s 2328496 Bron Nen Li Jst

22
Opfrisopdracht: Organisatieverandering & Leiderschap Bronnenlijst Naam: Bob Evers Studentnummer: S2328496 Datum: 15-06-2015

Transcript of s 2328496 Bron Nen Li Jst

  • Opfrisopdracht:

    Organisatieverandering & Leiderschap

    Bronnenlijst

    Naam: Bob Evers

    Studentnummer: S2328496

    Datum: 15-06-2015

  • Bron 1.

    http://blog.wetrecht.nl/waarom-vd-haar-rechtszaken-verliest/ (respectabel advocaten bureau)

    Waarom V&D haar rechtszaken verliest (en waarom V&D ze startte terwijl verlies te verwachten viel)

    V&D heeft het de laatste tijd niet gemakkelijk en het bestuur probeert daarom bij eenieder geld

    los te krijgen om het concern te redden. Terecht of onterecht? Daar zullen we ons als juristen niet

    over uitlaten, maar daar hebben veel journalisten wel al over geschreven. In elk geval had V&D

    besloten om voor twee partijen eenzijdig de voorwaarden van de gesloten overeenkomsten aan te

    passen:

    De werknemers moesten 5,8% loon inleveren in 2015, maximaal 2,1% in 2016 en maximaal 2,1% in 2017. Dat gold enkel voor medewerkers die meer dan de cao INretail aan salaris ontvingen. Later werd deze maatregel nog iets verlicht. Verder moesten medewerkers n vakantiedag per jaar inleveren, wilde V&D seniorendagen en de toeslag Winkelopenstelling laten vervallen. Er kwam wel een variabele beloning van 1% voor op de plaats, maar enkel als financile targets gehaald werden. Ook werden bepaalde werknemers extra gecompenseerd voor werken op zondag.

    De verhuurders van de winkelpanden moesten een huurvrije periode van vier maanden (februari tot en met mei 2015) inlassen.

    In dit blogartikel zal aan de orde komen waarom V&D tot op heden geen van beiden heeft

    kunnen bereiken.

    De loonsverlaging die V&D wilde doorvoeren

    V&D heeft eenzijdig geprobeerd een loonoffer van 5,8% door te voeren. Voor de leek klinkt het

    doorvoeren van eenzijdige wijziging wellicht raar, maar er zijn arbeidsrechtelijk een aantal

    manieren waarop dat eventueel wl zou kunnen, al liggen de eisen daarvoor wel erg hoog: het

    beginsel van pacta sunt servanda (overeenkomsten moeten worden nagekomen) weegt immers zwaar. Afwijking daarvan wordt niet snel aangenomen.

    Wanneer kan dat wel bij een arbeidsovereenkomst?

    1. Door een beroep op een schriftelijk (!) overeengekomen beding dat inhoudt dat een noodzakelijke wijziging van de arbeidsovereenkomst in het geval van zwaarwegende bedrijfseconomische of organisatorische belangen mogelijk is;

    2. Door een beroep op de redelijkheid en billijkheid; 3. Door te stellen dat er sprake is van onvoorziene omstandigheden; 4. Door de werknemer een aanbod te doen dat hij niet kan weigeren omdat hij dan het goed

    werknemerschap zou overtreden.

    De rechtszaak over de loonsverlaging zelf

  • In de rechtszaak over de loonsverlaging zijn vier particuliere eisers betrokken, net als vakbonden

    FNV en CNV. Ze eisen simpelweg dat de arbeidsovereenkomsten netjes worden nagekomen. Er

    is geen reden voor een eenzijdige wijziging.

    V&D verweert zich daartegen met de volgende stellingen:

    1. Medewerkers hebben een eenzijdig wijzigingsbeding in de arbeidsovereenkomst staan. Met een beroep daarop, mag V&D de arbeidsvoorwaarden eenzijdig wijzigen.

    2. Er wordt een beroep gedaan op de redelijkheid en billijkheid. 3. Er is sprake van onvoorziene omstandigheden. 4. Omwille van het goed werknemerschap moeten de werknemers het wijzigingsvoorstel van V&D

    accepteren.

    De juristen van V&D hebben dus besloten om voor alle mogelijke ankers te gaan liggen

    (vergelijk de punten met de vorige paragraaf). V&D vindt dat de mogelijkheid hiertoe open ligt

    omdat er grote bedrijfseconomische problemen zijn. Uiteindelijk zou V&D met het gehele

    maatregelenpakket binnen drie jaar weer gezond moeten zijn.

    FNV en CNV stellen verder dat er bij lang niet alle leden wijzigingsbedingen (zie 1) in de

    overeenkomst zijn opgenomen. Daarnaast

    Wat besliste de rechter met betrekking tot de

    loonsverlaging?

    In het kort besliste de rechter als volgt:

    1. Het wijzigingsbeding staat niet in de cao, waardoor het (gezien de bewoordingen van het wijzigingsbeding in de arbeidsovereenkomsten) onduidelijk is of de cao gewijzigd kan worden. Afgewezen.

    2. De toets van de redelijkheid en billijkheid is even zwaar als de toets van het goed werknemerschap (zie 4). Als die toets niet slaagt, slaagt de toets van de redelijkheid en billijkheid ook niet.

    3. Onvoorziene omstandigheden zouden aan de orde kunnen zijn, maar dat bekijkt de rechter niet. V&D heeft namelijk nagelaten om duidelijk aan te geven dat zij wijziging van de arbeidsvoorwaarden op basis daarvan wil bewerkstelligen. De rechter mag in het civiele recht niets toewijzen waar niet om is gevraagd. Afgewezen om deze (formele) reden.

    4. Hoewel het gerechtvaardigd is om een kostenreductie te bewerkstelligen, kan V&D niet verwachten dat werknemers instemmen met een dergelijke ingrijpende wijziging van hun primaire arbeidsvoorwaarden op basis van het goed werkgeverschap. Ook het feit dat bij V&D aanzienlijk hogere salarissen worden betaald dan in de branche doet daaraan niet af.

    De verweren van V&D houden geen stand. De vier werknemers en de vakbonden worden in het

    gelijk gesteld, maar niet helemaal.

    CNV vorderde namelijk enkel nakoming van de ongewijzigde arbeidsvoorwaarden voor haar

    leden, waar FNV nakoming voor alle werknemers vorderde. FNV kon echter niet bewijzen dat

  • (een duidelijke meerderheid) van de niet-leden niet instemde met gewijzigde

    arbeidsvoorwaarden. Daarom wordt de eis in reconventie van FNV (en CNV) enkel met

    betrekking tot de betreffende vakbondsleden toegewezen. Feitelijk betekent dat, dat ook een

    poging tot loonsverlaging voor niet-vakbondsleden waarschijnlijk bij de rechter zal stranden.

