SBO De Fontein · schoolontwikkeling duidelijk: plan (voorbereiden), do (implementeren), study ......
Transcript of SBO De Fontein · schoolontwikkeling duidelijk: plan (voorbereiden), do (implementeren), study ......
2
Schoolgegevens:
Brinnummer: 02 EG
Contact school:
Tel. 077 3071489
E-mail: [email protected]
Website: www.sbodefontein.nl
Directeur: Anneke Steijlen
Adres: Jan van den Boschstraat 1
5988 ED Helden
Bevoegd gezag: Stichting Prisma
Adres bevoegd gezag: Postbus 7192, 5980 AD Panningen
Contactpersoon: Dhr. M.A.E. Rutten, college van bestuur
Contact bevoegd
gezag:
Tel. 077-3079748
E-mail: [email protected]
Website: www.prisma-spo.nl
3
Inhoudsopgave
Bladzijde:
1. Inleiding 4
1.1 Doel schoolplan 4
1.2 Opstel- en vaststellingsprocedure 4
2. Beleid en andere relevante documenten 5
3. Onze school 6
3.1 Het gebouw en de situering in de wijk, gemeente 6
3.2 Leerlingenpopulatie 6
3.3. SWV Peelkwartier 7
3.3 Context 7
4. De opdracht van de school 8
4.1 Onze missie 8
4.2 Onze visie 8
4.3 kenmerken 8
4.4 Sterke en zwakke punten 9
5. Het beleid van de school 10
5.1 Onderwijsaanbod 10
5.2 Cultuur educatie 11
5.3 Planning verbeteracties 13
6. De kwaliteit van ons onderwijs 23
6.1 Kwaliteitsbeleid 23
6.2 De PDSA cirkel 23
6.3 Leerlingenzorg 23
7. Personeelsbeleid en organisatieontwikkeling 26
8. Informatie- en communicatietechnologie 27
9. Huisvesting, inrichting en financiën 28
9.1 Huisvesting 28
9.2 Financiën 28
10. Overzicht bijlagen 29
11. Instemming medezeggenschapsraad en vaststelling bevoegd gezag 30
4
1. Inleiding
Ons schoolplan is een officieel beleidsstuk waarin, in grote lijnen, de onderwijsontwikkeling
van onze school voor speciaal basisonderwijs wordt vastgelegd. Hiermee leggen we als het
ware verantwoording over het onderwijs af aan de inspectie, het college van bestuur, de
ouders etc.
Dit schoolplan zal functioneren als uitgangspunt voor de planning per schooljaar. We zien
het schoolplan als een kwaliteitsdocument, waarin het beleid is vastgelegd.
Dit beleidsplan moet een onmisbaar document vormen in de school. Het zal aan iedereen
duidelijkheid bieden welke richting wij uit willen met het team.
1.1 Doel schoolplan
• Het schoolplan legt vast welke richting van schoolontwikkeling door alle
personeelsleden gedragen wordt.
• De school (team, medezeggenschapsraad, CvB en RvT) stelt hiermee vast, wat voor de
komende periode van 1 augustus 2011 t/m 31 juli 2015 het integrale beleid zal zijn. Het
integrale karakter komt naar voren doordat bij elk actiepunt de samenhang wordt
gemaakt tussen het onderwijskundig-, personeels-, financieel / materieelbeleid en
beleid ten aanzien van de kwaliteitszorg.
• Middels het schoolplan wordt, naar alle partijen, het cyclische proces van de planmatige
schoolontwikkeling duidelijk: plan (voorbereiden), do (implementeren), study
(evalueren) en act (vaststellen en/of verbeteren).
Door het opstellen van dit schoolplan wordt voldaan aan de wettelijke verplichting.
1.2 Opstel- en vaststellingsprocedure.
Het voorliggende schoolplan is het resultaat van twee trajecten.
1. In december 2010 is door het team, tijdens een studiedag, de visie en missie voor het
nieuwe schoolplan vastgesteld.
2. In maart 2011 heeft met het team een evaluatie en analyse plaats gevonden ten
aanzien van het onderwijs zoals deze op dat moment vorm kreeg binnen SBO De
Fontein. Hierbij is gebruik gemaakt van: de uitkomst van het leerling-, leerkracht- en
oudertevredenheidpeiling (bijlage I), en de diverse schoolevaluaties.
Naast de uitkomsten van deze evaluatie / analyse is een relatie gelegd naar actuele
en externe ontwikkelingen rondom het primair onderwijs. Hieruit zijn door het team
vijf grote actiepunten naar voren gebracht, welke wij de komende schoolplan periode
willen aanpakken.
Vanuit de uitkomsten van beide trajecten is door de directeur een concept schoolplan 2011
– 2015 opgesteld. Deze is door de medezeggenschapsraad (MR) besproken. De gemaakte
voorstellen tot verbetering zijn door de directeur in het definitieve schoolplan meegenomen.
Uiteindelijk is het schoolplan door de MR goed gekeurd, geaccordeerd door het CvB en naar
de inspecteur verzonden.
5
2. Beleid en andere relevante documenten
Om het schoolplan als een document te kunnen gebruiken dat in grote lijnen de
schoolontwikkeling aangeeft, wordt er gebruik gemaakt van verwijzingen naar andere op
school aanwezige documenten. Hierbij moet gedacht worden aan:
• Strategisch beleidsplan Stichting Prisma
• Zorgplan SWV Peelkwartier
• Tevredenheidpeiling 2010
• Schoolgids
• Zorgdraaiboek
• Taakbeleid
• Verbetertraject FoLi (samenwerking De Fontein en De Liaan)
• Diverse protocollen
• Functiemix
• Huisvesting en gebouwelijke zaken
• Sociaalplan stg. Prisma
• We roeren de grote trom (muziek binnen stg. Prisma)
6
3. Onze school
SBO De Fontein is een speciale basisschool met een katholieke identiteit. Onze school staat
evenwel open voor alle gezindtes en mensen met andere levensbeschouwelijke opvattingen,
die de katholieke identiteit van De Fontein respecteren en onderschrijven.
Onze school heet “De Fontein” want:
De Fontein is een symbool, een teken voor de verscheidenheid van ieder kind.
Het kind dat op een eigen wijze uitgroeit naar zijn / haar volwassenheid.
3.1 Het gebouw en de situering in wijk, gemeente
Oorspronkelijk werd in 1958 de Bernadette school gebouwd aan de Past.
Knippenberghstraat als regionale school voor buitengewoon onderwijs.
Door ‘weer samen naar school’ bleven er steeds meer kinderen in de basisscholen waardoor
het buitengewoon onderwijs kromp. De school ‘t Onderse Veld aan de Jan van de
Boschstraat groeide doordat er veel nieuwe huizen in de wijk werden bijgebouwd. Hierdoor
ontstond er leegstand van lokalen bij de Bernadette school en ruimte gebrek bij ’t Onderse
Veld. Er werd besloten om van gebouw te wisselen. Het gebouw aan de Jan van den
Boschstraat werd gerenoveerd en aangepast voor het SBO onderwijs en de school kreeg een
nieuwe naam: De Fontein. De school ’t Onderse Veld kreeg de naam: De Liaan.
Aangezien De Liaan nog steeds bleef groeien en SBO De Fontein lokalen over heeft, is er in
het gebouw van De Fontein een dependance van De Liaan.
Het huidige gebouw telt 8 klaslokalen (waarvan 4 in gebruik door De Fontein), een speelzaal,
1 lokaal voor de BSO en diverse overige ruimten.
De leerlingen van SBO De Fontein komen vanuit de scholen van SWV
(samenwerkingsverband) Peelkwartier. De Fontein heeft daardoor geen directe binding met
de wijk. Buiten SBO De Fontein zijn er nog twee basisscholen in het dorp Helden in de
gemeente Peel en Maas.
3.2 Leerlingenpopulatie
SBO De Fontein is een kleiner wordende school. Afhankelijk van de ontwikkelingen binnen
Passend onderwijs kan het leerlingen aantal stijgen of dalen.
De leerlingen van De Fontein zijn allen afkomstig vanuit de scholen van Peelkwartier of, in
geval van verhuizing, van een SO / SBO school. Indien bij een van de scholen van
Peelkwartier handelingsverlegenheid ontstaat voor een van de leerlingen wordt er gezocht
naar passend thuisnabij onderwijs. Als de basisschool van herkomst niet in staat is om hun
onderwijs in voldoende mate aan te passen op de ontwikkelingsbehoefte van het kind,
wordt gekeken of De Fontein hiervoor wel de mogelijkheden heeft. De ouders, i.s.m. de
school van herkomst dienen daarvoor bij de PCL (permanente commissie voor
leerlingenzorg) een verzoek tot plaatsing in. Voor verdere informatie over deze procedure
kunt u kijken op de website www.peelkwartier.nl.
