slaapwandelen

-niet gespecificeerde parasomnieën

(Berden, 2001)

In de literatuur komen diverse cijfers over het voorkomen van slaapstoornissen in de normale

populatie voor, deze situeren zich tussen de 10 en 35%.

Voor de duidelijkheid hieronder een schema van de verschillende mogelijke slaapstoornissen:

Page 8: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

7

Slaapprobleem

Slaapstoornis -Secundaire slaapstoornis -Secundair aan

lichamelijke stoornis

-Secundair aan

psychiatrische stoornis

-Secundair aan

middelengebruik

-Primaire slaapstoornis -Dyssomnieën -Insomnie

-Hypersomnie

-Narcolepsie

-Parasomnieën -Nachtmerries

-Slaap-

paniekstoornis

-Slaapwandelen

2. Slaap bij personen met een handicap Personen met een handicap doen er langer over om werkelijk in slaap te vallen. Fase 2 wordt

slechts zeer moeizaam bereikt en fase 3 en 4 worden eveneens moeilijk of niet bereikt. De

slaapperiodes worden dikwijls onderbroken. Periodes van wakker liggen en slapen wisselen

elkaar af en dit neemt nog toe met de leeftijd. De hoeveelheid REM slaap zou positief

correleren met het niveau van intellectueel functioneren. REM slaap schijnt in verband te

staan met de ‘centrale plasticiteit’ en met de mogelijkheid informatie, noodzakelijk voor het

leren, op te slaan (Lagrain, n.d.)

Een functionele en/of structurele hersenstoornis ligt aan de basis van de verstandelijke

handicap. Er wordt verondersteld dat dit dan ook, aangezien slapen een hersenactiviteit is, er

voor verantwoordelijk zou zijn dat het slapen niet optimaal verloopt. De frequentie van

slaapstoornissen bij personen met een handicap ligt dan ook een stuk hoger, naargelang de

bron en de definitie tussen de 13 en 86% bij mensen met een verstandelijke handicap.

2.1. Slaapbeïnvloedende factoren bij personen met een handicap

(Hermans et al. 2006; Didden, 2005; Braam, 2005; Didden, 2001)

Naast de elementen die reeds opgesomd zijn onder punt 1.4. zijn er een aantal elementen die

specifiek voor personen met een handicap beïnvloedend zijn voor hun slaap. Over de meeste

elementen is er in de literatuur discussie, in het ene onderzoek komen zij naar voren als zijnde

van significante invloed, in het andere onderzoek dan weer niet.

-verstandelijke handicap: de graad van verstandelijke handicap zou samenhangen met de

kwaliteit van de slaap, hoe minder verstandelijke mogelijkheden, hoe meer kans op

slaapproblemen

-genetische afwijking: bij bepaalde genetische syndromen doen slaapproblemen zich vaker

voor:

Page 9: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

8

-Autisme spectrum stoornis: vaak een onvermogen om signalen uit de omgeving te

gebruiken om slaap-waakritme aan te passen.

-Angelmansyndroom

-Downsyndroom: vaak Slaapapnoesyndroom, veroorzaakt door anatomische

bijzonderheden zoals bijvoorbeeld een grote tong.

-Fragiele X-syndroom

-Prader Willi syndroom: vooral overmatige slaperigheid overdag en

slaapapnoesyndroom.

-Rett syndroom

-ondergeschikte handicaps: zoals we vaak zien bij personen met een handicap, hebben ze niet

alleen een verstandelijke beperking, maar zijn er ook bijkomende aandoeningen die een

negatief effect kunnen hebben op de slaapkwaliteit:

-epilepsie: deze stoornis zorgt ervoor dat er een verkorting van de REM fase is. Ook

de non-REM fase is oppervlakkiger en instabieler.

-blindheid zorgt voor een verstoring van het dagnachtritme doordat de blinde persoon

geen opstoot van melatonine krijgt, hij is namelijk niet of maar in kleine mate,

lichtgevoelig.

-motorische handicap

-spasticiteit

-cerebral palsy

-voedingsproblemen zoals reflux of sondevoeding

-ademhalingsproblemen

-lage zelfredzaamheid: vaak onzindelijk

-omgevingsfactoren

-te vroeg in bed liggen

-slapen met meerdere personen op 1 kamer

-lawaai

-controlemomenten door de nachtdienst

-onvoldoende verduisterde kamers

-aan of uitdoen van orthopedisch materiaal

-aan- of afkoppelen van sondevoeding

-ongevuld dagprogramma/mate van stimulatie overdag en ‘s avonds

-communicatieproblemen: deze kunnen ervoor zorgen dat een persoon zich niet

begrepen voelt en minder gerust gaat slapen. De kans dat hij/zij emotionele problemen

ontwikkeld kan dan ook groter zijn.

-vrijheidsbeperkende maatregelen zoals zweedse riem, traliebed, ligschelp,…

-medische aandoeningen:

-oorontsteking

-astma

-obstipatie

-verblijfplaats

2.2. Omgang met slaapstoornissen bij personen met een verstandelijke

handicap

(Hylkema, 2007; Lagrain, 2006; Pinxten, 1996; Luyten, n.d.; Lagrain, n.d.)

Slaaptekort bij personen met een handicap leidt ertoe dat zij minder openstaan voor contacten,

overdag nog drukker zijn en slechter leren door een slechte REM slaap. Het gevolg is ook dat

er meer kans is op gedragsproblemen en er een hogere prikkel en stressgevoeligheid is.

Page 10: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

9

Het is dus des te belangrijker deze slaapstoornissen zoveel mogelijk te voorkomen en te

behandelen.

Uit de literatuur komen volgende aandachtspunten naar voren (deze kunnen vanzelfsprekend

ook gelden voor personen zonder verstandelijke handicap):

-oog voor de individuele slaap-waak ritmiek: zoals gezegd is dit afhankelijk van persoon tot

persoon en zou hier meer rekening mee moeten gehouden worden. Bijvoorbeeld geen

gezamenlijke bedtijden, maar bedtijden afgestemd op de noden van het individu.

-zorgen voor een goede slaaphygiëne:

-opbouwen van de slaapschuld: hoe meer activiteit overdag, hoe meer energie

verbruikt, hoe groter de slaapschuld

-rustige activiteiten voor het slapengaan

-minder tijd in bed doorbrengen

-overleg tussen dag- en nachtdienst mbt (specifiek voor mensen in residentiële

opvangvormen:

-gezondheidstoestand

-belangrijke gebeurtenissen

-wensen en voorkeuren van de bewoner

-belangrijke (gedrags-) afspraken

-zorgen voor een goede slaapomgeving

-materiële infrastructuur:

-individuele kamers

-aangepaste bedden

-aangepaste matrassen

-omgevingsfactoren:

-nachtlawaai

-verlichting

-verduistering

-kamertemperatuur

-verluchting

-vast slaapritueel

-goede structuur: een duidelijk onderscheid tussen dag en nacht.

-goede slaaphouding

-doordachte vrijheidsbeperkende maatregelen, bv: bedhekkens ipv riemen

-hypnotica: doordacht gebruik is van belang!

-therapeutische technieken:

-stimulus-regeltherapie: verstevigen van relatie tussen bed en slaapgedrag, grenzen

stellen, belonen

-relaxatietherapie

-lichttherapie

-melatonine behandeling: door toevoeging van het hormoon slaperigheid induceren

-chronotherapie: synchroniseren van de slaap-waakcyclus

-vermijden van spanningen

-onderliggende oorzaken behandelen: in het geval van secundaire problematiek

Vanuit de literatuur en de dagdagelijkse praktijk komt ook een verschuiving naar voren van

een nadruk op goede hygiëne en bewaken, wat veel controlemomenten en dus verstoring met

zich meebracht, naar nadruk op het bevorderen van slaapkwaliteit: verhogen van comfort en

zo weinig mogelijk storen. Daarvoor worden allerlei hulpmiddelen ingezet zoals beter

incontinentiemateriaal, akoestische en visuele bewaking, …

Page 11: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

10

3. Registreren van slaap Er zijn verschillende diagnostische middelen om slaapproblemen op te sporen. Een eerste

manier is de polysomnografie. Dit is een zeer gedetailleerde manier om slaap te onderzoeken.

Zowel de hersenactiviteit (Elektroëncephalografie of EEG), als de oogbewegingen

(electroöculografie of E0G) als de spieractiviteit (elektromyografie of EMG) worden hier

immers gemeten. Vaak wordt dit nog aangevuld met het meten van de hartactiviteit, het

percentage zuurstof en de ademhaling. Door het meten van al deze parameters geeft de

polysomnografie een zeer accuraat beeld van het slaap/waakpatroon. Het nadeel is echter dat

er heel wat geld en tijd nodig is om het onderzoek uit te voeren en de gegevens te verwerken.

Bijkomend nadeel is dat een dergelijk onderzoek enkel in een slaaplaboratorium kan

uitgevoerd worden. Deze vreemde omgeving kan er toe leiden dat de slaapproblemen

verergeren., zeker voor personen met een handicap.

Een tweede methode is de observatie. Bij deze methodiek wordt zowel de dag als de nacht

geobserveerd om een duidelijk slaap/waakschema te bekomen. Overdag moeten alle

activiteiten geregistreerd worden, s’ nachts wordt genoteerd of de persoon al dan niet slaapt.

Vaak wordt ook gebruik gemaakt van een vragenlijst voor de analyse van het nachtgebeuren.

Zulke vragenlijst geeft de subjectieve ontevredenheid betreffende hoeveelheid en de kwaliteit

van de slaap weer en de voldoening die mensen ervaren van hun slaap. Het nadeel van de

methodiek van de observatie is dat deze vaak niet objectief gebeuren, dat er te veel

interpretatie is. Daar mensen met een handicap vaak hun ervaringen niet kunnen verwoorden,

zijn ze aangewezen op anderen om hun problemen weer te geven.

Een derde manier van registreren van de slaap is de video-observatie. Met een speciale

camera die is uitgerust met een infraroodlicht kan tijdens de nacht gefilmd worden. Nadeel is

de omslachtige procedure die veel tijd en geld vraagt.

(Pinxten, 1996)

Een laatste methode is de actiwatch. Dit is een gevoelig meetinstrument in de vorm van een

polshorloge, dat de bewegingen van een persoon registreert. Het wordt gedragen aan de niet-

dominante arm van de persoon. Dit omdat deze arm het minste wordt gebruikt tijdens de slaap

en zo dus het beste de resultaten kan weergegeven. De actiwatch registreert 32 keer per

seconde de bewegingen. Deze activiteit wordt om de ‘epoch’ opgeslagen. Deze epoch kan zelf

ingesteld worden, maar bedraagt meestal 60 seconden. Om de 60 seconden wordt dus

opgeslagen hoeveel activiteit er is geweest. Deze gegevens worden vervolgens verwerkt door

software naar slaap-waakpatronen. Een hele reeks parameters wordt op deze manier berekend.

Voordeel van deze manier van werken is dat het gemakkelijk en bij iedereen uit te voeren is,

zowel de registratie als de verwerking is eenvoudig. Nadeel is dat externe factoren vaak een

vertekend beeld geven, is het bijvoorbeeld een warme nacht, is er een hongergevoel,… Het is

daarom goed om meer als 1 nacht de actiwatch te gebruiken en om hiernaast ook informatie

uit de leefgroep te verzamelen. Op deze manier kunnen slechte resultaten verklaard worden.

Een ander nadeel is dat voor de actiwatch beweging gelijk staat aan niet goed slapen. Er zijn

echter mensen die veel bewegen tijdens hun slaap en omgekeerd ook mensen die stil liggen

(bv in een ligschelp), maar toch wakker zijn. De software corrigeert hier echter zelf al voor

een stuk voor. De parameters die berekend worden zijn onder andere:

-time in bed: de gehele tijd dat de persoon in zijn bed ligt, van het moment dat hij in bed gaat,

tot het moment dat hij opstaat

-sleep start: het moment dat de zorggebruiker met zijn slaap is begonnen

-sleep end: het moment van ontwaken

-assumed sleep: het verschil tussen sleep end en sleep start

-actual wake time: de werkelijke tijd dat de zorggebruiker ‘s nachts wakker ligt

-actual sleep time: de echte hoeveelheid slaap op een nacht, dus het verschil tussen assumed

sleep en actual wake time

Page 12: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

11

-sleep efficiency: de verhouding van actual sleep time tov time in bed

-sleep latency: de tijd dat de zorggebruiker wakker ligt voor hij in slaap valt, de tijd dus tussen

bed time en sleep start

-no of sleep bouts: het werkelijke aantal slaapperiodes

-no of wake bouts: het werkelijke aantal wakkere periodes

-movement and fragmentation index: mate van rusteloosheid van de bewoner

(Hermans et al., 2006)

In bijlage 1 kan teruggevonden worden hoe de verschillende parameters precies berekend

worden.

4. Slaap in vzw Stijn Kwaliteit van leven voor elk van onze zorggebruikers is de belangrijkste doelstelling van elk

dienstencentrum van vzw Stijn. De ondersteuning die geboden wordt moet de zorggebruiker

geborgenheid, veiligheid, warmte, waardering en respect garanderen. Er moeten kansen zijn

tot zelfontplooiing, tot participatie aan de maatschappij, zelfbepaling, eigen keuze en controle

enzoverder.

Een groot deel van onze zorggebruikers verblijft 24u op 24 u in onze dienstencentra. Dat wil

dan ook zeggen dat deze kwaliteitsvolle zorg en ondersteuning er gedurende 24u op 24u moet

zijn. De focus moet dus niet alleen liggen op de goede zorgverlening overdag, maar ook op

het kwaliteitsvol doorbrengen van de nachten.

Reeds een twintigtal jaren is hier in vzw Stijn, vooral onder aanvoering van Sint Oda,

aandacht voor. Het verloop van de nachten van onze zorggebruikers wordt zorgvuldig

geregistreerd en wordt onder de vorm van studiedagen en sensibilisering van personeel

geoptimaliseerd. Er is dus sprake van een 24-uurs pedagogiek; een pedagogische begeleiding

die niet stopt om 22u, maar die de klok rond doorloopt.

Om dit te kunnen bewerkstelligen wordt reeds gedurende een twintigtal jaren in Sint Oda een

systematische registratie van de slaap uitgevoerd met behulp van de actiwatch. Meer bepaald

is het standaardprocedure in Sint Oda (en sinds 2007 ook in ’t Weyerke) dat bij elke opname

en bij elke bespreking van het handelingsplan een 4tal nachten geregistreerd worden met de

actiwatch.

Deze gegevens worden gebruikt om het slaap-waakritme van de individuele zorggebruiker te

optimaliseren. Het is echter ook interessant om eens te gaan kijken naar het geheel: hoe is het

gesteld met de slaapproblemen in vzw Stijn? Met wat hangen deze slaapproblemen samen?

Kunnen we bepaalde ingrepen doen die de slaap over het algemeen zou verbeteren? Hoe

verhouden onze resultaten zich tegenover de resultaten van de literatuur. Kunnen we extra

metingen of extra analyses doen om meer informatie te verkrijgen?

Om deze analyses te doen maken we gebruik van het uitgebreide gegevensbestand van Sint

Oda. De gegevens van ’t Weyerke worden niet betrokken aangezien deze nog te beperkt zijn.

5. Gegevens voor analyse

Zoals gezegd wordt reeds gedurende 20 jaar gebruik gemaakt van de actiwatch om de slaap

van de zorggebruikers in Sint Oda in kaart te brengen. Sinds 2000 wordt gebruik gemaakt van

de nieuwste versie van de actiwatch. We gebruiken dan ook de gegevens vanaf 2000 voor

onze analyse. In totaal beschikken we over 514 periodes van meting, dit zijn in totaal 2267

dagen van meting. Niet al deze registraties kunnen echter gebruikt worden voor analyse, we

stellen een aantal criteria voorop:

Page 13: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

12

-de periode van meting moet minstens 4 achtereenvolgende dagen in beslag hebben genomen

-bij elke periode van meting wordt ook gevraagd 2 vragenlijsten in te vullen: 1 voor de

dagbegeleiders en 1 voor de nachtbegeleiders. Welke vragen daarin moeten beantwoord

worden, komt later aan bod. Het is echter een vereiste voor selectie van de gegevens voor

analyse dat deze vragenlijsten volledig ingevuld werden.

-wanneer we deze criteria hanteren blijven soms nog meerdere periodes van meting voor een

bepaalde persoon over. Aangezien deze wellicht een grote overlap vertonen, kunnen we maar

1 periode van meting per persoon meenemen. We nemen daarom de vroegste volledige

meting van minimum 4 dagen waarin alle vragenlijsten correct zijn ingevuld mee. We kozen

hier voor de vroegste meting, omdat deze het meest zuiver is. Bij latere metingen zijn er

eventueel al bepaalde ingrepen gebeurd, waardoor de slaapproblemen niet meer duidelijk aan

de oppervlakte komen.

Het resultaat zijn gegevens van 180 personen, in totaal gaat het over 804 dagen van meting.

Dat wil zeggen een gemiddelde registratieperiode van 4.5 nachten. Van de parameters werd

een gemiddelde per persoon gemaakt.

6. Afhankelijke variabelen

Zoals gezegd worden er een heel aantal parameters gegenereerd wanneer de gegevens van de

actiwatch in de software ingevoerd worden.

De voornaamste parameters zijn de volgende, deze zullen wij dan ook als afhankelijke

variabelen in de rest van deze studie hanteren:

De sleep efficiency: dit is een parameter (uitgedrukt in een percentage) die de verhouding

weergeeft tussen de tijd dat de persoon slaapt en de totale tijd dat hij/zij in bed ligt. De

gehanteerde norm binnen Sint Oda is 85%. Dit wil zeggen dat iemand die een sleep efficiency

heeft van 85% of meer een goede nachtrust heeft, hij/zij slaapt namelijk minimum 85% van

de tijd dat hij/zij in bed ligt. Internationaal wordt ook de norm van 75% gehanteerd.

Sleep latency: dit is een parameter (uitgedrukt in minuten) die aangeeft hoelang het duurt

vooraleer de persoon inslaapt. Het geeft met andere woorden weer hoeveel tijd er verstrijkt

tussen dat de persoon in bed gaat en het moment van inslapen. Er wordt gesproken van een

goede sleep latency als deze kleiner is dan 30 minuten.

Fragmentation Index: Hoe rusteloos iemand slaap wordt weergegeven door deze parameter.

De norm hierbij is 30, wanneer deze norm wordt gehaald of overschreden slaapt de persoon

te rusteloos.

In dit onderzoek wordt naast deze drie parameters die standaard worden betrokken ook de

actual sleep time bekeken. Het kan namelijk zijn dat de sleep efficiency slecht is, maar dit kan

ook te wijten zijn aan een te lange tijd in bed. Bij de actual sleep time kunnen we nagaan

hoeveel uur een persoon tijdens de nacht effectief heeft geslapen.

7. Onafhankelijke variabelen

In paragraaf 1.4. en 2.1 zijn een aantal variabelen opgesomd die een invloed zouden hebben

op de slaap. Het grootste aandeel van deze variabelen zijn ter beschikking binnen Sint Oda.

Naast deze variabelen zijn ook een hele resem andere variabelen ter beschikking, waarvoor

het maar een kleine moeite is om ze te verzamelen en de invloed van slaap na te gaan. Zo

hebben we gegevens over: leeftijd, geslacht, score op Guy Vanden Boer (schaal voor

zelfredzaamheid) en al zijn items (waaronder visuele vermogens, ondersteuning bij voeding,

Page 14: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

13

zindelijkheid), score op CEP (niveau van gedragsproblemen), score op Leen Vanermen en al

zijn items (waaronder orthopedische materialen, epilepsie en lavementen), score op

ontwikkelingsstimulatie. Zoals gezegd moeten er bij elke registratie twee vragenlijsten

ingevuld worden. De eerste vragenlijst is bestemd voor de opvoeders overdag en vraagt na

aan welke arm de actiwatch wordt aangebracht, of de zorggebruiker op vaste uren gaat slapen,

of de zorggebruiker overdag rust, of de zorggebruiker overdag soms moe of prikkelbaar is, of

er aanvallen van slaap zijn overdag en wat de subjectieve inschatting van de kwaliteit van

slaap van de zorggebruiker is volgens de dagopvoeders. De tweede vragenlijst is bestemd

voor de opvoeders tijdens de nacht en vraagt na of er gebruik wordt gemaakt van

orthopedische materialen, of er vrijheidsbeperkende maatregelen zijn, of de slaap van de

zorggebruiker verstoord wordt door medebewoners, geluid of licht, of de zorggebruiker alleen

op de kamer slaapt, welke soort controle er voor deze bewoner is tijdens de nacht, of er

storende geluiden zijn tijdens de nacht, of er slaapverwekkende medicatie wordt toegediend

en wat de subjectieve inschatting is van de kwaliteit van slaap van de zorggebruiker volgens

de nachtopvoeders.

Verder is door middel van een extra vragenlijst nog nagevraagd per zorggebruiker of er

sprake is van een auditieve handicap, van een motorische functiebeperking (en zoja, welke),

wat het niveau van functioneren is en of er een specifieke aandoening is zoals autisme,

syndroom van down, rett syndroom of andere.

8. Resultaten: beschrijvende statistiek

8.1. Afhankelijke variabelen

8.1.1 Eigen analyse

Zoals gezegd zijn de belangrijkste afhankelijke variabelen om te bepalen of er sprake is van

slaapproblemen sleep efficiency, sleep latency, fragmentation index en actual sleep time. We

bekijken deze hier één voor één.

Sleep efficiency

Sleep efficiency

Mean 78,453

Median 79,000

Standard deviation 12,410

Minimum 30,600

Maximum 98,800

Range 68,200

Gemiddeld gezien liggen de scores van Sint Oda onder de norm voor sleep efficiency.

Page 15: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

14

sleep efficiency

32,22%

36,11%

31,67%<75%

75%-85%

>=85%

Bij het bekijken van het taartdiagram zien we dat 68,33% van de proefpersonen onder de

norm van 85 % voor sleep efficiency scoren. Internationaal wordt 75% gehanteerd als norm,

nog steeds 1/3 van de proefpersonen scoort lager dan deze norm.

Van de mensen die onder de norm van 75% vallen, zijn de scores als volgt verdeeld:

sleep efficiency verdeling van scores onder de norm

3,45% 3,45% 5,17%5,17%

5,17%

10,34%

13,79%

53,45%

<40

40-44

45-49

50-54

55-59

60-64

65-69

70-74

Sleep latency

Sleep latency

Mean 0:35:57

Median 0:20:54

Standard deviation 0:41:25

Minimum 0:00:00

Maximum 4:00:00

Range 4:00:00

Het gemiddelde ligt hier iets boven de norm, de mediaan ligt wel binnen de norm. De maat

voor scheefheid bedraagt 2,132. Als test voor normaliteit gebruiken we de Schapiro-Wilk Test

For Normality, we bekomen een waarde van 0,769. De nulhypothese wordt verworpen met

een p-waarde van 0,000. Het is met andere woorden een scheve verdeling. De assumptie van

normale verdeling vervalt dus. Om deze reden kijken we hier naar de mediaan en niet naar het

gemiddelde. Dit wil zeggen dat volgens deze beschrijvende maat de scores voor sleep latency

wel binnen de norm vallen.

Page 16: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

15

sleep latency

60,56%

39,44%<= 30 minuten

> 30 minuten

In het taartdiagram zien we dat het merendeel van de mensen een slaaplatentie heeft die

binnen de norm valt. Van de mensen die buiten de norm vallen zijn de scores als volgt

verdeeld:

sleep latency verdeling van scores boven de norm

22,54%

15,49%

12,68%7,04%8,45%

5,63%

9,86%

4,23%

1,41% 12,68%

31-40

41-50

51-60

61-70

71-80

81-90

91-100

101-110

111-120

>=121

Er zijn enkele serieuze uitschieters naar rechts toe, met een maximum van 4 uur. Er zijn 35

proefpersonen (19,4%) die een gemiddelde slaaplatentie van meer als 1 uur hebben!!!

fragmentation index

Fragmentation

index

Mean 37,994

Median 35,375

Standard deviation 16,907

Minimum 3,750

Maximum 98,830

Range 95,080

De gemiddelde score voor de fragmentatie-index ligt iets boven de norm.

Page 17: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

16

fragmentatie-index

33,89%

66,11%

<= 30

> 30

In deze grafiek zien we dat 2/3 van de proefpersonen een te hoge fragmentatie-index heeft.

fragmentatie-index verdeling scores boven de norm

44,54%

24,37%

16,81%

7,56%

2,52%

1,68%

2,52%

31-40

41-50

51-60

61-70

71-80

81-90

91-100

14,28% heeft een fragmentatie-index van meer als 2x de norm!!!

Actual sleep time

Actual sleep time

Mean 8:36:06

Median 8:39:23

Standard deviation 1:28:29

Minimum 3:26:48

Maximum 11:43:48

Range 8:17:00

Uit deze tabel blijkt dat de actual sleep time gemiddeld gezien wel voldoende is.

Page 18: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

17

actual sleep time

32,78%

67,22%

<8uur

>=8 uur

Ook percentueel gezien slaapt het merendeel van de proefpersoon voldoende. Toch is er nog

ongeveer 1/3 die slecht slaapt:

act ual sleep verdeling van scores boven de norm

66,10%

20,34%

6,78% 5,08% 1,69%

7-8 uur

6-7 uur

5-6 uur

4-5 uur

< 4 uur

Toch 13,55% slaap minder als 6 uur per dag.

Slaapprobleem

Uit het voorgaande is gebleken dat tweederde van de proefpersonen te laag scoren op slaap

efficiëntie en op fragmentatie index. Ongeveer één op drie van de proefpersonen scoort te laag

op actual sleep time en ongeveer 2 op 5 heeft een te hoge slaap latentie.

Hieronder kan gezien worden dat eveneens een hoog percentage meer als 1 slaapprobleem

heeft.

0 slaapproblemen 37 20,56%

1 slaapprobleem 20 11,11%

2 slaapproblemen 43 23,89%

3 slaapproblemen 54 30,00%

4 slaapproblemen 26 14,44%

180

Niet minder dan 79,44% van de zorggebruikers heeft één meer slaapprobleem. 68,3% heeft

twee of meer slaapproblemen. Wanneer we kijken naar de correlaties tussen de

slaapproblemen is dit niet verwonderlijk.

Page 19: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

18

Sleep efficiency Sleep latency Actual sleep time

Fragmentation

index

Sleep efficiency Pearson Correlation 1 -,699** ,867

** -,732

**

Sig. (2-tailed) ,000 ,000 ,000

N 180 180 180 180

Sleep latency Pearson Correlation -,699** 1 -,544

** ,359

**

Sig. (2-tailed) ,000 ,000 ,000

N 180 180 180 180

Actual sleep time Pearson Correlation ,867** -,544

** 1 -,624

**

Sig. (2-tailed) ,000 ,000 ,000

N 180 180 180 180

Fragmentation index Pearson Correlation -,732** ,359

** -,624

** 1

Sig. (2-tailed) ,000 ,000 ,000

N 180 180 180 180

**. Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed).

Alle correlatie zijn significant op het 0,01 niveau. Vooral sleep efficiency heeft een hoge

correlatie met de andere variabelen. De richting van de verbanden zijn allemaal in de

verwachte richting. Hoe hoger de slaapefficiëntie hoe lager de slaaplatentie en fragmentatie-

index en hoe hoger de actual sleep time. De correlatie van slaap latentie met fragmentatie-

index en actual sleep time is eerder laag, maar ook volgens verwachting: hoe langer het duurt

om in te slapen hoe onrustiger de slaap en hoe lager de actual sleep time. Het verband

tenslotte van fragmentatie-index met de actual sleep time is behoorlijk, alsook in de

verwachte richting.

Er zijn nog een aantal andere parameters die niet verder zullen gebruikt worden als

afhankelijke variabele, maar die wel interessant om eens te bekijken zijn:

Time in bed

Dit is de totale tijd dat de persoon in bed ligt per dag. Omdat de norm voor actual sleep time 8

uur is en de norm voor sleep latency 30 minuten wordt hier als norm 8u30 minuten

gehanteerd, alles wat daarover gaat is een te lange tijd in bed.

Time in bed

Mean 10:55:41

Median 10:57:22

Standard deviation 0:55:53

Minimum 8:20:00

Maximum 13:25:15

Range 5:05:15

In bovenstaande tabel kan gezien worden dat de gemiddelde tijd in bed meer als 2 uur boven

de norm zit! De maximaal gemeten waarde overschrijdt de norm zelfs met 5 uur! Dat de

Page 20: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

19

gemiddelde time in bed hoog zou liggen, konden we voor een stuk al afleiden vanuit

bovenstaande resultaten. De sleepefficiency is namelijk aan de slechte kant, maar de actual

sleep time is dan weer tamelijk goed. Dat wil zeggen dat de zorggebruikers een heel aantal

uren niet slapend in bed doorbrengen.

Wanneer we kijken naar de verdeling van de scores zien we dat slechts 1 iemand gemiddeld

minder dan 8u30 scoort. De verdeling van de scores van de zorggebruikers die meer als 8u30

scoren vindt u hieronder.

time in bed verdeling van scores boven de norm

6,15%

23,46%

45,25%

20,11%5,03% 8u30-9u30

9u31-10u30

10u31-11u30

11u31-12u30

12u31-13u30

Maar liefst 70% van de proefpersonen ligt dagelijks 10u30 minuten of meer in bed. Er is zelf

5% dat tussen de 12,5 en 13,5 % in bed ligt.

Sleep/wake bouts

Volgens Van Proosdij, de vertegenwoordiger van de Actiwatch is een belangrijke maat die

hier nog niet vernoemd is het aantal sleep/wake bouts. Volgens Van Proosdij wijst een getal

hoger als 20 op sleep/wake bouts op een zeer onregelmatige nacht.

Sleep bouts Wake bouts

Mean 26,019 26,300

Median 25,915 26,000

Standard deviation 11,427 11,406

Minimum 2,250 3,250

Maximum 59,200 59,600

Range 56,950 56,350

Zowel de sleep bouts als de wake bouts overschrijden gemiddeld de norm.

sleep bouts

28,33%

71,67%

<20

>= 20

Page 21: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

20

w ake bouts

27,78%

72,22%

<20

>= 20

Aangezien de correlatie tussen sleep bouts en wake bouts nagenoeg 1 is, zijn ook de

percentages van mensen die niet voldoen aan de norm ongeveer gelijk, ze liggen rond de 72%.

sleep bouts verdeling scores boven norm

30,23%

22,48%17,05%

14,73%

10,85%

2,33%

0,78%

1,55%

20-25

26-30

31-35

36-40

41-45

46-50

51-55

56-60

w ake bouts verdeling scores boven norm

28,46%

23,85%16,92%

15,38%

10,77%

2,31%

0,77%

1,54%

20-25

26-30

31-35

36-40

41-45

46-50

51-55

56-60

Page 22: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

21

8.1.2. Vergelijking met vroegere resultaten

In het verleden is reeds verscheidene malen een inventarisatie gemaakt van slaapproblemen in

Sint Oda. Het gaat meer bepaald om een onderzoek van Pinxten (Pinxten, 1996), Lagrain

(Lagrain, 2001) en Hermans et al. (Hermans et al., 2006).

In het onderzoek van Pinxten en Lagrain werden nog andere parameters gehanteerd, de

gegevens werden ook nog verzameld met de oude actiwatch. De gegevens zijn dus moeilijk te

vergelijken. Wel kunnen we zien dat Pinxten spreekt van een percentage van 62%

slaapproblemen in de populatie van Sint Oda. Uit onze analyses blijkt zelfs een percentage

van 79,44% dat één of meerdere slaappproblemen heeft. Bij Lagrain zien we dat bij 80.7%

van de bewoners afwijkende waarden op minstens één van de daar gehanteerde parameters

naar voren komen.

De resultaten van het onderzoek van Hermans et al. kunnen we beter vergelijken.

De sleep efficiency is in het onderzoek van Hermans et al. voor 71.25% te laag. Dit is

vergelijkbaar met de 68.33% die we met huidig onderzoek bekomen.

De sleep latency is voor 53.75% van de proefpersonen uit het onderzoek van 2006 te lang. In

het huidig onderzoek is dit slechts 36.44%.

De fragmentation index is dan weer veel beter (31.25% scoort hoger als 30) in het eerste

onderzoek dan in het huidige (66.11% scoort hoger als 30).

Tenslotte de actual sleep time, 26.88% slaapt minder als 8uur in het onderzoek van Hermans

et al. In het huidige onderzoek ligt dit getal ongeveer gelijk, namelijk 32.78%.

8.2. Onafhankelijke variabelen

De onafhankelijke variabelen zullen we beknopter bespreken, het kan ineens doorgaan als een

beschrijving van de proefgroep.

Leeftijd

De gemiddelde leeftijd is 36 jaar. De leeftijden spreiden zich tussen 7 en 64 jaar. In het

taartdiagram ziet u de verdeling per cohorte van 10 jaar.

leeftijd

2,78%18,33%

16,67%

18,89%

24,44%

9,44%8,89%

0,56% 0-10

11-20

21-30

31-40

41-50

51-60

61-70

>=71

In het nagaan van verbanden zal niet enkel naar leeftijd als een continue variabele gekeken

worden, maar ook naar bepaalde klassen van leeftijd. Uit de literatuur komen volgende

relevante klassen naar voren: 0-20 (n=38 of 21.11%) 21-45 (n=90 of 50%), +45 (n=52 of

28.89%)

Geslacht

Page 23: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

22

De verdeling mannen/vrouwen is bijna gelijk, er zijn 91 vrouwen in de proefgroep (49.44%)

en 89 mannen (50.56%).

Guy Vanden Boer

Wanneer we kijken naar de score op de Guy Vanden Boer in het jaartal waarin ook de

actiwatchgegevens zijn verzameld zien we dat de gemiddelde score zich bevindt tussen

categorie 2 (64) en 3 (46) van de Guy Vanden Boer.

Guy Vanden Boer juiste jaartal

5,56%

31,67%

25,56%

11,67%

22,22%

3,33%

11 minuten

28 minuten

46 minuten

64 minuten

101 minuten

onbekend

Wanneer we kijken naar de actuele score op de schaal Guy Vanden Boer (maart 2009) zien

we dat het gemiddelde ongeveer gelijk is. Ook de verdeling van de scores verschilt niet enorm

veel.

De correlatie tussen de Guy Vanden Boer in het juiste jaartal en die van maart 09 vindt u

hieronder.

Table of correlations

Guy vanden boer juiste

jaartal gvdb maart

09

Guy vanden boer juiste jaartal 1,000

gvdb maart 09 0,859 1,000

Meer in detail hoe de scores van de proefpersonen zijn geëvolueerd vindt u hieronder:

Page 24: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

23

In bovenstaande tabel kan gezien worden dat 142 van de proefpersonen (78,8%) hetzelfde

scoort op de schaal Guy Vanden Boer in de periode dat de observatie van de slaap is gedaan

als in Maart 09. Bij sommige proefpersonen zit hier 8 jaar tussen. Bij 27 van de proefpersonen

(15%), is de score gestegen, deze mensen zijn met andere woorden zorgafhankelijker

geworden. Bij 11 personen (6,1%)zijn de zorgen gedaald.

Gezichtsvermogen

Precies 10% van de proefpersonen is blind.

Functiebeperking

In wat volgt geven we steeds enkel de scores weer die bekomen zijn uit dezelfde periode als

waarin de actiwatch werd gebruikt. We willen immers in een volgend punt het verband met de

slaap nagaan en dan zijn de persoonskenmerken en de omgevingskenmerken van op het zelfde

moment van meting het meest relevant.

Voor motorische functiebeperking (in het verleden aangeduid als paralyse) is er voor 32.78%

een functiebeperking aan 2 of meerdere ledematen, voor 62.78% geen beperking en voor

4.44% kon de score op dit item niet meer achterhaald worden.

Transfer

transfer

50,00%

1,11%12,22%

8,89%

23,33%

4,44%

volledig zelfstandig uit

met hulpmiddelen

met menselijke hulp maar

zonder hulpmiddelen

met menselijke hulp en

hulpmiddelen

Werkt niet mee

onbekend

De helft van de proefpersonen maakt zelfstandig een transfer.

Ambulantie (binnenshuis stappen)

11 28 46 64 101 ?

11 7 2 1

28 48 8 1

46 5 33 6 2

64 1 13 7

101 3 1 36

? 1 5

142

Maart 2009

J D

U A

I T

S U

T M

E

Page 25: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

24

ambulantie (binneshuis stappen)

53,33%

1,11%

8,33%

3,33%

29,44%

4,44%

Stapt volledig zelfstandig

Gebruik van hulpmiddelen,

maar zonder menselijke hulp

Stapt met menselijke hulp

maar zonder gebruik van

hulpmiddelenStapt met menselijke hulp

en gebruikt hulpmiddelen

Stapt niet

Onbekend

Eveneens het grootste deel van de proefpersonen stapt zelfstandig zonder enige vorm van

hulp.

Trappen doen

Iets meer als de helft van de zorggebruikers (52.78%) kan zelfstandig de trap op en af.

Rolstoelgebruik

rolstoelgebruik

38,33%

0,00%

0,00%

3,89%

2,22%

51,11%

4,44%

Gebruikt (dagdagelijks) geen

rolstoel

Gebruikt rolstoel volledig

zelfstandig

Gebruikt rolstoel met hulpmiddelen

maar zonder menselijke hulp

Gebruikt rolstoel met menselijke

hulp maar zonder verdere

hulpmiddelenGebruikt rolstoel met menselijke

hulp en hulpmiddelen

Wordt gereden in rolstoel en

w erkt in het geheel niet mee

Onbekend

Opvallend in deze resultaten is dat het aantal proefpersonen dat in een rolstoel zit en in het

geheel niet mee werkt (92) veel hoger ligt als het aantal mensen dat niet stapt (53).

Mobiliteit buitenshuis

mobiliteit buitenshuis

6,11%

0,00%

89,44%

4,44%

Gaat volledig zelfstandig buiten

de woning

Gaat buiten de woning met

hulpmiddelen maar zonder

menselijke hulp

Als de persoon zich buiten de

woning begeeft, is er menselijke

hulp nodig

Onbekend

Page 26: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

25

Negen op tien proefpersonen hebben menselijke hulp nodig als zij zich buitenshuis begeven.

Kleden

kleden

5,00%15,56%

12,22%

29,44%

33,33%

4,44%

volledig zelfstandig, eventueel

met hulpmiddelen of

aanpassingen

met beperkte menselijke hulp

mits (verbale) activering en/of

aangeven van kledingstuk

w ordt gekleed met medew erking

van de persoon

w ordt gekleed met medew erking

van de persoon

onbekend

63% van de zorggebruikers wordt gekleed, al dan niet met medewerking van de persoon.

Communicatie

communicatie

13,33%

10,56%

7,78%

15,56%

48,33%

4,44%

Communiceert behoefte(n)

mondeling verbaal, goed

verstaanbaarCommuniceert behoefte(n)

mondeling verbaal, slecht

verstaanbaarCommuniceert behoefte(n)

hoofdzakelijk op een andere

manier, goed verstaanbaar

Communiceert behoefte(n)

hoofdzakelijk op een andere

manier, slecht verstaanbaarCommuniceert geen behoefte(n)

Onbekend

Het grootste gedeelte van de proefpersonen communiceert geen behoeften.

Voeding

voeding

7,22%

39,44%

13,89%

26,67%

8,33% 4,44%

Eet volledig zelfstandig

Eet zelfstandig, mits

voorbereidende hulp

Eet zelfstandig, mits

gedeeltelijke hulp tijdens het

eten zelf

Wordt gevoed

Krijgt voeding via een sonde

Onbekend

Page 27: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

26

Ongeveer 60% van de proefpersonen kan min of meer zelfstandig eten. 8,33% krijgt

sondevoeding.

Toiletgebruik

toiletgebruik

16,67%

0,00%

55,56%

23,33%

4,44%

Gebruikt het toilet volledig

zelfstandig

Gebruikt het toilet met

hulpmiddelen maar zonder

menselijke hulp

Gebruikt het toilet met

menselijke hulp al dan niet

met hulpmiddelen

Maakt geen gebruik van het

toilet

Onbekend

Het grootste gedeelte van de proefpersoon heeft menselijke hulp nodig bij het gebruik van het

toilet.

Zindelijkheid

zindelijkheid

50,56%

15,00%

30,00%

4,44%

Onzindelijk

Passief zindelijk

Actief zindelijk

Onbekend

Het grootste gedeelte van de zorggebruikers is onzindelijk.

CEP

Ook van de CEP zijn er gegevens voorhanden zowel van in het jaar dat de observatie met de

actiwatch werd uitgevoerd als van in maart 09.

De gegevens van het juiste jaar zien er als volgt uit:

De gemiddelde score bevindt zich ongeveer op de cut off voor niveau 1: minst ernstige

problematiek.

Page 28: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

27

CEP juiste jaartal

46,67%

21,67%

23,33%

4,44%

0,56%

3,33%

niet van toepassing

minst ernstige problematiek

matig ernstige problematiek

zeer ernstige problematiek

extreem ernstige problematiek

onbekend

Het grootste deel van de proefpersonen heeft geen gedragsproblemen.

De scores van 2009 zijn moeilijk te vergelijken met de vorige, aangezien de tijdscategorieën

van de CEP zijn aangepast begin 2009. Daarom hieronder de scores van maart 09 met de oude

tijdscategorieën. Ook hier zijn de gemiddelden ongeveer gelijk, rond de norm voor het eerste

niveau.

CEP maart 09

38,89%

26,67%

21,67%

8,89%

1,11%

2,78%

niet van toepassing

minst ernstige problematiek

matig ernstige problematiek

zeer ernstige problematiek

extreem ernstige problematiek

onbekend

De correlatie tussen de CEP in het juiste jaartal en de CEP in maart 09 met de oude

categorieën vindt u hieronder: Table of correlations

cep juiste

jaartal cep maart 09 oude

cat

cep juiste jaartal 1,000

cep maart 09 oude cat 0,701 1,000

Meer in detail:

Niet van

toepassing

Minst

ernstig

Matig

ernstig

Zeer

ernstig

Extreem

ernstig

?

Niet van

toepassing 63 16 4 1

Minst

ernstig

4 20 10 4 1

Maart 2009

Page 29: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

28

116 of 64,4% van de zorggebruikers bleef in dezelfde zorggroep. Van 22 of 12,2% van de

zorggebruikers zakte hun probleemgedrag. Van 42 zorggebruikers of 23% steeg het

probleemgedrag.

Van de CEP zijn geen scores op de aparte items beschikbaar.

De scores op de schaal Leen Vanermen en op ontwikkelingsstimulatie zijn maar sinds 2008

beschikbaar. Vanwege deze reden nemen we in de volgende overzichten enkel de scores van

deze schalen in maart 09 weer. Er zijn namelijk maar een 8tal proefpersonen waarvan de

scores in de juiste periode beschikbaar zijn. In de scores op de schaal Leen Vanermen en

Ontwikkelingsstimulatie zullen een groter aantal ‘onbekenden’ zijn omdat met verloop van

tijd een aantal zorggebruikers gestorven of verhuisd zijn, waardoor deze schalen nooit

afgenomen zijn van hen.

Schaal Leen Vanermen

De scores op de schaal Leen Vanermen verdelen zich scheef, de maat voor scheefheid

bedraagt 1,807. Als test voor normaliteit gebruiken we de Schapiro-Wilk Test For Normality,

we bekomen een waarde van 0,588. De nulhypothese wordt verworpen met een p-waarde van

0,000. Het is met andere woorden een scheve verdeling. De assumptie van normale verdeling

vervalt dus. Om deze reden kijken we hier naar de mediaan en niet naar het gemiddelde. De

mediaan ligt op 4, wat de op één na laagste zorgcategorie is, na ‘niet van toepassing’.

LVE maart 09

44,44%

16,67%

16,11%

13,33%9,44% niet van toepassing

4 zorgminuten

8 zorgminuten

39 zorgminuten

onbekend

Voor het grootste deel van de zorggebruikers is de LVE niet van toepassing, dat wil zeggen

dat weinig of geen (para)medisch-verzorgende handelingen gesteld worden.

