Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en...

39
Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe Sandrine Van Wambeke Magali Promotor: Prof. Dr. P. Corthals Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van master in de logopedische en audiologische wetenschappen

Transcript of Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en...

Page 1: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012

De prosodie van parentese: leeftijdslijn

Maene Jana Vandenberghe Sandrine Van Wambeke Magali

Promotor: Prof. Dr. P. Corthals

Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van master in de logopedische en audiologische wetenschappen

Page 2: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

1

Abstract

Doel: In deze studie werden de prosodische veranderingen in functie van de leeftijd

van het kind in het Nederlands nagegaan bij mannelijke en vrouwelijke

parentesesprekers.

Proefpersonen: Er werden 38 volwassenen en 28 kinderen gerekruteerd door de

huidige onderzoekers. Daarnaast werden de 17 volwassenen en 17 kinderen uit het

onderzoek van L. Depester en J. De Vis geïncludeerd.

Methode: Per volwassene werd een volwassen- en kindgerichte opname

geregistreerd. Bij de volwassengerichte opname werd een spontaan gesprek

gevoerd met de onderzoeker omtrent dagdagelijkse onderwerpen. Bij de kindgerichte

spraak ging de volwassene zo spontaan mogelijk in verbale interactie met het kind.

Na annotatie van de opnames in Praat (Boersma en Weenink,2009) werden de

scripts „Spreeksnelheid‟ en „Klemtonen‟ (Corthals, 2010) toegepast. Vervolgens werd

de verandering in de variabelen mediane grondtoon, spreeksnelheid,

articulatiesnelheid, toonhoogtemodulatiediepte, toonhoogtemodulatietempo,

intensiteitsmodulatiediepte en intensiteitsmodulatietempo aan de hand van SPSS 19

aan een statistische analyse onderworpen.

Resultaten: Er was geen significant verband tussen de leeftijd van het kind en de

verandering in mediane grondtoon, in toonhoogtemodulatietempo en in

intensiteitsmodulatietempo. De spreeksnelheid en articulatiesnelheid lagen in

kindgerichte spraak lager dan in volwassengerichte spraak waarbij het aantal

woorden per minuut en het aantal syllaben per seconde toenam naarmate het kind

ouder was. In kindgerichte spraak was de toonhoogtemodulatiediepte groter dan in

volwassengerichte spraak. Deze bevinding was des te uitgesprokener bij de jongste

kinderen. De intensiteitsmodulatiediepte was kleiner in kindgerichte spraak dan in

volwassengerichte spraak en nam toe naarmate het kind ouder was. Alle resultaten

waren bij vrouwen meer uitgesproken dan bij mannen.

Kernwoorden: parentese, kindgerichte spraak, prosodische veranderingen,

leeftijdsgebonden veranderingen

Page 3: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

2

Purpose: This study investigated the prosodic changes in parentese as a function of

child age in male and female native speakers of Dutch.

Participants: 38 adults and 28 children were recruited by the current researchers. In

addition, 17 adults and 17 children from the study of L. Depester and J. De Vis were

included.

Method: From every adult an adult-directed and child-directed sample was recorded.

The adult-directed sample involved a spontaneous conversation with the researcher

about everyday topics. In the child-directed sample the adult spoke as spontaneous

as possible to the child. After annotation of the samples in Praat (Boersma and

Weenink, 2009) the scripts „Spreeksnelheid‟ and „Klemtonen‟ (Corthals, 2010) were

run. Then, the change in the variables voice pitch, speech rate, articulation rate, pitch

modulation depth, pitch modulation speed, voice intensity modulation depth and

voice intensity modulation speed were statistically analyzed using SPSS 19.

Results: There was no significant correlation between the age of the child and the

voice pitch shift, change in pitch modulation speed and in voice intensity modulation

speed. The speech rate and articulation rate was lower in child-directed speech than

in adult-directed speech. The number of words per minute and the number of

syllables per second increased as the child grew older. In child-directed speech pitch

modulation depth was greater than in adult-directed speech. This finding was more

pronounced for parentese addresses to the youngest children. The intensity

modulation depth was less in child-directed speech than in adult-directed speech,

and increased as the child grew older. The differences were more obvious in female

parentese speakers.

Keywords: parentese, child-directed speech, prosodic changes, age-related changes

Page 4: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

3

Inleiding

Vanaf de geboorte komt het kind terecht in een talige omgeving, waarin de interactie

onmiddellijk van start gaat. In deze interactie gebruiken volwassenen intuïtief een

aangepaste communicatiestijl, parentese genaamd. Kenmerken hiervan zijn de

hogere fundamentele frequentie, de grotere toonhoogtevariatie, kortere uitingen,

langere pauzes, een trager spreektempo, verlengde vocalen en herhalingen

(Bergeson, 1999; Cooper, 1997; D‟Odorico, 2006; Englund, 2006; Fernald, 1991;

Hörnstein, 2009; Kitamura, 2002; Ward, 1999).

Parentese is gebaseerd op het principe van progressieve matching. Dit concept gaat

ervan uit dat kinderen kennis opdoen van volwassenen die zich aanpassen aan het

niveau van het kind. Op taalgebied houdt dit in dat de volwassene streeft naar een

optimale complexiteit in het taalgebruik door steeds één ontwikkelingsstap voor te

zijn op de huidige linguïstische ontwikkeling van het kind (Graham, 2004).

Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat kinderen een voorkeur hebben

voor parentese (Brand, 2008; Ward, 1999). Cooper onderzocht hoelang baby‟s hun

blik richtten naar een scherm wanneer kind- en volwassengerichte spraak werd

afgespeeld. Hiervoor werden opnames gebruikt van zowel de moeders van de

kinderen als van onbekende vrouwen. Op de leeftijd van één maand vertoonden

baby‟s nog geen voorkeur voor parentese gesproken door de moeder, in

tegenstelling tot parentese gesproken door onbekende vrouwen. Een mogelijke

verklaring hiervoor was het feit dat de foetus gedurende de zwangerschap vooral

spraak van de moeder met volwassenen had waargenomen. Baby‟s van vier

maanden verkozen zowel parentese gesproken door hun moeder als door een

onbekende (Cooper, 1997).

Naarmate het kind ouder wordt, verandert de functie van prosodie in parentese. Bij

pasgeboren baby‟s worden vooral korte uitingen met lange pauzes gebruikt. Op deze

manier willen moeders waarschijnlijk hun kind niet overmatig stimuleren zodat het op

een rustige manier de omgeving rondom zich kan ontdekken. Aan de hand van een

grotere toonhoogterange, meer variatie op vlak van ritme en een groter aantal

herhalingen wordt de alertheid en interesse van een vier maand oud kind bevorderd

Page 5: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

4

(Stern, 1983). Zo speelt parentese een rol in de waakzaamheid en aandacht bij

kinderen. Parentese helpt kinderen ook om emoties te interpreteren. Het is pas later

dat parentese een rol speelt bij de receptieve en expressieve taalverwerving (Brand,

2008; Cooper, 1997; Kitamura, 2002; Kuhl, 2000; Schön, 2007). De tragere

spreeksnelheid zorgt ervoor dat het kind gemakkelijker verbanden legt tussen het

mondbeeld en de waargenomen klank. Op expressief vlak veroorzaakt de tragere

spreeksnelheid een zekere mate van overarticulatie, wat het imiteren van het

mondbeeld vergemakkelijkt (Green, 2010). Het kan ook omgekeerd gesteld worden:

de primaire neiging is overarticulatie en die veroorzaakt een tragere spreeksnelheid.

Tussen de leeftijd van één en twee jaar gaat het kind zijn leefwereld verder

exploreren. De moeder heeft daarbij een begeleidende rol. Deze kenmerkt zich door

complexer en langer wordende uitingen met minder uitdrukkelijke

toonhoogtevariaties. Op deze manier wordt de inhoud van de boodschap benadrukt,

eerder dan de manier waarop deze geformuleerd wordt (Stern, 1983). Daarenboven

zou parentese de segmentatie van spraak, waarbij de woordenstroom in kleinere

eenheden wordt opgedeeld, bevorderen (Brand, 2008).