Het percentage kinderen met een allochtone achtergrond is laag (5,97 %). Deze hebben hun
oorsprong in Marokko en Suriname. 20,8 % Van de leerlingen leeft in een pleeggezin, is
geadopteerd of woont in een leefgroep in een instelling.
SBO De Fontein is een school met kinderen die zeer intensieve onderwijsbehoeften hebben:
kinderen met een stoornis in het autistisch spectrum, kinderen met aan autisme verwante
stoornissen, moeilijk- en zeer moeilijk lerende kinderen, kinderen met leerproblemen,
7
kinderen met hechtingsstoornissen, kinderen met gedragsproblemen, kinderen met
A.D.H.D., O.D.D. In schooljaar 2011-2012 heeft 15 % van de leerlingen van onze school een
rugzakje (LGF REC 3 & 4) en loopt er nog een aanvraag voor 6 % van de leerlingen.
3.3 SWV Peelkwartier
Samenwerkingsverband Peelkwartier bestaat uit twee besturen die samen verantwoordelijk
zijn voor 13 basisscholen en 1 school voor speciaal basisonderwijs. Onder de S.K.B.M. Meijel
ressorteert één basisschool en onder Stichting Prisma ressorteren 11 katholieke
basisscholen, één openbare basisschool en één school voor speciaal basisonderwijs. Deze 14
scholen zijn samen verantwoordelijk voor het onderwijs aan kinderen van 4 tot 12 jaar.
Vanaf schooljaar 2006-2007 is de gezamenlijke verantwoordelijkheid beschreven in een
zorgplan welke jaarlijks wordt geëvalueerd en bijgesteld. Dit zorgplan is beleidsarm en
voldoet aan de minimale wettelijke verplichtingen.
Het bestuur van SWV Peelkwartier heeft op 20 maart 2007 het besluit genomen om de
financiële middelen (2%), die vanuit het ministerie ter beschikking worden gesteld, geheel
ter beschikking te stellen aan De Fontein.
In de schoolplannen van de scholen die binnen het SWV Peelkwartier vallen, wordt een
zorgprofiel opgenomen. Het is van belang voor SBO De Fontein te weten waar de grenzen
van onderwijsmogelijkheden van de basisscholen liggen zodat ze hierop kan anticiperen. De
SBO-school zal, uitgaande van haar eigen concept, kinderen met specifieke
onderwijsbehoeften waaraan basisscholen (nog) niet kunnen voldoen, wel die instructie en
ondersteuning moeten kunnen geven. Hierin kan (moet) de SBO-school zich onderscheiden
van de reguliere basisscholen en daardoor een duidelijke meerwaarde hebben. De
leerkrachten van SBO De Fontein kunnen ook worden ingezet voor de ondersteuning van
collega’s op de basisscholen vanuit het Bureau Passend Onderwijs van Stichting Prisma.
3.4. Context
In de vorige schoolplanperiode heeft nogal wat personeelswisseling plaats gevonden. Er zijn
4 leerkrachten en 1 directeur vertrokken en 3 nieuwe leerkrachten aangesteld. Per 1
september 2010 is een nieuwe directeur benoemd, die tevens directeur is van Bs De Liaan.
De eindverantwoordelijkheid van de schoolse zaken ligt bij de directeur. Deze wordt direct
geadviseerd / ondersteund door de internbegeleiders en LC-leerkracht.
SBO De Fontein telt op dit moment (september 2011) 34 leerlingen, 3 groepen, 7
leerkrachten (waaronder 2 IB-ers, 1 LC-er, en 1 vakleerkracht gymnastiek), 1
onderwijsassistente, 1 directeur, 1 administratieve kracht, 1 conciërge en 2 interieur
verzorgsters. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de diensten van 1 logopediste, 1
fysiotherapeut en 1 orthopedagoog.
SBO De Fontein valt onder een College van Bestuur (CvB) van stichting Prisma met één
interim directeur. Van het gehele personeel m.u.v. het CvB, werken 2 mensen fulltime en 12
mensen parttime. Onder de 14 personeelsleden zijn 2 mannen, de vakleerkracht gymnastiek
en de conciërge. De leeftijdsopbouw onder de personeelsleden is als volgt: 23 % > 50 ; 30,8
% 40 – 50; 38,5 % 30 – 40; 7,7% personen 20 – 30 jaar.
In verband met capaciteitsvergroting zal SBO De Fontein haar partnerschap met basisschool
De Liaan vergroten.
8
4. De opdracht van de school
4.1 Onze missie:
De Fontein is een leef- en leergemeenschap waar met alle direct betrokkenen (kinderen,
medewerkers, ouders en externe professionals) gewerkt wordt aan het realiseren van
speciale leerarrangementen om kinderen met specifieke onderwijsbehoeften maximale
ontwikkelkansen te bieden. Met onze didactische en pedagogische aanpak willen wij een
bijdrage leveren aan de groei van ieder individueel kind naar volwassenheid op zijn/ haar
eigen niveau. Daarbij stimuleren wij ontwikkeling van kennis en vaardigheden, autonomie,
zelfredzaamheid, competentie en sociale interactie.
Factoren als menselijke interactie, veiligheid, sfeer, vertrouwen, het opdoen van succes
ervaringen, respect, (het uitdrukken van) persoonlijke gevoelens en een kritische
grondhouding vinden wij essentieel.
4.2 Onze visie:
Het team vindt het zeer belangrijk dat het kind zich geaccepteerd voelt in al zijn/haar
facetten, waarbij de onbevangenheid van het kind behouden blijft.
Wij gaan uit van een gelijkwaardige benadering, ongeacht de sexe, sociaal economische of
culturele achtergrond van de kinderen. Binnen onze werkwijze zijn wij niet alleen gericht op
kennisoverdracht en leren leren. Ieder kind wordt aangesproken op de eigen
verantwoordelijkheid voor diens ontwikkeling en gedrag én gestimuleerd tot een zo groot
mogelijke zelfredzaamheid.
In het ontwikkelingsproces wordt geprobeerd een goed evenwicht te creëren tussen
onderwijs op maat (aansluitend bij de mogelijkheden en interesses van het individuele kind)
en sociale interactie (in een groep ervaren en respecteren dat er verschillen zijn).
Genoemde uitgangspunten en visies zijn terug te vinden in de inhoud en vorm van het
onderwijs zoals deze dagelijks binnen De Fontein wordt gegeven. Op basis van onze
regelmatige, kritische schoolevaluatie blijven wij ons onderwijs bijstellen.
4.3 Kenmerken:
SBO De Fontein is een school voor speciaal basisonderwijs die moet kunnen voldoen aan de
hele specifieke onderwijsbehoeften van kinderen in SWV Peelkwartier van 4 tot 13 jaar.
Hiervoor ontwikkelt de school speciale leerarrangementen voor kinderen. Wezenlijk hierbij
is de samenwerking met basisscholen, speciaal onderwijs, ketenpartners zoals Bureau
Jeugdzorg, MEE en School -Thuismaatschappelijk werk, bestuur en ouders/verzorgers van de
kinderen op de SBO school. Alleen door een goede samenwerking kunnen we komen tot
afstemming van het aanbod van de school (instructie en ondersteuning) op de
onderwijsbehoeften van het kind.
Het onderwijs op SBO De Fontein kenmerkt zich met name door een sterk pedagogische
benadering:
� meer kindgericht en minder leerstofgericht
� meer structuur, ritme en ankerpunten voor de leerling
� extra aandacht voor het opdoen van succeservaringen; kansen scheppen staat centraal
9
4.3 Sterke punten (kansen) en zwakke punten (bedreigingen)
Voor de in- en externe analyse is gebruik gemaakt van de schoolevaluaties van de
verschillende trajecten die in de vorige schoolplanperiode zijn aangepakt en de leerlingen-,
leerkracht -en oudertevredenheidpeiling (zie bijlage I). M.n. de gemeenschappelijke kansen
en bedreigingen zijn uitgebreid besproken in het team. Ook zijn de volgende actuele
(externe) ontwikkelingen en speerpunten van stichting Prisma besproken in hoeverre deze
kansen of bedreigingen bieden voor De Fontein:
- Passend onderwijs (schoolnabijheid);
- IKC; wet OKE (doorgaande lijn VVE → BAO);
- Groep 2-3;
- opbrengstgericht werken (referentieniveaus taal en rekenen);
- profilering (zowel op Prisma als op schoolniveau);
- vervanging methodes;
- Sociale vaardigheden / backup
- zorgstructuur;
- overleg structuur / werkcultuur;
- co-teaching;
- Vakleerkrachten;
- testen/toetsen/rapportage;
- verdwijnen LGF;
- centralisatie: groot regionaal SWV die de gelden van Passend onderwijs beheert;
- terugloop leerlingenaantal;
- samenwerking met De Liaan.