Sta-apparaten

Matig

ernstig

3 11 22 6

Zeer

ernstig

3 5

Extreem

ernstig

1

? 1 5

116

J D

U A

I T

S U

T M

E

Page 30: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

29

Voor de meeste items van de schaal Leen Vanermen zijn verzwaringen voorzien, die ook

gecombineerd kunnen voorkomen. In wat volgt wordt zelden voor elk item in elke

(combinatie van) verzwaring gescoord. Om deze reden worden enkel die verzwaringen

opgenomen in het taartdiagram, alsook de combinaties van verzwaringen, waarop wordt

gescoord, de combinaties van verzwaringen waarop niet wordt gescoord, worden niet

meegenomen.

sta-apparaten

75,56%

10,00%1,11%0,00%0,56%11,67%0,56%0,56%0,00%

0,00%

10,00%

20,00%

30,00%

40,00%

50,00%

60,00%

70,00%

80,00%

2.1. Niet van

toepassing

2.2. Van

toepassing

2.2.1. Twee

personeelsleden

noodzakelijk

2.2.2. Meermaals

per dag

2.2.3. Extra

materiaal

noodzakelijk

2.2.4. Constante

begeleiding

noodzakelijk

2.2.1. + 2.2.2. 2.2.2. + 2.2.3. onbekend

Het grootste deel van de proefpersonen gebruikt geen sta-apparaten. Voor diegenen die er wel

gebruiken zijn haast geen verzwaringen gescoord.

Loophulpen

loophulpen

87,22%

1,11%

2,22%

9,44%

3.1. Niet van

toepassing

3.2. Van toepassing

(enkel ondersteuning

bij aan en uitdoen)

3.2.1. Voortdurende

begeleiding tijdens

gebruik van loophulp is

noodzakelijk

onbekend

Eveneens het grootste gedeelte van proefpersonen gebruikt geen loophulp.

Orthopedische schoenen

Page 31: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

30

orthopedische schoenen

58,89%

6,11% 3,33% 5,56% 6,11%2,22% 2,22% 2,78% 3,33%

9,44%

0,00%

10,00%

20,00%

30,00%

40,00%

50,00%

60,00%

70,00%

4.1. Niet van

toepassing

4.2. Van

toepassing

4.2.1. De

schoenen

moeten

meermaals per

dag aan en uit

gedaan

worden

4.2.2.

Schoenen zijn

zeer moeilijk

aan te doen

omwille van

veters,

rijgwerk,…

4.2.3. Er is

weerstand

tegen het aan

en uitdoen van

de schoenen

omwille van

spierspanning

of angst

4.2.1. + 4.2.2. 4.2.1. + 4.2.3. 4.2.2. + 4.2.3. 4.2.1. + 4.2.2.

+ 4.2.3.

onbekend

Reeds een groter percentage heeft orthopedische schoenen. Het grootste percentage voor wie

dit item van toepassing is heeft ook één of meerdere verzwaringen.

Epileptische insulten

epileptische insulten

70,00%

7,22%4,44%

0,56% 1,67% 1,67% 2,22% 1,11% 1,67%

9,44%

0,00%

10,00%

20,00%

30,00%

40,00%

50,00%

60,00%

70,00%

80,00%

5.1. Niet van

toepassing

5.2. Van

toepassing

5.2.1. Intense

ondersteuning

tijdens insult

5.2.2. Zware

gevolgen van

aanval

5.2.3. M eer als

éénmaal per

maand

5.2.1.+ 5.2.2. 5.2.1.+ 5.2.3. 5.2.2.+ 5.2.3. 5.2.1.+ 5.2.2.+

5.2.3.

onbekend

20% van de proefpersonen heeft epilepsie, waarvan 13% met een of meerdere verzwaring.

Ook in de aanvullende informatie werd gevraagd naar de score op epilepsie. Of iemand al dan

niet epilepsie heeft komt niet altijd overeen volgens de twee informatie bronnen, maar dat

heeft te maken met het feit dat in de schaal Leen Vanermen enkel mag aangeduid worden als

er effectief tijd wordt besteed aan epilepsie.

Volgens de subjectieve informatie is de verdeling van epilepsie aldus:

epilepsie volgens subjectieve info

50,56%42,22%

7,22%

geen epilepsie

epilepsie

onbekend

Zoals verwacht ligt het percentage dat epilepsie heeft volgens de subjectieve vragenlijst

hoger.

Page 32: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

31

Van deze 76 mensen die volgens deze vragenlijst epilepsie hebben, is er 44,76% toevalsvrij,

dit verklaart ook het verschil met de schaal Leen Vanermen.

Van de 41 mensen die niet toevalsvrij zijn is de frequentie en intensiteit van de aanvallen als

volgt:

frequentie van elipsie

36,59%

9,76%4,88%

21,95%

26,83%dagelijks

wekelijks

maandelijks

af en toe

onbekend

intensiteit van aanval

21,95%

53,66%

12,20%

12,20%

ABSENCES

TCI

ANDERE

onbekend

Het merendeel van de epilepsieaanvallen zijn tonisch-clonische insulten.

Mondverzorging

mondverzorging

87,22%

1,11% 0,56% 0,00% 1,67%9,44%

0,00%10,00%20,00%30,00%40,00%50,00%60,00%70,00%80,00%90,00%

100,00%

6.1. Niet van

toepassing

6.2. Van

toepassing

6.2.1.

Verwijderen

van slijmen en

ondersteunen

bij ophoesten

6.2.2.

Oppervlakkig

wegzuigen

van slijmen

6.2.1. + 6.2.2. Onbekend

Zuurstof

Voor slechts 2 proefpersonen (1,1%) is dit item van toepassing. Voor 17 proefpersonen

(9,44%) is de score op dit item onbekend.

Wisselhouding bij ademhaling

Page 33: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

32

wisselhouding bij ademhaling

88,33%

1,11%

0,56%

10,00%

8.1. Niet van toepassing

8.2. Van toepassing

8.2.1. Systematisch

Onbekend

Voor nog geen 2% van de proefpersonen is dit item van toepassing

Medicatie via de luchtweg

medicatie via de luchtweg

87,78%

0,56% 1,11% 0,56% 0,56%9,44%

0,00%10,00%20,00%30,00%40,00%50,00%60,00%70,00%80,00%90,00%

100,00%

9.1. Niet van

toepassing

9.2. Van

toepassing

9.2.1.

Verschillende

malen per dag

9.2.2.

Constante

begeleiding

tijdens aersol

of rhinoflow

9.2.1. + 9.2.2. onbekend

Parameters

parameters

86,11%

4,44%

0,00%

9,44%10.1. Niet van

toepassing

10.2. Van toepassing

10.2.1. Constante

monitoring

Onbekend

Bij de meeste proefpersonen worden de parameters niet systematisch nagegaan.

Page 34: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

33

Infectieziekten

Slechts 1 van de proefpersonen heeft een infectieziekte. Deze persoon krijgt onmiddellijk ook

de hoogste verzwaring ‘geïsoleerd’. Voor 17 personen (9,44%) is er geen score bekend op dit

item.

Lavementen

Lavementen

80,00%

8,89%

1,67%

9,44%12.1. Niet van toepassing

12.2. Van toepassing (af en toe)

12.2.1. Systematisch (volledig

afhankelijk van lavementen voor

stoelgang)

Onbekend

Een dikke 10 procent heeft af en toe of systematisch een lavement nodig.

Manueel verwijderen van stoelgang

manueel verwijderen van stoelgang

88,89%

0,56%

1,11%

9,44% 13.1. Niet van toepassing

13.2. Van toepassing (af en toe)

13.2.1. Systematisch (volledig

afhankelijk van afhalen voor

stoelgang)

Onbekend

Bij nog geen 2% van de proefpersonen wordt de stoelgang manueel verwijderd.

Chronische wondzorg

chronische wondzorg

85,56%

3,89%

1,11%

9,44%

14.1. Niet van toepassing

14.2. Van toepassing

14.2.1. Geïnfecteerde wonde

EN/OF meerdere wonden

EN/OF moeilijk bereikbare

plaats

Onbekend

Iets meer dan 85% van de proefpersonen heeft geen nood aan chronische wondzorg.

Preventie van decubitus

Page 35: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

34

preventie van decubitus

72,78%

4,44% 5,00% 2,22% 0,56% 0,56% 0,56% 0,56% 2,78%10,56%

0,00%10,00%20,00%

30,00%40,00%50,00%60,00%

70,00%80,00%

15.1

. N

iet

van

toepassin

g

15.2

. V

an t

oepassin

g

15.2

.1.

waar

gew

icht/

spasticiteit/s

le

chte

mobili

teit

15.2

.2.

Extr

a

mate

riale

n z

ijn n

odig

:

bv

elle

nbooogbescherm

er

15.2

.3.

meer

als

2

maal per

dag

15.2

.1.

+ 1

5.2

.2.

15.2

.1.

+ 1

5.2

.3.

15.2

.2.

+ 1

5.2

.3.

15.2

.1.

+ 1

5.2

.2.

+

15.2

.3.

Onbekend

Ontwikkelingsstimulatie

Ontwikkelingsstimulatie is slechts voor 23 personen van toepassing, aangezien de score bij

volwassenen automatisch gelijk is aan 0. Over de hele proefgroep gezien is de gemiddelde

score 6 minuten, wanneer we enkel de scores van de proefpersonen voor wie

ontwikkelingsstimulatie van toepassing is middelen komen we op 47,5 minuten als

gemiddelde.

Arm waaraan gemeten wordt

Bij het overgrote gedeelte van de proefpersonen (79,44%) wordt de actiwatch aan de

linkerpols gedragen. Dit is niet verwonderlijk, aangezien de actiwatch in de regel aan de niet-

dominante arm moet gedragen worden.

Vaste uren

Maar liefst 94,4% van de proefpersonen staat op vaste uren op en gaat op vaste uren slapen.

75% van diegene met vaste uren staat op tussen 7 en 8, de rest tussen 8 en 9. Het uur van

slapen gaan ligt voor 15% tussen 19 en 20u, voor 53,85% tussen 20 en 21uur, voor 21,89%

tussen 21 en 22u en voor 8,88 na 22u.

Ongetwijfeld heeft het hoge aantal mensen die gaan slapen voor 21uur te maken met het

beëindigen van de avonddienst.

Overdag rusten

Overdag rusten

51,11%

48,33%

0,56%

overdag rusten

overdag niet rusten

onbekend

Ongeveer de helft van de proefpersonen gaat overdag rusten.

Page 36: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

35

Moe/prikkelbaar

48,89% van de zorggebruikers is moe of geprikkeld overdag, van 1,11 procent is dit niet

geweten.

Aanvallen van slaap

Een kleine 23% van de proefpersonen heeft last van aanvallen van slaap overdag.

Subjectieve inschatting

Zowel aan de dagdienst als aan de nachtdienst werd gevraagd om per zorggebruiker aan te

duiden of deze volgens hen al dan niet goed sliep.

subjectieve inschatting dagdienst

5,56%

48,33%

46,11%slaapt slecht

slaap goed

onbekend

subjectieve inschatting nachtdienst

7,22%

30,56%

62,22%

slaapt slecht

slaap goed

onbekend

Van de personen van wie de kwaliteit van slaap subjectief werd ingeschat, wordt door de

dagdienst het merendeels (87 personen) als goede slapers ingeschat. Ook van de nachtdienst

worden 56 personen als goede slapers ingeschat. Echter, dit is toch een groot verschil, we

gaan eens na in hoeverre de subjectieve inschatting van dag en nachtdienst overeenstemmen.

0 1 ?

0 1 2 7

1 3 32 52

? 9 21 53

86

Wanneer we de vraagtekens niet meetellen zijn er 38 personen door zowel de dagdienst als de

nachtdienst ingeschat. Van deze personen wordt 86, 8% op dezelfde manier ingeschat.

Subjectieve inschatting nachtdienst

Subjectieve

inschatting

dagdienst

Page 37: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

36

Wanneer we de subjectieve scores met de objectieve scores vergelijken zien we het volgende:

We hebben van 38 proefpersonen zowel een inschatting van de nachtdienst als van de

dagdienst als objectieve maten. In slechts 6 van de gevallen of een kleine 16% is er

overeenkomst tussen de drie maten. Uit voorgaande volgt dat de twee subjectieve maten vaak

wel overeenkomst vertonen, maar dat de objectieve maten dit tegenspreken, dit is het geval in

27 van de 32 gevallen. Hier komt duidelijk naar voren dat slaapproblemen vaak niet erkend of

herkend worden bij het personeel.

Orthopedische materialen

Slechts 14,4% van de proefpersonen heeft ’s nachts orthopedische materialen aan. Deze

orthopedische materialen zijn vooral beenstrekkers.

Vrijheidsbeperkende maatregelen

37,2% van de proefpersonen heeft vrijheidsbeperkende maatregelen tijdens de nacht. In het

overgrote deel gaat het hier om Zweedse riemen en bedsponden.

Verstoring van de slaap

22,78% van de proefpersonen worden verstoord in hun slaap door medebewoners, geluid of

licht.

Alleen op de kamer

51,1% van de zorggebruikers slaapt op het moment van de meting met meerdere personen op

1 kamer.

Soort controle

Slechts van een beperkt aantal proefpersonen (37) is geweten welke controle ze ’s nachts

krijgen. Hieronder de verdeling van deze scores.

soort controle

0,00%

2,70%

21,62%

2,70%

72,97%

aan gesloten deur

deuropening

binnengaan (handeling bij

kamergenoot)

controle (nat zijn? Saturatie,

temp,…)

wisselhouding/verdrgen/MEDICA

TIE TOEDIENEN

Storende geluiden

Van 37,22% van de proefpersonen wordt aangegeven dat er storende geluiden zijn tijdens de

nacht, die de slaap kunnen beïnvloeden.

Medicatiegebruik

92 van de 180 proefpersonen, of 51,1% neemt medicatie in. In de oorspronkelijke

vraagstelling werd enkel gevraagd naar medicatie met versuffende of slaapverwekkende (bij)

werking. In praktijk werd soms gewoon alle medicatie weergegeven.

Hieronder een tabel met de frequentie van medicatiegebruik ingedeeld in categorieën.

Page 38: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

37

frequentie per categorie van medicatie

4941

20

6 2 2 1 3 1 2 2

0102030405060

neur

olep

tica

ant-e

pilept

ica

anxiol

itica

anti-

depre

ssiva

maa

g-darm

anti-

hista

minicum

antic

holin

ergi

ca

spierv

erslapp

er

antib

iotic

um

slaa

pmidde

l

ande

re

Binnen de categorieën worden nog verschillende soorten medicatie genomen. Hieronder een

tabel met het aantal verschillende medicatiesoorten per categorie

soorten medicatie per categorie

8

5

10

42 1 1 2 1 2 2

02468

1012

neuro

leptic

a

ant-

epile

ptic

a

anxio

litic

a

anti-

depre

ssiv

a

maag-d

arm

anti-

his

tam

inic

um

antic

holin

erg

ica

spie

rvers

lap

per

antib

iotic

um

sla

apm

iddel

andere

De neuroleptica, de anti-epileptica, de anxiolitica, het antihystaminicum, de spierverslappers

en de slaapmiddelen hebben allemaal een versuffende/slaapverwekkende (bij) werking.

Doof

Van de 180 proefpersonen zijn 9 zorggebruikers doof, 4 van deze mensen zijn naast doof ook

blind.

Motorische beperking

motorische handicap

37,78%

52,22%

10,00%

motorisch

niet motorisch

onbekend

De motorische handicaps van de 68 proefpersonen die er 1 hebben zijn als volgt verdeeld:

Page 39: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

38

soort motorische handicap

10,29%

33,82%

13,24%

5,88%2,94% 1,47% 0,00% 1,47% 1,47%

4,41%

11,76%13,24%

0,00%5,00%

10,00%15,00%20,00%25,00%30,00%35,00%40,00%

SC

OLIO

SE

SP

AS

TIS

CH

E

QU

AD

RIP

LE

GIE

HE

MIP

LE

GIE

QU

AD

RIP

LE

GIE

HY

PO

TO

NIE

HE

MIP

AR

ES

E

KY

FO

SE

SP

AS

TIC

ITE

IT

HY

PE

RT

ON

IE

CO

MB

INA

TIE

AN

DE

RE

onbekend

De meest voorkomende handicap is spastische quadriplegie. De reden waarom kyfose als

categorie staat vermeld, maar toch in 0% voorkomt, is omdat deze aandoening in de

proefgroep enkel in combinatie met een andere aandoening voorkomt en dus allemaal onder

de categorie ‘combinatie’ staan.

Niveau van functioneren

niveau van functioneren

1,11%

5,00%

15,00%

69,44%

9,44%

licht

matig

ernstig

diep

onbekend/niet te testen

Uit deze grafiek blijft dat bijna 70% van de proefpersonen op het niveau van diep

verstandelijke handicap functioneert.

Specifiek beeld

specifiek beeld

3 131 4 14 5 1 2 2 6 4 5 2

122

020406080

100120140

ST

EM

MIN

GS

ST

OO

RN

IS

AS

S

KLIN

EF

ELT

ER

AN

GE

LM

AN

DO

WN

RE

TT

FR

AG

IELE

X

PS

YC

HO

SE

INF

EC

TIE

ZIE

KT

E

N

AG

RE

SS

IE/A

UT

OM

UT

ILA

TIE

DW

AN

G

PS

YC

HIS

CH

KW

ET

SB

AA

R

HY

DR

OC

EP

HA

LI

E

AN

DE

RE

/ON

BE

KE

ND

In tegenstelling tot de overige grafieken zijn de getallen hier in aantallen weergegeven in

plaats van in percentages. Dit heeft te maken met het feit dat sommige proefpersonen 2

specifieke beelden hebben. In deze grafiek kan gezien worden dat Downsyndroom en ASS het

vaakst voorkomen als specifiek beeld.

Page 40: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

39

9. Resultaten: analytische statistiek

9.1. Enkelvoudige variatieanalyse

We willen nu nagaan of er een verband is tussen de onafhankelijke variabelen enerzijds en de

aparte afhankelijke variabelen anderzijds. Dit doen we ten eerste om meer inzicht te krijgen in

onze dataset, ten tweede om een model voor de meervoudige variatieanalyses te kunnen

opstellen.

We gaan ten eerste de verdeling van elke afhankelijke variabele na en zien het volgende:

Allereerst gaan we de verdeling van de afhankelijke variabelen na:

Tests of Normality

Kolmogorov-Smirnova Shapiro-Wilk

Statistic df Sig. Statistic df Sig.

Sleep efficiency ,107 180 ,000 ,929 180 ,000

a. Lilliefors Significance Correction

Tests of Normality

Kolmogorov-Smirnova Shapiro-Wilk

Statistic df Sig. Statistic df Sig.

Sleep latency ,193 180 ,000 ,769 180 ,000

a. Lilliefors Significance Correction

Tests of Normality

Kolmogorov-Smirnova Shapiro-Wilk

Statistic df Sig. Statistic df Sig.

Fragmentation index ,096 180 ,000 ,957 180 ,000

a. Lilliefors Significance Correction

Tests of Normality

Kolmogorov-Smirnova Shapiro-Wilk

Statistic df Sig. Statistic df Sig.

Actual sleep time ,045 180 ,200* ,979 180 ,008

a. Lilliefors Significance Correction

*. This is a lower bound of the true significance.

Page 41: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

40

We kijken naar de output voor Shapiro Wilk test for normality en we zien dat de afhankelijke

variabelen allemaal niet-normaal verdeeld zijn. Dit wil zeggen dat we naast parametrische

testen, ook nonparametrische testen zullen uitvoeren.

9.1.1. Parametrische testen

We voeren enkelvoudige variatieanalyse uit van elke onafhankelijke variabele voor elke

afhankelijk variabele. Dit doen we met SPSS-GLM-univariate (zie tabel). Wanneer de

ANOVA bevestigd dat er een verschil is in de groepen, voeren we in SPSS een independent

samples t-test uit. De SPSS geeft echter enkel two tailed statistical tests. Om het eenzijdige

alternatief te bekomen, (we willen immers de richting van het verschil weten), delen we deze

p-waarde telkens door twee. De richting van het verschil is dan de richting waarin de

gemiddeldes verschillen.

De items van de Guy Vanden Boer worden telkens tweemaal meegenomen, eenmaal de scores

in het juiste jaartal en eenmaal in 2009.

Voor de items van de LVE worden telkens twee analyses gedaan: eerst wordt enkel ‘niet van

toepassing-van toepassing meegenomen (alle verzwaringen worden omgezet in een 2=van

toepasssing), dan wordt de analyses opnieuw gedaan met de verzwaringen.

Afhankelijke variabele: sleep efficiency

F sign

Leeftijd 0,030 .862

Leeftijd categorie 0,108 .898

Geslacht 1,016 .315

Guy Vanden Boer 1,694 .139

Gezicht 1,360 .260

Motorische functiebeperking 3,425 .035

Transfer 3,684 .003

Ambulantie 2.112 .066

Trappen 1.716 .183

Rolstoel .858 .490

Mobiliteit buitenshuis .344 .709

Kleden .231 .948

Communicatie .421 .833

Voeden .996 .422

Toiletgebruik 2.487 .062

Zindelijkheid 1.535 .207

CEP juiste jaartal 1.192 .316

Guy Vanden Boer maart 09 1.400 .236

Gezichtsvermogen 5,540 .020

Paralyse 5.714 .018

Transfer 2,732 .031

Ambulantie 1.832 .125

Trappen 3.688 .056

Rolstoel .594 .667

Mobiliteit buitenshuis .230 .632

Kleden .365 .834

Page 42: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

41

Communicatie .957 .433

Voeden 1.031 .393

Toiletgebruik 23.464 .018

Zindelijkheid 4.988 .008

CEP maart 09 .743 .592

Leen Vanermen 2.364 .073

Sta-apparaten 1-2 2.079 .128

Sta-apparaten met verzwaring 1.072 .382

Loophulp 1-2 2.932 .089

Loophulp met verzwaring 2.437 .091

Orthopedische schoenen 1-2 .045 .832

Orthopedische schoenen met

verzwaring

.739 .657

Epilepsie 1-2 3.329 .070

Epilepsie met verzwaring .889 .528

Mondverzorging 1-2 .262 .609

Mondverzorging met

verzwaring

.379 .768

Zuurstof 1-2 .966 .327

Zuurstof met verzwaring / /

Wisselhouding ifv ademhaling

1-2

1.092 .338

Wisselhouding ifv ademhaling

met verzwaring

1.105 .349

Medicatie via de luchtweg 1-2 .0003 .954

Medicatie via de luchtweg met

verzwaring

.685 .603

Parameters 1-2 .000 .998

Parameters met verzwaring / /

Infectieziekten 1-2 .068 .795

Infectieziekten met verzwaring / /

Lavement 1-2 5.432 .021

Lavement met verzwaring 3.421 .035

Manueel verwijderen van

stoelgang 1-2

7.831 .006

Manueel verwijderen van

stoelgang met verzwaring

5.425 .005

Wondzorg 1-2 .829 .364

Wondzorg met verzwaring .368 .568

Anti-decubitusmaatregelen 1-2 .817 .444

Anti-decubitusmaatregelen

met verzwaring

.877 .547

Ontwikkeling .532 .866

Welke arm .894 .346

Overdag rusten .045 .832

Moe/prikkelbaar .892 .345

Aanvallen van slaap .017 .895

Slaapverwekkende medicatie .932 .336

Orthopedische materialen 8.668 .004

Page 43: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

42

Vrijheidsbeperkende

maatregelen

3.777 .054

Verstoring van de slaap .004 .949

Alleen op kamer .549 .460

Welke controle 1.807 .145

Storende geluiden .038 .845

Epilepsie subjectief 3.932 .048

Motorische handicap 6.388 .012

Niveau van functioneren 2.488 .045

Specifiek beeld ja of nee .615 .434

Specifiek beeld uitgebreid .471 .923

Specifiek beeld ass .041 .840

Specfiek beeld angelman .238 .627

Specifiek beeld Down .672 .415

Specifiek beeld Rett .045 .833

MOTORISCHE FUNCTIEBEPERKING

Er is een significant verschil tussen de personen met geen of één motorische functiebeperking

en diegene met een functiebeperking aan 2 of meerdere ledematen. Ook de t-test bevestigd dit

met een t-waarde van 2.210 en een p-waarde van 0.030. de eenzijdige p-waarde is dan 0.015.

Wanneer we kijken naar de gemiddeldes van deze twee groepen op sleep efficiency zien we

dat de groep met geen of één motorische functiebeperking gemiddeld 80,135 scoort op sleep

efficiency en de andere groep gemiddeld 75,139. We kunnen dus zeggen dat de sleep

efficiency van iemand met geen of één motorische functiebeperking significant hoger is dan

van iemand met twee of meer functiebeperkingen.

TRANSFER

Er is een significant verschil in sleep efficiency naargelang welke beperking je op vlak van

transfer hebt. We kijken eerst naar de gemiddelden van de verschillende categorieën:

1 2 3 4 5

Volledig

zelfstandig

Met hulpmiddelen Met menselijke

hulp

Met hulpmiddelen

en menselijke hulp

Werkt niet mee

80.337 52.425 79.251 81.124 74.117

Om na te gaan tussen welke groepen binnen transfer er precies een significant verschil is,

gebruiken we t-test voor gemiddelden. We houden er rekening met het al dan niet gelijk zijn

van de varianties. In de volgende tabel zijn al de p-waarden reeds gedeeld door 2.

t sign

1-2 Volledig zelfstandig-met hulpmiddelen 1.278 .211

1-3 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp

.488 .3135

1-4 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

-1.82 .429

1-5 Volledig zelfstandig-werkt niet mee 2.466 .0085

2-3 Met hulpmiddelen-met menselijke hulp -1.222 .2165

2-4 Met hulpmiddelen-met menselijke -2.120 .025

Page 44: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

43

hulp en hulpmiddelen

2-5 Met hulpmiddelen-werkt niet mee -1.909 .0315

3-4 Met menselijke hulp-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

-.419 .339

3-5 Met menselijke hulp-werkt niet mee 1.414 .081

4-5 Met menselijke hulp en hulpmiddelen-

werkt niet mee

1.527 .066

GEZICHT 09

Hieruit zouden we kunnen afleiden dat er een significant verschil is in gezichtsvermogen

zoals gemeten in maart 09. Dit is echter een vreemd resultaat, aangezien dit toch een vrij

stabiel gegeven is en de verschillen tijdens de meting in het juiste jaartal niet significant

waren. Een blik op de data duidt aan dat van 3 proefpersonen de gegevens ten tijde van de

meting ontbrekend waren, ondertussen zijn die echter wel verzamelt. Deze drie extra

gegevens zorgen voor de significantie van het verschil. Echter, we voerden ook een t-test voor

gemiddelden uit en zagen daarin dat de varianties niet gelijk zijn. De behorende t-waarde is

1.668, de nulhypothese wordt bevestigd met een p-waarde van .111. De eenzijdige p-waarde

= 0.055. Er is geen significant verschil tussen mensen die al dan niet blind zijn. Dit heeft

grotendeels te maken met het kleine percentage van de proefgroep dat blind is, hierdoor

verschillende varianties.

PARALYSE 09

Net zoals in het juiste jaartal is er een significant verschil in sleep efficiency naargelang aard

van functiebeperking. Ook de t-test bevestigt dit met een t-waarde van 2.138 en een

eenzijdige p-waarde van 0.0175. Proefpersonen met één of geen motorische functiebeperking

scoren beter op sleep efficiency (gemiddelde=80.116) als mensen met twee of meer

functiebeperkingen (gem=75.525)

TRANSFER 09

Er is een significant verschil in sleep efficiency naargelang welke beperking je op vlak van

transfer hebt. We kijken naar de gemiddelden:

1 2 3 4 5

Volledig

zelfstandig

Met hulpmiddelen Met menselijke

hulp

Met hulpmiddelen

en menselijke hulp

Werkt niet mee

79.836 63.488 80.050 80.894 75.493

Om na te gaan tussen welke groepen binnen transfer er precies een significant verschil is,

gebruiken we t-test voor gemiddelden. We houden er rekening met het al dan niet gelijk zijn

van de varianties.

t sign

1-2 Volledig zelfstandig-met hulpmiddelen 1.460 .1195

1-3 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp

-.079 .4685

1-4 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

-.265 .397

1-5 Volledig zelfstandig-werkt niet mee 1.924 .029

2-3 Met hulpmiddelen-met menselijke

hulp

-2.146 .020

Page 45: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

44

2-4 Met hulpmiddelen-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

-1.823 .042

2-5 Met hulpmiddelen-werkt niet mee -1.514 .086

3-4 Met menselijke hulp-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

-.190 .425

3-5 Met menselijke hulp-werkt niet mee 1.346 .91

4-5 Met menselijke hulp en hulpmiddelen-

werkt niet mee

1.280 .1025

TOILETGEBRUIK 09

Er is een significant verschil in sleep efficiency naargelang toiletgebruik.

1 2 3 4

Zelfstandig Met hulpmiddelen Met menselijke hulp Geen gebruik

81,654 79,804 73,275

t-testen: er wordt geen vergelijking met groep 2 ‘gebruikt toilet met hulpmiddelen, maar

zonder menselijke hulp’ omdat hier maar 1 observatie in is

t sign

1-3 Zelfstandig-met menselijke hulp .683 .248

1-4 Zelfstandig-geen gebruik van toilet 2.761 .004

3-4 Met menselijke hulp-geen gebruik van toilet 2.457 .0085

ZINDELIJKHEID 09

Er is een significant verschil in sleep efficiency wanneer we kijken naar de

zindelijkheidsscores van maart 09.

1 2 3

Onzindelijke Passief zindelijk Actief zindelijk

75,960 83,265 79,849

t sign

1-2 Onzindelijk-passief zindelijk -3.439 .0005

1-3 Onzindelijk-actief zindelijk -2.136 .017

2-3 Passief zindelijk-actief zindelijk 1.844 0.035

LAVEMENTEN

Wanneer enkel naar ‘van toepassing’, ‘niet van toepassing’ wordt gekeken is het verband met

sleep efficiency significant.

t-test 1-2:

t=-2.331, enkelzijdige p=.0105

De test waar alleen gekeken wordt naar van toepassing of niet geeft aan dat de sleep

efficiency significant lager is bij niet van toepassing (78.235) als bij van toepassing (84.666).

met verzwaringen

Page 46: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

45

gemiddeldes:

t-test:

t sign

1-2 Niet van toepassing-van toepassing -1.706 .045

1-3 Niet van toepassing-systematisch -2.064 .0205

2-3 Van toepassing-systematisch -2.343 .018

MANUEEL VERWIJDEREN VAN STOELGANG

Zowel wanneer wel als wanneer niet naar de verzwaringen gekeken wordt is er een effect van

manueel verwijderen van stoelgang op sleep efficiency.

t-test 1-2:

t=2.798, p=.003

De test waar alleen gekeken wordt naar van toepassing of niet geeft aan dat de sleep

efficiency significant lager is bij van toepassing (61.07) als bij niet van toepassing (79.321).

met verzwaringen

gemiddelden

1 2 3

Niet van toepassing Van toepassing Systematisch

79,321 53,225

t-test

t sign

1-3 Niet van toepassing-systematisch 3.287 .0005

ORTHOPEDISCHE MATERIALEN

Proefpersonen met orthopedische materialen scoren significant lager op sleep

efficiency(71.963) als proefpersonen zonder orthopedische materialen (79.549) T= 2.209,

eenzijdige p=.0175

EPILEPSIE SUBJECTIEF

Het verband tussen epilepsie volgens subjectieve beoordeling en sleep efficiency is

significant. T-waarde= -1.990, eenzijdige p waarde= .024. Iemand zonder epilepsie heeft

volgens deze analyse een iets lagere sleep efficiency (77.059) als iemand met epilepsie

(80.664)

Wanneer we kijken of toevalsvrij zijn of niet enige invloed heeft zien we dat de F-waarde hier

.228 is en de p-waarde .635, dus geen invloed van toevalsvrij zijn of niet.

Wanneer we kijken naar de frequentie van epilepsie, zien we dat hier ook geen invloed van is:

F-waarde=.301, p-waarde = .825

Er is echter wel een effect van intensiteit van epilepsieaanval. F-waarde=.4268, p-aarde=.022.

1 2 3

Niet van toepassing Van toepassing systematisch

78,235 83,341 91,733

Page 47: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

46

Gemiddeldes:

1 2 3

Absences Tonisch-clonisch Andere

71,679 81,214 88,660

t sign

1-2 Absences-tonisch/clonisch -1.718 .0565

1-3 Absences-andere -2.141 .026

2-3 Tonisch/clonisch-andere -1.721 .049

De sleep efficiency van iemand die ‘andere intensiteit’ heeft is significant hoger als die van

iemand die absences of tonisch-clonische insulten heeft

MOTORISCHE HANDICAP

Er is een significant verschil in sleep efficiency wanneer iemand een motorische handicap

heeft. T-waarde=2.322, eenzijdige p-waarde=.011. Iemand die een motorische handicap heeft,

heeft een significant lagere score voor sleep efficiency (75.960), als iemand die er geen heeft

(80,625).

De soort motorische handicap maakt geen significant verschil uit: F=.290, p=.974

NIVEAU VAN FUNCTIONEREN

Een nipt significant effect van niveau van functioneren

1 2 3 4 5

LM MM EM DM onbekend

76,725 80,806 78,180 79,247 61,115

t sign

1-2 Lm-mm -.741 .239

1-3 Lm-em -.173 .432

1-4 Lm-dm -.305 .3805

1-5 Lm-onbekend 1.216 .1455

2-3 mm-em .631 .266

2-4 mm-dm .395 .3465

2-5 mm-onbekend 2.226 .0495

3-4 Em-dm -.432 .333

3-5 Em-onbekend 2.586 .0065

4-5 Dm-onbekend 3.027 .0015

Besluit van sleep-efficiency

Significant effect van Sleep efficiency

Motorische functiebeperking Geen of 1 sign >sleep efficiency als twee of meer

Transfer Volledig zelfstandig sign > sleep efficiency als werkt niet mee

Met menselijke hulp én hulpmiddelen sign > sleep efficiency als

met hulpmiddelen

volledig afhankelijk sign > sleep efficiency als hulpmiddelen

Page 48: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

47

Motorische functiebeperking

maart 09

Geen of 1 sign >sleep efficiency als twee of meer

Transfer maart 09 Volledig zelfstandig sign > sleep efficiency als werkt niet mee

Met menselijke hulp sign>sleep efficiency als met hulpmiddelen

Met menselijke hulp én hulpmiddelen sign > sleep efficiency als

met hulpmiddelen

Toilet maart 09 Zelfstandig sign> sleep efficiency als geen gebruik

Met menselijke hulp sign > sleep efficiency als geen gebruik

Zindelijkheid maart 09 Passieve zindelijkheid sign > sleep efficiency als onzindelijk

Actieve zindelijkheid sign> sleep efficiency als onzindelijk

Passieve zindelijkheid sign > sleep efficiency als actief zindelijk

Lavement 1-2 Van toepassing sign > sleep efficiency als niet van toepassing

Lavement verzwaring Af en toe Lavement sign > sleep efficiency als geen

Systematisch lavement sign > sleep efficiency als af en toe

Systematisch lavement sign > sleep efficiency als geen

Manueel verwijderen van

stoelgang 1-2

Niet van toepassing sign > sleep efficiency als van toepassing

Manueel verwijderen van

stoelgang verzwaring

Niet van toepassing sign > sleep efficiency als systematisch

Orthopedische materialen Geen gebruik sign > sleep efficiënt als bij gebruik

Epilepsie subjectief Epilepsie sign > sleep efficiëntie als geen epilepsie

Epilepsie intensiteit Andere sign > sleep efficiëntie als absences

Andere sign > sleep efficiëntie als tonisch-clonisch

Motorische handicap Geen motorische handicap sign > sleep efficiëntie als bij wel

motorische handicap

Niveau van functioneren Matig verstandelijke handicap > sleep efficiency als bij onbekend

Ernstig verstandelijke handicap > sleep efficiency als bij onbekend

Diep verstandelijke handicap > sleep efficiency als bij onbekend

Sleep latency

F sign

Leeftijd 3.651 .058

Leeftijd categorie 0,979 .378

Geslacht 1.765 .186

Guy Vanden Boer 2.920 .023

Gezicht 2.737 .068

Motorische functiebeperking 4.707 .010

Transfer 3,946 .002

Ambulantie 3.069 .011

Trappen 2.264 .107

Rolstoel 1.749 .142

Mobiliteit buitenshuis .272 .763

Kleden 1.081 .373

Communicatie 1.313 .261

Voeden 2.648 .025

Toiletgebruik 1.832 .143

Zindelijkheid 4,079 .008

Page 49: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

48

CEP juiste jaartal 1.343 .256

Guy Vanden Boer maart 09 2.796 .028

Gezichtsvermogen 9.647 .002

Paralyse 10.717 .001

Transfer 1.638 .167

Ambulantie 1.890 .114

Trappen 2.991 .086

Rolstoel .481 .750

Mobiliteit buitenshuis .019 .890

Kleden 1.247 .293

Communicatie 1.179 .322

Voeden 2.159 .076

Toiletgebruik 2.430 .067

Zindelijkheid 5.176 .007

CEP maart 09 1.551 .177

Leen Vanermen .967 .410

Sta-apparaten 1-2 .018 .983

Sta-apparaten met verzwaring .159 .987

Loophulp 1-2 1.024 .313

Loophulp met verzwaring .639 .529

Orthopedische schoenen 1-2 2.014 .158

Orthopedische schoenen met

verzwaring

1.335 .230

Epilepsie 1-2 4.501 .035

Epilepsie met verzwaring .651 .733

Mondverzorging 1-2 .435 .510

Mondverzorging met verzwaring .315 .815

Zuurstof 1-2 1.128 290

Zuurstof met verzwaring / /

Wisselhouding ifv ademhaling 1-

2

.352 .704

Wisselhouding ifv ademhaling

met verzwaring

2.021 .113

Medicatie via de luchtweg 1-2 .531 .467

Medicatie via de luchtweg met

verzwaring

.749 .560

Parameters 1-2 .704 .403

Parameters met verzwaring / /

Infectieziekten 1-2 1.412 .236

Infectieziekten met verzwaring / /

Lavement 1-2 2.356 .127

Lavement met verzwaring 1.371 .257

Manueel verwijderen van

stoelgang 1-2

.344 .558

Manueel verwijderen van

stoelgang met verzwaring

.171 .843

Wondzorg 1-2 .953 .330

Wondzorg met verzwaring .585 .558

Anti-decubitusmaatregelen 1-2 .452 .637

Page 50: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

49

Anti-decubitusmaatregelen met

verzwaring

.551 .835

Ontwikkeling 1.034 .417

Welke arm .000 .999

Overdag rusten .256 .614

Moe/prikkelbaar .145 .703

Aanvallen van slaap .495 .483

Slaapverwekkende medicatie .215 .644

Orthopedische materialen 9.811 .002

Vrijheidsbeperkende maatregelen 4.459 .036

Verstoring van de slaap 2.467 .118

Alleen op kamer 3.668 .057

Welke controle .970 .419

Storende geluiden .408 .524

Epilepsie subjectief 1.712 .193

Motorische handicap 7.734 .006

Niveau van functioneren 3.556 .008

Specifiek beeld ja of nee 2.147 .145

Specifiek beeld uitgebreid .424 .947

Specifiek beeld ass .761 .386

Specifiek beeld angelman .104 .748

Specifiek beeld Down .328 .569

Specifiek beeld Rett 1.224 .273

GUY VANDEN BOER

Er is een significant verband met van de score op de schaal Guy Vanden Boer met sleep

latency.

11 28 46 64 101

19:54 24:07 40:23 48:48 46:50

t sign

11-28 -.543 .2945

11-46 -2.479 .008

11-64 -2.784 .005

11-101 -3.004 .002

28-46 -2.046 .0225

28-64 -2.436 .011

28-101 -2.618 .006

46-64 -.667 .2535

46-101 -.594 .277

64-101 .149 .441

MOTORISCHE FUNCTIEBEPERKING

Er is een significant verschil tussen de personen met geen of één motorische functiebeperking

en diegene met een functiebeperking aan 2 of meerdere ledematen. Ook de t-test bevestigt dit

met een t-waarde van 2.737 en een eenzijdige p-waarde van 0.0035. Wanneer we kijken naar

de gemiddeldes van deze twee groepen op sleep latency zien we dat de groep met geen of één

Page 51: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

50

motorische functiebeperking gemiddeld 29:07 scoort op sleep latency en de andere groep

gemiddeld 48:50.

TRANSFER

Er is een significant verschil in sleep latency naargelang welke beperking je op vlak van

transfer hebt.

1 2 3 4 5

Volledig

zelfstandig

Met hulpmiddelen Met menselijke

hulp

Met hulpmiddelen

en menselijke hulp

Werkt niet mee

27:34 2:00:00 33:57 33:59 51:27

t sign

1-2 Volledig zelfstandig-met

hulpmiddelen

-3.830 .000

1-3 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp

-.774 .220

1-4 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

-.690 .246

1-5 Volledig zelfstandig-werkt niet mee -2.767 .004

2-3 Met hulpmiddelen-met menselijke

hulp

2.964 .0035

2-4 Met hulpmiddelen-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

2.993 .0045

2-5 Met hulpmiddelen-werkt niet mee 1.862 .035

3-4 Met menselijke hulp-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

-.002 .999

3-5 Met menselijke hulp-werkt niet mee -1.405 .0825

4-5 Met menselijke hulp en hulpmiddelen-

werkt niet mee

-1.243 .1095

AMBULANTIE

Er is een verschil in sleep latency naargelang je vermogen om binnenshuis te stappen.

1 2 3 4 5

Volledig

zelfstandig

Met

hulpmiddelen

Met menselijke

hulp

Met menselijke hulp

en hulpmiddelen

Stapt niet

27:23 1:16:00 30:25 1:08:05 47:34

t sign

1-2 Volledig zelfstandig-met hulpmiddelen -.647 .317

1-3 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp

-.332 .370

1-4 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

-1.584 .086

1-5 Volledig zelfstandig-stapt niet -2.730 .004

2-3 Met hulpmiddelen-met menselijke hulp .604 .326

Page 52: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

51

2-4 Met hulpmiddelen-met menselijke hulp

en hulpmiddelen

.120 .4545

2-5 Met hulpmiddelen-stapt niet .794 .2155

3-4 Met menselijke hulp-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

-1.406 .104

3-5 Met menselijke hulp-stapt niet -1.297 .0955

4-5 Met menselijke hulp en hulpmiddelen-

stapt niet

1.001 .1605

VOEDEN

1 2 3 4 5

Volledig

zelfstandig

Met voorbereidende

hulp

Met gedeeltelijke

hulp

Wordt gevoed Sondevoeding

21:59 31:00 25:00 53:04 33:41

t sign

1-2 Volledig zelfstandig-met voorbereidende hulp -.816 .2085

1-3 Volledig zelfstandig-met gedeeltelijke hulp -.410 .3425

1-4 Volledig zelfstandig-wordt gevoed -3.477 .0005

1-5 Volledig zelfstandig-sondevoeding -1.238 .1145

2-3 Met voorbereidende hulp-met gedeeltelijke hulp .672 .252

2-4 Met voorbereidende hulp-wordt gevoed -2.475 .0075

2-5 Met voorbereidende hulp-sondevoeding -.250 .4015

3-4 Met gedeeltelijke hulp-wordt gevoed -2.977 .002

3-5 Met gedeeltelijke hulp-sondevoeding -.890 .1895

4-5 Wordt gevoed-sondevoeding 1.342 .0925

ZINDELIJKHEID

Er is een significant verschil in sleep latency wanneer we kijken naar de zindelijkheidsscores

t sign

1-2 Onzindelijk-passief zindelijk 2.283 .0125

1-3 Onzindelijk-actief zindelijk 3.744 .000

2-3 Passief zindelijk-actief zindelijk 1.128 .1315

GUY VANDEN BOER 09

Er is een significant verband van de score op de schaal Guy Vanden Boer in maart 09 met

sleep latency.

