Rumolda Van Beek

88

Transcript of Rumolda Van Beek

Page 1: Rumolda Van Beek
Page 2: Rumolda Van Beek

Colofon

Heemkundekring 'Amalia van Solms' houdt zich actief bezig met het erfgoed van onze gemeenten. Dit om de kennis ervan te vergro­ten, het waardevolle te behouden en te beschermen en de verza­melde gegevens voor iedereen beschikbaar te stellen. De kring verzamelt hiertoe informatie over velerlei onderwerpen uit het heden en verleden van Baarle, Castelré, Ulicoten en Zondereigen.

Overname van artikelen of ge­deelten ervan is toegestaan mits bronvermelding. Losse nummers van Van Wirskaan­te zijn te verkrijgen voor € 2,50 per stuk.

Inhoud

2 0 0 Voorwoord

2 0 2 Aon de praot mee ....... Rumolda Van Beek (39) Ik heb veel meegemaakt en bewaar dat in mijn binnenste

216 Eens een paardenvriend, altijd een paardenvriend Er zijn er die meer van hun pèrd dan van hun vrouw houden 1

198 van wirskaante 2009/4

Openingstijden van het Heemhuis, Kerkstraat 4, 2387 Baarle-Hertog:

Elke woensdagavond van 19.30 tot 21.30 uur Elke eerste zondag van de maand van 10.30 tot 13.30 uur

Contact: Voorzitter Ad Jacobs, Willem Alexanderstraat 56, 5111 AC Baarle-Nassau (013 5078258)

238 239

Nieuwe leden

In Memoriam

240 Huisvennen toen en nu De Huisvennen zi jn veranderd en niet meer te vergelijken met die

Vice-voorzitter Antoon van Tuijl, Oranjelaan 24, 5111 XK Baarle­Nassau (013-5078631) Secretaris André Moors , Hertogen­straat 14, 5111 AR Baarle-Nassau (013 5079556)

Internet: www.amaliavansolms.org

E-mail : [email protected]

Bankrelaties: Ra bobank De Zuidelijke Baronie rekening 10.38.94 .969 KBC Baarie-Hertog rekening 733-3023880-32

2 4 5 Nog een keer zuivelfabriek 'de Hoop' Stan Joosen, 40 jaar lang be­stuurslid, schreef de geschiede­nis van de eerste 50 jaar van de zuivelfabriek in een schriftje

2 4 7 Oud worden Volgens mevrouw Miet Bemaerts van de Driehuizen (pas geleden

101 geworden) is oud worden een

kwestie 'van oe eigen nie druk maokenl'

Page 3: Rumolda Van Beek

Redactie

André Moors

Piet van der Flaes

Antoon van Tuijl

Herman Janssen

Jaargang 24, nr. 4. December 2009

Driemaandelijks tijdschrift van heemkundekring 'Amalia van Solms', Baarle-Hertog-Nassau

2 50 Smeerwortel, het helende kruid (12}

252 Samenkomen in Zondereigen Van Rumolda Van Beek kregen wij een brief uit 1947 van pater Ladislaus Segers, gericht aan zuster Rumolda Van Beek

255 Zondereigen, van adders en korhoenders

a ante 259 Arme Amalia (66)

260 Merkwaardigheden (59) Baarles erfgoed op de puinhoop?

2 6 7 Werkzaamheden op en rond de boerderij

2 7 2 Wat groeide er in onzen hof?

277 D'r mót wa meej naor huis!

279 Het boek over het Baarlese onderwijs is verschenen!

2 81 Heemreis leper

269 Herinneringen aan Kees 282 Activiteitenkalender Dickens 2010

van wirskaante 2009/4 199

Page 4: Rumolda Van Beek

Voorwoord

Op de eerste zondag van septem­ber hebben wij onze drieëntwintig­ste heemkalender gepresenteerd. Een kalender die niet meer weg te denken is uit de Baarlese huis­kamer. Het thema voor 2010 is "Elke straat heeft wel iets." Dit sluit perfect aan bij het volgend jaar uit te geven boek met informatie over alle straten, wegen en pleinen in Baarle, Ulicoten, Zondereigen en Castelré. Ook bevat het boek heel veel oude en nieuwe foto's. André en Dennis Moors zijn op dit moment druk bezig met het maken van het boek. Onze heemkalen­der loopt dus een beetje vooruit op het verschijnen van dit boek. Onze verkopers zullen al wel bij u aan de deur geweest zijn, want de verkoop startte begin oktober. Was u misschien niet thuis, dan kunt u nog altijd een kalender kopen op het Heemhuis. Alle kopers en ook onze verkopers bedankt voor uw ondersteuning.

200 van wirskaante 2009/4

De afgelopen periode hebben wij weer een aantal prachtige activi­teiten georganiseerd. Vooral voor de activiteiten,waarop ik in dit voorwoord kort terugblik, was er vanuit leden en introducés een goede belangstelling.

Op zaterdag 5 september vond de inwijding van het glasraam van pa­ter ladislas Segers in Zondereigen plaats. Veel genodigden en natuur­lijk de bevolking van Zondereigen waren hierbij aanwezig. Het was immers hun Pater Ladislas Segers die op deze wijze geëerd werd.

Hij was in de Eerste Wereldoorlog als brancardier werkzaam aan de IJzer en daarna als missionaris in Canada. Ook was hij schrijver van heemkundige studies over zijn Zondereigen. Deze studies zijn van grote betekenis voor zijn geboor­tedorp. Bijzonder was ook dat er familie uit Canada overgekomen

was om deze plechtigheid in de Rumalduskerk bij te wonen.

Amalia heeft zich maximaal moeten inspannen om het reliëf van Maria Regina te behouden. Uiteindelijk is dit, na spoedover­leg met het college van B en W, gelukt. Mede dankzij de inspan­ningen van ons lid Jan van Strijp is er een methode gevonden om het kunstwerk heelhuids uit de muur te halen. Aannemer Marc van den Ackerveken heeft daarna de klus op vakkundige wijze geklaard. Met dit resultaat zijn wij zeer tevreden en kunnen we opgelucht ademhalen. Immers het was de inspanning waard om het weinige kunsterfgoed dat er in de Baarlese openbare ruimte te vinden is, te behouden. Amalia heeft ook al een plaats in gedachten waar het herplaatst kan worden, namelijk in het scholengebied waar straks de nieuwe woningen komen. Daar

Page 5: Rumolda Van Beek

Een van de prachtige routehuisjes (in de volksmond 'roethuisjes') langs het Bels Lijntje. In dit huisje, op Boschoven, woont ons lid Stan van Sas. Hij heeft het huisje altijd perfect onderhouden.

staat het prachtig op zijn plaats (voor meer informatie over onze inspanningen tot behoud van dit waardevolle erfgoed, zie verderop in deze Van Wirskaante).

Op dinsdag 13 oktober vond dele­zing plaats over het Bels Lijntje en zijn spoorvolk door rasverteller Jan van Eijck. De ruim honderd aan­wezige leden en andere belangstel­lenden in de aula van het Cultureel Centrum hingen als het ware aan zijn lippen. De lezing bestond uit een gedeelte over de geschiedenis en het andere gedeelte over het spoorvolk van het Beis Lijntje. Een zeer interessante lezing.

Een vast onderdeel van ons activi­teitenprogramma is een lange wan­deling. Ja, een echte lange wande­ling van zo'n twintig km door ons eigen heem. Deze keer volgden ruim 25 wandelaars de Strijbeekse loop van de Alphense Boschoven

tot aan grenspaal 215. Deze staat ten noorden van de Lembeek op de grens van Meerle-Chaam en Baarle. De wandeling gebeurde on­der deskundige leiding van Antoon van Tuijl. Het weer werkte deze keer niet echt mee maar het was een prachtige wandeling.

Op 14 november is onder grote belangstelling de nieuwe Brede School" De Uilenpoort" geopend. Ook hier was Amalia nadruk­kelijk aanwezig. Onze werkgroep Speciale Projecten presenteerde hier hun boek over het onderwijs in Baarle. Een uniek boek met nog nimmer belichte facetten over de scholentwisten in Baarle. Een echte aanrader.

Als we naar de komende acti­viteiten kijken dan rekenen wij op een ruime belangstelling voor onze Kerstviering op dinsdag 15 december in de aula van het Cul-

tureel Centrum. Ook hier is onze Nieuwjaarsbijeenkomst op zondag 3 januari. En zo zitten wij alweer in het nieuwe jaar.

De activiteitencommissie heeft de kalender met activiteiten voor volgend jaar klaar. Het is een waaier van activiteiten met voor elk wat wils.

Mocht je echter nog leuke ideeën hebben dan zijn deze altijd wel­kom. Wij kijken of ze nog in te passen zijn of we nemen ze mee naar het volgend jaar. Natuurlijk kunt u al onze activiteiten op onze website terugvinden.

Met Amalia blijft het goed gaan. Op de eerste zondag van septem­ber aandacht voor ons 1200e lid. Momenteel staat de teller op 1221. Hij blijft maar doorlopen.

Ad Jacobs, uw voorzitter

van wirskaante 2009/4 201

Page 6: Rumolda Van Beek

"Ik heb veel meegemaakt en bewaar dat in mijn binnenste"

Aon de praot mee ....... (39)

Rumolda Van Beek ANDRÉ MOORS

Wie is Rumolda Van Beek

Rumolda Van Beek is geboren en getogen op Ginhoven, een buurtschap in het mooie dorpje Zondereigen, deel uitmakend van de gemeente Baarle-Hertog. Zij zag het levenslicht op 28 oktober 1923. Rumolda is dus pas geleden 86 jaar geworden. Die toch al hoge leeftijd zie je niet aan haar af: ze ziet er nog altijd voortreffelijk uit.

Rumolda Van Beek, 86 jaar jong!

Rumolda groeide op in het gezin van haar vader Jan Van Beek, ge­boren op 7 oktober 1883 in Zon­dereigen en haar moeder Ludovica Segers, geboren op 24 augustus 1885, eveneens in Zondereigen. In het gezin waren vier kinderen, één jongen die later priester werd en al is overleden en drie meisjes. Haar vader overleed op 8 juli 1963 en haar moeder opl4 november 1942. Op 28 juni 1948 trouwde

202 van wirskaante 2009/4

Oe ouders van Rumolda in ± 1919

Rumolda met Frans Willebrords, eveneens van Zondereigen. Frans was jarenlang een zeer gewaar­deerd (hoofd)onderwijzer in Zon­dereigen. Hij werd geboren op 14 november 1914 en overleed op 31 januari 1987 in Alicante (Spanje). De vader van Frans, Jozef Wil­lebrords, werd in Zondereigen geboren op 9 augustus 1888 en overleed op 21 november 1979. De moeder van Frans, Joanna Schoofs, werd geboren in Rijke­verse! op 3 september 1889 en overleed op 4 november 1955. In het gezin waarin Frans opgroeide waren acht kinderen. Rumolda en Frans kregen vier kinderen, twee jongens en twee meisjes. Ze

geniet elke dag opnieuw van haar kinderen, zes kleinkinderen en vier achterkleinkinderen. Het grootste dieptepunt in haar leven en haar gezin is dat op 7 maart 1971 haar zoon en hun broer Guido op twin­tigjarige leeftijd bij een noodlottig auto-ongeluk om het leven kwam.

Rumolda is nog altijd een erg actieve vrouw. Was ze er vroeger voor haar man en de kinderen, ze schuwde niet om daarnaast allerlei maatschappelijke en vrijwilliger­staken op zich te nemen. Ook haar man Frans was naast zijn werk als

Kleine Frans Willebrords, de toekomstige man van Rumolda, in 1916 met zijn moeder

Page 7: Rumolda Van Beek

Het ouderlijke huis van Rumolda op Ginhoven waar ze opgroeide. Deze boerderij is ook het geboortehuis van zuster Rumolda

(hoofd)onderwijzer maatschappe­lijk erg actief. Bijzonder te vermelden is dat pater Ladislas Segers een oom van haar was. En helemaal bijzonder is dat daarnaast zuster Rumolda een tan­te van haar was. Twee mensen, die vele jaren na hun dood nog altijd enorm tot de verbeelding spreken in Zondereigen en ver daar buiten. Verderop in dit artikel kunt u infor­matie vinden over het werk en het leven van zowel pater Lidaslas als zuster Rumolda. Vervolgens vertelt Rumolda over haar ontmoetingen met beiden. Omdat ik uiteraard het dialect van Zondereigen onvoldoende ken, citeer ik Rumolda in dit interview in gewoon Nederlands.

De jeugdjaren van Rumolda

Rumolda werd op Ginhoven op de boerderij van haar ouders groot­gebracht. "Nog heel vaak denk ik terug aan de tijd dat we met de trein reisden om een bezoek te brengen aan de vijf tante nonne-

kes, waaronder zuster Rumolda. Die nonnekes waren langs vaders en moeders kant. Als we naar Herentais gingen, was het precies alsof we door de bergen reden. Ook reden we met de trein naar Antwerpen, Lier en Mechelen. Min­stens één keer per jaar gingen we in die steden met ons hele gezin bij de nonnekes op bezoek. Die zagen de 'kinnekes' heel graag. In onze tijd was het reizen een heel gedoe. Onze ouders gingen dan met de vier kinderen op de fiets naar Weelde-statie. Drie zaten bij onze vader op de fiets - twee achterop en eentje op de buis - en eentje achterop bij ons moeder. We reden dan via Gel over de zandbaan naar het station. Langs de weg daar naar toe waren veel bossen. Ik kan me nog heel goed herinneren dat vóór op de fietsen een 'cabuurlan­taarn' stond. Er zat witte poeder in en daar werd dan water over gegoten waarna de lantaarn ging branden. En dat was nodig als we 's avonds bij 'donkerte' weer naar huis reden." Rumolda weet ook

nog heel goed dat er thuis varkens geslacht werden. Ze vond dat iets verschrikkelijks. "Ik vond dat zó erg. Als het varken geslacht was, hing dat aan de ladder. Daaronder een bord voor het bloed. Als het even kon was ik dan weg. Ik kon er gewoon niet tegen. Als ik later groot was, moest ik zelf dat bloed opvangen. Ik heb er dikwijls van gedroomd. Ik vond dat slachten heel erg voor dat varken."

Het jongste zusje van Rumolda, Maria, werd, om zo te zeggen, niet op een normale manier geboren. "Wij hadden een tante nonneke in Mechelen. Ze was verpleegster. Mijn moeder had al twee slechte bevallingen gehad, een marte­ling. Beide kindjes waren dood. Daarom mocht ze eigenlijk niet meer in verwachting raken maar dat gebeurde toch. Tante nonneke heeft toen beslist om een keizers· snee te doen. Ze bracht een dokter van het klooster mee. Die hebben hier in het dorp bij mijn 'nonkel' Fons Segers, waar pater Ladislas

van wirskaante 2009/4 203

Page 8: Rumolda Van Beek

V.l.n.r.: Rumolda, haar zusjes Emma en Maria en haar broer Alphans in 1929

is geboren. de keizerssnee gedaan op een keuken- of kamertafeL Dat was hier in Zondereigen toen een heel 'evenement' . Toen ze daar mee bezig waren, moesten wij wachten bij een andere nonkel. En dan komt onze vaoder zeggen: wij hebben un 'kinneke', het is een meisje!"

Haar tijd op de lagere school

Rumolda ging vanaf Ginhoven vier keer dag van en naar de school bij de Zusters in het dorp. Ze vond zich zelf een 'middelmatige' leerling. Met plezier denkt ze nog terug aan de echt leuke dingen in een kinderleven: spelen met haar vriendinnetjes. Dat deden ze heel dikwijls op de Vossen berg, een stukje verwijderd van Ginhoven. Vooral in de hooitijd gingen ze er vaak naar toe. Ze speelden er winkeltje, smidje en vlochten er draad. "De Vossenberg was voor mij altijd wel een beetje geheimzin­nig. Ik durfde er nooit alleen naar toe te gaan. Ik weet nog dat in de Vossenberg middenin een laagte

204 van wirskaante 2009/4

was met veel hoge koningsvarens. Daar kon je praktisch niet doorko­men. We plukten bij de Vossenberg hazelnoten, braambessen en bos­bessen. Er groeide daar van alles. Later heb ik langs nonkel pater Ladislas veel over de Vossenberg horen vertellen. Stond er een toren op? Was er een begraafplaats? De Mark stroomde er langs en daarin gingen we pootje baden. We visten er veel met een 'waai'. twee stok­ken waartussen een net. Er werd gevist tot Vossenschoor, tot boven 'Singelhaai.' In die Mark zaten kronkels, wielen zogezegd. Dikwijls damden wij zo'n wiel af waardoor het waterpeil zakte (jozen) en dan konden we de palingen gemak­kelijk pakken. Er zaten er nog al wat in."

Naar het Internaat In Herentais

Als Rumolda alle klassen van de lagere school heeft doorlopen, begint het echt serieuze werk. Ze vertrekt naar een pensionaat in Herentals, waar uitsluitend Frans wordt gesproken. "Ik kende alleen

de Franse worden père en maison. Na één week mochten wij alleen nog maar Frans spreken. Dat was echt een hele opgave. Een paar keer per jaar mochten we naar huis. Na het begin van het school­jaar, voor het eerst in november. Als ik dan thuis kwam, vond ik alles zo laag, zo klein. Ik ben in Herentais op het internaat twee en een half jaar gebleven. Graag had ik verder doorgeleerd, maar ik moest naar huis komen om op de boerderij te werken. vooral ook omdat mijn moeder jong gestorven was. Ik hielp er mee met melken, bieten wieden, hooien, enzovoort."

Zr. Rumolda ('het heilig nonneke van Zondereigen'}

Zuster Rumolda werd in 1886 geboren als Maria van Beek. Ze kwam uit het zeer christelijke land­bouwersgezin van Kees Van Beek en Angelina Meyvis op Ginhoven. 'Mieke' was het vierde kind in een rij van zeven. Als jong meisje begon zij een leven van gebed en boetedoening. Ze kwam regelmatig

Page 9: Rumolda Van Beek

Haar lichaamstemperatuur schom­melde geregeld rond 40~c. De vijf kruiswonden bleven permanent zichtbaar. Hoofd, armen en benen vertoonden vaak wonden als van geselslagen. Nooit echter begonnen de wonden te etteren. Elke Goede Vrijdag doorleefde zij in extase de marteling en de kruisdood

Zuster Rumolda in 1935. Zo heeft Rumolda van Beek tante nonneke gekend

van Jezus. Zuster Rumolda leed verschroeiende pijnen, maar bleef ondanks alles gedurende 26 jaar een grote minzaamheid uitstralen. Al die jaren verbleef zij op haar kloosterkamertje in Herentals. Zus­ter Rumolda verdroeg dit alles uit godsvrucht en wordt daarom door het volk als heilig beschouwd.

bidden bij de kapel van Ginhoven. Op haar 17° levensjaar gaf zij te kennen dat ze kloosterzuster wilde worden, maar uit plichtsbesef bleef ze thuis om haar ouders te helpen. Een broer en een oudere zus waren al in het klooster gegaan. Pas op 33-jarige leeftijd (in 1920) trad ze toe tot de Zusters Franciscanes­sen van Herentals. Een jaar later werd ze geprofest onder de naam Zuster Rumolda en in juli 1924 legde ze haar Eeuwige Geloften af. Vanaf juni 1922 onderging zij erge lichamelijke en geestelijke kwellingen. In haar handen, voeten en hartstreek werden de vijf Heilige Wonden zichtbaar en vanaf 18 november 1922 was ze blijvend gestigmatiseerd: de vijf kruiswon­den bleven permanent zichtbaar. Ze overleed op 13 maart 1948 en haar graf in Herentais wordt druk vereerd.

Zuster Rumolda wilde haar werk­zame leven graag als religieuze doorbrengen in de missie van Kongo. Dat ging echter niet door. In oktober 1922 verscheen haar in een visioen het Heilig Hart van Jezus. Ze kreeg op dat moment te horen dat zij innig met Christus zou worden verenigd en dat haar

leven zou worden geofferd voor het welzijn van de zielen. De daarop­volgende maanden voelde ze toe­nemende pijnen in handen, voeten en hartstreek. Haar bruidsring werd op 18 november 19 2 2 op een onverklaarbare wijze gegra­veerd met de letters J.U.B.: Jezus Uw Bruidegom. Bij het afleggen van haar eeuwige gelofte op 3 juli 1924 ontving zij in het bijzijn van Kardinaal Mercierop mysterieuze wijze een tweede ring met dezelfde inscriptie aan haar vinger.

Rumolda: "Twee keer per jaar mocht ik van de zusters van het pensionaat 'op parloir', op bezoek bij tante nonneke Rumolda. Ik klopte dan bij haar op de deur, ging binnen en zag meteen dat ze pijn had. Ik zag dan ook haar won­den, met name op haar handen. Dat zag er zo wat zweerachtig uit. Die wonden had ze ook op haar voeten en in haar zij. Ik ging er

Zuster Rumolda op haar doodsbed op 13 maart 1948, omringd door zuster Emma (I), moeder overste Gudele (m) en zuster Vicarisse (r)

Page 10: Rumolda Van Beek

graag naar toe. Ik praatte veel met haar. Het was een heellieve tante. Ze was vooral geïnteresseerd in mijn vorderingen op school. Haar broer kwam bij haar alle maan­den een mis doen. Als ze dan de communie kreeg, was ze 'precies' dood. Je kon haar dan op haar arm kloppen. maar dan reageerde ze niet. Ze kreeg dan wel 'halve­ling' een glimlach op haar gezicht. Ineens was dat dan gedaan en zag je dat haar lijden weer terug kwam." In haar kamertje stond een mooi groot H. Hart beeld. Rumolda weet zeker dat het H. Hart aan tante nonneke is verschenen. Het

is volgens Rumolda de opdracht van God geweest dat ze moest lijden voor de zonden van de wereld. Vooral in de vastentijd had ze volgens haar heel veel pijnen. "Na de vastentijd moesten wij altijd met een zuster gaan spelen op de 'cour' en dan werd het verslag van hetgeen zuster Rumolda in de vastentijd had meegemaakt, aan mijn ouders verteld. Zij zagen dan ook haar bloeddoeken." Er wordt al veel jaren gediscus­sieerd over de vraag of zuster Ru­molda niet zalig of heilig verklaard zou moeten worden. Rumolda: "Eigenlijk wel. Mijn broer is ook al

Het prachtige glasraam van zuster Rumolda in de Rumalduskerk van Zondereigen

206 van wirskaante 2009/4

lang bezig geweest in een werk­groep om dat mee voor elkaar te krijgen. Hij heeft allerlei docu­menten bijeen gebracht. Hij heeft er onnoemelijk veel werk en tijd ingestoken. Er moeten wonderen zijn gebeurd. En dat is ook. Kijk maar in de kerk waar een dankbe­tuiging hangt van To Jansen. Maar voor mijn part hoeft die zalig- of heiligverklaring helemaal niet. Ook voor mijn broer niet. Ik ben al héél blij met dat mooie glasraam achter in de kerk." Tante nonneke Rumolde is in het zelfde huis geboren als Rumolda. "Ze was mijne meter. Ik ben de oudste van de Rumoldas. In elke familie hadden ze namelijk een meisje dat Rumolda heette, genoemd naar de patroon van de parochie van Zondereigen (St.

Rumoldus}. Ik vind het geweldig dat achter in de kerk twee prach­tige glasramen zijn aangebracht. Aan de ene kant eentje van tante nonneke Rumolda en aan de an­dere kant eentje van nonkel pater Ladislas. Het is zeer uitzonderlijk dat twee parochianen en tevens familieleden in de eigen kerk met een apart glasraam vereeuwigd zijn. Voor zover ik weet, bestaat er geen tweede parochiekerk waar dit het geval is."

Uitgaan

Toen Rumolda nog jong was, zat er 's avonds uitgaan en gaan dansen niet in. Dat zag haar vader niet zitten. Overdag rijdansen tijdens oogstfeesten mocht zij weer wel. "Mijn vader was niet echt streng, maar we wisten wel wat we aan hem hadden. Overdag mochten we wel naar de Heilig Bloed-processie in Hoogstraten. Maar niet naar het café hè! Ook mochten we overdag naar Meersel-Dreef en elke zondag

Page 11: Rumolda Van Beek

Oogsttijd in 1943. V.l.n.r.: nonkel Janus Van Beek, Maria, Rumolda, Emma en Jos Segers

naar het 'misslekranske.' Er werd daar genaaid en gebreid voor onze missionarissen. Ik hielp dan mee. We namen ook 'gerief' mee naar huis en mochten dat dan thuis af­werken en brachten dat 's zondags weer binnen. Ik ben ook jarenlang lid geweest van de jeugdbeweging en bezocht toneelvoorstell ingen in de parochiezaal van Zondereigen."

Bevrijding van Zondereigen

"Bij ons thuis hadden wij ook een schuilkelder. Met de bevrijding lagen er verschillende van onze koeien dood. We zijn toen toch nog gaan melken en toen hoorden wij de granaten al fluiten. De Polen waren in aantocht. Met wat brood en melk hebben we de hele dag in de schuilkelder gezeten. Op den duur hoorden wij gestommel en gepraat dat wij niet thuis konden brengen. Mijn broer is gaan kijken

en zag dat het er vol stond met grote tanks. De soldaten daarvan, het bleken Polen te zijn, staken hun hand omhoog en maakten ons duidelijk dat we geluk had­den gehad, omdat ze niet over de schuilkelder waren gereden. Die tanks reden namelijk niet over de weg maar over de hoven en overal tussendoor. Rond vier, vijf uur kwamen ze zeggen dat we uit de schuilkelder mochten komen. De tanks waren toen allemaal met een oranje zeil overdekt. Ze hadden de 'vliegers' opgebeld-dat-ze het niet aankonden. Ze konden Zonder­eigen nog niet bevrijden. De hele dag werd er geschoten. De Duitsers schoten vanuit de kerk. Even later zagen wij dat het op veel 'plak­ken' in Zondereigen brandde. De kerk was door de Polen in brand geschoten. Mijn broer die priester was, zei toen, mijn eremis zal ik niet meer in de kerk kunnen doen.

Het interieur van de aan het einde van W.O. 11 kapot geschoten Rumalduskerk ,.

-.... .....

