schoolgids 2013-2014 gecompirimeerd - OBS Gieten 2013... · 2013. 8. 15. · Schoolgids OBS Gieten...

Schoolgids OBS Gieten 2013 - 2014 1

Voorwoord Voor ouders is het kiezen van een school geen gemakkelijke opgave. Daarom heeft elke school een schoolgids. Zo'n gids geeft informatie over de school. Met deze gids hopen we ouders, die op zoek zijn naar een goede school te helpen bij hun keuze. We proberen zo duidelijk mogelijk informatie te geven over ons onderwijs, maar ook over de ontwikkelingen en de plannen voor de toekomst.

Van die ontwikkelingen in de toekomst ziet u iets terug in deze gids. De o.b.s. Gieten is gehuisvest in een gebouw, dat eind december 2000 is opgeleverd . Een gebouw met een vriendelijke uitstraling, voorzien van een speellokaal en een multi-ruimte. Tevens is het uitgerust met een netwerk met computers.

Naast algemene informatie bevat deze gids informatie over vakanties, zaken van organisatorische aard, diverse leermethodes, doelstellingen en verdere afspraken. Bewaart u deze gids, zodat u hem kunt raadplegen. Met het aanbieden van deze schoolgids voor het schooljaar 2013-2014 spreken we de wens uit, dat het komend schooljaar plezierig en succesvol mag zijn voor de leerlingen.

Team openbare basisschool Gieten

De fotografie in de schoolgids is verzorgd

door Harry Tielman.


hoofdstuk indeling 1. de school

1.1 het bestuur van de school blz. 4 1.2 het aantal leerlingen blz. 5 1.3 het gebouw blz. 5

2. de identiteit van de school 2.1 openbaar onderwijs blz. 7 2.2 basisonderwijs blz. 7

2.3 de visie van de school op onderwijs blz. 8

3. de organisatie van ons onderwijs 3.1 jaargroepen blz. 10 3.2 groepsgrootte blz. 10 3.3 extra mogelijkheden voor hulp blz. 11 3.4 organisatie van het zorgoverleg op school blz. 11 3.5 SWV blz. 12 3.6 de jeugdgezondheidszorg op de basisschool blz. 12 3.7 permanente commissie leerlingenzorg (PCL) blz. 14 3.8 regeling leerlingengebonden financiering blz. 16 3.9 begeleidingsplan blz. 17 3.10 het lesrooster blz. 17 3.11 de vak- en vormingsgebieden blz. 18 3.12 steeds op zoek naar kwaliteitsverbetering blz. 21

4. de zorg voor de leerlingen 4.1 uw kind gaat naar het basisonderwijs blz. 27 4.2 plaatsing vierjarigen vlak voor de zomervakantie blz. 27 4.3 resultaten van het onderwijs blz. 28 4.3.1 leerling dossiers blz. 28

4.3.2 leerlingvolgsysteem blz. 28 4.3.3 speciale zorg blz. 28 4.3.4 zittenblijven blz. 28 4.3.5 overgang naar een andere groep blz. 29 4.3.6 het traject van overgangsbeslissing blz. 29 4.3.7 overgang naar het voortgezet onderwijs blz. 30 4.3.8 opbrengsten 4.4 vervangende onderwijsactiviteiten blz. 33 4.5 Toelating, weigering en verwijdering van leerlingen blz. 33 4.6 buitenschoolse activiteiten blz. 33 4.7 logopediste blz. 33

5. de leerkrachten 5.1 namen, adressen en functies blz. 36 5.2 vervanging van de leerkrachten blz. 37 5.3 stagiaires blz. 37 5.4 onderwijs ondersteunend personeel blz. 37 5.5 scholing van leerkrachten blz. 38

6. de ouders 6.1 contacten met ouders blz. 39 6.2 de ouderraad blz. 40 6.3 de medezeggenschapsraad blz. 41 6.4 klachtenregeling blz. 41 6.5 ongewenste intimiteiten in het basisonderwijs blz. 42 6.6 ouderbijdrage blz. 42 6.7 schoolreizen blz. 43 6.8 ongevallenverzekering en schade blz. 43 6.9 de schoolgids voor ouders blz. 44 6.10 schooljaarverslag blz. 44 6.11 activiteitenkalender blz. 44 6.12 periodesluiting blz. 44 6.13 hoofdluis blz. 45 6.14 ontruimingsplan blz. 45 6.15 informatieverstrekking aan gescheiden ouders blz. 45 6.16 sociale veiligheid blz. 46 6.17 toezicht op actief Burgerschap en integratie blz. 46 6.18 gewichtenregeling blz. 47 6.19 Persoons Gebonden Nummer blz. 47 6.20 Uitdelen van uitnodigingen, kerstkaarten e.d. blz. 47

6.21 0800-5010 voor ouders over onderwijs blz. 48 6.22 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling blz. 48


7. ontwikkelingen in de komende jaren

7.1 ontwikkelingen in het onderwijs blz. 49

8. is onze school een goede school? 8.1 het onderwijs blz. 51 8.2 de rapportage blz. 52

9. schooltijden en vakantie, huishoudelijke zaken 9.1 schooltijden en de lesuren blz. 53 9.2 schoolbel blz. 53 9.3 vakanties en vrije dagen blz. 53

9.4 tijden gymnastiek blz. 54

9.5 overblijven op school blz. 55

9.6 dieetkinderen blz. 55 9.7 op de fiets naar school blz. 55 9.8 verjaardagen blz. 56 9.9 meester- en juffendag blz. 56 9.10 leerplicht en verlof blz. 56 9.11 creatieve middag blz. 57 9.12 werkvormen (zelfstandig werken) blz. 57 9.13 huiswerk blz. 58 9.14 slechtweer-pleindienst blz. 59 9.15 schoolfotograaf blz. 59 9.16 cartridges blz. 60 9.17 oud papier blz. 60 9.18 de schoolarts blz. 60 9.19 Stichting Skidkinderopvang blz. 60 9.20 BSO blz. 61 9.21 Informatie via de website blz. 61 9.22 pesten blz. 61 9.23 verlof bezoek huisarts, ziekenhuis of tandarts blz. 61 9.24 heeft onze school sponsoren? blz. 62 9.25 verkeerswerkgroep blz. 62 9.26 video- en foto-opnames blz. 62 9.27 het onderwijskundig rapport blz. 62 9.28 centrum voor Jeugd en gezin Aa en Hunze blz. 63 9.29 schoolmaatschappelijk werk blz 64 9.30 school en ouders blz. 64

9.31 regels voor een gezellige en leefbare school blz. 64


1. De school

_________________________________________________________________________________

1.1 het bestuur Het bestuur van onze school is Stichting PrimAH

Stichting PrimAH

Postbus 35

9460 AA Gieten

Adres: Spiekersteeg 1

9461 BH Gieten

Voor algemene onderwijszaken kunt u zich in verbinding stellen met Stichting PrimAH. Het toezicht op ons onderwijs is in handen van de rijksinspectie voor het basisonderwijs.

Inspectie van het onderwijs [email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800 – 8051 (gratis)

De directeur van de school is dhr. J.E. Bos. Hij heeft de dagelijkse leiding en draagt de eindverantwoordelijkheid voor schoolzaken. Hij wordt bijgestaan door de adjunct-directeur, dhr. J. Wilkens, de Ib-er en de bouwleiders, die samen het managementteam van de school vormen. Het beleid van school is gebaseerd op heldere en korte besluitlijnen. Het streven van de ontwikkeling van de school is erop gericht om het onderwijs aan kinderen steeds te verbeteren. Een goed geleide en georganiseerde school met een heldere structuur draagt bij aan het arbeidsplezier van een ieder. Naast de directie is er sprake van een aantal aparte (coördinerende) taken voor personeelsleden.


1.2 De leerlingen

De wet op het primair onderwijs geeft ouders de mogelijkheid om zelf een school te kiezen. Er bestaan geen schoolgrenzen in de gemeente Aa en Hunze. De kinderen komen niet alleen uit de wijken gelegen rondom de school, maar ook uit andere wijken en uit Eexterzandvoort. De O.B.S. Gieten is dus niet zondermeer een wijkschool te noemen. Op 1 juni 2012 had onze school 292 leerlingen, verdeeld over 12 groepen. Voordat nieuwe leerlingen van een andere basisschool bij ons worden ingeschreven, vragen we informatie en gegevens over de resultaten en vorderingen van de nieuwe leerling. Ook ontvangt onze school eerst een bericht van uitschrijving. Zo kunnen we het onderwijs zo goed mogelijk aanpassen aan de onderwijsbehoefte van de nieuwe leerling.

1.3 Het gebouw De school heeft een compact gebouw met grote lokalen (gemiddeld 54 m2 per lokaal en 64 m2 in de onderbouw). In de architectuur is duidelijk onderscheid gemaakt tussen de kleuterafdeling en de overige groepen. De lokalen zijn voorzien van een constante luchtverversing en afzuiging en er is rekening gehouden met een netwerk voor het ICT-onderwijs (computergebruik). Verder is het gebouw architectonisch strak van vorm en de bereikbaarheid op de fiets is bij de planning goed bekeken. Het schoolplein is met behulp van ouders ingericht. Het is een eigentijds schoolplein geworden, waarbij voor de leerlingen vele uitdagende speelelementen terug zijn te vinden.


adresgegevens:

Bezoekersadres: Spoorstraat 2

9461 DA Gieten

Postadres : Postbus 53

9460 AB Gieten

tel: 0592-262796

e-mail adres: [email protected]

website : www.obs-gieten.nl

o.b.s. Gieten


2. de identiteit van de school Het onderwijs op onze school rust op drie pijlers. In de eerste plaats zijn we een basisschool en moeten wij dus aan de wet voor primair onderwijs voldoen. Daarnaast zijn we een openbare school en dat zorgt voor specifieke uitgangspunten. En als derde is het belangrijk om te weten welke aanpak de school door de jaren heen heeft ontwikkeld en welke ontwikkelingen in de toekomst worden ingezet.

2.1 Openbaar onderwijs Onze school is een openbare school. � Zij is toegankelijk voor iedereen, ongeacht afkomst, politieke overtuiging of

godsdienst. � Er wordt geen onderscheid gemaakt naar levensbeschouwing of

maatschappijopvatting. De openbare school is een ontmoetingsplaats voor leerlingen en ouders met verschillende opvattingen, meningen en overtui- gingen. Deze openheid wil het team verwerkelijken in een onderwijsklimaat dat gebaseerd is op verdraagzaamheid en respect voor de ander. Onderwerpen over afkomst, ras, levensbeschouwing, maatschappijopvatting en godsdienst worden steeds benaderd op een manier, waarbij respect voor andere meningen en opvattingen voorop staat, maar waar daarnaast ook ruimte is voor eigen meningsvorming. We zijn ervan overtuigd dat kennisnemen (en ervaren) van verschillende visies op mens en maatschappij, bijdraagt tot het ontstaan van een schoolbevolking die verdraagzaam is en respect toont voor de ander met zijn of haar opvattingen. Ook diegenen, die niet principieel voor openbaar onderwijs kiezen, zullen zich in dit klimaat veilig en thuis voelen.

2.2 Basisonderwijs Volgens de wet primair onderwijs moet de school aan de volgende beschrijving voldoen: � De school is bestemd voor kinderen vanaf de leeftijd van vier jaar; � De school is zo georganiseerd, dat de leerlingen in beginsel binnen een tijdvak van acht aaneensluitende jaren de school kunnen doorlopen; � De school is zo georganiseerd, dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen; � De school is afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen; � De school gaat er van uit dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele

samenleving; � Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en verstandelijke

ontwikkeling, en op het ontwikkelen van creativiteit, op het verwerven van de noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden;

� Het totaal aantal lesuren dat kinderen in acht jaar aan de basisschool moeten volgen is 7520 uur.


� Voor leerlingen die extra zorg nodig hebben, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding, die is afgestemd op de behoeften van de leerling; � De school zorgt voor een voortgangsregistratie omtrent de ontwikkeling van

leerlingen, die extra zorg behoeven.

De leerkracht moet ruimte scheppen, letterlijk en figuurlijk om tegemoet te kunnen komen aan verschillende individuele mogelijkheden en behoeften van kinderen. Kort samengevat: het gaat om het kind met al zijn aspecten en ontwikkelingsmogelijkheden. We hechten naast het verwerven van de noodzakelijke basisvaardigheden voor taal, lezen, schrijven en rekenen, ook veel belang aan de lichamelijke ontwikkeling en het ontwikkelen van sociaal-emotionele, culturele, sociaal-maatschappelijke en creatieve vorming. We streven naar een gemeenschap waarin respect voor jezelf, respect voor de ander(en) en respect voor het andere centraal staat. De school moet een veilige plek zijn, een plaats waar je mag zijn wie je bent. Dat betekent dat wij regelmatig stil zullen staan bij de wijze waarop dat respect zichtbaar is voor kinderen, voor leerkrachten en voor ouders. In ons onderwijs gaan we er mede vanuit dat leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving. Bij onze werkwijze trachten we in bepaalde situaties door individuele activiteiten tegemoet te komen aan het unieke in ieder kind. Daarnaast streven we ernaar de kinderen goed te laten functioneren in de groep. Ze moeten leren anderen te accepteren met hun goede en slechte eigenschappen en ook leren dat hulpvaardigheid een vanzelfsprekendheid is. De kinderen in groep 1 en 2 komen op school om wat te leren en zich verder te ontwikkelen. Dat betekent dat wij de kinderen in de zone van de naastgelegen ontwikkeling brengen. We blijven niet stil staan bij wat de kinderen al kunnen, maar begeleiden ze bij de verdere ontwikkeling van kennis en vaardigheden. Kenmerkend voor ontwikkelend onderwijs is ook dat wij niet steeds de alledaagse

2.3 De visie van de school op onderwijs De Gieterschool is een openbare basisschool waar kennis hoog in het vaandel staat en waar leerlingen binnen duidelijke regels werken (effectief/adaptief onderwijs). We erkennen en herkennen echter nadrukkelijk de verschillen in leer- en ontwikkelingsmogelijkheden van onze leerlingen. We streven ernaar het onderwijs zo te ontwikkelen, dat we naar de mogelijkheden van de school, zo goed mogelijk tegemoet komen aan de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. Kinderen verschillen in ontwikkeling, behoeften en interesse. De één heeft meer tijd nodig om te leren dan de ander.


onderwerpen behandelen maar ook onderwerpen van andere werelden tot hun belevingswereld willen maken. Kinderen zijn in staat om zichzelf veel te leren. Veel kinderen willen zichzelf ook ontwikkelen en kunnen dat ook. Als kinderen de gelegenheid krijgen zelf dingen te ontdekken zullen ze ook veel meer betrokken zijn bij de onderwijsactiviteiten. Zelf dingen ontdekken vergroot de basismotivatie, maar ook het leereffect omdat het vanuit het kind komt.

Er zijn kinderen die weinig mogelijkheden hebben zichzelf spontaan te ontwikkelen. Voor deze kinderen is de gewone didactiek en methodiek onvoldoende. Deze kinderen ontwikkelen zich niet als men ze steeds vrij laat te kiezen. Ze hebben een andere didactiek nodig (sturend onderwijs). Dit onderwijs geven we kinderen met ontwikkelingsachterstanden en voor kinderen die wel ervaringen opdoen, terwijl die ervaringen geen ervaringskennis worden. Het gaat om kinderen met beperkte spontane leer- en ontwikkelingsmogelijkheden.


3. De organisatie van ons onderwijs

__________________________________________________________________________________

3.1 jaargroepen Onze school bestaat uit acht jaarklassen. -onderbouw (groepen 1 en 2) : Vissenkom, Eendennest en Berenhol -middenbouw : groepen 3, 4 en 5 -bovenbouw : groepen 6, 7 en 8

3.2 groepsgrootte De grootste instroom van leerlingen vindt plaats in groep 1 en 2. De school bepaalt de samenstelling op basis van leeftijdsgroepen (jongste, middelste en oudste kleuters). De kleuters zitten ruim twee jaar in dezelfde heterogene groep. Doordat de groepen 1 en 2 van de onderbouw zijn samengevoegd in 3 heterogene groepen (Vissenkom, Eendennest en Berenhol bevinden zich in de groep kleuters van verschillende leeftijden (de vier, - vijf – en zesjarigen). Bij de indeling wordt o.a. ook gekeken naar een evenredige verdeling qua jongens en meisjes. Bij het leidinggeven aan deze leeftijdsgroepen moet rekening gehouden worden met de verschillende ontwikkelingsstadia en cognitieve niveaus van de kinderen. Het ontwikkelingsmateriaal moet uitnodigend en prikkelend zijn. Omdat een school altijd een instroom van leerlingen kent, zijn hier slechts de aantallen leerlingen te noemen, die in de groepen zitten aan het begin van het cursusjaar 2013-2014.

groep 1/2 (Vissenkom) 18 lln groep 3 30 lln groep 6a 28 lln groep 1/2 (Eendennest) 18 lln groep 4a 27 lln groep 7a 28 lln groep 1/2 (Berenhol) 18 lln groep 4b/5a 27 lln groep 7b/8a 23 lln groep 5b/6b 26 lln groep 8b 26 lln

Ieder jaar zal opnieuw bekeken worden hoe de groepsindeling van de school het beste gemaakt kan worden, zodat de leerlingen zo optimaal mogelijk begeleid kunnen worden in hun ontwikkeling. Gestreefd wordt uiterlijk twee weken voor de zomervakantie de formatie en de groepsindeling voor het schooljaar 2014-2015 aan de ouders/verzorgers bekend te maken.


3.3 Extra mogelijkheden voor hulp Zorgverbreding:

WSNS In het onderwijs is sinds de invoering van Weer Samen Naar School (WSNS) een uitgebreide zorgstructuur opgebouwd. Elke school participeert in een samenwerkingsverband (wij horen bij het samenwerkingsverband Veendam) en beschikt over een Intern Begeleider (IB-er), die is opgeleid om de

leerlingenzorg te coördineren. Het PrimAH Zorgteam coördineert voor ons de kindonderzoeken en de consultatieve leerlingenbegeleiding van de scholen. Interne Begeleiding Op onze school is een Intern Begeleider (IB-er) aanwezig. De taak van de IB-er is om de leerlingenzorg binnen de school te coördineren, de deskundigheid van de teamleden op het gebied van leerlingenzorg te vergroten, leerkrachten bij te staan in de uitvoering van de leerlingenzorg en te adviseren bij het schrijven van een handelingsplan voor een leerling. Tevens is de IB-er het eerste aanspreekpunt voor de consultatieve leerlingbegeleiding (CLB) vanuit het PrimAH Zorgteam en de scholen voor speciaal onderwijs. PrimAH Zorgteam Het PrimAH zorgteam bestaat uit één orthopedagoog, één psycholoog en een consultatieve leerlingbegeleider (CLB-er). Het PrimAH Zorgteam kan specifieke leerlingenzorg bieden en aanvullend onderzoek verrichten. Dit onderzoek kan bestaan uit gesprekken met leerkracht, IB-er en/of ouders, observaties en/of het afnemen van diverse tests met als doel de problematiek te verhelderen en de school en ouders bruikbare handelingsadviezen te geven, opdat een kind zich zo adequaat mogelijk kan ontwikkelen. Als de intern begeleider, in overleg met de CLB-er, vindt dat er meer hulp nodig is, wordt een leerling bij het PrimAH Zorgteam voor verder onderzoek aangemeld. De dyslexieonderzoeken en de dyscalculieonderzoeken worden uitbesteed aan een GZ-psycholoog of een Orthopedagoog-Generalist van Cedin.

3.4 Organisatie van het zorgoverleg op school Het zorgoverleg op school is gebaseerd op de cyclus van het handelingsgericht werken en plannen van de zorg conform het model van de 1-zorgroute. Groepsbesprekingen De interne begeleider organiseert, 3 keer per jaar een groepsbespreking. In een groepsbespreking wordt de voorgaande periode geëvalueerd en worden aandachtspunten voor de komende periode besproken. Leerlingenbespreking Op vaste momenten in het schooljaar(steeds na de groepsbespreking)en incidenteel gedurende het schooljaar indien nodig (bij een begeleidingsvraag van


de leerkracht)organiseert de interne begeleider een leerlingbespreking. De leerlingenbespreking is een belangrijk schakelmoment naar de externe zorg. Na afloop vindt indien nodig overleg met de ouders plaats. Hierbij bespreken we de uitkomsten van de bespreking, de antwoorden op hun vragen en de wijze waarop school en ouders gaan samenwerken.

