Zoektocht naar absolute schoonheid....

3
4 Blazers en strijkers ‘Dus ik ben even oud als je dochter!’ realiseert Mintje zich als Hans over zijn gezin vertelt. Hans Meijer, vanaf 1979 1e hoboïst in het Nederlands Kamerorkest en vanaf 1985 ook in het Nederlands Philharmonisch Orkest en Mintje van Lier, sinds 2 jaar plaatsvervangend aanvoerder 2e violen. Musici uit verschillende generaties, op het podium ver uit elkaar, vandaag samen op de bank. Hoe kan het dat ze zo weinig van elkaar weten? Mintje lacht: ‘Tja, blazers en strijkers, een andere wereld.’ Je leert het orkest in stapjes kennen en blazers zijn dan ver weg. ‘Bovendien zit ik vooraan, met mijn rug naar iedereen.’ Hans: ‘Maar je hoort toch wel wie er bij de blazers speelt?’ Mintje aarzelt: ‘Nou, dat vind ik nog moeilijk.’ Dat verbaast Hans: ‘Grappig, misschien herken ik strijkers ook moeilijker.’ Grote en kleine wereld Mintje koos er pas na een jaar in de Verenigde Staten en een propedeuse biologie bewust voor om violiste te wor- den. Ze begon op het conservatorium in Utrecht, studeerde af in Amsterdam en nam na internationale ervaringen in het Europees Jeugdorkest nog twee jaar les in Berlijn. Voor Hans komt Mintje uit een gecom- pliceerde wereld: ‘Ik kwam uit een een- voudig milieu, mijn vader was postbode Tekst: Marije Bosnak Het Nederlands Philharmonisch Orkest | Nederlands Kamerorkest bestaat dit seizoen 30 jaar. Hoboïst Hans Meijer (64) maakte de oprichting mee en gaat bijna met pensioen. Violiste Mintje van Lier (33) staat aan het begin van misschien wel een lange carrière in het orkest. Een openhartig gesprek tussen twee geweldige musici. ZOEKTOCHT NAAR ABSOLUTE SCHOONHEID 30 JAAR SPELEN OP HET HOOGSTE NIVEAU

Transcript of Zoektocht naar absolute schoonheid....

NEDERLANDS PHILHARMONISCH ORKEST | NEDERLANDS KAMERORKEST4

Blazers en strijkers‘Dus ik ben even oud als je dochter!’ realiseert Mintje zich als Hans over zijn gezin vertelt. Hans Meijer, vanaf 1979 1e hoboïst in het Nederlands Kamerorkest en vanaf 1985 ook in het Nederlands Philharmonisch Orkest en Mintje van Lier, sinds 2 jaar plaatsvervangend aanvoerder 2e violen. Musici uit verschillende generaties, op het podium ver uit elkaar, vandaag samen op de bank. Hoe kan het dat ze zo weinig van elkaar weten? Mintje lacht: ‘Tja, blazers en strijkers, een andere wereld.’ Je leert het orkest in stapjes kennen en blazers zijn dan ver weg. ‘Bovendien zit ik vooraan, met mijn rug naar iedereen.’ Hans: ‘Maar je hoort toch wel wie er bij de blazers speelt?’ Mintje aarzelt: ‘Nou, dat vind ik nog moeilijk.’ Dat verbaast Hans: ‘Grappig, misschien herken ik strijkers ook moeilijker.’

Grote en kleine wereldMintje koos er pas na een jaar in de Verenigde Staten en een propedeuse biologie bewust voor om violiste te wor­den. Ze begon op het conservatorium in Utrecht, studeerde af in Amsterdam en nam na internationale ervaringen in het Europees Jeugdorkest nog twee jaar les in Berlijn. Voor Hans komt Mintje uit een gecom­pliceerde wereld: ‘Ik kwam uit een een­voudig milieu, mijn vader was postbode

Tekst: Marije Bosnak

Het Nederlands Philharmonisch Orkest | Nederlands Kamerorkest bestaat dit seizoen 30 jaar. Hoboïst Hans Meijer (64) maakte de oprichting mee en gaat bijna

met pensioen. Violiste Mintje van Lier (33) staat aan het begin van misschien wel een lange carrière in het orkest. Een openhartig gesprek tussen twee geweldige musici.

