Regio Gooi en Vechtstreek Oplegnotitie retailvisie 2013

download Regio Gooi en Vechtstreek Oplegnotitie retailvisie 2013

of 7

Transcript of Regio Gooi en Vechtstreek Oplegnotitie retailvisie 2013

  • 8/10/2019 Regio Gooi en Vechtstreek Oplegnotitie retailvisie 2013

    1/7

    Oplegnotitie Retailvisie Gooi & Vechtstreek 2013

    Oktober 2013

    13.0007114Oplegnotitie Retailvisie Gooi & Vechtstreek 2013

    1. Inleiding

    Het afgelopen jaar is veel onderzoek verricht naar de wenselijke detailhandelsstructuur in de regioGooi en Vechtstreek. De uitkomsten van dit onderzoek zijn uitvoerig beschreven in een tweetalrapporten:

    1. Retailvisie Gooi en Vechtstreek, Analyse bestaande structuur, BRO, 19 november 2012 en;2. Het voorliggende rapport: Retailvisie Gooi en Vechtstreek, Visierapport, BRO, 19 november 2012.

    De wens van de regio is om enerzijds een gezamenlijke visie te hebben op ontwikkelingen van deretail in Gooi en Vechtstreek. Anderzijds moet de retailvisie voldoen aan de eis die de ProvincieNoord-Holland stelt om op regionaal niveau afstemming te hebben bij ontwikkelingen met(boven)regionale impact.

    Bovengenoemde stukken zijn met een aanvullende oplegnotitie (nr. 12.0013468) op 4 december 2012ter advisering aan de Regionale Advies Commissie Noord-Holland Zuid (RAC NHZ) toegezonden enop 19 december 2012 tijdens de vergadering van de RAC NHZ nader besproken. Naar aanleiding vangestelde vragen vanuit de RAC NHZ is vervolgens is op 29 januari 2013 nog een aanvullendetoelichtende brief nagezonden. Op 26 maart jl. heeft het RAC NHZ richting GS van de provincieNoord-Holland echter een negatief advies uitgebracht over de regionale Retailvisie Gooi enVechtstreek. Op 11 april jl. heeft een ambtelijk gesprek met de provincie Noord-Hollandplaatsgevonden, waarbij is geadviseerd om een actualisatieslag te maken met een duidelijkeprocesaanpak. Hiertoe is de Oplegnotitie Retailvisie Gooi en Vechtstreek 2012 (nr. 12.0013468)herzien en ligt nu deze Oplegnotitie Retailvisie Gooi en Vechtstreek 2013 voor.

    De afgelopen periode is wederom gezocht naar overeenstemming op basis van de bovengenoemdestukken. Dit is onder andere in de vorm van een minicongres Detailhandel Gooi en Vechtstreek

    gebeurd, waaraan ondernemers en overheden deelnamen. Deze herziene oplegnotitie geeft deconclusies van dit minicongres kort weer en bevestigt daarmee het vertrekpunt van het proces,namelijk de gedeelde kijk op veel zaken die van belang zijn voor de regionale retailstructuur enerkenning door alle partijen van de meerwaarde van een gezamenlijke visie.

    Het hebben van een visie gaat verder dan het hebben van afstemmingscriteria. Het gaat om kansenzien en benutten, zodat de retail in Gooi en Vechtstreek zo succesvol mogelijk kan functioneren. Ditvraagt duidelijke keuzes en een faciliterende rol van gemeenten, maar ook zeker om goedondernemerschap van de retailers in de verschillende winkelgebieden. Aangezien de retail deaankomende 10 jaar meer gaat veranderen dan in de afgelopen 20 30 jaar, is het hebben van eengezamenlijke visie meer dan nodig.

    In deze notitie worden achtereenvolgens de ontwikkelingen, de gekozen regionale richting hierbij en

    de gemaakte afspraken benoemd, zoals die tijdens het minicongres van 28 augustus jl. zijn geschetst.

    2. Trends en ontwikkelingen

    De belangrijkste trends en ontwikkelingen in de retail zijn tijdens het minicongres besproken. Dezeconclusies bevestigen het beeld dat in het visierapport van BRO is geschetst. Onderstaand eenbeknopte beschrijving:

    1. De nieuwe digitale consument: De wensen en behoeften van de consumenten veranderen opzich niet zo sterk. Echter, steeds meer koopbeslissingen van consumenten worden digitaalbenvloed.