Page 12: Rumolda Van Beek

Het ouderlijke gezin van de man van Rumolda in :t 1940. Frans staat in de bovenste rij links

Ook het huis van mijn toekom­stige man die in het dorp woonde, was in brand geschoten. Hij zag dat de kerk brandde en is toen door de sloot naar de 'pastorij' gekropen. Daar zaten ook Duitsers binnen. Toen is hij. samen met zuster Theofanne, drie keer de kerk ingegaan om kostbaarheden veilig te stellen. Na de derde keer begon de kerk in te storten en bleken er Duitsers dood geschoten te zijn. Die er nog waren trokken richting Baol."

Rumolda wil ook nog wel kwijt dat ze tijdens de oorlogsjaren heeft gesmokkeld. "Wij bakten zelf ons brood. Het graan daarvoor stopten we weg. Dat deden we ook met een varken. Het brood dat wij bakten was voor mijn vader die maaglijder was, te zwaar. Daarom gingen wij naar Ulicoten en haal­den daar bij een tante die naast de

208 van wirskaante 2009/4

kerk woonde. beschuiten en ha­vermout. Dat smokkelden we langs de 'Singelhaai.' Mij is de schrik daarvoor altijd hard bijgebleven."

Rumolda leert haar toekomstige man Frans kennen

Zoals eerder vermeld was aan het einde van de oorlog ook het huis van de ouders van Frans Wille­brords afgebrand. Dan gebeurde het vaak dat mensen van wie het huis was afgebrand, bij andere mensen in Zondereigen tijdelijk gingen inwonen. En zo gebeurde het dat het gezin Willebrords bij de ouders van Rumolda introk. Rumolda: "Frans speelde muziek, ook harmonica. Toen heb ik Frans bij ons thuis leren kennen. Ik had eigenlijk kennis mee een ander, maar ik was al meteen verliefd op Frans! Maar ik had daarbij wel tegenstand van mijn vader. Mijn

vader had al een nieuwe schuur gebouwd om de boerderij te split­sen. Maar ja, ik was 'mee unne school mister' en dat zag onze pa

Rumolda bij een van de zelf gemaakte waterputten op de Singelheide in 1947. Ze moest die in de volle zomer twee keer per dag leeg putten voor de kalveren

Page 13: Rumolda Van Beek

eerste jaren de enige onderwijzer op de in 1928 gestichte school aan het Lipseind. Toen hij daar begon, had hij zestig leerlingen in de klas! De klas is daarna 'ontdub­beld'. In de winter maakte hij 's morgens op school eerst de 'stoof' aan. Dan gaf ik hem wat dun hout mee. De kinderen kwamen 's winters dikwijls met natte voeten op school aan. Als de inktpotten bevroren waren, kregen ze win­terverlof. Dat is toen ook gebeurd, want er waren in die tijd harde winters. Alle kinderen kwamen van het Upseind hè. Hier in het dorp was ook nog een jongensschool

De trouwfoto van Rumolda en Frans op 28 juni 1948. Rumolda was een van de eersten die in het wit trouwde

en trouwens ook een meisjes­school. Hij gaf de l<inderen van het Upseind les in alle vakken. Er zijn verschillende kinderen die later Hoger Onderwijs zijn gaan volgen. Les geven aan goeie kinderen was niet zo'n probleem. Maar ieder jaar waren er wel een paar kinderen die niet zo goed mee konden en dat kostte vokke heel veel energie. Later is vokke les gaan geven in de school in het dorp, in het gebouw dat nu van de brandweer is. Weer later zijn de scholen allemaal bij­een gebracht en is er in 1960 een

niet zo zitten. Later draaide hij wel bij. We hebben van na de oorlog twee jaar verkering gehad. Op 28 juni 1948 zijn we getrouwd in de parochiezaal. samen met mijn zus Emma. We hebben toen ons feest gevierd in de stal. De koeien stonden buiten en de stal werd helemaal 'opgekuist' en versierd. Het feest duurde twee dagen. Eerst voor de nonkels en tantes, de dag daarop voor de neven en nichten. Na ons trouwen zijn we eerst gaan wonen in het dorp, in het huis wat onze vader had gekocht om daarin tijdens zijn oude dag te gaan wo­nen. Vóór ons woonde in dat huis Fons van den Broek. werkman van de gemeente. In 1951 hebben we hier op Ginhoven grond gekocht en hebben we ons eigen huis gebouwd."

Frans als onderwijzer

De man van Rumolda, die ze liefkozend 'vokke' noemt, was de

Vergane glorie anno 2009. Het geheel in verval geraakte klaslokaal aan het Upseind waarin Frans les heeft gegeven. De schoorsteenaansluiting voor de 'stoof' is nog te zien

Page 14: Rumolda Van Beek

Het schoolhuis (een ontwerp van architect P. Taeymans), waarin meester Miehielsen woonde, stond naast het huidige café Schuttershof. Op de In ± 1929 gemaakte foto staan zijn vier kinderen

nieuwe school gebouwd. Hij heeft daar heel hard voor geijverd. Vokke had trouwens ook een bijnaam. ledereen noemde hem 'meester mus'. Men noemde hem zo omdat zijn grootvader Wilhelmus heette en tijdens zijn werk altijd floot."

Volgens Rumolda had men in het dorp voor alles de meester nodig. Om schrijfwerk te doen, dingen op te richten. Hij zat in allerlei besturen. "Bij oogstfeesten speelde hij monica. Hij was bij de Bond van het H. Hart, inde stoelgeld in de kerk, speelde op het orgel in de kerk, was de 'maatslager' bij het koor, organiseerde parochiefeesten, verkocht loten voor goede doelen, enzovoort. Vijfentwintig jaar lang was vokke mutualistisch afgevaar­digde. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat stond onze huisdeur open. Veertien- en twaalfjarigen moesten dan ingeschreven worden voor de ziekenkas. Twee keer per week was het hier uitbetaling van de ziekenkas. De bode kwam hier

De klas van meester Frans Willebrords In de nieuwe school (schooljaar 1971-1972)

Page 15: Rumolda Van Beek

De jongensschool -nu brandweergarage- waarin Frans ook les heeft gegeven. In de woning er naast woonde gewezen schoolhoofd Jaak Van Dyck, die er les gaf tot 1909

Het gezin van Rumolda en Frans In 1961 t.g.v. de Plechtige Communie van Guido. V.l.n.r.: Frans, Guido, Rudie, Rumolda, Miekeen Ueveke

V.l.n.r.: Rudie, Rumolda, Miekeen Lieve spelen in 1960 in de tuin op door Rumolda en Frans zelf gemaakte speeltoestellen

regelmatig en vokke moest ook dikwijls vergaderingen bijwonen. Omdat hij overdag op school was, kwam er veel van dat werk bij mij terecht. In zijn echt vrije tijd speelde hij thuis piano, maakte pentekeningen en hielden we samen den hof bij. Ik zelf breidde en naaide graag en steriliseerde groenten uit de tuin."

De kinderen van Rumolda

Een ding is volstrekt duidelijk, Rumolda is ontzettend blij met en trots op haar kinderen, klein- en achterkleinkinderen . "Ik vind hel heel fijn dal de kinderen zeggen dat ze hel thuis goed gehad heb­ben. Ze waren nooit bruut of zo. Ik had een echte vertrouwensband met de kinderen. Toen ze klein waren maakten we zelf speelgoed en speeltoestellen voor de kin­deren. Ze speelden er dan met kinderen van de 'geburen'. Ik heb er altijd heel veel deugd van gehad en nog. Ik heb ontzaggelijk goeie kinderen."

Vakanties

Vroeger zorgden Frans en Rumolda er altijd voor dat er tijd werd inge­ruimd voor een kortere of langere vakantie. "Geef ons en de kinderen een plaske water en dan waren wij tevreden. Op zondag reden we heel veel naar Postel waar we gingen zwemmen aan het familie­strand. Ook gingen we zwemmen aan het Vossenschoor en in hel Strikkenven. Toen we naar het buitenland gingen, verbleven we altijd zo'n anderhalve maand aan de Middellandse zee. We waren er dikwijls met kennissen uit Mol en Oud Turnhout, ook onderwijzers. In totaal waren we dan met acht kinderen. Nóóit een woordje ge-

van wirskaante 2009/4 211

Page 16: Rumolda Van Beek

Rumolda en haar kleinkinderen Wouter (I) en Maarten (r) in 1989 bij de visvijver op Ginhoven

hád. Het zijn nog altijd onze beste vrienden."

Een enorme klap

Heel vaak wordt verteld dat je kind verliezen, het ergste is dat je kan overkomen. Helaas kan Rumolda dat alleen maar bevestigen. Op 7 maart 1971 gebeurt er iets verschrikkelijks. Haar zoon Guido komt op twintigjarige leeftijd bij

ëen auto-ongeluk om het leven. Nu Rumolda weer over die dag vertelt, krijgt zij het zichtbaar moeilijk. "De wereld heeft door deze gebeurtenis stil gestaan. Maar ik moet zeggen, door dat verschrikkelijke voorval zijn wij in ons gezin nog dichter bij mekaar geraakt. We hadden en hebben veel steun aan elkaar. We hebben er altijd goed over kunnen praten. Op die bewuste dag, toen er veel sneeuw lag, deden wij een

sneeuwwandeling met de geburen. Onze Guido had kennis aan een meisje waar hij naar toe wilde. Hij vroeg toen: vokke, mag ik den grote auto meenemen want de 'chaufage' in de kleine auto werkt niet goed. Vokke vond dat goed en toen ging Guido naar huis. Daarna hebben we de wandeling voortge­zet. Na afloop kwamen we thuis en toen stond er iemand aan huis en die zei dat onze zoon verongelukt was ........ .. ." Rumolda herpakt zich: "De 'banen' waren die dag allemaal vrij van sneeuw. Op de weg van Merksplas naar Ri)kevor­sel was op één plaats een ijsplek. Onder die ijsplek liep een water­loop. Op die ijsplek is onze Guido van de weg afgeraakt en op een boom gereden. Mensen die achter hem reden hadden gezien dat hij remde en dat had hij niet moeten doen. Van de ingehouden emotie heeft vokke tijdens de vakantie in

Het besuur van de KVLV in 2001. Rumolda (2e rij rechts) zat toen 27 jaar in het besluur

212 van wirskaante 2009/4

Page 17: Rumolda Van Beek

Wedstrijd korenpikken in 1999 op het Lipseind. Bindster Rumolda (I) en pikker Frans Jansen {r). Het stro werd gebruikt voor de kerststal

1971 in Malaga Spanje nog een hartinfarct gekregen."

Rumolda verliest ook haar man

In het eerste jaar dat Rumolda en haar man in het nog kille voor-jaar een appartement huurden in Alicante Spanje, gebeurde er weer iets dramatisch. Oe verwarming werd gestookt met een gasfles. Frans was in de badkamer. De deur van de badkamer was op dat moment dicht en dat werd Frans fataal. Hij kwam naar buiten zei tegen Rumolda: "Ik ben misselijk." Hij pakt mij vast en zegt, het zal mijn hart toch niet zijn zeker? Ik merkte dat hij zijn bewustzijn ver­loor en stierf even later. Volgens de dokter was een gebrek aan zuurstof de doodsoorzaak." Rumolda met een brok in haar keel: "Toen heb ik mijn zoon eigenlijk voor de tweede keer verloren, het was namelijk net of Guido voor de tweede keer stierf. Onze kinderen zeggen dat ik er vijf

jaar over getobt heb. Uiteindelijk heb ik alles in mijn binnenste kun­nen bewaren en ik ben heel, heel gelukkig." Na het overlijden van haar man, neemt Rumolda na een tijdje nog méér deel aan allerlei maatschappelijke en ontspan­ningsactiviteiten. Ze speelt kaart, is om de veertien dagen met vier andere weduwen actief bij de rum­micubclub, gaat twee keer per jaar gedurende één week naar zee, gaat uit eten, bezoekt open tuinen, is actief in de parochie, was wijkver­antwoordelijke voor de 55-plussers van de KVLV en was bestuurslid van de gepensioneerden en de KVLV. Ook vandaag de dag oefent zij nog een aantal van die activitei­ten uit. "Maar ik rijd ook heel graag auto. Vooral over de 'autostrade'! Dan kan ik zo eens 'efkes' gas geven. Ik rijd ook met de auto naar Balen, Beersen Merksplas om daar de kinderen te bezoeken. Mijn agenda staat iedere dag vol. Vóór de middag werk ik en na de mid-

dag ben ik vrij. Mijne man zei al­tijd, als je voor de middag werkt en je bent dan nog niet klaar, dan ben je niet goed bezig. Dat is nu ook mijn leuze. 's Avonds ben ik wel graag thuis en zit dan dol graag in mijn waranda een beetje TV te kijken. De kinderen willen nooit dat ik een zondag alleen ben. Ja, ik heb veel meegemaakt en bewaar dit in mijn binnenste. Ik ben heel gelukkig door mijn familie, de vele vrienden maar vooral door mijn kinderen. Die kinderen zijn wel zó goed voor mij. Dat heeft mij er echt bovenop geholpen."

Pater Ladislas Segers

Jozef Segers ( 1890-1961), nonkel van Rumolda Van Beek, ging op dertienjarige leeftijd naar het col­lege van de kapucijnen in Brugge. Na zijn collegejaren trad hij in 1909, precies een eeuw geleden, in in de orde der kapucijnen. Hij koos als kloosternaam 'pater Ladis-

van wirskaante 2009/4 213

Page 18: Rumolda Van Beek

Pater la dislas Segers was als brancadler werkzaam in de Grote Oorlog 1914-1918

las' en kreeg zijn noviceopleiding in Izegem. Van 1914 tot 1919 diende hij het vaderland als bran­cardier in de Eerste Wereldoorlog. Zijn heldenmoed werd herhaal· delijk op de dagorder vermeld en pater Ladislas werd meermaals gedecoreerd. Na de oorlog werd hij tot priester gewijd. Hij vertrok als leraar geschiedenis en Latijn naar het college in Brugge. Vanaf 1927 was Ladislas als pionier van de ka­pucijnermissionarissen in Canada. Hij was achtereenvolgens pastoor van Blenheim en Erieau, Toutes­Aides en Pelée lsland. Hij had een uitgebreide vriendenkring en werd door iedereen geprezen voor zijn sobere levensstij l.

Zijn wekelijkse artikelen in de Gazette van Detroit ondertekende hij steevast met de schuilnaam 'Vossenberg'. Zijn schrijversnaam had hij gekozen uit liefde voor zijn geboortedorp. De Vossenberg van Ginhoven was zijn favoriete

214 van wirskaante 2009/4

plekje. Als kind had Jozef Segers vaak op die heuvel gespeeld. Later ontdekte hij dat daar de oorsprong van Zondereigen lag. Algemeen wordt pater Ladislas als de eerste Zondereigense heemkundige en schrijver beschouwd. Van 1955 tot 1956 schreef hij zijn dichtbundel 'Het Gelmellied', een legende die in Zondereigen van generatie op generatie mondeling was overge­leverd.

Rumolda: "Nonkel pater heeft altijd tegen mijne man gezegd: gij moet zorgen als onderwijzer dat de Vossenberg in orde blijft. Vanuit Canada schreef hij dat ook regelmatig. Helaas is het behoud en de herinrichting van de Vos-

senberg nog altijd onzeker. Ik weet nog heel goed dat nonkel pater bij ons op Ginhoven kwam als hij met verlof was uit Canada . Hij verbleef dan meestal bij zijn moeder in het dorp. Maar hij kwam ook regel­matig bij ons op bezoek. Hij werd dan ontvangen in de beste kamer, die anders nooit gebruikt werd. Er stonden sigaren en een fles wijn op tafel. Ik herinner mij nonkel pater als 'ginne druktemaker.' Hij was altijd heel weemoedig, zeker als hij weer ging vertrekken. Hij is eens van ons thuis uit over de Singelhei­de naar Baal gegaan. Hij had niet gezegd dat hij zou vertrekken. Ik denk dat hij in Canada veel 'vaart' heeft gehad. Nonkel pater was een heel familiale mens."

Het pas onthulde schitterende glasraam van nonkel pater Ladislas Segers in de Rumalduskerk

Page 19: Rumolda Van Beek

~ ZONDE.REI/;'EN • D8 Kerk

Oe kerk van Zondereigen eind 20-jaren, vóór de bouw van de parochiezaal

Zondereigen

Ik vraag haar wat er toch zo bijzon­der is aan Zondereigen. "Zonder­eigen is eigenlijk één familie. Er waren vroeger geen auto's. Toen hadden de mensen tijd en buurtten met elkaar in de slootkant. Ook na afloop van de mis werd er voor

ingang van de kerk nog gebuurt. Ik weet nog dat mijn man kinde­ren in de klas had en dat is nog niet zo lang geleden, die nog niet verder waren geweest dan Baarle­Hertog. Zondereigen is een hechte gemeenschap. Altijd geweest. Er is een actief verenigingsleven. ledereen kent iedereen, alhoewel

er toch wel meer import komt. En de mensen gaan veel minder naar de kerk waardoor er ook minder gebuurt wordt. Vroeger was het zo dat als er een vreemde in de kerk zat, iedereen zich afvroeg: wie is dat?" Over kerk gesproken, de Kerk betekent desgevraagd nog altijd veel voor Rumolda. "Ik ging iedere dag naar de kerk. Daar zat ik altijd helemaal vooraan, helemaal alleen. Ik ben nog altijd diepgelovig. Ik bid alle avonden een gebed."

Afscheid

Beste Rumolda, het was mij een groot plezier om jou te interviewen. Echt waar, met mensen praten uit Zondereigen, dat is iets heel speciaals! Namens alle leden van onze heemkundekring heel erg bedankt voor jouw openhartigheid . Ook willen wij jou danken voor de door jou aan onze heemkundekring geschonken brief die pater Ladislas Segers op 25 januari 1947 schreef aan zuster Rumolda. Wij hopen tot slot dat jij nog heel lang bij jouw kinderen, kleinkin­deren en achterkleinkinderen mag zijn. Het ga jou goed!

Alle geestelijken van Zondereigen en dat zijn er heel wat, zijn in 1965 voor de kerk samengekomen

Page 20: Rumolda Van Beek

Eens een paardenvriend, altijd een paardenvriend

ANDRÉ MOORS

In onze Van Wirskaante van 1 juni jl. kondigde ik een artikel aan over paarden en paardenvrienden. Voor die tijd ben ik op zoek geweest naar oude foto's van straatbeelden voor het stratenboek in wording 'Van Akkers tot Zigraeck' dat volgend jaar verschijnt. Bij mijn bezoeken aan mensen in het buitengebied van ons heem, ben ik gefascineerd geraakt omdat boeren en rustende boeren mij dan ook wel eens foto's lieten zien van hun zelf met hun paard(en). Een oproep aan onze leden om zulke foto's te mogen scannen ter illus­tratie van een artikel over paarden, leverde veel reacties op. Uitein­delijk heb ik ruim veertig foto's uitgekozen. Het zijn vaak heel oude foto's, soms hedendaagse. Bij afbeeldingen hoort natuurlijk ook tekst. Daarvoor sprak ik met rustende boer Wout v.d. Broek, die­renarts Hans Caron, hoefsmid Miel Rijsbosch, instructrice Mieke Smol­ders en Chris Gillis als vertegen­woordigster van een familie wiens leven voor een belangrijk gedeelte wordt bepaald door paarden. Ik wens u veel lees- en kijkplezier!

Wout v.d. Broek vertelt over

het boerenleven van vroeger

Wout is geboren 3 mei 1926 in het huis aan de Oordeelsestraat waar hij vandaag de dag nog steeds woont. In het ouderlijke gezin werden tien kinderen geboren.

216 van wirskaante 200914

Wout v.d. Broek kijkt vol interesse naar een paardenhoofdstel, een voorwerp uit zijn grote verzameling boerenvoorwerpen, werktuigen e.d. Zo'n hoofdstel deed de boer voor aanvang van het werk over het hoofd van het paard.

Twee kinderen overleden een paar dagen na de geboorte. Een derde kind mocht slechts een maand of zes worden. De vader van Wout was boer. Hij bouwde in de Oor­deelsestraat een nieuwe boerderij. De hierbij gelegen akker heette volgens Wout 'Doorns-akker' en liep tot aan de kapel op Nijhoven. Over paarden raakt Wout bijna niet uitgepraat. Het boeit hem nog steeds. "In de beginjaren had vaoder één pèrd. Dat was un grijze, un heel zwaar pèrd. Ze noemden hem 'loloor', want hij

hai iets aan zun oren. Het was un heel rustig pèrd. Op un gegeven moment dacht mijn vaoder. hoe moet dat hier mee drie zonen.

dacht dat hij de boerderij wel voor twee zonen kon delen. Maar voor drie zonen was de boerderij te klein. Dus wat gebeurde er, ze deden mi] op school. Eén dag voor ik twaalf wier moest ik mee de taxi met nog twee andere jongens uit Chaam naar Nijmegen. Hubsakee, weg er mee! Naor het juvenaat om paoter te worden. Uiteindelijk ben ik er vijf jaar gewiest. Ginne paoter geworden!"

Wout als jong manneke aan

het werk

Wout: "Op een gegeven moment moest ik van onze vaoder het pèrd inspannen. Ik dee zunne buiks­band voor zijn poten vast. Nou. ik kreeg van onze pa toch grommes! Maar ja, er was mij niks uitgelegd. Ik wist het gewoon nie hoe ik ut moest doen. Daar stond ik. Mar ja, door den duur leer je het. Ik moest gaan ploegen mee un pèrd er veur. Ik kende da niet. Ik dacht dat ik de ploeg moest douwen. Maar zo is ut nie. Ge moet naar ut pèrd kijken, kijken waar ut pèrd blijft. Trok hij un bietje naor links, dan ging hij de voor weer uit en dan was ut fout. Net zo goed als un pèrd alles moest leren, moest ik ooi< alles le­ren. Mee pèrd en kar moest ik ook rijden. Heb ik ook moeten leren.

Page 21: Rumolda Van Beek

Duitse fotografen maakten deze foto in 1939 voor de Vlaamse schuur op de boerderij van Pro v.d. Broek, de vader van Wout. V.l.n.r. Pro, 2 werkpaarden, 1 tweejarig paard, 1 veulen vastgehouden door Jan v.d. Broek.

Een van mijn twee oudere broers was de voerman zo gezee. Ik moest het staande werk doen. Dat heb je als je nummer drie bent. Ik moest met schop en riek werken. Op een gegeven moment ging ik maar eggen. Dat kan iedereen."

Ditjes en datjes over het werk

met paarden

Na een aantal jaren kan Wout toch het bedrijf van zijn vader overne­men. Zijn twee broers zijn op een ander plek gaan boeren. Wout ver-

telt mij dat als een paard soms niet voldeed, er dan een ander werd gekocht of er werd een tweede paard bij gekocht. Wout: "Een licht pèrd is nie zo duur en is ook beweeglijker. Een zwaar pèrd is sterker maar kost

Adrianus v.d. Broek (vader van Annie Tuijtelaars-v.d. Broek} van het Voske met zijn paarden en wagen volgeladen met hout, op 15 mei 1947 gefotografeerd ter hoogte van het St. Annaplein. In de achtergrond de smederij van Miel Rijsbosch. Zie in die tijd het wegdek en de serene rust!

Page 22: Rumolda Van Beek

Sooij Keustermans (I) en Sus Gijsbrechts (r), de vader van Fien Vermeer. Het paard is van Charel Jansens.-Oe foto in 1943 op de Eikelenbosch gemaakt.

ook nog al wat. Un goed pèrd wat trekvast is, daar moet voor betaald worden. Die is al in de leer gewiest bij iemand anders. Zo iemand spant zo'n jong pèrd naast un ander ervaren pèrd. Het onervaren pèrd moet dan mee. Bij ut ploegen gaf ik ut pèrd wat dus nog in de leer was, un derde part van de haamsknuppel waar hij aan trekt. Ut sterke pèrd moest dan twee derde trekken. Ge kunt dat als boer zelf goed regelen. Ge kunt namelijk de balk zo zetten, dat ut jonge pèrd maar een derde hoeft te trekken."

Wout had ook een wielploeg. Dat is een ploeg die dieper kan gaan. Daar moesten twee paarden voor gezet worden, vooral als je een wei moet scheuren om er later rogge op te zetten. "Maar let op, un pèrd kan wel degelijk moe worden. Dan begint ie te zweten en te hijgen. Als je

218 van wirskaante 2009/4

hem zwaar belast door de ploeg bijveurbeeld nog een gatje dieper te zetten wat hij eigenlijk niet aan kan, dan wordt ie zeker moe. Dan moet je stoppen om hem te laten rusten. Maar als je rustig ploegt en niet te diep, dan kan een pèrd de hele dag aan de gang blijven. En als ge dan thuis komt, span je je pèrd uit en je doet zijn gereel en strengen af. Dan meteen ut pèrd te eten en te drinken geven. Dan pas denk je aan je zelf. En denk er om, un pèrd mot zuiver waoter hebben. Nie uit unne vuile emmer, want da drinkt ie nie. Dan wa hooi en een schep haver geven. En dan pas ga je zelf eten. Wiste gij trouwens da un pèrd bijna altij staande slaopt?"

Paarden hebben ook een wil

Volgens Wout is ieder paard anders van aard. Je hebt paarden die gemakkelijk zijn en paarden die

moeilijk in de omgang zijn. Die ook wel eens bijten. Paarden kunnen ook bedorven zijn. "Als je een pèrd kocht dat al in de leer was gewiest, was da meestal duurder. De miste boeren leerden ut pèrd zelf bij. Zo'n leerproces duurde toch wel un jaor. Un jong pèrd moet links en rechts un lent hebben zodat je hem kunt sturen. Hij moet alles leren, ook werken in un gareel.

Je kunt un pèrd natuurlijk te zwaor belasten en dan moet hij wel trek­ken maar kan het eigenlijk nie. En dan? Dan ging je er met de zweep op. Mar dat is nie de goeie weg. Je moet natuurlijk wel eens streng zijn tegen een pèrd. Als ge een suffe voerman bent, nou dan speuit ut pèrd met jou. Iemand vertelde mij pas geleden nog over een pèrd dat een waogen mee zavel moest trek­ken. Hij verrekte het. Ging ginne poot verder. Hij zee tegen da pèrd.

