Schoolgids Sint Mattheusschool so/vso-zmlk schooljaar 2009 2010 · 2013. 3. 7. · Schoolgids Sint...

Schoolgids Sint Mattheusschool so/vso-zmlk schooljaar 2009 – 2010

0 De Sint Mattheusschool is een school van de Sint Martinusstichting



1. DE SCHOOL 3 1.1. Gegevens 4 1.2. Directie 4 1.3. Bestuur 4 1.4. Situering van de school 4 1.5. Procedure schoolgids 4 2. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 5 2.1. Visie en uitgangspunten 5 2.2. Doelstelling van het onderwijs 5 2.3. De missie van de school 5 2.4. Integratie 7 2.5. Klimaat van de school 7 3. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS. 8 3.1. Toelatingsprocedure 8 3.2. Schorsing en verwijdering 11 3.3. De organisatie van de school 12 3.4. De activiteiten voor de kinderen. 12 3.4.1. De SO-afdeling 12 3.4.2. De VSO-afdeling 14 3.4.3. Intensieve begeleiding 15 3.5. De inhoud van het onderwijs 16 3.6. Stages 17 3.7. Het volgen van de ontwikkeling 18 3.8. De resultaten van het onderwijs 19 3.9. De TOS 20 3.10. De verplichte onderwijstijd 23 3.11. Optimale benutting van de onderwijstijd 25 3.12. Lesuitval 25 3.13. Afwijking van programma 25 3.14. Schoolverzuim/verlof/leerplichtwet 26 3.15. In- en uitstroom 26

4. BIJZONDERE VOORZIENINGEN 28 4.1. Speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften 28 5. BUITENSCHOOLSE ACTIVITEITEN 29 6. PERSONEEL 30 6.1. Samenstelling van het team 30 6.2. De groepsleerkrachten 30 6.3. De klassenassistenten 30 6.4. Begeleiding en inzet stagiaires 30 7. DE OUDERS 32 7.1. Betrokkenheid van ouders 32 7.2. Informatie voorziening 32 7.3 Informatievoorziening gescheiden ouders 32



7.4. Medezeggenschapsraad 33 7.5. Ouderraad 33 7.6. Ouderactiviteiten 34 7.7. Overblijven 34 7.8. Klachtenregeling 35 7.9. Gedragscode 36 7.10. Ouderbijdragen 36 7.11. Schoolverzekering 37 7.12. Belangrijke regelingen 37

8. DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL 39 8.1. Zorg voor relatie school en omgeving. 39 8.2. Beleid m.b.t. specifieke doelgroepen 39 8.3. Ontwikkeling van de kwaliteit 39 9. ALGEMEEN 41 9.1. Spreekuren 41 9.2. Schoolvervoer 41 9.3. Overige zaken 41 10. SPONSERING 42 11. SLOTWOORD 43



1. DE SCHOOL. 1.1. Naam van de school: Naam: St. Mattheusschool voor SO/VSO-ZMLK

Larikslaan 190 3053 LG Rotterdam

E-mail: [email protected] Telefoon: 010-4223517 Directeur: Dhr. Drs. G.J.M. Reinalda Web-site www.zmlk.nl Locatie SO SO St. Mattheusschool Adres: Larikslaan 190 Postcode – plaats: 3053 LG Rotterdam Telefoon: 010-4223517 Fax: 010-2850786 Adj. directeur Dhr. L.P. van Troost E-mail: [email protected] Locatie Zorggroepen: St. Mattheusschool Adres: Schoolstraat 18 Postcode – plaats: 3053 ZM Rotterdam Telefoon: 010-4189950 Fax: 010-2850786 Locatieleiding: Mevr. Drs. L.C. Rijsdijk Email: [email protected] Locatie VSO: VSO St. Mattheusschool Adres: Assendelftstraat 7-9 Postcode – plaats: 3061 ZL Rotterdam Telefoon: 010-2185919 Fax: 010-2185130 Adj. Directeur: Dhr. P.T.F. Gijtenbeek E-mail: [email protected] Locatie intensieve begeleiding: St. Mattheusschool afd. intensieve begeleiding Adres: Schaepmanstraat 76 Postcode – plaats: 3027 CD Rotterdam Telefoon: 010-2623504 Fax: 010-4155645 Locatieleiding: Dhr. A. van der Linde E-mail: [email protected] Richting: Rooms-Katholiek, toegankelijk voor alle geloofsrichtingen.

mailto:[email protected]

http://www.zmlk.nl/







1.2. Directie. Directeur Dhr. Drs. G.J.M. Reinalda. Adjunct-directeur en Locatieleider SO Larikslaan: Dhr. L.P. Van Troost. Adjunct-directeur en Locatieleider VSO Assendelftstraat: Dhr. P.T.F. Gijtenbeek. 1.3. Bestuur. De St. Mattheusschool maakt deel uit van de: Sint Martinus Stichting voor Rooms katholiek Buitengewoon onderwijs te Rotterdam. Postbus 1080, 3000 BB Rotterdam. 1.4. Situering van de school. De St. Mattheusschool heeft 4 onderwijslocaties:

Het SO is gehuisvest aan de Larikslaan. Deze hoofdlocatie van de school is gesitueerd in Schiebroek, een buitenwijk aan de noordrand van Rotterdam, en is goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Bij het hoofdgebouw stoppen de tramlijnen 20 en 25 voor de deur en bus 35 om de hoek.

Het VSO is gehuisvest aan de Assendelftstraat in Kralingen. Deze locatie is goed bereikbaar met de metro, halte Gerdesiaweg.

De afdeling zorggroepen is gehuisvest aan het schoolgebouw aan de Schoolstraat, op loopafstand van de locatie Larikslaan.

De afdeling intensieve begeleiding is gehuisvest in het gebouw aan de Schaepmanstraat in Spangen.

De school naast het gebouw aan de Larikslaan is de Fatimaschool, een reguliere basisschool waar een nauwe samenwerking mee bestaat. 1.5. Procedure schoolgids. Jaarlijks wordt er door het bevoegd gezag een nieuwe schoolgids vastgesteld. De directie van de school past de inhoud van de gids aan waar nodig. Dit gebeurt n.a.v. opmerkingen van de inspectie, ouders en bestuur. De schoolgids voor het nieuwe schooljaar wordt voorgelegd aan de medezeggenschapsraad (mr) van de school. De mr moet instemmen met de inhoud van de schoolgids. Na instemming van de mr wordt de schoolgids door het bestuur van de Sint Martinus Stichting vastgesteld. Vervolgens wordt de gids voor het nieuwe schooljaar uitgereikt aan alle ouders, verzorgers en eventueel voogden van de op de school ingeschreven leerlingen. Ook wordt de schoolgids uitgereikt aan ouders/verzorgers die aanmelding bij de school overwegen en bij de ouders/verzorgers van de leerlingen die op enig moment gedurende het schooljaar worden ingeschreven.



2. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT. 2.1. Visie en uitgangspunten. De St. Mattheusschool is een school voor:

SO, dat staat voor Speciaal Onderwijs en

VSO, dat staat voor Voortgezet Speciaal Onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerende Kinderen. De belangrijkste kenmerken van deze kinderen zijn, dat ze allemaal problemen hebben met leren, zelfredzaamheid en met sociale vaardigheden, dus zeer moeilijk lerend zijn.

In de SO- afdeling worden kinderen geplaatst van 4,5 jaar tot ongeveer 13 jaar.

In de VSO- afdeling worden kinderen geplaatst van ongeveer 13 jaar tot 20 jaar. 2.2. Doelstelling van het onderwijs. In de WEC (Wet op de expertisecentra) staan in artikel 11 het uitgangspunt en de doelstelling van het onderwijs beschreven. WEC artikel 11: 1. Het onderwijs wordt afgestemd op de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling. Het wordt zodanig ingericht dat de leerling een ononderbroken ontwikkelingsproces kan doorlopen. Zo mogelijk brengt het kinderen tot het volgen van gewoon onderwijs in basisscholen of scholen voor voortgezet onderwijs. 2. het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, op het ontwikkelen van creativiteit, het verwerven van kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. 3. Het onderwijs gaat er mede van uit dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving. 2.3. De missie van onze school: waar staan we voor.

Algemeen: De St. Mattheusschool is een Rooms-katholieke school. De school staat open voor iedereen met respect voor ieders culturele en/of levensbeschouwelijke achtergrond. Uitgangspunten van onze school zijn:

Het kind staat op onze school centraal.

Er wordt op orthodidactische wijze gewerkt aan de gehele ontwikkeling van het kind in een positief pedagogisch klimaat, waarin wordt uitgegaan van de individuele mogelijkheden van ieder kind.

Er wordt naar gestreefd om de leerling op cognitief, motorisch, sociaal-emotioneel en praktisch gebied zich zo optimaal mogelijk te laten ontwikkelen.

De St. Mattheusschool is een school, waarin ouders en team elkaar stimuleren en motiveren om de individuele mogelijkheden van het kind te benutten.

De leerling moet uiteindelijk zo zelfstandig en verantwoordelijk mogelijk functioneren in de maatschappij.

Integratie in al zijn facetten is noodzaak om de leerlingen optimale mogelijkheden te garanderen.

Pluriformiteit, dat wil zeggen dat er ruimte dient te worden geboden aan de verschillende godsdienstige en levensbeschouwelijke opvattingen die er in onze samenleving bestaan.

De St. Mattheusschool is een katholieke school die hecht aan de normen en waarden die onze katholieke identiteit met zich meebrengt. Dit is de basis van ons pedagogisch handelen. Daarnaast respecteert de school andere levensbeschouwelijke stromingen mits deze niet in tegenspraak zijn met deze katholieke identiteit. Dat houdt in dat deelname aan het totale onderwijsprogramma verplicht is, zodat de voortgang van het onderwijsleerproces niet wordt belemmerd. De St.



Mattheusschool is een school, waarin ouders en team met elkaar in gesprek blijven om elkaar te begrijpen, stimuleren en motiveren zodat de individuele mogelijkheden van het kind worden benut.

Emancipatie en tolerantie, dat wil zeggen dat in onze school de principiële gelijkwaardigheid van opvattingen wordt gegarandeerd.

Algemene toegankelijkheid: er worden geen leerlingen op grond van ras of overtuiging geweigerd.

Kenmerken hiervan zijn:

1. Een goede samenwerking tussen bestuur, schoolleiding, leerkrachten, kinderen en ouders, vormt de basis voor een goed schoolklimaat: een goede school maken we met zijn allen! 2. Iedere leerling is onderdeel van de school als geheel. Hierdoor is het voor ieder teamlid noodzakelijk om groepsoverstijgend te denken. 3. Het werken in en het samenwerken met de St. Mattheusschool, staat in het teken van respect voor elkaar, rekening houden met elkaar. 4. Door de gehanteerde afspraken, de structuur, sfeer en duidelijkheid in de school heerst er een klimaat waarin geborgenheid en veiligheid centraal staan. 5. Er moet ruimte zijn om jezelf te zijn en we vinden het belangrijk dat alle betrokkenen het gevoel hebben optimaal te kunnen functioneren. 6. Het leren wordt beschouwd als een vanzelfsprekende en plezierige activiteit met als doel het steeds zelfstandiger worden. Het samen leren, samenwerken en zorg dragen voor elkaar staat hoog in het vaandel. 7. Vanuit duidelijkheid, voorspelbaarheid, geborgenheid en vertrouwen worden vaardigheden aangeleerd op:

sociaal (ik en de ander),

emotioneel (ik en gevoel),

motorisch (ik en bewegen),

cognitief (ik en het leren),

creatief (ik en vindingrijkheid),

praktisch (ik en mijn toekomst),

zelfredzaamheids (ik en mezelf) en

vrijetijds (ik en mijn vrije tijd) gebied, met als doel bij te dragen in de ontwikkeling tot een zelfstandig en positief kritisch denkend mens. 8. Met behulp van het leerlingvolgsysteem worden de ontwikkelingen van individuele leerlingen nauwlettend gevolgd om zorg op maat te geven, want leerlingen en ouders hebben recht op een professionele begeleiding. Daarom heeft de school een actief na- en bijscholingsbeleid voor haar personeel. 9. We hanteren verschillende vormen van integratie, waarbij er naar wordt gestreefd om situaties te creëren waarin de leerlingen in staat worden gesteld om te functioneren in zoveel mogelijk normale maatschappelijke situaties buiten de school. 10. Door deze integratieactiviteiten worden de

weerbaarheid,

zelfredzaamheid,

flexibiliteit,

sociaal besef,

zelfbeeld,

eigenwaarde en

zelfrespect van de leerlingen vergroot. 11. De St. Mattheusschool voert een actief beleid in het samenwerken met kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, voortgezet onderwijs en andere vormen van speciaal onderwijs om de overgang naar de verschillende schooltypen zo makkelijk mogelijk te maken. Dit beleid sluit goed aan op het achterstandenbeleid dat de gemeente Rotterdam heeft geformuleerd. Dit achterstandenbeleid komt tot uitdrukking in het Rotterdamse Onderwijs Beleid, het ROB-plan waaraan in de school wordt gewerkt.



