Schoolgids 2013 2014

Schoolgids 2013 – 2014

1

de actieve school

SCHOOLGIDS

SCHOOLJAAR 2013-2014

Bandoengstraat 7 7556 TE Hengelo Telefoon: 074 - 2913063 Fax: 074 - 2915515 Email: [email protected] Internet: www.gildecollege.nl Bankrekeningnr. schoolfonds: 678954283


2

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ..................................................................................................... 2 1. Algemene gegevens Schoolgids 2012-2013 ..................................................... 3

1.1 Gegevens OSG Hengelo .......................................................................... 4 1.2 Adressen van de verschillende scholen OSG Hengelo .................................. 4 1.3 Inspectie van het onderwijs ..................................................................... 4

2. Gilde College ............................................................................................... 5 2.1 Waar staat de school voor ....................................................................... 5 2.2 Aanbod Gilde College: ............................................................................. 5 2.3 Profiel van de school ............................................................................... 5 2.4 Kenmerken van de school ....................................................................... 6 2.5 Collectieve ambitie van het Gilde College, de actieve school. ....................... 6 2.6 De veilige school .................................................................................... 7

3. School - algemeen ........................................................................................ 8 4. Onderwijs .................................................................................................... 9

4.1 Algemeen .............................................................................................. 9 4.2 De inrichting van het onderwijs ...............................................................10 4.3 Samenwerking met externe opleidingen ...................................................14

5. De dagelijkse onderwijspraktijk .....................................................................15 5.1 De organisatie van het dagelijkse onderwijs .............................................15 5.2 Leerlingbegeleiding ................................................................................17 5.3 OnderwijsOndersteuning ........................................................................18 5.4 Verzuim, verlof en regelingen .................................................................19 5.5 Verzekering ..........................................................................................20

6. Betrokkenheid van ouders en leerlingen bij het onderwijs .................................21 6.1 De leerlingen ........................................................................................21 6.2 De ouders ............................................................................................21

7. De kosten ...................................................................................................22 7.1 Schoolkosten en ouderbijdrage ...............................................................22 7.2 Boeken ................................................................................................23 7.3 Ouderbijdrage 2013-2014 ......................................................................23

8. De overgangsregels .....................................................................................25 8.1 Algemeen .............................................................................................25 8.2 Bevorderingsnormen .............................................................................25 8.2.1 Bevordering van leerjaar 3 naar leerjaar 4 ............................................26

9. De schoolregels ...........................................................................................29 10. Jaarrooster 2013-2014..............................................................................31 11. Personeel ................................................................................................32 12. Hulpverlenende instanties .........................................................................33


3

1. Algemene gegevens Schoolgids 2013-2014

Geachte ouders/verzorgers,

De OSG als geheel en de aparte scholen afzonderlijk zijn voortdurend in beweging. Dit

heeft vooral te maken met veranderende en toenemende eisen die aan het onderwijs

worden gesteld.

In de komende jaren zal het accent hierbij komen te liggen op het vorm geven van een

samenleving waarin sociale cohesie, volwaardige maatschappelijke participatie en een

optimale ontwikkeling van talenten nodig is. Hierbij zullen het opnieuw verankeren van

waarden en normen en een heroriëntatie op de multiculturele samenleving een rol spe-

len.

Om aan deze eisen tegemoet te kunnen komen blijft de OSG een netwerkorganisatie van

vier scholen met een eigen pedagogisch-didactisch profiel en werkwijze. Op deze wijze

heeft de OSG de mogelijkheid aan leerlingen die opleiding en die werkwijze te bieden, die

het beste passen bij het niveau en de manier van leren van de desbetreffende leerlingen.

Daarnaast gelden in algemene zin voor alle scholen van de OSG de kenmerken van het

openbaar onderwijs als basis voor de cultuur in elke vestiging. Daarbij gaat het o.a. om

algemene toegankelijkheid, het actief streven naar pluriformiteit en openbaarheid over

doelstellingen, organisatie, verdeling van verantwoordelijkheden, algemene informatie en

algemene rapportages.

Het Bataafs Lyceum, ’t Genseler, het Gilde College en het Montessori College Twente

vormen samen de OSG. In de informatie van deze scholen wordt u daarover gedetail-

leerd geïnformeerd. Op deze scholen wordt hard gewerkt om uw dochter of zoon goed te

begeleiden en goed onderwijs te geven, waarbij voortdurend wordt nagedacht over de

vraag: doet de school de dingen goed en doet de school de goede dingen.

Ik wens uw dochter of zoon en uzelf, mede namens alle collega’s van de OSG, een suc-

cesvol schooljaar toe.

Drs. A. van de Moesdijk

Algemeen directeur/bestuurder


4

1.1 Gegevens OSG Hengelo

Adres van de Algemeen directeur/bestuurder:

Bestuursbureau OSG Hengelo

Hazenweg 88

7556 BM Hengelo

Postadres: Postbus 188

7550 AD Hengelo

Tel.: 074 – 2919860

Fax: 074 – 2917265

Email: [email protected]

Bevoegd gezag:

Drs. A. van de Moesdijk (Algemeen directeur/bestuurder)

Postbus 188

7550 AD Hengelo

Raad van Toezicht:

Postadres: Postbus 188, 7550 AD Hengelo

Tel.: 074 – 2919860

Fax: 074 – 2917265

Email : [email protected]

1.2 Adressen van de verschillende scholen OSG Hengelo

Bataafs Lyceum:

Sloetsweg 155

7556 HM Hengelo

Tel.: 074 – 2913328

Montessori College Twente:

Sloetsweg 153

7556 HM Hengelo

Tel.: 074 – 2914629

Gilde College:

Bandoengstraat 7

7556 TE Hengelo

Tel.: 074 – 2913063

E-mail [email protected]

’t Genseler:

Jasmijnstraat 15

7552 AH Hengelo

Tel.: 074 - 2916257

1.3 Inspectie van het onderwijs

Rijksinspectie Zwolle

Postbus 10048

8000 GA Zwolle

Tel.: 0800 - 8051

1.4 De ouderraad en VMR

Vacature (VMR en OR)

Vacature (GMR en VMR)

[email protected]

mailto:[email protected]


5

2. Gilde College

2.1 Waar staat de school voor

Het Gilde College is een organisatie van de OSG, gebaseerd op kleinschaligheid, een ei-

gen cultuur, transparantie en eigen verantwoordelijkheid.

Kleinschaligheid komt tot uiting in het gegeven dat het Gilde College een overzichtelijke

school is met een eigen directie, docentencorps en groep onderwijsondersteuners. Hier-

door is er een overzichtelijke eenheid, waar leerlingen, ouders en medewerkers gemak-

kelijk de weg kunnen vinden. Een school waarin iedereen elkaar bij naam kent, leerlingen

en personeel.

Het Gilde College heeft een eigen pedagogisch en didactisch klimaat dat is uitgewerkt in

de GildeStijl.

De school heeft een transparante structuur en wil natuurlijk laagdrempelig zijn voor leer-

lingen en ouders.

Dat betekent dat er helderheid wordt verschaft over wat we doen, wie ervoor zorgt en op

welke regels het handelen is gebaseerd. Het nemen van eigen verantwoordelijkheid, voor

zowel leerlingen als medewerkers, is een leidend principe. Zowel in de omgang met el-

kaar als in de vastgestelde procedures wordt ervan uitgegaan dat deze verantwoordelijk-

heid wordt genomen en dat hierover op gezette tijden wordt gerapporteerd.

Het Gilde College dankt zijn naam aan de gildes. Een oud begrip dat staat voor kwaliteit

in de praktijk. Zowel in de onderbouw als in de bovenbouw, zowel in de basisberoepsge-

richte leerweg, kaderberoepsgerichte leerweg als in de theoretische leerweg wordt veel

aandacht besteed aan de beroepsrichtingen die het uiteindelijk doel vormen van de uit-

stroom van onze leerlingen richting ROC of AOC.

Het Gilde College is een actieve school. De school profileert zich actief op het gebied van

sport, cultuur en netwerkrelaties.

2.2 Aanbod Gilde College

Leerjaar TL KBL BBL

4 Techniek, zorg en wel-

zijn, economie

Bouwbreed, elektro-

techniek, zorg & welzijn

breed, handel & admi-

nistratie

Bouwbreed, elektro-

techniek, zorg & welzijn

breed, handel & admi-

nistratie

3 Techniek, zorg en wel-

zijn, economie

Bouwbreed, electro,

zorg & welzijn, handel &

administratie

Bouwbreed, electro,

zorg & welzijn, handel &

administratie

2 TL basisvorming KBL basisvorming BBL basisvorming

1 TL basisvorming KBL basisvorming BBL basisvorming

2.3 Profiel van de school

Het Gilde College is een school voor vmbo die nadrukkelijk de aansluiting met het

ROC/AOC zoekt. De school biedt alle leerwegen aan in de sectoren techniek, economie en

zorg en welzijn.


6

De lessen worden gegeven in één gebouw met goede voorzieningen voor de leerlingen,

bijvoorbeeld: veel computers, moderne praktijklokalen met werkplekken, eigen sportza-

len, ruime kantine. De klassen zijn in de regel niet groter dan 24 leerlingen.

Het Gilde College richt zich met name op een goed pedagogisch klimaat als basis voor

praktisch leren in toenemende zelfstandigheid. Het schooljaar van de brugklasser begint

met kennismakingsdagen in Markelo. De eerste weken wordt extra veel aandacht gege-

ven aan 'leren leren', nodig om het thuiswerkvrij onderwijs goed gestalte te geven.

Het Gilde College heeft een intensieve leerlingbegeleiding. De kleinschaligheid maakt dit

ook mogelijk. De mentor in de onderbouw heeft zijn leerlingen vaak wel vijf keer per

week in de les en is zo een vrijwel altijd aanwezig aanspreekpunt. In de bovenbouw is

het contact nog frequenter.

Keuzebegeleiding krijgt veel aandacht, in de onderbouw o.a. door wekelijks twee lesuren

praktische sectororiëntatie.

