REGIONAAL OPLEIDEN: EEN VAN DE MIDDELEN TEGEN …€¦ · EEN VAN DE MIDDELEN TEGEN...

5
13 de Dokter 6/2019 Al een jaar of twintig worden huisartsen in Twente opgeleid op een dependance van de VU. Nu het huisartsentekort steeds nijpender wordt, is het belang van regionaal opleiden alleen maar groter. Huisartsen in opleiding leren de regio zo goed kennen. ‘Ik hou van de kleinschaligheid en de korte lijntjes in Twente. Ik hoef niet terug naar Leiden of Rotterdam.’ TEKST: BERBER BIJMA / FOTOGRAFIE: INDRA SIMONS REGIONAAL OPLEIDEN: EEN VAN DE MIDDELEN TEGEN HUISARTSENTEKORT

Transcript of REGIONAAL OPLEIDEN: EEN VAN DE MIDDELEN TEGEN …€¦ · EEN VAN DE MIDDELEN TEGEN...

Page 1: REGIONAAL OPLEIDEN: EEN VAN DE MIDDELEN TEGEN …€¦ · EEN VAN DE MIDDELEN TEGEN HUISARTSENTEKORT . 14 de Dokter /˚˛˝˙ VU-dependance in Twente hebben we inmiddels Zwolle als

13 de Dokter 6/2019

Al een jaar of twintig worden huisartsen in Twente opgeleid op een dependance van de VU. Nu het

huisartsentekort steeds nijpender wordt, is het belang van regionaal opleiden alleen maar groter. Huisartsen

in opleiding leren de regio zo goed kennen. ‘Ik hou van de kleinschaligheid en de korte lijntjes in Twente.

Ik hoef niet terug naar Leiden of Rotterdam.’

TEKST: BERBER BIJM A / FOTOGR AFIE: INDR A SIMONS

REGIONAAL OPLEIDEN:EEN VAN DE MIDDELEN TEGEN

HUISARTSENTEKORT

Page 2: REGIONAAL OPLEIDEN: EEN VAN DE MIDDELEN TEGEN …€¦ · EEN VAN DE MIDDELEN TEGEN HUISARTSENTEKORT . 14 de Dokter /˚˛˝˙ VU-dependance in Twente hebben we inmiddels Zwolle als

14 de Dokter 6/2019

VU-dependance in Twente hebben we inmiddels Zwolle als dependance van Groningen en Eindhoven als dependance van Maastricht. In Noord-Holland-Noord en Zeeland wordt nagedacht over een mogelijke dependance.’De andere twee factoren die van belang zijn voor het oplei-den van huisartsen, zijn de beschikbaarheid van voldoende opleidingspraktijken en de aandacht die in de opleiding besteed moet worden aan het praktijkhouderschap, zegt Dijkstra.Regionaal opleiden is dus een van 'n behoorlijk aantal fac-toren die het huisartsentekort mogelijk kunnen terugdrin-gen, maar niet een onbelangrijke. Dijkstra: ‘Het precieze effect is moeilijk te meten; je weet niet hoe het in de regio’s zou zijn als er géén dependance was. Maar het is zonder meer een goede zaak dat huisartsen al behoorlijk gespreid worden opgeleid en dat er de komende jaren wellicht meer regionale opleidingen bij komen.’

▪▪ NAOBERSCHAPMet het aantal huisartsopleiders zit het in Twente in ieder

Jeanine van Driel (35) komt uit de regio Rotterdam, studeerde in Leiden en deed na haar studie genees-kunde stages voor de tropenopleiding in Twente. Na

twee missies voor Artsen zonder Grenzen keerde ze niet terug naar de Randstad, maar naar Twente. ‘De regio was me goed bevallen. Alles is net wat persoonlijker en klein-schaliger, je hebt beter zicht op hoe de lijntjes lopen en met wie je samenwerkt. Ik heb geen behoefte om terug te gaan naar Leiden of Rotterdam.’Van Driel is een van de huisartsen die wordt opgeleid aan de dependance die de Vrije Universiteit heeft in Hengelo. Ze is inmiddels derdejaars en bijna klaar met de opleiding. Ook Fleur Veltink (27), tweedejaars aios, koos voor de huisartsenopleiding in Twente. Voor haar lag dat wellicht meer voor de hand: zij komt uit de regio. ‘Ik had een mooie studietijd in Nijmegen, maar de huisartsenopleiding in Twente sprak me meer aan. We werken met kleine groe-pen, de sfeer is gemoedelijk en we hebben korte lijntjes. Niet alleen met de docenten en de opleiders, maar ook met andere huisartsen en specialisten in de regio. Twente is net

