SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE...

77
SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE BEROEPSGERICHT 2014-2019 Door : J.G.M. Mossel Datum : september 2014

Transcript of SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE...

Page 1: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

SCHOOLPLAN

KENNEMER COLLEGE BEROEPSGERICHT

2014-2019

Door : J.G.M. Mossel Datum : september 2014

Page 2: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Inhoudsopgave

1. Inleiding ………………………………………………………………………………………. 1

2. Onderwijsvisie Kennemer College Beroepsgericht ……………………………………… 2

2.1. Onderwijskundige ontwikkelingen Kennemer College Beroepsgericht …………... 2

2.1.1. Vernieuwing van het VMBO 2016 ………………………………………………. 4

2.2. Waarom doorontwikkeling? …………………………………………………………… 5

2.2.1. Doelstelling met gepersonaliseerd leren (wat willen we bereiken?) ………… 6

2.2.2. Uitgangspunten bij het doorontwikkelen naar gepersonaliseerd leren………. 7

2.2.3. De bouwstenen van onze doorontwikkeling naar gepersonaliseerd leren…... 8

3. GAP analyse van het huidig onderwijs naar gepersonaliseerd leren ………………… 10

3.1. GAP analyse Beroepsgericht ………………………………………………………… 10

3.2. Reflectie op vervolgstappen …………………………………………………………. 11

4. Plan van aanpak ……………………………………………………………………………. 13

5. Human Resource Management (HRM) ………………………………………………….. 14

5.1. De gesprekkencyclus …………………………………………………………………. 14

5.2. De functiemix …………………………………………………………………………… 14

5.3. Scholing ………………………………………………………………………………… 14

5.4. Begeleiding docenten ………………………………………………………………… 15

6. Kwaliteitsbeleid …………………………………………………………………………….. 15

6.1. Gesprekken vaksectie / directie ……………………………………………………… 15

6.2. Leerlingenraad ………………………………………………………………………… 15

6.3. Klankbordgroepen ouders en leerlingen ……………………………………………. 16

6.4. Tevredenheidsenquêtes ouders en leerlingen …………………………………….. 16

6.5. Vensters voor verantwoording ………………………………………………………. 16

7. Zorg en leerlingbegeleiding ………………………………………………….................... 16

8. Burgerschap ………………………………………………………………………………… 16

8.1. Rol van burgerschap ………………………………………………………………….. 16

8.2. Drie domeinen …………………………………………………………………………. 17

8.3. Burgerschapsvorming in school ……………………………………………………... 17

8.4. MaS …………………………………………………………………………………….. 17

8.5. Projecten ……………………………………………………………………………….. 17

8.6. Zsap uren …………………………………………………………………………….. 17

8.7. SoVa ……………………………………………………………………………………. 17

9. ICT ……………………………………………………………………………………………. 18

Bijlage 1: GAP analyse Kennemer College Beroepsgericht …………………………………

Bijlage 2: SOP (Schoolondersteuningsplan) …………………………………………………..

Page 3: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Beleidsvoornemens opleiding Beroepsgericht 2014-2019

1

Inleiding In deze nota beschrijven wij de doorontwikkeling die de Opleiding Beroepsgericht de komende vijf jaar tot stand wil brengen. Deze doorontwikkeling is het logische vervolg op ons vorig schoolplan “Kennemer College Beroepsgericht 2009-2013”. Uitgangspunten blijven het strategisch beleidsplan van het SVOK, de tevredenheidsonderzoeken, het convenant Beter Presteren, de kaders vanuit de prestatiebox en onze eigen ambities.

Het Kennemer College Beroepsgericht is vanaf 2009 actief bezig geweest, binnen de kaders van de notitie ”KoersKeuze Advies” met het motto “de leerling centraal”. Veel van onze daarin beschreven ambities hebben wij kunnen waarmaken en mede daardoor zijn wij er in geslaagd om de voor ons negatieve ontwikkeling v.w.b. het aantal leerlingen om te buigen in een positieve. Een toename van het aantal aanmeldingen van 176 in 2009 naar 247 in 2014. De invoering van o.a. talenturen, remediale band, vakcolleges Techniek en Mens & Dienstverlenen en het programma SDV (zie voor meer informatie hoofdstuk 2), heeft ervoor gezorgd dat wij nu de wind goed in de zeilen hebben. Deze invoering maakt dat ons onderwijs steeds meer bij de leerbehoefte, leertempo en leerstijl van onze leerlingen is komen te staan. Ontwikkelingen die stuk voor stuk puzzelstukjes vormen van meer op de persoon toegesneden onderwijs en waar onze leerlingen positief op reageren. (Zie ons laatste inspectierapport.) Om onze onderwijsambities ook in de toekomst uitvoerbaar en betaalbaar te houden, hebben wij het voornemen om ons onderwijs door te ontwikkelen naar een integraal model van gepersonaliseerd leren, waarin alle onderdelen van het onderwijs elkaar nog meer versterken en de randvoorwaarden stevig verankerd zullen zijn. Opgemerkt dient te worden dat wij ons in dit proces laten inspireren door de mogelijkheid die “de vernieuwing van het VMBO” ons geeft in het aanbod van ons beroepsonderwijs en door het model van Kunskapsskolan. Op termijn streven we naar een eigen integrale aanpak van gepersonaliseerd leren - onderwijs waarin het leren van de leerling echt centraal staat. We beginnen met de beschrijving van ons onderwijskundig beleid (missie/visie) op hoofdlijnen. In hoofdstuk 2 worden de gerealiseerde ontwikkelingen binnen het Kennemer College Beroepsgericht beschreven, volgt er een korte typering van de toekomstige VMBO vernieuwing en een beschrijving van de bouwstenen van een integraal model van gepersonaliseerd leren. Op basis van onze eigen doelstellingen wordt inzichtelijk welke bestaande bouwstenen beter verankerd moeten worden en welke onderwijskundige bouwstenen nieuw toegevoegd gaan worden. Vervolgens wordt op hoofdlijnen aangegeven wat het MT voor ogen heeft om doorontwikkeling richting gepersonaliseerd leren verder te implementeren. Daarnaast zullen in de aansluitende hoofdstukken ook het personeels-, kwaliteits- en zorgbeleid van de opleiding en burgerschap aan de orde komen.

Page 4: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Beleidsvoornemens opleiding Beroepsgericht 2014-2019

2

2. De onderwijsvisie van het Kennemer College Beroepsgericht

Wij hebben een duidelijke missie: ”Wij willen werken vanuit een positief mensbeeld en een sociale grondhouding. Wij willen een kwaliteitsschool zijn, die sterk beroepsgericht is en werkt aan de talentontwikkeling van onze leerlingen”. Daarnaast hebben wij een duidelijke visie op het soort onderwijs dat gegeven moet worden om de hierboven genoemde ambities te kunnen vormgeven. Wij willen positief over onze leerlingen denken en praten en hiernaar handelen. Onze leerlingen zijn doeners, spontaan, direct, praktisch en daarmee onze vaklui in de dop. Wij moeten inspelen op hun behoeften om hun beloften waar te maken. Daarom willen wij die kwaliteitsschool zijn, beroepsgericht met oog voor talent. Kwaliteitsschool Als opleiding willen wij het beste uit onze leerlingen halen. Deze kwaliteit houdt in: duidelijke eisen stellen, goede didactiek en begeleiding met aandacht voor verschillen, aansprekende vakgerichte leerstof, praktische taal- en rekenontwikkeling, objectieve toetsing en goede feedback aan leerlingen en ouders. Het uitgangspunt is het leerproces van de leerling. Beroepsgericht Vakmensen willen mooi werk afleveren. Ze verstaan hun vak. Of het nu gaat om het metselen van een schuur, het bereiden van een 3-gangendiner of het verzorgen van een zieke. Met de juiste mentaliteit, kennis en vaardigheden kunnen ze er veel liefde in leggen. Wij beginnen in het eerste leerjaar aan de beroepsoriëntatie. Leerlingen leren de eigen interesses en capaciteiten ontdekken en werken aan de juiste competenties. Dit houdt in dat wij werk maken van LOB en de doorlopende leerlijnen in samenwerking met het mbo. Wij hebben ons aanbod uitgebreid met het profiel sport, dienstverlening en veiligheid om een bredere groep leerlingen te kunnen aanspreken. Talentontwikkeling Elk kind heeft talenten. Bij onze leerlingen gaat het voornamelijk om vaardigheden zoals o.a. zingen, dansen, tekenen, knutselen, sport, digitale techniek, klussen of algemene zorgzaamheid. Wij willen de leerlingen stimuleren om hun talenten binnen het curriculum van de school en ook bij buitenschoolse activiteiten te gebruiken Door deze stimulans krijgen de leerlingen zelfvertrouwen. Samen werken aan talentontwikkeling vergroot de betrokkenheid van leerlingen bij de school. 2.1. Onderwijskundige ontwikkelingen Kennemer College Beroepsgericht Onze opleiding is ‘een opleiding die kansen biedt’. Wij geven onderwijs, gericht op een specifieke doelgroep en toegesneden op het type leerling dat daarbij past. Iedere leerling krijgt goed onderwijs en professionele aandacht. Ons onderwijs gaat uit van de verschillen tussen leerlingen en speelt optimaal in op recente onderwijsvernieuwingen. (zie Schoolprofiel in Strategisch Meerjarenplan SVOK). De leerling staat centraal binnen de kaders van het curriculum en de maatschappelijke opdracht van de school. Bij de vormgeving van het onderwijs maakt de school graag gebruik van moderne communicatiemiddelen. Wij stellen ons eveneens ten doel leerlingen kennis te laten maken met kunst en cultuur. Daarnaast streven wij ernaar zoveel mogelijk gebruik te maken van hun eigen creativiteit. Om aan bovenstaande doelstellingen gestalte te geven, werken wij voortdurend aan optimalisatie van het onderwijs.

Page 5: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Beleidsvoornemens opleiding Beroepsgericht 2014-2019

3

Onze opleiding kent een teamstructuur en is samengesteld uit vijf teams: team leerjaar 1, team leerjaar 2, team sector Economie, team sector Techniek en het team van de sector Zorg en Welzijn. Elk team, van ongeveer 20 docenten, wordt aangestuurd door een teamleider. De dagelijkse leiding van de opleiding berust bij de opleidingsdirecteur en de vijf teamleiders. Per team volgt een korte opsomming van de gerealiseerde doelen. * Teams leerjaar 1 en leerjaar 2:

- Invoering van de talenturen om tegemoet te komen aan de talenten van onze leerlingen en deze verder uit te bouwen.

- Remediale band (taal- en rekenbeleid). Gerichte aanpak om geconstateerde tekorten op taal- en rekengebied te verkleinen.

- Nieuwe opzet Praktische Sector Oriëntatie (PSO); om de leerlingen nog beter voor te bereiden op hun beroepskeuze.

- Samenwerking met de basisscholen (project IJzersterk); om een betere doorlopende leerlijn voor onze toekomstige leerlingen te creëren.

- Opzet nieuw leerlingvolgsysteem met erkende toetsen; om de vorderingen beter te kunnen monitoren en zodoende optimaal te kunnen inspelen op de leervraag van onze leerlingen.

- Opzet niveaudifferentiatie (BB, KB en TL); om nog beter in te spelen op eventuele niveauverschillen tussen leerlingen en het maximale uit de individuele leerling te kunnen halen.

- Symbioseklas: Samenwerking met het speciaal basisonderwijs, waarbij leerlingen een aantal lessen meedraaien op onze opleiding. Door determinatie krijgen we een duidelijk beeld van de leerling. Belangrijk bij het kiezen van een passend vervolg in het voortgezet onderwijs. Beroepsgericht of Praktijk?

- Schakelklas Praktijkonderwijs / Beroepsonderwijs LWOO; ingesteld voor zwakke leerlingen die een volledig beroepsgericht vakkenpakket niet aan kunnen. Zij volgen het merendeel van hun curriculum op de praktijkschool.

- “Pesten op school” structureel aangepakt (alsook het cyberpesten). - Video-onderwijs n.a.v. het project “leerlingen voor leerlingen”, geïmplementeerd in

het reguliere aanbod, om daardoor meer recht te doen aan de meer visueel ingestelde leerling.

* Team sector Economie:

- Project in één lesruimte (Projectiel). Een onderwijssysteem gebaseerd op uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar 3 en 4. - Vakoverstijgende projecten. - Mavo+. - Examens doen op een hoger niveau. Er worden extra vakken aangeboden buiten

het reguliere programma om, o.a. Spaans, biologie, NASK. - Digitalisering (ELO+PF). - Opzet afdeling SDV (sport, dienstverlening en veiligheid). - Opzetten Leerwerktraject. - Positive behaviour support (PBS).

* Team sector Zorg & Welzijn

- Ontwikkeling van het Vakcollege Mens en Dienstverlenen. - Leerwerktraject en een nauwere samenwerking met het Praktijkonderwijs; om zodoende leerlingen van het Praktijkonderwijs meer de gelegenheid te bieden om diplomagericht te kunnen werken. - Structureel overleg met het NOVA over het Vakcollege en invoering van warme overdracht.

Page 6: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Beleidsvoornemens opleiding Beroepsgericht 2014-2019

4

- Een klein aantal leerlingen volgt in een basisklas een vak op kaderniveau. - Individuele lintstage en stage van twee weken. Horeca - Aanbod van de leerstof wordt beter aangepast aan niveau/capaciteit en tempo van de leerling. - Verdieping van lesstof. - Keuze in lesstof. - Stimulering voor verzwaring van niveau. - Structureel overleg met het NOVA over warme overdracht - Mavo+.

* Team sector Techniek/ISK - Invoering nieuwe organisatiestructuur (techniek breed). - Invoering Vakcollege Techniek evt. aansluiting mogelijk met THBO. - Invoering Vakcollege GL. - Invoering Metalelektro en installatietechniek. - Verbinding met de mavo: Mavo+ en THBO. - Verbinding met Praktijkonderwijs: Leerwerktraject. - Verbinding o.a. door het onderdeel stage met het bedrijfsleven. - Differentiatie (aanleg/capaciteit). - Leerlingen werken vooral zelfstandig aan individuele opdrachten. - Mogelijkheid om buiten lestijd in de praktijkruimtes te werken. - Extra vak buiten de sector op beroepsgericht- of Mavo. - Intensief gebruik van de ELO. - Techniek extra: Doe-middagen met basisscholen, Kartteam, First Electro League Sunriders.

*Opleidingsbreed:

- Invoering Schoolwacht (in het kader van verantwoordelijk zijn voor jezelf, anderen en de omgeving

- Taal- en rekenbeleid - Kopklas - Veiligheid op school - Trajectklas i.p.v. NABOB - Opzet nieuwe zorgstructuur met bijbehorende procedures / protocollen - Opzet lintstage met bedrijven

Met deze invoering zijn wij er in geslaagd om onze doelen (vastgelegd in ons

schoolplan 2009-2013) optimaal gerealiseerd te krijgen.

2.1.1. Vernieuwing van het VMBO 2016

Ruim dertig afdelingsprogramma’s worden in 2016 vervangen door tien profielen bestaande uit een profiel en keuzedelen. Deze profielen maken het nog meer mogelijk onderwijs op maat van de leerling aan te bieden en optimale leerlijnen naar het mbo vorm te geven. De keuzedelen maken verdere verkenning, verdieping en combinaties met logische varianten mogelijk. Profielen zijn verplichte onderdelen in tegenstelling tot de keuzedelen die een aanvulling vormen.

De vernieuwing van het vmbo verplicht ons het huidige aanbod van lesprogramma’s, de inrichting van de praktijklokalen, kennis en scholing van

Page 7: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Beleidsvoornemens opleiding Beroepsgericht 2014-2019

5

docenten, het maken van een lesrooster en de samenstelling van de teams goed te bekijken en daarin keuzes te maken.

De grootste verandering is de keuze die de leerling kan maken uit het aanbod van profielen en keuze delen. Als school behoren wij te bepalen welke profielen en keuzedelen dat kunnen zijn. In alle teams worden de profielen en keuzedelen besproken om zo tot een relevant aanbod van beroepsgericht onderwijs te komen. Afgesproken is dat een keuze past bij het gekozen profiel, het aansluit op het aanbod van de ROC opleidingen in de regio en kansen biedt op regionale arbeidsmarkt.

Consequenties praktijklokalen

De huidige apparatuur van de afdelingen is niet altijd toereikend om de nieuwe programma’s aan te bieden. Naast de aanschaf van de ontbrekende apparatuur zullen aanpassingen van de praktijklokalen noodzakelijk zijn om de leerlingen optimaal te kunnen blijven bedienen.

De gebruikelijke procedure zal hierbij worden gevolgd. . 2.2. Waarom doorontwikkeling

Wij willen doorgroeien van de huidige fase waarin de ‘leerling centraal staat binnen de kaders van onze huidige organisatie’ naar de volgende fase waarin de ‘leerling centraal staat en leidend is voor de organisatie en de bedrijfsvoering’. Aanleiding: De gerealiseerde doelen (zie 2.1) hebben er ook voor gezorgd dat leerlingen nu al vragen om méér en nieuwe mogelijkheden in hun leerontwikkeling en leerroutes. Zij geven aan meer mogelijkheden te willen om hun onderwijs te verzwaren: bij de verzwaarde routes willen ze op verschillende niveaus afsluiten of in een extra vak examen doen.

Zij vragen meer lestijd voor vakken die ze moeilijk vinden. Ze leveren dan tijd in op de vakken waar ze minder moeite mee hebben.

“Passend Onderwijs” is dit schooljaar(2014-2015) ingevoerd. Het verplicht de docenten en het management maatwerk te leveren voor zorgleerlingen.

De vraag om het beschikbaar stellen van onze praktijkruimtes voor de leerlingen van de THBO-route, Praktijkonderwijs, symbiosegroepen en basisscholen maakt de organisatie van het onderwijs steeds complexer.

Nu kunnen wij nog veel verzoeken om faciliteiten flexibel in te zetten honoreren. Maar zoals al eerder is geconstateerd komt de organisatie en de uitvoering van het onderwijsproces, met ons huidige klassikale en frontale instructieonderwijs, inmiddels steeds sterker onder druk en dreigt op korte termijn zelfs onuitvoerbaar te worden. Onze school wil zich houden aan zijn visie. Om docenten in staat te stellen ruimte en aandacht te geven aan de leerlingen, is een aanpassing van de bedrijfsvoering o.i. dus noodzakelijk.

Een volgende stap naar een situatie waarin de onderwijskundige visie, de organisatie en de bedrijfsvoering elkaar versterken, is hierin cruciaal.

Wij moeten aan een aantal randvoorwaarden voldoen om toekomstige ontwikkelingen binnen de school vorm te kunnen geven. We willen vasthouden aan de visie dat leerlingen bij ons optimale kansen krijgen.

Page 8: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Beleidsvoornemens opleiding Beroepsgericht 2014-2019

6

Om deze visie en onze ambities waar te kunnen maken, kiezen we voor een meer integraal model van gepersonaliseerd leren. Uit deze keuze vloeit ook een versterking van de samenwerking binnen onderdelen van de organisatie voort.

2.2.1. Doelstelling gepersonaliseerd leren? Onze visie vertaalt zich in maatwerk. We zijn een school waar de leerling zich gekend, gewaardeerd en veilig voelt. Daarbij hoort talenten herkennen en gericht ontwikkelen. We richten ons met ons onderwijs op leeropbrengsten en goede doorstroom/uitstroomresultaten, met het oog op kansen in de maatschappij.

De huidige onderwijsresultaten zijn goed; slagingspercentages, rendementen en percentages van voortijdig schoolverlaten voldoen ruimschoots aan de eisen die het Ministerie van Onderwijs stelt. Maar kijken we naar het succes van de leerlingen in het vervolgonderwijs en de verzwaarde eisen die men stelt aan Taal- en Rekenonderwijs, dan valt er nog winst te behalen. Wanneer we de leerlingen eigenaar maken van hun eigen leerproces, neemt het leerplezier toe. Ook daar zit ruimte voor ontwikkeling en verbetering. Het optimaliseren van het onderwijs om nog beter aan te sluiten bij de behoeften van de individuele leerling (zie 2.1).

Onderstaand tekstvak toont drie verschillende onderwijsmodellen;

Onze huidige onderwijsontwikkelingen bevinden zich vooral op het niveau van

geïndividualiseerd en gedifferentieerd leren. Daarmee kunnen we onvoldoende voorzien

in de leerbehoeften van de leerlingen en hebben wij de grenzen van het haalbare

bereikt.

Volgens Sander Dekker staatssecretaris van OCW, is goed onderwijs gebaat bij een

ambitieuze cultuur, waarin prestaties worden gestimuleerd, gewaardeerd en beloond. In

zijn kamerbrief schrijft hij: “Wil Nederland zich internationaal met de top kunnen meten, dan moeten we blijven investeren in kennis en

vaardigheden. Dat begint op school, op jonge leeftijd met het motiveren van onze leerlingen om hun grenzen te blijven

verleggen. Ongeacht wat ze willen worden – arts of automonteur, manager of metselaar, professor of profvoetballer.

Toptalenten komen we tegen op alle niveaus. Niet alleen in het basisonderwijs of op het vwo, maar ook op de havo en

het vmbo zitten leerlingen met uitzonderlijke kwaliteiten. Deze talenten moeten we koesteren en bevorderen. Onze

beste leerlingen krijgen nu niet altijd de kansen die ze verdienen. Het is tijd dit fundamenteel te veranderen. (….) Het

lukt alleen als alle partijen zich hiervoor inzetten en hun verantwoordelijkheid nemen. Als bestuurders bereid zijn om te

blijven zoeken naar slimme oplossingen in onderwijsaanbod, ook over de grenzen van sectoren heen. Als leraren en

ouders hun leerlingen en kinderen blijven motiveren, ook als ze al een 7 halen. Als leerlingen bereid zijn om de lat

hoger te leggen dan bij een voldoende. Als ook het bedrijfsleven en gemeenten kijken hoe zij kunnen bijdragen aan het

bieden van uitdagend onderwijs”.

Geïndividualiseerd leren: de manier van leren is voor de hele klas gelijk. De leraar zorg voor extra ondersteuning voor de individuele leerling die behoefte heeft aan een andere vorm van instructie binnen de groep. Voor diegene worden ook aanpassingen gedaan in de te behalen doelen. Gedifferentieerd leren: de leraar geeft instructie aan groepen leerlingen waarbij de instructie en gebruikte materialen zijn aangepast op de leerbehoefte van de verschillende groepen. Leerdoelen zijn voor deze groepen wel gelijk. Gepersonaliseerd leren: leerling heeft hierbinnen zelf de ruimte om het leren te sturen, verbindt het leren met eigen interesses/talenten, leerling heeft eigen verantwoordelijkheid in het leren en ontwikkelt bijv. ook vaardigheden om geschikte hulpmiddelen te kiezen die het leren vergroten. Alles diplomagericht en waarbij de monitoring etc. van het leerproces van de leerling bij de docent komt te liggen.

Page 9: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Beleidsvoornemens opleiding Beroepsgericht 2014-2019

7

Ook minister Bussemaker van OCW pleit ervoor dat instellingen zelf bepalen wat de

gewenste onderwijskwaliteit moet zijn en voorziet een groei naar ‘flip the system’.

Recent zei ze daarover het volgende in de kamer: "Niet meer inspectie en OCW bepalen het onderwijs, maar de docenten moeten zelf het initiatief en de ruimte nemen

om het onderwijs te bepalen. Er is veel meer ruimte dan soms gedacht wordt!”.

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) stelt in zijn nieuwe advies

aan het kabinet ‘Naar een lerende economie. Investeren in het verdienvermogen van

Nederland’ dat het onderwijs radicaal anders moet teneinde de welvaart van Nederland

te behouden. Onderwijsinstellingen behoeven een stevige kwaliteitsimpuls, omdat hun

niveau achter dreigt te gaan lopen bij dat van het onderwijs in andere landen. Deze

voorbeelden tonen dat ook de politieke en maatschappelijk denkrichting gaat naar het

verder benutten van individuele talenten in het onderwijs. Wij zijn er van overtuigd dat

het doorgroeien naar gepersonaliseerd onderwijs dé oplossing biedt om haar ambities te

realiseren.

In de volgende paragraaf wordt het concept gepersonaliseerd leren nader getypeerd.

Met de doorontwikkeling naar gepersonaliseerd onderwijs beogen wij concreet:

- Haar leerlingen optimaal voor te bereiden op het vervolgonderwijs en het succesvol

functioneren in de maatschappij, door leerlingen te leren doelen te stellen, keuzes te

maken en de regie over hun ontwikkeling te nemen. Op die manier ontwikkelt de

leerling zich completer en is de aansluiting naar vervolgopleiding en maatschappij

beter;

- Haar leerlingen individueel maatwerk te bieden, passend bij hun mogelijkheden,

wensen en leerstrategie;

- Haar leerlingen meer verantwoording te geven over het eigen leren, ingebed in een

strakke, heldere structuur, waardoor keuzes van leerlingen leiden tot optimale

successen aangaande diplomering en vervolgopleiding.

Verwachte gunstige neveneffecten hiervan zijn dat:

- De uitval van leerlingen en docenten nog meer vermindert door de verhoging van het

leer- en werkplezier;

- Er zich minder incidenten voor zullen doen, aangezien leerlingen eerder leren zelf

verantwoordelijkheid te nemen en keuzes te maken;

- Leerlingen een hoger cognitief en sociaal-emotioneel eindniveau bereiken;

- De aantrekkingskracht van het Kennemer College Beroepsgericht voor leerlingen en

ouders groter wordt.

