September 2014 · 2016. 4. 20. · Sparen Lenen, schulden en financiële problemen Praten over...
Transcript of September 2014 · 2016. 4. 20. · Sparen Lenen, schulden en financiële problemen Praten over...
September 2014
Jongeren & geld De financiële situatie en hulpbehoefte van 12- tot en met 24-jarigen
Anna van der Schors
Minou van der Werf
2
Inhoudsopgave
SAMENVATTING EN CONCLUSIE ........................................................................................ 5
De financiële situatie en de beleving ervan ............................................................................. 5
Schulden, lenen en financiële problemen................................................................................ 6
Praten over geldzaken ............................................................................................................ 7
De behoefte aan hulp bij geldzaken ........................................................................................ 9
Grip op de geldzaken ........................................................................................................... 10
Visie van het Nibud .............................................................................................................. 11
1 INLEIDING ............................................................................................................... 14
1.1 Doel onderzoek ........................................................................................................ 14
1.2 Leeswijzer ................................................................................................................ 15
2 DE FINANCIËLE SITUATIE IN HET ALGEMEEN ..................................................... 16
2.1 Tevredenheid met de financiële situatie .................................................................... 16
2.2 Rondkomen .............................................................................................................. 17
2.3 Hoe jongeren hun financiële situatie ervaren ............................................................ 19
3 OMGAAN MET GELD .............................................................................................. 21
3.1 Omgaan met geld in het algemeen ........................................................................... 21
3.2 Geld tekort ................................................................................................................ 22
3.3 Financiële zelfstandigheid ........................................................................................ 26
3
4 SPAREN .................................................................................................................. 30
4.1 Het spaargedrag van jongeren .................................................................................. 30
4.2 Spaardoelen ............................................................................................................. 31
4.3 Spaarbedrag ............................................................................................................. 32
4.4 Verplichting om te sparen ......................................................................................... 34
4.5 De houding ten aanzien van sparen en uitgeven ....................................................... 34
5 LENEN, SCHULDEN EN FINANCIËLE PROBLEMEN.............................................. 35
5.1 Eigen beleving financiële problemen en schulden ..................................................... 35
5.2 Geleend geld ............................................................................................................ 39
5.3 Schulden en betalingsachterstanden ........................................................................ 40
5.4 Hoogte van de schulden ........................................................................................... 44
5.5 Hoe schulden worden ervaren .................................................................................. 45
6 PRATEN OVER GELDZAKEN ................................................................................. 47
6.1 Frequentie van praten met ouders en vrienden over geldzaken ................................ 47
6.2 Onderwerpen van gesprekken over geldzaken .......................................................... 49
6.3 Ruzie en onenigheid over geldzaken ........................................................................ 55
6.4 Ouders als voorbeeld ................................................................................................ 57
7 VRAGEN EN HULP BIJ GELDZAKEN ..................................................................... 59
7.1 Onderwerpen waarover men vragen heeft ................................................................ 59
7.2 Leren over geldzaken ............................................................................................... 61
7.3 Hulp van de banken bij het omgaan met geld............................................................ 63
8 OVERZICHT OVER GELDZAKEN ............................................................................ 68
8.1 Saldo controleren ..................................................................................................... 68
4
8.2 Internetbankieren ..................................................................................................... 70
8.3 Gebruik mobiel bankieren app .................................................................................. 72
8.4 Controleren en betalen van rekeningen .................................................................... 74
BIJLAGE 1 - ONDERZOEKSVERANTWOORDING ............................................................. 76
Achtergrondkenmerken ........................................................................................................ 77
BIJLAGE 2 - DE INKOMENSSITUATIE VAN JONGEREN ................................................... 79
BIJLAGE 3 - VRAGEN EN INFORMATIEBEHOEFTE OVER GELDZAKEN ......................... 81
5
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Samenvatting en conclusie
Dit rapport presenteert de bevindingen van een onderzoek onder 1.511 jongeren van 12 tot en met 24 jaar. Deze groep
jongeren is representatief voor alle jongeren in Nederland wat betreft leeftijd, opleiding, dagbesteding (schoolgaand,
studerend en werkend) en geslacht. Het onderzoek geeft inzicht in hoe de financiële situatie en de wijze waarop jongeren
met geld omgaan zich met de leeftijd ontwikkelt. Daarnaast geeft het onderzoek inzicht in de gesprekken die jongeren met
ouders en vrienden hebben over geldzaken en ook in de vragen en de hulpbehoefte die jongeren hebben als het gaat om
geldzaken.
Jonge jongeren, van 12 tot en met 14 jaar, zijn op een andere manier met geld(zaken) bezig dan 18-plussers. In
tegenstelling tot de jongeren van 18 jaar en ouder, zijn de jonge jongeren veel minder met geld(zaken) bezig en zien ze geld
vooral als een middel om leuke dingen te kunnen doen. Het doel van geld lijkt dus met de leeftijd te verschillen.
Voor de jongeren van alle leeftijden geldt dat de ouders een belangrijkere gesprekspartner wat betreft geldzaken zijn dan
vrienden. Ook leren de jongeren het meeste over geldzaken van hun ouders.
De financiële situatie en de beleving ervan
Merendeel van de jongeren is tevreden met eigen financiële situatie
54 procent van de jongeren is tevreden met zijn of haar financiële situatie. Het percentage jongeren dat aangeeft tevreden
te zijn met de financiële situatie komt overeen met het percentage jongeren dat gemakkelijk rond kan komen: 5 7 procent
kan (zeer) gemakkelijk rondkomen, slechts 7 procent van de jongeren zegt (zeer) moeilijk rond te kunnen komen.
Wat opvalt is, dat hoe jonger ze zijn, hoe tevredener ze met hun financiële situatie zijn en hoe gemakkelijker ze kunnen
rondkomen. Een mogelijke verklaring daarvoor is, dat naarmate de jongeren ouder worden, zij steeds meer te maken krijgen
met vaste lasten, waardoor ze minder geld overhouden om vrij te besteden. Rondkomen gaat dan niet meer alleen over het
kunnen betalen van wat ze willen kopen, maar ook over het kunnen betalen van rekeningen die betaald moeten worden.
6
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Drie van de vijf jongeren vinden dat ze goed met geld omgaan. Slechts 6 procent vindt dat hij of zij dit niet doet. Gemiddeld
geven ze zichzelf voor het omgaan met geld als rapportcijfer een 7,4.
Schulden, lenen en financiële problemen
Tweederde van de jongeren met frequent geld tekort, ziet dit als een probleem
Iets meer dan een op de tien jongeren komt regelmatig geld te kort. Het merendeel komt zelden of nooit geld tekort. Van de
18-plussers geven mbo’ers vaker dan gemiddeld aan geld tekort te komen.
Van de jongeren die aangeven vaak of altijd geld te kort te komen, ziet 66 procent dit als een probleem.
De meeste jongeren (52 procent) kiezen ervoor om niets te doen als ze geld tekort komen, want: op = op. Dat jongeren
hiervoor kiezen en niet gaan lenen, is een verstandige keuze.
42 procent van de 18-plussers heeft één of meer schulden of betalingsachterstanden
Van de jongeren onder de 18 jaar, leent 83 procent zelden tot nooit en 16 procent leent soms geld van anderen. De 15- tot
en met 17-jarigen lenen iets vaker dan de 12- tot en met 14-jarigen, 21 tegen 14 procent. Het doorsnee bedrag dat per keer
wordt geleend is 3 euro.
Van alle jongeren van 18 tot en met 24 jaar heeft 42 procent minimaal één vorm van een schuld, lening of
betalingsachterstand:
23 procent heeft een studieschuld
17 procent heeft geld geleend van anderen (familie, vrienden of financiële instellingen)
19 procent heeft betalingsachterstanden
5 procent staat frequent rood
Van de 18- tot en met 24-jarigen met één of meer vormen van schuld, geeft 50 procent zelf aan een schuld te hebben1 en 6
procent weet het niet. Opvallend is dat 44 procent van de jongeren met een vorm van lening, schuld en/of
betalingsachterstand, dit zelf dus niet als zodanig heeft benoemd toen gevraagd werd of hij of zij een schuld had.
1 De jongeren is gevraagd of zij zelf vinden dat ze een schuld hebben, zonder verdere toelichting wat onder schuld wordt verstaan.
7
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
28 procent van de 18-plussers met een betalingsachterstand ervaart een financieel probleem
Van de 18- tot en met 24-jarigen met een betalingsachterstand vindt 28 procent dat hij of zij een financieel probleem heeft.
Jongeren die vaak of altijd rood staan ervaren relatief vaker dat ze een financieel probleem hebben (68 procent). Daarnaast
ervaren jongeren met meerdere schulden vaker dat zij een financieel probleem hebben dan jongeren met één schuld: 32
procent tegen 9 procent.
Van alle jongeren met een schuld ervaren de jongeren met een studieschuld het minst dat zij een financieel probleem
hebben (18 procent). Dit komt waarschijnlijk omdat een studieschuld eerder als een investering in de toekomst wordt gezien
en niet zo zeer als het gevolg van een disbalans tussen de inkomsten en uitgaven. Met name
52 procent van de 18-plussers kan niet rood staan op de rekening
Ruim driekwart van de jongeren van 18 jaar en ouder (77 procent) staat nooit rood. Het merendeel (52 procent) heeft niet
de mogelijkheid om rood te staan. Drie op de tien jongeren die wel rood kunnen staan, hebben er niet expliciet zelf over
nagedacht om deze mogelijkheid te gebruiken, hun bank bood het hen aan.
Praten over geldzaken
Het merendeel van de jongeren praat met ouders en/of vrienden over geldzaken. De ouders zijn de belangrijkste
gesprekspartner in deze: meer jongeren spreken met hun ouders dan met vrienden over geldzaken. Hoeveel ze praten met
hun ouders en/of vrienden verschilt per leeftijd: 75 procent van de 15- tot en met 17-jarigen praat minimaal één keer per
maand met de ouders over geld(zaken), tegen 63 procent van de 18-plussers.
Met de leeftijd neemt het percentage jongeren dat met zijn of haar vrienden over geldzaken praat toe: 38 procent van de 12-
tot en met 14-jarigen praat minimaal één keer per maand met vrienden over geldzaken, tegen 52 procent van de 18 - tot en
met 24-jarigen.
Ondanks het feit dat minder 18-plussers regelmatig met hun ouders over geld(zaken) praten en meer jongeren met hun
vrienden gaan praten dan de jongere jongeren, blijven de ouders ook voor deze groep nog steeds de belangrijkste
gesprekspartner.
8
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
De onderwerpen waar jongeren met ouders en vrienden over praten, verschillen.
Met ouders praten jongeren meer over:
Wie wat betaalt
Waar de jongere zijn geld aan uit mag geven
Een financiële bijdrage van de ouders
Met vrienden praten jongeren over:
De aankopen die ze doen
Aanbiedingen en shoptips
(Bij)baantjes
De kosten van op jezelf wonen
Er lijkt een verschil te zijn in de wijze waarop jongeren met ouders en vrienden over geldzaken praten. Met ouders praten ze
meer om informatie en advies over geldzaken te verkrijgen. Met vrienden praten ze om een vergelijking te kunnen maken
met hoe anderen het doen (bijv. hoeveel ze verdienen, wat ze gekocht hebben, hoeveel zij voor bepaalde dingen betalen ).
Jongeren die niet met ouders of vrienden over geld(zaken) praten, geven als belangrijk ste reden hiervoor aan dat ze er
geen behoefte aan hebben en dat het een privékwestie is. Opvallend is dat jongeren die niet met hun vrienden praten over
geldzaken, als belangrijke reden hiervoor geven dat ze er al met hun ouders over praten en dat hun ouders beter advies
geven.
Driekwart van de jongeren heeft (bijna) nooit ruzie over geldzaken met de ouders
Ongeveer driekwart van de jongeren heeft zelden of nooit ruzie met zijn of haar ouders over geld(zaken). De uitgaven van
de jongeren zijn het vaakst het onderwerp van een ruzie. De ouders vinden de aankoop dan niet verstandig, te impulsief, te
duur of onnodig.
9
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
De behoefte aan hulp bij geldzaken
De behoefte aan informatie neemt toe met de leeftijd
Van alle jongeren heeft 73 procent wel eens vragen over geldzaken of behoefte aan informatie. Het percentage jongeren
dat vragen heeft neemt toe met de leeftijd.
De toenemende interesse voor geldzaken blijkt ook uit het feit dat het percentage jongeren dat gebruik maakt van de
informatie op de website en/of de nieuwsbrieven van de banken, toeneemt met de leeftijd. Van de 12- tot en met 14-jarigen
maakt 9 procent van de jongeren gebruik van deze informatie, tegen 38 procent van de 18 - tot en met 24-jarigen.
De top 3 van onderwerpen waar jongeren van 12 tot 18 jaar de meeste vragen over hebben zijn:
1. Baantjes, werk en salaris (41 procent)
2. Bijdrage van de ouders (27 procent)
3. Mobiele telefoon (23 procent)
De top 3 van onderwerpen waar jongeren van 18 tot en met 24 jaar de meeste vragen over hebben zijn:
1. Studiefinanciering (33 procent)
2. Op jezelf wonen en de kosten daarvan (32 procent)
3. Belasting betalen en terugvragen/Baantjes, werk en salaris (beide 31 procent)
Jongeren leren op alle leeftijden het meeste over geldzaken van hun ouders
Ouders blijken voor jongeren veruit de belangrijkste leerbron te zijn wat betreft geld en geldzaken. Dit geldt voor alle
leeftijden, ondanks het feit dat het belang van ouders wel kleiner wordt naarmate de jongere ouder wordt: 96 procent van de
12- tot en met 14-jarigen geeft aan van zijn ouders te leren over geldzaken en 84 procent van de 18-plussers.
10
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Jongeren zien de toegevoegde waarde van de kerntaken van hun bank
Met de leeftijd neemt het percentage jongeren toe dat de bank noemt als plek waar men over geldzaken leert: van de 12 - tot
en met 14-jarigen noemt 21 procent de bank en 47 procent van de 18- tot en met 24-jarigen.
De drie onderwerpen waarbij jongeren het meest ervaren dat de bank hen meehelpt met geldzaken om te gaan, sluiten aan
bij de kerntaken van de bank:
1. Overzicht krijgen over de financiële situatie, zoals inkomsten, uitgaven en spaargeld (21 procent)
2. Inzicht geven in de uitgaven/Kennis en informatie over veilig pinnen en internetbankieren (beide 19 procent)
3. Sparen en spaardoelen stellen (18 procent)
Grip op de geldzaken
De helft van de jongeren bekijkt het banksaldo minstens één keer per week
Ruim de helft van de jongeren bekijkt zijn of haar banksaldo minstens één keer per week. Uitwonende studenten bekijken
hun banksaldo vaker dan thuiswonende studenten: 64 procent van de thuiswonenden checkt zijn ba nksaldo minstens één
keer per week, tegen 80 procent van de uitwonenden.
Hoe ouder, hoe meer er gebruik gemaakt wordt van internetbankieren en de mobiel bankieren app
Het merendeel van de jongeren maakt gebruik van internetbankieren: 38 procent van de 12 - tot en met 14-jarigen, 70
procent van de 15- tot en met 17-jarigen en 95 procent van de 18- tot en met 24-jarigen.
Gemiddeld maakt 42 procent van de jongeren gebruik van een mobiel bankieren app. Dit percentage loopt op met de
leeftijd, van 13 procent van de 12- tot en met 14-jarigen, 28 procent van de 15- tot en met 17-jarigen naar 58 procent van de
18- tot en met 24-jarigen.
Bijna de helft van de jongeren ontvangt rekeningen
46 procent van de jongeren ontvangt wel eens rekeningen. Ook hier is een sterke stijging met de leeftijd zichtbaar. Van de
18- tot en met 24-jarigen ontvangt 78 procent wel eens een rekening. Negen op de tien jongeren die rekeningen ontvangen,
betalen hun rekeningen (bijna) altijd op tijd en 78 procent controleert de rekeningen (bi jna) altijd op juistheid.
11
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Meer jongeren sparen naarmate ze ouder worden
De overgrote meerderheid van de jongeren spaart: 81 procent van de 12- tot en met 14-jarigen, 89 procent van de 15- tot en
met 17-jarigen en 93 procent van de 18- tot en met 24-jarigen.
Hoewel het percentage spaarders toeneemt met de leeftijd, groeit het percentage dat alleen spaart wat ze overhouden en
daalt het percentage dat een vast bedrag spaart. Het spaarbedrag neemt wel beduidend toe met de leeftijd , het gemiddelde
loopt op van 23 euro bij de 12-tot en met 14-jarigen tot 200 euro bij de 18-plussers.