Al vanaf de leeftijd van zes maanden zijn kinderen gevoelig voor de prosodische

kenmerken die de verschillende zinsdelen binnen de zin aangeven (Soderstrom,

2003). De hypothese van de prosodische bootstrapping stelt dat de syntactische

structuur verduidelijkt wordt door de prosodische kenmerken. Hierdoor kan het kind

de woordenstroom in kleinere stukken opdelen. Parentese bevat heel wat

prosodische karakteristieken die hierbij een rol kunnen spelen. Kernwoorden worden

uitgesproken op de hoogste toon. Beklemtoning van deze woorden wordt

bewerkstelligd door een stijgend intonatiepatroon (D‟Odorico, 2006). Door hoger en

luider te spreken en belangrijke woorden aan het einde van een uiting te plaatsen,

wordt belangrijke taalkundige informatie in de verf gezet en wordt de auditieve

verwerking vergemakkelijkt (Bergeson, 1999; Fernald, 1991).

Prosodie in parentese wordt aangepast in functie van de veranderende ontwikkeling

van het kind. Studies waarin prosodische veranderingen in functie van de leeftijd van

het kind onderzocht werden, geven uiteenlopende resultaten. Een toonaangevend

onderzoek is dat van Stern waarbij parentese onderzocht werd bij kinderen van één

maand, vier maanden, één jaar en twee jaar. Op de leeftijd van vier maanden was er

Page 6: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

5

een piek wat betreft de maximale toonhoogte, toonhoogtevariabiliteit en herhalingen.

Daarna nam deze terug af tot de leeftijd van 24 maanden. Op de leeftijd van twee

jaar was de lengte van de uitingen maximaal en praatten de moeders het langst

(Bergeson, 1999; Cooper, 1997; Englund, 2006; Liu, 2009; Stern, 1983). Stern

wijdde de waargenomen verschillen aan de veranderende noden van het kind in de

loop van de ontwikkeling (Cooper, 1997). Het afwijkend resultaat op de leeftijd van

vier maanden kon echter ook verklaard worden door de verscheidenheid aan

experimentele settings die in de studie gebruikt werden: de kinderen van één maand

lagen op de schoot, die van vier maanden zaten face to face op de schoot, terwijl die

van één en twee jaar kropen of stapten (Englund, 2006). Uit een ander onderzoek

bleek dan weer dat parentese gericht tot kinderen van één maand niet veel

verschilde van parentese gericht tot kinderen van vier maanden. Toonhoogterange

en variabiliteit waren hier hoger bij één maand dan bij vier maanden (Cooper, 1997).

In een studie van Kitamura die parentese in Australisch Engels onderzocht net na de

geboorte, op drie, zes, negen en twaalf maanden, werd enerzijds een hogere

gemiddelde fundamentele frequentie gevonden bij de leeftijd van zes en twaalf

maanden en anderzijds een piek in frequentierange bij negen maanden (Englund,

2006; Liu, 2009).

Parentese in Amerikaans Engels en in de toontaal Thais werd onderzocht bij

kinderen net na de geboorte, op drie, zes, negen en twaalf maanden. Bij

pasgeborenen bleek dat parentese niet cultuurgebonden was, maar universeel en

waarschijnlijk gedreven door de primaire behoeften van het kind, waarbij vooral

geruststellend moet gesproken worden. Dit uitte zich in een relatief lage toonhoogte,

een kleine toonhoogterange die niet verschilde van een toonhoogterange bij spraak

tussen volwassenen en een neutrale intonatiehelling. Om deze te bepalen, werd het

verschil tussen de grondtoon aan het begin en de grondtoon aan het einde van de

uiting berekend. Bij pasgeborenen werd geen verschil teruggevonden. Tussen drie

en zes maanden vertonen de kinderen steeds meer socialisatiegedrag. Qua talig

aanbod was er per uiting in het Engels een stijgende intonatie, terwijl er in het Thais

een dalende intonatie was. Ondanks deze cultuurgebonden verschillen, streeft men

wellicht naar eenzelfde doel, namelijk genegenheid vertonen. Op de leeftijd van

twaalf maanden spreekt het kind zijn eerste woorden. De aanpassingen in parentese

Page 7: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

6

zijn taalgebonden, waarbij in het Engels op een hogere fundamentele frequentie

gesproken werd en in het Thais op een lagere fundamentele frequentie (Kitamura,

2002).

In de toontaal Mandarijn werden leeftijdsgebonden akoestische veranderingen bij

preverbale en vijfjarige kinderen onderzocht. De klinkerdriehoek was significant

groter wanneer er parentese gebruikt werd. Leeftijd van het kind had echter geen

invloed. Wat de klinkerduur betreft werd er trager gesproken tegen de preverbale

kinderen dan tegen de vijfjarigen. Op vlak van frequentie was er een hogere

fundamentele frequentie en een grotere toonhoogtevariabiliteit terug te vinden bij de

preverbale kinderen (Liu, 2009).

Het doel van deze studie rond parentese is de prosodische veranderingen in functie

van de leeftijd van het kind in het Nederlands nagaan.

We gaan er vanuit dat volwassenen tegen heel jonge kinderen een hoge

spreeksnelheid en meer uitgesproken toonhoogtevariatie hanteren. De verklaring

hiervoor zou kunnen zijn dat tot ongeveer acht maand na de geboorte de inhoud van

de spraak een beperkte rol speelt. Volgens onze hypothese willen

parentesegebruikers in eerste instantie met hun spraak de aandacht van de zuigeling

trekken en dit kunnen ze bekomen aan de hand van een uitgesproken

toonhoogtevariatie in hun spraak. Een belangrijk kantelmoment in dit spreekpatroon

is de late brabbelfase rond de leeftijd van acht maand. De spraak- en

taalontwikkeling van de baby‟s komt volop op gang en zal stilaan evolueren naar de

éénwoordfase. De volwassen sprekers willen vanaf dat moment meer de nadruk

leggen op de inhoud van hun spraak zodanig dat het kind op talig vlak gestimuleerd

wordt. Dit bekomen ze door hun spreeksnelheid te vertragen waardoor het kind de

tijd heeft om de spraak in zich op te nemen. Op dat moment speelt de prosodie een

minder belangrijke rol waardoor ze een minder uitgesproken toonhoogtevariatie

hanteren.

Kortom, wordt er tegen jonge kinderen trager, sneller, hoger of lager gesproken dan

tegen oudere kinderen? Is er meer of minder toonhoogte- en/of intensiteitsvariatie

terug te vinden? Wordt de snelheid van de toonhoogte- en intensiteitssprongen

beïnvloed door de leeftijd van het kind? Is er een verschil tussen het preverbale en

Page 8: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

7

het verbale kind? Kunnen we spreken van een kritische leeftijd waarop deze

parameters wijzigen? Speelt het geslacht van de volwassene een rol?

Page 9: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

8

Methode

Het hieronder beschreven onderzoek kadert in een groter onderzoek rond parentese

dat gevoerd werd door zeven masterstudenten logopedie aan de Universiteit Gent.

Voor het onderzoeken van de prosodie-effecten in kindgerichte spraak werden de

zeven studenten onderverdeeld in drie kleinere groepen. Elke groep spitste zich toe

op één bepaald aspect dat de prosodie in spraak gericht aan het kind kon

beïnvloeden. De eerste groep, bestaande uit L. Desmet en S. Tarras onderzocht de

veranderingen in prosodie in functie van het geslacht van de volwassen persoon. Als

tweede werden ook de prosodieveranderingen in functie van de syntaxis van de

spraak tussen het kind en een volwassen persoon onderzocht door M. Noreille en F.

Ongenaert. Een laatste deelonderzoek spitste zich toe op de veranderingen van de

prosodie in functie van de leeftijd van het kind. Dit onderzoek is beschreven in deze

masterproef die geschreven werd door J. Maene, S. Vandenberghe en M. Van

Wambeke. Binnen al deze onderzoeken werd er telkens een vergelijking gemaakt

tussen kindgerichte en volwassengerichte spraak.