De resultaten zijn verwerkt in paragraaf 5.3.
10
5. Het beleid van onze school
5.1 Onderwijs aanbod
In deze paragraaf worden de volgende aspecten toegelicht:
• het jonge kind
• vak- en vormingsgebieden
• Specialistische ondersteuningsfunctie
• Evaluatie en bijstelling onderwijs aanbod
Het jonge kind.
Over het algemeen zijn kinderen al wat ouder als ze via de PCL bij De Fontein terecht komen.
Incidenteel is er vanuit het SWV behoefte om een jong risico kind (4-6 jarige) te plaatsen. In
samenwerking met de bovenschoolse zorgcoördinator wordt gezocht naar een tijdelijke
oplossing: een school binnen stichting Prisma met een kleine kleutergroep en deskundige
leerkrachten of mogelijk een tijdelijke plaatsing in een collega SBO school welke ook een
groep voor jonge risico kinderen heeft. In schooljaar 2011-2012 gaan we de mogelijkheid
onderzoeken om ook kleuters in de jongste groep te plaatsen. Daarbij wordt gekeken in
hoeverre we ons onderwijs zodanig kunnen inrichten dat we tegemoet kunnen komen aan
de specifieke ontwikkelingsbehoefte van het jonge kind en tevens voldoende begeleiding
kunnen bieden aan de andere kinderen binnen de stamgroep.
Vak- en vormingsgebieden:
De leerlingen werken bij de cursorische vakken (rekenen, taal, spelling, aanvankelijk-,
technisch en begrijpend lezen) in niveaugroepen. In principe wordt voor de leerstof gebruik
gemaakt van methoden. (Zie bijlage II)
Ter ondersteuning van eventuele individuele leerlijnen worden materialen uit de orthotheek
gebruikt.
Voor elke leerling wordt bij binnenkomst voor de cursorische vakken een prognoselijn
opgesteld welke half jaarlijks wordt geëvalueerd. In een prognoselijn wordt voor een specifiek
leergebied de verwachting van de ontwikkeling van de leerling weergegeven. De prognoselijnen
worden met de ouders besproken.
Specialistische ondersteuningsfunctie
Ook kinderen met specifieke onderwijsbehoeften zijn voortdurend in ontwikkeling. Deze kinderen
hebben intensieve hulp/begeleiding nodig om zich optimaal te ontplooien. Ze hebben hulp nodig van
ouders en andere opvoeders zoals gespecialiseerde leerkrachten van de school.
Het onderwijs op de school dient zoveel mogelijk afgestemd te worden op de individuele instructie-
en ondersteuningsbehoeften van het kind en wel in goed overleg met de ouders. Afstemming t.a.v.
het pedagogisch handelen is van wezenlijk belang.
Omdat kinderen op SBO de Fontein specifieke onderwijsbehoeften hebben, zullen we daar in het
aanbod, in de manier van lesgeven en in de begeleiding rekening mee houden.
Er wordt gewerkt vanuit het zinvolle (vanuit de leerkracht) en het betekenisvolle (vanuit de
leerlingen) waarbij de interactie tussen leerkracht en leerling van groot belang is.
Instructie behoefte.
Vanuit een veilig pedagogisch klimaat wordt onderwijs gegeven. Hierbij is een speciaal didactische
(orthodidactische) benadering noodzakelijk. Enerzijds zit dit verweven in de gebruikte methodes,
daarnaast uit de wijze van lesgeven. De leerkrachten zijn bekend met de ontwikkelingen binnen het
(speciale) basisonderwijs en werken vanuit dit gegeven. Daarnaast kunnen extra
begeleidingsmomenten worden ingezet (remedial teaching, logopedie, fysiotherapie).
11
Ondersteuningsbehoefte.
SBO De Fontein heeft als school voor speciaal basisonderwijs een belangrijke opvoedkundige taak.
Binnen onze school staat de orthopedagogische benadering van het kind centraal. Uitgangspunten
als regelmaat, veiligheid, duidelijkheid, rust en structuur, waarbij de voorbeeldfunctie van de
leerkracht heel belangrijk is, vormen de basis van het opvoedkundig handelen. Hierbij willen we
zoveel mogelijk kinderen individueel vanuit hun eigen behoeften benaderen. We benadrukken dat
het pedagogisch handelen een sociaal gebeuren is. Een kind zit niet alleen in een groep. De
leerkracht is de spil voor de ontwikkeling van het kind. Zij / hij werkt vanuit een vertrouwensrelatie.
Het pedagogisch klimaat vraagt om duidelijke gedragsregels. Als kinderen weten wat wel en niet kan,
kunnen ze zich ook sociaal makkelijker ontwikkelen. Regels geven een stuk veiligheid. Binnen die
structuur moet er ruimte blijven voor de eigenheid van het kind. Belangrijk binnen dit geheel is de
ontwikkeling van sociale vaardigheden. Deze zijn voor elk kind van belang bij zijn/haar ontwikkeling.
Het is belangrijk dat de leerkracht op de hoogte is van de leefomgeving en de beleveniswereld van
ieder kind. Huisbezoek is hierbij een mogelijkheid.
Voor evaluatie en bijstelling van het onderwijsaanbod worden de volgende werkwijzen
gehanteerd:
Er vindt regelmatig evaluatie plaats tijdens de bouwvergaderingen. Dit kan leiden tot
aanpassingen;
Nieuwe ontwikkelingen die vanuit nascholing, vakliteratuur, schoolbegeleiding e.d. worden
ingebracht, krijgen een zinvolle plek indien dit meerwaarde oplevert en uit te voeren is
binnen de schoolorganisatie;
Vanuit de trendanalyses worden, waar nodig, aanpassingen gerealiseerd;
Middels ‘pilots’ (van teamleden individueel, door intervisie met collega’s, vanuit nascholing
of coaching) wordt zoveel mogelijk recht gedaan aan verschillen tussen kinderen. Het
resultaat van deze ‘pilots’ wordt met de directe collega’s of in teamverband besproken.
5.2 Cultuureducatie
Onder cultuureducatie verstaan we alle educatieve activiteiten en vormen waarbij cultuur als doel of
middel wordt ingezet. Vormen van educatie die beogen de leerlingen in contact te brengen met
kunst, cultuur, erfgoed en media in actieve, receptieve dan wel reflectieve vorm. Activiteiten gericht
op vergroting van deskundigheid van leraren of het onderwijsteam vallen ook onder het begrip
cultuureducatie.
De zorg voor het inrichten van een krachtige leer- en leefomgeving dient een gezamenlijke
verantwoordelijkheid te zijn van onderwijs, cultuursector en overheid. Elk van deze partijen heeft zijn
eigen verantwoordelijkheid, maar alleen een gezamenlijke inspanning leidt ertoe dat cultuureducatie
tot bloei komt. Het gaat daarbij niet alleen om tijd en geld, maar ook om kennisuitwisseling,
onderling overleg en samenwerking. Voor de uitvoering van onze cultuureducatieve missie en visie
werken we samen met culturele instellingen en initiatieven in de omgeving, de regio, provincie en
landelijk. Om de samenwerking met het veld te stroomlijnen en te coördineren hebben we een
bovenschools coördinator aangesteld binnen het samenwerkingsverband CultuurPAD.
Plaats van cultuureducatie binnen Stichting Prisma
Binnen Stg. Prisma zijn vanuit de visie op cultuureducatie de volgende onderdelen van toepassing:
cultuureducatie als visie op leren:
Leren lukt alleen als het zinvol is. Zinvol leren gaat uit van betekenisvol en inzichtelijk leren in een
sociale context, waarbij verbanden worden gelegd tussen de leefwereld en ervaring van de leerlingen
en de kennis van een bepaald vakgebied. Cultuureducatie is van belang omdat het leerlingen leert
hoe interessant leren kan zijn.
cultuureducatie als bijdrage aan het leerklimaat.
