REVOLUTIE EN RESTAURATIE

19
De laatste jaren staat de late 18e eeuw midden in de belangstelling van historici. Vorig jaar werd her- dacht dat twee eeuwen geleden de Bataafse Re- publiek werd gevestigd. In Eigen Perk 95/4 be- schreef Jan Willem Schneider de remotie ofwel het afzetten van het oude dorpsbestuur en de verkie- zing van de nieuwe municipaliteit te Hilversum. Het huidige artikel beschrijft de ontwikkeling van het bestuur tot het einde van de Republiek, be- ginnend bij de situatie zoals die was voor de revo- lutie. Aan de orde komen de mate van volksin- vloed, de wijze van samenstelling van het bestuur en de moeite die het kostte om tot een vorm van bestuursregeling te komen. Ook wordt bekeken in hoeverre het Hilversumse bestuur erin slaagde om het revolutionaire elan levend te houden. 1 De bestuursregeling voor de revolutie Zoals Schneider in zijn artikel beschreef was men in Hilversum enthousiast over de wisseling van het bestuur op 28 januari 1795 waarbij de oude regenten naar huis werden gestuurd en de nieuwe munici- paliteit door de bevolking werd gekozen. Als men bekijkt hoe het oude dorpsbestuur werd samen- gesteld was dit ook geen wonder. Tot 1795 werd het dorpsbestuur benoemd uit een kleine groep per- sonen die aan een aantal voorwaarden moest vol- doen. Een zekere welstand en het lidmaatschap van de hervormde kerk (die gereformeerd werd ge- noemd) waren vereisten. Katholieken, joden en an- dere gezindten waren dus uitgesloten van bestuur, evenals zij die van de bedeling leefden. Het bestuur was samengesteld uit schout, schepenen, buur- meesters en raden met een secretaris. De wijze waar- op ze werden benoemd verschilde per functie: Met uitzondering van de functies van schout en secretaris gold voor alle functies een beperkte zit- tingsduur. Elk jaar, bij het sluiten van de jaarreke- ning, werden de nieuwe bestuursleden benoemd. Bijlage I laat zien dat in de periode 1768-1794 de- zelfde personen diverse malen benoemd werden en dan vaak ook nog achtereenvolgens alle be- schikbare functies tenminste eenmaal bekleed- den. Op deze benoemingen had de bevolking geen enkele formele invloed. In feite bestond er dus een systeem van coöptatie, waarin een kleine kring welgestelde Hilversummers elkaar telkens weer voordroeg en benoemde. Hoe waren de taken nu verdeeld? Er was op lo- kaal niveau geen personele scheiding tussen rechterlijke en bestuurlijke macht. Het bestuur be- stond in feite uit twee colleges. De rechtbank, be- staande uit schout en schepenen, die belast was met de civiele rechtspraak; en schout en buur- meesters die gezamenlijk de dagelijkse zorg droe- gen voor de gang van zaken in het dorp. De twee buurmeesters waren specifiek belast met het fi- nanciële beheer. Jaarlijks legde de jongste buur- meester hierover verantwoording af aan schout, schepenen en raden. De raden waren vertegen- woordigers van de quartieren, de wijken, van het dorp: het Neu-, het Zandbergen-, het Groest- en het Kerkkwartier. De raden hadden geen andere bestuurstaak dan deelname aan vergaderingen. Eigen Perk 1996/4 163 REVOLUTIE EN RESTAURATIE Het dorpsbestuur van Hilversum tijdens de Bataafse Republiek 1795-1806 door Annemarie den Hertog Tabel 1. De organisatie van het dorpsbestuur gedurende de periode 1768-1795 Functie Aantal Voordracht Benoemd of gekozen Zittingsperiode schout 1 geen benoemd door baljuw naar welgevallen van de baljuw schepen 5 tien door schout benoemd door baljuw 1 jaar en buurmeester buurmeester 2 geen jaarlijks één, benoemd door schepenen 2 jaar raad 4 geen benoemd door schepenen 1 jaar secretaris 1 geen door voltallig college naar welgevallen van het dorpsbestuur

Transcript of REVOLUTIE EN RESTAURATIE

Page 1: REVOLUTIE EN RESTAURATIE

De laatste jaren staat de late 18e eeuw midden inde belangstelling van historici. Vorig jaar werd her-dacht dat twee eeuwen geleden de Bataafse Re-publiek werd gevestigd. In Eigen Perk 95/4 be-schreef Jan Willem Schneider de remotie ofwel hetafzetten van het oude dorpsbestuur en de verkie-zing van de nieuwe municipaliteit te Hilversum.Het huidige artikel beschrijft de ontwikkeling vanhet bestuur tot het einde van de Republiek, be-ginnend bij de situatie zoals die was voor de revo-lutie. Aan de orde komen de mate van volksin-vloed, de wijze van samenstelling van het bestuuren de moeite die het kostte om tot een vorm vanbestuursregeling te komen. Ook wordt bekeken inhoeverre het Hilversumse bestuur erin slaagdeom het revolutionaire elan levend te houden.1

De bestuursregeling voor de revolutieZoals Schneider in zijn artikel beschreef was menin Hilversum enthousiast over de wisseling van hetbestuur op 28 januari 1795 waarbij de oude regentennaar huis werden gestuurd en de nieuwe munici-paliteit door de bevolking werd gekozen. Als menbekijkt hoe het oude dorpsbestuur werd samen-gesteld was dit ook geen wonder. Tot 1795 werd hetdorpsbestuur benoemd uit een kleine groep per-sonen die aan een aantal voorwaarden moest vol-doen. Een zekere welstand en het lidmaatschap vande hervormde kerk (die gereformeerd werd ge-noemd) waren vereisten. Katholieken, joden en an-dere gezindten waren dus uitgesloten van bestuur,evenals zij die van de bedeling leefden. Het bestuurwas samengesteld uit schout, schepenen, buur-

meesters en raden met een secretaris. De wijze waar-op ze werden benoemd verschilde per functie:Met uitzondering van de functies van schout ensecretaris gold voor alle functies een beperkte zit-tingsduur. Elk jaar, bij het sluiten van de jaarreke-ning, werden de nieuwe bestuursleden benoemd.Bijlage I laat zien dat in de periode 1768-1794 de-zelfde personen diverse malen benoemd werdenen dan vaak ook nog achtereenvolgens alle be-schikbare functies tenminste eenmaal bekleed-den. Op deze benoemingen had de bevolkinggeen enkele formele invloed. In feite bestond erdus een systeem van coöptatie, waarin een kleinekring welgestelde Hilversummers elkaar telkensweer voordroeg en benoemde.

Hoe waren de taken nu verdeeld? Er was op lo-kaal niveau geen personele scheiding tussenrechterlijke en bestuurlijke macht. Het bestuur be-stond in feite uit twee colleges. De rechtbank, be-staande uit schout en schepenen, die belast wasmet de civiele rechtspraak; en schout en buur-meesters die gezamenlijk de dagelijkse zorg droe-gen voor de gang van zaken in het dorp. De tweebuurmeesters waren specifiek belast met het fi-nanciële beheer. Jaarlijks legde de jongste buur-meester hierover verantwoording af aan schout,schepenen en raden. De raden waren vertegen-woordigers van de quartieren, de wijken, van hetdorp: het Neu-, het Zandbergen-, het Groest- enhet Kerkkwartier. De raden hadden geen anderebestuurstaak dan deelname aan vergaderingen.

Eigen Perk 1996/4 163

REVOLUTIE EN RESTAURATIEHet dorpsbestuur van Hilversum tijdens de Bataafse Republiek 1795-1806

door Annemarie den Hertog

Tabel 1. De organisatie van het dorpsbestuur gedurende de periode 1768-1795

Functie Aantal Voordracht Benoemd of gekozen Zittingsperiode

schout 1 geen benoemd door baljuw naar welgevallen van de baljuwschepen 5 tien door schout benoemd door baljuw 1 jaar

en buurmeesterbuurmeester 2 geen jaarlijks één, benoemd door schepenen 2 jaarraad 4 geen benoemd door schepenen 1 jaarsecretaris 1 geen door voltallig college naar welgevallen van het

dorpsbestuur

Page 2: REVOLUTIE EN RESTAURATIE

De schoutDe schout verenigde twee functies in één persoonen had een enorm aantal taken. Hij was belast metde ordehandhaving, de strafvervolging en de be-lastinginning ten behoeve van de hogere overheiden voor het dorp. Tezamen met schepenen was hijverantwoordelijk voor de civiele rechtspraak enhet verrichten van allerlei rechtshandelingen. Alslid van het dorpsbestuur was hij medeverantwoor-delijk voor de besluitvorming in de vergaderingenen tevens was hij voorzitter van deze vergadering.Het bestuur had geen formele invloed op de be-noeming van de schout. Schouten waren dan ookvaak omstreden figuren.

De schout betaalde voor zijn benoeming eenpachtsom aan de baljuw. Dit wijst er niet alleen opdat hij welgesteld was maar ook dat de opbreng-sten uit deze functie niet gering waren. Hij ontvingjaarlijks een traktement van 100 gulden als belo-ning voor al zijn verrichtingen voor het dorpsbe-stuur. Een groter deel van zijn inkomen verkreeghij echter uit de bedragen die hij volgens een vast-gesteld tarief kon innen voor het verrichten vanrechtshandelingen ten behoeve van particulieren(men denke aan openbare veilingen, huwelijks-sluitingen, deurwaarderswerkzaamheden, etc.)Om de kosten van de belastinginning te dekkenmocht hij een toeslag op de belasting leggen teneigen bate. Het wilde maar moeilijk lukken om eer-lijke lieden voor deze functie te vinden. Zowel teHilversum als in de omliggende dorpen waren deschouten regelmatig in processen verwikkeld metde dorpsbesturen waar ze nota bene deel van uitmaakten. Vooral malversatie bij de inning van be-lastingen was een reden om de schout voor de

hogere rechter te dagen. De Hilversumse schoutWessel ten Dam was hierop geen uitzondering.Zijn vader Jan ten Dam was als schout van o.a.Kortenhoef ook al een berucht fraudeur.