ZOEKTOCHT NAAR ABSOLUTE

SCHOONHEID 30 JAAR SPELEN OP HET HOOGSTE NIVEAU

Encore 02/15_dd.indd 4 25-08-15 15:45

ENCORE 02/15 JAARGANG 26, SEPTEMBER 2015 5

en we woonden in een dorp aan de rand van het bos. Ik ging niet naar de middelbare school, maar meteen naar het conservatorium. Muziek maken was verbonden met kerken en harmo­nieorkesten. Het was een kwestie van doen en steeds een beetje beter wor­den.’ Hans kwam in het Nederlands Kamerorkest toen het al aan de top stond. ‘Fantastisch dat het lukte, maar vanuit mijn milieu voelde het een tikje omhoog gevallen, het Kamerorkest was chique!’ Hans denkt dat de weg voor Mintjes generatie moeilijker is: ‘Jij wordt geacht meteen op een bepaald niveau te spe­len.’ Mintje begrijpt wat Hans bedoelt: ‘Maar voor mij was viool spelen vooral erg leuk en een sociaal gebeuren.’

Hobby of harnasTerwijl Mintje vanuit passie koos voor het beroep musicus, voelde dat voor Hans niet zo: ‘Ik heb nooit het idee gehad dat ik van een hobby mijn beroep maakte; ook nu nog voelt hobospelen voor mij als een harnas aantrekken. Altijd weer moeten spelen, altijd goed moeten spelen. Ken jij dat gevoel niet, na de vakantie, dat je dat harnas weer aan moet?’ Mintje denkt na: ‘Nee, want ik voel me na een tijdje niet studeren slonzig worden, onrustig, doelloos. Juist als ik weer begin, valt alles op zijn plek. Pure therapie. Fysiek en mentaal alleen met die klank bezig zijn, werkt verslavend.’ Dat herkent Hans, maar hij denkt ook: ‘Straks weer dát stuk en die solo… oh God, als dat maar gaat.’ Als 1e blazer moet je er wel zijn, altijd. Mintje herinnert zich dat gevoel van vroeger: de voorspeelavonden, de con­coursen. ‘Jij moet het doen, voor 100%, want minder is voor niemand goed genoeg.’ Ze realiseert zich dat Hans een solobaan heeft, terwijl zij met 14 violisten één stem vertegenwoordigt. ‘Maar je eigen partij lijkt me ook lek­ker, in plaats van je te voegen in een groep.’ Hans beaamt dat: ‘Je eigen geluid horen is fijn. Maar het enge is daarvóór: iemand anders speelt mooi

en jij moet straks. Ik weet dan nog niet wie ik ben, totdat ik mijn eigen klank hoor. Pas dat stelt gerust en geeft vertrouwen’.

