Schoolplan 2011-2015

INHOUDSOPGAVE

SCHOOLPLAN 2011-2015

INHOUDSOPGAVE...........................................................................................................1

VOORWOORD..................................................................................................................3

HOOFDSTUK 1: IDENTITEIT en MISSIE & VISIE...........................................................4

§1.1 IDENTITEIT------------------------------------------------------------------------------------------------------4

§1.2 MISSIE & VISIE------------------------------------------------------------------------------------------------5

HOOFDSTUK 2: HET KADER..........................................................................................6

§2.1 INLEIDING-------------------------------------------------------------------------------------------------------6

§2.2 OMGEVINGSFACTOREN---------------------------------------------------------------------------------6

§2.3 SWOT-ANALYSE----------------------------------------------------------------------------------------------7

§2.3.1 De SWOTI-analyse van De Vogelhorst...........................................................7

§2.3.2 De confrontatie – stap 5 en 6.........................................................................10

§2.4 DE DOELEN---------------------------------------------------------------------------------------------------12

HOOFDSTUK 3: ONDERWIJSKUNDIG BELEID...........................................................14

§ 3.1 INLEIDING-----------------------------------------------------------------------------------------------------14

§ 3.2 KLASSENMANAGEMENT------------------------------------------------------------------------------14

§ 3.2.1 Zelfstandig werken........................................................................................14

§ 3.2.2 Directe instructiemodel.................................................................................15

§ 3.2.3 Klassenconsultatie........................................................................................16

§ 3.3 PROJECTGROEPEN-------------------------------------------------------------------------------------17

§ 3.4 ONDERWIJSINHOUDEN EN DOELEN------------------------------------------------------------17

HOOFDSTUK 4: SOCIAAL-EMOTIONEEL ONTWIKKELINGSBELEID.......................27

§ 4.1 INLEIDING-----------------------------------------------------------------------------------------------------27

§ 4.2 AANBOD IN SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING-----------------------------------27

§ 4.2.1 De methode ‘Leefstijl’...................................................................................27

§ 4.2.2 Sociale weerbaarheidstraining......................................................................28

§ 4.2.3 De methode ‘Relationele en seksuele vorming’...........................................28

§4.2.4 SOVA-training................................................................................................29

§ 4.3 DOELEN--------------------------------------------------------------------------------------------------------29

HOOFDSTUK 5: PERSONEELSBELEID.......................................................................30

§ 5.1 INLEIDING-----------------------------------------------------------------------------------------------------30

§ 5.2 INTEGRAAL PERSONEELSBELEID----------------------------------------------------------------30

§ 5.2.1 Formatiebeleid..............................................................................................30

§ 5.2.2 Competentiemanagement............................................................................31

§ 5.3 PERSONELE BELEIDSVOORNEMENS----------------------------------------------------------32

HOOFDSTUK 6: KWALITEITSZORG.............................................................................34

ZINVOL, EIGEN EN TOEGEWIJD! 1


§ 6.1 INLEIDING-----------------------------------------------------------------------------------------------------34

§ 6.2 KWALITEITSZORG OP ORGANISATIENIVEAU-----------------------------------------------34

§ 6.3 KWALITEITSZORG VOOR DE LEERLINGEN--------------------------------------------------35

§ 6.3.1 Instrumenten kwaliteitszorg voor de leerlingen............................................37

§ 6.4 KWALITEITSZORG IN RELATIE TOT HET SAMENWERKINGSVERBAND......39

§ 6.5 BORGING KWALITEITSZORG------------------------------------------------------------------------40

§ 6.5.1 Het schoolplan..............................................................................................40

§ 6.5.3 De leerlingenzorg..........................................................................................41

§ 6.5.4 Personeelsbeleid..........................................................................................42

§ 6.5.5 De vak- en vormingsgebieden/activiteiten....................................................42

§ 6.5.6 Overige beleidsterreinen...............................................................................43

§ 6.6 DOELEN IN DE KWALITEITSZORG----------------------------------------------------------------44

HOOFDSTUK 7: MEERJARENBELEIDSPLAN.............................................................46

NAWOORD......................................................................................................................48

BIJLAGEN.......................................................................................................................49



VOORWOORD

Aan dit schoolplan is door velen op de een af andere manier hard gewerkt. We zijn hen daar zeer erkentelijk voor. Het resultaat spreekt voor zich: een schoolplan dat, vanuit omgevings- en schoolverkenning, komt tot een vernieuwde missie en visie op wat we de komende jaren graag willen bereiken. Deze vernieuwde visie, samen met het team gevormd, hebben we vertaald in concrete doelen en daaraan gekoppeld de te verwachten resultaten.

Het geeft voor al het personeel goede mogelijkheden tot een doorvertaling in uit te voeren activiteiten. Wij moedigen al het personeel aan om vooral die activiteiten te kiezen die de leerlingen ten goede komen om zo het onderwijs op een hoger niveau te brengen en/of minimaal te behouden.

We wensen alle betrokkenen hierbij veel wijsheid en kracht toe.

J. Fluit, directeurH. Vaandering, adjunct-directeurE. Doppenberg, M. Fluit-Harkema en L. Heijmans, bouwcoördinatoren



HOOFDSTUK 1: IDENTITEIT en MISSIE & VISIE

§1.1 IDENTITEIT

De Vogelhorst is een Protestants-Christelijke school. We zien de school als een leefgemeenschap van leerlingen, ouders, leerkrachten, directie en bestuur, waarin de Bijbel het uitgangspunt is van ons handelen. Ieder mens, elk kind is uniek en heeft voor God onvervangbare waarde. In het leven van ieder mens staan drie relaties centraal:

1. relatie tot God

2. relatie tot de medemens

3. relatie tot Gods schepping

In deze relaties zijn liefde en verantwoordelijkheid sleutelwoorden. De liefde van God, herkenbaar in het lijden, sterven en de opstanding van Jezus Christus vinden wij van wezenlijk belang voor mensen. We gaan uit van de gelijkwaardigheid van mensen, niet van gelijkheid. Ieder mens is immers uniek. Een goede sfeer op school vinden we erg belangrijk. We proberen daarom open te staan voor elkaar, elkaar te ondersteunen en elkaar serieus te nemen. We willen de leerlingen een veilige plek geven. Door de dagelijkse omgang met elkaar en door gerichte activiteiten als godsdienstonderwijs of het kennismaken met geestelijke stromingen worden leerlingen gevormd. Daar zitten normen en waarden achter. En die hebben weer te maken met je kijk op mensen samenleving.

Het is daarbij belangrijk om:

de grondslag van de school te kennen en onderschrijven je in te spannen om deze grondslag in je handelen tot uitdrukking te brengen actief deel te nemen aan overleg over de identiteit van de school

Onze levensbeschouwelijke identiteit is sterk verweven met onze pedagogische identiteit. We geven onze identiteit concreet vorm door o.a. vieringen, dagen weekopeningen en dagen maandsluitingen, Leefstijl, Weerbaarheidstraining en de methode Kind op Maandag.

Dit fundament werkt door tot in het omgaan met elkaar, de lessen, de missie en de visie, tot het zijn.

De identiteit is het fundament dat ook doorwerkt in de visie en missie van De Vogelhorst. De koers die de organisatie en het beleid moet gaan varen, maar zeker ook de koers die het handelen in de klas en de omgang met de leerlingen richting geeft. De missie en de visie geven daarbij een beeld over het handelen, maar zeker ook over wie wij zijn. En in dat zijn ligt nog een dieper fundament en dat is de identiteit van de school



§1.2 MISSIE & VISIE

MISSIEDe Vogelhorst erkent ieders eigenheid en laat een ieder daarin maximaal groeien met toewijding en deskundigheid, waarbij een ieder handelt op basis van verantwoordelijkheid en zinvolheid. De Vogelhorst is een “ ongewoon” goede school

VISIE:ZINVOL, EIGENHEID EN TOEGEWIJD

De Vogelhorst ziet het zinvol invullen van het onderwijsaanbod aan onze unieke groep kinderen, als een grote uitdaging. Waarbij met de deskundigheid van ieder teamlid wordt gewerkt aan de groei van de leerling. Er wordt aangesloten bij de behoeften van de leerling. Ieder teamlid heeft de verantwoordelijkheid om bij te dragen aan zowel de groei van de leerling als de groei van de organisatie. Samen met de ouders en de leerling zelf zijn we medeverantwoordelijk voor de leerprocessen en de groei van de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling.

VISIE

De Vogelhorst is een school waar iedere leerling, ouder en teamlid wordt erkend in zijn of haar eigenheid. Vanuit de Christelijke identiteit van de school wordt er respectvol omgegaan met elkaar en wordt de levensovertuiging uit de Bijbel meegegeven aan de leerlingen. Er is oog voor de verschillen tussen mensen op basis van gelijkwaardigheid en vertrouwen. Middels deze waarden wordt het pedagogisch klimaat gecreëerd, waarin de leerling zich veilig voelt om zichzelf te zijn als uniek persoon en van daaruit te groeien.

VISIE

In de Vogelhorst staat de leerling centraal. Met toewijding en liefde zal ieder teamlid zich inzetten voor iedere leerling. Deze toewijding wordt omgezet in oprechte aandacht voor de leerling als totaal mens. Waarbij er deskundig aangesloten wordt bij het kind met een passend aanbod.

VISIE

De Vogelhorst staat open voor alle partijen binnen en buiten de school, zoals collega’s, ouders, gemeenten, samenwerkingsverbanden, zorginstellingen en scholen. De Vogelhorst anticipeert flexibel op de ontwikkelingen binnen het onderwijs met deskundigheid en toewijding, zodat De Vogelhorst met haar eigenheid, zinvol is voor de ontwikkeling van ieder kind zowel binnen als buiten de school.



HOOFDSTUK 2: HET KADER

§2.1 INLEIDING

In de missie en de visie is de koers van De Vogelhorst vastgelegd. In dit hoofdstuk zal toegelicht worden in welke omgeving onze school zich bevindt. Waar staat de school op dit moment, wat zijn haar sterkten, zwakten, bedreigingen en welke kansen zijn er voor De Vogelhorst.

§2.2 OMGEVINGSFACTOREN

Schoolbesturen hebben grotere beleidsvrijheid gekregen van de overheid. Daar hangt de introductie van Good Governance mee samen. De school moet zich voortdurend legitimeren naar de samenleving. Ze moet helder maken waar ze voor staat en wat haar maatschappelijk nut is, hoe ze leerlingen vormt en opleidt voor de samenleving van vandaag en morgen. Horizontale dialoog en verticale verantwoording spelen een belangrijke rol.SBO De Vogelhorst maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Barneveld en omstreken. Als enige SBO van dit samenwerkingsverband heeft zij als taak die leerlingen op te vangen die niet meer op de basisschool voldoende geholpen kunnen worden. Toelaatbaar zijn alleen die leerlingen die door een onafhankelijke commissie (Permanente Commissie Leerlingenzorg) op grond van een onderwijskundig rapport een beschikking krijgen. In dit onderwijskundig rapport moet de basisschool haar handelingsverlegenheid aantonen. De verwachting is dat De Vogelhorst in het kader van Passend Onderwijs naast de breedtezorg ook steeds meer dieptezorg zal moeten gaan aanbieden.Basisscholen kunnen een beroep doen op de expertise van de school in de vorm van inzet van orthopedagogen, psychologen, dyslexiespecialisten, logopedisten, etc. om zodoende de juiste zorg aan de leerlingen te kunnen blijven bieden. Het belangrijkste doel is om de leerlingen thuisnabij onderwijs te laten blijven volgen. Daarnaast beschikt De Vogelhorst over een leescentrum waar basisschoolleerlingen bijgespijkerd kunnen worden om hun leesniveau tot een voor een ieder aanvaardbaar niveau te brengen. Uiteraard moeten zowel de verwijzende school als de ouders hier van harte aan meewerken om tot een goed resultaat te kunnen komen.De Vogelhorst heeft op 16 augustus 2010 een geheel nieuw schoolgebouw betrokken dat een markante plaats inneemt tussen twee kerken. Dit nieuwe schoolgebouw prikkelt de mensen door het uiterlijk en de mogelijkheden. SBO De Vogelhorst is betrokken bij de totstandkoming en uitvoering van de Lokale Educatieve Agenda en moet het onderwijsaanbod afstemmen met regionale partners. Ook is de school betrokken bij de zorg binnen het hele samenwerkingsverband, inclusief de kansen en bedreigingen betreffende de komende invoering van Passend Onderwijs.De tijd dat scholen dachten vanuit een eilandpositie te kunnen werken, is voorbij. Scholen maken deel uit van een complex geheel, waarin ze in samenhang moeten handelen. Communiceren en afstemmen vragen continu aandacht.



