Regie der Gebouwen
-
Upload
regie-der-gebouwen -
Category
Documents
-
view
221 -
download
2
description
Transcript of Regie der Gebouwen
LOUVAIN-LA-NEUVE ■ HET RIJKSARCHIEF
Regie der Gebouwen
HET RIJKSARCHIEF HET RIJKSARCHIEF HET RIJKSARCHIEF
Bouwstenen van het geheugen ten dienste van iedereenom het verleden te begr i jpen,de beslissingen van nuen de visies op de toekomst
Het netwerk van Rijksarchieven moet vóór alles worden gezien als het geheugen van de overheidsdiensten en
bijgevolg van de instellingen die de Natie heeft gecreëerd om haar burgers toe te laten vol vertrouwen in een
rechtstaat te leven. Maar deze nationale bank van het authentieke en betrouwbare geheugen moet tevens
een bron van onderzoek zijn voor de wetenschap, een instrument van begrip voor burger en beleidsmaker,
en een baken voor alle recht- en bewijszoekenden.
Het depot van Louvain-la-Neuve, dat de schijnwerpers richt op het verleden van de jonge provincie Waals-
Brabant, is de laatste schakel in het net van Rijksarchieven.
Een gedeeld verleden
De provincie Waals-Brabant heeft nu haar eigen Rijksarchief. Volgens de wet moeten hier de
openbare archieven worden bewaard van instellingen en fysieke personen die bij stopzetting van
de activiteiten hun zetel of domicilie hadden op het grondgebied van de huidige provincie, die de
grenzen heeft aangenomen van het gerechtelijk arrondissement Nijvel na 1975.
De geschiedenis van het Rijksarchief te Louvain-la-Neuve valt samen met die van het Algemeen
Rijksarchief. De structuur van het Rijksarchief gaat immers terug tot de Franse inlijving, toen reeds
onder het Oostenrijks regime ondernomen pogingen werden geconsolideerd. De archieven van
de overheden van het Dijledepartement groeiden nadien aan met een deel van de archieven van
het Hollands regime en daarna met die van de nieuwe Belgische staat.
Met de vierde staatshervorming in 1992-1993 werd de splitsing van Brabant in drie afzonderlijke
entiteiten door de wetgever gestemd.
Ingevolge de oprichting van de provincie Waals-Brabant op 1 januari 1995 riep het Rijksarchief,
trouw aan het principe dat geleid had tot de creatie van de Archieven van de Dijle, de wet
van 5 Brumaire jaar V [26 oktober 1796] in om een aan de nieuwe toestand aangepaste
gedecentraliseerde overheidsdienst op te richten, naar het voorbeeld van het provinciebestuur
en het Hof van Assisen.
De beslissing om een depot in Louvain-la-Neuve in te planten werd offi cieel op 23 september 1997 aangekondigd en de plannen werden
opgemaakt en goedgekeurd in de maanden die volgden. De erfpachtakte, waarbij de Université Catholique de Louvain (UCL) een terrein
afstond in het centrum van de studentenstad voor de duur van 99 jaar, werd verleden op 21 september 2000. De bouwwerf ving aan in de
lente van 2005; de leeszalen openden op 13 januari 2009 hun deuren voor het publiek.
Intussen was ook de verdeling van de archiefbestanden en -verzamelingen begonnen. Hierbij werd een aantal eenvoudige, algemeen aanvaarde
archivistische principes gevolgd: respect voor de integriteit van de archieven, verdeling van de archiefreeksen volgens archiefvormer, toewijzing
van de archieven aan het ressort waar de archiefvormer actief was bij stopzetting van de activiteiten.
Omwille van bijzondere bewaaromstandigheden blijven grote samengestelde verzamelingen voorzien van gedetailleerde inventarissen, in Brussel
tot een aanzienlijk deel van de archiefvormers kan worden geïdentifi ceerd. Een wijze beslissing, aangezien de technologische vooruitgang toelaat
naar believen over digitale kopieën te beschikken. Zowel naar conservering als naar raadpleging toe betekent dit een pluspunt.
