ROTTERDAM - rjb.x-cago.comrjb.x-cago.com/GARJB/1911/12/19111231/GARJB... · hunne. Toen op de markt...

12
ROTTERDAM IN DE 17de EN 18<*e E E U W DOOR PROF. DR. P. J. BLOK. In de door mij uitgegeven Venetiaansche berichten over de Vereenigde Nederlanden •) komen verschillende mededeelingen voor over den indruk, dien doorreizende Venetiaansche agenten en gezanten o a. van Rotterdam ontvingen. Aangezien de Venetiaansche taal der reizigers voor vele lezers bezwaren schijnt op te leveren, verzocht de Redactie van dit Jaarboekje mij de op Rotterdam be- trekking hebbende gedeelten in vertaling te willen mede- deelen. Ik doe dit bij dezen. „In den namiddag te 3 uur (16 Dec. 1608) 3) kwamen wij te Rotterdam, 15 mijlen van (Ooltgens)plaat. Het is een mooie en goed bevolkte stad met verschillende grachten, die er door loopen met kaden als te Venetië; I) Relazioni veneziane (Rgks Geschiedk. Puhlicaliën, No. 7), 's Gravenhage, Nyhofl 1910. S) Vgl. aldaar, blz. 12 vlg. 3) Blz. 13.

Transcript of ROTTERDAM - rjb.x-cago.comrjb.x-cago.com/GARJB/1911/12/19111231/GARJB... · hunne. Toen op de markt...

ROTTERDAMIN DE 17de EN 18<*e EEUW

DOOR

PROF. DR. P. J. BLOK.

In de door mij uitgegeven Venetiaansche berichtenover de Vereenigde Nederlanden •) komen verschillendemededeelingen voor over den indruk, dien doorreizendeVenetiaansche agenten en gezanten o a. van Rotterdamontvingen. Aangezien de Venetiaansche taal der reizigersvoor vele lezers bezwaren schijnt op te leveren, verzochtde Redactie van dit Jaarboekje mij de op Rotterdam be-trekking hebbende gedeelten in vertaling te willen mede-deelen. Ik doe dit bij dezen.

„In den namiddag te 3 uur (16 Dec. 1608) 3) kwamenwij te Rotterdam, 15 mijlen van (Ooltgens)plaat. Het iseen mooie en goed bevolkte stad met verschillendegrachten, die er door loopen met kaden als te Venetië;

I) Relazioni veneziane (Rgks Geschiedk. Puhlicaliën, No. 7),

's Gravenhage, Nyhofl 1910.

S) Vgl. aldaar, blz. 12 vlg.

3) Blz. 13.

de huizen zijn alle van steen, bijna aïle gelijk van vormen zien er goed uit, de straten zeer lang, breed en zin-delijk; het is een plaats van grooten handel en nijverheiden na Amsterdam de eerste in Holland. Wij zagen indeze stad koopvaarders van ioo tot 200 ton. Zij wordtbewoond door kooplieden en menschen, die niet lettenop ijdelheden maar op hun eigen zaken. Het bestuur iser, gelijk in andere steden dezer provinciën, in handender burgerij, welker overheden op bepaalde tijden doorde Staten-Generaal benoemd worden *); in deze stad isgeen garnizoen, zoodat men er zonder eenig bezwaar *)kan in- en uitgaan. Wij zagen op den kant van een grootebrug het standbeeld van Erasmus, die in deze stadgeboren werd. Zij is niet sterk bevestigd door bolwerkenen aardbatterijen, maar is toch zeer sterk door hare lig-ging; omdat zij aan de eene zijde het water van de(beschreven) watervlakken heeft en aan de andere hetplatteland, dat gemakkelijk onder water gezet kan worden.Van R. gingen wij 's morgens van den i7^en ^eg perschuit, de reis doende door het kanaal, waarin de waterenvan het platteland vloeien, langs welke wateren de schuitendoor paarden worden voortgetrokken."