3.5 SWV(Samenwerkingsverband Veendam) Stichting PrimAH is aangesloten bij dit samenwerkingsverband Veendam. Zij onderhoudt regelmatig contact met de school, via haar medewerkers. De dienst begeleidt en adviseert de leerkracht, wanneer bij kinderen leer- en/of sociaal

emotionele ontwik-kelingsproblemen zijn geconstateerd. Drie keer per jaar is er voor kleuters een toetsfase. Deze toet sen worden afgenomen bij de oudste kleuters en laten zien hoe het geheu-gen, de visuele waarneming, taalontwikkeling, de concentratie, de ruimtelijke relatie, de fijne motoriek en de begrips-

vorming zich ontwikkelen. De kleuters met duidelijke hiaten op één van deze gebieden worden door de leerkracht extra gestimuleerd tijdens het spelen met ontwikkelingsmaterialen in de klas. Soortgelijke toetsen worden er ook in de groepen 3 t/m 8 afgenomen. Hier wordt meer gelet op het lezen, de taalontwikkeling en het rekenen van de kinderen. Bovengenoemde toetsen worden door de leerkrachten van de desbetreffende groepen besproken met de intern begeleider. Het kan gebeuren dat het moeilijk gaat met uw zoon of dochter op school. Wellicht dat uw kind dan extra begeleiding nodig heeft om eventueel het leerplezier te verhogen en te voorkomen dat we niet aansluiten bij de onderwijsbehoeften van uw kind. Bij moeilijkheden kan de leerkracht bij wie uw kind in de groep zit uw kind meer aandacht geven door ermee te praten en ernaar te luisteren. Hij of zij kan speciale leerstof en taken uitzoeken. Misschien krijgt uw zoon of

dochter apart huiswerk mee. Het kan nodig zijn dat het schoolteam over uw kind

praat in een leerling-bespreking. Er kan voorgesteld worden, dat uw kind nader

onderzocht moet worden. De school meldt in overleg met de ouders het kind dan

aan bij het PrimAH zorgteam. Een psycholoog of een orthopedagoog doet dan

nader onderzoek. Het kan zijn dat hieruit een zogenaamd handelingsplan naar

voren komt.

Daarin staan alle extra activiteiten en de gemaakte afspraken over uw kind

vermeld. Bijexterne testen of bij onderzoek van uw kind vragen wij of u daarmee

instemt. Bij het opstellen van een handelingsplan of een begeleidingsplan (speciaal

opgesteld voor uw kind) wordt u als ouder betrokken.

3.6 De jeugdgezondheidszorg op de basisschool Uw kind is tot zijn 4

de jaar regelmatig op het consultatiebureau van Icare geweest.

Voor kinderen van 4 tot 19 jaar wordt deze zorg voortgezet door de sector jeugdgezondheidszorg(JGZ) van de GGD. Het team JGZ bestaat uit de jeugdarts, de jeugdverpleegkundige en de assistente. Op veel scholen werkt ook een logopediste vanuit de GGD.


De screening Uw kind wordt tijdens de basisschoolperiode in groep 2 en in groep 7 gescreend. Deze screening wordt uitgevoerd volgens de landelijke standaard. Voorafgaand aan de screening ontvangt u informatie en een vragenlijst. Hierop kunt u eventuele vragen of zorgen over uw kind aangeven. U krijgt automatisch een uitnodiging voor uw kind. Spreekuren voor alle kinderen De jeugdarts en de jeugdverpleegkundige houden regelmatig spreekuren op school. Het spreekuur is bedoeld voor alle kinderen van de basisschool, dus ook voor de kinderen die dit jaar niet in groep 2 of groep 7 zitten. U kunt zelf een afspraak maken voor het spreekuur. Vragen over gezichtsvermogen, gehoor, groei, ontwikkeling, gedrag en chronische ziektes kunt u met de jeugdarts bespreken. De jeugdverpleegkundige kan u helpen bij vragen rondom opvoeding, psychosociale problemen, pesten, faalangst, overgewicht, voeding en zindelijkheid. Bij spraak/taalproblemen kan de logopediste worden ingezet. Het spreekuur is in principe op de eigen basisschool of op een nabijgelegen locatie. Ook een leerkracht of de intern begeleider kan in overleg met de ouders een kind aanmelden voor het spreekuur. Vragen? Heeft u nog vragen of wilt u advies dan kunt u altijd contact met ons opnemen via onderstaande gegevens; JGZ Assen 0592-306317 op werkdagen tussen 08.30 – 14.00 uur [email protected] (voor scholen in de gemeenten Aa en Hunze)

Het zorgteam op school

De school kan, na overleg met u, het zorgteam inschakelen. Deze deskundigen

kunnen met hun specifieke kennis een bredere kijk geven op de ontwikkeling van

uw kind en op wat nodig is aan hulp of ondersteuning. Het zorgteam op school

bestaat uit de Ib-er, de jeugdverpleegkundige van de GGD en de

schoolmaatschappelijk werker. Zij kunnen aan uw verzoek tegemoet komen of zij

kunnen u en uw kind begeleiden naar andere hulp.

Het spreekuur van het zorgteam wordt vermeld in de nieuwsbrieven.

De school weet op welke dagen het spreekuur van de jeugdarts en de jeugdverpleegkundige wordt gehouden. U kunt zich aanmelden voor het spreekuur via onderstaand telefoonnummer of e-mail adres. Wilt u daarbij wel de naam en geboortedatum van uw kind en de naam van de school vermelden?


3.7 Permanente commissie leerlingenzorg (PCL). Ouders hebben zelf de vrijheid om een speciale school voor basisonderwijs te kiezen. Voordat de PCL tot een advies of besluit komt, kunnen ouders zowel mondeling als schriftelijk worden gehoord. Als ouders het niet eens zijn met de beslissing van de PCL met betrekking tot plaatsing op een speciale school voor basisonderwijs kunnen zij binnen 6 weken bezwaar aantekenen tegen de genomen beslissing bij de bezwarencommissie van de Regionale Verwijzingscommissie. De PCL neemt daarna opnieuw een besluit. Daarbij mag ze van het advies van de Regionale Verwijzingscommissie afwijken. Tegen de beslissing op het bezwaarschrift door de PCL kan door de ouders beroep worden aangetekend bij de rechtbank. Hoe dan verder moet worden gehandeld staat in de beschikking die de ouders krijgen. Het adres van de PCL is: SWV Veendam e.o. Postbus 454 9640 AK Veendam tel: 0598 – 696710 De mogelijkheden van onze zorgverbreding. Door onze zorgstructuur kunnen we veel kinderen passend onderwijs geven, maar als “gewone basisschool” zijn onze mogelijkheden uiteraard niet onuitputtelijk. Deze mogelijkheden zijn gebaseerd op de volgende uitgangssituaties:

• de leerbaarheid van het kind is zodanig, dat het ons reguliere leerstofaanbod helemaal of grotendeels kan verwerken, in elk geval kan het de basisschool verlaten met een minimale gemiddelde beheersing van de leerstof tot eind groep 6;

• het aantal instructiegroepen ten aanzien van het geven van extra instructie binnen elke groep is per ontwikkelingsgebied beperkt tot drie.. De groepsleerkracht differentieert de instructie binnen de groep via verkorte, basis of verlengde instructie. Binnen onze school zijn er nauwelijks mogelijkheden om de instructie via remedial teaching uit te breiden;

• het kind voelt zich veilig en vertrouwd op school;

Ondanks alle zorg en inspanningen binnen het onderwijs, zullen er altijd kinderen zijn die meer hulp nodig hebben. De basisschool kan na overleg met en met toestemming van de ouders het kind hiervoor aanmelden bij de PCL met een verzoek om advies of verwijzing naar een speciale school voor basisonderwijs. De school vult hiervoor een onderwijskundig rapport in. U ontvangt hiervan een afschrift. Het kan voorkomen dat de PCL adviseert het kind opeen andere basisschool te plaatsen. Een leerling kan pas toegelaten worden tot een speciale school voor basisonderwijs in ons samenwerkingsverband als de PCL dit nodig vindt en hiermee instemt.


• het kind kan zich aan de school- en groepsregels houden en is in staat om zelfstandig te werken;

• ouders/verzorgers en school kunnen goed samenwerken en volgen binnen hun mogelijkheden elkaars adviezen op;

• het schoolteam heeft per kind beperkte mogelijkheden voor intensief overleg met ouders/verzorgers en eventuele andere instanties, die bijdragen aan de zorg;

• de school kent zeer beperkte voorzieningen voor lichamelijke zorg. De kinderen moeten in beginsel op dit gebied zelfredzaam zijn;

• de school beschikt slechts over “gewone” communicatiemiddelen en heeft geen extra voorzieningen voor slechthorende kinderen.

• Binnen onze school biedt de klassensituatie ruimte voor het geven van individuele hulp. Kinderen die regelmatig op Cito D (IV) of E (V) niveau of een leerrendement lager dan 75 procent hebben, komen in aanmerking voor hulp. Met daartoe geëigende middelen of observaties proberen we de onderwijsbehoeften van deze kinderen te weten komen. Er wordt daarbij een foutenanalyse opgesteld. Dit onderzoek wordt meestal gedaan door de Ib-er en vaak buiten de klas uitgevoerd. De conclusies uit het diagnostisch onderzoek kunnen aanleiding geven tot het opstellen van een individueel handelingsplan en/of leerlijn. Het handelingsplan wordt opgesteld door de groepsleerkracht. De groepsleerkracht biedt de leerling met specifieke onderwijsbehoeften de handelingsalternatieven aan binnen groepsverband

De grenzen van onze zorgverbreding Voordat we tot aanmelding bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg overgaan, kunnen we in een gesprek met de ouders/verzorgers aangeven wat we als school kunnen bieden aan kinderen met specifieke onderwijsbehoeften We hebben het dan over een achterstand op het gebied van één of meerdere vakgebieden van meer dan één jaar. We kunnen het programma aanpassen door de hoeveelheid werk aan te passen of het na te streven eindniveau bijstellen. We beperken de extra hulp buiten het lokaal tot hooguit één keer 15 minuten per week. Frequentie kan alleen worden aangepast, als er "ruimte" is. De kinderen doen zoveel mogelijk met de groep mee, maar de vakken die ze moeilijk vinden doen ze apart. Wij streven er naar de zorg voor de leerlingen, waaronder mogelijk ook leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, op een verantwoorde wijze gestalte te geven. Er kunnen zich echter situaties voordoen, waarin de grenzen aan de zorg voor de kinderen worden bereikt:

Extra ondersteuning zal zoveel mogelijk binnen de klassenorganisatie moeten gebeuren. Een aantal kinderen kan baat hebben bij een andere methode. Het betreffende kind volgt dan niet de klassikale methode, maar heeft een eigen leerlijn . Als minimum-doelstellingen hanteren we het eindniveau van groep 6.


1. verstoring van rust en veiligheid: indien een leerling een specifieke onderwijsbehoefte heeft die ernstige gedragsproblemen met zich meebrengt ,leidend tot een ernstige verstoring van de rust en de veiligheid in de groep, dan is voor ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs aan de gehele groep en aan het betreffende kind met een handicap te bieden.

2. interferentie tussen verzorging/behandeling – onderwijs: indien een leerling een specifieke onderwijsbehoefte heeft die een zodanige verzorging/ behandeling vraagt dat daardoor zowel de zorg en behandeling voor de betreffende leerling als het onderwijs aan de betreffende leerling onvoldoende tot zijn recht kan komen, dan is voor ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs aan het betreffende kind met een specifieke onderwijsbehoefte heeft te bieden.

3. verstoring van het leerproces voor de andere kinderen: indien het onderwijs aan de leerling met een specifieke onderwijsbehoefte

heeft een zodanig beslag legt op de tijd en de aandacht van de leerkracht

dat daardoor de tijd en aandacht voor de overige zorgleerlingen in de

groep onvoldoende of in het geheel niet kan worden geboden, dan is voor

ons de grens bereikt waardoor het niet meer mogelijk is om kwalitatief

goed onderwijs te bieden aan de zorg in de groep. 4. verstoring van het leerproces van het kind:

indien ouders onvoldoende zorg dragen voor het verstrekken van relevante informatie op basis waarvan de school de zorg kan realiseren, is de grens bereikt dat de leerkracht niet adequaat met het kind aan het werk kan.

3.8 Regeling leerling gebonden financiering (de rugzak)

In het kader van de invoering van de Wet op de expertisecentrum is het mogelijk dat leerlingen met een specifieke handicap via de Commissie van Indicatie(Cvl) en op basis van leerlinggebonden financiering(lgf) bij de basisschool worden aangemeld. Ouders van kinderen met een beperking of stoornis hebben keuzevrijheid. Hun kind kan naar een reguliere school voor basis- of voortgezet onderwijs

of naar het speciaal onderwijs. Zij moeten daarvoor wel een indicatieprocedure doorlopen waarin besloten wordt of de leerling toelaatbaar is. Kiezen de ouders voor een reguliere school, dan wordt er een leerlinggebonden budget beschikbaar gesteld, het bekende “rugzakje”. Met het leerlinggebonden budget hebben de ouders meer invloed op de ondersteuning aan hun kind in het reguliere onderwijs. De bedragen van de LGF worden per handicap vastgesteld maar komen voor de meeste kinderen op het volgende neer: - een bedrag voor formatie-uitbreiding, ca. 2 uur voor een leerkracht of 5.5

uur per week per kind door o.a. een onderwijsassistent. - een bedrag voor ambulante begeleiding. Dit bedrag moet besteed worden bij

het Regionaal Expertisecentrum. Ambulante begeleiding is zowel bestemd voor de school, de leerkracht als voor de leerling.

- Een vast bedrag voor zogenaamde materiele instandhouding. Kiezen de ouders voor het speciaal onderwijs, dan gaat hun kind naar een school die behoort tot een van de vier clusters.


De vier clusters zijn: - blinde of slechtziende kinderen; - dove of slechthorende kinderen of kinderen met ernstige spraak- of

taalmoeilijkheden; - kinderen met verstandelijke beperking of (somatisch) langdurige zieke

kinderen en kinderen met een lichamelijke beperking. - kinderen met een psychische stoornis en ernstige gedragsproblemen. De scholen die tot hetzelfde cluster behoren, werken samen in Regionale Expertisecentra (REC). Elk expertisecentrum heeft een onafhankelijke commissie voor de Indicatiestelling (Cvl). De Cvl werkt volgens een bepaalde procedure en beoordeelt of een leerling in aanmerking komt voor speciaal onderwijs. Dat gebeurt met behulp van landelijk geldende indicatiecriteria. Inzet van de begeleiding De inzet van de extra uren ten behoeve van de LFG-financiering is op OBS Gieten met name gekoppeld aan de persoon van Jan Rikkert Schuiling. Meester Schuiling heeft de formatieve mogelijkheden om zich bezig te houden met de geïndiceerde leerlingen. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de intern begeleider Leni Knol.

3.9 Begeleidingsplan Ons beleid is er op gericht om binnen de groepen individuele hulp te bieden aan die leerlingen, die op de één of andere manier extra aandacht nodig hebben. In het kader van optimalisering van de schoolloopbaan van elk kind werkt de school met een leerlingvolgsysteem, waarbij de volgende beleidsvoor-nemens van belang zijn: 1. Zorg dragen voor een adequaat leerlingvolgsysteem,

waarbij kinderen continu worden gevolgd in hun ontwikkeling. Daarbij is coaching nodig, waarbij men ons kan adviseren en ondersteunen ten aanzien van onderkennen, diagnosticeren en behandelen van leerproblemen en/of sociaal-emotionele problemen van individuele of groepen leerlingen.

2. Preventieve hulp bij dreigende uitval en/of gedragsmoeilijkheden voorkomen. Daardoor is training nodig van kennis- en vaardigheids- vergroting inzake vroegtijdige onderkenning en preventie van leer- en gedragsproblemen, diagnostiek en behandeling.

3.10 Het lesrooster Elke klas heeft een duidelijk lesrooster, dat omschrijft welke activiteiten met de

leerlingen worden ondernomen. In de tijden voor verschillende vakken is een opbouw

te herkennen. Zo wordt er bijvoorbeeld aan spel en beweging bij de

kleuters meer tijd besteed, dan in de hogere groepen. Het taal- en leesonderwijs

in de groepen 3 en 4 neemt een groter aantal lesuren in beslag en in de

groepen 6,7 en 8 zullen de zaakvakken meer tijd vragen. De leertijd op onze school is

per dag maximaal 5 uur en 30 minuten.

Aantal lesuren per leerjaar op de basisschool Het totaal aantal lesuren dat kinderen in acht jaar aan de basisschool moeten volgen is 7520 uur. De verplichte verdeling die er was (3520 lesuren in de onderbouw en 4000 in de bovenbouw) is in 2006 losgelaten. Het rooster gaat dus uit van gemiddeld 940 uur per leerjaar.


In dit nieuwe schooljaar gaan de groepen 5 t/m 8 op woensdagmorgen voortaan tot 12.30 uur naar school. De groepen 1 t/m 4 gaan op de woensdagmorgen voortaan tot 12.00 uur naar school. Op de maandag- en vrijdagmiddag zijn de groepen 1 en 2 vrij van school. Op de vrijdagmiddag zijn de groepen 3 en 4 vrij van school.

3.11 De vak- en vormingsgebieden Werken met ontwikkelingsmateriaal: Deze werkvorm vindt plaats in de kleutergroepen. De kinderen werken in verschillende groepen en hoeken. De kinderen werken met Schatkist, het meest gebruikte pakket voor kleuters. Schatkist is compleet, veelzijdig én doordacht opgebouwd. Het werkt doelgericht aan de brede ontwikkeling van kleuters. Van motoriek tot creativiteit, van taal tot sociaal-emotionele ontwikkeling. En van wereldoriëntatie tot rekenen. Lezen: De aanvankelijke leesmethode in groep 3 is “veilig leren lezen”, een methode die veel differentiatie en extra materialen biedt, zoals een speelleesset en diverse leesseries die aansluiten bij het niveau van het kind. Kinderen die zich het lezen eigen hebben gemaakt oefenen verder het technisch lezen, begrijpend lezen en het studerend lezen. Lezen is een zeer belangrijk onderdeel op school waarbij kinderen moeten leren teksten zelfstandig, emotioneel en kritisch te verwerken. Lezen is een activiteit die veel ontspanning kan bieden Door de hele school wordt elke ochtend en elke middag gestart met lezen ( met uitzondering van de vrijdagmiddag). In groep 1/2 wordt voorgelezen. Groep 3 krijgt tijdens de leesmomenten leesinstructie van de leerkracht (tot de kerstvakantie). Technisch lezen: Methode (nieuw): Leesestafette bestemd voor groep 4 t/m 8 Nieuwe inzichten uit wetenschappelijk onderzoek, de nieuwe toetsprocedure van Cito, het nieuwe AVI-systeem én heel veel praktijkervaringen: ze zitten allemaal in Estafette. De methode heeft een eenvoudige organisatie. Met differentiatie voor risicolezers, methodevolgers en vlotte lezers. En met een doorgaande lijn voor technisch lezen van groep 4 t/m groep 8. RALFI is een programma voor kinderen die het lezen grotendeels beheersen maar langdurig te traag blijven lezen. Denk aan minder dan twee AVI-niveaus per jaar. RALFI is gericht op het verhogen van het leesniveau en vloeiend lezen.