HET RIJKSARCHIEFTE LOUVAIN-LA-NEUVE
H E T R I J K S A R C H I E F T E L O U VA I N - L A - N E U V E 3
H E T R I J K S A R C H I E F T E L O U VA I N - L A - N E U V E 4
Een eerste reeks prioriteiten
Met de opening van de zetel van Louvain-la-Neuve wordt tevens
een pilootproject gelanceerd dat een primeur is voor België: de
eerste digitale leeszaal. Eenmaal een solide basis is gelegd en
de werkprocessen vastliggen, zal de digitale leeszaal een plaats
verwerven in alle Belgische Rijksarchieven.
Digitaliseringsprojecten zullen worden ontwikkeld om de toegang
te vergemakkelijken tot archieven die Waals-Brabant betreffen,
maar die buiten het depot of de provincie bewaard worden.
In een eerste fase kan daarbij de nadruk worden gelegd op
archiefvormers die achtereenvolgens of gelijktijdig hun functies
uitgeoefend hebben in entiteiten die ressorteerden onder de
voormalige provincie Brabant (bijv. notariaat, decanaten uit het
ancien régime, provinciale diensten).
Maar deze nieuwe vorm van dienstverlening mag toch de
wettelijke opdrachten van onze federale wetenschappelijke
instelling niet aan het oog onttrekken.
Het aantal overdrachten van openbare archieven door de
verschillende overheidsdiensten – rechtbanken, gevangenissen,
patrimoniumdiensten, notarissen (verplichte overdracht na 75
jaar, facultatief na 50 jaar), enz. – zal een sterke toename kennen
ingevolge de grotere en meer nabije onthaalcapaciteit. Parallel
daaraan zullen pistes worden verkend tot het verwerven van
particuliere archieven die de geschiedenis van het land en meer
speciaal van Waals-Brabant aanbelangen. Met het ter beschikking
stellen van de burgerlijke stand (zowel hedendaagse registers als
deze van het ancien régime, de zgn. “parochieregisters”) sluit
het Rijksarchief aan bij een proces dat meer dan twee eeuwen
geleden is begonnen: rechtsgeldige documenten bewaren en
alle burgers op gelijke wijze toegang bieden tot deze belangrijke
zoekinstrumenten. De laatste nog verspreide registers, die
momenteel worden bedreigd door achterhouding en door
winstbejag, moeten zo snel mogelijk de bescherming krijgen die
ze verdienen.
Als wetenschappelijke instelling voert het Rijksarchief zelf
fundamentele of toegepaste onderzoeksprojecten uit. Sommige
van dergelijke projecten worden autonoom uitgevoerd, andere in
samenwerking met universiteiten en overige onderzoeksinstanties.
De deelname van het Rijksarchief aan een programma van de
Interuniversitaire Attractiepool (IUAP) onderstreept deze wens
tot interactie. Het belang dat we hechten aan de wetenschappelijke
ontsluiting van archieven kan nog worden gestimuleerd via samen-
werkingsovereenkomsten met universiteiten en met de regionale
sociaal-culturele wereld, en dat zowel op het vlak van onderzoek
als op het vlak van opleiding.
De digitale leeszaal
In het algemeen kader van het digitaliseringsproject van de
genealogische bronnen bewaard in de Rijksarchieven in de
provincies, is in Waals-Brabant onlangs een zeer belangrijke
eerste stap gezet: het online brengen van de inhoud van de
parochieregisters en van de registers van de burgerlijke stand van
deze jonge provincie. Waarover gaat het?
De lezer die geïnteresseerd is in de akten van 1600 tot 1910 zal
intern op de website kunnen surfen en de beoogde informatie
vinden door middel van een aantal eenvoudige handelingen.
Het is niet langer nodig het originele document aan te vragen
of beperkingen te moeten ondervinden ingevolge de materiële
achteruitgang van de microfi lms. De weg is dus vrij voor de
doorstroming van genealogische informatie.
Het zou te eenvoudig zijn om de impact van dit nieuwe hulpmiddel
louter te beperkten tot akten, hoe memorabel die ook mogen
zijn. Tijdens het coderingswerk dat aan het digitaliseren en het
scannen van deze archieven voorafging, is immers gebleken dat
de parochieregisters een massa bijkomende informatie bevatten.
