SCHOOLEXAMENBOEK

MONTESSORI

VWO 5

ZERNIKE COLLEGE

Montessori Lyceum Groningen

2016 - 2017

2

INHOUD SCHOOLEXAMENBOEK Montessori ATHENEUM 5 2016-2017

Montessori Lyceum Groningen (onderdeel van het Zernike college)

Pagina

1. Algemeen 3

2. Jaaroverzicht 4-5

3. Inleiding 6

4. Beoordeling 6

4.1 Toetsen 6

4.2 Actieve taken 6

4.3 Handelingsdelen 6

4.4 Literatuur 7

4.5 Profielwerkstuk 7

4.6 Berekening van het overgangscijfer 7

4.7 Het bewaren van werkstukken, actieve taken en dossiers 8

4.8 Rekenen en het rekenexamen in de bovenbouw 8

5. Roosterzaken 8

6. Verandering van vak, profiel of afdeling 8

6.1 Wisselen van profiel 8

6.2 Wisselen van vak 8

7. Regelingen t.a.v. toetsen, herkansingen en bevordering 9

7.1 Inhaal/herkansingsregeling 9

7.2 Reglement voor het in beroep gaan tegen SE-cijfers 9

7.3 Onregelmatigheden 9

7.4 Bevordering van atheneum 5 naar atheneum 6 10

7.5 Citaten, parafrasen en plagiaat 10 7.6 Regeling grootschrift, gebruik van tapes en laptop en verlengde examen- en toetsduur 10

7.7 Reglement mondelinge schoolexamens 11

8. Reglement Eindexamen VWO, HAVO, VMBO Openbaar Onderwijs Groep Groningen 12-18

9. Bijlage 1 Eindexamenbesluit VWO, HAVO, VMBO 19-35

10. Overzicht per vak 36-70

Nederlands 36

Engels 37

Frans 38 Duits 39

Spaans 40

Literatuur 41

CKV 43

LO 44

Wiskunde C 45

Geschiedenis 46

Kunst Beeldend 47

Kunst Drama 49

Kunst Muziek 51

Filosofie 53 Aardrijkskunde 54

Maatschappijwetenschappen 55

Economie 56

Wiskunde A 57 Management & Organisatie 58

Biologie 60

Scheikunde 61

Wiskunde B 62

Natuurkunde 63

Onderzoek en ontwerpen 64

Informatica 65

Wiskunde D 66

Bewegen, Sport en Maatschappij 67

Studium Generale 48

Cambridge 69 Cultuur en wetenschappen 70

3

1. Beste leerling,

Voor je ligt het schoolexamenboek Montessori-atheneum 5. Dit boekwerkje staat vol met informatie die je nodig

hebt om goed door het komend schooljaar heen te kunnen gaan. Zo staat er bijvoorbeeld voor elk vak in wat er

op het programma staat, hoe je je cijfer berekent, wanneer je mag herkansen, wanneer je over gaat (en wanneer

niet) en ook een overzicht van belangrijke data. Veel van deze informatie is ook belangrijk voor je ouders, dus

zorg er voor dat ook zij het lezen.

Kortom, dit is een belangrijk en onmisbaar boekwerkje, dus lees het goed door! Als iets je niet duidelijk is vraag

dan je mentor, vakdocent of ons hoe het zit. (Dit schoolexamenboek kun je ook via

www.montessorilyceumgroningen inzien.) We wensen je namens het Montessori-bovenbouwteam een heel goed schooljaar toe.

Bas Blanken & Tim Loos

Teamleiding Montessori-bovenbouw

4

2. Jaaroverzicht 2016-2017

Alle data gelden voor zowel studiehuis als Montessori, tenzij anders is aangegeven. De data zijn onder voorbehoud, eventuele wijzigingen worden op tijd en via de schoolmail bekend gemaakt.

Perio

de 1

Aangepast programma A5 ma. 29 augustus en wo. 31 augustus 2016

Aangepast rooster i.v.m. excursieweek jaar 4 ma. 10 oktober t/m vr. 14 oktober 2016

Herfstvakantie ma.17 oktober t/m vr. 21 oktober 2016

Toetsweek periode 1 ma. 7 november t/m ma. 14 november 2016

Perio

de 2

Mentorspreekavond HAVO 4/5 en VWO 4/5/6 do. 1 december 2016 Inleveren herkansings-/inhaalkeuze periode 1 vr. 2 december 2016 uiterlijk vóór 9:00 uurHerkansing/inhalen 1e toetsperiode wo. 7 december 2016

Afsluiting Profielwerkstuk do. 22 december 2016

Sportdag vr. 23 december 2015

Kerstvakantie ma. 26 december 2016 t/m vr. 6 januari 2017

Toetsweek periode 2 ma. 16 januari t/m ma. 23 januari 2017

Perio

de 3

Ouderavond A5 decanaat do. 26 januari 2017

Mentorspreekavond HAVO en VWO periode 2 wo. 8 februari 2017

Inleveren herkansings-/inhaalkeuze periode 2 do. 9 februari 2017 uiterlijk 9.00 uur

Presentatie PWS-H5 (alle profielen) vr. 10 februari 2017

Herkansing/inhalen 2e toetsperiode wo. 15 februari 2017

Krokusvakantie ma. 20 februari t/m vr. 24 februari 2017

Rekenexamen di 7 maart t/m ma 20 maart 2017

Toetsweek periode 3 wo. 22 maart t/m wo. 29 maart 2017

Aangepast rooster ivm Terugkomweek excursies za.1 april t/m vr.7 april 2017

Laatste schooldag examenklassen vr. 14 april 2017

Paasvakantie ma. 17 april t/m vr 21 april 2017

Meivakantie ma. 24 april t/m vr. 28 april 2017

Mentorspreekavond jaar H4/A4/A5 wo. 3 mei 2017

Inleveren herkansing/-inhaalkeuze 3e toetsperiode

A4, A5, H4

do. 4 mei uiterlijk 9.00 uur

Herkansing/inhalen 3e toetsperiode A4, A5, H4 di. 9 mei 2017

Toetsweek periode 4 ma. 26 juni t/m ma. 3 juli 2017

Bespreken laatste toets en eindcijfers + inleveren

herkansingskeuze

wo. 5 juli 2017

Remediëren do. 6 juli 2017

Herkansing/inhalen 4e toetsperiode vr. 7 juli 2017

Herkansing/inhalen “specials” ma. 10 juli 2017

Extra lesdagen vr. 14 juli t/m wo. 19 juli 2017

Zomervakantie start ma. 24 juli 2017 t/m vr. 1 sep 2017

5

Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag

35 t/m Start lessen P1

36 t/m

37 t/m

38 t/m

39 t/m

40 t/m

41 t/m

42 t/m

43 t/m

44 t/m

45 t/m

46 t/m Extra toetsdag A45, H4

47 t/m

48 t/m

49 t/m Inhaal/Her P1

50 t/m

51 t/m sportdag

52 t/m

1 t/m

2 t/m

3 t/m

4 t/m Extra toetsdag A45, H4

5 t/m

6 t/m

7 t/m Inhaal/Her P2

8 t/m

9 t/m

10 t/m

11 t/m

12 t/m

13 t/m

14 t/m

15 t/m inhaal/her specials Exll Inhaal/her P3 Exll LSD

16 t/m

17 t/m

18 t/m cijfercontrole

19 t/m Inhaal/her P3 start CSE

20 t/m

21 t/m

22 t/m

23 t/m Pinksteren

24 t/m

25 t/m

26 t/m

27 t/m Toetsweek 4 nakijkdag nabespr remedieren Inhaal/her P4

28 t/m inhaal/her specials RV RV RV lesdag

29 t/m lesdag lesdag lesdag

30 t/m31 t/m32 t/m33 t/m34 t/m

35 t/m

35 t/m Start lessen P1

Zomervakantie21-aug 25-aug

Toetsweek 1

Zomervakantie14-aug 18-aug

7-jul

Kerstvakantie

9-jan

9-dec

2-jan 6-jan

7-nov

Toetsweek 3

Toetsweek 3

terugkomweek, culturele week

12-dec 16-dec

Jaaroverzicht Kerklaan 2016-2017

5-sep 9-sep

7-aug 11-aug24-jul 28-jul31-jul 4-augZomervakantieZomervakantie

19-sep

10-okt 14-okt

WEEK

29-aug 2-sep

12-sep 16-sep

10-jul 14-jul

3-jul

23-sep

17-okt 21-okt

24-okt 28-okt

31-okt 4-nov

26-sep 30-sep

3-okt 7-okt

19-dec 23-dec

13-jan

11-nov

14-nov 18-nov

30-dec

21-nov 25-nov

28-nov 2-dec

5-dec

26-dec

6-feb 10-feb

13-feb 17-feb

20-feb 24-feb

16-jan 20-jan

23-jan 27-jan

30-jan 3-feb

20-mrt 24-mrt

27-mrt 31-mrt

27-feb 3-mrt

6-mrt 10-mrt

13-mrt 17-mrt

24-apr 28-apr

1-mei 5-mei

3-apr 7-apr

10-apr 14-apr

17-apr 21-apr

29-mei 2-jun

5-jun 9-jun

12-jun 16-jun

8-mei 12-mei

15-mei 19-mei

22-mei 26-mei

28-aug 1-sep

4-sep 8-sep

19-jun 23-jun

26-jun

17-jul 21-jul

30-jun

opstarten

Toetsweek 4

opstarten

Herfstvakantie

Kerstvakantie

Voorjaarsvakantie

Paasvakantie

Meivakantie

Toetsweek 2

Hemelvaart

Zomervakantie

Zomervakantie

Excursieweek A4, H4

deeltoetsweek sH4, mH4, mA4

6

3. INLEIDING

Dit schoolexamenboek bestaat uit twee delen. In het eerste deel staan de algemene schoolregels met betrekking

tot het schoolexamen (SE), zoals de inhaal/herkansingsregeling, het wisselen van vak of profiel en de

overgangsregeling VWO 5 naar VWO 6.

Het tweede deel van het SE-boek bestaat uit het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Dit geeft per

vak een overzicht van alle beoordelingen die je voor het schoolexamen moet hebben ontvangen voordat je kunt

deelnemen aan het Centraal Schriftelijk Eindexamen (CSE). Daar vind je het jaarprogramma van elk vak met

daarbij de weging van toetsen, actieve taken en werkstukken. Daarin kun je ook zien, welke beoordelingen uit

een vorig leerjaar meegenomen worden naar het examenjaar.

4. BEOORDELINGEN

In de Montessori-bovenbouw krijg je te maken met drie verschillende soorten beoordelingen. Dat zijn: (1) de

toetsen, (2) de actieve taken en (3) de handelingsdelen.

Per vak worden er meerdere beoordelingen verspreid over het schooljaar gegeven. Dit gebeurt volgens een

planning die aan het begin van het schooljaar bekend wordt gemaakt. Deze beoordelingen zijn ook aangegeven

in het PTA van het betreffende vak en op de werkwijzer die je voor elk vak krijgt. Beoordelingen vinden niet

onaangekondigd plaats. Hieronder vind je een korte beschrijving van de verschillende beoordelingen.

4.1 Toetsen Toetsen zijn meestal schriftelijke toetsen, maar het kan ook gaan om mondelinge en kijk-/luistertoetsen. Een

toets wordt met een cijfer beoordeeld en is onder voorwaarden herkansbaar (zie hoofdstuk 7). Toetsen worden

aangekondigd in het PTA en in de werkwijzer van het betreffende vak.

In de Montessori-bovenbouw worden de toetsen voornamelijk in toetsweken afgenomen volgens een planning

die bij de start van het schooljaar bekend wordt gemaakt. De toetsen worden ook aangegeven op de werkwijzers

die je bij elk vak krijgt.

Tijdens de toetsweken gelden de volgende regels:

1. De laatste 15 minuten van een toets mag een leerling het lokaal niet meer verlaten. De leerling wacht dan tot

het einde van de zitting.

2. De te maken opgaven worden met het gemaakte werk bij de surveillant ingeleverd.

3. De leerling zet bij de surveillant een handtekening op de presentielijst.4. De leerling heeft na correctie recht op inzage van het werk (toetsbespreking). Als de leerling zonder geldige

redenen afwezig is bij deze afspraak, dan vervalt dat recht

Sommige vakken hebben ook bonus- of vrijstellingstoetsen. Deze toetsen hebben een beperkte omvang en

vereisen een geringere voorbereiding. Ze worden in de lessen van het betreffende vak of in de keuzewerktijd

afgenomen. Hierover hoor je meer aan het begin van het schooljaar in de lessen van die vakken.

4.2 Actieve taken Een actieve taak is een opdracht die je individueel of samen in de loop van een periode (soms meerdere) uitvoert.

Daarbij kun je denken aan bijvoorbeeld het maken van een werkstuk, het uitvoeren van een onderzoek, het

maken van een ontwerp, een bijbehorende presentatie e.d. Een actieve taak kan ook bestaan uit een aantal kortere

opdrachten die samen een beoordeling opleveren. Een actieve taak wordt niet alleen beoordeeld op de

vakinhoud, maar ook op je manier van werken en de mate waarin je bepaalde vaardigheden onder de knie hebt.

Kortom, bij een actieve taak gaat het om kennen en kunnen.

Ook de actieve taken zijn opgenomen in de jaarplanning van de beoordelingen en in de werkwijzer van het

betreffende vak. Bij elke actieve taak worden door de docent de planning (start en uiterste inleverdatum), de

tussenliggende begeleiding en de beoordelingscriteria duidelijk aangegeven. Een actieve taak wordt beoordeeld

met een cijfer en is niet herkansbaar.

4.3 Handelingsdelen Bij 2 vakken (LO en CKV) krijg je te maken met handelingsdelen. Die worden niet met een cijfer maar met een

letterbeoordeling gewaardeerd. Wat is een handelingsdeel? De naam zegt het al een beetje, je moet een bepaalde

handeling verrichten, zoals bijvoorbeeld een bezoek aan een museum. Daar horen dan bepaalde opdrachten bij

die je moet uitwerken in een verslag. De opdrachten van het handelingsdeel worden beoordeeld met NA (= niet

akkoord), V (= voldoende) of G (= goed), afhankelijk van de voortgang bij deze vakken. Wanneer een

uitwerking met NA wordt beoordeeld, moet je het werk verbeteren en ervoor zorgen dat het uiteindelijk V of G

wordt. Een NA wordt namelijk bij de overgang naar het volgend leerjaar meegewogen. Zolang je nog een NA

hebt, kun je niet slagen voor je examen.

7

4.4 Literatuur

Het vak Literatuur staat apart in het PTA vermeld en wordt op de cijferlijst bij je diploma als onderdeel van het

combinatiecijfer – zie elders in dit PTA – opgenomen. Het vak staat niet apart op het lesrooster, maar komt bij de

verschillende talen aan bod. Het werk dat hiervoor per taal gedaan wordt, vormt onderdeel van één gezamenlijk

literatuurdossier.

Op de bladzijde voor Literatuur in dit PTA en op de leerwijzers van de verschillende talen kun je zien wanneer

welk onderdeel aan bod komt en wat je in elke periode voor het vak Literatuur moet doen.

Het eindcijfer Literatuur bestaat uit twee componenten. In vwo 5 maken alle leerlingen een schoolexamen

Literatuurgeschiedenis, wat voor 20% het eindcijfer bepaalt. In het examenjaar vindt er een mondeling schoolexamen n.a.v. het literatuurdossier plaats, waarbij een docent Nederlands en een docent moderne vreemde

talen aanwezig is. Dit mondeling bepaalt voor 80% het eindcijfer. De in dit PTA voor het vak Literatuur

genoemde onderdelen (activiteiten) van het literatuurdossier dien je individueel (alleen) uit te voeren en uit te

werken, tenzij anders door de docent aangegeven.

Ieder in het PTA voor het vak Literatuur genoemde onderdeel (activiteit) van het literatuurdossier dient minimaal

met een V afgesloten te worden om toegelaten te worden tot het mondeling schoolexamen. Het mondelinge

schoolexamen Literatuur kan – net zoals andere toetsen of schoolexamens – herkanst worden. Je zet dan de

herkansing van de betreffende periode daarvoor in.

Ma. 21 november 2016 Inleveren literatuurdossier periode 1 (alle talen) Di. 31 januari 2017 Inleveren eerste versie LVM

Di. 31 januari 2017 Inleveren literatuurdossier periode 2 (alle talen)

Di. 7 maart 2017 Inleveren tweede versie LVM

Do. 6 april 2017 Inleveren literatuurdossier periode 3 (alle talen)

Do. 15 juni 2017 Inleveren literatuurdossier periode 4 (alle talen)

4.5 Het Profielwerkstuk Het profielwerkstuk is een uitgebreide actieve taak en heeft in ieder geval betrekking op een vak van tenminste

400 sbu. In het profiel CM gelden de vakken Nederlands, Engels, Frans en Duits ook als mogelijk vak voor het

profielwerkstuk, mits het profielwerkstuk een onderzoek naar een taalkundig of literair onderwerp is. In VWO 6

presenteer je je profielwerkstuk op een presentatiemiddag of –avond. Deze presentatie maakt onderdeel uit van de uiteindelijke beoordeling van het profielwerkstuk.

Met het profielwerkstuk laat je zien dat je in de afgelopen jaren voldoende kennis en vaardigheden hebt

opgedaan om je grondig en doelgericht in een onderwerp en vraagstelling te verdiepen. Je formuleert zelf je

opdracht, onderzoek of ontwerp en voert dat uit. Je werkt in principe in tweetallen aan je profielwerkstuk. Voor

Technasium-leerlingen maakt het profielwerkstuk deel uit van het vak Onderzoek & Ontwerpen.

Het profielwerkstuk wordt beoordeeld met een cijfer. Dit cijfer maakt deel uit van het combinatiecijfer.

Leerlingen met een M-profiel maken hun profielwerkstuk in atheneum 5. Leerlingen met een N-profiel starten

later met hun profielwerkstuk in atheneum 5 en maken het in atheneum 6 af. Dit onderscheid hangt samen met

de programmatische verschillen tussen de M en N-profielen.

Week van 6 februari 2017 Start pws M-profielen: inschrijving en oriëntatie

Week van 27 februari 2017 Groen licht moment M-profielen 3 april t/m 7 april 2017 Start pws N-profielen: inschrijving, oriëntatie, opstart

PWS-werkmiddagen M-profielen

Vr. 7 april 2017 Inleveren 1e deelproduct M-profielen

Di. 11 juli t/m di. 21 juli 2017 PWS-werkmiddagen M- en N-profielen.

Wo. 21 juli 2017 Inleveren ruwe (complete) versie M-profielen

4.6 Berekening van het eindcijfer

Het overgangscijfer wordt berekend op grond van toetsen en actieve taken volgens de weging die per vak is

aangegeven en wordt op een geheel cijfer afgerond. Voor de berekening van het schoolexamencijfer worden de

cijfers op één decimaal vastgesteld .

De vakken Maatschappijleer, ANW, Profielwerkstuk en Literatuur vormen in het examenjaar een combinatiecijfer. Alle vakken tellen hierbij even zwaar. Het minimumcijfer per vak is 3,5. Scoor je lager dan 3,5

dan ben je gedoubleerd/gezakt. In atheneum 5 spelen Maatschappijleer, ANW en Literatuur geen rol bij de

overgang van atheneum 5 naar atheneum 6. De taken van Studium Generale VWO5 moeten zijn afgerond en

beoordeeld. Het cijfer van Studium Generale kan in VWO5 niet bij overgang als compensatie gelden.

8

4.7 Het bewaren van werkstukken, praktische opdrachten en dossiers

Een leerling dient zelf een (digitale) kopie te bewaren van alle werkstukken, actieve taken en dossiers die

beoordeeld worden, zodat hij deze op een later moment in de schoolcarrière wederom kan raadplegen en/of kan

gebruiken ten behoeve van schoolactiviteiten.

4.8 Rekenen en het rekenexamen in de bovenbouw

Elke leerling in het voortgezet onderwijs moet een rekenexamen maken. Voor havo en vwo is niveau 3F vereist.

Om er voor te zorgen dat leerlingen zo goed mogelijk hierop worden voorbereid zijn er in de bovenbouw

keuzelessen rekenen en verplichte rekenlessen (4 havo profiel CM & EM) die voorbereiden op het rekenexamen.

Ook zijn er gedurende het schooljaar oefentoetsen die worden afgenomen. Afhankelijk van het resultaten van de

oefentoets wordt er in overleg met mentor en ouders/verzorgers bekeken of de leerling extra keuzelessen moet

volgen. Een leerling kan ook zelf oefenen voor het rekenexamen. Oude examens staan op de website:

www.taalenrekenen.nl. Hier is ook meer informatie vinden over het rekenexamen.