Het reglement van 1768Het dorpsbestuur beschikte over een reglementdat dateerde uit 1768. Dit Reglement, waar naSchout, Buurmeesteren, Scheepenen en Raad-en, mitsgaders de Secretaris van Hilversum zichhebben te gedraagen was in 1768 vastgestelddoor de Gecommitteerde Raden van de Statenvan Holland en West-Friesland, dus door het be-stuur van het gewest. Het omvatte zeventien arti-kelen. Hierin werd zowel het functioneren van hetdorpsbestuur als van het dorpsgerecht geregeld.In het onderstaande zullen alleen de artikelen diehet dorpsbestuur betroffen beschreven worden.2

Betreffende de vergaderingen was geregeld datdeze iedere eerste donderdagochtend van demaand vanaf 9.00 uur in het rechthuis moestenplaatsvinden onder voorzitterschap van deschout. Men beraadslaagde over de actuele enop handen zijnde zaken van het dorp en nam be-sluiten bij meerderheid van stemmen. Bij spoed-

164 Eigen Perk 1996/4

Tabel 2. De Hilversumse dorpsbestuurders in 1794

Naam Functie

Wessel ten Dam schoutPieter Bosdam buurmeesterGerrit Vlaanderen buurmeesterJan Perk schepenAbraham Hogenbirk schepenAris Keers schepenGerrit Nagel schepenCornelis Spijker schepenGijsbert Franse Vlaanderen raadJacob Rijkze Das raadHarmen Hoogland raadMattijs Haan raadCornelis de Mol secretarisHendrik de Blinde substituut-secretaris

Figuur 1. Hendrik de Blinde, substituut-secretaris vanhet gemeentebestuur in 1794. De Blinde keerde niet inde “municipaliteit” terug (coll. Goois Museum).

Page 3: REVOLUTIE EN RESTAURATIE

eisende zaken werd een extraordinaire (buitenge-wone) vergadering belegd op de dag na oproe-ping, convocatie, ’s morgens om 9.00 uur. Indiende zaak absoluut geen uitstel kon hebben danmocht zo’n vergadering ook worden belegd opeen eerder tijdstip maar dan moest de convocatiewel ten minste twee uren voor de aanvang van devergadering worden gedaan. Dit werd zo strenggeregeld om te voorkomen dat de bestuursledenzonder noodzaak uit hun particuliere zakelijke be-zigheden werd gehaald. Te laat komen of wegblij-ven werd beboet met respectievelijk twee en zesstuivers. (Dit kon voor punctuele bestuurders nogaardig lucratief zijn want de opbrengst van deboetes werd jaarlijks onderling verdeeld.) De ver-gaderingen moesten op het afgesproken uur be-ginnen zonder gezellige praatjes vooraf. Menmocht tijdens de bijeenkomsten geen kosten ma-ken ten laste van het dorp voor bijvoorbeelddrankjes of hapjes. Wilde men iets gebruiken danmoest dat uit eigen zak betaald worden. Er werdjaarlijks wel een som van dertig gulden begrootvoor turf en hout voor de verwarming van de ver-gaderkamer tijdens de wintermaanden.

Wanneer er belangrijke zaken te regelen warenbuiten het dorp, met besturen van andere plaat-sen of hogere overheden, dan deed men dit zo-veel mogelijk schriftelijk. Het opstellen van debrieven was een taak van de secretaris. In sommi-ge gevallen was het noodzakelijk een commissiete benoemen die werd gemachtigd tot het voerenvan overleg, belangenbehartiging of het doen vaneen onderzoek. Zo’n commissie werd altijd vooreen specifiek doel en tijdelijk ingesteld. De com-missieleden mochten voor hun werkzaamhedengeen kosten in rekening brengen wegens gederf-de inkomsten of ander nadeel vanwege het vanhuis zijn. Alleen reis- en voedingskosten werdenvergoed mits betalingsbewijzen werden overlegd.

Secretaris, archief en kasDe secretaris functioneerde als zodanig zowelvoor het gerecht als voor het dorpsbestuur. Hijhad geen stemrecht maar zal wel mondelinge ad-viezen hebben verstrekt. Hij had als taak de geno-men resoluties (besluiten) op papier te stellen enaan de vergadering voor te lezen. Bij goedkeuringmoest de secretaris de volgende vergadering to-nen dat besluiten in het resolutieregister warengenoteerd. Men kende dus geen woordelijke no-

tulen. Jaarlijks ontving de secretaris een trakte-ment van 75 gulden. Voor het uitschrijven van debelastingregisters en aanslagbiljetten kreeg hijnog eens 25 gulden. Het schrijven van de jaarre-keningen van de schaarmeesters, kerkmeestersen molenmeester leverde hem per stuk vier gul-den op. Bovendien ontving hij vier gulden voorschrijfbenodigdheden.

Ook voor het beheer van de archieven en de kaswerd in het reglement van alles geregeld. Alle gel-den, rekeningen, boeken, charters en papierenbetreffende het dorp moesten worden bewaard ineen kist op een veilige plaats in het rechthuis. Dekist was voorzien van drie verschillende sloten. Desleutels van de verschillende sloten berustten bijde buurmeesters en bij de secretaris. De kist kondus alleen worden geopend in het bijzijn van dezedrie heren en ook alleen tijdens de vergaderin-gen, noodgevallen uitgezonderd. In dezelfde kistmoest ook het kasboek worden gelegd, waarindoor de secretaris gedateerde opgave werd ge-daan van inkomsten en uitgaven. In de kist moesteen lijst liggen waarop precies stond wat zich erinbevond. Met uitzondering van de secretaris mochtniemand zomaar papieren uit het rechthuis mee-nemen. In 1766 bij de grote brand, die onder an-dere het rechthuis verwoestte, zijn dan ook allebestuurlijke en rechterlijke archieven verloren ge-gaan behalve de bescheiden die bij de toenmaligplaatsvervangend secretaris, Hendrik de Blinde,thuis lagen.

De jaarrekeningHet financieel beheer was nog steeds gestoeld opeen verordening daterend uit 1658. Het rekening-jaar liep officieel van 1 februari tot en met 31 janua-ri en eindigde voordat nieuwe bestuursleden wer-den benoemd. De twee buurmeesters stelden dejaarrekening op. Bij grote en belangrijke uitgaven-posten werden kwitanties meegeleverd. De reke-ningen moesten op de tweede maandag in fe-bruari worden verantwoord ten overstaan van bal-juw, schout, schepenen en raden na voorafgaandepublicatie en omreeteling (omroeping nadat metbehulp van een ratel de bevolking bijeengeroepenwas). Deze rekeningvergaderingen waren open-baar. Omdat het rechthuis niet groot genoeg wasom grote aantallen mensen te ontvangen vond deverantwoording plaats met opene deuren en ven-

Eigen Perk 1996/4 165

Page 4: REVOLUTIE EN RESTAURATIE

sters. Burgers die een kopie van de rekening wil-den, konden die tegen redelijke kosten kopen.

Slechts op één punt sprak het reglement van eengelegenheid waarbij de bevolking haar stem konlaten gelden: het dorpsbestuur mocht alleen tothet aanspannen van processen besluiten, nadatdit voornemen was goedgekeurd door de geme-ne buurspraak. De buurspraak bestond uit allemannelijke leden van de burgerij die meebetaal-den aan de dorpsbelastingen. Voor deze goed-keuring was een tweederde meerderheid nodig.

Nationale en gewestelijke bestuursregelingna de omwenteling

De stadsbesturen waren na de omwenteling om-gezet in provisionele (voorlopige) besturen. Door-dat de steden ook vertegenwoordigd waren in degewestelijke besturen kwamen deze laatste ook alsnel in de greep van de revolutie. De Staten Ge-neraal, met vertegenwoordigers uit alle gewesten,werd vervolgens overgenomen door de revolutio-nairen. Alle bestaande bestuursniveaus moestenzich dus aanpassen aan de denkbeelden van deomwenteling. In het gewest Holland kwamen alop 26 januari 1795 de afgevaardigden van de om-gezette stadsbesturen bijeen in de oude verga-

derzaal van de Staten van Holland. Zij noemdenzich de Provisionele Representanten van het Volkvan Holland. De nieuwe vergadering koos PieterPaulus tot voorzitter. Nieuw was dat de vertegen-woordigers van de niet-stemhebbende steden enhet platteland ook werden toegelaten. Al snel namdit college de plaats in van de vroegere Staten.

Over de formele staatsinrichting en de bestuur-lijke structuur, die geheel nieuw ontworpen moes-ten worden, bestonden op gewestelijk en natio-naal niveau uiteenlopende gedachten en verlan-gens. In de meeste gewestelijke Statencollegesleefden grote bezwaren tegen het opgeven vande eigen soevereiniteit. Van radicale zijde werddaarentegen aangedrongen op bijeenroepingvan een nationale grondwetgevende vergaderingvan vertegenwoordigers van het Bataafse volk.Het gewest Holland nam hiertoe het initiatief in deStaten Generaal. De Staten Generaal werd belastmet het opstellen van een reglement voor de ver-kiezing en de regeling van de bevoegdheden vaneen Nationale Vergadering.

De eerste bijeenkomst van de Nationale Verga-dering vond plaats op 1 maart 1796. Ze telde 126leden, die gekozen waren via getrapte verkiezin-gen. Het stemrecht was toegekend aan alle man-nen van twintig jaar en ouder die niet van de bede-

166 Eigen Perk 1996/4

Figuur 2. De Nationale Vergadering in 1796, naar een gravure van Reinier Vinkeles (coll. Rijksmuseum).