Van de thuiswonende jongeren tussen de 12 en 14 jaar wordt 40 procent door de ouders verplicht een deel van de
inkomsten te sparen. Bij de 15- tot en met 17-jarigen die thuis wonen is dit 29 procent.
Spaardoelen verschuiven met de leeftijd
Het doel van sparen verschuift duidelijk met de leeftijd. Waar zes op de tien 18 -plussers spaart ‘voor later’ en ‘om geld
achter de hand te hebben’, sparen de meeste jonge jongeren om iets te kunnen kopen dat ze graag willen hebben. Dit
reflecteert een verschil in de leefsituatie tussen die leeftijden: de jongeren van 12 tot en met 14 jaar hebben nog nauwelijks
te maken met noodzakelijke en onvoorziene uitgaven waar ze voor moeten sparen.
Visie van het Nibud
Omgaan met geldzaken is een leerproces
Voor volwassenen (vanaf 18 jaar) heeft het Nibud competenties voor financiële zelfredzaamheid opgesteld. Deze
competenties beschrijven de vaardigheden waarover een persoon moet beschikken om zichzelf financieel zelfredzaam te
kunnen noemen.
Kinderen en jongeren zijn nog in ontwikkeling, ze komen voor het eerst in aanraking met nieuwe situaties en zijn bezig
nieuwe vaardigheden aan te leren, ook op financieel gebied. Voor hen heeft het Nibud daarom leerdoelen geformuleerd en
geen competenties. Dit benadrukt het leerproces van de leerdoelen die ten doel hebben dat kinderen en jongeren leren
omgaan met geld, zodat zij als volwassenen zelfstandig kunnen leven en wonen, waarbij zij financieel zelfredzaam zijn . De
hoofdthema’s van de leerdoelen zijn:
1. In kaart brengen
2. Verantwoord besteden
3. Vooruit kijken
12
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
4. Omgaan met financiële risico’s
5. Over voldoende kennis beschikken: het financiële landschap kennen
Per leeftijdscategorie verschillen de leerdoelen, zodat zij aansluiten bij de ontwikkeling van het kind op een specifieke
leeftijd.
Dat jongeren op een verschillende manier met geld omgaan omdat ze op een ander punt in hun ontwikkeling staan, komt in
dit onderzoek duidelijk naar voren. Jongeren van verschillende leeftijden gaan op een andere manier met geld en geldzaken
om en hun beleving van geldzaken verschilt sterk.
Uit de spaardoelen die jongeren van 12 tot en met 14 jaar hebben, uit de manier waarop ze tegen financiële problemen
aankijken en uit de vragen en informatiebehoefte die ze hebben, blijkt dat jonge jongeren nog niet veel met geldzaken bezig
zijn en geld vooral zien als middel om leuke dingen te doen. Het Nibud vindt dat begrijpelijk, aangezien zij nog minder of
niet te maken hebben met noodzakelijke en verplichte uitgaven.
Bij de jongeren van 18 jaar en ouder is te zien dat zij op een serieuzere manier met geldzaken bezig zijn. Zij hebben volop
te maken met zaken als rondkomen, vaste lasten, zorgen over de financiële situatie en keuzes maken met geld.
Het Nibud vindt het belangrijk dat professionals rekening houden met het feit dat een jongere van 12 bij ‘geld tekort’ aan iets
anders denkt dan een 22-jarige, omdat beiden zich op een ander punt in hun financiële ontwikkeling bevinden. Het is dus
essentieel om het onderwerp op een manier aan te pakken die past bij de verschillende leeftijden van de jongeren en de
aandacht te richten op onderwerpen die hen interesseren. Bij jonge jongeren zijn dat bijvoorbeeld bijbaantjes en bij oudere
jongeren de kosten van op jezelf wonen.
De invloedrijke rol van ouders
Uit eerder onderzoek van het Nibud (van der Schors, Madern en van der Werf, 2013) bleek al dat ouders voor middelbare
scholieren de belangrijkste gesprekspartner zijn als het gaat om financiën en geldzaken. Deze bevinding wordt door dit
onderzoek bevestigd. Daarnaast maakt dit onderzoek duidelijk dat dit niet tot de middelbare schoolleeftijd beperkt blijft: voor
studerende en werkende jongeren van 18 tot en met 24 jaar blijven de ouders het belangrijkste aanspreekpunt wat betreft
geldzaken. Ook noemen jongeren van alle leeftijden het meeste dat zij van hun ouders over geldzaken leren, meer dan van
vrienden, school of werk. Of ze nu 13 of 23 jaar zijn, hun ouders zijn voor hen de belangrijkste raadgevers en hebben een
voorbeeldfunctie.
Het Nibud vindt het belangrijk dat ouders zich realiseren dat hun rol niet ophoudt als hun kinderen de middelbare school
afronden, maar dat de jongeren nog veel waarde aan hun kennis en adviezen hechten als ze studeren en/o f op zichzelf
13
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
wonen. Het heeft dan ook toegevoegde waarde om tevens aan de ouders voorlichting te geven over de geldzaken waar
volwassen jongeren mee te maken hebben of krijgen, omdat daarmee uiteindelijk ook de jongeren worden bereikt.
De beleving van schulden bij 18-plussers
Uit het onderzoek wordt duidelijk dat 18-plussers een schuld of betalingsachterstand niet altijd als schuld ervaren of als
zodanig benoemen. Studieschulden, zoals een lening bij DUO, worden door zeven op de tien jongeren met een studieschuld
wel als schuld betiteld, maar betalingsachterstanden slechts door iets minder dan vier op de tien jongeren met een schuld.
Aan de andere kant wordt een studieschuld weer minder vaak als een financieel probleem gezien dan
betalingsachterstanden of rood staan. Iets meer dan vier op de vijf jongeren van 18 jaar en ouder met een schuld ervaren
niet dat ze een financieel probleem hebben. Meerdere schulden en met name regelmatig rood staan lijken wel een signaal
te zijn voor daadwerkelijke financiële problemen, in ieder geval wordt het zo beleefd. Bij jongeren kan de frequentie van
roodstand als indicator worden gebruikt voor hun financiële situatie. Staat de jongere regelmatig rood, dan zou de bank
contact kunnen opnemen om (grotere) financiële problemen te voorkomen.
Het Nibud vindt het belangrijk dat professionals die met jongeren werken zich realiseren dat jongeren verschillende beelden
en gedachtes kunnen hebben bij bepaalde begrippen, zoals het woord ‘schuld’ of ‘financieel probleem’. Het Nibud a dviseert
om jongeren zoveel mogelijk naar de specifieke leenvormen, soorten schulden of betalingsachterstanden te vragen in plaats
van overkoepelende termen te gebruiken. De jongeren zullen zich dan eerder aangesproken voelen.
Bewust om hulp durven vragen en weten hoe dat moet
Het Nibud concludeert, op basis van dit onderzoek, dat de meeste jongeren het over het algemeen best goed doen op het
gebied van geldzaken. Het merendeel beschikt over de vaardigheden die aansluiten bij hun leeftijd, zoals het Nibud die
heeft vastgesteld in de leerdoelen en competenties voor omgaan met geld. De jongeren worden, naarmate ze ouder
worden, steeds vaardiger en zelfredzamer op financieel gebied. Ze doorlopen duidelijk een leerproces zoals dat ook van
hen verwacht mag worden, waarbij er voor elke leeftijd nieuwe leerdoelen zijn.
Daarnaast is het goed om te zien dat jongeren van alle leeftijden over geldzaken praten (met ouders en/of vrienden) en dat
ze vragen durven te stellen. Dit laat zien dat ze met geldzaken bezig zijn en dat ze ervoor open staan iets te leren. Ouders
kunnen vervolgens ‘de handschoen’ oppakken en hun rol als financieel opvoeder innemen.
14
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
1 Inleiding
Het Nibud doet regelmatig onderzoek naar jongeren tussen de 12 en 25 jaar. Hierbij wordt meestal onderscheid gemaakt
tussen groepen jongeren: scholieren (van der Schors, Madern en van der Werf, 2013) mbo -studenten (Nibud, 2011) of
studenten in het hoger onderwijs (Kreetz, van der Schors, van der Burg, 2012). Dit omdat de jongere niet bestaat. De
situatie, belevingswereld en zelfstandigheid van een jongere van 12 jaar die net op de middelbare school zit is immers heel
anders dan die van een 20-jarige die studeert en net op zichzelf woont. Hun inkomsten, zowel de hoogte als het soort
inkomstenbronnen, en de uitgaven verschillen sterk.
Echter, door alle jongeren tussen de 12 en 25 jaar tegelijkertijd te ondervragen, wordt duidelijk hoe hun financiële situatie
zich met de leeftijd ontwikkelt en hoe verschillend zij met geld omgaan en met geld bezig zijn. Door dit onderzoek willen we
een actueel beeld krijgen van de ontwikkeling van jongeren op financieel gebied en de verschillen die optreden tussen
groepen jongeren die van elkaar verschillen qua leeftijd, dagbesteding (studerend op mbo, hbo of wo dan wel werkend) en
woonsituatie (thuis-of uitwonend).
Uit het onderzoek Scholieren, geld & de invloed van ouders; de rol van ouders bij het financiële gedrag van scholieren
(van der Schors, Madern en van der Werf, 2013) blijkt dat ouders voor kinderen op de middelbare s chool op geldgebied een
zeer belangrijke rol spelen. Zij zijn de belangrijkste gesprekspartner als het om geldzaken gaat. Wat echter nog niet bekend
was is waar de jongeren wel over praten met hun ouders en waarover juist niet. En ook is nog niet bekend in hoeverre
ouders ook na de middelbare school de belangrijkste gesprekspartner voor jongeren blijven. Met dit onderzoek wordt
geprobeerd daar meer inzicht in te krijgen.
1.1 Doel onderzoek
Dit rapport gaat niet zo zeer in op de inkomsten en uitgaven van jongeren, maar richt zich vooral op de financiële situatie
van jongeren van 12 tot en met 24 jaar (hun financieel overzicht, betaalgedrag, spaargedrag, leengedrag en schulden) en
de wijze waarop ze zelf vinden dat ze met geld omgaan.
15
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Daarnaast heeft dit onderzoek ten doel meer inzicht te geven in de vragen en hulpbehoeften van jongeren met betrekking
tot geldzaken: van wie willen ze graag meer leren over geldzaken en waarover willen ze meer weten? Ten slotte geeft dit
onderzoek inzicht in met wie jongeren praten op het gebied van geldzaken en waarover.
1.2 Leeswijzer
In dit onderzoek zijn 1.511 jongeren van 12 tot en met 24 jaar ondervraagd. Deze groep jongeren is representatief voor alle
jongeren in Nederland wat betreft leeftijd, opleiding, dagbesteding (schoolgaand, studerend en werkend) en geslacht.
Bij de vragen is gekeken naar de samenhang met de volgende achtergrondkenmerken: geslacht, leeftijd, dagbesteding en
woonsituatie. Bij dagbesteding is bij de jongeren van 18 tot en met 24 jaar gekeken of er verschillen zijn tussen de mbo-
studenten, hbo- en wo-studenten en de werkenden. Bij woonsituatie is bij de (mbo-, hbo- en wo-) studenten gekeken of er
een verschil zit tussen de thuiswonenden en uitwonenden. In het rapport worden de verschillen naar achtergrondkenmerken
alleen genoemd als deze significant zijn.
Een uitgebreide beschrijving van de onderzoeksopzet en de verdeling van de jongeren naar achtergrondkenmerken staat in
bijlage 1.
In december 2013 heeft het Nibud voor de Rabobank een vergelijkbaar onderzoek uitgevoerd. Indien relevant wordt een
vergelijking met de cijfers uit het voorgaande onderzoek gemaakt.
Dit rapport presenteert de uitkomsten van het onderzoek. Dit rapport geeft achtereenvolgens inzicht in:
De financiële situatie in het algemeen
De wijze waarop jongeren overzicht houden over hun geldzaken
Het spaargedrag van jongeren
De financiële problemen van jongeren: hun schuldensituatie
De wijze waarop jongeren met geld omgaan
Het praten over geldzaken tussen jongeren en hun ouders en jongeren onderling
De (behoefte aan) hulp bij geldzaken.
Dit onderzoek is mede mogelijk gemaakt door Rabobank Nederland.
16
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
2 De financiële situatie in het algemeen
Naast de feitelijke financiële situatie, hun inkomsten en uitgaven, is het misschien nog wel belangrijker om te weten hoe de
jongeren hun financiële situatie zelf ervaren. Zijn ze tevreden met hun financiële situatie? En hebben ze het idee dat ze
goed kunnen rondkomen? In dit hoofdstuk zoomen we in op hoe de jongeren hun financiële situatie zelf ervaren.
2.1 Tevredenheid met de financiële situatie
De jongeren hebben aangegeven hoe tevreden ze zijn met drie aspecten van hun financiële situatie: hoeveel ze maandelijks
te besteden hebben, de aankopen die ze kunnen doen en hoe tevreden ze zijn met hun financiële situatie over het
algemeen.
Tabel 1 geeft hun tevredenheid weer.
Bijna 55 procent van de jongeren is tevreden met zijn of haar financiële situatie. Jongeren zijn het minst tevreden over
hoeveel ze maandelijks te besteden hebben: iets meer dan de helft van de jongeren is hier tevreden over en 18 procent is
hier ontevreden over. Het meest tevreden zijn de jongeren over de aankopen die ze kunnen doen (59 procent). Voor elk van
de aspecten van de financiële situatie geeft circa 30 procent niet expliciet aan of ze er tevreden of ontevreden mee zijn.
Tabel 1: Percentage jongeren dat tevreden is met zijn of haar financiële situatie (n=1.511)
Heel
ontevreden
%
Ontevreden
%
Niet ontevreden,
niet tevreden
%
Tevreden
%
Heel
tevreden
%
Hoeveel je maandelijks te besteden hebt 4 14 31 42 9
Je financiële situatie 3 10 33 45 9
De aankopen die je kunt doen/de spullen
die je kunt kopen
3 9 28 49 10
Hoe jonger, hoe tevredener de jongeren zijn met hun financiële situatie. 57 procent van de 12 - tot en met 14-jarigen is
tevreden met hoeveel ze maandelijks te besteden hebben en 63 procent is tevreden met de financiële situatie over het
algemeen. Dit tegen respectievelijk 51 en 51 procent van de 18- tot en met 24-jarigen. Daarnaast is slechts 52 procent van
de 18- tot en met 24-jarigen tevreden met de aankopen die ze kunnen doen.
17
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Als we inzoomen op de 18-plussers, dan zijn er verschillen te zien in hun dagbesteding. Jongeren in het hoger onderwijs
zijn meer tevreden dan gemiddeld over alle drie de aspecten van hun financiële situatie:
Hoeveel ze maandelijks te besteden hebben: 56 tegen 47 procent gemiddeld
De financiële situatie: 55 tegen 50 procent gemiddeld
De aankopen die ze kunnen doen: 63 tegen 56 procent gemiddeld
Daarentegen zijn mbo’ers minder tevreden dan gemiddeld over hun financiële situatie in het algemeen (40 tegen 50
procent).
2.2 Rondkomen
Het merendeel van de jongeren geeft aan gemakkelijk rond te kunnen komen (57 procent). 7 procent van de jongeren komt
moeilijk of zeer moeilijk rond. 35 procent geeft niet expliciet aan goed of slecht te kunnen rondkomen.
In tabel 2 is het percentage jongeren dat zegt goed te kunnen rondkomen uitgesplitst naar leeftijd. Net als bij de
tevredenheid kunnen de 12- tot en met 14-jarigen beter rondkomen dan de 18- tot en met 24-jarigen. Deze laatste groep
moet waarschijnlijk meer zelf betalen en heeft vaker te maken met vaste lasten, waardoor ze minder geld overhouden om
vrij te besteden.
Naast verschillen in leeftijd, geven jongens ook vaker dan meisjes aan dat ze gemakkelijk rondkomen (60 tegen 55 procent).
18
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Tabel 2: Percentage jongeren dat kan rondkomen, naar leeftijd (n=1.511)
Zeer
moeilijk
%
Moeilijk
%
Niet moeilijk,
niet makkelijk
%
Gemakkelijk
%
Zeer
gemakkelijk
%
Leeftijd 12 t/m 14 jaar 0 3 32 42 23
15 t/m 17 jaar 1 4 33 41 21
18 t/m 24 jaar 2 8 38 37 15
Totaal 1 6 35 39 18
Als we inzoomen op de leeftijdscategorie 18 tot en met 24 jaar, dan geven mbo’ers minder vaak aan gemakkelijk rond te
komen (39 tegen 52 procent), zij vinden het rondkomen vaker niet moeilijk maar ook niet gemakkelijk. Studenten in het
hoger onderwijs geven juist vaker aan dat ze gemakkelijk rond kunnen komen: 42 procent tegen 37 procent gemiddeld.