    De huurverlaging van V&D

    V&D wilde tevens een huurverlaging doorvoeren. Uiteraard gebeurde dat ook eenzijdig:

    [ .] the board has decided that the following specific measures are necessary in relation to your estate occupied by the Company:

    A 4 month rent free period starting from February 2015 and ending May 2015 to help bridge the liquidity need during 2015 [ .]

    V&D is requiring all landlords to contribute in the same manner to provide the Company with a

    structural long-term viable cost base which is fully aligned with current market developments.

    De huurverlaging werd dus simpelweg eenzijdig doorgevoerd.

    Hoewel geen enkele verhuurder hier blij mee is geweest, hebben ze toch de koppen bij elkaar

    gestoken. Uiteindelijk is er een compromis tussen V&D en alle verhuurders (afgezien van vier

    dwarsliggers, in totaal 5% van de totale huursom van V&D) tot stand gekomen, waarin 58,9% van alle huurbedragen in depot zou worden gestort. Zou V&D al haar verplichtingen nakomen,

    dan zou dat bedrag uiteindelijk aan V&D toekomen. Zou dat niet gebeuren, dan zouden de

    verhuurders het alsnog kunnen opeisen.

    Zoals gezegd: vier verhuurders gingen niet akkoord, waaronder verhuurder Mondia. Mondia

    kreeg voor februari toch slechts een klein gedeelte van de huur overgemaakt (43%), de rest ging

    in het depot (waarom dat overigens niet 41,1% was, is onduidelijk). Voor maart gebeurde

    hetzelfde.

    Mondia was niet akkoord en startte een kort geding bij de kantonrechter (het is immers een

    huurzaak) om de rest van het de huursom op te eisen. Tevens vorderde Mondia een contractuele

    boete van 2% ( 1.045,44) en de buitengerechtelijke incassokosten ( 1.308,17).

    De huurzaak zelf: Mondia/V&D

    In de rechtszaak stelt Mondia simpelweg dat V&D de door haar gesloten overeenkomst moet

    nakomen. Logisch, zeker aangezien er per 1 februari 2015 al voor V&D gunstigere afspraken

    waren gemaakt met Mondia. Het contract moet worden nagekomen.

    V&D verweert zich (kort door de bocht) met twee stellingen:

  • Er is sprake van misbruik van bevoegdheid. Alle andere verhuurders hebben hun verantwoordelijkheid genomen door een huurkorting te accepteren. Mondia profiteert wel van het voortbestaan van V&D, maar draagt daar niet aan bij.

    Mondia handelt in strijd met de redelijkheid en billijkheid door zijn verantwoording te ontlopen.

    Beide stellingen zijn gebaseerd op vangnetten: in gewone rechtszaken komt men een beroep op misbruik van bevoegdheid en/of redelijkheid en billijkheid vrijwel enkel als subsidiair verweer

    tegen. Het primaire verweer is dan vaak veel concreter: opschorting, vernietiging, ontbinding et

    cetera.

    Desalniettemin had V&D in deze procedure geen sterke primaire verweren kunnen verzinnen,

    want die waren er simpelweg niet. Dat het verweer door de rechter gepasseerd zou worden, was

    vrij zeker.

    Wat besliste de rechter in de huurzaak?

    Precies in de lijn van de verwachtingen, beslist de rechter dat Mondia gelijk heeft en dat V&D

    gewoon moet betalen. Daartoe overweegt hij kort gezegd onder meer:

    In het Nederlandse recht moeten overeenkomsten simpelweg worden nagekomen, dat is de hoofdregel. Eenzijdige afwijking daarvan is slechts in zeer uitzonderlijke gevallen mogelijk.

    V&D heeft weliswaar een groot belang bij verlaging van de huurprijs, maar elke huurder heeft dat belang. V&D is daarin dus niet alleen.

    Het starten van een procedure kan niet worden gezien als misbruik van recht. Mondia komt immers op voor haar recht op een juiste manier: via de rechter. Het recht om dat te doen behoort niet te wijken voor economische motieven.

    Dat andere verhuurders wel akkoord zijn gegaan doet niet af aan het feit dat overeenkomsten moeten worden nagekomen, ook voor V&D.

    Dat V&D wellicht in een faillissement terecht komt is triest, maar zorgt niet voor een ander oordeel.

    Ook het feit dat Mondia een free-rider is en wellicht zelfs moreel verplicht is om bij te dragen, maakt dat niet anders.

    Ten slotte zou toewijzing ervoor zorgen, dat veel meer bedrijven eenzijdige verlagingen van huur of hypotheekverplichtingen zouden toepassen omdat dat een faillissement zou kunnen voorkomen. Dat zou een juridische chaos veroorzaken volgens de kantonrechter. Tevens zou dat rechtsongelijkheid brengen tussen bedrijven, die dat wel kunnen en particulieren, die dat dan niet zouden mogen.

    Kortom: V&D wordt in het geheel in het ongelijk gesteld. Mondia lift daarom als free-rider

    inderdaad mee op de goede wil van de andere verhuurders: V&D wordt immers (tijdelijk)

    gered, maar Mondia draagt haar steentje niet bij. Hoewel dat moreel gezien wellicht twijfelachtig is, is het juridisch gezien uiteraard geheel juist.

    Waarom verliest V&D haar rechtszaken?

  • Simpel: omdat V&D tegen de meest basale beginselen van het contractenrecht in gaat: iedereen

    mag zlf weten wat hij afspreekt, maar wanneer iets is afgesproken, moet dat wel worden

    nagekomen. Dat gold zowel bij de werknemers, als bij de verhuurders.

    Er zijn mogelijkheden om af te wijken van een getekende overeenkomst. Geen enkele

    overeenkomst is in alle mogelijke situaties definitief. Echter, de drempel om eenzijdig een

    overeenkomst open te breken ligt erg hoog. V&D heeft hem in beide zaken niet weten te

    behalen.

    Dat de kans klein is dat V&D zou winnen, zullen ze zelf vooraf ook hebben geweten. Waarom

    V&D dan toch procedeerde? Simpel:

    1. De kans op verlies is weliswaar groot, maar de kosten bij verlies (in elke zaak zon 2000 euro aan proceskostenveroordeling plus eventuele wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten) zijn minimaal vergeleken met de grote kostenbesparingen bij winst (miljoenen euros). Zelfs bij een 1% kans op winst, is procederen rendabel.