Het Gilde College wil het planmatig werken van de leerlingen stimuleren, onder andere

door (week)planners in de onderbouw, studieplanners in de bovenbouw en een jaarroos-

ter waarin de grote lijn is weergegeven. Er wordt gestreefd naar een afwisseling in werk-

vormen: instructie, zelfstandig werken en studeren in de stiltemomenten, samenwerken

in projecten, groepswerk om te leren met en van elkaar, excursies en natuurlijk het ge-

bruik van ict. De bovenbouw verzorgt de praktijklessen dikwijls in een werkplekkenstruc-

tuur. Het onderwijs is modulair ingericht. In de verschillende sectoren zijn niveauver-

schillen mogelijk.

Buiten het bovenstaande om is er nog zoveel te leren en de school wil daarin een actieve

rol gaan spelen. Veel hiervan heeft raakvlakken met de inhoud van het curriculum. Want

de bagage die wij onze leerlingen ook willen meegeven ligt voor een belangrijk deel op

het gebied van kunst en cultuur, sport en maatschappelijke betrokkenheid. Niet alleen de

mogelijkheid bieden 'te doen waar je al goed in bent', maar ook begeleiden van 'de eer-

ste stappen in een wereld die onbekend voor je is'. Ook genieten van culturele uitingen,

is iets wat je moet leren.

2.4 Kenmerken van de school

Sfeer in school

Onze leerlingen vragen om zorg en begeleiding. Dat kan niet zonder een sterke gericht-

heid van het personeel op de leerling. Er wordt een duidelijke structuur geboden naast

persoonlijke aandacht, veiligheid en ondersteuning. Voor de leerling en leerkracht is er

een sfeer van wederzijds vertrouwen en respect.

Buiten de lessen

Naast de lessen en het leren zijn natuurlijk de sociale contacten in het schoolleven van

groot belang. Kinderen groeien op in een groep en ook daarin worden zij gevormd. Om

contacten mogelijk te maken binnen de school met leerlingen van andere klassen en om

kennis te maken met allerlei leuke bezigheden worden veel activiteiten buiten de lessen

om georganiseerd (zoals introductiedagen voor het eerste en het derde leerjaar, sport-

toernooien, schoolfeesten, buitenlandse reizen etc.).

2.5 Collectieve ambitie van het Gilde College, de actieve school

De omgeving

Wij zijn een kleinschalige school, die uitnodigt tot binnenkomen; een school waarin ie-

dereen elkaar kent en zie, een school met een eigen gezicht, een rijke geschiedenis en

een kansrijke toekomst. Onze school heeft een heldere structuur en een open communi-

catie.


7

De GildeStijl is erop gericht de leerlingen vooral praktisch voor te bereiden op de ver-

volgstudie. De school is verankerd in de maatschappij, opgenomen in netwerken waarin

ook bedrijven participeren.

In onze actieve school wordt volop ruimte geboden aan buitenschools leren, creatieve

ontwikkeling en sportactiviteiten.

Het team

Respect voor elkaar en voor de omgeving staan bij ons hoog in het vaandel en maken

deel uit van de gedragscodes voor medewerkers. Actief en planmatig werken we aan de

teamgeest. Want meewerken aan de toekomst van onze leerlingen doen we samen. Op-

timale begeleiding is werk van ons allemaal, opdat de leerling zijn talenten maximaal

benutten kan. Meesters in onderwijs willen we zijn en blijven door voortdurende ontwik-

keling en scholing van pedagogiek en didactiek.

De leerling

Op het Gilde College werken we samen aan de ontwikkeling van de leerling. Dat werken

moet plaatsvinden in een vertrouwde leeromgeving, waar leerlingen zich thuis voelen.

Aspecten als veiligheid, aandacht, structuur en kleinschaligheid spelen hierbij een gro-

te rol. Elke leerling heeft een mentor die de schakel wil zijn tussen thuis en school, en bij

wie de leerling terecht kan.

Het grootste deel van het actieve leren gebeurt in de school en buiten de school in de

vorm van bedrijfsstages. Huiswerk is in de onderbouw niet aan de orde, in de bovenbouw

met mate. De aansluiting op de vervolgopleiding is gegarandeerd.

De ouders

De school biedt veel ruimte voor de betrokkenheid van de ouders. De ouders moeten

ervaren dat zij serieus genomen worden en dat de lijnen met school kort zijn. Te denken

valt aan participatie in de ouderraad en in onderwijsprojecten. Ouders hebben inzage in

de voortgang van de (onderwijs)ontwikkeling van hun kind. Het leerlingvolgsysteem Ma-

gister en korte lijnen tussen ouders en Gilde College spelen hierbij een essentiële rol.

De onderwijskundige uitgangspunten

Het Gilde College biedt uitdagend en inspirerend onderwijs met een diversiteit in didacti-

sche werkvormen, waardoor het actieve leren gestimuleerd wordt en het blikveld ver-

ruimd. Daarnaast wordt aandacht gegeven aan het ontdekken en ontwikkelen van de

talenten van onze leerlingen. We zijn ervan overtuigd dat daardoor het cognitieve leren

ondersteund wordt.

De school vindt planmatig werken belangrijk. Dat krijgt vorm in weekplanners (waardoor

thuiswerkvrij onderwijs mogelijk is), een jaarplan in de bovenbouw, een strak georgani-

seerd Plan van toetsing en afsluiting, en een digitale agenda waarin we alle toetsen van

de bovenbouw willen opnemen.

In de onderbouw wordt de beroepskeuze begeleid door de leerlingen zich breed te laten

oriënteren tijdens de praktische sectororiëntatie.

In de bovenbouw wordt gewerkt aan kwaliteiten, afgestemd op de beroepskeuzes en de

sociale ontwikkeling van elke leerling.

2.6 De veilige school

Het Gilde College neemt op initiatief van de gemeente deel aan het project “De Veilige

School”. Naast scholen hebben ook de gemeente Hengelo en de politie zitting in de

stuurgroep. De doelstelling van het project “De Veilige School” is een preventieve: signa-


8

leren van probleemgedrag bij jongeren en proberen dit proces te keren. Daartoe hebben

de deelnemers en bureau HALT een samenwerkingsovereenkomst getekend. Alle scholen

hanteren dezelfde regels bij norm-overschrijdend of strafbaar gedrag. Om te overleggen

hoe te handelen heeft iedere school voor voortgezet onderwijs een eigen contactpersoon

vanuit de politie.

3. School - algemeen

Schoolleiding

Het Gilde College is een onderdeel van de Openbare Scholengemeenschap Hengelo

(OSG) en functioneert als een relatief zelfstandige eenheid.

De schoolleiding bestaat uit een directeur en twee teamleiders. Samen vormen zij het

managementteam van de school.

Directeur

Binnen de schoolleiding is de directeur belast met de algemene leiding van de school.

Tevens is de directeur lid van het managementteam van de OSG, waar het beleid voor de

verschillende gebieden van de gehele scholengemeenschap wordt uitgezet.

De teamleiders

De teamleiders hebben binnen de school een belangrijke organisatorische taak. Zij stimu-

leren de onderwijskundige ontwikkeling van hun team, coördineren en ondersteunen o.a.

de werkzaamheden van de docenten, leiden vergaderingen m.b.t. hun klassen enz. Zij

zijn het aanspreekpunt voor mentoren, leerlingen en ouders.

Kwaliteitsbeleid

De kwaliteit van het onderwijs staat volop in de belangstelling. Maar de vraag wat nu

precies bedoeld wordt met een 'goede school' is niet eenvoudig te beantwoorden. Het

Gilde College gaat die vraag echter niet uit de weg. Het functioneren van de school wordt

jaarlijks getoetst, op verschillende manieren. Enkele onderdelen van de kwaliteitszorg

worden hier belicht.

a) De onderwijsresultaten. Het aantal geslaagden wordt veelal beschouwd als een goede

maat voor de kwaliteit van een school. In de tabel staan de resultaten van de afgelo-

pen vijf jaar:

2008-

2009

2009-

2010

2010-

2011

2011-

2012

2012-

2013

aantal examenkandidaten 104 61 88 86 102

aantal geslaagden 100 61 74 75 87

percentage geslaagd 96% 100% 88% 87% 85%

b) Tevredenheidmetingen onder leerlingen, personeel en ouders. Hiervoor gebruiken we

onze eigen website die voor dit doel ontworpen is. De site heet GildeKwaliteit. De uit-

komsten worden gebruikt om in toenemende mate tegemoet te komen aan de wen-

sen van de gebruikers. De uitkomsten worden vertaald in onderwijsbeleid.

c) Regulier schooltoezicht door de inspectie: een onderzoek op acht beleidsaspecten. De

resultaten van het onderzoek vindt u op www.onderwijsinspectie.nl.

d) De kwaliteitskaart: in deze schoolgids is de meest recente uitgave opgenomen.


