Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van...

50
Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson Lotte De Vos en Karen Godderis-Coene Promotor: prof. dr. Marc De Bodt Copromotoren: dr. Gwen Van Nuffelen drs. Heidi Martens Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van master in de logopedische en audiologische wetenschappen

Transcript of Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van...

Page 1: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen

Academiejaar 2011-2012

Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van

Parkinson

Lotte De Vos en Karen Godderis-Coene

Promotor: prof. dr. Marc De Bodt

Copromotoren: dr. Gwen Van Nuffelen

drs. Heidi Martens

Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van master in

de logopedische en audiologische wetenschappen

Page 2: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken
Page 3: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen

Academiejaar 2011-2012

Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van

Parkinson

Lotte De Vos en Karen Godderis-Coene

Promotor: prof. dr. Marc De Bodt

Copromotoren: dr. Gwen Van Nuffelen

drs. Heidi Martens

Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van master in

de logopedische en audiologische wetenschappen

Page 4: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

ABSTRACT

De studie had tot doel de receptieve prosodische vaardigheden van

parkinsonpatiënten in kaart te brengen. Hiertoe werden 26 parkinsonpatiënten en 26

gezonde controlepersonen getest. De test omvat twee onderdelen: begrip van

prosodische betekenis (= identificatietaak) en perceptie van prosodische vorm (=

discriminatietaak). Om een volgorde-effect van de testonderdelen uit te sluiten,

maakten we gebruik van een cross-over design. De volgende onderzoeksvragen

kwamen aan bod: (1) Verschillen parkinsonpatiënten en controlepersonen in de

receptie van prosodie? (2) Is er een significante discrepantie tussen begrip en

perceptie van prosodie binnen beide groepen? (3) Zijn er factoren die de receptieve

prosodische vaardigheden van een persoon significant beïnvloeden? (4) Heeft de

volgorde van aanbieden enig effect op de receptieve prosodische mogelijkheden van

een persoon? Er konden geen significante verschillen worden aangetoond tussen

parkinsonpatiënten en controlepersonen in de receptie van prosodie. Wel werden

binnen beide groepen significante verschillen gevonden tussen begrip en perceptie.

Leeftijd oefende een significant negatieve invloed uit op de totaalscore. Een

volgorde-effect kon niet worden aangetoond.

The aim of this study was to set up a test to determine the receptive prosodic abilities

in patients with Parkinson’s Disease. Therefore, 26 patients with Parkinson’s Disease

and 26 healthy volunteers (= control group) were tested. The test consists of two

parts: comprehension of prosodic meaning (= identification test) and perception of

prosodic form (= discrimination test). To exclude sequence effect, a cross-over

design was used. The following questions were discussed: (1) Does the reception of

prosody differ between patients with Parkinson’s Disease and the control group? (2)

Is there a significant discrepancy between comprehension and perception of prosody

within both groups? (3) Is there a significant influence of factors on the receptive

prosodic abilities of a person? (4) Does the sequence of presenting have an effect on

the receptive prosodic abilities of a person? The following conclusions could be

drawn: (1) No significant differences in the reception of prosody were observed

between the groups. (2) Significant differences in perception and comprehension of

prosody within the groups were present. (3) Age had a significant negative influence

on the total score. (4) No sequence effect could be proven.

Page 5: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

INHOUD

ABSTRACT ..................................................................................................................

INHOUD .......................................................................................................................

VOORWOORD .............................................................................................................

1. INLEIDING .......................................................................................................... 1

1.1 DE ZIEKTE VAN PARKINSON...................................................................... 1

1.2 PROSODIE ................................................................................................... 2

1.2.1 Prosodische betekenis ............................................................................ 2

1.2.2 Prosodische vorm ................................................................................... 3

1.2.3 Expressieve versus receptieve prosodie ................................................. 3

1.3 DE ZIEKTE VAN PARKINSON: RECEPTIEVE PROSODIE ......................... 3

1.3.1 Prosodische functies ............................................................................... 4

1.3.1.1 Linguïstische prosodie ......................................................................... 4

1.3.1.2 Emotionele prosodie ............................................................................ 5

1.3.2 Begrip versus perceptie .......................................................................... 5

1.3.3 Motivering van het huidige onderzoek .................................................... 7

2. METHODOLOGIE ............................................................................................... 8

2.1 PROEFPERSONEN .......................................................................................... 8

2.2 INSTRUMENTARIUM ..................................................................................... 10

2.2.1 Testbeschrijving ........................................................................................ 10

2.2.2 Gebruikte apparatuur ................................................................................ 11

2.3 WERKWIJZE .................................................................................................. 12

3. RESULTATEN ................................................................................................... 13

3.1 VERGELIJKING PARKINSONPATIËNTEN EN CONTROLEPERSONEN ..... 13

3.2 DISCREPANTIE TUSSEN BEGRIP EN PERCEPTIE .................................... 14

3.3 VOLGORDE-EFFECT ..................................................................................... 15

Page 6: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

3.4 BEÏNVLOEDENDE FACTOREN ..................................................................... 15

4. DISCUSSIE ....................................................................................................... 17

4.1 VERGELIJKING PARKINSONPATIËNTEN EN CONTROLEPERSONEN ..... 17

4.2 DISCREPANTIE TUSSEN BEGRIP EN PERCEPTIE .................................... 19

4.3 BEÏNVLOEDENDE FACTOREN ..................................................................... 20

4.3.1 Rol van leeftijd .......................................................................................... 20

4.3.2 Rol van geslacht ....................................................................................... 21

4.3.3 Rol van dysartrie-ernst ............................................................................. 22

4.3.4 Rol van ziekte-ernst .................................................................................. 22

4.4 VOLGORDE-EFFECT ..................................................................................... 23

4.5 OPMERKINGEN BIJ DE TEST ....................................................................... 23

5. BESLUIT ........................................................................................................... 25

6. REFERENTIES ................................................................................................. 26

BIJLAGE 1 Voorbeeld bij testtaken assessment deel 1

BIJLAGE 2 Scoreformulier assessment

BIJLAGE 3 Goedkeuring studieprotocol UZA

BIJLAGE 4 Goedkeuring studieprotocol AZ St. Rembert

Page 7: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

VOORWOORD

Dit onderzoek maakt deel uit van het overkoepelend project CATRIS (Computerized

Assessment and Treatment of Rate, Intonation and Stress) onder leiding van prof. dr.

Marc De Bodt (Universitair Ziekenhuis Antwerpen). Het doel van dit project is een

klinische tool, gebaseerd op spraaktechnologie, ontwikkelen om spreektempo,

intonatie- en klemtoonpatronen te onderzoeken bij dysartriepatiënten, alsook het

ontwikkelen van een computerprogramma voor het verbeteren van deze aspecten op

verschillende linguïstische niveaus aan de hand van real time feedback.

Deze studie was voor ons een bijzonder leerrijke ervaring. Dit niet uitsluitend op

logopedisch vlak, maar ook op vlakken die de doeleinden van deze studie ver

overschrijden.

Graag willen we enkele mensen bedanken met wiens hulp, steun en vertrouwen we

deze masterproef tot een goed einde konden brengen. In de eerste plaats willen we

graag onze promotor, prof. dr. Marc De Bodt, en copromotoren, dr. Gwen Van

Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken voor het aanreiken van het boeiende

onderwerp, het ter beschikking stellen van het testmateriaal en hun onmisbare

begeleiding tijdens het uitvoeren van het onderzoek. Speciale dank gaat uit naar de

directie van het Algemeen Ziekenhuis St. Rembert te Torhout om het testen van

parkinsonpatiënten mogelijk te maken. Ook willen we dr. Jen Maes (neuroloog) en

logopediste-afasiologe Charlotte Libbrecht in het bijzonder bedanken voor hun hulp

bij de zoektocht naar patiënten, het beantwoorden van onze vragen en het

verschaffen van medische gegevens. Deze studie zou niet mogelijk geweest zijn

zonder hun onuitputtelijke hulp. Daarnaast willen we dr. Mieke Naessens (NKO-arts)

bedanken voor het afnemen van de tonale audiogrammen. Zij maakte het mogelijk

om het exclusiecriterium ongecorrigeerde gehoorstoornis te hanteren. Ook medisch

statisticus, Kristien Wouters, willen we bedanken voor haar hulp bij de statistische

analyse. Tenslotte willen we onze vrienden, kennissen, broers, zussen, ouders en

grootouders bedanken voor hun grote hulp bij het zoeken naar controlepersonen, het

kritisch nalezen van het werk en de morele steun gedurende het hele jaar.

Lotte De Vos en Karen Godderis-Coene

Gent, juni 2012

Page 8: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

1

1. INLEIDING

1.1 DE ZIEKTE VAN PARKINSON

De ziekte van Parkinson (Parkinson Disease, PD), beschreven door James

Parkinson in 1817, is een neurodegeneratieve aandoening die primair geassocieerd

wordt met een degeneratie van dopamineproducerende cellen in de substantia nigra

pars compacta (Bergman & Deuschl, 2002). De oorzaak van de ziekte is onbekend

(idiopathische Parkinson). De belangrijkste neurologische tekens zijn rusttremor,

bradykinesie, rigiditeit en vermindering van de houdingsreflexen (Sethi, 2002). Na vijf

jaar behandeling ervaren patiënten voornamelijk problemen met fluctuaties (zowel

motorisch als niet-motorisch), dyskinesieën, gedragsveranderingen en cognitieve

veranderingen (Witjas et al., 2002); allemaal problemen die een negatieve invloed

uitoefenen op de levenskwaliteit (Marras, Rochon, & Lang, 2002). 20 tot 40% van de

personen met de ziekte van Parkinson vertoont ook kenmerken van een

samengaande majeure depressie. Deze depressie kan de ziekte van Parkinson

voorafgaan (Liebermann, 2006).