11 28 46 64 101

20:35 24:26 38:54 39:27 49:52

t sign

11-28 -.421 .3375

11-46 -.928 .179

11-64 -1.825 .0395

11-101 -3.254 .0015

28-46 -1.697 .048

Page 53: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

52

28-64 -1.589 .062

28-101 -3.194 .001

46-64 -.043 .483

46-101 -1.015 .1565

64-101 -.852 .1985

GEZICHT 09

Uit de resultaten zouden we kunnen afleiden dat er een significant verschil is in

gezichtsvermogen zoals gemeten in maart 09. Dit is echter een vreemd resultaat, aangezien dit

toch een vrij stabiel gegeven is en de verschillen tijdens de meting in het juiste jaartal niet

significant waren. Een blik op de data duidt aan dat van 3 proefpersonen de gegevens ten tijde

van de meting ontbrekend waren, ondertussen zijn die echter wel verzamelt. Deze drie extra

gegevens zorgen voor de significantie van het verschil. We voerden ook een t-test voor

gemiddelden uit en zagen daarin dat de varianties niet gelijk zijn. De behorende t-waarde is -

2.077, de nulhypothese wordt bevestigd met een eenzijdige p-waarde van .00255. Mensen die

blind zijn scoren significant slechter op sleep latency (1:03:40) als mensen die niet blind zijn

(32:50)

TRANSFER 09

Net zoals in het juiste jaartal is er een significant verschil in sleep latency naargelang aard van

functiebeperking. Ook de t-test bevestigt dit met een t-waarde van -2.999 en een eenzijdige p-

waarde van 0.0015. proefpersonen met één of geen motorische functiebeperking scoren beter

op sleep latency (gemiddelde=28:08) als mensen met twee of meer functiebeperkingen

(gem=48:50)

ZINDELIJKHEID 09

Er is een significant verschil in sleep latency wanneer we kijken naar de zindelijkheidsscores

van maart 09.

t sign

1-2 Onzindelijk-passief zindelijk 2.969 .002

1-3 Onzindelijk-actief zindelijk 3.313 .0005

2-3 Passief zindelijk-actief zindelijk .113 .455

EPILEPSIE 1-2

Wanneer we enkel kijken naar epilepsie wel of niet van toepassing, zonder de verzwaringen

mee te tellen, zien we dat iemand die epilepsie heeft minder slaaplatentie heeft (22:37), dan

iemand die geen epilepsie heeft (38:53). T-waarde=2.908, eenzijdige p=.002

ORTHOPEDISCHE MATERIALEN

Er is een significant verschil tussen proefpersonen met orthopedische materialen (58:55) en

zonder orthopedische materialen (32:04) op sleep latency. T= -3.132, eenzijdige p=.001

VRIJHEIDSBEPERKENDE MAATREGELEN

Er is een significant verschil tussen proefpersonen met vrijheidsbeperkende maatregelen

(44:19) en geen vrijheidsbeperkende maatregelen (30:58) op sleep latency. T= -2.068,

eenzijdige p=.0195

EPILEPSIE SUBJECTIEF

Het verband tussen epilepsie volgens subjectieve beoordeling en sleep latency is niet

significant.

Page 54: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

53

Wanneer we kijken of toevalsvrij zijn of niet enige invloed heeft zien we dat de F-waarde hier

.085 is en de p-waarde .771, dus geen invloed van toevalsvrij zijn of niet.

Wanneer we kijken naar de frequentie van epilepsie, zien we dat hier ook geen invloed van is:

F-waarde=.757, p-waarde = .528

Er is echter wel een effect van intensiteit van epilepsieaanval. F-waarde=3.497, p-aarde=.042.

1 2 3

Absences TCI andere

55:48 26:59 13:37

t sign

1-2 Absences-tonisch/clonisch 1.753 .0525

1-3 Absences-andere 2.560 .013

2-3 Tonisch/clonisch-andere 1.029 .1565

MOTORISCHE HANDICAP

Er is een significant verschil in sleep latency wanneer iemand een motorische handicap heeft.

T-waarde=-2.543, eenzijdige p-waarde=.0065 iemand die een motorische handicap heeft,

heeft een significant hogere score voor sleep latency (46:09), als iemand die er geen heeft

(28:08).

De soort motorische handicap maakt geen significant verschil uit: t=.789, p=.620

NIVEAU VAN FUNCTIONEREN

1 2 3 4 5

LM MM EM DM onbekend

76,725 80,806 78,180 79,247 61,115

Een significant effect van niveau van functioneren

t sign

1-2 Lm-mm .702 .250

1-3 Lm-em -.292 .3865

1-4 Lm-dm -.291 .3855

1-5 Lm-onbekend -.967 .194

2-3 mm-em -1.119 .1355

2-4 mm-dm -2.702 .0075

2-5 mm-onbekend -1.596 .1035

3-4 Em-dm .260 .3975

3-5 Em-onbekend -1.262 .146

4-5 Dm-onbekend -1.315 .1395

Er is enkel een significant verschil tussen de proefpersonen met een matig verstandelijke

handicap (18:52) en mensen met een diep verstandelijke handicap (34:24)

Besluit van sleep latency

Significant effect van Sleep latency

Guy Vanden Boer juiste Guy Vanden Boer 11 sign<slaap latentie als guy vanden boer 46

Page 55: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

54

jaartal Guy Vanden Boer 11 sign<slaap latentie als guy vanden boer 64

Guy Vanden Boer 11 sign<slaap latentie als guy vanden boer 101

Guy Vanden Boer 28 sign<slaap latentie als guy vanden boer 46

Guy Vanden Boer 28 sign<slaap latentie als guy vanden boer 64

Guy Vanden Boer 28 sign<slaap latentie als guy vanden boer 101

Motorische functiebeperking Geen of 1 sign< slaaplatentie als 2 of meer

Transfer Volledig zelfstandig sign < slaaplatentie als volledig afhankelijk

Volledig zelfstandig sign < slaaplatentie als met hulpmiddelen

Met menselijke hulp sign < slaaplatentie als met hulpmiddelen

Met menselijke hulp en hulpmiddelen sign < slaaplatentie als met

hulpmiddelen

Werkt niet mee sign < slaaplatentie als met hulpmiddelen

Ambulantie Volledig zelfstandig sign< slaaplatentie als stapt niet

Voeden Zelfstandig eten sign<slaaplatentie als wordt gevoed

Met voorbereidende hulp sign<slaaplatentie als wordt gevoed

Met gedeeltelijke hulp sign<slaaplatentie als wordt gevoed

Zindelijkheid Actief zindelijk sign< slaaplatentie als onzindelijkheid

Passief zindelijk sign< slaaplatentie als onzindelijkheid

Guy Vanden Boer maart 09 Guy Vanden Boer 11 sign<slaap latentie als guy vanden boer 64

Guy Vanden Boer 11 sign<slaap latentie als guy vanden boer 101

Guy Vanden Boer 28 sign<slaap latentie als guy vanden boer 46

Guy Vanden Boer 28 sign<slaap latentie als guy vanden boer 101

Gezicht Niet blind sign < slaap latentie als blind

Motorische functiebep Geen of 1 sign< slaaplatentie als 2 of meer

Zindelijkheid Actief zindelijk sign< slaaplatentie als onzindelijkheid

Passief zindelijk sign< slaaplatentie als onzindelijkheid

Epilepsie niet van toep-wel

van toep

Van toepassing sign<slaaplatentie als niet van toepassing

Orthopedische materialen Geen orthopedische materialen sign<slaaplatentie als wel

orthopedische materialen

Vrijheidsbeperkende

maatregelen

Geen vrijheidsbeperkende maatregelen sign<slaaplatentie als wel

vrijheidsbeperkende maatregelen

Epilepsie subjectief Intensiteit andere sign<slaaplatentie als intensiteit absences

Motorische handicap Geen motorische handicap sign<slaaplatentie als wel motorische

handicap

Niveau functioneren Matig verstandelijke handicap sign<slaaplatentie als diep

verstandelijke handicap

Fragmentation index

F sign

Leeftijd .021 .885

Leeftijd categorie 0,024 .976

Geslacht 1.751 .187

Guy Vanden Boer 3.158 .016

Gezicht 1.193 .306

Motorische functiebeperking 4.757 .010

Transfer 2.523 .031

Ambulantie 2.716 .022

Page 56: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

55

Trappen 1.121 .328

Rolstoel .716 .582

Mobiliteit buitenshuis .167 .847

Kleden .377 .864.

Communicatie .701 .623

Voeden .390 .855

Toiletgebruik 3.323 .021

Zindelijkheid .982 .403

CEP juiste jaartal 1.709 .150

Guy Vanden Boer maart 09 1.670 .159

Gezichtsvermogen 3.262 .073

Paralyse 5.278 .023

Transfer 3.054 .018

Ambulantie 2.590 .039

Trappen 4.613 .033

Rolstoel .997 .411

Mobiliteit buitenshuis 1.150 .285

Kleden .516 .724

Communicatie 1.932 .107

Voeden 1.544 .192

Toiletgebruik 4.145 .007

Zindelijkheid 3.408 .005

CEP maart 09 1.825 .110

Leen Vanermen 1.168 .324

Sta-apparaten 1-2 .906 .406

Sta-apparaten met verzwaring .498 .810

Loophulp 1-2 .462 .498

Loophulp met verzwaring 3.255 .041

Orthopedische schoenen 1-2 .103 .749

Orthopedische schoenen met

verzwaring

.875 .539

Epilepsie 1-2 .338 .562

Epilepsie met verzwaring 1.268 .264

Mondverzorging 1-2 .068 .794

Mondverzorging met verzwaring .024 .995

Zuurstof 1-2 .540 .463

Zuurstof met verzwaring / /

Wisselhouding ifv ademhaling 1-

2

.731 .483

Wisselhouding ifv ademhaling

met verzwaring

.562 .641

Medicatie via de luchtweg 1-2 .008 .929

Medicatie via de luchtweg met

verzwaring

.747 .561

Parameters 1-2 4.665 .032

Parameters met verzwaring / /

Infectieziekten 1-2 .019 .891

Infectieziekten met verzwaring / /

Lavement 1-2 5.129 .025

Page 57: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

56

Lavement met verzwaring 2.946 .055

Manueel verwijderen van

stoelgang 1-2

3.802 .053

Manueel verwijderen van

stoelgang met verzwaring

1.960 .144

Wondzorg 1-2 4.165 .043

Wondzorg met verzwaring 2.522 .083

Anti-decubitusmaatregelen 1-2 .055 .946

Anti-decubitusmaatregelen met

verzwaring

.898 .529

Ontwikkeling .398 .946

Welke arm .293 .589

Overdag rusten 1.388 .240

Moe/prikkelbaar 1.468 .227

Aanvallen van slaap .262 .609

Slaapverwekkende medicatie .733 .393

Orthopedische materialen 4.746 .031

Vrijheidsbeperkende maatregelen 1.498 .223

Verstoring van de slaap .214 .645

Alleen op kamer 2.156 .144

Welke controle .560 .645

Storende geluiden .094 .760

Epilepsie subjectief 1.012 .316

Motorische handicap 10.440 .001

Niveau van functioneren .595 667

Specifiek beeld ja of nee .967 .327

Specifiek beeld uitgebreid .641 .798

Specifiek beeld ass 1.829 .181

Specfiek beeld angelman 2.506 .118

Specifiek beeld Down .175 .677

Specifiek beeld Rett .002 .963

GUY VANDEN BOER

Er is een significant verband met van de score op de schaal Guy Vanden Boer met

fragmentation index

11 28 46 64 101

36,259 36,221 33,303 41,634 45,032

t sign

11-28 .008 .497

11-46 .506 .3075

11-64 -.872 .195

11-101 -1.284 .1025

28-46 .972 .167

28-64 -1.483 .071

28-101 -2.412 .0095

46-64 -1.878 .0325

Page 58: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

57

46-101 -2.925 .002

64-101 -.664 .2545

TRANSFER

Er is een significant verschil tussen de personen met geen of één motorische functiebeperking

en diegene met een functiebeperking aan 2 of meerdere ledematen. Ook de t-test bevestigt dit

met een t-waarde van -3.054 en een p-waarde van 0.00. Wanneer we kijken naar de

gemiddeldes van deze twee groepen op fragmentation index zien we dat de groep met geen of

één motorische functiebeperking significant beter scoort op fragmentation index als de groep

met twee of meer functiebeperkingen

Er is een significant verschil in fragmentation index naargelang welke beperking je op vlak

van transfer hebt.

1 2 3 4 5

Volledig

zelfstandig

Met hulpmiddelen Met menselijke

hulp

Met hulpmiddelen

en menselijke hulp

Werkt niet mee

35.822 56.475 35.600 33.982 44.792

Om na te gaan tussen welke groepen binnen transfer er precies een significant verschil is,

gebruiken we t-test voor gemiddelden. We houden er rekening met het al dan niet gelijk zijn

van de varianties.

t sign

1-2 Volledig zelfstandig-met

hulpmiddelen

-1.917 .029

1-3 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp

.063 .475

1-4 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

.420 .3375

1-5 Volledig zelfstandig-werkt niet mee -2.890 .0025

2-3 Met hulpmiddelen-met menselijke

hulp

2.240 .018

2-4 Met hulpmiddelen-met menselijke hulp

en hulpmiddelen

1.448 .0835

2-5 Met hulpmiddelen-werkt niet mee .836 .204

3-4 Met menselijke hulp-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

.394 .3855

3-5 Met menselijke hulp-werkt niet mee -1.999 .025

4-5 Met menselijke hulp en

hulpmiddelen-werkt niet mee

-1.844 .035

AMBULANTIE

Er is een verschil in fragmentation index naargelang je vermogen om binnenshuis te stappen.

1 2 3 4 5

Volledig

zelfstandig

Met hulpmiddelen Met menselijke

hulp

Met hulpmiddelen

en menselijke hulp

Stapt niet

36.081 41.300 30.740 30.575 44.418

Page 59: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

58

t sign

1-2 Volledig zelfstandig-met hulpmiddelen -.482 .3155

1-3 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp

1.301 .098

1-4 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

.896 .186

1-5 Volledig zelfstandig-stapt niet -2.665 .0045

2-3 Met hulpmiddelen-met menselijke hulp .868 .1995

2-4 Met hulpmiddelen-met menselijke hulp

en hulpmiddelen

.463 .3605

2-5 Met hulpmiddelen-stapt niet -.214 .4155

3-4 Met menselijke hulp-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

.026 .4895

3-5 Met menselijke hulp-stapt niet -2.479 .008

4-5 Met menselijke hulp en

hulpmiddelen-stapt niet

-1.675 .0495

TOILETGEBRUIK

t sign

1-3 Zelfstandig-met menselijke hulp -.070 .472

1-4 Zelfstandig-geen gebruik van toilet -2.133 .018

3-4 Met menselijke hulp-geen gebruik van toilet -2.557 .0065

MOTORISCHE FUNCTIEBEPERKING 09

Net zoals in het juiste jaartal is er een significant verschil in fragmentation index naargelang

aard van functiebeperking. Ook de t-test bevestigt dit met een t-waarde van -2.299 en een

eenzijdige p-waarde van 0.0115. Proefpersonen met één of geen motorische functiebeperking

scoren beter op fragmentation index (gemiddelde=35.672) als mensen met twee of meer

functiebeperkingen (gem=41.673)

TRANSFER 09

Ook in de scores van maart 09 is er een significant verschil in fragmentation index naargelang

welke beperking je op vlak van transfer hebt.

1 2 3 4 5

Volledig

zelfstandig

Met hulpmiddelen Met menselijke

hulp

Met hulpmiddelen

en menselijke hulp

Werkt niet mee

35,748 50,088 33,225 35,545 43,768

Om na te gaan tussen welke groepen binnen transfer er precies een significant verschil is,

gebruiken we t-test voor gemiddelden. We houden er rekening met het al dan niet gelijk zijn

van de varianties.

t sign

1-2 Volledig zelfstandig-met

hulpmiddelen

-1.90 .0285

1-3 Volledig zelfstandig-met menselijke .801 .2125

Page 60: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

59

hulp

1-4 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

.037 .4855

1-5 Volledig zelfstandig-werkt niet mee -2.658 .0045

2-3 Met hulpmiddelen-met menselijke

hulp

2.417 .011

2-4 Met hulpmiddelen-met menselijke hulp

en hulpmiddelen

1.267 .110

2-5 Met hulpmiddelen-werkt niet mee .799 .2355

3-4 Met menselijke hulp-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

-.401 .346

3-5 Met menselijke hulp-werkt niet mee -2.530 .0065

4-5 Met menselijke hulp en hulpmiddelen-

werkt niet mee

-1.466 .0735

AMBULANTIE

1 2 3 4 5

Volledig

zelfstandig

Met hulpmiddelen Met menselijke

hulp

Met hulpmiddelen

en menselijke hulp

Stapt niet

36,131 37,860 33,255 31,700 43,537

t sign

1-2 Volledig zelfstandig-met hulpmiddelen -1.137 .4485

1-3 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp

.788 .2165

1-4 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

1.024 .1545

1-5 Volledig zelfstandig-stapt niet -2.356 .0105

2-3 Met hulpmiddelen-met menselijke hulp .382 .360

2-4 Met hulpmiddelen-met menselijke hulp

en hulpmiddelen

.627 .270

2-5 Met hulpmiddelen-stapt niet -.596 .2765

3-4 Met menselijke hulp-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

.310 .3795

3-5 Met menselijke hulp-stapt niet -1.936 .0285

4-5 Met menselijke hulp en

hulpmiddelen-stapt niet

-1.876 .0325

TRAPPEN 09

Iemand die trappen doet heeft een betere fragmentatie-index (35.283), dan iemand die geen

trappen doet (40.757), t=-2.144, eenzijdige p=.017

TOILETGEBRUIK 09

Ook bij de scores van maart 09 is er een invloed op fragmentation index

t sign

1-3 Zelfstandig-met menselijke hulp -.364 .3585

1-4 Zelfstandig-geen gebruik van toilet -1.563 .0615

Page 61: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

60

3-4 Met menselijke hulp-geen gebruik van toilet -2.847 .003

Als je geen gebruik maakt van het toilet is je fragmentation index sowieso significant hoger

(45.142) als wanneer je met menselijke hulp naar het toilet gaat (45.265)

ZINDELIJKHEID 09

Er is een significant verschil in fragmentation index wanneer we kijken naar de

zindelijkheidsscores van maart 09.

t sign

1-2 Onzindelijk-passief zindelijk 3.743 .000

1-3 Onzindelijk-actief zindelijk .682 .2485

2-3 Passief zindelijk-actief zindelijk -2.942 .002

De fragmentation index is significant hoger bij iemand die onzindelijk is (40.594) als bij

iemand die passief zindelijk is (29.890). Iemand die passief zindelijk is heeft een betere

fragmentatie-index dan iemand die actief zindelijk is (38.678).

LOOPHULP VERZWARING

Wanneer we kijken naar de verbanden van fragmentation index met loophulpen met

verzwaring, zien we:

t sign

1-2 Niet van toepassing-van toepassing 2.379 .0095

1-3 Niet van toepassing-met constante begeleiding -.831 .2035

2-3 Van toepassing-met constante begeleiding -5.927 .002

De fragmentatie-index van iemand die loophulp heeft zonder verzwaring is significant kleiner

(10.5), dan deze van iemand die geen loophulp heeft (36.804) of die constant begeleiding

nodig heeft bij zijn loophulp( 43.313)

PARAMETERS

Er zijn geen verzwaringen gescoord voor dit item. Wanneer we kijken naar de test voor

gelijke varianties zin we dat ze verworpen wordt, dit maakt dat de t-test -1.395 is, en de

eenzijdige p-waarde .102. Er is toch geen significant verschil in fragmentatie-index voor dit

item, aangezien de aantallen in de twee vergeleken groepen te ver uit elkaar liggen

LAVEMENT 1-2

Iemand die lavementen krijgt, heeft een lagere fragmentatie index (29.09) dan iemand die er

geen krijgt (37.636), t=2.265, p=.0125

CHRONISCHE WONDZORG 1-2

Iemand die chronische wondzorg krijgt, heeft een lagere fragmentatie-index (26.400), dan

iemand die er geen krijgt (37.239). t= 2,041, eenzijdige p=0,0215

ORTHOPEDISCHE MATERIALEN

Er is een significant verschil tussen proefpersonen met orthopedische materialen (44.607) en

zonder orthopedische materialen (36.877) op fragmentation index T= -2.179, eenzijdige

p=.0155

Page 62: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

61

EPILEPSIE SUBJECTIEF

Het verband tussen epilepsie volgens subjectieve beoordeling en fragmentatie-index is niet

significant.

Wanneer we kijken of toevalsvrij zijn of niet enige invloed heeft zien we dat de F-waarde hier

1.471 is en de p-waarde .229, dus geen invloed van toevalsvrij zijn of niet.

Wanneer we kijken naar de frequentie van epilepsie, zien we dat hier ook geen invloed van is:

F-waarde=.341, p-waarde = .796

Er is ook geen effect van intensiteit van epilepsieaanval. F-waarde=1.913, p-waarde=.163.

MOTORISCHE HANDICAP

Er is een significant verschil in fragmentatie-index wanneer iemand een motorische handicap

heeft. T-waarde=-3.231, eenzijdige p-waarde=.0005 iemand die een motorische handicap

heeft, heeft een significant hogere score voor fragmentatie-index (42.208), als iemand die er

geen heeft (34.027).

De soort motorische handicap maakt geen significant verschil uit: f=.321, p=.964

Besluit van fragmentatie-index

Significant effect van fragmentatie index

Guy Vanden Boer juiste

jaartal

Guy Vanden Boer 28 sign< fragmentatie-index als guy vanden boer 101

Guy Vanden Boer 46 sign< fragmentatie-index als guy vanden boer 64

Guy Vanden Boer 46 sign< fragmentatie-index als guy vanden boer 101

Motorische

functiebeperking

Geen of 1 sign< fragmentatie-index als 2 of meer

Transfer Volledig zelfstandig sign < fragmentation index als met hulpmiddelen

Met menselijke hulp sign< fragmentatie-index als met hulpmiddelen

Volledig zelfstandig sign< fragmentatie-index als volledig afhankelijk

Met menselijke hulp sign< fragmentatie-index als volledig afhankelijk

Met menselijke hulp én hulpmiddelen sign< fragmentatie-index als

volledig afhankelijk

Ambulantie Volledig zelfstandig sign< fragmentatie-index als stapt niet

Met menselijke hulp sign< fragmentatie-index als stapt niet

Met menselijke hulp én hulpmiddelen sign < fragmentatie-index als

stapt niet

Toilet Zelfstandig sign < fragmentatie-index als geen gebruik

Met menselijke hulp < fragmentatie-index als geen gebruik

Motorische

functiebeperking maart

09

Geen of 1 sign< fragmentatie-index als 2 of meer

Transfer maart 09 Volledig zelfstandig sign< fragmentatie-index als met hulpmiddelen

Met menselijke hulp sign< fragmentatie-index als met hulpmiddelen

Volledig zelfstandig sign< fragmentatie-index als volledig afhankelijk

Met menselijke hulp sign< fragmentatie-index als volledig afhankelijk

Ambulantie Volledig zelfstandig sign< fragmentatie-index als stapt niet

Met menselijke hulp sign< fragmentatie-index als stapt niet

Met menselijke hulp en hulpmiddelen sign< fragmentatie-index als stapt

niet

Trappen Wel trappen doen sign < fragmentatie-index als geen trappen doen

Toilet Met menselijke hulp < fragmentatie-index als geen gebruik

Page 63: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

62

Zindelijkheid Passief zindelijk sign< fragmentatie-index als onzindelijkheid

Passief zindelijk sign< fragmentatie-index als actief zindelijk

Loophulp Met loophulp sign < fragmentatie-index als zonder loophulp

Met loophulp sign < fragmentatie-index als met loophulp én constante

begeleiding

Lavement 1-2 Van Toepassing sign < fragmentatie-index als niet van toepassing

Chronische wondzorg Van Toepassing sign < fragmentatie-index als niet van toepassing

Orthopedische

materialen

Geen orthopedische materialen sign< fragmentatie-index als wel

orthopedische materialen

Motorische handicap Geen motorische handicap sign< fragmentatie-index als wel motorische

handicap

Actual sleep time

F sign

Leeftijd 2.928 .089

Leeftijd categorie 1.316 .271

Geslacht 1.346 .247

Guy Vanden Boer .740 .566

Gezicht 2.313 .102

Motorische functiebeperking 2.318 .102

Transfer 2.248 .052

Ambulantie 1.953 .088

Trappen 3.089 .048

Rolstoel 2.371 .054

Mobiliteit buitenshuis 3.161 .045

Kleden 2.753 .020

Communicatie 4.427 .217

Voeden 3.458 .005

Toiletgebruik 2.755 .044

Zindelijkheid 1.995 .117

CEP juiste jaartal .566 .687

Guy Vanden Boer maart 09 .996 .411

Gezichtsvermogen 1.540 .216

Paralyse .239 .626

Transfer 2.378 .054

Ambulantie 1.682 .156

Trappen 1.211 .273

Rolstoel .1.867 .119

Mobiliteit buitenshuis .128 .720

Kleden 2.179 .063

Communicatie .905 .462

Voeden 3.087 .017

Toiletgebruik .860 .463

Zindelijkheid 3.122 .047

CEP maart 09 .598 .701

Leen Vanermen 7.389 .000

Page 64: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

63

Sta-apparaten 1-2 3.968 .021

Sta-apparaten met verzwaring 1.652 .136

Loophulp 1-2 2.947 .088

Loophulp met verzwaring 3.273 .040

Orthopedische schoenen 1-2 2.484 .117

Orthopedische schoenen met

verzwaring

1.014 .428

Epilepsie 1-2 9.956 .002

Epilepsie met verzwaring 1.756 .090

Mondverzorging 1-2 3.192 .076

Mondverzorging met verzwaring 1.222 .303

Zuurstof 1-2 1.676 .197

Zuurstof met verzwaring / /

Wisselhouding ifv ademhaling 1-

2

2.249 .109

Wisselhouding ifv ademhaling

met verzwaring

1.628 .185

Medicatie via de luchtweg 1-2 .885 .348

Medicatie via de luchtweg met

verzwaring

.774 .543

Parameters 1-2 .919 .339

Parameters met verzwaring / /

Infectieziekten 1-2 .001 .971

Infectieziekten met verzwaring / /

Lavement 1-2 4.083 .045

Lavement met verzwaring 2.827 .062

Manueel verwijderen van

stoelgang 1-2

.743 .390

Manueel verwijderen van

stoelgang met verzwaring

2.456 .089

Wondzorg 1-2 1.303 .255

Wondzorg met verzwaring .829 .438

Anti-decubitusmaatregelen 1-2 4.942 .008

Anti-decubitusmaatregelen met

verzwaring

1.985 .045

Ontwikkeling .629 .787

Welke arm .000 .992

Overdag rusten 1.066 .303

Moe/prikkelbaar .163 .687

Aanvallen van slaap .404 .526

Slaapverwekkende medicatie .733 .393

Orthopedische materialen .972 .325

Vrijheidsbeperkende maatregelen .016 .899

Verstoring van de slaap 5.291 .023

Alleen op kamer .476 .491

Welke controle 1.100 .363

Storende geluiden .882 .349

Epilepsie subjectief 5.815 .017

Motorische handicap .005 .944

Page 65: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

64

Niveau van functioneren 3.957 .004

Specifiek beeld ja of nee .643 .424

Specifiek beeld uitgebreid .550 .872

Specifiek beeld ass .011 .917

Specfiek beeld angelman .091 .764

Specifiek beeld Down 1.162 .285

Specifiek beeld Rett .404 .527

TRAPPEN

Uit de gegevens van de ANOVA zou je kunnen afleiden dar er een verschil is in actual sleep

time tussen dan iemand die wel trappen doet en iemand die dit niet doet, de resultaten van de

t-test zijn echer de volgende: t=-1.237 p=.109, er is dus geen significant verschil;

MOBILITEIT BUITENSHUIS

T=-2.124, p=0.026. De actual sleep time van volledig zelfstandig naar buiten gaan is lager

(8:27:47), dan van naar buiten gaan met menselijke hulp (8:45:13)

KLEDEN

1 2 3 4 5

Volledig

zelfstandig

Met beperkte

hulp

Met verbale

activering

Wordt gekleed met

medewerking

Wordt gekleed zonder

medewerking

8:02:26 8:09:09 8:19:50 8:34:38 8:59:31

t sign

1-2 Volledig zelfstandig-met beperkte hulp -.322 .3745

1-3 Volledig zelfstandig-met verbale

activering

-.618 .271

1-4 Volledig zelfstandig-wordt gekleed,

met medewerking

-.917 .1815

1-5 Volledig zelfstandig-wordt gekleed,

zonder medewerking

-1.717 .0455

2-3 Met beperkte hulp-verbale activering -.614 .2715

2-4 Met beperkte hulp-wordt gekleed met

medewerking

-1.551 .0625

2-5 Met beperkte hulp- wordt gekleed,

zonder medewerking

-3.317 .0005

3-4 verbale activering- wordt gekleed met

medewerking

-.628 .266

3-5 verbale activering- wordt gekleed,

zonder medewerking

-1.781 .0395

4-5 Wordt gekleed met medewerking-

wordt gekleed, zonder medewerking

-1.350 .090

VOEDEN

1 2 3 4 5

Zelfstandig Voorbereidende

hulp

Gedeeltelijke

hulp

Wordt gevoed Sondevoeding

Page 66: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

65

8:06:24 8:20:22 8:58:39 8:35:27 9:34:55

t sign

1-2 Volledig zelfstandig-met voorbereidende hulp -.613 .271

1-3 Volledig zelfstandig-met gedeeltelijke hulp -1.799 .040

1-4 Volledig zelfstandig-wordt gevoed -.962 .170

1-5 Volledig zelfstandig-sondevoeding -3.475 .001

2-3 Met voorbereidende hulp-met gedeeltelijke

hulp

-2.016 .0235

2-4 Met voorbereidende hulp-wordt gevoed -.863 .1955

2-5 Met voorbereidende hulp-sondevoeding -3.454 .0005

3-4 Met gedeeltelijke hulp-wordt gevoed .941 .175

3-5 Met gedeeltelijke hulp-sondevoeding -1.302 .1005

4-5 Wordt gevoed-sondevoeding -2.085 .02005

TOILETGEBRUIK

1 2 3 4

Zelfstandig Met hulpmiddelen Met menselijke hulp Geen gebruik

8:07:26 8:41:20 8:42:20

t Sign

1-3 Zelfstandig-met menselijke hulp -2.630 .005

1-4 Zelfstandig-geen gebruik van toilet -1.784 .0395

3-4 Met menselijke hulp-geen gebruik van toilet -.038 .485

VOEDEN 09

1 2 3 4 5

Zelfstandig Voorbereidende

hulp

Gedeeltelijke

hulp

Wordt gevoed Sondevoeding

8:16:33 8:15:27 8:46:12 8:35:21 9:29:19

t sign

1-2 Volledig zelfstandig-met voorbereidende hulp .048 .481

1-3 Volledig zelfstandig-met gedeeltelijke hulp -.826 .207

1-4 Volledig zelfstandig-wordt gevoed -.547 .2935

1-5 Volledig zelfstandig-sondevoeding -2.950 .003

2-3 Met voorbereidende hulp-met gedeeltelijke hulp -1.406 .084

2-4 Met voorbereidende hulp-wordt gevoed -1.162 .1245

2-5 Met voorbereidende hulp-sondevoeding -4.282 .000

3-4 Met gedeeltelijke hulp-wordt gevoed .434 .333

3-5 Met gedeeltelijke hulp-sondevoeding -1.729 .0455

4-5 Wordt gevoed-sondevoeding -2.582 .006

ZINDELIJKHEID 09

Er is een significant verschil in fragmentation index wanneer we kijken naar de

zindelijkheidsscores van maart 09.

Page 67: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

66

t sign

1-2 Onzindelijk-passief zindelijk -1.272 .1035

1-3 Onzindelijk-actief zindelijk 2.208 .0145

2-3 Passief zindelijk-actief zindelijk 3.452 .0005

De actual sleep time is significant lager bij iemand die actief zindelijk is (8:08:09) als bij

iemand die passief zindelijk is (8:57:23) of onzindelijk (8:37:14)

LEEN VANERMEN

0 4 8 39

8:11:40 8:35:20 9:18:06 9:15:14

t sign

0-4 -13.361 .088

0-8 -4.145 .000

0-39 -3.859 .000

4-8 -1.826 .0365

4-39 -1.688 .0485

8-39 .146 .4425

De actual sleep time van mensen zonder (para)medisch verzorgende handelingen is korter

(8:11:40); dan mensen met matig (9:18:06) of ernstige (9:15:14) problemen op dit vlak

De actual sleep time van mensen met lichte problemen is significant korter dan die van

mensen met matig (9:18:06) of ernstige (9:15:14) problemen op dit vlak

STA-APPARATEN 1-2

Iemand waarvoor een sta-apparaat niet van toepassing is, heeft een korte actual sleep time

(8:29:26) als iemand waarvoor sta-apparaten wel van toepassing is (9:18:20). T=-2.813,

eenzijdige p=.003

LOOPHULP VERZWARING

Wanneer we kijken naar de verbanden van actual sleep time met loophulpen met verzwaring,

zien we:

t sign

1-2 Niet van toepassing-van toepassing -2.519 .0065

1-3 Niet van toepassing-met constante begeleiding -.976 .1885

2-3 Van toepassing-met constante begeleiding 5.766 .002

De actual sleep time van iemand die loophulp heeft zonder verzwaring is significant langer

(11:02:30), dan deze van iemand die geen loophulp heeft (8:35:02) of die constant

begeleiding nodig heeft bij zijn loophulp( 8:49:22)

EPILEPSIE 1-2

Iemand met epilepsie heeft een langere actual sleep time (9:13:55) als iemand zonder

epilepsie (8:26:25). T=-2,411, eenzijdige p= .0085

Page 68: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

67

LAVEMENTEN 1-2

Iemand die lavementen krijgt, heeft een langere actual sleep time (9:12:53) dan iemand die er

geen krijgt (8:32:29), t=-2.021, eenzijdige p=.0225

ANTI-DECUBITUSMAATREGELEN

Iemand die geen anti-decubitusmaatregelen krijgt heeft een kortere actual sleep time

(8:27:36), dan iemand die er wel krijgt (9:13:58). T=-2,839, eenzijdige p=.0025

1 2 3 4 9

Niet van

toepassing

Van toepassing Bemoeilijkt Extra materiaal Bemoeilijkt+extra

materiaal + meer als

tweemaal per dag

8:27:36 9:13:54 8:59:43 8:01:54 10:26:51

Wanneer we ook naar de verzwaringen kijken:

t sign

1-2 Niet van toepassing-van toepassing -1.551 .0615

1-3 Niet van toepassing-bemoeilijkt -1.222 .112

1-4 Niet van toepassing-extra materiaal .642 .261

1-9 Niet van toepassing-bemoeilijkt+extra materiaal+meer als

2maal per dag

-3.390 .0005

2-3 van toepassing-bemoeilijkt .296 .3855

2-4 van toepassing-extra materiaal .898 .195

2-9 van toepassing-bemoeilijkt+extra materiaal+meer als 2maal per

dag

-1.125 .142

3-4 Bemoeilijkt-extra materiaal .980 .196

3-9 Bemoeilijkt-bemoeilijkt+extra materiaal+meer als 2maal per

dag

-3.473 .0025

4-9 Extra materiaal-bemoeilijkt+extra materiaal+meer als

2maal per dag

-2.564 .0185

Bij de combinatie van de drie verzwaringen bij sta-apparaten is de actual sleep time langer

(10:26:51), als bij niet van toepassing (8:27:36), bij enkel de verzwaring bemoeilijkt (8:59:43)

en bij enkel de verzwaring extra materiaal (8:01:54)

VERSTORING VAN DE SLAAP

Iemand waarvan de slaap verstoord wordt door andere bewoners, door licht of geluid heeft

een langere actual sleep time (9:03:42), als iemand waarbij dit niet het geval is (8:27:57). T=-

2.300,eenzijdige p=.0115

EPILEPSIE SUBJECTIEF

Het verband tussen epilepsie volgens subjectieve beoordeling en actual sleep time is

significant. Iemand die epilepsie heeft, slaap langer (8:54:40), dan iemand zonder epilepsie

(8:23:19) t=-2.411,eenzijdige p=.0085

Wanneer we kijken of toevalsvrij zijn of niet enige invloed heeft zien we dat de F-waarde hier

.015 en de p-waarde .901 is dus geen invloed van toevalsvrij zijn of niet.

Wanneer we kijken naar de frequentie van epilepsie, zien we dat hier ook geen invloed van is:

F-waarde=.086-waarde = .967

Er is wel een effect van intensiteit van epilepsieaanval. F-waarde=3.401, p-waarde=.045

Page 69: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

68

t sign

1-2 Absences-tonisch/clonisch -2.279 .015

1-3 Absences-andere -1.868 .042

2-3 Tonisch/clonisch-andere -.630 .267

.

Iemand die absences heeft, heeft een lagere actual sleep time (7:58:55) als iemand die tci

heeft (9:12:12) en als iemand die een andere vorm van intensiteit heeft (9:34:49)

NIVEAU VAN FUNCTIONEREN

1 2 3 4 5

LM MM EM DM Onbekend

8:13:43 8:01:17 8:04:39 8:50:50 6:54:37

t sign

1-2 Lm-mm .209 .4195

1-3 Lm-em .185 .427

1-4 Lm-dm -.626 .266

1-5 Lm-onbekend .761 .2445

2-3 mm-em -.124 .451

2-4 mm-dm -1.725 .0435

2-5 mm-onbekend 1.120 .143

3-4 Em-dm -2.689 .004

3-5 Em-onbekend 1.002 .193

4-5 Dm-onbekend 2.689 .004

Iemand waarvan de handicap niet kan vastgesteld worden heeft een lagere slaap tijd (6:54:37),

als iemand die diep verstandelijk gehandicapt is (8:50:50). Iemand met een diep

verstandelijke handicap heeft een langere slaaptijd als iemand met een ernstig verstandelijke

handicap (8:04:39) en als iemand met een matig verstandelijke handicap

Besluit van actual sleep time

Significant effect van Actual sleep time

Mobiliteit Met menselijke hulp sign > sleep time als zelfstandig

Kleden Gekleed zonder medewerking sign>sleep time als volledig

zelfstandig

Gekleed zonder medewerking sign>sleep time als w gekleed met

bep hulp

Gekleed zonder medewerking sign>sleep time als w gekleed met

verbale activering

Voeden Sondevoeding sign > sleep time als zelfstandig eten

Sondevoeding sign > sleep time als met voorbereidende hulp

Sondvoeding sign > sleep time als wordt gevoed

Met gedeeltelijke hulp sign > sleep time als zelfstandig eten

Page 70: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

69

Met gedeeltelijke hulp sign > sleep time als met voorbereidende

hulp

Toilet met menselijke hulp sign > sleep time als zelfstandig naar het

toilet gaan

geen gebruik van toilet sign > sleep time als zelfstandig naar het

toilet gaan

Voeden maart 09 Sondevoeding sign > sleep time als zelfstandig eten

Sondevoeding sign > sleep time als met voorbereidende hulp

Sondvoeding sign > sleep time als met gedeeltelijke hulp

Sondvoeding sign > sleep time als wordt gevoed

Zindelijkheid maart 09 Passief zindelijk sign > sleep time als actief zindelijk

Onzindelijk zindelijk sign > sleep time als actief zindelijk

Lve maart 09 Matige medische problemen sign > sleep time als mensen zonder

problemen

Ernstig medische problemen sign > sleep time als mensen zonder

problemen

Matige medische problemen sign > sleep time als mensen met

lichte problemen

Ernstig medische problemen sign > sleep time als mensen met

lichte problemen

Sta-apparaten 1-2 Van toepassing > sleep time als niet van toepassing

Loophulp verzwaring Van toepassing zonder verzwaring sign > sleep time als niet van

toepassing

Van toepassing zonder verzwaring sign > sleep time als van

toepassing + constante begeleiding

Epilepsie 1-2 Van toepassing sign > sleep time als niet van toepassing

Lavement 1-2 Van toepassing sign > sleep time als niet van toepassing

Decubitus 1-2 Van Toepassing > sleep time als niet van toepassing

Decubitus verzwaringen combinatie 3 verzwaringen sign > actual sleep time als niet van

toepassing

combinatie 3 verzwaringen sign > actual sleep time als bij enkel

de verzwaring bemoeilijkt

combinatie 3 verzwaringen sign > actual sleep time als bij enkel

de verzwaring extra materiaal

Verstoring van slaap Ja sign > sleep time als nee

Epilepsie subjectief Ja sign > sleep time als nee

Intensiteit van epilepsie Tci sign > sleep time als absences

Andere > sleep time als absences

Niveau Dm sign > sleep time als onbekend

Dm sign > sleep time als em

Dm sign > sleep time als mm

9.1.2. Nonparametrische testen

We voeren nonparametrische variatieanalyse uit van elke onafhankelijke variabele voor elke

afhankelijk variabele. Dit doen we met SPSS-non-parametric tests-K indepent samples. We

voeren met andere woorden Kruskal Wallis testen uit.

Page 71: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

70

Wanneer de Kruskal Wallis bevestigd dat er een verschil is in de groepen, voeren we in SPSS

een Mann Whitney U test uit (dit is het niet parametrisch alternatief voor een t-test), dit doen

we met SPSS-non parametric tests-2 independent samples. De SPSS geeft echter enkel two

tailed statistical tests. Om het eenzijdige alternatief te bekomen, (we willen immers de

richting van het verschil weten), delen we deze p-waarde telkens door twee. De richting van

het verschil is dan de richting waarin de mean ranks verschillen. De mean rank wordt

berekend door alle waarden van de afhankelijke variabele te rangordenen, dan wordt per

groep het gemiddelde genomen van deze rangorde. Wanneer de p-test een statistisch

significant verschil aangeeft, wil dit zeggen dat de waarden van groep 1 groter of kleiner zijn

dan de waarden van groep 2.

Afhankelijke variabele: sleep efficiency

λ² Asymp sign

Leeftijd 64.346 .394

Leeftijd categorie .638 .727

Geslacht 1.553 .213

Guy Vanden Boer 3.948 .413

Gezicht 1.192 .275

Motorische functiebeperking 2.781 .095

Transfer 8.944 .063

Ambulantie 2.690 .611

Trappen .624 .430

Rolstoel 1.929 .587

Mobiliteit buitenshuis .009 .925

Kleden ;593 .964

Communicatie 1.979 .740

Voeden 3.156 .532

Toiletgebruik 4.215 .122

Zindelijkheid 1.046 .593

CEP juiste jaartal 4.329 .363

Guy Vanden Boer maart 09 3.792 .435

Gezichtsvermogen 2.859 .091

Paralyse 1.852 .174

Transfer 7.699 .103

Ambulantie 3.569 .467

Trappen .982 .322

Rolstoel 2.323 .677

Mobiliteit buitenshuis .084 .772

Kleden .341 .987

Communicatie 3.767 .438

Voeden 3.967 .411

Toiletgebruik 6.109 .106

Zindelijkheid 7.192 .027

CEP maart 09 3.817 .576

Leen Vanermen 9.125 .028

Sta-apparaten 1-2 1.035 .309

Sta-apparaten met verzwaring 5.102 .404

Loophulp 1-2 3.233 .072

Page 72: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

71

Loophulp met verzwaring 5.308 .070

Orthopedische schoenen 1-2 .527 .468

Orthopedische schoenen met

verzwaring

5.324 .722

Epilepsie 1-2 3.172 .075

Epilepsie met verzwaring 8.575 .379

Mondverzorging 1-2 .077 .781

Mondverzorging met verzwaring 1.795 .616

Zuurstof 1-2 .945 .331

Zuurstof met verzwaring / /

Wisselhouding ifv ademhaling 1-

2

.042 .838

Wisselhouding ifv ademhaling

met verzwaring

1.993 .369

Medicatie via de luchtweg 1-2 .175 .675

Medicatie via de luchtweg met

verzwaring

4.396 .355

Parameters 1-2 .153 .695

Parameters met verzwaring / /

Infectieziekten 1-2 .305 .581

Infectieziekten met verzwaring / /

Lavement 1-2 5.464 .019

Lavement met verzwaring 7.562 .023

Manueel verwijderen van

stoelgang 1-2

4.406 .036

Manueel verwijderen van

stoelgang met verzwaring

5.263 .072

Wondzorg 1-2 .604 .437

Wondzorg met verzwaring 1.016 .602

Anti-decubitusmaatregelen 1-2 1.294 .255

Anti-decubitusmaatregelen met

verzwaring

7.121 .524

Ontwikkeling 10.049 .436

Welke arm .457 .499

Overdag rusten .143 .705

Moe/prikkelbaar 1.226 .268

Aanvallen van slaap .269 .604

Slaapverwekkende medicatie .718 .397

Orthopedische materialen 5.523 .019

Vrijheidsbeperkende maatregelen 2.269 .132

Verstoring van de slaap .204 .651

Alleen op kamer .095 .758

Welke controle 3.929 .269

Storende geluiden .008 .931

Epilepsie subjectief 6.308 .012

Motorische handicap 2.632 .105

Niveau van functioneren 5.383 .250

Specifiek beeld ja of nee .614 .433

Specifiek beeld uitgebreid 8.280 .763

Page 73: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

72

Specifiek beeld ass .027 .870

Specifiek beeld angelman .061 .804

Specifiek beeld Down .950 .330

Specifiek beeld Rett .620 .431

ZINDELIJKHEID 09

Er is een significant verschil in sleep efficiency wanneer we kijken naar de

zindelijkheidsscores van maart 09.

z Asymp sign

1-2 Onzindelijk-passief zindelijk -2.596 .0045

1-3 Onzindelijk-actief zindelijk -.987 .162

2-3 Passief zindelijk-actief zindelijk -1.699 .0445

Voor de non parametrische testen is de mean rank van de sleep efficiency significant lager bij

iemand die onzindelijk is (62.32) als bij iemand die passief zindelijk is (82.14). De mean rank

van sleep efficiency voor passief zindelijk is ook groter (43,16) als voor actief zindelijk

(34,52)

LEEN VANERMEN

z Asymp sign

0-4 -1.044 .1485

0-8 -2.918 .002

0-39 -1.250 .1055

4-8 -1.744 .038

4-39 -.157 .4375

8-39 -1.269 .102

Voor de nonparametrische testen is de mean rank van de sleep efficiency significant lager bij

geen medische problemen (49.68) als bij matig ernstige medische problemen (69.67). De

mean rank voor sleep efficiency is ook lager bij lichte medische problemen (26,10) als bij

matige medische problemen(34.03)

LAVEMENTEN

Net zoals bij de parametrische technieken is zowel wanneer enkel naar ‘van toepassing’, ‘niet

van toepassing’ als naar de verzwaringen wordt gekeken het verband met sleep efficiency

significant.

z-test 1-2:

z=-2.338, p=.0095

z-test met verzwaringen

z Asymp sign

1-2 Niet van toepassing-van toepassing -1.604 .0545

1-3 Niet van toepassing-systematisch -2.329 .010

2-3 Van toepassing-systematisch -1.118 .132

De test waar alleen gekeken wordt naar van toepassing of niet geeft aan dat de mean rank van

sleep efficiency lager is bij niet van toepassing (78.86) als bij van toepassing (105.79).