9

4. Onderwijs

4.1 Algemeen

In de onderbouw van de school wordt thuiswerkvrij onderwijs (TVO) aangeboden. De boe-ken blijven op school. Alle werk wordt in de vaklessen gedaan. Vrijwel elke dag is in het les-rooster een keuzeles opgenomen waarin de leerling zelf kiest aan welk vak gewerkt gaat worden. Middels een planner worden vaardigheden als plannen en zelfstandig werken ver-der ontwikkeld. Zowel in de vaklessen als in de keuzelessen zijn er stiltemomenten: periodes waarin het leren in een stille omgeving mogelijk is. Wanneer de leerlingen aan het einde van de lesdag naar huis gaan, zijn ze echt vrij. Dat is een hele zorg minder. De vrijdagmiddag is, vanaf twee uur, voor alle leerlingen lesvrij, behalve voor wie aan het einde van de week zijn weektaak nog niet af heeft. Hij blijft nog een poosje na om het werk af te maken. De nadruk ligt op actief leren. Zowel in de praktische vakken als de algemene vakken wil een aanbod op maat elke leerling aanzetten tot optimaal presteren. Dit wordt ondersteund door een aanbod van creatieve, sportieve en kunstzinnige cursussen voor leerlingen uit de onder-bouw: elke week zijn twee lessen ingeruimd voor talentontwikkeling (TO, waarover later meer). Voor wie het nodig heeft zijn er bijzondere voorzieningen, zoals dyslexie-coaching, remedial teaching, training van sociale vaardigheden en training gericht op vergroting van het zelfver-trouwen (vroeger faalangstreductietraining genoemd). In de bovenbouw kan de TL leerling een keuze maken uit de sectoren techniek, economie en zorg & welzijn. De bovenbouwleerling van KBL en BBL kan in dezelfde sectoren een keuze maken uit de bouwbreed, elektrotechniek, handel & administratie en zorg & welzijn breed. In de beroepsgerichte lessen wordt veelal gewerkt in een werkplekkenstructuur. In verschil-lende sectoren zijn differentiaties mogelijk. Het Gilde College biedt drie leerwegen aan. In de basisberoepsgerichte leerweg is er boven-dien de variant Leerwerktrajecten.

leerweg inhoud doorstroom

theoretische leerweg algemene vakken havo 4 mbo niveau 3/4

kaderberoepsgerichte leer-weg

algemene vakken beroepsgerichte vakken

mbo niveau 3/4

basisberoepsgerichte leer-weg

algemene vakken beroepsgerichte vakken

mbo niveau 2

basisberoepsgerichte leer-weg, variant leerwerktrajec-ten

Nederlands, lichamelijke opvoeding, beroepsgerichte vakken

mbo niveau 1/2

Binnen het Gilde College is tevens aandacht voor extra ondersteuning voor leerlingen die hiervoor in aanmerking komen:

Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) Het geld dat de overheid hiervoor aan de school ter beschikking stelt, wordt op verschil-lende manieren ingezet. Een kleine klas, zodat per leerling meer aandacht gegeven kan


10

worden, hulplessen voor taal of rekenen (wiskunde), training om faalangst te verminde-ren, hulp bij dyslexie, enzovoort. Maar ook het geheel aan leerlingbegeleiding door men-toren en de leerlingbegeleiders ondersteunen de leerweg van de leerlingen. Na de aanmelding van een leerling wordt een onderwijskundig rapport van de afleveren-de school opgevraagd. Deze informatie vormt de basis voor een plan, op te stellen voor elke leerling afzonderlijk. Na twee jaar wordt bekeken wat de resultaten van de extra hulp zijn. Met Leerweg Ondersteunend Onderwijs sluit de school goed aan op het (speci-aal) basisonderwijs. In klas 1 en 2 krijgen leerlingen dan extra ondersteuning en/of worden geplaatst in een kleine klas met een eigen programma (Sterk Leerweg Ondersteunend Onderwijs in klas 1 en 2).

Leerwerktraject (LWT) Leerlingen waarvan niet verwacht kan worden dat zij een volledig diploma BBL zullen ha-len, kunnen in klas 3 en 4 geplaatst worden in een Leerwerktraject (LWT).

Het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) en de leerwerktrajecten zijn bedoeld voor de leerlingen die nog meer zorg en aandacht nodig hebben. Deze groep leerlingen wordt door een speciale pedagogische aanpak de kans geboden een vmbo diploma te behalen dat recht geeft op toelating tot niveau 2 van het mbo.

4.2 De inrichting van het onderwijs

De onderbouw, leerjaar 1 en 2

In eerste twee leerjaren van het voortgezet onderwijs hebben alle leerlingen dezelfde vak-ken. Echter niet op de zelfde manier en ook niet op hetzelfde niveau. Leerlingen verschillen immers. Onder andere op basis van adviezen van de basisschool wordt een leerling geplaatst in een klas TL, KBL of BBL. Leerwegondersteuning is mogelijk - we spreken dan van LWOO, leer-wegondersteunend onderwijs. De leerling zit in een reguliere klas maar krijgt extra hulp op maat. Leerlingen die aan bepaalde voorwaarden voldoen kunnen geplaatst worden een klas voor Sterk Leerweg Ondersteunend Onderwijs (SLWOO): een kleine klas in een groot lokaal, met een geheel eigen programma en weinig docenten. In de onderbouw hebben wij het vak talentontwikkeling (TO) ingevoerd. Een geheel van kunstzinnige en sportieve activiteiten waarmee we willen bereiken dat leerlingen ontdekken waar hun talenten liggen en eraan werken. Deze positieve ontdekking zal een ondersteuning vormen voor de cognitieve vakken. Bovendien zijn deze bezigheden goed voor de ontwikke-ling van de sociale vaardigheden. Wij besteden er wekelijks twee lessen aan. De mentor heeft een grote rol in de begeleiding van zijn leerlingen. Voor de inhoud werken wij nauw samen met de Kunstenmakers (zie: www.kunstenmakers.nu). In de loop van deze twee jaren moeten keuzes voorbereid worden. Dat hoeft de leerling niet alleen te doen. Het Gilde College heeft een intensieve keuzebegeleiding, waarin ook de ou-ders nadrukkelijk worden betrokken. In principe houdt de klas twee jaar lang dezelfde samenstelling en dezelfde mentor.


11

Keuzebegeleiding is in de onderbouw van groot belang. Niet alleen de keuze van de leerweg speelt een rol, maar bovenal de keuze van de sector. Op verschillende manieren wordt aan de keuzebegeleiding vorm gegeven: a) praktische sectororiëntatie, met gastlessen en excursies. Gericht op het ontdekken van eigen interesses en mogelijkheden; b) de decaan voert gesprekken met alle leerlingen uit klas 2 en hun ouders; c) voorlichtingsavond voor leerlingen van klas 2. Dit alles leidt tot een gedegen doorstroomadvies aan het einde van leerjaar 2. Het advies is niet bindend.

Maatschappelijke stage (MaS)

In schooljaar 2011–2012 is de maatschappelijke stage in Nederland ingevoerd. Gedurende de schoolloopbaan verzorgt elke leerling 30 uur maatschappelijke stage verdeeld over het eerste tot en met het derde leerjaar. De doelstelling en kenmerken van MaS:

jongeren maken kennis met vrijwilligerswerk;

jongeren leveren een onbetaalde bijdrage aan de samenleving;

jongeren doen ervaring op met nieuwe en/of andere doelgroepen. Het Gilde College wil de maatschappelijke stage als onderdeel van het onderwijsprogramma handhaven, hoewel deze stage per 1-8-2014 niet meer tot het examenprogramma behoort (en per 1-8-2015 ook niet meer bekostigd wordt).

De lessentabel

De lessentabel van klas 1 onderscheidt zich op een aantal onderdelen. Het Gilde College heeft binnen de kaders van de wet keuzes gemaakt om de doelstellingen te kunnen realise-ren. - het vak Frans wordt niet aangeboden; - het vak Duits wordt niet aangeboden; - lessen CKV worden aangeboden; - er zijn wekelijkse keuzelessen voor de cognitieve vakken; - er zijn wekelijks twee uren Talent Ontwikkeling (TO); - er zijn wekelijks vier uren lichamelijke oefening ingepland (LO); - inrichting van leergebieden mens en natuur (biologie, natuurkunde, scheikunde, verzor-

ging), mens en maatschappij (aardrijkskunde, geschiedenis en maatschappijleer), beel-dende vakken (tekenen en handvaardigheid), om samenhang tussen de vakken te ver-groten;

- de mentoractiviteiten vinden plaats in de vier keuzelessen; - in verband met het toegenomen belang van rekenen en taal hebben de vakken Neder-

lands en wiskunde extra aandacht. Naast de wekelijkse lessen zijn er soms vakoverstijgende projectmiddagen met algemeen maatschappelijke thema's. Ook in het tweede leerjaar heeft het Gilde College enkele opmerkelijke keuzes gemaakt. - de klas is in principe dezelfde als in leerjaar 1; - het vak Frans wordt niet aangeboden;


12

- het vak economie is opgenomen in het leergebied mens en maatschappij; - wekelijks twee lessen praktische sectororiëntatie, met de nadruk op de afdelingskeuze; - er zijn wekelijks twee uren Talent Ontwikkeling (TO) - er zijn wekelijks vier uren lichamelijke oefening ingepland (LO) - inrichting van leergebieden mens en natuur (biologie, natuurkunde, scheikunde, verzor-

ging), mens en maatschappij (aardrijkskunde, geschiedenis en maatschappijleer), beel-dende vakken (tekenen en handvaardigheid), om samenhang tussen de vakken te verg-roten;

- er zijn wekelijkse keuzelessen voor de cognitieve vakken; - de mentoractiviteiten vinden plaats in de vier keuzelessen; - in verband met het toegenomen belang van rekenen en taal hebben de vakken Neder-

lands en wiskunde extra aandacht. Lessentabel klas 1 en 2

vak klas 1 klas 2

slwoo BBL KBL TL slwoo BBL KBL TL

NE 4 4 4 4 3 3 3 3

EN 3 3 3 3 2 2 2 2

DU 2 2 2 2

BV 4 4 4 4 3 3 3 3

LO 4 4 4 4 4 4 4 4

MM 2 2 2 2 2 2 2 2

MN 2 2 2 2 2 2 2 2

WI 4 4 4 4 3 3 3 3

TN 2 2 2 2 2 2 2 2

KL 4 4 4 4 4 4 4 4

PSO 2 2 2 2

TO 2 2 2 2 2 2 2 2

CKV 1 1 1 1 1 1 1 1

De bovenbouw, leerjaar 3 en 4

leerwegen sectoren

TL Techniek

Economie

Zorg en welzijn

leerweg sector afdeling

KBL, BBL Techniek bouwbreed elektrotechniek

Economie handel en administratie

Zorg en welzijn zorg en welzijn breed


13

In de loop van het derde leerjaar (KBL, BBL) kunnen in de sector techniek verschillende diffe-rentiaties gekozen worden.

afdeling differentiatie

bouwbreed timmeren metselen afwerkingstechnieken meubelmaken

Afhankelijk van de mogelijkheden binnen de formatie en het rooster kunnen leerlingen aan het einde van klas 3 (KBL, BBL) een extra vak kiezen. De volgende voorwaarden gelden hier-bij: het extra vak moet een 6 of hoger hebben op het eindrapport klas 3 en er moet plaats in de klassen of lesgroepen zijn.

