RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en...

65
Scopingnota RUP Quintyn WINGENE pagina 1 STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning | Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be | °burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN RUP QUINTYN SCOPINGNOTA | juni 2019

Transcript of RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en...

Page 1: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 1

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

RUP QUINTYN SCOPINGNOTA | juni 2019

Page 2: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging
Page 3: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 3

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

COLOFON

OPDRACHTGEVER Gemeente Wingene PLANTEAM Karolien Delameilleure Omgevingsambtenaar, Gemeente Wingene [email protected] | T 051 65 00 72 Wim Carrein Ruimtelijk planner, Studio Wim Carrein [email protected] | T 051 81 04 03 BURGEMEESTER Hendrik Verkest [email protected] | M 0496 16 85 80 is bevoegd voor ruimtelijke ordening ALGEMEEN DIRECTEUR Jurgen Mestdagh [email protected] | T 051 65 00 82 PLAN-ID RUP_37018_214_08008_00001 PROCEDURE Publieke raadpleging startnota (60d) van 29/10/2018 t.e.m. 27/12/2018 Infovergadering startnota op dinsdag 20/11/2018 om 19:30u in de schepenzaal van het gemeentehuis. GECORO op dinsdag 04/12/2018 om 20:00u in het gemeentehuis. Plenaire vergadering voorontwerp RUP: niet vereist. Voorlopige vaststelling ontwerp RUP in gemeenteraadszitting van xxx Openbaar onderzoek ontwerp RUP (60d) van xxx tot xxx Definitieve vaststelling ontwerp RUP in gemeenteraadszitting van xxx

Page 4: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging
Page 5: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 5

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

INHOUDSTABEL

1 Inleiding ..................................................................................................................................................... 7

1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota .................................................................................. 7

1.1.1 Ontvangen adviezen .................................................................................................................. 7

1.1.2 Ontvangen reacties .................................................................................................................. 16

2 Kader voor de opmaak van het RUP ........................................................................................................ 17

2.1 Aanleiding tot opmaak van het RUP ................................................................................................ 17

2.2 Beslissing tot opmaak ...................................................................................................................... 17

2.3 Doelstellingen van het RUP ............................................................................................................. 18

3 Bestaande ruimtelijke structuur .............................................................................................................. 21

3.1.1 Situering van de omgeving ...................................................................................................... 21

3.1.2 Situering van het plangebied ................................................................................................... 21

3.1.3 Kenmerken van het plangebied ............................................................................................... 22

4 Planningscontext ..................................................................................................................................... 22

4.1 Juridisch kader ................................................................................................................................. 22

4.1.1 Gewestplan .............................................................................................................................. 22

4.1.2 Plannen van aanleg .................................................................................................................. 23

4.1.3 Ruimtelijke uitvoeringsplannen ............................................................................................... 23

4.1.4 Buurt- en voetwegen ............................................................................................................... 24

4.1.5 Onroerend erfgoed .................................................................................................................. 24

4.1.6 Vogel- en habitatrichtlijngebieden, VEN- en IVON-gebieden ................................................. 25

4.1.7 Waterlopen .............................................................................................................................. 26

4.1.8 Biologische waarderingskaart.................................................................................................. 27

4.1.9 Verordeningen ......................................................................................................................... 27

4.2 Beleidskader .................................................................................................................................... 28

4.2.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)............................................................................. 28

4.2.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) West-Vlaanderen................................................. 29

4.2.3 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Wingene .......................................................... 31

4.2.4 Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) .................................................................................... 33

5 Planningsopties........................................................................................................................................ 35

5.1 Afbakening van het plangebied ....................................................................................................... 35

Page 6: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 6

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

5.2 Alternatieven voor het plan ............................................................................................................ 36

5.3 Reikwijdte en detailleringsgraad ..................................................................................................... 38

5.4 Opbouw van het RUP ...................................................................................................................... 39

5.5 Ruimtelijke inpassing ....................................................................................................................... 39

5.5.1 Verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit .................................................................................. 39

5.5.2 Verhogen van het ruimtelijk rendement ................................................................................. 39

5.6 Programma en functies ................................................................................................................... 39

5.7 Mobiliteitsaspecten ......................................................................................................................... 39

6 Effectenbeoordeling ................................................................................................................................ 41

6.1 RVR-toets ......................................................................................................................................... 41

6.2 Passende beoordeling ..................................................................................................................... 41

6.3 Milieueffecten ................................................................................................................................. 41

6.3.1 Aftoetsing plan-m.e.r.-plicht ................................................................................................... 41

6.3.2 Scoping van de milieueffecten ................................................................................................ 42

6.3.3 Beoordeling van de milieueffecten ......................................................................................... 45

6.3.4 Conclusie met betrekking tot de milieueffecten ..................................................................... 56

7 Overige bepalingen .................................................................................................................................. 57

7.1 Ruimtebalans en op te heffen voorschriften................................................................................... 57

7.1.1 Ruimtebalans ........................................................................................................................... 57

7.1.2 Opheffing geldende voorschriften .......................................................................................... 57

7.2 Grafisch register (plancompensaties): planbaten / planschade / kapitaalschade / gebruikersschade

......................................................................................................................................................... 58

7.2.1 Inleiding ................................................................................................................................... 58

7.2.2 Planbaten ................................................................................................................................. 58

7.2.3 Planschade ............................................................................................................................... 59

7.2.4 Kapitaalschade ......................................................................................................................... 60

7.2.5 Gebruikersschade .................................................................................................................... 61

7.2.6 Legende en disclaimer ............................................................................................................. 62

7.2.7 RUP Quintyn – planbaten ........................................................................................................ 63

8 Bijlagen .................................................................................................................................................... 65

Page 7: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 7

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

1 Inleiding

Voor de bedrijfssite Quintyn bvba, gelegen langsheen de Hillesteenweg 63 te Wingene wordt een nieuw gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt. Een ruimtelijk uitvoeringsplan of RUP is een plan waarmee de overheid op een bepaald deel van haar grondgebied de bodembestemming vastlegt.

Het opmaken van een RUP gebeurt via een uitgebreide procedure die verschillende stappen of fases omvat. In een eerste fase wordt een starnota samengesteld. In deze startnota worden nog geen definitieve beslissingen gemaakt over de concrete bestemmingen, maar wordt er vanuit de stad een eerste visie meegegeven over de ontwikkelingsmogelijkheden van een bepaald gebied en wordt meegegeven wat de verwachte milieueffecten zullen zijn.

Voorliggend document, de startnota genoemd wordt opgemaakt als ‘startdocument’ over doorheen de procedure verder uit te werken en te verfijnen. De adviezen en inspraakreacties die gegeven zullen worden op deze startnota, worden later verwerking in de scopingnota.

In het inleidend hoofdstuk van deze startnota zal later een overzicht worden toegevoegd van de ontvangen adviezen en reacties en zal worden aangegeven hoe is omgegaan met de suggesties om het plan te verbeteren. Vervolgens zal ook een samenvatting worden meegegeven van de aanpassingen die gebeurd zijn ten aanzien van deze startnota.

De verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP.

1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota

Over de startnota wordt een publieke raadpleging gehouden van 29/10/2018 t.e.m. 27/12/2018. De startnota werd gedurende de raadpleging voor advies voorgelegd aan de bevoegde instanties. De ontvangen adviezen en inspraakreacties worden hierna beknopt weergegeven.

In grijze markeringskleur opgemaakte tekst wordt het antwoord van het planteam op de gestelde vragen en geformuleerde opmerkingen weergegeven.

1.1.1 Ontvangen adviezen

Schriftelijk advies werd verleend door:

ADVIES 1 d.d. 04-12-2018

GECORO Wingene

Advies: voorwaardelijk gunstig mits:

Een volwaardige landschappelijke inkleding

Een maximale bescherming van het natuurverbindingsgebied

Een maximale bescherming van het overstromingsgebied

Het beperken van een verdere uitbreiding van het bedrijf in de toekomst.

Antwoord planteam:

Aktename advies, voorwaarden worden meegenomen in verder dossier als volgt:

Page 8: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 8

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

In de stedenbouwkundige voorschriften worden de nodige verordenende bepalingen opgenomen ter realisatie van:

- Een volwaardige landschappelijke inkleding; - Een maximale bescherming van het natuurverbindingsgebied door (1) het weren van elke

vorm van nieuwe niet-agrarische bebouwing, (2) geen nieuwe agrarische gebouwen tenzij bij bestaande bedrijfszetels en (3) een natuurtechnische herprofilering waar nodig van de waterlopen

- Een maximale bescherming van het overstromingsgebied - Het beperken van een verdere uitbreiding van het bedrijf in de toekomst

ADVIES 2 d.d. 29-11-2018

Provincie West-Vlaanderen – Ruimtelijke Planning

Advies: er dient rekening gehouden te worden met:

1. Het alternatief van een zuidelijke uitbreiding dient ernstiger behandeld te worden. De ruimtelijke aspecten dienen hierin meegenomen te worden.

2. De relatie planologisch attest – vergunningen – RUP dient beter geduid te worden. 3. Een oostelijke uitbreiding is vanuit de goeie ruimtelijke ordening niet gewenst.

Opmerkingen:

Vraag om vergunningstoestand duidelijk weer te geven

Vraag om de relatie RUP – planologisch attest – vergunningen te duiden. Is rechttrekking en overwelving vergund op basis van het planologisch attest? Is oostelijk deel in gebruik vergund op basis van het planologisch attest.

Opmerking dat het bedrijf als geheel moet worden beschouwd en niet deels para-agrarisch en deels ambachtelijk.

Het PRS bepaalt dat het de gemeente toekomt om ontwikkelingsmogelijkheden voor bestaande bedrijven buiten bedrijventerreinen te bepalen waarbij het ruimtebeslag, de milieu-impact, mobiliteit en socio-economische criteria essentiële onderdelen zijn. Zodra kleinere bedrijven grootschalig willen uitbreiden, is in principe herlokalisatie op een bedrijventerrein aangewezen. In geen geval kunnen gebouwen voor nieuwe bedrijven opgetrokken worden in de open ruimte. Het beleidskader binnen het PRS reikt evaluatiecriteria aan die negatief kunnen beoordeeld worden voor voorliggend RUP:

-de schaal van het bedrijf is in overeenstemming met de omgeving en de benutte perceelsoppervlakte is kleiner dan 5000m²; -het bedrijf is gelegen in een door bebouwing versnipperd gebied.

Het GRS Wingene sluit hierop aan en bepaalt dat bestaande zonevreemde geïsoleerde economische activiteiten in de deelruimte “Houtland van Wingene” alle kansen moeten krijgen om hun activiteiten op een volwaardige manier te kunnen verder zetten, zolang zij een schaal en activiteit behouden die geen grote hinder veroorzaakt. Dit denkkader wordt wel enkel als suggestie meegegeven. De gemeente wil deze gebiedsgerichte visie ook uitwerken in zogenaamde identiteitsrups.

Antwoord planteam:

1. Het alternatief van de zuidelijke uitbreiding wordt verder uitgewerkt 2. Wordt geduid: zie onderstaand.

Page 9: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 9

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

3. De gemeente is van oordeel dat de oostelijke uitbreiding te verantwoorden is: zie hiervoor onderstaande motivering. Antwoord op opmerkingen:

Op basis van de stedenbouwkundige uittreksels d.d. 27-05-2019 voor de kadastraal perceel F394R is volgende vergunningstoestand gekend:

- Stedenbouwkundige vergunning d.d. 29-08-1964 op naam van Quintyn Walter met als onderwerp: woonhuis

- Stedenbouwkundige vergunning d.d. 22-07-1967 op naam van Quintyn Walter met als onderwerp: benzine- en gasoildepot

- Stedenbouwkundige vergunning d.d. 10-10-1969 op naam van Quintyn Walter met als onderwerp: uitbreiden werkplaats en bijbouwen van garage

- Stedenbouwkundige vergunning d.d. 08-06-1973 op naam van Quintyn Walter met als onderwerp: uitbreiden magazijn en atelier

- Stedenbouwkundige vergunning d.d. 21-02-1980 op naam van Quintyn Walter met als onderwerp: uitbreiden werkplaats en magazijn voor landbouwmachines

- Stedenbouwkundige vergunning d.d. 28-01-1982 op naam van Quintyn Walter met als onderwerp: onderhoudswerken aan winkelhuis

- Stedenbouwkundige vergunning d.d. 25-05-1999 op naam van Quintyn Walter met als onderwerp: aanleg van verharding/aanpassing/regularisatie

- Stedenbouwkundige vergunning d.d. 08-12-1998 op naam van Quintyn Walter met als onderwerp: aanplanten van groenscherm volgens sectoraal BPA

- Stedenbouwkundige vergunning d.d. 14-04-2015 op naam van Quintyn Pascal met als onderwerp: verbouwen van woning

- Milieuvergunning klasse 2 van 11-05-1993 tot 11-05-2013 op naam van Quintyn Walter met als onderwerp: exploiteren van herstelplaats voor landbouwvoertuigen

Op basis van de stedenbouwkundige uittreksels d.d. 27-05-2019 voor de kadastraal perceel F394X is volgende vergunningstoestand gekend:

- Stedenbouwkundige vergunning d.d. 29-08-1964 op naam van Quintyn Walter met als onderwerp: woonhuis

- Stedenbouwkundige vergunning d.d. 10-10-1969 op naam van Quintyn Walter met als onderwerp: uitbreiden werkplaats en bijbouwen van garage

- Stedenbouwkundige vergunning d.d. 08-06-1973 op naam van Quintyn Walter met als onderwerp: uitbreiden magazijn en atelier

- Stedenbouwkundige vergunning d.d. 21-02-1980 op naam van Quintyn Walter met als onderwerp: uitbreiden werkplaats en magazijn voor landbouwmachines

- Stedenbouwkundige vergunning d.d. 28-01-1982 op naam van Quintyn Walter met als onderwerp: onderhoudswerken aan winkelhuis

- Stedenbouwkundige vergunning d.d. 10-11-1994 op naam van Quintyn Walter met als onderwerp: het plaatsen van inkom en versteken van deur

- Stedenbouwkundige vergunning d.d. 30-04-1996 op naam van Quintyn Walter met als onderwerp: opvoeren terrein (+/- 40cm), aanleg van groenscherm

- Stedenbouwkundige vergunning d.d. 25-05-1999 op naam van Quintyn Walter met als onderwerp: aanleg van verharding/aanpassing/regularisatie