Proefpersonen

De zeven onderzoekers rekruteerden 38 volwassen proefpersonen (gemiddelde

leeftijd: 31,7 jaar en range: 25 - 43 jaar). Er werden 15 mannen (gemiddelde leeftijd:

33,7 jaar en range: 28 – 43 jaar) en 23 vrouwen (gemiddelde leeftijd: 29,8 jaar en

ragen: 25 – 34 jaar) gerekruteerd. Er werden 28 kinderen (gemiddelde leeftijd: 26,8

maanden en range: 1 – 59 maanden) gerekruteerd, waarvan 12 jongens (gemiddelde

leeftijd: 21,8 maanden en range: 1 – 58 maanden) en 16 meisjes (gemiddelde

leeftijd: 31,9 maanden en range: 3 – 59 maanden) (cfr. tabellen 1 en 2).

Uit de masterproef van L. Depester en J. de Vis (2010-2011) werden 17 volwassenen

(gemiddelde leeftijd: 38 jaar en range: 23 – 61 jaar) waarvan 7 mannen (gemiddelde

leeftijd: 39 jaar) en 10 vrouwen (gemiddelde leeftijd: 38 jaar) bij de proefpersonen

opgenomen. Er namen ook 17 kinderen deel aan het onderzoek waarvan 12

jongens en 5 meisjes (cfr. tabel 3).

Alle proefpersonen waren afkomstig uit de provincies Oost-Vlaanderen, West-

Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Limburg. Volgende inclusiecriteria werden

Page 10: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

9

gehanteerd: Nederlands was de moedertaal, de aard van de relatie tussen de

volwassene en de kinderen was niet van belang en de kinderen hadden een

maximale leeftijd van vijf jaar en een normale (taal)ontwikkeling. De meeste

proefpersonen waren familieleden en/of kennissen of mensen uit de omgeving van

de onderzoekers. Met hen werd telefonisch, via e-mail of face-to-face contact

opgenomen. Ook werden er in een kinderdagverblijf briefjes achtergelaten.

Geïnteresseerde volwassenen konden daar hun gegevens achterlaten (cfr. appendix

1).

Tabel 1: Aantal en leeftijd (gemiddelde en range) van de volwassen proefpersonen gerekruteerd door de zeven huidige masterstudenten.

Mannen Vrouwen

Aantal 15 23 Gemiddelde leeftijd (in jaren) 33,7 29,8 Range (in jaren) 28 – 43 25 – 34

Tabel 2: Aantal en leeftijd (gemiddelde en range) van de kinderen gerekruteerd door de zeven huidige masterstudenten.

Kinderen

Aantal 28 Gemiddelde leeftijd (in maanden) 26,8 Range (in maanden) 1 – 59

Tabel 3: Aantal en gemiddelde leeftijd van de proefpersonen gerekruteerd door L Depester en J. De Vis.

Mannen Vrouwen

Aantal 7 10 Gemiddelde leeftijd (in jaren) 39 38

In een eerste fase van het onderzoek werd in samenspraak met de zeven

onderzoekers een informed consent en een vragenlijst over de (taal)ontwikkeling van

het kind opgesteld (cfr. appendices 2 en 3). Voorafgaand aan de eigenlijke opnames

werd het informed consent aan de volwassen proefpersoon ter ondertekening

voorgelegd. In tweede instantie werd de vragenlijst bij de proefpersonen thuis door

één van de onderzoekers afgenomen.

Page 11: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

10

Procedure

Opnamesituatie

Bij de verschillende proefpersonen werden thuis digitale opnames geregistreerd. Van

elke volwassen proefpersoon werd een sample met volwassengerichte spraak en

een sample met kindgerichte spraak opgenomen. Voor de volwassengerichte

opname werd er een spontaan gesprek gevoerd met de onderzoeker over

dagdagelijkse onderwerpen. Vervolgens werd een kindgerichte opname

geregistreerd waarbij er aan de volwassenen werd gevraagd om spontaan in verbale

interactie te gaan met het kind. Voor deze opnames werd gebruik gemaakt van

speelgoed dat zo min mogelijk lawaai maakte zoals puzzels, boeken, knuffels, ….

Uitzonderlijk vond de opname bij één kind plaats op de verzorgingstafel. Bij geen

enkele opname was de spraak van de proefpersonen aan richtlijnen gebonden. Er

werd gevraagd om zo spontaan mogelijk te interageren met het kind.

Ter afronding van de opnamefase werd aan de proefpersonen het eigenlijke doel van

onze masterproef meegedeeld, namelijk de evolutie van de toonhoogte, intonatie en

spreeksnelheid in functie van de leeftijd van het kind nagaan.

Opnametechniek

De volwassengerichte en kindgerichte opnames gebeurden aan de hand van een

externe USB-microfoon (Samson C01U Studio Condensator Microfoon) die

aangesloten werd op de laptop van de onderzoeker. Omdat elke onderzoeker een

ander type laptop had, werd er gebruik gemaakt van een USB-microfoon. Op deze

manier waren alle opnames kwalitatief van hetzelfde niveau.

De microfoon werd eenmalig als standaardmicrofoon ingesteld. Hierbij werd de

gevoeligheid van de microfoon aangepast om de signaalruisverhouding te

optimaliseren. Op een schaal van 0 tot 100 werd de gevoeligheid vastgelegd op 60 à

70. De microfoon stond op een statief dat geplaatst werd op minstens 30 centimeter

van de laptop. Op deze manier werd er zo min mogelijk ruis van de laptop

geregistreerd.

De opnames werden opgenomen in Praat (Boersma en Weenink, 2009) met een

samplingfrequentie van 22050 Hz. De opnames werden opgeslagen als WAV-

bestand onder een specifieke code als bestandsnaam.

Page 12: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

11

Code

De code bestond uit een combinatie van cijfers en letters zoals bijvoorbeeld

71V31ADV27. Hieruit kwamen verscheidene gegevens naar voren. Elke onderzoeker

kreeg een identificatienummer. Dit werd het eerste cijfer van de code. Het tweede

cijfer gaf het volgnummer van de volwassen proefpersoon (per onderzoeker) aan. Dit

cijfer werd gevolgd door een V of een M dat het geslacht van de volwassen

proefpersoon aangaf. V stond voor vrouwelijk, M voor mannelijk. Hierna werd de

leeftijd van de volwassen proefpersoon in jaren weergegeven. Na de leeftijd werd

het type opname verduidelijkt: AD stond voor volwassengericht, CD stond voor

kindgericht. Dit werd gevolgd door een V of een M dat het geslacht van het kind

weergaf: V stond voor vrouwelijk, M voor mannelijk. Als laatste werd de leeftijd van

het kind in maanden weergegeven (cfr. appendix 4).

Opname

In totaal werden er 114 opnames gemaakt met een totale opnameduur van 456

minuten 55 seconden en een gemiddelde duur van 4 minuten en 9 seconden. (cfr.

tabel 4). Dit betreft 42 kindgerichte en 38 volwassengerichte opnames gemaakt door

de zeven huidige masterstudenten. Daarbij werden 17 volwassen- en 17 kindgerichte

opnames gevoegd, opgenomen door L. Depester en J. de Vis (masterstudenten

2010-2011). Er werden 55 volwassengerichte opnames gemaakt met een

gemiddelde duur van 4 minuten en 52 seconden en 59 kindgerichte opnames met

een gemiddelde duur van 4 minuten en 53 seconden. Zes volwassen- en zes

kindgerichte opnames kwamen niet in aanmerking voor analyse omwille van een

slechte signaalruisverhouding.

