Schoolwijzer - Onderwijsnetwerk Antwerpen · • Maak kopies van bijlage 2.5 afhankelijk van het...

16
LEREN IN ANTWERPEN Schoolwijzer Over hoe je een school kiest voor je kind 1 2 3 4 5 Les 90 Minuten 10 tot 20 Ouders Opgelet Deze les heeft een voorbereiding nodig

Transcript of Schoolwijzer - Onderwijsnetwerk Antwerpen · • Maak kopies van bijlage 2.5 afhankelijk van het...

Page 1: Schoolwijzer - Onderwijsnetwerk Antwerpen · • Maak kopies van bijlage 2.5 afhankelijk van het niveau van de groep. Indien je wil differentiëren voor een gevorderde groep rond

Leren in Antwerpen

Schoolwijzer Over hoe je een school kiest voor je kind

1 2 3 4 5Les

90Minuten

10 tot 20 Ouders

OpgeletDeze les heeft een voorbereiding nodig

Page 2: Schoolwijzer - Onderwijsnetwerk Antwerpen · • Maak kopies van bijlage 2.5 afhankelijk van het niveau van de groep. Indien je wil differentiëren voor een gevorderde groep rond

Ook als de deelnemers reeds een module volgden speel je best het kennismakingsspel.

Taalniveau Deze les wordt vooral gedoceerd. Dit vergt goede luistervaardigheden van ouders.

Kennis over onderwijsHet zou goed zijn als de groep eerst les 1 “Wegwijs in het Vlaamse onderwijs: over de structuur van het onderwijs” krijgt omdat deze kennis essentieel is bij het kiezen van een school.

BeginSituAtie

• Laptop of PC waarop Microsoft powerpoint werd geïnstalleerd, voorzien van internetverbinding of DVD-lezer

• Beamer• Affiche 1.1 uit les 1: Structuur van het Vlaams onderwijs• Affiche 2.1 Autonome scholen• Affiche 2.2 Scholen met automatische doorstroom, • Affiche 2.3 Scholenkiezer• Affiche 2.4 Scholenkaart Antwerpen • Bijlage 2.1 Kindjes van 3 verschillende groottes.• Bijlage 2.2 Scholenkiezer• Bijlage 2.3 Checklist “Hoe kies ik een school” (Klasse)• Bijlage 2.4 Checklist “Schoolkieswijzer” (Kind en gezin)’• Bijlage 2.5 Speciale onderwijsmethoden• PowerPoint-presentatie bij les 2• Post-its en balpennen

DiDActiSch mAteriAAL

Page 3: Schoolwijzer - Onderwijsnetwerk Antwerpen · • Maak kopies van bijlage 2.5 afhankelijk van het niveau van de groep. Indien je wil differentiëren voor een gevorderde groep rond

In deze les ga je vooral doceren. Zorg er dus voor dat je de inhoud goed beheerst.Breng op voorhand een bezoekje aan de websites meldjeaan.antwerpen.be en www.onderwijskiezer.be. Je zal in deze les samen met de ouders op zoek gaan naar een school in hun buurt. Test het ter voorbereiding uit op de website door een school te zoeken in de buurt van jouw thuis- of werkadres. • Maak kopies van bijlage 2.3 en 2.4 afhankelijk van het niveau van de groep. Bijlage 2.3 is voor

niveau basis. Bijlage 2.4 is voor een gevorderd niveau • Maak kopies van bijlage 2.5 afhankelijk van het niveau van de groep. Indien je wil differentiëren

voor een gevorderde groep rond het methodeonderwijs deel je de kopies uit.

VOOrBereiDing

2.1 De ouders kennen de structuur van het Vlaamse onderwijs2.2 De ouders weten dat sommige scholen in de kleuterschool met leefgroepen werken2.3 De ouders kennen het verschil tussen autonome kleuterscholen, autonome basisscholen en

basisscholen met automatische doorstroom2.4 De ouders kennen de toelatingsvoorwaarden voor het instappen in het eerste leerjaar 2.5 De ouders weten dat hun kind van school mag veranderen maar dat te vaak van school

veranderen niet wenselijk is2.6 De ouders weten wat ze moeten doen als een school volzet is2.7 De ouders kunnen gericht een school kiezen en hebben al stilgestaan bij wat ze zelf

belangrijk vinden2.8 De ouders weten dat alle scholen, van de verschillende netten, aan dezelfde eindtermen

moeten werken en dat ze hierop worden geïnspecteerd2.9 De ouders weten waar ze informatie vinden over de verschillen tussen de scholen2.10 De ouders weten dat het buitengewoon onderwijs er is voor leerlingen met een beperking

maar dat inclusie een waardig alternatief kan zijn2.11 De ouders weten dat scholen met veel anderstaligen ook kwaliteitsvolle scholen zijn2.12 De ouders weten dat voor- en naschoolse opvang verschilt van school tot school2.13 De ouders weten hoe ze hun kind moeten aanmelden voor een Antwerpse school