2.4. Integratie. Een belangrijke ontwikkeling voor de toekomst is een overheidsbeleid gericht op passend onderwijs. Het uitgangspunt van passend onderwijs is dat iedere leerling onderwijs krijgt op een passende plek, die aansluit bij de mogelijkheden en onmogelijkheden van de leerling. Hierbij wordt ook gestreefd naar vormen van integratie met het reguliere onderwijs. Een belangrijk gegeven hierbij is het “thuisnabije onderwijs”, wat inhoudt dat ieder kind er recht op heeft om in de eigen leefomgeving onderwijs te volgen. Wij staan achter de gedachte van het streven naar meer integratie met het regulier onderwijs. Ons motto is steeds “samen waar het kan, speciaal waar het moet”. Hiermee willen we aangeven dat het plaatsen van leerlingen met een ZMLK-indicatie in het reguliere onderwijs zeker nagestreefd moet worden, maar niet ten koste van alles. Als het niet gaat, door welke oorzaak dan ook, is plaatsing in het speciaal onderwijs een betere optie. Er zijn situaties waarin directe plaatsing in het SO de beste optie is. In de discussie rond passend onderwijs heeft de directie van de St. Mattheusschool een discussiestuk gemaakt waarin een aantal mogelijke arrangementen rond passend onderwijs wordt beschreven. We proberen de beschreven arrangementen te koppelen aan kindkenmerken en aan de TOS. Dit stuk is op verzoek verkrijgbaar bij de directie. Er zijn verschillende manieren waarop de integratiegedachte ondersteund kan worden. A. Samenwerking met Fatimaschool We hebben een nauwe samenwerking met onze buren, de Fatimaschool voor regulier basisonderwijs. Deze samenwerking houdt in dat we samenwerken waar het kan, activiteiten samen doen: kinderen nemen in kleine groepjes of individueel aan elkaars schoolprogramma deel. Denk hierbij aan gezamenlijke muziek-lessen, niveaulezen, biologielessen of speltraining. Wederkerigheid is hierbij van groot belang: leerlingen van beide scholen moeten profijt hebben van de activiteiten. In de groepshandelingsplannen zijn deze activiteiten opgenomen, waarbij voor iedere activiteit duidelijke leerdoelen zijn omschreven. Iedere integratieactiviteit is voor leerlingen van beide scholen gericht op het bereiken van specifieke onderwijsdoelen. B. Ambulante begeleiding. Ambulante begeleiding door een leerkracht van de St. Mattheusschool is mogelijk voor zmlk-geïndiceerde leerlingen die onderwijs volgen op een school voor primair onderwijs. Op basis van de indicatie zmlk die door de CVI wordt afgegeven is het als een kind op een basisschool wordt geplaatst verplicht om ambulante begeleiding “in te kopen”bij een zmlk-school. Op grond van de toekenning van deze uren wordt er ambulante begeleiding aangeboden. De begeleiding bestaat uit systeem-begeleiding; de leerkracht van de basisschool wordt begeleid zodat hij/zij beter in staat is om het onderwijs in te richten naar de speciale hulpvraag van de zmlk-leerling of de leerling met autisme. 2.5 Het klimaat van de school. Het kind en zijn/haar hulpvraag staan centraal in onze school. Veiligheid, duidelijkheid en structuur zijn de kernwoorden in de omgang met de leerlingen. Een kind op onze school moet zich op zijn gemak voelen, dus met plezier naar school gaan. Voorop staat dat we er als school naar streven om alles uit een kind te halen wat er in zit. Dit kan alleen in nauw overleg met de ouders. Ouders mogen kritisch, blij, ondersteunend zijn. Wij staan open voor elke vorm van opbouwende kritiek. Als school houden we rekening met de wensen van de ouders, maar we zullen ook eerlijk naar de ouders zijn, als we niet aan hun wensen kunnen voldoen.



De St. Mattheusschool heeft zich in het bijzonder gespecialiseerd op het gebied van aanpak voor leerlingen die extra aandacht nodig hebben, zoals kinderen met autisme en kinderen met sociaal-emotionele problemen. De St. Mattheusschool werkt vanuit een voor kinderen duidelijk klimaat met veel structuur, veiligheid en voorspelbaarheid. De Mattheusschool staat erom bekend, dat er voor de kinderen en ouders vele activiteiten worden georganiseerd waarin we op een sfeervolle manier met elkaar bezig kunnen zijn en waarin muziek en integratieactiviteiten veel aan bod komen.



3. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS. 3.1. De opvang van nieuwe leerlingen in de school. (toelatingsprocedure) REC ZHZ-de Nachtegaal Als gevolg van de invoering per 1 augustus 2003 van de WEC met daarin opgenomen de wet op de Leerling Gebonden Financiering (LGF) maakt de St. Mattheusschool deel uit van het Regionaal Expertise Centrum ZHZ “De Nachtegaal” A. Het REC heeft in elk geval tot taak (artikel 28 b van de WEC): 1. het instandhouden van een commissie voor indicatiestelling (CvI) 2. het coördineren van onderzoek en ondersteuning t.b.v leerlingen in het basisonderwijs (bao/sbo) en

voortgezet onderwijs (vo) met inachtneming van de wensen van die scholen 3. het ondersteunen van de ouders bij het indienen van een verzoek om in aanmerking te komen voor

een leerling gebonden financiering indien de leerling wordt ingeschreven bij een school voor bao/sbo of een school voor vo, dan wel ondersteuning van ouders bij het indienen van een verzoek of hun kind toelaatbaar is tot een onderwijssoort (speciaal/ voortgezet speciaal onderwijs) in cluster 3

4. het coördineren van de noodzakelijke onderzoeksactiviteiten t.b.v. de indicatiestelling, m.a.w. welke gegevens en verklaringen bij het aanmeldingsformulier CvI van ouders dienen te worden gevoegd en de wijze waarop zij dienen te worden aangeleverd

5. het ondersteunen van de ouders van een leerling voor wie een leerlinggebonden budget beschikbaar is, bij het zoeken naar een school voor basisonderwijs dan wel een school voor voortgezet onderwijs

6. het coördineren van de inzet van de formatie ten behoeve van de begeleiding van leerlingen in scholen voor bao/sbo en scholen voor vo in overleg met de samenwerkingsverbanden van primair en voortgezet onderwijs in het gebied waarin het regionaal expertisecentrum werkzaam is

B. De school maakt deel uit van REC Zuid-Holland Zuid ‘De Nachtegaal’ cluster 3

In cluster 3 zijn opgenomen de schoolsoorten voor speciaal onderwijs aan leerlingen met een verstandelijke- en/of lichamelijke handicap: - scholen voor LG (lichamelijk gehandicapt) - scholen voor LG/MG (lichamelijk gehandicapt / meervoudig gehandicapt) - scholen voor LZ (langdurig ziek, uitgezonderd psychiatrische problematiek) - scholen voor ZMLK (zeer moeilijk lerende kinderen) Van REC Zuid-Holland Zuid „De Nachtegaal‟ cluster 3 is een folder beschikbaar en op aanvraag verkrijgbaar bij de school of bij: REC ZHZ de Nachtegaal, Postbus 1701, 3000 BS Rotterdam. Toelating tot de school is alleen mogelijk op basis van een indicatie via de Commissie voor Indicatiestelling (CvI) van REC ZHZ „De Nachtegaal‟ Kinderen die uiteindelijk worden geplaatst in het (voortgezet) speciaal onderwijs hebben diverse achtergronden. Zo zijn er kinderen die uit de thuissituatie afkomstig zijn zonder dat ze ooit op een school of een vorm van dagopvang hebben gezeten. Dit zijn vooral de zeer jonge kinderen. Er zijn ook kinderen die binnen de zorg een plaats hebben; hierbij komen vooral MKD‟s en KDC‟s veel voor. De derde groep kinderen volgt regulier onderwijs in het basisonderwijs (bao) dan wel speciaal basisonderwijs (sbo). In ieder van de bovenstaande situaties is er een moment waarop duidelijk is dat er sprake is van een verwijzing naar het speciaal onderwijs. Op dat moment gaat de volgende procedure van start.

rec



1. Ouders kunnen een afspraak maken met een school voor speciaal onderwijs van het REC ZHZ cluster 3 voor een oriënterend bezoek aan de school. De school geeft informatie over het onderwijs van de betreffende school en over de procedure die zij moeten volgen voor het verkrijgen van een indicatie (“beschikking”) bij de CvI van het REC. De schoolgids met folder van het REC is voor de ouders beschikbaar. 2. De ouders maken een afspraak met de ouderfunctionaris van REC ZHZ cluster-3 De Nachtegaal. 3. Tijdens het gesprek met de ouderfunctionaris worden de wensen van de ouders in kaart gebracht aan de hand van een door de overheid vastgesteld protocol aanmelding REC. 4. Het dossier van het kind wordt verzameld. 5. Als het dossier incompleet is, wordt er eerst informatie opgevraagd bij andere instanties. Als bepaalde benodigde onderzoeken niet voorhanden zijn, wordt een van de scholen voor speciaal onderwijs in het REC gevraagd om onderzoek te doen. Dit kan een school zijn op verzoek van de ouders, maar de school kan ook aangewezen worden door het REC. 6. Als het dossier compleet is wordt het aangeboden aan de CVI ter beoordeling. 7. De CVI doet een uitspraak over de toelaatbaarheid van het kind. 8. Als het kind een bewijs van toelaatbaarheid heeft voor speciaal onderwijs aan één van de scholen van REC ZHZ cluster 3, (“de beschikking”) kunnen de ouders een keuze gaan maken. Er zijn 2 mogelijkheden:

a. De ouders kiezen voor plaatsing in het regulier onderwijs. Er wordt samen met de ouderconsulent een basisschool gezocht. Op grond van de beschikking krijgt de basisschool extra formatie en een bedrag in geld (samen “de rugzak”) terwijl er daarnaast formatie is om (verplicht) ambulante begeleiding in te kopen bij een school voor speciaal onderwijs van REC ZHZ cluster 3. Dit kan wederom een school zijn die de ouders kiezen, en anders wordt de school aangewezen, al naar gelang de regio waar de basisschool ligt. b. De ouders kiezen voor plaatsing in het Speciaal Onderwijs. In dit geval geeft de ouderfunctionaris de adressen van de scholen waar het kind voor plaatsing in aanmerking komt. Ouders die al een oriënterend bezoek hebben gebracht aan een school voor speciaal onderwijs, melden hun kind aan voor plaatsing bij de Commissie van Begeleiding (CvB) van de betreffende school. De ouders die nog geen school voor speciaal onderwijs hebben bezocht, kunnen op de school of scholen naar hun keuze een afspraak maken voor een oriënterend bezoek. Als er een schoolkeuze is gemaakt, wordt de beschikking en het dossier overhandigd en zal de procedure tot plaatsing worden opgestart via de CvB. Als ouders door de aard van de problematiek kiezen voor de afdeling intensieve begeleiding is een CIZ-indicatie voor ondersteunende begeleiding noodzakelijk. De ondersteunende begeleiding wordt verzorgd door de Pameijer.

9. De plaatsingsprocedure houdt in dat het dossier en de beschikking in de vergadering van de commissie van begeleiding (CvB) besproken wordt. De CvB is een schoolgebonden commissie die bestaat uit directeur, orthopedagoog/psycholoog, maatschappelijk werkende, schoolarts, intern begeleider en logopediste. Deze commissie is verantwoordelijk voor de handelingsgerichte diagnostiek. De CvB maakt een afweging of dit specifieke kind met deze specifieke problemen het beste geholpen kan worden binnen de betreffende school en brengt een advies over de plaatsing uit aan de directie van de school. 10. Als vastgesteld is dat de school kan voldoen aan de hulpvraag van het kind wordt het kind geplaatst. Dit gebeurt op 1 van de plaatsingsdagen in het schooljaar: 1e dag van het schooljaar, 1e dag na de kerstvakantie of 1e dag na pasen. Als U na de indicering door de CVI uw kind komt aanmelden voor plaatsing op de St. Mattheusschool wordt de volgende procedure gevolgd. 1. U wordt uitgenodigd voor een gesprek met de locatieleider. U krijgt informatie over de school. Ook krijgt u een rondleiding waarbij u kunt kijken in de verschillende groep(en). 2. Bij keuze voor de Mattheusschool moeten de aanmeldings-papieren worden ingevuld en ondertekend. De ondertekening van het formulier betekent formeel de aanmelding voor plaatsing. Alleen ouders (of de wettelijke vertegenwoordiger) kunnen een kind aanmelden en dus het



aanmeldingsformulier ondertekenen. Om te bepalen of een kind toegelaten kan worden, wordt onder meer de volgende centrale vraag gesteld: Kan de school de hulpvraag van het kind beantwoorden? Dit wordt op de volgende manier bepaald: 1. Alle leden van de Commissie van Begeleiding doen een dossieronderzoek: 2. De Commissie van Begeleiding houdt een toelatingsvergadering. In deze vergadering neemt de commissie een besluit over de toelating van het kind. Als wordt besloten dat het kind toegelaten kan worden, wordt er formeel een advies aan het bestuur van de school uitgebracht waarin dit wordt geadviseerd. 3. U ontvangt het besluit van de Commissie van Begeleiding. 4. De directeur van de school schrijft op grond van het advies van de commissie van Begeleiding de leerling wel of niet in. Hij doet dit namens het bestuur van de school. De ouders kunnen altijd binnen 6 weken bezwaar maken tegen het besluit dat wordt genomen door het bevoegd gezag van de school. Dit bezwaar stuurt u naar: Het Bestuur van de St. Martinus Stichting, Postbus 1080, 3000 BB Rotterdam. 3. Bij toelating geeft u toestemming dat er een dossier over uw kind aangelegd wordt. Er is sprake van: a. een schooldossier (met dossier logopedie), b. een medisch dossier bij de schoolarts, c. een dossier bij het maatschappelijk werk. In verband met dit dossier zijn de volgende punten van belang:

Elk van deze dossiers is volstrekt vertrouwelijk en wordt op een afgesloten plaats bewaard. Het schooldossier is voor de ouders op afspraak altijd in te zien.

