Review MJP LAVS - Rijksoverheid.nl...pagina 3/17 7 oktober 2019 Review MJP 2019 – 2023 LAVS 2....
Transcript of Review MJP LAVS - Rijksoverheid.nl...pagina 3/17 7 oktober 2019 Review MJP 2019 – 2023 LAVS 2....
Review MJP LAVS
Eindrapport
project 006997
Definitieve versie 1.0
7 oktober 2019
0
Inhoudsopgave
1. Inleiding 1
1.1 Aanleiding 1 1.2 Opdrachtformulering 1 1.3 Werkwijze 1 1.4 Indeling rapport 2
2. Context en kader 3
2.1 Historie LAVS 3 2.2 Referentiekader 4
3. Bevindingen 6
3.1 Dienstverlening LAVS 6 3.2 Exploitatie 7 3.3 Regulier onderhoud 8 3.4 Doorontwikkeling 9
4. Antwoorden en aanbevelingen 11
4.1 Antwoorden op gestelde vragen 11 4.2 Aanbevelingen 12
Bijlage A Geïnterviewde personen 14
Bijlage B Bestudeerde documentatie 15
pagina
1/17 7 oktober 2019 Review MJP 2019 – 2023 LAVS
1. Inleiding
1.1 Aanleiding
Het LAVS is een webapplicatie dat wordt gebruikt door partijen die eigenaar zijn van asbesthoudende
toepassingen, opdrachtgever zijn voor asbestsaneringen alsook door alle partijen die werkzaamheden uitvoeren
in de gehele keten van asbestsanering (inventarisatie, verwijdering, toezicht). Voor de uitvoerende partijen met
informatieplichten is het gebruik van LAVS wettelijk verplicht.
In opdracht van het ministerie Infrastructuur en Water (IenW), met betrokkenheid vanuit het ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de Inspectie SZW, verzorgt Rijkswaterstaat (RWS) het beheer van het
LAVS.
Onlangs heeft RWS, ten behoeve van de financiering ervan, een kostenraming gemaakt voor de beheerkosten
van het LAVS. Via een second-opinion wensen de financiers van het LAVS een beeld te krijgen of de door RWS
begrote kosten voor beheer, gebruikersondersteuning en doorontwikkeling reëel zijn.
1.2 Opdrachtformulering
Voor de uitvoering van de gevraagd review is de volgende opdrachtformulering bepaald:
Voer een onafhankelijke validatie uit op de thans beschikbare meerjarenbegroting voor de financiering van de
structurele beheerkosten voor het LAVS, en geef daarbij antwoord op de volgende vragen:
• Staan de ICT-kosten LAVS in verhouding tot de geboden functionaliteit van het LAVS?
• Hoe scoren de ICT-kosten van het LAVS in vergelijking met andere vergelijkbare ICT-systemen?
• Staan de kosten voor gebruikersondersteuning in verhouding tot de ICT-kosten (in de brede contaxt)?
• Staan de kosten voor gebruikersondersteuning in verhouding tot de levensfase waarin de applicatie
LAVS zich bevindt?
Opdrachtgever voor deze second-opinion is de directeur Omgevingsveiligheid en Milieurisico’s van het ministerie
Infrastructuur en Waterstaat.
1.3 Werkwijze
De opdracht is uitgevoerd door de heren Marcel Bom en Paul Deurvorst, beiden senior-adviseur van PBLQ. De
opdrachtverantwoordelijkheid berust bij eerstgenoemde.
Aan de hand van aangereikte documentatie (zie Bijlage A) hebben de reviewers een eerste beeld opgebouwd
over het systeem LAVS, de historie, de doorgevoerde verandering in het beheer van LAVS alsook de thans
voorliggende meerjarenbegroting om LAVS te verbeteren en duurzaam te kunnen beheren. Ook maakte een
pagina
2/17 7 oktober 2019 Review MJP 2019 – 2023 LAVS
analyse op de vraag of het vanuit bedrijfseconomisch opzicht beter is om LAVS geheel te vervangen dan wel te
onderwerpen aan een ‘grondige update’, onderdeel uit van de aangereikte documentatie. Overigens, maar dit ter
zijde, is voor het laatste gekozen. De door ons beoordeelde MJP (meerjarenplanning) gaat dus uit van
‘voortbouwen’ op wat er reeds is.
Voorts is een referentiekader gemaakt, op basis van algemene raamwerken zoals ITIL, BiSL en ASL1, en onze
ervaring met kosten en kostenbeheersing van ICT-gedreven programma’s en beheeromgevingen. Het
referentiekader is toegesneden op de situatie zoals bij die bij LAVS hebben aangetroffen, ter bevordering van de
herkenbaarheid en toepasbaarheid ervan.
Daarna is een aantal interviews afgenomen. Bijlage B bevat de lijst met geïnterviewde personen.
Beide voorgaande stappen hebben geleid tot bevindingen, die wij hebben geanalyseerd, geconfronteerd met en
geplaatst in het referentiekader. De analyse heeft geleid tot conclusies en aanbevelingen alsook beantwoording
van de in de opdracht geformuleerde vragen.
1.4 Indeling rapport
Het rapport is als volgt ingedeeld. Hoofdstuk twee bevat in beknopte bewoordingen de historie van LAVS, de
veranderingen die in beheersmatige sfeer zijn doorgevoerd en waar de beheerorganisatie – grosso modo - nu
staat. Ook bevat hoofdstuk twee het referentiekader aan de hand waarvan wij de MJP voor LAVS hebben
beoordeeld. Hoofdstuk drie bevat de bevindingen alsook onze conclusies, geordende naar het referentiemodel.
Hoofdstuk vier bevat de beantwoording van de gestelde vragen en onze aanbevelingen.
