Realisme in film - WordPress.comRealisme0infilm0...
Transcript of Realisme in film - WordPress.comRealisme0infilm0...
Realisme in film
Kunstbeschouwelijke essay Juul van Stokkom ABV, VT3 2349876 [email protected] 17 december 2015
Realisme in film In hoeverre is het (voor beeldproducenten) mogelijk om realiteit weer te geven? Inleiding In deze kunstbeschouwelijke essay wordt realisme in film en onze hedendaagse beeldcultuur bestudeerd. Als beeldtoeschouwers worden we overspoeld door beelden en dwalen we ergens tussen realiteit en fictie. We twijfelen voortdurend aan het feit of hetgeen waar we naar kijken, echt is. Cinema staat centraal in de relatie tussen illusie en realiteit. Ten eerste zal ik het fenomeen realisme (in film) beschrijven, waarna ik een beknopt beeld schets van filmstromingen die realiteit nastreven. Vervolgens beschrijf ik verschillende opvattingen over het begrip realisme in verband met film. Daarna zoom ik in op onze hedendaagse beeldcultuur waarin realiteit ver te zoeken is. Tot slot onderzoek ik de relatie tussen de toeschouwer en de ervaring van realiteit. Film als nabootsing van de werkelijkheid In onze gehele geschiedenis bestaat al de drang om de werkelijkheid na te bootsen. Zowel in de schilderkunst als beeldhouwkunst zijn realistische kopieën gedurende de gehele geschiedenis tot op de dag van vandaag onophoudelijk geproduceerd. In de Griekse kunst (ongeveer 500 v.Chr.) schilderde Zeuxis al zo natuurgetrouw dat het een precieze weergave van de werkelijkheid leek: vogels wilden pikken van zijn geschilderde druiven. In het realisme (19de eeuw) proberen schilders zoals Gourbet het alledaagse en de gewone mens af te beelden, in plaats van de weergave van mythologische en historische scenes. Hij schetst op deze manier ook een realistische weergave van de werkelijkheid.
Met de komst van fotografie en film opent zich een nieuw hoofdstuk: we zijn nu in staat om de werkelijkheid letterlijk te reproduceren. Door technologische ontwikkelingen kan men met de camera onze omgeving rechtstreeks vastleggen. Cinema is onlosmakelijk verbonden met de materiële wereld. Het nabootsen van de werkelijkheid met de komst van fotografie en film is radicaal anders dan het nabootsen van de werkelijkheid in de schilderkunst of in de literatuur. Mimesis (letterlijk: imitatie, of nabootsing) verwijst in de kunsten naar het vraagstuk over de mogelijkheid om de werkelijkheid na te bootsen. Dit is een terugkerende filosofische en culturele discussie die teruggaat tot Plato en Aristotelis. Er zijn verschillende visies, maar een ding hebben ze gemeen: mimesis wordt tegenover diegesis geplaatst. Mimesis (nabootsing van de werkelijkheid) toont de realiteit en diegesis (nabootsing van de fictieve werkelijkheid) vertelt de realiteit. Film doet een mimetische belofte, omdat film letterlijk, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de
Gustave Courbet, De Steenkloppers, 1849, olieverf op doek, 160 x 259 cm, voormalige Gemäldegalerie Dresden
schilderkunst, in staat is de werkelijkheid te tonen. Daarnaast heeft het medium film de mogelijkheid tot vertellen.1 Realisme is een ingewikkeld begrip; er is niet één waarheid, één realiteit of één ‘realisme’. De term realisme kan naar meerdere dingen verwijzen. Realisme kan gaan over de reële actualiteit, reële sociaal-‐ maatschappelijke thematieken, maar ook over bepaalde reële vormkenmerken of reële uitvoeringen. Realisme kan daarnaast verwijzen naar een perceptie of een bepaalde ideologische constructie.1 Het nabootsen van de realiteit in film kan bovendien resulteren in twee afwijkende benaderingen. Ten eerste kan realisme in de cinema verwijzen naar de geloofwaardigheid van acteurs of gebeurtenissen. Deze manier van realiteit (geloofwaardigheid) is vooral terug te zien in de klassieke Hollywood cinema. In het andere geval verwijst realisme in de cinema naar zijn mechanisme om de werkelijkheid te reproduceren. Dit resulteert vaak in het bevragen van en afzetten tegen bestaande conventies in de Hollywood cinema.2 De mogelijkheid om de werkelijkheid vast te leggen wordt bediscussieerd en onderzocht. Realisme in film Aristotelis zette in Poetics regels op waaraan drama moest voldoen waarbij geloofwaardigheid van belang was. De meeste plots uit