    2. Vaak worden civiele zaken toch geschikt, zodat een schikking te prefereren valt boven procederen, echter, in dit geval wilde V&D enorme besparingen doorvoeren die niet met een schikking bereikt zouden kunnen worden: halve maatregelen zou V&D niet uit de problemen helpen. Daarnaast had V&D in de zaak over de loonsverlaging vakbonden tegenover zich staan, die met de hete adem van hun leden in de nek, waarschijnlijk nooit zouden schikken.

    3. In de huurzaak was afgesproken met de andere verhuurders die wl hadden ingestemd met het reddingsplan, dat V&D zodanig zou handelen ten aanzien van de dwarsliggers, dat de belangen van de verhuurders die wel meededen maximaal zouden worden gediend. Had V&D toch als een mak schaap het gehele bedrag aan huur betaald aan de dwarsliggende verhuurders, dan zou zij het risico hebben gelopen dat de andere verhuurders haar wanprestatie hadden verweten (en in het slechtste geval: de voor V&D zo gunstige overeenkomst hadden ontbonden).

    Wat nu met V&D?

    Volgens de eigenaar van V&D, zijn de huurverlaging en loonsverlaging noodzakelijk voor V&D

    om het hoofd boven water te kunnen houden. De huidige situatie:

    De loonsverlaging is in eerste instantie afgewezen voor vakbondsleden, maar V&D broedt nog op manieren om alsnog de loonsverlaging voor elkaar te krijgen.

    De huurverlaging is door de verhuurders voor 95% van de totale huursom geaccepteerd, de andere 5% kan niet worden gedwongen.

    V&D kan natuurlijk wel in hoger beroep in kort geding, maar kan eventueel ook een

    bodemprocedure voeren om alsnog haar recht te krijgen. De kans dat daar een andere beslissing

    wordt genomen is echter minimaal. Uitstel krijgt V&D ook niet door verder te procederen: de

    beslissingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard (er hoeft niet te worden gewacht op het aflopen van het hoger beroep). Toch is het denkbaar dat V&D verder procedeert, om de redenen

    die in de vorige paragraaf zijn genoemd.

  • Verder heeft V&D veel concurrentie van onder meer prijsvechters die ook fysieke winkels

    hebben, denk aan bijvoorbeeld de Primark. Ook wordt zij flink beconcurreerd door webshops,

    van Bol.com tot Zalando, die de producten vaak voor veel minder geld bij de klant krijgen,

    simpelweg omdat ze minder kosten hoeven te maken om dezelfde omzet te behalen.

    V&D heeft de laatste jaren tropenjaren gehad, waarbij het verlies opliep van 19 miljoen in 2012

    tot 55 miljoen in 2014 ondanks reorganisaties. Enkel de bij V&D behorende restaurantketen La

    Place bleek rendabel, met in 2014 een nettoresultaat van 5,4 miljoen euro. Per saldo blijft er een

    groot verlies over.

    Mocht V&D toch in een faillissement terecht komen, dan is het nog maar de vraag wat ermee

    gebeurt. Wellicht zit een doorstart (eventueel in zeer afgeslankte vorm, wellicht enkel van La

    Place?) van rendabele onderdelen er dan in, maar wellicht ook niet. Komt het zo ver, dan is het

    onvermijdelijk dat:

    Veel (of alle) werknemers hun baan zullen kwijtraken. Veel verhuurders niet direct een nieuwe huurder hebben, waardoor zeker de panden die minder

    in trek zijn wellicht lange tijd leegstaan, terwijl eventuele financieringskosten wel doorlopen voor de verhuurders.

    Leveranciers waarschijnlijk flinke bedragen aan vorderingen mogen afschrijven.

    In elk geval zal het niet gemakkelijk worden voor V&D om te overleven, zeker niet nu

    eenzijdige huurverlagingen van de baan zijn en werknemers (in beginsel) niet hoeven in te

    leveren. In elk geval is het niet waarschijnlijk dat het boek al dicht is: vermoedelijk zal V&D

    alsnog proberen om de situatie naar haar hand te zetten. Of dat echt gebeurt, is nu natuurlijk

    maar afwachten.

  • Bron 2. http://nos.nl/artikel/2010196-sinds-begin-crisis-22-000-winkels-minder.html

    Sinds begin crisis 22.000 winkels minder

    22-12-2014, 05:27

    Sinds het begin van de economische crisis in 2008, zijn in Nederland zo'n 22.000 winkels

    verdwenen, het overgrote deel na faillissement. Aan het eind van dit jaar zijn er nog circa 90.000

    over. Dat heeft marktonderzoeker Q&A berekend.

    Afgelopen jaar gingen bijvoorbeeld landelijke ketens als Mexx, Halfords, Henk ten Hoor Textiel,

    BS Budgetstore, De Block, De Harense Smid, Free Record Shop, Polare, De Slegte en Siebel

    failliet. Een aantal ging overigens in sterk afgeslankte vorm verder.

    "Voor de mensen die het aanging, was het natuurlijk vreselijk dat winkels failliet gingen, maar

    voor het hele winkellandschap is het gewoon beter", zegt Q&A-directeur Frank

    Quix. "Nederland had veel te veel winkels. Vlak voor de crisis hadden we 112.000 winkels, dat

    was volgens ons zo'n 35 tot 40 procent te veel. Dus er is nu een behoorlijke herschikking aan de

    gang."

    Vooral in de elektronica-branche zijn de afgelopen jaren winkelketens gesneuveld als It's

    Electronics, Modern, Block, Prijstopper en De Harense Smid. Daar is het aantal zaken zeker met

    een kwart afgenomen. Quix: "Maar de winkels die overblijven, krijgen nu meer lucht."

    Paul Moers, merken- en detailhandeldeskundige, kan om al die failliete winkels geen traan laten:

    "Als je niet levert wat de consument wil, laten klanten je vallen. Zo simpel is het. Dan krijg je

    terug wat je verdient: een faillissement."

    Je moet als merk relevant blijven en je op tijd vernieuwen.

    Paul Moers, merken- en detailhandeldeskundige

    Hij noemt als voorbeeld Mexx: "Die hebben gewoon enorm zitten slapen. De wereld is totaal

    veranderd. Denk aan de opkomst van de Zaras, de H&M's, de Primark's. Allemaal design-kleding tegen een hele lage prijs. Mexx is in dat midden blijven zitten. Ongelooflijk stom. En

    dan houdt het gewoon op. Dan komt de consument niet meer naar je toe. Je moet als merk

    relevant blijven en je op tijd vernieuwen.

