Essay asielopvang

65
| Denken over asielopvang | Essay over hoe Nederland omgaat met mensen in een tussentijd Werd medio jaren ’90 de grondwaarde onder ons asielsysteem ‘terugdringing van een snel groeiende instroom’, eind 2012 is het zinloos dit door te zetten. Ten eerste is dat doel bereikt en ten tweede is de omringende samenleving inmiddels onvergelijkbaar anders. Wat geldt voor het geheel, geldt voor de delen. Bekijk je asielzoekersopvang, de periode tussen aanvraag en besluit, dan valt op dat de huidige variant buiten de rest van de samenleving georganiseerd is en als bijproduct dehumanisering van de wachtende heeft. De kritiek hierop is fel en komt uit zo brede kring dat ze de stabiliteit van de opvang ondergraaft. Tegelijk ontstijgen nieuwe initiatieven het niveau van subcultuur. Ze hebben gemeen dat ze talenten van nieuwelingen vanaf binnenkomst inzetten voor hen zelf én voor hun omgeving. Zo herverbinden ze asielopvang met de samenleving, wat de kans op stabiliteit maar ook op gezonde checks & balances vergroot. Nu grondwaarde én samenleving niet meer zijn wat ze waren, de samenleving zich verzet tegen de bijeffecten én vernieuwende allianties de aanval op onze routines openen, is het niet langer de vraag óf het subsysteem Opvang in transitie gaat, maar wannéér en onder welke omstandigheden. Transitiedenken claimt smeermiddel te zijn voor overgangen naar nieuwe, volhoudbaarder maatschappelijke systeemvarianten. Het geeft ruimte aan allianties die vernieuwing koppelen aan actuele context en zet daarnaast in op debat over de potentie van die vernieuwingen. Een transitie start dus met een weer groeiende diversiteit aan opvangvormen op weg naar het nieuwe grote maatschappelijke verhaal. De auteurs zelf kiezen als horizon een ademend opvangsysteem, in contact met de draagkracht van lokale gemeenschappen, van waarde voor zowel nieuweling als gemeenschap. Zo liggen herintroductie van humaniteit, een waardevolle positie van nieuwelingen en een harmonieuzer samenleving in het verschiet.

description

Opstel over transitiedenken, toegepast op de situatie van asielopvang in Nederland.

Transcript of Essay asielopvang

Page 1: Essay asielopvang

| Denken over asielopvang |

Essay over hoe Nederland omgaat met mensen in een tussentijd

Werd medio jaren ’90 de grondwaarde onder ons asielsysteem ‘terugdringing van een snelgroeiende instroom’, eind 2012 is het zinloos dit door te zetten. Ten eerste is dat doel bereikt en ten

tweede is de omringende samenleving inmiddels onvergelijkbaar anders.

Wat geldt voor het geheel, geldt voor de delen. Bekijk je asielzoekersopvang, de periode tussenaanvraag en besluit, dan valt op dat de huidige variant buiten de rest van de samenleving

georganiseerd is en als bijproduct dehumanisering van de wachtende heeft.

De kritiek hierop is fel en komt uit zo brede kring dat ze de stabiliteit van de opvang ondergraaft.Tegelijk ontstijgen nieuwe initiatieven het niveau van subcultuur. Ze hebben gemeen dat ze

talenten van nieuwelingen vanaf binnenkomst inzetten voor hen zelf én voor hun omgeving. Zoherverbinden ze asielopvang met de samenleving, wat de kans op stabiliteit maar ook op gezonde

checks & balances vergroot.

Nu grondwaarde én samenleving niet meer zijn wat ze waren, de samenleving zich verzet tegen debijeffecten én vernieuwende allianties de aanval op onze routines openen, is het niet langer de

vraag óf het subsysteem Opvang in transitie gaat, maar wannéér en onder welke omstandigheden.

Transitiedenken claimt smeermiddel te zijn voor overgangen naar nieuwe, volhoudbaardermaatschappelijke systeemvarianten. Het geeft ruimte aan allianties die vernieuwing koppelen aanactuele context en zet daarnaast in op debat over de potentie van die vernieuwingen. Een transitie

start dus met een weer groeiende diversiteit aan opvangvormen op weg naar het nieuwe grotemaatschappelijke verhaal.

De auteurs zelf kiezen als horizon een ademend opvangsysteem, in contact met de draagkracht vanlokale gemeenschappen, van waarde voor zowel nieuweling als gemeenschap. Zo liggen

herintroductie van humaniteit, een waardevolle positie van nieuwelingen en een harmonieuzersamenleving in het verschiet.