Hollywood films staan nog steeds zeer dichtbij Aristotelis’ opvattingen over geloofwaardigheid. Doordat Hollywood cinema gestandaardiseerd is, weten toeschouwers wat ze kunnen verwachten. Ook herkennen we vaste rollen: de held, de schurk, femme fatale etc. Er worden allerlei technologische hulpmiddelen ingezet om fictie geloofwaardiger te maken en het melodrama oneindig in stand te houden.2 Hollywoodfilms zijn al jaren populair onder de massa, die vooral vermaakt wil worden. Door de jaren heen is kunstmatigheid en illusies als fictieve werkelijkheid binnen films gaan gelden. Gecompliceerde lichteffecten, gestileerde objecten, make-‐up en schoonheid is de nieuwe fictieve werkelijkheid binnen films. In het filmproces vindt daarbij een eindeloze herhaling plaats van een en dezelfde scene om een overvloed aan filmmateriaal te hebben. Je kunt je dan afvragen of een expressie zijn intensiteit (en realiteit) verliest. Filmtechniek, montage en filmproces staan in het teken van geloofwaardig spektakel en manipuleren de werkelijkheid. Realisme in film is geen genre en ook geen stroming. Er zijn geen regels en er ligt geen vast onderwerp aan ter grondslag. Tendensen uit realisme in film definiëren zichzelf vaak als een tegenreactie op de bestaande conventies uit de Hollywood films. Ze zagen de werkelijkheid vervagen en wilden terug naar een realistische weergave van de werkelijkheid.1 Realisme in film is daarnaast ontstaan als een concept dat de herkomst van cinematografische beelden en de relatie tussen film en realiteit, onderzoekt. In dit onderzoek bestuderen ze tevens de rol van film in betrekking tot het begrijpen van de wereld waarin we leven. Stijlen binnen realisme in film Er zijn een aantal stijlen/tendensen waarbij de term realisme terug komt. Het poëtisch realisme in Frankrijk, het Neorealisme in Italië, Nouvelle Vague in Frankrijk en, een nog niet zo lang geleden tendens in Denemarken, Dogme 95, zijn daar een van de bekendste van. In elke stijl zijn er andere kenmerken van de manier waarop zij omgaan met realisme in cinema. Vaak laten films uit verschillende stijlen personen of situaties zien die in de heersende (Hollywood) cinema en samenleving amper aan het licht komen. Lokale verhalen en
1 Universiteit Leiden, 2013. 2 Realism in film history (n.d).
onzichtbare sociale groepen, worden zichtbaar. Realisme is daarom vaak politiek geëngageerd. Alledaagse en hedendaagse thema’s komen aan bod.2 In het Poëtisch realisme (interbellum) komen bijvoorbeeld personages (antihelden) aan bod die aan de rand van de samenleving staan. Onderwerpen als werkeloosheid, arbeiders klasse en criminaliteit komen aan bod. 1 Een andere manier waarop stijlen in realisme in film breken met de conventies van fictieve films, is de verandering in de visuele laag; de zogenoemde ‘arm’ uitziende beelden. Op locatie filmen, long shots, amateurs en beeld uit de hand gefilmd, geven toeval een kans en zorgen voor een andere visuele stijl. 2 Films uit het Neorealisme (‘50/’60) gaan bijvoorbeeld op locatie filmen, zonder een voorbedacht plot. Ook gebruiken ze geen professionele acteurs en hanteren een ruige compositie met terughoudende editing. 1 Dogme 95 bedienen camera’s vanuit de hand, wat schokkerige bewegingen oplevert. Als toeschouwer voelt het alsof je er echt bij bent. 3
Documentaires zoeken vaak het grensvlak op tussen feit en fictie. Het is geen tendens uit realisme in film, maar het ligt wel ter grondslag aan het weergeven van een non-‐fictief verhaal in film. Bij fictiefilms accepteren we dat het een constructie is, met een decor, acteurs en rollen. Van documentaires verlangen we echter dat zij ons het waargebeurde verhaal laten zien. Documentaires gaan over de werkelijkheid, over de wereld waarin we leven. We moeten ons echter realiseren dat in documentaires het Wat, het onderwerp, de realiteit weergeeft, maar dat het Hoe, de manier waarop, ook vaak een gereconstrueerd beeld is. 4 Opvattingen over de relatie tussen cinema en realiteit Er is geen eensgezindheid over wat realiteit is en hoe realiteit in film of in beeld een plek krijgt. Zoals ik al eerder beschreef; er zijn meerdere vormen van ‘realisme’. Francesco Casetti, Italiaans filmtheoreticus uit de jaren 50, brengt het begin van het debat in kaart
