ROC TOP - Jaarverslag 2018...ROC TOP Jaarverslag 2018 2 Naam Stichting ROC TOP Adres...
Transcript of ROC TOP - Jaarverslag 2018...ROC TOP Jaarverslag 2018 2 Naam Stichting ROC TOP Adres...
ROC TOP Jaarverslag 2018 1
Jaarverslag 2018 Bestuursverslag en jaarrekening
Organisatie in transitie
ROC TOP Jaarverslag 2018 2
Naam Stichting ROC TOP
Adres (bestuursbureau) NDSM-straat 1
Postcode en plaats 1033 SB Amsterdam
Telefoon (020) 504 2400
Nummer Kamer van Koophandel 55757626
Internetpagina www.roctop.nl
E-mailadres [email protected]
De jaarverantwoording 2018 is vastgesteld door het College van Bestuur op 13 juni 2019,
na goedkeuring door de Raad van Toezicht op 6 juni 2019.
Contactpersonen: A. Delfgauw, manager FC&I a.i. / N. Slegers, bestuurssecretaris
ROC TOP Jaarverslag 2018 3
BESTUURSVERSLAG 2018 ........................... 4
Inleiding College van Bestuur ........................... 4 2018: jaar van transitie
Verslag Raad van Toezicht ........................... 6
1. TOP in beweging ......................... 11 Organisatie in transitie
2. Blijvend in ontwikkeling ......................... 14 Bestuur en organisatie
3. Kwaliteitscultuur werkt ......................... 19 Onderwijskwaliteit
4. Loopbaan van jongeren staat centraal ......................... 22 Samenwerking
5. Samen naar de top ......................... 25 Studentengegevens
6. Verbinding tussen mensen leidt tot succes ......................... 29 Sociaal jaarverslag
7. Uitnodigend, kleinschalig en flexibel ......................... 33 Huisvesting & ICT
8. Financiën ......................... 36 Financieel beleid
Helderheid in de bekostiging
Verantwoording middelen passend onderwijs
9. Vertrouwen in de toekomst ......................... 52 Vooruitblik
JAARREKENING 2018 ......................... 55 Jaarrekening 2018
Overige gegevens
ROC TOP Jaarverslag 2018 4
Inleiding College van Bestuur _________________________________________________________________________________
2018: JAAR VAN TRANSITIE
Het jaar 2018 stond voor ROC TOP in het teken van de nieuwe strategische koers Top in
Beweging. Deze koers betekent een transitie naar een onderwijsinstelling waar samenwerken met
het bedrijfsleven en instellingen centraal staat naast de verandering van het onderwijs met aandacht
voor gepersonaliseerd leren in de virtuele wereld.
2018 was het jaar van de campusvorming voor ROC TOP. Aan het begin van schooljaar 2018-2019 zijn
vier nieuwe campussen van start gegaan in de stad. Bij de campussen draait het om innovatief,
inspirerend en dynamisch beroepsonderwijs dat we samen maken met de student, onze
professionals en het beroepenveld. Onze studenten, medewerkers en samenwerkingspartners
hebben de campussen en de ingezette beweging positief ontvangen. Hiervoor was ook een
reorganisatie nodig waarmee alle medewerkers te maken kregen. Om de consequenties voor de
medewerkers zo goed mogelijk op te vangen, is voor de zomer 2018 een sociaal plan afgesproken
met de vakbonden.
Tijdens de verbouwingen waren de scholen gewoon open en ging het onderwijs door. Iedereen
binnen ROC TOP, in het onderwijs en de bedrijfsvoering, heeft hard gewerkt om het onderwijs aan de
studenten op een goede manier door te laten gaan. De medewerkers van ROC TOP hebben in één
jaar tijd met elkaar een enorme prestatie geleverd. Een prestatie waar veel onderwijsorganisaties
jaren over doen.
Na de zomer is vanuit het bestuursakkoord MBO 2018-2022 de Kwaliteitsagenda van ROC TOP
tot stand gekomen. Hierin komen de doelen van de onderwijsvernieuwing en co-creatie samen met
de landelijke speerpunten voor het MBO vanuit het bestuursakkoord. ROC TOP heeft op basis
daarvan van een Kwaliteitsagenda opgesteld die naadloos verder gaat op de ingeslagen weg van de
transitie. In de kwaliteitsagenda is een overzichtelijke set van maatregelen uitgewerkt die de
komende jaren wordt uitgevoerd en die bijdraagt aan een hogere kwaliteit onderwijs aan onze
studenten.
De meerjarenbegroting 2018-2021 liet zien dat ROC TOP de komende jaren voor een grote financiële
opgave staat die nauw verweven is met de transitieopdracht vanuit TOP In Beweging. Binnen het
kader van de begroting hebben het afgelopen jaar tegelijkertijd de vernieuwingen en de
reorganisatie plaatsgevonden. Hierbij is sterk gestuurd op de te bereiken resultaten, het realiseren
van de planning en de inzet van de beschikbare financiële middelen. Dit alles bij elkaar heeft erin
geresulteerd dat het jaar is afgesloten met een financieel tekort van circa € 0,5 miljoen. Dit is lager
dan het van tevoren becijferde tekort van € 3,3 miljoen.
ROC TOP Jaarverslag 2018 5
De financiële uitgangspositie van ROC TOP voldoet aan de daarvoor gestelde normen. Voor
de continuïteit is het noodzakelijk dat de studentenaantallen herstellen en onze inkomsten en
uitgaven structureel in balans komen. Ook is het nodig een plan te maken om de werkdruk te
verminderen en dat we gaan naar meer werkplezier en minder verzuim. Deze onderwerpen
zijn belangrijk om richting de toekomst voldoende ruimte en energie vrij te spelen om met
elkaar aan onze doelen te werken en ook de benodigde investeringen in innovatie te kunnen doen
In 2018 is ook een einde gekomen aan de jarenlange discussie over macrodoelmatigheid met het
ROC van Amsterdam en Flevoland. In het voorjaar is een Samenwerkingsovereenkomst gesloten
waarin is afgesproken dat ROC TOP haar opleidingen in Almere afbouwt en daarvoor compensatie
krijgt in de vorm van een stuk marktaandeel in Amsterdam. Hierbij kan 2018 kan worden gezien als
een ingroei jaar, we hebben er vertrouwen in dat de afspraken vanaf 2019 worden gematerialiseerd.
Uiteindelijk draait het om onze studenten. In de Keuzegids Mbo 2019 behoudt ROC
TOP de nummer één mbo-positie binnen de vier grote steden van Nederland en is de kleinschalige
mbo-instelling de tweede beste van de Randstad. We zijn blij dat we het als Amsterdamse mbo in de
Randstad goed blijven doen. Tegelijkertijd streven we ernaar om in samenwerking met het
werkveld en andere mbo’s in de stad ons onderwijs verder te versterken en nog beter te laten
aansluiten op de behoeften en leefwereld van onze studenten.
Het College van Bestuur spreekt op deze plaats veel dank uit voor de inzet die door alle medewerkers
en andere betrokkenen is geleverd om samen de beschreven resultaten in 2018 te bereiken.
Amsterdam, juni 2019
Ineke van der Linden en Mariëll Visbeen
College van Bestuur ROC TOP
ROC TOP Jaarverslag 2018 6
Verslag Raad van Toezicht _________________________________________________________________________________
Samenstelling en organisatie Raad van Toezicht
Samenstelling Raad van Toezicht in 2018
De samenstelling van de Raad van Toezicht van ROC TOP bleef in 2018 ongewijzigd. De Raad van
Toezicht bestaat sinds november 2017 uit vijf personen. De voorzitter en de leden van de Raad van
Toezicht zijn allen op 1 januari 2013 aangetreden. In 2015 is er – in het kader van continuïteit –
afgesproken dat niet alle leden van de Raad van Toezicht gelijktijdig zullen aftreden. Alle leden zijn
per 1 januari 2017 herbenoemd. In 2019 zal Rubina Boasman aftreden en worden opgevolgd.
Naam/functie in RvT Hoofd- en nevenfuncties
Chris van Meurs
Voorzitter RvT
Governance commissie
• Voorzitter College van Bestuur OPSO|SPOOR
• Lid bestuur Purmervalley
• Voorzitter bestuur Samenwerkingsverband PO Waterland
• Lid bestuur Samenwerkingsverband PO Zaanstreek
• Lid bestuur Samenwerkingsverband VO Waterland
Marceline Beijer
Lid RvT /vicevz.
Auditcommissie (vz.)
• Managing Director Arvato Benelux (tot 1-3-2018)
• Interim management via Beijer Consultancy (vanaf 1-3-18)
• Vice President Key Accountmanagement Banking/Insurance
• Raad van Commissarissen VEB
• Raad van commissarissen Akerendam
• Parttime werkzaam in het onderwijs, o.a. Nyenrode
Rubina Boasman
Lid RvT
Commissie Onderwijs & HR
• Cliёntondersteuner & Leadership Consulting Global
Development Management
• Raad van Toezicht Nederlands Theater Festival Nuffic
• Externe expert Nederlands Jeugdinstituut Externe expert
Tim Klein
Lid RvT
Auditcommissie
Commissie Onderwijs & HR (vz.)
• Investeerder
• Projectleider Hobéon
• Interim manager en zelfstandig juridisch adviseur
• Lid Raad van Toezicht Saks
• Lid College van Beroep Stichting Reclame Code
Paul Roos
Lid RvT
Governance commissie
Commissie Onderwijs & HR
• Vennoot LeenheerRoos VOF, met als onderdeel Zetetica
Overleg
De Raad van Toezicht kwam in het verslagjaar 7 keer in vergadering bijeen, waarvan 6 keer conform
de vooraf opgestelde overlegplanning en 1 keer extra ter bespreking van de ontwikkelingen in de
studentenaantallen.
ROC TOP Jaarverslag 2018 7
Commissies raad van Toezicht
Binnen de Raad van Toezicht zijn drie commissies ingesteld:
• Governance-commissie (incl. remuneratie), deze komt bijeen indien aan de orde.
• Auditcommissie, deze heeft in het verslag jaar 5 x vergaderd.
• Commissie Onderwijs & HR, deze heeft in het verslagjaar 3 x vergaderd.
De Raad van Toezicht heeft zijn Remuneratiecommissie verbreed met Governance en de
Onderwijscommissie verbreed met HR. De bestaande Auditcommissie heeft geen wijziging
ondergaan. De reglementen voor de commissies zijn vastgesteld.
Contacten in en buiten de organisatie
De Raad van Toezicht heeft ieder jaar meerdere bijeenkomsten met het College van Bestuur.
De commissies van de raad (met name de Auditcommissie en Onderwijs & HR-commissie) hebben
overleggen waarbij zij regelmatig in contact komen met operationeel verantwoordelijken uit de
organisatie op de genoemde beleidsterreinen. De Raad van Toezicht heeft jaarlijks overleg met de
Studentenraad en de Ondernemingsraad. Daarnaast is er periodiek een ontmoeting met het
management en bezoekt de raad met regelmaat gelegenheden waarbij in contact getreden kan
worden met de organisatie, zodat hij ook kan waarnemen hoe het College van Bestuur opereert in de
eigen organisatie.
In het kader van zicht op het functioneren van het College van Bestuur, heeft de Governance-
commissie veelvuldig contact met de voorzitter en het lid College van Bestuur. Verder is er een
regelmatig contact tussen de voorzitters College van Bestuur en Raad van Toezicht in het kader van
de agendavoorbereiding én in het kader van de algemene gang van zaken.
Zelfevaluatie Raad van Toezicht
De raad heeft zich bij zijn zelfevaluatie laten bijstaan door gebruik te maken van Profile Dynamics. De
inzet van dit instrument, ondersteund door een adviseur, heeft de Raad een duidelijk beeld gegeven
van persoonlijk en collectief functioneren.
Besluiten
De Raad van Toezicht heeft in het verslagjaar goedkeuring gegeven aan:
• het transitieplan TOP in Beweging (als raamwerk, in afwachting van de financiële
doorrekening van verschillende scenario’s, het reorganisatieplan, een ondergrens voor de
continuïteit, en de planning met de verschillende stappen inclusief besluitvorming)
• in het kader van macrodoelmatigheid: het overdragen van de opleidingen van ROC TOP
Almere aan ROC van Flevoland per 1 augustus 2018, onder vastgelegde condities
• het afstoten van de locatie Dongestraat per 1 augustus 2018
• het bijgestelde rooster van aftreden van de leden van de Raad van Toezicht
• het reorganisatieplan, binnen een bandbreedte voor de kosten van € 1,5 tot € 2,0 miljoen
• de jaarstukken (jaarverslag en jaarrekening) 2017, en decharge college van bestuur
• de begroting 2019
• de meerjarenraming 2020-2023
ROC TOP Jaarverslag 2018 8
De Raad van Toezicht heeft besloten:
• tot vaststelling van het toezichtkader
• tot vaststelling van het reglement voor de Raad van Toezicht
• tot benoeming van Paul Roos als lid commissie Onderwijs & HR
• tot (voorlopige) vaststelling van het profiel voor een lid Raad van Toezicht, t.b.v. advies OR
• tot vaststelling van de reglementen van de Auditcommissie en commissie Onderwijs & HR
Belangrijke overige behandelde onderwerpen:
• Ontwikkeling studentaantallen
• Onderwijskwaliteit en -vernieuwing
• Personeelskwaliteit en -planning
• Bestuurlijke rapportages
• Bijgestelde meerjarenbegroting 2018-2023
• Managementletter van de accountant
• Wijzigingen in het management
• Strategieontwikkeling, TOP in Beweging
• Kwaliteitsagenda
Verslag van de raad van toezicht
Stond 2017 nog in het teken van heroriëntatie en planvorming, het jaar 2018 stond in het teken van
de besluitvorming en implementatie. De Raad van Toezicht heeft zijn steun gegeven aan het College
van Bestuur bij het dossier Macrodoelmatigheid (overdracht vestiging Almere), de strategische visie
(TOP in Beweging), en de reorganisatie (campusvorming en afslanking organisatie). Na
besluitvorming in het voorjaar is het College van Bestuur direct tot uitvoering overgegaan. De
vorming van de campusstructuur was een grote operatie die management, docenten en studenten
heeft geraakt. Geconstateerd kan worden dat deze operatie in grote lijnen als geslaagd kan worden
beschouwd.
Het transitieplan TOP in Beweging, gericht op onderwijsvernieuwing, is van start gegaan. De volledige
implementatie ervan zal nog enige jaren in beslag nemen, dit traject is inhoudelijk en procesmatig
vastgelegd in de Kwaliteitsagenda ROC TOP 2019-2022.
De kwaliteit van het onderwijs van ROC TOP is goed; de inspectie heeft op detailniveau enkele
aanmerkingen. Punten van zorg blijven de betrouwbaarheid van de basisadministraties, het hoge
ziekteverzuim, het studentenaantal en daarmee de financiën. De Raad van Toezicht en het College
van Bestuur volgen nauwgezet de financiële ontwikkelingen. In 2019 wordt naast het verder
operationaliseren van TOP in Beweging, extra nadruk gelegd op in-, door- en uitstroom van
studenten en het verder ontwikkelen van co-creatie met het bedrijfsleven.
ROC TOP Jaarverslag 2018 9
Macrodoelmatigheid
Met het ROC van Flevoland (in samenwerking met het ROC van Amsterdam) en met medewerking
van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, werd overeenstemming bereikt over
Macrodoelmatigheid. De overeenkomst kent twee hoofdpunten: overdracht van de locatie Almere
en doorgeleiding van studenten van ROC van Amsterdam naar ROC TOP. De overdracht is
gerealiseerd, zij het soms met pijn bij medewerkers en studenten. De Raad van Toezicht heeft door
deelname aan bijeenkomsten met de medewerkers zijn betrokkenheid laten blijken.
De doorgeleiding van studenten door het ROC van Amsterdam is helaas nog niet goed van de grond
gekomen. Het streefcijfer werd in 2018 nog onderschreden, maar zal naar verwachting in 2019 weer
kunnen worden ingelopen.
TOP in Beweging
TOP in Beweging is een ambitieus traject dat ROC TOP klaar maakt voor de toekomst. De Raad van
Toezicht ondersteunt de uitgezette strategische koers en is verheugd dat deze koers ook
ondersteund wordt door de Ondernemingsraad en de Studentenraad van ROC TOP.
Het College van Bestuur en de nieuwbenoemde Campusdirecteuren, in samenwerking met de
managers bedrijfsvoering, zijn naar de mening van de Raad van Toezicht in een goede positie om een
succes te maken van TOP in Beweging. Vanuit de raad worden de ontwikkelingen op het gebied van
individugericht onderwijs en co-creatie met grote belangstelling gevolgd.
Financiën
De reorganisatie en het op de rails zetten van TOP in Beweging heeft een forse investering gevraagd
die ten koste is gebracht van het eigen vermogen. Ondanks dat worden de ratio’s van het ministerie
gehaald. De Raad van Toezicht steunt de investering omdat hij gelooft dat de investering ROC TOP
toekomstbestendig kan maken. De tegenvallende studentenaantallen in 2018 als resultante van
geringere instroom, mede door achterblijven doorgeleiding door ROC van Amsterdam en door
uitstroom, hebben de Raad gesterkt in zijn oordeel dat grote oplettendheid is geboden met
betrekking tot de financiën.
Onderwijs
Zoals gezegd is de kwaliteit van het onderwijs van ROC TOP goed. Ook naar de mening van de
Inspectie. De punten van kritiek, die de Inspectie heeft geuit, zijn opgepakt wat heeft geleid tot
bevredigende oplossingen. De eerste pilot met individugericht onderwijs is gaande. De raad kijkt uit
naar de eerste evaluatie en verbreding van de pilot naar andere onderwijsgebieden in 2019.
Voor 2018 had de Raad van Toezicht het voornemen contacten met het werkveld op te bouwen. De
Raad heeft daar helaas nog geen invulling aan kunnen geven.
De Raad geeft op deze wijze invulling aan zowel de hard controls als de soft controls, en is van
mening goed zicht te hebben op de organisatie en op het functioneren van het College van Bestuur.
ROC TOP Jaarverslag 2018 10
Tot slot
De onderwijsvernieuwing van ROC TOP is gericht op jongeren die een individuele aanpak vragen:
studenten die achter blijven maar ook op studenten die versneld een opleiding willen en kunnen
afronden. De docenten zijn daartoe gemotiveerd en tonen een grote betrokken- en bevlogenheid.
Dat geeft de Raad van Toezicht het vertrouwen dat ROC TOP in de toekomst van betekenis kan
blijven.
Amsterdam, juni 2019
Chris van Meurs
Voorzitter Raad van Toezicht
ROC TOP Jaarverslag 2018 11
Hoofdstuk 1 TOP in beweging _________________________________________________________________________________
ORGANISATIE IN TRANSITIE
ROC TOP heeft de ambitie om een toekomstbestendige organisatie te zijn die goed inspeelt op de
(continu in beweging zijnde) behoeften bij studenten, het werkveld en de samenleving in bredere
zin.1 Daartoe is in 2018 een transitie ingezet. Op basis van het transitieplan ‘TOP in Beweging’ is in
2018 onder meer gewerkt aan campusvorming, onderwijsvernieuwing en co-creatie. De doelen in
het transitieplan zijn vastgelegd en verder uitgewerkt in de Kwaliteitsagenda ROC TOP.
Strategisch plan 2018-2020
2018 was het eerste jaar van de nieuwe strategische transitieplanperiode 2018-2020, met als titel
‘TOP in Beweging’. Doelstellingen uit het vorige strategisch plan die niet (volledig) zijn gerealiseerd,
zoals de realisatie van een elektronische leeromgeving, onderwijs op locatie van het werkveld en
innovatie bij elke opleiding, zijn hierin overgenomen. Verder ligt de nadruk van de strategische koers
en het besturingsmodel met name op de transformatie naar een toekomstbestendige organisatie,
die goed inspeelt op de externe ontwikkelingen én goede prestaties levert.
De missie en kernwaarden van ROC TOP zijn hierop aangescherpt, en de strategische doelen zijn als
volgt geformuleerd:
• Innovatief, toekomstbestendig onderwijs en een actueel opleidingsaanbod
• Herkenbare locaties (profilering)
• Sterke verbindingen met werkveld en omgeving
Ondersteunend hieraan zijn een financieel gezonde exploitatie, goede onderwijskwaliteit, en het
aantrekken en behouden van voldoende studentenaantallen.
Missie
ROC TOP is een jonge onderwijsorganisatie die, in nauwe samenwerking met bedrijven en instanties,
praktijkgericht mbo-onderwijs op maat aanbiedt. Speciaal voor jou. Opdat jij op je eigen manier aan
je toekomst kunt werken. Om samen met ons de Amsterdamse regio beter en leuker te maken.
Vertaald naar de student: ‘TOP, we zijn dat andere mbo. Een kleine onderwijsorganisatie waar we jou
zien staan. Waar docenten je vanuit de praktijk blijven uitdagen en prikkelen. Na je opleiding kun je
kiezen voor een baan, een vervolgstudie of een eigen bedrijf. Ook dan kun je bij ons terugkomen. Om
je te specialiseren, bij te scholen en bij te blijven.’
1) bron: Kwaliteitsagenda ROC TOP
ROC TOP Jaarverslag 2018 12
Waarden
Om de ambities tot uiting te brengen heeft ROC TOP een aantal kernwaarden geformuleerd. Dit zijn:
• Lef en durf
• Kwaliteit, ambitie op elk niveau
• Nieuwsgierigheid
• Vertrouwen
• Samenwerking
• Externe orientatie
ROC TOP onderscheidt zich door de persoonlijke aandacht voor de leerbehoefte van de studenten en
de intensieve samenwerking met het werkveld. Bij ROC TOP staat de student echt centraal. De
algemene tevredenheid van studenten over hun opleiding en school, uitgedrukt in rapportcijfers,
bevestigt dit beeld. Uit de JOB-monitor blijkt dat deze rapportcijfers in 2018 (significant) iets hoger
zijn dan in 2016 (zie onderstaande tabel).
In de in eind 2018 uitgekomen Keuzegids mbo 2019 behoudt ROC TOP haar nummer één mbo-positie
binnen de vier grote steden van Nederland en is de mbo-instelling de tweede beste van de Randstad.
TOP in Beweging
2018 stond voor TOP in het teken van de transitie TOP in Beweging (TiB). Dit transitieplan bestaat uit
de volgende vier pijlers:
1. Campusvorming en portfolio
Samenvoeging van 50 verschillende opleidingen in vier campussen.
2. Onderwijsvernieuwing: gepersonaliseerd leren in de virtuele wereld
Modulair onderwijs dat aansluit bij de individuele leerbehoefte en leefwereld van studenten
ondersteund met digitale leermiddelen en innovatieve onderwijsmethoden.
3. Co-productie en co-creatie van het onderwijs in samenwerking met het werkveld
Samenwerking bij de totstandkoming en toepassing in het werkveld van innovatief,
toekomstbestendig onderwijs.
4. (Inrichting van) organisatie, processen en besturing van ROC TOP
Optimaliseren van de primaire processen binnen ROC TOP met de lean methodiek en aanpassing
van de organisatiestructuur.