&*ƒ<?/##« 3). „Van daar (Dordrecht) kwamenwij (26 Juni 1611)4) in R., ook eene stad gelegen aanden oever van een groot kanaal of watervlakte, die zich

1) Natuurlijk onjuist.2) D i. zonder paspoort en zonder moeilijkheden van militaiien aard.3) Klz. C8 vlg.4) P.lz. 81. Zij kwamen te scheep met «een der eigen vaartuigen van

prins Maurits, vergezeld van twee kleinere en twee roeibooten» (l)lz. 80).

i 6

over een groote uitgebreidheid uitstrekt en juist als eenstraat binnen de stad doorloopt; de stad is heel mooi en eris een garnizoen van 2000 man voetvolk, behoorende totde benden van den heer De Béthune, Fransch kolonel,die hier in garnizoen ligt. Bij het binnenkomen werdZijne Excellentie door de magistraten en officieren metbuitengemeene hoffelijkheid begroet en op dat oogenblikwas het een wonder de menigte van volk te zien, die in destraten samenliep en aan de vensters kwam om Z. E. tezien voorbijgaan; een weinig verder werd Z. E. vriendelijkbegroet door den schout of baljuw der stad, met wie allenZ. E beleefdheden wisselde in termen vol liefde en vriend-schapsbetuiging van de (Venetiaansche) Republiek jegens dehunne. Toen op de markt komende, waarheen men gaatover een groote brug, zagen wij het welgelijkend steenenbeeld van Erasmus van R., die een zoo groot man was enwiens geschriften verboden werden door de Heilige Kerk.Hier wilden de heeren, dat Z. E. in een logement ofherberg uitrustte en zich wat verfrischte, met alle moeitebeproevende hem over te halen dien avond bij hen teblijven eten. Z E. verklaarde hun goede bedoeling opprijs te stellen; maar verontschuldigde zich het niet tekunnen doen doch bij hen te zullen blijven met zijngenegenheid. Maar zij toonden zich niet tevreden en ver-klaarden, dat dit hun niet voldoende was; zij beproefdenherhaaldelijk met allerlei antwoorden iets wezenlijks gedaante krijgen maar ten slotte, overwonnen door de veront-schuldigingen, gaven zij toe, niet zonder groote spijt tetoonen, dat zij Z. E. niet konden onthalen. Toen zij datnu niet anders konden doen, wilden zij een bewijs vanhun goede gezindheid geven en na te hebben gedronkenop het behoud van de Republiek en de komst van Z. E.en na nieuwe uitnoodigingen bevalen zij den wagen-voerder, dat hij van Z. E. niet de betaling zou aannemen,

het loon, dat met hem afgesproken was; daar zij ditwilden voldoen, uit al welke handelingen blijkt een zeergroote genegenheid voor (onze) Republiek. Wij gingen destad uit, die nogal groot, bevolkt en handeldrijvend is,welke handel bestaat in dien met haring, die zij na St. Janhalen van de kust van Engeland en Schotland, bij overoudevergunning van de vroegere vorsten en den tegenwoordigenkoning, waaruit zij groot nut en voordeel trekken doorde verzending ervan zoowel in hun eigen land als naarbuiten in allerlei richting ')".

• ) .

„Te 2 uur in den nacht (Zaterdag 7 Oct. 1617)3)kwamen wij te R., de vaderstad van Erasmus. Wij werdengeleid naar het Schild van den Koning van Frankrijk,een zoo eervolle plaats, dat wij vorsten leken, watook behoorlijk was. De stad is heel groot, oud en mooi,heeft een zeehaven en sterke poorten aan de landzijdeHet is verwonderlijk zoo breede kaden en zoo diepegrachten te zien, waarin schepen van 1000 ton binnen-vallen met den voorsteven op het land, zooals te Venetiëde groote gondels. Zondag den 8*t«>, 's morgens te 12 uur,werd op bijzonder bevel van de Heeren Staten en denHeer Prins een oorlogsschip gereed gemaakt, zeer gemak-kelijk ingericht en gebouwd op de wijze van een grooteDalmatische galjoot maar van boven meer gesloten, metzes stukken geschut; het had een ruimte beneden aanden achtersteven, zoo mooi gemeubeld en van gemakken

1) Op l)lz. 37 wordt in de Relazione van Gontarini (1610) vermeld,dat van de 800 haringschepen «la maggior parte» aan llolterdam behoort.

