SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte...

39
1 SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING COLLEGE 1: INLEIDING SLIDES Psychologische begeleiding psychotherapie, want: Flexibiliteit om op veelheid van noden in te spelen Sluit aan bij onmiddellijke nood Minder afhankelijk van de motivatie van de cliënt Kan “ongevraagd” aangeboden worden, minder duidelijk kader (afspraken enzo) Gaat niet zo “diep” als psychotherapie, hierdoor ook vluchtroutes voor cliënt Psychologische begeleiding vriendschap, want: Geen wederkerigheid Counselor heeft grotere afstand, geen betrokken partij Werkcontract met regels en afspraken Beroepsgeheim Gespreksvaardigheden in verschillende dimensies: Bij start, ondersteunende dimensie: affectieve band opbouwen door aandacht geven, luisteren, begrip uitdrukken door parafraseren, reflecteren,… Vervolgens, leerdimensie: overeenkomst doelen door het probleem te exploreren adhv vragen, concretiseren, verdiepen, nuanceren, confronteren,… Tenslotte, actiedimensie: overeenkomst taken door samenvatten, hardop denken, informeren, adviseren, oplossingsgerichte interventies,… 4 belangrijkste therapeutische stromingen (waaruit de psychologische begeleiding ‘wijsheid’ en technieken heeft gehaald): Psychodynamische Gedragstherapeutische Humanistische Systeemgerichte In slides allemaal uitgewerkt. (vragen ze normaal niet op het examen) NOTA’S Geen nota’s genomen deze les

Transcript of SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte...

Page 1: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

1

SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING

COLLEGE 1: INLEIDING

SLIDES

Psychologische begeleiding psychotherapie, want:

Flexibiliteit om op veelheid van noden in te spelen

Sluit aan bij onmiddellijke nood

Minder afhankelijk van de motivatie van de cliënt

Kan “ongevraagd” aangeboden worden, minder duidelijk kader (afspraken enzo)

Gaat niet zo “diep” als psychotherapie, hierdoor ook vluchtroutes voor cliënt

Psychologische begeleiding vriendschap, want:

Geen wederkerigheid

Counselor heeft grotere afstand, geen betrokken partij

Werkcontract met regels en afspraken

Beroepsgeheim

Gespreksvaardigheden in verschillende dimensies:

Bij start, ondersteunende dimensie: affectieve band opbouwen door aandacht geven,

luisteren, begrip uitdrukken door parafraseren, reflecteren,…

Vervolgens, leerdimensie: overeenkomst doelen door het probleem te exploreren adhv

vragen, concretiseren, verdiepen, nuanceren, confronteren,…

Tenslotte, actiedimensie: overeenkomst taken door samenvatten, hardop denken,

informeren, adviseren, oplossingsgerichte interventies,…

4 belangrijkste therapeutische stromingen (waaruit de psychologische begeleiding ‘wijsheid’

en technieken heeft gehaald):

Psychodynamische

Gedragstherapeutische

Humanistische

Systeemgerichte

In slides allemaal uitgewerkt. (vragen ze normaal niet op het examen)

NOTA’S Geen nota’s genomen deze les

Page 2: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

2

TEKSTEN Psychologische begeleiding en psychotherapie, verwant maar toch onderscheiden

Begeleiders, counselors, coaches Psychotherapeuten

Ruim inzetbaar, flexibel t.o.v. de noden van de

cliënt

Werkt volgens 1 model

Beroep met bijkomende scholing in

psychologische begeleiding

Gespecialiseerd in 1 theoretische oriëntatie

Eigenaardigheden van de cliënt hoeven niet aan

bod te komen

Problematiek grondig uitspitten

Kan op elk moment en in elke context Specifiek kader, bv.: afspraak van 1 uur

Werkcontract Werkcontract

Minder afhankelijk van de motivatie van de

cliënt

Cliënt moet zelf naar therapeut toe gaan

Begeleiding van symptomen (klopt niet

helemaal)

Persoonlijkheidsverandering (niet altijd zo)

Bronnen en therapiestromingen

Moet niet gekend zijn + samenvatting in slides

COLLEGE 2: NOODZAKELIJK BAGAGE COUNSELING + BASISVAARDIGHEID LUISTEREN

SLIDES Om goed te kunnen luisteren is het belangrijk je hoofd leeg te maken en even alleen bezig te

zijn met het verhaal van de cliënt. Dit gebeurt in een rustige omgeving op een vertrouwelijke

manier.

Non-verbale elementen van aandacht: oogcontact, gelaatsexpressie, manier van spreken,

lichaamsbewegingen en gebruik van de ruimte

Bij het communiceren worden vaak metaforen of andere vormen van beeldspraak gebruikt.

Deze geven weer hoe iets ervaren wordt, leert je iets over het affect. Als begeleider kan je

deze ook terug spelen, maar je moet altijd binnen de metafoor verkennen. Bijvoorbeeld:

“Heb je misschien het gevoel dat je hoofd te vol zit?” Je mag metaforen niet te concreet

opvatten: “Je hoofd zal heus niet ontploffen”.

Blokkades bij het luisteren:

Inadequaat luisteren (teveel met jezelf bezig zijn)

(be-)oordelend luisteren

Selectief of gefilterd luisteren (gefilterd door eigen vooroordelen)

Op feiten gericht luisteren (je hoort de affectieve kleur niet)

Je antwoord bedenken bij het luisteren (te veel bezig met wat jij gaat zeggen)

Te dichtbij luisteren (niet meer objectief)

Page 3: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

3

NOTA’S Film: Kinderen vertellen over de kanker van hun ouders. Dit doen ze a.d.h.v. verschillende

kanalen: tekeningen, naspelen, lichaamshouding en vragen stellen. Vaak al goed voor

deze kinderen dat iemand met aandacht kijkt/luistert naar hun verhaal.

Film: Counselinggesprek van vrouw die vreest geen goede moeder te zullen zijn.

TEKSTEN Noodzakelijke bagage voor hedendaagse counseling

Beschrijving dat het belangrijk is om een integratieve visie te gebruiken bij counseling.

Erna verschillende steungevende vaardigheden, waaronder aandachtig luisteren. Het richten

van zorgvuldige aandacht is de eerste act waarmee je belang stelt in iemand of iets. Bij veel

cliënten treedt hier het eerste curatief proces in werking: het waard zijn dat iemand

aandacht schenkt.

Basishoudingen in tijden van evidence-based behandelingen

Existentieel welzijn = evenwichtige ontwikkeling van volgende dimensies:

De fysieke dimensie: Er is in de loop van een mensenleven vooreerst aandacht voor een

gezonde fysieke ontwikkeling. Daarbij worden basisbehoeften zoals voeding, kleding,

onderdak, materiële veiligheid en comfort voldoende tegemoet gekomen.

De sociale dimensie: Vervolgens is het noodzakelijk voor overleving van mensen dat ze

omringd zijn met soortgenoten die een zorgdragende sociale omgeving vormen.

De psychische dimensie: Verder kunnen mensen ontdekken dat ze een eigenheid hebben,

dat ze een individu zijn met specifieke karakteristieken, waardoor iemand zich kan

onderscheiden van andere mensen.

De spirituele dimensie: En tenslotte kunnen mensen ervaren dat ze deel zijn van een

groter geheel waaraan ze constructief willen bijdragen. Daaraan ontlenen ze vaak

zingeving en waarden die hun eigenbelangen overstijgen.

Collegetekst luisteren

Voorwaarden tot luisteren die aan het eigenlijke gesprek vooraf gaan:

Ruime gespreksruimte die beschikbaar is en waar het rustig is

Hoofd leeg maken, zodat er aandacht is voor het verhaal van de cliënt

Luisteren met aandacht. Aandacht zorgt er voor dat de cliënt stil kan staan bij zichzelf

Non-verbale uitingen aandacht:

Oogcontact

Gelaatsexpressie

Manier van spreken (inclusief stiltes laten)

Lichaamshouding en bewegingen

Gebruik van de ruimte

Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek

Richt je op het ritme van de cliënt

Laat de cliënt uitspreken

Page 4: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

4

Specifieke vaardigheden bij het luisteren

Je aandacht richten op de cliënt en op je eigen reacties ten aanzien van de cilënt

Het verwerken van manifeste en latente communicatie tegelijkertijd (Dus hetgene

wat er verteld wordt en de non-verbale uitingen tegelijk. Bv. Over een pijnlijke

scheiding met de glimlach vertellen.)