sector extra vak

Techniek Duits

Zorg en Welzijn Duits

Economie wiskunde of Duits

Leerlingen uit klas 3 (KBL, BBL) hebben veel lessen in de afdeling. De vakdocent is dan ook de mentor. Er is geen apart mentoruur ingeroosterd. Aan het eind van klas 4 is er een centraal examen. Daaraan vooraf gaat het schoolexamen. De inhoud van het schoolexamen is vastgelegd in het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Met ingang van de cursus 2013-2014 wordt het schoolexamen afgenomen in klas 3 en 4, met de nadruk op klas 4. De vakken MA1 en KV1 worden alleen aangeboden in klas 3. Het resul-taat is tevens het schoolexamencijfer. Van de andere vakken kan een deel van het school-examen in klas 3 worden afgenomen. De lessentabel voor leerjaar 3 en 4 Voor de lessentabel leerjaar 3 en 4 (KBL, BBL) worden de volgende uitgangspunten gehan-teerd:

Als het rooster het toelaat is er de mogelijkheid van een extra vak. Per sector worden de volgende keuzes aangeboden:

o Zorg en Welzijn: Duits o Techniek: Duits o Handel en Administratie: wiskunde of Duits

De leerwerktrajecten zien er als volgt uit: o Nederlands en Lichamelijke Opvoeding worden apart ingeroosterd; o stages maken deel uit van het gekozen programma; o de keus voor een beroepsvoorbereidend programma binnen de leerwerk-

trajecten wordt in de loop van het eerste half jaar van leerjaar 3 gemaakt.

Alle leerlingen hebben drie uur lichamelijke opvoeding per week. De sectorkeuze in de theoretische leerweg wordt aan het einde klas 3 gemaakt.


14

In alle leerwegen is extra aandacht voor taal en rekenen. Vanaf cursusjaar 2014-2015 is wis-kunde verplicht in alle leerwegen. Lessentabel leerjaar 3 en 4:

vak 3LWT 3BBL 3KBL 3TL 4LWT 4BBL 4KBL 4TL

NE 3 3 3 3 3 3 4 4

EN 2 3 3 2 3 4

DU 2 3 3 {2} {3} 4

KV1 1 1 2 1

LO 3 3 3 3 3 3 3 3

MM

MA1 2 2 2

MA2 {3} {3}

EC [3] [3] 3 [3] [3] 3

NSK1 [3] [3] 3 [3] [3] 3

WI 3 3 3 3 {4} 4

BI [3] [3] 3 [3] [3] 3

PR LWT 25 24

BB/ET/ZWB/HA 12 10 15 13

MW 1 1 1 1

MT 1 1

TE 2

[ ] = sectorvak { } = keuzevak/extra vak Van de lessentabel kan om organisatorische of financiële redenen worden afweken.

4.3 Samenwerking met externe opleidingen

Het Gilde College onderhoudt goede contacten met externe vakopleidingen zoals de Stich-ting Vakopleiding Bouwbedrijf, het Samenwerkingsverband Praktijk Opleiding Schilderen en de Stichting Metaal-Elektro Opleiding Twente. Op twee belangrijke momenten van de schoolloopbaan profiteren de leerlingen van deze samenwerking:

In de tweede klassen krijgen zij de gelegenheid om, in het kader van de oriëntatie op studie en beroepen, praktijkgericht kennis te maken met de verschillende vakopleidin-gen. Dit vergemakkelijkt de keuze die gedaan moet worden voor het derde leerjaar.

In het derde of vierde leerjaar bestaat de mogelijkheid voor leerlingen binnen de vakop-leidingen stage te lopen, waarbij zij onderdelen van hun examen ter plekke afronden.

In het Twents Aansluitingsnetwerk vindt de samenwerking plaats tussen een groot aantal scholen van voorbereidend beroepsonderwijs en de ROC’s (MBO). Hier worden vakinhoude-lijke afspraken gemaakt over aansluitende leerstof en vaardigheden en worden de toela-tingscriteria voor de verschillende niveaus van het ROC afgesproken en geregeld. Vmbo-decanen en vertegenwoordigers van het MBO in Twente hebben het digitale Over-drachtsformulier Vmbo-Mbo (OVM) ontwikkeld. Dit formulier gebruiken de (vmbo)-decanen


15

in de regio ter ondersteuning van de aanmelding van hun leerlingen bij het ROC van Twente of AOC Oost. In het derde leerjaar wordt gestart met het invullen van het OVM-formulier. Deze gegevens worden dan al doorgestuurd naar de MBO-instellingen. In het vierde leerjaar vindt dan de warme overdracht van leerling-gegevens plaats. Leerlingen van het Gilde College wordt altijd gevraagd om akkoord te gaan met de ingevulde gegevens. Het invullen van het OVM gebeurt samen met de decaan van het Gilde College.

5. De dagelijkse onderwijspraktijk

5.1 De organisatie van het dagelijkse onderwijs

De lessen van de leerlingen zijn opgenomen in een lesrooster. Het rooster kent in principe geen tussenuren en heeft minstens één vrij dagdeel. Dinsdags en vrijdags zijn alle leerlingen vanaf 13:55 lesvrij.

Lestijden

De lessen hebben een vaste tijdsduur van 50 minuten. Begin en eind van de les wordt aan-gegeven met een (kort) belsignaal.

Wanneer er 's middags een activiteit gepland is die wat meer tijd nodig heeft en wij geen lessen willen laten vervallen, zetten we een zogenaamd 40-minuten-rooster in. De lestijden zijn dan als volgt.

40-minutenrooster

1 8.10-8.50 uur

2 8.50-9.30 uur

kleine pauze 9.30-9.45 uur

3 9.45-10.25 uur

4 10.25-11.05 uur

5 11.05-11.45 uur

grote pauze 11.45-12.15 uur

50-minutenrooster

1 8.10-9.00 uur

2 9.00-9.50 uur


3 10.05-10.55 uur

4 10.55-11.45 uur

grote pauze 11.45-12.15 uur

5 12.15-13.05 uur

6 13.05-13.55 uur


7 14.10-15.00 uur

8 15.00-15.50 uur


16

6 12.15-12.55 uur

7 12.55-13.35 uur

8 13.35-14.15 uur

Opmerking: Om een brandoefening te starten, of het begin van een daadwerkelijke noodsi-tuatie te markeren (waarna ontruiming moet plaatsvinden), gebruiken wij hetzelfde belsig-naal. Slechts de duur van het signaal verschilt en het aantal signalen.

Signaal Betekenis

kort belsignaal leswisseling

3 keer lang bel-signaal

noodsituatie, ontrui-men

Pauzes

In de pauzes kunnen de leerlingen terecht in de hal, buiten op het plein, in de kantine of in de Slingertuin. Hier zijn verschillende voorzieningen voor de leerlingen. In de kantine is het buffet geopend, waar leerlingen eten en drinken kunnen kopen met een pasje. In alle pauzes wordt door personeel gesurveilleerd.

Lesuitval en opvang van de klassen

Door onvoorziene omstandigheden (bijvoorbeeld ziekte van een docent) moet het rooster soms worden aangepast. De roosterwijzingen staan 's morgens om 07:15 op de site. De uit-val wordt beperkt doordat docenten de lessen van een afwezige collega overnemen. Lessen aan de rand van het dagrooster vervallen doorgaans. Als er meer klassen zonder docent zijn, verblijven de leerlingen onder toezicht in de kantine. Leerlingen zwerven in tussenuren dus nooit door de school of door de stad.

Het klassenboek en de bovenbouwagenda

Alle onderbouwklassen en de klassen 3-LWT en 4-LWT hebben een klassenboek. Het is de van die klas. Hierin wordt door elke leerkracht belangrijke zaken opgeschreven. De klassen-vertegenwoordiger of op toerbeurt steeds een andere leerling, heeft het klassenboek bij zich. De klas is verantwoordelijk voor de verzorging ervan en zorgt ervoor dat het iedere les in de klas aanwezig is. Voor de bovenbouwklassen is een digitale agenda ingericht die via de site benaderbaar is. In deze agenda staan de toetsen van de bovenbouwklassen vermeld. De bindende afspraken die met de docent zijn gemaakt (over wat, wanneer en hoe), worden door deze voorziening ondersteund.

De weektaak

In de onderbouw werken de leerlingen met een weektaak. Aan het einde van de week krijgt de leerling de afgetekende weektaak mee naar huis. Ouders worden zo geïnformeerd over de vorderingen van hun kind. Tevens wordt van de ouders gevraagd de weektaak te onder-tekenen.

De rapporten en het ontwikkelingsperspectief

Drie maal per jaar krijgen de leerlingen van de klassen 1 en 2 een rapport. In het rapport worden de vorderingen met cijfers weergegeven. Voor de ouders is er gelegenheid het rap-


17

port te bespreken met de mentor. In dat gesprek kan ook de voortgang in het kader van het ontwikkelingsperspectief worden besproken. De leerlingen van klas 3 krijgen twee rapporten per jaar. De leerlingen van klas 4 werken volgens het Programma van Toetsing en Afsluiting aan hun schoolexamen. Zij krijgen een rapport over het schoolexamen en in december een tussenrapport. Overigens zijn alle cijfers van alle leerlingen te volgen in ons administratieprogramma Magis-ter.

Leerlingbespreking

Op gezette tijden gaan wij de leerlingen van een klas bespreken. Met name komen de leer-lingen aan bod die extra aandacht behoeven in het kader van een vastgesteld ontwikkelings-perspectief. Naar aanleiding van de uitkomsten van de bespreking kunnen passende maatre-gelen worden genomen.