- Stedenbouwkundige vergunning d.d. 08-12-1998 op naam van Quintyn Walter met als onderwerp: aanplanten van groenscherm volgens sectoraal BPA

- Stedenbouwkundige vergunning d.d. 14-11-2001 op naam van Quintyn Walter met als onderwerp: aanbouwen loods voor landbouwmachines

Page 10: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 10

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

- Stedenbouwkundige vergunning d.d. 08-11-2011 op naam van Quintyn bvba met als onderwerp: bouwen showroom, verbouwen woning na slopen

- Milieuvergunning klasse 2 van 11-05-1993 tot 11-05-2013 op naam van Quintyn Walter met als onderwerp: exploiteren van herstelplaats voor landbouwvoertuigen

- Milieuvergunning klasse 2 van 06-05-2003 tot 05-05-2023 op naam van Quintyn Walter met als onderwerp: verder exploiteren, het wijzigen en uitbreiden van en het toevoegen aan een bedrijf voor het onderhoud van landbouwvoertuigen

In zitting van 05-07-2011 leverde het college van burgemeester en schepenen een gedeeltelijk positief planologisch attest op naam van Quintyn bvba af: >> voor wat betreft de kortetermijnbehoefte:

- Positief mits in overeenstemming met het GECORO-advies voor wat betreft een ‘opvuloppervlakte’ van ca. 185m². GECORO adviseert dat (1) het bestaande sectoraal BPA wordt geoptimaliseerd door de rechttrekking van de Speibeek mits een natuurtechnische herprofilering, met zachte oever langs de oostzijde van de beek en (2) de maximale mogelijkheden voor uitbreiding van de bebouwing en verharding binnen de bestaande grenzen van het sectoraal BPA en de uitbrreidingszone tot aan de rechtgetrokken Speibeek worden voorzien en benut. Daartoe kan de westelijke bouwvrije zone van 5m naast de beek verhard worden mits erfdiensbaarheid van doorgang voor ruim- en reinigingswerken van de beek en mits een groenscherm wordt aangeplant op de oostelijke oever van de beek. (noot: in navolging van het GECORO-advies wordt als tegemoetkoming aan het negatief element uit de kortetermijnbehoefte de mogelijkheid geboden de verharding aan westelijke zijde van de beek tot tegen de beek zelf te voorzien (de bouwvrije strook van 5m mag m.a.w. worden verhard).

- Positief mits in overeenstemming met het GECORO-advies voor wat betreft de rechttrekking van de Speibeek i.f.v. operationele circulatieruimte en wachtruimte voor de te herstellen voertuigen en machines.

- Negatief voor wat betreft het verharden van het naastliggend perceel i.f.v. het langdurig stapelen van voertuigen en machines.

>> voor wat betreft de langetermijnbehoefte: - Negatief voor wat betreft het overdekken van de open stapelruimte

In de feitelijke toestand op heden zijn er inzake de conformiteit planologisch attest en vergunningstoestand 2 onregelmatigheden vast te stellen, nl: (1) tussen de westelijke en oostelijke zijde van de Speibeek is er een “brugverbinding” geplaatst (géén inbuizing!!) die de verbinding maakt tussen de actuele bedrijfssite en het naastliggende perceel waarop de uitbreiding op korte termijn gewenst is. Dit naastliggend perceel (2) wordt op heden in de toestand waarin dit zich bevindt – nl. onverhard als akkerland – deels gebruikt voor het plaatsen van landbouwvoertuigen en –machines, wegens een acuut plaatsgebrek binnen de bedrijfssite zelf.

De activiteiten van het bedrijf is heel specifiek en getuigd wel degelijk van een tweedeligheid, waarbij de ene ‘tak’ integraal voor de volle 100% in functie van de professionele landbouw staat (~ para-agrarisch) en de andere ‘tak’ slechts gedeeltelijk een landbouwlink kent en in hoofdzaak als ambachtelijk kan worden aanzien.

Page 11: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 11

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

In dit opzicht dient opgemerkt te worden dat het bedrijf Quintyn is ontstaan en vergund binnen de (para-)agrarische sector met doorheen de tijd ook een niet-landbouwgerelateerde activiteit inhield. In de periode van de opmaak van het sectoraal BPA werden beide bedrijfstakken gescheiden van elkaar beschouwd, wat destijds heeft geleid tot de opmaak van een sectoraal BPA. Op heden, 21 jaar na goedkeuring van dit BPA, gaat huidig planinitiatief nog steeds uit van beide bedrijfstakken. Uit het advies van de provincie valt af te leiden dat de beschouwing van de site op heden totaal anders gebeurt en in haar totaliteit moet worden beschouwd… Dit is niet correct. De realiteit is in dit opzicht objectief weer te geven op basis van volgende gegevens: Voor een objectieve benadering van het omzetaandeel landbouwgerelateerd en niet-landbouwgerelateerd, werd het volledige klantenbestand (716 klanten) gescreend die binnen de periode van 01-10-2017 tot 31-08-2018 transactie deel met Quintyn bvba. Deze klanten werden onderverdeeld in klanttypes met repectivelijke omzet met volgend resultaat.

Op basis van de tabel hiernaast zijn de klanttypes A, B en C landbouwgerelateerde klanten. Deze vertegenwoordigen samen een omzet van maar liefst €9.425.413 ofwel 86,7% van de totale omzet binnen de gescreende periode.

Het advies van het departement Landbouw en visserij dd. 21-06-2011, geformuleerd in het kader van het planologisch attest stelde het volgende:

“(…) Meer duidelijkheid over het klantenbestand en het aandeel van elk onderdeel van de activiteiten zou kunnen aangeven dat het hier al dan niet op een landbouwverwant bedrijf gaat. Indien het bedrijf als zone-eigen kan beschouwd worden, is de uitbreiding aanvaardbaar. Gaat het hier echter om een handelszaak waar bijkomende een groot aandeel niet-landbouwverwante zaken worden verkocht, dan is de uitbreiding niet zomaar aanvaardbaar gezien de ligging in het HAG. (…).”

Hieruit kan worden geconcludeerd dat de gewenste uitbreiding in functie van landbouwverwante activiteiten is en aldus planologisch aanvaardbaar is.

Onderstaande kaart geeft de ligging aan van de landbouwbedrijven die toebehoren aan het klantenbestand van Quintyn.

omzet 1/10/2017 tot

31/08/2018

Klanttype omzet per klanttype

A land- en bosbouw € 3.955.331

B landbouwloonwerk € 5.051.958

C landbouwdealer € 418.124

D veilinghuis € 132.076

E grondwerker € 528.253

F industrie € 334.895

G gemeente € 6.317

H export € 98.416

I particulier € 257.946

J tuinaanlegger € 79.904

€ 10.863.220

Page 12: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 12

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

Het beleidskader van het PRS geeft duidelijk aan dat het aan de gemeente toekomt om de ontwikkelingsmogelijkheden van dergelijke bestaande bedrijven te bepalen. De gemeente geeft in haar GRS dan ook aan dat bestaande zonevreemde geïsoleerde economische activiteiten alle kansen moeten krijgen om hun activiteiten op een volwaardige manier te kunnen verder zetten, zolang zij een schaal en activiteiten behouden die geen grote hinder veroorzaakt. Vooraleer de toets qua schaal en qua hinderaspect te beoordelen, wil de gemeente graag het volgende benadrukken. Op basis van de tweeledigheid van de activiteiten van het bedrijf Quintyn die wel degelijk aan de orde is – nl. deels para-agrarisch en deels nijverheid – wil de gemeente benadrukken dat de gewenste uitbreiding in de para-agrarische sfeer valt onder de gebiedscategorie “landbouw” en aldus als zone-eigen te beschouwen is. De gemeente is zich er eveneens van bewust dat de oprichting van een bouwvolume in het kader van de aanwezige en vergunde para-agrarische activiteiten, op heden juridisch-planologisch mogelijk is op vergunningsniveau binnen de gewestplanbestemming met een rechtstreekse ontsluiting op de Hillesteenweg. In dit geval is onderhavig planinitiatief niet noodzakelijk. De Speibeek als natuurverbindingsgebied op lokaal niveau, impliceert dat er wordt gestreefd naar het weren van elke vorm van nieuwe niet-agrarische bebouwing. Dit is voor onderhavig planinitiatief irrelevant, gezien het hier gaat om bestaande (para-)agrarische activiteiten. De gemeente wil het bedrijf op huidige locatie echter wél de nodige groeikansen geven – weliswaar met de beperking van een verdere uitbreiding in de toekomst, cfr. het advies van de GECORO – maar dan wel op een manier die geen aanzienlijke negatieve impact met zich meebrengt én vanuit een coherent geheel wordt geconcipieerd, nl. uitgaande van de bestaande bedrijfslocatie: een

Page 13: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 13

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

bijkomende gemotoriseerde ontsluiting op de steenweg is niet wenselijk en zou het vermoeden van een nieuwe activiteit los van Quintyn kunnen suggereren, wat in casu niet het geval is. Tevens wil de gemeente de garanties dat de uitbreiding aan oostelijke zijde een volwaardige landschappelijke inkleding moet hebben ten aanzien van de aanliggende open ruimte. Door het initiëren van onderhavig planinitiatief, worden de vereiste bufferzones rondom verordenend grafisch en afdwingbaar opgenomen in het plan. Huidig planinitiatief biedt eveneens de mogelijkheid om op het terrein alwaar de gewenste uitbreiding zich situeert, de vereiste ruimte voor een afdoende winterbedding van de Speibeek te kunnen realiseren, net voor de beekzone waar deze onder de steenweg wordt ‘geknepen’. De gemeente is ervan overtuigd dat de realisatie van een voldoende brede winterbedding haar ‘natuurverbindende’ rol kan vervullen zonder afbreuk te doen aan de intrinsieke doelstellingen ervan. Qua schaal dient vooreerst opgemerkt dat de gewenste ruimte-inname een totale ruimte-inname van ca. 1,3ha beoogt. Er wordt met andere woorden een eenmalige (én laatste) oppervlakte-inname voorzien van ca. 68% in meer ten aanzien van het sectorale BPA. Verder wordt beoordeeld dat de gewenste uitbreiding geen grote hinder met zich meebrengt. De rechttrekking van de Speibeek heeft slechts een geringe impact op de landschappelijke kwaliteiten. De gemeente is van mening dat de gewenste uitbreiding geen fundamentele verdere ‘verlinting’ van de bedrijvigheid langsheen de steenweg met zich meebrengt, gezien reeds de aanwezigheid van het papierbedrijf aan de overzijde van de Steenweg. De keuze voor een uitbreiding aan oostelijke zijde en niet in zuidelijke zijde wordt als volgt gemotiveerd: een uitbreiding in zuidelijke richting zou met zich meebrengen dat de bedrijvigheid zich verder én dieper in het achterliggende agrarische landschap insteekt hetgeen een grotere afbreuk zou doen aan de open-ruimte-structuur van het landschap. Een uitbreiding aan oostelijke zijde richting de bestaande bebouwing (bedrijvigheid en wonen) beoogt een meer compacte en geclusterde bebouwing.

ADVIES 3

Provincie West-Vlaanderen – Dienst Waterlopen

Advies: voorwaardelijk gunstig

Antwoord planteam:

Aktename + rekening houden met bemerkingen

Bemerkingen m.b.t. watertoets

Voorkeur voor waterdoorlatende materialen

Bestaande afwatering van omliggende percelen dient gegarandeerd

Aandacht voor BVR gewestelijke stedenbouwkundige verordening – voorkeur voor waterlopen, grachten en buffervoorzieningen in open profiel

Rekening houden met voorwaarden voor Speibeek, gelegen in normaal afwateringsgebied: - vertraagde afvoer max 10l/sec.ha verharding met capaciteit 330m³/ha verharding -ophogingen compenseren Bemerkingen m.b.t. waterloop

Page 14: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 14

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

5-meter vrije strook / afrasteringen, onderhoudslast, grondbewerkingen, heraanplanting, ophogingen

Advies om op het bestemmingsplan de waterloop incl. de 5m-erfdienstbaarheidszone op linkeroever resp. rechteroever aan te duiden.

ADVIES 4 d.d. 13-12-2018

Agentschap Innoveren & Ondernemen

Advies: vraag om de bestemming voor dit para-agrarisch/aan de landbouw verwant bedrijf in te delen in de categorie van gebiedsaanduiding landbouw. Het plangebied ligt min of meer geïsoleerd in herbevestigd agrarisch gebied. Het agentschap meent dat op die manier op lange termijn beter kan worden verzekerd dat dit plangebied zijn functie inzake/afgesteld op landbouw kan behouden en dat een compensatie voor de inname van herbevestigd agrarisch gebied dan niet nodig is.

Antwoord planteam:

Akkoord. Aktename.

ADVIES 5 d.d. 19-12-2018

Departement Landbouw & Visserij

Advies: voorwaardelijk gunstig mits:

De inname van het HAG moet voldoende gemotiveerd worden en gecompenseerd conform omzendbrief RO/2010/01.

De opvang van regenwater moet binnen het plangebied zelf gebeuren en op zodanige wijze dat de waterhuishouding van de omliggende landbouwgronden er geen nadelige effecten van ondervindt.

Alle nodige bufferzones moeten binnen het plangebied zelf aangelegd worden.

Antwoord planteam:

De gewenste uitbreiding is bedoeld voor de landbouwgerelateerde activiteiten (para-agrarisch) en te beschouwen als zone-eigen. Bij de verdere uitwerking en opmaak van het grafisch plan valt deze zone dan ook onder de gebiedscategorie “landbouw”. Er is m.a.w. geen inname van het HAG voor niet-landbouwgerelateerde activiteiten, waardoor een motivatie nog compensatie zich aandient.

De opvang van regenwater zal gebeuren conform de vigerende wetgeving en zonder nadelige effecten op de aanliggende landbouwpercelen.

Dit wordt zo voorzien in het plan.

Page 15: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 15

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

ADVIES 6 d.d. 10-12-2018

Departement MOW

Advies: geen opmerkingen gezien de bestaande mobiliteitssituatie en –profiel niet fundamenteel gewijzigd wordt.

Antwoord planteam:

Aktename.

ADVIES 7 d.d. 17-12-2018

Agentschap Wegen & Verkeer

Advies: geen fundamentele opmerkingen.

Antwoord planteam:

Aktename.

