Sabine ern - Netwerkplatform voor professionals werkzaam...

80
W E L B E S C H O U W D V O O R U I T Kop Ondertitel Blockchain Grootboek 2.0 wordt misschien wel groter dan internet Vlucht vooruit Nationale drone-agenda is in aantocht David Pappie Van Shell naar EZ 'Ik heb het nog nooit zo druk gehad' Bram van Oijk keert terug naar politiek Den Haag Sabine Kern Beste Ambtenaar van het Jaar 2016

Transcript of Sabine ern - Netwerkplatform voor professionals werkzaam...

W E L B E S C H O U W D V O O R U I T

Kop Ondertitel

BlockchainGrootboek 2.0

wordt misschien wel groter dan internet

Vlucht vooruitNationale

drone-agenda is in aantocht

David PappieVan Shell naar EZ

'Ik heb het nog nooit zo druk gehad'

Bram van Oijk

keert terug naar politiek Den Haag

7

Sabine KernBeste Ambtenaar van het Jaar 2016

45SPECIAL OVERHEIDSAWARDS

Sabine Kern, concessiemanager

Openbaar Vervoer in Limburg,

is door de jury van de Publiek

Denken Top 100 gekozen tot Beste

Ambtenaar van het Jaar. Ook

werden awards uitgereikt voor de

Overheidsmanager van het Jaar

en Beste Overheidsorganisatie

van het jaar.

24OOG VOOR DE MENS

De politieke comeback van Bram

van Ojik is aanstaande. Na zijn

afscheid van GroenLinks wilde

hij eeen boekhandel beginnen,

maar werd migratiegezant voor

het ministerie van Buitenlandse

Zaken. Op verzoek van Jesse

Klaver stelt hij zich verkiesbaar

voor de komende verkiezingen.

10WELBESCHOUWD

Gemeenten creëren nauwe-

lijks beschutte werkplekken

voor de kwetsbaarste groepen

op de arbeidsmarkt. Reden

voor staatssecretaris Jetta

Klijnsma om met een wette-

lijke verplichting te komen.

Falen gemeenten of hebben ze

gewoon betere oplossingen?

16VOORUIT

Drones: innovatie of overlast? Niemand wil zomaar een drone boven zijn huis hebben hangen. Gebruikers en produ-centen klagen over de overheid, die lijkt te volharden in belem-merende regelgeving. Niet getreurd, want er komt een nationale drone-agenda!

nr. 7 | 2016

2

INHOUD60INNOVATIEBlockchain is veel meer dan een ict-rage en een financiële revolutie. Misschien is het wel groter dan internet. Maar wat is het eigenlijk? Alle complexe technologie terzijde schuivend, komt blockchain neer op een grootboek. Decentraal, waarbij de verschillende onderde-len met elkaar communiceren.

76EINDE VERHAALTien jaar lang gaf ze leiding aan de Dienst Terugkeer en Vertrek. Een ingewikkelde en stressvolle functie. Angstig was Rhodia Maas nooit, ook niet toen extremisten een aantal maanden geleden haar voordeur bekladden. ‘Het streven naar een rechtvaardige samenleving is altijd mijn drijfveer geweest.’

42 PsychologieGebruik van gedragskennis

58 RegeldrukVluchtelingenapp Bureaucrazy

64 GespotVluchtelingenkinderen

66 Jonge wetenschappersWat is legitiem?

72 NotadokterVoerspoor naar de derogatie

07 Lopende Zaken CentraalSuccessen en tegenvallers

20 Het dilemmavan Gérard Bouman, Omgevingsdienst Regio Nijmegen

22 Lopende Zaken Decentraal Successen en tegenvallers

30 CompetentiesStrategisch positie kiezen

32 Buitenland Groene energie in Portugal

29 OMOOCDienstverlening in de informatiemaatschappij

38 RVODuurzaamDoor

40 RVOReflectie van hoogleraar Tine de Moor

65 Big Improvement DayOver wat goed gaat in Nederland

70 VNG/KINGVerkenning Data Lab

36365 DAGENHij stapte over van Shell naar het ministerie van Economische Zaken om leiding te geven aan het Topsectoren en Industriebeleid. David Pappie heeft het nog nooit zo druk gehad: ‘Het gaat hier over meer dan geld verdienen’ en ‘We mogen de industriële strategie van het land mee helpen bepalen.’

Rubrieken Specials74 Facts & figuresActualiteiten in cijfers

Columns

06 Kees VersteeghAmbtelijke loyaliteiten

15 Margo TrappenburgVoltooid leven

75 Kees JansenLang leve de homo ludens!

nr. 7 | 2016

3

Met deze verkiezing wordt de

aandacht gevestigd op een

beroepsgroep die vooral achter

de schermen opereert. We richten

de schijnwerper op ambtenaren

die een excellente prestatie

hebben geleverd. Wie zijn de

succesvolle sleutelfiguren bij de

overheid? En wat maakt hen tot

een voorbeeld voor anderen?

Vanaf 12 juni 2015 kunt u een collega

(of uzelf, dat mag ook!) nomineren voor

de PM Top 100. Wie verdient dit jaar

de titel Beste Ambtenaar? Er wordt

een jury- en publieksprijs uitgereikt.

Daarbij wordt onderscheid gemaakt

tussen rijksoverheid en decentrale

overheden (gemeenten, provincies en

waterschappen) en tussen management,

beleid en uitvoerend/ondersteunend.

Dialoog tafels

Welke kant moet het op met Nederland? Publiek Denken Dialoogtafels bieden u de mogelijkheid

uw visies, inzichten en scenario’s in aanloop

naar de verkiezingen onder een groot aantal

bestuurders en (top)ambtenaren bekend te maken.

Ieder dossier krijgt een eigen Dialoogtafel en bestaat uit:• Expertmeeting• Themamagazine Publiek Denken

Dialoogtafel • Aandacht op Publiekdenken.nl,

e-nieuwsbrief en social media

Met onze Dialoogtafels bereikt u meer dan 80.000 ambtenaren, bestuurders, politici, belangenbehartigers en overige stakeholders.

Op 15 maart 2017 kiezen we een nieuwe Tweede Kamer. In aanloop naar de verkiezingen willen we samen met prominenten uit de overheid, bedrijfsleven en wetenschap een voorzet geven voor een regeerakkoord. Dat doen we in de vorm van een aantal dialoogtafels in januari en februari 2017. Doel: concrete suggesties doen aan het toekomstige kabinet voor dossiers waar wetsvoorstellen zijn ingediend bij de Tweede Kamer. Voorstellen die naar verwachting in de nieuwe regeerperiode in behandeling worden genomen:• herziening belastingstelsel• inrichting arbeidsmarkt• onderwijs• pensioenen• zorg

ORGANISEERT

Wilt u een bijdrage leveren aan de Publiek Denken Dialoogtafels of een dialoogtafel bijwonen? Neem contact op met Asha Narain,

uitgever 06 54 954 112 of [email protected]

W E L B E S C H O U W D V O O R U I T

EDITORIALHeleen Hupkens

MarginaalMijn partner heeft al een jaar of tien de financiële leiding over het bedrijfje en de persoonlijke huishouding van onze hondenuitlaatservice, een kwetsbare, alleen-staande man met een groot hart voor dieren. Na een herseninfarct is hij niet meer in staat goed voor zichzelf te zorgen, met als resultaat een vervuild huis, alcoholproblemen en de nodige schulden. Tegen de verwachting in herstelde hij lichamelijk behoorlijk goed. Goed genoeg in ieder geval om elke dag weer een paar honden uit te laten. En dus pakte hij zijn business weer op.Inmiddels had mijn man een bijstandsuitkering voor hem geregeld. Huilend van opluchting zat hij aan onze keukentafel omdat hiermee een zware last van zijn schouders werd gehaald.Meer dan vier of vijf honden tegelijk uitlaten lukte hem echt niet meer en daar kon hij niet van rondkomen.Maar ja, dat paste niet binnen de regels die de gemeente hanteerde. Hij mocht honden uitlaten, maar alleen als vrijwilliger. Dat wilde onze hondenman natuur-lijk niet. Hij is er hartstikke trots op dat hij zijn eigen onderneming heeft. Echter, een werkloosheidsuitkering met gedeeltelijke sollicitatieplicht was natuurlijk geen optie. Het heeft heel wat mailverkeer en gesprekken gekost, maar uiteinde-lijk wisten ze afspraken te maken waar beide partijen mee konden leven.In 2015 kwam de Participatiewet. In grote paniek kwam onze inmiddels huis-vriend (onze hond is eind 2012 al overleden) ineens de keuken binnen met een brief van de gemeente. Bovenaan stond dat zijn uitkering werd stopgezet. Help! Ergens op pagina 2 stond vermeld dat hij een nieuwe moest aanvragen in verband met de wetswijziging, maar dat had hij er natuurlijk niet uitgehaald. Wij moesten de brief zelfs drie keer lezen voor we begrepen wat er van hem verwacht werd. Echter, een paar weken geleden spande de gemeente helemaal de kroon wat betreft ‘descommunicatie’. Mijn man opende een brief die begon met de zin ‘U bent een marginaal ondernemer', waarna diverse regels opgesomd werden. Wat? Deze kwetsbare, maar trotse man, die zichzelf maatschappelijk overeind houdt door elke dag een paar honden uit te laten, wordt door de gemeente geklassificeerd als een onbelangrijk ondernemer? Klinkt behoorlijk denigre-rend voor de gemiddelde burger, vindt u ook niet? Bij navraag verdedigde de gemeente zich dat dit zo in de wet stond en dat zo'n brief juridisch wel moest kloppen.... Gemeenten, alstublieft, wees bescheiden in het gebruik van beleidstaal bij deze kwetsbare doelgroep. We hebben onze vriend deze brief maar niet laten zien. Ik stuur hem, denk ik, wel door naar de Notadokter...

Wilt u een bijdrage leveren aan de Publiek Denken Dialoogtafels of een dialoogtafel bijwonen? Neem contact op met Asha Narain,

uitgever 06 54 954 112 of [email protected]

nr. 7 | 2016

5

LOPENDE ZAKENKees Versteegh is journalist bij NRC HandelsbladAmbtelijke

loyaliteitenHet debatje ging even snel als het kwam. Annemieke Nijhof, in het jaar 2012 DG Water bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu, maakte juni van datzelfde jaar bekend op te stappen. Bijna twee jaar na de start van kabi-net-Rutte I met gedoogsteun van de PVV, had ze onoverkomelijke problemen met die samenwerking. ‘Door de PVV worden 1,6 miljoen landgenoten collec-tief als fundamentalisten weggezet die onze rechtsstaat bedreigen,’ zei Nijhof. Weggaan om het waterbeleid deed ze niet.De aankondiging van Nijhof, die zich volgens haar website geïnspireerd weet door onder andere Barack Obama en Jezus Christus, oogstte veel reacties. Grotendeels negatieve. Een ongewenste politisering van het neutra-liteitsbeginsel van het ambtenarenapparaat, oordeelde Piet Hein Donner, destijds minister van Binnenlandse Zaken. Toch raakte Nijhof een snaar die opnieuw kan gaan trillen.De PVV staat andermaal hoog in de peilingen. Een substantieel deel van het electoraat heeft onder bepaalde omstandigheden geen probleem met het deporteren van radicale moslims. Of met het dichtgooien van grenzen. Of met het sluiten van moskeeën. Natuurlijk zijn er genoeg redenen te bedenken dat niet in Nederland zal gebeuren waarover in de VS serieus wordt gepraat. De kans op volwaardi-ge PVV-regeringsdeelname lijkt nu nog klein. Maar denken in ondenkbaar-heden is niet alleen een contradictio in terminis. Het is ook riskant, nu de panelen in de naoorlogse liberale orde gaan schuiven. Waarom zou het land van Pim Fortuyn zich daaraan onttrekken?Een jaar voor het terugtreden van Nijhof werden er enquêtes gepubliceerd onder ambtelijke medewerkers. Eén op de drie zei ontslag te overwegen als hij of zij PVV-beleid moest uitvoeren. Laten we er eens van uitgaan dat het niet om makkelijke meningen ging. En laten we ook eens veronderstellen dat PVV-beleid zich als zodanig laat herkennen (is er niet eerder sprake van een glijdende schaal?). Dat zou allemaal betekenen dat er destijds door de respondenten aan betekenisvolle soul searching is gedaan. Wat betekenen ambtelijke loyaliteiten in politiek roerige tijden? Hoe herken ik de daadwer-kelijke uitholling van die liberale orde? Waar werk ik wel aan mee, waaraan niet? En voor degenen die zich eerder door Niccolò Machiavelli laten inspire-ren dan door Jezus Christus: hoe kan ik daarop enige invloed uitoefenen? Misschien is het tijd voor een nieuwe denkexercitie op dit punt.

nr. 7 | 2016

6

LOPENDE ZAKENTekst Maurits van den Toorn

De Algemene Politieke Beschouwingen vormden een soort recensie van Ruttes optreden in Zomergasten, in het bijzonder zijn

uitspraak dat Turkse Nederlanders die geen binding hebben met Nederland maar beter kunnen ‘oppleuren’. Zo’n uitspraak in straattaal is de premier onwaardig, vonden zowel de oppositie als coalitiegenoot PvdA. Gek genoeg leek niemand zich meer te herinneren dat burge-meester Aboutaleb van Rotterdam eerder vrijwel hetzelfde had gezegd over Marokkaanse landgenoten en alom waardering voor zijn duidelijkheid had gekregen. Kennelijk mag een burgemeester zoiets wel zeggen - of is ‘rot toch op’ veel beschaafder? Rutte vond de kritiek uit de Kamer in ieder geval hoogst overdreven, zo bleek uit zijn wegwuivende reactie.

De Eerste Kamer heeft het initiatiefwetsvoorstel van D66 om de rechtspositie van ambtenaren te normaliseren aangenomen. Dit betekent dat de

meeste ambtenaren voortaan onder het normale arbeids-recht komen te vallen; voor politie- en defensiepersoneel gaat een uitzondering gelden. Een paar dagen voor de stemming diende een kort geding dat de Samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel hebben aangespannen tegen minister Plasterk. De bonden eisen ‘een op overeen-stemming gericht open en reëel overleg’ met de minister over het wetsvoorstel en de gevolgen ervan. Ze vinden dat er onvoldoende garantie is dat de ambtenaren er qua arbeids-voorwaarden niet op achteruit gaan. Hoewel de minister niet verantwoordelijk is voor het wetsontwerp, is hij wel degene die het uiteindelijk zal moeten bekrachtigen. De vordering van de ambtenarencentrales werd door de rechter afgewezen.

Binnenlandse Zaken en KoninkrijksrelatiesMinister Plasterk pakt door: gemeenten krijgen straf als ze te weinig asielzoekers met een verblijfsvergunning aan een huis helpen, al wordt het netjes ‘vergoeden van de

schade die het gevolg is van het niet naleven van de wettelijke taak-stelling’ genoemd. Dit blijkt uit een conceptwetsvoorstel dat de minister aan gemeenten en provincies heeft voorgelegd. Het kabinet wil op deze manier gemeenten onder druk zetten om vergunninghou-ders sneller op te vangen. Op dit moment zitten er in azc’s nog meer dan dertienduizend mensen die eigenlijk recht hebben op een woning. Zolang ze in een azc zitten, betaalt het rijk de kosten. De regeling geldt alleen voor gemeenten die er over een langere periode niet in slagen mensen een huis te geven die door het COA al zijn gekoppeld aan deze gemeente. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft ontstemd gereageerd op het voorstel en spreekt van een ‘draconische maatregel’. Draconisch is vooral dat Plasterk de wet met terugwerkende kracht in werking wil laten treden met ingang van 1 juli 2016.

In Lopende zaken kijkt Publiek Denken per departement terug op het afgelopen kwartaal. Welk succes boekte de minister of staatssecretaris en wat pakte minder goed uit of liep anders dan verwacht?

Algemene zakenOf je het wel of niet eens bent met de gang van zaken rond het Oekraïne-verdrag en het referendum: premier Rutte speelt het spel knap (al leverde het hem de zo langzamer-

hand rituele motie van wantrouwen op). De Kamer had geëist dat er op 1 november duidelijkheid zou zijn: de uitslag van het referendum negeren of met een intrekkingswet komen. Op het laatste nippertje slaagde hij erin zes weken uitstel te krijgen. Die tijd is nodig om de andere 27 lidstaten akkoord te laten gaan met een juridisch bindende aanvulling op het verdrag waar de Nederlandse nee-stemmers tevreden mee kunnen zijn, én om de oppositie in de Eerste Kamer over te halen om alsnog met het verdrag in te stemmen. Cruciaal daarvoor is de steun van het CDA, dat in de Tweede Kamer tegen is, maar in de Eerste Kamer mogelijk voor. Rutte heeft het verdrag daarmee tot een probleem voor de oppositie gemaakt. Een mooie prestatie, zo kort voor de verkiezingen.

DefensieDe rechter heeft het ministerie van Defensie in het ongelijk gesteld in een zaak tegen een kapitein met een Ghanese partner die werkte voor de Militaire Inlichtingen- en

Veiligheidsdienst. De veiligheidsgoedkeuring van de kapitein was ingetrokken, omdat zijn partner afkomstig is uit een land waarmee de geheime dienst geen vriendschappelijke verhouding heeft. Daardoor kunnen gegevens over veiligheid en betrouwbaarheid van de partner niet worden gecontroleerd. Volgens de rechtbank bestond er geen

wettelijke basis voor het intrekken van de veiligheidsgoed-keuring. De uitspraak kan betekenen dat meer dan dertig Defensiemedewerkers de afgelopen jaren ten onrechte zijn ontslagen, geschorst of uit hun functie gezet. De raadsman van de kapitein dient op basis van het vonnis en een eerdere uitspraak van de Raad van State namens een aantal van deze gedupeerden een klacht in bij de Nationale Ombudsman.

nr. 7 | 2016

7

FinanciënMinister Dijsselbloem krijgt de steun van de Kamer als hij zijn stempel wil drukken op de samenstelling van het bestuur van ABN Amro. Hij heeft als

aandeelhouder mandaat om invloed uit te oefenen op ‘grote strategische beslissingen’ van de bank, die nog voor 77 procent in handen van de staat is. Onderdeel van zijn bemoeie-nissen is dat er in de nieuwe raad van bestuur van de bank ten minste één vrouw komt te zitten. Dijsselbloem heeft aan de Kamer geschreven dat hij als aandeelhouder een ‘inspannings-verplichting’ vraagt als een staatsdeelneming zoals ABN Amro niet voldoet aan het streefcijfer van 30 procent vrouwen in de raad van bestuur. Als het desondanks niet lukt, dan moet er een ‘grondige verklaring’ komen, waarna hij een ‘nog nadruk-kelijker verzoek’ doet om alsnog het streefcijfer te halen. De raad van commissarissen van de bank heeft die garantie inmiddels al aan de minister gegeven.

Economische ZakenHoewel het goed lijkt te gaan met de opmars van elek-trische auto’s, zal het aantal de komende jaren amper nog groeien. Dit is het gevolg van het besluit van

minister Kamp om geen subsidie te geven op de aanschaf, stellen de ANWB, de Stichting Natuur en Milieu, enkele technische univer-siteiten en bedrijven die actief zijn op de markt voor elektrisch rijden. Veel van de met fiscale aftrekmogelijkheden gekochte elek-trische auto’s die tweedehands op de markt komen zullen bovendien naar het buitenland verdwijnen, voorzien de organisa-ties. Het streven is om in 2020 in Nederland tweehonderdduizend elektrische auto’s te hebben, maar zonder extra prikkels blijft het bij het huidige aantal van ongeveer honderdduizend. Kamp blijft echter bij zijn weigering om een aanschafsubsidie toe te kennen. De effecten ervan zijn volgens hem onduidelijk.

Infrastructuur en MilieuMinister Schultz van Haegen kon begin november in Cadzand-Bad vieren dat de Nederlandse kust weer helemaal ‘superstormproof’ is. Dankzij versterkings-

werk op negen plekken kan de hele Nederlandse kust er weer minstens vijftig jaar tegenaan. Aanleiding voor de werkzaamhe-den was een onderzoek van Rijkswaterstaat in 2003 waaruit bleek dat de kracht waarmee de golven op de kust slaan groter is dan tot dusverre was aangenomen. Het laatste versterkings-project in Cadzand-Bad is meteen ook een mooi staaltje publiek-private samenwerking. Het rijk zorgde voor de aanleg van nieuwe strekdammen, de gemeente Sluis knapte de omgeving op en private investeerders hebben tussen de strek-dammen een jachthaven aangelegd. Eerder werden onder meer de Hondsbossche Zeewering, de boulevard van Scheveningen en de Delflandse kust aangepakt.

Bij de Algemene Financiële Beschouwingen in oktober kwam staatssecretaris Wiebes flink in moei-lijkheden door de grote en dure uitstroom bij de

Belastingdienst. Veel meer ambtenaren dan was voorzien maakten gebruik van een profijtelijke en dure uittredingsrege-ling. Politiek gezien viel het vooral niet goed dat het probleem ineens zo’n 70 miljoen euro meer bleek te kosten dan was geraamd. Als gevolg van de kritiek plaatste Wiebes de Belastingdienst onder curatele. De dienst verliest de eigen raad van bestuur en gaat voortaan via een directeur-generaal rechtstreeks onder het ministerie van Financiën vallen. Hoe erg het precies is, zal in januari blijken, want dan pas kan Wiebes de door de Kamer gevraagde ‘continuïteitsrapportage’ leveren. Blijft de vraag hoe het kan dat het ambtelijk management, dat de uitstroomregeling heeft ontworpen, niet heeft voorzien dat het zo uit de hand zou kunnen lopen.

Staatssecretaris van Dam is in de problemen gekomen met zijn fosfaatrechtenplan voor de Nederlandse landbouw. De Europese

Commissie is met dat plan niet akkoord en de staatssecre-taris zou daar volgens het CDA al op 7 juli van op de hoogte zijn gesteld. Begin december zei hij nog in een debat met de Tweede Kamer dat pas in september bleek dat de Europese Commissie niet akkoord ging. Een voor-lichter van het ministerie van Economische Zaken ontkent dat Van Dam de Tweede Kamer verkeerd heeft geïnfor-meerd. Volgens hem waren er inderdaad al eerder gesprekken met de Europese Commissie, maar is pas in september duidelijk geworden dat Brussel te grote bezwaren had.

Het voornemen van staatssecretaris Dijksma om ProRail om te vormen van een NV tot een zelfstandig bestuursorgaan krijgt veel kritiek. Zelden waren spoor-

vervoerders, vakbonden en reizigersorganisaties het zo met elkaar eens, terwijl er ook in de Tweede Kamer vragen werden gesteld over nut en noodzaak van de operatie. Gevreesd wordt dat deze operatie opnieuw leidt tot een organisatie die vooral met zichzelf bezig is. Net nu de spoorsector een beetje op orde lijkt te zijn en ProRail een nieuwe daadkrachtig directie heeft. Dijksma weet echter van geen wijken. De infrastructuur van het spoor is een publieke zaak en moet daarom dicht tegen de overheid zitten, juist om meer marktwerking mogelijk te maken, vindt ze. Bovendien moet zij vaak verantwoording afleggen aan de Kamer over de gang van zaken rond het spoor, dus het is logisch dat ze daar directer verantwoordelijk voor wordt dan nu het geval is.

Successen en tegenvallers per departement

nr. 7 | 2016

8Lo

pen

de

zake

n

Onderwijs en WetenschapNa alle eerdere heisa kreeg het betrekkelijk weinig aandacht, maar het is staatssecretaris Dekker uitein-delijk toch gelukt: eind oktober stemde de Eerste

Kamer in met zijn Mediawet. Hiervoor was wel een stevige verbouwing nodig nadat de senaat het wetsvoorstel dit voorjaar dreigde te verwerpen. Dekker is tegemoet gekomen aan een aantal bezwaren. Zo worden bestuurders in de raad van toezicht en de raad van bestuur van de NPO niet rechtstreeks benoemd door de staatssecretaris, zoals hij aanvankelijk beoogde. De NPO krijgt in de nieuwe Mediawet meer zeggenschap over radio en tv en de directe invloed van de politiek zou daardoor de jour-nalistieke onafhankelijkheid in gevaar kunnen brengen, vreesde de Eerste Kamer. Het was dan ook niet handig dat er ten tijde van de behandeling enkele partijgenoten van Dekker in die functies waren benoemd.

Veiligheid en JustitieOngekend: de politie die aangifte doet tegen de (ex-)voorzitter van de eigen Centrale Ondernemingsraad van de Nationale Politie

vanwege het uitgavenpatroon van de COR. Grote delen van het budget zijn onrechtmatig en ondoelmatig besteed en aanzienlijke geldbedragen zijn verspild. Ook ongekend: een onderzoek naar de rol van voormalig korpschef Gerard Bouman bij het toezicht op die uitgaven. Minister Van der Steur reageerde snel op het interne onderzoek van de politie en kondigde vrijwel direct een extern onderzoek aan. Politiek gezien was dat een meesterzet, want de minister kan nu zelf bepalen wie dat onderzoek gaat uitvoeren en hoe ver het zich dient uit te strekken. De oppositie heeft het wel voor elkaar gekregen dat ook de rol van de minister zelf wordt onderzocht, wat in dit geval minister Opstelten betekent.

Sociale Zaken en WerkgelegenheidMinister Asscher heeft van de Raad van State ongelijk gekregen met zijn strenge interpretatie van het in oktober 2014 gesloten Convenant Aziatische Horeca, in de

wandeling bekend als het ‘wokakkoord’. Volgens dat convenant konden twee jaar lang ruim drieduizend koks uit Azië aan de slag in Nederland via een tijdelijke werkvergunning. Als tegenprestatie beloofde de sector om honderden Nederlandse koks op te leiden in de Aziatische horeca. Werkgevers die in de afgelopen vijf jaar een boete

Volksgezondheid, Welzijn en SportMinister Schippers wil dat alle tarieven voor behandelin-gen in de zorg openbaar en inzichtelijk worden voor verze-kerden. Zorgverzekeraars, ziekenhuizen en andere

zorgaanbieders moeten van haar ‘open kaart spelen’, zodat de patiënt inzicht krijgt in de kwaliteit én prijs van zorgbehandelingen en op grond daarvan een keuze kan maken. Mogelijk worden alle afspraken tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars op het gebied van zorginkoop openbaar. Voor patiënten is dat vooral interessant als

Een groot deel van de Tweede Kamer, waaronder coali-tiepartner VVD, is niet te spreken over de op Prinsjesdag aangekondigde plannen van minister Bussemaker om de

regels voor het onderhoud en restauratie van particuliere monumen-ten te veranderen. In plaats van de huidige fiscale aftrekmogelijk-heid voor restauraties zou er van de minister een subsidieregeling moeten komen. Adder onder het gras is dat daarvoor veel minder geld beschikbaar komt: er wordt nu jaarlijks voor ruim 90 miljoen euro aan restauratiekosten afgetrokken, terwijl er aan subsidie maar 32 miljoen euro beschikbaar komt. Bussemaker houdt ondanks de kritiek voet bij stuk, omdat de huidige regeling volgens haar te vaak wordt gebruikt voor een nieuwe keuken of een nieuwe vloer. Als gevolg van de kritiek besloot de minister half november om het voorstel aan te houden en mee te nemen met de herziening van het hele stelsel van monumentenzorg in 2018.

In het licht van het voorgaande is het klein bier, maar minister Van der Steur ligt onder vuur vanwege een feestje dat hij eerder dit jaar in de ambtswoning van de Nederlandse ambas-

sadeur in Parijs heeft gegeven, zonder dat hij voor die locatie heeft betaald. De catering kwam wel voor zijn rekening. Voor dergelijke feesten en partijen zijn geen regels vastgesteld, luidde de reactie van het ministe-rie van Buitenlandse Zaken. Ministers hebben het recht om gratis te slapen in ambassadeurswoningen, maar ze mogen er niet zomaar privéactiviteiten houden. De vraag is nu of het een privéactiviteit was - een verlovingsfeestje, aldus de oppositie - of een activiteit voor een goed doel, te weten fondsenwerving voor het nationaal muziekinstrumentenfonds, aldus de minister. Het merkwaardigste aan de gang van zaken is dat Van der Steur, die sinds 2010 op het Binnenhof rondloopt, nog steeds te weinig politieke feeling heeft om te voorzien dat zo’n feestje onder het mom van ‘misbruik van gemeenschapsgeld’ lekker door oppositiepartijen kan worden opgestookt tot een heuse affaire.

van de Inspectie SZW hadden gekregen voor overtreding van de arbeidswetgeving mochten van de minister niet meedoen. De Raad van State heeft nu bepaald dat dit zo niet in het akkoord staat en bevestigde daarmee een eerdere uitspraak van een lagere rechter. Het ‘wokak-koord’ is eind september voor drie jaar verlengd, maar het aantal vergunningen voor Aziatische koks gaat wel gefaseerd omlaag.

het gaat om behandelingen die binnen het eigen risico van 385 euro vallen. Het voornemen heeft ook kritiek geoogst van twee hoogleraren gezondheidseconomie. Zij stellen dat patiënten kunnen denken dat een hogere prijs ook een hogere kwaliteit betekent. Dat zou in het ergste geval een prijsopdrijvend effect kunnen hebben, het tegenovergestelde van wat de minister beoogt.

nr. 7 | 2016

9Lo

pen

de za

ken

nr. 7 | 2016

10W

elbes

chouw

d

Sociale werkvoorziening

op de schop

Gemeenten slagen er nauwelijks in beschutte werkplekken te creëren voor de kwetsbaarste groep op de arbeidsmarkt, een taak die ze in het kader van de Participatiewet hebben overgenomen van de sociale werkvoorzie-ning. Afgelopen voorjaar telde de Inspectie SZW 115 beschutte werkplekken, terwijl het er eind dit jaar 3200 zouden moeten zijn. Reden voor staatsse-cretaris Jetta Klijnsma om met een wettelijke verplichting voor gemeenten te komen. Maar dat druist in tegen de decentralisatiegedachte, vindt onder andere de Raad van State, die het wetsvoorstel ontraadt. Falen gemeenten of hebben ze betere oplossingen? En wat zijn de gevolgen voor de doelgroep?