Aan jongeren die hebben aangegeven dat ze moeilijk rondkomen, is gevraagd waarom ze vinden dat ze moeili jk
rondkomen. Bijna 60 procent noemt als reden dat ze te weinig inkomsten hebben. Daarnaast wordt als belangrijke reden
genoemd dat alles duurder is geworden terwijl de inkomsten hetzelfde zijn gebleven en dat de ouders weinig geld hebben
(beide 32 procent). In tabel 3 zijn nog andere redenen weergegeven waarom jongeren vinden dat ze moeilijk kunnen
rondkomen.
19
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Tabel 3: Redenen waarom jongeren moeilijk kunnen rondkomen (meerdere antwoorden mogelijk) (n=109)
%
Omdat ik weinig inkomsten 59
Omdat alles duurder is geworden, terwijl mijn inkomsten hetzelfde zijn gebleven 32
Omdat mijn ouders weinig geld hebben 32
Door hoge vaste lasten 29
Omdat ik mijn geld makkelijk uitgeef 25
Omdat ik veel (grote) uitgaven heb (gehad) 19
Omdat ik op mezelf ben gaan wonen 17
Door een gebeurtenis (ziekte, overlijden familielid) 7
Anders 3
2.3 Hoe jongeren hun financiële situatie ervaren
Aan de jongeren is een aantal stellingen voorgelegd over hoe ze hun financiële situatie ervaren (tabel 4). Het merendeel
van de jongeren geeft aan dat ze zich niet arm voelen (63 procent). Daarnaast zegt 58 procent elke maand geld over te
houden. Bijna één op de drie jongeren moet echter dingen laten omdat hij of zij er geen geld voor heeft. 13 procent geeft
aan dat ze zich zorgen maken over hun financiële situatie. Tussen de 26 en 31 procent van de jongeren heeft geen
uitgesproken mening met betrekking tot deze stellingen.
Tabel 4: Stellingen over rondkomen (n=1.511)
Helemaal
oneens
%
Oneens
%
Neutraal
%
Eens
%
Helemaal
eens
%
Ik moet dingen laten omdat ik er geen geld voor heb 19 23 26 27 5
Ik voel me arm 29 34 26 9 2
Ik houd elke maand geld over 6 15 31 32 16
Ik maak me zorgen over mijn financiële situatie 27 33 26 11 2
20
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Meisjes geven vaker aan dat ze dingen moeten laten omdat ze te weinig geld hebben (35 tegen 29 procent) en ze maken
zich vaker zorgen over hun financiële situatie dan jongens (18 tegen 9 procent).
De ervaring van de financiële situatie verschilt ook per leeftijd. Hoe jonger, hoe minder vaak de jongeren zich zorgen maken
over hun financiële situatie, hoe minder arm ze zich voelen, hoe minder vaak ze dingen moeten laten en hoe vaker ze elke
maand geld over houden.
Ook de woonsituatie maakt verschil in hoe studenten hun financiële situatie ervaren. Uitwonende studenten:
moeten vaker dingen laten omdat ze er geen geld voor hebben: 48 tegen 34 procent
houden minder vaak elke maand geld over: 29 tegen 47 procent
maken zich vaker zorgen over hun financiële situatie: 26 tegen 16 procent
Toch voelen uitwonende studenten zich niet minder arm dan thuiswonende studenten.
21
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
3 Omgaan met geld
De kern van financiële opvoeding is dat jongeren leren omgaan met geld, zodat zij uiteindelijk financieel op eigen benen
kunnen staan, waarbij hun inkomsten en uitgaven met elkaar in balans zijn en er geen financiële problemen ontstaan. Op
dat moment kunnen we spreken van financieel zelfstandige jongeren. De vraag is wat jongeren zelf verstaan onder
financiële zelfstandigheid en in hoeverre zij zelf vinden dat ze financieel zelfstandig zijn e n met geld om kunnen gaan. Dit
hoofdstuk gaat daar op in.
3.1 Omgaan met geld in het algemeen
Zes van de tien jongeren vinden dat ze goed met geld omgaan. Slechts 6 procent vindt dat hij of zij niet goed met geld
omgaat.
Tabel 5: Mate waarin jongeren vinden dat ze goed met geld omgaan (n=1.511)
%
Ja, goed 60
Soms wel, soms niet 34
Nee, niet goed 6
Enkele verschillen tussen groepen jongeren zijn:
12- tot en met 14-jarigen denken minder vaak dan gemiddeld dat ze goed met geld om kunnen gaan (54 procent) , ze
denken vaker dat ze soms wel en soms niet goed met geld omgaan (40 procent).
18-plussers in het hoger onderwijs vinden vaker dat ze goed met geld kunnen omgaan dan andere 18-plussers (67
tegen 61 procent).
Jonge jongeren vinden niet dat ze beter of slechter met geld omgaan dan oudere jongeren.
Dit blijkt ook uit het gemiddelde cijfer dat jongeren zichzelf geven voor omgaan met geld: dit verschilt niet tussen de
leeftijdsgroepen. Jongeren geven zichzelf gemiddeld een 7,4.
22
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
3.1.1 Lenen, schulden en omgaan met geld
Jongeren van 18 jaar en ouder die één of meer schulden of betalingsachterstanden hebben (zie paragraaf 5.3), vinden
minder vaak dat ze goed met geld omgaan dan degenen zonder schulden. Niettemin vindt nog steeds 47 procent van hen
dat hij of zij goed met geld om kan gaan tegen, tegen 71 procent van degenen die geen schulden en betalingsachterstanden
hebben.
Het percentage van de18-plussers dat vindt dat het goed met geld omgaat, verschilt met het soort schuld dat men heeft.
Met name onder jongeren die regelmatig rood staan, vindt een relatief laag percentage dat hij of zij goed met geld om kan
gaan (26 procent). Van degenen die geld lenen van anderen en/of betalingsachterstanden hebben, vindt circa 34 procent
dat men goed met geld omgaat. Van de jongeren met een studieschuld vindt het merendeel, 53 procent, dat hij of zij goed
met geld omgaat.
Uit deze resultaten blijkt dat jongeren op een verschillende manier kijken naar verschillende soorten schulden, zoals een
studieschuld of rood staan op de bankrekening. Een studieschuld of roodstand worden door de jongeren anders ervaren,
waardoor ze ook anders beoordelen of ze goed met geld omgaan. Het is dus belangrijk om niet alle soorten schulden op
één hoop te vegen, maar om ze per soort te bekijken.
3.2 Geld tekort
11 procent van de jongeren komt regelmatig geld tekort. Het merendeel van de jongeren geeft echter aan zelden of nooit
geld tekort te komen: 61 procent. Er zijn hier geen verschillen tussen leeftijden te zien.
In tabel 6 is het percentage jongeren dat ge ld tekort komt uitgesplitst naar dagbesteding weergegeven. Mbo’ers tussen de
18 en 24 jaar komen vaker geld tekort dan leeftijdsgenoten met een andere dagbesteding: 17 procent tegen 13 procent
gemiddeld. Iets meer dan de helft geeft aan nooit of zelden geld tekort te komen tegen 61 procent gemiddeld.
23
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Tabel 6: Percentage jongeren dat geld tekort komt, naar dagbesteding (n=827)
Nooit
%
Zelden
%
Soms
%
Vaak
%
Altijd
%
Dagbesteding Mbo 24 28 30 15 2
Hoger onderwijs 27 41 23 7 3
Werkend 27 34 26 9 4
Totaal 26 35 26 9 4
3.2.1 Hoe ervaren jongeren geld tekort?
Van de jongeren die aangeven wel eens geld tekort te hebben, ziet 66 procent het als een probleem. Een derde ziet geen
probleem als er geld tekort is.
Jongeren tussen de 18 en 24 jaar zien geld tekort vaker als een probleem dan jongeren tussen de 12 en 14 jaar: 76 tegen
43 procent. Voor de 12- tot en met 14-jarigen zijn de consequenties van geld tekort waarschijnlijk minder groot dan voor de
18- tot en met 24-jarigen.
De meest genoemde reden waarom geld tekort als een probleem wordt gezien, is dat ze niet met alles kunnen meedoen
omdat daar geen geld voor is (28 procent). De antwoorden verschillen echter sterk per leeftijd, maar ook per geslacht. In
tabel 7 zijn de resultaten te zien, uitgesplitst naar deze achtergrondkenmerken.
24
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Tabel 7: Percentage jongeren dat geld tekort komen als probleem ervaart, naar geslacht en leeftijd (meerdere antwoorden mogelijk)
(n=556)
Jongen
%
Meisje
%
12 t/m 14 jaar
%
15 t/m 17 jaar
%
18 t/m 24 jaar
%
Totaal
%
Ja, ik kan niet met alles meedoen
omdat er geen geld voor is
29 27 26 32 27 28
Ja, ik heb geen geld om leuke dingen
te doen en/of iets voor mezelf te
kopen
23 31 19 25 31 27
Ja, ik maak me dan zorgen 17 33 4 15 38 25
Nee, ik heb gewoon veel wensen/ik
vind dure spullen mooi
19 18 30 16 15 19
Nee, ik wil gewoon kunnen kopen wat
ik op dat moment wil kopen
21 12 30 19 10 17
Ja, ik kan mijn noodzakelijke
uitgaven soms niet of moeilijk betalen
11 18 1 7 23 15
Meisjes en jongens ervaren geld tekort op een andere manier. Meisjes zien geld tekort vaker als een probleem omdat:
ze dan geen geld hebben om leuke dingen te doen: 31 tegen 23 procent
ze zich dan zorgen maken: 33 tegen 17 procent
Jongens geven vaker aan het geen probleem te vinden, omdat ze gewoon willen kunnen kopen wat ze op dat moment willen
kopen: 21 tegen 12 procent.
Zoals we in tabel 7 al zagen, vinden jongeren tussen de 18 en 24 jaar geld tekort vaker een probleem dan de 12- tot en met
14-jarigen. De jongsten geven dan ook vaker aan dat ze geld tekort komen geen probleem vinden, omdat ze gewoon veel
wensen hebben en omdat ze gewoon willen kunnen kopen wat ze op dat moment graag willen. 18 - tot en met 24-jarigen
zien een geldtekort wel als een probleem. Redenen die zij vaker dan 12- tot en met 14-jarigen noemen zijn:
Omdat ze zich dan zorgen maken: 38 tegen 4 procent
Omdat ze dan geen geld hebben om leuke dingen te doen: 31 tegen 19 procent
Omdat ze de noodzakelijke uitgaven dan soms niet of moeilijk kunnen betalen: 23 tegen 1 procent.
25
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Ook zijn er verschillen in redenen te zien tussen de dagbesteding van 18-plussers en tussen de woonsituatie van studenten.
Mbo’ers ervaren het vaker dan gemiddeld als een probleem omdat ze geen geld hebben om leuke dingen te doen (43 tegen
31 procent) en omdat ze de noodzakelijke uitgaven niet meer kunnen betalen (35 tegen 23 procent). Uitwonende studenten
geven vaker dan thuiswonende studenten aan dat geld tekort komen een probleem is, omdat ze zich dan zorgen maken: 49
tegen 27 procent.
3.2.2 Actie ondernemen bij geld tekort
Als jongeren geld tekort komen, dan kunnen ze verschillende acties ondernemen (tabel 8). Iets meer dan de helft van de
jongeren kiest ervoor om op dat moment niets te doen: op = op. Een kwart van de jongeren gebruikt zijn of haar spaargeld
en een kwart zegt te gaan bezuinigen op andere uitgaven.
Tabel 8: Acties die jongeren ondernemen als ze geld tekort komen (meerdere antwoorden mogelijk) (n=371)
%
Ik doe niks, op = op 52
Ik gebruik mijn spaargeld 26
Ik ga bezuinigen op andere uitgaven 26
Ik vraag extra geld aan mijn ouders 22
Ik ga klusjes doen of werken om meer geld te verdienen 20
Ik leen geld van mijn ouders 19
Ik ga spullen verkopen 12
Ik leen geld van vrienden (of broers/zussen) 9
Ik ga rood staan op mijn betaalrekening bij de bank 6
Ik leen geld bij een financiële instelling (bijv. een bank) 3
Ik koop producten op afbetaling 2
26
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Meisjes zouden er vaker dan jongens voor kiezen om:
Spaargeld te gebruiken: 32 tegen 19 procent
Spullen te verkopen: 18 tegen 7 procent
Te bezuinigen op andere uitgaven: 33 tegen 19 procent.
Ook de leeftijd heeft invloed op welke acties ze zeggen te ondernemen. De 12- tot en met 14-jarigen vragen vaker dan
gemiddeld om extra geld aan hun ouders (36 procent); de 15- tot en met 17-jarigen lenen vaker dan gemiddeld geld van hun
ouders (29 procent); en de 18- tot en met 24-jarigen maken vaker dan gemiddeld gebruik van hun spaargeld (35 procent) en
gaan vaker bezuinigen op andere uitgaven (32 procent).
3.3 Financiële zelfstandigheid
Aan de jongeren is gevraagd wanneer zij vinden dat ze financieel zelfstandig zijn. Dit was een open vraag. Op basis van de
gegeven antwoorden hebben we categorieën gemaakt van veel gegeven antwoorden. Tabel 9 geeft de uitkomsten weer.
De meeste jongeren vinden dat je financieel zelfstandig bent als:
je kunt rondkomen/je jezelf kunt onderhouden (26 procent)
je een baan/inkomen hebt/geld verdient (25 procent)
als je geen financiële hulp van anderen nodig hebt (22 procent)
Het uitgangspunt van de leerdoelen van het Nibud is dat jongeren financieel gezien op eigen benen kunnen staan en dus
financieel zelfstandig zijn. Ze kunnen dan zonder afhankelijk te zijn van ouders of verzorgers, hun geldzaken regelen en
inkomsten en uitgaven in balans houden. Naast de leerdoelen hanteert het Nibud de bredere begrip financiële
zelfredzaamheid. Het Nibud heeft gedefinieerd over welke vaardigheden iemand moet beschikken om financieel
zelfredzaam te zijn, waarbij iemand financieel zelfredzaam is wanneer hij weloverwogen keuzes maakt zodanig dat zijn
financiën in balans zijn, zowel op de korte als op de lange termijn. Deze definitie is breder dan het in de leerdoelen
geformuleerde concept financiële zelfstandigheid.
De antwoorden die de jongeren geven voor financiële zelfstandigheid zijn niet goed of fout. Ze geven een beeld waar
jongeren aan denken bij dit begrip.
27
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Opvallend is dat jongeren van 12 tot en met 14 jaar met name noemen dat je financieel zelfstandig bent als je inkomen
verwerft (circa 35 procent), terwijl de jongeren van 18 tot en met 24 jaar vaker aangeven dat je financieel zelfstandig bent
als je kunt rondkomen (circa 30 procent) en als je geen financiële hulp van anderen nodig hebt (27 procent).
Niet alle gegeven antwoorden zijn direct in een categorie in te delen. Sommige antwoorden komen slechts enkele keren
voor of zijn lastig te labelen, omdat het heel erg aan de interpretatie van de jongeren zelf ligt wat ze hier onder verstaan.
Een aantal terugkerende antwoorden bij de categorie ‘anders’ zijn:
Als je goed met je geld kunt omgaan
Als je een goed evenwicht kunt vinden tussen inkomsten en uitgaven
Als je alles kunt doen en betalen wat je wilt
Als je je eigen geld goed kan beheren en er alles van kan doen wat nodig is en dan nog wat over houdt
28
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Tabel 9: Indeling van de beschrijving die jongeren geven van financiële zelfstandigheid (n=1.301)
Je bent financieel zelfstandig: 12 t/m 14 jaar
%
15 t/m 17 jaar
%
18 t/m 24 jaar
%
Totaal
%
Vanaf een bepaalde leeftijd/periode 9 2 2 4
Wanneer je op jezelf gaat wonen 10 6 10 9
Wanneer je een baan/inkomen hebt
of wanneer je veel geld verdient
35 27 19 25
Wanneer je kunt rondkomen of
wanneer je jezelf kunt onderhouden
17
28 30 26
Wanneer je geen schuld of lening
hebt of niet rood staat
9 10 15 13
Wanneer je zelf je financiën kan
regelen of zelf kan kiezen waaraan je
je geld uitgeeft
5 6 6 6
Wanneer je onafhankelijk bent of
geen financiële hulp van anderen
nodig hebt
10 22 27 22
Wanneer je je rekeningen zelf
betaalt/je zelf alles kan betalen of je
je eigen vaste lasten betaalt
13 17 20 18
Wanneer je kunt sparen of geld
overhoudt
4 8 9 8
Anders 14 12 18 16
Geen idee 11 6 1 5
29
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
3.3.1 In hoeverre voelen jongeren zich financieel zelfstandig
Vier van de tien jongeren voelen zich financieel zelfstandig. Een vergelijkbaar percentage, 38 procent, voelt zich nog niet
financieel zelfstandig en 22 procent geeft aan niet te weten of ze zich financieel zelfredzaam voelen . In 2013 gaf een groter
percentage aan zich financieel zelfredzaam te voelen: 51 procent. Dit jaar is echter eerst gevraagd wat jongeren zelf
verstaan onder financiële zelfstandigheid. Hierdoor zijn ze waarschijnlijk bewuster na gaan denken over wat financiële
zelfredzaamheid volgens hen betekent en of dat op hen van toepassing is.