Archief van Napoléon Mallue, notaris te Geldenaken (1842-1872). © Rijksarchief
Adelbrieven van Marie-Léopoldine van Nassau, 1664. Kerkelijk archief van Brabant, nr. 1700/89b. © Rijksarchief
H E T R I J K S A R C H I E F T E L O U VA I N - L A - N E U V E 5
Deze randmeldingen, waarvan het bestaan soms bekend is aan
ingewijden, zouden ook door een groter publiek kunnen worden
aangewend bij tal van nieuwe soorten opzoekingen. Bij een kleine
meerderheid van de parochies heeft de pastoor zich beperkt tot
het inschrijven van de akten, die getuigden van een leven op het
ritme van de seizoenen en van markante gebeurtenissen. Maar
sommige parochieherders gingen verder dan dat en hebben ons
stukjes van het dagelijks leven of van de politieke en religieuze
kroniek van hun tijd overgeleverd. De talrijke lotgevallen die de
steden en dorpen van ons land meemaakten, zijn een goudmijn
van kostbare informatie op meerdere vlakken: het klimaat,
aardbevingen, artsenijpraktijk voor mens en dier, reacties op
de revolutionaire wind die in Frankrijk waaide, epidemieën,
nauwkeurige lijsten van gronden en bezittingen van de parochies,
testamenten en heel wat andere domeinen die zowel de
incidentele als de doorwinterde lezer kunnen boeien.
Het project ‘digitale leeszaal’ zal geleidelijk uitgebreid worden tot
alle andere provincies van het land. Ondertussen zullen op de
schermen van Louvain-la-Neuve beetje bij beetje digitale kopieën
kunnen worden geconsulteerd van originele documenten van zeer
uiteenlopende aard, met name van stukken met betrekking tot
de geschiedenis van Waals-Brabant die in andere archiefdepots
bewaard worden. Maar laat er geen misverstand over bestaan:
het is onmogelijk om alle archief te digitaliseren. Het kostenplaatje
van een dergelijke operatie zou te hoog zijn, zowel wat betreft
de codering als de bewaring op lange termijn, om nog te zwijgen
over de periodieke migratie van de gegevens.
Bedrijfsarchief: plattegrond van de bedrijfsgebouwen van nv Fabelta te Tubeke. © Rijksarchief
H E T R I J K S A R C H I E F T E L O U VA I N - L A - N E U V E 6
Wat bewaart men in het Rijksarchief van Louvain-la-Neuve ?
Hoewel pas recent opgericht, is de provincie Waals-Brabant niettemin erfgename van een rijk verleden. Daarvan getuigen de 681 strekkende
meter overheidsarchieven uit het ancien régime, die op het Rijksarchief worden bewaard. De onderzoeker zal hier talrijke documenten vinden
die zijn ontstaan in het kader van de activiteiten ontplooid door heerlijkheden, schepenbanken, feodale hoven, cijnshoven, steden en gemeenten,
maar ook door ambachten en gilden, door liefdadigheidsinstellingen of door kerkelijke instellingen uit het Franssprekende deel van Brabant, het
zgn. Roman Pays de Brabant (bijv.: Sint-Gertrudiskapittel te Nijvel, abdijen van Heylissem, La Ramée en Villers).Roman Pays de Brabant (bijv.: Sint-Gertrudiskapittel te Nijvel, abdijen van Heylissem, La Ramée en Villers).Roman Pays de Brabant
De archieven van na 1795 zijn echter omvangrijker. De documenten afkomstig van hoven en rechtbanken (rechtbank van eerste aanleg van
Nijvel, militair auditoraat en krijgsraad van Nijvel, rechtbank voor oorlogsschade van Nijvel, politierechtbanken ...) vertegenwoordigen één vijfde
van de archieven die in het depot bewaard worden.
Ook de archieven van de gedecentraliseerde diensten van de federale ministeries verdienen een vermelding: archieven van de administraties die
afhangen van het Ministerie van Financiën (kantoren van de registratierechten, hypotheekbewaring), van Justitie (gevangenis van Nijvel), van het
commissariaat van het arrondissement Nijvel, maar ook van de Franse Gemeenschap van België (PMS-centra).
Talrijke gemeenten hebben hun oudste archieven neergelegd bij het Rijksarchief. Helaas zijn de hedendaagse archieven van de stad Nijvel bijna
volledig verdwenen tijdens het bombardement van 14 mei 1940.