    Quix verwacht dat de ellende in de detailhandel nog niet voorbij is. "Begin 2015 zullen nog heel

    wat bedrijven in problemen komen. Banken wachten nog even de kerstperiode af, maar als die

    tegenvalt, vallen er opnieuw klappen."

  • Analoge sukkel

    Moers denkt er net zo over. "We leven al jaren in een crisis. Heel veel winkelketens hebben

    ingeteerd op hun vermogen. De reserves zijn op. En dan mag onze economie komend jaar 1

    procent, 1,5 procent groeien.tja, das natuurlijk nog niet heel veel. De redding is voor bedrijven die het moeilijk hebben, nog steeds veraf." Moers ziet vooral nog problemen in de

    sectoren elektronica, kleding, schoenen en bouwmarkten.

    'Veel kleine ondernemers gaan te lang door'

    Verslaggever Jeroen Schutijser in gesprek met Frank Quix, directeur van marktonderzoeker

    Q&A.

    "Je moet zorgen dat je met je visie, missie en merk aan de slag blijft om de winkel toonbaar en

    spannend te maken. Betekent ook dat je technologie moet toevoegen. We hebben Beacons, NFC-

    technologie waarmee je klanten kunt volgen en mee kunt communiceren. Dat is fantastisch. Daar

    liggen werkelijk gigantische kansen voor de retailers. Als je dat niet doet? Dan blijf je eigenlijk

    een analoge sukkel, dan is het einde verhaal.

    Openbare verkoop

    Frank Quix maakt zich vooral zorgen om de vele kleine zelfstandige ondernemers: "Ik ben bang

    dat veel ondernemers te lang doorgaan. Ik ben zelf opgegroeid in een detailhandelsgezin. Mijn

    ouders gingen in de vorige crisis, in 1982, failliet. Zij gingen te lang door, hebben te laat de

    bakens verzet. Ik heb als 12-jarige meegemaakt hoe ons huis openbaar werd verkocht, dat er

    mannen in pakken bij ons thuiskwamen en dingen in dozen gooiden Dat staat voor de rest van mijn leven in mijn hersens gegrift. Dat moet je als ondernemer niet willen. Dus mijn advies: als

    het uitzicht alleen maar negatief is en als je nog van je eigen vermogen wat je in de zaak hebt zitten gebruik kunt maken, stop dan op tijd."

    Wie naar het faillissementsdossier.nl van Binq Media kijkt, zou voorzichtig de conclusie kunnen

    trekken dat het ergste leed voor de detailhandel voorbij is. Volgens Binq gingen er in 2011, 2012

    en 2013 respectievelijk 715, 865 en 1026 bedrijven in de detailhandel failliet. Dit jaar lijkt het

    aantal beduidend lager uit te komen dan in 2013. Tot en met november ging het om 682

    bedrijven.

    Invito en Manfield

    De Telegraaf schrijft vandaag over paniek bij schoenenketens Invito en Manfield. De omzetten

    vallen tegen en beoordelingsgesprekken worden uitgesteld zodat de lonen niet verhoogd hoeven

    worden. Beide schoenenketens maken deel uit van het beursgenoteerde detailhandelsconcern

    Macintosh.

  • Bron. 3

    http://opiniepanel.eenvandaag.nl/uitslagen/59399/consument_schat_toekomst_v_d_somber_in

    Consument schat toekomst V&D somber in

    TV | za 09 mei 2015

    Consumenten hebben weinig vertrouwen in de toekomst van V&D. De helft van de ondervraagden (48%)

    verwacht niet dat V&D over 5 jaar nog bestaat. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder ruim

    17.000 leden van het Opiniepanel. Een kwart van de deelnemers (27%) ziet de toekomst van het

    Nederlandse warenhuis wel rooskleurig in.

    Gisteren kondigde V&D een aantal plannen aan die de winkelketen er weer bovenop moeten helpen.

    Deelnemers die kennis namen van de nieuwe plannen zijn iets positiever over de toekomst van het bedrijf.

    Dat blijkt uit een extra peiling onder 2.500 leden van het Opiniepanel, na bekendmaking van de nieuwe

    plannen. Van deze deelnemers denken vier op de tien (39%) dat V&D over 5 jaar nog bestaat. Eenzelfde

    aantal (41%) verwacht dat het warenhuis verdwijnt. En op de vijf ondervraagden (19%) gelooft dat de

    plannen V&D gaan redden. Vier op tien deelnemers (38%) ziet geen heil in de plannen van V&D.

    V&D is vertrouwd maar ook ouderwets en saai

    Deelnemers noemen vaak het vertrouwde karakter als sterke eigenschappen van V&D is het vertrouwde

    karakter. Ook het brede assortiment en de locatie van het warenhuis spreekt aan. Daarnaast springt ook La

    Place, het restaurant van V&D, er positief uit.

    Maar juist op de pijlers waar V&D groot mee is geworden, wordt het nu afgerekend. Ondervraagden

    vinden het warenhuis ouderwets en saai. Er is geen focus en de formule is niet onderscheidend. Ook

    vinden deelnemers de winkels rommelig van opzet en is er volgens hen te weinig personeel.

    De meeste ondervraagden (59%) zouden het jammer vinden wanneer V&D uit het straatbeeld zou

    verdwijnen. Toch zegt bijna de helft van de deelnemers (45%) het warenhuis niet te zullen missen

    wanneer dit gebeurt.

    Over dit onderzoek Aan het onderzoek deden 17.320 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee. Het onderzoek vond plaats

    van 2 tot en met 9 mei 2015.

    Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit 45.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van

    een online onderzoek. De uitslag van de peilingen onder het EenVandaag Opiniepanel zijn na weging

    representatief voor zes variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over

    het land en politieke voorkeur gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2012.

    Panelleden krijgen ongeveer n keer per week een uitnodiging om aan een peiling mee te doen. Op de

    meeste onderzoeken respondeert 50 tot 70 procent van de panelleden.

  • Bron 4.

    http://www.mt.nl/443/66991/merkanalyse/hoe-v-d-haar-ziel-verloor.html

    Hoe V&D haar ziel verloor

    15 aug 2012 | Joris van Zoelen

    Als je een minder goed voorbeeld zoekt van organisatie- en

    merkstrategie valt vaak de naam V&D. Merksucces is echter

    niet ver weg.

    Misschien moeten ze dat alleen zelf nog even ontdekken.