groep huisartsentekort (zie kader). ‘De eerste geluiden over een huisartsen-tekort kwamen uit krimpgebieden, maar inmiddels is bijna in het hele land sprake van een tekort of een dreigend tekort. Het rapport van Nivel en Prismant heeft duidelijk gemaakt hoe breed het probleem speelt en hoe urgent het is. Om het tekort aan te pakken zijn allerlei maatregelen nodig; een goede vormgeving van de opleiding is één daarvan.’Wat betreft opleiden, zijn vier facto-ren van belang, somt Dijkstra op. ‘Ten eerste moeten er natuurlijk genoeg huisartsen worden opgeleid. Het capa-citeitsorgaan dat het ministerie daar-over adviseert, gaat nog steeds uit van 750 per jaar; wij hopen dat dat er meer worden. Ten tweede is belangrijk dat die opleidingen goed over het land worden verdeeld, omdat huisartsen toch relatief vaak blijven werken in de regio waar ze zijn opgeleid. Naast de

wat meer ‘ons kent ons’ dan Nijme-gen.’

▪▪ GESPREID OPLEIDENRegionaal opleiden is een belang-rijke factor in het bestrijden van het huisartsentekort, stelt Erik Dijkstra. Hij is senior beleidsmedewerker en regiocoördinator Noord bij de LHV en projectleider van de landelijke project-

Fleur Veltink

(helemaal links op

de foto) en Jeanine

van Driel (derde van

links)

Page 3: REGIONAAL OPLEIDEN: EEN VAN DE MIDDELEN TEGEN …€¦ · EEN VAN DE MIDDELEN TEGEN HUISARTSENTEKORT . 14 de Dokter /˚˛˝˙ VU-dependance in Twente hebben we inmiddels Zwolle als

15 de Dokter 6/2019

plek voor twaalf nieuwe huisartsen in opleiding. ‘Het lukt vrij goed om die plekken ingevuld te krijgen, maar we zou-den graag willen doorgroeien naar veertien plekken. Liefst nóg meer, maar zolang het landelijke aantal opleidings-plaatsen niet wordt verhoogd, zal dat moeilijk worden. Want wat er bij ons bijkomt, gaat er elders af, terwijl vrij-wel alle regio’s inmiddels al met een tekort kampen en dus graag huisartsen willen opleiden.’ Net als Dijkstra vindt Oijevaar daarom dat het totaal aantal opleidingsplaatsen verhoogd moet worden. ‘Er moeten meer geneeskundestu-denten komen en vervolgens meer studenten die voor de specialisatie huisartsgeneeskunde kiezen. En de regionale opleidingen moeten we absoluut koesteren. Je bindt een hele groep jonge mensen aan de regio, juist in de periode dat velen een relatie krijgen en soms ook al een kind.’Met alleen méér opleidingsplaatsen is het Twentse pro-bleem nog niet opgelost, realiseert ze zich tegelijkertijd. ‘Want dan moet je die studenten nog wel zover zien te krijgen dat ze bij óns opgeleid willen worden.’ Een ‘charme-offensief ’, onder meer met de website huisartsintwente.nl,

geval wel goed, vertelt Margreeth Oij-veaar. Zij is een van de docenten aan de VU-dependance in Hengelo. ‘We zitten in onze regio ruim in de oplei-ders.’ De twaalf aiossen die jaarlijks kiezen voor een opleiding in Twente, kunnen dus altijd wel een opleidings-praktijk vinden. Maar goed ook, zegt Oijevaar, want het tekort in de regio ís al behoorlijk nijpend. ‘Gepensio-neerde collega’s vallen al regelmatig in en het tekort dreigt alleen maar toe te nemen.’ Op de Twentse opleiding is ieder jaar

