SCHOONHEID IN NATUURSTEEN Restauratiebambamsteenhouwers.nl/media/NATU 3-4 Mausoleum.pdfbam...

4
NATUURSTEEN NUMMER 3/4 | 2016 18 SCHOONHEID IN NATUURSTEEN Restauratie praalgraf Rotterdam Het praalgraf dat in 1911 op Begraafplaats Oud-Kralingen in Rotterdam werd ge- bouwd voor de familie Kruyff is gerestaureerd en getransformeerd tot columbarium met plaats voor 150 urnen. Burgemeester Aboutaleb van Rotterdam sprak tijdens de onthul- ling van “een schoonheid in natuursteen”. De restauratie – uitgevoerd door onder ande- re Bambam Restauratie Steenhouwers – duurde bijna anderhalf jaar. Tekst: Mechteld van Zon 1

Transcript of SCHOONHEID IN NATUURSTEEN Restauratiebambamsteenhouwers.nl/media/NATU 3-4 Mausoleum.pdfbam...

NATUURSTEEN NUMMER 3/4 | 201618

SCHOONHEID IN NATUURSTEEN Restauratie

praalgraf Rotterdam

Het praalgraf dat in 1911 op Begraafplaats Oud-Kralingen in Rotterdam werd ge-

bouwd voor de familie Kruyff is gerestaureerd en getransformeerd tot columbarium met

plaats voor 150 urnen. Burgemeester Aboutaleb van Rotterdam sprak tijdens de onthul-

ling van “een schoonheid in natuursteen”. De restauratie – uitgevoerd door onder ande-

re Bambam Restauratie Steenhouwers – duurde bijna anderhalf jaar.

Tekst: Mechteld van Zon

1

NATUURSTEEN 19

Aan de binnen- en buitenkant zijn veel soorten natuursteen toegepast. “Belgische blauwe hardsteen voor de platen aan de gevel, Zweedse zwarte marmer voor de zuiltjes en Carrara zonder aders voor de spiegels en andere witte inzetstukken. De panelen in de lambrisering in de kapel zijn van Bleu Turquin, dat is een vrij zeld-zame marmersoort”, somt Steven Janse op. Volgens de mede-eigenaar van Bam-bam Restauratie Steenhouwers uit Leiden konden lang niet alle steensoorten met zekerheid worden benoemd. Wanneer an-dere steenhouwers en deskundigen om advies werd gevraagd, kwamen er meestal verschillende antwoorden. Bij het mar-mer dat voor de omlijsting rond het trap-gat is gebruikt, bestond er echter geen twijfel, zoals blijkt uit de reactie per mail van Hendrik Jan Tolboom, als restauratie-deskundige werkzaam bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. “Dit is duidelijk een stukje Bleu Belge; tussen Namen en

Dinant werd deze steen gewonnen. Er is een prachtige groeve buiten gebruik, in het bosje achter het frietkot op de grens van het dorpje Anhée, langs de Maas. In het stadhuis Leiden vind je heel veel van deze steen en ook de trappartij in de V&D in Leiden is er deels mee bekleed. Er is volgens mij geen groeve meer van. Mis-schien dat via Francis Tourner van Pierres et Marbres de Wallonie nog wat te beko-men is. In het stadhuis in Leiden hebben ze Nero Marquina als reparatie toegepast, maar dat is toch anders.”

Begrafenis | Enige tijd geleden heeft de kerk een vergelijkbaar mausoleum, maar dan zonder hardstenen bekleding, moeten slopen. Om te voorkomen dat het grafmonument van Pieter Kruyff hetzelf-de lot zou ondergaan, maakte de kerkge-meenschap in 2008 plannen voor restau-ratie, samen met architect Ad Backx. Toch leek het initiatief te stranden.Voor een begrafenis kwam restauratiear-chitect Norman Langelaan op Begraaf-plaats Oud-Kralingen. Hij was meteen gecharmeerd van het gebouw en besloot