8) l'.lz. 101 vlg. 3) Biz. 10G.2

i 8

voorzien, als men kan genieten en zien in een behoorlijkekamer. De kapitein zelf kwam Z. E. wekken, zeggende,dat het getij gunstig was en wij gingen allen na eenigevoorbereiding scheep. Te 6 uur kwamen wij te Dort."

„Uit Delft kwamen wij (17 Oct. 1618) Jiangs hetzelfdekanaal te R. en overnachtten allen zeer aangenaam in deherberg De Ton, waar eenige heeren van de magistraat,gekomen om mij te begroeten, bij ons bleven avondmalen.R- is een ruime zeestad vol met schepen, zeelieden enalles wat noodig is voor de uitrusting van schepen, waarvanvele artikelen hier gemaakt en opgeslagen worden; van hier,Amsterdam en Enkhuizen is de uitrusting van de 12 sche-pen uitgegaan, die laatstelijk naar Venetië gezonden zijn ÏJ.

Dien morgen (18 Oct. 1618) ontbeten wij bijtijds en,vergezeld door Suriano tot den havendam, bestegen wijhet (vergulde) staatsschip der Heeren Staten, tot dit doelmet alle pracht gereed gemaakt en voorzien van 30 zee-lieden behalve de zes officieren, terwijl onze bagage enkeukenzaken geladen waren op twee kleinere scheepjes,bestemd voor den dienst van het groote. Dit (vergulde)staatsschip is een groot vaartuig van langwerpig rondenvorm, nogal breed en niet zeer lang, met een achtersteven,die van buiten uitgehold is voor de behandeling derzeilen, met een glazen overdek, gouden versierselen, eenlantaarn en een gekroonden leeuw, die, zeven pijlen inden poot houdende met het opschrift: „Concordia parvae

1) Blz. 109 vlg. 2) BIz. 115.3) De bekende hulpexpeditie van 1618, waarover Suriano, de agent van

Venetië in Den Raag, handelt in zyne Brieven (uit^. Hist. Oen.), Wl. 20(5312, 337 enz.

19

res crescunt", het zegelwapen voorstelt van de zevenVereenigde Provinciën. Het heeft van onderen een salon-netje, een kamer met een bed en een schoorsteen, eendienstkamertje en een andere ronde, heel mooie kamer,die geheel verguld en rijk beschilderd is. Met dat schipzeilden wij weg en kwamen wij met een frisschen windnaar Dort."

In dit verslag wordt vermeld '), dat „een lid derAdmiraliteit in mijn dagen 530 duizend gulden gestolenhad uit de soldijen der zeelieden; gevangen genomen envan schuld overtuigd, heeft hij zijn leven kunnen koopenmet het gestolen geld terug te geven"; maar hij wijst erop, dat „met de weelde ook de ondeugden zijn gekomen,de ondeugden de justitie bederven en, wat erger is, menhet geld der gemeenschap tot eigen voordeel aanwendt,een misdrijf in dit land zoo gewoon, dat het den onder-gang ervan zal veroorzaken, als er geen verbetering komt".

Later zegt hij *): „Toen ik in Zeeland kwam, liepenallen naar mij toe, aangelokt door het voorbeeld dervelen, die zich verrijkt hadden in den dienst der (Vene-tiaansche) Republiek, zooals men in het bijzonder te R.een lange rij van huizen ziet, gebouwd met het goudvan S. Marco 3)". In zijne depêches spreekt Contarini vande Arminianen, die te Rotterdam en te Leiden „metgrooten toeloop in private woningen"' godsdienstoefeningenhouden, rekenend op de bescherming van FrederikHendrik 4).

1) Blz. 171 ï) Blz. 192. 3) De schutspatroon van Venetië.4) Blz. 197.