Tabel 10: In hoeverre jongeren zich financieel zelfstandig voelen (n=1.511)
12 t/m 14 jaar
%
15 t/m 17 jaar
%
18 t/m 24 jaar
%
Totaal
%
Ja 21 30 52 40
Nee 41 47 33 38
Weet ik niet 38 22 15 22
Tussen de groepen jongeren zijn de volgende verschillen en overeenkomsten zichtbaar:
Hoe ouder, hoe groter het deel van de jongeren dat zich financieel zelfstandig voelt.
Werkende 18-plussers voelen zich vaker financieel zelfstandig (67 procent) dan 18-plussers die studeren in het hoger
onderwijs.
Thuiswonende en uitwonende studenten voelen zich even vaak financieel zelfstandig .
Van de jongeren die vinden dat ze goed met geld om kunnen gaan, vindt een groter gedeelte dat ze financieel
zelfstandig zijn dan jongeren die niet goed met geld om kunnen gaan of soms wel, soms niet (48 procent tegen
respectievelijk 29 en 27 procent).
30
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
4 Sparen
Dit hoofdstuk gaat in op het spaargedrag van jongeren: de manier waarop ze sparen, hoeveel ze sparen en waarvoor ze
sparen. Daarnaast wordt gekeken naar de houding van de jongeren ten opzichte van sparen en redenen waarom jongeren
niet sparen.
4.1 Het spaargedrag van jongeren
De meeste jongeren, 89 procent, sparen. De meesten sparen alleen wat ze overhouden (37 procent).
Tabel 11: Percentage dat spaart (n=1.511)
12 t/m 14 jaar
%
15 t/m 17 jaar
%
18 t/m 24 jaar
%
Totaal
%
Nee, ik spaar zelf niet 19 11 7 11
Ja, ik spaar (automatisch) een vast bedrag 26 16 16 18
Ja, ik spaar alleen wat ik overhoud 29 37 40 37
Ja, ik spaar een vast bedrag en wat ik overhoud 15 20 20 19
Ja, ik spaar wel maar heb het geld meestal snel weer
nodig
12 17 17 16
Hoe ouder de jongeren zijn, hoe groter het gedeelte dat spaart is. Van de 12- tot en met 14-jarigen spaart 81 procent, tegen
93 procent van de 18-plussers.
Een vergelijkbaar deel van de mbo’ers, hbo’ers, wo’ers en werkenden spaart. De manier waarop verschilt echter enigszins.
Mbo’ers geven vaker aan een vast bedrag per maand te sparen dan studenten in het hoger onderwijs (23 tegen 10 procent),
terwijl studenten in het hoger onderwijs weer vaker alleen sparen wat ze overhouden (48 tegen 34 procent). Werkende
jongeren geven meer dan gemiddeld aan een vast bedrag te sparen en te sparen als ze geld overhouden (27 procent, tegen
20 procent gemiddeld).
31
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Ook thuis- en uitwonende studenten sparen even vaak. Alleen bij uitwonende studenten sparen de meesten slechts wat ze
overhouden (53 procent) of ze hebben het gespaarde geld meestal weer snel nodig (24 procent). Onder thuiswonende
studenten liggen deze percentages op respectievelijk 39 en 17 procent. Thuiswonende studenten sparen vaker dan
uitwonenden een vast bedrag per maand (17 tegen 10 procent).
4.1.1 Redenen om niet te sparen
Aan de 11 procent van de jongeren (n=160) die niet heeft gespaard, is gevraagd waarom er niet gespaard is.
De top 3 van belangrijkste redenen zijn:
1. Ik heb te weinig geld om te sparen (38 procent)
2. Het lukt niet om te sparen, omdat ik het te makkelijk uitgeef (26 procent)
3. Ik heb het geld hard nodig om van rond te komen (23 procent)
De twee eerstgenoemde redenen worden door de jongeren van alle leeftijden ongeveer even vaak genoemd. De nummer 3
belangrijkste reden (‘Ik heb het geld hard nodig om van rond te komen’) is voor 18-plussers de belangrijkste reden, 45
procent noemt dit als reden om niet te sparen. Voor 12- tot en met 14-jarigen speelt dit niet, slechts 2 procent van hen
noemt deze reden. Zij geven juist weer vaker aan niet te sparen, omdat ‘ze het geld liever nu uitgeven’ (18 procent, tegen 8
procent van de 18-plussers).
4.2 Spaardoelen
De top 3 van belangrijkste redenen om te sparen zijn:
1. Voor later, zoals studie, op jezelf wonen, eigen bedrijf, een huis (57 procent)
2. Om geld achter de hand te hebben (49 procent)
3. Om te kunnen kopen wat iemand graag wil hebben (43 procent)
Tabel 12 laat duidelijk zien dat de spaardoelen verschillen per leeftijd. Van de 18-plussers sparen meer dan 6 op de 10
‘voor later’ en om geld achter de hand te hebben. Bij de jonge jongeren sparen de meesten (59 procent) juist om datgene te
kunnen kopen dat ze graag willen hebben. Dat is begrijpelijk, aangezien bij de 12- tot en met 14-jarigen het sparen voor
noodzakelijkheden nog geen rol speelt.
32
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Tabel 12: Spaardoelen (meerdere antwoorden mogelijk) (n=1.351)
12 t/m 14 jaar
%
15 t/m 17 jaar
%
18 t/m 24 jaar
%
Totaal
%
Voor ‘later’ (studie, huis, bedrijf) 39 52 65 57
Om geld achter de hand te hebben (voor onverwachte
uitgaven)
19 43 63 49
Om iets te kunnen kopen dat ik graag wil 59 54 34 43
Zodat ik altijd geld heb om iets te kopen (op het moment dat
ik iets wil)
40 39 30 34
Voor vakantie 10 27 37 29
Niet echt een reden, ik hou gewoon geld over 18 17 13 15
Omdat ik moet van mijn ouders 17 12 3 8
Anders 1 3 4 3
Uitwonende studenten sparen vaker dan thuiswonende studenten voor onverwachte uitgaven (76 tegen 57 procent), terwijl
thuiswonenden vaker sparen omdat ze gewoonweg geld overhouden (17 tegen 7 procent van de uitwonenden).
4.3 Spaarbedrag
42 procent van de jongeren die sparen, weet niet hoeveel ze gemiddeld per maand sparen. Dit zijn met name de jongeren
die wel sparen, maar het gespaarde geld vaak weer snel nodig hebben (54 procent) en de jongeren die alleen sparen wat
ze overhouden (47 procent). Van degenen die een vast bedrag per maand sparen, weet 31 procent niet wat ze gemiddeld
per maand sparen.
De 58 procent die dit wel weet, spaart gemiddeld 135 euro per maand. Het gemiddelde spaarbedrag ligt beduidend hoger
dan het mediane spaarbedrag: de helft van de sparende jongeren spaart minder dan 50 euro per maand, de helft spaart
meer dan 50 euro. Er zijn een paar jongeren die een hoog bedrag per maand sparen, waardoor het gemiddelde stijgt.
Tabel 13 toont de gemiddelde en mediane spaarbedragen naar verschillende achtergrondkenmerken.
33
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Naarmate jongeren ouder worden, sparen ze een hoger bedrag per maand: het doorsnee spaarbedrag van 18 -plussers ligt
85 euro hoger dan dat van 12- tot en met 14-jarigen (100 tegen 15 euro). Ook werkenden van 18- tot en met 24 jaar sparen
maandelijks gemiddeld een hoger bedrag dan hun leeftijdsgenoten die studeren.
Tabel 13: Gemiddelde en mediane spaarbedragen, naar achtergrondkenmerken
Gemiddelde €
Mediaan €
Geslacht (n=775) Jongen 134 50
Meisje 136 50
Leeftijd (n=775) 12 t/m 14 jaar 23 15
15 t/m 17 jaar 58 40
18 t/m 24 jaar 200 100
Dagbesteding (n=395) Mbo 183 100
Hoger onderwijs 126 100
Werkend 339 250
Woonsituatie (n=290) Thuiswonend 142 100
Uitwonend 122 98
Totaal 135 50
34
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
4.4 Verplichting om te sparen
Aan de thuiswonende jongeren die naar school gaan of studeren is gevraagd of zij door hun ouders worden verplicht om
een deel van hun inkomsten te sparen. Iets meer dan een kwart van deze jongeren (28 procent) moet van zijn of haar
ouders een deel van de inkomsten sparen. Hoe ouder deze thuiswonende jongeren zijn, hoe minder vaak dit gebeurt:
40 procent van de 12- tot en met 14-jarigen
29 procent van de 15- tot en met 17-jarigen
18 procent van de 18- tot en met 24-jarigen
De helft van de thuiswonende jongeren wordt nooit door de ouders verplicht om een deel van de inkomsten te sparen, 23
procent soms.
4.5 De houding ten aanzien van sparen en uitgeven
Het overgrote deel van de jongeren, 78 procent, vindt het belangrijk om te sparen zodat ze geld achter de hand hebben.
Jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 14 jaar vinden dit even vaak als jongeren van 15 tot en met 17 jaar of 18 tot en met
24 jaar.
Slechts 14 procent van de jongeren geeft zijn of haar geld direct uit. Wel komt 42 procent vaak in de verleiding om spullen
te kopen. Ook hier zijn geen verschillen tussen jonge en oudere jongeren.
Tabel 14: Stellingen over bestedingsgedrag (n=1.511)
%
Als ik geld heb, geef ik het direct uit 14
Ik vind het moeilijk om te sparen 24
Ik vind het belangrijk om te sparen zodat ik geld achter de hand heb 78
Ik kom vaak in de verleiding om dingen te kopen 42
Meer meisjes dan jongens:
vinden het belangrijk om te sparen om geld achter de hand te hebben: 84 tegen 72 procent
komen in de verleiding om spullen te kopen: 48 tegen 37 procent
35
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
5 Lenen, schulden en financiële problemen
Schulden en financiële problemen kunnen zowel objectief en subjectief worden benaderd. Iemand kan een financieel
probleem ervaren, zonder daadwerkelijk geld geleend te hebben of een betalingsachterstand te hebben. Anderzijds kan
iemand wel een lening hebben of een betalingsachterstand, zonder het idee te hebben dat hij of zij een schuld of
betalingsachterstand heeft. Dit hoofdstuk gaat allereerst in op de eigen beleving van de jongeren, of ze zelf ervaren dat ze
een financieel probleem en/of een schuld hebben. Vervolgens wordt ingegaan op het leengedrag en de aanwezigheid van
schulden.
Omdat jongeren onder de 18 jaar nog niet bij officiële instanties, zoals banken en DUO, kunnen lenen en ook niet rood
kunnen staan, is bij de vragen rondom lenen en schulden onderscheid gemaakt tussen jongeren tot 18 jaar en jongeren van
18 jaar en ouder. Jongeren onder de 18 jaar kregen vragen over geld lenen, terwijl jongeren van 18 jaar en ouder vragen
kregen voorgelegd over verschillende vormen van leningen en schulden.
5.1 Eigen beleving financiële problemen en schulden
Aan de jongeren is gevraagd of ze zelf vinden dat ze een financieel probleem en/of schulden hebben. Deze vraag werd hen
voorgelegd zonder enige toelichting, beschrijving of definiëring van de begrippen ‘financieel probleem’ en ‘schulden’. Wel
kregen ze voorafgaand aan deze vraag, een lijst met mogelijke beschrijvingen van financiële problemen. Voor elk van deze
beschrijvingen konden de jongeren aangeven of zij vonden dat iemand in een dergelijke situatie wel of geen financieel
probleem heeft.
De beschrijvingen geven niet weer wat het Nibud allemaal onder financiële problemen vindt vallen. We willen echter een
beeld krijgen van hoe verschillend jongeren tegen het begrip ‘financieel probleem’ aankijken.
36
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
5.1.1 Beschrijving van financiële problemen
De meest genoemde kenmerken van mensen met financiële problemen zijn:
Als je schulden hebt
Als je je rekeningen niet kunt betalen
Als je niet kunt rondkomen of(structureel) geld tekort komt
Deze kenmerken worden door 56 tot 64 procent van de jongeren genoemd.
Minder dan 1 op de 5 jongeren (18 procent) ziet het als een financieel probleem als:
Je je spaargeld moet gebruiken of opnemen
Er voor leuke dingen die je wilt hebben of doen, geen geld meer is
37
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Tabel 15: In hoeverre behoren onderstaande beschrijvingen bij iemand die financiële problemen heeft , naar leeftijd (meerdere
antwoorden mogelijk) (n=1.511)
Je hebt een financieel probleem, als: 12 t/m 14 jaar
%
15 t/m 17 jaar
%
18 t/m 24 jaar
%
Totaal
%
Je schulden hebt 54 67 66 64
Je rekeningen niet kunt betalen 47 66 64 61
Je (structureel) geld tekort komt of niet kunt
rondkomen
42 57 61 56
De uitgaven groter zijn dan de inkomsten 43 59 59 55
Je noodzakelijke uitgaven en/of vaste lasten
niet kunt betalen
38 58 59 54
Je vaak rood staat 46 57 54 53
Je geld moet lenen 37 46 42 42
Je geen geld hebt/als je niets hebt 35 42 41 40
Je (onnodig) te veel geld uitgeeft 29 38 38 36
Je niet kan sparen en/of als je
spaarrekening leeg is
20 23 23 22
Er voor leuke dingen die je wilt hebben of
doen geen geld is
27 17 14 18
Je je spaargeld moet gebruiken/opnemen 13 19 21 18
Anders 3 1 1 1
Uit tabel 15 wordt duidelijk dat jongeren van 12 tot en met 14 jaar nog op een andere manier tegen financiële problemen
aankijken dan jongeren van 15 jaar of ouder. Zij kiezen vaker minder antwoorden om financiële problemen te omschrijven,
in plaats van dat ze meerdere van de mogelijkheden hier onder vinden vallen. Dit blijkt uit het feit dat bij alle omschrijvingen
de percentages bij de jongeren van 12 tot en met 14 jaar lager liggen dan de percentages bij de 15-plussers.
Daarnaast vindt ruim een kwart van de 12- tot en met 14-jarigen dat je een financieel probleem hebt als je geen geld hebt
voor de dingen die je wilt kopen of doen. Van de 15- tot en met 17-jarigen vindt 17 procent dit en slechts 14 procent van de
38
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
18-plussers. Uitwonende studenten noemen veel vaker dan thuiswonende studenten dat je een financieel probleem hebt,
als:
de vaste lasten niet meer kunnen worden betaald: 71 tegen 61 procent
er structureel geld tekort is of je niet meer kunt rondkomen: 73 tegen 61 procent.
Dit verschil kan mogelijk worden verklaard uit het feit dat uitwonende studenten hier veel meer eigen ervaring mee hebben,
omdat zij eigen vaste lasten hebben. Het moeten ‘rondkomen’ speelt een belangrijkere rol in hun leven.
5.1.2 Financiële problemen en schulden
Het overgrote deel (87 procent) vindt niet van zichzelf dat hij of zij een financieel probleem heeft, 5 procent vindt dat wel en
7 procent vindt het moeilijk om aan te geven of dit zo is.
Jongeren onder de 18 jaar geven minder vaak aan dat ze een financieel probleem hebben dan jongeren van 18 jaar en
ouder: 1-3 procent, tegen 8 procent.
Van alle jongeren geeft 13 procent aan een schuld te hebben. De meesten (85 procent) hebben echter geen schuld , 2
procent weet het niet. Ook hierbij zijn duidelijke leeftijdsverschillen zichtbaar. Van de 18- tot en met 24-jarigen geeft 22
procent aan een schuld te hebben, tegen 0 tot 3 procent van de 18-minners.