Hiernaast treden ook functionele stoornissen op van articulatie, fonatie, resonantie,

prosodie en ademhaling (Darkins, Fromkin, & Benson, 1988; Logemann, Fisher,

Boshes, & Blonsky, 1978). Ongeveer 70 tot 75% van de personen met de ziekte van

Parkinson verwerft een spraakstoornis (dysartrie) in een bepaald stadium van de

ziekte (in Kwan & Whitehill, 2011). Het voorkomen van de motorische spraakstoornis

correleert echter niet noodzakelijk met de ernst van de ziekte (De Letter, Santens, &

Van Borsel, 2005), maar oefent wel een invloed uit op de levenskwaliteit van de

patiënt (in Vélez Feijó, Rieder, & Chaves, 2008). Zes van de tien meest afwijkende

spraakdimensies zijn geassocieerd met prosodie: monotonie, verminderde klemtoon,

hypofonie, ongepaste pauzes, korte spraakversnellingen en wisselend spreektempo

(Duffy, 2005). Prosodie is, naast articulatie, de tweede meest belangrijke factor in

spraakverstaanbaarheid bij dysartriepatiënten (De Bodt, Hernández-Díaz Huici, &

Van De Heyning, 2002). Het is dan ook van belang prosodie bij parkinsonpatiënten te

onderzoeken met het oog op een gerichte behandeling.

Page 9: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

2

1.2 PROSODIE

In de literatuur is er een waaier aan definities van prosodie beschikbaar. Prosodie

verwijst gewoonlijk naar de suprasegmentele aspecten van het spraaksignaal die

semantische, syntactische en affectieve informatie (Lloyd, 1999) overbrengen tijdens

communicatie door wijzigingen in fundamentele frequentie, intensiteit en duur (De

Letter et al., 2007; Patel & Campellone, 2009; Pell, Cheang, & Leonard, 2006;

Peppé, McCann, Gibbon, O’Hare, & Rutherford, 2007). Er wordt een onderscheid

gemaakt tussen prosodische betekenis en prosodische vorm.

1.2.1 Prosodische betekenis

Prosodische betekenis verwijst naar de communicatieve functies van prosodie. In het

Nederlands worden 5 prosodische functies onderscheiden (Rietveld & van Heuven,

1997). Een overzicht van deze functies wordt gegeven in tabel 1.

Tabel 1: Prosodische functies in het Nederlands (Rietveld & van Heuven, 1997).

Naam Prosodische functie

Lexicale functie Woordparen met identieke klankenreeks

onderscheiden door verschil in

klemtoonplaats.

Fraseringsfunctie Spraakstroom opdelen in informatie-

eenheden, zoals woordgroepen en

zinnen.

Informatiestructurering

- attentionele markering

- intentionele markering

Met behulp van accentuering (focus)

aangeven welke elementen binnen een

eenheid communicatief belangrijk zijn.

Nuancering toevoegen aan de

informatiestructuur.

Attitudesignalering Aangeven welke houding de spreker

aanneemt (i.e. attitude, bv. vragend).

Emotiesignalering Aangeven in welke gemoedstoestand de

spreker zich bevindt (i.e. emotie).

Page 10: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

3

In de literatuur vindt men onder prosodische functies algemeen een tweedeling terug

in linguïstische en emotionele prosodie. Linguïstische prosodie verstrekt specifieke

taalkundige informatie op woordniveau (lexicale functie) en op zinsniveau

(fraseringsfunctie, informatiestructurering en attitudesignalering) (Wildgruber et al.,

2004) door wijzigingen aan te brengen in fundamentele frequentie, intensiteit en

duur. Emotionele of affectieve prosodie voegt emotionele nuances toe aan de

spraak, zoals woede, angst, geluk, enz. door het gebruik van intonatie en klemtoon

(Trauner, Ballantyne, Friedland, & Chase, 1996). Het omvat de functie

emotiesignalering.

1.2.2 Prosodische vorm

Met prosodische vorm worden alle meetbare, suprasegmentele aspecten van het

spraaksignaal bedoeld: fundamentele frequentie, intensiteit en duur (De Letter et al.,

2007; Patel & Campellone, 2009; Pell et al., 2006; Peppé et al., 2007). Variaties in

deze aspecten zorgen ervoor dat de communicatieve functies tot uiting kunnen

komen (Rietveld & van Heuven, 1997).

1.2.3 Expressieve versus receptieve prosodie

Expressieve prosodie is het vermogen om specifieke linguïstische of affectieve

informatie over te brengen via wijzigingen van de suprasegmentele aspecten van het

spraaksignaal. Receptieve prosodie omvat het opmerken van prosodische informatie

in de spraak van anderen. Hierbij gaat het zowel om perceptie van prosodische vorm

als om begrip van prosodische betekenis. Perceptie van prosodische vorm wijst op

het vermogen om prosodische verschillen te discrimineren (discriminatietaak). Bij

begrip van prosodische betekenis selecteert de luisteraar het correcte semantische

label bij een prosodische functie (identificatietaak) (Gray & Tickle-Degnen, 2010).

1.3 DE ZIEKTE VAN PARKINSON: RECEPTIEVE PROSODIE

Voor 1980 dacht men dat de expressieve prosodische problemen bij

parkinsonpatiënten het gevolg waren van een dopaminetekort ter hoogte van de

basale ganglia (Lloyd, 1999). Lokalisatiestudies bij CVA-patiënten bevestigden de rol

van de basale ganglia bij expressieve prosodie (Cancelliere & Kertesz, 1990;

Starkstein, Federoff, Price, Leiguarda, & Robinson, 1994). Toen er in de jaren tachtig

Page 11: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

4

echter evidentie ontstond voor receptieve prosodische problemen bij

parkinsonpatiënten (Scott, Caird, & Williams, 1984), werd de tot dan toe louter

motorische verklaring voor hun dysprosodie in vraag gesteld.

1.3.1 Prosodische functies

1.3.1.1 Linguïstische prosodie

Weinig is geweten in de literatuur omtrent de receptie van linguïstische prosodie bij

personen met de ziekte van Parkinson. Blonder, Gur en Gur (1989) beschreven in

hun onderzoek bij patiënten met hemiparkinsonisme drie taken binnen het luik

receptieve linguïstische prosodie. Eén taak deed onderzoek naar discriminatie, de

overige twee handelden over begrip. De discriminatietaak, afkomstig van Weintraub,

Mesulam en Kramer (1981), bestond uit 25 semantisch neutrale zinsparen. Er werd

gevraagd om aan te geven of de paren al dan niet met eenzelfde intonatie werden

uitgesproken. Bij de begripstaken onderscheidde men syntactisch begrip en begrip

van klemtoon. Syntactisch begrip omvatte het onderscheid tussen mededelende

zinnen en vraagzinnen (attitudesignalering). Acht zinnen moesten worden

beoordeeld. De test omtrent begrip van klemtoon, afkomstig van Blumstein en

Goodglass (1972) en aangepast door Weintraub et al. (1981), bestond uit

samengestelde woorden of zinnen, waarbij klemtooncontrasten zorgden voor een

verschil in betekenis (lexicale functie). Bij 20 items (10 samengestelde woorden of

zinnen gepresenteerd met twee klemtoonpatronen) moest de overeenkomstige

afbeelding worden aangeduid (twee keuzemogelijkheden). Resultaten van het

onderzoek toonden aan dat de receptieve lexicale functie van prosodie bij

parkinsonpatiënten is aangetast. Er was echter geen verschil in vergelijking met

controlepersonen voor de discriminatietaak en het onderscheiden van vraag- en

declaratieve zinnen op basis van intonatie.

Ook Pell (1996) onderzocht receptie (perceptie en begrip) van linguïstische prosodie

bij personen met de ziekte van Parkinson. Elf patiënten namen deel aan een verkorte

versie van de Greenhouse test (test voor de lexicale functie, beschreven door

Blumstein en Goodglass in 1972). De resultaten van de parkinsonpatiënten leverden

geen significante verschillen op in vergelijking met deze van de controlepersonen.

Verder kregen de parkinsonpatiënten zinnen aangeboden die varieerden in

linguïstische prosodie (vragend, declaratief of imperatief; test voor de functie

Page 12: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

5

attitudesignalering). Resultaten toonden aan dat parkinsonpatiënten significant

slechter presteerden dan controlepersonen in de identificatietaak, maar niet in de

discriminatietaak.

1.3.1.2 Emotionele prosodie

Tot op vandaag heerst er nog heel wat onenigheid over een mogelijke stoornis in de

receptie van emotionele prosodie bij parkinsonpatiënten. Sommige auteurs beweren

dat emotionele dysprosodie uitsluitend gepaard gaat met een stoornis in de

expressieve prosodie (Caekebeke, Jennekens-Schinkel, van der Linden, & Buruma,

1991; Darkins et al., 1988). Tal van studies toonden echter problemen aan in

prosodische emotieherkenning (Ariatti, Benuzzi, & Nichelli, 2008; Beatty, Goodkin,

Weir, & Staton, 1989; Benke, Bosch, & Andree, 1998; Blonder et al., 1989;

Breitenstein, Van Lancker, Daum, & Waters, 2001; Dara, Monetta, & Pell, 2008;

Jacobs, Shuren, Bowers, & Heilman, 1995; Lloyd, 1999; Pell, 1996; Schröder et al.,

2006).

In de literatuur is er veel discussie over de rol van depressie bij de receptie van

emotionele prosodie. Depressie zou mogelijks bijdragen aan moeilijkheden met het

verwerken van emotionele prosodie (Kan, Mimura, Kamijimo, & Kawamura, 2004).

Aangezien personen met een depressie een somber beeld hebben van het leven

(Jorm & Henderson, 1992), zouden ze gemakkelijker negatieve gevoelens

waarnemen (Moore, Watts, & Williams, 1988). Later vond men hiervoor ook

evidentie bij parkinsonpatiënten (Vélez, Rieder, & Chaves, 2008). Andere auteurs

echter beweren dat er bij personen met de ziekte van Parkinson net meer

stoornissen zijn in het percipiëren van negatieve emoties (Ariatti et al., 2008;

Breitenstein, Daum, & Ackermann, 1998; Dara et al., 2008; Pell & Leonard, 2003).

Ook recent kon meta-analyse geen invloed aantonen van depressie op

emotieherkenning door personen met de ziekte van Parkinson (Gray & Tickle-

Degnen, 2010).

1.3.2 Begrip versus perceptie

In de literatuur zijn er aanwijzingen terug te vinden voor een mogelijke discrepantie

tussen discriminatie en identificatie van prosodie. Onderzoek van Scott et al. (1984)

liet zien dat parkinsonpatiënten in staat zijn tot het discrimineren van zinnen met

Page 13: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

6

verschillende prosodische contrasten, maar problemen vertonen bij het bepalen van

de betekenis van de zinsparen en het beoordelen van de emotionele kenmerken

(identificatietaak). Borod et al. (1990) vonden gelijkaardige resultaten voor wat

emotionele prosodie betreft. Zij concludeerden dat parkinsonpatiënten significant

slechter waren dan controlepersonen in het identificeren van emotionele prosodie in

de spraak van anderen, maar niet in het discrimineren van diezelfde zinnen. Pell

(1996) bevestigde deze discrepantie voor zowel emotionele als linguïstische

prosodie.