De inhoud van het schooldossier wordt slechts gebruikt ten behoeve van het verblijf van de leerling op school. Als het ergens anders voor wordt gebruikt kan dit alleen met schriftelijke toestemming van de ouders.

De rijksinspecteur voor het onderwijs heeft altijd inzagerecht in alle dossiers.

De dossiers worden in de school bewaard tot ten minste 3 jaar na het tijdstip dat de leerling de school verlaten heeft.

De dossiers worden bewaard op een plaats die alleen toegankelijk is voor het bevoegd gezag, de met het onderzoek belaste functionarissen en de teamleden die het onderwijs aan het desbetreffende kind verzorgen. 3.2. Schorsing en verwijdering. In de wet wordt aangegeven dat de beslissing over toelating en verwijdering berust bij het bevoegd gezag van de school (WEC art. 40). Er is bepaald dat een leerling verwijderd dient te worden van school als door de commissie van onderzoek is vastgesteld dat de leerling niet meer toelaatbaar is en er een andere school of instelling is gevonden waarnaar de leerling is verwezen. Als dit niet is gelukt en er is aantoonbaar gedurende 8 weken gezocht naar een school of instelling die aansluit bij de verwijzing, kan tot definitieve verwijdering worden overgegaan. (WEC, art. 40, lid 1)



Dit houdt in dat als de indicatie voor het zmlk-onderwijs eindigt en er een verwijzing heeft plaatsgevonden, de leerling na 8 weken uitgeschreven kan worden als de school alle moeite heeft gedaan om een goede plek voor het kind te vinden. Een leerling kan voor maximaal 5 dagen aaneengesloten worden geschorst. Dit kan alleen als er voldoende grond is om deze maatregel te nemen. Gronden om over te gaan tot schorsing zijn:

Als door het gedrag van de desbetreffende leerling de veiligheid van de andere leerling, het personeel of de school in het geding is.

Als er sprake is van het ontstaan van een bedreigende situatie. 3.3. De organisatie van de school. De volgende groepen zijn te vinden op de diverse locaties. In het gebouw aan de Larikslaan: KERMIT, Aanvangsgroep, leeftijd: 4½-6 jaar ELMO, Middengroep, leeftijd: 6-9 jaar AART, leeftijd: 6-12 jaar ERNIE, Middengroep, leeftijd: 9-11 jaar. GROVER. Eindgroep SO, leeftijd:11-13 jaar. GONZO, leeftijd: 8-13 jaar In het gebouw aan de Schoolstraat: BERT, Onderwijs-zorggroep, leeftijd: 6-10 jaar PINO, Aanvangsgroep, leeftijd: 5-8 jaar OSCAR, Middengroep, leeftijd: 8-10 jaar TOMMY, Eindgroep SO, leeftijd: 10-13 jaar BRUGGROEP A, Bruggroep VSO, leeftijd: 13-15 jaar. In het gebouw aan de Assendelftstraat: BRUGGROEP B, leeftijd: 13-15 jaar BRUGGROEP C, leeftijd: 13-15 jaar BRUGGROEP D, leeftijd: 13-15 jaar MIDDENGROEP A, leeftijd: 15-18 jaar MIDDENGROEP B, leeftijd: 15-17 jaar MIDDENGROEP C, leeftijd: 15-17 jaar EINDGROEP, leeftijd: 17-20 jaar, met basisgroep en afdeling zorg, ASS In het gebouw aan de Schaepmanstraat: SO-GROEP, leeftijd: 9-12 jaar VSO-groep, leeftijd: 13-16 jaar 3.4. De activiteiten voor de kinderen in de verschillende groepen. 3.4.1. SO - AFDELING. In het SO worden de jonge kinderen geplaatst, die afkomstig zijn uit andere instellingen en schoolsoorten. De afdeling Speciaal Onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerende Kinderen bestaat uit zes groepen. Deze groepen zijn gehuisvest in het gebouw aan de Larikslaan.



ZORGGROEPEN: LOCATIE SCHOOLSTRAAT De zorggroepen zijn gehuisvest in een schoolgebouw aan de Schoolstraat. Onderwijszorggroep Binnen het project met de gemeente Rotterdam en de Pameijer om moeilijk plaatsbare leerlingen onderwijs te gaan bieden is er een kleine groep leerlingen (max 6) die onderwijs krijgen van een lerarenondersteuner samen met een medewerker van de Pameijer. In deze groep worden leerlingen geplaatst die wel zmlk-geïndiceerd zijn, maar nog niet de schoolse vaardigheden hebben om maximaal profijt te hebben van het onderwijs. Groep pino: In deze groep worden kinderen geplaatst met een indicatie zmlk die bovendien ASS hebben. Er wordt vooral gewerkt aan de problemen, die samenhangen met het autisme van het kind. De nadruk ligt hier vooral op werkhouding, concentratie en taakspanne, maar natuurlijk zijn ook de taal, de omgang met anderen en de schoolvakken belangrijk. Groep oscar: In deze groep worden net als in de groep Pino en Tommy, kinderen geplaatst met een ZMLK-indicatie die tevens ASS hebben. In deze groep is meer aandacht voor (aanvankelijk) rekenen en lezen, terwijl de sociale redzaamheid en de zelfredzaamheid ook veel aandacht krijgen. Groep tommy: In deze groep worden net als in de groep Pino en Oscar, kinderen geplaatst met een ZMLK-indicatie die tevens ASS hebben. Naast de aandacht voor werkhouding, concentratie en taakspanne wordt er meer nadruk gelegd op het schoolse leren. De leerlingen worden voorbereid op het VSO. Bruggroep A In deze groep zitten leerlingen die hun start maken in het VSO. Het zijn ook allemaal leerlingen die aangewezen zijn op gespecialiseerd onderwijs door hun stoornis in het autistisch spectrum. In het programma van deze groep worden de eerste praktische vakken aangeboden, allemaal gericht op de zelfredzaamheid van de leerlingen. LOCATIE LARIKSLAAN In het gebouw aan de Larikslaan is het SO gehuisvest. Gezamenlijke activiteiten van de hele school vinden hier plaats alsmede activiteiten van het hele SO als maandafsluitingen ed. Groep Koekiemonster; In deze groep worden SO-leerlingen geplaatst waarvan is gebleken dat ze om uiteenlopende redenen moeite hebben om het programma te volgen in de gewone ZML-groepen. Deze groep doet qua inhoud en programma hetzelfde als de andere groepen. Het doel van de groep is onder meer om de kinderen te leren om zelf structuur toe te passen, de kinderen meer te laten profiteren van het onderwijs in een setting waar het streven is om ze terug te plaatsen in een reguliere so/vso groep. Kindkenmerken waar naar gekeken wordt of een kind in deze groep geplaatst kan worden zijn onder meer dat een kind niet om kan gaan met vrije momenten, een korte spanningsboog heeft en vooral dat een kind niet in staat is om zelf structuur aan te brengen in zijn of haar omgeving. Kenmerken van de groep zijn dat er gewerkt wordt met korte werken leermomenten, dat er een eenduidige en duidelijke aanpak wordt gehanteerd en dat er veel gebruik wordt gemaakt van visualisering. Groep Gonzo In deze groep wordt het accent meer dan in de andere groepen gelegd op didactiek en werkhouding. In deze groep worden kinderen geplaatst waarvan is gebleken dat ze baat hebben bij een meer op leervakken gericht programma.



Het doel van de groep is een ander programma aanbieden, gebruik makend van de mogelijkheden/ kindkenmerken van de kinderen, zonder de kerndoelen uit het oog te verliezen. Kindkenmerken waar naar gekeken wordt om te bepalen of een kind baat kan hebben bij plaatsing in deze groep zijn onder meer: de leerling moet kunnen omgaan met een bepaalde mate van vrijheid, hij of zij kan structuur aanbrengen in zijn of haar eigen werkzaamheden, heeft een intrinsieke motivatie om te komen tot resultaten binnen het werk, heeft een zelfstandige werkhouding en heeft een zekere mate van zelfredzaamheid. Verder moet de leerling initiatief kunnen nemen en een langere taakspanne hebben. Een leerling wordt uit deze groep teruggeplaatst naar een reguliere groep als de kindkenmerken geen winst meer opleveren of als er niet voldoende leerrendement is. Groep Kermit: In de aanvangsgroep worden de allerjongsten geplaatst, die veelal van crèches, Kinderdagverblijven of kleuterklassen op reguliere basisscholen komen. In deze groep wordt aandacht besteed aan basisvaardigheden, aan zelfredzaamheid, zintuiglijke en functieontwikkeling en de werkhouding. Uiteraard wordt ook begonnen aan voorbereidend lezen/rekenen/schrijven. Aan de motoriek besteedt men veel aandacht, dus veel gymnastiek, expressie en spel. De leerlingen van de groep Kermit volgen in totaal 880 uur onderwijs. Om dit te realiseren zijn de kinderen op woensdag vrij. Groep Elmo: De activiteiten van deze groep sluiten nauw aan bij de Kermits. In deze groep wordt uitgaande van de basisvaardigheden een start gemaakt met de schoolvakken. Verder is er veel aandacht voor sociale- en zelfredzaamheidvaardigheden. Aandacht is er verder voor de motoriek en werkhouding. Groep Ernie: In deze groep ligt het accent op de schoolvakken: rekenen/lezen/schrijven; werkhouding; sociale vaardigheden; taal en expressie. Tevens wordt veel aandacht besteed aan de werkhouding en concentratie. Groep Grover: Ook in deze groep ligt het accent op de schoolvakken, maar er vindt ook een voorbereiding plaats voor de overgang naar de VSO-afdeling. Dit betekent, dat de leerlingen, die voor het laatste jaar in deze groep zitten al kennismaken met de praktijkvakken:

Huishoudelijke Dienstverlening

Horeca

Onderhoud. 3.4.2. VSO – AFDELING; LOCATIE ASSENDELFTSTRAAT. In het VSO wordt uitgegaan van datgene wat er in het SO is gedaan en aangeleerd. Zo wordt er nog aandacht besteed aan de schoolvakken en de sociale vaardigheden. Op grond van gesprekken, observaties en de resultaten van een test wordt vastgesteld aan welke richting een leerling de voorkeur geeft. Er wordt gericht gewerkt aan doelen die zijn gericht op WONEN, WERKEN en RECREËREN. Het VSO is gehuisvest in het gebouw aan de Assendelftstraat. Vso bruggroep a. In deze groep worden net als in de groepen Pino en Tommy leerlingen geplaatst met, naast de indicatie ZMLK, een diagnose ASS. In deze groep wordt naast de kernvakken ook begonnen met de volgende praktische vakken:

Huishoudelijke dienstverlening ;



Horeca;

Onderhoud. Vso bruggroep b, Vso bruggroep c en Vso bruggroep d In de paralelle aanvangsgroepen van het VSO ligt de nadruk nog voor de meeste leerlingen op de leervakken (lezen/rekenen/schrijven). Het programma is onderverdeeld in algemene vorming en praktische vorming Onder ALGEMENE VORMING wordt verstaan vakken als taal, lezen, rekenen, verkeer, expressie, wereldoriëntatie, lichamelijke oefening, gezond gedrag, catechese en vrijetijds-besteding. Onder PRAKTISCHE VORMING wordt verstaan de praktijkvakken huishoudelijke dienstverlening, onderhoud: (tuin- en fietsonderhoud) en horeca: (koken; serveren en bedienen). Vso middengroep a In deze groep worden net als in de andere autigroepen leerlingen geplaatst met, naast de indicatie ZMLK, een diagnose ASS. In deze groep wordt naast de kernvakken ook aandacht besteed aan de praktijkvakken. Vso middengroepen b en c De leerlingen van deze paralelgroepen krijgen oriëntatie op en training in alle praktijkvakken. De leerlingen, die nog vooruitgaan in de vakken uit de algemene vorming krijgen deze vakken nog extra en hebben daardoor verspreid over de week 2 dagen algemene vorming en 3 dagen praktische vorming. Vso eindgroep De leerlingen van deze groep krijgen in principe alle praktijkvakken, waarbij het streven is dat ze de taken zo zelfstandig mogelijk uitvoeren. De uitvoering komt tot uiting in de interne of de externe stages. Voor welke vorm gekozen wordt, is afhankelijk van de mogelijkheden van de leerling. In deze groep is een aantal autistische leerlingen geïntegreerd, die daarvoor een extra begeleider hebben. Het onderwijs aan de leerlingen in deze groep vindt plaats aan de hand van een “transitieplan”, waarin staat beschreven hoe de afsluitende schoolperiode ingevuld wordt. 3.4.3. Intensieve begeleiding:

Locatie Schaepmanstraat Op deze locatie krijgen twee kleine groepen ZML-leerlingen een passend onderwijs-zorgarrangement aangeboden. Deze leerlingen hebben moeite met het reguleren van hun emoties. Omdat deze leerlingen méér begeleiding nodig hebben bij het deelnemen aan het schoolprogramma worden zij begeleid door een leerkracht en twee ondersteunend begeleiders van Pameijer GZ. De krachten op didactisch en orthopedagogisch gebied worden gebundeld, om zo kinderen met zowel leer- als gedraghulpvragen speciaal onderwijs te kunnen bieden, zodat deze kinderen niet thuis zitten of in een zorginstelling geplaatst worden. SO-groep intensieve begeleiding Dit is een groep met 8 leerlingen van 9-12 jaar. In deze groep wordt vooral gewerkt aan het vergroten van de sociale- en zelfredzaamheid en het positieve gedrag van de leerlingen. Door de extra begeleiding kan beter aangesloten worden op de individuele mogelijkheden en behoeftes van de kinderen. Daarnaast werken de leerlingen aan de kerndoelen voor ZMLK. VSO-groep Intensieve begeleiding: In deze groep zitten 7 leerlingen van 12-16 jaar. In deze VSO-groep ligt de nadruk eveneens op de sociaal-emotionele ontwikkeling. Er wordt gewerkt aan de ZMLK-kerndoelen met bijzondere aandacht voor oriëntatie op wonen, werken en vrijetijdsbesteding.