Gemeenten onderschatten nieuwe taak

Het achterblijven van het aantal beschutte werkplekken is een streep door de rekening van het kabinet. Met de Participatiewet beoogt het juist meer mensen aan werk te helpen. Deze wet combineert de doelgroe-

pen van de voormalige Wet sociale werkvoorziening (Wss) en Wet werk en bijstand (Wwb). De Wajong blijft alleen bestaan voor jonggehandicapten die nooit zullen kunnen werken; de rest van deze doelgroep valt nu ook onder de Participatiewet. Als leidraad hanteert het kabinet dat iedereen naar vermogen moet werken. Wie niet in staat is zelfstandig het minimumloon te verdienen, komt in aanmerking

voor gesubsidieerde arbeid. In het sociaal akkoord van 2013 hebben kabinet, gemeenten en sociale partners afgesproken dat er behalve dertigduizend beschutte werkplekken honderdvijfentwintigduizend garantie-banen komen voor mensen met een arbeidsbeperking: honderdduizend bij bedrijven en vijfentwintigduizend bij de overheid. In 2026 moeten deze aantallen extra banen zijn bereikt. Als werkgevers in gebreke blijven, komt er een verplicht quotum voor alle bedrijven en organisaties met 25 of meer medewerkers. Tot nu toe ligt de naleving van deze banenafspraak op schema. Dit is vooral te danken aan het reservoir Wajongers en WSW’ers waaruit werkgevers kunnen

Tekst Simon Kooistra Beeld Aad Goudappel

nr. 7 | 2016

11W

elbesch

ouw

d

putten, maar dat is eindig. Om ook op langere termijn aan de banenafspraak te kunnen voldoen, zullen meer werkgevers aan de bak moeten. Slechts 5 procent van alle bedrijven heeft mensen met een beperking in dienst. Als de overige 95 procent het laat afweten, is een quotum onvermijdelijk. Verder kan de procedure eenvoudiger. Voor toelating tot het doelgroepenregister is een indicatie van het UWV nodig. Dat brengt veel bureaucratische rompslomp met zich mee. Eén van de drie voorgedragen kandida-ten krijgt geen indicatie.

BegripOm de banenafspraak sneller te realiseren komt staatssecretaris Klijnsma met de praktijkroute op de proppen, die het mogelijk maakt om een loon-waardemeting op de werkplek te doen, zodat sneller kan worden vastgesteld of een werknemer tot de doelgroep behoort. Bovendien mogen werknemers zelf ook een aanvraag indienen om in het register te worden opgenomen. De praktijkroute is toege-voegd aan het wetsvoorstel dat gemeenten verplicht beschut werk aan te bieden. Aan die verplichting tilt Klijnsma zwaar. Het is volgens haar een noodzakelijke maatregel om de transitie van de sociale werkvoorziening te laten slagen. De Raad van State denkt daar heel anders over. Die heeft begrip voor de terughoudendheid van gemeenten om beschutte werkplekken aan te bieden, gezien de risico’s van langdurige verplich-tingen, zoals een vast dienstverband. Je weet niet hoe budgetten zich in de toekomst ontwikkelen. Sommige gemeenten kiezen daarom voor arbeids-matige dagbesteding als alternatief, een voorziening in het kader van de Wmo. Niets mis mee, oordeelt de Raad van State, die beschut werk slechts als één van de mogelijke instrumenten beschouwt. Gemeenten hebben na de decentralisatie van taken in het sociale domein immers meer beleidsvrijheid gekregen. Ze hebben sindsdien een breed palet aan middelen die ze op maat kunnen toepassen. Daarbij kijken ze niet alleen naar de werksituatie, maar bijvoorbeeld ook naar de gezinssituatie, huisvesting, gezondheid en draagkracht. Er is nog te kort ervaring opgedaan

met de Participatiewet en er zijn nog te weinig cliënten om de balans te kunnen opmaken van de inzet van diverse instrumenten. Om die reden pleit ook de Raad van State ervoor dat gemeenten meer tijd krijgen om op hun eigen wijze aan de doelstellin-gen van de Participatiewet te voldoen.Erg hard lopen gemeenten nog niet. Volgens de Inspectie SZW heeft zo’n 60 procent tot nu toe geen enkele beschutte werkplek gecreëerd. Misschien omdat ze de voorkeur geven aan andere instru-menten, maar vaak ook uit onmacht, omdat ze de doelgroep onvoldoende kennen. Die kennis is wél

Tips voor een nieuw kabinet:• Geef gemeenten voldoende

beleidsvrijheid om de Partici-patiewet uit te voeren. Wees helder over de doelstellin-gen, maar geef ruimte voor maatwerk bij de inzet van diverse instrumenten. Sta toe dat ook in-strumenten van de Wmo worden ingezet om mensen aan het werk te helpen en te houden.

• Ontdoe de banenafspraken en de regeling voor beschut werk van onnodige bureaucratische obstakels. Maak de indicatie voor het doelgroepenregister zo eenvoudig mogelijk. Heroverweeg de rol van het UWV hierin en zorg er ten minste voor dat er een betere afstemming komt tussen UWV en gemeenten.

• Geef het goede voorbeeld aan gemeenten en zorg dat er bij het rijk ook een substantieel aantal garantiebanen komt voor mensen met een arbeidsbeperking.

• Formuleer een visie op de relatie tussen arbeid en inkomen. Moet iedereen die daartoe in staat is betaalde arbeid verrichten of wordt het tijd voor een basisinkomen?

• Onderzoek welke instrumen-ten voor de onderkant van de arbeidsmarkt effectief zijn en leer van buitenlandse voorbeelden. Faciliteer een kenniscentrum dat hierover informatie verzamelt en onderzoek entameert.

‘Slechts 5 procent van alle bedrijven heeft mensen met een beperking in dienst’

nr. 7 | 2016

12W

elbes

chouw

d

aanwezig bij sociale werkbedrijven, maar dreigt verloren te gaan omdat veel van die bedrijven als gevolg van de stelselwijziging worden geliquideerd. Gemeenten moeten het stokje overnemen, maar onderschatten hun nieuwe taak. Een bekende klacht, die bijvoorbeeld ook wordt geuit over de jeugdzorg, een andere nieuwe taak van gemeenten.Daarbij komt dat het niet zo simpel is nieuwe beschutte werkplekken te bedenken. Veel bestaand personeel, zoals bodes, kantinemedewerkers en assis-tenten voor kopieer- en archiefwerk, komt al uit de sociale werkvoorziening. Welke nieuwe banen kun je daaraan toevoegen?

MelkertbaanSommige gemeenten experimenteren met nieuwe werksoorten. Zo hebben Amsterdam en Den Haag de Melkertbaan uit de jaren negentig in een nieuw jasje gestoken. Niet als doorstroombaan, wat destijds jammerlijk mislukte, maar als structureel werk waarvoor de gemeente aanvullende financiering biedt. Amsterdam heeft 10 miljoen euro vrijgemaakt voor vijfhonderd mensen met afstand tot de arbeids-markt die in werkbrigades klussen doen die anders blijven liggen, zoals het aanleggen van extra groen-stroken, extra veegbeurten en het wegwerken van achterstallig onderhoud. Via het SW-bedrijf Pantar krijgen de medewerkers een tijdelijk contract voor zes maanden tegen het minimumloon, zodat ze meteen uit de bijstand komen. Bij goed functioneren kan het contract worden verlengd. Den Haag wil op soortgelijke wijze duizend langdurig werklozen inhuren voor zogeheten STiP-banen (Sociaal Traject in Perspectief). Die kunnen aan het werk bij organisaties met een maatschappelijk doel. De gemeente vult de uitkering aan tot het mini-mumloon. Bij dit soort initiatieven vervaagt de grens tussen beschut werk en een garantiebaan. Dat past dus uitstekend in de decentralisatiegedachte. Mensen met een arbeidsbeperking zijn gebaat bij een zo regulier mogelijke baan. Dat bespaart hun het stigma van tweederangs werknemer. Gemeenten, maar ook andere overheden, zouden hier nog meer aan kunnen doen. Waarom schoonmakers niet in

dienst nemen in plaats van dit werk uit te besteden. Of een schoonmaakbedrijf inhuren dat veel mensen met een arbeidsbeperking in dienst heeft (social return).

BasisinkomenVerder kijkend naar de toekomst, kun je je afvragen of de koppeling tussen arbeid en inkomen houdbaar is. Werken naar vermogen is een mooi principe, dat voor het eerst met succes is gehanteerd bij de uitvoe-ring van de Wet werk en bijstand. Maar zijn er straks voldoende banen? De oprukkende robotisering maakt veel werk overbodig. Weliswaar komt er ook werk bij, bijvoorbeeld in de sfeer van de persoonlij-ke dienstverlening, maar dat zijn doorgaans geen volwaardige banen. Daarom gaan steeds meer stemmen op voor een basisinkomen, waarbij elke volwassene een gegarandeerd inkomen krijgt en daarbovenop betaald werk mag verrichten. Enkele gemeenten hebben toestemming gekregen hiermee te experimenteren in het kader van de bijstand. Een basisinkomen verlost het stelsel van veel bureau-cratie en geeft mensen de ruimte mantelzorg en andere vormen van onbetaalde arbeid te verrichten, die wel maatschappelijk, maar geen economisch nut hebben. Daar valt tegenin te brengen dat een inkomen zonder tegenprestatie niet voor iedereen activerend werkt. Bovendien is het de vraag waarvan het betaald moet worden. Toch zal het idee naar verwachting een rol gaan spelen in het debat over betaald werk in het algemeen en gesubsidieerde arbeid in het bijzonder. n

Tips voor gemeenten:• Probeer niet zelf het wiel uit te

vinden, maar maak gebruik van ervaringen die zijn opgedaan door SW-bedrijven en (andere) sociale ondernemingen.

• Maak gebruik van social return bij de inkoop van producten en diensten. Bedrijven met arbeids-beperkte werknemers hebben dan een streepje voor.

• Wacht niet lijdzaam af welke eisen de rijksoverheid stelt aan beschutte werkplekken en garantiebanen, maar ga in gesprek over mogelijke varianten die de meeste kans van slagen hebben en probeer die zo praktisch mogelijk te regelen.

‘Als werkgevers in gebreke blijven, komt er een verplicht quotum’

Het artikel is mede gebaseerd op gesprekken met Jan-Jaap de Haan (Cedris), Martin Heeke-laar (Berenschot) en Frans Kuiper (Stimulansz).

nr. 7 | 2016

13W

elbesch

ouw

d

Bel of mail Asha Narain voor een oriënterend gesprek over de mogelijkheden: 06 54 954 112 of [email protected]

Publiek Denken, het platform voor de publieke professional, daagt ambtenaren en bestuurders uit hun

bestuurlijke visie verder te ontwikkelen en te reflecteren op het eigen ambtelijk denken en handelen.

Word partner van Publiek Denken!

Adverteer in het kwartaalmagazine en op

de website. U bereikt meer dan 3000 topambtenaren,

overheidsmanagers en bestuurders bij rijk, provincies,

gemeenten en zbo's.

Profileer uw dienstverlening in een inhoudelijk artikel in

print en online. In deze specialpagina’s kunt u

uw visie uiteen zetten en kennis delen.

Word partner en publiceer specialpagina's

in iedere editie. En op de website kunt u

onbeperkt uw klantcases, blogs, en overige

berichten publiceren.

321

COLUMNMargo Trappenburg

Margo Trappenburg is hoogleraar Grondslagen van het Maatschappelijk Werk aan de Universiteit voor Humanistiek en hoofddocent Bestuurs- en Organisatie-wetenschap aan de Universiteit Utrecht.

Wat als ‘voltooid leven’ een groot succes wordt?

Het zou gaan om een kleine groep mensen. Niet ziek. Niet dementerend. Alleen heel erg oud en der dagen zat. Volledig autonoom, niet onder druk gezet door familie of andere verzorgers. Een persisterende doodswens, maar geen indicatie voor eutha- nasie. Die mensen mogen we niet in de kou laten staan vindt het kabinet.Vraag voor in de verkiezingstijd. Stel dat we deze mogelijkheid aanbieden: een milde dood op bestelling na een toets door een stervensbegeleider, zonder specifieke leef-tijdsgrens. Dat zou best eens een gat in de markt kunnen zijn. Persoonlijk zie ik enorm op tegen oud worden in de participatiemaatschappij: geleidelijk aan steeds verder aftakelen en navenant een steeds grotere belasting worden voor mijn familie, buren en voor goedwillende vrijwilligers (ik sluit niet uit dat ze met grote toewijding en liefde voor me zouden zorgen, maar het pure feit dat ik hen zo tot last zou worden vind ik angstaanjagend). Ik zie er niet zó erg tegen op dat ik er wanhopig van word en voor een dramatische zelfdoding (trein, touw) moet je wanhopig zijn. Maar ik zie er wel degelijk tegen op en de voltooidlevenregeling lijkt mij een heel mooie manier om aan mijn lot te ontkomen. Een soort preventieve euthanasie voordat ik blind, doof, slecht ter been, dementerend of een combinatie van al die dingen ben. Een afslag voor de misère begint. Een uitweg om niet afhankelijk te hoeven worden. Ik ben altijd een heel gemiddelde Nederlander geweest, dus ik sta hierin vast niet alleen.

Vandaar mijn vraag: stel dat deze regeling een groot succes wordt, wat zeggen politici en beleidsmakers dan over tien, vijftien, twintig jaar:

• We hebben met de voltooidlevenregeling veel meer mensen een plezier gedaan dan wij vermoedden toen we haar invoerden?

• De regeling was natuurlijk niet zo bedoeld, maar bleek eigenlijk ook een heel goede oplossing voor de vergrijzing?

• Stervensbegeleider werd een nieuw beroep voor veel hulpverleners die hun baan kwijtraakten door de participatiemaatschappij?

• Oud worden was niet langer een noodlot, oud worden werd een keuze?

Mogen we daar nu vast over nadenken en niet pas over tien, vijftien of twintig jaar?Bel of mail Asha Narain voor een oriënterend gesprek

over de mogelijkheden: 06 54 954 112 of [email protected]

nr. 7 | 2016

15

nr. 7 | 2016

16Vo

oru

it

De ontwikkeling van drones biedt volop kansen voor de BV Nederland. Maar soms geven de onbemande vliegtuig-jes overlast. En je vraagt je af: hoe moeilijk is het om een drone van een bom te voorzien. Gebruikers en produ-centen klagen over de overheid, die lijkt te volharden in belemmerende regelgeving. Niet getreurd, een nationale drone-agenda is in aantocht.

Nederland in voorhoede met veelbelovende dronetechnologie

Inspecties van bruggen en dijken, infra-roodopnames van akkers om de groei van gewassen te volgen of het uitvoeren van luchtmetingen. Drones zijn niet te stuiten. Ze zijn niet alleen efficiënt, het scheelt tijd

én kosten. Het kabinet heeft de dronetechnolo-gie tot veelbelovend verklaard. In een uitgebreide Kamerbrief van eind september schrijven vier departementen vol lof over deze kansrijke bedrijfstak. Ook de politie experimenteert al volop met drones, maar zet ze nog niet in. ‘Het is absoluut een ontwikkeling die voor ons van belang is,’ zegt Michel Baeten. Het hoofd Operatiën bij de Landelijke Eenheid van de Nationale Politie en

portefeuillehouder onbemande luchtvaart ziet toepassingen te over, van het filmen van een ongeval of een plaats delict tot het zoeken van vermiste personen. ‘Onze organisatie is gretig. Veel politiemensen zien de kansen en willen dit heel graag gaan doen. Maar er komt wel wat bij kijken. Er kleven tal van juridische implicaties aan als het gaat om opsporing. Denk ook aan privacy-aspecten, een zeer wezenlijk element in de discussie. Niemand wil zomaar een drone boven zijn huis hebben hangen.’ Baeten wil medio volgend jaar een visie hebben opgesteld en afgestemd met de minister, om daarna tot de aanschaf van drones en de grootschalige uitrol in het veld over te gaan.

Tekst Pieter van den BrandBeeld Shutterstock

Vlucht vooruit

nr. 7 | 2016

17Vo

oru

it

Niet in de laatste plaats wil de politie voorbereid zijn op de negatieve kanten van de vliegende nieuw-komers. ‘We zien dat drones ongelukken kunnen veroorzaken. Er zijn genoeg incidenten. Soms levens-gevaarlijk.’ Het tegengaan van dit soort dreigin-gen vraagt om maatregelen. Dus prikkelt de politie samen met het ministerie van Veiligheid en Justitie tal van innovaties om gevaarlijke drones te onder-scheppen, zoals stoorzenders en antidrone-drones met vangnetten. Tot de verbeelding spreken de roof-vogels in dienst van de politie, die drones uit de lucht pikken. ‘Dat vind ik zelf een mooie oplossing,’ zegt Baeten.

HobbyvliegersHet aantal hobbyvliegers met drones is explosief gegroeid. Geschat wordt dat er in ons land zo’n honderdtwintigduizend recreatieve dronevliegers zijn. Drones zijn makkelijk in aanschaf en niet duur. Je koopt ze al in de elektronicazaak of bij Wehkamp (1250 modellen). Voor een paar honderd euro heb je een drone die een prima HD-camera aan boord heeft. En ze zijn gemakkelijk te bedienen met tablet of smartphone. De hobbyisten tarten het luchtruim. In april werden twee bestuurders van drones aangehouden, die het vliegverkeer rond Schiphol hinderden. Het is wachten tot de eerste doden vallen, piepte de Vereniging van Verkeersvliegers. Maar staatssecreta-ris Dijksma van Infrastructuur en Milieu is al bezig met beperkende regelgeving. De strengere regels voor hobbyvliegers komen er nog voor de jaarwisse-ling aan.In juli van dit jaar werd het professionele gebruik van drones juist gemakkelijker. Drone-eigenaren die een centje bij willen verdienen met het schieten van foto’s of promofilmpje voor een bedrijf, hebben nog maar een ‘light brevet’ nodig. Hiervoor geldt alleen de plicht van een theorie-examen. Voor de grote drone-operators daarentegen gelden talrijke wette-lijke eisen. ‘En daar hangt een flink hoger prijskaartje aan,’ zegt Norbert Stellaard. De dronespecialist werkt voor een bedrijf, dat drones voor allerlei zakelijke

diensten inzet, van videoproducties tot 3D-inspecties voor bijvoorbeeld bouwbedrijven en de petrochemi-sche industrie. ‘De kosten voor cursussen, trainingen en het aanvragen van een vergunning bij de overheid zijn hoog, zo’n twaalfduizend euro. Al onze mede-werkers moeten een vliegopleiding volgen en onze drones moeten gecertificeerd zijn. In de light- categorie is geen opleiding nodig en de drone hoeft niet gekeurd te zijn. Hij kan zo van de Mediamarkt komen.’ Ondanks de veel hogere eisen mogen drone-ope-rators met een uitgebreid brevet niet echt veel, verzucht Stellaard. ‘Wij zitten in de omgeving van Rotterdam, maar vanwege de luchthaven is het grootste deel van de stad voor ons verboden gebied.’ Laatst wilde Stellaard cruiseschip Harmony of the Seas filmen bij binnenkomst bij Hoek van Holland. ‘We waren ’s ochtends al om drie uur opgestaan, maar het schip was vroeger. Onze drone kon niet opstijgen, want als het nog donker is mag je de lucht niet in. Naast ons stonden tientallen hobbyisten die hun drone allang boven het schip hadden hangen. Dat is net zo goed verboden. Maar als zo’n amateur gesnapt wordt, krijgt hij een boete van een paar honderd euro. Als wij worden betrapt, plegen we een economisch delict. Daar staat een boete van bijna achtduizend euro op. Vervolgens ben je je apparatuur en je licentie kwijt. Erg frustrerend.’

AngstStellaard schrijft de strikte regelgeving vooral toe aan angst. Angst bij de overheid, doordat er nog zo weinig bekend is van drones. ‘Het gevaar van terrorisme is het probleem niet. Dat hou je toch niet tegen. Het punt is juist dat er nog weinig informatie beschik-baar is over wat het risico’s van merken en modellen drones zijn. Hoe groot is de kans dat zo’n type neerstort of iets kan raken? Dat soort kennis wordt zoetjesaan opgebouwd, maar tot die tijd zie je dat de overheid huiverig is om drone-operators als wij meer rechten te geven.’Wat ook geldt voor het testen van dronetech-nologie. Tot nu toe is er één testcentrum in de Noordoostpolder. ‘Om nieuwe modellen in de markt te zetten, moet we ontwikkelde technologie snel kunnen valideren, ook op veiligheid, voordat ze in de verkoop gaan,’ zegt jurist Timothy van Langeveld van Aerialtronics (een bouwer van professione-le drones), en bestuurslid van branchevereniging DARPAS (kort voor de Dutch Association for Remotely Piloted Aircraft Systems). ‘Het grootste manco,’ stelt Van Langeveld, ‘is dat de drone wettelijk gezien een luchtvaartuig is. Voor een vaste testlocatie is een luchtvaartregeling nodig en daar gelden omvangrij-ke en tijdrovende procedures voor. Je bent zo een half jaar verder. Die termijn is killing voor innovatie. We

‘Niemand wil zomaar een drone boven zijn huis hebben hangen’

nr. 7 | 2016

18Vo

oru

it

zien dat zowel de landelijke als de regionale overheid niet geneigd is vrijstelling te geven. Dat werkt verlammend.’

Drone-agendaDirecteur-generaal Bereikbaar heid Mark Frequin van het ministerie van Infrastructuur en Milieu erkent de zorgen van de drone-industrie. Frequin heeft de afgelopen maanden alle belanghebbenden, van bedrijven en toezichthouders tot kennisinstellingen, om zich heen verzameld. Hij wil zo snel mogelijk een nationale drone-agenda opstellen - De Vlucht Vooruit gedoopt - om de drempels voor professionele drone- vliegers te slechten. De eerste aanzet is al gedaan. ‘We willen het aantal testzones uitbreiden en expe-rimenten toestaan met bijvoorbeeld vliegen buiten daglicht of buiten zicht, wat juridisch nu niet kan. Ik denk dat we daar in korte tijd een oplossing voor kunnen vinden.’ Het ambitieniveau is hoog. ‘Met wat er nu allemaal in Nederland gebeurt zitten we in de voorhoede van Europa. We willen aan de voorkant van de vernieuwing blijven.’De landelijke overheid is beslist progressief en bereid met de branche mee te denken, reageert Van Langeveld, ‘maar als we dit tempo aanhouden, schieten we ondanks alle progressie maar weinig op. Wij zijn een nieuwe industrie die gebaat is bij een totaal nieuw reguleringskader. We weten nu dat de

bestaande regelgeving nooit de gewenste ruimte voor groei en innovatie kan bieden. En dat is tenslotte wat de overheid toch ook zelf zegt te willen.’Politiechef Baeten zegt het begrijpelijk en redelijk te vinden dat de regelgeving streng is, ‘maar ik snap ook dat de ontwikkeling van drones belangrijk is en ook passend is bij een land als Nederland. Dat heeft het kabinet juist gezien. De behoefte om deze snelle ontwikkeling te beheersen is echter gerechtvaar-digd. En een incident met dodelijke slachtoffers is een grotere belemmering voor deze industrie dan regelgeving. De kunst zal zijn de gulden middenweg te vinden. Je moet de ontwikkeling van drones reguleren maar niet begrenzen. Dan help je de voor-uitgang.’ n

‘De strikte regelgeving is vooral een kwestie van angst’

Het grootste manco is dat de drone wettelijk gezien een luchtvaartuig is

nr. 7 | 2016

19Vo

oru

it

De Omgevingswet integreert 26 wetten die nu gelden op het gebied van bouwen, milieu, waterbeheer, ruim-telijke ordening, monumen-

tenzorg en natuur. Wie nu bijvoorbeeld een bedrijfspand wil bouwen, krijgt bij een vergunningsaanvraag te maken met tal van instanties, van gemeente tot waterschap en van Omgevingsdienst tot provincie. Elke instantie beoordeelt een ander deelaspect.

Aan tafel ‘Die gang van zaken volstaat vandaag de dag niet meer,’ aldus Bouman. ‘Procedures duren te lang, burgers eisen meer transparantie en willen meer informatie. De huidige manier van vergunningen verlenen is te verbrokkeld en te omslachtig.’ Met de Omgevingswet wil de overheid het systeem eenvoudiger en beter maken. Ook moet de nieuwe wet de plannen voor ruimtelijke ordening, milieu en natuur beter op elkaar afstemmen.

Bij de ODRN werken circa honderd werk-nemers, veelal specialisten op het gebied van bouwen, luchtkwaliteit, veiligheid, welstand en geluidhinder. Zijn die op de nieuwe situatie voorbereid? ‘De nieuwe wet vergt een enorme omslag,’ aldus Bouman. En daar zit meteen zijn dilemma: zijn werknemers functioneren op dit moment goed, maar de nieuwe wet vraagt heel andere vaardigheden van hen. ‘Straks moeten we in één afweging een vergunning afgeven. Hiervoor moeten we eerst heel veel informatie van allerlei instanties boven tafel zien te krijgen, anders kun je geen welover-wogen besluit nemen. We zullen dus voortdurend met veel partijen om de tafel moeten. Al die adviseurs en technici werken nu vanuit hun eigen vakkennis en moeten straks vooral communice-ren met andere partijen en belangen-groepen, conflicten moeten oplossen en tegengestelde belangen moeten verenigen.’Deze nieuwe manier van werken wordt dus een behoorlijke uitdaging. ‘We

Nieuwe wet = andere vaardigheden

Directeur Omgevingsdienst Gérard Bouman

Het worden volgens directeur Gérard Bouman spannende tijden voor de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN). Met de invoering van de

nieuwe Omgevingswet in 2019 gaat er veel veranderen voor zijn organi-satie. Een goede zaak, vindt hij, maar tegelijkertijd ziet hij een dilemma:

‘Onze medewerkers zullen heel andere vaardigheden moeten gebruiken. Adviseurs en technici die nu vanuit hun eigen vakkennis werken moeten straks communiceren met diverse partijen, conflicten oplossen en tegen-

gestelde belangen verenigen.’

SUCCESSEN ONTRAFELD

Welk verhaal zit er achter het succes van onze ambtelijke collega’s?

Welke afwegingen maken ze en welke dilemma’s komen ze tegen op hun

pad naar succes? Gérard Bouman is directeur van

de Omgevingsdienst Regio Nijmegen. Met de nieuwe Omgevingswet

wordt straks een beroep gedaan op heel andere vaardigheden van zijn

medewerkers. Zijn ze hier-voor geëquipeerd?

Dilemma’s in ambtelijk vak manschap

nr. 7 | 2016

20

HET DILEMMA

hebben mensen nodig die communicatief zijn en projectmatig kunnen werken. Hierop gaan we ons nu al voorberei-den, onder meer met een gericht trainingsaanbod, cursussen, coaching en het uitwisselen van best practices. We zullen met z’n allen aan die nieuwe aanpak moeten wennen.’Nu wordt er nog veel energie gestoken in papierwerk, straks meer in communicatie vooraf, zo vat Bouman de nieuwe werkwijze samen. Hij noemt het voorbeeld van de Radboud Universiteit en het Radboud Universiteit Medisch Centrum. ‘Dat zijn twee hooggekwalificeerde instellingen waar altijd en op elk moment vergun-ningsprocedures lopen. Met dat soort organen kun je vrijere afspraken maken omdat ze best veel verant-woordelijkheid op zich kunnen nemen. Je kunt erop vertrouwen dat ze de bereidheid hebben om zelf problemen op te lossen. Je hoeft daar niet meteen met juridische brieven te zwaaien of met sancties te komen als er even een obstakel dreigt. Het is een nieuwe manier van tegen dingen aan kijken.’