Bovenstaande bevindingen suggereren een intact vroeg auditief vermogen (dit wil

zeggen goede discriminatiemogelijkheden) bij personen met de ziekte van Parkinson,

maar problemen met de hogere cognitieve processen (Lloyd, 1999). Ook het feit dat

er zowel in de productie als in de receptie problemen met prosodie opduiken, wijst

eerder op een cognitieve dan op een motorische stoornis (Lloyd, 1999). Hierbij

aansluitend toonden Benke et al. (1998) reeds aan dat enkel parkinsonpatiënten met

cognitieve stoornissen problemen hebben met de receptie van emotionele prosodie.

Een event-related brain potential (ERP) studie (Schröder et al., 2006) liet echter zien

dat de vroege (automatische) auditieve verwerking van prosodie anders verloopt bij

parkinsonpatiënten. Proefpersonen kregen via een koptelefoon herhaaldelijk

hetzelfde woord auditief aangeboden volgens een oddball-paradigma: doorgaans

met neutrale intonatie (standaardstimulus) en occasioneel met een blije of droevige

intonatie (afwijkende stimulus). Ondertussen lazen de proefpersonen een boek,

zonder aandacht te besteden aan de auditieve stimuli. In de ERP’s van de

parkinsonpatiënten werd een kleinere gemiddelde amplitude vastgesteld voor de

mismatch negativity (MMN; automatische perceptie van afwijkende stimuli) in

vergelijking met gezonde proefpersonen in de passieve conditie. Dit duidt op een

gestoorde preattentieve verwerking van emotionele prosodie.

Er dient wel te worden opgemerkt dat er bij parkinsonpatiënten geen evidentie is voor

een algeheel begripsprobleem dat zowel fonologische, lexicale als semantische

taken treft (Lloyd, 1999). Ross (1981; Ross & Mesulam, 1979) gaf al aan dat

prosodie gestoord kan zijn los van andere taalfuncties. Prosodie is volgens hem een

functie van de rechterhemisfeer.

Page 14: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

7

1.3.3 Motivering van het huidige onderzoek

Recent werd een aanzet gegeven tot het ontwikkelen van een gestandaardiseerde

test om de prosodische vaardigheden van dysartrische patiënten in kaart te brengen.

Martens et al. (2011) werkten een test uit voor de productie van prosodie. Uit de

onderzoeksresultaten bleek dat parkinsonpatiënten even goed scoorden als

controlesprekers tijdens leestaken (woorden en zinnen hardop lezen), maar minder

goed tijdens imitatietaken (woorden en zinnen, vooraf ingesproken en opgenomen

door een modelspreker, beluisteren en nazeggen op dezelfde manier). Een receptief

probleem ligt mogelijks aan de basis van deze discrepantie.

Herkennen en begrijpen van prosodie is uiteraard van belang voor een goede

communicatie. Het huidige onderzoek behoort tot de weinige die receptieve prosodie

in haar geheel bestuderen (zowel linguïstisch als emotioneel). Het zo volledig

mogelijk in kaart brengen van de prosodische vaardigheden (productie en receptie

van prosodische vormen en functies) kan nochtans duidelijke aanknopingspunten

opleveren voor logopedische therapie. Verder levert dit onderzoek ook waardevolle

informatie op met betrekking tot het verfijnen van de reeds ontwikkelde test, daar

deze in het kader van dit onderzoek voor de eerste keer gebruikt werd.

De volgende onderzoeksvragen komen aan bod:

1. Verschillen parkinsonpatiënten en gezonde controlepersonen in de receptie van

prosodie?

2. Is er een significante discrepantie tussen begrip en perceptie van prosodie

a) binnen de groep van parkinsonpatiënten?

b) binnen de groep van controlepersonen?

3. Worden de receptieve prosodische vaardigheden van een persoon significant

beïnvloed door de factoren leeftijd, geslacht, ernst van de dysartrie, duur van de

ziekte, motorische symptomen, mate van zelfredzaamheid en gehoor?

4. Heeft de volgorde van aanbieden (perceptie versus begrip) enig effect op de

receptieve prosodische mogelijkheden van een persoon?

Page 15: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

8

2. METHODOLOGIE

2.1 PROEFPERSONEN

De receptieve prosodische vaardigheden werden onderzocht bij 26

parkinsonpatiënten (PD) en 26 gezonde controlepersonen (C). Tabel 2 geeft een

overzicht van de karakteristieken van de proefpersonen.

De patiënten zijn allen in behandeling in het Algemeen Ziekenhuis St. Rembert te

Torhout. Op basis van een klinische evaluatie door de neuroloog van het ziekenhuis

werd de officiële diagnose van idiopathische Parkinson vastgesteld. De auditieve

vaardigheden van de patiënten, nodig voor het begrijpen van de mondelinge

instructies en het horen van de geluidsfragmenten, werden nagegaan op basis van

een tonaal audiogram, afgenomen door de NKO-arts van het ziekenhuis. We

hanteerden een drempel van 25 dB (Patel, 2002) en hielden daarbij rekening met de

frequenties binnen het spraakgebied (500, 1000 en 2000 Hz). Cognitieve

vaardigheden werden achterhaald aan de hand van de Mini-Mental State

Examination (MMSE) (Folstein, Folstein, & Mc Hugh, 1975). In het onderzoek van

Folstein et al. (1975) behaalde de groep gezonde personen een gemiddelde score

van 27. Dit is ook de cut-offscore die wij hebben gehanteerd. Verdere voorwaarden

voor selectie, namelijk (Belgisch) Nederlands als moedertaal, goede visus (al dan

niet gecorrigeerd) en leesvaardigheid, werden bevraagd. Voldoende visus en

leesvaardigheid waren eveneens vereist bij de MMSE (Folstein et al., 1975) en de

BDI-II-NL (Beck Depression Inventory) (van der Does, 2002). Aangezien deze tests

initieel werden afgenomen, werd duidelijk of aan deze criteria voldaan was.

Exclusiecriteria waren ethylisme, psychische en neurologische problemen. De BDI-II-

NL (van der Does, 2002) werd gebruikt om depressie uit te sluiten, aangezien

depressie mogelijks kan bijdragen aan moeilijkheden met het verwerken van

emotionele prosodie (Kan et al., 2004). De prevalentie van depressie bij

parkinsonpatiënten bedraagt immers 40% (Cummings, 1992), tegenover 14% in een

gezonde oudere Nederlandse bevolking (Beekman et al., 1997). Er werd een cut-

offscore van 14 aangewend, volgens de normen van Bouman, Luteijn, Albersnagel

en van der Ploeg (1985).

Page 16: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

9

De patiënten werden gemiddeld vier jaar na diagnose getest. Ze vertoonden lichte tot

matige motorische stoornissen overeenkomstig de criteria van de Hoehn & Yahr-

schaal en de Unified Parkinson’s Disease Rating Scale (UPDRS, deel III) (zie tabel

2). Op het moment van het onderzoek namen alle patiënten anti-Parkinsonmedicatie

(Amantan, Azilect, Cymbalta, Mirapexin, Pantomed, Prolopa, Redomex Diffucaps,

Requip, Sinemet en Stalevo) en bevonden ze zich in de on-status. We beoordeelden

de spraakverstaanbaarheid op basis van een 4-puntenschaal waarbij 0 = normale

spraakverstaanbaarheid, 1 = volledig verstaanbaar ondanks licht storende

dysartrische kenmerken, 2 = beperkt verstaanbaar door specifieke dysartrische

problemen en 3 = ernstig beperkt verstaanbaar, in belangrijke mate bepaald door

context en vertrouwdheid van de luisteraar met het probleem. Om dit op een

betrouwbare manier te kunnen doen, oefenden we vooraf op het beoordelen van de

ernst van dysartrie a.d.h.v. een uitgebreide oefenset van dysartriesamples. Er werd

een hoge correlatie bekomen tussen onze resultaten en deze van een ervaren

beoordelaar (interbeoordelaarsbetrouwbaarheid = 0,79). De patiënten vertoonden

gemiddeld een lichte dysartriegraad (zie tabel 2).

Bij één patiënt kon geen audiogram worden afgenomen. De patiënt werd toch in het

onderzoek opgenomen, aangezien proefondervindelijk bleek dat zijn gehoor geen

hindernis vormde voor het correct uitvoeren van de test. Er werden geen extra

herhalingen gevraagd, het volume van de speakers moest niet aangepast worden en

er was een goede communicatie mogelijk. Ook was er een patiënt die een

gehoorapparaat droeg. De gecorrigeerde gehoorstoornis bleek evenzeer geen

belemmering te zijn.

De patiënten en de controlepersonen werden gematcht volgens leeftijd en geslacht

(zie tabel 2). Voor de controlepersonen golden dezelfde inclusie- en exclusiecriteria.

Uit praktische overwegingen werd bij deze groep een gehoortest achterwege gelaten

en werd het gehoor bevraagd. Ook hier werd geen hinder ondervonden tijdens

communicatie en moest het volume van de speakers niet aangepast worden,

waardoor we toch een betrouwbaar oordeel konden vellen over hun auditieve

mogelijkheden.

Page 17: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

10

Tabel 2: Demografische en klinische kenmerken van parkinsonpatiënten (PD) en

gezonde controlepersonen (C) (gemiddelde ± SD).

Variabele Patiënten met PD

(n = 26)

Gezonde controlepersonen

(n = 26)

Geslacht (m/v) 18/8 18/8

Leeftijd (jaar) 65,8 ± 9,04 65,8 ± 9,04

Ziekteduur (jaar) 3,9 ± 2,46 n.v.t.

Dysartriegraad 1,1 ± 0,55 n.v.t.

Hoehn en Yahr score 1,9 ± 0,58 n.v.t.

UPDRS score 16,8 ± 6,12 n.v.t.

MMSE score 28,7 ± 1,02 29,2 ± 0,89

BDI-II-NL score 7,6 ± 4,50 4,0 ± 3,11

IPA (dB)1 12,1 ± 7,33 n.v.t.