Page 5: REVOLUTIE EN RESTAURATIE

ling leefden en verklaarden dat zij de oppermachtvan het volk voor wettig hielden. Het land was ver-deeld in 126 kiesdistricten van ±15.000 zielen. Ie-der kiesdistrict was vervolgens verdeeld in grond-vergaderingen voor elke ±500 ingezetenen. Destemgerechtigde mannen van elke grondvergade-ring kozen één kiesman. Hilversum had 3410 inwo-ners in 1795 (waarvan circa 575 stemgerechtigdeburgers) en kon dus 7 kiesmannen leveren uit degrondvergaderingen.3 Hilversum behoorde tot hetkiesdistrict Vecht en Zee. De dertig kiesmannenvan dit kiesdistrict kozen op hun beurt één afge-vaardigde naar de Nationale Vergadering.

Op 6 maart 1795 werd door de Provisionele Re-presentanten van het gewest een algemene voor-lopige regeling getroffen voor de besturen van dekleine steden en het platteland. Door middel vaneen publicatie lieten ze weten dat wy in rype over-weging genomen hebbende verscheide Reques-ten aan ons gepresenteerd, betrekkelyk de veran-deringen van Regeeringen in sommige Dorpen,hebben gemeend, het van onzen plicht te zyn, ee-nige poincten dienaangaande vast te stellen, wel-ke tot eene algemeene provisioneele voorzieningzoude kunnen strekken tot op den tyd, dat eeneVergadering van Representanten van het geheeleBataafsche Volk de nodige schikkingen deswe-gens zal hebben vastgesteld.4

Eerste bestuurshandelingenvan de municipaliteit 1795

In Hilversum voltrok de omwenteling zich op 28 ja-nuari 1795. Het oude bestuur werd afgezet, gere-moveerd. De burgerij werd bijeengeroepen in deGrote Kerk en koos niet zonder strubbelingen eennieuw gemeentebestuur dat voortaan onder denaam municipaliteit zijn werk zou doen. Het be-stond uit de volgende personen:

Na de verkiezingen en de eerste drukke dagen nade remotie moest de municipaliteit langzamer-hand het normale dagelijkse bestuur ter handgaan nemen. Tijdens de eerste weken vergaderdede municipaliteit bijna elke dag. Men had uiteraardvele zaken te regelen. Begin februari moest aan deRepresentanten van het Volk van Holland in DenHaag opgave worden gedaan van het aantal melk-koeien, jong- en slachtvee, paarden, wagens, hooi,stro, tarwe, rog en haver. De burgers Jan Crameren Hendrik Andriessen werden gezonden om deHilversumse zaak in Den Haag te behartigen en teproberen om vorderingen zoveel mogelijk te voor-komen. De Franse troepen vertrokken op 3 februa-ri uit Hilversum en trokken via Amersfoort naar Har-derwijk. De vergadering hield zich die dag bezigmet het beschikbaar maken van de gidsen en dewagens die het vertrek mogelijk moesten maken.Eén dag later kwam er een halve compagnie voet-volk, ongeveer 50 man, en hield hier verblijf.

Op 5 februari arriveerde ook een deputatie vande municipaliteit van Naarden met als opdrachteen nieuw Hilversums bestuur te doen kiezen doorde burgerij. Dit was bepaald mosterd na de maal-tijd. Ook zou men twee personen moeten aanwij-zen om met de vertegenwoordigers van de andereGooise plaatsen te vergaderen in Naarden. Dievergadering diende om namens het Gooi een af-vaardiging te kiezen die zou deelnemen aan devergadering van de ‘Representanten van het Volkvan Holland’ in Den Haag. De Hilversumse muni-cipaliteit antwoordde koeltjes dat de provisionelemunicipaliteit bij verkiezing door het volk reeds isaangesteld. Vertegenwoordigers voor de vergade-ring te Naarden kon (of wilde) men niet benoemenomdat een aantal bestuurders afwezig was.

Nog twee andere spoedeisende zaken kwamenaan de orde. Vanwege de strenge winter en het al-gemeen gebrek werd besloten om een collecte tehouden voor de armen. Ook werd de bevolkingbekend gemaakt met de publicatie van de Rech-ten van den Mensch en van den Burger. De pro-clamatie met die tekst was door de baljuw vanGooiland aan het bestuur toegezonden. De be-kendmaking ging als volgt in zijn werk: de dorps-bode werd met de trommel het dorp in gestuurdom de aandacht van de bevolking te trekken. Depublicatie werd voorgelezen vanaf de stoep vanhet rechthuis en vervolgens werden de klokkenvan de toren en het rechthuis geluid.

Eigen Perk 1996/4 167

Naam Functie

Jan Cornelisz. Reijn maireGerbert Reijn president Hendrik Andriessen lid Cornelis van der Heijden lidLammert de Rijk lidJan de Wit lidJan Alders lidHarmen Reijn lidJan Cornelis de Jong lidJan Perk lidJohannes de Wilde lidJan Fennis secretaris

Page 6: REVOLUTIE EN RESTAURATIE

Het nieuwe bestuur wilde vanzelfsprekend ook definanciën en administratie in goede orde overne-men. Op 10 en 11 februari werd onder meer be-sloten de voormalige buurmeester, Gerrit Vlaan-deren, aan te schrijven om op donderdag 19 fe-bruari rekening en verantwoording te komen af-leggen over zijn beheer van de dorpskas en omde onder hem berustende archivalia en geldenvan het dorp over te dragen. Na deze verantwoor-ding nam de municipaliteit het financiële beheerin eigen hand. Aan de afgezette secretaris werdgevraagd wanneer hij in staat zou zijn om verslagte doen van de administratie. De kerkmeesters,potarmmeesters, schaarmeesters en de molen-meester werden eveneens gevraagd verslag tekomen doen van hun administratie. Ook werd hengevraagd om voorlopig in functie te blijven. Hierinstemden zij allen toe. Tussen 12 februari en 2maart werden geen buitengewone vergaderingenmeer belegd. Waarschijnlijk dacht men de touw-tjes goed in handen te hebben en was men drukdoende om uitvoering aan allerlei zaken te geven.

Een ‘nieuw’ reglementNadat het gewestbestuur op 6 maart 1795 de al-gemene voorlopige regeling voor de lokale bestu-

ren had gepubliceerd kreeg de Hilversumse bur-ger Jan Cramer opdracht om zich bezig te hou-den met het opstellen van een bestuursreglementen kiesreglement voor de Hilversumse situatie. Inafwachting daarvan noemde het kersverse be-stuur zich de provisionele (voorlopige) municipali-teit. Cramer diende op 22 juli 1795 zijn ontwerp in.Na overleg met de burgerij, die schriftelijk op- enaanmerkingen en wijzigingsvoorstellen kon ma-ken, werd het plan vastgesteld. Ook werd de da-tum bekend gemaakt waarop verkiezingen zou-den worden gehouden voor een nieuwe munici-paliteit volgens de nieuwe regels.

In het archief van het bestuur is het kiesregle-ment helaas niet meer te vinden. Dit is jammeromdat het waarschijnlijk het enige republikeinseHilversumse reglement is dat enigszins de ideeënvan de revolutie ademde. Het bestuursreglementdat werd vastgesteld is alleen in conceptvormaanwezig. Het betreft hier de gedrukte versie vanhet dorpsreglement van 1768 met in de margeaantekeningen van de wijzigingen daarop. De wij-zigingen waren niet zeer ingrijpend en dienden ei-genlijk alleen om oude onpraktische regelingen afte schaffen. Ook moesten natuurlijk de oude func-tiebenamingen door nieuwe worden vervangen.

168 Eigen Perk 1996/4

Figuur 4. De staatsgreep van 12 juni 1798. De troepen van Daendels nemen S.J. van Langen, een lid van het Uit-voerend Bewind, gevangen. Naar een gravure van Reinier Vinkeles (coll. Rijksmuseum).

Page 7: REVOLUTIE EN RESTAURATIE

Vanaf 1795 was er binnen de municipaliteit eenscheiding tussen het comité van dorpsbestuur,dat zich dus met bestuurlijke zaken bezighield, enhet comité van rechtspleging, de opvolger van derechtbank. Zij vergaderden afzonderlijk en be-stonden ieder uit vijf leden. Alleen de (gekozen!)schout of maire, die leiding gaf aan het comité vanrechtspleging, was een verbindende schakel om-dat hij aanwezig was bij de vergaderingen van hetdorpsbestuur. Hij had daarin alleen een advise-rende stem. De municipaliteit bestond dus uit tienleden. Eén van hen was de president of voorzitter,hij zat tevens het comité van dorpsbestuur voor enwas het eerste aanspreekpunt voor de burgers.Een van de andere leden van het dorpsbestuurwas als thesaurier verantwoordelijk voor het finan-cieel beheer. De secretaris bleef voor beide co-mités werkzaam.

De vergaderingen van het dorpsbestuur wer-den in plaats van eens per maand voortaan om deveertien dagen gehouden. Ze vonden plaats on-middellijk na het aflopen van de zitting van derechtbank op donderdagmiddag om 16.00 uur.Gedurende de wintermaanden mochten nu ookkosten voor de verlichting van de vergaderruimtein rekening worden gebracht. Het vaste bedragvan dertig gulden, dat jaarlijks werd begroot, werdafgeschaft evenals de traktementen voor de maireen de secretaris. Bovendien ontving de secretarisgeen geld meer voor het schrijven van de kerk-meestersrekening. Dit vanwege de afschaffingvan de hervormde religie als staatsgodsdienst.Met ingang van augustus 1795 moesten de boe-ken, rekeningen, charters en papieren op het se-cretariaat (het rechthuis) bewaard worden. De gel-den moesten voortaan berusten bij de thesaurier.De ingewikkelde regeling met betrekking tot desleutels van de dorpskist werd afgeschaft.

De invloed van de bevolking op het lokale bestuurwerd, behalve met het kiesrecht, met nog éénpunt uitgebreid. Voortaan mochten nieuwe plaat-selijke belastingen, ter bestrijding van kosten ge-maakt in het algemeen belang, alleen worden in-gevoerd na overleg met en met goedkeuring vaneen vertegenwoordiging uit de burgerij. Deze bur-gerlijke commissie moest met tweederde meer-derheid van stemmen door en uit de stemgerech-tigde burgerij worden benoemd.