3.5. De inhoud van het onderwijs. De vakken op de St. Mattheusschool Op de St. Mattheusschool komen verschillende vakgebieden aan de orde. Er wordt gewerkt aan een zo breed mogelijke ontwikkeling. Er wordt niet gestreefd naar piekvaardigheden, dit wil zeggen dat kinderen op een bepaald gebied heel erg sterk zijn (bv. heel goed kunnen lezen) en op veel andere gebieden juist behoorlijk zwak. Het doel is de leerlingen een gevarieerd aanbod te bieden in ontwikkelingsmogelijkheden, zodat zij in hun vaardigheden een zeker evenwicht bereiken zonder enorme pieken en dalen. Om dit te bereiken is op de St. Mattheusschool het door de overheid voorgeschreven vakkenpakket voor scholen voor ZMLK vertaald naar het advies dat door de stichting Leerplanontwikkeling (SLO) is uitgebracht als “conceptdoelen voor het onderwijs aan zeer moeilijk lerenden”. Deze doelen zijn nog niet de doelen die door de overheid worden voorgeschreven, maar zijn afgeleid van de kerndoelen basisonderwijs en dekkend voor hetgeen nagestreefd dient te worden. Waar nodig zijn door ons waardevolle aanpassingen en toevoegingen gedaan. Het is belangrijk te melden dat we bij het werken op de verschillende vakgebieden uiteindelijk streven naar kennis die toe te passen is in de dagelijkse praktijk. Alleen theoretische kennis, zonder vertaling naar de dagelijkse praktijk van de werkelijkheid, is niet het doel. De leergebieden die op de St. Mattheusschool aan bod komen, zijn verdeeld in verschillende vakken. Hieronder staat een schema met daarin alle vakgebieden die aan de orde komen met erachter een korte uitleg wat het vakgebied inhoudt. Een uitgebreide beschrijving van de doelen is verkrijgbaar op school en te vinden op onze internetsite ( www.zmlk.nl )

Vakgebieden

Taal - Gesproken en geschreven taal begrijpen: spreken, luisteren, lezen - Taalbeschouwing - Taalexpressie

Rekenen - Hoeveelheidbegrippen - Rekenhandelingen - Omgaan met tijd waaronder klokkijken - Meten en wegen - Met geld omgaan

Oriëntatie op mens en wereld:

Oriëntatie op ruimte - Kennis van het lichaamsschema - Inrichting van de eigen omgeving - Vergelijking met andere omgeving

Oriëntatie op tijd - Tijdordening, w.o. dagindeling - Historische bronnen

Oriëntatie op de natuur en milieu

- Zorg voor planten, dieren en tuin - Zorg voor milieu - Het weer - Natuurkundige verschijnselen

Gezond en redzaam gedrag

- Gezondheid - Verkeer - Voeding, eetgewoonten - Omgangsvormen - (Zorg voor) kleding - (Zorg voor) wonen - Boodschappen doen - Lichaamsverzorging, ehbo - Seksuele vorming

http://www.zmlk.nl/



Oriëntatie op de samenleving

- Vrije tijdbesteding - Arbeid en productie - Stage (in- en extern)

Techniek - Gebruik gereedschap en materiaal - Werken in en om het huis - Fietsonderhoud

Lichamelijke opvoeding

- Bewegen - Spelen - Zwemmen - Georganiseerde sport

Kunstzinnige oriëntatie:

Beeldende vorming - Tekenen - Handvaardigheid - Textiele werkvormen

Muziek en bewegen - Muziek beluisteren - Muziek maken - Dansen

Dramatische vorming - Spel en beweging

Leergebiedoverstijgende onderwijsdoelen

Functie-ontwikkeling - De leerlingen kunnen informatie opnemen, verwerken en hanteren.

Spelontwikkeling - De leerlingen oriënteren zich op hun omgeving door middel van spel.

Zelfbeeld - De leerlingen leren met hun eigen mogelijkheden en grenzen om te gaan.

Sociaal gedrag - De leerlingen leveren een positieve bijdrage in de omgang met anderen: volwassenen, medeleerlingen, de groep.

Werkhouding - De leerlingen hebben belangstelling voor de wereld om hen heen, ze zijn gemotiveerd deze te onderzoeken en daarin taken uit te voeren.

Aanpakgedrag - De leerlingen gebruiken uiteenlopende strategieën en vaardigheden die ze hebben verworven mede op basis van opgedane ervaring.

Omgaan met media - De leerlingen maken gebruik van communicatiemiddelen.

3.6. Stages. Vanaf hun 16e jaar kunnen de VSO-ZML-leerlingen stage gaan lopen. Doelen van stages. Er zijn verschillende doelen voor de stages aan te geven. De belangrijkste zijn:

De eigenwaarde van de leerlingen vergroten en het ontwikkelen van de persoonlijkheid.

De taakgerichtheid vergroten.

De integratie bevorderen: meer erkenning voor de handicap en waardering voor de arbeidsprestaties.

Het versterken van de praktische vaardigheden. Soorten stages. 1. Interne stages: Dit zijn stages binnen het schoolgebouw in een bepaalde functie, b.v. 1 dag werken bij de administratie of werken bij de conciërge.



2. Externe stages: De leerling loopt stage buiten de school, b.v. in een winkel, bejaardentehuis, tuin, kinderboerderij enz. 3.Oriëntatiestage / beroepsvoorbereidende stage bij de dagverblijven: Een oriëntatiestage duurt 8 weken. De leerling loopt dan 2 dagen in de week stage op het “oriëntatie-dagverblijf” om kennis te maken met het dagverblijf. Omdat er jaarlijks maar een beperkt aantal stageplaatsen beschikbaar wordt gesteld lopen niet alle leerlingen een stage op een dagverblijf. Een beroepsvoorbereidende stage duurt langere tijd en is gericht op definitieve plaatsing. Stage-begeleiding.

De school heeft een stagecoördinator, die alle stages vanuit de school zal begeleiden.

Van elke stageperiode wordt een stageverslag gemaakt en met de leerling en de ouders doorgesproken.

De leerlingen zijn van/naar en op de stageplaats verzekerd.

In overleg met de ouders wordt bekeken hoe het vervoer van en naar de stageplaats geregeld kan worden. 3.7. Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school. a. Overgang. In principe gaat een leerling over naar een volgende groep op basis van zijn/haar leeftijd. Indien er echter belangrijke redenen zijn waardoor het in het belang van het kind beter is dat hij/zij eerder of juist later overgaat dan kan hiertoe besloten worden. Voor de leerlingen van de groepen waarin kinderen met ASS zijn geplaatst geldt hetzelfde. Er wordt steeds kritisch bekeken of een autistische leerling in een andere zmlk-groep geïntegreerd kan worden. Dit kan gedeeltelijk of geheel. b. Voortgangsprocedures.

Voor iedere leerling wordt aan het begin van het schooljaar een individueel handelingsplan geformuleerd. Dit handelingsplan wordt met de ouders doorgesproken en door de ouders ondertekend. Van dit exemplaar wordt een kopie in het dossier van de leerling bewaard.

In alle groepen worden notatielijsten van elk kind bijgehouden. Voor elk vak is een aparte notatielijst. Hiervoor wordt de TOS gehanteerd. Dit is een Leerlingvolgsysteem dat in de hele school gebruikt wordt. Hierdoor krijgen leerkrachten en ouders een nog beter overzicht van de voortgang van hun kind.

Jaarlijks worden de leerlingen afgecheckt met de TOS. Hiervoor is een testweek ingeroosterd.

Elk jaar wordt 2 x een rapportbespreking met de ouders gehouden, n.l. in januari de "15-minuten-gesprekken" en in juni de eindgesprekken. In deze gesprekken wordt besproken hoe de stand van zaken is met betrekking tot de doelen die in het individuele handelingsplan zijn geformuleerd. In het eindgesprek wordt het handelingsplan geëvalueerd en wordt aangegeven wat de doelen voor het volgende schooljaar zijn. De kinderen en ouders krijgen een rapport en een schriftelijk verslag over de vorderingen van het kind.

Op verzoek van de ouders kan altijd tussendoor een gesprek plaatsvinden.

Elk jaar wordt er voor elke groep twee keer een groepsbespreking gehouden. c. Voortgangsprocedure VSO In het VSO wordt de TOS ook bijgehouden en rapportbesprekingen gehouden. In de TOS (Leerlingvolgsysteem) worden alle gegevens verzameld met betrekking tot: 1. Cognitieve voorwaarden en logopedische screening. 2. Sociale vaardigheden 3. Medische gegevens 4. Maatschappelijke gegevens 5. Conclusies en handelingsplan. In het VSO worden in de eindgroep “transitieplannen” gehanteerd. In een transitieplan wordt voor de individuele leerling het traject beschreven dat doorlopen gaat worden naar het moment dat de leerling de school verlaat en naar een vervolgvoorziening gaat. Dit alles, transitieplan en resultaten van het onderwijs, wordt in het tussengesprek en het eindgesprek



met de ouders aan de orde gesteld. Bij het verlaten van de school wordt voor de vervolgvoorziening een onderwijskundig rapport geformuleerd waar alle bovenstaande gegevens in terugkomen. 3.8. De resultaten van het onderwijs. Helaas behalen leerlingen na het volgen van onze school geen diploma. Een deel van de leerlingen leert technisch, soms ook begrijpend lezen en eenvoudig rekenen. Het VSO is een beroepsvoorbereidende opleiding, waar leerlingen zich voorbereiden op arbeidsmatig werken. Het doel is om leerlingen zoveel mogelijk praktische vaardigheden aan te leren. We streven ernaar, dat alle leerlingen naar dié vervolgvoorziening kunnen gaan, waar zij op hun eigen niveau een zinvolle dagbesteding zullen hebben. Dit kan dagbesteding in een dagcentrum zijn, begeleid werken in een beschermde setting, maar ook arbeidsmatig werk in een bedrijf of instelling. We werken er naartoe om ook leerlingen in een reguliere arbeidsplaats te krijgen, maar hierin zijn we steeds afhankelijk van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. De resultaten worden gerelateerd aan de handelingsplannen en aan de leerlijnen die gehanteerd worden. Concreet wordt er gekeken of de gestelde doelen individueel en op groepsniveau worden bereikt.



3.9. De TOS In de hele school wordt voor alle leerlingen de TOS gebruikt. TOS staat voor de Toets van de Ontwikkeling van de Sociale redzaamheid. Het is ons leerlingvolgsysteem waarmee de totale ontwikkeling van de leerling in kaart wordt gebracht. Vanaf de toelating van een leerling wordt in een digitaal systeem bijgehouden hoe een kind zich ontwikkelt. De ontwikkeling wordt getoetst op 40 verschillende ontwikkelingsgebieden. Deze ontwikkelingsgebieden zijn te rangschikken in 4 domeinen:

A. Persoonlijke redzaamheid B. Cognitieve ontwikkeling C. Sociale redzaamheid D. Praktische vorming en maatschappelijke redzaamheid.

Voor ieder van deze 4 domeinen zijn 9 of 10 lijsten vastgesteld waarop gescoord wordt hoe een leerling zich ontwikkelt. De lijsten die worden gehanteerd zijn: A. Persoonlijke zelfredzaamheid A1. Eten & voeding A2. Basisontwikkeling A3. Bevordering gezond gedrag A4. Verkeer A5. Lichamelijke opvoeding A6. Zwemmen A7. Zorg voor kleding A8. Veiligheid in huis A9. Persoonlijke hygiëne B. Cognitieve ontwikkeling B1. Communicatie B2. Denkontwikkeling B3. Lezen B4. Rekenen B5. Meten en wegen B6. Omgaan met geld B7. Tijd, klok en kalender B8. Schrijven B9. Motivatie en werkhouding B10. Milieu en het weer C. Sociaal emotionele en creatieve ontwikkeling C1. Sociale redzaamheid, omgaan met gevoelens C2. Spel & expressie C3. Omgangsvormen C4. Levensbeschouwing C5. Muziek C6. Tekenen C7. Handvaardigheid C8. Vrije tijd en recreatie C9. Textiele werkvormen C10. Seksuele vorming D. Praktische vorming en maatschappelijke redzaamheid D1. Inrichting van een ruimte, kamer of woning D2. Koken/ Horeca D3. Computergebruik D4. Tuinonderhoud en dierenverzorging D5. Huishoudelijke dienstverlening D6. Houtbewerking en kluskunde D7. Constructie en fietsonderhoud D8. Stage D9. Zelfstandig reizen



Als de lijsten zijn ingevuld ( “de TOS is afgenomen”) dan worden de resultaten weergegeven in de “TOS-cirkel”. Door deze Tos-cirkel wordt visueel weergegeven hoe het kind zich heeft ontwikkeld, en vooral waar de sterke punten en de ontwikkelingsmogelijkheden liggen. Ieder jaar wordt een andere kleur gebruikt, waardoor het heel goed te zien is hoe een leerling zich heeft ontwikkeld. Hieronder een aantal voorbeelden van een TOS-cirkel.