ADVIES 8 d.d. 19-12-2018

Departement Omgeving

Advies:

Inhoudelijk

Planopties zijn niet in overeenstemming van de voorwaarde van het planologisch attest

Recente vergunningstoestand is onduidelijk

Onduidelijkheid omtrent de ‘schaalvergroting’

Vraag om alternatieve inrichtingsvoorstellen

Vraag om bijkomende onderbouwing milieubeoordeling + duiding van het natuurverbindingsgebied.

Antwoord planteam:

Andere keuzes ten aanzien van attest wordt verduidelijkt

Wordt verduidelijkt

Verduidelijking omtrent schaalvergroting

Dieper uitwerken alternatieve inrichtingsvoorstellen

Wordt aangevuld.

Page 16: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 16

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

1.1.2 Ontvangen reacties

Tijdens de publieke raadpleging zijn in totaal géén reacties ontvangen. Er zijn geen aanpassingen ten opzichte van de startnota.

Een aantal aspecten van de scopingnota zijn grondig herbekeken n.a.v. volgende elementen:

De ontvangen adviezen en reacties op de startnota. De ontvangen adviezen op het voorontwerp RUP i.f.v. de ev. plenaire vergadering De Gecoro Verder ruimtelijk onderzoek.

Hieronder wordt een beknopt overzicht gegeven van de gewijzigde elementen.

xxx

Page 17: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 17

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

2 Kader voor de opmaak van het RUP

2.1 Aanleiding tot opmaak van het RUP

Aanleiding voor de opmaak van het RUP is het actuele ruimtegebrek, zoals geformuleerd in het gedeeltelijk positief planologisch attest dat het college van burgemeester en schepenen in zitting van 05/07/2011 heeft verleend aan het bedrijf Quintyn bvba, gevestigd aan de Hillesteenweg 63 te 8750 Wingene.

Het bedrijf heeft behoefte aan een overdekte ruimte (werkplaats) voor het stallen van de (professionele) landbouwvoertuigen en aanhang en beoogt een uitbreidingszone aanliggend, aan de oostzijde van de Speibeek. Deze activiteiten situeren zich in de para-agrarische sfeer en vormen een andere activiteit dan deze ten westen van de Speibeek, alwaar er aan nijverheid wordt gedaan.

Het actuele sectoraal BPA volgens het detailplan 1/17 Quintyn kan op heden hierop heden geen antwoord bieden, waardoor een planmatige aanpak zich opdringt.

Gezien het para-agrarisch karakter van de beoogde activiteiten op de gewenste uitbreiding, kunnen deze eveneens binnen de gewestplanbestemming. Echter wordt de bestemming en inrichting van de op heden tussenliggende bufferzone een struikelblok om een fysieke verbinding over de Speibeek te realiseren.

Ten tweede biedt de opmaak van een RUP de garantie van een bufferzone die formeel wordt bestemd en aldus een verordenend karakter wordt toegekend. Deze bufferzone is belangrijk om een optimale ruimtelijke inpassing het omliggende agrarische open landschap na te streven.

2.2 Beslissing tot opmaak

Bij beslissing van het college van burgemeester en schepenen (hierna genoemd: CBS) in zitting van 24 mei 2016 werd de opmaak van het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan "Quintyn" genaamd (hierna kortweg genoemd: RUP) ingeleid.

Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene (hierna genoemd: GRS) werd op 26/04/2010 definitief vastgesteld door de gemeenteraad en vervolgens goedgekeurd (met uitsluitingen) door de deputatie (publicatie BS 14/09/2010).

De opdracht bestaat uit het opmaken van een RUP, overeenkomstig de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)

Art. 2.2.2, §1 van de VCRO bepaalt de inhoud van een RUP, met name:

Een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is; De erbij horende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het

beheer; Een weergave van de feitelijke en juridische toestand; De relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuurplannen waarvan het een

uitvoering is; In voorkomend geval, een zo mogelijk limitatieve opgave van de voorschriften die strijdig zijn met

het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden; In voorkomend geval een overzicht van de conclusie van:

o Het planmilieueffectenrapport o De passende beoordeling

Page 18: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 18

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

o Het ruimtelijk veiligheidsrapport o De andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten

In voorkomend geval, een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in artikel 2.6.1, een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid.

Volgens artikel 2.2.13 §2 worden de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen opgemaakt ter uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS). Onderhavig ruimtelijk uitvoeringsplan wordt opgemaakt in uitvoering van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene.

Het op te maken RUP heeft een oppervlakte van circa 1ha 29a 32ca (vlg. GRB, versie 3 oktober 2016).

2.3 Doelstellingen van het RUP

De doelstellingen van het RUP zijn verwoord in het gedeeltelijk positief planologisch attest dat het college van burgemeester en schepenen in zitting van 05/07/2011 heeft verleend aan het bedrijf Quintyn bvba, gevestigd aan de Hillesteenweg 63 te 8750 Wingene.

Voor de terreinen van Quintyn bvba geldt momenteel de volgende planologische context:

volgens het gewestplan Roeselare-Tielt, vastgesteld bij KB van 17 december 1979, ligt het bedrijf in agrarisch gebied. De huidige bedrijfsvestiging is onder "deelplan 17 Quintyn" opgenomen in het bijzonder plan van aanleg "Sectoraal BPA inzake zonevreemde economische activiteiten" goedgekeurd bij MB van 24 juli 1998, dit sectoraal BPA werd gewijzigd op datum van 26 juni 2007. In de directe omgeving is het papierbedrijf Declercq gevestigd dat eveneens is opgenomen in hetzelfde sectoraal BPA.

Wingene werd in het RSV aangeduid als een gemeente die gelegen is in het buitengebied. Wingene is geselecteerd als economisch knooppunt.

de bedrijfssite ligt volgens het BVR van 24 oktober 2008 binnen de perimeter van het herbevestigd agrarisch gebied

het bedrijf ligt niet in een speciale beschermingszone

De bedrijfssite situeert zich ten westen van de woonkern van Wingene en ontsluit via de Hillesteenweg (N370), zijnde de verbindingsweg tussen Wingene en Hille (Zwevezele). De N370 verbindt Wingene met de autosnelwegen E40 en E17.

In het planologisch attest werd een uitbreiding van de bedrijfssite voorgesteld aan de overzijde van de Speibeek. Deze waterloop van 2de categorie wordt qua tracé licht gewijzigd en geoptimaliseerd.

Deze uitbreiding in oostelijke richting sluit op deze manier aan bij het sectoraal BPA 1/16 van papier Declercq, aan de overzijde van de Hillesteenweg. De uitbreiding van de bedrijfssite blijft hiermee geconcentreerd langsheen de openbare wegenis, zonder hiermee het achterliggende agrarisch gebied aan te snijden. Deze blijft van bebouwing gevrijwaard.

Tijdens de procedure van het planologisch attest, formuleerde de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar dat het bedrijf kon worden bestendigd op de bestaande bedrijfssite, maar een ongunstig advies voor de korte en langetermijnbehoeftes gelet op de strijdigheid met opties uit het GRS Wingene en RSV.

Page 19: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 19

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

De provincie formuleerde een gunstig advies wat betreft de bestendiging van het bedrijf op huidige locatie, een voorwaardelijk gunstig wat betreft de uitbreidingsvraag op korte termijn met inbegrip van de rechttrekking van de Speibeek.

De uitbreiding aan de oostelijke zijde van de Speibeek als uitbreidingsvraag op lange termijn werd ongunstig geadviseerd.

De motivatie voor de negatieve houding was de 'betekenisvolle schaalvergroting' alsook een 'inname van de open ruimte in een natuurverbindingsgebied'. Eveneens wordt de haalbaarheid van deze ruimtevraag op lange termijn in twijfel getrokken qua haalbaarheid gezien het perceel op dit ogenblik nog niet in eigendom was van het bedrijf en aldus geen garantie kon bieden dat aan de overzijde van de beek de voorziene uitbreiding functioneel één geheel zou kunnen uitmaken met de bestaande bedrijfszetel. De vrees bestond er aldus in dat er een autonome vestiging zou kunnen ontstaan als nieuwe zonevreemde activiteit in buitengebied.

Tot slot wordt aangehaald dat het voorstel van de langetermijnbehoefte niet getuigt van een zuinig ruimtegebruik doordat het voorstel niet echt blijk geeft van een compacte bedrijfsvoering en aldus in strijd is met een algemeen principe voor bedrijventerreinen uit het RSV.

Als suggestie om hieraan tegemoet te komen wordt in het advies gesteld dat een uitbreiding in zuidelijke richting, onmiddellijk aansluitend bij de bestaande bedrijfsgebouwen, hieraan zou kunnen voldoen.

Huidig planinitiatief beoogt de opmaak van een RUP waarin het evenwicht wordt gezocht tussen de ruimtebehoefte en ontwikkelingsperspectieven van het bedrijf Quintyn bvba en de bezorgdheden zoals geformuleerd in de ontvangen adviezen tijdens de behandelingsprocedure van het planologisch attest.

Het RSV stelt dat binnen ieder stedelijk gebied of kern van het buitengebied (woonkern of hoofddorp) op het niveau van de betrokken kern interessante locatievoorwaarden worden gecreëerd voor wonen, voorziening en bedrijven. Bestaande vergunde zonevreemde bedrijven, gelegen buiten de kernen, kunnen in principe uitbreiden rekening houdend met de draagkracht van de omgeving.

In uitvoering van het RSV stelde de Vlaamse overheid een ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos op voor de regio Leiestreek. Het agrarisch gebied waarin het bedrijf wenst uit te breiden werd door de Vlaamse Regering herbevestigd als agrarisch gebied op 24 oktober 2008.

Volgens het GRS, goedgekeurd door de deputatie op 2 september 2010, is het bedrijf gelegen in de deelruimte "Houtland van Wingene". Binnen deze deelruimte wordt voorzien dat bestaande zonevreemde activiteiten op een volwaardige manier verder gezet moeten kunnen worden zolang zij een schaal en activiteit behouden die geen grote hinder veroorzaakt.

De Speibeek is geselecteerd als natuurverbindingsgebied op lokaal niveau. Binnen een dergelijk gebied wordt gestreefd naar het weren van elke vorm van niet-agrarische bebouwing.

Quintyn bvba is een bedrijf dat in 1961 werd opgericht als garage en herstelplaats voor landbouwvoer-tuigen en op legale wijze is ontwikkeld tot de huidige bedrijfsomvang. Op heden is het bedrijf gespecialiseerd in de verkoop en de herstelling van landbouwmachines. De klanten van het bedrijf zijn in hoofdzaak landbouwers en loonwerkers uit de omgeving van het bedrijf (cfr. het advies van het departement Landbouw en Visserij, duurzame landbouwontwikkeling i.k.v. de adviesprocedure van het planologisch attest).

Page 20: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 20

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

Op heden kent het bedrijf een activiteitenaandeel en klantenbestand dat deels landbouwverwant en deels niet-landbouwverwant te beschouwen is. De landbouwverwante activiteiten situeren zich in de para-agrarische sfeer, waardoor het bedrijf als gedeeltelijk zoneëigen aan het agrarisch gebied kan worden beschouwd.

Onderhavig plan wenst dan ook te voorzien in twee functionele bestemmingszones waarbij de niet-landbouwverwante activiteiten zich situeren binnen de huidige bedrijfsoppervlakte. De landbouwverwante activiteiten die als para-agrarisch te beschouwen zijn, kunnen zich daarnaast ook in de bestemmingszone die het voorwerp uitmaakt van de uitbreiding van de bedrijfsoppervlakte. Deze bestemmingsdifferentiatie die verordenend wordt opgenomen in het RUP (andere bestemmingscategorie), biedt een antwoord op de bepalingen van de Speibeek als natuurverbindingsgebied en het herbevestigde agrarische gebied, alwaar enkel bebouwing in functie van agrarische doeleinden "in de ruimte zin van het woord" (ook para-agrarisch) toelaatbaar zijn.

Page 21: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 21

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

3 Bestaande ruimtelijke structuur

3.1.1 Situering van de omgeving

Wingene is gelegen in het oosten van de provincie West-Vlaanderen en maakt deel uit van het arrondissement Tielt. De gemeente ligt tussen de stedelijke gebieden Brugge, Roeselare, Tielt en Torhout. De fusiegemeente Wingene bestaat uit de deelgemeenten Wingene en Zwevezele.

De buurgemeenten van Wingene zijn Oostkamp en Beernem in het noorden, Ruiselede in het oosten, Tielt, Pittem en Ardooie in het zuiden en Lichtervelde in het westen.

Wat het wegennet betreft valt vooral de N50 op, die Brugge en Kortrijk verbindt en dwars door Wingene loopt. De E304, de snelweg tussen Brugge en Kortrijk, loopt over de grens tussen Wingene en Lichtervelde. De N370 doorsnijdt de gemeente van noordoost (Beernem) naar west (Lichtervelde).

Figuur 1: Situering omgeving (bron: google maps)

3.1.2 Situering van het plangebied

Het plangebied is gesitueerd langheen de gewestweg Hillesteenweg en de Vinkestraat (gemeenteweg). Doorheen het plangebied loopt de Speibeek, een waterloop van 2de categorie.

Aan de overzijde van de Hillesteenweg is het papierbedrijf Declercq gevestigd.

Figuur 2: Situering plangebied (bron: google maps)

Page 22: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 22

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

3.1.3 Kenmerken van het plangebied

Het plangebied is te beschouwen in 2 delen. De bestaande bedrijfssite (1) die vervat zit binnen het sectoraal BPA is relatief gemaximaliseerd in haar gebruik en wordt gekenmerkt door overwegend bedrijfsgebouwen, een gedesaffecteerde bedrijfswoning en verhardingen voor opslag. De beoogde uitbreidingszone (2) aan de oostzijde van de Speibeek is braakliggend. Op heden wordt deze zone gebruikt ifv stallen van tractoren en landbouw-voertuigen.

Figuur 3: Orthofoto (bron: google maps)

4 Planningscontext

4.1 Juridisch kader

4.1.1 Gewestplan

De gemeente Wingene is gelegen binnen het gewestplan Roeselare – Tielt, dat bij KB van 17/12/1979 werd goedgekeurd. Op 23/11/1994 en op 19/04/1995 waren er twee beperkte wijzigingen van het gewestplan, in functie van de uitbreiding van de ambachtelijke zone te Hille. Het plangebied is volgens het gewestplan gelegen in agrarisch gebied.