Tabel 4: Aantal en duur van de opnames

Aantal Duur

Totaal 114 456 minuten 55 seconden Volwassengericht 55 gem.: 4 minuten 52 seconden Kindgericht 59 gem.: 4 minuten 53 seconden

Verwerking van de opnames

De verwerking van de opnames gebeurde in twee fasen. In een eerste fase werd

elke opname in Praat geannoteerd. Om een zogenaamd textgrid te verkrijgen werd

Page 13: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

12

de “silence threshold” ingesteld, meestal op -30 dB, wat wil zeggen dat alle

fragmenten stiller dan 30 dB onder het luidste fragment van de opname als stilte (en

bijgevolg als een niet-spraakfragment) werden aanzien. Het silence interval label en

het sound interval label werden respectievelijk ingesteld op 0 en 1. Hierdoor

codeerde Praat alle stille momenten als 0, terwijl alle andere momenten als 1 werden

gecodeerd. Aan de hand van het oscillogram, het spectrogram en het geluidssample

werden de posities van de aangegeven grenzen op de annotatiebalk gecontroleerd

en indien nodig aangepast. Enkel uitingen van de bestudeerde volwassene werden

gemarkeerd. In de twee annotatiebalken (WRDS/SENT en SYLL/SENT) werden per

bruikbaar fragment respectievelijk het aantal woorden en het aantal syllabes

genoteerd (cfr. appendix 5 en 6). Adempauzes kregen de code „0‟ en onbruikbare

fragmenten de code „?‟. Als onbruikbaar werden deze fragmenten beschouwd

waarbij twee personen simultaan spraken, waarbij er ander geluid te horen was dan

spraak van de bestudeerde volwassene en hele lange stille fragmenten die

onmogelijk als adempauze konden beschouwd worden. Na annotatie werd het script

„Spreeksnelheid‟ (P. Corthals, 2010) doorlopen om de parameters articulatiesnelheid

en aantal woorden per minuut per opname te bepalen (cfr. appendix 7).

Voor de tweede fase werden de bruikbare fragmenten, niet gecodeerd met „?‟,

geëxtraheerd. De overgebleven fragmenten vormden samen een geluidsketting. Aan

de hand van het spectrogram en het oscillogram werden uitschieters qua frequentie

en luidheid, te wijten aan irrelevante geluiden of storingen manueel uit deze

geluidsketting geëlimineerd. Nadien werd het script „Klemtonen‟ (P. Corthals, 2010)

doorlopen. De parameters voor frequentie enerzijds waren de mediane grondtoon in

Hz, de modulatiediepte in Hz en het modulatietempo in Hz/sec. De parameters voor

intensiteit anderzijds waren de modulatiediepte in dB en het modulatietempo in

dB/sec. De mediane geluidsterkte werd niet gebruikt omdat de afstand tussen de

spreker en de microfoon niet voor alle opnames gegarandeerd identiek was. Voor

zowel frequentie als intensiteit werd voor modulatiediepte en modulatietempo de

interkwartielrange, tussen percentiel 25 en 75, berekend om uitschieters en

artefacten uit te sluiten (cfr. appendix 8).

Page 14: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

13

Vervolgens werden de berekende parameters in een Excel-tabel ingevuld (cfr.

appendix 8). De verschillen tussen de volwassen- en kindgerichte parameters

werden nadien aan een statistische analyse onderworpen via SPSS.

Statistische analyse

Met behulp van IBM SPSS Statistics 19 werd de Kolmogorov-Smirnov-test

uitgevoerd om na te gaan of de variabelen Gaussiaans verdeeld waren. Bij een

Gaussiaanse verdeling werd de correlatie tussen de leeftijd van het kind met andere

variabelen nagegaan. Deze variabelen waren articulatiesnelheid1, spreeksnelheid2,

mediane grondtoon, modulatiediepte3 en modulatietempo4 van zowel toonhoogte als

intensiteit. Indien de correlatie significant (α=0.05) was, werd een univariate lineaire

regressie uitgevoerd.

1 Articulatiesnelheid wordt uitgedrukt in het aantal syllaben per minuut, exclusief pauzes.

2 Spreeksnelheid wordt uitgedrukt in het aantal woorden per minuut, inclusief pauzes.

3Toonhoogtemodulatiediepte is het verschil tussen de hoogste en de laagste frequentie (in Hz). Outliers

werden uitgesloten door enkel waarden binnen de interkwartielrange te includeren. Intensiteitsmodulatiediepte is het verschil tussen de luidste en stilste intensiteit (in dB). Outliers werden uitgesloten door enkel waarden binnen de interkwartielrange te includeren. 4 Toonhoogtemodulatietempo is het aantal toonhoogtesprongen (in Hz/sec) dat gemaakt wordt in een

tijdsinterval van één seconde. Outliers werden uitgesloten door enkel waarden binnen de interkwartielrange te includeren. Intensiteitsmodulatietempo is het aantal intensiteitssprongen (in dB/sec) dat gemaakt wordt in een tijdsinterval van één seconde. Outliers werden uitgesloten door enkel waarden binnen de interkwartielrange te includeren.

Page 15: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

14

Resultaten

In eerste instantie werd de Kolmogorov-Smirnov-test5 als normaliteitstoets gebruikt.

Hierbij werd het significantieniveau vastgelegd op α=0,05. Elke variabele bleek

Gaussiaans verdeeld te zijn (cfr. tabel 4).

Tabel 4: Resultaten van de Kolmogorov-Smirnov-test

Nulhypothese Gemiddelde (M)

Standaarddeviatie (SD)

Significantie (p)

De leeftijd van het kind (in maanden) (*)

25,58

14,85

0,387

De verandering in spreeksnelheid (in woorden/minuut) (*)

-52,70

44,83

0,937

De verandering in articulatiesnelheid (in syllaben/seconde) (*)

-0,56

1,01

0,538

De verandering in toonhoogtemodulatiediepte (in Hz) (*)

39,12

27,62

0,748

De verandering in mediane grondtoon (in Hz)

22,37

22,35

0,580

De verandering in toonhoogtemodulatietempo (in Hz/sec) (*)

8,03

31,47

0,561

De verandering in intensiteitsmodulatiediepte (in dB) (*)

0,18

2,28

0,183

De verandering in intensiteitsmodulatietempo (in dB/sec) (*)

-6,08

11,51

0,970

(*) parameter is normaal verdeeld volgens Kolmogorov-Smirnov-test

Aangezien alle variabelen Gaussiaans verdeeld waren, was het mogelijk om de

Pearson correlatiecoëfficiënt te berekenen. Op die manier werd nagegaan of er een

verband bestond tussen de leeftijd van het kind en de andere variabelen. Het

significantieniveau werd vastgelegd op α=0,05. Tussen de leeftijd van het kind en de

verandering in intensiteitsmodulatietempo werd een zeer zwakke positieve correlatie

5 Om na te gaan of continue variabelen Gaussiaans verdeeld zijn, wordt de Kolmogorov-Smirnov-test

uitgevoerd.

Page 16: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

15

(r= 0,095) gevonden. Tussen de leeftijd van het kind enerzijds en de verandering in

mediane grondtoon (r= -0,192) en de verandering in toonhoogtemodulatietempo (r=

-0,160) anderzijds werden zeer zwakke negatieve correlaties gevonden. Deze drie

correlaties waren echter niet significant (cfr. tabel 5).

Tabel 5: Niet-significante correlaties met de leeftijd van het kind.

n= 57

Verandering in …

Pearson correlatiecoëfficiënt (r)

Significantie (p)

Mediane grondtoon -0,192 0,153 Toonhoogtemodulatietempo -0,160 0,233 Intensiteitsmodulatietempo 0,095 0,482

Een significant verband werd gevonden tussen de leeftijd van het kind en de

verandering in spreeksnelheid, in articulatiesnelheid, in toonhoogtemodulatiediepte

en in intensiteitsmodulatiediepte (cfr. tabel 6). Een univariate lineaire regressie werd

bij mannen en vrouwen apart berekend voor de variabelen met een significante

correlatie met de leeftijd van het kind. Op die manier werd nagegaan of deze voor

mannen en vrouwen verschilde en, zo ja, in welke zin.