2.2.2. Uitgangspunten bij het doorontwikkelen naar gepersonaliseerd leren

Bij het door ontwikkelen hanteren wij de volgende uitgangspunten:

1. De onderwijskundige visie en uitgangspunten zijn voor alle teams in de opleiding

gelijk.

2. Hoe gepersonaliseerd leren voor de vijf teams precies ingevuld en georganiseerd

wordt, hoeft niet gelijk te zijn. Immers, we gaan uit van de behoefte van de leerling .

Vanzelfsprekend verschillen de eisen en kaders van het onderwijs binnen de

Page 10: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Beleidsvoornemens opleiding Beroepsgericht 2014-2019

8

sectoren (bijv. niveaueisen). Waar zinvol en mogelijk, zal van elkaars ervaring en

mogelijkheden geleerd en geprofiteerd worden. Het gekozen uitgangspunt “de

leerling staat centraal” en de toegepaste bouwstenen zijn gelijk.

3. Elk team zit in een eigen fase en doorloopt zijn eigen ontwikkeltraject. Het plan van

aanpak moet hier ruimte aan geven. Alleen op die manier kan de opleiding een

lerende organisatie zijn.

4. Bij de keuze voor doorontwikkelen van ons onderwijs, hoort een andere wijze van

organisatie. De leerling is verantwoordelijk voor het eigen leerproces en de docent is

als coach een sturende factor. Docenten kunnen met gepersonaliseerd leren terug

naar de kern van hun vak: het begeleiden van leerlingen in hun leerproces en het

overdragen van hun (kern)vak.

2.2.3. De bouwstenen van onze doorontwikkeling naar gepersonaliseerd leren

Het management van het Kennemer College VMBO/PRO is voor gepersonaliseerd leren

in contact gekomen met het Zweedse model Kunskapsskolan. De onderwijskundige

uitgangspunten van dit model komen overeen met die van ons. Wij hebben ons laten

inspireren door het model van Kunskapsskolan om voort te bouwen op de gaande

ontwikkelingen en te komen tot een eigen integrale aanpak en invulling van

gepersonaliseerd leren. Eigen ervaringen binnen de school zijn de basis en het leren van

de leerling is het startpunt.

Het leren van de leerling

Het onderwijs sluit zoveel mogelijk aan bij de unieke ambities en behoeften van de

leerling. Bij iedere leerling wordt een persoonlijke leerstrategie opgesteld waarin lange

termijn doelen zijn benoemd. De docent geeft zowel instructie als ondersteuning aan de

leerlingen.

De docent helpt leerlingen bij hun lange- en kortetermijn doelen en bespreekt wekelijks de

voortgang. Het lesmateriaal, de leeromgeving en het curriculum zijn afgestemd op de

student om deze zo optimaal mogelijk te laten leren!

Bouwstenen van gepersonaliseerd leren

1. Persoonlijke doelen en leerstrategie: Bij de start van het onderwijs worden

langetermijndoelen opgesteld en wordt het startniveau van de leerling bepaald. Op

basis daarvan wordt een persoonlijke leerstrategie bepaald.

2. Coaching: Studenten worden ondersteund door een persoonlijke coach, die iedere

week minimaal 15 minuten samen met een student een voortgangsgesprek voert. Het

doel van de coaching momenten is om de leerling zo optimaal mogelijk te

ondersteunen bij zijn/haar leerproces. Er staan de docenten verschillende tools voor

coaching ter beschikking; persoonlijke coachingssessies, een logboek,

ontwikkelgesprekken, een individueel studieplan en het educational documentation

system (EDS).

3. Docentrollen: Docenten geven les in een specifiek vak en begeleiden daarnaast een

vaste groep leerlingen als studiecoach. Elke docent is pedagogisch en didactisch

onderlegd en een professioneel volwassene (‘general teacher’).

Page 11: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Beleidsvoornemens opleiding Beroepsgericht 2014-2019

9

4. Curriculum: Alle vakken worden verdeeld over stapsgewijze lessen of thematische

blokken. Zowel inhoud als beoordeling van lesstof is afgestemd op vooraf opgestelde

kwalificatie-eisen.. De stapsgewijze opbouw van het curriculum bevorderd het leren in

eigen tempo en het studeren op eigen niveau.

Op deze manier kan een ‘snelle’ leerling snel door de lesstof heen lopen, terwijl een

‘langzame’ leerling de kans krijgt om extra tijd te besteden aan het vak.

5. Persoonlijk tijdschema en werkvormen: Iedere student heeft een persoonlijk tijdschema

dat bepaalt hoe deze student tijd gaat besteden aan de hand van persoonlijke

leerdoelen en een leerstrategie. De leerling bepaalt samen met de coach welke

activiteiten (workshop, seminar, lab, coaching, hoorcolleges, communicatiesessies,

etc.) relevant zijn om de persoonlijke leerdoelen te halen. De geplande activiteiten en

de resultaten worden door de leerling bijgehouden in een persoonlijk logboek.

6. Leerportaal: In The Learning Portal vinden leerlingen lessen, persoonlijke doelen,

opdrachten, leerteksten, afbeeldingen, links en verder alles wat met leren te maken

heeft. Het portaal is een belangrijk middel bij het gepersonaliseerd leren. Het geeft de

leerlingen een breed aanbod (?) waar ze zelf uit kunnen kiezen. Het leerportaal is een

cloud-oplossing en daardoor op iedere plek en op ieder moment beschikbaar. In de les,

op het schoolplein en ook thuis, kan op The Learning Portal worden ingelogd.. Voor de

docenten is het leerportaal een ondersteuning om met/voor leerlingen de juiste

werkvormen en inhoud te kiezen.

7. Ruimte en faciliteiten: De leeromgeving is specifiek ontworpen om bepaalde doelen

haalbaar te maken. Te denken valt aan stilteruimtes, overlegruimtes en

instructieruimtes.

NB: Gepersonaliseerd leren is niet hetzelfde als “Iederwijs” of andere vormen van

vernieuwingsonderwijs. De manier waarop we met Gepersonaliseerd Leren de lesstof

aanbieden, verschilt wel wezenlijk van de klassikale en frontale wijze waarop dat nu

geschiedt. Leerlingen worden eigenaar van het eigen leerproces.

Zij dragen daar de verantwoordelijkheid voor en werken zelfstandig aan hun persoonlijke doelen. Deze vorm van ‘vrijheid in gebondenheid’ gedijt bij een duidelijke structuur van bouwstenen. De school bepaald het aanbod en biedt faciliteiten, de leerlingen bepalen, met ondersteuning van hun coach, daarbinnen hun eigen weg en de docenten begeleiden en beoordelen.

Synergie en onderlinge samenhang

Binnen deze integrale aanpak, versterken en sterker nog faciliteren de verschillende bouwstenen elkaar. Een goed ontworpen en trapsgewijs curriculum en een goed gevuld leerportaal zijn cruciaal voor de overige bouwstenen. Dit is het fundament onder de persoonlijke leerdoelen en leerstrategieën. Het vormt de menukaart waaruit de leerling met ondersteuning van de coach kan kiezen.

Het aanwezig zijn van goede en dekkende leermaterialen in het leerportaal bespaart de docent veel tijd en energie in het voorbereiden van lessituaties. Mede hierdoor verwerft de docent de tijd die ingezet wordt voor de individuele coaching van leerlingen en verwerft de organisatie ruimte om e.e.a. anders te organiseren.

Page 12: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Beleidsvoornemens opleiding Beroepsgericht 2014-2019

10

3. GAP analyse van het huidig onderwijs en de doorontwikkeling naar

gepersonaliseerd leren

In het vorige hoofdstuk zijn de gaande onderwijskundige ontwikkelingen van de opleiding

getypeerd en scherper neergezet. De opleiding groeit door van een fase waarin de “leerling

centraal staat binnen de kaders van onze huidige organisatie” naar een volgende fase

waarin de “leerling centraal staat en leidend is voor de organisatie en bedrijfsvoering”.

In dit hoofdstuk gaan we dieper in op de huidige situatie en de gewenste situatie van de

onderwijskundige en organisatorische kanten van het onderwijs. Hiermee wordt een eerste

globale GAP analyse gemaakt. Een dergelijke analyse geeft input voor de te nemen

vervolgacties.

3.1. GAP analyse van de opleiding

In bijlage 2 is van de opleiding een overzicht gemaakt van de huidige situatie per

bouwsteen van het concept gepersonaliseerd leren. Daarin worden steeds de huidige

ontwikkelingen getypeerd, ervaringen en knelpunten belicht en de ambitie voor de

toekomst weergegeven. De input hiervoor komt uit diverse (beleids)documenten en van

de opleiding. Hieronder volgt eerst een korte samenvatting.

Nota bene: Er wordt een globaal en generiek beeld geschetst. Dit doet per definitie

onvoldoende recht aan diverse initiatieven en docenten.

De opleiding bestaat uit 5 teams (2 onderbouw, 3 bovenbouw). Elk team bevindt zich in

een andere situatie en fase van ontwikkeling. Een eenduidig beeld is dan ook lastig te

geven.

Binnen de sectoren Techniek, Zorg en Welzijn, Horeca en Economie wordt op

verschillende manieren gewerkt aan het zelfstandiger werken van de leerling en het

modulair opbouwen van het onderwijs. De Vakcolleges Techniek en Mens en

Dienstverlenen naast Projectiel, de Trajectklas en de Internationale schakelklassen en de

kopklas, lopen daarin voorop. Echt versnellen of vertragen op onderdelen is nog niet

mogelijk: dit loopt vast op de huidige onderwijsstructuur en organisatie. Wel doen een

groot aantal leerlingen extra vakken naast de verplichte vakken.

Docenten zijn goed gericht op de relatie met de leerling: er vindt veel coaching plaats

maar vooral in klassenverband. Daardoor is deze nog onvoldoende effectief en niet

doelgericht op het leren van de individuele leerling. De lessen zijn goed ingevuld en de

docenten houden daarbij rekening met de niveauverschillen tussen de leerlingen.(zie

laatste inspectierapport). Echter de huidige onderwijskundige ontwikkelingen, zijn nog

onvoldoende goed met elkaar verbonden en geïnternaliseerd bij docenten en organisatie.

Hierdoor gaat het samenspel van bouwstenen stroef. Het zijn immers optimalisaties

binnen de huidige structuur en daar is de rek uit. Alles is nog roostergericht en daarmee

staat de leerling nog niet centraal genoeg. In Projectiel, de internationale schakelklassen,

kopklas en zeer zeker in de Trajectklas wordt het onderwijs wel enigszins

gepersonaliseerd vormgegeven. In de laatst genoemde klas kan het hele jaar in en

uitgestroomd worden en kan er dus per leerling een aanpak bepaald worden.

Page 13: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Beleidsvoornemens opleiding Beroepsgericht 2014-2019

11

Visueel weergegeven

Hieronder hebben wij het verschil tussen de huidige en gewenste situatie gescoord op

een vijfpuntsschaal, per bouwsteen van gepersonaliseerd leren.

Legenda:

1. = Ontbreekt/nog geen visievorming gestart/nog geen ervaring mee opgedaan

2. = Gestart met visievorming/gestart met ervaring opdoen of experimenten

3. = Visie is ontwikkeld en de invulling wordt ontworpen en ontwikkeld

4. = Visie is vastgesteld in goede samenhang met andere bouwstenen, de invulling is

ontworpen en wordt uitgevoerd voor 1e keer.

5. = Gewenste eindsituatie is volledig geïmplementeerd en wordt geëvalueerd.

3.2. Reflectie op vervolgstappen

Binnen onze opleiding neemt de intrinsieke prikkel en ambitie toe om te komen tot een

vorm van gepersonaliseerd onderwijs. Zeven bouwstenen zijn daarin essentieel: mits

deze goed ontwikkeld zijn in onderlinge samenhang, zal het leiden tot een integrale en

efficiënte aanpak. Voor de teams, als in het geheel, geldt dat er nog veel doordacht en

ontwikkeld zal worden. Deze paragraaf gaat in op enkele achterliggende overwegingen.

0

1

2

3

4

5

Persoonlijkedoelen en

leerstrategieën

Coaching

Curriculumtrapsgewijs

Docent rollenPersoonlijkerooster en

werkvormen

Learning portal

Ruimte/faciliteiten

Gepersonaliseerd leren

KC PRO/LWOO

KC Beroepsgericht

KC Mavo

Page 14: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Beleidsvoornemens opleiding Beroepsgericht 2014-2019

12

In par. 2.3 zijn enkele uitgangspunten benoemd voor het doorontwikkelen richting

gepersonaliseerd onderwijs. Bij het vormgeven daarvan is het volgende van belang:

1. Het hebben van een leerportaal met goede content is een hefboom om de tijd en

ruimte te creëren voor docenten om zich te focussen op hun kerntaken

(kernvakdocent, coach en pedagoog). De aanwezigheid van een goed gevuld

leerportaal ontzorgt en faciliteert de docent (lesvoorbereidingen kosten minder tijd).

Het leerportaal maakt het mogelijk om met leerlingen eigen leerroutes en een eigen

tempo af te spreken, het leerportaal maakt het ook mogelijk om de ontwikkeling van

de leerling te toetsen en te monitoren. Daarmee is het leerportaal een cruciaal

element om te komen tot het vormgeven van een stapsgewijs curriculum en het

bepalen van leerroutes en persoonlijke roosters van leerlingen. Hiermee geeft het ook

zicht op de gewenste docentrollen per thema. Het leerportaal met goede content

draagt als het ware het gepersonaliseerd onderwijs als een fundament. Het geeft

zowel structuur aan de inhoud als aan het systeem. In het plan van aanpak dient hier

dan ook expliciet rekening mee te worden gehouden.

2. Aangezien de zeven bouwstenen van gepersonaliseerd leren samen tot synergie

leiden, is het van belang dat de opleiding goed verankerd dat er een integraal

onderwijsconcept (pedagogische didactische visie en uitgangspunten) per team

uitgewerkt wordt en dat deze concepten van de vijf teams goed onderling

samenhangen. Leerlingen worden uitgedaagd tot en beloond voor hogere resultaten.

3. Voor het daadwerkelijk internaliseren van gepersonaliseerd leren binnen de

opleiding, is het van belang dat iedere docent steeds duidelijk voor ogen houdt

waarom we dit willen (zie h.2). Wat betekent dit voor leerlingen en wat beogen we

ermee? Ondanks het feit dat gepersonaliseerd leren voortbouwt op al gaande

ontwikkelingen en ambities, is het in de kern toch een paradigmashift (of het anders

gaan denken over onderwijs) voor docenten die van invloed is op hun primaire

onderwijstaak (van ‘rooster centraal’ naar ‘leerproces centraal’). Onderwijs is en blijft

mensenwerk. Versterking van de kwaliteit van het onderwijs kan niet losgezien worden

van het versterken van de docenten en het MT. In de kern staan in het denken en

handelen van de docenten nog de exameneisen en het rooster centraal omdat dit de

huidige kaders vormen. Met het centraal zetten van de leerling, moeten docenten ook

de slag maken om de leerlingen meer vertrouwen en respect te geven. Anders blijft

het gepersonaliseerd leren een lege huls of een truck en mist het zijn elan en effect

voor zowel leerling als docent. De omslag in denken en doen zal meerdere jaren tijd

vergen.

4. Elke team zit in een eigen fase en doorloopt zijn eigen ontwikkeltraject. Het plan

van aanpak moet hier ruimte aan geven. Alleen op die manier kan de opleiding een

lerende organisatie zijn waarin van elkaar en van externe ontwikkelingen geleerd

wordt.

4. Plan aanpak

Page 15: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Beleidsvoornemens opleiding Beroepsgericht 2014-2019

13

Met dit Plan van Aanpak nemen wij het initiatief en de verantwoordelijkheid om te komen tot

gepersonaliseerd onderwijs, door te kiezen voor een andere wijze van organisatie van het

onderwijs. Hierdoor komt de druk die nu momenteel meekomt met het centraal stellen van de

leerling niet meer bij de docent te liggen. Docenten moeten zowel in het ontwikkelen van

gepersonaliseerd leren als in de uiteindelijke uitvoering terug naar de kern van hun vak: het

begeleiden van leerlingen in hun leerproces en het overdragen van hun (kern)vak.

Wij volgen hierin een organische ontwikkel- en implementatiestrategie, d.w.z. door

docenten te stimuleren en ondersteunen om in hun professionaliteit de juiste initiatieven te

nemen. Nieuwe initiatieven mogen op de werkvloer ontstaan en ideeën verkend worden. Het

invoeren van gepersonaliseerd leren is een complex geheel aangezien vrijwel alle aspecten

van het onderwijs en de onderwijsorganisatie erdoor geraakt worden. Ondanks de grote

mate van flexibilisering die het biedt in de onderwijsuitvoering, liggen er degelijke

uitgangspunten en structuren aan ten grondslag, die onderling afgestemd zijn. Het

doorontwikkelen en daadwerkelijk realiseren van gepersonaliseerd leren vergt dan ook een

aanpak met goede structuur, onderlinge afstemming en de nodige checks en balances.

Vandaar dat wij kiezen voor een projectmatige aanpak. Binnen de deelfasen en

projectactiviteiten is er ruimte voor visievorming, pilots en ontwikkeling. Door dit te

combineren met een stevige PDCA-cyclus, wordt verankerd dat alle projectactiviteiten tot

een expliciet resultaat leiden en daarmee input vormen voor de volgende ontwikkelstappen

en – waar nodig - tussenliggende besluitvorming. Naast de aandacht die er binnen een

onderwijsinstelling van nature is voor de inhoud, dwingt projectmatig werken om expliciet

aandacht te hebben voor het proces. Op die manier wordt zo effectief mogelijk (samen)

gewerkt, optimaal kennis gedeeld en kennis vermenigvuldigd.

Bij deze projectmatige aanpak zullen alle teams de hierna genoemde fases doorlopen:

1.Orientatie en ambitievorming

2. Voorbereiding ontwikkeling naar gepersonaliseerd leren

3. Werkgroepen en pilots gepersonaliseerd leren

4. Implementatie gepersonaliseerd leren

5. Uitvoering en evaluatie gepersonaliseerd leren

Nb. Waarbij vermeldt dient te worden dat de huidige onderwijskundige ontwikkelingen en

nieuwe initiatieven, worden gecheckt op geschiktheid binnen de kaders van

gepersonaliseerd leren.

Page 16: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Beleidsvoornemens opleiding Beroepsgericht 2014-2019

14

5. Human Resource Management (HRM)

5.1. De gesprekkencyclus Voor de professionalisering van het personeel maken we gebruik van een aantal instrumenten. Vanaf het schooljaar 2010-2011 is de gesprekkencyclus ingezet. Individuele gesprekken met collega’s, om vast te stellen wat hun persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) is en om te kijken hoe ze dat plan, eventueel met behulp van scholing en coaching gaan vormgeven, maar ook om te kijken hoe iemand functioneert. In het schooljaar 2011-2012 is de gesprekkencyclus als pilot gelinkt aan de competentiemonitor, een softwareprogramma dat er voor zorgt dat afspraken van docenten via de mail gemaakt kunnen worden en dat verslagen vervolgens in het portfolio van de docent worden opgeslagen. Uiteindelijk zal dit totale dossier het bekwaamheidsdossier gaan vormen. Vanaf 2012-2013 is de competentiemonitor een vast instrument dat gebruikt wordt bij het plannen van de gesprekken, het uitzetten van enquêtes bij leerlingen en collega’s, en bij beoordeling door de leidinggevende. Aan het eind van 2012-2013 heeft ieder personeelslid een POP-gesprek en voortgangsgesprek gehad. Het POP ligt vast in het dossier van het desbetreffende personeelslid en hieraan worden acties gekoppeld op het gebied van scholing, coaching of andere vormen van professionalisering. Aan het eind van schooljaar 2013-2014 zal met iedereen een evaluatiegesprek hebben plaatsgevonden. Tijdens en na het traject zal de gesprekkencyclus geëvalueerd worden. Daar waar noodzakelijk zal de cyclus bijgesteld worden. 5.2. De functiemix Vanaf het schooljaar 2010 zijn we gestart met de functiemix. De functiemix is door het SVOK ingezet om een kwaliteitsslag te maken. Excellente docenten hebben vanaf dat schooljaar kunnen solliciteren naar een LC-functie. De criteria en de procedure van de functiemix is vastgesteld in een procedure door het CMT en de MR/GMR. Inmiddels zijn er 5 rondes geweest. Met behulp van de gesprekkencyclus wordt gekeken of de docent die in een LC-schaal benoemd is nog steeds de werkzaamheden uitvoert die bij een LC-schaal horen. Ook in dit geval kan scholing of coaching een middel zijn om de collega’s verder te ondersteunen in zijn/ haar professionalisering. In 2014-2015 zal er afhankelijk van de middelen opnieuw een ronde plaatsvinden. 5.3. Scholing Scholing moet bijdragen aan het doorontwikkelen van de opleiding naar gepersonaliseerd leren. Scholing wordt ingezet om de deskundigheid van het personeel (OOP, OP, MT en directie) continue te blijven ontwikkelen. Hierbij maken we een onderscheid in scholing die gerelateerd is aan de ontwikkeling van het onderwijs binnen de school en individuele deskundigheidsbevordering. Het aanbod van en de investering in scholing wordt getoetst aan de hand van twee gegevens: - De door school vastgestelde doelen. Deze doelen staan geformuleerd in de diverse

beleidsplannen van het SVOK, KC-breed, KC- vierhoek en de opleiding KC-Beroepsgericht.

- De behoefte van de medewerkers, geïnventariseerd in de gesprekkencyclus en verwoord in de POPs. In het overzicht van het scholingsplan hebben we een onderverdeling van onderwerpen gemaakt waardoor duidelijk wordt hoe de scholingsgelden worden ingezet. Het gaat om de volgende onderwerpen: - Organisatie - Kwaliteit - Onderwijsvernieuwingen en -ontwikkelingen - Onderwijs (vak gerelateerd)

Page 17: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Beleidsvoornemens opleiding Beroepsgericht 2014-2019

15

- ICT - (leerlingen)Zorg

Naast de gelden van de lerarenbeurs zullen ook de scholingsgelden die de school al op reguliere basis in de bekostiging heeft opgenomen en de gelden vanuit de prestatiebox worden ingezet om de kwaliteit van de docenten en het management team te verbeteren.

5.4. Begeleiding docenten Sinds 2009-2010 zijn we gestart om de beginnende docenten professionele begeleiding aan te bieden door het DOT team (Docenten-Ondersteunings-Team) en externe coaches. Behalve beginnende docenten hebben we gemerkt dat er inmiddels ook groepen docenten zijn die behoefte hebben om met elkaar ervaringen uit te wisselen. Een aantal keer per jaar wordt er een intervisie bijeenkomst georganiseerd. Nieuw in het geheel zijn de externe coaches die we zo nu en dan invliegen om te kijken of we docenten die daar behoefte aan hebben kunnen ondersteunen bij het klassenmanagement en hun pedagogisch didactische aanpak.

6. Kwaliteitsbeleid In het kader van kwaliteitsverbetering in het onderwijs worden de scholen verplicht opbrengstgericht te gaan werken. We laten dat bij elk proces naar voren komen door te werken met de PDCA-cyclus (Plan-Do-Control-Act). Om de onderwijsontwikkelingen goed te kunnen evalueren zullen we ook gebruik gaan maken van klankbordgroepen samengesteld uit ouders en leerlingen.

6.1. Gesprekken vaksectie/directie Elk jaar zal er een gesprek plaatsvinden met de vaksectie waarin de resultaten van het vak besproken worden. Het gaat in dit geval om de resultaten in alle leerjaren en specifiek over de eindexamenresultaten. De cijfers behaald op het SE en het CSE zullen met elkaar vergeleken worden of er niet een te groot gat zit tussen beide. De cijfers zullen ook vergeleken worden met de landelijke gemiddelden. Als blijkt dat er een te groot verschil zit tussen de cijfers of er wordt “onder” gepresteerd zal aan de vakgroep gevraagd worden een analyse te maken en een plan van aanpak te schrijven hoe de vaksectie denkt deze problematiek aan te pakken. Mocht het zo zijn dat de resultaten van een vak dusdanig afwijken in een jaar dat er een problematische situatie dreigt te ontstaan, dan zal de cyclus geïntensiveerd worden. Dat kan betekenen naar 1x per jaar of mogelijk frequenter. Dit zal afhankelijk zijn van de problematiek. De plannen van aanpak zullen geëvalueerd worden en daar waar nodig bijgesteld. 6.2. Leerlingenraad In het schooljaar 2014-2015 zal er een volwaardige leerlingenraad worden opgericht. Doel: de leerlingen betrekken bij het onderwijsproces en de algemene gang van zaken op school, om de kwaliteit van het onderwijs te vergroten. Hoe: vanuit ieder leerjaar zullen er 2 of 3 leerlingen het leerjaar vertegenwoordigen. Er zullen twee collega’s zijn die de leerlingenraad ondersteunen. De leerlingen kunnen zelf gesprekonderwerpen inbrengen of kunnen hun mening geven over de gespreksonderwerpen die door de collega’s worden ingebracht. 3x per jaar zal de directie met de leerlingen een gezamenlijke lunch gebruiken om met de leerlingen van gedachte te wisselen en te kijken hoe zij de inbreng van de leerlingen kan verwezenlijken. Resultaat: 1ste stap: Leerlingen enthousiasmeren en het gevoel geven dat zij zelf invloed kunnen uitoefen op hun eigen leerproces. Mogelijk leerling enthousiasmeren om ook plaats te nemen in de MR. 2e stap: leerlingen vinden het vanzelfsprekend dat zij als gesprekspartner fungeren voor het MT en invloed kunnen uitoefenen op het onderwijsproces.