is een van de middelen om (aankomende) huisartsen naar de regio te krijgen. ‘Deels gaat het om beeldvorming’, zegt Oijevaar. ‘We willen vertellen hoe mooi de huisartsenzorg in Twente is. Onze lijntjes zijn kort, huisartsen en speci-alisten in de regio kennen elkaar goed en zoeken elkaar makkelijk op – een beetje als het Twentse naoberschap. Bovendien is wonen en praktijkhouden hier toch wel wat goedkoper dan op veel andere plekken in Nederland.’Naast beeldvorming speelt een belangrijke ‘harde’ factor mee: partners van huisartsen willen óók werk kunnen vinden in de regio. Dat speelt al tijdens de opleidingsjaren, die vaak zo’n beetje samenvallen met de eerste jaren van een relatie. ‘We kijken als kring naar de mogelijkheden om werk te vinden of te creëren voor de partners van huisart-sen die zich hier willen vestigen. Natuurlijk kunnen we als kring niet zelf zorgen voor banen, maar we zijn wel in gesprek met onder meer de Universiteit van Twente en het bedrijfsleven om te kijken wat mogelijk is om ook de partners van huisartsen te interesseren voor onze regio.’

‘ In Amsterdam weten ze niet dat je in Hengelo óók door de VU kunt worden opgeleid’

REGIONAAL OPLEIDEN

Huisarts(opleider)

en docent aan de

VU-dependance

Margreeth Oijevaar

Page 4: REGIONAAL OPLEIDEN: EEN VAN DE MIDDELEN TEGEN …€¦ · EEN VAN DE MIDDELEN TEGEN HUISARTSENTEKORT . 14 de Dokter /˚˛˝˙ VU-dependance in Twente hebben we inmiddels Zwolle als

De onafhankelijke adviseur voor huisartsen

Countus Seres accountants+adviseurs

Samen beter voor de onder nemende huisarts

www.seres.nl

Als huisarts bent u ondernemer in de zorg. In welke situatie u ook zit, u moet regelmatig beslissingen nemen die financiële gevolgen hebben. Een betrouwbare partner kunt u daar wel bij gebruiken.

De adviseurs van Countus Seres zijn experts op fiscaal, juridisch en financieel gebied en kunnen u adviseren en begeleiden bij de start van uw praktijk, bij de uitdagingen en vragen waar u als praktijkhouder tegen aan loopt en bij de overdracht van uw praktijk.

Wilt u meer weten over onze dienstverlening en expertise, neemt u dan contact op met een van onze adviseurs via 0317 41 91 35, of mail naar [email protected].

dokter-seres 171019.indd 1 27-10-17 13:49

a dv er t en t i e

Galderma Benelux B.V.Gravinnen van Nassauboulevard 91, 4811 BN Breda, Nederland. Tel: +31 (0) 182 69 19 19,Fax: +31 (0) 183 69 19 18, [email protected] - www.galdermabenelux.com

BNL/SOO/0073/0319(1)Opgemaakt op 08/19

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL: Soolantra 10 mg/g crème KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING: Eén gram crème bevat 10 mg ivermec-tine. Hulpstoffen met bekend effect: Eén gram crème bevat 35 mg cetyl alcohol, 25 mg stearyl alcohol, 2 mg methylparahydroxybenzoaat (E218), 1 mg propylparahydroxyben-zoaat (E216) en 20 mg propyleenglycol. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1 van de SKP. FARMACEUTISCHE VORM: Crème. Witte tot lichtgele, hydrofiele crème. THERAPEUTISCHE INDICATIES: topische behandeling van inflammatoire laesies als gevolg van rosacea (papulopustuleus) bij volwassen patiënten. DOSERING: Eenmaal daags aanbrengen gedurende 4 maanden. Soolantra dient gedurende de be-handelingskuur dagelijks te worden aangebracht. De behandelingskuur mag worden herhaald. Indien er na 3 maanden geen verbetering is, dient de behandeling te worden gestopt. Een hoeveelheid geneesmiddel ter grootte van een erwt cutaan aanbrengen op elk van de vijf gebieden van het gezicht: voorhoofd, kin, neus en elke wang. Het genees-middel dient in een dunne laag te worden uitgesmeerd over het hele gezicht waarbij de ogen, lippen en slijmvliezen vermeden dienen te worden. Cosmetica mogen worden aangebracht nadat het geneesmiddel is opgedroogd. Leverinsufficiëntie: Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een ernstige leverinsufficiëntie. Pediatrische patiënten: De veiligheid en werkzaamheid van Soolantra bij kinderen en adolescenten in de leeftijd jonger dan 18 jaar zijn niet vastgesteld. CONTRA-INDICATIES: Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van de hulpstoffen. BIJWERKINGEN: De vaakst gemelde bijwerkingen zijn branderig gevoel van de huid, huidirritatie, pruritus, droge huid, erytheem. Deze kwamen voor bij 1% of minder van de patiënten die in klinisch onderzoek met het geneesmiddel werden behandeld. Deze bijwerkingen waren door-gaans licht tot matig-ernstig van aard en verminderden doorgaans bij voortzetting van de behandeling. Er werden geen betekenisvolle verschillen waargenomen in de veilig-heidsprofielen tussen proefpersonen in de leeftijd van 18 tot 65 jaar en proefpersonen vanaf 65 jaar. Hierbij vindt u de bijwerkingen die verband hielden met de behandeling, gegroepeerd naar systeem/orgaanklasse en absolute frequentie. Huid- en onderhui-daandoeningen: vaak (≥ 1/100, < 1/10): branderig gevoel van de huid; soms (≥1/1000, <1/100): huidirritatie, pruritus, droge huid, verergering van rosacea; niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald): erytheem, contactdermatitis (allergisch of irriterend), gezwollen gezicht. Onderzoeken: niet bekend (kan met de beschikba-re gegevens niet worden bepaald): toename van transaminasen. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN: Galderma Benelux B.V., Gravinnen van Nassauboulevard 91, 4811 BN Breda, Nederland. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN: RVG 115310. AFLE-VERINGSWIJZE: op medisch voorschrift. DATUM VAN GOEDKEURING VAN DE TEKST: 03/2019