§2.3 SWOT-ANALYSE

Figuur 1: De SWOT-analyse

De SWOT-analyse is een analyse-instrument. Het is een afkorting van de Engelse woorden: Strenghts, Weaknesses, Opportunities en Threats. In het Nederlands veelal vertaald in: Sterke kanten, Zwakke kanten, Kansen en Bedreigingen. Met de SWOT-analyse zal er een duidelijk beeld gegeven worden van wat De Vogelhorst in huis heeft -strenghts en weaknesses- en wat er op haar pad zou kunnen komen / op haar pad komt -opportunities en threats-. Het model combineert dus zowel interne als externe

factoren. De SWOT-analyse wordt soms uitgebreid met de letter I van Issues, of ook wel de Confrontatie genoemd, die dan leidt tot Innovatie. Hierin worden dan de verschillende aspecten met elkaar verbonden om er conclusies aan te verbinden voor het uit te zetten beleid. Deze conclusies worden beschreven aan de hand van de doelen voor de organisatie. Dit wordt in de volgende hoofdstukken gedaan.

§2.3.1 De SWOTI-analyse van De Vogelhorst

In dit hoofdstuk is gebruik gemaakt van het volgende stappenplan:

STAPPENPLAN SWOTI-ANALYSE

STAP 1 Bepaal strategische sterktes. Dit zijn interne zaken die richtinggevend èn onderscheidend zijn voor de toekomst van een organisatie. Deze sterktes helpen het doel van de organisatie te bepalen. Buit deze uit.

STAP 2 Bepaal zwaktes. Dit zijn –interne- nadelen die de organisatie in de weg staan.

STAP 3 Bepaal kansen. Dit zijn externe ontwikkelingen die helpen het organisatiedoel te halen en nieuwe mogelijkheden bieden.

STAP 4 Bepaal bedreigingen. Dit zijn externe ontwikkelingen die het realiseren van het organisatiedoel in de weg staan.

STAP 5 Benoem zoekvelden: Maak combinaties van sterktes en externe kansen en bedenk nieuwe ideeën op deze zoekvelden.

STAP 6 Bepaal (Innovatie)strategie: De volgende stap is de sterkte-zwakte analyse omzetten in een strategie, bijvoorbeeld de keuze voor een (aantal) innovatiepaden.



STAP 1-4

STERKTEN ZWAKTEN

Er is veel expertise in De Vogelhorst aanwezig, zoals: leescentrum, psychologen, SVIB opleider, orthopedagogen, speltherapeute, etc.

We hebben een creatief en toegewijd team in zowel het denken als in de uitvoering van het onderwijsleerproces.

Er is een nieuw schoolgebouw dat mensen prikkelt door het uiterlijk en de mogelijkheden. Het trekt veel publiciteit/aandacht.

De school heeft een pluriforme doelgroep. De Christelijke identiteit kan doorslaggevend zijn om voor deze SBO te kiezen. De streekfunctie kan goed bediend worden met de Christelijke identiteit.

Het leerling uitstroomprofiel zit boven het landelijk gemiddelde van het SBO. De opbrengstgerichtheid is hoog.

De Vogelhorst staat goed en stevig in een groot netwerk, waaronder het Samenwerkingsverband. De directeur is actief in meerdere groepen rondom Passend Onderwijs.

Het leescentrum – in 2008 opgezet- is een expertisecentrum voor lezen, voor zowel kinderen binnen De Vogelhorst als kinderen binnen het Samenwerkingsverband. Dit leescentrum verloopt succesvol.

De PCL wordt inhoudelijk georganiseerd door De Vogelhorst en dit is voor de toekomst het rangeerterrein (loket passend onderwijs i.o.) voor het aanbieden van diverse onderwijs- en zorgarrangementen

Op grond van de expertise is De Vogelhorst van toegevoegde waarde voor de zorgbehoefte van de basisscholen.

Er wordt in een aantal groepen te weinig gedifferentieerdheid in het instructiesysteem aangeboden.

Meerdere lesmethoden zijn verouderd.

Een deel van het onderwijzend personeel ervaart de werkdruk als hoog en beleeft hierdoor veranderingen voornamelijk als een opeenstapeling van dingen die moeten.

Er wordt nog te weinig gedacht in onderwijs- zorgarrangementen.

Primair onderwijs is te curatief en benut nog te weinig de expertisefunctie om te voorkomen dat kinderen (gedeeltelijk) worden uitgeplaatst.

Er is op dit moment een begrotingstekort. Dit tekort is ontstaan door enerzijds het korten op rugzakgelden door de overheid en anderzijds door te hoge kosten in het personeelsbudget.

De positionering van De Vogelhorst staat te weinig op de gezamenlijke agenda van het Samenwerkingsverband.



KANSEN BEDREIGINGEN

Het Passend Onderwijs vraagt een nieuwe rol van het SBO. De expertisefunctie kan hiertoe een meerwaarde bieden. Het expertisecentrum kan meer ingezet worden in de basisscholen i.p.v. hier naar toe te laten komen.

De samenwerking met cluster 3&4 kan versterkt worden en er kan gezamenlijk betere bereikbare en goedkope (verplichte bezuiniging) onderwijs- en zorgarrangementen aangeboden worden.

Er is een doelgroep (die mogelijk kan krimpen) die tijdelijk of voor langere duur niet mee kan komen in het reguliere onderwijs waarvoor er diverse zorgarrangementen samengesteld kunnen worden.

De expertise van het OP en OOP kan breder in worden gezet: systeem/docentbegeleiding en het bieden van specifieke zorg aan leerlingen binnen de eigen school.

Als het grote Samenwerkingsverband wordt opgesplitst in kamers is De Vogelhorst de enige SBO.

Er wordt van de school verwacht dat het met minder financiën hetzelfde of eigenlijk nog meer prestaties kan neerzetten.

Het ziekteverzuim is 11 % en de landelijke norm is 5.6%. Dit kan een bedreiging voor de kwaliteit van het onderwijs vormen.

De formatie zal naar beneden bijgesteld moeten worden om het tekort weer kloppend te krijgen.

Het personeelsbestand moet blijven matchen met de toekomstige vraag; een complexere doelgroep en een verdieping van de expertise.

De Vogelhorst wordt afhankelijker van de basisscholen en het Samenwerkingsverband. Nu komt 42% van de gelden uit het Samenwerkingverband. Straks zal de school voor een nog veel groter deel afhankelijk worden van de basisscholen. Basisscholen zullen zelf bepalen of ze de expertise van De Vogelhorst inhuren of op een andere manier hun expertise verkrijgen.



§2.3.2 De confrontatie – stap 5 en 6

In het figuur worden de verschillende punten kort samengevat. In deze paragraaf zal worden toegelicht wat de relaties tussen de velden voor de school betekenen voor het te voeren beleid. Dit te voeren beleid wordt uitgewerkt in gestelde doelen voor de aankomende periode.

STERKTEN ZWAKTEN

Veel expertise binnen De Vogelhorst

Creatief en toegewijd team Nieuw schoolgebouw Pluriforme doelgroep, waarbij

Christelijke identiteit een meerwaarde is.

Leerling uitstroomprofiel boven landelijk gemiddelde.

Goede positie binnen SWV. Leescentrum succesvol PCL inhoudelijk georganiseerd

door De Vogelhorst. Expertise van toegevoegde

waarde op zorgbehoeften basisscholen.

Te weinig gedifferentieerdheid in het instructiesysteem.

Meerdere lesmethoden zijn verouderd.

Hoge werkdrukervaring bij deel van het onderwijzend personeel.

Te weinig gedacht in onderwijs- zorgarrangementen.

Primair onderwijs is te curatief. Er is op dit moment een

begrotingstekort. Positionering van De Vogelhorst

te weinig op de gezamenlijke agenda van het SWV.

KANSEN BEDREIGINGEN

Expertisefunctie meerwaarde voor Passen Onderwijs.

Door betere samenwerking met cluster 3&4 betere onderwijs- en zorgarrangementen aanbieden.

Doelgroep waarvoor zorgarrangementen samengesteld moeten worden.

Expertise van het OP en OOP breder inzetten binnen de eigen school

Mogelijke opsplitsing SWV in kamers; De Vogelhorst de enige SBO.

Met minder financiën hetzelfde of meer prestaties neerzetten.

Het ziekteverzuim is 11 % en de landelijke norm is 5.6%.

De formatie zal naar beneden bijgesteld moeten worden.

Het personeelsbestand moet blijven matchen met de toekomstige vraag.

Grotere afhankelijkheid van de basisscholen en het SWV.



Sterkten en Zwakten:

Het is voor De Vogelhorst nu zaak om een plan van aanpak te gaan maken voor het verder ontwikkelen als expertisecentrum. In dit schoolplan wordt dan ook de langetermijnstrategie omschreven. Daarvoor zullen er keuzes gemaakt moeten worden op het gebied van expertise, scholing, en formatie. Dit alles hangt natuurlijk nauw samen met de financiering en het Samenwerkingsverband.

Het is zaak om de contacten binnen het Samenwerkingsverband optimaal te houden, zodat je in het proces naar expertisecentrum draagvlak hebt en ten dienste bent van het Samenwerkingsverband.

Er is een toegewijd team. Een goede basis om intern mensen enthousiast te maken voor verdere scholing in het kader van verder te ontwikkelen expertises.

Sterkten en Bedreigingen:

Met een enthousiast en toegewijd team is het een uitdaging om deze bedreigingen aan te gaan.

Financieel wordt De Vogelhorst steeds verder afhankelijk. Maar de school heeft als partner veel te bieden –sterke kanten- en is daarom een interessante partij om eventueel op te nemen in een groter verband. Deze sterke kanten zullen ‘uitgebuit’ moeten worden in de onderhandelingen met WSNS. Deze sterke kanten kunnen er voor zorgen dat de eigenheid behouden kan blijven, ook als het niet meer mogelijk is een éénpitter te blijven.

Zwakten en Kansen:

De Vogelhorst zal zich gaan richten op teamcoaching. Het team is toegewijd en enthousiast, maar voelt ook een grote werkdruk. Zeker als het gaat om het omgaan met veranderingen, ervaren veel teamleden dit als werkdrukverhogend. Het is goed om te investeren in het team. Zeker gezien de verwachtingen van het team in het kader van Passend Onderwijs.

Om het team van De Vogelhorst steviger te maken, is het goed te werken aan verbindende factoren. Daarbij is het goed om bewust te zijn waar De Vogelhorst voor staat en welke waardevolle rol ieder personeelslid daar in kan spelen. De missie en visie kan ingezet worden in het profileren naar buiten toe, maar ook naar binnen toe! Zeker naar de ouders en de leerlingen toe wil de school laten zien waar zij voor staat.

Zwakten en Bedreigingen:

De Vogelhorst is geen armlastige school. Echter door de bezuinigingen is de druk op het personeelsbudget wel erg zwaar. Het is daarom goed om de aankomende tijd te onderzoeken wat het zou betekenen voor De Vogelhorst om op te gaan in een groter verband.