Page 18: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Beleidsvoornemens opleiding Beroepsgericht 2014-2019

16

Evaluatie: Aan het eind van ieder jaar zal er een evaluatieverslag gevraagd worden van de leerlingenraad die tijdens de laatste lunch met de directie besproken wordt. Dit om te kijken of alle partijen tevreden zijn over de werking van de leerlingenraad en daar waar mogelijk bij te stellen. 6.3. Klankbordgroepen ouders en leerlingen Doel: de onderwijskundige doorontwikkeling richting gepersonaliseerd leren met ouders en leerlingen te monitoren om daar waar nodig bij te stellen en zodoende optimaal te ontwikkelen. Hoe: er zal een klankbordgroep worden samengesteld. De verantwoordelijke projectleider zal na ieder periode het proces evalueren. Behalve inhoudelijk zal ook gekeken worden naar het pedagogisch didactische klimaat. Resultaat: de resultaten van de evaluatie zullen verwerkt worden in het bijstellen en aanscherpen van de doorontwikkeling. 6.4. Tevredenheidsenquêtes ouders en leerlingen Om het jaar wordt er een tevredenheidsenquête afgenomen onder de ouders en de leerlingen. Doel: Inzicht krijgen in waar de ouders en leerlingen wel en niet tevreden over zijn. Resultaat: de goede zaken borgen en de slechte zaken uitzetten in een plan van aanpak om tot verbetering te komen. Evaluatie: de evaluatie zal in principe plaatsvinden aan de hand van de eerstvolgende tevredenheidsenquête. Deze zorgt er voor dat we inzicht krijgen of het plan van aanpak heeft gewerkt. Zo ja, borgen van de resultaten. Niet, het plan van aanpak bijstellen. 6.5. Vensters voor verantwoording De resultaten uit de vensters voor verantwoording zullen ieder jaar tijdens het MT-strandoverleg onderwerp van gesprek zijn om te kijken of we nieuwe doelen moeten stellen, doelen moeten bijstellen, kijken hoe we presteren t.o.v. andere scholen in de regio, en kijken hoe we de resultaten vanuit vensters kunnen verbeteren of borgen.

7. Zorg en leerlingbegeleiding Het zorgbeleid op de opleiding is vormgegeven in het schoolondersteuningsplan (SOP). De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor de uitvoering en de sturing van dit beleid. (Zie bijlage 3). Per 1-8-2014 is de start van “Passend Onderwijs”. De gevolgen daarvan zullen nauwkeurig worden gevolgd. Essentieel blijft om de leerling goed onderwijs te geven zodat er minder zorg nodig is. 8. Burgerschap Scholen zijn wettelijk verplicht aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. Om actief burgerschap en sociale integratie te realiseren, is het volgens de inspectie van belang dat scholen zélf een visie ontwikkelen. Welke planmatige aanpak hanteert de school om actief burgerschap te stimuleren, welke concrete doelen streeft de school na?

8.1. Rol van burgerschap Burgerschapsvorming brengt jonge burgers (want dat zijn leerlingen immers!) de basiskennis, vaardigheden en houding bij die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving. Ze maken kennis met begrippen als democratie, grond- en mensenrechten, duurzame ontwikkeling, conflicthantering, sociale verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid en het omgaan met maatschappelijke diversiteit. Die kennis komt niet alleen uit het boekje, maar wordt ook geleerd door te oefenen in de praktijk.

Page 19: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Beleidsvoornemens opleiding Beroepsgericht 2014-2019

17

8.2 Drie domeinen

Bij burgerschapsvorming staan drie domeinen centraal:

democratie - kennis over de democratische rechtstaat en politieke besluitvorming; democratisch handelen en de maatschappelijke basiswaarden

participatie - kennis over de basiswaarden en mogelijkheden voor inspraak en vaardigheden en houdingen die nodig zijn om op school en in de samenleving actief mee te kunnen doen

identiteit - verkennen van de eigen identiteit en die van anderen; voor welke (levensbeschouwelijke) waarden sta ik en hoe maak ik die waar

8.3 Burgerschapsvorming in school Op school geven wij op allerlei manieren vorm aan burgerschapsvorming en sociale integratie. Een deel daarvan is geïntegreerd in het lesgeven zelf. Zaken als meningsvorming, sociale verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid en het omgaan met verschillen, conflicthantering, etc. kunnen niet los gezien worden van het lesgeven. Daarnaast zijn er vakken die specifiek wat meer aandacht geven aan zaken als democratie, grond- en mensenrechten, duurzame ontwikkeling, seksualiteit, etc. Met name de vakken maatschappijleer, geschiedenis, aardrijkskunde, biologie en techniek zullen aandacht besteden aan deze onderwerpen. Andere activiteiten waarin burgerschapsvorming en sociale integratie naar voren komen zijn:

Maatschappelijke en Beroeps Stage Projecten Zsap uren Sociale Vaardigheidstraining

8.4 De MaS De Maatschappelijk Stage (MaS) vervult een belangrijke rol als het gaat om een praktische invulling van Burgerschap. De leerlingen komen d.m.v. verschillende projecten (leerjaar 1 en 2) en individuele stages (leerjaar 3) in aanraking met het fenomeen vrijwilligerswerk.

8.5 Projecten Tijdens deze projecten in leerjaar 3 wordt er onder meer aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: seksuele diversiteit, verkeersveiligheid en de gevolgen van alcohol in het verkeer (Verkeersschool), respect en taalgebruik (Bond tegen het vloeken), sociale vaardigheid (JIP), veilig vrijen (GGD), normen en waarde en gevolgen van acties (bureau Halt). 8.6 De Zsap uren Deze lessen zijn opgezet om de leerlingen te laten ontdekken welke kwaliteiten zij bezitten. Zo leren zij zichzelf beter kennen en kunnen van daaruit ook betere keuzes maken voor de toekomst. De lessen geven de leerlingen zicht op hun kwaliteiten die zij in zichzelf kunnen ontdekken en geven hen ook zicht in welke richting hun interesse het meest uitgaat. 8.7 SoVa Voor leerlingen die specifiek aandacht nodig hebben om sociaal sterker te worden om zich in een groep beter te kunnen bewegen bieden we als school sociale vaardigheidstraining aan.

Page 20: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Beleidsvoornemens opleiding Beroepsgericht 2014-2019

18

9. ICT ICT is geen doel op zich, maar een middel geïntegreerd in het onderwijsproces. Als het gaat om onze ambitie met ICT dan willen we de komende jaren ICT zo ontwikkelen dat we deze optimaal kunnen inzetten om: - Differentiatie in het onderwijs te optimaliseren - Uitdagende werkvormen vorm te geven - De vorderingen en de ontwikkeling van het onderwijsproces optimaal te kunnen volgen - In te kunnen spelen op de maatschappelijke ontwikkelingen

Page 21: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Beleidsvoornemens opleiding Beroepsgericht 2014-2019

Bijlage 1: GAP-analyse Kennemer College Beroepsgericht Beroepsgericht: Het onderwijskundig beleid moet aansluiten op de specifieke leerlingkenmerken (uitgewerkt in de beleidsvoornemens). Op basis daarvan streeft Beroepsgericht ernaar: de ontwikkeling van de leerling centraal te stellen door hem/haar zijn eigen talenten te helpen herkennen en te ontwikkelen; door te werken met een portfolio als tool voor reflectie, en door zorg op maat te bieden m.b.v. handelingsplannen. Het onderwijs moet motiverend zijn. Het moet contextrijk en betekenisvol zijn, gerelateerd aan de verschillende werkvelden. In het onderwijs wordt veel structuur geboden door korte instructiemomenten. Basis uitgangspunt is al jaren ‘eenheid in verscheidenheid’. Binnen bepaalde bestuurlijke kaders (onderwijs op maat, kansen bieden en leerling centraal) hebben de vijf teams van beroepsgericht onder leiding hun teamleider elk een eigen onderwijskundige ontwikkeling doorgemaakt. De ontwikkelingsfase van het team en de onderwijskundige aanpak verschilt dan ook bij elk team. Bron: o.a. Beleidsvoornemens Opleiding Beroepsgericht 2009-2013.

Bouwsteen * incl. score stand van zaken op vijfpuntsschaal tussen (…)

Relevante invulling/ontwikkeling(en) Knelpunt(en) Next step/ambitie

1. Persoonlijke doelen en leerstrategie (intake) GAP score:

In diverse teams en diverse vormen worden doelen gesteld met de leerling. Maar deze doelen zijn in de praktijk nog niet echt sturend voor de onderwijsactiviteiten waaraan de leerling deelneemt. En de resultaten op de gestelde doelen worden nog onvoldoende geëvalueerd. ZSAP uren Gesprekkencyclus

- De PDCA cirkel wordt op alle lagen van de organisatie nog niet rond gemaakt. En dus ook niet in de bepaling, uitvoering, sturing van het leerproces.

- Er ontbreken nog echt goede tools voor het bepalen en evalueren van leerdoelen en strategie en het voeren van gesprekken.

In alle teams versterken van het vaststellen van individuele leerdoelen die sturend zijn voor het onderwijsproces. Dit vergt ontwerpen en ontwikkelen van goede tools en het proces.

2. Coaching GAP score:

Docenten zijn gericht op het opbouwen van een relatie met de leerling. Hierin kan coaching op leerproces en welbevinden een plek krijgen. Groot deel van de docenten is echter van mening dat dit in klassenverband vormgegeven kan worden. Daardoor komt doelgerichte individuele coaching onvoldoende tot ontwikkeling. In de onderbouw worden rond de keuzewerktijd door de mentor portfoliogesprekken met leerlingen gevoerd. Ook bij Vakcollege Techniek en Vakcollege Zorg en Welzijn en bij Projectiel wordt gewerkt met portfolio en portfolio gesprekken.

- Docenten moeten het belang van individuele coaching en het zelf stellen van leerdoelen door de leerling gaan inzien.

- Er ontbreken nog echt goede tools voor coaching en bepalen van leerdoelen en strategie (zie 1)

- Frequentie portfoliogesprekken??

Ontwikkelen visie op coaching binnen het onderwijs, scholen van docenten in individuele coaching op leerproces en aanbieden van concrete tools.

3. Docentrollen (kernvak, studiecoach, pedagoog)

- Kernvakdocent: docenten zijn didactisch goed en kunnen inspelen op diverse leerstijlen en behoeften

Bij de meeste teams geldt dat de visie en aanpak van de bij 4 genoemde

- Beter uitwerken onderwijskundige concept (geënt

Page 22: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Beleidsvoornemens opleiding Beroepsgericht 2014-2019

GAP score:

- Studiecoach: zie punt 2 - Pedagoog: docenten zijn goede pedagogen maar

hebben hun eigen stijl en aanpak. Voor leerlingen is het niet altijd transparant wat bij wie wel/niet mag.

ontwikkelingen en de daarbij behorende rollen van de docent nog niet voldoende geïnternaliseerd zijn. Daardoor wordt de onderlinge samenhang onvoldoende doorgrond en bewaakt.

op gepersonaliseerd leren) en de rollen van docenten

- Waar nodig, scholen van docenten en ontwikkelen tools.

- Verhelderen van een gezamenlijk pedagogische aanpak (bijv. omgaan met huisregels)

4. Curriculum (trapsgewijs en flexibel) GAP score:

- Alle teams zijn bezig met het herdefiniëren van het onderscheid tussen basis- en kaderleerling en meerdere opstroommogelijkheden.

- In het algemeen is een volgen van een individueel tempo en ontwikkeling nog niet mogelijk. Diverse vakdocenten zijn in staat dit binnen hun klasverbanden te organiseren. Daarnaast zijn er in de meeste teams relevante ontwikkelingen, te weten:

- 2 Onderbouwteams: invoering keuzewerktijd in leerjaren 1 en 2. In eerste jaar oriënteert de leerling zich op diverse beroepsvakken, in het 2

e jaar gaat de

leerling zich verder specialiseren (herkennen van talenten). In het kiezen en specialiseren wordt de leerling begeleid door een mentor in portfoliogesprekken. Tevens is er in de onderbouw een extra begeleidingsband gecreëerd.

- Vakcollege Techniek (bovenbouw): het klassenverband wordt losgelaten, basis en kader leerlingen zitten door elkaar. Er wordt gewerkt met een modulaire aanpak binnen een Techniekbrede aanpak. Daarnaast wordt een gemengde leerweg ontworpen zodat leerlingen kunnen excelleren.

- Vakcollege Zorg en Welzijn (bovenbouw): - Horeca (bovenbouw): wordt gewerkt aan

leermiddelen waarmee zelfstandig werken beter mogelijk is en klassenmanagement aangepast kan worden.

- Projectiel: doordat een paar essentiële pijlers nog niet voldoende uitgewerkt zijn komt de aanpak nog niet goed uit de verf. Echt versnellen of vertragen op onderdelen is nog niet mogelijk. Door praktische uitvoeringsproblemen dreigt een negatief beeld te ontstaan.

- De genoemde initiatieven lopen tegen de muren op van huidige onderwijsstructuur en beschikbare middelen. De ontwikkelde concepten kunnen alleen met kleine groepen leerlingen uitgevoerd worden, maar dit is niet betaalbaar op termijn. Vandaar dat een volgende stap nodig is.

- Frequentie portfoliogesprekken?

- De modellen van alle 5 teams zouden geëvalueerd moeten worden aan de hand van de 7 bouwstenen van gepersonaliseerd leren. Dit biedt een analyse van aangrijpingspunten voor verbetering en het formuleren van een eigen invulling van gepersonaliseerd leren.

- Projectiel: verbeteren van bepaalde pijlers (heldere afspraken, klassenmanagement, coaching, leerstof)

Page 23: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Beleidsvoornemens opleiding Beroepsgericht 2014-2019

- Projectiel (Economie bovenbouw): alle praktijk en theorielessen worden in 2 geschakelde ruimtes vormgegeven. Het leren wordt gestuurd d.m.v. praktijkopdrachten. Leerlingen hebben weektaken waarmee ze individueel of in kleine groepjes aan de slag gaan. Ze kunnen zelf bepalen wanneer ze met welke opdracht aan de gang gaan. Een kleine groep docenten begeleid de leerlingen.

- PSO: Praktische sectororiëntatie (PSO) heeft als doel de basisvorming praktisch in te richten en leerlingen te helpen bij het maken van een sectorkeuze. Het programma is een oriëntatie op het onderwijs in alle sectoren. In het programma staat het doen centraal. Leerlingen zijn praktisch bezig en proeven aan de vaardigheden die nodig zijn om het onderwijs in de verschillende sectoren in de bovenbouw succesvol te kunnen volgen.

- Internationale schakelklassen: voor speciale internationale doelgroepen zijn er schakelklassen waarin het hele jaar in en uitgestroomd kan worden. Er is veel aandacht voor Nederlandse taalontwikkeling en niveaubepaling.

- Nabob: (Na bezinnen opnieuw beginnen) korte time-out groep voor leerlingen met problemen waar ze een nieuwe start kunnen maken.

- Mavo+: leerlingen vanuit mavo+ traject komen bij Beroepsgericht hun praktijkvak volgen in leerjaar 3.

5. Persoonlijk tijdschema en werkvormen GAP score:

Bij een aantal teams (Horeca, Vakcollege Techniek) wordt er met de leerling een individueel rooster gemaakt.

Nog niet alle teams zijn zo ver in denken en doen.

Eigen best practices onderling uitwisselen en teams stimuleren om te komen tot een eigen invulling van gepersonaliseerd leren.

Page 24: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Beleidsvoornemens opleiding Beroepsgericht 2014-2019

6. Leerportaal met content GAP score:

Ontbreekt, maar is cruciaal voor het slagen van een doorontwikkeling richting gepersonaliseerd leren. Er is in alle opleidingen gestart met een ELO, maar de content en mogelijkheden zijn onvoldoende

Lang niet elke docent is in staat om goed lesmateriaal te ontwikkelen. En dat willen we ook niet van hen verwachten. Het moet er echter wel komen.

Een goed functionerend leerportaal met kwalitatief goede lesmaterialen voor alle vakken, met een variantie aan werkvormen en inhoudelijke niveaus.

7. Ruimte en faciliteiten GAP score:

Lokalen en gangen zijn nog onvoldoende transparant. Waar er wel transparante muren zijn hebben docenten de neiging deze weer af te plakken. Het lokalenplan en de inrichting wordt momenteel al aangepast waardoor de ruimte flexibeler benut kan worden (diverse werkvormen, diverse groepsgroottes) en tevens transparanter wordt.

Er is onvoldoende diversiteit in type leer/samenwerkingsplekken. De centrale gangen bieden hiervoor echter redelijk veel ruimte, het lijkt relatief makkelijk aan te passen.

Muren verwijderen of vervangen door glazen (schuif)wanden en ramen. Verwijderen van posters e.d. op transparante wanden.

Page 25: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

Bijlage 2:

Schoolondersteuningsprofiel

Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Midden Kennemerland

Door: S.Z. Kloosterman

Datum: juli 2013

Page 26: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

6

Inhoud

Inleiding ............................................................................................................................. 7

1.1 Algemene visie van de school .................................................................................. 5

1.2 Algemene Missie van de school ................................................................................ 5

2. Onderwijsprofiel ........................................................................................................... 8

2.1 Positionering binnen het Samenwerkingsverband ........................................................... 8

3. Passend Onderwijs Nu .................................................................................................. 15

3.1. De leerling .............................................................................................................. 15

3.2. Onderwijslijnen ........................................................................................................ 16

3.2.1 Inrichting van het onderwijs ................................................................................. 11

3.3 Onderwijsconcept .................................................................................................... 271

3.3.1 Karakterisering van de school ............................................................................... 21

3.3.2 pedagogisch klimaat ............................................................................................ 22

3.3.3 Het onderwijs en de begeleiding ............................................................................ 23

3.3.4 Leerlingpopulatie ................................................................................................. 24

3.3.5 ondersteuning en werkwijze….…………………………………………………………………………………………25

3.3.6 De Trajectvoorziening .......................................................................................... 27

3.4. Algemene Ondersteuningsstructuur; Inzet en middelen….………………………………………………..

404

3.4.1. Interne Onderwijs Ondersteuningsstructuur ......................................................... 404

3.4.2 Ondersteuningsvoorzieningen op vijf domeinen ..................................................... 469

3.4.3 Instroom- en uitstroomgegevens ........................................................................... 40

Leerling populatie ...................................................................................................... 479

4. Passend onderwijs in de Toekomst ................................................................................. 44

4.1. Visie en ambitie passend onderwijs korte termijn ..................................................... 44

4.2 Benodigde kennis en vaardigheden ......................................................................... 45

4.3 Benodigde organisatie en voorzieningen .................................................................. 46

4.4 Visie en ambitie passend onderwijs lange termijn ..................................................... 46

4.5 Expertisedeling ..................................................................................................... 47

4.6 Benodigde organisatie en voorzieningen binnen het SWV ........................................... 47

4.7 De samenwerking met andere instanties ..................................................................... 48

4.7.1. Zorgadviesteam ....................................................................................... 568

5 Kwaliteitskader en continuïteit ..................................................................................... 569

Page 27: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

7

Inleiding

Basisondersteuning in het Voortgezet onderwijs

Dit document bevat het Onderwijs Ondersteuningsprofiel van het Kennemer Beroepsgericht. Het

Kennemer Beroepsgericht is een voortgezet onderwijsvoorziening voor leerlingen in de leeftijd van

12 tot 16 jaar.

In het kader van de Wet op het Passend Onderwijs wordt van iedere school verwacht dat zij een

schoolondersteuningsprofiel opstelt. Passend onderwijs voor ieder kind betekent vooral: uitgaan

van onderwijsbehoeften van leerlingen en positief omgaan met verschillen. Hoe dit wordt

vormgegeven en gerealiseerd verschilt per school.

Het schoolondersteuningsprofiel levert een bijdrage aan de omslag van het denken in

kindkenmerken naar het denken in onderwijsbehoeften. In de oude systematiek werd geld

vrijgemaakt als een stoornis kon worden vastgesteld bij een leerling; dat gaf een prikkel om

indicaties aan te vragen. In de nieuwe systematiek wordt geld vrijgemaakt voor het beantwoorden

van onderwijsbehoeften. Dat geeft een prikkel om het onderwijsaanbod voor specifieke

onderwijsbehoeften in kaart te brengen.

Voor het schoolondersteuningsprofiel zijn gegevens verzameld die betrekking hebben op de

mogelijkheden van de school om passend onderwijs te realiseren. De gegevens zijn verzameld door

middel van gesprekken, enquêtes en documentanalyses. Het gaat bijvoorbeeld om de

deskundigheid in het team, de aanwezige faciliteiten, de voorzieningen waarover de school beschikt

en externe deskundigen met wie de school samenwerkt. De ondersteuning die de school kan

bieden is te beschrijven op twee niveaus: basisondersteuning en extra ondersteuning.

Basisondersteuning omvat vier aspecten:

Basiskwaliteit (dit verwijst naar de minimale onderwijskwaliteit die de Inspectie van het

onderwijs meet door middel van het toezichtkader, scholen die onder basistoezicht van de

Inspectie van het onderwijs vallen hebben hun basiskwaliteit op orde).

Preventieve en lichte curatieve interventies (zoals een aanbod voor leerlingen met

motivatieproblemen, of een aanpak voor het voorkomen van gedragsproblemen).

Onderwijsondersteuningsstructuur (onder andere de manier waarop de school de

ondersteuning heeft georganiseerd en met andere organisaties en specialisten samenwerkt).

Planmatig werken (onder andere de manier waarop de school onderzoekt welke

onderwijsbehoefte leerlingen hebben, daarop een passend onderwijsaanbod organiseert en dat

evalueert).

Het samenwerkingsverband stelt vast wat het niveau van de basisondersteuning is waaraan alle

deelnemende scholen voldoen. Dit betekent niet dat alle scholen de basisondersteuning op dezelfde

manier inrichten.

Page 28: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

8

De extra ondersteuning geeft de activiteiten van de school weer die de basisondersteuning

overstijgen. De extra ondersteuning wordt georganiseerd in de vorm van arrangementen. Deze

arrangementen zijn antwoorden op ondersteuningsvragen van leerlingen.

Wij vermijden het woord ‘zorg’ zoveel mogelijk, omdat de taak van de school primair het geven

van onderwijs is. Iedere leerling heeft bepaalde onderwijsbehoeften, verschillen zijn er altijd en

voor een groot deel inpasbaar in het onderwijs.

In dit schoolondersteuningsprofiel geven wij aan in hoeverre onze school op dit moment al passend

onderwijs biedt, d.w.z. rekening houdt met (verschillen) in onderwijsbehoeften. Daarbij gaan we

uit van een niveau van basisondersteuning dat past bij de expertise en de faciliteiten die onze

school heeft.

In hoofdstuk 1 wordt aangegeven wat onze visie en ambities aangaande passend onderwijs zijn

en wat wij nodig hebben om deze in samenwerking met de reguliere VO scholen in het

samenwerkingsverband te realiseren.

In hoofdstuk 2 wordt het Onderwijsprofiel van onze school en onze positionering binnen het

Samenwerkingsverband VO Midden Kennemerland 2704 omschreven.

In hoofdstuk 3 komt aan de orde op welke wijze de school op dit moment passend onderwijs

biedt voor de huidige leerlingen. Hierbij komt de karakterisering, leerling-populatie en

uitstroomprofiel van de school aan de orde. Tevens wordt er uitleg gegeven over de inzet en

middelen die ervoor zorgen dat de interne ondersteuningsstructuur geborgd is.

In hoofdstuk 4 wordt de visie van de school t.a.v. passend onderwijs in de toekomst, zowel op de

korte als op langere termijn beschreven. Wij geven aan waar de school naar toe wil en wat

daarvoor nodig is.

In hoofdstuk 5 wordt beschreven hoe het kwaliteitskader en de continuïteit binnen de school

benaderd worden.

Door de invoering van Passend Onderwijs zullen de bijlagen die de onderlegger vormen bij het

opgestelde School Ondersteuningsprofiel, de komende maanden nog tekstueel worden bijgesteld.

Ook zullen er nog nieuwe producten ontwikkeld worden, welke de komend jaren verwerkt worden

binnen het School Ondersteuningsprofiel. Indien u geïnteresseerd bent in de bijlagen horend bij het

School Ondersteuningsprofiel dan kunt u deze opvragen bij het secretariaat van de school:

[email protected]

Kennemer Beroepsgericht

adres Van Riemsdijklaan 103

Postcode+ plaats 1965 BE Heemskerk

Telefoon/fax Tel (0251) 241944, fax 0251 251806

email [email protected]

directie Opleidingsdirecteur: Dhr. H. Mossel

Page 29: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

9

Hoofdstuk 1 VISIE EN MISSIE

1.1 Algemene visie van de school

Het Kennemer Beroepsgericht wil een school zijn:

Welke de sfeer uitademt een positief schoolklimaat te hebben. De beoordeling van ‘de

sfeer’ beïnvloedt in belangrijke mate de schoolkeuze van een leerling. De opleiding

Beroepsgericht wil de volgende sfeer uitstralen:

o De ontwikkeling van de leerling staat centraal:

o Leerlingenparticipatie vinden we belangrijk; de leerling wordt gekend en zijn/haar eigen

ontwikkeling staat centraal;

o De school is met de leerling op zoek naar zijn/haar talenten en is primair gericht op wat

de leerling kan;

o De leerling leert vooral door te doen en maakt ook al in de onderbouw uitgebreid

kennis met de beroepsvakken.

o Leren en lachen zijn twee kanten van dezelfde medaille.

o Bij ons ben je veilig:

o Structuur is belangrijk;

o Als het mis gaat zijn we er, want de leerling staat centraal en doet er toe.