ROC TOP Jaarverslag 2018 13
Behaalde resultaten: bereikt in 2018
Het jaar 2018 was een belangrijk jaar voor ROC TOP. Een opsomming van de belangrijkste resultaten:
- Realisatie van de transitie TOP in Beweging (TIB)
- Opleidingen zijn thematisch samengevoegd in 4 campussen
- Start van TOP-proof onderwijs: meer gepersonaliseerd en gedigitaliseerd vanuit leervragen
van de student
- Realisatie reorganisatie met als doel het toekomstbestendiger maken van de organisatie
- Diverse projecten op het gebied van co-creatie en co-productie van onderwijs bij de
verschillende onderwijsteams
- Start van het optimaliseren van de primaire processen binnen ROC TOP met de Lean-
methodiek
- De locatie Almere van ROC TOP is gestopt met het oog op doelmatigheidsverbetering van het
mbo-opleidingsaanbod in de regio
- Nieuwe frisse huisstijl en uitstraling in alle uitingen en belettering in de campusgebouwen
- Behoud in de MBO Keuzegids 2019 van nummer één positie binnen de vier grote steden van
Nederland en tweede beste mbo-instelling van de Randstad
- JOB rapportcijfers voor opleiding (7,12) en school (6,68) hoger dan de meting in 2016
- Start van het project VIS (Versterking Instroom en Studiesucces)
- Doorontwikkeling en uitvoering van het project ‘MBO op Proef’
- Twee projecten gestart (‘Perspectief’ en ‘Succesvol op weg naar het hbo’) in het kader van
het StudentLab mbo-hbo om de doorstroom van het mbo naar het hbo te verbeteren
- Verdere verbetering praktijkleren aan de hand van het BPV-verbeterplan
- Positief oordeel Onderwijsinspectie over procedures en deskundigheid binnen ROC TOP op
het gebied van examinering en diplomering.
- 43 leerwerkplekken gerealiseerd via De Opleidingsschool de Dam voor studenten van de
tweedegraads lerarenopleidingen van de Hogeschool van Amsterdam en Inholland.
ROC TOP Jaarverslag 2018 14
Hoofdstuk 2 Blijvend in ontwikkeling
_________________________________________________________________________________
BESTUUR EN ORGANISATIE
Organisatiestructuur en bedrijfsvoering
Alle opleidingen van ROC TOP zijn ondergebracht in de Stichting Regionaal Opleidingen Centrum TOP
(statutaire naam).
Organogram
Besturingsfilosofie en -model
De besturingsfilosofie van ROC TOP kent de volgende uitgangspunten:
• professionele leergemeenschap
• teams zijn de basis van de organisatie
• sturen, beheersen en verantwoorden vanuit vertrouwen
• kaders, doelstellingen, bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden zijn bekend
• professionele ruimte en gezamenlijke verantwoordelijkheid
• onderwijs ontwikkelen samen met netwerkpartners
ROC TOP Jaarverslag 2018 15
In 2018 is het besturingsmodel aangepast aan de nieuwe organisatiestructuur, waarbij het onderwijs
is georganiseerd op 4 campussen, met ieder een campusdirecteur. De onderwijsteams worden per
campus hiërarchisch aangestuurd door een onderwijsmanager of de directeur. De bedrijfsvoering
wordt hoofdzakelijk centraal aangestuurd, met decentrale uitvoering op de locaties waar nodig.
De campussen gaan over het primaire proces: onderwijs, portfolio en samenwerking met bedrijven
voor de studenten, en de wijze waarop ze de beschikbaar gestelde middelen inzetten.
De centrale diensten dragen zorg voor de beleidsvoorbereiding en advisering aan het bestuur, en de
advisering en ondersteuning van de campussen. Over de interne dienstverlening worden afspraken
gemaakt tussen de campussen en de leverende afdelingen. De campussen en centrale diensten
werken conform de vastgestelde beleidskaders en leggen daarover verantwoording af aan het
College van Bestuur.
Bestuur
ROC TOP hanteert de principes van goed bestuur conform de Branchecode Goed Bestuur in het MBO.
Het bestuur en het toezicht zijn gescheiden in een College van Bestuur en een Raad van Toezicht.
De Raad van Toezicht doet verslag in het eigen hoofdstuk (op pagina 6 t/m 9 van dit jaarverslag)
Samenstelling College van Bestuur in 2018
De samenstelling van het College van Bestuur van ROC TOP bleef in 2018 ongewijzigd. Het College
van Bestuur bestaat vanaf 1 januari 2016 uit twee personen.
Naam/functie in CvB Nevenfuncties
Ineke van der Linden
Voorzitter CvB (per 1-10-2013)
• Lid Adviesraad Nuffic
• Lid bestuur Stichting Kwaliteitsnetwerk MBO
• Lid klankbordgroep LinQue Consult
Mariell Visbeen
Lid CvB (per 1-1-2016)
• Lid Raad van Toezicht stichting Vrijescholen Noord-Holland
Zelfevaluatie College van Bestuur
In het bestuursreglement is opgenomen dat het College van Bestuur jaarlijks een zelfevaluatie doet.
Ook in 2018 heeft het College van Bestuur deze jaarlijkse zelfevaluatie uitgevoerd. De zelfevaluatie is
extern begeleid en bestreek de governance, de samenwerking en de strategische doelstellingen.
Medezeggenschap
Voor ROC TOP is de essentie van medezeggenschap dat medewerkers en studenten invloed kunnen
uitoefenen op de besluitvorming van de organisatie. Participatie en tegenspraak worden
gestimuleerd.
Medewerkers
Medewerkers kunnen op twee niveaus invloed uitoefenen op de besluitvorming van ROC TOP:
• Op instellingsniveau via de ondernemingsraad (OR)
• Op team-/afdelingsniveau via het werkoverleg
ROC TOP Jaarverslag 2018 16
De volgende onderwerpen zijn in 2018 voorgelegd aan de Ondernemingsraad:
• Veiligheidsbeleid (ter instemming)
• Klachtenregelingen (ter instemming)
• Statuut Medezeggenschap (aanpassing, ter instemming)
• Vakantieplanning onderwijzend personeel schooljaar 2018-2019 (ter instemming)
• Macrodoelmatigheid (voor advies)
• Reorganisatie- en transitieplan (voor advies)
• Verhuisplan (ter informatie)
• Privacyreglement Personeelsgegevens (ter informatie)
• Pilot teamcoördinatoren (ter informatie)
• Pilot gepersonaliseerd leren/onderwijsvisie (ter informatie)
Jaarlijks komen in het overleg met de Ondernemingsraad tevens de reguliere onderwerpen als de
begroting, het jaarverslag, ziekteverzuim, medewerkerstevredenheid, en studentenaantallen
(instroom/doorstroom/uitstroom) aan de orde. De Ondernemingsraad heeft ook jaarlijks overleg met
de Raad van Toezicht.
Studenten
Studenten hebben inspraak via de Studentenraad, hierin moet in principe elke campus
vertegenwoordigd zijn. In 2018 heeft de Studentenraad actief nieuwe leden geworven. Eind van het
jaar bestond de Studentenraad uit acht leden. De Studentenraad vergadert om de twee maanden
met het College van Bestuur. Onderwerpen die in het verslagjaar aan bod kwamen waren onder
andere:
• Examenregeling Commissie van Beroep (ter instemming)
• Statuut Medezeggenschap (verlenging, ter instemming)
• Urennorm Social Work cohort 2018-2021 (ter instemming)
• Klachtenregeling (ter instemming)
• OOK en POK schooljaar 2018-2019 (ter instemming)
• Campusvorming (voor advies)
• Onderwijsvernieuwing (voor advies)
• Macrodoelmatigheid en procedure doorverwijzing (voor advies)
• Inspectierapport (ter informatie)
Jaarlijks komen in het overleg met de Studentenraad ook de reguliere onderwerpen als de begroting,
het jaarverslag en de opleidingsgids aan de orde. De Studentenraad heeft jaarlijks tevens overleg met
de Raad van Toezicht, en is vertegenwoordigd bij bijeenkomsten als de nieuwjaarsbijeenkomst en de
opening van het studiejaar.
Ouders/verzorgers
Docenten en mentoren proberen ouders/verzorgers, onder meer met ouderavonden, ook zoveel
mogelijk te betrekken bij het onderwijs van hun kind(eren).
ROC TOP Jaarverslag 2018 17
Risicomanagement
Een effectieve bedrijfsvoering en een goede beheersing van risico’s is een noodzakelijke
randvoorwaarde om de geformuleerde doelstellingen te bereiken. Eind 2016 heeft ROC TOP het
risicomanagement op een nieuwe manier vormgegeven. Risicomanagement gaat naast de stand van
zaken binnen de eigen instelling en menselijk handelen, ook over de maatschappelijke en externe
omgeving. De nadruk bij risicomanagement ligt hierbij niet alleen op de instrumentele kant van
risicomanagement. Interne openheid en transparantie zijn van cruciaal belang in de onderkenning en
sturing op de risico’s. Daarnaast wil ROC TOP door een goed systeem van kwaliteitszorg en het
investeren in kennis en vaardigheden bij de medewerkers zorgen dat risico’s aan de voorkant
geminimaliseerd worden.
Uitgangspunten
ROC TOP hanteert de volgende uitgangspunten in het kader van risicomanagement:
• Good governance
• Risicomanagement is onderdeel van de jaarlijkse plancyclus
• Bestuur en managers zijn primair verantwoordelijk voor het managen van risico’s
ROC Top ziet Good Governance als belangrijkste basis onder het integraal risicomanagement. Dit is
dan ook onderwerp van gesprek met de Raad van Toezicht, zowel plenair als in de Auditcommissie.
Cruciaal is dat er ruimte is voor een open dialoog en tegenspraak en ook ongemakkelijke informatie
gedeeld wordt. Het faciliteren en agenderen van het gesprek, het vergroten van het bewustzijn van
risico’s en onzekerheden en de mogelijkheden om ze te minimaliseren, zal de kwaliteit van de
organisatie en de bedrijfsvoering vergroten. Een belangrijk instrument om het gesprek in de teams
en met het bestuur te laten plaatsvinden is het jaarplan en de rapportage daarover binnen de
planning- en control cyclus. Op basis van het jaarplan en de maandelijkse managementrapportages
vinden periodiek gesprekken met alle budgethouders plaats over belangrijke thema’s en de
uitvoering van het jaarplan, zowel evaluerend als vooruitkijkend.
Publiciteitsrisico’s
In een maatschappij waarin een belangrijk deel van de studenten hun leven online deelt, kunnen
incidenten en misvattingen snel hun weg vinden naar de openbare publiciteit. ROC TOP is zich
bewust van dit risico en de potentiële gevolgen voor het studentenbestand. ROC TOP monitort de
media-uitingen richting de organisatie en onderneemt indien daar aanleiding toe is gerichte actie.
Privacy
ROC TOP gaat zorgvuldig om met de persoonlijke gegevens van onze studenten en medewerkers,
zoals ook wordt voorgeschreven in de nieuwe Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
die op 25 mei 2018 van kracht is geworden. ROC TOP spant zich blijvend in om te voldoen aan de
aangescherpte verplichtingen op het gebied van databescherming. In deze context is in 2018 een
privacyreglement personeelsgegevens vastgesteld en een privacyreglement studenten, en is een
functionaris gegevensbescherming aangesteld.
ROC TOP Jaarverslag 2018 18
Klachten en geschillen
ROC TOP beschikt over een klachten- en geschillenregeling. Studenten en medewerkers kunnen
hiervan gebruikmaken als zij vinden dat bepaalde gedragingen of beslissingen onrechtvaardig of
onrechtmatig zijn. Sinds 2017 is de ombudsmanfunctie extern belegd.
In 2018 heeft de Ombudsman in totaal 39 klachten c.q. meldingen ontvangen. Daarvan was 1 klacht
van een externe partij (een stage adres), 3 klachten van medewerkers en 1 adviesvraag van een
medewerker. De overige 33 waren afkomstig van studenten, waarvan 2 klachten namens een klas
werden geuit en 2 klachten via het loket “Klachtenkompas” zijn gemeld. De klachten van studenten
gingen met name over uitschrijving, kwaliteit van begeleiding en onderwijs, en voortgang studie.
Met een klacht over ongewenst gedrag of in het geval van een integriteitsschending kunnen
medewerkers van ROC TOP terecht bij een vertrouwenspersoon. Vanaf 1 oktober 2018 zijn hiervoor
twee nieuwe externe vertrouwenspersonen aangesteld, beide werkzaam bij Centrum
VertrouwensPersonen Plus (CVP+). De (interne en externe) vertrouwenspersonen van ROC TOP
hebben in 2018 in totaal 18 meldingen van medewerkers ontvangen. Alle meldingen zijn
afgehandeld, en op enkele aandachtspunten is nadere actie ondernomen.
ROC TOP Jaarverslag 2018 19
Hoofdstuk 3 Kwaliteitscultuur werkt _________________________________________________________________________________
ONDERWIJSKWALITEIT
Werken aan kwaliteit
Werken aan kwaliteit is een belangrijk thema bij ROC TOP. Het Bestuursakkoord MBO 2018-2022
vormt de basis voor de Kwaliteitsagenda van ROC TOP die gericht is op de verdere verbetering van
(de kwaliteit) van het onderwijs en de aansluiting op de arbeidsmarkt. De Kwaliteitsagenda bevat de
kwaliteitsafspraken van ROC TOP voor de periode 2019-2022.
Alleen met goede kwaliteitszorg en een kwaliteitscultuur slaagt ROC TOP erin om op een structurele
en cyclische wijze te werken aan haar ambities. Daarom is ook in 2018 aandacht besteed aan het
implementeren en borgen van continue verbetering. Onderdeel daarvan is het efficiënter
organiseren van de processen binnen ROC TOP met behulp van Lean. In 2018 is daarmee gestart met
de processen van aanmelden tot plaatsen, het plannen en roosteren van onderwijs en een aantal
kleinere processen, zoals het proces om van een projectaanvraag tot onderwijs te komen, de
voorbereiding en verantwoording van bekostigingsdossiers en smoelenboek van studenten. Hiervoor
is een Expertise Centrum Continu Verbeteren (ECCV) ingericht. In 2019 wordt onder meer het proces
rond examinering opgepakt en meer medewerkers getraind en opgeleid in de Lean filosofie.2
Campusvorming
Binnen ROC TOP worden ruim vijftig verschillende opleidingen aangeboden. Om versnippering in het
opleidingsaanbod tegen te gaan en te behoeve van een heldere positionering zijn verwante
opleidingen in 2018 geclusterd binnen vier campussen. Een campus is een locatie of een aantal
locaties die vlakbij elkaar liggen waar opleidingen worden aangeboden die inhoudelijk samenhangen
en een bijdrage leveren aan de toekomstige ontwikkelingen in de Metropoolregio Amsterdam (MRA).
De campussen hebben de volgende namen (en locaties):
• TOP Business (Vlaardingenlaan)
• TOP Events & Hospitality (NDSM-straat, Amsterdam Noord)
• TOP Health & Sport (De Klencke, met de Sporthallen Zuid)
• TOP Start (Wibautstraat)
Daarnaast zijn er vier kleinere locaties verspreid over de stad waar studenten van De Amsterdamse
Plus hun opleiding volgen.3
2) bron: o.a. Kwaliteitsagenda ROC TOP
3) bron: Kwaliteitsagenda ROC TOP
ROC TOP Jaarverslag 2018 20
Onderwijsvernieuwing
ROC TOP wil van een klassieke onderwijsinstelling transformeren naar een instelling waar de student
gepersonaliseerd onderwijs krijgt: onderwijs dat altijd en overal past bij zijn behoefte of leervraag.
De student bepaalt samen met docenten de eigen leerroute door middel van het kiezen van
modules. Het onderwijs kan alleen modulair worden aangeboden door gebruik te maken van de
mogelijkheden die digitale middelen bieden. ROC TOP spreekt daarom van gepersonaliseerd leren in
de virtuele wereld.
De basis hiervoor is in 2018 gelegd door de voorbereiding van een pilot. Met ingang van het
schooljaar 2018-2019 is op de campus Events & Hospitality voor de eerstejaars studenten Horeca,
Toerisme en Commercieel (HTC) een pilot voor het gepersonaliseerde onderwijs in de virtuele
omgeving gestart. Studenten volgen in de pilot modulair onderwijs dat aansluit bij hun individuele
behoefte en leefwereld ondersteund door digitale leermiddelen en innovatieve onderwijsmethoden.
Dit moet bijdragen aan een hoger studiesucces, meer onderwijs op maat en plezier in het studeren.
Met de pilot doet ROC TOP ervaring op met de nieuwe manier van organiseren van het onderwijs.
De ambitie van ROC TOP is om vanaf schooljaar 2019-2020 op elke campus te starten met
gepersonaliseerd en gedigitaliseerd onderwijs.4 Om de bredere uitrol van de onderwijsvernieuwing,
in de vorm van gepersonaliseerd leren in de virtuele wereld, goed voor te bereiden is een TOP-breed
programma gestart. De uitkomsten van een uitgebreide evaluatie van de pilot begin 2019 worden
daarbij betrokken.
Keuzedelen
Bij de opleidingen Sport- en bewegingsleider, Coördinator buurt, onderwijs en sport, Coördinator
sport- en bewegingsagogie, Coördinator sport, bewegen en gezondheid, en Coördinator
sportinstructie, training en werd in 2018 afgeweken van de keuzedeelverplichting. Voor de invoering
van de keuzedelen is namelijk het vak ‘Omgangskunde’ ontwikkeld. Dit vak bevat lessen over de
persoonlijke ontwikkeling en de attitude van een sport- en bewegingsleider/coördinator. De inhoud
is gericht op pubers en hun ontwikkeling. Aan bod komen onder meer het maken van keuzes, het
nemen van beslissingen, zelfstandig zijn en andere zaken en problemen waarmee jongeren te maken
hebben. ROC TOP Sportacademie ziet de noodzaak van dit vak en wil dit aan blijven bieden. Het vak
is intern getoetst op overlap met onderdelen van de betrokken kwalificatie.
BPV-verbeterplan
ROC TOP beschouwt de beroepspraktijkvorming (BPV) als de meest basale vorm van co-creatie:
iedere opleiding heeft BPV. De kwaliteit van de BPV is heel belangrijk, mede als basis voor verdere
ontwikkeling van co-creatie. Mede aan de hand van het BPV-verbeterplan ROC TOP is de afgelopen
jaren gewerkt aan verdere verbetering van het praktijkleren, de BPV een onderdeel van is. Er zijn
belangrijke stappen gezet in de versterking van het netwerk met het werkveld en co-creatie en
coproductie, de kern van het BPV-verbeterplan van 2016. Eind 2018 heeft ROC TOP de beoordeling
van de resultatenrapportage over het verbeterplan BPV ontvangen, deze is gebaseerd op de Regeling
kwaliteitsafspraken mbo. De resultaten voor 2018 zijn daarbij vergeleken met de beoogde resultaten
4) bron: transitieplan Top in Beweging, Kwaliteitsagenda ROC TOP
ROC TOP Jaarverslag 2018 21
zoals opgenomen in het verbeterplan. De scores voor ROC TOP op de verschillende indicatoren
(matching, programmering, begeleiding en samenwerking opleiding/bedrijf) waren helaas nog niet
voldoende. De verwachting is dat de ingezette koers rond TOP in Beweging kan bijdragen aan een
verdere verbetering van het praktijkleren
Co-creatie
ROC TOP ziet praktijkleren als een cruciaal onderdeel van haar onderwijs. De BPV is één van die
vormen van praktijkleren. ROC TOP hanteert echter een bredere scope op het praktijkleren. Dat
betekent dat ROC TOP vanuit haar visie op opleiden (en daarmee op BPV), maar ook met het oog op
de veranderingen op de arbeidsmarkt, werkt in de richting van co-creatie en coproductie. Daarbij
zijn werkveld en onderwijsinstelling samen verantwoordelijk voor de opleiding. In 2018 is de
samenwerking met het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties daartoe versterkt. De
programmamanager per campus speelt hierin een belangrijke rol. 5
Kwaliteitsagenda
In 2018 stelde ROC TOP een kwaliteitsagenda op. Deze kwaliteitsagenda vloeit voort uit het
Bestuursakkoord mbo ‘Trots, vertrouwen en lef’ en is gebaseerd op de transitie die ROC TOP door
gaat. Onder meer de hierboven genoemde thema’s als onderwijsvernieuwing en co-creatie, maar
bijvoorbeeld ook internationalisering, excellentie en alumnibeleid hebben in de kwaliteitsagenda
daarom een belangrijke plek. De kwaliteitsagenda helpt om op koers te blijven bij de transformatie.
In de kwaliteitsagenda zijn de strategische speerpunten van ROC TOP vertaald naar concrete acties,
maatregelen en de gewenste effecten ervan, zodat kan worden gemonitord of de goede dingen
worden gedaan en in hoeverre bijsturing of aanscherping nodig is. Dit alles met als doel om het
onderwijs en de aansluiting op de arbeidsmarkt nog beter te maken.6
Examinering
In december 2018 voerde de Onderwijsinspectie een heronderzoek uit naar (onder meer) de
kwaliteitsborging van de examinering en diplomering door de centrale examencommissie. Daaruit
blijkt dat de centrale examencommissie ervoor zorgt dat de examinering van de twee onderzochte
opleidingen nu wel goed wordt bewaakt. De Onderwijsinspectie concludeert bovendien dat de
commissie zorgt voor heldere procedures en voor voldoende deskundigheid in de instelling op het
gebied van examinering en diplomering.
Daarnaast constateerde de Onderwijsinspectie in het herstelonderzoek dat de opleiding Beveiliger
beroepspraktijkvorming aanbiedt waarbij de student voldoende wordt begeleid, maar het planmatig
en blijvend verbeteren van de kwaliteit van de opleiding nog een aandachtspunt is en de
onderwijsresultaten, ondanks de stijgende trend in het laatste jaar, gemeten over drie jaar nog
onvoldoende zijn.7
5) bron: eindrapportage BPV-verbeterplan, transitieplan Top in Beweging, Kwaliteitsagenda ROC TOP
6) bron: Kwaliteitsagenda ROC TOP
7) bron: conceptrapport herstelonderzoek Onderwijsinspectie
ROC TOP Jaarverslag 2018 22
Hoofdstuk 4 Loopbaan van jongeren staat centraal
_________________________________________________________________________________
SAMENWERKING
Samenwerking in de regio en met het werkveld
ROC TOP werkt in de MetropoolRegio Amsterdam (MRA) met verschillende regionale en
Amsterdamse partijen samen. ROC TOP is hierbij gericht op gelijke kansen voor studenten en
innovatie van het onderwijs voor hoger studiesucces van studenten en om bij te dragen aan de
ontwikkeling van de regio. In 2018 zijn weer samenwerkingsinitiatieven ontstaan of gehandhaafd
met het werkveld, voortgezet en hoger onderwijs, andere mbo-instellingen, de gemeente
Amsterdam en verschillende partijen in het kader van het opleiden van aankomende docenten in de
praktijk en studentondersteuning.
Werkveld
Het afgelopen jaar heeft ROC TOP de samenwerking met het werkveld door de inzet op co-creatie en
coproductie van het onderwijs geïntensiveerd. Hieronder volgt een overzicht met voorbeelden van
co-creatie en coproductie bij de verschillende onderwijsteams in het afgelopen jaar. NB in de loop
van het verslagjaar zijn deze teams/locaties herverdeeld over de vier nieuwe campussen.
ROC TOP Jaarverslag 2018 23
Vanuit verschillende campussen zijn er in het najaar bijeenkomsten geweest met het werkveld,
onder andere vanuit Events & Hospitality ter voorbereiding van de RIF-aanvraag. Vanuit de campus
Business zijn met twee MKB verenigingen inhoudelijke bijeenkomsten vormgegeven, daar is
informatie verstrekt over het hoe en waarom van de campusvorming, ‘de Campussen op de kaart’.