Page 23: Rumolda Van Beek

Fons Raeijmaekers (broer van Floor} van de Driehuizen, met paard, kar en gierton in 1944. Fons was toen·knecht'blj Remie Tuijtelaars van de Heikant.

ge kunt doen wa ge wilt, blijf hier maar staon. Ik goi naor huis. Maar 's morgens, de dag er op, was ie wel thuis. Hij had honger natuur­lijk. Wij zelf hebben ooit un heel mooi luxe pèrd gekocht. Daarmee gingen we op Schaluinen zavel haolen. Ik spande hem veur unne platte waogen en wij liepen lekker daar naar toe. Mijn broer Jos en ik laaiden de waogen vol. We zetten hem een bietje schuin, zodat hij kos vertrekken. Hij trekt, loopt drie meter en hij stopt. Nog unne keer geprobeerd. Wir het zelfde. Onze Jos wier kwaod. Hij zee toen. pak een stuk hout en nou sla je hem. Nou, hij looptwirvijf meter en stopt wir. Toen hebben we de helft van de zavel van de waogen gehaald en hij trok nog nie. Toen hebben we er maar alles afgelaaien en zijn we naar huis gereden. Da pèrd was niet trekvast Die was bedorven, noemen we da. Het

kan ook un pèrd gewiest zijn van een groentenboer die regelmatig moest stoppen en optrekken. Maar als ge un goed trekpèrd hebt, die zakt mee zunne rug omlaag, blijft dan hangen en trekt dan. Da luxe pèrd han wij bij unne handelaar gekocht. Het was eigenlijkunne miskoop en hebben hem toen terug gedaan."

Verzorging van het paard

Als een paard niet meer eet, moet je volgens Wout opletten. Dan is hij ziek. Wout: "Ook als hij hoest of dempig is. Je hoort hem dan hijgen. Een gezond pèrd kan wel dertig jaar worden. Un pèrd gaat bij dun boer mistal niet dood. Staot hij nog wel op die leeftijd bij dun

Meester Verschueren, als jonge knaap op zijn paard voor zijn geboortehuis in de Oordeelsestraat. Oe foto is gemaakt omstreeks 1910. Hij was hoofdonderwijzer in Ulicoten.

van wirskaante 2009/4 219

Page 24: Rumolda Van Beek

boer, dan heeft hij die voor vertier. Omdat hij er veul van houdt. Mistal gaat een oud, versleten pèrd naar de vilder. Dat is un koopman die un oud pèrd laot slachten. Als je pèrd dood ging of dood moest, vond je dat heel erg. Un pèrd is namelijk iets persoonlijks. Daar ben je alledag mee omgegaan. Heel belangrijk is dat je bij de om­gang met je pèrd altijd kalm blijft. Ik kon dat niet zo goed. Als een van onze pèrden moest gaon wer­ken en het liep in de waai, hadden mijn broer en ik de grootste moeite om het te vangen. Maar de kunst is en blijft om rustig en aardig tegen ut pèrd te blijven. Te dikwijls wier frustratie van de boer op ut pèrd uitgewerkt. Iemand die niet goed gemutst is, geeft dan ut pèrd de schuld. Maar dat is niet goed. Over eten gesproken, un pèrd eet minstens drie keer per dag. Net als un mens. Zoals al eerder gezee, eerst zorgde je 's morgens voor ut pèrd. Dan pas ging je zelf eten. Ontbijten noemen ze da tegen­woordig."

De geboorte van een veulen

"Onze Jos was unne echte pèr­denman. Liet de hengstenboer komen als er un merrie gedekt moest worden. De merrie moest dan 'perrig' staan en dan kwam de hengst. Dat was vrij duur. Als de merrie goed stond, ging dat vrij gemakkelijk. Als er un veulen geboren moest worden, ging hij bij de merrie in de stal slaopen. Hij wou dat zien. Maar dat is bij un pèrd nie zo maar gebeurd. Als er bij de merrie ijskorrels aon de uiers komen, dan wordt het tijd dat ze gaot veulenen. Mistal gebeurt dat niet overdag. Un koe gaat er bij liggen en ut kalf komt er heel langzaam uit. Kan wel vijf

220 van wirskaante 2009/4

Willem Tielemans brengt in 1968 gepakt hooi naar de schuur aan de Beemdendreef in Ulicoten.

minuten duren. Maar un pèrd dat werpt hè. Dat gebeurt staande. Dat valt er zo maar uit. Als een veulen was geboren, was dat best een bijzondere gebeurtenis. Heel de buurt kwam dan kijken. Maar dan begint het gedonder want moeder­pèrd moet na een paar dagen wel eens werken en het veulen moet in de stal blijven hè. Dat hinnikt als

unne gek. Na twee leerjacren kan het opgegroeide veulen mee aan ut werk. In het begin natuurlijk licht werk. Op het land werk je mee merries of mee unne gesneden hengst. Dat noemen ze unne ruin. Die worden gesneden, gecastreerd, omdat ze anders te hevig zijn. Ze zien de vrouwkes te gère en ze zit­ten er ook achteraan!"

Pro Tuijtelaars (r) en zijn broer Fons (I) in ongeveer 1940 op de werft van de boerderij op Gorpeind 8.

Page 25: Rumolda Van Beek

Rangorde

"Pèrden onder elkaar gaat best goed. Maar ook daar is un rang­orde. Dat bepalen ze zelf. Het is niet altijd zo dat ut grootste pèrd de baas is. Dat kan ook un klein pèrd zijn. Dat is bij de mensen ook zo. Ja, ook hier in huis is da soms ook! laot mij het er maar op hou­wen da mannen de baas zijn, mar vrouwen hebben ut leste woord!"

Dierenarts Hans Caron weet waarover hij praat

Janus Peeters van de Kleine Maayen in Ulicoten en zijn dochtertje Betsie op het paard in ongeveer 1954.

Hans Caron is een van de dieren­artsen van de praktijk 't Leljdal in Chaam. Met hem had ik een boeiend gesprek over paarden.

Hans werd geboren in Tilburg en groeide op in Etten-leur, in het boerengebied tussen Etten en Hoeven. Al een aantal jaren woont hij in Alphen. Hans: "Bij ons thuis

Dit paard van Ad v.d. Broek (r) van de Kievit heeft koliek. Dierenarts Hans Caron (I) heeft het dier via de neus een maagsonde ingebracht om de maag in eerste instantie te spoelen en vervolgens via de sonde paraffine te geven. Die paraffine werkt laxerend.

hadden we paarden. Daar is eigen­lijk mijn liefde voor die prachtige dieren vandaan gekomen. Mijn opa was ook dierenarts. In mijn jeugd was ik lid van de plaatselijke rijver­eniging." In eerste Instantie volgde hij zijn studie voor dierenarts in Antwerpen. Nadat hij in Utrecht alsnog werd ingeloot, ging hij daar studeren. Na zijn opleiding werkte Hans in Gemert in een praktijk van een van zijn vrienden. Daarna een tijdje in Gilze en uiteindelijk, via allerlei fusies, is hij in Chaam te­rechtgekomen. In de regio, Chaam. Ulicoten, Baarle-Nassau, Gilze en Rijen is hij werkzaam vanaf 1992.

liefde voor paarden

De veertienjarige dochter van Hans is ook al heellang een grote paarden liefhebster. "Ze kreeg dat van mij mee, Ik van mijn vader. en mijn vader van opa. Het zit dus kennelijk In ons bloed. Mijn moeder brak haar arm bij het paardrijden en moest er sindsdien niets meer van hebben." Ik vraag hem van waaruit die liefde voor paarden toch ontstaat. Hans: "Een paard is net als een grote hond. Die luisteren, reageren op mensen. Paarden zijn ook sociale dieren. Ze hebben een kuddegevoel en als

van wirskaante 2009/4 221

Page 26: Rumolda Van Beek

mens ben je een deel van die kud­de. Dat is bij een hond ook zo. Bij honden maak je deel uit van een roedel. Als m'n dochter 's morgens naar de wei gaat, dan komt haar paard naar haar toe. Maar als m'n zoons dat doen, dan reageert haar paard niet. Weet je dat er nog best boeren zijn die thuis één, of zelfs meerdere paarden hebben? En dan niet meer om mee te werken maar puur voor de hobby en uit liefde. Paarden, zeker grote, zijn mooie dieren om te zien."

Karakters van paarden

Paarden hebben volgens Hans verschillende karakters. "Je hebt te maken met karakters die je kunt voorspellen. Die hebben te maken met het ras. Maar ook hebben paarden individueel een karakter. Je hebt aanhankelijke beesten maar ook beesten die niet zo veel van je moeten hebben. Dat is aangeboren of aangeleerd. Dat is bij mensen ook zo. Wat heb je meegemaakt in je leven? Als je veel ellende hebt meegemaakt ben je schrikachtiger. Maar van vader en moeder krijg je ook heel veel mee. Dat is bij paarden ook zo. Daarom

willen mensen vaak een veulen van een bepaalde merrie omdat ze weten dat die rustig en heel be­trouwbaar is. Men zegt wel eens, een koe is zoals de boer is en dat is bij een paard ook zo. Als je zelf rustig bent en voorspelbaar gedrag vertoont, dan wordt daar een paard ook rustig van. Er zijn echter ook paarden die onbetrouwbaar, druk of opgewonden zijn. Deels zit dat in de genen, deels is het aangeleerd. Want weet je, als je een paard hebt, moet je bereid zijn om er veel energie in te steken om hem de goede dingen te leren. Je moet goed met paarden om kun­nen gaan. Vaak zijn mensen die dat goed kunnen ook hondenlief­hebbers. Een hond en een paard liggen toch wel dicht bij elkaar. Het zijn, zoals eerder opgemerkt, allebei kuddedieren. Een paard is het liefst samen met andere paar­den. Ze houden van gezelschap, reageren altijd op elkaar. Daarom adviseer ik mensen altijd, als je de ruimte hebt, doe er dan voor mijn part een shetlandertja bij. Vroeger zette de boer wel eens voor het gezelschap van het paard een geit in de stal. Want anders gaat een paard, als het wat gestrest is, krib·

Miet Moeskops (I) en haar zusje Fien (r) in 1942 op Hoogeind.

222 van wirskaante 2009/4

bebijten. Zo'n paard zet dan zijn landen op bijvoorbeeld een rand van een plank en maken dan ge­luiden. Op die manier proberen ze hun stress te onderdrukken. Maar het is natuurlijk niet goed voor hun tanden. Ook 'waven' komt voort uit stress en verveling. Ze bewegen dan wat heen en weer. En dan kunnen ze last van de hoeven krijgen. Dus waar een geit al niet goed voor is!"

Leertijd van een paard

De tijd die paarden nodig heb-ben om dingen te leren verschilt volgens Hans per paard. Natuur­lijk maakt het al veel uit of men er al volop mee bezig is geweest toen het nog een veulen was. De tijd varieert van een paar maan­den tot een paar jaar. Herhalen, consequent zijn en belonen zijn kennelijk daarbij heel belangrijke factoren. "Je hebt voor de opleiding van paarden twee 'scholen.' De Duitse en de Engelse. De Engelse school gaat uit van belonen en de Duitse school is meer voor straffen. Met de Duitse school haal je snel resultaten op korte termijn. Maar die paarden luisteren, omdat het moet. Binnen de Engelse school doen de paarden dingen omdat ze het leuk vinden. Natuurlijk, ik geef een paard ook wel eens een tik, maar vol uithalen heeft geen enkele zin. Als je een paard slaat, dan doe je dat uit eigen frustratie. Dan heb je in feite de strijd al ver­loren. Maar je moet juist slimmer zijn dan een paard. En doet hij de dingen goed, dan beloon je hem. Belonen doe je je paard door hem te aaien of door een suikerklontje te geven. Ook door tegen hem op een rustige, aardige manier te praten. Aan je stem horen ze of je tevreden bent of boos."

Page 27: Rumolda Van Beek

Marcel Gulickx, zelf een grote paardenliefhebber, verzorgde de paarden van zijn vriend Louis v.d. Flaas. De foto is in 2003 gemaakt voor de paardenstal op de Tommel. De merrie is acht jaar oud, het veulen een paar maanden.

Intelligentie

Je leest vaak dat paarden intel­ligent zouden zijn. Intelligentie is echter volgens Hans heel moeilijk te meten. "Een paard is intelligent omdat ie sociaal is. Met andere woorden, heeft een hoge sociale intelligentie. Je kunt hem dingen leren. Hij wil iets voor jou doen. Hij kijkt ook naar jou op een manier, wat wil die man nou eigenlijk. Ik zeg niet dat een kat niet intelligent is. Maar hoe dan ook, een kat kun je veel moeilijker iets aanleren. In­telligentie heeft dus ontzettend veel te maken met sociaal gedrag. Som­mige dingen kun je een paard niet leren. Bijvoorbeeld als je honderd­duizend keer zegt 'zit' dan zal het paard dat niet doen. Een hond heb je dat zo geleerd. Een paard gaat niet zitten, omdat hij dat gewoon niet kan. En als een paard dan

Jos Huybrechts van het Upseind (Zondereigen) is in :t 1980 achter de boerderij bezig met het culteren van zijn akker. ZIJ grote, sterke werkpaard heette Jeanne.

van wirskaante 2009/4 223

Page 28: Rumolda Van Beek

toch op zijn gat zit, wordt het tijd om te laten kijken wat het man­keert. Een been geven, kun je hem echter weer wel leren. Een paard zal zijn baas altijd herkennen. Als mijn dochter 's morgens in de stal komt. begint het te hinniken. Qua toonsoort een hele lage hinnik. Of het uit liefde is, ik denk het wel, maar weet het niet zeker, want hij koppelt het weerzien óók aan eten. Hij onderkent echter wel degelijk het verschil tussen mijn dochter en mij. Voor mijn dochter is hij veel enthousiaster. Geef je je paard dan een aai, dan vindt hij dat heerlijk. Soms legt een paard zijn hoofd op jouw schouder. Dat komt voort uit het gedrag dat paarden vertonen als ze tegenover elkaar staan. Ze gaan dan elkaars nek krabben. Dat doen ze alleen maar bij paarden die ze goed kennen. Daarom willen ze dat bij jou ook doen."

Gezondheidsproblemen

De meeste gezondheidsproblemen die Hans in zijn praktijk tegenkomt zijn hoesten, kreupelheden en 'koliek.' Dat is een verzamelnaam

Jef Bruurs van de Luktebaan, vader van Corrie, Charel, Harrie, Jan en Jos met zijn werkpaard voor het schop van de boerderij. De foto is gemaakt in ongeveer 1938. Jef was als-boerenknecht in die jaren in dienst bij zijn twee ooms en twee tantes.

voor buikpijn. Het merendeel van koliek is volgens de dierenarts re­delijk onschuldig, ofschoon ze van de kramp gruwelijk last kunnen hebben. Maar het kan ook heel ernstig zijn en dan gaan ze dood. "Alle paardeneigenaren zijn bang van koliek. Daar worden wij in de spoeddienst vaak voor gebeld. De oorzaken kunnen divers zijn. Het kan komen na een zware inspan­ning, na het te koud drinken van water, of het kan een worminfectie zijn. Als ze koliek hebben, rollen ze

soms in de wei van de pijn; gaan staan en gaan dan weer rollen. Als er echter een draai in hun darm komt worden ze vaak geopereerd in een kliniek, maar dikwijls toch met fatale afloop. Vermeldens­waard is dat ik in de praktijk vaak werd gebeld door iemand wiens paard koliek had. Ik ging kijken en kon eigenlijk niks bijzonders vinden. Op een gegeven moment kwamen we er achter dat hij last had als hij in een bepaalde box in de stal stond. Toen hebben ze een keer een wichelroedeloper laten komen, die heeft daar een koper­draad in de grond gelegd en heeft het dier nooit meer koliek gehad."

Volgens de dierenarts is een paard een teenloper. Ze kunnen grote afstanden afleggen omdat ze heel goed gebruik maken van hun voeten. Een breuk kan echter bijna nooit volledig herstellen.

Harrie Pelkrnans in 1967 in de wei bij zijn boerderij op de Kievit. Het volwassen dier is zijn werkpaard van ongeveer zes jaar oud. Daarnaast een veulen, haar zoon.

Vaak blijven ze kreupel. Hans: "Je moet niet vergeten dat een paard zwaar is. Zes- tot achthonderd kilo. Pinnen en platen aanbrengen na een breuk is moeilijk, ja zelfs een gipsverband werkt bijna niet. Hoe lager de breuk zit, hoe meer kans er is op herstel. Vaak moeten we

224 van wirskaante 2009/4

Page 29: Rumolda Van Beek

helaas paarden met breuken een spuitje geven." Of een paard moe is moet je aanvoelen en kun je voor een deel ook zien. Hans: 'Als ik de hartslag meet, zie ik het natuurlijk meteen. Maar iedereen kent z'n paard en je weet wel wat hij kan. Maar als je paard iets niet doet wat hij normaal gesproken wel doet. dan weet je dat er iets aan de hand is. Of als hij erg zweet en hijgt. Je moet dan stoppen. Je kunt trouwens ook niet zeggen hoe lang een fysieke inspanning mag duren."

Wat je je paard te eten geeft. hangt volgens Hans af van wat je van hem verlangt. Een paard dat niet veel hoeft te doen, heeft vaak al aan wat gras en hooi voldoende. Maar een paard dat prestaties moet leveren of een drachtige merrie, moet je krachtvoer geven. Brok­ken en haver. "In brokken is een enorme variatie. Het is de commer­cie die daar op in springt."

Paarden kunnen oud worden

Dat paarden relatief oud kunnen worden. staat vast. Hoe oud, hangt van verschillende factoren af. "Hoe kleiner ze zijn, hoe ouder ze kun­nen worden. Die kunnen wel dertig tot vijfendertig jaar worden. Grotere paarden worden niet zo oud. Vijf­entwintig tol maximaal dertig is dan al een hele leeftijd. Als ze de twintig gepasseerd zijn, moet je je paard meer rust gaan geven. Maar ze moeten wel in beweging blijven. Dat is bij een mens ook zo. En als uiteindelijk je paard dood gaat. is dat een drama. Het is een vriend die dood gaat. Je hebt er altijd voor gezorgd en je paard heeft je altijd veel plezier bezorgd of heeft, zeker vroeger, altijd voor je gewerkt."

De geboorte van een veulen

De geboorte van een baby is in ieder gezin een grote gebeurtenis waar mensen heel veel vreugde

--~

aan beleven. Dat is bij paarden ook zo. "De geboorte van een veulen is een heel spannende aangelegenheid. Het gaat bijna altijd goed. Een paard heeft een ruime geboorte­weg en het veulen is heel rank. Dit in tegenstelling tot de mens. Het enige probleem bij paarden is dat ze een enorme sterke buikpers hebben. Dus áls het veulen eventu­eel toch verkeerd ligt, dan perst de moeder zo sterk dat er veel schade aangericht kan worden. Overigens valt het niet mee om echt getuige te zijn van de geboorte van een veulen, want de meeste merries wachten net zo lang tot iedereen weg is en veulenen dan in een paar minuten! Meestal 's nachts. Een veulen staat binnen een uur en begint dan meteen te zoeken naar de spenen, hierbij geholpen door de moeder. Mijn advies aan de vaak te ongeruste paardenei­genaren: laat ze rustig hun gang gaan, ook al ziet het er vaak

Deze foto is in ongeveer 1945 gemaakt op het Hoogeind. V.l.n.r.: Sooy Moeskops (de vader van Fien en Miet), opa Nard en ome Louis Bervoets.

van wirskaante 2009/4 225

Page 30: Rumolda Van Beek

onbeholpen uit. Rust. rust. rust. Heel veel mensen die de geboorte van een veulen hebben meege­maakt zullen het met mij eens zijn: de geboorte van een veulen is een feest. Echt waar." aldus dierenarts Hans Caron.

Hoefsmid Mie/ Rijsbosch, een man met ervaring

Miet Rijsbosch (zijn voornaam wordt uitgesproken als 'Mil', zo noemt en kent iedereen hem in Baol), werd geboren op 16 juni 191 7 in Baarle-Hertog. Hij is nu dus 92 jaar. Heel zijn arbeidzaam leven is hij hoefsmid geweest. Zijn bedrijf was gevestigd op de spie tussen de Alphenseweg en het Oosteind, daar waar nu de speel­goedzaak is gevestigd. Ook zijn vader en opa hebben er het beroep vawhoefsmid uitge­oefend. Vooral in de beginjaren hield Mi el zich een gedeelte van

Jef Vermonden van de Eikelenbosch. Oe foto is in 1943 op de boerderij gemaakt. Jef woont nu in de Kapelstraat

de dag bezig met het beslaan van paarden. Dat vond hij erg leuk werk. Hij had niet voor niets een opleiding gehad tot hoefsmid. Miet: "Ik besloeg drie tot vier pèrden per dag. Anderhalf tot twee uur werkte ik aan de vier voeten. Er waren pèrden bij die dè nie graag hadden. Een boer die zijn paard voor normaal boerenwerk

gebruikte, kwam er twee of drie keer per jaar mee langs om het te beslaan. De ouwe ijzers werden dan weer gebruikt." Volgens Miet werden de ijzers in het vuur terug op maat gemaakt en dan op de voet gebracht. "Dè stonk wet wa. In de gevoelloze hoornlaag werden nagels geslagen. Die moest je precies op de goeie plak er in

Dorpssmid Miel Rijsbosch bij zijn authentieke hoefstal met daarin het door Miel gemaakte paard van hoefijzers.

226 van wirskaante 2009/4

Page 31: Rumolda Van Beek

slaan, tussen de hoornwand en het vfeesgoed. As ge dè nie goed deed en ge raakte ut vleesgoed, dan begon ie te bloeden."

scherp gezet moesten worden. Ze gleden dan niet uit. Ik haalde er dan de ijzers af. boorde er twee of vier gaten in, snee er draad in voor de schroeven en zette dan de ijzers er terug op," aldus Miel.

maakt nogal verschil hoe je met een pèrd omgaat. Sommige boeren zijn zelf zenuwachlig of kort aan de kèr. Gemakkelijke pèrden verzetten ginne poot. Die bleven rustig staan. Een pèrd aaien deed ik trouwens altijd. Dikwijls werden ze dan rustig. Maar bij lastige pèrden, oei oei. Die zette ik dan mee un touw helemaal vast en als je dan een bi­tje pech had, namen ze hoefstal en al mee naar buiten. Zo fel ging dat. Maar bang ben ik nooit geweest. Een pèrd heeft mij ook nooit iets gedaan."

Scherp zetten

Volgens Mie! brachten vroeger heel veel boeren de melk met paard en wagen naar de melkfabriek. Als het gesneeuwd had moesten die en andere paarden 'scherp gezet' worden. "Bij onverwachte sneeuw stonden er soms wel twaalf tot twintig paarden veur het huis die

Niet alle paarden waren altijd even aardig tegen Miel. Er waren er bij die hij moest vastbinden. Ofschoon het beslaan van de paarden geen pijn deed, vonden ze dat niet fijn. Volgens Miel waren er heel gemak­kelijke paarden en heel moeilijke. "Hoe ze van karakter waren, lag volgens mij ook aan de boer. Het

Een nostalgisch plaatje: Adrianus Jansen uit de Pastoor de Katerstraat met zijn paarden en kar met handelswaar (pindraad, ijzerwaren, textiel enz_} op zijn ventroute langs de boeren in het buitengebied. In Baol werd hij ook Jaon van Gooi genoemd, naar zijn tweede vader. Ongeveer 50 jaar is hij zo op pad geweest. Hij ruilde paarden onderweg om bij boeren en kreeg dan van die boeren een 'steeg' paard mee. Na enkele weken les van Adrianus trokken die paarden de stenen uit de grond. Later verkocht hij zo'n paard weer door. Het getuig van de paarden was altijd met koper beslagen_ Zijn kinderen waaronder Jan, moesten dat getuig elke zaterdag poetsen. Adrianus kwam om de twee of drie weken in Castelré, Ulicoten, Chaam, Alphen, Gilze. Hij liep alt ijd naast de wagen, ging nooit op de wagen zitten. Hij heeft gewerkt tot veertien dagen voor zijn overlijden. De foto is gemaakt in ongeveer 1951, waarschijnlijk op de Bredaseweg. Volgens Antoon van Tuijl was Adrianus elke zondag in een de wei (achter het huidige Cultureel Centrum) met een van zijn paarden bezig. Hij liep dan naar zijn paard en krabde het op een bepaalde plek op zijn rug. Het paard ging dan in paardenkeuringshouding staan en bleef dat minutenlang doen. En vervolgens stond Adrianus op een afstandje met zichtbaar plezier naar zijn paard te kijken.

van wirskaante 2009/4 227

Page 32: Rumolda Van Beek

Van wie houd je het meest,

van je paard of je vrouw?

Mlel is altijd een grote paarden­liefhebber geweest. Hij ging ook dikwijls naar wedstrijden kijken. Ik vraag Miel waarom mensen toch zo veel van paarden houden. Niet Miel geeft antwoord op deze vraag, maar zijn vrouw Annie die mee luistert, reageert meteen. "Er zijn er die meer van hun pèrd dan van hun vrouw houden! Ja, da is toch zo!" Miel: "Een pèrd is gelijk unne mens. Die worden ook graag vertroeteld. Als ge aardig bent te­gen een pèrd, krijg je er liefde voor terug. Een boer die dat deed en heel veel boeren deden dat, kregen zo pèrden die gemakkelijker in de omgang waren. •

Mieke Smolders:

paardenliefhebster in hart en nieren

Mieke Smolders, instructrice en bestuurslid bij de Enclaveruiters

Mieke Smolders en Sunday op het terrein van de Enclaveruiters in Baarle.

in Baarle-Nassau, is geboren in Tilburg. Ze woont nu in Ravels-Eel. Mieke is van kinds af aan opge­groeid met paarden. "Thuis hadden we er geen maar mijn zussen en ik mochten de pony's van een boer rijden. Aan de rand van Tilburg was ik als kleuter dikwijls te vinden bij die pony's. Toen ik een jaar of twaalf was en nog steeds erg fanatiek, heeft mijn vader zelf

pony's gekocht. Al vroeg wilde ik een paardenopleiding volgen, maar mijn ouders wilden dat ik eerst een andere opleiding volgde. Ik bleef mijn passie houden en later mocht ik alsnog naar de opleiding. Mijn vader heeft al dikwijls gezegd, ons Miekeismet rijlaarzen aan geboren. Ik weet dat mijn ouders heel trots zijn dat ik deze keuze heb gemaakt," aldus Mieke.