Een verhaal omvat een gebeuren en een affectieve kleur (Niet enkel naar de inhoud

luisteren, maar ook naar het gevoel dat hier bij hoort.)

Sensitiviteit voor metaforen en symbolen

Luisteren binnen een werkrelatie

Een neutrale of sobere relatie (je bent eigenlijk op de achtergrond aanwezig)

Warme ontvankelijkheid (ondanks neutrale relatie zit je in een aanvaardende sfeer)

Gedoseerde relatie (afstand-nabijheid, leiding geven-volgen, negativiteit toelaten-

relatie goed houden)

Valkuilen bij luisteren: dezelfde als in de slides

HANDBOEK PRACTICUM Goed luisteren zal de cliënt aanmoedigen meer van zijn beleving te onthullen en om naar het

essentiële te gaan. Bij een zuivere luisterhouding zetten we onze eigen behoeften even opzij.

Typerend voor deze luisterhouding is:

Rustig worden vanbinnen en de aandacht op de cliënt richten

Gedachten en gevoelens van de cliënt verwelkomen

Elke beleving van de cliënt respecteren

Acties en beleving van de cliënt vanuit diens wereld proberen te begrijpen

Invoelen, empathisch zijn

Cliënt laten zijn wie hij is, hem/haar niet willen veranderen

De autonomie van de cliënt erkennen

Een juiste relationele afstand (evenwichtige positie)

De counselor bewaakt dat de eigen noden niet in de weg komen. Soms kan de

luisterhouding toch verstoord worden, door bv.:

Behoefte om stiltes te vermijden

Te snel verbanden leggen, hypotheses voorleggen,… om professioneel over te komen

De beleving van de cliënt veroordelen

Bagatelliseren: het probleem minimaliseren of toedekken

Te lange interventies of veel vragen stellen waardoor de cliënt niet gaat “werken” (aan

zelf exploratie doen)

Uiterlijke aspecten van aandachtig luisteren:

Lichaamstaal: knikken, vlakke en levendige mimiek

Oogcontact

Stem

Minimale aanmoedigers: Mmm, oh, ja, vertel maar,…

Page 5: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

5

Stilte: je moet leren deze toe te laten

COLLEGE 3: OBSERVEREN

SLIDES Observaties vooral bij kinderen, maar soms ook bij volwassenen.

In slides wordt het observatiekader voldoende uitgelegd + onder ‘teksten’ gelijkaardig

NOTA’S Observaties in filmpjes. Niet belangrijk.

TEKSTEN Participerend observeren: communicatie ruimer dan taal

Bij kinderen is dit de aangewezen methode, aangezien kinderen zich beter kunnen

uitdrukken door gebruik te maken van verschillende kanalen.

Participerend = je bent als persoon geëngageerd in het spel. Het kind kan je aanspreken, je

een rol geven,… De manier waarop het kind contact maakt met de hulpverlener wordt ook

onderzocht. Het is wel belangrijk het kind een grote mate van vrijheid te geven, zodat de

eigen nuances van het kind goed waarneembaar zijn.

2 pijlers van participerend observeren:

Het relatieaanbod van de hulpverlener: het installeren van zo een groot mogelijke ruimte

waarin het kind in zoveel mogelijk vrijheid vorm geeft aan het spel.

Het observatiekader: biedt aanknopingspunten voor het observeren van gedrag.

Het observatiekader (volgens Greenspan):

1. Lichamelijke verschijning, m.i.v. fysisch, neurologisch, motorische standpunt

Zit dit kind ‘goed in zijn/haar vel’?

Beweging en mimiek

Grove/fijne motorische vaardigheden

Zintuigelijke kwaliteiten

Activiteitsniveau en concentratie

2. Intellectueel functioneren en denkprocessen

Hoe denkt de persoon?

Hoe worden problemen aangepakt/opgelost?

Situering in ruimte en tijd?

Realiteitsbesef?

3. Spraak en taal

Verbale mogelijkheden en taal als medium tot expressie

Spraak- en taalmoeilijkheden

Anderstaligen

4. De algemene stemming

Observaties mbt stemming en affect geven iets weer van de onder-liggende emotionele toestand

Kinderen brengen een ervaren stemming tot uiting via gedrag

Page 6: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

6

Is er een evolutie in stemming en affect tijdens de observatie?

Eigen stemming kan aanwijzing geven over stemming van het kind

5. De relatie

in relatie tot de hulpverlener

Aangaan van het contact

Verloop van de relatie

Relatiepatronen

Afscheid nemen

Indrukken en affecten bij de observator Over belangrijke relaties

Welke relaties komen aan bod?

Hoe worden deze ervaren?

6. Specifieke angsten en affecten

Welke affecten komen aan bod? (angst, woede,…)

Op welke wijze komen ze aan bod? Zijn er veranderingen in affectieve uitingen?

Zijn ze verbonden met bepaalde thema’s?

7. Het gebruik dat het kind maakt van de ruimte

Expansief versus ingeperkt, plaats observator, veilige ruimte,…

Grenzen testend? 8. Ontwikkeling van spel en gesprek

Ontwikkeling van spel (normale spelontwikkeling o.b.v. leeftijd)

Formele aspecten van het gesprek

Thematische inhoud 9. De thematische ontwikkeling in spel en gesprek

Universeel menselijke thema’s

Zelfbeeld/zelfgevoel

Wie ben ik? Wat kan ik? Wat boeit me?

Relaties en verhouding tot omgeving

Belangrijke ervaringen

Cruciale emoties Ontwikkelingsgebonden thema’s Unieke individuele thema’s

Het verloop van een observatie:

Beginfase

Stel jezelf expliciet voor.

Ga op dezelfde (oog)hoogte zitten als het kind.

Kijk naar het kind terwijl je spreekt.

Alterneer het wel en niet maken van oogcontact

geen goede/foute antwoorden, maar meningen zijn belangrijk.

Wees respectvol, warm en oprecht geïnteresseerd.

Metacommunicatie kan de angst voor het gesprek weg nemen.

Luister naar wat een kind zegt.

Laat een kind weten dat het vragen mag stellen, mag zwijgen, …

Page 7: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

7

Probeer spelen en praten te combineren.

Middenfase

klemtoon op exploreren, faciliterende interventies die het kind helpen zijn/haar verhaal te ontvouwen

aandacht voor het onderhouden van de relatie

Eindfase

vijf minuten vooraf het einde aankondigen, om meerdere redenen:

Zo wordt het kind niet verrast door het einde

Het kind krijgt de gelegenheid zijn spel af te maken

Als observator kan je mogelijke veranderingen observeren

Een goede afronding laat de minder spanning achter

Soms heeft het kind hulp nodig om het contact te beëindigen:

Terugblikken en samenvatten

Op kordate manier het einde vasthouden

COLLEGE 4:EMPATHIE

SLIDES Empathie = mentale activiteiten bij de counselor: wat denk ik, wat wil ik, wat voel ik als ik mij

verbeeld deze persoon te zijn.

Empathie passief luisteren

selectief luisteren

volgzaamheid, sympathie, medelijden

Hoe toon je empathie in diverse interventies:

Expliciet: accuraat reflecteren, parafraseren

Reflecties: laten merken dat je het echt begrepen hebt, steunend luisteren

Pure teruggave van wat cliënt wil dat andere hoort en ziet, met dezelfde lading en

zonder oordelen

Parafraseren: de relatie tot een gebeuren reflecteren

Impliciet: expliciteren van onderliggende cognities, motivaties en gevoelens

Onderliggende ideeën die een cliënt niet uitspreekt proberen onderzoeken door non-

verbale elementen op te merken, zoals: “ik merk dat je zucht”, “als ik je zo hoor,

begrijp ik dat je ontzettend kwaad bent”,…

De counselor kan zich verplaatsen in de leefwereld van de cliënt en benoemt de

gevoelsmatige impact, bv. “Ik kan mij voorstellen dat je in zo’n situatie moet

achterblijven met een grote eenzaamheid”

De counselor geeft eigen reactie bij dergelijke situatie, bv. “ik zou mij in zo’n situatie

gekwetst voelen”

De cliënt gaat zich begrepen voelen en geholpen om zich beter bewust te worden

van hun gevoelens.

