SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381,...

32
SBM nr. 7, mei 2012 ‘Toezichthouden blijft mensenwerk’ Dagboek van een Israëlganger Christelijke scholen tegen het maatschappelijk tij Kredietcrisis – lessen voor het onderwijs Op leerreis in de sterrenschool “Alleen goud telt” Magazine van de Besturenraad voor managers, bestuurders en toezichthouders

Transcript of SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381,...

Page 1: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

SBMnr. 7, mei 2012

‘Toezichthouden blijft mensenwerk’

Dagboek van een Israëlganger

Christelijke scholen tegen het maatschappelijk tij

Kredietcrisis – lessen voor het onderwijs

Op leerreis in de sterrenschool

“Alleen goud telt”

Magazine van de Besturenraad voor managers, bestuurders en toezichthouders

Page 2: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

InfoUitgeverBesturenraadPostbus 381, 3440 AJ Woerden

BezoekadresHouttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden

T 0348 74 44 44 F 0348 41 14 56E [email protected]

BestellingenT 0348 74 44 70 F 0348 41 14 56E [email protected]

Mutaties namen/adressen/abonnementenT 0348 74 44 76E [email protected]

LedenserviceT 0348 74 44 00E [email protected]

Besturenraad AcademieT 0348 74 44 47 E [email protected]

Besturenraad AdviesT 0348 74 44 25E [email protected]

Besturenraad Advocaten & JuristenT 0348 74 44 48 E [email protected]

Juridische helpdeskE [email protected] 0348 74 44 60ma-vr: 9.00-15.00 uur

SBM digitaalDe artikelen van SBM kunt u als pdf bestand downloaden van onze site. Maakt u gebruik van onze teksten, wilt u daarbij dan de bron vermelden?

Digitale NieuwsbriefU kunt zich via onze site opgeven voor de wekelijkse gratis digitale nieuws-brief met het laatste nieuws uit het onderwijsveld en uit onze organisatie.

Producten en diensten Op www.besturenraad.nl treft u steeds de meest actuele nieuwsberichten en informatie over onze vereniging, onze diensten, producten, leergangen en cursussen. Ook vindt u hier een overzicht van onze medewerkers.

ColofonBesturenraad | De Besturenraad, centrum voor christelijk

onderwijs, verenigt christelijke onderwijs-

instellingen en geeft samen met hen stem aan

het christelijk onderwijs in onze samenleving.

Bij de Besturenraad zijn 540 besturen aan-

gesloten, met meer dan 2.200 scholen en bijna

800.000 leerlingen, deelnemers en studenten

in alle onderwijssectoren.

Redactie | Hester van de Kaa (redacteur)

Guido de Bruin (hoofdredacteur)

Corine de Reus (eind- en beeldredacteur/

productbegeleiding)

Redactieadres | Houttuinlaan 5b,

Postbus 381, 3440 AJ Woerden

[email protected]

Vormgeving | Ontwerpwerk, Den Haag

Foto omslag | iStockPhoto

Druk | Drukkerij Ten Brink, Meppel

Abonnementen | (excl. 6% btw)SBM/Thema voor leden gratis

SBM voor niet-leden € 37,00

SBM met Thema voor niet-leden € 51,00

Zonder schriftelijke opzegging voor

1 december van het lopende jaar worden

abonnementen automatisch verlengd voor het

daaropvolgende kalenderjaar. Voor informatie

en losse nummers: 0348 74 44 44.

Copyright | Voor overname van artikelen of

gedeelten daarvan graag voorafgaand contact

met de redactie.

Disclaimer | Aan de informatie in dit magazine

kunnen geen rechten worden ontleend.

De redactie is niet verantwoordelijk voor de

inhoud van de advertenties.

ISSN: 1570-2332

nr.7, mei 2012 Magazine van de Besturenraad voor managers, bestuurders en toezichthouders

AgendaDatum Activiteit Doelgroep Plaats Contactpersoon

14-5-2012 Netwerk Groningen PO Oude Pekela9.00 – 12.00 uur

Wob van Beek

22-5-2012 Netwerk bovenschools managers Overijssel

PO Nijverdal13.30 – 16.00 uur

Wob van Beek

31-5-2012 Netwerk bovenschools managers regio Utrecht

PO Nijkerk12.15 – 15.15 uur

Wob van Beek

31-5-2012 Netwerk bovenschools managers Zuid-Holland Zuid/Oost, Zeeland,

PO Bergen op Zoom14.00 – 16.30 uur

Hans Bruggeman

5-6-2012 Netwerk bovenschools managers Noord Gelderland/Flevoland

PO Nunspeet8.30 – 12.00 uur

Wob van Beek

12-6-2012 Netwerk bovenschools managers Drenthe

PO Hoogeveen13.00 – 16.00 uur

Wob van Beek

1-6-2012 Algemene Ledenvergadering Besturenraad

PO/VO/MBO/HO

Soesterberg Cora Tuitel

Meer informatie over de bijeenkomsten kunt u krijgen via onze ledenservice.

Gratis congres Slim inkopen bespaartDonderdag 14 juni 2012

Meld u nu aan voor dit congres in roc Landstede

in Harderwijk. Er zijn 75 plaatsen beschikbaar.

Ga voor meer informatie en aanmelden naar

www.besturenraad.nl/sliminkopen.

Page 3: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

06 ‘Toezichthouden blijft mensenwerk’Perikelen rond bestuur en toezicht

08 ‘Alsof we met de Olympische Spelen bezig zijn’Excellentie in het onderwijs

14De deugd in ons midden…

18Dagboek van een Israëlganger

22Christelijke scholen tegen het maatschappelijk tijOnderzoek schooltypen

24Kredietcrisis – lessen voor het onderwijs

28Op leerreis in de sterrenschoolIn oprichting: De Ruimte in Almere

30Directeur leert besturen Leergang Bestuurlijk Leidinggeven

Rubrieken | 02 Agenda | 04 Uitgelicht | 04 Column voorzitter | 05 Nieuws

11 Column | 12 Wat mijn school mijn school maakt | 16 Inspiratie

21 Student aan het woord | 26 Juridische kwestie | 27 Nieuws Besturenraad

302220161208

Page 4: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

Reageren? Mail Wim Kuiper op [email protected]

Het blijft een mooi en gevleugeld gezegde dat altijd aan Lea Dasberg wordt gekoppeld: pedagogiek van de hoop. Tijdens de recente reis van de Besturenraad naar Israël en de Palestijnse Gebieden was het, in het bijzonder bij het bezoek aan scholen in Bethlehem, logisch dat dit door mijn hoofd schoot. De kinderen op die scholen en ook de leerkrachten waren aanstekelijk enthousiast, hoewel de vooruitzichten achter de muur toch niet erg rooskleurig zijn en de omstandigheden, zeker in het openbaar onderwijs, ronduit primitief. Alleen dat is al een nuttige confrontatie als je vanuit het rijke en soms zo verzuurde Nederland ziet hoe in veel moeilijker omstandigheden toch met veel elan en bezieling les wordt gegeven. Vanuit de onverwoestbare hoop dat je met goed onderwijs aan een betere samenleving bouwt. Natuurlijk mogen wij hier best kwaad zijn over terug­lopende budgetten, salarissen die op de nullijn zitten, allerlei vervelende regelingen en bureaucratie. Maar kinderen hebben hoe dan ook recht op onderwijs vanuit een positieve, hoopvolle bezieling. Israël is bij uitstek een plek om dichter bij de bron van ons geloof te komen en ook om ons te spiegelen aan de andere twee godsdiensten, het jodendom en de islam, die juist daar prominent bij elkaar komen. De interreligieuze dialoog zal ons in het onderwijs de komende jaren sterk bezig houden. Jonathan Sacks, opperrabijn in het Verenigd Koninkrijk, schreef het inspirerende boek The dignity of difference (De waardigheid van verschil), dat ik in Jeruzalem kocht en onderweg naar huis gelezen heb. Het is een sterk pleidooi voor behoud van de eigen, uitgesproken identiteit als basis voor de dialoog met de ander. Deze tijd van globalisering en consumentisme vraagt om bezielde verbanden met een sterk eigen profiel. Verbanden die staan voor waarden die een tegenwicht vormen tegen de macht van de staat en de wetten van de markt. Christelijke scholen (in Bethlehem en ons eigen land) hebben op dat punt sterke papieren. Goed dat de Onderwijsraad het belang daarvan voor Nederland nog eens heeft onderstreept in zijn advies over Artikel 23.

Column Wim Kuiper Voorzitter Besturenraad

Pedagogiek van de hoop

Waarachtige verticalisering

Het Vlaams katholiek onderwijs kent een actieve projectgroep die diepgaand en

vanuit een dynamische visie reflecteert op identiteitsvraagstukken. Ze heeft onder

de titel Identiteit in-zet alweer een derde bundel gepubliceerd. Die bevat artikelen

over de relatie tussen identiteit en een veelheid aan onderwerpen (zoals personeels-

beleid, arbeidsrecht, integratie) en vanuit uiteenlopende disciplines.

De samenstellers hebben gepoogd de veelheid aan invalshoeken bijeen te houden

door te vertrekken vanuit de “grondlijnen” van de projectgroep: de verbinding van

de professionele, persoonlijke en institutionele identiteit (de ‘identiteitsdriehoek’)

en het belang van een integrale visie op onderwijs en vorming.

TegenwichtIn een mooie beschouwing schetst Johannes Claeys, lid van de projectgroep en

stafmedewerker van het Vlaams Verbond van Katholieke Hogescholen (VVKHO),

de visie van waaruit de projectgroep werkt.

Als reactie op de ‘horizontalisering’ van samenleving en onderwijs – oftewel het

denken in termen van economisch nut – is onder onderwijsmensen volgens Claeys

een ‘verticalisering’ waarneembaar. Ze proberen de onder invloed van het economisch

en competentiedenken “afgevlakte professionele identiteit” nieuw leven in te blazen

door zich meer op hun persoonlijke identiteit te richten.

Claeys waardeert dat “afdalen in de persoonlijke identiteit” positief als tegenwicht

tegen de economisering van het onderwijs, maar plaatst terecht kritische kant-

tekeningen. Als het aanboren van de eigen bronnen van inspiratie en motivatie

alleen maar in het teken staat van “verhoogde werkkracht en verhoogd rendement”,

schiet de verticalisering haar doel voorbij.

De andere/AndereClaeys pleit voor een “verdiepte vorm van verticaliseren” die zich openstelt voor de

andere/Andere. “Vorming en onderwijs zijn in essentie het in contact komen met

een alteriteit die me uitdaagt, confronteert en openbreekt en het resultaat van de

vorming is hopelijk een openheid, vertrouwdheid of relationele gerichtheid ten

aanzien van die andere.”

Verder moet de derde hoek van de identiteitsdriehoek, de institutionele identiteit,

een plaats krijgen in een waarachtige verticalisering, betoogt Claeys. “Scholen

kunnen maar slagen in het aanbieden van een integrale vorming als ze zelf een

integrale en vruchtbare dialoog ontwikkelen tussen de professionele en persoonlijke

identiteit van de leraar en de institutionele identiteit van de school.”

Johannes Claeys en Kris Vanspeybroeck (redactie), Identiteit in-zet. Ontvangen, dialogeren, beslissen en handelen. Antwerpen/Apeldoorn: Garant, 2011, ISBN 978 90 441 2833 8.

4Uitgelicht

Uitgelicht

Page 5: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

Het oordeel van de Onderwijsinspectie

over de kwaliteit van scholen is

slechts een deel van de werkelijkheid.

Dat standpunt over De staat van

het onderwijs, het Onderwijsverslag

2010-2011, kwam duidelijk

naar voren in de commissie

Maatschappelijke Agenda van de

Besturenraad. Met het beeld dat

de rendementsbenadering van de

Medezeggenschapsraad en school-

bestuur: overleg vooraf over de kosten

van een door de MR ingehuurde

advocaat en neem een realistisch

bedrag hiervoor op in de begroting.

Een uitspraak van de Ondernemings-

kamer onderstreept hoe vervelend

het is als advocatenkosten achteraf

niet ‘redelijk’ blijken.

Volgens de wet moet een school-

bestuur onder meer de redelijke

kosten van door de MR ingehuurde

adviseurs en advocaten vergoeden.

Ook al is het in een procedure tegen

het schoolbestuur zelf gericht.

Het plan om mbo-opleidingen te

beperken, gaat voorbij aan “de

essentie van onderwijs: jezelf

ontwikkelen, volwassen worden,

je talenten ontdekken”, reageert

Liesbeth Schöningh (Federatie

Christelijk MBO). “Het is vast een

politiek ouderwets standpunt, maar

onderwijs is naast kwalificatie ook

socialisatie en ontwikkeling van zelf-

bewustzijn. Wie ben ik? Wat kan ik?

Waar heb ik betekenis?”

De minister presenteerde in april

een plan dat erop neerkomt dat

mbo’s in de regio onderling moeten

uitzoeken wie welke opleiding aan-

biedt. Komen ze er niet uit, dan kan

de minister via ‘een escalatiemodel

en een licentiesysteem’ ingrijpen.

Het doel: kleine specialistische

opleidingen beschermen en het

aanbod van populaire opleidingen

waar weinig werk in is, beperken.

Volgend jaar nog geen verplichte centrale eindtoets

Ze drong er bij de Kamer op aan

haast te maken: al volgend schooljaar

moesten scholen de verplichte

centrale eindtoets afnemen. Maar de

Tweede Kamer vond de reactie van

minister Van Bijsterveldt op zijn

vragen niet volstaan. De Kamer wilde

meer tijd en een nieuwe schriftelijke

vragenronde en besloot het debat

over het wetsvoorstel Centrale

Eindtoets na het meireces te laten

plaatsvinden. Daardoor kan het niet

op tijd door de Eerste Kamer goed-

gekeurd worden om de verplichte

toets al in het voorjaar van 2013 in

te voeren.

In een door de advocaten van de

Besturenraad behartigde zaak deed

de Ondernemingskamer onlangs een

verregaande uitspraak. De kamer

gaf voor het eerst aan dat de MR

op zijn tellen moet passen bij het

inhuren van een advocaat.

MR en schoolbestuur zouden vooraf

moeten overleggen om een realistisch

bedrag voor de MR in de begroting

op te nemen, zodat daar achteraf, of

op het moment dat er een advocaat

wordt aangetrokken, geen discussie

over kan zijn.

Denk vooraf na over advocaatkosten medezeggenschapsraad

‘Mbo-plan minister mist vertrouwen in besturen’

Inspectie de gehele kwaliteit van

het onderwijs bevat, wordt het

christelijk onderwijs tekortgedaan.

Het christelijk onderwijs wil zijn leer-

lingen niet alleen voldoende kennis

en vaardigheden bijbrengen, maar

ook veel extra’s, zoals een brede

vorming en waarden en normen die

tot uiting komen in het schoolklimaat.

Deze aspecten worden door de

Oordeel Inspectie is slechts een deel van de werkelijkheid

Inspectie niet gemeten en maken dus

geen deel uit van het kwaliteitsoordeel.

Toch zit de Besturenraad niet te

wachten op een verbreding van het

toezichtkader van de Inspectie waar-

bij ook dit wordt meegenomen.

Scholen zullen zelfbewust moeten

zijn in hun communicatie en duidelijk

in wat ze te bieden hebben.

5

Nieuws

Page 6: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

In de semipublieke dienstverlening is een belang-rijke rol weggelegd voor de raad van toezicht. Maar zo nu en dan loopt het mis en moet een bestuurder en soms ook de raad het veld ruimen. In de zorg, de huisvesting en ook in het onderwijs. Volgens de hoogleraren Goodijk en Koppenjan ligt dat niet zozeer aan het model. ‘Het blijft mensenwerk’.