1 Indice de Perte Auditive (IPA) = (500Hz + (2x1000Hz) + 2000Hz)/4 (voor het beste oor)

2.2 INSTRUMENTARIUM

2.2.1 Testbeschrijving

Er werd gebruikgemaakt van een nieuwe testbatterij (Martens, H., Van Nuffelen, G.,

& De Bodt, M., in voorbereiding), geënt op de reeds bestaande productieve test

(Martens et al., 2011). De test bevat een takenmap voor de proefpersoon,

geluidsfragmenten en een scoreformulier voor de testafnemer. Het onderzoek kent

twee onderdelen: begrip van prosodische betekenis en perceptie van prosodische

vorm.

In het eerste onderdeel, begrip van prosodische betekenis, worden vijf testtaken

onderscheiden. De taken testen de prosodische functies zoals beschreven door

Rietveld en van Heuven (1997). Enkel de functie ‘intentionele markering’ werd om

praktische redenen niet opgenomen (Martens et al., 2011). Een overzicht van de

testtaken wordt gegeven in tabel 3. De test wordt afgenomen met behulp van

audiofragmenten en een takenmap. De proefpersonen beluisteren de

audiofragmenten en krijgen naargelang de testtaak twee, drie of vier

antwoordmogelijkheden te zien in de takenmap (zie bijlage 1).

Page 18: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

11

Tabel 3: Testtaken bij het onderdeel ‘begrip van prosodische betekenis’.

Testtaak Instructie Luisterfragment 1

Woordklemtoon Over welke foto praat de

spreker?

Ik heb een lui PAARD gezien.

Grensmarkering Is de spreker klaar met

spreken of nog niet?

Hij kocht een winterjas …

Focus Welk woord vindt de spreker

het belangrijkst?

Ze WIL geen telefoon meer

krijgen.

Zinstypering Hoor je een vraag of een

mededeling?

Karen speelt tennis.

Emotionele

prosodie

Klinkt de spreker boos,

droevig, blij of gewoon?

Het is bijna tijd! (boos)

1 In bijlage 1 is voor iedere testtaak een item uit de takenmap opgenomen.

Bij het tweede onderdeel, perceptie van prosodische vorm, worden in een

gelijkaardige categorisering van testtaken dezelfde testitems gehanteerd, maar

ditmaal aangeboden in paren. De instructie luidt als volgt: “Klinken de twee zinnen

gelijk of verschillend?” (bv. ik heb een LUIpaard gezien vs. ik heb een lui PAARD

gezien). Een extra testtaak werd toegevoegd aan het onderdeel ‘woordklemtoon’. De

luisteraar moet aangeven of twee nonsenswoorden gelijk of verschillend klinken (bv.

papaPA vs. papaPA).

Elke taak bevat 6 items. De geluidsfragmenten mogen maximaal twee keer worden

beluisterd. Voor een correct antwoord wordt een score 1 toegekend, voor een foutief

antwoord een score 0. Het onderdeel begrip kent aldus een mogelijke range gaande

van 0 tot 30. Bij het onderdeel perceptie is er een range mogelijk gaande van 0 tot

36. Het scoreformulier is opgenomen in bijlage 2.

2.2.2 Gebruikte apparatuur

De geluidsfragmenten werden, naargelang de testafnemer, aangeboden met

Hercules XPSTM 2.0 35 USB speakers en Puro external portable loudspeakers Music

Ball. Deze werden respectievelijk aangesloten op een notebook Lenovo ThinkPad

Edge E320 NWY3RGE en een Packard Bell EasyNote TS11HR. Voor het afspelen

werd gebruikgemaakt van het softwareprogramma Windows Media Player 11.

Page 19: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

12

2.3 WERKWIJZE

Het studieprotocol werd goedgekeurd door het Ethisch Comité van het Universitair

Ziekenhuis Antwerpen alsook door het Ethisch Comité van het St.

Rembertziekenhuis Torhout. De goedkeuringen van het UZA en het AZ St. Rembert

zijn opgenomen in respectievelijk bijlage 3 en bijlage 4.

De test werd afgenomen in een rustige ruimte. Het testen van de patiënten gebeurde

in het AZ St. Rembert Torhout. Twee patiënten werden uitzonderlijk thuis getest. De

controlepersonen werden allen aan huis getest.

Het doel van het onderzoek en de testprocedure werden duidelijk gemaakt aan de

proefpersonen. Allen namen vrijwillig deel aan het onderzoek en ondertekenden een

informed consent.

Er werd gestart met een spontaan gesprek om de dysartriegraad te kunnen bepalen.

Indien er nog geen gegevens beschikbaar waren omtrent cognitie en eventuele

psychische problemen werden eerst de MMSE (Folstein et al., 1975) en de BDI-II-NL

(van der Does, 2002) afgenomen, gevolgd door de eigenlijke prosodische

receptietest.

Om een eventueel volgorde-effect (begrip (B) vs. perceptie (P)) te controleren,

maakten we gebruik van een cross-over design. Bij dit type counterbalanced design

worden alle proefpersonen aan dezelfde condities onderworpen, maar in een

verschillende volgorde voor twee subgroepen (Van Borsel, 2009). We hanteerden

een gecontroleerde toewijzing, nadat de beslissing voor het gebruik van dergelijk

design in de loop van het onderzoek gevallen was. 26 personen (13

parkinsonpatiënten en 13 gematchte controlepersonen, v/m: 4/9) kregen de volgorde

B-P toegewezen en 26 personen (13 parkinsonpatiënten en 13 gematchte

controlepersonen, v/m: 4/9) kregen de volgorde P-B toegewezen.

Page 20: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

13

3. RESULTATEN

De data werden geanalyseerd aan de hand van standaard statistische software (IBM

SPSS Statistics 19). Het significantieniveau werd vastgelegd op α = 0,05.

3.1 VERGELIJKING PARKINSONPATIËNTEN EN CONTROLEPERSONEN

Met de Mann-Whitney U test werden verschillen tussen parkinsonpatiënten en

gezonde controlepersonen in de receptie van prosodie onderzocht. Tabel 4 laat voor

elk testonderdeel de mediaan en de interkwartielafstand (IQR) zien. Bij de

vergelijking van beide groepen werden geen significante verschillen vastgesteld voor

de receptie van prosodie, noch voor de afzonderlijke deeltaken, noch voor het totaal.

Tabel 4: Resultaten parkinsonpatiënten en controlepersonen: mediaan, IQR en p-

waarden volgend uit de Mann-Whitney U test.

Taken PD (n=26)

Mediaan IQR

(%)

C (n=26)

Mediaan IQR

(%)

Significantie

p-waarde

Begrip woordklemtoon 50,0 29-67 50,0 33-83 0,301

Begrip grensmarkering 83,0 50-83 83,0 67-83 0,930

Begrip focus 83,0 50-100 83,0 67-100 0,121

Begrip zinstypering 75,0 50-100 75,0 50-100 0,710

Begrip emotionele prosodie 83,0 67-100 100,0 67-100 0,210

Begrip totaal 66,5 53-88 78,5 66-90 0,223

Perceptie woordklemtoon (1)1 83,0 67-100 83,0 79-100 0,696

Perceptie woordklemtoon (2)2 100,0 100-100 100,0 83-100 0,335

Perceptie grensmarkering 83,0 67-100 83,0 67-100 0,992

Perceptie focus 100,0 100-100 100,0 83-100 0,286

Perceptie zinstypering 100,0 67-100 100,0 63-100 0,886

Perceptie emotionele prosodie 100,0 83-100 100,0 83-100 0,919

Perceptie totaal 91,0 83-98 94,0 80-100 0,926

Totaal perceptie + begrip 79,5 70-93 82,0 68-94 0,595

PD = parkinsonpatiënten; C = controlepersonen

1 Perceptie van woordklemtoon op zinsniveau;

2 Perceptie van woordklemtoon op woordniveau

Page 21: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

14

3.2 DISCREPANTIE TUSSEN BEGRIP EN PERCEPTIE

Om een eventuele discrepantie tussen begrip en perceptie binnen de groep van

parkinsonpatiënten en binnen de groep van controlepersonen op te sporen, maakten

we gebruik van de Wilcoxon matched-pairs signed-ranks test.

In tabel 5 werd de mediaan en de interkwartielafstand (IQR) van de

parkinsonpatiënten voor begrip en voor perceptie opgenomen. Significante

verschillen tussen begrip en perceptie werden gevonden voor de totaalscore (p <

0,001) en de deeltaken woordklemtoon (p < 0,001), focus (p < 0,001), zinstypering (p

= 0,002) en emotionele prosodie (p = 0,015). De mediaan is telkens hoger voor het

onderdeel perceptie. Enkel voor de taak grensmarkering kon geen significant verschil

tussen begrip en perceptie worden aangetoond.

Een gelijkaardig patroon werd teruggevonden bij de controlepersonen (tabel 6). Er

werden significante verschillen gevonden tussen begrip en perceptie voor de

totaalscore (p < 0,001) en de deeltaken woordklemtoon (p < 0,001), grensmarkering

(p = 0,031), focus (p = 0,020) en zinstypering (p = 0,018). Ook hier ligt de mediaan

telkens hoger voor de testtaken van het onderdeel perceptie. Analyse van

emotionele prosodie leverde geen significante verschillen op tussen begrip en

perceptie.

Tabel 5: Resultaten parkinsonpatiënten: mediaan, IQR en p-waarden volgend uit de

Wilcoxon matched-pairs signed-ranks test (statistisch significante p-waarden zijn

vetgedrukt).

Taken Begrip Perceptie

Mediaan IQR Mediaan IQR

(%) (%)

Significantie

p-waarde

Woordklemtoon 50,0 29-67 83,01 67-100 < 0,001

Grensmarkering 83,0 50-83 83,0 67-100 0,096

Focus 83,0 50-100 100,0 100-100 < 0,001

Zinstypering 75,0 50-100 100,0 67-100 0,002

Emotionele prosodie 83,0 67-100 100,0 83-100 0,015

Totaal 66,5 53-88 94,0 83-98 < 0,001

1 Perceptie van woordklemtoon op zinsniveau

Page 22: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

15

Tabel 6: Resultaten controlepersonen: mediaan, IQR en p-waarden volgend uit de

Wilcoxon matched-pairs signed-ranks test (statistisch significante p-waarden zijn

vetgedrukt).

