Schoolgids augustus 2013
description
Transcript of Schoolgids augustus 2013
Schoolgids CBS De Meene
Daltonschool
2013-2014
Frans Halsstraat 25 7021 DL Zelhem.
Site: www.cbsdemeene.nl
Mail:[email protected]
Telefoon: 0314 – 622002
1
Inhoudsopgave
Een woord vooraf 2
Hoofdstuk 1: De school 3
Hoofdstuk 2: Het schoolconcept 5
Hoofdstuk 3: Kwaliteit en zorg 11
Hoofdstuk 4: Ouders en de Meene school. 22
Hoofdstuk 5: Praktische informatie 27
Hoofdstuk 6: Inschrijving van leerlingen 38
Hoofdstuk 7: Namen en adressen 39
2
Een woord vooraf.
Voor u ligt de informatiegids, “Meene-Echo”, 2012 – 2014 van de Meene School in
Zelhem. De Meene School is een onderdeel van Scholengroep GelderVeste. Met deze
gids willen we u graag informeren over onze school. Graag willen wij deze kennismaking
voort zetten op schoolavonden, huisbezoeken of een informatief schoolbezoek. Voor de
ouders die al kinderen bij ons op school hebben, geeft deze gids een beknopt overzicht
van alles wat er in en rondom de school plaatsvindt.
De Meene School is een Daltonschool. Wat het Daltononderwijs inhoudt, leest u in de
bijgevoegde Reader.
We werken er hard aan om goed onderwijs te verzorgen voor onze kinderen.
“Goed onderwijs” houdt in dat er een stevige basis gelegd wordt waarop de kinderen
kunnen bouwen aan hun verdere ontwikkeling in hun groei naar volwassenheid.
Door deze gids te lezen kunt u kennis nemen van de eigen sfeer en het karakter van
onze school. Onze school hanteert de kernwaarden van Dalton:
Vrijheid/Verantwoordelijkheid, Samenwerken en Zelfstandigheid.
Naast deze gids verschijnt elk jaar een “Meene-kalender” waarin alle activiteiten
vermeld staan door het hele jaar heen: vakanties, studiedagen, zwem- en gymroosters
enz.
Ook verschijnt er om de veertien dagen een “Meenedelingenbrief” met daarin de actuele
gebeurtenissen en wetenswaardigheden.
Deze schoolgids is er voor u.
Door deze gids te lezen komt u veel te weten over onze school. Over hoe we werken en
wat onze visie en missie is.
Het gaat erom dat uw kind op een school terecht komt, of al zit, waar het zich het
beste thuis voelt en waar het zich optimaal kan ontwikkelen. Misschien dat u, na het
lezen van deze gids, het gevoel heeft dat onze school de school is voor uw kind. We
nodigen u dan van harte uit om onze school eens te komen bezoeken.
Dan kunt u de sfeer proeven en kennis maken met de leerkrachten van de school.
Namens het team van de Meene school
Els Groot Roessink
Onderwijskundig leider.
3
1.De school. 1.1 De naam van de school.
De school is een voortzetting van een school die in 1931 in de buurtschap
“De Meene”, ten oosten van het dorp Zelhem werd gesticht.
Dat de school dezelfde naam heeft gehouden, is het gevolg van een bewuste keuze.
De naam betekent iets. De naam van de buurtschap “De Meene” herinnert aan vroeger
tijden. Buiten het dorp lag grond die gemeenschappelijk gebruikt werd. Bewoners van
het dorp hadden het recht om op deze “Meenegronden” ( vaak ook Markegronden
genoemd) vee te mogen inscharen, hooi te winnen, plaggen te steken, turf te graven of
hout te halen.
Gemeenschappelijk bezit en dus gemeenschappelijk werkterrein is ook op deze school
“De Meene” van toepassing.
1.2 Stichting GelderVeste.
Basisschool “ De Meene” is een christelijke school.
Onze school maakt deel uit van Scholengroep GelderVeste. Scholengroep GelderVeste
bestaat uit 20 op christelijk grondslag gefundeerde basisscholen in Oost-Gelderland. De
scholen zijn gevestigd in de gemeentes Berkelland, Bronckhorst, Brummen, Doetinchem,
Lochem en Zutphen. 275 leerkrachten en ander personeel zorgen ervoor dat 3000
leerlingen dagelijks les krijgen. Scholengroep GelderVeste heeft open christelijke
scholen. Alle kinderen zijn welkom en alle kinderen krijgen op school kennis van de
achtergrond van de christelijke traditie en verhalen, waarop de cultuur van ons land
gebouwd is. Het onderwijs op de scholen is erop gericht het beste uit ieder kind te
halen. Op de GelderVeste scholen streven we naar de ontwikkeling van kinderen tot
sterke, zelfstandige en sociale jonge mensen die hun eigen talenten hebben leren
ontdekken. De scholen variëren in grootte van 40 tot ruim 400 leerlingen. Sommige
GelderVeste-scholen liggen idyllisch in het Achterhoeks landschap, andere scholen zijn
stevig verankerd in een stadswijk. Samen vormen de scholen een sterk geheel met
eenheid van beleid op het gebied van onderwijskwaliteit,
veiligheid, personeel, financiën en medezeggenschap.
Verder laten we de verscheidenheid bloeien; elke school bepaalt het eigen
onderwijskundig beleid dat past bij de omgeving van de school en bij de ouders die hun
kinderen naar de school laten gaan. Elke school maakt zijn eigen pedagogische en
didactische keuzen en de invulling van het leerlingenzorgbeleid.
De kracht van een Scholengroep met de omvang van GelderVeste is dat kosten en kennis
makkelijk gedeeld kunnen worden. Verder geeft het meer mogelijkheden voor
investeringen, het professionaliseren van het personeel en voor mobiliteit van personeel
tussen de scholen. Alles met het doel personeel vitaal te houden voor zijn of haar taak.
De efficiency zorgt er ook voor dat het grootste deel van het geld dat het ministerie
beschikbaar stelt ten goede komt aan het onderwijs in de klas.
4
De eindverantwoordelijkheid voor de scholen die bij GelderVeste zijn aangesloten ligt
bij het College van Bestuur (CvB). De schoolleiding legt verantwoording af aan het CvB
op het terrein van onderwijskwaliteit, personeel en financiën. Het CvB legt
verantwoording of aan een Raad van Toezicht en de gemeenschappelijke
medezeggenschapsraad (GMR). Die gezonde spanning zorgt ervoor dat we met ons allen
de juiste keuzes blijven maken.
Vanaf het schooljaar 2012-2013 heeft elke school een onderwijskundig leider in plaats
van een directeur. De onderwijskundig leider zorgt er met het team van leerkrachten
voor dat de contacten met de ouders goed zijn, er goed onderwijs wordt gegeven en dat
voor ouders helder is waar de school voor staat. Financiën, beheer van het gebouw,
contacten met gemeente en andere instanties liggen bij een clusterdirecteur. Deze
directeur doet dat voor 5-9 scholen. De clusterdirecteur is er ook voor
verantwoordelijk dat kennis en kunde maximaal gedeeld wordt.
1.3 Situering.
De school ligt in de wijk “Schildersoord”, vlakbij het centrum van Zelhem.
De school is goed bereikbaar per fiets en auto. Veel kinderen in de omliggende wijken en
uit het buitengebied bezoeken onze school.
Het gebouw telt 9 lokalen. Verder beschikt de school over een ruime
gemeenschapsruimte waar veel activiteiten gehouden worden zoals creatieve
activiteiten en vieringen. Ook biedt de ruimte gelegenheid voor werkplekken. Daarnaast
zijn er nog ruimtes voor de directie, de intern begeleider, de ICTer en het personeel.
Rondom de school is een ruime speelplaats met verschillende speeltoestellen. Er is een
verdeling van het speelplein gemaakt. De groepen 1 tot en met 3 spelen op het kleine
plein, de groepen 4 tot en met 8 spelen op het grote plein.
Voor de gymnastieklessen kunnen we beschikken over de sporthal “ de Pol”, die naast de
school ligt. Alle groepen, ook de groepen 1 en 2, maken hier gebruik van.
De zwemlessen worden gegeven in zwembad “de Brink” op ongeveer 10 minuten lopen
verwijderd van school.
De Meene School is één van de drie scholen in Zelhem. Er zijn 2 christelijke scholen en 1
openbare school. Er is een goede onderlinge samenwerking.
1.4 De schoolgrootte.
De school wordt momenteel bezocht door 180 leerlingen.
De laatste jaren is er een lichte groei merkbaar.
De gemiddelde groepsgrootte is ongeveer 24 leerlingen.
Vanuit de formatie wordt er gewerkt met 8 groepen. Het team bestaat uit 14
leerkrachten. Hiervan werken er 2 fulltime en de andere leerkrachten werken parttime.
5
2. Het schoolconcept.
2.1 De missie van de school. Op de Meene School wordt als missie gebruikt:
“ ’t Is Meene’s op de Meeneschool”.
Dat betekent dat we doen wat we zeggen. We streven naar een veilig schoolklimaat
waardoor het leren bevorderd wordt. Leeractiviteiten zien wij als specifieke taak van de
school. Daarbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met verschillen tussen
kinderen in aanleg, tempo, leerstijl en motivatie.
2.2 De identiteit. De Meene School is een protestants christelijke basisschool die openstaat voor en
werkt met kinderen van alle gezindten. De identiteit van onze school vindt zijn
oorsprong in het geloof in God en in de bijbel. De bijbel, Jezus Christus is onze
inspiratiebron. We proberen met elkaar een sfeer te scheppen, waarin begrip voor
elkaar en rekening houden met elkaar centraal staat. We willen ons inzetten om kinderen
in aanraking te brengen met de Bijbelse boodschap en hen daarmee leren om anderen in
de samenleving tegemoet te treden. Zo willen we ruimte bieden aan ieder individu. Er is
ruimte en respect voor ieders inbreng.
We openen iedere dag met een Bijbelverhaal, een lied en een gebed. Hierbij maken wij
gebruik van een vastgesteld rooster in de methode “Trefwoord”. Een moderne methode
waarin steeds wordt geprobeerd een relatie te leggen met de actualiteit.
Het ontstaan van het Daltononderwijs.
2.3 Het Dalton onderwijs (Helen Parkhurst)
Helen Parkhurst werd geboren op 3 januari 1887 in Durand, Wisconsin. Van 1905 tot
1913 werkte zij op verschillende lagere scholen, maar in het jaar 1907 kreeg zij pas
haar lesbevoegdheid. In 1910 en 1911 werkte ze op school in Tacoma. In deze jaren
werkte ze haar ideeën uit over het moderniseren van het onderwijs ‘laboratory plan’. Dit
plan was bedoeld om de leerlingen al experimenterend te laten leren, veel te laten
samenwerken en waar de oudere leerlingen de jongeren les geven.
In 1914 gaat Helen naar Rome om een training te volgen bij Maria Montessori. In 1915
gaat Maria naar Californië, Helen wordt daar haar assistente. Tot 1918 was ze de
vertegenwoordiger van Maria Montessori, Helen zette een Montessori school op, maar
maakte zich gedeeltelijk los om haar eigen weg te kunnen gaan.
In 1919 is Helen haar eigen ideeën in praktijk gaan brengen op een school voor
lichamelijk gehandicapte jongens. In 1920 is ze gevraagd om haar methode ook in te
voeren in de Highschool voor jongens en meisjes in het stadje Dalton, omdat haar
methode zo goed uitpakte. De school heette Dalton Laboratory Plan.
In 1920 verscheen een artikel over haar plan. In Engeland waren ze ook erg enthousiast,
maar het woord ‘laboratory’ riep misverstanden op. Helen heeft haar plan toen het
6
Dalton Plan genoemd. Hierna heeft Helen haar eigen school “The Dalton School”
opgericht. Door haar grote succes is in 1939 een tweede school opgericht in New York.