Tabel 6: Significante correlaties met de leeftijd van het kind.

n= 57

Verandering in …

Pearson correlatiecoëfficiënt (r)

Significantie (p)

Spreeksnelheid 0,582 <0,001 Articulatiesnelheid 0,304 0,022 Toonhoogtemodulatiediepte -0,443 0,001 Intensiteitsmodulatiediepte 0,320 0,015

Verandering in spreeksnelheid

De correlatie tussen de verandering in spreeksnelheid en de leeftijd van het kind was

zeer sterk significant (p<0,001). De correlatiecoëfficiënt (r= 0,582) toonde aan dat het

om een matig verband ging waarbij het aantal woorden per minuut toenam naarmate

het kind ouder was. Een onderscheid op basis van geslacht toonde aan dat zowel

voor mannen als voor vrouwen een matig verband bekomen werd (mannen: r=0,603;

vrouwen: r=0,603). Voor zowel mannen als vrouwen kon 36,4% van de totale

variantie in spreeksnelheid verklaard worden door de leeftijd van het kind (mannen:

R²=0,364 ; vrouwen: R²=0,364). Bij kinderen tot 55 maanden vertraagden vrouwen

Page 17: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

16

hun spreeksnelheid meer dan mannen. Hoe jonger het kind, hoe duidelijker dit naar

voren kwam. Vrouwen spraken tegen de jongste kinderen ongeveer 100 woorden

minder per minuut dan tegen volwassenen. Mannen daarentegen spraken ongeveer

80 woorden minder per minuut. Vervolgens nam de spreeksnelheid toe naarmate het

kind ouder was, waarbij er nog steeds trager werd gesproken dan tegen

volwassenen, zolang het ging om kinderen jonger dan 55 maanden. Rond de leeftijd

van 55 maanden spraken zowel mannen als vrouwen even snel tegen kinderen als

tegen volwassenen (cfr. grafiek 1).

Grafiek 1: Regressielijn voor de verandering in spreeksnelheid in functie van de leeftijd van het

kind

Verandering in articulatiesnelheid

Er was een significante correlatie tussen de verandering in articulatiesnelheid en de

leeftijd van het kind (p= 0,022). Een matig verband werd aangetoond tussen beide

variabelen (r= 0,304) waarbij het aantal syllaben per seconde steeg naarmate het

kind ouder was. Wanneer er onderscheid werd gemaakt tussen mannen en vrouwen

bleek er bij de mannen nauwelijks een correlatie (r=0,071) te zijn. Bij de vrouwen

daarentegen was er een matige correlatie (r= 0,594). De regressiefunctie toonde de

Page 18: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

17

verandering in articulatiesnelheid in functie van de leeftijd van het kind, althans bij

vrouwen. Tegen heel jonge kinderen spraken vrouwen ongeveer één tot twee

syllaben minder per seconde dan tegen volwassenen. Tot de leeftijd van 45

maanden nam het aantal syllaben per seconde toe, maar de articulatiesnelheid was

nog altijd trager dan bij volwassengerichte spraak. Na deze leeftijd lag het aantal

syllaben per seconde zelfs enigszins hoger in kindgerichte spraak dan in

volwassengerichte spraak. 35,3% van de totale variantie werd bij vrouwen verklaard

door de leeftijd van het kind (cfr. grafiek 2).

Grafiek 2: Regressielijn voor de verandering in articulatiesnelheid in functie van de leeftijd van het kind.

Verandering in toonhoogtemodulatiediepte

Tussen de verandering in toonhoogtemodulatiediepte en de leeftijd van het kind werd

een zeer sterke significante correlatie (p= 0,001) bekomen. Er werd een grotere

toonhoogtemodulatiediepte gehanteerd bij kindgerichte spraak dan bij

volwassengerichte spraak. Hoe ouder het kind was, hoe minder uitgesproken de

toonhoogtemodulatiediepte was en omgekeerd. Dit bleek uit de negatieve

correlatiecoëfficiënt (r= -0,443). Deze correlatie was minder uitgesproken bij mannen

Page 19: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

18

dan bij vrouwen (mannen: r= -0,105; vrouwen: r= -0,628). Wanneer vrouwen spraken

tegen een kind van jonger dan 1 maand vergrootten ze de modulaties van hun

toonhoogte, vergeleken met de intonatiesprongen die ze gebruikten tegenover

volwassenen. Deze uitbreiding van de modulatiediepte nam af naarmate het kind

ouder was. Kort na de leeftijd van 60 maanden was de toonhoogtemodulatiediepte in

kindgerichte spraak gelijklopend aan deze in volwassengerichte spraak. Bij vrouwen

kon 39,4% van de totale variantie in toonhoogtemodulatiediepte (R²= 0,394)

verklaard worden door de leeftijd van het kind (cfr. grafiek 3).

Grafiek 3: Regressielijn voor de verandering in toonhoogtemodulatiediepte in functie van de

leeftijd van het kind.

Verandering in intensiteitsmodulatiediepte

Er werd een significante correlatie gevonden tussen de verandering in de

intensiteitsmodulatiediepte en de leeftijd van het kind (p= 0,015). Op basis van de

correlatiecoëfficiënt (r= 0,320) kon aangetoond worden dat naarmate het kind ouder

was de intensiteitsmodulatiediepte toenam. Die tendens was bij mannen niet

zichtbaar (r=0,045). In tegenstelling tot de mannen was er bij de vrouwen een matige

correlatie aanwezig (r= 0,456). Aanvankelijk spraken vrouwen met een kleinere

Page 20: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

19

intensiteitsmodulatiediepte tegen kinderen dan tegen volwassenen. Dit verschil nam

af tot de leeftijd van 24 maanden. Vanaf dat moment spraken vrouwen met een

grotere intensiteitsmodulatiediepte tegen kinderen dan tegen volwassenen. De

stijging in intensiteitsmodulatiediepte was recht evenredig met de leeftijd van het

kind. In vergelijking met volwassengerichte spraak kromp de

intensiteitsmodulatiediepte in met 2,5 dB in spraak tegen kinderen van 0 maanden.

Rond de leeftijd van 55 maanden nam de modulatiediepte met 2,5 dB toe ten

opzichte van volwassengerichte spraak. 20,8% van de totale variantie in

intensiteitsmodulatiediepte bij vrouwen kon verklaard worden door de leeftijd van het

kind (R²= 0,208) (cfr. grafiek 4).

Grafiek 4: Regressielijn van de verandering in intensiteitsmodulatiediepte in functie van de leeftijd van het kind.

Page 21: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

20

Discussie

Er werd een hogere mediane grondtoon verwacht in parentese dan in

volwassengerichte spraak, waarbij deze afneemt naarmate het kind ouder wordt. Uit

de resultaten blijkt inderdaad dat hoe ouder het kind wordt, hoe minder de mediane

grondtoon nog verhoogd wordt. Deze tendens wordt wel teruggevonden, maar is niet

significant aantoonbaar. Verder blijkt dat hoe ouder het kind wordt, hoe minder

toonhoogtesprongen en meer intensiteitssprongen per seconde gemaakt worden.

Deze correlaties zijn eveneens niet significant. Een mogelijke verklaring hiervoor kan

een te kleine steekproef met een beperkt aantal heel jonge kinderen, tussen nul en

twaalf maanden, zijn.

In de hypothese wordt gesteld dat tegen heel jonge kinderen met een hogere

spreeksnelheid zou gesproken worden. Uit de resultaten komt het tegenovergestelde

naar voren: tegen jongere kinderen wordt trager gesproken dan tegen oudere

kinderen. Liu constateert dat er trager wordt gesproken tegen preverbale kinderen

als gevolg van een langere klinkerduur (Liu, 2009). Een tragere spreeksnelheid

vergemakkelijkt de imitatie van het mondbeeld (Green, 2010). Het is ook mogelijk dat

op deze manier het kind gemakkelijker de klanken die samen een woord vormen uit

de klankenstroom kan extraheren omwille van een toegenomen auditieve

verwerkingstijd.

Naarmate het kind ouder wordt, spreken de volwassenen met een toenemende

articulatiesnelheid. Wanneer dit voor mannen en vrouwen apart bekeken wordt, is

deze algemene bevinding voor mannen niet meer geldig. Bij mannen is er een lichte

daling van de articulatiesnelheid merkbaar. Dit zou er op kunnen wijzen dat de

kindgerichte spraak van mannen gekenmerkt wordt door nadrukkelijkere

articulatorische manoeuvres.