Met minder geld zal er meer gepresteerd moeten worden. Dit betekent dat de kwaliteiten zullen moeten worden vergroot. Scholing in het kader van deskundigheid voor zowel het onderwijsproces binnen de school als de expertises voor binnen en buiten de school, kan daarvoor zorgen. Het scholingsbeleid zal dan ook met zorg moeten worden neergezet.

§2.4 DE DOELENZINVOL, EIGEN EN TOEGEWIJD! 11


DOEL: Begroting kloppend maken.

2011-2012 Keuzes maken in het formatieplan. Bepalen op welke kostenposten er bezuinigd kan worden.

2012-2013 Begrotingstekort weg.

2013-2014 Begroting kloppend.

2014-2015 Begroting kloppend.

DOEL: Ontwikkelen expertisecentrum

2011-2012 Scholingsbeleid maken op basis van: 1. Behoeften aan expertise in het Samenwerkingsverband.2. Behoeften aan expertise in de interne leerlingenzorg.

Personeel volgt scholing in het kader van het scholingsbeleid.2012-2013 Evalueren scholingsbeleid en zo nodig aanpassen aan nieuwe

inzichten. Hanteren scholingsbeleid.

2013-2014 Evalueren scholingsbeleid en zo nodig aanpassen aan nieuwe inzichten.

Hanteren scholingsbeleid.2014-2015 Evalueren scholingsbeleid en zo nodig aanpassen aan nieuwe

inzichten. Hanteren scholingsbeleid.

DOEL: Teamontwikkeling

2011-2012 Teamanalyse maken. Plan van aanpak voor teamcoaching.

2012-2013 Teamcoaching inzetten.

2013-2014 Teamcoaching toepassen. Teamcoaching borgen.

2014-2015 Teamcoaching toepassen. Teamcoaching borgen.

DOEL: Contacten Samenwerkingsverband optimaal behouden.

2011-2012 Versterken en professionaliseren ambulante dienst. Directeur is coördinator zorg van het samenwerkingsverband en voorzitter van het meldpunt

2012-2013 Implementeren 1-zorgloket voor het samenwerkingsverband met als locatie De Vogelhorst. Starten met een lespunt voor ZMLK.

2013-2014 Afstemming met alle partners binnen het nieuwe Samenwerkingsverband ten behoeve van alle "zorgleerlingen”,



waarbij De Vogelhorst het aanspreekpunt is.2014-2015 Inspelen op de nieuwe ontwikkelingen in het kader van Passend

Onderwijs.

DOEL: Missie en Visie borgen.

2011-2012 Missie en Visie bespreken in functioneringsgesprekken. Missie en Visie –kernwaarden- zichtbaar maken in

personeelskamer. Missie en Visie verder bespreken in het bestuur. Missie en Visie jaarlijks terug laten komen op de agenda van de

bouwvergaderingen en MT.2012-2013 Missie en Visie bespreken in functioneringsgesprekken.

Missie en Visie terug laten komen op de agenda van de bouwvergaderingen en MT.

2013-2014 Missie en Visie bespreken in functioneringsgesprekken. Missie en Visie jaarlijks terug laten komen op de agenda van de

bouwvergaderingen en MT.2014-2015 Missie en Visie opnieuw met het team bespreken en vernieuwen.

DOEL: Onderzoeken keuze De Vogelhorst als zelfstandige éénpitter of een andere vorm. 2011-2012 Onder leiding van een deskundige de koers bepalen van de

Vogelhorst als belangrijk onderdeel van het Samenwerkingsverband.

2012-2013 De vastgestelde koers onder de aandacht brengen van alle besturen van het Samenwerkingsverband.

2013-2014 Definitieve koers vastleggen en implementeren binnen Samenwerkingsverband.

2014-2015 Borging en blijven inspelen op alle nieuwe ontwikkelingen binnen Passend Onderwijs



HOOFDSTUK 3: ONDERWIJSKUNDIG BELEID

§ 3.1 INLEIDING

De Vogelhorst wil bereiken dat ieder kind zinvol en toegewijd aan het werk is via een ononderbroken leer- en ontwikkelingsproces. Dit zodat het kind die kennis en vaardigheden kan verwerven die het nodig heeft om een zelfstandig, sociaal en kritisch denkend mens te worden en zich kan handhaven in de huidige samenleving. Hierbij willen we de eigenheid van elk kind niet uit het oog verliezen. Onderwijs op maat is hierbij belangrijk. Om de kernvakken in dit soort onderwijs zinvol te geven, streven we naar het werken met maximaal drie instructieniveaus per vakgebied. Door het aanbod op niveau aan te bieden kan de leerling zich zo optimaal mogelijk ontwikkelen waardoor hij/zij intrinsiek gemotiveerd raakt. Dit stimuleert om zelf toegewijd de verantwoordelijkheid te dragen voor zijn/haar werk en dat van een ander.

De methoden die wij gebruiken voldoen aan de kerndoelen. In paragraaf 3.2. en 3.3. komen eerst het klassenmanagement en de projectgroepen aan de orde. Vervolgens wordt in paragraaf 3.4. per vakgebied de specifieke doelen en werkwijzen aangegeven. Daar het SBO veel aandacht besteedt aan de sociaal emotionele ontwikkeling tijdens het hele leerproces van de leerlingen is hier in hoofdstuk 4 een apart hoofdstuk aan gewijd.

§ 3.2 KLASSENMANAGEMENT

Principes voor goed klassenmanagement zijn o.a.:

Hoge verwachtingen hebben van de leerlingen; De leerlingen positief benaderen; Goede voorbereiding van de lessen; SMART-doelen stellen; Je houden aan algemeen geldende - en klassen regels/afspraken; De klas zodanig ingericht hebben, dat er goed zelfstandig gewerkt kan worden; Effectief gebruik maken van de geplande onderwijstijd; Structuur en voorspelbaarheid bieden.

§ 3.2.1 Zelfstandig werken

Binnen het klassenmanagement is ‘zelfstandig werken’ een belangrijk speerpunt.

Doelen van het ‘zelfstandig werken’:

De leerlingen kunnen gedurende een steeds langere periode zelfstandig werken. De leerlingen kunnen omgaan met uitgestelde aandacht, zodat er voor de

leerkracht tijd en ruimte ontstaat om aandacht te besteden aan de verschillende leerniveaus en individuele hulpvragen.

De leerlingen zijn medeverantwoordelijk voor hun werk. Hierdoor stijgt de betrokkenheid en motivatie tot leren. Dit heeft weer een positieve invloed op het zelfvertrouwen en zelfbeeld van de leerling.

De leerlingen kunnen in groepsverband aan een opdracht werken. Dit bevordert de communicatieve en sociale vaardigheden. De leerlingen leren dat ze onderdeel van een groep zijn en een beroep op elkaar kunnen en mogen doen.



Aspecten, hulpmiddelen die hierbij van belang zijn:

Stoplicht van de leerkracht: dit is een middel om de leerlingen duidelijk te maken, wanneer de leerkracht beschikbaar is voor vragen en wanneer er zelfstandig gewerkt dient te worden. Het dient ook ter bevordering voor het werken met uitgestelde aandacht.

Stoplichtblokje van de leerling: dit is een middel om aan te geven, wanneer en hoe de leerlingen hulp kunnen vragen aan de leerkracht.

Uitgestelde aandacht: door de hele school heen moeten de leerlingen om kunnen gaan met uitgestelde aandacht. In de onderbouw kunnen de leerlingen eventueel vragen stellen aan de stagiaire, als de leerkracht ‘niet gestoord’ kan worden. De tijd dat de leerlingen zelf bezig zijn met hun taak, neemt toe naarmate ze ouder worden.

Instructietafel: deze is in elke klas aanwezig. De leerkracht kan hieraan aan een kleine groep leerlingen instructie geven op het moment dat de andere leerlingen zelfstandig aan het werk zijn.

Dag- en weektaken/taakbrieven: zelfstandige leerlingen kunnen zelf (een deel van) hun werk plannen. Hierdoor worden ze medeverantwoordelijk voor hun eigen opdrachten. De dagen weektaken zijn hiervoor een goed middel. In alle groepen wordt met het principe van weektaken gewerkt.

Zelfcontrole: leerlingen kunnen hun werk, of delen ervan, zelf nakijken. Dit bevordert het verantwoordelijkheidsgevoel. Kinderen kunnen dan ook op hun verantwoordelijkheid worden aangesproken.

Inrichting lokaal en onderwijsaanbod: kinderen mogen het materiaal dat ze nodig hebben bij het werken zo veel mogelijk zelf pakken. Kinderen weten waar het materiaal ligt wat gebruikt mag worden. Hierbij is belangrijk dat er een systeem zit in de inrichting van bijvoorbeeld de kasten. Materiaal dat hoort bij een vakgebied, ligt ook dicht bij elkaar in de buurt. Kasten kunnen daarnaast ook een goed hulpmiddel zijn bij het maken van hoeken in de groep.

Samenwerken: samenwerken bevordert de communicatieve en sociale vaardigheden. Vanaf groep 1 kiezen de leerlingen regelmatig in duo’s voor een opdracht. Vanaf groep 4 wordt er minimaal 1 keer per week samengewerkt in tweetallen aan een bepaalde opdracht. Dit wordt uitgebreid tot een drie- of viertal in groep 7 en 8. In de hogere groepen kan dit uitgebreid worden tot grotere opdrachten met meer initiatief bij de leerlingen. Leerlingen in de bovenbouw zijn in staat om gezamenlijk een groepswerkstuk te maken. Deze werkvorm kan bij allerlei vakgebieden gebruikt worden: handvaardigheid, (mondelinge) taal, muziek enz.

Kieskast: in de groepen 5 wordt er gewerkt met de kieskast. Bij de kieskast gaat het natuurlijk om kennisoverdracht van de wereldoriëntatievakken en verkeer, maar heeft ook als doel dat de leerlingen leren zelfstandig te werken, zelf keuzes leren maken en hun opdrachten leren te plannen binnen drie weken.

§ 3.2.2 Directe instructiemodel

Bij het geven van de lessen staat het directe instructiemodel centraal. Leerlingen met een achterstand krijgen zo een actieve instructie en begeleiding van de leerkracht. Deze hebben ze nodig, omdat ze meestal niet beschikken over zelfregulerende studievaardigheden. Leerlingen die meer aankunnen varen ook wel bij deze manier van aanbieden van lesstof. Zij kunnen zelfstandig aan het werk na een korte effectieve instructie.



Het model bestaat uit 6 hoofdrubrieken:1. Dagelijkse terugblik van de stof die geweest is.2. Presentatie van o.a. het lesdoel.3. (In)oefening.4. Individuele verwerking.5. Periodieke terugblik.6. Terugkoppeling 1- 4/5

§ 3.2.3 Klassenconsultatie

Om de leerkrachten te ondersteunen in een goed klassenmanagement wordt o.a. SVIB (School Video Interactie Begeleiding) ingezet. Daarnaast bezoekt ook de logopedist de groepen om logopedisch advies te geven.

Om nog meer te kunnen begeleiden bij bijvoorbeeld het implementeren van een nieuwe methode zullen de bouwcoördinatoren meer in de groepen gaan kijken.

Ook het kijken van de leerkrachten bij elkaar (klassenconsultatie) is een goed middel om elkaar te ondersteunen.

DOEL: Zelfstandig werken optimaliseren

2011 -2012 Zelfstandig werken: de leerlijn ‘zelfstandig werken’, zoals beschreven staat in de map ‘Beleid en Organisatie’ onderzoeken. Zodat duidelijk wordt in hoeverre de leerlijn toegepast wordt, waar deze leerlijn verdere ontwikkeling nodig heeft en uiteindelijk deze verdere ontwikkelingen in gang zetten.