DOeLSteLLingen

Page 4: Schoolwijzer - Onderwijsnetwerk Antwerpen · • Maak kopies van bijlage 2.5 afhankelijk van het niveau van de groep. Indien je wil differentiëren voor een gevorderde groep rond

1

LeSVerLOOp1. Kennismaking2. Structuur kleuter-, lagere en basisscholen 2.A Kleuterschool 2.B Lagere school 2.C Basisschool3. Hoe kijk ik als ouder naar onderwijs?4. Wat vind ik belangrijk bij het kiezen van een school?5.Hoe kan ik een keuze maken? Waar zijn al de scholen gelegen?6. Verhalen7. Achtergrondinformatie bj les 2

1. KenniSmAKing

2. Structuur KLeuter-, LAgere en BASiSSchOLen (DOeLSteLLing 2.1)

• Affiche 1.1 uit les 1 “Wegwijs in het Vlaamse onderwijs”• Bijlage 2.1 Kindjes van 3 verschillende groottes• Slide 2 van de powerpoint-presentatie bij les 2

10 minuten

Hang affiche 1.1 uit les 1 “Wegwijs in het Vlaamse onderwijs” aan de muur of projecteer slide 2 van de powerpointpresentatie bij les 2. Laat de kindjes van verschillende grootte (bijlage 2.1) door iemand van de groep op de juiste plaats in de structuur plaatsen.

In deze les focussen we vooral op soorten scholen, verschil in autonome school of automatische doorstroom, belang kleuteronderwijs vanaf 2,5 jaar, instapmomenten, … Aan de hand van de kindjes van 3 verschillende groottes kan je onderstaande informatie over soorten van scholen en instapleeftijden duidelijk maken.

15 minuten

Speciale eigenSchappen De deelnemers nemen plaats op een stoel. Iedere deelnemer vertelt in de groep zijn naam, de naam en leeftijd van zijn kind(eren). Voor een baby/peuter geef je de ouder een klein plastic kind, voor een kleuter een iets groter kind (deze hebben een andere kleur) en voor een lagere schoolkind nog groter enz … Zo kennen alle deelnemers elkaars gezinssamenstelling en ook voor de lesgever is dit een ideaal vertrekpunt.

2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20Leeftijd

2,5

1.1 STRUCTUUR VAN HET VLAAMSE ONDERWIJS

Naamloos-5 1 21/08/2015 11:33:53

Page 5: Schoolwijzer - Onderwijsnetwerk Antwerpen · • Maak kopies van bijlage 2.5 afhankelijk van het niveau van de groep. Indien je wil differentiëren voor een gevorderde groep rond

2

Hang de affiches 2.1 en 2.2 aan de muur of projecteer slide 3 en 4 van de PowerPoint-presentatie bij les 2.

Voor kinderen van 2,5 tot 6 jaar is het onderwijs onderverdeeld in vier klassen, namelijk instapklas, eerste kleuterklas, tweede kleuterklas en derde kleuterklas. (duid de klassen aan op affiche 2.1)

• Affiche 2.1 Autonome scholen• Affiche 2.2 Scholen met automatische doorstroom• Bijlage 2.1 Kindjes van 3 verschillende groottes

2.A KLeuterSchOOL (DOeLSteLLingen 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6)

5 minuten

Sommige kleuterscholen werken met leefgroepen. Dit betekent dat kinderen van verschillende leeftijden met elkaar in de klas zitten. Bv. soms 2,5-jarigen en 3-jarigen, soms 3-, 4- en 5-jarigen samen en de kleinste kleuters apart,…. Allerlei mogelijkheden die de school zelf mag bepalen.

Een autonome kleuterschool is een kleuterschool die niet verbonden is aan een lagere school. Ouders moeten hun kind dan opnieuw aanmelden en inschrijven wanneer het naar de lagere school gaat.

In een autonome kleuterschool zal je kind niet automatisch doorstromen naar het eerste leerjaar, omdat deze school niet verbonden is met een lagere school. Als de kleuterschool wel deel uitmaakt van een basisschool (deze kan op een andere locatie gelegen zijn) en in het schoolreglement staat dat er automatische doorstroming is, dan hoeft u uw kind niet opnieuw in te schrijven voor het eerste leerjaar als u op dezelfde school wenst te blijven).

De kleuterschool is een belangrijke stap in de ontwikkeling van uw kind. Laat uw kind daarom reeds instappen van zodra het 2,5 jaar oud is. Uw kind hoeft niet per se alle dagen naar school te gaan. Je kan ook beslissen om uw kind eerst een tijdje halve dagen te laten gaan of 3 dagen per week. Als ouder kan je dit zelf beslissen, laat echter de school iets weten als je hiervoor kiest.