Figuur 4: Uittreksel uit gewestplan (bron: geopunt)

1 2

Page 23: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 23

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

Gewestplanvoorschriften voor agrarische gebieden:

de agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

4.1.2 Plannen van aanleg

Het plangebied is gelegen binnen het sectoraal BPA Zonevreemde Economische Activiteiten fase I – gedeeltelijke wijziging (MB 26/06/2007).

Figuur 5: Uittreksel uit sectoraal BPA zonevreemde bedrijven fase 1 – gedeeltelijke wijziging – 1/17 Quintyn (bron: gemeente Wingene)

4.1.3 Ruimtelijke uitvoeringsplannen

Het plangebied is volledig gelegen in herbevestigd agrarisch gebied (HAG) bij BVR 23/10/2008 “Samenhangend landbouwgebied centraal Plateau van Tielt”.

Figuur 6: Uittreksel uit kaart HAG (bron: Geopunt)

Page 24: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 24

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

4.1.4 Buurt- en voetwegen

Volgens de Atlas van de Buurtwegen (1841) zijn binnen het plangebied volgende voet- en/of buurtwegen gelegen:

Chemin n°1 (Hillesteenweg) Chemin n°49 (Vinkestraat)

Beide buurtwegen zijn niet van die aard dat hun tracé enige wijziging behoeft. Deze blijven integraal behouden (reeds wijzigingen doorgevoerd, cfr. paarse lijnaanduidingen).

Figuur 7: Uittreksel uit de Altas van de Buurtwegen (bron: Giswest)

4.1.5 Onroerend erfgoed

De kaart van de landschapsatlas geeft aan dat binnen het plangebied het traditioneel landschap Houtland gekend is.

De landschapskaart en kaart onroerend erfgoed geeft eveneens aan dat er binnen het plangebied:

geen ankerplaatsen aanwezig zijn geen relictzones aanwezig zijn geen punt- of lijnrelicten aanwezig zijn geen beschermde monumenten en/af landschappen aanwezig zijn geen vastgestelde inventarissen zijn inzake archeologie, bouwkundig erfgoed, beplantingen/

parken/ tuinen.

Er zijn geen stadsgezichten in nabije omgeving.

Relicten van traditionele landschappen getuigen van structuren en elementen van landschappen uit het verleden die nog niet door grootschalige ingrepen van na de tweede wereldoorlog zijn uitgewist.

In de ‘Atlas van de relicten van de traditionele landschappen van de provincie West-Vlaanderen’ (zgn. Landschapsatlas) worden de verschillende traditionele landschappen en relicten aangegeven die op oude kaartdocumenten (van Kabinetskaart van Ferraris tot en met de topografische kaarten van rond de tweede

Page 25: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 25

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

wereldoorlog) kenmerkend waren voor de landschappen en die op orthofotokaarten van omstreeks 1990 nog morfologisch herkenbaar zijn, nog voldoende gaaf zijn om informatieve waarde te bezitten en een functionele of structurele samenhang vertonen. Hun typologie steunt op de ruimtelijke kenmerken van de relicten (punten, lijnen, vlakken). Zo worden puntrelicten, lijnrelicten, relictzones en ankerplaatsen geselecteerd.

Figuur 8: Uittreksel uit de landschapsatlas (bron: giswest)

Figuur 9: Uittreksel uit kaart onroerend erfgoed (bron: geoportaal onroerend erfgoed)

4.1.6 Vogel- en habitatrichtlijngebieden, VEN- en IVON-gebieden

De kaart van het natuurbeleid geeft aan dat binnen het plangebied:

geen VEN- en IVON gebieden gekend zijn, alsook geen habitatrichtlijngebieden en vogelrichtlijngebieden;

Page 26: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 26

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

geen beheerde groengebieden gekend zijn.

Figuur 10: Uittreksel uit de natuurbeleidskaart (bron: giswest)

4.1.7 Waterlopen

Binnen het plangebied is de Speibeek, een waterloop van 2de categorie met nr. WO.9.3.6. gelegen. Deze wordt beheerd door de provincie West-Vlaanderen.

Figuur 11: Uittreksel uit de kaart van de waterlopen (bron: giswest)

Page 27: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 27

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

4.1.8 Biologische waarderingskaart

De kaart van de biologische waardering van 2016 geeft aan dat binnen het plangebied geen elementen van biologische waarde gekend zijn.

In de nabije omgeving zijn een tweetal biologisch waardevolle zones gekend, nl. ten zuiden langsheen de Speibeek en ten noorden van de Hillesteenweg, eveneens de Speibeek flankerend.

Figuur 12: Uittreksel uit de biologische waarderingskaart 2016 (bron: giswest)

4.1.9 Verordeningen

Stedenbouwkundige verordeningen van toepassing op onderhavig plangebied.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het voorzien van autostaanplaatsen bij woonprojecten (GR 22/12/2014);

gemeentelijke verordeningen: 2.3.3- 11005-1 11007-1 11008-2 11006-1 11003-1 11009-2 11009-1 11008-1 11008-3

provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot het overwelven van baangrachten (23/07/2008);

gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie- en buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (BVR 01/10/ 2004)

gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (04/06/2009).

Page 28: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 28

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

4.2 Beleidskader

4.2.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen bepaalt de ruimtelijke visie voor Vlaanderen. Het plan legt de grote krijtlijnen vast waarbinnen het ruimtelijk beleid in Vlaanderen kan worden gevoerd. Het RSV legt ook de bevoegdheidsverdeling vast tussen de verschillende niveaus gewest, provincie en gemeente.

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen werd door de Vlaamse Regering voorlopig vastgesteld op 24 juli 1996 en definitief goedgekeurd op 23 september 1997. Dit geeft de gewenste ruimtelijke ontwikkeling aan voor vier structuurbepalende elementen en componenten op Vlaams niveau, nl.:

stedelijke gebieden & stedelijke netwerken, elementen van het buitengebied, economische knooppunten, lijninfrastructuren.

In het kader van het RUP Quintyn is de component van de economische knooppunten relevant.

Algemene benadering

Om op lange termijn concurrentieel te blijven, moet Vlaanderen ruimte en economie beter op elkaar afstemmen. De uitbouw van een moderne kwalitatieve infrastructuur is daarbij essentieel. Met het formuleren van een aantal ruimtelijke randvoorwaarden moeten de Vlaamse economische potenties worden versterkt. Die troeven liggen in de concentratiegebieden voor economische activiteiten.

De economische activiteiten zijn in de economische knooppunten geconcentreerd op goed uitgeruste regionale bedrijventerreinen en lokale bedrijventerreinen of komen verweven voor met andere functies.

Het Vlaamse gewest selecteert - gezien hun belang op Vlaams niveau - economische knooppunten die voor Vlaanderen structuurbepalend zijn. Door in die knooppunten economische ontwikkelingen te concentreren en te stimuleren, worden de economische potenties geoptimaliseerd binnen de bestaande economische structuur.

Doch niet alle economische knooppunten hebben eenzelfde uitstraling en eenzelfde economisch belang. Bij hun ontwikkeling moet dan ook een gedifferentieerd beleid worden gevoerd.

Wingene is geselecteerd als specifiek economisch knooppunt (SPEK) in het RSV. Een ruimtelijk-economische benadering van de gemeente mag dan ook niet ontbreken.

Ontwikkelings- en uitbreidingsmogelijkheden voor bestaande bedrijven buiten de bedrijventerreinen

Om een aantal redenen (rol inzake vergunningen, kennis van de plaatselijke toestand, ...) komt het aan de gemeente toe de ontwikkelingsperspectieven te formuleren voor bestaande bedrijven buiten de bedrijventerreinen. Die ontwikkelingsperspectieven worden vooral bepaald door de aard van het bedrijf zelf en nog meer door de ruimtelijke draagkracht van de omgeving.

Page 29: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 29

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

Ze moeten kaderen in een samenhangende visie op de lokale economie (uitgewerkt in een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan). Die visie wordt concreet gemaakt in ruimtelijke uitvoerende plannen.

In afwachting van het destijds algemeen nieuw decreet op de ruimtelijke ordening werd in 2007 in het zogenaamde “sectoraal BPA” aangegeven wat de uitbreidingsmogelijkheden zijn voor het aldaar gevestigde bedrijf Quintyn. De uitbreidingsmogelijkheden werden vastgelegd met specifieke verordenende voorschriften. De afgebakende oppervlakte voor uitbreiding werd opgenomen in de ruimtebalans tussen vraag en aanbod voor bedrijventerreinen voor de betrokken gemeente.

In ieder geval gelden volgende algemene principes bij de beoordeling van de ontwikkelings- en uitbreidingsmogelijkheden van bestaande bedrijven buiten de bedrijventerreinen:

er wordt gestreefd naar maximale verweving met naburige activiteiten; de ontwikkelingsmogelijkheden op de bestaande locatie worden uitputtend aangewend; de ruimtelijke implicaties van herlokalisatie worden afgewogen tegenover die van ontwikkeling op

de bestaande locatie; de ruimtelijke draagkracht wordt niet overschreden; de economische activiteit krijgt maximale beleidszekerheid en -continuïteit in ruimte en tijd;

De uitwerking wordt op heden gerealiseerd in ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's).

4.2.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) West-Vlaanderen

Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen heeft betrekking op delen van het grondgebied van de provincie West-Vlaanderen. Het PRS WVL werd op 12 juni 2001 definitief vastgesteld door de provincieraad. Op 06/03/2002 keurde de Vlaamse Regering het PRS WVL goed.

Op 22 april 2010 heeft de deputatie beslist om het PRS WVL in herziening te stellen dmv een addendum. Het addendum PRS WVL werd op 27 juni 2013 definitief vastgesteld door de provincieraad. Op 11/02/2014 keurde de Vlaamse Regering het addendum PRS WVL gedeeltelijk goed.

De visie en gewenste ruimtelijke ontwikkeling geschetst in het PRS sluit aan bij het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en geeft een nadere uitwerking en invulling aan de elementen die vragen om een samenhangend beleid over de gemeentelijke grenzen heen. De bindende bepalingen vormen het kader voor de maatregelen waarmee de provincie de gewenste structuur wil realiseren.

In het PRS wordt de gewenste ruimtelijke ontwikkeling uitgewerkt volgens deelstructuren, nl.:

de gewenste ruimtelijke nederzettingsstructuur; de gewenste ruimtelijke natuurlijke structuur; de gewenste ruimtelijke agrarische structuur; de gewenste ruimtelijke structuur bedrijvigheid; de gewenste ruimtelijke structuur kleinhandel; de gewenste ruimtelijke structuur toerisme en recreatie; de gewenste ruimtelijke structuur van verkeer en vervoer; de gewenste ruimtelijke structuur van het landschap.

In het kader van het RUP Quintyn is de ruimtelijke deelstructuur "bedrijvigheid" relevant.

Page 30: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 30

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

Deze deelstructuur heeft algemeen betrekking op de economische activiteiten van de sectoren industrie (secundaire sector) en diensten (tertiaire sector). Daarbij wordt nader ingegaan op de activiteiten die zich normaal op bedrijventerreinen bevinden. Dit zijn in hoofdzaak de sectoren industrie, bouw, transport en distributie en bepaalde vormen van overige dienstverlening.

Algemeen

Quintyn vormt een typerend West-Vlaamse bedrijfsvestiging gesitueerd buiten de bedrijventerreinen. Ze komen zowel voor in verweving met andere functies in de nederzettingen als in de woonlinten en de open ruimte. Vooral dit laatste is kenmerkend voor het zuidoosten van de provincie (streek rond Kortrijk, Roeselare en Waregem).

In het RSV wordt een zonevreemd bedrijf als volgt omschreven: "een bedrijf, zijnde een gebouw, activiteit of functie, kan pas als zonevreemd worden beschouwd, wanneer zowel de juridische toets, met name het al dan niet overeenstemmen met bestaande voorschriften, als de planologische toets, met name de (on)verenigbaarheid met verschillende activiteiten en functies, duidelijk daartoe besluiten. Voor dit laatste moet in hoofdzaak de impact op de omgeving onderzocht worden.

Wanneer een bedrijf een negatieve impact heeft op de omgeving op het vlak van het ruimtegebruik, milieukenmerken en mobiliteitsaspecten, kan het als zonevreemd worden beschouwd."

Potenties en knelpunten

De aanwezigheid van in casu een vlotte wegverbinding Hillesteenweg (tussen Hille en Wingene), biedt mogelijkheden voor specifieke economische activiteiten (toelevering van grondstoffen en transport van afgewerkte producten of verplaatsingen met eigen vervoer ifv montage).

Het ondernemersinitiatief en de houding tegenover arbeid van de bevolking is een belangrijke troef. Dit uit zich in het voorkomen van relatief meer KMO’s dan gemiddeld in de omgeving (o.a. papier Declercq) en in Vlaanderen algemeen. Endogene ontwikkelingen en clustervorming bieden kansen voor verdere economische groei. De sterke industriële basis vormt een sterke ruggengraat voor afgeleide en toeleverende activiteiten.

Daarnaast groeien vooral in het zuidoosten van de provincie veel kleine bedrijven die niet op bedrijventerreinen voorkomen, uit tot middelgrote of grote ondernemingen. Wanneer dit in de open ruimte gebeurt, wordt dit meer en meer als storend ervaren. Doordat ze niet de juiste lokalisering hebben volgens de plannen van aanleg worden ze als zonevreemd gecatalogeerd.

Voor bedrijven die wensen uit te breiden brengt dit problemen met zich mee en zijn de ontwikkelings-mogelijkheden beperkt. Ook de gemeenten kennen deze problematiek. Voorliggend RUP heeft tot doel om de ontwikkelingsmogelijkheden voor het bedrijf Quintyn te optimaliseren.

Page 31: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 31

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

4.2.3 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Wingene

De doelstellingen voor de gemeente Wingene zijn vervat in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Wingene, zoals op 26/04/2010 definitief vastgesteld door de gemeenteraad en vervolgens goedgekeurd (met uitsluitingen) door de deputatie (publicatie BS 14/09/2010).

In 1997 werd de verspreide bedrijvigheid op vraag van de gemeente Wingene onderzocht met als doel de hoegrootheid van de zonevreemde bedrijvigheid in kaart te brengen enerzijds en anderzijds hieraan een oplossing te beiden die versterkend zijn voor economische activiteiten op langere termijn. Dit leidde tot de opmaak van de sectorale BPA's.

Op heden is deze visie in het kader van het GRS niet gewijzigd.