Page 74: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

73

Wanneer we meer in de detail kijken zien we dat wanneer systematisch lavementen gegeven

worden de mean rank van sleep efficiency hoger is (130.67) als wanneer geen lavementen

(72.82 ) gegeven worden. Dit kan te maken hebben met het feit dat men rustiger slaapt

wanneer men zijn ontlasting heeft kunnen doen.

MANUEEL VERWIJDEREN VAN STOELGANG 1-2

De mean rank van sleep efficiency is beter wanneer manueel verwijderen niet van toepassing

is (83.06), als wanneer hij wel van toepassing is in het algemeen (25.33) . z score=-2.099,

sign=.018

ORTHOPEDISCHE MATERIALEN

Er is een significant verschil tussen de mean rank score van proefpersonen met orthopedische

materialen (68.29) en zonder orthopedische materialen (94.25) op sleep efficiency. z= -2.350,

p=.0095

EPILEPSIE SUBJECTIEF

Het verband tussen epilepsie volgens subjectieve beoordeling en sleep efficiency is ook bij de

nonparametrische technieken significant. z-waarde= -2.512, p waarde= .006. Iemand zonder

epilepsie heeft volgens deze analyse een lagere mean rank voor sleep efficiency (75.41) als

iemand met epilepsie (94.28)

Wanneer we kijken of toevalsvrij zijn of niet enige invloed heeft zien we dat de λ²-waarde

hier .959 is en de p-waarde .327, dus geen invloed van toevalsvrij zijn of niet.

Wanneer we kijken naar de frequentie van epilepsie, zien we dat hier ook geen invloed van is:

λ²-waarde=1.024, p-waarde = .795

Wanneer we kijken naar de intensiteit van epilepsie, zien we dat hier ook geen invloed van is:

λ²-waarde=5.111, p-waarde = .078

Besluit van sleep efficiency non parametrische technieken

Significant effect van Sleep efficiency

Zindelijkheid maart 09 Passieve zindelijkheid sign >mean rank sleep efficiency als

onzindelijk

Passief zindelijk sign > mean rank sleep efficiency als actief

zindelijk

LVE maart 09 Matig ernstige problemen sign >mean rank sleep efficiency als

niet van toepassing

Matig ernstige problemen sign >mean rank sleep efficiency als

minst ernstige problemen

Lavement 1-2 Van toepassing sign > mean rank sleep efficiency als niet van

toepassing

Lavement verzwaringen Systematisch lavement sign > mean rank sleep efficiency als geen

Manueel verwijderen van

stoelgang 1-2

Niet van toepassing sign > mean rank sleep efficiency als van

toepassing

Orthopedische materialen Geen gebruik sign > mean rank sleep efficiënt als bij gebruik

Epilepsie subjectief Epilepsie sign > mean rank sleep efficiëntie als geen epilepsie

Page 75: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

74

Sleep latency

λ² Asymp sign

Leeftijd 64.346 .313

Leeftijd categorie .638 .240

Geslacht 1.553 .013

Guy Vanden Boer 3.948 .151

Gezicht 1.192 .134

Motorische functiebeperking 2.781 .011

Transfer 8.944 .022

Ambulantie 2.690 .127

Trappen .624 .074

Rolstoel 1.929 .236

Mobiliteit buitenshuis .009 .943

Kleden ;593 .478

Communicatie 1.979 .147

Voeden 3.156 .105

Toiletgebruik 4.215 .038

Zindelijkheid 1.046 .019

CEP juiste jaartal 4.329 .198

Guy Vanden Boer maart 09 3.792 .122

Gezichtsvermogen 2.859 .036

Paralyse 1.852 .017

Transfer 7.699 .347

Ambulantie 3.569 .250

Trappen .982 .178

Rolstoel 2.323 .458

Mobiliteit buitenshuis .084 .881

Kleden .341 .727

Communicatie 3.767 .196

Voeden 3.967 .416

Toiletgebruik 6.109 .053

Zindelijkheid 7.192 .074

CEP maart 09 3.817 .183

Leen Vanermen 9.125 .770

Sta-apparaten 1-2 1.068 .301

Sta-apparaten met verzwaring 2.356 .798

Loophulp 1-2 .375 .540

Loophulp met verzwaring 2.311 .315

Orthopedische schoenen 1-2 2.698 .100

Orthopedische schoenen met

verzwaring

8.479 .388

Epilepsie 1-2 3.979 .046

Epilepsie met verzwaring 6.719 .567

Mondverzorging 1-2 .198 .656

Mondverzorging met verzwaring 1.772 .621

Zuurstof 1-2 2.979 .084

Page 76: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

75

Zuurstof met verzwaring / /

Wisselhouding ifv ademhaling 1-

2

.259 .610

Wisselhouding ifv ademhaling

met verzwaring

5.439 .066

Medicatie via de luchtweg 1-2 1.183 .277

Medicatie via de luchtweg met

verzwaring

6.164 .187

Parameters 1-2 .857 .355

Parameters met verzwaring / /

Infectieziekten 1-2 1.736 .188

Infectieziekten met verzwaring / /

Lavement 1-2 3.466 .063

Lavement met verzwaring 4.316 .116

Manueel verwijderen van

stoelgang 1-2

2.420 .120

Manueel verwijderen van

stoelgang met verzwaring

2.420 .298

Wondzorg 1-2 .487 .485

Wondzorg met verzwaring 1.050 .592

Anti-decubitusmaatregelen 1-2 .666 .414

Anti-decubitusmaatregelen met

verzwaring

9.645 .291

Ontwikkeling 9.260 .508

Welke arm .467 .494

Overdag rusten .353 .552

Moe/prikkelbaar .045 .832

Aanvallen van slaap 2.972 .085

Slaapverwekkende medicatie .004 .948

Orthopedische materialen 11.449 .001

Vrijheidsbeperkende

maatregelen

4.939 .026

Verstoring van de slaap 3.225 .073

Alleen op kamer 1.621 .203

Welke controle 2.952 .399

Storende geluiden .001 .976

Epilepsie subjectief .240 .624

Motorische handicap 3.384 .066

Niveau van functioneren 2.023 .732

Specifiek beeld ja of nee .911 .340

Specifiek beeld uitgebreid 8.994 .703

Specifiek beeld ass .671 .413

Specifiek beeld angelman .329 .566

Specifiek beeld Down .981 .322

Specifiek beeld Rett .736 .391

GESLACHT

Page 77: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

76

Er is een significant verband van sleep latency met geslacht als we nonparametrische anova

uitvoeren. De mean rank van mannelijk geslacht ligt hoger (100.05) als van vrouw zijn

(80.73). z-score is -2.488, eenzijdige p=.0065

MOTORISCHE FUNCTIEBEPERKING

Er is een significant verschil tussen de personen met geen of één motorische functiebeperking

en diegene met een functiebeperking aan 2 of meerdere ledematen. Ook de mann whitney u -

test bevestigt dit met een z-waarde van -2.532 en een p-waarde van 0.0055. Wanneer we

kijken naar de mean rank van deze twee groepen op sleep latency zien we dat de groep met

geen of één motorische functiebeperking 79.55 scoort op sleep latency en dus lagere waarden

heeft voor sleep latency dan de andere groep (99.81)

TRANSFER

Er is een significant verschil in sleep latency naargelang welke beperking je op vlak van

transfer hebt. Om na te gaan tussen welke groepen binnen transfer er precies een significant

verschil is, gebruiken we de mann whitney u test.

t sign

1-2 Volledig zelfstandig-met

hulpmiddelen

-2.276 .0115

1-3 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp

-.542 .294

1-4 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

-.406 .3425

1-5 Volledig zelfstandig-werkt niet mee -2.665 .004

2-3 Met hulpmiddelen-met menselijke

hulp

-1.985 .0235

2-4 Met hulpmiddelen-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

-1.826 .034

2-5 Met hulpmiddelen-werkt niet mee -1.747 .0405

3-4 Met menselijke hulp-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

-.059 .4765

3-5 Met menselijke hulp-werkt niet mee -1.371 .085

4-5 Met menselijke hulp en hulpmiddelen-

werkt niet mee

-1.209 .1135

Er is een significant verschil in sleep latency tussen iemand die zelfstandig een transfer kan

maken en iemand die daar helemaal afhankelijk voor is. De mean rank voor sleep latency

voor de eerste groep is 60.44, voor de laatste groep is het 79.49

Verder kan er ook een verschil gezien worden tussen de groep ‘met hulpmiddelen’ en volledig

zelfstandig, de mean rank voor met hulpmiddelen is significant hoger (89.00) als die van

volledig zelfstandig (45.56), de mean rank van met hulpmiddelen is ook significant hoger

(22.00), dan de mean rank van met menselijke hulp (11.64), hij is ook hoger (16,00) als met

menselijke hulp én hulpmiddelen (8,69), tenslotte is de mean rank van met hulpmiddelen ook

significant hoger (38,00) als werkt niet mee (21,76).

TOILETGEBRUIK

Page 78: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

77

t sign

1-3 Zelfstandig-met menselijke hulp -.862 .1945

1-4 Zelfstandig-geen gebruik van toilet -2.370 .009

3-4 Met menselijke hulp-geen gebruik van toilet -2.083 .0185

De mean rank van zelfstandig naar het toilet gaan is significant lager (29.58), dan wanneer je

geen gebruik maakt van het toilet (41.44).

Ook wanneer het toilet met menselijk hulp wordt gebruikt is de mean rank lager (66.84), dan

wanneer het toilet niet wordt gebruikt (82.60)

ZINDELIJKHEID

Er is een significant verschil in sleep latency wanneer we kijken naar de zindelijkheidsscores

t sign

1-2 Onzindelijk-passief zindelijk -1.006 .157

1-3 Onzindelijk-actief zindelijk -2.767 .003

2-3 Passief zindelijk-actief zindelijk -1.242 .107

De mean rank sleep latency is langer bij iemand die onzindelijk is (80.43), als bij iemand die

actief zindelijk (60.47)

GEZICHT

Hieruit zouden we kunnen afleiden dat er een significant verschil is in gezichtsvermogen

zoals gemeten in maart 09. Dit is echter een vreemd resultaat, aangezien dit toch een vrij

stabiel gegeven is en de verschillen tijdens de meting in het juiste jaartal niet significant

waren. Een blik op de data duidt aan dat van 3 proefpersonen de gegevens ten tijde van de

meting ontbrekend waren, ondertussen zijn die echter wel verzameld. Deze drie extra

gegevens zorgen voor de significantie van het verschil. De mean rank van iemand die blind is,

is hoger (111.05) als die van iemand die niet blind is (8519), z=-2.101, eenzijdige p=.018

MOTORISCHE FUNCTIEBEPERKING 09

Net zoals in het juiste jaartal is er een significant verschil in sleep latency naargelang aard van

functiebeperking. Ook de mann whitney U test bevestigd dit met een z-waarde van -2.379 en

een eenzijdige p-waarde van 0.0085. Proefpersonen met één of geen motorische

functiebeperking scoren beter op sleep latency (80.74) als mensen met twee of meer

functiebeperkingen (99.43)

EPILEPSIE 1-2

Wanneer we enkel kijken naar epilepsie wel of niet van toepassing, zonder de verzwaringen

mee te tellen, zien we dat iemand die epilepsie heeft een kleinere mean rank heeft op

slaaplatentie (68.39), dan iemand die geen epilepsie heeft (86.00). z-waarde=-1.995,

eenzijdige p=.023

ORTHOPEDISCHE MATERIALEN

Er is een significant verschil tussen proefpersonen met orthopedische materialen (122.48) en

zonder orthopedische materialen (85.10) op sleep latency. z= -3.384, eenzijdige p=.0005

VRIJHEIDSBEPERKENDE MAATREGELEN

Page 79: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

78

Er is een significant verschil tussen proefpersonen met vrijheidsbeperkende maatregelen

(101.71) en geen vrijheidsbeperkende maatregelen (83.85) op sleep latency. Z=-2.222,

eenzijdige p=.013

EPILEPSIE SUBJECTIEF

Het verband tussen epilepsie volgens subjectieve beoordeling en sleep latency is niet

significant.

Wanneer we kijken of toevalsvrij zijn of niet enige invloed heeft zien we dat de λ²-waarde

hier .057 is en de p-waarde .811, dus geen invloed van toevalsvrij zijn of niet.

Wanneer we kijken naar de frequentie van epilepsie, zien we dat hier ook geen invloed van is:

λ²-waarde=.4.686, p-waarde = .196

Er is ook geen effect van intensiteit van epilepsieaanval. λ²-waarde=4.870, p-waarde=.088.

Besluit van sleep latency

Significant effect van Sleep latency

Geslacht Vrouw sign< mean rank slaap latentie als man

Motorische functiebeperking Geen of 1 sign< mean rank slaaplatentie als 2 of meer

Transfer Volledig zelfstandig sign< mean rank slaaplatentie als volledig

afhankelijk

Volledig zelfstandig sign< mean rank slaaplatentie als met

hulpmiddelen

Met menselijke hulp sign < mean rank slaaplatentie als met

hulpmiddelen

Met menselijke hulp én hulpmiddelen sign < mean rank

slaaplatentie als met hulpmiddelen

Werkt niet mee sign < mean rank slaaplatentie als met

hulpmiddelen

Toilet zelfstandig naar het toilet significant lager < mean rank

slaaplatentie als geen gebruik

met menselijk hulp sign < mean rank slaaplatentie als geen

gebruik

Zindelijkheid Actief zindelijk sign< mean rank slaaplatentie als onzindelijkheid

Gezicht maart 09 Niet blind sign < mean rank slaaplatentie als blind

Motorische functiebep maart

09

Geen of 1 sign< mean rank slaaplatentie als 2 of meer

Epilepsie 1-2 Van toepassing sign< mean rank slaaplatentie als niet van

toepassing

Orthopedische materialen Geen orthopedische materialen sign<mean rank slaaplatentie als

wel orthopedische materialen

Vrijheidsbeperkende

maatregelen

Geen vrijheidsbeperkende maatregelen sign <mean rank

slaaplatentie als wel vrijheidsbeperkende maatregelen

Fragmentation index

λ² Asymp sign

Leeftijd 56.854 .661

Page 80: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

79

Leeftijd categorie .327 .849

Geslacht 1.782 .182

Guy Vanden Boer 10.655 .031

Gezicht .458 .499

Motorische functiebeperking 7.588 .006

Transfer 11.956 .018

Ambulantie 9.419 .051

Trappen 1.380 .240

Rolstoel 1.700 .637

Mobiliteit buitenshuis .020 .888

Kleden 1.460 .834

Communicatie 2.065 .724

Voeden 2.162 .706

Toiletgebruik 5.882 .053

Zindelijkheid 1.810 .405

CEP juiste jaartal 7.911 .095

Guy Vanden Boer maart 09 5.324 .256

Gezichtsvermogen 1.083 .298

Paralyse 4.340 .037

Transfer 10.634 .031

Ambulantie 6.910 .141

Trappen 3.276 .070

Rolstoel 4.021 .403

Mobiliteit buitenshuis 1.206 .272

Kleden 1.832 .767

Communicatie 6.546 .162

Voeden 5.895 .207

Toiletgebruik 8.153 .037

Zindelijkheid 11.330 .003

CEP maart 09 8.827 .116

Leen Vanermen 5.240 .155

Sta-apparaten 1-2 .241 .624

Sta-apparaten met verzwaring 1.885 .865

Loophulp 1-2 .087 .768

Loophulp met verzwaring 7.150 .028

Orthopedische schoenen 1-2 .280 .597

Orthopedische schoenen met

verzwaring

6.773 .561

Epilepsie 1-2 .119 .730

Epilepsie met verzwaring 8.968 .345

Mondverzorging 1-2 .004 .951

Mondverzorging met verzwaring .014 1.000

Zuurstof 1-2 .513 .474

Zuurstof met verzwaring / /

Wisselhouding ifv ademhaling 1-

2

.168 .682

Wisselhouding ifv ademhaling

met verzwaring

.647 .724

Medicatie via de luchtweg 1-2 .041 .840

Page 81: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

80

Medicatie via de luchtweg met

verzwaring

4.561 .335

Parameters 1-2 1.880 .170

Parameters met verzwaring / /

Infectieziekten 1-2 .006 .941

Infectieziekten met verzwaring / /

Lavement 1-2 5.635 .018

Lavement met verzwaring 6.816 .033

Manueel verwijderen van

stoelgang 1-2

.858 .354

Manueel verwijderen van

stoelgang met verzwaring

1.245 .536

Wondzorg 1-2 4.243 .039

Wondzorg met verzwaring 5.353 .069

Anti-decubitusmaatregelen 1-2 .424 .515

Anti-decubitusmaatregelen met

verzwaring

6.314 .612

Ontwikkeling 6.039 .812

Welke arm 1.287 .257

Overdag rusten 1.455 .228

Moe/prikkelbaar 1.248 .264

Aanvallen van slaap .289 .591

Slaapverwekkende medicatie .883 .347

Orthopedische materialen 4.066 .044

Vrijheidsbeperkende maatregelen -1.301 .254

Verstoring van de slaap .407 .524

Alleen op kamer 1.994 .158

Welke controle 2.530 .470

Storende geluiden .364 .546

Epilepsie subjectief .933 .334

Motorische handicap 9.278 .002

Niveau van functioneren 3.208 .524

Specifiek beeld ja of nee .705 .401

Specifiek beeld uitgebreid 8.075 .779

Specifiek beeld ass 1.518 .218

Specfiek beeld angelman .856 .355

Specifiek beeld Down .537 .464

Specifiek beeld Rett .267 .605

GUY VANDEN BOER

Er is een significant verband met van de score op de schaal Guy Vanden Boer met

fragmentation index

t sign

11-28 -.097 .4615

11-46 -.695 .2435

11-64 -.951 .171

Page 82: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

81

11-101 -1.322 .093

28-46 -1.131 .129

28-64 -1.369 .0855

28-101 -2.228 .013

46-64 -1.886 .0295

46-101 -2.831 .00025

64-101 -.569 .2845

Iemand die score 28 heeft op de schaal Guy Vanden Boer heeft scoort beter op mean rank

fragmentation index (43.67)als iemand die vanden boer score 101 (56.60) heeft. Iemand die

vanden Boer score 46 heeft scoort beter op fragmentation index (30,97) als iemand die 64

scoort (40,64). Iemand die Vanden Boer 46 heeft scoort beter op fragmentation index

(36.39) als iemand die 101 scoort (51.68).

MOTORISCHE FUNCTIEBEPERKING

Er is een significant verschil tussen de personen met geen of één motorische functiebeperking

en diegene met een functiebeperking aan 2 of meerdere ledematen. Ook de mann whitney u

test bevestigt dit met een z-waarde van -2.755 en een eenzijdige p-waarde van 0.003.

Wanneer we kijken naar de mean rank van deze twee groepen op fragmentation index zien we

dat de groep met geen of één motorische functiebeperking 78.94 scoort op fragmentation

index en de andere groep gemiddeld 100.97

TRANSFER

Er is een significant verschil in fragmentation index naargelang welke beperking je op vlak

van transfer hebt. Om na te gaan tussen welke groepen binnen transfer er precies een

significant verschil is, gebruiken we mann whitney u-test.

t sign

1-2 Volledig zelfstandig-met

hulpmiddelen

-1.767 .0385

1-3 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp

-.187 .426

1-4 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

-.750 .2265

1-5 Volledig zelfstandig-werkt niet mee -2.871 .003

2-3 Met hulpmiddelen-met menselijke

hulp

-1.985 .0235

2-4 Met hulpmiddelen-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

-1.686 .046

2-5 Met hulpmiddelen-werkt niet mee -1.268 .1025

3-4 Met menselijke hulp-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

-.798 .2125

3-5 Met menselijke hulp-werkt niet mee -1.831 .0335

4-5 Met menselijke hulp en

hulpmiddelen-werkt niet mee

-2.114 .0175

Er is een significant verschil in fragmentation index tussen iemand die zelfstandig een transfer

kan maken en iemand die daar helemaal afhankelijk voor is. De mean rank voor

fragmentation index voor de eerste groep is 60.29, voor de laatste groep is het gemiddelde

79.81

Page 83: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

82

Er is een significant verschil in fragmentation index tussen de groep met hulpmiddelen en drie

van de andere groepen. De fragmentation index van met hulpmiddelen is veel groter (79,50)

dan wanneer zelfstandig de transfer wordt gedaan (45,77). Ook de mean rank fragmentation

index van iemand die met hulpmiddelen een transfer doet is veel hoger (22.00) als die van

iemand die dit met menselijke hulp doet (11.64). Ten derde is de mean rank fragmentation

index van iemand die met hulpmiddelen een transfer doet veel hoger (15,5) als die van

iemand die dit met menselijke hulp én hulpmiddelen doet.

Tenslotte iemand die met menselijke hulp heeft een lagere fragmentation index (26,6) als

iemand die niet mee werkt (35,58). De fragmentatie-index van iemand die met menselijke

hulp én hulpmiddelen een transfer doet is ook lager (21.91) als die van iemand die daar

volledig afhankelijk van is (32.39).

MOTORISCHE FUNCTIEBEPERKING 09

Net zoals in het juiste jaartal is er een significant verschil in fragmentation index naargelang

aard van functiebeperking. Ook de man whitney u test bevestigd dit met een z-waarde van -

2.083 en een eenzijdige p-waarde van 0.0185. Proefpersonen met één of geen motorische

functiebeperking scoren beter op fragmentation index (81.64) als mensen met twee of meer

functiebeperkingen (98.01)

TRANSFER 09

Ook in de scores van maart 09 is er een significant verschil in fragmentation index naargelang

welke beperking je op vlak van transfer hebt.

t sign

1-2 Volledig zelfstandig-met

hulpmiddelen

-1.899 .029

1-3 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp

-.885 .188

1-4 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

-.303 .381

1-5 Volledig zelfstandig-werkt niet mee -2.267 .0115

2-3 Met hulpmiddelen-met menselijke

hulp

-2.122 .017

2-4 Met hulpmiddelen-met menselijke hulp

en hulpmiddelen

-1.254 .105

2-5 Met hulpmiddelen-werkt niet mee -.972 .1655

3-4 Met menselijke hulp-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

-.024 .4905

3-5 Met menselijke hulp-werkt niet mee -2.479 .0065

4-5 Met menselijke hulp en hulpmiddelen-

werkt niet mee

-1.395 .0815

Er is een significant verschil in fragmentation index tussen iemand die zelfstandig een transfer

kan maken en iemand die daar helemaal afhankelijk voor is. De mean score voor

fragmentation index voor de eerste groep is 57.93, voor de laatste groep is de mean score

73.04

Verder kan er ook een verschil gezien worden tussen de groep ‘met hulpmiddelen’ en twee

andere groepen. De fragmentation index van iemand die met hulpmiddelen een transfer doet

is hoger (62,00), dan deze van iemand die dit zelfstandig doet (39,37). De fragmentation

Page 84: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

83

index van iemand die met hulpmiddelen een transfer doet is ook veel hoger (25.00) als die van

iemand die dit met menselijke hulp doet (14.67).

Tenslotte iemand die met menselijke hulp een transfer doet heeft een lagere fragmentation

index (30.76)als iemand die daar volledig afhankelijk van is(44.13).

TOILET 09

Bij de scores van maart 09 is er een invloed op fragmentation index

t sign

1-3 Zelfstandig-met menselijke hulp -.549 .2915

1-4 Zelfstandig-geen gebruik van toilet -1.334 .091

3-4 Met menselijke hulp-geen gebruik van toilet -2.647 .004

Als je geen gebruik maakt van het toilet is je fragmentation index sowieso significant hoger

(93.77) als wanneer je met menselijke hulp naar het toilet gaat (72.5)

ZINDELIJKHEID 09

Er is een significant verschil in fragmentation index wanneer we kijken naar de

zindelijkheidsscores van maart 09.

t sign

1-2 Onzindelijk-passief zindelijk -3.163 .001

1-3 Onzindelijk-actief zindelijk -.286 .3875

2-3 Passief zindelijk-actief zindelijk -2.882 .002

De fragmentation index is significant hoger bij iemand die onzindelijk is (73.81) als bij

iemand die passief zindelijk is (49.66). Iemand die passief zindelijk is heeft een betere

fragmentatie-index (30.60) dan iemand die actief zindelijk is (45.24).

LOOPHULP VERZWARINGEN

Wanneer we kijken naar de verbanden van fragmentation index met loophulpen met

verzwaring, zien we:

t sign

1-2 Niet van toepassing-van toepassing -2.349 .0095

1-3 Niet van toepassing-met constante begeleiding -1.287 .099

2-3 Van toepassing-met constante begeleiding -1.852 .032

De fragmentatie-index van iemand die loophulp heeft zonder verzwaring is significant kleiner

(4.00), dan deze van iemand die geen loophulp heeft (80.97). De fragmentatie-index van

iemand met loophulp, zonder verzwaring is ook significant kleiner (1,50) als die van loophulp

mét verzwaring (4,50)

LAVEMENTEN

Iemand die lavementen krijgt, heeft een lagere fragmentatie index (57.84) dan iemand die er

geen krijgt (85.19), z=-2.37, eenzijdige p=.009

z-test met verzwaringen

Page 85: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

84

z Asymp sign

1-2 Niet van toepassing-van toepassing -1.78 .037

1-3 Niet van toepassing-systematisch -1.987 .0235

2-3 Van toepassing-systematisch -1.006 .157

Wanneer we meer in detail kijken zien we dat wanneer lavementen niet van toepassing zijn de

fragmentatie index hoger is (82,68) als wanneer ze wel van toepassing zijn (60,88). Ook

wanneer systematisch lavementen gegeven worden is de mean rank van fragmentation index

lager is (25.67) als wanneer geen lavementen (75.01) gegeven worden.

CHRONISCHE WONDZORG 1-2

Iemand die chronische wondzorg krijgt, heeft een lagere fragmentatie-index (50.50), dan

iemand die er geen krijgt (83.84) z=-2.060 eenzijdige p=.00195

ORTHOPEDISCHE MATERIALEN

Er is een significant verschil tussen proefpersonen met orthopedische materialen (109.56) en

zonder orthopedische materialen (87.28) op fragmentation index z= -2.016, eenzijdige p=.022

EPILEPSIE SUBJECTIEF

Het verband tussen epilepsie volgens subjectieve beoordeling en fragmentatie is niet

significant.

Wanneer we kijken of toevalsvrij zijn of niet enige invloed heeft zien we dat de λ²-waarde

hier 2.284is en de p-waarde .131, dus geen invloed van toevalsvrij zijn of niet.

Wanneer we kijken naar de frequentie van epilepsie, zien we dat hier ook geen invloed van is:

λ²waarde=.1.00, p-waarde = .801

Er is ook geen effect van intensiteit van epilepsieaanval. λ²-waarde=2.295, p-waarde=.317

MOTORISCHE HANDICAP

Er is een significant verschil in fragmentatie-index wanneer iemand een motorische handicap

heeft. z-waarde=-3.046, eenzijdige p-waarde=.001 iemand die een motorische handicap heeft,

heeft een significant hogere score voor fragmentatie-index (94.70), als iemand die er geen

heeft (71.95).

De soort motorische handicap maakt geen significant verschil uit: λ²=6.336, p=.706

Besluit van fragmentatie-index

Significant effect van fragmentatie index

Guy Vanden Boer juiste

jaartal

Guy Vanden Boer 28 sign< mean rank fragmentatie-index als guy

vanden boer 101

Guy Vanden Boer 46 sign< mean rank fragmentatie-index als guy

vanden boer 64

Guy Vanden Boer 46 sign< mean rank fragmentatie-index als guy

vanden boer 101

Motorische functiebeperking Geen of 1 sign<mean rank fragmentatie-index als 2 of meer

Transfer Volledig zelfstandig sign< mean rank fragmentatie-index als

volledig afhankelijk

Volledig zelfstandig sign< mean rank fragmentatie-index als met

Page 86: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

85

hulpmiddelen

Met menselijke hulp sign< mean rank fragmentatie-index als met

hulpmiddelen

Met menselijke hulp én hulpmiddelen sign< mean rank

fragmentatie-index als met hulpmiddelen

Met menselijke hulp sign< mean rank fragmentatie-index als

volledig afhankelijk

Met hulpmiddelen en menselijke hulp sign< mean rank

fragmentatie-index als volledig afhankelijk

Motorische functiebeperking

maart 09

Geen of 1 sign< mean rank fragmentatie-index als 2 of meer

Tranfer maart 09 Volledig zelfstandig sign< mean rank fragmentatie-index als

volledig afhankelijk

Volledig zelfstandig sign< mean rank fragmentatie-index als met

hulpmiddelen

Met menselijke hulp sign< mean rank fragmentatie-index als met

hulpmiddelen

Met menselijke hulp sign< mean rank fragmentatie-index als

volledig afhankelijk

Toilet Met menselijke hulp < mean rank fragmentatie-index als geen

gebruik

Zindelijkheid Passief zindelijk sign< mean rank fragmentatie-index als

onzindelijkheid

Passief zindelijk sign< mean rank fragmentatie-index als actief

zindelijk

Loophulp verzwaring Met loophulp sign < mean rank fragmentatie-index als zonder

loophulp

Met loophulp sign < mean rank fragmentatie-index als met

loophulp én verzwaring

Lavement 1-2 Van toepassing sign < mean rank fragmentation index als niet van

toepassing

Lavement verzwaringen Lavementen sign < mean rank fragmentation index als geen

lavementen

systematisch lavementen sign < mean rank fragmentation index als

geen lavementen

Wondzorg 1_2 Van toepassing sign < mean rank fragmentation als niet van

toepassing

Orthopedische materialen Geen orthopedische materialen sign<mean rank fragmenatie index

als wel orthopedische materialen

Motorische handicap Geen motorische handicap sign <mean rank fragmentatie -index

als wel motorische handicap

Actual sleep time

λ² Asymp sign

Leeftijd 63.665 .418

Leeftijd categorie 30.39 .219

Geslacht 1.217 .270

Page 87: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

86

Guy Vanden Boer 6.831 .145

Gezicht .000 1.000

Motorische functiebeperking 1.607 .205

Transfer 6.543 .162

Ambulantie 5.136 .274

Trappen 5.370 .020

Rolstoel 10.525 .015

Mobiliteit buitenshuis 3.752 .053

Kleden 16.133 .003

Communicatie 3.637 .457

Voeden 15.217 .004

Toiletgebruik 8.065 .018

Zindelijkheid 5.218 .074

CEP juiste jaartal 1.954 .744

Guy Vanden Boer maart 09 8.030 .090

Gezichtsvermogen .454 .500

Paralyse 2.204 .138

Transfer 10.845 .028

Ambulantie 8.132 .087

Trappen 4.308 .038.

Rolstoel 11.569 .021

Mobiliteit buitenshuis .341 .559

Kleden 16.189 .003

Communicatie 5.834 .212

Voeden 15.136 .004

Toiletgebruik 4.713 .194

Zindelijkheid 10.164 .006

CEP maart 09 3.625 .605

Leen Vanermen 23.562 .000

Sta-apparaten 1-2 6.812 .009

Sta-apparaten met verzwaring 9.018 .108

Loophulp 1-2 2.447 .118

Loophulp met verzwaring 5.412 .067

Orthopedische schoenen 1-2 4.251 .039

Orthopedische schoenen met

verzwaring

9.977 .267

Epilepsie 1-2 -3.249 .001

Epilepsie met verzwaring 15.431 .050

Mondverzorging 1-2 3.794 .051

Mondverzorging met verzwaring 4.342 .227

Zuurstof 1-2 1.800 .180

Zuurstof met verzwaring / /

Wisselhouding ifv ademhaling 1-

2

1.497 .221

Wisselhouding ifv ademhaling

met verzwaring

1.901 .387

Medicatie via de luchtweg 1-2 .854 .356

Medicatie via de luchtweg met

verzwaring

3.460 .484

Page 88: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

87

Parameters 1-2 1.725 .189

Parameters met verzwaring / /

Infectieziekten 1-2 .000 .983

Infectieziekten met verzwaring / /

Lavement 1-2 3.903 .048

Lavement met verzwaring 6.080 .048

Manueel verwijderen van

stoelgang 1-2

.099 .753

Manueel verwijderen van

stoelgang met verzwaring

3.542 .170

Wondzorg 1-2 1.236 .266

Wondzorg met verzwaring 1.589 .452

Anti-decubitusmaatregelen 1-2 11.808 .001

Anti-decubitusmaatregelen met

verzwaring

18.013 .021

Ontwikkeling 7.208 .706

Welke arm .136 .713

Overdag rusten .755 .385

Moe/prikkelbaar .092 .761

Aanvallen van slaap .618 .432

Slaapverwekkende medicatie 2.925 .087

Orthopedische materialen .001 .976

Vrijheidsbeperkende maatregelen 1.295 .255

Verstoring van de slaap 4.279 .039

Alleen op kamer .220 .639

Welke controle 3.010 .390

Storende geluiden .783 .376

Epilepsie subjectief 7.357 .007

Motorische handicap .596 .440

Niveau van functioneren 14.681 .005

Specifiek beeld ja of nee .579 .447

Specifiek beeld uitgebreid 9.206 .685

Specifiek beeld ass .102 .749

Specfiek beeld angelman .133 .715

Specifiek beeld Down .920 .337

Specifiek beeld Rett .583 .445

TRAPPEN

Iemand die geen trappen doet heeft een hogere mean rank actual sleep time (96.27) als

iemand die er wel doet (78.58) z=-2.317, eenzijdige p=.010

ROLSTOEL

z Asymp

sign

1-4 Gebruikt (dagdagelijks) geen rolstoel- Gebruikt rolstoel met

menselijke hulp maar zonder verdere hulpmiddelen

-.027 .4895

Page 89: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

88

1-5 Gebruikt (dagdagelijks) geen rolstoel-Gebruikt rolstoel met

menselijke hulp en hulpmiddelen

-1.115 .1325

1-6 Gebruikt (dagdagelijks) geen rolstoel -Wordt gereden in

rolstoel en werkt in het geheel niet mee

-3.144 .001

4-5 Gebruikt rolstoel met menselijke hulp maar zonder verdere

hulpmiddelen- Gebruikt rolstoel met menselijke hulp en

hulpmiddelen

-.756 .225

4-6 Gebruikt rolstoel met menselijke hulp en hulpmiddelen- Wordt

gereden in rolstoel en werkt in het geheel niet mee

-1.085 .139

5-6 Gebruikt rolstoel met menselijke hulp en hulpmiddelen -Wordt

gereden in rolstoel en werkt in het geheel niet mee

-.193 .4235

Iemand die in een rolstoel zit en niet meewerkt, heeft een hogere mean rank actual sleep

(91.01) als iemand die geen rolstoel gebruikt( 67.66)

KLEDEN

t sign

1-2 Volledig zelfstandig-met beperkte hulp -.920 .1785

1-3 Volledig zelfstandig-met verbale

activering

-.609 .271

1-4 Volledig zelfstandig-wordt gekleed,

met medewerking

-1.469 .071

1-5 Volledig zelfstandig-wordt gekleed,

zonder medewerking

-2.174 .015

2-3 Met beperkte hulp-verbale activering -.137 .4455

2-4 Met beperkte hulp-wordt gekleed

met medewerking

-2.130 .0165

2-5 Met beperkte hulp- wordt gekleed,

zonder medewerking

-3.584 .000

3-4 verbale activering- wordt gekleed met

medewerking

-.954 .170

3-5 verbale activering- wordt gekleed,

zonder medewerking

-2.323 .010

4-5 verbale activering- wordt gekleed,

zonder medewerking

-1.594 .0555

De mean rank actual sleep van iemand die zich volledig zelfstandig kleedt is kleiner (21.44)

dan die van iemand die wordt gekleed (37.03). de mean rank van iemand die zich kleedt met

beperkte hulp is kleiner (33.24), als van iemand die wordt gekleed met medewerking van de

persoon (45.05). de mean rank van iemand die zich kleedt met beperkte hulp is kleiner (30.21)

als die van iemand die wordt gekleed zonder medewerking (51.17). De mean rank tenslotte

van iemand die verbaal geactiveerd wordt is kleiner (31.41) dan iemand die wordt gekleed

zonder medewerking (45.20)

t sign

1-2 Volledig zelfstandig-met voorbereidende hulp -.909 .1815

1-3 Volledig zelfstandig-met gedeeltelijke hulp -2.077 .019

Page 90: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

89

1-4 Volledig zelfstandig-wordt gevoed -1.752 .040

1-5 Volledig zelfstandig-sondevoeding -3.109 .001

2-3 Met voorbereidende hulp-met gedeeltelijke

hulp

-2.196 .014

2-4 Met voorbereidende hulp-wordt gevoed -1.536 .0625

2-5 Met voorbereidende hulp-sondevoeding -3.192 .0005

3-4 Met gedeeltelijke hulp-wordt gevoed -.779 .218

3-5 Met gedeeltelijke hulp-sondevoeding -1.006 .1575

4-5 Wordt gevoed-sondevoeding -1.791 .0365

De mean rank actual sleep time is lager als je volledig zelfstandig eet (14.31) dan als je met

gedeeltelijke hulp eet (22.20), de mean rank is ook lager als je zelfstandig eet (23,35), dan als

je wordt gevoed krijgt (33,07), de mean rank is ook lager als je zelfstandig eet (9.31), dan als

je sondevoeding krijgt (19.00). De mean rank is lager als je met voorbereidende hulp eet

(44.80) dan als je met gedeeltelijke hulp eet (59.02), de mean rank ook lager als je met

voorbereidende hulp eet (39.55) dan als je sondevoeding krijgt (62.20). Tenslotte is de mean

rank voor actual sleep time ook lager als je wordt gevoed dan als je sondevoeding krijgt

TOILETGEBRUIK

t sign

1-3 Zelfstandig-met menselijke hulp -2.583 .005

1-4 Zelfstandig-geen gebruik van toilet -2.536 .0055

3-4 Met menselijke hulp-geen gebruik van toilet -.608 .2715

Als je zelfstandig naar het toilet gaat is je slaaptijd korter (49.92) dan als je met menselijke

hulp naar het toilet gaat (70.18). Als je zelfstandig naar het toilet gaat is je slaaptijd korter

(29.10) dan als je eigen gebruik maakt van het toilet (41.79)

TRANSFER 09

t sign

1-2 Volledig zelfstandig-met hulpmiddelen -1.545 .061

1-3 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp

-1.698 .0445

1-4 Volledig zelfstandig-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

-2.073 .019

1-5 Volledig zelfstandig-werkt niet mee -2.280 .0115

2-3 Met hulpmiddelen-met menselijke

hulp

-1.650 .0495

2-4 Met hulpmiddelen-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

-1.791 .0365

2-5 Met hulpmiddelen-werkt niet mee -1.783 .0375

3-4 Met menselijke hulp-met menselijke

hulp en hulpmiddelen

-.506 .3065

3-5 Met menselijke hulp-werkt niet mee -.089 .4645

4-5 Met menselijke hulp en hulpmiddelen-

werkt niet mee

-.432 .333

Page 91: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

90

De mean rank actual sleep is lager bij iemand die zelfstandig een transfer maak t(49,02), dan

bij iemand die dit doet met menselijke hulp (60,39).De mean rank actual sleep is ook lager bij

iemand die zelfstandig een transfer maakt (44.26), dan bij iemand die dit doet met menselijke

hulp en hulpmiddelen (59.26) . De mean rank actual sleep is ook korter bij iemand die

zelfstandig een transfer maakt (57.90), dan bij iemand die dit niet kan (73.09) .

Vervolgens is de mean rank actual sleep lager bij met hulpmiddelen dan bij drie andere

groepen (mean rank actual sleep met hulpmiddelen resp: 9,00-6,00-14,25): met menselijke

hulp (17,04), met menselijke hulp én hulpmiddelen (12,18) en werkt niet mee (29,08)

TRAPPEN 09

Iemand die geen trappen doet heeft een hogere mean rank actual sleep time (95.99) als

iemand die er wel doet (80.10) z=-2.076, eenzijdige p=.019

ROLSTOEL 09

z Asymp

sign

1-4 Gebruikt (dagdagelijks) geen rolstoel- Gebruikt rolstoel met

menselijke hulp maar zonder verdere hulpmiddelen

-.148 .441

1-5 Gebruikt (dagdagelijks) geen rolstoel-Gebruikt rolstoel met

menselijke hulp en hulpmiddelen

-.549 .2915

1-6 Gebruikt (dagdagelijks) geen rolstoel -Wordt gereden in

rolstoel en werkt in het geheel niet mee

-3.013 .00115

4-5 Gebruikt rolstoel met menselijke hulp maar zonder verdere

hulpmiddelen- Gebruikt rolstoel met menselijke hulp en

hulpmiddelen

-.362 .3585

4-6 Gebruikt rolstoel met menselijke hulp en hulpmiddelen- Wordt

gereden in rolstoel en werkt in het geheel niet mee

-1.233 .109

5-6 Gebruikt rolstoel met menselijke hulp en hulpmiddelen -Wordt

gereden in rolstoel en werkt in het geheel niet mee

-.881 .189

Iemand die in een rolstoel zit en niet meewerkt heeft een hogere mean rank actual sleep

(86.40) als iemand die geen rolstoel gebruikt( 64.61)

KLEDEN 09

t sign

1-2 Volledig zelfstandig-met beperkte hulp -.696 .243

1-3 Volledig zelfstandig-met verbale

activering

-.990 .161

1-4 Volledig zelfstandig-wordt gekleed,

met medewerking

-1.128 .1295

1-5 Volledig zelfstandig-wordt gekleed,

zonder medewerking

-1.811 .035

2-3 Met beperkte hulp-verbale activering -1.429 .0765

2-4 Met beperkte hulp-wordt gekleed

met medewerking

-2.165 .012

2-5 Met beperkte hulp- wordt gekleed,

zonder medewerking

-3.569 .000

Page 92: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

91

3-4 verbale activering- wordt gekleed met

medewerking

-.231 .4085

3-5 verbale activering- wordt gekleed,

zonder medewerking

-1.751 .040

4-5 W gekleed met medewerking- wordt

gekleed, zonder medewerking

-2.046 .0205

De mean rank van actual sleep voor wordt gekleed zonder medewerking is significant groter

als van alle andere groepen,( respectievelijk 40,57, 52,89, 45,84, 69,55): zelfstandig (25,44),

met beperkte hulp (30,06), verbale activering (34,00) en met medewerking van de persoon

(56,18)

De mean rank van wordt gekleed met medewerking is hoger (44,84), als die van met beperkte

hulp (31,88)

VOEDEN 09

t sign

1-2 Volledig zelfstandig-met voorbereidende hulp -.239 .4055

1-3 Volledig zelfstandig-met gedeeltelijke hulp -.945 .1725

1-4 Volledig zelfstandig-wordt gevoed -1.172 .1205

1-5 Volledig zelfstandig-sondevoeding -2.860 .002

2-3 Met voorbereidende hulp-met gedeeltelijke hulp -2.027 .0215

2-4 Met voorbereidende hulp-wordt gevoed -1.812 .035

2-5 Met voorbereidende hulp-sondevoeding -3.769 .000

3-4 Met gedeeltelijke hulp-wordt gevoed -.365 .3575

3-5 Met gedeeltelijke hulp-sondevoeding -.983 .163

4-5 Wordt gevoed-sondevoeding -1.766 .0385

De mean rank actual sleep time is hoger wanneer je sondevoeding krijgt dan in drie andere

groepen (respectievelijk: 18.75, 63.43,41.68): zelfstandig eten (9,00), met voorbereidende

hulp eten (38,93), wordt gevoed (32,28)

de mean rank actual sleep time is korter als je met voorbereidende hulp eet (44.80) dan als je

met gedeeltelijke hulp eet (57.48). de mean rank actual sleep time is ook koter als je met

voorbereidende hulp eet (54,18), dan als je wordt gevoed (65,69)

ZINDELIJKHEID 09

Er is een significant verschil in fragmentation index wanneer we kijken naar de

zindelijkheidsscores van maart 09.

z sign

1-2 Onzindelijk-passief zindelijk -.585 .2795

1-3 Onzindelijk-actief zindelijk -2.681 .0035

2-3 Passief zindelijk-actief zindelijk -3.095 .001

De actual sleep time is significant lager bij iemand die actief zindelijk is (56.22) als bij

iemand onzindelijk (76.41). de mean rank actual sleep time is ook lager bij iemand die actief

zindelijk is (31.26) als bij iemand die passief zindelijk is (46.99)

LVE

Page 93: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

92

z sign

0-4 -1.752 .040

0-8 -4.022 .000

0-39 -3.757 .000

4-8 -1.675 .047

4-39 -1.332 .0915

8-39 -.393 .347

De actual sleep time van mensen zonder (para)medisch verzorgende handelingen is korter dan

deze van de drie overige groepen (respectievelijk: 52.24, 47.67, 46.41):mensen met lichte

problemen op dit vlak (64,20), mensen met matige (75.22 ) problemen op dit vlak, mensen

met ernstige (72.79 ) problemen op dit vlak. Tenslotte is de mean rank actual sleep time ook

hoger bij mensen met matige problemen (33,81) als bij mensen met lichte problemen.