Om het principe van leefgroepen uit te leggen gebruik je affiche 2.2 door de 3 verschillende kindjes in hetzelfde raam van de school te plaatsen.

Gebruik affiche 2.1 en 2.2 om het verschil aan te duiden tussen een autonome school en een school met automatische doorstroom.

2.2 BASISSCHOOL MET AUTOMATISCHE DOORSTROOM

Naamloos-10 1 21/08/2015 13:32:24

2.1 AUTONOME KLEUTERSCHOOL

Kleuterschool

Lagere school

AANMELDEN /INSCHRIJVEN

Naamloos-9 1 21/08/2015 13:30:25

Page 6: Schoolwijzer - Onderwijsnetwerk Antwerpen · • Maak kopies van bijlage 2.5 afhankelijk van het niveau van de groep. Indien je wil differentiëren voor een gevorderde groep rond

3

• Affiche 2.1 Autonome scholen• Bijlage 2.1 Kindjes van verschillende grootte

5 minuten

2.B LAgere SchOOL (DOeLSteLLing 2.1, 2.2, 2.3, 2.5)

Maak opnieuw gebruik van affiche 2.1 (slide 3) en de gekleurde kindjes (bijlage 2.1). Leg uit dat in een basisschool kinderen doorstromen, maar ook van school mogen veranderen.

2.1 AUTONOME KLEUTERSCHOOL

Kleuterschool

Lagere school

AANMELDEN /INSCHRIJVEN

Naamloos-9 1 21/08/2015 13:30:25

Kinderen die van school willen veranderen kunnen best ook aanmelden. Kleuters die van een aparte (autonome) kleuterschool komen, moeten opnieuw aanmelden en inschrijven en uiteraard ook een school zoeken.

Voor kinderen van 6 t.e.m. 12 jaar (maximum 14 jaar) m.a.w. 1ste tot en met het 6de leerjaar. Ook hier kan met leefgroepen gewerkt worden, hoewel dit minder vaak voorkomt dan in de kleuterscholen. De manier van werken (klassikaal, *ervaringsgericht, zelfstandig, …) verschilt van school tot school. Wat een kind uiteindelijk in het 6de leerjaar moet kunnen en kennen ligt vast in de *eindtermen op Vlaams niveau. Elke school (onafhankelijk van het *onderwijsnet) moet deze eindtermen halen, enkel de manier waarop zal verschillen.

autonoom of verbonden aan een basisschool? In een autonome lagere school (deze school hangt niet vast aan een kleuterschool) zal je voor het eerste leerjaar opnieuw moeten aanmelden en inschrijven. Als de lagere school onderdeel is van een basisschool dan stromen de kleuters automatisch door naar het eerste leerjaar waardoor deze scholen minder (soms zelf geen enkele) plaats hebben voor nieuwe kinderen. (Bekijk altijd de lijsten met vrije plaatsen die online komen net voor de start van de aanmeldingsperiode op meldjeaan.antwerpen.be) Let op: enkele basisscholen in Antwerpen hebben geen automatische doorstroom. In deze scholen zijn alle plaatsen in het eerste leerjaar voor alle kinderen beschikbaar, ook voor diegenen die geen kleuteronderwijs volgden op deze school.

Page 7: Schoolwijzer - Onderwijsnetwerk Antwerpen · • Maak kopies van bijlage 2.5 afhankelijk van het niveau van de groep. Indien je wil differentiëren voor een gevorderde groep rond

4

Differentiatie: Wanneer mag mijn kind naar het eerste leerjaar?• Uw kind kreeg een positief advies vanuit de kleuterschool (testen) of u beslist

als ouder om het negatief advies al dan niet op te volgen. Ga als ouder bij een negatief advies altijd in dialoog met de school/CLB. (TIP: geen groepsdiscussie voeren, kan snel escaleren, best na de sessie met de ouder individueel bespreken.)

• Uw kind ging 220 halve dagen naar de derde kleuterklas of werd toegelaten door de klassenraad.

2.c BASiSSchOOL (DOeLSteLLingen 2.1, 2.3 en 2.7)

10 minuten

automatische doorstroom?Meestal is er in deze scholen automatische doorstroom, waardoor jouw kind automatisch doorstroomt naar het eerste leerjaar indien je dit wenst. (Je kan altijd van school veranderen). Slechts enkele basisscholen in heel Antwerpen en districten bieden geen automatische doorstroom aan omdat ze meer kleuters hebben dan plaatsen in het eerste leerjaar. Dit staat duidelijk vermeld in het schoolreglement en kan je natuurlijk ook altijd navragen bij de directie. Indien dit het geval is, dan moet je uw kind opnieuw aanmelden/inschrijven voor het eerste leerjaar.