Taken Begrip Perceptie

Mediaan IQR Mediaan IQR

(%) (%)

Significantie

p-waarde

Woordklemtoon 50,0 33-83 83,01 79-100 < 0,001

Grensmarkering 83,0 67-83 83,0 67-100 0,031

Focus 83,0 67-100 100,0 83-100 0,020

Zinstypering 75,0 50-100 100,0 63-100 0,018

Emotionele prosodie 100,0 67-100 100,0 83-100 0,100

Totaal 78,5 66-90 94,0 80-100 < 0,001

1 Perceptie van woordklemtoon op zinsniveau

3.3 VOLGORDE-EFFECT

Tabel 7 toont het effect van de volgorde van aanbieden van de testonderdelen (B-P

versus P-B) op de totaalscore van de proefpersonen. Uit de variantie-analyse

(ANOVA) blijkt geen significant verschil (p = 0,324) tussen de gemiddelden van de

twee datasets. Er is aldus geen sprake van een volgorde-effect.

Tabel 7: Vergelijking B-P vs. P-B: p-waarde volgend uit de one-way ANOVA.

Model Som van de

kwadraten

df Gemiddelde

kwadraten

F Significantie

Regressie 170,000 2 85,000 1,155 0,324

Rest 3606,923 49 73,611

Totaal 3776,923 51

3.4 BEÏNVLOEDENDE FACTOREN

Met behulp van de Mann-Whitney U test werd de invloed van geslacht op de

totaalscore gecontroleerd. Tabel 8 laat de resultaten hiervan zien. Er kwamen geen

significante verschillen naar voor.

Page 23: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

16

Tabel 8: Resultaten mannen en vrouwen: mediaan, IQR en p-waarden volgend uit de

Mann-Whitney U test voor parkinsonpatiënten en voor controlepersonen.

Groep Totaal (perceptie + begrip)

Mannen Vrouwen

(n=18) (n=8)

Mediaan IQR Mediaan IQR

(%) (%)

Significantie

p-waarde

Parkinsonpatiënten 85,0 73-94 72,0 67-78 0,062

Controlepersonen 81,0 68-94 88,5 71-94 0,724

Om overige beïnvloedende factoren te achterhalen, werden correlatieberekeningen

(Spearman correlatie) uitgevoerd. Tabel 9 laat de samenhang zien tussen een aantal

(mogelijks beïnvloedende) variabelen. Een significant positieve correlatie werd

teruggevonden tussen begrip en perceptie, zowel voor de parkinsonpatiënten als de

controlepersonen. Significant negatieve correlaties waren er tussen leeftijd en

totaalscore (bij de parkinsonpatiënten en bij de controlepersonen). Bij de

parkinsonpatiënten werd eveneens een significant negatieve correlatie gevonden

tussen gehoor en totaalscore.

Tabel 9: Resultaten parkinsonpatiënten en controlepersonen: correlatiecoëfficienten

en p-waarden volgend uit de Spearman correlatie (statistisch significante p-waarden

zijn vetgedrukt).

Variabelen Correlatiecoëfficient

rS

PD C

(n = 26) (n = 26)

Significantieniveau

p-waarde

PD C

(n = 26) (n = 26)

Leeftijd - Totaalscore -0,534 -0,443 0,005 0,023

Dysartriegraad - Totaalscore -0,147 n.v.t. 0,474 n.v.t.

Duur van ziekte - Totaalscore 0,235 n.v.t. 0,247 n.v.t.

UPDRS-III-score - Totaalscore -0,035 n.v.t. 0,863 n.v.t.

Hoehn & Yahr-schaal - Totaalscore -0,369 n.v.t. 0,063 n.v.t.

Gehoor – Totaalscore -0,432 n.v.t. 0,028 n.v.t.

PD = parkinsonpatiënten; C = controlepersonen

Page 24: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

17

4. DISCUSSIE

4.1 VERGELIJKING PARKINSONPATIËNTEN EN CONTROLEPERSONEN

Uit de resultaten blijkt dat parkinsonpatiënten en gezonde controlepersonen niet

verschillen in de receptie van prosodie. De bevindingen komen overeen met deze

van Caekebeke et al. (1991) en Darkins et al. (1988). Zij vonden bij

parkinsonpatiënten enkel een prosodisch productieprobleem. Volgens hen lag een

defect spraakproductiemechanisme aan de basis van de prosodische problemen.

Sommige studies toonden aan dat enkel parkinsonpatiënten die zich in een

gevorderd stadium van de ziekte bevinden, problemen vertonen met de receptie van

prosodie (Bencke et al., 1998; Breitenstein et al., 2001). De problemen zouden

volgens hen te wijten zijn aan een algemene cognitieve beperking. Mogelijks werd bij

ons geen significantie bereikt, omdat we geen patiënten includeerden met matige tot

ernstige cognitieve stoornissen.

Problemen met executieve functies kunnen een invloed uitoefenen op het verwerken

van emotionele prosodie. Pell en Leonard (2003) en Dara et al. (2008) toonden een

positieve correlatie aan tussen werkgeheugenproblemen en problemen met het

verwerken van emotionele prosodie. Zgaljardic, Borod, Foldi, & Mattis (2003) wezen

erop dat problemen met executieve functies ook kunnen voorkomen bij

parkinsonpatiënten zonder dementie. Deze problemen kunnen reeds opduiken in een

vroeg stadium, maar zijn meestal mild en worden daarom vaak niet opgemerkt

(Rodriguez-Oroz et al., 2009). Daar onze patiënten slechts gemiddeld vier jaar na

diagnose werden getest, is het mogelijk dat deze executieve problemen nog geen

invloed uitoefenden op de receptie van (emotionele) prosodie.

Depressie kan een invloed hebben op het verwerken van emotionele prosodie (Kan

et al., 2004). Het feit dat wij depressie als een exclusiecriterium hanteerden, kan

eveneens bijdragen aan de afwezigheid van significante resultaten. De recente meta-

analyse van Gray en Tickle-Degnen (2010) kon echter geen invloed aantonen van

depressie op emotieherkenning.

Page 25: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

18

Een belangrijke tekortkoming in deze studie is dat het gehoor van de

controlepersonen louter werd bevraagd. Een audiogram werd bij deze groep, omwille

van praktische redenen, niet afgenomen. Een mogelijk significant verschil in score

tussen beide groepen kan teniet gedaan zijn door gehoorschade bij de

controlepersonen. Uit de correlatieberekeningen bleek namelijk een significant

negatieve correlatie tussen de IPA en de totaalscore bij de parkinsonpatiënten. Rigo

en Lieberman (1989) bestudeerden de nonverbale verwerkingsmogelijkheden bij

normaalhorende en gehoorgestoorde ouderen aan de hand van de test ‘Profile of

Nonverbal Sensitivity’ (PONS). De taken werden gepresenteerd onder 2 auditieve, 3

visuele en 6 audiovisuele condities. De gehoorgestoorde groep scoorde slechter dan

de normaalhorenden onder alle aangeboden condities. De perceptie van prosodische

kenmerken in de spraak was bij gehoorgestoorde proefpersonen significant

gerelateerd aan de gevoeligheid van het gehoor voor de lage frequenties. Uit de

studie van Orbelo, Grim, Talbott en Ross (2005) kwam echter naar voor dat het

begrip van affectieve prosodie bij ouderen niet voorspeld kan worden door

leeftijdsgerelateerd gehoorverlies. Het verlies van affectief-prosodisch begrip bij

ouderen zou gerelateerd zijn aan een specifiek verouderingseffect dat de functie van

de rechterhemisfeer zou beperken (Orbelo et al., 2005). Vanuit onze resultaten willen

we benadrukken dat therapeuten steeds rekening moeten houden met het effect van

gehoorverlies op de receptieve prosodische vaardigheden. Zelfs bij een gehanteerde

IPA-drempel van 25 dB kon een significant negatieve correlatie tussen gehoor en

receptieve prosodie worden aangetoond.

Algemeen kunnen we zeggen dat het gebrek aan significantie erop wijst dat

parkinsonpatiënten in een relatief vroeg ziektestadium en met een doorgaans lichte

dysartrie over receptieve prosodische mogelijkheden vergelijkbaar met die van

gezonde leeftijdsgenoten.

In therapeutisch opzicht lijkt het ons belangrijk om bij iedere patiënt zowel de

productieve als de receptieve prosodische vaardigheden te testen. Indien er bij een

patiënt sprake is van een receptieve prosodische uitval, zal moeten nagegaan

worden in welke mate de patiënt inzicht heeft in zijn receptieve prosodische

mogelijkheden. In vergelijking met een productief prosodisch probleem wordt

receptief namelijk veel minder feedback van de omgeving verkregen. Tevens geven

verschillende studies een gestoorde auditieve feedback aan bij parkinsonpatiënten

Page 26: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

19

(Ackermann & Ziegler, 1991; Ho, 1997; Ho, Iansek, & Bradshaw, 1999; Ho,

Bradshaw, Iansek, & Alfredson, 1999; Liu, Wang, Metman, & Larson, 2012).

Wanneer nog geen receptieve prosodische problemen kunnen worden opgemerkt,

lijkt het ons evenwel aangeraden de vaardigheden te stimuleren met het oog op het

zo lang mogelijk in stand houden ervan.

4.2 DISCREPANTIE TUSSEN BEGRIP EN PERCEPTIE

Zowel bij de parkinsonpatiënten als bij de controlepersonen werden significante

verschillen gevonden tussen de onderdelen begrip en perceptie (totaal). Voor beide

groepen werd een significant hogere score behaald voor het onderdeel perceptie.

Waarneming en begrip volgen elkaar systematisch op. Pas bij het interpreteren van

de stimuli zal men beroep doen op hogere cognitieve processen. Reeds opgeslagen

prosodische kennis wordt dan opgehaald uit het geheugen om de waargenomen

stimuli te kunnen begrijpen.

Verschillende onderzoeken bevestigen deze discrepantie voor de parkinsonpatiënten

(Borod et al., 1990; Pell, 1996; Scott et al., 1984). Enkele studies zagen problemen

met de hogere cognitieve processen als verklaring (Benke et al., 1998; Lloyd, 1999).

Een ERP-studie (Schröder et al., 2006) wees echter op verschillen in het

preattentieve discriminatieproces. Net als Schröder et al. kunnen ook wij problemen

met de hogere cognitieve processen niet als verklaring zien, aangezien enkel

patiënten met goede cognitieve vaardigheden in onze studie werden opgenomen en

de controlepersonen eenzelfde discrepantie vertoonden. Wel moeten we

bedachtzaam zijn bij deze conclusie. De MMSE is namelijk louter een screening en

laat ons niet toe gegronde conclusies te trekken omtrent cognitie. Om een meer

gerechtvaardigde uitspraak te doen hieromtrent, zou men het onderzoek kunnen

reproduceren bij groepen parkinsonpatiënten met verschillende cognitieve

mogelijkheden.