STA_APPARATEN 1-2

Iemand waarvoor een sta-apparaat niet van toepassing is, heeft een korte actual sleep time

(77.29) als iemand waarvoor sta-apparaten wel van toepassing is (103.50). z=-2.610,

eenzijdige p=.0045

ORTHOPEDISCHE SCHOENEN 1-2

Iemand met orthopedische schoenen heeft een langere mean rank 92.39, dan iemand zonder

(76.41). z=-2,062, eenzijdige p: 0.0195

EPILEPSIE 1-2

Iemand met epilepsie heeft een langere actual sleep time (104.16) als iemand zonder epilepsie

(75.49). z=-3,249, eenzijdige p=.0005

LAVEMENTEN

Iemand die lavementen krijgt, heeft een langere actual sleep time (102.11) dan iemand die er

geen krijgt (79.35), z=-1.975, eenzijdige p=.024

z-test met verzwaringen

z Asymp sign

1-2 Niet van toepassing-van toepassing -1.251 .1055

1-3 Niet van toepassing-systematisch -2.219 .013

2-3 Van toepassing-systematisch -1.006 .157

Wanneer we meer in de detail kijken zien we dat wanneer systematisch lavementen gegeven

worden de mean rank van actual sleep hoger is (128) als wanneer geen lavementen (72.88)

gegeven worden.

ANTI-DECUBITUSMAATREGELEN

Iemand die geen anti-decubitusmaatregelen krijgt heeft een kortere actual sleep time (74.96),

dan iemand die er wel krijgt (107.38). z=-3,436, eenzijdige p=.0005

Wanneer we ook naar de verzwaringen kijken:

t sign

1-2 Niet van toepassing-van toepassing -2.220 .013

1-3 Niet van toepassing-bemoeilijkt -1.389 .0825

Page 94: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

93

1-4 Niet van toepassing-extra materiaal -.104 .4585

1-9 Niet van toepassing-bemoeilijkt+extra materiaal+meer als

2maal per dag

-3.047 .001

2-3 van toepassing-bemoeilijkt -1.348 .089

2-4 van toepassing-extra materiaal -1.529 .063

2-9 van toepassing-bemoeilijkt+extra materiaal+meer als 2maal per

dag

-1.317 .094

3-4 Bemoeilijkt-extra materiaal -.618 .2685

3-9 Bemoeilijkt-bemoeilijkt+extra materiaal+meer als 2maal per

dag

-2.469 .007

4-9 Extra materiaal-bemoeilijkt+extra materiaal+meer als

2maal per dag

-2.205 .0135

Bij de combinatie van de drie verzwaringen bij sta-apparaten is de actual sleep time langer

(respectievelijk 121.20,11.20,6.80), als bij niet van toepassing (66.49 bij enkel de verzwaring

bemoeilijkt (5.44) en bij enkel de verzwaring extra materiaal (2.75).

Wanneer anti-decubitusmaatregelen louter van toepassing zijn is de mean rank actual sleep

langer (100.69) dan wanneer ze niet van toepassing zijn (68.13)

VERSTORING VAN DE SLAAP

Iemand waarvan de slaap verstoord wordt door andere bewoners, door licht of geluid heeft

een langere actual sleep time (105.29), als iemand waarbij dit niet het geval is (86.14). z=-

2.069, EENZIJDIGE p=.0195

EPILEPSIE SUBJECTIEF

Het verband tussen epilepsie volgens subjectieve beoordeling en actual sleep time is

significant. Iemand die epilepsie heeft, slaap langer (95.11), dan iemand zonder epilepsie

(74.73) z=-2.712, eenzijdige p=.0035

Wanneer we kijken of toevalsvrij zijn of niet enige invloed heeft zien we dat de λ²-waarde

hier .245 is en de p-waarde .621,dus geen invloed van toevalsvrij zijn of niet.

Wanneer we kijken naar de frequentie van epilepsie, zien we dat hier ook geen invloed van is:

λ²-waarde=.511, p-waarde = .916

Er is geen effect van intensiteit van epilepsieaanval. λ²-waarde=4.118, p-waarde=.128

NIVEAU VAN FUNCTIONEREN

t sign

1-2 Lm-mm -.943 .173

1-3 Lm-em -.258 .398

1-4 Lm-dm -.949 .1715

1-5 Lm-onbekend -.926 .1775

2-3 mm-em -.804 .211

2-4 mm-dm -1.964 .0245

2-5 mm-onbekend -1.080 .140

3-4 Em-dm -2.984 .0015

3-5 Em-onbekend -1.237 .108

4-5 Dm-onbekend -1.766 .0385

Page 95: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

94

Iemand met een diep verstandelijke handicap heeft een langere slaaptijd (respectievelijk

69.27,81.45, 66.04)als iemand met een matig verstandelijke handicap (42.94), ernstig

verstandelijke handicap (53.57) of iemand waarvan de handicap niet kan vastgesteld worden

(32,50)

Besluit van actual sleep time

Significant effect van Actual sleep time

Trappen Geen trappen sign > mean rank sleep time als wel trappen

Rolstoel Wordt gereden zonder medewerking sign > mean rank sleep time

als geen gebruik van rolstoel

Kleden Wordt gekleed zonder medewerking sign > mean rank sleep time

als volledig zelfstandig

Wordt gekleed met medewerking van de persoon sign > mean rank

sleep time als kleden met beperkte hulp

Wordt gekleed zonder medewerking van de persoon sign > mean

rank sleep time als kleden met beperkte hulp

Wordt gekleed zonder medewerking van de persoon sign > mean

rank sleep time als kleden met verbale activering

Voeden Gedeeltelijke hulp sign > mean rank sleep time als volledig

zelfstandig

Wordt gevoed > mean rank sleep time als volledig zelfstandig

Sondevoeding sign > mean rank sleep time als zelfstandig eten

Met gedeeltelijke hulp sign > mean rank sleep time als met

voorbereidende hulp

Sondevoeding sign > mean rank sleep time als met voorbereidende

hulp

Sondevoeding sign > mean rank sleep time als wordt gevoed

Toilet met menselijke hulp sign > mean rank sleep time als zelfstandig

naar het toilet gaan

geen gebruik sign > mean rank sleep time als zelfstandig naar het

toilet gaan

Transfer maart 09 Menselijke hulp sign > mean rank actual sleep als zelfstandige

transfer

Menselijke hulp en hulpmiddelen sign > mean rank actual sleep

als zelfstandige transfer

Werkt niet mee sign > mean rank sleep als zelfstandige transfer

Menselijke hulp sign > mean rank actual sleep als met

hulpmiddelen

Menselijke hulp en hulpmiddelen sign > mean rank actual sleep

als met hulpmiddelen

Werkt niet mee sign > mean rank actual sleep als met

hulpmiddelen

Trappen maart 09 Geen trappen sign > mean rank sleep time als wel trappen

Rolstoel maart 09 Wordt gereden zonder medewerking sign > mean rank sleep time

als geen gebruik van tolstoel

Kleden Wordt gekleed zonder medewerking van de persoon sign > mean

rank sleep time als zelfstandig kleden

Wordt gekleed zonder medewerking van de persoon sign > mean

Page 96: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

95

rank sleep time als kleden met beperkte hulp

Wordt gekleed zonder medewerking van de persoon sign > mean

rank sleep time als kleden met verbale activering

Wordt gekleed zonder medewerking van de persoon sign > mean

rank sleep time als kleden met medewerking van de persoon

Wordt gekleed met medewerking van de persoon sign > mean rank

sleep time als kleden met beperkte hulp

Voeden maart 09 Sondevoeding sign > mean rank sleep time als zelfstandig eten

Sondevoeding sign > mean rank sleep time als met voorbereidende

hulp

Sondevoeding sign > mean rank sleep time als wordt gevoed

Met gedeeltelijke hulp sign > mean rank sleep time als met

voorbereidende hulp

Wordt gevoed sign > mean rank sleep time als met voorbereidende

hulp

Zindelijkheid maart 09 Passief zindelijk sign > mean rank sleep time als actief zindelijk

Onzindelijk zindelijk sign > mean rank sleep time als actief

zindelijk

Lve maart 09 Lichte medische problemen sign > mean rank sleep time als

mensen zonder problemen

Matige medische problemen sign > mean rank sleep time als

mensen zonder problemen

Ernstig medische problemen sign > mean rank sleep time als

mensen zonder problemen

Matige medische problemen sign > mean rank sleep time als

mensen met lichte problemen

Sta-apparaten 1-2 Van toepassing > mean ranksleep time als niet van toepassing

Orthopedische schoenen 1-2 Van toepassing sign > mean rank sleep time als niet van

toepassing

Epilepsie 1-2 Van Toepassing sign > mean rank sleep time als niet van

toepassing

Lavement 1-2 Van Toepassing sign > mean rank sleep time als niet van

toepassing

Lavement verzwaringen Systematisch sign > mean rank sleep time als niet van toepassing

Decubitus 1-2 Van toepassing sign > mean rank sleep time als niet van

toepassing

Decubitus verzwaringen Van toepassing sign > mean rank sleep time als niet van

toepassing

combinatie 3 verzwaringen sign > mean rank actual sleep time als

niet van toepassing

combinatie 3 verzwaringen sign > mean rank actual sleep time als

bij enkel de verzwaring bemoeilijkt

combinatie 3 verzwaringen sign > mean rank actual sleep time als

bij enkel de verzwaring extra materiaal

Verstoring van slaap Ja sign > sleep time als nee

Epilepsie subjectief Ja sign > sleep time als nee

Niveau Dm sign > sleep time als mm

Dm sign > sleep time als em

DM sign > sleep time als onbekend

Page 97: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

96

Besluit van enkelvoudige analyses

Wanneer we per afhankelijke variabele gaan kijken welke verbanden significant zijn zien we

het volgende:

Sleep efficiency:

Parametrisch en nonparametrisch: zindelijkheid maart 09, lavement 1-2, lavement met

verzwaringen, manueel verwijderen van stoelgang 1-2, orthopedische materialen, epilepsie

subjectief

Enkel parametrisch: motorische functiebeperking, transfer, motorische functiebeperking 09,

transfer 09, toilet 09, manueel verwijderen stoelgang verzwaring, epilepsie intensiteit,

motorische handicap, niveau van functioneren

Enkel nonparametrisch: lve 09

Sleep latency

Parametrisch en nonparametrisch: motorische functiebeperking, transfer, zindelijkheid,

gezicht 09, motorische functiebeperking 09, epilepsie 1-2, orthopedische materialen,

vrijheidsbeperkende maatregelen

Enkel parametrisch: gvdb,ambulantie, voeden, gvdb 09, zindelijkheid 09, epilepsie subjectief,

motorische handicap, niveau van functioneren

Enkel nonparametrisch: geslacht, toilet

Fragmentation index

Parametrisch en nonparametrisch: gvdb, motorische functiebeperking, transfer, motorische

functiebeperking 09, transfer 09, toilet 09, zindelijkheid 09, loophulp verzwaring, lavement 1-

2, wondzorg 1-2, orthopedische materialen, motorische handicap

Enkel parametrisch: ambulantie, toilet, ambulantie 09, trappen 09

Enkel nonparametrisch: lavement verzwaringen

Actual sleep time

Parametrisch en nonparametrisch: kleden, voeden, toilet, voeden 09, zindelijkheid 09, lve 09,

sta-apparaten 1-2, epilepsie 1-2, lavement 1-2, decubitus 1-2, decubitus verzwaringen,

verstoring van de slaap, epilepsie subjectief, niveau van functioneren

Enkel parametrisch: mobiliteit, loophulp verzwaringen, intensiteit epilepsie

Enkel nonparametrisch: trappen, rolstoel, transfer 09, trappen 09, rolstoel 09, kleden 09,

orthopedische schoenen 1-2, lavement verzwaringen

Wanneer we deze resultaten van de enkelvoudige analyses naast de literatuurbevindingen

leggen zien we dat elk element ook in de literatuur naar voren komt als slaapbeïnvloedend

element. Er zijn echter ook elementen die in de literatuur voorkomen die wij niet terugvinden,

zoals leeftijd, genetische afwijkingen, bepaalde omgevingsfactoren zoals

meerpersoonskamers. Een aantal factoren die uit de literatuur naar voren komen hebben we

ook niet onderzocht wegens gebrek aan informatie erover: mate van stimulatie overdag, aantal

avondactiviteiten, mate van cafeïnegebruik, omgevingsfactoren zoals temperatuur,

verluchting en verduistering, gewicht, soort van hersenbeschadiging, slaapritueel,

dagstructuur, verblijfplaats, stress.

In enkelvoudige variatieanalyses wordt geen rekening gehouden met interacties van

verschillende onafhankelijke variabelen. We hebben deze analyses uitgevoerd om uit de grote

hoeveelheid van onafhankelijke variabelen die we voorhanden hebben de meest relevante te

Page 98: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

97

selecteren om ons model voor de meervoudige analyses op te stellen, zie volgende paragraaf.

Bijkomende kracht voor ons model is dat de variabelen worden bevestigd door de literatuur.

9.2. Meervoudige variatieanalyse

9.2.1. Model

Vanuit de samenvatting van de resultaten van de enkelvoudige analyses kunnen we volgende

redenering maken:

-aangezien de verdeling niet normaal is, moeten we kijken naar de resultaten van de

nonparametrische testen. De variabelen die bevestigd worden door de parametrische testen

zijn extra sterk, maar de variabelen die enkel bij parametrische testen voorkomen en niet bij

de nonparametrische mogen niet verder worden meegenomen.

in wat volgt worden in de hoofdanalyse enkel de variabelen meegenomen die bij de

nonparametrische testen én de parametrische testen werden significant bevonden. In volgende

analyses voeren we de variabelen bij die enkel uit de nonparametrische analyses naar voren

zijn gekomen.

-wat doen we met de variabelen van de Vanden Boer? We hebben telkens de score in het

juiste jaartal en de score in maart 09. Soms is de ene score in het juiste jaartal significant en

die in 09 niet, soms andersom, soms allebei.

Wanneer enkel de variabele van 09 voorkomt, doen we de meervoudige analyse eens

met en eens zonder deze variabele om te zien wat het verschil is. Wanneer zowel de juiste als

de 09 in de hoofdanalyse voorkomen nemen we enkel de juiste mee.

-wat doen we met de variabelen van de SLVE? We hebben telkens 1-2 (niet van toepassing-

van toepassing) en met verzwaringen.

We steken nooit de twee in één analyse. Wanneer in hoofdanalyse beide voorkomen

nemen we de verzwaring mee. Wanneer in bijkomende variabelen de verzwaringen zitten

doen we de analyse eens met 1-2 én eens met verzwaringen.

DIT WIL ZEGGEN:

Om de meervoudige analyses te doen blijven volgende variabelen over per afhankelijke

variabele:

Sleep efficiency:

Hoofdanalyse: lavement verzwaring, manueel verwijderen 1-2, orthopedische materialen,

epilepsie subjectief

Volgende : +zindelijkheid 09, + LVE 09, +zindelijkheid 09 +lve 09

Sleep latency:

Hoofdanalyse: motorische functiebeperking, transfer, zindelijkheid, epilepsie, 1-2,

orthopedische materialen, vrijheidsbeperkende maatregelen

Volgende : +geslacht, + toilet, + gezicht 09, + geslacht+toilet, +geslacht+gezicht 09,

+toilet+gezicht 09, +geslacht+toilet+gezicht 09

Fragmentation index

Hoofdanalyse: Gvdb, motorische functiebeperking, transfer, loophulp verzwaringen, lavement

1-2, orthopedische materialen, motorische handicap

Volgende : +toilet, + zindelijkheid, +toilet+zindelijkheid, alles opnieuw maar met lavement

verzwaring ipv lavement 1-2

Actual sleep time

Hoofdanalyse: kleden, voeden, toilet, lve 09, sta-apparaten 1-2, epilepsie 1-2, lavement 1-2,

decubitus verzwaringen, verstoring van de slaap, epilepsie subjectief, niveau van functioneren

Page 99: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

98

Volgende : +zindelijkheid 09, +trappen, +rolstoel, +transfer 09, +orthopedische schoenen 1-2,

alle combinaties, alles opnieuw maar met lavement verzwaringen ipv 1-2

9.2.2. Resultaten analyses

Hieronder worden telkens de resultaten weergegeven per afhankelijke variabele, eerst de

hoofdanalyse met de onafhankelijke variabelen die naar voren zijn gekomen uit de

nonparametrische en de parametrische testen, daarna de onafhankelijke variabelen die enkel

bij de nonparametrische testen zijn naar voren gekomen. We analyseren enkel tot en met

derde orde interactie omdat, ten eerste, uit eerste analyses is gebleken dat er geen resultaten

worden gegeven voor vierde of meerdere orde analyses en omdat, ten tweede, wanneer de

analyses meer onafhankelijke variabele krijgen, SPSS deze niet meer ingeladen krijgt. De

tweede en derde orde interacties worden enkel weergegeven wanneer een resultaat wordt

gegenereerd door SPSS.

Sleep efficiency

Hoofdanalyse

F value Pr>F

a Lavement verzw 2,089 .126

b Stoelgang 1-2 2.795 .097

c Orthoped mat .166 .684

d Epilepsie 1.381 .242

a*c .448 .504

a*d 2.779 .098

B*d 1.245 .266

c*d 5.095 .025***

***Significant op 5% niveau

Voor sleepefficiency is er enkel een significant verband van de interactie tussen orthopedische

materialen en epilepsie.

We gaan nu na of hier iets aan veranderd, wanneer we de variabelen toevoegen die enkel

nonparametrisch zijn naar voren gekomen, elk apart en in hun verschillende mogelijke

combinaties.

Volgende analyse 1: toevoegen van zindelijkheid 09

F value Pr>F

a Lavement verzw 1.126 .327

b Stoelgang 1-2 2.189 .141

c Orthoped mat .072 .789

d Epilepsie 1.698 .195

e Zindelijkheid 09 .960 .385

a*c .239 .626

a*d 1.122 .291

a*e .926 .337

b*d 1.248 .266

c*d 3.652 .058

c*e .427 .653

Page 100: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

99

d*e .200 .819

a*d*e .588 .445

Geen enkel significant verband.

Volgende analyse 2: toevoegen van LVE 09

F value Pr>F

a Lavement verzw 1.989 .141

b Stoelgang 1-2 2.491 .117

c Orthoped mat 1.287 .259

d Epilepsie .032 .859

f LVE 09 3.104 .029***

a*c 1.352 .247

a*d 1.358 .246

a*f .673 .570

b*d 2.919 .090

b*f 5.980 .016***

c*d .595 .442

c*f 1.419 .240

d*f .564 .640

a*d*f 1.276 .261

c*d*f .081 .776

***Significant op 5% niveau

Wanneer LVE wordt toegevoegd is er een significant hoofdeffect van LVE 09 en een

significant interactie-effect tussen stoelgang 1-2 en LVE 09.

Volgende analyse 3: met toevoeging van zindelijkheid 09 én lve 09

F value Pr>F

a Lavement verzw 1.720 .183

b Stoelgang 1-2 2.280 .134

c Orthoped mat .396 .530

d Epilepsie .017 .897

e zindelijkheid 09 3.646 .029***

f LVE 09 3.090 .030***

a*c 1.818 .180

a*d 1.790 .183

a*e .021 .885

a*f .931 .428

b*d 2.742 .100

b*f 5.879 .017***

c*d .819 .367

c*e 2.566 .081

c*f 1.982 .120

d*e .045 .956

d*f .412 .745

e*f 1.308 .265

a*d*f 1.160 .284

a*e*f .049 .825

Page 101: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

100

c*d*f .197 .658

d*e*f .122 .947

Wanneer zindelijkheid 09 en LVE worden toegevoegd is er eveneens een significant

hoofdeffect van LVE 09 en een significant interactie-effect tussen stoelgang 1-2 en lve 09.

Hier komt een hoofdeffect voor zindelijkheid bij.

Samengevat voor sleep efficiency: we vinden in totaal 2 hoofdeffecten namelijk van LVE 09

en zindelijkheid 09. Daarnaast vinden we een interactie-effect van stoelgang en LVE. In de

hoofdanalyse vonden we ook een interactie-effect van orthopedische materialen en epilepsie.

Sleep latency

Hoofdanalyse

F value Pr>F

a mot functiebep .004 .948

b transfer .384 .820

c zindelijkheid .265 .767

d epileptische insulten .086 .769

e orthopedische maatregelen 1.164 .283

f vrijheidsbeperkende maatregelen .001 .970

a*c .337 .563

b*c .254 .776

b*d 1.000 .371

b*f .085 .918

c*d .254 .776

c*e .934 .396

c*f .465 .629

d*e 3.370 .069

d*f 1.731 .191

e*f .026 .872

b*c*f .916 .341

b*d*f .784 .378

c*d*f .101 .904

d*e*f 1.896 .171

Geen significante verbanden volgens de hoofdanalyse

Volgende analyse 1: met toevoeging van geslacht

F value Pr>F

a mot functiebep .328 .568

b transfert .492 .689

c zindelijkheid .246 .782

d epileptische insulten .351 .555

e orthopedische maatregelen .359 .550

f vrijheidsbeperkende maatregelen .528 .469

g geslacht .410 .523

a*c .024 .877

a*g 3.084 .082

b*c .476 .622

Page 102: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

101

b*d .027 .973

b*f 1.781 .185

b*g .955 .417

c*d .742 .479

c*e .042 .837

c*f 1.323 .271

c*g .644 .527

d*e 2.961 .088

d*f .758 .386

d*g .209 .649

e*f .114 .737

e*g 3.038 .084

f*g .233 .630

b*c*f .455 .502

c*f*g .666 .516

Wederom geen significante effecten.

Volgende analyse 2: met toevoeging van toilet

F value Pr>F

a mot functiebep .002 .966

b transfer 1.223 .306

c zindelijkheid 2.488 .088

d epileptische insulten 1.886 .173

e orthopedische maatregelen 1.494 .224

f vrijheidsbeperkende maatregelen .334 .564

h toilet .936 .396

a*c .842 .361

b*c .243 .785

b*d .192 .662

b*f .717 .399

b*h 3.311 .041***

c*d .093 .911

c*e .629 .430

c*f .980 .379

c*h .181 .671

d*e 1.564 .214

d*f .802 .373

d*h 3.130 .080

e*f .003 .955

f*h .252 .778

b*c*f .944 .334

b*d*f .015 .904

c*d*f .257 .774

c*d*h 2.481 .118

d*e*f 1.100 2.97

***Significant op 5% niveau

Er is een significant interactie-effect van Transfer en toilet.

Volgende analyse 3: met toevoeging van gezicht 09

Page 103: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

102

F value Pr>F

a mot functiebep .429 .514

b transfer .650 .628

c zindelijkheid .567 .569

d epileptische insulten 1.614 .207

e orthopedische maatregelen .097 .756

f vrijheidsbeperkende maatregelen .697 .406

g gezicht 09 2.407 .124

b*c .036 .849

b*d .012 .988

b*f 2.263 .135

c*d .207 .813

c*e .909 .342

c*f 1.650 .197

d*e 4.288 .041***

d*f 1.186 .279

d*i 2.483 .118

e*f .302 .584

e*i .199 .656

f*i .004 .947

d*e*i 3.005 .086

b*d*f .458 .500

c*d*f .104 .901

d*e*f .813 .369

Significant interactie-effect van epilepsie en orthopedisch materiaal.

Volgende analyse 4: met toevoeging van geslacht en toilet

F value Pr>F

a mot functiebep .359 .550

b transfer 1.034 .382

c zindelijkheid 1.188 .310

d epileptische insulten 1.421 .237

e orthopedische maatregelen .127 .722

f vrijheidsbeperkende maatregelen .325 .570

g geslacht .045 .832

h toilet .178 .837

a*c .010 .920

a*g 1.970 .164

b*c .304 .739

b*d .134 .716

b*f 1.106 .296

b*g .824 .442

b*h .034 .855

c*d .142 .868

c*e .050 .823

c*f 1.242 .294

Page 104: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

103

c*g .769 .467

c*h .394 .532

d*f .111 .740

d*h .139 .710

e*f .135 .714

f*g .026 .873

f*h .376 .541

g*h .467 .496

b*c*f .119 .731

c*f*g .459 .633

Volgende analyse 5: met toevoeging van geslacht en gezicht

F value Pr>F

a mot functiebep .368 .546

b Transfer .087 .967

c Zindelijkheid .739 .480

d epileptische insulten .228 .634

e orthopedische maatregelen .497 .483

f vrijheidsbeperkende maatregelen .874 .352

g Geslacht .007 .935

i gezicht 09 1.825 .180

a*g 2.213 .140

b*c .046 .830

b*d .028 .972

b*f 2.351 .129

b*g .820 .486

c*d .048 .953

c*e .044 .834

c*f 2.455 .092

c*g .662 .518

d*e 3.948 .050

d*f .001 .974

d*i .114 .736

e*f .003 .954

e*i 1.702 .195

f*g .003 .959

g*i .587 .445

c*f*i .714 .493

Volgende analyse 6: met toevoeging van toilet en gezicht

F value Pr>F

a mot functiebep .438 .510

b Transfer 1.558 .192

c Zindelijkheid .402 .670

d epileptische insulten 1.371 .245

e orthopedische maatregelen 2.780 .099

f vrijheidsbeperkende maatregelen .096 .758

Page 105: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

104

h Toilet 4.022 .021***

i gezicht 09 .374 .542

b*c .042 .838

b*d .194 .661

b*f 2.943 .090

b*h .036 .850

c*d .093 .911

c*e .637 .427

c*f 2.086 .130

c*h .197 .658

d*e .489 .486

d*f .597 .442

d*h 3.109 .081

d*i .000 .984

e*f .237 .627

e*i 1.650 .202

f*h .008 .928

c*d*h 2.558 .113

b*d*f .015 .904

c*d*f .220 .803

d*e*f .730 .395

Er is een significant hoofdeffect van toilet

Volgende analyse 7: met toevoeging van geslacht, toilet en gezicht

F value Pr>F

a mot functiebep .342 .560

b Transfer .498 .685

c Zindelijkheid .134 .875

d epileptische insulten .786 .378

e orthopedische maatregelen .819 .368

f vrijheidsbeperkende maatregelen .462 .499

g Geslacht .102 .750

h Toilet 2.134 .125

i Gezicht 1.230 .271

a*g 1.969 .165

b*c .052 .820

b*d .133 .716

b*f 1.040 .311

b*g .824 .443

b*h .034 .855

c*d .153 .858

c*e .050 .823

c*f 1.638 .201

c*g .738 .482

c*h .394 .532

d*f .097 .757

d*h .119 .731

Page 106: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

105

d*i .039 .843

e*f .004 .951

e*i 1.541 .218

f*g .030 .862

f*h .345 .558

g*h .379 .540

g*i .665 .417

c*f*g .467 .629

Samenvatting voor sleep latency:

Er is in de hoofdanalyse geen enkel significant effect.

Bij toevoeging van toilet is er een significant interactie-effect van transfer en toilet.

Bij toevoeging van geslacht is er een significant interactie-effect van epilepsie en

orthopedisch materiaal. Dit interactie-effect was ook al significant bij één van de analyses

voor sleep efficiency.

Bij toevoeging van geslacht en toilet is er een significant hoofdeffect van toilet.

Fragmentation index

Hoofdanalyse

F value Pr>F

a guy vanden boer .599 .664

b motorische functiebeperking 1.434 .234

c Transfer .396 .811

d loophulp verzwaring .403 .669

e lavement 1-2 1.914 .169

f orthopedische materialen 1.396 .240

g motorische handicap .055 .815

a*b .884 .349

a*c .758 .520

a*e 1.927 .168

a*g .037 .964

b*c .488 .615

b*g .554 .458

c*e .081 .776

c*g .466 .629

e*g 1.766 .187

f*g 2.053 .155

a*e*g .863 .355

c*e*g .675 .413

Volgende analyse 1: met toevoeging van toilet 09

F value Pr>F

a guy vanden boer .101 .982

b motorische functiebeperking 8.083 .005***

c Transfer 1.022 .400

d loophulp verzwaring .352 .704

e lavement 1-2 5.405 .022***

f orthopedische materialen 2.511 .116

Page 107: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

106

g motorische handicap 1.055 .307

h toilet 09 1.627 .202

a*e .918 .340

a*g .180 .836

a*h .489 .614

b*c .474 .493

b*g .295 .588

c*e .128 .721

c*g .475 .623

e*g 1.101 .297

f*g 3.493 .065

f*h 1.310 .255

g*h 2.632 .108

c*e*g .883 .350

a*e*g .336 .564

Er is een hoofdeffect van motorische functiebeperking en een hoofdeffect van lavement 1-2

Volgende analyse 2: met toevoeging van zindelijkheid 09

F value Pr>F

a guy vanden boer .691 .600

b motorische functiebeperking .089 .767

c Transfer .376 .825

d loophulp verzwaring .628 .430

e lavement 1-2 1.515 .221

f orthopedische materialen .821 .267

g motorische handicap 1.384 .242

i Zindelijkheid 09 .153 .858

a*b .896 .346

a*c 1.460 .237

a*e .073 .787

a*i .477 .622

b*c 1.548 .218

b*g .650 .422

c*e .091 .764

c*g .305 .738

c*i 1.001 .319

e*g .142 .707

e*i .062 .804

f*i 1.512 .222

c*e*g .612 .436

Volgende analyse 3: met toevoeging van toilet 09 én zindelijkheid 09

F value Pr>F

a guy vanden boer .460 .765

b motorische functiebeperking 6.156 .015***

c Transfer .721 .580

d loophulp verzwaring .382 .538

e lavement 1-2 4.541 .036***

f orthopedische materialen 1.669 .200

Page 108: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

107

g motorische handicap .128 .721

h toilet 09 1.593 .209

i Zindelijkheid 09 .203 .817

a*e .086 .770

a*h .293 .746

a*i .332 .719

b*c .263 .609

b*g .362 .549

c*e .162 .688

c*g .298 .743

c*i 1.009 .318

e*g .226 .636

e*i .063 .803

f*h 1.309 .256

f*i 1.621 .206

g*h 1.851 .177

i*h .291 .591

c*e*g .744 .391

Volgende analyse 4: hoofdanalyse opnieuw met lavement verzwaringen ipv lavement 1-2

F value Pr>F

a guy vanden boer .224 .924

b motorische functiebeperking 1.423 .236

c Transfer .390 .815

d loophulp verzwaring .400 .671

j lavement verzwaring 1.440 .242

f orthopedische materialen 1.386 .242

g motorische handicap .075 .785

a*b .877 .351

a*c .752 .523

a*j .079 .779

a*g .217 .805

b*c .484 .618

b*g .550 .460

c*j .310 .579

c*g 1.270 .285

j*g .877 .419

f*g 2.083 .156

Volgende analyse 5: volgende analyse 1 ( met toevoeging van toilet 09) opnieuw met lavement

verzwaring ipv lavement 1-2

F value Pr>F

a guy vanden boer .105 .981

b motorische functiebeperking 8.020 .006***

c Transfer 1.071 .375

d loophulp verzwaring .349 .706

j lavement verzwaringen 3.401 .037***

f orthopedische materialen 2.492 .118

g motorische handicap 1.118 .293

Page 109: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

108

h toilet 09 1.615 .204

a*j .046 .831

a*g .004 .996

a*h .486 .617

b*c .470 .495

b*g .293 .590

c*j .387 .535

c*g 1.401 .251

j*g .547 .581

f*g 3.466 .066

f*h 1.300 .257

g*h 2.611 .109

Significant hoofdeffect van motorische functiebeperking en lavement met verzwaring, net als

wanneer lavement 1-2 wordt gebruikt.

Volgende analyse 6: volgende analyse 2 (met toevoeging van zindelijkheid 09) opnieuw met

lavement verzwaringen ipv lavement 1-2

F value Pr>F

a guy vanden boer .634 .639

b motorische functiebeperking .088 .767

c Transfer .351 .843

d loophulp verzwaring .624 .431

j lavement verzwaringen 1.304 .276

f orthopedische materialen .816 .368

g motorische handicap .937 .336

i Zindelijkheid 09 .112 .894

a*b .891 .348

a*c 1.451 .239

a*j .073 .788

a*i .474 .624

b*c 1.539 .220

b*g .647 .423

c*j .322 .571

c*g .863 .425

c*i .995 .321

j*g .283 .754

j*i .002 .963

f*i 1.503 .223

g*i ..

Volgende analyse 7: volgende analyse 3 ( met toevoeging van toilet 09 én zindelijkheid 09)

opnieuw met lavement verzwaringen ipv lavement 1-2

F value Pr>F

a guy vanden boer .487 .745

b motorische functiebeperking 6.117 .015***

c Transfer .735 .571

d loophulp verzwaring .379 .540

j lavement verzw 2.752 .069

Page 110: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

109

f orthopedische materialen 1.659 .201

g motorische handicap .060 .808

h toilet 09 1.583 .211

i Zindelijkheid 09 .149 .861

a*j .085 .771

a*h .292 .748

a*i .329 .720

b*c .262 .610

b*g .359 .550

c*j .325 .570

c*g .934 .397

c*i 1.003 .319

j*g .354 .703

j*i .002 .963

f*h 1.301 .257

f*i 1.611 .208

g*h 1.839 .179

i*h .290 .592

Een hoofdeffect van motorische functiebeperking.

Besluit van fragmentation index:

De hoofdanalyse duidt geen significante verbanden aan. Wanneer toilet 09 wordt toegevoegd

komt een significant hoofdeffect van motorische functiebeperking en een significant

hoofdeffect van lavement 1-2 naar voren. Deze zelfde twee hoofdeffecten komen naar voren

bij toevoeging van toilet 09 én zindelijkheid 09 (bij zindelijkheid 09 alleen zijn er geen

significante verbanden).

Wanneer lavement 1-2 vervangen wordt door lavement verzwaringen zien we dezelfde

effecten. Enkel bij toevoeging van toilet 09 en zindelijkheid 09 zien we enkel een hoofdeffect

van motorische functiebeperking en niet van lavement verzwaringen.

Actual sleep time

Gezien het groot aantal weerhouden variabelen bij actual sleep time werden de onafhankelijke

variabelen van de volgende analyses niet in alle mogelijke combinaties onderzocht.

Hoofdanalyse

F value Pr>F

a Kleden .25 .9081

b Voeden .78 .5143

c Toilet .11 .8929

d LVE 09 .72 .5487

e sta-apparaten 1-2 .00 .9925

f Epilepsie 1-2 6.32 .0182***

g lavement 1-2 .54 .4699

h decubitus verzwaringen .96 .4578

i verstoring van de slaap .38 .5410

j epilepsie subjectief .56 .4621

k niveau van functioneren .63 .5995

a*b 3.08 .0904

Page 111: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

110

a*c 3.20 .0847

a*g 3.62 .0678

b*c .66 .5226

b*g .16 .6905

C*k .44 .5130

J*k .70 .4104

De hoofdanalyse geeft een hoofdeffect van epilepsie 1-2 aan.

Volgende analyse 1: met toevoeging van zindelijkheid 09

F value Pr>F

a Kleden .93 .4667

b Voeden .38 .7706

c Toilet .84 .4486

d LVE 09 .41 .7482

e sta-apparaten 1-2 .01 .9242

f epilepsie 1-2 .89 .3589

g lavement 1-2 .17 .6868

h decubitus verzwaringen .80 .5637

i verstoring van de slaap .24 .6310

j epilepsie subjectief .34 .5680

k niveau van functioneren .76 .5336

l zindelijkheid 09 .71 .5048

a*l .02 .8914

c*k .40 .5372

e*l .78 .3875

j*k .58 .4557

j*l .01 .9244

k*l .35 .5606

Volgende analyse 2: met toevoeging van trappen

F value Pr>F

a Kleden 1.16 .3537

b Voeden .75 .4836

c Toilet .01 .9182

d LVE 09 .55 .6520

e sta-apparaten 1-2 .00 .9864

f epilepsie 1-2 1.66 .2102

g lavement 1-2 .58 .4524

h decubitus verzwaringen 1.04 .4191

i verstoring van de slaap .41 .5265

j epilepsie subjectief .72 .4039

k niveau van functioneren 1.47 .2469

m trappen 2.03 .1670

a*b 3.32 .0809

a*c 2.88 .1027

a*g 3.90 .0600

b*c .36 .5536

b*g .17 .6800

c*k .56 .4612

Page 112: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

111

j*k .75 .3943

Volgende analyse 3: met toevoeging van rolstoel

F value Pr>F

a Kleden .75 .5663

b Voeden .75 .5326

c Toilet .09 .9173

d LVE 09 .45 .7200

e sta-apparaten 1-2 .03 .8623

f epilepsie 1-2 1.35 .2592

g lavement 1-2 .30 .5910

h decubitus verzwaringen .84 .5357

i verstoring van de slaap .16 .6966

j epilepsie subjectief .40 .5361

k niveau van functioneren .60 .6193

n rolstoel .73 .4955

a*b 2.40 .1364

a*c 2.34 .1413

b*c .74 .4889

b*g .08 .7810

b*n .00 .9657

c*k .79 .3845

j*k .61 .4432

Volgende analyse 4: met toevoeging van transfer 09

F value Pr>F

a Kleden 1.25 .3176

b Voeden .33 .8021

c Toilet .02 ..8837

d LVE 09 .37 .5482

e sta-apparaten 1-2 .15 .7019

f epilepsie 1-2 10.83 .0030***

g lavement 1-2 .69 .4145

h decubitus verzwaringen 1.05 .4125

i verstoring van de slaap .22 .6405

j epilepsie subjectief .47 .4975

k niveau van functioneren .81 .5021

o transfer 09 .52 .4764

a*b 2.16 .1539

a*c 3.26 .0830

b*c .63 .4350

c*k .87 .3599

j*k .71 .4070

Hoofdeffect van epilepsie 1-2

Volgende analyse 5: met toevoeging van orthopedische schoenen 1-2

F value Pr>F

a Kleden .37 .8260

Page 113: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

112

b Voeden .84 .4831

c Toilet .11 .8939

d LVE 09 3.63 .0419***

e sta-apparaten 1-2 .44 .5127

f epilepsie 1-2 1.61 .2172

g lavement 1-2 .59 .4501

h decubitus verzwaringen 1.02 .4405

i verstoring van de slaap .41 .5271

j epilepsie subjectief .28 .5989

k niveau van functioneren .68 .5731

p orthopedische schoenen

1-2

1.76 .1977

a*b 3.35 .0794

a*c 2.85 .1044

a*g 3.94 .0588

b*c .72 .4955

b*g .18 .6785

c*k .39 .5407

j*k .65 .4295

Volgende analyse 6: hoofdanalyse opnieuw met lavement verzwaringen

F value Pr>F

a Kleden .25 .9081

b Voeden .78 .5143

c Toilet .11 .8929

d LVE 09 .62 .6100

e sta-apparaten 1-2 .00 .9925

f Epilepsie 1-2 6.32 .0182***

Q lavement verzwaring .54 .4699

h decubitus verzwaringen .96 .4578

i verstoring van de slaap .38 .5410

j epilepsie subjectief .56 .4621

k niveau van functioneren .63 .5995

a*b 3.08 .0904

a*c 3.20 .0847

a*q 3.62 .0678

b*c .66 .5226

b*q .16 .6905

C*k .44 .5130

J*k .70 .4104

De hoofdanalyse geeft een hoofdeffect van epilepsie 1-2 aan, ook wanneer lavement 1-2

vervangen wordt door lavement verzwaringen.

Volgende analyse 7: volgende analyse 1 (met toevoeging van zindelijkheid 09) met lavement

verzwaringen

F value Pr>F

a Kleden .93 .4667

Page 114: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

113

b Voeden .38 .7706

c Toilet .84 .4486

d LVE 09 .36 .7857

e sta-apparaten 1-2 .01 .9242

f epilepsie 1-2 .89 .3589

q lavement verzwaringen .17 .6868

h decubitus verzwaringen .80 .5637

i verstoring van de slaap .24 .6310

j epilepsie subjectief .34 .5680

k niveau van functioneren .76 .5336

l zindelijkheid 09 .71 .5048

a*l .02 .8914

c*k .40 .5372

e*l .78 .3875

j*k .58 .4557

j*l .01 .9244

k*l .35 .5606

Volgende analyse 8: Volgende analyse 2( met toevoeging van trappen) met lavement

verzwaringen

F value Pr>F

a Kleden 1.16 .3537

b Voeden .75 .4836

c Toilet .01 .9182

d LVE 09 .49 .6954

e sta-apparaten 1-2 .00 .9864

f epilepsie 1-2 1.66 .2102

q lavement verzwaringen .58 .4524

h decubitus verzwaringen 1.04 .4191

i verstoring van de slaap .41 .5265

j epilepsie subjectief .72 .4039

k niveau van functioneren 1.47 .2469

m trappen 2.03 .1670

a*b 3.32 .0809

a*c 2.88 .1027

a*q 3.90 .0600

b*c .36 .5536

b*q .17 .6800

c*k .56 .4612

j*k .75 .3943

Volgende analyse 9: Volgende analyse 3 (met toevoeging van rolstoel) met lavement

verzwaring

F value Pr>F

a Kleden .75 .5663

b Voeden .75 .5326

c Toilet .09 .9173

d LVE 09 .45 .7200

Page 115: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

114

e sta-apparaten 1-2 .03 .8623

f epilepsie 1-2 1.35 .2592

q lavement verzwaringen .30 .5910

h decubitus verzwaringen .84 .5357

i verstoring van de slaap .16 .6966

j epilepsie subjectief .40 .5361

k niveau van functioneren .60 .6193

n rolstoel .73 .4955

a*b 2.40 .1364

a*c 2.34 .1413

b*c .74 .4889

b*q .08 .7810

b*n .00 .9657

c*k .79 .3845

j*k .61 .4432

Volgende analyse 10: Volgende analyse 4 (met toevoeging van transfer 09) met lavement

verzwaring

F value Pr>F

a Kleden 1.25 .3176

b Voeden .33 .8021

c Toilet .02 ..8837

d LVE 09 .37 .5482

e sta-apparaten 1-2 .15 .7019

f epilepsie 1-2 10.83 .0030***

q lavement verzwaring .69 .4145

h decubitus verzwaringen 1.05 .4125

i verstoring van de slaap .22 .6405

j epilepsie subjectief .47 .4975

k niveau van functioneren .81 .5021

o transfer 09 .52 .4764

a*b 2.16 .1539

a*c 3.26 .0830

b*c .63 .4350

c*k .87 .3599

j*k .71 .4070

Hoofdeffect van epilepsie 1-2

Volgende analyse 11: Volgende analyse 5 (met toevoeging van orthopedische schoenen 1-2)

met lavement verzwaringen

F value Pr>F

a Kleden .37 .8260

b Voeden .84 .4831

c Toilet .11 .8939

d LVE 09 3.63 .0419***

e sta-apparaten 1-2 .44 .5127

f epilepsie 1-2 1.61 .2172

Page 116: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

115

q lavement verzwaringen .59 .4501

h decubitus verzwaringen 1.02 .4405

i verstoring van de slaap .41 .5271

j epilepsie subjectief .28 .5989

k niveau van functioneren .68 .5731

p orthopedische schoenen

1-2

1.76 .1977

a*b 3.35 .0794

a*c 2.85 .1044

a*q 3.94 .0588

b*c .72 .4955

b*q .18 .6785

c*k .39 .5407

j*k .65 .4295

Besluit actual sleep time:

Bij hoofdanalyse en bij toevoeging van transfer 09: hoofdeffect van epilepsie 1-2

Zowel bij lavement 1-2 als bij lavement verzwaringen

Besluit meervoudige anova’s

Hoofdeffecten voor LVE 09, zindelijkheid 09, toilet, motorische functiebeperking, lavement

1-2, lavement verzwaringen, epilepsie 1-2

Interactie-effecten voor: stoelgang-lve, orthopedisch materiaal-epilepsie subjectief, transfer-

toilet, epilepsie-orthopedisch materiaal,

Tot dusver hebben we steeds de afhankelijke variabelen apart behandeld. We willen nu weten

welke van de onafhankelijke variabelen op alle afhankelijke variabelen samen een effect

heeft. Dit gaan we na in het volgende luik: multivariate variatieanalyse of MANOVA

9.3. Multivariate variatieanalyse

9.3.1. Model

We voeren de MANOVA uit met in de hoofdanalyse de hoofdeffecten die naar voren zijn

gekomen uit de meervoudige ANOVA’s. Voor zover dat de onafhankelijke variabelen die uit

de interacties naar voren komen nog niet in de hoofdanalyse zitten, voegen we deze toe in de

volgende analyses.