De lege cirkel die als basis dienst voor het hele systeem.

De cirkel van een leerling uit de aanvangsgroep. Goed te zien is dat er al een flinke ontwikkeling is, en dat er vooral resultaten zijn in het domein A, de persoonlijke redzaamheid. Er zijn echter ook al resultaten in de cognitieve ontwikkeling en de sociale redzaamheid te zien.

Dit is de TOS-cirkel van een leerling die al een aantal jaren onderwijs heeft gehad. Goed zichtbaar is, dat er jaarlijks doelen worden behaald in alle domeinen.



Een leerling die staat voor de overgang van het SO naar het VSO. Er is veel ontwikkeling te zien in de domeinen persoonlijke zelfredzaamheid, cognitieve ontwikkeling en sociale redzaamheid. Goed te zien is, dat er nog veel doelen te behalen zijn op alle gebieden.

handelingsplannen De TOS wordt voor meer gebruikt dan alleen registratie van vooruitgang van leerlingen. Doordat er overzichten zijn waarin de prestaties van alle leerlingen zijn opgenomen, ontstaat er een overzicht waaruit groepshandelingsplannen kunnen worden gedestilleerd. Individuele handelingsplannen vloeien logisch voort uit de individuele overzichten. Het is duidelijk welke items nog niet worden gescoord en daardoor aandacht behoeven. Opbrengsten De TOS en de overzichten geven veel inzicht in de resultaten van het onderwijs en in de opbrengsten op de te onderscheiden gebieden. Jaarlijks wordt het aantal behaalde items geïnventariseerd. Dit gebeurt per leerling en per groep, maar ook per jaar en per domein. Dit geeft veel inzicht in opbrengsten, ook per locatie, over de hele school en zelfs per vakgebied.

De TOS van een leerling uit een middengroep die naar het einde van de schoolperiode toegaat. Het is duidelijk te zien dat er nog steeds doelen worden behaald, maar ook dat er nog veel groei mogelijk is.

De TOS van een leerling die de school gaat verlaten. Het is goed zichtbaar dat er heel veel doelen zijn bereikt op alle domeinen.



3.10. De verplichte onderwijstijd In de wet op de expertisecentra (de wec) is in artikel 11 vastgelegd, hoeveel uren onderwijs kinderen moeten ontvangen. (wec art. 11 lid 4) ”Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen die jonger zijn dan 7 jaar, per schooljaar ten minste 880 uren en de overige leerlingen per schooljaar ten minste 1000 uren onderwijs ontvangen.”) Deze uren worden verdeeld over ongeveer 40 schoolweken. Dit heeft als gevolg dat er wekelijks ongeveer 22, resp. 25,5 uur onderwijs gegeven dient te worden. Rekening houdend met het gegeven dat de woensdagmiddag vrij is moeten de uren over de 5 dagen evenredig worden verdeeld. In praktijk hebben de leerlingen dan ook dagelijks 5,5 uur onderwijs, met op woensdag 3,5 uur. De leerlingen tot 7 jaar hebben op woensdag vrij. Omdat ze een paar uur tekort komen op het wettelijk minimum, gaan de jongste leerlingen een paar woensdagen naar school die logisch in het schooljaar passen: de woensdag voor de herfstvakantie, de woensdag in de kampweek, de woensdag voor kerst en de laatste woensdag in het schooljaar. Dit alles in een overzicht:

Leerlingen < 7 jaar

Leerlingen > 7 jaar

Per jaar 880 1000

Per week 22,0 25,50

De verdeling van de uren over de week ziet er als volgt uit:

< 7 jaar > 7 jaar

Maandagochtend 3,75 3,75

Maandagmiddag 1,75 1,75

Dinsdagochtend 3,75 3,75

Dinsdagmiddag 1,75 1,75

Woensdag 0 3,50

Donderdagochtend 3,75 3,75

Donderdagmiddag 1,75 1,75

Vrijdagochtend 3,75 3,75

Vrijdagmiddag 1,75 1,75

TOTAAL 22 25,5

De opbouw van een dag ziet er voor de leerlingen als volgt uit: Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag:

SO VSO

1e dagdeel 9.00-10.30 8.45-10.15

Pauze 10.30-10.45 10.15-10.30

2e dagdeel 10.45-12.45 10.30-12.30

middagpauze 12.45-13.15 12.30-13.00

3e dagdeel 13.15-15.00 13.00-14.45



Woensdag:

SO VSO

1e dagdeel 9.00-10.30 8.45-10.15

Pauze 10.30-10.45 10.15-10.30

2e dagdeel 10.45-12.30 10.30-12.15

Het totaal aantal uren in het hele schooljaar (1-10-2009/1-10-2010) wordt als volgt gerekend:

< 7 jr > 7 jr

Totaal beschikbaar

52 weken van 25,5 uur

1326

52 weken van 22 uur

1144

30-9 (do) 5,5 5,5

Jaar-afsluiting

Donderdag 1 juli 2010 verlengde schooldag

3 3

totaal 1152,5 1334,5

Af: vakanties

Herfst 19-10-2009 - 23-10-2009

22 25,5

Kerst 21-12-2009 - 1-1-2010

44 51

Voorjaar 22-2-2010 - 26-2-2010

22 25,5

Pasen 2-4-2010 - 5-4-2010

11 11

Meivakantie 30-4-2010 - 14-5-2010

44 51

pinksteren 24-5-2010 5,5 5,5

Zomer 5-7-2010 -13-8-2010

132 153

Totaal vrije dagen

283,5 325,5

TOTAALBEREKENING

Totaal beschikbaar

1152,5 1334,5

Af: totaal vrije dagen

-283,5 -325,5

869 1009

extra woensdagen school: 14-10 28-10 16-12 30-6

14

Totaal onderwijs-uren

883 1009

Verplicht 880 1000

Marge 3 9



3.11. Optimale benutting van de onderwijstijd Hoe zorgen we ervoor dat de onderwijstijd zo goed mogelijk benut wordt: De benutting van de onderwijstijd heeft een aantal aspecten. Er is daarom beleid op een aantal gebieden. 1. De leerlingen zijn 25,5 uur daadwerkelijk op school. Het beleid is dat er geen tijd verloren gaat met activiteiten die niet worden ondersteund door doelstellingen en leerlijnen. 2. Het beleid is dat er geen leertijd verloren gaat door inefficiënt gebruik van de lestijd. Hiermee bedoelen we de tijd rond pauzes, vervoertijd naar buitenschoolse activiteiten ed. 3. Beleid is dat er van de dagen dat de leerlingen op school zijn geen dagen verloren gaan aan niet-verantwoorde activiteiten. 4. Het beleid is dat de te benutten onderwijstijd zo verantwoord en gefundeerd mogelijk wordt ingevuld met activiteiten die recht doen aan de doelstellingen zoals ze staan omschreven in het schoolplan. Een aantal maatregelen om dit te bereiken:

We werken met een automatische, elektronische bel die afgaat op alle momenten dat activiteiten of pauzes eindigen en beginnen.

De afspraak is gemaakt dat alle teamleden aan het eind van iedere pauze de leerlingen gelijk ophalen bij de buitendeur om meteen met het programma te kunnen starten.

Activiteiten worden van tevoren voorbereid, zodat in de lessen gelijk gestart kan worden.

De leerlingen die in de groepen zitten waarvoor toiletgebruik geen programma-onderdeel is gaan zoveel mogelijk in pauzetijden naar het toilet. 3.12. Lesuitval. Er wordt naar gestreefd om de lesuitval te beperken. Er kunnen redenen zijn waarom het gewone programma niet wordt gevolgd. Hierbij kan worden gedacht aan ziekte, projecten of studiedagen. Er zijn duidelijke afspraken over wat er gedaan wordt in het geval van ziekte of afwezigheid van een personeelslid.

Voor vervanging bij ziekte en studieverlof hebben we een aantal vervangsters ter beschikking. Indien vervangers niet beschikbaar zijn, wordt het probleem intern opgelost; een collega neemt de klas over. In uiterste nood wordt een groep opgedeeld.

Er wordt naar gestreefd om bij ziekte geen lessen uit te laten vallen. Door de situatie kunnen we wel gedwongen worden om een alternatief programma te verzorgen.

Leerlingen worden bij ziekte niet naar huis gestuurd.

De leerkrachten, die fulltime werken hebben een aantal dagen compensatieverlof per jaar. Dit wordt opgenomen in hele weken, losse dagen of in blokken van bijvoorbeeld maandag, dinsdag en woensdag of woensdag, donderdag en vrijdag vrij. De vervanging bij compensatieverlof wordt door een vaste leerkracht gedaan.

Na- en bijscholing gebeurt zoveel mogelijk buiten de schooltijden, zodat dit geen gevolgen heeft voor het schoolprogramma. 3.13. Afwijking van programma Er is een aantal dagen en periodes waarvan nu al duidelijk is dat het reguliere programma niet gevolgd zal worden. Hier onder staan deze dagen in een schema aangegeven.

DAG REDEN

12-16 oktober 2009 Kampweek SO

4 december 2009 Sinterklaasfeest alle locaties

17 december 2009 Kerstviering alle locaties

1 april 20010 Paasviering alle locaties

25 t/m. 28 mei 2010 Kampweek schoolstraat

14 juni t/m. 18 juni 20010 Kampweek VSO

1 juli 2010 Jaarafsluiting



3.14. Schoolverzuim / verlof / leerplichtwet. De leerplichtwet bepaalt dat elke leerling die op school is ingeschreven, de school ook inderdaad geregeld moet/dient te bezoeken. De directeur mag bij "gewichtige omstandigheden" vrij geven, maar hoogstens 10 dagen per schooljaar. Gewichtige omstandigheden zijn:

Ernstige ziekte, overlijden of begrafenis van bloedverwanten of hun partners.

Huwelijk van familie (eerste/tweede/derde graad) 12½, 25, 40, 50-jarig huwelijksfeest.

Verhuizing.

Gezinsuitbreiding.

Verplichte vakantieperiode buiten de schoolvakanties.

Feestdagen voor allochtone leerlingen (bv. Suikerfeest). Het is vaak moeilijk uit te maken, wat de wet bedoelt met "gewichtige omstandigheden". Hiervoor heeft de gemeente Rotterdam een folder uitgegeven: "BIJ DE LES BLIJVEN" EXTRA VERLOF. Deze folder is naast het Nederlands uitgegeven in de belangrijkste allochtone talen. De folder is op verzoek op school te verkrijgen. Deze extra verlofregels moeten streng gehanteerd worden. Indien U verlof voor Uw kind wilt, moet U zo vroeg mogelijk een schriftelijk verzoek indienen bij de directeur. Alleen bezoek aan de dokter /tandarts /specialist mag U telefonisch doorgeven. Bij ziekte moet u uw kind zelf voor 9 uur telefonisch ziek melden bij de school, anders is het ongeoorloofd verzuim De school voert een actief beleid in het voorkomen van schoolverzuim. Als kinderen niet afgemeld zijn zal er naar huis worden gebeld en bij veelvuldig verzuim zal contact worden opgenomen met een leerplichtconsulent. Als dit alles geen resultaat heeft zal er een melding van ongeoorloofd verzuim plaatsvinden bij de afdeling leerplicht van de gemeente. 3.15 In- en uitstroomgegevens. Zoals ieder jaar heeft een aantal leerlingen de school verlaten en zijn er leerlingen toegelaten. Hieronder vindt u de gegevens omtrent deze leerlingen. Aangegeven wordt het geslacht, de leeftijd en de instelling waar de leerling vandaan is gekomen resp. naartoe is gegaan. Tevens wordt de reden van het vertrek aangegeven. Het gaat hierbij om de periode van 1 augustus 2008 tot 1 augustus 2009. Alle leerlingen die zijn toegelaten hebben een indicatie van CVI van REC ZHZ de Nachtegaal. Deze indicatie is sinds 1 augustus 2003 verplicht.

INSTROOM / TOEGELATEN LEERLINGEN

M/J Geb.datum Reden, instelling

J 04-12-2002 KDC

J 11-05-2004 Bs

J 31-03-2002 KDC

J 09-12-1996 SBO

J 10-11-1999 Bs

J 03-12-2003 Bs

J 16-11-1998 So-zmlk

J 14-01-2002 Bs

J 12-07-2002 Bs

J 10-07-2001 SBO

J 22-04-1999 KDC

M 23-07-1996 SBO



M 23-07-1994 RMPI

J 21-10-2004 Rijndam

J 20-04-1999 Bs

J 08-05-1994 Buitenland

J 31-08-2003 So-zmlk

M 03-01-1998 SBO

J 29-06-2003 PI-school

UITSTROOM / VERTROKKEN LEERLINGEN

M/J Geb. datum Instelling

m 22-10-1988 DVO

J 11-05-2004 Bs

J 03-11-1990 Begeleid werk

J 08-11-1989 Werk, vrije bedrijf

J 20-02-1989 DVO

J 18-04-1993 PI-school

J 07-08-1991 Gezin

J 09-12-1996 praktijkschool

J 25-09-1990 DVO

J 05-10-1989 DVO



4. BIJZONDERE VOORZIENINGEN VOOR LEERLINGEN OF GROEPEN LEERLINGEN. 4.1. De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften. Als kinderen op school zitten blijken er soms bijkomende problemen te zijn. Dit kan zijn op meerdere gebieden zoals taal, spraak, de thuissituatie of medisch.