    Lees: Het geheim van La PlaceDe publieke zoektocht van Vroom & Dreesmann naar een meer

    succesvolle strategie duurt al jaren en er lijkt nog nauwelijks licht aan het einde van de tunnel.

    Gelukkig maakt La Place sinds 1987 onderdeel uit van het concern, want anders had het ooit zo

    roemrijke warenhuis misschien niet meer bestaan.

  • Plank steeds net mis?

    Waar de organisatie in de eerste 50 tot 100 jaar van haar bestaan misschien te weinig

    ontwikkelde, blijft men sinds de fusie van moederorganisatie Vendex met KBB in1999, tegen de

    klippen op van alles proberen. En alhoewel er ook echt verbeteringen zijn, is het overall resultaat

    niet goed. In 2011 wordt nog een verlies van ruim 7 miljoen geleden.

    Bezieling n financile binding

    V&D is vanaf de oprichting een familiebedrijf. Zwagers Willem Vroom en Anton Dreesmann

    zijn al jaren actief met winkels in Amsterdam, voordat ze besluiten samen te werken. Ze

    beginnen winkels met een voor dat moment zeer onderscheidende formule, producten krijgen

    een vaste lage prijs en moeten contant afgerekend worden. Het eerste filiaal van Vroom &

    Dreesmann (Magazijn De Zon) opent in 1887 aan de Weesperstraat in Amsterdam. De Rooms-

    Katholieke principes van de heren zijn leidend in alles dat het winkelbedrijf doet, en vrijwel alle

    familieleden hebben een rol in de organisatie. Wie een filiaal runt wordt er meteen 50 procent

    aandeelhouder van, zodat er ook een financile binding is.

    Beheerste, gecontroleerde aanpak

    Alhoewel de groei zeker in het begin onstuimig is, kenmerkt de aanpak van Vroom & Dreesmann zich als beheerst en gecontroleerd. Lange tijd blijft het hoofdbestanddeel van het

    assortiment bestaan uit textiel en textielgerelateerde producten. De nadruk ligt vooral op het

    uitbreiden van het aantal vestigingen om daarmee de inkoopkracht van het warenhuis te

    vergroten.

    V&D verliest haar ziel

    V&D-LOGO: NIET BEST

    In 2008 vroeg MT een aantal experts de logo's van grote Nederlandse bedrijven te

    beoordelen. Ondanks de lancering van een -op dat moment- nieuw logo, beoordelen

    de vormgevers V&D's logo en bijbehorende huisstijl niet positief.

    Het juryrapport: Aad van Dommelen: trendgevoelig, die boom met al die spulletjes.

    Hilde Hoekstra: V&D probeert weer eens te laat bij een logotrend aan te klampen

    Lilian Vos: "Dit logo is nu al ouderwets."

    Renate van Beynum: "V&D is op logo- en huisstijlgebied al jaren de weg kwijt. Wisselt om de

    zoveel jaar van logo en verzuimt dat dan consequent door te voeren. Deze boom is volgens mij in

    navolging van een designtrend die ingezet is door Tord Boontje."

    > Het hele artikel: Trends in logo's

    Dat verandert als in 1971 Anton Dreesmann Jr. ceo van het concern wordt. Hij komt door het

    vroegtijdig overlijden van zijn broer Willem Dreesmann in 1971 aan de macht. In een nieuwe

  • koers staat diversificatie centraal, waardoor nationaal en internationaal vele overnames worden

    gedaan. De komst van de nieuwe topman markeert de breuk met zowel de rest van de familie, als

    vrijwel elke traditie die het concern heeft grootgemaakt. V&D verliest haar ziel.

    En het wordt nog erger. De opvolgingsstrijd die Anton Dreesmann en de door hemzelf gekozen

    kroonprins Arie van der Zwan voeren, maakt begin jaren 90 van V&D' s moederorganisatie

    Vendex een stuurloze en bonte verzameling van bedrijven. V&D ondervindt daar net als andere

    formules veel hinder van. Het vertrek van beide heren, intensieve herstructurering, splitsing en

    verkoop van onderdelen is nodig om het bedrijf in 1995 naar de beurs te brengen. In 1997 wordt

    voor het eerst sinds lange tijd weer winst gemaakt. Dat lukt de jaren daarna ook nog een aantal

    keer.

    Zigzagstrategie werpt geen vruchten af

    Vanaf begin 1990 hebben verschillende bestuurders en eigenaren alles op alles gezet om

    moederbedrijf Vendex KBB (later Maxeda) en de formule Vroom & Dreesmann weer succesvol

    te maken. Misschien zijn de vertrokken Van der Zwan en later ceo Jan-Michiel Hessels nog wel

    het meest effectief geweest door vooral schoon schip te maken en de organisatie weer een kern,

    logica en focus te geven. Maar het succes voor V&D blijft nog uit. Verschillende koers- en

    strategiewijzigingen worden doorgevoerd en het merk wordt meerdere keren geherpositioneerd. Zelfs een keer in samenwerking met Jan des Bouvrie.

    Ter illustratie de commerciele effectiviteit van V&D vergeleken met die van HEMA:

    2011 Vestigingen Gem.

    vloeroppervlakte

    Omzet per M2 Winst per M2

    V&D 62* 4.200 M2 2.500,- - 26,-

    HEMA 601** 320 M2 6.000,- + 60,-

    * de online omzet is meegerekend in het totaal. ** alle vestigingen samengenomen.

    De V&D van vandaag is het resultaat van de laatste herpositionering waarbij de winkelformule en ook de visuele merkstijl volledig op de schop zijn gegaan. Doel was vooral het stoffige' imago van V&D te halen. Dat is deels ook zeker gelukt. Vooral omdat V&D aan de binnenkant

    een stuk minder V&D is en grote sterke merken via het store-in-store concept bijdragen aan een

    betere winkelervaring en soms ook betere financile resultaten. Maar hoe fris de nieuwe zwart-

    wit huisstijl ook is, het is vooral een cosmetische oplossing voor een zeurend probleem: V&D is

    haar ziel, betekenis en rol kwijt.

    Het kan wl: de passie voor zekerheid

    Ondanks veel uitdagingen gaat het sinds de verkoop van V&D in 2010 aan investeringsfonds

    Sun Capital wel iets beter met de organisatie. Het marktaandeel van V&D groeit in deelsectoren

  • en de online omzet begint een wezenlijk onderdeel te worden van het geheel. De afhankelijkheid

    van La Place voor de omzet is stabiel. En met 648 miljoen omzet in 62 winkels doe je in ieder

    geval ook een aantal dingen heel goed.