2O

„R., een belangrijke dicht bij de zee gelegen stad, had deeer ons des avonds (15 Juni 1626) te herbergen. De Maaskomt er in door vele grachten. Zij heeft breede, aangenamekaden, op vele plaatsen nog mooiere dan de Venetiaansche,ontelbare handels- en oorlogsschepen. Op bevel van denHeer Prins van Oranje werden wij gelogeerd in de herbergDe Sleutels, waarvan ik wonderen zal verhalen, die tochwaar zijn. Zij heeft vele kamers, voorzien van de fijnstetapijtwerken, zetels, tafels, schoorsteenen, muziekinstru-menten, meubels alleen voor het mooi, maar bovenal schilder-stukken, uit de oude en gewone geschiedenis, fantasieën, echteveldslagen, kort geleden gehouden legerkampementen enandere mooie dingen; onder de zoldering vindt men zang-vogels, opgehangen scheepjes, klein van omvang maar grootvan kunstvaardigheid, hangende paardjes met beeldjes op hetzadel en andere kunstig gemaakte fraaie en wel geplaatste,aardige zaken. Des morgens kwamen de eersten van demagistraat Z. E begroeten en ontbeten met ons Op eenbehoorlijk uur gingen wij uit om de merkwaardigste zakenvan de stad te zien, zooals de Kerk, een voortreffelijkgebouw, een plaats, waar bier gemaakt wordt van buiten-gewoon brouwsel, een medaillekamer en vele mooie zakenin het huis van dr. Pietro Guièrre *), waar bij het zienvan de Cosmographie of Beschrijving van het Heelal vanGerardus Mercator de Heer Gezant een groote kennisvan dat vak ten toon spreidde, daar hij er eerst uitvoerigover sprak vervolgens de plaatsen aangaf, en de landen

• 1) Blz 206 vlg. 2) Pieter Willemsz. van Goedereede (Goeree),schepen 1623/4, vroedschap 16*5/31, burgemeester 1626, 1627, 1631, stierfDec 1631, liet vele juweelcn, medailles, antiquiteiten enz. na. Vgl. Bronnenvoor de geschiedenis van R., I, blz. 99.

2T

en grenzen met groot gemak en groote vaardigheid aan-wees. Vervolgens zagen wij het schip van den HeerPrins van Oranje, mooi, kunstvol en zoo rijk mogelijk;het standbeeld van Erasmus van R., door hen her-steller der Latijnsche taal geheeten, dat in Sept. 1549,met de rechterhand uitgestrekt, waarmede hij zekergeschrift aanbiedt, levendig en natuurlijk uitgebeeld,werd opgericht voor Philips I, die met Maria, koninginvan Hongarije, te R. kwam, daar ontvangen metongeloofelijke pracht en begroet als Koning van Spanjeen erfgenaam der Nederlanden. De stad is in hetalgemeen mooi, bevolkt en overvloedig voorzien vanzeehandel.

Den volgenden morgen kwam uit Den Haag om Z. E.de hand te kussen de Heer graaf Lelio Pompejo ')> wienshooge geboorte en bewonderingswaardige geschiktheidvoor den krijgsdienst geen licht uit de schaduwen mijnerpen behoeven, daar zij overal bekend zijn. Denzelfdendag liet de luitenant van den Heer Hertog de Candales »),in dienst van de Heeren Staten, den Heer Gezant eenvoortreffelijke compagnie zien, juist uit Frankrijk over-gekomen.

Ofschoon de Heeren buitengewone gezanten 3) nogaltijd niet uit Den Haag vertrokken waren, wilde Z. E.in ieder geval R. verlaten; omdat hij, van staatswege(door Venetië) betaald, geen lust had bovendien tenlaste van die stad te komen. Wij vertrokken dus met degewone plichtplegingen en het gewone gemak van eenveilig en bewapend schip, waarvan wij ons echter slechts

1) Venetlaansch edelman in Staatscben dienst gelgk verscheidene andereleden van zyn geslacht. Htf j diende onder Frederik Hendrik en werd kolonelder ruiterij, later generaal in/Keizerlyken dienst.