Ook zijn inhoudelijke thema’s aan de orde geweest zoals; andere manieren van omgaan met het
vastleggen van gegevens (betalingen, bitcoin en blockchain). Met vier grote partijen op financieel
gebied is de Campus Business in gesprek over de huidige opleidingen banken en verzekeringen.
Verder heeft het College van Bestuur van ROC TOP ook in 2018 weer een vertegenwoordiging van
het werkveld uitgenodigd voor een diner pensant. Het doel van deze bijeenkomst was om een
reactie te krijgen op de plannen van ROC TOP, verwachtingen uit te wisselen en vervolgstappen in de
samenwerking af te spreken. Naast waardering voor de strategische keuzes van ROC TOP heeft ook
deze bijeenkomst geleid tot nieuwe samenwerkingsinitiatieven. 8
Voortgezet onderwijs
ROC TOP wil dat studenten met meer succes doorstromen van vmbo naar mbo. Een goede
voorlichting en oriëntatie op de opleiding en het vak waarvoor ze opgeleid worden, zijn daarbij van
belang.9 Om een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de studiekeuze van vo-leerlingen, het
verhogen van de instroom en ter bevordering van professionalisering van docenten in het vo en mbo,
is ROC TOP een nauwe samenwerking aangegaan door ‘Mbo op proef’ aan te bieden (ontwikkeld
vanuit de MBO-Agenda). Tijdens ‘Mbo op proef’ kunnen derde- en vierdejaars vmbo-leerlingen een
week lang proeven aan een beroep en de daarbij behorende mbo-opleiding. Gedurende de
projectweek volgen leerlingen lessen bij ROC TOP en gaan zij langs bij bedrijven waar ze meelopen en
zelf actief aan de slag gaan. Op basis van de opgedane ervaringen en de ontwikkelingen zijn de
programma’s van ‘Mbo op proef’ in 2018 aangepast op het nieuwe en veranderde aanbod en is het
programma gewijzigd om vanaf januari 2019 nieuwe projectweken te kunnen aanbieden.
Hoger beroepsonderwijs
De doorstroom naar het hoger onderwijs is voor een deel van de studenten cruciaal, omdat ze alleen
dan perspectief hebben op de arbeidsmarkt.10 Om de doorstroom van het mbo naar het hbo te
verbeteren, zijn door ROC TOP in samenwerking met partners in het mbo en hbo in 2018 twee
projecten ontwikkeld in het kader van het StudentLab mbo-hbo. In het eerste project “Perspectief”
werken mbo- en hbo-studenten samen aan een adviesproject voor een echte opdrachtgever in de
praktijk teneinde het studiesucces van mbo-gediplomeerden tijdens het eerste jaar van de Pabo te
verbeteren. Dit project is gestart door de locatie van ROC TOP in Almere en wordt nu uitgevoerd
onder de vlag van het ROC van Flevoland. Het tweede project “Succesvol op weg naar het hbo” van
TOP Business in samenwerking met Aeres Hogeschool Almere is erop gericht dat studenten al tijdens
de mbo-opleiding uitgebreid kennismaken met het groene hbo in de economische sector. Daarnaast
participeert ROC TOP in het Regionaal netwerk mbo-hbo Noord-Holland/Flevoland. In dit verband
8) bron: eindrapportage BPV-verbeterplan ROC TOP
9) bron: Kwaliteitsagenda ROC TOP
10) bron: Kwaliteitsagenda ROC TOP
ROC TOP Jaarverslag 2018 24
wordt per sector het regionale keuzedeel Voorbereiding hbo (door)ontwikkeld en uitgevoerd door
mbo- en hbo-docenten samen.
In Amsterdam werken ROC TOP, ROCvA, HvA en IPabo samen om de doorstroom van (niet verwante)
mbo-opleidingen naar de pabo te verbeteren.
Amsterdamse Mbo-agenda In 2018 is gestart met verschillende projecten in het kader van de Amsterdamse Mbo-agenda.
Hiermee investeert de gemeente in sterk middelbaar beroepsonderwijs in Amsterdam. Met de
nieuwe Mbo-agenda 2019-2023 wordt voortgebouwd op de ontwikkelingen die zijn ingezet in de
eerste Mbo-agenda (2015-2019). Ambities in de Amsterdamse Mbo-agenda 2019-2023 zijn met
name toekomstbestendig mbo en een optimale schoolloopbaan voor mbo-studenten.
Het meest omvangrijke project voor ROC TOP betreft het programma rond de onderwijsvernieuwing.
Hierin wordt een onderwijsprogramma ontwikkeld met vraaggestuurde modules waarbij de student
een persoonlijke leerroute kan samenstellen. Op basis van de evaluatie van een pilot wordt deze
nieuwe vorm van onderwijs breder binnen ROC TOP uitgerold. Andere projecten zijn de verkenning
naar het starten van een opleiding op de werkvloer met een werkgever in facilitaire dienstverlening,
netwerktrainingen door een netwerkcoach, en de ontwikkeling van onderwijsprojecten/modules in
het kader van ‘Mbo op proef’. Ook zijn diverse scholenbeurzen en individuele lerarenbeurzen ingezet
voor de professionalisering van teams en docenten.
Opleidingsschool De Dam
De door de NVAO geaccrediteerde opleidingsschool de Dam realiseerde in schooljaar 2017-2018 op
21 scholen (mbo, vmbo, havo, vwo en gymnasium) in totaal 232 leerwerkplekken voor eerste- en
tweedegraads studenten die een opleiding volgen op een van de vier aangesloten instituten:
Inholland, de Hogeschool van Amsterdam, de Vrije Universiteit en de Breitneracademie. De laatste
maakt sinds 2017 deel uit van het samenwerkingsverband. Binnen de vier aangesloten ROC TOP
locaties waren eind 2018 43 leerwerkplekken gerealiseerd. Binnen de Dam gaat het om wederkerig
leren: studenten en docenten van de instituten en scholen leren van en met elkaar. Net als vorig jaar
namen werkplekbegeleiders deel aan één van de vijf cursussen die de Dam in samenwerking met de
instituten organiseert. Bovendien zijn 10 ROC TOP collega’s gecertificeerd voor het uitvoeren van
lesobservaties met behulp van de observatiemethode ICALT. In het schoolopleidersoverleg delen
collega’s (waarvan er binnen TOP vier een VELON registratie hebben) hun ervaring. In professionele
leergemeenschappen werken zij aan de ontwikkeling van de kwaliteit van studentbegeleiding en
daarmee ook aan de deskundigheid van zittende docenten.
Studentondersteuning
In 2018 ontwikkelde ROC TOP een integrale visie op studentondersteuning (hulp aan studenten met
een specifieke ondersteuningsvraag, zowel op het gebied van zorg als onderwijs). In de
Kwaliteitsagenda ROC TOP wordt deze visie vertaald naar de praktijk. Hierbij wordt een onderscheid
gemaakt tussen de basisondersteuning, extra ondersteuning en specialistische ondersteuning. Voor
de specialistische studentondersteuning wordt samengewerkt met het MBO-jeugdteam
(jeugdadviseur, jeugdarts, jeugdpsycholoog), Westerbeek (budgetcoach) en Leerplicht Amsterdam.11
11) bron: Werknotitie ‘Studentondersteuning binnen TOP en de campus‘
ROC TOP Jaarverslag 2018 25
Hoofdstuk 5 Samen naar de top _________________________________________________________________________________
STUDENTENGEGEVENS
Studiesucces & studentuitval
Onderstaande tabellen betreffen de genormeerde inspectie-indicatoren. Die zijn voor niveau 2, 3 en
4 genormeerd conform het waarderingskader van de inspectie (groen). Niveau 1 wordt niet via deze
weg genormeerd.
Jaarresultaat t.o.v. landelijke norm (groen) per niveau 2014-2015 t/m 2017-2018
(bron: EduarteApp)
Diplomaresultaat t.o.v. landelijke norm (groen) per niveau 2014-2015 t/m 2017-2018
(bron: EduarteApp)
ROC TOP Jaarverslag 2018 26
Startersresultaat t.o.v. landelijke norm (groen) per niveau 2014-2015 t/m 2017-2018
(bron: EduarteApp)
Ongediplomeerde uitstroom t.o.v. TOP-maxima (groen) per niveau 2014-2015 t/m 2017-2018
(bron: EduarteApp)
Voortijdig schoolverlaten (VSV) t.o.v. TOP-maxima (groen) per niveau 2014-2015 t/m 2017-2018
(bron: DUO/OCW)
ROC TOP Jaarverslag 2018 27
Vergeleken met 2016-2017 zijn het jaar- en diplomaresultaat er in 2017-2018 op vooruitgegaan of in
ieder geval op een vergelijkbaar niveau gebleven. Uitzondering hierop zijn de niveau 3-opleidingen,
waarvoor geldt dat het jaar- en diplomaresultaat verder is afgenomen.
Op niveau 3 en 4 is het startersresultaat (het aandeel eerstejaars studenten dat tussen 1 oktober
2017 en 1 oktober 2018 diplomeert óf na 2017-2018 nog in opleiding is), ten opzichte van 2016-2017
zo’n 3 tot 4 procentpunt teruggelopen. Enkel op niveau 1 is hier verbetering zichtbaar.
Op basis van de drie genormeerde inspectie-indicatoren kan geconcludeerd worden dat op niveau 1,
2 en 4 sprake is van enig herstel (na de forse terugval van de rendementscijfers over 2016-2017 ten
opzichte van 2015-2016), terwijl op niveau 3 de daling is voortgezet. Dit wordt in zekere zin bevestigd
door het beeld dat voortkomt uit de ontwikkeling van de ongediplomeerde uitstroom en het VSV.
Studenten
ROC TOP zet de student centraal. Dat is terug te zien in het kleinschalige onderwijs, de kracht van de
persoonlijke aandacht en begeleiding op maat, kwaliteit en huisvesting. De studenten leren en
ontwikkelen zich in een veilige omgeving. Naast onderwijs kunnen ze bij ROC TOP ook terecht voor
ondersteuningsvragen. Het rendement van ROC TOP voor de studenten is hoog in het perspectief van
de vooropleiding en achtergrond van de studenten.
ROC TOP biedt gelijke kansen aan jongeren om hun persoonlijk talent en burgerschap te
ontwikkelen, door te stromen naar een geschikte plek op de arbeidsmarkt en naar
vervolgopleidingen in het mbo en hbo.
Kwalificatiewinst gediplomeerde schoolverlaters 2016-2017 van alle mbo-instellingen
Kwalificatiewinst toont het verschil tussen het behaalde diplomaniveau in het mbo en het niveau van vooropleiding in het vo.
Bron: Benchmark MBO 2017, bouwsteen studiesucces, overzicht 15 (landelijk van MBO-raad).
ROC TOP
ROC TOP Jaarverslag 2018 28
Feiten & cijfers
Hieronder volgt een opsomming van enkele studentenkengetallen in het verslagjaar 2018:
• ROC TOP telt op 1 oktober 2018 4.026 bekostigde studenten (ongewogen).
Een jaar eerder waren dit 4.359 studenten.
• ROC TOP heeft 14 studierichtingen en 24 beroepsopleidingen.
• De grootste opleiding is mbo-Verpleegkundige met 507 studenten.
In 2017-2018 was Pedagogisch werk de grootste opleiding.
• De opleiding Doktersassistent is door de Keuzegids mbo voor de zesde keer op rij beloond met het
predicaat top-opleiding. Daarnaast leverden maar liefst tien categorieën een top 10-notering op.
• In 2017-2018 zijn 1.605 diploma’s uitgereikt.
Een jaar daarvoor waren dit er 1.453.
• 871 studenten vertrokken in 2017-2018 zonder diploma. Dit vertaalt zich in 20% van de per 1
oktober 2017 bekostigde studenten.
In 2016-2017 vertrokken 903 studenten zonder diploma. Het aandeel ongediplomeerde uitstroom
lag toen met 20,2% iets hoger.
• Het jaarresultaat en diplomaresultaat kwamen, gemiddeld voor alle niveaus samen, beide uit op
65%. Het startersresultaat was TOP-breed 75%.
• Het percentage voortijdig schoolverlaten (VSV) was gemiddeld voor alle niveaus 9%.
Dit is vergelijkbaar net het VSV-aandeel in 2016-2017.
ROC TOP Jaarverslag 2018 29
Hoofdstuk 6 Verbinding tussen mensen leidt tot succes
_________________________________________________________________________________
SOCIAAL JAARVERSLAG
TOPfit de toekomst in
TOP in beweging betekent voor de medewerkers van ROC TOP in beweging komen en samen te
zorgen voor een aantrekkelijke leer- en werkomgeving voor studenten op de campussen. Dit gebeurt
door in te zetten op onderwijsvernieuwing en de verbinding met het werkveld en de Metropoolregio
Amsterdam. Vanuit de strategische koers van ROC TOP vindt een doorontwikkeling plaats van de
organisatie, met een transformatie van het personeelsbeleid en het experimenteren met nieuwe
werkwijzen.
Personele bezetting
In 2018 heeft ROC TOP een reorganisatie met krimp doorgevoerd waarin een vermindering van het
aantal medewerkers was voorzien. Voor de nieuwe inrichting van de organisatie heeft ROC TOP
gekozen voor een nieuwe wijze van formatieverdeling die aansluit bij onze bedoeling “de student
centraal” te stellen in alles wat we doen.
Functiecategorieën
De functiecategorieën12 zijn opnieuw gedefinieerd met als doel een betere vergelijking mogelijk te
maken in de landelijke benchmark mbo. Voor de formatieverdeling per functiecategorie is een kader
vastgesteld van 82% voor het onderwijs en 18% voor management en centrale stafdiensten.
In onderstaand plaatje is de verhouding tussen de verschillende functiecategorieën weergegeven op
peildatum 31 december 2018. In vergelijking met de uitgangssituatie voor de reorganisatie is het
aandeel onderwijzend personeel met 1% gestegen evenals het aandeel OBP direct. Het aandeel CvB
& management en OBP direct is in totaal met 2% gedaald.
12) OP: alle medewerkers die lesgevende activiteiten verzorgen voor de studenten.
OBP direct: alle medewerkers die direct verbonden zijn aan de ondersteuning van het onderwijs op de campus. OBP indirect: alle medewerkers van de centrale stafdiensten. CvB en management: College van Bestuur, campusdirecteuren en hoofden centrale stafdienst.
ROC TOP Jaarverslag 2018 30
3%
68%
13%
16%
Functiecategorieën
CvB & Management
OP
OBP direct
OBP indirect
Flexibele schil
ROC TOP streeft naar een flexibele personele schil van gemiddeld 15% om groei en krimp in de
studentenaantallen te kunnen opvangen. Het werken met flexibele contracten geeft tevens ruimte
aan werknemers die, naast ander werk, ook tijdelijk lessen willen geven bij ROC TOP. Voor sommige
beroepsgerichte vakken (o.a. Beveiliging) en contractactiviteiten wordt ook gewerkt met ZZP’ers.13
Vaste en flexibele contracten in fte's per 31 december
2018 2017 2018 2017
Vast 302,10 367,26 86% 82%
Flexibel 49,62 60,33 14% 18%
Leeftijdscategorieën
De gemiddelde leeftijd van onze medewerkers op 31 december is licht gestegen van 45 jaar in 2017
naar 46 jaar in 2018. In de leeftijdscategorie tot en met 25 jaar is het aandeel in fte 0,3%.
De verwachtte uitstroom van medewerkers die de komende vijf jaar uitstromen als gevolg van het
bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd is 15 %.
13) ZZP’er: zelfstandige zonder personeel.
ROC TOP Jaarverslag 2018 31
Vrouwen en mannen
De procentuele verdeling vrouwen en mannen is ten opzichte van 2017 ongewijzigd gebleven.
Aantallen man en vrouw per 31 december
2018 2017 2018 2017
Man 155 192 37% 37%
Vrouw 264 324 63% 63%
Medewerkers in Beweging
In 2018 zijn forse inspanningen geleverd om alle medewerkers van ROC TOP te plaatsen in de nieuw
gevormde campussen en centrale stafdiensten. Voor medewerkers in functies waar sprake was van
voorziene boventalligheid is een sociaal plan “Medewerkers in Beweging” met de vakbonden
overeengekomen. Ruim 80% van betreffende medewerkers is in de vrijwillige fase door- of
uitgestroomd.
Doorstroom
In 2018 is ruim een derde van medewerkers in de functie van instructeur doorgestroomd naar de
functie van docent. Hierdoor is het aandeel van docenten LB procentueel gestegen in de verdeling
van de salarismix. Met 8 docenten LB zijn maatwerktrajecten overeengekomen voor de doorstroom
naar de functie van docent LC.
Er zijn in 2018 diensten ingekocht voor loopbaanontwikkeling: loopbaanscans en gesprekken. Hier is
nog beperkt gebruik van gemaakt. We zetten in 2019 in op het vergroten van de loopbaanfit van
onze medewerkers. Een collectieve pensioenvoorlichting heeft plaatsgevonden en is goed bezocht.
Komend jaar breiden we dit uit met spreekuren ABP voor maatwerk.
Uitstroom
In 2018 zijn medewerkers die een WW- en/of Bovenwettelijke uitkering ontvangen in een actief
arbeidsbemiddelingstraject geplaatst. Dit zijn medewerkers van wie het contract niet is verlengd of
beëindigd is. De resultaten zijn positief: 20% van de uitkeringsgerechtigden hebben een nieuwe baan
gevonden.
ROC TOP Jaarverslag 2018 32
Verzuim
2017 is afgesloten met een verzuimcijfer van 7,1% en is voor 2018 een streefcijfer verzuim van 6,5%
afgesproken. Het is ROC TOP in 2018 niet gelukt om tot een structurele daling van het verzuim te
komen. Het verzuimcijfer is verder gestegen naar 8,7%.
Het beïnvloeden van verzuim vraagt een actieve rol in de regie door leidinggevenden. Hier is in
geïnvesteerd door het verzorgen van trainingen gespreksvaardigheid en wet- en regelgeving en
intensivering van de ondersteuning door P&O. Tevens is afgesproken tweemaandelijks een Sociaal
Medisch Overleg te organiseren voor leidinggevenden van teams waarvan het verzuim hoog is en
boven de norm van ROC TOP ligt.
VVP = voortschrijdend verzuimpercentage over periode van 12 maanden
Personeelsinformatiesysteem
ROC TOP is in 2018 overgestapt naar een nieuw personeelsinformatiesysteem met als doel het
verhogen van het gebruikersgemak voor medewerkers en managers. Hiermee is een belangrijke stap
gezet in de vereenvoudiging van de gegevenshuishouding. Door Afas als bronsysteem in te richten is
er op inrichtingsniveau uniformiteit gecreëerd.
De migratie is succesvol verlopen evenals de gewijzigde inrichting als gevolg van de reorganisatie.
ROC TOP Jaarverslag 2018 33
Hoofdstuk 7 Uitnodigend, kleinschalig en flexibel
_________________________________________________________________________________
HUISVESTING & ICT
Uitgangspunten huisvesting
De uitgangspunten voor de huisvesting van ROC TOP zijn in 2015 opgesteld in het Huisvestingsplan
2015-2019. Het jaar 2018 heeft vooral in het teken gestaan van de transitie en de vorming van de
vier campussen. Doel was een heldere positionering en het stimuleren van innovatie tussen
opleidingen en met het werkveld. Dit betekende een andere manier van werken, leren en
herinrichten van de organisatie.
Resultaten 2018
Drie locaties zijn er in 2018 afgestoten. Dat zijn de locaties aan de Dongestraat te Amsterdam en
twee locaties in Almere aan de Filipijnenstraat en Boterbloemweg.
In de zomer van 2018 hebben door de vorming van de vier campussen verschillende verhuizingen
plaatsgevonden. Zo is de opleiding horeca verhuisd naar de NDSM-straat, de opleiding handel naar
de Vlaardingenlaan, en het bestuursbureau en de centrale stafdiensten van ROC TOP naar de NDSM-
straat. De vier campussen staan centraal in de nieuwe organisatie en zijn herkenbaar en uitnodigend
ingericht. Het doel hiervan is om te zorgen voor aantrekkelijk en relevant beroepsonderwijs voor
studenten en werkveld, maar ook voor het verhogen van de slagvaardigheid en wendbaarheid.
De huisvestingsportefeuille van ROC TOP bestaat momenteel volledig uit locaties die worden
gehuurd. De tabel hieronder geeft een overzicht van de locaties en de omvang.
ROC TOP Jaarverslag 2018 34
De vierkante meters huisvesting in relatie tot het studentenaantal is in de volgende tabel
weergegeven.
Omschrijving okt-15 okt-16 okt-17 okt-18
m2 bvo 33.487 26.340 26.240 19.923
aantal gewogen studenten 3.941 4.077 3.980 3.354
m2 / student 8,5 6,5 6,6 5,9
ICT
Op het gebied van automatisering en digitalisering zijn binnen ROC TOP in 2018 verschillende
projecten gestart en/of afgerond.
Afgeronde projecten
In 2018 zijn de volgende projecten afgerond:
• Management Dashboard in Qlikview
Het Qlikview managementinformatie platform van ROCTOP is uitgebreid met een
Management Dashboard (MD). Het nieuwe MD bevat de belangrijkste KPI's van ROCTOP en
is beschikbaar voor het management.
Formatie BI-team met stafmedewerkers van Studentzaken, Finance, HR en ICT. Dit team
geeft ondersteuning aan het management bij het gebruik van de managementinformatie en
eventuele verdiepende informatiebehoefte. De BI-teamleden hebben naast het MD ook de
beschikking over App's met detailinformatie op gebied van studentinformatie, HR, Finance,
OU-VSV-Verzuim.
• Oplevering Stucomm Studenten App.
De student heeft met deze App direct toegang tot zijn rooster en roosterwijzigingen via zijn
mobiele telefoon.
• Oplevering Identity & Access Management (IAM) voor medewerkers
Het on- en offboarden van medewerkers is in de afgelopen periode grotendeels
geautomatiseerd. Nieuwe medewerkers in AFAS HR krijgen automatisch een ROCTOP-
account en autorisaties op applicaties en data die horen bij de functie van de medewerker.
Indien een medewerker uitdienst gaat bij ROCTOP, worden zowel account als autorisaties
automatisch geblokkeerd.
Lopende programma/projecten
De volgende projecten en programma’s zijn in 2018 gestart en lopen door in 2019:
• Programma Onderwijsvernieuwing (gepersonaliseerd leren in de virtuele wereld)
Met deze strategische innovatie is in 2018 een start gemaakt bij team HTC voor de 1e jaars
studenten. In de komende jaren zal het concept verder worden uitgerold.
Onderdeel van het programma is de ontwikkeling van een Digitale Leer en Werkomgeving
(DLWO). In 2018 is de Europese aanbesteding uitgevoerd.
Een ander onderdeel van het programma is het mobiel cloudwerken. Medewerkers en
studenten gaan werken met data in de cloud (anytime, anywhere beschikbaar).
ROC TOP Jaarverslag 2018 35
• Project Nieuw SIS
Met het aflopen van de contracten voor KRD als Student Informatie Systeem (SIS) en
Trajectplanner als Leerling Volg Systeem (LVS) is in samenwerking met 8 andere ROC's
gezocht naar een SIS/LVS voor de toekomst. In een Europees selectietraject is de opdracht in
2018 gegund. In 2019 loopt het project door met de definitie fase.