Dit betekent:

Hoofdanalyse: LVE 09, zindelijkheid 09, toilet, motorische functiebeperking, lavement 1-2,

epilepsie 1-2

Volgende analyse: stoelgang 1-2, orthopedisch materiaal, transfer

Alles opnieuw met lavement verzwaringen

Alles opnieuw met epilepsie subjectief

9.3.2. Resultaten

We voeren manova uit in GLM. We geven als afhankelijke variabelen actual sleep time, sleep

efficiency, sleep latency en fragmentation index in. Als onafhankelijke variabelen geven we

bovenstaande variabelen in.

Page 117: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

116

We krijgen in de output van SPSS twee tabellen.

Één met multivariate tests: hier gaan we het effect na op alle afhankelijke variabelen samen en

hierin zijn we hier het meest geïnteresseerd. De andere met univariate test, hier wordt het

effect op de aparte afhankelijke variabelen nagegaan, aangezien we deze analyses reeds

hebben uitgevoerd geven we deze hier niet weer.

In de tabel met multivariate tests worden 4 maten aangegeven: Pillai’s trace, Wilk’s Lambda,

Hotteling’s Trace en Roy’s Largest Root. In de literatuur wordt aangegeven om Wilk’s

Lambda te gebruiken, aangezien deze het gemakkelijkste te interpreteren is. De weergegeven

score op deze maat geeft het aandeel van de variantie weer dat de onafhankelijke variabele

verklaard in de afhankelijke variabele. (amount of variance accounted for in the dependent

variable by the independent variable). Hoe kleiner de waarde hoe groter het verschil tussen de

groepen.

We geven hieronder per analyse telkens enkel de significante effecten weer samen met de

bijhorende maten.

Hoofdanalyse

Multivariate F

Value F Hypothesis df Error df sig

Lve 09&toilet .714 2.249 16.000 309.198 .004

Zindelijkheid

09&motorische

functiebeperking

.901 2.781 4.000 101.000 .031

Toilet&motorische

functiebeperking

.898 2.858 4.000 101.0000 .027

Volgende analyse 1: met toevoeging van stoelgang 1-2

Multivariate F

Value F Hypothesis df Error df Sig

Stoelgang 1-2 .896 2.875 4.000 99.000 .027

Lve 09&toilet .692 2.426 16.000 303.088 .002

Zindelijkheid

09&motorische

functiebeperking

.897 2.836 .4000 99.000 .028

Toilet&motorische

functiebeperking

.891 3.020 4.000 99.000 .021

Volgende analyse 2: met toevoeging van orthopedische materialen

Multivariate F

Value F Hypothesis df Error df Sig

Lve 09&toilet .751 1.713 16.000 278.647 .044

Zindelijkheid

09&motorische

functiebeperking

.788 6.119 4.000 91.000 .000

Toilet&motorische

functiebeperking

.771 6.767 4.000 91.000 .000

Volgende analyse 3: met toevoeging van transfer

Page 118: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

117

Multivariate F

Value F Hypothesis df Error df Sig

/

Volgende analyse 4: met toevoeging van stoelgang & orthopedische materialen

Multivariate F

Value F Hypothesis df Error df Sig

Stoelgang 1-2 .872 3.274 4.000 89.000 .015

Lve 09&toilet .738 1.782 16.000 272.537 .033

Zindelijkheid

09&motorische

functiebeperking

.783 6.149 4.000 89.000 .000

Toilet&motorische

functiebeperking

.768 6.712 4.000 89.000 .000

Volgende analyse 5: met toevoeging van stoelgang & transfer

Multivariate F

Value F Hypothesis df Error df Sig

Stoelgang 1-2 .881 2.868 4.000 85.000 .028

Volgende analyse6: met toevoeging van orthopedische materialen & transfer

Multivariate F

Value F Hypothesis df Error df Sig

/

Volgende analyse 7: met toevoeging van stoelgang, orthopedische materialen & transfer

Multivariate F

Value F Hypothesis df Error df Sig

Stoelgang 1-2 .858 3.132 4.000 76.000 .019

De analyses werden allemaal opnieuw uitgevoerd met lavement verzwaringen, met dezelfde

output tot gevolg, daarom worden deze resultaten niet opnieuw weergegeven.

We doen de analyses opnieuw met epilepsie subjectief ipv epilepsie 1-2.

Volgende analyse 8: Hoofdanalyse opnieuw met epilepsie subjectief

Multivariate F

Value F Hypothesis

df

Error df sig

Page 119: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

118

Zindelijkheid .851 1.994 8.000 190.000 .049

Toilet .799 2.812 8.000 190.000 .006

Lve 09&toilet .717 2.092 16.000 290.867 .009

Zindelijkheid

09&motorische

functiebeperking

.893 2.893 4.000 95.000 .028

Toilet&motorische

functiebeperking

.840 4.514 4.000 95.000 .002

Lve&paralyse .803 1.810 12.000 251.638 .047

Lve&paralyse&epilepsie .867 3.637 4.000 95.000 .008

Lve&toilet&epilepsie .705 2.965 12.000 251.638 .001

Volgende analyse 9: Volgende analyse 1 (met toevoeging van stoelgang 1-2) met epilepsie

subjectief

Multivariate F

Value F Hypothesis

df

Error df Sig

Toilet .780 3.036 8.000 184.000 .003

Stoelgang 1-2 .837 4.494 4.000 92.000 .002

Toilet&paralyse .838 4.446 4.000 92.000 .002

Zindelijkheid&paralyse .882 3.085 4.000 92.000 .020

Lve&paralyse .798 1.806 12.000 243.701 .048

Epilepsie&stoelgang .826 4.860 4.000 92.000 .001

Lve&stoelgang .857 3.825 4.000 92.000 .006

Lve&toilet .678 2.386 16.000 281.702 .002

Lve&paralyse&epilepsie .859 3.782 4.000 92.000 .007

Lve&toilet&epilepsie .659 3.470 12.000 243.701 .000

Volgende analyse 10: Volgende analyse 2 (met toevoeging van orthopedische materialen) met

epilepsie subjectief

Multivariate F

Value F Hypothesis

df

Error df sig

Lve 09 .789 1.823 12.000 233.118 .045

Orthopedische

materialen

.887 2.789 4.000 88.000 .031

Lve 09&toilet .740 1.748 16.000 269.482 .038

Zindelijkheid

09&motorische

functiebeperking

.844 4.078 4.000 88.000 .004

Toilet&motorische

functiebeperking

.842 4.136 4.000 88.000 .004

Lve&paralyse&epilepsie .863 3.498 4.000 88.000 .011

Lve&toilet&epilepsie .798 5.554 4.000 88.000 .000

Volgende analyse 11: Volgende analyse 3 (met toevoeging van transfer) met epilepsie

subjectief

Page 120: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

119

Multivariate F

Value F Hypothesis df Error df sig

Lve&epilepsie .759 1.963 12.000 214.597 .029

Volgende analyse 12:volgende analyse 4 (met toevoeging van stoelgang & orthopedische

materialen) met epilepsie subjectief

Value F Hypothesis

df

Error df sig

Lve .728 2.389 12.000 225.180 .006

Stoelgang 1-2 .850 3.744 4.000 85.000 .007

Orthopedisch materiaal .875 3.028 4.000 85.0000 .022

Lve 09&toilet .717 1.871 16.000 260.317 .023

Zindelijkheid

09&motorische

functiebeperking

.827 4.431 4.000 85.000 .003

Toilet&motorische

functiebeperking

.839 4.072 4.000 85.000 .005

Epilepsie&stoelgang 1-2 .812 4.928 4.000 85.000 .001

Lve&stoelgang 1-2 .881 2.875 4.000 85.000 .028

Lve&paralyse

Lve&paralyse&epilepsie .853 3.657 4.000 85.000 .008

Lve&toilet&epilepsie .798 5.376 4.000 85.000 .001

Volgende analyse 13: Volgende analyse 5 ( met toevoeging van stoelgang & transfer) met

epilepsie subjectief

Multivariate F

Value F Hypothesis

df

Error df sig

Stoelgang 1-2 .821 4.261 4.000 78.000 .004

Epilepsie&stoelgang 1-2 .816 4.387 4.000 78.000 .003

Lve&stoelgang 1-2 .833 3.917 4.000 78.000 .006

Lve&epilepsie .704 2.438 12.000 206.660 .006

Volgende analyse 14: Volgende analyse 6 ( met toevoeging van orthopedische materialen &

transfer) met epilepsie subjectief

Multivariate F

Value F Hypothesis

df

Error df sig

Lve .713 2.225 12.000 196.077 .012

Volgende analyse 15: Volgende analyse 7( met toevoeging van stoelgang, orthopedische

materialen & transfer) met epilepsie subjectief

Multivariate F

Value F Hypothesis df Error df Sig

Page 121: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

120

Lve 09 .636 2.923 12.000 188.140 .001

Stoelgang 1-2 .841 3.367 4.000 71.000 .014

Epilepsie&stoelgang

1-2

.801 4.422 4.000 71.000 .003

Lve&stoelgang .856 2.997 4.000 71.000 .024

Besluit Manova

In de eerste plaats werden de variabelen die als hoofdeffect uit de meervoudige anova naar

voren zijn gekomen ingevoerd als onafhankelijke variabelen. Dit wil zeggen: LVE 09,

zindelijkheid 09, toilet, motorische functiebeperking, lavement 1-2, epilepsie 1-2

Vervolgens werden elk apart en in de verschillende combinaties de variabelen toegevoegd die

als interactie-effect zijn naar voren gekomen.

De analyses werden herhaald met in de plaats van lavement 1-2, lavement met verzwaringen

aangezien dit ook als hoofdeffect naar voren was gekomen. De resultaten bleven gelijk.

De analyses werden herhaald met epilepsie subjectief in plaats van epilepsie 1-2. Epilepsie

subjectief kwam namelijk naar voren als één van de interactie-effecten. Aangezien er een

grote overlap is met epilepsie 1-2 werd epilepsie subjectief niet gewoon als een variabele

toegevoegd, maar werden de analyses opnieuw gedaan.

Aangezien er een groot verschil is in de resultaten van de MANOVA of epilepsie 1-2 of

epilepsie subjectief werden gehanteerd, worden de resultaten hieronder apart weergegeven:

Resultaten manova epilepsie 1-2:

Hoofdanalyse:

Hoofdeffect: /

Interactie-effect: LVE&Toilet

Zindelijkheid&paralyse

Toilet&paralyse

Volgende analyse 1: met toevoeging van stoelgang 1-2

Hoofdeffect: stoelgang 1-2

Interactieffect: lve&toilet

Zindelijkheid&paralyse

Toilet&paralyse

Volgende analyse 2: met toevoeging van orthopedische materialen

Hoofdeffect: /

Interactie-effect: lve&toilet

Zindelijkheid&paralyse

Toilet&paralyse

Volgende analyse 3: met toevoeging van transfer

Hoofdeffect: /

Interactie-effect: /

Volgende analyse 4: met toevoeging van stoelgang 1-2& orthopedische materialen

Hoofdeffect: stoelgang 1-2

Interactie-effect: lve&toilet

Zindelijkheid&paralyse

Toilet&paralyse

Volgende analyse 5: met toevoeging van stoelgang 1-2&transfer

Hoofeffect: stoelgang 1-2

Interactie-effect: /

Page 122: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

121

Volgende analyse 6: met toevoeging van orthopedische materialen&transfer

Hoofdeffect: /

Interactie-effect: /

Volgende analyse 7: met toevoeging van stoelgang&orthopedische materialen&transfer

Hoofdeffect: stoelgang 1-2

Uit dit overzicht komt duidelijk naar voren dat van zodra stoelgang 1-2 wordt toegevoegd aan

de analyse, er een hoofdeffect is van stoelgang 1-2 op de afhankelijke variabelen. (richting

manova?)

Verder is er steeds een interactie-effect van LVE&toilet, zindelijkheid& paralyse en toilet&

paralyse, behalve als de variabele transfer wordt toegevoegd.

Resultaten MANOVA epilepsie subjectief

Volgende analyse 8: hoofdanalyse opnieuw met epilepsie subjectief

Hoofdeffect: zindelijkheid 09

Toilet

Interactie-effect: lve&toilet

Zindelijkheid&paralyse

Toilet&paralyse

Lve&paralyse

Lve&paralyse&epilepsie subjectief

Lve&toilet&epilepsie subjectief

Volgende analyse 9: met toevoeging van stoelgang 1-2 opnieuw met epilepsie subjectief

Hoofdeffect: toilet

Stoelgang 1-2

Interactie-effect: Lve&toilet

Zindelijkheid&paralyse

Toilet&paralyse

Lve&paralyse

Epilepsie&stoelgang 1-2

Lve&stoelgang 1-2

Lve&paralyse&epilepsie

Lve&toilet&epilepsie

Volgende analyse 10: met toevoeging van orthopedische materialen opnieuw met epilepsie

subjectief

Hoofdeffect: LVE

Orthopedische materialen

Interactie-effect: LVE&toilet

Zindelijkheid&paralyse

Toilet&paralyse

Lve&paralyse&epilepsie

Lve&toilet&epilepsie

Volgende analyse 11: met toevoeging van transfer opnieuw met epilepsie subjectief

Hoofeffect: /

Interactie-effect: LVE&epilepsie

Volgende analyse 12: met toevoeging van stoelgang 1-2&orthopedische materialen opnieuw

met epilepsie subjectief

Hoofdeffect: LVE

Stoelgang 1-2

Page 123: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

122

Orthopedische materialen

Interactie-effect: LVE&toilet

Zindelijkheid&paralyse

Toilet&paralyse

Lve & paralyse

Epilepsie en stoelgang 1-2

LVE&stoelgang 1-2

Lve&paralyse&epilepsie

Lve&toilet&epilepsie

Volgende analyse 13: met toevoeging van stoelgang 1-2 en transfer opnieuw met epilepsie

subjectief

Hoofdeffect: stoelgang 1-2

Interactie-effect: epilepsie&stoelgang

Lve&stoelgang

Lve&epilepsie

Volgende analyse 14: met toevoeging van orthopedische materialen en transfer opnieuw met

epilepsie subjectief

Hoofdeffect: LVE

Volgende analyse 15: met toevoeging van stoelgang 1-2, orthopedische materialen en transfer

opnieuw met epilepsie subjectief

Hoofdeffect: LVE

Stoelgang 1-2

Interactie-effect: epilepsie&stoelgang 1-2

Lve&stoelgang 1-2

Ook hier komt naar voren dat er een hoofdeffect is van stoelgang 1-2 van zodra deze variabele

wordt toegevoegd. Verder zijn er ook hoofdeffecten van LVE, orthopedische materialen,

zindelijkheid en toilet.

Er zijn verschillende interactie-effecten terug te vinden, de meest voorkomende zijn:

zindelijkheid&paralyse, toilet&paralyse, LVE& toilet (dit zijn de drie interactie-effecten die

ook bij epilepsie 1-2 naar voren komen), LVE&paralyse, …

(richting van MANOVA)

besluit uit manova?

10. FAQ Vorige informatie is zeer omvangrijk. Het is niet evident om vanuit alle vergaarde informatie

een duidelijk en kort samengevat antwoord te verkrijgen op alle vragen die leven. Om deze

reden zullen we hier een aantal vragen hernemen die sterk leven binnen vzw Stijn

10.1. Hoe is het gesteld met de slaapkwaliteit in vzw Stijn?

Ten eerste moeten we aangeven dat het enige dienstencentrum van vzw Stijn waarin slaap

reeds geruime tijd structureel in kaart gebracht wordt Sint Oda is. Om de kwaliteit van slaap

na te gaan baseren we ons dan ook op gegevens vanuit Sint Oda. Van de 2267 dagen van

meting die beschikbaar zijn namen we 804 dagen van in totaal 180 personen in achting. Per

persoon betekent dit een viertal nachten van meting, waarvan het gemiddelde in beschouwing

wordt genomen. De gegevens zijn verzameld met behulp van de Actiwatch. Dit is een

gevoelig meetinstrument in de vorm van een polshorloge, dat de bewegingen van de persoon

Page 124: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

123

registreert. Om een bepaald aantal seconden wordt geregistreerd hoeveel beweging er is

geweest. Deze gegevens worden door software vertaald naar slaap-waakpatronen. Er worden

met andere woorden een aantal parameters gegenereerd die we inter- en intra- individueel

kunnen vergelijken en waarvoor normen beschikbaar zijn.

De meest zeggende parameters en de parameters die we in wat volgt dan ook in beschouwing

zullen nemen zijn de volgende:

De sleep efficiency: dit is een parameter (uitgedrukt in een percentage) die de verhouding

weergeeft tussen de tijd dat de persoon slaapt en de totale tijd dat hij/zij in bed ligt. De

gehanteerde norm binnen Sint Oda is 85%. Dit wil zeggen dat iemand die een sleep efficiency

heeft van 85% of meer een goede nachtrust heeft, hij/zij slaapt namelijk minimum 85% van

de tijd dat hij/zij in bed ligt. Internationaal wordt ook de norm van 75% gehanteerd.

Sleep latency: dit is een parameter (uitgedrukt in minuten) die aangeeft hoelang het duurt

vooraleer de persoon inslaapt. Het geeft met andere woorden weer hoeveel tijd er verstrijkt

tussen dat de persoon in bed gaat en het moment van inslapen. Er wordt gesproken van een

goede sleep latency als deze kleiner is dan 30 minuten.

Fragmentation Index: Hoe rusteloos iemand slaap wordt weergegeven door deze parameter.

De norm hierbij is 30, wanneer deze norm wordt gehaald of overschreden slaapt de persoon te

rusteloos.

In dit onderzoek wordt naast deze drie parameters die standaard worden betrokken ook de

actual sleep time bekeken. Het kan namelijk zijn dat de sleep efficiency slecht is, maar dit kan

ook te wijten zijn aan een te lange tijd in bed. Bij de actual sleep time kunnen we nagaan

hoeveel uur een persoon tijdens de nacht effectief heeft geslapen. In deze maat, die uitgedrukt

wordt in minuten, wordt rekening gehouden met periodes van wakker zijn tijdens de nacht.

Aangezien we per proefpersoon reeds een gemiddelde maken van minimum 4 nachten maken,

kunnen we ervan uitgaan dat wanneer de score op één van de parameters onder de norm is, dit

geen uitschieter is. Op hoe meer parameters er een probleem wordt aangeduid, hoe groter het

slaapprobleem is, al is de hypothese dat de slaapproblemen een grote correlatie vertonen.

Sleep efficiency

Sleep efficiency

Mean 78,453

Median 79,000

Standard deviation 12,410

Minimum 30,600

Maximum 98,800

Range 68,200

Zowel het gemiddelde als de mediaan geven aan dat de scores van Sint Oda onder de norm

voor sleep efficiency liggen.

Page 125: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

124

sleep efficiency

32,22%

36,11%

31,67%<75%

75%-85%

>=85%

Bij het bekijken van het taartdiagram zien we dat 68,33% van de proefpersonen onder de

norm van 85 % voor sleep efficiency scoren. Internationaal wordt 75% gehanteerd als norm,

nog steeds 1/3 van de proefpersonen scoort lager dan deze norm.

Van de mensen die onder de norm van 75% vallen, zijn de scores als volgt verdeeld:

sleep efficiency verdeling van scores onder de norm

3,45% 3,45% 5,17%5,17%

5,17%

10,34%

13,79%

53,45%

<40

40-44

45-49

50-54

55-59

60-64

65-69

70-74

Sleep latency

Sleep latency

Mean 0:35:57

Median 0:20:54

Standard deviation 0:41:25

Minimum 0:00:00

Maximum 4:00:00

Range 4:00:00

Het gemiddelde ligt hier iets boven de norm, de mediaan ligt wel binnen de norm. Uit de

analyses blijkt dat de variabele sleep latency scheef verdeeld is, dus we kijken hier naar de

mediaan. Dit wil zeggen dat volgens deze beschrijvende maat de scores voor sleep latency

wel binnen de norm vallen.

Page 126: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

125

sleep latency

60,56%

39,44%<= 30 minuten

> 30 minuten

In het taartdiagram zien we dat het merendeel van de mensen een slaaplatentie heeft die

binnen de norm valt. Van de mensen die buiten de norm vallen zijn de scores als volgt

verdeeld:

sleep latency verdeling van scores boven de norm

22,54%

15,49%

12,68%7,04%8,45%

5,63%

9,86%

4,23%

1,41% 12,68%

31-40

41-50

51-60

61-70

71-80

81-90

91-100

101-110

111-120

>=121

Er zijn enkele serieuze uitschieters naar rechts toe, met een maximum van 4 uur. Er zijn 35

proefpersonen (19,4%) die een gemiddelde slaaplatentie van meer als 1 uur hebben!!!

fragmentation index

Fragmentation index

Mean 37,994

Median 35,375

Standard deviation 16,907

Minimum 3,750

Maximum 98,830

Range 95,080

Zowel het gemiddelde als de mediaan liggen voor de fragmentatie-index iets boven de norm.

Page 127: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

126

fragmentatie-index

33,89%

66,11%

<= 30

> 30

In deze grafiek zien we dat 2/3 van de proefpersonen een te hoge fragmentatie-index heeft.

fragmentatie-index verdeling scores boven de norm

44,54%

24,37%

16,81%

7,56%

2,52%

1,68%

2,52%

31-40

41-50

51-60

61-70

71-80

81-90

91-100

14,28% heeft een fragmentatie-index van meer als 2x de norm!!!

Actual sleep time

Actual sleep time

Mean 8:36:06

Median 8:39:23

Standard deviation 1:28:29

Minimum 3:26:48

Maximum 11:43:48

Range 8:17:00

Uit deze tabel blijkt dat de actual sleep time gemiddeld gezien wel voldoende is.

Page 128: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

127

actual sleep time

32,78%

67,22%

<8uur

>=8 uur

Ook percentueel gezien slaapt het merendeel van de proefpersoon voldoende. Toch is er nog

ongeveer 1/3 die slecht slaapt:

act ual sleep verdeling van scores boven de norm

66,10%

20,34%

6,78% 5,08% 1,69%

7-8 uur

6-7 uur

5-6 uur

4-5 uur

< 4 uur

Toch 13,55% slaap minder als 6 uur per dag.

Dit relativeert de slechte scores op sleep efficiency. Het grootste deel van de proefpersonen

slaapt voldoende, ze liggen echter een te lange tijd in bed waardoor hun sleep efficiency daalt.

Slaapprobleem

Uit het voorgaande is gebleken dat tweederde van de proefpersonen te laag scoren op slaap

efficiëntie en op fragmentatie index. Ongeveer één op drie van de proefpersonen scoort te laag

op actual sleep time en ongeveer 2 op 5 heeft een te hoge slaap latentie.

Hieronder kan gezien worden dat eveneens een hoog percentage meer als 1 slaapprobleem

heeft.

0 slaapproblemen 37 20,56%

1 slaapprobleem 20 11,11%

2 slaapproblemen 43 23,89%

3 slaapproblemen 54 30,00%

4 slaapproblemen 26 14,44%

180

Niet minder dan 79,44% van de zorggebruikers heeft één slaapprobleem. 68,3% heeft twee of

meer slaapproblemen. Wanneer we kijken naar de correlaties tussen de slaapproblemen is dit

niet verwonderlijk. Alle correlaties zijn namelijk significant op het 0,01 niveau en liggen

tussen de r=.359 en r=867. Vooral sleep efficiency heeft een hoge correlatie met de andere

variabelen. De richting van de verbanden zijn allemaal in de verwachte richting. Hoe hoger de

Page 129: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

128

slaapefficiëntie hoe lager de slaaplatentie en fragmentatie-index en hoe hoger de actual sleep

time. De correlatie van slaap latentie met fragmentatie-index en actual sleep time is eerder

laag, maar ook volgens verwachting: hoe langer het duurt om in te slapen hoe onrustiger de

slaap en hoe lager de actual sleep time. Het verband ten slotte van fragmentatie-index met de

actual sleep time is behoorlijk, alsook in de verwachte richting.

De vraag zou kunnen gesteld worden of de proefpersonen met maar 1 slaapprobleem niet

allemaal mensen zien die slecht scoren op sleep efficiency door hun te lange tijd in bed, maar

die verder wel goed scoren op sleep latency, fragmentation index en actual sleep time. Dat

zou willen zeggen dat er niet echt sprake is van een slaapprobleem, maar wel van slechte

afgestemdheid van de begeleiding op de persoon zijn individuele slaapbehoeften. We zien dat

dit echter slechts in 2 van de gevallen voorkomen. De zorggebruikers met maar 1

slaapprobleem scoren vooral slecht op fragmentation index. De combinatie lage sleep

efficiency met goede actual sleep time komt vanzelfsprekend nog voor, maar steeds in

combinatie met 1 of 2 andere problemen.

In het verleden is reeds verscheidene malen een inventarisatie gemaakt van slaapproblemen in

Sint Oda. Het gaat meer bepaald om een onderzoek van Pinxten (Pinxten, 1996), Lagrain

(Lagrain, 2001) en Hermans et al. (Hermans et al., 2006).

In het onderzoek van Pinxten en Lagrain werden nog andere parameters gehanteerd, de

gegevens werden ook nog verzameld met de oude actiwatch. De gegevens zijn dus moeilijk te

vergelijken. Wel kunnen we zien dat Pinxten spreekt van een percentage van 62%

slaapproblemen in de populatie van Sint Oda. Uit onze analyses blijkt zelfs een percentage

van 79,44% dat één of meerdere slaapproblemen heeft. Bij Lagrain zien we dat bij 80.7% van

de bewoners afwijkende waarden op minstens één van de daar gehanteerde parameters naar

voren komen.

De resultaten van het onderzoek van Hermans et al. kunnen we beter vergelijken.

De sleep efficiency is in het onderzoek van Hermans et al. voor 71.25% te laag. Dit is

vergelijkbaar met de 68.33% die we met huidig onderzoek bekomen.

De sleep latency is voor 53.75% van de proefpersonen uit het onderzoek van 2006 te lang. In

het huidig onderzoek is dit slechts 36.44%.

De fragmentation index is dan weer veel beter (31.25% scoort hoger als 30) in het eerste

onderzoek dan in het huidige (66.11% scoort hoger als 30).

Tenslotte de actual sleep time, 26.88% slaapt minder als 8uur in het onderzoek van Hermans

et al. In het huidige onderzoek ligt dit getal ongeveer gelijk, namelijk 32.78%.

In de literatuur komen diverse cijfers over het voorkomen van slaapstoornissen in de normale

populatie voor, deze situeren zich tussen de 10 en 35%. We zien dat we hier met onze

populatie ruim bovenzitten.

10.2. Welke soorten slaapproblemen zijn er en hoe kan de nachtdienst deze

(helpen) opsporen?

Slaapproblemen komen vaak voor, maar het is van verschillende factoren afhankelijk of men

deze effectief ook classificeert als slaapstoornis. Deze factoren zijn vooral ernst en duur van

de problemen. Wat betreft de duur geldt de minimale duur van één maand. Voor de ernst is

niet enkel de aard en de omvang van de problemen van belang, maar ook de invloed op het

dagelijks functioneren van de persoon en zijn omgeving (Berden, 2001).

Slaapstoornissen worden onderverdeeld in twee grote categorieën, de secundaire en de

primaire slaapstoornis. Men hoort bij slaapstoornissen steeds in eerste instantie na te gaan of

er sprake is van een andere stoornis, van somatische of psychiatrische aard, of van

middelengebruik als oorzakelijke factor. Is dit het geval, dan is er sprake van een secundaire

Page 130: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

129

slaapstoornis. Deze slaapstoornissen zullen wellicht verbeteren of verdwijnen bij behandeling

van de oorzakelijke factor.

Bij een primaire slaapstoornis is er sprake van een op zichzelf staande stoornis. In de primaire

stoornissen is er nog een verschil tussen de stoornissen in slaappatroon of de dyssomniën en

stoornis in het gedrag tijdens de slaap of de parasomnieën.

Er zijn verscheidene vormen van dyssomnie, waarbij steeds sprake is van in- en/of

doorslaapproblemen of voortijdig ontwaken. Onder dyssomnieën worden onder andere

genoemd:

-insomnie: inslaap of doorslaapprobleem, kan worden nagegaan met behulp van de actiwatch,

meer bepaald door de slaaplatentie, de fragmentation index, de actual sleep time en de sleep

efficiency te beoordelen.

-hypersomnie:overmatige geneigdheid tot inslapen: is een aandoening die kan geobserveerd

worden door de dagdienst en door het analyseren van dutjes. Dit is namelijk ook een van de

functies van de actiwatch.

-narcolepsie: onbedwingbare slaapaanvallen: idem hypersomnie

-slaapgebonden ademhalingsstoornissen: onder andere het slaapapnoesyndroom, kan

nagegaan worden door het bekijken van de sleep effiency en de fragmentation-index alsook

door medisch onderzoek.

-slaap-waakritmestoornissen: wordt vaak veroorzaakt door jetlag, ploegendienst,…: minder

van toepassing op onze doelgroep.

-slaapproblemen door externe prikkels: geluiden van buitenaf, slechte voeding, alcohol of

cafeïne gebruik: de nachtdienst kan slaapproblemen van deze aard opsporen door het

systematisch observeren van de slaap en variabelen die hiermee samenhangen. Hiervoor zijn

in vzw Stijn vragenlijsten ontwikkeld die deze registraties toelaten.

-niet gespecificeerde dyssomnieën.

Parasomnieën kenmerken zich door abnormale gedragingen tijdens de slaap of tijdens de

overgang tussen slapen en waken. De categorieën die zich onderscheiden zijn:

-nachtmerries: de variabele fragmentatie-index kan dit oppikken, alsook de akoestische

systemen in onze dienstencentra.

-slaap-paniekstoornis: gaat gepaard met paniekerig geschreeuw, intense angst, versnelde pols

en ademhaling enzoverder: idem nachtmerries

-slaapwandelen: de verschillende parameters van de actiwatch kunnen dit oppikken, alsook de

akoestische en andere bewakingssystemen in onze dienstencentra.

-niet gespecificeerde parasomnieën

(Berden, 2001)

In de literatuur komen diverse cijfers over het voorkomen van slaapstoornissen in de normale

populatie voor, deze situeren zich tussen de 10 en 35%.

Voor de duidelijkheid hieronder een schema van de verschillende mogelijke slaapstoornissen:

Page 131: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

130

Slaapprobleem

Slaapstoornis -Secundaire

slaapstoornis

-Secundair aan

lichamelijke stoornis

-Secundair aan

psychiatrische stoornis

-Secundair aan

middelengebruik

-Primaire slaapstoornis -Dyssomnieën -Insomnie

-Hypersomnie

-Narcolepsie

-Parasomnieën -Nachtmerries

-Slaap-

paniekstoornis

-Slaapwandelen

10.3. Welke behandelingen voor slaapproblemen bestaan er?

(Hylkema, 2007; Lagrain, 2006; Pinxten, 1996; Luyten, n.d.; Lagrain, n.d.)

Slaaptekort bij personen met een handicap leidt ertoe dat zij minder openstaan voor contacten,

overdag nog drukker zijn en slechter leren door een slechte REM slaap. Het gevolg is ook dat

er meer kans is op gedragsproblemen en er een hogere prikkel en stressgevoeligheid is.

Het is dus des te belangrijker deze slaapstoornissen zoveel mogelijk te voorkomen en te

behandelen.

Uit de literatuur komen volgende aandachtspunten naar voren (deze kunnen vanzelfsprekend

ook gelden voor personen zonder verstandelijke handicap):

-oog voor de individuele slaap-waak ritmiek: zoals gezegd is dit afhankelijk van persoon tot

persoon en zou hier meer rekening mee moeten gehouden worden. Bijvoorbeeld geen

gezamenlijke bedtijden, maar bedtijden afgestemd op de noden van het individu.

-zorgen voor een goede slaaphygiëne:

-opbouwen van de slaapschuld: hoe meer activiteit overdag, hoe meer energie

verbruikt, hoe groter de slaapschuld

-rustige activiteiten voor het slapengaan

-minder tijd in bed doorbrengen

-overleg tussen dag- en nachtdienst mbt (specifiek voor mensen in residentiële

opvangvormen:

-gezondheidstoestand

-belangrijke gebeurtenissen

-wensen en voorkeuren van de bewoner

-belangrijke (gedrags-) afspraken

-zorgen voor een goede slaapomgeving

-materiële infrastructuur:

-individuele kamers

-aangepaste bedden

-aangepaste matrassen

-omgevingsfactoren:

Page 132: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

131

-nachtlawaai

-verlichting

-verduistering

-kamertemperatuur

-verluchting

-vast slaapritueel

-goede structuur: een duidelijk onderscheid tussen dag en nacht.

-goede slaaphouding

-doordachte vrijheidsbeperkende maatregelen, bv: bedhekkens ipv riemen

-hypnotica: doordacht gebruik is van belang!

-therapeutische technieken:

-stimulus-regeltherapie: verstevigen van relatie tussen bed en slaapgedrag, grenzen

stellen, belonen

-relaxatietherapie

-lichttherapie

-melatonine behandeling: door toevoeging van het hormoon slaperigheid induceren

-chronotherapie: synchroniseren van de slaap-waakcyclus

-vermijden van spanningen

-onderliggende oorzaken behandelen: in het geval van secundaire problematiek

Vanuit de literatuur en de dagdagelijkse praktijk komt ook een verschuiving naar voren van

een nadruk op goede hygiëne en bewaken, wat veel controlemomenten en dus verstoring met

zich meebracht, naar nadruk op het bevorderen van slaapkwaliteit: verhogen van comfort en

zo weinig mogelijk storen. Daarvoor worden allerlei hulpmiddelen ingezet zoals beter

incontinentiemateriaal, akoestische en visuele bewaking, …

Voorgaande is resultaat van een literatuurstudie. Niet alle bovenstaande elementen worden

bevestigd door ons eigen onderzoek, zoals kan nagelezen worden in het onderzoek zelf.

10.4. Hoe is het gesteld met interventies tijdens de nacht? Worden onze

zorggebruikers vaak gestoord en wat is de invloed van deze

verstoring tijdens de nacht?

Vroeger werden hygiëne en controle als belangrijkste aandachtspunten tijdens de nacht

gezien. Iemand die een natte luier heeft, moet verschoond worden. Iemand waarvan geweten

is dat hij/zij dikwijls roept moet standaard regelmatig gecontroleerd worden. De laatste jaren

wordt van deze visie meer en meer afgestapt. Slapen neemt voor personen met een handicap

vaak de helft van hun leven in beslag en het is dan ook belangrijk dat deze kwaliteitsvol, met

zo weinig mogelijk onderbrekingen, verloopt. Om dit te bewerkstelligen wordt het aantal

verzorgings- en controlemomenten die standaard worden ingebouwd, drastisch teruggebracht.

Met behulp van akoestische en visuele systemen worden zorggebruikers van op afstand in het

oog gehouden en wordt enkel ingegrepen waar nodig.

Ook in Sint Oda (en heel vzw Stijn) maakt deze nieuwe visie opmars. Er wordt geïnvesteerd

in beter incontinentiemateriaal en goede bewakingssystemen. Toch is er nog steeds een

bepaalde mate van verstoring. In deze vraag gaan we na welke soorten verstoring er nog zijn

tijdens de nacht en of ze een invloed hebben op de slaapkwaliteit.

Steeds wanneer er een registratie gebeurt van de bewegingen tijdens de slaap wordt zowel aan

het dagpersoneel, als aan het nachtpersoneel gevraagd om een vragenlijst in te vullen. Naast

andere vragen wordt hier ook gevraagd naar de soort controle die er ’s nachts gebeurt, de mate

van verstoring van slaap en de mate waarin storende geluiden de slaap van de betreffende

zorggebruikers verstoren.

Page 133: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

132

We geven hier eerst beschrijvende gegevens weer, met andere woorden we laten de mate zien

waarin deze drie elementen voorkomen. Vervolgens laten we het verband zien met de

verschillende slaapproblemen.

Verstoring van de slaap

Hier werd gevraagd aan de nachtopvoeders: wordt de bewoner in zijn slaap gestoord? Dit kan

zijn door medebewoners, door licht, door het uitvoeren van handelingen enzoverder. Uit de

vragenlijst blijkt dat 22,78% van de proefpersonen worden verstoord in hun slaap.

Soort controle

De vraag hier is: welke controle gebeurt ’s nachts? Hierbij wordt keuze gegeven tussen:

controle in de gang aan de gesloten deur, controle aan de deuropening, binnengaan op de

kamer (vb handelingen bij kamergenoot), controle (bv op nat zijn, saturatie), wisselhouding of

verdrogen en anders.

Slechts van een beperkt aantal proefpersonen (37) is geweten welke controle ze ’s nachts

krijgen. Hieronder de verdeling van deze scores.

soort controle

0,00%

2,70%

21,62%

2,70%

72,97%

aan gesloten deur

deuropening

binnengaan (handeling bij

kamergenoot)

controle (nat zijn? Saturatie,

temp,…)

wisselhouding/verdrgen/MEDICA

TIE TOEDIENEN

Storende geluiden

De vraag die hier wordt gesteld is ‘Zijn er storende geluiden? ‘

Van 37,22% van de proefpersonen wordt aangegeven dat er storende geluiden zijn tijdens de

nacht, die de slaap kunnen beïnvloeden.

We willen nu het verband nagaan van deze onafhankelijke variabelen op de afhankelijke

variabelen. Hiervoor moeten we eerst een stap teruggaan in de analyses die we hebben

gedaan. Naast de drie onafhankelijke variabelen onder aandacht in deze vraag, hebben we nog

een heel aantal onafhankelijke variabelen in kaart gebracht waarvan de invloed op slaap

wilden nagaan. We hebben deze onafhankelijke variabelen eerst elk apart voor elke

afhankelijke variabele geanalyseerd, door middel van enkelvoudige variantieanalyse. In

enkelvoudige variantieanalyses wordt geen rekening gehouden met interacties van

verschillende onafhankelijke variabelen. We voerden deze analyses uit om uit de grote

hoeveelheid van onafhankelijke variabelen die we voorhanden hebben de meest relevante te

selecteren om ons model voor meervoudige variantieanalyse op te stellen. In deze

meervoudige variantieanalyse wordt de invloed van de onafhankelijke variabelen in het model

op elke afhankelijke variabele apart nagegaan. Vervolgens willen we weten welke van de

onafhankelijke variabelen die vanuit de meervoudige analyse als significant naar voren zijn

gekomen op alle afhankelijke variabelen samen een effect heeft, dit gaan we na in een

multivariate variantieanalyse.

Page 134: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

133

Wanneer we specifiek gaan kijken naar de resultaten voor de drie onafhankelijke variabelen

die hier onder aandacht zijn, zien we het volgende: in de enkelvoudige variantieanalyses is er

enkel een significant effect van verstoring van de slaap op actual sleep time zowel als we de

testen parametrisch als nonparametrisch uitvoeren. De richting van het verschil is eerder

verbazend, de actual sleep time stijgt wanneer de nachtrust verstoord wordt. Dit wil dan ook

zeggen dat enkel in het model voor Actual sleep time er één van de variabelen mbt

interventies tijdens de nacht, namelijk verstoring van de slaap, terugkomt. In deze

meervoudige variantieanalyses is er geen enkel hoofd of interactie-effect van verstoring van

de slaap. Om deze reden wordt deze onafhankelijke variabele niet verder meegenomen in de

multivariate analyse.

Tot besluit van deze vraag kan gezegd worden dat interventies of verstoring tijdens de slaap

tot een minimum zijn teruggedrongen. Wanneer we de invloed op de kwaliteit van slaap

nagaan zien we dat er geen effecten zijn, behalve een effect van verstoring van de slaap op

totale duur van de slaap. Wanneer we echter allerlei andere factoren onder consideratie nemen

verdwijnt het effect.

Een punt van kritiek is hier de subjectiviteit en de onvolledigheid van de antwoorden op de

vragenlijsten. Niet alle vragenlijsten zijn namelijk voor iedereen ingevuld, tevens kwamen

niet altijd alle vragen in alle vragenlijsten terug. Ook is er sprake van overlap tussen de

verschillende vragen. Om echt een correct antwoord op deze vraag te krijgen zouden de

vragen eenduidiger moeten gesteld worden en systematisch en objectief moeten geobserveerd

en beantwoord worden.

10.5. Hoe wordt de slaap subjectief beoordeeld?

Met deze vraag willen we nagaan hoe de slaap subjectief beoordeeld wordt, of de mening van

verschillende beoordelaars over dezelfde persoon overeenkomen en of de subjectieve mening

overeenkomt met de objectieve maten.

In dezelfde vragenlijsten als waarvan sprake hierboven werd zowel aan het dagpersoneel als

aan het nachtpersoneel gevraagd om een subjectieve beoordeling van de slaap. Jammer

genoeg werd deze vraag slechts voor een beperkt aantal proefpersonen beantwoord.

subjectieve inschatting dagdienst

5,56%

48,33%

46,11%slaapt slecht

slaap goed

onbekend

Page 135: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

134

subjectieve inschatting nachtdienst

7,22%

30,56%

62,22%

slaapt slecht

slaap goed

onbekend

Van de personen van wie de kwaliteit van slaap subjectief werd ingeschat, wordt door de

dagdienst het merendeels (87 personen) als goede slapers ingeschat. Ook van de nachtdienst

worden 56 personen als goede slapers ingeschat. Echter, dit is toch een groot verschil, we

gaan hieronder na in hoeverre de subjectieve inschatting van dag en nachtdienst

overeenstemmen.

Slaap slecht Slaapt goed ?

Slaap slecht 1 2 7

Slaapt goed 3 32 52

? 9 21 53

86

Wanneer we de vraagtekens niet meetellen zijn er 38 personen door zowel de dagdienst als de

nachtdienst ingeschat. Van deze personen wordt 86, 8% op dezelfde manier ingeschat, dit zijn

zo goed als allemaal mensen die subjectief goed slapen.

Wanneer we de subjectieve scores met de objectieve scores vergelijken zien we het volgende:

We hebben van 38 proefpersonen zowel een inschatting van de nachtdienst als van de

dagdienst als objectieve maten. In slechts 6 van de gevallen of een kleine 16% is er

overeenkomst tussen de drie maten. Uit voorgaande volgt dat de twee subjectieve maten vaak

wel overeenkomst vertonen, maar dat de objectieve maten dit tegenspreken, dit is het geval in

27 van de 32 gevallen. Hier komt duidelijk naar voren dat slaapproblemen vaak niet erkend of

herkend worden bij het personeel.

10.6. Is er een verschil te zien in slaapproblemen tussen diverse

subgroepen? Zowel op vlak van verstandelijk niveau, als motorische

handicap, als erfelijke aandoening.

Deze vraag kan opgedeeld worden in drie onderdelen: invloed van verstandelijk niveau,

invloed van motorische handicap en invloed van erfelijke aandoeningen

Invloed van verstandelijk niveau

Een functionele en/of structurele hersenstoornis ligt aan de basis van de verstandelijke

handicap. Er wordt verondersteld dat dit er dan ook verantwoordelijk voor is, aangezien

Subjectieve inschatting nachtdienst

Subjectieve

inschatting

dagdienst

Page 136: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

135

slapen een hersenactiviteit is, dat het slapen niet optimaal verloopt. In de literatuur wordt

aangegeven dat naarmate de verstandelijke mogelijkheden beperkter worden, er meer

slaapproblemen voorkomen.

We hebben verstandelijk niveau geoperationaliseerd door van iedere zorggebruiker na te gaan

of er sprake is van een licht, matig, ernstig of diep verstandelijke handicap.

niveau van functioneren

1,11%

5,00%

15,00%

69,44%

9,44%

licht

matig

ernstig

diep

onbekend/niet te testen

Uit deze grafiek blijft dat bijna 70% van de proefpersonen op het niveau van diep

verstandelijke handicap functioneert.