Opvallend is dat van de 18-plussers mbo-studenten vaker vinden dat ze een financieel probleem hebben dan hbo-en wo-
studenten (14 tegen 5 procent), terwijl de studenten in het hoger onderwijs weer meer dan gemiddeld aangeven een schuld
te hebben (28 procent). In dit laatste geval zal het met name om studieschulden gaan.
Een vergelijkbaar verschil in zienswijze is te zien tussen thuis- en uitwonende studenten. Ze vinden even vaak dat ze een
financieel probleem hebben, maar uitwonende studenten geven veel meer dan thuiswonende studenten aan dat ze een
schuld hebben: 40 tegen 13 procent. Zij hebben vaker een studieschuld, maar dit wordt niet als financieel probleem ervaren
(zie ook paragraaf 5.3.1).
39
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
5.2 Geleend geld
Van de jongeren onder de 18 jaar, leent 83 procent zelden of nooit , 16 procent leent soms en 1 procent leent regelmatig
geld van anderen. De 15- tot en met 17-jarigen lenen iets vaker dan de 12- tot en met 14-jarigen, 21 procent leent soms tot
regelmatig geld van anderen, tegen 14 procent van de 12- tot en met 14-jarigen.
Tabel 16: Frequentie waarmee jongeren geld lenen (n=685)
12 t/m 14 jaar
%
15 t/m 17 jaar
%
Totaal
%
Altijd 0 0 0
Vaak 1 2 1
Soms 13 19 16
Zelden 28 43 36
Nooit 58 36 47
5.2.1 Leenbronnen
De 3 belangrijkste bronnen van wie wordt geleend, zijn:
1. Vrienden of vriendinnen: 71 procent
2. Ouders: 53 procent
3. Klasgenoten: 33 procent
5.2.2 Leenbedragen
Een kwart van de jongeren tot 18 jaar die wel eens geld lenen, weet niet hoeveel ze per keer lenen.
Degenen die dit wel weten (n=85) lenen gemiddeld 6,50 euro per keer. De mediaan ligt lager: de helft geeft aan minder dan
3 euro per keer te lenen en de helft meer dan 3 euro. Het zal dus waarschijnlijk vooral gaan om bedragen die worden
geleend voor eten en drinken tijdens of na schooltijd.
40
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
5.3 Schulden en betalingsachterstanden
Van alle jongeren van 18 tot en met 24 jaar heeft 42 procent minimaal één vorm van schuld, lening of betalingsachterstand.
Dit kan een studieschuld zijn of geld geleend van familie, vrienden en financiële instellingen, één of meerdere
betalingsachterstanden of frequent rood staan. De meeste jongeren (26 procent) hebben één van deze vormen van schuld,
11 procent heeft er twee en 5 procent drie of vier.
Tabel 17: Percentage jongeren (18 tot en met 24 jaar) met schulden, naar dagbesteding (n=827)
Mbo
%
Hoger onderwijs
%
Werkend
%
Totaal
%
Studieschuld 22 33 13 23
Geleend geld van anderen (familie, vrienden,
financiële instellingen)
16 12 21 17
Betalingsachterstanden 24 11 24 19
Frequente roodstand (altijd of vaak) 4 3 4 5
Minimaal één van bovenstaande
leningen/schulden
40 42 43 42
Tussen mbo’ers, hbo’ers, wo’ers en werkenden van 18 jaar en ouder verschilt het percentage met één of meerdere
schulden niet. Het soort schulden dat men heeft verschilt wel (zie tabel 17):
Studenten in het hoger onderwijs hebben meer dan gemiddeld een studieschuld, maar hebben minder dan de
andere 18-plussers betalingsachterstanden of een schuld bij anderen
Werkenden van 18 jaar of ouder hebben meer dan gemiddeld een betalingsachterstand
De volgende groepen hebben vaker één of meer van de genoemde schulden:
Jongens: 49 procent, tegen 40 procent van de meisjes
Uitwonenden: 55 procent, tegen 36 procent van de thuiswonenden
41
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Jongens en meisjes van 18 jaar en ouder hebben even vaak een studieschuld of staan regelmatig rood. Het verschil tussen
de geslachten ontstaat omdat meer jongens dan meisjes geld lenen van anderen of van instanties (23 tegen 12 procent).
Ook hebben jongens meer betalingsachterstanden dan meisjes (25 tegen 13 procent).
Het verschil tussen thuis- en uitwonende studenten wordt verklaard door het verschil in percentage met een studieschuld.
Van de uitwonenden heeft 43 procent een studieschuld, tegen 22 procent van de thuiswonende studenten.
Betalingsachterstanden, lenen van anderen/instanties en frequent rood staan komen bij beide groepen even vaak voor.
5.3.1 Jongeren met een schuld en de ervaring van een financieel probleem
Van de jongeren met minimaal één van bovengenoemde vormen van schuld (studieschuld, geleend geld,
betalingsachterstand of frequente roodstand), vindt 17 procent zelf dat hij of zij een financieel probleem heeft en 14 procent
weet het niet. Deze percentages liggen hoger dan de percentages van alle jongeren van 18 tot en met 24 jaar, dus inclusief
degenen die geen enkele vorm van schuld hebben. Van hen geeft 8 procent van de 18- tot en met 24-jarigen aan een
financieel probleem en 8 procent weet het niet.
Niettemin vindt 69 procent van degenen met minimaal één vorm van schuld niet dat hij of zij een financieel probleem heeft.
Een schuld wordt dus veelal niet als financieel probleem ervaren. Toch wordt het begrip ‘financieel proble em’ wel vaak
gebruikt als jongeren naar hun schuldensituatie wordt gevraagd.
Vooral jongeren die frequent rood staan ervaren dat ze een financieel probleem hebben (68 procent). Van degenen met een
studieschuld ervaart slechts 18 procent dat hij of zij een financieel probleem heeft.
Tabel 18: Percentage jongeren van 18 tot en met 24 jaar dat zelf aangeeft een financieel probleem te hebben, naar soort schuld
(n=827)
Studieschuld
%
Geleend geld
van anderen
%
Betalings-
achterstanden
%
Frequent
roodstand
%
Een lening of
schuld
%
Totaal
%
Ja 18 21 28 68 17 8
Nee 76 55 51 20 69 84
Weet ik niet 6 24 21 12 14 8
42
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Jongeren met meer soorten schulden ervaren vaker dat zij een financieel probleem hebben. Slechts 9 procent van de
jongeren met één schuld geeft aan een financieel probleem te hebben, tegen 32 procent van de jongeren met meer dere
schulden. Daarnaast geeft 23 procent van de jongeren met meerdere schulden aan niet te weten of ze een financieel
probleem hebben, tegen 8 procent van de jongeren met één schuld.
5.3.2 Jongeren met een schuld en de ervaring van het hebben van een schuld
Van de jongeren met minimaal één van bovengenoemde vormen van schuld geeft de helft zelf aan een schuld te hebben en
6 procent weet het niet. Opvallend is dat 44 procent van de jongeren met minimaal één lening en/of schuld, dit dus zelf niet
als schuld heeft aangemerkt toen werd gevraagd of hij of zij een schuld had.
Vooral jongeren met een studieschuld geven uit zichzelf aan dat ze een schuld hebben (72 procent). Jongeren met
betalingsachterstanden ervaren dit veel minder vaak als schuld, slechts 37 procent van hen geeft aan een schuld te hebben.
Van de jongeren die geld geleend hebben van anderen, vond 52 procent in 2013 dat ze een schuld h adden. In 2014 is dit
percentage gedaald naar 40 procent.
Tabel 19: Percentage jongeren van 18 t/m 24 jaar met een bepaalde schuld dat zelf aangeeft een schuld te hebben (n=827)
Studieschuld
%
Geleend geld
van anderen
%
Betalings-
achterstanden
%
Frequent
roodstand
%
Een lening of
schuld
%
Totaal
%
Ja 72 40 37 70 50 22
Nee 27 50 52 20 44 75
Weet ik niet 1 10 11 10 6 3
5.3.3 Geld lenen van anderen
Van de 18-plussers die op dit moment geld hebben geleend van anderen (17 procent), hebben veruit de meest en dit gedaan
bij hun ouders (49 procent). 18 procent noemt vrienden en/of kennissen als leenbron. 15 procent heeft bij een vriend of
vriendin geld geleend en nog eens 15 procent van een bank of andere financiële instelling.
43
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
5.3.4 Betalingsachterstanden
Van alle jongeren heeft 19 procent één of meer vormen van betalingsachterstand. Hieronder staat per vorm van
betalingsachterstand, welk percentage van de 18-plussers deze betalingsachterstand heeft. Er is niet één soort
betalingsachterstand die veel meer voorkomt dan de andere vormen.
Tabel 20: Percentage jongeren (18 t/m 24 jaar) met een bepaalde betalingsachterstand (n=827)
%
Een product op afbetaling gekocht 10
Openstaande rekeningen voor de zorgverzekering 10
Boetes die al betaald hadden moeten zijn 8
Een betalingsachterstand bij de Belastingdienst (voor inkomstenbelasting of toeslagen) 8
Openstaande rekeningen voor de mobiele telefoon 7
Een betalingsachterstand van mijn creditcardrekening en/of klantenkaart 7
Andere openstaande rekening(en) 11
Bij de producten die de jongeren op afbetaling kochten ging het met name om kleding, een laptop of een telefoon.
5.3.5 Roodstand
Ruim driekwart van de jongeren van 18 jaar en ouder (77 procent) staat nooit rood. Het merendeel van deze jongeren (52
procent) heeft niet de mogelijkheid om rood te staan. Eén op de twintig jongeren staat altijd of vaak rood en 9 procent staat
soms rood.
44
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Tabel 21: In hoeverre jongeren (18 t/m 24 jaar) rood staan (n=827)
%
Altijd 3
Vaak 2
Soms 9
Zelden 9
Nooit, want ik kan niet rood staan 52
Nooit, maar ik heb de mogelijkheid om rood te staan 25
Tabel 22: Belangrijkste reden voor jongeren (18 t/m 24 jaar) om rood te kunnen staan (n=396)
%
Niet over nagedacht, de bank bood het aan 31
Voor de zekerheid, mocht ik een keertje krap zitten 30
Anders kom ik niet rond, ik heb die extra financiële ruimte 15
Makkelijk/handig 11
Mijn ouders adviseerden me dat te doen 5
Vrienden adviseerden me dat te doen 4
Anders 5
5.4 Hoogte van de schulden
16 procent van alle jongeren met een studieschuld weet niet hoe hoog die studieschuld is. Bij de jongeren die geld van
anderen hebben geleend of die betalingsachterstanden hebben, weet een veel lager percentage dat niet, namelijk
respectievelijk 4 en 6 procent.
45
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Tabel 23 toont de hoogte van de schulden per schuldensoort van degenen die wisten hoeveel schuld zij h adden en dit ook
wilden zeggen. Bijna de helft van de jongeren met een studieschuld (48 procent) heeft een schuld tussen de 2.500 en
10.000 euro. Eén op de vijf heeft meer dan 10.000 euro aan studieschuld.
De grootte van de geleende bedragen en de betalingsachterstanden liggen veel lager: 23 procent heeft minder dan 100
euro geleend van anderen en 38 procent heeft minder dan 100 euro aan betalingsachterstanden.
Tabel 23: Percentage van de jongeren met een bepaalde hoogte van de schuld, per schuldensoort (van degenen die de hoogte weten
en willen zeggen)
Studieschuld
(n=150)
%
Geleend geld
van anderen
(n=125)
%
Betalings-
achterstanden
(n=132)
%
Minder dan 50 euro 0 15 17
50 tot 100 euro 2 8 21
100 tot 250 euro 1 12 5
250 tot 500 euro 5 10 15
500 tot 1.000 euro 9 14 4
1.000 tot 2.500 euro 14 19 17
2.500 tot 5.000 euro 25 9 9
5.000 tot 10.000 euro 23 3 6
10.000 tot 25.000 euro 14 2 2
Meer dan 25.000 euro 7 8 3
5.5 Hoe schulden worden ervaren
Aan de jongeren met één of meer vormen van schuld of betalingsachterstand, zijn drie stellingen voorgelegd over hun
schuld en hoe ze deze ervaren. Ruim een kwart (28 procent) had liever minder geleend en 36 procent ervaart de schulden
als een last. Jongeren met een studieschuld geven vaker aan dat ze liever minder geleend hadden en dat ze de schuld als
46
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
last ervaren, dan jongeren die geld van anderen hebben geleend of een betalingsachterstand hebben. Dit heeft er mogelijk
mee te maken dat het bij studieschulden om veel hogere bedragen gaat (zie tabel 24).
Regelmatig rood staan lijkt een signaal te zijn voor financiële problemen bij jongeren. Al eerder bleek dat deze jongeren
vaker een financieel probleem ervaren (zie paragraaf 5.3.1). Iets meer dan de helft van de jongeren die altijd of vaak rood
staan, maakt zich druk of hij/zij de schulden kan afbetalen en ervaart deze schulden ook als last. Gemiddeld maakt 22
procent van de jongeren zich druk om het afbetalen van de schulden en ervaart 36 procent de schulden als last .
Tabel 24: Stellingen over de beleving van de schuld, onder 18-plussers met schulden, per soort schuld
Studieschuld
(n=193)
%
Geld
geleend van
anderen
(n=144)
%
Betalings-
achterstanden
(n=125)
%
Frequent
roodstand
(n=40)
%
Als je financieel
probleem
ervaart
(n=80)
%
Totaal
%
Ik maak me druk of ik mijn
schulden kan afbetalen
28 22 30 56 51 22
Ik had liever minder
geleend
39 25 25 54 45 28
Mijn schulden ervaar ik als
last
42 34 26 53 58 36
47
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
6 Praten over geldzaken
Zoals in de inleiding al is besproken blijkt dat middelbare scholieren vaker met hun ouders over geldzaken praten dan met
anderen. Dit hoofdstuk gaat in op de vraag in hoeverre jongeren met hun ouders en vrienden over geldzaken spreken.
Daarnaast wordt gekeken naar de onderwerpen waar ze over praten en of er verschillen zitten in de onderwerpen die ter
sprake komen met ouders of met vrienden. Vervolgens wordt gekeken naar de redenen die jongeren hebben om niet met
ouders of vrienden over geld(zaken) te praten. Ten slotte wordt gekeken of jongeren wel eens onenigheid of ruzie h ebben
over geld(zaken) met hun ouders en of ze hun ouders als een voorbeeld beschouwen voor de manier waarop ze met geld
omgaan.
6.1 Frequentie van praten met ouders en vrienden over geldzaken
Jongeren praten vaker over geldzaken met hun ouders dan met hun vrienden (tabel 25). 14 procent zegt (bijna) nooit met
zijn ouders over geldzaken te praten en 31 procent doet dat (bijna) nooit met vrienden. Bijna een kwart praat minstens één
keer per week over geldzaken met zijn ouders en 42 procent zegt dat 1 à 2 keer per maand te doen. Met vrienden is dit
respectievelijk 18 en 31 procent.
Tabel 25: Percentage jongeren dat met zijn ouders of vrienden over geld(zaken) praat (n=1.511)
(Bijna) nooit
%
Een paar keer
per jaar
%
1-2x per
maand
%
1-2x per
week
%
Bijna elke
dag
%
Ouders 14 18 42 22 3
Vriend(in) 31 21 31 15 3
Jongeren praten vaker over geldzaken met hun ouders dan met hun vrienden. Hoe vaak ze hierover spreken met hun
ouders en/of vrienden verschilt per leeftijd: 75 procent van de 15- tot en met 17-jarigen praat minimaal één keer per maand
met zijn of haar ouders over geld(zaken), tegen 63 procent van de 18-plussers.
Met de leeftijd neemt het percentage jongeren dat met zijn vrienden over geldzaken praat toe: 38 procent van de 12- tot en
met 14-jarigen praat minimaal één keer per maand met vrienden over geldzaken, tegen 52 procent van de 18- tot en met
24-jarigen.
48
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Ondanks het feit dat minder 18-plussers met hun ouders praten en meer 18-plussers met hun vrienden praten over
geld(zaken) dan de jongere jongeren, blijven de ouders ook voor deze groep nog steeds de belangrijkste gesprekspartner.
Binnen de groep 18-plussers zijn verschillen te zien per dagbesteding. Jongeren in het hoger onderwijs praten hierover
vaker met hun ouders dan mbo’ers en werkenden. 11 procent van de jongeren in het hoger onderwijs en 24 procent van de
mbo’ers en de werkenden spreken nooit met hun ouders over geld(zaken), tegen 18 procent gemiddeld.