12
-Cultuureducatie biedt gelegenheid om scheppend bezig te zijn;
-Stimuleert mengvormen van individueel en gemeenschappelijk leren;
-Doet een beroep op meerdere intelligenties;
-Biedt ruimte voor eigen initiatief en reikt inspiratie aan uit vele culturen;
-Kan behulpzaam zijn bij het bereiken van de kerndoelen bij andere leergebieden.
cultuureducatie binnen de leergebieden
-Kunst en cultuur zijn belangrijke onderdelen voor jonge mensen om in de toekomst adequaat te
kunnen participeren in de samenleving;
-Er vindt een overdracht plaats van culturele verworvenheden;
-Er is ruimte voor individuele ontwikkeling door het opdoen van persoonlijk, vormende ervaringen.
cultuureducatie als visie op vorming
- Cultuureducatie is een uitwerking van het ideaal, dat de school een veel bredere taak heeft, die met
vorming en opvoeding aangeduid kan worden.
Cultuureducatie op De Fontein:
Cultuureducatie is een kennismaking met alle vormen van kunst, cultuur en erfgoed op een
toegankelijke manier. Binnen die kennismaking speelt het actief en praktisch bezig zijn van
de leerlingen een belangrijke rol. Leerlingen ontdekken en ervaren kunt, cultuur en erfgoed
door ‘te doen’. Daarom heeft De fontein het volgend speerpunt voor cultuureducatie
geformuleerd: ervaren door doen. Dit past bij onze leerlingen. We streven naar kleinschalige
activiteiten, dicht bij de leerlingen en de school. Leerlingen maken op deze manier kennis
met kunst, cultuur en erfgoed van dichtbij. Het ontdekken gebeurt door te doen te voelen,
te proeven en te ruiken aan cultuur. Hierdoor ervaren leerlingen dat wat je leert, je wat
doet, je raakt. De populatie kinderen van de SBO school maakt vanuit hun gezien en
omgeving weinig tot nauwelijks contact met theaterbezoek. Hierin willen we graag een
bijdrage leveren. Daarom streven we ernaar leerlingen tijdens hun schoolcarrière minimaal
één keer kennis te laten maken met het theater.
Werkwijze: In overleg tussen de coördinator op school, het team en CultuurPad is gekozen
voor twee accenten:
- kennismaken met theater
- thematisch weken per groep met aandacht voor vertaling van de visie naar de
praktijk
Muziek
Het invoeren van muziekeducatie nieuwe stijl op de scholen van stg. Prisma wordt in de
startnotitie “We roeren de trom” beschreven.
Een expertteam ontwikkelt een muziekmenu met een breed scala aan activiteiten.
Het streven is een muzikale omgeving van hoge kwaliteit te realiseren, waarbij muziek
aansluit bij de beleving van deze tijd en onderdeel is van cultuureducatie. Dit wordt
vormgegeven in een gevarieerd Muziekmenu, dat wordt geïntegreerd in naschoolse
arrangementen. Elke school kiest uit het muziekmenu activiteiten en stelt zo haar eigen
muziekprogramma samen. Ook bepaalt de school wanneer deze activiteiten plaats vinden :
binnen het lesprogramma, of als naschoolse activiteit. Voor de kinderen levert dit een brede
basis voor muziekontwikkeling.
Daarnaast wordt diepgang wordt gerealiseerd in het muziekmenu XXL d.m.v. naschoolse
activiteiten per kern waarin tevens verbinding wordt gezocht met de verenigingen.
13
5.3 Planning verbeteracties
Het onderstaande totaal overzicht wordt daarna uitgewerkt in onderwijskundige, personele en financieel/materiële acties.
P = plan (voorbereiden) D = do (implementeren) S = study (evalueren) A = act (borgen)
2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015
P D S A P D S A P D S A P D S A
Verdere implementatie Veilig leren lezen, De Trek, Blauwe planeet en Natuniek. X X X X X X
Opbrengstgericht werken (o.a. versterken van het werken met prognoselijnen) X X X X X X X X X
Sociale vaardigheden van het kind verbeteren(nieuwe methode?, LVS, backup etc) X X X X X X X X X
Zorgstructuur (o.a. IHP/GHP optimaliseren, overlegstructuur, doorgaande lijn) X X X X X X X X X X X
FoLi X X X X X X X X X
Technisch lezen (o.a. nieuwe methode, doorgaande lijn) X X X X X X X X X X X
Passend onderwijs (o.a. profilering van De Fontein middels bv. specialiseren, uitvoeren en
realiseren hiervan)
X X X X X X X X X X X X X
Taal / Spelling onderwijs optimaliseren (nieuwe methode, doorgaande lijn) X X X X X X X X X X X
Ontwikkeling van schoolplan 2015 - 2019 X X X X
14
P = plan (voorbereiden) D = do (implementeren) S = study (evalueren) A = act (borgen)
2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015
Verdere implementatie Veilig leren lezen, De Trek, Blauwe planeet en Natuniek, Klaarover. P D S A P D S A P D S A P D S A
Onderwijskundig Acties X X X X X X
In de aanvang groep wordt de vernieuwde methode VLL
gebruikt. Binnen de methode wordt gewerkt met verschillende
niveau groepen. Dit schooljaar wordt bekeken hoe de
organisatie hiervan kan worden vastgelegd in een carrousel-
vorm.
De planning van methoden voor wereldoriëntatie (De Trek,
Blauwe planeet, Natuniek) is in schooljaar 2010-2011 door de
werkgroep vastgelegd. Vanaf schooljaar 2011-2012 maakt elke
leerkracht een planning voor de eigen stamgroep. Ook stelt
elke leerkracht een materialenlijst samen die voor dat
schooljaar nodig is. Deze wordt doorgegeven aan de
werkgroep.
In schooljaar 2010-2011 is, voor het vak verkeer, gestart met
de methode Klaar over waarin alle kerndoelen zijn
opgenomen. In schooljaar 2011-2012 wordt deze verder
geïmplementeerd door de inzet van de bijbehorende
werkboekjes. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de software
voor het digibord waarbij de kinderen levens echte situaties te
zien krijgen. M.n. voor onze leerlingen doelgroep is dit van
belang omdat het voorstellingsvermogen niet bij al onze
leerlingen voldoende ontwikkeld is.
Personeel Acties X X X X X X
Alle leerkrachten hebben al minimaal één jaar met de methode
gewerkt.
Financieel- materieel Acties X X X X X X
De werkgroep verzamelt en/of besteld de materialen. Dit
wordt betaald vanuit de exploitatie.
15
P = plan (voorbereiden) D = do (implementeren) S = study (evalueren) A = act (borgen)
2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015
Opbrengstgericht werken (o.a. versterken van het werken met prognoselijnen) P D S A P D S A P D S A P D S A
Onderwijskundig Acties X X X X X X X X X
Voor alle leerlingen is voor de vakken rekenen, spelling,
technisch- en begrijpend lezen een prognoselijn opgesteld. Na
afname van de methode onafhankelijke toetsen worden de
scores afgezet tegen de prognoselijn. Dit kan er toe leiden dat,
bij positieve scores, de prognoselijn naar boven toe wordt
aangepast. Indien de scores onder de prognoselijn uitkomen,
wordt gezocht naar de oorzaak en een plan opgesteld hoe de
leerling toch op diens prognoselijn te krijgen. Indien na langere
periode blijkt dat de stoornis van betreffende leerling en
dusdanig remmend effect heeft op de schoolontwikkeling,
wordt i.o.m. de leerkracht, IB-er, directeur en, indien nodig,
orthopedagoog de prognoselijn naar beneden toe bijgesteld.
Personeel Acties X X X X X X X X X
De leerkrachten dagen de leerlingen uit om zich minimaal
volgens hun prognoselijn te ontwikkelen. De leerkrachten gaan
inventief en creatief om met de leerstof om te zoeken naar de
wijze waarop de individuele leerling de leerstof alsnog eigen
kan maken. Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van collegiale
consultatie en materialen uit de orthotheek.
Financieel- materieel Acties X X X X X X X X X
Indien de IB-er nog ondersteuning nodig heeft bij het maken
van een complexere prognoselijn, kan zij hiervoor de
orthopedagoog van het BCO ter ondersteuning inzetten. Dit is
een teruglopende voorziening die tegenover gesteld evenredig
met de deskundigheidsontwikkeling van de IB-er loopt.
