Peter beek, Motorisch leren

34
Nieuwe, praktisch relevante inzichten in techniektraining Peter Beek Faculteit der Bewegingswetenschappen, Vrije Universiteit, Amsterdam EBAS, 2 februari 2011

Transcript of Peter beek, Motorisch leren

Page 1: Peter beek, Motorisch leren

Nieuwe, praktisch relevante inzichten in techniektraining

Peter BeekFaculteit der Bewegingswetenschappen,

Vrije Universiteit, Amsterdam

EBAS, 2 februari 2011

Page 2: Peter beek, Motorisch leren

Overzicht presentatie

• Doelstellingen– Recente inzichten delen

– Praktische toepassingen verkennen

• Motorisch leren en expertise: algemeen

• Automatisering volgens het “standaardmodel”

• Externe versus interne focus van aandacht

• Impliciet versus expliciet leren

• Differentieel versus traditioneel leren

• Conclusies

Page 3: Peter beek, Motorisch leren

Motorisch leren

• Leren: een proces dat leidt tot relatief duurzame veranderingen in het gedragspotentieel als gevolg van specifieke ervaringen met de omgeving

• Prestatie tijdens instructie of training is geenbetrouwbare index van leren

• “Retrieval strength” versus “storage strength”

• Zonder retentietest is het onmogelijk vast te stellen of de oefening effectief was

• Daarnaast zijn vaak transfer-tests nodig

Page 4: Peter beek, Motorisch leren

Expertise

• Expertise (Ericsson): maximale aanpassing aan taakeisen t.g.v. “deliberate practice” (±10.000 uur/±4 uur per dag voor een periode van ±10 jaar)

• Kenmerken van deliberate practice:Specifieke, grensverleggende doelen stellen

Onmiddellijke feedback

Sterke focus (gedoseerd oefenen)

Concentratie op techniek en uitkomst

Page 5: Peter beek, Motorisch leren

Jong geleerd, oud gedaan?

Tom Amberry (71 jaar): 40 jaar lang geen bal aangeraakt, maar nu wereldrecordhouder vrije worpen nemen

2,750 rake vrije worpen op rij in 12 uur

Hij moest ermee ophouden want er moest een wedstrijd beginnen in de gym…

Page 6: Peter beek, Motorisch leren

De oefensituatie

Trainer/coach

Oefeningen Sporter/atleet

contextcontext

Effectiviteit is niet alleen een kenmerk van de oefenmethode!

Page 7: Peter beek, Motorisch leren

Wetenschap praktijk

• „Beste‟ methode voor iedere leersituatie bestaat niet

• Groepsvergelijkingen tonen wat gemiddeld waar is onder gecontroleerde omstandigheden

• Kunst voor trainer/coach is die methode te vinden die voor specifiek individu optimaal is/goed werkt

• Wetenschappelijke inzichten kunnen helpen bij het ontwerpen van trainingsprogramma‟s en -omgevingen

Page 8: Peter beek, Motorisch leren

Leerfasen: het “standaardmodel”

• Cognitieve of verbaal-motorische fase – doorgronden van de bewegingshandeling/-sequentie– gebruik expliciet stap-voor-stap-uitvoeringsregels

• Associatieve fase– aaneensmeden van onderdelen van de beweging– ontwikkeling van perceptie-actie-koppelingen

• Autonome fase– bewegingsuitvoering gaat “vanzelf”, is impliciet– aandacht kan gericht worden op andere zaken (strategie)

Fitts & Posner, 1967

Page 9: Peter beek, Motorisch leren

Training volgens “standaardmodel”

• Cognitieve fase– Verschaf expliciete (d.w.z. verbaliseerbare) stap-voor-

stap-regels over de uitvoering en globale Knowledge of Results (KR)

• Associatieve fase– Verschaf gedetailleerde KR in combinatie met Knowledge

of Performance (KP) (verbaal, video-feedback)

• Autonome fase– Verschaf gedetailleerde KR maar geen KP (vermijd de

aandacht op de uitvoering zelf te vestigen)

Page 10: Peter beek, Motorisch leren

Is de “standaardpraktijk” wel optimaal?