Waar ouders merken dat de school hen echt belangrijk vindt. De school:

o luistert naar hun mening en doet daar ook iets mee;

o wil hen intensief betrekken bij de ontwikkeling van hun kind. Dit doet zij d.m.v.

presentatieavonden, voortgangsgesprekken, webportal, afstemmingsgesprekken;

o wil met hen op een zorgvuldige manier communiceren; tijdige en volledige informatie.

Die zorgt voor een optimale aansluiting op het primair onderwijs.

1.2 Algemene Missie van de school

Het leven van een kind speelt zich af in verschillende leefgebieden, die nauw met elkaar verbonden

zijn: het gezin, de familie, de school, vrienden, de buurt. Vraagstukken rondom ontwikkeling van

Page 30: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

10

kinderen beperken zich meestal niet tot school of thuis. Het is daarom belangrijk dat een kind

benaderd en ondersteund wordt vanuit een samenhangend geheel. Het vertrekpunt is één visie,

die de diverse leefgebieden omvat, met een gelijktijdig en goed afgestemde begeleiding van de

leerling op school maar ook binnen het gezin/leefwereld. Op die manier is de kans op succes vele

malen groter. Een integraal aanbod vraagt om een intensieve samenwerking met externe

(keten)partners. Hierbij zijn vertrouwen in elkaars expertise, het benutten van elkaars kennis en

vakmanschap en ondersteuning waar nodig, de sleutelwoorden. Ook het willen vertrouwen op de

eigen kracht van kinderen, ouders en hun netwerk is hierbij van groot belang.

Het Kennemer College heeft een duidelijke missie: “het opleiden van leerlingen tot goed

ontwikkelde, zelfbewuste wereldburgers met een diploma op hun niveau, die in staat zijn een

bijdrage te leveren aan de verdere opbouw en verbetering van de maatschappij waarin wij leven”.

Daarnaast heeft de school een duidelijke visie op het soort onderwijs dat gegeven moet worden om

de hierboven genoemde (missie)doelstellingen te kunnen realiseren. In de nota ‘Uitwerking

Koerskeuze Advies’, die in 2009 is uitgebracht, wordt deze visie in algemene termen beschreven en

deze wordt als uitgangspunt gebruikt.

Binnen het Kennemer College dient de ontwikkeling van de leerling centraal te staan. De

school wil daarom onderwijs op maat geven.

1. In het verlengde daarvan dienen de voor elke opleiding specifieke leerling-kenmerken

richtinggevend te zijn voor het onderwijs dat in deze opleiding wordt gegeven.

Bovendien wil de school dat leerlingen zich gekend, gewaardeerd en veilig voelen.

2. De school biedt in de tweede plaats een uitdagende leeromgeving (contextrijk en

motiverend.) Ook sluit het onderwijs goed aan bij het basisonderwijs, vervolgonderwijs

en de arbeidsmarkt (doorlopende leerwegen en civiel effect).

3. Leerlingen moeten in de derde plaats in de gelegenheid zijn hun eigen specifieke

talenten te herkennen (reflecteren op eigen gedrag en mogelijkheden) en deze

gericht te ontwikkelen.

4. Voorgaande ‘visie’ op onderwijs, moet leiden tot uitstekende leeropbrengsten,

doorstroom-en uitstroomresultaten. Ook wil de school dat leerlingen en hun ouders zich

daardoor betrokken voelen bij de eigen opleiding en daar tevreden over zijn.

Doelen die wij onszelf stellen zijn:

Dat de ontwikkeling van de leerling in de eerste plaats meer centraal komt te staan.

Dat het onderwijs in de tweede plaats motiveert en goed aansluit bij de leerstijlen en

behoeften van onze leerlingen.

o dit gebeurt door het onderwijsaanbod in toenemende mate contextrijk en betekenisvol

te maken;

o didactisch op een flexibele manier te werken;

o veel structuur te bieden;

o binnen het curriculum begeleidingsbanden op te nemen waardoor leerlingen extra

ondersteuning kunnen krijgen in die vakken en onderwerpen waar zij minder goed in

Page 31: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

11

zijn en zich anderzijds kunnen verdiepen/verrijken in vakken waar zij talent voor

hebben;

o de leerlingen zodanig te groeperen (onderwijs organisatie) dat beter recht gedaan kan

worden aan hun mogelijkheden: in het eerste leerjaar aparte lwoo/basis, basis/kader

en kader/mavo groepen;

o in de onderbouw naast de algemene vmbo-stroom ook andere stromen aan te bieden:

het vakcollege/technisch college en mogelijk ook het zorgcollege.

Dat het onderwijs in de derde plaats de leerling op een goede manier voorbereidt op het

vervolgonderwijs (de bovenbouw van onze eigen opleiding en het MBO)

Door het bovenstaande willen wij het onderwijskundig totaalaanbod (ons profiel) aantrekkelijk maken voor leerlingen en hun ouders. Dit profiel moet zich bovendien in positieve zin onderscheiden van de bij ons omringende scholen.

De pedagogische visie zegt vooral iets over de manier waarop wij onze doelen willen bereiken. Zij

zegt iets over de manier waarop leerlingen zich ontwikkelen en hoe wij daarop kunnen aansluiten

en de best passende ondersteuning kunnen bieden. Zij zegt iets over de rechten van kinderen en

hoe wij deze willen waarborgen. Leerlingen kunnen zich alleen ten volle ontwikkelen als:

zij zich veilig voelen;

zij structuur en duidelijkheid krijgen;

wij hen positief benaderen en behandelen;

wij hen de ruimte geven zichzelf te zijn en eigen initiatieven leren te ontplooien;

wij hen stimuleren om op een positieve manier met elkaar om te gaan;

wij goed analyseren op welk punt in hun ontwikkeling zij zijn en daarop aansluiten;

wij dit in samenwerking en gezamenlijkheid met de ouders en ketenpartners doen.

Hoe: Ontwikkeling en innovatie van het onderwijs

De onderliggende vraag bij ontwikkelingen en veranderingen in het onderwijs is altijd: “Waarom doen we wat we doen?” Het antwoord op die vraag komt voort vanuit de visie dat we onze leerlingen optimaal willen voorbereiden op hun vervolgopleidingen zodat zij daarna succesvol kunnen doorstromen in het vervolgonderwijs of de maatschappij. Daarbij zullen wij naast onze ambitie, om deze trajecten zo goed mogelijk te realiseren, ook rekening moeten houden met de maatschappelijke ontwikkelingen

en de nieuwe eisen die van ons gevraagd worden van het Ministerie uit.

Als school willen wij ons onderscheiden/profileren door uitdagende trajecten aan te bieden. Dit willen wij realiseren door:

in het aanbod van met name de onderbouw talentherkenning, talentontwikkeling en

de beroepsvakken een herkenbare en belangrijke plaats te laten innemen:

o De leerling krijgt de eerste twee leerjaren in de vorm van keuzewerktijd (band in het

rooster) een breed en aantrekkelijk aanbod waaruit door de leerling een keuze gemaakt

moet worden. Na een periode van brede oriëntatie (in het eerste leerjaar) wordt in het

Page 32: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

12

tweede leerjaar gekozen voor specialisatie in die richting waar de leerling talent voor

heeft of affiniteit bij voelt.

o De leerling intensief te begeleiden bij de verdere ontwikkeling van zijn talenten. Daarbij

wordt gebruik gemaakt van een portfolio en portfoliogesprekken. Deze gesprekken

worden bijvoorbeeld gevoerd in het kader van keuzewerktijd: waar ben ik goed in,

waar wil ik mij verder in ontwikkelen en wat moet ik dus kiezen.

o PSO (praktische sector organisatie) een belangrijke rol te laten spelen in de onderbouw

(vooral in het tweede leerjaar). Dit houdt in dat leerlingen op bezoek gaan op locaties,

gastsprekers op school presentaties houden en de leerlingen tijdens de lessen aan de

slag gaan met beroepen en beroepsoriëntatie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de

directe nabijheid van de beroepsvakken. Ook in dit verband wordt het portfoliogesprek

ingezet.

o In de onderbouw van de opleiding Beroepsgericht de beroepsvakken (ook buiten PSO

om) al een duidelijke rol te laten spelen binnen het curriculum. Het vakcollege en

mogelijk het zorgcollege worden bovendien ingevoerd naast de reguliere vmbo-stroom.

in het aanbod van met name de bovenbouw (de afdelingen Z&W, Horeca, Techniek en

Economie) de volgende punten goed naar voren te laten komen:

o We leiden vooral op voor vakmanschap;

o We zorgen aantoonbaar voor een goede aansluiting met het MBO (doorlopende

leerlijnen);

o De organisatie van de lessen is zodanig dat leerlingen op maat les krijgen;

o De werkvelden van het beroepsvak staan ook binnen de avo-vakken centraal:

betekenisvol, praktijkgericht leren is dus een belangrijk onderdeel van ons profiel;

o Wij bieden naast smalle programma’s als dat in het belang is van de leerling ook brede

programma’s aan (techniekbreed, zorg en welzijn breed) en werken daarnaast waar

nodig sector overstijgend: bijvoorbeeld Horeca met modulen Toerisme.

ons niveau van betrouwbaarheid hoog te leggen. Wanneer ouders met hun kinderen

een school voor Voortgezet Onderwijs uitkiezen, is de betrouwbaarheid van een school

vooral voor ouders één van de belangrijkste beslissingsfactoren: wordt er goed voor mijn

kind gezorgd, krijgt hij alle mogelijke kansen en wordt hij goed en tijdig opgevangen als

het onverhoopt mis dreigt te gaan?

o De school biedt daarom zorg op maat met o.a. goede en bruikbare handelingsplannen

die goed worden toegepast en waarover met de leerling en de ouders goed en tijdig

wordt gecommuniceerd. Het portfolio en de bijpassende begeleidingsgesprekken

worden hierbij ingezet;

o De school biedt zorgvuldige, klantgerichte communicatie met ouders en leerlingen;

o De resultaten van de leerling doen op dit moment zeker niet onder voor andere scholen

met een VMBO-onderbouw. Dit pluspunt van onze school willen we verankeren;

o Ouders worden direct betrokken bij de ontwikkeling van hun kind. Bij gesprekken over

het portfolio worden bijvoorbeeld niet alleen de leerling maar ook de ouders betrokken

(leerlingen voeren een portfoliogesprek met hun ouders in aanwezigheid van de

mentor);

Page 33: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

13

De ontwikkeling en innovatie van onze aangeboden trajecten vragen van ons als school verder na

te denken over het pedagogisch didactisch klimaat en over de manier waarop wij al deze leerwegen

willen realiseren en organiseren. Dit heeft ons de volgende opdracht doen formuleren:

“Stel de ontwikkeling van de leerling centraal en ga van daaruit kijken of het huidige rooster, de

huidige leermiddelen en het huidige pedagogisch didactische klimaat nog wel optimaal zijn om ons

onderwijs verder vorm te geven.“

Onze ambitie zal een plek moeten krijgen naast de nieuwe eisen vanuit het Ministerie, die onder

meer zijn verwoord in het convenant Beter Presteren, de wet op Passend Onderwijs en de

ontwikkelingen op het gebied van Taal en Rekenonderwijs. Ook deze nieuwe eisen zorgen er voor

dat we ons onderwijs verder moeten ontwikkelen.

In het convenant Beter Presteren worden bijvoorbeeld eisen gesteld aan:

opbrengstgericht werken

de professionalisering van docenten en schoolleiding

Beter Presteren

een ambitieuze leercultuur

het aanbieden van gedifferentieerd onderwijs

Het Kennemer Beroepsgericht wil haar onderwijskundige visie en missie realiseren, door docenten

en het team verantwoordelijk te laten zijn voor het onderwijs en de begeleiding van onze

leerlingen. Door het lerend vermogen dat in deze aanpak besloten ligt, verdiepen de docenten hun

professionaliteit en hun innovatief vermogen.

Keuzes met betrekking tot financiën en noodzakelijke randvoorwaarden, zoals bijvoorbeeld scholing

en de leeromgeving, worden gebaseerd op het onderwijskundig beleid.

2. Onderwijsprofiel

2.1 Positionering binnen het Samenwerkingsverband

Het Kennemer Beroepsgericht maakt deel uit van het Kennemer College. Onder het Kennemer

College vallen de Kennemer Praktijkschool en LWOO, het Kennemer Beroepsgericht, de Kennemer

MAVO en het Kennemer HAVO/VWO. Binnen het Kennemer College is de laatste jaren steeds meer

ingezet op het ontwikkelen van een sterk onderwijsconcept en het willen zijn van een lerende

organisatie. Bij de ontwikkeling van concepten binnen het pedagogisch-didactisch klimaat, wordt er

ingezet op het delen van expertise tussen de locaties van het Kennemer College. De laatste twee

jaar wordt er op managementniveau gewerkt aan het implementeren van een gemeenschappelijk

pedagogisch-didactisch klimaat binnen de locaties van het Kennemer College.

“Het Kennemer College, de school die kansen biedt”

Het Kennemer College is een school voor voortgezet onderwijs met een volledig onderwijsaanbod

van praktijkonderwijs tot en met gymnasium. Al onze opleidingen bieden onderwijs, gericht op een

specifieke doelgroep en toegesneden op het type leerling dat daarbij hoort. We willen iedere

leerling goed onderwijs bieden én de aandacht geven die hij/zij verdient; onderwijs dat uitgaat van

Page 34: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

14

de verschillen tussen leerlingen. Bovendien spelen we optimaal in op de recente vernieuwingen in

het onderwijs.

Kleinschalig met de voordelen van een grote school

Iedere opleiding binnen het Kennemer College heeft een eigen gebouw. Leerlingen van de

verschillende opleidingen hebben zo hun eigen plek en hun eigen sfeer. De leerling verdwijnt niet

in de massa, maar heeft een overzichtelijke school waarin hij zich prettig en veilig kan voelen. We

hebben aandacht voor de individuele leerling en geven extra zorg waar nodig. Daarnaast is er veel

ruimte voor persoonlijke ontwikkeling.

Door de intensieve samenwerking tussen de opleidingen onder de paraplu van het Kennemer

College én het volledige aanbod van onderwijsmogelijkheden, is veranderen van opleiding dus heel

goed mogelijk, waardoor wij ervoor kunnen zorgen dat iedere leerling het soort onderwijs krijgt dat

bij hem/haar past. Ook extern streven wij naar een naadloze aansluiting, om zo de leerling naar

succes in vervolgonderwijs en samenleving te begeleiden.

Het Kennemer College: in beweging, toekomstgericht en maatschappelijk betrokken

Onze school staat midden in de maatschappij, waarbij we ons onderwijs continu afstemmen op

ontwikkelingen in de samenleving. We zijn actief in de regio en onderhouden goede contacten met

het verenigingsleven in de omgeving, het bedrijfsleven, het basisonderwijs en het

vervolgonderwijs.

Het Kennemer College is innovatief: voortdurend gericht op verbetering van de resultaten en de

kwaliteit van het onderwijsproces. Daarbij is er grote aandacht voor de informatietechnologie en

het computergebruik in de lessen.

Het Kennemer College doet veel aan culturele en kunstzinnige vorming (met de mogelijkheid

examen te doen in de creatieve vakken), kent veel buitenschoolse activiteiten, heeft een breed

sportaanbod en besteedt veel aandacht aan goede loopbaanoriëntatie. Binnen de sector economie

is tevens de afdeling SDV (Sport, Dienstverlening en Veiligheid) ingevoerd.

Een school om trots op te zijn

De afgelopen drie jaar zijn wij er in geslaagd om de voor ons negatieve ontwikkeling voor wat

betreft het aantal leerlingen om te buigen in een positieve ontwikkeling door goed en voor

leerlingen aantrekkelijk onderwijs te geven. Dit zien we terug in een toename van het aantal

aanmeldingen van 176 in 2009 naar 247 in 2011. Op dit moment telt de school 903 leerlingen en

54 ISK-leerlingen. De invoering van o.a. talenturen, remediale band, vakcolleges Techniek en Zorg

en de invoering van SDV heeft ervoor gezorgd dat wij nu de wind goed in de zeilen hebben. Om

dat vast te houden zal de onderwijskundige inrichting van onze opleiding van hoge kwaliteit

moeten blijven: pedagogisch-didactisch en programmatisch.

In samenhang daarmee zetten wij in op het ‘betrouwbaarheidsgehalte’ van de school op een hoog

niveau te tillen: met goede doorstroom- en uitstroomresultaten, goede leerlingenzorg en goede

communicatie met de ouders met name als er zorgen omtrent de leerling is. Dit blijven

basisvoorwaarden om voldoende leerlingen naar onze school te trekken. Daarnaast wil onze school

zich ook op een voor de klant aantrekkelijke manier blijven onderscheiden van de ons omringende

scholen.

Page 35: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

15

We streven naar goede resultaten: onze leerlingen proberen het beste uit zichzelf te halen, waarbij

de school de randvoorwaarden schept die nodig zijn om minstens het niveau te halen dat binnen

hun vermogen ligt. Hierbij gaan wij uit van de verschillen tussen leerlingen. Om dit alles te

ondersteunen beschikt onze school over professionele medewerkers met hart voor de leerling,

goede onderwijsfaciliteiten en een passend begeleidingssysteem.

Het Kennemer Beroepsgericht heeft zich de laatste jaren steeds meer gericht op het willen zijn van

een brede onderwijsvoorziening binnen het Samenwerkingsverband VO Midden Kennemerland.

Steeds meer leerlingen met een specifieke ondersteuningsvraag vinden hun weg naar het

Kennemer Beroepsgericht. Er is specifieke expertise en ondersteuning binnen de school aanwezig

om leerlingen met een specifieke ondersteuningsvraag te willen en kunnen begeleiden.

Het interne zorgteam, bestaande uit een zorgcoördinator, een orthopedagoog, een GZ-psycholoog,

een schoolmaatschappelijk werker, leerlingbegeleiders, de trajectbegeleider en de teamleiders is

ter ondersteuning van dit aanbod actief. Daarnaast heeft de school een dyslexiecoach, een sociale

vaardigheidstrainer, een faalangstreductietrainer en een Rots en Water-trainer in huis.

Het Kennemer Beroepsgericht wil zich de komende jaren nog verder ontwikkelen in het zijn van

een school waar alle leerlingen onderwijs kunnen volgen, ook als dit maatwerk behoeft.

Onze school staat open voor leerlingen en ouders van verschillende overtuiging en levensvisie en

wil daarmee een afspiegeling zijn van de samenleving. Met recht kunnen we zeggen dat het

Kennemer College een school in beweging is, maatschappelijk betrokken en toekomstgericht. Een

school om trots op te zijn!

Kennemer College en SVOK

Het Kennemer College is een van de scholen van de Stichting voor Voortgezet Onderwijs

Kennemerland (SVOK). De andere scholen zijn het Bonhoeffer College en het Jac.P. Thijsse College

te Castricum. De stichting stelt zich ten doel voortgezet onderwijs te verzorgen op algemeen

bijzondere grondslag. Dat houdt in algemene toegankelijkheid en gelijkwaardigheid van alle

levensbeschouwelijke overtuigingen en maatschappelijke stromingen.

3. Passend Onderwijs Nu

3.1. De leerling Voor de opleiding Beroepsgericht staan er twee uitgangspunten voorop:

• We willen de leerlingen optimale voorbereiding bieden op het vervolgonderwijs of arbeid;

• We willen de leerlingen de kans bieden zich persoonlijk te ontwikkelen.

In de nota Uitwerking Koerskeuze Advies staat dat elke opleiding binnen de school het

onderwijskundige beleid nauwkeurig dient af te stemmen op die kenmerken van de leerlingen die

onderwijskundig van belang zijn. Belangrijk daarbij is, is de vraag: ‘Met welke leerling-kenmerken

moeten wij rekening houden bij het formuleren van ons onderwijskundig beleid?’

Het Centrum voor Innovatie (Hiteq) levert ons daar informatie over. Tevens hebben wij onze

docenten daar ook bevraagd. Onderstaande definitie baseert zich op beide informatiebronnen:

Page 36: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

16

Onze leerlingen:

hebben vaak moeite met lezen (vooral begrijpend lezen) en geven vaak ook de

voorkeur aan beeld boven tekst;

hebben in het verlengde van het voorgaande in meerderheid een voorkeur voor niet-

tekstueel leren, ze willen vooral leren door te doen;

hebben moeite met het omgaan met grote hoeveelheden informatie;

hebben moeite met het beoordelen van de toepasbaarheid en de relevantie van de

lesstof;

hebben moeite met het combineren van taken;

hebben behoefte aan structuur en (stapsgewijze) instructie;

zijn onbekend met de inhoud van opleidingen en banen; met name als het gaat om

techniek;

kiezen liefst een opleiding waarmee zoveel mogelijk opties open blijven;

zijn betrokken bij- en willen iets doen aan problemen dicht bij huis en binnen het eigen

sociale netwerk;

willen een aardige, toegankelijke docent met goede, didactische vaardigheden en

vakkennis;

zijn in grote lijnen tevreden over de school waar ze op zitten, maar zouden wel meer

persoonlijk contact en persoonlijke aandacht willen.

Dit betekent dat wij op school niet alleen bezig zijn met het overbrengen van vakkennis, maar dat

we de leerlingen ook leren: samen te werken, te presenteren, zelfstandig te werken, onderzoek te

doen, te werken met een planner, etc.

Behalve het onderwijsinhoudelijke aspect vinden wij het ook belangrijk dat de leerling zich als

persoon kan ontwikkelen. Dat hij/zij in staat wordt gesteld om zijn/haar talenten te laten zien.

We willen er alles aan doen om het maximale uit onze leerlingen te halen.

3.2. Onderwijslijnen

3.2.1. Inrichting van het onderwijs

Toelating

De opleiding Beroepsgericht is een school voor vmbo (voorbereidend middelbaar

beroepsonderwijs). Leerlingen die van de basisschool het advies basisberoepsgerichte (bb) of

kaderberoepsgerichte leerweg (kb) hebben gekregen, worden tot de brugklas van het

Beroepsgericht toegelaten. Tevens heeft het Beroepsgericht twee vakcolleges nl. Techniek en Mens

& Dienstverlening en een speciale kader<>mavobrugklas.

Page 37: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

17

Tevens heeft het Beroepsgericht ook speciale opleidingen, namelijk het Vakcollege Techniek, het

Vakcollege Mens & Dienstverlening en de schakelklas Kader/Mavo. Voor leerlingen die meer

aankunnen, maar ook graag praktisch bezig zijn is er nu ook het Vakcollege Techniek GL

(Gemengde Leerweg).

Zoals de naam kader/mavo al aangeeft, worden tot deze brugklas die leerlingen toegelaten van wie

bij het begin van de cursus niet duidelijk is welke van beide onderwijssoorten voor hen het meest

geschikt is. Aan het einde van het cursusjaar wordt besloten of de leerling doorstroomt naar het

tweede leerjaar van de mavo of dat hij/zij meer gebaat is bij een vervolg in het vmbo-

beroepsgericht.

Test

Nog vóór de zomervakantie worden alle aangemelde leerlingen met een advies vmbo-

beroepsgericht getest om te kunnen bepalen wie van hen in aanmerking komen voor de faciliteiten

die het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) biedt (uitgezonderd natuurlijk die leerlingen die

deze testen al op de basisschool hebben gedaan) Het gaat hierbij om de volgende testen:

• Intelligentieonderzoek

• Drempelonderzoek taal en rekenen

• Prestatiemotivatie onderzoek.

De basisberoepsgerichte leerweg (bb)

Deze leerweg is bedoeld voor leerlingen die graag praktisch bezig zijn, die de behoefte hebben aan

praktijk (doe-vakken) en niet te veel en te moeilijke theorie (leervakken) willen volgen. Een groot

deel van de vmbo-leerlingen zal voor deze leerweg in aanmerking komen. Doorleren in het

middelbaar beroepsonderwijs is mogelijk op instapniveau 2, welke je verder opleidt tot praktisch

uitvoerende beroepen.

De kaderberoepsgerichte leerweg (kb)

Deze leerweg is bedoeld voor leerlingen die graag praktisch bezig zijn. Voor deze leerlingen is het

echter geen bezwaar als de theorievakken moeilijker en ingewikkelder zijn. Wanneer een leerling

deze leerweg wil volgen, moeten de schoolresultaten meer dan gemiddeld zijn. Doorleren in het

mbo is mogelijk op instapniveau 3 of 4, de vak- en middenkaderopleidingen.

Het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo)

Er zijn altijd leerlingen die extra hulp en ondersteuning nodig hebben. Het vmbo doet er alles aan

om zoveel mogelijk leerlingen binnen boord te houden en intensief te begeleiden op weg naar een

diploma. Om dit te bereiken hebben wij het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo). Het is een

begeleidingsroute voor leerlingen en dus geen aanduiding van een niveau.

Wat is leerwegondersteunend onderwijs nu precies? Daar is geen eenduidig antwoord op te geven.