De bindende bepalingen uit het GRS zijn de spil tussen de gewenste ruimtelijke structuur en de realisatie ervan. Hun functie bestaat erin het dwingend karakter aan te geven voor de uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan via uitvoerende instrumenten. Het bevat die maatregelen die essentieel worden geacht om de visie en de opties van het ruimtelijk structuurplan op het terrein uitvoerbaar te maken. De bindende bepalingen zijn gelet op hun functie en juridische waarde verifieerbaar of toetsbaar (omzendbrief RO 97/02).

De volgende bindende bepalingen worden goedgekeurd:

(...).

8. Opmaak RUP’s voor de zonevreemde woningen enerzijds en de in het landelijk gebied toe te laten economische activiteiten anderzijds.

Kaartmateriaal ter info:

Gewenste nederzettingsstructuur (GRS RD P. 38)

Page 32: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 32

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

Gewenste economische structuur (GRS RD p. 52)

Gewenste ruimtelijke structuur (GRS RD p. 86)

Page 33: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 33

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

4.2.4 Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV)

De Vlaamse Regering keurde op 30 november 2016 het Witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) goed. Het BRV zal op termijn het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen vervangen. De Vlaamse Regering formuleert in het Witboek doelstellingen,ruimtelijke ontwikkelingsprincipes en werven die de basis zullen vormen om de ruimte van Vlaanderen te transformeren.

Page 34: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging
Page 35: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 35

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

5 Planningsopties

5.1 Afbakening van het plangebied

Het plangebied omvat de volledige contour die door het sectoraal BPA is vervat uitgebreid met de aanliggende oostelijke zone, omvattende de Speibeek en deel agrarisch gebied.

Figuur 13: Afbakening plangebied op cadgis

Figuur 14: Grafisch plan sectoraal BPA met aanduiding uitbreidingszone

Page 36: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 36

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

5.2 Alternatieven voor het plan

Voor huidig planinitiatief zijn een tweetal uitbreidingsmogelijkheden onderzocht, waarvoor finaal de keuze uitging naar voorstel 1.

Enerzijds is er het voorstel op een uitbreiding te doen in oostelijke richting, langsheen de Hillesteenweg (d.i. de keuzeoptie), en anderzijds in zuidelijke richting.

Figuur 15: Alternatievenonderzoek voorstel 1 (links) en voorstel 2 (rechts)

In het kader van het voorafgaande planologisch attest van het bedrijf Quintyn bvba – anno 2011 - werd uit de adviesronde de suggestie geformuleerd om een uitbreiding in zuidelijke richting te doen cfr. voorstel 2. Motivatie hiervoor was:

- De aanzienlijke terreininname van de gewenste uitbreiding in voorstel 1 - De vraag naar haalbaarheid van de gewenste uitbreiding gezien de betrokken terreinen geen

eigendom zijn van de aanvrager.

In antwoord hierop wordt vastgesteld dat de ‘aanzienlijke terreininname’ waarvan sprake zonder voorwerp is, gezien voorstel 1 een bijkomende ruimte-inname beoogt van ca. 4.980m² vlg. GRB waarbij voorstel 2 een ruimte-inname voorziet van ca. 5.070m².

Verder wordt bevestigd dat de terreinen waarop de uitbreiding zich in voorstel 1 situeert, in eigendom is van Quintyn. De uitbreiding in voorstel 2 is voorzien op gronden die niet toebehoren aan Quintyn.

De respectievelijke eigenaar van het betreffende perceel grond is eveneens niet bereid dit te willen verkopen. Zie hiervoor onderstaande verklaring:

Page 37: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 37

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

Op deze reden werd het eerdere suggestievoorstel niet weerhouden en werd de keuze gemaakt voor voorstel 1.

Op ruimtelijk vlak wordt een ruimte-inname in oostelijke richting nagestreefd op de gronden die zich langsheen de steenweg situeren en dit richting de bebouwing en de kern van Wingene toe. Deze sluit ruimtelijk aan met de reeds aanwezige bebouwing van papierwaren Declercq en de woningen iets verderop naar de kern van Wingene toe.. Wel wordt in de verdere uitwerking van het plan de nodige aandacht besteed aan de Speibeek als natuurverbindingsgebied en waarbijer wordt voorzien in een volwaardige winterbedding van de beek. Een uitbreiding in zuidelijke richting blijkt ruimtelijk minder aangewezen omdat dit enerzijds een insnijding in het openruimtegebied met zich meebrengt en anderzijds omdat met deze uitbreiding een verdere versnippering van bebouwing in de open ruimte ontstaat. In huidig alternatievenonderzoek wordt een compactheid en clustering van bebouwing nagestreefd. Een uitbreiding in oostelijke richting vormt meteen dan ook een ruimtelijke beëindiging van de bebouwing vanuit de kern van Wingene.

Figuur 16: Gewestplan + sBPA Quintyn + sBPA Declercq

Page 38: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 38

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

In navolging van de visie van het GRS (RD p. 82 e.v.) wordt met huidig voorstel ingespeeld op de beleidsintentie om de woonlinten af te bakenen, ruimtelijk af te werken en in het landschap in te bedden. Hierdoor kunnen deze intern kwalitatief versterkt worden en worden de nog aanwezige zichtrelaties gevrijwaard.

Figuur 17: Figuur GRS RD

Los van de mogelijkheid tot het verwervan van het zuidelijk gelegen stuk grond, zou een zuidelijke uitbreiding afbreuk doen aan de woon- en leefkwaliteit van de aanliggende woning. De milieueffecten te aanzien van deze woning als gevolg van een zuidelijke uitbreiding zijn te aanzienlijk waardoor een zuidelijke uitbreiding hier uit den boze is.

5.3 Reikwijdte en detailleringsgraad

Het voorgenomen gemeentelijk RUP vormt een kader voor het aanvragen van een omgevingsvergunning.

De kwaliteitseisen worden gedetailleerd tot op perceelsniveau. Alle nieuw op te richten constructies dienen te voldoen aan de meest beperkende voorwaarden van deze bepalingen van het gemeentelijk RUP.

De stedenbouwkundige voorschriften bevatten volgende items:

Bepalen van stedenbouwkundige voorschriften omtrent architecturale en ruimtelijke kwaliteit Bepaling omtrent hoofd- en nevenbestemming, Bebouwingstype, inplantingsvoorwaarden Bepalen van maximale bouwdieptes en bouwhoogtes, dakvorm, …

Page 39: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 39

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

5.4 Opbouw van het RUP

Dit maakt het voorwerp uit van verder onderzoek en ontwerp van het RUP (grafisch plan).

5.5 Ruimtelijke inpassing

5.5.1 Verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit

Voorliggend RUP heeft de ambitie om een duurzaam en flexibel kader te schetsen om de ontwikkelingsmogelijkheden van het bedrijf Quintyn toe te laten, binnen het welomschreven kader van de agrarische omgeving. Om deze reden zal het RUP uitspraak doen over de ruimtelijke en functionele kwaliteit van de Speibeek en haar winterbedding, alsook over de inrichting van de bebouwde en niet bebouwde delen van de beoogde uitbreidingszone.

5.5.2 Verhogen van het ruimtelijk rendement

Het verhogen van het ruimtelijk rendement kadert binnen de doelstellingen om zuinig om te gaan met ruimte. Compactheid wordt nagestreefd, het maximale behoud van de open ruimte wordt nagestreefd. Om deze reden werd bewust geopteerd om de uitbreiding geconcentreerd te houden langsheen de Hillesteenweg en niet dieper in het agrarische landschap te penetreren.

5.6 Programma en functies

De beoogde uitbreidingszone heeft tot doel de para-agrarische activiteiten van het bedrijf te herbergen. Deze activiteiten houden een overdekte ruimte (werkplaats) voor het stallen van de (professionele) landbouwvoertuigen en aanhang. De niet-(para-) agrarische activiteiten, zijnde nijverheid, blijft integraal behouden binnen de actuele bedrijfscontour die zich integraal ten westen van de Speibeek bevinden.

5.7 Mobiliteitsaspecten

Met de beoogde uitbreiding van de huidige bedrijfssite wordt de mobiliteitssituatie niet fundamenteel gewijzigd. Tussen de actuele site en de uitbreiding wordt de fysieke verbinding over de Speibeek behouden (of vervangen) waardoor dit één ruimtelijk geheel blijft. Ten aanzien van de aanliggende Hillesteenweg wordt géén nieuwe/bijkomende ontsluiting voorzien.

Figuur 18: Schematische voorstelling gewenste toestand

para-agrarisch Speibeek met zone winterbedding beekovergang nijverheid

Para-agrarisch Speibeek met winterbedding Beekovergang Nijverheid

Page 40: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging
Page 41: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 41

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

6 Effectenbeoordeling

Een ruimtelijk uitvoeringsplan is het resultaat van een ruimtelijk planningsproces waarbij de effect-beoordelingen procedureel en inhoudelijk geïntegreerd worden in het proces. De effectbeoordelingen leveren gegevens over de mogelijke effecten van het voorgenomen ruimtelijk uitvoeringsplan. Die gegevens worden verwerkt in het planningsproces voor het voorgenomen ruimtelijk uitvoeringsplan

6.1 RVR-toets

Via de RVR-toets werd nagekeken of de voorliggende geplande ruimtelijke ontwikkelingen een invloed hebben op de risico’s en mogelijke gevolgen van een zwaar ongeval in een Seveso-inrichting (een bedrijf met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen), enerzijds omwille van de ligging van het plangebied, anderzijds omwille van de geplande ontwikkelingen in het plangebied. Uitgaande van de verkregen informatie, ingevoerd in de RVR-toets op 27/08/2018 met ref. RVR-AV-0850, kan worden geconcludeerd dat:

Er geen bestaande Seveso-inrichting gelegen is binnen het plangebied;

Het plangebied niet gelegen is binnen de consultatiezone van een bestaande Sevesoinrichting;

Het inplanten van nieuwe Seveso-inrichtingen in het plangebied niet mogelijk is, aangezien er

binnen het plangebied enkel bestendigheid van bestaande bedrijvigheid wordt voorzien.

Voor wat betreft het aspect externe mensveiligheid stelt er zich in dit geval geen probleem: het RUP dient niet verder voorgelegd aan de dienst Veiligheidsrappotering en er dient geen ruimtelijk veiligheidsrapport te worden opgemaakt.

6.2 Passende beoordeling

De passende beoordeling wordt voorgeschreven volgens artikel 36ter van het decreet Natuurbehoud en is van toepassing indien het plan betekenisvolle impact kan hebben op speciale beschermingszones.

Het voorgenomen plan heeft niet te maken met het beheer van een speciale beschermingszone en het gebied is niet gelegen in of in de onmiddellijke omgeving van een habitatrichtlijngebied en/of een vogelrichtlijngebied zodat geen passende beoordeling moet opgemaakt worden.

6.3 Milieueffecten

Door de inwerkingtreding van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 waarin de inwerkingtreding van het decreet omtrent ‘integratie plan-MER bij ruimtelijke uitvoeringsplannen’ werd vastgelegd, worden de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in het planproces van een ruimtelijk uitvoeringsplan geïntegreerd.

6.3.1 Aftoetsing plan-m.e.r.-plicht

Om na te gaan of het voorgenomen plan onder de toepassing van de plan-m.e.r.-plicht valt, moeten drie vragen stapsgewijs beantwoord worden, namelijk:

1) Valt het plan onder de definitie van een plan of programma zoals gedefinieerd in het Decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM)?

Page 42: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 42

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

Ja. De opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen is voorgeschreven door de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Het RUP wordt opgesteld op initiatief van de gemeente Wingene. Het RUP valt m.a.w. onder de definitie van een plan of programma.

2) Valt het plan onder het toepassingsgebied DABM? Ja. Het plan vormt het kader voor de latere toekenning van een vergunning (waaronder minstens een stedenbouwkundige- of omgevingsvergunning) aan concrete projecten.

3) Valt het plan onder de plan-m.e.r.-plicht? Vormt het plan het kader voor een project van bijlage I, II of III? Ja. Het voorgenomen plan vormt een kader voor projecten zoals die vermeld worden onder Bijlage I, II of III van het project-m.e.r.-decreet. Volgende rubriek is van toepassing: Rubriek 10b ‘stadsontwikkelingsprojecten’ Het plan is dus van rechtswege plan-m.e.r.-plichtig. Maar indien het een klein gebied van lokaal niveau of een kleine wijziging betreft, kan toch een screeningsnota worden opgemaakt. Subvraag: betreft het een klein gebied van lokaal niveau (lokaal belang) of een kleine wijziging? Ja. Het betreft een klein gebied van lokaal niveau. Het plangebied (bestaand + uitbreiding) heeft een oppervlakte van ca. 1ha 29a 32ca volgens GRB en beslaat amper 0,019% van het grondgebied van de gemeente Wingene.

Conclusie: het RUP vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004, namelijk voor een project opgesomd in rubriek 10b van bijlage II. Het RUP betreft een klein gebied van lokaal niveau en is dus screeningsgerechtigd.

6.3.2 Scoping van de milieueffecten

Het scoping-proces identificeert de onderwerpen die naar alle waarschijnlijkheid belangrijk zijn in het milieubeoordelingsproces en elimineert deze die van weinig belang zijn. De scoping zal onder meer worden bepaald door de kenmerken van het plan en de kwetsbaarheid van het studiegebied.

Kenmerken van het plan Het planologisch initiatief betreft de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan voor het bedrijf Quintyn. De voornaamste doelstelling van het RUP is het vastleggen van een flexibel en duurzaam ontwikkelings- en beoordelingskader en het verankeren van een aantal ruimtelijke kwaliteiten in stedenbouwkundige voorschriften. Rekening houdend met de aard van het plan wordt getracht een positief effect te bekomen ten aanzien van het direct ruimtebeslag, de ruimtelijke samenhang, de bereikbaarheid en verkeersleefbaarheid en de impact op het watersysteem.

Kwetsbaarheid van het gebied De kwetsbaarheid van een gebied is in belangrijke mate bepalend voor de te verwachten milieueffecten. De kwetsbaarheid van het gebied wordt in kaart gebracht aan de hand van de voorkomende zogenaamde bijzonder beschermde gebieden en bijzonder kwetsbare gebieden in het studiegebied.

In het besluit van de Vlaamse regering houdende de vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage wordt aangegeven wat er verstaan wordt onder ‘bijzonder beschermde gebieden’. In volgende tabel wordt de ligging van het plan ten opzichte van de bijzonder beschermde gebieden weergegeven.