Page 2: Essay asielopvang

- 2 -

Page 3: Essay asielopvang

- 3 -

| Denken over asielopvang |

Essay over hoe Nederland omgaat met mensen in een tussentijd

We danken ieder die dit essay mogelijk maakte,in het bijzonder Roswitha Weiler, Halleh Gorashi, Floor ten Holder en Fronnie Biesma,

die bereid waren commentaar op voorgaande versies te leveren.

Harry & Noud te Riele, Storrm C.S. Rotterdam & Den Haag

8 maart 2013

Page 4: Essay asielopvang

- 4 -

Samenvatting

Dit document belicht de situatie rond asielopvang. Niet zozeer de toelating of de uitzetting, maarde tussentijd, de wachtperiode er tussenin. Sinds 1950 schroeft ons land aan zijn routines voordie wachtperiode. Pas in 1982 wordt asielopvang een rijkszaak. De tweede helft van de jaren ’90groeit het aantal vluchtelingen hard en wordt ze in relatie gebracht met hardnekkige problemenin onze binnensteden. Vanaf daar worden procedures om de toestroom in te dammen leidendvoor het hele Nederlandse asielsysteem. De grafiek hieronder maakt aannemelijk hoe goed datlukt.

Bijproducten van de laatste vijftien jaar zijn evenwel dat het opvangsysteem nu als Fremdkörperbuiten de rest van de samenleving om functioneert en dat het een dehumanisering van dewachtenden tot gevolg heeft.

Dat eerste heeft als risico dat opvang uitgroeit tot een staat in een staat zonder checks &balances, met voor de hand liggende kans op perversiteiten. Maar het is met name het tweedebijproduct, dehumanisering, dat in publicaties, bijeenkomsten en gesprekken zodanig veelkritiek krijgt, dat het de stabiliteit van het opvangsysteem ondergraaft.

Als context geldt dat de samenleving onherkenbaar veranderd is sinds de tijd dat dezesysteemvariant in de steigers werd gezet. Waar ze medio jaren ’90 een ongekende materiëlevoorspoed kende moet ze vijftien jaar later alle zeilen bijzetten om economisch niet tekapzeisen. Inmiddels brengen we alles en iedereen in stelling om de schuit varende te houden.

De destabiliserende werking van bijproducten combinerend met de onherkenbaar veranderdesamenleving, is het niet langer de vraag óf de huidige asielopvangroutines worden bijgesteld,maar wanneer en onder welke omstandigheden dat gebeurt.

Elk maatschappelijk systeem heeft rafelranden - nicheplekken waar de routines afwijken van dehoofdstroom. Wordt een systeem-ontwikkelrichting instabiel, dan krijgen deze nichesbijzondere aandacht. Ook bij asielopvang werken momenteel onder de oppervlaktemaatschappelijke allianties aan innovatie. Veel van de plannen hebben gemeen dat ze talentenvan bewoners van asielopvangcentra per direct inzetten voor de nieuweling zelf én voor deomringende samenleving.

Sommigen zien een analogie met een ander gedehumaniseerd systeem dat ons buikpijn bezorgt:Zorg. Ze wijzen op niches waar als reactie een juist zéér humane zorg is geherintroduceerd en

010.00020.00030.00040.00050.00060.00070.00080.00090.000

19

95

19

96

19

97

19

98

19

99

20

00

20

01

20

02

20

03

20

04

20

05

20

06

20

07

20

08

20

09

20

10

20

11

bezetting centrale opvang

Page 5: Essay asielopvang

- 5 -

gecombineerd met andere dromen van de samenleving op dit moment. Denk aan deThomashuizen voor verstandelijk gehandicapten, aan Buurtzorg Nederland voor thuiszorg enaan een zorgruilsysteem als Caire.nu, waar ook grote partijen zich achter scharen.

Wie de leeftijdscategorieën in asielopvang onder de loep neemt, valt op dat de groepen van 20tot 39 jaar - een leeftijd die in ónze cultuur de grootste dynamiek en productiviteit wordttoegedicht – het best vertegenwoordigd zijn. Inburgering, zo lijkt de auteurs, start met hetkoppelen van deze potentie aan de vragen en dromen van de samenleving. In elk geval niet methet vernietigen van ambitie en veerkracht, waarop het vijfentwintig jaar duurt voor deeerstvolgende generatie háár talenten kan inzetten.