In de oorlogsjaren raakte haar ideeën in het slop. Helen heeft er, in 1942, voor gekozen
om haar school uit handen te geven. Het Daltonplan is toen in de Verenigde Staten niet
doorgezet. Zij is nog verder gaan studeren op universiteiten in Rome en München en bij
Maria Montessori. In 1943 kreeg ze de Master of Arts titel van Yale University.
Haar Daltonplan was wel gewild in het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Japan. In 1952
kwam Helen naar Nederland waar zij benoemd werd tot Officier in de Orde van Oranje-
Nassau. In haar laatste jaren werkte Helen aan verschillende academies voor leraren als
organisator alwaar zij verantwoordelijk was voor het ontwerpen van
onderwijsprogramma’s. Ook maakte ze verschillende programma’s voor de radio, daarin
had ze enkele interviews met kinderen.
In 1973 stierf Helen Parkhurst. Ze wordt herinnerd als een van de grootste pedagogen.
Visie van de Meene School in het licht van Dalton.
Als christelijke school geven wij dagelijks aandacht aan de godsdienstige vorming
Respect hebben voor elkaar is de basis van ons onderwijs.
Leren door doen is een belangrijk aspect binnen onze school.
In ons onderwijs houden we rekening met de verschillen tussen leerlingen.
Wij geven leerlingen zorg op maat.
Leren doe je zelf, dat doet niemand anders voor je.
Leren doe je van en met elkaar.
Wij streven naar onderwijs dat betekenis heeft voor de leerlingen, de
leerkrachten en de samenleving.
Wij streven er dan ook naar dat onze leerlingen veel verantwoordelijkheid
krijgen om eigen keuzes te maken bij het uitzetten van hun leerweg.
Wij streven er ook naar dat onze leerlingen goed kunnen samenwerken in
verschillende situaties.
Wij streven er naar dat onze leerlingen zelfstandig hun werk kunnen
plannen en verwerken.
Het onderwijs op onze school heeft als motto meegekregen:
“ plezier op school geeft plezier in leren”.
7
De drie kernwaarden van Dalton uitgelicht.
Samenwerking: Het principe van samenwerken is een uitwerking en aansluiting voor en bij het
functioneren in de maatschappij.
Dit betekent voor ons dat leerlingen elkaar helpen door het stellen van vragen, het
samen zoeken naar een oplossing, elkaar suggesties geven en rekening houden met
elkaar. Het doel is:
- vergroten van het leereffect
- bevorderen van de sociale ontwikkeling.
Zelfstandigheid: Zelfstandigheid daar verstaan wij onder: het naar oplossingen zoeken, actief
zelfontdekkend bezig zijn en ontwikkelen van een eigen verantwoordelijkheidsgevoel
(zorg dragen voor elkaar, materialen en leeromgeving)
Deze manier van werken levert betere begripsvorming en denkstructuren op bij de
kinderen.
Op de Meene School krijgen de leerlingen hier de ruimte voor.
Vrijheid/verantwoordelijkheid: Vrijheid/verantwoordelijkheid is noodzakelijk om eigen keuzes te maken.
Verantwoordelijkheid betekent, kunnen omgaan met vrijheid.
Verantwoordelijk is de leerling ook door zelfstandig te kunnen werken aan zijn/haar
opgedragen/gekozen taak die vermeld staat op het weektaakformulier.
Vrijheid kenmerkt zich door het kiezen van een werkplek. De verantwoordelijkheid bij
de leerling ligt in het gebruik van de werkplek:
houden aan de afgesproken regels
het opruimen van de werkplek
het samenwerken op de werkplek.
8
Voordelen van Daltononderwijs. - Leerlingen, die met vrijheid en verantwoordelijkheid hebben leren omgaan,
kunnen efficiënt met hun tijd omgaan.
- Als kinderen zelf dingen kunnen ontdekken en uitzoeken, hoeven zij
minder tijd te luisteren en stil te zitten.
- Alle leerlingen zijn betrokken en actief bij een taak.
- Door een korte en effectieve instructie wordt de motivatie vergroot.
- De leerling leert te plannen omdat hij het werk zelf kan indelen.
- De leerling wordt gestimuleerd zelf initiatief te nemen.
- De leerling leert verantwoordelijkheid dragen.
- De relatie tussen leerkracht en leerling is belangrijk. Er is een relatie op basis
van vertrouwen en respect.
- De band tussen leerlingen onderling wordt hechter doordat ze vaker op elkaar
zijn aangewezen (samenwerking).
- Kinderen leren rekening houden met elkaar.
- Door het werken met de taak heeft de leerkracht meer tijd en ruimte om
leerlingen met individuele problemen te helpen.
Grenzen stellen. Kinderen moeten ruimte krijgen om zich te ontplooien. Dat wil niet zeggen dat een kind
alles zelf kan bepalen. Er worden wel degelijk grenzen gesteld.
Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid moeten kinderen geleerd worden in de jaren
dat ze bij ons op school zitten.
Kinderen wordt geleerd :
een verantwoorde keuze te maken in de volgorde van de taken.
samen te werken met andere kinderen.
de besteding en de verdeling van de tijd te organiseren.
welke hulpmiddelen of materialen ze nodig hebben.
een keuze te maken of het wel of geen instructie nodig heeft.
medeverantwoordelijk te zijn voor de eigen ontwikkeling.
verantwoordelijk te zijn voor eigen leerproces in dag- naar weektaak met de daarbij
behorende reflectie.
9
2.4. Het pedagogisch klimaat.
Hoe gaan wij met elkaar om? Het pedagogisch klimaat kenmerkt zich door een omgangssfeer waarbinnen iedereen,
kinderen, leerkrachten en ouders, zich veilig en geborgen voelen. Leerkrachten bieden
leerlingen veiligheid, liefde, waardering en respect door hen op deze manier te
benaderen. De samenwerking tussen kinderen onderling en tussen kinderen en
volwassenen spelen hierbij een belangrijke rol.
Door te leren samenwerken, wordt de onderlinge verbondenheid groter en leert men
rekening te houden met elkaar en elkaars gevoelens. Vooral het leren zich te verplaatsen
in elkaars gevoelens is een belangrijk doel om te komen tot een veilig, pedagogisch
klimaat. Kinderen moeten leren dat hun vrijheid eindigt, waar ze iemand anders in zijn
vrijheid belemmeren. Dit kun je alleen leren als je in staat bent om je in de gevoelens en
situaties van een ander te verplaatsen.
Verder vinden wij belangrijk:
Intensief en open contact.
Vrijheid onder eigen verantwoordelijkheid.
Echt luisteren naar elkaar.
Goed contact met ouders.
Aandacht voor elkaar.
Respect, verantwoordelijkheid en vertrouwen zorgen ervoor dat er een veilige en
prettige omgeving voor alle betrokken is.
Om deze manier willen we graag samenwerken met ouders, leerlingen en teamleden.
2.5.Actief Burgerschap.
Wat wordt er verstaan onder “Actief Burgerschap”? De bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een
actieve bijdrage aan te leveren of medeverantwoordelijkheid hiervoor te nemen.
Iedereen neemt actief deel aan de samenleving en ieder heeft een eigen inbreng. Ook
neemt iedereen zelf verantwoordelijkheid voor de inrichting en organisatie van hun
eigen leven. Dit kunnen we, ieder op eigen niveau, ook van kinderen vragen. Op school
proberen we dit besef bij te brengen.
10
Waarden en normen: Waarden zijn keuzes die van belang zijn in het leven.
Normen zijn afspraken in de samenleving, groepen of op school. We willen kinderen
ondersteunen in hun persoonlijke waarden/normen ontwikkeling.
Het streven is om kinderen een houding en vaardigheden bij te brengen die nodig zijn
om als democratisch burger mee te doen. Dit is de ontwikkeling van normen die in de
maatschappij gelden.
Wat bedoelen we als school en wat zijn de handelingen die er bij horen?
Dit komt tot uiting in onze godsdienst/levensbeschouwelijke lessen.
We hebben dit in de schoolvisie geformuleerd waar respect voor een ieder nog
eens benadrukt wordt.
We hebben daarvoor een pestprotocol opgesteld. De kinderen weten wat de
leefregels zijn.
Het ligt besloten in de lesmethoden.
Het voorbeeldgedrag van leerkrachten en directie.
In ons Dalton concept staat samenwerken, elkaar uitleggen en bevragen,
acceptatie van verschillen hoog in het vaandel.
Kinderen verantwoordelijkheid aanleren door het werken aan een weektaak,
coöperatief leren, schoolbrede projecten.
Zorg en respect voor wat anderen toekomt; rechtvaardigheid, eerlijkheid.
Zorg voor de omgeving waarin je woont, werkt, leert en speelt.
2.6 De organisatie van de school.
Samenstelling van het personeel: Op onze school werken 13 leerkrachten. Daarnaast wordt ons team versterkt met een
administratieve kracht, twee conciërges en een schoolschoonmaakster.
De onderwijskundig leider heeft een beperkte lesgevende taak, verder is zij belast met
de complete organisatie. De Intern Begeleider (IB-er) is naast een lesgevende taak
belast met de leerlingenzorg en de remedial teaching. Tevens beschikt de school over
een ICTer die voor het computernetwerk zorgt. De ICTer heeft eveneens een
lesgevende taak. Voor beide taken is er voor een achtervang gezorgd.
De samenstelling van de groepen: Wij streven ernaar om de groepen 3 tot en met 8 homogeen te groeperen, d.w.z. elk
leerjaar in een eigen ruimte, klaslokaal. Mocht het zo zijn dat er om organisatorische
redenen dit niet te realiseren is, dan zoeken we in dat geval naar de best mogelijke
oplossing.
We spreken van:
Onderbouwgroepen: de groepen 1 tot en met 3.
Middenbouwgroepen: de groepen 4 tot en met 6.
Bovenbouwgroepen: de groepen 7 en 8.
11
Kinderen blijven niet de hele dag in dezelfde ruimte. In ons Daltononderwijs geven wij
de kinderen de ruimte om een eigen werkplek te kiezen. Het werken kan op verschillende
plaatsen binnen ons gebouw. Na het geven van de instructie van de leerkracht mogen de
kinderen een plek kiezen. De leerkracht loopt hulprondes en geeft leerlingen extra
instructies in groepjes. Tevens houdt hij natuurlijk toezicht op de leerlingen. De
leerlingen weten de afspraken/ zijn verantwoordelijk, voor het werken buiten de groep.
Hoe de school het Dalton onderwijs gestalte
geeft, kunt u lezen in de Reader
Daltononderwijs van de Meene School. Deze
Reader wordt samen met de schoolgids aan
ouders overhandigd bij aanmelding van hun
kind.
3. Kwaliteit en zorg.
De kwaliteit van het onderwijs staat in het middelpunt van de belangstelling. Dat is een
prima ontwikkeling. Ouders kiezen vaak heel bewust een goede school voor hun kind. De
school probeert om het kind zoveel mogelijk bagage mee te geven.
De school probeert om het maximale uit het kind te halen. Om dat te bereiken zijn er
een aantal kwaliteitsindicatoren.
Kwaliteit wordt niet alleen gemeten uit toetsscores. Kwaliteit kenmerkt zich ook door
onze leef- en werkomgeving, de manier hoe wij met elkaar omgaan. Vandaar ons ook
motto: “plezier op school geeft plezier in leren”! Kwaliteit is dus meer dan alleen de
uitslagen van de toetsen.
De indicatoren zijn:
Een goed gestructureerde zorgstructuur.
Een uitgebreide en duidelijke zorgstructuur voor zowel leerlingen, ouders als
leerkrachten.
Een ervaren team.
Intern Begeleider( IB-er), Remedial Teacher (RT-er) en een onderwijskundig
leider die goed op de hoogte is.
Methodische toetsen
Het LOVS d.w.z.: het Leerling Onderwijs Volg Systeem. Dat zijn landelijk
genormeerde toetsen.
Contacten met externen: de IJsselgroep, GGD, Schoolmaatschappelijk Werk,
enz.