Handhaven directe instructiemodel. Uitbreiden klassenconsultatie door de

bouwcoördinatoren.2012 -2013 Inzetten van de verdere ontwikkelingen van

zelfstandig werken. Handhaven directe instructiemodel, SVIB en

klassenbezoeken van de logopedist. Verbeterpunten klassenconsultatie van

bouwcoördinatoren invoeren.2013-2014 Borgen van het zelfstandig werken

Handhaven directe instructiemodel, SVIB en klassenbezoeken van de logopedist.

Borgen van klassenconsultatie door de bouwcoördinatoren.

2014 -2015 Borgen van het zelfstandig werken. Handhaven directe instructiemodel, SVIB en

klassenbezoeken van de logopedist. Borgen van klassenconsultatie door de

bouwcoördinatoren.

§ 3.3 PROJECTGROEPEN



In elk cursusjaar zijn er wel vragen bij bepaalde ontwikkelingen in de organisatie, die onderzocht dienen te worden. Deze worden onderzocht in de zogenaamde projectgroepen. Elk personeelslid neemt deel aan een projectgroep. Dit valt onder de niet lesgebonden uren.De projectgroep is een middel om gestelde (sub)doelen te behalen.

In het cursusjaar 2011-2012 zijn er de volgende projectgroepen:

Digibord (Optimaal en gedifferentieerd gebruik van het digibord) ParnasSys (Volledige en gestructureerde implementatie van het leerlingvolgsysteem) Rekenen (Implementatie Reken zeker) Seksuele en rel. vorming (Implementatie nieuwe methode) Spelling (Onderzoeken nieuwe methode, doorgaande lijn in hanteren spellingregels) Lezen (Onderzoeken en implementeren nieuwe leesmethode) Zelfstandig werken (Zelfstandig werken en HGW optimaliseren in de groepen)

§ 3.4 ONDERWIJSINHOUDEN EN DOELEN

GODSDIENST

Gebruikte methoden: Kind op Maandag

Werkwijze in de groepen: Binnen de school wordt gewerkt met weekopeningen en weeksluitingen. De andere dagen wordt binnen de groepen aandacht besteed aan godsdienst, a.d.h.v. de methode.

DOEL: Continueren van de huidige werkwijze.

2011-2012 Continueren van de huidige werkwijze.

2012 -2013 Continueren van de huidige werkwijze.

2013-2014 Projectgroep starten om te inventariseren of Kind op Maandag nog aan de verwachtingen voldoet en indien nodig oriënteren op een nieuwe methode.

2014 -2015 Mogelijke actie naar aanleiding van onderzoek.

TAAL: SPELLING

Gebruikte methoden: Woordbouw

Werkwijze in de groepen: Woordbouw wordt gegeven in maximaal 3 instructieniveaus per groep. Gestart wordt in groep 4.

DOEL: Verduidelijken spellingsregels en daarbij een doorgaande lijn in de school. Een



nieuwe spellingsmethode aanschaffen.

2011-2012 Verbeteren van de algemeen gebruikte spellingsregels binnen de school. Dit d.m.v. het maken van spellingskaarten. Elke kaart omvat 1 spellingsregel. De kaarten kunnen gebruikt worden door de leerlingen als een soort naslagwerk c.q. groeiboekje.

2012 -2013 Invoeren van het werken met de spellingskaarten.

2013-2014 - Borgen van de werkwijze met de spellingskaarten.- Projectgroep starten om te oriënteren op een nieuwe

spellingsmethode. Deze kan mogelijk gecombineerd worden met een nieuwe taalmethode.

2014 -2015 Implementeren nieuwe spellingsmethode.

TAAL: MONDELINGE EN SCHRIFTELIJKE TAALVAARDIGHEID

Gebruikte methoden: Taaltijd

Werkwijze in de groepen: Mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid is een onderdeel van de methode Taaltijd. Deze methode wordt aangeboden vanaf groep 5. Elke groep gebruikt boekjes van een eerder leerjaar. Desondanks vraagt de methode om de nodige aanpassingen om het in een SBO-setting te kunnen gebruiken.

DOEL: Continueren van de huidige werkwijze. Het aanschaffen van een nieuwe taalmethode.



2013-2014 Projectgroep starten om te oriënteren op een nieuwe taalmethode. Deze kan mogelijk gecombineerd worden met een nieuwe spellingsmethode.

2014 -2015 Implementeren van een nieuwe taalmethode.

TAAL: WOORDENSCHAT

Gebruikte methoden: Schatkist, Map Fonemisch Bewustzijn, Klankkast en Denkstimulerende gespreksmethodiek (DGM)

Werkwijze in de groepen:

Groep 1 t/m 3/4: In samenwerking met de logopedist komt de uitbreiding van de woordenschat aan bod tijdens de taalgroepjes, a.d.h.v. een bepaald thema. De boeken van de klankkast



worden o.a. gebruikt als bronnenboeken.

Groep 4: In samenwerking met de logopedist wordt er gewerkt aan uitbreiding van de woordenschat m.b.v. DGM.

Groep 5: De wereldoriëntatievakken worden, a.d.h.v. een thema, aangeboden in de kieskast. Woordenschat is een onderdeel van de kieskast. In samenwerking met de logopedist worden woorden uitgezocht rondom een bepaald thema.

DOEL: Aanscherpen van het woordenschatonderwijs in de groepen 1 t/m 3/4. Uitbreiden in de groepen 4 en 5. Invoeren vanaf groep 6.

2011-2012 Aanscherpen van het woordenschatonderwijs in de groepen 1 t/m 3/4. Uitbreiden in de groepen 4 en 5. Invoeren vanaf groep 6.

2012 -2013 Borgen van het woordenschatonderwijs in de groepen 1 t/m 3/4. Aanscherpen in de groepen 4 en 5. Uitbreiding vanaf groep 6.

2013-2014 Borgen van het woordenschatonderwijs in de groepen 1 t/m 6.

2014 -2015 Borgen van het woordenschatonderwijs in de groepen 1 t/m ¾

FONEMISCH BEWUSTZIJN/AANVANKELIJK LEZEN

Gebruikte methoden: Schatkist, Werkmap fonemisch bewustzijn, Klankkast en Veilig stap voor stap

Werkwijze in de groepen: Schatkist wordt gebruikt als aanvulling.

In de groepen 1 t/m 3 wordt de Map Fonemisch Bewustzijn en de Klankkast klassikaal en in kleine groepjes, o.a. in de taalgroepjes, aangeboden.

Veilig Stap voor Stap is ingevoerd in schooljaar 2010-2011 in de groepen 3 en 4. De lessen worden dagelijks aangeboden. In elke groep wordt ernaar gestreefd met maximaal drie niveaugroepen te werken. De werkwijze volgens de methode heeft al zichtbaar resultaat opgeleverd.

DOEL: Uitbreiding van de doorgaande lijn van aanvankelijk lezen in de groepen 1 t/m 4.

2011 -2012 Klankkast meer integreren in de taalgroepjes.

Invoeren Veilig Stap voor Stap in groep 4 (vanaf kern 7).

Continueren van de overige werkwijzen.

2012 -2013 Evalueren of de groepen 3 aan het eind van het schooljaar kunnen komen tot kern 8. In schooljaar 2010-2011 was kern 6



het maximaal haalbare.

2013-2014 N.a.v. de evaluatie actie ondernemen.

2014 -2015 Nieuwe doelen stellen, indien nodig.

TECHNISCH LEZEN

Gebruikte methoden: Veilig stap voor stap, Leeslijn en Voortgezet Technisch Lezen.

Werkwijze in de groepen: Groep 4 start in het schooljaar 2011-2012 met Veilig Stap voor Stap. Bieden daarbij de kernen 7 t/m 12 aan. Daarna wordt de overstap gemaakt naar de Leeslijn. Is deze uit, dan krijgt het lezen een vervolg in Voortgezet Technisch Lezen.

DOEL: Aanschaffen nieuwe leesmethode. Dit in de plaats van de Leeslijn.

2011-2012 Een projectgroep verdiept zich in het aanbod van Leesmethoden. Zij selecteren enkele methoden en presenteren deze aan het team. Samen worden de plussen en minnen afgewogen en wordt er een definitieve keuze gemaakt.

2012 -2013 Implementatie nieuwe leesmethode.

2013-2014 Borgen nieuwe leesmethode.

2014 -2015 Borgen nieuwe leesmethode.

BEGRIJPEND LEZEN

Gebruikte methoden:Tekstverwerken


- Vanaf groep 5 wordt er gewerkt met Tekstverwerken. Momenteel wordt de methode vooral klassikaal aangeboden. Elke groep werkt met het materiaal van 1 leerjaar terug.

- In de groepen 1 t/m 4 wordt aandacht besteed aan begrijpend luisteren, hierbij gebruik makend van de werkwijze van Tekstverwerken.

DOEL: Meer differentiatie tijdens de lessen van Tekstverwerken.


2012 -2013 Oriënteren op de vraag hoe de lessen gedifferentieerder aangeboden zou kunnen worden. Dit o.a. door gebruik te maken van het computerprogramma, pre-teaching en extra instructie.

2013-2014 Differentiatie toepassen.

2014 -2015 Borgen van de ingevoerde werkwijze.



REKENEN/WISKUNDE

Gebruikte methoden: Reken Zeker en Talrijk.


Groep 1 en 2 geeft rekenonderwijs a.d.h.v. de onderdelen van het GOVK. De groepen 3 t/m 5 starten IN 2011/2012 met de methode Reken Zeker. De groepen 6 t/m 8 werken met de methode Talrijk.

DOEL: Implementeren van de methode Reken Zeker.

2011-2012 Implementatie Reken Zeker in de groepen 3 t/m 5.

2012 -2013 Borging Reken Zeker in de groepen 3 t/m 5. Implementatie Reken Zeker in de groepen 6 t/m 8

2013-2014 Borging Reken Zeker binnen de school.

2014 -2015 Borging Reken Zeker binnen de school.

SCHRIJVEN

Gebruikte methoden: Novoskript


- Groep 1 t/m 3 werkt met Schrijfatelier.- Vanaf de kerstvakantie wordt in groep 3 gestart met het aanbieden van de schrijfletters.- Vanaf de groep 4 t/m 8 wordt de verdere methode gevolgd.- Novoskript bestaat uit motorische - en schrijfoefeningen.

DOEL: Het her implementeren van de methode.

2011-2012 Her implementatie van de methode. In de bouwvergaderingen wordt dit punt opgepakt.

2012 -2013 Borging Novoskript.

2013-2014 Borging Novoskript.

2014 -2015 Borging Novoskript.

ENGELS

Gebruikte methoden: Just do it.




Binnen de groepen 7 is het aanbod van de Engelse les facultatief. In de groepen 8 wordt de methode gevolgd.






AARDRIJKSKUNDE

Gebruikte methoden: Geobas


De methode Geobas wordt gebruikt vanaf groep 5. Elke groep gebruikt boekjes van een eerder leerjaar.

Groep 5 gebruikt de methode als bronnenboek en integreert dit in de kieskast. Vanaf groep 6 wordt de methode aangeboden in blokken van 3 of 4 weken. Dit

afgewisseld met de vakken geschiedenis en biologie die ook in blokken worden aangeboden.






GESCHIEDENIS

Gebruikte methoden: Bij de Tijd


De methode Bij de Tijd wordt gebruikt vanaf groep 5. Elke groep gebruikt boekjes van een eerder leerjaar.

Groep 5 gebruikt de methode als bronnenboek en integreert dit in de kieskast. Vanaf groep 6 wordt de methode aangeboden in blokken van 3 of 4 weken. Dit

afgewisseld met de vakken aardrijkskunde en biologie die ook in blokken worden aangeboden.








BIOLOGIE

Gebruikte methoden: Leefwereld


De methode Leefwereld wordt gebruikt vanaf groep 5. Elke groep gebruikt boekjes van een eerder leerjaar.