Page 43: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 43

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

Bijzonder beschermde gebieden Situering t.a.v. het plangebied

De speciale beschermingszones overeenkomstig het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en natuurlijk milieu

n.v.t.

Waterwingebied n.v.t.

Natuurgebieden, natuurgebieden met wetenschappelijke waarde en de ermee vergelijkbare gebieden, aangewezen op plannen van aanleg en de ruimtelijke uitvoeringsplannen

n.v.t.

Bosgebieden, valleigebieden, brongebieden, overstromingsgebieden, agrarische gebieden met ecologische waarde en ermee vergelijkbare gebieden, aangewezen op plannen van aanleg en de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening

n.v.t.

Een beschermd landschap, stads- of dorpsgezicht, monument of archeologische zone

n.v.t.

Het Vlaams Ecologisch Netwerk overeenkomstig het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu

n.v.t.

Een gebied aangeduid overeenkomstig de Conventie van Ramsar inzake watergebieden van internationale betekenis

n.v.t.

Een beschermd duingebied of voor het duinengebied belangrijk landbouwgebied zoals aangegeven ter uitvoering van het decreet van 14 juli 1993 houdende maatregelen tot bescherming van kustduinen

n.v.t.

Voorlopig of definitief aangeduide ankerplaatsen n.v.t.

Bijzonder kwetsbare gebieden Situering t.a.v. het plangebied

Overstromingsgebieden, zijnde recent overstroomde gebieden, watertoetskaarten, modelleringen van waterloopbeheerders, risicozones, eventueel van nature overstroombare gebieden

Ter hoogte van de Speibeek is een zone aanwezig die een mogelijke overstromingsgevoeligheid kent.

Geklasseerde waterlopen Speibeek, een waterloop van 2de categorie

Gebieden met een zeer slechte drainage De zone in overleg met een hogere overstromingsgevoeligheid kent een beperkte drainage.

Waarde volle of zeer waardevolle gebieden volgens de Biologische Waarderingskaart

Ter hoogte van de Speibeek is een zone aanwezig die een biologische waardering heeft.

Relictzones en ankerplaatsen volgens de landschapsatlas

n.v.t.

Geïnventariseerd erfgoed n.v.t.

Stilgebieden n.v.t.

Herbevestigd agrarisch gebied Het omgevende agrarisch gebied is herbevesitgd.

Woongebieden volgens bestemmingsplan of woonconcentraties in nabijheid van plangebied

n.v.t.

Seveso-inrichtingen n.v.t. (cfr. RVR-toets)

Page 44: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 44

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

De aanwezigheid van bijzonder beschermde gebieden geeft weliswaar een idee van belangrijke te beschermen waarden, maar geeft vaak onvoldoende de kwetsbaarheid van een gebied weer. De kwetsbaarheid van een gebied is immers in belangrijke mate bepalend voor de te verwachten milieueffecten.

De kwetsbaarheid van het gebied wordt beschreven aan de hand van de aanwezigheid van bijzonder kwetsbare gebieden. De bijzonder kwetsbare gebieden hebben geen juridische betekenis.

Aan de hand van de doelstelling, planningscontext en planningsopties beschreven in de vorige hoofdstukken van deze startnota wordt een inschatting gemaakt van de mogelijke impact op onderstaande milieudesciplines en thema’s:

Bodem

Water

Mens-verkeer

Geluid & trillingen

Lucht

Fauna & flora

Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie

Mens-ruimtelijke aspecten

Mens gezondheid

Duurzaamheid, energie en afval

Bijgevoegde tabel geeft de relevantie weer van de diverse milieudisciplines voor voorliggend plan, voor de plankenmerken en de kwetsbaarheden van het gebied an sich.

Bo

dem

Wat

er

Men

s-ve

rkee

r

Gel

uid

& t

rilli

nge

n

Luch

t

Fau

na

& f

lora

Lan

dsc

hap

, bo

uw

kun

dig

erf

goed

en

arch

eolo

gie

Men

s-ru

imte

lijke

asp

ecte

n

Men

s ge

zon

dh

eid

Du

urz

aam

hei

d, e

ner

gie

en a

fval

Kenmerken van het plan

Direct ruimtebeslag ◦ ◦ ◦ ◦

Wijziging van ruimtelijke samenhang ◦ ● ◦

Bereikbaarheid en verkeersleefbaarheid ● ◦ ◦ ◦ ◦

Wijzigingen aan het watersysteem ◦ ● ◦

Kwetsbaarheden van het gebied

Overstromingsgebieden ◦ ◦

Geklasseerde waterlopen ◦ ● ◦ ◦

BWK ●

HAG ◦ ◦ ◦

● = relevant; ◦ = beperkt relevant

Page 45: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 45

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

6.3.3 Beoordeling van de milieueffecten

De disciplines die worden onderzocht en beoordeeld hebben onderlinge relaties en zijn niet onafhankelijk van elkaar. De samenhang van verschillende milieueffecten en van de plangeïntegreerde maatregelen en wettelijke randvoorwaarden is daarom van groot belang.

Omwille van de sterke samenhang en omwille van het vermijden van herhalingen worden volgende relevante disciplines samen besproken:

bodem en water

fauna, flora en biodiversiteit

landschap, cultureel erfgoed en onroerend erfgoed

mens-ruimtelijke aspecten en mobiliteit

gezondheid en veiligheid van de mens

licht en geluid

atmosfeer en klimatologische factoren

energie- en grondstoffenvoorraden.

6.3.3.1 Discipline bodem en water

Algemeen

Artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid legt bepaalde verplichtingen op die de watertoets worden genoemd. De watertoets bestaat erin onderzoek te doen naar de effecten van het project op de waterhuishouding.

Schadelijke effecten moeten zoveel mogelijk worden beperkt en indien dit niet mogelijk is, worden hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd.

Het RUP is gericht op een bijkomend aandeel groenbuffer en inkledingsgroen/winterbedding van de Speibeek, verharding en bebouwingsmogelijkheid. De nodige vereisten op vlak van de waterhuishouding worden in het RUP vastgelegd op zodanige wijze dat de impact op de waterstromen in de omgeving maximaal beperkt wordt. Er dient rekening gehouden te worden met voldoende mogelijkheden tot plaatselijke buffering en infiltratie.

De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, buffer- en infiltratie-voorzieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater legt op dat het opgevangen hemelwater in eerste instantie nuttig moet toegepast worden (hemelwaterput) en indien dit niet kan, ter plaatse geïnfiltreerd of als laatste keuze gebufferd en vertraagd afgevoerd.

De nuttige buffercapaciteit (onder de vorm van een open buffer) dient rekening te houden met een volume van 400m³/ha verharde oppervlakte en een lozingsdebiet van slechts 5 liter/sec/ha, dit om te vermijden dat de Speibeek verzwaard zou worden. De verharde oppervlakte omvat alle rijstroken, gebouwen, verhardingen...).

Referentiesituatie

De bodemkaart geeft aan dat de ondergrond binnen het plangebied bestaat uit overwegend vochtig zand en in minder mate droog zand. De zone langsheen de Speibeek wordt gekenmerkt door nat zandleem.

Page 46: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 46

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

Figuur 19: Bodemkaart (bron: giswest)

De erosiekaart geeft aan dat algemeen gesteld binnen het plangebied geen noemenswaardige erosiegevoeligheid heeft. Enkel ter hoogte van de Speibeek is de gevoeligheid iets hoger.

Figuur 20: Erosiegevoeligheidskaart (bron: giswest)

De overstromingskaart van 2017 geeft aan dat het plangebied overwegend ongevoelig is voor overstromingen. Enkele de zone ter hoogte van de Speibeek kent een verhoogde gevoeligheid.

Page 47: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 47

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

Figuur 21: Kaart overstromingsgevoelige gebieden (bron: giswest)

De kaart van de infiltratiegevoeligheid geeft aan dat het plangebied – met uitzondering van de beekzone – infiltratiegevoelig is.

Figuur 22: Kaart infiltratiegevoelige gebieden (bron: giswest)

Mogelijke effecten

De gronden binnen het plangebied zijn voormalige akkergronden, maar op heden in onbruik. Wordt door het bedrijf gebruikt als stelplaats voor tractoren en landbouwvoertuigen.

Met de realisatie van het RUP zal het juridisch bestemde landbouwgebruik plaats maken voor een gebruik in de para-agrarische sector. Deze activiteit zal gepaard gaan met een toename van de verharde oppervlakte o.v.v. bebouwing en verharding.

Page 48: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 48

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

De inname op de bodem en water zal mogelijks beperkt verhoogd worden door de toename van bebouwing en verharding. Gezien de integrale infiltratiegevoeligheid van de zone van de betreffende uitbreidingszone, kan de bebouwing en verharding de mogelijkheid tot infiltratie beperken. In de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP wordt hieraan de nodige aandacht besteed en voldoende maatregelen in het plan geïntegreerd.

De belangrijkste ingrepen op de bodem door de uitvoering van het RUP zijn de (beperkte) uitgravingen (in functie van de funderingen van de gebouwen, regenwaterputten...) en het daaraan gekoppeld grondverzet en een wijziging van bestemming van de uitgegraven grond.

Bij de aanleg van de verhardingen en de omgevingsaanleg (bufferzone, winterbedding Speibeek) zal een nulbalans inzake grondverzet worden nagestreefd. De mogelijkheid is hiertoe aanwezig, gezien het RUP voorziet in een bufferzone met afdoende breedte i.f.v. het realiseren van een visueel scherm. Het aanleggen van een berm voorzien met begroeiing kan hierop inspelen alsook een oplossing bieden in het kader van de na te streven nulbalans inzake grondverzet.

Tijdens de uitvoeringsfase van de grondwerken bestaat de kans dat er een beperkte bemaling nodig is. Verder technisch onderzoek zal hierover uitsluitsel geven. Deze is echter tijdelijk van aard. Retourbemaling is aan te moedigen.

Wijzigingen in de grondwaterhuishouding worden beperkt door het voorzien van zoveel mogelijk waterdoorlatende materialen ofwel monoliete verhardingen met een aanliggende mogelijkheid tot infiltratie.

Het RUP laat geen bodem en/of grondwatervervuilende activiteiten toe.

Plangeïntegreerde maatregelen en wettelijke randvoorwaarden

Het RUP voorziet in de mogelijkheid om binnen het plangebied enkel bebouwing en verharding in functie van para-agrarische activiteiten die geen bodemverontreiniging toe te laten. Dit impliceert dat het gevaar op bodemverontreiniging hier niet aan de orde is.

Het RUP voorziet in de verordenende voorschriften de nodige verplichtingen om het verhaal van de waterhuishouding op een consequente en duurzame wijze toe te passen, afgestemd op de vigerende wetgeving hieromtrent. Dit houdt concreet in dat het aandeel verhardingen dat onlosmakelijk verbonden is aan het programma (verhardingen bij en rond gebouwen), minimaal gehouden wordt alsook vertraagd wordt afgevoerd rekening houdend met een maximale infiltratie in de bodem door toepassing van waterdoorlatende materialen of monoliete verhardingen met een mogelijkheid tot infiltratie.

In de planopmaak wordt rekening gehouden met de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en gescheiden lozing van hemel- en afvalwater.

Bij de vergunningverlening kunnen verplichtingen opgelegd worden die de waterkwaliteit ten goede komen (vb. afvoer regenwater). Hemelwaterputten worden volgens de geldende stedenbouwkundige verordening opgelegd.

Het RUP voorziet op de uitbreidingszone een verplichte groenzone voor de landschappelijke inkleding. Deze zal integraal onverhard blijven. De groenstructuur zal worden ingericht als visueel groenscherm met gras, beplanting en bomen, al dan niet geecombineerd met een berm. Grondwater wordt op deze manier deels door de aanwezige bomen opgenomen.

Page 49: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 49

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

Conclusie

Inzake de discipline bodem en water wordt er geen aanzienlijk effect verwacht.

6.3.3.2 fauna, flora en biodiversiteit

Referentiesituatie

De kaart van de biologische waardering van 2016 geeft aan dat binnen het plangebied de zone langsheen de beek gekenmerkt worden als complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen. De overige zone van het plangebied kent geen biologische waardering.

Ten noorden van het plangebied (noordzijde van Hillesteenweg) en ten zuiden (de Speibeek flankerend) zijn zones gekend als biologisch waardevol.

Figuur 23: Biologische waarderingskaart 2016 (bron: giswest)

De kaart van het natuurbeleid geeft aan dat er binnen het plangebied geen VEN- en/of IVON-gebieden gekend zijn, alsook geen habitatrichtlijn- en/of vogelrichtlijngebieden.

Page 50: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 50

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

Figuur 24: Natuurbeleidskaart (bron: giswest)

Mogelijke effecten

De bestaande ontwikkelingsmogelijkheden zoals bepaald in het sectoraal BPA en de gewestplanbestemming (agrarisch) worden met onderhavig RUP qua bestemming in grote mate herbevestigd en gedifferentieerd in functie van de plaatselijke ruimtelijke context (Speibeek, winterbedding, buffergroen…).

Concreet omvat het RUP welomschreven bepalingen inzake bebouwingsmogelijkheden en inrichtingsprincipes voor de niet-bebouwde zones. De verordenende groenzones kunnen inspelen op de bestaande en toekomstige fauna en flora, waardoor deze als stapsteen binnen een groter natuurlijk beleid kunnen (blijven) functioneren.

De bestaande biologisch waardevolle elementen uit de ruimere omgeving worden niet gewijzigd. Deze krijgen echter door de ontwikkeling van het RUP op ruimere schaal een ruimtelijk verlengde die in het kader van de fauna en flora als 'stepping-stone' een grote meerwaarde kunnen betekenen en een opportuniteit/continuïteit inhouden.

Huidig RUP houdt geen fundamentele wijziging in ten aanzien van de onderliggende bestemmingen (BPA en gewestplan) waardoor het mogelijke effect op fauna, flora en biodiversiteit nihil is.

Plangeïntegreerde maatregelen en wettelijke randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Conclusie

Inzake de discipline fauna, flora en biodiversiteit wordt er geen negatief effect verwacht.

Page 51: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 51

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

6.3.3.3 landschap, cultureel erfgoed en onroerend erfgoed

Referentiesituatie

De kaart van de landschapsatlas geeft aan dat binnen het plangebied overwegend de zandleen- en Houtland als traditioneel landschap aanwezig is.