12
3.1 Toetsen. Omdat het onderwijs pas goed bij de individuele leerling kan aansluiten als diagnoses
plaatsvinden, worden de leerlingen regelmatig getoetst.
We onderscheiden daar de methode gebonden toetsen en de landelijk genormeerde
toetsen (CITO-LVS).
De methode gebonden toetsen worden op vaste tijden en of na afloop van bepaalde
onderwijsonderdelen afgenomen. Ook kan het zijn dat leerlingen geobserveerd worden.
De scores/uitkomsten worden door de leerkrachten bijgehouden.
Naast de diverse methode gebonden toetsen worden ook landelijk genormeerde toetsen
afgenomen. Dat wil zeggen dat de resultaten vergeleken worden met het niveau dat het
gemiddelde kind van dezelfde leeftijd en/of in dezelfde jaargroep heeft. Op onze
school gebruiken wij ook het leerlingvolgsysteem van CITO. Door middel van deze
toetsen wordt de ‘opbrengst van het leren” in een bepaalde periode in kaart gebracht.
Zo heeft de school een meetmoment. Zo kunnen we goed bepalen welke kinderen op het
juiste niveau zitten ( en of hoger) en welke kinderen op bepaalde onderdelen nog wat
extra aandacht nodig hebben en welke kinderen in aanmerking komen een apart
programma ( eigen leerlijn) of extra hulp. Die extra hulp kan ook geboden worden in nog
wat extra oefenstof.
De toetsen van het LVS worden afgenomen volgens een bepaald toetsrooster.
Signalering door middel van toetsen is niet de enige manier om de ontwikkeling van een
leerling te volgen. Observaties en leerling-besprekingen door het team zijn zeker net zo
belangrijk. De uitkomsten komen in het zogenaamde leerlingvolgsysteem te staan dat
wordt bijgehouden door de intern begeleider.
De resultaten van de methode gebonden toetsen worden bijgehouden in een rapport. De
leerling krijgt 2x per jaar een rapport. De resultaten van enkele toetsen komen ook in
het rapport te staan. Deze worden door de leerkrachten tijdens de 10 – minuten –
gesprekken met u besproken. U kunt dan ook zelf de score vergelijken met eerder
gemaakte toetsen.
Aan het eind van groep 6 en 7 wordt de Entreetoets afgenomen.
Hierdoor krijgen we, als school, een goed beeld of er individueel of op groepsniveau nog
extra aandacht aan bepaalde onderdelen moet worden besteed.
In groep 8 wordt de CITO – Eindtoets afgenomen. De uitslag van deze toets dient een
bevestiging te geven van het al eerder vastgestelde uitstroomniveau van de leerling.
De drempeltoets. Met de drempeltoets willen we graag nog een completer beeld schetsen van een kind.
Die mogelijkheid vinden wij in deze toets. Deze toets wordt in november afgenomen.
De drempeltoets probeert een indruk te geven van de taalvaardigheid en het
redeneervermogen van de leerling. Er wordt onderscheid gemaakt tussen
verbaal / theoretisch / (kennis van begrippen, zinsconstructies en betekenissen) en
wiskundige/praktisch ( ruimtelijk voorstellingsvermogen, het rekenkundig
redeneervermogen en het redeneervermogen met figuren).
13
Om na te gaan hoe de leerling het leren ervaart en er tegenaan kijkt, moet hij/zij
vragen beantwoorden over zaken die met school en leren te maken hebben.
We kunnen daaruit afleiden hoe het zit met de leermotivatie, zelfvertrouwen en het
doorzettingsvermogen.
Uiteindelijk ontstaat er een profiel waarbij aangegeven wordt welk schooltype voor
voortgezet onderwijs bij de leerling past.
We denken op deze wijze meer recht te doen aan de kinderen en naar het voortgezet
onderwijs een completer beeld van onze leerlingen te kunnen schetsen.
De CITO Eindtoets. De CITO Eindtoets vormt de afsluiting van het leerlingvolgsysteem. De Eindtoets geeft
ook een indicatie van de leeropbrengst van onze school.
Op basis van de gegevens van het dagelijks presteren ( het rapport), de
leerlingvolgsysteemtoetsen, de Entree Toets, de drempeltoets samen met de Cito toets
en het advies van het team, kan de school een advies geven over het niveau wat het kind
kan gaan volgen op het voortgezet onderwijs. Dit advies, een voorlopig advies, wordt
altijd gegeven voordat de score bekend is van de Eindtoets.
Deze score is niet altijd van doorslaggevende aard, maar speelt wel terdege mee!
Ook de school krijgt een score n.l. het schoolrapport. Deze schoolscore is gebaseerd op
de resultaten van alle kinderen die aan de toets hebben deelgenomen. Met deze score
kun je zien hoe de school gescoord heeft ten opzichte van alle scholen die hebben
deelgenomen. Deze meting is een middel voor de school om te evalueren of er bij de
verschillende onderdelen een extra programma moet worden ingezet ( denk aan
werkwoordspelling). Is er een grote uitval op een bepaald onderdeel in ons onderwijs,
gaan wij als team bekijken of de gebruikte methode wel voldoende aan bod gekomen is
of dat er een andere methode moet worden aangeschaft. Zo blijft de school actief
bezig met de kwaliteit van onderwijs.
3.2. Opbrengsten en VO-advisering.
De school moet voldoen aan het landelijk gemiddelde.
Uitstroom.
2011 – 2012
BB / LWOO 4 leerlingen BB is Basis beroeps onderwijs
LWOO leerwegondersteunend
onderwijs
KB 7 leerlingen KB is Kaderberoepsonderwijs
TL 4 leerlingen TL is Theoretische Leerweg
HAVO 10 leerlingen HAVO is Hoger Algemeen Vormend
Onderwijs
Schooljaar 2009-2010 2010 - 2011 2011 - 2012
Score 534.9 534.9 535.0
Landelijk
gemiddelde
534.0
534.0
535.0
14
VWO 4 leerlingen VWO is voorgezet wetenschappelijk
onderwijs
TTO 0 leerlingen TTO is Tweetalig onderwijs.
AOC 1 leerling Groen Lyceum
3.3. Oudergesprekken en het rapport. Als u behoefte heeft aan een gesprek, is dat altijd mogelijk( zie koffie-uurtje).
Ook als wij het belangrijk vinden om u te spreken, nemen wij contact met u op.
Daarnaast krijgen leerlingen 2x per jaar een rapport, in februari/maart en aan het eind
van het schooljaar. In het rapport worden de vorderingen van het kind vermeld. Aan dit
rapport is een 10-minuten gesprek gekoppeld. Vooraf aan dit gesprek gaat het rapport
met het kind naar huis. U krijgt een uitnodiging van de leerkracht op een bepaalde avond
en tijd. Er is een gezamenlijke avond waarop de broertjes en zusjes besproken worden.
Voor de leerlingen er die geen broertje of zusje op school hebben, wordt een andere
avond gepland. Mocht u, of de leerkracht, behoefte hebben aan een langer gesprek dan
wordt er een andere afspraak gemaakt. Tijdens de 10 minuten gesprekken heeft u ook
inzage in het leerlingvolgsysteem. De resultaten worden met de leerkracht besproken.
3.3.1 Informatie naar gezinnen met gescheiden ouders. Binnen onze school hebben we als team afspraken gemaakt over de
informatievoorziening naar gezinnen met gescheiden ouders, zodat ouders, kinderen en
andere betrokkenen weten wat zij van school in dit opzicht kunnen verwachten.
Wanneer ouders scheiden, is de ouder bij wie het kind woont, het aanspreekpunt voor de
school. Bij co-ouderschap maken de ouders de keuze wie het aanspreekpunt is. We gaan
ervan uit dat de desbetreffende ouder de verkregen informatie doorspeelt aan de
andere ouder. Overigens is dit wettelijk verplicht. Voor de leerkracht is alleen de ouder
bij wie het kind woont de gesprekspartner. Natuurlijk zijn beide ouders samen van harte
welkom op ouderavonden. De leerkracht zal echter niet tweemaal een
ouderavondgesprek voeren n.a.v. een rapport. Wanneer er tussen beide ouders geen
communicatie mogelijk is, kan met dit kenbaar maken aan de leerkracht of
onderwijskundig leider van de school. Deze stuurt de andere ouder op verzoek een kopie
van het rapport en desgewenst de contact-nieuwsbladen. ( die tevens op de website
vermeldt staan van de school). Vragen naar aanleiding van de ontvangen informatie
kunnen voorgelegd worden aan de onderwijskundig leider.
3.4 Dossier. Van iedere leerling worden gegevens bijgehouden. Het betreft hier verslagen van
gesprekken over uw kind, toets-uitslagen en onderzoekgegevens. De intern begeleider
beheert deze gegevens. Het dossier is vertrouwelijk, maar uiteraard voor u of een
leerkracht toegankelijk.
15
3.5 Doorspreken van leerlingen. De intern begeleider coördineert de zorg op de Meene School en regelt dat de zorg
voor een kind, met name door de eigen leerkracht, zo optimaal mogelijk wordt
uitgevoerd. De leerkracht geeft de zorg in klas. De leerkracht bespreekt regelmatig de
leerlingen door van zijn of haar groep. Deze besprekingen worden vastgelegd in een
verslag. Dit verslag gaan in het leerlingendossier. Leerlingen die extra zorg nodig
hebben, worden, afhankelijk van de problemen, meerdere malen in het jaar besproken.
Ouders worden uiteraard op de hoogte gebracht van de problemen van het kind. Als de
problemen groot zijn, worden de ouders uitgenodigd om bij het gesprek aanwezig te
zijn. Dan wordt er een zorgroute ingesteld. Aan het eind van een schooljaar worden de
leerlingen die van leerkracht veranderen, besproken met de toekomstige leerkracht.
3.6 De begeleiding naar het voortgezet onderwijs (VO). De voorbereiding op de overgang naar het voorgezet onderwijs begint eigenlijk al in
groep 7. Eind mei nemen we bij deze leerlingen de Entree Toets van CITO af. Doel
hiervan is na te gaan hoe elke leerling er voorstaat en of er hier en daar wat hiaten in de
kennis van de leerstof zijn ontstaan. Met deze kennis vanuit deze toets maken wij een
plan van aanpak voor hoe er in groep 8 gewerkt gaat worden.
Tevens wordt er aan het eind van groep 7 als de uitslag van de Entree Toets bekend is
een ouderavond gehouden. Op deze avond zal de procedure rondom het advies naar het
VO uitgelegd worden. Ouders krijgen daar een overzicht van.
In november is er een speciale avond voor ouders en leerlingen van groep 8.
Op deze avond zijn er enkele scholen van het VO aanwezig en geven informatie over hun
school. In december zal er door de school een voorlopig advies gegeven worden. Dit
advies wordt bepaald vanuit de gegevens van het leerlingvolgsysteem, de Entree Toets,
de drempeltoets en het advies van het team. Werkhouding en motivatie spelen hierbij
natuurlijk ook een belangrijke rol.
In januari en februari zijn ouders en leerlingen welkom op de open dagen die het VO
organiseert. Ook worden leerlingen uitgenodigd om de scholen te bezoeken en lessen te
volgen die in het komende jaar gegeven zullen worden.
Als het goed is, is de uitslag van de Eindtoets een bevestiging van het advies.
Eind maart is er een gesprek met ouders/leerlingen over het rapport en het eindadvies.
De scholen voor VO ontvangen van ons de informatie over de leerling. Is het advies en
de score van dien aard dat de school voor VO nog aanvullende gegevens nodig heeft dan
zal er een test plaatsvinden of alsnog een gesprek met ouders/school. De uitslag van de
test heeft een verplichtend karakter.
Voor kinderen die moeite hebben met de leerstof, op wat voor gronden dan ook, kan een
toets aangevraagd worden voor het LWOO ( leerweg ondersteunend onderwijs.) De
toets wordt afgenomen op een van de scholen voor VO.