• Slide 5 van de PowerPointpresentatie bij les 2

Het Vlaamse basisonderwijs kan je opsplitsen in 2 delen: namelijk het kleuteronderwijs en het lager onderwijs. Dit houdt in dat je kleuterscholen hebt waar enkel kleuteronderwijs gegeven wordt, dat je lagere scholen hebt waar enkel lager onderwijs gegeven wordt en dat je basisscholen hebt waar zowel kleuter- als lager onderwijs gegeven wordt. Volgens het ideale traject gaat een kind vanaf de leeftijd van 2,5 jaar oud tot 12 jaar naar de basisschool. Een schooljaar start steeds in september en loopt tot en met juni. In juli en augustus heeft elke school zomervakantie en kan je kind dus niet naar school. Daarnaast zijn er nog andere vakantiedagen waarop de school gesloten is en geen opvang voorziet voor de leerlingen. Deze vakantiedagen staan steeds in het schoolreglement.

Page 8: Schoolwijzer - Onderwijsnetwerk Antwerpen · • Maak kopies van bijlage 2.5 afhankelijk van het niveau van de groep. Indien je wil differentiëren voor een gevorderde groep rond

5

Differentiatie: achtergrondinfoToon slide 5 van de powerpointpointpresentatie bij les 2.

In Vlaanderen geldt er het principe “vrijheid van schoolkeuze”, waardoor je altijd van school mag/kan veranderen.

Verander niet teveel van school, dit is niet goed voor je kind. Elke school heeft positieve en negatieve kenmerken. In zowat elke school is er mogelijk een leerkracht die jij als ouder niet goed vindt, die niet voldoet aan de normen die jij hanteert.

In Antwerpen is het niet altijd gemakkelijk om van school te veranderen door het capaciteitstekort. Omdat er te weinig vrije plaatsen zijn in bepaalde Antwerpse scholen kan het zijn dat je niet naar de school die jij wil kan veranderen omdat er geen plaats is. (Doelstelling 2.8)

Veranderen kan en mag, maar er moet ook plaats zijn in de school die je wil voor je kind. Een school mag je kind weigeren als er geen plaats meer is. Als de school zegt dat ze vol is, dan moet de school jouw kind op de wachtlijst plaatsen en je een document van niet-gerealiseerde inschrijving overhandigen. (Indien je verandert tijdens het schooljaar of in de vrije inschrijvingsperiode)

Als je echt wil proberen in een bepaalde school binnen te geraken voor het volgende schooljaar, dan kan je best jouw kind aanmelden via http://meldjeaan.antwerpen.be . Informeer je bij deze dienst hoe en wanneer je dit moet doen.

3. hOe KijK iK ALS OuDer nAAr OnDerwijS? (DOeLSteLLing 2.9)

..

SteLLingenSpeLIn deze oefening ga je a.d.h.v. enkele stellingen met de ouders over onderwijs praten. De stellingen zijn zo gekozen dat er controverse zal zijn, zodat de groep met elkaar in discussie kan gaan en de lesgever enkel een algemeen kader moet/kan scheppen. Belangrijk is dat ouders achteraf beseffen dat iedere ouder op een eigen manier naar onderwijs kijkt en dat goed/slecht eigenlijk niet bestaat.

Deel aan elke ouder een rode en een groene kaart uit. De ouders steken een rode kaart in de lucht wanneer ze denken dat het antwoord op de vraag fout is en een groene kaart als ze denken dat het antwoord juist is.

10 minuten

contacteer de helpdesk aanmelden voor meer info betreffende de verschillende aanmeldperiodes en geboortejaar van de instappers?

Page 9: Schoolwijzer - Onderwijsnetwerk Antwerpen · • Maak kopies van bijlage 2.5 afhankelijk van het niveau van de groep. Indien je wil differentiëren voor een gevorderde groep rond

6

Stelling 1:

Uniformscholen zijn de beste scholen. (doelstelling 2.10)

Antwoord: Fout (rode kaarten zijn juist)

Elke school moet zich houden aan de eindtermen. Om dit te bewaken krijgen scholen af en toe een doorlichting. Dan wordt gekeken of de school de eindtermen volgt. Hier wordt een verslag van gemaakt dat je voor elke school kan nalezen op de websitehttp://www.ond.vlaanderen.be/doorlichtingsverslagen . Elke school heeft positieve ennegatieve kenmerken. Het belangrijkste echter is dat de sfeer naar jouw aanvoelen goed zit. Dit is voor iedereen anders. Jouw kind moet zich goed voelen op school.

Ouders mogen zelf kiezen of ze een kind naar een gewone of buitengewone school sturen. *Inclusief onderwijs zorgt ervoor dat gewone en kinderen met een beperking elkaar leren kennen, aanvaarden, ondersteunend leren, .... Het is niet zo dat een kind met een handicap altijd een laag IQ heeft. Soms hebben ze enkel een lichamelijke handicap. Op een gewone school krijgt een kind met een beperking Gon-begeleiding. Dit is extra hulp in de klas.