3 Gyenge, Z., 2009. 4 Aarts, E., 2014, November 18.
Filmsstill uit Ladri di Biciclette van Cesare Zavattini. (Neorealisme) Hedendaags thema komt aan bod: de hoge werkloosheid na de Tweede Wereldoorlog. Antonio vindt een baan als poster plakker.
Scene uit Festen van Thomas Vinterberg (Dogme 95). Visuele stijl is ruig door vanuit de hand te filmen. Het schokkerige beeld geeft de toeschouwer het gevoel er echt bij te zijn.
dat gaat over de relatie tussen cinema en realiteit.5 Hij stelt dat het om twee centrale punten gaat. Ten eerste is er een verzet tegen het beeld als autonoom (venster). Ten tweede is er een verlangen om het pure en de waarheid der dingen bloot te leggen. Cesare Zavattini, scenarioschrijver en filmtheoreticus uit het Neorealisme, vindt dat de ruimte tussen leven en spektakel moet verdwijnen. Elementen uit de alledaagsheid, het normale leven moeten worden opgenomen in de fictie om ervoor te zorgen dat verhalen zo dicht mogelijk bij de realiteit zouden komen. Realiteit wordt als het ware als een verhaal gepresenteerd, een schaduw van de realiteit. Een van de bekendste filmtheoretici over de relatie tussen realiteit en cinema is Andre Bazin. Hij wordt gekenmerkt door zijn obsessie met het reproduceren/vastleggen van de wereld. “De pure verschijning van alles wat in de wereld is”, aldus Bazin.6 Cinema valt samen met de realiteit, waarin de cinema als replica van de wereld geldt. Cinema brengt de kern van realiteit aan het licht en de toeschouwer participeert in deze realiteit (existentieel realisme). De nadruk ligt dus op de relatie tussen het individu en de wereld. Cinema biedt een venster op een collectieve kenbare realiteit. In Bazins ontologisch realisme kenmerkt hij cinema als de vervulling van het menselijke hunkeren naar realistische weergaven. Cinema zou voortkomen uit een natuurlijke behoefte aan mimesis. Absolute objectiviteit in film en fotografie zou daarbij schilderkunst verlossen van de noodzaak de werkelijkheid vast te leggen.5 Siegfried Krakauer, o.a. filmtheoreticus, gaat door op Bazins theorie. Kracauer stelt dat film er is om het bestaan van dingen te reproduceren en te documenteren (functioneel realisme). Voor Krakauer gaat het meer over observatie en documentatie i.p.v. participatie, die in de theorie van Bazin van belang is. 7 Filosoof Stanley Cavell betoogt dat film en fotografie altijd de aanwezigheid van de rest van de wereld zichtbaar maakt. Door films zien we de wereld vanaf een afstand, dat ons terugbrengt naar de wereld waarin we leven en ons dus laat nadenken/reflecteren over onze participatie in de wereld. 7 Filmcriticus Christian Metz, stelt daarentegen dat fotografie en film geen mogelijkheid geven tot de realiteit. Het beeld/kader is niet een kijk in de wereld, maar een spiegel, die toeschouwers hun eigen ideeën en identiteitsgevoel terug spiegelt. Realiteit in onze hedendaagse beeldcultuur Naast cinema, zijn er nog talloze andere beelden die we in een overvloed dagelijks tot ons nemen. Het medialandschap is enorm veranderd de laatste jaren en mede onder de invloed van digitale ontwikkelingen, zijn er steeds meer mogelijkheden binnen het beeld. Mediatechnologieën zoals fotografie, film, televisie, video, internet en mobieltjes produceren een zee aan beelden. De werkelijkheid wordt hierdoor door en door gemedialiseerd.8 Bovendien hebben de technologieën en ontwikkelingen een sterke invloed op de relatie tussen werkelijkheid en fictie binnen een beeld. Objectiviteit maakt plaats voor subjectiviteit, waarin ervaring, beleving en spektakel hoofddoelen zijn geworden.9 Als kijker zweven we ergens tussen feit en fictie. Bovendien beïnvloed beeld de manier waarop we de werkelijkheid waarnemen.