Page 8: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

8

Gevorderde empathie: intuïtief begrijpen dat voortvloeit uit informatie die cliënt verbaal

en non-verbaal geeft

Bestaansrecht geven aan wat cliënt niet durft/mag/kan zeggen.

Dit ‘onverwoorde’ haal je uit wat de cliënt maar half of verward zegt, uit zijn

lichaamshouding, uit eigen gevoelens in zo’n situatie,…

Ook risico’s aan! Kan overkomen als het opdringen van gevoelens die niet helemaal

overeenstemmen met die van de cliënt. Hierdoor is er misschien overmacht van de

counselor. Het is belangrijk dat je deze respons aanreikt als een hypothese en dat je

een goede zelfkennis hebt.

NOTA’S Empathie = de bereidheid om je eigen leefwereld wat achteruit te zetten. Te vertrekken van

een open ruimte en je eigen oordelen op te schorten. Een bodem waarop je dingen een plek

kan geven.

In sommige gevallen kan je afkeer voelen t.o.v. een patiënt, bijvoorbeeld een pedofiel. Je

moet je kunnen openstellen voor de gevoelswereld van deze persoon.

In filmpje over slachtofferhulp zie je dat gewoon de ruimte geven waarin de kinderen

gehoord worden al veel helpt. De hulpverlener moet erkennen wat de persoon meegemaakt

heeft.

TEKSTEN Empathie gesprekstherapie

Binnenkant van empathie = dat wat zich in de therapeut afspeelt, de interne stappen die

hij overloopt vooraleer een antwoord te geven

Therapeut moet zich leegmaken zodat hij het verhaal en de gevoelens van de cliënt

kan ontvangen

Buitenkant van empathie = de communicatie van de empathische aanwezigheid, de wijze

waarop het exploratieproces in de cliënt geactiveerd wordt.

De therapeut communiceert zijn meebeleven door middel van reflectie

De inhoud van reflecties: tracht de cliënt in contact te brengen met zijn beleving en

zo het reflectieproces op gang te brengen; benoemt de gevoelens bij een bepaalde

situatie, haalt dat wat nog onduidelijk is voor de cliënt naar boven, respecteert de

intensiteit van hetgene wat de cliënt vertelt (niet minimaliseren).

De vorm van reflecties: worden bij voorkeur tentatief geformuleerd (alsof,

misschien,…) of in open- of vraagvorm, de spreekstijl van de cliënt wordt zo goed

mogelijk behouden

De helende kracht van empathie

De empathische basishouding is de voedingsbodem voor uiteenlopende interventies.

In medische context 4 niveaus van empathie:

Aandacht voor wat de patiënt expliciet uitdrukt: kernwoorden herhalen en

informatie parafraseren

Page 9: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

9

Expliciteren van onderliggende cognities, motivaties en gevoelens: je verwoord iets

wat niet letterlijk gezegd wordt, maar wel impliciet aanwezig is.

Dieper gravende meer confronterende empathie: de belevingsconstructies en het

wereldbeeld van de patiënt uitdagen en vervolledigen.

Nieuwe betekenissen reveleren: nieuwe verbanden ontdekken waarmee de

gebeurtenissen in een andere context geplaatst kunnen worden.

HANDBOEK PRACTICUM Binnenkant van empathie

Bij het reflecteren van de onderliggende beleving reflecteert de counselor de onderliggende

gevoelens, betekenissen en gedachten die de cliënt zelf niet uitspreekt. (Bij het parafraseren

reflecteert de counselor enkel wat de cliënt zelf uitspreekt, zie verder)

De hulpverlener voegt duidelijk iets toe. Hij verwoordt innerlijke processen of reactiewijzen

die impliciet aanwezig zijn in de boodschap van de cliënt, maar door hem nog niet benoemd

werden.

Houding: Zet innerlijke beslommeringen opzij en maak ruimte voor het verhaal van de cliënt.

Valkuil: Meen niet te snel iets te begrijpen.

Buitenkant van empathie

Wat is het doel van reflecteren?

Relatieopbouw: de cliënt voelt zich begrepen, aanvaard.

Intrapsychisch: helpt de cliënt om zijn aandacht te richten op zijn binnenkant, zijn

gevoelens.

Het is belangrijk om reflecties toetsend aan te bieden, tentatief. Dit kan door gebruik van

bepaalde woorden (alsof, precies, misschien,…) of door een toetsingszinnetje aan je

interventie toe te voegen (klopt dat?; Ik ben maar aan het gissen. Kijk eens of dat klopt!, Als

ik je goed begrijp dan zeg je…, ...).

Nadeel: cliënten reageren vaak sociaal wenselijk. Ze zijn dan volgzaam, terwijl je reflectie

misschien niet helemaal klopt.

Parafraseren

Parafraseren is herhalen of bondig samenvatten van wat de cliënt gezegd heeft. Het is een

toetssteen om te checken of je de cliënt goed begrijpt.

Wat is het doel van parafraseren?

Geeft blijk van erkenning

Zorgt voor de opbouw van een veilige werkrelatie

Verfrissend en stimulerend voor de cliënt om zijn eigen verhaal in andere bewoordingen

terug te horen en de mogelijkheid te krijgen bij te sturen.

Stimuleert zelfexploratie

Hoe parafraseren? De essentie van wat de cliënt zegt kort, krachtig en bondig in je eigen

woorden herhalen. (NIET het woord ‘dus’ gebruiken en zeker niet afzwakken)

Page 10: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

10

COLLEGE 5:VRAGEN STELLEN EN CONCRETISEREN

SLIDES Soorten vragen:

Gesloten vragen: ja/neevragen, kunnen het gesprek sluiten. De hulpverlener doet het

werk. Wel goed om cliënt te laten aangeven of je hebt verstaan wat hij bedoelt. .

Vragen naar feiten: niet doen ui nieuwsgierigheid. Wel goed om het probleem beter te

kunnen definiëren en te kijken wat er precies aan de hand is.

Open vragen: Vaak erg zinvol, want ze zetten de cliënt aan tot exploratie. Wanneer deze

te vroeg komen kunnen ze echter te abstract voor de cliënt zijn.

Waaromvragen: Kunnen helpen stilstaan bij wat er zich afspeelt in het zelf of de ander.

Dit kan wel bedreigend overkomen naar de cliënt toe omdat deze zich ter verantwoording

geroepen voelt. Ook weet de cliënt dit zelf soms niet.

Andere gespreksvaardigheden:

Concretiseren

Doel: contact maken met wat er leeft bij de cliënt

Je vraagt de cliënt om duidelijker te zijn, te preciseren

Samenvatten: Zet kernachtig op een rij wat belangrijk is. Dit helpt om de focus vast te

houden en tot een overeenstemming te komen voor de verder gang van zaken.

Hardop denken: Je deelt als counselor je gedachten/redeneringen mee die je leiden bij

het nemen van beslissingen. Dit bevordert openheid en duidelijkheid, wat voor een goede

samenwerking zorgt.

Reflecteren: spiegelen wat je begrepen hebt.

Informeren: uitleggen wat de bedoeling is, wat er wel en niet verwacht wordt, wat de

cliënt kan verwachten,…

Meta-communiceren: een gesprek over het gesprek/de communicatie. Je kan situaties

verduidelijken, angst reduceren en het gesprek evalueren.

Uitklaren van een hulpvraag a.d.h.v. het dialoogmodel

We kijken naar 6 velden:

Gedrag

Omgeving

Relationele ontwikkeling (R)

Emotionele ontwikkeling (E)

Cognitieve ontwikkeling (C)

Lichamelijke ontwikkeling (L)

Centraal in het model: Regelen. Wat krijgen de hulpvragers wel en niet meer geregeld?

Regelen = reguleren, samenwerken, overeenkomen, organiseren, voor elkaar krijgen,

oplossen,…

Page 11: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

11

NOTA’S

Basis gespreksvaardigheden

Luisteren

Non-verbale aspecten

Vragen stellen / interventies formuleren

Gespreksaanbod

Oplossingsgericht werken

In specifieke contexten Dialoogmodel / CAPA:

focus op hulpvraag

Pretherapie

Empathie Persoon hulpverlener

/ reflectiecapaciteiten

Page 12: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

12

TEKSTEN Vragen stellen en concretiseren

Concretiseren = de cliënt zo nauwkeurig en precies mogelijk over de problemen laten

vertellen.