De archieven van notarissen die in Waals-Brabant geïnstrumenteerd hebben (533 lopende meter) vormen één van de rijkste en meest
geraadpleegde reeksen van het depot. Zij bevatten zowel documenten van Brabantse notarissen die hun functie uitoefenden in het ancien
régime, als na 1795.
Sinds de publicatie van de Archiefwet van 1955 vinden ook archieven van particulieren of van privaatrechterlijke verenigingen onderdak in de
archiefruimtes van het Rijksarchief.
De burgerlijke stand is gedigitaliseerd tot het jaar 1910 en is rechtstreeks toegankelijk via de schermen van de leeszaal van Louvain-la-Neuve, tot
groot genoegen van de liefhebbers van genealogie.
Archieven bewaard op het Rijkarchief te Louvain-la-Neuve
Gemeentelijkearchieven
7%
Gerechtelijke archieven(Hoven en rechtbanken)hedendaagse periode
19%
Notariëlearchieven
13%
Particulierearchieven
18%
Archieven vangedecentraliseerdeoverheidsdiensten
11%
Archieven vanoverheidsinstellingenuit het Ancien regime
17%
Kerkelijkearchieven
7%
Burgerlijkestand8%
H E T R I J K S A R C H I E F T E L O U VA I N - L A - N E U V E 7
Archieven in cijfers
Bij zijn opening bewaarde het Rijksarchief van Louvain-la-Neuve reeds 3.980 strekkende meter documenten. Het volume van de aangroei tijdens
de voorbije jaren – ingevolge nieuwe aanwinsten en ingevolge transfers uit andere Rijksarchieven – ziet er als volgt uit (in strekkende meter):
2000-2004 545
2005 644
2006 643
2007 271
2008 515
Microfi lms (voor raadpleging en veiligheidskopies): 879.
Gedigitaliseerde documenten: 1,24 terabyte geheugen voor 373.481 beeldbestanden.
Bibliotheek: ongeveer 8.000 werken in open rek; 1.300 m totale capaciteit.
Het gebouw telt zes magazijnen uitgerust met mobiele rekken op niveau -3, vijf
magazijnen uitgerust met vaste rekken op niveau -2 en nog vijf magazijnen verspreid
over de vier verdiepingen.
De totale capaciteit bedraagt 14.866 m
Zalen voorbehouden aan het publiek: drie (een zaal voor originele documenten en twee zalen voor gedigitaliseerde archieven en microfi lms).
Zitplaatsen: 137.
Personeel van de afdeling “Waals-Brabant” op 1 januari 2009 (voltijdse equivalenten):” op 1 januari 2009 (voltijdse equivalenten):”
- Wetenschappelijk : 3,5
- Administratief : 2
- Technisch en onderhoud : 3
Altijd een Rijksarchief in de buurt !
Het Rijksarchief bestaat uit 19 depots verspreid over heel het land. Ieder depot beschikt over een leeszaal die toegankelijk is voor het publiek.
Een toegangskaart voor al deze depots, geldig voor één jaar, kost 20 euro. Studenten krijgen een korting van 50 %. Een weekkaart, met een
waarde van 5 euro, geeft gedurende zeven opeenvolgende kalenderdagen toegang tot het Rijksarchief waar ze gekocht is.
Loop dus eens binnen in één van onze leeszalen!
Boek met het bosbezit van het Sint-Gertrudiskapittel te Nijvel, 16de E, Kerkelijk archief van Brabant, nr. 1925bis. © Rijksarchief
Louvain-la-Neuve
Brugge
GentBeveren
Antwerpen
HasseltLeuven
KortrijkRonse
Doornik
BergenNamen
Luik
Eupen
Saint-Hubert
Aarlen
Anderlecht
Koninklijk Paleis
AlgemeenRijksarchief
H E T R I J K S A R C H I E F T E L O U VA I N - L A - N E U V E 8
De opdrachten van het Rijksarchief
Het verwerven en het bewaren van archieven, het ontsluiten van archieven voor onderzoek: de taken van het Rijksarchief zijn talrijk. Als
federaal wetenschappelijke instelling is het Rijksarchief het Geheugen van de natie, maar eveneens van een instelling, van een gemeente
of van een familie.