Leerlingen van 5 vwo maken in het voorjaar van 2017 het landelijk rekenexamen. Vanaf het schooljaar 2015-

2016 wordt het landelijk rekenexamen betrokken bij de uitslagbepaling in het examenjaar. In de huidige

regelgeving geldt rekenen in de slaag-/zakregeling als een kernvak.

Overigens wordt de regelgeving rondom het rekenexamen af en toe aangepast, dus bovenstaande tekst is onder

voorbehoud. Wijzigingen omtrent de regelgeving worden via de mentor, de elo van magister en op de website

www.taalenrekenen.nl bekendgemaakt.

5. ROOSTER

In de Montessori-bovenbouw heb je drie soorten lessen: de klasselessen, de begeleidingslessen en de keuzewerktijd.

De klasselessen zijn de vaklessen van je eigen vakdocent, hij/zij is degene die verantwoordelijk is voor je

beoordelingen voor dat vak. De klasselessen zijn de leidraad van het onderwijs in dat vak, in de klasseles zitten

alleen vwo5-leerlingen. Deze lessen zijn voor je ingeroosterd, het rooster vind je op Magister.

Naast elke klasseles heb je voor bijna alle vakken een begeleidingsles. Ook deze begeleidingslessen zijn

natuurlijk verplicht, maar je mag wel bij het begin van een nieuwe periode zelf kiezen welke van de aangeboden

begeleidingslessen je die periode zult volgen. Naast (vrijwel) elke klasseles kies je een begeleidingsles voor dat

vak, vervolgens kies je dan nog eventueel (in overleg met je mentor) een aantal extra begeleidingslessen. De

begeleidingslessen zijn vaklessen en worden door verschillende vakdocenten gegeven. In deze lessen zitten niet

alleen vwo 5-leerlingen. Bij de start van het schooljaar krijg je meer gedetailleerde informatie over de roostering

van klasse- en begeleidingslessen. Naast de klasselessen en begeleidingslessen moet je keuzewerktijd kiezen. In de keuzewerktijd is ruimte voor culturele activiteiten, remedieermomenten, vakbegeleiding, vrijstellings- of

bonustoetsen, het inhalen van belangrijke gemiste lessen en nog meer. Voor CKV heb je soms op de middag (op

school) workshops.

Sommige leerlingen zullen in schooljaar 2016-2017 een klein aantal lessen volgen samen met leerlingen van het

Harens Lyceum. Alle lessen duren 60 minuten, de lesdag loopt van 08.30 uur tot uiterlijk 16.40 uur.

6. VERANDERING VAN VAK, PROFIEL OF AFDELING

6.1. Wisselen van profiel

Je kunt in VWO 5 niet meer van profiel veranderen. Dit betekent namelijk feitelijk dat je teruggeplaatst moet worden naar VWO 4 om daar de achterstanden voor de nieuw op te nemen vakken weg te werken.

6.2 Wisselen van vak

In VWO 5 is het zo goed als ondoenlijk om nog van vak te veranderen. In bijzondere gevallen kan met mentor

en teamleider worden bekeken wat de (on)mogelijkheden zijn. Dit is alleen bespreekbaar tot de

mentorspreekavond van periode 1.

9

7. REGELINGEN T.A.V. TOETSEN, HERKANSINGEN EN BEVORDERING

In VWO 5 zijn er vier toetsweken. Voor de meeste vakken is er in de toetsweek een toets. Het rooster voor deze

toetsweek wordt tijdig via de mededelingenborden bekend gemaakt.

Soms gaat een toets niet helemaal zoals je gewild had. Gelukkig bestaat er dan de mogelijkheid tot herkansing.

Hoe deze regeling precies in elkaar zit lees je in onderdeel 7.1 van dit hoofdstuk. Verder krijg je in de vierde en

de vijfde klas bij een aantal vakken al te maken met het schoolexamen, waarop dan ook de officiële

examenregelingen van toepassing zijn. Deze regelingen vind je verderop in dit hoofdstuk.

7.1 Inhaal-/herkansingsregeling

Begrippen: Herkansingstoets : een toets, die door een leerling opnieuw wordt gemaakt.

Inhaaltoets : een toets, die alsnog wordt afgelegd, omdat de leerling op het moment van toetsing, om een geldige

reden afwezig was.

Herkansingsrecht: het recht van een leerling om een herkansing te maken.

1. Een leerling die alle toetsen en actieve taken heeft gemaakt voor een bepaalde periode verdient 1

herkansingsrecht.

2. Mondelinge toetsen van de moderne vreemde talen, PO’s en practica zijn niet herkansbaar. De discussie Nederlands is wel herkansbaar.

3. Een leerling mag in het begin van atheneum 5 één afgesloten vak (uit een vorig leerjaar) herkansen, dat in

het voorgaande jaar onvoldoende is afgerond. Dit kost één herkansing.

4. Zonder opgave van reden wegblijven bij een toets wordt beschouwd als een onregelmatigheid. Dit geldt

ook voor mondeling (deel)toetsen.

5. Een leerling mag een herkansingsrecht sparen en daarmee in een volgende periode twee herkansingen

maken. Herkansingen zijn niet mogelijk voor toetsen uit voorgaande perioden.

6. Per periode mogen maximaal 2 herkansingsrechten ingezet worden.

7. Gemiste toetsen moeten worden ingehaald. Bij ziekte of afwezigheid tijdens de toetsweek geldt, dat de

leerling het herkansingsrecht voor die periode verliest. Een eventueel gespaard herkansingsrecht mag de

leerling wel inzetten om naast de inhaaltoets(en) een herkansing te maken. 8. Herkansingsrechten kunnen niet meegenomen worden naar een volgend schooljaar.

9. Als de leerling afwezig is bij de herkansing, dan vervalt het herkansingsrecht van de betreffende periode.

10. Mocht het vervallen van een herkansingsrecht de overgang naar een volgend leerjaar in de weg staan, dan

kan de teamleider aan het einde van het schooljaar besluiten de leerling alsnog een herkansingsrecht toe te

kennen voor de betreffende periode.

7.2 Reglement voor het in beroep gaan tegen se-cijfers

Als een leerling het niet eens is met een toegekend cijfer voor een toets of een actieve taak als onderdeel van het

SE, dient de leerling de volgende procedure in acht te nemen:

* De leerling vraagt binnen 3 keer 24 uur, nadat het werk besproken is, een herbeoordeling aan.

In deze aanvraag, die schriftelijk moet worden ingediend, wordt beargumenteerd aangegeven, waarom beroep

wordt aangetekend. De aanvraag wordt ingeleverd bij de teamleider. Het werk wordt ter beoordeling voorgelegd aan een docent uit dezelfde vaksectie. Het tijdstip van de tweede beoordeling wordt door de secretaris van het

schoolexamen vastgesteld. De examinator en de medebeoordelaar, die als gecommitteerde optreedt, stellen het

cijfer definitief vast. Dit kan hoger of lager worden dan het oorspronkelijke cijfer of gelijk- blijven. Het laatst

gegeven cijfer is bindend. Als het cijfer definitief is vastgesteld, wordt dit door de examinator en de leerling in

de cijferadministratie vastgelegd.

* In gevallen, waarin het reglement niet voorziet, beslist de rector.

* Er bestaat ook een examenregeling van het College van Bestuur Openbaar Onderwijs Groep Groningen).

Deze ligt ter inzage bij de administratie.

7.3 Onregelmatigheden

Wanneer een leerling bij het maken van welk deel van het examenwerk dan ook - en daaronder vallen dus alle toetsen en andere prestaties - zich aan onregelmatigheden (bijvoorbeeld spieken of plagiaat) schuldig maakt, kan

de schoolleiding na raadpleging van de betrokkenen maatregelen nemen. Ook het laten afgaan of gebruiken van

een mobiele telefoon tijdens toetsen of practica wordt als onregelmatigheid beschouwd. Ouders/verzorgers

worden hiervan op de hoogte gesteld.

10

7.4 Bevordering van atheneum 5 naar atheneum 6

1. Een leerling kan worden bevorderd naar atheneum 6 indien de handelingsdelen voor L.O. en voor CKV met

een Voldoende of Goed zijn afgerond en bovendien:

alle vakken 6 of hoger, dan wel

één maal 5, overige vakken 6 of hoger, dan wel

4, 4 + 5 of 5 + 5, overige vakken 6 of hoger en voldoende compensatie. Daarnaast is er maximaal één

tekort in één van de eindcijfers van de vakken Nederlands, Engels en wiskunde.

Voldoende compensatie houdt in: het gemiddelde van alle vakken is 6.0 of hoger. Eén tekort is een 5, een 4

betekent twee tekorten .

2 Op voorstel van de teamleider kan een leerling met een lijst die niet voldoet aan de eisen van categorie 1 in

bespreking genomen worden in de rapportvergadering. Deze leerling moet in elk geval voldoen aan de

volgende voorwaarde:

4, overige vakken 6 of hoger en onvoldoende compensatie

5+5, overige vakken 6 of hoger en voldoende compensatie. De beide onvoldoendes zitten in de

eindcijfers van de vakken Nederlands, Engels of wiskunde

5+5, overige vakken 6 of hoger en onvoldoende compensatie. Daarnaast is er maximaal één tekort in

één van de eindcijfers van de vakken Nederlands, Engels en wiskunde

4 + 5, overige vakken 6 of hoger en onvoldoende compensatie. Het cijfer 4 is niet behaald op

wiskunde, Nederlands of Engels

5 + 5 + 5, overige vakken 6 of hoger en voldoende compensatie. De compensatie is verdeeld over

tenminste twee vakken. Daarnaast is er maximaal één tekort in één van de eindcijfers van de

vakken Nederlands, Engels en wiskunde

5 + 5 + 4, overige vakken 6 of hoger en voldoende compensatie. De compensatie is verdeeld over

tenminste drie vakken. Daarnaast is er maximaal één tekort in één van de eindcijfers van de vakken Nederlands, Engels en wiskunde

3. Op voorstel van de teamleider kan in uitzonderlijke omstandigheden een leerling alsnog bevorderd worden.

7.5 Citaten, parafrasen en plagiaat

Handelingsdelen, actieve taken en het profielwerkstuk worden uiteraard door de leerling zelf gemaakt, al dan

niet in (bij de begeleider bekende) samenwerking met medeleerlingen. Hierin is het opnemen van citaten en

parafrasen (een parafrase is een in eigen woorden weergegeven citaat) toegestaan, mits als zodanig aangegeven

en voorzien van een volledige bronvermelding. Dit geldt voor zowel tekst- als beeldmateriaal.

Onder plagiaat verstaan we het opnemen van citaten en parafrasen op een zodanige wijze dat de schijn gewekt

wordt dat het om eigen kennis en inzichten gaat.

Plagiaat wordt aangemerkt als een onregelmatigheid en dat betekent dat bij constatering de schoolleiding

na raadpleging van de betrokkenen maatregelen zal nemen. Dit kan variëren van het ontzeggen van

verdere deelname aan het schoolexamen tot het geheel of gedeeltelijk overmaken van het betreffende

onderdeel van het schoolexamen, dan wel het toekennen van het cijfer één.

7.6 Regeling gebruik van laptop en verlengde examen- en toetsduur

In principe is eerder in de schoolloopbaan al vastgesteld of een leerling recht heeft op bijzondere regelgeving en

is die ook van toepassing in VWO 5.

Leerlingen en ouders/verzorgers die in VWO 5 nog menen recht te hebben op deze regelgeving, moeten via de

mentor contact opnemen met het zorgcentrum. Het zorgcentrum stelt vast (al dan niet met een rapport van een

extern deskundige) of een leerling voor bijzondere regelgeving in aanmerking komt.

De onderwijsinspectie V.O. kan om inzage in de rapporten van deze leerlingen vragen.

Leerlingen met een buitenlandse nationaliteit voor wie Nederlands niet de moedertaal is en die korter dan 6 jaar

in Nederland verblijven, kunnen ook aanspraak maken op de bijzondere examenregeling. Ook deze aanvragen

worden eerst gecontroleerd en daarna op verzoek voorgelegd aan de onderwijsinspectie.

11

7.7 Reglement mondelinge schoolexamens

1. In geval van één examinator wordt het mondelinge examen opgenomen Zijn er twee examinatoren, dan

maken ze een protocol.

2. Als een kandidaat het niet eens is met het hem/haar toegekende cijfer wordt, door middel van de opname of

protocol, het mondelinge examen ter beoordeling voorgelegd aan een docent uit dezelfde vaksectie. De

kandidaat dient de herbeoordeling uiterlijk op de ochtend na het mondelinge examen voor 8.30 uur aan te

vragen bij de secretaris van het eindexamen.

3. Het opgenomen mondelinge examen wordt beluisterd door de examinator, de medebeoordelaar en de kandidaat op een tijdstip dat door de secretaris wordt vastgesteld.

4. Examinator en gecommitteerde (medebeoordelaar) stellen het cijfer voor het mondelinge examen definitief

vast. (Eventueel wordt middeling toegepast). Dit kan hoger of lager worden dan het oorspronkelijke cijfer of

gelijk blijven

5. Als het cijfer definitief is vastgesteld, wordt dit door de examinator op de administratie vermeld. Dit cijfer

wordt door de examinator en de kandidaat vastgelegd.

6. In uitzonderlijke gevallen kan de kandidaat of de examinator bij het tentamen een gecommitteerde

aanvragen bij de secretaris van het eindexamen.

7. Zonder opgave van redenen wegblijven bij een mondelinge toets wordt beschouwd als een

onregelmatigheid.

8. In gevallen waarin het reglement niet voorziet, beslist de rector.

12

8 Examenreglement VWO, HAVO, VMBO Openbaar Onderwijs Groep Groningen

Datum Examen

01-07-16

Reglement

Onderwerp

Examenreglement VWO, HAVO, VMBO Openbaar Onderwijs Groep Groningen

13

Index pagina

1.1 Besluit College van Bestuur 14 1.2 Begripsbepalingen 14 1.3 Onregelmatigheden 14 1.4 Samenstelling Commissie van Beroep 15 1.5 Geheimhouding 15 1.6 Proeven 15 1.7 Inrichting en tijdstippen schoolexamen 15 1.8 Bewaren 15 1.9 Vaststelling van de cijfers 15 1.10 De gang van zaken tijdens het centraal examen 16 1.11 Afwezigheid 16 1.12 Gebruik hulpmiddelen 15 1.13 Beoordelingen 16 1.14 Mededeling beoordelingen schoolexamen 17 1.15 Verhindering schoolexamen 17 1.16 Herkansing 17 1.17 Programma van toetsing en afsluiting 17 1.18 Ondertekening diploma 18 1.19 Inwerkingtreding 18 1.20 Citeerartikel 18 1.21 Inzage 18

14

1.1 Besluit

Het College van Bestuur Openbaar Onderwijs Groep Groningen; heeft besloten: I. vast te stellen de volgende regeling voor de examens aan openbare scholen voor v.w.o.-h.a.v.o.-

v.m.b.o.

1.2. Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder:

1. "het besluit": het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o.; 2. "inspectie": de inspectie, bedoeld in artikel 113 of 114 van de Wet op het voortgezet onderwijs,

en wat opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs betreft, de inspectie, bedoeld in artikel 5.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

3. "directeur": de rector of directeur van een school voor voortgezet onderwijs; 4. "kandidaat": ieder die door het College van Bestuur tot het eindexamen of deeleindexamen

wordt toegelaten; 5. "school": een school voor v.w.o., een school voor h.a.v.o., een school voor m.a.v.o., een school

voor v.b.o. of een instelling voor educatie en beroepsonderwijs, tenzij anders blijkt; 6. "examinator": degene die is belast met het afnemen van het examen in een vak; 7. "eindexamen": een examen in het geheel van de voor het desbetreffende eindexamen

voorgeschreven vakken, bestaande uit het schoolexamen en het centraal examen; 8. “bevoegd gezag” College van Bestuur Openbaar Onderwijs Groep Groningen.

1.3 Onregelmatigheden

1. Als een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen dan wel ten aanzien van een aanspraak op vrijstelling aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, of zonder geldige reden afwezig is, kan de directeur maatregelen nemen. 2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn:

a) het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen, b) het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het

schoolexamen of het centraal examen, c) het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het

schoolexamen of het centraal examen, d) het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd

examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen; indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in een volgend tijdvak van het centraal examen.

e) Een sanctie in lijn met het Programma van Toetsing en Afsluiting van het betreffende leerjaar. 3. De directeur deelt zijn beslissing binnen twee werkdagen na constatering van de onregelmatigheid schriftelijk mee aan de kandidaat. In de schriftelijke mededeling wordt gewezen op het bepaalde in dit artikel, lid 4. De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift gezonden aan ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat, als deze minderjarig is, en aan het College van Bestuur en de inspectie. 4. De kandidaat kan tegen een beslissing van de directeur in beroep gaan bij de door het College van Bestuur in te stellen commissie van beroep. Van de commissie van beroep mag een directeur geen deel uitmaken. In overeenstemming met artikel 5 van het Eindexamenbesluit VO wordt het beroep binnen vijf werkdagen nadat de beslissing aan de kandidaat is bekendgemaakt, schriftelijk ingesteld bij de commissie van beroep. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken na ontvangst van het beroepsschrift, tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van sub d van het tweede lid. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mee aan de

15

kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat als deze minderjarig is, aan de directeur en aan de inspectie.

1.4 Samenstelling commissie van beroep

1. De in artikel 1.3, lid 4, bedoelde commissie bestaat uit drie leden, die in dienst zijn van het bevoegd gezag. In de commissie zitten in ieder geval een onderwijskundig adviseur en de bestuurssecretaris . De bestuurssecretaris zal als secretaris fungeren. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter. In de commissie zitten geen medewerkers van de scholen van voortgezet openbaar onderwijs van Openbaar Onderwijs Groep Groningen. 2. Het adres van de commissie van beroep is: Openbaar Onderwijs Groep Groningen, Postbus 744, 9700 AS Groningen.

1.5 Geheimhouding 1. Iedereen die betrokken is bij de uitvoering van dit reglement gaat op vertrouwelijke manier met de gegevens om, tenzij wettelijke voorschriften anders bepalen.

1.6 Proeven 1. Het schoolexamen kan plaatsvinden in de leerjaren 3 en 4 v.m.b.o., 4 en 5 h.a.v.o. en 4, 5 en 6 v.w.o. 2. Het schoolexamen in een vak bestaat uit het afnemen van drie of of meer proeven. Deze proeven kunnen schriftelijk, mondeling, praktisch of in een combinatie daarvan worden afgenomen. 3. De proeven in een vak gaan over de stof, waarover het schoolexamen zich ingevolge het examenprogramma uitstrekt.