We gebruiken in onze school voor de verschillende leerstofgebieden de volgende methoden of onderwijsleerpakketten:


Er wordt gewerkt met teksten die aansluiten bij de leeftijd van de kinderen. Een leescyclus wordt het liefst vijf keer per week met dezelfde leerlingen uitgevoerd. Begrijpend en/of studerend lezen: De methode Tekstverwerken en Nieuwsbegrip XL voor de jaargroepen 4 t/m 8. De essentie van de methode Tekstverwerken is samen te vatten in het begrip leerzame vragen. Ze nodigen kinderen uit, zijn aansprekend, betrekken kinderen bij een tekst en geven meer informatie over een tekst dan ze vragen. Doordat de leerzame vragen zelf veel en veelsoortige informatie bevatten, kunnen veel kinderen relatief zelfstandig met een tekst aan de slag: spelenderwijs leren ze te reageren op een tekst, gaan ze allerlei tekstsignalen herkennen en ontwikkelen ze bruikbare leesstrategieën. Hierdoor haken zwakkere lezers minder snel af. Geleidelijk aan vindt er een accentverschuiving plaats van begrijpend lezen naar studerend lezen. In de groepen 7 en 8 richt de aandacht zich meer en meer op analytische vaardigheden: vormkenmerken worden onderzocht, er worden relaties gelegd met de werkelijkheid buiten de tekst en er is meer aandacht voor leesdoelen. Nieuwsbegrip heeft aansprekende teksten en opdrachten aan de hand van de actualiteit in vijf niveaus en vijf leesstrategieën. Rekenen: Methode: “Rekenrijk”. We hebben gekozen voor een pakket dat het realistisch rekenonderwijs mogelijk maakt, omdat we conform onze uitgangspunten kinderen graag contextrijk en zinvol willen laten oefenen met reken/wiskundevraagstukken. Ook willen we graag inhoudelijke differentiatie realiseren. Nederlandse taal: methode: Taal in beeld samen met Spelling in beeld. Deze nieuw taalmethode is bedoeld voor de groepen 4 t/m 8. Het is een compacte methode waarbij uitdrukkelijk rekening is gehouden met de kerndoelen van taal. Het uitgangspunt van Taal in beeld is strategisch taalonderwijs. Er wordt aandacht besteed aan vier taaldomeinen: - Woordenschat - Spreken/luisteren - Schrijven (stellen) - Taalbeschouwing Schrijven: Methode:Schrijven in de basisschool. Het schrijfonderwijs wordt verdeeld in het voorbereidend, het aanvankelijk en voortgezet schrijven. Het gaat er om de kinderen vaardigheden bij te brengen die nodig zijn om in een vlot tempo de taal uit te drukken in een duidelijk regelmatig handschrift. In de onderbouw/middenbouw (kleuters en groep 3en 4) starten we dit jaar met de nieuwe methode “Pennenstreken” Engelse taal: Methode Take it easy – deze digibordmethode Engels voor groep 7 en 8, krijgen de leerlingen hulp van co-teachers Lenny en Regis via het digibord. Twee native speakers die de kinderen met veel plezier meenemen door de lesstof. De leerlingen doorlopen de methode via thematische filmpjes, leuke muziekclips en prikkelende opdrachten. Ze gebruiken daar een full colour werkboek bij. Wereldoriëntatie: Voor de groepen 1 t/m 4 wordt dit zo veel mogelijk in samenhang aangeboden. D.m.v. ideeënboeken wordt aangesloten bij de belevingswereld van het kind. Ook worden school- t.v. programma’s gevolgd. Aardrijkskunde: Methode: “Geobas ” Nieuwe versie voor de groepen 5 t/m 8 Aardrijkskunde neemt je mee naar de wereld buiten je eigen, directe omgeving. Het vak laat zien dat de wereld groter is dan je dacht. Je ontdekt dat andere delen van Nederland, Europa en de wereld vaak heel verschillend zijn ingericht, maar dat


er óók opvallende overeenkomsten zijn. Met de aardrijkskundemethode Geobas doen de leerlingen tijdens al die ontdekkingen veel inhoudelijke kennis en achtergrondinformatie op. De teksten zijn toegankelijk, de vormgeving is aansprekend en gevarieerd. Met Geobas wordt aardrijkskunde weer écht een leuk vak. Voor de leerlingen, maar ook voor de leerkracht! Geschiedenis:. Met de nieuwe methode Bij de tijd ontwikkelen kinderen een goed historisch besef. Vanaf groep 5 keren ieder jaar dezelfde zes tijdvakken in dezelfde volgorde terug. Deze zes tijdvakken zijn de prehistorie, de Romeinse tijd, de Middeleeuwen, de 16e/17e eeuw, de 18e/19e eeuw en de 20e eeuw. De kennis van deze periodes wordt ieder leerjaar verder uitgebreid. De kinderen bouwen laag voor laag een beeld op van de geschiedenis. In de lessen voor groep 3 en 4 staat het ontwikkelen van tijdsbesef centraal. Met behulp van illustraties en een voorleesverhaal leren de kinderen dagdelen, seizoenen, maanden en jaren benoemen en in de goede volgorde plaatsen. Kennis der natuur: Methode: “Leefwereld” De methode laat kinderen kennismaken met aspecten uit de biologie, natuurkunde, milieukunde en gezond gedrag. Nieuw is de leergang techniek. Het tv programma "nieuws uit de natuur" biedt o.a. extra ondersteuning. Het onderdeel menskunde (o.a. seksualiteit) wordt in groep 8 behandeld. Muziek: Methode:"Moet je doen". Muziek bestaat uit in vorm gezette klanken die betekenis hebben voor mensen. Kinderen leren de eerste beginselen van de taal van muziek en ontdekken hun muzikale mogelijkheden. Ze doen dat onder meer door naar muziek van henzelf en van anderen te luisteren, zelf muziek te maken, te bewegen op muziek en over muziek te praten. Sociale redzaamheid / verkeer: De jeugdbladen van “Veilig Verkeer Nederland”. We onderscheiden individueel verkeersgedrag en sociaal verkeersgedrag. In alle groepen wordt aandacht besteed aan de veilige schoolweg, de veiligheid, verkeerstekens en hoe kinderen in de dagelijkse situaties moeten handelen. In groep 7 wordt een theoretische en praktische verkeersproef afgenomen. De school neemt deel aan het Drents Verkeersveiligheid Label. Levensbeschouwelijk onderwijs:Tijdens de wereldverkennende vakken wordt op school aandacht besteed aan de geestelijke stromingen in onze samenleving. Voor de kinderen van de groepen 7 en 8 bestaat de mogelijkheid tot het volgen van HVO of Godsdienstonderwijs. Godsdienstonderwijs / Humanistisch vormingsonderwijs: Een keer per week wordt gedurende 45 minuten godsdienstonderwijs gegeven aan de leerlingen van de groepen 7 en 8. De godsdienstlerares (mevr. J. Nijkeuter tel:262262 adres: de Veldkamp 15 te Gieten) wordt aangesteld door de Ned. Hervormde Kerk. De leerlingen krijgen voor aanvang van de godsdienstlessen hierover een stencil mee. De mogelijkheid bestaat echter ook, een andere vorm van levens-beschouwelijk onderwijs te kiezen, n.l. Humanistisch Vormings Onderwijs. Deze leerkracht (mevr. I. van den Berg tel: 06-13850726) wordt aangesteld door de H.V.O. werkgroep. De leerlingen krijgen voor aanvang van de H.V.O.- lessen hiervoor een stencil mee. Sociaal emotionele ontwikkeling Methode: Goed gedaan. het is een lesmethode waarmee kinderen van groep 1 t/m 8 kunt leren respectvol met elkaar om te gaan. De methode geeft op een eigentijdse en positieve manier uitleg over gevoelens en gedrag. Goed gedaan!


gebruikt preventieve methodes uit de professionele hulpverlening. Ingewikkelde inzichten zijn vertaald naar eenvoudige begrippen en concreet gedrag. Bovendien is Goed gedaan! leuk voor de kinderen. Dat motiveert!

3.12 Steeds op zoek naar kwaliteitsverbetering Op een aantal manieren werkt de school aan verdere kwaliteitsverbetering: werken met goede methoden, het consequent volgen van de resultaten van de leerlingen en het verder ontwikkelen van het onderwijs met behulp van o.a. een schooljaarplan. Kwaliteitsverbetering door goede methoden Er zijn kinderen die extra moeilijk werk aan kunnen en kinderen die veel extra oefenstof nodig hebben. We letten er op of er voor alle kinderen voldoende leerstof in de methode zit. Bij eventuele hiaten wordt extra materiaal aangeschaft. Ook kijken we of de methoden voldoen aan de kerndoelen die de overheid ons stelt. Kwaliteitsverbetering door een leerlingvolgsysteem Citotoetsen: Rekenen voor kleuters, taal voor kleuters, schaalvorderingen spelling, technisch lezen, rekenen en wiskunde, begrijpend lezen, screening dyslexie en beginnende geletterdheid. In groep 7 wordt de Cito-Entreetoets afgenomen en in groep 8 de Cito -eindtoets. Deze toets heeft betrekking op taal, lezen, rekenen, informatieverwerking en wereldverkenning en is een hulpmiddel bij de schoolkeuze voor het voortgezet onderwijs. De resultaten over de verschillende leerjaren worden voor een gedeelte ingebracht in een computerprogramma. De resultaten worden vergeleken met een landelijk gemiddelde. De CITO toetsen zijn landelijk genormeerd. Door deze toetsen twee maal per schooljaar af te nemen, krijg je een beeld van de ontwikkeling van een kind. De leerkrachten kunnen zien hoe kinderen scoren ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Ook is te zien of een kind zijn/haar eigen ontwikkelingslijn blijft volgen of dat het daar ineens boven of onder scoort. Als dat laatste gebeurt, is dat een signaal om te kijken wat de oorzaak van die verandering kan zijn en wat we er aan kunnen doen. Als regel hanteren we dat de kinderen 75-80% van de opgaven goed moeten hebben. Kinderen die lager scoren wordt herhalingsstof of extra stof aangeboden om eventuele achterstand op te heffen.

Om onze leerlingen acht jaar lang zo goed mogelijk te kunnen volgen in hun ontwikkeling maken we gebruik van een leerlingvolgsysteem. Het systeem levert waardevolle aanvullende informatie op over de leerling. Het laat zien hoeveel een kind in een bepaalde periode heeft bijgeleerd. Volgens een toetskalender worden periodiek toetsen afgenomen in de verschillende groepen.


Tot nu toe werden CITO scores uitgedrukt in letters: A, B, C, D of E. - A-score: goed tot zeer goed: de 25% hoogst scorende leerlingen - B-score: voldoende tot goed: de 25% net boven het landelijke gemiddelde scorende leerlingen - C-score: matig tot voldoende: de 25% net onder het landelijke gemiddelde scorende leerlingen - D-score: zwak tot matig: de 15% ruim onder het landelijke gemiddelde scorende leerlingen - E-score: zeer zwak tot zwak: de 10% laagst scorende leerlingen In de praktijk is gebleken dat de oude normering niet altijd een correct beeld geeft van het niveau van een kind. Daarom heeft CITO bij de vernieuwde toetsen een nieuwe normering ingevoerd. De nieuwe normering wordt uitgedrukt in de Romeinse cijfers I, II, III, IV en V. - Niveau I: 20% ver boven het gemiddelde - Niveau II 20% boven het gemiddelde - Niveau III: 20% de gemiddelde groep leerlingen - Niveau IV: 20% onder het gemiddelde - Niveau V: 20% ver onder het gemiddelde

Het kan dus zijn dat uw kind in de oude normering een C scoorde(wat gemiddeld

lijkt) en in de nieuwe een IV. Ook is het mogelijk dat uw kind in de oude normering

een A scoorde en dat dit nu een II is volgens de nieuwe normering. Het zal voor u

even wennen zijn, maar dit geldt ook voor ons. Het geeft uiteindelijk wel duidelijker

aan wat het werkelijke niveau van uw kind is! In de rapporten worden de resultaten

van de CITO toetsen niet meer vermeld. De resultaten worden tijdens het 10

minutengesprek besproken. Kwaliteitsverbetering dankzij het schooljaarplan Er staat voor het schooljaar 2013-2014 bij ons op school een aantal belangrijke zaken op het programma. - Het verder ontwikkelen van een interne schoolgids

� De interne schoolgids bevat documenten,regels en afspraken die belangrijk zijn voor een goede organisatie van ons onderwijs. Het is bedoeld als naslagwerk voor het team. De interne schoolgids wordt ook gebruikt om nieuwe collega’s in te werken.

- Beredeneerd aanbod in de onderbouw wordt verder uitgewerkt. - In het klassenboek zijn de volgende gestandaardiseerde items terug te vinden: dag-en weekoverzichten – algemene groepsinformatie – activiteitenplan groepsgegevens – schoolorganisatie ( pleinregels-gangregels-regels stagiaires pestprotocol-regels tijdens de gym e.d.) – jaarplanning – taakverdeling van de

leerkrachten. - Perfectioneren van de schoolmediatheek

Een schoolmediatheek is het geheel aan verhalende en informatieve boeken en andere media die worden ingezet voor leesbeleving en informatievoorziening voor leerlingen en leerkrachten. Deze verzameling boeken en andere media is geordend en wordt toegankelijk gemaakt door middel van een kindvriendelijk zoeken uitleensysteem. Het is een aantrekkelijke en uitdagende voorziening in de school die het onderwijs ondersteunt. Daarnaast is de mediatheek een plek waar kinderen individueel of in kleine groepjes al dan niet onder begeleiding de gevonden informatie verwerken tot een werkstuk in welke vorm dan ook.


- Doelmatig klassenmanagement: Lijn in leren Met behulp van een systeem voor klassenmanagement (opgezet in een logische lijn)

hebben we de kinderen in alle groepen méér verantwoordelijk gemaakt voor hun eigen leerproces (activerend leren). Daarnaast hebben alle leerkrachten ruimte gekregen in hun klassenorganisatie om de door henzelf opgestelde groepsplannen tot uitvoer te brengen. Binnen de school is in alle groepen een doorgaande lijn m.b.t. het didactisch handelen, leerstofplanning en het klassenmanagement.

Alle leerkrachten gebruiken een door hen zelf beschreven en geschreven groepsplan voor de leerlingen uit zijn/haar groep. Zij kunnen de daarbij behorende toetsresultaten analyseren.

- Naar opbrengstgericht werken Onder opbrengstgericht werken heeft de school een duidelijk doel voor ogen wat betreft de resultaten van de leerlingen. Dit wordt bereikt door planmatig te werken . Er worden bijeenkomsten belegd, waarbij inzichtelijk gemaakt wordt wat de opbrengsten zijn gedurende de afgelopen drie jaar. Vandaar uit vinden de analyses plaats en deze worden vertaald naar opbrengstgericht werken. - Naar handelingsgericht werken Handelingsgericht werken is een andere manier van kijken naar de zorgstructuur op school. Er wordt uitgegaan van de behoeften van leerlingen in plaats van de tekortkomingen. Centraal in de handelingsgerichte benadering is de vraag: “Wat heeft dit kind nodig?” in plaats van “Wat is er aan de hand?” Kijken we naar de rol van de leerkracht en de IB-er daarin, dan kunnen we de vraag uitbreiden naar: “Hoe kunnen we onze aanpak afstemmen op dat wat het kind nodig heeft?” Dat vraagt om een andere benadering en die begint al in de klas. De eerste fase bestaat uit het verzamelen van leerling gegevens en het selecteren van kinderen met specifieke behoeftes. Die moeten direct worden benoemd. Even belangrijk is dan de vraag: wat heb ik als leerkracht nodig om het kind dat te bieden wat het nodig heeft. De intern begeleider speelt een belangrijke rol bij het beantwoorden van die vraag. Zij begeleidt de leerkracht daarin.

- Standaardisering leerlingdossiers, waarbij het dossier op zorgniveau wordt gevuld met notities, bijlagen, toetsen, observaties, leerlingbespreking en handelingsplannen. - In alle groepen worden nadere afspraken vastgelegd over de wijze waarop leerkrachten d.m.v. observatie en toetsing nagaat of de ontwikkeling naar verwachting verloopt. Het “early warning systeem” wordt hierbij gehanteerd. Bij leerlingen van wie de ontwikkeling stagneert of juist sneller verloopt, wordt een passend programma geboden.


- Inrichting schoolplanperiode 2011-2015 Hierin staat verwoord wat de plannen voor de komende 4 jaar zijn. Waar staan we voor, waar gaan we voor en hoe bereiken we dat? Dat zijn de sleutelvragen aan de hand waarvan een strategisch beleidsplan 2011-2015 is opgemaakt.

- Rekenmethode Implementatie van een nieuwe rekenmethode, waarbij e.e.a. gefaseerd wordt ingevoerd.

- schooljaarplan Het schooljaarplan is een leidraad , dat als basis dient voor het onderwijs op school 2013-2014

- Digiborden In 2012 is men stichtingbreed over gegaan tot aanschaf van digiborden voor alle klassen. Momenteel maakt onze school gebruik 12 digiborden. Het team krijgt in 2013 een cursus aangeboden om ze in staat te stellen met alle technieken en mogelijkheden te werken die het digibord ons brengt. Daarna beschikt het team over de kennis met betrekking tot de standaard- en geavanceerde functies

- zorgondersteuningsprofiel Het zorgondersteuningsprofiel wordt in 2013-2014 bijgesteld.

- DVL De school doet mee met het Drents Verkeersveiligheids Label (DVL). Het is een uiterlijke waardering voor een geleverde kwaliteitsverbetering op het gebied van verkeersveiligheid.

- Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling De wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is op 1 juli 2013 in werking getreden. Het team gaat de deskundigheid bevorderen op het gebied van signaleren, handelen en communiceren bij een vermoeden van huiselijk geweld en kindermishandeling. De meldcode wordt met een stappenplan toepasbaar gemaakt voor onze school. Tevens wordt een aandacht functionaris aangewezen.

- Passend onderwijs We bereiden ons voor op de invoering van Passend Onderwijs, dat ingaat per 1 augustus 2014. Deze voorbereiding concentreert zich vooral in het opstellen en vormgeven van het schoolondersteuningsprofiel. Het schoolprofiel wordt opgesteld door leraren, schoolleiding en bestuur. In het profiel wordt aangegeven welke ondersteuning de school kan bieden en welke ambities de school heeft voor de toekomst. Op basis van het profiel inventariseert de school welke expertise eventueel moet worden ontwikkeld en wat dat betekent voor de (scholing van) leraren. Leraren en ouders hebben adviesrecht op het schoolondersteuningsprofiel via de medezeggenschapsraad van de school. De school plaatst het profiel in de schoolgids 2014-2015, zodat voor iedereen (ouders, leerlingen en andere partijen) inzichtelijk is wat de mogelijkheden van de school zijn voor extra ondersteuning.


- 1- zorgroute Met 1-zorgroute wordt het onderwijs beter afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. De route stimuleert handelingsgericht en planmatig werken en realiseert een transparante zorgstructuur op de school.

- Leren analyseren Om de vorderingen van leerlingen te meten zetten alle leraren toetsen in. De resultaten daarvan geven inzicht in de mate van beheersing van de behandelde stof door een leerling en/of een groep leerlingen. Uit onderzoek blijkt, dat leraren toetsscores (opbrengsten) vooral gebruiken om de vorderingen van individuele leerlingen te volgen. Als die

tegenvallen volgt veelal een handelingsplan waarin het aanbod en de ondersteuning beschreven wordt. Daarnaast worden toetsgegevens hoogfrequent gebruikt voor rapportages aan ouders en bij de overdracht van een groep aan een volgende leraar. Opbrengstgericht werken gaat echter (veel) verder. In essentie gaat het om onderwijs waarbij de betrokkenen zich in hun taakuitvoering laten sturen (!) door de uitkomsten (data) van de metingen. Daarom wordt opbrengstgericht werken ook wel meetgestuurd onderwijs genoemd. De data sturen het aanbod en/of het lesgeven van de leraar, zodat een leerling, een groepje of een klas daarvan kan profiteren. Met andere woorden: de data geven leraren feedback over hun lesgeven en hun onderwijsaanbod, ze ‘dicteren’ aanpassing(en) en ze zorgen voor afstemming, voor ‘passend onderwijs’.

- De vaardigheidsmeter Instructiegedrag De Vaardigheidsmeter Instructiegedrag is een lijst met 23 observatiepunten, waarmee de schoolleider alle relevante instructievaardigheden van leerkrachten scherp in beeld krijgt. Deze observatiepunten zijn identiek aan de punten waar de inspectie op let.

- De inspectie In oktober 2011 is onze school voor het laatst door de onderwijsinspectie bezocht in het kader van het regulier toezicht. De resultaten waren daarbij in orde, wat resulteerde in het toekennen van het zogenaamde basisarrangement. Hierbij wordt onze school opgenomen in de standaard bezoekcyclus van één maal in de vier jaar. De inspectieverslagen kunt u terugvinden op de website van de onderwijsinspectie: www.onderwijsinspectie.nl.


4. de zorg voor de leerlingen

__________________________________________________________________________________

4.1 Uw kind gaat naar het basisonderwijs In Nederland heeft ieder kind recht op onderwijs dat bij zijn of haar mogelijkheden of beperkingen past. Naast een leerrecht, bestaat er ook een leerplicht. Deze is vastgelegd in de Leerplichtwet. Om ervoor te zorgen dat deze Leerplichtwet ook wordt nageleefd, is het College van Burgemeester en Wethouders met het toezicht op de naleving belast. Zij hebben hiervoor één of meerdere leerplichtambtenaren aangesteld. Uw kind is leerplichtig vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin hij/zij 5 jaar is geworden. Vaak gaan kinderen vanaf hun vierde jaar al naar school. Uw kind is dan weliswaar niet leerplichtig, maar u wordt geacht dezelfde regels te volgen als die gelden voor leerplichtige leerlingen. Verantwoordelijkheid: Als ouder/verzorger/voogd, moet u ervoor zorgen dat uw kind bij een school of instelling staat ingeschreven. U moet er ook voor zorgen dat uw kind de school volgens het lesrooster bezoekt. Vanaf het moment dat uw kind 12 jaar is, bent u niet meer alleen verantwoordelijk voor het schoolbezoek van uw kind. Uw kind is dat zelf ook.