Verzamelen en bewaren
Het Rijksarchief verwerft en bewaart (na selectie) de archieven ouder dan 30 jaar van hoven en rechtbanken, van openbare overheden,
van notarissen, evenals van de privé-sector en van particulieren (bedrijven, politici, verenigingen, invloedrijke families, enz.) die een
belangrijke rol in het maatschappelijke leven hebben gespeeld. Het Rijksarchief bewaart hoofdzakelijk overheidsarchieven uit ancien
régime en hedendaagse periode.
Ordenen en zoekinstrumenten opstellen
Talrijke hulpmiddelen staan ter beschikking van de onderzoeker en vergemakkelijken zijn werk: toegangen op papieren drager (bv.
inventarissen), digitale gegevensbestanden en zoekrobotten op de website.
Communiceren en valoriseren
Het is de opdracht van het Rijksarchief voor eenieder open te staan. De leeszaalmedewerkers staan klaar om de lezers te oriënteren,
raad te geven en hen te informeren over de verschillende toegangspistes tot de archieven (gidsen, inventarissen, repertoria en allerhande
gegevensbestanden). De instelling stelt ook zoveel mogelijk informatie via het internet ter beschikking van het publiek.
Toezicht uitoefenen en advies geven
Het Rijksarchief oefent toezicht uit op de bewaring en het beheer van de archieven gevormd door alle overheidsinstellingen. Dagelijks
verstrekken archivarissen advies op het vlak van beheer van archieven (bewaaromstandigheden, ordeningsmethodes, selectie, enz.) en
brengen zo nodig een bezoek ter plaatse. Het Rijksarchief stelt eveneens zijn expertise ter beschikking van particuliere archiefvormers
(bedrijven, verenigingen, particulieren), indien die daarom verzoeken.
Meer weten ?
■ Het Rijksarchief in België 1796-1996. Geschiedenis van de instelling en bio-bibliografi sch repertorium van de archivarissen, ed.. H. COPPENS
en R. LAURENT, Brussel, 1996 (Miscellanea Archivistica. Studia, 86), p. 43-52.
■ C. DE MOREAU DE GERBEHAYE, « La fastidieuse naissance des Archives de l’État à Louvain-la-Neuve », in Archief- en Bibliotheekwezen van België,
LXXV, 2004, p. 41-69.
■ C. DE MOREAU DE GERBEHAYE, « L’archiviste, ce «gardien éveillé» », dans Louvain, n° 107, avril 2000, pp. 16-17.
■ J. GODINAS et C. HENIN, Archives de l’État à Louvain-la-Neuve. Guide des fonds et collections (édition 2008), onder de leiding van
C. DE MOREAU DE GERBEHAYE, 2 vol., Brussel, 2009 (Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën. Gidsen, 71), 833 p.
Architectuur
Omdat de site zich midden in de universitaire campus Louvain-la-Neuve bevindt, moest voldaan worden aan verschillende
stedenbouwkundige voorschriften en diverse verplichtingen. En dit zowel op het vlak van de architectuur als op het vlak van de
technieken.
Het gebouw omvat drie ondergrondse niveaus, een gelijkvloers en vier verdiepingen. Het gelijkvloers omvat een inkomhal met toegang
tot de leeszalen, de vestiaires, het sanitair voor het personeel, de conferentie- en tentoonstellingszaal. De vloer is vervaardigd uit blauwe
hardsteen van Normandië en een combinatie van hout en graniet.
Op de verdiepingen werd een appartement ingericht, de kantoren van de archivarissen en de verschillende restauratieateliers. Op iedere
verdieping, tussen twee kantoren, werden beveiligde archiveringszones voorzien.
Onder de voetgangersstraat zijn er drie niveaus met leeszalen en 12 archiefl okalen. De archiefl okalen op het niveau –3 zijn uitgerust met
compactus archiefkasten terwijl op niveau –2 vaste kasten werden ingericht. De bevoorrading gebeurt via een loskade op de tweede
ondergrondse verdieping. De drie kelderverdiepingen grenzen aan de parkings van de stad.
De archiveringszones bevatten in totaal 15 km rekken.