2) Franscb edelman in Staatschen dienst, reeds onder prins Maurits.3) Van Venetië, die Giorgio Giorgl niet daar wilde ontmoeten.

2 2

voor een gering deel van de reis bedienden, aangezieneeri kanaaltje van geringe breedte en diepte ons spoedignaar Den Haag leidde."

In de depêches van Giorgi zei ven *) wordt Rotterdamgenoemd: „groote stad, na Amsterdam de grootste dezerProvinciën, vol handel, overvuld met schepen, zeelieden enkooplieden; er is noch hof noch adel, zoodat, behalve van watin de nabijheid gebeurt of nu en dan door schepen, dieer aankomen, wordt overgebracht, weinig ander nieuwskan gehoord worden met grond van zekerheid". Hij bleefer van 15 tot 17 Juni. Op zijn doorreis kwam hij er27/8 October 1627 nog eens terug *), maar bleef er slechtseen nacht en ging er in een „gemakkelijk ingericht maarniet gewapend vaartuig" scheep over de Zeeuwsche stroo-men naar Antwerpen zoo als vele zijner voorgangers enopvolgers gedaan hebben. Kwamen zij langs den Rijn inons land, dan was Dordrecht gewoonlijk de plaats, waarzij door afgevaardigden der Staten-Generaal begroet wer-den. Ook over deze stad wordt dikwijls vrij uitvoeriggesproken.

7. Langen tijd bleef in Maart 1696 het gezantschapvan Soranzo en Venier, dat voor Engeland bestemd was,te Rotterdam wachten op konvooi, dat hen met hun uit80 personen bestaand gevolg over de Noordzee moestbegeleiden. Maar de stad was hun niet aangenaam 3),ook wegens „de bezwaren van de herbergen en de duurtevan het onderhoud, die boven alle voorstelling hoog is."Zij gingen zelfs voorloopig liever nog naar Den Haag;want Rotterdam is een „plaats van handel alleen en staatbuiten alle politieke zaken", die op het Congres te Rijswijkbehandeld werden. Toen eindelijk een lang door tegen-

1) Blz. 235. 2) Blz. 233 3) Blz. 320.

23

wind opgehouden Engelsch staatsjacht voor hen verscheen,vertrokken zij van Rotterdam uit. Een dergelijk oponthoudhadden sedert de tweede helft van Dec. 1706 ook de voorEngeland bestemde gezanten Erizzo en Pisani ten gevolgevan tegenwind en het uitblijven van konvooi *). Zij achttenRotterdam in „alle opzichten ver verwijderd van be-schaafden omgang"; maar een enkele maal kwamen er tochnog wel andere gezanten, die hen van allerlei politiekezaken op de hoogte brachten. Eerst in Februari 1707konden zij oversteken. Zij vertellen over Rotterdam nietsbijzonders.

#. De resident van Venetië te Londen, Imberti, werdeinde Aug. 1772 van daar naar Den Haag gezonden •).Hij kwam te Rotterdam aan 28 Aug. en vond het een„kleine maar verrukkelijke stad" van it 70000 inwoners,door gemakkelijke en diepe kanalen doorsneden. Dehandel is er algemeen; veel er van drijft zij metEngeland en in het bijzonder met Schotland en ook metFrankrijk, waarheen, met betrekking tot den ruil vanwederzijdsche industriewerken en producten, de handel meerpassief dan actief is. Zeer groot zijn overigens de voor-deelen, die haar geworden uit buitenlandsche commissiënen die van andere deelen van Holland; omdat er over-vloedige samenstrooming van allerlei soort koopwaren isen wegens het gemak, dat de vaart over de rivier en dekanalen opleveren, die verbinding met Duitschland geven,en vooral wegens de geringe douanerechten, die er gesteldzijn op de gaande en komende waren, van welke zeerweinige als contrabande beschouwd worden. Zij strektharen handel ook uit over Oost-Indië, vanwaar zij eenmenigte waren betrekt, waarop zij groote winsten behaalt,