    V&D lijkt echter geen duurzaam antwoord te hebben op de ontwikkelingen in de retailmarkt. Het

    bedrijf heeft door aanpassingen in de formule (restyling en oppervlakteverhuur aan A-merken)

    de financin in ieder geval meer onder controle, maar de ziel nog niet terug. Het volgt de

    ontwikkelingen in de markt op een beter tempo dan ooit, maar is zeker nog niet de geambieerde

    marktmaker.

    Terug naar de basis

    Voor die ziel moet de huidige topman Mark McKeon terug naar 1887 toen Willem en Anton

    besloten samen te werken. De basis van vrijwel alles wat deze heren daarna deden, is terug te

    voeren op hun persoonlijke passie voor zekerheid. Alles was bedacht en onder controle. En

    hoewel hun winkelconcept vernieuwend was, raakte het een dieperliggende snaar bij

    consumenten die daarom in grote getalen toestroomden: je wist waar je aan toe was. Bovendien

    loste Vroom & Dreesmann de dagelijkse (huishoudelijke) problemen goed, gemakkelijk en tegen

    vaste lage prijzen op. Een rol die nu succesvol door HEMA wordt ingevuld.

    In 2012 is zekerheid iets anders dan in 1887. Maar het is nog steeds n van de belangrijkste drijfveren in het koopgedrag van mensen, zo niet d belangrijkste. Het zou mooi zijn als V&D

    die ziel weer weet terug te vinden en te verankeren in alles dat zij doet. Dan kun je met zekerheid

    stellen dat het met de resultaten van V&D ook goed gaat komen.

  • Bron 5.

    http://www.rtlnieuws.nl/economie/home/vd-gooit-het-roer-om (Nieuwsvideo)

    Bron 6. http://www.nrcq.nl/2015/02/13/vd-en-blokker-willen-ook-graag-online-beetje-te-laat-nu-of-niet

    V&D en Blokker willen ook graag online. Beetje (te) laat, of niet?

    V&D, bijna failliet maar voorlopig gered, moet met een plan komen dat het bedrijf weer

    bestaansrecht geeft. Ook Blokker zoekt manieren om levensvatbaar te blijven: maandag

    kondigde de huishoudwarenwinkel een reorganisatie aan waarbij 440 van de 7.200 banen

    verdwijnen. Beide winkelketens moeten zich aanpassen aan de moderne tijd en kijken daarbij

    hoopvol naar internet.

    Maar kunnen ze wel opboksen tegen de dominantie van gevestigde webwinkels?

    Toverwoord: Omnichannel

    Het enthousiasme van traditionele winkelbedrijven over het internetpotentieel is verklaarbaar.

    Online bestedingen zijn in het afgelopen decennium gigantisch toegenomen.

    De grootste webwinkel van Nederland, bol.com, is inmiddels goed voor een jaaromzet van 680

    miljoen euro. Ter vergelijking: in 2013 maakten de 63 winkels van V&D n de webshop

    gezamenlijk een omzet van 619 miljoen euro. Nu hebben V&D en Blokker al wel een webshop.

    Maar een vetpot is dat nog niet. Alle webwinkels van de Blokker Holding waren in 2013 samen

    goed voor 79 miljoen euro. Hoeveel geld de V&D-webshop, die sinds 2008 in de lucht is,

    oplevert, is niet bekend.

    De winkelketens hebben grote plannen op internet. Blokker Holding wil in 2017 jaarlijks 300

    miljoen online verdienen. Alleen in de Blokker-formule investeert de holding dit jaar al 25

    miljoen euro extra, zo werd maandag bekendgemaakt. Dat geld is bedoeld voor ICT-systemen en

    e-commerce, maar ook voor het opknappen van de winkels.

    V&D noemt geen specifieke doelstellingen, maar stort zich evengoed op e-commerce. In de

    plannen van beide ketens gaat het steevast over omnichannel ht toverwoord in de retail. In feite betekent het dat de winkel en de webshop volledig in elkaar vervlochten zijn. Een klant kan

    bijvoorbeeld zijn online bestelling in de winkel ophalen. Of n de winkel een product (dat niet op

    voorraad is, of dat te groot is om direct mee te nemen) bij een medewerker met een tablet op

    internet bestellen en laten thuisbezorgen.

    Rijkelijk laat

  • V&D en Blokker zijn rijkelijk laat met hun internetambities. Dat betekent dat ze iets moeten

    doen wat beduidend beter is dan wat nu al bestaat. Anders is er voor klanten natuurlijk geen

    reden om over te stappen. De grote webwinkels zijn inmiddels al zo ver ontwikkeld, dat het

    lastig is om hun niveau te evenaren. Dat vergt fikse investeringen, en het zal jaren duren voor die

    zich terugbetalen.

    Dat vrijwel elke Nederlander een Blokkerwinkel in de buurt heeft, is in de fysieke wereld

    vermoedelijk in het voordeel van de huishoudwinkel, maar dat wil niet automatisch zeggen dat

    klanten ook online de webwinkel van Blokker bezoeken.

    Alle 63 vestigingen van V&D, in Nederland:

    Dan bestaat er ook nog kans dat Blokker zichzelf kannibaliseert. Vermoedelijk trekt het bedrijf

    met zijn webwinkel vooral bestaande klanten. Daardoor zal de online omzet groeien, maar de

    winkels zetten minder om.

    En dat heeft financieel weer grote gevolgen, aangezien Blokker minder verdient aan een via

    internet verkocht product dan aan een product dat in de winkel wordt verkocht.

    In een interview met NRC heeft Daniel Ropers, de oprichter en baas van bol.com, eens uitvoerig

    uitgelegd hoe groot de uitdaging is voor een winkelier die een webwinkel wil beginnen. De vaste

    lasten voor de winkels (huur voor het pand, personeel, distributie) blijven hetzelfde, legde hij uit,

    maar daar komen de investeringen die nodig zijn om een webwinkel te ontwikkelen bovenop.

    Stel dat een winkelier normaal gesproken van iedere in de winkel verdiende euro vijftig cent overhoudt, rekende hij voor.

    Online halveert zijn marge. Dus dan houdt hij maar 25 cent over aan iedere via de webwinkel verdiende euro. Kortom, om financieel gezond te blijven, zal hij heel veel extra euros moeten verdienen.

    Ropers analyse lijkt evenzeer toepasbaar als het gaat over de onlinestrategie van V&D en Blokker.