Stedenbouwkundige kenmerken
De gevels respecteren de stedenbouwkundige verplichtingen en vertolken het open-
baar karakter van het gebouw. De onderbouw in architectonisch beton contrasteert
mooi met de baksteen van de bovenliggende verdiepingen. De combinatie van
architectonisch beton en baksteen past perfect met de omliggende gebouwen. De
symmetrische opbouw van de gevel laat de hoofdingang goed tot zijn recht komen.
Architecturale kenmerken
Onder de voetgangersstraat werden leeszalen en archiefl okalen ingericht. Deze ruimten
waren normaal voorzien voor parkings en hebben daardoor zeer lage plafonds.
De grootste uitdaging bestond erin de lezer te leiden naar een kelderverdieping zonder
dat deze zich hiervan rekenschap geeft.
Dankzij de creatie van een centrale piramide kreeg de leeszaal meer volume. De trap
die de ingang verbindt met deze zaal, het kloppend hart van het Rijksarchief, fungeert
ook als decoratief en sculpturaal element. Hij werd vervaardigd uit beton. De blauwe
hardsteen rond de treden aan weerszijden van het tapijt heeft een louter visuele rol.
HET RIJKSARCHIEFTE LOUVAIN-LA-NEUVE
H E T R I J K S A R C H I E F T E L O U VA I N - L A - N E U V E 11
H E T R I J K S A R C H I E F T E L O U VA I N - L A - N E U V E 12
De realisatie van deze fel kronkelende trap vergde een bijzondere
knowhow.
De muren tussen de documentenleeszaal en de andere leeszalen
hebben eveneens een golfbeweging. Dankzij de transparante, met
glazen bouwstenen uitgevoerde insnijdingen in de muren, kan de
lees-zaalverantwoordelijke nakijken of de zaal al dan niet in gebruik is.
Voor het valse plafond van de piramide werden panelen van rotswol
gebruikt die op akoestisch vlak performant zijn. Het dak van de
piramide is in glas uitgevoerd. De blauwe kleur werd gekozen als
mooi contrast met een achterliggende grijze lucht.
De documentenleeszaal is uitgerust met ontrokingsramen. De
digitale leeszal en de leeszaal voor microfi lms werden ingericht in
een gedeelte van niveau -1 waar geen natuurlijk licht binnenvalt.
Het project evolueerde met de archiveringstechnieken. Zo worden
voor alle leesposten PC’s gebruikt, wat oorspronkelijk niet was
voorzien. De bevoorrading van de leeszalen gebeurt via een trap
en een lift, en de ontruiming van de zalen in geval van brand via de
esplanade en een doorgang naar de straat.
Voor de bevloering werd gekozen voor tapijttegels met
richtinggevend design. Het gebruik van drie verschillende kleuren
laat toe de leeszones te onderscheiden van de circulatiezones en
de opslagzones.
Het door de architect ontworpen meubilair van de leeszalen is
perfect geïntegreerd in de ruimten. De verschillende zalen kunnen
137 lezers ontvangen.
Technische kenmerken
Het gebouw is uitgerust met een klimaatregeling die toelaat een
constante temperatuur en een gecontroleerd luchtvochtigheidsgehalte
te handhaven.
De lage plafondhoogten hebben noodzakelijkerwijs meegebracht dat
er syntheseplans van alle technieken werden opgemaakt.
De documentenleeszaal illustreert op perfecte wijze de integratie
van de technieken in de architectuur. In de steunmuren van de valse
plafonds werden luchtinblaas- en luchtafzuigmonden ingewerkt. Het
geheel werd grondig bestudeerd op het vlak van de akoestische
performantie.
Speciale technieken
Elektriciteits- en bewakingsinstallaties
Het volledige complex wordt elektrisch gevoed door middel van
een transformatiepost 11,4 kV / 3X400 V + N met een vermogen
van 250 kVA. Het algemeen laagspanningsbord (ALSB) van het
gecompartimenteerde type verzekert de distributie van de elektrische
energie naar verschillende verdeelborden. De elektriciteitsborden
die voorgeschreven zijn voor de archiefbewaarplaatsen zijn om
veiligheidsredenen aangebracht in de gangen.
Verlichting
De verlichting van de kantoren werd bestudeerd in functie van de
modulatie van de lokalen; de lampen met lage luminantie werden
ontworpen voor het beeldschermwerk, waarbij verblinding
verhinderd wordt.
De leeszaal wordt verlicht door middel van twee bijzonder
esthetische hangstructuren.