Alle kinderen worden nauw gevolgd, maar indien er extra problemen zijn, zullen we meteen contact opnemen met de ouders en samen met elkaar bespreken, hoe we dit gaan aanpakken. Dit kan leiden tot het maken van een individueel handelingsplan. Hierbij maken we gebruik van de volgende personen/instellingen. Ced/pi (centrum educatieve dienstverlening / pedologisch instituut) Adres : Dwerggras 30, Rotterdam Postadres : Postbus 81194, 3009 GD Rotterdam Tel. nr. : 010 - 407 15 59 Dit instituut levert inhoudelijke ondersteuning bij de begeleiding van leerkrachten en begeleidingsteam. Orthopedagoog/psycholoog: De psycholoog is lid van de commissie van begeleiding. Zij is verantwoordelijk voor de psychologische onderzoeken die gedaan worden in het kader van de handelingsgerichte diagnostiek en de herindicering door de CVI. Ook kan ze een rol hebben in onderzoeken die worden gedaan op verzoek van de commissie voor indicatiestelling (CVI) van het REC. Het "schoolmaatschappelijk werk": Dit wordt op de St. Mattheusschool verzorgd door een maatschappelijk werkster van MEE Rotterdam. Adres: Schiedamsevest 154, 3011 BH Rotterdam Tel. nr.: 010 - 282 11 11 Zij doet het onderzoek voor de commissie van onderzoek en verleent hulp:

aan het schoolteam bij de begeleiding van Uw kind.

bij moeilijkheden thuis met Uw kind, waarbij U graag hulp ontvangt.

bij vakantieplaatsing voor Uw kind.

bij plaatsing op de sociale werkplaats of dagverblijf.

bij plaatsing in een gezinsvervangend tehuis/internaat enz. De schoolmaatschappelijk werkster is bereikbaar op bovenstaand telefoonnummer.



Schoolarts: Zij verricht het medische onderzoek bij toelating. De schoolarts doet haar onderzoeken 1x per maand. Zij wordt ook ingeschakeld bij vragen van ouders en team. De schoolarts is verbonden aan: GGD, afdeling Jeugd Crooswijkseweg 32, 3034 HL Rotterdam Tel. 010-4141886/4184746 Oefentherapie Cesar: Cesar is een bewegingsleer en -therapie om gezonde houdings- en bewegingsgewoonten te ontwikkelen. Bij aanmelding wordt hiervoor indien nodig door de schoolarts een verwijzing gegeven. De Cesartherapeut werkt 2 dagen per week op school. Daarnaast werkt de therapeut 4 uur per week extra in dienst van de school voor kleutergym in een aantal SO-groepen en voor eventuele extra vragen vanuit ouders en school. Logopedie: Een aantal dagen in de week verzorgen de logopedistes spraaklessen voor die kinderen die daarvoor in aanmerking komen. Helaas door de beperkte tijd komt een beperkt aantal kinderen aan de beurt. De logopedistes zijn aan de school verbonden. Voor het VSO is er een logopediste belast met sociale vaardigheidstrainingen. Schoollogopedie: Een logopediste van een logopedie-praktijk komt 3 dagen in de week op school om individuele behandelingen uit te voeren die betaald worden door de zorgverzekering. 5. BUITENSCHOOLSE ACTIVITEITEN.

Schoolkamp De school organiseert elk jaar een schoolkamp voor het SO, een schoolkamp voor het VSO en een schoolkamp voor de auti-afdeling. Het SO en de auti-afdeling gaan 4 dagen op kamp: van maandag tot donderdag of van dinsdag tot vrijdag. Voor de groep met allerjongste kinderen wordt jaarlijks bekeken of het kamp haalbaar en wenselijk is. Voor het VSO duurt het kamp van maandag tot vrijdag. De SO-afdeling gaat in oktober, de autigroepen in april. De VSO-afdeling gaat in juni. Het kamp is een verplicht programma-onderdeel, en alle leerlingen moeten dan ook aan het programma deelnemen.

Zwemmen De kinderen van het SO gaan 1x per week zwemmen. Helaas mogen alleen kinderen van 6 tot 12 jaar zwemmen. Dit betekent dat de jongste kinderen maar 1x per maand gaan zwemmen. Dit gebeurt in principe op de eerste maandag van de maand. In het vso zal een aantal leerlingen die de potentie hebben om het diploma te halen, hiervoor in de gelegenheid gesteld worden. Daarnaast zal incidenteel recreatief gezwommen worden.



Excursies Zowel de leerlingen van het SO, als de leerlingen van het VSO gaan een aantal keren op excursie, zoals naar de dierentuin, museum, haven bezoeken enz. Voor de reis- en entreekosten wordt een bijdrage gevraagd in de ouderbijdrage.

Schoolreis We streven er naar om 1 keer per jaar met de hele school op schoolreis te gaan. De bestemming is dan een park waar ontspanning voorop staat. Dit wordt georganiseerd samen met de ouderraad.



6. HET PERSONEEL. 6.1. De samenstelling van het team. We hebben in de St. Mattheusschool te maken met veel verschillende teamleden met verschillende taken;

Groepsleerkrachten,

Klassenassistenten,

Leraarondersteuners,

Vakleerkracht textiele werkvormen/tekenen en gymnastiek

Administratieve kracht,

IB

Conciërge,

Schoonmaker,

Directeur,

Adjunct-directeur,

Cesartherapeut,

Logopedist,

Orthopedagoog,

Schoolarts,

Maatschappelijk werkende. 6.2. De groepsleerkrachten De leerkrachten hebben allemaal een PABO-opleiding. Als een leerkracht een vaste benoeming heeft, wordt de opleiding Master Special educational needs (master SEN) gevolgd. Deze opleiding geeft de leerkrachten nog meer mogelijkheden, kennis en vaardigheden om met deze kinderen te werken. De groepsleerkracht is in iedere groep primair verantwoordelijk voor de algehele gang van zaken. 6.3. De klassenassistenten. De klassenassistenten werken primair onderwijsondersteunend in de klassen onder de verantwoording van de leerkracht. Zij werken dezelfde schooltijden als de leerkrachten. We trachten elke klassenassistente maximaal in 2 groepen te laten werken, waarvan ze voor 1 groep extra beschikbaar is voor o.a. het meegaan op huisbezoeken. 6.4. De leraarondersteuners. Leraarondersteuners werken zelfstandig in een groep, onder eindverantwoordelijkheid van een leraar. De leraar is niet dagelijks en op alle momenten aanwezig. Er is een gezamenlijke verantwoordelijkheid met de verantwoordelijke leraar voor de handelingsplannen, TOS en oudergesprekken. 6.5. De begeleiding en inzet van stagiaires. De school heeft stagiaires van de MDGO-SPW en PABO.

MDGO-SPW-stagiaires lopen een half jaar stage op school: maximaal 1 in het SO en 1 in het VSO. (zij worden opgeleid voor klassenassistente)

PABO-stagiaires lopen stage in een blok van 3 weken en dit gebeurt 2x per jaar. Maximaal 2 stagiaires. (zij worden opgeleid voor leerkracht)



7. DE OUDERS. 7.1. Het belang van de betrokkenheid van ouders. De St. Mattheusschool is een gezinsschool, waar de ouderparticipatie een belangrijke rol speelt. We zijn een dienstverlenende instelling, waar de wensen van de ouders en de belangen van de leerlingen voorop staan. De school is van mening, dat ouders en leerkrachten gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de schoolopvoeding van het kind. De school verwacht dus van ouders, dat zij kritisch alle zaken volgen op school, maar dat de ouders zich ook actief opstellen naar school toe. Op deze manier is er een eerlijke open communicatie tussen school en ouders. 7.2. Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school. We hechten veel waarde aan een goede communicatie met de ouders. Dit gebeurt door:

Ouderavonden

Verplichte rapportbesprekingen 2x per jaar; in januari en aan het einde van het jaar.

Gesprekken met de ouders n.a.v. rapportage en handelingsplannen,

Huisbezoeken door leerkrachten en klassenassistenten.

Voorlichtingsbijeenkomsten.

Regelmatig krijgen de ouders een nieuwsbrief.

3x per jaar komt een schoolkrant uit.

Alle ouders kunnen altijd een afspraak met de leerkracht maken.

Contactschrift en/of agenda.

Email wordt steeds belangrijker en wordt, vaak op verzoek van ouders, regelmatig gebruikt.

De maandelijkse nieuwsbrief. 7.3. Informatievoorziening gescheiden ouders. Als de ouders van een leerling zijn gescheiden kunnen er zich in verband met het verstrekken van informatie door de school verschillende situaties voordoen. Als de ouders gezamenlijk het gezag over het kind uitoefenen (“duo-ouderschap”) worden beide ouders gelijkelijk geïnformeerd over alle zaken die het kind, de groep en de school betreffen. Algemene informatie betreffende zaken die in het schooljaar spelen, denk aan ouderavonden, vieringen of jaarafsluiting, wordt via de gewone kanalen verstrekt aan de ouder met het gezag. Deze informatie is ook beschikbaar via de schoolgids en/of internet. Als de ouders van een leerling zijn gescheiden en één van de ouders oefent het gezag uit, bestaat er een verschil van informatievoorziening door de school. In de ideale situatie hebben de ouders onderling een zodanig contact dat de informatie over het kind wordt uitgewisseld. Voor het geval dat het contact tussen de gescheiden ouders moeizaam verloopt heeft de wet het volgende geregeld: In het burgerlijk wetboek staat in art. 1:377c lid 1:

“De niet met het gezag belaste ouder wordt desgevraagd door derden die beroepshalve beschikken over informatie inzake belangrijke feiten en omstandigheden die de persoon van het kind of diens verzorging en opvoeding betreffen, daarvan op de hoogte gesteld, tenzij die derde de informatie niet op gelijke wijze zou verschaffen aan degene die met het gezag over het kind is belast dan wel bij wie het kind zijn gewone verblijfplaats heeft, of het belang van het kind zich tegen het verschaffen van informatie verzet”



Dit houdt in dat een gescheiden ouder die niet het gezag over een kind heeft recht heeft op belangrijke informatie betreffende de persoon van het kind. Het gaat hierbij om informatieverstrekking door school op verzoek van deze ouder.. De school hanteert in het geval van gescheiden ouders de wet zoals hierboven beschreven. Wanneer de ouder die niet het gezag heeft daarom verzoekt, wordt in ieder geval twee maal per jaar informatie verschaft in de vorm van mondelinge mededelingen aan de hand van het handelingsplan of jaarverslag. De inhoud van deze informatie is dezelfde als de andere ouder ontvangt. Onderwerp van deze informatie is de voortgang van het kind. Er is dus sprake van informeren door de school, niet van overleg. Ook als er andere belangrijke zaken zijn die de persoon van het kind aangaan zal de ouder die niet met het gezag is belast door de school worden geïnformeerd. Denk hierbij aan onderzoeken door bijvoorbeeld schoolarts of psycholoog of gesprekken over doorplaatsing of plaatsing op een andere school. De school geeft de gevraagde informatie niet, indien zwaarwegende belangen van het kind dat in de weg staan. Het ontbreken van een omgangsregeling bijvoorbeeld, is een indicatie om de gevraagde informatie niet te geven. De school heeft op grond van de wet een eigen afweging te maken ten aanzien van het verzoek van de niet met het ouderlijk gezag belaste ouder tot het verstrekken van informatie. De school zal zich terughoudend opstellen in het verstrekken van informatie die niet specifiek de persoon van het kind betreft. 7.4. De Medezeggenschapsraad De M.R. is gekozen door stemming en bestaat uit ouders en personeelsleden van de school. De M.R. houdt zich in tegenstelling tot de Ouderraad in hoofdzaak bezig met taken als: a. Interne organisatie op school, vaststellen van vakanties. b. Het aannemen van personeel. Dit door zitting te nemen in de sollicitatiecommissie. c. Het financieel beheer. Meedenken over de begroting van de school. d. Het onderhouden van contacten met het bestuur. e. Mede opstellen van de schoolgids en het schoolplan. De M.R. is gebonden aan wettelijke richtlijnen en zal als zodanig moeten handelen. Dit doet ze in nauwe samenwerking met de Ouderraad. De M.R. bestaat uit:

3 ouderleden

3 personeelsleden 7.5. De Ouderraad De school neemt een belangrijk deel van de opvoeding van uw kind over en daar zult U dus bij betrokken willen zijn. Daarvoor is de Ouderraad. De O.R. helpt niet alleen bij het koffie zetten bij ouderavonden, maar denkt en praat mee over alle zaken, die direct met uw kind op school te maken hebben. Ze zijn de achterban van de Medezeggenschapsraad. De OR zet zich in voor o.a. behoud van zwemmen, schoolkamp ed, maar helpt ook mee met de kerst- en paasviering. Tevens worden jaarlijks thema-avonden georganiseerd. De O.R. is dus een samenwerking tussen schoolteam en u. Als u interesse heeft om mee te praten, dan kunt u zich aanmelden als lid van de Ouderraad. De Ouderraad vraagt jaarlijks aan alle ouders een bijdrage van € 40,- . Hiermee bekostigt ze o.a. de Kerstviering en Pasen, maar ook allerlei traktaties en cadeaus ed.