OmgevingsdialoogIn bepaalde gevallen werkt de ODRN al op de nieuwe manier, zoals in

het geval van de asfaltcentrale in Nijmegen die wilde uitbreiden. ‘Vanuit milieu-hygiënisch perspec-tief waren er wel mogelijkheden, maar de bewoners van de nabij-gelegen woonwijk waren tegen. Met heel intensieve gesprekken is het uiteindelijk toch gelukt om beide partijen tot elkaar te brengen. Dat communicatietra-ject is vastgelegd in een draaiboek en geldt nu als standaardproce-dure voor de hele provincie, de zogeheten Omgevingsdialoog. Het uitgangspunt: geen zaken door de strot duwen, maar kijken of iets mogelijk is. Die intensieve communicatie moet voorkomen dat mensen de hakken in het zand zetten en moet leiden tot compromissen.’De invoering van de nieuwe Omgevings wet wordt een heel grote operatie. Bouman wijst onder andere op de digitale infor-matiesystemen die toegankelijk gemaakt moeten worden voor tal van instanties, zoals de politie en de brandweer. ‘Zodat je met één druk op de knop informatie kunt uitwis-selen over bijvoorbeeld risicovolle bedrijven.’ De boog staat behoorlijk gespannen bij de Omgevingsdienst. ‘Het rijk verwacht veel van ons. In 2013 is de Omgevingsdienst opgericht om kwalitatief beter, sneller én goedkoper te werken. Daar komt nu al de volgende transitie overheen. We bevinden ons in een continu veranderingstraject. Tijd om even uit te blazen is er niet. Eigenlijk hebben de werknemers wel behoefte aan even rust, maar we staan alweer in de startblokken voor de volgende race.’ n

Tekst Friederike de Raat | Beeld William Moore

Gérard Bouman: ‘We bevinden ons in een continu veranderingstraject. Tijd om even uit te blazen is er niet’

nr. 7 | 2016

21

LOPENDE ZAKENAmsterdam wil de groeiende stroom toeristen, waar bewoners al geruime tijd over klagen (drukte, verschraling van het winkelaan-bod door de wildgroei aan toeristische zaakjes), beteugelen. Dat

lijkt niet ten onrechte, het aantal toeristen nam de afgelopen vijf jaar met 3,5 procent toe tot zeventien miljoen personen per jaar. De gehate bierfiets wordt in de binnenstad verboden en de boetes voor illegale toeristische woningverhuur gaan flink omhoog. Wethouder Ollongren kondigde onlangs zelfs aan de cruiseterminal te willen verplaatsen naar een plek verder weg van het stadscentrum. Het probleem speelt ook elders. Op de Tourism Summit in Barcelona zijn begin november afspraken gemaakt met Parijs, Lissabon, Barcelona, Wenen, Madrid en Reykjavik over het reguleren van toerisme, onder meer door gemeenschappelijk beleid te voeren ten aanzien van Airbnb. Maar laten we niet vergeten dat de toeristen ook veel geld in het laatje brengen: dit jaar naar schatting 18,8 miljard euro, wat goed is voor 153.000 directe en indirecte banen.

De Belastingdienst heeft een combinatie van gene-ratiepact en vroegpensioen van de gemeente Den Haag afgekeurd. De regeling hield in dat zestig-

plussers drie dagen per week konden gaan werken voor 80 procent van hun salaris, terwijl hun pensioen voor de volle 100 procent werd opgebouwd. Het loon dat ze kwijtraakten door korter te werken konden ze als vroegpensioenuitkering laten aanvullen. Zeventig ambtenaren maken daar gebruik van. Voor de gemeente ontstond er ruimte om jongere werk-nemers in dienst te nemen. De regeling was bedacht door het ABP en zou in heel Nederland ingevoerd worden. Dat gaat dus niet door, want de Belastingdienst is van oordeel dat wie zijn salaris aanvult met 20 procent vroegpensioen ook maar over 80 procent van zijn salaris pensioen mag opbouwen.

Een miljoenenfraude rond het gebouw Waterfront aan de Boompjes heeft enkele ambtenaren van de gemeente Rotterdam hun

positie gekost. Voor verbouwing van het pand is bij de gemeente voor 8 miljoen euro aan facturen ingediend, terwijl er voor hooguit 3 procent van dat bedrag aan werk-zaamheden is uitgevoerd, zo is uit forensisch onderzoek gebleken. De fraude duurde vijf jaar lang. Tegen twee ambtenaren van de dienst Stadsontwikkeling, die eerder al op non-actief waren gesteld, heeft de gemeente aangifte gedaan voor oplichting, valsheid in geschrifte, witwassen en verduistering. Vervolgens is de algemeen directeur van Stadsontwikkeling, Paula Verhoeven, uit haar functie gezet omdat er in het college van B&W ‘onvoldoende draagvlak’ is voor haar optreden in dit dossier.

AmsterdamIn navolging van het rijk heeft ook Amsterdam besloten om na dertien jaar te stoppen met het aanbesteden van

schoonmaakwerk en weer zelf schoonmakers in dienst te nemen. Dit betekent dat de panden van de gemeente vanaf 2018 weer door gemeenteambte-naren worden schoongemaakt. Het gaat om een kleine tweehonderd schoonmakers die nu via uitzendbureau CSU en leerwerkbedrijf Pantar bij de gemeente schoonmaakwerk uitvoeren. Keerzijde van het plan is dat de gemeente fors duurder uit is. De schoonmakers worden vanaf 2018 betaald volgens de ambtenaren-cao en dat heeft als gevolg dat de schoonmaak maximaal 1,5 miljoen euro per jaar duurder uitvalt.

Den HaagEen proef met anoniem solliciteren heeft ertoe geleid dat meer mensen met een migratie-achtergrond op gemeen-telijke vacatures solliciteerden. In de eerste helft van dit

jaar solliciteerden 1880 mensen bij de gemeente, waaronder 590 allochtonen (31,4 procent). Het jaar daarvoor hadden 380 van de 1576 sollicitanten een multiculturele achtergrond (24,1 procent). De gemeente ziet in de toename aanleiding om vanaf 1 januari 2017 op alle sollicitatiebrieven naam, afkomst en leeftijd weg te laten. Volgens de gemeente wordt hiermee vooral voor mensen met een Marokkaanse en een Antilliaanse achtergrond een barriere om te solliciteren weggenomen. Overigens steeg de kans om op gesprek te komen veel minder hard, al nam de gemeente tijdens de proef wel meer mensen met een migratie-achtergrond aan: 14 van de 39 nieuwe medewerkers zijn allochtoon, tegen 4 van de 35 vorig jaar.

RotterdamBurgerrechtenbeweging Bits of Freedom (BoF) heeft de gemeente Rotterdam de Big Brother Awards Expertprijs voor privacyschendingen toegekend. BoF heeft de prijs in

het leven geroepen voor privacyschendingen die minder in de aandacht komen. Rotterdam heeft deze gekregen omdat het sinds 2006 mogelijk is om werkloze nieuwkomers in bepaalde buurten te weigeren door aan de politie te vragen of de nieuwe huurders daar bekend zijn. De maatregel is bedoeld om te voorkomen dat een toch al problematische straat of wijk het door de aanwas van ongewenste inwoners nog moeilijker krijgt. BoF ‘beloont’ Rotterdam met de prijs omdat deze maatregel, die inmiddels door meer gemeenten wordt toegepast, hier is bedacht en bekend is geworden als de Rotterdamwet. Voor zover er troost nodig zou zijn: Rotterdam moet de prijs delen met minister Schippers vanwege haar plan om ter wille van fraudebestrijding het medisch beroepsgeheim aan te tasten.

In Lopende zaken kijkt Publiek Denken per decentrale overheidsorganisatie terug op het afgelopen kwartaal. Welk successen werden geboekt? En wat pakte minder goed uit? Tekst Maurits van den Toorn

Decentraal

nr. 7 | 2016

22

LOPENDE ZAKEN

Staatstoezicht op de Mijnen, waarna het afvalwatertransport is hervat. Dat blijft dus zo, want de rechter is van oordeel dat alles aan de wettelijke eisen voldoet. Eerder had minister Kamp van EZ al gezegd dat injecteren ‘de meest veilige en meest milieuvriendelijke oplossing’ is. De hoeveelheid chemi-caliën die in de bodem komt, is volgens de minister verwaar-loosbaar laag.

meer en verlangen dat de provincie de bovenwettelijke eisen laat varen, zodat er minimaal 125 MW windenergie meer uit het Noordzeekanaalgebied kan worden gehaald, wat groene stroom oplevert voor zeker 125.000 huishoudens. Het geschil met de provincie duurt al langer, maar de gemeenten en bedrijven hebben er nu kennelijk genoeg van en hebben bezwaar aangetekend tegen het provinciale beleid.

van jaarlijks 24 miljard kubieke meter omdat er nog te veel onzekerheden zijn. Het is nog onbekend wat dit winningsni-veau betekent voor de regio. De overheden vinden dat er in het besluit te weinig rekening wordt gehouden met de veilig-heid van de inwoners in het gebied. Daarnaast is er wat hun betreft onvoldoende aandacht voor de versterking van gebouwen en de veiligheid van wegen, industrie en het milieu.

en studenten neemt toe en het gebruik van het openbaar vervoer in de provincie Utrecht groeit hard. Het aantal reizigers ging van 48,7 miljoen in 2014 naar 55,2 miljoen in 2015. De groei was het grootst op de buslijnen van en naar Utrecht Science Park en De Uithof. Die worden dan ook niet voor niets binnenkort vervangen door een tramlijn.

de IJzeren Rijn, de in onbruik geraakte goederenspoorlijn tussen Antwerpen en het Ruhrgebied. Pogingen om de hele lijn weer in gebruik te nemen leidden een aantal jaren geleden tot een heftig conflict tussen Nederland en Vlaanderen. Of er ook personentreinen tussen Weert en Antwerpen gaan rijden is trouwens nog maar afwachten, de Belgische spoorwegen hebben al laten weten er weinig in te zien.

OverijsselDe rechter heeft het verzoek van de provincie Overijssel en een aantal andere eisers afgewezen om het injecteren van afvalwater in de bodem van Twente te verbieden. Het afval-

water is afkomstig van de oliewinning in Schoonebeek en wordt door de NAM per pijpleiding naar Twente getransporteerd. De injectie werd vorig jaar stilgelegd nadat er een lek was ontstaan in de leiding bij Hardenberg. De leiding is gerepareerd en goedgekeurd door het

Noord-HollandDe provincie Noord-Holland krijgt op haar kop van een alliantie van 24 gemeenten (waaronder Amsterdam en Zaanstad), bedrijven en organisaties uit het

Noordzeekanaalgebied. De provincie moet niet langer dwarsliggen bij de plannen om uit dit gebied veel meer windenergie te halen. De provincie beschouwt de rijksopgave van 685,5 MW windenergie voor de hele provincie als maximum. De bedrijven en gemeenten willen juist

GroningenDe problemen met de gevolgen van de aardgaswinning hebben in ieder geval tot één resultaat geleid: de Groninger overheden werken goed met elkaar samen.

Alle Groninger overheden (provincie, veiligheidsregio, 2 water-schappen en 21 gemeenten) zijn namelijk begin november geza-menlijk bij de Raad van State in beroep gegaan tegen het recente gasbesluit van minister Kamp. De overheden vinden dat de gaswin-ning niet voor vijf jaar bevroren kan worden op een niveau

UtrechtDe provincie Utrecht gaat 141 miljoen euro investeren in het moderniseren van de sneltramlijn tussen Utrecht en Nieuwegein/IJsselstein. De lijn wordt bovendien

gekoppeld aan de tramlijn die nu in aanleg is tussen station Utrecht Centraal en De Uithof. De verwachting is dat de modernisering (inclusief de aanschaf van nieuwe, grotere trams) voldoende capaci-teit oplevert tot 2030. Dat is hard nodig, want het aantal inwoners

LimburgDe spoorlijn tussen Mol en Neerpelt in België en Weert in Nederland wordt geëlektrificeerd, waardoor er een directe treindienst tussen Antwerpen en Weert kan

komen. Dit is in november besloten op de Vlaams-Nederlandse top in Gent. De elektrificatie van de spoorlijn is een Vlaamse spoor-prioriteit geworden in het meerjareninvesteringsplan 2016-2020. Limburg heeft een (nog onbekende) bijdrage toegezegd en gaat een beroep doen op Europese fondsen. Het traject is onderdeel van

nr. 7 | 2016

23

24

nr. 7 | 2016

24O

og

voor

de

men

s

Het was een grote wens van hem: ooit een eigen boekhandel te beginnen. Toen hij in de zomer van 2015 uit de Tweede Kamer stapte, heeft hij zich serieus verdiept in deze mogelijk-

heid. Hij sprak met eigenaren van boekhandels, onderzocht hoe het boekenvak is georgani-seerd en hij had zelfs een pand op het oog, in Amsterdam-West.

Het was dus niet zomaar een bevlieging?‘Nee, ik was het serieus van plan. Mijn droom was een zaak te hebben met veel literatuur en politieke en maatschappelijke boeken. Maar alle deskun-digen vertelden me dat ik ook de bestsellers van

Saskia Noort en Kluun zou moeten verkopen, want anders zou het niks worden met die boekhan-del. Nou ja, het is er dus niet van gekomen, want inmiddels kreeg ik het aanbod van mijn oude werkgever, het ministerie van Buitenlandse Zaken, om migratiegezant te worden.’

Op herhaling in politiek Den HaagMigratiegezant Bram van Ojik: ‘We komen niet weg met vrome woorden’

Na een leven dat vanaf z’n jeugd in het teken van de politiek stond, dacht hij eens iets heel anders te gaan doen. Maar nu wordt het toch een terugkeer naar de Tweede Kamer, als hij in maart tenminste gekozen wordt, want hij staat op nummer 10 van de kandidatenlijst van GroenLinks. In 1973 begon hij als lid van de PPR en in 2015 zwaaide hij af als fractieleider van GroenLinks. Vol overtuiging zegt hij: ‘Ik had totaal geen spijt van m’n vertrek uit de politiek. Bij mijn aantreden als fractie-leider dacht ik al: ‘Dit is niet voor de rest van m’n leven’.’ Een gesprek met Bram van Ojik (62) over z’n droom een boekhandel te beginnen, pannenkoeken bakken en zijn mogelijke terugkeer naar het Haagse.

25Tekst Cisca Dresselhuys | Beeld Sander Foederer

‘Toen ik uit de politiek ging, wilde ik een eigen boekhandel beginnen’

nr. 7 | 2016

25O

og

voor d

e men

s

Dat klinkt interessant, wat was dat voor een baan?‘Iets heel nieuws, bedacht door onze minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders, vooral met het oog op de periode dat Nederland voorzitter van de Europese Unie was. Ik ben het anderhalf jaar geweest. In de praktijk betekende het dat ik naar landen reisde, waar veel vluchtelingen vandaan komen of waar ze juist heen trekken. Mijn eerste reis was naar Libanon en Jordanië. Libanon is een land met vier miljoen inwoners en heeft maar liefst 1,2 miljoen Syrische vluchtelingen zien binnenkomen. En dan is er nog een aantal Afrikaanse landen met veel vluchtelingen. Ik sprak daar met de lokale overheid, met internationale organisaties, als de VN, maar ook met instellingen als Amnesty, Artsen zonder Grenzen en Human Rights Watch. Eenmaal terug in Nederland schreef ik, zoals een goed ambtenaar betaamt, een memo voor de minister waarin ik meldde welke dingen daar, in welke volgorde zouden moeten gebeuren en wat onze Nederlandse bijdrage daaraan zou kunnen zijn. Die gesprekken waren op z’n zachtst gezegd niet altijd harmonieus, want de overheden daar zeiden, heel begrijpelijk: ‘U hebt makkelijk praten, maar welke hulp biedt u ons concreet aan? Hoeveel vluchtelingen wilt u van ons overnemen?’ Het was dus ook mijn taak om tegen de Nederlandse regering te zeggen: ‘Realiseer je goed dat die landen iets van ons willen, we komen daar niet weg met wat vrome woorden. Die mensen hebben misschien gebrek aan van alles, maar zeker niet aan assertiviteit’.’

En viel uw boodschap hier in goede aarde? Nederland zegt niet, zoals Angela Merkel: ‘Kom maar binnen, wir schaffen das.’ ‘Om te beginnen vind ik het sowieso een huzaren-stukje dat het de PvdA en de VVD, die het op dit punt volstrekt oneens zijn met elkaar, toch is gelukt samen een vluchtelingenbeleid op poten te zetten. In de praktijk zijn de verschillen tussen het Duitse en het Nederlandse beleid overigens helemaal niet zo groot. Merkel zegt ‘Wir schaffen das’ en probeert daarna de vluchtelingenstroom zo veel mogelijk in te dammen, Dijkhoff is het spiegelbeeld ervan. Die zal nooit zeggen ‘Wir schaffen das’, dat zit niet in z’n aard, maar in de praktijk heeft-ie het wel ‘geschafft’ met al z’n

telefoontjes naar burgemeesters om asielopvang in hun gemeente te regelen. Alleen, hij loopt daar liever niet mee te koop. De nuchtere aanpak van Dijkhoff vind ik echt een zegen voor ons land. Hij is zo’n man, die zegt: ‘Ja, jongens, we kunnen wel allemaal grote politieke woorden gebruiken, maar we hebben nu eenmaal afgesproken dat Nederland zestigduizend vluchtelingen opvangt. Heel vervelend misschien, ik had ook liever dat het er twintigduizend zouden zijn, maar afspraak is afspraak, dus wij gaan die zestigduizend vluchtelingen helpen.’ Het is een verdomd moeilijke portefeuille, een politieke valkuil van de bovenste plank, een baan die je absoluut niet begeert.’

U hebt nu ruim een jaar van de zijlijn naar de Nederlandse politiek gekeken. Wat vindt u ervan?‘Zorgelijk. De beweging naar steeds grotere woorden en extremere standpunten vind ik niet best. Aan de andere kant moeten we niet in paniek raken als Wilders hoog in de peilingen staat. Ik denk dat in ons land toch altijd de gematigde krachten zullen over-winnen. Als het op stemmen aankomt, zullen veel mensen toch even nadenken: wat heeft Wilders nu eigenlijk concreet voor ons gedaan? En dan komt er niks naar boven en zal men toch op zo iemand als Rutte stemmen, want die heeft wel degelijk dingen voor elkaar gekregen, ook al zijn dat vaak niet de dingen die ik als Groenlinkser toejuich. Mensen

‘Zo’n nuchtere man als Dijkhoff is een zegen voor het land’

nr. 7 | 2016

26O

og

voor

de

men

s

houden wel van politici die radicale taal uitslaan. Dat sluit goed aan bij hun eigen gevoel van onvrede. Maar nogmaals, eenmaal in het stemhokje, kiezen ze toch een gematigder iemand. Bij ons thuis klonk vroeger ook vaak felle taal. Mijn vader, een fabrieksarbeider, was een echte socialist, niemand mocht ook maar één kwaad woord over Den Uyl zeggen. En dat gebeurde natuurlijk heus wel eens, vooral op verjaardagen. Dan kon m’n moeder sussen wat ze wilde - ‘laten we het nou gezellig houden, jongens’ - maar daar had mijn vader lak aan. Hij stond voor zijn principes. Aan de andere kant was hij een zachtmoedige man. Toen in ons dorp de eerste Turkse gastarbeiders kwamen, vroeg hij ze op de koffie of te komen eten, want anders zaten ze het hele weekeind maar in zo’n armoedig pensionnetje. Dat kon hij niet aanzien.’

Toen u onlangs over een nieuwe baan nadacht, was werken in het buitenland toen een optie? U bent tenslotte drie jaar ambassa-deur in Benin geweest?‘Nee, niet echt. Mijn vrouw werkt vier dagen per week bij het HIVOS in Den Haag (een internationale

ontwikkelingsorganisatie). Ze heeft haar baan al eens opgezegd toen ik ambassa-deur in Benin werd. Verder hebben we allebei een oude moeder die zorg behoeft en er zijn natuurlijk onze kinderen, kleinkinderen en vrienden die ons aan Nederland binden. In het weekeinde zijn wij zo’n beetje mantelzorgers voor onze moeders, die in Veenendaal en Epe wonen. De moeder van mijn vrouw is 84 en woont in een verzorgingshuis, mijn oude moeder van 87 woont nog op zichzelf, maar dat kan eigenlijk niet meer, want ze is niet meer mobiel. Laatst had ze een uitgebreid onderzoek bij een geriater, die zei: ‘Uw hersenen gaan wel wat achteruit, mevrouw’. Heel aardig om het zo te zeggen en niet het woord ‘dement’ te gebruiken, want dat is iets waar m’n moeder erg bang voor is. Langzamerhand wil ze wel naar een verzorgingstehuis, waar ze zich eerst enorm tegen verzette. Tot op heden redden we het allemaal nog net: mijn zus en ik komen in de week-einden en door de week is er viermaal per dag thuishulp. Gelukkig zijn er ook vrolijker redenen om in Nederland te blijven, wij zijn onlangs van Den Haag naar Amsterdam verhuisd, om dichter bij

Bram van Ojik(Veenendaal, 1954) studeerde economie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij specialiseerde zich in de ontwikkelingseconomie. Als dienstwei-geraar deed hij vervangende dienstplicht bij de ontwikkelingsorganisatie NIO. In 1973 werd hij lid van de PPR (Politieke Partij Radikalen). Hij werd medewerker van het wetenschappelijk bureau van de PPR. Van 1988 tot 1990 was hij partij-voorzitter van de PPR en van daaruit - na de fusie van de PPR met de PSP en de CPN - lid van het eerste bestuur van GroenLinks. Buiten zijn politieke activitei-ten was hij freelance journalist. Tussen 1990 en 1993 was hij beleidsmedewer-ker bij Novib. In 1993 werd hij Tweede Kamerlid voor GroenLinks, maar in 1994 viel hij, als nummer 7 op de kieslijst, bui-ten de boot. Daarna werd hij voorzitter van Milieudefensie. Met Max van den Berg schreef hij het boek Kostbaarder dan koralen. In 1997 ging hij bij het ministerie van Buitenlandse Zaken werken als directeur voorlichting ontwik-kelingssamenwerking. In 1998 schreef hij, weer samen met Max van den Berg, De goede bedoelingen voorbij. In 2001 werd hij ambassadeur in algemene dienst, belast met de externe contacten voor de minister van Ontwikkelingssa-menwerking. Van 2003 tot 2006 was hij ambassadeur in Benin. Na het vertrek van partijleider Jolande Sap in 2012 werd hij gekozen tot fractievoorzitter. In 2013 werd hij door de parlementaire pers uitgeroepen tot Politiek Talent van het Jaar. In mei 2015 kondigde hij zijn vertrek als fractieleider en kamerlid aan. Hij keerde terug naar het ministerie van Buitenlandse Zaken, dat hem benoemde tot migratiegezant. Nu staat hij op de kandidatenlijst van GroenLinks voor de Kamerverkiezingen van 2017.Bram van Ojik is getrouwd met Caroline Wildeman. Zij hebben twee kinderen en twee kleinkinderen.

‘Ik denk dat in ons land toch altijd de gematigde krachten zullen overwinnen’

nr. 7 | 2016

27O

og

voor d

e men

s

onze dochter en haar twee kinderen te wonen, maar ook vanwege onze vrienden, die vrijwel allemaal daar wonen. We hadden ooit een huis in Amsterdam gekocht, toen onze zoon daar ging studeren. Met een paar vrienden heeft hij daar gewoond, maar nu die jongens allemaal afgestudeerd zijn, kwam dat huis leeg. Hét uitgelezen moment voor ons om erin te trekken. Oppas-grootouders zijn we niet echt, daarvoor werken we allebei nog te veel. Maar natuur-lijk springen we af en toe wel bij. En ik was onlangs maar wat verguld, toen mijn kleinzoon als speciale wens voor z’n vierde verjaardag vroeg of opa pannen-koeken wilde bakken. Heb ik natuurlijk gedaan. Met alles erop en eraan. Het lukte me zelfs om zo’n slalom te maken, je weet wel, pannenkoek vanuit de pan in de lucht gooien en dan goed opvangen. Toen was ik echt even een trotse opa.’

U staat straks op nummer 10 van de kandidatenlijst voor de Kamerverkiezingen. GroenLinks staat in de peilingen op vijftien zetels. De kans is dus groot dat u weer in de Kamer komt. Waarom die terugkeer naar Den Haag ? ‘Heel eenvoudig , omdat Jesse Klaver me gevraagd heeft. Als we inderdaad een grotere fractie krijgen wil hij mij daar graag in hebben. Omdat hij naast nieuwelingen ook mensen met ervaring wil hebben. Ik heb uitdrukkelijk gezegd dat ik alleen op plaats 10 wil staan, waarmee ik onderdeel van een groter team word. Sowieso is het natuurlijk goed dat er in de Tweede Kamer weer eens wat meer oudere, ervaren mensen komen, op een gegeven moment was ik de enige zestiger daar. Met ouderen haal je hopelijk wat meer rust, minder opgeklopte taal en minder waan van de dag in huis.’ n

‘De beweging naar steeds grotere woorden en extremere standpunten vind ik zorgelijk’

nr. 7 | 2016

28O

og

voor

de

men

s

OMOOC

Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING) zet de MOOC Dienstverlening in de informatiemaatschappij in om bestuurders en topmanagers van gemeenten bewust te maken van het belang van een betere dienst-

verlening. ‘Het betekent niet dat wij zelf alle antwoor-den formuleren, maar wel dat we aanzetten tot gesprek geven,’ zegt Leonie Brouwer er vast bij. Zij is project-leider Kenniscentrum Dienstverlening bij KING en betrokken bij de ontwikkeling van deze MOOC.In de ondersteuning die KING gemeenten biedt, pro-beert het zoveel mogelijk vanuit ‘mensen’ te denken in plaats van de systeemwereld. Inwoners zelf staan voorop. Onder andere andere Bert Mulder (directeur eSociety Instituut) en Larissa Zegveld (directeur KING) zijn in-gezet als sprekers voor de verschillende colleges met thema’s als:

• Wat zijn de vragen die inwoners hebben?• Wat betekent het om niet alleen informatiemaat-

schappij te zijn maar ook een goed geïnformeerde maatschappij?

• Als we een beeld hebben van hoe de dienstverlening er in 2025 uit zal zoen, welke zaken kunnen we dan op dit moment al anders doen?

De thema’s en daarmee de basis voor deze MOOC komen voort uit een aantal ‘prangende vragen’ waar gemeenten zelf mee worstelen. En die komen op hun beurt voort uit gesprekken die KING de afgelopen tijd voerde met directeuren en gemeentesecretaris-sen over wat ‘strategisch organiseren van dienstverle-ning’ inhoudt en betekent. Brouwer: ‘Hoe organiseer je die dienstverlening? Wat betekent het in termen van informatiemanagement en in de gesprekken die je als ambtelijk medewerker voert met bestuurders? Hoe zorg je dat het kwalitatief goede dienstverlening blijft als die zich naar de hele organisatie verbreedt?’Een voorbeeld. Brouwer zag laatst op een gemeente-lijke website staan: ‘Let op: een uittreksel BRP wordt vaak verward met een afschrift geboorteakte. Dit is niet hetzelfde.’ Daarover zegt ze nu: ‘Oké, dan weet je dat. Maar wat moet ik hiermee? Het is niet een antwoord op mijn vraag. Veel informatie betekent niet dat je goed geïnformeerd bent.’ Daar ligt volgens haar een rol voor overheden. En daar gaat in het kort deze MOOC over.

MOOC is de afkorting van massive online open course, een alternatief voor congressen en seminars. Inschrijving voor deze MOOC kan via www.omooc.nl. De MOOC Dienstverlening in de informatiemaatschappij start op 7 maart 2017.

De informatiesamenleving bestaat allang. Zij is niet nieuw. Maar de dienstverlening door de overheid kan beter. De vraag is hoe?

Inwoners voorop

Tekst Klaas Salverda Beeld Dimitry de Bruin

Dienstverlening in de informatiemaatschappij

29

SPECIAL

nr. 7 | 2016

‘Stevig in je schoenen met een

robuust verhaal’

GABRIELLE HAANEN, gemeentesecretaris Utrecht‘Ambtenaren hebben altijd te maken met verschillende belangen waartus-sen ze een afweging moeten maken. Het gaat om de buurt waar de keus moet worden gemaakt voor een trapveldje of een kinderboerderij, of - een schaalniveau hoger - een stille straat die een doorgaan-de fietsroute wordt. Het klinkt eenvoudig, maar de meningsverschillen over derge-lijke kwesties kunnen heel hoog oplopen en de ambtenaar moet daar een positie in kiezen.’‘Dit is van alle tijden, maar tegenwoor-dig komt daar nog bij dat het vanzelf-sprekende gezag van de overheid er niet meer is. Dat moet in een vorm van parti-cipatieve democratie steeds opnieuw worden verdiend. Het gaat om intensieve

processen waar de burgers per item aan deelnemen, maar de oplossingen zijn door hun betrokkenheid vaak wel beter dan vroeger. Het betekent voor ambte-naren dat het werk verschuift van beleid naar uitvoering, de beslissingen vallen aan de keukentafel. Het gevolg is ook dat ambtenaren niet alleen verantwoording moeten afleggen aan de raad, maar ook aan burgers. Er ontstaan vormen van hybride verantwoording waar we nieuwe manieren voor zoeken. Dat is momenteel nog wel een beetje een worsteling.’‘En ten slotte vragen we ons als overheid steeds af wanneer we een rol hebben en wanneer we iets aan andere partijen moeten overlaten. Ook daarin is de ambtenaar gedwongen elke keer opnieuw zijn positie bepalen. Dit zijn veranderingen die voor veel mensen een soort opluchting zijn. Veel medewerkers werkten al op deze manier of hadden het graag willen doen. Legitimiteit en iedereen gelijk behandelen is belangrijk, maar we moeten daarnaast ook bereid zijn om ongelijke gevallen ongelijk te behandelen. Het gaat om de bedoeling, niet om de regel. We leren onze medewer-kers om samen te werken aan het in beeld krijgen van alle belangen en afwegingen te maken die op de tafel van het college terecht komen.’