Dit patroon is ook te zien bij het praten met vrienden. Jongeren in het hoger onderwijs bespreken dit vaker met vrienden,
mbo’ers en werkenden minder vaak: 16 procent van de 18-plussers in het hoger onderwijs praat hier nooit met vrienden
over, tegen respectievelijk 33 en 32 procent van de mbo’ers en werkenden.
Voor zowel thuiswonende als uitwonende studenten geldt dat meer studenten met hun ouders minimaal één keer per maand
over geldzaken praten dan met vrienden. Thuiswonende studenten praten even vaak als uitwonende studenten minstens
één keer per maand met hun ouders over geldzaken: 69 procent van hen doet dit. Uitwonende studenten praten minder
vaak ‘minstens één keer per week’ met hun ouders over geldzaken dan thuiswonende studenten (13 tegen 27 procent),
maar vaker één à twee keer per maand (55 tegen 42 procent). Uitwonende studenten zien hun ouders waarschijnlijk minder
dikwijls, dus zij zijn ook minder in de gelegenheid om erover te praten.
Thuiswonende studenten praten minder vaak met vrienden over geldzaken dan uitwonende studenten. Van de
thuiswonende studenten praat 50 procent minimaal één keer per maand met vrienden over geldzaken, tegen 63 procent van
de uitwonenden.
6.1.1 Wie begint met praten over geld(zaken)?
12 procent van de jongeren geeft aan dat hij of zij meestal begint met praten over geldzaken als hierover met de ouders
wordt gesproken. Een op de vijf geeft aan dat de ouders hier meestal over beginnen en bijna 70 procent zegt dat het per
keer verschilt.
In tabel 26 is te zien hoe deze verdeling bij de 18- tot en met 24-jarigen ligt. Bij mbo’ers beginnen de ouders vaker het
gesprek: 27 procent, tegen 18 procent gemiddeld. Bij jongeren in het hoger onderwijs beginnen de ouders er juist minder
vaak over (14 procent); bij hen verschilt het vaak per keer wie er over begint (74 procent).
49
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Tabel 26: Percentage jongeren dat meestal begint met het praten over geldzaken, naar dagbesteding (n=827)
Ik
%
Mijn ouders
%
Dat verschilt per keer
%
Dagbesteding Mbo 12 27 62
Hoger onderwijs 12 14 74
Werkend 16 16 69
Totaal 13 18 69
6.2 Onderwerpen van gesprekken over geldzaken
Niet alleen de frequentie van praten over geldzaken verschilt tussen ouders en vrienden, maar ook de onderwerpen
waarover gesproken wordt. In tabel 27 zijn de verschillende onderwerpen weergegeven. Met ouders praten jongeren het
meest over wie wat betaalt, waar je je geld aan uit mag geven en over een financiële bijdrage van de ouders. Met vr ienden
praten jongeren over de aankopen die ze doen, aanbiedingen en shoptips, (bij)baantjes en de kosten van op jezelf wonen.
50
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Tabel 27: Onderwerpen waarover jongeren met ouders en vrienden praten (meerdere antwoorden mogelijk) (n=1.511)
Ouders
%
Vrienden
%
Wie wat betaalt (jij of je ouders) (n=626)** 72 24
Waar je je geld aan mag uitgeven (n=626)** 61 16
Een financiële bijdrage van je ouders (bijv. voor de studie, zakgeld of kleedgeld) 59 23
Baantjes/werk 57 41
Bankzaken (pinnen, internetbankieren, etc.) 56 14
Hoeveel je verdient 55 34
Waar je je geld aan uitgeeft (je aankopen) 55 42
Sparen (bijv. of je spaart, hoeveel en bij welke bank) 55 19
Verzekeringen (n=885)* 53 16
Mobiele telefoon (bijv. over het soort abonnementen en de kosten) 53 38
Op jezelf wonen en de kosten daarvan (n=885)* 51 41
Studiefinanciering (n=885)* 50 35
Belastingzaken (terugvragen) 46 12
Hoe je zorgt dat je niet te veel geld uitgeeft 43 19
Wat je meebetaalt aan de kosten in huis (kostgeld) (n=885)* 39 21
Geld lenen (n=626)** 38 17
Aanbiedingen en shoptips 37 42
Miskopen 35 34
Hypotheek/huis kopen (n=885)* 34 17
Rood staan (n=885)* 29 16
* Deze antwoordcategorieën zijn alleen aan studenten voorgelegd (n=885) ** Deze antwoordcategorieën zijn alleen aan scholieren voorgelegd (n=626)
51
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
De top 5 van onderwerpen waar jongeren met hun ouders over praten verschilt per leeftijd (tabel 28). Opvallend is dat het
onderwerp ‘wie wat betaalt’ in elke top 5 een belangrijke plaats inneemt.
Tabel 28: Top 5 onderwerpen waar jongeren met hun ouders over praten, naar leeftijd (n=1.511)
12 t/m 14 jaar 15 t/m 17 jaar 18 t/m 24 jaar
Een financiële bijdrage van je ouders Wie wat betaalt Wie wat betaalt
Wie wat betaalt Een financiële bijdrage van je ouders Baantjes/werk
Waar je je geld aan mag uitgeven Bankzaken Verzekeringen
Sparen Mobiele telefoon Hoeveel je verdient
Waar je je geld aan uitgeeft Baantjes/werk Belastingzaken
6.2.1 Belangrijkste gespreksonderwerpen
Naast over welke onderwerpen ze met hun ouders en vrienden praten, is aan de jongeren ook de open vraag voorgelegd
over welk onderwerp ze het meeste praten als het om geld(zaken) gaat. Op basis van de gegeven antwoorden hebben we
categorieën gemaakt van veel gegeven antwoorden. Deze categorieën zijn weergegeven in tabel 29.
Het populairste onderwerp van gesprek is de aankopen en uitgaven die de jongeren doen: 23 procent noemt dit als
onderwerp waar het meest over gesproken wordt. Ook sparen en de (bij)baantjes van de jongeren, zoals hoeveel ze werken
of hoeveel ze verdienen, zijn onderwerpen die veel naar voren komen. In tabel 29 staan de andere antwoorden
weergegeven.
Niet alle gegeven antwoorden zijn direct in een categorie in te delen. Sommige antwoorden komen slechts enkele keren
voor of zijn lastig te labelen, omdat het aan de interpretatie van de jongeren zelf ligt wat ze hieronder verstaan. Een aantal
terugkerende antwoorden bij de categorie ‘anders’ zijn:
De toekomst en later
Goed omgaan met geld
52
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Tabel 29: Onderwerpen waar jongeren het meeste over praten met hun ouders (n=1.178)
%
Aankopen en uitgaven 23
Sparen 19
Baantje/inkomen 12
Regelingen van de overheid (zorgtoeslag, studiefinanciering, belasting) 9
Weet niet/geen specifiek onderwerp 9
Saldo en hoe ze ervoor staan 7
Kosten 7
Zak- en kleedgeld 7
Regels thuis: wat mag en wat niet mag met het geld 6
Rondkomen 6
Advies en tips 4
Studie-gerelateerde geldzaken (kosten e.d.) 4
Schulden en lenen 3
Anders 13
Aan de jongeren is de open vraag voorgelegd waar ze het meeste met vrienden over praten. Op basis van de gegeven
antwoorden hebben we categorieën gemaakt van veel gegeven antwoorden. Deze staan in tabel 30.
Ook hier blijken de aankopen en uitgaven die ze doen en de (bij)baantjes de belangrijke onderwerpen te zijn. Daarnaast
spreken ze met vrienden vaak over de kosten van dingen (zoals vaste lasten) .
Niet alle gegeven antwoorden zijn direct in een categorie in te delen. Sommige antwoorden komen slechts enkele keren
voor of zijn lastig te labelen. Een aantal terugkerende antwoorden bij de categorie ‘anders’ zijn:
Rondkomen
Goed omgaan met geld
Samenwonen
Kopen of huren van een huis
53
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Tabel 30: Onderwerpen waar jongeren het meeste over praten met hun vrienden (n=968)
%
Aankopen en uitgaven 37
(Bij)baantjes 20
Kosten 13
Sparen 9
Studie gerelateerde geldzaken (studiefinanciering, studiekosten, etc.) 8
Bijdrage van ouders 8
Hoeveel ze (nog) te besteden hebben 7
Zuinig zijn/besparen/aanbiedingen 6
Weet ik niet/geen specifiek onderwerp 5
Schulden en lenen 3
(Te) weinig geld 3
Wil ik niet zeggen 1
Anders 15
6.2.2 Niet praten met ouders en vrienden
Aan de jongeren die aangeven nooit met hun ouders over geld(zaken) te praten, is gevraagd waarom ze dat niet doen. Dit
was een open vraag. Op basis van de gegeven antwoorden hebben we categorieën gemaakt van veel gegeven antwoorden.
De antwoorden die gegeven werden zijn:
Daar heb ik geen behoefte aan/het boeit me niet
Dat is privé, ik regel het zelf
Ik kan goed met geld omgaan, ik heb geen problemen
Dat weet ik niet
Ik woon op mezelf
Ik heb weinig contact met mijn ouders
54
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Het komt niet ter sprake
Ik ben er nog niet (genoeg) mee bezig
Dan gaan ze zeuren
Aan de jongeren die aangeven nooit met vrienden over geld(zaken) praten is dezelfde open vraag gesteld. Op basis van de
gegeven antwoorden hebben we ook categorieën gemaakt van veel gegeven antwoorden. De antwoorden die hier werden
gegeven zijn:
Dat is privé
Daar heb ik geen behoefte aan/het boeit me niet
Het is geen leuk onderwerp (het is saai/oninteressant/onbelangrijk)
Dat weet ik niet
Daar praat ik met mijn ouders over
Mijn ouders geven beter advies
6.2.3 Onderwerpen waar jongeren niet met hun ouders over willen praten
Aan de jongeren is gevraagd of er onderwerpen zijn waar ze niet met hun ouders over praten, als het om geldzaken gaat.
93 procent van de jongeren geeft aan dat dit niet het geval is, ze kunnen met hun ouders alles bespreken. Aan de jongeren
die aangeven sommige dingen niet met hun ouders te bespreken is de vraag gesteld waarover ze het liever niet hebben. De
onderwerpen die hier naar voren kwamen zijn:
Waar het geld precies aan wordt uitgeven
Minder acceptabele uitgaven, zoals alcohol, drugs, sigaretten, boetes of gokken
‘Nutteloze’ uitgaven (zoals snoep, McDonalds en games)
Lenen, rood staan en schulden
55
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
6.3 Ruzie en onenigheid over geldzaken
Ongeveer driekwart van de jongeren heeft zelden of nooit ruzie of onenigheid met zijn of haar ouders over geld(zaken). 21
procent geeft aan soms ruzie te hebben en 2 procent vaak.
In tabel 31 is het percentage jongeren dat wel eens ruzie heeft met de ouders weergegeven naar dagbesteding en
woonsituatie. Als we kijken naar de groep 18- tot en met 24-jarigen, dan zijn er verschillen naar dagbesteding te zien, wat
betreft hoe vaak ze onenigheid hebben over geld(zaken) met hun ouders. 18-plussers in het hoger onderwijs hebben minder
vaak onenigheid met hun ouders dan gemiddeld: 83 procent geeft aan zelden of nooit ruzie te hebben, tegen 78 procent
gemiddeld.
Daarnaast zitten er verschillen tussen uitwonende en thuiswonende studenten. Studenten die op zichzelf wonen, hebben
minder vaak onenigheid met hun ouders dan studenten die thuis wonen: 83 procent heeft zelden of nooit onenigheid, tegen
77 procent van de thuiswonende studenten.
Tabel 31: Percentage jongeren dat wel eens ruzie of onenigheid met zijn ouders heeft over geld(zaken), naar dagbesteding en
woonsituatie
Nooit
%
Zelden
%
Soms
%
Vaak
%
Altijd
%
Dagbesteding Mbo 35 41 22 2 0
Hoger onderwijs 53 30 13 3 1
Werkend 51 24 22 2 1
Totaal (n=827) 48 30 18 3 1
Woonsituatie Thuiswonend 42 35 20 3 0
Uitwonend 56 27 13 4 0
Totaal (n=557) 46 33 18 3 0
56
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Aan de jongeren die hebben aangegeven dat ze wel eens ruzie of onenigheid met hun ouders hebben, is gevraagd
waarover de ruzie dan gaat (tabel 32). De meeste ruzies gaan over waar de jongeren hun geld aan uitgeven, hoeveel geld
ze uitgeven en dat ze hun geld te gemakkelijk uitgeven. Ouders vinden dan vaak dat de aankoop niet verstandig, te
impulsief, te duur of onnodig was. Een ander onderwerp dat vaak terugkomt is de financiële bijdrage die de ouders geven.
De jongeren vinden in dit geval dat ze te weinig geld krijgen. Ook komt het spaargedrag vaker terug: ouders vinden dat de
jongeren (meer) moeten gaan sparen.
Tabel 32: Onderwerpen waarover jongeren ruzie of onenigheid met hun ouders hebben (meerdere antwoorden mogelijk) (n=353)
%
Waar ik mijn geld aan uitgeef 41
Hoeveel geld ik uitgeef 31
Omdat ik in de winkel makkelijk iets koop 26
Hoeveel geld mijn ouders aan mij geven (bijv. als zakgeld, kleedgeld of bijdrage aan de studie) 23
Omdat ik (meer) moet gaan werken 19
Over grote uitgaven 18
Mijn spaargedrag 15
Omdat ik niet weet waar mijn geld aan op gaat 9
Omdat ik makkelijk geld aan anderen uitleen 7
Anders 7
Hoeveel ik leen bij anderen en/of rood sta 6
Wel of niet lenen voor de studie (bij DUO) 6
Omdat ik te zuinig ben/niks durf uit te geven 5
Hoeveel ik moet betalen aan de kosten in huis (kostgeld) 5
Omdat ik te veel werk 4
57
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
6.4 Ouders als voorbeeld
Tabel 33 geeft het percentage jongeren weer voor wie de ouders een voorbeeld zijn (geweest) voor de manier waarop ze
met geld omgaan. Driekwart van de jongeren beschouwt zijn of haar ouders als een voorbeeld voor de manier waarop ze
met geld omgaan. Jongeren tussen de 18 en 24 jaar vinden dit minder vaak dan jongeren tussen de 12 en 17 jaar: 72 tegen
79 procent. Een mogelijke verklaring voor het feit dat de 18-plussers hun ouders minder vaak als een voorbeeld zien is dat
zij inmiddels al een eigen manier van omgaan met geld hebben ontwikkeld, die verschilt van de manier van hun ouders.
Als we inzoomen op de groep 18-plussers, dan zijn er verschillen naar dagbesteding te zien. Jongeren in het hoger
onderwijs geven vaker dan gemiddeld aan dat hun ouders een voorbeeld zijn geweest (78 procent), terw ijl werkenden het
hier minder vaak mee eens zijn (67 procent).
Ook tussen thuis- en uitwonende studenten zitten verschillen. Thuiswonende studenten zien hun ouders minder vaak als
een voorbeeld dan uitwonende studenten, 74 tegen 82 procent.
58
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Tabel 33: Percentage jongeren waarvoor de ouders een voorbeeld zijn (geweest) voor de manier waarop ze met geld omgaan, naar
achtergrondkenmerken
%
Leeftijd 12 t/m 14 jaar 79
15 t/m 17 jaar 79
18 t/m 24 jaar 72
Totaal (n=1.511) 75
Dagbesteding Mbo 72
Hoger onderwijs 78
Werkend 67
Totaal (n=827) 72
Woonsituatie Thuiswonend 74
Uitwonend 82
Totaal (n=557) 76
59
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
7 Vragen en hulp bij geldzaken
Dit hoofdstuk gaat in op de vraag in hoeverre jongeren vragen hebben over geldzaken en , zo ja, over welke onderwerpen.
Vervolgens wordt bekeken van wie ze het meeste leren over geldzaken. Ten slotte zien we welke rol de banken vervullen bij
het leren omgaan met geld: hoe en bij welke onderwerpen ondersteunen de banken de jongeren?
7.1 Onderwerpen waarover men vragen heeft
De jongeren konden aangeven over welke onderwerpen wat betreft geldzaken zij wel eens vragen of behoefte aan
informatie hadden. Van alle jongeren heeft 73 procent wel eens vragen over geldzaken, 27 procent geeft aan nooit vragen
te hebben.
Het percentage jongeren dat vragen heeft neemt toe met de leeftijd. Van de 18-plussers heeft 78 procent wel eens vragen
over geldzaken, tegen 60 procent van de 12- tot en met 14-jarigen.