‘Toezichthouden blijft mensenwerk’

Perikelen rond bestuur en toezicht

Tot pakweg twintig jaar geleden bemoeide de cen-

trale overheid zich rechtstreeks met het besturen

in de (semi-)publieke dienstverlening. Maar toen

kwam een ontwikkeling op gang om de verant-

woordelijkheid bij de organisaties zelf te leggen.

Die moesten hun eigen toezicht regelen. Eerst in

de volkshuisvesting, de zorg, het hoger onderwijs

en het mbo. En sinds twee jaar in het primair en

voortgezet onderwijs. De invoering van het raad

van toezichtmodel is niet onopgemerkt gebleven.

Zo nu en dan berichten de media over woning-

bouwcorporaties en zorg- en onderwijsinstellingen

die in grote problemen zijn gekomen door bestuur-

lijke missers en/of conflicten tussen bestuurders

en toezichthouders.

Deze incidenten kunnen voeding geven aan de

opvatting dat de overheid het heft weer in handen

moet nemen in het semipublieke domein, omdat

toezichthouders gefaald zouden hebben. Maar de

hoogleraren Rienk Goodijk (GITP en TiasNimbas

Business School Tilburg) en Joop Koppenjan

(Erasmus Universiteit Rotterdam), beiden gespecia-

liseerd in governance, zouden dat een slechte

zaak vinden. “We moeten het kind niet met het

badwater weggooien, er niet hyperig op reageren”,

zegt Goodijk. Koppenjan: “De publieke dienst-

verlening in ons land staat op een hoog peil, de

verwachtingen zijn hoog. We kunnen het kennelijk

niet accepteren dat het wel eens mis gaat. Maar

besturen blijft hoe dan ook mensenwerk”.

Risico’s Goodijk: “Het gedrag blijft toch ook heel bepalend.

We zijn geneigd om te denken dat je alle risico’s

kunt uitbannen, maar dat is een illusie. Je zult als

toezichthouder moeten accepteren dat je soms iets

niet goed inschat. Of dat je achteraf tot de conclusie

komt dat het anders had gemoeten. Maar je moet

je daarover wel goed verantwoorden.”

‘Toezichthouden blijft mensenwerk’ 6 Tekst Emmanuel Naaijkens | Fotografie iStockphoto

Page 7: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

Wat wel moet gebeuren is dat toezichthouders

beter op hun taak worden toegerust, blijkt uit

Goodijks onderzoek. “Dat ze beter in staat zijn om

tegenspel te bieden aan de bestuurder, zonder op

diens stoel te gaan zitten.” Dat kan betekenen dat

toezichthouders niet alleen afgaan op informatie

van de bestuurder, zoals tot nu toe gebruikelijk,

maar ook zelf informatie verzamelen bij bijvoor-

beeld stakeholders.

Goodijk is van mening dat er hogere eisen aan

de kwaliteit van toezichthouders gesteld moeten

worden. Het is niet meer van deze tijd dat het

eigen netwerk dient als visvijver voor kandidaat-

toezichthouders. Dat maakt het lastig voor een

toezichthouder om een bestuurder kritisch te

bevragen. “Er kruipt al gauw iets in van gemoedelijk-

heid, van niet te moeilijk doen.” Een bestuurder

mag niet de ruimte krijgen om wat Goodijk noemt

‘zonnekoninggedrag’ te vertonen. “Als zo iemand

de hemel in wordt geprezen, dan moet je als

toezichthouder juist op je qui-vive zijn.”

Koppenjan vindt het van groot belang dat een

bestuurder in zijn directe omgeving krachtig

tegenspel krijgt. “Soms bestaat de raad van

bestuur zoals bij Vestia uit één persoon, die veel

vrijheid krijgt omdat intern checks and balances

niet op orde blijken. Formeel is er een raad van

toezicht, maar dat zegt niets over het wel of niet

functioneren daarvan. Het risico is dat bestuurders

jaknikkers om zich heen verzamelen en vriendjes

uit hun old boys network in de raad van toezicht

zetten die niet onafhankelijk zijn en weinig verstand

van zaken hebben. Een goede besluitvorming

waarbij voor- en tegenargumenten serieus worden

afgewogen, ontbreekt dan.”

DiversiteitEn raden van toezicht kunnen hun positie versterken

door meer oog te hebben voor diversiteit. “Er zijn

bijvoorbeeld nog steeds te weinig vrouwen in

raden van toezicht, dat percentage ligt nu op zo’n

25 tot 30%. Verder is er met name in het primair

en voortgezet onderwijs behoefte aan mensen

met juridische kennis, vastgoedkennis, enz.”

Kandidaten voor een raad van toezicht moeten

beseffen dat je zo’n functie er niet even bij doet.

“Het is een intensieve job. Je bent niet een soort

boekhouder die alleen op de financiën toeziet, dat

was vroeger. Nu moet je ook visionair mee kunnen

denken met de bestuurder.”

Ook volgens Koppenjan is er geen reden om het

toezichtmodel op de mestvaalt te gooien. “We

hebben een heleboel mooie bestuurlijke modellen,

maar als mensen niet handelen in de geest van

het model, dan gaat het mis.” Bij misstanden

blijkt volgens Koppenjan vaak dat de afstand

tussen bestuur en werkvloer erg groot is. Daarom

moeten bestuurders en toezichthouders niet alleen

onder managers of economen geworven worden.

Het is belangrijk dat zij verstand hebben van wat

zich op de werkvloer afspeelt. “Tegenwoordig hoor

je vaak dat bestuurders overbodig zijn en dat de

professionals het weer voor het zeggen moeten

krijgen. Dan komt het wel goed. Maar het besturen

van een onderwijsinstelling is vandaag de dag

complex. Toezichthouders, bestuurders en managers

zijn daarvoor onmisbaar. Voorwaarde voor goede

dienstverlening is wel dat de interactie tussen alle

betrokkenen een betere kwaliteit krijgt.”

‘Een raad van toezicht moet goed tegenspel kunnen bieden’

De Tilburgse hoogleraar heeft net een boek

geschreven over de vraag: zit er een constructie-

fout in het toezichtmodel? Zijn conclusie is dat het

model op zichzelf veel mogelijkheden biedt maar

dat er zwakke plekken in zitten.“Het raad van toe-

zichtmodel is in de jaren negentig vrij snel over-

genomen van het raad van commissarissenmodel

in de private sector. Aangezien er geen aandeel-

houders in de onderwijssector zijn, is er formeel

sprake van een verantwoordingvacuüm: de toezicht-

houders hoeven niet echt aan iemand of een orgaan

verantwoording af te leggen. Immers, wie heeft

het eigenaarschap van een onderwijsinstelling?

De ouders, de professionals, de samenleving?

Die vraag is niet zomaar te beantwoorden.”

Koppenjan maakt een vergelijking met een voet-

balclub als PSV. “Van wie is die club eigenlijk?

Als je de supporters hoort, dan zijn zij de club.

Zij investeren in de club door kaartjes te kopen.

Supporters hebben een spanningsvolle relatie

met de spelers. Die verdienen veel geld, en als

ze slecht presteren, zijn de supporters woedend,

maar als ze winnen zijn het helden. Trainer, bestuur

en ook toezichthouders moeten voortdurend

verantwoording afleggen over de prestaties, ook

aan de fans. Dat vindt niet iedereen leuk, maar

het laat zien hoe een gevoel van eigenaarschap

verantwoording kan bewerkstelligen.”

Nieuwe balansAls het in een organisatie flink spaak loopt, heeft

de overheid de neiging om direct op bestuurlijk

niveau in te grijpen en de raad van toezicht te

passeren. Mede onder druk van de maatschappelijke

en politieke verontwaardiging over het verkwisten

van overheidsgeld. Goodijk begrijpt dat wel,

maar vindt dat een verkeerd signaal. “Het toezicht

wordt in de eerste plaats uitgeoefend door de

interne toezichthouders. Maar we moeten toe naar

een betere afstemming met het externe toezicht

door de overheid. Er is nu onduidelijkheid over de

verantwoordelijkheid van de raad van toezicht,

die is niet wettelijk omschreven.”

7 ‘Toezichthouden blijft mensenwerk’

Page 8: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

Presteren is geen vies woord. De lat moet omhoog. Haal het allerbeste uit jongeren. In allerlei toonaarden klinkt de roep om ‘excellentie’ in het onderwijs. Niet elke schoolleider is er blij mee. “Alleen goud telt.”

“Je wordt ermee doodgegooid”, moppert schoolleider

Wim van Deijk. De stroom rapporten, artikelen en boeken over

excellentie in het onderwijs houdt maar aan, tot grote irritatie

van locatiedirecteur van het Prisma College voor vmbo in

Amersfoort. “Iedereen moet excelleren. Het is alsof we met de

Olympische Spelen bezig zijn: alleen goud telt.”

Ook van de goudkleurige cover van het pas verschenen boek

‘Over de top’ spat het succes af. ‘Haal het allerbeste uit jongeren’

is het motto dat de auteurs Huub Nelis en Yvonne van Sark aan

hun pleidooi voor excellentie meegaven. “Uitblinken is voor veel

meer mensen weggelegd dan we heel lang dachten. Dat is het

goede nieuws. Het slechte nieuws is dat veel mensen dat nog

steeds niet geloven.”

De auteurs zijn beiden werkzaam bij YoungWorks, een communi-

catie- en reclamebureau dat zich sinds 1998 naar eigen zeggen

“op een creatieve manier verdiept in de jongeren cultuur”.

Ze schreven eerder een boek over het puberbrein en storten zich

nu dus op excellentie. Aandacht daarvoor is een noodzaak voor

de mensen die talent hebben, stellen ze. “Maar ook voor de

hele samenleving, die er als geheel van profiteert als potentiële

toppers ook echt in de top komen.”

‘Alsof we met de Olympische Spelen bezig zijn’

Excellentie in het onderwijs

8‘Alsof we met de Olympische Spelen bezig zijn’ Tekst Bert van der Kruk | Fotografie Hans Fijn van Draat

Page 9: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

Geen vies woordWie zich met dit onderwerp inlaat, kan in Nederland al gauw

op afkeurend gemompel rekenen. Doe maar gewoon, luidt het

credo, dan doe je al gek genoeg. Ook Nelis en Van Sark merkten

tijdens hun onderzoek “hoe diep Nederland doordrongen is van

gelijkheidsdenken”. Ze stuitten op irritaties. “Lekker makkelijk

om te focussen om winners only”, hoorden ze. Of: “Word je

daar dan gelukkiger van?” Excellentiebevordering ligt gevoelig,

is volgens de auteurs zelfs “bijna een taboe”.

Tegelijkertijd zien zij de wind draaien. “Je mag er steeds meer

voor uitkomen dat je ergens goed in bent. De overheid bedenkt

actieplannen voor het onderwijs om juist boven in de top het

verschil te maken. En scholen beraden zich op nieuwe manieren

om juist hun best presterende leerlingen vooruit te stuwen.

Nederland staat aan het begin van een mentaliteitsverandering.”

De auteurs slaan het juichend gade en hopen aan die ontwik-

keling ook zelf een bijdrage te leveren.

Ze krijgen daarbij steun van het kabinet, dat in het regeerakkoord

schreef: “Presteren is geen vies woord, maar een noodzakelijke

voorwaarde. Iedereen in het onderwijs wordt hierop aange-

sproken: ouders, leraren, leerlingen en schoolbestuurders: de

basis op orde, de lat moet omhoog.” In ‘Over de top’ voegt

onderwijsminister Marja van Bijsterveldt daaraan toe: “Ik vind

het zonde als een kind meer kan, maar niemand ernaar vraagt

en het er niet uitgehaald wordt. Dat is zó kwetsend. Een kind

maak je gelukkiger door te zeggen: Hé, je kunt meer dan je

denkt, we gaan er samen voor zorgen dat jij je grenzen verlegt.”

Verwachtingsvol onderwijs noemt ze dat.

Wondere wereld“Ambitieus zijn is onze dure plicht”, vervolgt de minister.

“Anders leggen we het simpelweg af tegen landen als China

en India, waar per jaar tientallen miljoenen jongeren afstuderen

die staan te trappelen om aan de slag te gaan. Daar spat de

ambitie en prestatiedrang vanaf! Ik zeg niet dat onze kinderen

zo moeten worden. Wij hebben ook andere waarden, zoals

communicatie, presentatie en creativiteit. Maar we moeten

scherp in de gaten blijven houden dat we niet stil blijven staan.”

Het economisch motief speelt dus een belangrijke rol, geven

ook Nelis en Van Sark toe. “Geleidelijk sijpelt het besef door dat

we die toppers hard nodig hebben om als BV Nederland te

blijven innoveren.” Maar ook voor de toppers zelf is streven naar

excellentie een goede zaak. “Wij geloven oprecht dat het ontdekken

en uitbreiden van talenten mensen uiteindelijk gelukkiger maakt.

Je kunt in een flow raken door iets te doen wat je heel graag

doet en wat je daardoor steeds beter kunt.”

Probleem is alleen dat jongeren van nu liever ‘gewoon genieten’,

vaak gestimuleerd door ouders van wie ze geregeld te horen

krijgen dat ze ‘maar één keer jong’ zijn. Bovendien kunnen ze

zich lastig toewijden aan slechts één onderwerp. En dan

worden ze ook nog eens te weinig geprikkeld en geïnspireerd.

“Als niemand ze in contact brengt met klassieke muziek, een

oud ambacht, de achterkant van een computer of de wondere

wereld van de brulkikker, gaan ze hun talent in ieder geval niet

zoeken in die richtingen.”

Na het ontdekken is het een kwestie van trainen, trainen en nog

eens trainen. Talent is geen statisch gegeven, het is niet iets wat

je hebt of niet. Het gaat om ‘leerpotentie’, doceren de auteurs.

“Als je naar de maan wilt, heb je een lange weg te gaan”, stellen

ze in een van hun vele oneliners. “Maar het gegeven dat je

10.000 uur of meer moet studeren om als klassiek musicus

de top te bereiken, staat ronduit haaks op voorbeelden als

Esmee Denters, die enkele liedjes op Youtube zet en spreek-

woordelijk uit haar slaapkamer wordt opgepikt en plotsklaps

de top bereikt.”

Enkelvoudige zinnenDe lat hoger leggen, eruit halen wat er inzit – het zijn kreten

waarmee Wim van Deijk van het Prisma College in Amersfoort

niet uit de voeten kan. “Het zijn allemaal Twitterberichten;

politici zijn er heel bedreven in, in die oneliners van maximaal

140 tekens. Er is geen ruimte voor onderbouwing of nuan-

cering, want dat vraagt al om een mailbericht. Het gaat om

samenhang; die zie ik niet in het beleid van de minister.

Het moet niet te ingewikkeld, maar in enkelvoudige zinnen,

anders snapt de burger het niet meer.”

Het stoort hem dat de minister haar pijlen aanvankelijk alleen

op havo en vwo richtte, maar dat onderhand ook de leerlingen

op het vmbo moeten schitteren. “De nuance is helemaal

verdwenen, iedereen moet uitblinken, op elk niveau. Maar op

het vmbo zit een heel ander type leerling. Daar houdt de minister

geen rekening mee. De discussie over excellentie gaat helemaal

voorbij aan de specifieke kenmerken van het individu, met zijn

eigen achtergrond en mogelijkheden en beperkingen. Iedereen

wordt op dezelfde manier beoordeeld. En wie niet aan de norm

voldoet, is een loser.”