1.7 Inrichting en tijdstippen schoolexamen 1. Het schoolexamen vindt plaats overeenkomstig de tijdschema’s en stofomschrijving van de vakken, zoals die in het programma van toetsing en afsluiting is omschreven. De vorm (schriftelijk, mondeling, praktisch of een combinatie daarvan), waarin de proeven van het schoolexamen zullen plaatsvinden, is in overeenstemming met het Programma van Toetsing en Afsluiting . 2. Het schoolexamen wordt afgesloten voor de aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen. 3. Het bevoegd gezag kan in afwijking van het tweede lid een kandidaat die ten gevolge van ziekte of een andere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid het schoolexamen in één of meer vakken niet heeft kunnen afsluiten voor de aanvang van het eerste tijdvak, in de gelegenheid stellen het schoolexamen in dat vak of in die vakken af te sluiten vóór het centraal examen in dat vak of in die vakken, doch na de aanvang van het eerste tijdvak. 1.8 Bewaren 1. Het werk van het examen wordt, samen met de opgaven en de officiele (cijfer)lijsten, gedurende tenminste 6 maanden na de uitslag van het centraal examen in het schoolarchief bewaard. 2. Na overleg met de directeur kunnen belanghebbenden inzage krijgen in schriftelijk examenwerk. Dit onder door hem te stellen voorwaarden en binnen de in lid 1 gestelde termijnen. De betrokken examinator is bij die inzage aanwezig. Aan dit inzagerecht kan geen recht op herwaardering worden ontleend. 3. Als een belanghebbende na inzage van mening is dat bij de vaststelling van het cijfer een objectief constateerbare fout is gemaakt is, stelt hij de directeur hiervan op de hoogte. 4. Het gecorrigeerde werk, de beoordelingsnormen en de toegekende cijfers worden door de examinator bewaard tot 1 januari van het jaar volgend op het jaar van het centraal examen. 1.9 Over vaststelling van de cijfers 1. Voor de becijfering van de toetsen kunnen alle getallen met één decimaal van 1,0 tot en met 10 worden gebruikt. Het eindcijfer van het schoolexamen is het gewogen gemiddelde van de beoordelingen die voor de proeven van het schoolexamen aan de kandidaat zijn gegeven. De wegingsfactor wordt per vak en per toets aangegeven in het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA)

16

2. Als een kandidaat in een vak door twee of meer docenten is geëxamineerd bepalen deze docenten in onderling overleg het cijfer voor het schoolexamen. Komen zij niet tot overeenstemming, dan wordt het cijfer bepaald op het rekenkundig gemiddelde van de beoordelingen door ieder van hen. 3. Het schoolexamen eindcijfer van vakken met uitsluitend schoolexamen wordt afgerond op een heel getal zonder decimalen. Om te komen tot dit hele getal wordt bij een cijfer met meerdere decimalen eerst afgerond naar een decimaal. Indien deze decimaal een 5 of hoger is, dan wordt het eindcijfer met 1 verhoogd.* 4. Het schoolexamen eindcijfer van vakken met schoolexamen en centraal examen wordt afgerond op één decimaal.Als een gemiddelde, zoals bedoeld in lid 1 of 2, een cijfer met twee of meer decimalen is, wordt dit cijfer afgerond op de eerste decimaal met dien verstande dat deze decimaal met 1 wordt verhoogd indien de tweede decimaal zonder afronding 5 of hoger is. 5. De examinator geeft de kandidaat inzage in de normen die bij het bepalen van het cijfer voor de afgelegde toetsen door hem zijn gehanteerd. * In de praktijk betekent dit dat een 5.45 wordt afgerond naar 5.5 en vervolgens naar een 6.

1.10 De gang van zaken tijdens het centraal schriftelijk examen

1. Tijdens de zittingen wordt het toezicht gehouden door tenminste twee daartoe door de directeur uit het personeel aangewezen surveillanten. 2. Nadat bij het begin van het examen in een vak een van de surveillanten de op de enveloppe beschreven gegevens heeft opgelezen en in orde heeft bevonden, opent hij de enveloppe in aanwezigheid van de kandidaten. Als niet alle kandidaten in één lokaal zijn geplaatst, dan wordt de enveloppe geopend in één van de examenlokalen. 3. Kandidaten mogen niet eerder dan een uur na de aanvang van het examen vertrekken. 4. Een kandidaat die te laat komt mag tot uiterlijk een half uur na het begin van het examen worden toegelaten. 5. Het werk wordt uitsluitend gemaakt op papier dat door de directeur is verstrekt, tenzij door de commissie belast met de vaststelling van de opgaven ander papier wordt verstrekt. 6. De kandidaat neemt pen, potlood, gum, liniaal, geodriehoek, passer en de overige hulpmiddelen die hem vanwege het CEVO/ministerie door de directeur worden toegestaan, mee in de examenzaal. Het is niet toegestaan om mobiele gegevensdragers mee te nemen of te gebruiken. 7. De kandidaat mag tijdens het examen het examenlokaal niet verlaten zonder toestemming van de toezichthouder 8. Deelname aan het examen betekent dat het eenmaal gemaakte werk zijn geldigheid behoudt. 9. Een kandidaat die tijdens een zitting onwel wordt, kan onder begeleiding het examenlokaal verlaten. In overleg met de kandidaat beoordeelt de directeur of de kandidaat na enige tijd het werk kan hervatten. De directeur bepaalt in overleg met de inspectie of de gemiste tijd aan het eind van de zitting mag worden ingehaald. Kan de kandidaat het werk niet hervatten, dan kan de directeur beslissen dat het voor een deel gemaakte werk ongeldig is. In dat geval zal de kandidaat in het tweede tijdvak aan het examen moeten deelnemen. 10. Aan het einde van het examen verzamelen de toezichthouders het gemaakte werk. De kandidaten blijven zitten totdat de toezichthouder toestemming geeft om het lokaal te verlaten. 1.11 Afwezigheid 1. De kandidaten zijn vooraf op de hoogte gesteld over de regels met betrekking tot afwezigheid bij het centraal examen. 2. In het Programma van Toetsing en Afsluiting is een regeling opgenomen met betrekking tot afwezigheid bij schoolexamens.

1.12 Gebruik hulpmiddelen

1. De kandidaat mag bij het schoolexamen uitsluitend gebruik maken van hulpmiddelen, zoals deze zijn aangegeven in het programma van toetsing en afsluiting.

1.13 Beoordelingen 1. Van iedere beoordeling die bij het bepalen van het eindoordeel over een kandidaat meetelt, stelt de examinator de kandidaat zo spoedig mogelijk op de hoogte

17

2. De beoordelingen binnen het schoolexamen vinden plaats zoals is besloten in het programma van toetsing en afsluiting.

1.14 Mededeling beoordelingen schoolexamen Tenminste één week voor de aanvang van het centraal examen wordt de kandidaat van de beoordelingen van het schoolexamen schriftelijk op de hoogte gesteld.

1.15 Verhindering schoolexamen 1. Als een kandidaat om een geldige reden is verhinderd een proef of proeven van het schoolexamen af te leggen, kan de directeur bepalen dat een kandidaat in de gelegenheid wordt gesteld de desbetreffende proef of proeven alsnog af te leggen. De directeur beoordeelt op basis van de criteria zoals die in het programma van toetsing en afsluiting zijn aangegeven, of er een geldige reden is. 2. Afwezigheid bij een proef of proeven van het schoolexamen moet steeds voor de aanvang daarvan bij de directeur of een door hem daarvoor aangewezen persoon worden gemeld. In het programma van toetsing en afsluiting wordt aangegeven op welke wijze dit door de kandidaat en/of zijn ouders, voogden of verzorgers als de kandidaat minderjarig is, moet gebeuren.

1.16 Herkansing 1. Het schoolexamen kent een herkansingsregeling, die is beschreven in het programma van toetsing en afsluiting. 2. De herkansingregeling moet aan sluiten bij de vorm en inrichting van het schoolexamen. 3. In de herkansingsregeling worden in ieder geval aangegeven:

a. de criteria op basis waarvan wordt beoordeeld of een kandidaat voor een herkansing in aanmerking komt;

b. de periodes waarbinnen de herkansing plaatsvindt en het aantal herkansingsmogelijkheden; c. de onderdelen van het schoolexamen, welke zijn uitgesloten van de herkansingsregeling.

1.17 Programma van toetsing en afsluiting

1. leder jaar vóór 1 oktober wordt een programma van toetsing en afsluiting per school vastgesteld door het bevoegd gezag. 2. In het programma wordt in elk geval aangegeven:

welke onderdelen van het examenprogramma op het schoolexamen worden getoetst,

de inhoud van de onderdelen van het schoolexamen,

de verdeling van de examenstof over de toetsen van het schoolexamen,

de tijdvakken waarbinnen de toetsen van het schoolexamen aanvangen,

de wijze waarop het schoolexamen plaatsvindt,

de herkansing daaronder mede begrepen, de wijze van herkansing voor het schoolexamen,

de regels die aangeven op welke wijze het cijfer voor het schoolexamen voor een kandidaat tot stand komt.

3. Het programma van toetsing en afsluiting wordt door de directeur vóór 1 oktober toegezonden aan de inspectie via het digitaal loket en verstrekt aan de kandidaten.

18

1.18 Ondertekening diploma

De ondertekening van het diploma geschiedt door de directeur of door degene die in het programma van toetsing en afsluiting is beschreven.

1.19 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op: 1 oktober 2016

1.20 Citeerartikel Deze regeling kan worden aangehaald als: Examenreglement v.w.o.-h.a.v.o.-v.m.b.o. van Openbaar Onderwijs Groep Groningen.

1.21 Inzage

Deze regeling ligt ter inzage bij het Openbaar Onderwijs Groep Groningen, Leonard Springerlaan 39, 9727 KB te Groningen. Deze regeling wordt opgenomen in het programma van toetsing en afsluiting.

19

8.1 BIJLAGE 1:

EINDEXAMENBESLUITVO VWO - HAVO – VMBO

De volledige tekst is te vinden op: http://wetten.overheid.nl/BWBR0004593/2016-08-01

Toelichting vooraf

De gehele examenregeling bestaat uit:

• het door het bevoegd gezag vastgestelde Examenreglement (een algemeen gedeelte waarin

regels staan voor het schoolexamen (SE) en het Centraal Examen (CE); • het door de minister vastgestelde Eindexamenbesluit VO (vwo-havo-vmbo);

• het jaarlijks ook door het College van Bestuur vastgestelde Programma van Toetsing en

Afsluiting (PTA)

• zo nodig door de schoollocatie vastgestelde praktische (huis)regels en protocollen die gelden als

aanvullende regeling voor de examens.

Het Examenreglement en het PTA staan vanaf 1 oktober 2016 op de website van de school onder [

Zernike College / Montessori Lyceum Groningen. Daar komen in de loop van het jaar eventueel ook

aanvullende (huis)regels bij te staan.

De hiernavolgende tekst is vastgesteld door het College van Bestuur van O2G2.

Hiermee voldoen we aan de verplichting uit het Eindexamenbesluit VO, artikel 31, lid 1.

Het examenreglement vormt de verbinding tussen wet- en regelgeving en overheidsvoorschriften

enerzijds en de schoolinterne regelgeving anderzijds. Het is als zelfstandig document leesbaar, maar

in geval van onduidelijkheid of waar het leidt tot interpretaties strijdig met de betreffende wet- en

regelgeving, zijn de teksten van de overheidsvoorschriften bepalend. In alle gevallen waarin noch de

Wet, noch het Eindexamenbesluit, noch dit Examenreglement voorziet, beslist het College van

Bestuur.

Alle leerlingen in de bovenbouw wordt een examenreglement en het toepasselijk PTA (programma

van toetsing en afsluiting) (digitaal) ter beschikking gesteld. Het Eindexamenbesluit zelf ligt voor

leerlingen en ouders ter inzage op school bij de examensecretaris. Dit is eveneens te raadplegen via

www.eindexamen.nl.

Vanwege de leesbaarheid is in dit reglement gekozen voor de mannelijke

aanduiding. Overal waar hij/hem staat, kan ook zij/haar gelezen worden.

20

Voorwoord ter inleiding

Beste leerling,

Voor je ligt het Examenreglement voor de schooljaren 2016-2017 en 2017-2018 voor vmbo (mavo)

en havo en 2016-2017 t/m 2018-2019 voor vwo.

Het eindexamen van vmbo (mavo) begint in het derde leerjaar. Voor havo en vwo begint het in het

vierde leerjaar. Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen (SE), een rekentoets en een centraal

examen (CE).

In dit document vind je het examenreglement dat O2G2 hanteert bij het afnemen van het

eindexamen. Dit examenreglement is een erg belangrijk stuk. Het geeft aan welke rechten en

plichten de school kent en welke jij als examenkandidaat hebt. Met sommige beschreven situaties

kun je onverwacht te maken krijgen. Het zou vervelend zijn als blijkt dat je de betreffende regelingen

niet kent. Lees deze tekst dus goed door.

Bij dit document hoort ook een ander document: het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) van

alle vakken. In het PTA vind je een overzicht van de eisen die voor het examen bij de verschillende

vakken aan je gesteld worden. In dat programma kun je ook lezen welke delen van het schoolexamen

wanneer plaatsvinden. Bovendien wordt bij elk vak afzonderlijk aangegeven hoe de weging van de

toetsen/opdrachten is ten aanzien van het schoolexamen. Ook dit document bevat dus uiterst

belangrijke informatie.

Zo is het belangrijk om te weten dat het schoolexamen voor sommige vakken bij het VMBO al in het

derde leerjaar kan starten en bij havo en vwo al in het vierde leerjaar. Een enkel vak wordt dan zelfs al

afgesloten, d.w.z. dat het eindcijfer voor dat vak dan al vaststaat voor je eindlijst. Je neemt deze mee

naar het eindexamenjaar en ze gaan straks mede je eindcijfer en het resultaat van het schoolexamen

bepalen!

Het volledige PTA staat vanaf 1 oktober van elk jaar op de website van je school. Zorg dat je goed

weet, wat erin staat, zodat je weet wat er van je verwacht wordt.

Tot slot wenst de schoolleiding je mede namens je docenten en alle andere medewerkers heel veel

succes toe met je examens!

21

ALGEMENE BEPALINGEN (hoofdstuk I eindexamenbesluit, art. 1 t/m 5)

Artikel 1

Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

Beroepscommissie regionale commissie waarbij kandidaten in beroep

kunnen gaan

Bevoegd gezag het College van Bestuur van Stichting Openbaar

Onderwijs Groep Groningen

Centraal examen de examens die landelijk worden afgelegd en

centraal worden bepaald

Cspe centraal schriftelijk en praktisch examen in een

beroepsgericht programma

CvTE College voor Toetsen en Examens (landelijk)

Directeur de rector of directeur van een school voor

voortgezet onderwijs

Eindexamen een examen in ten minste het geheel van de

voorgeschreven vakken in de betreffende

schoolsoort en afdeling

Examencommissie door de directeur per locatie ingestelde

commissie verantwoordelijk voor de organisatie

van het examen

Examendossier het geheel van de onderdelen van het

schoolexamen zoals gedocumenteerd in een door

het bevoegd gezag gekozen vorm

Examenstof de aan de kandidaat te stellen eisen

Examinator degene die belast is met het afnemen van het

examen in een vak

Gecommitteerde een gecommitteerde als bedoeld in artikel 36 van

het eindexamenbesluit

Herkansing het opnieuw deelnemen aan een toets van het

centraal examen of het schoolexamen

Inspectie de inspectie, bedoeld in art. 113 en 114 van de

WVO en art. 1 van de Wet op het

onderwijstoezicht

Kandidaat een ieder die door het bevoegd gezag tot het

(deel-) eindexamen wordt toegelaten

Leerweg (vmbo) de basisberoepsgerichte leerweg, bedoeld in

artikel 10b van de wet, de kaderberoepsgerichte

leerweg, bedoeld in artikel 10b van de wet, de

gemengde leerweg, bedoeld in artikel 10d van de

wet en de theoretische leerweg, bedoeld in artikel

10 van de wet

Onze Minister onze Minister van Onderwijs, Cultuur en

Wetenschappen

Ouders ouders, voogden of verzorgers

Proces-verbaal verslag van de examenzitting

Profielwerkstuk (havo en vwo) het in artikel 4 van dit reglement (gelijkluidend

aan artikel 4 van het Eindexamenbesluit)

bedoelde profielwerkstuk

PTA het programma van toetsing en afsluiting, zoals

bedoeld in artikel 31, lid 2 en 3 van het

Eindexamenbesluit

22

School Een school voor vwo, een school voor havo, een

school voor mavo, een school voor vbo of een

instelling voor educatie en beroepsonderwijs,

tenzij anders blijkt.

Schoolexamen de onderdelen van het examen, waarvoor de

school de opgaven produceert en het eindcijfer

bepaalt

Schooljaar het tijdvak dat aanvangt op 1 augustus en eindigt

op 31 juli van het daaropvolgende jaar

Rekentoets digitaal af te nemen toets, in het voorlaatste of

laatste examenjaar, die samen met SE en CE het

hele examen vormt (art 29, lid 5 WVO)

Secretaris van het eindexamen een daartoe door de directeur aangewezen

personeelslid van de school

Sectorwerkstuk (gemengde en theoretische

leerweg vmbo)

het in artikel 4 van dit reglement (gelijkluidend

aan artikel 4 van het Eindexamenbesluit)

bedoelde sectorwerkstuk

Toets een toets met schriftelijke of mondelinge vragen

en opdrachten, of een praktische opdracht

Vakken vakken, inter- en intrasectorale programma’s en

andere programmaonderdelen

(de) wet de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO)

Artikel 2

Toelating tot het eindexamen (Eindexamenbesluit art. 2)

1. Het bevoegd gezag stelt de leerlingen van een school in de gelegenheid ter afsluiting van de

opleiding een eindexamen af te leggen.

2. Het bevoegd gezag kan tot het eindexamen kandidaten toelaten die niet als leerling van de

school zijn ingeschreven, met inachtneming van artikel 2 van het Eindexamenbesluit.

3. Kandidaten als bedoeld in het tweede lid, die worden toegelaten tot het eindexamen van een

school voor voortgezet onderwijs, zijn behoudens het bepaalde in het vierde lid aan het bevoegd

gezag een bedrag verschuldigd van € 567 voor een volledig eindexamen.

4. In afwijking van het bepaalde in het derde lid is een toelatingsbedrag niet verschuldigd door

kandidaten die zijn ingeschreven bij een andere uit de openbare kas bekostigde, - al dan niet in

de zin van dit besluit -, afdeling of onderwijsinstelling en die aldaar geen eindexamen dan wel

deeleindexamen afleggen.

Artikel 3

Afnemen eindexamen (Eindexamenbesluit art. 3)

1. De directeur en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het

eindexamen af. 2. De directeur wijst één van de personeelsleden van de school aan tot secretaris van het

eindexamen. Deze secretaris maakt altijd deel uit van de examencommissie van de school die

door de directeur wordt ingesteld ter uitvoering van de examenregeling.

Artikel 4

Indeling eindexamen; profielwerkstuk en sectorwerkstuk (Eindexamenbesluit art. 4)

1. Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen, uit een centraal examen dan

wel uit beide.

2. Het schoolexamen vwo en havo omvat mede een profielwerkstuk. Het profielwerkstuk is een

werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en

vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het desbetreffende profiel.

3. Het profielwerkstuk heeft betrekking op één of meer vakken van het eindexamen.

23

4. Het schoolexamen vmbo voor zover het betreft de theoretische leerweg, genoemd in artikel 10

van de wet, en de gemengde leerweg, genoemd in artikel 10d van de wet, omvat mede een

sectorwerkstuk. Het sectorwerkstuk is vakoverstijgend en heeft betrekking op een thema uit de

sector waarin de leerling het onderwijs volgt.

Artikel 5

Maatregelen bij onregelmatigheden (Eindexamenbesluit art. 5)

1. De directeur kan maatregelen nemen indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van

het eindexamen dan wel ten aanzien van een aanspraak op ontheffing aan enige

onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is. Het

bij zich hebben of dragen tijdens het school- of centraal examen van een device, als een GSM,

tablet, smartwatch of hiermee vergelijkbare elektronische apparatuur (mobiele gegevensdragers),

kan als een onregelmatigheid worden gezien. 2. De maatregelen bedoeld in het eerste lid die al dan niet in combinatie met elkaar genomen

kunnen worden, zijn:

a. Het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal

examen;

b. Het toekennen van de beoordeling onvoldoende voor een onderdeel dat niet met een cijfer wordt

beoordeeld;

c. Het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer zittingen van het

schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen;

d. Het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het

schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen;

e. Het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de

vorige volzin betrekking heeft op één of meerdere onderdelen van het centraal examen, legt de

kandidaat dat examen af in het volgende tijdvak van het centraal eindexamen.

3. Alvorens een beslissing ingevolge artikel 5 lid 1 en 2 wordt genomen, hoort de directeur de

kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan.

De directeur deelt zijn beslissing met redenen omkleed, mee aan de kandidaat, zo mogelijk

mondeling en in ieder geval schriftelijk. De schriftelijke mededeling wordt (aangetekend)

verzonden en hierin wordt tevens gewezen op het bepaalde in het vierde lid. De schriftelijke

mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de rector, de inspectie en, indien de

kandidaat minderjarig is, aan diens wettelijke vertegenwoordigers.

4. De kandidaat kan tegen een beslissing van de directeur ingevolge artikel 5 van dit examenreglement in bezwaar gaan bij het College van Bestuur.

5. Het bezwaar moet binnen vijf werkdagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de

kandidaat is gebracht, schriftelijk bij het College van Bestuur worden ingesteld. De kandidaat

stuurt een afschrift van het bezwaarschrift aan de directeur.

6. Indien een kandidaat in bezwaar gaat tegen een uitsluiting van het schoolexamen c.q. het

centraal examen of een gedeelte daarvan, dan is hij gerechtigd – hangende de uitspraak van het

College van Bestuur – aan nog volgende zittingen van het schoolexamen of het centraal examen

deel te nemen. Bij afwijzen van het bezwaar wordt deze deelname ongeldig.

