Samenvatting mensenrechten.pdf

2
Samenvatting mensenrechtenverklaring Geschiedenis van de Universele mensenrechten verklaring: De eerste soort mensenrechtenverklaring was de Magna Charta (1215): aan de ene kant de koning, aan de andere kant de geestelijken, adel en derde stand. De macht van de koning werd fel ingeperkt. Hij mocht niet zomaar belastingen heffen, mensen gevangen zetten of eigendommen afpakken. Een vervolg hierop was de ‘Bill of Rights’ (1689). In de Verlichting van de 18e eeuw kwamen de denkers en schrijvers ook op voor de rechten van de mens. Het volk moest vrij zijn (Rousseau), solidariteit (Voltaire), verdelen van de macht (Montequieu), de manier waarop de koning moest regeren (Locke). Ze verzetten zich met andere woorden tegen de ongelijkheid van de standenmaatschappij. Bovenstaande ideeën werden bijvoorbeeld afgekondigd in de ‘Declaration of Rights’ (1776) en die zou leiden tot de vorming van de VS. Bij de Franse revolutie werd iets soortgelijks afgekondigd. De ‘Déclaration des droits de l’homme et du citoyen’ (1789). Hierop baseerden de liberaal geïnspireerde grondwetten zich. WO2 was een kantelpunt in de verdieping en verspreiding van de burgerlijke en politieke mensenrechten. In 1948 werd namelijk de ‘Universele verklaring voor de rechten van de mens’ opgesteld kort na de stichting van de VN. De grote winnende landen van deze oorlog tekenden dan ook deze verklaring. Er waren 4 kerngedachten: 1. De verklaring moest universeel zijn. 2. De verklaring was idealistisch. 3. De verklaring ging over individuele rechten. 4. De verklaring was door en door Westers. Daarnaast bestond de verklaring uit 7 thema’s: 1. Algemeen recht op vrijheid. 2. Recht op godsdienst en overtuiging. 3. Recht op eerlijk proces in de rechtbank. 4. Recht op leven. 5. Recht op een menselijke bestraffing. 6. Recht op vrijheid van meningsuiting. 7. Recht op vrijheid van vereniging. Na deze burgerlijke en politieke rechten, kwamen er inmiddels mensen op voor sociale mensenrechten. De gewone mens had namelijk niets aan de eerdere rechten, men had meer aan werk en een fatsoenlijk loon dan aan godsdienst en menselijke bestraffing. Vanaf 1860 werd de strijd gestreden omtrent betere lonen, kortere werkdagen, … In de loop der jaren werd hier amper iets gerealiseerd. Pas na WO2 werden deze rechten ook echt ingevoerd in Europa: Recht op arbeid, huisvesting, inkomen, vrije tijd, onderwijs en gezondheidszorg. Deze rechten werden een feit aangezien ze werden ingevoerd in de wetgeving. In 1961 werden deze rechten dan ook opgenomen in de Europese verklaring voor de rechten van de mens. En in 1966 werden enkele hiervan ook opgenomen in de Universele verklaring voor de rechten van de mens. In 1974 kwam er vanuit de derde wereld een reactie op de voorgaande rechten: de rechten van de solidariteit. Het zijn basisrechten waar ganse landen/volkeren recht op hebben. Recht op ontwikkeling en gezond milieu, … De gedachte was dat burgerlijke en sociale rechten inhoudsloos waren zolang landen zich niet uit de honger of armoede komen.

Transcript of Samenvatting mensenrechten.pdf

  • Samenvatting mensenrechtenverklaring

    Geschiedenis van de Universele mensenrechten verklaring:

    De eerste soort mensenrechtenverklaring was de Magna Charta (1215): aan de ene kant de koning, aan de andere kant de geestelijken, adel en derde stand. De macht van de koning werd fel ingeperkt. Hij mocht niet zomaar belastingen heffen, mensen gevangen zetten of eigendommen afpakken. Een vervolg hierop was de Bill of Rights (1689).

    In de Verlichting van de 18e eeuw kwamen de denkers en schrijvers ook op voor de rechten van de mens. Het volk moest vrij zijn (Rousseau), solidariteit (Voltaire), verdelen van de macht (Montequieu), de manier waarop de koning moest regeren (Locke). Ze verzetten zich met andere woorden tegen de ongelijkheid van de standenmaatschappij.

    Bovenstaande ideen werden bijvoorbeeld afgekondigd in de Declaration of Rights (1776) en die zou leiden tot de vorming van de VS. Bij de Franse revolutie werd iets soortgelijks afgekondigd. De Dclaration des droits de lhomme et du citoyen (1789). Hierop baseerden de liberaal genspireerde grondwetten zich.

    WO2 was een kantelpunt in de verdieping en verspreiding van de burgerlijke en politieke mensenrechten. In 1948 werd namelijk de Universele verklaring voor de rechten van de mens opgesteld kort na de stichting van de VN. De grote winnende landen van deze oorlog tekenden dan ook deze verklaring. Er waren 4 kerngedachten:1. De verklaring moest universeel zijn.2. De verklaring was idealistisch.3. De verklaring ging over individuele rechten.4. De verklaring was door en door Westers.