1) Blz. 335/6. 2) Blz. 388.

en zij krijgt die in menigte uit de vestigingen der Hol-landers op de omliggende eilanden in dat deel der werelden ook uit de ruiling van eigen industriewerken en pro-ducten. En om dien handel te drijven is er een com-pagnie van vele rijke menschen *), gelijkend op die teLonden, maar toch niet zoo krachtig en met zooveelbezittingen als deze. Niet zonder belang zijn de voor-deelen, die men daar trekt uit de Oceaan-visscherijvan walvisschen, haringen en andere vischsoorten ; maardie voordeden zijn voorbehouden aan een andere com-pagnie, die er aan denkt de vischvangst zelve voor eigenrekening te doen uitoefenen. In weerwil van de grootevoordeden van dien handel en de groote opbrengst derlanderijen, die haar omgeven, met betrekking tot develdvruchten, die meer geven dan noodig is voor hetlevensonderhoud, en de hoeveelheid beesten, die de lande-rijen voeden — wat alles aanleiding geeft tot handel —leeft men in deze stad over het algemeen met hoog teprijzen eenvoud, evenwel niet zonder passende waardig-heid, terwijl de weelde, die tot nog toe niet te ver gaatbeperkt is tot de weinigen, die den handel hebben latenvaren, en eenige anderen, die na een verblijf van eenigentijd in Indië, van daar schatten hebben medegebracht,gebruik makende van de gelegenheid aldaar, en fenomenenvan de fortuin geworden zijn, zooals van die soort velenin Engeland voorkomen. Een deel van het mindere volkleeft vrij goed van de werkzaamheden, die uit handel enscheepvaart voortvloeien; een ander deel, hoewel zeerklein, zou zeker ellende lijden, indien de armenhuizen, dieniet ontbreken voor allerlei soort van omstandigheden»niet geopend waren om hen te helpen, door hun gelegen-heid te geven voor lichten arbeid, en indien de kerkelijke

1) Blgkbaar is bedoeld de Rotterdamscbe Kamer der O. I. Compagnie.

25

armbesturen geen onderhoud verschaften aan eenige behoef-tige familiën, terwijl onder de bedelaars zeer weinig inge-borenen voorkomen. Deze behoeftigheid zal blijven bestaan,voorzoover ik heb kunnen begrijpen; omdat in het algemeenbij het mindere volk de lust tot handenarbeid ontbreekt,terwijl het handwerk van zaken tot de levensbehoeftenbetrekkelijk meestal wordt uitgeoefend door vreemde-lingen, zooals er in het bijzonder velen uit Duitschlandhier samenstroomen".

EEN VONNIS UIT DEN OUDEN TIJD.

In St. Laurens-schouw anno 1495 : Soo is geappoincteertby de Hoog Welgebooren Heemraden van Schieland, datEngel Geerrijts en Jan Huyghs zullen gaan een bevaarttot Onzer Lieve Vrouw tot Amersfoort en daer guet be-tuyg off brengen, dat zy de bevaert gedaen hebbentusschen dit ende de naeste schouw; voort zoo zullen zynog komen in Sinte Martins-schouw naestcomende in deOostpoorthuyse van Rotterdam, staende blootshooft endebarrevoets ende elk hebbende een bus rijs om hoire halsende alzoo komende, gaende naar de herberg toe, daar dieHoog Welgebooren Heemraden hoir schouwe zullen houdenende bidden aldaar in den naem van mijn genadige Heem-raeden ende dat gemeene Land om vergiffenisse van hunmisdaet, die zij tegen dat gemeene Land ende die Hoog-heemraeden misdaen hebben, ende nog daerboven te geven22 pond groot, te samen tusschen dit ende naeste schouw;ende waerd saeke, dat zij dit niet en volbrogten alle datvoorscreven staat, zoo zullen zyluyden ballinc Landswezen uit de schouwe van Schieland hondert jaer endeeene dagh.

Register Schieland 1 fol. 37V0.