7. Indien een bezwaar in een examenzaak door het College van Bestuur niet-ontvankelijk of

ongegrond wordt verklaard, kan binnen vijf werkdagen schriftelijk beroep worden ingesteld bij de Regionale beroepscommissie die is ingesteld door het bevoegd gezag. De desbetreffende

directeur en rector maken geen deel uit van deze commissie.

8. De beroepscommissie stelt een onderzoek in en beslist binnen vijf dagen na ontvangst van het

beroepschrift op het beroep tenzij zij de termijn met redenen omkleed heeft verlengd met ten

hoogste eenzelfde periode. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze

de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het examen af te leggen,

onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De commissie deelt haar

beslissing schriftelijk mee aan de kandidaat en, indien deze minderjarig is, aan diens ouders,

voogden of verzorgers, alsmede aan het College van Bestuur en aan de inspectie.

9. Het Beroep kan worden ingediend bij:

24

Openbaar Onderwijs Groep Groningen

t.a.v. Voorzitter College van Bestuur

Postbus 744

9700 AS Groningen

B. INHOUD VAN HET EINDEXAMEN, hoofdstuk II (Eindexamenbesluit art. 7 t/m 25)

Artikel 6

Eindexamenvakken (Eindexamenbesluit art. 8)

1. De kandidaten kiezen, met inachtneming van hoofdstuk II van het Eindexamenbesluit, in welke

vakken zij examen willen afleggen. Voor leerlingen geldt deze keuze voor zover het bevoegd

gezag, al dan niet in samenwerking met het bevoegd gezag van een of meer andere scholen,

hen in de gelegenheid heeft gesteld zich op het examen in die vakken voor te bereiden. Voor wie

niet als leerling is ingeschreven, geldt deze keuze voor zover het bevoegd gezag hen tot het

examen in die vakken toelaat.

2. De kandidaten kunnen, voor zover het bevoegd gezag hun dat toestaat, in meer vakken examen

afleggen dan in de vakken die overeenkomen met vakken die onderdeel zijn van dat eindexamen..

3. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op kandidaten die deeleindexamen afleggen.

4. Indien het eindexamen één of meer vakken omvat van een andere schoolsoort dan die waarvoor

de kandidaat is ingeschreven, behoort ten minste één vak tot de voorgeschreven

eindexamenvakken van de schoolsoort van inschrijving.

C. REGELING VAN HET EINDEXAMEN (hoofdstuk III Eindexamenbesluit art.31 t/m 45)

Artikel 7

Programma van toetsing en afsluiting (Eindexamenbesluit art. 31 lid 2)

1. Jaarlijks vóór 1 oktober wordt per school door de directeur een programma van toetsing en

afsluiting (PTA) vastgesteld, waarin de regeling van het schoolexamen beschreven staat,

conform art. 31 lid 2 van het Eindexamenbesluit. Dit PTA heeft in elk geval betrekking op het

desbetreffende schooljaar.

2. Het PTA vermeldt in ieder geval:

- welke onderdelen van het examenprogramma in het schoolexamen worden getoetst;

- de inhoud en de weging van de onderdelen van het schoolexamen;

- de wijze waarop en de tijdvakken waarbinnen de toetsen van het schoolexamen

plaatsvinden, de herkansing daaronder mede begrepen;

- de wijze van herkansing van het schoolexamen, alsmede

- de regels voor de wijze waarop het cijfer voor het schoolexamen voor een kandidaat tot stand komt.

3. Het vastgestelde examenreglement en PTA worden jaarlijks voor 1 oktober toegestuurd aan de

inspectie en beschikbaar gesteld aan de leerlingen in het eerste examenjaar (op papier en/of

digitaal).

Indien het specifiek gedeelte van het PTA slechts geldig is voor één cursusjaar ontvangen de

leerlingen in de examenjaren voor 1 oktober van enig leerjaar het PTA betreffende dat leerjaar.

Artikel 8

Inrichting schoolexamen (uitwerking Eindexamenbesluit art. 32 en 35)

1. Het schoolexamen strekt zich uit over alle vakken waarin de kandidaat examen aflegt.

2. Het schoolexamen wordt gehouden overeenkomstig hetgeen voor elk vak afzonderlijk in het

programma van toetsing en afsluiting is aangegeven. Het schoolexamen wordt in een

examendossier vastgelegd.

3. Het schoolexamen havo en vmbo is gespreid over twee schooljaren en het schoolexamen vwo is

gespreid over drie schooljaren.

4. Het schoolexamen moet uiterlijk een week voor aanvang van het eerste tijdvak (art. 37

Eindexamenbesluit) zijn afgesloten (uitwerking Eindexamenbesluit art. 32 lid 2). Dit geldt ook

voor vakken en examenonderdelen die bij de uitslag niet met een cijfer worden beoordeeld.

25

5. In afwijking van lid 4 kan het bevoegd gezag een kandidaat die ten gevolge van ziekte of een

andere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid het schoolexamen niet heeft kunnen afsluiten

vóór aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen in de gelegenheid stellen het

schoolexamen in dat vak af te sluiten ná aanvang van het eerste tijdvak, doch vóór het centraal

examen in het betreffende vak.

6. Als een kandidaat het schoolexamen voor een of meer vakken van het centraal examen door

buitengewone omstandigheden, ter beoordeling van de directeur, niet op tijd heeft afgerond,

wordt hij uitsluitend voor die vakken verwezen naar het tweede en eventueel het derde tijdvak. 7. Van iedere beoordeling die bij het behalen van het eindoordeel over een kandidaat meetelt, stelt

de examinator de kandidaat zo spoedig mogelijk in kennis.

8. Het cijfer van een toets wordt uitgedrukt in een cijfer uit een schaal van cijfers lopend van 1 tot en

met 10 met daartussen liggende cijfers met één decimaal. Het eindcijfer van het schoolexamen

(eveneens uit een schaal van 1 tot en met 10 met daartussen liggende cijfers met één decimaal)

is het gewogen gemiddelde van beoordelingen voor de verschillende onderdelen waaruit het

schoolexamen van een vak bestaat.

In het programma van toetsing en afsluiting is per vak een regeling opgenomen, waarbij aan de

beoordelingen van de verschillende onderdelen een bepaald gewicht wordt toegekend.

a. Indien het een vak betreft dat een centraal examen kent, en het gemiddelde een cijfer van

méér dan een decimaal is, wordt het cijfer op één decimaal nauwkeurig afgerond, met dien

verstande dat deze decimaal met 1 wordt verhoogd, indien de tweede decimaal vóór de

afronding 5 of hoger was.

b. Als het een vak betreft dat geen centraal examen kent, dan wordt het decimaalloze eindcijfer

vervolgens als volgt bepaald: het cijfer voor de komma wordt met 1 verhoogd als de eerste

decimaal 5 of hoger was.

Indien een kandidaat in één vak door twee of meer leraren is geëxamineerd, bepalen deze in

onderling overleg het cijfer voor de toets van het schoolexamen. Komen zij niet tot

overeenstemming, dan wordt het cijfer bepaald op het rekenkundig gemiddelde van de

beoordelingen door ieder van hen.

9. Het combinatiecijfer wordt berekend door het gemiddelde te nemen van de afgeronde eindcijfers

van de vakken die worden meegenomen in het combinatiecijfer.

10. In afwijking van het achtste lid, worden het vak culturele en kunstzinnige vorming en het vak

lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van elk profiel, beoordeeld met

“voldoende” of “goed”. Deze beoordeling gaat uit van de mogelijkheden van de leerling en

geschiedt op de grondslag van het genoegzaam afsluiten van de desbetreffende vakken zoals

blijkend uit het examendossier. De eerste en tweede volzin zijn van overeenkomstige toepassing

op de kunstvakken en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van elke

leerweg (art. 35, lid 3 Eindexamenbesluit).

11. In afwijking van het achtste lid wordt het sectorwerkstuk beoordeeld met “voldoende” of “goed”.

Deze beoordeling geschiedt op de grondslag van het genoegzaam voltooien van het

sectorwerkstuk, zoals blijkend uit het examendossier. Het sectorwerkstuk wordt beoordeeld door

tenminste twee examinatoren die de kandidaat hebben begeleid bij de totstandkoming van het

sectorwerkstuk (art. 35, lid 4 Eindexamenbesluit). 12. De rekentoets wordt meegenomen in de zak/slaagregeling voor het VWO. Voor Havo en VMBO

wordt het (nog) niet meegenomen, het cijfer komt wel op de cijferlijst.

De kandidaat heeft recht op meerdere herkansingen bij de rekentoets binnen de periode waarin

de rekentoets wordt afgenomen, d.w.z. het laatste leerjaar en (voor zover van toepassing) het

voorlaatste leerjaar.

Artikel 9

Examendossier (Eindexamenbesluit art. 35c)

1. Het schoolexamen bestaat uit een examendossier. Het examendossier is het geheel van de

onderdelen van het schoolexamen zoals gedocumenteerd in een door het bevoegd gezag

gekozen vorm. Het examendossier voor het vmbo (theoretische en gemengde leerweg) omvat tevens de resultaten die de leerling heeft behaald voor de vakken, bedoeld in artikel 26g, 1e lid

van het inrichtingsbesluit WVO, of artikel 26i, 2e lid van dat besluit, voor zover in die vakken geen

eindexamen is afgelegd.

26

2. De school is verantwoordelijk voor het beheer van het examendossier. In ieder geval is geregeld

dat:

a. Per leerling de resultaten van alle in het PTA vermelde onderdelen van het schoolexamen

worden geregistreerd in het examendossier.

b. De in het examendossier vermelde resultaten door de leerlingen worden geautoriseerd

door parafering van de resultaatslijst.

c. Alle resultaten van het examendossier worden bijgehouden in het cijferregistratiesysteem

van de school.

Artikel 10

Mededeling eindcijfers schoolexamen (Eindexamenbesluit art. 33)

1. Voor de aanvang van het centraal examen maakt de directeur aan de kandidaat bekend, voor

zover van toepassing:

a. welke eindcijfers hij heeft behaald voor het schoolexamen;

b. de eindbeoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld;

c. de eindbeoordeling van het sectorwerkstuk gemengde en theoretische leerweg vmbo),

en d. het cijfer van de rekentoets

Artikel 11

Examencommissie

1 In september van elk jaar installeert de directeur de examencommissie voor dat lopende

schooljaar.

Voor het examenjaar 2016-2017 bestaat de examencommissie van Zernike College /

Montessori Lyceum Groningen uit: mevrouw E.F. Koridon, secretaris examens.

2 De examencommissie heeft (onder andere) de volgende taken:

a. a. Behandelen van verzoeken van kandidaten voor bijzondere maatregelen bij een

schoolexamen, wegens persoonlijke omstandigheden van de kandidaat;

b. b. Behandelen van klachten van kandidaten voor vrijstelling of ontheffing;

c. c. Behandelen van klachten van kandidaten over een primair besluit van de examinator,

waaronder

de inhoud of de beoordeling van een schoolexamen of toets;

d. d. Behandelen van klachten van kandidaten over de omstandigheden waaronder een

schoolexamen of toets is afgelegd.

3 Tegen een primair besluit van de examencommissie, als bedoeld in lid 2a en b, kan de leerling

of diens wettelijke vertegenwoordiger, binnen vijf werkdagen nadat het besluit aan de

kandidaat is medegedeeld, schriftelijk en gemotiveerd bezwaar maken bij de directeur. Binnen

vijf werkdagen nadat het bezwaar is binnengekomen deelt de directeur schriftelijk en gemotiveerd het besluit aan de leerling mede. Tegen het besluit op bezwaar van de directeur

kan beroep worden ingesteld bij de beroepscommissie van O2G2. De beroepscommissie

maakt het besluit binnen 5 werkdagen na ontvangst van het beroepschrift bekend. Indien een

zwaarwegend belang dit vereist, kan de termijn met maximaal eenzelfde periode worden

verlengd.

Zie voor de gegevens van de Beroepscommissie artikel 5, lid 9 en het reglement op de site.

4 Tegen een primair besluit van een examinator als bedoeld in lid 2c of een omstandigheid als

bedoeld in lid 2d kan de leerling of diens wettelijke vertegenwoordiger, binnen vijf werkdagen

nadat het besluit aan de kandidaat is medegedeeld, schriftelijk en gemotiveerd bezwaar

maken bij de examencommissie. De examencommissie vraagt de directeur om een reactie op

het bezwaar. Binnen vijf werkdagen nadat het bezwaar is binnengekomen deelt de

examencommissie schriftelijk en gemotiveerd het besluit aan de leerling mede. Tegen het

besluit op bezwaar van de directeur kan beroep worden ingesteld bij de beroepscommissie

van O2G2. De regionale beroepscommissie maakt het besluit binnen 5 werkdagen na ontvangst van het beroepschrift bekend. Indien een zwaarwegend belang dit vereist, kan de

termijn met maximaal eenzelfde periode worden verlengd.

5 Indien een lid van de examencommissie rechtstreeks is betrokken bij een geschil of kwestie,

dan neemt hij geen deel aan de beraadslaging en de besluitvorming over het geschil.

27

D. REGELING VAN HET CENTRAAL EXAMEN (hoofdstuk IV en V Eindexamenbesluit art. 36

t/m 59)

Artikel 12

Centraal examen en rekentoets

1. Het schoolexamen dient te zijn afgesloten alvorens een kandidaat kan worden toegelaten tot

het centraal examen (zie echter artikel 8 voor uitzonderingen op deze regel).

2. Het centraal examen wordt afgenomen conform het bepaalde in hoofdstuk IV en V van het Eindexamenbesluit, inclusief de regels voor de rekentoets. Het College voor Toetsen en

Examens (CvTE) stelt regels vast voor de uitvoering van de rekentoets.

Artikel 13

Regels omtrent het centraal examen (Eindexamenbesluit art. 40)

1. De directeur zorgt ervoor, dat de opgaven van het centraal examen geheim blijven tot de

aanvang van het examen waarbij deze opgaven aan de kandidaten worden voorgelegd. De

school heeft de gang van zaken rond geheimhouding, zowel van algemene vakken als van

digitale examens en cspe’s, vastgelegd in een protocol.

2. Voor de aanvang van elk examen controleert de directeur, of de door hem aangewezen

vervanger, of elke kandidaat aanwezig is.

3. De directeur van de school draagt er zorg voor dat het nodige toezicht bij het centraal examen

wordt uitgeoefend.

4. Bij de aanvang van het examen worden de - zich op de pakketten met opgaven bevindende

en daarvoor aangewezen - gegevens door de directeur of diens vervanger opgelezen. Nadat deze gegevens in orde zijn bevonden, opent de directeur of zijn vervanger de pakketten met

opgaven in tegenwoordigheid van de kandidaten.

5. Na het openen van de pakketten met opgaven mag geen enkele mededeling over het werk

aan de kandidaten worden gedaan, uitgezonderd mededelingen van het College voor Toetsen

en Examens die aan de school zijn verstrekt.

6. Onmiddellijk na het openen van de pakketten, worden de opgaven uitgedeeld en heerst er

absolute stilte.

7. Zij die bij het examen toezicht houden, maken over het verloop van het examen een proces-

verbaal op. Het proces-verbaal bevat tenminste plaats en tijd van afname van het examen,

namen van de toezichthouders en van degene die het pakket met opgaven heeft geopend, het

geëxamineerde vak en de namen van de deelnemende leerlingen. Aangetekend wordt welke

kandidaten afwezig zijn, het tijdstip van binnenkomen als een leerling te laat is en het tijdstip van vertrek van de leerlingen. Ook wordt aangetekend of een leerling van een afwijkende

wijze van examineren ingevolge artikel 55 van het Eindexamenbesluit (zie artikel 26 van dit

reglement) gebruik maakt. Het proces-verbaal wordt ondertekend door de toezichthouders en

degene die het pakket met opgaven opende en direct na de zitting samen met het

examenwerk ingeleverd bij de directeur of secretaris van het eindexamen..

8. Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van de

examenzitting tot het examenlokaal worden toegelaten. Hij levert het werk in uiterlijk op het

aangegeven eindtijdstip van deze examenzitting.

9. Gedurende het examen worden de opgaven niet buiten de examenlokalen gebracht.

10. Indien de minister nadere richtlijnen ten aanzien van de in het voorgaande lid aangegeven

handelwijze verstrekt, dan wordt gehandeld naar deze richtlijnen. 11. Het werk wordt gemaakt op papier, gewaarmerkt en verstrekt door de school, tenzij door de

commissie belast met de vaststelling van de opgaven ander papier verstrekt wordt. Dit geldt

ook voor kladpapier.

12. De kandidaat vermeldt zijn naam en examennummer op het verstrekte papier.

13. a. In het examenlokaal zijn de hulpmiddelen aanwezig waarvan het gebruik door het CvTE is

toegestaan; andere mogen niet meegenomen of gebruikt worden. Over het meenemen van

hulpmiddelen, die niet op school gebruikt worden, maar wel toegestaan zijn door het CvTE

dient de kandidaat tevoren in contact te treden met de schoolleiding.

b. In het examenlokaal mogen geen jassen en tassen worden meegenomen. Hetzelfde geldt

voor elektronische communicatie- of hulpmiddelen, zoals mobiele telefoonapparaten en

28

computers in de vorm van een bril of horloge. Op de tafels mogen ook geen etuis of hoezen

van rekenmachines of andere apparatuur aanwezig zijn.

c. Het gezamenlijk gebruik van de onder 13a bedoelde hulpmiddelen of het onderling lenen

is niet toegestaan.

14 a. Gedurende het examen is het de kandidaat niet toegestaan zonder toestemming van

degenen die toezicht houden, het examenlokaal te verlaten;

b. Een kandidaat die tijdens een zitting onwel wordt, kan onder begeleiding het examenlokaal

verlaten. In overleg met de kandidaat beoordeelt de directeur of de door hem aangewezen

vervanger, of de kandidaat het werk mag hervatten. Indien dat zo is, kan de gemiste tijd aan

het eind van de zitting worden ingehaald. Indien de kandidaat het werk niet kan hervatten, kan

de directeur beslissen dat het gemaakte werk ongeldig is. De kandidaat mag dan in het

tweede tijdvak dan wel het derde tijdvak van het centraal examen in het gemiste (onderdeel

van een) vak opnieuw examen doen.

15 De kandidaat levert zijn werk in bij één van de toezichthouders. Aan het eind van de zitting

controleert één van de toezichthouders of alle kandidaten hun werk hebben ingeleverd.

16 Voor aanvang van het examen maakt de directeur de kandidaten nadrukkelijk opmerkzaam op

de voorschriften vastgelegd in dit examenreglement.

17 Indien een kandidaat zich bij het schriftelijk examen aan enige onregelmatigheid schuldig

maakt, is artikel 5 van dit reglement van toepassing.

18 Indien de directeur besluit een nieuw examen te laten afleggen, geschiedt dit door verwijzing

naar het tweede of derde tijdvak.

19 Aan het einde van de zitting blijven de kandidaten zitten, totdat een toezichthouder het sein

geeft om op te staan en het examenlokaal te verlaten.

Artikel 14

Verhindering bij centraal examen (Eindexamenbesluit art. 45)

1. Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de directeur is verhinderd bij

één of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak

de gelegenheid gegeven het centraal examen voor ten hoogste twee toetsen per dag alsnog te voltooien. Artikel 10 lid 1, 6, 7, 8 en 9 van dit reglement zijn overeenkomstig van toepassing

met dien verstande dat examinering op een andere dan de vastgestelde plaats overleg met de

inspectie vereist.

2. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal

examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het

derde tijdvak ten overstaan van de desbetreffende staatsexamencommissie zijn examen te

voltooien.

3. De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de directeur aan bij de

voorzitter van de desbetreffende staatsexamencommissie. In dat geval deelt de directeur aan

de commissie mee welke cijfers de kandidaat voor het schoolexamen en het eventuele reeds

afgelegde gedeelte van het centraal examen heeft behaald, alsmede, wanneer dat zich voordoet:

a.dat ten behoeve van de kandidaat op grond van artikel 55 van het Eindexamenbesluit,

tweede lid, toestemming is verleend dat met betrekking tot het vak Nederlandse taal en

letterkunde dan wel tot het vak Nederlandse taal of tot enig vak, waarbij het gebruik van de

Nederlandse taal van overwegende betekenis is, wordt afgeweken van de voorschriften

gegeven bij of krachtens het Eindexamenbesluit;

b.dat ten behoeve van de gehandicapte kandidaat op grond van artikel 55 van het

Eindexamenbesluit, eerste lid, toestemming is verleend dat hij het centraal examen geheel of

gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan zijn mogelijkheden.

4. Na afloop van het derde tijdvak deelt de staatsexamencommissie het resultaat mee aan de

directeur.