Een nieuw wettig gekozen bestuurOp 19 augustus 1795 werden de geregelde ver-kiezingen van de municipaliteit, ingevolge hetnieuwe kiesreglement, gehouden. Een overzichtvan de uitgebrachte stemmen is niet bewaard ge-bleven. Wel wie er tot lid van de nieuwe municipa-liteit werden gekozen: Jan de Wit, Cornelis vander Heijden, Johannes de Wilde, Jan de Jong,Jan Fennis, Pieter van de Beeden, Rijk van Os,Jan Cramer, Jacob Vos en Jacob de Rijk.

Hoe deze heren zich kandidaat hadden ge-steld, aan welke voorwaarden men moest voldoenen of er bijvoorbeeld kieslijsten ter inzage lagen isdoor het verloren raken van het kiesreglement nietbekend. Op 28 augustus zou het nieuwe bestuuraantreden. Men nam zich voor om op die heuglij-ke dag de vlaggen uit te steken en de klok te lui-den. De voorzitter van de aftredende municipali-teit zou op diezelfde dag verslag moeten doenover zijn financieel beheer. Hier kwam echter eenkink in de kabel waarover de archieven geen uit-sluitsel geven: vanaf 25 augustus tot 9 december1795 staat niets genotuleerd over enige vergade-ring van de municipaliteit. Sterker nog, pas oplaatstgenoemde datum vond de installatie van hetnieuwe bestuur plaats en trad het voorlopige be-stuur af. Men kan slechts een vermoeden hebbenover wat er zich allemaal in Hilversum heeft afge-speeld, veel goeds zal het niet geweest zijn.

De volgende verkiezingen werden gehouden injuni en augustus 1796, elk voor vijf leden van hetbestuur. Eigenlijk had maar de helft van de muni-cipaliteit vervangen hoeven te worden maar doorde onrust onder de bevolking hadden de vijf le-den wiens termijn nog niet was verstreken hunfuncties ook verlaten (zie kadertekst). Alleen vande verkiezingen van 27 augustus zijn de resulta-ten bekend:

De andere vijf waren Jacob de Rijk, Lambert Rin-kel, Jan van der Heijden, Jan de Wit en Rijk vanOs. Het comité van dorpsbestuur werd gevormddoor Annee, De Rijk, Vlaanderen, Rinkel en Van

Eigen Perk 1996/4 169

Jan Perk 102 stemmenHendrik Andriessen 91 stemmenJan Annee 89 stemmenRijk Vlaanderen 76 stemmenJan Reijn 70 stemmen

Page 8: REVOLUTIE EN RESTAURATIE

der Heijden. Annee werd door zijn collega’s ver-kozen tot president. Perk die zoveel stemmen hadweten te vergaren, ongetwijfeld omdat men inhem een betrouwbaar bestuurder zag, wilde al-leen aantreden als lid van het comité van rechts-pleging.

Op 17 mei 1797 werden de laatste verkiezingenvoor het lokale bestuur ten tijde van de Republiekgehouden. Ook nu waren weer 5 leden van demunicipaliteit te verkiezen, volgens het roostervan aftreding. De uitslag daarvan: Johannes Koel-man, Dirk Vos, Tijmen van der Heijden, Nicasiusvan Veerssen, Gerrit de Wit.

Een staatsgreepDe bevolking van de Bataafse Republiek had optwee punten de soevereiniteit aan zich getrokken.De verkiezing van zijn vertegenwoordigers en degoedkeuring van de staatsregeling, en de grond-wet en grondwetswijzigingen werden het voor-recht van de stemgerechtigde burgers. De Natio-nale Vergadering werd belast met opstellen vaneen bestuursregeling. Men bleek echter diep-gaand verdeeld. De groep radicalen, unitarissengenaamd, ging uit van de ondeelbare soevereini-teit van het hele volk, vertegenwoordigd in de Na-tionale Vergadering. De federalisten daarentegenzagen de soevereiniteit niet als ondeelbaar. Zij wa-ren voor een stelsel waarin de scheiding van demachten en een grote mate van lokale en gewes-telijke zelfstandigheid het centrale gezag in even-wicht zouden houden. Daarnaast was er nog eengroep gematigden (moderaten) die zich in geenvan beide gedachtengangen geheel konden vin-den.

Op 15 maart 1796 benoemde de Nationale Ver-gadering een commissie die het ontwerpen vaneen Staatsregeling tot taak had. Het plan dat decommissie enkele maanden later inleverde hadeen sterk federalistisch karakter. Tijdens de parle-mentaire behandeling, die tot 30 mei 1797 duur-de, werd het van vele amendementen voorzienmet als gevolg dat het uiteindelijke resultaat nie-mand geheel tevreden stelde. Bij een gehoudenvolksstemming werd deze conceptregeling danook met een ruime meerderheid verworpen. Vande stemming in Hilversum wordt in het notulen-boek van de municipaliteit wel melding gemaaktmaar de uitslag staat niet genoteerd.

De situatie veranderde pas na een heuse staats-greep op 22 januari 1798 toen de vergaderzaalvan de Nationale Vergadering in Den Haag werdbezet door radicale unitarissen gesteund door hetleger onder leiding van generaal H.W. Daendels.De generaal had met zijn troepen het binnenhofbezet en op de naburige pleinen geschut latenopstellen om de bevolking in toom te houden. De22 gematigde unitarissen en federalisten die deeluitmaakten van de Nationale Vergadering warende voorafgaande nacht uit hun huizen gehaald engevangen gezet. De overige leden moesten eeneed van afkeer van het stadhouderlijk bestuur enhet federalisme afleggen. De Staatsregelingkwam vervolgens betrekkelijk snel tot stand enwerd uiteindelijk op 23 april goedgekeurd. In Hil-versum werden 207 stemmen uitgebracht in degrondvergaderingen. Daarvan waren er 107 vóórde nieuwe regeling. Een krappe meerderheid dusbij een slechte opkomst.

De Staatsregeling van 1798Het begin van de tekst van de Staatsregeling luid-de als volgt: Het Bataafsche Volk, zig vormendetot eenen ondeelbare Staat, en bezeffende, dathet voornaame bederf van alle Regeeringen gele-gen is in de miskenning der natuurlijke en gehei-ligde regten van den Mensch in den Maatschap-pij, verklaart de navolgende stellingen als den wet-tigen grondslag waarop Het zijne Staatsregelingvestigt, en als zoo vele regels, waarnaar Het zijneburgerlijke en staatkundige betrekkingen wil heb-ben gewijzigd.5

Hoofdstuk 1 van de Staatsregeling beschreef deverdeling van het grondgebied van de Republiekin acht departementen. Het dorp Hilversum viel on-der het departement Tessel (Texel). Ieder departe-ment was verdeeld in zeven ringen en elke ring inverschillende gemeenten. Behalve deze verdelingin departementen, ringen en gemeenten was deRepubliek dus ook verdeeld in districten en grond-vergaderingen voor de volksstemmingen en deverkiezingen. Het tweede hoofdstuk behandeldehet kiesrecht. De Bataafse burger die zijn stem wil-de uitbrengen in de grondvergaderingen moest in-geschreven staan in het stemregister van zijn ge-meente. Men kon zich alleen inschrijven in hetstemregister wanneer aan een aantal voorwaar-den was voldaan. Eén daarvan was het afleggenen tekenen van de navolgende verklaring: Ik hou-

170 Eigen Perk 1996/4

Page 9: REVOLUTIE EN RESTAURATIE

de het Bataafsche Volk voor een vrij en onafhang-lijk Volk, en beloof aan Hetzelve trouw. Ik verklaarmijnen onveranderlijken afkeer van het Stadhou-derlijk Bestuur, het Foederalismus, de Aristocratieen Regeeringloosheid. Ik beloof, dat ik, in alle mij-ne verrigtingen, hetzij als stemoefenend Burger,hetzij als Kiezer, alle de voorschriften der Staatsre-geling getrouwlijk zal opvolgen, en nimmer mijneStem geven aan iemand, wien ik houde te zijn eenvoorstander van het Stadhouderlijk of FoederatiefBestuur, van de Aristocratie of Regeeringloosheid.Dit verklaar ik op mijne Burgertrouw! Opmerkelijkwas het vijftiende artikel. Dit bepaalde dat de aan-hangers van het oude stadhouderlijk bewind eneen federatief bestuur evenals alle tegenstandersvan de omwenteling van 1795 gedurende de eerst-volgende tien jaar (!) niet zouden worden toegela-ten tot het stemregister.

Het vijfde hoofdstuk, artikel 190, regelde dat aanhet hoofd van elke gemeente een gemeentebe-stuur werd gesteld. Het aantal leden, de adminis-tratie, de jaarlijkse bezoldiging en de wijze van ver-kiezing zouden nog nader door het Vertegenwoor-digend Lichaam (het parlement) in een reglementworden bepaald. Jaarlijks moest een derde vanhet aantal bestuursleden aftreden. De volgordevan aftreding werd de eerste maal door het lot be-

paald. Daarna geschiedde de aftreding naar ou-derdom van dienst. Een aftredend lid was maxi-maal tweemaal achtereenvolgens herkiesbaar. Alsiemand voor de derde keer herkozen wilde wordenmoesten er tussen de tweede en derde zittingspe-riode drie jaren verstreken zijn. Leden van het ge-meentebestuur moesten voldoen aan de volgendevoorwaarden: zij moesten stemgerechtigd zijn,tenminste 25 jaren oud en gedurende de laatste vijfjaren in de gemeente woonachtig. Het gemeente-bestuur mocht niet op eigen houtje een nieuwe be-lasting vaststellen. Zij moest daarover eerst meteen commissie uit de burgerij overleggen. Het ge-meentebestuur was verplicht jaarlijks in het open-baar verantwoording af te leggen over het finan-cieel beheer. De leden van het gemeentebestuurkonden nooit persoonlijk voor het DepartementaleBestuur ter verantwoording worden geroepen.Ook konden ze niet uit hun ambten ontzet worden.In geval bestuurslid een misdrijf had begaan, werdhij berecht door het Crimineel Departementaal Ge-rechtshof, waaronder de gemeente behoorde.