16
P = plan (voorbereiden) D = do (implementeren) S = study (evalueren) A = act (borgen)
2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015 Sociale vaardigheden van het kind verbeteren (nieuwe methode?, LVS, backup etc)
P D S A P D S A P D S A P D S A
Onderwijskundig Acties X X X X X X X X X
Voor het schooljaar 2011-2012 zijn twee doelen geformuleerd:
1. Ontwikkeling van visie op backup & time out en een
uitwerking hoe wij deze concreet gaan invullen;
2. Duidelijkheid of, en misschien al welke, er een nieuwe
methode voor sociale vaardigheden (sova) wordt
aangeschaft.
Personeel Acties X X X X X X X X X X X X
De LC-leerkracht, tevens IB-er, is de trekker van dit
verbetertraject en zal deze vastleggen in een plan van aanpak.
Zij spart hierover met de directeur en collega IB-er. Om de
draagkracht en het eigenaarschap van het team te vergroten
worden de teamleden actief ingezet bij de verschillende
stappen die in de traject worden gezet.
Financieel- materieel Acties X X X X X X X X X X X X
Waar mogelijk wordt voor ondersteuning en deskundigheids-
bevordering van het team gebruik gemaakt van de ambulant
begeleider REC 3 & 4. Dit verloopt budgettair neutraal.
Mogelijk wordt in een volgend jaar externe ondersteuning
ingezet. Dit wordt opgenomen in de begroting.
Indien een nieuwe methode wordt aangeschaft wordt dit
opgenomen in de begroting en zal de bekostiging plaats vinden
vanuit de voorzieningen (meerjarige afschrijving).
17
P = plan (voorbereiden) D = do (implementeren) S = study (evalueren) A = act (borgen)
2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015 Zorgstructuur (o.a. IHP/GHP optimaliseren, overlegstructuur, doorgaande lijn)
P D S A P D S A P D S A P D S A
Onderwijskundig Acties X X X X X X X X X X
In schooljaar 2010-2011 is een start gemaakt met het
verwerken van alle kinddossier gegevens in het digitale
programma Esis B. Voor de IHP’s, GHP’s & HGPD’s moet deze
slag nog worden geslagen. Het is de bedoeling dat dit in
schooljaar 2011-2012 wordt gerealiseerd.
Personeel Acties X X X X X X X X X X
Beide IB-ers trekken gezamenlijk, i.o.m. de directeur, dit
verbetertraject.
Gedurende het schooljaar vinden er werkvergaderingen plaats
waarin de IB-ers de deskundigheid van de teamleden
bevorderen op het gebied van IHP’s, HGPD,s en het werken in
Esis B.
Financieel- materieel Acties X X X X X X X X X X
Dit verbetertraject verloopt budgettair neutraal.
18
P = plan (voorbereiden) D = do (implementeren) S = study (evalueren) A = act (borgen)
2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015 FoLi
P D S A P D S A P D S A P D S A
Onderwijskundig Acties X X X X X X X X X X X X
In schooljaar 2011-2012 wordt gestart met taakgroepen.
Tijdens een studiedag in maart 2011 hebben beide teams
gezamenlijk de kansen voor de samenwerking tussen SBO De
Fontein en BS De Liaan besproken. Hieruit zijn 7 items naar
voren gekomen die nader worden onderzocht waarna een
voorstel zal worden gedaan hoe op het betreffende gebied kan
worden samengewerkt. De overkoepelende werkgroep kijkt
hierbij naar de realiseerbaarheid van de voorstellen en, samen
met ouders uit de MR/OR naar de ouderbetrokkenheid.
Concreet houdt dit in dat de vieringen gezamenlijk
georganiseerd worden en dat er voorzichtig gestart wordt met
nauwere samenwerking op mogelijk andere terreinen.
Personeel Acties X X X X X X X X X X X
Elk personeelslid heeft zichzelf voor een van de taak- of
werkgroepen aangemeld. Hierbij is rekening gehouden met
een match tussen de werkdagen van de verschillende parttime
leerkrachten van beide scholen. De taakgroepen zijn zelf
verantwoordelijk voor het maken van een plan van aanpak.
Financieel- materieel Acties X X X X X X X X X X X
Voorlopig zullen de initiatieven budgettair neutraal dienen
plaats te vinden. Er kan wel over en weer gebruik gemaakt
worden van de lesmethodes en –materialen die in (een van)
beide scholen gehanteerd worden.
19
P = plan (voorbereiden) D = do (implementeren) S = study (evalueren) A = act (borgen)
2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015 Technisch lezen (o.a. nieuwe methode, doorgaande lijn)
P D S A P D S A P D S A P D S A
Onderwijskundig Acties X X X X X X X X X X X
In schooljaar 2011-2012 wordt het technisch leesonderwijs
geëvalueerd. Vanuit de evaluatie wordt geconcludeerd of er
noodzaak is om ons te oriënteren op een nieuwe methode.
Vanaf schooljaar 2012-2013 gaat een mogelijk traject in van
het zoeken naar een nieuwe technisch lezen methode.
Personeel Acties X X X X X X X X X X X
Alle teamleden zijn actief betrokken bij een sterkte- zwakte
analyse van de technisch leesmethode en het bedenken van
mogelijke oplossingen.
Financieel- materieel Acties X X X X X X X X X X X
Voor alsnog verloopt dit traject budgettair neutraal. Indien
wordt overgegaan naar de aanschaf van een nieuwe methode,
dan wordt dit in de begroting opgenomen. De bekostiging
vindt plaats vanuit de voorzieningen.
20
P = plan (voorbereiden) D = do (implementeren) S = study (evalueren) A = act (borgen)
2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015 Passend onderwijs (o.a. profilering van De Fontein middels bv. specialiseren, uitvoeren en
realiseren hiervan) P D S A P D S A P D S A P D S A
Onderwijskundig Acties X X X X X X X X X X X X X
De ontwikkelingen binnen Passend onderwijs worden
nadrukkelijk gevolgd. Zeker door de IB-ers en directeur. Indien
zich kansen voordoen, om hier pro-actief op de anticiperen,
worden deze zeker opgepakt.
Mede vanuit het verbetertraject rondom backup, time out en
sova krijgen we steeds meer duidelijk waar de grenzen van ons
onderwijs liggen. Welke problematiek kunnen we uitstekend
en welke problematiek kunnen we niet meer begeleiden. Wij
verwachten niet dat hier een algemeen antwoord op de geven
is, maar dat elke individuele aanmelding opnieuw moet
worden overwogen. De grenzen zijn immers ook afhankelijk
van de groepsamenstelling. Van de uitkomsten van dit traject
zal de bovenschools zorgcoördinator voortdurend op de
hoogte worden gehouden, zodat zij dit mee kan nemen naar
de andere Prisma scholen.
Personeel Acties X X X X X X X X X X X X X
Uitbreiding van de deskundigheid van de teamleden op het
gebied van psychopathologie.
Financieel- materieel Acties X X X X X X X X X X X X X
Een cursus psychopathologie wordt opgenomen in het
scholingsplan 2011-2012 en wordt mogelijk doorgetrokken
naar het scholingsplan 2012-2013. Waar mogelijk wordt
informatie gegeven door de ambulant begeleider REC 3 & 4.
21
P = plan (voorbereiden) D = do (implementeren) S = study (evalueren) A = act (borgen)
2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015 Taal / Spelling onderwijs optimaliseren (nieuwe methode, doorgaande lijn)
P D S A P D S A P D S A P D S A
Onderwijskundig Acties X X X X X X X X X X X
De huidige taal-/spelling methode is verouderd. In schooljaar
2011-2012 wordt het taal-/spelling onderwijs geëvalueerd.
Vanuit de evaluatie wordt geconcludeerd waar een nieuwe
methode aan moet voldoen. De leerkrachten die de niveau
groepen met leerstof groep 5 en hoger aanbieden
onderzoeken of de taal-/spellingmethode Taal in Beeld (wordt
gebruikt bij De Liaan) te gebruiken is voor onze leerlingen.
Vanaf schooljaar 2012-2013 gaat traject in van het zoeken naar
een nieuwe taal-/lees methode.
Personeel Acties X X X X X X X X X X X
Alle teamleden zijn actief betrokken bij een sterkte- zwakte
analyse van de taal-/lees methode. Twee leerkrachten
onderzoeken de bruikbaarheid van de methode Taal in Beeld
voor De Fontein.
Financieel- materieel Acties X X X X X X X X X X X
Op het moment waarop wordt overgegaan op de aanschaf van
een nieuwe methode, dan wordt dit in de begroting
opgenomen. De bekostiging vindt plaats vanuit de
voorzieningen.