    2. De nieuwe klant: Het is een illusie dat altijd dezelfde klant een winkel in blijft lopen. Een klantverandert ook. Een voorbeeld hiervan is de vergrijzing.

    3. De nieuwe winkelstraat: Door de veranderende vraag van de consument verandert de vraag

    naar winkels. Het aantal winkels zal gaan afnemen en leegstand kan hierdoor toenemen. Hetmaken van keuzes waar welke vorm van detailhandel mogelijk is, is belangrijk. Maar minstens

  • 8/10/2019 Regio Gooi en Vechtstreek Oplegnotitie retailvisie 2013

    2/7

    Nota d.d. 20 novemb er 2013, pagina 2

    Pagina 2 van 7

    zo belangrijk is om te kijken hoe nieuwe vormen van detailhandel de ruimte kunnen krijgen inbestaande winkelgebieden.

    4. De nieuwe beleving: Online is tegenwoordig bijna alles te koop. Daarom moeten consumenten

    een reden hebben om winkels en winkelgebieden te bezoeken. Winkelen moet een beleveniszijn, waarbij de focus ligt op het vervullen van emotionele behoeftes van mensen.

    5. De nieuwe ondernemer: De nieuwe ondernemer houdt rekening met het veranderendekoopgedrag van de nieuwe digitale consument en is bereid om hier consequenties aan teverbinden. De nieuwe ondernemer wacht niet meer passief af tot de klanten komen, maartrekt deze actief aan via fysieke en virtuele kanalen.

    6. Compacte winkelgebieden: Het concentreren van winkels in de kernwinkelgebieden bevordert

    de beleving voor de klant en verbetert de loopin het gebied.

    Deze trends vormen bedreigingen, maar brengen naar onze mening bovenal kansen enmogelijkheden met zich mee. Deze moeten zo optimaal mogelijk benut worden. Hiervoor hebbenondernemers en gemeenten elkaar nodig. Ondernemers zullen alle zeilen bij moeten zetten om denieuwe consumenten te bedienen. Gemeenten hebben aansluitend hierop een faciliterende rol omvernieuwend ondernemerschap de ruimte te bieden.

    3. Marktruimte Gooi en Vechtstreek en uitbreidingsplannen

    De regio Gooi en Vechtstreek kenmerkt zich door een stevig verankerde ruimtelijke structuur. Deruimte voor wonen, groen en werken zijn historisch gegroeid en liggen behoorlijk vast. Er is weinigruimte om binnen de huidige structuur wijzigingen aan te brengen. Dit betekende, ook voor de retail inperiodes van economische groei, dat er weinig fysieke uitbreidingsruimte beschikbaar was. In recenteretailprojecten zijn hierdoor slechts een beperkt aantal vierkante meters toegevoegd. De relatiefbeperkte groei aan retailvloeroppervlak maakt ook dat de leegstandproblematiek in Gooi enVechtstreek beperkt is. De beperkte ruimte heeft verder geleid tot flexibelere bestemmingsplannen,zodat - binnen bepaalde kaders - meebewogen kan worden met de markt.

    De veranderingen in de retailbranche zullen de komende jaren een vlucht nemen; dit vraagt om ruimtevoor dynamiek en een helder overheidsbeleid om dit te faciliteren. Doelstelling hierbij is een optimaalondernemersklimaat met zo min mogelijk leegstand.

    Gezien de hierboven omschreven trends en ontwikkelingen en het huidige economische klimaat, is dekern van de boodschap vanuit de regio helder:

    De beperkte regionale marktruimte maakt dat in de komende jaren binnen de regioGooi en Vechtstreek scherpe keuzes gemaakt moeten worden, waarbij

    versterking en concentratie zoveel mogelijk gelijke tred moeten houden met afbouw van minder goedfunctionerende winkelgebieden.

    In de loop van de jaren zal blijken hoe deze situatie zich zal ontwikkelen.

    Cijfermatige gegevens uit het definitieve rapport van Bureau Stedelijke Planning d.d. 7 november2012 inzake Metropoolregio Amsterdam Ontwikkelingsmogelijkheden detailhandel - Actualisatierapport februari 2011 laten voor Gooi en Vechtstreek een beperkte uitbreidingsruimte van 2.000 mwvo zien. De cijfers uit het BRO-rapport d.d. 19 november 2012 laten een uitbreidingsruimte zien van

    15.000 tot 30.000 m2 wvo in de komende 10 20 jaar.De regio Gooi en Vechtstreek maakt kanttekeningen bij de MRA-cijfers, die erg afwijken van de BRO-cijfers. Van belang is echter dat de regio zich bewust is dat we de komende jaren zeer kritisch moetenzijn ten opzichte van de uitbreidingsplannen en dat we zeker niet bouwen voor leegstand en ook nietbouwen als er geen vraag is. De markt zelf zal ook deze corrigerende werking hebben.