Deze Staatsregeling maakte een nieuwe regle-mentering van het dorpsbestuur noodzakelijk,maar voorlopig zou het daar niet van komen. Welwerden in deze regeling alvast de essenties vaneen plaatselijk te vervaardigen kiesreglement op-gesomd.

Een tweede staatsgreepOp 12 juni 1798 vond er een tweede staatsgreepplaats. Ditmaal werd deze voornamelijk ingege-ven door woede over het feit dat de Nationale Ver-gadering geen verkiezingen had uitgeschrevenzoals nota bene bij reglement was bepaald. Blijk-baar was men vergeten dat er nogal wat verwach-tingen waren gewekt bij de burgerij en het leek ereven op dat men een dictatuur wilde vestigen. We-derom bezette Daendels met zijn troepen de ver-gaderzaal. Ditmaal werden enkele radicale unita-rissen van het politieke toneel verwijderd en ge-vangen gezet. De overige leden van het parle-ment werden naar huis gestuurd. Er werden ver-kiezingen uitgeschreven overeenkomstig het kies-reglement en een gematigder Uitvoerend Bewindkwam aan de macht. De Staatsregeling van 1798vereiste vele hervormingen ook op lokaal niveau.Het Uitvoerend Bewind slaagde er niet in deze terealiseren, vooral omdat men nauwelijks enigekennis had van plaatselijke toestanden.

Eigen Perk 1996/4 171

Figuur 3. De Bataafse Republiek in 1798; de acht de-partementen hebben andere namen en grenzen dan devroegere provincies. Hilversum ligt in het Departementvan Tessel. Maastricht, Venlo en Staats-Vlaanderen (hethuidige Zeeuws Vlaanderen) waren in 1795 aan Frank-rijk afgestaan.

Page 10: REVOLUTIE EN RESTAURATIE

Na de staatsgreep van 22 januari 1798 warenook de provinciale besturen gezuiverd van fede-ralisten. Na de tweede staatsgreep werden de de-partementale besturen overal behalve in Hollandontbonden en vervangen door gematigder bestu-ren. In Holland kon de helft van de bestuursledenblijven zitten en werden de andere tien leden ende secretaris vervangen.

Lokale consequenties van de staatsgrepenvan 1798

In Hilversum werden na de eerste staatsgreep van22 januari tijdens de vergaderingen van de muni-cipaliteit allerlei bekendmakingen van het landelij-ke en provinciale bestuur behandeld. De secreta-ris stelde voor om de nieuwe regering een gelukwenste sturen. Dit voorstel werd met algemene instem-ming begroet. Het Administratief Bestuur van hetVoormalige Gewest Holland liet weten dat het Hil-versumse bestuur voorlopig moest blijven zitten endat er voorlopig ook nog geen nieuwe bestuurs-verkiezingen konden worden uitgeschreven. Aan debaljuw werd door de municipaliteit desgevraagd be-

richt dat er zich in Hilversum geen Oranje-gezindesociëteiten bevonden en dat er ook geen vluchte-lingen uit Frankrijk waren gesignaleerd.

Op 23 maart verschenen er twee vertegenwoor-digers van het provinciaal bestuur in de vergade-ring. Zij waren aangesteld om de municipaliteit tereorganiseren. Dit betekende dat ze het zittendebestuur ontsloegen en dat ze er toe overgingen an-deren persoonen de tegenwoordige orde vanzaaken volkomen toegedaan zijnde aan te stellen.De ontslagen bestuurders moesten wel ter verga-dering aanwezig blijven omdat mogelijk enkelenvan hen opnieuw benoemd zouden worden. Devolgende personen werden herbenoemd als lid:Jan Perk, Jan Cornelisz. de Jong en Harmen Reijn(die inmiddels in een vacature benoemd was ge-weest). Nieuwe leden waren Jan van der Heijden,Barend Iesberts en Nicasius van Veerssen. In defunctie van maire werd wederom Jan Cornelisz.Reijn benoemd. Ook Johannes de Wilde, de se-cretaris, die in augustus 1796 tot opvolger van JanFennis benoemd, mocht aanblijven (zie kader-tekst). Ook nu probeerden de nieuw benoemde le-den, net als bij de verkiezingen in 1795, onder hunbenoeming uit te komen vanwege hun drukkewerkzaamheden. De benoemingen bleven echtervan kracht en allen zweerden een eed waarin zeverklaarden een afkeer te hebben van het stad-houderschap, aristocraten, regeringloosheid enfederalisme. Uit hun midden kozen ze Jan Cramertot voorzitter. De bevolking werd van deze zuiveringin kennis gesteld en had in feite het nakijken.

Het stemgerechtigde deel der bevolking werd welopgeroepen om op 23 april hun goed- of afkeu-ring te geven aan de nieuwe Staatsregeling. Daar-aan voorafgaand werden echter eerst de zevengrondvergaderingen (stemdistricten) gezuiverd.Op 14 april moesten alle stemgerechtigde bur-gers verschijnen om dezelfde eed van trouw aanhet nieuwe nationale bestuur af te leggen. Destemmingen verliepen in Hilversum als volgt:

172 Eigen Perk 1996/4

grondvergadering totaal stemmen voor tegen

1 42 28 142 25 18 73 21 16 54 32 20 125 32 15 176 32 15 177 23 15 8

Figuur 5. Generaal H.W. Daendels. In 1795 haalde hijaan het hoofd van het Bataafse legioen de Franse troe-pen binnen. Ook bij de staatsgrepen van 1798 speeldehij een belangrijke rol.

Page 11: REVOLUTIE EN RESTAURATIE

Van de zeven Hilversumse grondvergaderingenwaren er vijf in meerderheid voor en twee tegenhet ontwerp van Staatsregeling. Van de in totaal207 uitgebrachte stemmen waren er 127 voor en80 tegen. Opvallend is het lage aantal stemmendat werd uitgebracht. In de periode 1796-1804telde Hilversum 575 stemgerechtigde burgers.Zal dit aantal in 1798 misschien wat lager zijn ge-weest dan is toch het merendeel der stemgerech-tigden thuis gebleven. Zeker is het niet zo dat eenbijster groot aantal burgers hun stemrecht wasontnomen in de zuiveringen. Vergeleken met delandelijke uitslagen (153.913 goedkeurende stem-men en 11.597 afkeuringen) was de uitslag in Hil-versum in sterkere mate negatief. De lage op-komst en het grote aantal tegenstemmers wijzener mogelijk op dat het van bovenaf benoemen vaneen nieuw dorpsbestuur, zonder verkiezingen uitte schrijven, de Hilversummers niet zinde.

In ieder geval was de nieuwe Staatsregelingaangenomen. Het nationale Uitvoerende Bewinddecreteerde daarom dat op de dag van bekend-making ervan, 19 mei, een Nationaal Feest ge-vierd moest worden. Het Hilversumse bestuur be-sloot op die dag een nieuwe vrijheidsboom teplanten, driemaal de klokken te laten luiden envlaggen op de toren van de kerk en op het raad-huis te plaatsen. Om de bevolking tot wat groterenthousiasme te verleiden werd ook besloten hetrechthuis ’s avond feestelijk te verlichten en aan al-le kasteleins toestemming te verlenen om muziekte laten spelen.

Na de tweede staatsgreep van 12 juni ontving hetdorpsbestuur weer tal van aanschrijvingen en cir-culaires van de hogere overheid. De presidentmaakte zijn verwarring hierover tijdens een verga-dering duidelijk. Hij wist niet of alle deze stukkenwel strookten met de zojuist aangenomen Staats-regeling. Wat te doen? De municipaliteit beslootalles maar op de gebruikelijke wijze aan te plak-ken en ter kennis te brengen van de bevolking. Op28 juni werden drie aanschrijvingen ontvangenmet betrekking tot het vervangen van bestuursle-den. Waarschijnlijk betrof het hier weer een zuive-ringspoging van hogerhand maar voor Hilversumhebben deze geen merkbare consequenties ge-had. Wel werd een nieuwe indeling gemaakt voorde grondvergaderingen. In feite werden er nieu-we stemdistricten afgebakend. Ditmaal, op aan-

wijzing van het provinciaal bestuur, ingedeeld vol-gens de huisnummering. Hoe de oude stemdis-tricten waren ingedeeld is niet bekend. De nieuweverdeling zag eruit als volgt:

Weer een nieuw reglementAl in 1801 wensten drie leden van het nationaleUitvoerend Bewind herziening van de in hun ogengebrekkige Staatsregeling van 1798. Ook wildenzij een politieke rentree van voormalige regentenen orangisten mogelijk maken! Het parlement, datmet de wetgeving was belast, stemde het voorstelaf. Verzekerd van Franse steun ontbond het Uit-voerend Bewind het parlement en legde de kie-zers een nieuwe Staatsregeling voor. De kiezersbleven echter massaal thuis. De enige manier omde nieuwe regeling voor aangenomen te verkla-ren, was door de thuisgebleven kiezers als voor-standers aan te merken. De Staatsregeling van 16oktober 1801 en de daarop gevolgde reorganisa-ties maakten veel van de vernieuwingen van 1795en latere jaren ongedaan. Een twaalf man tellendStaatsbewind oefende het bestuur op tamelijk au-toritaire wijze uit. Het parlement vergaderde voor-taan nog slechts enkele maanden per jaar. Boven-dien bezat het geen recht van initiatief of amende-ment meer. De departementen en lokale besturenkregen hun oude grenzen en namen weer terugen ze kregen ruimere bevoegdheden.