5.2 Leerlingbegeleiding

De begeleiding van de leerling is primair in handen van de mentor. De mentor is de persoon waarbij leerlingen en ouders altijd terecht kunnen. De mentor wordt ondersteund door col-lega’s met een zorgtaak. Alle begeleiding is er op gericht het welbevinden en de prestaties van de leerling te verhogen. Zonder deze speciale aandacht is een aantal leerlingen kansloos in het onderwijs. De medewerkers die betrokken zijn bij de leerlingbegeleiding in de ruimste zin van het woord, hebben door scholing hun specialiteit ontwikkeld.

De mentor

De mentor geeft les in zijn klas in zijn eigen vak. Ook verzorgt hij in de regel de keuzelessen, waarin onder andere aandacht is voor de algemene studievaardigheden. Voor de leerlingen is de mentor, de directe aanspreekpersoon als het gaat om schoolse, maar ook persoonlijke zaken. De mentor begeleidt zijn leerlingen dus ook op sociaal-emotioneel gebied. Hij is de contactpersoon voor de ouders en houdt hen op de hoogte van de resultaten en van het wel en wee van hun kind. U kunt altijd via school contact met hem opnemen. Hij kan activiteiten voor de klas organiseren en zorgt voor een goede sfeer. De mentor blijft twee jaar bij zijn klas. Dat maakt het ook mogelijk dat de mentor de leer-lingen van zijn klas begeleidt in de oriëntatie op studie en beroep. Hij wordt hierin onder-steund door de decaan. In de bovenbouw is normaliter de praktijkdocent de mentor. Hij ziet zijn leerlingen soms wel 12 uur per week.

De vakdocent

Hij begeleidt de leerling in alle zaken die direct het vakgebied aangaan. Hierbij wordt gebruik gemaakt van algemene studievaardigheden, zoals die ook door de mentor worden aange-leerd, maar ook van de vakspecifieke vaardigheden. Voor gesignaleerde tekorten kan hij hel-pen een oplossing te vinden.

De zorgcoördinator

De zorgcoördinator coördineert de zaken rondom de zorg op school. Hij ondersteunt de mentor en stemt de zorg op school af tussen de diverse collega’s. Hij onderhoudt contacten met externe instanties die hulp kunnen bieden aan leerlingen en legt waar nodig het contact


18

voor de leerling.

De leerlingbegeleider

Hij ondersteunt de mentoren en de docenten met betrekking tot de begeleiding en geeft zelf extra begeleiding aan de leerlingen, als dat nodig is. Hij speelt een grote rol in de oplossing van conflicten. Hij kan de teamleiders adviseren, wanneer maatregelen genomen moeten worden die zijn bevoegdheid te buiten gaan.

De decaan

De rol van de decaan is veelomvattend. Hij is actief in de keuzebegeleiding als het gaat om de sectorkeuze. Maar ook de afdelingskeuze en de samenstelling van het vakkenpakket, waar in beperkt mate gekozen moet worden, hebben zijn directe aandacht. Bovendien bege-leidt hij alle leerlingen bij de overstap naar de vervolgopleiding (meestal ROC van Twente).

De stagebegeleider

De vakleerkracht in leerjaar 3 en 4 is tegelijkertijd stagebegeleider. Hij onderhoudt de con-tacten met betrokken bedrijven en regelt de stageplaatsen. Hij controleert verslagen en be-oordelingen in dit verband.

De vertrouwenspersoon

Voor zowel leerlingen als personeel is een vertrouwenspersoon aangesteld. Hij helpt in zeer delicate kwesties en heeft kontakten met instanties, zoals de vertrouwensarts. De vertrou-wenspersoon heeft een beperkte geheimhoudingsplicht en kan, vanuit zijn verplichting als ambtenaar, strafbare feiten aan de bevoegde instanties doorgeven. De vertrouwenspersoon is voor de gehele OSG Hengelo aangesteld. Per school is een zogenaamde contactpersoon aangesteld. Die is er voor leerlingen die een gesprek over delicate kwesties niet durven aangaan met docenten, mentoren, schoolleiding en/of leerlingbegeleiding. De contactpersoon van het Gilde College is mevrouw M. Horst. De aandachtsfunctionaris De school heeft een procedure AMK melding. Tevens is er een signaleringslijst beschikbaar. De school heeft 2 contactpersonen voor het AMK. Deze worden aandachtsfunctionarissen genoemd. Voor het Gilde College zijn de dit de heer R. Luyrink en mevrouw M. Horst.

De vertrouwensinspecteur

De vertrouwensinspecteur van de onderwijsinspectie is bereikbaar via een algemeen meld-punt: 0900 - 111 31 11.

5.3 OnderwijsOndersteuning

Leerproblemen komen voor bij leerlingen op alle niveaus. Om deze leerlingen goed te kun-nen begeleiden hebben wij een ondersteuningsaanbod gemaakt. Ons aanbod kunt u lezen in de folder Onderwijsondersteuning. Deze folder staat op de website en is ook op te vragen bij de zorgcoördinator, dhr. R. Luyrink.

Voorlichting door externe instanties

De school heeft niet alle deskundigheid in huis als het gaat om allerlei maatschappelijke ver-


19

schijnselen. Gelukkig bieden Tactus, GGD, Politie, Bureau Halt en anderen hun hulp aan in de vorm van voorlichting aan leerlingen en deskundigheidsbevordering van het personeel. Het gaat hierbij om gedrag in verkeer, fietsen brommerkeuring, gevaren van roken, alcohol en drugs, eetverslaving, vuurwerk etc. In GildeNieuws worden de activiteiten aangekondigd, en ook op de site en via andere media.

Het leerlingvolgsysteem

Om de leerling een goede begeleiding te kunnen bieden is het noodzakelijk dat allerlei gege-vens worden vastgelegd. Zo kunnen we vorderingen op het gebied van het sociaal-emotioneel functioneren, het gedrag en natuurlijk de leerprestaties duidelijk in beeld krij-gen. Ook worden er testgegevens in vastgelegd, evenals verslagen van belangrijke gesprek-ken en ontwikkelingen. Uiteraard zijn deze gegevens alleen toegankelijk voor de begeleiders. Uiteindelijk levert al die informatie aan het eind van de schoolcarrière een dossier op dat gebruikt wordt om voor het vervolgonderwijs te adviseren. De cijfers van de leerlingen zijn door betrokkenen (leerlingen en ouders) te volgen in ons administratieprogramma Magister.

5.4 Verzuim, verlof en regelingen

Lesverzuim

Als een leerling de lessen moet verzuimen door ziekte, dan wordt van de ouders verwacht dit telefonisch voor 8:10 uur aan de school door te geven. Gaat een leerling ziek naar huis, dan moet hij daarvoor toestemming hebben van school. De ouders worden ingelicht. Zij moeten de thuiskomst van de zieke leerling bevestigen. Is een leerling niet in staat om zelfstandig naar huis te gaan dan worden de ouders gebeld om het kind op te halen. Zijn de ouders niet thuis dan blijft de leerling in principe op school. Lesverzuim door bezoek aan een arts of instantie moet zo veel mogelijk vermeden worden door de afspraken hiervoor te plannen in de lesvrije tijd. Doktersbezoek e.d. moeten zoveel mogelijk van tevoren worden doorgegeven aan de administratie van onze school.

Ongeoorloofd lesverzuim

Ongeoorloofd lesverzuim wordt bestraft met het dubbel inhalen van de gemiste lestijd. De leerling krijgt dan zinvol werk te doen, opgedragen door de leerkrachten waarvan de lessen gemist zijn of werk dat ten goede komt aan de gang van zaken op school. Bij herhaling van ongeoorloofd verzuim, maar ook bij veelvuldig ziekteverzuim, wordt de leerplichtambtenaar ingeschakeld. Eventuele consequenties zijn dan voor rekening van ouders en leerling. Uit-eindelijk kan één en ander leiden tot boetes, schorsing en/of verwijdering van school.

Te laat komen

Komt een leerling te laat op school, dan gaat hij eerst naar zijn klas. De leerkracht bepaalt dan of de leerlingen "een briefje" moet halen bij de receptie. Wanneer een leerling voor de derde keer te laat komt, dan moet er een lesuur worden inge-haald. De leerling kan de ouders bellen om daarvan bericht te geven.


20

Bij herhaaldelijk te laat komen worden passende maatregelen genomen. De leerplichtamb-tenaar kan ingelicht worden.

Verlof en vakantieregeling

In het algemeen mag de school geen verlof of vakantie buiten de normale, vastgestelde va-kantiedagen geven. Verlof voorafgaand aan en aansluitend op de zomervakantie is door de inspectie streng verboden. In uitzonderingsgevallen mag de school, als aantoonbaar is dat de ouders niet op de gewone tijdstippen vakantie kunnen opnemen, ten hoogste tien dagen per jaar verlof geven. Verlof in verband met bijzondere familieomstandigheden kan door de schooldirectie gege-ven worden. Dit verlof moet schriftelijk door de ouders/verzorgers worden aangevraagd bij de directeur. De vakantiedata van dit schooljaar vindt u elders in deze gids, maar ook op de site.

Afspraken rondom Ramadan en Vastentijd

Stage lopen beschouwen wij als voorbereiding op werk. Daarom verlangen wij van de leer-ling dat hij of zij tijdens de Ramadan gewoon naar stage gaat. De Islamitische leerlingen nemen tijdens de Ramadan gewoon deel aan de kooklessen. Zij hoeven de door hen bereide producten niet te eten, maar mogen deze weggeven. Waar mogelijk zorgen we in de vastentijd van Syrisch-Orthodoxe leerlingen voor vervangen-de producten voor vlees of dierlijke vetten. Wanneer dat niet mogelijk is, mogen de leerlin-gen het door hen bereide voedsel aan een medeleerling geven. Bijzondere omstandigheden kunnen leiden tot bijzondere behoeften. Neemt u in voorko-mende gevallen contact op met de schoolleiding.

Schorsing en verwijdering

De schoolleiding kan een leerling bij wangedrag schorsen. Dit heeft als doel om de leerling te laten inzien dat zijn handelwijze onjuist is. Deze maatregel is bedoeld als afkoelingsperiode en kan variëren van een dag(deel) tot een week. Het besluit van schorsing wordt in een ge-sprek toegelicht maar ook schriftelijk en met vermelding van redenen aan de leerling en zijn ouders meegedeeld. Deelname aan de lessen is weer mogelijk na een gesprek over het voor-val met de leerling en zijn/haar ouders. Indien blijkt dat schorsing geen effect heeft, kan dat leiden tot verwijdering.