Dit bedrag is verwerkt in de ouderbijdrage. De Ouderraad bestaat uit minimaal 5 leden. Voor informatie kunt u terecht bij de school, die U kan doorverwijzen naar één van de leden van de Ouderraad. 7.6. Ouderactiviteiten. In de wet staat (WEC, art.48) over ondersteunende werkzaamheden door ouders: “Het bevoegd gezag stelt de ouders van de leerlingen in de gelegenheid ondersteunende werkzaamheden ten behoeve van de school en het onderwijs te verrichten. De ouders zijn daarbij gehouden de aanwijzingen op te volgen van de directeur en het overige onderwijzend personeel, die verantwoordelijk blijven voor de gang van zaken.” Er bestaat daarom voor ouders de mogelijkheid om mee te helpen bij het lesprogramma. Hulpouders worden o.a. ingeschakeld bij:

Het rekenen leesprogramma.

Activiteiten als excursies.

Het assisteren bij bijvoorbeeld bibliotheek- en dierentuinbezoek. Het ongedwongen contact tussen ouders en school is erg belangrijk. Daarom zijn er verschillende activiteiten voor de ouders om op school te komen:

Groepsouderavond aan het begin van het schooljaar.

Kijkochtend/middag: de ouders mogen een ochtend of middag in de klas van hun kind komen kijken.

Ouderavonden: zowel de school als de Ouderraad organiseren ouderavonden aan de hand van een thema, bv. lezen of vervolgvoorzieningen.

Vieringen: elk jaar vinden de volgende vieringen plaats: St. Nicolaas, Kerst en Pasen.

Andere activiteiten: indien de ouders dat willen, mogen ze zelf avonden organiseren. De school stelt ruimte beschikbaar.

Afsluiting: op het einde van het schooljaar houden we een grote afsluiting met alle ouders. Als er problemen en/of vragen zijn, dan kunt U altijd een afspraak maken met de leerkracht en/of de directeur. Wacht U hiermee nooit te lang, dat kan ergernis of irritatie voorkomen. 7.7. Overblijfmogelijkheden. Alle kinderen blijven over op school. Het eten met de kinderen gebeurt onder lestijd aan de hand van een programma en een leerlijn. De pauzes gaan de kinderen naar buiten en de school zorgt hierin voor begeleiding. De ouders moeten zelf brood en fruit meegeven. U kunt gebruik maken van de schoolmelkvoorziening van Campina Nederland. Op school is een aanvraagformulier verkrijgbaar. Heeft U een abonnement op de schoolmelk genomen, dan loopt dit in het volgende schooljaar automatisch door. Uiteraard kunt U op elk moment het abonnement opzeggen. Maakt U geen gebruik van de schoolmelkvoorziening, dan moet U Uw kind zelf drinken meegeven.



7.8. Klachtenregeling. De schoolbesturen zijn sinds augustus 1998 verplicht een klachtenregeling vast te stellen en in te voeren. Volgens de vastgestelde wetgeving kunnen ouders en leerlingen klachten indienen over gedragingen en beslissingen of het nalaten daarvan van het bevoegd gezag of personeel. Met de regeling wordt beoogd een zorgvuldige behandeling van klachten, waarmee de belangen van de betrokkenen worden gediend, maar ook het belang van de school (een veilig schoolklimaat). De klachtenregeling is alleen van toepassing als men met zijn klacht nergens anders terecht kan en alle wegen bewandeld zijn om de klacht op te lossen. Als u een klacht heeft over gedragingen en beslissingen of het nalaten daarvan van het bevoegd gezag of personeel van de school is de klachtenprocedure als volgt: 1. U probeert de klacht op te lossen met degene waar u een probleem mee heeft. 2. Als dit geen oplossing biedt, bespreekt u het probleem met de directie, die dit zal proberen op te lossen. 3. Op de school is een contactpersoon benoemd die problemen vertrouwelijk kan bespreken als het bijvoorbeeld persoonlijke zaken betreft. 4. Het bestuur van de school heeft een onafhankelijke vertrouwenspersoon benoemd. Hij kan een klacht via bemiddeling proberen op te lossen. 5. Als na deze stappen het nog niet is gelukt om uw probleem op te lossen kunt u uw klacht schriftelijk neerleggen bij de klachtencommissie. Dit is een onafhankelijke klachten-commissie waar het bestuur bij is aangesloten. Mondelinge klachten worden door deze klachtencommissie niet in behandeling genomen. Deze commissie moet zich aan een aantal officiële regels houden: De commissie geeft binnen 5 werkdagen na ontvangst van de klacht een mededeling van ontvangst van de klacht aan: 1. De klager. 2. De aangeklaagde. 3. Het bevoegd gezag van de school (bestuur). Binnen 4 weken na ontvangst van de klacht houdt de klachtencommissie een hoorzitting waar alle partijen bij zijn uitgenodigd. Binnen 4 weken na de hoorzitting volgt een advies van de commissie aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag neemt binnen 4 weken na de ontvangst van het advies een besluit over dit advies van de klachtencommissie. De aangeklaagde wordt de mogelijkheid geboden om een reactie te geven. Dit besluit van het bevoegd gezag wordt schriftelijk medegedeeld aan: 1. de klager. 2. de aangeklaagde. 3. de klachtencommissie.



4. de directie van de school. De uitgebreide klachtenregeling is op school ter inzage. Contactpersoon: Dhr. P. Gijtenbeek, Dhr. L. van Troost, Mevr. L. Rijsdijk, Dhr. A. van der Linde. Vertrouwenspersoon: Dhr. H. Donkers. De relatie van de vertrouwenspersoon tot het bestuur is geheel onafhankelijk. klachtencommissie: Klachtencommissie voor Katholiek Onderwijs Regio Noord Postbus 82324, 2508 EH Den Haag Tel. 070-3568114 Inspectie van het onderwijs [email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: Meldpunt vertrouwensinspecteur 0900-1113111 (lokaal tarief). 7.9. Gedragscode Onze school hanteert het “anti-agressie-protocol”. In dit protocol zijn afspraken gemaakt over het hanteren van omgangsvormen tussen ouders/verzorgers en de medewerkers van de school. 1. Ouders/verzorgers en medewerkers tonen elkaar respect. 2. Ouders/verzorgers en medewerkers hanteren fatsoenlijk taalgebruik. 3. Ouders/verzorgers en medewerkers treden niet agressief op. 4. Wanneer er een conflict is, werken ouders/verzorgers en medewerkers mee aan het zoeken naar- en het vinden van een oplossing. 7.10. Vrijwillige ouderbijdragen. Bij aanmelding van uw kind wordt gevraagd om akkoord te gaan met de betaling van een vrijwillige ouderbijdrage indien uw kind wordt toegelaten. Indien u hiermee akkoord gaat, dan moet u de overeenkomst tekenen. Een voorbeeld hiervan vindt u achterin deze schoolgids. Het wel of niet betalen van de ouderbijdrage heeft geen enkele invloed op de toelating van uw kind op school. De bijdrage is voor zowel het SO als het VSO opgebouwd uit een bedrag voor het schoolkamp, een bedrag voor excursies en een bedrag voor de ouderraad. - Schoolkamp: Hiervoor gaan de kinderen 1 keer per jaar volledig verzorgd op kamp. - Excursies: Hiervan worden alle uitstapjes betaald, dus entrees en vervoer. - Bijdrage Ouderraad: Hiervan worden alle festiviteiten betaald, zoals de cadeaus met Sinterklaas; kerstviering; paasviering; jaarafsluiting; afscheidscadeaus en eventueel extra leuke dingen voor de school, waarvoor in het schoolbudget geen plaats is.


http://www.onderwijsinspectie.nl/



Hoogte van de ouderbijdrage:

leerlingen SO leerlingen VSO

Schoolkamp € 80,00 € 80,00

Excursies € 20,00 € 30,00

Bijdrage ouderraad

€ 40,00 € 40,00

TOTAAL € 140,00 € 150,00

Korting bij betaling voor 1 okt.

€ 10,00 € 10,00

Voor 1-10 € 130,00 € 140,00

Als de Kermits NIET op kamp gaan, wordt er een bedrag van € 80,-- gerestitueerd. Als u van een uitkering afhankelijk bent, kunt u dit bedrag terugkrijgen van de sociale dienst. U kunt hiervoor een verklaring krijgen. Neemt u daarvoor contact op met school. 7.11. schoolverzekering. Alle leerlingen en personeelsleden zijn tijdens hun verblijf op school verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid. Via school kunt u aan het begin van het schooljaar een enveloppe van MARSH verzekeringen krijgen. Door die papieren in te vullen kunt u een aanvullende ongevallenverzekering afsluiten. Bij schade moet worden aangetoond dat de schade door nalatigheid van het personeel is veroorzaakt. B.v. als uw kind valt en de bril gaat kapot, dan wordt deze schade niet vergoed door de school. Wel is uw kind volledig verzekerd tijdens uitstapjes en schoolkamp voor zover uw eigen verzekeringen niet gelden. U bent dus verplicht om een W.A. (wettelijk aansprakelijkheid)-verzekering te hebben voor uw kind. Leerlingen van het VSO die stage lopen, zijn behalve voor W.A. ook verzekerd voor ongevallen tijdens de stagetijd, d.w.z. ook gedurende de reis van en naar de stageplaats. 7.12. Belangrijke regelingen. a. voor jonge leerlingen. * De TOG De TOG is de Tegemoetkoming Onderhoudskosten Gehandicapte kinderen. Deze bijdrage is bedoeld voor mensen die thuis een kind verzorgen dat blijvend of voorlopig blijvend gehandicapt is. U komt voor de TOG in aanmerking als u ouder of verzorger bent van een gehandicapt kind van ten minste 3 en ten hoogste 17 jaar. Het kind moet tot uw huishouden behoren. Als u wilt weten of u in aanmerking komt voor deze bijdrage kunt u de folder “informatie over de TOG” aanvragen bij de Sociale Verzekeringsbank, postbus 1100, 1180 BH Amstelveen. b. voor vso-leerlingen * Studiefinanciering In het schooljaar dat de leerling 18 jaar wordt kan hij/zij , drie maanden voor het 18e jaar, VO 18+ aanvragen. De studiefinanciering VO 18+ is voor alle leerlingen en niet inkomens afhankelijk.



* De Wajong De Wajong (wet arbeidsongeschikt-heidsvoorziening jong-gehandicapten) is per 1 januari 1998 in de plaats gekomen van de AWW-uitkering. Uiterlijk 13 weken na het bereiken van de 17-jarige leeftijd kan de uitkering aangevraagd worden bij het GAK. We adviseren om dit zo snel mogelijk te doen. * Dagcentra De procedure voor aanmelding loopt als volgt. Alle leerlingen verlaten de school op 20-jarige leeftijd, in sommige gevallen eerder. Bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd zal door de ouders, in samenwerking met de schoolmaatschappelijk werker, een dagcentrumindicatie aangevraagd moeten worden bij de Indicatiecommissie. De schoolmaatschappelijk werker zal, na overleg met het begeleidingsteam, contact met u opnemen om deze indicatieaanvraag te verzorgen. Als de indicatie afgegeven is dan zal de leerling op de wachtlijst voor dagcentra geplaatst worden. * Onder curatele / onder bewindstelling Verstandelijk gehandicapten vanaf 18 jaar die niet in staat zijn om hun eigen zaken te regelen (denk aan financiën, zakelijke regelingen, subsidies ed) kunnen onder curatele- of onder bewind worden gesteld. - onder curatele: de volwassene valt volledig onder verantwoording van een curator. - Onder bewind: de volwassene staat financieel onder toezicht van een derde. Het traject om onder curatele- of onder bewindstelling aan te vragen moet vroeg worden ingezet. Ze worden beide uitgesproken door de rechtbank. Op school is een folder aan te vragen. Samenvatting

- 3-17 jaar aanvraag TOG

- 17 jaar aanvraag Wajong uitkering

- 17½ jaar aanvraag studiefinanciering VO 18+

- 18½ jaar vervolg aanvraag studiefinanciering VO 18+

- 18 jaar aanvraag indicatie dagcentrum i.s.m. schoolmaatschappelijk werker of zorgconsulent



8 DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL. 8.1. Zorg voor relatie school en omgeving. We zijn in het kader van integratie een samenwerkingsproject gestart met de reguliere basisschool om te komen tot een "Tweelingschool". Tevens vervullen we een consultfunctie voor alle basisscholen, andere SO- en VSO-scholen en Kinderdagverblijven in Noord-Rotterdam. Ten aanzien van het autisme geldt dit voor heel Rotterdam. Er is een samenwerkingsverband met de Pameyer-Keerkring Stichting ten aanzien van de doorstroming naar de dagverblijven voor ouderen. Verder zijn er contacten met:

CED/PI (Centrum voor Educatieve Dienstverlening

SARR (Stichting Autisme Riagg Rotterdam)

MEE (Meeleven, meedenken, mee-doen)

Rijksuniversiteit van Leiden

PABO (opleiding voor leraren)