Het kan variëren van bijlessen, huiswerkbegeleiding en trainingen tot intensieve en langdurige

begeleiding en/of plaatsing in een kleinere groep. Om voor leerwegondersteunend onderwijs in

aanmerking te komen moeten deze leerlingen uitgebreid getest worden. De Regionale

Verwijzingcommissie Noordwest (RVC NWH-VO) beoordeelt of een aanvraag voor lwoo terecht is.

Page 38: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

18

Alleen met een beschikking van deze commissie is LeerWeg Ondersteunend Onderwijs voor deze

leerlingen mogelijk.

De onderbouw (eerste twee leerjaren)

De leerlingen van het VMBO volgen de eerste twee jaren een groot aantal vakken, waarbij gezorgd

wordt voor een goede afwisseling tussen praktijk en theorie. De mentor besteed veel aandacht aan

leren studeren, zelfstandig en samenwerkend, en tal van andere zaken die van leerlingen in het

huidige voortgezet onderwijs wordt verwacht.

Vanaf het 1e leerjaar wordt veel zorg besteed aan de voorbereiding op de afdelingskeuze of beter

gezegd: de keuze voor de leerwegen en afdelingen in de bovenbouw. Om de leerlingen hierbij te

ondersteunen, volgen ze het keuzebegeleidingprogramma. De lessen horend bij dit programma zijn

bedoeld om leerlingen inzicht te geven in hun eigenschappen, mogelijkheden en belangstelling.

Daarnaast ontvangen de leerlingen informatie en advies over vervolgopleidingen en beroepen.

Tijdens het project Praktische Sector Oriëntatie maken de leerlingen kennis met de afdelingen van

de bovenbouw. Deze lessen worden verzorgd door de leerkrachten van de bovenbouw. Verder

worden alle leerlingen in dit leerjaar getest op beroepeninteresse. De resultaten van deze test en

de schoolprestaties en de belangstelling van de leerling, vormen de basis van het leerroute-advies

dat aan het einde van het tweede leerjaar wordt gegeven. De leerlingen die geplaatst worden in de

basisberoepsgerichte leerweg met lwoo krijgen een onderwijsaanbod dat beter bij hen past. Deze

aanpassing vertaalt zich in een wat lager tempo, een afwijkende lessentabel en kleinere klassen.

Determinatie (leerjaar 2)

Dit houdt in dat er bepaald wordt welke sector, afdeling en leerweg voor welke leerling het meest

geschikt is. In leerjaar 2 wordt er door het hele jaar heen niet alleen gekeken naar cijfers, maar

ook naar vaardigheden, aanleg en interesses. Dit gebeurt op allerlei manieren, onder meer door

toetsen, observaties, praktische sector oriëntatie, evenals door belangstelling- en aanlegtesten.

Hiermee hopen we dan samen met de ouders een zorgvuldige, passende keuze voor de bovenbouw

te kunnen maken.

Vakcollege techniek

Deze VMBO-MBO opleiding is speciaal bedoeld voor jongens en meisjes die geïnteresseerd zijn in

techniek en later in een technisch beroep willen gaan werken. In 6 jaar worden de leerlingen

opgeleid tot een vakman of vakvrouw waarna zij het Kennemer Vakcollege verlaten met een MBO

diploma en een baan. De baan wordt gegarandeerd door een landelijke organisatie, het Vakgilde

genaamd. De eerste 3 jaar staan in het teken van een brede oriëntatie binnen de techniek en

technische beroepen.

Het Vakcollege werkt in leerjaar 1 en 2 gedifferentieerd. De leerlingen krijgen lesstof op hun niveau

aangeboden. Dit biedt mogelijkheden voor leerlingen om zich te bewijzen en te groeien. Aan het

eind van de 2e klas vindt determinatie plaats om vast te stellen op welk niveau de leerlingen in het

3e leerjaar starten. Het 3e leerjaar wordt afgesloten met het landelijk VMBO praktijkexamen

techniekbreed.

In het 4e leerjaar specialiseren de leerlingen zich in een van de studierichtingen van het MBO en

aan het eind van de 4e klas doen zij het landelijk VMBO examen in de theorievakken. Door deze

unieke constructie is er sprake van tijdswinst en verlaat de leerling na 6 jaar onze school met een

MBO niveau 2 of 3 diploma en een baan.

Samengevat:

• er is een brede oriëntatie op de techniek en beroepen in de techniek; • in het 1e leerjaar veel praktijk en “doe” opdrachten; • eind 4e leerjaar heeft de leerling een VMBO diploma;

Page 39: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

19

• de leerling verlaat het Kennemer Vakcollege met een MBO diploma en een baan;

• de opleiding duurt 6 jaar.

Gemengde Leerweg

In de technieksector is er op alle niveaus een groeiende behoefte aan jongeren. Vandaar dat het

Kennemer College de leerlingen van het vakcollege de mogelijkheid biedt om op GL-niveau uit te

stromen. GL staat voor gemengde leerweg en is bedoeld voor leerlingen die theoretisch meer

aankunnen maar ook graag praktisch bezig zijn. Het niveau van de theorievakken is gelijk aan

mavo-niveau (TL). De GL-leerlingen doen examen in 5 theorievakken en een beroepsvak, waar

mavoleerlingen examen doen in 6 theorievakken. De lessentabel is zo ingericht dat dit niet of

nauwelijks ten koste gaat van het aantal praktische lessen techniek. In het 3e leerjaar komt het 5e

vak er bij, in het Vakcollege is dit Nask-2 (Scheikunde).

Vakcollege Mens & Dienstverlening

In schooljaar 2012/2013 is het Kennemer College beroepsgericht gestart met een leerroute die bij

uitstek geschikt is voor leerlingen, die al weten dat zij later ‘iets met mensen’ willen doen.

Gedurende een doorlopende vmbo/mbo-leerlijn kunnen zij hun talenten ontwikkelen in de richting

van zorg, welzijn of dienstverlening. Binnen deze sectoren zijn er heel veel verschillende beroepen.

Zo kan de jongere later werken met bijvoorbeeld zieken, met kinderen, gehandicapten, jongeren of

met ouderen. Het Vakcollege leidt de leerling ook op voor beroepen in de maatschappelijke zorg en

welzijn. Kortom: werk waarin je veel met mensen te maken krijgt.

De eerste drie jaar van de opleiding leert de leerling veel van het vak Mens & Dienstverlening. Je

leert dan wat de belangrijkste kanten zijn van werken met mensen. Daarnaast wordt les gegeven

in: Nederlands, Engels, wiskunde, biologie, lichamelijke opvoeding, aardrijkskunde/geschiedenis en

muziek. In de volgende jaren leert de leerling steeds meer van de beroepen die het beste bij

hem/haar passen. De leerling loopt stage en doet veel praktijkervaring op. Als de leerling klaar is

met de opleiding heeft hij/zij een diploma op vmbo en mbo-niveau op zak. Door deze unieke

constructie is er sprake van tijdswinst en verlaat de leerling na 5 of 6 jaar (afhankelijk van het

niveau) onze school met twee diploma’s en mogelijk een baan.

Het Vakcollege Mens & Dienstverlening helpt de leerling om een echte topper te worden, die klaar

is voor een mooie carrière in de sector Mens & Dienstverlening!

De bovenbouw (leerjaren 3 en 4)

De bovenbouw kent twee leerwegen: basisberoepsgericht en kaderberoepsgericht, verdeeld over 3

sectoren met 7 afdelingen. Na de twee brugjaren kiest de leerling een afdeling en krijgt een

bindend advies mee voor de leerweg. Dit advies is gebaseerd op allerlei toetsingen, overleg met de

leerling en ouders/verzorgers en uitgebreide kennismaking met de mogelijkheden in de

bovenbouw. In beide leerwegen kunnen leerlingen met een lwoo-indicatie voorkomen.

Sector techniek:

o afdeling TECHNIEK BREED

Sector economie:

o afdeling ADMINISTRATIE

o afdeling MODE & COMMERCIE

o afdeling HANDEL & VERKOOP

Page 40: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

20

o afdeling SPORT&DIENSTVERLENING&VEILIGHEID

o afdeling HORECA

Sector Zorg en Welzijn:

o afdeling ZORG EN WELZIJN BREED

Internationale Schakelklassen (ISK)

De ISK staat voor de eerste opvang bij onderwijs aan anderstaligen. De leeftijd varieert van 12 tot

18 jaar. Deze leerlingen beheersen het Nederlands een beetje of helemaal niet. Zij zijn nog niet in

staat een vorm van regulier onderwijs in Nederland te volgen.

Ook leerlingen van buitenlandse afkomst, geplaatst in een reguliere basisschool, waarvan blijkt dat

ze het Nederlands niet voldoende beheersen om het reguliere vervolgonderwijs te volgen, kunnen

in de ISK worden opgenomen. Dit gebeurt in overleg met de ouders en de basisschool. Doel van

het ISK onderwijs is:

• het zodanig aanleren van de Nederlandse taal, dat de leerlingen daarna kunnen instromen in

het vervolgonderwijs;

• kennismaken met de Nederlandse samenleving.

De ISK is ingedeeld in groepen:

• ISK- I, de instroomgroep. • ISK- D, de doorstroomgroep • ISK- U en ISK- V zijn de uitstroomgroepen.

In het schooljaar 2013-2014 volgen er 54 leerlingen een lesprogramma binnen de ISK. Het is de

bedoeling dat de leerlingen na 2 jaar door kunnen stromen naar een vorm van vervolgonderwijs.

Dat kan zijn: Praktijkonderwijs, VMBO, MAVO, HAVO, MBO of vormen van hoger onderwijs. Welk

onderwijs het wordt, is afhankelijk van hun leeftijd en niveau.

ZSAP-UREN (Talentlessen)

ZSAP staat voor Zelfstandig, Samenwerken, Actief en Presteren.

Het idee achter deze lessen is het ontdekken en ontwikkelen van talent bij de leerling op

verschillende gebieden.

Deze gebieden zijn:

• Sport

• Kunst

• Mens en Natuur

Page 41: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

21

Aan het begin van het schooljaar maken de leerlingen, door middel van presentaties, kennis met

deze drie gebieden. Vervolgens kiezen ze twee gebieden die ze willen volgen. Deze twee gebieden

volgen ze ieder een half jaar. Tijdens een dergelijk half jaar volgen ze verschillende lessen en

workshops over onderwerpen van het gebied. Ieder gekozen gebied dient met een voldoende te

worden afgesloten. De leerling volgt deze lessen dus niet in klassenverband maar wordt ingedeeld

naar zijn/haar eigen interesse.

Extra ondersteuning binnen het onderwijs

Faalangst-reductietraining

Sommige leerlingen presteren onder druk veel minder dan ze eigenlijk zouden kunnen. Angst voor

mislukken tijdens een proefwerk speelt soms een negatieve rol. Een deskundige geeft trainingen

aan leerlingen om met meer zelfvertrouwen en onder druk te presteren.

Sociale vaardigheden (Sova) training

Sociale vaardigheden zijn vaardigheden die van belang zijn in de omgang met anderen, zoals: hoe

maak je op een goede manier contact met je leeftijdsgenoten, hoe ga je om met kritiek, of op

welke goede manier los je een ruzie op?

Voor leerlingen bestaat de mogelijkheid om extra ondersteuning te krijgen door middel van een

sovatraining in een klein groepje. Mevrouw van Nieuwenhuijzen geeft deze trainingen.

KennemerPunten

Om de leerlingen nog meer bij de school te betrekken, kennen we het systeem van

KennemerPunten. Iedere leerling kan per leerjaar 5 Kennemerpunten scoren. Hiermee laat de

leerling zien wat hij/zij behalve de studie nog meer kan presteren en waar wellicht de talenten van

de leerling liggen.

KennemerPunten kunnen verdiend worden door b.v.:

• meedoen aan de Schoolwacht • rondleidingen te geven aan leerlingen en ouders • mee te werken aan de Open Dag/schoolfeesten • deel te nemen aan de leerlingenraad • elkaar les te geven in het vak waar de leerling goed in is.

Er zijn tal van mogelijkheden om te laten zien over welke talenten de leerling beschikt. Een leerling

kan oneindig veel meer dan lessen volgen en een diploma halen. Wij zijn benieuwd naar hun

inbreng in de school. De ervaring die zij opdoen kunnen ze ook nog verwerken in een portfolio

map.

Sportevenementen

Voor ieder leerjaar organiseert de sectie lichamelijke opvoeding, interne toernooien waarbij een

bepaalde sport centraal staat. Ook is er rond de Kerst een schoolvoetbaltoernooi, waarvoor een

groot aantal scholen uit deze regio zich jaarlijks inschrijft.

Culturele activiteiten

In de loop van het jaar selecteren we passende theaterproducties of excursies naar een museum.

Page 42: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

22

3.2.2. Impuls Leerwegen

De volgende leerlijnen zijn uitgewerkt voor de afdelingen van de Opleiding Beroepsgericht:

- onderbouw,

- het team Techniek,

- het team Zorg en Welzijn (+ Horeca)

- het team Economie.

Bij de ontwikkeling van de leerlijnen wordt gewerkt met teamplannen en in het verlengde daarvan

projectplannen. Binnen die opgestelde plannen wordt antwoord gegeven op de volgende vragen:

Inhoudelijke vragen: - Wat zijn, rekening houdend met de beleidsvoornemens, de sterke en zwakke

kanten van het betreffende team en waarop moet dus de nadruk (prioriteit) gelegd

worden als het gaat om verbetering van het onderwijskundig concept, de

leerlingenzorg en de bijpassende personele ontwikkeling?

- Waar moet het betreffende team vooral aandacht aan besteden om als team een

bijdrage te kunnen leveren aan het wervend vermogen van de totale opleiding:

naar welk wervend en onderscheidend profiel wordt in dit team toegewerkt met in

achtneming van de koers die in de koersnota is gezet?

- Hoe kan het betreffende team inhoudelijk goed onderwijs geven, een wervend en

onderscheidend profiel tot stand brengen en tegelijkertijd (als dat in de betreffende

afdeling aan de orde is) de kosten (meer) in overeenstemming brengen met de

inkomsten?

Procesmatige vragen: - Waar moeten de verschillende teams precies aan werken: welke resultaten moeten

wanneer behaald worden?;

- Hoe brengen we de betreffende ontwikkeling (het betreffende resultaat) het meest

effectief tot stand?

Onderbouw De inrichting van de onderbouw richt zich op de volgende vernieuwde inhoud:

Een technische stroom in leerjaar 1 en 2 (Vakcollege) naast de algemene vmbo-stroom.

Daarmee wordt recht gedaan aan het principe van onderwijs op maat, wordt aangesloten

bij de behoefte van veel leerlingen om ook in de onderbouw meer praktijkgericht te leren

en vergroot de opleiding haar wervend vermogen.

Het werken met Keuzewerktijd (een blok van twee per week) in leerjaar 1 en 2. Het gaat

hierbij om de volgende groepen activiteiten: sport, dans/drama, beeldende vakken/muziek,

theatertechniek, ICT en aansprekende projecten binnen de beroepsvakken

o In het eerste leerjaar kan de leerling nog aan verschillende onderdelen deelnemen.

Page 43: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

23

o In het tweede leerjaar gaat de leerling zich verder specialiseren (herkennen van

affiniteiten/talenten: wat kan ik goed en waar wil ik me verder in verdiepen/beteren?).

De leerling wordt bij het kiezen en specialiseren begeleid door de mentor. Dit

onderwerp komt aan de orde in de ‘portfoliogesprekken’ die de mentor met de leerling

voert.

Het werken met portfolio’s en portfoliogesprekken. Vanaf het eerste leerjaar wordt de

leerling stapje voor stapje vertrouwd gemaakt met zelfbeoordeling (op leer- en

ontwikkellijnen), gesprekken met de mentor daarover (beoordeling door de mentor en het

bereiken van consensus), het leveren van ‘bewijzen’ voor de ontwikkeling op de

verschillende ‘lijnen’, het op een eenvoudige manier opstellen van een Persoonlijk

Verbeterplan, gesprekken over het portfolio en de verbeterplannen met de ouders, e.d.

De opbouw van het portfolio wordt nauw gerelateerd aan:

- Het gedrag dat leerlingen laten zien tijdens de uren keuzewerktijd (reflectie

op het bezit van bepaalde kerncompetenties);

- De keuzes die leerlingen maken i.v.m. keuzewerktijd;

- De keuzes die leerlingen maken i.v.m. de begeleidingsband;

- Prestaties van leerlingen binnen de vakken;

- Het LOB/PSO-traject.

Om goede portfoliogesprekken te kunnen voeren wordt een tweede mentoruur ingevoerd

voor individuele gesprekken.

Extra vakinhoudelijke begeleiding buiten de reguliere lessen om (buiten het rooster van 32

uur). Er is een begeleidingband ingevoerd voor leerjaar 1 en 2 binnen de verplichte 32

lesuren. Voor de onderbouw worden daarmee kosten meer in overeenstemming gebracht

met de inkomsten. Omdat aan de wettelijk voorgeschreven onderwijstijd voldaan moet

worden moeten de begeleidingsuren door alle leerlingen gevolgd worden. De

begeleidingsband wordt dan ook uitgebreid met verdiepingsuren.

Extra uren voor reken- en taalonderwijs in leerjaar 1. Veel vmbo-leerlingen (met name de

leerlingen met een LWOO-indicatie) hebben grote achterstanden opgebouwd op het gebied

van rekenen en Nederlandse taal. Andere leerlingen hebben problemen met taal en/of

rekenen i.v.m. specifieke leerstoornissen. Veel leerlingen van onze opleiding hebben

daardoor moeite met ‘begrijpend lezen’. Dit tekort werkt weer door in de resultaten van

veel andere vakken. Omdat de problemen op het vlak van taal en rekenen van leerling tot

leerling verschillen, is een individuele aanpak noodzakelijk. De keuze voor een aanpak met

docentondersteunende ICT wordt binnen de school ingezet.

Het intensiveren van Praktische Sector Oriëntatie (PSO) als onderdeel van Loopbaan

Begeleiding (LOB). Deze intensivering zal vooral plaats vinden in het tweede leerjaar. De

Opleiding Beroepsgericht maakt duidelijk dat zij heel veel belang hecht aan een op ruime

ervaring gestoelde studie/beroepskeuze. Portfoliogesprekken maken een integraal

onderdeel uit van het LOB/PSO traject.

Veel van onze leerlingen zijn gebaat bij meer praktijkgericht werken en leren (levensechte

leercontexten en meer mogelijkheden voor leren door te doen). De invoering van het

Page 44: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

24

Vakcollege zal voor een bepaalde groep leerlingen in deze behoefte voorzien. Daarnaast

wordt ten behoeve van de algemene vmbo-stroom gekozen voor ten minste 4 uur les in het

beroepsvak van zijn of haar keuze. Die keuze is gebaseerd op een intensief PSO/LOB-

traject.

Aan het einde van het tweede leerjaar kiest de leerling definitief voor een beroepsvak.

De sector Techniek (Bovenbouw) De inrichting van de bovenbouw Techniek richt zich op de volgende vernieuwde inhoud:

Met Techniek-breed kan uitstel van beroepskeuze optimaal (volledig op individuele maat)

tot stand gebracht worden. Bovendien kunnen leerlingen met dit programma, indien

gewenst, breder worden opgeleid.

Het beroepsvak neemt een centrale plaats in binnen de opleiding waardoor binnen de avo-

vakken meer contextrijk gewerkt wordt. Leerlingen kunnen beter leren door te doen en

levensechter en meer gemotiveerd leren.

Het werken met portfolio’s en portfoliogesprekken. Hierdoor krijgen leerlingen meer zicht

op de eigen vakspecifieke en inter-persoonlijke competenties. Zij leren ontwikkelplannen

voor zichzelf op te stellen en worden beter voorbereid op het MBO. Binnen het

vervolgonderwijs is werken met eigen ontwikkelingsplannen en competentiegericht en

competentiebewust leren en werken namelijk een belangrijk doel.

De sector Horeca (Bovenbouw) De inrichting van de bovenbouw Horeca richt zich op de volgende vernieuwde inhoud:

Het beroepsvak een centrale plaats laten innemen binnen de opleiding Horeca.

Leerlingen leren meer zelfstandig werken: het ontwikkelen/invoeren van leermiddelen

waarmee (begeleid) zelfstandig werken voor leerlingen beter mogelijk is. Het

klassenmanagement is hier op aangepast.

Vaktheorie en Vakpraktijk is geïntegreerd.

Het werken met portfolio’s en portfoliogesprekken. Het tot stand brengen van een

koppeling tussen het werken met portfolio’s en een leerlingvolgsysteem wordt verder

geborgd.

De sector Zorg en Welzijn (Bovenbouw) De inrichting van de bovenbouw Zorg en Welzijn richt zich op de volgende vernieuwde inhoud:

Het beroepsvak neemt een centrale plaats in binnen de opleiding waardoor er binnen de

avo-vakken meer contextrijk gewerkt wordt en leerlingen beter en meer gemotiveerd leren

en werken.

Het werken met portfolio’s en portfoliogesprekken waardoor de leerling meer zicht krijgt op

de eigen vakspecifieke en inter-persoonlijke competenties. De leerling leert

ontwikkelplannen voor zich zelf op te stellen en in het verlengde daarvan beter wordt

voorbereid op het MBO waarin werken met eigen ontwikkelplannen en competentiegericht

en competentiebewust leren een belangrijk doel is.

Betere begeleiding tot stand brengen van docenten en mentoren waar het gaat om het

toepassen van handelingsplannen.

Page 45: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

25

Economie: de afdeling Handel & Verkoop en Mode & Commercie (Bovenbouw) De inrichting van de bovenbouw Handel & Verkoop en Mode richt zich op de volgende vernieuwde inhoud:

Alle leerlingen die handel & verkoop of mode & commercie doen werken voor alle vakken in

hetzelfde lokaal.

Er wordt gewerkt met een weektaak. De leerlingen bepalen zelf wanneer ze met welke

opdracht aan het werk gaan.

De opdrachten zijn vakoverstijgend en tellen vaak bij meer dan één vak mee.

De leerlingen worden begeleid door een kleine groep docenten.

De praktijkvakken staan centraal en geven voor een belangrijk deel richting aan de inhoud

van de avo-vakken.

Het leren wordt sterk gestuurd d.m.v. praktijkopdrachten (individueel en voor groepen).

Leerlingen leren reflecteren op het eigen leren door middel van portfoliogebruik en

portfoliogesprekken. Hiermee zicht krijgen op de eigen toekomstmogelijkheden en

interesses.

Ouders worden meer betrokken bij de ontwikkeling van hun kind.

De afdeling Administratie

Binnen deze afdeling wordt het project “Oefenfirma KC Korporate” uitgevoerd. Dit project wordt

gedurende een aantal jaren gedraaid en is ieder jaar meer praktijkgericht gemaakt. De leerlingen

werken in een simulatieprogramma aan onderdelen zoals Inkoop, Verkoop, Magazijnbeheer en

Personeelsadministratie. De oefenfirma maakt deel uit van het simulatieprogramma Simsoft,

waarbij de aangesloten scholen een branche toegewezen krijgen. Het Kennemer College heeft in dit

verband een sportgroothandel.

Het gaat om de volgende kernpunten:

De lessituatie lijkt op een sportfirma (beroepskleding met eigen logo, werkoverleg met

vergadertafel, ontslagprocedures).

Het beroepsvak heeft een centrale plaats binnen de opleiding, waardoor er binnen de avo-

vakken meer contextrijk gewerkt wordt. Hierdoor kunnen de leerlingen gemotiveerd leren

en werken.

De praktische uitvoering van de jaarlijkse deelname aan de Internationale Beurs voor

Oefenfirma’s staat centraal binnen het 4e leerjaar als leidraad voor het Beroepsvak.

De handelingsopdracht aan het eind van het 4e leerjaar is vakoverstijgend.

Leerlingen leren reflecteren op het eigen leren door middel van portfoliogebruik en

portfoliogesprekken. Hiermee zicht krijgen op de eigen toekomstmogelijkheden en

interesses.

Het voeren van functioneringsgesprekken in het kader van een beroepshouding. Dit is

nodig voor het werken op een administratiekantoor van een sportfirma.

Page 46: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

26

Maatregelen referentiekaders en de examens

Eind december 2012 is de voortgangsrapportage implementatie referentiekader taal en rekenen

gepubliceerd met daarin de actuele stand van zaken van de referentieniveaus Nederlandse taal en

rekenen. Hieronder een korte samenvatting van de stand van zaken.

Maatregel 1: Nederlands

Voor invoering van de referentieniveaus Nederlandse taal worden de volgende maatregelen

genomen:

Voortgezet Onderwijs:

Na invoering van de referentieniveaus zullen diverse centrale examens Nederlands een hogere

moeilijkheidsgraad kennen. CVE heeft in 2012 – 2013 aan scholen duidelijk gemaakt hoe dit er

precies uitziet.

Om scholen voldoende gelegenheid te bieden om leerlingen hierop voor te bereiden, zal invoering

in 2014 – 2015 plaatsvinden. Wel krijgt het examen Nederlands vooraf aan 2014 – 2015 een

stevige positie in de slaag – zakregeling. Dit geldt vanaf het huidige schooljaar al voor het HAVO en

het VWO en vanaf 2013 – 2014 voor het VMBO.

De kernvakkenregel HAVO en VWO omvat de vakken Nederlands, Engels en wiskunde. In het

VMBO mogen de leerlingen vanaf 2013 – 2014 niet lager scoren dan een vijf voor Nederlands.