In deze nieuwe Staatsregeling werd ook weer eenen ander met betrekking tot de gemeentebestu-ren geregeld. Nu zou niet het parlement maar elkstads- en dorpsbestuur zelf zijn eigen reglementmoeten opstellen. Het voorstel, dat gebaseerdmoest zijn op het beginsel van volkskeuze en eengeregelde afwisseling van de bestuursleden,moest worden voorgedragen aan het Departe-

Eigen Perk 1996/4 173

grondvergadering huisnrs stemlokaal

1 1 t/m 69 in het rechthuis2 70 t/m 138 in de Oud-

katholieke kerk3 139 t/m 207 in het koor van de

gereformeerde kerk4 208 t/m 276 in de herberg5 277 t/m 345 in het gereformeerd

weeshuis6 346 t/m 414 in de nieuwe Rooms-

katholieke kerk7 415 t/m 481 in de school

Page 12: REVOLUTIE EN RESTAURATIE

mentaal Bestuur ter goed- of afkeuring. Ingevolgede Staatsregeling van 1801 werd op 24 mei 1802een reglement voor het Departement Holland aande bevolking voorgelegd. De meerderheid van destemgerechtigden keurde dit goed. Het nieuwedepartementaal bestuur bestond uit twaalf leden.Een van de taken van dit bestuur was er op toe tezien dat de lokale besturen zo snel mogelijk eeneigen bestuursreglement zouden ontwerpen. Delokale besturen hadden immers al sinds 1795 ge-functioneerd op basis van voorlopige regelingenen oude, deels aangepaste reglementen.

Op 3 juli 1802 vergaderde de municipaliteit vanHilversum om een voordracht op te stellen aan hetDepartementaal Bestuur. Deze voordracht diendeom een commissie samen te stellen die belast zouworden met het ontwerpen van een nieuw regle-ment voor het gemeentebestuur. De commissiemoest bestaan uit personen die geen lid warenvan de municipaliteit. De volgende namen wer-den aan het Departementaal Bestuur voorge-steld: Gerrit de Wit, Rijk J. Das, Jacob van Os, JanCramer en Harmen Willemsz. Vlaanderen. HetDepartementaal Bestuur verving Jan Cramer

door Cornelis Streefkerk omdat Cramer zittinghad in de municipaliteit. Het ontwerp-reglementvoor het gemeentebestuur moest binnen zes we-ken gereed zijn. Wanneer men geen ontwerp zoukunnen samenstellen, zou men een reglementvolgens model van het departement in moetenvoeren. Op 5 oktober maakten de vijf commissie-leden bekend dat ze de hun opgelegde taak aan-namen. Ze verzochten de municipaliteit om inlich-tingen en inzage in de papieren die ze eventueelnodig mochten hebben. Vervolgens ging menaan de slag.

Op de avond van 16 november ontving de pre-sident van de municipaliteit een conceptplan datechter maar door drie commissieleden was on-dertekend: door Rijk J. Das (de voorzitter van decommissie), Harmen Willemsz. Vlaanderen enCornelis Streefkerk. De volgende ochtend ontvingde municipaliteit tijdens de vergadering een ver-zegeld pakket met daarbij een briefje, dat was on-dertekend door de twee andere leden, Gerrit deWit en Jacob van Os. In het pakket bevond zicheen tweede concept met een toelichtende brief.De brief stond bol van de aanmerkingen op het

174 Eigen Perk 1996/4

Figuur 6. Gezicht op Hilversum in 1802. De ergste stormen waren, althans op politiek gebied, voorbij.

Page 13: REVOLUTIE EN RESTAURATIE

ontwerp-Das. Waarschijnlijk wist de municipaliteitzich geen raad met deze situatie, want ze beslootom de zaak op te schorten tot de volgende verga-dering. Acht dagen later besloot de municipaliteitom beide plannen op te sturen naar het Departe-mentaal Bestuur met het verzoek om aan te gevenhoe men hiermee moest omgaan.

Het ontwerp-DasDe drie leden van de commissie die het plan on-dertekenden hadden allen vóór 1795 deel uitge-maakt van het dorpsbestuur. Het was dan ook nietverwonderlijk dat hun plan tamelijk conservatiefwas en zelfs grotendeels leek aan te sturen opherstel van het afgeschafte dorpsreglement. Hetontwerp was erg uitgebreid opgezet en bevatteeen aantal opmerkelijke artikelen. In het eerste ar-tikel vermeldde het ontwerp-Das meteen maar dathet algemene plaatselijke bestuur in handen wasvan de magistraat. Deze moest bestaan uit eengecombineerde vergadering van het dorpsbe-stuur en de rechtbank. Een schout zou de verga-dering moeten voorzitten en mocht alleen adviesuitbrengen, hij had geen beslissende stem. Hetdagelijks dorpsbestuur zou in handen worden ge-legd van drie buurmeesters en vier raden.

De buurmeesters zouden zitting hebben gedu-rende drie jaar en de raden vier jaar. Elk jaarmoest één buurmeester en één raad aftreden. Deaftredende personen waren direct herkiesbaar.Een van de drie buurmeesters zou tot presidentworden gekozen telkens voor een periode vanéén jaar. De president was belast met de ontvang-sten en uitgaven van het dorp. Hij moest zorg dra-gen voor een rechtvaardige en tijdige inning vanalle plaatselijke belastingen. De maatregelen ofvoorstellen van het dorpsbestuur hadden pas bin-dende kracht wanneer ze door de voltallige magi-straat gesanctioneerd en gepubliceerd waren.Men vond dat bij de eerstkomende bestuurswijzi-ging alle oude reglementen en verordeningen vanvóór 1795 opnieuw van kracht moesten wordenverklaard ten overstaan van de magistraat.

De magistraat zou voorzien in vacatures in hetdorpsbestuur door te kiezen uit een dubbel aantalnamen, voor te stellen door de resterende ledenvan het dorpsbestuur. Het dorpsbestuur had hettoezicht over alle ambtenaren en bedienden. Hetpersoneel was verplicht op de eerste vergaderingvan een nieuw benoemd bestuur te verschijnen.

De schout zou voor drie jaar worden gekozen enbenoemd door de magistraat uit een voordrachtvan drie personen opgesteld door het dorpsbe-stuur. De schout werd geacht alle verordeningenen reglementen van het Staatsbewind en Depar-tementaal Bestuur naar behoren na te komen. Hijmoest waken tegen ongeregeldheden en de straf-rechtspleging ten dienste staan. Het traktementvan de schout bleef afgeschaft. De secretariswerd door de magistraat gekozen uit een voor-dracht van drie personen samen te stellen doorhet dorpsbestuur. De bestuursleden konden nietworden vrijgesteld van hun bestuurstaken behal-ve wanneer zij elders doende waren in het dorps-belang. Voor het overige zouden de leden van demagistraat zich moeten houden aan de bepalin-gen van het reglement van 1768 (!). Dit concept-reglement stelde dus op vrijwel alle punten (metuitzondering van de schoutbenoeming) een te-rugkeer naar de situatie van voor de omwentelingvoor. Termen als buurmeesters en raden werdenweer zonder enige gêne gebruikt en zelfs wildemen de scheiding tussen bestuurlijke en recht-sprekende macht weer ongedaan maken.

Het tweede ontwerpHet concept van De Wit en Van Os hield zich meeraan de ideeën over bestuur die na de omwente-ling gemeengoed waren geworden. Volgens ditontwerp zou het gemeentebestuur moeten be-staan uit vijf leden. Zij moesten stemgerechtigdzijn, minstens vijfentwintig jaar oud en twee jaarwoonachtig zijn in Hilversum. Zij mochten geenambtenaar zijn en ook mochten ze onderling nietverwant zijn. Jaarlijks moest een derde gedeeltevan de leden aftreden. De eerste twee jaren tel-kens twee leden en het derde jaar een lid. De eer-ste maal zou het aftreden door het lot bepaaldmoeten worden. Overigens volgde men hetgeenin de op dat moment geldende Staatsregeling tenaanzien van de benoemingen en nieuwe belastin-gen was bepaald. Het bestuur moest zich aan be-staande reglementen en plaatselijke gebruikenhouden. Indien men het nodig achtte mocht zenieuwe verordeningen opstellen.

Jaarlijks zou na de verkiezing van nieuwe be-stuursleden door middel van stembriefjes eenpresident en kashouder worden gekozen. De pre-sident werd slechts gekozen voor drie maandenmaar was wel herkiesbaar. Hij moest aanschrijvin-

Eigen Perk 1996/4 175

Page 14: REVOLUTIE EN RESTAURATIE

gen van de hogere overheid, brieven van anderegemeentebesturen en verzoeken van ingezete-nen in ontvangst nemen. De kashouder werd ge-kozen voor het gehele bestuursjaar. Hij kon niet totpresident worden gekozen in dat jaar. Hij zou ver-antwoordelijk zijn voor alle ontvangsten en uitga-ven en moest van alle wanbetalingen meteen ver-slag doen aan het bestuur.

Bestuursvergaderingen moesten worden ge-houden op de eerste woensdag van elke maandom drie uur ’s middags. Alle besluiten moestenworden genomen met meerderheid van stemmenvan het aantal present zijnde leden, er moestenwel tenminste drie leden aanwezig zijn. Behalvevoor de maandelijkse vergaderingen moesten deleden van het gemeentebestuur ook wekelijks opzondagmorgen bijeenkomen omdat in hun aan-wezigheid de huwelijken gesloten moesten wor-

den. De leden van het gemeentebestuur zoudenjaarlijks gezamenlijk uit de dorpskas een som van125 guldens ontvangen ter bestrijding van hunonkosten. Alle overige bepalingen in het ontwerpbevestigden reeds bestaande regelingen.