9 ‘Alsof we met de Olympische Spelen bezig zijn’

Page 10: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

“Er zal altijd een onderkant zijn”, zegt Van Deijk. Sterker nog,

door zo te hameren op excellentie groeit die “onderlaag” alleen

maar. “Wij bieden op het Prisma College aantrekkelijk en uit-

dagend beroepsonderwijs. Maar we moeten wel realistisch zijn;

wij krijgen kinderen binnen vanuit groep 8 die bij de Cito taal-

en rekentoets op geen enkel onderdeel voldoende hebben

gescoord. Wij vangen alle leerlingen op, maar worden daar

vervolgens op afgerekend. Wat is excelleren in basis beroeps?”

Steriele benaderingDat leerlingen in het vmbo ook leren samenwerken, blijft bij de

Inspectie of de minister buiten beeld. Dat ze zich op een andere

manier ontplooien eveneens. Van Deijk: “De slagingsregeling

draait om taal en rekenen, niet om de vakrichting. De Inspectie

komt hier niet kijken hoe een toekomstige timmerman met zijn

vak bezig is, maar of hij voor taal en rekenen wel een voldoende

heeft gehaald.”

Een steriele benadering, vindt hij het. Iedere leerling moet voor

zichzelf bewijzen dat hij de beste is. Het bevordert haantjes-

gedrag, scoringsdrift – ook bij de scholen onderling; de concur-

rentiestrijd zal alleen maar heviger worden. De toelatingseisen

gaan omhoog. “Hoe ga je om met leerlingen die niet op het

standaardniveau excelleren, maar wel op hun eigen niveau?

Gerrit Rietveld heeft ook maar gewoon Ambachtschool gedaan.

Hij excelleerde nog niet toen hij 14 was. Zo zijn er veel meer

laatbloeiers. Een mens moet zich kunnen ontwikkelen, in zijn

eigen tempo. Daarvoor moet hem tijd gegund worden.”

Bovendien: waar gaat het nou om? Dat je gelukkig wordt of

altijd als beste scoort? “Ik had vroeger een meisje in de klas,

dat altijd ging huilen als ze lager dan een 8,5 had. Ik vraag me

af of ze gelukkig is geworden. Ik denk dat weinig mensen

bestemd zijn voor de top. Als alles draait om het halen van die

top, om scoren, hoe leer je dan je verlies te nemen? Ik las ooit

een mooi gedicht: wat zou er van Orpa geworden zijn? Hoe het

met Ruth verder ging in het Bijbelverhaal, is bekend. Over Orpa

gaat het nooit. Er moet ook belangstelling zijn voor degene die

een andere keus maakt of moet maken.”

Absolute prestatieschoolRald Visser, voorzitter van het college van bestuur van LMC

Voortgezet Onderwijs (met 27 vestigingen in Rotterdam), vindt

alle aandacht voor excellentie prima. “Al wekt het wel de

suggestie dat we daar in het verleden helemaal niet mee bezig

waren. En dat je zomaar een ander chipje in het hoofd van de

docent kunt plaatsen, waardoor het onderwijs in één klap

verandert. Maar de samenleving is een stuk sneller geworden;

we zitten met z’n allen op Twitter en kijken naar The Voice.

Ik wil niet zeggen dat we het onderwijs net zo moeten inrichten

als The Voice of Holland, maar dat er ook in het onderwijs meer

sprake zal zijn van het competitief element – daar ontkomen

we niet aan.”

LMC begint in augustus met een nieuwe havo/vwo-opleiding:

Highschool Rotterdam. “Nieuw, ambitieus en dankzij de bijzon-

dere en vernieuwende aanpak met een grotere kans op een

succesvolle hbo-/wo-aansluiting”, zo voorspelt het enthousiaste

persbericht alvast. De opleiding biedt in het eerste jaar plaats

aan 75 “geselecteerde” leerlingen. De eisen: een Cito-toetsscore

van minimaal 538, een taalpercentiel van minimaal 60 en een

goede beoordeling van een (praktijk)opdracht en een portfolio.

“We selecteren dus streng aan de poort”, vervolgt het bericht.

“We gaan voor super gemotiveerde en capabele leerlingen.

Die mogen ook wat van ons verwachten. We zijn een absolute

prestatieschool, met individuele begeleiding op maat, maar

bijvoorbeeld ook lessen Chinees. Naast het basislesprogramma

is er wekelijks tien uur ingeroosterd voor speciale lessen in het

kader van Business, Science of Art & Design.”

Met de inrichting van de opleiding wil de schooldirectie de

uitval in het hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk

onderwijs van leerlingen afkomstig van havo en vwo een halt

toeroepen. Dat gebeurt volgens Visser onder meer door leer-

lingen al vroegtijdig kennis te laten maken met de manier van

lesgeven van de vervolgopleiding. “Zo zien ze welke kant het

op gaat. Ze worden eerder uitgedaagd en gaan daardoor

maatschappelijk volwaardiger en rijper door de opleiding heen.

Omdat ze gaandeweg al kennis hebben gemaakt met een

andere wereld, is de overstap naar de vervolgopleiding kleiner

en zal de uitval minder zijn.”

Excellent slagingspercentageRotterdam Highschool belooft nu al “een excellent slagings-

percentage”, maar aan een nadere invulling daarvan waagt

Visser zich niet. Vooralsnog gaat hij uit van “hoger dan het

landelijk gemiddelde”. Bij enkele andere gerichte opleidingen

binnen het LMC, zoals de Theaterschool, is het percentage

bijna 100. “Ook daar speelt motivatie een belangrijke rol, en

motivatie bevordert de prestatie. Als je in de eerste klas al leert

hoe je een kleine onderneming opzet of ziet wat er bij ING

allemaal gebeurt, dan groeit de motivatie. En als je goed gemoti-

veerd bent, komt de rest vanzelf wel.”

“We leven in een ander tijdsgewricht dan vijf jaar geleden”, zegt

Visser. “Vragen om doelmatigheid en efficiency in onderwijs

klinken steeds luider. De druk op universiteiten en hbo-oplei-

dingen neemt toe, dus ook op ons in het voortgezet onderwijs.

Je kunt van alles vinden van die grotere druk op opleidingen,

maar die is wel inherent aan het beleid van het ministerie.

Je kunt dan de barricaden op gaan en zeggen: ‘Daar doe ik niet

aan mee!’ Je kunt ook op zoek gaan naar oplossingen.”

Over de top, Haal het allerbeste uit jongeren,

door Huub Nelis en Yvonne van Sark,

uitgeverij Kosmos (www.kosmosuitgevers.nl)

10‘Alsof we met de Olympische Spelen bezig zijn’

Page 11: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

Carla Schaap is senior

adviseur Kwaliteit bij de

Besturenraad

Wilt u reageren? Mail naar

[email protected]

Column

De kwaliteit benaderde die van de professionele

theaterwereld.

In het programmaboekje stond een veelzeggend citaat

van een leerling: “Wat veel mensen niet begrijpen is

dat de schoolmusical bij veel leerlingen voor zelf-

vertrouwen zorgt. Het zorgt ervoor dat ze zichzelf durven

laten zien en trots kunnen zijn op zichzelf.”

Aansluitend sprak ik met enkele ouders en grootouders

van de spelers. Trots op de prestaties van hun (klein)

kind en ook verrast bij het zien van het ongekende talent

en het lef om daar een rol neer te zetten. De docenten

die ik sprak, gaven aan dat zij de leerlingen hadden

zien veranderen, een team zien worden, en talenten van

leerlingen hadden leren kennen die zij in hun lessen

Engels of wiskunde niet hadden kunnen vermoeden.

De verscheidenheid aan talenten en de verschillen in

ontwikkelingsfase droegen bij aan een harmonieus en

krachtig geheel: verscheidenheid als meerwaarde.

In het onderwijs wordt in toenemende mate een

beroep gedaan op talentontwikkeling en differentiatie.

Dat vraagt van docenten dat zij verschillen tussen

leerlingen signaleren en het onderwijs daarop aan

laten sluiten, zodat talenten van welke aard dan ook

de ruimte krijgen en zich optimaal kunnen ontwikkelen.

Excellentie als uitdaging en niet langer als afwijking

van het gemiddelde.

Excelleren mag weer, maar er wordt nog wel vaak een

smalle definitie aan het woord gegeven. Is de excellente

leerling enkel die met de vermelding ‘cum laude’ op

de cijferlijst, of ook de leerling die op andere terreinen

talenten ontwikkelt? Talenten die niet altijd gezien

worden, tenzij de school contexten creëert die leerlingen

de mogelijkheid bieden om hun talenten te leren kennen

en te ontwikkelen. Zoals in de musical duidelijk het

geval was.

Contexten kunnen op het creatieve terrein liggen, maar

ook in sport, cultuur, maatschappelijk veld, arbeids-

markt, en dergelijke. Talenten leren kennen vraagt ook

herkenbare beelden. Beelden die in de maatschappij

niet altijd breed zichtbaar zijn.

Scholen hebben een kans en misschien wel een opdracht

om leerlingen beelden te laten zien waarmee zij zich al

dan niet kunnen identificeren. Beelden die de keuzes

in hun loopbaan kunnen vergroten. Beelden die hun

dagelijkse werkelijkheid soms te buiten gaan, en juist

daarin kansen bieden. Kansen voor hun eigen ontwik-

keling, maar ook voor de maatschappij.

Dit vraagt meer dan een goed LOB-programma.

Het vraagt ook bewustzijn van ouders en school om

jongeren breder te laten kijken, over de grenzen van

bestaande beelden en opvattingen heen. Dit gebeurt

bijvoorbeeld in het programma Bèta Excellent, waarin

meisjes worden uitgedaagd om hun exacte competenties

te leren kennen. Het gebeurt bij techniek, waar een

groot tekort aan personeel dreigt doordat heersende

beelden niet overeenstemmen met de werkelijkheid

en het brede scala aan mogelijkheden die de

techniek biedt.

Het ontdekken van eigen talent kan een verrassing

blijken, het ontwikkelen ervan plezier en zelfvertrouwen

geven en daarmee tot een onverwachte groei van

mogelijkheden leiden. Excellente leerlingen in een

school waarin docenten een podium aan talenten

bieden. Dat is voor mij de excellente school!

Talent in beeld!Afgelopen week mocht ik genieten van de musical Mamma Mia, die door leerlingen en medewerkers van het Ds. Pierson College in Den Bosch op de planken werd gebracht in een prachtig theater ontworpen door Anton Pieck. Ik genoot van zang en dans en was vooral verrast door de diversiteit aan talenten en het voelbare plezier dat de leerlingen en medewerkers aan het spelen en musiceren beleefden.

11 Tekst Carla SchaapColumn

Page 12: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

Vijf velletjes papier kreeg Janita van Dorland

overhandigd van het bestuur van cbs Het Octaaf,

een basisschool in een buitenwijk aan de westkant

van Assen. De tekst omvatte het geheel vernieuwde

onderwijsconcept dat het bestuur na een aantal

nadenksessies samen met onderwijsspecialisten

had geformuleerd. Het plan ging over werken met

profielen, de invoering van Engels voor alle groepen

en andere voor de school vernieuwende zaken,

maar alles cirkelde rond het idee van meervoudige

intelligentie. De school was hard toe aan vernieu-

wing. Cbs Het Octaaf was in het slop geraakt

nadat er decennialang onveranderd en traditioneel

onderwijs was gegeven. De bevlogenheid was

teloor gegaan, het team ingedut, de inspiratie leek

vervlogen en het leerlingenaantal liep terug.

De centrale vraag die het bestuur zich destijds

stelde voor het herformuleren van de onderwijs-

visie was: 'Wat hebben kinderen in de toekomst

nodig'. Het bestuur koos ervoor daarbij de ideeën

rond meervoudige intelligentie (MI) als uitgangs-

punt te nemen.

“Ik was laaiend enthousiast”, blikt Van Dorland

terug, die kort ervoor kennis had gemaakt met MI

in het onderwijs. Ze had een baan als adjunct-

directeur op een school in de buurt en was toe

aan iets nieuws. “Ik hoorde dat men met MI aan

de slag wilde en heb gelijk gezegd ‘dat is de enige

school waar ik naar toe wil’.” Het nog niet heel

concrete schoolplan bood haar de ruimte om het

onderwijsprogramma van de grond af aan op te

bouwen.

PannenkoekenDe invoering ervan ging echter allerminst zonder

slag of stoot. “Vooral ouders waren sceptisch.

In die tijd speelde de discussie rond het Nieuwe

Leren, dat geen positieve associaties opriep.

Het programma rond MI werd er mee in verband

gebracht. Ouders vreesden dat we een onderwijs-

experiment met hun kinderen aangingen.”

Samengevat kwam de twijfel neer op de gedachte:

Leuk hoor, pannenkoeken bakken tijdens de les,

maar wat leren kinderen er van? “Het gaat echter

Mensenslim, beeldslim, muziekslim, techniekslim, woordslim of rekenslim. Ieder kind is slim op zijn eigen manier. Op cbs Het Octaaf in Assen is het gehele onderwijs programma rond dit idee van intelligentie gebouwd. “Het is heus geen onderwijs experiment.”

12 Tekst Loek Mulder | Fotografie Fotostudio KrügerSlim op vele manierenWat mijn school mijn school

maakt

Slim op vele manieren

cbs Het Octaaf

Page 13: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

Meervoudige intelligentie controversieel

Grondlegger van het idee van meervoudige

intelligentie is de Amerikaanse psycholoog

Howard Gardner. Ruim twee jaar geleden

kreeg Janita van Dorland de kans een master-

class te volgen die Gardner gaf over MI.

“Enorm inspirerend. Hij biedt een diep-

gewortelde visie op de wereld. Het gaat over

hoe mensen denken en handelen en wat

kinderen nodig hebben voor hun toekomst.”

Gardner heeft weliswaar geen handleiding

opgesteld voor een onderwijsprogramma,

onderstreept Van Dorland, maar zijn ideeën

fungeren wel als inspiratiebron. Zo ook op

cbs Het Octaaf in Assen. Nederland kent

enkele scholen die MI als uitgangspunt voor

hun onderwijsprogramma hanteren, in de

VS is het meer ingeburgerd.

Het gedachtegoed van Gardner is echter

controversieel. Er is weinig wetenschappelijk

bewijs voor het bestaan van s ubvormen van

intelligentie. Zijn tegenstanders vinden dat

Gardner intelligentie verwart met vaardig-

heden. Bovendien is algemene intelligentie,

uitgedrukt in IQ, de beste voorspellende

factor van schoolsucces. In meerdere inter-

nationale studies wordt het gebruik van het

MI-concept in de onderwijspraktijk zelfs

afgeraden.

“Op grond waarvan dan wel?” vraagt

Van Dorland zich af. “Dat MI-scholen slechter

presteren is onzin. Je hebt goede en minder

goede, net als bij Dalton- of Jenaplanscholen.

Op onze school zijn de resultaten goed, de

school loopt lekker en alle betrokkenen zijn

enthousiast.” Van Dorland kent de vraag-

tekens rond de bewijsbaarheid van het

bestaan van meervoudige intelligentie en

het nut ervan voor het onderwijs. “Ik pleit

voor boerenverstand. Ik zie en voel dat het

hier werkt. Daar heb ik geen boekje voor

nodig. Talloze kinderen zijn in het verleden

jammerlijk niet tot leren gekomen omdat

hun eigen manier van leren niet tot recht

kwam op school. Dáár willen we hier wat

aan doen.”

niet om het ‘leuke’”, reageert Van Dorland.