De rest staat samengevat in de slides.

Het dialoogmodel

Page 13: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

13

Casus: drukke Hans (dialoogmodel kunnen opstellen voor examen!)

Page 14: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

14

Page 15: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

15

HANDBOEK PRACTICUM Wat is het doel van vragen stellen?

Vragen helpen de cliënt zijn gedachten onder woorden te brengen en het probleem te

verhelderen

Geven ruimte voor de cliënt om te exploreren wat hij belangrijk vindt

Informatie vragen wanneer de counselor iets specifiek wil weten

Soorten vragen:

Vragen naar informatie: inhoudelijk sturend. Stel enkel gesloten vragen wanneer centrale

informatie ontbreekt.

Exploratorische vragen: open vragen helpen de cliënt meer differentiatie te brengen in

zijn gevoelens en gedachten.

Waaromvragen: kan een open, verdiepende vraag zijn, maar deze is nadelig als je wilt dat

de cliënt zijn beleving exploreert. Ook kunnen deze soort vragen beschuldigend

overkomen. Beter: Hoe- en wat- vragen.

Verdiepende vragen: stimuleren de cliënt om zijn belevingswereld te exploreren.

Concretiseren = een hulpmiddel om zaken duidelijker of scherper te stellen.

Als de cliënt ondanks concretiserende vragen vaag blijft kan dit een teken van weerstand

zijn.

Page 16: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

16

Wanneer je wil inzoomen of doorgaan op één bepaald iets of om een probleem / situatie uit

te splitsen kan je een concretiserende vraag stellen. Deze keuze impliceert dat andere zaken

(tijdelijk) worden afgerond of naar de achtergrond verschuiven.

COLLEGE 6: INTEGRATIE EN MOTIVATIONELE GESPREKSVOERING

In de beginfase van een psychologische begeleiding is het cruciaal of de cliënt gemotiveerd is

om iets aan het probleem te doen. Vaak is dat niet zo en moet je als hulpverlener vooral de

vaardigheden in huis hebben om de cliënt te motiveren.

SLIDES Motiverende gespreksvoering wordt gebruikt wanneer de cliënt moet veranderen.

Verandering is nodig bij: conflicterende doelen, ambivalentie en cognitieve dissonantie.

Toegepast:

Schadelijk gedrag: verslavingen, gebrekkige therapietrouw, onveilig seksueel gedrag,…

Keuzeproblemen: partner, existentieel, professioneel,…

Onvrede met bestaande situatie en een wens om een nieuwe weg in te slaan

3 theorieën:

Theorie van het veranderingsproces

Verandering is een dynamisch

proces dat in fasen verloopt en

tijd vraagt.

Begeleiding = procesbegeleiding.

De stap naar de volgende fase

wordt makkelijker gemaakt.

Interventies moeten worden

afgestemd op de fase waarin de

cliënt zit.

Page 17: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

17

Voorbeschouwing: bewustmaking

Overweging: helpen kiezen voor positieve verandering

Voorbereiding: doel en strategie bepalen

Actie: ondersteuning van de uitvoering

Onderhoud: anticiperen op moeilijkheden

Herval: herkaderen

Reactantietheorie

Bij druk tot verandering kan er weerstand (=reactantie) optreden. Wanneer mensen het

gevoel hebben beperkt te worden in hun keuzevrijheid, gaan ze net hun vrijheid

benadrukken. Dus vasthouden aan hun gewoonte.

Zelfperceptietheorie

Waarnemen dat je zelf iets zegt/doet vergroot de kans dat je dit in de toekomst meer

gaat doen. Dus jezelf horen uitspreken van een wens tot verandering maakt de

verandering al waarschijnlijker.

Als therapeut dus uitspreken van verandering uitlokken a.d.h.v. fase waarin cliënt zit.

Basisprincipes motivationeel gesprek:

Empathie uitdrukken

Ontwikkel ambivalentie en discrepantie: hoe groter het gevoel van conflict, hoe meer

kans op motivatie tot verandering. Dit doe je door reflectief te luisteren en te bevestigen.

Hanteer weerstand: door benadrukken van keuzemogelijkheden en het uitbreiden van

alternatieve mogelijkheden.

Hoe herken je weerstand? Cliënt gaat in discussie, onderbreekt, ontkent of werkt niet

mee

Gespreksvalkuilen: pleiten voor verandering, de rol van deskundige aannemen,

bekritiseren, etiketten plakken, haast hebben,…

Benadruk persoonlijke effectiviteit

Verandertaal uitlokken: evocatieve vragen stellen. Dit zijn vragen die zelfmotiverende

uitspraken uitlokken. Over de nadelen van de huidige situatie, de voordelen van

verandering en factoren die de verandering waarschijnlijker maken. Ook terugkijken en

vooruitkijken zijn goede strategieën.

NOTA’S Geen nota’s

TEKSTEN Geen te kennen teksten

HANDBOEK PRACTICUM Weerstand van een cliënt kunnen we best verwelkomen als een coping mechanisme,

overlevingsstrategie of een wijze gids. Een valkuil is om in gevecht te gaan met je cliënt.

Page 18: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

18

COLLEGE 7: BASISVAARDIGHEDEN GELINKT AAN ECHTHEID

SLIDES Echtheid = basishouding, naast empathie en onvoorwaardelijk respect. (Dit zijn

zijnswijzen, geen technieken). Het tonen van zichzelf langs verbale en non-verbale weg,

‘doorzichtig’ zijn voor de cliënt.

Binnenzijde echtheid: de mate waarin de counselor openstaat voor alle facetten van zijn

eigen ervaringsstroom. (gevoelens enz. die opduiken bij het verhaal van de cliënt)

Buitenzijde echtheid: de expliciete communicatie door de counselor van zijn bewuste

percepties, attitudes, gevoelens. Dit moeten duidelijke ondubbelzinnige boodschappen

zijn.

Algemene vuistregel: de aandacht mag niet op de hulpverlener gevestigd worden. Er mag

geen omkering van de rollen plaatsvinden.

Echtheid als context: de bereidheid van de hulpverlener aanwezig te zijn als persoon met

een eigen stijl, persoonlijke kleur,… De hulpverlener houdt geen façade voor.

Echtheid impliceert een onvoorwaardelijke zelfaanvaarding. Een zelfkennis van de eigen

kwetsbaarheden en tekorten.

Echtheid als interventie:

Hardop denken: de hulpverlener deelt op neutrale toon mee wat hem bezighoudt en wat

hij zich afvraagt. Dit bevordert openheid en duidelijkheid. Deze interventie werkt

angstreducerend bij de cliënt en kan de hulpverlener helpen wanneer hij even vast zit. De

cliënt leert van de hulpverlener hoe hij hardop kan denken en er treedt een verbeterde

samenwerking op. Er moet wel op gelet worden dat enkel de relevante gedachten

gedeeld worden.

Meta-gesprek of situatie verduidelijken: een gesprek over het gesprek bij

onduidelijkheden of misverstanden in de relatie (wanneer wederzijdse verwachtingen

niet meer op elkaar afgestemd zijn).

Informeren en adviseren:

Informeren – praktisch: bijvoorbeeld over de werkwijze en het doel. Belangrijk om

relevante informatie vooraf mee te delen, zodat de cliënt mee kan beslissen over het

hulpverleningsproces.

Informeren- ethisch: in duidelijke en gewone mensentaal

Informeren- inhoudelijk: informeren over risico’s enz.

Contactreflecties (Prouty)

Communiceren op het primitief niveau van functioneren van de cliënt. Het contact

vestigen of herstellen.

Toepasbaar bij: onvoldoende realiteitscontact, jonge kinderen, ontwikkelingsstoornissen,

cognitief weinig ontwikkeld, hersenbeschadiging, mentale handicap, zware pathologie,…

Door ‘pre-verbale’ counseling (situationele, gelaats-, woord-voor-woord reflecties)

verbetert de communicatie.

Page 19: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

19

NOTA’S Gespreksvaardigheden:

Je moet een soort discipline ontwikkelen als hulpverlener. Je mag niet alles zeggen wat je

denkt. Je moet een selectie maken van wat er belangrijk is voor de cliënt en ‘wat raakt er

mij’.