Deze foto is gemaakt in 1943 voor de schuur van de Annahoeve op Gorpeind. V.l.n.r.: een marechaussee, vader Janus van Bavel, Toon, Jo, Trees, weer een marechaussee, Marie en To van Bavel.

228 van wirskaante 2009/4

Page 33: Rumolda Van Beek

Opleiding gevolgd door lesgeven

Ze volgde de zogenaamde ORUN­opleiding. Dat is een driejarige opleiding in Ermelo, gedurende één dag per week. Hier leer je het nodige over africhting en je krijgt heel goed les hoe je paard moet rijden. Mieke: "Ik heb springen- en dressuurrichting gedaan. Dat heet allround. Het laatste jaar waren er nog maar vier van de twaalf cursisten over waarmee we gestart waren. De uilval was dus groot. Toen ik twintig was, was ik klaar met de opleiding. Om aan de slag te gaan als instructrice ging eigen­lijk vanzelf. Ik werd steeds meer gevraagd door clubs en particulie­ren. Bij verschillende handelsstal­len heb ik gewerkt, onder andere in Alphen. Zodoende kwam ik al gauw in contact met mensen uit Baarle. Bij de Enclaveruiters vroe­gen ze een jaar of tien geleden of ik les wilde geven. Dat heb ik toen gedaan en doe dat tot op de dag

Mieke Smolders geeft les op het terrein van de Enclaveruiters.

van vandaag nog steeds met heel veel plezier. Sinds kort zit ik ook in het bestuur. Omdat de vereniging zo hard is gegroeid geef ik samen met enkele andere collega's les. leder Hd van de club heeft recht op één uur les per week. De cursisten brengen altijd hun eigen paard of pony mee. Een lesgroep bestaat uit maximaal vijf tot zeven mensen."

Als er iets fout gaat ligt dat volgens Mieke bijna nooit aan het paard,

meestal aan de ruiter. "Natuurlijk, er zijn paarden die niet zo'n fijn karakter hebben maar zo worden ze niet geboren. Als je een bepaald type paard niet goed aanvoelt kan het voorkomen dat het nooit gaat klikken tussen die combinatie. Je moet één zijn met je paard om hem alles te kunnen laten doen. Als je verkeerde 'hulpen' (aanwij­zingen) aan hem geeft, snapt hij dat niet. Daarom vraagt een begin­nende rulter met een paard dat ook

Instructrice Mieke Smolders haat dochtertje Jill en pony Flipke.

van wirskaante 2009/4 229

Page 34: Rumolda Van Beek

Fons van Rooijen Leo Adrlaensen in 1944 achter het schop van de boerderij op Schaluinen. Het paard waarop zij zitten is 20 jaar oud.

nog weinig kent, dubbele aan­dacht. Dan is een goede instruc­teur erg belangrijk. Een groot voor­deel is dat ik zelf ook veel rijd. Mijn gevoel daarbij probeer ik over te brengen op de ruiters. Ik benadruk ook altijd om geen ruzie te maken met je paard als iets niet lukt. Door iets vaak te doen leert hij iets. Het is namelijk een gewoontedier. Je moet als ruiter dus veel geduld hebben. Op een gegeven moment gaat hij jou snappen."

Mieke geeft ook les aan particu­lieren. bij de mensen thuis. Deze mensen hebben een eigen paard of pony. "Zelf heb ik momenteel twee paarden en twee pony's. Op mijn paarden wordt niet door anderen getraind. Dat werkt niet. Het zijn namelijk mijn wedstrijdpaarden.

cross, een combinatie van dressuur en springen). De populariteit daar­voor neemt toe. Vroeger was de ruitersport echt een elitesport Tegenwoordig kun je met een modaal inkomen een leuk paard kopen."

Je kunt je paard niet missen, geen dag

Volgens Mieke kun je van een paard ontzettend veel houden. Dat begint al bij kleine kinderen die ze

mooi vinden. Dan aait zo'n kind hem en hij doet niets. Zo'n kind glundert dan van oor tot oor. "Als je een paard aait. merk je dat hij dat fijn vindt. Als ik thuis rond de stallen bezig ben. volgt mijn paard mij altijd. Als ik hem borstel, legt hij zijn hoofd op mijn schouder. Als ik zijn stal heb schoongemaakt en alles is ververst, zie ik aan zijn uitdrukking dat hij tevreden is. Ik zie aan zijn ogen wat hij bedoelt. Ook aan de oren zie je veel. Als hij tijdens het rijden zijn oren heel erg naar voren heeft gespitst, dan kijkt hij ergens naar en luistert hij niet naar de ruiter. Als hij zijn oren schuin naar achteren heeft, luistert hij wel naar de ruiter. En als de oren plat naar achteren liggen, is hij boos. Liefde tussen jou en hem ontstaat en groeit ook omdat hij van je afhankelijk is. Als je paard dood gaat is dat een drama. Mijn allereerste stierf toen zij (een merrie) eenendertig jaar oud was. Zij was ook mijn eerste paard. Uit haar heb ik mijn andere wedstrijdpaarden gefokt. Dus haar dood was verschrikkelijk. Echt waar, voor sommige mensen is

De meeste kinderen beginnen bij een manege als ze zes of zeven jaar oud zijn. Mensen die al langer bezig zijn en een goed gevoel heb­ben met hun paard, willen nog wel eens overstappen als wedstrijdrui­ter. Binnen deze sport heb je onder andere dressuur en springen. Bij onze vereniging hebben we ook talenten voor de zogenaamde even­ting-sport (dit is de zogenaamde

Floor Raeijmaekers van de Driehuizen geniet in zijn vrije tijd van een mooie sleetocht met zijn paard Old Job. De foto is omstreeks 1962 gemaakt.

230 van wirskaante 2009/4

Page 35: Rumolda Van Beek

Cecile Govaerts 26 jaar jong, zus van dokter Jos Govaerts, op het paard 'Bragola' van Al ph ons Jansen van de Heikant. Ze is gefotografeerd in 1937 nabij Schaluinen.

het net zo erg als wanneer ze een dierbaar familielid verliezen. Als er een veulen wordt geboren, is dat altijd een feest. Maar wel spannend. Ik probeer er altijd bij te

zijn. Daarom heb ik in de stal een camera hangen, zodat ik op een TV in huis haar kan volgen. Zo'n geboorte is echt iets geweldigs."

Mieke: "Ik doe zelf ook aan wedstrijdsport. Ik rij in België en in Nederland. Ambitie om door te stoten naar de Grand Prix klasse heb ik nooit gehad. Dan ben je alleen nog maar bezig met de sport en gaat dat ten koste van je gezin. Ik vind trouwens zowel springen als dressuur mooi. Het geven van hulpen aan het paard is het moei­lijkste bij dressuur. Je moet veel geduld hebben en je moet goed op je paard zitten. Als je rijdt met een paard en je merkt dat hij naar je luistert en je ziet resultaat, dan wordt de liefde alleen maar groter. Als het met hem klikt, merk je dat je een team bent geworden. Ik beloon hem ook dikwijls. Onder het rijden laat ik dan een teugel los en geef hem dan een klopje op de hals als

beloning. Door de liefde die een paard je geeft kan je persoonlijke problemen beter aan. Een paard veroordeelt je niet, zijn liefde is onvoorwaardelijk."

Mieke hoopt nog lang met paarden bezig te mogen zijn. Een leven zonder deze prachtdieren kan ze zich niet voorstellen. Haar dochter­tje van zes rijdt nu ook al. Zo zie je maar, zo moeder zo dochter ....... .

Zo vader, zo dochter, zo kleinkinderen, zo achterkleinkinderen

In Van Wirskaante van 1 maart 2009 kon u in de reeks 'l\on de praot mee' een uitgebreid interview lezen met Gust Gil/is. Ik vond het toen een genot om met hem te buurten over zijn gezin, zijn liefde voor paarden en het verleden en het heden van Castelré. Sindsdien ben ik nog een paar keer bij hem op bezoek

Louis v.d. Flaas (1), Piet van Beek (m) en Antoon Pelkmans (rl zijn lid van de Nassauru iters. Oe foto is in 1950 gemaakt bij het roethuisje aan de Chaamseweg. Dit ter gelegenheid van de gouden bruiloft van het echtpaar Janus Hoefmans uit de Kapelstraat

van wirskaante 2009/4 231

Page 36: Rumolda Van Beek

Gust Gillis van het Groeske was zijn hele leven lang een grote paardenvriend. Hij gaf die liefde door aan zijn kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen.

geweest. Ook dat waren fijne ontmoetingen. Ik vond het dan ook heel erg toen zijn dochter Chris mij op 19 oktober jl. belde

met de trieste mededeling dat haar vader die dag was overleden. Hetgeen Gust mij kort voor zijn

overlijden over paarden vertelde, is hier toch ogenomen.

Gust woonde zijn hele leven lang aan het Groeske in Castelré. Op zijn bedrijf boerde hij aanvankelijk met twee zware werkpaarden. Op een gegeven moment kocht hij er twee luxe paarden bij waarmee hij vaak ging touren. Als lid van de rijvereniging in Wortel reed hij er wedstrijden mee. Kee, de vrouw van Gust, vertelde de vorige keer dat ze er op een gegeven moment

232 van wirskaante 2009/4

genoeg van had dat hij zo vaak met paarden 'op stap' was. Gust: "Toen ut derde kind op komst was, ben ik gestopt bij de rijvereniging." Kee: "Gestopt? Ge kost kiezen! Of wel veur oe pèrd of wel veur men!" Gust met een brede grljns: "Ik heb toen mar veur heur gekozen!" Het zat haar kennelijk hoog, want ook nu herhaalt ze haar woorden van toen. Volgens Gust is hij met paarden groot gebracht. "Ik weet dan ook niet beter. Vroeger kossen de boeren niet zonder een pèrd. Als boer ga je hem dan ook waar­deren. Geef je ze un suikerklontje, een bietje haver of un aal, ze zijn er blij mee. Altijd. Als je pèrd in de waai loopt en je roept zunne naam, dan komt hij. Dikwijls beweegt Ie dan mee zijn hoofd langs jouw hoofd. Maar als je p€rd doodging, dan kwamen de tranen meteen. Erg was dat. Veul, veul erger dan het doodgaan van een koe. Maar als er een veulen wier geboren, jongen, jongen, wat een plezier beleefde je dan I''

V.l.n.r.: Moeder Pykette van het Groeshof (zeventien jaar), dochter Finesse van het Groeshof (vier jaar) en kleindochter Jabline van het Groeshof (drie maanden). Chris Gillis, de dochter van Gust, Is maar wat trots.

Page 37: Rumolda Van Beek

Paardenliefde doorgegeve.n

Duidelijk is dat de paardenliefde bij Gust in het bloed zat. Bijzonder is dat hij die liefde heeft doorgegeven aan een aantal van zijn kinderen, kleinkinderen, ja zelfs achterklein­kinderen. Kijk maar eens naar de foto's die ik van de familie Gillis kreeg. Het leek mij daarom leuk om ook eens te praten met Chris Gillis, de dochter van Gust en Kee die de 'besmetting' weer doorgaf aan háár nakomelingen. Chris en haar man Frans Bruijnen hebben elkaar, hoe kan het anders, bij de ruiterclub in Wortel leren kennen. Ze hebben drie dochters: Tinne, Denise en Annick. Laatstge­noemde leerde haar man ook ken­nen bij de paardenclub in Wortel. Vooral Tinne en Denise zijn nog altijd met paarden en pony's bezig. Chris: "Dat heb je als je kinderen vanaf hun vroegste levensjaren op­groeien mee pèrden. Onze vaoder zag gère pèrden en zijn twee broers

Berre Braspenning (vijf jaar) en Merel Braspenning {3 jaar), kinderen van Annick en Raf. De geit heet Vlekje en is altijd bij pony Floor. Is de geit er niet bij , dan wil de pony niet gaan wandelen . Ook in de wei zijn ze alt ijd samen. Soms ligt de geit boven op de pony te slapen. Zie de opmerkingen van dierenarts Hans Caron in dit artikel!

ook. Een van die nonkels richtte in Wortel een pèrdenclub op. En zo begonnen onze Fons en ik op un pony te rijden. Maar ene pony veur ons tweeën ging eigenlijk niet goed. Daarom kocht onze vaoder veur mij er unne grotere pony bjj. Toen ik weer groter werd, ben ik bij de rui ters gegaan. Onze vaoder stond er helemaal achter. Zo lang

ik weet, hebben hier altijd pèrden in de stal gestaon."

Harde benen

Vandaag de dag staan er nog alt ijd verschillende eigen paarden bij Chris in de stal die allemaal in de hobbysfeer worden gebruikt. Het zijn nakomelingen van merrie

Op deze foto, gemaakt in 1989, zijn zeven kleinkinderen van Gust Gillis te zien. Ze reden pony, van de kle inste tot de grootste maat. Oe kle inste pony is veertig jaar geworden. Van het derde kleinkind links (Annick) rijdt nu weer haar zoontj e Berre. De paardenliefde is hen met de paplepel ingegeven. V.l .n.r.: De drie dochters van Chris Gillis, t.w. Tinne, Denise en Annick. Daar naast Jan en Diane Keustermans (twee kinderen van Julia Gillis) en tot slot Llnda, dochter van Jos Gillis.

van wirskaante 2009/4 233

Page 38: Rumolda Van Beek

Pykette (zie foto). De dochters van Chris rijden met die paarden. "Die vinden dat prachtig. Als onze kleinkinderen hier zijn, schieten ze meteen de stal in. Ze zijn hele­maal verliefd op de pèrden. Omdat pèrden hier van kleins af aan zijn, kende die deur en deur. En die pèrden kennen jou. Zeker omdat ze van kleins af aan altijd bij me­kaor zijn, aceedeart het tussen die pèrden goed. Mee onze kinderen en kleinkinderen praeten wij heel veul over pèrden."

Frans, de man van Chris. kiest de hengsten uit voor de voortplanting. Ik vraag aan hem waar hij bij de keuze voor een bepaalde hengst op let. Frans: "Hij moet harde benen hebben. Droog beenwerk. Gin OCD, verkalking zo gezee. Hij moet gezond zijn. Unne gezonde kop hebben. Ge moet de stam ook een bietje volgen. Mistal kies ik veur jonge hengsten. Ik ben nog al een liefhebber van Franse hengsten, Frans bloed zo gezee. Natuurlijk, de hengst is belangrijk. Nog be­langrijker is om veural de moeder van de hengst te kennen."

Altijd bezig met paarden

Ik vraag aan Chris wat in haar ogen paardenliefde is. "Pèrden­liefde is gelijk un microbe die ge niet kwijt geraakt. Ik ga heel veul om mee pèrden. Onderhouden, voeieren, naor de waai brengen, de stal schoon maken. Van alles. Ik ben elke dag een halve dag bezig mee de pèrden. Ze laoten je nie los. Als ik in huis ben. zie ik ze als in de waai staon. Ik denk er altij aon. Als een veulen geboren gaat worden, ben ik er altijd bij. Bijna altijd worden ze 's nachts geboren. Het is altijd un spannende tijd als un geboorte er aon komt."

234 van wirskaante 2009/4

Achterkleinkind Berre, het zoontje van Annick (zie de groepsfoto), zit op pony met de mooie naam 'Apache'. Apache is ongeveer dertig jaar oud en doet nog elk jaar mee aan de mini steeple-race in Mechelen.

Ofschoon Chris altijd blij is met de geboorte van een veulen, heeft zij desgevraagd een lichte voorkeur voor een merrie. "Merries zijn over het algemeen gemakkelijker. Hengsten zijn zo gezee verve­lender. Willen merries wa bijten, springen er boven op. Op een gegeven moment moeten die uit de stal en moeten die een andere plek krijgen."

Is de geboorte van een veulen een feest. het overlijden van een paard hakt er kennelijk in. "Dat treft heel oe gezin. Hier neffe ook nog bij ons vaoder en moeder. En ook heel de ruiterclub. Da is gewoon héél erg. Vooral veur degenen die mee da pèrd ree. Die had daar heel veul omgang mee. Die had het pèrd

alles geleerd, daar hou je heel veel van," aldus Chris.

Mooi gezicht

Voor ik na mijn bezoek aan de fa­milie Gillis weer naar huis ga, loop ik nog even de paardenstal binnen. Schoonzoon Raf is daar samen met Frans, de man van Chris, een paard aan het verzorgen waarmee kort daarvoor buiten in de zandbak is geoefend. En wie staan daar met hun handjes op de rug zeer geïnte­resseerd naar het paard te kijken? Kleine Serre en zijn zusje Merel (zie de foto met de geit). Een mooi gezicht is dat! Ik ben er van overtuigd: deze prachtige paardentraditie wordt zonder enige twijfel voortgezet.

Moeder Finesse met haar dochter Jabline. Jabline is één week voor deze foto werd gemaakt, geboren.

Page 39: Rumolda Van Beek

Op het linkse paard zitten Piet en Thomas Tielemans uit Ulicoten. Op het rechter paard broer Willem en kleine Anten. De foto is gemaakt in 1935. Hun ouders gebruikten deze twee paarden voor het zware werk op de boerderij.

Willem Tielemans (I) en Jaak Vermeiren (r). Zij kennen elkaar al vanaf hun jeugd. ledere week maken zij met de twee paarden en het rijtuig in de omgeving van Baarle een flinke tocht.

Een tot bakkerskar omgebouwde auto wordt getrokken door het paard van de Ulicotense bakker Fons van Sas. Oe foto is gemaakt in 1949 bij café de Zwaan op de Schootsenhoek in Castelré.

van wirskaante 2009/4 235

Page 40: Rumolda Van Beek

Praalwagen bij de gouden bruiloft van het echtpaar Jan Baptist Timmermans en Keeke Voeten op Loveren in 1933.

Grote optocht tijdens het Gildenfeest in 1953. De foto is gemaakt op de hoek van de Stationsstraat en de N ie u wstraat.

Koets met het gouden echtpaar Constant Verschueren. Keizers van Nijhoven In 1934. Op de koets zitten Jos Segers (I) en Frans Vissers (r}. Jos was knecht van op de boerderij van Miet Pelkmans.

236 van wirskaante 2009/4

De brandspuit van Zondereigen Is in 1980 weer eens van stal gehaald voor een optocht i.v.m. de viering van een de gouden bruiloft van Jef Eist en Emma Geenen van Ginhoven in Zondereigen. V.l.n.r.: Jos Segers, Jan Mertensen Jos Verschueren.

Waren er thuis geen echte paarden, dan kon het ook zo. Op deze foto uit 1916 zitten de schoonvader van de schrijver van dit artikel en diens zus op hun hobbelpaard.

Page 41: Rumolda Van Beek

Janus Verheijen uit Ulicoten, huzaar tijdens W.O. I.

Jet Bruurs van de Luktebaan is in 1960 aan het ploegen op de akker, vlakbij de boerderij.

van wirskaante 2009/4 237

Page 42: Rumolda Van Beek

Nieuwe leden ANDRÉ MOORS

Nog steeds melden zich mensen aan om lid worden van onze vereniging. Dat doet ons natuurlijk deugd. In de periode 1 augustus tot 1 november sloten zich weer 32 mensen aan Amalia (zie het overzicht hierna).

Per 1 november telt onze vereni­ging 1221 leden. Ook de hieronder genoemde nieuwe leden heten wij van harte welkom!

fam. T. Tielemans, dhr. M. van Vugt, tam. G. Gillis, tam . P. Adriaansen,

dhr. H. Bruurs, fam. J. Jansen, fam. G. van Diepen, mevr. R. Van Beek, fam. J. Gees, mevr. M. van Oosterum, fam. F. Staes (was pers. lidm.), fam. F. van Geijn, mevr. R. v.d. Bemt-Martens, mevr. C. Gillis-Keustermans, fam. J. Jansen, fam . W. van Gils, fam . R. Oosterbaan, fam. C. Laurijssen-Noyen, dhr. F. van Gils, mevr. M. Kusters-Keustermans, mevr. M. Sas, mevr. V. Blueckens,

Frans v.d. Vloet, al weer geruime tijd lid, is bij activiteiten dikwijls van de partij

Alslid van onze vereniging laten wij u meegenieten van ons erg mooie buitengebied

238 van wirskaante 2009/4

Page 43: Rumolda Van Beek

In Memoriam

Helaas hebben wij in de

afgelopen periode weer van vijf

leden afscheid moeten nemen.

Wij gedenken:

Fan Tuijtelaars, Postel 2 Ulicoten overleden op 19 augustus 2009,

Wies Peeters-Aerts, Groekse 6 Castelré overleden op 2 september 2009.

Nelly van Bragt, Grens 21 Baarle· Nassau overleden op 18 september 2009

Gust Gillis, Groeske 4 Castelré, overleden op 19 oktober 2009,

Toon Haagen, Klein Bedaf 2 Ba a rle-Nassa u overleden op 2 november 2009.

Namens bestuur en leden van Amalia wensen wij de nabestaanden heel veel sterkte toe.

Om er zeker van te zijn dat we

niemand in deze rubriek

vergeten te vermelden,

doen wij een vriendelijk verzoek

aan nabestaanden om

een overlijdensbrief naar ons te

sturen.

Het adres van onze secretaris

André Moors is:

Hertogenstraat 14,

5111 AR Baarle-Nassau.

van wirskaante 2009/4 239

Page 44: Rumolda Van Beek

Huisvennen toen en nu

ANDRÉ MOORS

Het leek ons leuk om een beetje in de geschiedenis te duiken van de 'Huisvennen'. De Huisvennen zijn gelegen rechts van de Bredaseweg, richting Chaam. Het gebied met een oppervlakte van 150 ha is ingeklemd tussen het Beevaartpad en de Fransebaan (noord-zuid) en de Bredaseweg en de Strijbeekse­beek (west-oost). Ik sprak met kleinkinderen van de heer Henricus van Meer. De heer van Meer was aandeelhou­der bij de NV Maatschappij tot bevordering van Welstand, belast met de ontginning van het gebied. Ook sprak ik met Johan Kokx, de kleinzoon vanGiel v.d. Brand, die er van 1919 tot ongeveer 1929 voorman voor de ontginning was en daarvoor samenwerkte met rentmeester Jeannes Bongers. Joannes woonde in die tijd in het

toenmalige Hooghuis, de huidige Gaarshof.

Een stap verder terug in de tijd

Volgens onze werkgroep toponymie werd al eeuwen terug gesproken over de Huisvennen. 'Stuck erfs: die huysvenne. onder weyde en heyde 1 br. in de vroente' 0503). Of: 'in de huysvennen tusschen Alten en Baerle, agter Boschoven' (1634). Deze vennen lagen midden in het kale gebied tussen Alphen en Baarle. Hier stond geen enkele boerderij. Daarom moet de benoe­ming gebeurd zijn naar een ander huis, waarschijnlijk naar het Huis ter Brake van de Johannieters, die cijnzen trokken van de percelen bij de Huisvennen en vroeger de Huis­vennen in bezit hebben gehad.

Detail van 'Hulsven' vanaf een kaart uit 1827

Men onderscheidde nog de Kleine en de Grote Huisvennen.

Omstreeks 1861 wordt besloten om de gehele domaniale heide in veiling te brengen. Na de verkoop nam de ontginning een aanvang. Honderden werklieden vonden daarbij gedurende ongeveer twintig jaren arbeid, die zich van het begin af aan inzetten tot de drooglegging van de waterplassen of vennen. Dat gebeurde op een gegeven mo­ment ook met de Huisvennen. De bodem van de vennen werd naar gelang de gesteldheid gespit of ge­ploegd voor uitzaaiing en aanplant van dennen en loofhout (bron boek 'Ons Baarle'). In 1869 koopt koopman Ch. Mayer uit Antwerpen het gebied aan weerszijden van de Bredase­weg van de Domeinen (de Staat

Page 45: Rumolda Van Beek

der Nederlanden). Het is een bos­en heidegebied van ongeveer 300 ha. De heer Mayer bouwt in 1873, midden in het aangekochte gebied. een statig huis (het Hooghuis}. Definitieve bewoning komt er niet van, omdat de heer Mayer vrij jong overlijdt. Zijn weduwe trekt zich terug in Antwerpen. Het Hoog­huis wordt vervolgens bewoond door mensen die uit naam van de familie de bossen onderhouden, waaronder Dielus van Casteren en eerdergenoemde rentmeester Jean­nes Bongers.

Gesprek met enkele nakomelingen van de heer Henricus van Meer

Opa Henricus van Meer werd geboren op 4 februari 1862 in Zevenbergen. Daar was hij eige­naar van een grote timmerfabriek. Hij overleed op 2 juni 1942. Zijn vrouw, oma Cernelia den Ouden werd geboren op 7 oktober 1864

~ .. ._..t.. ~...t.. ~ ........ &.etw~.

i &.~·~-·

~~

l

Zo zag er de Huisvennen uit toen de familie van Meer de Huisvennen in 1913 kocht

en overleed op 14 december 1934. Volgens een kleinzoon van Henri­cus, Peter van Meer (hij woont op Huisvennen 2), kocht zijn opa in 1913 de Huisvennen uit oogmerk van belegging. "Het was een dras­sig gebied. Er waren de nodige bosaanplantingen waar rechte lanen door heen liepen. Aan die lanen stonden vooral beuken en ei-

ken. Volgens een tekening van het gebied uit 1913 (zie foto} stond er vooral veel mast (dennenbos). in leeftijd variërend van 8 tot 30 jaar. Sommige percelen waren gerooid. Als ik goed geïnformeerd ben. kocht opa de grond van baron Mel­chers, die ook aan de overkant van de Bredaseweg grond had. Eerst bouwde opa in de Huisvennen een mooi jachthuis. Hij noemde

Een in 1903 gemaakte foto van de familie Henricus van Meer en zijn vrouw Cornelia den Ouden

van wirskaante 2009/4 241

Page 46: Rumolda Van Beek

het 'Antoinette', naar zijn oudste dochter. Daarna heeft hij er zes boerderijen gebouwd. Waar we nu zijn, op nummer 2, woonde Chris­tje v.d. Velden. Hier iets verder op nummer 6 de familie Antens. Daarna heeft hij de boerderij voor de familie v.d. Veeken gebouwd (nummer 1 0). Vermeldenswaard is dat 'oomke' v.d. Veeken heel z'n leven alle paden schoffelde. Weer later bouwde opa de boerderij voor de familie van Sas langs de Breda­seweg. Dan de boerderijen voor de families Spitters en Slockers." De boerderijen werden allemaal kort na 1913 door aannemer Sus Koks gebouwd. De boeren die er woonden hadden een gemengd bedrijf en pachtten een en ander van de heer van Meer. "Voordat opa het gebied kocht, heette het gebied boswachterij 'de Boscho­vense Heide.' Staatsbosbeheer en de Heidemij stonden er achter dat opa het gebied ging ontginnen. Zij adviseerden opa," aldus Peter van Meer.