“Een kookles is een middel om te leren over hoe-

veelheden, verhoudingen en kosten. We hebben

erg ons best gedaan om duidelijk te maken dat we

heel bewust met leren bezig zijn tijdens zo’n les.”

Door ouders bij de plannen te betrekken, door op

koffieochtenden, inloopochtenden en andere

momenten te informeren en door kritiek niet uit de

weg te gaan, slaagde de school er in de twijfel

bij de meeste ouders weg te nemen. Er ontstond

begrip en steun voor de aanpak en volgens

Van Dorland rees al vrij vlug na de herstart van

cbs Het Octaaf het vertrouwen in de aanpak.

“Het besef dat we op de goede weg waren, drong

snel door”, vat Van Dorland samen.

LeerstijlenHet is ook goed te begrijpen dat mensen moeite

hebben met het wat diffuse en ongrijpbare

concept van meervoudige intelligentie, vindt

Van Dorland (zie kader). En hoe wordt het

vertaald naar de dagelijkse onderwijspraktijk van

de leraren? “Meervoudige intelligentie is een wat

zware term”, zegt Van Dorland. “Ik vind het ook

niet een heel mooi woord.” MI gaat ook niet om

intelligentie uitgedrukt in harde IQ-getallen, het

betreft eerder leermogelijkheden. “Het heeft wat

mij betreft vooral betrekking op leerstijlen”, zegt

Van Dorland. “Ieder kind is knap op verschillende

manieren. Ieder heeft zijn eigen favoriete leerstijl.

Ons onderwijsidee biedt kinderen de mogelijkheid

om op verschillende manieren te leren. Er wordt

aansluiting gezocht bij de favoriete leerstijl en

interesses van de leerling. In het midden staat het

streven kinderen tot leren en tot ontwikkeling te

brengen.” Ouders begrijpen het vaak wanneer ze

twee of meer kinderen hebben en inzien dat die

heel verschillend leren.

Om elke leerling de ruimte te bieden om te leren,

hanteert de school een diversiteit aan werkvormen,

waarbij 'vorm volgt functie' als uitgangspunt geldt.

Dat wil zeggen dat het leerdoel centraal staat,

maar dat de manieren waarop dit doel wordt

bereikt, mogen verschillen.

DoelgerichtOp het eerste gezicht lijkt het allemaal nogal vrij

en ongedwongen, maar dat is gezichtsbedrog,

zegt Van Dorland. Ook al geschiedt de invulling

van de lessen vanuit de belangstelling van de leer-

ling, de manier waarop dat gebeurt is doordacht

en systematisch opgezet rond strakke didactische

structuren en leerplannen. Die gelden voor alle

lessen, want de structuren zijn inhoudsvrij.

Van iedere les is een MI-les te maken, vindt de

school. Daartoe zijn in alle klassen zogeheten

structuurkaarten opgehangen met daarop de

stappen en de werkvormen die het leerproces

moeten ondersteunen.

“Het is vrijheid in gebondenheid”, aldus

Van Dorland. “Ik krijg vaak te horen dat mensen

hun aanvankelijke oordeel dat het vooral speels

en spontaan is, moeten bijstellen. Laten we niet

vergeten dat de leerresultaten die we met ons

concept boeken keurig volgens de norm zijn en

dat we op taalgebied goed scoren. De school als

geheel is zelfs behoorlijk taalslim. Niet zo verwon-

derlijk, wanneer we bedenken dat ons onderwijs

zeer taalgericht is. We zijn niet voor niets in 2010

genomineerd voor de Drentse Onderwijsprijs.”

Weliswaar won de school de prijs niet, maar de

nominatie is wel een aanwijzing voor het wel-

slagen van de ideeën, stelt Van Dorland.

13 Slim op vele manieren

Page 14: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

14

Dit artikel gaat over deugden. Nadat ze lange tijd zijn geassocieerd met braafheid en burgermansfatsoen, zijn ze terug van weggeweest. Een opmerkelijke revival. Het lectoraat Morele Vorming van de Gereformeerde Hogeschool in Zwolle heeft onlangs een praktijkboek voor leerkrachten en pabostudenten gemaakt waarin het vooral gaat over het leren van deugden en het scholen in deugdzaamheid. Reden om er aandacht voor te vragen.

Lange tijd was het onderwijs, zeker het christelijk onderwijs,

te typeren als een vorming in deugdzaamheid. Zo kreeg ik op

mijn lagere school cijfers voor netheid, ijver en goed gedrag.

De geest van de 19e-eeuwse Hieronymus van Alphen ken-

merkte het christelijk onderwijs tot in de jaren zestig van de

20e eeuw:

De ledigheid

Nimmer moet ik ledig wezen;Alles doen met lust en vlijt.Bidden, leeren, schrijven, leezen,Spelen, werken heeft zijn tijd.

Moeder lief kan ’t ook niet velen,Dat de tijd verwaarloosd wordt.Lui zijn, zegt ze, is tijd te steelen,En ons leven is zo kort!

TijdgeestIn die jaren zestig stierf echter de deugdzaamheid. De jongeling

kwam in verzet, eerst in de vorm van protest, later in de vorm

van assertiviteit. En nu staat het kind centraal en draait alles

om hem. Het individu is geboren en die laat zich gelden.

Wel wordt hem voorgehouden dat hij er goed aan doet zijn

eigen doelen te stellen, zichzelf onder controle te houden,

maar vooral ook bij zichzelf te blijven, wat men vangt in het

woord authenticiteit.

Vanuit christelijke kring kwam wel af en toe een reactie.

Zo predikte een christendemocraat: fatsoen moet je doen!

Hij vroeg aandacht voor waarden en normen in het onderwijs.

Het smaakmakende deel van Nederland reageerde spottend,

maar erkende enkele jaren later dat hij met zijn hameren op

waarden en normen de tijdgeest goed had aangevoeld.

Nu moeten scholen aandacht geven aan goed burgerschap

en aan sociale betrokkenheid en worden leerlingen op

De deugd in ons midden…

14De deugd in ons midden… Tekst Paul Boersma

Page 15: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

De deugd in ons midden…

maatschappelijke stage gestuurd. En scholen drukken zichzelf

uit in voor hen belangrijke waarden en zijn zich bewust van hun

maatschappelijke relevantie.

PersoonsvormingWie waardegericht onderwijs wil geven, zal leerlingen leren hoe

zij in hun leven waarden een plek kunnen geven die hun keuzes

mede bepalen en hun handelen richting geven. Waarden als

respect tonen, verdraagzaam zijn, niet discrimineren, oog hebben

voor duurzaamheid, heeft bijna elke school in haar doelstellingen

opgenomen. Waarden zijn als het ware richtpunten voor het

handelen.

Een belangrijke waarde waar nu aandacht voor is, is deugd-

zaamheid. Die waarde betreft niet alleen de morele ontwikkeling

van kinderen, het besef van goed en verkeerd doen.

Deugdzaamheid is een waarde die de persoon zelf betreft. De

waarde richt zich op de vorming van de attitude, de gezindheid,

het karakter van de leerling. Het genoemde praktijkboek van het

lectoraat over deugdethiek werkt juist dat aspect van de morele

vorming uit. Het richt zich op de ontwikkeling van de persoon,

op de vraag hoe je bent, niet primair op het juiste handelen,

het goede gedrag.

Het lectoraat benadrukt daarbij dat je door opvoeding en

scholing iemand kunt worden. Als je goed gevormd bent, zul

je ook goed doen, is de gedachte van de deugdenbenadering.

Vandaar de titel van het boek: Doe me een deugd!

De auteurs werken negen deugden uit, laten leraren daarover

hun gedachten uiten en reiken praktische vormen aan om er

in de les mee te werken. Drie deugden voor de onderbouw –

matigheid, eerlijkheid, en geduld –, drie voor de middenbouw

– naastenliefde, vriendschap en zorgzaamheid –, en drie voor

de bovenbouw: tolerantie, verantwoordelijkheid en respect.

Kinderen leren vooral door gewoontevorming. Wezenlijk voor

een morele ontwikkeling is ook het leren van zelfcontrole en

van intrinsieke motivatie. In onze tijd, waarin de mens vooral

op zichzelf teruggeworpen wordt, zijn dat belangrijke eigen-

schappen.

Het midden houdenWie deze eigenschappen bezit, is daarmee nog niet deugdzaam.

Het zijn middelen om het midden te houden tussen extremen

en om te handelen overeenkomstig de morele standaards die

een mens zich eigen heeft gemaakt.

De deugdzame mens heeft echter die ‘zelfdwang’ niet nodig.

Hij is deugdzaam omdat hij daar juist gelukkig bij is. Hij is

intrinsiek gemotiveerd. Daarmee is opvoeden tot deugdzaamheid

een ultiem doel van onderwijs en opvoeding. Geen externe druk

of een gevormd geweten stuurt het gedrag, maar het komt voort

uit een samenhang van deugden die tot eigenschap geworden

zijn. Wie bijvoorbeeld moed toont, en achteraf pas beseft dat

hij ook ander gedrag had kunnen tonen, handelt niet op grond

van een moreel besef, maar handelt vanuit een verworven

eigenschap: je bent moedig.

De deugd ligt in het midden, tussen twee extremen. Moed

ligt tussen overmoed en lafheid. In de prachtige serie ‘voor-

treffelijk leven’ van het dagblad Trouw, begeleid door ethicus

prof. dr. Paul van Tongeren, die meerdere bijdragen leverde aan

een deugdethiek, werden soms juist extremen weer tot deugd

verheven. Zo herinner ik mij een bijdrage over de deugd der

onverschilligheid – ik kan me er iets bij voorstellen als reactie

op de krampachtige drang van velen om het verschil te willen

maken.

Overigens zou het zowel in Trouw als in het mooie boek van

lector Pieter Vos niet misstaan hebben wanneer trouw als deugd

aandacht zou hebben gekregen, een van de drie noties die de

profeet Micha zijn gehoor voorhoudt: “De Heer vraagt niet anders

van u dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en oot-

moedig te wandelen met uw God”.

Een jas die je pastHet boek reikt wel een aantal andere deugden aan: moed,

toewijding, vrijgevigheid, barmhartigheid, rechtvaardigheid

en verstandigheid. De eerste en de twee laatste vormen samen

met matigheid de vier klassieke deugden. Het boek noemt wel

de door Thomas van Aquino aangedragen bovennatuurlijke

deugden, ook wel goddelijke of theologale deugden genoemd

(geloof, hoop en liefde), maar werkt ze niet uit.

Op de dag dat ik dit artikel schreef, maakte ik een bezinnings-

moment van een collega mee die daarmee een vergadering

opende. Ze sprak over haar trouwtekst, waarmee zij uitdrukking

gaf aan haar geloof, haar hoop en haar leven vanuit liefde.

Toen trok ze een jas aan, waarbij ze een tekst van Paulus aan

de Kolossenzen citeerde: “omdat God u heeft uitgekozen, moet

u zich kleden in innig medeleven, in goedheid, bescheidenheid,

zachtmoedigheid en geduld; verdraag elkaar en vergeef elkaar

… en bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een

volmaakte eenheid maakt”. Het is een jas die haar past, die

haar identiteit onthult, zoals kleding, en dat geldt zeker voor

jongeren, uitdrukt wie je bent. Ik ken haar inderdaad zo: niet

braaf, maar ze deugt wel!. Ik zal haar nog vragen wat het

onderwijs daaraan voor haar heeft bijgedragen.

Wilma van der Jagt en Pieter Vos, Doe me een deugd.

Praktijkboek morele vorming voor de basisschool,

Zoetermeer: Boekencentrum, 2012.

15

Page 16: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

VerbindingSome people see things as they are and say: why? I dream things that never were and say: why not?

Robert F. Kennedy (naar George Bernard Shaw), in een toespraak aan de Universiteit van Kansas, 18 maart 1968

Van de jaren zestig tot 1975 was het gebouw

gevuld met vele zenders: alle schepen en alle

KLM-vliegtuigen waar ook ter wereld werden

bediend via Radio Kootwijk. In 1999 werd de

zenderfunctie van het gebouw geschiedenis.

Het gebouw en zijn geschiedenis symboliseren

veel voor mij. Onder andere de voortschrijdende

techniek, waardoor veel verandert en veel snel

veroudert. Met je mobiele telefoon kun je nu

hetzelfde bereiken als in 1928 met een kolossaal

zendgebouw met enorme zendmasten.

Het gebouw werd midden tussen bos, heide en

zandverstuiving gebouwd, en nu keert langzamer-

hand de natuur weer terug.

Ook hier hebben vele mensen met hart en ziel

gewerkt om de verbindingen open te houden.

Zij offerden hun tijd op en deden vaak meer dan

van hen verlangd werd. De zenders mochten niet

uitvallen. Hun werk veranderde of verdween door

de komst van transistoren en digitale techniek.

Wat gelijk is gebleven, is dat we als mensen

verbinding met elkaar nodig hebben. Zodat we

samen dingen kunnen bereiken, ontwikkelen of in

stand houden. Waarbij we, vaak vanuit ons geloof,

een drive hebben om dat wat we doen, zo goed

mogelijk te doen. Samen met anderen en ten

dienste van anderen. Het is goed om ons te reali-

seren dat mensen met allerlei verschillende uit-

gangspunten uiteindelijk ontwikkelingen samen

tot stand brengen. Dat geldt in de techniek, dat

geldt ook voor onderwijs.

Ik ben een realist. Toch is het voor mij goed om te

durven dromen en mijn idealisme ruimte te geven.

Met de uitspraak van Robert Kennedy in mijn

achterhoofd, probeer ik voor kinderen het onderwijs

zo goed mogelijk vorm te geven, tussen droom en

realiteit.

Jan Huizinga

Directeur PCBS De Regenboog, Apeldoorn

Inspiratie

Inspiratie voor christelijk onderwijs

Vlak bij Apeldoorn ligt Radio Kootwijk.

Daar, midden op de hei, staat het imposante,

voor malige zendgebouw. In 1928 werd vanaf deze

plaats het eerste telefoongesprek gevoerd tussen

Nederland en Nederlands-Indië. Het liedje

‘Hallo Bandoeng’ gaf destijds het belang van deze

gebeurtenis aan. Het gebouw werd rond de zender

ontworpen. Een combinatie van realiteit en droom

maakte dit waar.

16 Samenstelling Guido de BruinInspiratie

Page 17: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

Een student vertelde in een college dit verhaal.

Het raakte mij door de wijze waarop hij de olifant

en de blinden verbeeldde. Belangrijk is het

perspectief van waaruit je naar de dingen kijkt

en deze waarneemt. De tekst maakt dit duidelijk.

Er is nooit één waarheid. Al die waarheden bij

elkaar geven een beeld van de wereld. Je bent

niet alleen op de wereld en je kunt niet alles

naar je hand zetten. Maar met elkaar kom je

een stuk verder.

We hebben verschillende bronnen en tradities,

en deze moeten we van elkaar leren en weten.

Het verhaal vertelt over de open houding die

nodig is om je eigen ervaringen te onderzoeken,

zodat je in contact met jezelf en vervolgens met

de ander komt. Je creëert inzicht in je eigen

identiteit en leert dit onder woorden te brengen.

En dan begrijp je ook de ander en het grotere

geheel en de betekenis ervan. De mensheid op

deze wereld is mooi en heeft ons iets te bieden,

als we er maar open voor staan om dat te willen

zien en te delen.

Als lerarenopleider leer ik de studenten verschil-

lende vaardigheden om godsdienst/levens-

beschouwing te geven. Dit verhaal geeft aan hoe

je vanuit de verschillende perspectieven naar het

leven kan kijken. Wat neem jij waar en wat vind je

belangrijk? Wat wil je dan vervolgens de leerlingen

meegeven en aan hen overbrengen?