Hardop denken: verduidelijkt je gedachtegang ten opzichte van de cliënt, dus waarom je

bijvoorbeeld bepaalde vragen stelt.

Situatie verduidelijken: in het begin van een gesprek samenvatten wat de cliënt in een

hulpverleningsgesprek kan verwachten.

Hoe omgaan met ongewone situaties? Bijvoorbeeld iemand die niet in contact staat met de

realiteit (psychoses) en geen contact heeft met het eigen zelf (denken dat ze iemand anders

zijn, vreemde beeldspraak) contactreflectie van Prounty:

Situationele contactreflectie: reageren op wat de persoon zegt. “Kijk is naar het

standbeeld”, “Wat is dit?”.

Faciale reflectie: “Ze kijkt naar het standbeeld”, “Jill kijkt naar de grond”. Vertellen wat ze

doet met gezicht.

Woord reflectie: Nazeggen. Belangrijk om in contact te komen met waarom deze persoon

bijvoorbeeld wijst. “Wat is dat?” -> “Wat is dat?”

Body reflectie: zeggen wat ze lichamelijk doet. “Jill beweegt heen en weer”, “Jill legt

gezicht in haar handen”

Essentie: communiceren op het niveau van de patiënt

TEKSTEN Echtheid als basishouding

Echtheid =

Uitstraling

Levendige aanwezigheid

Gelaagdheid (onderliggende ervaringsstroom bij de therapeut)

Congruentie, transparantie

Vormen van onechtheid:

Gedrag van de therapeut komt niet overeen met wat hij echt denkt

Oppervlakkigheid

Wijsmaken

Niet kijken naar de eigen incongruentie

Verbergen van hier-en-nu gevoelens

Onechtheid zorgt voor gemiste kansen

Vormen van echtheid:

Echte belangstelling

Geen façade

Dieper niveau van congruentie

Transparantie

Confronteren (als het gevoel van de therapeut niet overeenkomt met dat van de cliënt)

Page 20: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

20

Situatie verduidelijken en hardop denken

Hardop denken: de hulpverlener spreekt zijn gedachten luidop uit zodat de cliënt weet wat

er in de hulpverlener omgaat en de hulpverlener zelf niet geblokkeerd geraakt.

Afsluiten van het gesprek:

Page 21: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

21

Opening van het gesprek en begincontract

Page 22: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

22

Page 23: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

23

Page 24: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

24

Egan: Informeren

Gesprek leiden

Gereedschappen om een gesprek te leiden:

Het sluiten van een begincontract: tijdsduur, onderwerp, doel en werkwijze

Directheid: iets wat de hulpverlener opvalt op neutrale wijze benoemen

Hardop denken

Samenvatten

Terugkoppelen naar het begincontract

Contractvragen: afspraken tijdens het gesprek

Verwoorden van het probleem van de cliënt: waar wil de cliënt nu eigenlijk aan werken?

Herstel van contactfuncties bij zwaar gestoorde patiënten

In het verlengde van Rogers basisideeën gaf Prouty vorm aan de grondhoudingen waarmee

de therapeut ook met zwaar gestoorde mensen contact kan leggen.

Met Gendlin en Rogers deelt hij het besef dat er binnenin de cliënt iets moet veranderen en

dat de therapeut dat interne proces kan faciliteren. Bij de zwaar gestoorde cliënt is er echter

Page 25: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

25

geen coherent invoelbaar ervaringsproces aanwezig zodat Prouty zich genoodzaakt zag om

methoden te zoeken om dat ervaringsproces of funderingen ervan op te bouwen of te

herstellen.

Vervolgens stelt Prouty dat, bij gebrek aan een coherente ervaringsstroom de therapeut

aansluiting dient te zoeken bij een meer fundamentele leidraad. Daarbij gaat Prouty dan uit

van een meer primaire component van het ervaren, met name: het “eenvoudige feit” van

“bewustzijn van.. .“. Prouty onderscheidt drie belang rijke dimensies waarop dat bewustzijn

zich richt:

1) de concrete wereld rondom zoals die empirisch—naturalistisch kan beschreven worden.

Bv.: Ik ben mij bewust dat hier een stoel staat, dat het buiten regent, dat de klok tikt.. enz.

2) mijzelf. Bv.: Ik ben mij bewust dat ik schrijf, dat ik lach... enz.

3) andere mensen. Bv.: Ik zeg iets tegen jou en jij hoort iets. Ik ben mij bewust van de

communicatie tussen ons.

De behandeling van de zwaar gestoorde mens dient dus aan te vangen met de opbouw of

het herstel van die natuurlijke contactfuncties. Vandaar dat Prouty de term “pre—therapie”

gebruikt, als uitdrukking van de noodzakelijke voorwaarden waaraan men eerst moet

voldoen vooraleer men kan werken met de meer klassieke psychotherapie—methodes.

de essentie van de methode: het geloof en de wil van de therapeut om de cliënt echt te

bereiken. Vooreerst moet de therapeut in staat zijn om het lijden en het tragische lot van de

cliënt aan te voelen. Een scherp besef van dat enorme lijden behoedt de therapeut voor

“technische afstandelijkheid”.

De techniek zal vervolgens maar correct toegepast worden als de therapeut zichzelf de

vrijheid gunt (en het niet beneden zijn waardigheid acht) om zich op hetzelfde “primitieve”

niveau als de patiënt uit te drukken. Het is dus belangrijk dat de therapeut het contact met

zijn eigen “primitieve” niveaus van beleven en uitdrukken niet schuwt en dat hij de eigen

gekke en achterlijke aspecten kan aanvaarden.

Prouty beschrijft twee mogelijke wegen; de rechtstreekse af stemming op het niveau van de

patiënt of de verbale verwijzing naar diens niveau.

Prouty onderscheidt vier soorten van contact—reflecties:

1) Situationele reflecties: de therapeut reflecteert de dingen in de omgeving van de cliënt.

Niet gelijk wat wordt gereflecteerd, maar de therapeut observeert hoe de cliënt zijn

omgeving gadeslaat en op welke aspecten de cliënt enige reactie ver toont. De therapeut

volgt het spontaan gedrag van de cliënt en zegt daar iets over in een eenvoudige reflectie.

Bv.; “Er ligt hier een bruin tapijt” als de therapeut merkt dat de blik van de cliënt daarop

gericht is, of “Er stapt iemand door de gang” als de cliënt op dat geluid reageert. De

therapeut sluit dus aan bij de realiteit rondom de cliënt, om alzo het realiteitscontact in de

cliënt te herstellen of te bevorderen en het gezamenlijke hier—en—nu aanwezig te stellen.

2) Reflectie van gelaatsuitdrukkingen: de therapeut reflecteert wat hij ziet op het gelaat van

de cliënt, de mimiek wordt gebruikt als aanknopingspunt om gevoelens en stemmingen te

bereiken en om in de patiënt het contact met de affectieve componenten te herstellen. Bv.:

“Er rolt een traan over je wang”, “Je nijpt je lippen samen”, “Je kijkt plots met grote ogen”.

Page 26: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

26

3) Reflectie van lichamelijk gedrag: de therapeut beschrijft of spiegelt wat het lichaam van

de cliënt aan het doen is. Dat kan gebeuren in de vorm van beschrijving in woorden, bv.: “Jan

bonkt tegen de deur”, of in de vorm van een met het eigen lichaam inlevend nadoen van de

bewegingen, bv. de therapeut bonkt op dezelfde wijze tegen de deur.

4) Woord—voor—woord—reflecties: de therapeut pikt zinvolle woorden of zinsdelen of

affectief geladen klanken op en herhaalt ze. Bv.: “Vader is weg”, “Vader is weg”, of “Aah”,

“Aah”.

Lichaamsgerichte interventies: waardevol en ethisch verantwoord?

Page 27: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

27

COLLEGE 8: LEERDIMENSIE, INTERPERSOONLIJKE VAARDIGHEDEN EN EXISTENTIELE …

SLIDES Basisvaardigheid echtheid (deel 2): confronteren en persoonlijk reageren.

De eigen waarnemingen, gevoelens, inzichten en persoonlijke ervaringen worden gebruikt

als hefboom. Deze interventie pas je toe wanneer de cliënt geen oog heeft voor bepaalde

problemen of er niet over durft praten.