5 Universiteit Leiden, 2013. 6 Philosophy of Film: Realism, (n.d.) (“La pure apparence des etres au monde”(Questions IV, p. 62)). 7 Philosophy of Film: Realism, (n.d.) 8 Smelik, A., 2006. 9 Aarts, E., 2014, November 18.
De aanwezigheid van de camera is enorm van belang. De camera stelt de beeldvervaardiger namelijk in staat om keuzes te maken: kadrering, compositie, belichting, camera-‐afstand, perspectief etc. De camera staat rechtstreeks in contact met de materiële wereld: de camera was exact op die plaats en tijd aanwezig.9 Dat neemt niet weg dat de keuzes die de beeldmaker maakt van enorme invloed zijn voor wat wij als toeschouwers zien en juist niet zien. Fotograaf Jimmy Kets liet onlangs zien hoe hij het mediabeeld van Brussel manipuleerde. Door vanuit een ander perspectief en positie te fotograferen kon hij twee werkelijkheden creëren. In het ene beeld wekt hij angst op, doordat de straten verlaten zijn. In het andere beeld lijkt er niks aan de hand te zijn in de Brusselse winkelstraten. Het gaat er dus om wat de media wil vertellen: een warm welkom of een dreiging. 10 Daarbij resulteert werken met een camera veelal in een gefragmenteerd beeld. 13 Beeldvervaardigers gebruiken allen een frame; de camera. Dat kader laat ons slechts een stukje zien, maar geeft in feite een onvolledig beeld van de werkelijkheid weer doordat het een kader is. Het laat zoveel meer niet zien, dan dat het wel laat zien. Als de keuzes van de beeldmaker het beeld beïnvloeden, is het van enorm belang wie de beeldvervaardiger is en welk doel hij voor ogen heeft. Met een commercieel doeleinde worden er op exact dezelfde plek en tijdstip andere foto’s gemaakt dan dat de beeldmaker esthetische of verhalende doeleinden heeft. In de nieuwsmedia krijgen we maar een beperkt deel van de werkelijkheid te zien. Joris Luyendijk, journalist, toont ons in zijn boek Het zijn net mensen hoe media steeds weer beelden filteren, vervormen en manipuleren. Ten eerste wordt beeld gefilterd, omdat heel veel buiten beeld blijft. Ten tweede is het beeld vervormd, omdat het er anders uitziet dan dat je er bent. Tot slot is beeld gemanipuleerd, omdat een scene vaak is bedacht en gereconstrueerd. Dit beperkte deel van de werkelijkheid heeft veelal te maken met de opvattingen en ideeën van een land of gebied. Nieuws en beeld is toegespitst op de belangen van het eigen land. Als we bijvoorbeeld kijken naar onze beeldvorming van Arabische moslims, Afghanen en mensen uit het Midden-‐Oosten, zien we ze als irrationeel, als mensen die emotioneel reageren. Het is een westerse traditie om er zo naar te kijken. Nieuwsbeelden werken hieraan mee; ze laten precies zien wat wij kennen en dit wakkert onze perceptie over het land aan. Een journaalfimpje dat over het Midden-‐Oosten gaat, zal in het
10 Leijten, J., 2015, November 24.
Foto’s van Jimmy Kets van Brussel. Manipulatie van beeld.