Maatregel 2: Rekenen Voortgezet Onderwijs:

Invoering rekentoets vanaf 2013-2014, maar:

o resultaat pas vanaf 2015-2016 deel van slaag-/zakregeling; o het cijfer wordt wel vanaf 2013-2014 op de cijferlijst opgenomen.

Schematisch in beeld voor het VMBO

2013 - 2014 2014 - 2015 2015 - 2016

Invoering van de

rekentoets. Rekenen

nog geen onderdeel

van de uitslagregeling.

Cijfer komt op de

resultatenlijst.

Aanscherping

uitslagregel vmbo

eindcijfer Nederlands.

Afstemming van de

examens Nederlands

op de

referentieniveaus.

Rekenen wordt

onderdeel van de

slaag- /zakregeling

Toegestane verblijfsduur binnen het VMBO

Page 47: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

27

Per augustus 2011 is de vijfjarenmaatregel afgeschaft. Dit heeft invloed op het beleid op

doubleren, doorstroom en bevordering.

Doubleren:

In principe niet doubleren in de brugklas.

Tweemaal doublure in hetzelfde leerjaar is niet toegestaan.

Geen doublure in twee opeenvolgende jaren.

3.3 Onderwijsconcept

3.3.1 Karakterisering van de school

Het Kennemer Beroepsgericht sluit aan bij de uitgangsprincipes van het model van Marzano. Het

model van Marzano1 gaat uit van een kader van ons orthodidactisch en pedagogisch handelen.

1.

Page 48: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

28

Volgens het model van Marzano heeft de leerkracht de grootste invloed op de ontwikkeling van de

leerling. Een goede leerkracht beschikt over veel didactische strategieën, plus de kennis wanneer

deze strategieën het beste kunnen worden ingezet.

Het Kennemer Beroepsgericht hecht daarom waarde aan de ontwikkeling van de expertise van haar

docenten. Dit wordt vormgegeven door o.a. deelname van de leerkrachten aan interne en externe

individuele- of teamscholing. Daarnaast vindt op teamniveau gerichte coaching en ondersteuning

van de leerkrachten plaats. Verderop in het profiel wordt ingegaan op de expertiseontwikkeling van

het team van het Kennemer Beroepsgericht.

In het schooljaar 2012-2013 heeft het Kennemer College zich georiënteerd op het werken met een

nieuwe Methodiek. Het “Personalised Learning”. Deze methodiek werkt vanuit de volgende

grondslag:

Bronnen• Curriculum

• Learning Portal

• De leraar

• Tijd

• Ruimte

“Personalised Learning” gaat uit van het onderwijsconcept:

Starten met de individuele leerling:

o Behoeften

o Ambities

o Leerdoelen

Lange termijn doelen opknippen in semesterdoelen en weekdoelen.

De student kiest daar zijn/haar leerstrategie op.

Het Kennemer Beroepsgericht wil de komende jaren aansluiten bij de basisprincipes van het

“Personalised Learning”. De school schept hiermee een pedagogisch klimaat waarin tieners zich in

een leeromgeving bevinden die hen een veilige setting biedt waardoor zij tot optimale ontplooiing

kunnen komen.

Page 49: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

29

Het model ondersteunt de richting voor het pedagogisch klimaat in de school. Er wordt onderscheid

gemaakt tussen het persoonsgebonden handelen van de docent (dat bij de persoonlijkheid hoort en

te maken heeft met intuïtie, uitstraling e.d.) en het professionele handelen van de docent. Dit

vormt de basis voor de algemene aanpak en het klimaat in de klas. Voor die leerlingen die dit nodig

hebben, wordt binnen het interne zorgteam een individuele (gedrags) aanpak afgesproken en

vastgelegd in het IHP.

3.3.2. Pedagogisch Klimaat

Huidige Ondersteuning:

De onderwijskundige aanpak van een school is volgens ons van een niet te onderschatten invloed

op de omvang en de aard van de verschillende ondersteuningsvragen die binnen een school

voorkomen. Ook de mogelijkheid om goed en tijdig zorgvragen van leerlingen te signaleren en om

uitvoering te geven aan op maat gesneden (ortho)pedagogische begeleidingsplannen, staat of valt

met de manier waarop de docent en de school het onderwijskundige proces hebben ingericht.

Het onderwijsconcept van de opleiding Beroepsgericht van het Kennemer College is er op gericht

om:

- Leerlingen op maat les te geven: naar tempo, naar niveau en naar leerstijl;

- binnen een afdeling de nadruk te leggen op die leerstijl die gemiddeld het beste aansluit bij

de behoefte van de leerling (bijvoorbeeld leren door te doen);

- Leerlingen te motiveren: door contextrijk te werken en door de kwaliteiten van leerlingen

als vertrekpunt te nemen voor hun verdere ontwikkeling (in plaats van de focussen op die

dingen die leerlingen niet beheersen);

- Leerlingen over zich zelf na te laten denken: over de effectiviteit van hun leren, over de

ontwikkeling van hun persoonlijke kwaliteiten, over hun ambities en mogelijkheden;

- Het gevoel te geven dat ze er toe doen, de moeite waard zijn en dus ook door de school

verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor de effecten van hun gedrag.

De school verwacht dat binnen een dergelijke onderwijskundige omgeving leerlingen minder zorg

nodig zullen hebben. Het onderwijsconcept werkt, verwacht men, preventief.

De school verwacht ook dat deze onderwijskundige omgeving docenten beter in staat stelt naar

individuele leerlingen te kijken en op maat die begeleiding te bieden die zij nodig hebben (de

curatieve werking van het onderwijsconcept).

3.3.3. Het onderwijs en de begeleiding

Burgerschap/Maatschappelijke Stage (MaS)

Burgerschapsvorming brengt jonge burgers de basiskennis, vaardigheden en houding bij, die nodig

zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving. Op het

Kennemer College geven wij daar (mede) inhoud aan door middel van de Maatschappelijke Stage.

Dit houdt in, dat jongeren vrijwilligerswerk doen tijdens hun middelbare schoolperiode. Dat is goed

voor anderen, maar ook voor de persoonlijke ontwikkeling van onze leerlingen.

Page 50: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

30

Het vrijwilligerswerk vindt plaats in de non-profitsector: bij een vrijwilligersorganisatie, vereniging,

instelling of maatschappelijke organisatie.

Leerlingen maken tijdens hun stageperiode kennis met een kant van de maatschappij, waar ze

anders misschien niet mee in aanraking zouden zijn gekomen. Ze verbreden hun horizon en

leveren een zinvolle bijdrage aan de samenleving. Aangezien de Maatschappelijke Stage een

wettelijke verplichting is voor alle middelbare scholieren is het ook een onderdeel van het rapport.

Het niet voldoen aan de MaS-kwalificaties kan ervoor zorgen dat een leerling niet overgaat.

Drie domeinen Bij burgerschapsvorming staan drie domeinen centraal:

democratie - kennis over de democratische rechtstaat en politieke besluitvorming;

democratisch handelen en de maatschappelijke basiswaarden;

participatie - kennis over de basiswaarden en mogelijkheden voor inspraak en

vaardigheden en houdingen die nodig zijn om op school en in de samenleving actief mee te

kunnen doen;

identiteit - verkennen van de eigen identiteit en die van anderen; voor welke

(levensbeschouwelijke) waarden sta ik en hoe maak ik die waar.

Burgerschapsvorming in school Op school geven wij op allerlei manieren vorm aan burgerschapsvorming en sociale integratie. Een deel daarvan is geïntegreerd in het lesgeven zelf. Zaken als meningsvorming, sociale verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid en het omgaan met verschillen, conflicthantering, etc., kunnen niet los gezien worden van het lesgeven. Daarnaast zijn er vakken die specifiek wat meer aandacht geven aan zaken als democratie, grond-

en mensenrechten, duurzame ontwikkeling, seksualiteit, etc. Met name de vakken maatschappijleer, geschiedenis, aardrijkskunde, biologie en techniek zullen aandacht besteden aan deze onderwerpen.

De belangrijkste eigenschappen van een maatschappelijke stage zijn:

- dat de leerling zelf iets doet;

- dat de activiteiten bijdragen aan een maatschappelijk doel;

- dat het werk onbetaald is;

- dat het geen beroepsstage is;

- dat er een veilig pedagogisch klimaat heerst.

Iedere stageplek die aan deze eigenschappen voldoet, is in beginsel een ‘goede’ stageplek.

3.3.4. Leerling-populatie

Het Kennemer Beroepsgericht telt ongeveer 957 leerlingen. Leerlingen van verschillende

leerjaren en richtingen hebben hun eigen plek en hun eigen sfeer. De leerling verdwijnt niet in de

massa, maar heeft een overzichtelijke school waarin hij zich prettig en veilig kan voelen. We

hebben aandacht voor de individuele leerling en geven extra zorg waar nodig. Daarnaast is er

veel ruimte voor persoonlijke ontwikkeling van de leerlingen.

Overzicht leerlingen met een Rugzak/LGF-beschikking:

Page 51: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

31

Aantal Cluster 1 Cluster 2 Cluster 3 Cluster 4

0 3 1 7

Leerlinggebonden financiering (de Rugzak)

Rugzakje Kinderen met een handicap/beperking die een positieve indicatie hebben van de Commissie voor

Indicatiestelling, krijgen een persoonsgebonden voorziening, het zogenaamde ‘rugzakje’,

waarmee zij in principe kunnen worden opgevangen in het reguliere onderwijs. Wij overleggen

met ouders die hun kind op deze manier op onze school geplaatst zouden willen zien. Ouders

dienen dus altijd melding te maken van het rugzakje wanneer deze al bestaat of

aangevraagd is. Aan de hand van een aantal onderwijskundige en praktische vragen wordt

bekeken of de school een eventuele plaatsing kan waarmaken. Via ambulante begeleiding

(extern) in samenspraak met school/ouders wordt de leerling dan nauwlettend gevolgd en

begeleid. De officiële plaatsingsprocedure van deze leerlingen is te vinden op de website van de

SVOK: www.svok.nl.

In de toekomst vervallen de Rugzakken en krijgen leerlingen met een specifieke ondersteuningsvraag een door het Samenwerkingsverband afgegeven arrangement. Dit arrangement wordt door de scholen van het Samenwerkingsverband ondersteund.

De begeleiding: Binnen het Kennemer College zit de rugzakleerling in een gewone klas en volgt net als andere leerlingen het dagelijkse rooster. Wij stellen ons tot doel deze leerlingen d.m.v. een

duidelijke structuur en aanvullende individuele begeleiding zodanig te ondersteunen, dat zij (leren) functioneren binnen de sociale reguliere context van de school. Leerlingen met een cluster-3 beschikking volgen soms een aangepast rooster. Tevens kunnen zij gebruik maken van de faciliteiten en ondersteuning vanuit de NABOB. Elke nieuwe rugzakleerling krijgt een intern begeleider (IB’er) die hem/haar gedurende

zijn/haar hele schoolloopbaan op het Kennemer College begeleidt en ondersteunt. De intern

begeleiders worden ondersteund door de ambulant begeleiders van het REC. De inhoud van de individuele begeleiding en ondersteuning van de leerling met LGF is afgestemd op de adviezen van de ambulant begeleider van het REC (indien de leerling al een rugzakje heeft bij aanmelding), de hulpvraag van de leerling en de ouders. Tijdens een intakegesprek zet de zorgcoördinator de eerste hulpvragen en persoonlijke informatie over de leerling samen met ouders op een rijtje. De zorgcoördinator informeert schriftelijk vooraf

de lesgevende collega’s over de nieuwe rugzakleerlingen. Natuurlijk hebben brugklassers even de tijd nodig om te wennen aan hun nieuwe school/omgeving. Wanneer duidelijk is aan welke hulp de leerling nog meer behoefte heeft, schrijft de interne begeleider een handelingsplan waarin staat wie waarvoor verantwoordelijk is. Ouders ondertekenen het handelingsplan.

Voor het einde van het schooljaar wordt de begeleiding geëvalueerd. Indien blijkt dat de begeleiding tussentijds niet goed werkt zal deze, indien mogelijk, aangepast worden. Ouders zijn vaak de eersten die signaleren dat hun kind niet lekker draait op school. Indien de

leerling goed gaat en minder of een minder intensieve vorm van ondersteuning nodig heeft wordt dat ook aangepast. In de schooljaren na de brugklas, zal bij de LGF/LWO –leerlingen aan het begin van elk het

schooljaar de zorgbehoefte opnieuw geïnventariseerd worden en in een handelingsplan vertaald

worden.

Page 52: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

32

Overzicht inzet personeel t.b.v. de Rugzak begeleiding:

Personeel Orthopedagoog

1,76+0,80 Mentor

0,80 Zorgcoördinator

0,29 Schoolmaatschappelijk werk

0,40 Leerlingbegeleiders

3.3.5 Niveaus van ondersteuning en werkwijze:

We gaan ervan uit dat alle docenten een zeker basisniveau hebben t.a.v. de aanpak van sociaal-

emotionele problematiek. De school stelt eisen aan de professionaliteit van de docenten en

mentoren wat betreft remediale hulp op vakinhoudelijk gebied en hulp bij sociaal-emotionele

problematiek. Daar waar nodig vindt er (bij)scholing voor de docenten plaats. De eerste fase van

ondersteuning wordt door onze docenten vooral binnen de klassensituatie geboden. De

mentor/afdelingsleiders met ondersteuning van leden van het zorgteam, organiseren, volgen en

evalueren dit eerste niveau van hulp en ondersteuning. Mocht deze hulp niet toereikend zijn dan

zorgt de docent, de mentor of de afdelingsleider ervoor dat de leerling wordt aangemeld bij het

zorgteam. Het zorgteam overlegt vervolgens welke stappen noodzakelijk zijn. Er wordt onderzocht

of we experts in huis hebben die de leerling verder kan begeleiden of dat gezocht moet worden

naar experts buiten de organisatie.

Het uiteindelijke doel van ondersteuningsinterventies vanuit het gezichtspunt van de school bezien,

is leerlingen beter in de les te laten functioneren (leertechnisch en gedragsmatig). De slaagkans

van deze interventies hangt daarom voor een groot deel af van het pedogische-didactische gedrag

(handelingsrepertoire) dat lesgevenden kunnen en willen inzetten en van de inzet van de

betreffende leerling om zijn/haar functioneren te willen verbeteren.

Echter de school onderkent ook dat docenten geen specialisten zijn op het gebied van zorg.

Bovendien wordt een verandering van deze situatie ook niet nagestreefd: docenten hebben hun

handen meer dan vol aan de verdere ontwikkeling van hun onderwijskundige en vakspecifieke

kennis en vaardigheden, aan de ontwikkeling van het onderwijs op sectie- en teamniveau en aan

het lesgeven aan leerlingen met zeer verschillende mogelijkheden binnen het betreffende

vakgebied.

De school wil hierbij aansluiten door te werken met zorgspecialisten en deze specialisten voor een

belangrijk deel in dienst te stellen van de lesgevende. Gelet op de primaire taak van de

docent/mentor zal er bovendien sprake moeten zijn van een uiterst effectieve dienstverlening: niet

alleen goed, maar ook efficiënt. De school zet in op enerzijds de mentor een centrale,

coördinerende rol te laten vervullen, maar anderzijds de mentor daarbij goed te laten

ondersteunen door zorgspecialisten (met name de zorgcoördinator).

Niveaus van ondersteuning en soorten ondersteuning

Binnen de school worden drie verschillende ondersteuning/zorgtaken onderscheiden:

Page 53: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

33

- de coördinatie van de zorg/ondersteuning: binnen de school door de mentoren en

zorgcoördinator en tussen de school en externe zorgverleners door de zorgcoördinator;

- het ondersteunen van het handelen van de lesgever: door de zorgspecialisten van de

school of in bijzondere gevallen door externe zorgverleners;

- de begeleiding van de leerling zelf: door de lesgever/mentor en/of door de

schoolspecialist(en) of een externe zorgverlener.

Genoemde ondersteuning/zorgtaken zijn op de oplossing van zeer uiteenlopende problemen

gericht:

- op het vlak van leermoeilijkheden: we onderscheiden leerstoornissen, leerproblemen en

leerachterstanden;

- op het vlak van te lage begaafdheid;

- op het vlak van sociaal emotionele problematiek en gedrag.

De hierboven onderscheiden ondersteuningstaken (coördineren, ondersteunen van personeel en

begeleiden van leerlingen) binnen de school dienen zodanig verricht te worden dat de hierboven

genoemde drie soorten zorg (probleemsoorten):

- worden gesignaleerd;

- gediagnosticeerd;

- planmatig worden aangepakt via een handelings-/begeleidingsplan dat:

o goed wordt uitgevoerd.

o geëvalueerd en bijgesteld wordt als dat nodig is.

Op het niveau van de zorgcoördinatie moet men bovendien in staat zijn om goed te onderkennen

wat de school zelf op het vlak van ondersteuning kan bieden en welke zorg door deskundigen van

buiten de school verricht moet worden. Goede kennis van de eigen mogelijkheden en vooral van de

beperkingen is essentieel als het gaat om het geven van kwalitatief hoogwaardige ondersteuning

en zorg.

Goede ondersteuning kan ook bestaan uit goed onderbouwde en tijdige doorverwijzing naar andere

vormen van onderwijs. Waar de school, ook met behulp van externe zorgspecialisten, niet langer in

staat is leerlingen die ontwikkeling door te laten maken die passend is voor de betreffende

schoolsoort, is de leerling en de schoolomgeving gebaat bij verantwoorde doorverwijzing en

plaatsing.

Doorverwijzing naar een andere vorm van onderwijs kan alleen plaats vinden als de

ouders/verzorgers bereid zijn hun kind samen met de school in een passend ander traject te

plaatsen. In uiterste gevallen zal de school moeten overgaan tot gedwongen plaatsing elders,

uiteraard met in achtneming van de wettelijke vereisten die horen bij een verwijderingprocedure.

In beide situaties wordt sinds 2012 overleg gepleegd met Onderwijs Schakelloket van het

Samenwerkingsverband.

We hanteren drie niveaus van zorg en ondersteuning binnen de school:

Page 54: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

34

1. de eerstelijns zorg: de zorg die door lesgevenden en de mentor wordt geboden;

2. de tweedelijns zorg: de zorgtaken die worden verricht door zorgspecialisten van de school;

3. de derdelijns zorg: de zorgtaken die door externe deskundigen worden verricht waaronder:

o De zorg op het niveau van het samenwerkingsverband;

o De zorg buiten het samenwerkingsverband.

Het is van groot belang om van jaar tot jaar op beleidsniveau vast te stellen welke zorg via de

tweedelijn (eigen zorgspecialisten) en welke via de derdelijn (zorgspecialisten van buiten) wordt

geboden. Met andere woorden hoe ver moet, kan en wil de school gaan met het bieden van zorg

door eigen functionarissen.

3.3.6. De Trajectvoorziening Inleiding

Gezien de ontwikkelingen van Passend Onderwijs wordt er de komende jaren een extra inzet

gevraagd van scholen. Alle scholen van het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Midden

Kennemerland werken dan ook aan een goed functionerende ondersteuningsstructuur. Deze

ondersteuning bestaat uit preventief signaleren en handelen, coaching van medewerkers,

deskundigheidsbevordering en de interne trajectvoorziening en heeft als doel leerlingen zoveel

mogelijk binnenboord te houden. Er is gekozen voor de naam trajectvoorziening omdat te allen

tijde duidelijk moet blijven dat de leerling op weg is naar zijn of haar einddoel, namelijk het

behalen van een diploma.

Het Kennemer College Beroepsgericht is sinds september 2013 gestart met de binnenschoolse

trajectvoorziening, van waaruit leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften de nodige

ondersteuning krijgen. Naast de leerlingen kunnen ook de docententeams, de ouders en het

onderwijsondersteunende personeel met hun hulpvragen terecht in de voorziening, teneinde

ondersteuning en handelingsaanwijzingen te krijgen. De trajectvoorziening fungeert dus ook als

intern expertisecentrum met betrekking tot pedagogisch-didactisch handelen.

De trajectvoorziening is een specifiek arrangement binnen de ondersteuningsstructuur en heeft een

wettelijk kader. Leerlingen volgen een op hun onderwijsbehoeften afgestemd traject dat zoveel

mogelijk van korte duur is, echter kan doorlopen met een maximum van 2 jaar. Het streven is dat

leerlingen in de meeste gevallen zoveel mogelijk blijven deelnemen aan de reguliere lessen en

binnen de voorziening de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben om het onderwijsleerproces zo

optimaal mogelijk te laten verlopen.

Er is binnen het Kennemer College Beroepsgericht gekozen voor een trajectvoorziening met een

ambulant en flexibel karakter. De trajectbegeleider (leerlingbegeleider) is een vast gezicht en

organiseert het dagelijks reilen en zeilen binnen de voorziening. Dit gebeurt onder leiding van de

zorgcoördinator (ZC). Als blijkt dat het ondersteuningsaanbod niet toereikend is, kan er in overleg

met het interne zorgteam verder gekeken worden naar een zwaarder ondersteuningstraject.

Samenwerking tussen nu nog Regionaal Expertise Centrum (REC) en de trajectgroep

Momenteel werkt de ambulant begeleider nog samen met de trajectbegeleider (TB) en maakt deze

Page 55: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

35

dus ook deel uit van de trajectvoorziening. De begeleiding van de leerling en zijn ouders en de

coaching van docenten blijft op deze manier gegarandeerd. In de huidige situatie bedient de

ambulant begeleider echter nog enkel de leerlingen met een LGF, maar met de invoer van Passend

Onderwijs verdwijnt deze vorm van financiering en zal de school op een andere wijze de

opgebouwde expertise borgen. Er zal gekeken worden bij de bezetting van de trajectvoorziening

hoe deze expertise voor alle leerlingen binnen de voorziening maximaal ingezet kan worden.

Doelgroep

Zowel de oude geïndiceerde leerlingen als de leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte

komen in aanmerking om gebruik te maken van de trajectvoorziening. Onder laatstgenoemden

vallen de leerlingen die gedrag laten zien dat om extra ondersteuning vraagt, maar in bepaalde

situaties of periodes binnen de reguliere lessen niet te realiseren is.

Op basis van observatie binnen de trajectvoorziening, kan het interne zorgteam (kernteam)

besluiten dat de geboden hulp niet afdoende is en dat een bepaalde leerling in aanmerking zou

moeten komen voor een zwaarder arrangement. In afwachting van dit arrangement, kan de

leerling begeleiding ontvangen binnen de trajectvoorziening. De definitieve kaders van de

doelgroep voor de Trajectvoorziening worden de komende periode nog uitgewerkt in het Kaderplan

Trajectvoorziening.

Doel

Vroegtijdige signalering;

Voorkomen van afstroom of uitval van leerlingen vanwege gedrags- en / of sociaal-

emotionele problematiek;

Planmatig en oplossingsgericht werken;

Werken met één handelingsplan;

Begeleiden van leerlingen met een rugzakje die aangewezen zijn op opvang buiten de klas;

Aanvullende didactische en / of sociaal-emotionele ondersteuning van leerlingen met LWO,

die niet voldoende profiteren van het extra aanbod dat hen in de klas geboden wordt;

Ondersteuning van docenten in de omgang met leerlingen met een extra

ondersteuningsbehoefte;

Ondersteuning ouders en vergroten van betrokkenheid;

Expertise delen;

Ondersteuning op maat.

De TB werkt nauw samen met de mentoren, andere collega’s en nu nog de AB’er vanuit het REC en

heeft regelmatig contact met de ZC / orthopedagoog, waardoor er ervaring en kennis uitgewisseld

kan worden. Als de trajectgroep op bepaalde momenten in de week niet bezet is zal/kan de TB

begeleidingsgesprekken voeren, met docenten de aanpak van deelnemende leerlingen bespreken,

etc.

De trajectgroep als onderdeel van het gehele zorgaanbod van de school

Stap 1: signalering

Een medewerker signaleert, bespreekt dit vervolgens met de mentor van een leerling en deze

onderneemt een aantal acties, zoals extra mentorgesprekken, een oudergesprek, ondersteuning

conflictoplossing, etc. Indien nodig schakelt de mentor de teamleider in. Als de zorgen blijven

bestaan, dan wordt dit met de leerling en zijn of haar ouders besproken en wordt er door de

teamleider (eventueel samen met de ZC) een plan van aanpak opgesteld en geëvalueerd. De reeds

gezette stappen moeten terug te vinden zijn in Magister en de verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij

Page 56: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

36

de mentor. In het geval van crisis, dient de teamleider direct ingeschakeld te worden. Het maakt

daarbij niet uit of er sprake is van crisis in de thuissituatie of op school. De teamleider kan dan

vervolgens schoolmaatschappelijk werk, de ZC / orthopedagoog of leerlingbegeleiding inschakelen.