Voor de afzonderlijke deeltaken moeten we enige voorzichtigheid hanteren bij de

interpretatie van de resultaten. Het ging hier namelijk om een kleine steekproef

(n=26) en een zeer beperkt aantal testitems (n=6). Dit kan vertekende resultaten

opleveren. Ook moeten we opmerken dat alle patiënten afkomstig waren van West-

Vlaanderen en aangaven moeite te hebben met de Algemeen Nederlands gesproken

Page 27: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

20

samples. De controlegroep bestond zowel uit West-Vlamingen als uit Oost-

Vlamingen en was daardoor iets meer gevarieerd.

4.3 BEÏNVLOEDENDE FACTOREN

4.3.1 Rol van leeftijd

Zowel voor de parkinsonpatiënten als de controlepersonen kon een significant

negatieve correlatie worden aangetoond tussen totaalscore en leeftijd. Deze

samenhang werd ook in andere onderzoeken bevestigd.

Verschillende auteurs wijzen op een achteruitgang in de herkenning van emotionele

prosodie met toenemende leeftijd (Allen & Brosgole, 1993; Brosgole & Weismann,

1995; Kiss & Ennis, 2001; Mitchell, 2007; Orbelo et al., 2005; Orbelo, Testa, & Ross,

2003; Paulmann, Pell, & Kotz, 2008). Vaak worden veranderingen in het cognitieve

proces, ten gevolge van hormonale veranderingen rond de leeftijd 40-55 jaar, als

oorzaak gezien (Everhardt, Demaree, & Shipley, 2006). Paulmann et al. (2008)

toonden echter een significant leeftijdseffect aan in een jongere populatie (M = 42,6,

SD = 3,02). Ze schreven de achteruitgang toe aan specifieke veranderingen in de

herkenning van emotionele prosodie en niet aan cognitieve veroudering. Orbelo et al.

(2005) wezen op asymmetrische, leeftijdsgerelateerde veranderingen in de rechter

hemisfeer. Ook Mitchell (2007) gaf reeds aan dat de moeilijkheden die ouderen

hebben bij het herkennen van emotionele prosodie primair in oorsprong zijn.

Op het gebied van linguïstische prosodie vonden Allen en Brosgole (1993) evidentie

voor een receptieve, leeftijdsgerelateerde achteruitgang bij de taak zinstypering.

Raithel en Hielscher-Fastabend (2004) konden enkel in de gemaskeerde conditie

een significant leeftijdseffect aantonen voor het identificeren van vragen en

mededelingen. Met behulp van een laagdoorlaatfilter werden de geluidsfragmenten

gefilterd, zodat de inhoud van de fragmenten verdween, maar de intonatiecontouren

aanwezig bleven.

Onze resultaten laten zowel voor linguïstische als voor emotionele prosodie een

significant leeftijdseffect zien in een niet-gemaskeerde conditie. Ook wij suggereren

dat de negatieve samenhang tussen leeftijd en totaalscore los staat van cognitieve

veroudering, hoewel we nogmaals moeten benadrukken dat de MMSE slechts een

Page 28: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

21

screening is. Wel willen we erop wijzen dat naast cognitieve stoornissen ook

rekening moet worden gehouden met de invloed van executieve functies. Deze

kunnen reeds in een vroeg ziektestadium gestoord zijn (Rodriguez-Oroz et al., 2009).

Om een werkelijke vergelijking tussen jong en oud te kunnen maken op basis van dit

testinstrument, is het aangewezen het onderzoek te reproduceren bij jongere

controlepersonen.

Niettemin is het, zoals reeds eerder gezegd, belangrijk de receptieve prosodische

vaardigheden bij de patiënten reeds van bij de start van de therapie te stimuleren om

veranderingen ten gevolge van leeftijd uit te stellen.

4.3.2 Rol van geslacht

In de huidige studie kon geen significante invloed worden aangetoond van geslacht

op de totaalscore. Wel moet worden opgemerkt dat er een ongelijke verdeling was

qua mannen en vrouwen (m/v: 18/8). Dit kunnen we verklaren door het feit dat de

ziekte van Parkinson vaker lijkt voor te komen bij mannen dan bij vrouwen (Tanner,

1996).

De invloed van geslacht op de receptie van prosodie wordt in de literatuur enkel

besproken voor emotionele prosodie. Er is weinig evidentie terug te vinden voor

genderverschillen. Sommige auteurs suggereren dat vrouwen beter zijn in het

identificeren en discrimineren van emotionele prosodie dan mannen (Bonebright,

Thompson, & Leger, 1996; Shirmer, Kotz, & Friederici, 2002). Tal van studies konden

dergelijke genderverschillen echter niet aantonen (Fecteau, Armony, Joanette, &

Belin, 2005; Orbelo et al., 2005; Paulmann et al., 2008; Raithel & Hielscher-

Fastabend, 2004). Ook moet worden opgemerkt dat Shirmer et al. (2002) enkel

genderverschillen lieten zien tijdens impliciete emotionele prosodieverwerking

(lexicale decisietaak). Vrouwen toonden bij affectieve priming een korter interval

tussen emotioneel-prosodische prime en doelwoord dan mannen. Indien de

aandacht van de proefpersonen gericht werd op de emotionele prosodie, deden zich

geen significante verschillen meer voor tussen mannen en vrouwen (Shirmer, Kotz, &

Friederici, 2005). In onze studie werd gebruikgemaakt van expliciete emotionele

prosodieverwerking. We kunnen veronderstellen dat zich enkel genderverschillen

voordoen onder bepaalde taakgerelateerde condities. Ook is het mogelijk dat

Page 29: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

22

uitsluitend tijdens de productie van prosodie genderverschillen optreden. Pell, Kotz,

Paulmann, & Alasseri (2005) (in Paulmann et al., 2008) toonden in hun studie aan

dat het geslacht van de sprekers een grote invloed had op de productie van emoties,

maar dat deze emoties even goed werden herkend door mannen als door vrouwen.

4.3.3 Rol van dysartrie-ernst

Ook de ernst van de dysartrie bleek in onze studie geen invloed uit te oefenen op de

receptieve prosodische mogelijkheden van een persoon. Een belangrijke

tekortkoming is echter wel dat er geen patiënten met een ernstige dysartrie in het

onderzoek werden opgenomen. Dit was een gevolg van de exclusiecriteria die we

hanteerden voor cognitie en depressie, alsook de praktische haalbaarheid. Perez-

Lloret et al. (2012) toonden namelijk aan dat de motorische symptomen één van de

grootste determinanten zijn van de oro-buccale symptomen, waaronder dysartrie. Het

is voor patiënten met ernstige motorische uitval echter niet vanzelfsprekend om zich

naar het ziekenhuis te verplaatsen. Bijgevolg was er weinig variabiliteit qua ernst: 18

patiënten vertoonden een lichte dysartrie en 5 patiënten vertoonden een milde

dysartrie. Bij 3 patiënten was er geen dysartrie waarneembaar. Een steekproef met

ruimere variatie in dysartrie-ernst kan een ander beeld opleveren.

Zes van de tien meest afwijkende spraakdimensies bij dysartrie zijn geassocieerd

met prosodie (Duffy, 2005). Een mogelijke relatie tussen problemen in de perceptie

en de productie van emotionele prosodie werd gesuggereerd door Scott et al. (1984).

Over de aard van de relatie werd echter niets gezegd. Evenwel vonden andere

studies een dissociatie tussen productie en receptie van emotionele prosodie (Benke

et al., 1998; Caekebeke et al., 1991). Benke et al. (1998) suggereerden dat het

cognitieve niveau (en niet het productiedeficit) de determinerende factor is bij

problemen met het verwerken van emotionele prosodie.

Om een mogelijke samenhang tussen receptie en productie van prosodie aan het

licht te brengen, raden we aan om in toekomstig onderzoek een vergelijking te

maken tussen het receptieve en het productieve luik van deze prosodietest.

4.3.4 Rol van ziekte-ernst

In deze studie kon geen correlatie aangetoond worden tussen problemen met

receptieve prosodie en de algemene ernst van de ziekte (Hoehn & Yahr-score) of de

Page 30: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

23

ernst van de motorische stoornis (UPDRS motorische score). Ook de duur van de

ziekte had geen significante invloed. Ook hier kan afwezigheid van patiënten met

ernstige motorische stoornissen de resultaten beïnvloed hebben.

4.4 VOLGORDE-EFFECT

Er werd verondersteld dat er een leereffect zou optreden bij de personen die de

volgorde P-B kregen aangeboden. De waarneming van de stimuli in de

discriminatietaak schept namelijk een referentiekader, zodat dezelfde stimuli in de

identificatietaak beter kunnen worden beoordeeld. Uit de resultaten blijkt echter dat

de volgorde van aanbieden van de testonderdelen (B-P versus P-B) geen effect

uitoefent op de totaalscore van de proefpersoon. Daar de beslissing gevallen is om

gebruik te maken van een gecontroleerde toewijzing, is er echter wel een

leeftijdsverschil tussen beide groepen. De P-B groep bevat namelijk een iets oudere

populatie (B-P: M = 64,5, SD = 9,71; P-B: M = 67,9, SD = 8,24). Aangezien de leeftijd

een significant negatieve invloed uitoefent op de totaalscore, is het mogelijk dat een

eventueel optredend volgorde-effect hierdoor geneutraliseerd werd.

Indien vervolgonderzoek geen volgorde-effect kan aantonen bij twee groepen met

eenzelfde gemiddelde leeftijd, stellen we voor om de receptieve prosodietest te

starten met het onderdeel perceptie. Zo wordt tegemoet gekomen aan het natuurlijke

proces van prosodische verwerking. In tussentijd raden we aan om de test te starten

met het onderdeel begrip met als doel vertekende resultaten te vermijden.

4.5 OPMERKINGEN BIJ DE TEST

In de huidige test werden geen oefenitems opgenomen. Het gebruik van oefenitems

met feedback zou enerzijds kunnen leiden tot een betere uitvoering van de test,

aangezien er duidelijk wordt gemaakt op welke aspecten de aandacht moet worden

gevestigd. Hierdoor zouden patiënten die een werkelijk receptief prosodisch

probleem hebben, onderscheiden kunnen worden van patiënten die enkel falen door

een gebrek aan alertheid voor receptieve prosodie. Anderzijds is het de bedoeling

om te controleren of patiënten de prosodische verschillen impliciet kunnen horen in

dagelijkse communicatie. Daar de test bedoeld is als uitgangspunt voor therapie, lijkt

het ons dus beter geen oefenitems aan te bieden.