De leeftijd van het kind heeft een duidelijk effect op de toonhoogtemodulatiediepte

die volwassenen hanteren bij het gebruik van parentese. Er treedt een uitgebreidere

toonhoogtemodulatie op in vergelijking met volwassengerichte spraak. Hoe jonger

het kind, hoe meer uitgesproken deze modulatie is. Dit komt overeen met de

bevinding van Liu, die constateert dat er een grotere toonhoogtevariatie is bij

preverbale kinderen (Liu, 2009). Ook Cooper stelt vast dat de toonhoogterange en

Page 22: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

21

-variatie groter zijn bij kinderen van één maand dan bij kinderen van vier maanden.

Voor oudere kinderen kan er echter niet vergeleken worden met Cooper aangezien

deze niet in zijn onderzoek opgenomen worden (Cooper, 1997). Diverse auteurs

geven aan dat bepaalde woorden aanvankelijk beklemtoond worden door deze hoger

en luider uit te spreken. De syntactische opbouw van de uiting wordt door dit

prosodiepatroon verduidelijkt (Bergeson, 1999; D‟odorico, 2006; Fernald, 1991).

Naarmate het kind ouder wordt en het zich qua taalbeheersing verder ontwikkelt,

daalt de toonhoogtemodulatiediepte van zijn volwassen gesprekspartners. Dit zou

verklaard kunnen worden door het feit dat onder invloed van een toenemende

taalontwikkeling de prosodische beklemtoning van morfosyntactische informatie

minder noodzakelijk wordt om het taalleerproces of de verstaanbaarheid te

ondersteunen. In andere studies komen tegengestelde resultaten naar voren.

Kitamura stelt vast dat bij pasgeborenen zowel in het Amerikaans Engels als in het

Thais vooral geruststellend gesproken wordt. Deze spraak kenmerkt zich in beide

talen door een kleine toonhoogterange (Kitamura, 2002). In een toontaal zoals het

Thais hanteert men een ander intonatiepatroon dan in een niet-toontaal zoals het

Nederlands. Amerikaans Engels en Nederlands zijn beiden Germaanse talen, maar

beide talen hanteren daarom niet noodzakelijk eenzelfde intonatiepatroon. Dit zou

de tegengestelde resultaten kunnen verklaren. Mogelijks zijn de

opnameomstandigheden (instructies, setting, …) ook oorzaken van verschillen in

uitkomst.

Op vlak van toonhoogtemodulatiediepte zijn er duidelijke verschillen tussen mannen

en vrouwen. De stijging van de toonhoogtemodulatiediepte is bij mannen veel minder

uitgesproken dan bij vrouwen en varieert nauwelijks met de leeftijd. Mannen zullen in

interactie met een kind hun spraak minder aanpassen qua variatie in toonhoogte. Dit

kan misschien verklaard worden doordat mannen na de geboorte minder tijd met het

kind doorbrengen dan vrouwen. Het zijn immers de vrouwen die over het algemeen

de eerste maanden en/of jaren na de bevalling het grootste deel van de zorg op zich

nemen en het meest tijd met het kind doorbrengen. Veel moeders kiezen voor

borstvoeding en het zwangerschapsverlof duurt langer dan het vaderschapsverlof.

Enkele maanden na de geboorte gaat het kind naar een onthaalmoeder of

kinderopvang waar voornamelijk vrouwen tewerkgesteld worden. Op een leeftijd van

2,5 jaar gaat het kind naar school en is de kans op het hebben van een vrouwelijke

Page 23: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

22

kleuterjuf groot. Het kan dus zijn dat vrouwen hun spraak en prosodisch patroon

aanpassen aan het kind omdat ze beter aanvoelen hoe ver het kind al staat op vlak

van spraak- en taalontwikkeling. Indien mannen evenveel tijd met het kind

doorbrengen als vrouwen zouden identieke aanpassingen in hun spraak en

prosodisch patroon misschien zichtbaar worden. Niet alleen de daling van de

toonhoogtemodulatiediepte is verschillend tussen mannen en vrouwen. Ook de

toonhoogtemodulatiediepte zelf is bij mannen in spraak gericht aan pasgeborenen

kleiner dan bij vrouwen. Door de structuur van de mannelijke larynx zijn er minder

mogelijkheden in het frequentiebereik (Postma, 2005). Mannen kunnen hun

spreektoonhoogte wel verhogen, maar zitten misschien te snel tegen de bovengrens

van hun register waardoor er niet met nog grotere toonhoogtesprongen gesproken

kan worden. Hierdoor spreken mannen over het algemeen monotoner dan vrouwen.

Tot de leeftijd van 24 maanden is er een verminderde intensiteitsmodulatiediepte bij

vrouwelijke parentesespreeksters, het meest uitgesproken bij de jongste kinderen.

Na de leeftijd van 24 maanden neemt de intensiteitsmodulatiediepte toe naarmate

het kind ouder wordt. Tegen pasgeborenen wordt minder gevarieerd in intensiteit om

het kind, althans volgens Stern (1983), niet overmatig te stimuleren zodat het de

omgeving rondom zich op een rustige manier kan verkennen. Ook de

geruststellende, bemoederende houding die men meestal ten opzichte van het kind

aanneemt, kan hiervoor een verklaring zijn. Naarmate het kind meer gaat spreken en

de omgeving op een actievere manier gaat verkennen, hebben vrouwen blijkbaar

intuïtief de neiging om meer intensiteitsvariatie te gebruiken. Verder wordt een groot

verschil vastgesteld tussen mannen en vrouwen. In tegenstelling tot de

intensiteitsmodulatiediepte bij vrouwen vertoont deze bij mannen geen inkrimping ten

opzichte van volwassengerichte spraak. Het is opvallend dat er bij mannen amper

een verschil optreedt tussen kindgerichte en volwassengerichte spraak. Dit verschil

vertoont een beperkte toename naarmate het kind ouder wordt. Een mogelijke

verklaring hiervoor kan net zoals bij toonhoogtemodulatiediepte de mate van contact

met het kind zijn. Het zijn vooral vrouwen die over het algemeen het grootste deel

van de zorg voor het kind op zich nemen, waardoor zij waarschijnlijk het niveau van

de spraak- en taalontwikkeling beter kunnen inschatten en hun spraak hieraan

kunnen aanpassen. Mannen daarentegen staan op vlak van de verzorging meer aan

de zijlijn. Het is mogelijk dat mannen proberen intimidatie te vermijden, omdat

Page 24: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

23

opvallende intensiteitssprongen, zeker in afwezigheid van toonhoogtevariatie,

misschien agressief zouden kunnen overkomen, zeker ten opzichte van een kind

waarmee men minder vaak omgaat. Tenslotte zou ook hier de mate van

stembeheersing kunnen meespelen in het nadeel van mannen.

Belangrijk om te vermelden is dat zowel bij de verandering in articulatiesnelheid,

toonhoogtemodulatiediepte en intensiteitsmodulatiediepte bij vrouwen als bij de

verandering in spreeksnelheid bij mannen en vrouwen er meer dan de helft van de

variantie kan verklaard worden door andere factoren dan de leeftijd van het kind.

Opmerkelijk is dat bij mannen de verandering in articulatiesnelheid,

toonhoogtemodulatiediepte en intensiteitsmodulatiediepte slechts in zéér beperkte

mate verklaard kunnen worden door de leeftijd van het kind. Uit dit onderzoek

kunnen geen andere factoren afgeleid worden. Deze andere factoren zijn misschien

het geslacht van het kind of de mate van contact met het kind.