Wanneer we dezelfde analyses uitvoeren zoals uitgelegd bij vraag 10.2. voor de

onafhankelijke variabele verstandelijk niveau zien we het volgende:

In de enkelvoudige variantieanalyse is er een significant effect van verstandelijk niveau van

functioneren op sleep efficiency, sleep latency en actual sleep time. Echter, alle afhankelijke

variabelen zijn scheef verdeeld, dit wil zeggen dat we nonparametrische testen moeten

uitvoeren. Bij het uitvoeren van deze testen blijkt dat niveau van functioneren enkel een

significant verschil in slaapkwaliteit veroorzaakt bij actual sleep time. Ook hier is de richting

van de verschillen tegen de verwachtingen. Zowel bij de parametrische als bij de

nonparametrische testen heeft iemand met een diep verstandelijke handicap een langere

slaaptijd als iemand met een matig verstandelijke handicap, ernstig verstandelijke handicap of

iemand waarvan de handicap niet kan vastgesteld worden. Aangezien er een effect van

verstandelijk niveau is op actual sleep time wordt deze variabele opgenomen in het model

voor meervoudige variantieanalyse. In deze meervoudige variantieanalyses is er geen enkel

hoofd of interactie-effect van niveau van functioneren. Om deze reden wordt deze

onafhankelijke variabele niet verder meegenomen in de multivariate analyse.

Tot besluit kunnen we zeggen dat er een significant effect is van niveau van functioneren op

actual sleep time, al is de richting van dit verschil tegen verwachting. Wanneer andere

onafhankelijke variabelen worden toegevoegd verdwijnt het effect.

Invloed van motorische handicap

Motorische handicap wordt op verschillende manieren geoperationaliseerd:

- motorische functiebeperking of paralyse vanuit de schaal Guy Vanden Boer die vraagt

of er een motorische functiebeperking is aan 1 of geen of aan twee of meerdere

ledematen. Er zijn twee scores voorhanden voor deze variabele, 1 score op het

moment waarop de actiwatch werd gebruikt en 1 score op het moment waarop de

scores werden geanalyseerd (maart 09)

- Ambulantie of binnenshuis stappen vanuit de schaal Guy Vanden Boer die 5

antwoordmogelijkheden heeft: stapt volledig zelfstandig, gebruikt hulpmiddelen, stapt

met menselijke hulp, stapt met menselijke hulp én hulpmiddelen, stapt niet. Er zijn

Page 137: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

136

twee scores voorhanden voor deze variabele, 1 score op het moment waarop de

actiwatch werd gebruikt en 1 score op het moment waarop de scores werden

geanalyseerd (maart 09)

- Rolstoelgebruik vanuit de schaal Vanden Boer met volgende antwoordmogelijkheden:

gebruikt (dagdagelijks) geen rolstoel, gebruikt rolstoel volledig zelfstandig, gebruikt

rolstoel met hulpmiddelen maar zonder menselijke hulp, gebruikt rolstoel met

menselijke hulp maar zonder verdere hulpmiddelen, gebruikt rolstoel met menselijke

hulp en hulpmiddelen, wordt gereden in rolstoel en werkt niet mee. Er zijn twee scores

voorhanden voor deze variabele, 1 score op het moment waarop de actiwatch werd

gebruikt en 1 score op het moment waarop de scores werden geanalyseerd (maart 09)

- Motorische handicap: er werd specifiek de vraag gesteld of er sprake is van een

motorische handicap en zoja, welke.

- Guy Vanden Boer: voor de volledigheid gaan we hier ook na of de totaalscore op de

Guy Vanden Boer invloed heeft. In de Guy Vanden Boer zijn 5 zorggroepen

onderscheiden waaraan telkens een gemiddeld aantal ondersteuningsminuten zijn

gekoppeld. Het minimum is 11 minuten, het maximum 101.

We gaan hier eerst na hoe de proefpersonen scoren op deze items (dit wordt enkel

weergegeven voor de score op het moment van meting), vervolgens gaan we de effecten op de

verschillende afhankelijke variabelen na.

Functiebeperking

Voor motorische functiebeperking (in het verleden aangeduid als paralyse) is er voor 32.78%

een functiebeperking aan 2 of meerdere ledematen, voor 62.78% geen beperking en voor

4.44% kon de score op dit item niet meer achterhaald worden.

Ambulantie (binnenshuis stappen)

ambulantie (binneshuis stappen)

53,33%

1,11%

8,33%

3,33%

29,44%

4,44%

Stapt volledig zelfstandig

Gebruik van hulpmiddelen,

maar zonder menselijke hulp

Stapt met menselijke hulp

maar zonder gebruik van

hulpmiddelenStapt met menselijke hulp

en gebruikt hulpmiddelen

Stapt niet

Onbekend

Eveneens het grootste deel van de proefpersonen stapt zelfstandig zonder enige vorm van

hulp.

Rolstoelgebruik

Page 138: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

137

rolstoelgebruik

38,33%

0,00%

0,00%

3,89%

2,22%

51,11%

4,44%

Gebruikt (dagdagelijks) geen

rolstoel

Gebruikt rolstoel volledig

zelfstandig

Gebruikt rolstoel met hulpmiddelen

maar zonder menselijke hulp

Gebruikt rolstoel met menselijke

hulp maar zonder verdere

hulpmiddelenGebruikt rolstoel met menselijke

hulp en hulpmiddelen

Wordt gereden in rolstoel en

w erkt in het geheel niet mee

Onbekend

Opvallend in deze resultaten is dat het aantal proefpersonen dat in een rolstoel zit en in het

geheel niet mee werkt (92) veel hoger ligt als het aantal mensen dat niet stapt (53).

Motorische beperking

motorische handicap

37,78%

52,22%

10,00%

motorisch

niet motorisch

onbekend

De motorische handicaps van de 68 proefpersonen die er 1 hebben zijn als volgt verdeeld:

soort motorische handicap

10,29%

33,82%

13,24%

5,88%2,94% 1,47% 0,00% 1,47% 1,47%

4,41%

11,76%13,24%

0,00%5,00%

10,00%15,00%20,00%25,00%30,00%35,00%40,00%

SC

OLIO

SE

SP

AS

TIS

CH

E

QU

AD

RIP

LE

GIE

HE

MIP

LE

GIE

QU

AD

RIP

LE

GIE

HY

PO

TO

NIE

HE

MIP

AR

ES

E

KY

FO

SE

SP

AS

TIC

ITE

IT

HY

PE

RT

ON

IE

CO

MB

INA

TIE

AN

DE

RE

onbekend

De meest voorkomende handicap is spastische quadriplegie. De reden waarom kyfose als

categorie staat vermeld, maar toch in 0% voorkomt, is omdat deze aandoening in de

proefgroep enkel in combinatie met een andere aandoening voorkomt en dus allemaal onder

de categorie ‘combinatie’ staan.

Guy Vanden Boer

De analyses voor de schaal Vanden Boer werden tweemaal uitgevoerd: éénmaal wanneer we

de scores gebruiken die gegeven zijn in het jaar dat ook de nachtactiviteit is geregistreerd,

Page 139: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

138

éénmaal wanneer we de gegevens van het jaar waarin de analyses zijn gebeurd, namelijk

2009, hanteren.

Wanneer we kijken naar de score op de Guy Vanden Boer in het jaartal waarin ook de

actiwatchgegevens zijn verzameld zien we dat de gemiddelde score zich bevindt tussen

categorie 2 (64) en 3 (46) van de Guy Vanden Boer.

Guy Vanden Boer juiste jaartal

5,56%

31,67%

25,56%

11,67%

22,22%

3,33%

11 minuten

28 minuten

46 minuten

64 minuten

101 minuten

onbekend

Wanneer we kijken naar de actuele score op de schaal Guy Vanden Boer (maart 2009) zien

we dat het gemiddelde ongeveer gelijk is. Ook de verdeling van de scores verschilt niet enorm

veel.

De correlatie tussen de Guy Vanden Boer in het juiste jaartal en die van maart 09 vindt u

hieronder.

Table of correlations

Guy vanden boer juiste

jaartal gvdb maart

09

Guy vanden boer juiste jaartal 1,000

gvdb maart 09 0,859 1,000

Meer in detail hoe de scores van de proefpersonen zijn geëvolueerd vindt u hieronder:

In bovenstaande tabel kan gezien worden dat 142 van de proefpersonen (78,8%) hetzelfde

scoort op de schaal Guy Vanden Boer in de periode dat de observatie van de slaap is gedaan

als in Maart 09. Bij sommige proefpersonen zit hier 8 jaar tussen. Bij 27 van de proefpersonen

(15%), is de score gestegen, deze mensen zijn met andere woorden zorgafhankelijker

geworden. Bij 11 personen (6,1%)zijn de zorgen gedaald.

11 28 46 64 101 ?

11 7 2 1

28 48 8 1

46 5 33 6 2

64 1 13 7

101 3 1 36

? 1 5

142

Maart 2009

J D

U A

I T

S U

T M

E

Page 140: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

139

Wanneer we gaan kijken naar het verband met de afhankelijke variabelen zien we het

volgende:

Motorische functiebeperking

Er is een significant verschil in sleep efficiency naargelang de motorische functiebeperking.

De sleep efficiency is lager wanneer er een motorische functiebeperking is in twee of

meerdere ledematen. Dit geldt zowel voor de score op het moment van de meting als voor de

score maart 09, maar enkel voor de parametrische testen. Aangezien alle afhankelijke

variabelen scheef verdeeld zijn nemen we enkel die variabelen verder mee die zijn

voortgekomen uit de nonparametrische analyse én parametrische analyse of enkel uit de

nonparametrische analyse. We nemen deze variabele dus niet verder mee voor de afhankelijke

variabele sleep efficiency.

Ook de sleep latency verschilt significant naargelang de motorische functiebeperking, zowel

voor de score op het moment van de meting als voor de score maart 09, zowel voor de

parametrische als voor de nonparametrische testen . Ook de sleep latency is beter als er geen

of één motorische functiebeperking is, dan als er twee of meer zijn. Deze variabele nemen we

dus wel verder mee in de meervoudige variantieanalyse voor sleep latency. We zien hier

echter dat de invloed van motorische functiebeperking verdwijnt bij toevoeging van andere

onafhankelijke variabelen.

Ook de fragmentation index wordt significant beïnvloed door motorische functiebeperking

zowel op het moment van registratie als in maart 09, zowel bij de parametrische als

nonparametrische technieken. Ook voor fragmentation index wordt deze variabele dus

opgenomen in het model voor meervoudige analyse. Voor fragmentation index komt

motorische functiebeperking wél naar voren als een significant hoofdeffect. Motorische

functiebeperking heeft dus een significant hoofdeffect op fragmentation index ondanks de

invloed van andere variabelen. Wanneer we nagaan of motorische functiebeperking ook stand

houdt wanneer we zijn invloed nagaan op alle afhankelijke variabelen samen zien we dat deze

onafhankelijke variabele niet terugkomt als hoofdeffect maar wel als interactie-effect in

combinatie met de variabelen zindelijkheid, toiletgebruik en score op de schaal Leen

Vanermen.

Voor actual sleep time is er geen invloed van motorische functiebeperking, op geen enkel

moment. Deze onafhankelijke variabele wordt voor deze afhankelijke variabele dan ook niet

verder meegenomen.

Ambulantie

Ambulantie heeft geen invloed op sleep efficiency, met geen enkele analyse. Deze

onafhankelijke variabele wordt voor deze afhankelijke variabele dan ook niet verder

meegenomen.

Voor sleep latency is er wel een significant effect van ambulantie (niet van ambulantie 09),

maar enkel bij de parametrische technieken. De slaaplatentie is kleiner als er zelfstandig

wordt gestapt, dan wanneer er niet wordt gestapt. Aangezien, zoals reeds gezegd, enkel de

variabelen die ofwel bij beide technieken ofwel enkel bij nonparametrische technieken

voorkomen verder worden meegenomen, wordt ook voor sleep latency deze variabele niet

verder meegenomen.

Voor fragmentation index zijn de resultaten gelijkaardig. Er is een significant effect van

ambulantie op de fragmentation index, maar enkel bij de parametrische technieken. De

fragmentation-index is groter als de persoon niet stapt, dan als de persoon volledig

zelfstandig, met menselijke hulp, of met menselijke hulp én hulpmiddelen stapt. Echter, ook

Page 141: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

140

hier wordt ambulantie niet opgenomen in de verdere analyses aangezien de nonparametrische

technieken deze verbanden niet bevestigen.

Voor actual sleep time is er geen verband terug te vinden, met geen enkele analyse.

Rolstoelgebruik

In de enkelvoudige variantieanalyses is er enkel een significant effect van rolstoelgebruik op

actual sleep time zowel als we de testen parametrisch als nonparametrisch uitvoeren. De

richting van het verschil is eerder verbazend, de actual sleep time is hoger wanneer er geen

rolstoelgebruik is, dan wanneer de persoon wordt gereden in een rolstoel zonder

medewerking. Dit wil dan ook zeggen dat enkel in het model voor Actual sleep time

rolstoelgebruik voorkomt. In deze meervoudige variantieanalyses is er geen enkel hoofd of

interactie-effect van rolstoelgebruik. Om deze reden wordt deze onafhankelijke variabele niet

verder meegenomen in de multivariate analyse.

Motorische handicap

Er is een significant verschil in sleep efficiency naargelang de motorische handicap. De sleep

efficiency is lager wanneer er een motorische handicap is als wanneer er geen is. Dit geldt

echter enkel voor de parametrische testen. Aangezien alle afhankelijke variabelen scheef

verdeeld zijn nemen we enkel die variabelen verder mee die zijn voortgekomen uit de

nonparametrische analyse én parametrische analyse of enkel uit de nonparametrische analyse.

We nemen deze variabele dus niet verder mee voor de afhankelijke variabele sleep efficiency.

De soort motorische handicap (zie boven) is bij geen enkele analyse voor sleep efficiency

significant.

Er is een significant verschil in sleep latency naargelang de motorische handicap. De sleep

latency is minder wanneer er geen motorische handicap is. Ook hier geldt dit enkel voor de

parametrische technieken, dus wordt deze variabele niet verder meegenomen. Ook hier is de

soort motorische handicap niet significant.

Voor fragmentation index is het verband met motorische handicap significant, zowel met

parametrische als nonparametrische technieken. Wanneer er geen motorische handicap is, is

de fragmentation index lager als wanneer er wel één is. De soort motorische handicap speelt

geen rol. Wanneer we het model voor de meervoudige analyse van fragmentation index

bekijken, zien we dan ook motorische handicap in de hoofdanalyse wordt meegenomen. We

vinden echter geen enkel hoofd- of interactie-effect terug voor motorische handicap. Door

toevoeging van andere variabelen verdwijnt het effect van motorische handicap.

Voor actual sleep time is er geen enkel verband met motorische handicap, zowel niet

parametrisch als niet nonparametrische, noch de soort motorische handicap.

Guy Vanden Boer

De totaalscore van de schaal Guy Vanden Boer blijkt significant te zijn voor Sleep Latency en

voor Fragmentation Index. Echter voor sleep latency is dit enkel het geval voor de

parametrische testen dus wordt dit voor deze afhankelijke variabele niet verder meegenomen.

Voor fragmentation index zijn de resultaten parametrisch en nonparametrisch hetzelfde.

Iemand die in zorggroep 4, namelijk 28 minuten scoort heeft een kleine fragmentatie-index

dan iemand die gemiddeld 101 minuten scoort. Iemand die in zorggroep 3 namelijk een

gemiddelde van 46 minuten scoort heeft eveneens een kleinere fragmentatie-index dan

iemand die in zorggroep 2 (64 minuten) of 1 (101 minuten) scoort.

Bij toevoeging van de andere onafhankelijke variabelen in de meervoudige analyse voor

fragmentation index verdwijnt het effect van de schaal.

Page 142: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

141

Tot besluit van de verschillende operationaliseringen van motorische handicap kan gezegd

worden dat er heel aantal effecten zijn in de enkelvoudige analyses. Het voornaamste resultaat

is echter dat de motorische functiebeperking zoals bevraagd in de schaal Vanden Boer wel

degelijke een significant effect heeft, zowel enkelvoudig op de fragmentatie-index, als

meervoudig wanneer andere variabelen worden toegevoegd, als in de MANOVA waar een

significant interactie-effect wordt teruggevonden. De literatuurbevindingen, dat motorische

functiebeperkingen een negatieve invloed hebben op de slaap, wordt hier dus bevestigd.

Een punt van kritiek is echter dat al de hier opgenoemde variabelen in min of meerdere mate

een operationalisatie van hetzelfde zijn. De reden waarom ze dan in de analyses niet ongeveer

dezelfde resultaten opleveren ligt waarschijnlijk aan het inconsequent invullen van de

verschillende vragen en vragenlijsten.

Invloed van erfelijke aandoeningen

In de literatuur wordt meermaals aangegeven dat bepaalde erfelijke aandoeningen of

specifieke ziektebeelden van invloed zijn op de slaap en op slaapproblemen. Genetische

syndromen worden niet alleen gekenmerkt door min of meer karakteristieke lichamelijke

bijzonderheden, maar ook door meer dan toevallig waargenomen specifieke

gedragskenmerken (behavioral phenotype). Over de specificiteit van slaapproblemen als

onderdeel van een kenmerkend gedragsprobleem bij genetisch bepaalde syndromen bestaat

nog veel onduidelijkheid. In ieder geval kan kennis van slaapproblemen bij genetische

syndromen een bijdrage leveren aan het diagnostisch proces. Ook zijn er belangrijke

consequenties voor de begeleiding: kennis van syndroomgebonden slaapproblemen kan

ouders en andere hulpverleners helpen in een betere omgang met de persoon met een

handicap. Onder andere autisme, het downsyndroom, het syndroom van Angelmann en het

Rett syndroom zouden voorspellers zijn van slechte slaapkwaliteit (Curfs et al., 2001).

Naast de vragenlijsten die zowel dag als nachtpersoneel standaard moet invullen bij de

registratie van de slaap, werd in het kader van huidig onderzoek een extra vragenlijst

opgesteld, die voor de geselecteerde proefpersonen diende ingevuld te worden. Hierin stond

onder andere een vraag naar specifieke beelden en aandoeningen. Het ging hier niet enkel om

genetische aandoeningen, maar eerder om aandoeningen die het functioneren van de persoon

met een handicap extra beïnvloeden.

Hieronder kan gezien worden in welke mate specifieke beelden in de proefgroep voorkomen

(voor een beschrijving van de proefgroep, zie 10.1).

specifiek beeld

3 131 4 14 5 1 2 2 6 4 5 2

122

020406080

100120140

ST

EM

MIN

GS

ST

OO

RN

IS

AS

S

KLIN

EF

ELT

ER

AN

GE

LM

AN

DO

WN

RE

TT

FR

AG

IELE

X

PS

YC

HO

SE

INF

EC

TIE

ZIE

KT

E

N

AG

RE

SS

IE/A

UT

OM

UT

ILA

TIE

DW

AN

G

PS

YC

HIS

CH

KW

ET

SB

AA

R

HY

DR

OC

EP

HA

LI

E

AN

DE

RE

/ON

BE

KE

ND

In tegenstelling tot de overige grafieken zijn de getallen hier in aantallen weergegeven in

plaats van in percentages. Dit heeft te maken met het feit dat sommige proefpersonen 2

Page 143: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

142

specifieke beelden hebben. In deze grafiek kan gezien worden dat Downsyndroom en ASS het

vaakste voorkomen als specifiek beeld.

Ook voor deze onafhankelijke variabele zijn we de verbanden met onze 4 afhankelijke

variabelen nagegaan. Omdat de vraag hier duidelijk gaat over invloed van genetische

aandoeningen en er op onze vragenlijsten slechts 4 duidelijke groepen van dergelijke

aandoeningen voorkwamen, namelijk autisme spectrum stoornis, Downsyndroom,

Angelmansyndroom en Rettsyndroom, nemen we hier enkel deze 4 groepen mee.

Uit de resultaten blijkt geen enkel significant effect, niet parametrisch en niet nonparametrisch

voor geen enkele aandoening voor geen enkele afhankelijke variabele. Ze worden dus ook

niet meegenomen in verdere analyses. De literatuurbevindingen worden dus hier niet

bevestigd.

Voor de volledigheid, ook wanneer we alle specifieke aandoeningen hierboven opgesomd

meenemen vinden we geen enkel effect, alsook niet wanneer we er een gewone ja-nee

variabele van maken.

Tot besluit van vraag 10.4 kan gezegd worden dat vooral de motorische functiebeperkingen,

die ook in de literatuur worden vermeld, een invloed hebben op de slaapkwaliteit. De invloed

van verstandelijk niveau vinden we enkel in de enkelvoudige analyses terug. Het vermelde

verband met erfelijke aandoeningen kan niet worden teruggevonden.

10.7. Is er een verband tussen het uur van slapen gaan en slaapproblemen?

In deze literatuur wordt aangegeven dat mensen met een handicap vaak niet genoeg

‘slaapschuld’ opbouwen, dat ze met andere woorden niet goed slapen omdat ze overdag niet

genoeg geactiveerd worden. Ook wordt aangegeven dat de slaap-waakcyclus van een persoon

met een handicap vaak niet genoeg is afgesteld op zijn individuele behoeften omdat elke

persoon de regelmaat (én de uurroosters) van het personeel moet volgen (Lagrain, 2006). Als

de avonddienst stopt om 22u, kan de nachtdienst moeilijk nog veel zorggebruikers om 22.30

in bed stoppen.

Uit ons onderzoek blijkt dat maar liefst 94,4% van de proefpersonen opstaat op vaste uren en

op vaste uren gaat slapen. 75% van diegenen met vaste uren staat op tussen 7 en 8, de rest

tussen 8 en 9. Het uur van slapen gaan ligt voor 15% tussen 19 en 20u, voor 53,85% tussen 20

en 21uur, voor 21,89% tussen 21 en 22u en voor 8,88% na 22u.

Deze vaste uren lijken de literatuurbevindingen te bevestigen: het uur van slapen gaan en

opstaan heeft minder te maken met de behoeftes van de persoon, dan met vaste routines en

gewoontes in de leefgroep. Het is dus nagenoeg onmogelijk om het verband tussen uur van

slapengaan en slaapproblemen na te gaan. Wat wel een aanwijzing is van het feit dat sommige

personen te vroeg in hun bed liggen en over het algemeen te veel tijd in bed doorbrengen is

het volgende:

De sleep efficiency is aan de slechte kant, zoals blijkt uit vraag 10.1. Anderzijds is de actual

sleep time langs de goede kant. Aangezien de sleep efficiency de verhouding weergeeft tussen

de tijd dat de persoon slaapt en de totale tijd dat hij/zij in bed ligt wil dit zeggen dat de tijd dat

de persoon in bed ligt te lang is. Dat wordt bevestigd door de parameter ‘time in bed’ die ook

door de software van de actiwatch wordt berekend. Omdat de norm voor actual sleep time 8

uur is en de norm voor sleep latency 30 minuten wordt hier als norm 8u30 minuten

gehanteerd, alles wat daarover gaat is een te lange tijd in bed. Zie hieronder de resultaten van

de proefgroep.

Page 144: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

143

Time in bed

Mean 10:55:41

Median 10:57:22

Standard deviation 0:55:53

Minimum 8:20:00

Maximum 13:25:15

Range 5:05:15

In bovenstaande tabel kan gezien worden dat de gemiddelde tijd in bed meer als 2 uur boven

de norm zit! De maximaal gemeten waarde overschrijdt de norm zelfs met 5 uur! Dat wil

zeggen dat de zorggebruikers een heel aantal uren niet slapend in bed doorbrengen.

10.8. Wat is het verband tussen slaapproblemen en gedragsproblemen?

In de literatuur wordt aangegeven dat er een sterk verband bestaat tussen gedragsproblemen

overdag en de slaapkwaliteit. Personen met een handicap die een slechte kwaliteit van slaap

hebben, zouden meer gedragsproblemen vertonen. Men spreekt in de hedendaagse literatuur

niet voor niets over 24uurs pedagogiek: de kwaliteit van leven ’s nachts heeft grote invloed op

de kwaliteit van leven overdag. Zo kan men in de literatuur terugvinden dat een slechte

nachrust leidt tot gedragsproblemen zoals woedeaanvallen, vernielzucht, hyperactiviteit,

wegloopgedrag, pica, vloeken enzoverder (Quine, 1991)

In vzw Stijn worden gedragsproblemen in kaart gebracht aan de hand van het

Consensusprotocol Ernstig Probleemgedrag. Dit is een instrument dat niet enkel de

gedragsproblemen die voorkomen inventariseert, maar ook de maatregelen die men treft en de

doeltreffendheid ervan. Het resultaat van het doorlopen van de schaal is een toewijzing van

een niveau van gedragsproblemen. Deze niveaus variëren van ‘niet van toepassing’, over

minst ernstige problematiek, matig ernstige problematiek en zeer ernstige problematiek, naar

extreem ernstige problematiek. Deze schaal wordt, naast voor individuele handelingsplanning,

ook ingezet voor personeelstoewijzing. Leefgroepen of dienstencentra met zorggebruikers

met zware problemen op gebied van gedrag, zelfredzaamheid of medische toestand krijgen

meer personeel. Om dit te kunnen berekenen wordt aan elk niveau van de CEP een gemiddeld

aantal minuten ondersteuningstijd per dag gekoppeld. Deze gemiddelde ondersteuningstijd

per dag is bepaald en vastgelegd door uitgebreid onderzoek. De minuten gaan van 0 minuten

voor niet van toepassing, tot 105 ondersteuningsminuten per dag voor extreem ernstige

problematiek.

Om te kunnen nagaan of er een verband is tussen slechte kwaliteit van slaap en

gedragsproblemen, moet het niveau van gedragsproblemen op het moment van de meting van

de slaapkwaliteit voorhanden zijn. De verdeling van deze gedragsproblemen kan hieronder

worden gevonden.

Page 145: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

144

CEP juiste jaartal

46,67%

21,67%

23,33%

4,44%

0,56%

3,33%

niet van toepassing

minst ernstige problematiek

matig ernstige problematiek

zeer ernstige problematiek

extreem ernstige problematiek

onbekend

Het grootste deel van de proefpersonen heeft geen gedragsproblemen.

Om het verband tussen slaapkwaliteit en gedragsproblemen na te gaan, hebben we dezelfde

analyses uitgevoerd als in vraag 10.2. We hebben namelijk eerst enkelvoudige

variantieanalyses uitgevoerd waarin het verband van elke onafhankelijke met elke

afhankelijke variabele wordt nagegaan. In tegenstelling tot de literatuur wordt het verband

echter door geen enkele analyse bevestigd. Er is voor onze proefgroep geen significante

invloed van slaapkwaliteit op gedragsproblemen.

Eventueel kan als verklaring worden gegeven dat dit een zeer algemene maat voor

gedragsproblemen is. Eventueel zouden we op item niveau meer verbanden terugvinden.

10.9. Wat is het verband tussen de kwaliteit van slaap en medicatiegebruik

of de medische toestand in het algemeen?

Ook deze vraag kan opgedeeld worden in verschillende onderdelen. Ten eerste zullen we het

medicatiegebruik bespreken en de invloed daarvan op slaap. Vervolgens zullen we de invloed

van de medische toestand bespreken. Dit element operationaliseren we enerzijds door de

totaalscore op de schaal Leen Vanermen, dit is immers een schaal die een beeld geeft van de

ondersteuning bij (para)medisch-verzorgende handelingen, anderzijds door het apart

bespreken van een aantal items uit deze schaal, namelijk: toediening en manipulatie van

zuurstof, wisselhouding in functie van ademhaling, medicatie via de luchtweg (puffs, aerosol,

rhinoflow), observatie en interpretatie van parameters, omgang met infectieziekten,

eenvoudige lavementen, manueel verwijderen van stoelgang, chronische wondzorg, preventie

van decubitus en intertrigo

Medicatiegebruik

In de literatuur (zie ook onderdeel 1.4) wordt aangegeven dat medicijnen van invloed kunnen

zijn op slaap. Bepaalde medicijnen hebben een eerder opwekkend effect en zullen het

inslapen bemoeilijken, andere medicijnen hebben een eerder slaapverwekkend effect en zullen

indutten of slaperigheid overdag veroorzaken.

Bij personen met een handicap is medicatiegebruik zeer frequent. Uit het onderzoek naar tijd

besteed aan (para)medisch-verzorgende handelingen, uitgevoerd door vzw Stijn in 2007, is

gebleken dat 75% van de zorggebruikers op een of andere manier medicatie inneemt, zij het

oraal, via de luchtwegen, via oren, ogen of andere.

In de vragenlijst die door de opvoeders moet ingevuld worden telkens wanneer de actiwatch

gehanteerd wordt, staat eveneens een vraag ivm medicatiegebruik. Meer bepaald wordt de

volgende vraag gesteld: Krijgt de bewoner medicatie die een versuffende of opwekkende

(bij)werking heeft? Hieronder kan een overzicht gevonden worden van de antwoorden op

deze vraag:

Page 146: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

145

92 van de 180 proefpersonen, oftewel 51,1% neemt medicatie in. In de oorspronkelijke

vraagstelling werd enkel gevraagd naar medicatie met versuffende of slaapverwekkende (bij)

werking. In praktijk werd soms gewoon alle medicatie weergegeven.

Hieronder een tabel met de frequentie van medicatiegebruik ingedeeld in categorieën.

frequentie per categorie van medicatie

4941

20

6 2 2 1 3 1 2 2

0102030405060

neur

olep

tica

ant-e

pilept

ica

anxiol

itica

anti-

depre

ssiva

maa

g-darm

anti-

hista

minicum

antic

holin

ergi

ca

spierv

erslapp

er

antib

iotic

um

slaa

pmidde

l

ande

re

Binnen de categorieën worden nog verschillende soorten medicatie genomen. Hieronder een

tabel met het aantal verschillende medicatiesoorten per categorie

soorten medicatie per categorie

8

5

10

42 1 1 2 1 2 2

02468

1012

neuro

leptic

a

ant-

epile

ptic

a

anxio

litic

a

anti-

depre

ssiv

a

maag-d

arm

anti-

his

tam

inic

um

antic

holin

erg

ica

spie

rvers

lap

per

antib

iotic

um

sla

apm

iddel

andere

De neuroleptica, de anti-epileptica, de anxiolitica, het antihistaminicum, de spierverslappers

en de slaapmiddelen hebben allemaal een versuffende/slaapverwekkende (bij) werking.

Om de verdere analyses te doen nemen we enkel mee of er al dan niet gebruik van medicatie

is, niet de soort medicatie die gebruikt wordt. Wanneer we gaan kijken naar de resultaten van

de enkelvoudige variantieanalyse zien we dat er geen enkel significant effect is van

medicatiegebruik, niet parametrisch en niet nonparametrisch voor geen enkele afhankelijke

variabele. Deze onafhankelijke variabele wordt dan ook niet verder meegenomen in de

analyses.

Een punt van kritiek is hier wel dat deze vraag niet consequent is ingevuld. Bij sommige

zorggebruikers is reeds ja aangeduid bij eender welk medicatie gebruik, bij andere is dit enkel

positief geregistreerd wanneer er effectief sprake is van medicatie met een opwekkende of

slaapverwekkende bijwerking. Vandaar kunnen deze resultaten niet echt als betrouwbaar

worden aanzien.

Schaal Leen Vanermen

De schaal Leen Vanermen is ontwikkeld binnen vzw Stijn aan de hand van een tijdsmeting.

Binnen de vzw werd immers aangegeven dat een groot deel van de personeelstijd werd

besteed aan (para)medisch-verzorgende handelingen. Aan de hand van de tijdsmeting en

statistische analyses konden 15 elementen worden weerhouden die het verschil in zorgzwaarte

op (para)medisch-verzorgend gebied bepalen. Aan de hand van de score op deze 15

Page 147: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

146

elementen kunnen zorggebruikers aan één van de vier onderscheiden zorggroepen kunnen

worden toegekend. Deze zorggroepen gaan gepaard met respectievelijk 0, 4, 8 en 39

zorgminuten. Hieronder kan gezien worden hoe de proefpersonen scoren op deze schaal:

lve maart

09

Mean 7,902

Median 4,000

Standard deviation 13,301

Minimum 0,000

Maximum 39,000

Range 39,000

De maat voor scheefheid bedraagt 1,807. Als test voor normaliteit gebruiken we de Schapiro-

Wilk Test For Normality, we bekomen een waarde van 0,588. De nulhypothese wordt

verworpen met een p-waarde van 0,000. Het is met andere woorden een scheve verdeling. We

spreken hier van een rechtsscheve of positief scheve verdeling. De assumptie van normale

verdeling vervalt dus. Om deze reden kijken we hier naar de mediaan en niet naar het

gemiddelde. De mediaan ligt op 4, wat de op één na laagste zorgcategorie is, na ‘niet van

toepassing’.

Hieronder kan gezien worden hoe de scores verdeeld zijn.

LVE maart 09

44,44%

16,67%

16,11%

13,33%9,44% niet van toepassing

4 zorgminuten

8 zorgminuten

39 zorgminuten

onbekend

Voor het grootste deel van de zorggebruikers is de LVE niet van toepassing, dat wil zeggen

dat weinig of geen (para)medisch-verzorgende handelingen gesteld worden.

In de enkelvoudige variantie-analyses is er een significant effect van de Schaal Leen

Vanermen op actual sleep time, zowel parametrisch als nonparametrisch. Bij de

nonparametrische testen is er ook een effect op sleep efficiency.

Wanneer we gaan kijken naar de richting van de verbanden, zien we het volgende:

Voor het effect op actual sleep time zien we wederom dat de verbanden tegen de

verwachtingen zijn: de nonparametrische testen geven aan dat zowel iemand met lichte

medische problemen als mensen met matige problemen als mensen met ernstige problemen

op medisch vlak meer actual sleep time heeft als iemand zonder problemen, ook iemand met

matige problemen heeft meer actual sleep time als mensen met lichte problemen.

Voor het effect op sleep efficiency zien we dit omgekeerde verband bevestigd: iemand met

matige problemen heeft een betere sleep efficiency als iemand met geen of weinig medische

problemen.

Page 148: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

147

Omwille van het effect van de schaal Leen Vanermen op sleep efficiency en actual sleep time

werd deze onafhankelijke variabele in beide modellen voor meervoudige variantie-analyse

meegenomen.

Uit de meervoudige variantie-analyse voor actual sleep time blijkt geen effect van de schaal

Leen Vanermen, de invloed van de schaal op actual sleep time verdwijnt dus bij toevoeging

van andere elementen.

Uit de meervoudige variantie-analyse voor sleep efficiency blijkt een hoofdeffect van de

schaal leen Vanermen en een interactie-effect van stoelgang en schaal leen Vanermen. De

schaal Leen Vanermen heeft dus een invloed op sleep efficiency ondanks de invloed van

andere variabelen. Wanneer we nagaan of de schaal Leen Vanermen ook effect heeft op alle

afhankelijke variabelen samen door middel van MANOVA, zien we dat er nog steeds een

hoofdeffect is van de schaal Leen Vanermen, alsook een interactie-effect van de schaal met

stoelgang, epilepsie, paralyse, toilet.

We zien dus dat de slaap efficiency in grote mate beïnvloed wordt door medische problemen.

De richting van de beïnvloeding moet nog verder bekeken worden, aangezien deze tegen de

verwachtingen is. Ook de statistische analyses zullen nog verder uitgeplozen worden.

Eventueel kan een analyse van de elementen hieronder (ademhaling, parameters,

infectieziekten,…) meer licht werpen op welke medische elementen de slaap precies

beïnvloeden.

Toediening en manipulatie van zuurstof.

Dit is een item dat zeer weinig werd gescoord. Voor slechts 2 proefpersonen (1,1%) is dit

item van toepassing. Voor 17 proefpersonen (9,44%) is de score op dit item onbekend.

Wanneer we gaan kijken naar de resultaten van de enkelvoudige variantieanalyse zien we dat

er geen enkel significant effect is van toediening en manipulatie van zuurstof, niet

parametrisch en niet nonparametrisch voor geen enkele afhankelijke variabele. Deze

onafhankelijke variabele wordt dan ook niet verder meegenomen in de analyses.

Wisselhouding in functie van ademhaling

wisselhouding bij ademhaling

88,33%

1,11%

0,56%

10,00%

8.1. Niet van toepassing

8.2. Van toepassing

8.2.1. Systematisch

Onbekend

Voor nog geen 2% van de proefpersonen is dit item van toepassing

Wanneer we gaan kijken naar de resultaten van de enkelvoudige variantieanalyse zien we dat

er geen enkel significant effect is van wisselhouding in functie van ademhaling, niet

Page 149: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

148

parametrisch en niet nonparametrisch voor geen enkele afhankelijke variabele. Deze

onafhankelijke variabele wordt dan ook niet verder meegenomen in de analyses.

Medicatie via de luchtweg

medicatie via de luchtweg

87,78%

0,56% 1,11% 0,56% 0,56%9,44%

0,00%10,00%20,00%30,00%40,00%50,00%60,00%70,00%80,00%90,00%

100,00%

9.1. Niet van

toepassing

9.2. Van

toepassing

9.2.1.

Verschillende

malen per dag

9.2.2.

Constante

begeleiding

tijdens aersol

of rhinoflow

9.2.1. + 9.2.2. onbekend

We geven hier enkel de categorieën weer die effectief gescoord werden.

Wanneer we gaan kijken naar de resultaten van de enkelvoudige variantieanalyse zien we dat

er geen enkel significant effect is van medicatie via de luchtweg, niet parametrisch en niet

nonparametrisch voor geen enkele afhankelijke variabele. Deze onafhankelijke variabele

wordt dan ook niet verder meegenomen in de analyses.

Observatie en interpretatie van parameters

parameters

86,11%

4,44%

0,00%

9,44%10.1. Niet van

toepassing

10.2. Van toepassing

10.2.1. Constante

monitoring

Onbekend

Bij de meeste proefpersonen worden de parameters niet systematisch nagegaan.

Wanneer we gaan kijken naar de resultaten van de enkelvoudige variantieanalyse zien we dat

er geen enkel significant effect is van observatie en interpretatie van parameters, niet

parametrisch en niet nonparametrisch voor geen enkele afhankelijke variabele. Deze

onafhankelijke variabele wordt dan ook niet verder meegenomen in de analyses.

Omgang met infectieziekten

Page 150: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

149

Slechts 1 van de proefpersonen heeft een infectieziekte. Deze persoon krijgt onmiddellijk ook

de hoogste verzwaring ‘geïsoleerd’. Voor 17 personen (9,44%) is er geen score bekend op dit

item.

Wanneer we gaan kijken naar de resultaten van de enkelvoudige variantieanalyse zien we dat

er geen enkel significant effect is van omgang met infectieziekten, niet parametrisch en niet

nonparametrisch voor geen enkele afhankelijke variabele. Deze onafhankelijke variabele

wordt dan ook niet verder meegenomen in de analyses.

Lavementen

Lavementen

80,00%

8,89%

1,67%

9,44%12.1. Niet van toepassing

12.2. Van toepassing (af en toe)

12.2.1. Systematisch (volledig

afhankelijk van lavementen voor

stoelgang)

Onbekend

Een dikke 10 procent heeft af en toe of systematisch een lavement nodig.

Wanneer we kijken naar de resultaten van de enkelvoudige variantie-analyses zien we dat er

zowel voor sleep efficiency als voor fragmentation index als voor actual sleep time

significante verbanden zijn. Belangrijk is dat voor elke variabele van de schaal Vanermen de

analyse tweemaal werd uitgevoerd: eerst wordt enkel ‘niet van toepassing-van toepassing

meegenomen (alle verzwaringen worden omgezet in een 2=van toepasssing), dan wordt de

analyses opnieuw gedaan met de verzwaringen.

Voor sleep efficiency is er een significant verband zowel van lavement 1-2 als van lavement

verzwaringen, zowel parametrisch als non parametrisch. De nonparametrisch analyses geven

aan dat de sleep efficiency beter is als er sprake is van lavementen dan als er geen sprake is

van lavementen. Wanneer we de analyses doen met alle verzwaringen erbij wordt dit verband

bevestigd, wanneer systematisch lavementen worden gegeven is de sleep efficiency beter als

wanneer er geen worden gegeven. Deze variabele wordt bijgevolg meegenomen in het model

voor meervoudige variantie-analyse van sleep efficiency. Aangezien zowel lavement 1-2 als

lavement met verzwaringen significant zijn in de enkelvoudige analyse en lavement

verzwaringen meer informatie geeft, wordt de variabele lavement met verzwaringen

meegenomen in de analyse. In deze analyse zien we geen significante effecten voor lavement

verzwaringen. Het effect van deze onafhankelijke variabele op sleep efficiency verdwijnt dus

door toevoeging van andere variabelen.

Voor fragmentation index is er een significant verband van lavement 1-2 zowel parametrisch

als nonparametrisch. Het verband met lavement verzwaringen is enkel nonparametrisch

significant. De richting van de verbanden is gelijkaardig als bij sleep efficiency. Wanneer er

lavementen van toepassing zijn is de fragmentation index beter als wanneer deze niet van

toepassing zijn. De resultaten met de variabele met verzwaringen bevestigen dit wederom: de

fragmentation index is lager bij van toepassing en bij systematisch van toepassing als bij niet

Page 151: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

150

van toepassing. We voeren de meervoudige analyse voor fragmentation index eenmaal uit met

lavement 1-2 en eenmaal met lavement verzwaringen. Er komt een hoofdeffect van lavement

1-2 naar voren in alle analyses, alsook een hoofdeffect van lavement verzwaringen op 1 van

de deelanalyses na. Om deze reden nemen we deze onafhankelijke variabele mee in de

multivariate variantieanalyse wederom éénmaal met lavement 1-2 en éénmaal met lavement

verzwaringen. In geen van deze twee analyses komt lavement naar voren als significant hoofd

of interactie-effect. Ter besluit van fragmentatie-index kan gezegd orden dat lavementen van

invloed zijn op de mate van onrust in de slaap, dit effect blijft behouden bij toevoeging van

andere onafhankelijke variabelen. Het effect verdwijnt wanneer we het bekijken tegenover

alle afhankelijke variabelen samen.

Voor actual sleep time geldt net als bij fragmentation index dat er een significant verband van

lavement 1-2 zowel parametrisch als nonparametrisch is. Het verband met lavement

verzwaringen is enkel nonparametrisch significant. De richting van het verband is wederom

gelijkaardig. Wanneer lavementen van toepassing zijn is er meer actual sleep als wanneer

deze niet van toepassing zijn. Ook wanneer naar de onafhankelijke variabele met

verzwaringen gekeken wordt is de actual sleep time beter wanneer lavementen van toepassing

zijn en wanneer ze systematisch toegepast worden als wanneer er geen zijn. Net zoals bij

fragmentation index voeren we de meervoudige analyse eenmaal uit met lavement 1-2 en

eenmaal met lavement verzwaringen. Hieruit blijkt dat het effect van zowel lavement 1-2 als

lavement verzwaringen verdwijnt bij toevoeging van andere variabelen.

Ter besluit van lavementen kan gezegd worden dat deze onafhankelijke variabele een grote

invloed heeft op de slaap, vooral op de afhankelijke variabelen sleep efficiency, fragmentation

index en actual sleep time. De richting van het verband wijst bij elke afhankelijke variabele

aan dat het (systematisch) toepassen van lavementen een betere kwaliteit van slaap tot gevolg

heeft als het niet geven van lavementen. Bij de afhankelijke variabele fragmentation index

blijft de invloed stand houden zelfs bij toevoeging van andere onafhankelijke variabelen.

Manueel verwijderen van stoelgang

manueel verwijderen van stoelgang

88,89%

0,56%

1,11%

9,44% 13.1. Niet van toepassing

13.2. Van toepassing (af en toe)

13.2.1. Systematisch (volledig

afhankelijk van afhalen voor

stoelgang)

Onbekend

Bij nog geen 2% van de proefpersonen wordt de stoelgang manueel verwijderd.

De enige afhankelijke variabele waarop een significant effect is van stoelgang is sleep

efficiency. Bij de parametrische testen zowel van stoelgang 1-2 als van stoelgang

verzwaringen, bij de nonparametrische testen enkel van stoelgang 1-2. De sleep efficiency

Page 152: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

151

blijkt groter te zijn wanneer manueel verwijderen van stoelgang niet van toepassing is, als

wanneer dit wel van toepassing is. De onafhankelijke variabele stoelgang 1-2 wordt dus

meegenomen in de meervoudige analyse. Uit de meervoudige analyse blijkt een interactie-

effect van stoelgang 1-2 met de schaal Leen Vanermen zoals we hierboven al hebben

aangetoond. In de MANOVA komt een significant hoofdeffect van de variabele stoelgang 1-2

naar voren, alsook significante interactie-effecten met epilepsie en de schaal Leen Vanermen.