Stap 2: het interne zorgteam of kernteam en het RASTT

Als het plan van aanpak na evaluatie onvoldoende effect blijkt te sorteren, moet de mentor de

leerling in overleg met de teamleider aanmelden voor het zorgteam. Binnen het interne

zorgoverleg of kernteam (ZC, orthopedagoog, teamleiders, leerlingbegeleiders waaronder de TB,

schoolmaatschappelijk werk en eventueel de CJG-coach) wordt de leerling besproken en wordt

bepaald wat de ondersteuningsbehoefte van de leerling, school en de ouders is. Zo kan besloten

worden dat de leerling in de trajectgroep geplaatst wordt. Afhankelijk van de uitkomst wordt het

handelingsplan opgemaakt, bijgehouden en geëvalueerd. Voor dit overleg kunnen, met

toestemming van ouders, ook andere externe ketenpartners uitgenodigd worden zoals leerplicht,

schoolarts, etc. Als de geboden ondersteuning ingezet vanuit het interne zorgteam, niet afdoende

blijkt, als school in handelingsverlegenheid dreigt te raken of advies wil inwinnen, kan de leerling

met toestemming van ouders aangemeld worden bij het RASTT (Regionaal Advies en Schakel

ToetsingsTeam). Op basis van de output van het kernteam wordt een advies gegeven zodat school

(eventueel met ondersteuning van het RASTT) weer verder aan de slag kan met een leerling of op

zoek kan naar een arrangement op maat binnen de Tussenvoorzieningen van het SWV

(SamenWerkingsVerband). Ook kan bijvoorbeeld al een toekomstig vervolgtraject besproken

worden om wachttijden (thuiszitten) zoveel mogelijk te voorkomen.

Werkwijze

Aantal plaatsbare leerlingen

De trajectgroep zal ongeveer 20 tot 30 leerlingen kunnen begeleiden. In het vaste lokaal van de

trajectgroep zullen dan ook voldoende werkplekken gerealiseerd worden.

Visie en uitgangspunt

Een belangrijk uitgangspunt van de trajectgroep is dat leerlingen met de extra ondersteuning

voldoende kunnen functioneren binnen de reguliere klassen. Als de extra ondersteuning tijdens

bepaalde lessen niet voldoende geboden kan worden, dan kan men besluiten dat de leerling op die

momenten in de trajectvoorziening terecht kan. De duur van zulke maatregelen dienen tot een

minimum beperkt te worden. Verder kan in het handelingsplan van een leerling vastgelegd worden

dat een trajectgroepleerling voor langere tijd (maximaal twee jaar) gebruik kan maken van

‘bepaalde’ ondersteuningsmogelijkheden van de trajectgroep zoals bijvoorbeeld elke dag daar,

voorafgaand aan de lessen, de dag starten en er verblijven tijdens de pauzes. Leerlingen die in

afwachting zijn van een zwaarder ondersteuningstraject kunnen volledig opgenomen worden in de

trajectvoorziening, tenzij dit leidt tot een onveilig klimaat voor de anderen. Belangrijk is verder dat

alles in kleine stapjes gebeurt en dat er dus niet teveel ineens wordt gevraagd van een leerling. Elk

klein succesje telt. Ook is het van groot belang dat de terugkeer van leerlingen die een tijdje, om

wat voor reden dan ook, een aantal reguliere lessen niet hebben kunnen volgen, gefaseerd

gebeurt. Zowel de betreffende leerling als zijn of haar klasgenoten en docenten moeten voorbereid

worden. Er kan hierbij ook gekeken worden naar een maatje voor de terugkerende leerling.

Aanmeld- en intakeprocedure

Alle leerlingen die worden aangemeld bij de trajectvoorziening dienen een handelingsplan,

opgesteld door de mentor, te hebben en moeten door hem of haar met de teamleider besproken

zijn. De mentor dient vervolgens het aanmeldformulier van de voorziening in te vullen en dit in te

dienen bij de TB en de ZC. De ZC beslist of de leerling wordt toegelaten tot de trajectvoorziening.

Page 57: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

37

Leerlingen die tijdelijk niet kunnen deelnemen aan een of meer van de reguliere lessen, omdat

niet voldoende tegemoet gekomen kan worden aan de extra ondersteuningsbehoeften, dienen

altijd aangemeld te worden bij het interne zorgteam (kernteam). Van daaruit wordt dan besloten of

een leerling wordt toegelaten tot de trajectvoorziening. Het is bij de aanmeld- en intakeprocedure

van groot belang dat opnieuw gekeken wordt naar het (toelatings-)dossier van de leerling, ook om

te kijken of bepaalde problematiek zich al eerder heeft geopenbaard. Op het aanmeldformulier van

de trajectvoorziening moet door de leerling duidelijk aangegeven worden wat hij of zij zelf wil

bereiken binnen de trajectgroep en wat allemaal al goed gaat. Na aanmelding wordt met de

leerling en zijn of haar ouders/verzorgers een intakegesprek gevoerd door de TB die ondersteund

wordt door de teamleider, de mentor. Indien nodig, schuift de ZC/orthopedagoog ook aan. De

mentor maakt een gespreksverslag en vermeldt vervolgens in het handelingsplan op welke wijze

de leerling gebruik gaat maken van de trajectgroep. Binnen dit plan zijn vaak ook al afspraken

gemaakt over het vervolgtraject van een leerling, mocht de extra ondersteuning niet voldoende

baat hebben.

Dossieropbouw

De vaste bezetting van de trajectvoorziening houdt een dagelijks logboek bij. Het Ontwikkelings

Perspectief Plan (OPP) en de gespreksverslagen worden steeds ingevoerd in Magister (met

autorisatie voor ZC, leerlingbegeleiding, SMW’er, teamleider en directie). De begeleiding wordt

regelmatig geëvalueerd en wordt waar nodig bijgesteld (wijzigingen aanpassen in het OPP).

Openingstijden en bezetting trajectgroep

De trajectgroep is vijf dagen open en elke ochtend is de TB vanaf 08:00 uur en tot en met het 3e

lesuur, inclusief de pauze, aanwezig. Zij wordt daarbij ondersteund door een onderwijsassistent.

Alle dagen van het 4e t/m het 7e lesuur (15:00 uur), de middagpauze inbegrepen, zijn er

vakdocenten aanwezig die een aantal basisvakken zullen aanbieden (Nederlands, wiskunde /

rekenen en Engels). Van maandag t/m woensdag is de trajectgroep open tot 15:50 uur. Donderdag

en vrijdag sluit deze om 15:00 uur. Verder wordt dagelijks een dagafsluiting verzorgd door de

vakdocenten, de TG of de onderwijsassistent. De AB’er vanuit het REC maakt, zoals eerder al

vermeld werd, ook deel uit van de trajectgroep en in de toekomst zal een Trajectbegeleider met

specifieke expertise eventueel voor een of meer uren ingeroosterd worden. De bezetting van de

trajectgroep bestaat dus uit een aantal vakdocenten, een onderwijsassistent, de TB en een TB met

specifieke expertise. De mentor blijft het aanspreekpunt voor ouders.

Mogelijkheden trajectgroep

Een aantal leerlingen zal de dag altijd collectief vóór het eerste lesuur om 08:00 uur starten.

Binnen dit kwartier kan samen met de leerlingen gekeken worden naar het huiswerk van de vorige

dag, of de spullen in orde zijn en of de dagplanning duidelijk is (bv. roosterwijzigingen,

voorbereiden op onverwachtse gebeurtenissen, etc.). Ook kunnen leerlingen, mits dit bij de mentor

niet kan2, na de lessen bij de trajectgroep terecht om hun huiswerk te maken en te organiseren of

om het verloop van de dag te bespreken. Tijdens tussenuren kunnen leerlingen er komen werken

en ook leerlingen die tijdens de pauzes rust nodig hebben zijn welkom. Verder kunnen er toetsen

worden gemaakt. Mocht het gedurende de dag nodig zijn, dan kunnen deelnemende leerlingen

terugvallen op de trajectgroep voor extra ondersteuning en begeleiding. Er kan dan een gesprek

gevoerd worden of een time-out worden genomen. Dit laatste is geen straf, maar een middel dat

ingezet kan worden om tot rust te komen. Als dit in het OPP is vastgelegd, kan de leerling in de

klas zelf tegen de docent zeggen dat hij een time-out nodig heeft. Dit initiatief kan echter ook

vanuit de docent komen. De TB houdt ook individuele begeleidingsgesprekken met de leerlingen en

de onderwerpen zijn problematieksafhankelijk. Er kunnen ook afspraken gemaakt worden over

medicatie die leerlingen bij de trajectgroep komen ophalen en innemen (afgesloten kluisje / laatje).

Tijdens de vaklessen kunnen leerlingen terecht bij de trajectgroep indien dit nodig is voor de rust

2 Het is van belang dat er goed gekeken wordt naar welke hulp door de mentor zelf geboden kan worden op het gebied van

huiswerk, planning en motivatie.

Page 58: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

38

van de leerling, zijn of haar klasgenoten en de docent. Dit gebeurt uiteraard in overleg met alle

betrokken partijen. De leerling kan daar dan aan het werk voor het betreffende vak. Een

hulpmiddel wat eventueel zou kunnen worden ingezet is de time timer. Dit is een apparaat om het

begrip tijd te leren en om het efficiënt gebruik van tijd te bevorderen. Ook moedigt het middel aan

tot zelfstandigheid en doet het de concentratie van leerlingen toenemen.

Deskundigheidsbevordering

De TB, TB met specifieke expertise, ZC of de orthopedagoog kan collega’s informeren over een

bepaalde leerling die op welke manier dan ook gebruik maakt van de trajectvoorziening. Ook kan

er een stukje deskundigheidsbevordering verzorgd worden (psycho-educatie,

handelingsaanwijzingen, literatuurtips, etc.). De trajectgroep is er dus niet enkel voor leerlingen

met een extra onderwijsbehoefte, maar biedt ook ondersteuning aan de docenten, het

onderwijsondersteunende personeel en de ouders.

Aanvullend ondersteuningsaanbod

Het Kennemer College Beroepsgericht biedt ook 2 tot 3 keer per jaar sociale vaardigheidstrainingen

en faalangstreductietrainingen aan die buiten de trajectgroep worden georganiseerd, maar waar de

leerlingen wel voor opgegeven kunnen worden. Ook dit wordt vastgelegd in het handelingsplan.

Verder is er een Rots en Water trainer (weerbaarheids- en antipestprogramma) in huis en zijn er

twee dyslexiecoaches aanwezig op school. In het vaste lokaal van de trajectvoorziening zijn ook de

gesproken toetsen, boeken en andere materialen voor dyslectici aanwezig. De orthopedagoog kan

ingeschakeld worden voor een klasobservatie naar aanleiding van een vraag van de docent,

teamleider en/of TB. Alle leerlingen die deelnemen aan de trajectvoorziening worden regelmatig

besproken en kunnen indien nodig aangemeld worden voor het interne zorgteamoverleg. Van

daaruit kan ook besloten worden om de schoolmaatschappelijk werker of de orthopedagoog in te

schakelen voor gesprekken en/of verwijzing naar externe hulpverlening.

Plaatsing trajectgroep is geen strafmaatregel

Een trajectvoorziening heeft nadrukkelijk niet de functie van uitstuurlokaal (118). De trajectgroep

is in principe ook niet bedoeld als opvang voor geschorste leerlingen (de TB heeft geen straffende

rol). Echter dit is in uitzonderlijke gevallen bespreekbaar. Ook kan door de trajectgroep eventueel

meegedacht worden met een zinvolle invulling van een interne schorsing.

Taakverdeling trajectvoorziening (TV)

Zorgcoördinator (ZC)/orthopedagoog:

Stuurt trajectvoorziening (TV) aan;

Verantwoordelijk voor het beleid binnen TV;

Voorzitterschap toelatingscommissie en leerlingbespreking binnen TV;

Deskundigheidsbevordering;

Verantwoordelijk voor (her)indicaties;

Ondersteunt bij het opstellen van handelingsplannen;

Observaties op aanvraag.

Trajectbegeleider (TB):

Ondersteunt ZC bij (her)indicaties;

Informeert en ondersteunt mentoren / docententeam;

Terugrapportage over het verloop / ontwikkelingen aan ZC;

Deelname aan leerlingbespreking binnen TV;

Scholing;

Draagt zorg voor de uitvoering van het handelingsplan binnen de TV;

Page 59: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

39

Directe begeleiding leerlingen:

Volgt leerling bij de schoolse taken en biedt ondersteuning bij huiswerkplanning en –

organisatie;

Opvang leerlingen, aanwezig tijdens pauzes, surveillance bij toetsen;

Volgt en bespreekt de leerling: behaalde cijfers en aanwezigheid;

Signaleert tijdig onderwijsbelemmeringen;

Begeleidt leerling op vergroten sociale competentie en emotionele ontwikkeling;

Doet aanbevelingen voor oplossingen vanuit het perspectief van de stoornis;

Schept een veilig en prettig klimaat.

Trajectbegeleider met specifieke expertise (nu nog Ambulant begeleider REC):

Heeft een adviserende rol ten aanzien van toelating;

Zitting in leerlingbespreking TV;

Deskundigheidsbevordering;

Adviseert de TV m.b.t. begeleiding en aanpassen van handelingsplan (OPP);

Het schrijven van de handelingsplannen van de rugzakleerlingen;

Voert communicatie met ZC;

Coördineert de voorbereiding voor een TLV (toelaatbaarheidsverklaring);

Heeft een actieve rol bij het doorplaatsen van leerlingen naar vervolgonderwijs;

Adviseert inhoudelijk bij nieuwe aanvragen voor indicaties;

Neemt op verzoek deel aan evaluatiegesprekken.

Mentortaken m.b.t. leerling van de trajectgroep:

Schrijft handelingsplan (OPP) en draagt zorg voor de uitvoering ervan;

Vult aanmeldingsformulier kernteam in;

Vult aanmeldingsformulier TV in;

Verwerking informatie in Magister;

Draagt zorg voor introductie leerling in TG;

Gesprekspartner bij oudergesprekken;

Geeft signalen door;

Stelt het handelingsplan (OPP) op;

Draagt zorg voor de uitvoering van het handelingsplan (OPP);

Verspreidt handelingsaanwijzingen (docententeam);

Onderhoudt contact met TV;

Mentor (docenten) zorgen ervoor dat er voldoende werk voor de leerling wordt

aangeleverd.

Specifieke expertise binnen de school:

Page 60: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

40

Dyslexie; De school geeft extra aandacht en daar waar nodig specifieke begeleiding aan

leerlingen met dyslexie. De lesstof is afgestemd op de taalachterstand. En er wordt

gewerkt met een dyslexiekaart.

Onderwijsinhoudelijke ondersteuning; Op school wordt gewerkt met een IHP (Individueel

handelingsplan). Op verschillende niveaus binnen de school wordt aandacht besteed aan

leerlingen met specifieke ondersteuningsvragen. Er is een goed gefaciliteerd zorgteam

binnen de school actief. De school heeft zelf uren schoolmaatschappelijk werk ingekocht en

heeft een orthopedagoog in dienst.

Sociaal-emotionele ondersteuning; sommige leerlingen hebben sociaal-emotionele

problemen en/ of een laag zelfbeeld. Sociale vaardigheden worden aangeleerd en geoefend

tijdens de reguliere lestijden, in workshops en/ of in specifieke sovatrainingen.

Leerlingen kunnen een gesprek aangaan met de mentor/leerlingcoach, en bij specifieke

ondersteuningsvragen kan de orthopedagoog of schoolmaatschappelijk werker

ingeschakeld worden. Wanneer de ondersteuningsvraag om zeer gespecialiseerde hulp

vraagt, kunnen leerlingen (of hun ouders/ verzorgers) door de leden van interne Zorgteam

of door de leden van het ZAT (zorg advies team) in contact komen met externen.

3.4. Algemene Ondersteuningsstructuur; Inzet en middelen

Het Kennemer Beroepsgericht vertrekt vanuit de basisprincipes van het Handelings Gericht

werken.

3.4.1. Interne Onderwijs Ondersteuningsstructuur

Medische Ontwikkeling

Cognitieve Functie Ontwikkeling:

Sociaal emotionele ontwikkeling

Thuissituatie en leefomgeving

Page 61: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

41

Veel van onze leerlingen hebben op de een of andere manier ondersteuning nodig. Dit kan zijn op

het gebied van leren of op sociaal-emotioneel gebied. De inhoud en organisatie van het onderwijs

is er op gericht dat deze hulp zoveel mogelijk geïntegreerd plaats vindt. In die zin wordt de

opvatting gehuldigd: “De beste zorg is goed lesgeven”. Op basis van het groeps-of klassenprofiel

wordt door het team het handelingsplan voor die groep of klas opgesteld en vastgesteld, waarbij

rekening wordt gehouden met wat leerlingen geleerd hebben op de basisschool. Competente

docenten zijn in staat een breed pedagogisch-didactisch handelingsrepertoire in te zetten. Een

heldere instructie, aandacht voor de hulpvraag van de leerling, een veilig leerklimaat scheppen,

leerlingen de kans geven zich in hun eigen tempo te ontwikkelen, zorgen voor dat de meeste

leerlingen optimaal profiteren van het onderwijsaanbod. Gezien de keuze om meer samen

verantwoordelijk te zijn voor het lesgeven, kan ook beter gebruik gemaakt worden van de

verschillen in talent van docenten binnen een team.

De school verwacht dat binnen haar onderwijskundige omgeving, leerlingen minder zorg nodig

zullen hebben. Het onderwijsconcept werkt, verwacht men, preventief. De school verwacht ook dat

deze onderwijskundige omgeving docenten beter in staat stelt naar individuele leerlingen te kijken

en op maat die begeleiding te bieden die zij nodig hebben. Dit is de curatieve werking van het

onderwijsconcept.

Iedere docent is verantwoordelijk voor de inhoud van het onderwijs. Echter, een belangrijke

meerwaarde van het Kennemer Beroepsgericht is dat stevig ingezet wordt op de rol van de mentor.

Daarnaast kan gebruik gemaakt worden van onderwijsondersteunende medewerkers.

Zorg en determinatie

Leerlingen die op een voor hen te laag of te hoog niveau moeten functioneren laten in het

algemeen meer problemen zien: problemen op het vlak van het leren en in het verlengde daarvan

ook op het sociaal-emotionele vlak, waaronder problemen met de motivatie.

Het voorgaande geldt mogelijk ook voor die leerlingen die niet kiezen voor een bij hen passende

afdeling of geschikt vakkenpakket.

De kwaliteit van de interne determinatie en de interne school-en beroepskeuzebegeleiding is

volgens de school dan ook mede bepalend voor de aard en de omvang van de

zorgvraag/ondersteuningsvraag in de school.

Ondersteuning in de les en daarbuiten

Binnen onze school staat de ontwikkeling van leerlingen centraal. Daarbij staan verwerving van

kennis, van vaardigheden, van inzichten, van persoonlijke kwaliteiten en van persoonlijke en

normatieve vorming in het algemeen, centraal. Deze ontwikkeling vindt vooral plaats binnen de les.

Waar deze ontwikkeling van bepaalde leerlingen in meer of mindere mate stagneert en wordt

gesignaleerd is sprake van een ondersteuningsvraag. Hierbij gaan wij op zoek naar wat de oorzaak

(diagnosevraag) is van deze stagnatie en welke oplossing geboden kan worden. Deze vragen

worden bijna altijd als eerste gesteld door de docent, het lesgevende team en de mentor.

Het uiteindelijke doel van ondersteunings-interventies vanuit het gezichtspunt van de school

bezien, is leerlingen beter in de les te laten functioneren (leertechnisch en gedragsmatig). De

slaagkans van deze interventies hangt daarom voor een groot deel af van het pedogische-

didactische gedrag (handelingsrepertoire) dat lesgevenden kunnen en willen inzetten en van de

inzet van de zorgleerlingen om zijn/haar functioneren te willen verbeteren

Page 62: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

42

Gelet op het voorgaande worden door de school eisen gesteld aan de professionaliteit van de

docenten en mentoren wat betreft remediale hulp op vakinhoudelijk gebied en hulp bij sociaal-

emotionele problematiek. Desgewenst vindt op dat vlak (bij)scholing plaats.

Tegelijkertijd wordt onderkend dat docenten geen specialisten zijn op het gebied van zorg.

Bovendien wordt een verandering van deze situatie ook niet door de school nagestreefd. Docenten

dienen zich te richten op de verdere ontwikkeling van hun onderwijskundige en vakspecifieke

kennis en vaardigheden, aan de ontwikkeling van het onderwijs op sectie- en teamniveau en aan

het lesgeven aan leerlingen met zeer verschillende mogelijkheden binnen het betreffende

vakgebied.

De school wil hieraan tegemoet komen door de inzet van ondersteuningsspecialisten en deze

specialisten voor een belangrijk deel ten dienste te stellen van het lesgevende team. Gelet op de

primaire taak van de docent/mentor zal er bovendien sprake moeten zijn van een uiterst effectieve

dienstverlening. Het moet niet alleen goed zijn, maar ook efficiënt.

De school gaat uit van de mentor met een centrale, coördinerende rol waarbij hij/zij goed

ondersteund wordt door specialisten (met name de zorgcoördinator). Bij bijtijds signaleren kunnen

problemen voor een groot gedeelte in deze eerste lijn worden opgelost. Dus daar waar de

bestaande onderwijsvorm niet toereikend is, kan onderwijsondersteunende begeleiding ingezet

worden, om de te realiseren onderwijsdoelen te behalen.

Veiligheid

Op onze school vinden we het belangrijk dat iedereen zich veilig voelt. Alleen in een veilige

omgeving komen leerlingen voldoende tot leren en kunnen leerkrachten zich bezig houden met het

overdragen van kennis en vaardigheden aan de leerlingen. Wij vinden dat veiligheid het beste

geboden kan worden door preventief te werken aan (gevoelens van) veiligheid.

We hebben daarom gekozen voor:

het werken met zoveel mogelijk kleine groepen;

de leerling meer invloed op zijn eigen leren/ ontwikkeling te geven;

veel gespreksmomenten met de leerling (mentorgesprekken, handelingsplangesprekken en

volgend jaar portfoliogesprekken);

uitgebreide toelatingsprocedure met als doel een goed beeld te krijgen van de

mogelijkheden en beperkingen van de leerling; het verslag van de toelatingscommissie is

de eerste aanzet tot het individueel handelingsplan van de leerling; in het

toelatingsgesprek met de ouders komen verwachtingen mbt de toekomst aan de orde

ruimte in het onderwijsprogramma te maken voor diverse leerstijlen;

i.v.m. met snelle signalering/ ondersteuning leerkrachten/ onderzoek/crisisinterventie en

verwijzing naar hulpverlening het aanstellen van een orthopedagoog (voor vier dagen per

week) en schoolmaatschappelijk werker.

De ondersteuningstructuur (zorg) op school neemt een steeds belangrijkere positie in. Dit komt voort

uit de steeds groter wordende hulpvraag van leerlingen/ouders/docenten.

Hoe is de ondersteuning georganiseerd?:

1e niveau: mentoren en docenten

Page 63: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

43

2e niveau schoolspecialisten/zorgspecialisten; faalangst-reductietrainer, orthopedagoog,

leerlingbegeleider, counselor etc.

3e niveau: externe deskundigen; leden van het Zorgadviesteam zoals GGZ, GGD,

gemeenteambtenaar etc.

De zorgcoördinator is in deze de verbinding tussen de verschillende lijnen. Gezamenlijk met de

andere leden van het zorgteam is hij/zij de initiator waar het gaat om vorm en inhoud te geven

aan de zorg en zorgverbreding in de school.

Eerste niveau: mentor

De mentor is de begeleider van leerlingen. De mentoren hebben binnen de begeleidingstructuur

een spilfunctie. Hun aandeel is vooral gericht op het signaleren, volgen en begeleiden van de

leerlingen ten aanzien van schoolprestaties, sociaal-emotioneel welbevinden, verzuim en

lichamelijke gezondheid. Mentoren onderhouden intensief contact met hun klas en zijn zodoende in

staat hulpvragen tijdig te signaleren.

De mentoren begeleiden het totale leerproces. Leerlingen worden uitgedaagd om

verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces en te communiceren over hun

ontwikkeling. Zij worden aangemoedigd hun ontwikkeling mede te bepalen.

Tweede niveau: de specialisten

Afhankelijk van de ondersteuningsvraag van de leerling wordt een plan gemaakt voor aanvullende

begeleiding, die extra wordt ingezet op school. De school kent de volgende mogelijkheden:

individuele afspraken met een leerling, extra ondersteuning van een leerlingbegeleider, extra

begeleiding van de mentor, gesprekken met de orthopedagoog of maatschappelijk werker op

school, deelname aan één van de aangeboden trainingen, deelname aan de Trajectvoorziening,

verwijzing naar externe hulpverlening.

De inzet van de volgende interne specialisten:

Functie:

Leerlingbegeleiders/counselors

Remedial teachers

teamleiders

diverse trainers (sova, faalangst)

schoolmaatschappelijk werker

orthopedagoog

zorgcoördinator

vertrouwenspersonen

Page 64: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

44

De leerlingbegeleiders verzorgen in principe de inhoud van de individuele begeleiding en

ondersteuning van de leerling met LGF. Deze is afgestemd op de adviezen van de ambulant

begeleider van het REC (indien de leerling al een rugzakje heeft bij aanmelding), de hulpvraag van de leerling en de ouders. Tijdens een intakegesprek zet de zorgcoördinator de eerste hulpvragen en persoonlijke informatie over de leerling samen met ouders op een rijtje. De zorgcoördinator informeert schriftelijk vooraf de lesgevende collega’s over de nieuwe rugzakleerlingen. De teamleiders signaleren en ondernemen actie bij vastlopende ontwikkeling van leerlingen,

onderhouden de contacten met de diverse leerplichtambtenaren, organiseren twee keer per jaar de

IHP besprekingen, geven sturing aan de onderwijsontwikkelingen van hun teams en geven vorm

aan het personeelsbeleid van hun teams.