Peter en zijn verdere familieleden vertellen vervolgens dat opa en oma van Meer en de kinderen altijd in de vakanties en in de weekenden naar Baarle kwamen en dan in het jachthuis verbleven. "De negen kinderen waren al­lemaal op kostschool. Die kwamen ook met de schoolvakanties naar de Huisvennen. Een grote liefheb­berij van opa was de jacht in en nabij de Huisvennen. Oma had een 'eigen snoepwinkeltje'. De kinderen legden meerdere keren per week hun oor te luisteren op de keien van de Bredaseweg om te horen of paard en kar van Jamin er al aan kwamen. Oma kocht dan van de voerman een heleboel snoep. Van hun zakcenten konden de kinderen bij oma dan wat snoep

242 van wirskaante 2009/4

Vier 'bezige' dochters in ± 1919 voor het jachthuis

kopen. Opa had het in Baarle heel goed naar de zin. De Huisvennen is trouwens als laatste in Baarle bevrijd. Er is hier zwaar gevochten. Onze grootouders gingen iedere zondag met paard en kar naar de kerk in Baarle. Ook gingen ze er regelmatig boodschappen doen." Volgens kleinzoon Peter en zijn zus Margo die op Huisvennen 6a woont. stonden Baarlese boeren dan met de pet in de hand langs de kant van de weg. "Opa was best wel een beetje autoritair. Hij droeg ook altijd een hoge hoed, hij was om zo te zeggen een heer. Oma moet een heellief mens zijn geweest."

Als opa in 1942 overlijdt. gaat het eigendomsrecht over naar zijn kin-

Een vriendin van de jongste zoon van Henricos van Meer in ± 1920. Bovenin de gevel staat de 'Antoinette', de naam van de oudste dochter van Henricos

Een foto van de familie van Meer ult ± 1919

Page 47: Rumolda Van Beek

V.l.n.r: oudste zoon Antoon, schoondochter Charlotte en zoon Ad klaar voor de jacht in 1930

Een enkele jaren gelden gemaakte foto van het jachthuis

deren. Het moest verdeeld worden onder zeven erfgenamen. Twee kloosterlingen hadden al eerder hun deel gehad. Ad, een zoon van opa, woonde toen opa stierf al in het jachthuis. Bij de verdeling werd het jachthuis definitief aan hem toebedeeld. Toen oom Ad van Meer in 1982 overleed. erfde Ad Dirven uit Baarle het jachthuis.

De Huisvennen zijn veranderd

Volgens Peter en zijn zus is de Huisvennen van nu is niet meer te

vergelijken met de Huisvennen van vroeger. Margo: "De oprijlaan naar het jachthuis was prachtig met z'n eiken en rododendrons. De meeste lanen zijn tegenwoordig vervallen, althans bestaan officieel niet meer. Wij mogen er niet meer komen. Vroeger waren alle lanen open. Je kon er overal wandelen. Nu zijn er een aantal afgesloten of zijn bij het weiland getrokken. Van de lanen die nog open zijn, lopen bomen soms aanzienlijke schade op door de brede landbouwvoertuigen en machines. Ga straks maar eens kij-

Vandaag de dag ziet een van de lanen van de Huisvennen er zo uit

ken in de Beukenlaan. Daar staan bomen die meer dan honderd jaar oud zijn. Toen de eerste boeren hier hun boerderijen en grond pachtten, bleef alles zoals het was. Maar nadat gronden verkocht zijn aan een stuk of tien andere boeren, is alles veranderd. Ze kochten er de lanen bij . Jammer."

Bosopzichter Giel v.d. Brand

Ik sprak ook met Johan Kokx, kleinzoon van bosopzichter Giel v.d. Brand. En Johan kreeg nog wat aanvullende informatie doorge­speeld van zijn moeder Nellie v.d. Brand (dochter van Giell. Johan: "Onze opa, als boerenzoon geboren in Kruisland. heeft de Huisvennen mee ontgonnen. Hij zorgde er voor dat er banen werden gemaakt, hout werd gerooid en dat de grond werd geploegd en geëgaliseerd. Opa gaf leiding aan een paar mensen. Alles was bos en ven. In het vroegere jachthuis waar opa en oma een paar jaar woon­den, zijn tante Joep, ome Jack en

van wirskaante 2009/4 243

Page 48: Rumolda Van Beek

Daarvoor in de plaats kwamen boerderijen en landerijen terug. Op een gegeven moment kocht opa grond op de 'Zandberg', vlak in de buurt van het vroegere café van Marcel Slockers. Die zand­berg was ontstaan door bij elkaar en opgewaaide grond. Die grond werd later afgegraven voor de te realiseren aanbouw voor de kerk in de Nieuwstraat Op die zandberg bouwde opa zijn eigen huis."

V.l.n.r.: Corrie v.d. Brandt· Verhoeven, dochter Nel, zoon Jack en Giel v.d. Brandt. De foto is in 1925 gemaakt in de Huisvennen

Volgens Johan kan zijn moeder zich ook nog herinneren dat de Bredaseweg vroeger een heel smalle weg was, met kinderkop­pen bestraat. "Ons moeder vertelde mij dat er nauwelijks verkeer was. ledere dag reed er maar één vrachtwagentje met melk vanuit Chaam naar de melkfabriek op Lo­veren. Mijn moeder en haar zussen gingen dan met hun hoofd op de kinderkopjes liggen om te luiste­ren of het vrachtwagentje er aan kwam. En dan konden ze stiekem achterop op het erg traag rijdende vrachtwagentje springen om zo mee te rijden naar het dorp, want anders moesten ze lopen."

mijn moeder geboren. Ons moeder is nu 87 jaar en woont tegenwoor· dig in een bejaardenwoning aan de Eksterlaan."

Toen de opa van Johan in de Huisvennen werkte, was hij in dienst van de NV Maatschappij tot bevordering van Welstand, een ontginningsmaatschappij. Op het moment dat de Hanze­bank failliet ging (deze bank was kredietverstrekker aan de ontgin­ningsmaatschappijl kregen de opa van Johan. net als veel andere medewerkers. hun ontslag. De ontginningswerkzaamheden vielen stil. Veel later is Giel v.d. Brand als controleur in dienst getreden bij de Plantenkundige Dienst. Dat kan­toor was gevestigd in Steenbergen. De moeder van Johan verlelde hem dat in een van de boerde· rijen op Huisvennen Jan Huyben woonde. "Nadat opa en oma een

244 van wirskaante 2009/4

paar jaar in het jachthuis hadden gewoond, verhuisden ze naar het vlak daarbij gelegen boerderijtje. Dat is woning waar nu de familie v.d. Veeken woont. Als gevolg van de ontginning ging er veel bos weg.

Een bijzondere familiefoto uit 1932 van het gezin vanGiel van den Brand, in de buurt van de 'Zandberg' langs de Bredaseweg. Rechts Giel van den Brand, zijn vrouw Corrie Verhoeven met op haar arm Piet. Op de door een schaap getrokken kar de overige kinderen, Joep, Nelly, Zus, Bep. Mia, Wili, Jack. Els is dan nog niet geboren

Page 49: Rumolda Van Beek

Nog een keer zuivelfabriek 'de Hoop'

ANDRÉ MOORS

In onze vorige Van Wirskaante was een uitgebreid artikel opgeno­men en werden daarin veel foto's geplaatst over de geschiedenis van Zuivelfabriek de Hoop in Baarle­Nassau. In dat artikel schreef ik dat ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de fabriek, waarschijnlijk Alphens Verhoeven van de Driehuizen in een schriftje een 'beknopt overzicht van den loop en werking van de coöpera­tieve roomboterfabriek de Hoop in Baarle-Nassau' zou hebben geschreven. Die mooie tekst ver­meldde ik integraal in het artikel. Na het verschijnen van de vorige Van Wirskaante kwam ik bij mijn speurwerk naar informatie voor het volgend jaar uit te komen straten­boek 'Van Akkers tot Zigraeck',

over de zulvelfabriek belangrijke informatie tegen in Ons Weekblad van 8 mei 1954. In een artikel las ik namelijk het nodige over de viering van het 50-jarig bestaan. Mij werd duidelijk dat het hand­geschreven verslag afkomstig was van toenmalig bestuurslid Stan Joosen. En ook nu geldt, ere wie ere toekomt.

Citaten uit Ons Weekblad van 8 mei 1954

Ik vond het wel gepast en ook wel leuk om nog enkele citaten uit Ons Weekblad van 8 mei 1954 weer te geven. "Op werkelijk grootse wijze is Woensdag het gouden be· staansfeest van de coöperatieve

zuivelfabriek 'De Hoop' gevierd. De dag werd begonnen met een H. Mis in de Belgische kerk voor de overleden leden. Om 10 uur werd in de Nederlandse kerk die nagenoeg geheel gevuld was een solemnele H. Mis uit dankbaarheid opgedragen door pastoor Veke­mans met assistentie van kapelaan van Zon en pater-assistent. Hierna trok men naar de fabriek waar pas· toor Vekemans 't nieuwe gedeelte inzegende en 't woord richtte tot de ta lrijke aanwezigen. Nadat een groepsfoto was gemaakt, bestond er gelegenheid om de fabriek te bezichtigen. Om 12 uur vond in de grote feesttent op het St. Anna­plein een Brabantse koffiemaaltijd plaats. Nadien recipieerde het bestuur in de raadszaal van het

Page 50: Rumolda Van Beek

gemeentehuis van Baarle-Nassau. Het was een gaan en komen van notabelen, afgevaardigden van zuivelfabrieken uit de omtrek, zakenrelaties en andere belangstel­lenden."

Stan Joosen postuum onderscheiden

"Te circa 5 uur begon de jubile­umviering. De voorzitter herdacht in zijn openingsrede de heer C. Joosen, die ruim 40 jaar bestuurs­lid was en Dinsdag, daags voor dit grote feest, ten grave werd gedra­gen. Graag had men deze sympa­thieke figuur en harde werker van­daag tot erelid willen benoemen,

246 van wirskaante 2009/4

doch God heeft anders beschikt. De directeur, de heer Dirven, las vervolgens 'n nog door C. Joosen afgemaakt overzicht der afgelopen 50 jaar voor. Hierna werd het woord gevoerd door burgemeester de Grauw. Onder pijnlijke stilte deelde hij mee dat bij Koninklijk Besluit van 29 april jl. aan de heer C. Joesen de eremedaille in zilver was toegekend verbonden aan de orde van Oranje Nassau. Op 3 mei kwam het bericht binnen, zodat het helaas niet meer mogelijk was deze onderscheiding uit te reiken. Hij wilde dit postuum doen en roemde de sociale inslag en de noeste werkijver van de heer Joosen.

De voorzitter bracht dank aan de koningin, regering en burgemeester voor de aan C. Joosen verleende onderscheiding."

Aanvullende informatie van de familie Joosen

Nadat ik e.e.a. gelezen had in Ons Weekblad van 8 mei 1954, nam ik contact op met oud-onderwijzer Jan Joosen van de Reuth. Volgens hem is Stan Joosen (Constantius Johannes) geboren in 1883 en overleden op 30 april 1954. Jan: "Stan had destijds samen met zijn broer Gust (Augustinus Josep­husJ tot 1927 een boerderij op de Reuth. Beiden waren ongehuwd en in 1927 vertrokken zij naar het dorp om te gaan wonen aan de Chaamseweg, hoek Burg. v. GiJsestraat (Bioemenstraatjel. Stan bleef echter bestuurslid van de zuivelfabriek en werd in 1954 opgevolgd door Alphens Joesen (mijn vader) zoon van Felix Joosen, die inmiddels de boerderij had overgenomen.''

Slot

Als redactie van Van Wirskaante kregen wij de afgelopen tijd de nodige positieve reacties op het artikel over de geschiedenis van de Baarlese zuivelfabriek. Bedankt daarvoor! Wij vonden het echter gepast om u bovenstaande aanvullende informatie over Stan Joesen niet te onthouden. Daarmee is het verhaal over de zuivelfabriek afgerond.

Page 51: Rumolda Van Beek

Oud worden: 1Un kwestie van oe eigen nie druk maoken!'

ANDRÉ MOORS

Vorig jaar werd ze 100 jaar en dat werd in de buurt terecht groots gevierd. Een paar weken geleden, om preefes te zijn op 13 november werd ze 101. Zo'n hoge leeftijd, zo helder van geest, nog zoveel humor, zo tevreden zijn, zo helder kijken en er nog zo fantastisch uit zien! Ik was toch wel héél nieuws­gierig hoe je zoiets voor elkaar krijgt. Daarom toog ik naar de Drie­huizen nr. 1 en had er een heel fijn gesprek met mevrouw Miet Bernaerts - Smulders. Haar zoon Floor is bij het interview aanwezig. Niet om haar te soufleren. Nee, al­leen maar om mijn vragen soms te herhalen en haar opmerkingen te verduidelijken. Want vooruit, haar gehoor is ietsje minder geworden in de loop van de jaren!

Even terug in de tijd

Miet Bemaerts werd geboren op 13 november 1908 in Loon op Zand (De Moer). Ze groeide er op in een boerengezin met zes kinderen. Toen ze acht jaar was, verhuisde het gezin naar Baarle, naar de boerderij op de hoek van de Turnhoutseweg en de Gierle­straat Dat was toen haar oom, die tot dan in de boerderij woonde, overleed. In Baarle vervolgde Miet haar schoolklassen op de Belgi­sche school aan de Kerkstraat "Ik was nie den beste mar kos toch wel mee. Rekenen dee ik nie gère. Schrijven en lezen wel. Toen ik de school af hai, ben ik thuis gebleven

Miet Bemaerts kijkt met haar leeftijd van 101 nog altijd helder uit haar ogen en is nog steeds erg geïnteresseerd in het wel en wee van haar familie en Baarle

om te werken. Ik dee ut huiswerk, want ons moeder was vrug dood. Ik was toen nog maar vijftien. Ik dee veural huishoudelijk werk. Op

Miet als jonge vrouw van een jaar of vijfentwintig

den akker meehelpen dee ik ook wel eens ooit. Maar ik werkte nie hard hoor! Ik werkte mun eigen nie dood. Vanaf toen ik un jaor of achttien was. ging ik wel eens uit. Alleen naar de kermis in Baol en naar de bloedprocessie in Hoogs­traten. Naor Hoogstraten gingen we mee de fiets. We moesten altij op tijd thuis zijn. Mee oktober kermis was da al vrug, want dan was ut al rap donker. Onze pa was wel unne strenge, mar da mot wel, zeker." Haar toekomstige man leert ze. hoe kan het ook anders, op de kermis in Baol kennen. "Ik kende hum al wel langer hoor. Het was toen heel anders als tegenwoor­dig. Ik zag hum wel gère denk ik. Anders zou ut wel nie door zijn gegaon! Un paor jaor hebben we verkering gehad. We zagen elkaar alleen maar zondags. Da is genog! Jot! Elkaar kusjes geven deeën

van wirskaante 2009/4 247

Page 52: Rumolda Van Beek

we nie. Da kenden ze toen nie. Allez, buurten, da deeën we wel. Ja, het was toen nie net als nou. Nou beginnen ze veul eer. Veur ze trouwen wonen ze al samen. Da vind ik niks. Ons trouwfeest hebben we thuis op de boerderij gevierd. De stal was versierd. want de koeien waren buiten. Toen we getrouwd zijn, hebben we dees boerderij gebouwd. In de jaoren da we getrouwd zijn, ging ik zo af en toe mee naar den akker om mee te helpen. Maar ik heb mun eigen nie dood gewerkt hoor!"

Hoogte- en dieptepunten in haarleven

Mevrouw Bernaerts heeft altijd erg veel van haar kinderen gehou­den. Kinderen krijgen, dat was een hoogtepunt in haar leven. Er werden er zeven geboren. Het eerste kindje kwam al vlug. "Onze Floor is er ene van unne tweeling. Die kwam als irste. Toen ik in het kraambed lag, hoorde ik pas dat er nog un twidde kiendje kwam. Dokter Govaerts wies ook nie dat er twee kinderen in mijne buik zaten. Zeg André, gij bent er toch ook eentje van unne tweeling? Gullie schilt toch nie veul hè mee onze tweeling?" Floer en ik zeggen in koor dat we twee maanden in leeftijd verschillen. "Ja, ik weet da allemaal nog. Er wier altij gezee dat jullie moeder ut ook heel druk ha i." Miet is heel gelukkig met haar vijf klein- en zes achterkleinkinderen. Het zevende is al weer in aantocht. "Ik ken ze allemaal bij naam en ze komen nog al eens op bezoek. Da vin ik heel fijn."

Als je aan haar vraagt wat een dieptepunt was in haar leven, dan is ze heel stellig: het vroegtijdig

248 van wirskaante 2009/4

overlijden van drie van haar kin­deren. "Kleine Floor stiert in 1944 aan longontsteking toen hij vier jaar oud was. Onze Ad overleed in 1994 aan longkanker. En onze Jan verongelukte in 1997 in de varken­stal. Onze pa had hartproblemen en overleed in 1967. Maar het meeste heb ik geleeën mee onze Jan, vooral omdat wij nie weten hoe ut gebeurd is. Ik denk er nog dikwij ls aon."

Hoe word je zo oud

Ze denkt even na. "Nou, ik heb altij gewerkt. Maar ik heb mun ei­gen nóóit zotlaten maoken. Rustig aon . Ginne stress. Goed eten en drinken. Heb ik altij gedaan. Ik eet

's morgens wel vier of vijf sneeën brood. En 's middags lekker warm eten. Nou, onze Floor kan goed koken hoor! Ik heb nog nooit un borreltje gedronken en ook nooit gerookt. Vereenzamen doe ik nie. Er is hier altij heer veur volk over de vloer. Altij aanloop van familie, buren en vrienden. De krant en ut Baars krantje lezen doe ik gère. Ik wil altij zo laot mogelijk naar bed. Tussen tien en half elf lig ik er in. Om half acht kom ik er uit. Dan komt de thuiszorg mij helpen. Bui­ten komen doe ik nie meer zoveul. Nou wocht eens, gisteren ben ik wel veur buiten gewiest. Toen was ut heel mooi weer." Eigenlijk altijd binnen zitten. duurt dan de dag niet lang, vraag ik mij af. "Den dag

De trouwfoto van Miet en haar man in 1936

Page 53: Rumolda Van Beek

is zo voorbij. Buurten doe ik gère en dan vliegt den tijd." In de mid­dag naar bed gaan is er niet bij." Nee, nee, nee! Da is nie nodig." Haar zoon Floor vult aan: "Medi­cijnen gebruikt ze ook niet. Af en toe een slaappilletje. Pijn heeft ze ook niet. Als ik hier 's avonds ben als onze Harrie er niet is, kunnen Ria en ik de hele avond met haar converseren." Miet: ''Af en toe moeten de mensen harder praten want anders hoor ik het niet. Maar natuurlijk moet ge ook un bietje geluk hebben, want in onze familie worden ze allemaal wel oud."

De toekomst

Miet heeft natuurlijk al ontzettend veel jaren achter de rug. Wat de toekomst betreft maakt ze zich

niet druk. zo blijkt. "Nou ik nog zo gezond ben, wil ik nog graag un tijdje blijven. Over dood gaan praat ik nooit. Of ik in den hemel kom, weet ik nie. Of er eentje is. weet ik ook nie. Gij wel dan? De pastoor die zegt van wel. maar die weet ut ook nie! Ik vind ut wel jammer dat er steeds meer mensen die ge kent wegvallen. Da is erg." Vorig jaar is de 1 ooe verjaardag van haar uitbundig gevierd. Miet: "Dees jaar hebben we mijn verjaar­dag thuis gevierd, bij onze Harrie in de stal.''

Afscheid

Miet wil tot slot nog wel even kwijt dat haar kleinkinderen netjes oppassen. "Ze zijn niet bij mekaar gekropen veur da ze getrouwd

zijn. Da vind ik ook niks ook. lrst trouwen en dan pas bij mekaar. Da mot zo hé. De pastoor zee dat da zo mot, mar da weet je uit je zelf ook wel."

Ik krijg ook nog een wijze raad mee: "Zeg eh, nie te veul er in zetten hé!" En met een brede grijns op haar gezicht voegt ze me ook nog toe: "Nou hedde wir unne hoop werk op oewe nek gelaaien!" Miet, het was ontzettend leuk om met jou te buurten. De kinderen, kleinkinderen en achterkleinkin­deren mogen trots op u zijn. Wat een lieve oma bent ui Namens alle leden van onze vereniging felicite­ren wij u van harte met uw 101" verjaardag. En we spreken de hoop uit dat u nog geruime tijd in ons midden mag zijn. Het gaat u goed!

Deze familiefoto is in september 1961 gemaakt t.g.v. de zilveren bruiloft. V.l.n.r: Martien, Floor, moeder, pa, Harrie, Jan, Joke en Ad

van wirskaante 2009/4 249

Page 54: Rumolda Van Beek

Smeerwortel, het helende kruid ( 12)

'KRUIDENVROUWTJE'

JEANNE MEEUWESEN

Smeerwortel is een van de waardevolste planten die de natuurgeneeskunde kent. De plant is afkomstig uit de Kaukasus in Zuid-Rusland. Tegenwoordig heeft de faam van de plant als volks­geneesmiddel zich verspreid naar vele delen van de wereld waar het in het wild groeit en ook geculti­veerd is. Dioscorides, een Griekse arts en botanicus, roemde de plant al eeuwen geleden vanwege zijn helende kracht, wondgenezende en botversterkende eigenschap-

250 van wirskaante 2009/4

pen. De medicinale eigenschappen van smeerwortel staan bekend als verzachtend, kleverig, slijmlosma­kend, bloedstelpend en helend. Ze hebben een heilzaam effect op inwendige en uitwendige zweren en op ontstoken weefsel van de maag, keel en andere delen van het lichaam. De slijmlosmakende eigenschappen maken het tot een krachtige remedie bij hoest, bronchitis en andere borstkwalen. In sommige landen werden de bladeren door de plattelandsbe-

volkingin salades gegeten of als groenten gekookt. Vandaag eten zelfs zij die een verfijnde smaak bezitten, de tere jonge blaadjes van deze voedzame plant. Ze maken er chlorofylrijke dranken van in de sapcentrifuge of drinken het als thee. Ze weten dat de bladeren niet alleen een hoge voedingswaarde bezitten maar dezelfde genezende kwaliteiten hebben als de wortels.

Volop vitaminen

Deze werkzame kwaliteit, allanto­nine geheten, wordt door weten­schappers beschreven als een st i kstafhoudende, krista I ij nestor, dat celdelend werkt. In gewoon Nederlands betekent dit, dat het de snelheid verhoogt waarmee de natuur gebroken botten, wonden, verbrandingen, ontstoken weefsel, maagzweren en verzweringen aan de twaalfvingerige darm doet gene­zen. Naast de genezende eigen­schappen bevatten smeerwortels bladeren met een overvloed aan vitaminen en mineralen. De hele plant is een bron van plantaardige eiwitten. De groene bladeren bevat­ten vitamine A, C, Een B waaron­der choline, de vetoplossende vita­mine die helpt cholesterolafzetting te bestrijden. Verdere ingrediënten: foliumzuur, de antibloedarmoede vitamine en iets vitamine B 12 dat zich richt op de dodelijke pernici­euze bloedarmoede. De bladeren bevatten ook de vitale mineralen als calcium, kalium, fos­for, wat ijzer, een beetje jodium en

Page 55: Rumolda Van Beek

nog vele andere sporen mineralen. Smeerwortel is een van de rijkste silicium-bronnen die de natuur kent. Een gebrek aan silicium wordt aangetroffen bij mensen die lijden aan hernia of maagzweren.

Zon ne-energie

Alle levensenergie komt van de zon en alleen de groene plan-ten kennen het geheim hoe die zonoe-energie moet worden op­gevangen. De smeerwortel is mijn grote vriend. Ik heb er tinctuur van gemaakt, men kan de bloempjes eten, thee van zetten, hand- en voetbaden van maken dat heel doeltreffend werkt voor bijvoorbeeld jicht of reuma en ontstekingen. Thee van wortels maak je door

twee theelepels fijn gesneden wortel in een kwart liter water te doen en dit mengsel de ;1ele nacht te laten staan. 's Morgens opwar­men en zeven. Daarna met kleine slokjes drinken. Ik zelf heb heel goede ervaringen met hand- en voetbaden. Handen en voeten zijn de meest ontvan­kelijke delen van uw lichaam en zo kunnen de zieke plekken in uw lichaam bereikt worden. Die baden staan uitvoerig beschreven in Van Wirskaante van 1 maart 2008. Maar ook voor de nieuwe leden zal ik hier die baden in het kort nog eens beschrijven.

Voet- en handbaden

Kook twee liter water. Vijf minuten

laten staan. Een handvol verse plant met wortel en al er in stofvrij tot vijf uur laten staan. Kook weer een liter water, vijf minuten laten staan. Dan bij het andere water gieten, zeven en het is klaar. Dat kun je acht dagen gebruiken. 's Morgens voor het eten gedurende acht minuten een voetbad nemen en 's avonds gedurende acht minuten een handbad. Alleen wat opwarmen. Maar let op, geen me­talen kom gebruiken I Een geëmail­leerde pan of aarden kom is het beste. Bij eigen ondervinding zijn deze baden de moeite waard.

Ik wens u veel gezondheid toe.

Jeanne

Smeerwortel {Symphytum officinale)

van wirskaante 2009/4 251

Page 56: Rumolda Van Beek

Samenkomen in Zondereigen

ANTOON VAN TUIJL

Het mag toch wel als een uniek gegeven gezien worden, dat vanuit een klein Kempisch dorp als Zon­dereigen, waar geen wereldnieuws te verwachten valt, toch heel bijzondere zaken te melden zijn. Welke dorpskerk in een zeer wijde omgeving, kan twee kunstzinnig verwante glasramen tonen, welke ook nog eens gewijd zijn aan twee wel zeer bijzondere personen uit het eigen dorp?