    Daarnaast bestond de verklaring uit 7 themas:1. Algemeen recht op vrijheid.2. Recht op godsdienst en overtuiging.3. Recht op eerlijk proces in de rechtbank.4. Recht op leven.5. Recht op een menselijke bestraffing.6. Recht op vrijheid van meningsuiting.7. Recht op vrijheid van vereniging.

    Na deze burgerlijke en politieke rechten, kwamen er inmiddels mensen op voor sociale mensenrechten. De gewone mens had namelijk niets aan de eerdere rechten, men had meer aan werk en een fatsoenlijk loon dan aan godsdienst en menselijke bestraffing. Vanaf 1860 werd de strijd gestreden omtrent betere lonen, kortere werkdagen, In de loop der jaren werd hier amper iets gerealiseerd. Pas na WO2 werden deze rechten ook echt ingevoerd in Europa: Recht op arbeid, huisvesting, inkomen, vrije tijd, onderwijs en gezondheidszorg. Deze rechten werden een feit aangezien ze werden ingevoerd in de wetgeving.

    In 1961 werden deze rechten dan ook opgenomen in de Europese verklaring voor de rechten van de mens. En in 1966 werden enkele hiervan ook opgenomen in de Universele verklaring voor de rechten van de mens.

    In 1974 kwam er vanuit de derde wereld een reactie op de voorgaande rechten: de rechten van de solidariteit. Het zijn basisrechten waar ganse landen/volkeren recht op hebben. Recht op ontwikkeling en gezond milieu, De gedachte was dat burgerlijke en sociale rechten inhoudsloos waren zolang landen zich niet uit de honger of armoede komen.

  • Hoe universeel is de mensenrechtenverklaring:

    Vanuit de derde wereld kwamen er vragen en opmerkingen: De verklaring was Westers gekleurd. In hoeverre wordt er rekening gehouden met waarden en normen wan een niet-westerse

    cultuur?Hieruit volgen 2 meningen: de mensen die de verklaring steunen, en de mensen die vinden dat de mensenrechten niet overal en altijd op dezelfde manier kan toegepast worden. Die laatsten zijn de cultuurrelativisten. Ze gaan ervan uit dat universele waarden en normen niet bestaan. Artikel 19 uit de verklaring wordt vaak als voorbeeld genomen: iedereen heeft recht op vrijheid van meningsuiting, maar dit kan beperkt worden in het belang van de goede zeden, enz. De vraag is dan ook wat die goede zeden zijn. Dit verschilt per land en per tijd.

    In de Afrikaanse landen vindt men de verklaring de individualistisch. Zij zijn namelijk ondergeschikt aan een grote familie. Volgens hen moeten de rechten van de familie verwezenlijkt worden en niet die van het individu. Als reactie hierop heeft de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid een Afrikaans Charter opgesteld met de Afrikaanse visie op de mensenrechten.

    Na WO2 tekenden landen van het Oostblok de verklaring niet omdat stalinistische overheden de vonden dat de verklaring de soevereiniteit van de staat onvoldoende erkende. Het belang van de gemeenschap, dus van de staat stond daar ver boven het belang van het individu.

    Vanuit de Islamitische hoek kwam ook kritiek. De conservatieve kritiek verwerpt de verklaring omdat het te Westers is. Op basis van de koran hebben ze zelf mensenrechten opgesteld waarin vermeld staat dat niets in strijd mag zijn met de koran.

    Ten slotte zijn er bepaalde regimes die een eigen opvatting omtrent de verklaring hebben. Vaak is dit om schendingen van de mensenrechten te rechtvaardigen in landen zoals Egypte, Somali en Soedan.

    Deze kritiek mag niet zomaar verwaarloosd worden. Het geeft namelijk de mogelijkheid tot discussie en om de mensenrechten eens vanuit een ander perspectief te bekijken.

    Hoe relevant zijn de mensenrechten in de praktijk:

    Jimmy Carter was het eerste staatshoofd dat de mensenrechten ging inzetten in de internationale politiek. Hij had kritiek op het communistische China, hij wou enkel samenwerken als China vooruitgang zou boeken in het respecteren van de mensenrechten. Hij eiste zo ook democratische hervormingen in landen zoals Vietnam, Laos, Cambodja en Cuba. In de VS werden de mensenrechten een soort politiek en economisch wapen tot aan de val van de Sovjet-Unie (1991).

    Uit verschillende hoeken kwam kritiek op de VS:1. Het selectieve karakter van de Amerikaanse aandacht voor de mensenrechten. Ze handelden

    enkel als het voor hen goed zou uitkomen. Bijvoorbeeld de kritiek op communistische landen en vriendjes zijn met regimes van Isral enz. Verder is er ook Guantanamo Bay waar mensen worden gemarteld etc. Toen de VN een Internationaal Strafhof wou uitbouwen, ging de VS hier natuurlijk tegenin.

    2. De technische kritiek gaat ervan uit dat de mensenrechten iets goed zijn maar dat dit in Afrika niet kan functioneren om de simpele reden dat ze het geld er niet voor hebben.

    3. De principile kritiek gaat ervan uit dat de verklaring een product is van de westerse cultuur en dat dit dus nooit van toepassing kan zijn op andere culturen.