‘Belaggelijk’In de brief die ze bij hun conceptplan voegden,schreven de Wit en Van Os: ’Al Spoedig na datonze werkzaamheden waren aangevangen, heb-ben wij in de overige Leden der Commissie be-speurd eene agterhoudendheid, die ons geengunstig vooruijtzigt deed vermoeden: onze bij-eenkomsten wierden zo spaarsaam mooglijk enwel elke week eens gehouden; en liepen dezemeestal af zoo als wierden aangevangen; of lieverdaarin wierd niets verrigt dan het leezen van eenof ander papier tot onze zaak wijnig betrekkinghebbende.6 Verder voeren zij enige argumentenaan waarom zij het ontwerp van Das c.s. niet kon-den goedkeuren en waarom zij zich genoodzaakthadden gezien verdere vergaderingen van decommissie niet meer bij te wonen. Een van huneerste bezwaren was dat de opdracht zich hadbeperkt tot het vervaardigen van een reglementvoor een gemeentebestuur en niet, zoals de an-deren deden voorkomen, voor een gemengdevergadering van dorpsbestuur en gerecht onderde voor ons Dorp belaggelijke Naam van Magi-straat, een Naam bij deezen gemeente geheelvreemd en onbekend. Kort gezegd waren ze te-gen de gehele inhoud van het ontwerp-Das om-dat het indruiste tegen het gekregen voorschrift,tegen ’s Lands plakaten en tegen de gesteldheiden belangen van het gegoede gedeelte van de in-gezetenen. De Wit en Van Os schreven de brief inde hoop dat de municipaliteit, wanneer ze kennishad genomen van het gedrag van de rest van decommissie, maatregelen zou nemen.

Zoals gezegd wist de municipaliteit echter ookniet wat nu te doen en besloot de zaak voor te leg-gen aan het Departementaal Bestuur van Hol-land. Deze liet lange tijd niets van zich horen. Pasop 11 september 1804, bijna twee jaar later, liethet Departementaal Bestuur verbazingwekkendgenoeg weten dat het ontwerp-Das aan de bevol-king moest worden voorgelegd. Het ontwerp vande meerderheid van de commissie moest naarhun mening als hèt commissievoorstel worden be-

176 Eigen Perk 1996/4

Figuur 7. Spotprent (1787) op de Patriotten en op hunbewapening. Ook in Hilversum was korte tijd een Patriot-tisch Genootschap actief dat zich met militaire oefenin-gen bezig hield.

Page 15: REVOLUTIE EN RESTAURATIE

Eigen Perk 1996/4 177

Figuur 8. Het protest van 10 augustus 1796. Eén van de bladzijden met handtekeningen van stemgerechtigde, pro-testerende burgers.

Page 16: REVOLUTIE EN RESTAURATIE

schouwd. Het stemregister moest direct wordenopengesteld voor inschrijving van de stemgerech-tigden en het ontwerp-reglement moest acht da-gen ter inzage te liggen in het rechthuis. Er wer-den twee registers neergelegd, een ter goedkeu-ring en ter afkeuring. Na acht dagen had echternog niemand het goedkeuringsregister getekend!In het register ter afkeuring hadden van de 575stemgerechtigden maar liefst 460 personen gete-kend. Het concept-reglement werd dus massaalafgewezen. Blijkbaar wenste niemand van de in-gezetenen zich weer een bestuur op de hals te ha-len dat zo deed denken aan vervlogen tijden.

Een reglement van hogerhandHet Departementaal Bestuur liet even wachten opeen reactie maar op 1 december besloot menblijkbaar dat het mooi was geweest en stelde eenReglement voor Het Gemeente Bestuur te Hilver-sum vast. Op 13 december werd dit aan de be-volking kenbaar gemaakt en werd tevens het doorhet departement benoemde, nieuwe bestuurvoorgesteld en de eed afgenomen. Het reglementbehelsde slechts 13 artikelen.

Voortaan zou het bestuur zeven leden tellen. Daar-naast zou de schout de vergaderingen bijwonenmaar alleen een adviserende stem hebben. Een kies-reglement zou op een later tijdstip worden vastge-steld door het gemeentebestuur. De leden moestenom in aanmerking te komen voor hun functie voldoenaan de voorwaarden die ook in het ontwerp van DeWit en Van Os waren genoemd. Bij benoemingmoesten ze een eed afleggen die in het kort neer-kwam op het naleven van de bestaande staats- endepartementale bestuursregeling en het reglementvan het gemeentebestuur. Daarnaast, en dat wasnieuw, moest men beloven of zweren niemand te zul-len omkopen om een bestuurszetel te verwervennoch van iemand giften e.d. te zullen accepteren ofzich op andere wijze te laten omkopen. Jaarlijks zou-den twee leden aftreden, in het vierde jaar een lid.De leden waren herkiesbaar. De vergaderfrequen-tie mocht men zelf vaststellen. Er moest een voor-zitter uit het midden van de bestuursleden wordengekozen en men mocht ter adsistentie een secre-taris benoemen. Deze zou ook het secretariaat voorde rechtbank moeten voeren. De bestuursledenmochten de leden van de rechtbank benoemen enzo men wilde mocht het bestuur zichzelf in die func-ties benoemen.

Het bestuur was verantwoordelijk voor de rege-ling van alle dorps- en financiële zaken en mochtdaarvoor bepalingen en verordeningen naar be-lieven opstellen, mits niet strijdig met de wet. Jaar-lijks moest men verantwoording afleggen over hetfinanciële beheer en slechts indien ‘bedenkingendaarop vallende welke inder minnen niet kunnenvereffend worden’ moest het departementaal be-stuur op de hoogte worden gesteld. Ook numoest men voor het opleggen van nieuwe plaat-selijke belastingen eerst de goedkeuring van eencommissie uit de burgerij verkrijgen. Verder konmen de eigen ambtenaren aanstellen en instru-eren en moest men alleen nog een regeling voorhet kiezen van de burgercommissie aan het de-partement voorleggen.

Dit was weliswaar een kort en krachtig reglementdat democratische bestuursbenoemingen in hetvooruitzicht stelde zodra een kiesreglement wasvastgesteld maar het bestuur dat op 13 decemberwerd ingezworen was ook nu weer niet door debevolking gekozen. Het bestuursreglement werdook niet ter goedkeuring voorgelegd aan de be-volking. Hoewel de schijn gewekt was dat men inde revolutionaire geest wenste te handelen bleefde bevolking toch zonder enige invloed achter.Ook werd de mogelijkheid weer geopend om be-stuur en rechtspraak door dezelfde personen telaten behartigen.

Tot leden van het gemeentebestuur werden be-noemd: Harmen Cornelisz. Reijn, Jacob Rijkz.Das, Nicasius van Veerssen, Harmen Willemsz.Vlaanderen, Barend Iesberts, Dirk Sühren en JanTijmensz. van der Heijden. Harmen Reijn werd totvoorzitter benoemd en het bestuur koos Jan Ja-cobsz. Das tot schout. Jan Perk bleef secretaris.Het bestuur benoemde vijf van haar leden tot le-den van de rechtbank waarna men op 17 januari1805 het reglement voor de rechtbank vaststelde.

Restauratie?Het beloofde kiesreglement is er tijdens de Ba-taafse Republiek niet gekomen. De reden daar-van is niet bekend maar wel had het gemeentebe-stuur, indien men dat had gewild, kunnen be-schikken over een model dat ook door het Depar-tementaal Bestuur was opgesteld. Mogelijk wildemen de bevolking bewust uitsluiten van enige be-moeienis. Wellicht had men nog goed de schrik in

178 Eigen Perk 1996/4

Page 17: REVOLUTIE EN RESTAURATIE

de benen van de gang van zaken bij de remotietoen het voltallige bestuur naar huis was gestuurd.Gezien ook het massale protest bij de secretaris-benoeming in 1796 hoefde men ook niet op enigeclementie van de bevolking te rekenen. Ook valtuit de lijst van bestuurders van 1795-1806 (bijlageII) op te maken dat men na de zuivering van 1798weer overging op de oude gewoonte om almaardezelfde personen in bestuursfuncties te benoe-men. Zelfs kwam men na de bestuursbenoemin-gen van 1804 weer personen in het bestuur tegendie in 1795 door de bevolking naar huis waren ge-stuurd.

In april 1805 kon de bevolking nog stemmenover weer een nieuw ontwerp van Staatsregeling.Het register van afkeuring worden door niemandgetekend en in het register van goedkeuring had-den enkele personen bij handtekening van hun in-stemming blijk gegeven. Of men hieruit mag aflei-den dat de bevolking murw was? In oktober 1805liet het Departementaal Bestuur weten dat wan-neer er vacatures zouden ontstaan, er, bij gebrek

aan een kiesreglement, door het gemeentebe-stuur een voordracht van drie personen moestworden gedaan aan het Departement. Deze zoudaaruit dan een nieuw lid benoemen. Geen ver-kiezingen dus. In november liet het provinciaal be-stuur ook nog weten dat de jaarlijkse aftredingmaar een jaar moest worden uitgesteld.

Op 14 juni 1806 kwam de Bataafse Republiek aanhaar einde door de proclamatie waarbij bekendwerd gemaakt, dat Louis Napoleon de koninklijkewaardigheid had aangenomen. Het gemeentebe-stuur van Hilversum besloot tijdens haar eerstvol-gende gewone vergadering om de nieuwbakkenKoning een gelukwens te sturen. Het Departe-ment bepaalde op 20 november 1806, bijna tenovervloede, dat vacatures in het gemeentebe-stuur voorlopig vacant moesten blijven. De revolu-tionaire geest was weer in de fles.

Annemarie den Hertog woont in Hilversum en stu-deert cultuurgeschiedenis en cultuureducatie aan

Eigen Perk 1996/4 179

Op 20 januari 1796 bestormde de Hilversumse bevol-king het rechthuis. Tijdens de vergadering van het be-stuur drong een grote mensenmenigte naar binnen. Demunicipaliteit werd overmeesterd en vluchtte om onge-lukken te voorkomen naar buiten. Men zal doodsbanggeweest zijn. De burgers bleken uit te zijn op het Oran-ge, de oranje versierselen die vóór de Republiek hetrechthuis versierden op hoogtijdagen. Was dit eenvolksopstand vóór de stadhouder of verdacht men juisthet dorpsbestuur van Oranje-sympathieën? Grote onte-vredenheid zal er om allerlei redenen hebben geheerstonder de bevolking. Steeds maar weer werden vee engoederen geconfisqueerd door de Franse militairen ende economische situatie was ook verder erg slecht. Zo-wel in 1795 als 1796 vonden regelmatig relletjes plaatsen werden ramen van huizen van welgestelde Hilver-summers ingegooid. Dit laatste noemde het bestuur ineen waarschuwende proclamatie Tegen de regten vande Mensch.