Graag zijn we bereid om u te begeleiden in de schoolkeuze. U kunt informatie- materiaal over onze school opvragen, u kunt met de kinderen de school bezoeken, kennismaken met de leerkrachten en het gebouw bekijken. Ook is er dan volop gelegenheid tot het stellen van vragen. Contact hierover kunt u opnemen met de schoolleiding. Twee maanden voor de vierde verjaardag neemt

de leerkracht van de groep, waarin het kind geplaatst wordt, contact op met de ouders. Er wordt een afspraak gemaakt om na schooltijd kennis te komen te maken met de leerkracht en er volgt een kleine rondleiding door de klas. De kinderen krijgen een boekje mee waarin de dagelijkse gang van zaken in de groepen 1 en 2 wordt vermeld en een uitnodiging om te komen wennen. Voordat het kind naar school gaat mag het 5 ochtenden meedraaien. Deze vinden plaats in de week voorafgaande aan de 4

e verjaardag.

Voor kinderen die direct na de zomervakantie instromen geldt een verkorte gewenning. Zij worden samen op een morgen voor de zomervakantie onder schooltijd uitgenodigd om kennis te komen maken met de basisschool.


4.2 Plaatsing vierjarigen vlak voor de zomervakantie Als kinderen 4 jaar zijn mogen ze elke dag naar school. Toch verzoeken we de ouders dringend, als de verjaardag 4 weken voor de zomervakantie valt, om het kind pas na de zomervakantie naar school te laten gaan.

4.3 De resultaten van het onderwijs

4.3.1 leerlingendossiers De ontwikkeling van uw kind wordt nauwkeurig bijgehouden. Uw kind krijgt daarom zijn eigen dossier. Bij de toelating wordt hiermee al een start gemaakt. Het intakegesprek, de inschrijfformulieren en later de gegevens van het leerlingvolgsysteem, eventuele handelingsplannen, eventuele onderzoeken, verslagen en andere van belang zijnde gegevens worden opgenomen in het dossier van iedere leerling. Met behulp van het leerlingdossier is in de tijd na te gaan hoe de leerling zich heeft ontwikkeld en is de informatieoverdracht naar ouders, collega’s en andere betrokkenen op verantwoorde wijze mogelijk. In het kader van de Wet op Persoonsregistratie gaan wij zorgvuldig om met de leerlingdossiers. De richtlijnen hiervoor zijn opgenomen in een protocol. Het protocol is opgenomen in het schoolplan en indien gewenst in te zien op school.

4.3.2 Leerlingvolgsysteem

Om de zorg voor alle leerlingen zo goed mogelijk te geven moeten we informatie

hebben over de leerlingen. In de groepen 1 en 2 wordt via observaties tijdens

kringgesprek, werkles en bewegingsonderwijs in verschillende situaties een beeld

verkregen. Voor de kleuters (midden-oudste) wordt de toets rekenen van het Cito

en Cito taal voor kleuters afgenomen voor de overgang naar groep 3. Daarnaast maakt de school gebruik van het ontwikkelings volgmodel van Pravoo.

Vanaf groep 3 worden, naast de informatie van de leerkracht, methodische en niet-

methodische toetsen gebruikt om problemen, voortgang/achteruitgang te

signaleren. Deze gegevens komen in een aparte groepsmap van de klas.

Naast de prestaties van het kind vormt de sociaal-emotionele kant van de leerling

ook een belangrijk aspect. Observatie- en/of toetsgegevens worden 3x per jaar in

een groepsbespreking besproken. Daarop volgend vindt er 3x per jaar een leerling-

bespreking plaats. Er is 3x per jaar een consultatief gesprek met een begeleider

van het zorgplatform W.S.N.S. Veendam e.o.

4.3.3 Speciale zorg Het kan voorkomen dat leerlingen problemen tegenkomen op sociaal- emotioneel of

cognitief gebied. Vaak hangen beide met elkaar samen. Wanneer een kind niet lekker in

zijn vel zit, dan kunnen zijn leerprestaties afnemen. Maar ook als een kind merkt dat het

de leerstof niet kan bijbenen kan dit van invloed zijn op het gedrag.

Wanneer wij belemmeringen signaleren, zal er worden gekeken of speciale zorg op z'n

plaats is. In het kader van "Weer samen naar school" is op alle scholen een

ontwikkeling ingezet, die ervoor moet zorgen dat scholen minder leerlingen verwijzen

naar het speciaal onderwijs. Het zorgplan is er voor bedoeld om deze verantwoord te

begeleiden. Voor een nadere invulling van de mogelijkheden en analyse van de

problemen wordt dan onderzoek gedaan door een leerkracht of door een instantie van

buiten de school. De school kan daarna zien of zij zelf in staat is om aangepaste hulp te

bieden of dat er hulp van buiten wordt ingeschakeld. Samen met u worden dan stappen

ondernomen om uw kind die hulp of extra aandacht te bieden die het nodig heeft. Dan

wordt er een groepsplan gemaakt waarin staat op welke manier deze ondersteuning

zal plaats vinden. Dit handelingsplan en de resultaten ervan worden met u besproken.

Over speciale zorg leest u meer in de hoofdstukken

3.3 en 3.4.


4.3.4 Zittenblijven Bestaat dat nog? Ja, op onze school kan worden besloten om een leerling een jaar over te laten doen. Dit gebeurt, wanneer wij vinden dat een kind op alle fronten te zwakke prestaties levert om verder te gaan en wij ook vinden dat een extra jaar effect zal hebben. Maar wij spreken dan liever van het verlengen van twee schooljaren naar drie schooljaren. In het tweede jaar in dezelfde groep hoeft natuurlijk niet alles opnieuw gedaan te worden. Mocht een leerling op een deelgebied zwak zijn, dan kunnen we besluiten om voor dit specifieke vak een andere aanpak te nemen voor dit kind. Zo'n beslissing wordt altijd genomen in overleg met de ouders en het team. Wanneer zo'n besluit wordt genomen bij nog jonge leerlingen heeft dit namelijk consequenties voor de nog komende leerjaren. 4.3.5 Overgang naar een andere groep Gedurende het schooljaar stromen leerlingen, vooral 4 jarigen, in op onze school. Elke school moet bevorderen (dat is dus geen verplichting) dat de verblijfsduur van kinderen in het basisonderwijs acht aaneengesloten jaren bedraagt. De overgang van de ene groep naar de andere heeft tegenwoordig niet zozeer meer te maken met leeftijd, maar met de ontwikkeling die de leerling heeft doorgemaakt. Voor elke overgang naar een andere groep hebben we criteria opgenomen. Dit om te kunnen beslissen wanneer uw kind wel of niet overgaat naar een volgende groep. We kijken met name naar de werkhouding en de cognitieve en sociaal emotionele ontwikkeling van de leerling. Het oordeel is gebaseerd op observaties, toetsen, leerprestaties, een gesprek met de intern begeleider (IB-er) en de concentratie (spanningsboog). Tijdens de oudergesprekken wordt besproken of uw kind doorstroomt naar een volgende groep. Het eind van groep twee is voor kinderen, leerkrachten en ouders een belangrijk moment. Met name bij deze overgang stelt de inspectie ons de vraag of we per individuele leerling de overgang bekijken, los van de geboortedatum. 4.3.6 Het traject van een overgangsbeslissing Het signaal Het nemen van een overgangsbeslissing begint bij ons in november van het groep-2 jaar. We kijken vervolgens de ontwikkeling van november tot januari/februari nog aan en als het kind op de onderdelen: kring, werken, taal, motoriek, omgaan met hoeveelheden/ ordenen ontwikkelingsproblemen vertoont dan delen we de ouders in januari/februari onze twijfels mee of het kind met ingang van het volgende schooljaar wel met groep 3 kan beginnen. We geven in het gesprek met de ouders over de zorgen m.b.t. de loopbaan van het kind ook aan wat we gaan doen om de ontwikkeling van het kind te stimuleren en op welke wijze men daar thuis bij aan zou kunnen sluiten. We geven de ouders tevens aan wanneer we de definitieve beslissing gaan nemen over het vervolg van de schoolloopbaan van hun kind. Bij jonge kinderen doen we dat zo laat mogelijk om de kans op een goede beslissing te kunnen verhogen. Gekoppeld aan de beslissing geven we ook aan hoe we het kind bij de groep 2-verlenging gaan begeleiden. Daarbij kan het gaan om het geven van speciale begeleiding en het bieden van bijv. leesbegeleiding aan kinderen die in de loop van dat jaar toe zijn aan lezen. De beslissing Het nemen van de beslissing t.a.v het schoolloopbaanvervolg van het kind doen we aan de hand van de pravoo-lijsten of eventueel een groep 3-rijpheidsprotocol waarin 20 aspecten van de ontwikkeling aan bod komen. Ons oordeel over het schoolloopbaanvervolg is bindend voor ouders.


Nazorg In oktober van het hierop volgende jaar zal gecheckt worden hoe het kind zich ontwikkelt. 4.3.7 Overgang naar het voortgezet onderwijs Wanneer leerlingen naar het voortgezet onderwijs gaan, hebben zij al heel wat jaren

op onze school doorgebracht. Dat betekent ook dat er al veel gegevens over de

leerlingen in het archief aanwezig zijn. In groep 7 wordt een CITO-entreetoets

afgenomen om te kijken hoe de leerling presteert en waar nog zwakke plekken zijn.

In groep acht wordt in de maand februari de eindtoets van het CITO afgenomen. De

totale score van de Cito eindtoets is een getal tussen de 500 en de 550.

De Cito-toetsen maken een onderdeel uit van onze onderwijsactiviteiten. Met name

de Cito-Eindtoets is een belangrijk onderdeel van onze onderwijsactiviteiten, omdat

die het kennisniveau van onze leerlingen meet en de scores worden gebruikt ten

behoeve van het kwaliteitsbeleid. Bovendien gebruiken we de Cito-eindtoets als

aanvulling voor het geven van een advies voor het vervolgonderwijs. Daarnaast

gebruikt de inspectie de CITO-eindscores van onze school om na te gaan of zij

reden zien tot risico’s van de onderwijskwaliteit.

Alle leerlingen zijn verplicht om (conform artikel 41 van de Wet op het primair

onderwijs) deel te nemen aan de CITO eindtoets. Een school kan er voor kiezen om

een kind in bepaalde situaties niet aan de citotoets eindtoets laten deelnemen. Dat

zal in de volgende situaties aan de orde zijn:

• Onvoldoende taalbeheersing: Als de leerling aan het begin van groep 8

vier jaar of korter in Nederland is en de Nederlandse taal onvoldoende

beheerst, hoeft deze leerling niet mee te doen aan de toets.

• Speciaal onderwijs of praktijkonderwijs. Als de leerling naar verwachting

na de basisschool naar het (voortgezet) speciaal onderwijs of naar het

praktijkonderwijs gaat, mag de school een kind uitsluiten van deelname aan

de toets.


Leerlingen met een leerachterstand van meer dan anderhalf jaar, kunnen na de

basisschool aangemeld worden voor het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo).

Ze kunnen gewoon meedoen met de eindtoets, maar vaak is die toets te moeilijk

voor ze. In plaats van de eindtoets kunnen ze daarom de Niveautoets van Cito

maken. De opgaven van de Niveautoets zijn aangepast aan het niveau van

leerlingen met een leerachterstand.

Wanneer ouders verzoeken om hun kind niet deel te laten nemen aan de CITO-

eindtoets wordt gekeken of aan bovenstaande criteria wordt voldaan om de leerling

uit te sluiten van de CITO.

De Cito-uitslag is niet bepalend voor het schooladvies. Het schooladvies wordt door

de leerkracht van groep 8, vaak samen met de directeur, vastgesteld. Het

schooladvies is gebaseerd op de jarenlange relatie tussen leerling en school, de

rapportages in het leerlingvolgsysteem en de observaties van de leerkracht. Dit staat

niet in verhouding tot de Cito-toets, die een momentopname is. De Cito-uitslag kan

worden gebruikt als check van het schooladvies, een soort second opinion. In

verreweg de meeste gevallen komt het schooladvies overeen met de uitslag van de

Cito-eindtoets. Als de score niet overeenkomt met het schooladvies, moet toch de

meeste waarde worden toegekend aan het schooladvies.

Met behulp van de gegevens van de school,d.m.v. een Onderwijskundig Rapport

(OKR) en de eindtoets wordt voor 1 april de aanmelding voor het voortgezet

onderwijs via de school geregeld. Ouders krijgen een kopie van het rapport.

Van tevoren zorgt de school ervoor dat U en uw kind een voorlichtingsavond

kunnen bijwonen over het voortgezet onderwijs en er zullen de nodige materialen

van andere typen onderwijs aanwezig zijn. Omdat de leerlingen ook nog de

mogelijkheid hebben om open dagen mee te maken, kunnen ze samen met de

ouders en de leerkracht een bewuste keuze maken. Uitstroomgegevens 2013: Dr. Nassaucollege Gieten 20 leerlingen Dr. Nassaucollege Assen 3 leerlingen Winkler Prins Veendam 5 leerlingen Maartenscollege Haren 3 leerlingen Zernikecollege Haren 5 leerlingen Parcivalcollege Groningen 1 leerling Willem Lodewijk Gymnasium Groningen 1 leerling AOC Terra Assen 1 leerling Carmelcollege Emmen 1 leerling


4.3.8 opbrengsten De resultaten van het onderwijs aan alle groepen worden in het leerlingvolgsysteem bijgehouden d.m.v. methode gebonden toetsen en Van het LVS van Cito. Nadat de toetsen zijn afgenomen worden de uitkomsten op leerlingniveau en schoolniveau geanalyseerd. Conclusies worden getrokken en interventies worden gepleegd. Voor de analyse van eind- en tussenopbrengsten hebben inspectie, CITO en stichting PrimAH normen gesteld. De normen van stichting PrimAH liggen boven de normen van inspectie en CITO.

Eindtoets Cito School: OBS Gieten 2013

normen inspectie standaardscore cito eindtoets

schooljaar ondergrens Landelijk gemiddelde bovengrens

2010-2011 533,8 535,2 536,6

2011-2012 535,2 537,2 539,2

2012-2013 532,1 534,8 536,4

Schoolgegevens

Gegevens CITO Eindtoets 10 - 11 11 - 12 12-13

Aantal leerlingen 27 46 40 Schoolscore op basis van GLG (vanaf 2010: gecorrigeerde score LG) 533.6 535.1 534.2 Schoolscore B rapport (vanaf 2010: ruwe score LC) 534.7 536.9 536.1 Schoolgroep Resultaten taal B-rapport (vanaf 2010: LG) 73 70 71.6 Schrijven van teksten 24.3 22.8 22.5 Spellen van werkwoorden 7.3 6.5 6.9 Spellen van niet-werkwoorden 7.2 7.2 6.6 Begrijpend lezen 20.9 20.9 21.6 Woordenschat 13.6 12.6 14.0 Resultaten rekenen B-rapport (vanaf 2010: LG) 40.0 43.2 42.5 Getallen en bewerkingen 17.1 18.1 18.5 Verhoudingen, breuken en procenten 13.5 14.5 14.0 Meten, meetkunde, tijd en geld 9.5 10.7 10.1 Resultaten studievaardigheden B-rapport (vanaf 2010: LG) 29.1 30.5 29.6 Hanteren van studieteksten 8.0 7.7 7.8 Hanteren van informatiebronnen 6.6 7.6 7.1 Kaartlezen 7.0 7.2 7.1 Lezen van schema’s, tabellen en grafieken 7.5 7.9 7.6 Resultaten wereldoriëntatie B-rapport (vanaf 2010: LG) 63.2 66.1 62.2 Aardrijkskunde 21.8 22.0 20.0 Geschiedenis 21.9 23.1 21.7 Natuuronderwijs 19.6 21.0 20.5 Roodgekleurde resultaten liggen onder de ondergrenzen inspectie. Oranjegekleurde

resultaten liggen onder het landelijk gemiddelde. Groengekleurde resultaten liggen

boven de bovengrens van de inspectie.


C. Conclusie

We voldoen in alle drie leerjaren aan de inspectienorm. Kijkend naar percentielscores t zien we ten opzichte van vorig jaar een lichte stijging. We scoren op veel onderdelen boven de bovengrens van de inspectie. Het rekenonderdeel is ten opzichte van het schooljaar 2011-2012, nagenoeg niet veranderd. Het taalonderdeel is, dankzij extra gerichte acties (investering in nieuwe methodes), ten opzichte van vorig jaar gestegen. De resultaten zijn op het niveau wat verwacht mag worden uitgaande van de populatie van onze school. Vanuit de analyse constateren we dat de effectieve onderwijstijd en effectief klassenmanagement door allerlei factoren onder druk is komen te staan. Te denken valt hierbij aan in de tijd uitgezet te veel wisseling van leerkracht. Het komend schooljaar wordt de focus gelegd op rust in de groepen, eenduidige afspraken en samenwerking tussen leerkrachten. Ons doel is om ook komend schooljaar gelijk of boven het landelijk gemiddelde te komen. Dit willen we bereiken door: te werken vanuit onze groepsplannen, extra investering in lees- taalonderwijs, vanuit de o.a. foutenanalyses van het PI dictee kinderen gerichte instructies en begeleide oefening geven om hiaten weg te werken. Extra investering in groep 8 wat betreft taalonderdelen. Komend schooljaar zullen we binnen het team duidelijke afspraken maken over de formulering van de spellingregels. Spelling op zijn best is daarin onze leidraad. We gaan door met Blits vanaf groep 6, want er is lichte achteruitgang zichtbaar bij studievaardigheden en wereldoriëntatie ten opzichte van het vorig schooljaar. Met behulp van de CITO map Maken van werkstukken en Zelfstandig Leren willen we deze resultaten verhogen. Tevens gaan we vanaf het schooljaar 2013-2014 werken met een nieuwe aardrijkskundemethode voor de groepen 5 t/m 8.

Samenvatting resultaten 2012-2013 Bij de beoordeling van de tussenresultaten beschouwt de inspectie de volgende toetsen: • Technisch Lezen (DMT) in groep 3 en 4 • Rekenen & Wiskunde (RW) in groep 4 en 6 • Begrijpend Lezen (BL) in groep 6

Toets norm

inspectie/ PrimAH 2010/2011 2011/2012

2012/2013

Beoordeling* DMT midden gr. 3 21 / 22 28.5 25.7 33.6 DMT eind gr. 3 33 / 35 39.7 40.9 44.3 DMT midden gr. 4 48 / 50 64.5 57.9 61.2 DMT eind gr. 4 56 / 59 72.9 68 65.3 R&W midden gr. 4 50 / 53 60.1 58.9 58.7 R&W eind gr. 4 61 / 64 70.1 68.7 65 R&W midden gr. 6 84 / 88 87.9 83.9 88 R&W eind gr. 6 89 / 93 94 88.6 92.2 BL gr. 6 32 / 34 36.9 32.4 36.4

Beoordeling: de tussenresultaten zijn voldoende als meer dan de helft

van de beoordeelde toetsen voldoende zijn


Eindconclusie tussenopbrengsten

4.4 Vervangende onderwijsactiviteiten Het kan voorkomen dat een leerling om bepaalde reden een les niet volgt. Te denken valt aan: - gymuitval bv. door een gebroken arm. - om godsdienstige reden. Indien zich dit voordoet volgt een aangepast en nuttig uitgewerkt programma voor dat specifieke lesonderdeel. 4.5 Toelating, weigering, verwijzing en verwijdering van leerlingen van het openbaar primair onderwijs In het primair onderwijs is het noodzakelijk te komen tot heldere procedures wat betreft aanmelding, toelating, weigering en verwijdering van kinderen. Veel van deze procedures zijn wettelijk vastgelegd. Het primair onderwijs moet rekening houden met verschillende wetten: de Grondwet, de Leerplichtwet, de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Wet Primair onderwijs (WPO) en de Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO). Tijdens het allereerste contact tussen het kind, de ouder(s) en de school is het belangrijk dat de procedure van aanmelding tot een definitieve plaatsing zorgvuldig verloopt. Als blijkt dat de school het onderwijsaanbod dat het kind behoeft niet kan geven, dan wordt van de school verwacht dat de ouders worden begeleid bij het vinden van een goed alternatief. Leerlingen en hun ouders hebben rechten, maar ook plichten met betrekking tot de school waar hun kinderen worden of staan ingeschreven. Vaak zijn het ongeschreven regels: alle betrokkenen weten wel zo ongeveer waar ze zich aan hebben te houden. In de praktijk ontstaan soms problemen. Wanneer iedereen van tevoren duidelijk op de hoogte is van wat er van hen wordt verwacht, kunnen die problemen worden voorkómen. In deze schoolgids staan daarom grotendeels de afspraken, de wensen en ons schoolbeleid omschreven. De laatste jaren wordt er steeds meer nadruk gelegd op het beschrijven en vaststellen van beleid inzake toelating, weigering, verwijzing en verwijdering van leerlingen van het openbaar primair onderwijs. Stichting PrimAH heeft daarom een protocol opgesteld. Dit protocol ligt op school ter inzage.