Uiteraard mag je als ouder ook bewust kiezen voor een buitengewone school omdat daar bv. alle voorzieningen zijn. Zo wordt er daar bv. kinesitherapie en logopedie automatisch tijdens de schooluren aangeboden.

Stelling 2:

Een kind met een beperking hoort niet thuis in de klas van uw kind. (doelstelling 2.11, 2.12)

Antwoord: Fout (rode kaarten zijn juist)

Geef informatie over de kijkdagen. Dit zijn momenten dat de scholen hun deuren openzetten om ouders te informeren over de werking van de school. Deze opendeurdag is voor verschillende scholen op een ander moment. Je vindt een overzicht van de data en uren van deze kijkdagen in de brochure “Scholenlijst” van Meldjeaan die ook digitaal beschikbaar is op meldjeaan.antwerpen.be. Bel voor informatie naar het nummer 0800 62 185 of e-mail: [email protected]

Page 10: Schoolwijzer - Onderwijsnetwerk Antwerpen · • Maak kopies van bijlage 2.5 afhankelijk van het niveau van de groep. Indien je wil differentiëren voor een gevorderde groep rond

7

Stelling 4:

Ik heb geen vrije keuze van school meer sinds het *aanmeldingssysteem. (Doelstelling 1.13)

Antwoord: Fout (rode kaarten zijn juist)

Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat dit niet juist is. Het is niet de taal van de kinderen, maar de socio-economische situatie van het gezin dat bepaalt of een schoolcarrière makkelijk of moeilijk zal verlopen. Het is ook reeds aangetoond dat op scholen waar er veel anderstalige kinderen zijn, kinderen veel extra leerkansen krijgen.

Het aanmeldingssysteem dringt nooit een school op. De ouders zetten zelf hun gekozen scholen in het systeem, ze moeten de scholen ook in volgorde zetten. Op 1 komt de meest favoriete school, op plaats 2 de tweede favoriete school enz .... Ze mogen zoveel scholen opgeven als ze zelf wensen. Belangrijk is wel dat ze ook scholen opgeven die alsnog vrije plaatsen hebben, anders worden ze sowieso voor al de gekozen scholen geweigerd. Dit overzicht is beschikbaar enkele dagen voor de start van de aanmeldingen op meldjeaan.antwerpen.be.Daarnaast is het ook belangrijk dat ze geen scholen opgeven die ze niet willen voor hun kind.

Ook buiten het schoolgebeuren kan er aan Nederlands gewerkt worden. DoorNederlandstalige televisieprogramma’s te bekijken, jeugdbeweging, sport, ...

video homepage https://meldjeaan.antwerpen.be

Stelling 3:

Veel anderstaligen halen het niveau van de school naar beneden. (doelstelling 1.13)

Antwoord: Fout (rode kaarten zijn juist)

Page 11: Schoolwijzer - Onderwijsnetwerk Antwerpen · • Maak kopies van bijlage 2.5 afhankelijk van het niveau van de groep. Indien je wil differentiëren voor een gevorderde groep rond

8

Differentiatie: Het systeem bekijkt in welke school er nog plaats is en hoeveel kinderen ervoor aanmelden en hanteert dan enkele criteria om de plaatsen te verdelen. De criteria zijn: 1. Heeft het kind reeds broers of zussen op onze school?2. Werkt de ouder in onze school?3. Is het kind een indicator of niet-indicator leerling?4. Woont het kind dichtbij de school?

Als de school in de top 3 van de ouders staat, maken de ouders nog een extra kans op basis van lottrekking. Dit is het voorkeursprincipe. Als het kind echter geen plaats verkrijgt in de school, dan komt het kind op de wachtlijst te staan.

Moedig ouders aan om de scholen te bezoeken tijdens de kijkdagen.

4. wAt VinD iK BeLAngrijK Bij het Kiezen VAn een SchOOL? (DOeLSteLLing 2.7)

inDiViDueeL

In deze oefening gaan de ouders nadenken over wat zij echt belangrijk vinden aan een school, om zo makkelijker tot een keuze te komen.

25 minuten

5 minuten

• Affiche 2.3 Scholenkiezer• Bijlage 2.2 Scholenkiezer • Post-its• Balpennen

Geef de ouders de opdracht individueel na te denken over wat zij als ouder belangrijk vinden bij een school. Wat moet de school zeker hebben/doen?Geef enkele handvaten mee door bijlage 2.2 “Scholenkiezer” uit te delen. Deel ook post-its en balpennen uit aan de ouders.Hang terwijl de ouders bezig zijn, affiche 2.4 op of projecteer slide 6 van de PowerPoint-presentatie bij les 2.