Ambtenaren worden geacht ‘strategisch positie te kiezen in complexe krachtenvel-den’. Niet alleen ten opzichte van de politiek, maar ook in samen-werkingsverbanden, overlegstructuren en het maatschappelijk middenveld. Dat vergt vasthoudendheid én flexibiliteit.

‘Nieuwe, hybride vormen van

verantwoording zijn soms nog een

worsteling’

nr. 7 | 2016

30

De ambtenaar moet over vele competenties beschikken. Wat houden deze eigenlijk in?

COMPETENTIESTekst Maurits van den Toorn

BRAM DE KLERCK, directeur-generaal Algemene Bestuursdienst (ABD)‘Elke ambtenaar moet kunnen tegen-spreken, zolang het er maar om gaat het product, de besluitvorming beter te maken. De ambtenaar moet kritisch zijn, ook tegenover zijn bazen. Hij moet tegenwicht bieden, soms advocaat van de duivel spelen. Dat kan betekenen dat hij meerdere keren dezelfde argumenten moet inbrengen als hij van opvatting is dat een besluit onverstandig is en daarbij tot het uiterste gaan om het volledige afwe-gingskader te bieden. Maar als dat besluit dan toch wordt genomen, ook als hij drie keer heeft gezegd ‘is dat wel verstan-dig?’, dan telt het primaat van de politiek en zal hij het vervolgens loyaal moeten uitvoeren.’ ‘Dat is de paradox van de ambtenaar: hij moet enerzijds heel erg loyaal zijn en anderzijds positie durven innemen, ook als dat betekent dat hij zijn politieke baas moet tegenspreken. Dat is niet altijd makkelijk en het kan in de praktijk best vervelend zijn voor de degene die door zijn ambtenaren misschien wel keer op keer wordt tegengesproken. De ambtenaar moet ook duidelijk maken dat hij die positie inneemt om een goede besluitvor-ming te bereiken.’‘Niet alleen ambtenaren op gemeentelijk niveau, ook rijksambtenaren hebben te maken met cocreatie. De tijd waarin er zelfstandig vanuit de ivoren toren beleid werd gemaakt is voorbij en dat betekent dat ook rijksambtenaren positie moeten

kiezen ten opzichte van het maatschap-pelijk middenveld. Denk aan ambtena-ren van VWS die te maken hebben met verschillende spelers in de zorgsector. De opvattingen van die spelers moeten ze vervolgens - met hun eigen duiding erbij - laten doorklinken naar de minister.’‘Het werk van de ambtenaar is hierdoor uitdagender en uitgebreider geworden. Dat is logisch, ook de samenleving is complexer geworden. Het is daarom positief dat het begrip ‘ambtelijk vakman-schap’ weer in de aandacht staat.’

JAAP BOONSTRA, hoogleraar management van veranderingsprocessen UvA, verbonden aan NSOB‘Ambtenaren hebben met diepgaan-de veranderingen te maken, technolo-gisch en maatschappelijk. Om daarmee om te kunnen gaan moeten ze leren om positie te kiezen. Dat hebben ze, samen met onderhandelings- en beïnvloe-dingstechnieken, hard nodig in allerlei samenwerkingsvormen.Neem cybercrime waar de politie steeds meer mee wordt geconfronteerd. Het is een belangrijke taak van de politie om

ervoor te zorgen dat burgers en politici zich van het probleem bewust worden. Dat betekent een taakverschuiving van enforce-ment naar preventie. Dat betekent meer in netwerken actief zijn, ook internationaal. Politiemensen brengen in zo’n netwerk hun kennis in, kiezen een positie en weten mee te doen in het samenspel tussen de deelnemers.’‘Ik geef nog een voorbeeld. Stel dat je als medewerker bij de GGD ziet dat obesitas bij kinderen een groot probleem aan het worden is. Als je als GGD, dat als taak preventieve publieke gezondheidszorg heeft, een rol wil spelen bij het aanpakken van dat probleem, dan zal je positie kiezen tegenover de wethouder: dit patroon zie ik en dit moeten we eraan doen. Vervolgens zorg je ervoor dat er een netwerk ontstaat met het onderwijs en de jeugdzorg. Ook in dat netwerk moet je voortdurend weten waar je staat en bereid zijn jezelf op het spel te zetten in het gesprek met je partners. Dit speelt niet alleen in de uitvoe-ring, het geldt ook voor beleidsambtena-ren. Om dit te kunnen heb je allereerst nieuwsgierigheid nodig, belangstelling voor wat er speelt en een vooruitzien-de blik. Op basis daarvan ontwikkel je een visie die je over het voetlicht weet te krijgen. Dat is iets waarvoor je stevig in je schoenen moet staan! Je moet ook weten te balanceren tussen stabiliteit en vernieu-wing: niet achter elke hype aanrennen, maar een robuust verhaal hebben over ontwikkelingen op langere termijn. Heel kort samengevat komt het er vooral op neer dat je sociaal slim bent.’ n

Jaap Boonstra Gabrielle Haanen Bram de Klerck

‘Loyaliteit versus tegenspreken, dat is de paradox van

de ambtenaar’

‘Kort samengevat komt het er vooral

op neer dat je sociaal slim bent’

nr. 7 | 2016

31

‘Een wind-molenpark betekent werk voor de regio’

nr. 7 | 2016

32B

uit

enla

nd

De duurzame energie- consumptie in Portugal ligt volgens de meest recente Eurostat-cijfers gemiddeld op 27 procent. Een schril contrast met Nederland, waar volgens het CBS vorig jaar maar 5,9 procent van de totale energieconsumptie uit hernieuwbare bronnen afkomstig was. Daarmee bungelt Nederland op plaats 26 onderaan in de ranking van 28 landen in de EU. Portugal staat op de 7e plek. Hoe heeft Portugal zich als vitaal schoon energieland zo op de kaart heeft weten te zetten?

100 procent duurzame bronnen

De duurzame energiemarkt in Portugal heeft de wind even tegen. Door de crisis zijn subsidies op het produceren van duurzame energie als sneeuw voor de zon verdwenen. Bovendien zijn de duurzame energiedoelen van 60 procent productie en 31 procent consumptie in 2020 onhaalbaar geworden. Toch vinden de Portugezen dat ze op de goede weg zitten. ‘Onze geografie is geweldig. Wij hebben alles: het waait veel, er is zon en wij hebben water.’

Portugal maakt serieus werk van schone-energie-ambities

Tekst Alex Tieleman Beeld Shutterstock

Voor de kust van het Portugese Viana do Castelo wordt druk gewerkt aan de aanleg van een elektriciteitsverbinding met het vaste land. Want in 2018 moeten

hier, twintig kilometer de zee in, de wieken van vier enorme windmolens draaien. Als kleine stipjes aan de horizon zullen de gevaartes te zien zijn vanaf de beroemde basiliek van Santa Luzia, die boven de Noord-Portugese stad uittorent. Maar over horizonvervuiling, waar men in Nederland vaak over klaagt, zijn de Portugezen niet zo bezorgd.‘In het begin was er wel wat gemor, maar burgers weten nu dat het een ruil is, waar zij schone lucht voor terugkrijgen. En banen,’ vertelt de burgemeester van Viana do Castelo, José Maria Costa. Een groot deel van de bouw van de onderdelen voor het windmolenpark van 25 megawatt gebeurt

namelijk lokaal. En als de molens eenmaal draaien neemt personeel uit Viana do Castelo ook het onderhoud op zich.

Zon, wind en waterWindmolens zijn niet nieuw voor Viana do Castelo. In het achterland van het gelijk-namige district werd namelijk acht jaar geleden al het - destijds - grootste wind-molenpark van Europa geopend, waaruit een hele industrie voor schone energie ontsproot. Op dit moment werken volgens burgemeester Costa zestienhonderd man in Viana do Castelo in deze sector. En de producten die zij maken zijn gewild, want 80 procent van de onderdelen worden naar elders in Europa geëxporteerd of gaat naar de VS.De ontwikkelingen in Viana do Castelo zijn emblematisch voor de vlucht die de productie van energie uit hernieuwbare

nr. 7 | 2016

33B

uiten

land

bronnen de afgelopen jaren in Portugal (10 miljoen inwoners) heeft genomen. Terwijl in 2005 nog maar 16 procent van de opgewekte elektriciteit in de Iberische staat duurzaam was, lag dit vorig jaar op maar liefst 53 procent. En in mei liep het hele land zelfs vier dagen lang, van zaterdag 06.45 uur tot woensdag 17.45 uur (107 uur), op hernieuwbare energie.Maar het zijn niet alleen windmolens die Portugals duurzame energie-output omhoog stuwen. Een kwart van de schone stroom is afkomstig van wind maar nog meer, 29 procent, komt uit water en een bescheidener percentage uit biomassa (7 procent) en zonne-energie (1,5 procent).

Decentrale aanpakCarlos Pimenta, die in de jaren tachtig tweemaal in Portugal milieuminister was en zich vervolgens in het Europees Parlement en bij de VN tien jaar lang bezighield met klimaat en energie, wordt gezien als de vader van dit Portugese schone-energie-succes. Het land maakte tijdens zijn ministersjaren twee bepalende momenten mee: plannen voor kerncentra-les verdwenen definitief in de prullenbak en Pimenta mocht als milieuminister aan de slag met miljarden uit Brussel om de duurzame energiesector in de steigers te zetten; het energieministerie zag destijds namelijk nog niet veel in een energietransitie.‘De sleutel van ons succes was de decentrale aanpak,’ vertelt Pimenta. Op regionaal niveau kwamen kantoren met onder meer lokaal personeel dat aan de slag ging om de plannen uit te rollen. In arme gebieden konden de generatoren worden uitgezet en werd overgegaan op biomassa en de eerste windmo-lens verschenen aan de Portugese horizon. ‘Mensen waren er blij mee, want zij wisten dat een windmo-lenpark werk voor de regio betekende.’

Toch bleef Portugal wat betreft output aanvanke-lijk nog lange tijd afhankelijk van waterenergie afkomstig van stuwdammen uit de jaren vijftig, terwijl de bouw wind- en zonne-energieparken achter bleven. Maar de stuwdammen werden gemo-derniseerd en een grote tender voor 18 duizend megawatt schone stroom bracht in 2006 reuring in de duurzame energiemarkt. Voorwaarde was dat de onderdelen voor het project in Portugal gemaakt zouden worden. Bovendien moest 2,5 procent van de verkoop van de energie direct naar de gemeentes waar de opwekking plaatsvond worden overgemaakt. ‘Zo wilden mensen dat de duurzame energieprojec-ten juist in hun gebied kwamen,’ zegt Pimenta.De tender werd uiteindelijk gewonnen door het consortium Ventominho (EDF Energie Nouvelles, ENDESA en DST) en twee jaar later werd Europa’s grootste windmolenpark, Alto Minho Wind Farm, geopend in Viana do Castelo. Het project leverde volgens Pimenta tweeduizend banen op en de schone energie-industrie begon te draaien. Portugal haalde de productiedoelen twee jaar later met gemak en haalde voor het eerst boven de 50 procent energie-productie uit hernieuwbare bronnen.

BerenOndanks al deze voorspoed in de voorbije jaren is Pimenta nu een stuk somberder. ‘Op de lange termijn ben ik optimistisch vanwege de voortschrijden-de technologie, maar op de korte- en middellange termijn ben ik pessimistisch vanwege de huidige politieke situatie,’ zegt de oud-minister.Hoewel de cijfers van Portugal vanuit een Nederlands perspectief jaloersmakend zijn, ziet ook Antiono Sá da Costa, directeur van APREN dat Portugals private schone-energie-ondernemers vertegenwoordigt, nu beren op de weg. Nadat Portugal in 2011 gered moest worden door het IMF om een dreigend bankroet af te wenden, verdwenen de subsidies op het produceren van duurzame energie als sneeuw voor de zon. Van grote tenders, zoals in 2008, komt het sindsdien al helemaal niet meer, merkt Sá da Costa.

‘Van levensbelang is dat Portugal zijn energieoverschot kwijt kan aan buurlanden’

Alqueva Dam in Alentejo

nr. 7 | 2016

34B

uit

enla

nd

Hij vreest daarom voor de duurzame energiedoelen van 60 procent productie en 31 procent consump-tie in 2020. ‘Ik zie nog niet hoe wij dat gaan halen. Men wil nu duurzame energie, die niks kost en geen enkele milieuschade oplevert. Dat kan gewoon niet,’ zegt hij. Sá da Costa ziet het novum van Portugal om vier dagen lang op schone energie te draaien daarom vooral als een succes van het energiebeleid van vóór de crisis. ‘Er moet nu echt wat gebeuren om de markt te stimuleren. En als wij er niks van zeggen dan doet de Europese Commissie het wel,’ stelt hij.

Geïsoleerde liggingSá da Costa hoopt ondertussen maar op nieuwe tenders en impulsen om de energiemarkt nieuw leven in te blazen. Want groeimogelijkheden ziet hij wel. Vooral in zonne-energie, die nu nog maar 1,5 procent van de totale duurzame-energieproductie uitmaakt. Maar ook elektrische mobiliteit staat in Portugal nog in de kinderschoenen. Het optuigen van een infrastructuur kan daarom eveneens een zwengel geven aan de nu enigszins zwalkende duurzame energiemarkt.Ook is het van levensbelang voor Portugal dat het energienetwerk van het land een goede aansluiting krijg met buurland Spanje en met name Frankrijk, zodat het zijn grote output kwijt kan. De energie-productie schommelt namelijk behoorlijk tussen met name natte en droge periodes en de opslag van de overtollige energie is nog duur. Vooralsnog kan Portugal het overschot daarom het best op de internationale markt brengen, maar de geïsoleer-de ligging van het land ten opzichte van andere EU-landen helpt daar niet bij. Daarom wordt er nu bijvoorbeeld ook een haalbaarheidsstudie gedaan naar een onderzeese elektriciteitsverbinding met Marokko.

Europese energiemarktMaar bovenal lijkt de sleutel voor de huidige strub-belingen te vinden in de economische situatie van Portugal. Premier van de linkse regering António Costa zal moeten proberen om met tegenvallende economische groei en een enorme staatsschuld toch het huishoudboekje op orde te brengen, zodat er ook weer lucht komt voor de schone-energie-ambities.

Staatssecretaris van Energie Jorge Seguro Sanches is daarom vooralsnog terughoudend en wil voorlopig niets kwijt over zijn toekomstplannen, voordat de begroting voor volgend jaar door Brussel is goedgekeurd.Toch geloven ook de kritische Sá da Costa en oud- milieuminister Pimenta dat Portugal op de lange termijn op de goede weg zit richting 100 procent duurzaamheid. Zij, en andere experts, geloven dat het Zuid-Europese land in 2040 in zijn geheel op groene energie kan draaien. ‘Onze geografie is geweldig. Wij hebben alles: het waait veel, er is zon en wij hebben water,’ zegt Sá da Costa. ‘Maar als wij een echte Europese energiemarkt willen met lagere prijzen voor de consument is het belangrijk dat er goede aansluitingen komen en een uniform systeem. Nu zijn wij nog praktisch een eiland.’ n

‘De sleutel van ons succes was een decentrale aanpak’

% schone energie in totale hoeveelheid opgewekte energie

Wind

Water

Biomassa

Zon

0 5 10 15 20 25 30 35

nr. 7 | 2016

35B

uiten

land

Hoe vergaat het topambtenaren na een jaar in hun nieuwe functie? Publiek Denken zoekt ze op en vraagt ze naar hun ervaringen. Ook een jaar in een interessante functie? Mail naar [email protected].

Tekst Simon KooistraBeeld Arenda Oomen

David Pappie: Van multinational Shell naar directeur Topsectoren en Industriebeleid bij EZ

Meer dan geld verdienen

‘Het topsectorenbeleid is in 2011 ingevoerd om de samenwerking tussen bedrijven, kennisinstel-lingen en overheden te

bevorderen op terreinen waarin onze economie uitblinkt,’ legt David Pappie uit. ‘Met publiek-privaat gefinancierde projecten werken we aan innovatieve oplossingen die de concurrentieposi-tie van onze economie versterken. Onze inspanningen hebben succes. Nederland is de afgelopen vijf jaar gestegen van de negende naar de vierde plaats op de lijst van meest concurrerende economieën ter wereld.’

Als directeur coördineert Pappie het beleid van de negen topsectoren. ‘Ze hebben elk hun specifieke aanpak, maar ze leren ook van elkaar. Ik draai mee in het topteam van de sector Chemie, zodat ik in de praktijk zie welke onderdelen van het beleid wel en niet werken. We zijn het vierde chemieland van Europa. Uit de toekenning van de Nobelprijs aan de Groningse chemicus Ben Feringa, die ook actief is binnen onze topsector, blijkt wel hoe goed we zijn. We moeten investe-ren om die positie te behouden. Daarbij richten wij ons vooral op toegepast onderzoek, dat moet resulteren in kennis en producten waaraan we uiteindelijk gaan verdienen.’‘Dwars door alle sectoren werken we ook aan een ‘Human Capital Agenda’ om ervoor te zorgen dat bedrijven en kennisinstellingen over voldoende vakmensen beschikken. De aansluiting van beroepsopleidingen en univer-siteiten op de topsectoren kan beter. Verder zijn wij voor bedrijven het eerste aanspreekpunt als ze zich belemmerd voelen door bepaalde wet- en regel-geving. Wij gaan dan aan de slag met andere ministeries om onnodige barrières weg te nemen.’

Na 26 jaar in diverse functies bij Shell Chemicals te hebben gewerkt, werd chemicus David Pappie een jaar geleden directeur Topsectoren en Industriebeleid bij Economische Zaken, ‘het meest zakelijke ministerie’. Hij heeft het nog nooit zo druk gehad, maar dat kan hem weinig schelen. ‘We mogen de industriële strategie van het land mee helpen bepalen. Die kans krijgt niet iedereen.’

‘Bijna de helft van de tijd heb ik afspraken buiten de deur’

nr. 7 | 2016

36

Er zitten te weinig uren in een dag om alles te doen wat hij zou willen. Pappie: ‘Het vinden van de juiste balans is een persoonlijke uitdaging. Ik moet aanspreekbaar zijn voor alle stakeholders waarmee ik moet schakelen, dus ga ik veel op pad. Bijna de helft van de tijd heb ik afspraken buiten de deur.’

Andere wereld‘Economische Zaken is waarschijnlijk het meest zakelijke ministerie,’ zegt Pappie. ‘We zijn hier gewend met bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelij-ke organisaties samen te werken. Toch is het een andere wereld. Als ik uit een klein bedrijf zou komen, was de stap te groot geweest. Maar bij Shell was ik gewend in een complexe organisatie te werken en met mondiale vraagstukken om te gaan. De politiek-parlementaire processen zijn wel nieuw, maar die trekken mij juist aan. Ik ben altijd maatschappelijk actief geweest, bijvoorbeeld in een schoolbe-stuur en in de joodse gemeenschap. Ik wilde niet per se naar de overheid, maar deze functie kwam op mijn pad. Ik was

toe aan iets nieuws, maar dat had ook in het bedrijfsleven kunnen zijn.’Wat mijn directie doet, is heel breed, maar altijd in samenwerking met andere partijen. Hierdoor kun je niet gemakke-lijk uitleggen wat je daaraan hebt bijge-dragen. Dat is een groot verschil met het bedrijfsleven. Uiteindelijk gaat het daar altijd om geld verdienen. Daarop kun je medewerkers afrekenen. Waarop ik in mijn huidige functie word afgerekend, is veel moeilijker te zeggen. Ik heb daar wel om gevraagd bij mijn komst. Voor de 75 medewerkers waarover ik de leiding heb, probeer ik zo helder mogelijk uitvoerbare en meetbare targets af te spreken.’

VergadercultuurPappie ziet dat er op het ministerie keihard wordt gewerkt. ‘Ik heb het nog nooit zo druk gehad. Bovendien is iedereen sterk gemotiveerd voor de inhoud van het werk. De meeste ambte-naren hebben hart voor de zaak en willen de maatschappij beter maken. Dat vind ik mooi. We mogen de indus-triële strategie van het land mee helpen

bepalen. Die kans krijgt niet iedereen. Binnen onze directie werken we aan grote vraagstukken, zoals de energie-transitie, verduurzaming van de voedsel-ketens, vergroening van de chemie, de stimulering van elektrisch vervoer, het streven naar een circulaire economie en ga zo maar door.’‘Met de vergadercultuur binnen de overheid heb ik wel wat moeite. Heel veel overleggen, heel veel afstemmen, soms geen duidelijke agenda, onduidelijkheid over beslissingen die genomen moeten worden, wisselende - en niet altijd de juiste - mensen aan tafel, zodat je steeds informatie moet overdragen.’In zijn eigen invloedssfeer heeft hij daar het nodige aan gedaan. ‘Ik heb een aantal overleggen geschrapt en de vergader- frequentie van mijn managementteam gehalveerd. Ik kom uit een wereld waar efficiënter met tijd wordt omgegaan en men ook meer gewend is elkaar aan te spreken op dingen die niet goed gaan, zonder dat dit ten koste gaat van persoonlijke relaties. Dat zou ik hier ook graag zien.’ n

David Pappie: 'Ik heb het nog nooit zo druk gehad'

nr. 7 | 2016

37

Overal in Nederland proberen bestuur en burgerinitiatieven zich op een nieuwe manier tot elkaar te verhouden. Vooral rond het thema duurzaamheid springen nieuwe initiatieven als paddenstoelen uit de grond. Onder de noemer ‘DuurzaamDoor’ wil Rijksdienst voor Ondernemend Nederland netwerken van elkaar laten leren. Op 25 november kwamen de belangrijkste Nederlandse netwerken samen in Amersfoort.

Netwerken leren van elkaar

Bestuurlijke Barbapapa

maakt duurzaam flexibel

‘De overheid zegt tegenwoordig niet meer welke oplossing u moet kiezen, maar probeert via sociale innovaties te sturen,’ vertelt Ad Bijma (program-macoördinator DuurzaamDoor, RVO).

‘Vooral bij maatschappelijke vraagstukken ligt het voor de hand dat je alle partijen die een relatie met het vraagstuk hebben, bij elkaar brengt: onderne-mers, onderwijs, onderzoek, overheid en organisaties van burgers. Laat al die mensen samen naar de meest duurzame oplossing zoeken en faciliteer als overheid met passende wet- en regelgeving en/of financiële arrangementen.’Ad Bijma werkt voor Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, maar in zijn vrije uurtjes is hij ook zo’n betrokken burger die zich inzet voor duurzame energie-voorziening in zijn woonplaats. ‘In Breda ben ik betrokken bij de Bredase Energiecoöperatie BRES.’ De coöperatie wil een belangrijke

rol spelen in de versnelling van de energietransitie in stad en regio. Eén van de oplossingen die BRES daarbij toepast is de ‘postcoderoosregeling’. Die regeling maakt het mogelijk dat mensen die in zonnepanelen op andermans dak investeren, tóch een energiebelasting-korting krijgen op hun energierekening. ‘Dat was tot voor kort nog niet aantrekkelijk genoeg,’ weet Bijma. De postcoderoos maakt het voor méér mensen interessant om in zonnestroom te investeren.

Noordelijke tafelmethodePeter Bootsma pakt het met zijn Vereniging Noorden Duurzaam meteen maar groots aan. Hij denkt niet

in termen van projecten; maar hij propageert een methode, een werkvorm, die de ene na de andere duurzame oplossing moet opleveren. Bootsma: ‘Wij brengen alle mensen in een bepaalde keten samen aan een tafel om hen duurzame oplossingen te laten bedenken.’ De ‘transitietafels’ zijn

DuurzaamDoor

‘De overheid probeert via

sociale innovaties te sturen’

nr. 7 | 2016

3838

SPECIAL

een werkvorm voor de verduurzaming van een specifiek onderwerp in een bepaald geografisch gebied. Een voorbeeld is de ketentafel ‘Waterstof als transport-brandstof’ die vraag en aanbod in de waterstofketen samenbrengt. Bootsma: ‘We brengen de wensen, moge-lijkheden en eisen bij elkaar. Alle voorwaarden om waterstof succesvol in de markt te zetten zijn er, het gaat er nu om hoe we dat het beste kunnen doen.’Hoe de Vereniging Noorden Duurzaam het aanpakt, is ook voor Lody Klement van het Amsterdamse DORA-netwerk interessant. ‘Wij vinden het moeilijk om een markt voor onze duurzame producten te veroveren. Een ondernemer produceert bijvoorbeeld duurzame zeep, maar we krijgen de inkopers aan de kant van de overheid niet zover dat ze onze producten gaan inkopen. De enige referentie lijkt de prijs en dan kom je als duurzaam bedrijf gewoon niet aan bod.’ Bootsma denkt dat ook hier de ‘tafelmethode’ van dienst kan zijn. ‘Zet alle leveranciers en afnemers bij elkaar en bedenk samen een project waardoor de zeepketen wél kan verduurzamen.’

AppelsOnno van Bekkum gaf tijdens de landelijke uitwisse-lingsmiddag DuurzaamDoor meer inzicht in de coöpe-ratieve rechtsvorm. ‘Een Barbapapa, want hij kan alle mogelijke vormen aannemen,’ aldus Van Bekkum. ‘Bijkomend voordeel: het gebruikersbelang en niet het aandeelhoudersbelang staat centraal en als het goed gaat mogen de overschotten terugvallen aan de leden. Iets dat bij een stichting niet mogelijk is.’

Net als Bijma heeft ook Van Bekkum zijn ideeën in de praktijk gebracht en wel in de Bommelerwaard. ‘We hebben de gebiedscoöperatie Bommelerwaar, zonder ‘d’, opgericht. Onlangs hebben we met mensen uit de buurt alle appels uit een boomgaard geplukt. Die appels waren anders weggerot. Nu hebben we er pakken appelsap van laten maken en die verkopen we. Liever gezegd, we verkopen de verduurzaming van de Bommelerwaard.’Van de knusse gezelligheid van de Bommelerwaard werd de bijeenkomst met de bijdrage van Dennis Kerkhoven grimmiger. De zaal werd uit de appeldroom wakker geschud met het ‘failliet van het economisch systeem’. Wie denkt dat de financieel-economische crisis net een beetje achter de rug is, heeft het deerlijk mis, aldus Kerkhoven. ‘Een potentieel scenario is een volledige financiële reset. Het internationale handels-systeem staat onder druk en dit kan leiden tot collateral damage.’ Het risico van een nieuwe crisis zal onherroe-pelijk neerslaan bij de commons, oftewel de gewone burger. Dennis Kerkhoven streeft naar een meer regionale economie, gebaseerd op gebiedscooperaties. Regio's zijn dan minder kwetsbaar voor wereldwijde recessies. n

DuurzaamDoor krijgt in 2017 vervolg, waarin maatschappelijke partners zoals ondernemers, onderzoekers en onderwijsinstellingen een nog grotere plek krijgen.

DuurzaamDoor

Tekst Hester JansenBeeld Shutterstock

‘We verkopen de verduurzaming van de Bommelerwaard’

nr. 7 | 2016

39

SPECIAL

Burgercollectieven

Samen sta je sterker

DuurzaamDoor sluit goed aan op de maat-schappelijke ontwikkelingen. Enerzijds trekt de overheid zich terug, anderzijds wil de burger (weer) meer zelf doen. De Moor: ‘In Nederland zijn al langer coöperaties

opgericht, in 2005 was er sprake van een ware boom. Het is belangrijk om op te merken dat die groei er al vóór de crisis was, want daaruit blijkt dat het een trend is die door andere dan financiële factoren is gestimuleerd. Al die collectieve initiatieven vormen een wake up call voor de overheid, ze geven aan dat er bij de burgers een wens is tot systeemverandering. DuurzaamDoor heeft goed begrepen dat de overheid een rol hierbij moet blijven spelen, maar wel een andere rol dan vroeger.’De burger is mondig geworden en neemt zelf het initi-atief. Overheidsbeleid in de vorm van one size fits all werkt niet goed meer, er is lokaal beleid nodig dat rekening houdt met de lokale identiteit. ‘Er zijn verschil-len tussen Amsterdam en Groningen, tussen stad en platteland. Die verschillen hoeven geen belemmering voor beleid te zijn, maar je kunt als overheid alleen niet langer top down beleid voeren, je moet rekening houden met die verschillen.’