NUMMER 3/4 | 2016

‘Familiegraf van Pieter Kruyff Bartholo-meus Zn’ staat er boven de ingang van het mausoleum. Een opvallend, maar verval-len bouwwerk tegenover de nieuwe aula op Begraafplaats Oud-Kralingen. De fa-milienaam Kruyff kwam steeds minder voor en in 1998 werd voor het laatst een familielid in het mausoleum bijgezet. Maar toen had al lange tijd geen onder-houd meer plaatsgevonden. Bomen waren met hun wortels naar binnen gegroeid en hadden stenen losgedrukt, waardoor vocht zich ophoopte in de ontstane ruim-ten. Door zout en kalkuitbloei kwam het stuc van de muren. De doken waarmee de natuurstenen platen aan de gevel waren bevestigd, waren gaan roesten en uitzetten en zo raakte het gebouw nog verder ont-wricht. Omdat de situatie onveilig werd, is de grafkelder in 2005 ontruimd. Me-vrouw Kruyff-Leijs was de laatste erfge-naam. Zij overleed in 2006 en is op een ander deel bijgezet bij haar eerder overle-den echtgenoot en andere leden van de familie.

Neoromaans | Het grafmonument is gebouwd in de neoromaanse stijl, type-rend voor die periode. Het gebouw heeft een vierkant grondvlak van 5,5 x 5,5 m en is 8 m hoog. Op de betonnen kelder staat een opbouw van metselwerk die is bekleed met gefrijnde hardstenen platen, op de hoeken geflankeerd door hoekpi-lasters. Het dak bestaat uit metselwerk in combinatie met beton. Daarbij lijken de dakpannen te zijn gemaakt van natuur-steen, maar dat is gezichtsbedrog. Het is stucwerk dat ‘gekamd’ werd aangebracht. Als bekroning staat op het dak een lan-taarn met glas-in-loodramen, bronzen ventilatiepanelen en zwart granieten ko-lommetjes.

1 ‘Familiegraf van Pieter Kruyff Bartholomeus Zn’ staat er boven de ingang van het mau-soleum op Begraafplaats Oud-Kralingen.

(Foto’s: Bambam Restauratie Steenhouwers en Norman

Langelaan)

2 Marc de Groot boort gaten om de oude dook gemakkelijker te kunnen verwijderen.

3 De toegepaste natuursteen verkeerde veel-al in slechte staat, zoals de witte marmer die versuikerd was.

3

2

NATUURSTEEN 21

een poging te doen het benodigde budget voor de restauratie bij elkaar te krijgen. En dat lukte: de provincie Zuid-Holland zegde een monumentensubsidie toe. Aan-gevuld met een restauratiehypotheek en een gift van stichting Volkskracht kon de restauratie in gang worden gezet. Belang-rijke voorwaarde voor het verkrijgen van subsidie was dat het monument weer een functie zou krijgen. Daarom werd beslo-ten om het gebouw in te richten als co-lumbarium. Op die manier worden zowel inkomsten gegenereerd om de restaura-tiehypotheek af te betalen en kan er een potje voor toekomstig onderhoud wor-den gemaakt. Langelaan: “De onder-houdskosten zullen miniem zijn, net zoals in de afgelopen honderd jaar. Toen heeft maar één keer, in de jaren zestig, een ‘een-voudige’ restauratie plaatsgevonden.”

Aanpak | Onder begeleiding en coör-dinatie van restauratiearchitect Langelaan heeft een team van steenhouwers, een res-tauratiestukadoor, een smid, een glazenier en houtrestaurateur de restauratie uitge-voerd. “Gewoon beginnen”, zegt Janse van Bambam Restauratie Steenhouwers uit Leiden over de aanpak van de restaura-tie. “Zo’n groot project is niet anders dan een kleinere klus. Door ervaring heb je

globaal de stappen wel in je hoofd: werk-plaatsinrichting, algemeen stappenplan, op een A4’tje het aantal stenen per gevel, hoeveel tijd ben je kwijt met demonteren, welk gereedschap heb je nodig enzovoort. Op basis daarvan ga je calculeren. We heb-ben op geen enkel moment last gehad van de grootte van het project. Daarnaast, en dit geldt net zo goed voor kleine als voor grote opdrachten: je kunt niet van tevoren bedenken hoe het gaat lopen. De belang-rijkste informatie krijg je juist tijdens de uitvoering.”Marc de Groot, steenhouwer bij het be-drijf uit Leiden, kan het niet laten om te benadrukken waar het naar zijn mening tegenwoordig nog wel eens aan schort in de restauratiewereld: de kloof tussen prak-tijk en theorie. “Papier is gewillig en laat zich gemakkelijk buigen of vol schrijven, toch wordt een logische werkvolgorde merendeels bepaald door wat je in het te restaureren object aantreft. Veel zaken kun je pas helder krijgen in het werk, terwijl dan de planning en de prijs vaak al vast-staan.”