De archiefbewaarplaatsen worden verlicht door lichtgevende
hangstructuren, loodrecht op het compact archief. Hierdoor wordt
permanent een voldoende verlichting verzekerd, ongeacht de plaats
van de mobiele kasten.
De conferentiezaal, de onthaalruimte, de sanitaire lokalen, de gangen
op de benedenverdieping en op de verdiepingen worden verlicht
door lampen met laag energieverbruik.
Veiligheid
Het complex is uitgerust met een installatie voor toegangscontrole,
inbraakbeveiliging en gecentraliseerde branddetectie. Er werden
bewakingscamera’s geïnstalleerd op strategische plaatsen. Aan de
ingang van het complex zijn detectieportieken opgesteld.
Informatica
Het gestructureerd informaticanetwerk bestaat uit kabels UTP6
van categorie 6. Dit netwerk is gemeenschappelijk aan dat van de
telefonie. Ten einde de elektronische gegevens op te slaan in geval
van een stroomonderbreking, worden de stopcontacten van de
computers aangesloten op de statische noodgroep « No-Break »
met een vermogen van 30 kVA en een autonomie van 15 minuten.
H E T R I J K S A R C H I E F T E L O U VA I N - L A - N E U V E 14
Verwarming en verluchting
De archieven en de verschillende zalen beschikken over een
klimaatregeling. De luchtvochtigheid wordt strikt gecontroleerd
met de bedoeling een constant relatief luchtvochtigheidsgehalte
te handhaven van ongeveer 55 % , wat zorgt voor een betere
conservering van de papieren documenten.
De automatische regeling gebeurt via een programmeerbaar regel-
en besturingsapparaat (P.R.B.A.), met centrale bediening.
De installatie wordt op afstand gecontroleerd door middel van
een gecentraliseerd technisch beheer (GTB). Bij pannes wordt
rechtstreeks en telefonisch een alarm doorgezonden naar een
telebewakingsdienst.
De kantoren en de sanitaire lokalen worden verwarmd door radiatoren
en verlucht door mechanische extractie; de luchttoevoer geschiedt
door R.T.O. (regelbare toevoeropeningen) in de vensterramen in de
gevel.
De vergaderzaal op niveau +1 is voorzien van een plafondcassette
die uitgerust is met een koelbatterij met ijswater en met een
verwarmingsbatterij.
De warmteproductie wordt verzekerd door condensatieketels op
aardgas (uitgerust met een voormengbrander) van elk 175kw.
Onder het dak omvatten de technische lokalen:
- twee stookketels van 175kw;
- twee koelmachines van 75kw;
- de extractiegroepen van de kantoren, sanitaire lokalen en de
woonruimte;
- de klimaatregelingsgroep van de conferentiezaal en ven de
inkomhal.
Op niveau -2 omvatten de technische lokalen de
klimaatregelingsgroepen van de archiefmagazijnen en van de
leeszalen. Men vindt er ook de pulsie- en extractiegroep die het
vuilnisbakkenlokaal en het schoonmaaklokaal bedient.
Liften
Twee liftinstallaties die gebruik maken van de meest recente
technologieën bedienen alle zones van het gebouw. En dit ongeacht
of deze toegankelijk zijn voor het publiek, het personeel of de
archivering. De liften zijn toegankelijk voor personen met beperkte
mobiliteit.
De nodige transportcapaciteiten om de lasten en leveringen te
vervoeren welke inherent zijn aan een modern gebouw, werden
voorzien.
HETRIJKSARCHIEF
TE LOUVAIN-LA-NEUVE
Praktische informatie
Het Rijksarchief bevindt zich in het centrum van Louvain-la-Neuve op enkele meter afstand van de Grote Markt, tussen de faculteiten fi losofi e en letteren, psychologie en het Hergé-museum. Het gebouw is toegankelijk voor personen met een verminderde mobiliteit.Aangezien de universiteitscampus van Louvain-la-Neuve een voetgangerszone is, is de bereikbaarheid met het openbaar vervoer bijzonder makkelijk. De bus- en treinstations bevinden zich op wandelafstand (minder dan tien minuten). Men vindt ook talrijke betaalparkings in de nabijheid, met name de parking van de Grote Markt, evenals enkele gratis parkings aan de rand van de stad.