Groep 5 integreert de onderwerpen uit de methode in de kieskast. Vanaf groep 6 wordt de methode aangeboden in blokken van 3 of 4 weken. Dit

afgewisseld met de vakken aardrijkskunde en geschiedenis die ook in blokken worden aangeboden.






VERKEER

Gebruikte methoden: Veilig in het verkeer


De methode Veilig in het Verkeer wordt gebruikt vanaf groep 5. Elke groep gebruikt boekjes van een eerder leerjaar.

Groep 5 gebruikt de methode als bronnenboek en integreert dit in de kieskast. Vanaf groep 6 wordt de methode aangeboden volgens de handleiding.








SOCIAAL EMOTIONELE ONTWIKKELING

Gebruikte methoden: Leefstijl, Relationele en seksuele vorming, het Marietje Kessels project, Sova-training en agressieregulatietraining.


Vanaf het schooljaar 2010-2011 maken we gebruik van de methode Leefstijl. Per week staat er 1 les uit de methode ingeroosterd.

In het schooljaar 2010-2011 zijn er een aantal lessen uitgeprobeerd uit de methode relationele en seksuele vorming.

In de groepen 7 wordt er gebruikt gemaakt van het Marietje Kessels project. Er is een theoretisch aanbod in de klas en een praktische uitvoering in de gymzaal. Dit laatste in samenwerking met de vakleerkracht bewegingsonderwijs.

Doel: Implementeren van de methode Relationele en seksuele vorming en borgen van de methode Leefstijl.

2011-2012 Borging methode Leefstijl. Implementeren methode Relationele en seksuele

vorming.2012 -2013 Borging methode Leefstijl.

Borging methode Relationele en seksuele vorming.2013-2014 Borging methode Leefstijl.

Borging methode Relationele en seksuele vorming.2014 -2015 Borging methode Leefstijl.

Borging methode Relationele en seksuele vorming.

BURGERSCHAPSKUNDE

Gebruikte methoden/middelen: Leefstijl, Geobas, Bij de Tijd, Nieuwsbegrip, startkrant, Pro-krant en Sam Sam.

Werkwijze in de groepen: Burgerschapskunde komt in alle groepen aan bod en is geïntegreerd in de bovengenoemde methoden.






ICT

Gebruikte programma’s: ParnasSys, digibord




Binnen alle groepen wordt er dagelijks gebruik gemaakt van het digibord. Deze wordt ingezet bij de verschillende vakken.

ParnasSys wordt sinds het schooljaar 2010-2011 gebruikt als leerlingvolgsysteem.

DOEL: Uitbreiding en borging van de inzet van het digibord en het gebruik van ParnasSys.

2011-2012 Uitbreiding en borging van de inzet van het digibord en het gebruik van ParnasSys.

2012-2013 Uitbreiding en borging van de inzet van het digibord en het gebruik van ParnasSys.

2013-2014 Borging van de werkwijze van het digibord en de inzet van ParnasSys.

2014-2015 Borging van de werkwijze van het digibord en de inzet van ParnasSys.

EXPRESSIE

Gebruikte methoden: Moet je doen!


Alle expressievakken worden gegeven uit de methode ‘Moet je doen’. In de groepen 1 t/m 3 is expressie gekoppeld aan de lessen sociaal emotionele

ontwikkeling. Daarnaast worden er ook handvaardigheidslessen gegeven. In groep 5 worden de handvaardigheidslessen gekoppeld aan het thema van de

kieskast. Vanaf groep 6 wordt er 2 keer in de week expressie gegeven.






BEWEGINGSONDERWIJS

Gebruikte methoden:

Werkboek bewegingsonderwijs voor de basisschool, Bewegen (werkboek bewegingsonderwijs voor basis- en speciaal onderwijs) en Bewegingsonderwijs in het speellokaal.




DOEL:

Oriëntatie in de bewegingscultuur, zodat de kinderen later een verantwoorde keuze kunnen maken voor een sport.

Het leren zelfstandig opstarten en op gang houden van een bewegingsactiviteit.2011-2012 Continueren van de huidige werkwijze.




REMEDIËRENDE MIDDELEN

Meest gebruikte methoden:

Nieuwsbegrip (voor begrijpend lezen), Kanjertraining (voor sociaal emotionele ontwikkeling), Maatwerk (voor rekenen), Dyslexiemap en Schatkist (lezen en spelling) , Zelfstandig spellen en Spelling in de lift.


Er zijn heel wat methoden die gebruikt kunnen worden ter aanvulling. De bovengenoemde methoden worden het meest gebruikt.

DOEL: Het blijven inzetten van deze methoden.

2011-2012 Het blijven inzetten van deze methoden.






HOOFDSTUK 4: SOCIAAL-EMOTIONEEL ONTWIKKELINGSBELEID

§ 4.1 INLEIDING

Voor elk mens geldt dat als hij/zij zich goed en/of veilig voelt, dit de groei van de sociaal-emotionele ontwikkeling bevordert. Er zijn echter kinderen die door allerlei omstandigheden minder in staat zijn zich sociaal te gedragen. M.a.w. de sociale vaardigheden worden als lastig ervaren en zijn niet altijd op de juiste manier aangeleerd. Om je goed te kunnen ontwikkelen is sociaal adequaat gedrag noodzakelijk. Vandaar dat er structureel aandacht wordt geschonken aan het aanbieden van sociale vaardigheden d.m.v. de methoden Leefstijl, Weerbaarheidstraining en Relationele en Seksuele vorming. Los van het gebruik van een gestructureerde methode streeft De Vogelhorst naar een veilige leeromgeving waarin steeds de omgangsnormen en – waarden worden voorgeleefd, aangeboden en herhaald. Elk kind, in zijn of haar eigenheid, wordt in dien aard erkend, met respect behandeld en wordt geleerd hoe zich respectvol te gedragen.

§ 4.2 AANBOD IN SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING

In de volgende paragrafen worden de drie bovengenoemde methoden nader omschreven. Naast deze methoden zijn er tevens extra interventies mogelijk om de sociaal emotionele ontwikkeling te bevorderen.

§ 4.2.1 De methode ‘Leefstijl’

Kinderen beginnen al jong met het ontwikkelen van sociaal-emotionele vaardigheden. Leefstijl is een methode waarin leerlingen, van groep 1 t/m groep 8, zich bewust worden van de normen en waarden in de maatschappij. Dit leren ze niet op een theoretische manier maar in de praktijk. Samen met klasgenoten doen leerlingen allerlei activiteiten en opdrachten die het besef van ‘goed met elkaar omgaan’ versterken.

Om het kind maximaal te laten groeien in zijn/haar sociaal-emotionele ontwikkeling zijn competenties als zelfvertrouwen, doordachte beslissingen nemen, luisteren, je gevoelens uiten en rekening houden met anderen erg belangrijk. Leefstijl is een methode die niet alleen de emotionele intelligentie stimuleert maar, doordat kinderen beter in hun vel zitten, ook de cognitieve intelligentie.

Leefstijl is ook een methode dat aandacht besteed aan gezondheidsvaardigheden, waarbij preventie een belangrijke rol speelt. Hierbij valt te denken aan wijzen op de gevaren van roken, alcohol en drugs.

In Leefstijl wordt gewerkt met 6 thema’s dat elk jaar weer terugkomt en steeds verder wordt uitgediept. De thema’s zijn achtereenvolgens:

De groep, dat zijn wij! (over sfeer in de groep)

Praten en luisteren (over communicatie)

Ken je dat gevoel? (over gevoelens)

Ik vertrouw op mij (over zelfvertrouwen)

Iedereen anders, allemaal gelijk (over diversiteit)



Lekker gezond (over gezondheidsvaardigheden)

§ 4.2.2 Sociale weerbaarheidstraining

De sociale weerbaarheidstraining aan de hand van het Marietje Kesselsproject (MKP) richt zich op de preventie van machtsmisbruik en grensoverschrijdend gedrag ten opzichte van kinderen, zowel door leeftijdsgenoten als volwassenen. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld pesten, kindermishandeling, (seksuele) intimidatie op straat, thuis of elders en andere vormen van machtsmisbruik.

Het doel van het MKP is het vergroten van de weerbaarheid van kinderen om te voorkomen dat zij slachtoffer worden van machtsmisbruik en/of zichzelf schuldig (gaan) maken aan (seksueel) intimiderend of grensoverschrijdend gedrag, zoals een respectvolle houding ten opzichte van anderen en het voorkomen van slachtoffergedrag.

Vanaf de groepen 7 wordt hier intensief en structureel aan gewerkt. De lessen worden in heterogene groepen gegeven waardoor men elkaar goed kan ondersteunen. In de lessen leren kinderen opkomen voor zichzelf en vertrouwen op hun eigen gevoelens en intuïtie. Er wordt gewerkt aan een positief zelfbeeld, wilskracht en doorzettingsvermogen (mentale weerbaarheid). Daarnaast leren kinderen zich in te leven in gevoelens van anderen, leren ze de grenzen van anderen te onderkennen en respecteren. Tevens leren ze weerstand te bieden aan negatieve groepsdruk.

De lessen zelfbescherming zijn gericht op het aanleren van de volgende basisvaardigheden:

gevoelens onderkennen: weten wat je voelt; nee-gevoelens uiten: laten weten als je iets niet wilt; je lichaam laten spreken bij een nee-gevoel: niet alleen nee zeggen, maar ook

nee laten zien; eerst praten en/of waarschuwen; hulp vragen als je er alleen niet uitkomt; hulp bieden als een ander het nodig heeft; inleven in een ander; opmerken wanneer een ander kwetst.

Om te stimuleren dat de kinderen ook buiten de lessen van het MKP bezig zijn met de stof, krijgen ze opdrachten mee in een zogeheten zelfbeschermingsschrift

§ 4.2.3 De methode ‘Relationele en seksuele vorming’

In het schooljaar 2010- 2011 heeft er een oriëntatie plaatsgevonden op deze methode. Het team heeft tijdens een studiedag in maart 2011 besloten om met deze methode te gaan werken. Dit om o.a. de leerlingen op onze school weerbaar(der) te maken. Onderzoek heeft namelijk uitgewezen dat onze leerlingen als kwetsbare doelgroep kunnen worden aangemerkt.

Binnen de methode komen binnen iedere groep de volgende onderwerpen aan bod:

Lichamelijke en emotionele ontwikkeling Sociale ontwikkeling en relaties



Seksualiteit en gezondheid.

§4.2.4 SOVA-training

Naast de hierboven genoemde methoden is er de mogelijkheid tot het volgen van een sociale vaardigheidstraining (SOVA-training). Het doel van de sociale vaardigheidstraining is het aanleren van die sociale vaardigheden bij kinderen van wie gebleken is dat zij moeite hebben met sociaal contact en bij wie verstoringen optreden in de sociale ontwikkeling. De sociale vaardigheidstraining is groepsdoorbrekend. Deze wordt gegeven in homogene groepen buiten de klassensituatie om.

§ 4.3 DOELEN

SOCIAAL EMOTIONELE ONTWIKKELING

Gebruikte methoden: Leefstijl, Relationele en seksuele vorming, het Marietje Kessels project, Sova-training en agressieregulatietraining.


Vanaf het schooljaar 2010-2011 maken we gebruik van de methode Leefstijl. Per week staat er 1 les uit de methode ingeroosterd.

In het schooljaar 2010-2011 zijn er een aantal lessen uitgeprobeerd uit de methode relationele en seksuele vorming.

In de groepen 7 wordt er gebruikt gemaakt van het Marietje Kessels project. Er is een theoretisch aanbod in de klas en een praktische uitvoering in de gymzaal. Dit laatste in samenwerking met de vakleerkracht bewegingsonderwijs.

Doel: Implementeren van de methode Relationele en seksuele vorming en borgen van de methode Leefstijl.

2011-2012 Borging methode Leefstijl. Implementeren methode Relationele en seksuele

vorming.2012 -2013 Borging methode Leefstijl.