• Project IAM studenten
Na de afronding van het project IAM medewerkers is direct doorgepakt met het project IAM
Studenten. Hierin wordt het on- en offboarden van studenten maximaal geautomatiseerd
ingericht. Dit betekent dat voor een student die toegevoegd wordt in het SIS, automatisch
een ROCTOP-account inclusief ROCTOP-mailadres en de benodigde autorisaties worden
aangemaakt. Tevens wordt bij het uitschrijven van een student in het SIS automatisch het
account en autorisaties disabled en op termijn verwijderd.
• Project AFAS Finance
In 2018 is het financiële systeem Exact/Synergy vervangen door het pakket AFAS FIN. De
implementatie wordt in de eerste maanden van 2019 afgerond.
ROC TOP Jaarverslag 2018 36
Hoofdstuk 8
Financiën
_________________________________________________________________________________
FINANCIEEL BELEID
Uitgangspunten
Voor het opstellen van de begroting 2019-2023 zijn uitgangspunten gedefinieerd om te komen tot
een hanteerbare set van kaders en afspraken. De in deze hoofdlijnen benoemde meerjarige
beleidskaders zijn kader- en taakstellend voor het meerjarige financiële beleid van ROC TOP.
In deze hoofdlijnen van de begroting heeft ROC TOP benadrukt dat een goede financiële positie een
belangrijke voorwaarde is om haar ambities in de Amsterdamse grootstedelijke regio blijvend en
zichtbaar uit te voeren. De financiële kaders en ambities van de hoofdlijnen van de begroting vormen
de grondslagen voor de meerjarenramingen. Indien in enig begrotingsjaar materiële afwijkingen
geconstateerd worden ten opzichte van deze kaders, zal dit aanleiding geven tot interventies.
Naast deze financiële kaders worden de volgende beleidsuitgangspunten bij het opstellen van deze
begroting gehanteerd:
• Jaarplannen zijn verbonden met het strategisch meerjarenplan.
• De begroting wordt in euro’s uitgewerkt en uitgewerkt tot werkbegrotingen per budgethouder
(campus en centrale dienst).
Vanuit de besturingsfilosofie is duidelijkheid aangebracht in de wijze van besturen en
verantwoorden. Voor de begroting en de realisatie betekent dit het volgende:
• Alleen directeuren of leidinggevenden van centrale diensten zijn budgethouders
• Elke kostenplaats heeft 1 budgethouder
• Medewerkers kunnen voor meerdere locaties ingezet worden
• Projecten vallen onder de verantwoordelijkheid van een campusdirecteur of leidinggevende
van een centrale stafdienst, die ook de budgethouder is
In de financiële uitgangspunten zijn de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van voorgaande jaren:
1. de begroting wordt opgesteld op basis van het beschikbare budget voor hetzelfde jaar (T-2),
rekening houdend met groei of krimp in studentvolume (T-1).
2. de kostenopbouw van ROCTOP is taakstellend, bestaande uit een vaste (taakstellende)
verhouding tussen de bestaande hoofdkostengroepen voor personeel, afschrijvingen, huisvesting
en overige (incl. student gebonden items).
3. het interne allocatiemodel is voor 2019 e.v. verder doorontwikkeld. Zo worden de kaders en
normen, die uit TIB zijn voortgekomen, verwerkt in de allocatiesystematiek. Met ingang van 2019
wordt voor de werkbegrotingen begroot naar een kader formatieverdeling, uitgaande van vaste
verhoudingen (normen) van aantal studenten naar beschikbare inzet van fte’s.
ROC TOP Jaarverslag 2018 37
Op grond van de Wet Versterking Bestuurskracht hebben sinds 2017 de Ondernemingsraad en de
Studentenraad instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de begroting. Op 11 oktober 2018 hebben
beide organen gezamenlijk hun instemming gegeven.
Financiële kengetallen
Een vergelijking van de financiële kengetallen met de signaleringswaarden van de onderwijsinspectie.
2018 2019 2020 2021 2022 2023 Signaleringsgrens
Solvabiliteit I = EV / TV 43,5% 41,2% 29,2% 31,5% 38,2% 44,3% > 30%
Solvabiliteit II = (EV+VZ)/TV 51,5% 46,7% 33,4% 35,7% 42,2% 48,1% > 30%
Liquiditeit (Current Ratio) = LM/KLS 2,45 1,89 1,26 1,32 1,58 1,84 > 0,50
Huisvestingsratio 11,2% 11,6% 12,6% 11,5% 11,5% 11,5% < 15 %
Weerstandsvermogen 22,0% 19,7% 11,5% 11,4% 14,5% 17,9% > 5 %
Rentabiliteit -1,1% -1,2% -9,7% 0,7% 3,2% 3,4% > 0 %
De signaleringsgrenzen van het ministerie van OCW zijn als volgt:
-Rentabiliteit van minimaal 0% gemiddeld over de afgelopen drie jaar;
-Solvabiliteit inclusief voorzieningen tussen de 30% en 60%;
-Liquiditeit van minimaal 0.5.
-Huisvestingsratio van minimaal 0.15
Met uitzondering van de rentabiliteitsratio liggen alle ratio`s boven de signaleringsgrens van de
onderwijsinspectie, ook in de jaren tot en met 2023.
Overigens is de liquiditeitsratio enigszins positief vertekend omdat een deel van de liquide middelen
niet vrij besteedbaar is vanwege afgegeven bankgaranties en de negatieve waarde van de rente swap
die niet op de balans staat. Maar ook als hiermee rekening wordt gehouden voldoet de
liquiditeitsratio nog ruim aan de signaleringsgrens van de onderwijsinspectie.
Financieel resultaat 2018
Het exploitatieresultaat bedroeg uiteindelijk € 0,5 miljoen negatief (begroot € 3,3 miljoen negatief).
Dit is ruim € 2,8 minder negatief dan in de begroting mee rekening is gehouden. Hoger uitgevallen
baten en lager uitgevallen lasten hebben een positief effect gehad op het uiteindelijke financiële
resultaat.
Baten
De rijksbijdragen zijn ruim € 1,0 miljoen hoger uitgevallen dan in de begroting was voorzien. Voor het
overgrote deel (ruim € 0,8 miljoen) wordt dit veroorzaakt door compensatie van de kostenstijgingen
die voortvloeien uit de nieuwe CAO per 1 oktober 2018. Uiteraard leidt dit ook tot extra lasten.
De gemeentelijke bijdrage voor de 1:12 middelen is hoger uitgevallen dat geraamd. Dit veroorzaakt
het positieve verschil van circa € 80K.
Door een stijging van het aantal deelnemers die een BBL-opleiding volgen is een meeropbrengst op
de college- en cursusgelden gerealiseerd van € 60K.
De baten werk in opdracht van derden zijn ruim € 30K hoger uitgevallen vanwege extra
contractactiviteiten.
ROC TOP Jaarverslag 2018 38
De overige baten vallen € 0,3 miljoen hoger uit dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door hogere
detacheringsinkomsten en incidentele meevallers.
Lasten
Per saldo vallen de personeelskosten circa € 1,1 miljoen lager uit dan geraamd. Dit bestaat echter uit
een aantal verschillende oorzaken. De extra kosten die met het doorvoeren van de nieuwe CAO
gemoeid zijn bedragen circa € 0,8 miljoen. Hiertegenover staat dat er door de reorganisatie en de
overgang van de vestiging Almere een besparing heeft plaatsgevonden op de personeelskosten.
Door het achterblijven van de investeringen vallen de afschrijvingskosten circa € 0,2 miljoen lager uit
dan begroot.
De huisvestingslasten bedragen uiteindelijk circa € 0,7 miljoen lager uit dan in de begroting was
opgenomen. Dit is vooral toe te schrijven aan het afstoten van de panden in Almere door de
overgang van deze vestiging en de Dongestraat in Amsterdam.
De overige lasten zijn daarentegen circa € 0,7 miljoen hoger dan geraamd. De lagere
personeelskosten en huisvestingslasten door de overgang van de vestiging Almere worden echter via
een afdracht van een bedrag per student overgemaakt aan het ROC van Amsterdam/ROC van
Flevoland. Dit veroorzaakt de stijging op dit onderdeel.
Financiering en financiële instrumenten
In 2016 is een nieuwe regeling Beleggen en lenen van kracht geworden. Door deze nieuwe regeling
zijn Onderwijsinstellingen verplicht een treasurystatuut vast te stellen dat voldoet aan de regeling. In
februari 2017 is het treasurystatuut van ROC TOP geactualiseerd naar de nieuwe regeling Beleggen
en Belenen OCW 2016 en in mei 2017 is deze vastgesteld.
In het treasurystatuut is vastgelegd wat de algemene doelstellingen van het treasurybeleid zijn. Het
gaat om het borgen van voldoende liquiditeit op basis van frequente kasstroomanalyses,
kosteneffectief betalingsverkeer, het beheersen van de financiele risico’s en het reduceren van
financieringskosten. Verder is de verantwoording geregeld.
ROC TOP hanteert de aanwijzingen volgens de regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016 ter
beperking van de financiële risico’s. ROC TOP heeft geen beleggingen, leningen en derivaten die niet
voldoen aan de regeling.
ROC TOP Jaarverslag 2018 39
Beleggingen en leningen
ROC TOP heeft een langlopende lening en daaraan gekoppeld een renteswap. De stand per 31-12-
2018 van de lening en swap wordt hieronder weergegeven.
Bedrag Transactiedatum Einddatum
€ 4.759.436 31-07-2012 30-12-2029
Door de renteontwikkeling heeft de marktwaarde van de afgesloten swap zich als volgt ontwikkeld
(cijfers ultimo jaar):
31-12-2017: € 808.827 negatief
31-12-2018: € 716.793 negatief
Continuïteitsparagraaf
In deze paragraaf geeft ROC TOP een doorkijk in de gemaakte strategische keuzes en de financiële
effecten daarvan op de langere termijn. Hiermee is invulling gegeven aan de maatschappelijke vraag
om verantwoording en transparantie van beleid en inzicht te verlenen in de financiële
ontwikkelingen die gepaard gaan met de uitvoering van het beleid.
Prognose studentenaantallen
In de begroting 2019 is uitgegaan van het werkelijk aantal gewogen studenten per 1 oktober 2018
van 3.552. Voor de meerjarenraming 2020-2023 wordt uitgegaan van een constant aantal gewogen
studenten van 3.984. Deze verwachting is gebaseerd op een drietal pijlers die in het projectplan VIS
(Verbetering Instroom en Studiesucces) zijn opgenomen: verhoging van de instroom, verlaging van
de uitval en verbetering van de doorstroom.
Formatieontwikkeling
In 2018 is een reorganisatie met krimp uitgevoerd om de formatieontwikkeling aan te laten sluiten
op de inkomsten en deelnemersaantallen. De doelformatie per 1 januari 2019 is gesteld op 353,5
fte14. In het sociaal plan ROC TOP ‘Medewerkers in Beweging’ zijn maatregelen opgenomen, die
beweging en mobiliteit naar ander werk faciliteren.
In onderstaande tabel is de ontwikkeling in fte’s t/m 2023 weergegeven. De daling van fte’s kan
worden gerealiseerd door het vergroten van de klassengrootte en het efficiënter inzetten van het
personeel.
14) In het reorganisatieplan is de doelformatie van 373 fte opgenomen. Hiervan is 19,5 fte bedoeld voor de afspraken die
zijn gemaakt in het kader van de macrodoelmatigheidscasus Almere. Om scherper te kunnen sturen op de bezetting is de
doelformatie in het formatieplan bijgesteld naar 353,5 fte (373-19,5).
ROC TOP Jaarverslag 2018 40
De daling van het aantal fte`s in 2020 en 2021 hebben te maken met het efficiënter kunnen inzetten
van het onderwijzend personeel door de onderwijsvernieuwing.
Financiële ontwikkeling in meerjarenperspectief
Meerjarenbegroting 2019 - 2023
Per 1 oktober 2018 is het studentenaantal verder gedaald. In de vorige meerjarenraming was
gerekend op een groei in studentvolume van ca. 1 %, terwijl in 2018 sprake is van een daling met ca.
8 %. De vorige meerjarenraming liet, mede onder druk van het gedaalde studentenaantal per
1 oktober 2017, al zien dat ROC TOP voor een grote financiële opgave staat.
Om de continuïteit op lange termijn te waarborgen en te komen tot een sluitende exploitatie was het
noodzakelijk om in 2018 een reorganisatie met krimp uit te voeren, wat een structurele bezuiniging
in 2019 e.v. moet opleveren. Om de formatie-ontwikkeling aan te laten sluiten op de inkomsten en
deelnemersaantallen, is de doelformatie per 1 januari 2019 gesteld op 353,5 fte. Dit in inmiddels ook
nagenoeg de werkelijke bezetting.
Met ingang van het schooljaar 2018-2019 is de organisatie getransformeerd naar vier herkenbare
campussen en de centrale diensten. Met deze transitie geeft ROC TOP invulling aan de nieuwe
strategische koers, die moet leiden tot een toekomstbestendige organisatie die goed inspeelt op de
externe ontwikkelingen én goede prestaties levert .
Hieronder wordt de meerjarenbegroting weergegeven voor de periode 2019-2023 met een
toelichting op de grootste posten. Uit oogpunt van voorzichtigheid is in de financiële
meerjarenbegroting geen rekening gehouden met groei in studentvolume. Deze voorzichtigheid
komt voort uit de onzekerheid van de ontwikkeling van het relatieve aandeel van ROC TOP in de BVE
sector, gecombineerd met onzekerheden ten aanzien van de omvang van het macrobudget voor
2019 e.v. Wel is rekening gehouden met de nieuwe cao-afspraken tot juli 2020 .
ROC TOP Jaarverslag 2018 41
Bedragen * € 1.000 bij gelijkblijvend prijspeil
Realisatie
Kader-
begroting
Kader-
begroting
Kader-
begroting
Kader-
begroting
Kader-
begroting
2018 2019 2020 2021 2022 2023
Baten
Rijksbijdrage OCW 39.588 36.888 33.913 37.063 37.288 37.288
Overige overheidsbijdragen 2.543 2.466 2.466 2.466 2.466 2.466
College-, cursus-, les en examengelden 404 275 275 275 275 275
Baten werk in opdracht van derden 180 150 150 150 150 150
Overige baten 915 760 760 760 760 760
Totaal baten 43.630 40.539 37.564 40.714 40.939 40.939
Lasten
Personeelslasten 31.497 28.897 29.205 28.378 27.699 27.680
Afschrijvingen 1.009 1.432 1.476 1.516 1.522 1.475
Huisvestingskosten 4.438 4.280 4.280 4.280 4.280 4.280
Overige lasten 6.910 6.214 6.072 6.108 6.014 6.049
Totaal lasten 43.854 40.823 41.033 40.282 39.515 39.484
Saldo baten en lasten uit gewone bedrijfsvoering -224 -284 -3.469 432 1.424 1.455
Buitengewone baten en lasten 0 - - - - -
Financiële baten en lasten 257 209 174 139 104 69
Totaal resultaat -481 -493 -3.643 293 1.320 1.386
Rijksbijdragen - lumpsum
De lumpsum Rijksbijdrage bestaat voor 80% uit inputbekostiging. Dit betekent bekostiging op basis
van het studentenaantal op T-2. De andere 20% is outputbekostiging. Bekostiging op basis van het
aantal diploma’s. Deze bekostiging vindt plaats op T-2 na diplomering.
ROC TOP gaat ervan uit dat de daling van het studentenaantal een eenmalige dip is en dat in oktober
2019 weer het niveau van 2017 kan worden bereikt. Als gevolg hiervan laat 2020 een niet eerder
voorzien verlies zien. Financieel heeft ROC TOP de komende paar jaar te maken met de financiële
naweeën van de sterke wisselingen in studentenaantallen uit de periode 2015 t/m 2018.
De verwachte rijksbijdrage voor 2019 en de daaropvolgende jaren valt lager uit dan in 2018 was
geraamd. De lagere rijksbijdragen zijn per saldo het gevolg van een aantal negatieve autonome
effecten, zoals de uitvoering van het Bestuursakkoord MBO 2018-2022 (afschaffen cascade
bekostiging en nieuwe cyclus voor de kwaliteitsagenda en het harmoniseren van de bekostiging van
de groene mbo instellingen), lagere relatieve omvang in de sector.
Incidentele rijksbijdragen
Met de totstandkoming van het Bestuursakkoord MBO 2018-2022 komt een einde aan een aantal
tijdelijke/incidentele prestatieafhankelijke rijksbijdragen, zoals versterking van de BPV, Studiewaarde
en VSV prestatievergoeding en compensatie langere inschrijvingsduur.
Overige Overheidsbijdragen en overige baten
De overige overheidsbijdragen bestaan uit gemeentelijke subsidies en betreffen de subsidies MBO-
agenda en de 1 op 12-subsidie. Het Coalitieakkoord van het nieuwe college van de gemeente
Amsterdam geeft aan dat de MBO - agenda de komende jaren wordt voortgezet. Daarnaast worden
ROC TOP Jaarverslag 2018 42
de voorzieningen voor dreigende uitvallende en reeds uitgevallen mbo-leerlingen uitgebreid.
Subsidies zijn altijd incidentele middelen en daarom kunnen deze middelen alleen besteed worden
aan de tijdelijke inzet van personeel en niet voor de dekking van structurele personeelslasten.
Personeelslasten
In de begroting voor 2019 is uitgegaan van de streefformatie, zoals die is vastgesteld bij het
reorganisatieplan. De oorspronkelijke streefformatie bedroeg 373 fte. Inmiddels is dit getal terug
gebracht naar 353,5 fte vanwege de overgang van de vestiging Almere naar ROC van
Amsterdam/ROC van Flevoland.
In de kosten is rekening gehouden met de effecten van de CAO die per 1 oktober 2018 van kracht zijn
geworden. Voor 2018 bedragen deze effecten circa € 0,8 miljoen (dit bedrag is ook verwerkt in de
bekostigingsbrief waardoor dit budgettair neutraal verloopt). Voor 2019 zijn de effecten ingeschat op
€ 0,55 miljoen. Deze inschatting is eveneens verwerkt bij de rijksvergoeding en ook deze is budgettair
neutraal. Hiermee zijn de personeelskosten op het prijspeil van 2019 gebracht (dit geldt derhalve ook
voor de rijksvergoeding).
Vanwege de terugloop van het aantal studenten per 1 oktober 2018 is het gerechtvaardigd om de
personeelskosten voor 2019 verder terug te schroeven. Ervan uitgaande dat deze terugloop eenmalig
is wordt er voor 2019 eenmalig een taakstelling opgenomen van € 0,85 miljoen.
Door de afname in aantal studenten nemen de rijksbijdragen af, waardoor structurele besparingen
op de personele inzet noodzakelijk blijven. Ten tijde van TOP in Beweging is een normenkader
opgesteld, wat de basis is voor het berekenen van de toegestane doelformatie. Na realisatie van de
besparingen en inbedding van de transitie is het doel dat de totale personele lasten vanaf 2020
uitkomen op ca. 71% van de totale inkomsten.
Afschrijvingslasten, huisvesting, ICT en financiële lasten
De intentie is om de komende jaren jaarlijks minimaal een equivalent van de afschrijvingen te
investeren in innovatie, ICT en huisvesting voor kwaliteits- en efficiencyverbeteringen gericht op het
realiseren van de strategische doelen en de implementatie van het transitieplan.
Door het continueren van de langlopende lening worden de financiële lasten voor 2019 berekend op
€ 0,2 miljoen. Door de reguliere aflossingen nemen de financiële lasten jaarlijks gelijkmatig af.
Exploitatieresultaat
Het exploitatietekort in 2019 komt uit op € 0,5 miljoen, inclusief de effecten van Top In Beweging. Dit
is een verbetering van € 0,4 miljoen. t.o.v. de meerjarenraming van 28 mei 2018. Ten opzichte van de
vastgestelde meerjarenraming 2018 – 2021 is sprake van een verslechtering van € 1,3 miljoen.
ROC TOP Jaarverslag 2018 43
De genoemde gewenste rentabiliteit is de gemiddelde rentabiliteit in de sector. Voor de jaren na
2020 ligt de rendementsambitie boven dit percentage, om het herstel van weerstandvermogen te
bewerkstelligen. De omvang van het weerstandsvermogen is gebaseerd op het risicoprofiel van de
activiteiten. Op basis van dit risicoprofiel wordt een risico-inventarisatie en weging van de risico’s
uitgevoerd.
Balans
Bedragen * € 1.000 bij gelijkblijvend prijspeil
Realisatie
Kader-
begroting
Kader-
begroting
Kader-
begroting
Kader-
begroting
Kader-
begroting
2018 2019 2020 2021 2022 2023
1. ACTIVA
Vaste activa
Materiële vaste activa 4.410 4.509 4.157 3.740 3.068 2.443
Financiële vaste activa 858 740 623 505 387 270
Totaal vaste activa 5.268 5.249 4.780 4.245 3.455 2.713
Vlottende activa
Vorderingen 1.180 1.917 1.917 1.917 1.917 1.917
Liquide middelen 15.612 12.219 8.166 8.554 10.223 11.910
Totaal vlottende activa 16.792 14.136 10.083 10.471 12.140 13.827
Totaal activa 22.060 19.385 14.863 14.716 15.595 16.540
2. PASSIVA
Eigen vermogen 9.594 7.981 4.338 4.631 5.950 7.335
Voorzieningen 1.759 1.064 625 625 625 625
Langlopende schulden 4.319 3.879 3.440 3.000 2.560 2.120
Kortlopende schulden 6.388 6.460 6.460 6.460 6.460 6.460
Totaal Passiva 22.060 19.385 14.863 14.716 15.595 16.540
Het eigen vermogen betreft de algemene reserve.
De kolom 2018 is afkomstig uit de jaarrekening 2018 terwijl de kolommen 2019 t/m 2023 zijn
gebaseerd op de vastgestelde en goedgekeurde begrotingscijfers. Dit veroorzaakt de breuk tussen de
jaren 2018 en 2019. De oorzaak zit hem vooral in de lagere debiteurenstand en daardoor hogere
omvang van de liquide middelen en een lagere negatief exploitatieresultaat 2018 dan ten tijde van
het opstellen van de begroting kon worden voorzien.