5.5 Verzekering

De leerlingen zijn tijdens de schooltijden collectief verzekerd in geval van een ongeval op weg van huis naar school en omgekeerd. Deze verzekering dekt alleen de kosten die door de eigen verzekering niet gedekt worden. Het is, voor alle duidelijkheid, geen aansprakelijk-heidsverzekering.

Aansprakelijkheid

De school is voor diefstal, schade of letsel niet aansprakelijk te stellen. Degene die schade of letsel veroorzaakt is aansprakelijk. Wij adviseren eigendommen goed te beschermen. Fietsen en brommers moeten in de stal-ling op slot worden gezet en er moeten geen waardevolle voorwerpen in de jassen worden achtergelaten. De school verhuurt kluisjes, waarin deze voorwerpen kunnen worden opge-borgen. Voor de sleutel moet borg worden betaald. Iedere leerling heeft een kluisje. Het is


21

mogelijk voor de leerlingen van de onderbouw om 2 kluisjes te huren i.v.m. het thuiswerkvrij onderwijs. De fietsenstalling wordt met camera’s en videoapparatuur bewaakt. Dit houdt niet in dat de school aansprakelijk gesteld kan worden voor diefstal of schade.

6. Betrokkenheid van ouders en leerlingen bij het onderwijs

6.1 De leerlingen

Naast deelname aan schoolfeesten, buitenschoolse activiteiten en excursies zijn er voor leer-lingen mogelijkheden om vorm te geven aan de betrokkenheid bij de school. a) De leerlingenraad is een overlegorgaan waarin (gekozen) leerlingen zitting hebben onder

begeleiding van een docent. Zij vergaderen regelmatig en hebben indien nodig overleg met de schoolleiding. De leerlingenraad houdt zich in het algemeen bezig met praktische zaken. De raad heeft een adviserende rol.

b) De deelraad van het Gilde College heeft een wettelijke status. De leerlingen maken deel uit van de geleding ouders/leerlingen. De deelraad houdt zich bezig met zaken die het Gilde College aangaan. De deelraad heeft adviesrecht en instemmingsrecht (wettelijk vastgelegd).

6.2 De ouders

De rol van de ouders is bij het opvoeding- en leerproces van grote betekenis. De situaties thuis en op school moeten zo goed mogelijk op elkaar aansluiten. Veelvuldig contact tussen ouders en mentor is daarbij belangrijk. We verwachten van onze mentoren dat ze meteen contact opnemen met de ouders als daartoe aanleiding is. Andersom verwachten wij dit ook van de ouders. Het spreekt voor zich dat ouders op de ouderspreekavonden en voorlichtin-gen voor hun kind aanwezig zijn. Is het onmogelijk op die tijdstippen aanwezig te zijn dan is er altijd de mogelijkheid om een ander tijdstip af te spreken.

Vrijwilligerswerk

Ouders kunnen zich als vrijwilliger aanmelden voor werk in de mediatheek en als begeleider bij activiteiten. De Ouderraad (OR) is een vertegenwoordiging van alle ouders. Elke school heeft zijn eigen OR. De OR heeft regelmatig overleg met de directie. In dit overleg komen kwesties, aange-dragen door de achterban van de OR, aan de orde. De ouderraad staat los van de medezeggenschapsraad. Deze raad is samengesteld uit ouders die rechtstreeks allerlei dingen voor onze school willen doen en regelen. De ouderraad is bij veel zaken betrokken en geeft ook vaak een financiële bijdrage aan zaken die voor de kin-deren van belang zijn. De bekostiging gebeurt uit de bijdragen van alle ouders in de ouder-bijdrage.

De medezeggenschap

De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad is een overlegorgaan dat zich richt op de hoofdlijnen van de koers van de scholengemeenschap. Op de school is een deelraad. De in-


22

vloed die de MR op het beleid door middel van instemming- en adviesrecht kan uitoefenen is vastgelegd in reglement MR dat op school ter inzage ligt. De MR kent de twee geledingen: leerlingen/ouders en personeel.

Klachtenprocedure

Als u ontevreden bent over een bepaalde gang van zaken, kunt u contact opnemen met de directie van de school. In de meeste situaties komt het dan tot een oplossing. Lukt dit niet, dan is het mogelijk via de officiële weg een klacht in te dienen. De “Klachtenregeling OSG Hengelo” is daartoe op de vestiging aanwezig.

7. De kosten

7.1 Schoolkosten en ouderbijdrage

Gedragscode schoolkosten VO De OSG Hengelo onderschrijft de landelijke Gedragscode schoolkosten Voortgezet On-derwijs. Het uitgangspunt daarbij is dat de hoogte van de schoolkosten geen belemme-ring mag vormen voor ouders/verzorgers en leerlingen om het verplichte onderwijspro-gramma te volgen. De school spant zich daarom in om de schoolkosten zo laag mogelijk te houden met behoud van kwaliteit.

Schoolboeken en andere leermiddelen Voor het boekenpakket hoeft een leerling niet te betalen, omdat de kosten worden ge-subsidieerd door de overheid. De leerlingen ontvangen het complete pakket via school of via een door de school daarvoor aangezochte organisatie. Er moet wel een borgsom worden betaald, die aan het eind van de schoolloopbaan wordt teruggegeven, nadat de boeken in goede staat zijn ingeleverd bij Van Dijk. Andere leermiddelen moeten zelf worden aangeschaft. Bijvoorbeeld: agenda, woorden-boeken, atlassen, beschermende kleding etc. Deze kosten verschillen per opleiding. In de diverse schooloverzichten staat hierover verdere informatie.

Werkweken, excursies en buitenlandse reizen Voor deelname aan werkweken, excursies en buitenlandse reizen wordt een aparte bij-drage gevraagd. De OSG Hengelo vindt deelname aan dit soort activiteiten van belang voor de ontwikkeling van de leerling, maar deelname is in principe alleen mogelijk als daarvoor wordt betaald. Voor ouders die deze duurdere activiteiten niet of niet geheel kunnen betalen kan ge-bruik gemaakt worden van een regeling.

Vrijwillige ouderbijdrage De vergoeding die de OSG van de overheid ontvangt voor de kosten van het onderwijs is slechts toereikend voor een basisniveau. Onze ambities reiken hoger. Dat hogere ambi-


23

tieniveau kunnen we alleen realiseren als er aanvullende financiële middelen zijn. Daar-om vragen we aan ouders een vrijwillige ouderbijdrage. Bij deze verwijzen we u naar de “overeenkomst tussen leerlingen/ouders/verzorgers en de Stichting OSG Hengelo”. Indien ouders/verzorgers geen bijdrage in de kosten leveren, zullen we hun kinderen moeten uitsluiten van zaken die onder deze regeling vallen. Wij gaan er derhalve van uit dat ouders die hun kind bij de OSG Hengelo aanmelden, bereid zijn deze bijdrage te beta-len.

Noodzakelijke ouderbijdrage Om het onderwijs op één van de scholen van de OSG Hengelo te kunnen volgen is een noodzakelijke ouderbijdrage nodig voor de meest noodzakelijke middelen zoals proef-werkpapier, communicatiemiddelen, gebruik van computers en programma’s etc. De di-recties van de diverse scholen streven er naar dit bedrag zo klein mogelijk te houden en verder is het afhankelijk van studie en schooljaar. Printkosten vormen ook een onderdeel van de noodzakelijke ouderbijdrage. Daarvoor wordt door de schoolorganisatie een be-drag van € 10,00 op de schoolpas gezet. Aan de hand van de printopdrachten die de leer-ling geeft wordt per zwart-wit print € 0,08 en per kleurenprint € 0,16 van zijn /haar te-goed op de schoolpas afgewaardeerd.

Tegemoetkomingen Ouders/verzorgers van leerlingen tot 18 jaar kunnen bij de overheid een tegemoetko-ming in de studiekosten aanvragen. Nadere informatie en een aanvraagformulier is te vinden op de website www.ib-groep.nl

Restitutie Bij tussentijds vertrek van een leerling vindt gedeeltelijke restitutie van de ouderbijdrage plaats als de leerling voor 1 maart van dat cursusjaar is uitgeschreven. Daarna is geen restitutie meer mogelijk.

Gymspullen In de gymlessen op school is een sportbroek, T-shirt en gymschoenen met witte zolen verplicht. Tevens is ons advies om na de gym te douchen. In de regel moeten gymkleren 1 keer per week gewassen worden.

7.2 Boeken

De boeken van het Gilde College worden door de school verzorgd. Op de eerste schooldag worden boeken (en het rooster) opgehaald. Op de tweede schooldag worden de boeken gezamenlijk, onder begeleiding van de mentor gekaft. De school zorgt voor materiaal maar een leerling mag natuurlijk altijd eigen kaftpapier meenemen.