Soorten confrontaties en persoonlijk reageren:

Confrontatie: cognitief, als probleem van cliënt gevolg is van kijken of denken.

Kerngedachte: negatieve opvattingen over zichzelf

Oplossing: cognitief herstructureren, relabelling, didactische confrontatie + de

nieuwe kerngedachte versterken. Vb. Oud: “Ik ben een zwak mens”. Nieuw: “Ik ben

een normaal mens met sterke en zwakke kanten.”

Het accent dus verleggen naar positieve kanten van de cliënt

Confrontatie: interpreterend

Er is een discrepantie tussen wat cliënt zich bewust van is en wat de hulpverlener aan

inzicht heeft.

Zorgen dat cliënt zelf de ‘waarheid’ vindt, niet opleggen

Feedback: gedragsmatig

Wanneer de cliënt discrepanties in gedrag vertoont confronteert de hulpverlener

hem hiermee

Kunnen tegenstrijdigheden in wat cliënt zegt zijn, maar ook in wat hij over zichzelf

vertelt en hoe hij zich gedraagt. Ook in inhoud en toon is mogelijk.

Feedback: emotioneel

Spontane emotionele reacties van de hulpverlener op wat de cliënt zegt/doet. De

hulpverlener verwoordt welk effect het gedrag van de cliënt op hem heeft. Wat zich

hier en nu afspeelt, weerspiegelt het probleem dat de cliënt ook in interactie met

andere mensen heeft.

Opgepast voor tegenoverdracht gevoelens’. Hulpverlener kan bijvoorbeeld irritatie

voelen, maar het kan zijn dat hij vaak irritatie voelt zodra hij in contact komt met

oudere vrouwen.

Zelfonthulling = ‘self-disclosure’

Transparantie van de hulpverlener van de eigen levenservaringen

Herkenning bij de cliënt verkleint de afstand

Impact disclosure/asociaal reageren

Complementair reageren als het gedrag positief is voor de situatie

Niet complementair reageren bij gedrag met negatieve impact op de situatie.

Vb: Cliënt: “Vandaag wil ik een geheim met je delen dat ik nooit eerder aan iemand

verteld heb.” Hulpverlener: “het voelt alsof je mij nieuwsgierig wil maken en het

gevoel geven dat ik uitverkoren word.”

Meta-communicatie. Vermijd bekrachtiging van de gebruikelijke stijl van de cliënt

Page 28: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

28

NOTA’S LEERFASE: specifieke problemen, vaardigheden van de cliënt aanpakken. De cliënt gaat iets

nieuws leren dus je werkt niet meer vanuit het referentiekader van de cliënt. Je gaat vanuit

je eigen referentiekader dingen toevoegen waar de cliënt iets mee is.

Vb. video: Vrouw helpen inzien waarom haar man en zoon haar moeite niet lijken te

appreciëren.

De vrouw legt haar verhaal op een vrij hevige, boze manier uit. Niet hulpeloos.

Therapeut zegt: “Op mij komt u niet over als een zwakke vrouw.” Dit komt dus vanuit het

referentiekader van de therapeut. Er is een discrepantie tussen de vrouw haar toon en wat

ze zegt (“ik ben zwak”)

Leerfase: inzicht bij de vrouw -> cognitief herprogrammeren

Je mag nooit een confrontatie doen waarbij je de cliënt onderuit haalt of beledigt.

Specifieke interventies: oefening rond existentieel bewustzijn

Existentieel bewustzijn = voeling met hier ben ik nu aanwezig. Je toe-eigenen dat jij je eigen

keuzes maakt voor wat je hier-en-nu doet.

Oefening adhv verschillende vragen:

Wie ben ik?

Waaraan besteed je vooral jouw tijd, energie, geld?

Waarover maak jij je vooral zorgen?

Wat doe jij wanneer je troost nodig hebt/ontspanning zoekt?

Waaraan ontleen jij je geluk/vreugde/plezier?

Wat motiveert jou ten diepste?

4 dimensies: fysiek, sociaal, psychisch en spiritueel. Bij een optimaal leven is er coping in de

verschillende dimensies.

TEKSTEN Persoonlijk reageren

Door persoonlijk te reageren stellen we ons kwetsbaar op, laten we zien wie wij zijn en wat

er in ons omgaat. De therapeut laat hiermee aan de cliënt weten wat de effecten van zijn

gedrag op hem zijn.

2 vormen van persoonlijk reageren:

Zelfonthulling: uitspraken van de therapeut over feiten uit zijn persoonlijke

levensgeschiedenis

Persoonlijke feedback: het uiten van directe persoonlijke ervaringen van de

therapeut (gevoelens, gedragsimpulsen) die hij beleeft als een reactie opde woorden

of het gedrag van de cliënt.

Zorgvuldig confronteren

Confrontatie vindt plaats wanneer iemand iets doet of zegt, waardoor een ander

uitgenodigd of gestuurd wordt om aandacht te schenken aan een bepaald aspect van zijn

Page 29: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

29

gedrag, er over na te denken, het te onderzoeken. Het is een uitnodiging aan de ander om

stil te staat bij een gedragspatroon. Confrontatie houdt in de ander te vertellen wat men

hoort, ziet en denkt, wanneer men naar hem kijkt en luistert.

Kan gedragsmatige feedback zijn = hoe de een het gedrag van de ander waarneemt)

Emotionele feedback = de een vertelt welke gevoelsmatige effecten het gedrag van de ander

op hem heeft.

Doel: cliënt aan het denken zetten, goede werkrelatie en de therapeut krijgt een beter beeld

van de cliënt.

Vormen van confrontaties:

Perceptuele confrontaties

Discrepanties in het gedrag van de cliënt

Discrepanties tussen therapeut en cliënt

Cognitieve confrontaties: discrepanties van de ziens- en denkwijzen tussen de therapeut

en de cliënt

Interpreterende confrontaties: uitspraken die betrekking hebben op wat de cliënt volgens

de therapeut aan het doen is, wat hem preoccupeert, waar hij mee bezig is,…

Hoe? Niet hard, uitnodigend, met bruikbare concrete informatie, sta open voor reactie

COLLEGE 9: FOCUSING EN MINDFULNESS. TALENTGECENTREERDE COUNSELING

SLIDES Focusing: interventies met focus op het lichaam

Verbale interventies die de focus richten op ervaring in verschillende delen van het lichaam,

aandacht op ademhaling en oefeningen zoals relaxatie, mindfulness,…

Gevolgen: fysiologische veranderingen, zoals: afname stress, en beter psychisch

functioneren. Helpt ook angst te controleren en zorgt voor een afgrenzing van het eigen

lichaam.

Focusing:

Ruimte maken adhv bodyscan, contact voelen

Gevoelde betekenis: lichamelijk aanvoelen

Betekenis ontvangen: verwelkomen wat is

Fysiek contact mijden bij: vijandige of paranoïde cliënten of wanneer de counselor niet goed

in z’n vel zit, zit aangetrokken voelt,…

Bij aanraking altijd duidelijk aankondigen en toestemming vragen

NOTA’S Mindfulness: opmerken bij jezelf “is de les mij duidelijk?”. Onderscheid tussen oordelen en

erkennen. Mindfulness is erkennen wat er is bij jezelf zonder oordeel.

Focusing is nog een stapje verder. Komt uit de therapiewereld. Je gaat zoeken “wat betekent

dit?” “Wat heeft dit als boodschap voor mij?”. Hoe kun je de groeitendens openen?

Groeitendens = hoe het organisme opgebouwd is dat het ondanks problemen toch blijft

groeien.

Page 30: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

30

TEKSTEN Focusing

Focusing in verschillende stappen:

Ruimte maken: de aandacht niet naar buiten, maar naar binnen richten

Een onderwerp, probleem of situatie kiezen om dieper op in te gaan

Woorden of andere uitdrukkingen zoeken om de complexiteit van de innerlijk

gevoelde betekenis naar buiten te brengen

Het diepere weten wordt verder geëxploreerd. Men voelt weerstand, een soort

innerlijke criticus. Deze moet men proberen opzij te zetten.