Bijzondere mensen

Een jaar of wat geleden kwamen veel mensen samen bij de onthul­ling en inwijding van het kleur­rijke glasraam ter ere van Zuster Rumolda Van Beek. Geboren en getogen in Zondereigen, trad zij in bij de zusters Franciscanessen van Herentals. Haar leven stond in het teken van lijden en verdragen. Zij droeg de stigmata (de kruiswon­den).

Nog onlangs werd Zondereigens parochiekerk weer verrijkt met een prachtig raam. Dit is ter nagedach­tenis van Pater Ladislaus Segers. Ook hij is geboren en getogen in Zondereigen. Zijn verdiensten liggen in het feit dat hij heldhaf­tig werk deed in de loopgraven aan het IJzerfront tijdens WO I. Later zette hij zich volledig in voor Belgische en andere emigranten, Indianen en Eskimo's in Canada. Bovendien was hij een voorloper en voorbeeld voor latere Zonderei­ganse heemkundigen. In de twee buitengewoon fraai uitgevoerde glasramen komen deze bijzondere mensen weer samen in hun eigen dorp en hun eigen kerk.

Nieuwe samenkomst

Onlangs had André Moors een boeiend gesprek met Mevrouw Rumolda Van Beek uit Zonderei­gen. Zij moet tante zeggen tegen

zuster Rumolda en oom tegen pater Ladislaus. Een verslag van dit gesprek leest u elders in dit blad. Mevrouw Van Beek deed onze vereniging een zeer bijzondere schenking. Het betreft een originele brief van pater Ladislaus, gericht aan zuster Rumolda, geschreven vanuit Canada in 1947.

Wij vinden het vermeldenswaardig dat deze twee bijzondere mensen ook op deze wijze 'samenkomen'.

Mevrouw Van Beek, heel hartelijk dank voor uw unieke schenking.

N.B. Wie meer zou willen weten over de twee hoofdpersonen uit dit stukje, kan ruime informatie vinden in 8/DOC (bibliotheek en documentatiecentrum) van ons Heemhuis.

Detail In het glasraam van pater Ladislaus Detail in het glasraam van Zuster Rumolda

~~f!!!lllll--...

Page 57: Rumolda Van Beek

van wirskaante 2009/4 253

Page 58: Rumolda Van Beek

254 van wirskaante 2009/4

Page 59: Rumolda Van Beek

(Interview met Jos Dufraing op 20 maart 1999)

Zondereigen, van adders en korhoenders

TOM VERSCHRAEGEN

De mens van tegenwoordig kent Zondereigen als een klein dorpje tegen de Nederlandse grens, met één café, dat als een verplicht kapelleke wordt gebruikt bij de zondagse fietstochten. Na een gesprek met Jos Dufraing verandert je beeld op dit dorpje drastisch. Je ziet Zondereigen terug tiggen op de rand van de slenk van het Moer en tussen uitgestrekte heidevelden. Je ziet de koeien terug in de potstal­len staan. En het Merkske met zijn zijrivieren is net zo min uit het leven van de Zondereigenaar weg te denken als het paling peuren of het snoeken vangen in de wielen.

Dorp

Het oude Zondereigen met zijn Joerderijen, kruidenier, smid, Nagenmaker, schoenmaker en mo­enaar had interessante diersoor­:en tussen de bebouwing. Naast <erk-en steenui l zag je immers Jok de kuifleeuwerik, die van het

ldder

Appelvink

Bermpje

dak vloog om wat aan de paar­denstronten op de baan te pikken. Vanaf het dorp hoorde men ook de boomkikkers in het Moer of de kor­hoenders op de bolderplaats, om nog te zwijgen van de pleisterende kraanvogels op het Strikkenven.

Heide

In talrijke toponiemen vinden we nog verwijzingen naar heide:

van wirskaante 2009/4 255

Page 60: Rumolda Van Beek

Boomkikker

de Singelheide, de Heikant. de Castelrése Heide. Wat we ons nog nauwelijks kunnen voorstellen, is dat deze gebieden samen één grote heide vormden. Vanaf Zonderei­gen liep je tot in Hoogstraten door een open heidevlakte. Tussen de heidestruiken kwam nauwelijks pijpenstrootje voor, lokaal bunt genoemd. De heide bleef gezond door het regelmatige vlaggen voor het gebruik in de potstal. Jos had horen zeggen dat de heide om de 20 à 25 jaar werd gemaaid (hij was niet zelf actief op dit vlak), wat onmogelijk is omdat dit zou leiden tot de herhaald terugkerende plaag van het heidehaantje (een kever). Vermoedelijk werd dit vlaggen om de vijf tot tien jaar gedaan.

Galigaan

256 van wirskaante 2009/4

Ter hoogte van de Krommen Hoek en het Berzegat kwamen grote groepen jeneverbes voor. Eieren­rovers kenden deze planten maar al te goed, want in de dichte dikke struiken kwamen steeds goud­vinken tot broeden. In de droge heide kwam je de heislenters en spilwormen tegen. Dit zijn res­pectievelijk de dialectnamen voor de levendbarende hagedis en de hazelworm.

Gele plomp

In de heide lagen enkele grote vennen. Langs deze vennen kwam wel buntgras voor en bovendien stonden er onder andere aan het Strikkenven talloze gevlekte orchissen. Op het Zwartven kwa­men tientallen zwarte sterns tot broeden. Afgaande op informatie van Mil Van Gils broedden enkel op het Strikkenven krefkes (witte vogels met zwarte vleugelpunten en een gevorkte zwaluwstaart). Ze hadden kleine, grauwe eieren. De korhaan was een eerder algemeen voorkomende vogel op de heide. Hij werd in de winter vaak in de

Gevlekte orchis

bomen gezien, waar hij zich ten goede deed aan de botten. Er was ter hoogte van de Broskens een lek met enkele tientallen manneijes.

Merkske

Het Merkske en zijn zijrivieren waren zeer visrijk. Jaarlijks ging de geïnterviewde de wielen af en ving per wiel een tien à twaalf snoeken van 35 cm. De snoeken leefden voornamelijk van zandschuiverkes of zandjannekes. Als je de snoe­ken opensneed kwam je er vaak nog een tegen. Waarschijnlijk werd hiermee voornamelijk het bermpje bedoeld, hoewel zeker ook de kleine modderkruiper voorkwam. Deze soort werd in 1991 immers ter hoogte van de Eindepoel nog gevangen.

Page 61: Rumolda Van Beek

::lp het Merkske kwam tevens lomp o~oor (kwabaal). Ze hadden een ;taart als een paling en een dikke, odderige kop en werden tot 45 cm ang. Jos herinnert zich een winter :lat er in het Zondereigens Moer ~en tiental/ompen in de winter :lood lagen. En bij deze vissoort, :!ie in Vlaanderen ondertussen vol­edig is uitgestorven, blijft het niet. )nder de brug van de Oude Baan

Rivierdonderpad

Nerden immers dikkoppen (rivier­:londerpadden) gevangen om mee )p snoek te vissen. En als laatste ;oort moet nog de grote modder­~ruiper vermeld worden. Deze vis Nerd soms in bokalen gestoken en Nanneer de vis naar boven kwam, <on men onweer verwachten. Voor jeze eigenschap wordt hij in vele /laamse streken weeraal genoemd.

\wabaal en rivierdonderpad ~ijn sinds 1965 uit het Merkske terdwenen. Toen begon het 'abriekske van Weelde-Statie te ozen, waardoor het riviertje tot in 1e Krommen Hoek toe soms rood )f blauw gekleurd wasl Vanaf dit nament kwam er ook een einde 3an het paling peuren of wielen 3fvissen.

3ij een visrijke, kronkelende beek 100rde natuurlijk ook de otter huis. Er werden er verschillende

geschoten of gezien. In de vroege lente vond men op de oever van het Merkske en zijn bijriviertjes vaak moans/ijk. Dit sterreschot (uitgebraakte kikkerdril) werd door de vader van Jos aan de otter toegeschreven.

De vegetatie van het Merkske bestond voor een groot deer uit kladdevegers of gele plomp. Jos

verklaarde deze naam door op te merken dat leerlingen in de klas stukken van de wortelstok als een spons gebruikten om de leien 'uit' Ie vegen. Boven het water kwamen vanzelfsprekend talrijke peerde·

stekers voor. Het blijft natuurlijk

Korhaan

raden welke soorten dit buiten de weidebeekjuffers wel niet geweest zijn!

Het Moer

Het Moer was ooit woeste grond die door de gevangenen van Merksplas in landbouwgrond werd omgezet. Op oude kaarten wordt dit gebied weergegeven als beemd of hooiland. Verschillende percelen waren echter praktisch ontoegankelijk door de rijt die erop stond. Rijt of galigaan vormde een metershoog struweel dat flinke snijwonden kon geven. In de rijt kwamen kiekendieven tot broeden die voornamelijk puiten vingen. Er waren er twee verschillende: bruine en grijze. (Ten noorden van het Moer ligt nog een ander vochtig gebied, dat ook de Rijt wordt genoemd). Waarschijnlijk was deze slenk dan ook één groot galigaan­moeras met talrijke verlandings· planten zoals de grote boterbloem, ronde zegge, waterdrieblad en moerasvaren. Deze soorten werden tot 1999 nog maar op één perceel gevonden.

van wirskaante 2009/4 257

Page 62: Rumolda Van Beek

Jeneverbes

De hooilanden werden rond half juni en begin september gemaaid. Er kwam veel grote pimpernel op voor, maar ook massaal knol­steenbreek en rode klaver. Gust Dufraing beweerde dat hij op de grote pimpernel blauwe vlindertjes zag, maar hieruit kunnen we niet opmaken of het icarusblauwtjes of andere blauwtjes waren. In het Moer waren ook enkele vijvers aangelegd, waar de boomkikker riep.

Plaggenakkers

De houtkanten langs de akkers of tussen de weiden bestonden voornamelijk uit knoteiken (van 1,80 meter knothoogte) die om de zes à zeven jaar geknot werden. Onder andere aan het kapelleke van Gel heeft nog zeer lang een oude knotrij van eiken ouder dan 200 jaar gestaan. Meidoorn kwam slechts sporadisch in de hout­kanten voor. En de vader van Jas vertelde steeds dat men in de oude meidoorns altijd een nest van de

258 van wirskaante 2009/4

bonte klauwier vond. Jos zelf heeft deze vogel niet meer gekend, dus hij moet kort na 1900 al verdwe­nen zijn.

Op de graanakkertjes moest men in de zomer bijzonder op zijn hoe­de zijn voor adders! Ze lagen soms tegen de korenschoven te zonnen of opgerold onder die schoven. De akkertjes waren meestal behoorlijk warm en hadden steeds hout­kanten op de perceel randen. Niet alleen op de akkers werden adders waargenomen. Op de Tommelse Heide werden in de oorlogsjaren meerdere adders gezien tussen de heidestruiken. Na circa 1950 wer­den er echter geen meer gezien.

Zwarte Stern

Het is voorlopig onduidelijk of het hier observaties van adders dan wel van gladde slangen betreft. Jammer genoeg is het exemplaar op sterk water in de lagere school van Zondereigen in 2000 vol­ledig waardeloos geworden door er 'pure' formol op te gieten. De daaropvolgende determinatie is volledig mislukt. De gladde slang is een soort waarvan ik omstreeks 1995 nog een vervelling bij het grensstation aan het Beis Lijntje heb gevonden. Ik ga er wel van uit dat ook de adder hier voorkwam. Maar de historische gegevensbank eindigt aan de Belgische kant bij Beerse, Zoersel en Brasschaat ...

Waterdrieblad

Misschien is dit een goed moment om een oproep te doen naar his­torisch referentiemateriaaL Is er in Baarle, Merksplas of Hoogstraten een school met een adder op sterk water? Andere slangen of amfi­bieën? Misschien is er ergens een medisch rapport te vinden waarin de beet van een adder, al dan niet met kwalijke afloop, wetenschap­pelijk gedocumenteerd werd? Heeft één van de lezers een oud herbarium Cplantencollectie) of zit er nog een vlinderverzameling in de kast? Dan zou ik ook die graag onderzoeken!

Tom Verschraegen, Lievehereboom­straat 33, 3720 Kortessem (8) lom. [email protected]

Page 63: Rumolda Van Beek

Arme Amalia (66)

ANTOON VAN TUIJL

Leden en zelfs niet-leden vinden steeds weer de weg naar Ama-lia wanneer zij oude spulletjes, boeken of paperassen van de hand willen doen. Wij nemen die schenkingen graag in ontvangst en beoordelen of ze in onze verzamel­sfeer passen. Is dat zo, dan worden ze geregistreerd en bewaard. Heeft een schenking niet echt met heem­kunde of met Baarle te maken, dan zoeken wij - met instemming van de schenkers - een meer passende bestemming. Dit is een formule waar schenkers tot nu toe altijd mee akkoord gingen. Wij vermel­den met genoegen wat er in de voorbije drie maanden geschonken werd.

- Drie soepborden met korenaar­versiering op de rand -een verzameling oude tot zeer oude boekjes over velerlei onderwer­pen, zoals landbouw, vogeltjes, militaire scholing, jubilea van verenigingen, enz. enz. (we nemen ze op in BIDOC)- twee houten hooirijven - een haargetuig (om zeis of zicht te scherpen) - een zicht (om koren te maaien)- een hooivork- kaarten met benzine­bonnen - een grote ingelijste foto van Harrie dan den Burg- een foto van de 'viering' van 200 jaar pomp op de Singel -een vlag van Bubble-Up, een frisdrank van de vroegere Urnfa-fabrieken - een set documentatie over de bescherming van de bevolking tegen radio· actieve neerslag - een wijzer van de torenklok uit de vooroorlogse kerk van Ulicoten -een bunzing-

Haargetuig

klem - een zwaar katrol - een setje van vijf geweerkogelhulzen -een dradenknipper-twee petroleum­vergasser-lampen - een pakketje bidprentjes - een aantal fietsmar­kenplaatjes - een onbekend stukje gereedschap - een oude foto - de zware dienstrevolver van Jan de Wit, de vroegere veldwachter van Baarle-Nassau -enkele serviesde­len: een dekschaal, een suikerpot, een paar kopjes en twee bekers - een reproductie van een oude landkaart van West-Brabant- een groot gareel of haam (die maakt onze verzameling paardentuig weer een stukje completer}- een imposante map met fraaie foto's van antieke Vlaamse interieurs -een rijk geïllustreerd boek over de oude Vlaamse schilderkust (de Baarlese Vlaamse primitieve schilder Petrus Christus komt er ook in voor) -een originele brief van Pater Ladislaus Segers aan zuster Rumolda (zie elders in dit

blad) het naampaneel van 'Ons Speelhonk', buitenschoolse opvang (deze groep zit nu in de nieuwe Brede School 'Uilenpoort'l- een serie oude familiefoto's (die we mogen scannen) - een serie oude foto's (die we mogen houden) - de kern van een kerstgroep (Maria, Jozef en het kerstkind), helemaal vers uit de gipsgieterij.

We vermelden onder dankzegging ook de goede gevers van boven­staande zaken. Henk Leyten- Gust Haagen­Mevr. R. van Laarhoven · Familie Schraeven- Ria Laurijssen - Mevr. Smulders- Dhr. Janzen- Mevr. R. Van Beek - Familie Hurks - Jan van den Heyning- Herman Boeren · Ria van den Heyning- Familie Aerts - Familie Van der Hoeven -Familie Oomen-Mevr.Van Dun.

Tot volgende keer.

van wirskaante 2009/4 259

Page 64: Rumolda Van Beek

Merkwaardigheden (59)

BAARLES ERFGOED OP DE PUINHOOP?

VERANTWOORDING VAN AMAUA'S INSPANNINGEN TOT BEHOUD

VAN WAARDEVOL ERFGOED

Door de bouw en de ingebruik­name van de nieuwe brede school 'Uilenpoort' kwamen de school­gebouwen aandeCor van der Bokstraat en de Rector van den Broekstraat leeg te staan. Dat dit zou gebeuren. was al lang van tevoren te voorzien. Ook was voor­spelbaar dat dit complex gesloopt zou worden. In het 'Centrumplan' van de gemeente Baarle-Nassau was voor dit gebied namelijk wo­ningbouw voorzien. ~malia' was er zich echter van bewust dat deze gebouwen enkele erfgoedzaken, dan wel kunstwerken herbergden. Het betreft: 1. een beeld in reliëf van Mathieu Doesborg, voorstellende 'Maria Regina', met daarbij een vijftal klei­nere elementen welke de school­vakken uitbeelden, 2. figuren in silhouet die uitbeelden hoe de broeders van De la Salie vele decennia lang zorg hadden

voor het onderwijs en het sociale en culturele leven in Baarle, 3. een bronzen beeldje van Ruud Ringers, voorstellende een leraar die lesgeeft aan kinderen.

~mali a' vroeg zich af wat daarmee zou gaan gebeuren tegen de tijd dat de sloopmachines zouden oprukken.

Ruim op tijd

Zoals het een erfgoedvereniging betaamt, heeft 'Amalia' deze kwestie dus ruim op tijd zien aankomen en er aandacht voor gevraagd bij het gemeentebestuur. De bovengenoemde elementen aan deze gebouwen moesten naar onze mening vrij blijven van de slopers­hamer. Laten we onze bemoeienis met de drie elementen in volgorde bespreken.

De voormalige Maria Regina ( later de Akkerwindeschool) met de beeltenis van Mathieu Doesborg.

Het gaat dan als eerste om de beeltenis in reliëf van 'Maria Re­gina' (Maria Koningin). Zo heette de eerste lmeisjes)school die op dit terrein gebouwd werd. Mathieu Doesborg maakte dit kunstwerk in 1962. Mathieu was een bevlogen kunste­naar die naast muurschilderingen. vazen en schalen. vooral reliëfs in aardewerk en grote tegeltableaus maakte. Hij werkte met regelmaat aan bijzondere opdrachten in Portugal. waar hij vooral kerkelijke kunstwerken realiseerde. Ook in Tokio koestert men een groot werk van hem. Behalve onze 'Maria Re­gina', kennen wij in Baarle nog het monumentje voor de Baarrenaren die stierven in dienst van het va­derland op de hoek St. Jansstraat, Nieuwstraat, Chaamseweg en het reliëf van De la Salie- stichter van de Broeders van de Christelijke Scholen- in de lange gang van het Cultureel Centrum. Een groot tegeltableau van zijn hand zat in de hal van de vroegere Limfafa­briek aan de Chaamseweg. Bij de sloop van die gebouwen is dat werk zonder pardon verbrokkeld tot puin en voor altijd verdwenen. Dat had natuurlijk niet mogen gebeu­ren. Wij, van 'Amalia', verwijten onszelf nóg dat we niet tijdig aan de bel getrokken hebben. Daarmee is niet gezegd dat wij verantwoor­delijk zijn voor het verlies van dit kunstwerk.

Page 65: Rumolda Van Beek

Zo'n erfgoedvernietiging wilden wij geen tweede keer laten gebeuren. Ruim op tijd (in december 2006!) hebben wij per brief aandacht gevraagd aan het College van Ben W van de gemeente Baarle-Nassau voor het behoud van de 'Maria Regina' van Mathieu Doesborg. De gemeente heeft ons geantwoord dat de aannemer geïnformeerd zou worden, zodra die bekend zou zijn. Wat die informatie zou inhouden, werd ons niet meegedeeld. Dat mag misschien wel als merkwaar­dig beschouwd worden. Wij gingen echter van de veronderstelling uit jat de gemeente naar de aanne­mer toe voorwaarden zou stellen, ...vaadoor bij de sloop maatregelen tot behoud van de 'Maria Regina' ~enomen zouden worden.

Tijdnood

Jp 15 april 2009 laten wij weer :en brief uitgaan naar het College ~an B en W. Nu begint er namelijk :ijdnood te ontstaan. Wij vernemen jat de sloop van de oude school jirect na het leegkomen van de sebouwen zal beginnen. Enige Neken later heeft een van onze be­>tuursleden min of meer toevallig ::ontact met de toezichthouder en je uitvoerder van aannemersbedrijf 'an Gisbergen en met de verani­Noordelijke ambtenaar van de ~emeente. Hij brengt de te redden ~aken ter sprake. Voor de verte­~enwoordigers van de aannemer s de kwestie volkomen nieuw. Oe 5emeente heeft de aannemer dus 1iet geïnformeerd! )e ambtenaar is van mening dat 1et beeld van Mathieu Doesborg 1iet te redden zal zijn. /ooraf deden wij echter navraag )ij deskundigen hoe behoud wél nagelijk zou zijn. Die methode IVOrdt voorgelegd aan de heren

Het uitzagen van de Maria Regina is begonnen.

van de bouw. Die beamen dat het technisch moet kunnen, al achten zij zo'n operatie niet geheel zonder risico. Pas later krijgen wij antwoord van de gemeente, dat onderzoek naar behoud gedaan zal worden.

Toch een offerte

'Amalia' krijgt maar geen informa­tie over de mogelijke vorderingen van dat onderzoek. Op 3 augustus heeft een van onze bestuursleden een gesprek met Albert Jansen, voormalig directeur van een der Baarlese basisscholen. Hij voelt grote betrokkenheid en informeert of 'Amalia' weet wat er met de kunstwerken gaat gebeuren. Hij wordt bijgepraat over wat wij tot nu toe ondernamen. Ongerust zoekt hij direct contact met de

verantwoordelijke ambtenaar. Die laat in vage bewoordingen weten dat behoud van de "Maria Regina' hoogstwaarschijnlijk niet mogelijk zal zijn. Er is volgens deze woord­voerder geen aannemer die het aandurft. Daar kunnen wij geen vrede mee hebben. Er gaat een zorgelijk be­richt rond naar alle bestuursleden. Op 4 augustus 2009 reageert Jan van Strijp, man van bestuurslid lneke en zeer goed thuis in de bouw. Hij wil zijn schouders eron­der zetten. Nog dezelfde dag komt aannemer Marc van den Ackerve­ken uit Weelde kijken om mogelijk­heden tot behoud te beoordelen. Hij is bereid het karwei aan te pakken en bezorgt ons via Jan op 6 augustus een offerte ter grootte van ca. 6000.--. Jan bezorgt deze offerte zelf bij de betreffende

van wirskaante 2009/4 261

Page 66: Rumolda Van Beek

ambtenaar. In 'Amalia's bestuurs­vergadering van ll augustus 2009 bespreken we de teleurstellende gang van zaken en de hoop die we putten uil de bemoeienis van Jan van Strijp.

Gemeentelijk aanbod

Op dinsdag 11 augustus komt 'het geval Maria Regina' aan de orde in hel wekelijkse beraad van het Col­lege van B en W. Dat komt tot een oordeel en het collegebesluit wordt medegedeeld aan een delegatie van het bestuur van 'Amalia' in een met spoed belegde bijeenkomst op 13 augustus in het gemeentehuis. Marc Oasterbaan (ambtenaar, belast met bouwzaken) is woord­voerder namens de gemeente. Voorzitter Ad Jacobs, secretaris André Moors en vice-voorzitter An­toon van Tuijl vertegenwoordigen de heemkundekring. Het gemeen­tebestuur blijkt er niet in geslaagd te zijn enige offerte op tafel te krijgen. Als 'uiterste mogelijkheid' tot behoud van het beeld, stelt B en Waan de heemkundekring een bedrag van 2500,-- beschikbaar. Daarmee mag 'Amalia' een poging wagen het beeld te redden. Wan­neer dat lukt, moet onze vereniging maar zien waar de resterende 3500,-- vandaan moet komen. Er wordt met geen woord gerept over een mogelijke herplaatsing van het beeld, terwijl dat toch uiteindelijk het doel van heel de reddingsope­ratie is. Wij ervaren dit- op z'n zachtst gezegd - als een merk­waardig [3 en W-besluitl 'Amalia' heeft nu toch wel even behoefte aan intern beraad.

Spoedoverleg

Op maandagmorgen 17 augustus houdt ons bestuur spoedoverleg

262 van wirskaante 2009/4

over het gemeentelijke ·aanbod'. Op een maandagmorgen kunnen niet alle bestuursleden aanwezig zijn. Een aanmerkelijk aantal is wel present. Na zorgvuldig wikken en wegen komen we tot het volgende standpunt. De gemeente heeft alle tijd gehad het behoud van de 'Maria Regina' voor te bereiden. De gemeente is als opdrachtgever van de sloop verantwoordelijk voor het aanwezige erfgoed. Onze vereni­ging zal onder géén voorwaarde ingaan op het 'aanbod' van Ben W en wenst in geen geval een financi­eel risico te lopen. Het bestuur gaat op zo kort mogelijke termijn een gesprek aan met de burgemeester om ons zeer ernstige ongenoegen over de gang van zaken uit te spreken en een uiterste poging te

doen bij het College heroverweging van het eerdere besluit te bewer­ken. Wij benaderen de voorzitters van de verschillende raadsfracties om hen te vragen druk op de ketel te zetten. Daar wordt unaniem positief op gereageerd.

Toezegging

Het gesprek met de burgemeester Hendriks heeft plaats op donder­dag 20 augustus. 'Amalia' uit haar ongenoegen over het (ogenschijn­lijk) volkomen gebrek aan interesse van de kant van de gemeente waar het kunst in de openbare ruimte betreft, over het totale gebrek aan actie waar het de kunst en de erf­goedzaken aan en bij de voorma­lige basisscholen betreft, over het

Uitgezaagd, 'gespalkt' en heel gebleven.

Page 67: Rumolda Van Beek

niet, het onvolledig of onzorgvuldig beantwoorden van onze corres­pondentie en over de klaarblijke­lijk slechte communicatie op het serneentehuis over deze zaken. Nij dringen er met grote nadruk )P aan dat het College van 8 en N het eerder ingenomen stand­Juni verlaat en zich opnieuw gaat )€raden over de kwestie 'beeld van \11aria Regina'. De burgemeester ~egt toe dat deze zaak in het Col­ege van Ben W opnieuw aan de Jrde zal komen. Wij kri jgen ook de :oezegging dat we op woensdag 26 1ugustus uitsluitsel van dit beraad :uilen ontvangen.

)p zaterdag 22 augustus meldt lagblad BN/De Stem dat het >ehoud van het rel ièf nog altijd

onzeker is. Onze heemkundekring is in dit stadium niet bereid om te­genover de pers in te gaan op deze kwestie. Wij hebben in dit stadium geen behoefte aan publieke onrust.