De top 3 van onderwerpen waar jongeren van 12 tot en met 14 jaar de meeste vragen over hebben zijn:
1. Baantjes, werk en salaris (32 procent)
2. Bijdrage van de ouders (26 procent)
3. Mobiele telefoon (20 procent)
De top 3 van onderwerpen van jongeren van 15 tot en met 17 jaar is vergelijkbaar met die van 12 tot en met 14 jaar, alleen
de percentages van de jongeren die er vragen over hebben verschillen:
1. Baantjes, werk en salaris (51 procent)
2. Bijdrage van de ouders/Mobiele telefoons (beide 26 procent)
3. Belasting betalen en terugvragen (25 procent)
De top 3 van onderwerpen waar jongeren van 18 tot en met 24 jaar de meeste vragen over hebben zijn:
1. Studiefinanciering (33 procent)
2. Op jezelf wonen en de kosten daarvan (32 procent)
3. Belasting betalen en terugvragen/Baantjes, werk en salaris (beide 31 procent)
60
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Minder dan 10 procent van de jongeren heeft vragen over:
Het betalen van rekeningen
Rood staan
Hoe kan ik voorkomen dat ik teveel koop omdat het goedkoper is (aanbieding)
Waar kan ik betrouwbare informatie over geldzaken vinden
Alle genoemde onderwerpen en het percentage jongeren dat daar vragen over had zijn te vinden in bijlage 3.
Jongens en meisjes hebben even vaak vragen over de meeste onderwerpen. Over een aantal onderwerpen hebben meisjes
meer vragen dan jongens. Dat zijn: minder uitgaven, goedkoop leuke dingen doen, werk, belasting, huis kopen en
hypotheek.
Van de jongeren van 18 jaar en ouder hebben mbo-studenten en werkende jongeren minder vaak vragen dan studenten in
het hoger onderwijs: respectievelijk 74 en 70 procent, tegen 82 procent van de hbo- en wo-studenten. Van de studenten
heeft een groter gedeelte van de uitwonende studenten vragen dan van de thuiswonenden: 84 tegen 74 procent.
Uitwonende studenten hebben vooral meer vragen over minder uitgeven, goedkoop leuke dingen doen, belastingen, lenen
en rood staan.
7.1.1 Vragen over geldzaken en praten met ouders
In tabel 34 is het verschil te zien tussen jongeren die wel en geen vragen hebben over geldzaken, als wordt gekeken naar
hoeveel ze met hun ouders praten. Jongeren die wel vragen hebben, praten vaker met hun ouders over geldzaken dan
jongeren die nooit vragen hebben: 10 procent van de jongeren met vragen praat nooit met zijn ouders, tegen 23 procent van
de jongeren zonder vragen. Een mogelijke verklaring is dat jongeren die meer vragen hebben meer met geldzaken bezig
zijn en daar dus ook vaker over praten met hun ouders.
61
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Tabel 34: Percentage jongeren dat met zijn ouders over geldzaken praat, naar het hebben van vragen over geldzaken (n=1.511)
(Bijna) nooit
%
Een paar keer
per jaar
%
1-2x per
maand
%
1-2x per
week
%
Bijna elke
dag
%
Nooit vragen 23 18 39 18 2
Wel vragen 10 18 44 24 4
Totaal 14 18 42 22 4
7.2 Leren over geldzaken
De jongeren kregen een lijstje van zes personen en/of instellingen voorgelegd van wie of waar zij over geldzaken kunnen
leren. Dat waren: ouders, vrienden, bank, school, werk en media. Per persoon en/of instelling moesten ze aangeven of zij
daarvan hadden geleerd over geld en geldzaken.
De ouders blijken veruit de belangrijkste leerbron voor jongeren wat betreft geld en geldzaken: 89 procent van de jongeren
noemt hen. Dit geldt voor alle leeftijden, ook al wordt de betekenis van ouders kleiner naarmate de jongere ouder wordt.
Bijna de helft van de jongeren noemt de school of studie als de instelling waar ze over geldzaken leren. Na de ouders is dit
de belangrijkste bron waar de jongeren over geldzaken leren. Ook hier neemt het percentage af met de leeftijd.
Het percentage dat van vrienden en banken leert over geldzaken, neemt juist toe met de leeftijd. Van de 12- tot en met 14-
jarigen leert 21 procent over geldzaken van een bank, tegen 47 procent van de 18- tot en met 24-jarigen.
62
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Tabel 35: Percentage jongeren dat van de volgende personen/plaatsen over geldzaken leert, naar leeftijd (n=1.511)
12 t/m 14 jaar
%
15 t/m 17 jaar
%
18 t/m 24 jaar
%
Totaal
%
Ouders 96 94 84 89
Vrienden 35 46 53 47
Banken 21 34 47 38
Op school/tijdens de
studie
56 57 43 49
Op het werk 7 26 34 26
De media 23 33 35 32
Studenten van 18 jaar en ouder in het hoger onderwijs leren meer van vrienden dan leeftijdsgenoten die een mbo-opleiding
volgen of werken: 64 procent tegen respectievelijk 42 en 44 procent. Uitwonende studenten (mbo, hbo of wo) leren ook
weer meer van vrienden dan thuiswonenden (68 tegen 50 procent).
63
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
7.3 Hulp van de banken bij het omgaan met geld
7.3.1 Gebruik van diensten van de banken
Circa een kwart van de jongeren maakt gebruik van de informatie op de website en van nieuwsbrieven van de banken.
Hierbij geldt duidelijk dat hoe ouder de jongere is, hoe meer gebruik hij of zij maakt van dergelijke diensten die de banken
aanbieden. Nog geen 10 procent van de 12- tot en met 14-jarigen maakt gebruik van informatie op de website van de
banken, tegen bijna 4 op de 10 jongeren van 18 tot en met 24 jaar.
Tabel 36: Percentage jongeren dat gebruik maakt van specifieke diensten van de banken (n=1.481)
12 t/m 14 jaar
%
15 t/m 17 jaar
%
18 t/m 24 jaar
%
Totaal
%
Online huishoudboekje 3 3 10 7
Nieuwsbrieven en e-mails van de bank 8 14 29 21
Informatie op de website 9 23 38 28
Het gebruik van de diensten van hun bank verschilt niet tussen thuis- en uitwonende studenten, studerende en werkende
18-plussers of tussen jongens en meisjes. Het enige verschil is dat jongens meer gebruik maken van het online
huishoudboekje dan meisjes (10 tegen 4 procent).
7.3.2 Onderwerpen waarbij de banken helpen om met geld om te gaan
Bijna de helft van de jongeren (46 procent) geeft aan niets te leren van zijn of haar bank als het om geld en geldzaken gaat.
Hoe ouder de jongeren worden, hoe vaker ze ervaren dat hun bank wel helpt bij het leren omgaan met geld (zie tabel 37).
De drie onderwerpen waarbij jongeren het meest ervaren dat hun bank hen meehelpt met geldzaken om te gaan zijn:
1. Overzicht krijgen over de financiële situatie (inkomsten, uitgaven, spaargeld) (21 procent )
2. Inzicht geven in hoeveel ik uitgeef en Kennis/informatie over veilig pinnen en internetbankieren (beide 19 procent)
3. Sparen en spaardoelen stellen (18 procent)
Deze onderwerpen sluiten nauw aan bij de kerntaken van de banken.
64
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Tabel 37: Onderwerpen waarmee de banken jongeren helpen met geld om te gaan (meerdere antwoorden mogelijk) (n=1.511)
12 t/m 14 jaar
%
15 t/m 17 jaar
%
18 t/m 24 jaar
%
Totaal
%
Overzicht te hebben over de financiële
situatie (inkomsten, uitgaven,
spaargeld)
13 22 25 21
Uitgaven onder controle te
houden/zorgen dat ik niet te veel
uitgeef
4 8 7 7
Inzicht te geven in hoeveel ik uitgeef 11 21 22 19
Sparen en spaardoelen stellen 15 15 20 18
Verleidingen de baas blijven 2 1 3 2
Kennis/informatie over werk en alles
wat daarbij komt kijken
7 3 3 4
Kennis/informatie over veilig pinnen en
internetbankieren
12 18 22 19
Kennis/informatie over zakgeld en
kleedgeld
5 4 7 5
Kennis/informatie over rood staan - 7 14 12
Kennis/informatie over lenen 12 9 7 7
Kennis/informatie over financiële
verantwoordelijkheden
3 6 - 4
Kennis/informatie over geld besparen
en goedkoop leuke dingen doen (met
budgettips)
5 3 5 5
Inzicht te krijgen in de inkomsten en
uitgaven
4 5 - 5
65
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Inzicht te geven in de kosten van
studeren
- - 4 4
Kennis/informatie over
studiefinanciering
- - 6 6
Inzicht te geven in de kosten van op
jezelf wonen
- - 5 5
Kennis/informatie over het kopen van
een huis en afsluiten van een
hypotheek
- - 9 9
Anders 3 4 1 2
Ik leer niets van de bank 58 50 40 46
7.3.3 Meer hulp van de bank bij het omgaan met geldzaken?
Aan de jongeren is gevraagd in hoeverre zij vinden dat hun bank nog meer kan doen om hen te helpen bij de financiën en
geldzaken.
De helft van de jongeren heeft daar geen uitgesproken mening over , ze weten niet of hun bank nog meer kan doen. De helft
van de jongeren van 18 tot en met 24 jaar vindt dat de bank niet nog meer kan doen om hen te helpen bij het omgaan met
geld, tegen 33 procent van de 12- tot en met 14-jarigen. Jongere jongeren geven vaker aan dat ze niet weten of hun bank
nog meer kan helpen. Dit verschil is begrijpelijk, aangezien oudere jongeren al meer gebruik maken van de hulp die de
banken bieden, waardoor ze beter weten op welke gebieden de banken helpen.
66
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Tabel 38: In hoeverre jongeren vinden dat hun bank nog meer kan doen om te helpen met financiën en geldzaken (n=1.511)
12 t/m 14 jaar
%
15 t/m 17 jaar
%
18 t/m 24 jaar
%
Totaal
%
Ja 5 12 9 9
Nee 33 35 49 42
Weet ik niet 62 53 42 49
Waarom men het niet weet
De belangrijkste redenen dat jongeren (n=745) niet weten of hun bank nog meer hulp kan bieden bij geldzaken van
jongeren, is vanwege het feit dat ze:
Niet weten wat hun bank momenteel al aanbiedt en doet (40 procent)
Geen behoefte aan hulp te hebben (31 procent)
Nooit iets van hun bank horen (27 procent)
Jongeren van 12 tot en met 14 jaar geven relatief vaak aan (22 procent, tegen 13 procent van de 15- tot en met 17-jarigen
en 6 procent van de 18-plussers) dat ze niet met geldzaken bezig zijn en om die reden niet weten of hun bank nog meer
hulp kan bieden. Ook geven 12- tot en met 17-jarigen relatief vaak aan dat hun bank alleen handig is voor de betaal-en/of
spaarrekening (22/24 procent tegen 14 procent van de 18-plussers).
Wat de banken nog meer aan hulp kunnen bieden
Aan de jongeren die aangaven dat hun bank nog meer kan doen, is gevraagd op welke manier of bij welke onderwerpen de
bank dat kan doen. Het belangrijkste dat hieruit naar voren kwam was:
Meer tips en informatie geven, via email en de website
o Informatie bieden in de vorm van brochures of filmpjes op internet
o Informatie aanbieden over budgettips et cetera
o Meer vragen naar waar je informatie over zou willen hebben en dan verwijzen naar waar je die informatie
kunt vinden
o duidelijke informatie geven per onderwerp
o budgettips, spaartips en spaardoelen, en het vooral eens melden via de email, niet alleen via de website , als
er iets te leren valt
67
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Meer alarmering/melding als de bank een bepaalde financiële situatie constateert op de rekening van de jongere:
o Waarschuwing bij een afschrift als je meer uitgeeft dan er inkomt (of als er een bepaald nettobedrag wordt
overschreden)
o Zeggen als je in het rood staat of meteen vertellen als je grote uitgaven of inkomsten hebt gehad
o Meldingen geven als je maandelijks meer uitgeeft dan er binnenkomt
o Een systeem opstellen waarbij je een melding krijgt als je ineens veel meer gaat uitgeven dan normaal,
zodat ze je daarop attent kunnen maken
o Alarm slaan, misschien per sms naar je mobiel, wanneer je lopende rekening onder een bepaald bedrag
komt
o Een melding geven als je richting de nulgrens gaat
Meer tips, hulp en informatie over sparen:
o Sparen en uitgavenpatroon in kaart te brengen
o Spaarplannen voor studeren maken
o Meer tips over sparen
o Een goed en haalbaar spaarprogramma opzetten
o Een e mail sturen met tips voor sparen en het minder uitgeven van geld
o De mogelijkheid creëren dat mensen in een spaarrekening een doel maken en dan geld op dat doel kunnen
zetten zonder een extra rekening te moeten openen
o Brieven sturen hoe je het best kunt sparen
o Beste spaarrente mogelijkheid geven
o Jongeren adviseren over sparen
68
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
8 Overzicht over geldzaken
In dit hoofdstuk wordt bekeken hoe jongeren overzicht hebben over hun geldzaken. Vragen die hierbij worden beantwoord
zijn: Hoe vaak bekijken ze hun banksaldo? Weten ze hoeveel geld er op de rekening staat? Maken ze gebruik van
internetbankieren en de mobiel bankieren app? Controleren ze hun rekeningen en zorgen ze dat de rekeningen op tijd
worden betaald?
8.1 Saldo controleren
Iets meer dan de helft van de jongeren bekijkt hun banksaldo minstens één keer per week. Bijna 20 procent zegt minder
dan één keer per maand of nooit te kijken.
Hoe ouder de jongeren worden, hoe vaker ze hun banksaldo bekijken (tabel 39). Van de 18- tot en met 24-jarigen bekijkt 71
procent minstens één keer per week hun banksaldo. Slechts 5 procent checkt minder dan één keer per maand of nooit zijn
of haar banksaldo. Bij jongeren van 12 tot en met 14 jaar en 15 tot en met 17 jaar ligt dit percentage veel hoger:
respectievelijk 51 en 22 procent.
Tabel 39: Percentage jongeren dat zijn banksaldo bekijkt, naar leeftijd (n=1.511)
12 t/m 14 jaar
%
15 t/m 17 jaar
%
18 t/m 24 jaar
%
Totaal
%
Minimaal 1x per dag 1 4 15 9
Een paar keer per week 6 18 35 25
Minimaal 1x per week 10 16 21 17
Minimaal 1x per 2 weken 13 19 14 15
Minimaal 1x per maand 14 20 10 13
Minder dan 1x per maand 28 12 4 11
Nooit 23 10 1 8
Ik heb geen eigen betaalrekening 5 1 1 2
69
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Uitwonende studenten bekijken hun banksaldo vaker dan thuiswonende studenten. 64 procent van de thuiswonende
studenten checkt zijn banksaldo minstens één keer per week, tegen 80 procent van de uitwonende studenten.
8.1.1 Redenen om het banksaldo niet te controleren
Aan de jongeren die aangeven dat ze hun banksaldo niet bekijken is gevraagd wat hier de reden voor is. De belangrijkste
reden is dat ouders of anderen hun bankafschriften in de gaten houden, 45 procent zegt dat dit het geval is. Andere
redenen die worden genoemd zijn dat ze weten dat er voldoende op staat /dat het goed zit (35 procent) en omdat ze de
bankrekening weinig of nooit gebruiken (30 procent). In tabel 40 zijn de redenen in een tabel weergegeven.
Tabel 40: Redenen waarom jongeren hun banksaldo niet bekijken (meerdere antwoorden mogelijk) (n=287)
%
Mijn ouders of anderen bekijken mijn bankafschriften 45
Ik weet dat er voldoende op staat/dat het goed zit 35
Ik gebruik mijn bankrekening weinig of nooit 30
Geen interesse 19
Andere prioriteiten 10
Geen tijd 3
Anders 3
Te moeilijk om te begrijpen 1
Ik zie er tegenop om het saldo te bekijken 0
Jongeren van 18 tot en met 24 jaar geven vaker dan gemiddeld als reden dat ze andere prioriteiten hebben (20 tegen 10
procent) en dat ze weten dat het goed zit (53 tegen 35 procent). Ze geven minder vaak aan dat ouders of andere n hun
bankschriften bekijken (27 tegen 45 procent).
Het percentage jongeren dat aangeeft vaak of altijd te weten hoeveel geld er op de rekening staat, is een stuk hoger dan
het percentage jongeren dat minstens één keer per week zijn of haar banksaldo bekijkt. 81 procent zegt vaak of altijd te
weten hoeveel geld er op de bankrekening staat en 14 procent zegt het soms te weten. Slechts 5 procent geeft aan het
nooit of zelden te weten.