Men was op grote schaal ontevreden over het plaat-selijk bestuur en de opgestapelde spanningen kwamentot uitbarsting op 10 augustus 1796 toen een grotegroep stemgerechtigde burgers een protestbrief aanhet bestuur overhandigde. Na de verkiezingen van juni1796, waarbij slechts vijf leden waren gekozen, hadmen alweer enkele maanden gewacht op verdere ver-kiezing en benoeming van het nieuwe bestuur. Het af-tredende bestuur had echter toch een besluit weten tenemen dat inderdaad nauwelijks te verdedigen was.Het ging om de vacant komende functie van secretaris.

Jan Fennis, die sinds de omwenteling die functie hadbekleed was met de noorderzon vertrokken met achter-lating van torenhoge schulden. Het bestuur maakte be-kend dat zij overwogen een nieuwe secretaris te benoe-men en daarbij te kiezen uit twee personen: Jan Perk enJohannes de Wilde. Dit was onacceptabel voor de bur-gerij. Perk vond men geen reële optie omdat die al hadaangegeven geen tijd voor de functie te hebben. In hunprotestbrief spreken de burgers van beperkingen diedoor De Wilde als lid van de municipaliteit waren ge-steld aan de grondvergaderingen. En dat terwijl juisteen groot deel van de grondvergaderingen het vertrou-wen in de man had opgezegd. Deze schaemeloosheijtvan de municipaliteit moest worden afgestraft. Alle on-dertekenaars beschouwden het aanblijven en fungee-ren der municipaelitijt voor onwettig. Daarnaast wildenze onbeperkte vrijheid in het bijeenroepen van degrondvergaderingen ten ijnde onbesprooke en aanbe-trouwde burgers te kiesen, soo voor de municipaelitijtals tot onsen dorps secretarius.

In feite vroegen de 248 ondertekenaars het bestuurdus om eindelijk eens op te stappen. In het notulen-boek werden maar 100 namen genoemd. De munici-paliteit was weliswaar lichtelijk in paniek over deze on-geregeldheden maar riep een provinciale commissie tehulp om hun voornemens te bekrachtigen. Uiteindelijkbesloot de municipaliteit om met 7 stemmen vóór tochDe Wilde tot secretaris te benoemen. Wel haastte menzich om ook verkiezingen voor de overige vijf te benoe-men leden uit te schrijven.

Het volk is ontevreden

Page 18: REVOLUTIE EN RESTAURATIE

de Chr. Hogeschool “Windesheim” te Zwolle. Ditartikel is een samenvatting van een deel van haarscriptie, getiteld ‘Het dorpsbestuur van Hilversumtijdens de Bataafse Republiek 1795-1806’, waar-op zij in 1997 hoopt af te studeren.

Bijlage I: Dorpsbestuurders Hilversum in de periode1768-179413

Naam functie en benoemingsfrequentieAmeschot, Dirk raad (3x), schepen (1x)Blanke, Leendert buurmeester (1x),

raad (1x), schepen (1x)Blinde, Hendrik de substituut-secretaris Boelhouwer, Tijmen Jansz. buurmeester (1x),

raad (1x), schepen (1x)Boerhout, Jan buurmeester (1x),

schepen (4x), raad (2x)Bosdam, Pieter buurmeester (3x),

schepen (10), raad (3x)Dam, Wessel ten schoutDas, Geurt J. buurmeester (2x),

raad (1x), schepen (1x)Das, Jacob Rijksz. raad (2x), schepen (1x)Das, Jan schepen (2x), raad (2x)Das, Rijk Jacobsz. buurmeester (4x),

raad (2x), schepen (1x)Das, Willem schepen (1x), raad (1x)Does, Klaas buurmeester (1x),

raad (1x), schepen (4x)Donkers, Gijsbert raad (1x)Gog, Wouter van raad (1x), schepen (1x)Haan, Klaas buurmeester (1x),

raad (2x), schepen (1x)Haan, Matthijs raad (2x)Ham, Petrus raad (1x)Hogenbirk, Abraham raad (6x), schepen (9x)Hoogland, Harmen raad (4x), schepen (1x)Horst, Izak raad (1x), schepen (1x)Horst, Jacob buurmeester (2x), schepen (3x)Keers, Aris raad (2x), schepen (1x)Keers, Hendrik raad (1x)Keers, Klaas raad (4x), schepen (1x)Knollenburg, Frederik raad (2x), schepen (1x)Knollenburg, Pieter raad (2x), schepen (5x)Lind, Pieter van raad (6x), schepen (4x)Meijer, Gerrit schepen (1x)Mol, Cornelis de secretarisNagel, Gerrit buurmeester (1x),

raad (5x), schepen (4x)Nagel, Tijmen buurmeester (1x),, schepen (1x)Nieuwland, Willem raad (1x)Parrant, Klaas raad (1x), schepen (2x)Perk, Jan Jansz. de oude buurmeester (1x),

schepen (2x)Perk, Jan Jansz. raad (4x), schepen (3x)Perk Vlaanderen, Rijk schepen (1x)Post, Willem raad (2x), schepen (7x)Ravenswaaij, Cornelis raad (3x)

Rebel, Cornelis schepen (1x)Sikkema, Tijmen raad (2x)Smit, Gijsbert raad (2x), schepen (2x)Smit, Jan Aarsten raad (3x), schepen (3x)Smit, Jan Tijmensz. raad (1x)Spijker, Cornelis buurmeester (8x),

raad (6x), schepen (7x)Spijker, Egbert buurmeester (2x),

raad (2x), schepen (1x)Spijker, Elbert raad (1x)Streefkerk, Cornelis raad (2x), schepen (2x)Veenendaal, Aart raad (1x)Vlaanderen, Cornelis Cornelisz. buurmeester (2x),

raad (4x), schepen (5x)Vlaanderen, Cornelis P. raad (1x)Vlaanderen, Gerrit buurmeester (2x), schepen (1x)Vlaanderen, Gerrit R. buurmeester (4x)Vlaanderen, Gijsbert Fransz. buurmeester (9x),

raad (4x), schepen (4x)Vlaanderen, Gijsbert Tijmensz. raad (1x)Vlaanderen, Harmen Willemsz. raad (1x)Vlaanderen, Lourens raad (4x), schepen (5x)Vlaanderen, Rijk Pietersz. buurmeester (2x), raad (2x)Vreedenburgh, Dirk schepen (4x)Westervelt, Wouter van raad (1x), schepen (2x)

Bijlage II: Bestuurders Hilversum (schout, municipali-teit) 1795-180614

naam functie en benoemingsfrequentieAlders, Jan lid (1x)Andriessen, Hendrik lid (1x)Annee, Jan lid (2x)Beede, Pieter van der lid (1x)Cramer, Johannes lid (2x), schout (1x)Das, Jacob Rijksz. lid (1x)Das, Jan Jacobsz. lid (1x), schout (2x)Fennis, Jan secretaris (1x)Heijden, Cornelis van der lid (1x)Heijden, Jan Tijmensz. van der lid (3x)Heijden, Tijmen van der lid (1x)Iesberts, Barend lid (3x)Jong, Jan Cornelisz. de lid (3x)Koelman, Johannes lid (1x)Os, Rijk van lid (1x)Perk, Jan lid (3x), secretaris (2x)Reijn, Gerbert lid (1x)Reijn, Harmen Cornelisz. lid (3x)Reijn, Jan Cornelisz. maire / schout (3x)Rinkel, Lambert lid (1x)Rijk, Jacob de lid (2x)Rijk, Lammert de lid (1x)Sühren, Dirk lid (1x)Veerssen, Nicasius van lid (3x), schout (1x)Vlaanderen, Harmen Willemsz. lid (1x)Vlaanderen, Rijk Willemsz. lid (1x)Vos, Dirk lid (1x)Vos, Jacob schout (1x)Wilde, Johannes de lid (1x), secretaris (3x)Wit, Gerrit de lid (1x)Wit, Jan de lid (1x)

180 Eigen Perk 1996/4

Page 19: REVOLUTIE EN RESTAURATIE

Noten1 Tenzij anders aangegeven zijn de gegevens in dit artikel af-

komstig uit de notulenboeken van het dorpsbestuur en demunicipaliteit: Streekarchief voor het Gooi en de Vechtstreek(SAGV), archief Dorpsbestuur Hilversum (ADH), inv.nr. 3/3 en4/1-3.

2 SAGV, ADH, inv.nr. 37.3 Volkstellinge in de Nederlandsche Republiek uitgegeven op

last der commissie tot het ontwerpen van een plan van con-stitutie voor het volk van Nederland. Den Haag, 1796.

4 Publicatie betreffende de heerlijkheden, heemraadschappenenz. van 6 maart 1795.

5 Mr. W.J.C. van Hasselt, Nederlandsche Staatsregelingen enGrondwetten. 13e dr. Alphen a/d Rijn, 1918. p. 1.

6 SAGV, ADH, inv.nr. 36. Stukken betreffende de vaststelling van een bestuursreglement.

7 SAGV, Collectie Albertus Perk, inv.nr. 102.8 Voor lijst van dorpsbestuurders voor de omwenteling zie Bijla-

ge 1.9 SAGV, ADH, inv.nr. 3/3.10 SAGV, ADH, inv.nr. 3/3.11 J.G.H. Spijker. Criminaliteit en strafrechtspleging in Gooyland

1760-1795. Hilversum, 1984.12Stadsarchief Naarden. Oud-rechterlijk archief Naarden. Cri-

minele Rol en Examenboek.13SAGV, Oud-rechterlijk archief Hilversum, inv.nrs. 3276-3277.14SAGV, ADH, 4/1-3, notulenboeken municipaliteit.

Eigen Perk 1996/4 181