22
P = plan (voorbereiden) D = do (implementeren) S = study (evalueren) A = act (borgen)
2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015 Ontwikkeling van schoolplan 2015 - 2020 P D S A P D S A P D S A P D S A
Onderwijskundig Acties X X X
Aan het eind van het traject ligt er een schoolplan voor 2015-
2020 waarin de voor De Fontein de onderwijskundige
ontwikkeling is vastgelegd.
Personeel Acties X X X
Het volledige team wordt betrokkenheid bij het herformuleren
van de visie, missie en beleidsvoornemens. Dit gebeurt tijdens
een aantal studiedagdelen.
Financieel- materieel Acties X X X
Voorafgaand aan de ontwikkeling van het schoolplan wordt
een tevredenheidpeiling gehouden bij de kinderen, ouders en
het team.
23
6. De kwaliteit van ons onderwijs
6.1 Kwaliteitsbeleid
Kwaliteitszorg zien we als de motor voor ons leren. Kwaliteitszorg is bepaald geen nieuw
thema. Elke school wil weten wat zij aan toegevoegde waarde levert, of zij doet wat ze
belooft. In dit schoolplan hoofdstuk willen we de samenhang van maatregelen laten zien, en
vastleggen hoe de school de kwaliteitszorg ingericht heeft.
In de scholen van Stichting Prisma is het kwaliteitsmodel van het Instituut Nederlandse
Kwaliteit (INK) operationeel (zie bijlage III). In bijlage IV zijn in het INK model de
verschillende kwaliteitsinstrumenten beschreven, die De Fontein hanteert om planmatig en
cyclisch de kwaliteit van het onderwijs en de organisatie te meten en te verbeteren. Hiermee
wordt tegemoet gekomen aan de specifieke vereisten van kwaliteitszorg op onze eigen
school. Zoals de kenmerken van de leerlingen, de wensen en verwachtingen van de bij de
school betrokken belanghebbenden en de eigen opvattingen over kwaliteit.
De Fontein doet mee aan de interne audits van stichting Prisma die gebaseerd zijn op de
WOT (wet op onderwijstoezicht) indicatoren volgens de inspectie.
Vanuit de WOT hanteren we de volgende indicatoren:
1. Aanbod;
2. Tijd;
3. Pedagogisch handelen van leraren;
4. Didactisch handelen van leraren;
5. Afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen;
6. Actieve en zelfstandige rol van leerlingen;
7. Schoolklimaat;
8. Zorg en begeleiding, inclusief toetsinstrumenten;
9. Opbrengsten; resultaten van leerlingen en hun voortgang in de ontwikkeling;
10. Kwaliteitszorg; de school zorgt systematisch voor behoud en verbetering van de
kwaliteit van het onderwijs.
In bijlage V is de planning van de kwaliteitszorg weggezet.
6.2 De PDSA cirkel
De Fontein hanteert een cyclisch proces ten aanzien van het kwaliteitsbeleid. De
zogenaamde PDSA cirkel (bijlage VI).
Deze PDSA cyclus wordt zowel bij schoolontwikkelingen als bij het leerlingenvolgsysteem
gehanteerd. Resultaten worden getoetst en afgezet tegen het te bereiken doel: voor de
individuele kinderen de prognoselijn. Hiervan wordt een analyse gemaakt en de conclusie
wordt vastgelegd. Op basis hiervan wordt een plan van aanpak gemaakt (kan ook zijn:
gewoon goed onderwijs blijven geven/volgen), dit wordt uitgevoerd, geëvalueerd, geborgd
en/of bijgesteld.
6.3 Leerlingenzorg
Indeling in niveau:
Binnen alle leerjaren wordt er bij de cursorische vakken (technisch lezen, rekenen,
begrijpend lezen, taal, spelling) gewerkt met niveaugroepen om zo tegemoet te komen aan
het verschil in onderwijsbehoefte tussen de verschillende leerlingen. Dit kan betekenen dat
een kind in een andere stamgroep in een niveaugroep werkt.
24
Bij uitzondering heeft een kind een individuele leerlijn indien blijkt dat geen enkele
niveaugroep aansluit bij de ontwikkeling van dit individuele kind.
Jaarlijks worden, per vakgebied per niveaugroep, twee groepsplannen gemaakt:
� periode 1: van augustus t/m februari
� periode 2: van maart tot einde schooljaar
Voorafgaand aan het opstellen van het plan vindt een klassenobservatie en de
groepsbespreking, waarbij de Citotoetsen worden besproken, met de IB’er plaats.
Zorgniveaus
Binnen stg. Prisma onderscheiden we zes verschillende niveaus van zorg. De eerste drie
niveaus bevinden zich nadrukkelijk binnen de school zelf. Bij de laatste drie niveaus wordt de
expertise van derden ingewonnen. Alle kinderen worden ingedeeld in een zorgniveau. Dit
kan per vak en/of pedagogische aanpak verschillend zijn.
4 Extern
schooltraject
3 Intern schooltraject
2 groepstraject
1 Normale begeleiding
0 Goed pedagogisch en didactisch klimaat,
goed klassenmanagement
5 Extern traject
25
Aanvullend onderzoek
Indien de leerkracht onvoldoende ontwikkelings- / leerrendement meet, kan in overleg met
de intern begeleider besloten worden om externe specialisten te raadplegen.
We spreken dan van handelingsverlegenheid en er wordt een specifieke hulpvraag
geformuleerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het reeds opgebouwde dossier. Er kan
gekozen worden voor screening / onderzoek / observatie. Hierover wordt verslag gedaan
door de extern specialist aan de intern begeleider, de groepsleerkracht en de ouders.
Prognoselijnen
Voor elk kind, die bij De Fontein wordt aangenomen wordt een prognoselijn vastgesteld. Dit
is een visualisering van de inschatting van de leerontwikkeling (leeropbrengsten) van het
kind op basis van gegevens uit het dossier. Er worden prognoselijnen opgesteld voor de
vormingsgebieden rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spelling voor de lange
termijn (uitstroombestemming). De prognoselijn met het daarbij behorende
ontwikkelingsperspectief is geen doel op zich maar een middel om de ontwikkeling van het
kind zo optimaal mogelijk te laten verlopen.
SO / LGF cluster 1-2-3-4
Als blijkt dat de problematiek van het kind dermate complex en zorgwekkend is dat het niet
meer mogelijk is om op een adequate manier hier binnen het primair onderwijs een
antwoord te kunnen geven, kan er voor gekozen worden om voor de leerling LGF aan te
vragen. Als LGF is afgegeven kunnen ouders in principe kiezen of ze hun kind op De Fontein
willenen houden (met ondersteuning van ambulante begeleiding) of dat ze hun kind willen
plaatsen in het speciaal onderwijs. In sommige gevallen heeft De Fontein en zodanige
handelingsverlegenheid dat in de aanvraag al gekozen wordt voor indicatie voor plaatsing in
het SO.
Het leerlingvolgsysteem (LVS)
Met het leerlingvolgsysteem kunnen we vaststellen, hoeveel ontwikkeling de leerlingen in
een bepaalde periode hebben doorgemaakt en waar nog hiaten zitten. Deze informatie is
onmisbaar voor goed onderwijs. We gebruiken hiervoor methode onafhankelijke toetsen.
Afhankelijk van in welk leerstofjaar de leerling werkt, wordt de overeenkomstige toets
afgenomen. Werkt de leerling bv. In halverwege groep 4 leerstof, dan wordt voor dat van
Cito M4 afgenomen. Met de uitslag van de toetsen kunnen we evalueren hoe de leerling zich
ontwikkeld in relatie tot de prognoselijn.
Wij gebruiken hiervoor de volgende toetsen:
Cito WST2011 Woordenschat K
Cito LWS Leeswoordenschat K
AVI2009 Analyse van individuele leesvorderingen I
Cito DMT2009 Drie Minuten Toets I
Cito BL2011 Begrijpend lezen K
Cito LT Luistertoets K / I
Cito SP2011 Spelling K
Cito RW2011 Rekenen en wiskunde K
K = klassikaal I = individueel
26
7. Personeelsbeleid en organisatieontwikkeling
Het personeelsbeleid van onze school is afgeleid van het integraal personeelsbeleid dat
binnen het stichting Prisma gemeenschappelijk voor de scholen is ontwikkeld.
Taakbeleid
Vanuit het taakbeleid worden de taken over de teamleden verdeeld. Hierbij wordt getracht
zoveel mogelijk rekening te houden met ieders competenties. De uren per taak worden,
naast de lesgebonden en niet lesgebonden taken opgenomen in de normjaartaak van het
betreffend teamlid. Op deze wijze krijgt ieder inzicht in de besteding van de uren.