De landschapskaart geeft eveneens aan dat er binnen het plangebied:

geen ankerplaatsen aanwezig zijn geen relictzones aanwezig zijn geen punt- of lijnrelicten aanwezig zijn geen beschermde monumenten en/af landschappen aanwezig zijn

Figuur 25: landschapsatlas (bron: giswest)

Binnen het plangebied zijn geen elementen aanwezig inzake bouwkundig onroerend erfgoed of archeologie. In de nabije omgeving zijn er een aantal bouwkundige relicten aangeduid (in Hillesteenweg en Vinkestraat).

Page 52: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 52

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

Figuur 26: uittreksel uit geoportaal onroerend erfgoed (bron: onroerend erfgoed)

Mogelijke effecten

Met de ontwikkeling van het RUP wordt de bestaande bestemming herbevestigd alsook gedifferentieerd. Dit heeft geen enkele impact op de bestaande omgeving alsook niet inzake de discipline landschap, cultureel erfgoed en onroerend erfgoed.

Plangeïntegreerde maatregelen en wettelijke randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Conclusie

Inzake de discipline landschap, cultureel erfgoed en onroerend ergoed wordt er geen negatief effect verwacht.

6.3.3.4 mens-ruimtelijke aspecten en mobiliteit

Referentiesituatie

Het plangebied is gekenmerkt door de bedrijvigheid van Quintyn (met bedrijfwoning), een bestaande gedesaffecteerde woning (voormalige bedrijfswoning) en een braakliggende zone. Deze laatste wordt gebruikt voor het stallen van landbouwvoertuigen. De bedrijfszone is qua gebruik gemaximaliseerd.

Binnen het plangebied zijn volgens de Atlas van de Buurtwegen (1841) volgende voet- en/of buurtwegen gelegen:

Chemin n°1 (Hillesteenweg) Chemin n°49 (Vinkestraat)

Page 53: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 53

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

Beide buurtwegen zijn niet van die aard dat hun tracé enige wijziging behoeft. Deze blijven integraal behouden (reeds wijzigingen doorgevoerd, cfr. paarse lijnaanduidingen).

Figuur 27: Uittreksel uit de Altas van de Buurtwegen (bron: Giswest)

Openbaar vervoer Ten aanzien van de grenzen van het plangebied is een bushalte aanwezig op ca. 570m (halte Wingene Scheewege) van lijn 21.

Figuur 28: Uittreksel uit kaart verkeerscentrum (bron: verkeerscentrum)

Volgende stations zijn op fietsafstand van het plangebied gelegen: Beernem (9,2km), Tielt (9,8km) Lichtervelde (11,9km), Torhout (15km) en Aalter (16,1km).

Het bedrijf is op heden bereikbaar vanop de Hillesteenweg via 2 oprijzones (één ter hoogte van de beek en één ter hoogte van de bedrijfswoning). Met de beoogde uitbreiding wordt géén bijkomende (derde) oprit voorzien. De verbinding tussen de bestaande bedrijfssite en de gewenste uitbreiding gebeurt via een overwelving van de Speibeek.

Mogelijke effecten

Met de ontwikkeling van het RUP wordt de bestaande agrarische bestemming herbevestigd en gedifferentieerd voor de para-agrarische activiteiten van het bedrijf Quintyn. Dit zal een versterking

Page 54: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 54

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

vormen van de dynamiek van de bestaande bedrijfssite. Door het ongewijzigd houden van het aantal oprijzones en het vergroten van de stallingscapaciteit, wordt een vlottere afwikkeling van de landbouwvoertuigen nagestreefd voor de optimalisatie van de efficiëntie en gebruikswaarde.

De bijkomende verkeersbewegingen zullen heel beperkt blijven door:

het behoud van de actuele bestemming

de goeie bereikbaarheid van en naar het plangebied

Plangeïntegreerde maatregelen en wettelijke randvoorwaarden

Qua bestemming wordt géén schaalvergroting voorzien van de bedrijfsactiviteiten, maar wel een bijkomende stallingsoppervlakte voor landbouwvoertuigen. Qua ontsluiting blijft het aantal op- en afrijzones ongewijzigd. Deze plangeïntegreerde maatregelen zorgen ervoor dat de mobiliteitsdynamiek niet noemenswaardig zal toenemen.

Conclusie

Inzake de discipline mens-ruimtelijke aspecten en mobiliteit wordt er geen aanzienlijk effect verwacht.

6.3.3.5 gezondheid en veiligheid van de mens

Referentiesituatie

Het plangebied wordt in hoofdzaak gekenmerkt door bedrijvigheid. De inrichtingen vallen niet onder de SEVESO-richtlijnen. In de nabije omgeving zijn geen SEVESO-inrichtingen gelegen. De dichtstbijzijnde SEVESO-inrichting is deze van Latexco in Schuiferskapelle op 7,3km.

Mogelijke effecten

Met de ontwikkeling van het RUP wordt de bestaande bestemming herbevestigd en gedifferentieerd in de ruimte. De impact van de para-agrarische activiteiten op de omliggende omgeving blijft qua omvang quasi ongewijzigd. Er zijn geen wijzigingen van die orde voorzien dat ze bijkomende risico's op de gezondheid en veiligheid van de omgeving/omwonenden opleveren.

De opmaak van het RUP heeft een positief effect, gezien de activiteiten zich inpandig situeren.

Plangeïntegreerde maatregelen en wettelijke randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Conclusie

Inzake de discipline gezondheid en veiligheid van de mens wordt er een positief effect verwacht.

Page 55: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 55

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

6.3.3.6 licht en geluid

Referentiesituatie

Er wordt uitgegaan van de bestaande toestand. Op de terreinen is een beperkte buitenverlichting aanwezig. De activiteiten genereren geen hinderend geluid.

Mogelijke effecten

Met de ontwikkeling van het RUP wordt de bestaande bestemming herbevestigd en gedifferentieerd in de ruimte. De aard van de activiteiten (para-agrarisch) t.a.v. de omgeving (agrarisch) toe blijft quasi ongewijzigd. Bij ontwikkeling is de kans reëel dat er beperkte buitenverlichting wordt voorzien. Het RUP houdt geen versoepeling in van de activiteiten en laat aldus geen activiteiten toe die geluidshinderend zijn voor de omgeving.

Plangeïntegreerde maatregelen en wettelijke randvoorwaarden

Niet van toepassing.

Conclusie

Inzake de discipline geluid en licht wordt er geen significant negatief effect verwacht.

6.3.3.7 atmosfeer en klimatologische factoren

Referentiesituatie

Er wordt uitgegaan van de bestaande toestand. Op de terreinen zijn er geen activiteiten aanwezig die aanzienlijke warmtegeneratie met zich meebrengen.

Mogelijke effecten

Met de ontwikkeling van het RUP wordt het volume van de bebouwing uitgebreid, maar de nieuwe opslagloods zal niet of niet permanent verwarmd worden. Bij bebouwing is de specifiek regeling EPB van toepassing en wordt rekening gehouden met het aandeel hernieuwbare energie dat eventueel is vereist.

Tijdens uitvoeringsfase van de loods kan er sprake zijn van een tijdelijke bijkomende stofhinder.

Plangeïntegreerde maatregelen en wettelijke randvoorwaarden

De vigerende wetgeving inzake stofhinder en het gemeentelijk beleid bij bouwwerkzaamheden is dermate dat bij de vergunningsaanvraag de nodige maatregelen worden opgelegd om ev. tijdelijke stofhinder te vermijden (o.a. bevochtigen, afschermen).

Conclusie

Inzake de discipline atmosfeer en klimatologische factoren wordt er geen significant negatief effect verwacht.

Page 56: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 56

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

6.3.3.8 energie- en grondstoffenvoorraden.

Referentiesituatie

Er wordt uitgegaan van de bestaande toestand. In de nabije omgeving van het plangebied liggen geen ontginningsgebieden.

Mogelijke effecten

Het gebruik van duurzame, milieu- en energievriendelijke materialen bij de bouwwerken kan een positief milieuvriendelijk effect met zich meebrengen.

Plangeïntegreerde maatregelen en wettelijke randvoorwaarden

In de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP en in de aanvragen tot omgevingsvergunning van de voorziene bouwwerken wordt duurzaamheid nagestreefd. Dit vertaalt zich naar type en aandeel verhardingen, energie, waterhuishouding e.d.

Conclusie

Inzake de discipline energie- en grondstoffenvoorraden wordt er geen significant effect verwacht.

6.3.3.9 Grensoverschrijdende effecten

Er worden vanuit beide referentiesituaties geen grensoverschrijdende effecten verwachte bij de ontwikkeling van huidig RUP.

6.3.4 Conclusie met betrekking tot de milieueffecten

Gezien het gemeentelijk RUP Quintyn:

conform het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, mogelijk het kader vormt voor een bijlage III-project, rubriek 10b, maar dat het echter het gebruik bepaalt van een klein gebied op lokaal niveau en een kleine wijziging inhoudt ;

conform het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, zicht niet in of in de nabijheid van een speciale beschermingszone bevindt en dus een passende beoordeling niet nodig is;

conform het decreet van 27 april 2007 als herziening van het decreet van 5 april 1995 houdende de algemene bepalingen inzake milieubeleid, het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau bepaalt;

geen aanzienlijke milieueffecten teweegbrengt, mits toepassing van de aangegeven plangeïntegreerde maatregelen en wettelijke randvoorwaarden;

kan geoordeeld worden dat de opmaak van een plan-MER redelijkerwijze dan ook geen bijkomende informatie kan opleveren

Page 57: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 57

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

7 Overige bepalingen

7.1 Ruimtebalans en op te heffen voorschriften

7.1.1 Ruimtebalans

Volgens art. 2.2.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dd. 27 maart 2009, dient in een RUP een register te worden opgenomen, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in art. 2.6.1, een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid.

De VCRO voorziet uitzonderingen en vrijstellingsbepalingen waarbij geen planschadevergoeding of planbatenheffing verschuldigd is. De aanduiding in het register van percelen die mogelijk aanleiding geven tot planbatenheffing betekent niet dat deze hier ook effectief zullen onder vallen.

>vóór het RUP

Cat. m²

WON Wonen 0m²

BED Bedrijvigheid 0m²

NNN Lijninfrastructuur (wegenis) 0m²

OVG Overig groen 0m²

TOTAAL 0m²

>nà inwerkingtreding van het RUP

Cat. m²

WON Wonen 0m²

BED Bedrijvigheid 0m²

NNN Lijninfrastructuur (wegenis) 0m²

OVG Overig groen 0m²

TOTAAL 0m²

7.1.2 Opheffing geldende voorschriften

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening vervallen bij goedkeuring van het RUP Quintyn de nog geldende voorschriften van het onderliggende sectoraal BPA Zonevreemde Economische Activiteiten fase I – gedeeltelijke wijziging (MB 26/06/2007).

Page 58: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 58

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

7.2 Grafisch register (plancompensaties): planbaten / planschade / kapitaalschade / gebruikersschade

7.2.1 Inleiding

Een nieuw plan dat een grond een nieuwe of aangepaste bestemming geeft, kan de waarde van die grond beïnvloeden. Planschade, kapitaalschade en gebruikersschade zijn financiële regelingen waarbij de overheid de waardevermindering van gronden als gevolg van een planwijziging vergoedt. Bij de planbatenregeling betaalt de burger een belasting op de meerwaarde die gronden krijgen door een planwijziging.

Overeenkomstig artikel 2.2.2.,§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening moet een ruimtelijk uitvoeringsplan een register bevatten van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd of een overdruk wordt aangebracht die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing of een kapitaal- of gebruikersschadecompensatie. Een grafisch register in die zin is weergegeven op de bijgevoegde kaart.

Dit document verschaft uitleg over de items planschade, planbaten, kapitaalschade en gebruikersschade die in het grafisch register worden opgenomen.

Het register heeft slechts een informatieve en indicatieve betekenis. Bij de planopmaak wordt geen onderzoek verricht naar de eigendomsstructuur van de percelen, naar de aanwezigheid van mogelijke vrijstellingen van planbatenheffing noch naar het voorhanden zijn van uitzonderingsgronden inzake de genoemde vergoedingen. Op de laatste bladzijde van deze bijlage is de legende van het register te vinden.

7.2.2 Planbaten

Het begrip planbaten

De planbatenheffing is een belasting op de meerwaarde die een grond krijgt door een bestemmingswijziging. Dat is het geval bij bestemmingswijzigingen waarbij onbebouwbare gronden herbestemd worden tot woonzone, zone voor bedrijvigheid of recreatiezone.

Het bedrag van de heffing De planbatenheffing bedraagt tussen 1% en 30% van de geschatte meerwaarde van het perceel. De meerwaarde wordt onderverdeeld in opeenvolgende schijven waarop een stijgend percentage tussen 1 en 30 van toepassing is. Hoe groter de meerwaarde, hoe meer die dus belast wordt.

Inning van de planbatenheffing De eigenaar van een perceel waarop een planbatenheffing rust ontvangt een aanslagbiljet van de Vlaamse Belastingsdienst. Een heffingsplichtige kan bij de Vlaamse belastingsdienst een bezwaar indienen tegen de aanslag. De voorwaarden zijn vermeld op het aanslagbiljet.

De planbaten worden in principe slechts betaald op het moment dat de meerwaarde wordt gerealiseerd (bijvoorbeeld bij verkoop van de grond of het bebouwen van de grond). Wie vroeger betaalt kan echter een vermindering krijgen.

Uitzonderingen en vrijstellingen Op de planbatenregeling gelden een aantal uitzonderingen. Dit zijn de belangrijkste:

Page 59: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 59

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

er is geen planbatenheffing verschuldigd wanneer de bestemmingswijziging die planbaten veroorzaakt op minder dan 25% van het perceel betrekking heeft of op minder dan 200 m²;

percelen waarop een vergunde zonevreemde woning of bedrijf staat zijn vrijgesteld van planbatenheffing indien de grond wordt bestemd voor woningen of bedrijven;

er is geen planbatenheffing verschuldigd wanneer de bestemmingswijziging niet tot gevolg heeft dat voor de grond een verkavelingsvergunning of een stedenbouwkundige vergunning kan verkregen worden.