De ouders melden het kind zelf aan bij de school voor VO.
Aan het eind van het schooljaar maken de leerlingen kennis op de school voor VO.
Van de kinderen die onze school verlaten, krijgen wij nog 4 jaar de informatie over de
vorderingen. In het eerste jaar na vertrek is er een mondeling overleg tussen de
basisschool en het VO.
16
3.7 De zorg rondom een leerling. Een belangrijk fundament van ons onderwijs zoeken wij in het pedagogisch klimaat van
de school. Wij streven ernaar dat een kind zich prettig voelt op school. Dit is een goede
basis om te komen tot leerprestaties. Als een kind zich prettig en veilig voelt, zal het
zich goed kunnen ontwikkelen. Onderwijskundig willen wij een school zijn die oog heeft
voor de ontwikkeling van ieder individu. Alle kinderen zijn verschillend dus ontwikkelen
kinderen zich ook verschillend. Het kan dus voorkomen dat uw kind speciale zorg nodig
heeft. Dit kan komen omdat uw kind zich een periode niet prettig voelt op school; niet
goed in zijn vel zit, omdat rekenen of taal niet lukt of omdat het kind veel sneller kan
dan andere kinderen. Voor deze zorg rondom een leerling is de interne begeleiding
verantwoordelijk. De intern begeleider coördineert zorg in de vorm van begeleiding,
bewaking van het proces en het zoeken naar andere mogelijkheden om tot leren te
komen. De zorgleerlingen worden met de intern begeleider samen met de leerkracht
besproken. De leerkracht meldt het kind in een vroeg stadium aan bij de intern
begeleider. Er vindt een gesprek plaats waarbij de leerkracht het probleem schetst en
de intern begeleider alle gegevens bekijkt. Samen bepalen zij welke stappen er genomen
moeten worden. Dit kan zijn door het aanbieden van extra of aangepaste oefenstof op
school en / of oefenstof thuis. In dit stadium neemt de leerkracht contact op met de
ouders omdat het zeer belangrijk is dat de ouders op de hoogte zijn van de
leerproblemen van hun kind. Deze extra hulp wordt vastgelegd in een handelingsplan. Dit
plan wordt ondertekend door de ouders. Na 8 weken is er weer een overleg met de
ouders. In dit gesprek wordt uitgelegd hoe de weken zijn verlopen. Mochten de
problemen nog niet zijn “opgelost” dan wordt het handelingsplan verlengd. Dit wordt in
de evaluatie van het gesprek vastgelegd.
3.8 De specifieke zorg rondom een leerling. Ondanks alle inspanningen van de basisschool kan het toch voorkomen dat er
onvoldoende resultaat is. In dat geval wordt er een leerlingenbespreking gehouden over
de betreffende leerling. Er kunnen dan door het team een aantal keuzes gemaakt
worden voor het vervolgtraject. Dit is altijd in samenspraak met de ouders.
De volgende mogelijkheden worden dan bekeken:
Een jaar doubleren/zittenblijven. In onze groepen zal zoveel mogelijk worden gelet
op de mogelijkheden van het kind zelf en minder op de leerstof. Zittenblijven zal
dan ook alleen worden overwogen, wanneer de ontwikkeling van het kind in gevaar
dreigt te komen, bijvoorbeeld: bij langdurige ziektes, bijzondere huiselijke
omstandigheden, hiaten in de leerstof of onoverkoombare sociaal - emotionele
problemen. Het moet in ieder geval een meerwaarde hebben voor het kind. Ouders
worden hierbij gezien als belangrijke partner in het overleg. Mocht men ondanks
zorgvuldig overleg niet tot een eensluidend oordeel komen, dan neemt de directeur,
na alle argumenten te hebben gehoord, de uiteindelijke beslissing in welke groep
een kind wordt geplaatst.
het inschakelen van de leerlingbegeleider van Iselinge Educatieve Faculteit, met
het verzoek een gespecialiseerd onderzoek te verrichten.
17
het aanvragen van ambulante hulp aan het zorgplatform. Via het WSNS - project
(Weer Samen Naar School) is het mogelijk om begeleiding te krijgen van
deskundige leerkrachten van een school voor speciaal basisonderwijs.
ook is het mogelijk om te kijken of het kind in aanmerking komt voor een rugzakje.
Dat betekent dat het kind met extra hulp en geld op de basisschool kan blijven.
Hiervoor wordt een handelingsplan opgesteld samen met de ouders, leerkracht en
een ambulant begeleider.
Op de Meeneschool werken we volgens onderstaande zorgstructuur:
Niveau: Omschrijving: Verantwoordelijken:
1
Handelingsgericht
werken door de leraar
School: leraar
2 Overleg met collega’s
School: team
3 Overleg met IB-er School: leraar en IB-er
4
Schoolnabije zorg
School+ Zorgteam
consultatie orthopedagoog,
PAB vanuit SWV/SO
5
Boven schoolse zorg OnderwijszorgLoket
(PCL, Zorgteam Plus)
6
Speciale onderwijsvoorziening
SBO / SO of rugzak
Met ingang van het nieuwe schooljaar moet het OZL (onderwijszorgloket) worden
geraadpleegd voor de aanvraag van een indicatie voor cluster 2, 3 en 4. Daar wordt
bepaald in hoeverre de zorg die de leerling nodig heeft aanwezig is binnen het SWV. Is
dit niet het geval dan geeft het OZL de zogenaamde verklaring ontoereikende zorg af
die nodig is voor het aanvragen van een clusterindicatie. De werkwijze voor het
aanvragen van een SBO-plaatsing verandert niet.
Om tijdens een OZL-bespreking tot een goed en gedragen besluit te kunnen komen is de
aanwezigheid van de school een belangrijke voorwaarde en de aanwezigheid van ouders
zeer wenselijk. Terugblikkend op het afgelopen schooljaar waren bij bijna alle
besprekingen zowel school als ouders aanwezig. Omdat we het een belangrijk
uitgangspunt vinden willen we dit verstevigen. Dit betekent dat in het vervolg een
bespreking alleen plaats vindt als de school erbij aanwezig is. Ouders krijgen een
uitnodiging voor de bespreking daar waar ze voorheen konden aangeven wel / niet
aanwezig te willen zijn.
18
3.9 Passend Onderwijs. Het bevorderen van de integratie van gehandicapten in de samenleving is al jaren een
belangrijk onderwerp. Ook in het onderwijs gaat dit nu een rol spelen. Vanaf 1 augustus
2003 kunnen ouders van een kind met een handicap bij een Commissie van Indicatie
(CvI) van een van de vier Regionale Expertise Centra (REC’s) een leerling-gebonden
budget aanvragen.
Als dit budget is toegekend, kunnen ouders kiezen uit meerdere mogelijkheden:
- Zij kunnen hun kind aanmelden bij een school voor speciaal onderwijs, gericht op
het onderwijs aan kinderen met die speciale handicap, bv. een school voor
slechtzienden.
- Zij kunnen er ook voor kiezen om toelating te verzoeken tot een gewone
basisschool of een school voor speciaal basisonderwijs.
Ook onze school heeft een stappenplan ontwikkeld om over de toelating van een kind
met een handicap in overleg met de ouders en overig betrokken instanties een
verantwoord besluit te kunnen nemen. Kernvraag daarbij zal steeds zijn of wij als
reguliere basisschool het kind die hulp kunnen bieden die het nodig heeft. Is het
antwoord daarop positief dan zal een duidelijk handelingsplan de basis moeten vormen
voor de juiste zorg op maat voor dit kind. De stappen om te komen tot een verantwoorde
toelating maar ook die nodig zijn voor het opstellen van een handelingsplan zijn
vastgelegd in een beleidsdocument dat op school aanwezig is. Is het antwoord negatief
dan is de school verplicht om samen met de ouders de school te zoeken die bij het kind
past en het kind die hulp te geven waarom het vraagt.
3.10 Onderwijsbegeleiding aan zieke leerlingen. In de wet ”Ondersteuning Onderwijs aan Zieke Leerlingen” van 1999 is nog eens
duidelijk aangegeven dat ook zieke leerlingen recht hebben op onderwijs.
Voor kinderen of jongeren die in een ziekenhuis zijn opgenomen – of ziek thuis zijn – is
het belangrijk dat het gewone leven zo veel mogelijk door gaat. Onderwijs hoort daar
zeker bij.
Onderwijs aan zieke leerlingen is o.a. om de volgende redenen van belang:
Het leerproces wordt voortgezet ( een onnodige leerachterstand wordt zo veel
mogelijk voorkomen).
De zieke leerling houdt een belangrijke verbinding met de buitenwereld (regelmatig
sociale contacten).
Ook tijdens een ziekteperiode van een leerling blijft de eigen school verantwoordelijk
voor het onderwijs aan die leerling. De leerkrachten staan er echter niet alleen voor. Zij
kunnen voor deze onderwijsbegeleiding aan de zieke leerling een beroep doen op de
ondersteuning van een Consulent Onderwijs aan Zieke Leerlingen (COZL). De leerkracht
van de school en de consulent maken in overleg met de ouders van de leerling afspraken
over de inhoud van de ondersteuning. Het accent kan daarbij liggen op begeleiding en
advisering, maar ook kan een deel van het onderwijsprogramma van school worden
overgenomen. Het belang van de zieke leerling wordt daarbij steeds als uitgangspunt
genomen. Aanmelden voor deze vorm van onderwijsbegeleiding kan door de ouders of de
school. Voorafgaand overleg is daarbij wel aan te bevelen.
19
3.11 Zorg voor meer- en hoogbegaafde leerlingen.
Plusklas/kangoeroegroep. Ook voor deze leerlingen is extra zorg. Deze kinderen zijn op een aantal gebieden hun
leeftijdgenootjes vooruit en worden niet meer voldoende uitgedaagd.
De school beschikt over materialen / methoden voor deze kinderen.
De school kiest er niet voor om het kind een groep over te laten slaan. Wij zoeken het
meer in het verrijken en of verdiepen van de stof. Binnen ons onderwijs in een groep
kunnen we de kinderen nog voldoende uitdagen in het verdiepen van leerstof.
De Meene School heeft zich aangesloten, met andere scholen uit de omgeving, bij het
Plusproject van het Ulenhof en het Ludger College. Een aantal leerlingen uit groep 8
mogen meedoen aan projecten op deze scholen voor VO. Zij krijgen les in bijvoorbeeld:
Sterrenkunde, klassieke talen, beeldende vorming en Engels.
Zij moeten voldoen aan bepaalde scores: een A score op rekenen en begrijpend lezen.
Dit worden de inzichtelijke vakken genoemd.
Uit de groepen 5 tot en met 8 komen de kinderen die bovengenoemde scores hebben bij
elkaar in een kangoeroegroep. Zij komen twee keer een periode van 8x bij elkaar in de
hal van de school. Deze leerlingen mogen zelf een leervraag stellen of worden
uitgedaagd in o.a. techniek, computergebruik, schaken en het maken van projecten.
3.12. Leefregels: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig voelen, zodat zij zich
optimaal kunnen ontwikkelen.
Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen en volwassenen, als
er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en
afspraken.
Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen stellen we alle kinderen in
de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan!
Hoe willen we daar mee omgaan? Op school willen we regelmatig een onderwerp in de kring aan de orde stellen.
Onderwerpen als veiligheid, omgaan met elkaar, rollen in een groep, aanpak van ruzies
etc. kunnen aan de orde komen.
Andere werkvormen zijn ook denkbaar zoals: spreekbeurten, rollenspellen, regels met
elkaar afspreken over omgaan met elkaar en groepsopdrachten. Het voorbeeld van de
leerkrachten (en thuis de ouders) is van groot belang. Er zal minder gepest worden in
een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar waar verschillen
worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost maar uitgesproken.
Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en de leerlingen wordt niet geaccepteerd.
Leerkrachten horen duidelijk stelling te nemen tegen dergelijke gedragingen.
Een effectieve methode om pesten te stoppen of binnen de perken te houden, is het
afspreken van regels voor de leerlingen.