Collectieve actieBurgers reageren op marktfalen, zeker in krimpgebie-den. Ze nemen zelf het heft in handen, waardoor lokale dynamiek en eigenheid weer naar voren komen. De overheid moet daarop aansluiten en een andere rol aannemen, maar dat wil niet zeggen dat ze overbodig is. ‘Dat zie je aan een programma als DuurzaamDoor waarin veel ruimte wordt gelaten aan lokale initiatie-ven. RVO ondersteunt veel van die initiatieven, die vaak vorm krijgen in coöperaties. Zonder die steun komen de burgers er vaak ook wel uit, maar als ze met behulp van RVO erin slagen netwerken te vormen, zijn de initiatieven beter zichtbaar, hebben ze als organisatie grotere overlevingskansen. Ook draagt het bij tot het ‘robuuster’ maken van het burgercollectief als alterna-tief governance model.’

DuurzaamDoor

Hoogleraar Sociale en Economische Geschiedenis aan de Universiteit Utrecht Tine de Moor is sinds september betrokken bij DuurzaamDoor, vanwege haar onderzoek naar burgercollectieven en andere instituties voor collectieve actie. DuurzaamDoor is het kennis-programma waarmee Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) een groene, duurzame economie wil bereiken. ‘Het programma heeft behoefte aan analyse, synthese en beleidsaanbevelingen,’ vertelt De Moor. ‘Er zijn heel veel burgercollectie-ven en collectieve initiatieven. Ik vind het knap hoe DuurzaamDoor met deze initiatieven omgaat en dat ingezien wordt dat de maatschappelijke actoren elkaar moeten zien te vinden.’

‘De burger is mondig geworden en neemt zelf het initiatief’

nr. 7 | 2016

4040

SPECIAL

De Moor, die onderzoek doet naar gilden en andere vormen van economische samenwerking, legt uit hoe dat werkt. ‘Als je naar de geschiedenis kijkt zie je in het verleden ook veel collectieve initiatieven, zoals in de Middeleeuwen de vorming van gilden die lange tijd het economische en sociale leven reguleerden. Eind acht-tiende en begin negentiende eeuw kwam daar een eind aan en ontstond er een top down-benadering vanuit de overheid, die met wetgeving het private handelen, het individu en de concurrentie ruim baan gaf. Als reactie op dat liberale denken zag je begin twintigste eeuw weer een golf van coöperaties en collectieve actie ontstaan, waar onder meer de Rabobank uit is voort-gekomen. We lijken nu in de derde golf van collectieve actie te zitten. Kennelijk is het een vorm van handelen waar steeds behoefte aan is. Niet alleen in Nederland trouwens, je ziet nu in Vlaanderen dezelfde evolutie. Elders in Europa, zoals in Duitsland, is het ook al langer aan de gang.’

LegitimiteitMaar het feit dat coöperaties en andere vormen van burgersamenwerking ontstaan wil niet zeggen dat ze op langere termijn levenskrachtig genoeg zijn. Om de initiatieven staande te houden is behalve veer-kracht ook zichtbaarheid nodig in netwerken, immers:

samen sta je sterker. ‘Daarom is het zo belangrijk wat RVO met DuurzaamDoor doet,’ legt De Moor uit. ‘Het programma helpt deze collectieven om zichzelf staande te houden tegen de overheid door ze sterker te maken in netwerken. Individualiteit leidt tot een zekere kwets-baarheid, zeker in de onzekere tijden van nu waarin we niet weten hoe de overheid zich zal ontwikkelen. DuurzaamDoor helpt de burgers om te kunnen blijven doen wat ze doen.’ Ze vindt het programma om nog een andere reden belangrijk. ‘Het is mooi omdat het de Nederlandse burgers vertrouwen in de overheid biedt. De overheid geeft legitimiteit en erkenning aan de mensen die initi-atieven nemen in de vorm van allerlei evenementen.’ Het zou het mooiste zijn als DuurzaamDoor niet meer nodig is doordat alles wat er nu in de maatschappij borrelt doorwerkt naar het beleid. Dat is iets om de komende jaren naar te streven. ‘Eigenlijk zouden de initiatieven moeten uitmonden in concrete beleids-voornemens die DuurzaamDoor uiteindelijk overbodig maken. Alle initiatieven hebben een aanjagend effect, de overheid moet er een natuurlijke partner van worden. Dat zou de maatschappelijke opdracht moeten zijn,’ vindt De Moor. n

Meer informatie: www.duurzaamdoor.nl.

DuurzaamDoor

Tine de Moor: ‘Overheidsbeleid in de vorm van one size fits all werkt niet goed meer, er is lokaal beleid nodig dat rekening houdt met de lokale identiteit’

Tekst Maurits van den ToornBeeld Ed van Rijswijk

nr. 7 | 2016

41

SPECIAL

‘Rijkswaterstaat zet gedragskennis in om ‘roodlichtnegatie’ te voorkomen’

nr. 7 | 2016

42Psy

cholo

gie

De menselijke factor

Gedragspsychologen zien de burger vooral als een irratio-neel wezen dat vaak niet in zijn eigen belang handelt. Hij leeft ongezond, rijdt door het rode licht en spaart niet voor na zijn pensionering. Het is daarom volkomen verantwoord om deze ‘dwaallichten’ een duwtje in de juiste richting te geven. In psychologentermen heet zo’n duwtje een ‘nudge’. Overal ter wereld wordt deze trend door overheden gevolgd en toegepast.

Overheid maakt steeds meer gebruik van gedragskennis

Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman is een van de meest invloedrijke psychologen ter wereld. Hij is de grondlegger van de gedragseconomie: een combi-

natie van psychologie en economie voor zijn onderzoek naar hoe mensen denken en beslissingen nemen. We spreken hem tijdens een seminar van DenkProducties. ‘Eigenlijk ligt het pensioenvraagstuk aan de basis van het denken over nudgen,’ zegt Kahneman. ‘Mensen spaarden niet genoeg voor hun oude dag. Ze moesten maande-lijks een pensioenbijdrage betalen, maar deden dat vaak niet. Toen heeft men in de VS en in het Verenigd Koninkrijk de stan-daardinstelling veranderd naar automa-tisch sparen. Vandaag de dag moet je actieve stappen ondernemen om níet te sparen.’ In Nederland werd dit onlangs actueel naar

aanleiding van het debat over orgaandona-tie; de Tweede Kamer besloot om van een opt-in naar een opt-outsysteem over te gaan.Paternalistisch? Ja, het sturen op beter spaargedrag riekt naar paternalisme, maar daar heeft Kahneman niet bepaald een probleem mee. ‘In dit specifieke geval gaat het erom wat mensen in de toekomst gaan ondervinden. Later denken ze vooral: ‘Had ik maar meer gespaard’. Als gedragspsycho-logen proberen wij het menselijk gedrag zo te veranderen dat je toekomstige zelf erbij gebaat is: to nudge in favour of your better self.’

Door rood?Daniel Kahneman was een van de belangrij-ke namen die gedragspsycholoog Chantal Merkx, werkzaam bij Rijkswaterstaat, zich van haar studietijd herinnert. Zelf houdt zij minder van het woord ‘nudgen’. ‘Vroeger

Tekst Hester Jansen Beeld Shutterstock

Bij 14 procent van de keren dat de brug open en dicht ging, gedroeg slechts een fietser zich zoals het hoorde.

LuisternudgeWie meer te weten wil komen over het begrip keuze-architectuur - waar-om je geneigd bent om na drie subsidietoekennin-gen de vierde aanvraag af te wijzen, over de toepas-sing van gedragspsycho-logie op de preventie van criminaliteit of over de nudges die de Ameri-kaanse overheid gebruikt om ex-gevangenen goed te laten reïntegreren in de maatschappij, luister dan naar de podcasts van Freakonomics op www.freakonomics.com/archive (respectievelijk episodes 266, 219, 264).

nr. 7 | 2016

43Psy

cholo

gie

noemden we het priming, nu nudging, ik noem het human factors. Het woord nudge heeft toch iets van ‘duwen’. Ik kijk vooral naar de omgeving: wat heeft de weggebrui-ker nodig om veilig aan het verkeer deel te nemen?’In haar functie bij Rijkswaterstaat probeert Merkx het gedrag van de weggebruiker te begrijpen. Waarom fietst iemand door het rode licht, terwijl de brug nog niet gesloten is? Recent onderzocht een student hoeveel fietsers het rode licht bij bruggen negeren. Merkx schrok van de resultaten. Bij 14 procent van de keren dat de brug open en dicht ging, gedroeg slechts een fietser zich zoals het hoorde. ‘Natuurlijk kennen we de precieze beweegredenen niet, maar als je ziet dat iemand nog even extra op de trappers gaat staan om onder de slagboom door te komen, dan weet je: dat was niet per ongeluk.’ De gedragskennis bij ‘rood-lichtnegatie’, zoals dit in het jargon van Rijkswaterstaat heet, moet ertoe bijdragen dat de vernieuwde bruggen straks zó worden ingericht dat verkeersdeelnemers

veilig en zonder problemen te veroorzaken tot volledige stilstand kunnen komen. Hoe reageren de collega-ambtenaren op de input van een gedragspsycholoog? Merkx: ‘Er zijn maar heel weinig psychologen binnen Rijkswaterstaat, maar er is veel interesse in het menselijk gedrag. Vroeger was toch de houding ‘die lastige wegge-bruikers, waarom luisteren ze niet gewoon?’, tegenwoordig onderzoeken we de redenen.’ Merkx maakt, uit hoofde van haar functie van senior adviseur human factors, ook deel uit van het Behavioural Insights Team van het ministe-rie van Infrastructuur en Milieu. ‘Het is eigenlijk een netwerkorganisatie, met name bedoeld om menselijk gedrag beter vorm te geven in beleid en ideeën tussen departementen te delen.’ Het idee komt uit Engeland, waar de eerste ‘Nudge Unit’ in 2010 werd opgericht.

SnackbarsOok Reint Jan Renes, lector crossmediale commu-nicatie in het publieke domein en universi-tair hoofddocent gezondheidscommunicatie, is regelmatig betrokken bij het Behavioural Insights Team. Renes: ‘Het is nog wel een beetje Nederlands, in de zin dat elk ministerie zijn eigen clubje heeft. Tegenwoordig is er naast het BIT ook een BIN: een Behavioural Insights Network, maar er zijn nog heel veel slagen te maken.’ ‘Je merkt dat men in verschillende fases zit: het ene ministerie ontwikkelt al projecten terwijl het andere ministerie nog in de opstartfase zit. Sommige thema’s lenen zich er gewoon beter voor: verkeersvraagstukken bijvoorbeeld. Aan de andere kant: ook op het gebied van veiligheid en justitie zijn zinvolle toepassingen van gedragspsy-chologie mogelijk.’Als lector kijkt Renes ook naar de ethische kant van nudgen: mag een overheid burgers dwingen tot bepaald gedrag? Net als Kahneman vindt hij dat geen slecht idee zolang het maar onder-werpen betreft waarover algemene consensus bestaat. ‘Bovendien gebruiken commerciële partijen ook al die psychologische technieken om mensen te verleiden. Wat mij betreft mag de overheid daar best een actievere rol in spelen.’Als voorbeeld noemt hij de snackbardichtheid: juist in armere buurten blijken er méér snackbars te zijn. ‘Dat betekent dat bewoners van die wijk méér moeite moeten doen om gezond te eten. De keuze-architectuur bevoordeelt ongezond eten,’ aldus Renes. ‘Voor coffeeshops hebben we een locatiebeleid. Ik vind het helemaal geen gek idee om dat voor snackbars ook in te voeren.’ Tegelijk vind hij wel dat de overheid dergelijke keuzes op een uiterst transparante wijze moet maken. ‘Het mooie is: je kunt op een heel transparante manier nudgen en het werkt nog steeds!’ n

LeesnudgePriming: primes zijn signalen in de omgeving - waar mensen zich al dan niet bewust van zijn - die men-sen op automatische wijze kunnen beïnvloeden. Bijvoorbeeld: NS-trei-nen op schoonmaakgedrag. In coupés waar een schoonmaaklucht is verspreid, wordt minder afval ach-tergelaten dan in coupés waar geen schoonmaaklucht is verspreid.Nudging: betekent het geven van een duwtje in de juiste richting, door kleine/simpele aanpassingen in de omgeving of keuzearchitectuur. De consumptie van gezond voedsel in een kantine steeg en de consump-tie van ongezond voedsel daalde wanneer er een speciale rij voor gezond voedsel beschikbaar was.Modeling: Een bekende vorm van modeling is voorbeeldgedrag waarbij iemand kan leren hoe je bepaald gedrag moet uitvoeren of waarbij het model duidelijk maakt wat het juiste of gewenste gedrag is. Meer achtergrond is te vinden in de online beschikbare literatuur-studie Gedragsverandering via campagnes 2.0.

KijknudgeOp de website omooc.nl is een module ‘Slim beleid: gedragsken-nis in de praktijk’ te bekijken. In deze massive open online course (mooc) worden toepassingen uit de gedragswetenschappen op beleid en uitvoering daarvan behandeld. De mooc kwam tot stand in samenwerking met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en het Behavioural Insights Network NL.

De Israëlische Daniel Kahneman is psycholoog en een belangrijke pionier op het grensvlak van de economie en psychologie en auteur van onder andere het boek Ons feilbare denken (2011).

nr. 7 | 2016

44Psy

cholo

gie

De Verenigde Naties geeft en neemt elk jaar de gelegenheid om als internationale gemeenschap te reflecteren op de kwaliteit van de publieke dienst. Een gewoonte en gelegenheid die ik van harte ondersteun. Daarmee wordt immers het belang van de publieke dienst voor de gehele internationale gemeenschap nog eens onderstreept.Naar mijn overtuiging is de kwaliteit van de publieke dienst essen-tieel voor het economisch en sociale welzijn van een land. Een publieke dienst staat of valt met de kwaliteit van de mensen die er werken, van de wendbaarheid van de organisaties die de publieke dienst vormen en van hoe de publieke dienst om weet te gaan met de hedendaagse, technologische ontwikkelingen. Voor burgers zijn de mogelijkheden van de digitalisering eindeloos, en komt digitalisering ook ten goede aan de transparantie van het handelen van de overheid. Dit laatste heeft directe invloed op het vertrouwen dat burgers in de overheid hebben.De kwaliteit van de publieke dienst in Nederland is hoog, en daar ben ik - als secretaris-generaal van het ministerie dat zich inzet voor een goed en slagvaardig openbaar bestuur - heel trots op. Met dezelfde kracht als we deze goede uitgangspositie hebben opgebouwd, werken we nu ook aan het onderhoud en het uitbouwen ervan. Want een goede overheid is geen rustig bezit. We willen graag leren van andere landen over de kansen die er liggen om onze publieke dienst te blijven verbeteren. Tegelijkertijd willen we ook graag met anderen delen wat we hebben bereikt, welke dilemma’s we het hoofd hebben geboden en tegen welke dilemma’s we nog altijd aanlopen. We zijn dan ook erg verheugd dat Nederland als gastheer mag optreden van de twee-daagse conferentie de UN Public Service Day 2017 (UN PSD). Dat deze conferentie wordt overgehouden, dat bestuurders, politici en ambtenaren van over de hele wereld samen praten over publieke dienstverlening is al winst. Nu reikt de ambitie echter ook verder: bestuurders, politici en ambtenaren informeren, maar vooral ook inspireren om innovaties toe te passen in hun overheidsorganisaties, zodat de dienstverlening beter wordt en maatschappelijke doelen worden bereikt. Ik hoop u allen volgend jaar te mogen ontmoeten tijdens de UN PSD in Nederland.

Richard van ZwolSecretaris-generaal ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

OVERHEIDSAWARDS2016

Kwaliteit van de publieke dienst

45

nr. 7 | 2016 nr. 7 | 2016

45

BESTE AMBTENAAR 2016

De jury heeft weinig tijd nodig om tot de Top 3 te komen. Na het tellen van de stemmen, zijn Kern, Belkasmi en Maas duidelijk uitgelopen op de

overige negen finalisten. Kern heeft in de korte tijd dat ze in Limburg werkt haar sporen verdiend, zo vindt de jury. Er was veel gedoe rondom de aanbe-steding van het openbaar vervoer in de provincie, onder andere vanwege bedri-jfsspionage door één van de inschri-jvers. In deze context heeft Kern orde op zaken gesteld. Bij de implementatie van de concessie weet zij van buiten naar binnen te werken, zelfs onder tijdsdruk. Ook slaagt ze erin de verbinding te maken tussen de bestuurlijk opdracht-gever, de vervoerder en haar medewerk-ers; de provinciale organisatie ende. ‘En

dat allemaal in de Limburgse provincie-cultuur. Dat is heel knap!’Abdelhak Belkasmi functioneert in het moeilijke domein Veiligheid. In dit domein is een randvoorwaarde dat je een goed netwerk hebt en dat je snel en goed kan acteren bij mogelijke cala-miteiten. Belkasmi staat bekend als betrouwbaar en als Nederlander met een Marokkaanse achtergrond is hij dé contactpersoon met de joodse istellin-gen binnen stadsdeel Zuid. Bovendien is hij is een rolmodel voor zijn oude omgeving. ‘Dat is een grote prestatie,’ oordeelt de jury, ‘zeker in een handha-vende functie.’ Voormalig directeur DT&V Rhodia Maas (ze is inmiddels directeur van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, zie ook p. 76) heeft een dienst ‘uit de

Tekst Marc NotebomerBeeld Frans Palm

Juryberaad PD Top 100

‘Maak verschil in de buitenwereld’

Criteria:• Hart voor de publieke zaak• Is ambassadeur van het open-

baar bestuur• Verbindt buiten met binnen en

vice versa• Heeft aantoonbare bijzondere

resultaten geboekt• Inspireert, geeft goed leiding en

zet mensen in hun kracht• Gepast bescheiden en heeft altijd

de maatschappelijke opgave voor ogen

• Is een vakman of -vrouw op zijn of haar terrein maar ook in de ambtelijke context waarin hij of zij opereert

• Heeft lef, innoverend vermogen en ondernemerschap en is kwetsbaar, nieuwsgierig, reflecte-rend en lerend

• Is loyaal aan de politiek maar durft kritisch te zijn en tegengas te geven

• Communiceert zowel intern als extern

46

De winnaar van de Publiek Denken Top 100 2016 is Sabine Kern, concessiemanager Openbaar Vervoer van de provincie Limburg. Op de tweede en derde plaats zijn respectievelijk geëindigd: veiligheidscoördinator in Amsterdam-Zuid Abdelhak Belkasmi en voormalig directeur DT&V Rhodia Maas. Deze finalisten opereren alle drie in een complex veld en ‘maken daar het verschil’. Maar de jury was eensgezind in haar oordeel: Sabine Kern verdient het om Beste Ambtenaar van het Jaar te worden.

grond gestapt waarvoor totaal geen maat-schappelijk draagvlak was,’ aldus de jury. ‘Bovendien heeft ze zich daar tien jaar staande weten te houden en is het publieke debat nooit uit de weg gegaan. Zo heeft ze eraan bijgedragen dat het onderwerp van terugkeer een veel geac-cepteerder onderdeel van het migratiebe-leid is geworden.’

BuzzwordsDrie inspirerende kandidaten, maar wie verdient het om Beste Ambtenaar van het Jaar te worden. Dat is best lastig, geeft de jury toe. Aan sommige criteria voldoen alle finalisten. En aan andere maar een of twee. De buzzwords van de verkiezing zijn verbinden en samenwer-ken. ‘Maar iedereen was netwerkend en verbindend, zegt Sietske Pijpstra, hoofd Werkgeverszaken en Gemeentelijke orga-nisatie/secretaris College van Arbeidszaken (VNG). ‘Maar aan lovende verhalen heb je niks. Ik heb daarom goed gekeken naar wat de kandidaten hebben gedaan.’Waar let je verder op? En welke waarde ken je aan de verschillende criteria toe? In de beoordeling van jury-voor-zitter en korpschef Nationale Politie Erik Akerboom weegt zwaar: hoe maakt iemand als persoon het verschil in de buitenwereld? Verandert er iets? Wordt er iets moois, groots of betekenisvols gerea-liseerd? Collega-jurylid Michaël Munnich van Driessen HRM heeft vooral op het innovatie-element gelet. En of de kandi-daten inhoudelijk betekenis geven aan hun ambtenaarschap, in combinatie met

PD Top12

1 Sabine Kern, concessiemanager openbaar vervoer provincie Limburg

2 Abdelhak Belkasmi, veiligheidscoördinator in stadsdeel Amsterdam-Zuid

3 Rhodia Maas, voormalig directeur DT&V

4 Astrid Hendriks, programmamanager Banenafspraak UWV

5 Gretha leever, beleidsadviseur gemeente Groningen

6 Joki Harms, hoofd COWWI gemeente Schagen

7 Eugène van Mierlo, programmacoördinator Risicobeheersing Brandweer Nederland

8 Vincent Toms, cyber security consultant SSC-ICT

9 Mirella Tijhaar, programmamanager nationaal capaciteitenprogramma ministerie van VenJ

10 Jeroen jonker, senior beleidsadviseur Gemeente Enschede

11 Koen Haer, projectmanager Vereniging voor OverheidsManagement

12 Patricia Labije-Keizer, teammanager gemeente Nissewaard

De jury van de PD Top 100 Beste Ambtenaar 2016 wordt voorgezeten door Erik Akerboom, korpschef Nationale Politie. Verder nemen in de jury plaats:Olav Welling (ministerie van BZK, directeur Ambte-naar en Organisatie), Sietske Pijpstra, (VNG, hoofd

Werkgeverszaken en Gemeentelijke organisatie/secretaris College van Arbeidszaken), Albert Vermuë (directeur Unie van Waterschappen), Ab van Ravestein (directeur RDW en voorzitter Handvest-groep), Gabrielle Haanen (gemeentesecretaris

Utrecht en voorzitter VGS), Hans Goedhart (voorzitter van de Kring van Provinciesecretarissen en se-cretaris van de provincie Utrecht), Michaël Munnich (directeur Driessen) en de winnaar van vorig jaar Richard Baas.

47

hun contacten met de buitenwereld en de politiek. Algemeen directeur van de RDW Ab van Ravestein merkt op dat er in de pitches van de kandidaten weinig terugkwam over het contact met hun ‘politieke broodheren’. Dat vinden ook Olav Welling en Hans Goedhart, respectieve-lijk directeur Ambtenaar en Organisatie bij BZK en voorzitter van de Kring van Provinciesecretarissen. Terwijl ‘tegen-spreken’ voor ambtenaren een belangrij-ke competentie is. Gemeentesecretaris Utrecht en voorzitter van VGS Gabrielle Haanen heeft er vooral op gelet of de kandidaten hart hebben voor de publieke zaak. ‘Heeft die persoon het verschil gemaakt?’ Voor de winnaar van vorig jaar Richard Baas en directeur van de Unie van Waterschappen Albert Vermuë ging het om de vraag: wie springt erboven uit. Baas: ‘Belangrijk is om de extra mile te maken. Kun je het voor zoveel mogelijk mensen beter maken?’

Sterke kandidaatDe juryleden zetten de argumenten voor en/of tegen de drie kandidaten nog eens op een rij. Gelukkig zijn ze het snel eens: Sabine Kern wordt Beste Ambtenaar van het Jaar 2016. Abdelhak Belkasmi en Rhodia Maas volgen op de tweede en derde plaats. De verschillen zijn klein, daar is men zich van bewust. Maar, zegt Akerboom, Sabine Kern was al een sterke kandidaat. ‘Ze is zo mogelijk nog sterker uit de discussie gekomen.’ n

BESTE AMBTENAAR 2015

Tekst Maurits van den ToornBeeld Jonathan Vos

Winnaar PD Top 100 Beste Ambtenaar 2016 is Sabine Kern

‘Elke dag een beetje beter’

Het was een grote klus in haar bijna vijfentwintigjarige carière in het openbaar bestuur. En dat terwijl ze heel anders is begonnen. ‘Na mijn studie

scheikunde ben ik gaan werken bij DSM. Ik heb daar research gedaan, maar toen ik een paar jaar op een zolderkamertje in potjes en pannetjes had geroerd wilde ik graag weer meer onder de mensen komen. Ik heb daarna bij Rijkswaterstaat heel veel leuke dingen gedaan, van vergunningver-lening en het vlottrekken van de bouw van de tunnel in de A73 tot het onderhoud van snelwegen en het ambtelijk opdrachtge-verschap voor de ondertunneling van de A2 in Maastricht. Ik herinner me nog hoe ik

een keer in de oudejaarsnacht met oliebol-len onderweg was naar een stel collega’s in een dorp dat onder water dreigde te lopen. We kregen voortdurend telefoontjes van bezorgde inwoners die wilden weten hoe hoog het water zou komen. Ik kreeg toen heel sterk het idee dat ik het ergens voor deed.’

SamenToen het einde van het A2-project in zicht kwam, maakte ze begin dit jaar de overstap naar de provincie Limburg, waar ze de toen nog niet gegunde aanbesteding van het trein- en busvervoer onder haar hoede kreeg. ‘We zijn begonnen met bijeenkom-sten van buurtplatforms en dorps- en

wijkraden om de lijnenloop en de dienstre-geling te optimaliseren. Ik geloof echt dat dat op 11 december (op die datum gaat de nieuwe vervoerder Arriva van start, red.) meer bekendheid over de veranderingen en dus meer draagvlak oplevert.’ Je doet het samen met een team, benadrukt ze. ‘Alleen ga je misschien sneller, maar samen kom je zoveel verder. Toen ik bij de provincie begon heb ik me eerst verdiept in de inhoud: waar gaat het over en waar draagt het aan bij? Daarna heb ik het team bij elkaar gezet en zijn we gaan dromen. De vraag was: waartoe zijn we, als concessie-team, op aarde? Het antwoord: zorgeloos reizen van deur tot deur. Zover zijn we nog niet, maar we kunnen die droom wel concreet gaan maken door kleine mijlpalen te noemen, die te realiseren door het elke dag een beetje beter te doen. Door een goede focus te creëren weten de mensen waar ze aan werken, waarvoor ze ’s ochtends opstaan. Weten waar je het voor doet en waar je aan bijdraagt, zorgt voor plezier in het werk. Ook kleine dingen dragen daaraan bij, we hebben nu een adventskalender die loopt tot 11 december als Arriva van start gaat. Tot die dag nemen we allemaal elke dag een chocolaatje.’ n

Toen ze bij de provincie begon heeft ze zich eerst verdiept in de inhoud: waar gaat het over en waar draagt het aan bij? Daarna is ze met haar team gaan dromen. Helemaal gerealiseerd zijn die dromen nog niet. ‘Maar,’ zegt conces-siemanager Openbaar Vervoer bij de provincie Limburg en winnaar van PD Top 100 2016 Sabine Kern, ‘we kunnen die droom wel concreet maken door kleine mijlpalen te noemen en elke dag beter ons best te doen.’

48

Als manager van het Nationaal Capaciteitenprogramma inventariseert Mirella Tijhaar wat er in Nederland aan cyberdreigingen, geopolitieke dreigingen en natuurrampen kan gebeuren. Met ‘spullen en knullen’ en wet- en regelgeving biedt ze deze risico’s vervolgens het hoofd. In de Publiek Denken Top 100 wist ze de meeste stemmen te verzamelen.

Tekst Maurits van den toornBeeld Sander Foederer

Publieksprijswinnaar Mirella Tijhaar over risico- en crisisbeheersing

Veilig gevoel

Na haar studie Europese bestuurskunde in Leiden heeft Mirella Tijhaar een imposante reeks banen en functies vervuld. ‘Ik

ben begonnen bij Deloitte, waar ik als managementconsultant opdrachten voor overheden en non-profit sector heb gedaan. Na een paar jaar ben ik overge-stapt naar Justitie, waar ik onder meer bij Internationale Zaken heb gewerkt. Daarna ben ik naar het Nationaal Crisiscentrum bij BZK gegaan. Sindsdien ben ik altijd actief gebleven op het terrein van de nationale veiligheid, momenteel bij de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Ik ben praktisch ingesteld; wat dat betreft ben ik bij crisisbeheersing wel op m’n plaats, denk ik, je kunt daar beleid en handelen goed met elkaar combineren.’Bij de NCTV heeft ze ongeveer drie jaar geleden de Nationale Academie voor Crisisbeheersing (NAC) opgezet en verder helpen ontwikkelen. De academie biedt opleidingen, oefeningen en evaluaties op het gebied van crisisbeheersing aan voor en door alle departementen, maar bijvoorbeeld ook voor veiligheidsregio’s.