Meer informatie over planbaten Meer informatie over de planbatenregeling is te vinden in artikel 2.6.4. tot een met 2.6.19. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De codex kan geraadpleegd worden op www.ruimtelijkeordening.be

7.2.3 Planschade

Het begrip planschade De planschaderegeling is een vergoedingsregeling voor eigenaars van gronden die door een bestemmingswijziging minder waard worden. Het moet gaan om een bestemmingswijziging waarbij de grond vóór de wijziging bebouwbaar was, terwijl bouwen of verkavelen na de wijziging niet meer toegelaten is.

Het bedrag van de vergoeding De planschadevergoeding bedraagt 80% van de waardevermindering van de grond als gevolg van de bestemmingswijziging.

Toekenning van planschadevergoeding Een planschadevergoeding wordt niet automatisch toegekend. De eigenaar die er recht op meent te hebben, dient een planschadevordering in bij de rechtbank van eerste aanleg. De rechtbank beoordeelt of aan de toepassingsvoorwaarden is voldaan en stelt een deskundige aan die een raming maakt van de geleden schade (de waardevermindering).

De aanvraag voor planschadevergoeding moet worden ingediend binnen het jaar, na:

verkoop van de grond of inbreng in een vennootschap; weigering van een vergunning; aflevering van een negatief stedenbouwkundig attest.

Het recht op planschadevergoeding vervalt vijf jaar na de inwerkingtreding van het plan.

Uitzonderingen en vrijstellingen Een planschadevergoeding wordt slechts toegekend onder voorwaarden. De belangrijkste voorwaarden zijn:

het perceel moet gelegen zijn aan een uitgeruste weg; enkel de eerste 50 meter vanaf die weg komt in aanmerking voor een planschadevergoeding. Er

gelden een aantal uitzonderingen waarin geen planschade verschuldigd is. Zo is er geen recht op een planschadevergoeding in volgende gevallen: o bij een bouwverbod dat voortvloeit uit een onteigeningsbeslissing; o wanneer de waardevermindering minder dan 20% bedraagt van de waarde van het perceel.

Meer informatie over planschade Meer informatie over de planschaderegeling is te vinden in artikel 2.6.1 tot en met 2.6.3. van de Vlaamse

Page 60: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 60

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

Codex Ruimtelijke Ordening. De codex kan geraadpleegd worden op www.ruimtelijkeordening.be onder de rubriek wetgeving

7.2.4 Kapitaalschade

Het begrip kapitaalschade Kapitaalschade is de schade die de eigenaar van een landbouwgrond ondervindt als gevolg van:

een bestemmingswijziging van “landbouw” naar “natuur”, “bos” of “overig groen”; het in een plan opnemen van een overdruk die de economische aanwending van landbouwgrond

beïnvloedt; het opleggen van een erfdienstbaarheid die de economische aanwending van landbouwgrond

beïnvloedt.

Voor kapitaalschade kan een kapitaalschadecompensatie worden gevraagd.

Het bedrag van de kapitaalschadecompensatie De compensatie voor kapitaalschade bedraagt 80% van de waardevermindering.

Toekenning van de kapitaalschadecompensatie De kapitaalschadecompensatie wordt niet automatisch toegekend. De eigenaar die er recht op meent te hebben dient een aanvraag in bij de Vlaamse Landmaatschappij.

De aanvraag moet ingediend worden binnen het jaar na de inwerkingtreding van het plan.

Voorwaarden Het perceel heeft een oppervlakte van ten minste 0,5 hectare of behoort tot een groep percelen van dezelfde eigenaar met een totale oppervlakte van tenminste 0,5 hectare.

Het perceel moet geregistreerd zijn in het Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem van de landbouwadministratie.

Meer informatie over kapitaalschadecompensatie De regeling over de kapitaalschadecompensatie is te vinden in artikel 6.2.1. tot en met 6.3.3. van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid. De modaliteiten, randvoorwaarden en wijze waarop de vergoedingen bepaald worden zijn geregeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 houdende de oprichting van de kapitaalschadecommissies en tot regeling van de kapitaalschadecompensatie.

Zowel het Decreet grond- en pandenbeleid als het besluit over de kapitaalschaderegeling zijn terug te vinden op www.ruimtelijkeordening.be onder de rubriek wetgeving.

De contactgegevens van de VLM zijn terug te vinden via www.vlm.be. E-mail naar [email protected]

Page 61: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 61

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

7.2.5 Gebruikersschade

Het begrip gebruikersschade Gebruikersschade is de economische schade die de gebruiker van een landbouwgrond ondervindt als gevolg van:

een bestemmingswijziging van “landbouw” naar “natuur”, “bos” of “overig groen”; het in een plan opnemen van een overdruk die de economische aanwending van landbouwgrond

beïnvloedt; het opleggen van een erfdienstbaarheid die de economische aanwending van landbouwgrond

beïnvloedt.

Voor gebruikersschade kan een gebruikerscompensatie worden gevraagd.

Het bedrag van de gebruikerscompensatie Het bedrag wordt geval per geval berekend op basis van de gegevens die over een perceel en het bedrijf in kwestie zijn opgenomen in het Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem (GBCS) van de Vlaamse administratie.

Toekenning van de gebruikerscompensatie De gebruikerscompensatie wordt niet automatisch toegekend. De gebruiker van landbouwgrond die er recht op meent te hebben, dient een aanvraag in bij de Vlaamse Landmaatschappij.

De aanvraag moet ingediend worden binnen het jaar na de inwerkingtreding van het plan.

Voorwaarden Het perceel heeft een oppervlakte van ten minste 0,5 hectare of behoort tot een groep percelen van dezelfde gebruiker met een totale oppervlakte van tenminste 0,5 hectare.

Het perceel is geregistreerd in het Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem van de landbouwadministratie.

De gebruiker heeft een persoonlijk of zakelijk recht op de grond.

De gebruiker is als landbouwer geïdentificeerd in het Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem. De gebruiker kan het effectieve gebruik van de grond aantonen op het moment van de inwerkingtreding van het plan.

Meer informatie over gebruikerscompensatie De regeling over de gebruikerscompensatie is te vinden in het decreet van 27 maart 2009 houdende vaststelling van een kader voor de gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaarheden tot openbaar nut. De modaliteiten, de randvoorwaarden en de wijze waarop de vergoedingen bepaald worden zijn geregeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 houdende vaststelling van een kader voor gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaarheden van openbaar nut.

Zowel het decreet als het besluit van de Vlaamse Regering over gebruikerscompensatie zijn te vinden op www.codex.vlaanderen.be. Geef op het zoekscherm de term ‘gebruikerscompensatie’ in bij ‘zoeken op woorden in het opschrift’.

De contactgegevens van de VLM zijn terug te vinden via www.vlm.be. E-mail naar [email protected]

Page 62: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 62

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

7.2.6 Legende en disclaimer

Legende en plan van het register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn.

Kaart invoegen met legende

Disclaimer

Deze kaart is het register, zoals bedoeld in artikel 2.2.2. §1, eerste lid, 7° en 8° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing. een kapitaalschadecompensatie of een gebruikerscompensatie.

De regeling over de planschade is te vinden in artikel 2.6.1 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

De regeling over de planbatenheffing is te vinden in artikel 2.6.4 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

De regeling over de kapitaalschadecompensatie is te vinden in artikel 6.2.1. en volgende van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid.

De regeling over de gebruikerscompensatie is te vinden in het decreet van 27 maart 2009 houdende vaststelling van een kader voor de gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaarheden tot openbaar nut.

Dit register geeft. conform de geciteerde wetgeving, de percelen weer waarop een bestemmingswijziging gebeurt die aanleiding kan geven tot vergoeding of heffing. De opname van percelen in dit register houdt dus niet in dat sowieso een heffing zal worden opgelegd of dat een vergoeding kan worden verkregen. Voor elk van de regelingen gelden voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden die per individueel geval beoordeeld worden. Het register kan dus geen uitsluitsel geven over de toepassing van die voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden.

Dit register werd aangemaakt door het plan zoals het gold vóór de bestemmingswijziging digitaal te vergelijken met het huidige plan. In een aantal gevallen verschilt de cartografische ondergrond waarop de bestemmingen werden ingetekend in het oude en het nieuwe plan. Daarom kunnen bij de digitale vergelijking beperkte fouten optreden. Het register moet met dat voorbehoud geraadpleegd worden.

Meer informatie over het register is opgenomen in de scopingsnota van het RUP. De tekst van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en van het decreet grand- en pandenbeleid kan geraadpleegd worden op http://www.ruimtelijkeordening.be/ rubriek wetgeving. De tekst van het decreet gebruikerscompensatie kan geraadpleegd worden op http://www.codex.vlaanderen.be/ zoekterm "gebruikerscompensatie" in het invulveld ‘zoeken op woorden in het opschrift'.

Page 63: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 63

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

7.2.7 RUP Quintyn – planbaten

In de startnota wordt de zone ten oosten van de beek bestemd voor de para-agrarische activiteiten van het bedrijf. De startnota onderkent daarbij uitdrukkelijk en terecht dat het bedrijf para-agrarische activiteiten uitoefent.

De Raad voor Vergunningsbetwistingen stelt effectief dat de activiteiten van een bedrijf “dat gespecialiseerd is in het verkopen en verhuren van landbouwwerktuigen en in het herstellen van landbouwwerktuigen” aansluiten “bij het landbouwgebeuren en het bedrijf is voor een groot gedeelte erop afgestemd. Het bedrijf is dan ook te beschouwen als een para-agrarisch bedrijf” (RvVb 9 oktober 2012, nr. A/2012/0397).

Zulke para-agrarische bedrijven zijn principieel in de agrarische gebieden toelaatbaar. In agrarische gebieden volgens de gewestplannen vloeit dat voort uit art. 11.4.1 van het zgn. ‘Inrichtingsbesluit’ van 28 december 1972 (RvS 27 januari 2009, nr. 189.807, Cromheecke).

De bijlage bij het zgn. ‘Typevoorschriftenbesluit’ van 11 april 2008 omvat voor landbouwgebieden in een RUP de standaardtypebepaling dat hier ook “aan de landbouw verwante bedrijven toegelaten zijn voor zover hun aanwezigheid in het agrarisch gebied nuttig of nodig is voor het goed functioneren van de landbouwbedrijven in de omgeving en ze gevestigd worden in bestaande landbouwbedrijfzetels. Die bedrijven moeten een directe en uitsluitende relatie hebben met de aanwezige landbouwbedrijven door afname of toelevering van diensten of producten.” Daarbij is het belangrijk dat de startnota op p. 11 aangeeft (onder verwijzing naar het advies van Landbouw en Visserij) dat de klanten van het bedrijf landbouwers en loonwerkers zijn uit de omgeving van het bedrijf.

In dat kader wordt gesuggereerd om de uitbreidingszone bij de eigenlijke uitwerking van het ontwerp-RUP onder te brengen onder de categorie van gebiedsaanduiding ‘landbouw’.

Op die manier wordt de ruimtebalans niet geïmpacteerd en worden uiteraard ook planbaten vermeden.

Er is een bijkomend vraagpunt nopens de woning aan de Vinkestraat 1 (perceelsnr. 0394W).

De woning dateert van voor de eerste inwerkingtreding van het vigerende gewestplan Roeselare-Tielt (KB 17.12.1979), dat het terrein gelegd heeft in een agrarisch gebied. Immers, de woning komt reeds voorop fotomateriaal uit zomer 1971 (raadpleegbaar op Geopunt), zodanig dat zij onder het vermoeden van vergunning in de zin van art. 4.2.14, §2, VCRO valt. Het residentieel (dus niet bedrijfsmatig) karakter van deze woning blijkt uit de overwegingen van de stedenbouwkundige vergunning 1996/100 dd. 28.05.1996 (opfrissing en uitbreiding van de woning), waar expliciet is gesteld dat het hier een “niet agrarische woning” betreft, waarmee de overheid heeft bevestigd dat het niet gaat om een exploitatiewoning bij een (para-) agrarisch bedrijf. De woning verschijnt dus juridisch als een zonevreemde woning.

Door het blijvend residentieel gebruik is het zonevreemd karakter niet teniet gedaan door het sectoraal BPA ‘Fase I – gedeeltelijke wijziging’ (MB 26.06.2007), dat het terrein heeft gelegd in een zone voor één bedrijfswoning en/of aanhorigheden voor de bestaande bedrijfsvoering.

Volgens de startnota komt de woning te liggen in de zone links van de Speibeek, bestemd voor niet-agrarische bedrijvigheid. Aangezien de woning louter residentieel aangewend wordt (hetgeen ook onderkend wordt door de startnota, die spreekt van een “gedesaffecteerde” woning) blijft ook in het toekomstige kader sprake van een zonevreemde woning.

Page 64: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 64

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

In dat kader wordt gesuggereerd om in het RUP-in-opmaak of in de toelichtingsnota te verduidelijken dat de woning in aanmerking komt voor de decretale basisrechten voor zonevreemde woningen (mogelijkheden tot verbouw, herbouw en uitbreiding – principieel beperkt tot 1.000m³), die betrekking hebben op woningen die afwijken van ‘bestemmingsvoorschriften’, waarmee volgens art. 4.1.1, 1°, VCRO voorschriften van (onder meer) het gewestplan, (al dan niet sectorale) BPA’s en RUP’s bedoeld worden.

Uiteraard kan daarbij verduidelijkt worden dat indien de woning niet ingezet wordt als exploitaitiewoning, geen bijkomende wooneenheid als exploitatiewoning op het terrein kan worden gecreëerd.

Page 65: RUP QUINTYNDe verdere hoofdstukken kunnen gezien worden als toelichting bij het RUP. 1.1 Adviezen en inspraakreacties op de startnota Over de startnota wordt een publieke raadpleging

Scopingnota RUP Quintyn – WINGENE pagina 65

STUDIO WIM CARREIN° | design & consultancy for urbanism and sustainable spatial planning

| Kleine Weg 211A | B-8800 ROESELARE | 0499 69 78 45 | [email protected] | www.wimcarrein.be |

°burgerlijke vennootschap onder de vorm van CARREIN Wim BVBA | BE 0542.806.357 | RPR KORTRIJK

8 Bijlagen

Bijlage 1: RVR-toets dd. 27/08/2018

Bijlage 2: ontvangen adviezen tijdens de publieke raadpleging

Advies GECORO Advies provincie West-Vlaanderen – Ruimtelijke Planning Advies provincie West-Vlaanderen – Dienst Waterlopen Advies Agentschap Innoveren en Ondernemen Advies Departement Landbouw en Visserij Advies Departement Mobiliteit en Openbare Werken Advies Agentschap Wegen en Verkeer Advies Departement Omgeving

Bijlage 3: …