Referenties:1. Taieb A. Ee al, Br J Derma tol.2015Apr;172(4):1103-10. 2. Webster G. et al, J Derma-tolog Treat. 2017 Aug;28(5):469-474.

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL: Effezel 1 mg/g + 25 mg/g, gel. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING: 1 g gel bevat: Adapaleen 1 mg (0,1%) en Benzoylperoxide 25 mg (2,5%). Hulpstof met bekend effect: propyleenglycol (E1520; 4,00%). Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1 van de SmPC. FARMACEUTISCHE VORM: Gel. Een witte tot zeer lichtgele, ondoorzichtige gel. THERAPEUTISCHE INDICATIES: Cutane behandeling van Acne vulgaris wanneer comedonen, papels en pustels aanwezig zijn. CONTRA-INDICATIES: Zwangerschap. Vrouwen die zwanger willen worden (zie rubriek 4.6 van de SmPC). Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor één van de hulpstoffen, zie rubriek 6.1 van de SmPC. BIJZONDERE WAARSCHUWINGEN EN VOORZORGEN BIJ GEBRUIK: Effezel Gel mag niet aangebracht worden op een beschadigde huid, kapotte huid (snij- of schaafwonden), ofwel op zonverbrande huid ofwel op eczemateuze huid. Effezel mag niet in contact komen met de ogen, mond, neusgaten of slijmvliezen. Als het product toch in het oog terechtkomt, spoel dan onmiddellijk met warm water. Dit product bevat propyleenglycol (E1520) dat huidirritatie kan veroorzaken. Indien overgevoeligheid voor de werkzame stof of een van de hulpstoffen wordt vermoed, dient het gebruik van Effezel gestaakt worden. Overmatige blootstelling aan zonlicht of UV-straling moet vermeden worden. Effezel mag niet in contact komen met gekleurd materiaal inclusief haar en gekleurde stoffen, aangezien dit kan leiden tot bleken en ontkleuren. BIJWERKINGEN: Oogaandoeningen: niet bekend (post-marketing surveillance data): ooglidoedeem; Immuunsysteem: niet bekend: anafylactische reactie; Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen: niet bekend: dichtgeknepen keel, dyspneu; Huid- en onderhuidaandoeningen: vaak (≥1/100 , <1/10): droge huid, irritatieve contactdermatitis, huidirritatie, branderig gevoel, erytheem, schilfering; soms (≥1/1.000, <1/100): jeuk, zonnebrand; niet bekend: allergische contactdermatitis, zwelling in het gezicht, pijnlijke huid (stekende pijn), blaren (blaasjes), huidverkleuring (hyperpigmentatie en hypopigmentatie), urticaria, brandwond op de toedieningsplaats. Indien na toepassing van Effezel huidirritatie optreedt, zijn de tekenen van intolerantie (erytheem, droge huid, huidafschilfering, branderig gevoel en pijnlijke huid (stekende pijn) in het algemeen van milde tot matige intensiteit met een piek tijdens de eerste week en die dan vervolgens spontaan afneemt. FARMACOTHERAPEUTISCHE CATEGORIE: D10A anti-acnegeneesmiddel voor topisch gebruik. WERKINGSMECHANISME: Effezel combineert twee actieve bestanddelen die een verschillend, maar complementair werkingsmechanisme hebben. ATC-code: D10AD53. Adapaleen: is een chemisch, stabiel derivaat van naftoëzuur met een retinoïdeachtige werking. Biochemische en farmacologische profielstudies tonen aan dat adapaleen werkt op de pathologie van Acne vulgaris: het is een krachtige modulator van de cellulaire differentiatie en keratinisatie en adapaleen beschikt over anti-inflammatoire eigenschappen. Mechanisch bindt adapaleen zich aan specifieke nucleaire retinoïnezuurreceptoren. Huidig resultaat wijst erop dat adapaleen aangebracht op de huid de differentiatie van folliculaire epitheelcellen normaliseert, wat resulteert in een afname van de vorming van micro-comedonen. Adapaleen inhibeert de chemotactische (gerichte) en chemokinetische (willekeurige) reacties van menselijke polymorfonucleaire leucocyten in in vitro modellen, bovendien verhindert adapaleen het metabolisme van arachidonzuur tot inflammatoire mediatoren. In vitro studies hebben de inhibitie van AP-1 factoren en van de expressie van toll-like 2 receptoren aangetoond. Dit profiel suggereert dat de celgemedieerde inflammatoire component van acne gewijzigd kan worden door adapaleen. Benzoylperoxide: heeft een antimicrobiële werking, in het bijzonder tegen P. acnes, welke overmatig aanwezig is in de door acne aangedane haartalgfollikel. Daarnaast heeft benzoylperoxide een afschilferende en keratolytische werking. Benzoylperoxide is ook sebostatisch omdat het de overmatige productie van talg tegengaat die met acne gepaard gaat. REGISTRATIEHOUDER: Galderma Benelux B.V., Gravinnen van Nassauboulevard 91, 4811 BN Breda, Nederland. REGISTRATIENUMMER: RVG 120233. AFLEVERSTATUS: U.R. DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING: 29 juni 2017. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST: 06/20191. Stein Gold L. et al, Cutis. 2010 Feb;85(2):94-104. Effective and safe combination therapy for severe acne vulgaris: a randomized, vehicle-controlled, double-blind study of adapalene 0.1%-benzoyl peroxide 2.5% fixed-dose combination gel with doxycycline hyclate 100 mg. 2. Thiboutot D. et al, J Am Acad Dermatol. 2007 Nov;57(5):791-9. Epub 2007 Jul 26. Adapalene-benzoyl peroxide, a fixed-dose combination for the treatment of acne vulgaris: results of a multicenter, randomized double-blind, controlled study.