Luisteren en samenspelen, hoe werkt dat?Mintje: ‘Luisteren heeft zoveel facetten, zoveel lagen: ‘Zijn we samen als tweede vioolgroep? Luister ik of we met alle strijkers als één stem spelen? Let ik op de input van de bassen als basis, of op de pauken of op het hout? Daarom ontdek je altijd iets nieuws, hoe vaak je een symfonie ook speelt.’Hans: ‘Soms is het een dilemma met wie je meegaat, vanuit zoveel hoeken moet het samen komen. Het gevaar is dat iedereen zijn gelijk wil. Maar als je denkt dat het tempo inzakt, mag je daar met je groep wel iets aan doen.’ Mintje voelt die vrijheid ook: ‘Het is als aanvoerder zelfs een verantwoordelijk­heid, ik moet initiatief tonen. We heb­ben vaak doorgaande bewegende figu­ren in de muziek en dan kijk ik: “Alten, gaan jullie mee? Celli?”. Daarvoor moet je het orkest wel eerst leren kennen. Het is aftasten en credit opbouwen.’ Hans: ‘Te letterlijk iets zeggen kan kwetsend zijn. Ik los het liever op tij­dens het spelen. Als ik bijvoorbeeld denk dat een collega een beetje hoog is, speel ik wel eens één maat niet. Dan hoor ik hem en denk: “Hé, zo kan het eigenlijk ook, misschien was ik wel een beetje laag?” En dan speel ik met hem mee.’ Mintje: ‘Dat is een belangrijk aspect van het samenspelen. Opties van collega’s uitproberen en aannemen.’ Hans: ‘Collega zijn in een orkest is apart. Heel mooi ook. We zitten letter­lijk dicht bij elkaar, je moet samen door, dus je bent voorzichtig. Onder­tussen bereik je wel een bijzonder soort diepgang. Het is natuurlijk ook gezellig en vertrouwd. Als ik iets moeilijks moet doen, denk ik vaak: “Oh, dan is Rob er ook”. Dat is gerust stellend.’

Zegt ‘het harnas’ ook iets over de noodzaak jezelf te beschermen? Hans: ‘Jazeker, maar ik voel me niet zozeer kwetsbaar voor de mening van anderen. Ik wil zelf op een bepaalde manier spelen. Liefst nog een beetje mooier. Die kwetsbaarheid maakt het zwaar. Het gaat ook niet om de eisen van een dirigent: ik denk niet dat ik het leuk vind als hij zegt dat hij het niet mooi vindt, maar het raakt me niet persoonlijk. Bovendien is hij afhankelijk van ons en dus ook kwetsbaar.’ Mintje: ‘Een dirigent kan slaan wat hij wil, maar als wij het niet doen… Ik speel alles graag op tien verschil­lende manieren, maar ik moet wel overtuigd zijn. Een goede dirigent dwingt respect af.’ Hans: ‘Ik hoorde Hans van Mierlo eens iets zeggen over democratie. Niks ingewikkelds, ik had het zelf kunnen verzinnen. Maar hij zegt het… Dat hebben bepaalde dirigenten ook. Die zeggen niets nieuws, maar ze over­tuigen omdat ze dat verdiend hebben, er is een kader voor.’

Wat betekent eigenlijk mooi of goed spelen?Hans: ‘Dat gaat vooral om een ideale klankkleur. Het is als de stem, je hebt een ideaal dat er niet vanzelfsprekend is, alleen al omdat je als hoboïst deels afhankelijk bent van je rietje. In Het Concertgebouw wil ik dat mijn geluid een beetje “schaduw” heeft, niet “plat” is. Soms is het er gelukkig, maar soms ook niet.’ Mintje: ‘Ik denk vooral aan intonatie. Als het mooi afgestemd is, straalt het en ontstaat er meer dan alleen de noten bij elkaar. Maar ik ben ook voort­durend bezig met klank. De spanning van de stok, mijn eigen spierspanning en nog veel meer kleine dingetjes bepalen in hoeverre je klank kunt maken. Op sommige dagen is die heerlijk als boter en soms doet het ‘t gewoon niet.’

Het gaat dus meer om mooi dan om goed spelen? Hans: ‘Ik maak makkelijk fouten. Dat vind ik erg, maar lelijk spelen vind ik veel erger! Terwijl dat minder opvalt. Als je foutloos speelt, maar niet zo mooi, heb je het toch min of meer goed gedaan.’ Mintje: ‘Ja, maar je zou moeten denken: zoek het maar uit met die fouten! Mensen komen toch niet naar

‘OP SOMMIGE DAGEN IS MIJN KLANK HEERLIJK ALS BOTER’

Encore 02/15_dd.indd 5 25-08-15 15:45

6

HET MOMENT EN DE MUZIEK VAN ….

Als mijn zoontje Sam eens niet bepaalt waarnaar we luisteren, zet ik tijdens het eten een cd van Billy Holiday op – dat geeft meteen een goede sfeer!