4.6 Buitenschoolse activiteiten Voor ons telt het werken op school als belangrijkste bezigheid. Maar er zijn daarnaast nog een aantal activiteiten waar we met genoegen aan meedoen. De leerlingen doen jaarlijks mee aan schoolsport activiteiten. Er zijn in overleg met team en ouderraad activiteiten zoals een Sinterklaas en kerstviering, een disco en eventueel nog een extra activiteit voor alle leerlingen. De leerlingen bezoeken elk jaar een schoolvoorstelling van jeugdtheater “Tikotaria" en er wordt voor de groepen 7 en 8 een boomplantdag georganiseerd. Natuurlijk horen ook de schoolreis en (wanneer het weer het toelaat) schaatsactiviteiten in dit rijtje thuis.

4.7 Logopedie Door de bezuinigingen op de schoollogopedie wordt er vanaf dit schooljaar enkel preventieve logopedie aangeboden in plaats van preventieve-curatieve logopedie. Dit betekent dat (jonge) kinderen die in aanmerking komen voor logopedische

Voor alle toetsen geldt dat de inspectienormen zijn gehaald. Het minst ruim gehaald is de toets rekenen/wiskunde eind groep 6, hiervoor geldt dat we boven de inspectienorm maar onder de PrimAH norm scoren.


therapie, niet meer wekelijks op school worden behandeld, maar doorverwezen naar een vrijgevestigd logopedist. De preventief werkend logopedist in dienst van de gemeente, is onafhankelijk en heeft geen eigen praktijk. Belangenverstrengeling is daardoor uitgesloten. Om de lijnen kort te houden en voldoende binding met de scholen te houden wordt er naar gestreefd één keer in de veertien dagen de scholen te bezoeken of één keer in de drie weken indien dit volstaat. Dit gebeurt van maandag t/m donderdag. Op afroep zal ik ook op de peuterspeelzalen kinderen bekijken die mogelijk een logopedisch probleem hebben. De standaard screening van alle kleuters die naar groep 2 gaan zal niet meer alleen plaats vinden voor de zomervakantie maar wordt gespreid over het schooljaar. In heel uitzonderlijke gevallen en in overleg worden er op school toch kinderen behandelen die door allerlei omstandigheden onderaan de participatieladder staan en niet naar een vrijgevestigd logopedist gaan. Overzicht van de preventieve taken : - Standaard screening 5 jarigen (gespreid over het schooljaar). - Onderzoek naar aanleiding van de screening. - Onderzoek op verzoek (alle kinderen van gr. 1 t/m gr. 8). - Op verzoek observatie in de groep. - Schriftelijk of telefonisch informeren ouders. - Gesprek ouders / leerkracht naar aanleiding van screening of onderzoek. - Informatie en advies geven aan ouders en leerkracht. - Verslaglegging voor leerlingendossier en ouders. - Controles. - Ouders adviseren naar een particuliere praktijk te gaan als logopedie is aangewezen (doorverwijzen). - Indien nodig overleg met andere betrokkenen bij een kind dat logopedisch is onderzocht (I.B. / A.B / psycholoog / orthopedagoog / schoolarts / tandarts…). Ouders moeten toestemming geven voor het logopedisch handelen op school. De logopedist is zoals elke andere zorgverlener gehouden aan het beroepsgeheim. De logopedische informatie in het leerlingendossier is enkel ter inzage voor direct betrokkenen bij het kind. Bij overdracht van gegevens moet toestemming worden gevraagd aan de ouders. Logopedist op onze school: Reinhilde Boogaerts Dorpsstraat 6 9526 TC Bronnegerveen tel : 0599-212978 E-mail : [email protected]


5. de leerkrachten _______________________________________________________________________


Gegevens van de leerkrachten dhr. J.E. Bos dhr. J. Wilkens mevr. L. de Jong-Wijnia directeur adjunct- directeur leerkracht gr. 8b leerkracht Berenhol De Veldkamp 33 Gasselterweg 28 Omkromte 2 9461 PA Gieten 9461 HC Gieten 8501 CR Joure mevr. L.Knol- de Niet mevr. J. Warners mevr. M. Moek-Huizing zorgcoördinator leerkracht o.a. Eendennest leerkracht Vissenkom gr. 1/2 Hoofdstraat 9 Koffielaantje 31 Achter de Brinken 37 9514 BA Gasselternijveen 9658 PL Eexterveen 9462 RG Gasselte

dhr. J.R. Schuiling mevr. G. Duursma mevr. J.A. Nijboer kindbegeleiding leerkracht gr. 4b/5a leerkracht gr. 3 Julianalaan 22 ’t Veld 32 Tolweg 27 9461BTGieten 9468 GS Annen 9655 PD Oud-Annerveen

dhr. J. Elzinga mevr. H. Reitsema- Everts mevr. E. Hoogland leerkracht gr. 7b/8a leerkracht Eendennest gr.1/2 leerkracht gr. 7b/8a Helper Westsingel 19 Vreding 53 Westerend 6 9721 BA Groningen 9468 GM Annen 9461 EH Gieten dhr. G Booy mevr. J. Boer mevr. H. de Koning

vakleerkracht gymnastiek leerkracht o.a. gr. 7a leerkracht gr. 3a Tonkensven 15 Vesselkampen 2a V.Starkenborghstraat 96 9302 EA Roden 9463 MD Eext 9721 EG Groningen

mevr. A Kruijver mevr. W. Prins-Hopman mevr. B. Hingstman

leerkracht gr. 4a administratief medewerkster leerkracht gr.7a Hees 24 Noordzijde 177 Steffensberg 25 9461 HM Gieten 9515 PE Gass.nijv.mond 9431 CX Westerbork

mevr. C. Smits mevr. I. Lanjouw mevr. L. Jager-Westerbroek leerkracht gr.5b/6b leerkracht Berenhol leerkracht o.a. gr. 4b/5a en 6a De Hoefslag 73 Kampstraat 24a Bonnen 1 9462 RH Gasselte 9463 PV Eext 9461 AC Gieten

mevr. A Luit mevr. L. Smit dhr. G. Nijhof leerkracht gr. 5b/6b leerkracht gr. 6a conciërge Klaverkampen 22 Eldersloo 2 Tuinstraat 55 9481JN Vries 9453 VD Eldersloo 9514 AK Gasselternijveen Mevr. M. Dijkstra Leerkracht gr. 8b Amerweg 26 9444 PD Grolloo


5.2 Vervanging van de leerkrachten

Ook al doet iedereen z'n best om nooit ziek te worden, soms moet er vervangen worden. Dit hoeft trouwens niet alleen bij ziekte, maar ook als een leerkracht verlof heeft aangevraagd voor studie of andere bezigheden. Binnen stichting PrimAH heeft de directie dan de keus uit een aantal vervangers, die de klas kunnen overnemen. Wanneer de klas wordt vervangen ligt het programma al klaar. Elke leerkracht houdt namelijk in zijn klassenmap bij welke lessen hij of zij gegeven heeft en wat de plannen zijn voor de komende periode. Zo kunnen we er voor zorgen, dat het lesprogramma door kan blijven gaan. 5.3 Stagiaires Onze school heeft een aantal weken in het jaar stagiaires in de groepen. Zij doen de PABO opleiding om later zelf les te kunnen geven in het primair onderwijs. Ze worden door de leerkrachten van de school begeleid in het lesgeven en krijgen zo nu en dan bezoek van een stagebegeleider van de PABO om de lessen mee te beoordelen. Wij vinden dat de school jonge mensen de mogelijkheid moet bieden om ervaring op te doen in de onderwijspraktijk.

Daarnaast is het mogelijk dat vanuit het voorbereidend beroepsonderwijs ook

leerlingen kortdurende stages volgen bij ons op school.

5.4 Onderwijsondersteunend personeel - De onderwijsassistent begeleidt o.a. individuele leerlingen of kleine groepen van

leerlingen die van de leerkracht instructie ontvangen hebben.

- De conciërge zorgt dat huishoudelijke zaken goed verlopen, hij onderhoudt de

materialen, maakt nieuwe materialen, ondersteunt de leerkrachten en leerlingen

waar nodig en verricht de meest belangrijke handen spandiensten.

- De administratrice van de school behandelt o.a. de postverwerking leerlingen-

administratie en de financiële administratie.

- Het schoonmaakpersoneel van de school is afkomstig van stichting PrimAH


5.5 Scholing van leerkrachten

Om zo goed mogelijk toegerust te zijn voor de onderwijsgevende taak, is het

nodig dat de leerkrachten regelmatig cursussen volgen. Voor het komend

jaar wordt o.a. onderstaand programma gevolgd

- implementatie ICT en Techniek

Het ICT-beleidsplan wordt geoptimaliseerd en de koppeling met het

klassenmanagement wordt duidelijker waarneembaar.

- het volgen van de één zorgroute voor het team.

Leerkrachten krijgen vaardigheden om op een werkbare manier om te gaan

met de onderwijsbehoeften van ieder kind. Er wordt handelingsgericht

gewerkt met groepsplannen. De intern begeleider ondersteunt leerkrachten

hierbij. - resultatenopbrengst gericht werken

Opbrengstgericht werken is een manier om de onderwijskwaliteit en de leerlingresultaten te verbeteren.

- passend onderwijs Passend onderwijs staat voor maatwerk in het onderwijs. Voor elk kind het onderwijs dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden en talenten. Geen kind tussen wal en schip dus. Het team wordt tijdens diverse bijeenkomsten geïnformeerd over de mogelijkheden en kansen om dit te bereiken.

In augustus 2013 moet elke school een nieuw zorgprofiel hebben, aangepast aan de wettelijke eisen. -ADIM (activerend directe instructie model)

Interactie binnen de klas is belangrijk voor een effectieve instructie. Door interactie tussen zowel leerkracht en leerling(en) als tussen leerlingen onderling worden leerlingen actiever bij de les betrokken. Door het gebruik van het activerende directe instructiemodel, nemen de leerlingen actief nieuwe kennis op en koppelen ze die aan kennis waar ze al over beschikken. Ze worden zich bewuster hoe ze leren, waardoor ze dit steeds beter ook zelfstandig kunnen doen.

-teamtraining Digibord Wat kun je allemaal met een digibord in de klas?


6 de ouders _________________________________________________________________________________

Onze school ziet ouders als een belangrijke partner voor het bereiken

van de beste resultaten voor onze leerlingen. Wij vinden het belangrijk

om, daar waar mogelijk, samen met u ons onderwijs en onze zorg

voor uw kind zo goed mogelijk vorm te geven. Thuis en school zijn de

belangrijkste leefmilieus van een kind. Als ouder doet u dagelijkse

ervaringen op met uw kind. U weet dus veel over het karakter, de

ontwikkeling en de beste aanpak van uw kind. Leerkrachten maken

uw kind ook een groot deel van de dag mee en zien van uw kind

vooral ontwikkelingen in het leren en het gedrag in de groep. Wij

vinden het belangrijk om ervaringen met elkaar uit te wisselen.

Daarmee kunnen we gezamenlijk de ontwikkeling van uw kind zo

goed mogelijk stimuleren en begeleiden

6.1 Contacten met ouders/verzorgers Er zijn heel veel mogelijkheden om met de school in contact te komen. De school heeft

een aantal vaste momenten in het schooljaar gepland om met U te spreken. Allereerst

is dat de kennismakingsavond op dinsdag 17 september (groep 3, 8a en 8b),

woensdagavond 18 september (groep 4a, 4b/5a, 5b/6b, 6a),

donderdagavond 19 september (groep 1, 2, 7a en 7b). De groepsleerkracht vertelt dan in

zijn/haar lokaal over het jaarprogramma en de daarbij behorende afspraken. U ziet de

lesmaterialen en krijgt uitleg over de lesprogramma's.

Contactavonden groepen 3 t/m 8 Medio november, febr. en begin juli (facultatief) wordt u uitgenodigd om te praten over

de ontwikkeling van uw kind. Tijdens deze contactavonden, wordt u door de leerkracht

in tien-minuten gesprekken op de hoogte gebracht van de leerresultaten van uw kind

en kunt u het werk inzien van uw kind(eren).

Noot: Begin juli kunnen ouders/verzorgers van de groepen 1 t/m 7 aangeven of ze nog een keer van gedachten willen wisselen met de betreffende groepsleerkracht over de ontwikkeling van hun kind. Ook de leerkrachten kunnen die ouders/verzorgers uitnodigen, waarmee hij/zij nog een keer wil praten over de ontwikkeling van het kind. Contactavonden groepen 1 – 2 In november worden alle ouders voor een tien-minuten gesprek uitgenodigd, behalve

die ouders wiens kind nog geen 6 weken onze school heeft bezocht.

Zij krijgen op de volgende contactavond, in medio februari/maart een uitnodiging voor

een gesprek.

De ouders van de kinderen van groep 2 (oudste kleuters) worden in februari

uitgenodigd voor het bespreken van o.a. de citotoetsen: Taal voor kleuters en ordenen.

( Deze toetsen worden in januari afgenomen).

De laatste contactavond van het schooljaar zal in juni/juli plaatsvinden.

Uitgenodigd worden:

� Alleen die ouders van kleuters uit groep 1, waarvan hun kind het volgend

schooljaar in groep 2 zal zitten. Met hen zal o.a. de citotoets Taal voor

kleuters worden besproken. (Deze toets wordt medio juni afgenomen);

� Ouders van “nieuwe” leerlingen die de school meer dan 6 weken bezocht

hebben;

� Ouders waarmee de leerkracht wil praten over de ontwikkeling van hun

kind.


Onder schooltijd of vlak voor schooltijd zijn de leerkrachten in principe hiervoor niet

beschikbaar, omdat ze dan de aandacht bij de lesvoorbereidingen en de kinderen

moeten hebben. Wanneer er sprake is van een mogelijk onderzoek of een andere

aanpak is gewenst in het leerproces, dan wordt u van tevoren op de hoogte

gebracht door de groepsleerkracht, of de interne begeleider. Wij willen namelijk zo

zorgvuldig mogelijk bezig zijn. Eventuele afspraken worden dan ook vastgelegd,

zodat ons niets kan ontglippen.

In november zal er (net als in 2012-2013) een schriftelijke zakelijke ouderavond

plaats vinden.

6.2 Ouderraad De ouderraad is geen overlegorgaan, maar ondersteunt de school bij activiteiten.

Zo helpt de ouderraad mee met de St. Nicolaas- en kerstviering, verleent hulp bij

feesten en bijeenkomsten. De ouderraad is een grote steun voor de leerlingen en

de leerkrachten. Eénmaal per jaar vindt er een verkiezing van ouderraadsleden

plaats. Ouders kunnen zich kandidaat stellen. Samenstelling ouderraad: 1. mevr. Van Guldener (voorzitter) tel: 265165 2. dhr. Bos (penningmeester) tel:262146 3. mevr. Torenbosch (secretaris) tel:264044 4. dhr. Lammers tel: 580616 5. dhr. Ten Brinke tel: 264536 6 dhr. Lanting tel:263867 7 . dhr. Landman tel:265990 8. mevr. Engelsman tel: 265005 9. mevr. Zuidema tel: 0598-468106 10 mevr. Adriaens tel:262236 11. mevr. Hazelhekke tel: 867321 12. mevr. Van Elteren tel: 265007

Het kan gebeuren, dat ouders en /of leerkrachten nader

informatie van elkaar willen hebben. Dit kan op afspraak, na

schooltijd op school gebeuren.


6.3 De medezeggenschapsraad

De MR, bestaat voor onze school uit drie ouders en drie leerkrachten en vormt de brug tussen het schoolbestuur (bevoegd gezag Aa en Hunze) en de school in organisatorische zin. Hierbij staan de belangen van de school zelf (leerlingen en leerkrachten) steeds voorop. In de MR wordt gesproken over zaken die te maken hebben met de school en over zaken die betrekking hebben op het onderwijs. Een willekeurige greep uit de onderwerpen: de MR speelt in op het onderwijsbeleid op schoolniveau; ze houdt zich bezig met het onderwijssysteem en

het profiel van de school zelf; ze is in de weer met onderwijskundige faciliteiten maar

ook voorzieningen in en rond de school en het schoolgebouw; en ook personele

aangelegenheden komen in de MR aan de orde. Tenslotte kan de MR aanspreekpunt

zijn voor ouders en/of verzorgers die een klankbord zoeken wanneer het gaat om de

school als onderwijsinstituut. De MR hoeft geen initiatieven (van bijvoorbeeld het

schoolbestuur) af te wachten; ze neemt die initiatieven ook zelf. De MR heeft in een

aantal gevallen een adviserende stem en in andere gevallen het recht in te stemmen

met het schoolbeleid. Samenstelling medezeggenschapsraad o.b.s. Gieten ouders: 1. mevr. Folkerts (voorzitter) tel:260800 2. mevr. Den Dunnen tel:0598-795346 3. mevr. Meek tel:06-33727092

personeel: 4. mevr. Boer tel:265510 5. mevr. Hingstman tel:06-23444769

6. dhr. Elzinga tel:06-42403846 De directeur van de school heeft geen zitting in de MR, maar kan als adviseur optreden binnen de raad. 6.4 Klachtenregeling Het kan voorkomen, dat er klachten zijn over bijvoorbeeld de begeleiding van leerlingen, het toepassen van strafmaatregelen, de beoordeling van leerlingen, de inrichting van de (school)organisatie. Niet elk probleem leidt tot het indienen van een klacht, ‘voorkomen is beter dan genezen’. Om het probleem op te lossen langs de informele weg - de gewone weg -, zal overleg mogelijk noodzakelijk zijn. Als u vindt dat er iets niet goed gaat, ergens ontevreden over bent of niet mee eens bent, dan gaat u in eerste instantie naar die persoon waar de problemen mee zijn ontstaan of daarvoor verantwoordelijk is. Eventueel kunnen problemen ook nog worden doorgesproken met anderen die binnen de school of Stichting PrimAH werkzaam zijn. Blijft u niet te lang met een probleem of klacht rondlopen. “Immers een goed gesprek, voorkomt erger”. Mocht het niet lukken langs deze weg een oplossing te vinden, dan staat de formele klachtenregeling open. Deze klachtenregeling is gepubliceerd op onze website of op school in te zien. Op onze school zijn mevr. L. Knol en dhr. J.E. Bos de contactpersonen wanneer u overweegt een klacht in te dienen. Externe vertrouwenspersoon Over klachten praten is zelden gemakkelijk. Dat geldt zeker voor klachten die te maken hebben met de omgang tussen personen binnen de school. Soms wil men dergelijke klachten met iemand van buiten de school bespreken. In de klachtenregeling is hiermee rekening gehouden. De externe vertrouwenspersoon heeft als belangrijkste taak het bijstaan en adviseren van ouders en leerlingen die mogelijk een klacht willen indienen. De externe vertrouwenspersoon heeft een beperkte bevoegdheid om klachten te onderzoeken en in te schatten of informele oplossingen nog haalbaar zijn. Zelf een oordeel geven over een klacht of actief werken aan een oplossing behoort niet tot diens taken. De externe vertrouwenspersoon is niet op een andere manier bij de school betrokken.


Naam externe vertrouwenspersoon: De heer R. Zweers, telefoonnummer 0592-304040 (kantoor). (Inzetbaar op afroep) Landelijke klachtencommissie Stichting PrimAH heeft zich aangesloten bij de landelijke klachtencommissie van Stichting Onderwijsgeschillen en heeft geen eigen klachtencommissie. Voor de procedure van indienen van de klacht bij de Stichting Onderwijsgeschillen wordt verwezen naar de voor hen geldende klachtenregeling. Zie voor meer informatie: www.onderwijsgeschillen.nl.

Postadres: Onderwijsgeschillen Postbus 85191 3508 AD Utrecht Telefoon: 030 - 280 95 90 Fax: 030 – 280 9591

Email: [email protected]

Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld gaan via het meldpunt vertrouwensinspecteur: 0900-1113111 (lokaal tarief).

Voor algemene vragen of overige vragen over onderwijs kunt u contact opnemen met 0800-8050 (gratis) of www.5010.nl

6.5 Ongewenste intimiteiten in het basisonderwijs De school is een afspiegeling van de maatschappij, waarin mannen en vrouwen, jongens en meisjes, gelijkwaardig kunnen functioneren. Van alle geledingen binnen de school-(directie, leerkrachten, leerlingen en niet-onderwijzend personeel) wordt verwacht, dat zij zich houden aan de gedragscodes van de school, gericht op het garanderen van gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen, meisjes en jongens. Dat betekent o.a. dat seksisme en ongewenste intimiteiten binnen de school niet getolereerd worden. 1. Gedrag op school. Het streven naar gelijkwaardigheid binnen de school houdt in, dat de volgende gedragingen als niet acceptabel beschouwd worden:

- grappen met een seksueel getinte, vernederende strekking t.a.v. anderen. - seksueel getinte, vernederende toespelingen, insinuaties of vragen naar uiterlijk

en gedrag van de ander. - handtastelijkheden die als vernederend kunnen worden ervaren door de ander.