ROC TOP Jaarverslag 2018 44
Liquiditeitsplanning 2018-2023
bedragen * € 1.000 Realisatie
Kader-
begroting
Kader-
begroting
Kader-
begroting
Kader-
begroting
Kader-
begroting
2018 2019 2020 2021 2022 2023
Kasstroom uit operationele activiteiren
Bedrijfsresultaat -224 -285 -3.469 432 1.423 1.454
Aanpassingen voor:
- Afschrijvingen 4.2 1.009 1.432 1.476 1.517 1.522 1.475
- Amortisatie Fin vaste activa (BTW comp) 4.3 0 118 118 118 118 118
- Afschrijving desinvestering 1.2 -2.091 0 0 0 0 0
- Boekverlies verkoop activa 3.5.3 43 0 0 0 0 0
- Mutaties voorzieningen 2.2 853 -561 -439 0 0 0
Veranderingen in werkkapitaal
- Vorderingen 1.5 708 0 0 0 0 0
- Kortlopende schulden (excl bankkrediet) 2.4 -196 0 0 0 0 0
Kasstroom uit bedrijfsoperaties 102 704 -2.314 2.067 3.063 3.047
Financieële baten 5.1 1 0 0 0 0 0
Financiële lasten 5.5 -258 -209 -174 -139 -104 -69
Kasstroom uit operationele activiteiten -155 495 -2.488 1.928 2.959 2.978
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen materiële vaste activa 1.2 -533 -1.789 -1.124 -1.100 -850 -850
Desinvesteringen materiële vaste activa 1.2 2.091 0 0 0 0 0
Investeringen Financiële vaste activa 1.3 0 0 0 0 0 0
Desinvestring financiële vaste activa 1.3 118 0 0 0 0 0
Kasstroom uit investeringeactiviteiten 1.676 -1.789 -1.124 -1.100 -850 -850
Kasstroom uit financieringsactiviteiten 2.3 -440 -440 -440 -440 -440 -440
Kasstroom uit financieringsactiviteiten -440 -440 -440 -440 -440 -440
Mutatie geldmiddelen 1.081 -1.734 -4.052 388 1.669 1.688
Stand per 1 januari 14.531 13.953 12.219 8.167 8.555 10.224
Mutatie boekjaar 1.081 -1.734 -4.052 388 1.669 1.688
Stand per 31 december 15.612 12.219 8.167 8.555 10.224 11.912
De kolom 2018 is afkomstig uit de jaarrekening 2018 terwijl de kolommen 2019 t/m 2023 zijn
gebaseerd op de vastgestelde en goedgekeurde begrotingscijfers. Dit veroorzaakt de breuk tussen de
jaren 2018 en 2019. De oorzaak zit hem vooral in de lagere debiteurenstand en daardoor hogere
omvang van de liquide middelen en een lagere negatief exploitatieresultaat 2018 dan ten tijde van
het opstellen van de begroting kon worden voorzien.
ROC TOP Jaarverslag 2018 45
Belangrijkste risico’s en onzekerheden
De belangrijkste risico’s zijn geordend naar de categorieën intern, extern en operationeel en in de
interne rapportage van een financiële inschatting voorzien.
Bekostiging (extern)
De begroting 2019 e.v. van het ministerie van OCW geeft geen aanleiding om aan te nemen dat
middelen in de nabije toekomst zullen verdwijnen. De verwachting is wel dat in de komende jaren
nog bezuinigingen op het macrobudget plaatsvinden, wat voor instellingen een nadelig effect op de
bekostiging kan hebben. Voorzichtigheidshalve is in de meerjarenraming met dit negatieve effect
rekening gehouden.
Als onderdeel van het bestuursakkoord is de zogeheten cascadebekostiging afgeschaft per 1 januari
2019. Door de afschaffing wordt de afnemende bekostiging voor de studenten die lang(er) in het
mbo verblijven ongedaan gemaakt. Door het afschaffen van de cascade wordt het beschikbare mbo-
budget op een andere wijze verdeeld. Sommige instellingen zullen qua bekostiging er op vooruit
gaan en anderen achteruit. De stijging of daling van de Rijksbijdragen als gevolg van de afschaffing
van de cascade zal in een overgangsregime van drie jaar per mbo-instelling invulling krijgen. Voor
ROC TOP heeft deze wijziging een positief effect, zij het dat dit stapsgewijs in de bekostiging verwerkt
zal worden. Hier staat tegenover dat per 1 januari 2019 de verdeling van de kwaliteitsmiddelen
gewijzigd is. Deze wijziging valt voor ROC TOP negatief uit. In tegenstelling tot de afschaffing van de
cascade is bij de invoering van deze maatregel geen sprake van een overgangsbekostiging. Gezien de
impact die politieke wijzigingen op de bekostiging kunnen hebben is ROC TOP terughoudend in het
aangaan van structurele lasten.
Rente swap ( extern)
ROC TOP heeft een langlopende lening en daaraan gekoppeld een renteswap. Ultimo 2018 had SWAP
een negatieve waarde van € 0,8 miljoen. Het renterisico bestaat uit variabiliteit in de staat van baten
en lasten van rentekasstromen van variabele rente en de opgenomen en uitgegeven leningen. De
variabiliteit is door middel van de renteswap, die tot 2029 loopt, voor € 5,6 miljoen weggenomen.
Na de verkoop van de Vlaardingenlaan heeft de bank bevestigd nog geen gebruik te willen maken
van het recht om de lening vervroegd te willen opeisen.
Jaarlijks wordt bij het vaststellen van de begroting besloten of de langlopende lening al dan niet
wordt afgelost en de bijbehorende renteswap te unwinden.
In 2018 zijn met het Waarborgfonds BVE gesprekken gevoerd over het vervroegd aflossen van de
langlopende lening. In de meerjarenramingen is uitgegaan van continuering van de lening en de
daaraan gekoppelde swap. In de resultaten en balansen is geen rekening gehouden met de negatieve
waarde van de SWAP die op het moment van unwinding verschuldigd is.
Bekostiging en ontwikkeling studentenaantallen (intern)
De ontwikkeling van de studentenaantallen is van belang voor de bekostiging. Sturing op zowel de
instroom als het beperken van uitval staan centraal. De gevolgen van de ontwikkeling in student
aantallen worden in financiële zin gevoeld met een vertraging van 2 jaar (T-2 systematiek). Uiteraard
is het de vraag of ROC TOP in staat zal blijken te zijn om het studentenaantal van 2017 te realiseren.
ROC TOP Jaarverslag 2018 46
Organisatieontwikkeling (intern)
Om de interne doelmatigheid te verbeteren zijn intern een aantal veranderslagen te maken binnen
het onderwijs en de bedrijfsvoering. Om de noodzakelijke en voorgenomen veranderingen en
efficiencyverbeteringen succesvol door te voeren is voldoende verandercapaciteit en –bereidheid
nodig. In samenhang met de geformuleerde strategie is het transitieproces ingezet.
Ter versnelling van dit transitieproces is een financiële ombuiging nodig om de continuïteit van ROC
TOP op lange termijn veilig te stellen. ROC TOP onderkent een aantal risico’s ten aanzien van dit
transitie- en transformatieproces, zoals: veranderbereidheid en verandercapaciteit van management
en teams, continuïteit bezetting key actoren, ontwikkeling studentaantallen, studenttevredenheid
tijdens het transitieproces, ziekteverzuim personeel e.d.
Personeel (intern)
Een goede match tussen benodigde en beschikbare medewerkers is belangrijk. Niet alleen
kwantitatief, maar ook kwalitatief in gevraagde kennis, ervaring en competenties. De verhouding
tussen medewerkers in vaste dienst en met een tijdelijk dienstverband wordt goed gemonitord, daar
deze van belang is en bijdraagt aan de wendbaarheid van de organisatie. Professionalisering van
medewerkers draagt hier ook aan bij en alle teams maken hiervoor een professionaliseringsplan.
Veranderingen (waaronder wisseling in leidinggevend kader) vergen veel van de organisatie als
geheel en medewerkers in het bijzonder. Dit doet aanspraak op het absorptievermogen als gevolg
van veranderingen van medewerkers. Daardoor ontstaat het risico op uitval. Het ziekteverzuim is
hoog (zie Hoofdstuk 6 Sociaal jaarverslag) wat extra druk op de voortgang van processen en kan
leiden tot nadelige financiële effecten. Veel aandacht wordt besteed aan de begeleiding bij ziekte,
preventie van verzuim en de begeleiding van werk-naar-werk. ROC TOP is eigen risicodrager voor
werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. Als gevolg hiervan is er een voorziening gevormd voor de
lasten inzake de werkeloosheid en arbeidsongeschiktheid.
Gemeentelijke subsidies (extern)
Als gevolg van wijzigingen in het gemeentelijk beleid bestaat de kans dat gemeentelijke subsidies
(belangrijkste is nu de 1:12 subsidie) verminderen of verdwijnen met als gevolg dat we onderdelen
van ons uitvalsonderwijs niet kunnen blijven aanbieden. We schatten dit risico laag in.
Informatiebeveiliging en datalekken (operationeel)
Sinds 25 mei 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming van toepassing. Dit is een
nieuwe Europese richtlijn, waarin staat hoe je met persoonsgegevens moet omgaan. Privacy
beschermen en zorgvuldigheid zijn daarbij de uitgangspunten. ROC TOP heeft de interne processen
en procedures hierop afgesteld.
ROC TOP Jaarverslag 2018 47
Helderheid in de Bekostiging
Thema 1: Uitbesteding
Sinds 2017 is de coördinatie van de locatie, de begeleiding van enkele sportlessen en de begeleiding
van stage en arbeidstoeleiding bij één locatie van de Amsterdamse Plus gedeeltelijk uitbesteed. Deze
uitbesteding past binnen het curriculum van de opleidingen, waarvoor ROC TOP de
verantwoordelijkheid draagt. Het onderwijs voor de locatie Almere is via een
samenwerkingsovereenkomst uitbesteed aan het ROC van Flevoland/ROC van Amsterdam.
Thema 2: Investeren van publieke middelen in private activiteiten
ROC TOP hanteert als uitgangspunt dat private activiteiten tenminste kostendekkend dienen te zijn.
Er worden derhalve geen publieke middelen in private activiteiten geïnvesteerd.
Thema 3: Het verlenen van vrijstellingen
De verantwoordelijkheid voor het erkennen van de bewijsvoering voor (delen van) het
beroepsgerichte examen (het ‘verzilveren’ van eerder verworven competenties of een
ervaringscertificaat) berust bij de Examencommissie. In geval van een verzoek om EVC (Eerder
Verworven Competenties) verzilvering, geeft de Examencommissie aan het Examenbureau de
opdracht om de geleverde bewijsvoering te beoordelen en op basis daarvan een advies uit brengen.
Het Examenbureau stelt een EVC team samen dat deze opdracht uitvoert. Als uit de rapportage van
het EVC team en het advies van het Examenbureau blijkt dat de bewijsvoering het examen geheel of
gedeeltelijk afdekt, kan de Examencommissie besluiten dat de kandidaat voor betreffende
onderdelen geen examen hoeft af te leggen. Dit besluit is bindend. Het handboek Examinering geeft
de procedures aan zoals die door ROC TOP worden gehanteerd.
Thema 4: Les- en cursusgeld niet betaald door de deelnemer zelf.
De bekostigingsprocedure van ROC TOP beschrijft nadrukkelijk hoe om te gaan met
‘derdenverklaringen’. Zowel in de interne controle als tijdens de accountantscontrole zijn dossiers
gecontroleerd op de aanwezigheid van derdenverklaringen. Waar dit nodig was, was de verklaring
altijd aanwezig.
Thema 5: In- en uitschrijving en inschrijving van deelnemers in meer dan één opleiding tegelijk.
Iedere student heeft bij ROC TOP slechts één bekostigde inschrijving. In een enkel geval is er een
tweede inschrijving als examendeelnemer. Dat treedt op indien een student bijna klaar is met zijn
opleiding en doorstroomt naar een andere opleiding. De afronding van de oude opleiding vindt dan
plaats onder een examendeelnemer inschrijving. De nieuwe opleiding wordt dan de bekostigde
opleiding.
ROC TOP Jaarverslag 2018 48
In de periode oktober t/m december waren er 240 uitschrijvingen waarvan 35 met een diploma. Het
aantal omzwaaiers bedroeg in dezelfde periode 197. In de periode februari t/m april waren er 316
uitschrijvingen waarvan 113 met diploma en in dezelfde periode waren er 300 omzwaaiers. In
dezelfde periode heeft ROC TOP, op basis van haar opdracht, een aantal studenten nieuw
ingeschreven en onderwijs aangeboden. Dit gebeurde zonder dat daar financiering op de laatste
bekostigingsdatum tegenover stond. Dit betreft feitelijk voorfinanciering van het onderwijs en leidt
op een later moment wellicht tot een uitschrijving kort na een toekomstige bekostigingsdatum.
Ten aanzien van omzwaaiers geldt dat de systematiek van ROC TOP is dat studenten eerst op een
dossiercrebo (22*** en 23***) worden ingeschreven en pas op een later moment op een
kwalificatiedossier (25****). Dat leidt tot een behoorlijk aantal eigenlijke omzwaaiers, terwijl het
feitelijk een registratie van de definitieve studiekeuze van de studenten betreft.
Thema 6: De deelnemer volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven.
Iedere student bij ROC TOP volgt de opleiding waarvoor hij/zij is ingeschreven. Waar afwijkingen zijn,
is dit altijd zeer kortstondig en het gevolg van de tijd die nodig is voor administratieve verwerking.
Thema 7: Bekostiging maatwerktrajecten t.b.v. bedrijven
Werkzaamheden in het kader van maatwerk worden uitgevoerd op basis van contracten met
bedrijven. In 2018 heeft ROC TOP geen maatwerktrajecten verzorgd.
Thema 8: Buitenlandse deelnemers en Onderwijs in het buitenland.
Een aantal deelnemers van ROC TOP loopt stages in het buitenland. Dat is vooral het geval bij de
Horeca en Hospitality opleidingen.
ROC TOP speelt een secundaire rol bij de opleiding verpleegkunde op Aruba. Het gaat vooral om de
begeleiding in de examinering. Deze buitenlandse deelnemers hebben geen bekostigde inschrijving
bij ROC TOP en de uitgegeven diploma’s komen niet in aanmerking voor bekostiging bij ROC TOP.
ROC TOP Jaarverslag 2018 49
Verantwoording middelen Passend Onderwijs
Hieronder wordt ten aanzien van de Wet Passend Onderwijs verslag gedaan van de inzet en de
besteding van de ontvangen bekostiging.
Visie op Passend Onderwijs
ROC TOP kiest voor een brede definitie van Passend Onderwijs. Passend Onderwijs is van toepassing
is voor alle studenten die staan ingeschreven.15
Uitgangspunten:
• De kerngedachte van passend onderwijs is het verkennen van de mogelijkheden van de
student in plaats van het vaststellen van de beperkingen.
• Zorg zo dicht mogelijk bij de student organiseren.
• Niet aanbodgericht maar vraaggericht werken.
• Handelingsgericht werken draagt er aan bij dat de student in de schoolse omgeving wordt
ondersteund.
• Geld volgt het kind.
• Als “zorgarrangement” heeft ROC TOP gekozen voor de basiszorgvoorziening.
• Het regulier zorgtraject (het algemene zorgbeleid) is leidend. Passend Onderwijs wordt naast
en aanvullend aan het regulier zorgtraject georganiseerd.
• Extra zorgondersteuning wordt aangemeld bij de Projectleider Passend Onderwijs.
• Het kaderstellend document van de overheid is leidend bij het vormgeven van Passend
Onderwijs
Organisatie van Passend onderwijs
Alle locaties van ROC TOP zijn in staat om de basiszorgvoorziening aan te bieden aan iedere student
die staat ingeschreven. In de maand maart van iedere jaar kunnen zorgcoördinatoren en teamleiders
aangeven welke extra middelen zij nodig hebben voor het toekomstige schooljaar.
Als de basiszorgvoorziening niet voldoende is kan in het kader van Passend Onderwijs een
aanmelding extra ondersteuning worden gedaan bij de commissie Passend onderwijs.16
• Aanmelding vindt plaats door de zorgcoördinator van de locatie.
• De aanvraag wordt inhoudelijk en financieel getoetst in de commissie Passend Onderwijs.
• Het resultaat van de commissie wordt teruggekoppeld naar de desbetreffende locatie.
• Na de terugkoppeling wordt voor zover mogelijk door de locatie de extra ondersteuning
georganiseerd.
• De Projectleider Passend Onderwijs biedt daarin ondersteuning en begeleiding en is
verantwoordelijk voor de inzet van eventuele externe partners.
15 Bron: Document Procedure beschrijving Passend Onderwijs ROC TOP, 2016, en de bijlagen met het basiszorgprofiel en de aanmeldprocedure
voor ondersteuning
16 Bron: Document Procedure beschrijving Passend Onderwijs ROC TOP, 2016, en de bijlagen met de aanmeldprocedure voor ondersteuning
ROC TOP Jaarverslag 2018 50
De commissie hanteert bij de inhoudelijke toetsing de volgende uitgangspunten:
• Geld volgt de leerling
• Transparante documentatie
• Het regulier zorgaanbod is aangewend en is niet toereikend
• Het regulier zorgaanbod is niet van toepassing
• De aanmelding wordt (indien mogelijk) vergezeld van een financiële toelichting
Inrichting van de ondersteuning
Het gemiddelde zorgprofiel is de basiszorgvoorziening zoals die voor alle opleidingen binnen ROC
TOP geldt. Dit betekent dat elke opleiding minimaal lichte zorgvoorziening en de gemiddelde
zorgvoorziening kan bieden aan alle deelnemers.17 Bij studenten met een diagnose ten aanzien van
een auditieve - visuele beperking of lichamelijke beperking of chronische ziekte (indicatie cluster 1, 2
en 3) is in eerste instantie het landelijke beleid van toepassing. Aanvullend op dit beleid is een
melding bij de commissie Passend Onderwijs van toepassing. De projectleider Passend Onderwijs
neemt hierin de voortouw. Taal en reken ondersteuning (o.a. RT) valt onder de basiszorgvoorziening.
Als een student ondanks de inzet van deze basiszorgvoorziening uitvalt en dus het regulier
ondersteuningstraject van de locatie heeft doorlopen kan een aanmelding plaats vinden bij de
Projectleider Passend Onderwijs. Bij Altra is een voorziening ingekocht voor studenten met een
bijzondere ondersteuningsvraag. Het gaat om een begeleider Passend Onderwijs voor 24 uur per
week (3x8 uur per week).
Informatie over passend onderwijs is opgenomen in de campusgidsen.
Op intranet is de basiszorgvoorziening van ROC Top opgenomen. In verschillende fasen van de
schoolloopbaan is de toetsing passend onderwijs van belang: fase van oriëntatie & aanmelding, fase
van intake & toelating, fase van onderwijzen, en fase van uitstroom.
Vastleggen van de afspraken in de OnderwijsOvereenKomst (OOK)
Partijen tekenen de aanvraag voor extra ondersteuning en/of begeleiding (Passend Onderwijs) als
bijlage bij de OOK. Hierin wordt noodzaak, duur, omvang en aandachtsgebied van de ondersteuning
omschreven. Ook staat in het formulier welke expertise, kennis en vaardigheden, en eventuele
aanpassingen nodig zijn om de student passend te kunnen ondersteunen. Partijen verklaren zich
akkoord met het ondersteuningsplan als onderdeel van de onderwijsovereenkomst, voor de daarin
aangegeven duur van de ondersteuningsactiviteiten, of zolang er aanleiding is de ondersteuning aan
te bieden. Bij tussentijdse wijzigingen wordt het ondersteuningsplan, alsook dit deel van de
onderwijsovereenkomst, geactualiseerd.
Vorm en omvang ondersteuning
De centrale extra ondersteuning kan verschillende vormen hebben: fysiek, cognitief, sociaal
maatschappelijk, sociaal emotioneel, visueel, auditief, taal & rekenen, en specialistische expertise.
Dit wordt in de bijlage bij de OOK vastgelegd.
17 Bron: Bijlage in document Procedure beschrijving Passend Onderwijs ROC TOP, 2016, met het basiszorgprofiel
ROC TOP Jaarverslag 2018 51
In het schooljaar 2017-2018/2018-2019 zijn de middelen voor de centrale extra ondersteuning in het schoolbegeleidingsplan vanuit Altra als volgt ingezet:
• 1e gesprek met BPO, leerling en jeugdadviseur
• Begeleiden van 2 leerlingen: 1 met betrekking tot gedrag regulatie/begeleiding (locatie Amsterdamse Plus), en 1 met betrekking tot emotieregulatie (locatie De Donge)
• Casus met een leerlingbegeleider aangepakt (locatie Vlaardingenlaan)in het kader van reiskosten voor openbaar vervoer (statushouder) aanvraag gedaan “fonds bijzondere noden”
• 1 leerling (locatie De Klencke) begeleid met betrekking tot een aangepaste stage
• Start begeleiding nieuwe leerling op locatie NDSM
• 2de evaluatie leerling locatie De Donge met de jeugdadviseur
• Start begeleiding nieuwe leerling locatie De Donge
• Twee observaties Locatie Vlaardingenlaan t.b.v. advies voor een vervolgtraject van een leerling naar de Amsterdamse plus i.v.m. meer één op één aandacht
• Begeleiden leerling locatie de Klencke bij het plannen en organiseren
• Aanmelding leerling De Klencke (toerisme)
• Eindevaluatie leerling De Klencke
• Klassen observatie Amsterdamse plus Pieter Callandlaan i.h.k.v. een individuele leerling
• 3 entree klassenobservatie ROC TOP Vlaardingenlaan i.h.k.v. onveilig pedagogische leerklimaat, leerobstakels en grensoverschrijdend gedrag
• Locatie NDSM, 5 observaties, 1 groep
• Locatie NDSM, 2 observatie, 1 groep
• Locatie Wibaut, 3 observaties, 1 groep
• Locatie Amsterdamse plus 2 observatie, 1 groep, diverse docenten
• Locatie Vlaardingenlaan, 4 observaties, 2 groepen
• Klassen observatie Amsterdamse plus Pieter Callandlaan i.h.k.v. een individuele leerling
• Locatie NDSM, 5 observaties , 1 groep
• Locatie NDSM, 2 observatie, 1 groep
• Locatie Wibaut, 3 observaties, 1 groep
• 3 entree klassenobservatie ROC TOP Vlaardingenlaan i.h.k.v. onveilig pedagogische leerklimaat, leerobstakels en grensoverschrijdend gedrag.
• Locatie Vlaardingenlaan, 4 observaties Tevens is er decentraal ook groepsbegeleiding geweest van klassen, mentoren en docenten.
Financiële verantwoording
ROC TOP ontving in schooljaar 2017-2018 voor Passend Onderwijs ongeveer € 500.000. Een deel van
het budget, rond de € 140.000 is centraal begroot. Bij Altra is een voorziening ingekocht voor
studenten met een bijzondere ondersteuningsvraag. Het gaat om een begeleider passend onderwijs
voor 24 uur per week (3x8 uur per week), voor systeembegeleiding, groepsbegeleiding en individuele
Daarnaast is een klein deel van het budget besteed aan een projectleider passend onderwijs.
begeleiding. De kosten hiervoor bedroegen ongeveer € 56.000. Er is een behoefte inventarisatie
gedaan door de projectleider passend onderwijs onder de zorgcoördinatoren ROC TOP breed. Op
basis van die inventarisatie is vastgesteld dat 24 uur per week begeleiding vanuit Altra minimaal
vereist is, ook in schooljaar 2018-2019.
Ongeveer € 150.000 wordt jaarlijks begroot voor de inkoop van jeugdpsychologen, jeugdartsen en
jeugdadviseurs. Een deel van de gelden gaat direct naar de locaties en zit in de werkbegroting. Met
dit bedrag moet de locatie de basiszorgvoorziening inrichten.
ROC TOP Jaarverslag 2018 52
Hoofdstuk 9
Vertrouwen in de toekomst
_________________________________________________________________________________
VOORUITBLIK
Strategische doelen
ROC TOP heeft een jaar vol ontwikkelingen achter de rug, en staat nog voor vele nieuwe uitdagingen.
Demografische ontwikkelingen, financiering en een goede aansluiting op de arbeidsmarkt leggen
druk op de mbo-sector. Met de campusvorming, reorganisatie en onderwijsvernieuwing is door ROC
TOP in 2018 al veel in gang gezet om deze uitdagingen aan te kunnen gaan. De huidige tijd vraagt om
organisaties die toekomstbestendig, ondernemend, flexibel en innovatief zijn. Dit stelt ook eisen aan
het onderwijsaanbod, wat op maat (klantgericht, modulair) en in toenemende mate gedigitaliseerd
moet worden vormgegeven.