70
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
In tabel 41 is het percentage jongeren dat weet hoeveel geld er op de rekening staat uitgesplitst naar leeftijd . 67 procent
van de 12- tot en met 14-jarigen weet vaak of altijd hoeveel er op de rekening staat, tegen 87 procent van de 18- tot en met
24-jarigen.
Tabel 41: Percentage jongeren dat weet hoeveel geld er op de rekening staat, naar leeftijd (n=1.511)
Nooit
%
Zelden
%
Soms
%
Vaak
%
Altijd
%
Leeftijd 12 t/m 14 jaar 3 6 24 44 23
15 t/m 17 jaar 1 4 15 50 31
18 t/m 24 jaar 2 2 9 52 35
Totaal 2 3 14 50 31
8.2 Internetbankieren
In tabel 42 is weergegeven hoeveel jongeren gebruik maken van internetbankieren. Er is ook gekeken of er verschil is naar
achtergrondkenmerken.
Gemiddeld maakt 77 procent van de jongeren gebruik van internetbankieren. Dit is nagenoeg gelijk aan 2013, toen 76
procent aangaf gebruik te maken van internetbankieren.
Meisjes maken iets meer gebruik van internetbankieren dan jongens (79 tegen 74 procent). Daarnaast zijn er grote
verschillen te zien tussen de leeftijden: hoe jonger ze zijn, hoe minder ze gebruik maken van internetbankieren. 38 procent
van de 12- tot en met 14-jarigen gebruikt internetbankieren, 70 procent van de 15- tot en met 17-jarigen en 95 procent van
de 18- tot en met 24-jarigen.
71
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Tabel 42: Percentage jongeren dat gebruik maakt van internetbankieren, naar leeftijd (n=1.511)
%
Geslacht Jongen 74
Meisje 79
Leeftijd 12 t/m 14 jaar 38
15 t/m 17 jaar 70
18 t/m 24 jaar 95
Totaal 77
8.2.1 Redenen om geen gebruik te maken van internetbankieren
Aan de jongeren die geen gebruik maken van internetbankieren is gevraagd waarom ze er geen gebruik van maken (tabel
43). De meeste jongeren hebben het (nog) niet nodig of hebben er geen behoefte aan. Ook wordt een aantal keer genoemd
dat ze het niet mogen van hun ouders.
Niet alle gegeven antwoorden zijn direct in een categorie in te delen. Sommige antwoorden komen slechts enkele keren
voor of zijn lastig te labelen, omdat het aan de interpretatie van de jongeren zelf ligt wat ze hieronder verstaan. Een aantal
terugkerende antwoorden bij de categorie ‘anders’ zijn:
Mijn ouders doen dat voor me
Ik doe het samen met mijn ouders
Ik ben er nog niet oud genoeg voor
72
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Tabel 43: Redenen waarom jongeren internetbankieren niet gebruiken (meerdere antwoorden mogelijk) (n=344)
%
Ik heb het (nog) niet nodig 40
Ik heb er geen behoefte aan 28
Ik mag niet van mijn ouders 16
Anders 8
Weet ik niet 7
Ik heb nog geen pinpas 6
Dat kan niet bij mijn type bankrekening 6
Ik snap niet hoe het werkt 6
Ik doe alles via de mobiel bankieren app 4
Ik wist niet dat dat kon 3
Ik vind het onveilig 3
Ik ben mijn wachtwoord en/of benodigdheden voor het internetbankieren kwijt 1
8.3 Gebruik mobiel bankieren app
In tabel 44 is het percentage jongeren dat gebruik maakt van de mobiel bankieren app weergegeven. Minder dan de helft
van de jongeren (42 procent) maakt gebruik van de mobiel bankieren app. Het gebruik is wel licht toegenomen ten opzichte
van 2013, toen gaf 39 procent aan gebruik te maken van een mobiel bankieren app.
Het gebruik neemt sterk toe met de leeftijd: 13 procent van de 12- tot en met 14-jarigen maakt gebruik van de app, 28
procent van de 15- tot en met 17-jarigen en 58 procent van de 18- tot en met 24-jarigen.
Er is ook een verschil te zien tussen uit- en thuiswonende studenten. Uitwonende studenten maken meer gebruik van de
app dan thuiswonende studenten: 62 tegen 50 procent.
73
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Tabel 44: Percentage jongeren dat gebruik maakt de mobiel bankieren app (n=1.511)
%
Leeftijd 12 t/m 14 jaar 13
15 t/m 17 jaar 28
18 t/m 24 jaar 58
Totaal (n=1.511) 42
Woonsituatie Thuiswonend 50
Uitwonend 62
Totaal (n=557) 54
8.3.1 Tevredenheid
Aan de jongeren die gebruik maken van de mobiel bankieren app is gevraagd o f ze tevreden zijn met de app. Ruim 80
procent van de jongeren is tevreden met de mobiel bankieren app zoals die nu is. Ze vinden de app handig omdat hij snel is
en je hem altijd bij de hand hebt. Hierdoor kunnen ze hun saldo overal en snel checken en kunn en ze, zo nodig, geld
terugboeken van hun spaarrekening. Ook vinden ze het fijn dat als ze geld van vrienden lenen, ze dat meteen kunnen
overmaken. Daarnaast vinden ze de app gemakkelijk in gebruik en noemen enkele jongeren als reden dat ze het prettig
vinden dat ze alleen een wachtwoord nodig hebben (in plaats van tan-codes, random readers en e.dentifiers).
Van de jongeren die gebruik maken van de mobiel bankieren app, geeft 14 procent aan niet te weten wat ze nog meer met
de app zouden willen doen en slechts 6 procent geeft aan iets te willen veranderen aan de app. Die jongeren geven aan dat
ze de app ook graag zouden willen gebruiken om te kunnen afrekenen in (online) winkels. Zij willen niet meer pinnen met
hun pinpas of betalingen via iDeal doen. Ook komt een aantal keren naar voren dat ze geen hulpmiddelen, zoals random
readers, tan-codes en e.dentifiers, meer willen gebruiken voor bepaalde acties.
8.3.2 Redenen om geen gebruik te maken van de mobiel bankieren app
Aan de jongeren die geen gebruik maken van de mobiel bankieren app is gevraagd waarom ze dat niet doen. De
belangrijkste reden is omdat ze er geen behoefte aan hebben of omdat ze het niet nodig hebben. Ook vindt een gedeelte
het onveilig. In tabel 45 staan nog een aantal redenen genoemd voor het niet gebruiken van de app.
74
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Niet alle gegeven antwoorden zijn direct in een categorie in te delen. Sommige antwoorden komen slechts enkele keren
voor of zijn lastig te labelen, omdat het aan de interpretatie van de jongeren zelf ligt wat ze hieronder verstaan. Een aantal
terugkerende antwoorden bij de categorie ‘anders’ zijn:
Ik ben er nog niet oud genoeg voor
Het werkt niet (goed) op mijn mobiele telefoon
Tabel 45: Redenen waarom jongeren geen gebruik maken van de mobiel bankieren app (meerdere antwoorden mogelijk) (n=865)
%
Ik heb er geen behoefte aan 43
Ik heb het niet nodig 30
Ik vind het onveilig 24
Ik heb geen smartphone of tablet waarop ik de app kan zien 11
Bij het internetbankieren via de computer heb je meer mogelijkheden 10
Ik mag niet van mijn ouders 8
Weet ik niet 7
Ik snap niet hoe het werkt 5
Ik wist niet dat dat kon (dat die app bestond) 5
Anders 4
Ik heb nog geen pinpas 3
Dat biedt mijn bank niet aan 1
8.4 Controleren en betalen van rekeningen
Bijna de helft van de jongeren (46 procent) geeft aan wel eens rekeningen te krijgen. Het percentage jongeren dat
rekeningen ontvangt neemt flink toe met de leeftijd: 12 procent van de 12- tot en met 14-jarigen, 34 procent van de 15- tot
en met 17-jarigen en 78 procent van de 18- tot en met 24-jarigen ontvangt wel eens een rekening.
75
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Als we kijken naar de groep 18- tot en met 24-jarigen, dan zit er ook nog verschil in het ontvangen van rekeningen per
dagbesteding. Werkenden ontvangen het vaakst rekeningen (86 procent). Opvallend is dat jongeren in het hoger onderwijs
minder vaak dan gemiddeld aangeven rekeningen te ontvangen (75 tegen 79 procent). Daarnaast ontvangen uitwonende
studenten vaker rekeningen dan thuiswonende studenten (79 tegen 69 procent).
In tabel 46 zijn de reacties van jongeren die rekeningen ontvangen weergegeven, op twee stellingen die gaan over
rekeningen. 78 procent van de jongeren geeft aan dat ze vaak of altijd controleren of de rekeningen kloppen. 10 procent
zegt dit zelden of nooit te doen.
Daarnaast zegt een ruime meerderheid de rekeningen vaak of altijd op tijd te betalen (91 procent).
Tabel 46: Stellingen over rekeningen (n=810)
Nooit
%
Zelden
%
Soms
%
Vaak
%
Altijd
%
Ik controleer of de rekeningen kloppen 3 7 11 26 52
Ik betaal mijn rekeningen op tijd 1 2 6 25 66
Van de jongeren die rekeningen ontvangen controleren 18- tot en met 24-jarigen vaker dan gemiddeld of de rekeningen
kloppen (80 procent). 12- tot en met 14-jarigen doen dit minder vaak dan gemiddeld (65 procent). 15- tot en met 17-jarigen
geven aan hun rekeningen minder vaak op tijd te betalen dan gemiddeld (85 tegen 91 procent).
Van de 18-plussers controleren jongeren in het hoger onderwijs vaker dan gemiddeld rekeningen op juistheid (84 tegen 80
procent).
Jongeren van 18 jaar en ouder die hun rekeningen vaak of al tijd controleren op juistheid, hebben minder vaak
betalingsachterstanden dan jongeren die dat niet doen: 14 procent tegen 44 procent.
76
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Bijlage 1 - Onderzoeksverantwoording
Doelgroep
Jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 24 jaar.
Het gaat zowel om middelbare scholieren, studenten (mbo, hbo en wo)als werkenden.
Netto steekproef
1.511 respondenten
De netto steekproef is representatief voor jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 24 jaar in Nederland. Het
onderzoek is representatief qua leeftijd, opleiding, geslacht en dagbesteding (school, studie of werkend).
Werving respondenten
Online vragenlijst via het StemPunt-panel van Motivaction en het panel van Opinieland van Survey Sampling
International.
Veldwerkperiode
20 juni tot en met 1 juli 2014
Achtergrondkenmerken
Bij de vragen is gekeken naar de samenhang met de volgende achtergrondkenmerken:
Geslacht
Leeftijd: 12 tot en met 14 jaar, 15 tot en met 17 jaar en 18 tot en met 24 jaar
Dagbesteding: bij de jongeren van 18 tot en met 24 jaar is gekeken of er verschillen zijn tussen de mbo-studenten,
hbo-en wo-studenten en de werkenden
Woonsituatie: bij de (mbo-, hbo- en wo-) studenten is gekeken of er een verschil zit tussen de thuiswonenden en
uitwonenden
In het rapport worden de verschillen naar achtergrondkenmerken alleen genoemd als ze significant zijn.
77
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Voorgaand onderzoek
In december 2013 heeft het Nibud voor de Rabobank een vergelijkbaar onderzoek uitgevoerd. Indien relevant wordt een
vergelijking met de cijfers uit het voorgaande onderzoek gemaakt.
Presentatie tabellen
In de tabellen waarin verschillen naar achtergrondkenmerken staan, betekent:
Normale weergave: niet significant
Schuin: significant, de specifieke groep wijkt duidelijk (significant) af van het gemiddelde
Achtergrondkenmerken
Tabel 1 beschrijft de achtergrondkenmerken van de jongeren, zoals deze worden gebruikt in de rapportage.
78
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Tabel 47: Achtergrondkenmerken (n=1.511)
%
Geslacht Jongens 51
Meisjes 49
Leeftijd 12 t/m 14 jaar 23
15 t/m 17 jaar 23
18 t/m 24 jaar 55
Dagbesteding Middelbare school 41
Mbo 13
Hoger onderwijs 24
Werkend 17
Anders 5
Dagbesteding 18-plussers (n=827) Mbo 15
Hoger onderwijs 41
Werkend 30
Woonsituatie totaal Thuiswonend 79
Uitwonend 21
Woonsituatie studenten (n=557) Thuiswonend 68
Uitwonend 32
79
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Bijlage 2 - De inkomenssituatie van jongeren
Tabel 48 geeft de inkomstenbronnen van jongeren weer.
Tabel 48: De inkomenssituatie van jongeren
%
Geld van ouders (n=1.511) Zakgeld 45
Kleedgeld 17
Een bijdrage in de studiekosten en/of voor kamer (indien uitwonend)
16
Een bijdrage in de kosten van de zorgverzekering 14
Geld voor de vakantie 10
Ik krijg onregelmatig wel eens geld 24
Nee 24
Bijbaan (n=1.219) 53
Andere inkomsten (n=1.219) Studiefinanciering 32
Toeslagen (zorgtoeslag, huurtoeslag, etc.) 26
Inkomsten uit stage 8
Eigen bedrijf 1
Klusjes in en om het huis 10
Bepaalde activiteiten (verkopen spullen op internet, bijles, optreden bandje etc.)
21
Nee 44
80
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
In tabel 49 zijn de gemiddelde inkomsten van jongeren weergegeven.
Tabel 49: Gemiddeld inkomen van jongeren, naar achtergrondvariabelen (excl. 0) (n=1.069)
Gemiddelde
€
Mediaan
€
Geslacht Jongen 461 150
Meisje 444 240
Leeftijd 12 t/m 14 jaar 38 26
15 t/m 17 jaar 130 100
18 t/m 24 jaar 786 600
Dagbesteding (n=561) Mbo 579 400
Hoger onderwijs 602 550
Werkend 1368 1260
Woonsituatie (n=394) Thuiswonend 383 300
Uitwonend 801 738
Totaal 453 200
* 17 procent van de scholieren/studenten weet niet hoe hoog de gemiddelde inkomsten per maand zijn, 10 procent wil het niet zeggen. Van de werkenden weet 12 procent niet wat het inkomen is en 23 procent wil het niet zeggen. Deze jongeren zijn niet meegenomen in de berekening van het gemiddelde en de mediaan.
81
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Bijlage 3 - Vragen en informatiebehoefte over geldzaken
Tabel 50: Onderwerpen rondom geldzaken waarover jongeren vragen of behoefte aan informatie hebben (meerdere antwoorden
mogelijk) (n=1.511)
12 t/m 14 jaar
%
15 t/m 17 jaar
%
18 t/m 24 jaar
%
Totaal
%
Uitkomen met mijn geld 9 9 11 10
Overzicht houden over wat ik krijg
en uitgeef
5 13 14 12
Hoe ik kan voorkomen dat ik
teveel koop omdat het goedkoper
is (aanbieding)
5 10 7 7
Waar kan ik betrouwbare
informatie over geldzaken vinden
2 9 10 8
Hoe kan ik minder uitgeven/geld
besparen
8 12 13 12
Hoe ik goedkoop leuke dingen
kan doen (budgettips)
16 22 18 19
De prijs en kwaliteit van
producten
13 20 15 15
Bankzaken (bankrekening,
internetbankieren, pinnen)
15 21 18 18
Sparen en spaarrekeningen 13 22 23 21
Werk, baantjes en salaris 32 51 31 36
Belasting betalen en terugvragen 4 25 31 24
Het betalen van rekeningen 4 9 9 8
Mobiele telefoon (bijv. kosten van
abonnementen)
20 26 18 20
82
Inhoudsopgave
Samenvatting en conclusie
Inleiding
De financiële situatie in zijn
algemeen
Omgaan met geld
Sparen
Lenen, schulden en financiële
problemen
Praten over geldzaken
Vragen en hulp bij geldzaken
Overzicht over geldzaken
Bijlage 1:
Onderzoeksverantwoording
Bijlage 2: Inkomsten jongeren
Bijlage 3: Geldvragen
Bijdrage van de ouders (bijv. in
de kosten van de studie of voor
op jezelf wonen)
27 26 12 18
Studiefinanciering - - 33 33
Lenen (bijv. bij de bank of DUO) - - 18 18
Rood staan - - 8 8
Creditcard - - 13 12
Hypotheek en/of een huis kopen - - 18 18
Op jezelf wonen en de kosten
daarvan
- - 32 32
Anders 0 2 0 1
Ik heb nooit vragen of behoefte
aan informatie over geldzaken
40 26 22 27