- verbale seksuele intimidatie. Indien er signalen zijn m.b.t. ongewenste intimiteiten, seksistisch gedrag, kent de school twee vertrouwenspersonen. Dit zijn: mevr. L. Knol en dhr. J.E. Bos. Procedure: Ouders van leerlingen of leerlingen die geconfronteerd worden met ongewenste intimiteiten kunnen zich wenden tot de vertrouwenspersonen.

6.6 Ouderbijdrage Het schoolfonds wordt door de ouderraad beheerd. Het bedrag van deze vrijwillige bijdrage is met met instemming van de MR bepaald op € 25,00 per kind. Voor een


kind dat een gedeelte van het schooljaar leerling(e) is op de O.B.S. Gieten is het bedrag € 2,50 per maand (juli en augustus worden niet gerekend) verschuldigd. U krijgt aan het begin van het schooljaar een acceptgirokaart (of e.e.a. verloopt via een automatische incasso) en een overeenkomst zoals door het ministerie met ingang van het schooljaar 2001-2002 verplicht is gesteld. Met de gelden van de ouderraad en met instemming van de MR, worden zaken bekostigd welke niet uit het normale leerlingenbudget van de school kunnen of mogen worden betaald. Het betreft dan bijvoorbeeld zaken als: � viering van het Sinterklaasfeest (o.a. cadeautjes groepen I t/m 4); � viering van het Kerstfeest( broodmaaltijd, theatervoorstelling); � paasverrassing; � kosten van spelactiviteiten; � excursies; � reservering voor bijzondere schoolbenodigdheden; � toneelvoorstellingen; � natuurijs feest; � afscheidsfeest leerlingen groep 8, inclusief een verrassing; � reünie oude groep 8; � kosten schoolkrant; � sportactiviteiten, waaronder sportdag, schoolvoetbal toernooi, schoolhandbal enz. � voorleesontbijt; � voorleeswedstrijd. Tijdens de jaarlijkse(schriftelijke) ouderavond legt de ouderraad hierover verantwoording af en kunnen ouders invloed uitoefenen.

6.7 Schoolreizen De groepen 1 t/m 7 gaan elk jaar één dag op schoolreis. Voor groep 8 wordt een meerdaagse schoolreis georganiseerd. De bedragen van deze vrijwillige bijdrage zijn voor rekening van de ouders. Om de betaling wat te vereenvoudigen krijgt u een acceptgirokaart (of via een automatische incasso), waarmee u het bedrag kunt overmaken. Het bedrag voor de groepen 1 t/m 7 is dit € 25,00 per leerling en voor groep 8 € 100,00 per leerling. De ouderbijdrage en het schoolreisgeld is vrijwillig, echter het niet voldoen van deze

bijdrage kan gevolgen hebben voor deelname van de leerling aan activiteiten en/of gebruik

maken van diensten / verstrekkingen.( bv. Vervangend onderwijs)

In noodsituaties waarbij bovengenoemde betalingsregelingen u niet goed uitkomen, kunt u

in overleg in aanmerking komen voor aparte betalingsafspraken. Neem hiervoor direct

contact op met de administratie van de school. Ook kan de stichting Leergeld u wellicht van

dienst zijn. U kunt voor meer informatie terecht op de website www.leergeld.nl

6.8 Ongevallenverzekering en schade Stichting PrimAH heeft een verzekering afgesloten. De leerlingen zijn verzekerd tijdens het verblijf op school. Er is ook een dekking tijdens evenementen die door de school georganiseerd worden. Wij wijzen u er op, dat deze verzekering geen schade vergoedt aan b.v. brillen, fietsen, kleding enz. Eventueel kunt u zelf een aanvullende verzekering afsluiten. Vermoedelijk hebt u reeds een gezinsaansprakelijkheidsverzekering, waar u een beroep op kunt doen wanneer uw kind(eren) schade toebreng(t)(en) aan derden. De school draagt dus geen verantwoordelijkheid in geval van diefstal of vandalisme betreffende de eigendommen van leerlingen.


Het is voor ons bij het maken van deze gids belangrijk om te weten of de informatie voldoende is. Wanneer u opmerkingen heeft over deze gids of aanvullingen weet, dan horen wij dit graag. Het geeft ons de mogelijkheid om het jaar daarop een nog betere schoolgids te maken.

De schoolgids wordt ook uitgereikt bij inschrijving van leerlingen en jaarlijks bij de start van een nieuw schooljaar aan ouders/verzorgers van onze leerlingen. De schoolgids wordt ook gebruikt om ouders, die meer informatie willen over onze school van te voren te laten lezen hoe onze school werkt en welke ideeën er zijn over het onderwijs. Verdere ontwikkelingen op school kunt u lezen op de website of via de nieuwsbrieven.

6.10 Schooljaarverslag Elk jaar maakt de school een schooljaarverslag. In dit verslag wordt teruggekeken op het schooljaar daarvoor. De doelen van het onderwijs en de resultaten die met het onderwijsleerproces worden bereikt en in welke context de resultaten dienen te worden geplaatst staan hierin beschreven. Ook worden hierin beleidsvoornemens voor het nieuwe schooljaar opgenomen (zie ook: blz. 22 van de schoolgids- “kwaliteitsverbetering dankzij het schooljaarplan”). Het schooljaarverslag 2012-2013 ligt vanaf november 2013 ter inzage op school. Het schooljaarverslag kunt u dan ook terug vinden op onze website: www.obs-gieten.nl. Het schooljaarverslag wordt jaarlijks ter goedkeuring aan de medezeggenschapsraad voorgelegd.

6.11 Activiteitenkalender Daarin geven wij de data van allerlei activiteiten door. U kunt de kalender vinden op de website van de school (www. obs-gieten.nl). Eventuele veranderingen worden zoveel mogelijk bijtijds aangepast, zodat u goed op de hoogte blijft. Ouders/verzorgers die niet over een internetverbinding beschikken kunnen op aanvraag de activiteitenkalender 2013-2014 ontvangen.

6.12 Periodesluiting Deze worden drie keer per jaar op een dinsdag- of donderdagmiddag vanaf 14.00 uur gehouden. Drie of vier groepen leerlingen bereiden zo’n gezellige sluiting voor. Dit kan zijn door het opvoeren van een toneelstukje, een playbacknummer, het zingen van een lied, het voordragen van zelfgemaakte gedichten of het bespelen van een instrument. De ouders van de organiserende groepen zijn van harte welkom om deze sluitingen bij te wonen. Het rooster vindt u in de activiteitenkalender van het schooljaar 2013 – 2014.

6.9 De schoolgids voor ouders U zult elk jaar een nieuwe gids ontvangen, waarin de ontwikkelingen binnen de school worden beschreven en de nieuwe gegevens voor het komende schooljaar op een rij worden gezet. De medezeggenschapsraad spreekt mee over de inhoud van de schoolgids.


6.13 Hoofdluis

De school is, ongewild,

zo’n plaats. Wij zijn van

mening dat zowel de

school als ouders een stuk

verantwoording hebben

met betrekking tot tijdig

opsporen van hoofdluis, waardoor snelle bestrijding mogelijk is en de uitbreiding

wordt verminderd. Het is de verantwoordelijkheid van de ouders om de kinderen te

controleren op hoofdluis en zonodig te behandelen. Het is de verantwoordelijkheid

van school om een aantal voorzorgmaatregelen te treffen, waardoor de

verspreiding van hoofdluis zoveel mogelijk wordt beperkt. Met behulp van een

aantal ouders (het kriebelteam) vindt er na iedere vakantie, in alle groepen, een

controle plaats en een nacontrole indien nodig. Wanneer er bij een kind hoofdluis

wordt vastgesteld, wordt er contact opgenomen met de betreffende

ouders/verzorgers van het kind.

Waarna ouders de hoofdluis dezelfde dag gaan behandelen. De ouders van de

betreffende groep worden middels een brief geïnformeerd en krijgen informatie ter

bestrijding van hoofdluis mee. Om verdere besmetting te voorkomen kan een kind

gebruik maken van een hoofdluiscape. Deze cape wordt u dit jaar aangeboden

door de school. Wanneer u thuis hoofdluis signaleert, dan dient u altijd contact op te nemen met de

directie. Mochten er nog vragen zijn over dit onderwerp dan kunt u altijd terecht op

school.

6.14 Ontruimingsplan Om de veiligheid van de kinderen zo goed mogelijk te waarborgen, is in samenwerking met de brandweer van Aa en Hunze een ontruimingsplan opgesteld. In de loop van het schooljaar wordt een oefening gehouden.

6.15 Informatieverstrekking aan gescheiden ouders Wij vinden het belangrijk dat ouders goed geïnformeerd worden. Deze schoolgids is een belangrijke bron van informatie, maar er zijn nog andere momenten waarop ouders geïnformeerd worden (bijv. informatieavonden, rapportbesprekingen, nieuwsbrieven etc.). Via de school worden de ouders/verzorgers vroegtijdig uitgenodigd of op de hoogte gebracht van deze momenten. Soms ontstaan er echter problemen met de informatie verstrekking wanneer de ouders gescheiden zijn. Met name als de niet met het gezag belaste ouder geïnformeerd wil worden, terwijl de wel met het gezag belaste ouder zich daartegen verzet. De school moet een veilig klimaat voor de leerlingen zijn en dient zich daarom afzijdig te houden van een conflict tussen ouders. De school wil zich dus neutraal opstellen door, in principe, beide ouders gelijkelijk van informatie te voorzien. Er zijn uitzonderingen ten aanzien van het verstrekken van informatie aan een niet met het gezag belaste ouder, te weten:

� de school hoeft de informatie niet te verstrekken als ze die ook niet (op dezelfde manier) aan de ouder met het ouderlijk gezag zou geven.

Hoofdluis is een regelmatig terugkerend probleem. Op plaatsen waar veel mensen bij elkaar komen kan de besmetting gemakkelijk van de ene naar de andere persoon overgebracht worden.


� de informatie hoeft niet te worden verstrekt als het belang van het kind zich daartegen verzet.

In het geval van een echtscheiding is een procedure afgesproken hoe om te gaan met het verstrekken van informatie naar de beide ouders. Deze procedure is vastgelegd in een protocol. Dit protocol is opgenomen in het schoolplan en indien gewenst in te zien op de school. Met de gescheiden ouders wordt, indien van toepassing, deze procedure besproken. Daarna wordt hen gevraagd om het afsprakenformulier ‘informatieverstrekking gescheiden ouders’ in te vullen. Ook in gevallen waarin nog geen sprake is van een toegewezen ouderlijk gezag geldt eerder genoemde procedure

6.16 Sociale veiligheid Wij willen dat onze school veilig is en dat onze leerlingen zich thuis voelen. Belangrijk daarbij is dat uw kind graag naar onze school gaat. Wij willen onveilig gedrag voorkomen door een actieve, positieve stimulering van sociaal gedrag. Zo hebben wij gedragsregels opgesteld waar leerlingen, ouders, schoolleiders en leraren het over eens zijn geworden en stemmen we ons onderwijsaanbod af op de wensen en mogelijkheden van individuele leerlingen. Met behulp van het pestprotocol wordt gericht aandacht besteed aan het voorkomen van pestgedrag, maar ook hoe te handelen als een kind gepest wordt. Dit protocol kunt u bij ons opvragen om in te zien. Wij tolereren geen discriminatie en seksuele intimidatie. Daarnaast heeft Stichting PrimAH een vertrouwenspersoon en is er een klachtenregeling. Voor zaken die de deskundigheid van de school overstijgen, bijvoorbeeld ernstige gedragsproblemen, criminaliteit, problemen in de gezinssituatie, werken wij o.a. samen met politie, justitie, maatschappelijk werk, St. Welzijn en bureau jeugdzorg. Het veiligheidsbeleid van onze school is niet alleen bedoeld om leerlingen een veilige plek te bieden. Ook leraren (en ander personeel) hebben vanzelfsprekend recht op een veilige (werk)omgeving. Geweld tegen leraren is ontoelaatbaar.

6.17 Toezicht op Actief Burgerschap en integratie Door de ontwikkelingen in de maatschappij (zoals toenemende individualisering en een pluriformer wordende samenleving) wordt van ons als school gevraagd om actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen. Daarnaast maakt de school het mogelijk dat elke leerling kennis heeft van verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten. Kennismaking met die leeftijdsgenoten is daarbij een eerste stap. Burgerschapsvorming wordt niet direct gezien als een apart vak, maar maakt deel uit van het alledaagse lesgeven, waarbij leerlingen uitgedaagd worden na te denken over hun rol als burger in onze (Nederlandse / westerse) samenleving. Ze moeten leren daar nu en ook later een positief kritische bijdrage aan te kunnen leveren. Ook als ‘kleine burger’ moeten kinderen zich betrokken voelen bij en verantwoordelijk zijn voor de maatschappij waar ze deel vanuit maken. De


betrokkenheid bij en de verantwoordelijkheid voor de sociale gemeenschap, maken deel uit van de identiteitsontwikkeling van onze leerlingen. De ontwikkeling van burgerschapszin en sociale integratie komen tijdens diverse lessen in alle groepen aan de orde. We denken daarbij o.a. aan tv-lessen als Koekeloere, Huisje-boompje-beestje, Nieuws uit de natuur en Het Weekjournaal. Ook bij andere vakken komen elementen van burgerschap aan de orde (o.a. godsdienst, geschiedenis en aardrijkskunde.) Het beste resultaat wordt bereikt als we het burgerschap verweven met het handelen van zowel de leerlingen als de leerkrachten.

6.18 Gewichtenregeling Uit onderzoek blijkt dat de sociale afkomst en het opleidingsniveau van ouders nog steeds van invloed is op de schoolcarrière van een kind. Door kinderen van ouders met een laag opleidingsniveau een extra gewicht toe te kennen krijgt de school meer middelen. Hierdoor wordt het voor de school mogelijk om het onderwijsaanbod af te stemmen op de verschillen tussen kinderen. Of te wel, ieder kind gelijke kansen te kunnen bieden, ongeacht de omstandigheden waarin ze opgroeien. Het criterium om een basisschool al of niet extra middelen toe te wijzen, is vanaf 1 augustus 2006 het opleidingsniveau van de ouder(s). Hiermee vervallen dus de ‘oude’ criteria van etniciteit en beroep. De nieuwe regeling is in de afgelopen vier jaar ingevoerd. Vanaf dit schooljaar zijn alle leerlingen volgens de nieuwe systematiek geteld. Om de nieuwe gewichten te kunnen bepalen is een ouderverklaring nodig. Deze is opgenomen in het inschrijfformulier. Op dit formulier vult u de gegevens in waarmee de school het leerlingengewicht kan bepalen.

6. 19 Persoons Gebonden Nummer Sedert 1 februari 2006 zijn basisscholen wettelijk verplicht bij inschrijving van nieuwe leerlingen naar het burgerservicenummer, voorheen sofinummer, van het in te schrijven kind te vragen. Voor het onderwijs heet het unieke nummer per leerling 'PersoonsGebonden Nummer' (PGN). Voor het PGN wordt in bijna alle gevallen het oude sofinummer gebruikt. De term sofinummer is vervallen en vervangen door 'Burgerservicenummer'. Als een leerling geen burgerservicenummer, voorheen sofinummer heeft, wordt aan deze leerling een vervangend nummer toegekend. Dat vervangend nummer heet het onderwijsnummer. De opgave moet gebeuren aan de hand van een origineel document van de belastingdienst waarop vermeld:

• het burgerservicenummer van het kind

• de volledige namen van het kind De school ontvangt van de ouder een kopie van deze opgave. De namen zoals die vermeld staan op de opgave van de belastingdienst moeten worden opgenomen in de leerlingenadministratie, evenals het burgerservicenummer.

6. 20 Uitdelen van uitnodigingen, kerstkaarten e.d. Wij verzoeken u uitnodigingen voor verjaardagsfeestjes en het uitdelen van o.a. kerstkaartjes buiten school uit te delen of samen met uw kind rond te brengen of te posten.

Het uitdelen op het schoolplein en vooral het uitdelen in de klas kan voor kinderen die géén kaarten krijgen heel vervelend overkomen.


6.21 0800-5010 voor ouders over onderwijs 5010 is de vraagbaak voor ouders van kinderen die naar het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs gaan. De Vereniging Openbaar Onderwijs werkt voor 5010 samen met andere organisaties voor ouders in het onderwijs en met organisaties voor leer-, gedrag, en ontwikkelingsproblemen en handicaps.

6.22 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Als wij een vermoeden hebben dat een leerling mogelijk slachtoffer is van huiselijk geweld dan handelen wij zoals beschreven staat in het basismodel meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Als u een vraag heeft over onderwijs kunt u uw vraag direct stellen door te bellen met het gratis nummer 0800 5010. Dit nummer is bereikbaar op schooldagen tussen 10:00 uur en 15:00 uur (kies eerst 1)(onderwijs), dan 4. U krijgt antwoord en als het nodig is advies van een beleidsadviseur van de Vereniging van Openbaar Onderwijs. Ook kunt u kijken op de website www.voo-5010.nl.


7. Ontwikkelingen in de komende jaren

_________________________________________________________________________________

"Stilstand is achteruitgang', Dit is een uitspraak die ook voor scholen opgaat. Voor scholen zou dit eigenlijk extra moeten gelden, want de leerlingen die bij ons op school komen zullen ver na het jaar 2015 aan het werk gaan. De wereld zal er dan al weer heel anders uitzien en andere eisen stellen. Een reden te meer om snel op toekomstige ontwikkelingen in te spelen.

7.1 Ontwikkelingen in het onderwijs De regelgeving wordt steeds uitgebreider en erg ingewikkeld, met als gevolg, dat geen enkele groep meer zonder een tweede en/of derde leerkracht de week kan "volmaken". Onze school heeft voor de komende jaren een aantal activiteiten in het meerjarenplan staan. We houden ons dit jaar o.a. met de volgende onderwerpen bezig: De vaardigheidsmeter instructiegedrag De directeur beschikt over een bekwaamheidscertificaat “vaardigheidsmeter instructiegedrag” waarbij hij de vaardigheden van de leerkrachten als geheel kan toetsen De school volgt de één zorgroute Leerkrachten krijgen vaardigheden om op een werkbare manier om te gaan met de onderwijsbehoeften van ieder kind. Er wordt handelingsgericht gewerkt met groepsplannen. De intern begeleider ondersteunt leerkrachten hierbij. Rekenen De school denkt na over de aanschaf van een nieuwe rekenmethode. Dit heeft te maken met alle aandacht die er is geweest voor de kwaliteit van het rekenonderwijs in de afgelopen periode. Deze aandacht heeft ervoor gezorgd dat van bestaande rekenmethoden een nieuwe versies zijn verschenen waarin alle veranderingen binnen het rekenonderwijs zijn verwerkt. Aardrijkskunde Implementatie van een nieuwe aardrijkkundemethode, waarbij e.e.a. gefaseerd wordt ingevoerd. Passend onderwijs Alle leerkrachten werken vanuit de onderwijsbehoefte van het kind. Dit wordt vertaald in groepsplannen. ICT Op school hebben we meer mogelijkheden om deze in te zetten bij het lesgeven. Bij taal, rekenen en lezen zullen meer computer- activiteiten worden ontwikkeld Het ICT beleidsplan wordt geoptimaliseerd en de koppeling met het dagelijkse klassenmanagement wordt duidelijker waarneembaar. Beredeneerd aanbod voor de groepen 1 en 2 Het onderwijs in groep 1 en 2 dient zoveel mogelijk aan te sluiten bij de belevingswereld van het kind. Ook spelen we in op de spontane interesse van het individuele kind. Binnen thema’s wordt gestreefd naar het creëren van een leeromgeving die aansluit bij de wereld van de kleuter. Via gevarieerde spelsituaties en diverse open onderwijsleersituaties trachten we dit te bevorderen. De verschillende activiteiten – speldrama, taalontwikkeling, muzikale vorming, werken met ontwikkelingsmateriaal- komen hierbij aan de orde.


Overgang groep 2 naar 3 Er blijft altijd verschil tussen de organisatie in de kleutergroepen en het werken in

groep 3. Om deze overgang vloeiend te laten verlopen zijn er reeds een aantal

stappen gezet. De personeelsleden van de groepen 2 en 3 gaan samen praten om

de overgang goed te laten verlopen. Het gaat hier dan niet alleen over het

doorgeven van informatie over de leerlingen, maar ook over het verder

vervolmaken van de klassenorganisatie. We zijn al zeer tevreden, maar we hebben

het gevoel dat met gebruik van waardevolle ideeën uit de basisontwikkeling we de

leerlingen nog gemotiveerder kunnen laten leren.