29

Artikel 15

Beoordeling centraal examen (Eindexamenbesluit art. 41)

1. De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, een exemplaar van

de beoordelingsnormen van het examen en met het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator in het desbetreffende vak. De examinator beoordeelt het werk

zo spoedig mogelijk en past daarbij de beoordelingsnormen toe. De examinator drukt zijn

beoordeling uit in de score. De examinator zendt de score en het beoordeelde werk aan diens

directeur.

2. Deze directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de

opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de

score, bedoeld in het eerste lid, onverwijld aan de directeur van de school van de

gecommitteerde toekomen. Deze stelt het ter hand aan de gecommitteerde.

3. De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past daarbij de

beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe. Daarnaast voegt de

gecommitteerde, bij het gecorrigeerde werk, de verklaring betreffende het gecorrigeerde werk, die mede is ondertekend door of namens het bevoegd gezag van de gecommitteerde.

Artikel 16

Beoordeling centraal examen cspe (Eindexamenbesluit art. 41a)

1. De directeur draagt er zorg voor dat bij het maken van het cspe van een eindexamen vmbo,

een examinator in het desbetreffende vak of programma aanwezig is. De examinator

beoordeelt de prestaties tijdens het maken van de praktijkopgaven en legt zijn bevindingen

van de verrichtingen van de kandidaat schriftelijk vast, volgens daartoe door het CvTE

gegeven richtlijnen. De examinator beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past daarbij de

beoordelingsnormen toe. De examinator drukt zijn beoordeling uit in de score. De examinator

zendt de score en voor zover mogelijk het beoordeelde werk aan de directeur.

2. Voor het cspe vmbo vindt de beoordeling tevens plaats door een tweede examinator. De

tweede examinator kan een deskundige als bedoeld in artikel 29, tweede lid van de wet, of

een andere examinator van de school zijn. De tweede examinator beoordeelt het resultaat van

de opgaven, alsmede de verrichtingen van de kandidaat zoals blijkend uit de in het eerste lid bedoelde schriftelijke vastlegging daarvan. De directeur overhandigt de tweede examinator

daartoe een exemplaar van de opgaven de beoordelingsnormen, het proces verbaal, alsmede

de regels voor het bepalen van de score, bedoeld in het eerste lid.

20 UITSLAG, HERKANSING EN DIPLOMERING (Hoofdstuk V

Eindexamenbesluit)

Artikel 17

Vaststelling score en cijfer centraal examen en rekentoets (Eindexamenbesluit art. 42 en 46)

1. De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg de score van het

centraal examen vast. Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het

geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd

gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator.

Indien het geschil niet kan worden beslecht, dan wordt hiervan melding gemaakt aan

de inspectie. De inspectie kan een onafhankelijke corrector aanwijzen. De

beoordeling van deze corrector komt in de plaats van eerdere beoordelingen.

2. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen in een vak vast op grond van de

in het eerste lid bedoelde score, bedoeld in het eerste lid en met inachtneming van de

regels, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel e van de Wet College voor

examens. 3. Rekentoets (Eindexamenbesluit art. 46)

a. Het College voor toetsen en examens stelt regels voor de uitvoering van de

rekentoets. Het CvTE stelt in ieder geval een regeling vast voor de uitvoering

van de correctie voor zover de rekentoets bestaat uit open vragen.

b. De regeling, bedoeld onder a, treedt slechts in werking na goedkeuring door

Onze Minister. Onze Minister kan zijn goedkeuring onthouden wegens strijd

met het recht of het algemeen belang.

30

c. Met inachtneming van de artikelen 23, zevende lid, 24, zevende lid, en 25,

vijfde lid

Eindexamenbesluit, worden de beoordelingsnormen, bedoeld in artikel 2,

tweede lid, onderdeel d, van de Wet College voor toetsen en examens bij de

beoordeling van de rekentoets toegepast.

d. De rekentoets wordt afgenomen in het laatste leerjaar.

e. In afwijking van het gestelde onder d kan het bevoegd gezag een leerling uit

het voorlaatste leerjaar toelaten tot de rekentoets.

f. Het CvTE kan bij regeling bepalen dat de rekentoets niet onder toezicht van

een of meer gecommitteerden staat.

g. Artikel 43 en artikel 44 Eindexamenbesluit zijn van overeenkomstige

toepassing.

Artikel 18

Eindcijfer eindexamen (Eindexamenbesluit art. 47)

1. Het eindcijfer voor de rekentoets en alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een

geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10.

2. De directeur bepaalt het eindcijfer op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het

schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Als de uitkomst van de berekening bedoeld in de eerste volzin geen geheel getal is, wordt afgerond naar beneden indien de

eerste decimaal

achter de komma een 4 of lager is en wordt afgerond naar boven indien deze decimaal een 5

of hoger is.

3. Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden, is het cijfer van het schoolexamen

tevens het eindcijfer.

4. Het cijfer voor de rekentoets is tevens het eindcijfer.

Artikel 19

Vaststelling uitslag (selectie Eindexamenbesluit art. 48)

1. De directeur en de secretaris van het eindexamen stellen de uitslag vast met inachtneming

van het bepaalde in artikel 49 of artikel 50 en voor zover van toepassing artikel 52a van het

Eindexamenbesluit.

2. De directeur en de secretaris van het eindexamen stellen uit alle eindcijfers van de vakken

waarin de kandidaat examen heeft afgelegd een lijst op, zodanig dat de op de lijst vermelde

vakken een eindexamen vormen. waarbij zij zich ervan vergewissen dat dat het eindexamen

de in de artikelen 11, 12,13, 22, 23, 24 of 25 voorgeschreven vakken en de rekentoets omvat. 3. De uitslag luidt ‘geslaagd voor het eindexamen’ of ‘afgewezen voor het eindexamen’.

4. Indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen, betrekken de directeur en de secretaris

van het eindexamen het eindcijfer van één of meer vakken niet bij de bepaling van de uitslag,

na overleg met de kandidaat. De overgebleven vakken dienen een eindexamen te vormen.

5. De kandidaat toont in voorkomend geval ten genoegen van de directeur aan dat hij recht heeft

op een vrijstelling ingevolge artikel 11, 12, 13, 22, 23, 24 of 25 van het Eindexamenbesluit

(verwijzend naar art. 26e van het Inrichtingsbesluit W.V.O.). Vrijstellingsbewijzen hebben een

maximale geldigheidsduur van 10 jaar.

Artikel 20

Uitslag vmbo (Eindexamenbesluit art. 49)

1. De kandidaat die het eindexamen van een leerweg in het vmbo heeft afgelegd, is

geslaagd indien;

a. Het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste

5,5 is;

b. Hij voor:

1e. de rekentoets als eindcijfer 5 of meer heeft behaald en voor het vak Nederlandse taal

als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; of voor (Dit sub artikel is niet van toepassing in

schooljaar 2016-2017. Zie ook art 8.12)

31

2e. de rekentoets als eindcijfer 6 of meer heeft behaald en voor het vak Nederlandse taal

als eindcijfer 5 of meer heeft behaald; (Dit sub artikel is niet van toepassing in schooljaar

2016-2017. Zie ook art 8.12)

c. Hij onverminderd onderdeel b:

1e. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 of

meer en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of

meer heeft behaald;

2e. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 voor

de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer waarvan

ten minste één 7 of meer heeft behaald; of

3e. voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 voor

de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer waarvan

ten minste één 7 of meer heeft behaald;

d. Hij voor geen van de onderdelen, genoemd in het derde of vierde lid, lager dan het

eindcijfer 4 heeft behaald;

e. Hij voor de vakken lichamelijke opvoeding en het kunstvak uit het gemeenschappelijk deel

de kwalificatie < voldoende > of < goed > heeft behaald; en

f. Als het eindexamen gemengde of theoretische leerweg betreft: hij voor het profielwerkstuk

de kwalificatie < voldoende> of < goed > heeft behaald.

2. Bij de uitslagbepaling volgens het eerste lid, onderdeel c, wordt in de theoretische leerweg

het eindcijfer van een profielvak of beroepsgericht keuzevak behorende tot het

eindexamen van de gemengde leerweg als bedoeld in artikel 25 niet betrokken, tenzij

deze vakken samen tenminste een volledig beroepsgericht programma als bedoeld in

artikel 25, eerste lid, onderdeel d, vormen. In dat geval is het vierde lid van

overeenkomstige toepassing.

3. Bij de uitslagbepaling volgens het eerste lid, onderdeel c, wordt in de

basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg het gemiddelde van

de eindcijfers van alle beroepsgerichte keuzevakken aangemerkt als het eindcijfer van

één vak.

4. Bij de uitslagbepaling volgens het eerste lid, onderdeel c, wordt in de gemengde leerweg

het gemiddelde van de eindcijfers van het profielvak en alle beroepsgerichte keuzevakken

aangemerkt als het eindcijfer van één vak, met dien verstande dat het eindcijfer voor het

profielvak daarbij net zo vaak meetelt als het aantal eindcijfers van beroepsgerichte

keuzevakken dat in de berekening wordt betrokken.

5. De directeur bepaalt het eindcijfer, bedoeld in het derde en vierde lid, als het rekenkundig

gemiddelde van de eindcijfers van de samenstellende onderdelen. Indien de uitkomst van

deze berekeningen niet een geheel getal is, wordt dat getal in het eerste cijfer achter de

komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is,

naar boven afgerond.

6. In afwijking van het eerste lid, is de kandidaat die het eindexamen vmbo in de

basisberoepsgerichte leerweg heeft afgelegd ter afsluiting van een leerwerktraject als

bedoeld in artikel 10b1 van de wet geslaagd indien:

a. Hij voor:

1e. de rekentoets als eindcijfer 5 of meer heeft behaald en voor het vak Nederlandse taal

als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; of voor

2e. de rekentoets als eindcijfer 6 of meer heeft behaald en voor het vak Nederlandse taal

als eindcijfer 5 of meer heeft behaald;

b. Hij voor het profielvak als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; en

c. Hij als eindcijfer, bedoeld in het derde lid, 6 of meer heeft behaald.

Indien de vakken waarin examen is afgelegd, tezamen een eindexamen vormen van de

basisberoepsgerichte leerweg, bedoeld in artikel 10b van de wet, zijn het eerste en derde lid

van overeenkomstige toepassingen

7. Zodra de eindcijfers en indien mogelijk de uitslag zijn vastgesteld, maakt de directeur

deze schriftelijk aan de kandidaat bekend, onder mededeling van het in artikel 51

32

bepaalde. De uitslag is de definitieve uitslag indien artikel 51, eerste lid, geen toepassing

vindt.

Artikel 21

Uitslag vwo en havo (Eindexamenbesluit art. 50)

1. De kandidaat die eindexamen vwo of havo heeft afgelegd, is geslaagd indien:

a. het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten

minste 5,5 is;

b. hij voor

1e. één van de vakken Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur en voor

zover van toepassing wiskunde A, wiskunde B of wiskunde C als eindcijfer 5 of meer heeft

behaald en hij voor de rekentoets en het andere vak dan wel vakken, genoemd in dit

subonderdeel als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; of voor (Dit sub artikel is niet van

toepassing voor Havo in schooljaar 2016-2017. Zie ook art 8.12 m.b.t. de rekentoets)

2e. de rekentoets als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de vakken Nederlandse taal en

literatuur, Engelse taal en literatuur en voor zover van toepassing wiskunde A, wiskunde B

of wiskunde C als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; (Dit sub artikel is niet van toepassing

voor Havo in schooljaar 2016-2017. Zie ook art 8.12 m.b.t. de rekentoets)

c. hij onverminderd onderdeel b:

1e. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 of

meer en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer

6 of meer heeft behaald;

2e.voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en

voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of

meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt;

3e.voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5

heeft behaald en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als

eindcijfer

6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0

bedraagt; of

4e.voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld als eindcijfer 4 en

voor één van deze vakken als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken

waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het

gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt;

d. hij voor geen van de onderdelen, genoemd in artikel 50, tweede lid, van het

Eindexamenbesluit VO lager dan het eindcijfer 4 heeft behaald; en

e. hij voor de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding van het

gemeenschappelijk deel van elk profiel de kwalificatie < voldoende > of < goed > heeft

behaald;

2. Bij de uitslagbepaling volgens het eerste lid, wordt het gemiddelde van de eindcijfers van ten

minste de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak, voor zover voor

deze onderdelen een eindcijfer is bepaald: maatschappijleer en het profielwerkstuk en voor

vwo ook algemene natuurwetenschappen. Het bevoegd gezag kan daaraan toevoegen:

a. literatuur, als onderdeel van alle afzonderlijke moderne talen, met dien verstande dat

indien het bevoegd gezag daartoe niet besluit, literatuur voor de bepaling van de

eindcijfers een onderdeel is van het schoolexamen van de desbetreffende taal en

literatuur; b. algemene natuurwetenschappen in het havo;

c. bij bijzondere scholen: godsdienst of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs, met dien

verstande dat indien het bevoegd gezag daartoe niet besluit, godsdienst of

levensbeschouwelijk vormingsonderwijs geen onderdeel is van het eindexamen,

tenzij Onze Minister daarvoor goedkeuring heeft verleend met toepassing van

artikel 11, eerste lid, onder c, artikel 12, eerste lid, onder c, of artikel 13, eerste lid,

onder c Eindexamenbesluit.

33

3. Indien het bevoegd gezag toepassing geeft aan de tweede volzin van het tweede lid, wordt in

het examenreglement vermeld welk onderdeel of welke onderdelen worden toegevoegd.

4. De directeur bepaalt het eindcijfer, bedoeld in het tweede lid, als het rekenkundig gemiddelde

van de eindcijfers van de samenstellende onderdelen. Indien de uitkomst van deze

berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma

een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven

afgerond.

5. Zodra de eindcijfers en indien mogelijk de uitslag zijn vastgesteld, maakt de directeur deze schriftelijk aan de kandidaat bekend, onder mededeling van het in artikel 51 bepaalde. De

uitslag is de definitieve uitslag indien artikel 51, eerste lid (herkansing), geen toepassing vindt.

Artikel 22

Herkansing centraal examen (Eindexamenbesluit art. 51)

1. De kandidaat heeft voor één vak van het eindexamen waarin hij reeds centraal examen heeft

afgelegd, nadat ingevolge artikel 49, vierde lid, of artikel 50, vijfde lid, de eindcijfers zijn

bekendgemaakt, het recht om in het tweede tijdvak of, indien artikel 45, eerste lid, van

toepassing is, in het derde tijdvak, opnieuw deel te nemen aan het centraal examen of aan het

cspe, met dien

verstande dat indien het betreft het eindexamen van de basis- of kaderberoepsgerichte

leerweg in het vmbo, dit recht eveneens bestaat voor het cspe af te nemen door het bevoegd

gezag aansluitend aan het eerste tijdvak of in het tweede tijdvak. De herkansing van het cspe

bestaat uit het opnieuw afleggen van deze toets of van één of meer onderdelen daarvan.

2. De kandidaat stelt de directeur voor een door deze laatste te bepalen dag en tijdstip schriftelijk

in kennis van gebruikmaking van het in het eerste lid bedoelde recht.

3. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal

examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen.

4. Na afloop van de herkansing in het laatste leerjaar wordt de uitslag definitief vastgesteld met

overeenkomstige toepassing van artikel 48 en wordt deze schriftelijk aan de kandidaat

bekendgemaakt.

5. Na afloop van een herkansing in het voorlaatste leerjaar wordt het eindcijfer schriftelijk aan de

kandidaat bekendgemaakt.

6. Het eerste tot en met vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de vakken waarin in een examenjaar deeleindexamen is afgelegd. De kandidaat die in een examenjaar zowel

eindexamen als een of meer deeleindexamens aflegt, oefent het in het eerste lid bedoelde

recht per examenjaar ten hoogste eenmaal uit.

Artikel 23

Diploma, cijferlijst en certificaat (Eindexamenbesluit art. 52-54)

1. Onze minister stelt het model van de cijferlijst vast.

2. De directeur reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke kandidaat die eindexamen heeft

afgelegd, een cijferlijst uit welke is ingevuld volgens de voorschriften vermeld in artikel 52 van

het Eindexamenbesluit.

3. De directeur reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke voor het eindexamen geslaagde

kandidaat, daaronder mede begrepen de kandidaat die zijn eindexamen met gunstig gevolg

heeft voltooid ten overstaan van het CvTE, een diploma uit, waarop het profiel of de profielen

zijn vermeld die bij de uitslag zijn betrokken. Op het diploma vmbo is de leerweg vermeld die

bij de uitslag is betrokken. 4. De directeur reikt aan de definitief voor het eindexamen afgewezen kandidaat die de school

verlaat en die voor een of meer vakken van dat eindexamen een eindcijfer 6 of meer heeft

behaald een certificaat uit, waarop zijn vermeld, voor zover van toepassing:

a. het vak of de vakken waarvoor de kandidaat een eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en

b. voor vwo en havo het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het

profielwerkstuk en voor vmbo het thema van het sectorwerkstuk, alsmede de

beoordeling;

5. Indien een kandidaat in meer vakken examen heeft afgelegd dan in de vakken die tenminste

samen een eindexamen vormen, worden deze op de cijferlijst vermeld, tenzij de kandidaat

daartegen bedenkingen heeft geuit.

34

6. De directeur of degene die in het programma van toetsing en afsluiting is beschreven kunnen

de diploma's en de cijferlijsten ondertekenen.

7. Indien de kandidaat in een bepaald jaar is geslaagd voor het eindexamen, draagt de directeur

er op verzoek van de kandidaat zorg voor dat de behaalde cijfers voor de vakken waarin in

datzelfde jaar deeleindexamen of deelstaatsexamen is afgelegd, worden vermeld op de

cijferlijst.

8. De directeur van een scholengemeenschap die in elk geval een school voor mavo omvat, reikt

op verzoek van de kandidaat die met goed gevolg het examen vmbo in de gemengde leerweg aan die school heeft afgelegd en bovendien examen heeft afgelegd in een extra algemeen vak

en met het meetellen van dat vak voldoet aan artikel 49 voor zover het betreft de uitslag van

het eindexamen vmbo in de theoretische leerweg, het diploma vmbo van de theoretische

leerweg uit.

9. Duplicaten van afgegeven diploma's, certificaten, bewijzen van ontheffing en cijferlijsten

worden niet verstrekt.

10. Een schriftelijke verklaring dat een in het negende lid bedoeld document is afgegeven, welke

verklaring dezelfde waarde heeft als dat document zelf, kan uitsluitend door Onze Minister

worden verstrekt.

21 OVERIGE BEPALINGEN (hoofdstuk VI Eindexamenbesluit)

Artikel 24

Afwijking wijze van examineren (Eindexamenbesluit art. 55)

1. De directeur kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of

gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die

kandidaat. In dat geval bepaalt de directeur de wijze waarop het examen zal worden

afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie.

2. Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten

aanzien van de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren dat:

a. er een deskundigenverklaring is die door een ter zake kundige psycholoog of

orthopedagoog is opgesteld, b. de aanpassing voor zover betrekking hebbend op het centraal examen in

ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de

desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten,

en

c. een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in

de onder a genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene

een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar

aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring.

3. Het bevoegd gezag kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse

taal afwijken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit ten aanzien van

de kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij examen aflegt ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie Nederlands niet de

moedertaal is.

De in de eerste volzin bedoelde afwijking kan betrekking hebben op:

a. het vak Nederlandse taal en literatuur;

b. het vak Nederlandse taal;

c. enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende

betekenis is.

4. De afwijking bedoeld in lid 3 kan voor zover het centraal examen betreft, slechts

bestaan uit een verlenging van de duur van de toets van het centraal examen met ten

hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot het gebruik van een

verklarend woordenboek der Nederlandse taal.

5. Van elke afwijking op grond van het derde lid wordt mededeling gedaan aan de

inspectie.

35

Artikel 25

Aanvullend reglement

De directeur van de school kan een aanvullend reglement in de vorm van (huis)regels of

protocollen voor het examen opstellen dat geacht wordt deel uit te maken van dit

examenreglement en/of het PTA. Dit aanvullend reglement kan aanvullende voorschriften en

informatie bevatten ten behoeve van allen die betrokken zijn bij het examen dat wordt

afgenomen door de school. Deze voorschriften mogen niet in strijd zijn met de Wet of het

Eindexamenbesluit, noch met dit reglement.