Borging methode Relationele en seksuele vorming.2013-2014 Borging methode Leefstijl.

Borging methode Relationele en seksuele vorming.2014 -2015 Borging methode Leefstijl.

Borging methode Relationele en seksuele vorming.

DOEL: OPTIMALISERING SOCIAAL EMOTIONELE ONTWIKKELING

Gebruikte trainingen SOVA –training

2011-2012 Borgen SOVA – training groep 7-8 Uitbreiding SOVA – training voor de groepen 5 – 6

2012 -2013 Borgen SOVA-training



2013-2014 Borgen SOVA-training

2014 -2015 Borgen SOVA- training

HOOFDSTUK 5: PERSONEELSBELEID

§ 5.1 INLEIDING

De zorg voor personeel is cruciaal voor de kwaliteit van het onderwijs en de zorg. Om deze zorg zo optimaal mogelijk te kunnen bieden is het streven om de juiste mensen op de juiste plek te krijgen.

Het team bestaat uit ongeveer 25 onderwijzende personeelsleden en 25 onderwijs ondersteunende personeelsleden (OOP). Om aan deze organisatie goed leiding te kunnen geven is er in het cursusjaar 2009-2010 gekozen voor een nieuwe organisatiestructuur1. Deze structuur is door een onafhankelijk deskundige geadviseerd en is unaniem door bestuur, team en medezeggenschapsraad (MR) aangenomen. Middels deze organisatiestructuur kan de verantwoording van de kwaliteit voor onderwijs en zorg zo breed mogelijk door het team worden gedragen, wat de ontwikkeling van de kwaliteit en zorg ten goede komt. Een ieder is mede eigenaar voor deze zorg wat aansluit bij de visie en missie. Met toewijding en deskundigheid zal een ieder in zijn eigenheid groeien, op basis van verantwoordelijkheid en zinvolheid!

In dit hoofdstuk zal aandacht worden besteed aan hoe hier vorm en inhoud aan gegeven wordt en wat de meerjaren doelen zijn ter bevordering van de kwaliteit van het personeelsbeleid.

§ 5.2 INTEGRAAL PERSONEELSBELEID

‘Integraal personeelsbeleid betekent het regelmatig en systematisch afstemmen van de inzet, kennis en de bekwaamheden van het personeel op de inhoudelijke en organisatorische doelen van de school. Deze afstemming is ingebed in de strategische positie en gerelateerd aan de onderwijscontext van de school. Hierbij wordt professioneel gebruik gemaakt van een samenhangend geheel van instrumenten en middelen, dat gericht is op de ontwikkeling van individuele medewerkers2.’

Deze definitie benadrukt dat het bij IPB gaat om zowel de organisatie als het individu. Het geeft de wisselwerking aan tussen organisatie en individuele belangen. Het is een dynamisch, ontwikkelingsgericht beleid.

Het Integraal Personeelsbeleidsplan ligt ter inzage in de directiekamer.

§ 5.2.1 Formatiebeleid

Het werven van het juiste personeel voor de organisatie vormt een belangrijke basis voor de kwaliteit van De Vogelhorst. Op basis van inkomsten en verplichtingen (uitgaven) voor het zittend personeel en meerjarenprognoses toont het formatiebeleid3

aan hoe met het werven en selecteren omgegaan dient te worden. Dit plan wordt 1 Bijlage 3: De organisatiestructuur2 Definitie landelijk IPB bureau www.ipb-onderwijs.nl .3 Zie map Begrotingsbeleid (ter inzage bij directie)



jaarlijks geactualiseerd. De Vogelhorst verwacht van haar personeel dat ze deskundig is en de Christelijke identiteit van onze school onderschrijft. De Vogelhorst is een dynamische school waar personeel actief meedenkt om te blijven aansluiten aan de eisen en wensen van de leerlingen en de omgeving. Professionalisering en veranderbereidheid zijn voorwaarden om De Vogelhorst door te laten groeien tot een uitdagend expertisecentrum en een veilige haven voor de leerlingen. Om dit te kunnen ontwikkelen/toetsen hanteert De Vogelhorst het competentiemanagement.

§ 5.2.2 Competentiemanagement

Met ingang van het cursusjaar 2011-2012 is er gestart met een nieuwe gestructureerde gesprekkencyclus. Er is gekozen voor het volgende model:

Er zal minimaal één gesprek uit deze cyclus in een cursusjaar plaatsvinden.

Naar aanleiding van het functioneringsgesprek wordt een gezamenlijk doel opgesteld waaraan men met begeleiding kan werken. Vervolgens worden de resultaten geëvalueerd in het beoordelingsgesprek.

Voor het voeren van een kwalitatief gesprek wordt de functiebeschrijvingen uit de FUWA-PO gehanteerd. De negen daarbij horende competenties komen uit de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL). Op www.lerarenweb.nl vullen de leerkrachten de so-scan in die kan helpen bij het opstellen van het POP.

De SBL competenties worden tevens voorafgaand aan het beoordelingsgesprek door een directielid ingevuld en dienen als leidraad voor het gesprek.

Voor het onderwijzend ondersteunend personeel wordt gezocht naar een goed instrument dat ons kan helpen om te meten of het personeel voldoet aan de wettelijke eisen en kan voldoen aan de hulpvraag van de klanten. Het streven is een goede taakomschrijving van elk lid te krijgen met daaraan gekoppeld de gewenste competenties, zodat mogelijke knelpunten in kaart kunnen worden gebracht en daar vervolgens een interventie aan kunnen verbinden.

‘Missie en Visie’ is het eerste vaste onderdeel van het functioneringsgesprek. Het streven is naar een gezamenlijk gedragen missie en visie. Een ieder mag in zijn eigenheid hier vorm en inhoud aan geven maar zal niet een andere koers dan De Vogelhorst kunnen gaan varen.

Vervolgens wordt er naar de arbeidsomstandigheden gekeken waaronder het taakbeleid, draagkracht en draaglast en het ziekteverzuim valt.


Functioneringsgesprek

POP

Voortgangs-

gesprek(ken)

Beoordelings-

gesprek

http://www.lerarenweb.nl/


De Vogelhorst heeft een relatief hoog ziekteverzuim dat we graag naar beneden willen hebben (zie verbeterdoel).

Communicatie is het volgende item. Er wordt getoetst hoe de communicatie verloopt in deze nieuwe organisatiestructuur en er zal naar optimalisering gestreefd worden.

Tot slot wordt er gekeken naar de persoonlijke ontwikkeling van het personeelslid. Mede door het advies van de Inspectie van het Onderwijs willen we persoonlijk belang en schoolbelang beter aan elkaar koppelen waardoor de kwaliteit van het onderwijs en de zorg op een hoger niveau gebracht kan worden. Voor het nascholingsbeleid wordt verwezen naar het IPB.

§ 5.3 PERSONELE BELEIDSVOORNEMENS

DOEL: Optimaliseren van de communicatie binnen de organisatiestructuur

2011-2012 Betere afstemming tussen Managementteam (MT) en Intern Begeleiders (IB-ers).

Betere communicatie tussen directie en personeelsleden Eenduidige afspraken vaststellen en nakomen

2012-2013 Borging van gemaakte afspraken en taakinhouden binnen de structuur

2013-2014 Middels de PDCA-cyclus de organisatiestructuur teambreed blijven ontwikkelen en evt. nieuwe doelen opstellen

2014-2015 Idem cursusjaar 2013-2014

DOEL: Optimaliseren Integraal Personeelsbeleidsplan (IPB)

2011-2012 Opstellen van een IPB die aan de wettelijke eisen voldoet, inclusief bekwaamheidsdossiers, nascholingsbeleid, etc.

2012-2013 Verdere uitwerking van het IPB.

2013-2014 Middels de PDCA-cyclus het IPB blijven ontwikkelen en evt. nieuwe doelen opstellen


DOEL: Ziekteverzuim verminderen

2011-2012 Met behulp van begeleiding vanuit het vervangingsfonds ons welbevinden in kaart brengen.

2012-2013 Mogelijke acties die voortvloeien uit de conclusies van het onderzoek uitvoeren.

2013-2014 Ziekteverzuim is terug gebracht tot maximaal 4,5 %




DOEL: Kwaliteitsverbetering door individueel belang en organisatorisch belang aan elkaar te verbinden

2011-2012 De gesprekkencyclus uitvoeren en borgen op individueel en schoolniveau

2012-2013 Verantwoord uitvoeren van beoordelingsgesprekken door directie

2013-2014 - Middels de PDCA-cyclus de gesprekkencyclus blijven ontwikkelen en evt.

nieuwe doelen opstellen

- Middels het zelfevaluatie instrument van het SBO4 en de

beoordelingsgesprekken meten dat de kwaliteit van onze organisatie omhoog is gegaan t.o.v de meting in 2009/2010.

2014-2015 Continueren van de kwaliteitsverbetering

DOEL: Taakbeleid updaten

2011-2012 Huidig taakbeleid onderzoeken op grond van de wettelijke normeringeisen

2012-2013 Taakbeleid is afgestemd op de huidige wettelijke eisen

2013-2014 Borging middels de PDCA-cyclus


DOEL: Competentiebeleid voor onderwijs ondersteunend personeel

2011-2012 Taakprofielen van het OOP beschrijven borgen

2012-2013 Competenties koppelen aan de taakbeschrijvingen van het OOP

2013-2014 Een meetbaar instrument invoeren voor het OOP waardoor het competentiebeleid ingezet kan worden voor de hele organisatie

2014-2015 Uitvoeren/borgen van het competentiebeleid voor de hele organisatie

4 Zelfevaluatie in het SBO, T. Bouwmeester, J. de Bekker, W. JaegersZINVOL, EIGEN EN TOEGEWIJD! 33


HOOFDSTUK 6: KWALITEITSZORG

§ 6.1 INLEIDING

Kwaliteitszorg is de basis van waaruit het onderwijs op De Vogelhorst vorm gegeven wordt. Zorg voor elkaar maar ook zorg om de kwaliteit in de ruimste zin des woords. Kwaliteit is in principe het systematisch werken aan een verbetering van de prestatie van de hele organisatie of anders gezegd kwaliteitszorg is een werkwijze.

In dit hoofdstuk wordt beschreven op welke wijze de kwaliteit bewaakt, geborgd en verbeterd wordt. Eerst wordt aangegeven welke aspecten en kernwaarden uit de visie deel uitmaken van de zorg voor kwaliteit. Vervolgens wordt uiteengezet op welke wijze ervoor gezorgd wordt dat al deze aspecten in onderlinge samenhang een compleet en evenwichtig kwaliteitssysteem vormen.

Tot slot worden de doelen weergegeven die op het gebied van kwaliteitszorg, in de aankomende jaren, opgesteld zijn.

§ 6.2 KWALITEITSZORG OP ORGANISATIENIVEAU

De directie is er verantwoordelijk voor dat het beschreven kwaliteitszorgsysteem uitgevoerd wordt. Tot die taken horen onder andere:

het systematisch doorlopen van de kwaliteitscyclus bij de activiteiten met betrekking tot kwaliteitszorg;

het vastleggen en bewaken van teamafspraken; het creëren van draagvlak; het bevorderen van professionele kennis en vaardigheden bij de medewerkers; het organiseren van een op kwaliteitsverbetering gerichte samenwerking

(waaronder het systematisch geven van feedback, klassenconsultatie, etc).

De Bouwcoördinatoren (BC-ers), de coördinerend IB-er en de IB-er hebben een belangrijke ondersteunende/coachende en controlerende rol in deze taken.

Voor alle medewerkers geldt dat zij betrokken zijn op en zich mede verantwoordelijk weten voor de kwaliteit van het onderwijs en de zorg op de school als geheel. Een professionele toegewijde cultuur is een voorwaarde voor een ontwikkelende organisatie. Kenmerkend daarvoor zijn: ontwikkelend vakmanschap, betrokkenheid, verantwoordelijkheid en een professionele, zinvolle samenwerking.