Zorgverbreding en leerlingbespreking

De school heeft een duidelijk zorgprofiel. Het begeleiden van leerlingen binnen en

buiten de groep is een taak die bij het onderwijs hoort. De groepsbesprekingen met

het team, een goede verslaggeving van de resultaten van de leerlingen binnen het

leerlingvolgsysteem en het bevorderen van deskundigheid van de leerkrachten

staan steeds op het programma.

U ziet het, de O.B.S. Gieten is op heel wat fronten bezig om eigentijds en degelijk

onderwijs te bieden. Deze lijst van veranderingsonderwerpen is niet compleet,

alleen de belangrijkste ontwikkelingen, waar u als ouder in de toekomst mee te

maken krijgt hebben wij in dit lijstje opgenomen.


8. Is onze school een goede

school? Een moeilijke vraag, want dat hangt er af van wat U van een school verwacht. Hieronder proberen we een beeld te schetsen van onze school in een aantal steekwoorden

8.1 het onderwijs Uw kind, samen de zorg

Eisen stellen

We stellen eisen aan kinderen en spreken ze aan op hun resultaten. Fouten

maken mag, maar je moet ervan kunnen leren. Leerlingen worden zich zo bewust

van wat ze kunnen en worden uitgenodigd om zich in een positief reagerende

omgeving te verbeteren. Dit geldt niet alleen voor het leren van kennis en

vaardigheden, maar ook op het gebied van het sociaal emotioneel gedrag. Lijn in leren Met behulp van een systeem voor klassenmanagement (opgezet in een logische lijn) hebben we de kinderen in alle groepen méér verantwoordelijk gemaakt voor hun eigen leerproces (activerend leren). Daarnaast hebben alle leerkrachten ruimte gekregen in hun klassenorganisatie om de door henzelf opgestelde handelingsplannen tot uitvoer te brengen. Binnen de school is in alle groepen een doorgaande lijn m.b.t het didactisch handelen, leerstofplanning en het klassenmanagement. Veel aandacht voor het leren

De vaardigheden lezen, schrijven, rekenen en taal hebben veel aandacht. Wanneer U dit belangrijke punten vindt, dan is de OBS Gieten voor U een goede school.

De school biedt een duidelijk structuur. Het

aanbrengen van kennis en vaardigheden is

hierbij belangrijk. Rust en regelmaat en een

positieve waardering naar onze leerlingen

toe is de beste basis voor een goede

leeromgeving.Vanuit deze basis creëren we

een school waar een kind zich veilig kan

voelen.


8.2 De rapportage Uitsluitend een cijferrapport laat zien of er goede of slechte resultaten zijn behaald. Maar

wat nu precies de reden van een slecht of goed cijfer is, staat niet in het rapport te lezen.

Op de basisschool van Uw kind gaat het onderwijs meer uit van het inzicht in, en het

respect voor de verschillen tussen de kinderen.

Dit komt tot uitdrukking in de beoordeling van Uw kind. Vanaf de kleuterperiode wordt

ieder kind beoordeeld op zijn/haar eigen vorderingen d.m.v. een observatielijst.

Deze lijst laat o.a. de sociaal/emotionele ontwikkeling zien. Verder maakt de

groepsleerkracht notities in de klassenmap. Vanaf groep 3 tot en met groep 8 wordt twee

keer per jaar een rapport meegegeven, in maart en één week voor de zomervakantie.

Met de ouders/verzorgers van de leerlingen uit groep 3 wordt in november/december

o.a. de herfstsignaleringstoets besproken.

Vanaf groep 3 worden achtereenvolgens de algemene indrukken en de

vorderingen van uw kind met betrekking tot de verschillende vak-en

vormingsgebieden weergegeven. Nieuw is echter, dat ieder leerjaar een andere

indeling heeft, aangepast aan de leerstof.

Regelmatig worden toetsen afgenomen, aan de hand waarvan we kunnen bekijken

hoe het kind presteert o.a. ten opzichte van "de rest van Nederland".

De score van het kind van onze school kunnen we dan

vergelijken met leeftijdsgenootjes.

We hopen op deze manier een duidelijker beeld te schetsen van

de ontwikkelingen van uw kind in alle groepen van onze school.


9. Schooltijden en vakanties huishoudelijke zaken _________________________________________________________________________________ Het spoorboekje van de school, met data en verdere gegevens. Er

komen via de schoolkrant regelmatig nieuwe gegevens bij. Er zijn

wijzigingen mogelijk bij sommige activiteiten.

9.1 De lesuren 's Morgens van 08.30 uur tot 12.00 uur. 's Middags van 13.15 uur tot 15.15 uur. Op de maandagmiddag zijn de groepen 1 en 2 (Berenhol, Vissenkom en Eendennest) vrij. Op de vrijdagmiddag zijn de groepen 1 t/m 4 vrij. Op de woensdagmorgen gaan de groepen 1 t/m 4 tot 12.00 uur naar school, terwijl de groepen 5 t/m 8 tot 12.30 uur naar school gaan. Op de woensdagmiddag is er geen school. 9.2 Schoolbel We beginnen graag op tijd met onze lessen. Daarom werken we met een eerste en een tweede schoolbel. De eerste bel gaat om 8.25 uur. Dan gaan de deuren open en gaat iedereen naar binnen. Om 8.30 uur gaat de tweede bel. De bel is het signaal dat we met de lessen gaan starten. Ook in de kleutergroepen willen we graag om 8.30 uur beginnen. We vragen u dan ook om voor 8.30 uur afscheid te nemen. Voor de middag geldt respectievelijk 13.10 en 13.15 uur Afscheid nemen bij de ingang van de school. De kinderen van de groepen 1 en 2 mogen door hun ouders in de school gebracht worden. Aan de ouders van de overige kinderen vragen we afscheid te nemen op het plein. Deze kinderen zijn groot genoeg om alleen naar de klas te gaan. Het is natuurlijk vanzelfsprekend dat u altijd welkom bent, wanneer u voor schooltijd nog iets met de leerkracht wilt overleggen. Daarnaast willen we u er op attent maken dat bij het ingaan van de school door de kinderen uit de groepen 1 t/m 4 gebruik moet worden gemaakt van de “kleuter”-ingang. De hoofdingang is voor de kinderen uit de groepen 5 t/m 8.

9.3 De vakanties en vrije dagen In het schooljaar 2013-2014 zijn binnen stichting

PrimAH de volgende vakanties vastgelegd.

herfstvakantie 21 okt. t/m 25 okt. kerstvakantie 23 dec. t/m 3 jan. voorjaarsvakantie. 24 febr. t/m 28 febr. paasvakantie 18 april t/m 21 april meivakantie 28 april t/m 9 mei pinkstervakantie 9 juni zomervakantie 7 juli t/m 15 aug. Studiedagen 28 aug. 16 okt. 12 febr.2014 4 juni 2014


9.4 Tijden gymnastiek Voor de onderbouw (1e en 2e groep) wordt er twee keer per dag gymnastiek gegeven of buiten gespeeld. Binnen wordt er gym gegeven in het speelwerklokaal en dit gebeurt dan meestal in ondergoed en op blote voeten. De gymvloer wordt goed schoongehouden en de voeten van de kleuters worden regelmatig door de leerkracht gecontroleerd op wratjes e.d. Wanneer U zelf merkt, dat Uw kind iets dergelijks aan de voeten heeft, waarschuwt U ons dan direct en geef, indien noodzakelijk, gymschoentjes mee. Voor de 3e t/m 8e groep wordt gymnastiek gegeven in de sporthal. De basisschool Gieten mag voor 7 lestijden een vakleerkracht inschakelen. (Dhr. Gerard Jan Booij) De lessen worden dus één keer per week door de klassenleerkracht gegeven en één keer per week door de vakleerkracht. Uw kind krijgt twee keer per week gym (ongeveer 45 minuten per keer). Sportkleding/hygiëne in de gymzaal De kinderen moeten tijdens de gymlessen sportkleding (korte broek, met of zonder shirt, of turnpakje) dragen. Ook moeten ze in de gymzaal gymschoenen aan. Dit in verband met de hygiëne. Het is anders goed mogelijk dat kinderen in de gymzaal voetwratten en dergelijke kunnen oplopen. Aan jonge kinderen kunt u het best gymschoenen met een stroeve zool, met klittenband of een elastieken sluiting meegeven, zodat ze gemakkelijk hun schoenen aan kunnen doen. Wilt u zeker bij jonge kinderen de schoenen van naam voorzien. -Uit oogpunt van hygiëne verdient het aanbeveling om na de gymles te douchen. Daarom graag een handdoek mee. -Daar er nog wel eens kleding zoek raakt is het handig als ze voorzien wordt van een naam. Het gymnastiekrooster ziet er als volgt uit: Indien mogelijk wordt er 's winters een schaatsdag gehouden

Gymuren obs Gieten 2013-2014

dag groep tijd maandag 5b/6b 8.30 - 9.15

4b/5a 9.15 -10.00

4a 10.00 -10.40

*3 10.40 -11.20

*7a 11.20 -12.00

*7b/8a 13.15 -14.00

*6a 14.00 -14.45

woensdag *8b 8.30 - 9.15

*4a 9.15 -10.00

*4b/5a 10.15 -11.00

*5b/6b 11.00 -11.45

*6a 11.45 -12.30

donderdag 8b 9.45 -10.30

7b/8a 10.30 -11.15

3 13.15 -14.00

7a 14.00 -15.15

* vakleerkracht


9.5 Overblijven op school Ouders kunnen hun kind(eren) tijdens de middagpauze op school laten overblijven tegen

een geringe vergoeding. Dit gebeurt onder begeleiding van vrijwilligers die daarvoor een

kleine onkostenvergoeding ontvangen. De doelstelling van het overblijven is een

dusdanig klimaat te scheppen dat kinderen zich in de middagpauze veilig en geborgen

voelen en mogelijkheid hebben tot rust te komen. De overblijvende kinderen eten

gezamenlijk en kunnen daarna, ook onder begeleiding, spelen. Het bevoegd gezag van

Aa en Hunze heeft voor deze middagpauze een (wettelijk verplichte) verzekering

afgesloten. De kinderen nemen zelf hun eten en drinken mee naar school.

De overblijf is in principe alleen bedoeld voor kinderen die vanwege werkende ouders

niet naar huis kunnen of wanneer de afstand te groot is.

Iedere maandagmorgen tussen 8.20 uur en 8.45 uur kunt u een 5 strippenkaart kopen.

De kaart wordt per keer door de overblijfmoeders afgetekend. De kaart gaat iedere keer

weer mee terug naar huis. In plaats van de strippenkaart, wordt contant geld niet

geaccepteerd.

Voor vragen of opmerkingen over de overblijf kunt u contact opnemen met de

coördinator van de overblijfcommissie: Juf Cora Smits telnr. 0592-262796 (school)

5- strippenkaart € 10.00 De strippenkaart is alleen geldig in het schooljaar 2013-2014. Niet gebruikte strippen van de “oude” kaart kunt u t/m september 2013 inleveren tegen een nieuwe kaart.

9.6 Dieetkinderen Steeds meer kinderen hebben tegenwoordig om diverse redenen een speciaal dieet.

Ook in school hebben we daarmee te maken. Bij o.a. de kerstmaaltijd of andere

feestelijke gelegenheden wordt hier, indien mogelijk rekening mee gehouden. Een

probleem zijn de specifieke diëten, die bij niet nauwkeurig volgen, ingrijpende

consequenties hebben. Het team en de ouderraad (of assisterende ouders) kunnen

daar geen verantwoordelijkheid voor dragen. De ouderraad heeft daarom in overleg

met de directie het volgende besloten:

1. Kinderen met een suikervrij of kleurstofvrij dieet zijn geen probleem. De ouderraad

zorgt voor passende consumpties.

(ouders dienen zich daarvoor wel bij de directie of ouderraad te melden)

2. Bij kinderen met andere diëten zorgen de ouders in voorkomende gevallen zelf

voor passende etenswaren.

9.7 Op de fiets naar school Er wonen heel wat kinderen niet in de directe omgeving van de school. Voor hen is het

noodzakelijk om op de fiets naar school te komen.

Omdat ook leerlingen, die dicht

bij de school wonen graag even

de fiets pakken lijkt het plein al

gauw een grote fietsenstalling.

Laat kinderen alleen de fiets

gebruiken als het echt noodzakelijk is. 5 km 3 km 1 km

Het stallen van de fiets is voor eigen risico. U kunt de leerkrachten niet aansprakelijk stellen voor schade aan de fiets of diefstal tijdens de schooluren.

9.7 stopverbod voor de school

Om de verkeersveiligheid rondom de school te bevorderen is er bij de school een stopverbod ingesteld. Zo wordt de straat voor de school geheel vrijgehouden van stilstaande auto’s. Deze maatregel werkt uiteraard alleen met de actieve medewerking van de ouders. Voor ouders die toch hun kind/eren met de auto naar school brengen zijn parkeerstroken aanwezig.


9.8 Verjaardagen Er wordt getrakteerd, fijn! In zo’n feestelijke situatie willen we graag dat er getrakteerd wordt op een hartig hapje: kaas, stukje worst of een vrucht. (Ook de leerkrachten vinden een dergelijk hapje héérlijk). Voor alle duidelijkheid willen we dus niet dat er snoep of cadeautjes uitgedeeld worden! De traditie is dat de leerlingen, met een verjaardagskaart, de klassen rond mogen gaan. Iedere leerkracht schrijft dan iets op de kaart. Omdat de school steeds groter wordt en

deze rondgang erg veel tijd vergt beperken we dit tot de bouw waarin het kind zit. Dus de jarige gaat alleen nog naar de kleutergroepen, groep 3 t/m 4 of groep 5 t/m 8. In de groepen 1 en 2 kunnen ouders (als zij dit willen) er even bij zijn als de verjaardag van hun kind gevierd wordt, b.v. voor het maken van een foto. Vanaf dit schooljaar vieren we vanaf groep 3 de verjaardag van de kinderen zonder aanwezigheid van ouders. Tevens verzoeken wij u vriendelijk om uitnodigingen voor kinderfeestjes niet op school uit te delen, maar thuis te bezorgen. Sommige kinderen krijgen zelden een uitnodiging en voor die kinderen is het niet prettig om te zien dat andere kinderen wél uitgenodigd worden.

9.9 Meester- en juffendag Alle meesters en juffen vieren hun verjaardag op dezelfde dag (nader te bepalen). Er wordt dan door de verschillende groepen apart of met elkaar een speciaal feestprogramma gehouden.

9.10 Leerplicht en verlof Uw kind hoeft niet naar school wanneer hij/zij ziek is. U moet dan wel altijd de ziekte melden aan de directeur van de school. Bij twijfel of uw kind echt ziek is, kan de school/leerplichtambtenaar een onderzoek instellen en een onafhankelijke arts inschakelen. Uw kind kan vrij krijgen voor een belangrijke gebeurtenis bijvoorbeeld voor een bruiloft of een begrafenis. Een directeur van een school beslist over verlofaanvragen tot 10 dagen. Daarboven beslist de leerplichtambtenaar. Verlof wordt niet toegestaan voor bijvoorbeeld: een lang weekend weg, een scouting- of sportkamp, familiebezoek in het buitenland. Een verlofaanvraag moet u 8 weken van te voren schriftelijk bij de directeur van de school indienen. Het is mogelijk dat u bewijsstukken moet laten zien. De directeur van de school moet u de beslissing op uw aanvraag schriftelijk meedelen. Wanneer u verlof aanvraagt en dit wordt afgewezen, dan moet u zich hieraan houden. Doet u dit niet, dan riskeert u daarmee rechtsvervolging. Vakantie buiten de schoolvakantie wordt bij hoge uitzondering toegestaan wanneer u werk heeft waardoor u beslist niet weg kunt tijdens de schoolvakanties en wanneer u kunt aantonen dat u het grootste deel van uw inkomen verwerft in deze periode. Dit geldt bijvoorbeeld voor de recreatiesector. Dit verlof wordt niet toegestaan in de eerste twee weken na de zomervakantie.


Schoolverzuim: Wanneer uw kind zonder toestemming afwezig is op school, dan moet de school dit melden aan de leerplichtambtenaar. Dit moet altijd gemeld worden wanneer uw kind 16 uur in 4 weken afwezig is. Te laat op school komen is ook ongeoorloofd schoolverzuim. De leerplichtambtenaar zal een onderzoek starten naar de oorzaak van het verzuim en u uitnodigen voor een gesprek. De leerplichtambtenaar zal samen met u, uw kind, de school en eventuele hulpverlening een oplossing zoeken. U overtreedt de wet wanneer uw kind wegblijft van school zonder goede reden of wanneer u niet mee werkt aan een oplossing om het schoolverzuim te beëindigen. De leerplichtambtenaar neemt dan maatregelen en zal, indien nodig, proces verbaal opmaken zodat u voor de rechter moet verschijnen. Meer informatie? Als u meer wilt weten over de leerplichtwet, dan kunt u contact opnemen met de leerplichtambtenaar van uw gemeente: Aa en Hunze: [email protected] 0592-267741

9.11 Creatieve middag Voor alle groepen vindt er iedere week op de dinsdagmiddag van 14.15 uur tot 15.15 uur en op vrijdagmiddag van 14.15 uur tot 15.15 uur een knutselmiddag plaats.

9.12 Werkvormen (zelfstandig werken)

De school is een aantal jaren intensief bezig geweest met betrekking tot zelfstandig werken, waarbij het werken aan de hand van dag/weektaak een voorname rol vervulde. De ervaringen die toen werden opgedaan worden nu nog steeds gehanteerd. Bij het zelfstandig werken kan de afwisseling van de werkvormen als het kind dat wenst het grootst zijn. Bij het zelfstandig werken wordt aan het kind de vrijheid geboden om een keuze te doen uit de diverse manieren om zich een stuk leerstof eigen te maken. Bovendien kan het kind kiezen uit verschillende controlemogelijkheden, zoals zelfcontrolerende werkmiddelen, controle van de groepsleerkracht etc.


D.m.v. het bovenstaande kan de groepsleerkracht heel veel omtrent de beginsituatie van een kind te weten komen. Vooral de vrije situatie tijdens het werken met een dag/weektaak geeft de mogelijkheid om gericht en ongedwongen te observeren. De kinderen wordt nl. de vrijheid geboden, om op basis van een dag- of weektaak een eigen planning te maken, zoals bv. het uitvoeren in een bepaalde volgorde, waarbij een hoge graad van zelfstandigheid kan worden bereikt bij de leerlingen. Kinderen leren op deze manier te werken (en te plannen) onder eigen verantwoordelijkheid.

9.13 Huiswerk Vanaf groep 5 hebben we in school een "gericht huiswerkbeleid". In groep 5/6 bestaat het huiswerk uit bijvoorbeeld het voorbereiden van een spreekbeurt, het maken van eventuele extra rekenen taalstencils. Het is belangrijk, dat de kinderen leren hun werk in te delen. Drie dagen 10 minuten oefenen geeft een beter resultaat dan één dag een half uur. In groep 8 wordt er iedere dag aan de leerlingen huiswerk opgegeven. Elke dag gaat de huiswerkmap mee naar huis en weer mee terug naar school. De benodigde tijd voor het huiswerk zal niet voor iedereen gelijk zijn. De één werkt nu eenmaal vlotter dan de ander. Waarom meer huiswerk voor de leerlingen van de bovenbouw? � Om de overgang naar de basisvorming (voortgezet onderwijs) te versoepelen. � Je leert de tijd in delen. � Je went er aan regelmatig thuis een schooltaak te hebben. � Je leert zelf verantwoordelijk te zijn voor het op tijd klaar hebben van je werk. � Je leert ook zelf verantwoordelijk te zijn voor het goed noteren van je

huiswerktaak, voor het tijdig meenemen van je map. � Je leert je eigen werk kritisch na te kijken. (Fout van het bord overgeschreven

of niet goed nagekeken betekent dat je thuis foute woorden of namen leert). � Je leert hoe je je huiswerk het best aan kunt pakken: je "leert leren". � Je went er aan dat huiswerk er gewoon bij hoort.