MDGO-SPW (opleiding voor o.a. klassenassistenten)

F.v.O. (Federatie voor Ouderverenigingen)

Andere ZML-scholen

WSNS. 8.2. Beleid m.b.t. specifieke doelgroepen Met de invoering van de wet LGF (leerlinggebonden financiering; “het rugzakje”) op 1 augustus 2003 is er sprake van een toestroom van een aantal specifieke soorten ZMLK-geïndiceerde leerlingen. Over de plaatsing en toeleiding van deze leerlingen zijn op REC-niveau afspraken gemaakt. De MG-geïndiceerden worden op de Tyltyl- en Mytylscholen ingeschreven. Voor de zgn. “zmolkers”, de leerlingen die extreem moeilijk gedrag vertonen of bijkomende psychiatrische problemen hebben, is de afdeling “intensieve begeleiding” gestart die gesitueerd is in de Schaepmanstraat. De ZMLK- geïndiceerde leerlingen met autisme worden waar mogelijk heterogeen geplaatst. Als dat niet mogelijk is, worden ze geplaatst in de locatie Schoolstraat, waar de autigroepen onderwijs krijgen. Omdat in de formatieberekening, gebaseerd op de nieuwe indicatiecriteria, geen rekening wordt gehouden met het gegeven dat kinderen met autisme in kleinere groepen moeten worden geplaatst om adequaat onderwijs te krijgen, worden alle kinderen met ASS toegelaten als reguliere ZMLK-leerling. Na toelating wordt gekeken of ze onderwijs kunnen volgen in een reguliere groep. Als dat niet kan, worden ze geplaatst in een zorggroep. Deze zorggroepen zijn een interne differentiatie en er kan nooit een beroep op een plek in een zorggroep worden gedaan bij aanmelding. 8.3. Ontwikkeling van de kwaliteit. De school hanteert een systeem voor zelfevaluatie gebaseerd op kwaliteitskaarten. De kwaliteit van de school wordt gemeten aan de hand van 20 vragenlijsten. Ieder van deze lijsten is dekkend voor datgene wat er op dit gebied als “de kwaliteit van de school” wordt beschouwd. De vragenlijsten zijn afkomstig uit het programma WMK, maar aangepast naar de situatie van onze eigen school. De kwaliteitsonderdelen waarnaar in de zelfevaluatie gekeken wordt:

1. Kwaliteitszorg 2. Leerstofaanbod 3. Leertijd 4. Pedagogisch handelen 5. Didactisch handelen



6. Zorg en begeleiding 7. Het schoolklimaat 8. Interne Communicatie 9. Contacten met ouders 10. Inzet van middelen 11. De schoolleiding 12. Levensbeschouwelijke identiteit 13. Stage en arbeidstoeleiding 14. Voorwaarden voor de zorg voor kwaliteit 15. Beleidsterrein ict 16. Integraal personeelsbeleid

De meting die in de zelfevaluatie wordt gedaan houdt in dat ieder teamlid zijn mening geeft over de bevraagde items. Dit gebeurt in een vierpuntsschaal. De meting gebeurt per locatie. Door het combineren van de gegevens krijgen we echter ook een beeld van de kwaliteit van de hele school. Op basis van de resultaten van deze zelfevaluatie wordt een grondige analyse gedaan van de gegevens die dit heeft opgeleverd. Op grond van deze evaluatie wordt aangegeven op welk gebieden de ontwikkelingsdoelen van de school worden geformuleerd. Jaarlijks wordt dit geëvalueerd en wordt er een nieuw schoolplan geformuleerd, rekening houdend met de meest recente gegevens. In het schoolplan 2009-2013 is in schema opgenomen, welke beleidsvoornemens de komende jaren uitgevoerd gaan voeren. Het schoolplan kan worden opgevraagd of gedownload van onze website (www.zmlk.nl). De school is constant bezig met het bewaken en verbeteren van de kwaliteit. Naar aanleiding van het laatste bezoek van de rijksinspectie wordt er in het schoolplan opgenomen hoe de zaken die als zeer goed worden beoordeeld ook geborgd kunnen worden in de school. Doel van kwaliteitsbeleid is dus tweeledig: het verbeteren van de punten die als minder goed worden beoordeeld maar ook het vasthouden, borgen en verder uitbouwen van de zaken die juist als positief worden ervaren.

http://www.zmlk.nl/



9. ALGEMEEN 9.1. Spreekuren: Indien u de leerkracht wilt spreken of een afspraak wil maken, dan kunt U bellen:

Tussen 8.45-9.00

Tussen 12.15-13.15

Op maandag-dinsdag-donderdag-vrijdag na 15.00.

Op woensdag na 12.30. Als U met de lokatieleiding of de directeur een gesprek wilt, maakt U dan een afspraak. 9.2. Schoolvervoer Bijna alle leerlingen gaan per taxi/busje naar school en weer naar huis. Voor informa-tie/afbellen/wijzigingen/problemen moet U zelf het taxibedrijf of de gemeente bellen. Voor Rotterdam is dat: LEERLINGZAKEN: 010-8914682 Voor de andere gemeenten heeft u thuis het telefoonnummer van de gemeente. Met de gemeente Rotterdam zijn de volgende afspraken gemaakt:

alle kinderen tot 12 jaar krijgen in principe aangepast vervoer, mits het kind niet binnen 3 km van de school woont.

Vanaf 12 jaar moet de school in samenwerking met de ouders ernaar streven om kinderen te trainen om zelfstandig met het openbaar vervoer te reizen.

Als de Commissie van Onderzoek aangeeft, dat dit nog niet mogelijk is voor het kind, krijgt het kind aangepast vervoer, maar de ouders moeten dan wel aangeven, dat zij hun kind niet kunnen begeleiden in het openbaar vervoer.

Leerlingen die zelfstandig kunnen reizen krijgen van de gemeente een abonnement voor het openbaar vervoer, eventueel ook voor een begeleider.

Openbaar vervoer. Indien U vaak met Uw kind van het openbaar vervoer gebruik maakt, dan kunt U op het CENTRAAL STATION ROTTERDAM een begeleidingskaart krijgen. Op vertoon van deze kaart hoeft U zelf geen plaatsbewijs te kopen, maar Uw kind wel. Deze regeling heeft niets met het schoolvervoer te maken. Dit geldt uitsluitend voor vervoer in Uw vrije tijd. 9.3. Overige zaken.

Gymkleding/zwemkleding Op maandag wordt in het so gezwommen en moeten de leerlingen zwemkleding meebrengen. De leerlingen krijgen twee keer per week gymnastiek. Wilt u uw kind gymkleding meegeven:

Gymschoenen (deze blijven op school);

korte broek en

T-shirt. De gymkleding gaat elke vakantie mee naar huis om te wassen. Wilt u het maandag weer meegeven. In het vso gaat de gymkleding elke vrijdag mee naar huis.



schriftjes/agenda's Iedere leerling van de St. Mattheusschool is in het bezit van een zgn. contactschriftje/ agenda. Hierin schrijft de klassenleerkracht wat er die dag of die week heeft plaatsgevonden, wat er gedaan of geleerd is, of wat er de volgende dag of week gaat gebeuren. Kortom, wat hij/zij vindt dat U omtrent Uw kind moet weten. Van de ouders wordt verwacht dat zij vanuit het gezin aan de leerkracht de informatie verstrekken die van belang is om zo goed mogelijk met uw kind te kunnen werken. Ook 's woensdags graag schriftje/agenda mee naar school geven. Verder kunt U als U daar behoefte aan heeft, altijd de directeur of leerkracht spreken. Maar om teleurstelling te voorkomen: maak eerst een afspraak met de school.

schoolkrant Onze schoolkrant verschijnt 3 à 4 keer per jaar. In deze krant willen wij U zo veel mogelijk op de hoogte houden van de dagelijkse gebeurtenissen en over de bijzonderheden van de St. Mattheusschool. U mag natuurlijk ook zelf een stukje in onze schoolkrant schrijven. Dat stellen wij erg op prijs!

Schooltandartsendienst Twee keer per jaar kunnen kinderen naar de schooltandarts. De gebitten worden dan nagekeken en eventueel behandeld. De tandarts behandelt alleen die kinderen, waarvan de ouders door middel van het invullen van een formulier toestemming hebben gegeven voor een regelmatige behandeling. De kinderen worden dan 2x per jaar op een dag met een busje opgehaald om met begeleiding naar het tandartsencentrum te gaan. Indien uw kind tussendoor klachten krijgt, dan kunt U altijd het tandartsencentrum bellen voor een afspraak. Bij dringende gevallen kan dit ook in het weekend.

Adoptieplan De school steunt direct een aantal projecten in het buitenland. De leerlingen nemen regelmatig € 0,50 mee en er worden projecten georganiseerd. Omdat het geld rechtstreeks wordt betaald gaan er geen bedragen verloren aan administratie ed. Als U een extra ondersteuning aan deze sympathieke doelen wilt geven, kunt U geld overmaken op giro 37133319 ten name van St. Mattheusschool, onder vermelding “Adoptieplan”. 10. SPONSORING De St. Mattheusschool is actief in het zoeken van sponsors. Als een sponsor wordt gezien “iemand, een bedrijf of een instelling die belangeloos en zonder tegenprestatie geld voor een van tevoren vastgesteld doel geeft”. Er is een aantal stichtingen dat regelmatig geld beschikbaar stelt voor projecten die een inhoudelijke achtergrond hebben. Het gaat veelal om projecten op het gebied van muziek, integratie, taal of projectonderwijs. De aanvraag wordt door de directie in samenspraak met teamleden gemaakt en ingediend. De besteding vindt plaats via de rekening van school. Iedere uitgave wordt verantwoord met een officiële factuur van het bedrijf dat de materialen levert. Tevens is er een stichting, de “Stichting School Ondersteuning” die zich sterk maakt om voor de school gelden in te zamelen. Deze stichting heeft een bestuur dat 2 maal per jaar bij elkaar komt. Alle uitgaven komen ten goede aan de school.



11. SLOTWOORD We hopen, dat u door het lezen van deze schoolgids een goede indruk hebt gekregen van de St. Mattheusschool, van onze ideeën en onze manier van werken. Als u meer informatie wilt, bent u altijd van harte welkom op school voor een gesprek of voor een rondleiding. Voor de ouders/verzorgers die hun kind al op de St. Mattheusschool hebben: ik hoop dat deze gids duidelijkheid geeft over waar we op school mee bezig zijn en wat de plannen voor het komende schooljaar zijn. Heeft u nog vragen/opmerkingen, dan kunt u altijd contact met de school opnemen. Vraagt u dan naar een van de ondergetekenden. Drs. G.J.M. Reinalda, Directeur. Dhr. L.P. van Troost Adjunct-directeur, Locatieleider Larikslaan Dhr. P.T.F. Gijtenbeek Adjunct-directeur Locatieleider Assendelftstraat Mevr. L. Rijsdijk Locatieleider Schoolstraat Dhr. A. van der Linde Locatieleider Schaepmanstraat Bijlagen: - model overeenkomst schoolbijdrage - verklaring afkortingen - Kalender



bijlage: model overeenkomst

Overeenkomst

Ondergetekenden melden aan voor toelating op de St. Mattheusschool:

Naam leerling:

Geboortedatum:

en komen overeen dat de vrijwillige ouderbijdrage, bestemd voor:

Schoolkamp;

Ouderraad

Excursies / Activiteiten betaald zal worden. De vrijwillige ouderbijdrage bedraagt: Voor SO leerlingen: € 140 Voor VSO leerlingen: € 150

Handtekening ouders:



AFKORTINGEN: ADV Arbeidsduur verkorting ASS Autisme spectrum stoornis Bao Basisonderwijs CED Centrum voor Educatieve Dienstverlening CIZ Centrum voor indicatie Zorg CVB Commissie van begeleiding CVI Commissie van Indicatiestelling DCO Dagcentrum voor Ouderen FvO Federatie voor Ouderverenigingen GZ Geestelijke gezondheid ICT Informatie en communicatie technologie KDC Kinderdagcentrum LG Lichamelijk gehandicapt LGF Leerling Gebonden Financiering LVS Leerling Volg Systeem LZ Langdurig ziek MEE Meeleven, meedenken, meedoen MG Meervoudig gehandicapt MKD Medisch kinderdagverblijf MR Medezeggenschapsraad OR Ouderraad PABO Pedagogische Academie Basisonderwijs REC Regionaal Expertise Centrum ROB Rotterdams Onderwijs Beleid SARR Stichting Autisme Riagg Rotterdam SBO Speciaal Basisonderwijs SLO Stichting Leerplan Ontwikkeling SO Speciaal Onderwijs SPW Sociaal Pedagogisch Werk TOG Tegemoetkoming Onderhoudskosten Gehandicapte kinderen TOS Toets van ontwikkeling sociale ontwikkeling VO Voortgezet Onderwijs VSO Voortgezet Speciaal Onderwijs WA Wettelijke aansprakelijkheid Wajong Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten WEC Wet op Expertise Centra WSNS Weer Samen Naar School ZMLK Zeer Moeilijk Lerende Kinderen

Schoolgids Sint Mattheusschool so/vso-zmlk schooljaar 2009 2010 · 2013. 3. 7. · Schoolgids Sint...

Documents

Transcript of Schoolgids Sint Mattheusschool so/vso-zmlk schooljaar 2009 2010 · 2013. 3. 7. · Schoolgids Sint...