Risico’sSinds januari dit jaar is Tijhaar programmamanager van het Nationaal Capaciteiten Programma. Ze vertelt wat dat inhoudt: ‘Samen met analisten uit verschillende organisaties en discipli-nes inventariseren we wat er aan cyber-dreigingen, geopolitieke dreigingen, verstoring van vitale voorzieningen en natuurrampen kan gebeuren. Op basis

hiervan en andere bronnen als techno-logische verkenningen, evaluaties van crises en crisisoefeningen, bevindin-genrapportages en regionale capacitei-tenanalyses, kijken we wat we in huis hebben én wat nodig is om de risico’s het hoofd te bieden. Niet alleen met ‘spullen en knullen’, maar ook met wet- en regelgeving: zijn de taken en bevoegd-heden duidelijk vastgelegd? Hebben we voldoende kennis in huis op nucleair gebied? Zijn de noodstroomvoorzienin-gen voldoende? Het programma mondt begin volgend jaar uit in een advies aan het kabinet.’Al die bedreigingen en risico’s, hoe theo-retisch ze misschien ook zijn, maken een mens er misschien niet vrolijker op. Dat valt wel mee, vertelt ze. ‘Ik sta positief in het leven en kan er goed mee omgaan, maar je wordt je door dit werk wel bewust

van wat er allemaal kan gebeuren. Bij de deelname aan een groot evenement realiseer ik me dat daar risico’s aan vast-zitten, maar ik vind dat je je leven niet moet laten bepalen door een dreiging. Ik ben bovendien ook wel gerust omdat ik zie hoeveel inzet en expertise er is. Dat geeft een veilig gevoel.’Naast de drukte van het werk en een gezinsleven met vier jonge kinderen slaagt ze erin aan sport te doen. ‘Als het zo uitkomt,’ nuanceert ze direct. Het kwam vorig jaar zo uit met de deelname aan het wereldkampioenschap zeeroeien in Engeland. Een bijzondere activiteit, al ging de prijs aan het Nederlandse team voorbij. ‘Het was voor ons vooral een fantastisch avontuur, met sportieve rituelen en een goede les van onze Engelse collega’s: geen water in je bidon doen, maar gin...’ n

49

BESTE AMBTENAAR 2016

Olav Welling over de Strategische Agenda personeelsbeleid

Flexibel organiseren

Hoe ontwikkelt de eigen organisatie zich en hoe is de situatie op de arbeids-markt? Dat zijn de twee vragen die centraal staan

in het personeelsbeleid bij het rijk. ‘Die twee vragen hangen met elkaar samen, want misschien wil je als orga-nisatie wel dingen die helemaal niet kunnen,’ zegt Olav Welling, directeur Ambtenaar en Organisatie bij het minis-terie van BZK. De directie Ambtenaar en Organisatie bestaat sinds 1 april van dit jaar en is onder andere opgezet voor het op hoofdlijnen formuleren van het personeelsbeleid van het rijk. Het idee erachter is dat een groot deel van het personeelsbeleid voor alle organisa-ties hetzelfde is. Welling: ‘Iedereen wil vakbekwame en betrokken mensen in zijn organisatie, of het nu om het bedrijfsleven of om de overheid gaat. Met de gezamenlijke uitvoering is het

aantal functiebeschrijvingen al terugge-bracht van enkele duizenden tot enkele tientallen. ‘Je spreekt hierdoor dezelfde taal en dat maakt dat mensen makke-lijker van functie kunnen veranderen. Veel mensen van de Dienst Justitiële Inrichtingen konden hierdoor goed ander werk binnen de overheid of daar-buiten vinden.’

Meerjarig personeelsplanDe volgende stap is het opstellen van een Strategische Agenda voor het perso-neelsbeleid tot circa 2025. Parallel hieraan maken alle rijksorganisaties een meerjarig personeelsplan en onder-zoeken ze wat ze moeten doen om hun ideale plan te realiseren. Als blijkt dat het niet haalbaar is, moeten ze de plannen aanpassen. Welling geeft twee voorbeel-den: ‘De afgelopen jaren zijn veel middel-bare administratieve functies, ruwweg in de schalen 5 tot en met 9, geschrapt.

Maar ook elders verdwenen dergelijke functies. De arbeidsmarkt kon al deze mensen niet absorberen. Aan de andere kant zijn er bij de overheid meer ict’ers nodig, terwijl ook het bedrijfsleven ze graag wil hebben. Dit zijn ontwikkelin-gen waar je op moet reageren, enerzijds door bestaand personeel bij te scholen voor andere taken, anderzijds door bepaalde activiteiten uit te laten voeren door marktpartijen.’Waarom is deze agenda nodig? ‘Tot nu toe hebben we meestal klassieke reor-ganisaties bij de rijksoverheid gehad,’ zegt Welling, ‘die kwamen dan met een big bang. Zo’n reorganisatie in een paar maanden leidt vaak niet tot het gewenste resultaat en heeft ook nog eens onrust en onvrede tot gevolg. We willen daarom toe naar een flexibeler vorm van organiseren en reorganiseren, een gelei-delijker manier van het aanpassen van de organisatie.’

Rijksorganisaties willen toe naar een meer flexibeler vorm van organiseren en reorganiseren. De tijd van life time employment lijkt voorbij. Medewerkers moeten er rekening mee houden dat ze tijdens hun loopbaan ook elders aan de slag gaan. De directie Ambtenaar en Organisatie van BZK werkt samen met de bonden aan een Strategische Agenda voor het personeelsbeleid. Olav Welling: ‘Het gaat er vooral om dat we met elkaar in discussie zijn om te bepalen waar we naartoe willen.’

Tekst: Maurits van den ToornBeeld: Arenda Oomen

50

Een flexibeler organisatie betekent ook dat er niet altijd meer sprake zal zijn van life time employment. Medewerkers moeten er rekening mee houden dat ze tijdens hun loopbaan ook elders aan de slag gaan. Dat vergt een omslag in denken. Welling: ‘De afgelopen jaren is er niet veel instroom en uitstroom geweest. Alle werk werd dus gedaan met de bestaande mensen. Tot nu toe was het beleid om medewerkers met opleidin-gen en bijscholingen geschikt te maken voor het werk. In de nieuwe strategi-sche agenda willen we ervoor zorgen dat de mensen ook geschikt blijven om elders op de arbeidsmarkt aan de slag te kunnen. Dat heeft gevolgen voor de oplei-dingen. We hebben nu veel interne oplei-dingen zonder formele kwalificaties, maar mensen hebben meer diploma’s nodig om elders kansen te hebben. We gaan dus vaker opleidingen aanbieden samen met externe instituten.’

Een ander element van de agenda is een individueel keuzebudget. Ook dat is een vorm van flexibiliteit: ‘We willen zo veel mogelijk niet-salarisgerelateerde zaken bij elkaar brengen en de medewer-ker zelf laten beslissen wat hij daarmee doet: scholing, verlof of uitbetaling. Bij de waterschappen hebben ze hier al de nodige ervaring mee opgedaan.’

MobiliteitHet derde aspect is het vergroten van de mobiliteit binnen de organisa-tie. Dat is goed voor de wendbaarheid van de organisatie, maar geeft mede-werkers ook een betere positie op de arbeidsmarkt. Iemand die verschillen-de functies heeft vervuld komt eerder aan de bak dan iemand die twintig jaar hetzelfde heeft gedaan. Welling: ‘Als we als overheid stoppen met life time employment, dan kunnen we de gevolgen daarvan niet eenzijdig op de

schouders van de medewerkers leggen. We moeten dus zorgen voor activitei-ten en programma’s om mensen naar andere functies te krijgen. Gelukkig leert de praktijk dat de meeste mensen behoorlijk bereid zijn om te verande-ren als een verandering eenmaal in gang is gezet. En mijn ervaring is dat het merendeel van de personeelsvraagstuk-ken op een termijn van twee tot drie jaar op te lossen is door het inzetten van een scala aan HR-instrumenten, zoals om- en bijscholing.’De Strategische Agenda wordt op een nu nog niet bekend tijdstip een document, maar dat is wat Welling betreft niet het belangrijkste. ‘Het gaat er vooral om dat we met elkaar in discussie zijn om te bepalen waar we naartoe willen en wat we daarvoor moeten doen zonder meteen alles in regels en regeltjes te vatten. Eigenlijk is het proces belangrij-ker dan het eindresultaat.’ n

‘Iemand die verschillende functies heeft vervuld komt eerder aan de bak dan iemand die twintig jaar hetzelfde heeft gedaan’

51

BESTE AMBTENAAR 2016

Ranking Naam Organisatie Functie1 Sabine Kern Provincie Limburg Concessiemanager Openbaar Vervoer

2 Abdelhak Belkasmi Gemeente Amsterdam Veiligheidscoördinator3 Rhodia Maas Dienst Terugkeer en Vertrek Algemeen Directeur4 Astrid Hendriks UWV Programmamanager Banenafspraak5 Gretha Leever Gemeente Groningen Beleidsadviseur6 Joki Harms Gemeente Schagen Hoofd afdeling COWWI7 Eugene van Mierlo Brandweer Nederland/IFV Programmacoördinator risicobeheersing Brandweer Nederland8 Vincent Toms SSC-ICT Cybersecurity consultant9 Mirella Tijhaar Ministerie van Veiligheid en Justitie Programmamanager Nationaal Capaciteitenprogramma10 Jeroen Jonker Gemeente Enschede Senior beleidsadviseur11 Koen Haer Vereniging voor Overheidsmanagement Projectmanager 12 Patricia Labije-Keizer Gemeente Nissewaard Teamcoördinator13 Joost van der Wal Gemeente Bodegraven-Reeuwijk Strategisch adviseur en Procesbegeleider14 Caroline Smook Provincie Noord-Holland Verandermanager15 Mark Brabander Provincie Limburg Bode, beveiliger, medewerker Diensten16 José Cvetanovic Gemeente Apeldoorn Stadsdeelmanager binnenstad en projectmanager LPB-congres17 Hans Leeflang Ministerie van Infrastructuur en Milieu Adviseur ruimtelijke activering18 Joost Tanasale Gemeente Grootegast Communicatieadviseur19 Conny Slot Gemeente Enschede Bode stadhuis, trouwambtenaar20 Wouter van der Heijde Gemeente Amsterdam Senior bestuursadviseur Europa21 Lisanne Vis-Boer Kenniscentrum Europa Decentraal Adviseur en coördinator22 Maaike Ligthart Gemeente Schagen Projectleider huisvesting23 Jantine Trommelen Gemeente Eindhoven Bestuurlijk adviseur24 Joep van de Ven Provincie Noord-Brabant Programmamanager Netwerkend werken25 Reinier Dijkstra Gemeente Apeldoorn HRM-adviseur26 Rob Tax Gemeente Dronten Manager afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling27 Paul Roest Gemeente Amsterdam Teamcoördinator Backoffice Zorg en Jeugd28 Wim van Wamelen Gemeente Enschede Businesscontroller29 Saskia Wijkhuijs Gemeente Reimerswaal Beleidsmedewerker Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting30 Liesbeth Koning Gemeente Schagen Communicatieadviseur31 Wilmien Haverkamp Gemeente Enschede Stadsdeelmanager32 Ton van den Heuvel Gemeente Oss Opzichter openbare ruimte33 Karin Vos Gemeente Oss Coördinator Mobiliteitscentrum34 Claudia Nanninga Gemeente Rotterdam Beleidsmedewerker jeugd35 Gert van Nieuwaal Gemeente Goeree-Overflakkee P&O-adviseur36 Antoinette Beks Gemeente Eindhoven Beleidsmedewerker dienstverlening37 Caroline Willers Nationaal Archief Coördinerend adviseur Bestuurszaken38 Jolanda Hoving Gemeente Aa en Hunze Medewerker burgerzaken en frontoffice medewerker39 Tom Verbogt Inspectie van het Onderwijs Analist sector MBO40 Alexander Neels Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht Beleidsadviseur Sociaal Domein41 Gera Arts Rijksdienst Wegverkeer Senior Adviseur Strategie en Externe Ontwikkelingen42 Maarten de Koning Gemeente Leeuwarden Coördinator Talent Centrum Fryslân43 Priscilla Freen-Schouten Dienst Uitvoering Onderwijs Wet- en regelgevingsdeskundige44 Victor Gevers SSC-ICT Innovatiemanager45 Jeenke van Linge Gemeente Groningen Stadstalent46 Fons Geraedts Gemeente Oss Teamleider Vastgoedmanagement47 Harry de Nijs Gemeente Amsterdam Teamleider Handhaving en Toezicht

52

Ranking Naam Organisatie Functie48 Jorie Mulder Immigratie- en Naturalisatiedienst Operationeel manager49 Lieke Berkenbosch Rijkswaterstaat Programmamanger Windenergie op Zee50 Sanne Borst Ministerie van Veiligheid en Justitie Coördinator Communicatie en Implementatie51 Meike Barnhard Immigratie- en Naturalisatiedienst Programmamanager52 Marloes Dooren Gemeente Hengelo Sociaal rechercheur53 René Boone Gemeente Goes Beleidsmedewerker Arbeidsmarktregio Zeeland Decenraal beleid54 Roland Siebe Gemeente Amsterdam Arbeidsconsulent Werk en Reïntegratie55 Nabila Abdellaoui Gemeente Rotterdam Tunnelmanager56 Eric van Dijk Immigratie- en Naturalisatiedienst Manager57 Sieme Gerrijts Dienst Uitvoering Onderwijs Medewerker Post & archief58 Berlinda Westdijk Immigratie- en Naturalisatiedienst Medewerker Verwerken en Behandelen59 Bregje Bakx Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Senior Adviseur Strategie en Externe Ontwikkelingen60 Roel Glasbeek Ministerie van SZW Beleidsadviseur61 Thomas Claessens Immigratie- en Naturalisatiedienst Senior adviseur62 Abdel Betti Gemeente Amsterdam Coördinator leerplicht63 Malika Ouali Gemeente Amsterdam Klachtencoördinator 64 Sandra Balatoni Gemeente Hengelo Juridisch medewerker65 Nana de Loor Gemeente Amsterdam Gebiedsmakelaar66 Paul Schmitz Ministerie van Economische Zaken Projectleider Voortgangsnota Bedrijvenbeleid 201667 Fred Coesel Gemeente Amsterdam Teammanager Subsidiebureau68 Rianne Vink Gemeente Tiel Adviseur Sociale media69 Monique van ‘t Hof Gemeente Goeree-Overflakkee Trajectconsulent70 Paul Habets Provincie Limburg Bestuursstrateeg71 Aniek Nijhuis Ministerie van BZK Senior Adviseur Bedrijfsvoering72 Arjan Lenferink Gemeente Hengelo Beleidsmedewerker/adviseur ICT73 Erik Douwes Gemeente Amsterdam Senior auditor74 Noud Veekman Gemeente Amsterdam Jongerenadviseur Werk, Participatie en Inkomen75 Henk Brongers Gemeente Aa en Hunze Teamleider Backoffice (Wabo/WMO/Evenementen/Drank en Horeca)76 Remco Hemkes Gemeente Amsterdam Teamleider77 Muriel Hendrikse Gemeente Amsterdam Senior projectmanager 78 Latifa Zian Gemeente Amsterdam Projectcoördinator Arbeidsbeperkten aan het werk79 Hans Posthuma Gemeente Amsterdam Senior beleidsmedewerker Sport 80 Sandrine Tehi Gemeente Amsterdam Medewerker Bedrijfsbureau Amsterdamse School81 Wybe Zijlstra Gemeente Dordrecht Manager Stadsontwikkeling82 Jack Sandifort Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk Manager IPKD83 Manon van der Zwet-de Vries Gemeente Amsterdam Functioneel beheerder RAAK84 Marien Bos Gemeente Katwijk GIS-specialist en applicatiebeheerder85 Elize Pilon Ministerie van Economische Zaken Beleidsondersteuner86 Inge van der Horst Gemeente Goirle Beleidsadviseur87 Paul Munnik Ministerie van Economische Zaken Medewerker DIV88 Piet Meester Gemeente Medemblik Hoofd ruimtelijke ordening89 Wim Crama Gemeente Noordwijk Projectleider90 Daan Moerkerken Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid Brandwacht91 Henk Slink Dienst Uitvoering Onderwijs Security-specialist92 Martijn Klootwijk Gemeente Breda Elementmanager Stedelijk Water93 Maud Homan Gemeente Goirle Klantmanager Zorg94 Zeger Nieuwboer Belastingdienst Senior Data Scientist95 Edwin Keizer Belastingen Amsterdam Medewerker Heffing96 Gökhan Isik Ministerie van Binnenlandse zaken Teamleider bij UBR/IPKD97 Richard Llop Mijn gemeente dichtbij Technisch medewerker openbare ruimte98 Yvonne Snijder-Boon Belastingdienst Administratief medewerker99 Teruggetrokken100 Teruggetrokken

Mede mogelijk gemaakt door:

53

Leren maakt verschil

Overheidsorganisatie van het Jaar

De Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond is uitge-roepen tot de Beste Overheidsorganisatie van het Jaar. De jury, onder voorzitter-schap van burgemees-ter Jan van Zanen van Utrecht, was vooral te spreken over ‘de directe inbreng voor werknemers vanaf de werkvloer, de ontwik-keling van kleinere en snellere brandweer-voertuigen en bigda-tasturing om zo snel mogelijk bij calamitei-ten ter plaatse te zijn.’

Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2016

Behalve de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond stonden de gemeente Leeuwarden en Dienst Uitvoering Onderwijs

(DUO) in de finale. Deze drie organisaties zijn volgens de jury dé voorbeelden van organisaties die publieke meerwaarde creëren. Dat maakte dat ze met kop en schouders uitstaken boven de overige 243 organisaties die waren genomineerd.

Lerende organisatieDe verkiezing voor Beste Overheidsorganisatie van het Jaar wordt jaarlijks georganiseerd om voorbeelden te laten zien van dynamische en inno-vatieve organisaties in het openbaar bestuur en om deze voorbeelden rijks-breed te delen. Wat maakt een organisa-tie de Beste Overheidsorganisatie van het Jaar? Waar moet een organisatie goed in zijn om tot de finalisten te behoren? De jury heeft voor de beoordeling van de inzendingen tien verschillende criteria gehanteerd: missiegedrevenheid, effec-tiviteit, kostenbewustzijn, betrouw-baarheid deskundigheid, openheid,

leervermogen, werkgeverschap, veer-kracht en maatschappelijke betrokken-heid. Ook is ze bij de drie finalisten op werkbezoek geweest. Natuurlijk kan er maar één organisatie de beste zijn maar desalniettemin verdienen de andere finalisten bijzondere aandacht. Allemaal blinken zij uit in ambitie, enthousiasme voor de eigen organisatie en lerend vermogen. De uitwisseling van kennis en kunde van deze organisaties zal de komende tijd verder worden verbreed in een leernetwerk waaraan de top 25 genomineerde organisaties van ieder jaar aan deel kunnen nemen. Aan de hand van de tien criteria gaan deze organisaties met elkaar in discussie over hun presta-ties en oplossingen voor vraagstukken in de publieke sector. n

De verkiezing van de Beste Overheidsorganisatie van het Jaar is een initiatief van de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) in samen-werking met de Unie van Waterschappen, Vereniging voor Bestuurskunde, IPO, BZK, ICTU, VNG en KING.

JuryBehalve voorzitter Jan van Zanen bestaat de jury uit Tjark Tjin-A-Tsoi, (directeur-generaal van het CBS en winnaar van de Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2015) en Souhail Chaghouani (Jonge Ambtenaar van het Jaar 2015.) De overige juryleden zijn: Eric Jongmans (directeur Waterschap Rivierenland), Annet van Schreven (provinciesecreta-ris Drenthe), Erik Gerritsen (secretaris-generaal ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) Paulien Pistor (voormalig gemeentesecretaris Eindhoven) en Paul ’t Hart (hoogleraar departement Bestuurs- en Organisatiewe-tenschap Universiteit Utrecht, decaan Nederlandse School voor Openbaar Bestuur en voorzitter Vereniging voor Bestuurskunde).

Tekst Koen Haer en Marc Notebomer

nr. 7 | 2016

55

SPECIAL

Overheidsmanager van het Jaar

Arre Zuurmond is op 14 november 2016 gekozen tot Overheidsmanager van het Jaar. De prijs is toegekend voor zijn functie als Gemeentelijke Ombudsman van Amsterdam en omlig-gende gemeenten. Volgens de jury stelt Zuurmond de maatschappe-lijke opgave en het resultaat voor de burger centraal in zijn werk. Persoonlijke betrokkenheid is voor hem zeer belangrijk, hij gaat met mensen in gesprek. Zijn formele macht als ombudsman vermijdt hij in eerste instantie.

D ie ervaring heeft ook Natasja Geyteman. Zij startte al in 2009 een missie die het mogelijk moest maken om doodgeboren kinderen

in de gemeentelijke basisregistratie (BRP) opgenomen te krijgen. Ondanks verwoede pogingen kwam ze in eerste instantie niet ver. ‘Ik ging op zoek naar mensen die me konden uiteggen waarom doodgeborenen niet in de BPR thuishoor-

den. Steeds kreeg ik dan weer te horen: het is beleid. Maar daar nam ik geen genoegen mee. Niets is dommer dan gewoon alleen maar beleid uitvoeren.’Halverwege haar traject kwam Gemeentelijke Ombudsman van Amsterdam en omliggende gemeenten Arre Zuurmond op haar pad. Geyteman: ‘En hij heeft ons enorm geholpen. Zijn boodschap was: dit klopt niet, ook al is het beleid. Achter de schermen heeft hij veel gelobbyd tot op zeer hoog niveau. Ministeries reageren nu eenmaal log. Daarin heeft hij veel voor ons kunnen betekenen.’

Fijne manMet 82.000 handtekeningen en een Kamermeerderheid die achter hun missie stond gingen Geyteman en haar mede-initiatiefnemers uiteindelijk in gesprek met ministers Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Van der Steur van Veiligheid en

‘Hij laat de burger niet graag los’

Gemeentelijk Ombudsman Arre Zuurmond is Overheidsmanager van het Jaar

‘Dit klopt niet, ook al is het beleid’

nr. 7 | 2016

5656

SPECIAL

Justitie. Met als resultaat dat ouders volgens Plasterk binnen een jaar de mogelijkheid krijgen hun doodgeboren kindje te regis-treren in de gemeentelijke basisregistratie (BRP). Ook zal de ‘akte levenloos geboren kind’ veranderen in een geboorteakte. ‘Arre is een fijne man, die ervoor gaat,’ zegt Geyteman. ‘Hij is heel zuiver en eerlijk.’ Het oordeel van de jury dat Zuurmond klachten niet alleen afhandelt, maar ook actief opzoekt en bovendien systeemwereld en leefwereld verbindt, onderschrijft ze van harte. ‘Hij is bij uitstek iemand die denkt vanuit de burger in plaats vanuit het systeem.’

EerlijkheidEerlijkheid noemt ook May Pastoors als een in het oog lopende eigenschap van Zuurmond. Als manager Dienstverlening & Bedrijfsvoering bij de Ombudsman Metropool Amsterdam werkt ze nauw met hem samen. Zijn moreel kompas is loepzui-ver, aldus Pastoors. ‘Hij combineert dat met een grote mate van zorgzaamheid. Hij laat de burger niet graag los.’ Wat verder opvalt, ook bij de jury, is zijn onorthodoxe manier van werken. Pastoors: ‘Hij heeft geen boodschap aan processen en denkt niet in ambtelijke hokjes. In plaats daarvan vraagt hij zich af: hoe kunnen we

dit oplossen? Zijn aanpak is heel praktisch. Op de fiets naar de mensen toe, het liefst met de gemeente samen. En niet vanuit de hiërarchie of hoog boven over als dat niet nodig is.’Zijn manier van leidinggeven is coachend. Pastoors: ‘Hij is begaan met alle collega’s en weet altijd wat er bij hen thuis speelt. Ondertussen legt hij de lat voor onze medewerkers behoorlijk hoog. Hij is pas tevreden als we het maximaal haalbare voor onze burgers doen. De output naar buiten toe is voor hem erg belangrijk. In dat opzicht kan hij nog wel eens streng zijn.’Dat Zuurmond Overheids-manager van het Jaar is geworden stemt Pastoors tot tevredenheid. ‘Het is een duidelijke erkenning van zijn eigen manier van denken en werken.’ Ook voor de organisa-tie is het een opsteker. ‘Arre is de Gemeentelijke Ombudsman maar we werken wel met een team van vijfentwintig man.’ n

Tekst Marc NotebomerBeeld Stichting Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar

Over de VerkiezingJaarlijks organiseert de Stichting Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar de uitreiking van de Overheidsawards. Deze wordt georganiseerd in samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken, EY, Conclusion, Arbo Unie, Handvest Publiek Verantwoorden, Vereniging van Gemeentesecretarissen, Kring van Provincie-secretarissen, Grand Hotel Huis ter Duin, Binnenlands Bestuur en Publiek Denken. Tijdens deze avond worden de Awards uitgereikt aan de Overheidsmanager en Overheidsorganisatie van het Jaar 2016. De jury van de Overheidsmanager van het Jaar bestaat bestaat uit Ank Bijleveld-Schouten (commissaris van de koning in de provincie Overijssel en voorzitter), Jannine van den Berg (Politiechef Landelijke Eenheid), Maarten Hajer (faculteitshoogleraar Urban Futures Universiteit van Utrecht), Bram de Klerck (directeur-generaal Algemene Bestuursdienst), Siebe Riedstra (secreta-ris-generaal Ministerie van Veiligheid en Justitie) en Albertine van Vliet-Kuiper (waarnemend burgemeester Gooise Meren).

nr. 7 | 2016

57

SPECIAL

Creatieve en onorthodoxe manieren om regeldruk te verminderen.

Tekst Ellen Röling Beeld Bureaucrazy

Vluchtelingenapp bestrijdt

bureaucratische last

Bureaucrazy helpt moedeloze ontdekkingstocht te voorkomen

Ondoorzichtige instanties en procedures, een niet aflatende stroom formu-lieren en onbegrijpelijk ambtenarenjargon zorgen voor veel frustratie bij vluchtelingen. In Duitsland bedachten de Syrische studenten Ghaith Zamrik (19) en Munzer Khattab (30) zelf een oplossing. Met de app Bureaucrazy gaan ze vluchtelingen wegwijs maken en helpen. Ook handig voor Nederland?

Ghaith Zamrik (19) herinnert zich nog goed hoe hij een jaar geleden direct na aankomst in Berlijn al acht papieren formulie-

ren moest invullen, wel wat veel. En lastig ook, want de helft van de formulieren was in het Duits en de ambtenaren spraken geen woord over de grens. Zamrik ontdekte later dat hij niet de enige was die soms een formulier ondertekende zonder te weten waar het precies over ging. Hij wist toen ook nog niet goed hoe hij dingen moest regelen in Duitsland. In Syrië kon je de bureaucratie nog wel omzeilen door een ambtenaar wat in de hand te drukken. In Duitsland was daar geen sprake van. Bij welke instantie je moest zijn voor werk of een adreswij-ziging was hem volstrekt onduidelijk. Zamrik leerde het the hard way. Toen hij wilde verhuizen van de opvang in de sporthal naar een kamer bij een

huurbaas, kon dat niet zonder een stapel papieren. Het duurde twee maanden voordat hij alle benodigde vergunningen en verklaringen bij elkaar had gesprok-keld bij alle betrokken instanties.

Moedeloze tochtMet Bureaucrazy willen Zamrik, Khattab en vier van hun vrienden voorkomen dat elke nieuweling dezelfde moedeloze ontdekkingstocht moet afleggen als zij. De app krijgt een aantal basisfuncties waarmee al veel angels worden wegge-nomen: een vertaalservice die Duitse officiële documenten vertaalt naar het Arabisch en Engels, een meerkeuze beslis-boom voor veelgestelde vragen en een digitale routekaart die de gebruiker de route naar de juiste locatie geeft. In een volgende fase willen ze meer uitleg geven over de instanties waarmee nieuwkomers in Duitsland het meest te maken hebben: het gemeentehuis en het arbeidsbureau.

nr. 7 | 2016

58

REGELDRUK

‘Met de vluchtelingen-stroom is ook veel talent het land binnengekomen’

De app wordt door het zestal zelf ontwik-keld op ReDI, een non-profit school voor ‘digitale integratie’ die asielzoekers leert hoe ze moeten programmeren, want geen van de Syriërs had ervaring in program-meren. Voor financiering startten ze een crowdfundingactie waarmee al 69 procent van het bedrag is opgehaald. Op 1 januari 2017 wordt de app gelanceerd. Tot die tijd zijn er nog de nodige hobbels te nemen. Het team wil dat ingevoerde gebruikersgegevens worden bewaard zodat deze ook automatisch in nieuwe formulieren verschijnen. Iets wat niet gebruikelijk is in Duitsland waar privacy heel gevoelig ligt. Hun plan trok daardoor veel positieve media-aandacht, waarmee Zamrik en de zijnen de vluchtelingen onbedoeld nog een dienst bewees. Na alle negatieve berichten kon Duitsland zien dat met de vluchtelingenstroom ook veel talent het land is binnengekomen‘Zo’n app is een leuk initiatief,’ reageert

Arjan Widlak droogjes. Met zijn Kafkabrigade port hij de bureaucratie in Nederland bijna dagelijks gevoelig in de ribben. ‘Maar regeldruk vermin-deren doe je daar natuurlijk niet mee. Je vergemakkelijkt de toegang, maar de procedures zelf veranderen niet. Dat zie je veel bij de overheid.’ Hij verwijst naar de casus van de Griekse asieldienst die in het voorjaar met twee man sterk de vluchtelingenstroom via Griekenland moest afhandelen. Dit leidde tot dikke rijen asielzoekers en ongeregeldheden. ‘Europese overheden stuurden allerhande hulp, onder meer in de vorm van mensen die alvast formulieren uitdeelden aan de wachtenden, maar alle hulp verander-de niets aan de kern van het probleem: uiteindelijk werd het werk nog steeds gedaan door dezelfde twee Grieken.’ In Nederland bestaat een dergelijke app nog niet. Woordvoerder Martijn van der Linden van VluchtelingenWerk herkent

wat Zimrak en z’n team drijft. ‘Ook in Nederland lopen asielzoekers en status-houders tegen bureaucratische obstakels aan: ook wij hebben veel formulieren en procedures, en ook bij ons is nog niet alles vertaald. Maar in Nederland speelt VluchtelingenWerk daarin een grote helpende rol. Samen met duizenden vrij-willigers helpen we vluchtelingen met het invullen van formulieren en vertellen we ze hoe het hier werkt. Wat we niet kunnen voorkomen is dat ze soms met een papierwinkel te maken krijgen. Zeker bij procedures als gezinshereniging of bij hun asielaanvraag is zorgvuldigheid van groot belang.’