Huiswerktips voor ouders Voor sommige kinderen is dagelijks huiswerk maken een hele klus. Ook voor ouders is het huiswerk elke avond opnieuw een opgave. Je wilt je kind graag helpen, zodat het huiswerk goed verloopt maar je weet vaak niet goed hoe je dat best aanpakt. Daarom vragen ouders soms de lessen op, controleren ze of er geen fouten in het huiswerk staan, enzovoort…De meeste ouders worden zo soms wel eens een hulpleerkracht. Wil je graag je kind ondersteunen maar weet jij of je kind niet hoe te beginnen aan zijn huiswerk, installeer dan het 5-stappenplan. Een goede werkmethode dat je kind helpt zelfstandig te worden. Het 5-stappenplan 1. Schoolagenda - Laat je kind niet beginnen als een kip zonder kop. Eerst nadenken, dan pas doen. In de schoolagenda ziet je kind wat het moet doen. Laat je kind een kleine planning maken: Wat doe ik eerst? En wat daarna? 2. Huiswerk maken - Het is verstandig dat je kind begint met doewerk: woordjes schrijven of lezen, oefeningen verder afmaken, enzovoort, zodat het eerst in de juiste sfeer kan komen. 3. Lessen leren en controleren - Moet je kind lessen leren voor morgen? Na het doewerk komt het leerwerk. Denk eraan dat schema’s maken helpt! - Maar wanneer kent je kind nu zijn les? Na het leerwerk is het belangrijk dat je


kind leert zichzelf te controleren. In het begin kan je helpen door de les op te vragen, maar op het einde van het basisonderwijs moet je kind stilaan leren om zichzelf te controleren! 4. Werk voor later maken - Heeft je kind over 3 dagen een grote toets? Zijn er taken die pas later moeten klaar zijn, maar waar je kind nu al aan kan beginnen? Grotere opdrachten moet je kind sowieso in stukken doen. Vroeg begonnen is half gewonnen. 5. Afsluiten - Schoolagenda controleren en afpunten - Schooltas maken voor morgen - Werktafel opruimen Meer huiswerktips? Ga naar http://www.groeimee.be/informatie/huiswerktips_voor_ouders/ Bij slecht weer en dat komt in ons landje nogal eens voor, vragen wij u, uw kinderen niet te vroeg naar school te laten gaan. Het gebeurt regelmatig, dat er een half uur voor de school begint, al drijfnatte kinderen voor de deur staan met het verzoek naar binnen te mogen. Bij slechte weersomstandigheden gaat de school ongeveer 10 minuten voor het begin van de lessen open en kunnen de kinderen binnenkomen. ’s Ochtends is er 10 minuten voor aanvang van de schooltijden één leerkracht op het schoolplein aanwezig. In de pauze wordt er permanent toezicht gehouden door twee leerkrachten. ’s Middags is er 15 minuten voor aanvang van de schooltijden één leerkracht op het schoolplein aanwezig.

9.15 Schoolfotograaf Eén keer per jaar komt de schoolfotograaf langs. Het ene jaar worden er portretfoto’s, zgn. “broer en zus” en klassenfoto’s gemaakt. Het andere jaar uitsluitend klassenfoto’s. Komend schooljaar worden er klassenfoto’s gemaakt. De schoolfotograaf komt medio mei 2014. Het is aan de ouders om te beslissen of ze de gemaakte foto's ook kopen.

9.14 Slechtweer-pleindienst


9.16 Cartridges De markt van het recyclen van lege cartridges en toners is het afgelopen jaar volledig ingestort. Dit heeft geresulteerd in het feit dat vooral toners bijna niets meer opbrengen. De cartridges leveren gelukkig nog wel wat op. Doordat toners bijna geen recyclewaarde meer hebben, is besloten enkel nog lege cartridges in te zamelen. Deze worden door ons naar een recyclebedrijf gezonden, waarvoor de school een kleine vergoeding ontvangt.

9.17 Oud papier Het papier wordt eenmaal per maand (derde zaterdag van de maand) opgehaald in de wijken van Gieten, ten westen van de Asserstraat, waar ook onze school staat. Hiervoor zijn een drietal mensen nodig die helpen bij het ophalen van het papier. Hierbij is gedacht aan de vaders/moeders van groep acht. De opzet is dat elke vader/moeder met een kind in groep acht één keer aan de beurt komt om te helpen. Wanneer groep acht te klein blijkt te zijn, zullen we het aantal aanvullen met vrijwilligers. De vaders/moeders die helpen komen om 08.30 uur bij elkaar bij de bibliotheek waar ook de papierauto staat en om ongeveer 12.00 uur is het meestal klaar. Het papier wordt verkocht en de opbrengst wordt besteed aan materialen voor onze leerlingen.

9.18 De schoolarts Eén van de taken van de GGD is het bevorderen, beschermen en beveiligen van de gezondheid en lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van jeugdigen. De sector jeugdgezondheidszorg van de GGD geeft o.a. uitvoering aan deze taak door een kind en zijn/haar ouders op verschillende momenten in de ontwikkeling te spreken en het kind te onderzoeken. In de periode dat kinderen naar de basisschool gaan, worden ze voor dit preventief gezondheidsonderzoek in groep 2 uitgenodigd door de schoolarts en in groep 7 door een jeugdverpleegkundige. Als daar aanleiding voor is, worden ook individuele leerlingen uit andere groepen uitgenodigd voor een onderzoek. Overleg met de schoolarts of tussentijds onderzoek is mogelijk. De naam van de schoolarts is: mevrouw M. van Leeuwen -Groznik Zij is te bereiken via de G.G.D. Noord en Midden Drenthe, Overcingellaan 17, postbus 144, 9400 AC Assen - tel: 0592-316565.

9.19 Stichting Skidkinderopvang De stichting verzorgt ondermeer in Gieten de opvang voor kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar d.m.v.: *Kinderdagverblijf PoppeJans, Dobbenwal 2, voor kinderen van 0-4 jaar. *BuitenSchoolse Opvang, te Gieten, voor kinderen van 4-12 jaar. *Het Gastouderbureau voor kinderen van 0-12 jaar. Voor informatie kunt u contact opnemen met tel:0592-304190


9.20 BSO (buitenschoolse opvang) De BSO is vanaf 1 augustus 2007 wettelijk geregeld. De school verzorgt niet zelf de opvang. De opvang wordt verzorgd door een gecertificeerde kinderopvang- organisatie nl. stichting Skidkinderopvang.Tijdens schoolweken zal de voorschoolse opvang plaatsvinden van 07.00 uur tot 08.30 uur (inclusief ontbijt). De naschoolse opvang vindt plaats op maandag, dinsdag en donderdag van 15.00 uur tot 18.00 uur en op woensdag en vrijdag van 12.00 uur tot 18.00 uur. Tijdens vakantieweken zal de opvang plaatsvinden op werkdagen van 07.30 uur tot 18.00 uur. Op verzoek is de BSO tijdens vakantieweken open om 07.00 uur en sluit de BSO tijdens vakantieweken én schoolweken om 18.30 uur. De BSO kent geen vakantiesluiting. - De kinderen worden onder begeleiding opgehaald met ofwel de taxi ofwel de eigen skidkinderopvang bus ofwel lopend. - Alle kinderen worden opgewacht bij de kleuter uitgang. - De kosten van het vervoer zijn integraal opgenomen in de uurprijs voor de opvang en worden betaald door de ouders. De kosten van de BSO-opvang is inkomstenafhankelijk en op te vragen bij de BSO.

9.21 Informatie via de website Jarenlang zijn wij gewend geweest aan de uitgifte van een schoolkrant. Er stonden o.a. een agenda, schoolwetenswaardigheden en een bijdrage van kinderen in. Tegenwoordig wordt informatie op een andere wijze (digitaal) richting ouders verstrekt en wel via de nieuwsbrieven. Verslagen, werkjes, nieuwtjes of andere bijdragen vanuit de klassen worden geplaatst op de website.

9.22 Pesten Kinderen moeten leren omgaan met algemene sociale waarden en normen. Ze moeten zelf leren bepalen wat door de beugel kan en wat niet. De vereniging voor Openbaar Onderwijs heeft enkele jaren geleden een grote actie opgezet rond het thema "Pesten". Aan de hand van dit zgn. protocol hebben we een aantal belangrijke regels voor omgang met elkaar op papier gezet. De basisafspraken zijn: 1. Neem elkaar zoals je bent. 5. Niemand heeft het recht om een ander uit te schelden, te schoppen, te slaan of te spugen. 2. Let niet te veel op elkaar. 6. Sluit niemand buiten de groep. 3. Luister naar elkaar. 7. Je blijft van de spullen van een ander af. 4. Spreek nooit lelijk over elkaar. 8. Vertellen dat je gepest wordt, is geen klikken.

Bovenstaande afspraken kunnen aanleiding zijn voor een thematisch kringgesprek, als een bepaalde regel niet goed wordt nageleefd. Voorbeelden uit de praktijk; � Speelgoedwapens mee naar school; � Een kind gedraagt zich voortdurend agressief; � Afspraken worden niet in acht genomen; � Omgaan met verschillen. Deze gesprekken zijn van essentieel belang ter voorkoming van treiteren/pesten binnen een groep. Voorkomen is beter dan genezen!

9.23 Verlof bezoek huisarts, ziekenhuis of tandarts Zo’n bezoek hoeft u slechts mede te delen aan de betrokken leerkracht. We vragen u wel dergelijke afspraken zoveel mogelijk na schooltijd te maken.


Wanneer de afspraak toch onder schooltijd valt, bent u verplicht uw kind van school te komen ophalen. We sturen geen kinderen naar huis. Dit geldt ook voor de leerlingen van de groepen 7 en 8.

9.24 Heeft onze school sponsoren? Voor het bedrijfsleven kan de school aantrekkelijk zijn om te benaderen voor sponsoring, de jeugd is immers een aantrekkelijke doelgroep. Bij sponsoring gaat het om geld, goederen en/of diensten, die een sponsor verstrekt aan de school/het bevoegd gezag. In sommige gevallen kan een tegenprestatie van de school worden verlangd en is het van belang af te wegen of sponsoring in het belang is van de kinderen en of het verantwoord is de kinderen/de ouders met een tegenprestatie (bijv. reclame) te confronteren. Schenkingen vallen niet onder sponsoring. Mocht de school sponsoring overwegen dan wordt bekeken of sponsoring verenigbaar is met de doelstellingen van de school. Overwogen wordt of de sponsoring in overeenstemming met de goede smaak en het fatsoen is en of de objectiviteit gewaarborgd is. In enkele gevallen is sponsoring uit den boze, omdat de onafhankelijkheid van de school niet in het geding mag komen. Het spreekt haast vanzelf dat sponsoring meestal gepaard gaat met reclame-uitingen en vanuit dat oogpunt gaan we als school uiterst omzichtig met dit onderwerp om. Voor een beslissing over sponsoring dient een breed draagvlak te bestaan, niet alleen binnen de school maar ook bij een ieder die bij de school betrokken is.

9.25 Verkeerswerkgroep De verkeerswerkgroep houdt zich bezig met de verkeersproblematiek rond de toegangswegen naar onze school aan de Spoorstraat en kan ondersteuning bieden bij het verkeersonderwijs. Aanspreekpunt voor de ouders is de ouderraad

9.26 Video- en foto-opnames De O.B.S. Gieten heeft een eigen website op het internet (www.obs-gieten.nl). Op deze site staat allerlei informatie over onze school. Er staan ook foto's op de site. Dit kunnen foto's zijn van schoolreizen, vieringen, projecten, excursies, enz. Het kan zijn dat ook uw kind(eren) op één of meerdere van deze foto's voorkomt. Gedurende een schooljaar kan het zijn dat er video-of foto-opnames worden gemaakt in de klas. Dit kan zijn omdat een leerkracht een bepaalde les of kind wil observeren. Mocht u bezwaar hebben tegen bovenstaande, dan kunt u dit aangeven bij de leerkracht en de directeur.

9.27 Het onderwijskundig rapport De school moet regelmatig informatie overdragen aan andere scholen over leerlingen. Denk bijvoorbeeld aan verhuizingen, verwijzing naar een speciale school voor basisonderwijs en de doorstroom naar het voortgezet onderwijs. Het onderwijskundig rapport geeft de noodzakelijke basisinformatie over een leerling. In kort bestek verschaft de “toeleverende” school aan de “ontvangende” school gegevens over een reeks belangrijke leerlingkenmerken. Daarnaast blijft persoonlijk contact tussen directeuren/leraren van de twee scholen van wezenlijk belang.


9.28 Centrum voor Jeugd en Gezin Aa en Hunze Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is het eerste adres waar (aanstaande) ouders en opvoeders, kinderen en jongeren tot 23 jaar terecht kunnen met al hun vragen over opvoeden en opgroeien. Het CJG Aa en Hunze is gevestigd in Gieten, maar is meer dan alleen een fysiek punt; het is vooral een samenwerkingsverband tussen verschillende organisaties rondom jeugd en gezin. Dit betekent dat de leerkracht, de intern begeleider, de jeugdverpleegkundige of jeugdarts, de school maatschappelijk werker, jongerenwerker of de medewerkers van de kinderopvang allemaal CJG professionals zijn. U kunt bij hen terecht voor vragen, informatie of advies. Waarom zou ik als ouder contact opnemen met het CJG? Omdat het heel normaal is om vragen te hebben over opvoeden en opgroeien. Grote of kleine vragen, alles kan. Het CJG is er namelijk niet alleen voor problemen. Het CJG wil juist problemen voorkomen door te signaleren en informatie en advies te geven. Bij het CJG krijgt u informatie van deskundige medewerkers. Zij denken mee, geven praktische tips en advies en kijken welke oplossing het beste bij u past. Indien extra hulp en begeleiding is gewenst, kan dat geregeld worden. Ook houden verschillende professionals regelmatig spreekuur in het CJG. De hulp van het CJG is gratis. Het is ook mogelijk om binnen het CJG met ouders onderling te praten over de leuke en lastige kanten van opvoeden en met elkaar ervaringen uit te wisselen. Op de website www.cjgaaenhunze.nl vindt u meer informatie. Ook kunt u hier uw vragen stellen over o.a. gezondheid van uw kind, pesten, voeding of omgaan met geld. U krijgt antwoord van professionals, zoals pedagogen, jeugdverpleegkundigen of maatschappelijk werkers.

9.29 Schoolmaatschappelijk werk De gemeente wil graag een sluitend netwerk voor jeugdhulpverlening aan alle scholen. Daarom is aan alle scholen een (school)maatschappelijk werker van NoorderMaat gekoppeld. Onze school heeft contact met een schoolmaatschappelijk werker, namelijk mevr. Lieneke Menger. Zij is dienst van het algemeen maatschappelijk werk NoorderMaat, een instelling die binnen Aa en Hunze ook het maatschappelijk werk uitvoert. Het schoolmaatschappelijk werk is er ter ondersteuning van uw kinderen, u zelf of het team. Iedereen kan dus rechtstreeks bij haar terecht wanneer het gaat om advies of hulpvragen op sociaal-emotioneel gebied. Ook bij problemen die samenhangen met de thuissituatie of school, relaties binnen dan wel buiten het gezin, opvoedingsvragen, gezondheid of financiën kan de schoolmaatschappelijk werker ingeschakeld worden. Veel vragen zullen via de intern leerlingbegeleider bij de schoolmaatschappelijk werker terechtkomen. De ib-er is binnen de samenwerking het eerste aanspreekpunt voor de schoolmaatschappelijk werker. De schoolmaatschappelijk werker is onafhankelijk, voert vertrouwelijke gesprekken en geeft alleen relevante informatie door wanneer ouders daar toestemming voor hebben gegeven. De schoolmaatschappelijk werker is gehouden aan een beroepscode. Dat betekent dat deze alleen met uw toestemming met uw kind praat. De schoolmaatschappelijk werker, mevr. Lieneke Menger, is rechtstreeks bereikbaar dagelijks tussen 13.00 en 14.00 uur via het regiokantoor NoorderMaat, tel. 0592 – 263468.


9.30 School en ouders Aangezien een goed contact tussen ouders en leerkrachten één van de belangrijkste voorwaarden is om het kind te begrijpen, bestaat er voor ouders op de basisschool Gieten altijd de mogelijkheid een afspraak te maken voor een gesprek. Andere middelen om het contact te bevorderen zijn: - ouder-informatieavond. Aan het begin van het schooljaar organiseert elke

groepsleerkracht een informatie-avond. Op deze groepsouderavond wordt de inhoud van de vakken en kennisgebieden en

het jaarprogramma besproken en toegelicht. - huisbezoek. Wanneer er aanleiding toe is, zullen de leerkrachten de ouders thuis

voor een gesprek bezoeken. - contactavonden. De data van de contactavonden staan vermeld in de activiteitenkalender. - schriftelijke zakelijke ouderavond. De ouderraad doet verslag van wat er

gebeurd is in het afgelopen jaar. Zo is er o.a. een jaarverslag, een verslag van de penningmeester en eventueel een bestuursverkiezing.

- ouderhulp bij allerlei activiteiten zoals: spelletjesdag, sportdag, schoolreizen, voetbaltoernooi, handbaltoernooi, schaatswedstrijden, typen e.d.

9.31 Regels voor een gezellige en leefbare school...... Wij hebben op school spe(e)lregels die noodzakelijk zijn voor een gezellige en leefbare school. Wij vinden het belangrijk dat iedereen weet welke afspraken het zijn. Het is nuttig dat iedere ouder de volgende afspraken zoveel mogelijk tracht na te komen:

- Rekening houden met schoolvakanties bij het plannen van eigen vakanties. - Tijdig berichten wanneer een kind de school niet kan bezoeken. - Op school wordt niet op snoep getrakteerd. - Gymkleding, laarzen e.d. duidelijk voorzien van naam. - Kleding laten dragen, die tegen een stootje kan tijdens expressiemiddagen. - Het kind op tijd naar school sturen. Houdt U zich a.u.b. aan de schooltijden. - Alle leerlingen mogen ’s morgens alleen fruit, drinken en een

boterham meenemen naar school. Wilt u voor de kleuters e.e.a. geschild in een bakje voorzien van naam meegeven?

- Bij slecht weer het kind niet te vroeg naar school sturen. - Fietsen, waveboarden en skateboarden op het schoolplein is niet toegestaan. - Leerlingen die om één of andere reden onder schooltijd naar huis moeten, dienen opgehaald te worden. - Wij zien graag dat kleuters gebracht en weer opgehaald worden. Iedere kleuter heeft een begeleider nodig om veilig te leren oversteken en inzicht te krijgen in verkeerssituaties. - We zien graag dat kleuters opgehaald worden bij de deur van de school.

5 minuten (eerste bel) voor aanvang van de schooltijden wordt de buitendeur van de onderbouw open gedaan en is er de mogelijkheid voor de ouders/verzorgers de kleuters naar de lokalen te brengen.

2 hoofdregels Er zijn op school twee hoofdregels. Als iedereen zich daar aan houdt, zijn de andere regels een beetje overbodig. Spe(e)lregel 1 We moeten voor elkaar en onze omgeving zorgen. Je bent niet alleen, dus moet je rekening houden met elkaar en elkaar proberen te helpen. Ook op het plein en buiten school geldt: groot en klein spelen samen en zorgen goed voor elkaar. Spe(e)lregel 2


Doe geen dingen waarvan je zelf ook niet wilt dat ze jou overkomen (pesten, dingen afpakken, andere mensen lastig vallen en zo). Als er dingen gebeuren die je niet prettig vindt, zeg het dan tegen die ander. Als je het gevoel hebt dat je hierbij niet gehoord wordt, bespreek het dan met de juf of de meester. Als je op school komt: - Stap je van de fiets bij het hek en loop je op het plein (dit geldt uiteraard ook voor de ouders/verzorgers); - Zet je de fiets in de fietsenstander op de daarvoor bestemde plek; - Heb je geen speelgoedwapens bij je; - Op skeelers neem, dan schoenen mee - Mag je geen mobiele telefoon gebruiken.

� De school is altijd bereikbaar onder nummer 262796. De leerlingen mogen bij calamiteiten altijd gebruik maken van de schooltelefoon.

In de klas: - Doe je pet af; - Ga je bij binnenkomst rustig op je stoel zitten; - Schrijf je met een schoolvulpen. Ieder kind krijgt één keer een vulpen uitgereikt.

Indien een schoolvulpen ondeugdelijk wordt gebruikt en daardoor kapot gaat moet de leerling een nieuwe schoolvulpen kopen. De *kosten hiervan zijn: € 4,00

- Wordt er om 10.00 uur gezamenlijk meegebracht fruit, drinken en boterhammen genuttigd. In de gang: - Loop je rustig; - Praat je zacht; - Hang je de jassen e.d. aan de kapstok; - Blijven aan het einde van de schooldag geen tassen e.d. aan de kapstok hangen;

Op het plein:

- Spelen we samen en zorgen we goed voor elkaar; - Doe je je afval (o.a. papiertjes, klokhuizen) in de daarvoor bestemde afvalbakken; - Zijn er regels over het spelen met een bal, om er voor te zorgen dat een ander er geen last van heeft; - Is spelen met een skateboard, skeelers en steps te gevaarlijk. Merkt U dat er iets niet in orde is met Uw kind, kom er over praten. Een afspraak is gauw genoeg gemaakt.

schoolgids 2013-2014 gecompirimeerd - OBS Gieten 2013... · 2013. 8. 15. · Schoolgids OBS Gieten...

Documents

Transcript of schoolgids 2013-2014 gecompirimeerd - OBS Gieten 2013... · 2013. 8. 15. · Schoolgids OBS Gieten...