Loes Mulders

lerarenopleider en vakdidacticus godsdienst en

levens beschouwing, Onderwijscentrum Vrije Universiteit,

Amsterdam

De blinden en de olifantEr waren eens drie wijze, blinde Indiërs. Op een dag kwam de koning op een olifant de stad binnen. De blinden wilden weten wat een olifant was. De eerste voelde aan een poot en zei: “Een olifant is net als een boom”. De tweede voelde aan de slurf en sprong geschrokken achteruit. “Pas op voor dit beest. Het is net een slang.” “Welnee”, zei de derde vol wijsheid en voelde aan het oor. “Een olifant is als een waaier!”De koning sprak daarop slechts: “Jullie hebben alle drie gelijk, en toch heeft elk het mis”.

Soefi­verhaal uit de 12e eeuw.

Inspiratie

In december 2010 verscheen onze uitgave Inspiratie voor christelijk onderwijs, een ‘schat-kistje’ met teksten die mensen inspireren in hun werk voor het christelijk onderwijs. Op deze pagina’s gaan we door met het verzamelen van teksten die u raken, bemoedigen of richting geven in uw werk als schoolleider, schoolbestuurder, toezichthouder, leraar of medewerker van een christelijke onderwijsinstelling. U kunt uw tekst met een korte toelichting (beide maximaal 200 woorden) sturen naar Guido de Bruin, e-mail [email protected].

17

Page 18: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

Dagboek van

een Israelganger

Wanneer ik mijn collega’s vertel over The Wall, voel ik de emoties

weer door mijn lijf gieren. Die bizarre muur die, het land in tweeën

splijtend, tot doel heeft het veiligheidsgevoel van de Israëli’s te

vergroten. Ik vertel over de mensonterende effecten ervan op het

leven van deze Palestijnse mannen, vrouwen en kinderen. Terwijl ik

dit alles vertel, voel ik opnieuw die verbijstering bij mezelf over het

feit dat mensen blijkbaar bereid zijn de ander het leven onmogelijk

te maken, of het elkaar zelfs te ontnemen. Leren we dan niets van

het verleden? Hoe groot moet de angst dan wel niet zijn! Of hoe

intens de haat! Hoe voed je in godsnaam kinderen op in zo’n

om geving? Hoe kun je ze onderwijzen in vredelievend burgerschap?

Maar ik wil mijn collega’s ook vertellen over die Palestijnse vrouwen.

Die prachtige, bescheiden, hoopvolle vrouwen, die ondanks alles

wat hen is overkomen, toch vanuit hun harten blijven zingen voor

de vrede. Voor iedereen. Voor Israëli’s en Palestijnen. Voor joden,

moslims en christenen. In alle soorten en maten! Deze vrouwen

willen de onderlinge muren, die volken en religies zo van elkaar

scheiden, steen voor steen afbreken, om er vervolgens bruggen mee

te bouwen. Deze vrouwen kennen de werkelijke waarde van Bijbelse

begrippen als barmhartigheid, naastenliefde en vooral vergeving.

Zij weten dat zij het niet van de ander moeten verwachten, maar

dat zij als eersten deze waarden in praktijk moeten brengen.

Deze krachtige vrouwen, hun onverzettelijke geloof in dezelfde

God en hun niet aflatende hoop op betere tijden, staan op mijn

netvlies gebrand.

Woensdagavond 4 april, tegen tienenTweeëndertig onderwijsmensen nemen afscheid van elkaar bij de

bagageband. Intiem. Intens. Hier gaan mensen uiteen die samen

iets hebben beleefd!

Als eerste van ons reisgezelschap passeer ik de schuifdeuren van

de aankomsthal, om direct het verwachtingsvolle gezicht van mijn

vrouw te ontdekken tussen de wachtenden. Na een snelle liefde­

volle knuffel, draai ik ons met het gezicht naar de schuifdeuren.

“Schat, laten we nog even blijven hangen, dan kan ik je al die gave

mensen aanwijzen waar ik zo gesteld op ben geraakt! Kijk, daar

loopt vriend Theo. Ik ben zo blij dat wij deze reis samen hebben

gemaakt. En zie je die kleine daar met die grote grijns? Da’s onze

moslimbroeder Mohamed. Hij heeft me de hele terugreis wakker

gehouden. Oh ja, die ene daar met die cowboyhoed… dat is nou

Paul. En daar lopen ‘Toeter & Toeter’, onze beide Dicks, die liepen

steeds met zo’n cameratoeter voor hun snuit. Die grote daar, da’s

Willem Jelle, je weet wel: die van CNV Onderwijs.

En daar, kijk, daar loopt Gerrit. Tijdens onze avond bij het gastgezin

heeft hij alle wereldproblemen voor ons op een rijtje gezet en

binnen een half uurtje opgelost! Daar in de hoek zie je nog net

Meindert weglopen. Met hem heb ik de slaapkamer gedeeld. Leuke

vent, snurkt amper! En die lange daar, die heet ook al Dick. En die

snelle? Die heet Jelle. We hadden nog zo’n snelle, maar die heet

Jules. Daar loopt hij met z’n coole zonnebril! Kijk, daar komt Arjan

zich even voorstellen, de voetballer van het stel. En ik had je toch

ge­sms’t over Arie, onze poëet? Nou, daar gaat hij. En oh ja, daar

loopt Suzan. Die heeft me toch een lach! En dat is… En die daar…”

Donderdagochtend 5 april, net na negenen. Een teamkamer vol collega’s luistert naar mijn reisverslag. Vol

aandacht. Dat is bijzonder, omdat ik zelf het idee heb dat ik veel te

veel uitweid. Ik heb me in het in het vliegtuig wel voorbereid, maar

er is zoveel wat ik wil delen! Mijn mond stroomt vooral over van de

ervaringen die ik heb opgedaan tijdens onze twee dagen in

Bethlehem. De bezoeken aan de scholen daar en aan het Sumudhuis

(het Verhalenhuis). De gesprekken met de kinderen, de leerkrachten

en schoolleiders. De overnachting bij die lieve, zorgzame en dappere

Palestijnse mensen, zoals Jack en Mary.

18 Tekst Freek ten Klooster | Fotografie Dick den Bakker Dagboek van een Israëlganger

Page 19: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

maken over onrecht als ik. Zie ik dan wellicht toch wat over het

hoofd? Normaal geniet ik van mijn ontmoetingen met mijn schoon­

vader, omdat hij mijn gedachten vaak weet te scherpen. Vandaag

bemerk ik echter teleurstelling bij mezelf. Niet zozeer door zijn

opmerkingen, maar meer door het feit dat ik me er (opnieuw) door

in verwarring voel raken. Dacht ik het allemaal net een beetje te

gaan begrijpen… Wat een verrekt ingewikkelde, uitzichtloze toestand

is het daar toch in Israël!

Woensdagavond 11 april, na half negenDe eerste fotobestanden zijn over het web verzonden. Kinderen zijn

naar bed, vrouw van huis, dus even tijd voor mezelf. Dankzij al het

beeldmateriaal loop ik al snel weer rond in Jeruzalem. Ik wandel

door de Graftuin en volg de Via Dolorosa. Een paar foto’s verder

daal ik de Olijfberg af, langs de tuin van Gethsemane om uiteinde­

lijk weer ‘op te gaan’ naar de Heilige Stad.

Even later wandel ik ‘in de voetsporen van Jezus rond het meer van

Tiberias. Ik hoor opnieuw Jezus’ zaligsprekingen en zie Hem een

mensenmassa voorzien van vis en brood. De prachtige woorden

en liederen tijdens onze zondagse dienst in de boot op het meer

grijpen me opnieuw aan.

Een achtdaagse reis van ruim dertig onderwijsmensen naar Israël en de Palestijnse Gebieden heeft veel losgemaakt, blijkt uit een dagboek van Freek ten Klooster, directeur van SBO De Regenboog in Ede. De thema’s leiderschap, onderwijs en spiritualiteit stonden centraal tijdens deze reis, die de Besturenraad voor het eerst organiseerde.

Zondagmiddag 8 april, tegen vierenHet penthouse van mijn schoonouders in Amsterdam is gezellig

gevuld. Traditioneel vieren we als gezin het paasfeest. Ik beschouw

mijn schoonvader als een wijs man. Voor mij past hij in hetzelfde

rijtje als rabbijn Awraham Soetendorp, van wiens wijsheid,

naastenliefde en kennis wij als Israëlgangers hebben mogen leren

en genieten tijdens de eerste helft van de reis.

Mijn schoonvader, emeritus predikant, heeft zelf drie reizen naar

het Heilige Land geleid. De ideale gesprekspartner dus, en ik heb

ernaar uitgezien om mijn ervaringen met hem te delen. Wanneer ik

hem echter vertel over mijn meest recente overwegingen ten aan­

zien van de Israëlisch­Palestijnse kwestie, plaatst hij daar direct

een aantal kritische kanttekeningen bij – vooral met betrekking tot

de oprichting van The Wall, de legitimering en de positieve effecten

ervan. Die muur die ik zo ben gaan verafschuwen. Ik ben er zelf

geweest en heb gezien wat die muur doet met mensen! Maar ja,

mijn schoonvader is er ook geweest en hij kan zich net zo kwaad

19 Dagboek van een Israëlganger

Page 20: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

Het zijn de dagen van ‘het­zou­kunnen’. Dit graf

zou van Jezus kunnen zijn geweest, hier zou Jezus

geweend kunnen hebben, hier zou Hij de

zaligsprekingen uitgesproken kunnen hebben…

Het zit me totaal niet dwars dat bijna niets met

zekerheid aan te wijzen is. Het idee alleen al

dat ik daar mag zijn, waar Hij tweeduizend jaar

geleden Zijn genadewerk heeft verricht, geeft

mij een bevoorrecht en geliefd gevoel.

Jesus once was buried,

that’s for sure.

But was it under the church,

or behind the garden door?

Does the answer matter to my belief?

Will it change His love, I receive?

I don’t have to seek,

I only have to listen;

“For He’s not here,

He’s not there,

He is risen!”

In 2013 organiseert de Besturenraad opnieuw een reis naar Israel en de Palestijnse gebieden. U kunt nu al v rijblijvend uw belangstelling kenbaar maken aan Dick den Bakker, directeur Besturenraad Academie, e-mail [email protected], mobiel 06 23 63 38 49. U wordt dan op de hoogte gehouden van de vorderingen en kunt op enig moment def initief beslissen of u mee wilt gaan.

Zondag 15 april, rond tweeenIk zou zo graag een paar dagen mezelf willen terugtrekken, om in alle

rust te kunnen denken, voelen en schrijven. Mijn gezin, baas en collega’s

zien me echter al aankomen… Ik verzoen me daarom met de gedachte

dat ik hiervoor tijd kan maken in de meivakantie. Maar gelukkig weet

Paul (Boersma, adviseur bij de Besturenraad en medereiziger) mij toch

te stimuleren alvast iets van het verhaal op een rij te zetten. Op vermake­

lijke doch indringende wijze heeft Paul ons tijdens de avondsessies

deelgenoot gemaakt van zijn absolute overtuiging dat één van ons nog

tijdens de reis zou aanbieden om bij terugkeer in Nederland een stuk te

schrijven voor SBM… in ongeveer 1000 woorden.

De reis werd in de mailing aangekondigd als ‘inspirerende studiereis’.

Een verslag daarvan zou inderdaad te doen moeten zijn in ongeveer

duizend woorden. Voor een verslag van de unieke reis die ik heb mogen

meemaken, samen met een even uniek reisgezelschap, schieten duizend

woorden ernstig tekort! Zelfs de 1269 die ik nu heb gebruikt…

Weg van de vredeUit de bundel gedichten die Arie de Bruin, voormalig

voorzitter van het college van bestuur van Kind en

Onderwijs in Rotterdam, tijdens de reis schreef:

Een reis naar Israel en Palestina zal niemand onberoerd

laten. Een bezoek aan het land van shalom en de stad van

de vrede: eeuwenoude woorden die een schril contrast

vormen met wat je kunt ervaren als je je oren en ogen niet

wilt sluiten. Van 28 maart tot en met 4 april 2012 mocht ik

met een groep mensen uit het Nederlandse onderwijs door

Jeruzalem wandelen, we bezochten Yad Vashem, hoorden

de zaligsprekingen bij het meer van Galilea en liepen langs

de muur in Bethlehem. We kwamen ogen en oren tekort,

vooral toen we in gesprek kwamen met prachtige mensen

wier verlangen naar shalom wel heel erg op de proef wordt

gesteld. Eén ding is duidelijk: ik kan nooit meer zeggen dat

ik het niet wist, ik ben er geweest.

Weg van de vrede

Verkeer raast naar de oude stad

met ronkende motoren

een file met toeristenbus

op zoek naar vredessporen

er klinkt een oude grijze stem

tussen asfalt en kabaal

opgang naar Jeruzalem

een eeuwenoud verhaal

verlangen naar eeuwig shalom

van een leeuw en van het lam

verlangen naar die mooie droom

de vrede die niet kwam

de herder leidt de kudde voort

met schapen op de loop

de rabbi spreekt het zachte woord

de mens leeft van de hoop.

Jeruzalem, 28 maart 2012

20Dagboek van een Israëlganger

Page 21: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

21 Tekst Marijke Nijboer | Fotografie Ruben SchipperStudent aan het woord

Hanneke Wansink (21), vierdejaars pabo Windesheim in Zwolle‘Ik wilde op de basisschool al lerares worden. Met jonge kinderen werken vind ik interessanter dan met pubers. Bovendien vind ik het fijn om met één klas een heel jaar op te trekken. Ik woonde in Winterswijk, dus lag de pabo in Doetinchem voor de hand. Maar omdat ik uit huis wilde werd het Zwolle. Ook praktisch omdat mijn ouders uit elkaar zijn en Zwolle zo’n beetje tussen hun woonplaatsen in ligt. Ik heb door belijdenis te doen bewust gekozen voor het christendom en het moest zeker ook een christelijke pabo zijn.Ik doe dit jaar twee onderzoeken. Voor het ene heb ik een lessenserie gemaakt over het Bijbelboek Micha. Micha was een boerenprofeet en de teksten zijn af en toe best heftig, maar ik wilde bewijzen dat het kan. Mijn afstudeeronderzoek gaat over kindertheologie. Ik heb bestudeerd hoe je kinderen vanuit Bijbelteksten dingen zelf kunt laten verwoorden. Door hun onderlinge gesprek krijgen ze meer mee dan wanneer ze alleen luisteren.’

Student aan het woord

Page 22: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

In weerwil van de politieke en maatschappelijke druk om zich te concentreren op scholing in basisvaardigheden, profileren veel christelijke basisscholen zich op de brede persoonsvorming van hun leerlingen. Dat blijkt uit een onderzoek in opdracht van de Besturenraad. Het leverde drie ‘schooltypen’ op. Daarmee is het een nuttige “aanjager van het gesprek over identiteit vandaag de dag”, concludeert algemeen pedagoog en godsdienstpedagoog prof. dr. Siebren Miedema.

Christelijke scholen tegen het maatschappelijk tij

Onderzoek schooltypen

Een van de vragen van het huidige onderzoek was

of deze indeling recht doet aan de hedendaagse

onderwijspraktijk.

In deze tijd blijken behalve de plaats van de chris-

telijke traditie vooral de omgang met pluriformiteit

(onder leerlingen, ouders en docenten) en de visie

op vorming de onderscheidende aspecten te zijn.