Galderma Benelux B.V.Gravinnen van Nassauboulevard 91, 4811 BN Breda, Nederland. Tel: +31 (0) 182 69 19 19,Fax: +31 (0) 183 69 19 18, [email protected] - www.galdermabenelux.com BN

L/EP

I/010

4/04

18b(

1)O

pges

teld

op

08/1

9

Page 5: REGIONAAL OPLEIDEN: EEN VAN DE MIDDELEN TEGEN …€¦ · EEN VAN DE MIDDELEN TEGEN HUISARTSENTEKORT . 14 de Dokter /˚˛˝˙ VU-dependance in Twente hebben we inmiddels Zwolle als

17 de Dokter 6/2019

▪▪ WERK LIGT KLAARVoor de huisartsen zelf ligt het werk klaar, merken aios-sen Van Driel en Veltink. ‘We worden met open armen ontvangen’, zegt Van Driel. ‘Iedereen vraagt: wanneer ben je klaar?’ Zij heeft totnogtoe één concreet verzoek gehad voor zwangerschapsvervanging en wil, als ze binnenkort haar opleiding afrondt, eerst gaan werken als waarnemer. Ook Veltink denkt er zo over. ‘Ik voel wel voor waarnemer-schap om eerst verschillende praktijken mee te maken en ervaring op te doen. Dan zie ik wel wanneer er iets leuks voorbij komt. Uiteindelijk zou ik liefst in een groepsprak-tijk werken.’Van Driel: ‘Mijn tropenverleden laat me ook nog niet hele-maal los. Eens een tropenarts, altijd een tropenarts. Ik ben deze zomer nog in Lesbos geweest en twijfel nog of ik niet toch eerst nog in het buitenland wil werken. Die ruimte wil ik openlaten; als waarnemer kan dat. Tegelijk: als waar-nemer mis je ook de continuïteit van zorg. Uiteindelijk zou ik toch graag eigen patiënten willen. Dan voel je je pas echt huisarts.’ Veltink kan zich daar helemaal in vinden: ‘Dezelfde patiënten regelmatig terugzien, dat is de charme van de huisartsenzorg.’