STEPHANIE STEINER, ALTVIOOL

Zondagochtend luister ik graag naar Spiegelzaal, een gezellig en afwisselend programma op Radio 4.

In de auto naar Zuid­Frankrijk draai ik Xavier Cugat of Caro Emerald om direct in de vakantie­stemming te komen. Hoewel er tegenwoordig vooral kinderliedjes klinken, Dirk Scheele is favoriet.

Ik luister weinig naar klassiek, maar als het rond etenstijd een zeldzame keer niet chaotisch is – ik ben alleen en ik bak pizza’s – dan heb ik zin in Schuberts Strijkkwintet. Vooral in het prachtige eerste deel.

Het Concertgebouw voor perfectie?’ Hans: ‘Daar zoek ik dus ook eigenlijk naar: wat mooi is in plaats van goed. Eerst experimenteer ik thuis, alsof je met blokken speelt: je probeert de verschillende mogelijkheden uit met de stukjes die je hebt. In het orkest ervaar ik dan wat werkt.’Mintje: ‘Ik probeer thuis bij het stude­ren ook de perfectie voorbij te gaan om later als collega inspirerend te zijn. Als naast mij iemand mooi speelt, word ik blij en wil ik ook zo mooi spe­len. Alles wordt dan naar een hoger plan getrokken.’

Hans, je twijfelt en zoekt veel, terwijl het publiek al jarenlang een prachtig spelende 1e hoboïst hoort… Hans: ‘Ja, omdat je moet. Maar ik ga altijd door een dood punt. Soms is dat de hele partij, soms één noot, of een solootje. Het komt er aan… onvermij­delijk en dan: “Help. Ik kan het niet!” Maar ik moet en ga uiteindelijk door het oog van de naald. Dan komt er soms iets goeds. Begrijp je?’ Mintje beaamt: ‘Je hebt altijd die dead­line van het concert. Als je er niet uit­

komt: je lost het maar op met elkaar, morgen moet het er zijn. En dan is het er.’ Hans: ‘Als ik dan tevreden ben na een concert heb ik een half uurtje vrij. Ja, het gaat ook wel eens goed! Maar vaker denk ik: het was in elk geval goed genoeg.’ Mintje: ‘Hoe houd je het dan bijna 40 jaar, seizoen na seizoen vol?’Hans nadenkend: ‘Ja, dat is gek hè, dat je het blijft doen. Want het wordt helaas niet makkelijker.’

Wat is dan uiteindelijk de drijvende kracht?Hans probeert het te verwoorden: ‘Het spelen op zich is mooi. Maar daar gaat het eigenlijk niet over. Het gaat er ook niet om of ik het “leuk” of “niet leuk” vind.’ Aarzelend: ‘Ik zoek naar een soort “absoluut van schoonheid”. Ik weet niet hoe ik het anders moet zeggen. Dat houdt me bezig, mijn hele leven lang, als een noodzaak. Je bereikt het nooit, maar je weet dat het kan.’ Mintje: ‘Altijd streven naar het hoogste.’ Hans berustend: ‘Ik kan niet anders.’

WANNEER SPEELT MINTJE BINNENKORT?za 3 en di 6 okt 2015Het ConcertgebouwNederlands Kamerorkest

MAHLER Adagiettouit Symfonie nr. 5KNIGGE ‘Dobro Do’ Episodes uit het leven van een zangeresJANÁČEK Strijkkwartet nr. 2 ‘Intieme Brieven’ arr. voor strijkorkest

WANNEER SPEELT HANS BINNENKORT?vr 16 okt 2015 De Vest, Alkmaarza 17 en zo 18 okt 2015 Het ConcertgebouwNederlands Philharmonisch Orkest

BEETHOVEN Pianoconcert nr. 5MENDELSSOHN Symfonie nr. 4 ‘Italiaanse’

Encore 02/15_dd.indd 6 25-08-15 15:45