    In de bijlage (de geactualiseerde bijlage 4 uit de Retailvisie Gooi en Vechtstreek, Visierapportd.d.19 november 2012, resp. bijlage 5 uit het bijbehorende document Analyse bestaande structuur) is deactuele stand van zaken van de uitbreidingsplannen winkelaanbod van de regio weergegeven.Het is in sommige gevallen niet realistisch dat de maximale mogelijkheden, die in hetbestemmingsplan worden geboden, ook daadwerkelijk worden toegevoegd. Daarom geven we in hetoverzicht ook zoveel mogelijk aan wat realistisch gezien - binnen een periode van tien jaar -waarschijnlijk aan vierkante meters verkleurt naar detailhandel en wat dus ook een realistische

    inschatting is van de groeiruimte. Uiteraard zijn er daarnaast ook nog steeds ontwikkelingen binnenhet bestemmingsplan, die een langere realisatieperiode vereisen.

  • 8/10/2019 Regio Gooi en Vechtstreek Oplegnotitie retailvisie 2013

    3/7

    Nota d.d. 20 novemb er 2013, pagina 3

    Pagina 3 van 7

    Met deze manier van opname van uitbreidingsplannen wordt het realiteitsgehalte van de teverwachten ontwikkelingen op uitbreidingslocaties voor de regio verhoogd. De bijlage laat zien dat ermet name in Hilversum, Huizen en Weesp uitbreidingsmogelijkheden voor vierkante meters retail zijn.Daarnaast zijn er (kleinschalige) plannen in Bussum en Wijdemeren.

    Realisatie van al deze uitbreidingsplannen zou, ook op basis van de gekozen manier van opname vande cijfers, leiden tot een overaanbod aan winkelruimte en zo tot ongewenste leegstand. Gezien dehuidige economische situatie is echter ook de daadwerkelijke uitvoering van de geplandeontwikkelingen vaak onzeker. In de tabel is daarom een onderscheid gemaakt tussen hardeplannenen zachteplannen. Onder het aantal vierkante meter dat onder harde plannen is opgenomen,worden ontwikkelingen verstaan die in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Ook is de planvoorraadverdeeld in vierkante meters voor dagelijkse en voor niet-dagelijkse goederen.

    Uit de cijfers in deze tabel blijkt dat de totale planvoorraad de beschikbare marktruimte ver overstijgt.Om te voorkomen dat de leegstandsproblematiek in de regio de komende jaren toe zal nemen, zullener in de (nabije) toekomst keuzes gemaakt moeten worden over nieuwe retailontwikkelingen binnende regio. Deze notitie geeft aan hoe de regio omgaat met nieuwe retailontwikkelingen.

    4. Rol gemeenten

    Gemeenten kunnen op verschillende manieren sturing geven aan de hierboven beschreven trends enontwikkelingen en, gezien de beperkte marktruimte die voor onze regio is benoemd, keuzes maken inhun beleid.

    4.1 Ondernemers stimuleren nieuwe ontwikkelingen te benuttenAls consumenten in het winkelgebied komen, zullen de ondernemers hen moeten verleiden tot hetdoen van aankopen. Nieuwe technologien kunnen hierbij helpen. Gemeenten kunnen ondernemershierin ondersteunen en faciliteren, denk daarbij bijvoorbeeld aan een draadloze internetverbinding(Free WiFi).

    Ook kunnen ondernemers gestimuleerd worden om deel te nemen aan projecten die gericht zijn opHet Nieuwe Winkelen. De Kamer van Koophandel en het regionale innovatieplatform voor toerismeiTRovatorkunnen hier een belangrijke stimulerende rol in spelen.

    4.2 Onderscheidend karakterHet is duidelijk dat in het onderscheidende karakter van het winkelaanbod en vooral ook de winkel-beleving, de kracht ligt van onze regio. iTRovator kan samen met het Regionaal Bureau voorToerisme (RBT) Gooi & Vecht een belangrijke rol spelen in het vermarkten van het specifieke DNA ende identiteit van onze winkelgebieden. Zij beschikken over diverse middelen om de regio en de elkaaraanvullende kwaliteiten van de verschillende winkelkernen in Gooi en Vechtstreek te promoten. Dit zalbijvoorbeeld met webshops, websites, stadsplattegronden, winkelwandelroutes, shopping gidsen enbrochures gebeuren.