Verder onderzoek is noodzakelijk om de resultaten van de huidige studie te

bevestigen of te verwerpen. Toonhoogtemodulatietempo en

intensiteitsmodulatietempo in parentese worden in deze studie immers voor het eerst

onderzocht. Het is wenselijk om een grotere steekproef te nemen waarbij meer

kinderen tussen nul en twaalf maanden geïncludeerd worden. Dit zou kunnen

bekomen worden door het inclusiecriterium van de leeftijd van het kind te

verscherpen. Ook zou er geopteerd kunnen worden voor een longitudinale studie

waarbij verschillende volwassenen tegen eenzelfde kind op verscheidene

opeenvolgende tijdstippen spreken. Er zou eveneens een vergelijking gemaakt

kunnen worden tussen het Nederlands en andere talen die geen toontaal zijn. Om

het verschil tussen mannen en vrouwen verder te onderzoeken, zou er een

onderzoek opgezet kunnen worden waarbij vier groepen vergeleken worden. Op

deze manier kan nagegaan worden of de mate van contact met het kind een rol

speelt. De eerste en tweede groep bestaan respectievelijk uit mannen en vrouwen

die het grootste deel van de zorg op zich nemen. Een derde en vierde groep bestaan

respectievelijk uit mannen en vrouwen die minder tijd met kinderen kunnen

doorbrengen.

Page 25: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

24

Conclusie

Samenvattend kunnen we zeggen dat de mediane grondtoon en de snelheid

waarmee de toonhoogte- en intensiteitssprongen gemaakt wordt in parentese wel

wijzigen, vergeleken met spraak gericht tot volwassenen, maar dat deze wijzigingen

niet kunnen gerelateerd worden aan de leeftijd van het kind. In vergelijking met

volwassengerichte spraak wordt er tegen het preverbale kind voornamelijk trager,

met meer toonhoogtevariatie en minder intensiteitvariatie gesproken. Deze

aanpassingen verdwijnen langzaam naarmate het kind ouder en meer verbaal wordt.

Bij vrouwen zijn deze aanpassingen meer uitgesproken dan bij mannen. Toch dienen

deze resultaten met voldoende voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden aangezien

een groot deel van de variantie door andere factoren verklaard moet worden. Ook

kan moeilijk van een algemeen kantelmoment gesproken worden aangezien dit

moment voor de verschillende variabelen telkens op een andere leeftijd ligt. Hiervoor

is verder onderzoek nodig waarbij tevens nog meer jonge kinderen, tussen 0 en 12

maanden, worden geïncludeerd en waarbij de steekproef nog groter is.

Dankwoord

Deze masterproef werd tot een goed einde gebracht dankzij de hulp en steun van

verschillende mensen. In eerste instantie willen wij onze promotor Prof. Dr. P.

Corthals bedanken voor de nodige ondersteuning bij het maken en analyseren van

de opnames, het uitvoeren van de statistische analyse en het kritisch evalueren van

deze masterproef. Daarnaast willen we ook onze medestudenten L. Desmet, M.

Noreille, F. Ongenaert en S. Tarras bedanken voor de hulp bij het verzamelen en het

annoteren van de spraaksamples. Ook de proefpersonen willen we bedanken voor

hun bereidwillige medewerking. Tenslotte willen wij ook onze ouders en vrienden

bedanken voor de morele steun tijdens het tot stand komen van de masterproef.

Page 26: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

25

Appendices

Appendix 1: Aanmeldingsbrief kinderdagverblijf

Hallo,

Mijn naam is Lynn Desmet. Ik ben een studente Logopedie en zit momenteel in mijn Masterjaar. In

het kader van mijn thesis, onderzoek ik het een en het ander rond communicatie tussen ouders en

hun kinderen. Hiervoor heb ik nog wat proefpersonen nodig. Het onderzoek houdt niet veel in. Enkel

een opname van een kort interview met de ouder (5-tal minuutjes) en een opname van een spontaan

gesprek tussen ouder en kind (5-tal minuutjes). Indien uw kind tussen de 0 en 5 jaar is en u even tijd

kan vrijmaken om mee te werken aan mijn onderzoek, vul dan hieronder uw gsmnr./telnr./e-

mailadres in, dan neem ik contact met u op.

U zou mij hier alvast een groot plezier mee doen!

Vriendelijke groeten!

Lynn Desmet

Gsmnr.:…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Telnr.:…………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

e-mailadres:………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Page 27: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

26

Appendix 2: Informed consent

Geachte,

Wij vormen een groep van 7 masterstudenten van de opleiding logopedische en

audiologische wetenschappen aan de Universiteit Gent (afstudeerrichting:

logopedie). In het kader van onze masterproef gaan wij de communicatie en

interactie na tussen ouder of verzorger en kind. Voor dit onderzoek hebben we twee

geluidsopnames nodig van u als spreker :

• Een opname van uzelf sprekend tot het kind

• Een opname van uzelf sprekend tot iemand uit onze groep

Het spreekt voor zich dat de geluidsopnames enkel en alleen voor

onderzoeksdoeleinden gebruikt worden. We garanderen complete anonimiteit, dus

uw naam wordt nergens bewaard en waarover u spreekt is voor dit onderzoek ook

niet van belang. Bovendien kunt u op elk moment beslissen om uw deelname aan dit

onderzoek op te zeggen. Verder delen wij u graag, indien u dit wenst, de resultaten

van dit onderzoek mee.

Bij voorbaat hartelijk dank voor uw deelname,

Lynn Desmet, Jana Maene, Marieke Noreille, Fauve Ongenaert, Stephanie Tarras,

Magali Van Wambeke, Sandrine Vandenberghe

Page 28: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

27

Ondergetekende ________________________________________(naam),

Ouder

Voogd

Andere:__________________

van___________________________________________________(naam), bevestigt

hierbij voldoende informatie te hebben gekregen over het onderzoek in functie van

de masterproef uitgewerkt door masterstudente

logopedie_______________________ .

Ik weet dat de geluidsopnames enkel voor onderzoeksdoeleinden gebruikt worden

en dat ik mijn deelname aan dit onderzoek elk moment kan opzeggen indien ik dit

nodig acht.

Bij deze bevestig ik akkoord te zijn met mijn deelname aan het onderzoek.

Datum: __/__/____

Handtekening:

Page 29: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

28

Appendix 3: Vragenlijst

CODE:…………………………………..

Opnamedatum : ……………………….

Gelieve onderstaande vragen over uzelf en het kind in te vullen.

U bent:

o Man

o Vrouw

Wat is uw relatie tot het kind?

o Ouder

o Voogd

o Andere:

…………………………………………………………………………………………

………………………………………..

Wat is uw beroep?

.................................................................................................................................

Wat is uw leeftijd?

..................................................................................................................................

Hoeveel kinderen telt uw gezin?

…………………………………………………………………………………………………

……….

Indien u meer dan 1 kind heeft, als hoeveelste in de rij is dit kind geboren?

……………………………………….

Wat is het geslacht van het kind?

o Jongen

o Meisje

Wat is de geboortedatum van het kind?

……………………………………………………………………………………………

Waren er problemen tijdens de zwangerschap of bij de geboorte van het kind? Indien

ja, welke?

…………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………

Page 30: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

29

Heeft het kind medische problemen, zoals bijvoorbeeld het syndroom van Down,

gehoorproblemen, gezichtsproblemen,… ? Indien ja, welke?

…………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………….

Hoe verliep de spraakontwikkeling van het kind tot nu toe? Op welke leeftijd begon

het kind te brabbelen? Op welke leeftijd sprak het kind de eerste woordjes? Was uw

kind vlugger, trager of even snel in vergelijking met broertjes, zusjes of

leeftijdsgenootjes? Zijn er merkwaardigheden?

…………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………….

…………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………….

Welke taal spreekt u wanneer u met het kind spreekt?

o Algemeen Nederlands

o Dialect uit provincie

…………………………………………………………………………………………

…………………..

o Andere:

…………………………………………………………………………………………

………………………………………

Wat is de frequentie van uw contact met het kind?

o Dagelijks

o Wekelijks

o Andere:…………………………………………………………………………………

………………………………………………

Wenst u de groepsresultaten van het onderzoek te ontvangen?

o Ja

o Neen

Page 31: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

30

Appendix 4: Afgesproken code

CODE BETEKENIS VAN DE CODE

72M31CDV27

72M31ADV27

Dit betreft de kindgerichte opname van een man van 31 jaar die

tegen een meisje van 27 maanden spreekt. Deze opname werd

geregistreerd door S. Vandenberghe. De man in kwestie was

haar tweede proefpersoon.