Gemakkelijker‘Eigenlijk zou zo’n app voor iedereen wel handig zijn,’ stelt Van der Linden. Ik weet eerlijk gezegd ook niet altijd bij welke instantie ik moet aankloppen om dingen te regelen. En sommige procedures zijn in het Nederlands al moeilijk uit te leggen. Laat staan dat je die moet vertalen en uitleggen aan mensen die uit een heel andere cultuur komen.’ In Duitsland krijgt het Bureaucrazy-team dezelfde reacties. Op een startup-bijeen-komst in Berlijn was er belangstelling vanuit de traditionele migrantengroe-pen als Spanjaarden en Roemenen en ook de Duitsers zelf zijn positief. Als het aan het team ligt, gaat Bureaucrazy de Duitse bureaucratie voor iedereen makkelijker maken, ook de Duitse burger. Een soort inburgeringsapp door vluchtelingen voor natives? Verfrissend. n

nr. 7 | 2016

59

Grootboek 2.0

Blockchain wordt groter dan internet

nr. 7 | 2016

60In

nova

tie

De hype is groot, groter, groots. Blockchain is veel meer dan een ict-rage en een financiële revolutie. Het overstijgt ook het bekende Bitcoin, wat slechts een vroege toepassing is. Blockchain heeft veel bredere potentie, ook in overheidssferen.

Veel media-aandacht is al besteed aan de positieve en negatieve impact van de virtuele valuta Bitcoin. Toch is het eigenlijk slechts een toepassing, bovenop

het veel belangrijkere blockchain. Deze ondergrond is de notie van een decentraal geregeld netwerk, mogelijk gemaakt door moderne informatie- en communicatie-technologie (ict).Volgens kenners is blockchain-technolo-gie een innovatie die net zo groot of nog veel groter is dan het internet. Dit stelt onder meer een visionair en ict-investeer-der als Marc Andreessen. Hij maakt begin jaren ‘90 de eerste webbrowser, wat een revolutie heeft ontketend. Net zoals toen de enorme impact van internet nog niet te voorzien was, zo zou blockchain nu nog in de kinderschoenen staan.Maar wat is blockchain dan eigenlijk en waarom is het zo impactvol? De kern van blockchain valt te vinden in ouderwetse

boekhouding. Alle complexe technolo-gie terzijde schuivende, komt blockchain neer op een grootboek. Oftewel: een alles-omvattend overzicht van uitgevoerde mutaties voor bijvoorbeeld financiële transacties van en voor een organisa-tie. Een regulier grootboek is normali-ter een centraal overzicht dat door één

entiteit wordt beheerd en door specifiek benoemde externe partijen wordt gecontroleerd.

GrootBlockchain heeft hiervoor een geheel andere aanpak, wat het juist zo revo-lutionair maakt. De crux hierbij is dat het in tegenstelling tot een traditioneel grootboek juist niet centraal is. Het is decentraal, net zoals het internet. Op het eerste gezicht lijkt dit een slecht idee: zonder centrale administratie, beheer en ook controle valt er niet te vertrouwen, toch? Hier komt de technologie om de hoek kijken, om juist meer vertrouwen te geven.De gedistribueerde elementen van het blockchain-systeem hebben weet van elkaar en kunnen elkaar controleren. Hierbij wordt elke nieuwe mutatie in het systeem telkens toegevoegd, als een nieuwe schakel aan de alsmaar groeiende

Tekst Jasper Bakker | Beeld Shutterstock

‘Blockchain is bedoeld

om waarde frictieloos te

transporteren’

nr. 7 | 2016

61In

nova

tie

keten. Wiskundige algoritmes beschermen de inte-griteit van deze keten. Dit betekent niet dat fraude onmogelijk is, maar wel dat het veel meer werk vereist en ook nog eens naderhand veel beter traceer-baar is.‘Internet nu is onveiliger dan blockchain,’ zegt Yuri van Geest, ambassadeur van ict-denktank Singularity University en chief innovation officer van de stra-tegische adviesfirma ExOxo. De stelling dat block-chain groter wordt dan internet is dan ook geen grootspraak. Dit meent ook trendwatcher Sander Duivestein, senior analist bij het onderzoeksinsti-tuut van techbedrijf Sogeti. Hij heeft eind 2013 al een paper over Bitcoin en het achterliggende blockchain gepubliceerd. ‘Maar het is moeilijk de impact in te schatten,’ nuanceert hij.

Fintech voorbijGeleidelijk aan wordt wel duidelijk dat de block-chain-revolutie van de zogeheten fintech slechts het begin is. ‘Het reikt verder, het raakt alle sectoren,’ vertelt Van Geest. Na de financiële sector volgen andere gebieden en toepassingen waar blockchain veel kan veranderen. Van Geest noemt voorbeelden als wind- en zonne-energie, maar ook diploma’s en certificaten, vergunningen, epd’s (elektronische patiëntendossiers) en zelfs zelfrijdende auto’s.Ook onderwijs, zorg, de advocatuur en de overheid ontkomen niet aan de invloed van blockchain. De kernfunctie ervan is immers het veilig, inzichtelijk en controleerbaar verzenden en bijhouden van data. Van Geest: ‘Het gaat om eigendom en om identiteit, wat valt te beschouwen als kernzaken van overheden.’Volgens Duivestein is de overheidsmarkt de derde sector waar blockchain z’n invloed zal doen gelden. De publieke sector volgt dan de financiële wereld en de energiemarkt. ‘Het internet is ontworpen om informatie frictieloos te transporteren. Blockchain is om waarde frictieloos te transporteren,’ legt hij uit. Die waarde kan dan van alles zijn: ‘Een muntje, een hypotheek, een rijbewijs.’ De lijst van entiteiten die volgens hem worden geraakt door blockchain is dan ook lang. Naast banken, notarissen en verzekeraars komen gemeenten en de Kamer van Koophandel aan bod.

Proeftuinen alomOndertussen wordt er volop geëxperimenteerd, ook door overheden. ‘Ik zie bijna overal proeftuinen.’ Duivestein verwacht komend jaar de eerste volwassen toepassingen ‘in de brede zin’. Kleinere projecten zijn er al wel. Hij noemt de Kamer van Koophandel die als strategisch partner is verbonden aan het inno-vatieprogramma Dutch Blockchain Hackathon. Een kick-off bijeenkomst is net in november geweest en

het bijbebehorende jaarprogramma mikt op niets minder dan een blockchain-innovatiewerk voor de Nederlandse maatschappij.Ook internationaal gebeurt er veel met blockchain. Een pionier is Estland, vertellen Duivestein en Van Geest elk. De overheid daar heeft de hele administra-tie gebaseerd op blockchain. Dat dankt Estland wel aan een vrij uniek voordeel: het vertrek van Rusland dwong het land om vanaf nul een overheidssysteem op te bouwen. Een zogeheten greenfield-situatie. ‘Die luxe heeft Nederland niet,’ zegt Duivestein. Hier is er de realiteit van legacy-systemen. Van Geest is daar niet negatief over: ‘Legacy is geen liability.’ Hij meent dat andere overheden zeker kunnen leren van pionierende landen als Estland, Zwitserland en Singapore. Deels ook omdat ze wel zullen moeten, aldus Van Geest. Overheden zijn weliswaar geen markten waar klanten zomaar naar de concurrentie kunnen gaan. Toch spelen derge-lijke factoren wel mee, zo weet hij. De aantrekke-lijkheid van steden of landen voor ondernemende migranten, start-ups en bedrijfsvestigingen wordt mede bepaald door het gemak van overheidscontact. In het blockchain-gebaseerde Estland zijn paspoor-ten, rijbewijzen en andere digitale documenten snel en gemakkelijk te verkrijgen.

EfficiencyslagEr valt dan ook veel te winnen met het efficiën-ter maken van bestaande overheidshandelingen. Duivestein spreekt van ‘de volgende stap van auto-matisering’. Blockchain kan daarbij verder gaan dan simpelweg een efficiencyslag. ‘Het maakt nieuwe businessmodellen mogelijk,’ legt hij uit. Met een KvK-omarming van blockchain is het bijvoorbeeld mogelijk om een organisatie op te richten voor

‘Fraude is nog steeds mogelijk maar vereist meer werk en is beter traceerbaar’

nr. 7 | 2016

62In

nova

tie

een bepaalde tijd of taak. ‘Een soort flitsbedrijf dus eigenlijk.’Naast financiële zaken en administratieve taken zijn er met blockchain diverse andere soorten transacties te verzorgen. Enkele voorbeelden: het uitvoeren van contracten, het digitaal ondertekenen van documen-ten, het registreren van digitale bezittingen zoals aandelen en obligaties, en het creëren van verifieer-bare audits. Ja, want ook audits vallen met blockchain goed te auditen.Voor het zover is wordt er volop onderzocht, geëxpe-rimenteerd, geanalyseerd en gedaan. Diverse block-chain-projecten worden uitgevoerd op vele gebieden, waaronder ook de overheidsmarkt. Een concreet project is de Groningse kortingskaart Stadjerspas. Blockchain-software verzorgt de uitgifte van die pas voor burgers met een laag inkomen. Duizenden gebruikers en tientallen kortingverlenende organisa-ties zijn dus verbonden middels dit gedistribueerde grootboek.Terwijl praktijkprojecten als de Stadjerspas al lopen, is het nog zoeken naar ‘het begin’. ‘De killerapp voor blockchain is er nog niet,’ stelt Duivestein. Naast de zeldzaamheid van greenfield-situaties zijn er andere hordes te nemen.’ ‘Je loopt ook tegen ‘denk-krampen’ aan,’ legt de trendwatcher uit. Soms is er verzet bij partijen die geraakt worden door blockchain. Soms is er sprake van gebrek, aan kennis of erkenning. Duivestein legt uit: ‘Stel, ik verkoop via blockchain mijn huis aan jou, maar ik ga op de overdrachtsdatum niet uit dat huis. Wat dan? Ga je met je digitale akte naar de politie?’ Dat zal geen soelaas bieden. Voorlopig blijft er dus een tussenpartij nodig die garant staat voor transacties die worden gedaan middels blockchain. Hier valt een rol voor overheden te vinden.

E-votingTegelijkertijd kunnen overheden blockchain ook gebruiken voor andere zaken waarbij vertrouwen en controleerbaarheid cruciaal zijn. Bitcoin-kenner Ronald Prins, oprichter en CTO van securityspecialist Fox-IT, ziet een aanmerkelijk minder breed toepas-singsgebied. ‘Ik ken maar één voorbeeld en dat is de toepassing voor e-voting.’ Prins nuanceert zijn antwoord gelijk: ‘De blockchain lost dan wel een aantal problemen op, maar lang niet alle. Dus ik ben er wel kritisch over.’Bovendien blijft sluitende identificatie nodig, om te bewijzen wie je bent in een blockchain-systeem. Dit geldt voor e-voting net zoals voor andere voorbeel-den van blockchain-toepassingen. De identiteitsrol van overheden lijkt dus nog lang niet uitgespeeld. Overigens kan dit volgens Van Geest dan wel met kleinere overheden, dankzij blockchain. n

‘Onderwijs, zorg, de advocatuur en de overheid ontkomen niet aan blockchain’

nr. 7 | 2016

63In

nova

tie

nr. 7 | 2016

Migrantenkinderen

In alle discussies over de vluchtelingenproblematiek vergeten we soms dat we het over mensen hebben. Wie De kinderen van juf Kiet bekijkt, wordt zich daar pijnlijk van bewust. In deze documentaire volgen

regisseurs Petra en Peter Lataster de Brabantse juf Kiet en haar klas migrantenkinderen. Kinderen die uit landen als Syrië en Irak komen en in hun jonge leven al heel wat voor hun kiezen hebben gehad. Juf Kiet leert hen niet alleen Nederlands lezen en schrijven, maar vooral ook hoe je met elkaar omgaat. De getrau-matiseerde kinderen leren bij haar om te leren. Met als belang-rijkste resultaat: hun levensvreugde keert terug.Voor meer informatie: dekinderenvanjufkiet.nl.

Kabinetsformaties

Nederlandse kabinetsformaties duren lang, vinden vaak in achter-kamertjes plaats en hebben over het algemeen een verrassend eind-resultaat. Hoe kwam het bijvoorbeeld dat het CDA in 2010 na een enorme verkiezingsnederlaag toch koos voor deelname aan het

kabinet, dat bovendien gedoogd werd door de PVV? En hoe is het te verklaren dat de VVD in de periode 1977-2012 ‘de meest geliefde’ coalitiepartner was? Kabinetsformaties 1977 - 2012 geeft antwoord op vragen als deze. Met behulp van dagboeken van betrokkenen en interviews met voormalig (in)formateurs geeft het boek inzicht in de kabinetsformaties van de laatste vier decennia.Carla van Baalen en Alexander van Kessel, Kabinetsformaties 1977 – 2012, Boom Uitgevers, ISBN 978-94-6105-4661.

Energieke samenleving Een groeiend aantal bestuurders omarmt de idee van de energieke samenle-ving, zoals zo fraai omschreven door Maarten Hajer in 2011. Ze proberen de stu-ringsfilosofie die erbij hoort zelf uit in de praktijk. Ze verrijken deze met eigen ideeën en ervaringen. Over die bestuurders en over die leden van de energieke samenleving gaat Besturen met burgerkracht; samenspel in de energieke sa-menleving. Het boek is geschreven in het kader van het programma Duurzaam-Door. Het programma dat de afgelopen jaren talrijke initiatieven hielp om zich verder te ontwikkelen. Ze deden dat samen met de daarbij betrokken overhe-den. Het programma gaat zelf gelukkig ook door. Met dit boek in de hand kan de komende jaren hopelijk de volgende stap worden gezet. Besturen met burgerkracht is te downloaden op duurzaamdoor.nl.

nr. 7 | 2016

64

nr. 7 | 2016

64

GESPOT

Als er één ding is waar vrijwel alle Nederlanders heel goed in zijn, is het klagen. Over het weer, de politiek en de staat van de wereld. Wie het nieuws volgt, heeft weinig reden tot optimisme. En toch, er gaat ontzettend veel goed. Continu zijn overal in Nederland mensen bezig hun eigen omgeving een stukje mooier te maken. Vanuit die gedachte is 10 jaar geleden de Big Improvement Day (BID) in het leven geroepen. De positieve tegenhanger van Prinsjesdag op de derde dinsdag van januari, een dag waarop alles wat goed gaat in Nederland wordt gevierd.

Big Improvement Day

Vieren wat goed gaat

De derde dinsdag van januari is de meest positieve dag van het jaar: Big Improvement Day. Onbescheiden, ongebrei-

delde positiviteit. In de woorden van initiatiefnemer Ralph van Hessen ‘Een dag waarop we geen contractonder-handelingen doen of juridische proce-dures starten. We praten niet over geld, we praten over waarde voor de Nederlandse samenleving. Waar worden we samen echt gelukkig van? Waar gaat je hart sneller van kloppen? Dat is de Big Improvement Day.’Verschillende waardevolle verbindingen en initi-atieven zijn ontstaan op de derde dinsdag van het jaar. Zo hebben alle BID-deelnemers in 2016 samen nagedacht hoe het talent uit de vluchtelingenstroom kan worden benut. Het resultaat? Een samenwer-king tussen onder andere COA, gemeente Den Haag, Stichting Vluchtelingenwerk, VNO-NCW en Winkelman van Hessen waarbij statushouders aan werkgevers worden voorgesteld. Kim Spierenburg, violiste met een beperking in de vorm van een chronische ziekte, sprak tijdens BID haar wens uit om bij De Wereld Draait Door aan tafel te komen. Twee weken later zat ze er. En bezoeker Michiel Hageman legde tijdens BID de

contacten waardoor zijn onderneming Patiënt plus inmiddels een gewaardeer-de partner is bij het maken van complexe keuzes in de zorg.

VerbindingKomende 17 januari vieren we het tienjarig bestaan van de Big Improvement Day. Het thema is samenwerking, want dat vormt

al tien jaar het hart van dit evenement. Vooraanstaande Nederlanders geven hun visie op de toekomst van ons land, (inter)nationale sprekers inspireren en bezoekers gaan met elkaar in gesprek tijdens de verschillende workshops rond het thema. Allemaal met hetzelfde doel: de positieve geluiden in Nederland een podium geven en daarmee een stap verder brengen. Want wij geloven dat verbinding leidt tot innovatie, dat verfris-sende ideeën ontstaan waar mensen uit verschillende sectoren elkaar ontmoeten en dat actie soms alleen een kleine vonk nodig heeft. Die vonk hopen we met de Big Improvement Day op alle bezoekers te laten overslaan.

Meer weten? Op www.bigimprovementday.org vindt u het programma en informatie over deelname.

BID

Tekst Renske Solkesz

‘Verbinding leidt tot

innovatie’

nr. 7 | 2016

65

SPECIAL

nr. 7 | 2016

66Jo

ng

e w

eten

schapper

s

Jonge doctors, promovendi en onderzoekers schrijven over hun bevindingen. Ook een artikel inbrengen? Mail [email protected]

Wat is legitiem?Onderzoek in vijf landen

Een bevolking schrijft legitimiteit toe aan politieke autoriteiten als zij de normatieve kwaliteiten van deze autoriteiten op een positieve manier ervaren. Daarnaast geldt: als burgers

de autoriteiten als legitiem zien, zijn zij bereid om de macht tot besluitvorming vrijwillig aan hen over te dragen. Omdat legitimiteit het heersen over anderen goedkoper en minder gewelddadig maakt, kan het een gewilde eigenschap zijn van politieke autoriteiten en

bovendien hun geliefde middel tot macht. Burgers kunnen autoriteiten om verschil-lende redenen gehoorzamen en steunen. Gehoorzaamheid hoeft niet vrijwillig te zijn en kan worden gemotiveerd door angst voor dwang en straf. Steun kan voortkomen uit belangrijke persoonlijke voordelen die burgers kunnen krijgen van de autoriteiten. Maar legitimiteit kan niet worden afgedwongen of gekocht. Het kan alleen worden bereikt als burgers vooral kijken naar en waarde hechten

Tekst Honorata MazepusBeeld Aad Goudappel

Distributieve en procedurele rechtvaardigheid zijn voor overheden in Nederland, Frankrijk, Polen, Rusland en Oekraïne belangrijke bronnen van legitimiteit. Met name transparantie, als onderdeel van procedurele rechtvaardigheid, speelt een rol in hoe de burgers in deze landen naar hun bestuurders kijken. Hoe die transparantie moet worden gerealiseerd, daarover verschil-len de meningen, afhankelijk van de staat van transparantie in een gegeven land en van wat de meest urgente politieke issues zijn. Dat blijkt uit What makes authorities legitimate in the eyes of citizens?, een vergelijkende studie waarop onderzoeker Honorata Mazepus in september promoveerde.

nr. 7 | 2016

67Jo

ng

e weten

schappers

aan de normatieve kwaliteiten van degenen die aan het bewind zijn. Welke normatieve kwaliteiten willen burgers van politieke autoriteiten zien? Hoe is de legitimiteit van politieke autoriteiten gelieerd aan de institutionele opbouw van een land? En zijn de verwachtingen van Nederlandse burgers anders dan de verwachtingen van burgers in andere democratie-en (bijvoorbeeld in Frankrijk en Polen) en niet-demo-cratische landen zoals Rusland of de Oekraïne?

PerceptieVoorheen ging men in de politicologie uit van de wijdverbreide veronderstelling dat mensen zich alleen maar druk maken om het eindresultaat en niet om hoe dat bereikt wordt. Maar deze veronder-stelling lijkt te simplistisch en misleidend. Hoewel burgers zich zeker druk maken om persoonlijke materiële voordelen die zij van autoriteiten krijgen, draagt distributieve rechtvaardigheid - een eerlijke verdeling van goederen en diensten over de samen-leving - het meest bij aan de perceptie van legitimi-teit. Als individuen informatie hebben over hoe de regering haar middelen verdeelt en als zij vinden dat de verdeling eerlijk is (wat meestal betekent dat zij die een beloning verdienen, die ook ontvangen en dat zij die de meeste hulp nodig hebben, die ook krijgen), dan zijn ze eerder geneigd om vrijwillig macht aan deze autoriteiten af te staan.Een andere factor die de legitimiteit van autoritei-ten vergroot in de ogen van de burgers is procedure-le gerechtigheid. Procedurele gerechtigheid houdt een aantal verschillende aspecten van de uitoefe-ning van macht in: het bieden van de gelegenheid om mensen hun mening te laten geven (consulta-tie/openbare besprekingen/medezeggenschap), het geven en overwegen van alle relevante informatie, het volgen van vastgestelde formele regels om het besluitvormingsproces te begeleiden, het handhaven van neutraliteit en consequentheid van autoritei-ten over mensen en zaken (onbevooroordeelde en onpartijdige besluitvorming) en het behandelen van burgers met waardigheid en respect. Afhankelijk van het beleidsgebied zijn sommige aspecten van proce-durele rechtvaardigheid misschien belangrijker dan andere, maar het is cruciaal om rekening te houden met het belang ervan bij de vraag hoe mensen naar legitimiteit kijken.

Nadenken over legitimiteit in een democratische context begint vaak bij verkiezingen. Verkiezingen zijn een noodzakelijke voorwaarde voor democrati-sche legitimiteit, maar zijn niet allesbepalend. Ook speelt een rol hoe burgers over de institutionele opbouw van een democratische staat denken. Voor hen moeten verkiezingen worden aangevuld met: wettelijke regels (opgevat als legaliteit, rechtsgel-digheid, en grondwettigheid) en checks and balances (opgevat als de balans tussen instellingen, handelen binnen de toegekende autoriteit, de scheiding van machten en toezicht door burgers). Jonge mensen die in Nederland zijn gesocialiseerd, herkennen deze voorwaarden als de basis van legitimiteit. Het is interessant om op te merken dat het idee van wettelijke regels als de basis van legitimiteit prominent is onder jonge mensen uit de Oekraïne en Rusland (post-Sovjetlanden) en minder prominent onder jonge mensen uit Frankrijk (net als Nederland een oude democratie), die met name de nadruk legden op verkiezingen. Verkiezingen en wettelijke regels zijn echter niet de enige aspecten van procedu-reel recht die legitimiteit verhogen. Transparantie is er nog een.

Gesloten deurenJonge Nederlanders benadrukten transparantie in het gedrag van politieke autoriteiten als een belang-rijke bron van legitimiteit. Transparantie werd ook door jonge mensen uit de Oekraïne het meest genoemd als een eigenschap van legitieme autori-teit. Het verschil tussen de Nederlandse antwoor-den en die uit de Oekraïne zat hem in de nadruk. Geënquêteerden uit Nederland verwezen vaak naar het idee van transparantie met woorden zoals openheid en helderheid. Daartegenover benadruk-ten bevraagden uit de Oekraïne de noodzaak tot

‘Welke normatieve kwaliteiten willen burgers van autoriteiten zien?’

nr. 7 | 2016

68Jo

ng

e w

eten

schapper

s

transparantie met woorden die zorg over corruptie uitdrukken. Terwijl in de Oekraïne (en Rusland) ‘het misbruik van toevertrouwde macht voor persoonlijk gewin’ door ondervraagden werd benadrukt, lijkt het in Nederland belangrijker dat autoriteiten ‘zichtbaar en begrijpelijk handelen, en verslag uitbrengen over hun activiteiten’. De praktijk van ‘politiek achter gesloten deuren’ door de elite en de eis om sommige van de verborgen handelingen opener te maken, zoals coalitieforma-tie, verkiezingen van burgemeesters, het delen van informatie, en procedures rondom besluitvorming in het algemeen zou het hoge aantal vermeldingen van transparantie door Nederlandse geënquêteer-den kunnen verklaren. Corruptie, aan de andere kant, is een van de problemen die jonge mensen uit de Oekraïne frustreert en een van de oorzaken die leidden tot protestmarsen door een deel van hen in 2004-2005 en in 2013-2014. De perceptie van corruptie van politieke autoriteiten en bureaucratie is ook wijdverbreid in Rusland en Russen drukten de behoefte tot transparantie dan ook op eenzelfde manier uit als hun Oekraïense buren.Dit laat zien dat het idee dat transparantie van belang is voor legitimiteit gedeeld wordt in verschil-lende politieke regimes, maar wat gedaan moet worden om dit te bereiken (in de Oekraïne en Rusland) of om het te onderhouden en te verbeteren (in Nederland) kan verschillen, afhankelijk van de huidige staat van transparantie in een gegeven land en van wat de meest urgente politieke issues zijn in de ogen van burgers.

EerlijkheidAbsolute en objectieve legitimiteit bestaat niet buiten filosofische verhandelingen. Legitimiteit is altijd wat je er zelf van maakt en in het geval van democratische politieke legitimiteit, gaat het om wat de burgers ervan maken. In zijn algemeen-heid willen die burgers geen verdeling waarbij ze beter of slechter af zijn dan anderen in vergelijkba-re situaties. Zij willen autoriteiten zien die werken voor het algemeen belang in plaats van voor een kleine elite. Dat geldt zowel in Nederland en andere democratische landen (Frankrijk en Polen) als in ondemocratische landen (Rusland en de Oekraïne). En opvallend genoeg vooral voor de uitvoerende macht: de regering in Nederland en de regering

en de president in Frankrijk, Polen, de Oekraïne en Rusland.Eerlijkheid bij de verdeling van goederen en diensten is dus de beste voorspellers van hoe de legitimiteit van autoriteiten wordt waargenomen. Maar er zijn ook persoonlijke karak-teristieken die burgers willen zien. Dit zijn kenmerken zoals eerlijkheid, onpartijdigheid, integriteit, betrouw-baarheid, en competentie. Door eerlijke procedures te gebruiken, kunnen auto-riteiten hun legitimiteit verbeteren. Bijvoorbeeld door de meningen van alle geïnteresseerde partijen te raadplegen en transparantie te vergroten door infor-matie te geven over de beweegredenen die ten grondslag liggen aan specifieke beslissingen. Maar ook door beleidsmo-gelijkheden nader uit te leggen en de gevolgen voor burgers te bespreken. n

Dr. Honorata Mazepus is onderzoeker aan de Faculteit Governance and Global Affairs van de Universiteit Leiden. Ze werkt onder andere aan het EU-STRAT project, dat wordt gefinancierd uit Horizon 2020, het programma van de Euro-pese Commissie om Europees onderzoek en innovatie te stimuleren. In september van dit jaar is ze gepromoveerd. De titel van haar proefschrift: What makes authorities legitimate in the eyes of citizens?: an investigation of perceived legitimacy in different political regimes.

‘Absolute en objectieve legitimiteit bestaat niet buiten filosofische verhandelingen’

nr. 7 | 2016

69Jo

ng

e weten

schappers

VNG/KING SPECIAL

De kracht van informatie wordt steeds sterker. Niet verwonderlijk dan ook dat big data inmiddels een buzzwoord is. Ook gemeenten verkennen de mogelijk-heden die big data bieden om complexe maatschappelijke vraagstukken aan te pakken, bijvoorbeeld rondom de Omgevingswet of lokale bedrijvigheid. Om gemeenten te ondersteunen in die werkwijze verder te groeien, verkent KING de mogelijkheden onder de naam Verkenning Data Lab.

Verkenning Data Lab

Gezamenlijke zoektocht

Big data-analyse helpt gemeenten op innovatie-ve wijze om te gaan met grote hoeveelheden data. Door verschillende datasets te koppelen en met innovatieve tools te analyseren, zijn inzichten te verkrijgen en zaken te ontdekken

die met een individuele dataset waarschijnlijk niet zouden zijn gevonden: nieuwe informatie waarmee bestaande kennis verrijkt kan worden. Of waarmee meer actuele informatie voorhanden is. Dit stelt gemeenten in staat om het beleidsproces te innoveren en om real time feedback te krijgen over de effectiviteit van het beleid.

InterpretatieOm gemeenten te ondersteunen in die datagedreven werkwijze, verkent KING de mogelijkheden onder de naam Verkenning Data Lab. De vraag die in de Verkenning Data Lab centraal staat, is hoe gemeenten gefaciliteerd kunnen worden om op een data gedreven manier naar beleids- en uitvoe-ringsvraagstukken te kijken. Het gaat daarbij niet alleen om het toepassen van big data-technie-ken en innovaties, maar ook om de analyse en de interpretatie die uit de nieuwe toepassingen gehaald kunnen worden.