Gesprekkencyclus
Jaarlijks vindt met de directeur een functioneringsgesprek plaats waarin tevens de
ontwikkelpunten voor het POP (persoonlijk ontwikkelingsplan) worden besproken. Elk
teamlied schrijft een eigen POP. Eens in de drie jaar vindt een beoordelingsgesprek plaats.
Functiemix
Indien een leerkracht in aanmerking wil komen voor een LC-functie, dient er een
beoordelingsgesprek te hebben plaats gevonden waarbij de betreffende leerkracht op
vastgestelde competenties op excellent niveau is beoordeeld. De betreffende leerkracht
maakt in een portfolio duidelijk aan de vereiste competenties te voldoen. Zie verder het
Prisma beleidsstuk m.b.t. functiemix.
Bekwaamheidsdossier
Vanuit de wet BIO is het de bedoeling dat voor elke leerkracht een bekwaamheidsdossier
wordt opgebouwd. Stg. Prisma en ook De Fontein streeft ernaar om elk teamlid
verantwoordelijk te maken voor het eigen bekwaamheidsdossier. De basis is in het
personeelsarchief reeds aangelegd.
Scholing
In mei wordt de teamleden gevraagd of en waarvoor zij graag in het navolgende schooljaar
scholing ontvangen. De voorkeur gaat ernaar uit dat deze aansluit bij de school- en/of
loopbaanontwikkeling. Waar mogelijk worden cursussen naar Prisma gehaald om zo de
kosten de drukken. Dit geldt o.a. voor de BHV cursussen en Waardevol communiceren.
Leerkrachten worden gestimuleerd om voor de langdurige, duurdere cursussen gebruik te
maken van de lerarenbeurs.
Vanaf schooljaar 2011-2012 krijgt elke school van stg. Prisma het beheer over een eigen
scholingsbudget. De aangevraagde scholing wordt weggezet in een nascholingsplan en
ingebracht in het team en de MR.
Mobilitiet / Bapo / Ouderschapsverlof
Elk voorjaar wordt vanuit stg. Prisma onder het personeel geïnventariseerd wie er in
aanmerking wil komen voor mobiliteit, Bapo of ouderschapsverlof. Indien een personeelslid
voldoet aan de vereisten, wordt Bapo en ouderschapsverlof toegekend en verwerkt in de
inzet van betreffend personeelslid. Door de terugloop van leerlingen is het moeilijk om aan
mobiliteit wensen te voldoen. Voor de effecten die de krimp heeft op de inzet van het
personeel is op Prisma niveau een sociaalplan opgesteld en in werking gezet.
Arbo ziekteverzuim
Ziekteverzuim wordt geregistreerd in de “verzuimmeester”. Een digitaal programma,
ontwikkeld door de Arbo unie. Ook de arbo arts doet hierin verslag van de consulten. De
directeur treedt op als casemanager.
Wat betreft het toekennen van verlof, worden de CAO richtlijnen gehanteerd.
27
8. Informatie en communicatietechnologie
ICT is niet meer weg te denken uit de maatschappij en uit het onderwijs. Het wordt voor
meerdere doeleinden ingezet:
- Als didactische ondersteuning waarbij kinderen middels een interactief programma
zelfstandig door de leerstof gaan. Hierbij zijn de resultaten door de leerkracht te
volgen.
- Als motivatie voor kinderen die het moeilijk vinden zich te concentreren maar via
digitale programma’s geboeid raken voor de leerstof.
- Als extra oefenstof en /of remediërende lesstof.
- Voor het maken van en de presentatie van werkstukken aantrekkelijker te maken.
- Voor het vastleggen van resultaten en het maken van trendanalyses.
- Voor het vastleggen en archiveren van beleid.
- Voor dossiervorming op alle niveaus.
- Voor informatie verwerving via Internet.
- Maar ook voor communicatie via de website en de mail.
28
9. Huisvesting, inricht en financiën
9.1 Huisvesting
Binnen stg. Prisma is een ontwikkeling aan de gang m.b.t. het fysiek integreren van de BSO
en PSZ in de scholen. Een van de ruimtes in het gebouw van De Fontein wordt gedurende
drie dagen per week gebruikt door de BSO.
Onderwijs bloeit als het plaatsvindt in een omgeving die past bij kinderen en de activiteiten
die zij doen. De inrichting en de kwaliteit van de gebouwen dragen bij aan de kwaliteit van
het onderwijs in algemene zin.
Aan schoolgebouwen worden specifieke eisen gesteld. Prisma streeft er naar de gebouwen
zonodig en waar mogelijk aan te passen en geschikt te maken voor het specifieke concept
van de school.
De aspecten huisvesting en het meerjarig onderhoudsplan vallen onder de
verantwoordelijkheid van het bestuur. U kunt dit terug vinden in het Strategisch beleidsplan
van stg. Prisma.
Om de kwaliteit van de schoolgebouwen inzichtelijk te maken wordt jaarlijks een risico
inventarisatie uitgevoerd, waarin o.a. criteria als veiligheid, uitstraling en ruimte (intern en
extern) een prominente plaats hebben. Uit deze inventarisatiet wordt het jaarlijkse
onderhoud opgesteld. Bovenschools is er een onderhoudsmedewerker die zorg draagt voor
de coördinatie en uitvoering .
Wat betreft de veiligheid vanuit de Arbo normen, vindt er ieder 4 jaar een RI&E (risico
inventarisatie en evaluatie) plaats van waaruit een plan van aanpak wordt opgesteld en
jaarlijks wordt geëvalueerd en, indien nodig, bijgesteld.
9.2 Financiën
De financiën worden op stichtingsniveau opgepakt. Elke directeur maakt, i.o.m. de financieel
medewerker van stg. Prisma, een begroting voor het erop volgend kalenderjaar. Deze
begroting wordt in de eigen MR besproken. De scholen verzorgen zelf de bestellingen en de
rekeningen worden op stichting niveau verwerkt. Na afloop van elk kwartaal krijgt de
directeur een overzicht van de exploitatie om zo op de uitgaven te kunnen sturen.
De financiële functie binnen de Stichting Prisma is de laatste jaren sterk in ontwikkeling.
Invoering van de lumpsum financiering, governance in het onderwijs en professionalisering
van de organisatie hebben geleid tot doorontwikkeling van het financiële beleid. Het
financiële beleid met bijbehorende instrumenten is onder te verdelen in: financieel
management, planning & control cyclus, risicomanagement, treasury, administratieve
organisatie, interne controle en governance. Tevens is het raadzaam om de administratieve
organisatie te borgen teneinde de continuïteit te waarborgen. Het financieel beleid van Prisma is er op gericht de beschikbare middelen dusdanig in te
zetten dat aan de schooldoelen en stichtingsdoelen wordt voldaan en de continuïteit van de
stichting op lange termijn gewaarborgd blijft.
U kunt dit terug vinden in het Strategisch beleidsplan van stg. Prisma.
29
10. Overzicht bijlagen
I. Samenvatting Leerling-, leerkracht en oudertevredenheidpeiling
II. Resultaten onderzoek naar kwaliteitsverbetering Bs De Fontein
III. Lesmethoden in onze school
IV. Het INK model
V. Kwaliteitsinstrumenten De Fontein
VI. Planning kwaliteitszorg De Fontein
VII. De PDSA cirkel
VIII. Zorgniveaus
IX. Zorgprofiel
Afkortingenlijst
30
11. Instemming medezeggenschap en vaststelling bevoegd gezag
De medezeggenschapsraad van SBO De Fontein heeft haar instemming verleend aan het
schoolplan 2011-2015.
Voorzitter secretaris
naam: naam:
Helden … -…-2011
Het bevoegd gezag van de school heeft het schoolplan van SBO De Fontein vastgesteld.