Op dinsdag 25 augustus overlegt het College van 8 en W opnieuw over de mogelijkheid de 'Maria Re­gina' te behouden. Daags daarna deelt wethouder Jan Vermeer ons mede, dat het College van B en W een nieuw standpunt heeft ingenomen. Aan Aannemer Van Gisbergen zal gevraagd worden te bezien of en hoe hij de beeltenis van 'Maria Regina' in goede staat uit de muur van de school kan halen. Mocht Van Gisbergen dit karwei niet aankunnen of aandur­ven, dan krijgt aannemer Marc van

e beeltenis hangt vrij in de takels en blijft ook nu heel.

den Ackerveken de opdracht. De gemeente neemt de kosten voor haar rekening. Wij halen voorzich­tig opgelucht adem. BN/DeStem van 27 augustus besteedt nog­maals aandacht aan de moeizame strijd voor het behoud van het kunstwerk. Een dag later wijdt ook Ons Weekblad er een artikel aan. Er hangen nog altijd vraagtekens in de lucht.

Scherven

Ook bij 'Amalia' zijn de zorgen niet voorbij. De lege gebouwen staan onbeschermd en onbewaakt. leder­een weet dat er bijna wekelijks een spoor van vernieling door het dorp getrokken wordt. Vernielingen aan deze gebouwen blijven dan ook niet uit. Zowel aan de buitenkant als in het gebouw groeien de hoeveelheden scherven snel aan. (Bestaat het écht dat er ouders zijn die niet weten wat hun kroost in haar vrije tijd of in de nachtelijke uren uitvreet?) Het zou toch het toppunt zijn als de vaste vandalenploeg in de laat­ste dagen voor de redding van de beeltenis deze nog gauw aan dig­gelen zou slaan! Ongeruste burgers seinen ons in omtrent dat gevaar. Op vrijdag 28 augustus nemen wij contact op met de politie. (Is het merkwaardig dat wij ons afvragen of dit eigenlijk wel onze taak is?) We leggen de situatie uit en krijgen het onbevredigende antwoord dat er misschien surveillance zal plaatsvinden als er 'capaciteit' is.

Op vrijdag 4 september weten wij met zekerheid dat de opdracht tot redding van de 'Maria Regina' in handen komt van aannemer Van den Ackerveken. Van Gisbergen blijkt bereid waar nodig hand- en spandiensten te verlenen. Na een

van wirskaante 2009/4 263

Page 68: Rumolda Van Beek

goed werkoverleg met Jan van Strijp, kan de aannemer zijn voor­bereidingen gaan treffen.

Op vrijdag 2 oktober is Marc van den Ackerveken met zijn helper Jan aanwezig bij het schoolgebouw om het karwei aan te vangen. Het valt de omstanders al gauw op dat het werk goed voorbereid is en daardoor zeer doelmatig aangevat wordt. Aan het eind van de wekdag is een stuk muur met de beelte-nis rondom vrij gemaakt en in een stevige ijzeren lijst geklemd. De steiger wordt netjes opgeruimd om te voorkomen dat die een nieuwe uitdaging zou kunnen worden voor vandalen. Maandag 5 oktober zijn de vaklieden weer aanwezig. Ze slopen nu de binnenmuur, zodat

Het vervoer naar de gemeentewerf en de plaatsing daar verlopen goed.

het muurelement met daartegen de beeltenis uitgetakeld kan worden. Wanneer de vrachtwagen met kraan in goede positie gemanoeu­vreerd staat, gaat de kraanarm naar boven en pikt aan. De nood-

bevestigingen gaan los en even later zweeft het twee ton wegende element van zijn hoge plaats naar de grond. Daar liggen ijzeren profielen klaar waarop de metalen omlijsting van het muurelement vast gelast wordt. Dan worden er ook nog twee zijsteunen bevestigd en 'Maria Regina' is klaar voor transport. Zij komt veilig aan op de gemeentewert, waar ze voorlopig bewaard zal worden. Ook de vijf kleine tableau's worden keurig heelhuids afgeleverd en opgeslager op de werf van Openbare Werken.

Marc van den Ackerveken is zeer doordacht en buitengewoon planmatig te werk gegaan en heeft daarmee een lastige klus voortref­felijk geklaard. Tot zover is Maria Regina gered. Bij 'Amalia' wordt opgelucht adem gehaald!

Opnieuw maken

Het kunstwerk wordt op een voetstuk gemonteerd.

Tegen een andere gevel van de school bevindt zich het gedenk­teken van de broeders van De la Salie. Het bestaat uit in de steen gekerfde lijnen met daarbinnen zwart geschilderde silhouetten. De schaduwen zetten zich voort in het plaveisel. Dit werk is gemaakt door

264 van wirskaante 2009/4

Page 69: Rumolda Van Beek

Het gedenkteken voor het werk van de broeders tegen een andere gevel van de gebouwen.

Hein van de Boogaart. Ton van Oir­schot en Antoon van Tuijl (m.m.v. Piet Hereygers voor het straatwerk) op verzoek van het :Actiecomité Afscheid Broeders De la Salie' in 1985. De bevolking van Baarle bracht geld voor dit afscheids­geschenk bijeen. Het is dus een cadeau van de Baarlenaren aan de broeders en een aandenken aan hun verdiensten voor Baarle. Mo­gen we dit werk dan niet eigendom van de gemeenschap noemen? In onze brieven aan de gemeente heeft 'Amalia' van meet af aan gesteld dat redding van dit werk een te kostbare zaak zou worden. Dat hoeft echter geen probleem te vormen. Het is namelijk vrij eenvoudig opnieuw te maken. We vroegen wel, de originele steen met gebeitelde gedenktekst te behou­den.

Mogen wij van de gemeente Baarle-Nassau verwachten mee te denken? Zou zij misschien met

een suggestie kunnen komen. waar dit gedenkteken opnieuw gereali­seerd zou kunnen worden? Weer zeggen wij (met voorzichtigheid) het merkwaardig te vinden. dat we van onze gemeente op dit punt geen enkele reactie ontvangen! We krijgen zelfs niet de toezegging dat de plaquette met de tekst bewaard zal blijven.

Na nog maar eens een brief (15

april 2009) en verschillende mon­delinge contacten hierover, ontvan­gen wij een brief van de gemeente, waarin staat dat behoud van de muur met de silhouetten technisch heel moeilijk is en te kostbaar zou zijn. Verder nietsl Hadden wij dat eerder zelf al niet aangegeven? Bestaat er nu voor de gemeente dus niets anders dan gewoon slopen en afvoeren en het daarbij laten? 'Amalia' wil daar op een later tijdstip heel graag en indringend op terugkomen. Op een bepaald moment ontvangen wij de toezeg-

ging dat aannemer Van Gisbergen de tekststeen uit de muur zal halen om die te kunnen bewaren.

Gemeenschapsgeld

Tenslotte moeten wij het ook nog even hebben over het derde erf­goedelement In de tuin van de school, aan de zijde van de Rector van de Broek­straat, stond een bronzen beeldje, gemaakt door Ruud Ringers uit Chaam. Op een betonnen sokkel zien we drie zittende figuren. Zij beelden uit, een onderwijzer die les geeft aan kinderen. Het beeldje is er gekomen doordat in de tachti­ger jaren van de vorige eeuw de zogenaamde één-procents-regeling van kracht was. Om beeldende kunst te stimuleren. mocht één procent van de bouwsom besteed worden aan een kunstwerk. De toenmalige Aloysiusschool koos voor dit beeldje. Goed beschouwd is het dus betaald met belasting-

van wirskaante 2009/4 265

Page 70: Rumolda Van Beek

Het beeldje van de onderwijzer met zijn leerlingen.

geld en in die zin eigendom van de gemeenschap. Om die reden en ook vanwege de kunstwaarde vroegen wij in de­cember 2006 en opnieuw in april 2009 aan de gemeente Baarle­Nassau tijdig aandacht te besteden aan dit kunstelement Hierop heb­ben wij in het geheel geen reactie ontvangen.

Noodoplossing

De redding van dit beeldje verloopt op een meer dan merkwaardige manier, want het volgende gebeurt. De bouwonderneming die op het scholenterrein zal gaan slopen en bouwen. brengt op een bepaald moment een partij zware betonnen rijplaten om die voorlopig in de tuin op te slaan. Maar daar staat dat beeldje. Het scheelt een haar of het wordt vernield I Buurtbewoners grijpen in. Ze regelen spoedoverleg met de vervoeder van de beton-

266 van wirskaante 2009/4

platen en met de directeur van de school. Er wordt snel een nood­oplossing gevonden. Het beeldje wordt met sokkel en al opgetild en aan de overkant van de straat in de tuin van 'La Monastère' geplaatst. Niemand van de gemeente komt er aan te pas! Toch wel merkwaardig!

Complimenten voor de Baartenaren die op het juiste moment in actie kwamen. Ook complimenten voor het feit dat ze op eigen initiatief de beschadigde sokkel netjes restau­reerden. Maar moet het behoud van kunst. die ons gemeenschap­pelijk bezit is, overgelaten worden aan toevallig aanwezige doortas­tende burgers? De gemeente heeft geen enkele aandacht gehad voor het behoud van dit kunstwerk!

Voorlopige conclusie en voorlopige hoop

Het bovenstaande overziende. trek·

ken wij de voorlopige conclusie dat de gemeente Baarle-Nassau zeer sterk in gebreke bleef. Van zorg voor ons gezamenlijke erfgoed aan en rond het scholencomplex, is ons tot op heden niets gebleken.

Het tij kan echter nog keren. Waarop we het baseren, is ons eigenlijk niet echt duidelijk, maar toch heerst bij 'Amalia' de hoop dat we samen met de gemeente een mooie plaats en een mooie vorm vinden voor de Maria Regina, een goede locatie voor het opnieuw te realiseren gedenkteken voor de broeders en vrede houden met de nieuwe plaats die het beeldje van RuudRingers kreeg. Wanneer de leden van de gemeenteraad het nu eens niet laten bij steunbetui­gingen, maar voor deze zaken ook wat geld bestemmen, dan komt het uiteindelijk allemaal goed.

Page 71: Rumolda Van Beek

Werkzaamheden op en rond de boerderij

HERMAN BOEREN

Dörsen

1\'s in de zomer het graan vol­joende uitgegroeid is en de aoren soed uitgerijpt zijn, dan kan den :x>'st beginnen. De wintergerst <omt 't eerst aon de beurt en dan 1et koren (de rog') en laoter pas de 1aover en de zomergerst Dè zijn wwè de meest verbouwde graonen n onze streek. Gemaaid graon noet drogen in de hok. Hokken Nil zeggen dè gebonden schoven ·echtop tegen mekaar gezet wor­jen op het veld. De wind kan d'r ~oed langs en tussendeur. Zo kan't ~oed drogen. De schoven worden tan 't veld gerejen en opgaslaogen n de schuur of de loods, of aon de

>orsen met de dorsvlegel

véém gezet, ook wel mijt genoemd. Laoter in 't jaor, as't'er meer tijd is, kan er gedörsen wörren. Meestal gebeurde dè in de wintermaanden.

Vlegel

Dè dörsen kan op verschillende manieren gebeuren. Vruger dörsten de boeren meej d'n dörsvlegel. Ene korte knuppel was meej een lèren riempke aon ene lange stok vastgemaakt. Meej diejen knuppel wieren de graankorrels uit de aoren geslagen, terwijl de losgemaakte schoven op de deelvloer uitge­spraaid laogen. Dan wier de vloer schoongeveegd en spraaide den boer de volgende laog ongedörsen

graan uit. Laoter moest de wind er aon te pas komen om het kaf van het koren te schaaien.

Kopdorser

D'r kwaam enen tijd dè 't wèèrk wè moderner gedaan kos wörren. Den boer gong dörsen meej 't klèèn machien. Dè neemden ze ook wel ene kopdörser. 't Graan moest'r aan ene korte kaant ingeschoven wörren. Het strooi viel er opzij uit en de graankorrels meej 't kaf wieren daamao opgeschept. Dè moest nog deur de wanmeule. Ge had wel een man of vier vijf nodig om hiermeej te werken. Meej ene kopdörser kos'te zo werken dat'r

\lan wirskaante 2009/4 267

Page 72: Rumolda Van Beek

Dorsen met de dorskas

strooi overbleef wa goed was veur dakbedekking. Ook was't meuge­lijk om er enen hekel in te leggen, maar dan was't strooi alleen nog maar geschikt veur te voeieren of te strooien. Veul boeren ha'n zelf zo'nen kopdörser.

Dörsen meej de kas

Het was al weer wè moderner om te dörsen meej de kas. Dè was een heel groot machien. Het stond op wielen en wier van den enen naar den aanderen boer gerejen. Ge had dan wel het dubbele volk nodig: twee aon den tas, twee aon de zakken, ene man op de kas om de graanschoven goed in de trom­mel te laoten gaon en dan nog zeker twee man om het strooi weg te tassen. Bij zo'n dörskas kon'de 'nen zelfbender aankoppelen om 't

een aangekoppelde baaienpers kreeg'de pakken strooi.

Bij al dees manieren om den oo'st te verzörgen. was't heel hard wer­ken veur de mensen. In de jaoren zeventig van den veurigen eeuw

. ~: ·~· ... <.- •• . . "'. ~ . ,.. I 1 I ,• 0

strooi toe bussels te bèènen. Meej Roggeoogst met hokken en mijt

268 van wirskaante 2009/4

viel d'r veul zwaor wèèrk weg. Toen kwaam de combine. Die kan 't graan op 't veld maaien en dörsen en wannen in enen gang tegelijk.

Ons veurouwers moesten 't eens weten!

.. ' -:•

Page 73: Rumolda Van Beek

Herinneringen aan Kees Dickens

PIET VAN DER FLAES

n dit verhaal ga ik weer eens ~oeken in mijn geheugen om wat 1erinneringen op te halen aan <ees Dickens. Hij hoorde net als )us Kabbel -waar ik vorige keer Ner vertelde - tot de markante m werkwaardige figuren uit ons 3aarle van vroeger tijden. Zulke nensen gaven kleur aan het dorps­even. Ik denk daarom dat het goed s wanneer mensen die hen nog :ekend hebben, hun herinneringen 1pschrijven. Dat is een manier om 1en te laten voortleven.

Naar de bosrand

~ees is geboren en getogen aan Ie Baarlese 'Dijk'. Zo noemden

de mensen vroeger de Molen­straat hier in het dorp. Ik .~an in mijn herinnering niet terugvinden wanneer Kees verhuisde, maar hij ging op een zeker moment op de Tommei wonen, heel dicht naar de bosrand. Daar stond een oud huisje. Als ik me dat voor de geest haal, dan moetik eerder aan een soort hut denken. Zo'n eenvoudige woning paste helemaal bij de aard van Kees Dickens. Hij was een man van eenvoud. Hij had niet veel nodig voor zichzelf en hechtte al helemaal geen waarde aan luxe. Een eenvoudig dak boven zijn hoofd, in de winter een kacheltje voor wat warmte en zijn dagelijkse kost waren voor hem voldoende.

npressie van het huisje van Kees Dickens bij de Tommei

Altijd vers brood

Ik geloof niet dat Kees een echt beroep had. Wat ik ervan weet, is dat hij lange tijd diensten verleen­de aan enkele van de toen talrijke bakkers in het dorp. Die stookten in die tijd nog takkenbossen om hun ovens op temperatuur te brengen. Veel leveranciers van dat stookhout leverden hun musterd nogal slordig af en onzorgvuldig gebonden bundels hout konden niet in de oven.

Kees maakte die takkenbundels zo­danig op maat, dat de bakkers ze ongehinderd in hun ovens konden schuiven. Het schijnt dat Kees ook

van wirskaante 2009/4 269

Page 74: Rumolda Van Beek

regelmatig behulpzaam was bij het stoken van de ovens. Dat had voor hem het voordeel, dat hij altijd vers brood had.

Van bokken en geiten

Het wonen aan de rand van het dorp en dus wat afgezonderd van de mensenmaatschappij paste goed bij Kees Dickens. Hij was niet echt mensenschuw, maar hij leefde graag wat teruggetrokken en wilde het liefst van al met rust gelaten worden. Wel onderhield hij, voor zover ik weet, goede contacten met zijn naaste familie. Die waren hem ook behulpzaam met dingen zoals de verzorging van zijn kleren en zo. Kees zag er dan ook altijd netjes uit.

Zijn eenvoudige en afgelegen woonplaats had nog een voordeel. Hier kon Kees zonder problemen bokken houden. Een 'ijverige' geitenbok kan namelijk ongeloof­lijk stinken. Daar kun je beter niet mee in de bebouwde kom zitten 1

Een 'bokkenman' had vroeger een belangrijke functie voor een deel van de dorpsgemeenschap. Veel eenvoudige plattelandsmensen hielden namelijk een of twee gei­ten. Deze dieren zijn eenvoudig te onderhouden. Je hebt er geen grote weilanden en akkers voor nodig om ze aan het eten te houden. Wij hielden vroeger thuis ook een geit, maar lk vond de melk daarvan echt niet lekker. Wanneer ons moeder daarvan pudding kookte, dan kreeg ik die nret door mijn keel.

Ik heb wel eens horen zeggen, dat boeren die koeien hadden, geen geiten mochten houden. Dat werd door de melkfabriek verboden. Ze waren misschien bang dat er geitenmelk door de koeienmelk

270 van wirskaante 2009/4

gemengd zou worden. In zo'n geval konden ze niet instaan voor de kwaliteit en de smaak van de boter. Veel gewone mensen hielden wel een geit, gewoon voor eigen gebruik. Zij wilden natuurlijk ook wel eens dat er een lammetje geboren zou worden. Dan gingen ze te voet door de velden en de bossen naar de 'bokken man' op de Tommel. Kees vroeg- als het tenminste klanten waren die het konden betalen - een kleine ver­goeding voor de prestaties van zijn bok. Die deed zijn werk wel graag, maar het was toch dienstverlening. Intussen had Kees wat contact met zijn klanten, waarmee hij graag een beetje buurtte. Op deze manier kon Kees toch min of meer volgen wat er in het dorp en daar omheen gebeurde.

Wintervachten en konijnenbouten

Kees was een man met een grote kennis van de natuur. Hij kende de dierenwereld van Baarle heel goed en wist heel veel van de gewoon­ten en het gedrag van dieren. Dat maakte hem tot een specialist in het vangen van dieren. Hij paste zijn specialiteit toe voor twee doe­len. Wanneer hij een stukje vlees in de pot wilde, dan liet hij de slager In het dorp links liggen, want hij trok de bossen en de velden in. Hij wist precies waar hij moest zijn om resultaat te boeken. Gegarandeerd dat hij met een malse konijnenbout naar huis terugkeerde. Toen zich in zijn omgeving iemand vestigde die ook een bekwaam stroper bleek te zijn, zocht Kees de concurrentie en mogelijke onenigheid niet op. Hij verlegde zijn 'werkterrein' naar Blommegoed. Daar werd toen nauwelijks gecontroleerd en wild was er in overvloed.

Zijn dierenkennis kwam hem ook goed uit, wanneer hij in de win­termaanden mollen en bunzingen ging vangen. De vachten van deze beestjes verkocht hij. In die tijd was de handel daarin nog heel gewoon. Bunzings ving hij vooral op boerenerven. Vroeger vond je rond een boerderij meestal wel een hooimijt, een paar korentassen, een oud kippenhok, een karschop en een houtmijt. Het erf had vaak ook veel meer begroeiing dan tegenwoordig. Overal waren er dus schuilplaatsen voor veel dieren en eten vonden ze er ook vrij gemak­kelijk. Het krioelde er meestal dan ook van de muizen en de mussen. Daardoor kwamen bunzingen, hermelijnen en wezels ook veelvul­dig voor. Daar maakte Kees gretig gebruik van.

Burenhulp

De buurtgenoten waren Kees goed gezind. Dat is een keer heel nadrukkelijk gebleken. Terwijl Kees eens op pad was, raakte door onverklaarbare oorzaak zijn huisje in brand. Er bleef niet veel over van het schamele onderkomen. De buurt trommelde in de kortste keren een flinke ploeg vrijwilligers bij elkaar. Samen bouwde men het huisje van Kees weer op. Het nieuwe was aanmerkelijk beter dan het oude!. Het staat mij niet meer bij wanneer Kees gestorven is. Er gingen enige tijd na zijn dood geruchten door het dorp, dat er in een schuur op de Tommei een kistje met geld aangetroffen zou zijn. Naar het schijnt wilden de buurtbewoners geen discussie over dit geld en werd het aan de kerk geschonken.

Kees Dikkens leeft in mijn herin­nering voort als een wat stille,

Page 75: Rumolda Van Beek

le bok van Dfckens had de lijn st rak als er Iemand met een geit op het erf kwam

~ruggetrokken, maar goedaardige orpsgenoot.

loot van de redactie (1.)

'iet van der Flaes schildert hier en mooi portret van een onopval­!nde maar toch markante Baar­!naar. Deze portretten zijn be­mgrijk. Nu leeft de herinnering og bij enkele mensen. Daarom oen we ook nu weer een oproep. 'ebt u ook nog herinneringen :m Kees Dickens, aanvullingen f verbeteringen op wat Piet ~rtelde, dan zouden wij het zeer aarderen als u ons daarvan op e hoogte brengt. Hoe vollediger eze verhalen, hoe beter.

'oot van de redactie (2.) e oproep aan het eind van het

vorige verhaal van Piet van der

F/aes, in Van Wirskaante van september 2009 over Sus Kabbel leverde een leuke reactie op van Achi/Ie Gulickx. Die vertellen wij u graag.

Sus Kabbel wandelt op een zekere dag goedgezind een van de al­lereerste friettenten van Baarle binnen. Pa Gulickx staat bij de ziedende oliepannen. Sus vraagt: "Zou ik een lekkere buil friet kunnen krijgen?" De friet wordt klaargemaakt en intussen kijkt Sus eens rond naar wat andere lekkere dingen en zegt: "Zou ik daar ook en paar gehaktballen bij kunnen krijgen?" "Natuurlijk", luidt het antwoord. Het maaltje wordt bereid en overhandigd. Sus smult er zicht­baar en hoorbaar van. Als alles op

is veegt hij zijn mond af aan de mouw van zijn jas, zegt "Houdoe en bedankt", en stiefelt de straat op. Dat is pa Gulickx niet gewend van zijn klanten. Hij gaat Sus ach­terna en roept: "Sus, bende gij nie iets vergeten?" "Ik zou nie weten wa!"antwoord Sus. "Motte gij nie betaole as ge hier van alles besteld he't?" Sus reageert verrassend met: "Ik heb niks besteld! Ik heb elke keer gevraagd of ik het kos krèège en ik heb 't gekrege ook. Dan hoefde toch nie te betaole?". Pa Gulickx moet even bekomen van z'n verbouwereerdheid en ziet dan de humor van het voorval in. Met: "Dè lap'te gij mèn ginnen tweede keer!" keert hij terug naar zijn ziedende frietpannen.

van wirskaante 2009/4 271

Page 76: Rumolda Van Beek

Wat groeide er in onzen hof?

ELS VERBIEST

Intens genieten

Waarom zou het vallen van de bladeren te maken moeten hebben met weemoed en verlies? Verlies om het heengaan van de zomer met zijn felle kleuren en geuren? Er is geen dieper rood dan het herfstrood van de wingerd tegen een verweerde muur. Er is geen krachtiger geur en smaak dan die van een appel, vers van de boom. En dan hebben we het nog niet over mensenhanden, die de

zomer ruimt nu plaats voor iets krachtiger! Nee, de herfst is niet het seizoen van de weemoed, maar wel van intensiteit en gretig uitkij­ken naar wat nog komen moet!

Herfstfeest volgens de Kelten

Op 21 september begint de herfst. Vanaf die tijd wint de duisternis het van het licht. Vroeger was dit het moment dat de boeren hun schulden vereffenden met hun schuldeisers. Het 'Herfstfeest' zoals

smaken en geuren nog versterken. dat door de eeuwen heen werd Het lichte smakenpalet van de gevierd, was vooral een dankfeest

Frans Van Gils haalt de wortelen uit zijn tuin

272 van wirskaante 2009/4

Een flinke oogst wortelen

voor de laatste oogst. Men maakte soms dankvuren op het veld om de goede oogst te vieren. Het Christendom nam dit over door het vieren van St. Michael, de aarsten­gel van de zon. Ook Thanksgiving, één van de drie nationale feestda­gen in de V.S. (thans op de vierde donderdag van november) heeft zo zijn overeenkomst met dit feest en heet niet voor niets "dankgeving". Op al deze feesten kijkt men terug naar het verleden en ook naar de toekomst en dankt men voor de gaven en de oogsten.

Wat groeide er in onze hof?

Het was een fantastisch jaar in onze moestuin' We lijken wel com­plete hippies, maar het voorbije jaar heeft onze tuin ons met trots en hartstocht vervuld! Het is alle­maal een beetje gelukt en het beset

Page 77: Rumolda Van Beek

te tomaten doen het goed in de serre van Frans Van Gils

at bepaalde soorten groenten en u it een eigen persoonlijkheid heb­•en en je ze speciaal moet benade­:n ... het was allemaal even fas­inerend. De overvloedige zon gaf en rijke oogst en inspireerde ons m nieuwe recepten uit te probe­~n . Wij experimenteerden met de tatste groene tomaten en maakten eerlijke chutney en het te veel an appelsap werd appeljam, ge­arfumeerd met tijm en rozemarijn. •e vlierbloesem siroop werd sorbet n de bessenjenever en limoncello 1achten op mooie momenten in et leven om te vieren. Onze kleine oomgaard leverde voldoende fruit m zelf met een stoomketel sappen ~gaan trekken. Het was naar et idee van vriendin Maggie die ok zo haar fruit en zelfs groenten :rwerkte. Het resultaat is mooi. ezond en erg lekker. Het was bij laggie dat we het eerste glaasje

vers fruitsap proefden, het rook heerlijk en het zag eruit als een su­per chique cocktail! Maggie heeft tevens een mooie kruidentuin en van haar leerden we ook heerlijke thee maken met o.a. munt, salie, citroenmelisse en citroentijm. Jan Vervoert, haar man. is een gedre­ven imker. Een lepeltje van zijn

"seizoenshoning" parfumeert deze thee tot een godendrank.