Te veel begrafenissen | Aanvan-kelijk had Bambam Restauratie Steen-houwers gerekend op één jaar werk voor twee à drie steenhouwers. Uiteindelijk is bijna anderhalf jaar gewerkt aan het mau-soleum. Het probleem: te veel begrafenis-sen. Janse: “Als richtlijn had de begraaf-plaats ingeschat dat per week gemiddeld twee begrafenissen zouden plaatsvinden. In de praktijk bleken dat er soms wel twee per dag te zijn. Eerst werd ons gevraagd om tijdens de ceremonie niet met machi-

nes te werken. Maar ook de andere werk-zaamheden bleken te veel overlast op te leveren. Toen het verzoek kwam om de steigers te stofferen, werd duidelijk dat een andere oplossing moest komen. We hadden zelf gemerkt dat bijna nooit een begrafenis vóór 13.00 uur plaatsvond. Daarom hebben we besloten om de werk-tijden te verleggen. De volgende maanden stonden we om 6.00 uur op de steigers en gingen rond 13.00 uur naar huis. Zo raak-ten we niet al te veel achter op het sche-ma. Voor de zomerperiode werkte dit pri-ma, maar in de winter was er zo vroeg niet genoeg licht.”

Dubbele steiger | Tegenover dit tijdverlies stond echter een oplossing waarmee veel tijd is gewonnen: de dubbe-le steiger. Hierdoor kon alle natuursteen ‘op hoogte’ worden gerestaureerd en ver-viel het verticale transport. Het is een werkwijze die ook wel wordt toegepast bij de restauratie van kerktorens. “Het plan was eerst om op de begraafplaats een loods in te richten als werkplaats. De na-tuursteen zou dan naar beneden moeten worden getakeld (verticaal transport) en vervolgens naar de loods gereden (hori-zontaal transport). En dezelfde weg weer terug na restauratie. Door de dubbele stei-ger was dit niet nodig. Daarbij kwam nog een extra voordeel van de dubbele steiger: doordat de onderdelen naast de gevel waar ze hoorden en op dezelfde hoogte werden hersteld, kwamen ze niet snel op een verkeerde plek terecht”, verklaart Jan-se.Binnen de steigers werd steeds een gevel

NUMMER 3/4 | 2016

4 Met behulp van de dubbele steiger kon alle natuursteen ‘op hoogte’ worden geres-taureerd.

5 Na de restauratie en transformatie tot columbarium biedt het praalgraf plaats aan 150 urnen.

4 5

NATUURSTEEN 23

van boven naar beneden ontmanteld. Hierna kon alles ter plekke worden geres-taureerd, schoongemaakt en terugge-plaatst. Door het demonteren per gevel bleef het verband bestaan. “Alleen het marmer is niet op de steiger gerestaureerd, maar in onze werkplaats in Leiden”, legt De Groot de werkwijze uit. “Het witte marmer was vervuild en sterk versuikerd. Het was voornamelijk klein materiaal – kapiteeltjes en basementen – dat handma-tig en op de draaibank moest worden be-handeld. De aanslag werd met grof schuurpapier en vijltjes verwijderd. Na het polijsten was alles weer wit en glan-zend en zo voor de komende jaren be-schermd tegen de weersinvloeden.” Restauratiearchitect Langelaan: “Bambam Restauratie Steenhouwers heeft erg netjes en zonder gesmokkel alles met naadjes van 3 mm teruggeplaatst. Op elke hoek waren een paar grote stenen die niet ver-wijderd konden worden. Deze dienden als vaste maat. De details en het frijnwerk in de hoeken zijn net zo mooi gebleven als het was.”