7.3 Ouderbijdrage 2013-2014

Elke school ontvangt geld van het rijk voor het onderwijs. Met dat geld worden o.a. de lesac-tiviteiten bekostigd. Daarnaast zijn de grootste kostenposten de uitgaven m.b.t. het perso-neel en de gebouwen. Sinds het cursusjaar 2009-2010 ontvangen de scholen een bijdrage voor de vergoeding van de boeken en leermiddelen. De vergoeding die de OSG van de overheid ontvangt voor de kosten is toereikend voor een standaard niveau, maar onze ambities reiken hoger. Dat hogere ambitieniveau kunnen we

http://www.ib-groep.nl/


24

alleen realiseren als er aanvullende financiële middelen zijn. Daarom vragen we aan ouders een vrijwillige ouderbijdrage. Deze ouderbijdrage is nodig om uitgaven (zie overzicht) te be-kostigen, die de school voor haar onderwijsconcept noodzakelijk acht. Op deze manier is het niet nodig, dat de ouders voor veel kleine kosten telkens weer apart aangesproken worden. U kunt er eventueel voor kiezen om voor uw kind niet in alle kosten bij te dragen. U dient dit dan schriftelijk, onder vermelding van de kostensoorten, bij de teamleiders kenbaar te ma-ken. Uw zoon/dochter neemt dan geen deel aan de extra activiteiten c.q. kan geen gebruik ma-ken van de extra voorzieningen, waarvoor u niet betaalt. U kunt het totaal bedrag dan verminderen met het bedrag dat bij die voorziening c.q. activi-teit is vermeld, nadat u dit schriftelijk heeft gemeld. De bedragen zijn voor het cursusjaar 2013/2014 als volgt samengesteld: Overzicht kosten

1. collectieve verzekeringen € 4, - 2. vieringen etc. ( niet lesgebonden) € 5, - 3. Algemene culturele en sportieve vorming € 9, - 4. Bijdrage activiteiten ouderraad € 10, - 5. Bijdrage leerlingenraad € 2, - 6. CJP-paspoort) (voor een deel) € 10, - 7. Schoolpasje € 2,50 8. Huur kluisje (€ 7,-) € 7, - 9. Borg sleutel kluisje (€ 10,-) 10. Kopieerkosten (de leerlingen ontvangen een print tegoed) € 10, - 11. Gebruik atlas € 3, -

Totaal: € 62, 50 * Borg voor de kluisjes (€10.-) geldt slechts voor alle nieuwe leerlingen. Totaal inclu-sief borg: € 72, 50

Voor (dag)excursies, schoolreizen etc., die per klas, jaargroep of studiegroep gedurende het jaar worden gemaakt, wordt per activiteit een bijdrage gevraagd. Deelname aan deze activi-teiten is vanzelfsprekend vrijblijvend. Men kan alleen deelnemen aan schoolreizen en excur-sies als ook de schoolbijdrage betaald is. In een enkel geval is het mogelijk om de ouderbijdrage gespreid te betalen. Hiervoor dient een afspraak gemaakt te worden met de teamleiders.


25

8. De overgangsregels

8.1 Algemeen

De rapporten

De rapporten die aan de ouders worden uitgereikt bevatten belangrijke gegevens. We kennen rapporten en tussenrapporten, met daarop gegevens over resultaten, werkhou-ding of inzet, gedrag en absenties.

Overgang van de 1e naar de 2e klas

In principe blijven hier geen leerlingen zitten. In de rapportvergadering kan wel besloten worden de leerling zijn onderwijs te laten vervolgen in een andere leerweg.

Overgang van de 2e naar de 3e klas

Op basis van het doorstroomadvies, dat gedurende het tweede leerjaar tot stand komt, wordt de leerling in de juiste leerweg geplaatst. Ook hier zal dus over het algemeen geen sprake zijn van zittenblijven.

Een cijfer voor niet gemaakt of niet ingeleverd werk

Cijfers komen tot stand op basis van de kwaliteit van uitgevoerde opdrachten. Wanneer een leerling bijvoorbeeld in een toets vraag 3 onbeantwoord laat, krijgt hij daar-voor nul scorepunten, die vervolgens als deel van het totaal het cijfer bepalen. Een leerling die alle vragen onbeantwoord laat - hij levert een leeg blaadje in - krijgt voor alle vragen nul scorepunten. Het totaal is dan 0 punten en dat geeft als resultaat: cijfer = 1. Op dezelfde manier gaan wij om met leerlingen die een werkstuk niet op een afgesproken tijdstip af hebben of inleveren of een spreekbeurt niet op de afgesproken tijd kunnen hou-den, of het af laten weten bij een presentatie. De niet uitgevoerde opdracht levert nul sco-repunten op en dus cijfer = 1. Met leerlingen die vooraf netjes hun zaakjes regelen en komen melden dat uitstel nodig is, kan een nieuwe datum worden afgesproken. Een zo behaalde 1 komt niet voor herkansing in aanmerking.

Inzage cijfers

Ouders hebben inzage in cijfers van hun kinderen via het leerlingvolgsysteem. Daarvoor krij-gen alle ouders een inlognaam en –code. Het leerlingvolgsysteem (Magister) is te bereiken via: www.gildecollege.nl

8.2 Bevorderingsnormen

8.2.1 Bevordering van leerjaar 1 naar leerjaar 2 en van leerjaar 2 naar leerjaar 3

Basisregels

De leerlingen van het eerste en tweede leerjaar volgen les in vakken. Elk van de gevolgde vakken levert een jaarcijfer. Al deze jaarcijfers worden meegewogen bij de bevorderingsbe-slissing. Afhankelijk van de behaalde jaarcijfers wordt een leerling bevorderd naar een verge-lijkbaar, een hoger of een lager niveau in het volgende leerjaar, of besproken voor een van deze mogelijkheden.

http://www.gildecollege.nl/


26

In leerjaar 1 en 2 geven we drie rapporten uit. Aan het eind van het jaar is er bovendien een eindrapport. De cijfers op het eindrapport zijn bepalend voor de vraag of een leerling voor bevordering in aanmerking komt. De rapporten 1, 2 en 3 bevatten cijfers in 1 decimaal, van 1,0 tot 10,0. Het zijn gewogen ge-middelden van alle toetscijfers. Het eindrapport kent cijfers van 1 tot 10, zonder decimalen. Het zijn de gemiddelden van rapport 1, rapport 2 en rapport 3. De volgende regels beschrijven het recht op overgang en beantwoorden dus de vraag: Wan-neer ga je over?

Overgangscriteria

Met gemiddelde wordt bedoeld het gemiddelde van alle cijfers op het eindrapport. Het ge-middelde wordt afgerond op 1 decimaal. Het aantal minpunten geeft aan in welke mate de cijfers van op het eindrapport 'onder de zes' liggen. Een vijf levert 1 minpunt, een vier levert 2 minpunten enzovoort.

van naar

klas - gemiddelde 6,0

- minpunten 3

- gemiddelde 7,5

- minpunten 1

- gemiddelde 7,3

- minpunten 2

- gemiddelde 5,6

- minpunten 6

1 BBL 2 BBL 2 KBL 2 BBL, evt. 2 KBL bespreekgeval

1 KBL 2 KBL 2 TL 2 KBL, evt. 2 TL 2 BBL

1 TL 2 TL 2 TL 2 TL 2 KBL

Voor leerlingen die voor het tweede jaar in dezelfde klas zitten (als gevolg van zittenblijven) gelden de volgende criteria.

van naar

klas - gemiddelde 6,3

- minpunten 3

- gemiddelde 7,8

- minpunten 1

- gemiddelde 7,6

- minpunten 2

- gemiddelde 6,1

- minpunten 6

1 BBL 2 BBL 2 KBL 2 BBL, evt. 2 KBL bespreekgeval

1 KBL 2 KBL 2 TL 2 KBL, evt. 2 TL 2 BBL

1 TL 2 TL 2 TL 2 TL 2 KBL

Een leerling die niet aan de criteria voor overgang voldoet, wordt besproken. Afgezien van de regels beslist de vergadering welk vervolg voor de leerling het beste is. De uitkomst van die bespreking komt op het rapport.

8.2.1 Bevordering van leerjaar 3 naar leerjaar 4

Basisregels

In klas 3 onderscheiden wij 2 periodes, afgesloten met R1 en R2. Deze rapporten wegen niet even zwaar:

rapport wegingsfactor

R1 1

R2 2


27

Op de rapporten staan cijfers in 1 decimaal. Deze cijfers zijn de gewogen gemiddelden van de toetscijfers. De vakken ckv en lo kennen alleen een jaarcijfer. Dat is het eindcijfer (hieronder aangeduid met E). Een cijfer voor deze vakken op R1 en R2 moet gezien worden als een voorlopig cijfer. In de bepaling van het eindcijfer speelt het geen rol. Het derde jaar wordt afgesloten met een eindrapport E. De cijfers op het eindrapport zijn gewogen gemiddelden van de cijfers op R1 en R2, afgerond op gehele getallen. Dus:

E = (R1 + 2 R2)/3, afgerond op helen. Vakken in het derde jaar zijn: praktijk, ne, en, du, wi, ns, bi, ec, ma1, mt, mw, lo en kv1. Voor de overgang van klas 3 naar klas 4 telt het praktijkvak (in BBL en KBL) twee keer mee. (Bij de beoordeling van het rapport is het alsof het praktijkcijfer er twee keer op staat.) Voor mt wordt geen beoordeling gegeven. (De vakken ma1 en kv1 zijn examenvakken die in klas 3 worden afgesloten. Van andere vakken kunnen enkele toetsen uit klas 3 tot het schoolexa-men behoren.) De vakken mt, mw en kv1 spelen bij de overgang geen rol. (Wie kv1 onvol-doende afsluit, kan wel over, maar moet in klas 4 op eigen kracht 'repareren'. Om te kunnen slagen moet kv1 voldoende zijn afgesloten.) Wie op grond van de regeling niet bevorderd wordt, vormt "een bespreekgeval". De verga-dering zal beslissen welk vervolg het beste past bij de leerling. Die beslissing komt op het rapport.

Bevordering in BBL en KBL

Een leerling gaat over van 3 naar 4 in dezelfde leerweg indien zijn eindrapport voldoet aan de volgende voorwaarden:

1. alle vakken zes of hoger 2. een vijf, alle andere vakken zes of hoger 3. twee vijven, een zeven, alle andere vakken zes of hoger 4. een vier, een zeven, alle andere vakken zes of hoger

Bespreekgevallen

Wie niet bevorderd wordt, krijgt de status "bespreekgeval". De bespreekgevallen worden individueel besproken om vast te stellen wat het beste ver-volgtraject voor de leerling is. Dat kan - los van de overgangsnormen - bevordering naar klas 4 zijn, eventueel naar een lagere leerweg.