Hoe Heb jij gekozen? De woorden die je hebt aangeduid staan

vooral bovenaan? Jij zoekt een gezellige, warme,

dynamische school.

vooral recHts onderaan? De school moet praktisch zijn voor

je gezin.

vooral links onderaan? Jij zoekt een strenge school waar

de leerstof centraal staat.

wat overal? Je combineert bovenstaande eisen.

Kies de juiste schoolSommige kinderen zijn beter af in een creatieve school, anderen in een strenge school, nog anderen in een school dicht bij huis. Wat is voor jou een goede school? Omcirkel tien eigenschappen die je belangrijk vindt. Zet dan een extra vette cirkel rond de drie belangrijkste. Laat je kind hetzelfde doen. Welke school kies jij? En past ze bij de school die je kind verkiest?

Page 12: Schoolwijzer - Onderwijsnetwerk Antwerpen · • Maak kopies van bijlage 2.5 afhankelijk van het niveau van de groep. Indien je wil differentiëren voor een gevorderde groep rond

9

in DuO

in grOep

5 minuten

15 minuten

Bespreek dit nu in duo. Waarover hebben jullie dezelfde mening? Wat verschilt? Zijn er zaken die naar voor komen waarover je nog nooit hebt nagedacht? (schrijf de belangrijkste punten op een post- it)

Bespreek nu met de hele groep de punten die zij belangrijk vinden aan een school. (verzamel de post-its en plak die op de affiche 2.4 onder het juiste onderwerp; de zaken die de groep het belangrijkste vindt, komen zo duidelijk naar voor.

Maak hen erop attent dat iedereen andere zaken heeft omcirkeld en dat de meningen dus verschillen van persoon tot persoon.

Als de woorden die je hebt omcirkeld zich vooral bovenaan bevinden, dan zoek je een warme, gezellige en dynamische school.Woorden die zich rechts onderaan bevinden: je zoekt een school die praktisch moet zijn voor je gezin.Woorden links onderaan: je zoekt een strenge school waar leerstof centraal staat.

Geef alle ouders een document (bijlage 2.3 of 2.4 !differentieer!) mee dat ze kunnen gebruiken wanneer ze op bezoek gaan bij een school of om de informatie die ze vinden via het internet te noteren. Zo kunnen ze verschillende scholen met elkaar vergelijken.

Voor ouders die een lager taalniveau hebben: Bijlage 2.3 Checklist “Hoe kies ik een school “ (Klasse)

Voor sterke ouders die het Nederlands goed beheersen: Bijlage 2.4: Checklist Schoolkieswijzer (Kind en gezin)

Page 13: Schoolwijzer - Onderwijsnetwerk Antwerpen · • Maak kopies van bijlage 2.5 afhankelijk van het niveau van de groep. Indien je wil differentiëren voor een gevorderde groep rond

10

5. hOe KAn iK een Keuze mAKen? wAAr zijn AL De SchOLen geLegen?

Stelling: Ik ken de scholen uit mijn buurt. (Doelstelling 1.8) Laat ouders nogmaals met een groene of rode kaart antwoorden.Er is geen juist of fout antwoord. Koppel hier een oefening aan, om aan te tonen dat er heel veel scholen zijn in Antwerpen/districten. Soms zelfs scholen achter de hoek die ze nog nooit gezien hebben.

2 minuten

Oefening: “Ken je ALLe SchOLen? wAAr zijn ze geLegen? wAt BieDen ze AAn?” (DOeLSteLLing 2.8)

10 minuten

Gebruik de Affiche 2.4 Scholenkaart Antwerpen of projecteer dit plan vanaf de website https://www.scholenzoeker.antwerpen.be

Laat zien hoe je basisinformatie van een school kan vinden op het internet:• Een Antwerpse school: via de website meldjeaan.antwerpen.be/Over. Klik op

“Scholenzoeker”• Een school in de rest van Vlaanderen: gebruik de website www.onderwijskiezer.be

Activiteit:Een ouder uit de groep geeft haar/zijn adres, dit is het vertrekpunt van de zoektocht naar scholen. Kies een school uit de buurt, bekijk het aanbod, methode, opvangmogelijkheden, onderwijsnet .... Kies een tweede school enz. (Doelstelling 2.14)

Je kan pas echt een school kiezen als je weet welke scholen er allemaal zijn!