    4.3 Fijnmazigheid van de retailstructuurNaast de wens het recreatief winkelen (funshoppen) in de regio te versterken wordt ook gestreefdnaar het behoud van de fijnmazigheid van de huidige retailstructuur, die op laag schaalniveau

    voornamelijk op dagelijkse goederen is gericht. Het lokale voorzieningenniveau, dat mede door middelvan wijkgebonden detailhandel in stand wordt gehouden, wordt van groot belang geacht.

    4.4 Ontwikkelingen toekomstig retailaanbod (uitbreiding en krimp)

    Het belang van behoud van de huidige retailstructuur is in het eerdergenoemde Visierapport benoemden ruimtelijk weergegeven op pagina 8 van dit document. Het besef dat de uitbreidingsruimte beperktis en leegstand ongewenst, wordt regionaal breed gedragen. Zonder de dynamiek in hetwinkelruimteaanbod teveel te remmen, vraagt dit van gemeenten een behoudend beleid ten opzichtevan uitbreiding van (nieuwe) concentraties detailhandel.

    Voor ontwikkelingen met aanzienlijke retailuitbreiding die al in bestemmingsplannen mogelijk zijngemaakt, is afgesproken om binnen de afspraken die met (markt)partijen zijn gemaakt alsnog tebezien of het aantal geplande vierkante meters teruggebracht kan worden. Dit is in het licht van de

    huidige marktomstandigheden noodzakelijk om tot een aanvaardbaar niveau aan winkelaanbod tekomen. Uiteraard worden de bestaande harde afspraken, zoals vastgelegd in debestemmingsplannen, gerespecteerd.

  • 8/10/2019 Regio Gooi en Vechtstreek Oplegnotitie retailvisie 2013

    4/7

    Nota d.d. 20 novemb er 2013, pagina 4

    Pagina 4 van 7

    Ontwikkelingen ter versterking van het kernwinkelgebied of verzorgingsgebied (goede meters)zullengepaard moeten gaan met afname aan vierkante meters elders. Hieruit spreekt de gezamenlijkeambitie voor rele herijking van de actuele plannen en krimp van minder goed functionerendewinkelgebieden (slechte meters). Mogelijkheden voor succesvolle krimpworden vooral gezien in deaanloopstraten van winkelgebieden.

    In deze aanloopstraten kunnen andere functies dan detailhandel in het bestemmingsplan mogelijkworden gemaakt (zoals kleine dienstverlening, wonen, maatschappelijke en andere publieksgerichtefuncties). Deze functieverbreding biedt marktpartijen meer mogelijkheden en stimuleert hiermeenieuwe vormen van ondernemerschap en bedrijvigheid. Gemeenten kunnen hiernaast bijvoorbeeldondernemers in minder goed functionerende winkelgebieden als eerste de mogelijkheid geven zich tevestigen in (nieuwe) winkelruimte in het kernwinkelgebied. Hiermee wordt gestimuleerd dat dekernwinkelgebieden compacter worden en winkelstraten aan de rand van een stads- of dorpscentrumgebieden worden waar publieksgerichte functies en wonen op elkaar aansluiten.

    4.5 Standpunten t.o.v. retailontwikkelingen

    In onderstaande paragrafen worden voor verschillende actuele ontwikkelingen in de retail aangegevenwelke posities de gemeenten in de regio op deze themas innemen.

    4.5.1 Internethandel1. De vestigingsmogelijkheden voor verschillende vormen van publieksaantrekkendeinternethandel op de bedrijventerreinen en in het buitengebied worden beperkt.

    Afgesproken wordt dat bij nieuwe initiatieven maximaal 20% van de ruimte kan wordengebruikt voor showroom (incl. kantoor, toiletten, etc.) met een max. van 100m2 wvo.

    2. In woongebieden worden geen internetwinkels toegestaan; wel is onder voorwaarden niet-publieksaantrekkende internethandel mogelijk.

    3. In winkelcentra is geen internethandel zonder winkel/showroom mogelijk. Showrooms wordenzonder beperkingen toegestaan en behandeld als zijnde een winkel.

    4. Op perifere detailhandelslocaties zijn internetwinkels toegestaan, wanneer het branchesbetreft die passen binnen de PDV-branches.