Dit document citeert uiteenlopende bronnen die wijziging van opvangroutines dringend nodigvinden. Het is een pleidooi voor een transitietechniek die ruimte geeft aan initiatieven dieinnovatie van opvang koppelen aan de maatschappelijke context van nu. Daarmee zal hetopvangsysteem een periode ingaan van diversiteit, waarmee het zich voegt in het rijtje Energie,Landbouw, Bouw, Zorg, Financiering en bijvoorbeeld Besluitvorming.

De auteurs zelf kiezen als horizon een ademend systeem, in contact met de draagkracht vanlokale gemeenschappen, van waarde voor zowel asielaanvrager als een gemeenschap eromheen– Nederland zo je wilt, maar ook niet-geografische gemeenschappen zijn daarbij denkbaar.

Lukt dit – bereiken zonder al te veel schokken vernieuwingen de maatschappelijke routines -dan liggen minder frustratie en schade en een herintroductie van humaniteit in het verschiet. Éneen maatschappelijk systeem dat niet langer als Fremdkörper is georganiseerd maar datverbonden is met opgaven en dromen van de komende decennia. En passant verlagen we ermeehet risico op weinig frisse dagelijkse praktijken in opvangcentra.

0500

1.0001.5002.0002.5003.0003.5004.0004.5005.000

0-3jaar

4-11 12-17 18-29 30-39 40-49 50-59 60 enouder

bezettingcentrale opvangasielzoekersnaar leeftijd, 1juli 2012

Page 6: Essay asielopvang

- 6 -

Over de rol van dit essay

Geen van de auteurs is expert in asielzoekerij, noch zijn ze historicus. Voor de inhoud leunt ditdocument dan ook sterk op teksten van derden. De auteurs hopen bij te dragen aan het debat over

asielopvang door daar systeembeschouwingen aan toe te voegen. In het besef te leunen op eenbeperkt aantal bronnen nodigen ze eenieder uit om er meer in stelling te brengen. Al met al denken

ze met dit essay de contouren van een wenkende transitie te schetsen.

Over de opbouw van dit essay

In hoofdstuk één worden de aanloop naar dit essay en het begrip transitie belicht.In twee de grondwaarden onder de sleutels ‘natiestaat’ en ‘vluchtelingenopvang’.

Hoofdstuk drie bevat routines van en waarden onder ons asielopvangsysteem.Vier belicht de geschiedenis van de opvang en benoemt historie als bondgenoot voor verandering.

Hoofdstuk vijf is een bloemlezing van opinies over de situatie van nu.In zes geven de auteurs suggesties voor grondwaarden van ons toekomstig asielopvangsysteem.

Over gevoeligheden

Bij een beladen onderwerp als asielopvang zijn er woorden die de haren overeind kunnen doenstaan. Ze staan bijvoorbeeld symbool voor denklijnen waar sommigen liefst zo ver mogelijk bij

vandaan blijven. ‘Instroom’ en ‘stromen’ blijken zulke angels. Ziet de één er neutrale termen in diestaan voor aantallen mensen en hun bewegingsrichting. De ander beschouwt ze als tendentieuze

termen, tien jaar terug geïntroduceerd met onherstelbaar negatieve gevolgen. Ook dit essay bevatzonder twijfel dit soort gevoeligheden. De auteurs hopen dat de lezer dit hen vergeeft.

Er is nog een tweede soort gevoeligheden.Eén persoon verbiedt ons expliciet zijn naam in verband te brengen met enkele van de citaten in dit

document. Het brengt zijn dageljks werk te veel in gevaar, stelt hij. Het is een angst wellichtongegrond is , maar die wel spoort met enkele dagbladartikelen die we in hoofdstuk vijf citeren.

Over de auteurs

De broers Harry en Noud te Riele (1960 resp. 1953) zijn zelfstandig onderzoeker rondsysteeminterventies voor een betere toekomst. Ze hebben een associatie met het Dutch Research

Institute for Transitions (DRIFT) van de Erasmus Universiteit Rotterdam en met de RadboudUniversiteit Nijmegen. Ze leiden een webgemeenschap van bijna 500 leden rond transities,

schrijven columns en essays en visualeren systeemsituaties. Voorts leiden ze bijeenkomsten enfungeren ze als gastdocent bij universiteiten en private opleidingen.