Die komen terug in de drie typen christelijke

scholen die de onderzoekers op inductieve wijze

uit de antwoorden van 166 schoolleiders op een

brede vragenlijst en uit elf verdiepende interviews

hebben gedestilleerd.

de manieren waarop een representatieve groep

schoolleiders van christelijke basisscholen zich

vandaag de dag positioneert.”

Omgang met pluriformiteitVoor hemzelf was het onderzoek extra interessant,

omdat Miedema eind jaren negentig aan de wieg

stond van een in opleiding voor schoolleiders en in

identiteitsondersteuning veelgebruikte maar nooit

empirisch getoetste indeling van het christelijk

primair onderwijs in zuilscholen, programscholen,

ontmoetingsscholen en interreligieuze scholen.

“Het is lastig dat in de politiek nog steeds wordt

geroepen dat christelijke scholen ‘er niets meer

aan doen’ en dat hun bestaansrecht voortdurend

in twijfel wordt getrokken”, verzucht Miedema,

hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

“Een kritische houding is prima, maar fact-free

politics en niet onderbouwde mantra’s verdienen

stevig weerwoord.” Het onderzoek dat hij samen

met dr. Gerdien Bertram-Troost (VU) en dr. Ina

ter Avest en Cees Kom MA (beiden Inholland)

uitvoerde, bewijst wat hem betreft het tegendeel.

“Het is een goede, actuele bestandsopname van

22 Tekst Guido de Bruin | Fotografie Thomas SchlijperChristelijke scholen tegen het maatschappelijk tij

Page 23: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

Drie typenScholen van type 1 zou je traditiescholen kunnen

noemen. Zij willen leerlingen in aanraking brengen

met het evangelie van Jezus Christus. Er is veel

aandacht voor godsdienstige vorming. Op deze

scholen zitten ook onkerkelijke leerlingen, maar de

leraren zijn overwegend protestants. De school-

leider is meestal actief betrokken bij een kerkelijke

gemeenschap.

Scholen van type 2 zou je diversiteitsscholen

kunnen noemen. Zij willen leerlingen voorbereiden

op de multiculturele samenleving. Belangrijk is dan

ook de overdracht van vaardigheden die ze daar-

voor nodig hebben. Levensbeschouwelijke diversi-

teit is voor deze scholen een positief gegeven.

Leerlingen maken kennis met het christelijk geloof

omdat belangrijke waarden in onze samenleving

daaruit voortkomen. Er is ruimte voor de ontmoe-

ting van de diverse levensbeschouwingen op basis

van gelijkwaardigheid. De levensbeschouwelijke

achtergrond van zowel leerlingen als leraren is

divers.

Scholen van type 3 zou je zingevingsscholen of

misschien nog beter vormingsgerichte scholen

kunnen noemen. Zij vinden de vorming van leer-

lingen op alle gebieden belangrijk. De persoonlijke

ontplooiing van het individuele kind staat centraal,

ook bij levensbeschouwelijke vorming. Zingeving

op basis van christelijke waarden staat daarin

voorop. Op deze scholen zitten christelijke kinde-

ren, maar ook andersgelovige en onkerkelijke

kinderen. Veel leraren hebben een christelijke

achtergrond, maar ook leraren met een andere

levensbeschouwelijke achtergrond kunnen er

werken.

Uit een peiling onder 479 schoolleiders van

christelijke basisscholen blijkt 41% zich het

meest te herkennen in de ‘traditieschool’,

49% in de ‘zingevingsschool’ en 10% in de

‘diversiteitsschool’ (10%).

Brede vormingIn de typebeschrijvingen komt de levensbeschouwe-

lijke dimensie van de schoolidentiteit sterk naar

voren, omdat daarin vooral het onderscheid tussen

de drie typen te vinden is. Het onderzoek is echter

breed opgezet en brengt ook in beeld welke thema’s

schoolleiders het meest bezighouden, welke

motieven een rol spelen bij hun afwegingen en wat

voor hen de belangrijkste onderwijsdoelen zijn.

Voor de groep schoolleiders als geheel zijn de

belangrijkste actuele thema’s: toenemende aan-

dacht voor opbrengstgericht werken, de eis

om resultaten zichtbaar te maken, toenemende

werkdruk en bezuinigingen. Motieven die gericht

zijn op brede vorming voor alle leerlingen, zijn

voor hen het belangrijkst bij het omgaan met

die thema’s.

Opvallend is dat motieven die samenhangen met

het christelijk karakter van de school, hier het

laagst scoren. Dat zou er volgens Miedema op

kunnen wijzen dat schoolleiders het zat zijn om

de vraag te beantwoorden naar het typisch

christelijke van hun scholen, die in het maat-

schappelijk debat steeds weer wordt gesteld.

Zo’n smalle opvatting strookt ook niet met een

ander voor Miedema verrassend punt: het grote

belang dat de respondenten hechten aan brede

vorming. Dat geldt voor alle typen maar het

sterkst voor type 3. “Dat zijn echt vormings-

gerichte scholen met een doordachte visie op

vorming vanuit christelijke waarden.

Levensbeschouwelijke vorming wordt niet geïso-

leerd, maar is onderdeel van de totale vormings-

theoretische visie. Zij zoeken het christelijke

karakter van de school in het dienen van de

persoonsvorming van de leerling, zonder dat dit

leidt tot doorgeschoten individualisme. Persoon en

gemeenschap worden in samenhang met elkaar

gezien, en dat is zeker in deze tijd broodnodig.”

Onder drukOok bij type 2-scholen ziet Miedema een visie

op vorming terug. Het zijn volgens hem “actief

pluriforme scholen” die veel aandacht besteden

aan de kennismaking met verschillende levens-

beschouwingen. Het christendom heeft daarbij

wel een streepje voor, op grond van een “cutuur-

christelijk argument”: kinderen moeten het

christelijk geloof leren kennen omdat belangrijke

waarden in onze samenleving nu eenmaal op het

christendom zijn geënt.

Tegelijk leggen deze scholen, zeker als ze in de

grote steden staan, grote nadruk op de verwerving

van ‘instrumentele vaardigheden’ (rekenen, taal,

sociale vaardigheden). “Het risico is wel dat ze in

het kielzog van het ministeriële beleid om vooral

de basisvaardigheden aandacht te geven, zoveel

nadruk leggen op scholing in instrumentele

vaardigheden dat de praktische invulling van hun

pluralistische visie onder druk komt te staan”,

signaleert Miedema. “Dan dreigt het gevaar van

eenzijdige scholing in plaats van brede vorming.”

Maar zo lang juist ook de sociale basisvaardig-

heden op deze scholen veel aandacht krijgen,

is die dreiging volgens Miedema niet zo groot.

“Als de aandacht voor sociale redzaamheid over-

eind blijft, schieten deze scholen niet door in een

smalle opvatting van instrumentele vaardigheden,

en wordt ook hier de samenhang van persoon en

gemeenschap gewaarborgd.”

Bij type1-scholen ligt de nadruk meer op over-

dracht dan op vorming, concludeert de hoogleraar.

“Daar is het toeleiden naar het christelijk geloof

een belangrijk onderwijsdoel. De christelijke

traditie lijkt meer vanzelfsprekend te zijn.

Uit vormingstheoretisch oogpunt is het de vraag

of kinderen op deze scholen gaandeweg voldoende

worden uitgedaagd om zich ook in kritische

zelfstandigheid tot die christelijke traditie te

verhouden.”

Politiek en overheidHet onderzoek heeft volgens Miedema niet alleen

wetenschappelijke waarde, maar is ook maat-

schappelijk en politiek van belang. Niet alleen

omdat het de nog geregeld opduikende opvatting

logenstraft dat de christelijke identiteit niet veel

meer voorstelt dan een bordje aan de gevel, maar

ook omdat het laat zien hoezeer het huidige

onderwijsbeleid haaks staat op de vormingsvisie

in het veld.

“Het feit dat bijna de helft van de schoolleiders

zich het meest herkent in type 3, dat de meeste

nadruk legt op brede vorming, betekent dat veel

christelijke scholen grote problemen hebben met

het huidige beleid waarin het vooral gaat om

eenzijdige output bij rekenen en taal, en waarin

het doel van onderwijs vooral gezocht wordt in

het nut voor kenniseconomie en markt. Politiek en

overheid mogen het zich aantrekken dat het beleid

zo zwaar inzet op scholing, terwijl de scholen

zoveel belang hechten aan brede vorming.”

Bestellen onderzoeksrapportLeden van de Besturenraad kunnen

het onderzoeksrapport Typen van

protestants-christelijk basisonderwijs

in een seculiere tijd gratis bestellen via

www.besturenraad.nl/bestelschooltypen.

Op basis van het onderzoek is een

film gemaakt die de drie schooltypen

in beeld brengt. De film is bedoeld om

in schoolteams, directies en besturen

het gesprek over de eigenheid van

christelijk onderwijs te stimuleren.

Wij komen hem graag vertonen. Meer

informatie: Guido de Bruin, adviseur

Identiteit, [email protected],

06 15 90 44 26.

23Tekst Guido de Bruin | Fotografie Thomas Schlijper Christelijke scholen tegen het maatschappelijk tij

Page 24: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

Dat de kredietcrisis niet alleen een probleem voor de banken is, heeft iedereen in de porte-monnee gevoeld. Maar dat de mechanismen, die veel banken aan de rand van afgrond brachten, ook in de publieke sector voorkomen, is voor velen nieuw. De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling onderzocht hoe goedbedoelde werkwijzen kunnen leiden tot contraproductieve uitkomsten. Wat betekent dit voor het onderwijs?

Perverse effecten voorkomenDe NINJA-hypotheken en de bankbonussen zijn typisch van die

goedbedoelde sturingsmechanismen met een vervelende bijwer-

king, constateert de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling

(RMO). Hypotheekverstrekking aan NINJA’s stimuleert immers

vermogensvorming van deze groep. En bonussen prikkelen

medewerkers om meer winst te maken voor de organisatie.

Maar hoe kan het dan dat die positieve sturingsinstrumenten

soms het tegenovergestelde bewerkstelligen van wat ze beogen,

vroeg de RMO zich af. De Raad zocht ook naar handvatten om

die perverse effecten te voorkomen in de publieke sector.

De subtitel van de publicatie Tegenkracht organiseren luidt niet

voor niets Lessen uit de kredietcrisis. De RMO koos dit onder-

werp omdat het past binnen zijn opdracht. “Wij adviseren de

regering en het parlement over de participatie van burgers en

de stabiliteit van de samenleving”, licht adviseur Lotte van Vliet

toe. “De kredietcrisis heeft op alle vlakken consequenties voor

onze samenleving.”

In de publicatie noemt u voorbeelden uit het onderwijs.

De alternatieve afstudeertrajecten bij Hogeschool Inholland

leidden ertoe dat het vereiste niveau niet werd gehaald.

De Cito-toets wordt een doel op zich. Krijgen we na de

kredietcrisis een onderwijscrisis?

“We willen geen crisis voorspellen of publieke sectoren aan de

schandpaal nagelen. Het gaat niet om intrinsiek slecht gedrag

van mensen. We wilden onderzoeken hoe de financiële sector

ontspoord is. En zijn die handelingen uniek voor die sector of

komen ze ook in het publieke domein voor? We ontdekten dat

ook daar productieve werkwijzen omslaan in perverse effecten.

Dat geldt voor een groot aantal sectoren, ook voor onderwijs.

Het is ons erom te doen dat mensen de mechanismen uit de

financiële sector herkennen in hun eigen omgeving.”

Ooit gehoord van NINJA’s? Het is Amerikaans bankjargon voor

niet-kredietwaardige gezinnen: No Income, No Job or Assets.

Ondanks hun beroerde financiële situatie konden de NINJA’s

vóór de kredietcrisis volop hypotheken krijgen. Ze hoefden de

eerste jaren geen rente te betalen: de banken rekenden erop dat

de huizenprijzen zouden stijgen. Huizenbezitters financierden

hun woning met de verwachte opbrengst van dat huis.

Toen de huizenmarkt instortte, was de ellende niet te overzien.

Of neem de bonuscultuur, ook een notoire aanjager van de

financiële crisis. Banken stimuleerden hun personeel om zoveel

mogelijk financiële producten te verkopen. De nadruk lag op de

kwantiteit: hoe meer hoe beter, zowel voor de winstcijfers van

de bank als voor de loonstrookjes van de verkopers. Niemand

keek of er ook zekerheden tegenover deze leningen stonden.

We weten hoe het is afgelopen.

Kredietcrisis – lessen voor het onderwijs

24Kredietcrisis – lessen voor het onderwijs Tekst Peter Louwerse | Fotografie Ineke Oostveen / iStockphoto

Lotte van Vliet

Page 25: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

Penta Primair laat zich niet verrassen

Welke perverse neveneffecten bent u in het onderwijs

tegengekomen?

“We komen tot drie observaties: goede bedoelingen kunnen

falen, financiële prikkels hebben een verkeerde uitwerking en

een model pakt niet altijd gunstig uit in de werkelijkheid.

De problemen binnen het hbo zijn een voorbeeld van de eerste

twee observaties. Hogeschool Inholland had goede bedoelingen

met de alternatieve afstudeertrajecten, maar uiteindelijk

studeerden studenten af zonder het vereiste niveau te hebben

gehaald.

Dit proces werd versterkt door de financiële prikkel: hbo-instel-

lingen worden betaald per afgestudeerde student. Het halen van

het diploma werd een hoger doel dan goed onderwijs geven.

Een voorbeeld van de derde observatie is de Cito-toets. Op zich

is de Cito-toets een prima instrument. Ze geeft een goed beeld

van de prestaties van de leerling en is een mooi middel om

kinderen uit achterstandsmilieus te verheffen.

Maar omdat de score op de toets voor zoveel belanghebbenden

belangrijk is, neemt het model gaandeweg de sector over.

Scholen worden beoordeeld op de Cito-scores van hun leerlingen

en gaan daarop sterk sturen. Uitgevers van onderwijsmethodes

marketen op de Cito-score. Docenten worden getraind op het

halen van Cito-scores, en dat is iets anders dan het nastreven

van onderwijsdoelen. Het kind wordt de score, als we niet uit-

kijken, al is dat nooit de bedoeling. De bezwaren worden alleen

maar sterker als de centrale eindtoets in het primair onderwijs

wordt ingevoerd. De Besturenraad onderschrijft dat.”

Methodische armoedeDe vraag is dan hoe scholen kunnen voorkomen dat hun

sturingsmechanismen averechts werken. Van Vliet waarschuwt

tegen methodische armoede. Daarmee bedoelt de RMO dat

een organisatie of sector meerdere sturingssystemen naast

elkaar kan laten bestaan. Het komt voor dat één belang gaat

domineren, waarna alle betrokkenen, om maar te scoren in

dat systeem, ongunstig strategisch gedrag gaan vertonen dat

niet is ingecalculeerd.

“Als de hele sector één systeem gebruikt, moet je niet verbaasd

zijn dat iedereen zich daarnaar richt, of dat nou een verant-

woordings- of beoordelingssysteem is”, meent Van Vliet.

“Wij pleiten ervoor om meerdere systemen naast elkaar te laten

bestaan. De Montessorischolen kennen bijvoorbeeld een ander

toetssysteem dat zich meer richt op het potentieel van het kind.

Wij zeggen: kijk hoe het bij de buren gaat. Als je kiest voor Cito,

zorg dan ook dat je ook aandacht hebt voor andere vaardig-

heden. Zo voorkom je dat je blind wordt voor neveneffecten.”

De realiteit is dat het ministerie van OCW juist sterk op

resultaat stuurt. Zie de prestatiebeloning voor leraren.