Artikel 26

Bewaren examenwerk (Eindexamenbesluit art. 57)

1. Het werk van het centraal examen en de rekentoets van de kandidaten worden gedurende tenminste zes maanden na vaststelling van de uitslag bewaard door de directeur ter inzage

voor belanghebbenden. Scholen verstrekken geen kopieën van examenwerk. Na afloop van

deze periode wordt het werk vernietigd.

2. Een door de directeur en de secretaris van het eindexamen ondertekend exemplaar van de

lijst, bedoeld in artikel 56 van het Eindexamenbesluit, wordt gedurende tenminste zes

maanden na vaststelling van de uitslag in het archief van de school bewaard.

3. De directeur draagt er zorg voor dat een volledig stel van de bij de centrale examens gebruikte

opgaven gedurende tenminste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard blijft in

het archief van de school.

Artikel 27

Spreiding voltooiing eindexamen (Eindexamenbesluit art. 59)

1. Het bevoegd gezag kan, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die in het laatste leerjaar langdurig ziek is, en ten aanzien van een kandidaat die lange tijd ten

gevolge van een bijzondere, van de wil van de kandidaat onafhankelijke omstandigheid niet in

staat is geweest het onderwijs in alle betrokken eindexamenvakken gedurende het laatste

leerjaar te volgen, het centraal examen en in voorkomende gevallen het schoolexamen,

gespreid over twee opeenvolgende schooljaren wordt afgelegd. In dat geval wordt het

eindexamen in een vak in het eerste of in het tweede van deze schooljaren afgesloten.

2. Het eerste lid is van toepassing op de rekentoets, met dien verstande dat de rekentoets in het

ene schooljaar of in het daarop volgende schooljaar kan worden afgelegd.

3. Het bevoegd gezag geeft zijn in het eerste lid bedoelde toestemming uiterlijk voor de aanvang

van het eerste tijdvak van het centraal examen. In bijzondere gevallen kan het bevoegd gezag

afwijken van de eerste volzin ten behoeve van een kandidaat die nog niet in alle betrokken eindexamenvakken centraal examen heeft afgelegd.

4. Artikel 51 van het Eindexamenbesluit, eerste tot en met vierde lid, is ten aanzien van de

kandidaat van toepassing in het eerste en in het tweede schooljaar van het gespreid centraal

examen, met dien verstande dat het in dat artikel bedoelde recht in het eerste schooljaar

ontstaat nadat de eindcijfers van de vakken waarvoor in het eerste schooljaar het centraal

examen is afgesloten, voor de eerste maal zijn vastgesteld.

5. Zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de eindcijfers, behaald tot en met het eerste

schooljaar van het gespreid centraal examen, zendt het bevoegd gezag aan de inspectie een

lijst waarop voor die kandidaat zijn vermeld de gegevens, genoemd in artikel 56 van het

Eindexamenbesluit, onderdelen a tot en met g.

6. De directeur en de secretaris stellen op verzoek van de kandidaat de uitslag van het eindexamen reeds vast aan het einde van het eerste schooljaar van het gespreid centraal

examen of het gespreid schoolexamen met overeenkomstige toepassing van artikel 49 of 50

van het Eindexamenbesluit.

Artikel 28

Slotbepaling

In gevallen waarin noch de Wet, noch het Eindexamenbesluit noch dit Examenreglement voorziet,

beslist de voorzitter College van Bestuur O2G2.

36

PTA 5

vwo Nederlands

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 -2017

1 t1 1 Presentatie literatuurgeschiedenis renaissance en verlichting

at1

2 t2 1 2 SE betoog/beschouwing schrijven

at2

3 t3 1 Leesvaardigheid, spelling en woordenschat

at3

4 t4 1 2 SE discussie

at4 voorbereiden SE literatuurgeschiedenis (middeleeuwen t/m romantiek, zie PTA literatuur)

6 vwo

SE 2017 - 2018 (M6v)

5 t5 Voorbereiden SE mondeling literatuur (zie PTA literatuur)

at5

6 t6 3 SE academisch schrijven, stijl en spelling

at6

7 t7 3 SE leesvaardigheid, woordenschat en dictee

at7

37

PTA 5

vwo Engels

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 - 2017 (M5v)

1 t1 3 Solutions + Extra materiaal

at1 2 How art made the world

Literatuur: boek 3 literatuurlijst + literature form + mindmap

2 t2 3 Solutions + Extra materiaal

Schrijfvaardigheid: Recensie boek 4 van de literatuurlijst

at2 2 English Lesson

Literatuur: Literature Form boek 4 + Start LVM

3 t3 3 Solutions + Extra materiaal

at3 2 Spreekvaardigheid: Discussie boek 5 : keuze uit 3 boeken Literatuur: Literature Form boek 5

4 t4 3 Solutions + Extra materiaal Luistervaardigheid: luisteronderdeel

Literatuur: Literaire tekst 2

6 vwo

SE 2017 - 2018 (M6v)

5 t5 1 Schrijfvaardigheid

Literatuur: boek 6 literatuurlijst + poetry

6 t6 1 Spreekvaardigheid

7 t7 1 Luistervaardigheid

38

PTA 5

vwo Frans

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 -2017

1 t1 1 Chapitre 1 en 2 + lezen

2 t2 1 Chapitre 3 en 4

at2 1 Kijk- en luistervaardigheid

3 t3 1 Chapitre 5 en 6

at3 1 Formele brief

4 t4 1 Chapitre 7 + lezen

at4 1 Gespreksvaardigheid

6 vwo

SE 2017 - 2018 (M6v)

5 t5 1 Chapitre 1 + informele brief

6 t6 1 Grammatica en vocabulaire + formele brief

7 t7 2 Kijk- en luistervaardigheid P3

at7 2 Gespreksvaardigheid P3

Opmerking: Voor literatuur zie PTA literatuur

39

PTA 5

vwo Duits

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 - 2017 (M5v)

1 t1 1 Kapitel 1 en 2 uit Na Klar + idioom reader + luistervaardigheid (ERK-streefniveau B1/B2)

at1 1 Opdracht spreekvaardigheid (presentatie/monoloog: ERK-streefniveau B1/B2)

2 t2 1 Kapitel 3 uit Na Klar + idioom reader + luistervaardigheid (ERK-streefniveau B1/B2)

at2 1 Literatuur (Lyrik: Von der Klassik bis zur Moderne)

3 t3 1 Kapitel 4 uit Na Klar + idioom reader + luistervaardigheid (ERK-streefniveau B2)

at3 1 Literatuur (Briefroman: die Leiden des jungen Werthers)

4 t4 1 Kapitel 5 uit Na Klar + idioom reader + schrijfvaardigheid (inform./pers.brief: ERK-

streefniveau B1)

at4 1 Opdracht gespreksvaardigheid (discussie/interactie: ERK-streefniveau B1/B2)

6 vwo

SE 2016 - 2017 (M6v)

5 t5 2 Capita selecta uit reader

at5 1 Opdracht spreekvaardigheid (presentatie/monoloog: ERK-streefniveau B2)

6 t6 2 Capita selecta uit reader (telt 1x) en

Schrijfvaardigheid: formele/zakelijke brief (telt 2x). ERK-streefniveau B1

at6

7 t7 2 CITO-luistertoets (ERK niveau B2)

at7 1 Opdracht gespreksvaardigheid (discussie/interactie: ERK-streefniveau B2)

Opmerking:

40

PTA 5

vwo Spaans

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 -2017

1 t1 3 Apúntate deel 3: hoofdstukken 1 en 2, repaso 1

Literatuur: literair fragment

2 t2 3 Hoofdstukken 3 en 4, repaso 2

Spreekvaardigheid deel 1 (telt mee met AT4)

3 t3 3 Hoofdstukken 5 en 6, repaso 3

at3 2 KLV

4 t4 3 Hoofdstukken 7 en 8, repaso 4

at4 3 Spreekvaardigheid deel 2

6 vwo

SE 2017 - 2018 (M6v)

5 t5 1 Apúntate deel 4: (onderdelen uit de) hoofdstukken 1, 2 en 3. Schrijftoets

6 t6 1 (Onderdelen uit de) hoofdstukken 4, 5, en 6. Schrijftoets

7 t7 2 Kijk-luistertoets.

at7 2 Spreektoets

Opmerking:

41

PTA atheneum 5 Literatuur Montessori 2016-2017

Per Activiteit Stofomschrijving Beoorde-

lingsvorm

1

Literatuur

geschiede

nis

Theorie: renaissance en verlichting bij Nederlands

Leerlingen geven elkaar les over de literatuurgeschiedenis middels

groepspresentaties. Het cijfer voor deze presentatie telt mee bij Nederlands, P1. Cijfer*

Literatuur

dossier

Het lezen van 1 boek uit een historische periode voor Nederlands.

Het lezen van 1 boek voor Engels.

Het lezen van 1 boek voor Duits. Het lezen van 1 boek voor Frans.

Oriëntatie op de Literatuurvergelijkende mindmap (LVM) bij Nederlands

o/m/v/g

2 Literatuur

dossier

Start LVM**

Inleverdatum versie 1 LVM voortgangscontrole/laatste aanpassingen:

di 31 januari 2017.

Literatuur

dossier

Het lezen van 2 boeken voor Nederlands.

Het lezen van 1 boek voor Engels.

Het lezen van 1 boek voor Duits.

Het lezen van 1 boek voor Frans

Het lezen van 1 boek voor Spaans.

o/m/v/g

3 Literatuur

dossier

Poëzie bij Nederlands, het maken van een bloemlezing. V/G/NA

Literatuur

dossier

Afronden LVM**

Deadline inleveren LVM NB: di 7 maart 2017 **

V/G/NA

Literatuur

dossier

Het lezen van 2 boeken voor Nederlands.

Het lezen van 1 boek voor Engels.

Het lezen van 1 boek voor Frans.

o/m/v/g

4

Literatuur

geschiede

nis

Theorie: romantiek en herhaling middeleeuwen, renaissance, verlichting bij

Nederlands.

Schoolexamen literatuurgeschiedenis van middeleeuwen tot en met de

romantiek.

Cijfer = T0

Literatuur

dossier

Het lezen van 1 boek uit een historische periode voor Nederlands.

Het lezen van een literaire tekst voor Engels.

Het lezen van 1 boek voor Spaans.

o/m/v/g

Opmerkingen:

*Het cijfer behaald op het onderdeel presentatie literatuurgeschiedenis in atheneum 5 telt mee voor het overgangsrapport Nederlands en maakt geen deel uit van het Schoolexamencijfer Literatuur.

** Elke leerling start Schoolexamen Literatuur in vwo 6 met een toelichting bij/verhandeling over de LVM.

Tijdens de lessen Nederlands in periode 1 en 2 krijg je een instructie met betrekking tot de LVM. Vervolgens

werk je in eigen tijd of tijdens de beschikbare keuzelessen/begeleidingslessen aan dit onderdeel. In de

keuzelessen/begeleidingslessen word je begeleid bij het onderzoek dat leidt tot een goed LVM en kun je je

producten tussentijds laten beoordelen. Op de deadline lever je de LVM in bij één van je talendocenten. Het

dient dan aan de criteria te voldoen en naar behoren (NB) te zijn.

SE Literatuurgeschiedenis – onderdeel SE Literatuur

Aan het einde van periode 4 maken alle vwo 5-leerlingen een SE literatuurgeschiedenis. Dit cijfer [T0] telt niet

mee voor de overgang, maar telt wel voor 20% mee bij het eindcijfer Literatuur.

42

Lezen voor de lijst!

Voor elke taal moet je per jaarlaag een aantal boeken/literaire fragmenten lezen/gelezen hebben. Hier volgt een

beknopt overzicht.

Nederlands

vwo 4 = 6 boeken lezen, vrij te kiezen mits Nederlandse literatuur van erkende kwaliteit, waarvan één uit de

middeleeuwen.

vwo 5 = 6 boeken lezen, vrij te kiezen mits Nederlandse literatuur van erkende kwaliteit, waarvan twee uit een

periode van vóór 1880 [ renaissance, verlichting, romantiek]. Let op: Je historische boeken moeten telkens uit een andere historische stroming afkomstig zijn. Je mag maximaal 4 literair-historische boeken op je lijst zetten.

vwo 6 = 1 boek lezen uit een door de sectie Nederlands gekozen stroming na 1880 .

Engels

vwo 4 = 2 boeken lezen voor Engels, niet of beperkt vrij te kiezen. Daarnaast lees je een literaire tekst.

vwo 5 = 3 boeken lezen voor Engels, niet of beperkt vrij te kiezen. Daarnaast lees je een literaire tekst.

vwo 6 = 1 boek lezen voor Engels, beperkt vrij te kiezen. Daarnaast lees je gedichten.

Duits

vwo 4 = 2 boeken lezen voor Duits, vrij te kiezen.

vwo 5 = 2 boeken lezen voor Duits, vrij te kiezen. vwo 6 = 2 boeken lezen voor Duits, vrij te kiezen.

Frans

vwo 4 = 4 korte verhalen met opdrachten.

vwo 5 = 3 boeken lezen voor Frans, waarvan 1 vrij te kiezen.

vwo 6 = 1 boek lezen voor Frans, vrij te kiezen.

Spaans

vwo 4 = 2 korte verhalen met opdrachten. 2 boeken lezen voor Spaans, vrij te kiezen.

vwo 5 = 2 boeken lezen voor Spaans, vrij te kiezen.

vwo 6 = 1 boek lezen voor Spaans, vrij te kiezen.

Eindcijfer SE Literatuur

Literatuur is een onderdeel van het z.g.n. combinatiecijfer – zie inleiding PTA. Het cijfer dat op het SE Literatuur wordt behaald, wordt wel apart vermeld op de eindexamenlijst en dient minimaal een 3,5 te zijn. Het

eindcijfer Literatuur wordt als volgt berekend: het SE Literatuurgeschiedenis uit vwo 5 telt 20 % mee, het

mondeling uit vwo 6 telt 80% mee.

Mondeling SE Literatuur vwo 6

Het vak Literatuur wordt in atheneum 6 afgesloten met een mondeling schoolexamen.

Bij het afsluitende mondelinge schoolexamen dien je rekening te houden met het volgende:

1. Het examen wordt door twee docenten – een docent Nederlands en een docent MVT – afgenomen.

2. Zij bepalen gezamenlijk het cijfer.

3. Het literatuurdossier vormt de basis voor het mondelinge schoolexamen Literatuur. Indien het

literatuurdossier onvolledig is, niet aanwezig is of te laat is ingeleverd bij de afzonderlijke talen, krijg je

het cijfer 1 (onregelmatigheid - zie inleiding PTA). Je moet dan herkansen, zie punt 6. 4. Tijdens het mondelinge schoolexamen worden vragen gesteld over:

a. de beheersing van de inhoud van de literaire werken;

b. de analyse van de literaire werken;

c. de persoonlijke waardering;

d. de gemaakte opdrachten voor het literatuurdossier bij de verschillende talen;

e. kennis van literatuurgeschiedenis;

f. de plaatsing van literaire werken in de literair-historische context;

g. de Literatuurvergelijkende mindmap (LVM): elke leerling is verplicht hiermee het mondeling te openen;;

h. de lessenseries poëzie [bij Nederlands en Engels];

i. het modern letterkundig betoog;

j. het eindbalansverslag.

5. Na afloop stellen de twee docenten het cijfer vast op basis van vooraf bekend gemaakte criteria. 6. Het is mogelijk het schoolexamen Literatuur te herkansen. Je levert dan de herkansing van de

betreffende periode in. Om te herkansen moet je de boekenlijst aanpassen en aanvullende opdrachten

uitvoeren.

43

PTA 5

vwo ckv

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 -2017

1 HD1 1 1 Thema opdrachten thema: De Rebel Culturele Activiteiten 1 & 2, CA 1 was verplicht eind VWO 4, als je toen afwezig was

ga je de film en opdrachten op school bekijken en doen. 3 Workshops nav het thema: verplicht op 10, 11, 12 oktober, van 13.00 tot 15.00. Thema toets 1 (60 minuten)

2 HD2 1 1 Thema opdrachten: eigen thema Culturele Activiteit 3 & 4

3 HD3 1 1 Praktische Opdracht n.a.v. eigen thema Culturele Activiteit 5

4 HD4 1 1 Presentatie eigen thema Thema reflectie eigen thema Eindreflectie CKV

6 vwo

SE 2017 - 2018 (M6v)

5

6

7

Opmerking:

Zie voor alle omschrijvingen "Roadmap" van CKV De eindbeoordeling van CKV dient Voldoende of Goed te zijn

Inleverdata: Periode 1: week 46/47 Periode 2: week 4/5

Periode 3: week 15 Periode 4: week 24

44

PTA 5 vwo lo periode toets weeg-

factor leerstofomschrijving

5v SE 2016 - 2017 (M5v)

1 HD1 1 Spel rugby + Atletiek speerwerpen

2 HD2 1 Spel badminton + Trapeze zwaaien

3 HD3 1 Spel basketbal + keuze

4 HD4 1 Spel softbal + Atletiek 40 hordelopen

6 vwo

SE 2017 - 2018 (M6v)

5 HD5 1 1 atletiekonderdeel + 1 spelonderdeel naar keuze

6 HD6 1 1 turnonderdeel + 1 spelonderdeel naar keuze

7 HD7 1 eigen invulling leerlingen

Opmerking: Wanneer een periode (HD) met een NA wordt afgesloten moet deze per

periode op één van de georganiseerde inhaalmomenten worden

weggewerkt.

45

PTA 5

vwo wiskunde C

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 - 2017 (S5v & M5v)

1 t1 2 2 H1: Formules H2: Statistiek Vaardigheden

po1 1 1 Jaarlijks wisselende praktische opdracht

2 t2 2 2 H3: Perspectief H4: Verdelingen

Vaardigheden

3 t3 2 2 H6: Rijen

H7: De binomiale verdeling Vaardigheden

po3 start maken met praktische opdracht in periode 4

4 t4 2 2 H5: Logaritmen H8: Geschiedenis van de wiskunde

po4 1 1 Jaarlijks wisselende praktische opdracht

6

vwo

SE 2016 - 2017 (S6v & M6v)

5 t5 10 Nieuw examenprogramma (vwo 5 programma telt t.o.v. vwo 6 voor 25% mee)

po5

6 t6 10 Nieuw examenprogramma (vwo 5 programma telt t.o.v. vwo 6 voor 25% mee)

po6

7 t7 10 Nieuw examenprogramma (vwo 5 programma telt t.o.v. vwo 6 voor 25% mee)

po7

Opmerking:

46

PTA 5

vwo geschiedenis

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 - 2017 (M5v)

1 t1 4 6 Europa in de 'lange' negentiende eeuw: industrialisatie en democratisering. De doorwerking van de Industriele en de Franse Revolutie in Europa.

at1 1 1 Enkele opdrachten, samenhangend met de leerstof, worden individueel of in groepsverband gemaakt en vormen samen met het dossier het cijfer van de praktische opdracht.

2 t2 4 6 Europa en Duitsland 1870-1945: een continent in oorlog.

at2 1 1 Enkele opdrachten, samenhangend met de leerstof, worden individueel of in groepsverband gemaakt en vormen samen met het dossier het cijfer van de praktische

opdracht.

3

at3 1 1 Dekolonisatie en Koude Oorlog (1945-1991). Enkele opdrachten, samenhangend met

de leerstof, worden individueel of in groepsverband gemaakt en vormen samen met het dossier het cijfer van de praktische opdracht.

4 t4 4 6 Rusland en het Westen (ca 1500 - heden). De geschiedenis van West-Europa vanaf ca 1500 vergeleken met die van Rusland. Thema: Geschiedenis van Rusland.

at4 1 1 Enkele opdrachten, samenhangend met de leerstof, worden individueel of in

groepsverband gemaakt en vormen samen met het dossier het cijfer van de praktische opdracht.

6 vwo

SE 2017 - 2018 (M6v)

5 t5 12 Historisch overzicht en dossierkennis. De opkomst van de burger: van Oudheid tot en

met Verlichting en Democratische Revoluties. Examenthema: De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1515 -1648). Examenthema: Verlichtingsideeen en de Democratische Revoluties (1650-1815)

6

at6 4 Historisch overzicht en dossierkennis. De 'lange 19e eeuw': van Democratische Revoluties tot de Eerste Wereldoorlog. Examenthema: Verlichtingsideeen en de

Democratische Revoluties (1789 - 1848). Examenthema Duitsland (1871 - 1914)

7 t7 12 Historisch overzicht en dossierkennis. De achttiende, negentiende en twintigste eeuw. Examenthema Verlichtingsideeen en de Democratische Revoluties (1750 - 1848).

Examenthema: Duitsland (1871 - 1945). Examenthema: Koude Oorlog (1945 - 1991).