• Affiche 2.4 Scholenkaart Antwerpen• Bijlage 2.1 Kindjes van 3 verschillende groottes

Benadruk dat elke school andere opvangmogelijkheden heeft, m.a.w. de opvanguren verschillen van school tot school. Sommige scholen werken met een *IBO = initiatief buitenschoolse opvang

Probeer ook een school te zoeken die een “andere” *onderwijsmethode aanbiedt zoals bv Steiner, freinet, ervaringsgericht, ...• Deel bijlage 2.5 Speciale onderwijsmethodes uit om er meer uitleg over te kunnen

geven)• Projecteer slide 7, 8 en 9 van de PowerPoint-presentatie bij les 2

Page 14: Schoolwijzer - Onderwijsnetwerk Antwerpen · • Maak kopies van bijlage 2.5 afhankelijk van het niveau van de groep. Indien je wil differentiëren voor een gevorderde groep rond

11

1 een school uit de buurtVoor Frits (2) denkt mama Brigitte aan een grote school met 12 kleuterklassen. De school is positief gekend in de buurt: ze maakt een goed georganiseerde indruk en er heerst een leuke sfeer voor kinderen. Bovendien is ze vlakbij.De directeur kwam zeer goed over bij de kennismaking. Daarnaast heeft de school veel voorzieningen, zoals een goed zorgteam, een leuke speelplaats met grote bomen en veel zand. De school biedt ook voor- en naschoolse opvang vanaf 7 uur en tot 18 uur aan, ook op woensdagnamiddag en dit is heel belangrijk.Enig nadeel is dat er geen doorstroming is naar een lagere school. Dus binnen 4 jaar zal er opnieuw moeten worden gekozen en dan kan je niet zo makkelijk binnen raken in een basisschool. En er zijn niet zo heel veel autonome lagere scholen in de buurt.

1 een Steinerschool“Ik vind het kunstzinnige heel belangrijk.” Willemien, moeder van Luuk (2) kiest vol overtuiging voor de Steinerschool. “Het hele wezen wordt bij het onderwijs betrokken. Denken, voelen en willen loopt door alle vakken heen; het is niet alleen het hoofd dat aan bod komt.” De Steinerschool spreekt Willemien aan en ze denkt dat het ook bij Luuk past. “Kinderen hoeven nog niets te presteren op de kleuterschool, het spel staat daar nog centraal. Ze kijken naar de eigenheid van het kind en respecteren zijn eigen tempo, ondanks dat het onderwijs meer klassikaal is.”

Het religieuze, het leven met de jaarfeesten, de natuurlijke materialen, het respect voor mensen en natuur, de ouderparticipatie en het duidelijke dagritme waardoor kinderen heel goed weten waar ze aan toe zijn; het zijn allemaal pluspunten, vindt Willemien. “ Dus hebben we het halen en brengen er wel voor over, want de Steinerschool is wel wat verder gelegen.”

3 OpenbloeienKaren, moeder van drie, vertelt het verhaal van Michiel. “Michiel was een verlegen kind, dus wilden we zijn sociale vaardigheden stimuleren. We kozen een school met een eigen onderwijsmethode. Ze doen daar veel aan kringgesprekken en creatieve dingen. Maar Michiel vond het vreselijk, het paste echt niet bij hem. Dus deden we hem naar een andere, meer klassiek gerichte school met klassikaal onderwijs: daar bloeide hij helemaal open. Gewoon rekenen en lezen vond hij heerlijk.”Karen haar jongste twee kinderen zijn hoogbegaafd, zo bleek al vroeg. Voor hen koos Karen juist wel de vernieuwende school. In deze school kunnen ze lekker op hun eigen tempo werken. Ze zitten daar helemaal op hun plaats.

UitlegElke school is anders, elk kind is anders. Kies een school in functie van je kind.Bezoek de scholen. Zo krijg je een beter beeld van de school..

6. VerhALen

Lees ter afsluiting van de les de volgende verhalen/praktijkvoorbeelden voor aan de ouders.

Page 15: Schoolwijzer - Onderwijsnetwerk Antwerpen · • Maak kopies van bijlage 2.5 afhankelijk van het niveau van de groep. Indien je wil differentiëren voor een gevorderde groep rond

7. AchtergrOnDinfOrmAtie Bij LeS 2

*Ervaringsgericht onderwijsErvaringsgericht onderwijs (EGO) is een onderwijsconcept dat ontwikkeld is door Prof. Ferre Laevers in Leuven. Ervaringsgericht onderwijs richt zich op wat er in kinderen omgaat en gaat uit van welbevinden en betrokkenheid.

Betrokkenheid: Men probeert deze te verhogen door rekening te houden met 5 factoren• Sfeer en relatie –> Het is van belang dat kinderen zich veilig en geaccepteerd voelen.• Aanpassing aan het niveau –> Kinderen moeten de uitdaging voor activiteiten voelen.• Werkelijkheidsnabijheid –> Activiteiten die raken aan de leef- en (be)leefwereld van de kinderen

worden als zinvol ervaren.• Activiteit –> Kinderen kunnen niet lang luisteren. Er moet van alles te doen zijn. Rust en activiteit

hoeven elkaar niet in de weg te staan!• Vrij initiatief –> Het gaat erom dat kinderen hun ontwikkelingspotentieel aanspreken. Daarvoor

moeten ze eigen keuzemogelijkheden krijgen.