Drie aannames:

Aandacht: in het begin is het nuttig de aandacht op de uitvoering te richten (interne focus), daarna op het resultaat (externe focus)Kennis: begin met het aanbrengen van expliciete kennis en eindig implicietHerhaling: taakuitvoering intensief herhalen (“drillen”) leidt tot beste leerresultaat

Page 11: Peter beek, Motorisch leren

Handeling en beweging• Motorische opdrachtsignalen volgen „vanzelf‟ vanuit

simpele, waarneembare doelen – brein maakt invers model• Motorische leerprocessen voltrekken zich door het

verwerven van adequate doelrepresentaties

a. b.

c. d.

Page 12: Peter beek, Motorisch leren
Page 13: Peter beek, Motorisch leren

Inzichten m.b.t. aandacht

• Interne focus interfereert met natuurlijke sturingsprocessen, terwijl externe focus deze faciliteert superieure (leer)prestatie

• Instructies die de aandacht op de uitvoering vestigen leiden vaak tot slechtere prestaties en leerresultaten dan helemaal geen instructies

• Effect van instructies en feedback is afhankelijk van het effect hiervan op de focus van aandacht; continue simultane feedback is nadelig

Page 14: Peter beek, Motorisch leren
Page 15: Peter beek, Motorisch leren

Vrije worp in basketbal

• Vrije worp in basketbal: schotnauwkeurigheid en EMG-activiteit (m. flexor carpi radialis, m. biceps brachii, m. triceps brachii en m. deltoid)

• Twee groepen (EF en IF): Externe Focus (basket) en Interne Focus (polsbeweging)

• Schotnauwkeurigheid was groter in EF- dan IF-groep• EMG-activiteit in biceps en triceps was lager in EF- dan

IF-groep• Conclusie: externe focus van aandacht bevordert de

economie van het bewegen en reduceert “ruis”

Zachry, Wulf, Mercer, & Bezodis, 2005

Page 16: Peter beek, Motorisch leren

Constrained Action Hypothesis

• Ook in heel veel andere taken (skiën op ski-simulator, verticale sprong, balanshandhaving, isometrische krachtproductie) is hetzelfde aangetoond

• Deze studies laten allemaal grotere nettomomenten, grotere gewrichtssnelheden, minder spieractiviteit en een betere taakprestatie zien

• Dit duidt op efficiëntere inzet van spieractiviteit, oftewel “constrained action”

• Resultaten lijken onafhankelijk van de taak die wordt geleerd en van het vaardigheidsniveau van de sporter

Zachry, Wulf, Mercer, & Bezodis, 2005

Page 17: Peter beek, Motorisch leren

Knowledge of Performance

• Technisch gezien steeds meer mogelijk: welke informatie is zinvol om terug te koppelen

• “Brain knows nothing of muscles, but may learn about the mechanics of movement”

• Informatie die een interne focus van aandacht met zich meebrengt zoveel mogelijk vermijden

• Niet de mechanica van de beweging, maar wel bijv. piekkracht of een einddoel)

Page 18: Peter beek, Motorisch leren

Inzichten m.b.t. kennis

• Expliciet leren is aanvankelijk soms sneller dan impliciet leren en geeft coach en atleet houvast

• Echter: expliciet geleerde taken blijken kwetsbaar voor stress (“chocking under pressure”), i.t.t. impliciet geleerde resultaten

• Impliciet geleerde taken blijven i.h.a. beter in het geheugen bewaard dan expliciet geleerde taken

Page 19: Peter beek, Motorisch leren

“Choking under pressure”

• Leren putten van een golfbal– Expliciet-Leren-groep: ontving expliciete instructie over de

techniek van het putten– Impliciet-Leren-groep: voerde tijdens het oefenen een

tweede, cognitieve taak uit

• Prestatie onder druk verslechterde in de EL-groep maar bleef hetzelfde in de IL-groep: „history matters!‟

• EL-groep verworf meer stap-voor-stap-regels dan IL-groep (verbale protocollen)

• Herinvestering-van-kennis-hypothese: kennis waarover men niet beschikt, kan men ook niet opnieuw investeren

Masters, 1992

Page 20: Peter beek, Motorisch leren

Methoden van impliciet leren

• dubbeltaak (niet erg praktisch)

• analogie-leren

• foutloos leren

• accentueren en isoleren van perceptuele informatie

Page 21: Peter beek, Motorisch leren

Analogieleren is impliciet leren

Leerblok

Stress Th. Sup.