‘ Van de meeste aiossen die in Twente worden opgeleid, weet ik dat ze hier blijven’

Beiden denken dat hun opleiding in Twente de kans behoorlijk groter maakt dat ze zich uiteindelijk in die regio zullen gaan vestigen. Veltink: ‘Tijdens je opleiding leer je hier collega-huisartsen en specialisten kennen. Dat maakt echt verschil. Van de meeste aiossen die in Twente worden opgeleid, weet ik dat ze hier blijven.’Aan de bekendheid van de regionale dependance kan volgens hen nog wel

wat worden gedaan. ‘In Amsterdam weten ze niet dat je in Hengelo óók door de VU kunt worden opgeleid’, merkt Van Driel. ‘Onder meer de Lovah werkt al aan meer bekend-heid bij de studenten in Amsterdam, maar het zou nog beter kunnen’, vindt Veltink. Een ‘charmeoffensief ’ van de regio vinden ze volkomen terecht. Zelf maken ze als het zo uitkomt ook graag reclame. ‘Niet alleen het werken, maar ook het wonen is hier fantastisch’, zegt Veltink. ‘Er is veel te doen in Twente en de natuur is prachtig.’ ¶

REGIONAAL OPLEIDEN

Breed maatregelenpakket tegen huisartsentekorten

De spreiding van huisartsopleidingen, met mogelijk nieuwe regi-onale dependances, is een van de maatregelen om het huisartsen-tekort te bestrijden. De landelijke projectgroep huisartsentekort kijkt naar een breed palet aan maatregelen, die per regio kunnen verschillen, vertelt projectleider Erik Dijkstra. ‘Het verschilt per regio wanneer en waar het tekort ontstaat, maar ook welke rol sta-keholders spelen. In sommige regio’s zijn gemeenten of de provin-cie actief. Zo heeft de provincie Friesland als eerste provincie een subsidie beschikbaar gesteld voor de (ver)bouw van huisartsen-praktijken. De specifieke problemen verschillen ook per regio. In de ene regio is huisvesting een probleem, ergens anders het aantal aiossen, het aantal opleiders of banen voor de partners.’De projectgroep richt zich enerzijds op landelijke stroomlijning van stimuleringsmaatregelen en oplossingen, vertelt Dijkstra, en anderzijds op regiospecifieke problematiek. ‘De projectgroep bestaat sinds 2017. Aanvankelijk was het vooral zaak om een goed beeld te krijgen van de problematiek en het huisartsentekort hoog op agenda’s te krijgen. Met het onderzoek van Nivel en Prismant eind 2018 is dat gelukt. Daarmee werd duidelijk dat het huisartsen-

tekort niet een perifeer probleem was, maar iets dat in vrijwel het hele land speelt. Het fragmentarische beeld dat we eerst hadden, werd door het onderzoek een duidelijker beeld van regiospeci-fieke problemen. De afgelopen tijd zijn we vooral bezig geweest met het inventariseren van wat waar speelt en waar al goede voor-beelden zijn. De komende maanden willen we dieper in de regio’s duiken, juist om te kijken wat daar nodig is en wat wellicht geleerd kan worden van andere regio’s. In Friesland bestaat het platform 11huisartsen.nl, in Twente zitten alle stakeholders regelmatig om tafel, Zeeland heeft een groot plan van aanpak, Drenthe heeft een huisartsenorganisatie die praktijken zonodig tijdelijk overneemt. Zo zijn er in verschillende regio’s nu al heel verschillende initiatie-ven. Zeker in regio’s waar de nood hoog is, loont het de moeite om de voorbeelden van andere regio’s onder de loep te nemen en daar zo mogelijk iets mee te doen, om meters te kunnen maken. De vormgeving van regionale opleidingen nemen we daar ook in mee. Lossen die regionale opleidingen het huisartsentekort op? Nee. Dragen ze bij aan kennis over het dokteren in de regio en daarmee wellicht ook aan belangstelling daarvoor? Jazeker.’

www.lhv.nl/huisartsentekorten