Welbevinden:Hoe voelt het kind zich op school? Een kind dat zich goed voelt leert sneller.

*OntwikkelingsdoelenOntwikkelingsdoelen zijn minimumdoelen die de leerlingen niet noodzakelijk moeten bereiken, maar die de school wel moet nastreven. In het kleuteronderwijs en in het buitengewoon onderwijs werkt men met ontwikkelingsdoelen.

*EindtermenEindtermen zijn minimumdoelen die leerlingen op een bepaald ogenblik moeten bereiken (bv. op het einde van het lager onderwijs, op het einde van een graad in het secundair onderwijs). Deze werden vastgelegd door de Vlaamse overheid.

*(Onderwijs)nettenMet de onderwijsnetten deelt men de scholen in naar het soort inrichtende macht. Er is dus een verschil in wie het onderwijs organiseert. • het gemeenschapsonderwijs is het onderwijs dat de openbare instelling GO! onderwijs van de

Vlaamse Gemeenschap organiseert. Het gemeenschapsonderwijs is door de grondwet verplicht tot neutraliteit. Het moet de religieuze, filosofische of ideologische overtuiging van de ouders en de leerlingen respecteren.

• het gesubsidieerd officieel onderwijs omvat het gemeentelijk onderwijs, georganiseerd door de gemeenten en steden en het provinciaal onderwijs, georganiseerd door de provinciebesturen. Ook het gesubsidieerd officieel onderwijs moet open staan voor alle levensbeschouwingen.  

• het gesubsidieerd vrij onderwijs is het onderwijs dat op privé-initiatief georganiseerd wordt - dus niet door een overheid. Het vrij onderwijs bestaat hoofdzakelijk uit katholieke scholen. Er zijn echter ook scholen van andere erkende godsdiensten: protestantse, joodse, orthodoxe, islamitische, … En er zijn ook vrije niet-confessionele scholen.

Page 16: Schoolwijzer - Onderwijsnetwerk Antwerpen · • Maak kopies van bijlage 2.5 afhankelijk van het niveau van de groep. Indien je wil differentiëren voor een gevorderde groep rond

*GON-begeleiding:GON staat voor ‘geïntegreerd onderwijs’. Een personeelslid van een school voor buitengewoon onderwijs verzorgt de GON-begeleiding. De begeleiding kan op verschillende manieren gebeuren: bv. hulp aan het kind zelf, ondersteuning van de leerkracht(en), zorgen voor aangepast materiaal ...

*AanmeldsysteemDit is het systeem waarbij ouders voor inschrijving in een school hun kind kunnen aanmelden via de website meldjeaan.antwerpen.be. De ouders kunnen hun voorkeur voor verschillende scholen opgeven in volgorde van belangrijkheid.

*Inclusief onderwijsWanneer een kind met speciale zorgbehoefte (door een mentale, sociaal-emotionele of fysieke handicap) wordt opgenomen in het gewone school (geen buitengewone school) spreekt men van inclusie. Het is dan de bedoeling dat deze leerling deelneemt aan dezelfde activiteiten, maar dan wel op zijn/haar eigen niveau.

*IBO: Initiatief Buitenschoolse KinderopvangEen IBO is een initiatief voor buitenschoolse opvang. Het kind wordt er opgevangen samen met andere kleuters of kinderen van de lagere school. De opvang gebeurt in lokalen die specifiek voor opvang zijn ingericht, voor en na de schooluren en tijdens vakantiedagen. De prijs ligt binnen de wettelijke grenzen. Een IBO is erkend door Kind en Gezin.

*OnderwijsmethodeDe werkwijze die scholen hanteren om ontwikkelingsdoelen en eindtermen te bereiken op basis van een pedagogische en didactische visie op leren.

*MethodescholenZe kijken op een andere manier naar onderwijs dan traditionele scholen, maar moeten ook de einddoelen halen die de overheid voorschrijft. Methodescholen hebben bijvoorbeeld een andere klaspraktijk met andere werkvormen (de manier waarop informatie wordt overgebracht naar het kind zoals: hoekenwerk, contractwerk,…). Zij bieden onderwijs aan volgens een bijzondere of vernieuwende pedagogische en didactische methode en vertrekken vanuit de leefwereld van het kind. In traditionele scholen kunnen ook vernieuwende en activerende werkvormen gebruikt worden. De onderwijs-methode verschilt sterk van school tot school. Methodescholen baseren zich op pedagogische ideeën (Dalton, Freinet, Steiner, Montessori, Jenaplan en Decroly) of werken volgens het model van het ErvaringsGericht Onderwijs (EGO).Meer informatie over methodescholen: open.fopem.be