Bevordering in TL

In klas 3 zijn twee rapporten: R1 en R2. De rapporten R1 en R2 worden afgerond op tienden. Het tweede rapport telt twee keer. Dus E = (R1 + 2R2)/3, afgerond op helen. En er is een eindrapport E, het gewogen gemiddelde van R1 en R2. De overgang wordt gebaseerd op het eindrapport. Vakken: bi, du, ec, en, lo, ma, nask1, ne, wi, mt, mw, kv1 (ckv)


28

Als het eindrapport voldoet aan de volgende voorwaarden is de leerling over van 3TL naar 4TL: - alle cijfers zijn zes of hoger, of - er is een vijf, de andere cijfers zijn zes of hoger, of - er is een vier, een zeven, de andere cijfers zijn zes of hoger, of - er zijn twee vijven, een zeven, de andere cijfers zijn zes of hoger Als het eindrapport hier niet aan voldoet, is er sprake van een bespreekgeval. De rapport-vergadering moet zich met reden uitspreken over de vraag wat voor de betreffende leerling het beste vervolg is. De uitspraak is bindend. Mogelijke uitkomsten: - (toch) over naar 4TL; - doubleren (in 3TL); - afstromen naar 4KBL. Dit gaat niet zonder slag of stoot. Wij zijn zeer terughoudend wat beze overgang betreft. Er is een uitgebreid 'intakegesprek', te voeren door de de-caan/leerlingbegeleider, waaraan ook de vakdocent van de gekozen sector deelneemt, en natuurlijk de ouders van de leerling. Dit geldt ook voor leerlingen die van een andere 3TL komen (Montessori College Twente of andere school). De uitkomst van het gesprek is bin-dend. Voor alle duidelijkheid: in deze regeling is dus niet het recht op plaatsing in een lagergelegen leerweg beschreven. Slechts de procedure die wij volgen om de mogelijkheid te onder-zoeken wordt hier onder woorden gebracht.

Het schoolexamen

De leerling die in 2012-2013 in klas 3 heeft gezeten, begint zijn schoolexamen in klas 4 (in het schooljaar 2013-2014). Hij doet examen in 2014. De examenvakken MA1 en KV1 worden in klas 3 afgesloten. De eindcijfers van de derde klas zijn tegelijk de eindexamenbeoordelingen van deze vakken. Een leerling kan uit het schoolexamen twee toetsen herkansen. Dat kan alleen op door de school vastgestelde momenten, aan het einde van de schoolexamenperiode. Voor MA1 geldt een bijzondere regeling. Wie in 2012-2013 in klas 2 heeft gezeten, begint zijn schoolexamen in klas 3 (in het school-jaar 2013-2014). Voor klas 3 is er een pta 2015 [versie 2013] en een voorlopig reglement. De toetsen uit het pta vallen wat de herkansing betreft onder het reglement 2015 [versie 2013]. Ze tellen gewoon mee voor de overgang van klas 3 naar 4. Rekenen en taal Rekenen en taal nemen een bijzondere positie in. De rekentoets die in klas 3 is afgenomen (in maart en mei/juni 2013) kan een vrijstelling opleveren voor examen 2014. Het resultaat van de rekentoets speelt geen rol in de slaagregeling. Voor taal zijn geen aparte toetsen. Het examen Nederlands is wel aangepast. Het resultaat van het examen Nederlands moet vijf of hoger zijn om te kunnen slagen.


29

9. De schoolregels

Het Leerlingenstatuut

In het Leerlingenstatuut staat in algemene zin omschreven wat de rechten en plichten zijn van zowel de leerlingen als het personeel. Het volledige Leerlingenstatuut ligt ter inzage op school. Hieronder is een aantal schoolregels vermeld die de dagelijkse gang van zaken betreffen.

Omgangsvormen

- Personeel en leerlingen zijn samen verantwoordelijk voor een goede sfeer en goede om-gangsvormen op school. Om het dat te bereiken:

a. schelden we niet en gebruiken we geen ander verbaal geweld b. is er geen grof taalgebruik c. wordt er geen lichamelijk geweld gebruikt d. wordt er niet gepest en getreiterd of een andere vorm van intimidatie ge-

bruikt. Daarbij maakt het niet uit of dit online gebeurd of in de reële wereld.

- De omgangstaal is het Nederlands.

Gedragscode

Het Gilde College werkt met een gedragscode; deze wordt aan het begin van een schooljaar uitgereikt aan alle nieuwe leerlingen. De code houdt het volgende in:

De ander en ik

ik wil rekening houden met anderen en daarom: o help ik anderen; o luister ik naar anderen; o leer ik samen met anderen en van anderen; o zorg ik ervoor dat anderen geen last van mijn gedrag hebben; o en ben ik voorzichtig met eigendommen (leermiddelen en materialen) van

anderen;

Mocht het toch een keer fout gaan dan probeer ik mijn vergissing goed te maken.

Gebruik van het schoolgebouw

- Eten en drinken doen we alleen in de hal, kantine en op het buitenplein. - In de pauzes kunnen we naar de kantine, de hal of het buitenplein gaan. Tijdens de pau-

zes zullen de deuren van de fietsenstalling gesloten worden (de eerste 5 minuten van een pauze blijven deze deuren wel open).

- In de pauzes kunnen de leerlingen van het toilet gebruik maken. Liever niet tijdens de les, omdat dit storend werkt.

- Ons gebouw willen we graag netjes houden. Daarom draaien alle leerlingen mee in de milieudienst, waarin weggegooid afval in de hal en op het schoolplein wordt opgeruimd. Leerlingen zijn daarmee een paar keer per jaar bezig. Na de pauzes wordt een groepje van twee/drie leerlingen ingezet als corveegroep. Deze


30

corveegroep krijgt de opdracht om de hal en het schoolplein schoon te maken. Na afloop van de corveedienst gaan de leerlingen naar de les.

- In het begin van het schooljaar wordt in de klas de gedragscode door de mentor bespro-ken. De leerling weet dan waaraan we ons houden.

- Mobiele telefoontjes en geluidsdragers gebruiken we in de hal, de kantine en op het bui-tenplein. In de klas heeft dan niemand last van mijn gedrag.

- In de school nemen we geen beelden of geluiden op. In overleg met een docent kan tij-dens een les hiervan wel gebruik gemaakt worden.

- Op het schoolplein is een rookvrije zone, aangegeven met een gele streep.

Veiligheid In verband met de veiligheid van leerlingen en docenten kunnen we niet toestaan:

dat jassen in het lokaal worden meegenomen;

dat leerlingen alcohol of drugs gebruiken of onder invloed daarvan verkeren;

dat vuurwerk afgestoken wordt of de leerling het in zijn/haar bezit heeft;

dat leerlingen wapens in bezit hebben;

dat sieraden en horloges gedragen worden tijdens de gymnastieklessen;

dat brommers sneller dan stapvoets rijden over het schoolplein.

Lichamelijke opvoeding

In verband met de kwetsbaarheid van de vloeren in de gymnastieklokalen mogen schoe-nen met zolen die zwart afgeven, niet gebruikt worden.

Leerlingen die op doktersadvies niet mee mogen doen en dit kenbaar gemaakt is door en briefje van de ouders, krijgen vervangende lessen.

De leerlingen hebben de mogelijkheid om na de sportles te douchen. Roken Het beleid van de school is erop gericht binnen afzienbare tijd een geheel rookvrije school te realiseren, waarin ook aan roken gerelateerde handelingen geen plaats hebben (bijvoor-beeld de elektrische sigaret). In dat kader is het vanaf 1-8-2013 aan leerlingen uit de onder-bouw verboden te roken in en om de school. Leerlingen uit de bovenbouw mogen (nog) ro-ken buiten de rookvrije zone.


31

10. Activieiten in 2013-2014

In een schooljaar gebeurt veel dat niet al een jaar van tevoren te plannen is. Op de site vindt u altijd de actuele informatie. En ook het periodiek GildeNieuws is in dit opzicht lezenswaar-dig.


32

11. Personeel

Naam M/V Functie

F. Aktan M Pedagogisch medewerker

R.W. Arendsen-Kartoidjojo V Docent

N. Bijen V Docent

W. Boellen M Docent

M. Boers V Docent

B. Boes M Ondersteuner

F. Bruïre M Ondersteuner Passend Onderwijs

M.H.J. Brughuis-Becker V Docent

E.T. Daal M Conciërge

S. Evertzen V Docent

H.J. Filart M Docent

M. de Haan V Docent

P. Hiemstra V Docent

R. Hoekstra V Docent

H.J.H. Holsbeeke M Administratief medewerker

M. Horst-Stroot V Docent

W.H. Hulzebosch M Teamleider 3, 4, Roostermaker

B. Jonker M Mediathecaris

M. ten Kate M Docent

M. Kleinsmit V Docent

E.D. Koebrugge-Buitenhuis V Docent

M. Kolner M Docent

H. Koopman M Docent

H. Korte M Docent

A. Kraaijenzank M Docent

R. Kruijswijk M Conciërge

R.M. Lansink M Docent, dagroostermaker

M.L. Luyrink-Bonin V Docent

R.J. Luyrink M Zorgcoördinator, leerlingbegeleider

S. Mucuk V Leerlingbegeleider, decaan

L. Nitert V Docent

G.J. van den Nieuwboer-Groot Roes-

sink

V Administratief medewerkster, receptioniste

P. Nijhuis M Docent

J. Nijhuis-Schilderman V Docent

A.B. Numans V Docent

S. Padberg Docent

I. Prins V Docent

J. van Rijn V Docent

A.B. Sanders V Docent

R. Schaftenaar M Mediathecaris

E.J. Scheffer M Docent

B.W. Timmer M Docent

M.; de Vries M Docent

A. Waanders V Receptioniste

A.M. van Weeghel M Teamleider 1,2, ict-coördinator

B. Wever-Bijker V Docent

O. Wiggers M Docent

I. Wopereis V Docent


33

12. Hulpverlenende instanties

Voor informatie over hulpverlenende instanties (adressen, telefoonnummers e.d.) kunt u

contact opnemen met onze zorgcoördinator dhr. R. Luyrink.

Schoolgids 2013 2014

Documents

Transcript of Schoolgids 2013 2014