‘Het is belangrijk dat gemeenten zelfstandig met big data aan de slag gaan en toe kunnen zien op wat er met de data wordt gedaan en hoe de analyse plaatsvindt,’ aldus Eric de Kruik, informatie-expert bij KING. ‘Dit heeft meerdere voordelen. Gemeenten kunnen hierdoor onder meer uitkomsten beter duiden door hun ervaring en kennis uit het veld.’ Ook kunnen zij beter inschatten welke onderwerpen en aspecten voor hen van belang zijn of voor hen van belang kunnen zijn in toekomstige beleids- en politieke overwegingen. De Verkenning Data Lab biedt gemeenten de moge-lijkheid om onderdeel te zijn van een gezamenlij-ke zoektocht. Gedurende het hele traject worden

gemeenten begeleid in het doorlopen van vier verschillen-de fasen: van vraagverkenning en dataverkenning naar analyse en onderzoek om uiteindelijk te komen tot een data gedreven oplossing. Ook worden gemeenten in staat gesteld gebruik te maken van analyse- instrumenten en expertise op het gebied van data-analyse. De Kruik: ‘Om daar optimaal gebruik van te kunnen maken, hebben wij vanuit KING een samenwerkingsconve-nant afgesloten met Jheronimus Academy of Data Science (JADS), een initiatief van Universiteit Tilburg,

‘Data-analyse stelt

gemeenten in staat om het

beleidsproces te innoveren’

nr. 7 | 2016

7070

SPECIAL

de TU Eindhoven, de gemeente ‘s-Hertogenbosch en de provincie Noord-Brabant.’

Vier leerkringenOp donderdag 8 september werd in ’s-Hertogen-bosch de aftrap gedaan van de Verkenning Data Lab. Het aantal aanmeldingen overtrof de verwachtingen. De Kruik: ‘Om ervoor te zorgen dat alle aangemel-de (twintig) gemeenten deel konden nemen aan de verkenning, is besloten om vier leerkringen samen te stellen op basis van geografische ligging en thema.’ Eén groep bestaat uit de gemeenten Oss, Helmond, Eindhoven, Schiedam en Hoorn en richt zich op lokale bedrijvigheid. Daarnaast zijn drie groepen op het thema Omgevingswet bezig. In Noord-Nederland zijn Hollands Kroon, Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a., Heerenveen en Groningen gezamen-lijk aan de slag. In Zuid-Holland vormen de gemeenten Zoetermeer, Alphen aan den Rijn, Voorschoten, Leidschendam-Voorburg en Wassenaar samen een leerkring. En in Noord-Brabant werken de gemeenten Eersel, ‘s-Hertogenbosch en Breda samen aan het thema Omgevingswet.Om gemeenten te ondersteunen bij de voorbereiding op de Omgevingswet wordt ingestoken op een aantal mogelijkheden. ‘Zo kan dataverzameling en -analyse helpen om de grote variatie aan bestemmingsplannen onder te brengen in een integraal gebiedsplan. Een andere mogelijkheid is om beter te kunnen prioriteren

bij vergunningverlening, toezicht en handhaving,’ zo schetst De Kruik. ‘Dit start met inzicht krijgen in de mate waarin momenteel de ruimtelijke regelge-ving wordt nageleefd.’ Tot slot wordt gedacht aan een onderzoek om een beeld te krijgen van de betrouw-baarheid van de administratieve werkelijkheid van gemeenten door diverse (basis)registraties met gegevens over de leefomgeving te matchen met andere data binnen en buiten de gemeenten.Als het gaat om het thema (lokale) bedrijvigheid is tot nu toe alleen op hoofdlijnen bekend hoe de sectorale branches zich in Nederland ontwikkelen. De Kruik: ‘Die indeling is vrij grofmazig en geeft niet alle infor-matie die nodig is om echt uitspraken te doen over kansen en mogelijkheden op de lokale bedrijvigheid. Met deze verkenning willen we door de koppeling van verschillende databronnen de daadwerkelijke diver-siteit en kansrijkheid van de lokale bedrijvigheid verkennen. Op deze wijze wordt voorkomen dat aanlig-gende gemeenten op dezelfde soort bedrijvigheid gaat inzetten als de buurgemeenten. Door zicht in de diver-siteit kunnen gemeenten in een bepaalde regio juist inzetten op branches die nog niet sterk vertegenwoor-digd zijn. De arbeidsmogelijkheden kunnen vanuit die kennis beter aansluiten op toekomstige behoeften. Ook kan meer worden aangesloten op maatschappelij-ke ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld de groei van het aantal ‘groene’ banen.’

Meer informatie?Website KING - http://kinggemeenten.nl/secties/big-data/big-data

Tekst Frits de JongBeeld Shutterstock

‘Het is belangrijk dat gemeenten zelfstandig met big data aan de slag gaan’

nr. 7 | 2016

71

Afgezien van het onvermij-delijke jargon is het een overzichtelijke brief die staatssecretaris Martijn van Dam op 18 november 2016 naar de Tweede Kamer stuurt met maatrege-len om de mestpro-ductie in Nederland flink terug te brengen. Natuurlijk moet je wel weten wat ‘het voerspoor’, ‘de veebezetting’, ‘derogatie’ en ‘de nationale enveloppe’ zijn, maar de boodschap van de brief is duidelijk: we gaan in Nederland zorgen voor minder mest, dat gaat flink pijn doen bij de boeren, maar hiermee voorkomen we ergere maatrege-len van de Europese Unie en is de toekomst van de melkveehouderij weer even verzekerd.

De staatssecretaris komt in zijn brief dus tamelijk snel - en dat is niet altijd het geval bij Haagse beleidsbrieven - tot de kern van de zaak: hij

heeft een akkoord bereikt met alle relevante partijen over de dringend noodzakelijke maatregelen. De brief schetst vervolgens het probleem, de maatregelen en de verdere stappen. Op 1 januari 2017 gaat de eerste maatregel al in.En toch is het niet eenvoudig om als lezer snel een goede indruk te krijgen van wat er nu precies in de brief staat. Dat heeft niet met de inhoud te maken, maar met de vorm. Voor een goed en snel overzicht is het gebruik van tussenkopjes in de tekst aan te bevelen. Dat voorkomt dat een tekst een onleesbare woordenbrij wordt en maakt de structuur voor de lezer ook in een oogopslag zichtbaar. Tussenkopjes hebben nog een bijkomende functie: je dwingt het oog van de lezer naar informatie die de afzender graag centraal stelt. Vergelijk het met krantenkoppen.‘Wereldgoal Messi’ is een kop die je niet snel vergeet en nieuwsgierig maakt. Daarnaast pleit voor het gebruik van tussenkopjes dat de lezer steeds meer een vluchtige lezer is geworden die bovendien veel meer informatie tot zich moet nemen dan in het verleden; de lezer heeft behoefte aan overzicht over wat hij/zij in de brief gaat lezen. Ooit trof ik een beleids-nota aan met de tussenkopjes: inleiding-algemeen beeld-beeld op onderdelen-regionaal beeld-tot slot. Daar word de lezer niet echt wijzer van....De brief van staatssecretaris Van Dam maakt het niet zo bont en bevat keurig tussenkopjes, maar echt

Het voerspoor naar de

derogatie

Tekst Gert Riphagen

nr. 7 | 2016

72

nr. 7 | 2016

72

NOTADOKTER

informatief zijn die niet. Zet ze op een rij (zie hierboven in de linkerkolom) en het is duidelijk dat de lezer er weinig wijzer van wordt. Ter vergelijking heb ik gepro-beerd er wat informatievere tussenkopjes van te maken (zie hierboven in de rechter-kolom). Lees je die - even los van de tekst - achter elkaar, dan word je naar mijn mening toch echt iets wijzer. Op deze manier neem je de lezer in vogelvlucht mee door een brief of nota en het kost verrassend weinig moeite.

VerdwalenEen goede brief moet je gemakkelijk kunnen lezen. Dat betekent niet alleen dat de brief in begrijpelijke taal geschre-ven moet zijn, maar dat de lezer er niet in mag ‘verdwalen’. Steeds moet snel duidelijk zijn waar je als lezer zit. Tussenkopjes zijn daarbij - zeker in deze tijd van informatie-overload - een onmisbaar hulpmiddel, op voorwaarde dat die tussenkopjes ook echt inhoudelijk iets zeggen. De kopjes in de rechterkolom zijn bovendien niet alleen informatiever,

maar komen - juist omdat ze inhoude-lijk zijn en niet alleen procesinformatie geven - ook krachtiger over. En krachtig overkomen, welke politicus wil dat nu niet?

MelkkoeienDe mooiste kop met betrekking tot deze Kamerbrief trof ik echter niet aan in de brief van staatssecretaris Van Dam maar in een artikel over de brief, een dag later in de Volkskrant. De kop van het artikel luidde: ‘Minder mest door zuivelakkoord’. Die kop had als titel van de Kamerbrief ook niet misstaan. Het artikel in de krant biedt bovendien informatie die je slechts in bedekte termen (‘reductie van de veestapel’) in de Kamerbrief kunt vinden. Want even verderop lees ik in de Volkskrant dat het akkoord tweehon-derdduizend melkkoeien de kop kost. Zo concreet wordt de staatssecretaris in zijn brief aan de Tweede Kamer niet, maar ik geef onmiddellijk toe: dat is ook geen fijne boodschap. n

Tussenkopjes

Huidige brief: Zo had het ook gekund:

-- Overeenstemming over mestreductie

De omvang van de opgave Fosfaatproductie moet ten minste 6,6 mln kilo omlaag

Het maatregelenpakket Drie soorten maatregelen afgesproken

1.Voerspoor 1. Minder fosfor in het veevoer

2. Reductie van de veestapel 2. Premieregeling voor minder koeien

3. Fosfaatreductie door zuive-

londernemingen

3. Lagere melkvergoeding bij overproductie

-- Twee aanvullende maatregelen in studie

-- Kijken naar mededingingsregels

Monitoring Maandelijkse rapportage; driemaandelijks voortgangsover-

leg

De inzet van de enveloppe 30 mln Europees en nationaal geld beschikbaar

-- Verder overleg met Europese Unie nodig

Proces en vervolgstappen Eerste maatregelen januari 2017 van kracht

‘Minder mest door zuivelakkoord’ (de Volkskrant, 19 november 2016)

De fosfaatproductie door melkkoei-

en moet fors omlaag. Daartoe sloot

staatssecretaris van Landbouw

Martijn van Dam een akkoord met

de zuivelsector: het aantal melk-

koeien slinkt met 200 duizend.

Staatssecretaris Van Dam presen-

teerde vrijdagavond zijn zuivel-

plan. Van Dam en de sector trekken

er ieder 25 miljoen euro voor uit

-boeren krijgen een premie per

afgestoten koe.

De twee andere pijlers onder het

plan zijn een verlaging van de prijs

voor te veel aangeleverde melk en

een verlaging van de hoeveelheid

fosfaat in veevoer. De belangrijk-

ste partijen in de zuivelsector,

waaronder boerenorganisatie

LTO, zuivelorganisatie NZO en de

Rabobank, zijn daarmee akkoord.

Het voerspoor Maatregelen voor

het verminderen van

schadelijke fosfaten

in het veevoer zonder

de gezondheid van de

dieren aan te tasten

Derogatie Toestemming van de

Europese Unie om op

een bepaalde wijze van

een vastgestelde norm af

te wijken.

Nationale

enveloppe

Geld vanuit de Europese

Unie voor een indivi-

duele lidstaat voor een

bepaald onderwerp.

Veebezetting Aantal dieren per bedrijf

of per hectare, in relatie

tot de fosfaatbelasting.

Winnaars Publiek Denken AFKO-TEST bekendOp de website van Publiek Denken konden de lezers de afgelopen maanden meedoen aan de Publiek Denken AFKO-TEST. Inmiddels is bekend wie de winnaars zijn: Ron Snel van het ministerie van SZW, Leo Blijdorp van de NVWA en Nina Knaap van het ministerie van BZK. Zij ontvangen een exemplaar van Zieke vangnetters en andere taaljuwelen van de sociale zekerheid, Als je leven even stil staat bij #DELFTZUID; een bloemlezing van 150 twitterrijmpjes over Delft Zuid en de Taalkalender 2017. Voor de juiste antwoorden van de test, zie publiekdenken.nl.

nr. 7 | 2016

73

Selectie van onderzoeksresultaten in de afgelopen periode

Samenstelling Heleen Hupkens

Corrupte landen in de ontwikkelde wereld

Meer cijfers:

� Dit voorjaar startte het ministerie van VWS een vijf-jarige campagne ‘dementie-vriendelijk Nederland’. Uit een studie onder 10.500 mensen van 65 jaar en ouder in de VS blijkt dat het percentage mensen met dementie tussen 2000 en 2012 daalde met een kwart, van 11,6 naar 8,8 procent. De redenen hiervoor zijn nog onduidelijk. Overgewicht correleerde met

minder dementie; mogelijk is vet een beschermende factor? De onderzoekers denken dat hogere opleiding ook helpt. Een studie eerder dit jaar gepubliceerd over Engeland kwam tot dezelfde conclusie: 20 procent minder dementie ondanks een groeiende bevolking. Mogelijke oorzaken zijn: betere voeding, betere voor-lichting, betere leefgewoontes. Bron: Statnews.com

� Er bestaan grote verschil-len tussen Europese landen als het gaat om de omarming van digitaal leiderschap. Twee op de vijf Duitse bedrijven zetten in op de digitale trans-formatie, terwijl dat in het Verenigd Koninkrijk voor slechts een op de honderd bedrijven geldt. Dat blijkt uit een onderzoek van het Duitse technologiebedrijf SAP in

samenwerking met Oxford Economics. Duitsland gaat aan kop met de meeste Digital Winners, bedrijven die het meest profiteren van de digitale economie. Op de tweede en derde plaats volgen Spanje en Frankrijk: 1. Duitsland 41 procent 2. Spanje 22 procent 3. Frankrijk 15 procentBron: Emerce.nl

Mexico staat dit jaar op nummer 1 in de corruptie-index van het World Economic Forum (WEF). Bijna 15.000 zakelijke leiders uit maar liefst 141 landen scoorden hun land op drie vragen: hoe gebruikelijk is het om illegaal publieke

middelen door te sluizen naar bedrijven of individuen? Hoe beoordeelt u de ethische standaard van de politici? En hoe gebruikelijk is het voor bedrijven om extra betalingen en omkoping buiten de boeken te houden?

2,5

2,7

3,13,1

3,2

Mexico

Slowakije

ItatiëHongarije

Griekenland

Schaal 1-7: 1 staat voor de meeste corruptie.

Waterbeheer 2015

Stijgende temperaturen zorgen voor een toename aan hoosbuien en daarmee aan regenschade. In 2015 waren er 9.300 gevallen van regenwaterschade in de openbare ruimte en 4.000 keer op particulier terrein. De riolering blijkt niet voldoende om al het extra water van de hoosbuien op te vangen. Alleen uitbreiding van het rioolnetwerk is niet voldoende. Gemeenten moeten veel meer gaan samenwerken met hun inwoners en bedrijven. 31 Gemeenten kennen al een ‘hemelwater-verordening’ waarmee burgers en bedrijven, gekoppeld aan hun dakoppervlak, zelf een voorziening moeten treffen (en betalen). Samen beschikken we in Nederland over:� 150.000 kilometer riolering in het

openbaar terrein� 2.700 berg(bezink)bassins� 140.000 pompen leveren de druk

in de mechanische riolering in het buitengebied

� 17.000 rioolgemalen Bron: Monitor gemeentelijke watertaken van stichting RIONED.

nr. 7 | 2016

74

FACTS & FIGURES

COLUMNLang leve de homo ludens!Sinds de verlichting in de achttiende eeuw zijn we als mensen ‘homo oeconomicus’ geworden. Dit is een mensbeeld waarin de mens eerst en vooral een economisch wezen is, gericht op de bevrediging van zijn individuele behoeften door efficiënt, rationeel en/of logisch denken en handelen. Dit is in de afgelopen honderdvijftig jaar door de industriële revolutie versneld en nog meer door de digitale revolutie in de laatste dertig jaar. Dit heeft ons veel gebracht: we wonen in grote, leefbare huizen, hebben volop te eten, spullen in overvloed, kunnen ons makkelijk verplaatsen met fiets, auto of andere vervoermiddelen en staan - als we willen - elke seconde met elkaar in contact. Prachtig toch? Toch is het allemaal niet goed meer, als je de media mag geloven. De crisissen volgen elkaar op: financieel, economisch, politiek… Waarom die onvrede, die we blijkbaar voelen in de wereld en ook in onze eigen wijken en buurten?Zijn we doorgeslagen in het efficiënt, rationeel en/of logisch denken en handelen? Veel dingen kunnen, denk ik, niet efficiënter. Kan je nog meer werk verrichten in de tijd die je daarvoor hebt? Hoeveel contacten kan je nog efficiënter managen? En met welk doel doen we dit allemaal eigenlijk? Er zijn inmiddels steeds meer apparaten en software die veel dingen beter doen dan wij, dus waarom zouden we nog efficiën-ter worden?Iedereen voelt het denk ik wel: we staan op een spannend punt in de tijd. De ontwik-kelingen gaan zo snel dat we moeten doorgroeien naar een nieuwe zienswijze op ons dagelijks leven, de definitie van werk en hoe we met onze tijd (willen) omgaan. Waarom stappen we niet af van het adagium van de afgelopen decennia: meer, meer, meer? Kunnen we niet meer streven naar: beter, mooier, kwalitatiever? Ik moet hierbij denken aan de term ‘homo ludens’ - latijn voor ‘spelende mens’. Het is een mensbeeld waarin de mens eerst en vooral een spelend wezen is, al geïntro-duceerd in 1938 door de Nederlandse historicus Johan Huizinga. Spelen is volgens Huizinga een noodzakelijke voorwaarde voor het verder ontwikkelen van onze cultuur en vooruitgang. Ik denk dat hij gelijk heeft.Als je technologie laat doen waar technologie goed in is, dan kunnen mensen doen waar wij mensen goed in zijn: spelen met nieuwe mogelijkheden. Laten we daarom vooral ruimte creëren voor experimenteren en onze nieuwe grenzen verkennen, zodat we de ‘homo oeconomicus’ achter ons laten en doorevolueren.

Kees Jansen

Kees Jansen is stadsfilosoof en docent Slimme Circulaire Steden

nr. 7 | 2016

75

76

nr. 7 | 2016

76Ein

de

verh

aal

77

Sinds 1 november is Maas directeur van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens. Als directeur van de Dienst Terugkeer en Vertrek zat ze tien jaar ingeklemd tussen linkse critici die vinden dat

ze te veel asielzoekers uitzet en rechtse critici die vinden dat ze er juist veel te weinig buiten de deur houdt. Een ongemakkelijke sandwich? Misschien. ‘Maar dat geldt volgens haar voor iedereen in de vreemdelingenketen. Maas: ‘Of mensen mogen blijven of uitgezet moeten worden, is uiteindelijk een politieke beslissing. Het gaat mij erom dat we

de uitvoering zo netjes en zorgvuldig mogelijk vormgeven. Het grote voordeel is dat je het nooit goed doet. Dat is het uitgangspunt. Daarom maak ik me ook niet zo druk over kritiek. Als je in Nederland afspraken maakt over wie er wel en niet mogen blijven, dan is het nodig dat iemand die afspraken uitvoert. Ik geloof heel erg in het netjes en eerlijk uitvoeren van vreemdelingenbeleid. Iedereen mag daarvan vinden wat-ie wil. Het zou voor mij anders zijn wanneer er van alles mis zou gaan in de uitvoe-ring, maar over het algemeen denk ik dat het in de uitvoering redelijk gaat. Natuurlijk gaat er af en toe

Voormalig directeur Rhodia Maas over tien jaar DT&V

‘ In dit werk kun je geen watje zijn’

Rhodia Maas is supertrots op de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V). Het aantal mensen dat in de afgelopen tien jaar daadwer-kelijk is uitgewezen is gestegen. Bovendien werkt DT&V steeds professioneler en beter samen met partnerorganisaties in de vreemdelingenketen. Angstig was ze nooit, ook niet toen extremis-ten haar voordeur bekladden. ‘Uiteindelijk zijn dat mensen die geen ander podium vinden om hun mening te ventileren.’

‘Ik geloof erg in het netjes en eerlijk uitvoeren van vreemdelingenbeleid’

Tekst Hester Jansen | Beeld Arenda Oomen

nr. 7 | 2016

77Ein

de verh

aal

iets mis. Daar leren we van als organisatie. Maar die sandwich is vooral een politieke sandwich.’

EerlijkheidMaar wat als politici veel extremere standpunten innemen? Maas: ‘Je gaat in het publieke werk omdat je gelooft in bepaalde waarden voor Nederland. Maar iedereen heeft uiteindelijk een eigen morele afweging te maken. Als je vindt dat een politieke grens bereikt is, moet je opstappen. In z’n algemeen-heid zal het zo’n vaart echter niet lopen, maar theo-retisch gezien kán er een moment komen dat je zegt: ‘Dat ga ik niet meer uitvoeren’.’ ‘Het streven naar een rechtvaardige samenleving is in mijn loopbaan redengevend geweest. Dat je ervoor zorgt dat mensen die recht op verblijf hebben, dat ook krijgen en vice versa. Rechtvaardigheid betekent ook dat mensen in hun contact met de overheid netjes worden behandeld. Eerlijkheid is is altijd een drijfveer voor mij geweest. Op school kwam ik altijd op voor degene die gepest werd. Ik heb zelfs een keer mot gehad met de rector van de middelbare school omdat ze onze hele klas strafte voor het wangedrag van één of twee leerlingen. Ik heb toen en plein public geprotesteerd: dat ze niet het lef hadden om de schuldigen te bestraffen. Of mijn aanpak heel handig was weet ik niet.’

AngstenZiet Maas een publieke rol voor de directeur DT&V weggelegd, of moeten politici het beleid maar verde-digen? ‘Ik denk dat het allebei moet. In mijn functie moet je te allen tijde bereid zijn om het verhaal te vertellen, elke keer opnieuw. In interviews in de krant en op verjaardagen. Dat wil ik ook mijn opvolger meegeven: je moet het leuk vinden om dat verhaal steeds weer te vertellen. Ook als de emoties hoog oplopen. Een tweede tip die ik mijn opvolger

wil meegeven is: investeer in je relaties. Maak een rondje langs de ambassadeurs van de belangrijkste herkomstlanden in Den Haag. En je moet ook geen vliegangst hebben. Of andere angsten. Je kunt in deze baan geen watje zijn.’De afgelopen tijd kreeg Maas te maken met agressie aan haar adres, zoals de bekladding van haar huis door linkse extremisten. ‘Uiteindelijk zijn dat mensen die geen ander podium vinden om hun mening te ventileren. ‘Ik ben altijd bereid geweest om te gaan praten, dat maakt me geen klap uit. Als deze mensen het gesprek aan zouden gaan, hadden ze méér kans om iets te bereiken dan als ze mijn voordeur rood verven. Tuurlijk is het mooi dat ze een ideaal hebben, dat ze strijden voor een wereld zonder grenzen.’De voortdurende spanning zorgt bij DT&V voor extra samenhorigheid binnen de dienst. Maas: ‘Het heeft inderdaad wel een beetje een familiegevoel. Mensen blijven er vaak lang werken. Het is bijna verslavend. Dat komt: het gáát altijd ergens over. Je moet altijd scherp zijn. Publicitair en politiek lig je permanent onder een vergrootglas. Het is nooit saai. Elke casus heeft zijn eigenaardigheden en moeilijkheden. Je hoort ook wel van mensen die de vreemdelingen-keten uitgaan dat het echt een tijdje duurt voordat ze afgekickt zijn.’ Ze lacht: ‘Soms zelfs een paar maanden, maar zoveel vrije dagen heb ik niet.’

TrotsIn 2007 kwam de Rekenkamer met een vernietigend rapport over de IND: er zou bijzonder slecht worden samengewerkt in de vreemdelingenketen. Hoe staat het er nu voor? ‘Het onderwerp terugkeer lag tien jaar geleden bij verschillende organisaties: de IND, de politie, het IOM. Nu ligt de verantwoordelijkheid helemaal bij DT&V. Tegelijk hebben we stevig geïnves-teerd in samenwerking met partnerorganisaties en

‘Ik ben altijd bereid geweest om te gaan praten, dat maakt me geen klap uit’

nr. 7 | 2016

78Ein

de

verh

aal

ColofonUitgeverij Publiek Denken

AdresGebouw M1-47Binckhorstlaan 362516 BE Den HaagT 085 486 85 41

Postbus 1452270 AC Voorburgwww.publiekdenken.nl [email protected]

HoofdredactieHeleen HupkensM 06 113 223 20E [email protected]

Eind- en webredactieMarc NotebomerM 06 168 046 77E [email protected]

UitgeverAsha NarainM 06 549 541 12E [email protected]

Art direction en vormgevingDimdim Grafisch Ontwerp

IllustratiesAad Goudappel

FotografieBureaucrazy, Sander Foederer, Arenda Oomen, William Moore, Frans Palm, Ed van Rijswijk, Shutterstock, Jonathan Vos

Medewerkers aan dit nummerJasper Bakker, Pieter van den Brand, Cisca Dresselhuys, Hester Jansen, Kees Jansen, Simon Kooistra, Honorata Mazepus, Gert Riphagen,

Friederike de Raat, Ellen Röling, Alex Tieleman, Maurits van den Toorn, Margo Trappenburg, Kees Versteegh

RedactieadviesraadAnnet Bertram (gemeente-secretaris Den Haag), Mark Frequin (DG Bereikbaarheid ministerie van IenM), Ronald van den Hoff (directeur Society 3.0), Emke Westra (voorzitter Futur), Rob van Lint (hoofd-directeur IND), Sicco Louw (directeur BZK Flex ministerie van BZK), Loes Mulder (SG ministerie van SZW), Alida Oppers (DG PO/VO ministerie van OCW), Miriam Oosterwijk (gemeentesecretaris Tiel), Henri Rauch (strategisch

adviseur VNG), Chris Sigaloff (directeur Kennisland), Jaap Uijlenbroek (hoogleraar Arbeidsverhoudingen Publieke sector) en Albert Vermuë (directeur Unie van Water-schappen)

DrukkerijSenefelder Misset, Doetinchem

VerschijningPubliek Denken verschijnt een maal per kwartaal en bereikt meer dan 3.000 lezers

Abonnementen Een jaarabonnement op Publiek Denken kost € 49,- per jaar, exclusief 6 procent btw. Voor het afsluiten van een

Volg ons op Twitter @PubliekDenken en word lid van onze groep op LinkedIn

abonnement, het aanvragen van een proefexemplaar of het afsluiten van een col-lectief abonnement, mailt u naar [email protected]

Mediaservices en Publiek Denken SpecialsAsha NarainE [email protected] M 06 549 541 12

gemeenten. Dat is soms lastig omdat gemeenten vaak andere belangen hebben. Ons uitzetbeleid is nooit sluitend want mensen kunnen altijd met onbekende bestemming vertrekken en gemeenten vinden het heel belangrijk dat alle illegalen worden uitgezet. Dat kán soms gewoon niet. Soms is er geen mogelijkheid voor gedwongen vertrek omdat landen van herkomst mensen niet meer opnemen.’Iemand als Trump zou zeggen: dan dwing je die landen daar toch gewoon toe? Maas: ‘Je kunt wel een vliegtuig huren en naar Irak vliegen, maar landen lukt je niet want je krijgt helemaal geen landingsrechten. Als je al niet het luchtruim wordt uitgeschoten. Bovendien: volgens internationale regels is de luchtvaartmaat-schappij aansprakelijk voor personen die zich niet kunnen identificeren. Zo’n gedachte is net zo irreëel als de gedachte dat iedereen Nederland maar binnen zou mogen komen.’Wat heeft het terugkeerbeleid van de afgelopen tien jaar volgens haar opgeleverd? ‘Het aantal mensen dat in de afgelopen tien jaar daadwerkelijk het land verlaten heeft, is gestegen. Ondanks dat uitzetting steeds moeilijker is geworden vanwege strengere Europese regels. Ook het aantal mensen dat zelfstandig vertrekt, is toegenomen van 18 procent naar maar liefst 43 procent in 2016 tot en met september. Ik mag wel zeggen: daar ben ik heel trots op.’

‘DT&V is steeds professioneler gaan werken en heeft ook steeds meer de samenwerking gevonden met ngo’s. Tien jaar geleden was dat nog nauwelijks aan de orde. We maken binnen de EU ook gebruik van andere lidstaten die goede contacten hebben met het land van herkomst. Ik ben enorm trots op DT&V, op de organi-satie en op alle medewerkers die er werken. Het is zeer ingewikkeld werk dat onder hoge druk moet worden uitgevoerd. Collega’s moeten elke dag weer het gesprek aan gaan met mensen die iets moeten, wat ze niet willen. Daar ben ik supertrots op. Punt. Klaar.’ n

‘Politiek en publicitair lig je permanent onder een vergrootglas’

nr. 7 | 2016

79Ein

de verh

aal

15 november was alweer het laatste

Reuring!Café van het jaar.(Uitvoering door: mens, machine, cyborg?!)

Volgend jaar zorgen we graag voor nieuwe Reuring en momenteel zijn we in gesprek met nieuwe partners. Een aantal van die partners zijn:

- KNAW/VSNU- Ministerie van VWS- Informatiebureau Europees Parlement- ECP

Hou dus de agenda op de website goed in de gaten en hopelijk tot volgend jaar!