De zorgcoördinator is voor de teamleider de eerst aangesprokene als het gaat om de inhoud en

organisatie van de individuele leerling zorg. Tevens begeleidt en coacht de zorgcoördinator binnen

de leerlingenzorg de docenten van de verdieping in de verkenning van de problematiek van de

leerling en deze te vertalen naar handelingsaanzetten. Indien er vragen zijn over intelligentie,

aandacht, geheugen, werktempo, beroepskeuze of de sociaal-emotionele ontwikkeling van de

leerling, dan geeft de orthopedagoog adviezen en doet zo nodig aanvullend onderzoek.

Zie verder de taakomschrijving van de orthopedagoog

De orthopedagoog coördineert de werkzaamheden in het kader van de leerlingbegeleiding en

begeleidingsactiviteiten. Ze levert een bijdrage aan de beleidsontwikkeling en kwaliteit van de

leerlingbegeleiding en ondersteuningsactiviteiten. De orthopedagoog kan aanvullend onderzoek

doen en geeft ook begeleiding aan leerlingen, wanneer de ondersteuningsvraag de expertise van

de overige disciplines overstijgt. Wanneer dit gebeurt, hangt af van de afspraken die binnen het

zorgteam worden gemaakt.

De maatschappelijk werker begeleidt ouders/verzorgers en leerlingen, zowel samen als apart,

voornamelijk op het gebied van de gezinsproblematiek en/of bij problemen met de leerling zelf. Als

het nodig mocht zijn, verwijst de maatschappelijk werker naar een hulpverlenende instantie.

De vertrouwenspersonen zijn aanspreekpunt voor leerlingen die te maken hebben met pesten,

geweld, discriminatie en/ of seksuele intimidatie.

Het Interne Zorgteam:

Eenmaal per week komen de zorgcoördinator, schoolmaatschappelijk werk, schoolpsycholoog,

leerlingbegeleiders en betrokken leden van het MT bijeen om zorgleerlingen te bespreken. Dit zijn met name de leerlingen met een sociaal/emotionele problematiek. Deze disciplines vormen samen het interne Zorgteam. Het Zorgteam is verantwoordelijk voor de toelating van Rugzakleerlingen, crisis interventies, de

kwaliteit van de IHP besprekingen en de kwaliteit van de IHP’s. Afhankelijk van de ondersteuningsvraag van de leerling wordt een individueel handelingsplan gemaakt voor aanvullende begeleiding, die extra wordt ingezet op school.

Meer concreet vervult het zorgteam de volgende taken:

Het bespreken van leerlingen die vanuit de eerste lijn in samenspraak met de betreffende

zorgcoördinator door de mentor worden ingebracht (zie boven onder stap 3): formuleren

Page 65: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

45

van de zorgvraag, opstellen van het begeleidingsplan, taakverdeling, ondersteunen van de

eerste lijn waar het gaat om de uitvoering.

De mentor is de spil van de leerlingbegeleiding. Daarom betrekt het zorgteam deze altijd

bij de aanmelding van een leerling bij het zorgteam.

Indien nodig raadplegen en inzetten van de derdelijn, het Samenwerkingsverband en

instellingen daarbuiten.

Contacten onderhouden met andere leden van het Samenwerkingsverband.

Vervullen van de loketfunctie: vraagbaak zijn voor mentoren/docenten die een snel

antwoord willen op een niet zo complex zorgprobleem.

Volgen van bestaande handelingsplannen.

Evalueren van effecten van handelingsplannen.

Archiefvorming via notulen.

Beleidsontwikkeling op het vlak van de zorg.

Het adviseren bij de opzet, nadere invulling en gebruik van het leerlingvolgsysteem.

De scholingsvragen of wensen van docenten en zorgspecialisten expliciet

maken,(managementteam) beoordelen en waar gewenst omzetten in scholingsbeleid.

Aanvraag verzorgen van het zorgbudget.

Derde niveau: de externe deskundigen

GGD/de Schoolarts

De leerplichtambtenaar

Opvoedpoli

Lijn5

Lucertis

Centrum voor Jeugd en Gezin

RIAGG

Het derde niveau van ondersteuning wordt ingeschakeld wanneer de ondersteuningsvraag

complexer van aard is. De leerling wordt via de teamleider door de zorgcoördinator ingebracht in

het Zorg Advies Team (ZAT)/Kernteam. Ook kunnen externen t.w. de schoolarts of de

leerplichtambtenaar ter bespreking een leerling inbrengen. Nadat de problematiek in kaart is

gebracht (evt. door aanvullend onderzoek) wordt een geïntegreerd aanbod van ondersteuning

gedaan, die flexibel en snel wordt ingezet. Het nieuwe ZAT/Kernteam komt 1 keer per 2 weken bij

elkaar. Met het oog op de toekomstige functie van het pre-arrangeren voor de trajectvoorziening

zal het nieuwe ZAT in een nieuwe structuur worden vormgegeven, waarbij de jeugdhulpverlening

aan de voorkant aan de school verbonden wordt. De school is het centrum van waaruit de

Page 66: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

46

ondersteuning/hulpverlening wordt georganiseerd. Indien afstemming nodig is, wordt een leerling

in het toekomstige ‘klein ZAT’/Kernteam besproken.

Daarnaast is een vorm van begeleiding die buiten de school plaatsvindt en wordt verstrekt door

externe hulpverleningsinstanties als Bureau Jeugdzorg, Riagg, Lijn 5, Lucertis e.a. De

verantwoordelijkheid m.b.t. de voortgang ligt bij deze vorm van begeleiding bij de

ouder(s)/verzorger(s) van de leerling. De school geeft aan behoefte te hebben aan vroegtijdig en

snel handelen van externe hulpverleners wanneer ondersteuningsvragen van leerlingen externe

hulp behoeven. Wachtlijsten zijn momenteel erg lang waardoor hulp soms te laat komt en situaties

escaleren.

3.4.2 Ondersteuningsvoorzieningen op vijf domeinen

Binnen de school zijn de voorzieningen rondom vijf domeinen vormgegeven en

georganiseerd. Deze domeinen zijn.

1. Hoeveelheid aandacht

2. Onderwijsmateriaal

3. Fysieke omgeving

4. Expertise

5. Verwevenheid andere instanties

Ad.1. Is omschreven bij de wijze waarop de ondersteuningstructuur is vormgegeven.

Ad.2. Het Kennemer Beroepsgericht beschikt naast de reguliere methodieken en lesmaterialen

over aanvullende onderwijsmaterialen met speciale pedagogisch/psychologische kenmerken.

Deze ondersteunen bij:

o Dyslexiebegeleiding

o Werkhouding-en concentratieproblemen

o Begeleiding van leerlingen met een clusterindicatie.

Ad.3. In de school zijn de volgende ruimtes beschikbaar:

o Centrale hal als ontmoetingsplek met centrale informatiebalie met toezicht

o Ruime lokalen.

o Verschillende hoeken waar leerlingen met behoefte aan rust in de pauze gebruik van

kunnen maken.

o NABOB-ruimte

o Een invalidentoilet

o Lift

o Brede doorgangen

Page 67: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

47

Het schoolgebouw:

Het schoolgebouw is ruim en overzichtelijk gebouwd en ingericht. Er zijn ruime klaslokalen

op verschillende verdiepingen gesitueerd. Tevens kan in de pauze gebruik gemaakt worden

van de buitenfaciliteiten die naast de school liggen. Tevens is er beschikking over een

sportzaal en sportvelden die ook naast de school liggen.

Voor verzorging en begeleiding:

Indien een leerling met een handicap wordt toegeleid naar de praktijkschool gebeurt dit

altijd i.s.m. Heliomare.

Ad.4. De expertise die wij binnen het Kennemer Beroepsgericht in zetten, is beschreven onder het

hoofdstuk ‘ondersteuningsstructuur’.

Ad.5. De verwevenheid met externe instanties is groot. Het Kennemer Beroepsgericht heeft als

uitgangspunt dat we niet alleen naar de “leerling” kijken op didactisch gebied maar tevens

aandacht hebben voor de jongere binnen zijn/haar omgeving/leefwereld. Indien zich daar

ontwikkelingen voordoen die de ontwikkeling van de leerling bedreigen willen wij gericht samen

werken met andere instanties en disciplines. Dit doen wij bij voorkeur vraaggestuurd. In de

hierboven beschreven ondersteuningsstructuur is beschreven met welke instanties wij

samenwerken.

3.4.3 Instroom-en uitstroomgegevens:

Leerling populatie

Het percentage en aantal leerlingen waarvoor de school extra bekostiging krijgt, in vergelijking met

de landelijke cijfers wordt onderstaand weergegeven. Het gaat om leerlingen met

leerwegondersteuning (lwoo), leerplusarrangementen (lpa), leerlingen uit

armoedeprobleemcumulatiegebieden (apc) en leerlingen met leerlinggebonden financiering (lgf of

rugzakje). In de onderstaande grafieken worden de trends getoond over de afgelopen schooljaren,

vergeleken met de landelijke trends. Tot slot wordt het aantal en percentage Lwoo leerlingen en

het aantal en percentage leerlingen afkomstig uit een apc-gebied naast elkaar gezet.

Lwoo en APC leerlingen 2012-2013:

Aantal Percentage

School Landelijk School Landelijk

Lwoo leerlingen 511 162 51,3 % 45,5 %

Apc leerlingen 138 107 13,9 % 30,0 %

Lgf leerlingen 2012-2013

School Landelijk School Landelijk

0 2 0,0 % 0,8 %

Lpa leerlingen 2010-2011

School Landelijk School Landelijk

0 83 0,0 % 21,7 %

Page 68: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

48

Doorstroom:

Doorstroom bovenbouw 2010-2011

Page 69: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

49

Bestemming in het vervolgonderwijs

2010-2011 | vmbo-b

Landelijk gemiddelde

Onbekend

MBO

VO

Page 70: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

50

2010-2011 | vmbo-k

Landelijk gemiddelde

Onbekend

MBO

Slagingspercentages:

Drie meest recente schooljaren

Slaagpercentage 2011-2012

Onderwijssoort Plus

Aantal deelnemers

Aantal geslaagden

Percentage geslaagden

vmbo-b 95 89 93,7 %

vmbo-k 65 56 86,2 %

Slaagpercentage per sector/profiel 2011-2012

Page 71: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

51

Aantal

deelnemers Aantal

geslaagden Percentage geslaagden

vmbo-b 95 89 93,7 %

Economie (EC) 46 44 95,7 %

Techniek (TE) 28 24 85,7 %

Zorg en Welzijn (ZW) 21 21 100,0 %

vmbo-k 65 56 86,2 %

Economie (EC) 35 28 80,0 %

Techniek (TE) 16 15 93,8 %

Zorg en Welzijn (ZW) 14 13 92,9 %

4. Passend onderwijs in de Toekomst

In dit hoofdstuk beschrijven wij de visie van onze school ten aanzien van passend onderwijs op de

korte en langere termijn vanuit de huidige situatie. Wij geven aan waar de school naar toe wil en

wat daarvoor nodig is.

4.1. Visie en ambitie passend onderwijs korte termijn

Primair staat de ambitie de interne kwaliteit van het Kennemer Beroepsgericht op een nog hoger

plan te krijgen. Het Kennemer Beroepsgericht heeft binnen het meerjaren beleidsplan van 2009-

2015 daarom ingezet op verdere ontwikkeling en verfijning van het schoolconcept; de verdere

professionalisering van het team en deel te nemen aan goodpractise-initiatieven in de

samenwerking met andere organisaties.

Ambitie:

Het Kennemer Beroepsgericht heeft haar ambitie uitgesproken om in het kader van Passend

Onderwijs zich naast haar huidige populatie te willen richten op het bieden van maatwerktrajecten

aan leerlingen die in verschillende fasen van hun schoolloopbaan verschillende

ondersteuningsbehoefte hebben. Het Kennemer Beroepsgericht wil zich de komende jaren samen

met de andere twee locaties van de Vierhoek van het Kennemercollege, focussen op het maken

van een vertaalslag van het ‘Personalised Learning’ naar het onderwijs binnen de Beroepsgerichte

opleiding. Dit vraagt een herstructurering van het onderwijs maar ook het inzetten op de

expertiseontwikkeling van het team van het Kennemer Beroepsgericht.

Het Kennemer Beroepsgericht heeft de ambitie uitgesproken om nog meer in te zetten op een

onderwijsaanbod en onderwijsomgeving waarin verschillen van- en tussen leerling integraal

onderdeel zijn. Dit maakt dat maatwerk mogelijk moet zijn en dat er gedacht en gewerkt wordt

vanuit mogelijkheden en kansen voor leerlingen. Om die reden zet het Kennemer Beroepsgericht

het schooljaar 2013-2014 in op het volgende goodpractise-initiatief:

1. Mix-Klas (PRO-LWO-klas) is een initiatief tussen de KPS en het Kennemer

Beroepsgericht. Hierbij wordt een gericht programma geboden aan leerlingen van leerjaar

Page 72: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

52

1 van zowel het Kennemer Praktijkschool (KPS) als KC Beroepsgericht welke hen meer

kans geeft op doorstroom binnen het VMBO. Tevens heeft het als neveneffect dat docenten

van Beroepsgericht via co-teaching met docenten van de KPS, betrokken raken bij de

gewenste pedagogische aanpak voor een goede transitie van leerlingen binnen het VMBO.

Inzet: Twee leermeesters als koppel voor de mix-klas. Hierbij gaat het om 1 leermeester

vanuit het KPS en 1 leermeester vanuit het KC Beroeps. Tevens zijn er diverse docenten

vanuit beide locaties betrokken bij het onderwijsprogramma aan de leerlingen van de mix-

klas.

PRO/LWOO-klas

De PrO/LWOO-klas is een klas waarin leerlingen voorbereid worden op een doorstroom naar

minimaal MBO (niveau 1) of toewerken naar een diploma. Dit kan binnen een leerwerktraject of

een reguliere klas op basis- of kaderniveau.

Voor wie is deze klas bedoeld?

Leerlingen die nog niet toe zijn aan plaatsing op basis + LWO, maar wel kunnen groeien.

Leerlingen die worden overvraagd, doordat er te veel vakken zijn.

Leerlingen die sociaal-emotioneel niet kunnen functioneren binnen een grote school.

Leerlingen met gestapelde problematiek .

Wat is nodig om deze leerlingen goed te kunnen begeleiden en ze te laten ontwikkelen

naar een diploma of doorstromen naar (minimaal) niveau 1 van het MBO?

Een samenwerking tussen de Praktijkschool (en LWOO) en het Beroepsgericht, waarin

getracht wordt een mix te vinden tussen beide vormen van onderwijs (ontdekkend leren

met aanpassingen);

Werken naar een diploma zonder afgeremd te worden door lessentabellen en methodes;

Gebruik maken van de sterke kanten van beide scholen.

Vanuit het beroepsgericht zijn er docenten die op het PRO KeuzeWerkTijd-lessen (KWT-lessen) of

workshops geven. Deze lessen worden steeds begeleid door een docent van de Praktijkschool.

Informatieavond en oudercontact

Aan het begin van het schooljaar wordt er een informatieavond georganiseerd. Daarnaast vindt

twee keer per jaar een individueel ontwikkelingsgesprek met mentoren, ouders en leerlingen

plaats. De twee vaste mentoren, één van de locatie Beroepsgericht en één van de locatie

Praktijkschool en LWOO, onderhouden verder een nauw contact met ouders.

Evaluatie

Page 73: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

53

Twee keer per jaar is in aanwezigheid van de teamleiders van beide locaties, beide mentoren,

betrokken docenten en de orthopedagoog een evaluatiemoment waarop alle leerlingen uit de

mixklas worden besproken. Tijdens het schooljaar kunnen de leerlingen laten zien waar hun

mogelijkheden liggen en aan het einde van het schooljaar wordt besloten of een leerling uitstroomt

richting het Praktijkonderwijs of richting het VMBO Beroepsgericht.

Het Kennemer Beroepsgericht zal in schooljaar 2013-2014 in zetten op het inrichten van een

trajectvoorziening ten behoeve van de ondersteuning en begeleiding van leerlingen die in de

toekomst een onderwijsarrangement toegewezen hebben gekregen. Dit houdt in dat de huidige

NABOB onder de loep wordt genomen en geherstructureerd wordt tot een trajectvoorziening zoals

deze gedefinieerd is in het kader van Passend Onderwijs.

4.2 Benodigde kennis en vaardigheden

Het team van het Kennemer Beroepsgericht staat voor veiligheid en kwaliteit.

Structurele scholing op het gebied van gedrag, de sociaal-emotionele ontwikkeling, handelings-en

ontwikkelingsgericht, vakspecifieke kennis en de rol van de mentor, zorgen voor bekwame

teamleden. Met elkaar wil het team een breed spectrum aan expertise binnen de school borgen.

Scholing van personeelsleden sluit aan bij het kunnen bieden van het gewenste aanbod aan

leerlingen en is tevens gericht op het ondersteunen van de sociaal emotionele ontwikkeling van

leerlingen. Ook wordt ingezet op scholing ten behoeve van het orthodidactisch/pedagogisch

handelen.

Het Kennemer Beroepsgericht maakt voor de komende jaren een scholingsplan gericht op het

Personalised Learning; handelingsgericht en ontwikkelingsgericht werken. Hierbij wordt ook

aandacht besteed aan vroegtijdig signaleren en preventief handelen.

De docenten zijn zich meer bewust geworden in het zelf nemen van verantwoordelijkheid m.b.t.

het voldoen aan de onderwijsbehoeften van de leerlingen en het eigenaarschap. De

orthopedagogen en teamleiders rondom de leerlingzorg ondersteunen de docenten hierbij.

Het werken met Individuele Handelingsplannen wordt volgens de principes van het handelings

gericht werken opgesteld en geëvalueerd. Daarnaast zet de school in op het maken van alle

teamleden tot specialist op de volgende gebieden:

het stellen van realistische doelen

het hebben van hoge verwachtingen

pedagogische kwaliteit

lesinhoud

De docenten zijn zich meer bewust geworden in het zelf nemen van verantwoordelijkheid m.b.t.

het voldoen aan de onderwijsbehoeften van de leerlingen en het eigenaarschap.

4.3 Benodigde organisatie en voorzieningen

Om te kunnen voldoen aan de kwaliteitseisen van Inspectie is het nodig dat:

we voldoen aan de zorgplicht en participeren binnen de SWV-en;

het schoolondersteuningsprofiel herkenbaar is, en zorgt voor aanvullende arrangementen

en/of trajectbegeleidingen;

Page 74: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

54

er arrangementenkaarten worden ontwikkeld waarmee de docenten de leerlingen een bij

hun Individueel Handelinsplan passend onderwijsaanbod kunnen bieden;

het Individueel Handelingsplan en Groepsplan verder geïntegreerd wordt binnen ons

onderwijs;

er blijvend aandacht is voor het verder bekwamen en professionaliseren van de teamleden.

er voldoende bekostiging blijft/is voor individuele trajecten voor leerlingen en de scholing

van personeel hierop.

er goede afspraken met het Samenwerkingsverband, Gemeenten en hulpverlening worden

gemaakt over leerlingen die een groot verzuimrisico met zich meedragen en daardoor geen

plek vinden binnen het VO. Hiervoor wordt geen bekostiging ontvangen en is het de vraag

hoe de ondersteuning bekostigd en ingericht wordt.

4.4 Visie en ambitie passend onderwijs lange termijn

Samenwerking regulier VO en VSO

Het Kennemer Beroepsgericht is in ontwikkeling. Dit is met name te zien aan het

onderwijscurriculum dat zich richt op een brede doelgroep van leerlingen waaronder ook leerlingen

met een onderwijs ondersteuningsvraag. Het is de ambitie om in samenwerking met het VSO

passend onderwijs in onze school echt te borgen.

Aanpak aanval op VSV (Thuiszitters)

Het Kennemer Beroepsgericht zet in op het krijgen en hebben van duidelijk beeld van haar

‘thuiszitters’/VSV doelgroep. Er wordt ingezet op een gerichte aanpak om uitval te voorkomen en

het lukt veelal door de gerichte inzet van de eigen specialisten, een leerling weer in het

onderwijsproces te krijgen. Waar dat niet voldoende lukt, wordt ingezet op een gerichte

samenwerking met de Plusvoorziening van het SWV en de ketenpartners om de leerling weer toe te

leiden tot een traject tot passende dagbesteding, hulpverlening, dan wel een vervolg

onderwijssetting of arbeidsplek.

Wij zetten tevens in op het preventief sturen op en het vroegtijdig signaleren van

ondersteuningsbehoeften van leerlingen bij de overgang van P.O. naar V.O. In de toekomst zal

gewerkt worden met een heldere procedure van intake tussen P.O. en V.O. Dit om te voorkomen

dat leerlingen met een bedekte problematiek en hulpvraag instromen en gedurende hun eerste

schooljaar vastlopen of dreigen vast te lopen.

Page 75: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

55

4.5 Expertisedeling

Met name de ontwikkeling van arrangementen en de doorgaande lijn met de toekomstige

Ondersteuningsvoorzieningen van het SWV, verdient in de komende periode aandacht. Op basis

van de schoolondersteuningsprofielen van de scholen in het Samenwerkingsverband en de eerdere

analyses van de thuiszittersproblematiek, zal worden vastgesteld aan welke arrangementen

behoefte is en welke kennis en vaardigheden hiervoor nodig zijn. We willen bij het omgaan met

verschillen en het beiden van onderwijsarrangementen gebruik maken van de expertise van de

Kennemer Praktijkschool en het VSO. Door deze ontwikkeling kan de expertise binnen de school

ondersteund worden bij het ontwikkelen en uitvoeren van deze arrangementen. Daar waar nodig

investeert het Kennemer Beroepsgericht in de ontwikkeling van noodzakelijke maar niet aanwezige

kennis.

4.6 Benodigde organisatie en voorzieningen binnen het SWV

Op basis van de ambities van het Kennemer Beroepsgericht en de door de scholen van het

Samenwerkingsverband geformuleerde behoeften, zijn voor de komende periode een aantal

organisatorische aandachtspunten van belang:

De relatie tussen het Zorgteam van de school en het RASTT (Regionaal Advies Schakel

Toetsing Team) van het Samenwerkingsverband te definiëren als het gaat om het

complementair werken in het kader van arrangeren.

Samenwerking en organisatie met de Voortgezet Onderwijs scholen van het

samenwerkingsverband verder uitbreiden en versterken waar het gaat om een

ondersteuningsaanbod voor leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte.

Intensivering van de samenwerking met de VSO voorzieningen voor leerlingen met ernstige

gedragsproblematiek in het Samenwerkingsverband, met name waar het gaat om het

ontwikkelen van een ondersteuningsaanbod voor leerlingen met een zeer specifieke

ondersteuningsvraag en ondersteuningsbehoefte. Hierbij gaat het om leerlingen met:

o Ernstige psychiatrische problematiek

o Ernstige verslavingsproblematiek

o Ernstige agressieproblematiek

4.7 De samenwerking met andere instanties

nooit Nu en dan regelmatig vaak

‘Eigen’ SMW x ZT/lkr

Bureau Jeugdzorg x ZT

GGD x ZT

GGZ x ZT

REC AB x ZT

Gemeente:

ketenzorg

X ZT

Brijder x ZT

Leerplicht x ZT

Politie x TL

* Lkr. = leerkracht, ZT= Zorgteam; TL=teamleider

Page 76: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

56

Leerplicht heeft spreekuur

4.7.1. Zorgadviesteam

Binnen het ZAT/Kernteam wordt zorggedragen voor afstemming met externe hulpverleners. Vaste

vertegenwoordigers zijn: zorgcoördinator (tevens orthopedagoog), CJG-coach, SMW en in de

buitenring leerplicht, jeugdarts, wijkteam politie. De samenstelling is afhankelijk van de betrokken

externe professionals binnen het dossier van de leerling.

Gezien de toekomstige taakstelling van het ‘nieuwe ZAT’ binnen de scholen, wordt in het schooljaar

2013-2014 door alle scholen van het SWV VO Midden Kennemerland meegedraaid in een ‘pilot voor

iedere jongere een passend aanbod en professionalisering van het ZAT’. Met de uitkomsten van

deze pilot wordt de toekomstige vormgeving van het ZAT bepaald en verder uitgewerkt. De

uitgangspunten voor de vormgeving van het nieuwe ZAT richt zich op:

een klein compact signalerings-en begeleidingsteam binnen de school en met integratie van

de CJG-coach. Deze onderhoudt de contacten met de buitenschil van de hulpverlening en is

tevens de case-manager van de casus op het gebied van de hulpverlening.

Preventief en snel kunnen werken.

Indicatieloos kunnen werken en opschalen.

Pre-arrangeren voor arrangementen op schoolniveau

5 Kwaliteitskader en continuïteit

Om de kwaliteit en continuïteit te borgen wordt op de volgende onderwerpen ingezet:

LAKS-enquete: jaarlijks wordt onder alle leerlingen en ouders een enquête uitgezet. Deze

richt zich op:

o Een vergelijking met landelijke cijfers en met het verloop van de ontwikkeling in

relatie tot voorgaande jaren.

o Het bespreken van de resultaten met de diverse doelgroepen.

Het werken met kerndoelen welke in het schoolplan 2009-2015 zijn opgenomen.

Page 77: SCHOOLPLAN KENNEMER COLLEGE …cdn.instantmagazine.com/upload/3305/schoolplan_kennemer...uitgangspunten van gepersonaliseerd leren voor de gehele sector. Het betreft hier leerjaar

57

De uitstroommonitor.

Medewerkers tevredenheidonderzoek.

Het cyclisch voeren van gesprekken met personeel op basis van o.a. de

competentiemonitor.