openingsshot waarschijnlijk beginnen met een beeld van een moskee, ondanks het feit dat de moskee niets met het verhaal te maken heeft.11 In onze beeld/mediacultuur zijn we op zoek naar betekenis en duiding, een soort waarheid en authenticiteit. We willen het echt voelen, echt beleven. We kunnen dit fenomeen bijvoorbeeld zien in onze toegenomen belangstelling voor documentaire en reality tv. Het echt willen beleven en voelen, kan bovendien een logisch antwoord zijn op de vraag waar de drang en hunkering naar het weergeven van de werkelijkheid vandaan komt: de hang naar authenticiteit. Tegelijkertijd gaat het in de praktijk precies andersom; door het echte willen beleven en voelen, zijn allerlei fenomenen ontstaan om die beleving aan te wakkeren. Joseph Pine en James Gillmore, Amerikaanse economen, spreken ook wel van een ‘beleveniseconomie’ waarin we beland zijn. De massa moet vermaakt worden en op allerlei manieren geprikkeld worden met belevenissen; een groot spektakel. Het wordt meer show dan reality.12 Het ware nepleven In de jaren 70 zag de Franse Filosoof Baudrillard al een hyperrealiteit (letterlijk: boven-‐realiteit) ontstaan. Baudrillard stelt dat het contact met de echte wereld is verloren. We hebben een beeld van de werkelijkheid door wat we in de onze beeldcultuur zien. De realiteit plaats hij hiermee lijnrecht tegenover de door de beeldcultuur gecreëerde illusie van de werkelijkheid, hyperrealiteit. 13 De hele wereld is tot in zijn uithoeken gemedialiseerd. We kennen de wereld nog maar nauwelijks uit eigen ervaringen. De wereld hoe wij die kennen, bestaat hoofdzakelijk uit beelden, waarvan we nog amper onderscheid kunnen maken tussen echt en nep. Fictieve beelden beïnvloeden steeds meer hoe wij de werkelijkheid gaan zien. Bij de beelden van de ineenstortende Twin Towers moesten bijvoorbeeld veel televisiekijkers denken aan een Hollywoodfilm. 14 Beelden kunnen nog verwijzen naar iets reëels, maar gaan steeds meer hun eigen leven leiden. Ze zijn een eigen werkelijkheid gaan vormen met een eigen inhoud. Ze vormen geen afspiegeling meer van het leven, maar het leven wordt een afspiegeling van de beelden. 15 Dat we kunnen twijfelen aan de echtheid van beeld en dat beeld onze perceptie van werkelijkheid beïnvloed, is duidelijk. Toch gaat Baudrillard nog verder en heeft het over onze totale leefomgeving als hyperrealiteit. Baudrillard bestempelde het pretpark Disneyworld als het centrale model voor de Amerikaanse hedendaagse cultuur. Onze leefomgeving heeft in feite geleidelijk aan dezelfde kenmerken gekregen als dat van een pretpark, namelijk die van een fantasiewereld, een droomwereld. Het leven is een grote realityshow geworden, waarin schijn en zijn niet meer uit elkaar te houden is. 17 De hyperreële wereld wil ons voorzien van gemak en comfort en is optimaal afgestemd op onze verlangens. Het is een wereld die is gemaakt als simulatie en verbetering van de natuurlijke werkelijkheid. Er is geen plaats voor ongemak of pijn. In meerdere facetten van onze samenleving is er geen onderscheid meer tussen werkelijkheid en het imaginaire. We worden bijvoorbeeld dagelijks geconfronteerd met beelden van perfecte, volmaakte, eeuwig jonge gezichten en lichamen, ofwel een hyperreëel persoon. De idealisering, ofwel virtualisering van het menselijke lichaam is in volle gang. 16 Sociale media zijn krachtige dragers van deze virtualisering van
11 Luyendijk, J., 2009, Maart 26. 12 Smelik, A., 2006. 13 Aarts, E., 2014, November 18. 14 Smelik, A., 2006. 15 Schilstra, O., 2009.