Namens het bestuur van de Stichting Prisma,
Dhr. M.A.E. Rutten, Ad Interim Voorzitter College van Bestuur
Panningen, …-…-2011
31
Bijlage I
Punten die door meerdere geledingen, personeel (P), leerlingen (L) en ouders (O), genoemd
worden in de tevredenheidpeiling 2010:
Pluspunten van onze school % Kritiekpunten van onze school %
P Hygiëne binnen de school 100
P Netheid binnen de school 29
O Hygiëne en netheid binnen de school 96
P Uiterlijk van het gebouw 100
L De buitenkant van het schoolgebouw 21
P Sfeer en inrichting schoolgebouw 86
O Sfeer en inrichting schoolgebouw 96
P Sfeer op school 100
O Sfeer in de klas 18
P Contact met leerlingen 100
L Omgang met de juf of meester 87
O Omgang leerkracht met de leerlingen 93
P Benutting ICT-mogelijkheden 100
L Werken met de computer 82
O Aandacht voor werken met computer 96
L Moeilijkheidsgraad computerwerk 87
P Aandacht voor normen en waarden 86
O Aandacht voor normen en waarden 86
P Aanpak pestgedrag 71
L Beperking van pesten van andere
kinderen
28
L Beperking van het gepest worden 26
O aandacht voor pestgedrag 18
P Schoolimago 71
L Vergelijking met andere scholen 21
P Rust en orde op school 43
L Rust in de klas 44
O Regels, rust en orde op school 18
P Duidelijkheid schoolregels 29
L Duidelijkheid van regels 85
O Duidelijkheid voor schoolregels 93
P Extra mogelijkheden snelle leerlingen 29
L Extra opdrachten bij snel werken 41
L Uitstapjes met de klas 95
O Aandacht voor uitstapjes/excursies 86
L Gymnastiekles 92
O Aandacht voor gymnastiek 100
L Aantrekkelijkheid van overblijven 44
O Overblijven tussen de middag 93
L het vak aardrijkskunde 36
L Het vak geschiedenis 28
O Aandacht voor wereldoriëntatie 93
L Het vak rekenen 21
O Aandacht voor rekenen 96
L Beperking van ruzie in de groep 31
O Omgang van de kinderen onderling 43
32
Bijlage II
(Lesmethoden in onze school voor de groepen 3 t/m 8)
Gebruikte lesmethoden:
Instrumenteel – cursorische
vakken:
Aanvankelijk lezen Veilig Leren Lezen
Technisch lezen Leeslijn
Begrijpend / studerend lezen TEKST verwerken
Nederlandse taal Zin in Taal
Rekenen - wiskunde Alles Telt
Schrijven Pennenstreken
Wereldoriëntatie:
Aardrijkskunde De Blauwe Planeet
Geschiedenis De Trek
Natuurkennis en gezond gedrag Natuniek
Sociale vaardigheden STiP Sociale Training in Praktijk
Verkeer Klaar over
Lesbrieven 3VO
Musisch – expressieve vakken:
Muziek Muziek moet je doen
Lessenplan vakleerkracht
Bewegingsonderwijs Planmatig bewegingsonderwijs
Tekenen en handvaardigheid Moet je doen
33
Bijlage III
(Het INK model)
Kwaliteitszorg
1. Visie
Missie
&
Identiteit
2. Besturing
a. leiderschap
&
Management
b. cultuur
&
klimaat
4. Personeelsbeleid
3. Onderwijskundig
beleid
5.
Middelen beleid
6.
Manage-
ment
van
processen
10. Resultaten
7. Waardering door
personeel
8. Waardering
leerlingen/ouders
9. Waardering door
derden
Organiseren/Plan Meten/study Uitvoeren/ Do
Leren & Verbeteren/Act
34
Bijlage IV
(Kwaliteitsinstrumenten van De Liaan weggezet in het INK model)
Personeel
- Cyclus POP-FG-BG
- Teamoverleg
- Nascholingsbeleid
- Taakbeleid
- Coaching
Waardering Personeel
- FG & BG
- Tevredenheidspeiling
- Teamvergadering
- Schoolevaluatie
Leiderschap
- Cyclus POP-FG-BG
- Management gesprek
- Inspectie onderzoek
Waardering Klanten
- Ouder + leerlingtevre-
denheidpeiling
- MR + OR
Cultuur – klimaat
- FG personeel
- Schoolevaluatie
- Tevredenheidpeiling
- Plan van aanpak ARBO
Visie en Beleid
- Prisma beleid
- Directieplan
- Schoolplan
- Jaarplan
- Jaarverslag
- Schoolgids
Middelen
- Methoden
- Groepsplannen
- Zorgniveaus
- HGPD formulieren
- Meerjarenplan begroting
- Diagnose-instrumenten
- Orthotheek
Processen
- Format verbetertrajecten
- Leerlingenbespreking
- Intervisie
- HGPD-model
- Handelingsplannen
- Methodegebonden
toetsen
- Cito toetsen
- LWOO onderzoek
- Groepsobservaties
- Management gesprekken
- Inspectie: BO-PKO
- Maatschappelijke
gebeurtenissen
- Wereldgebeurtenissen
Waardering Maatschappij
- Dorpsraad
- De Liaan (buurschool)
- Peuterspeelzaal; voor- en
naschoolse opvang
- Voortgezet onderwijs
- Krant, media, tv
Resultaat – opbrengst
- Trendanalyse
- ESIS-B
- Schoolevaluatie
- Methode-toetsen
- diagnostische toetsen
- ASV-ARBO (RI&E = Risico
Inventarisatie en
Evaluatie)
35
Bijlage V
(Planning kwaliteitszorg De Fontein)
Lopende het schooljaar
- Teamoverleg vrijwel wekelijks
- LC / directie overleg 1x per maand
- IB/ directie overleg 1x per maand
- Handelingsplannen indien nodig
- Methodegebonden toetsen volgens methodeplanning
- Cito-toetsen volgens jaarrooster
- ARBO-plan van aanpak 1x per jaar evaluatie
- Directieberaad 1x per maand
- MR indien bespreekpunten aanwezig
- OR 8x per jaar
Eenmaal per jaar
- Jaarverslag
- Jaarplan
- Schoolgids deel II *
- Managementgesprekken (twee maal per jaar)
- Inspectie BO of PKO
- Taakbeleid
- POP-gesprekken / FG
- Groepsobservaties
- Schoolevaluatie
- LWOO toets
- Trendanalyses n.a.v. toetsgegevens
Vier-jaarlijks
- Schoolplan-evaluatie
- Schoolplan (4-jarenbeleidsplan)
- Schoolgids deel I*
- Leerlingtevredenheidpeiling
- Oudertevredenheidpeiling
- Algemene Schoolverkenning ARBO
- Beoordelingsgesprekken
* Schoolgids deel I bevat schoolbeleid en algemene informatie voor de duur van het schoolplan
* Schoolgids deel II bevat vakantierooster en veranderende informatie voor de duur van één schooljaar
36
Bijlag VI
(De PDSA cirkel)
Plan:
Beschrijf het verbeteronderwerp,
meet de huidige situatie,analyseer de
oorzaken. Stel een verbetertheorie op.
Study: Bestudeer de resultaten
Act:
Borg de verbetering; continueer verbetering
Do:
Voer de verbeteracties uit
37
Afkortingenlijst:
AB = Ambulante Begeleiding
ADHD = attention deficit and hyperactivity disorder = een tekort in het aandachtsvermogen
waarbij in veel gevallen hyperactiviteit bij komt.
ASV-ARBO: Algemene School verkenning
AVL = aanvankelijk lezen
BB = bovenbouw
BC = bouwcoördinator(en)
BCO = begeleidingscentrum voor onderwijs en opvoeding
BG = Beoordelingsgesprek
BO = Bureau Onderzoek
BPO = Bureau Passend Onderwijs
CITO = centraal instituut toetsontwikkeling
CvB = college van bestuur
DOT = dyslexie opsporingstest
FG = Functioneringsgesprek
HGPD = Handelings Gerichte Proces Diagnostiek
IB-er = intern begeleider
ICT = informatie communicatie technologie
IDT = Inter Disciplinair Team
IHP = Individueel Handelings Plan
LGF = leerling gebonden financiering
LVS = leerlingen volgsysteem
MB = middenbouw
MR = medezeggenschapsraad
OB = onderbouw
OR = ouderraad
PCL = Permanente Commissie Leerlingenzorg
PDD NOS = pervasive developmental disorder not ontherwise specified = pervasieve contact
stoornis die niet op andere wijze omschreven kan worden.
PKO = Periodiek Kwaliteitsonderzoek
POP = persoonlijke ontwikkelingsplan
REC = regionaal expertise centrum
RI&E = risico inventarisatie en evaluatie
RST = regulier schooltoezicht
RT = Remedial Teaching
RvT = raad van toezicht
S(B)O = Speciaal (Basis) Onderwijs
SCOL = Sociale Competentie Observatie Lijst
SMART = specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdsgebonden = geformuleerde
actiepunten moeten op deze aspecten meetbaar zijn.
SVO = Speciaal Voortgezet Onderwijs
VBO = voorbereidend beroepsonderwijs
w.o.= wereldoriëntatie
WOT = Wet op het Onderwijs Toezicht
WPO = wet primair onderwijs
WSNS = weer samen naar school