20
Thema’s van deze gesprekken zijn: Niemand uitschelden
Niet direct klaar staan met een oordeel
Niemand buitensluiten
Elkaar nemen zoals je bent
Van elkaars spullen afblijven
Luisteren naar elkaar
Niet met z’n allen iemand uitlachen
Niet roddelen over elkaar
Houd je handen thuis
Geen negatieve opmerkringen maken over elkaars uiterlijk
Elkaar niet bedreigen
Hieruit zijn de leefregels ontwikkeld n.l.:
1. We zorgen ervoor dat iedereen zich veilig voelt op onze school.
2. We vertrouwen elkaar en respecteren elkaar.
3. Ik behandel jou zoals ik zelf ook graag behandeld wil worden.
4. Ik maak goed duidelijk ( stop hou op) wat ik wel of juist niet wil.
5. Ik leer met en van jou.
6. Ik zorg ervoor dat jij geen last hebt van mijn gedrag (en ik blijf van jou af)
7. We zorgen dat onze werkplek, onze klas en onze school er netjes uitzien.
8. Ik ga zorgvuldig met materialen om.
9. We zijn zuinig op onze spullen en op de spullen van een ander.
10. We ruimen alles netjes op
Deze leefregels hangen zichtbaar op verschillende plekken in de school.
Aan het begin van elk jaar wordt deze leefregels nog eens onder de aandacht van de
kinderen gebracht.
In elke groep wordt dit op hun eigen niveau aangeboden.
In de onderbouw worden deze regels aangeleerd met het 4-stappenplan n.l.:
1. Zeggen dat je het niet wilt.
2. Stop. Hou op!
3. Stop. Anders ga ik naar de leerkracht.
4. Naar de leerkracht gaan.
21
3.13 Onderzoek door de schoolarts. De leerlingen van groep 2 en 7 krijgen een Preventief Gezondheids Onderzoek
aangeboden. Hiervoor ontvangen alle leerlingen uit die groep een uitnodiging. De
onderzoeken worden verricht door de jeugdarts samen met een jeugdverpleegkundige.
Deze onderzoeken vinden op school plaats.
3.14. Logopedie op school. Elk jaar komt de logopedist bij ons op school. De logopedist houdt zich bezig met
aspecten die nodig zijn voor een goede communicatie: taal, spraak, stem, mondgedrag en
gehoor. Een goede taal- en spraakontwikkeling is ook een belangrijke basis voor het
leerproces.
Soms verloopt de taal- en of spraakontwikkeling niet geheel vanzelf. Problemen die
kunnen voorkomen zijn o.a.:
Vertraging in de taalontwikkeling.
Het niet of verkeerd uitspreken van klanken.
Moeite met nauwkeurig luisteren naar klanken, woorden en zinnen.
Broddelen
Stemgebruik
Mond-ademen, duimzuigen en of speen-zuigen
Als ouders, leerkrachten twijfelen over de taal of spraak van het kind dan is het
mogelijk om een afspraak te maken met de logopedist. Dit geldt voor alle leerlingen op
school.
Als uit het onderzoek blijkt dat er iets aan de hand is, overlegt de logopedist met de
ouders en de leerkracht. Dan wordt er gezamenlijk gezocht naar mogelijkheden:
Nog een extra controle op korte of lange termijn.
Adviezen voor de ouders en de leerkracht.
Verwijzing naar een logopedist in het dorp of elders.
( er wordt geen logopedie op school gegeven, het is alleen een screening)
22
4. Ouders en de Meene School.
Voor ons als school is een veilig werk- leef- en leerklimaat de basis. Samen met ouders,
leerlingen en teamleden bouwen we aan de school. Samen maken we er een goede school
van: een plek waar je graag en veilig werkt, speelt en contacten legt. Samen delen we de
mooie en spannende momenten. Soms zijn er zaken die niet zo gaan zoals u misschien
verwacht had. Ook dan hopen we dat u dat met ons bespreekt.
4.1 Communicatie. Als school vinden we het belangrijk dat de ouders en school op een lijn zitten. Daarvoor
is een goede communicatie van groot belang.
De communicatie kan op verschillende manieren plaatsvinden:
Individuele contacten. We zijn met elkaar verantwoordelijk voor de ontwikkeling
van het kind. Op het moment dat het met uw kind minder goed gaat, is het belangrijk
dat we het probleem aanpakken. Het initiatief kan bij u liggen als ouders/verzorgers
maar kan ook bij school liggen. Samen zijn we verantwoordelijk voor een goede werk-
en leefomgeving. Het is goed om elkaar aan te spreken als er zaken onduidelijk zijn.
Wij spreken over puzzels bij problemen. Het is voor een school ook goed om de
goede dingen eens tegen elkaar uit te spreken. Dat noemen wij de parels. Als school
hebben wij de regel dat ouders eerst de problemen neerleggen daar waar ze
ontstaan zijn. Mochten de problemen zo groot zijn dat ze niet opgelost worden naar
uw zin, dan kunt u terecht bij de directie. Wij houden van een open, eerlijke en
respectvolle houding naar elkaar. Op de Meene School houden we rekening met
elkaar. Als mogelijkheid om het een en ander te bespreken, kunt u terecht op het
koffie-uurtje. Deze mogelijkheid is altijd op de eerste maandag van de maand van
11.15 – 12.00 uur. Het is goed om even een afspraak te maken.
Informatieavond: Aan het begin van het schooljaar is er een informatieavond voor
alle ouders. Op deze avond wordt informatie gegeven over het onderwijs dat uw kind
krijgt in een bepaalde groep. In de Meene-Echo staan de data vermeld welke groep
op welke avond de informatie krijgt.
10 minutengesprekken: in de loop van het jaar zijn er een aantal avonden waarop
de ouders met de betreffende leerkracht kunnen praten over de ontwikkelingen van
hun kind(eren). Deze 10 minutenavonden worden gehouden in het najaar en in het
voorjaar. Aan het eind van het cursusjaar ontvangt uw kind ook een rapport. Mocht u
dan ook een gesprek willen, dan kunt u dit gesprek aanvragen.
Algemene ouderavond: elk jaar worden er ouderavonden gehouden. Er worden dan
ouderavonden georganiseerd met een bepaald thema. Ook is er een ouderavond met
een activiteit die vanuit school georganiseerd wordt
voor het hele gezin.
Klankbordgroep: Ouders worden in de gelegenheid om samen met het team een
onderwerp te bespreken. De klankbordgroep is een groep ouders die als luisterend
oor fungeert of aangeeft wat er leeft binnen de oudergroep. Het onderwerp wordt
nader bepaald.
23
“Meenedelingen”: Dit is de nieuwsbrief die 1x in de veertiendagen uitkomt. Deze
wordt per mail verstuurd naar de ouders. Mochten ouders geen mail hebben dan
wordt de nieuwsbrief aan het oudste kind meegegeven.
Schoolkrant: drie keer per jaar komt de schoolkrant “ t Is Meenes” uit waarin
informatie van Ouderraad, MR, Stichting Steun en directie staat. Ook verhalen van
kinderen zijn opgenomen voor ouders en leerlingen. Deze schoolkrant wordt
samengesteld door de redactie van de schoolkrant bestaande uit enkele ouders en
leerkrachten.
Schoolgids en Meene-Echo: de informatiegids en de jaarkalender ontvangt u aan
het begin van het nieuwe schooljaar. Hier staat actuele informatie in over
schoolzaken, data van activiteiten die rondom school gebeuren.
Huisbezoek: als de kleuter op school komt, komt de leerkracht op huisbezoek. De
kleuter krijgt 1x huisbezoek in de kleuterperiode. Verder gaan de leerkrachten van
de groepen 3 t/m 8 alleen op huisbezoek op verzoek van ouders/verzorgers. Voor
een huisbezoek wordt altijd een afspraak gemaakt. Ook wordt er een huisbezoek
gepland bij nieuwe leerlingen van school door bijvoorbeeld verhuizing of anderszins.
Klachtenregeling: Onder het motto ”Bent u tevreden zeg het anderen, hebt u klachten zeg het ons” zijn
we er altijd blij mee wanneer ouders open zijn. Een ”lerende school” staat altijd open
voor verbeteringen. Bij klachten wordt er de volgende procedure gevolgd:
1. Als het een klacht over de gang van zaken op school betreft, wordt deze eerst
voorgelegd aan de betrokken (groeps) leerkracht.
2. Leidt dit niet tot een bevredigende oplossing, dan zal het probleem worden
besproken met de onderwijskundig leider. Deze zal hoor en wederhoor toepassen
alvorens met een uitspraak te komen.
3. Als desondanks niet voldoende gehoor wordt gevonden wordt de klacht
neergelegd bij de schoolvertrouwenspersonen. Onze school telt 2
vertrouwenspersonen. Elke ouder / leerling ontvangt bij opgave een folder over
dit onderwerp.
4. Geeft dit geen voldoening dan kan de klacht doorgespeeld worden naar de
bovenschools directeur en/of de externe vertrouwenspersoon.
Een veilig schoolklimaat is voor iedereen die op school werkt en leert belangrijk.
Ter ondersteuning van dit uitgangspunt is een klachtenregeling seksuele intimidatie,
geweld en agressie aangenomen. Deze ligt op school ter inzage.
Vaak wordt ontkend dat seksuele intimidatie, geweld en agressie binnen de eigen school
plaats zou kunnen vinden. Deze zaken komen overal voor.
De laatste jaren worden deze zaken gelukkig meer bespreekbaar en besteden scholen
aandacht aan het voorkomen van ongewenst gedrag.
Bij seksuele intimidatie koppelt de schoolvertrouwenspersoon direct terug naar de
bovenschools directeur en de externe vertrouwenspersoon.
24
Het bestuur van de scholengroep “GelderVeste” heeft in een beleidsnota aangegeven op
welke wijze ongewenst gedrag in de vorm van seksuele intimidatie, agressie en geweld op
een effectieve wijze bestreden en zo mogelijk voorkomen wordt. Deze notitie ligt op
alle scholen ter inzage en geldt voor leerlingen en hun ouders, onderwijzend- en
onderwijssteunend personeel, directie, leden van het bestuur, evenals voor allen die op
school werkzaamheden verrichten of anderszins betrokken zijn bij de school of de
vereniging.
Het bestuur is aangesloten bij de ”Landelijke klachtencommissie PCL”
( via de Besturenraad ).
Het adres is: Landelijke klachtencommissie Primair en Voortgezet Onderwijs
Postbus 694
2270 AR Voorburg
Tel. 070 - 3861697
Fax: 070 – 3481230
E-mail: [email protected]
Spreekuur: maandagmorgen, donderdagmorgen en vrijdagmorgen van 9.00
– 13.00 uur.
Adres INSPECTIE van het ONDERWIJS is:
Inspectie van het onderwijs
www.onderwijsinspectie.nl
Vragen over onderwijs: 0800 – 8051 (gratis)
Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of
fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900 – 111 3 111.
4.2. Ouderactiviteiten. Hulp van ouders komt de school zeer ten goede. Deze hulp is voor een aantal activiteiten
wenselijk en voor sommige activiteiten onontbeerlijk! Door ouderhulp wordt het
onderwijs aantrekkelijker, gevarieerder en wint het aan kwaliteit. Op school vinden vele
vormen van ouderhulp plaats. Niet alleen bij de ouderraad of medezeggenschapsraad
maar ook bij zaken als het rijden bij excursies, bij projecten, feesten
schoonmaakavonden, klusochtenden en handenarbeid etc.
Medezeggenschapsraad. Elke school heeft verplicht een medezeggenschapsraad (MR). De MR denkt en beslist
mee over de inhoud en de uitvoering van het onderwijs op school en probeert daarmee
een positieve bijdrage te leveren aan de kwaliteit en organisatie van het onderwijs. De
raad heeft daarvoor regelmatig, ongeveer acht keer per jaar, overleg met de directie.