Strenght-centered

COLLEGE 10: VEERKRACHT BIJ KINDEREN EN GEZINNEN

SLIDES EN NOTA’S Deel 1: veerkracht bij kinderen en gezinnen

Veerkracht = een antwoord op kwetsbaarheid

Studie 1:

Kinderen onderzocht in

verschillende lagen van de

bevolking. Ze vertrekken

van hetzelfde niveau van

cognitie.

De goed gestimuleerde

kinderen hun intelligentie

is gestegen.

Studie 2:

305 adolescente moeders (<21j) onderzocht die in een programma terecht zijn gekomen.

Men onderzoekt empathie, ouderlijke emotionele beschikbaarheid, belasting in geschiedenis

en milieu en de emotionele beschikbaarheid van het kind.

3 groepen van moeders:

Veerkrachtige moeders (positief functioneren bij hoog risico)

Kwetsbare moeders (problematisch functioneren bij hoog risico)

Typisch functionerende moeders (positief functioneren bij lager risico)

Page 31: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

31

Veerkrachtige moeders zijn even emotioneel beschikbaar als typische moeders. Ze doen het

goed. Kwetsbare moeders hebben een slechte outcome.

Veerkracht =

een normale ontwikkeling ondanks moeilijke omstandigheden.

Volgehouden competentie in chronisch bedreigende situatie

Herstel van traume

Veerkracht staat niet voor ‘afwezigheid van het lijden’, maar eerder voor het kunnen dragen

van deze pijn.

Factoren die een rol spelen

Kind: makkelijk temperament, goede zelfregulatie, in staat zichzelf te sturen, positief

beeld van zichzelf, aantrekkelijk,…

Page 32: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

32

Gezin: autoritatief ouderschap, betrokkenheid ouders, positief gezinsklimaat, socio-

economisch goede omstandigheden,…

Ruimere omgeving: goede scholen, prosociale organisaties (jeugdbewegingen),

veiligheid, goede gezondheidszorg,…

In de les vb. van moeder met een lage SES die gezinsbegeleiding krijgt. De begeleider geeft

de moeder af en toe iets mee over haar competentie als moeder. Dit vermelden van

positieve dingen zijn kleine groeimomentjes voor de moeder. Ook relatie-ondersteunende

opmerkingen worden gemaakt, zoals: “Kijk eens wat mama voor je maakt”. De begeleider

dient ook als rolmodel. dit voorbeeld speelt zich af op microniveau: het niveau van het

kind. In het algemeen geeft deze begeleiding ook ruimte op gezinsniveau om aandacht te

kunnen geven aan het oudste kind.

Deel 2: het ondersteunen van veerkracht in gezinnen ( gezinsbegeleiding)

Ondersteunen van het positieve: belang van het bevestigen van wat echt positief is

Belang van concrete bevestiging: voor een goede werkrelatie uit te bouwen en ehlpt

ouders aan sterkte te winnen

Verslagen en rapporten gebruiken: werkinstrument voor de ouders

Erkennen van ouder en kind

Vragen over ontwikkeling en opvoeding detecteren en bespreken

Beginnen bij de zwangerschap

Ruimte voor fouten en mislukken

Hulpvragen ondersteunen

Vaders betrekken

Ouders mee verantwoordelijkheid laten nemen

TEKSTEN Veerkracht concept

Wat maakt dat sommigen meer succesvol kunnen omgaan met tegenslag, risico, bedreiging,

terwijl anderen psychische problemen ontwikkelen?

Page 33: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

33

Veerkracht wordt gezien als een continuüm: personen reageren niet in alle domeinen van

hun leven veerkrachtig. Eerder soms wel en soms niet.

Factoren die veerkracht bij jongeren en kinderen bevorderen:

Het kind zelf: makkelijk, actief en sociaal temperament. Goede communicatie-

vaardigheden.

Het gezin: warme liefhebbende relaties die aanzetten tot vertrouwen, autonomie en

initiatief nemen.

De ruimere omgeving: rolmodellen zoals: leerkrachten, vrienden,…

Sleutelprocessen: Het ontstaan van gehechtheid, self-efficacy en competentiegerichte

motivationele processen, gedragsmatige en affectieve zelfregulering, cognitieve

ontwikkeling. Even belangrijk zijn de sociale organisatievormen die de voorwaarden

scheppen voor de positieve ontplooiing van deze processen.

Een aantal basismechanismen om veerkracht te ondersteunen:

Vermindering van het algemene risiconiveau

De mate waarin individuen gevoelig zijn voor risico: hangt samen met het hebben van

veilige gehechtheidsrelaties

Het reduceren van de impact van stress

Het stoppen van schadelijke ervaringen en het creëren van nieuwe opportuniteiten

Veerkracht ondersteunen

Gezinsbegeleiding

Geloven in het positieve

Begeleiders geloven in de ouders

Bevestiging wordt door anderen gegeven: positieve feedback door anderen

Werkzame en efficiënte werkrelatie

Het positieve zeggen is een alternatief voor de vaak negatieve kijk (van de omgeving)

Groei als ouder

De macht van het geschreven woord: het positieve wordt opgeschreven

Steeds refereren naar de ouder

Leuke ondersteunende dingen zeggen over het kind in relatie tot de ouder

Vragen over (psychologische) ontwikkeling detecteren

Discussiëren en ideeën uitwisselen over opvoeding

Ouders moeten altijd geconsulteerd worden

Ruimte laten voor mislukken zonder daar gevolgen aan te koppelen

Hulp vragen is een manier om de ouderrol te vervullen

De vaders erbij betrekken

Steun bij zwangerschap en rond geboorte

Ouders verantwoordelijkheid laten opnemen in de werking

Page 34: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

34

COLLEGE 11: OPLOSSINGSGERICHTE COUSELING + ACTIEDIMENSIE EN EINDFASE

SLIDES Oplossingsgerichte counseling

Het accent wordt meer gelegd op mogelijkheden van de cliënt dan op de problemen en de

gebreken. De bedoeling is om de cliënt zo snel mogelijk iets van beterschap te laten voelen,

demoralisatie te doorbreken en een positieve stemming induceren.

Probleemgericht Oplossingsgericht

Wat is het probleem? Wat wil de cliënt veranderd zien?

Kan je mij meer vertellen over dat probleem? Wat zijn uitzonderingen op de problemen?

Hoe is het probleem te verstaan vanuit het

verleden?

Hoe ziet de toekomst eruit zonder het

probleem?

Gespreksprotocol:

1. Starten met korte bespreking van het probleem. Basisvaardigheden: aandacht, luisteren,

parafraseren, open vragen, samenvatten,…

2. Productdoelen vaststellen: wat wil de cliënt bereiken?

3. Overgang van probleem bespreken naar zoeken van oplossingen. Wat zal er anders zijn

wanneer het probleem opgelost is? Zet doel om in positieve termen.

4. Concretiseren van toekomstbeeld met behulp van de wondervraag

“Als er deze nacht een wonder zou gebeuren waardoor het probleem opgelost is, wat

zal er dan morgen anders zijn waaraan jij kunt zien dat het wonder gebeurd is?”

Varianten: “Waaraan zal jij of anderen merken dat het probleem opgelost is?”, “Wat

zal je doen besluiten dat deze gesprekken je geholpen hebben?”, “Op welke wijze ga

jij merken dat het beter met je gaat?”

Richt de focus op een oplossing en faciliteert goed geformuleerde doelen.

5. “Hoe zullen anderen reageren wanneer het wonder gebeurd is?” Benutten van omgeving

om doelen te bekrachtigen

6. Exploratie van uitzonderingen: legt accent op successen

7. Inschaling: a.d.h.v. likert-schaal “waar sta je nu” en “waar zou je willen geraken?”

8. Vorderingen faciliteren: bv. 1 stap vooruit zetten

9. Complimenteren

10. Wanneer stoppen met gesprekken? Wanneer cliënt strategie geleerd heeft om

oplossingen te zoeken. De competentiebeleving is toegenomen en er is motivatie gewekt

om verder te experimenteren.