    Retaildeskundige Paul Moers heeft er een hard hoofd in dat V&D en Blokker online succesvol zullen zijn. Als jouw fysieke winkel niks is, red je het online niet. Punt. De Bijenkorf haalt inmiddels 15 procent van zijn omzet online, zegt Moers. De omzet van de Bijenkorf bedroeg

    vorig jaar, in het boekjaar dat in februari 2014 afliep, 406 miljoen euro.

    Maar dat bedrijf heeft een visie, een verhl. Dat zie ik bij V&D helemaal niet en bij Blokker Mwoah. Je moet een ijzersterk merk hebben wil je online kans van slagen hebben.

  • Bron 7. http://www.nrc.nl/nieuws/2015/02/18/terugkijken-de-titanenstrijd-bij-de-vd-in-de-jaren-tachtig/

    Terugkijken: de titanenstrijd bij de V&D in de jaren tachtig

    door Eva Smal

    Maandag staan de vakbonden en de V&D tegenover elkaar in de rechtszaal, in een kort geding

    over de eenzijdig afgekondigde loonsverlaging. Andere Tijden schonk gisteren aandacht aan een

    vorige crisis bij het warenhuis, in de jaren tachtig.

    Tot 1988 werden Vroom en Dreesmann en het overkoepelende concern Vendex geleid door een

    lid van een van de twee families. Toen Anton Dreesman dat jaar ziek werd, kwam bankier Arie

    van der Zwan aan het roer te staan. Hij besloot dat er moest worden ingegrepen bij het toen al

    verlieslijdende warenhuis. Hij kondigde - lhistoire se rpte - een restyling aan, maar ook 1400 ontslagen. Tot woede van Anton Dreesmann. Een titanenstrijd volgde.

    Andere Tijden doet verslag van de strijd, waarbij uiteindelijk beide mannen van het strijdtoneel

    verdwenen en er weinig veranderde bij V&D. Het VPRO-programma begint echter met een

    geschiedenis van het concern, met mooie beelden van de eerste warenhuizen van Willem Vroom

    en Anton Dreesmann (de grootvader van de eerdergenoemde Anton) en de opening van het

    vernieuwde filiaal in Nijmegen door prins Bernhard.

    Kijk het programma terug (29 minuten):

    http://www.npo.nl/andere-tijden/17-02-2015/VPWON_1236038

  • Bron 8.

    http://www.nrc.nl/nieuws/2015/02/07/sun-capital-bereid-meer-geld-te-steken-in-reddingsplan-vd/

    Sun Capital bereid meer geld te steken in reddingsplan V&D

    door Anouk Eigenraam

    Economie

    Eigenaar Sun Capital is bereid niet 40 maar 60 miljoen euro te investeren in een reddingsplan

    voor V&D. Dat meldt de NOS.

    Het voorstel zou op dit moment op tafel liggen bij de besprekingen die vandaag worden gevoerd

    tussen V&D-eigenaar Sun Capital, banken en verhuurders van winkelpanden. Woordvoerders

    van Sun Capital en andere betrokkenen waren vanavond niet bereikbaar om de extra investering

    te bevestigen, schrijft persbureau ANP.

    V&D heeft te kampen met een miljoenenschuld. Om te voorkomen dat het bedrijf failliet gaat,

    vraagt Sun Capital een offer van alle partijen. Alleen dan wil het Amerikaanse bedrijf, sinds

    2010 eigenaar, opnieuw geld steken in V&D. In 2013 stak de investeringsmaatschappij 30

    miljoen euro in vernieuwing van de winkel.

    Iedereen moet inleveren

    Van het personeel is een loonoffer gevraagd. Van huisbanken ING, ABN Amro en Rabobank

    wordt waarschijnlijk gevraagd om een versoepeling van de afspraken of kwijtschelding van een

    deel van de schuld. Ook wil de winkelketen korting op de huur krijgen van verhuurders van de

    winkelpanden, waarvan vastgoedeigenaar IEF Capital de grootste is. Eerder deze week spande de

    vastgoedeigenaar nog een kort geding aan om ontruiming van vier filialen te eisen.

    De vakbonden zijn niet bij de besprekingen uitgenodigd. V&D vraagt van de 5000 man aan

    personeel om ongeveer 6 procent salaris in te leveren. Maar daar staat geen baangarantie

    tegenover. Volgens bestuurder Niels Suijker van FNV Handel zien de medewerkers dit niet

    zitten:

    Juist het personeel op de winkelvloer levert het meeste in.

  • Bron 9.

    http://www.nrcq.nl/2015/01/27/waarom-vd-de-huur-niet-meer-wil-betalen

    V&D wil de huur niet betalen, wat nu?

    Door Anna Vossers op dinsdag 27 januari 2015

    V&D heeft acute financile problemen en eist daarom van de verhuurders van de 63

    winkelpanden een huurvrije periode van vier maanden, en daarna een fors lagere huur. Vijf

    vragen.

    1. Hoe bijzonder is deze actie van V&D?

    Dat V&D op deze manier een huurverlaging eist is uniek, zeggen verschillende deskundigen. Het

    gebeurt wel eens, maar dat is doorgaans als ketens al failliet zijn zegt Brigit Gerritse, directeur van de Nederlandse Raad Winkelcentra (NRW). Dan proberen curator en vastgoedeigenaar er samen uit te komen.

    Dat is in dit geval anders. V&D heeft (nog) geen faillissement aangevraagd. En, zegt Jos van

    Mortel van Metroprop dat V&D-panden in Den Bosch, Heerlen en Sittard bezit: het

    warenhuis betaalt juist al relatief lage huurprijzen.

    2. Hoe werkt dat normaal, de huurprijs verlagen?

    Huurcontracten van winkels zijn oneindig geldig. Alleen de huurder kan normaal gesproken

    beslissen ze op te zeggen. Alleen bij uitzondering -bijvoorbeeld als de winkelier de huur niet

    betaalt - kan de verhuurder het contract beindigen.

    Als een winkel dreigt om te vallen, is er vaak wel overleg - niet een eenzijdige brief. Wij hebben er geen baat bij dat winkels omvallen, zegt Ronald Bezemer van vastgoedfonds Corio, dat overigens geen V&D-panden bezit. Dan zitten wij met leegstand, en zonder inkomsten. Doorgaans maakt de huur maximaal 10 tot 15 procent uit van de lasten van de retailer, schat hij in. Het probleem is nooit alleen de huurlast, dus bespreken ze gezamenlijk wat er beter kan,

    als de huur inderdaad omlaag gaat.