Zie de referentieniveaus voor leerlingen. Zie de strengere

eisen aan pabo-studenten. Alles lijkt gericht op sturing en

verantwoording.

“Inderdaad. Wij schromen niet om tegen de tijdgeest in te

adviseren. Vanuit de politiek klinkt juist de roep om de sectoren

top-down te organiseren, om alles tot in detail te regelen om

elk risico te vermijden. Wij denken dat een top-downbenadering

niet werkt bij professionals. Laat de mensen zelf meepraten

over het inrichten van een systeem. Laat docenten bepalen

hoe ze zich willen verantwoorden. Dan ervaren ze de regels als

minder belastend. Daarmee vergroot je het draagvlak en dus

de kans op succes.”

TegenspraakDe RMO heeft een tweede advies voor het onderwijsveld.

“Organiseer tegenspraak binnen de organisatie”, bepleit Van Vliet.

“Goed toezicht kan fouten in het primaire proces niet voorkomen.

Maak dus gebruik van belanghebbenden, bijvoorbeeld ouder- en

medezeggenschapsraden. Je kunt ook denken aan vormen van

intervisie tussen scholen. Zorg dat mensen leren van hun fouten.

Doe dat op een open manier en niet in een afrekencultuur.

Wij denken dat je zo verschillende belangen met elkaar kunt

verbinden.”

Zo hoopt de RMO te voorkomen dat de publieke sector zijn

eigen NINJA-problemen creëert. Aan de goede bedoelingen ligt

het niet, en evenmin aan de prachtige modellen. Maar zodra

systemen een doel op zich worden, delven de leerling, de cliënt

en de patiënt het onderspit. De RMO houdt zo ook het onderwijs

een spiegel voor. Onderwijsinstellingen die indringend in die

spiegel willen kijken, kunnen bij de Raad terecht. Van Vliet:

“We staan er altijd voor open om met onderwijsinstellingen

over onze adviezen in gesprek te gaan.”

Meer informatie op www.adviesorgaan-rmo.nl.

25 Kredietcrisis – lessen voor het onderwijs

Page 26: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

Juridische kwestie

In deze rubriek komt elke maand een juridische kwestie uit de onderwijspraktijk aan de orde.

Leerlingen die een docent beschuldigen van onbetamelijk

gedrag. Voor de school als werkgever en voor de betrokkene zijn

het nachtmerries, omdat er hoe dan ook alleen maar verliezers

zijn. Het bewijs is vaak niet of nauwelijks te leveren, maar

alleen de suggestie dat ‘waar rook is er ook wel vuur zal zijn’

dwingt de school tot het zetten van verregaande stappen.

In deze kwestie van een gymleraar op een middelbare school

kwam de beschuldiging niet van één of enkele leerlingen, maar

van een groep. De leerlingen van een klas hadden bij de school-

leiding geklaagd over seksueel getinte opmerkingen, seksueel

getint gedrag en grof taalgebruik van hun docent.

Na gesprekken met de leerlingen riep de leiding de docent op

het matje, gaf hem een waarschuwing en wees hem een andere

klas toe. Vervolgens deden de leerlingen van die klas hun

beklag over het gedrag van de docent. De leraar ontkende de

beschuldigingen en deed zelfs aangifte bij de politie wegens

‘laster en smaad’. Volgens de docent hadden leerlingen elkaar

opgejut om hem in een kwaad daglicht te stellen.

Het bestuur van de school besloot een extern bureau in te

schakelen om de beweringen van de leerlingen nader te onder-

zoeken. De conclusie was dat de toegeschreven grensoverschrij-

dende gedragingen niet louter konden worden afgedaan als

geruchten of als groepsroddel of groepshetze. En daarmee was

de positie van de docent in feite onhoudbaar geworden want,

zoals het rapport opmerkt, een docent dient van onbesproken

gedrag te zijn, en zelfs de schijn van seksueel getint gedrag of

uitingen dient te worden vermeden. Door zijn handelen was de

veilige omgeving die een school moet bieden, aangetast, aldus

het bureau.

Het bestuur restte niets anders dan een procedure tot ontslag

in gang te zetten op basis van de regels in de cao voor het

voortgezet onderwijs. In afwachting van de effectuering van het

ontslag nam het bestuur ook een besluit tot schorsing van de

docent op basis van artikel 9.a.6 lid 2 sub f van de cao, met als

motivering het grensoverschrijdend gedrag. De docent vocht het

besluit aan bij de kantonrechter, maar die liet het besluit van de

werkgever intact.

In zijn overwegingen merkte de kantonrechter op dat de aard

van deze juridische procedure niet toelaat dat er, bijvoorbeeld

door getuigenverhoor, wordt nagegaan wat zich in dit geval in

de gymzaal heeft voorgedaan. Echter, er lag ook het rapport van

het onderzoeksbureau, en voor de rechter woog dat zwaar mee

in zijn oordeel om niet aan de eis van de docent tegemoet te

komen.

De rechter: “Gegeven deze conclusie […] kan de school niet in

redelijkheid verweten worden, dat zij haar belang bij het bieden

van een veilige schoolomgeving aan haar minderjarige leer-

lingen heeft laten prevaleren boven het belang van haar docent

om – gedurende de opzegtermijn – weer te worden toegelaten

tot de werkplek”. Het bestuur was volgens de rechter in zijn

besluitvorming bovendien voldoende zorgvuldig te werk gegaan,

op een enkel schoonheidsfoutje na.

De rechter liet desalniettemin blijken dat hij zich er goed van

bewust was dat de uitkomst van de procedure voor de docent

en zijn familie een hard gelag is. De docent had altijd zijn ziel

en zaligheid gelegd in zijn werk op school, al die jaren kennelijk

naar volle tevredenheid. De rechter begreep het gevoel van

machteloosheid, temeer omdat in de toekomst mogelijk zou

kunnen blijken dat de aantijgingen van de leerlingen louter een

gevolg zijn van groepshetze. Maar dat kon in het kader van deze

procedure – juridisch gezien – geen rol van betekenis spelen,

aldus de rechter.

mr. Kees Verhaart,

advocaat bij de Besturenraad.

Veiligheid school boven belang van docent

Tekst Emmanuel Naaijkens

Juridische kwestie

26

Page 27: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

NieuwsBesturen-

raad

Op 1 juni organiseert de Besturenraad zijn algemene

leden vergadering. Wij nodigen alle leden van harte

uit hierbij aanwezig te zijn. De ALV zelf begint om

10.00 uur.

In het vervolg van het ochtendprogramma spreekt

Wilna Meijer, hoogleraar algemene pedagogiek RUG,

over Meer dan economisch rendement. Wat geven wij

jonge mensen mee en waartoe leiden wij hen op?

Na een lunch bekijken we de film Christelijk onderwijs

anno nu. De film is gemaakt naar aanleiding van een

in opdracht van de Besturenraad uitgevoerd onderzoek

naar de manieren waarop christelijke basisscholen

vandaag de dag hun eigenheid onder woorden brengen.

Na de film gaan we over dit onderwerp met elkaar in

gesprek.

VU-hoogleraar Siebren Miedema tenslotte, spreekt

over vorming in het christelijk onderwijs.

De ALV vindt plaats in conferentiehotel Kontakt

der Kontinenten in Soesterberg.

Wilt u meer weten of zich aanmelden?

Kijk dan op www.besturenraad.nl/alv.

Besturenraad Collectiviteiten organiseert deze

maand een aantal interessante seminars voor

zijn leden.

Seminar eigenrisicodragerschap WGA

Tijdens het seminar eigenrisicodragerschap

WGA ontdekt u of uw school geld kan besparen

door voor het WGA-risico over te stappen van

het UWV naar het private stelsel. In veel gevallen

kunnen scholen duizenden euro’s goedkoper uit

zijn. Tijdens dit gratis seminar op dinsdag 22 mei,

van 10.00 tot 13.00 uur in Woerden, informeren

wij u over de voor- en nadelen. Onze collectieve

partner Mercer geeft daarbij een toelichting. Meer

informatie en de mogelijkheid u aan te melden

vindt u op www.besturenraad.nl/WGA.

Seminar gezamenlijke inkoop kantoorartikelen

Deelnemen aan onze gezamenlijke inkoop van

kantoorartikelen, kan besparingen tot wel 40%

opleveren. Hierover organiseert Besturenraad

Collectiviteiten verschillende gratis seminars.

Tijdens de bijeenkomst vertellen we u hoe zo’n

gezamenlijke aanbesteding in z'n werk gaat en

wat de voordelen voor u zijn. Aansluitend geven

we een gratis workshop spendanalyse. Daarin

krijgt u inzicht in de inkopen van uw organisatie

en laten we u zien hoe u met een systematische

aanpak een verbeterslag kunt maken: effectief,

efficiënt en zo goedkoop mogelijk.

Deze seminars duren van 9.30 tot 13.00 uur

en vinden plaats op verschillende plaatsen in

het land:

• 21 mei 2012, ’s-Hertogenbosch

• 23 mei 2012, Leiden

• 30 mei 2012, Zwolle

• 31 mei 2012, Woerden

Voor meer informatie en aanmelden:

www.besturenraad.nl/kantoorartikelen

Meld u aan voor de ALV

Seminars Besturenraad Collectiviteiten

Thema

De socialekant van organisatie-verandering“De veranderingen en vernieuwingen volgen elkaar in rap

tempo op.” Deze constatering is vaak onderwerp vangesprek op verschillende niveaus in schoolorganisaties.Maar veel initiatieven tot organisatievernieuwing of verandering sneuvelen of halen lang niet het gewenstepotentieel. Bestuurders en directies in het christelijk onderwijs hebbende opdracht om leiderschap te tonen en mensen mee tenemen in veranderingsprocessen. Deze Thema gaat overorganisatieverandering in relatie tot de context van de christelijke traditie. We doorlopen daarbij zes stadia, de zogenoemde 6 V’s: verstillen, verbinden, verwonderen,verhelderen, veranderen en verankeren.

Informatie voor directie, bestuurders en toezichthoudersin het primair onderwijs | nr. 7, mei 2012

Tekst: drs. Ing. Cor Keijser, partner & ontwikkelaar Management DrivesCarla Rhebergen, senior adviseur Governance

Meer informatieCarla Rhebergen T 06 53 14 48 47E [email protected]

De socialekant van organisatie-verandering“De veranderingen en vernieuwingen volgen elkaar in rap

tempo op.” Deze constatering is vaak onderwerp vangesprek op verschillende niveaus in schoolorganisaties.Maar veel initiatieven tot organisatievernieuwing of verandering sneuvelen of halen lang niet het gewenstepotentieel. Bestuurders en directies in het christelijk onderwijs hebbende opdracht om leiderschap te tonen en mensen mee tenemen in veranderingsprocessen. Deze Thema gaat overorganisatieverandering in relatie tot de context van de christelijke traditie. We doorlopen daarbij zes stadia, de zogenoemde 6 V’s: verstillen, verbinden, verwonderen,verhelderen, veranderen en verankeren.

Informatie voor directie, bestuurders en toezichthoudersin het voortgezet onderwijs | nr. 7, mei 2012

Tekst: drs. Ing. Cor Keijser, partner & ontwikkelaar Management DrivesCarla Rhebergen, senior adviseur Governance

Meer informatieCarla Rhebergen T 06 53 14 48 47E [email protected]

De Thema’s die deze maand bij

SBM verschijnen, zijn geschreven

door Carla Rhebergen en Cor Keijser

en hebben beide als titel De sociale

kant van organisatieverandering.

Wilt u meer exemplaren van Thema

ontvangen? Ze kosten € 3 per stuk

en u kunt ze bijbestellen via

[email protected], of u

belt met Lies Lamboo via nummer

0348 74 44 70.

Wilna Meijer

Siebren Miedema

Onderzoek onder toezichthouders van start

De toezichthouders van onderwijsinstellingen die bij de

Besturenraad zijn aangesloten, hebben een vragenlijst

ontvangen over de manier waarop ze toezicht houden

op identiteit. Dit onderzoek zal waardevolle inzichten

opleveren over de taakopvatting van toezichthouders in

dezen, beoordelingscriteria die ze hanteren, de manier

waarop zij het thema identiteit agenderen, hun werkwijze

en de invloed op het beleid van bestuur of algemene

directie.

Zowel bestuursleden met een toezichthoudende taak

als raden van toezicht hebben de vragenlijst ontvangen.

U heeft tot half juni de tijd om de vragenlijst in te vullen.

Wij verzoeken u vriendelijk om aan dit onderzoek mee

te doen. De vooraanstaande governance-expert prof.

dr. ir. Rienk Goodijk (TiasNimbas Business School) voert

het onderzoek in opdracht van de Besturenraad uit.

Informatie: Guido de Bruin, adviseur Identiteit

bij de Besturenraad, [email protected],

06 15 90 44 26.

27 Nieuws Besturenraad

Page 28: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

De sterrenschool biedt onderwijs en kinderopvang in een geïntegreerd programma. Ouders kiezen uit verschillende arrangementen, met de minimaal verplichte of (veel) meer schooluren per jaar en verschillend gespreide vakanties. In Almere opent in augustus sterrenschool De Ruimte. De School in Zandvoort draait al sinds 2008.

De sterrenschool wil aansluiten bij de flexibele

leerstijl van kinderen, en tegemoetkomen aan

het hectische gezinsleven. De Ruimte in Almere

biedt ouders vanaf deze zomer drie arrangementen:

twee waarbij leerlingen wekelijks vijf dagen les

hebben met elk een eigen vakantiespreiding,

en één arrangement waarbij het aantal lesuren

is samengebald in vier dagen per week.

Een landelijke initiatiefgroep ontwikkelde het

concept voor de sterrenschool. Scholen passen

dit naar behoeven aan. De Stichting Prisma

Almere heeft samen met haar partners, Partou

kinderopvang bv, welzijnsorganisatie De Schoor en

de gemeente Almere, een eigen versie uitgewerkt.

De Ruimte wil individuele kinderen helpen om

hun talenten te ontdekken door aandacht te geven

aan de cognitieve, motorische, sociale, creatieve

en emotionele ontwikkeling. Ouders worden

betrokken bij de ‘leerreis’ van hun kind en afspraken

met hen worden vastgelegd in een contract.

De Ruimte laat ouders vrij in het al dan niet

gebruikmaken van opvang. Meindert Eijgenstein,

bestuursvoorzitter van Prisma Almere:

Op leerreis in de sterrenschool

In oprichting: De Ruimte in Almere

“Mogelijk wordt ook het gebruik van de opvang

tussen de middag niet verplicht. We hebben op

onze scholen ouders gepeild, en maar 40% bleek

voorstander van een doorlopend lesrooster.”

Ouders zijn wél enthousiast over de gespreide

vakanties.

Die lange middagpauzes op Nederlandse scholen,

zegt Eijgenstein, hebben nog te maken met de

warme middagmaaltijden van vroeger en de grote

afstanden die veel kinderen moesten lopen naar

school. Ook het sluiten van de school om 15.15 uur

stamt uit het verleden, toen kinderen na school

moesten werken op het land. “Maar tegenwoordig

bewegen kinderen te weinig, en ouders hebben

nauwelijks tijd om hen naar de sportvereniging te

rijden.” De Ruimte biedt straks sport aan onder

hetzelfde dak. “Het kind is tot uiterlijk 19.00 uur

hier, en dan heeft hij al gevoetbald, en eventueel

ook warm gegeten.”

Bezuinigingen op opvangEijgenstein schat in dat De Ruimte zeker last zal

hebben van de bezuinigingen op de kinderopvang.

“Maar ik verwacht dat wij de schade kunnen

beperken dankzij een slimme inzet van personeel,

het samen gehuisvest zijn en gezamenlijk dingen

aanpakken.”