ROC TOP heeft de strategische doelen voor de komende jaren als volgt geformuleerd:
1. Studentenaantallen: naamsbekendheid, instroom, nieuwe doelgroepen en studiesucces
2. Medewerkers en organisatie: tevredenheid verbeteren en professionalisering
3. Doorontwikkelen innovatief en toekomstbestendig onderwijs en portfolio
4. Versterken samenwerking met werkveld en omgeving
5. Afgestemde interne dienstverlening met onderwijs en een integrale planning
In de jaarplannen voor 2019 e.v. wordt dit verder uitgewerkt. Enkele concrete activiteiten in dit
jaarverslag lopen ook nog door in 2019. Hieronder worden deze kort benoemd:
Huisvesting en ICT
In 2019 wordt - aansluitend op de visie van ROC TOP - het huisvestingsplan geactualiseerd. Een
belangrijk onderdeel hiervan is de doorontwikkeling van de diensten Huisvesting & Facilitair. Een
verdere profilering van ROC TOP met de campusvorming die ook tot uiting komt in de gebouwen.
Op het gebied van ICT loopt een aantal van de projecten en programma’s die in 2018 zijn gestart nog
door in 2019. Deze staan beschreven in Hoofdstuk 7.
Examinering
In 2019 richt de centrale examencommissie zich op het waarborgen van de kwaliteit van de
examinering en diplomering bij alle opleidingen door de examenprocessen verder vast te leggen in
algemeen geldende afspraken en de examinering en diplomering in zelfevaluaties en audits te
beoordelen.
ROC TOP Jaarverslag 2018 53
Studentenverzuim en -uitval
Net als in het afgelopen jaar heeft verzuim en vroegtijdige uitval van studenten in de komende jaren
de aandacht. Naast het aantrekken van voldoende studenten is het zaak hen ook te behouden en
met een passend diploma de organisatie te laten verlaten. Op de campus Business is in 2018 bij een
opleiding met hoog verzuim een tijdelijke werkgroep ingesteld die met verbetervoorstellen komt.
BPV
Aan de hand van het BPV-verbeterplan wordt ingezet op verdere verbetering van het praktijkleren.
Theorie Ontmoet Praktijk (TOP) blijft daarin de leidraad. ROC TOP zet in op een stevige verbinding
met de beroepspraktijk door versterking van contacten met het werkveld en meer co-creatie en
coproductie. De organisatie staat, sinds de verhuizing in de zomervakantie 2018, in een nieuwe
opstelling om dit vorm te geven.
Medewerkersonderzoek
In 2018 is besloten om in het eerste kwartaal van 2019 een medewerkersonderzoek uit te zetten
onder alle medewerkers in dienst op datum 31 december 2018. De uitkomsten dienen als nulmeting
voor de nieuw ingeslagen strategische koers. Deze nulmeting is richtinggevend voor verbetering en
ontwikkeling in de nabije toekomst op organisatorisch, team- en individueel niveau. Een belangrijk
onderdeel in het onderzoek is de werkdrukbeleving van medewerkers. Doel is zicht krijgen op
aspecten in het werk die leiden tot werkdruk en welke preventieve maatregelen nodig zijn. Tevens
wordt onderzocht waardoor medewerkers plezier in hun werk ervaren en op welke wijze ROC TOP
dit kan stimuleren.
Ambities voor 2019
ROC TOP blijft zich continu ontwikkelen en legt de lat hoog. De belangrijkste ambities voor 2019 zijn:
- Verhoging van de studentenaantallen door een verhoogde instroom, verlaagde uitval en
verhoogde doorstroom en het bereiken van nieuwe doelgroepen (LLO).
- Verhoogde medewerkerstevredenheid en verdere professionalisering van de organisatie.
- Implementatie van de maatregelen uit de kwaliteitsagenda, gericht op het verbeteren van de
kwaliteitscultuur, het doorontwikkelen van innovatief en toekomstbestendig onderwijs en de
portfolio, en de verdere versterking van de samenwerking met het werkveld.
- Afgestemde interne dienstverlening met onderwijs en een integrale planning.
- Onderscheidende merkpositionering ROC TOP met profilering van de campussen
- Borging van het TOP-kader voor onderwijskwaliteit, en de kwaliteit van examinering en
diplomering bij alle opleidingen.
- Verdere inhoudelijke samenwerking met VO, mbo en hboinstellingen in de regio.
ROC TOP Jaarverslag 2018 54
Een belangrijk aandachtspunt voor het komende jaar is een onderscheidende merkpositionering van
ROC TOP: een authentiek en aantrekkelijk profiel waarmee studenten mensen, medewerkers en
organisaties zich willen verbinden. Ook de herkenbaarheid en vindbaarheid van de campussen is van
belang voor de profilering richting de verschillende doelgroepen.
Zoals in de inleiding wordt beschreven zijn een financieel gezonde exploitatie, goede kwaliteit van
onderwijs, en het aantrekken en behouden van voldoende studentenaantallen ondersteunend aan
het behalen van de strategische doelen. Daarnaast wordt vol ingezet op regionale samenwerking en
co-creatie. De transitie van ROC TOP zal ook de komende periode voelbaar zijn in alle lagen van de
organisatie. Uitgaande van de eigen kracht en keuzes treedt ROC TOP de toekomst met vertrouwen
tegemoet.
ROC TOP Jaarverslag 2018 55
Jaarrekening 2018
_________________________________________________________________________________
Balans per 31 december 2018 (na resultaat bestemming)
1. ACTIVA 31-12-2018 31-12-2017
Vaste activa
Materiële vaste activa 1.2 4.409.738 4.928.857
Financiële vaste activa 1.3 857.819 976.139
Totaal vaste activa 5.267.557 5.904.996
Vlottende activa
Vorderingen 1.5 1.180.240 1.888.695
Liquide middelen 1.7 15.612.428 14.530.622
Totaal vlottende activa 16.792.668 16.419.317
Totaal activa 22.060.225 22.324.313
2. PASSIVA 31-12-2018 31-12-2017
Eigen vermogen 2.1 9.593.800 10.074.980
Voorzieningen 2.2 1.758.729 906.132
Langlopende schulden 2.3 4.319.436 4.759.436
Kortlopende schulden 2.4 6.388.260 6.583.765
Totaal passiva 22.060.225 22.324.313
(bedragen * € 1)
56
Staat van Baten en Lasten
2018 Begroting 2018 2017
3. BATEN
Rijksbijdragen 3.1 39.588.008 38.539.000 39.854.507
Overige overheidsbijdragen en -subsidies3.2 2.543.369 2.466.000 2.899.056
College-, cursus-, les- en examengelden3.3 404.318 272.000 330.230
Baten werk in opdracht van derden 3.4 180.008 150.000 195.757
Overige baten 3.5 914.973 594.000 1.009.197
Totaal baten 43.630.676 42.021.000 44.288.747
4. LASTEN
Personeelslasten 4.1 31.497.363 32.636.000 33.067.187
Afschrijvingen 4.2 1.008.977 1.198.000 1.307.991
Huisvestingslasten 4.3 4.438.459 5.106.000 4.725.931
Overige lasten 4.4 6.909.777 6.184.000 5.742.143
Totaal lasten 43.854.576 45.124.000 44.843.252
Saldo baten en lasten -223.900 -3.103.000 -554.505
Financiële baten en lasten 5.1 -257.279 -244.000 -275.519
Buitengewoon resultaat - - -
Resultaat -481.179 -3.347.000 -830.024
(bedragen * € 1)
57
Kasstroomoverzicht
2018 2017
Bedrijfsresultaat -223.900 -554.505
Aanpassingen voor:
- Afschrijvingen 4.2 1.008.975 1.307.991
- Afschrijving desinvesteringen 1.2 -2.091.315 -853.060
- Boekverlies verkoop activa 38.604 -
- verschil MVA staat 2017 4.840 -
- Mutaties voorzieningen 2.2 852.597 -346.675
Veranderingen in werkkapitaal:
- Vorderingen 1.5 708.454 2.111.381
- Kortlopende schulden (excl bankkrediet)2.4 -195.506 -1.275.372
Kasstroom uit bedrijfsoperaties 102.749 389.760
Financiële baten 5.1 763 2.431
Financiële lasten 5.5 -258.042 -277.950
Kasstroom uit operationele activiteiten -154.530 114.241
Investeringen materiële vaste activa 1.2 -533.302 -625.296
Desinvestering materiële vaste activa 1.2 2.091.316 853.060
Investeringen Financiele vaste activa 1.3 - -
Desinvestering financiële vaste activa 1.3 118.320 80.290
Kasstroom uit investeringsactiviteiten 1.676.334 308.054
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Langlopende huurverplichtingen
Aflossing langlopende leningen 2.3 -440.000 -440.000
-440.000 -440.000
Mutatie geldmiddelen 1.081.804 -17.705
Stand per 1 januari 14.530.624 14.548.329
Mutatie boekjaar 1.081.804 -17.705
Stand per 31 december 15.612.428 14.530.624
Kasstroom uit operationele activiteiten
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
(bedragen * € 1)
58
Toelichting behorende tot de jaarrekening 2018
Algemeen
Voornaamste activiteiten
Stichting ROC TOP, gevestigd te Amsterdam, is een zelfstandige stichting en is ingeschreven in het
handelsregister onder nummer 55757626. De voornaamste activiteiten bestaat uit het geven van
middelbaar beroeps onderwijs en volwasseneneducatie in Amsterdam.
Verslaggevingsperiode
Deze jaarrekening heeft betrekking op het boekjaar 2018, dat is geëindigd op balansdatum 31
december 2018.
Toegepaste standaarden
De jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. In deze regeling is
vastgesteld dat de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de
Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn, met
inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen.
De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de
resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten, tenzij anders vermeld in de verdere
grondslagen.
Continuïteit
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de
resultaatbepaling
Algemeen
Activa en passiva worden tegen nominale waarde opgenomen, tenzij anders vermeld in de
verdere grondslagen.
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige
economische voordelen naar de organisatie zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouw -
baar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het
waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen
die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betro uwbaar
kan worden vastgesteld.
Een in de balans opgenomen actief of verplichting blijft op de balans als een transactie (met
betrekking tot het actief of de verplichting) niet leidt tot een belangrijke verandering in de
economische realiteit met betrekking tot het actief of de verplichting.
Een actief of verplichting wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe
59
leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico's
met betrekking tot het actief of de verplichting aan een derde zijn overgedragen. Verder wordt
een actief of een verplichting niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip dat niet meer
wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische
voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.
Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het
economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een
vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan
worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch
potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een
verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Baten
worden verantwoord wanneer meer dan zeker is dat deze worden ontvangen.
De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, wat tevens de functionele valuta is van de stichting.
Alle financiele informatie in euro’s is afgerond.
Gebruik van schattingen
De opstelling van de jaarrekening vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en
veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de
gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke
uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende
veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden
opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden
waarvoor de herziening gevolgen heeft.
De volgende waarderingsgrondslagen zijn naar de mening van het bestuur het meest kritisch
voor het weergeven van de financiële positie en vereisen schattingen en veronderstellingen:
• Jubileumvoorziening
• Voorziening Wachtgelden
• Voorziening langdurig zieken (WIA)
• Reorganisatie voorziening
• Bijzondere waardevermindering financiële activa
• Bijzondere waardevermindering vaste activa
Deze zaken worden verder in de tekst specifiek toegelicht.
Financiële instrumenten
Financiële instrumenten omvatten investeringen in aandelen en obligaties, handels - en overige
vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, afgeleide financiële
instrumenten (derivaten), handelsschulden en overige te betalen posten. In de jaarrekening zijn
de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: financiële vaste activa, overige
vorderingen, overige financiële verplichtingen en derivaten.
Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij
60
(dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen.
Indien echter financiële instrumenten bij de vervolgwaardering worden gewaardeerd tegen reële
waarde met verwerking van waardeveranderingen in de staat van baten en lasten, worden direct
toerekenbare transactiekosten bij de eerste waardering direct verwerkt in de staat van baten en
lasten.
Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier
gewaardeerd.
Afgeleide financiële instrumenten
Afgeleide instrumenten worden gewaardeerd op kostprijs of lagere marktwaarde, tenzij hedge
accounting onder het kostprijs hedge model wordt toegepast. ROC TOP past kostprijs hedge
accounting toe voor renteswaps.
Renteswaps worden afgesloten ter afdekking van de variabiliteit van toekomstige kasstromen van
opgenomen variabel rentende leningen. De eerste waardering van renteswaps vindt plaats tegen
reële waarde. Zolang de renteswaps betrekking hebben op toekomstige rentekasstromen van
opgenomen leningen, worden de renteswaps niet geherwaardeerd. Zodra de afgedekte toekomstige
rentekasstromen van opgenomen leningen leiden tot verantwoording van de rentelasten in de staat
van baten en lasten, worden de met de renteswaps samenhangende (overlopende) rente baten en
lasten in dezelfde periode in de staat van baten en lasten verwerkt.
ROC TOP bepaalt op elke balansdatum de mate van effectiviteit van de hedgerelatie door het
vergelijken van de kritische kenmerken van de renteswaps en de afgedekte positie. ROC TOP
hanteert voor deze vergelijking de volgende kritische kenmerken: omvang, looptijd, coupondata,
interest basis en day/count conventie van het afdekkingsinstrument en afgedekte positie. Indien de
kritische kenmerken aan elkaar gelijk zijn (geweest), is geen sprake (geweest) van ineffectiviteit.
Indien de kritische kenmerken niet aan elkaar gelijk zijn wordt de mate van ineffectiviteit vastgesteld
door de verandering in reële waarde van het afdekkingsinstrument te vergelijken met de verandering
in reële waarde van de afgedekte positie. Indien sprake is van een cumulatief verlies op de hedge
relatie over de periode vanaf eerste verwerking van het afdekkingsinstrument tot aan balansdatum,
wordt deze ineffectiviteit (het verlies) direct in de staat van baten en lasten verwerkt.
Indien renteswaps aflopen of worden verkocht, worden de afdekkingsrelaties beëindigd. De
cumulatieve winst of verlies dat nog niet in de staat van baten en lasten is verantwoord, wordt in de
balans opgenomen als overlopende post totdat de afgedekte verwachte kasstromen plaatsvinden.
Indien deze kasstromen naar verwachting niet meer zullen plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst
of verlies direct in de staat van baten en lasten verantwoord. Indien renteswaps niet langer voldoen
aan de voorwaarden voor hedge accounting wordt hedge accounting beëindigd. De
vervolgwaardering van de renteswaps is dan tegen kostprijs of lagere marktwaarde. De renteswap
van ROC TOP is in 2018 effectief.
Financiële instrumenten omvatten tevens in financiële en niet financiële contracten besloten
afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Deze worden door de organisatie gescheiden van het
basiscontract en apart verantwoord indien de economische kenmerken en risico’s van het
basiscontract en het daarin besloten derivaat niet nauw verwant zijn, een apart instrument met
61
dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat aan de definitie van een derivaat zou
voldoen en het gecombineerde instrument niet wordt gewaardeerd tegen reële waarde met
verwerking van waardeveranderingen in de staat van baten en lasten.
Verstrekte leningen en overige vorderingen
Verstrekte leningen en overige vorderingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen
geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere
waardeverminderingsverliezen.
Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen
Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste
opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.
De geamortiseerde kostprijs is gelijk aan de nominale waarde aangezien geen sprake is van
(dis)agio en transactiekosten’
De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden
opgenomen onder kortlopende schulden.
Bijzondere waardeverminderingen financiële activa
Een financieel actief dat niet wordt gewaardeerd tegen (1) reële waarde met waarde wijzigingen
in de staat van baten en lasten of (2) geamortiseerde kostprijs of lagere marktwaarde, wordt op
iedere verslagdatum beoordeeld om te bepalen of er objectieve aanwijzingen bestaan dat het
actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Een financieel actief wordt geacht
onderhevig te zijn aan een bijzondere waardevermindering indien er objectieve aanwijzingen zijn
dat na de eerste opname van het actief zich een gebeurtenis heeft voorgedaan die een negatief
effect heeft gehad op de verwachte toekomstige kasstromen van dat actief en waarvan een
betrouwbare schatting kan worden gemaakt.
Objectieve aanwijzingen dat financiële activa onderhevig zijn aan een bijzondere
waardevermindering omvatten het niet nakomen van betalingsverplichtingen en achterstallige
betaling door een debiteur, herstructurering van een aan de organisatie toekomend bedrag
onder voorwaarden die de organisatie anders niet zou hebben overwogen, aanwijzingen dat een
debiteur of emittent failliet zal gaan, en het verdwijnen van een actieve markt voor een bepaald
effect.
Materiële vaste activa
De bedrijfsgebouwen en -terreinen, verbouwingen, inventaris en apparatuur, andere vaste
bedrijfsmiddelen en materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op
materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen hun kostprijs, verminderd met de cumulatieve
afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen.
De kostprijs van de genoemde activa bestaat uit de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en overige
kosten om de activa op hun plaats en in de staat te krijgen noodzakelijk voor het beoogde
gebruik. De kostprijs van de activa die door de organisatie in eigen beheer zijn vervaardigd,
bestaat uit de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten
die rechtstreeks kunnen worden toegerekend aan de vervaardiging. Verder omvat de
62
vervaardigingsprijs een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente op schulden over het
tijdvak dat kan worden toegerekend aan de vervaardiging van de activa.
De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire
methode op basis van de economische levensduur. Op bedrijfsterreinen en op materiële vaste
bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet
afgeschreven. Afschrijving start op het moment dat een actief beschikbaar is voor het beoogde
gebruik en wordt beëindigd bij buitengebruikstelling of bij desinvestering. Voor de activa is geen
restwaarde vastgesteld.
De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd:
Terreinen : geen
Gebouwen : 30 jaar
Verbouwingen : 3/8/10 jaar*
Inventaris en apparatuur : 4/5/10 jaar
Andere vaste bedrijfsmiddelen : 5 jaar
In uitvoering en vooruitbetalingen : geen**
Niet aan het proces dienstbare materiële vaste activa : n.v.t. * Bij verbouwingen van huurpanden wordt afgeschreven over de economische levensduur, maar niet langer dan de resterende huurperiode. **Op investeringen in uitvoering en vooruitbetalingen wordt niet afgeschreven zolang het project niet in gebruik genomen is.
Als activeringsgrens voor inventaris en apparatuur wordt € 500 gehanteerd.
Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object
verlengen. Buiten gebruik gestelde activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere
opbrengstwaarde.
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
Voor materiële vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat
deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties
aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is
de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de
realiseerbare waarde te schatten voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde
bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.
Wanneer de boekwaarde van een actief (of een kasstroomgenererende eenheid) hoger is dan de
realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het
verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Indien sprake is van een bijzonder
waardeverminderingsverlies van een kasstroomgenererende eenheid, wordt het verlies
allereerst toegerekend aan goodwill die is toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheid.
Een eventueel restant verlies wordt toegerekend aan de andere activa van de eenheid naar rato
van hun boekwaarden.
Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren
verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie
aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief (of kasstroom-
genererende eenheid) geschat.
63
Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen
plaats als sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de
realiseerbare waarde sinds de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderings -
verlies. In dat geval wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroomgenererende eenheid)
opgehoogd tot de geschatte realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die
bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminde -
ringsverlies voor het actief (of kasstroomgenererende eenheid) zou zijn verantwoord.
Vervreemding van vaste activa
Voor verkoop beschikbare vaste activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengst-
waarde.
Financiële vaste activa
Financiële vaste activa worden gewaardeerd op (geamortiseerde) kostprijs of lagere marktwaarde.
Een afwaardering naar lagere marktwaarde wordt verwerkt in de staat van baten en lasten.
Financiële activa die worden gewaardeerd op (geamortiseerde) kostprijs, worden op iedere
verslagdatum beoordeeld om te bepalen of objectieve aanwijzingen bestaan dat de activa een
bijzondere waardevermindering hebben ondergaan. De grondslagen voor de financiële vaste activa
zijn opgenomen onder het kopje Financiële instrumenten.
Vorderingen
De grondslagen voor de waardering van vorderingen en effecten zijn beschreven onder het
hoofd Financiële instrumenten.
Liquide middelen
Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Indien liquide middelen niet ter
vrije beschikking staan, wordt hiermee rekening gehouden bij de waardering.
In vreemde valuta luidende liquide middelen worden per balansdatum in de functionele valuta
omgerekend tegen de op die datum geldende wisselkoers. Verwezen wordt verder naar de
prijsgrondslagen voor vreemde valuta.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit een algemene reserve. Er zijn geen bestemmingsreserves
aangemerkt. Mutaties op het eigen vermogen vinden plaats via resultaatsbestemming tenzij zich
stelselwijzigingen voordoen. ROC TOP kent geen privaatvermogen. Het publieke vermogen wordt
aangewend voor, en gevormd uit publieke activiteiten.
Voorzieningen
Algemeen
Een voorziening wordt in de balans opgenomen wanneer er sprake is van:
• een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in
het verleden;
64
• waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en
• het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen
nodig is.
Indien (een deel van) de uitgaven die noodzakelijk zijn om een voorziening af te wikkelen
waarschijnlijk geheel of gedeeltelijk door een derde worden vergoed bij afwikkeling van de
voorziening, wordt de vergoeding als afzonderlijk actief gepresenteerd.
Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de beste schatting van de
uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verliezen af te wikkelen.
Voorziening gratificatie ambtsjubilea
Voorziening gratificatie ambtsjubilea betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen.
De voorziening betreft de contante waarde ( 4,83%, wat gelijk staat aan de rente op de langlopende
lening) van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op
gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd.
Voorziening Wachtgelden
De voorziening wachtgelden is gevormd op basis van Richtlijn 252 van de Raad voor de
Jaarverslaggeving voor feitelijke verplichtingen en in rechte afdwingbaar. De voorziening is
opgenomen tegen de contante waarde van de toekomstige verplichtingen met de maximale looptijd
(2019-2026), een disconteringsvoet van 4,83% en is bepaald op basis van de volgende indicatoren:
- Opleidingsniveau
- Leeftijd
- (Onderwijs) dienstjaren (aan te leveren door derden)
De werkelijke wachtgeldlasten worden ten laste van deze voorziening gebracht.
Voorziening reorganisatie
Een reorganisatievoorziening wordt getroffen indien op balansdatum een gedetailleerd
reorganisatieplan is geformaliseerd en uiterlijk op opmaakdatum van de jaarrekening de
gerechtvaardigde verwachting van uitvoering van het plan heeft gewekt bij hen voor wie de
reorganisatie gevolgen zal hebben. Van een gerechtvaardigde verwachting is sprake als is gestart met
de uitvoering van de reorganisatie, of als de hoofdlijnen bekend zijn gemaakt aan hen voor wie de
reorganisatie gevolgen zal hebben. In de reorganisatievoorziening worden de als gevolg van de
reorganisatie noodzakelijke kosten opgenomen die niet in verband staan met de doorlopende
activiteiten van de onderneming.
Voorziening langdurig zieken (WIA)
De voorziening betreft langdurig zieke medewerkers welke naar verwachting niet terug zullen keren
op een arbeidsplaats bij ROC TOP.
1.1.1 Langlopende schulden
De waardering van langlopende schulden is toegelicht onder het hoofd Financiële instrumenten.
1.1.2 Kortlopende schulden
De waardering van kortlopende schulden is toegelicht onder het hoofd Financiële instrumenten.