Dit overleg gaat over zaken als de kwaliteit van het onderwijs, het schoolplan, de
ouderbijdrage, de besteding van geld of het vaststellen van vakanties en vrije dagen.
Om haar werk te kunnen uitoefenen heeft de MR recht op informatie van de directie.
Daarnaast dient de directie over een aantal voorgenomen besluiten de MR om advies te
vragen of dient de MR in te stemmen met het voorgenomen besluit. De MR van de Meene
school bestaat uit drie leerkrachten en drie ouders.
25
Zij worden door de leerkrachten en ouders gekozen. De vergaderingen van de MR zijn
openbaar en dus voor iedereen toegankelijk. De data waarop vergaderd wordt, staan
vermeld in de Meene-Echo-kalender en zijn te vinden op de website van de school onder
MR. Daar zijn ook de agenda en de notulen te lezen. In de hal van de school en op het
prikbord in de hal bij de kleuters hangen deze stukken ook ter inzage. Mocht u een
bepaald onderwerp graag behandeld zien, dan kunt dat bij de MR kenbaar maken. De MR
is o.a. bereikbaar via haar e-mailadres: [email protected].
Tevens zal er in iedere Meenedelingen een samenvatting van kernactiviteiten gemeld
worden. Voor vragen kunt u een van de leden aanspreken of uw vraag/opmerking richten
Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Binnen de Stichting Scholengroep “GelderVeste” is ook een Gemeenschappelijke
Medezeggenschaps Raad (GMR) actief. De GMR toetst het beleid van het bestuur van
de Stichting en bespreekt periodiek bovenschoolse zaken met de directeur van
“GelderVeste”. De GMR heeft net als de MR advies- en instemmingsrecht voor een
aantal onderwerpen. Daarnaast probeert de GMR het onderling contact tussen de
medezeggenschapsraden van de verschillende scholen te stimuleren, door met elkaar
ervaringen uit te wisselen en cursussen voor MR-leden te organiseren. De leden van de
GMR worden gekozen door de MR'en. Er is daarbij geen sprake van directe
vertegenwoordiging van alle scholen in de GMR, maar een selecte afvaardiging namens de
ouders en de leerkrachten. De Meene school heeft geen vertegenwoordiger in de GMR.
De Ouderraad.( OR). Deze raad is een, in principe door alle ouders gekozen, groep ouders die regelmatig bij
elkaar komen om samen met teamleden allerlei feesten en activiteiten te organiseren.
Het is vooral een “doe- raad” en u bent dan ook regelmatig onder en voor schooltijd
praktisch bezig op school. Denkt u aan het inrichten van de hal voor een project, het
begeleiden van excursies, Sinterklaas enz.
Schoonmaakavond of klusactiviteiten. Naast de schoolschoonmaak die door een bedrijf wordt verzorgd, worden er door de
ouderraad ook schoonmaakavonden en klusmomenten gepland. Hierbij worden de ouders
ingeroosterd om kleine schoonmaakwerkzaamheden en klussen te verrichten. Per gezin
wordt u voor beide activiteiten 1x per jaar ingedeeld.
Het schema is te vinden op de website van school. Ook in de Meene-Echo staan de data
vermeld. Zo werken we samen aan een veilige en schone schoolomgeving voor de
kinderen. In de “Meenedelingen” wordt ook vermeld wanneer deze activiteiten zijn en
welke ouders er ingepland staan.
26
Stichting Steun aan CBS “de Meene”. De Stichting Steun beheert de gelden van de ouderbijdrage, overblijfgelden en allerlei
andere activiteiten.
De Stichting Steun wordt bestuurd door een voorzitter, secretaris en penningmeester.
Dit zijn tevens de leden van dagelijks bestuur van de Ouderraad, deze organiseert
allerlei activiteiten op school en heeft hiervoor budget nodig.
De vrijwillige ouderbijdrage wordt vastgesteld aan de hand van de begroting,
voortvloeiend uit het financieel jaarverslag. Elk jaar wordt de kas gecontroleerd door
een kascommissie die uit twee ouders bestaat. De ouders/verzorgers worden hiervan
schriftelijk op de hoogte gesteld.
Aan het begin van het schooljaar worden de ouders/verzorgers gevraagd om de
vastgestelde bijdrage te voldoen. De ouderbijdrage wordt gebruikt om allerlei zaken te
betalen, zoals de kosten die samenhangen met Sinterklaas, Kerst, Pasen,
schoolzwemmen, schoolreisjes en dergelijke.
Dee ouderbijdrage wordt in overleg met de Medezeggenschap Raad vastgesteld aan de
hand van de begroting, voortvloeiend uit het financieel jaarverslag. Elk jaar wordt de
kas gecontroleerd door een kascommissie bestaand uit twee ouders/verzorgers. Alle
ouders / verzorgers worden jaarlijks schriftelijk op de hoogte gesteld van het
financieel jaarverslag.
Overblijfkosten. De kosten voor het overblijven zijn € 1,50 per kind. Betaling van de overblijfkosten
worden niet per keer betaald, maar worden per bank betaald. De ouders krijgen een
paar keer per jaar een overzicht van het aantal keren dat overgebleven is. Dit bedrag
moet worden overgemaakt naar de Stichting Steun.
27
5. Praktische informatie.
5.1 Schooltijden.
De schooltijden zijn:
’s morgens 8.30 - 12.00 uur
’s middags 13.15 - 15.15 uur
’s woensdags 8.30 - 12.15 uur
5.2 Inloop: De leerlingen van de groepen 1 en 2 mogen vanaf 8.20 uur binnenkomen,
’s middags vanaf 13.05 uur. De leerlingen van groep 3 hebben ’s morgens inloop vanaf
8.20 uur. Na de meivakantie vervalt deze inloop zodat de leerlingen al kunnen wennen
aan de manier van inloop zoals die in groep 4 georganiseerd is.
De ouders mogen de leerlingen binnenbrengen en een “inloopopdracht” bijwonen. Ook
kunnen de ouders nog wat zaken regelen met de leerkracht zoals: overblijven, het
doorgeven of het kind wordt opgehaald door iemand anders of dat het kind niet
helemaal fit is. Mochten er grotere zaken te bespreken zijn dan is het verstandig om
een afspraak te maken. Ook kunt u gebruik maken van het koffie-uurtje bij vragen over
de schoolorganisatie. De inloop is om 8.30 uur afgelopen en dan gaan de ouders naar huis.
’s Middags is de inloop om 13.15 uur afgelopen.
De leerlingen van de andere groepen hebben inloop vanaf 8.30 uur. Ook daar zijn de
ouders welkom om even bij het kind in de groep te kijken.
Elke dag is er van 10.30-10.45 uur speelkwartier voor alle groepen.
28
5.3 Ingangen en pleinwacht. De ouders die kinderen in groep 1 en 2 ( kleuters) of in groep 3 hebben, nemen zoveel
mogelijk de ingang aan de Joh.Vermeerstraat. Er is daar ruimte om te parkeren maar
het is beter om te parkeren bij de sporthal. Voor het veilig oversteken is daar een
zebra aangebracht.
De leerlingen van groep 3 gaan ook aan de kant van Joh. Vermeerstraat naar binnen.
De ingang voor de overige groepen is aan de Frans Halsstraat; dat is tevens de
hoofdingang. De leerlingen mogen ’s morgens vanaf 8.15 uur en ’s middags vanaf 13.00
uur op het plein. Dan is er ook pleinwacht aanwezig. Om 12.00 uur gaan de leerlingen die
niet overblijven gelijk naar huis zodat er voor de overblijfouders een beter overzicht is.
Ouders worden in verband hiermee ook verzocht erop toe te zien dat de kinderen niet
te vroeg op school komen. De leerlingen mogen niet eerder op het plein dan 13.00 uur.
Om 13.00 uur is de pleinwacht voor de leerkrachten dan mogen de leerlingen op het
plein. Er is pleinwacht voor schooltijd, tijdens de pauze in de ochtend en tussen de
middag. Er is pleinwacht voor de onderbouw en bovenbouw.
De leerlingen van de onderbouw ( 1 tot en met 3) spelen op het “kleuterplein’ en de
oudere kinderen spelen op het “grote” plein. De leerlingen die willen voetballen, kunnen
voetballen op het daarvoor ingerichte deel van het plein met doelen.
In het voorportaal van de hoofdingang is een speelgoedkist geplaatst waarin allerlei
spelletjes zijn opgeborgen die op het plein mogen worden gebruikt.
5.4 Overblijven. Voor de leerlingen is het mogelijk om tijdens de middagpauze op school over te blijven.
De leerlingen van de midden- en bovenbouw eten hun zelf meegenomen broodjes in de
hal van de school
De kleuters en de leerlingen van groep 3 eten in een van de lokalen bij de kleuters.
Het is de bedoeling dat u aangeeft of uw kind regelmatig gebruik zal maken van deze
mogelijkheid. Als u kind vaker overblijft, is het de bedoeling dat u zelf ook een van de
overblijfouders wordt. Hiervoor wordt een rooster gemaakt. Hoe meer ouders er
meedoen, hoe minder vaak u aan de beurt bent!
De kosten voor het overblijven zijn € 1,50 per keer per leerling.
De kosten worden achteraf geïnd d.m.v. een rekening die dan betaald dient te worden.
Begeleiding is altijd aanwezig van 12.00–13.00 uur. De overblijfouders zijn verzekerd via
de schoolverzekering. De overblijfouders ontvangen ook een vergoeding voor het
overblijven.
5.5 Buitenschoolse opvang. (BSO) AVONTURIJN.
Samen spelen met kinderen uit de buurt.
“Als kinderen bij ons komen – na een lange schooldag – mogen ze zelf kiezen
wat ze graag willen doen.” De kinderen van onze school kunnen na schooltijd gaan spelen bij de buitenschoolse
opvang van Avonturijn. Bent u op zoek naar een goede plek voor uw kind, zodat u met een
gerust hart kunt werken of studeren?
29
Allerlei activiteiten Op de BSO kunnen kinderen op een leuke manier hun vrije tijd door brengen. Het gaat
vooral om ontspanning, want de kinderen hebben al de hele dag op school gezeten:
Samen spelen of ravotten, even na kletsen over school, een boekje lezen of spelletje
doen, knutselen of buiten spelen. Bovendien verzinnen de pedagogisch medewerkers
allerlei activiteiten, zodat er van alles te beleven is. Soms wordt er ook gebruik gemaakt
van het nabij speeltuintje in de buurt of gaan we boodschappen doen bij nabij gelegen
winkels. Voor alle leeftijdsgroepen wordt een aanbod op maat verzorgd. Zo bieden we de
BSO-kinderen een uitdagend aanbod van activiteiten op het gebied van cultuur, natuur,
sport en bewegen, naar het vrije spel, volgens het Beweegwijs-concept.
Openingstijden De buitenschoolse opvang is in principe 52 weken per jaar geopend – van maandag tot en
met vrijdag – en alleen gesloten tijdens de Nationale feestdagen en de twee jaarlijkse
studiedagen van Avonturijn en sluitingsdagen volgens CAO. Opvang is dus ook mogelijk
tijdens de schoolvakanties en op de studiedagen van school. De opvang sluit aan op de
schooltijden van CBS de Meene. Omdat er op dit moment (helaas) te weinig kinderen
zijn die gebruik maken van de BSO-locatie op school, heeft Avonturijn er voor gekozen
om samen te voegen met BSO Neptunus op de Looschool, eveneens in Zelhem. We vinden
het erg belangrijk dat we de kinderen een leuke middag kunnen bieden, met veel
vriendjes en/of vriendinnetjes, zodat we leuke, uitdagende activiteiten voor ze kunnen
organiseren. Daarom kiezen we op dit moment voor samenvoeging. De kinderen van de
Meene worden door eigen medewerkers van Avonturijn naar BSO Neptunus gebracht. De
opvang is open tot 18.30 uur. Op studiedagen en tijdens schoolvakanties is opvang
mogelijk vanaf 7.30 uur. Op een aantal locaties is (op aanvraag) verlengde opvang vanaf
7.00 uur mogelijk. Ouders kunnen een overeenkomst afsluiten, waarbij zij uitsluitend
gebruik maken van de opvang tijdens de schoolweken (40 weken) of voor opvang tijdens
de schoolvakanties (12 weken) of een combinatie hiervan (52 weken opvang, inclusief
opvang op de studiedagen).