1 ITIL: Information Technology Infrastructure Library; BiSL: Business Information Services Library; ASL: Application Services
Library
pagina
3/17 7 oktober 2019 Review MJP 2019 – 2023 LAVS
2. Context en kader
2.1 Historie LAVS
De applicatie LAVS en daarmee ook het dagelijks beheer en exploitatie hebben een rijke historie. De complexe
asbestregelgeving, de door de ketenpartijen ervaren regeldruk en de slechte naleving gaven in 2008 aanleiding
tot de bouw van een digitaal asbestvolgsysteem. Dit gebeurde in een publiek-private ketensamenwerking in het
kader van het programma Slim Geregeld Goed Verbonden (SGGV). Dit programma is in opdracht van het
Ministerie van Economische Zaken opgezet en had tot doel de regeldruk te verlagen en ketensamenwerking te
stimuleren. Het initiatief van het asbestvolgsysteem is gekomen vanuit de markt als een proef. Daarbij waren
onder meer betrokken AEDES, de Vereniging voor Verwijdering van Toxische en gevaarlijke bouwmaterialen
(VVTB), de Stichting Certificatie Asbest (nu Ascert), de Arbeidsinspectie (nu Inspectie SZW) en het Landelijke
Overlegorgaan Milieuhandhaving (LOM). Het asbestvolgsysteem was één van de grote successen van het
programma SGGV (http://sggv.nl/casussen/asbestverwijdering).
Met de instemming van alle betrokken partijen is het initiatief in 2010 overgedragen aan het toenmalige ministerie
van VROM met als doel het LAVS landelijk uit te rollen en te richten op de volgende doelen:
• Beter inzicht krijgen in de aanwezigheid van asbest.
• Betere samenwerking binnen de asbestverwijderingsketen door het vergroten van uniformiteit en
transparantie.
• Betere naleving van de asbestregelgeving.
• Beter toezicht op de asbestverwijdering.
• Ondersteuning bij het doorlopen van de wettelijke procedures.
• Informatie is zichtbaar voor alle ketenpartners die betrokken zijn bij het project.
De ministeries van VROM en SZW hebben toen gezamenlijk een plan van aanpak opgesteld voor realisatie en
implementatie van deze doelen in samenwerking met de private partijen. Daarna is stapsgewijs en in
samenwerking met de asbestketen en toezichthoudende instanties verder gebouwd aan het LAVS.
In 2014 is besloten dat het beheer van LAVS wordt overgedragen aan RWS en is de structurele bekostiging
hiervan bij het ministerie van IenW komen te liggen. Pas later (begin 2017) is de applicatie verplicht gesteld voor
het aan- en afmelden van asbestverwijderings-projecten. Vanaf dat moment nam het gebruik van LAVS toe.
Parallel aan de hiervoor genoemde inhoudelijke evolutie van LAVS, is eveneens het beheer een aantal malen
aan verandering onderhevig geweest. Zo zijn uitvoerende taken inzake leefomgeving steeds meer
geconcentreerd en samengebracht bij de dienst WVL van RWS, en is het beleid inzake milieu bijeengebracht
binnen de beleidsdirectie van IenW.
Deze herpositionering van de beleids- en uitvoerende taken inzake leefomgeving, heeft voor LAVS tevens
betekend dat de aansturing van haar IV-keten is veranderd. In 2014 is afgesproken dat het beheer van LAVS
overgaat naar RWS. Eind 2014 is het bestaande beheercontract LAVS gekoppeld aan het OLO-beheerscontract
(van een daartoe gecontracteerde derde-partij). Vervolgens is afgesproken de beheerscontracten OLO en LAVS
te knippen en ook het IT-beheer van LAVS onder te brengen bij RWS. Die transitie is in 2017 gerealiseerd.
pagina
4/17 7 oktober 2019 Review MJP 2019 – 2023 LAVS
Bij het oppakken van die IV-keten verantwoordelijkheid voor LAVS, heeft RWS in eerste aanleg de ‘hosting’ van
de IT-infrastructuur voor LAVS ondergebracht binnen haar eigen organisatie, bij de directie Infrastructuur
Rijkswaterstaat Netwerken van CIV. Eind 2018 is het applicatiebeheer voor LAVS gemigreerd naar een andere
programmatuurbeheerder (derde partij), één van de mantelpartijen van CIV voor ICT-dienstverlening.
Op dit moment is de applicatie LAVS qua omvang groot (meer dan 2000 Functiepunten2) en is de complexiteit
aanzienlijk vanwege koppelingen met onder meer e-herkenning en het OLO (Omgevingsloket Online). Bovendien
bevat de ‘database’ van de applicatie gegevens van meer dan 330.000 projecten waarvan de informatie wordt
bewaard zolang het LAVS bestaat.
2.2 Referentiekader
Ten behoeve van dit onderzoek hanteren wij het volgende referentiekader.
Het kader bevat enerzijds de taken op hoofdlijnen die onlosmakelijk verbonden zijn aan het dagelijks kunnen
gebruiken van het LAVS door alle gebruikersgroepen (zowel extern, alsook de helpdesk en de beheerders)
inclusief de afstemming ertussen. Wij onderscheiden daarbij de volgende twee taakgebieden: exploitatie en
regulier onderhoud.
Grosso modo kunnen de exploitatietaken onderverdeeld worden in: gebruikersondersteuning, functioneel
beheer, applicatiebeheer, technisch beheer en daarnaast de afstemming in de IV-keten (tussen opdrachtgever
en opdrachtnemer, met ketenpartners, regie op de dienstverlening). Binnen organisaties wordt soms wel en soms
niet expliciet onderscheid gemaakt tussen deze taken. Als we naar LAVS kijken, dan zien we wel een aparte
functioneel beheerder, maar tegelijkertijd voeren de medewerkers gebruikersondersteuning ook functioneel
beheertaken uit (meehelpen bij specificatie, testen en documenteren).
2 Zie hoofdstuk 10.2 van het intake rapport LAVS, IBM versie 2.0, 2017
pagina
5/17 7 oktober 2019 Review MJP 2019 – 2023 LAVS
Voor het regulier onderhoud kan een vergelijkbare onderverdeling worden gemaakt naar de daartoe behorende
taken. Qua taken verschilt het niet zozeer, maar wel qua verhouding. Bij regulier onderhoud ligt de nadruk meer
op het verder verbeteren van het systeem LAVS in haar interactie met de gebruikers en het doel waarvoor LAVS
wordt ingezet. Dat regulier onderhoud altijd noodzakelijk is, volgt uit het feit dat geen enkel ingericht systeem of
proces 100% robuust is. Gebruikers maken fouten, programmatuur bevat ‘bugs’, soms valt een ‘verbinding’ weg
of gaat domweg iets ‘kapot’. (Ook computers zijn maar machines). Daarnaast moeten informatiesystemen en de
onderliggende infrastructuur als gevolg van technologische ontwikkelingen regelmatig worden aangepast om de
continuïteit van het beheer te borgen, en de mogelijkheid van doorontwikkeling te behouden.
Het kader bevat anderzijds de taken op hoofdlijnen die verbonden zijn aan doorontwikkeling. Het gaat dan om
relatief forse aanpassingen aan het systeem, die vanuit verschillende redenen kunnen ontstaan. Vaak gaat het
om nieuwe ambities en wensen waarop het bestaande systeem moet worden aangepast. Of gaat het om het
realiseren van nieuwe koppelingen omdat systemen buiten de invloedssfeer van LAVS , maar wel gekoppeld zijn
met het systeem LAVS, veranderen. En LAVS kent een aantal complexe koppelingen. Belangrijk hierbij is dat wij
doorontwikkeling niet zien als een onderdeel van regulier onderhoud, maar als een apart taakgebied. De
onderverdeling naar taken van de doorontwikkeling is echter wel weer hetzelfde als bij regulier onderhoud.
Het belang om doorontwikkeling te scheiden van regulier onderhoud is gelegen in het feit dat de financiering
doorgaans is ingericht op de eerste twee taakgebieden, maar niet op het derde taakgebied.
Ten slotte wordt in het kader – per gespecificeerde taak - onderscheid gemaakt naar ‘personele kosten’ en
materiële kosten (EPK).
Een uitsplitsing van de kosten op basis van het hiervoor gepresenteerde model geeft inzicht waarvoor de kosten
worden gemaakt en in welke mate die vergelijkbaar zijn met andere applicaties. Dit is maar een deel van het
inzicht, namelijk waar het geld aan wordt besteed. Maar wat je ervoor krijgt (de outcome) is hiermee nog niet
inzichtelijk. Daarvoor is inzicht nodig in ’productiecijfers’.
Ten behoeve van dit onderzoeken, hebben wij gekeken naar:
• Aantal vragen aan helpdesk inclusief respons en de snelheid ervan;
• Aantal gebruikers van het systeem LAVS;
• Omvang van de data/informatie die dagelijks wordt beheerd met LAVS;
• Het dienstverleningsniveau;
• De klanttevredenheid.
pagina
6/17 7 oktober 2019 Review MJP 2019 – 2023 LAVS
3. Bevindingen
Dit hoofdstuk bevat de bevindingen. Allereerst wordt ingegaan op de dienstverlening die door WVL/LOSA wordt
geleverd aan de gebruikers van LAVS. Daarbij wordt tevens stilgestaan bij het dienstverleningsniveau, wat
overigens iets anders is dan ‘klanttevredenheid’. Met andere woorden: voldoen aan de afgesproken
dienstverleningsnormen leidt niet vanzelf tot klanttevredenheid. En omgekeerd, tevreden klanten hoeft niet te
betekenen dat de afgesproken dienstverleningsnormen worden gehaald.
Daarna wordt achtereenvolgens ingegaan op de drie taakgebieden: exploitatie, regulier onderhoud en
doorontwikkeling, met de focus op de kosten (MJP 2019 – 2023) en de onderbouwing ervan. Iedere paragraaf
van dit hoofdstuk eindigt met conclusies.
3.1 Dienstverlening LAVS
De uitvoerende verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van de informatievoorziening in de
asbestverwijderingsketen ligt bij de dienst WVL/LOSA (Leefomgeving Stoffen en Afvalmeldingen). Binnen deze
afdeling is de gebruikersondersteuning (0de helpdesk) neergelegd. De gebruikersondersteuning (zie de
rapportage Asbest en LAVS, maart 2019) levert ten behoeve van LAVS onder meer de volgende
diensten/producten:
• Digitale helpdesk/vraagbaak (in praktijk 24/7 beschikbaar);
• Telefonische helpdesk (gedurende kantooruren), in totaal ongeveer 6.000 vragen in 2018, en waarbij
thans (medio 2019) een lichte dalende trend waarneembaar is in het aantal vragen maar waarvan de
complexiteit wel weer toeneemt;
• Communicatie (waaronder bedrijfsbezoeken);
• Website (onderhoud content, FAQ, etc. ).
Overigens, om alle vragen naar behoren te kunnen beantwoorden, kan de afdeling gebruikersondersteuning
terugvallen op verschillende niveus van gebruik van helpdesk-ondersteuning (1e, 2e en 3e lijn). De 1ste lijn betreft
de kerngebruikers binnen WVL/LOSA, de 2e lijn betreft de helpdesk van CIV en de 3e lijn wordt gevormd door
helpdesks van de programmatuurbeheerder, IRN en beheerpartijen in de keten (OLO, eHerkenning, etc.).
De 3e lijns ondersteuning van de programmatuurbeheerder wordt onder andere ingezet bij het herstellen van
foutieve invoer van gegevens door gebruikers. Die aanpassingen kunnen alleen maar doorgevoerd worden via
een strikte aanvraagprocedure, waarbij de beheerder zich ervan moet vergewissen dat de gevraagde correctie
‘geoorloofd’ is.
Het team gebruikersondersteuning verzamelt en analyseert ook incidenten, verzoeken, wensen en klachten
vanuit het gebruikersveld. Daarnaast speelt het team gebruikersondersteuning een rol bij het realiseren van
nieuwe functionaliteiten voor LAVS (zie volgende paragrafen).
Het gebruik van LAVS
In LAVS zijn een kleine 20.000 organisaties geregistreerd. Daarvan maken er ruim 2000 gebruik van LAVS, met
een kleine 4000 actieve gebruikers (augustus 2018). Het betreft de opdrachtgevers (niet particulieren) van
asbestsanering, inventariseerders, verwijderaars, inspectielaboratoria, gemeenten, omgevingsdiensten en
gemandateerden die namens een gebruiker toegang hebben tot LAVS. Kortom, een omvangrijke en diverse
gebruikerspopulatie.
pagina
7/17 7 oktober 2019 Review MJP 2019 – 2023 LAVS
Omvang database, gegevensuitwisseling
Ultimo 2018 omvat de database gegevens over meer dan 330.000 projecten. Het aantal project groeit nog steeds
gestaag, met in 2018 een toename van ongeveer 12.500 per maand.
Per maand worden 6.300 sloopmeldingen gedaan waarvan ongeveer 2.500 via de koppeling met het OLO.
Dienstverleningsniveau
Strikt genomen zijn er geen afspraken met de gebruikers van LAVS over het niveau van dienstverlening. Dit laat
onverlet dat er normen zijn vastgelegd waar de dienstverlening zich aan houdt. Heel concreet geldt bijvoorbeeld
dat het gehele LAVS systeem tijdens kantooruren (van 8:00 – 18:00 uur) beschikbaar is, inclusief de helpdesk,
met een marge van 0,2% op uitval tijdens die kantooruren (wat neerkomt op maximaal 5 uur per jaar). Deze norm
wordt gehaald.
Los hiervan blijkt het LAVS systeem in technische zin nagenoeg 24/7 beschikbaar te zijn, met uitzondering van de
momenten waarop gepland onderhoud is afgesproken. Deze hoge beschikbaarheid (van de techniek) heeft te
maken met het feit dat LAVS gebruik maakt van de ICT-diensten van IRN (Infrastructuur Rijkswaterstaat
Netwerk). Het IRN ondersteunt veel kritische (voor de samenleving vitale) RWS-systemen. Voor het LAVS is
ervoor gekozen om daarop geen uitzondering te maken, al is het LAVS strikt genomen geen vitaal systeem. Dat
zou alleen maar meerkosten met zich meebrengen. Het LAVS lift als het ware mee met de ingeregelde ICT-
dienstverlening van IRN voor alle applicaties die er gebruik van maken, en geniet als het ware van de technische
beschikbaarheid die het IRN levert.
3.2 Exploitatie
De uitvoerende verantwoordelijkheid voor de exploitatie van LAVS en alles wat daarbij hoort, is belegd bij RWS.
De dienst WVL treedt daarbij op als gedelegeerd opdrachtgever, terwijl de ICT-dienstverlening is belegd bij de
dienst CIV van RWS.
De kosten voor exploitatie van LAVS zijn niet verbijzonderd naar de kosten voor de verschillende taakgebieden
zoals in het referentiekader. De kosten zijn wel verdeeld naar: personele kosten (FTE’s) en materiele
kosten/projectmiddelen (EPK). De hierna volgende tabel geeft het vastgestelde jaarbudget voor 2019 alsook de
ramingen voor de komende jaren (stand per juli 2019).
2019 2020 2021 2022
Capaciteit 10,2 8,9 8 7
Budget voor fte 1248 1068 960 840
Projectmiddelen/EPK 1126 1126 951 951
Totaal 2474* 2194 1911 1791
*) inclusief donatie SZW van € 100k
Legenda: Capaciteit in aantallen fte, budget voor 1 fte = € 120k, projectmiddelen in k€, Totaal in k€
Tabel 1 - huidige begroting LAVS 1 – stand juli 2019
pagina
8/17 7 oktober 2019 Review MJP 2019 – 2023 LAVS
Nadere uitsplitsing van de feitelijke personele kosten over de verschillende taakgebieden is niet te reconstrueren
uit de aangereikte documentatie. In de begroting is wel in formatieve zin onderscheid gemaakt, maar in de praktijk
lopen de personele kosten door elkaar. Zo werken medewerkers van gebruikersondersteuning mee met bij het
nader preciseren van behoeften en later in het proces het testen van aanpassingen aan LAVS. En diezelfde
medewerkers zijn belast met de communicatie/ naar en instructies/opleidingen van gebruikers.
Voor wat betreft de materiële kosten wordt wel onderscheid gemaakt naar de diverse kostenposten (zie figuur 1
van Bijlage C). In bovenstaande tabel vallen de materiele kosten onder de post ‘Projectmiddelen/EPK’. Afgeleid
kan worden dat nagenoeg het gehele bedrag van k€ 1.126 nodig is voor exploitatie en regulier onderhoud. De
financiële ruimte voor regulier onderhoud bedraagt ongeveer k€ 4. Voor grootschalig onderhoud, aanbouw of
verbouw van enige omvang, wat wij doorontwikkeling noemen, is geen financiële ruimte beschikbaar.
Conclusie
Op basis van de beschikbare cijfers, waarbij de kosten voor exploitatie en regulier onderhoud door elkaar heen
lopen, kunnen wij geen conclusie trekken over de hoogte van de exploitatielasten.
De conclusie die we wel kunnen trekken is dat de huidige financiële begroting van LAVS geen financiële ruimte
biedt voor doorontwikkeling c.q. grootschalig onderhoud.
3.3 Regulier onderhoud
Zoals in vorige paragraaf al vermeld maken de kosten voor regulier onderhoud integraal onderdeel uit van de
jaarlijkse begroting In situaties waarin een applicatie al ver gevorderd is in haar levensfase, er sprake is van
stabiel gebruik, en er geen majeure wijzigingen meer te verwachten zijn, komen wij dit vaker tegen. De behoefte
om dan onderscheid willen maken tussen de kosten voor exploitatie en de kosten voor regulier onderhoud
ontbreekt dan.
Echter in de casus LAVS geldt dat de applicatie eigenlijk is begonnen aan een tweede leven, er nog veel
uitgesteld onderhoudswerk c.q. doorontwikkelwerk ligt, waardoor de behoefte aan dat onderscheid er wel is.
Je wilt namelijk weten hoeveel FTE er beschikbaar is voor doorontwikkeling, of het doorontwikkelwerk door het
beheerteam – dat belast is met regulier onderhoud - erbij gedaan kan worden. Dat overzicht ontbreekt.
Conclusie
Op basis van bij ons beschikbare referentiecijfers over de jaarlijkse exploitatie en regulier onderhoud van
systemen, komen wij tot de conclusie dat de jaarlijkse kosten van LAVS, gelet op omvang gebruik en complexiteit
en niveau van dienstverlening, aan de onderkant van de bandbreedte zit. Wij hebben hiertoe LAVS vergeleken
met andere landelijke systemen zoals AERIUS, NDFF en BRON.
Het gebrek aan inzicht in de verdeling van FTE’s over de verschillende taakgebieden heeft als risico dat er
onvoldoende zicht is op de beschikbare capaciteit voor regulier onderhoud, laat staan doorontwikkeling. Tot nu
toe ‘beweegt’ de benodigde capaciteit voor exploitatie en regulier onderhoud mee met de behoefte door andere
taken minder prioriteit te geven (communicerende vaten), maar voor doorontwikkeling (grootschalig onderhoud,
verbouw, aanbouw) is dit niet acceptabel/werkbaar.
pagina
9/17 7 oktober 2019 Review MJP 2019 – 2023 LAVS
3.4 Doorontwikkeling
De huidige begroting voor LAVS, zoals gepresenteerd in tabel 1, bevat een zekere financiële ruimte voor regulier
onderhoud, die echter onvoldoende voor de benodigde doorontwikkeling. Alle betrokkenen zijn het er over eens
dat doorontwikkeling noodzakelijk is, maar er is nog geen eenduidig beeld van aard en omvang. Er is behoefte
aan prioritering van de thans voorliggende verbeteringen en aanpassingen aan LAVS, inclusief een realistische
inschatting van de kosten.
De meerjarenbegroting 2019-2023 LAVS zien wij als een aanzet om te komen tot het benodigde inzicht. Wat ons
hierbij opvalt is dat er nog verkend wordt wat de ‘scope’ van de doorontwikkeling zou moeten zijn. Er is nog geen
gezamenlijk beeld – tussen opdrachtgever en opdrachtnemer – wat noodzakelijk is vanuit technisch perspectief,
wat noodzakelijk is vanuit inhoudelijk perspectief, wat nodig/wenselijk is vanuit het oogpunt van gebruiksgemak
en wat bijvoorbeeld nodig/wenselijk is om het beheer van LAVS efficiënter te maken. Dientengevolge zijn de in de
meerjarenbegroting opgenomen bedragen louter eerste indicaties c.q. schattingen. Een beoordeling op de
validiteit van alle genoemde bedragen is simpelweg niet uitvoerbaar, omdat het kader (de scope) ontbreekt.
Dit voorgaande laat onverlet dat wij de indruk hebben dat de kosten voor de doorontwikkeling ergens tussen de
€ 2,0 en € 3,0 miljoen zullen liggen, maar ook dit is afhankelijk van de nog te bepalen ‘scope’.
Daarnaast leidt doorontwikkeling tot extra inzet van personeel aan de zijde van RWS (WVL en CIV) om alle door
te voeren veranderingen in goede banen te leiden. Uit de thans beschikbare ‘spreadsheets’ en andere
documentatie maken wij op dat er wel in rekentechnische zin is stil gestaan bij de impact van door te voeren
veranderingen op de eigen beheerorganisatie, maar de doorvertaling wat het concreet betekent blijft onderbelicht.
Wij zijn van mening dat slechts een klein deel van de extra werkzaamheden als gevolg van doorontwikkeling door
externen kan worden overgenomen. Het leeuwendeel zal door de eigen beheerorganisatie opgepakt moeten
worden, en daar speelt de vraag of de omvang van het doorontwikkelwerk past naast het werk dat ook door moet
gaan, namelijk: exploitatie en regulier onderhoud. Uitwerkingen hieromtrent zien wij nog niet terug in de
documentatie. Hier wreekt zich ook het ‘kip-ei’ probleem: als er budget beschikbaar is, dan is de opdrachtnemer
in staat om tot een programmatische aanpak te komen inclusief plan. En zo lang er geen helder plan ligt, vraagt
opdrachtgever zich af waarvoor het gevraagde extra geld wordt ingezet. Met een soort van patstelling tot gevolg.
Conclusie
Het is onze ervaring dat grote, majeure aanpassingen aan een systeem zoals LAVS, aparte aandacht behoeft en
niet zo maar onderdeel gemaakt kan worden van een governancestructuur en bijhorende financiering die gericht
is op jaarlijks doorgaan (op min of meer dezelfde voet).
De ordegrootte van het benodigde budget voor de doorontwikkeling, tussen de € 2,0 en € 3,0 miljoen, komt ons
realistisch over. Hierbij dient wel de kanttekening gemaakt te worden dat het aan de opdrachtgever is om te
bepalen welke veranderingen feitelijk doorgevoerd moeten worden. En dat proces om tot afstemming te komen
moet nog gaan lopen.
pagina
10/17 7 oktober 2019 Review MJP 2019 – 2023 LAVS
Daarnaast zullen de kosten voor de doorontwikkeling drukken op zowel de personele als de materiele kosten. En
daarbij dient nadrukkelijk bedacht te worden dat de thans beschikbare kennis en capaciteit binnen het LAVS-
beheerteam bepalend is voor het tempo waarmee veranderingen doorgevoerd kunnen worden.
Het is onze conclusie dat de ‘dalende’ lijn op personele kosten in de begroting zoals gepresenteerd in tabel 1, nog
wel even op zich laat wachten: minimaal tot na afronding van de beoogde doorontwikkeling.
pagina
11/17 7 oktober 2019 Review MJP 2019 – 2023 LAVS
4. Antwoorden en aanbevelingen
4.1 Antwoorden op gestelde vragen
Staan de ICT-kosten LAVS in verhouding tot de geboden functionaliteit van het LAVS?
De applicatie LAVS is omvangrijk en complex. Door SIG is de herbouwomvang ingeschat op ongeveer 22
mensjaar werk (14 mensjaren voor bouw en 8 mensjaren voor specificatie en testen), wat een goede indicator is
voor de omvang en complexiteit. Daarnaast is het gebruik van LAVS aanzienlijk, en juist de laatste twee jaar fors
toegenomen. Dit laatste als gevolg van de gemaakte beleidskeuze om LAVS ‘verplicht’ te stellen.
Kijkend naar de jaarlijkse kosten voor LAVS, die vooralsnog liggen in de ordegrootte van ongeveer € 2 miljoen,
zijn wij van oordeel dat die kosten in verhouding staan tot wat ervoor geboden wordt. Een vuistregel voor de
jaarlijkse exploitatie (exclusief gebruikersondersteuning) en regulier onderhoudslasten van een informatiesysteem
zoals LAVS, is grofweg 20% van de nieuwbouwwaarde. In dit concrete geval (LAVS) gaat het om 20% van € 6,8
miljoen (nieuwbouwaarde), wat neerkomt op € 1,4 miljoen. Daarbij opgeteld de kosten voor gebruikersonder-
steuning (0de helpdesk), leidt tot een jaarlijks benodigd budget van € 1,4 + € 0,7 = € 2,1 miljoen.
Hoe scoren de ICT-kosten van het LAVS in vergelijking met andere vergelijkbare ICT-systemen?
Wanneer het LAVS wordt vergeleken met andere systemen die binnen de rijksoverheid worden gebruikt ter
ondersteuning van primaire processen, dan vallen de ICT-kosten voor het LAVS aan de onderkant van de
bandbreedte. Het is onze ervaring, dat de ICT-kosten voor systemen die in ‘real life’ werkprocessen
ondersteunen, met omvangrijke en diverse gebruikersgroepen als gebruikers, vaak enkele miljoenen per jaar aan
exploitatie en regulier onderhoud bedragen.3
Voor LAVS geldt feitelijk dat voor de € 2 miljoen op jaarbasis, ook nog een zekere, zij het beperkte, budgetruimte
beschikbaar is voor regulier onderhoud. Bij andere systemen wordt doorontwikkeling veelal als aparte kostenpost
(via een tijdelijk programma of project) opgevoerd, iets wat eigenlijk ook voor LAVS zou moeten.
Staan de kosten voor gebruikersondersteuning in verhouding tot de ICT-kosten?
Vanwege de omvangrijke en diverse gebruikersgroepen van LAVS, zijn de kosten voor gebruikersondersteuning
aanzienlijk te noemen, maar niet overdadig. Als hierbij tevens in beschouwing wordt genomen dat de thans
geformuleerde kostenpost voor gebruikersondersteuning grosso modo overeenkomt met de personele kosten die
gemoeid zijn met het beheer van LAVS, geldt dat de kosten voor gebruikersondersteuning aan de zuinige kant
zijn. Immers, de gebruikersondersteuning staat nu ook aan de lat voor het afstemmen met het veld over door te
voeren wijzigingen, het begeleiden van de software-ontwikkeling, het testen van nieuwe functies voordat die live
komen en het geven van opleidingen/instructies. Ook bevat de kostenpost ‘gebruikersondersteuning’ alle
personele kosten die feitelijk door RWS-medewerkers (WVL en CIV) gemaakt moeten worden om LAVS draaiend
te houden.
3 LAVS is vergeleken met AERIUS, NDFF en BRON; allemaal systemen in een keten, met veel diverse gebruikers(groepen) en
als maatwerk gerealiseerd
pagina
12/17 7 oktober 2019 Review MJP 2019 – 2023 LAVS
Wij zijn van mening dat met de huidige personele kosten de exploitatie en regulier onderhoud van LAVS afgedekt
worden, maar de personele kosten voor doorontwikkeling niet. Daarbij geldt dat het tijdelijk inzetten van extra
personeel voor doorontwikkeling maar in beperkte mate uitvoerbaar is, want kennis van het proces, de omgeving
en de techniek zijn essentieel om effectief een rol te kunnen spelen bij het doorvoeren van inhoudelijke
veranderingen.
Staan de kosten voor gebruikersondersteuning in verhouding tot de levensfase waarin de applicatie LAVS zich
bevindt?
De vraag die hier eerst beantwoord moet worden, is de vraag in welke levensfase LAVS nu zit. Onze indruk is
dat, ondanks het feit dat LAVS al lange tijd bestaat, er eigenlijk sprake is van een tweede leven voor LAVS dat is
gestart met het genomen besluit om het gebruik van LAVS ‘verplicht’ te stellen. De LAVS applicatie uit het vorige
leven is daarop moeten aanpassen en verbeteren, vooral de professionalisering van de exploitatie alsook de
gebruikersondersteuning. Met andere woorden: de applicatie staat weer aan het begin van een nieuwe
levensfase. En dit heeft wat ons betreft direct consequenties voor de jaarlijkse kosten aan LAVS, afgezien van de
noodzakelijke doorontwikkeling. Die jaarlijkse kosten zullen de komende jaren op het niveau blijven van zoals die
nu zijn (ong. € 2 miljoen per jaar, exclusief doorontwikkeling).
4.2 Aanbevelingen
Gelet om de onomstreden belang van LAVS, het feit dat doorontwikkelen noodzakelijk is, en die kosten niet
gedekt kunnen worden uit de beschikbare jaarbudgetten voor LAVS, bevelen wij aan om:
1. In overleg tussen opdrachtgever en opdrachtnemer scherp te krijgen welke verbeteringen en
noodzakelijke aanpassingen als apart project opgepakt zullen gaan worden. Hiermee ontstaat zicht op
de scope van de doorontwikkeling, en ontstaat tegelijkertijd zicht welke punten van de ‘backlog’
onderdeel zijn van regulier onderhoud, en dus niet apart gefinancierd behoeven te worden.
Ten behoeve van een effectieve discussie op stuurgroepniveau over de ‘scope’ wordt geadviseerd om
de lijst aan beoogde doorontwikkelpunten te verdelen in drie groepen:
a) noodzakelijke aanpassingen t.b.v. de continuïteit (uitgesteld onderhoud);
b) inhoudelijke verbeteringen afkomstig uit de wensen/behoeften lijst;
c) inhoudelijke verbeteringen om het beheer op termijn goedkoper te maken.
2. Voorts bevelen wij aan dat opdrachtnemer (WVL/LOSA) in overleg met CIV een projectplan maakt voor
de uitvoering van de doorontwikkeling. In dat projectplan wordt onder andere stilgestaan bij de vraag wat
het ‘absorptievermogen’ is van het huidige beheerteam en welke aanvullende werkzaamheden zo
mogelijk door tijdelijke externen uitgevoerd kunnen worden.
3. Het plan wordt vervolgens ter besluitvorming voorgelegd aan opdrachtgever(s), die op zoek gaan naar
benodigde financiering. Op dat moment kan bepaald worden of de ‘begrotingspiek’ die gaat ontstaat als
gevolg van de doorontwikkeling, opgevangen kan worden door een structurele verhoging van het
jaarlijkse budget, dan wel een aanvullende financiering om de ‘piek’ op te vangen. De omvang van de
pagina
13/17 7 oktober 2019 Review MJP 2019 – 2023 LAVS
doorontwikkeling alsook het tempo waarbinnen het gerealiseerd dient te worden, zijn onzes inziens
belangrijke aspecten welke wijze van financiering wenselijk is.
4. Als de doorontwikkeling start, zo stellen wij ons voor, kan gebruik gemaakt worden van de bestaande
governance structuur voor de aansturing en afstemming van het doorontwikkelproject tussen
opdrachtgever en opdrachtnemer, waarbij het onderwerp steeds als apart agendapunt wordt behandeld
in de reeds bestaande overleggen. Bovendien zou nagedacht kunnen worden om een
vertegenwoordiging van de ‘asbestwereld’ te betrekken bij de doorontwikkeling (vanwege het aspect
gebruiksvriendelijkheid).
Gelet op de besturing (begroting, monitoring, verantwoorden) van de jaarbudgetten voor LAVS bevelen wij aan
om gebruik te gaan maken van het kostenmodel zoals in hoofdstuk twee beschreven, waarin expliciet
onderscheid wordt gemaakt tussen de kosten voor exploitatie en regulier onderhoud (doorontwikkeling wordt al
via vorige aanbevelingen onderscheiden), met verbijzonderingen naar de genoemde taakgebieden op hoofdlijnen
inclusief de extra verbijzondering naar personeel en materieel. Dit helpt om meer scherp inzicht te krijgen in het
moment waarop in de toekomst bijvoorbeeld de kosten voor gebruikersondersteuning kunnen afnemen.
pagina
14/17 7 oktober 2019 Review MJP 2019 – 2023 LAVS
Bijlage A Geïnterviewde personen
# Datum Naam Organisatie
1 03 – 09 - 2019 Coördinator Asbest LAVS RWS / WVL
2 03 – 09 - 2019 Programmamanager LAVS, adviseur IV RWS / WVL
3 03 – 09 - 2019 Applicatiemanager LAVS RWS / CIV
4 03 – 09 - 2019 Functioneel beheerder LAVS RWS / WVL
5 03 – 09 – 2019 Product Owner LAVS, adviseur ICT RWS / WVL
6 03 – 09 - 2019 Gebruikersondersteuning, adviseur Asbest RWS / WVL
7 05 – 09 – 2019 Afdelingshoofd OenM I&W / DGMI
8 05 – 09 – 2019 Beleidsmedewerker OenM I&W / DGMI
9 11 – 09 -2019 Afdelingshoofd GW SZW / G&VW
10 11 – 09 – 2019 Beleidsmedewerker GW SZW / G&VW
pagina
15/17 7 oktober 2019 Review MJP 2019 – 2023 LAVS
Bijlage B Bestudeerde documentatie
# Documentnaam
1 31141724-LAVS-Intake-Rapport-V2.0.pdf
2 B1059148 - Fiche LAVS Jaarplan IV 2019_v0.5.doc
3 B1059148 - Fiche LAVS Jaarplan IV 2020_v0.3 RK - AS.doc
4 Beheerplan LAVS v 0.99 (VWMA-CIV) - 20-12-2018.docx
5 Bijlage 2 Prioritering en kosten vernieuwing LAVS.pdf
6 bijlage 2 Rapportage asbest en LAVS 2018 Def.pdf
7 Bijlage 5 Factsheet Governancestructuur LAVS-def (2).pdf
8 deelopdracht LAVS BOA-RWS 2019.docx
9 Dossier Afspraken en procedures LO - v2.1 AS AL.docx
10 FPA_LAVS_Mediaan- functiepuntenanalyse 2014.xls
11 LAVS2019_Memoriaalboeking_T1 signed.pdf
12 Meerjarenplan LAVS 2019-2023.pdf
13 Meerjarenraming_LAVS.xlsx
14 Memoriaal boekingen 2018.pdf
15 opbouwkosten_LAVS_2015-2019.xlsx
16 Quickscan beheerlrapport v0 10 final.pdf
17 Service Level Agreement LO - v2.0.pdf
18 SIG_2014.7z
19 SIG_2017.7z
20 SLR_LAVS_CGI_2018.7z
21 SLR_LAVS_CGI_2019.7z
22 SLR_LAVS_CIV_2018.7z
23 SLR_LAVS_CIV_2019.7z
24 Verbeterplan LAVS v10 (definitief).docx
25 vragen nav documentatie.docx
26 Waarom een LAVS.docx
27 20130124-DCI-LAVS-Eindpresentatie Meting.pdf
28 Bijlage 8 SIG toets LAVS Addendum Eindpresentatie.PDF
29 20171101-Eindpresentatie LAVS.pdf
30 20171108-Aanvulling Eindpresentatie LAVS.pdf
31 2019-02-13 bijlage bij voortgangsverslag LAVS Changes - januari 2019.pdf
pagina
16/17 7 oktober 2019 Review MJP 2019 – 2023 LAVS
32 2019-03-15 bijlage bij voortgangsverslag LAVS Changes - februari 2019.pdf
33 2019-05-03 bijlage bij voortgangsverslag LAVS Changes - maart 2019.pdf
34 MinIenW LAVS CSR 2019 01 (januari) v1.0.pdf
35 MinIenW LAVS CSR 2019 02 (februari) v1.0.pdf
36 MinIenW LAVS CSR 2019 03 (maart) v1.0.pdf
37 Service Level Rapportage LAVS april 2018.docx
38 Service Level Rapportage LAVS aug 2018.docx
39 Service Level Rapportage LAVS dec 2018.docx
40 Service Level Rapportage LAVS feb 2018 (3).docx
41 Service Level Rapportage LAVS feb 2018 1.0.docx
42 Service Level Rapportage LAVS jan 2018.docx
43 Service Level Rapportage LAVS jul 2018.docx
44 Service Level Rapportage LAVS Juni 2018.docx
45 Service Level Rapportage LAVS mei 2018.docx
46 Service Level Rapportage LAVS nov 2018.docx
47 Service Level Rapportage LAVS okt 2018.docx
48 Service Level Rapportage LAVS sep 2018.docx
49 Service Level Rapportage LAVS apr 2019 0.9.docx
50 Service Level Rapportage LAVS feb 2019.docx
51 Service Level Rapportage LAVS jan 2019.docx
52 Service Level Rapportage LAVS mei 2019 0.9.docx
53 Service Level Rapportage LAVS mrt 2019.docx
pagina
17/17 7 oktober 2019 Review MJP 2019 – 2023 LAVS
Bijlage C Kosten LAVS
Onderstaande figuur geeft op een compacte manier weer hoe de kosten voor het beheer van LAVS zijn
opgebouwd. De cijfers zijn afkomstig vanuit verschillende aangereikte documenten. Het overzicht is vooral
bedoeld als indicatie.
Op basis van de aangereikte documentatie komen wij tot de volgende bevindingen:
• Op basis realisatiecijfers over 2018 kan worden opgemaakt dat ongeveer k€ 400 op jaarbasis
beschikbaar voor regulier onderhoud – eventueel in te zetten voor doorontwikkeling als de ‘backlog’
alleen nog maar grote veranderpunten bevat. Het berekende getal is niet exact omdat de kosten voor
exploitatie en regulier onderhoud niet paart worden geregistreerd.
• De MJP geeft aan dat er financiële ruimte is voor regulier onderhoud en doorontwikkeling van k€ 500 tot
k€ 700, met de kanttekening dat (a) onbekend is welk deel nodig is voor regulier onderhoud en (b) hieruit
ook de extra personele lasten moeten gefinancierd.
• Voor de aansturing en begeleiding vanuit WVL/LOSA lijken vooralsnog geen fte’s beschikbaar, anders
dan de huidige beschikbare capaciteit met als risico dat de huidige dienstverlening dan fors onder druk
kan komen te staan;
• De totale financiële omvang van de benodigde doorontwikkeling is onduidelijk, evenals welke
verbeteringen doorgevoerd zullen worden. Het laatste heeft vanzelfsprekend invloed op de financiën.
• Als de doorontwikkeling met een omvang van ongeveer € 2 miljoen doorgezet moet worden onder de
huidige condities, dan is een doorlooptijd van vijf/zes jaar niet irreëel.
Figuur 1 - Beheerkosten LAVS