Page 31: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

24

Verder suggereren wij om de test te verfijnen door een aantal testitems aan te

passen. De zin “Hij kocht een winterjas.” werd zowel in de testtaak grensmarkering

als in de testtaak zinstypering opgenomen. Om de diversiteit van de testitems te

garanderen, zouden we het item slechts eenmaal opnemen. De items ‘Er stond een

BAKvis naast mij.” (woordklemtoon) en “… als ik ziek ben.” (grensmarkering) zouden

we vervangen. Het woord “bakvis” is archaïsch en was door het merendeel van de

proefpersonen niet gekend (59,6% gaf een foutief antwoord). In de zin “…als ik ziek

ben.” leidt het onderschikkend voegwoord “als” de conditionele bijzin in. Een bijzin is

een zinsdeel of een zinsdeelstuk binnen een zin (afhankelijke zin) (Haeseryn,

Romijn, Geerts, de Rooij, & van den Toorn, 1997). De bijzin kan dus niet als

grammaticale zin op zich bestaan. Proefpersonen denken daardoor dat er nog een

vervolg moet komen (67,3% gaf een foutief antwoord).

Page 32: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

25

5. BESLUIT

Er konden geen significante verschillen worden aangetoond tussen

parkinsonpatiënten en gezonde controlepersonen in de receptie van prosodie. Wel

werden significante resultaten gevonden tussen begrip en perceptie binnen beide

groepen afzonderlijk. Leeftijd oefende een significant negatieve invloed uit op de

totaalscore. Er was geen volgorde-effect aanwezig.

Grote voorzichtigheid moet worden aangewend bij het interpreteren van de

resultaten. De grootte van de steekproef was beperkt en de parkinsonpatiënten

waren allen afkomstig uit de provincie West-Vlaanderen. Daar zij gebruikelijk het

West-Vlaamse dialect spreken, moesten ze bij het beluisteren van de geluidssamples

(in Algemeen Nederlands) meer inspanning leveren. Het is dan ook aangewezen om

de studie te reproduceren bij patiënten afkomstig uit de verschillende Vlaamse

provincies. Ook kan men het opleidingsniveau in aanmerking nemen. Dialect hangt

namelijk vaak samen met het niveau van opleiding.

Problemen op het gebied van receptieve prosodie worden vaak geweten aan

cognitieve beperking. Daar wij de cognitieve mogelijkheden van de proefpersonen

enkel screenden, suggereren we om het onderzoek te reproduceren bij

patiëntengroepen met verschillende cognitieve mogelijkheden. Daarnaast willen we

benadrukken dat men tevens bedacht moet zijn op de reeds vroege aantasting van

de executieve functies.

Leeftijd oefende een significant effect uit op de totaalscore van de proefpersonen.

Om echter een werkelijke vergelijking te kunnen maken tussen leeftijdsgroepen,

raden we aan het onderzoek te reproduceren bij jongere controlepersonen. Ook voor

de rol van dysartrie- en ziekte-ernst wijzen we naar vervolgonderzoek. In onze studie

werden geen patiënten met een ernstige motorische uitval en bijgevolg een ernstige

dysartrie opgenomen.

Tenslotte willen we benadrukken dat het in therapie belangrijk is om de patiënten

inzicht bij te brengen in het receptief prosodisch probleem. Ook raden we aan om

intermodaal te werken en naast de auditieve modaliteit ook visuele strategieën te

hanteren met het oog op het optimaliseren van de dagelijkse communicatie (bv.

biofeedback, mimiek, enz.).

Page 33: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

26

6. REFERENTIES

Ackermann, H., & Ziegler, W. (1991). Articulatory deficits in parkinsonian dysarthria:

An acoustic analysis. Journal of Neurology, Neurosurgery and Psychiatry, 54, 1093-

1098.

Allen, R., & Brosgole, L. (1993). Facial and auditory affect recognition in senile

geriatrics, the normal elderly and young adults. International Journal of

Neuroscience, 68, 33-42.

Ariatti, A., Benuzzi, F., & Nichelli, P. (2008). Recognition of emotions from visual and

prosodic cues in Parkinson’s disease. Neurological Sciences, 29, 219-227.

Beatty, W.W., Goodkin, D.E., Weir, W.S., & Staton, R.D. (1989). Affective judgments

by patients with Parkinson’s disease or chronic progressive multiple sclerosis.

Bulletin of the Psychonomic Society, 27, 361-364.

Beekman, A.T.F., Deeg, D.J.H., van Tilburg, T.G., Schoevers, R.A., Smit, J.H.,

Hooijer, C., & van Tilburg, W. (1997). Depressie bij ouderen in de Nederlandse

bevolking: een onderzoek naar de prevalentie en risicofactoren. Tijdschrift voor

Psychiatrie, 39(4), 294-308.

Benke, T., Bosch, S., & Andree, B. (1998). A study of emotional processing in

Parkinson’s disease. Brain and Cognition, 38, 36-52.

Bergman, H., & Deuschl, G. (2002). Pathophysiology of Parkinson’s disease: from

clinical neurology to basic neuroscience and back. Movement Disorders, 17, 28-40.

Blonder, L.X., Gur, R.E., & Gur, R.C. (1989). The effects of right and left

hemiparkinsonism on prosody. Brain and Language, 36, 193-207.

Blumstein, S., & Goodglass, H. (1972). The perception of stress as a semantic cue in

aphasia. Journal of Speech and Hearing Research, 15, 800-806.

Bonebright, T.L., Thompson, J.L., & Leger, D.W. (1996). Gender stereotypes in the

expression and perception of vocal affect. Sex Roles, 34, 429-445.

Page 34: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

27

Borod, J.C., Welkowitz, J.M.A., Brozgold, A.Z., Martin, C., Peselow, E., & Diller, L.

(1990). Parameters of emotional processing in neuropsychiatric disorders:

Conceptual issues and a battery of tests. Journal of Communication Disorders, 23,

247-271.

Bouman, T.K., Luteijn, F., Albersnagel, F.A., & van der Ploeg, F.A.E. (1985). Enige

ervaringen met de Beck Depression Inventory (BDI). Gedrag, 13, 13-24.

Breitenstein, C., Daum, I., & Ackermann, H. (1998). Emotional processing following

cortical and subcortical brain damage: Contribution of the fronto-striatal circuitry.

Behavioural Neurology, 11(1), 29-42.

Breitenstein, C., Van Lancker, D., Daum, I., & Waters, C. (2001). Impaired perception

of vocal emotions in Parkinson’s disease: Influence of speech time processing and

executive functioning. Brain and Cognition, 45, 277-314.

Brosgole, L., & Weisman, J. (1995). Mood recognition across the ages. International

Journal of Neuroscience, 82, 169-189.

Caekebeke, J.F., Jennekens-Schinkel, A., van der Linden, M.E., & Buruma, O.J.

(1991). The interpretation of dysprosody in patients with Parkinson’s disease. Journal

of Neurology, Neurosurgery and Psychiatry, 54, 145-148.

Cancelliere, A.E., & Kertesz, A. (1990). Lesion localization in acquired deficits of

emotional expression and comprehension. Brain and Cognition, 13, 133-147.

Cummings, J.L. (1992). Depression and Parkinson’s Disease: A review. American

Journal of Psychiatry, 149, 443-454.

Dara, C., Monetta, L., & Pell, M.D. (2008). Vocal emotion processing in Parkinson’s

disease: Reduced sensitivity to negative emotions. Brain Research, 1188, 100-111.

Darkins, A.W., Fromkin, V.A., & Benson, D.F. (1988). A characterization of the

prosodic loss in Parkinson’s disease. Brain and Language, 34, 315-327.

De Bodt, M.S., Hernandez-Diaz Huici, M.E., & Van De Heyning, P.H. (2002).

Intelligibility as a linear combination of dimensions in dysarthric speech. Journal of

Communication Disorders, 35(3), 283-292.

Page 35: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

28

De Letter, M., Santens, P., Estercam, I., Van Maele, G., De Bodt, M., Boon, P., &

Van Borsel, J. (2007). Levodopa-induced modifications of prosody in advanced

Parkinson’s disease as perceived by professional listeners. Clinical Linguistics and

Phonetics, 21, 783-781.

Duffy, J.R. (2005). Motor speech disorders. Saint Louis, MI: Elsevier Mosby.

Everhardt, D.E., Demaree, H.A., & Shipley, A.J. (2006). Perception of emotional

prosody: Moving toward a model that incorporates sex-related differences.

Behavioral and Cognitive Neuroscience Reviews, 5(2), 92-102.

Fecteau, S., Armony, J.L., Joanette, Y., & Belin, P. (2005). Judgement of emotional

nonlinguistic vocalizations: Age-related differences. Applied Neuropsychology, 12(1),

40-48.

Folstein, M.F., Folstein, S.E., & Mc Hugh, P.R. (1975). “Mini-Mental State”: A

practical method for grading the cognitive state of patients for the clinician. Journal of

Psychiatric Research, 12, 189-198.

Gray, H.M., & Tickle-Degnen, L.A. (2010). A meta-Analysis of performance on

emotion recognition tasks in Parkinson’s disease. Neuropsychology, 24(2), 176-191.

Haeseryn, W., Romijn, K., Geerts, G., de Rooij, J., & van den Toorn, M.C. (1997).

Algemene Nederlandse Spraakkunst. Groningen/Deurne: Martinus Nijhoff/Wolters

Plantyn.

Hillier, A., Beversdorf, D.Q., Raymer, A.M., Williamson, D.J., & Heilman, K.M. (2007).

Abnormal emotional word rating in Parkinson’s disease. Neurocase, 13(2), 81-85.

Ho, A.K., Bradshaw, J.L., Iansek, R., & Alfredson, R. (1999). Speech volume

regulation in Parkinson’s disease: Effects of implicit cues and explicit instructions.

Neuropsychologia, 37, 1453-1460.

Ho, A.K., Iansek, R., Bradshaw, J.L. (1999). Regulation of parkinsonian speech

volume: The effect of interlocutor distance. Journal of Neurology, Neurosurgery and

Psychiatry, 67, 199-202.