Aanmelden en kosten Bent u geïnteresseerd in de opvang van uw kind bij de BSO? Neemt u dan contact op
met de afdeling planning en plaatsing van Avonturijn, (0573) 760 202 of (0573)
760 203 en informeer naar de mogelijkheden. Kijk ook op: www.avonturijn.nl
5.5.1. Voorschoolse opvang. (VSO) De voorschoolse opvang verzorgt de school zelf. Er is elke dag een mogelijkheid om uw
kind te brengen. De opvang is vanaf half 8. U kunt contact opnemen met de directeur
van de school.
5.6 Brengen en halen van de kinderen.
Veel ouders brengen en halen hun kinderen per auto naar en van school. De
parkeergelegenheid is bij sporthal de Pol. Als u uw kind alleen wilt laten in – en
uitstappen dan kunt u dit voor de school doen. Het is niet de bedoeling om voor de
school te parkeren, mits de parkeervakken leeg zijn.
30
5.7. Schoolreisjes / excursies. Elk jaar worden er voor alle groepen aan het eind van het schooljaar schoolreisjes
georganiseerd. De kinderen van groep 1 en 2 hebben een schoolreisje in de omgeving.
De groepen 3 t/m 6 gaan per bus naar diverse attracties wat verder weg.
Groep 7 gaat naar een survivalsportcentrum in Eibergen. Groep 8 gaat 3 dagen op kamp
en overnacht in een kampeerboerderij. De kosten voor de schoolreisjes zijn inbegrepen
in de ouderbijdrage. Ook zijn er een aantal excursies in de diverse groepen in het kader
van bijvoorbeeld Geestelijke Stroming en Natuur en Milieu Educatie ( NME).
De leerlingen van groep 8 gaan in het kader van kennismaking met het Voortgezet
Onderwijs (VO) naar verschillende scholen. Daar worden workshops gegeven waaraan de
leerlingen deel kunnen nemen. Bij het rijden van excursies is het goed om te weten dat u
een inzittende verzekering moet hebben. In het komende jaar besteden wij daar
aandacht aan. Dit om vervelende zaken voor te zijn!
5.8 Huiswerk. In de groepen 4 tot en met 8 wordt het huiswerk tot een minimum beperkt.
Bij specifieke problemen wordt, in overleg met de ouders en de IBer, soms wat extra
oefenstof meegegeven in het belang van het kind.
Het huiswerk dat meegegeven wordt, is oefenstof/leerstof vanuit de methoden. Te
denken valt:
Tafels
Dicteewoorden
Topografie
Projecten
Spreekbeurten
Aardrijkskunde en Geschiedenis de samenvattingen van de stof die behandeld is.
In de groepen 7 en 8 wordt aandacht besteed aan hoe je met een agenda moet omgaan.
In deze jaren staat het huiswerk ook als voorbereiding voor het voortgezet onderwijs.
5.9 Schoolschoonmaak en klussen, hygiëne. De dagelijkse schoolschoonmaak wordt verzorgd door een schoonmaakbedrijf.
Daarnaast wordt er vier / vijf keer per jaar een schoonmaakavond en een
klusochtend/avond georganiseerd waarbij alle ouders worden gevraagd kleine
schoonmaakwerkzaamheden en klussen te verrichten. De ouders worden op de hoogte
gesteld wanneer zij ingedeeld zijn via de “Meenedelingenbrief”. Ook staan de data
vermeld in de Meene-Echo kalender en op de website staan de schema’s
vermeld,www.cbsdemeene.nl. Per gezin wordt u voor beide activiteiten 1x per jaar
ingedeeld. Zo werken we samen aan een veilige en schone schoolomgeving voor de
kinderen. Op deze schoonmaak- en klusmogelijkheden is altijd een teamlid en een lid van
de ouderraad aanwezig.
31
Hygiëne. Regelmatig, vaak na de zomervakantie, zijn er op scholen weer uitbarstingen van
hoofdluis. Iedereen kan luizen krijgen doordat jassen naast elkaar aan de kapstok
hangen of dat kinderen dicht bij elkaar zitten. Hoofdluizen lopen “over”.
Veel ouders vinden het erg dat hun kind luizen heeft en schamen zich ervoor. Deze
schaamte is onterecht. Kinderen kunnen er niets aan doen dat ze besmet zijn; luizen
leven van mensenbloed en dat vinden ze ook op een brandschoon en kortgeknipt hoofd.
Je voorkomt ze zelfs niet door elke dag je haar te wassen.
Om te voorkomen dat er weer een luizenuitbarsting plaatsvindt, wordt er op school zeer
regelmatig gecontroleerd. Dit wordt gedaan door een groep ouders. Deze ouders zijn
opgeleid door de GGD en de GDD is ook betrokken bij het oplossen van mogelijke
problemen. De controle is elke dinsdag na een vakantie.
Als er tijdens de controle bij uw kind hoofdluis is geconstateerd, wordt u nog op
dezelfde dag gebeld. Voordat de controle plaatsvindt, krijgt u een brief waarop
vermeldt staat op welke dag de controle zal zijn. Wanneer u bij uw kind hoofdluis
constateert, verzoeken wij u dit op school zo snel mogelijk door te geven. De groep
waarin hoofdluis is geconstateerd, worden na twee weken nog een keer gecontroleerd.
5.10 Schoolverzekering. De leerlingen van de school zijn verzekerd via een collectief afgesloten
“schoolongevallenverzekering”.
Dit geldt voor de reis naar en van school, gedurende de lessen, de schoolreis,
buitenschoolse activiteiten, de sportdagen en ook tijden het overblijven.
Let wel: het gaat hierbij om lichamelijke schade.
Een WA verzekering hoort in het verzekeringspakket van ieder gezin.
Eventuele glasschade op school valt dus ook onder uw eigen WA verzekering.
5.11. Verlof aanvragen. Verzoeken om extra dagen vrij dienen van te voren schriftelijk bij de onderwijskundig
leider van school aangevraagd te worden. Hiervoor kunt u een formulier aanvragen. Dit
dient wel vroegtijdig aangegeven te worden.
Verlof krijgt men indien: Het wegens de specifieke aard van het beroep van een van de ouders het slechts
mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan;
Een werkgeversverklaring wordt overlegd waaruit blijkt dat geen verlof binnen
de officiële schoolvakantie mogelijk is.
Extra verlof ( 10 schooldagen per schooljaar of minder): Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden voor 10
schooldagen of minder per schooljaar, dient vooraf of binnen twee dagen na
ontstaan van de verhindering aan de directeur van school te worden voorgelegd.
32
Hiervoor gelden de volgende voorwaarden; Voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de
lesuren kan plaatsvinden;
Voor verhuizing voor ten hoogste 1 dag;
Voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de 3de
graad, voor 1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten
in of buiten de woonplaats van belanghebbende;
Bij ernstige ziekte van ouders of bloed- verwanten tot en met de 3de graad, duur
in overleg met de directeur;
Bij overlijden van bloed- of aanverwanten in de 1ste graad ten hoogste 4 dagen;
van bloed- of aanverwanten in de 3de of 4de graad een dag;
Bij overlijden van bloed- of aanverwanten in de 1ste graad te hoogste 4 dagen; van
bloed- of aanverwanten in de 2de graad ten hoogste 2 dagen; van bloed- of
aanverwanten in de 3de of 4de graad een dag;
Bij ambts- of huwelijksjubileum van ouders of grootouders 1 dag;
Voor andere naar oordeel van de directeur belangrijke redenen, maar geen
vakantieverlof.
Verlof indien; De ouders een verklaring van een arts of een maatschappelijk werk(st)er kunnen
overleggen, waaruit blijkt dat een verlof noodzakelijk is op grond van medische
of sociale indicatie betreffende een van de gezinsleden.
Mocht de leerling vaker dan geoorloofd onder schooltijd naar een therapie
moeten dan is er een formulier aan te vragen bij de directeur van school.
De onderwijskundig leider van school is verplicht de leerplichtambtenaar mededeling te
doen van ongeoorloofd schoolverzuim. Door de leerplichtambtenaar van de gemeente
Bronckhorst zal hierop controle plaatsvinden.
Verlofregeling voor de leerkracht. Leerkrachten hebben een aantal dagen per jaar ADV/compensatieverlof of BAPO. Dit
verlof wordt door een andere leerkracht opgevangen. Een enkele keer volgen
leerkrachten cursussen onder schooltijd of hebben zij buitengewoon verlof.
In dergelijke gevallen maken wij voor vervanging van leerkrachten gebruik van het
personeelscluster Oost Nederland (P.O.N.)
33
5.12. Ziekte leerling. Bij ziekte van uw kind verzoeken we u de school hiervan voor 8.30 uur op de hoogte te
stellen. Dit kan schriftelijk, mondeling of telefonisch gedaan worden.
Uw kind kan onder schooltijd ziek worden of gewond raken. We waarschuwen dan de
ouders. We vragen u dan het kind op te halen. We sturen geen kinderen zelf naar huis.
Als we u telefonisch niet kunnen bereiken, blijft uw kind op school.
Indien nodig schakelen we medische hulp in en/of gaan we zelf als begeleiding mee naar
de dokter of naar het ziekenhuis.
Ouders weten meestal het beste wanneer een kind dat ziek geweest is, voldoende
opgeknapt is om weer naar school te gaan.
Bij mogelijk besmettingsgevaar voor andere kinderen houden wij ons aan de richtlijnen
van de GGD.
5.13 Ziekte leerkracht. We proberen het ziekteverzuim op school laag te houden. Het ene jaar lukt dit beter
dan het andere jaar. Bij ziekte van een leerkracht komt er een invalleerkracht, verzorgd
door Pool 35. Wanneer dit niet mogelijk is, proberen we deze intern op te lossen. Er
worden in principe geen kinderen naar huis gestuurd bij ziekte van een van de
leerkrachten. Mocht dit, in het uiterste geval, toch het geval zijn, worden de ouders een
dag van tevoren op de hoogte gesteld.
Ook wordt de bovenschools directeur hiervan op de hoogte gesteld.
5.14. Trakteren en tussendoortje. In de klassen wordt in principe niet gegeten, gedronken of gesnoept.
Wel mogen de leerlingen (liefst) fruit of drinken meenemen als tussendoortje voor in de
ochtendpauze. Het liefst drinken in een beker en/of pakje. De leerlingen mogen geen
blikjes mee naar school nemen.!
Bij verjaardagen mag er natuurlijk getrakteerd worden. Wij vragen u verstandig en
gezond te trakteren.
34
5.15 Schoolmelk. Voor alle leerlingen is er de mogelijkheid om melk, drinkyoghurt, chocolademelk of yogi
te drinken via school. Aanmeldingsformulieren zijn op school verkrijgbaar bij de
coördinatoren “schoolmelk”.
De ouders dienen zelf te zorgen voor een tijdige betaling.
Na elke vakantie zijn er op dinsdag/woensdag weer verse melkproducten.
5.16 Gymnastiek en schoolzwemmen. Alle leerlingen maken gebruik van de sporthal “de Pol”. Ook de groepen 1 en 2.
Bij goed weer wordt er dagelijks ook veel buiten gespeeld. Op het plein staan prachtige
speelstoestellen die gebruikt worden door alle leerlingen.
We adviseren als kleding een eenvoudige korte broek, een T-shirt of een gympakje en
stevige gymschoenen. Balletschoentjes zijn niet geschikt!!
De kleuters gymmen in hun ondergoed.
Na elke gymles is douchen verplicht; daarvoor moet een handdoek meegenomen worden.