De Vogelhorst is de afgelopen jaren intensief bezig geweest met het verhogen van de kwaliteit van het hele onderwijs. Deze verbeteringen zijn tot stand gekomen via de PDCA-cyclus. In deze cyclus spelen alle betrokkenen een belangrijke rol. Via bestuur, MR, directie, MT en de onderwijszorgstaf worden diverse plannen opgesteld. Ook voegen de bouw-, leerlingzorgvergaderingen en de projectgroepen belangrijke bijdragen toe aan de ontwikkeling hiervan, de plannen worden getoetst in de praktijk en waar nodig bijgesteld.

Verbeteringen/veranderingen hebben zich de afgelopen jaren voorgedaan op onder andere de volgende terreinen:



Beleidsvorming en aansturing (organisatiestructuur, missie en visievorming, competentiemanagement)

Intern Leerlingenzorgbeleid (OWP, opbrengstgericht werken, start invoering ParnasSys, groepsplannen, handelingsplannen, nieuwe toetsen, etc.)

§ 6.3 KWALITEITSZORG VOOR DE LEERLINGEN

Een zeer belangrijk aspect van de schoolorganisatie is de leerlingenzorg. Om voldoende zorg aan de leerlingen te kunnen besteden is het van groot belang dat de leerlingen intensief in hun ontwikkeling worden gevolgd aan de hand van een planning. Van alle nieuwe leerlingen wordt een ontwikkelingsperspectief5(OWP) gemaakt wat genoteerd wordt in het OWP-start. Middels deze start kan er een planning gemaakt worden van de te behalen doelen met het kind. Het opstellen van goede zorgvuldig opgestelde leerlijnen zijn daarbij een belangrijk hulpmiddel.

De Vogelhorst formuleert zo hoog mogelijke doelen en geeft aan op welke wijze zij het een en ander aan wil pakken. Hierbij wordt ook verwezen naar het groepsplan6. In het groepsplan wordt nauwkeurig aangegeven hoe en met welke methodieken, materialen het onderwijsleerproces in gang gezet wordt. In een aantal gevallen is gelet op de problematiek een individueel handelingsplan7 noodzakelijk. In dit handelingsplan wordt het doel, de werkwijze, de te investeren tijd en een evaluatiemoment aangegeven.

Uiteraard wordt van elke leerling n.a.v. zijn ontwikkelingsperspectief een nauwkeurige planning gemaakt van de leer- en ontwikkelingsdoelen die in het OWP Overdracht voor het volgende cursusjaar worden beschreven. Vervolgens wordt van elke leerling het ontwikkelingsperspectief twee keer per jaar besproken en indien noodzakelijk aan het eind van het jaar bijgesteld middels:

Het formulier OWP Tussenevaluatie (februari) Het formulier OWP Overdracht (juni)

We hanteren vier cruciale ijkmomenten in de schoolloopbaan:

1. Het OWP-start 2. Eind groep 3 3. Eind groep 6 4. Februari groep 8

Een belangrijk instrument bij het optimaal begeleiden van het kind is het leerlingvolgsysteem ParnasSys. Alle kinderen worden een aantal keren per jaar getoetst volgens een toetskalender8 op de kernvaardigheden; rekenen, spellen, technisch en begrijpend lezen. Naast deze methode onafhankelijke toetsen worden regelmatig methodegebonden toetsen afgenomen om te zien in hoeverre er sprake is van beheersing en vooruitgang. Door deze gegevens zo nauwkeurig mogelijk te registreren in ParnasSys is de ontwikkeling van elk kind goed te volgen.Elk kind heeft een leerlingenmap waarin alle toetsen observatiegegevens zo geregistreerd zijn dat de ontwikkeling vanaf groep 1 t/m 8 te volgen is. Aan de hand van

5 Zie Leerlingzorgbeleid6 Zie Leerlingzorgbeleid7 Zie Leerlingzorgbeleid8 Bijlage Toetskalender



deze gegevens wordt bekeken of de ontwikkeling van het kind vordert dan wel stagneert zowel in vergelijking met zichzelf als met zijn leeftijdsgenotenIn leerling/groepsbesprekingen (minimaal 3 keer per jaar) wordt de ontwikkeling van de kinderen besproken. Bij een dergelijke bespreking zijn in ieder geval de volgende disciplines aanwezig:

Groepsleerkracht Intern begeleider Op afroep beschikbaar: Orthopedagoog/psycholoog

LogopedistKinderoefentherapeutSpeltherapeutDirectie

Zo wordt samen gezocht naar een adequate begeleidingsvorm. Na tien tot 12 weken vindt er weer een evaluatie plaats en wordt het groeps- en/of handelingsplan indien nodig bijgesteld.Mocht de problematiek op sociaal emotioneel gebied of de thuissituatie van de leerling dermate zorgelijk zijn kan het kind in het Zorg Advies Team (ZAT) besproken worden.De disciplines die hier in ieder geval bij aanwezig zijn:

Directie Leerkracht Intern begeleiders Schoolmaatschappelijk werkster Schoolarts Leerplichtambtenaar Politieagent

De Vogelhorst probeert op deze wijze zoveel mogelijk de ontwikkeling en het welzijn van de kinderen te bevorderen. Door allerlei ontwikkelingen binnen het Passend Onderwijs leert de ervaring dat de problematiek van de leerlingen toeneemt. Er zal steeds meer dieptezorg geboden moeten worden. Tevens zijn de bezuiniging van het Leerling Gebonden Financieringbeleid (LGF) sterk merkbaar. De Vogelhorst heeft ongeveer 17 leerlingen met een rugzak en door met elkaar creatief te werken biedt de school blijvend kwaliteit voor al deze leerlingen.Voor meer informatie over de leerlingenzorg zie het Intern Leerlingzorgbeleid9.

9 Zie Leerlingzorgbeleid ZINVOL, EIGEN EN TOEGEWIJD! 36


§ 6.3.1 Instrumenten kwaliteitszorg voor de leerlingen

Onderstaande instrumenten worden gehanteerd voor zowel interne als externe kwaliteitsonderzoeken. Deze zijn gesplitst in de groep 1, 2, 3 en de groepen vanaf 4 tot 8.

Achterstand Instrument Groep 1-3 Instrument Groep 4-8

Cognitieve Ontwikkeling *

SON-R 2½ - 7

WPPSI-III

RAKIT

WISC III

CAS

RAKIT

WISC III

SON-R 5½ - 17

CAS

NSCCT (groep 6)

NIO (groep 8)

Functie

Ontwikkeling

TEA-CH

Bourdon-Vos

Beery

CB&WL

15 woordentest

TEA-CH

Bourdon-Vos

Beery

DST

STROOP

CB&WL

15 woordentest

BRIEF

Rekenen CITO Tijd/Ruimte (inzetten in groep 2 en 3)

CITO Ordenen

GOVK

UGT-R

Toetsen Talrijk

Dle test Rekenen/Wiskunde (gr 4-7)

CITO Rekenen/Wiskunde

Tempo Toets Automatiseren

Klein Rekenonderzoek

Taal/Lezen CITO Taal voor Kleuters

Reynell

ISO toetsen

PI-dictee ( gr 4-7)

CITO Begrijpend lezen (gr ZINVOL, EIGEN EN TOEGEWIJD! 37


Schlichting

TAK

TVK (logopedisch)

GOVK

Protocol leesproblemen en dyslexie observatie en toetsing

DTLAS

4-8)

ILO toetsen

AVI

DMT (gr 4-8)

Klepel

DTLAS

CELF (taaltest)

Sociaal-emotionele ontwikkeling

GOVK onderdelen:

Welbevinden, Betrokkenheid, Spelontwikkeling, Zelfstandigheid/Zelfredzaamheid SRZ-schaal.

Speel-ster signaleringslijst,

GvK

VISEON (gr 3-8)

Interactiewijzer (3-8)

NPV-J

CBCL, TRF

CBSK

SEV

VvGK

AVL

Factoren in het kind Diagnostiek kinderpsychiatrie

Omgevingsfactoren Anamnese/vragenlijsten…al bij aanmelding via PCL regelen.

Versterkende factoren Rapportage leerkrachten

( GOVK, verslag huisbezoek, overdrachtsformulier, observaties, gespreksverslagen, verslagen maatschappelijk werk)

Rapportage leerkrachten

§ 6.4 KWALITEITSZORG IN RELATIE TOT HET SAMENWERKINGSVERBAND



Het Samenwerkingsverband probeert de zorg zoveel mogelijk naar de leerling te brengen in plaats van de leerling naar de zorg. Daartoe wordt een continuüm van zorgvoorzieningen ingericht, waarbij kinderen zo optimaal mogelijk een ononderbroken ontwikkelingslijn kunnen doorlopen. Het Samenwerkingsverband stimuleert daartoe de ontwikkeling van scholen tot professionele organisaties met een eigen schoolconcept en een open relatie tot de omgeving. Binnen het Samenwerkingsverband wordt een leercultuur ontwikkeld, waarin alle betrokkenen zelf verantwoordelijkheid nemen voor verdere professionalisering en kwaliteitszorg.

In het licht van bovenstaande moeten de beleidsvoornemens van WSNS gezien worden. Het Zorgplan (2011 - 2015) geeft zowel de huidige als de gewenste situatie aan. De Vogelhorst zal zich daar waar mogelijk bij de gewenste situatie aansluiten rekening houdend met de eigen visie en missie:

Verdere professionalisering van de onder- , midden- en bovenbouw m.b.t. opbrengstgericht onderwijs o.a. uitend in zelfstandig werken, HGW, klassenmanagement

Professionalisering van leerkrachten m.b.t. HGW, dyslexie, dyscalculie en autisme

Versterken ambulante dienst d.m.v. scholing orthopedagogen/psychologen Aanbieden van preventieve ambulante begeleiding aan alle basisscholen Versterken leescentrum ten behoeve van moeilijk lezende kinderen (o.a.

dyslecten) Zitting nemen in schoolzats (10 uur per jaar orthopedagoog/psycholoog) Aanbieden expertise aan voorschoolse voorzieningen Inzetten SVIB Opleiden tot opleider SVIB ten dienste van het

samenwerkingsverband Moeilijk lezende kinderen is ongelijk aan kinderen met dyslexie

§ 6.5 BORGING KWALITEITSZORG

In onderstaande tabellen is aangegeven hoe de kwaliteit geborgd wordt en waar, met wie en hoe vaak gemaakte afspraken worden geëvalueerd.



§ 6.5.1 Het schoolplan

Aspecten Schriftelijkeafspraken

Borging Frequentie evaluatie

Aanwezigen/betrokkenen

Ja

nee

n.v.t.

Schoolplan/

organisatiem

ap

Min. 1x per

jaar

1x per 2 jaar.

1x per 4 jaar

team

MT IB

Directie

MR

Bestuur

Doelen van het schoolplan x

SchoolplanX x x x x x x

x

Het werken aan het schoolplan x Schoolplan X x x

Het vaststellen van het schoolplan x Schoolplan x x x x x x

x

Overige omstandigheden die de beleidskeuzen beïnvloeden

x Schoolplan x x x x x x x

x

De externe ontwikkelingen x Schoolplan x x x x x x

x

De interne sterkte/ zwakte analyse x Schoolplan x x x x x

x

De visie en missie x SchoolplanSchoolgids

x x x x x x x

Het school- en klassenklimaat

x Schoolplan x x x x x x x

De inhoud van het onderwijs

x Schoolplan/organisatiemap

x x x x x x x x

§ 6.5.2 Onze school: De schooltijden, roosters, etc.

Aspecten Schriftelijke Borging Frequentie Aanwezigen/betrokkenen



afspraken evaluatie

Ja

nee

n.v.t.

Schoolplan/

organisatiem

ap

Min. 1x per

jaar

1x per 2 jaar.