Rijksarchief te Louvain-la-Neuve Rue Paulin Ladeuze, 16 - 1348 Louvain-la-NeuveTel : 010 23 00 90 - Fax : 010 23 00 [email protected]
Openingsuren: van dinsdag tot vrijdag van 8.30u tot 16.30u - De eerste en derde zaterdag van de maand van 9u tot 12.30u en van 13u tot 16u. Juli-augustus: gesloten op weekdagen tussen 12u en 13u en gesloten op zaterdag.
Technische fi che
Eigenaar: Belgische StaatBouwheer: Regie der GebouwenGebruiker: Rijksarchief
Architectuur: Regie der Gebouwen (Martine Ponchau, Slim Baklouti)Studie Stabiliteit: Regie der Gebouwen (Philippe Bebacker)Studie Elektriciteit: G.E.I. Studie HVAC / Akoestiek: Regie der Gebouwen (Dirk Van Goethem, Marcel Rumfels)Studie Liften: Regie der Gebouwen (Bernard Laurent)
Ruwbouw en afwerking: Bâtiments et Ponts Construction (B.P.C.) (Brussel) Elektriciteit: Collignon (Erezée)HVAC: D-FI (Chanxhe)Liften: Schindler (Brussel) Veiligheidscoördinatie: SEFMEP (Brussel) Kostprijs: 7 500 000 € (incl. BTW)Bruto-oppervlakte: 5 300 m2
Duur van de werken: maart 2005 - juni 2007
De Regie der GebouwenDe referentie inzake federaal vastgoed
De Regie der Gebouwen, opgericht in 1971 als een parastatale A, staat in voor de kwalitatieve kantoorhuisvesting van de federale ambtenaren en het instandhouden van het federale architecturale patrimonium.Klantgerichtheid, fl exibiliteit en effi ciëntie zijn haar drie kernwaarden. Voor de huisvesting van de federale ambtenaren worden kwalitatieve kantoren ingehuurd of treedt de Regie der Gebouwen zelf op als bouwheer. Bij het huren van kantoorruimte wordt nauwlettend rekening gehouden met de specifi eke behoeften van de klanten. Bij nieuwbouw wordt bijzondere aandacht besteed aan de globaal bouwkundige kwaliteit van de bouwplannen. Deze kwaliteit wordt onder meer bepaald door de functionele geschiktheid van het gebouw, de beoogde levensduur, de esthetische kwaliteit en de stedenbouwkundige inplanting in de bestaande omgeving, de kostprijs, de onderhoudskosten en het duurzaam energiegebruik. Op architecturaal en historisch vlak omvat het beheerde patrimonium enkele schitterende pareltjes. Sinds jaren breidt de Regie der Gebouwen haar knowhow uit inzake restauratie- en conservatietechnieken. Daar waar het kan, wordt een functionele bestemming gegeven aan de historische gebouwen en sites. Elk jaar slaagt de Regie der Gebouwen erin om aan enkele waardevolle gebouwen en monumenten hun uitstraling van weleer terug te geven.De Regie der Gebouwen voert ook de verbintenissen uit inzake gebouweninfrastructuur die de Belgische staat is aangegaan met internationale instellingen, zoals de Europese Scholen. Zo’n 1 038 gebouwen worden in eigendom beheerd (ong. 4,9 miljoen m2), zo’n 559 gebouwen worden ingehuurd (circa 2,9 miljoen m2), zo’n 559 gebouwen worden ingehuurd (circa 2,9 miljoen m2 2).2).2
De realisatie van ieder project is steeds de vrucht van een succesvolle samenwerking tussen de verschillende partners. Dankzij haar kwalitatieve dienstverlening en haar specifi eke en unieke knowhow op het vlak van bouw, restauratie en vastgoed, is de Regie der Gebouwen de referentiepartner van de federale overheid inzake vastgoed.
RealisatieRegie der Gebouwen - PersdienstGulden Vlieslaan 87 bus 2 - 1060 BrusselTel.: +32(0)2 541 70 66 - Fax: +32(0)2 541 70 [email protected]: Rijksarchief - Regie der GebouwenFotos: Rijksarchief - Regie der GebouwenFebruari: 2009Wettelijk depot: D/2009/10945/1