Almere Poort wordt door de economische crisis

veel trager afgebouwd dan oorspronkelijk gepland.

Om De Ruimte toch kans van slagen te geven,

is samenwerking gezocht met het openbaar

onderwijs. Prisma Almere en ASG hebben samen

een experimentenstatus aangevraagd, opdat

zij ondanks de afwezigheid van sterke krimp

toch een samenwerkingsschool mogen starten.

De besturen wachten nog op uitsluitsel.

28 Tekst Marijke Nijboer | Fotografie iStockphotoOp leerreis in de sterrenschool

Page 29: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

Eijgenstein had verwacht dat leerkrachten zouden

hechten aan hun twaalf weken vakantie, maar dat

blijkt niet zo te zijn. “Vooral de jongeren vinden

het prettig dat ze een jaar flink veel uren kunnen

werken om er daarna een paar maanden tussenuit

te kunnen.” Als werkgever ziet hij ook mogelijk-

heden. “Je kunt bijvoorbeeld mensen dagen laten

opsparen, daar als bestuur wat bij doen, en er

een studietraject van maken.” De bestuurder:

“De bonden vrezen dat mensen teveel uren gaan

werken, maar wij houden veel rekening met hun

eigen wensen.”

Eén directeur voor hele kindcentrumOpvang en onderwijs worden geïntegreerd tot één

pakket. Blokfluitles wordt misschien wel halver-

wege de ochtend gegeven, en Engelse les aan het

eind van de dag. Om die reden bestiert de nieuwe

directeur straks het hele kindcentrum, inclusief

De School in Zandvoort startte in 2008, vóór de geboorte van de sterrenschool. Maar ook hier zijn de schooltijden flexibel. Onderwijs en opvang vormen één geheel, met één bestuur, directie, team en gebouw. Hoofddoel is het bieden van onder-wijs op maat. De School is dan ook trots dat er nog geen enkel kind is uitgestroomd naar het speciaal onderwijs.

De School biedt twee arrangementen:

het basispakket, met vijf schooldagen van

8 tot 14 uur en vastgestelde vakanties; en het

totaalpakket met flexibele school- en vakantie-

tijden. Dat ouders dit flexibele school-

programma prettig vinden, beschouwt de

school als een positieve ‘bijvangst’. “Het

gaat ons erom dat we kinderen kunnen laten

leren op maat en dat zij hun potentieel kunnen

ontwikkelen,” zegt Marjolein Ploegman,

voorzitter van het bestuur van De School.

“Wij vinden dat je moet kunnen differentiëren

in de inhoud, de volgorde, de vorm van

begeleiding én de tijd.” Bij de oprichting trok

’s Morgens later komenOok de leerkrachten krijgen telkens roosters

voor tien weken, waarbij er ruimte is voor

individuele wensen. Wie ’s avonds heeft

gewerkt, mag ’s morgens later komen.

En parttime werken kan hier ook. Ploegman:

“Bijna niemand kiest voor twaalf weken

per jaar vrij, zoals in het reguliere systeem.

De meeste mensen werken liever wekelijks

wat minder uren.”

De jaargroepen zijn afgeschaft en onderwijs

en opvang zijn geïntegreerd tot één proces

van leren en ontwikkelen. “Wij vinden het

vreemd om professionals het onderwijs te

laten geven, en dan vanaf drie uur ineens

lager geschoolde mensen met de kinderen

te laten werken.”

Deze vorm van onderwijs vraagt om een

andere manier van denken en de bijbe-

horende taal. Ploegman: “Het heeft ons

veel moeite gekost om af te komen van

uitdrukkingen zoals opvang, doorkleuteren,

zorgleerlingen, spijbelen. Bij ons werken

alle leerlingen aan hun eigen ontplooiing.

Dat begint als ze binnenkomen en stopt

als ze naar huis gaan.”

De School veel kinderen die niet tot hun recht

kwamen in het reguliere systeem. Dat er

nog niemand naar het speciaal onderwijs is

vertrokken, beschouwt Ploegman als een

groot succes.

De School heeft 60 leerlingen. Deze experi-

mentele onderwijsvorm trekt geen grote

massa ouders. Ook speelt mee dat De School

ver onder de stichtingsnorm van 200 leer-

lingen zit en de toekomst daarom onzeker is.

Periodes van tien wekenDe School financiert het totaalpakket door-

dat ouders een vast bedrag betalen voor

de kindervang. Tot begin 2012 koos ruim

85% van de leerlingen voor het totaalpakket.

Sinds de bezuinigingen op de kinderopvang

is dat nog 65%.

Leerlingen in het totaalpakket komen tussen

acht en tien- of tussen twaalf en twee uur

binnen, en vertrekken tussen twaalf en twee-

of tussen vier en zes uur. Het schooljaar is

opgedeeld in vijf periodes van tien weken.

Na elke periode evalueert de leerkracht

met een leerling en zijn ouders de afgelopen

periode en worden leerinhoud en proces voor

de komende periode vastgesteld. Door middel

van observatie en toetsen wordt het leer-

proces bewaakt.

De School: één vloeiende lijn van leren en spelen

het kinderdagverblijf en het buurtwerk.

Kinderen volgen straks een eigen leerroute, maar

hoeven volgens Eijgenstein niet bijzonder zelf-

standig te zijn. “Ze worden goed begeleid en wij

maken door middel van ons leerlingvolgsysteem

heel inzichtelijk wat er is gedaan en wat de

volgende stap moet zijn.”

De Ruimte wil ook een ‘bindmiddel’ zijn voor

de buurt. “Almere Poort is een nieuwe woonwijk

waar de mensen nog hun draai moeten vinden.

De school is een belangrijke ontmoetingsplaats.

Daar ligt een taak voor het buurtwerk.”

Meer informatie: www.sterrenschoolderuimte.nl

29 Op leerreis in de sterrenschool

Page 30: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

Directeur leert besturen

In de nieuwe leergang Bestuurlijk Leidinggeven in het PO van de Besturenraad Academie leren directeuren dat besturen iets heel anders is dan managen. De eerste lichting van de training zwaait binnenkort af. SBM maakt de balans op met kerndocent Adriaan van Hove en deelnemer André de Best.

“Dat is nu precies de essentie van deze leergang”, antwoordt

kern docent Adriaan van Hove op de vraag waarom deze training

van de Besturenraad Bestuurlijk Leidinggeven heet. “Sinds 2010

bepaalt de wet dat bestuur en toezicht in het primair onderwijs

gescheiden moeten zijn. Veel bovenschoolse direc teuren werden

bestuurder: een heel andere rol. Tijdens deze leerlang proberen

we te ontdekken wat het verschil is en hoe ieder daar mee kan

omgaan.”

Eenzaam bestaanDe bovenschools directeur die ineens bestuurder wordt, krijgt

nogal wat veranderingen voor de kiezen. “Hij wordt werkgever

in plaats van werknemer onder de werknemers”, licht Van Hove

toe. “Hij zit dus ineens aan de andere kant van de tafel. En hij

vormt meestal een eenhoofdig college van bestuur en kan dus

geen directe collega consulteren als hij ergens over twijfelt.

Dat kan een eenzaam bestaan zijn.” Nu had de Besturenraad al

de leergang Bovenschools Management, maar die sloot sinds de

veranderingen in de governance minder goed aan bij de wensen

van de praktijk. “Daarom benaderde directeur Dick den Bakker

van de Besturenraad Academie mij om met hem deze nieuwe

leergang op te zetten”, vertelt Van Hove.

De keuze viel op hem, omdat hij de praktijk kent. Hij maakte in

2010 zelf de switch van algemeen directeur naar voorzitter van

het college van bestuur van SCPO, een stichting voor christelijk

primair onderwijs in de Noordoostpolder. Bovendien heeft

Van Hove ervaring als trainer in leidinggeven. De Besturenraad

Academie benaderde voor de nieuwe leergang acht gast docenten,

allen deskundig in hun eigen disciplines, bijvoorbeeld kwaliteits-

zorg, governance, persoonlijk leiderschap en financieel

management.

Directeur leert besturen

André de Best

30 Tekst Peter Louwerse | Fotografie De Duinroos & Dick den Bakker

Page 31: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

Het belangrijkste doel van de leergang? “Zorgen dat de deel-

nemers verder komen in hun ontwikkeling”, antwoordt Van Hove

zonder aarzelen. “Dat betekent niet dat iedereen bestuurder

moet worden. Wèl dat de cursisten inzicht krijgen in hun eigen

competenties en ambities: wie zijn ze, wat kunnen ze, wat

willen ze leren? En hoe zorgen ze ervoor dat er mensen in hun

omgeving zijn die dingen kunnen waar ze zelf niet goed in zijn.”

DikkebuikenoverlegOm een goed beeld van de deelnemers te krijgen, begint iedereen

de training met een intakegesprek en een Big Five persoonlijk-

heidstest. Die meet emotionele stabiliteit, extraversie, openheid

voor ervaringen, altruïsme en nauwkeurigheid. In het gesprek dat

Van Hove met de deelnemers voert, komen de leervragen boven

tafel. Zo ontdekt de kerndocent wat voor vlees hij in de kuip heeft.

In grote lijnen worstelen de deelnemers met dezelfde vragen en

dilemma’s: Hoe ga ik om met mijn directeuren? Op welke gebieden

moet ik sturen, en wanneer moet ik loslaten? Hoe krijg ik mensen

mee? Welke taken moet ik zelf onder de knie hebben, en welke

kennis kan ik inhuren? En vooral ook: hoe blijf ik verankerd in het

onderwijs? “Wegblijven van het dikkebuikenoverleg”, noemt Van

Hove de laatstgenoemde uitdaging.

De deelnemers worden flink aan het werk gezet tijdens de acht

bijeenkomsten. Na afloop van elke module schrijven ze een

reflectieverslag over wat ze hebben geleerd. “Als daartoe aan-

leiding is, moeten ze hun persoonlijk ontwikkelingsplan bijstellen”,

legt Van Hove uit. Halverwege de leergang krijgt iedere deel-

nemer een voortgangsgesprek om te beoordelen hoeveel hij heeft

opgestoken en of bijsturing nodig is. Om de leef- en leerwereld

van de deelnemers te vergroten, wordt ieder van hen gekoppeld

aan een medecursist van wie hij iets kan leren. “Dat werkt

prima”, stelt Van Hove vast. “Ze kijken bij elkaar in de keuken,

ze helpen elkaar met het beantwoorden van vragen.”

Stap naar vorenCursusdeelnemer André de Best onderschrijft dat laatste van

harte. “Ik was gekoppeld aan een medestudent die tijdens de

leergang de overstap maakte van directeur naar bestuurder”,

vertelt De Best. “Het is heel interessant om te horen waar zo

iemand mee te maken krijgt.”

De Best (44) is nu directeur van De Duinroos, een school met

620 leerlingen en twee locaties in Katwijk. Hij begon zijn carrière

als groepsleerkracht. Daarna werd hij directeur van een school

in Warmond en van de Haagse Schoolvereniging. Ook in

Katwijk vraagt hij zich af of hij weer een stap naar voren wil

zetten. “Daarom heb ik mezelf opgegeven voor deze leergang”,

licht hij toe. “Je kijkt vooruit, naar nieuwe situaties en nieuwe

aspecten. Vragen als: wat zou ik als nieuwe uitdaging zien?

En los van de vraag of ik bestuurder wil worden: het maakt

mij als directeur meer compleet als ik kennis heb van boven-

schoolse besluitvorming en situaties.”

Die kennis is er inmiddels. “Er is een groot verschil tussen de

directeur en de bestuurder”, weet De Best. “Als directeur merk

je direct de invloed van je handelen. Bij de bestuurder ligt de

nadruk juist op het informeren. Je komt zelf niet met oplossingen,

maar je vraagt aan je directeuren hoe het ermee staat. Of ze

hun doelen halen, en zo niet, hoe ze dat gaan oplossen.”

Meer vragen dan antwoordenVoor de Katwijkse onderwijsdirecteur heeft de cursus ruim-

schoots aan de verwachtingen voldaan. “Kennisvermeerdering

was voor mij een belangrijk motief om mee te doen”, stelt hij.

“Ik heb veel geleerd over onderwerpen als governance, financiën,

juridische zaken, kwaliteitszorg en communicatie. Ik heb meer

inzicht in wat besturen inhoudt. En je bouwt veel zelf vertrouwen

op door vragen te stellen, door dingen scherp neer te zetten en

door te sparren met collega’s.” Of hij zelf ooit aan de andere

kant van de tafel wil zitten, weet hij nog niet. “Bestuurder is

een eenzaam beroep”, meent hij. “Het is aan de andere kant

ook een uitdaging.”

Hij vindt dat hij zijn tijd goed heeft besteed in Leerhotel Het

Klooster in Amersfoort. “Het is een heel intensieve training.

Adriaan van Hove is iemand die het heel strak leidt. Er gaat

geen minuut verloren. Hij houdt goed in de gaten of de gast-

docenten focussen op de relevantie voor bestuurders en stuurt

zo nodig bij. Er is veel aandacht voor vragen vanuit het oogpunt

van de bestuurder.”

De leergang legt meer de nadruk op vragen dan op antwoorden,

bevestigt Van Hove. “Ja, want als ik ga zeggen hoe het moet,

dan sla ik de plank mis. Iedere leidinggevende heeft te maken

met zijn eigen persoonlijkheid en eigen omstandigheden.”

Zelf heeft hij in 2010 de ingrijpende stap gezet om zijn staf af

te slanken en de beleidsvoorbereiding bij de directeuren neer

te leggen. “Dat is mij prima bevallen. Vroeger formuleerde de

algemeen directeur het beleid, en de schooldirecteuren moesten

het maar uitvoeren. Dat werkt vaak niet. Nu formuleren de

directeuren zelf het beleid dat ze moeten uitvoeren. Dat is meer

werk voor ze, maar het is ook succesvoller. Want ze voeren nu

beleid uit waar ze zelf in geloven.”

Adriaan van Hove

31Tekst Peter Louwerse | Fotografie De Duinroos & Dick den Bakker Directeur leert besturen

Page 32: SBM - Verus › files › oud_besturenraad › redact... · Info Uitgever Besturenraad Postbus 381, 3440 AJ Woerden Bezoekadres Houttuinlaan 5b, 3447 GM Woerden T 0348 74 44 44 F

Professionele inkoop biedt enorme kansen voor onderwijsinstellingen. Grote bespa-ringen en hogere kwaliteit behoren tot de voordelen. Hoe pakt u dit aan?

Keynote speaker Jan Telgen, professor aan de Universiteit Twente, vertelt over de voor-delen van professionele inkoop voor het onderwijs. Tijdens de twee workshoprondes vertellen professionals uit het onderwijs over hun ervaringen met inkoop op het gebied van ICT, schoonmaak en leermiddelen.

•Welke voordelen levert professionele inkoop op voor onze onderwijsinstelling?

•Hoe kan ik professioneel schoonmaak, ICT of leermiddelen inkopen?

•Hoe levert inkoop meerwaarde?

Het antwoord op deze vragen hoort u op het congres Slim inkopen bespaart op 14 juni in roc Landstede in Harderwijk. Het congres richt zich speciaal op onderwijs-professionals en is gratis voor leden van de Besturenraad, VKO en VBS. Er is plaats voor 75 mensen.

Meld u nu vast aan!Meer informatie en inschrijven via www.besturenraad.nl/sliminkopen

I.s.m. de Kunst van Inkopen

14 juni 2012 HarderwijkSchrijf u nu in

Congres Slim inkopen bespaart

Gratis voor leden