    Figuur 1. Vormen van internethandel

    4.5.2 StationswinkelsDergelijke winkels richten zich op een momentbehoefte. Toestemming en omvang zijn te bepalen doorafzonderlijke gemeenten.

    4.5.3 Detailhandel bij tankstationsIndien bestemmingsplannen dit mogelijk maken, is het toegestaan detailhandel bij tankstations tevoeren. Gewestelijk wordt een maximale omvang 100 m wvo gehanteerd. Langs snelwegen is tot150 m wvo mogelijk.

    4.5.4 Vliegende winkelsVliegende winkels zijn winkels die gedurende enkele uren of dagen artikelen aanbieden aanconsumenten. Ze verkopen doorgaans vanuit gehuurde zalen waar detailhandel veelal niet is

    Is er gelegenheid voor

    consumenten om producten te

    bekijken en/of af te halen

    Ja,

    publieksaan-

    trekkende

    internethandel

    Nee, niet-

    publieksaan-

    trekkende

    internethandel

    Worden er producten

    tentoongesteld?

    Ja Nee

    Internetwinkel Afhaalpunten

    Is er opslag en/of logistiek?

    Ja Nee

    Bedrijf Kantoor

  • 8/10/2019 Regio Gooi en Vechtstreek Oplegnotitie retailvisie 2013

    5/7

    Nota d.d. 20 novemb er 2013, pagina 5

    Pagina 5 van 7

    toegestaan, zoals een horecagelegenheid, een partycentrum, een hotel, een sportcomplex of eensociaal centrum. Door het tijdelijke karakter en de grote schade die vliegende winkels aan kunnenrichten aan structurele detailhandel, voert de regio hierin een terughoudend beleid.

    4.5.5 Pop-up RetailEen pop-up store is een tijdelijke winkel die net zo snel verschijnt als verdwijnt. Een tijdelijke winkelkan interessant zijn voor grote bedrijven die een nieuw product willen lanceren, maar ook voor eenstartende ondernemer die naamsbekendheid wil opbouwen of een bestaande winkelier die graagtijdelijk een extra locatie wil. In winkelgebieden wordt pop-up retail geaccommodeerd. Buiten dereguliere winkelgebieden voert de regio hierin een terughoudend beleid.

    4.5.6 Detailhandel op bedrijventerreinenEr is regionale overeenstemming over het feit dat reguliere detailhandel in principe geweerd moetworden van bedrijventerreinen. Er zijn echter nog andere vormen van detailhandel die zich opbedrijventerreinen voordoen:1. Perifere detailhandel (PDV): Het PDV-beleid was van oudsher bedoeld voor winkels die vanwege

    de aard en omvang van de artikelen (volumineus) een groot oppervlak nodig hadden. Uitstallingervan vroeg een dermate groot oppervlak, dat deze winkels moeilijk inpasbaar waren incentrumgebieden. In de loop der jaren is de aard en omvang van de assortimenten op periferelocaties sterk gewijzigd, waardoor het onderscheid met aanbod in centrumgebieden kleiner is

    geworden. Onder voorwaarden is uitbreiding van PDV op een beperkt aantal reeds in BPaangewezen locaties mogelijk.2. Grootschalige detailhandel (GDV): Dit betreft grootschalige winkels, waarvan de aard van het

    product niet-volumineus is, maar het oppervlak van de winkel wel groot is. Ten aanzien van GDVvoert de regio een terughoudend beleid (zie onder 4.6).

    4.5.7 Nevenassortimenten PDVOp PDV-locaties zijn de toegestane assortimenten beperkt tot de zogenaamde PDV-branches. Alsalgemene regel binnen de regio worden nevenassortimenten binnen PDV-locaties toegestaan, voorzover zij zich beperken tot maximaal 15% van de totale winkelvloeroppervlakte met een maximum van50 m wvo.

    4.6 Toetsingskader nieuwe retailprojecten

    De Regionale Advies Commissie Noord-Holland Zuid (RAC) heeft een adviserende functie in nieuwedetailhandelsprojecten. Het is verplicht de RAC om advies te vragen bij projecten waarvoor wijzigingvan het bestemmingsplan noodzakelijk is en wanneer deze een regionale impact hebben. Van eenregionale impact is in ieder geval sprake wanneer de omvang van deze plannen groter is dan 1.500m wvo op perifere locaties en 5.000 m wvo in winkelgebieden.