1x per 4 jaar

team

MT IB

Directie

MR

Bestuur

De schooltijdenx

Schoolplan

x x x x xx

De vakanties/vrije dagenx Schoolplan x x x x x

x

De roosters x xx x

De jaarlijkse evenementen

x Schoolplan/organisatiemap

x x x x x x x x

§ 6.5.3 De leerlingenzorg




Ja

Nee

n.v.t.

Schoolplan/

organisatiem

ap/IB m

ap

Min. 1x per

jaar

1x per 2 jaar.

1x per 4 jaar

team

MT IB

Directie

MR

Bestuur

De opvang en begeleiding van nieuwe leerlingen

xSchoolplanOrganisatiemap x x x x x x

De schoolregels x Organisatiemap x x x x

Het overblijven x Schoolgids x x x x

Het vrij geven x Schoolgids x x x x

Het schoolverzuim x Schoolgids x x x x x x

Het uitschrijven van leerlingen (andere basisschool, so, vo)

x ParnasSys x

De interne begeleiding x IB-Map x x x

De interne proce-dure voor omgaan met opvallende kinderen

x IB-Map/org. map x x x x x

De leerling- bespreking x IB-Map/ll mapSchoolgids

x x x x x x

Het leerlingvolgsysteem

x Schoolplan/Llmap/Lldossiers/org map

x x x x x x x



Het omgaan met opvallend gedrag

x IB-Map/Schoolgids/org map

x x x x x x

§ 6.5.4 Personeelsbeleid




Ja

nee

n.v.t.

Schoolplan/

organisatiem

ap/IPB

/bekw

aamh.do

ssiers

Min. 1x per

jaar

1x per 2 jaar.

1x per 4 jaar

team

MT IB

Directie

MR

Bestuur

Functioneringsge-sprekken x

Schoolplan/IPBBekwh.dossiers

x x x x x x xx

Voortgangsgesprekkenx

SchoolplanIPBBekwh.dossiers

x x x xBeoordelingsge-sprekken

x SchoolplanIPBBekwh.dossiers

x x x x x x x

§ 6.5.5 De vak- en vormingsgebieden/activiteiten




Ja

nee

n.v.t.

Schoolplan/

organisatiem

ap

Min. 1x per

jaar

1x per 2 jaar.

1x per 4 jaar

team

MT IB

Directie

MR

Bestuur

Godsdienstonderwijs x SchoolplanOrg.map x x x x x

x

Taal (algemeen) x SchoolplanOrg.map x x x x

Schrijven x SchoolplanOrg.map

x x x x

Stellen x SchoolplanOrg.map

x x x x

Spellen x SchoolplanOrg.map

x x x x

Lezen (technisch) x Schoolplan Org.map

xx x x

Lezen (begrijpend/studerend)

x Schoolplan Org.map

x x x x



Engels x Schoolplan Org.map

x x x x

Rek./wiskunde x Schoolplan Org.map

x x x x

Wereldoriëntatie x Schoolplan Org.map

x x x x

Burgerschap x Schoolplan Org.map

x x x x

Sociale redzaamheid x Schoolplan Org.map

xx x x

Expressie x Schoolplan Org.map

xx x x

Bewegings-onderwijs

x Schoolplan Org.map

x x x x

Taalgroepjes/klankkast

x SchoolplanOrg.map

x x x x

De vak/vormingsge-bieden en de computer

x SchoolplanOrg. map

x x x x

§ 6.5.6 Overige beleidsterreinen




Ja

nee

n.v.t.

Schoolplan/

organisatiem

ap

Min. 1x per

jaar

1x per 2 jaar.

1x per 4 jaar

team

MT IB

Directie

MR

Bestuur

Financieel beleid x Directiestatuut x x x x x

Materieel beleid x Directiestatuut x x x x

Relationeel beleid; contacten school/ ouders

x Schoolgids/schoolpan

x x x x x x x x

De inrichting en gebruik van het gebouw

x Arbobeleidsplan x x x x x

De inrichting en gebruik van het terrein

x Arbobeleidsplan x

Klachtenregeling x Schoolgids x

Schoolgids x Schoolplan x x x x x x x x

§ 6.6 DOELEN IN DE KWALITEITSZORG

DOEL: Volledige implementatie ParnasSys

2011-2012 Invoeren:

- alle LVS toetsen



- methode toetsen- individuele HP- bijlagen en notities

2012-2013 Invoeren:

- DOD voor de schoolverlaters- Jaarplanner

2013-2014 Borgen middels de PDCA- cyclus


DOEL: HGW implementeren

2011-2012 - Deskundigheidsbevordering team middels extern deskundige van Centraal Nederland

- Inventarisatie van hulpvraag2012-2013 - Implementatie van de ontbrekende onderdelen voor HGW

- Optimaliseren en uitvoeren van HGW2013-2014 Borgen middels de PDCA- cyclus


DOEL: Map Beleid en Organisatie updaten

2011-2012 Updaten map Beleid en Organisatie zodat het een levend document blijft

2012-2013 Middels de PDCA-cyclus borgen, evt verder aanscherpen



DOEL: Toetsmap updaten

2011-2012 Updaten map Toetsmap zodat het een kwalitatief werkdocument blijft

2012-2013 Middels de PDCA-cyclus borgen, evt verder aanscherpen



DOEL: Ouderbetrokkenheid vergroten

2011-2012 Ouderavonden organiseren en uitvoeren om de betrokkenheid te vergroten.



Systeem klassenouders implementeren.2012-2013 Oudertevredenheid scoren middels enquête (scholen met succes)

Ouderavonden uitvoeren en continueren in de jaarplanner. Oudercommissie opstarten Borgen systeem klassenouders.

2013-2014 Mogelijke interventies plegen a.d.h.v. de uitslag

Oudercommissie en ouderavonden borgen


DOEL: Leerlingbetrokkenheid vergroten

2011-2012 Doorgaan op huidige werkwijze.

2012-2013 Leerling tevredenheid scoren middels enquête (scholen met succes)

2013-2014 Mogelijke interventies plegen a.d.h.v. de uitslag




HOOFDSTUK 7: MEERJARENBELEIDSPLAN

Doelen: 2011-2012

2012-2013

2013-2014

2014-2015

Het kader

Begroting kloppend maken x x x x

Ontwikkelen expertisecentrum x x x x

Teamontwikkeling x x x x

Contacten Samenwerkingsverband optimaal houden x x x x

Missie en visie borgen x x x x

Onderzoeken keuze De Vogelhorst als zelfstandige éénpitter of andere vorm

x x x x

Onderwijskundig beleid

Zelfstandig werken optimaliseren x x x x

Godsdienst: onderzoek naar mogelijk nieuwe methode

x x

Taal: Woordenschat aanscherpen in groep 1-5 & invoeren vanaf groep 6

x x x x

Taal: Nieuwe taalmethode uitzoeken en implementeren

x x

Spelling: Spellingregels middels kaarten schoolbreed een doorgaande lijn maken

x x x x

Spelling: Nieuwe spellingmethode uitzoeken en implementeren

x x

Lezen: Uitbreiding van de doorgaande lijn van aanvankelijk lezen in de groepen 1 t/m 4

x x

Lezen: Nieuwe leesmethode uitzoeken en implementeren

x x x x

Begrijpend lezen: in niveaus differentiëren x x

Rekenen: Implementeren Reken Zeker x x

Schrijven: Herimplementeren Novoskript x x



SEO: Implementeren ‘Relationele en seksuele vorming’ en borgen ‘Leefstijl’.

x x

ICT: Uitbreiding en borging van de inzet van het digibord en het gebruik van ParnasSys.

x x x x

Personeelsbeleid

Optimaliseren van de communicatie binnen de organisatiestructuur

x x x x

Optimaliseren integraal personeelsbeleid (IPB) x x x

Ziekteverzuim verminderen x x

Kwaliteitsverbetering door individueel belang en organisatorisch belang aan elkaar te verbinden

x x x

Taakbeleid updaten x x

Competentiebeleid voor onderwijs ondersteunend personeel

x x x x

Kwaliteitszorg

ParnasSys implementeren x x x x

HGW implementeren x x

Updaten map ‘Beleid en organisatie’ x x

Updaten toetsmap x x

Ouderbetrokkenheid vergroten x x x

Leerlingbetrokkenheid vergroten x x x



NAWOORD

Dit schoolplan is een beleidsdocument waarin we hebben aangegeven welke keuzes we gemaakt hebben en ook voor de komende tijd zullen maken ten aanzien van het onderwijs aan onze leerlingen.

Als team hebben we uitvoerig nagedacht over de manier waarop we kijken naar kinderen en volwassenen en hoe onze rollen als leerkracht c.q. opvoeder moeten zijn. Al deze gedachten zijn verwoord in een visie welke het vertrekpunt vormt van zaken die we op school willen realiseren.

U hebt kunnen lezen hoe wij inhoud geven aan ons onderwijs, welke materialen ingezet worden en hoe wij het een en ander organiseren.

Bij alles gaan we uit van de ontwikkelingskansen van de kinderen.

Voor bestuur, team en ouders hebben we in dit plan helder uiteengezet waarvoor wij staan en wat we met elkaar willen realiseren. Uiteraard is het geen statisch document, maar zal daar waar nodig aangepast worden aan de laatste ontwikkelingen

Het schoolplan is ook een wettelijk document dat ter verantwoording toegestuurd wordt aan de Inspectie van het Onderwijs.



BIJLAGEN

BIJLAGE 1: LIJST MET AFKORTINGENBC : BouwcoördinatorBSID-II : Bayley Scales of Infant Development-II (Nederlandse versie)CBCL : Children Behavior Checklist voor de oudersSBO : School voor Speciaal BasisonderwijsDGM : Denkstimulerende GespreksmethodiekDMT : Drie Minuten ToetsDOD : Digtaal Overdrachts Dossier FUWA : FunctieWaarderingssysteemGOS : Groningse Ontwikkelings SchaalGOVK : Gouds Ontwikkelingsvolgmodel voor KleutersHGW : Handelings Gericht WerkenHP : HandelingsplanIB : Interne BegeleiderILO : Individueel Lees OverzichtIPB : Integraal personeels BeleidsplanISO : Individueel Spelling OverzichtLGF : leerling Gebonden FinancieringLVS : LeerlingVolgSysteemMKP : Marietje KesselsprojectMR : Medezeggenschapsraad MT : Managament TeamNIO : Nederlandse Intelligentietest voor OnderwijsniveauNPV-J : Nederlandse Persoonlijkheids Vragenlijst voor JongerenNSCCT : Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten TestOOP : Onderwijs Ondersteunend PersoneelOP : Onderwijzend Personeel OWP : OntwikkelingsPerspectief PCL : Permanente Commissie LeerlingenzorgPDCA : Plan, Do, Check, ActPI-dictee : Pedologisch InstituutPOP : Persoonlijk Ontwikkelings PlanRAKIT : Revise Amsterdamse Kinder Intelligentie TestSMART : Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en tijdgebondenSBL : Stichting Beroepskwaliteit LerarenSO : Speciaal OnderwijsSON-R : Snijders-Oomen Niet Verbale IntelligentietestSRZ : Sociale Redzaamheids SchaalSVIB : School Video Interactie BegeleidingSWOTI : Strengts, Weaknesses, Opportunities, Threats, IssuesTAK : Taaltoets Alle KinderenTRF : Teacher’s Report Form (gedragsvragenlijst 4-18 jarigen)TVK : Taaltest Voor KinderenVISEON : VolgInstrument Sociaal-Emotionele OntwikkelingVO : Voortgezet OnderwijsWISC III : Wechsler Intelligence Scale for Children (revised)WPPSI :Wechsler Preschool and Primary Scale of IntelligenceZAT : Zorg AdviesTeam



BIJLAGE 2: DE NIEUWE ORGANISATIESTRUCTUUR


Schoolplan 2011-2015

Documents

Transcript of Schoolplan 2011-2015