Leerschool | Het werk is de beste leerschool, zo luidt het gezegde. En bij elk restauratieproject kom je wel iets tegen waarvoor een nieuwe oplossing moet worden gevonden, verzekert De Groot. “Zo zijn we blij met de werkwijze die we hebben ontwikkeld om de doken te ver-wijderen en het gat her te gebruiken, zoals ook de architect graag wilde. Doken heb-ben meestal een hoek van 90°. Alleen is niet altijd duidelijk in welke richting de hoek binnen het metselwerk staat. Omdat in dit geval per gevel zo’n honderd doken moesten worden verwijderd, was het zin-vol om te zoeken naar een efficiënte

werkwijze. En die hebben we gevonden: door het gat rond het uitstekende einde van de dook extra groot te maken kon je zien in welke richting de hoek daarachter was geplaatst. Die kant op boorden we drie kleinere gaten, zodat een sleuf ont-stond om de dook te verwijderen. De nieuwe dook, een rvs-draadeind (dat ver-betert de grip van de mortel), werd met behulp van betonstort afstandhouders in het gat geklemd. Daarna konden we de holte vullen met krimpvrije mortel.”Om te voorkomen dat op korte termijn weer zout of kalkuitbloei zou optreden, wilde Bambam Restauratie Steenhouwers graag onafhankelijk advies over welke mortel het beste als vulling kon worden gebruikt. De Groot: “Geen van de ge-vraagde experts wilde hierover een uit-spraak doen. Grappig was de ‘geruststel-lende’ mededeling dat ambachtslieden in het verleden vaak niet wisten met welke kwaliteit materiaal ze werkten. Dan werd bijvoorbeeld ergens een partij cement be-steld, maar hoe viel te controleren of de gevraagde kwaliteit werd geleverd? Dus zowel voor de gebruikte materialen als voor de omstandigheden ter plekke had-den we met veel onzekere factoren te ma-ken. Je kunt hopen dat je ze in de hand hebt, maar vaak is dat niet het geval.”

Raadsel | Eén raadsel is nog niet op-gelost. De witmarmeren archivolten langs de boog in de voorgevel waren genum-merd. Waarbij de banddelen met dezelfde kromming dezelfde nummers hadden. Langelaan: “Daarom bestaat het vermoe-den dat het mausoleum in de vorm van een bouwpakket is afgeleverd. En dat wel-licht ergens in de wereld, misschien in België, precies zo’n zelfde mausoleum

staat. De theorie van het bouwpakket zou kunnen betekenen dat de bouw van dit grafmonument minder kostbaar is ge-weest dan wanneer het om een unicum gaat. Ik heb nog contact gehad met de Belgische club van grafmonumenten, maar zij herkenden dit ontwerp niet. In Amerika hebben ze tegenwoordig wel prefab natuurstenen grafkapellen, of iets wat daarop lijkt.”

Nieuwe technologie | Natuur-steenrestauratie is veelal handwerk, maar ook in deze sector kan nieuwe technolo-gie worden ingezet. “Denk aan de nieuwe mogelijkheden die 3D-scanners en -prin-ters bieden voor specifieke natuursteen restauraties”, zegt De Groot. Hij geeft een voorbeeld: “Neem het herstel van beeld-houwwerk in een eeuwenoude fries, het blijft wringen dat bij de reparatiemortels die we nu gebruiken het voorbewerken van beschadigde natuursteen onvermijde-lijk is. Stel dat een 3D-scanner het breuk-vlak precies kan uitlezen en dat de vorm vervolgens met de 3D-printer in een lichtgewicht kunststof in de juiste kleur kan worden geprint. Deze vorm kan wor-den aangebracht zonder de natuursteen onomkeerbaar aan te tasten. Gebruik van nieuwe technologie omdat het beter is en niet alleen goedkoper! Natuurlijk dienen zich dan weer allerlei andere vragen aan, maar het is in ieder geval interessant om erover na te denken. En uiteindelijk zal in de praktijk moeten blijken wat werkt en wat niet, net zoals we nu tegenkomen welke technieken de tand des tijds hebben overleefd.”

NUMMER 3/4 | 2016

6/7 Blue Belge voor en na restauratie.

6 7