Opmerking:

Leerstof uit eerdere periodes wordt in latere periodes bekend verondersteld en kan dus ook in latere toetsen opnieuw worden bevraagd. Leerstof uit vwo-4 en vwo-5

wordt in vwo-6 uitgebreid en opnieuw getoetst.

47

PTA 5 vwo kunst (beeldende vorming)

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 -2017

1 t1 2 T1A KUA: (weging totaal KUA 1x) • toets Cultuur van de Kerk in toetsweek (2x)

• presentatie opdrachten, zie werkschema (1x) • discipline opdracht, hiervan maak je een verslag ** (1x)

T1B KUBV: (weging totaal vaktheorie 1x)

* galerie verslag, inleverweek 39 (1x) * inspiratieverslag naar aanleiding thema 1. inleverweek 37 (2x) * Blik op kunst: inleveren week 41 (1x)

at1 3 1 KUBV: thema 1 * Inleverdata: Werkboek en eindwerkstuk: 43,

* logboek & eindverslag week 44 in de les

2 t2 2 T2A KUA: (weging totaal KUA 1x) • toets Burgerlijke cultuur in Nederland in de 17e eeuw in toetsweek (2x)

• presentatie opdrachten, zie werkschema (1x) • discipline opdracht, hiervan maak je een verslag ** (1x)

T2B KUBV (weging totaal vaktheorie 1x)

• Inspiratie verslag behorend bij het thema inleverdata week 48 (2x) • Blik op kunst: inleveren week 51 (1x)

at2 3 1 KUBV: Thema 2

• Inleverdata: Werkboek en eindwerkstuk: 51, • Logboek & eindverslag week 2 in de les

3 t3 2 T3A KUA: (weging totaal KUA 1x) • toets Cultuur van het moderne in toetsweek (2x) • presentatie opdrachten, zie werkschema (1x) • discipline opdracht, hiervan maak je een verslag ** (1x)

T3B KUBV: (weging totaal vaktheorie 1x) • inspiratie verslag behorend bij het thema, Inleverdata week 6 (2x) • Blik op kunst: inleveren week 10 of 11 (1x)

at3 3 1 KUBV: Thema 3 • Inleverdata: Werkboek en eindwerkstuk: week 10 of 11, • logboek & eindverslag week 11 of 12 in de les

4 t4 2 T4A KUA: (weging totaal KUA 1x) • onderzoeksopdrachten, zie werkschema (3x) • discipline opdracht, hiervan maak je een verslag ** (1x)

T4B KUBV: (weging totaal vaktheorie 1x) • Inspiratieverslag behorend bij het thema, inleveren week 20 (2x) • Blik op kunst: inleveren week 24 (1x)

at4 3 1 KUBV: Thema 4 • Inleverdata: Werkboek en eindwerkstuk: inleveren week 24,

• logboek & eindverslag week 25 in de les

48

6 vwo kunst (beeldende vorming)

SE 2017 - 2018 (M6v)

5 t5 2 KUA: T5A: KUA programma volgt (2x)

T5B: disciplineopdracht, hiervan maak je een verslag ** (1x)

KUBV: T5C: Vaktheorie KUBV (2x)

po5 3 KUBV:

• thema: werkboek, eindwerkstuk

6 t6 2 KUA: T5A: KUA programma volgt (2x) T5B: disciplineopdracht, hiervan maak je een verslag ** (1x)

KUBV: T5C: Vaktheorie KUBV (2x)

po6 2 KUBV: • werkboek 'out of the box'

7 t7 2 KUA: (weging totaal KUA 1x)

T7A: programma en planning staan in het werkschema KUBV: (weging totaal KUMU 1x) T7B: Vaktheorie KUBV (1x)

po7 4 KUBV: • werkboek 'out of the box' en eindwerkstuk

Opmerking: Discipline opdrachten:

Voor Kunst Algemeen dien je in VWO 5 & 6 minimaal naar 1 theatervoorstelling, 1 dansvoorstelling,1 muziek optreden, 1 film en 1 expositie te gaan. De kosten hiervoor betaal je voor een deel zelf (€ 15), de andere kosten worden betaald door

school. Zorg er voor dat je altijd je CJP kaart bij je hebt. Aan het begin van het schooljaar krijg je te horen naar welke voorstellingen, exposities, optreden we gaan, hier kan je deels ook een keuze in maken. Bij elke voorstelling dien je een verslag

te maken waar in je ingaat op de beschouwingsaspecten van die betreffende discipline

KUA: Het SE cijfer Kunst wordt gemiddeld met het cijfer voor het eindexamen Kunst Algemeen . Dit eindexamen wordt afgenomen in mei 2018. De onderwerpen zijn

Cultuur van de Kerk, Burgerlijke cultuur in Nederland in de 17de eeuw, Cultuur van het moderne in de 1ste helft van de twintigste eeuw en Massacultuur in de 2de helft van de 20ste eeuw tot heden. Leren voor het examen uit het tekstboek De

Bespiegeling: kunsten in samenhang en de daarbij horende vragen cq opdrachten uit het werkboek.Plus het beschouwingsschema en de begrippen van de kunstdisciplines.

** Inleveren van opdrachten moet volgens de inleverdatum van het werkschema. (uiterlijk de laatste les voor de toetsweek van de desbetreffende periode)

Na toetsweek 3 gaan we op excursie voor KUA als voorbereiding voor het examen.

KUBV: * Inleveren van opdrachten moet volgens de inleverdatum van het werkschema.

(uiterlijk de laatste les voor de toetsweek van de desbetreffende periode) Overschrijden van deze inleverdatum levert per dag een punt mindering op je cijfer op.

49

PTA 5

vwo kunst (drama)

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 - 2017 (M5v)

1 t1 2 T1A KUA: (weging totaal KUA 1x) • toets Cultuur van de Kerk in toetsweek (2x)

• presentatie opdrachten, zie werkschema (1x) • discipline opdracht, hiervan maak je een verslag ** (1x) T1B KUDR:(weging totaal 1 x) reflectieverslag improvisatie 1x

at1 3 1 Improvisatie/speltraining: je leert spel ter plekke te laten ontstaan en samen te spelen

met anderen en analyseert wat nodig is om boeiend spel te ontwikkelen. Diverse onderdelen die getraind worden tijdens de lessen worden op soortgelijke wijze getoetst en vormen samen je At 1 cijfer

2 t2 2 T2A KUA: (weging totaal KUA 1x)

• toets Burgerlijke cultuur in Nederland in de 17e eeuw in toetsweek (2x) • presentatie opdrachten, zie werkschema (1x) • discipline opdracht, hiervan maak je een verslag ** (1x)

T2B KUDR:(weging totaal 1 x) reflectieverslag eigen monoloog + tekstanalyse + 2 recensies van monologen van je klasgenoten

at2 3 1 In duo's ga je aan het werk met het schrijven en spelen van een eigen monoloog, waarbij je zowel de acteur bent van je eigen monoloog als regisseur van de monoloog van de ander. We besteden in de les aandacht aan tekstinterpretatie,

tekstbehandeling en subtekst. Je At 2 cijfer is voor de presentatie van je monoloog

3 t3 2 T3A KUA: (weging totaal KUA 1x) • toets Cultuur van het moderne in toetsweek (2x) • presentatie opdrachten, zie werkschema (1x)

• discipline opdracht, hiervan maak je een verslag ** (1x) T3B KUDR:(weging totaal 1 x) recensie voorstelling jeugdtheater + scenario met toelichting

at3 3 1 Voorstelling basisschool: in periode 3 en 4 gaan we aan de slag met kindertheater en werken we toe naar een presentatie voor een nader te bepalen doelgroep van de

basisschool, waarbij je als groep zelfstandig een stuk zoekt, bewerkt of schrijft. Met elkaar ben je verantwoordelijk voor planning, decor, licht en geluid en het hele proces van repetities tot aan de uitvoeringen. Je At 3 cijfer wordt bepaald door je bijdrage aan

het groepsproces en de ontwikkeling van je eigen personage.

4 t4 2 T4A KUA: (weging totaal KUA 1x) • onderzoeksopdrachten, zie werkschema (3x) • discipline opdracht, hiervan maak je een verslag ** (1x)

T4B KUDR:(weging totaal 1 x) reflectieverslag optreden basisschool

at4 3 1 Voorstelling basisschool vervolg: zie ook periode 3. In periode 4 treden we op voor

kinderen van de Peter Petersenschool in Haren. Als groep word je beoordeeld op vormgevingsaspecten, samenspel en de spanningsopbouw van het stuk in zijn geheel, als individu word je beoordeeld op je eigen spel. Het gemiddelde van deze twee cijfers

is je At 4 cijfer.

50

6 vwo kunst (drama)

SE 2017 - 2018 (M6v)

5 t5 2 KUA: T5A: KUA programma volgt (2x) T5B: disciplineopdracht, hiervan maak je een verslag ** (1x)

KUDR: T5C: KUDR: reflectieverslag improvisatie/speltraining (2x) K

at5 3 Improvisatie/speltraining 2: verdieping van het blok improvisatie/speltraining 1, waarbij de nadruk ligt op samenspel, spel laten ontstaan en het opbouwen van spanning door

re spelen met stiltes, tempo en timing. Diverse onderdelen die getraind worden tijdens de lessen worden op soortgelijke wijze getoetst en vormen samen je PO5 cijfer. At5 telt 1 x

6 t6 2 KUA: T5A: KUA programma volgt (2x) T5B: disciplineopdracht, hiervan maak je een verslag ** (1x)

KUDR: Tekstanalyse: dramaturgische analyse van een deel van de teksten die je gaat gebruiken voor je eindexamen

at6 1 Vanaf de 2e periode werken we toe naar de eindpresentatie; je gaat werken aan de

presentatie van vaste teksten, waarbij we in blok 2 beginnen met het dramaturgisch benaderen van je tekst. Door je te trainen in het dramaturgisch analyseren van tekst, zul je bewuster en gerichter gaan spelen. Je At6 cijfer wordt bepaald door een

speltoets van het tekstdeel dat je geanalyseerd hebt. At6 telt 1 x

7 t7 2 KUA: (weging totaal KUA 1x) T7A: programma en planning staan in het werkschema

T7B:KUDR:Reflectieverslag eindpresentatie + verslag/recensie voorstelling

at7 5 Eindpresentatie voor publiek: we werken toe naar een presentatie-avond; vaardigheden, opgedaan in de afgelopen jaren, worden getoetst in een optreden voor

publiek, waarbij vaste - bestaande- teksten het uitgangspunt vormen. Je uiteindelijke At7-cijfer bestaat uit een procescijfer, waarbij je bijdrage aan het organiseren van de avond ook meegenomen wordt en een beoordeling door een commissie van je

optreden tijdens de eindpresentatie.

Opmerking: "Kunstdrama: Uitgebreide info over het programma en de toetscriteria is te vinden in

het boekje: Kunst-Drama in de bovenbouw, dat je aan het begin van het jaar krijgt

uitgereikt. Voor verslagen geldt: inleveren na de deadline levert je 1 punt aftrek per dag op. Ben je meer dan een periode te laat, dan komt er een 1 te staan. Kunstalgemeen:

Discipline opdrachten: Voor Kunst Algemeen dien je in VWO 5 & 6 minimaal naar 1 theatervoorstelling, 1 dansvoorstelling,1 muziek optreden, 1 film en 1 expositie te gaan. De kosten hiervoor

betaal je voor een deel zelf (€ 15), de andere kosten worden betaald door school. Zorg er voor dat je altijd je CJP kaart bij je hebt. Aan het begin van het schooljaar krijg je te horen naar welke voorstellingen, exposities, optreden we gaan, hier kan je deels ook

een keuze in maken. Bij elke voorstelling dien je een verslag te maken waar in je ingaat op de beschouwingsaspecten van die betreffende discipline

KUA: Het SE cijfer Kunst wordt gemiddeld met het cijfer voor het eindexamen Kunst Algemeen . Dit eindexamen wordt afgenomen in mei 2018. De onderwerpen zijn

Cultuur van de Kerk, Burgerlijke cultuur in Nederland in de 17de eeuw, Cultuur van het moderne in de 1ste helft van de twintigste eeuw en Massacultuur in de 2de helft van de 20ste eeuw tot heden. Leren voor het examen uit het tekstboek De Bespiegeling:

kunsten in samenhang en de daarbij horende vragen cq opdrachten uit het werkboek.Plus het beschouwingsschema en de begrippen van de kunstdisciplines. ** Inleveren van opdrachten moet volgens de inleverdatum van het werkschema.

(uiterlijk de laatste les voor de toetsweek van de desbetreffende periode) Na toetsweek 3 gaan we op excursie voor KUA als voorbereiding voor het examen.

"

51

PTA 5 vwo kunst (muziek)

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 -2017 (M5v)

1 t1 2 T1A KUA: (weging totaal KUA 1x) • toets Cultuur van de Kerk in toetsweek (2x)

• presentatie opdrachten, zie werkschema (1x) • discipline opdracht, hiervan maak je een verslag ** (1x)

T1B KUMU: (weging totaal vaktheorie 1x)

• module algemene muziekleer

at1 2 1 KUMU: • musiceren in klassenverband

2 t2 2 T2A KUA: (weging totaal KUA 1x) • toets Burgerlijke cultuur in Nederland in de 17e eeuw in toetsweek (2x) • presentatie opdrachten, zie werkschema (1x) • discipline opdracht, hiervan maak je een verslag ** (1x)

T2B KUMU: (weging totaal vaktheorie 1x) • module algemene muziekleer

at2 5 1 KUMU: • meerstemmig zingen NOTC ***

3 t3 2 T3A KUA: (weging totaal KUA 1x) • toets Cultuur van het moderne in toetsweek (2x)

• presentatie opdrachten, zie werkschema (1x) • discipline opdracht, hiervan maak je een verslag ** (1x)

T3B KUMU: (weging totaal vaktheorie 1x)

• module algemene muziekleer

at3

4 t4 2 T4A KUA: (weging totaal KUA 1x) • onderzoeksopdrachten, zie werkschema (3x)

• discipline opdracht, hiervan maak je een verslag ** (1x)

T4B KUMU: (weging totaal vaktheorie 1x) • verwerking concertbezoek, voor inleverdatum zie werkschema **

at4 5 2 KUMU: • studio-opdracht songwriting * • concertbezoek: JTM concert, vrijdag 19 mei 2017, 20:00, Kerklaan *

52

6 vwo kunst (muziek)

SE 2017 - 2018 (M6v)

5 t5 2 KUA: T5A: KUA programma volgt (2x)

T5B: disciplineopdracht, hiervan maak je een verslag ** (1x)

KUMU: T5C: module algemene muziekleer (2x)

po5 1 KUMU:

• musiceren in klassenverband

6 t6 2 KUA: T5A: KUA programma volgt (2x) T5B: disciplineopdracht, hiervan maak je een verslag ** (1x)

KUMU: T5C: module algemene muziekleer (2x)

po6 2 KUMU: • meerstemmig zingen NOTC ***

7 t7 2 KUA: (weging totaal KUA 1x)

T7A: programma en planning staan in het werkschema KUMU: (weging totaal KUMU 1x) T7B: verwerkingsopdracht concertbezoek ** (info over concertbezoek volgt)

po7 6 KUMU: • EEP musiceren in klassenverband - H5 + A6 (1x) *

• EEP musiceren in klassenverband - A6 (1x) * • EEP musiceren in groepsverband (2x) * • EEP musiceren in groepsverband (2x) *

Opmerking: Discipline opdrachten:

Voor Kunst Algemeen dien je in VWO 5 & 6 minimaal naar 1 theatervoorstelling, 1

dansvoorstelling,1 muziek optreden, 1 film en 1 expositie te gaan. De kosten hiervoor betaal je voor een deel zelf (€ 15), de andere kosten worden betaald door school. Zorg er voor dat je altijd je CJP kaart bij je hebt. Aan het begin van het

schooljaar krijg je te horen naar welke voorstellingen, exposities, optreden we gaan, hier kan je deels ook een keuze in maken. Bij elke voorstelling dien je een verslag te maken waar in je ingaat op de beschouwingsaspecten van die betreffende discipline

KUA: Het SE cijfer Kunst wordt gemiddeld met het cijfer voor het eindexamen Kunst

Algemeen . Dit eindexamen wordt afgenomen in mei 2018. De onderwerpen zijn Cultuur van de Kerk, Burgerlijke cultuur in Nederland in de 17de eeuw, Cultuur van het moderne in de 1ste helft van de twintigste eeuw en Massacultuur in de 2de helft

van de 20ste eeuw tot heden. Leren voor het examen uit het tekstboek De Bespiegeling: kunsten in samenhang en de daarbij horende vragen cq opdrachten uit het werkboek.Plus het beschouwingsschema en de begrippen van de

kunstdisciplines. ** Inleveren van opdrachten moet volgens de inleverdatum van het werkschema.

(uiterlijk de laatste les voor de toetsweek van de desbetreffende periode) Na toetsweek 3 gaan we op excursie voor KUA als voorbereiding voor het

examen. KUMU:

* Een aantal activiteiten die georganiseerd worden voor Kunst Muziek heeft een verplicht karakter en kunnen buiten de lestijden plaatsvinden (concertbezoek, Night of the Classics, Eindexamenpresentatie, studio-opdracht).

** Inleveren van opdrachten moet volgens de inleverdatum van het werkschema. (uiterlijk de laatste les voor de toetsweek van de desbetreffende periode) Overschrijden van deze inleverdatum levert per dag een punt mindering op je cijfer

op. *** De extra verdiepingsles op vrijdagmiddag wordt als volgt ingezet:

VWO 5 periode 1 en 2 Night of the Classics koor (14:30 - 16:30), periode 4 songwriting/studio project (14:30-15:30)

VWO6 periode 1 EEP organisatie (14:30-15:30), periode 1 en 2 Night of the Classics (14:30-16:30), periode 3 EEP uitvoering (14:30-16:00)

53

PTA 5

vwo filosofie

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 -2017

1 t1 1 1 Logica

2

at2 1 1 Scriptie over sociale en politieke filosofie

3 t3 1 1 Epistemologie (kennistheorie)

4 t4 1 1 Esthetica en filosofie van de kunst

6 vwo

SE 2017 - 2018 (M6v)

5 t5 3 Ethiek

6

at6 3 Scriptie over wijsgerige antropologie

7 t7 3 wetenschapsfilosofie

Opmerking:

Het centraal examen heeft betrekking op kennistheorie en richt zich op de kwestie van scepticisme. Bestudeerd wordt het boek Het voordeel van de twijfel van Tim de Mey.

54

PTA 5

vwo aardrijkskunde

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 - 2017 (M5v)

1 t1 1 1 Systeem Aarde: Hfst 1(helemaal), Paragraaf 2.3, 2.4, 3.4 en 4.1

at1

2 t2 1 1 Systeem Aarde: Paragraaf 2.1, 2.2, 3.1, 3,2, 3.3, 4.2, 4.3 en 4.4

at2

3 t3 1 1 Wonen in Nederland- Hfst 1 en 2

at3

4 t4 1 1 Wonen in Nederland - Hfst 3

at4

6 vwo

SE 2017 - 2018 (M6v)

5 t5 1 Vaardigheden: Samengevat blz. 136-151 en Zuidoost-Azie in beeld: blz. 148-153.

Systeem Aarde: Samengevat blz. 34-67. Zuidoost-Azie in beeld: paragraaf 1.1, 1.2 en 2.1. Zuidoost-Azie Actueel: Hfst 1

at5 1 P.O. Arm en Rijk

6 t6 1 Globalisering: Samengevat blz. 6-33. Zuidoost-Azie in beeld: paragraaf 1.1, 1.3 en

Hfst 2 en 3. Zuidoost Azie Actueel: Hfst. 2 en 3

at6

7 t7 1 Examentraining

at7 1 P.O. Eigen Omgeving

Opmerking:

55

PTA 5

vwo maatschappijwetenschappen

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 -2017

1 t1 4 1 Inleiding psychologie

at1 2 2 Sociaal wetenschappelijk onderzoek doen

2 t2 4 1 Politieke besluitvorming

at2 1 2 Simulatie Europa

3 t3 4 1 Mens, milieu en samenleving

Multiculturele samenleving H1, 2, 3 en 6

4 t4 4 1 Multiculturele samenleving H4 en 5 en Ontwikkelingssamenwerking

at4 1 Oprichten NGO

6 vwo

SE 2017 - 2018 (M6v)

5 t5 4 Thema massamedia

6 t6 4 Thema politieke besluitvorming (+ massamedia)

onderzoeksrapport

7 t7 4 Thema criminaliteit en rechtsstaat (+ politieke besluitvorming, massamedia en onderzoek)

Opmerking:

56

PTA 5

vwo economie

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 -2017

1 t1 1 1 Marktgedrag H1 t/m H2

Vraag & Aanbod

2 t2 1 1 Marktgedrag H2 t/m H4

Levensloop H1 t/m H4

3 t3 1 1 Economische Crisis H1 t/m H4

4 t4 1 1 Economische Crisis H5 t/m H8

Levensloop H5 t/m H7

6 vwo

SE 2017 - 2018 (M6v)

5 t5 4 Nog te bepalen

6 t6 4 Nog te bepalen

7 t7 4 Nog te bepalen

Opmerking:

57

PTA 5

vwo wiskunde A

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 - 2017 (M5v)

1 t1 3 3 H1 Formules Herleiden H2 Statistiek

Vaardigheden

vt1 1 1 Vaardighedentoets

at1 1 1 Jaarlijks wisselende praktische opdracht bij start van het schooljaar.