65
Baten en lasten
Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en –subsidies
Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en –subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden
in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten
en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar
rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord.
De college-, cursus-, les- en examengelden worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking
hebben, waarbij ervan uitgegaan is dat reguliere onderwijs- en onderzoekstaken gelijkmatig over het
schooljaar zijn gespreid.
Baten werk in opdracht van derden
Opbrengsten uit hoofde van werk in opdracht van derden (contractonderwijs, contractonderzoek..
Overige baten
Overige bedrijfsopbrengsten bestaan uit baten uit verhuur, ouderbijdragen en detachering en
overige opbrengsten. Deze opbrengsten worden in de staat van baten en lasten als baten
opgenomen voor een bedrag gelijk aan de kosten indien zeker is dat deze kosten declarabel zijn. De
opbrengsten detachering worden tegen nominale waarde opgenomen. Een eventueel positief
resultaat wordt genomen naar rato van het stadium van voltooiing van de transactie op
verslagdatum (de zogeheten percentage of completion methode). Het stadium van voltooiing wordt
bepaald aan de hand van beoordelingen van de verrichte werkzaamheden. Voor een eventueel
verwacht negatief resultaat wordt een voorziening getroffen die is gepresenteerd als voorziening
verlieslatende contracten. Deze baten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking
hebben. Opbrengsten uit hoofde van verhuur van gebouw aan derden worden tegen nominale
waarde opgenomen. De vrijwillige ouderbijdragen voor extra diensten en activiteiten, zoals excursies
worden onder de overige baten verantwoord.
Lasten
De lasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben.
Personeelsbeloningen/pensioenen
De beloningen van het personeel worden als last in de staat van baten en lasten verantwoord in de
periode waarin de arbeidsprestatie wordt verricht en, voor zover nog niet uitbetaald, als verplichting
op de balans opgenomen. Als de reeds betaalde bedragen de verschuldigde beloningen overtreffen,
wordt het meerdere opgenomen als een overlopend actief voor zover er sprake zal zijn van
terugbetaling door het personeel of van verrekening met toekomstige betalingen door de stichting.
Nederlandse pensioenregelingen
Voor de medewerkers van de organisatie is een pensioenregeling getroffen en is ondergebracht bij
een bedrijfstakpensioenfonds (ABP). Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken
pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies.
66
Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een
verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies
overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van
terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies.
Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele
verplichtingen ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de
afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de
verplichtingen betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele
verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst met het fonds, de
pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de
werknemers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde
van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen.
Voor een op balansdatum bestaand overschot bij het pensioenfonds wordt een vordering
opgenomen als de instelling de beschikkingsmacht heeft over dit overschot, het waarschijnlijk is dat
het overschot naar de instelling zal toevloeien en de vordering betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Indien de omstandigheden bij het pensioenfonds daar aanleiding toe geven kan het bestuur
besluiten tot het korten van aanspraken.
Naar de stand van ultimo 2018 (gemiddelde over het jaar 2018) is de dekkingsgraad van het
pensioenfonds 103,8% (bron: website ww.abp.nl). Dekkingsgraad per december 2018 97,0% (bron:
website www.abp.nl).
ROC TOP heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort
bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. ROC TOP heeft
daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening
verantwoord.
Ontslagvergoedingen
In verband met de bestaande uitkeringsregelingen voor medewerkers in de onderwijssector heeft
ROC TOP beleid om betaling van ontslagvergoedingen zoveel mogelijk te beperken. Een uitkering als
gevolg van ontslag wordt als verplichting en als last verwerkt als de organisatie zich aantoonbaar
onvoorwaardelijk heeft verbonden tot betaling van een ontslagvergoeding. Als het ontslag onderdeel
is van een reorganisatie, worden de kosten van de ontslagvergoeding opgenomen in een
reorganisatievoorziening. Ontslagvergoedingen worden gewaardeerd met inachtneming van de aard
van de vergoeding. Als de ontslagvergoeding een verbetering is van de beloningen na afloop van het
dienstverband, vindt waardering plaats volgens dezelfde grondslagen die worden toegepast voor
pensioenregelingen. Andere ontslagvergoedingen worden gewaardeerd op basis van de beste
schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichting af te wikkelen.
Leasing
De stichting kan financiële en operationele leasecontracten afsluiten. Een leaseovereenkomst
waarbij de voor- en nadelen verbonden aan het eigendom van het leaseobject geheel of
nagenoeg geheel door de lessee worden gedragen, wordt aangemerkt als een financiële lease.
Alle andere leaseovereenkomsten classificeren als operationele lease. Bij de leaseclassificatie is
de economische realiteit van de transactie bepalend en niet zozeer de juridische vorm.
67
Operationele lease
Als de stichting optreedt als lessee in een operationele lease, wordt het leaseobject niet
geactiveerd. Leasebetalingen inzake de operationele lease worden lineair over de leaseperiode
ten laste van de staat van baten en lasten.
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten en rentelasten en soortgelijke kosten
Rentebaten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de
effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. Rentelasten en soortgelijke lasten
worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. Kasstromen in
buitenlandse valuta’s zijn herleid naar euro’s met gebruikmaking van de gewogen gemiddelde
omrekeningskoersen voor de betreffende periodes.
Bepaling reële waarde
De reële waarde van een financieel instrument is het bedrag waarvan een actief kan worden
verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen,
die tot een transactie bereid en van elkaar onafhankelijk zijn.
De reële waarde van niet beursgenoteerde financiële instrumenten wordt bepaald door de
verwachte kasstromen contant te maken tegen een disconteringsvoet die gelijk is aan de
geldende risicovrije marktrente voor de resterende looptijd vermeerderd met krediet - en
liquiditeitsopslagen, aangepast voor eigen en tegenpartij kredietrisico.
68
Toelichting op de balans
1.2 Materiële vaste activa
1.2.1
Gebouwen en
terreinen
1.2.2
Inventaris en
apparatuur
1.2.3
Andere vaste
bedrijfsmiddel
en
1.2.4
In uitvoering en
vooruitbetaling
en
Totaal
Stand per 1 januari 2018
Cum. aanschafprijs 6.245.091 7.882.082 27.420 - 14.154.593
Cum. afschrijvingen en waardeverminderingen -3.084.568 -6.133.353 -7.815 - -9.225.736
Boekwaarde per 1 januari 2018 3.160.523 1.748.729 19.605 - 4.928.857
Mutaties
Investeringen 251.891 259.497 21.914 - 533.302
Desinvesteringen ** -1.790.745 -300.571 - - -2.091.316
Boekverlies verkoop activa ** - -38.605 - - -38.605
Correctie verschil 2017 * - -4.840 - - -4.840
Afschrijvingen -482.001 -517.838 -9.136 - -1.008.975
Afschrijvingen desinvesteringen ** 1.790.745 300.571 - - 2.091.316
Saldo -230.110 -301.786 12.778 - -519.118
Stand per 31 december 2018
Cum. aanschafprijs 4.706.237 7.841.008 49.334 - 12.596.579
Cum. afschrijvingen en waardeverminderingen -1.775.824 -6.394.065 -16.951 - -8.186.840
Boekwaarde per 31 december 2018 2.930.413 1.446.943 32.383 - 4.409.739
(bedragen * € 1)
*In 2017 is er een verschil tussen de balans en de materiële vaste activa staat blijven staan die in 2018 is gecorrigeerd.
** Betreft afstoten investeringen Dongestraat en Almere
De verzekerde waarde voor inventaris en apparatuur, andere vaste bedrijfsmiddelen en
huurdersbelang bedraagt € 17,5 miljoen.
1.3 Financiële vaste activa
31-12-2018 31-12-2017
1.3.1 Stand per 1 januari 976.139 1.056.428
Toevoeging - 38.030
Afboeking 118.320 118.319
Stand per 31 december 857.819 976.139
De financiële vaste activa bestaat uit een vooruitbetaalde BTW over de huur voor NDSM-1 van
oorspronkelijk totaal EUR 1,2 miljoen. Dit bedrag wordt over de huurperiode (2016-2026) als last in
de staat van baten en lasten verwerkt. In 2018 is EUR 118K verwerkt onder de huisvestingslasten.
69
1.5 Vorderingen 31-12-2018 31-12-2017
1.5.1 Debiteuren 210.371 837.351
1.5.6 Overige overheden - -
1.5.7 Overige vorderingen 554.856 374.723
1.5.8 Overlopende activa 465.620 781.451
1.5.9 Af: Voorziening debiteuren wegens oninbaarheid -50.607 -104.831
1.180.240 1.888.694
De vordering op debiteuren is gedaald door eerder factureren, waardoor de beta l ing ook eerder i s ontvangen
Uitsplitsing
1.5.7.1 Personeel 1.569 12.691
1.5.7.2 Waarborgsommen 1251 222.995 278.804
1.5.7.2 Overige 330.292 83.228
Overige vorderingen 554.856 374.723
De post 1.5.7.2 “Overige” bestaat voor een groot gedeelte uit nog te ontvangen VSV gelden oude jaren, plus
middelen en bankgaranties.
1.5.8.1 Vooruitbetaalde kosten 465.620 781.451
1.5.8.3 Overige overlopende activa - -
Overlopende activa 465.620 781.451
1.5.1 Debiteuren 210.371 837.351
1.5.9 Af: voorziening wegens oninbaarheid -50.607 -104.831
Debiteuren 159.764 732.520
Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid heeft betrekking op debiteuren en verloopt als volgt:
Het verschil in vordering op debiteruen tov 2017 is te verklaren door het eerder factureren waardoor de gelden ook
eerder binnen zijn gekomen.
1.5.9.1 Stand per 1 januari -104.831 -54.932
1.5.9.2 Onttrekking - -
1.5.9.3 Dotatie/vrijval 54.224 -49.899
Stand per 31 december -50.607 -104.831
Alle posten > € 1.000 zijn individueel beoordeeld op inbaarheid.
Door strakker debiteuren beleid zijn de vorderingen voor het grootste deel korter dan 1 jaar.
1.7 Liquide middelen 31-12-2018 31-12-2017
1.7.1 Kasgelden 160 334
1.7.2 Banken 15.612.268 14.530.288
15.612.428 14.530.622
Er zijn bankgaranties afgegeven voor een bedrag van € 534K in verband met de lopende
huurcontracten en zijn daardoor niet terstond opeisbaar.
70
2.1 Eigen Vermogen
SaldoBestemming
resultaatSaldo
2.1 Eigen Vermogen 1-1-2018 2018 31-12-2018
2.1.1 Algemene reserve 10.074.979 -481.179 9.593.800
Totaal eigen vermogen 10.074.979 -481.179 9.593.800
Het resultaat 2018 is onttrokken aan de algemene reserve.
71
2.2 Voorzieningen
Saldo
1-1-2018Dotaties Onttrekkingen Vrijval
totaal dotaties
onttrekkingen
en vrijval
Saldo
31-12-2018< 1 jaar > 1 jaar
Voorziening Gratificatie Aambtsjubilea 123.609 - 19.093 425 -19.518 104.091 9.342 94.749
Voorziening Wachtgelden 291.675 536.552 373.296 - 163.256 454.931 252.206 202.725
Voorziening Reorganisatie - 1.526.774 673.740 - 853.034 853.034 189.118 663.916
Voorziening Transitievergoeding 240.701 10.384 234.546 - -224.162 16.539 16.539 -
Voorziening Langdurig zieken (WIA) 250.147 330.134 250.147 - 79.987 330.134 330.134 -
Totaal voorzieningen 906.132 2.403.844 1.550.822 425 852.597 1.758.729 797.339 961.390
Mutaties 2018Onderverdeling saldo
31-12-2018
2.2.1 Voorziening gratificatie ambtsjubilea
De voorziening gratificatie ambtsjubilea betreft de contant gemaakte waarde van de toekomstige jubilea verplichtingen voor het personeel dat op 31
december 2018 in dienst was. In de berekening is rekening gehouden met een kans dat de uitkering in het kader van jubilea zich daadwerkelijk voor gaat
doen. Daarnaast is bij de berekening van de hoogte van deze voorziening rekening gehouden met een disconteringsvoet van 4,83% conform de rente op de
langlopende lening. Er is ten opzichte van 2017 geen dotatie geweest. Door het vertrek van een groot aantal medewerkers heeft er in 2018 een onttrekking
plaatsgevonden.
2.2.2 Voorziening Wachtgelden
De voorziening wachtgelden is gevormd op basis van Richtlijn 252 van de Raad voor de Jaarverslaggeving voor feitelijke verplichtingen en in rechte
afdwingbaar en heeft betrekking op het wettelijke en bovenwettelijke deel. De voorziening is opgenomen tegen de contante waarde van de toekomstige
uitbetalingen met de maximale looptijd (2019-2026), met een disconteringsvoet van 4,83% conform de rente op de langlopende lening, en is bepaald op
basis van de volgende indicatoren:
72
- Opleidingsniveau
- Leeftijd
- (Onderwijs) dienstjaren (aan te leveren door derden)
De werkelijke wachtgeldlasten zijn met ingang van 2015 ten laste van deze voorziening gebracht. De wachtgeldlasten 2018 bedroegen € 373.296. Het beleid
van ROC Top is erop gericht medewerkers zoveel mogelijk intern te herplaatsen of van werk tot werk te begeleiden.
2.2.3 Voorziening Reorganisatie
Een reorganisatievoorziening wordt getroffen indien op balansdatum een gedetailleerd reorganisatieplan is geformaliseerd en uiterlijk op opmaakdatum van de jaarrekening de gerechtvaardigde verwachting van uitvoering van het plan heeft gewekt bij hen voor wie de reorganisatie gevolgen zal hebben. Van een gerechtvaardigde verwachting is sprake als is gestart met de uitvoering van de reorganisatie, of als de hoofdlijnen bekend zijn gemaakt aan hen voor wie de reorganisatie gevolgen zal hebben. In de reorganisatievoorziening worden de als gevolg van de reorganisatie noodzakelijke kosten opgenomen die niet in verband staan met de doorlopende activiteiten van de onderneming.
2.2.4 Voorziening Transitievergoeding
Voorziening voor transitievergoeding is opgebouwd voor de kosten in verband met medewerkers waarmee een overeenkomst is gesloten om het
dienstverband te beëindigen, dan wel een tijdelijk contract niet wordt omgezet in een vast contract, waarvoor ROC TOP wettelijk verplicht is om een
transitievergoeding te voorzien.
- medewerkers met een verlengde, tijdelijke aanstelling die bij afloop minimaal 24 maanden (2 jaar) in dienst zijn en bij mogelijke beëindiging recht
hebben op een transitievergoeding conform de Cao;
- medewerkers met wie we het gesprek gestart zijn over een mogelijke beëindiging middels een vaststellingsovereenkomst en waarvan het op het
moment van het opnemen van de voorziening nog niet duidelijk was of we tot overeenstemming komen over de voorwaarden;
2.2.5 Voorziening Langdurig zieken (WIA)
De voorziening van langdurig zieke medewerkers wordt gevormd naar aanleiding van de verwachting dat de medewerkers niet terug zullen keren op een
arbeidsplaats bij ROC TOP. Voor de toekomstige lasten tot het verwachte moment van uitdiensttreding / overgang naar WIA (termijn van 2 jaar) is een
voorziening gevormd. In deze voorziening is tevens een transitie vergoeding opgenomen.
73
2.3 Langlopende leningen 31-12-2018 31-12-2017
2.3 Schulden aan kredietinstellingen 4.319.436 4.759.436
Deze post betreft opgenomen leningen bij banken. Het verloop van de post luidt als volgt:
Hoofdsom 8.603.767
Afgelost tot en met 31 december 2017 3.404.331
Restant hoofdsom per 1 januari 2018 5.199.436
Aflossingen in 2018 440.000
Restant hoofdsom per 31 december 2018 4.759.436
Kortlopend deel per 31 december 2018 440.000
Langlopend per 31 december 2018 4.319.436 Van bovengenoemde schuld heeft een bedrag van EUR 2,1 miljoen een resterende looptijd
langer dan 5 jaar.
De langlopende schuld aan de kredietinstelling (lening) is afgesloten tegen een euribor plus opslag
1,71% en is afgedekt met een swap tegen 3,12%. ROC TOP betaalt hierdoor een vaste rente over de
lening van per saldo 4,83%. De renteswap is voor 2018 effectief. De kritische kenmerken van de
lening en de swap zijn in 2018 gelijk aan elkaar. De effectiviteit is vastgesteld op basis van de
vergelijking van de cumulatieve reële waarde van de actuele swap met de cumulatieve reële waarde
van een hypothetisch swap.
De aflossing op de langlopende verplichting welke binnen één jaar na balansdatum kan vervallen is
opgenomen onder de kortlopende schulden en overlopende passiva. In 2018 heeft de reguliere
aflossing plaatsgevonden.
Op grond van de leningsovereenkomst heeft de bank een eenzijdig recht om bij gewijzigde
omstandigheden (bij solvabiliteit lager dan 25%) naar eigen inzicht: de renteberekeningswijze, de
opslagen en de aflossingstermijnen aan te passen (dus rentecondities en pay-back te wijzigen). De
leningsovereenkomst is opgesteld ten tijde van de defusie. Er hebben zich tot heden in de
lening(voorwaarden), behoudens de periodieke aflossingen, geen wijzigingen voorgedaan. Na de
verkoop van de Vlaardingenlaan heeft de bank bevestigd geen gebruik te willen maken van het recht
om de lening vervroegd te willen opeisen. Op grond van de meerjaren liquiditeitsbegroting is
herfinanciering gewenst en zal de renteswap effectief blijven.
ROC TOP heeft het recht om 5% van de hoofdsom jaarlijks versneld af te lossen zonder boete en een
hoger percentage tegen betaling van een boete. ROC TOP heeft in 2018 van dit recht geen gebruik
gemaakt.
74
Looptijd leningen Nominale Marktwaarde Rentepercentage Rentepercentage
en renteswap waarde Swap variabel te vast te betalen
ontvangen
30-12-2029 € 4.759.436 -€ 716.793 3 mnds euribor 3,12%
(+1,71% vaste opslag
lening) De wijzigingen in reële waarde van de renteswap waarop kostprijs hedge accounting wordt
toegepast en de dientengevolge in de staat van baten en lasten verwerkte ineffectiviteit, is ultimo
boekjaar als volgt:
rentederivaten 2018 2017
Cumulatieve reële waardewijziging van het effectieve deel van de hedge instrumenten -716.793 -808.827
Cumulatieve reële-waardewijziging van het ineffectieve deel van de hedge instrumenten - -
In de staat van baten en lasten verwerkte ineffectiviteit - -
2.4 Kortlopende schulden
31-12-2018 31-12-2017
2.4.1 Kredietinstellingen 440.000 440.000
2.4.3 Crediteuren 854.266 1.926.331
2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 1.238.364 1.452.269
2.4.8 Schulden terzake van pensioenen 330.990 370.974
2.4.9 Overige kortlopende schulden - -
2.4.10 Overlopende passiva 3.524.640 2.394.191
Kortlopende schulden 6.388.260 6.583.765
Uitsplitsing
2.4.7.3 Premies sociale verzekeringen 1.238.364 1.452.269
Belastingen en premies sociale verzekeringen 1.238.364 1.452.269
2.4.10.1 Vooruitontvangen college- en lesgelden 212.703 230.212
2.4.10.2 Vooruitontvangen subsidies OCW 1.133.394 102.710
2.4.10.4 Vooruitontvangen termijnen 153.513 243.858
2.4.10.5 Vakantie-uitkering en bindingstoelage 1.091.752 1.355.098
2.4.10.8 Overige 933.278 462.313
2.4.10.9 Vooruitontvangen bedragen - -
Overlopende passiva 3.524.640 2.394.191
75
2.4 Kortlopende schulden
De afname van de kortlopende schulden wordt grotendeels verklaard door een toename van de post
“Overlopende passiva” met circa € 1,1 miljoen en een verlaging van de post crediteuren van € 1
miljoen.
2.4.10.2 Vooruitontvangen subsidies OCW
Schooljaar 2016/2017 Budget Resterend
Doorgeschoven MBO agenda lerarenbeurs 2016/2017 10.000 4.645
Doorgeschoven MBO agenda Projectplannen 2016/2017 205.000 -7.157
Doorgeschoven MBO agenda Scholenbeurs 2016/2017 10.500 -525
Schooljaar 2017/2018
Subsidie Erasmus 2017/2018 -7.192
Subsidie MBO agenda projectplannen 2017/2018 doorgeschoven 18-19 58.963 56.014
Subsidie MBO agenda projectplannen 2017/2018 afrekening 601.127 103.740
Subsidie MBO agenda Lerarenbeurs 2017/2018 afrekening 42.985 15.677
Subsidie MBO agenda Scholenbeurs 2017/2018 doorgeschoven naar 18-19 49.500 20.725
Subsidie MBO agenda Scholenbeurs 2017/2018 afrekening 230.507 -11.524
Schooljaar 2018/2019
Promotiebeurs I.Eegdeman 2018/2019 23.738 15.158
VSV Plusmiddelen ROC van Amsterdam 2018-2019 560.404 327.054
Subsidie Gem. A'dam plusmiddelen 1 op 12 2018/2019 1.983.750 57.358
OC&W Doorstroom mbo-hbo 28.512 28.512
Vacc.Stageplaatsen 2018/2019 35.875 20.927
Erasmus/Eurohat 2018-2019 67.837 49.665
MBO Scholenbeurs 2018-2019 342.000 99.224
MBO projectplannen 2018-2019 557.289 218.894
MBO Lerarenbeurs 2018-2019 15.985 7.198
VSV gelden gemeente Amsterdam 2018-2019 135.000 135.000
Totaal 4.958.972 1.133.394
Op de volgende pagina’s zijn twee verantwoordingstabellen opgenomen over subsidies:
• Model G1 betreft de Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule
• Model G2 betreft de Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule, te weten:
− G2a: Doorlopend per ultimo verslagjaar
76
Overzicht Doelsubsidies OCW
Model G1. Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule
(Regeling ROS art. 13, lid 2 sub a)
Omschrijving
Kenmerk Datum Geheel uitgevoerd en afgerond Nog niet geheel afgerond
Lerarenbeurs 2017 7/667/18718 2017 V
Lerarenbeurs 2017 7/651/17454 2017 V
Lerarenbeurs 2017 7/593/11260 2017 V
Lerarenbeurs 2017 7/592/10850 2017 V
Lerarenbeurs 2017 7/677/19532 2017 V
Lerarenbeurs 2017 7/665/18522 2017 V
Lerarenbeurs 2017 7/630/15486 2017 V
Lerarenbeurs 2017 7/614/14149 2017 V
Lerarenbeurs 2017 7/610/13764 2017 V
Lerarenbeurs 2017 7/610/13804 2017 V
Lerarenbeurs 2017 7/608/13419 2017 V
Lerarenbeurs 2017 7/644/16787 2017 V
Lerarenbeurs 2017 7/596/11927 2017 V
Lerarenbeurs 2017 7/649/17070 2017 V
Lerarenbeurs 2018 8/680/29246 2018 V
Lerarenbeurs 2018 8/673/28345 2018 V
Lerarenbeurs 2018 8/672/28281 2018 V
Lerarenbeurs 2018 8/670/28060 2018 V
Lerarenbeurs 2018 8/651/26776 2018 V
Lerarenbeurs 2018 8/591/20833 2018 V
Lerarenbeurs 2018 8/639/25868 2018 V
Lerarenbeurs 2018 8/642/25973 2018 V
Lerarenbeurs 2018 8/614/24107 2018 V
Lerarenbeurs 2018 8/621/24567 2018 V
Lerarenbeurs 2018 8/593/21599 2018 V
Lerarenbeurs 2018 8/593/21620 2018 V
Lerarenbeurs 2018 8/591/21169 2018 V
Lerarenbeurs 2018 8/601/23005 2018 V
Zij-instromers 2016 6/281/33043 2016 V
Zij-instromers 2018 8/072/39992 2018 V
Tijdelijke voorziening leermiddelen 849841-1 2017 V
Tijdelijke voorziening leermiddelen 926427-02 2018 V
Totaal
Toewijzing De prestatie is ultimo verslagjaar conform de subsidiebeschikking
77
Model G2 a en b. Subsidies met verrekeningsclausule aflopend per ultimo verslagjaar (Regeling ROS art. 13, lid 2 sub b) Model G2 a
Kenmerk Datum
School maatschappelijk werk 2018 874342-01 20-1-2018 210.983 210.983 210.983 -
VSV gelden 2017/2018 OND/ODB-2016/17722 U 14-11-2016 560.404 560.404 571.252 -
Totaal 771.387 771.387 782.235 -
Te verrekenen
31 december 2018Omschrijving Toewijzing Bedrag Toewijzing Ontvangen t/m 2018
Totale kosten
t/m 2018
Model G2 b Doorlopend per ultimo verslagjaar
Kenmerk Datum
VSV gelden 2018/2019 OND/ODB-2016/17722 U 14-11-2016 560.404 - 560.404 304.078 304.078 256.326
Totaal 560.404 - 560.404 304.078 304.078 256.326
Totale kosten
31-12-2018
Saldo nog te
besteden 31-12-2018Omschrijving Toewijzing Bedrag Toewijzing
Saldo per
1-1-2018
Ontvangen in
2018Lasten in 2018
2.4.10.8 Overige overlopende passiva
In deze rubriek zijn posten verantwoord als o.a. reserveringen voor bindingstoelage € 23K, nog te
betalen facturen over 2018 € 433K en te betalen bedrag (gesaldeerd) aan ROC van Amsterdam en
ROC van Flevoland inzake de macro doelmatigheid € 460K .