Alle groepen hebben 2x per week bewegingsonderwijs.
Wij maken gebruik van het BIOS project ( bewegen in onderwijs en sport). D.w.z. dat
spel en toestellen wordt afgewisseld.
De dagen waarop de leerlingen gym hebben, staan in de Meene-Echo kalender vermeld.
De groepen 3 en 4 gaan een keer per 14 dagen schoolzwemmen. Dit zwemmen vindt
plaats in het overdekte zwembad “de Brink” in Zelhem. De data kunt u vinden in de
Meene-Echo kalender.
Het zwembad bevindt zich op loopafstand van school. In de week van zwemmen, vervalt
er een gymles voor de groepen 3 en 4.
Het schoolzwemmen is een vast onderdeel van het bewegingsonderwijs.
35
Jaarlijks vindt op sportpark “de Pol” de sportdag plaats voor de groepen 5 tot en met 8.
In het voorjaar is het schoolvoetbaltoernooi op het Zelos-terrein.
In het najaar is het schoolkorfbaltoernooi op het SEV-terrein.
Ook gaat de school jaarlijks naar ‘de Scheg”, voor het schoolschaatsen. Het
schoolschaatsen is voor de groepen 5 tot en met 8. Achteraf wordt het schaatsen
betaald. Het zijn meestal 4 woensdagmiddagen. Ouders rijden de leerlingen naar
Deventer waar de Scheg is gevestigd.
Op Koninginnedag is er een activiteit voor leerlingen van de Zelhemse scholen in het
dorp en rondom “de Brink”.
5.17 Video en foto’s. Bij allerlei leuke activiteiten worden foto’s gemaakt en/of opnames. Deze foto’s e.d.
worden op internet, website en of in de schoolkrant van school gezet. U kunt foto’s
bekijken op de website van school onder fotoalbum; www.cbsdemeene.nl
Mocht u er bezwaar tegen hebben dat er foto’s van uw kind(eren) op de webpagina e.d.
worden geplaatst, kunt u dat bij de directeur van school aangeven.
5.18 Mobieltjes. Het gebruik van mobiele telefoons hoort misschien wel bij
deze tijd, maar toch willen wij als Meene School het
gebruik daarvan tijdens de schooluren terugdringen.
Het personeel en de leerlingen zijn tijdens de schooluren
altijd telefonisch bereikbaar. ( 0314-622002) We vinden
het daarom niet noodzakelijk dat leerlingen op school in het
bezit zijn van een mobieltje.
Toch zou er een reden kunnen zijn waarom de leerling in het bezit moet zijn van een
mobieltje.
Graag willen wij dat de ouders de reden op een formulier, dat door de school verstrekt
wordt, kenbaar maken.
Als de directie toestemming heeft gegeven om het toestel mee naar school te nemen
dan wordt het mobieltje ’s morgens aan de leerkracht gegeven.
Dit mobieltje wordt in de kluis of in de la van de leerkracht bewaard. Na schooltijd
geeft de leerkracht de mobiele telefoon terug aan de leerling.
De ouders krijgen een kopie van de goedkeuring van de onderwijskundig leider.
36
5.19 Koffie-uurtje. Elke eerste maandag van de maand is er een koffie-uurtje. In dit koffie-uurtje kunnen
ouders een gesprek aanvragen met de onderwijskundig leider. In dit gesprek kunt u
puzzels ( vragen stellen) of parels ( goede dingen van school) aangeven.
Het koffie-uurtje is van 11.15–12.00 uur. Mocht u op dit aangegeven moment niet kunnen
dan is er altijd een mogelijkheid om een ander moment af te spreken.
Wij willen graag met u in gesprek gaan over zaken die u bezig houden. Ook zijn de
leerkrachten graag bereid om u te woord te staan.
5.20 Abonnementen jeugdbladen. Aan het begin van het schooljaar kunnen de leerlingen zich via de school abonneren op
verschillende jeugdbladen.
Hierover kunt u een opgave folder tegemoet zien. Vaak liggen deze folders op een van
de informatie avonden in de groep van uw kind. U bent als ouders natuurlijk niet
verplicht om een abonnement te nemen.
Als u wel een abonnement neemt, betaalt u rechtstreeks de uitgever van het blad. Dit
gaat niet via school. De verspreiding van de bladen gaat wel via school.
5.21 Schoolfotograaf. De schoolfotograaf komt elk jaar bij ons op school.
Het ene jaar worden er alleen groepsfoto’s gemaakt, het andere jaar ook portretfoto’s
erbij. Voor groep 8 wordt er altijd een afscheidsfoto gemaakt.
5.22 Schoolkrant en Meenedelingen. Drie keer per jaar komt er een schoolkrant uit waarin informatie en leerlingenwerk is
opgenomen. Deze schoolkrant wordt samengesteld door de redactie “Schoolkrant”
bestaande uit enkele ouders en leerkrachten.
De Meenedelingen gaan om de 14 dagen op vrijdag per mail naar de ouders. Ook zijn
deze te lezen op de website van school.
5.23 Zending. Elke maandagmorgen kunnen de kinderen een vrijwillige bijdrage meenemen voor
zendingsdoelen.
Per jaar worden er 2 / 3 doelen uitgezocht. Geprobeerd wordt om kinderen bij deze
doelen te betrekken door acties of andere activiteiten te organiseren.
5.24 Zindelijkheid. Wij verwachten dat als uw kind bij ons op school komt zindelijk is.
Het komt helaas steeds vaker voor dat een kind niet zindelijk is op 4-jarige leeftijd.
Dat geeft op school praktische problemen voor zowel de leerkracht als de ouders.
37
Hieronder een aantal aandachtspunten: Natuurlijk kan het voorkomen dat een kind een keer per ongeluk in de broek plast.
Dan zal de school zorgen voor een verschoning. Het kan ook voorkomen dat een kind
een ontlastingongelukje heeft dan kan het zijn dat de leerkracht de ouders belt om
het kind te verschonen. Dit doen wij als de leerkracht geen mogelijkheid ziet om het
kind te helpen doordat de leerkracht alleen in de groep staat of dat het kind zodanig
verschoond/gewassen moet worden dat het teveel tijd kost. De leerkracht kan de
groep natuurlijk niet alleen laten.
Wanneer er sprake is van een structureel probleem wordt er samen met de ouders
een oplossing gezocht. Ook kan het kind/ouders in gesprek komen met de GGD(
schoolverpleegkundige). De houding van school is o.a. afhankelijk van de aard van het
probleem: medische indicatie, psychische indicatie of een pedagogische indicatie.
Ouders zoeken dan een oplossing voor het verschonen op school. De school heeft
beschikking over een groot toilet waar het verschonen van een kind mogelijk is.
Leerkrachten werken mee (mits uitvoerbaar) aan de adviezen van artsen en of
begeleiders.
U begrijpt dat er grenzen aan hetgeen de school kan doen op dit gebied. Het niet
zindelijk zijn van een leerling is en blijft in eerste instantie de zorg van de ouders.
38
6. Inschrijving van de leerlingen.
Wanneer u als ouders geïnteresseerd bent in onze school, De Meene, dan bent u van
harte welkom om een kijkje te komen nemen. U kunt een afspraak maken met de
onderwijskundig leider van school. Tijdens dit bezoek kunt u zich laten informeren over
allerhande schoolse zaken. Na het gesprek is er tevens een rondleiding door de school
en maakt u kennis met enkele leerkrachten.
Leerlingen kunnen het hele jaar worden aangemeld bij de directie. Het is voor school erg
prettig als u dit bijtijds doet. Vaak is het zo dat ouders hun kind aanmelden als het 3
jaar wordt.
Als u besloten heeft uw kind op De Meene school te plaatsen dan moet u een
inschrijfformulier invullen. De leerling wordt toegelaten zodra uw kind de leeftijd van 4
jaar heeft bereikt.
Voor de leerlingen die willen wennen, is er de mogelijkheid om 5 dagdelen te komen
inlopen. Dit inlopen is natuurlijk in overleg met de leerkracht.
De ouders/verzorgers zijn wettelijk verplicht hun kind als leerling van de school te
laten inschrijven op de eerste schooldag van de maand, volgend op die waarin de leeftijd
van 5 jaar is bereikt. Tot de vijfde verjaardag is uw kind niet leerplichtig. De praktijk
leert echter dat de vierjarigen weinig verzuimen.
In principe weigert de school geen kinderen. Er zijn echter wel uitzonderingen:
Kinderen voor wie een verwijzingstraject op de huidige school is gestart. Dat
betekent dat de school het advies van de vorige school overneemt n.l.: het
doubleren, een test of verwijzing naar een school voor speciaal basisonderwijs.
Wanneer er sprake is van onderwijskundige bezwaren waardoor de hulpvraag van
uw kind niet beantwoord kan worden. De school zal ondersteuning geven voor
‘passend onderwijs’ voor uw kind.
Als u gaat verhuizen of om een andere reden van school verandert, is het goed om tijdig
aan te geven dat u dit van plan bent. Wij zorgen voor een onderwijskundig rapport voor
de ontvangende school. Dit is een wettelijke verplichting.
39
7 Namen en adressen.
CBS ”de Meene” Frans Halsstraat 25 0314 – 622002
7021 DL Zelhem
Teamleden:
Groep:
Mevr.E.Groot Roessink- Vinc.v.Goghstraat 4 0314 – 624328
Bennemeer 7021 ED Zelhem
Directeur
Mevr.E.v.Benthem- Conference 50 0316 – 281616
7
Boender 6922 CE Duiven
Mevr.I.Bulsink-Rougoor Accasialaan 118 0314 – 3444419
2 (bijen)
7004 AT Doetinchem
Mevr.H.Giesen-Kuneman Julianaplein 40 0314 – 327068
6
7003 DW Doetinchem
Mevr.I.Helmink-Ekkebus Mackaylaan 65 0314 – 842316
2 (bijen) + ICT+ IB
7003 AS Doetinchem
Mevr.R.Groot Nibbelink- Frans Halsstraat 5 0314 – 623069
4 / 5
Willink 7021 Dl Zelhem
40
Mevr.M.Hetterscheid Elzenerf 23 0314 – 845177
1 en 8 (ICT + Dalton)
7031 XA Wehl
Mevr.I.Oosterink Tellashof 37 0544 – 352244
3 / 4
7263 SZ Mariënvelde
Mevr.S.Schut Ruurloseweg 10 0575 – 461123
6
7255 DH Hengelo
Mevr. A. Koens Bizetlaan 73 0314 – 342902
1
7002 LW Doetinchem
Mevr. C. Katgert Meentsestraat 107A 0313 – 631871
8
6987 CM Giesbeek
Mevr. J. Hoeksema Esselenbroek 2 0573 – 452650
7
7261 VB Ruurlo
Mevr. J. Reijerse Varsseveldseweg 8D 0314 – 643501
8 6 3
7025 DW Halle
Mevr. M. Wolters Schuppert 7A 06 – 13945332
2
7244 NH Barchem
41
Onderwijsondersteunend personeel;
Mevr.R.Capel-Navasas Lisweg 6 06 21603377
Conciërge 7021 XT Zelhem
Dhr. H. v. d. Barg Dreef 25 06 22853455
Conciërge 6996 BA Drempt
Stichting ‘Scholengroep GelderVeste”.
Secretariaat Decanijeweg 3 0575 – 462573
GelderVeste 7251 BP Vorden
Dhr. F. Remerie bezoekadres: 0575 – 462573
Bovenschools directeur Decanijeweg 3
7251 BP Vorden
www.gelderveste.nl
42
Adressen Stichting Steun.
Dhr. W. Rosegaar Bielemansdijk 18 0314-631977
Voorzitter 7025 CN Zelhem
Dhr. M. van Pampus Meindert Hobbemastraat 17 0314-624223
Penningmeester 7021 Zelhem
Mevr. J. Lichtlee Jan Steenstraat 56 0314-323276
Secretaresse 7021 DV Zelhem