2 t2 3 3 H3 Periodieke functies

H4 Verdelingen Vaardigheden

vt2 1 1 Vaardighedentoets

at2 1 1 wiskunde A-lympiade De wedstrijd is voor leerlingen uit 5vwo met Wiskunde A in hun pakket/profiel, die in teamverband (drie of vier leerlingen) een uitdagend probleem aanpakken. De wedstrijd bestaat uit een voorronde op de scholen en een finaleweekend op de Veluwe.

3 t3 3 3 Herhaling kansrekenen

H6 Rijen en Recursie H7 De binomiale verdeling Vaardigheden

vt3 1 1 Vaardighedentoets

4 t4 3 3 Herhaling de afgeleide en exponentiele functies H5: Logaritmische functies H8: Samengestelde functies

Vaardigheden

vt4 1 1 Vaardighedentoets

6

vwo

SE 2017 - 2018 (M6v)

5 t5 18 Nieuw examenprogramma (vwo 5 programma telt t.o.v. vwo 6 voor 25% mee)

at5

6 t6 18 Nieuw examenprogramma

at6

7 t7 18 Nieuw examenprogramma

at7

Opmerking:

58

PTA 5

vwo management en organisatie

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 - 2017 (M5v)

1 t1 1 1 Financiering in het groot

Balans en Winst- en verliesrekening H3

Rechtsvormen H9

De markt voor vermogen H10

Financiering: eigen vermogen H11

Financiering: lang vreemd vermogen H12

Financiering: kort vreemd vermogen H13

Enkelvoudige interest H14

Samengestelde interest H15

2 t2 1 1 Van ondernemen naar organiseren

Interne Organisatie (tekstboek en/of stencils)

Renten H16

Interne verslaggeving H30

De kosten van voorraad H21

Kosten van duurzame productiemiddelen H22

3 t3 1 1 Verkopen is een kunst

Marketing H17

Productbeleid H18

Prijs- en distributiebeleid H19

Communicatiebeleid H20

Niet-commerciële organisaties H32

Break-even analyse H25

at3 1 1 Marketing

4 t4 1 1 Winst bepalen in de industriële onderneming

Bruto winstopslagmethode H23

Netto winstopslagmethode H24

Kosten en resultaten in de industriele onderneming H26

Voorcalculatie bij ondernemingen met homogene productie H27

Nacalculatie bij ondernemingen met homogene productie H28

Ondernemingen met heterogene productie H29

59

6 vwo management en organisatie

SE 2017 - 2018 (M6v)

5 t5 5 Zelf ondernemen

Balans en Winst- en Verliesrekening H3

Rechtsvormen H9

Financiering: eigen vermogen H11

Financiering: lang vreemd vermogen H12

Financiering: kort vreemd vermogen H13

Stencil Vreemd Vermogen

Interne verslaggeving H30

Ondernemingsplan H31

Renten H16

Investeringsselectie H44

6 t6 5 Verantwoording naar stakeholders

Inleiding externe verslaggeving H38

Regels voor de activa H39

Regels voor de passiva H40

Regels voor de winst- en verliesrekening H41

Liquiditeitskengetallen en cashflow H42

Overige kengetallen H43

7 t7 5 Hoofdstuk 9 t/m 13 + H15 + H16

Hoofdstuk 21 t/m 32

Hoofdstuk 38 t/m 44

Opmerking:

60

PTA 5 vwo biologie

periode toets

weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 - 2017 (M5v)

1 t1 3 1 H 9: Bloedsomloop H 10: Uitscheiding Toetsduur: 90 min; aard: schriftelijk; soort vragen: open en gesloten.

2 t2 3 1 H 11: Voeding en vertering H 12: afweer Toetsduur: 90 min; aard: schriftelijk; soort vragen: open en gesloten

3 t3 3 1 H 13: Hormonen H 14: zenuwstelsel

Toetsduur: 90 min; aard: schriftelijk; soort vragen: open en gesloten

po3 1 1 PO's: soortentoets en onderzoek

4 t4 3 1 H 15: waarnemen

H 16: Sport Toetsduur:90 min; aard: schriftelijke, soort vragen: open en gesloten

po4 2 1 PO dondermiddag

6 vwo biologie

SE 2017 - 2018 (M6v)

5 t5 4 H 1: Gedrag H 2: Soorten en Relaties

H 3: ecosytemen H 7: Erfelijkheid H 8: Evolutie

H 17: Stedelijke ecosystemen H 18: Wereldwijde kringlopen Toetsduur: 120 min; aard: schriftelijk; soort vragen: open en gesloten.

6 t6 4 H 4: Cel en Leven H 5: Onderzoek H 6: Voortplanting

H 12: Afweer H 13: Hormonen H 19 DNA

H 20 eiwit Toetsduur: 120 min; aard: schriftelijk; soort vragen: open en gesloten

7 t7

Po5

4

1

H 9: bloedsomloop H 10: uitscheiding

H11: voeding en vertering H 13: Hormonen H 14: zenuwstelsel

H 15: Waarnemen H 16: Sport H 21: Planten

H 22: Terug naar de toekomst Toetsduur: 120 min; aard: schriftelijk; soort vragen: open en gesloten. onderzoek

Opmerking: Zie It's Learning voor regeling PO en eventuele bonus op toetsen. De leerstof is inclusief de opdrachten. Voor de toetsen in 6v is het volgende van toepassing: Op de toets kan ook

leerstof uit de vorige toets(en) uit 6v aan de orde komen. 1 Het cijfer voor po3 wordt vastgesteld in periode 4

61

PTA 5

vwo scheikunde

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 - 2017 (M5v)

1 t1 6 Hoofdstuk 7: Duurzaamheid Hoofdstuk 8: Zuren

Hoofdstuk 9: Basen

2 t2 6 Hoofdstuk 10: Analysetechnieken en onderzoek Hoofdstuk 11: Redoxreacties

3 t3 6 Hoofdstuk 12: Molecuulbouw en stofeigenschappen Hoofdstuk 13: Kunststoffen

4 t4 3 Hoofdstuk 14: Chemie van het leven

ptsk4 2 2 Practicumtoets analyse

Hoofdstuk 9 §6: Kwantitatieve analyse

at4 3 3 Gemiddeld cijfer ACV (domi-practica)

6 vwo

SE 2017 - 2018 (M6v)

5 t5 7 Hoofdstuk 15: Groene chemie Hoofdstuk 16: Buffers en enzymen Herhalen hoofdstuk 4, 5, 8, 9 & rekenopgaven

Er kan ook stof uit voorgaande hoofdstukken terugkomen in de toets

6 t6 7 Hoofdstuk 17: Accu's en brandstofcellen Hoofdstuk 18: Nieuwe materialen

Herhalen hoofdstuk 1, 2, 3, 11 & rekenopgaven Er kan ook stof uit voorgaande hoofdstukken terugkomen in de toets

7 t7 7 Hoofdstuk 19: Van grijze naar groene stroom Herhalen hoofdstuk 6, 7, 10, 12, 13, 14 & rekenopgaven

Er kan ook stof uit voorgaande hoofdstukken terugkomen in de toets

Opmerking:

62

PTA 5

vwo wiskunde B

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 - 2017 (M5v)

1 t1 1 1 MW Deel 2: H1, H2, H3, Vaardigheden

2 t2 1 1 MW Deel 2: H4, H5, Vaardigheden

3 t3 1 1 MW Deel 2: H6, H7, Vaardigheden

4 t4 1 1 MW Deel 2: H8, keuzeonderwerp, Vaardigheden

6 vwo

SE 2017 - 2018 (M6v)

5 t5 4 Nog onbekend

6 t6 4 Nog onbekend

7 t7 4 De gehele examenstof

Opmerking:

63

PTA 5

vwo natuurkunde

periode toets

weeg- factor

Leerstofomschrijving

5v SE 2016 - 2017 (M5v)

1 t1 3 1 Toets over HS.1, 2, 4, 6, 7, 8 en 9. (90 minuten).

at1 1 1 Technisch ontwerp.

Gedetailleerde informatie met betrekking tot vereisten, deadlines en beoordelingscriteria is te vinden op de ELO. Deze AT kent géén herkansing.

2 t2 3 3 Toets over HS.1, 2, 3, 4, 6, 7, 10 en 11. (90 minuten).

3 t3 3 3 Toets over HS.3, 7, 8, 9, 10, 13 en 14 (90 minuten).

4 t4 3 3 Toets over HS.1 t/m 14 en 15 (90 minuten).

Ioniserende stralen practicum: dit practicum van de Universiteit Utrecht wordt op een nader te bepalen tijdstip georganiseerd.

at4 2 2 Voor deze AT telt het cijfer van het algemeen science practicum (ACV).

6 vwo

SE 2017- 2018 (M6v)

5 t5 4 Toets over HS.3, 8, 9, 10, 11, 12, 13, en 18 (90 minuten).

Tijdens de lessen worden voor at7 presentaties verzorgd over de examen- en herhaalstof. Het uitvoeren van een experiment maakt een belangrijk deel uit van de

presentatie.

6 t6 4 Toets over HS.1, 2, 4, 6, 7, 10, 11 en 17 (90 minuten).

Tijdens de lessen worden voor at7 presentaties verzorgd over de examen- en

herhaalstof. Het uitvoeren van een experiment maakt een belangrijk deel uit van de presentatie.

7 t7 4 Toets over HS.1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 17, 18 en 19 (120 minuten).

at7 1 Cijfer presentatie. Tijdens de lessen worden presentaties verzorgd over de examen- en herhaalstof. Het uitvoeren van een experiment maakt een belangrijk deel uit van de presentatie.

Opmerkingen: De nieuwe hoofdstukken zijn vet gedrukt.

HS.1 = Bewegen in grafieken HS.2 = Bewegen en rekenen

HS.3 = Elektriciteit HS.4 = Kracht en beweging HS.5 = Eigenschappen van stoffen en materialen HS.6 = Kracht als vector

HS.7 = Energie omzetten HS.8 = Trillingen HS.9 = Golven

HS.10 = Magneetvelden HS.11 = Elektrische velden HS.12 = Atoomfysica

HS.13 = Straling HS.14 = Kern- en deeltjesprocessen HS.15 = Biofysica

HS.17 = Gravitatie HS.18 = Astrofysica HS.19 = Quantumwereld

64

PTA 5

vwo onderzoek en ontwerpen

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016- 2017(M5v)

1 t1

at1 1 fase 1 van keuzeproject 1

2 t2

at2 2 fase 2 van keuzeproject 1

3 t3

at3 1 1 fase 1 van keuzeproject 2

4 t4

at4 2 2 fase 2 van keuzeproject 2

6 vwo

SE 2017 - 2018 (M6v)

5 t5

at5 2 meesterproef fase 1

6 t6

at6

7 t7

at7 4 meesterproef

Opmerking:

65

PTA 5

vwo informatica

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 -2017

1 t1 1 1 Module 6: hfdstk 1 - Kern van projectmanagement hfdstk 2 - De organisatie

hfdstk 3 - Systeemontwikkeling

at1 1 1 PHP-opdrachten (McD vs BK, Digitale toets, PHP V3.0, Muziekdatabase of WVTTK)

2 t2 1 1 Module 7: hfdstk 1 - Schematische weergave informatiestromen en bedrijfsprocessen hfdstk 2 - Data Flow Diagram

hfdstk 3 - Unified Modeling Language

at2 1 1 Vervolg PHP-opdrachten at1 -of- Start Educatie-opdrachten (Spel, Animatie, Instruct-offline 1.0, Lessenserie a la Davey of WVTTK)

3 t3 1 1 Module 7: hfdstk 4 - ERD en ontwerp Relationele database hfdstk 5 - Relationele databases en SQL

at3 1 1 Educatie-opdrachten (Spel, Animatie, Instruct-offline 1.0, Lessenserie a la Davey of WVTTK)

4 t4 1 1 Module 5: hfdstk 1 - Toepassingen van datacommunicatie hfdstk 2 - Technische aspecten van datacommunicatie

at4 2 2 "Zoek het zelf maar uit" (leerlingen bedenken eigen project) n.a.v. SLO (in overleg)

6 vwo

SE 2017 - 2018 (M6v)

5

at5 2 Systeemontwikkelingstraject opzetten (voor echte opdrachtgever) + opzetten cursus

6

7

at7 4 Het doorlopen van een systeemontwikkelingstraject (voor echte opdrachtgever) + cursus

Opmerking:

Toetsstof is te vinden op http://www.instruct-online.nl VWO5: in 4 periodes worden er minimaal 3 at's gemaakt, afhankelijk van niveau, overleg

VWO6: at7 start na goedkeuring at5 (at7 duurt minimaal 2 periodes)

66

PTA 5

vwo Wiskunde D

periode toets weeg-factor leerstofomschrijving

5v SE 2016 - 2017 (S+M 5V)

1 t1 3 1 H1+H2: Vectoren en ruimtemeetkunde

2 t2 3 1 H3+H4: Kansrekening

3 t3 2 1 H5: Complexe functies

Lessen in tweetallen: Keuzeonderwerp (zie voor weging periode 4)

4 t4 4 3 Afsluitende SE-toets: alle hoofdstukken vwo 4 en 5

at4 2 1 Lessen in tweetallen: Keuzeonderwerp

Opmerking: Leerstofomschrijving vwo 5 en 6 onder voorbehoud: Nieuw examenprogramma, boeken nog niet verschenen.

PTA 6

vwo Wiskunde D

periode toets weeg-factor leerstofomschrijving

6v SE 2017 - 2018 (S+M 6V)

1 t5 7 H1+H2: Correlatie, regressie en hypothesetoetsing

2 t6 7 H3+H6: Kegelsneden en Logica

3 t7 7 H4+H5: Dynamische modellen en functies van twee variabelen

Afsluitende SE-toets: alle stof

Opmerking: Leerstofomschrijving vwo 5 en 6 onder voorbehoud: Nieuw examenprogramma,

boeken nog niet verschenen.

67

PTA 5

vwo bewegen, sport en maatschappij

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 - 2017 (M5v)

1

HD1 Ontwerp een individueel trainingsschema: 'ontwerp trainingsprogramma ander(en) 1.7.4.2

po1 1 1 Praktijkcijfer eigen vaardigheid: lessenreeks honkbal en lessenreeks duurtraining (toetsing middels een coopertest). In beide lessenreeksen wordt alleen getoetst op eigen vaardigheid. Voor het eindcijfer (po1) tellen beide vaardigheidcijfers even

zwaar. * Opdrachten uit de reader zijn voorwaarde voor een volledig eindcijfer (bij onvoldoende of niet inleveren -0,5 aftrek op je eindcijfer spel po1)

2 t2 2 1 Opdracht 'Draaiboek voor een outdoorkamp': De opdracht wordt geïntroduceerd bij de start van periode 1. De opdracht wordt gemaakt in een tweetal en moet hardcopy worden ingeleverd.

po2 1 1 Praktijkcijfer eigen vaardigheid: lessenreeks turnen en bewegen op muziek. In de

lessenreeksen turnen wordt er getoetst op eigen vaardigheid (2/3 van het praktijkcijfer spel) en een individuele bewegingsanalyse (1/3 van het praktijkcijfer turnen). In de lessenreeksen bewegen op muziek wordt alleen getoetst op eigen vaardigheid. Voor

het eindcijfer (po2) tellen beide vaardigheidcijfers even zwaar. * Opdrachten uit de reader zijn voorwaarde voor een volledig eindcijfer (bij onvoldoende of niet inleveren -0,5 aftrek op je eindcijfer spel po1)

3 t3 3 3 Toets (90 minuten): - Hoofdstuk 1 ‘Bewegen en gezondheid’ 1.1 /1.3/1.4/1.5/1.6/1.7

- Theorie en praktijk die worden behandeld in de EHBO cursus - Alles wat in de lessen wordt behandeld en inhoud uit de BSM reader P1 t/m P4

HD3 EHBO cursus (2 lessen - voorbereiding op de toets)

po3 1 1 Opdracht 'zelf lesgeven': in een duo wordt er een LO les gegeven aan de eigen groep. De opdracht bestaat uit 3 componenten: * Een lesvoorbereiding die is goedgekeurd door de BSM docent,

* De uitvoering - lesgeven aan de eigen groep * Een reflectieverslag met terugblik op de voorbereiding en uitvoering. Deze moet uiterlijk 2 weken na de les worden ingeleverd.

Gezamenlijk bepalen deze 3 componenten het eindcijfer voor deze opdracht.

4

po4 2 1 Opdracht 'BSM stage van 12 uur': De opdracht wordt geïntroduceerd bij de start van periode 3 en bestaat uit 3 componenten:

* Stage van minimaal 12 uur (beroepsoriëntatie en BSM relevant) * Verslaglegging van de stage met ingevuld stagecontract * Interview

Gezamenlijk bepalen deze 3 componenten het eindcijfer voor deze opdracht.

68

6

vwo bewegen, sport en maatschappij

SE 2017 - 2018 (M6v)

5 t5

po5 1 Praktijkcijfer spel: lessenreeks veldhockey (periode 1). In de lessenreeks wordt er

getoetst op eigen vaardigheid (2/3 van het praktijkcijfer spel) en spelregelkennis d.m.v. een spelregeltoets (1/3 van het praktijkcijfer spel). * Opdrachten uit de reader zijn voorwaarde voor een volledig eindcijfer (bij

onvoldoende of niet inleveren -0,5 aftrek op je eindcijfer spel po5)

6 t6

po6 2 Opdracht 'zelf lesgeven': individueel wordt er een LO les gegeven aan de eigen groep. De opdracht bestaat uit 3 componenten:

* Een lesvoorbereiding die is goedgekeurd door de BSM docent, * De uitvoering - lesgeven aan de eigen groep * Een reflectieverslag met terugblik op de voorbereiding en uitvoering. Deze moet

uiterlijk 2 weken na de les worden ingeleverd. Gezamenlijk bepalen deze 3 componenten het eindcijfer voor deze opdracht.

7 t7

po7 3 Opdracht 'onderzoek en presenteren': in een drietal ga je een onderzoek uitvoeren en presenteren met inhoud welke relevant is voor BSM. De opdracht wordt gemaakt in

een drietal en moet hardcopy worden ingeleverd. De opdracht wordt geïntroduceerd tijdens periode 1. Bij deze opdracht maken we gebruik van hoofdstuk 4 uit het BSM boek. De onderzoeksopdracht bestaat uit 3 componenten:

* Voortgangsgesprek met BSM docent * Onderzoeksverslag waarin het theorie- en praktijkonderzoek schriftelijk worden gepresenteerd

* Actieve videopresentatie waarin het onderzoeksproces en het onderzoeksproduct worden gepresenteerd Gezamenlijk bepalen deze 3 componenten het eindcijfer voor deze opdracht.

Opmerking:

69

PTA 5

vwo Cambridge module

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016- 2017 (M5v)

1 t1 2 Reading + Use of English

2 t2 2 Listening + Use of English

3 t3 2 Writing

PO 1 Writing File

Exam

6

vwo

SE 2016 - 2017 (M6v)

5 t5

po5

6 t6

po6

7 t7

po7

Opmerking:

70

PTA 5

vwo cultuur & wetenschap

periode toets weeg- factor

leerstofomschrijving

5v SE 2016 - 2017 (M5v)

1 t1 1 Seksuele Differentiatie

po1

2 t2 1 Mens en Machine

po2

3 t3 1 Ontdekkingsreizen

po3

4 t4 1 Medische Ethiek

po4

6

vwo

SE 2017- 2018 (M6v)

5 t5 1 Dostojevski

po5

6 t6 1 Kritisch denken

po6

7 t7

po7

Opmerking: