Residuvrije aardbeien: een praktijkproef op de Vennenhof · 2013. 1. 2. · Abstract In 2008 is op...

32
Residuvrije aardbeien: een praktijkproef op de Vennenhof

Transcript of Residuvrije aardbeien: een praktijkproef op de Vennenhof · 2013. 1. 2. · Abstract In 2008 is op...

  • Residuvrije aardbeien: een praktijkproef

    op de Vennenhof

  • Residuvrije aardbeien: een praktijkproef op

    de Vennenhof

    Peter Leendertse (CLM)

    Sjoerd Smits (HortiNova)

    Peter van der Ven (Vennenhof)

    Boudewijn van der Wal (Veiling Zaltbommel)

    Mark van Iersel (SoilTechSolutions)

    CLM

    Culemborg, juni 2009

    CLM 708 - 2009

  • Abstract In 2008 is op het bedrijf de Vennenhof een praktijkproef residuvrije aardbeien

    uitgevoerd. Met verschillende niet-chemische behandelingen bleek teelt van residuvrije

    aardbeien mogelijk met een opbrengstderving van 25-38%. Het advies is de proef te

    vervolgen en na te gaan of een residuvrije teelt zonder opbrengstverlies haalbaar is.

    Oplage 10

  • Inhoud______________________________________________________________________

    Inhoud

    Voorwoord

    Samenvatting I

    1 Inleiding 1

    1.1 Achtergrond 1 1.2 Doel 2

    2 Werkwijze 3

    2.1 Praktijkproef op de Vennenhof 3

    2.1.1 Opzet en proefveld 3 2.1.2 Planten en technische uitvoering 4

    2.1.3 Behandelingen 6

    2.1.4 Oogsten en houdbaarheid 7

    2.1.5 Residu-metingen en plantsap-analyses 7

    2.2 Analyse van marktkansen 8

    2.3 Communicatie 8

    3 Resultaten 9

    3.1 Proefveld 9

    3.1.1 Teeltervaringen 9

    3.1.2 Plantsapmetingen 10

    3.1.3 Oogstgegevens 10

    3.1.4 Houdbaarheid 12

    3.1.5 Resultaten residu-analyses 13

    3.2 Marktanalyse 13

    3.3 Communicatie 14

    4 Conclusies en aanbevelingen 15

    4.1 Conclusies 15

    4.2 Aanbevelingen 15

    Bijlage 1 Opzet residuvrije praktijkproef Vennenhof 17

    Bijlage 2 Artikelen 19

  • Voorwoord______________________________________________________________

    In januari 2008 kwam Peter van der Ven bij CLM. Hij wilde graag de kansen voor de

    teelt en vermarkting van residuvrije aardbeien onderzoeken. CLM en van de Ven

    hebben samenwerking gezocht met Hortinova, SoilTechSolution en Veiling Zalt-

    bommel en met co-financiering van LIB (Stuurgroep Landbouw Innovatie Brabant)is

    de praktijkproef uitgevoerd. We bedanken iedereen voor de bijdrage aan de prak-

    tijkproef. We hopen dat de proef zal bijdragen aan een verdere verduurzaming van

    de aardbeienteelt in Nederland.

    De auteurs

  • I

    Samenvatting ________________________________________________________

    In 2008 is op het bedrijf de Vennenhof van Peter van der Ven een praktijkproef

    uitgevoerd om te onderzoeken of residuvrije teelt van aardbeien haalbaar is. Een

    aantal niet-chemische behandelingen zijn getest in het proefveld. Uitvoering van de

    proef in een gangbaar perceel heeft inzicht gegeven in verschillen tussen gangbaar

    en proefbehandelingen1. De praktijkproef heeft belangrijke informatie opgeleverd

    voor de aardbeienteelt en het residuvraagstuk.

    De opbrengst van klasse 1 aardbeien was 25-38 % minder dan de opbrengst van

    de gangbare teelt van Peter van de Ven. De behandelingen met Photofinish en met

    STS gaven de minste opbrengstderving. 10-15 % van de oogstreductie is veroor-

    zaakt door groen rotte. Opvallend is dat de houdbaarheid van de aardbeien van

    enkele behandelingen zoals Photofinish en STS (zonder “chemie”) beter was dan

    gangbaar (met “chemie”). De aardbeien in de behandelingen bleken geen chemi-

    sche residuen van gewasbeschermingsmiddelen te bevatten. Enkele behandelingen

    bevatten een lage concentratie van het biologische middel piperonylbutoxide en van

    zwavel. De gangbare aardbeien van Peter van de Ven bevatten sporen van een

    vijftal chemische middelen in zeer lage concentratie (ruim onder de MRL).

    Handelspartijen zijn geïnteresseerd in de resultaten van residuvrij telen. Wel ver-

    wachten zij dat een meerprijs verkrijgen in de keten lastig wordt. Er zijn mogelijke

    nichemarkten voor het residuvrije product, al is het lastig concreet afspraken te

    maken.

    Het verdient aanbeveling de perspectiefvolle behandelingen (zoals Photofinish en

    STS) verder in het veld te onderzoeken in 2009. Ook verdient het aanbeveling de

    positieve ervaringen met het teeltsysteem te communiceren naar alle aardbeiente-

    lers en in de sector actief kennis uit te wisselen over de verschillende onderzoeken

    en proeven die plaats vinden. Tenslotte is het aan te bevelen het zoeken en organi-

    seren van een handelskanaal waarbij de lagere opbrengst wordt gecompenseerd

    door een meerprijs voort te zetten.

    1 Gangbaar in deze proef is sinds 2001 gebaseerd op het Nutri-growing system en daarmee

    niet direct vergelijkbaar met de gangbare teelt in Noord-Brabant.

  • II

  • 1

    1 Inleiding_________________________________________________________________ 1.1 Achtergrond

    In de groente- en fruitsector bestaat momenteel veel aandacht voor het verminde-

    ren van residuen van gewasbeschermingsmiddelen op groente- en fruitproducten.

    De retail stelt -onder druk van maatschappelijke organisaties- extra eisen aan de

    residu-(MRL)-niveaus op Halfproducten en de eisen zijn bovenwettelijk. Het telen

    van producten met extra eisen aan residuen is moeilijk en leidt tot verhoging van

    productiekosten. Het is zeer de vraag of de retail ook een hogere prijs wil betalen

    voor deze producten.

    Een aantal telers in Noord-Brabant ziet goede mogelijkheden voor een residuvrije

    teelt. De telers zijn al langer actief bezig met de uitvoering van duurzame teeltme-

    thodieken. Deze duurzame teeltmethodiek richt zich op de behoeftes van bodem en

    gewas. Praktisch gezien wordt niet geploegd, geen drijfmest gebruikt en worden

    beperkt kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen toegediend. Qua bemesting

    wordt gebruik gemaakt van compost op maat en specifieke sporenelementen en

    mineralen.

    De vraag naar residuvrije producten biedt nieuwe kansen om deze verduurzaming

    van de teelten verder te ontwikkelen.

    De prei- en aardbeienteler Peter van de Ven uit Sint Michielsgestel is een van deze

    telers. Op zijn initiatief is een praktijkproef gestart om de mogelijkheden voor een

    residuvrije teelt2 in de praktijk te brengen en de afzet van gewaarborgde residuvrije

    producten te verkennen. Telers, CLM, veiling Zaltbommel, HortiNova en van Ier-

    sel/Soil Tech Solutions hebben in 2008 gezamenlijk een praktijkproef “ teelt en

    afzetmogelijkheden voor residuvrije tuinbouwproducten” uitgevoerd. Ook verken-

    ning van de marktinteresse om voor residuvrije producten een hogere prijs te beta-

    len is onderdeel van de proef. Naast de eigen financiële inbreng van deze partijen is

    LIB (Stuurgroep Landbouw Innovatie Brabant) medefinancier vanuit het belang

    duurzame teelt in Noord-Brabant te stimuleren.

    Dit rapport beschrijft de resultaten van de praktijkproef in de aardbeien en geeft

    inzicht in de visie van telers en handel op marktkansen voor residuvrije producten.

    2 Residuvrij is een begrip dat niet altijd goed gedefinieerd is. Formeel gezien is residuvrij die

    waarde waarbij geen residuen op de producten,die in het handelskanaal zijn ingebracht,

    aangetoond kunnen worden. Dit betekent in chemische zin niet dat er helemaal geen spo-

    ren aan middelen op de producten zitten, ze zijn alleen niet detecteerbaar. In de pilot is

    het nodig deze nuance te betrekken.

  • 2

    1.2 Doel

    Het project kent twee doelstellingen:

    • Het opzetten van een economisch en ecologisch verantwoord teeltsysteem met

    voldoende waarborg om een residuvrij product (en in het bijzonder aardbeien)

    te leveren.

    • Het verkennen van afzetmogelijkheden en –condities voor de residuvrije pro-

    ducten (en in het bijzonder aardbeien).

  • 3

    2 Werkwijze______________________________________________________________ 2.1 Praktijkproef op de Vennenhof

    2.1.1 Opzet en proefveld

    Dit onderzoek is uitgevoerd op het bedrijf de Vennenhof van aardbeienteler Peter

    van de Ven. Op zijn bedrijf werkt hij al een aantal jaren (sinds 2001) samen met

    HortiNova en SoilTechSolutions volgens een teeltmethode die gericht is op een ge-

    zonde bodem, het Nutri-Growing systeem (zie box). In de praktijkproef vormt deze

    teeltmethode de referentiesituatie gangbaar. Het is van belang te weten dat ‘gang-

    baar’ in deze proef dus niet hetzelfde is als ‘gangbare’ aardbeienteelt in Nederland.

    Box: Teeltmethode rond gezonde bodem: Nutri-Growing

    De kern van deze teeltmethode is gelegen in een gezonde en uitgebalanceerde bodem en het

    meer gebruik te maken van natuurlijke mechanismen en bronnen. Deze methode betreft

    zowel vollegronds- als containerteelten (zachtfruit) met de nadruk op vollegrondsteelten

    (zachtfruit en groente). In de praktijkproef staat de aardbeienteelt centraal. Doordat het me-

    dium uitgebalanceerd is, is de weerbaarheid van de planten tegen ziekten en plagen groter.

    Dit zal leiden tot zowel een lagere frequentie van bespuitingen als dosering van middelen. Het

    is de verwachting dat hierdoor het maximaal residuniveau duidelijk lager zal liggen.

    Ter voorbereiding van de proef is een aantal beoogde residuvrije teeltmethodieken

    opgesteld. Bij deze methodieken wordt het meststoffengebruik en gewasbescher-

    mingsmiddelengebruik geminimaliseerd en worden de bodemcondities geoptimali-

    seerd in een aantal varianten. Deze varianten vormen de testsituaties die worden

    vergeleken met de referentiesituatie. Belangrijkste knelpunten in de teelt vormen

    onkruid (& graanopslag uit stro), meeldauw, spint, vruchtrot (Botrytis), koprot,

    wortelrot en aaltjes. Voor deze knelpunten worden verschillende behandelingen

    uitgevoerd met bemesting en middelengebruik als variabele factoren.

    Het proefveld heeft een omvang van 440 m2 waarin verschillende teeltmethodieken

    worden toegepast (9 behandelingen, 3 herhalingen, 27 plots x 9,6m2)(figuur 1). De

    bedbreedte is: 1,6 m. De proefoppervlakte is 6 meter lang met een plantafstand

    van 25 cm. Er is een rand van 5,5 meter als buffer gehanteerd. Er zijn 9 behande-

    lingen uitgevoerd (zie ook bijlage 1):

    1. Controle 1 GEEN BEHANDELINGEN.

    2. Controle 2 GEEN BEHANDELINGEN.

    3. Behandeling Enzicur (Koppert) en over-all behandeling.

    4. Behandeling Photofinish Silicium en over-all behandeling.

    5. Behandeling SoilTechSolutions programma (melk en fulvinezuren) en over-all

    behandeling.

    6. Behandeling Plant Health Care programma en over-all behandeling.

    7. over-all behandeling (compostthee, kaliumfosfiet, Neemazal).

    8. Behandeling chemisch onkruid en over-all behandeling.

    9. Behandeling STS en over-all behandeling.

  • 4

    Naast deze 9 plots is buiten het proefveld –in de gangbare teelt- een vak uitgelegd

    om de opbrengst van de gangbare teelt te meten.

    De behandelingen en de drie herhalingen zijn ad random verdeeld over het proef-

    veld. Alleen de controles 1 en 2 zijn uitgelegd in een rechte lijn. Dit is gedaan om

    tijdens behandelingen over het gehele perceel de controles door middel van tunnels

    uit te kunnen sluiten van deze overall-behandeling (figuur 1). Een detailoverzicht

    van de behandelingen is weergegeven in bijlage 1.

    Figuur 1 Opzet en indeling van het proefveld op de Vennenhof.

    2.1.2 Planten en technische uitvoering

    De proef is uitgevoerd tussen 17 juli (plantdatum) en 3 oktober 2008 (laatste

    oogstdatum). Op 17 juli 2008 heeft Peter van de Ven de aardbeienplanten geplant

    op het gehele perceel waar aansluitend het proefveld is uitgezet (Foto 1 en 2).

    Foto 1 en 2 Planten van de aardbeienplanten op 17 juli 2008.

  • 5

    Aansluitend zijn tunnels geplaatst bij de controleveldjes (foto 3).

    Foto 3 Proefveld met tunnelbogen en plastic om controles af te schermen tijdens

    bespuitingen (17 juli 2008).

    Op 28 juli is onkruidfolie aangebracht op de verschillende veldjes met uitzondering

    van de controleveldjes en de veldjes met chemische onkruidbestrijding (8a 8b en

    8c). Op 29 juli zijn twee extra tunnels aangebracht op rij 1 en 11 (figuur 1) om drift

    tegen te gaan.

    Foto’s 4 en 5 Proefveld met onkruidfolie en tunnelbogen en plastic om zowel de

    controles als het perceel rond het proefveld af te schermen van de

    bespuiting (29 juli 2008).

    Op 11 augustus is stro aangebracht op het perceel en op het proefveld. In het

    proefveld is dit met de hand gedaan en is gebruik gemaakt van uitgeschud stro om

    hergroei van graan vanuit het stro te voorkomen (foto’s 6 en 7).

  • 6

    Foto’s 6 en 7 Aanbrengen stro (11 augustus 2008).

    Op 1 september is onkruid geplukt in beide controles vanwege onvoldoende wer-

    king van het onkruidfolie (1a 1b 1c en 2a 2b 2c). Zie foto 8, voorin al gewied, ach-

    ter nog vol met onkruid.

    Foto 8 Handmatig onkruid verwijderd uit de controles (voor de rode streep al

    gewied, daarachter nog niet (1 september 2008).

    Op 17 september is onkruid geplukt in de gehele proef.

    2.1.3 Behandelingen

    In de periode tussen 17 juli 2008 en 30 september 2009 zijn op het perceel en op

    de proefvelden verschillende behandelingen uitgevoerd. Het volledige schema is

    weergegeven in Bijlage 2. Samenvattend:

    Alle veldjes exclusief de controle en veldjes 6a, 6b en 6c zijn een of enkele malen

    behandeld met compostthee (foto 9), zwavel en kaliumfosfiet vanwege schimmel-

    druk en Neemazal en Spruzit vanwege insectendruk. Alle veldjes zijn bemest con-

    form het normale bemestingsschema van de gangbare percelen op de Vennenhof.

  • 7

    Foto 9 Bespuiting van het proefveld met compostthee via de spuit met luchton-

    dersteuning van Peter van de Ven. Duidelijk zichtbaar zijn tunnelbogen en

    plastic om de controles af te schermen van de bespuiting (23 juli 2008).

    Specifieke veldjes zijn periodiek behandeld met de gekozen behandelingen, zoals

    weergeven in het schema.

    2.1.4 Oogsten en houdbaarheid

    In de periode tussen 2 september 2008 en 3 oktober 2009 is op de veldjes tien

    keer geplukt om de oogst in de verschillende veldjes te kunnen meten.

    Foto 10 Oogst in het proefveld.

    In dezelfde periode zijn twee houdbaarheidsproeven ingezet. De eerste proef is

    ingezet op 2 september bij SoilTechSolutions met aardbeien van de 2e pluk. Deze

    zijn 15, 18 en 23 september beoordeeld. De tweede proef is ingezet op 16 septem-

    ber bij Veiling Zaltbommel met aardbeien van de 5e pluk. Deze zijn 19 en 22 sep-

    tember beoordeeld.

    2.1.5 Residu-metingen en plantsap-analyses

    Door veiling Zaltbommel zijn residumetingen uitgevoerd van oogst van medio sep-

    tember. Door Hortinova zijn in dezelfde periode zijn op 25 en 26 september

    plantsap-analyses van de aardbeien uit de proef uitgevoerd.

  • 8

    2.2 Analyse van marktkansen

    Via contacten met afnemers is verkend of zij bereid zijn de residuvrij producten af

    te nemen en onder welke voorwaarden afspraken te maken zijn. Naast Veiling Zalt-

    bommel (participant in het project) hebben Fruitworld, Greenery en Vroegop Windig

    deelgenomen aan bijeenkomsten van het project. Zij hebben ook hun visie op de

    marktkansen ingebracht. Verder is contact gelegd met een ijsfabrikant en een regi-

    onale supermarkt. Ook ervaringen van keurmerken in Noord-Brabant (zoals Milieu-

    keur) ten aanzien van afzet van duurzame producten zijn meegenomen.

    2.3 Communicatie

    In het project heeft intensieve communicatie met aardbeientelers, adviseurs en

    veilingen plaatsgevonden. Via veldbijeenkomsten en via nieuwsmails zijn zij op de

    hoogte gehouden en hebben meegediscussieerd over de proef en het residuen-

    vraagstuk. Er zijn een drietal bijeenkomsten georganiseerd op de Vennenhof. In de

    bijeenkomsten is het doel van de proef en de te volgen aanpak besproken. Ook is

    besproken welke mogelijkheden telers zien om in de eigen teelt duurzaamheid te

    vergroten en residukans te verlagen. Ook de marktkansen zijn in de bijeenkomsten

    geanalyseerd (zie 2.2.). Na afronding van de proef en de metingen zijn de resulta-

    ten besproken met de groep

    Vanuit het project heeft ook communicatie plaatsgevonden naar de groente & fruit-

    sector via nieuwsberichten en artikelen. Tenslotte is door CLM en LTO Groeiservice

    een uitwisselingsbijeenkomst georganiseerd om de verschillende initiatieven op het

    gebied van aardbeien en residuen te bespreken met adviseurs, gewascommissie

    aardbei, handel en telers.

  • 9

    3 Resultaten ____________________________________________________________ 3.1 Proefveld

    3.1.1 Teeltervaringen

    Tijdens de proefperiode bleek het toepassen van onkruidfolie geleid te hebben tot

    ongewenste neveneffecten in enkele rijen (foto 11). In de analyse van de plukge-

    gevens zijn de oogstdata van deze rijen niet meegnomen.

    Foto 11 Verbrandingsschade door folie (rechterrij).

    In het algemeen heeft de onkruidbestrijding, ook door toepassing van de folie

    goed gewerkt. Wel is de chemische onkruidbestrijding het meest succesvol (foto 12

    en 13).

    Foto 12 en 13 Resultaten chemische onkruidbestrijding (linkerfoto, vak 8a en con-

    trole vak B).

    Ondanks het gebruik van geschud stro bleek toch opslag van graan plaats te vin-

    den. Het stro was blijkbaar toch nog onvoldoende geschud.

  • 10

    Foto 14 Graanopslag in het proefveld.

    In de tweede helft van de proefperiode bleek meeldauw (overigens in de hele regio

    Noord-Brabant) een knelpunt. De behandelingen waren onvoldoende gericht op de

    meeldauw.

    3.1.2 Plantsapmetingen

    Plantsapmetingen zijn uitgevoerd om de Ec, pH en mineralenstatus van de plant

    vast te stellen. Eind augustus bleek in de proef de mineralenstatus te hoog (figuur

    3.1.) in vergelijking met de gangbare waarden. Dit is waarschijnlijk veroorzaakt

    door de folie, waardoor minder water beschikbaar was. De proefplanten ondervon-

    den daardoor stress en waren gevoeliger voor meeldauw.

    Figuur 3.1 Resultaten van plantsapmetingen in het proefveld in gangbaar (gekoel-

    de 8).

    3.1.3 Oogstgegevens

    c klasse 1 opbrengst van de proefvakken met de verschillende behandelingen is

    weergegeven in figuur 3.2. Duidelijk is dat de klasse 1 opbrengst 26-38% lager ligt

    dan de gangbare teelt van Peter van de Ven. Behandeling 4 (Photofinish) en 9

    (STS) hebben de hoogste opbrengst.

  • 11

    Figuur 3.2 Oogstresultaten na 10 plukken (klasse 1).

    De klasse 2 opbrengst ligt op het niveau van gangbaar of zo’n 22-31% erboven

    (figuur 3.3). Behandeling 4 (Photofinish) en 9 (STS) hebben ook hier een hoge

    opbrengst.

    Figuur 3.3 Oogstresultaten na 10 plukken (klasse 2).

    Het % groene rotte ligt voor de behandelingen aanmerkelijk hoger dan voor gang-

    baar (figuur 3.4). Behandeling 4 (Photofinish) en 9 (STS) hebben hier het laagset

    % van de proefbehandelingen.

  • 12

    Figuur 3.4 % groene rotte van totale productie na 10 plukken.

    3.1.4 Houdbaarheid

    De houdbaarheid van behandelingen 4 (Photofinish) en 9 (STS) zijn opvallend goed

    en zelfs boven de gangbare teelt.

    Figuur 3.5 Houdbaarheid.

    Foto 15 Houdbaarheidsproef Veiling Zaltbommel

  • 13

    3.1.5 Resultaten residu-analyses

    Aardbeien van de negen behandelingen bevatten geen residuen van chemische

    gewasbeschermingsmiddelen. De gangbare teelt bevat vijf residuen van chemische

    middelen variërend tussen 0,01 en 0,27. Deze middelen zijn toegelaten en toege-

    past in de teelt en de waarden zijn allemaal ver onder de MRL. In de negen behan-

    delingen zijn residuen van twee biologische gewasbeschermingsmiddelen aange-

    troffen, te weten zwavel (rond 0,3) en piperonylbutoxide (0,01-0,020).

    3.2 Marktanalyse

    Handelsorganisaties

    Vanuit Veiling Zaltbommel (participant in het project), Fruitworld, Greenery en

    Vroegop Windig is deelgenomen aan bijeenkomsten van het project. Drie van de

    vier handelspartijen geven aan dat zij vanuit de retail vraag krijgen naar groente en

    fruit met verlaagde residuniveaus. De gevraagde niveaus variëren van maximaal

    80% van de MRL tot zelfs 30% van de MRL.

    In grote lijnen is het volgens de handelspartijen echter voor de telers niet of nau-

    welijks mogelijk een meerprijs te ontvangen voor producten met weinig residuen of

    zelfs residuvrij (zoals de geteelde aardbeien in de praktijkproef). Hun visie is dat de

    retail deze eisen stelt en dat het leveren van residuarme producten komende jaren

    DE standaard wordt. Telers zullen hun teeltmethode in moeten richten op deze

    marktvraag. In hoeverre deze stelling in brede zin geldt voor de handel is niet on-

    derzocht.

    Nichemarkten

    Naast afzet via de gebruikelijke handelskanalen is ook afzet via een nichemarkt

    mogelijk. Nichemarkten voor duurzame producten is een lastig onderwerp. Juist

    aardbeientelers in Noord-Brabant hebben enkele jaren geleden sterk geïnvesteerd

    in het Milieukeur. Helaas is door gebrek aan marktinteresse de deelname aan dit

    keurmerk weer sterk afgenomen. Op het gebied van residuarme producten zijn wel

    nieuwe ontwikkelingen gaande. Zo hebben vruchtgroentetelers van FrEsteem sa-

    men met de milieubeweging (Vereniging Milieudefensie en Stichting Natuur en Mili-

    eu) onder begeleiding van CLM criteria ontwikkeld voor duurzame groenteteelt.

    Belangrijk speerpunt daarbij is beperking van residuen op de producten. Inmiddels

    worden tomaten en paprika’s geleverd onder het weetwatjeeet-logo. Tomaten zijn

    met dit logo verkrijgbaar bij C1000. Ook aardbeien kunnen participeren onder dit

    logo. Voor de aardbeienteelt ligt hier een kans om een niche markt te vinden voor

    residuarme aardbeien.

    In het project is ook contact gelegd met een supermarktketen om mogelijkheden

    voor een nichemarkt te verkennen. Dit heeft nog niet geleid tot concrete afzetkana-

    len. Wel is er belangstelling.

  • 14

    3.3 Communicatie

    Tijdens het project zijn drie bijeenkomsten met aardbeientelers, adviseurs en vei-

    lingen gehouden. Op 9 september 2008 en 8 oktober 2008 op de Vennenhof en op

    28 november 2008 bij CLM. Doel, aanpak en resultaten zijn op deze veldbijeen-

    komsten uitgebreid besproken. Ook het residuenvraagstuk is besproken. Belangrijk

    is dat telers en adviseurs aangeven dat . In de bijeenkomsten zijn ook de mogelijk-

    heden die telers zien om in de eigen teelt duurzaamheid te vergroten en residukans

    te verlagen. Conclusie van de bijeenkomsten was dat een gezonde bodem als uit-

    gangspunt belangrijk is. Ook dat residuvrije teelt extra inzet vraagt en extra risico’s

    met zich meebrengt.

    Op 28 november 2008 is door CLM en LTO Groeiservice een uitwisselingsbijeen-

    komsten georganiseerd. De verschillende initiatieven op het gebied van aardbeien

    en residuen zijn besproken met adviseurs, leden van de gewascommissie aardbei,

    handel en telers. Conclusie was dat uitwisseling essentieel belang is om werkelijk

    verder te komen met duurzame, residuvrije teelt. Ook is aangegeven dat een ver-

    volg van deze proef belangrijk is en uitbreiding nodig is naar stellingenteelt.

    Communicatie heeft ook plaatsgevonden via nieuwsberichten in het Agrarisch Dag-

    blad, Groente & Fruit en www.agf.nl, www.agrihollandnl en www.clm.nl. Ter afron-

    ding is een artikel gepubliceerd in de Groente & Fruit onder de kop residuvrije

    aardbei moet wel extra duiten opleveren. Tevens is een artikel in Nieuwe Oogst

    gepubliceerd met als titel residuvrije aardbeien (bijlage 2).

  • 15

    4 Conclusies en aanbevelingen_________________________ 4.1 Conclusies

    1. De praktijkproef heeft belangrijke informatie opgeleverd voor de aardbeienteelt

    en het residuvraagstuk. Juist de uitvoering van de proef midden in het gangba-

    re perceel van Peter van de Ven geeft direct inzicht in verschillen tussen gang-

    baar en proefbehandelingen. Gangbaar in deze proef is overigens het sinds

    2001 gebaseerd op het Nutri-growing system en daarmee niet direct vergelijk-

    baar met de gangbare teelt in Noord-Brabant.

    2. Uitvoering van de praktijkproef kende bij de uitvoering enkele knelpunten. Be-

    langrijkste zijn verbranding bij enkele rijen door het onkruidfolie en opslag van

    graan ondanks uitgeschud stro. De verbrande plots zijn buiten de oogstanalyse

    gelaten.

    3. De onkruiddruk is door toepassing van folie acceptabel te houden. De ziekte-

    druk van meeldauw en groene rotte was hoger dan verwacht.

    4. De opbrengst van klasse 1 aardbeien was 25-38 % minder dan de opbrengst

    van de gangbare teelt van Peter van de Ven. De behandelingen met Photofinish

    en met STS gaven de minste opbrengstderving.

    5. 10-15 % van de oogstreductie is veroorzaakt door groen rotte.

    6. De houdbaarheid van de aardbeien van enkele behandelingen zoals Photofinish

    en STS (zonder chemie) was beter dan gangbaar (met “chemie”)

    7. De aardbeien in de behandelingen bevatten geen chemische residuen van ge-

    wasbeschermingsmiddelen. Enkele behandelingen bevatten een lage concentra-

    tie van het biologische middel piperonylbutoxide en van zwavel. De gangbare

    aardbeien van Peter van de Ven bevatten sporen van een vijftal chemische

    middelen in zeer lage concentratie (ruim onder de MRL).

    8. Handelspartijen zijn zeer geïnteresseerd in de resultaten van residuvrij telen.

    Wel verwachten zij dat een meerprijs verkrijgen in de keten lastig wordt. Er zijn

    mogelijke nichemarkten voor het residuvrije product, al is het lastig concreet

    afspraken te maken.

    4.2 Aanbevelingen

    1. Het verdient aanbeveling de perspectiefvolle behandelingen (zoals Photofinish

    en STS) verder in het veld te onderzoeken in 2009. Speciale aandacht daarbij is

    nodig voor het op de juiste wijze toepassen van onkruidfolie, gebruik van volle-

    dig geschud stro, meeldauw en groene rotte.

    2. Gezien de ontwikkelingen in de aardbeienteelt wordt aanbevolen ook aardbei-

    enteelt op stellingen in een praktijkproef mee te nemen.

    3. Het verdient aanbeveling de positieve ervaringen met het teeltsysteem te

    communiceren naar alle aardbeientelers en in de sector actief kennis uit te wis-

    selen over de verschillende onderzoeken en proeven die plaats vinden.

    4. Het zoeken en organiseren van een handelskanaal waarbij de lagere opbrengst

    wordt gecompenseerd door een meerprijs wordt aanbevolen.

  • 16

  • 17

    Bijlage 1 Opzet residuvrije praktijkproef

    Vennenhof________________________

  • 18

  • 19

    Bijlage 2 Artikelen _________________________

  • /ColorImageDict > /JPEG2000ColorACSImageDict > /JPEG2000ColorImageDict > /AntiAliasGrayImages false /CropGrayImages true /GrayImageMinResolution 300 /GrayImageMinResolutionPolicy /OK /DownsampleGrayImages true /GrayImageDownsampleType /Bicubic /GrayImageResolution 300 /GrayImageDepth -1 /GrayImageMinDownsampleDepth 2 /GrayImageDownsampleThreshold 1.50000 /EncodeGrayImages true /GrayImageFilter /DCTEncode /AutoFilterGrayImages true /GrayImageAutoFilterStrategy /JPEG /GrayACSImageDict > /GrayImageDict > /JPEG2000GrayACSImageDict > /JPEG2000GrayImageDict > /AntiAliasMonoImages false /CropMonoImages true /MonoImageMinResolution 1200 /MonoImageMinResolutionPolicy /OK /DownsampleMonoImages true /MonoImageDownsampleType /Bicubic /MonoImageResolution 1200 /MonoImageDepth -1 /MonoImageDownsampleThreshold 1.50000 /EncodeMonoImages true /MonoImageFilter /CCITTFaxEncode /MonoImageDict > /AllowPSXObjects false /CheckCompliance [ /None ] /PDFX1aCheck false /PDFX3Check false /PDFXCompliantPDFOnly false /PDFXNoTrimBoxError true /PDFXTrimBoxToMediaBoxOffset [ 0.00000 0.00000 0.00000 0.00000 ] /PDFXSetBleedBoxToMediaBox true /PDFXBleedBoxToTrimBoxOffset [ 0.00000 0.00000 0.00000 0.00000 ] /PDFXOutputIntentProfile () /PDFXOutputConditionIdentifier () /PDFXOutputCondition () /PDFXRegistryName () /PDFXTrapped /False

    /CreateJDFFile false /Description > /Namespace [ (Adobe) (Common) (1.0) ] /OtherNamespaces [ > /FormElements false /GenerateStructure false /IncludeBookmarks false /IncludeHyperlinks false /IncludeInteractive false /IncludeLayers false /IncludeProfiles false /MultimediaHandling /UseObjectSettings /Namespace [ (Adobe) (CreativeSuite) (2.0) ] /PDFXOutputIntentProfileSelector /DocumentCMYK /PreserveEditing true /UntaggedCMYKHandling /LeaveUntagged /UntaggedRGBHandling /UseDocumentProfile /UseDocumentBleed false >> ]>> setdistillerparams> setpagedevice