identiteit. We etaleren en construeren daar, neem als voorbeeld Facebook, onze identiteit zoals we die zouden willen zien. Het is een hyperidentiteit. 16 Naast twijfels over de echtheid in beelden, kunnen we dus over veel meer fenomenen in onze leefomgeving twijfels hebben over het feit of hetgeen echt of nep is. De toeschouwer In het vraagstuk of een beeld (of film) realiteit kan nastreven, is de rol van de toeschouwer niet onbelangrijk. Uiteindelijk gaat het om de toeschouwer die het beeld waarneemt en daar zijn conclusies uit trekt. De toeschouwer is hierin geen overkoepelend geheel. Elk individu, elke kijker, heeft een eigen blik, een eigen interpretatie van beeld. Voor iedereen geldt er als het ware een andere waarheid, een eigen perceptie van realiteit . Filosoof, Nelson Goodman, betoogt dat de ervaring van realiteit afhankelijk is van je culturele herkomst. 17 Of een beeld een realistische weergave nastreeft, hangt dus af van waar je opgroeit, met welke beelden je opgroeit, je persoonlijke ervaringen en wat je is aangeleerd. Mensen ontlenen bovendien betekenis aan een beeld dat vaak gebaseerd is op eigen ervaringen of betekenissen. Indien iemand net een relatie heeft verbroken, zal hij zich beter kunnen identificeren met een personage in een film die in soortgelijk situatie is beland. Hierdoor wordt deze situatie in de film, het verhaal, waarschijnlijk realistischer ervaren dan door iemand die een gelukkige relatie heeft. Een weergave van realiteit is dus onlosmakelijk verbonden met de persoonlijke situatie en/of identiteit van de toeschouwer. Ook volgens Peter Wuss, filmanalist, gaat het effect van realiteit over het resultaat bij de toeschouwer. Volgens Wuss wordt het realiteitseffect bereikt door een combinatie van het al reeds bekende en nieuwe elementen in beeld. 18 De combinatie van het reeds bekende en nieuwe elementen maken een reproductie meer of minder realistisch. Realisme is dus een kwestie van gewoonte/gewenning. Het is van belang of beeld genormaliseerd is, gebruikelijk is en gewoon is voor een persoon of voor een cultuur in een bepaalde tijd. De wijze waarop is gefilmd of de wijze waarop beeld wordt gevangen, zal eerst op een of andere manier gestereotypeerd moeten worden bij de toeschouwer, indien het realistisch beschouwd wil worden. De realistische norm daarin kan erg snel veranderen. Iets wat vandaag een exacte kopie lijkt, wordt morgen beschouwd als een manipulatieve representatie. De realiteit van een beeld is dus altijd gebaseerd op de conventie van de dag. In het volgende voorbeeld wil ik aan de hand van de theorie van Wuss en Goodman aangeven hoe een beeld al een gewenning moet zijn, wil men het accepteren als realistisch. Films waarin vanuit de hand wordt gefilmd om een visuele realistische weergave te realiseren, geeft de toeschouwer het gevoel er live bij te zijn. Toeschouwers zijn niet verrast door deze stijl van filmen en beschouwen het als een realistische weergave. De herkomst van deze stijl zou, volgens Wuss’ en Goodmans theorie, ergens anders van af moeten leiden. De toeschouwer erkent het echter als realistisch omdat ze er reeds mee vertrouwd zijn bij al bestaande realistische beelden buiten de cinema. Op televisie en in nieuwsmedia werd inderdaad al gebruik gemaakt van deze visuele stijl. Journalisten corresponderen met een webcam en er wordt gebruik gemaakt van low-‐budget technieken. De lage kwaliteit in journalistiek geeft de toeschouwer het gevoel dat het beeld ter plekke is opgenomen. We voelen de aanwezigheid van de journalist op