    Echter, ook in kleinere projecten kan sprake zijn van een regionale impact. Het gaat dan vooral omprojecten met een omvang liggend tussen de 1.500 en 5.000 m wvo in winkelgebieden. Indien zichdergelijke projecten voordoen, zal het portefeuillehouderoverleg Economische Zaken om adviesworden gevraagd. Zij bepalen of deze initiatieven alsnog voorgelegd dienen te worden aan de RAC. Inhet onderstaande schema is aangegeven hoe deze toetsing plaatsvindt en wie hier verantwoordelijkvoor is.

  • 8/10/2019 Regio Gooi en Vechtstreek Oplegnotitie retailvisie 2013

    6/7

    Nota d.d. 20 novemb er 2013, pagina 6

    Pagina 6 van 7

    Afgesproken is om voor het PDV-beleid aan te sluiten bij het beleid dat de Provincie Noord-Hollandhanteert. De bundeling van gelijksoortige activiteiten blijft het uitgangspunt en het vestigen vansolitaire PDV-winkels past niet binnen het beleid. In alle gevallen gaat het om detailhandel die niet ofmoeilijk kan worden ingepast in reguliere winkelgebieden (zoals verkoop van volumineuze goederenof brand- en/of explosiegevaarlijke goederen).

    Indien PDV-ontwikkelingen 1.500 m of groter zijn, en waarvoor een bestemmingsplanwijziging nodigis, zal het plan voorgelegd moeten worden aan het RAC om te toetsen of de ontwikkeling totongewenste regionale effecten leidt.

    Voor GDV-ontwikkelingen is afgesproken dat deze vorm van detailhandel op bedrijventerreinen zoveelmogelijk moet worden geweerd. Volumineuze detailhandel, die niet in winkelcentrumgebieden kanworden gevestigd, moet wel mogelijk blijven op bedrijventerreinen, mits de uitbreiding op dat momentbinnen het bestemmingsplan mogelijk is. Bij elke uitbreiding van de mogelijkheden van volumineuzedetailhandel op bedrijventerreinen in een bestemmingsplan is het bovenstaande stroomdiagram vantoepassing.

    Over lopende uitbreidingsplannen voor retail die al in bestemmingsplannen mogelijk worden gemaakt(harde plannen) hoeft niet meer regionaal te worden afgestemd zoals hierboven is beschreven. Vooralle zachte plannen is zoals eerder al aangegeven, ongeacht de omvang en locatie, een herijking inregionaal verband gewenst om uitbreiding van vierkante meters aan de markt van dat moment tekunnen spiegelen. Mocht er bij deze confrontatie tussen marktruimte en plannen sprake blijken vaneen ongewenste ontwikkeling, kan het portefeuillehouderoverleg Economische Zaken negatief

    adviseren over het betreffende plan. Wanneer er sprake is van een bindend advies, geldt het trajectzoals weergegeven in het bovenstaande stroomdiagram regionale afstemming.

    5. Vervolg

    Iedere gemeente doet zijn uiterste best om een aantrekkelijk en compleet winkelaanbod te realiserenen in stand te houden. Het maken van keuzes, waarvan de gevolgen de gemeentegrenzenoverschrijden, zal onderdeel van de regionale besluitvorming moeten zijn. In een aantal gevallen is detijd nog niet rijp gebleken voor het maken van deze keuzes, omdat de planvorming nog niet vergenoeg is, omdat de huidige economische situatie geen aanleiding geeft tot grootschaligeinvesteringen, of omdat simpelweg nog niet voorzien kan worden hoe de retailmarkt zich in 10 of 20

    jaar ontwikkelt. Het is afwachten wanneer en in welk tempo de economie zich zal herstellen en hoe ditzal leiden tot nieuwe planvorming. In het voorliggende beleidskader is uitgesproken hoe de

    regiogemeenten bij vaststelling ervan omgaan met deze lastige materie.

  • 8/10/2019 Regio Gooi en Vechtstreek Oplegnotitie retailvisie 2013

    7/7

    Nota d.d. 20 novemb er 2013, pagina 7

    Pagina 7 van 7

    In het proces dat tot deze beleidslijn heeft geleid, zijn de soms tegengestelde belangen vanverschillende partijen naar voren gekomen. Dit beleidsdocument is ontstaan na intensief overlegwaarin deze belangen benoemd zijn en de gekozen beleidslijn is hiervan het hoogst haalbare resultaatgebleken.

    Bussum,23 oktober 2013