100

50

0

Sco

re

1 2 3 4 5 6 7 8

Analogie

Expliciet

Expl

icie

te r

ege

ls

4

8

0

GroepAL IL EL

Liao & Masters (2001)

Page 22: Peter beek, Motorisch leren
Page 23: Peter beek, Motorisch leren

Foutloos leren

• Fouten hypothese-toetsende strategieën meer expliciete regels

• Bijvoorbeeld leren putten van een golfbal– foutloos-leren-groep: steeds grotere putafstand (25-100 cm)

– fouten-maak-groep: steeds kleinere putafstand (200-100 cm)

• Manier om zelflerend vermogen aan te spreken zonder expliciete instructies en kennisopbouw

• Voordeel om expliciet leren vooraf te laten gaan aan foutloos leren

Maxwell, Masters, & Kerr, 2001; Poolton, Masters, & Maxwell, 2005

Page 24: Peter beek, Motorisch leren

Visuele aandachtstraining basketbal

junioren nationaal niveau

twee maanden schottraining scherm (2 x pw)

4 keer schottraining LC-bril

Oudejans, Koedijker, Bleijendaal, & Bakker (2005)

Page 25: Peter beek, Motorisch leren

Schotpercentages

Experimentele groep Controlegroep

periode

voor tijdens na

Gem.

(N=4)

46.1 54.2 60.6

3p%

(N=3)

35.2 46.5 53.9

periode

voor tijdens na

Gem.

(N=4)

42.5 38.4 42.2

3p%

(N=2)

38.2 31.2 33.3

Page 26: Peter beek, Motorisch leren

Savelsbergh, van Gastel & Van Kampen, 2010

Page 27: Peter beek, Motorisch leren

Savelsbergh, van Gastel & Van Kampen, 2010

Page 28: Peter beek, Motorisch leren

Impliciet perceptueel leren

• Via handige inrichting van de leeromgeving kan zelflerend vermogen aangesproken worden zonder expliciete instructies en kennisopbouw

• Met enige creativiteit en beschikbare technologie goed in te passen in de trainingspraktijk

Page 29: Peter beek, Motorisch leren

Inzichten m.b.t. herhalen

• Drillen – monotone herhaling van bewegingen – is minder goede methode van leren dan afwisseling

• Variatie in de gehele sequentie en coördinatie van bewegingen - differentieel leren - zet het brein aan zelf optimale oplossingen te vinden

• Slaap consolideert niet alleen procedurele kennis in het geheugen maar bevordert ook het leren, vooral wanneer het brein zelf is uitgedaagd

Page 30: Peter beek, Motorisch leren

Differentieel lerenvo

orui

tgan

g(p

rest

atie

/tij

d)

differentieel leren

vrije bewegingenherhalingen

oefenreeksen

variabel oefenen

Schöllhorn, diverse lezingen

contextualinterference

Page 31: Peter beek, Motorisch leren
Page 32: Peter beek, Motorisch leren

Leerverloop

Tijd

Prest

atie

Leert

oena

me

oefenperiode retentieperiode

differentieel leren

traditioneel leren

Page 33: Peter beek, Motorisch leren

Experimentele studies

• Relatieve prestatieverbetering t.o.v. traditioneel leren in verschillende domeinen

– Atletiek

– Balsporten (basketbal, volleybal, voetbal en cricket)

– Krachttraining

– Schaatsen

– Kogelstoten

• Onafhankelijk van prestatieniveau

• Vaak inclusief significant betere prestatie op retentietest

Page 34: Peter beek, Motorisch leren

Conclusies

• Aannames van standaardmodel (en de daarop gebaseerde standaardpraktijk) staan onder druk

• Inzichten in rol aandacht, kennis en herhaling zijn belangrijk in de wetenschap en lijken waardevol voor de (top)sportpraktijk

Vragen voor de workshop

• Welke betekenen de nieuwe inzichten?

• Hoe kunnen de inzichten worden toegepast?