Groenten en fruit uit een potje

Het bewaren van voedsel houdt de mens al heel lang bezig. Alleen zo kon men in een periode van overvloed een levensbelangrijke

Page 78: Rumolda Van Beek

Frans is bezig met 'het inleggen' van zijn worteloogst. Gemakkelijk voor in de wintermaanden

De kruidentuin van Els Verbiest

voorraad aanleggen om te gebrui­ken bij schaarste. In 1795 schreef Napoleon een prijsvraag uit om een nieuwe conserveermethode voor de legerkeuken te ontwikke­len. En sinds de ontdekkingen van Louis Pasleur zijn bewaartechnie­ken steeds verfijnder geworden. Oude kookboeken hebben vele hoofdstukken gewijd aan conser­veermethoden. Dankzij vernieu-

274 van wirskaante 2009/4

wende procédés kan bijna alles van het veld op ons bord ver­schijnen. Na de oogst blijven de voedingsstoffen door pasteurisatie, sterilisatie, UHT. koeling en invrie­zing zoveel mogelijk behouden.

Nostalgisch verwerken

Vergeten technieken als wecken, fermenteren of inzuren doen heel

wat mensen terugdenken aan ver­vlogen tijden. Maar nu de moes­tuin weer aan belangstelling wint, wordt het bewaren van overschot­ten weer interessant.

lyrisch over eten

Inmaken A. van der Hoop Juniorsz. 0827-1863)

Keulse potten. vaatjes. touwtjes, Vleeskuip naar de eis gepikt; Nu is't hoogtijd voor de vrouwtjes. 't Rookt in huis, dat je er van stikt' Zuurkool naar de eis gesneden, Molenstenen in de ton, Stank van boven tot beneden; Vrouw steeds in haar nachtjapon, Zuinig Aaltje is catechismus: Wie zag immer zuinigheid, Lezers. bij een keukenmeid? Duizenden princessenbonen, Groene bonen bij 't miffioen, Tonnen, waar men in kan wonen, Als Oiogenes ooit mocht doen. Kelderflessen, glazen. kurken, Uitjes, sambal, peultjes, peen, Bloemkool, erwtjes. biet, augur­ken. Canteloupen, fijn gesneen! Fenkel. foelie, lauwerblaren.

Page 79: Rumolda Van Beek

chijm, Cardemon, Marjo/ijn, )paanse peper niet te sparen! tnkers wijn en bier, azijn, ~oterpekel voor de kroppen. (ies voor de slapste niet! t Zelfde voor de spersiekoppen, :er men er d'azijn op giet.

lppels schillen, boren, drogen, \indren aan de diarrhee. kuine suiker afgewogen; \eh, 't wordt in je beurs zo wee! ?eine-claudes, mirabellen, Jaag/en. naar de smaak er bij! : Geurig sap van de alebessen. : Spoelen. 't zwaavlen van de fles­en, Vas de boel maar opgeruimd! 11 die vruchten en geleien, 1/ dat zoet en al dat zuur. i/ die vreemde lekkernijen !faken juist de inmaak duur. 'rouwtjes. zo gij ons wilt tonen, Jat gij d'inmaak goed bevat, ïet niet op een duizend bonen, ·n een witte kool of wat! Vilt voor de overmaat niet schro-ren, leelt daarven met wijs bestel. Veet gij er niet door te komen, 1e arme luitjes weten 't wel!

lon Jongenelis met in zijn :chterhand paksoi en in zijn 1kerhand pastinaak, geoogst in zijn llkstuin

Het was een goed jaar voor de volkstuinliefhebbers

Wat groeide er in de volkstuintjes!?

We maakten met Toon Jongenelis weer een"bloem-en groenterijke" najaarswandeling door de volkstui­nen van Baarle. Toon was tien jaar voorzitter van de tuincommissie en wordt nu opgevolgd door jonger bloed. namelijk Jan de Swart. We hoorden dat de tuinen fl ink geboerd hebben het afgelopen sei­zoen! Elk perceeltje vertelt zijn ei­gen verhaal: hier is al veel geoogst. daar is de eigenaar met vakantie. ginds is er al groenbemesting gezaaid en daar zet iemaJY.I een wijngaard op ....

Toon is trots op zijn oogst. Hij heeft wel 400 asperges gestoken en er was andijvie een halve wasmand groot en frambozen zat. Ook de tomaten waren groot en erg lekker. En de twee bijenkasten op het domein gaven ruim dertien kg honing! Er hing een andere sfeer in de tuin dan in juli. Het is er nu een idyllisch najaarstafereel met weg­kwijnend aspergeloof, fiere koppen boerenkool, grijsgroene perken winterprei, rode bietjes, boterraap-

jes, wintersla .... Het ruilhandeltje heeft weer goed gewerkt en me­nige buur, vriend en kennis werd weer bedacht met een mandje van de overvloedige oogst. Ze blijven een vriendelijk volkje, die tuinders!

In sommige tuinen bloeit er ook nog wel een koppige boerendahlia, wat late zomerasters, een chrysant. een verloren margriet, de laatste roos of wuiven wat sierpluimen en grassen. Wat is dit seizoen. de herfst, weer mooi! Is er een betere plek om tot rust te komen dan een warme herfsttuin waarin je, je zin doet en plannen maakt om lekkere potjes te koken! Geladen met een portie pastinaak en een mooie paksoi van Toon trekken we huis­waarts ... het wordt er nog stiller ... enkel het spruitje en de andijvie maken nog een praatje.

Spruitje

Spruitje zei tegen andijvie Ik stink misschien wel wat Maar als ik naar jou kijk Dan ben jij enkel blad.

En of dat lekker is Ik vraag het me wel af

van wirskaante 2009/4 275

Page 80: Rumolda Van Beek

Van jou te moeten eten Een waardevol familiestuk van citroenschil. Kook intusschen de Dat lijkt me echt een straf. grootmoeder Vervoort, met broodkruim met de melk, roer

receptuur van zoals bijvoorbeeld zeer goed dooreen. voeg erbij de 0 nee, dan mijn gewelven Sneeuwballenroom, de bereiding 50gr suiker. de boter, de eierdooi· Zijn die niet mooi gevormd van Goudakaas, Karnemelkwafels. ers en ten laatste het tot sneeuw Gewoonweg ingenieus Ossenlever zuur en zoet, Poeten en geklopte eiwit. Boter een pudding-En ook zo sexy rond. oren, Zweetdrank, tot het maken vorm, bestrooi hem met suiker of

van Cider op een vat van 36liters. geraspte beschuit. Leg er een laag Ik kan met al mijn maatjes In een mooi handschrift en met brooddeeg en daarop een laagje Een bord zo smakelijk tooien inkt geschreven voel je de invulling appelmoes, weer een laagje brood En wordt zelfs exclusief van haar kwaliteitstijdl enz. en eindig met het bro,od. Laat Met nog wat pecannoten. 30 min bakken in den oven.

Pudding met appelen Maar als ik naar jou kijk Oudhollands tafelgebed Dan ben jij enkel blad ( uit het kookboek van grootmoeder (17• eeuw) Dan weet ik het wel zeker Vervoort) Ik stink maar liever wat. 200gr broodkruim, 500cl melk, lek doe mijn handjes samen

1 OOgr witte suiker, 2 eieren, 25gr lek doe mijn ooghjes dicht Kookschrift van moemoe boter, 4 appelen, 50gr krenten en En bid dat na het Amen

een citroenschil. Stoof de appelen Mijn gehacktbal er nog ligt. Bij Jan en Maggie kregen we en voeg er bij de helft van den een kookschrift mee ter inzage. suiker, de krenten en de geraspte Smakelijk!

Page 81: Rumolda Van Beek

D'r mót wa meej naar huis!

FONS WILLEMSEN

·eurige keer hedde kunnen lezen è we veul geluk hadden meej raaien zuuken en ook dè we goed erdiend ha'n. As ge wit da 'ne 1erkman die tijd tien of vettien ent per uur verdiende en wij kre­en zestig centen! We waren allen eer gelukkig, wij met de centen en :ees waswirheel wè aaierdieven wijt.

aon was heel goed bekend aan 't onnenven en we zouwe nog wel !S enden gaon zuuken. We zoch­m heel dè ven af, in alle kaanten n hoeken. mèr gin endeaai te ijnen. Wa zèn da toch slimme eesten. Die stoppen d'r aaier nder en zuukt dan mèr. Da waren •e in ene keer geleerd.

eul ben ik nie meej Jaone wegge­•ist. Nog wel ies kraaien zuuken. n iets mot ik toch nog vertellen. ·p 'ne keer waren we weggewist n toen kwamen we wir langs de laaieboer terug. Daar stonden vijf zes grote eikenbomen veur 't huis

.1 daar zaten ook gaten in. We )ewen toch ies gère 'n spachte­aai zien. Bij de Maaien vroegen ·e om de leer(= ladder) en, ja Jor, Jaon de leer op. 't Was 'ne 1eter of vier hoog, daor zaat het Jachtgat Ik riep tegen 'm: " hèt ie ·è?" "Ja, hij pikt in m'n haand, da s geen spacht, dès iets anders." )eh joh, wè kan er anders in zo'n 3t zitten?" "Wat er in zit kan me iet schelen. mèr er uit komen zal !." Naar lang vruute kwaam ie er 1ee te boven. En wa denkte dat 't as: 'ne grote uil. Ik weet nie of 't

'ne kerkuil of 'ne bosuil was, mar een ding weet ik zeker: 't was 'ne grote. We hebben 'm mèr losge­laten, wè kunde meej zo'n ding doen? Wel weet ik da 'ne uil witte aaier legt. want die lagen toch in dieje nest.

Mèr eer 't avond was mos er toch wa meej naar huis. In 't bos achter de Maaie daar vonde we 'n knijn op jong. Ze liepen al uit de pijp, da kende zien. Wij aan 't dabbe en, jawel, er zaten vier jonge knijntjes in. Die mosse wij. En snel wier onze kiel uitgedaan, de mouw wier meej 'n touwke vastgeknoopt, de knijntjes d'r in en zoe op huis op aon. Er wier 'n grote ton -zo'n houten kuip- vur d'n dag gehaald en daor die beestjes in. Wa hooi en koolblaadjes en nor acht daogen waren ze niks gegroeid. Nor een maand nog nie, ze wouwe niet groeien. "Wè hèdde nou aon zulke knijnen", zeejen wij en prompt

Den eekhoorn beet in z'ne vinger en bleef hangen

wiere ze bij huis losgelaoten. En, jawel , nor 'n week hadden bij Kees Laurijssen geen koolplant meer staon. Dè knijn ha'n alles afgevre­ten, zoe gaot dè. 't Schoonste was, die knijnen die groeiden toen as kool. Natuurlijk van die kool op d'n akker. Die was ommes beter as die kool in de ton.

Da was in dieje tijd dat Kokse manne nog nie getrouwd waren. Jan, Jaonus, An en To, en zeker weten doe ik het nimmer, mèr ik denk da Sjaak Koks toen nog leefde. Wè waren dat toch g<:lei mensen. We gingen daar ies mus­sen uithaaien boven de stieren. Er hoowen daar o zoeveul mussen. Laot nou die mannetoch de stie­ren uit de stal doen en opsluiten. Zo konne wij op oos dooie gemak die mussen uithaaien en we waren overgelukkig. Nou ziede wir ies hoe gauw da ge kinderen blij kunt maoken. Mèr ook wè oudere voor kinderen over hebben. En 't een plezier ies 't andere werd, da's toch het spreekwoord.

We wieren stillekes zoen twaalf jaor, toen mos ik van thuis al bij d'n boer gaon werken. Bij Nard Meeuwesen. Da was de eerste plak nor de school. En 's zaterdags mos ik dan gaan werken. Witte wa ik verdiende? De kost ( = 't eten). Ze waren oe thuis van taofel kwijt. Dieje tijd hadde ze 't bij ons thuis nie te breed, net as op veul plakke. De vrouw van Nard van 't Hoogeind, zo noemde ze Nard Meeuwesen, dè was me toch een

van wirskaante 2009/4 277

Page 82: Rumolda Van Beek

goei mens. Daor kreeg ik af en toe 'n paor kwartjes van. Och jong, ge waart de koning te rijk. En zo leerde ik toch stiekem sparen, want ik mokte niks op. Ge kreegt 'r ook de kans nie veur: er was in Ulicoten niks te beleven. Ik praot nou over 1934.

Den tijd van 's zondags nor de Mis en nor 't Lof dan kende doen wè ge wilde, mèr eerst oew plicht doen. We gingen meej 'ne hele hoop eekhoorns schudden of vogels zuuken. Jaon, Gust en Jan Renti­ens, Gust Kusters. ooze pa, ooze Sjorsen ik. 't Ging meej een heel stel de bossen in. Dèr howen veul kraaien en eksters en houtduiven (koolduiven). Soms hadden we wel feftig tot zestig ekster en kraaie­naaierop éne middag. Koolduiven. die wieren op jong uitgehaald, de was lekker, joh, in boter gebakken. Ge kreegt nie te veul tussen oew tanden dieje tijd. We hebben i es 'ne keer eekhoorns wiesten vangen en nooit zal ik vergeten wè we toen meemokten. Onze pa die zou de zak open houwen, daor mos d'n eekhoorn in vallen. D'r wier 'ne

eekhoorn uit d'n boom geschud, de zak wier opengehouwen, laot nou dieje eekhoorn op de kant van d'n zak vallen. Onze pa pakte 'm mèr dat was nie mis. D'n eekhoorn beet in zunne vinger en dat ging er dwars door, ook deur 't been. En dè kreng liet nie los. Zoiets vergeet je nooit meer. 't Was in Jaon van Lieskes bos, dicht bij Blomme goed. Ik zie 't nog veur mijn ogen. We hebben zat eekhoorns gevan­gen en ook nooit geen problemen meej gehad. 't Mot mèr treffen.

Ook gingen we veul vissen in de Mark aon de Kromme Hoek. Daor zat heel veul vis in. We gingen nie makkelijk meej d'n hengel, 't was meestal 'ne wielleeg hozen. Een wiel is een gat in de Mark, in zoe 'ne bocht. We hebben gewiest dat we ruim 'ne halve emmer vis hadden, niet te geloven! En nou zit er geen viske meer in. In de waterlopen zat die tijd ook veul vis, meestal snoek en paling. En nou zit er nog geen stekelbaarske meer in. 't Kan ook nie want er staat geen water meer in al zijn 't dan waterlopen. Dat is de schuld

Dabben in 't knèènenhol tot we de jong hebben

278 van wirskaante 2009/4

van 't Waterschap, die maken de sloten en waterlopen zo zuiver dat er geen peil water meer in blijft staan. Jammer, want zo gaat er veul natuur verloren. Noem mar op, er kan niks zonder water. Vis, kikkers, planten en bloemen, alles moet water of hel sterft. Als 't aan mij lag, mocht 'ne sloot maar om de twee jaar gezuiverd worden om de natuur weer 'n beetje terug te laoten komen, nel as vroeger. Mèr 't is nu zo: vennen en kuilen dicht of droog en in de sloot ook geen water. Is dat natuurlijk? Nee!

Maar alles is veul veranderd. Als we vroeger vogeltjes gingen zuuken, want die waren er heel veul, dan kon men thuis langs de tuinen lopen -ongeveer vijf à zes kilometer tuin. Meestal bukentuin. Er is nog geen 200 à 300 meter van over, de rest is foetsie. En als onze gemeente zijn best deed, kon er gemakkelijk in Ulicoten alleen al een paar kilometer bukentuin zijn. Maar door het toedoen van onze gemeentebestuurders zijn er al heel wat bukenheggen of tuinen ver­dwenen. Niet één bukenheg wordt aangeplant. Jammer, niet alleen voor de vogels maar voor alles wat leeft. Noem de meikever, wie vindt op het ogenblik nog 'ne meikever of mulder is de naam in Ulicoten.

Om het daar eens over te heb­ben: vruuger, toen ik 12 à 13 jaar was, gingen we 's avonds langs de bukenhaag om mulders te vangen. Jonge, da was plezaant en dan rnèr orn ter meest. En iedereen deej da, zelfs onze pa en Jaon en Jan Rentiëns, die deeje ook meej. 't Ging om 't meeste, want nodderaand liete we ze wir los. Ik weet dat ik op 'ne avond er 97 haj gevangen, ik kos nie aon de honderd komen.

Page 83: Rumolda Van Beek

Het boek over de geschiedenis van het Baarlese onderwijs is verschenen !

.eden van de werkgroep Speciale •rojecten hebben de laatste maan­en meer dan eens de vraag beant­toord wanneer men het boek over e geschiedenis van het onderwijs 1 Baarle zou kunnen aanschaffen. let geeft aan dat onze leden al óór het verschijnen van het boek elangstelling hadden voor het erhaal dat de werkgroep op papier ad gezet. Intussen is het boek bij elegenheid van de opening van de ;rede School gepresenteerd. Het ; een boek geworden van 224 pa­ina's in kleurendruk, verluchtigd 1et foto's, oude documenten, enz ..

Naar school ....

tussen wil en wet Geschiedenis van het basisonderwijs in Baarle

et beschrijft wat er met be­ekking tot het onderwijs zoal 3beurde in Baarie-Hertog en aarle-Nassau inclusief Zonderei-3n, Ulicoten, de Grens en Castelré maf eind 1500 tot heden. Een nge periode waarin er voor de aarlese bevolking heel veel is ~beurd . Zo heeft bijvoorbeeld : Vrede van Munster niet alleen taar vrede in Baarle gebracht. ok was er tot 1858 één school >or zowel Nassau als Hertog. eze school stond op de plaats aar nu het Heemhuis staat. De rijd om katholiek onderwijs heeft de voorbije eeuwen steeds een

Jminante rol gespeeld. Om kort te 1an: Voor de scholen zijn dikwijls >lossingen nodig geweest en

gevonden. De bevolking ging ook in het verleden heel creatief om met de problemen die zich stelden. In het boek zijn bovendien interes­sante zaken en leuke anekdotes uit het verleden bijeengebracht.

Zoekt u nog naar een

eindejaarscadeautje of bent u geïnteresseerd?

Voor degenen die op zoek zijn naar een eindejaarskado wellicht een goed idee.

Het boek is te koop bij de BRUNA winkel in de Nieuwstraat In Ulicoten is het verkrijgbaar bij het Dienstencentrum. Belangstellenden in Zondereigen kunnen terecht bij F. van Gils en op basisschool "De Horizon". En natuurlijk bij onze vereniging. Elke woensdagavond van 19.30 - 21.30 uur en op de eerste zondag van de maand van 10.30 - 13.30 uur kunt u daarvoor terecht in het Heemhuis. Oe prijs van het boek bedraagt €17,50.

van wirskaante 2009/4 279

Page 84: Rumolda Van Beek

'Broeder' Frans Tuijtelaars en 'Zuster' Maria Voeten hebben zojuist het eersie exemplaar van het boek overhandigd aan burgemeester Hendrikx

En er was een tentoonstelling

Bij gelegenheid van de opening van de Brede School " Uilenpoort" werd er door de werkgroep ook een tentoonstelling ingericht waar een klaslokaal uit het begin van de vorige eeuw werd getoond. Een groot contrast met de gloednieuwe lokalen waar nu les gegeven wordt.

Enkele foto's op deze pagina's geven een indruk van deze ten­toonstelling en de presentatie van het boek.

Alle leden van de werkgroep Speciale Projecten bijeen in het klaslokaal uit het begin van de vorige eeuw

280 van wirskaante 2009/4

Page 85: Rumolda Van Beek

11-11-2009: 91 jaar na dato

ANORÉ MOORS

;et gaf ons een goed gevoel dat Nij op die dag met 49 leden van \malia, samen met een massa tredelieveode mensen in leper l ijeen waren om daar het einde tan de Eerste Wereldoorlog te !edenken. We genoten van de Jptocht van militairen en muziek­;orpsen uit vele landen, waren nuisstil tijdens de Last Post en :agen tijdens een minuut stilte luizenden rode blaadjes onder de Aenenpoort naar beneden dwarre-

len. Rode blaadjes van de klaproos als symbool van het bloed van de gevallenen. Daarna bezochten we in Diksmuide de Dodengang waar zoveel slachtoffers vielen en tentoonstellingen over die vreselijke oorlog in de 21 verdiepingen tel­lende Uzertoren. Het avondmaal in Sint-Niklaas tenslotte smaakte ons voortreffelijk. Deze dag zal ons bijblijven als een nieuw hoogtepunt van onze vereniging.

van wirskaante 2009/4 281

Page 86: Rumolda Van Beek

Activiteitenkalender 2010

Januari 03 Nieuwjaarsbijeenkomst in

de aula van het Cultureel Centrum Aanvang 10.30 uur (deze zondag geen open huis)

19 Lezing 'De grens tussen Brabant en België' door Paul Spapens in de De La Saliezaal van het Cultureel Centrum in Baarle. Aanvang 19.30 uur

Februari 07 Open huis in het heemhuis

van 10.30 tot 13.30 uur 16 Fotopresentatie door Hugo

Verhoeven 'Luchtfoto's van ons heem vanuit een luchtballon' om 19.30 uur in de aula van het Cultureel Centrum te Baarle

20 Wandeling 'De Buurtschap­penroute' onder leiding van Antoon van Tuijl. Vertrek om 13.30 uur aan het Heemhuis

Maart 07 Open huis in het heemhuis

van 10.30 tot 13.30 uur 16 Algemene Ledenvergadering

om 19.30 uur in de aula van het Cultureel Centrum

28 Vroege Vogeltocht o.l.v. Antoon van Tuijl. Vertrek om 8.00 uur aan het Heemhuis

April 04 Vanwege de viering van 1 •

Paasdag géén open huis 13 Lezing 'De molens in en om

het Land van Breda' door dhr. K. Leendersom 19.30 uur in de aula van het Cultureel Centrum te Baarle

20, 22 en 23 Archeologische dagen voor basisschoolleerlin­gen in Baarle

24 Wandeling rond het thema

282 van wirskaante 2009/4

Mei

'Zendstation MN 7'. Vertrek 13.30 uur aan het heemhuis Om 15.00 uur ontvangst ge­nodigden in de aula van het Cultureel Centrum in verband met de presentatie van de extra Van Wirskaante over 'Zendstation MN 7' Om 15.30 uur presentatie van de extra Van Wirskaante

02 Open huis in het heemhuis van 10.30 tot 13.30 uur

07 Archeologiedag voor de basis­schoolleerlingen van Zonder­eigen

08 Fietstocht naar Alphen en bezoek aan de bijenhal en het historisch museum van Wim Segers. Vertrek om 13.30 uur aan het Heemhuis

30 Vroege vogeltocht o.l.v. Antoon van Tuijl. Vertrek om 5.00 uur aan het Heemhuis

Juni 06 Open huis in het heemhuis

van 10.30 tot 13.30 uur 12 Wegens in 2009 gebleken

grote belangstelling, brengen we opnieuw een bezoek aan het Historisch Openlucht Museum en de heemtuin in Eindhoven. Oe dag wordt weer afgesioten met een bezoek aan Oirschot

26 Heemreis naar Gent, o.a. bezoek aan het glasatelier Mestdagh

Juli 04 Open huis in het heemhuis

van 10.30 tot 13.30 uur 13 Avondwandeling o.l.v. Antoon

van Tuijl. Vertrek om 19.00 uur aan het Heemhuis

Augustus 01 Open huis in het heemhuis

van 10.30 tot 13.30 uur 07 Lokale Heemdag

In samenwerking met heem­kringen Alphen en Chaam Bernardusvoetbedevaart naar Ulicoten

29 Bezoek aan de cultuurhistori­sche optocht in Heeze

September 05 Open huis in het heemhuis

van 10.30 tot 13.30 uur en presentatie heemkalender 2011

11 Fietstocht 'Op zoek naar mo­numentale panden.' Vertrek 13.30 uur aan het Heemhuis

Oktober 03 Open huis in het heemhuis

van 10.30 tot 13.30 uur 14 Fotopresentatie 'Wandeling

door ons Heem' en presenta­tie van het stratenboek 'Van Akkers tot Zigraeck'. Aanvang 19.30 uur in de aula van het Cultureel Centrum

23 Lange herfstwandeling o.l.v. Antoon van Tuijl. Vertrek 9.00 uur aan het Heemhuis

November 07 Open huis in het heemhuis

van 10.30 tot 13.30 uur 23 Fotopresentatie op een groot

scherm 'Den Goeien Ouwe Tijd' van fotograaf Martfen Cappens en andere foto's uit ons verenigingsarchief. Aan­vang 19.30 uur in de aula van het Cultureel Centrum

December 05 Open huis in het heemhuis

van 10.30 tot 13.30 uur 16 Kerstviering om 19.30 uur

in de aula van het Cultureel Centrum in Baarle

28 Winterwandeling onder lei­ding van Antoon van Tuijl

Page 87: Rumolda Van Beek

Ad Haneveer • Timmerwerken

• Rolluiken

• Zonwering

Wiekenweg 15, 2387 Baarie-Hertog

Telefoon 014 699 176 of 0032 14 699 176

Bank & Verzekering

KBC Baarie-Hertog

Maatwerk I I

elke cliënt .....,.-~

Mr. J.F.M. Bolscher ~ rr.: Netwerk Notarissen ~~ ) Generaal Maczeklaan 40 ~ J 5111 XC Baarle Nassau / T (013) 507 87 45 E [email protected]

www.notarisbolscher.nl

Page 88: Rumolda Van Beek

In het grensgebied van Nederland en België ligt Baarle-Nassau . Hier vindt u Koninklijke Drukkerij Em. de Jong :

specialist in drukwerk voor de retail. Het familiebedrijf werd opgericht in 1906 en groeide uit tot één van de

belangrijkste en meest omvangrijke drukwerkspecialisten van Europa. Van digitaal drukken tot vellenoffset op

klein en groot formaat, rotatie-offset: heat-set- èn krantenrotatie . Bij Koninklijke Drukkerij Em. de Jong vindt u

alles onder één dak. Een succesvolle filosofie, die aansluit op de vraag van alledag. Betrouwbaar, snel en hoge

kwaliteit tegen de scherpst mogelijke prijs.

Koninklijke Drukl<erij Em. de Jong Visweg 8 5111 HJ Baarle -Nassau : 088-6655555 Postbus 8 51 10 AA Baar Ie-Nassau Fax 013-5079100 www.emdejong .nl [email protected] I ] 014 - 690324