Uit deze analyses blijkt met andere woorden dat het al dan niet manueel verwijderen van

stoelgang van invloed is op de kwaliteit van slaap geoperationaliseerd door de 4 afhankelijke

variabelen. Een punt van kritiek is dat slechts bij 2% van de proefpersonen manueel

verwijderen van stoelgang voorkomt.

Chronische wondzorg

chronische wondzorg

85,56%

3,89%

1,11%

9,44%

14.1. Niet van toepassing

14.2. Van toepassing

14.2.1. Geïnfecteerde wonde

EN/OF meerdere wonden

EN/OF moeilijk bereikbare

plaats

Onbekend

Iets meer dan 85% van de proefpersonen heeft geen nood aan chronische wondzorg.

De onafhankelijke variabele chronische wondzorg heeft enkel significant effect op de

afhankelijke variabele fragmentation index. Dit geld enkel voor chronische wondzorg 1-2,

maar dit zowel parametrisch als nonparametrisch. Iemand met chronische wondzorg heeft een

lagere fragmentatie-index als iemand zonder chronische wondzorg.

Preventie van decubitus en intertrigo

Een kleine 17% van de proefpersonen heeft ondersteuning nodig bij de preventie van

decubitus.

Page 153: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

152

Er is enkel een significant effect van decubitus op actual sleep time, zowel parametrisch als

nonparametrisch, zowel van decubitus 1-2 als decubitus verzwaringen. Het verband is

evenwel opnieuw tegen de verwachtingen. Een persoon waarbij handelingen betreffende

decubitus van toepassing zijn heeft een grotere actual sleep time als een persoon waarbij dit

niet van toepassing is. Meer nog een persoon die op de drie verzwaringen (handeling

bemoeilijkt door gewicht, spasticiteit, extra materiaal nodig en handeling moet met twee

personen worden uitgevoerd) scoort beter op actual sleep time als een handeling bij wie geen

handelingen gebeuren, een persoon die enkel scoort op de verzwaring ivm gewicht en een

persoon die enkel scoort op de verzwaring ivm extra materiaal.

In de meervoudige analyse wordt enkel decubitus verzwaringen meegenomen aangezien deze

meer informatie geeft als decubitus 1-2. Er komt echter geen enkel hoofd of interactie-effect

naar voren. Het effect van decubitus op actual sleep time verdwijnt bij toevoeging van andere

onafhankelijke variabelen.

Ter besluit van de vraag rond de invloed van medische handelingen op kwaliteit van slaap kan

het volgende gezegd worden:

De medische toestand in het algemeen, geoperationaliseerd door de schaal Leen Vanermen

heeft een effect op sleep efficiency en op actual sleep time. De richting van het effect is echter

tegen de verwachting, iemand met medische problemen heeft betere kwaliteit van slaap als

iemand zonder medische problemen. Het effect van de schaal Leen Vanermen blijft behouden

in de meervoudige analyse voor sleep efficiency alsook in de multivariate analyse. Er kan dus

besloten worden dat de medische toestand in het algemeen een invloed heeft op de kwaliteit

van slaap.

Een aantal van de elementen die we uit de schaal Leen Vanermen hebben gelicht bevestigen

dit verband, alsook de richting ervan. Zowel lavement (sleep efficiency, fragmentation index,

actual sleep time), verwijderen van stoelgang (sleep efficiency), chronische wondzorg

(fragmentation index) als preventie van decubitus (actual sleep time) hebben invloed op één

of meerdere van de afhankelijke variabelen. Van al deze onafhankelijke variabelen, op

verwijderen van stoelgang na, is de richting van het verband tegen de verwachtingen.

Lavement heeft nog steeds invloed op fragmentation index als er andere onafhankelijke

variabelen worden toegevoegd, stoelgang 1-2 heeft zelfs een hoofdeffect in de multivariate

analyse. Deze laatste variabele ligt dus volledig in de lijn van de resultaten van de schaal Leen

Vanermen.

Het is interessant om deze resultaten verder uit te pluizen. Misschien zijn de resultaten toch

niet zo onlogisch: iemand die lavementen krijgt heeft misschien inderdaad betere

slaapkwaliteit als iemand die geconstipeerd is. Iemand waarbij goed op decubitus wordt gelet

kan misschien ’s nachts beter slapen als iemand die pijnlijk ligt, enzoverder. In ieder geval

worden de literatuurbevindingen dat medische problematieken van invloed zijn bevestigd

door deze resultaten.

10.10. Is er een verband tussen kwaliteit van slaap en epilepsie?

Zoals aangegeven in het theoretische gedeelte wordt de kwaliteit van slaap volgens onderzoek

beïnvloedt door epilepsie. De belangrijkste veranderingen in de slaap veroorzaakt door

epilepsie, zijn de volgende: er is een verkorting van de totale slaaptijd omdat men ’s nachts

veelvuldiger kortstondig wakker wordt. Er is een afname van de REM-slaap met 20-50%, ook

de kwaliteit van deze slaapfase is minder goed. De hoeveelheid non-REM slaap blijft gelijk,

maar wordt oppervlakkiger en instabieler? Deze nachtelijke problemen zijn van uitzonderlijk

belang om onderzocht te worden omdat dit de oorzaak is van overmatige slaperigheid

overdag, waardoor opnieuw het optreden van epilepsie bevorderd kan worden. Immers, het is

Page 154: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

153

bekend dat juist oppervlakkige en instabiele langzame slaap het optreden van epileptische

fenomenen begunstigt (Lammers d& Declerck, 2001).

In ons onderzoek wordt epilepsie op verschillende manieren in aart gebracht. Ten eerste is er

het element epilepsie in de schaal Leen Vanermen. In dit item kan ten eerste aangeduid

worden of er sprake is van epilepsie en indien ja kunnen nog verschillende verzwaringen

aangeduid worden. Deze verzwaringen houden het volgende in: er is intense ondersteuning

nodig tijdens de aanval, de aanval heeft zware gevolgen, er is meer dan éénmaal per maand

een aanval. Deze verzwaringen kunnen ook in verschillende combinaties voorkomen.

Aangezien de schaal Leen Vanermen als doel heeft de ondersteuningstijd bij (para)medisch-

verzorgende handelingen na te gaan mag dit item enkel gescoord worden wanneer er effectief

tijd besteed wordt aan epilepsie. Epilepsie kan echter de slaap ook beïnvloeden als er geen tijd

wordt aan besteed. Vandaar dat er ook in de extra vragenlijsten werd gevraagd naar het

voorkomen van epilepsie, alsook naar het al dan niet toevalsvrij zijn, de frequentie van

aanvallen en de intensiteit van de aanvallen. Hieronder kunnen de beschrijvende gegevens

gevonden worden.

epileptische insulten

70,00%

7,22%4,44%

0,56% 1,67% 1,67% 2,22% 1,11% 1,67%

9,44%

0,00%

10,00%

20,00%

30,00%

40,00%

50,00%

60,00%

70,00%

80,00%

5.1. Niet van

toepassing

5.2. Van

toepassing

5.2.1. Intense

ondersteuning

tijdens insult

5.2.2. Zware

gevolgen van

aanval

5.2.3. M eer als

éénmaal per

maand

5.2.1.+ 5.2.2. 5.2.1.+ 5.2.3. 5.2.2.+ 5.2.3. 5.2.1.+ 5.2.2.+

5.2.3.

onbekend

20% van de proefpersonen heeft epilepsie, waarvan 13% met een of meerdere verzwaring.

Volgens de subjectieve info is de verdeling als volgt:

Page 155: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

154

epilepsie volgens subjectieve info

50,56%42,22%

7,22%

geen epilepsie

epilepsie

onbekend

Zoals verwacht ligt het percentage dat epilepsie heeft volgens de subjectieve vragenlijst

hoger.

Van deze 76 mensen die volgens deze vragenlijst epilepsie hebben, is er 44,76% toevalsvrij,

dit verklaart ook het verschil met de schaal Leen Vanermen.

Van de 41 mensen die niet toevalsvrij zijn is de frequentie en intensiteit van de aanvallen als

volgt:

frequentie van elipsie

36,59%

9,76%4,88%

21,95%

26,83%dagelijks

wekelijks

maandelijks

af en toe

onbekend

intensiteit van aanval

21,95%

53,66%

12,20%

12,20%

ABSENCES

TCI

ANDERE

onbekend

Het merendeel van de epilepsieaanvallen zijn tonisch-clonische insulten.

Page 156: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

155

Behandeling en begeleiding van epileptische insulten (schaal Leen Vanermen)

De enkelvoudige variantieanalyse duiden een significant verband aan op sleep latency en

actual sleep. Enkel van epilepsie 1-2, maar wel zowel parametrisch als nonparametrisch. De

richting van het verband is wederom tegen de verwachtingen. Iemand waarbij epilepsie van

toepassing is heeft een betere sleep latency en een langere actual sleep als iemand die geen

epilepsie heeft. Epilepsie 1-2 wordt opgenomen in het model voor sleep latency en het model

voor actual sleep. In de meervoudige variantieanalyse met als afhankelijke variabele sleep

latency komt een interactie-effect met orthopedische materialen naar voren. In het model voor

actual sleep time komt zelfs een hoofdeffect voor epilepsie 1-2 naar voren. We voegen deze

variabele dan ook in de MANOVA toe, maar hier verdwijnt het effect.

Epilepsie subjectief

Epilepsie subjectief heeft een significant effect op sleep efficiency. Het verband van epilepsie

1-2 wordt hier bevestigd, iemand die epilepsie heeft, heeft een betere sleep efficiency als

iemand die geen epilepsie heeft. Uit de meervoudige analyse komt net als bij sleep latency

een interactie-effect met orthopedische materialen naar voren. De resultaten van de

MANOVA zijn wel verschillend met die van epilepsie 1-2, hier komt namelijk een interactie-

effect tussen epilepsie en stoelgang 1-2 naar voren.

Intensiteit van epilepsie

Er waren 3 antwoordmogelijkheden bij intensiteit van epilepsie: de aanval is onder de vorm

van een absence, onder de vorm van een tonisch-clonisch insult of andere. Onder andere

verstaan we onder andere: neervallen, lachen, bleek weg trekken.

De intensiteit van epilepsie heeft een significant effect op sleep efficiency en op actual sleep,

echter enkel parametrisch zodanig dat deze onafhankelijke variabele niet verder wordt

meegenomen.

Het verband met sleep efficiency geeft aan dat er een betere sleep efficiency is wanneer de

intensiteit ‘anders’ is als wanneer er absences zijn of wanneer er tonisch-clonishe insulten

zijn. Het verband met actual sleep time geeft aan dat zowel Tonisch-clonische insulten als

‘andere’ een langere actual sleep time veroorzaken als absences.

Ter besluit kan gezegd worden dat het verband van epilepsie met kwaliteit van slaap dat

aangegeven wordt in de literatuur wordt teruggevonden in ons onderzoek. Zowel op sleep

efficiency als op sleep latency als op actual sleep is er een significant effect dat zelfs overeind

blijft wanneer andere onafhankelijke variabelen worden toegevoegd. Epilepsie subjectief

heeft zelfs een invloed op alle afhankelijke variabelen tezamen. De richting van het verband is

echter tegengesteld aan wat de literatuur aangeeft. Dit is resultaat is verbazingwekkend en

moet aan verder onderzoek onderworpen worden.

10.11. Is er een verband tussen kwaliteit van slaap en leeftijd?

Het is algemeen bekend dat het slaappatroon veranderd gedurende de levensloop.

Pasgeborenen brengen ongeveer 16 uur per dag slapend door, waarvan de helft in actieve

slaap. Naarmate de baby ouder wordt, wordt de slaap meer en meer geconcentreerd in de

nacht. Het aantal slaapperiodes neemt af en de duur van een slaapperiode neemt toe. Na

enkele maanden brengt de baby de nacht grotendeels slapen, door. Op de leeftijd van 2-3 jaar

nemen ook de slaapjes overdag af, tegen de tijd dat ze vijf zijn doen de meeste kinderen

overdag geen slaapje meer. Ook het slaappatroon verschilt, zo duurt de eerste fase van diepe

slaap veel langer bij kinderen als bij volwassenen. Net zoals de hoeveelheid nachtelijke slaap,

Page 157: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

156

verandert er met het ouder worden ook het en ander met de neiging om overdag te slapen.

Deze neemt tussen 6 en 15 jaar opnieuw af, om daarna weer te stijgen. Tussen het dertigste en

zestigste levensjaar treedt er weinig verandering op. Wanneer men ouder wordt als 60

veranderen er een aantal zaken: het inslapen duurt langer, de hoeveelheid diepe slaap en REM

slaap nemen af en het aantal keren dat men wakker wordt neemt toe (Coenen & Kerkhof).

De leeftijd van onze proefpersonen is als volgt verdeeld:

leeftijd

Mean 36,111

Median 38,000

Standard deviation 15,985

Minimum 7,000

Maximum 71,000

Range 64,000

De gemiddelde leeftijd is 36 jaar. De leeftijden spreiden zich tussen 7 en 64 jaar. In het

taartdiagram ziet u de verdeling per cohorte van 10 jaar.

leeftijd

2,78%18,33%

16,67%

18,89%

24,44%

9,44%8,89%

0,56% 0-10

11-20

21-30

31-40

41-50

51-60

61-70

>=71

We zien echter dat er geen enkel verband is van leeftijd, met geen enkele afhankelijke

variabele, niet parametrisch en niet nonparametrisch.

De hypothese vanuit de literatuurstudie dat de slaaplatentie langer wordt wanneer de leeftijd

stijgt wordt hier dus niet bevestigd.

10.12. Is er een verband tussen kwaliteit van slaap en vrijheidsbeperkende

maatregelen?

Personen met een handicap worden ’s nachts vaak gefixeerd met een Zweedse riem of in een

orthopedische matras of zitschelp. Dit om verscheidene redenen zoals veiligheid, houding,

…Deze fixatie kan mogelijkerwijs een persoon belemmeren om zijn eigen, ideale,

slaaphouding aan te nemen.

In de proefgroep van dit onderzoek werd systematisch in kaart gebracht of er

vrijheidsbeperkende maatregelen werden gebruikt tijdens de nacht. Voor 37,2% van de

proefpersonen blijkt dit zo te zijn. In het overgrote deel gaat het hier om Zweedse riemen en

bedsponden.

Wanneer we gaan kijken naar de invloed van deze vrijheidsbeperkende maatregelen op onze

verschillende afhankelijke variabelen die een operationalisatie zijn van de kwaliteit van slaap,

Page 158: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

157

zien we dat deze maatregelen noch van invloed zijn op sleep efficiency noch op fragmentation

index noch op actual sleep time. Zowel met de parametrische analyses als met de

nonparametrische analyses is er echter wel een significant verband met sleep latency. Deze

sleep latency is langer als er sprake is van vrijheidsbeperkende maatregelen. In de

meervoudige analyse verdwijnt het effect.

Deze resultaten zijn tegengesteld aan de resultaten van een onderzoek van Pinxten (1996)

waar er geen verband met inslaapproblemen werd teruggevonden.

10.13. Is er een verband tussen kwaliteit van slaap en orthopedische

hulpmiddelen?

Personen met een (motorische) handicap maken vaak gebruik van orthopedisch materiaal,

dewelke soms ook ’s nachts moeten uit of aangedaan worden. Uiteraard brengt dit een

verstoring van de slaap met zich mee, wat de kwaliteit van slaap kan beïnvloeden. Het gebruik

van orthopedisch materiaal wordt op verschillende manieren in kaart gebracht. De

belangrijkste operationalisatie is de vraag die moet beantwoorden worden bij elke registratie

met de actiwatch of er orthopedische materialen worden gebruikt ’s nachts. Behalve dit item

zijn er ook een drietal items in de schaal Leen Vanermen die te maken hebben met

orthopedisch materiaal: sta-apparaten, loophulpen en orthopedische schoenen. Deze items zijn

iets minder relevant omdat ze allicht niet uit of aangedaan worden tijdens de nacht. Toch

worden ze hier meegenomen voor de volledigheid.

Gebruik van orthopedische materialen tijdens de nacht

Slechts 14,4% van de proefpersonen heeft ’s nachts orthopedische materialen aan. Deze

orthopedische materialen zijn vooral beenstrekkers.

In de enkelvoudige variantie-analyses komt een significant verband van orthopedische

materialen naar voren zowel voor sleep efficiency als voor sleep latency als voor

fragmentation index. Deze resultaten worden zowel aangetoond met de parametrische als met

de nonparametrische technieken. De richting van het verschil is bij elke afhankelijke variabele

naar verwachting: er is een betere sleep efficiency, een kortere slaap latency en een kleinere

fragmentation index bij mensen zonder gebruik van orthopedisch materiaal tijdens de nacht

als bij mensen met gebruik van orthopedisch materiaal tijdens de nacht.

In de meervoudige analyse voor sleep efficiency zien we een interactie-effect van

orthopedische materialen en epilepsie. Dit effect vinden we ook terug bij sleep latency. Bij

fragmentation index is er geen significant effect van orthopedische materialen. In de

multivariate analyse, waar we het effect op alle afhankelijke variabelen tegelijk nagaan, zien

we dat er een hoofdeffect is van orthopedische materialen (wanneer we met epilepsie

subjectief werken). De hypothese dat het gebruik van orthopedische materialen de kwaliteit

van slaap negatief beïnvloedt wordt dus bevestigd. Met dit resultaat komen we terug op de

visie die in het theoretische luik reeds werd besproken. Meer en meer dringt de 24 uurs

pedagogiek zich naar voren: deze visie houdt in dat de slaap tijdens de nacht als primair wordt

beschouwd, met andere woorden het aantal verzorgings- en controlemomenten die vroeger

standaard werden ingebouwd, worden drastisch teruggebracht. Misschien moeten we ons de

vraag stellen of het nut van het gebruik van orthopedische materiaal tijdens de nacht opweegt

tegen de negatieve effecten op de kwaliteit van slaap.

Sta-apparaten

Zoals gezegd is dit één van de items van de schaal Guy Vanden Boer. Voor dit item kan

aangeduid worden of het van toepassing is of niet en of er één of meerdere van e

verzwaringen gelden. De verzwaringen zijn: het gebruik wordt bemoeilijkt door gewicht,

Page 159: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

158

spasticiteit, er is extra materiaal nodig zoals bijvoorbeeld rijglaarzen, de handeling moet met

twee personen gebeuren, en er wordt meer als tweemaal per dag gebruik gemaakt van het sta-

apparaat.

De proefpersonen scoren als volgt:

sta-apparaten

75,56%

10,00%1,11%0,00%0,56%11,67%0,56%0,56%0,00%

0,00%

10,00%

20,00%

30,00%

40,00%

50,00%

60,00%

70,00%

80,00%

2.1. Niet van

toepassing

2.2. Van

toepassing

2.2.1. Twee

personeelsleden

noodzakelijk

2.2.2. Meermaals

per dag

2.2.3. Extra

materiaal

noodzakelijk

2.2.4. Constante

begeleiding

noodzakelijk

2.2.1. + 2.2.2. 2.2.2. + 2.2.3. onbekend

Enkel de (combinaties van) verzwaringen die effectief voorkomen, staan weergegeven in het

staafdiagram. Het grootste deel van de proefpersonen gebruikt geen sta-apparaten. Voor

diegenen die er wel gebruiken zijn haast geen verzwaringen noodzakelijk.

Net als bij de andere items van de schaal Leen Vanermen werden de analyses zowel

uitgevoerd voor sta-apparaten van toepassing of niet als voor sta-apparaten met al zijn

verzwaringen.

Enkel bij actual sleep time is er een significant effect van sta-apparaten, enkel van sta-

apparaten 1-2, niet van sta-apparaten verzwaring. Deze resultaten worden zowel parametrisch

als nonparametrisch bekomen. Net zoals zo goed als alle andere variabelen van de schaal

Leen Vanermen zijn de resultaten tegen de verwachtingen. Wanneer sta-apparaten van

toepassing zijn, is de actual sleep time beter als wanneer dit niet van toepassing is. Het effect

verdwijnt bij toevoeging van de andere onafhankelijke variabelen in de meervoudige analyse

voor actual sleep time.

Loophulpen

In dit item wordt bevraagd of er gebruik wordt gemaakt van loophulp zullen krukken of een

looprek, naast van toepassing of niet kan worden aangeduid of er constant begeleiding nodig

is bij het gebruik van de loophulp. Hieronder ziet u de scores van de proefpersonen:

Page 160: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

159

loophulpen

87,22%

1,11%

2,22%

9,44%

3.1. Niet van

toepassing

3.2. Van toepassing

(enkel ondersteuning

bij aan en uitdoen)

3.2.1. Voortdurende

begeleiding tijdens

gebruik van loophulp is

noodzakelijk

onbekend

Eveneens het grootste gedeelte van proefpersonen gebruikt geen loophulp.

In de enkelvoudige variantieanalyse blijkt dat er een significant effect is van loophulp met

verzwaringen op fragmentation index, zowel parametrisch als nonparametrisch. De

fragmentatie-index van iemand met een loophulp is lager dan deze van iemand zonder een

loophulp en als die van iemand met een loophulp die constante begeleiding nodig heeft. In de

meervoudige analyse verdwijnt het effect van loophulp verzwaringen op fragmentation index.

Orthopedische schoenen

De laatste variabele met betrekking tot orthopedisch materiaal is het gebruik van

orthopedische schoenen. De verzwaringen die hierbij gelden zijn: de schoenen moeten

meermaals per dag aan en uit gedaan worden, de schoenen zijn zeer moeilijk aan te doen

omwille van veters, rijgwerk,… en er is weerstand tegen het aan en uitdoen van de schoenen

omwille van spierspanning of angst. De scores van de proefpersonen verdelen zich als volgt:

orthopedische schoenen

58,89%

6,11% 3,33% 5,56% 6,11%2,22% 2,22% 2,78% 3,33%

9,44%

0,00%

10,00%

20,00%

30,00%

40,00%

50,00%

60,00%

70,00%

4.1. Niet van

toepassing

4.2. Van

toepassing

4.2.1. De

schoenen

moeten

meermaals per

dag aan en uit

gedaan

worden

4.2.2.

Schoenen zijn

zeer moeilijk

aan te doen

omwille van

veters,

rijgwerk,…

4.2.3. Er is

weerstand

tegen het aan

en uitdoen van

de schoenen

omwille van

spierspanning

of angst

4.2.1. + 4.2.2. 4.2.1. + 4.2.3. 4.2.2. + 4.2.3. 4.2.1. + 4.2.2.

+ 4.2.3.

onbekend

Nog steeds het grootste percentage heeft geen orthopedische schoenen, maar wel al een groter

gedeelte heeft er wel, het grootste percentage voor wie dit item van toepassing is heeft ook

één of meerdere verzwaringen.

In de enkelvoudige variantieanalyse blijkt enkel met de nonparametrische technieken een

significant effect van orthopedische schoenen 1-2 op actual sleep time, er is geen effect van

orthopedische schoenen verzwaringen. De actual sleep time is beter wanneer er orthopedische

Page 161: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

160

schoenen zijn als wanneer er geen orthopedische schoenen zijn. Dit effect verdwijnt bij

toevoeging van de andere variabelen in het model voor meervoudige analyse.

Ter besluit van dit item kan gezegd worden dat de literatuurbevinding dat het gebruik van

orthopedisch materiaal de kwaliteit van slaap negatief beïnvloedt bevestigd wordt. De andere

onafhankelijke variabelen hebben telkens ook op één van de afhankelijke variabelen effect,

wat telkens verdwijnt in de meervoudige analyses van de respectievelijke afhankelijke

variabelen. Het is opvallend dat wederom de effecten tegengesteld zijn aan de verwachtingen.

Voor de variabelen van de schaal Leen Vanermen is dit zo voor sta-apparaten, orthopedische

schoenen, loophulpen, chronische wondzorg, preventie van decubitus, lavementen en

epilepsie. Met andere woorden voor elke variabele in de schaal waar überhaupt een significant

effect voor gevonden is, behalve 1 namelijk manueel verwijderen van stoelgang.

11. Besluit Ter afsluiting van dit onderzoek vatten we de belangrijkste resultaten nog eens samen, doen

we aanbevelingen naar de praktijk en suggesties voor verder onderzoek.

11.1. Belangrijkste resultaten samengevat Uit de beschrijvende statistieken is gebleken dat het merendeel van onze zorggebruikers een

slaapprobleem heeft. Maar liefst 79% heeft één of meer slaapprobleem. Ongeveer 2/3 heeft

een te lage slaapefficiëntie en/of een te hoge fragmentatie-index. Een derde van de

proefpersonen heeft een te korte actual sleep time en ongeveer 2/5 heeft een te lange

slaaplatentie. Het percentage slaapproblemen in de gewone populatie ligt tussen de 10 en de

35% naargelang de geciteerde bron. Het percentage van slaapproblemen bij de populatie

personen met een verstandelijke handicap ligt tussen de 13 en 86% afhankelijk van een aantal

factoren zoals leeftijd, soort van handicap enzoverder (Lagrain: 26.9-57.2% hoger als in de

populatie). Het is duidelijk dat onze resultaten evidentie lijken te geven voor een veel hogere

prevalentie van slaapproblemen bij personen met een verstandelijke handicap als in de

gewone populatie.

Vervolgens wordt het uit dit onderzoek heel duidelijk dat heel wat van onze zorggebruikers

een te lange tijd in bed liggen. 70% ligt maar liefst 10,5 uur of meer in bed. Daarbij komt dat

de overgrote meerderheid op vaste uren, die samenhangen met het uurrooster van het

personeel, naar bed gaan. Het slaappatroon is dus weinig of niet afgestemd op de behoeftes

van de zorggebruiker. Dit kwam ook reeds naar voren in een onderzoek van Lagrain in 2001.

Ten derde blijkt dat een slaapprobleem vaak niet erkend of herkend wordt door personeel.

Wanneer we aan personeel vragen om in te schatten of een zorggebruiker goed slaapt, komt

deze inschatting slechts in 16% van de gevallen overeen met de output van de actiwatch. Dit

bewijst het nut van de registraties met behulp van de actiwatch. Het wordt namelijk zeer

duidelijk dat veel van de slaapproblemen anders onontdekt blijven. Daarbij komt het feit dat

de actiwatch tot nu toe slechts in beperkte mate wordt gebruikt en niet voor alle doelgroepen.

Uit deze data blijkt dat de registraties best uitgebreid worden naar alle dienstencentra en alle

doelgroepen om adequaat te kunnen inspelen op de problemen en zo de kwaliteit van slaap en

kwaliteit van leven in het algemeen te verhogen. We zouden zelfs ijveren, ten einde de

24uurszorg in elk dienstencentrum te garanderen, om dit overal systematisch in te bouwen in

het proces van handelingsplanning. Belangrijk daarbij is dat de vragenlijsten beter en

consequenter ingevuld worden, op deze manier kan efficiënter nagegaan worden wat er

precies scheelt en welke maatregelen kunnen getroffen worden. Eveneens belangrijk is een

goede archivering van de gegevens, zodanig dat deze ook kunnen geconsulteerd worden om

effecten van bepaalde handelingen na te gaan en om uitgebreider onderzoek, zoals het

Page 162: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

161

onderhavige, mee te doen. Uiteraard is belangrijk dat de metingen niet enkel voor de vorm

gebeuren, maar dat er ook effectief iets mee gebeurd.

Ten vierde blijkt dat sommige resultaten tegengesteld zijn aan wat de literatuur ons leert.

Onder andere het verstandelijk niveau, erfelijke aandoeningen en gedragsproblemen hebben

niet het verwachte effect op slaapkwaliteit. Bij deze laatste variabele bestaat de hypothese dat

de operationalisering die wij gebruikt hebben, namelijk de categorie van CEP, te algemeen is

en dat we eventueel beter werken met meer specifieke gedragsvariabelen.

Tenslotte worden ook sommige verbanden uit de literatuur bevestigd. Zo vinden wij ook een

significant (negatief) effect van motorische handicap op slaap terug. Ook de medische

toestand onder de vorm van de schaal Leen Vanermen in het algemeen en lavementen en

manueel verwijderen van stoelgang in het bijzonder hebben een significant verband met

slaapkwaliteit. Vreemd is, dat de richting van het effect bij elke variabele van de schaal Leen

Vanermen die werd nagegaan (op het item manueel verwijderen van stoelgang na) tegen de

verwachting was. Hoe meer medische problemen hoe beter de slaapkwaliteit. Dit vreemde

resultaat moet nog verder bekeken worden. Misschien bestaat de verklaring erin dat iemand

met medische problemen überhaupt van korter bij wordt opgevolgd en er meer inspanningen

worden gedaan om zijn kwaliteit van leven in het algemeen en kwaliteit van slaap in het

bijzonder te verhogen? Eventueel slaapt een persoon die lavementen krijgt effectief beter als

iemand die geconstipeerd is? Eventueel slaapt iemand die vaak gedraaid wordt omwille van

decubitus ook beter als iemand die pijnlijk ligt?

11.2. Aanbevelingen naar de praktijk

Uit het onderzoek komen een aantal aanbevelingen naar de praktijk naar voren:

-aangezien er bij het overgrote deel van onze zorggebruikers sprake is van slaapproblemen en

aangezien blijkt dat het subjectief beoordelen van de slaap moeilijk is, lijkt het belangrijk om

het registreren van de slaap met behulp van de actiwatch systematisch in te bouwen bij elke

nieuwe opname en bij elke bespreking van het handelingsplan. Dit voor elke doelgroep en

voor elk dienstencentrum. Hiermee samenhangend is het systematisch, volledig en correct

invullen van de vragenlijsten die bij de observatie horen en het nauwkeurig archiveren van

alle registraties en vragenlijsten belangrijk. Dit om interventies te kunnen bepalen,

vergelijkingen met vorige metingen toe te laten en verder onderzoek mogelijk te maken.

-nagegaan moet worden hoe het hele slaapgebeuren kan afgestemd worden op de behoeftes

van de zorggebruiker. Dit zowel in de zin van aantal uren in bed als de uren van slapengaan

en opstaan.

-het gebruik van orthopedisch materiaal tijdens de nacht moet bij elke zorggebruiker kritisch

geëvalueerd worden. Het onderzoek heeft immers aangetoond dat het gebruik van deze

maatregelen tijdens de nacht de slaapkwaliteit negatief beïnvloedt. In het kader van de

24uurszorg moet het nut van deze orthopedische materialen tijdens de nacht afgewogen

worden tegen het belang van goede kwaliteit van slaap.

-eventueel kunnen een aantal variabelen die relevant zijn gebleken systematisch geregistreerd

worden door middel van het aanvullen van de vragenlijsten met deze elementen.

Bijvoorbeeld: motorische functiebeperking, voorkomen en intensiteit van epilepsie

11.3. Suggesties voor verder onderzoek

Enerzijds kan voorliggend onderzoek uitgebreid en verder uitgeplozen worden, anderzijds

kunnen een aantal nieuwe gegevens verzameld worden en geanalyseerd worden.

Page 163: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

162

-Eenmaal er gegevens verzameld zijn over heel vzw Stijn met al zijn dienstencentra en

doelgroepen kunnen de analyses herhaald worden. Op deze manier kunnen we pas echt

geldige uitspraken doen over de slaapkwaliteit van vzw Stijn. Uiteraard moeten de resultaten

van de individuele zorggebruikers ook ingezet worden om hun individuele kwaliteit van slaap

te verbeteren. Het is daarnaast ook belangrijk om de huidige analyses verder na te gaan: aan

wat ligt de onverwachte richting van het verband met de medische elementen? Is het

verwachte verband met gedrag er wel wanneer we een andere operationalisering van gedrag

hanteren? …

-Er zijn echter een heel aantal variabelen die in de literatuur als relevant voor de kwaliteit van

slaap aangegeven worden, die niet beschikbaar zijn in vzw Stijn. De invloed van deze

elementen kan nagegaan worden indien we ze systematisch registreren. Een aantal van deze

variabelen zijn eventueel relevant om bij te voegen aan de bestaande vragenlijsten, andere

zijn enkel relevant om in het kader van een onderzoek te registreren:

- mate van stimulatie overdag

-aantal avondactiviteiten

-cafeïne

-gewicht

-al dan niet NAH om het verschil in voorkomen en soort slaapprobleem na te gaan

-soort van hersenbeschadiging

-omstandigheden in de kamer: matras, temperatuur, verluchting, verduistering

-omgeving: verschil tussen slaapproblemen thuis of in woonopvang, op de campus of

in een buitenhuis

-algemeen welbevinden, kwaliteit van leven

-slaapmedicatie

-dutjes: effect van dutjes op kwaliteit van slaap tijdens de nacht

Ook interessant is een vergelijking met de doorsnee bevolking door eventueel ook de kwaliteit

van slaap bij het personeel te meten.

Tenslotte kan het interessant zijn om een soort longitudinaal onderzoek uit te voeren om zo de

invloed van maatregelen en ingrepen om slaap te bevorderen na te gaan.

Page 164: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

163

Referenties Berden, G.F.M.G (2001). Classificatie van slaapproblemen. In R. Didden & L.M.G. Curfs.

(Red.), Slaap en slaapproblemen bij verstandelijk gehandicapten. (pp. 23-38). Houten: Bohn

Stafleu Van Loghum.

Braam, W.J. (2005). Slaapproblemen bij verstandelijk gehandicapten. Tijdschrift voor Artsen

voor Verstandelijk Gehandicapten, 23, 2, p20-29.

Coenen, A.M.M. & Kerkhof, G.A. (2001). Fysiologie van de slaap. In R. Didden & L.M.G.

Curfs. (Red.), Slaap en slaapproblemen bij verstandelijk gehandicapten. (pp. 12-22). Houten:

Bohn Stafleu Van Loghum.

Curfs, L.M.G., Moog, U. & Didden, R. (2001). Slaapstoornissen bij een genetisch bepaalde

verstandelijke handicap. In R. Didden & L.M.G. Curfs. (Red.), Slaap en slaapproblemen bij

verstandelijk gehandicapten. (pp. 85-104). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.

Didden, R. (2001). Slaapproblemen bij thuiswonende kinderen met ontwikkelingsstoornissen.

In R. Didden & L.M.G. Curfs. (Red.), Slaap en slaapproblemen bij verstandelijk

gehandicapten. (pp. 39-50). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.

Didden, R. (2005). Slaapproblemen bij kinderen en volwassenen met een verstandelijke

beperking: resultaat van een verstoord leerproces. Tijdschrift voor Artsen voor Verstandelijk

Gehandicapten, 23, 2, p16-19.

Hermans, B., Pauwels, K., Smolders A. & Ver Heyen, B. (2006). Slapen?! Een mentale

activiteit. Niet gepubliceerd eindwerk Katholieke Hogeschool Limburg, departement sociaal-

agogisch werk, Hasselt.

Hylkema, T. (2007). Te weinig aandacht voor slaapproblemen in de gehandicaptenzorg.

eCCEntie, informatieblad van het Centrum voor Consultatie en Expertise, 14, p1-2.

Idzikowski, C. (2000). Beter leren slapen. Utrecht: Bruma Uitgevers bv.

Lagrain, G (2001). Slaapproblemen bij personen die in een instelling verblijven. In R. Didden

& L.M.G. Curfs. (Red.), Slaap en slaapproblemen bij verstandelijk gehandicapten. (pp. 51-

61). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.

Lagrain, G. (2006). 24-uurszorg. Studiedag vzw Stijn, 2006.

Lagrain, G. (n.d.). Praktische adviezen over slaap en slaapverbetering bij personen met een

diep mentale handicap. Gebruik van video en actograaf. Interne nota vzw Stijn

Lammers, G.J. & Declerck, A.C. (2001). Slaapproblemen en lichamelijke stoornissen. In R.

Didden & L.M.G. Curfs. (Red.), Slaap en slaapproblemen bij verstandelijk gehandicapten.

(pp. 62-71)). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.

Luyten, M. (n.d.). Pedagogiek om middernacht. Interne nota vzw Stijn.

Page 165: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

164

Pinxten, K. (1996). Slaapproblemen bij volwassen personen met een handicap. Niet

gepubliceerd licentiaatsverhandeling Katholieke Universiteit Leuven, faculteit Psychologie en

Pedagogische Wetenschappen, Leuven.

Quine, L. (1991) Sleep problems in children with mental handicap. Journal of Mental

Deficiency Research, 35, p. 269-290.

Page 166: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

165

Bijlagen

Page 167: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

166

Bijlage 1: berekening van parameters actiwatch

Page 168: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

167

Output actiwatch

Ruwe data

Per epoch (in Stijn 1 minuut) wordt bepaald of iemand wakker is of slaapt. Dit wordt als volgt

gedaan: gesteld een bepaalde epoch:

De score op het epoch van 1 minuut ervoor en 1 minuut erna wordt gedeeld door 5.

De score op het epoch van 2 minuten ervoor en 2 minuten erna wordt gedeeld door 25.

Dit wordt opgeteld bij de activiteitsscore van het epoch.

Wanneer ‘medium sensitivity’ voor een epoch van 1 minuut is ingesteld (wat in Stijn

standaard zo is), is een score van 40 genoeg om als wakker gescoord te worden.

Bv:

7:32:00 199 W

7:33:00 0 W

7:34:00 99 W 99+0/5+0/5+199/25+0/25=106,96=W

7:35:00 0 S 0+99/5+0/5+0/25+13/25=20,32=S

7:36:00 0 S 0+0/5+13/5+99/25+0/25=6,56=S

7:37:00 13 S 13+0/5+0/5+0/25+35/25=14,4=S

7:38:00 0 S

7:39:00 35 W

Sleep start

Begin van de slaap. Wordt als volgt berekend:

Algoritme zoekt naar minstens 10 opeenvolgende S na bedtime (er mag niet meer dan 1 epoch

van beweging zijn in deze periode). De eerste van deze S’en is sleepstart.

Sleep end

Einde van de slaap. Wordt als volgt berekend:

Algoritme zoekt naar een periode van 10 minuten beweging voor get up time, de laatste S

voor deze periode is sleep end. Als er zo geen periode is, valt de sleep end samen met get up

time.

Bed time

Wordt geregistreerd door marker op de actiwatch in te duwen wanneer zorggebruiker in bed

wordt gelegd

Get up time

Wordt geregistreerd door marker op de actiwatch in te duwen wanneer zorggebruiker uit bed

wordt gehaald.

Time in bed

Duur van het in bed liggen, van bed time tot get up time

Bed time-get up time

Bv: 21.26-8.38=11u12m=672 minuten

Assumed sleep

Veronderstelde duur van de slaap, van sleep start tot sleep end

Sleep start-sleep end

Bv: 22.00-08.38=10u38m=638 minuten

Page 169: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

168

Sleep latency

Periode tussen time in bed en sleep start= periode van wakker liggen vooraleer in slaap te

vallen.

Sleep start-bedtime

Bv: 22.00-21.26=34 minuten

Actual sleep time

Tijdens de assumed sleep zijn er toch nog wat wakkere momenten. In actual sleep time wordt

de effectieve slaaptijd berekend. Dit wordt als volgt gedaan:

Aantal x S score (wanneer epoch 1 minuut) in slaapperiode. Percentage wordt berekend door

actual sleep time te delen door assumed sleep.

Bv: als 595 x S gescoord wordt in de slaapperiode (van sleep start tot sleep end), dit is gelijk

aan 595 minuten sleep time of 9u55 minuten.

%=595/638=0,9326=93,3%

Actual wake time

Dit zijn de wakkere periodes tussen sleep start en sleep end

Aantal x W score (wanneer epoch 1 minuut) in slaapperiode. Percentage wordt berekend door

actual wake time te delen door assumed sleep.

BV: als er 43 x W gescoord wordt in de slaapperiode, is dit gelijk aan 43 minuten wake time.

%=43/638=0,067=6,7%

Sleep efficiency

Hoeveel procent van de tijd dat de zorggebruiker in bed lag heeft hij effectief geslapen?

actual sleep time/time in bed

bv: 595 minuten/672 minuten=0,885=88,5%

No of sleep bouts

Aantal slaapfases in slaapperiode.

Periodes van S in slaapperiode: 1 S telt als 1, meerdere S’en na elkaar tellen ook als 1.

Bv:

2:54:00 59 W 1

2:55:00 0 S 1

2:56:00 99 W 1

2:57:00 51 W

2:58:00 0 S 1

2:59:00 0 S

3:00:00 62 W 1

3:01:00 48 W

In dit fragment zijn er 2 sleep bouts (en 3 wake bouts).

No of wake bouts

Aantal wakkere fases in slaapperiode

Periodes van W in slaapperiode: 1 W telt als 1, meerdere W’s na elkaar tellen ook als 1.

Page 170: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

169

BV: zie bovenstaande tabel, er zijn in deze tabel 3 wake bouts

Mean length of sleep bouts

Gemiddelde lengte van een slaapperiode. Aantal minuten per slaapperiode opgeteld en

gedeeld door no of sleep bouts.

Bv: zie bovenstaande tabel: de eerste slaapperiode duurt 1 minuut, de tweede twee minuten.

1+2/2=1 minuut 30 seconden.

Mean length of wake bouts

Gemiddelde lengte van een wakkere periode. Aantal minuten per wakkere periode opgeteld en

gedeeld door no of wake bouts.

Bv: zie bovenstaande tabel: de eerste wakkere periode duurt 1 minuut, de tweede twee

minuten, de derde ook 2 minuten

1+2+2/3=1,6 minuut= 1 minuut 36seconden

No of mins moving

Aantal minuten tijdens slaapperiode waarin activiteitswaarde staat geregistreerd. Dit is niet

gelijk aan actual wake time. Ook S’en waar een activiteitswaarde staat geregistreerd wordt

meegenomen.

Percentage wordt berekend door no of minutes moving te delen door assumed sleep.

Bv:

1:15:00 0 S

1:16:00 0 S

1:17:00 38 W

1:18:00 84 W

1:19:00 33 W

1:20:00 7 S

1:21:00 0 S

1:22:00 4 S

In dit fragment is No of mins moving= 5 minuten (op min 1:17, 1:18, 1:19, 1:20 en 1:22 staan

activiteitsscores).

In tegenstelling tot actual wake time, dit is slechts 3 minuten. (bij min 1:17, 1:18, 1:19 staat

een W)

No of min immobile:

Aantal minuten tijdens slaapperiode waarin geen activiteitswaarde staat geregistreerd. Dit is

niet gelijk aan actual sleep time. W’s waar geen activiteitswaarde staat geregistreerd worden

ook meegeteld. Percentage wordt berekend door no of minutes immobile te delen door

assumed sleep.

Bv:

7:31:00 0 S

7:32:00 199 W

7:33:00 0 W

7:34:00 99 W

Page 171: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

170

In dit fragment is No of mins immobile= 2 minuten (op min 7:31 en 7:33 staan geen

activiteitsscores)

In tegenstelling tot actual sleep time, dit is slechts 1 minuut (bij min 7:31 staat een S).

No of immobile phases

Periodes zonder activiteit in slaapperiode, 1 minuut zonder activiteit telt als 1, meerdere

minuten tellen ook als 1.

Bv:

2:55:00 0 S 1

2:56:00 99 W

2:57:00 51 W

2:58:00 0 S 1

2:59:00 0 S

In dit fragment zijn er 2 immobile fases.

Mean length of immobility

Gemiddelde lengte van een periode zonder activiteit.

Aantal minuten per immobility phase opgeteld en gedeeld door no of immobility phases.

Bv in bovenstaande tabel is de mean length of immobility: 1+2/2= 1,5

Immobility phases of 1 minute

Aantal fases waarin de activiteit slechts 1 minuut duurt.

Voor percentage: immobility phases of 1 min/no of immobility phases

Bv: zie voorgaande tabel

Immobility phases of 1 minute: 1

%=1/2=50%

Total activity score

Som van activiteitsscores van sleep start tot sleep end. Met andere woorden alle

activiteitsindexen opgeteld.

In het voorbeeld is dit 6638

Mean activity score

Gemiddelde activiteit tijdens de slaapperiode= total activity score/assumed sleep

Bv: 6638/638=10,4: gemiddeld is er per minuut 10,4 activiteit geweest.

Mean activity in active periodes

Gemiddelde activiteit in periodes van activiteit. In plaats van tegenover heel de slaap, wordt

hier enkel gemiddeld tegenover het aantal minuten dat de persoon in beweging is.

=total activity score/no of mins moving

bv: 6638/56= 118,54: gemiddeld is er per minuut van beweging 118,54 activiteit geweest

Movement en fragmentation index

Indicator van rusteloosheid.

Page 172: Onderzoek naar de kwaliteit van slaap in vzw Stijn · 4 nacht wordt de REM slaap langer en worden fase 1 en 2 van de non-REM slaap al eens overgeslagen. Zoals gezegd herhaalt deze

171

=% no of min moving+%immobility phases of 1 min

bv: 8,8%+23,1%=31,9%

Wake movement

Gemiddeld aantal bewegingen buiten de slaap.