78
Financiële instrumenten
Algemeen
De organisatie maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële
Instrumenten die de organisatie blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Deze betreffen
voornamelijk financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen. De organisatie handelt niet in
deze financiële instrumenten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het
kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. De stichting zet afgeleide financiële
instrumenten in, waaronder een interest rate swap om risico’s te beheersen. Afgeleide instrumenten
worden niet ingezet voor handelsdoeleinden.
Kredietrisico
ROC TOP loopt kredietrisico over vorderingen en liquide middelen. Het maximale kredietrisico dat
ROC TOP loopt bedraagt € 16,5 miljoen. Het kredietrisico is voornamelijk geconcentreerd in de vorm
van vooruitbetaalde huren, uitstaande vorderingen en waarborgsommen en bankgaranties inzake
huurpanden. De liquide middelen zijn geplaatst bij een bank met een hoge credit rating.
Renterisico
Het renterisico bestaat uit variabiliteit in de staat van baten en lasten van rentekasstromen van
variabele rente en de opgenomen en uitgegeven leningen. De variabiliteit is door middel van een
renteswap die tot 2029 loopt voor € 5,2 miljoen weggenomen.
Marktwaarde
De marktwaarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder
vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan met
uitzondering van de renteswaps, welke niet in de balans tot uitdrukking komen als gevolg van het
toepassen van kostprijs hedge accounting.
Liquiditeitsrisico
De organisatie bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen.
Het bestuur ziet erop toe dat voor de stichting steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om
aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de
beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft.
De kortlopende schulden bedragen EUR 6,4 miljoen, de kortlopende vorderingen € 1,2 miljoen.
ROC TOP beschikt over € 15,6 miljoen aan liquide middelen waardoor de stichting kan voldoen
aan haar verplichtingen. De langlopende lening kent een solvabiliteitseis van 25%. Indien hieraan
niet wordt voldaan kan de bank de lening vervroegd opeisen. De solvabiliteit van ROC TOP
bedraagt per 31 december 2018: 43,5%.
Reële waarde
De reële waarde van in de balans opgenomen financiële instrumenten verantwoord onder
kasmiddelen, kortlopende vorderingen en kortlopende schulden benadert de boekwaarde daarvan.
79
De huidige rente opslag op de langlopende lening is vergelijkbaar voor een vergelijkbare lening voor
de resterende looptijd.
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
1.1.3 Claims
Er zijn geen claims tegen de stichting ingediend.
1.1.4 Garanties
ROC TOP heeft een lening portefeuille die geborgd is door de Stichting Waarborgfonds BVE.
In dat kader stelt ROC TOP zich, samen met andere betrokken onderwijsinstellingen, garant
jegens de Stichting Waarborgfonds BVE voor maximaal 2% van de jaarlijkse rijksbijdrage MBO
indien laatstgenoemde niet aan haar borgstellingverplichtingen kan voldoen.
1.1.5 Bankgaranties
Er zijn bankgaranties afgegeven voor een bedrag van € 534K in verband met de lopende
huurcontracten.
1.1.6 Langlopende huurcontracten vastgoed
ROC TOP heeft langlopende huurcontracten met een termijn tussen de 1 en 10 jaar voor 9 gebouwen
met een totaal jaarlijks huurbedrag exclusief servicekosten van:
- maximaal 1 jaar: € 2,3 miljoen
- meer dan 1 jaar en korter dan 5 jaar: € 7,5 miljoen
- langer dan 5 jaar: € 2,8 miljoen
Gestelde zekerheden
• Verpanding van inventaris
• Verpanding vorderingen op derden
• Verpanding spaarrekening i.v.m. (afgegeven) bankgaranties
• Vaste borgtocht oorspronkelijk groot € 8,6 miljoen afgegeven door Waarborgfonds bve
• Cross default verklaring;
• Pari Passu verklaring;
• Non-disposal verklaring;
• Positieve pledge verklaring;
• Material-adverse-change verklaring;
• Niet-financieringsverklaring met een drempelbedrag van € 0,1 miljoen;
• Solvabiliteitsratio verklaring 25%.
Langlopende huurcontracten kantoorapparatuur
ROC TOP heeft langlopende huurcontracten met een termijn tussen de 1 en 5 jaar voor
kantoorapparatuur. Hieronder wordt verstaan kopieer- en koffiemachines.
80
De totale jaarlijks huurbedrag van:
- maximaal 1 jaar: € 91.257
- meer dan 1 jaar en korter dan 5 jaar: € 52.823
Non-activiteitsregelingen (Duurzame Inzetbaarheid)
In de cao’s voor de MBO-sector zijn afspraken gemaakt over regelingen in het kader van Duurzame
Inzetbaarheid. Indien medewerkers deelnemen aan deze regelingen bouwen zij rechten op om in de
toekomst minder te werken waarbij de kosten daarvan deels voor rekening van de medewerker en
deels voor rekening van de werkgever zijn. Voor het deel dat voor rekening van de werkgever komt
wordt een voorziening opgenomen. De verplichtingen uit hoofde van deze regelingen omvatten
verplichtingen jegens personeelsleden die reeds hebben geopteerd voor gebruikmaking van de
regeling, de personeelsleden die onder de bestaande regeling kunnen opteren voor gebruikmaking
van de regeling maar dat nog niet hebben gedaan, en personeelsleden die nog niet kunnen opteren,
maar dat tijdens de looptijd van de bestaande regeling in de toekomst wel kunnen doen.
De elementen voor de berekening van de verplichting zijn de personeelsleden op wie de regeling van
toepassing is, de geschatte kans dat voor gebruikmaking van de regeling wordt geopteerd, de
leeftijden, de salarissen en het aandeel van de kosten dat voor rekening van de werkgever komt.
Voor ROC TOP is geen voorziening opgenomen voor duurzame inzetbaarheid. Op dit moment zijn er
geen deelnemers voor deze regeling bekend en gezien de geringe historie van de regeling, is het naar
de mening van het bestuur van ROC TOP ultimo 2018 nog niet goed mogelijk om betrouwbare
schattingen te maken van de deelnamekansen van medewerkers en daarmee van de verplichting per
31 december 2018.
81
Toelichting op de staat van baten en lasten
BATEN
2018 Begroting 2017
3.1 Rijksbijdragen
3.1.1 (Normatieve) rijksbijdragen OCW BVE 31.991.509 31.194.000 31.215.797
Rijksbijdragen OCW 31.991.509 31.194.000 31.215.797
3.1.2.1 Geoormerkte OCW subsidies 210.983 175.000 190.133
3.1.2.2 Niet geoormerkte OCW subsidies 7.385.516 7.170.000 8.448.577
3.1.2 Overige subsidies OCW 7.596.499 7.345.000 8.638.710
Totaal rijksbijdragen 39.588.008 38.539.000 39.854.507
3.2 Overige overheidsbijdragen en –subsidies
3.2.1 Overige gemeentelijke bijdrage 2.543.369 2.466.000 2.899.056
Totaal overige overheidsbijdragen en –subsidies 2.543.369 2.466.000 2.899.056
3.3 College-, cursus-, les- en examengelden
3.3.2 Cursusgelden BVE 394.761 269.000 327.054
3.3.5 Examengelden 9.557 3.000 3.176
Totaal college-, cursus-, les,- en examengelden 404.318 272.000 330.230
3.4 Baten werk in opdracht van derden
3.4.1 Contractonderwijs 180.008 150.000 195.757
Totaal baten werk in opdracht van derden 180.008 150.000 195.757
3.5 Overige baten
3.5.2 Detacheringen 270.843 200.000 293.490
3.5.5 Ouderbijdragen 116.876 130.000 211.745
3.5.6 Overige 527.254 264.000 503.962
Totaal overige baten 914.973 594.000 1.009.197
(bedragen * € 1)
82
3.1 Rijksbijdragen
De totale normatieve rijksbijdragen vielen € 0,8 miljoen hoger uit dan begroot. Dit werd voornamelijk
veroorzaakt door extra gelden OCW ter compensatie van de CAO verhoging en eenmalige uitkering
per 1 oktober 2018 en per 1 januari 2019. De kosten van deze eenmalige uitkering zijn verantwoord
in 2018 daar de bekostiging voor deze kosten ook in 2018 zijn verantwoord.
3.1.2.1 Geoormerkte subsidies Realisatie Begroot Afwijking
2018 2018 2018
Schoolmaatschappelijk Werk 210.983 175.000 35.983
Totaal 210.983 175.000 35.983
De geoormerkte subsidies vielen € 36K hoger uit dan begroot door een hogere bekostiging.
3.1.2.2 Niet-geoormerkte Realisatie Begroot Afwijking
2018 2018 2018
Kwaliteitsafspraken MBO 1.811.402 1.800.000 11.402
Excellentiegelden 217.650 220.000 -2.350
Overgangsbekostiging 272.405 272.000 405
Compensatie Langere 288.352 288.000 352
Subsidie zij-instroom - - -
Studiewaarde 2.148.668 2.000.000 148.668
VSV Prestatiebox 142.764 35.000 107.764
BPV (Beroeps Praktijk Vorming) - 350.000 -350.000
Voorziening leermiddelen OCW 75.227 100.000 -24.773
Lerarenbeurs OCW 176.402 - 176.402
Salarismix LC/LD 1.692.394 1.600.000 92.394
VSV 1:16 gelden 560.252 505.000 55.252
Totaal 7.385.516 7.170.000 215.516
Er is geen opbrengst voor BPV in 2018 omdat er niet voldoende aan de gestelde criteria is voldaan.
3.2 Overige overheidsbijdragen en –subsidies
De hogere realisatie van € 77K ten opzichte van de begroting wordt als volgt veroorzaakt:
Realisatie Begroot Afwijking
2018 2018 2018
projecten:
Gemeente subsidies 1 op 12 1.820.256 1.700.000 120.256
Overige Gemeente subsidies 723.113 766.000 -42.887
2.543.369 2.466.000 77.369
83
3.3 College-, cursus- en lesgelden
De cursusgelden betreffen de wettelijke bijdrage die BBL studenten voor hun opleiding betalen. In
tegenstelling tot BOL studenten betalen zij deze niet aan DUO-Groningen, maar aan de instelling
waar zij de lessen volgen. DUO-Zoetermeer houdt deze gelden in bij de instelling.
De examengelden betreffen bijdragen van examendeelnemers voor het afleggen van individuele
examens. In 2018 heeft er een toename in de BBL studenten plaatsgevonden waardoor er meer
College-, cursus en lesgelden zijn t.o.v. begroot en 2017
3.4 Baten werk in opdracht van derden
De lagere baat ten opzichte van 2017 ad - € 16K wordt veroorzaakt door minder contractonderwijs.
3.5 Overige baten
De hogere “overige baten” € 0,3 miljoen wordt veroorzaakt door de volgende factoren:
Realisatie Begroot afwijking
2018 2018 2018
Detachering personeel 270.843 200.000 70.843
Ouderbijdragen 116.876 130.000 -13.124
Overige 527.254 264.000 263.254
Totaal hogere overige baten 914.973 594.000 320.973
Detachering personeel:
- Meer vraag naar opleidingspersoneel door andere instellingen (+€ 70K)
Ouderbijdragen:
- Realisatie lager dan begroot. Niet alle ouderbijdragen zijn betaald en of gefactureerd. Dit is
veroorzaakt door een regeling die in 2018 vrijwillig mocht worden ingevoerd inzake kosten
voor studenten die door de instelling mocht worden betaald. Hierop is per opleiding
geacteerd: (- € 13K)
Overige Opbrengsten: (+ € 263K)
- Opbrengst de Dreef en Hogelant college;
- Premiekorting in dienst nemen oudere werknemers 2013 t/m 2017;
- Vrijval oude jaren;
- Hogere opbrengst aan OPLIS-gelden (opleiding in school), ZAAM en meer gelden
- voor internationalisering Erasmus beurs.
84
4.1 Personeelslasten
2018 Begroting 2017
4.1.1 Lonen en salarissen 26.100.137 29.265.000 30.044.719
4.1.2 Overige personele lasten 5.708.591 3.436.000 3.387.455
4.1.3 Af: Uitkeringen -311.365 -65.000 -364.987
Personeelslasten 31.497.363 32.636.000 33.067.187
Uitsplitsing
4.1.1.1 Brutolonen en salarissen 19.929.265 22.420.000 23.389.684
4.1.1.2 Sociale lasten 3.034.395 3.366.000 3.304.231
4.1.1.3 Pensioenpremies 3.136.477 3.479.000 3.350.804
Lonen en salarissen 26.100.137 29.265.000 30.044.719
4.1.2.1 Dotatie personeelsvoorziening 2.403.844 - 414.001
4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 1.360.012 1.165.000 1.596.908
4.1.2.3 Overige 1.944.735 2.271.000 1.376.546
Overige personele lasten 5.708.591 3.436.000 3.387.455
Personeel De overige personele lasten waren € 2,3 miljoen hoger dan begroot. De oorzaken zijn:
- Met de dotatie personeelsvoorziening was in de begroting geen rekening gehouden
- € 2,4 miljoen.
- Inhuur personeel is hoger uitgevallen dan begroot - € 0,2 miljoen als gevolg van tijdelijke
inzet van interim-management in het onderwijs en vervanging wegens langdurige ziekte.
- Minder overige kosten + € 0,3 miljoen.
2018 2017
Directie 2 2
Management 7 17
OP 261 251
OOP 116 162
LIO 3 3
Totaal 389 435
Gemiddeld FTE in (loon) dienst
4.2 Afschrijvingslasten
Afschrijvingen 2018 Begroting 2017
4.2.2.1 Gebouwen en terreinen 464.226 511.000 666.169
4.2.2.2 Inventaris en apparatuur 544.750 687.000 641.822
Totale afschrijving 1.008.976 1.198.000 1.307.991
85
De totale afschrijvingslasten zijn circa € 0,2 miljoen lager dan begroot. Deze bestaat o.a. uit een
lagere afschrijvingslast op inventaris en computerapparatuur door langer gebruik van apparatuur en
uitstel van investeringen.
4.3
Huisvestingslasten
De totale lasten van de rubriek “Huisvestingslasten” vielen € 0,7 miljoen lager uit dan begroot.
De lagere lasten zijn te verklaren door het afstoten van de Dongestraat en het overdragen van de
panden in Almere aan het ROC van Flevoland inzake de macro doelmatigheid per 1 augustus 2018.
2018 Begroting 2017
4.3.1 Huur 3.533.443 4.000.000 3.602.831
4.3.2 Verzekeringen 221 41.000 35.497
4.3.3 Onderhoud 144.198 98.000 115.532
4.3.4 Energie en Water 121.354 145.000 165.931
4.3.5 Schoonmaakkosten 506.616 670.000 643.938
4.3.6 Heffingen 83.025 39.000 80.272
4.3.8 Overig 49.602 113.000 81.930
Totaal huisvestingslasten 4.438.459 5.106.000 4.725.931
4.4 Overige lasten
2018 Begroting 2017
4.4.0 Kosten bedrijfsvoering 3.048.253 2.723.000 3.088.976
4.4.1 Administratie en beheerslasten 129.189 100.000 186.255
4.4.2 Contributies, apparatuur en leermiddelen 1.371.964 1.194.000 1.747.576
4.4.3 Dotatie overige voorzieningen 1.109.120 748.000 43.017
4.4.4 Voorlichting, drukwerk, abonnementen en verzekeringen 1.251.251 1.419.000 676.319
Totaal overige lasten 6.909.777 6.184.000 5.742.143
4.4.0 Kosten bedrijfsvoering
Realisatie Begroot Afwijking
2018 2018 2018
Kantoorkosten 299.958 387.000 -87.042
ICT kosten 2.089.497 1.945.000 144.497
Personeelsadministratie 55.773 80.000 -24.227
Telefonie 55.496 28.000 27.496
Advieskosten 547.528 283.000 264.528
Totaal 3.048.252 2.723.000 325.252
De kosten bedrijfsvoering zijn € 0,3mijoen hoger dan begroot, wat vooral veroorzaakt wordt door ICT
kosten en advies kosten.
86
4.4.1 Administratie en beheerslasten
Realisatie Begroot Realisatie
2018 2018 2017
Onderzoek jaarrekening 86.385 60.000 138.829
Andere controle opdrachten 42.804 40.000 47.426
Totaal 129.189 100.000 186.255
Van de kosten in 2018 heeft € 32K betrekking op onderzoek jaarrekening 2017.
4.4.2 Contributies, apparatuur en leermiddelen
Realisatie Begroot Afwijking
2018 2018 2018
Contributies MBO raad en bedrijfsvakgroepen 113.346 102.000 11.346
Onderwijs door derden 63.889 152.000 -88.111
Overige kosten tbv onderwijs 1.194.729 940.000 254.729
Totaal 1.371.964 1.194.000 177.964
5.5 Financiële baten en lasten
2018 Begroting 2017
Rentebaten -763 - -2.431
Rentelasten 258.042 244.000 277.950
Totaal financiële baten en lasten 257.279 244.000 275.519
Bezoldiging bestuurders en toezichthouders
Voor de uitvoering van de Wet normering topinkomens (WNT), heeft de instelling zich gehouden aan
de Beleidsregel toepassing WNT. Daarnaast wordt de Governance Code MBO inzake bandbreedte
van beloningen leden college van bestuur als uitgangspunt gehanteerd.
De beloning voor de leden van de Raad van Toezicht is vastgesteld, zoals binnen de sector
gebruikelijk, conform de richtlijnen die zijn vastgelegd in de regeling ‘Honorering leden van de Raad
van Toezicht van mbo-instellingen’. De beloning voor het bestuur en de toezichthouders vallen in
klasse E.
Zie voor de samenstelling en nevenfuncties college van bestuur en de leden van de raad van toezicht
hoofdstuk 1 in het jaarverslag.
87
Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen
Bedragen x € 1 Drs. W.A.M. van der Linden M.C.P Visbeen
Lid College van Bestuur, voorzitter Lid College van Bestuur
Duur dienstbetrekking in 2018 1/1-31/12 1/1-31/12
Omvang dienstverband 1,0 1,0
Gewezen topfunctionaris nee nee
Echte of fictieve dienstbetrekking? Echte Echte
Zo niet, langer dan 6 maanden binnen nvt nvt
18 maanden werkzaam?
Bezoldigingsmaximum 158.000 158.000
Bezoldiging 2018
Beloning 128.864 125.367
Belastbare onkostenvergoedingen - 3.603
Beloningen betaalbaar op termijn 18.258 18.000
Totaal bezoldiging 147.122 146.970
Gegevens 2017
Duur dienstbetrekking in 2017 1/1-31/12 1/1-31/12
Omvang dienstverband 1,0 1,0
Bezoldiging 2017
Beloning 125.861 111.954
Belastbare onkostenvergoedingen - 1.754
Beloningen betaalbaar op termijn 16.855 16.630
Totaal bezoldiging 2017 142.716 130.338 Het ROC TOP volgt de beloningsmaxima volgens de WNT norm.
88
Toezichthoudende topfunctionarissen
Bedragen x €1 Drs D.E.J. van Meurs R.E. Boasman BSc Drs M. Beijer RC Mr T.E. Klein P.J. Roos
Functie Lid Raad van Toezicht, Voorzitter Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht
Gegevens 2018
Duur 2018 1/1-31/12 1/1-31/12 1/1-31/12 1/1-31/12 1/1-31/12
Individueel WNT Maximum 23.700 15.800 15.800 15.800 15.800
Bezoldiging 2018
Beloning 10.500 7.000 7.000 7.000 7.000
Belastbare onkostenvergoedingen - - - - -
Beloningen betaalbaar op termijn - - - - -
Totaal bezoldiging 2018 10.500 7.000 7.000 7.000 7.000
Gegevens 2017
Duur 1/1-31/12 1/1-31/12 1/1-31/12 1/1-31/12 1/1-31/12
Bezoldiging 2017
Beloning 10.500 7.000 7.000 7.000 7.000
Belastbare onkostenvergoedingen - - - - -
Beloningen betaalbaar op termijn - - - - -
Totaal bezoldiging 2017 10500 7000 7000 7000 7000
Vermelding gegevens van een ieder van wie de bezoldiging de
geldende (sector)bezoldigingsnorm te boven gaat
Er zijn in 2018 geen overschrijdingen geweest van bezoldigingen die vallen onder de Wet Normering
topinkomens (WNT).
Gebeurtenissen na balansdatum Na balansdatum hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan met een significante invloed op het
resultaat en het vermogen van de organisatie.
Overzicht verbonden partijen Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de instelling,
haar deelnemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen. Er hebben zich geen
transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag.
Vaststelling/goedkeuring Jaarrekening
Amsterdam, 13 juni 2019
College van Bestuur ROC TOP:
Ineke van der Linden
Mariëll Visbeen
Raad van Toezicht ROC TOP:
Chris van Meurs
Marceline Beijer
Rubina Boasman
Tim Klein
Paul Roos
ROC TOP Jaarverslag 2018 90
Overige gegevens Statutaire bepalingen inzake resultaatbestemming Ingevolge de Wet educatie en beroepsonderwijs wordt het resultaat van het verslagjaar verrekend met de reserve van de instelling.
ROC TOP Jaarverslag 2018 91
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
ROC TOP Jaarverslag 2018 92
ROC TOP Jaarverslag 2018 93
ROC TOP Jaarverslag 2018 94