Ho, A.T. (1977). Intonation variation in a Mandarin sentence for three expressions:

Interrogative, exclamatory and declarative. Phonetica, 34, 446-457.

Page 36: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

29

Jacobs, D.H., Shuren, J., Bowers, D., & Heilman, K.M. (1995). Emotional facial

imagery, perception and expression in Parkinson’s disease. Neurology, 45, 1696-

1702.

Jorm, A.F., & Henderson, A.S. (1992). Memory bias in depression: implications for

risk factors studies relying on self-reports of exposure. International Journal of

Methods in Psychiatric Research, 2, 31-38.

Kan, Y., Mimura, M., Kamijima, K., & Kawamura, M. (2004). Recognition of emotion

from moving facial and prosodic stimuli in depressed patients. Journal of Neurology,

Neurosurgery and Psychiatry, 75, 1667-1671.

Kiss, I., & Ennis, T. (2001). Age-related decline in perception of prosodic affect.

Applied Neuropsychology, 8, 251-254.

Kwan, L.C., & Whitehill, T.L. (2011). Perception of speech by individuals with

Parkinson’s disease: A review. Parkinson’s Disease, 2011, 11 pages.

doi:10.4061/2011/389767

Liebermann, A. (2006). Depression in Parkinson’s disease - a review. Acta

Neurologica Scandinavica, 113, 1-8.

Liu, H., Wang, E.Q., Metman, L.V., & Larson, C.R. (2012). Vocal responses to

perturbations in voice auditory feedback in individual’s with Parkinson’s disease.

PLoS ONE, 7(3), 1-10.

Lloyd, A.J. (1999). Comprehension of prosody in Parkinson’s disease. Cortex, 35,

389-402.

Logemann, J.A., Fisher, H.B., Boshes, B., & Blonsky, E.R. (1978). Frequency and

cooccurrence of vocal tract dysfunctions in the speech of a large sample of Parkinson

patients. Journal of Speech and Hearing Disorders, 43(1), 47-57.

Marras, C., Rochon, P., & Lang, A.E. (2002). Predicting motor decline and disability

in Parkinson’s disease: a systematic review. Archives of Neurology, 59, 1724-1728.

Martens, H., Van Nuffelen, G., & De Bodt, M. (in voorbereiding). The assessment of

receptive prosodic skills in Parkinson’s disease.

Page 37: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

30

Martens, H., Van Nuffelen, G., Cras, P., Pickut, B., De Letter, M., & De Bodt, M.

(2011). Assessment of prosodic communicative efficiency in Parkinson’s disease as

judged by professional listeners. Parkinson’s Disease, 2011, 10 pages.

doi:10.4061/2011/129310

Mitchell, R.L.C. (2007). Age-related decline in the ability to decode emotional

prosody: Primary or secondary phenomenon? Cognition and Emotion, 21(7), 1435-

1454.

Moore, R.G., Watts, F.N., & Williams, J.M. (1988). The specificity of personal

memories in depression. British Journal of Clinical Psychology, 27, 275-276.

Orbelo, D.M., Grim, M.A., Talbott, R.E., & Ross, E.D. (2005). Impaired

comprehension of affective prosody in elderly subjects is not predicted by age-related

hearing loss or age-related cognitive decline. Journal of Geriatric Psychiatry and

Neurology, 18(1), 25-32.

Orbelo, D.M., Testa, J.A., & Ross, E.D. (2003). Age-related impairments in

comprehending affective prosody with comparison to brain-damaged subjects.

Journal of Geriatric Psychiatry and Neurology, 16, 44-52.

Parkinson, J. (1817). An Essay on the Shaking Palsy. London: Whittingham and

Rowland.

Patel, R. (2002). Prosodic control in severe dysarthria: Preserved ability to mark the

question-statement contrast. Journal of Speech, Language and Hearing Research,

45, 858-870.

Patel, R., & Campellone, P. (2009). Acoustic and perceptual cues to contrastive

stress in dysarthria. Journal of Speech, Language and Hearing Research, 52, 206-

222.

Paulmann, S., Pell, M.D., & Kotz, S.A. (2008). How aging affects the recognition of

emotional speech. Brain and Language, 104, 262-269.

Pell, M.D. (1996). On the receptive prosodic loss in Parkinson’s disease. Cortex, 32,

693-704.

Page 38: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

31

Pell, M.D., & Leonard, C.L. (2003). Processing emotional tone from speech in

Parkinson’s disease: A role for the basal ganglia. Cognitive, Affective, & Behavioral

Neuroscience, 3, 275-288.

Pell, M.D., Cheang, H.S., & Leonard, C.L. (2006). The impact of Parkinson’s disease

on vocal-prosodic communication from the perspective of listeners. Brain and

Language, 97, 123-134.

Peppé, S., McCann, J., Gibbon, F., O’Hare, A., & Rutherford, M. (2007). Receptive

and expressive prosodic ability in children with high-functioning autism. International

Journal of Speech, Language and Hearing Research, 50, 1015-1028.

Perez-Lloret, S., Nègre-Pagès, L., Ojero-Senard, A., Damier, P., Destée, A., Tison,

F., …Rascol, O. (2012). Oro-buccal symptoms (dysphagia, dysarthria, and

sialorrhea) in patients with Parkinson’s disease: Preliminary analysis from the French

COPARK cohort. European Journal of Neurology, 19, 28-37.

Raithel, V., & Hielscher-Fastabend, M. (2004). Emotional and linguistic perception of

prosody. Folia Phoniatrica et Logopaedica, 56, 7-13.

Rietveld, A.C.M., & van Heuven, V.J. (1997). Algemene fonetiek. Bussum: Coutinho.

Rigo, T.G., & Lieberman, D.A. (1989). Nonverbal sensitivity of normal-hearing and

hearing-impaired older adults. Ear Hear, 10(3), 184-189.

Rodriguez-Oroz, M.C., Jahanshahi, M., Krack, P., Litvan, I., Macias, R., Bezard, E., &

Obeso, J.A. (2009). Initial clinical manifestations of Parkinson’s disease: features and

pathophysiological mechanisms. The Lancet Neurology, 8, 1128-1139.

Ross, E.D. (1981). The aprosodias. Archives of Neurology, 38, 561-569.

Ross, E.D., & Mesulam, M.M. (1979). Dominant language functions of the right

hemisphere? Prosody and emotional gesturing. Archives of Neurology, 36, 144-148.

Schröder, C., Möbes, J., Schütze, M., Szymanowski, F., Nager, W., Bangert, M.,

…Dengler, R. (2006). Perception of emotional speech in Parkinson’s disease.

Movement Disorders, 21, 1774-1778.

Page 39: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

32

Scott, S., Caird, F., & Williams, B. (1984). Evidence for an apparent sensory speech

disorder in Parkinson’s disease. Journal of Neurology, Neurosurgery and Psychiatry,

47, 840-843.

Sethi, K.D. (2002). Clinical aspects of Parkinson’s disease. Current Opinion in

Neurology, 15, 457-460.

Shirmer, A., Kotz, S.A., & Friederici, A.D. (2002). Sex differentiates the role of

emotional prosody during word processing. Cognitive Brain Research, 14, 228-233.

Shirmer, A., Kotz, S.A., & Friederici, A.D. (2005). On the role of attention for the

processing of emotions in speech: Sex differences revisited. Cognitive Brain

Research, 24, 442-452.

Starkstein, S.E., Federoff, J.P., Price, T.R., & Leiguarda, R.C. (1994).

Neuropsychological and neuroradiologic correlates of emotional prosody

comprehension. Neurology, 44, 515-522.

Tanner, C.M., & Goldman, S.M. (1996). Epidemiology of Parkinson’s disease.

Neurologic Clinics, 14, 317-335.

Trauner, D.A., Ballantyne, A., Friedland, S., & Chase, C. (1996). Disorders of

affective and linguistic prosody in children after early unilateral brain damage. Annals

of Neurology, 39, 361-367.

Van Borsel, J. (2009). Wetenschappelijk onderzoek in de logopedie. Leuven: Acco.

van der Does, A.J.W. (2002). Beck Depression Inventory (second edition).

Amsterdam: Harcourt.

Vélez Feijó, A., Rieder, C.R.M., & Chaves, M.L.F. (2008). Did depressive symptoms

affect recognition of emotional prosody in Parkinson’s disease? Journal of

Neuropsychiatric Disease and Treatment, 4(3), 669-674.

Weintraub, S., Mesulam, M.-M., & Kramer, L. (1981). Disturbances in prosody: A-

right hemisphere contribution to language. Archives of Neurology, 38, 742-744.

Page 40: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

33

Wildgruber, D., Hertrich, I., Riecker, A., Erb, M., Anders, S., Grodd, W., &

Ackermann, H. (2004). Distinct frontal regions subserve evaluation of linguistic and

emotional aspects of speech intonation. Cerebral Cortex, 14(12), 1384-1389.

Witjas, T., Kaphan, E., Azulay, J.P., Blin, O., Ceccaldi, M., Pouget, J., …Ali Chérif, A.

(2002). Nonmotor fluctuations in Parkinson’s disease. Neurology, 59, 408-413.

Zgaljardic, D.J., Borod, J.C., Foldi, N.S., & Mattis, P. (2003). A review of the cognitive

and behavioral sequelae of Parkinson’s disease: Relationship to frontostriatal

circuitry. Cognitive and Behavioral Neurology, 16, 193-210.

Page 41: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

BIJLAGE 1

Voorbeeld bij testtaken assessment deel 1

(Martens, H., Van Nuffelen, G., & De Bodt, M., in voorbereiding)

Testtaken bij deel 1 ‘Begrip van prosodische betekenis’:

- B01-B06: Woordklemtoon

- B07-B12: Grensmarkering

- B13-B18: Focus

- B19-B24: Zinstypering

- B25-B30: Emotionele prosodie

Page 42: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken
Page 43: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken
Page 44: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken
Page 45: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken
Page 46: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken
Page 47: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

BIJLAGE 2

Scoreformulier assessment

Page 48: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken
Page 49: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

BIJLAGE 3

Goedkeuring studieprotocol UZA

Page 50: Receptie van prosodie bij personen met de ziekte van Parkinson · 2012-12-05 · 4.3.2 Rol van geslacht ... en copromotoren, dr. Gwen Van Nuffelen en drs. Heidi Martens, bedanken

BIJLAGE 4

Goedkeuring studieprotocol AZ St. Rembert