    3. Kunnen eigenaren V&D uit de panden zetten?

    Dat kan niet zomaar. Ze kunnen het voorstel van V&D wel weigeren. Eigenaren zullen proberen V&D aan het contract te houden, zegt Gerritse. Maar als V&D het geld niet heeft, zal dat hoogstens leiden tot een faillissement, dus (tijdelijke) leegstand.

    Vestigingen V&D in Nederland

  • 4. Zijn er andere huurders te vinden?

    Dat zal van locatie tot locatie verschillen, zegt Brigit Gerritse van de winkelcentraraad. In grote steden kun je verwachten dat andere ketens zoals Primark, H&M of Forever21 interesse hebben.

    Voor kleinere steden die met hoge winkelleegstand kampen, is dat anders. Daar hebben de

    eigenaren minder of geen keus, ook al zeggen zij ook dat het vinden van een nieuwe huurder

    geen probleem is. Achmea verwacht zeker belangstelling, zegt woordvoerder Eric van der Struijs. Achmea beheert voor pensioenfondsen zes V&D-panden, onder meer in Emmen en

    Rijswijk.

    In Den Bosch en Sittard verwacht Jos van de Mortel wel een nieuwe huurder te vinden.

    Bijkomend voordeel volgens van de Mortel: als V&D vertrekt, dan kunnen wij de huur verhogen.

    5. Wat betekent dit voor andere winkels?

    Als de verhuurders V&D zijn zin geven, kan dat gevolgen hebben voor andere winkels. Als een

    naburige winkelier eveneens vindt dat hij te veel betaalt, dan kan hij naar een kantonrechter

    stappen. Die weegt dan de huurprijzen van vergelijkbare panden mee.

    Als dat niet gebeurt, en er een andere keten in het V&D-pand komt, kan dat de huurprijzen in de

    omgeving benvloeden. De komst van de populaire goedkope Ierse kledingzaak Primark

    bijvoorbeeld, kan de prijzen opdrijven in een ingeslapen winkelstraat.

  • Bron 10. http://www.mt.nl/332/87686/business/la-place-houdt-v-d-overeind-maar-voor-hoelang-nog.html

    La Place houdt V&D overeind. Maar voor hoelang nog?

    03 feb 2015 | Nando Kasteleijn

    Het gaat niet goed met V&D, dat weten we. Maar met La

    Place gaat het wl goed. Welke rol speelt die formule en wat

    gaat ermee gebeuren?

    Vandaag stond V&D voor de rechter. Winkelpandeneigenaar IEF eist dat, als de keten de huur

    niet kan betalen, er wordt overgegaan tot ontruiming. Het ooit als Vroom & Dreesman begonnen

    warenhuis wil op zijn beurt een huurverlaging van 4 miljoen euro.

    V&D heeft La Place nodig

    Wat de uitkomst hiervan ook is, een speciale rol is weggelegd voor La Place. Dit is de

    restaurantformule van V&D die is opgezet in 1987 en volgens retaildeskundigen David van der

    Does (van Roland Berger) en Paul Moers (van PMSMS) een belangrijke reden is dat de keten

    nog overeind staat. Van der Does: 'Het moge duidelijk zijn dat La Place beter draait dan de

    V&D. De precieze situatie kennen we niet, omdat veel private-equity-huizen weinig inzicht

    geven in cijfers. Wat we wel zeker weten is dat V&D al jaren verlies draait en dat de situatie op

    termijn niet stabiel is.'

    Moers vult aan: 'La Place heeft er in grote mate aan bijgedragen dat de V&D nog bestaat, want

    dankzij het restaurant komt er nog enigszins publiek in het warenhuis en komt er geld binnen.

    Als La Place er niet was geweest, was de financile situatie tien keer erger geweest.'

    'Het concern heeft zitten slapen'

    Als je kijkt naar het succes van La Place, dan zou je denken dat V&D genoeg inspiratie heeft

    gehad om dergelijke formules verder te implementeren. Met andere woorden: de keten heeft

    zitten slapen, aldus Moers: 'De keten heeft zitten slapen toen de markt dramatisch veranderde en

    hoge waarde toevoegde tegen een lage prijs. Het warenhuis kent geen ankergroep meer. Een

    doelgroep die zegt: daarvoor ga ik naar V&D. Daarnaast kent de wereld van nu veel meer

    artikelen en de keten speelde daar niet op in. Zo heeft het concern bijna compleet de wereld van

    de gadgets gemist. De directie loopt al heel lang achter de feiten aan, in plaats van dat ze voor de

    markt uitlopen.'

  • Alleen verder?

    De belangrijkste vraag is misschien wel: is La Place los van het V&D-imperium denkbaar? Ja,

    zegt Moers: 'La Place is zo levensvatbaar als het maar zijn kan. Zet het restaurant neer in het

    midden van een grote Nederlandse stad en het begint spontaan te lopen. Daarnaast is de formule

    in de afgelopen jaren ook uitgerold naar andere landen, met succes.'

    Toch is daar niet alles mee gezegd, denkt Van der Does. 'Een interessante vraag is: welke

    locaties kun je als stand-alone restaurant gebruiken? Want in een aantal filialen, zoals in Utrecht

    en Arnhem, zit de La Place boven in de V&D en bestaat daar niet de mogelijkheid om via een

    andere ingang binnen te komen. Als er sprake zou zijn van een verkoop, zal een koper willen

    weten wat er met de rest van het pand gebeurt voordat een koper een beslissing neemt.'

    Even relativeren

    De komende tijd zal de situatie rond het warenhuis nog doorgaan. Want een oplossing lijkt nog

    niet erg dichtbij. Wat moet er nu gebeuren? Moers: 'De V&D moet twee dingen doen. Als de

    sodemieter winkels sluiten waar het bloedbad het grootst is. Daarnaast moet er een deltaplan

    worden opgesteld, waardoor het warenhuis weer spectaculair kan worden. Want er is altijd plaats

    voor een warenhuis, maar men moet zich wel opnieuw uitvinden. Mensen vinden het leuk om in

    een ontmoetingsplek te zijn, een warenhuis moet daarop inspelen. In het buitenland doen veel

    warenhuizen het hartstikke goed.'

    Daarnaast is het ook belangrijk om te blijven relativeren, meent Van der Does. 'We moeten ook

    niet vergeten dat alle partijen nu hun tanden laten zien en er hard ingaan. Het kan best zo zijn dat

    de soep lang niet zo heet wordt gegeten als deze wordt opgediend. Want als V&D inderdaad

    failliet gaat, zitten de winkelpandeneigenaren opeens met heel veel lege winkelruimte. Die

    ruimte is ook niet zomaar opgevuld.'