Actiedimensie en eindfase

Moelijkheden in actiefase:

Te vlug tot actie willen overgaan: probleem is onvoldoende duidelijk; motivatie tot

veranderen is onvoldoende aanwezig

Counselor neemt te veel verantwoordelijkheid: maakt cliënt afhankelijk

Waarden van counselor overheersen

Page 35: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

35

Niet voldoende uitdaging en stimulans

Niet voldoende aanmoediging en bekrachtiging

Onvoldoende flexibiliteit

Huiswerkopdrachten:

Voldoende tijd reserveren om uit te leggen en te motiveren

Vraag wat cliënt ervan vindt, onderhandel voor beter aangepaste vorm of laat cliënt zelf

iets bedenken

Voldoende aansluiten bij probleem

Rekening houden met mogelijkheden van cliënt

Nagaan of cliënt het goed begrijpt; eventueel uiteenzetting op papier meegeven

Voldoende concreet: wat, wanneer, waar

Proberen - doen

Bij een volgende zitting overlopen wat de cliënt er uit geleerd heeft, of er hindernissen

waren, ook nagaan wanneer de cliënt er zelfs niet aan begonnen is.

Strategieën om tot actie te komen:

Levensvatbare doeleinden opstellen

Formuleren als resultaten en successen, niet als activiteiten

Helder en specifiek

Realistisch, ook qua tijd

In overeenstemming met waarden van de cliënt, cliënt neemt verantwoordelijkheid

Motiverende kracht

Opstellen van planning: strategieën voor het bereiken van de doeleinden

Wat moet er concreet gedaan worden om het doel te bereiken?

In welke volgorde?

Binnen welke tijd?

Tactiek = plan aanpassen aan werkelijke situatie; ter plaatse inspelen op onvoorziene complicaties Logistiek=leveren van de hulpmiddelen die nodig zijn voor de uitvoering van het plan

Aspecten van strategie:

Reserveplan: als dat niet gaat, wat doe je dan?

Belemmerende krachten: welke hindernissen kan je verwachten?

Bevorderende krachten: welke hulpbronnen kan je aanwenden?

Prikkels die nodig zijn voor ondersteuning en volharding

Beëindigen:

Niet onverwacht, goed op voorhand aankondigen

Wanneer doel is bereikt, contact afsluiten.

Valkuil: counseling is vervanging geworden voor sociaal contact, remedie voor

eenzaamheid

Page 36: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

36

Doel is niet bereikt, maar cliënt wil stoppen: bespreken maar vrij laten

Doel is niet bereikt, maar counselor kan de problematiek niet: eerlijk over zijn

NOTA’S Niveaus behandeling:

Benoeming van het probleem: voor veel mensen is dit de essentie van de

hulpverlening. Dikwijls is hiermee de behandeling al gedaan. Je valt hierbij terug op

de basisvaardigheden: luisteren, observeren, empathische uitdrukkingen,

werkalliantie opbouwen,… Je helpt de persoon bij de manier waarop je benoemt op

een verdiepende, confronterende manier.

Aanvaarding = vormen van beheersing/coping. Cliënt beschikt niet over de juiste

coping/beheerst probleem niet op de goeie manier. Je moet in deze

probleemdimensie patiënt leren omgaan met problemen. Je leert beheersen wat

beheersbaar is. Intrapsychische vormen van coping: mindfulness, coping, existentieel

welzijn

Actie: anders handelen. Actief ingrijpen, oplossingsgericht

Oefening met wondervraag in de les gedaan.

TEKSTEN Niveaus van behandeling

1. Benoeming: de angst die bij de cliënt leeft, omdat hij zijn problemen niet kan

plaatsen, wordt weggenomen.

2. Aanvaarding: accepteren van de problemen. Niet strijden tegen gedragingen,

situaties waar niets aan te veranderen is.

3. Actie: het actief ingrijpen van de cliënt in de probleemsituatie.de cliënt ziet wat hij

zou moeten of kunnen doen en begint met zelfvertrouwen en kennis van zaken er

iets aan te doen.

Deze 3 niveaus kunnen alle drie van betekenis zijn voor het oplossen van eenzelfde

probleem.

COLLEGE 12: DE PERSOON EN DE REFLECTIEVE CAPACITEITEN VAN DE HULPVERLENER

Deel 1: de persoon van de hulpverlener

De hulpverlener krijgt specifieke voldoening, bevredigend wanneer hij iemand kan helpen,

maar zorgt ook voor specifieke kwetsbaarheid: vergt veel van je, je ziet schaduwkant van het

leven.

Wie wordt er hulpverlener?

Keuzedomeinen: levensfasen, thema’s, problematieken, werkwijzen of therapeutische

stromingen

Factoren die een rol spelen in het maken van keuzes:

Persoonlijke interesses

Persoonlijke kwetsbaarheden

Page 37: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

37

De eigen voorkeurs leerdimensie en het daarmee verbonden impliciete mensbeeld

Aspecten van hulpverlening die voldoening geven

Intrinsieke bevrediging: ervaring van competentie, zinvol werk doen,…

Extrinsieke bevrediging: maatschappelijke waardering, verloning,…

Negatieve bevrediging: bescherming tegen eigen kwetsbaarheid

Kwaliteiten van de hulpverlener:

Objectieve kenmerken

Leeftijd: soms problemen wanneer cliënt u te oud of te jong vindt

Geslacht: geen evidentie of het ene beter zou zijn als het andere. Buiten bij

homoseksuelen, deze hebben liefst homoseksuele hulpverlener.

Etniciteit: gelijkenis geeft geen betere hulpverlening

Professionele bagage: vaak een voordeel

Subjectieve kenmerken

Persoonlijk functioneren: stevig gevoel van zelfwaarde en competentie samen met

zelfrespect

Draagkracht voor spanning en emotie: aanvaardende houding, tolerantie voor

ambiguïteit, flexibiliteit

Relationele kwaliteiten: respect voor de ander, capaciteit tot creëren van veilige

relatie en empathie

Inzicht en reflectie: bereid zijn tot introspectie, culturele sensitiviteit,…

Professionele identiteit

Deel 2: reflectie

Hulp verlenen: werken met mensen wiens denken, handelen gelaagd is

Reflectie: nadenken over je eigen handelen en functioneren.

Helpt om gedachten en gevoelens te plaatsen

Maakt je bewust van je eigen handelen

Dwingt je goed na te denken alvorens te handelen

Leren uit je fouten en bijsturen

Reflectie op: jezelf en de methode

Reflectie als basis van je professionele identiteit

Bereid zijn van naar je eigen gedrag te kijken

Verdragen dat fouten inherent zijn aan hulpverlenend werk

Page 38: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

38

Bewustwording van het eigen handelen leidt tot beter hulpverlenend handelen

Spiraalmodel van reflectie:

Hulpverlener worden: leerproces van 4 fasen doorlopen

Supervisie als manier van leren = Het onder begeleiding leren door reflectie op eigen

werkervaringen. Degene die supervisie krijgt, leert het eigen handelen tegen het licht

houden. Hij of zij verwerft daardoor inzicht in het eigen handelen en kan dit

duurzaam verbeteren

Definitie reflecteren:

1. Een cyclische manier van leren waarin je vaardig moet worden. Daarmee is het tegelijkertijd een vaardigheid. Reflecteren is altijd gericht op het eigen handelen. 2. Het leidt via bewustwording tot inzicht in de beweegredenen voor en de uitvoering van het eigen handelen in professionele situaties. 3. Met dit inzicht bepaal je of, en zo ja, hoe je jouw handelen wil veranderen. 4. Je formuleert handelingsalternatieven. 5. Het doel ervan is je professioneel handelen te verbeteren in toekomstige situaties

NOTA’S Geen nota’s

Leren

onbewust

onbekwaam

bewust

onbekwaam

bewust

bekwaam

onbewust bekwaam

Page 39: SAMENVATTING PSYCHOLOGISCHE BEGELEIDING · Lichaamshouding en bewegingen Gebruik van de ruimte Elementen van een goede luisterhouding tijdens het gesprek Richt je op het ritme van

39

TEKSTEN De persoon en de basishouding van de hulpverlener

Staat volledig in de slides samengevat

Reflectie

Reflecteren is leren. Je bent bereid vanuit een andere invalshoek naar je gedrag te kijken. Je

bent in staat je handelen, denken en voelen op een andere manier te interpreteren.

Confronteren is verbonden met reflecteren. Je houdt jezelf voortdurend een spiegel voor, je

confronteert jezelf met je eigen gedrag (voelen, denken, handelen). Die confrontatie moet je

durven aangaan. Dit is niet altijd gemakkelijk en soms zelfs pijnlijk.

Met dank aan Cato Nys (2012-2013)