16 Mulder, F., 2015, Juni 17. 17 Realism in film history (n.d). 18 Gyenge, Z., 2009.
desbetreffende locatie. De technische visuele weergave binnen realisme in film was dus al bekend bij de toeschouwers. Elementen uit non-‐fictieve beelden en media zijn overgenomen in een film, waardoor de kijker de film gaat associëren met de echte wereld. 19 Conclusie In de gehele kunstgeschiedenis is er al een drang en hunkering naar mimesis, oftewel, het nabootsen van de werkelijkheid. Door de komst van fotografie en film, gaan we voorbij aan de schilder-‐ en beeldhouwkunst; we zijn nu door middel van een camera in staat de materiële wereld in beeld te brengen. Een aantal tendensen binnen de cinema hebben zich bezig gehouden met het weergeven van de realiteit. Naast cinema, zijn er nog talloze andere beelden waar we dagelijks door worden overspoeld. De wereld is gemedialiseerd en bij alles wat we zien in onze hyperrealiteit, kunnen we ons afvragen of het wel echt is. Is het dan nog wel mogelijk voor een filmmaker of beeldvervaardiger om de realiteit weer te geven? Fotografie en film zijn onlosmakelijk verbonden met de materiële wereld. Toch zijn er meerdere hindernissen die enorme invloed hebben op het realiteitseffect van een beeld: de camera (het kader), de beeldproducent en de toeschouwer. De aanwezigheid van een camera, en dus een kader, geeft een gefragmenteerd beeld. Het laat zoveel meer niet zien, dan dat het wel laat zien. Bovendien is het doelen en het belang van de beeldproducent van enorme invloed op wat wij zien. Daarbij stelt de camera de beeldvervaardiger in staat om keuzes te maken: kadrering, compositie, belichting, camera-‐afstand en perspectief. Tot slot heeft perceptie van realiteit vooral te maken met onze persoonlijke (culturele) herkomst en vorming. Of een beeld een realistische weergave nastreeft, hangt af van waar de toeschouwer opgroeit, wat hem is aangeleerd, met welke beelden hij opgroeit, zijn persoonlijke ervaringen en zijn huidige situatie of zelfs gemoedstoestand. Het is dus haast onmogelijk om realiteit in beeld na te streven. We hebben vat op de materiële wereld, maar er zijn nog talloze facetten die invloed hebben op het beeld en de interpretatie van het beeld.
19 Gyenge, Z., 2009.
Bronnenlijst
-‐ Aarts, E. (2014, November 18). SSBA – SALON. Tussen feit en dictie: framing reality op IDFA, geraadpleegd via http://ssba-‐salon.nl/#!/cinema/tussen-‐feit-‐en-‐fictie-‐framing-‐reality-‐op-‐idfa
-‐ Ankersmit, F. R. (1996). Waarom realisme? In De macht van representatie, cutuurfilosofie &esthetica (p. 59 t/m 84). Kampen/Kapellen: Kok Agora/ Pelckmans
-‐ Gyenge, Z. (2009). Illusions of reality and fiction or the desired reality of fiction
(PDF). University of Art and Design, Budapest.
-‐ Joret, B. (n.d.). Today, Icarus, On the presistance of Andre Bazin’s Myth of Total Cinema (PDF). Universiteit van Amsterdam
-‐ Leijten, J. (2015, November 24). Zo manipuleer je het mediabeeld van Brussel.
NRC. Geraadpleegd via http://www.nrc.nl/nieuws/2015/11/24/zo-‐manipuleer-‐je-‐het-‐mediabeeld-‐van-‐brussel
-‐ Luyendijk, J. (2009, Maart 26). Media Thinking: Media en Interculturaliteit. (PDF).
-‐ Mulder, F. (2015, Juli 1). Opvoeden in de Hyperrealiteit. (PDF).
-‐ Mulder, F. (2015, Juni 17). De heerlijke nieuwe wereld van de hyperrealiteit, het
ware nepleven. De Groene Amsterdammer. Geraadpleegd via https://www.groene.nl/artikel/het-‐ware-‐nepleven
-‐ Philosophy of Film: Realism, (n.d.) Geraadpleegd via
http://www.iep.utm.edu/filmcont/
-‐ Realism in film history. (n.d.). Geraadpleegd via http://www.filmreference.com/encyclopedia/Independent-‐Film-‐Road-‐Movies/Realism-‐REALISM-‐IN-‐FILM-‐HISTORY.html
-‐ Schilstra, O. (2009). Jean Baudrillard en de werkelijkheid. (PDF). Koninklijke
Academie van Beeldende Kunsten, Den Haag. Geraadpleegd via http://www.kabk.nl/docu/Baudrillard.pdf
-‐ Smelik, A. (2006). Op het eerste gezicht. Jongholaand, 6. Geraadpleegd via
http://www.annekesmelik.nl/articles/
-‐ Universiteit Leiden. (2013, November 6). Realisme en cinema (PDF)
-‐ VPRO tegenlicht. (2007, April 9). Het Midden-‐Oosten gedecoreerd. (Aflevering). Geraadpleegd via http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2006-‐2007/plaats-‐des-‐oordeels/het-‐midden-‐oosten-‐gedecodeerd.html