Dit betreft de volwassengerichte opname bij dezelfde man van 31

jaar, eveneens geregistreerd door S. Vandenberghe.

61V29CDM6

61V29ADM6

Dit betreft de kindgerichte opname van een vrouw van 29 jaar die

tegen een jongen van 6 maanden spreekt. Deze opname werd

gemaakt door J. Maene. De man in kwestie was haar eerste

proefpersoon.

Dit betreft de volwassengerichte opname bij dezelfde vrouw van

29 jaar, eveneens geregistreerd door J. Maene.

55M30CDM13

55M30ADM13

Dit betreft de kindgerichte opname van een man van 30 jaar die

tegen een jongen van 13 maanden spreekt. Deze opname werd

gemaakt door M. Van Wambeke. De man in kwestie was haar

vijfde proefpersoon.

Dit betreft de volwassengerichte opname bij dezelfde man van 30

jaar, eveneens geregistreerd door M. Van Wambeke.

46M28CDV11

46M28ADV11

Dit betreft de kindgerichte opname van een man van 28 jaar die

tegen een meisje van 11 maanden spreekt. Deze opname werd

geregistreerd door M. Noreille. De man in kwestie was haar

zesde proefpersoon.

Dit betreft de volwassengerichte opname bij dezelfde man van 28

jaar, eveneens geregistreerd door M. Noreille.

Page 32: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

31

31V34CDV30

31V34ADV30

Dit betreft de kindgerichte opname van een vrouw van 34 jaar die

tegen een meisje van 30 maanden spreekt. Deze opname werd

geregistreerd door F. Ongenaert. De man in kwestie was haar

eerste proefpersoon.

Dit betreft de volwassengerichte opname bij dezelfde vrouw van

34 jaar, eveneens geregistreerd door F. Ongenaert.

21V32CDM28

21V32ADM28

Dit betreft de kindgerichte opname van een vrouw van 32 jaar die

tegen een jongen van 28 maanden spreekt. Deze opname werd

gemaakt door S. Tarras. De man in kwestie was haar eerste

proefpersoon.

Dit betreft de volwassengerichte opname bij dezelfde vrouw van

32 jaar, eveneens geregistreerd door S. Tarras.

11V30CDV37

11V30ADV37

Dit betreft de kindgerichte opname van een vrouw van 30 jaar die

tegen een meisje van 37 maanden spreekt. Deze opname werd

geregistreerd door L. Desmet. De man in kwestie was haar

eerste proefpersoon.

Dit betreft de volwassengerichte opname bij dezelfde vrouw van

30 jaar, eveneens geregistreerd door L. Desmet.

Page 33: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

32

71V31ADV27 61V29ADM6 51V25ADV20 41V32ADM33 31V34ADV30 21V32ADM28 11VAD30V37

71V31CDV27 61V29CDM6 51V25CDV20 41V32CDM33 31V34CDV30 21V32CDM28 11VCD30V37

72M31ADV27 62V37ADV59 52M30ADM1 42M38ADM33 32M36ADV30 22M37ADM28 11V30ADM58

72M31CDV27 62V37CDV59 52M30CDM1 42M38CDM33 32M36CDV30 22M37CDM28 11V30CDM58

73V31ADM20 63V28ADM13 53V27ADV39 43M34ADM56 33V33ADV33 23V33ADV52 14M31ADV37

73V31CDM20 63V28CDM13 53V27CDV39 43M34CDM56 33V33CDV33 23V33CDV52 14M31CDV37

74V26ADV13 65V29ADV49 54V29ADM13 44V27ADM13 34M33ADV33 24M35ADV52 14M31ADM58

74V26CDV13 65V29CDV49 54V29CDM13 44V27CDM13 34M33CDV33 24M35CDV52 14M31CDM58

75M43ADV28 55M30ADM13 45M32ADM13 35V28ADV11 25V33ADV29 17V32ADV53

75M43CDV28 55M30CDM13 45M32CDM13 35V28CDV11 25V33CDV29 17V32CDV53

76V33ADM7 56V27ADV3 46M28ADV11 26M36ADV29 19V30ADV28

76V33CDM7 56V27CDV3 46M28CDV11 26M36CDV29 19V30CDV28

77M31ADM13

77M31CDM13

Page 34: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

33

Appendix 5: Osccillogram, spectrogram en annotatiebalk in Praat

Page 35: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

34

Appendix 6: Illustratie annotaties

Uiting Aantal woorden Aantal syllaben

Nieuw- Zeeland 1 3

allé 1 2

Jaja 1 2

Maja 1 2

Ofzo 1 2

Enzo 1 2

Das waar 2 2

„k heb 2 1

Oesje 1 2

Watte 1 2

Roer maar hoor 3 3

Euh wat zegt een koetje 5 6

Page 36: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

35

Appendix 7: Resultaten script ‘Spreeksnelheid’ (P. Corthals, 2010)

Page 37: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

36

Appendix 8: Resultaten script ‘Klemtonen’ (P. Corthals, 2010)

Page 38: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

37

Bibliografie

Bergeson, T.R., & Trehub, S.E. (1999). Mothers‟ singing to infants and preschool

children. Infant behavior and development, 22 (1), 51-64.

Cooper, R.P., Abraham, J., Berman, S., & Staska, M. (1997). The development of

infants‟ preference for motherese. Infant behavior and development, 20(4), 477-488.

De Moor, G. & Van Maele, G. (2009). Inleiding tot de biomedische statistiek. Leuven

Acco.

D‟Odorico, L. & Jacob, V. (2006). Prosodic and lexical aspects of maternal linguistic

input to late-talking toddlers. International Journal of Language and Communication

Disorders, 41, 293-311.

Englund, K. & Behne, D. (2006). Changes in infant directed speech in the first six

months. Infant and Child Development, 15, 139-160.

Fernald, A. & Mazzie, C. (1991). Prosody and focus in speech to infants and adults.

Developmental psychology, 27(2), 209-221

Green, J.R., Nip, I.S.B., Wilson, E.M., Mefferd, A.S., Yunusova, Y. (2010). Lip

movement exaggerations during infant-directed speech. Journal of Speech,

Language, and Hearing Research, 53, 1529-1542.

Hörnstein, J., Gustavsson, L., Lacerda, F. & Santos-Victor, J. (2009). Multimodal

word learning from infant directed speech. International Conference on Intelligent

Robots and Systems, St Louis,USA.

Kitamura, C., Thanavishuth, C., Burnham, D., & Luksaneeyanawin, S. (2002).

Universality and specificity in infant-directed speech: pitch modifications as a

function of infant age and sex in a tonal and non-tonal language. Infant Behavior and

Development, 24, 372-392.

Liu, H., Tsao, F., Kuhl, P.K. (2009). Age-related changes in acoustic modifications of

Mandarin maternal speech to preverbal infants and five-year-old children: a

longitudinal study. Journal of Child Language, 36, (4)

Page 39: Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen · Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2011-2012 De prosodie van parentese: leeftijdslijn Maene Jana Vandenberghe

38

Postma, G. (2005). De relatie tussen spreektoonhoogte en stemklachten bij leraren in

opleiding. Doctoraalscriptie taalwetenschap/fonetiek. Universiteit Utrecht.

Schön, D., Boyer, M., Moreno, S., Besson, M., Peretz, I., Kolinsky, R. (2007). Songs

as an aid for language acquisition. Cognition, 106(2), 975-983

Soderstrom, M., (2007). Beyond babytalk: Re-evaluating the nature and content of

speech input to preverbal infants. Developmental Review, 27, 501-532

Soderstrom, M., Seidl, A., Kemler Nelson, D.G., & Jusczyk, W. (2003). The prosodic

bootstrapping of phrases: evidence from prelinguistic infants. Journal of Memory and

Language, 49, 249-267.

Stern, D. N., Spieker, S., Barnett, R.K., MacKain, K. (1983). The prosody of maternal

speech: infant age and context related changes. Journal of Child Language, 10, 1-15

Van Borsel, J., (2009). Wetenschappelijk onderzoek in de logopedie. Leuven: Acco.