Na hun studie aan de TU Delft respectievelijk TU Eindhoven werkten beiden bij grote ontwerp-,onderzoek- en adviesorganisaties. Vandaag de dag zijn ze entrepreneur en sparringpartner voor

overheden, issuegroepen, burgers, ondernemingen, innovatielichamen en kennisinstituten.

Harry en Noud werken onder de naam Storrm CS Rotterdam & Den Haag.

Page 7: Essay asielopvang

- 7 -

Inhoud

1. Een transitie op schema? – p9Juni 2010: onttroning van een wereldbeeld

Zomer 2012: transitie op schemaEen systeemsituatie is de som van krachten pro & contra

2. Een delta, een natiestaat in bewegingen al eeuwen fluctuerende groepen nieuwelingen – p14

Grondwaarden onder Nederland2013: in brede herontwikkelingGrondwaarden onder vluchten

‘Opvang’ als subsysteem van ‘Asiel’

3. Asielopvang anno nu – p20Het verblijf in een asielzoekerscentrum

4. Hoe werd het wat het is? – p25Geschiedenis als bondgenoot bij verandering

Historie in een notedopAsiel: drie perioden - welkom, groei en afremming

Opvang als subsysteem: óók drie periodenNaar episode vier: die van dubbele ontwikkeling

5. Wat vindt u ervan, wat wij, wat zíj? – p34Opinies (ex) asielzoekers

Opinies professioneel betrokkenenOpinie auteurs

6. De toekomst: dubbele ontwikkeling – p43Andere systemen in transitie

Ook Asielopvang koerst op diversiteitDubbele ontwikkeling

---

Bijlage 1. Stand asielroutines – p50De asielprocedure (zomer 2012)

Het verblijf in een asielzoekerscentrum

Bijlage 2. Illustratie onderstroom #1 – p53Community currency azc-bewoners & omgeving

Bijlage 3. Illustratie onderstroom #2 – p56The Refugee Company

Bijlage 4. Illustratie onderstroom #3 – p58Ontwerp Femke Bijlsma: brede azc

Bijlage 5. Impressie causale relaties verblijfskwaliteit – p63

Verantwoording beeldmateriaal – p65

Page 8: Essay asielopvang

- 8 -

Page 9: Essay asielopvang

- 9 -

1. Een transitie op schema?

Er was een tijd dat er geen azc’s waren -er komt een tijd dat ze er niet meer zijn.

Juni 2010: onttroning van een wereldbeeld

Zonnige ochtend. Amsterdam. Fraaie zolder. Mogelijk nog uit de tijd dat de jonge, bijna-faillieteNederlanden opkrabbelen. Nog maar net een lánd destijds, bevrijd van het Spaanse juk. Dewereld is onze speeltuin op weg naar excellentie in handel, in vrije denkbeelden én in financiën.We nemen grote aantallen vluchtelingen op uit Frankrijk, tot de dood vervolgd om hunprotestantse sympathie. Nederland staat open op dat moment. Een land op weg naar zijn GoudenEeuw.

Het blijft misschien wel een halve minuut stil na de uitleg over transities van maatschappelijkesystemen. Elke toehoorder is betrokken bij een ngo die het leven van mensen inasielzoekerscentra probeert te verbeteren. “Er was een tijd dat er geen azc’s waren - er komt eentijd dat ze er niet meer zijn.”

“Ik herken de stilte wel” verbreekt de directeur uiteindelijk de stilte. “Ook ík had dat, toen ik dithoorde. Wij zijn al tien jaar vertrouwd met azc’s als on-onderhandelbaar kader. En dan verteltiemand dat het er binnenkort wel eens heel anders uit kan zien. Enerzijds verwijzend naar watLandbouw in de jaren ’90 overkomt, naar wat Finance op dít moment doormaakt en wat Zorgnog te wachten staat, en anderzijds de maatschappelijke signalen lezend over asielopvang. Hethaalt onze basis overhoop.”

Ik ontspan. Ben niet ingevoerd in opvang. Maar twee voorwaarden voor transitie zijn zojuistvervuld: het benoemen van oplopende maatschappelijke spanning en het creëren van mentaleruimte bij een groep betrokkenen voor de idee dat een transitie van een ogenschijnlijkonwrikbaar systeem denkbaar is. Nu de culturele ruimte – nieuwe heldenverhalen, juridischeargumenten, financiële stromen, fysieke plekken en politieke debatten en de transitie kan vanstart.

De rest van de ochtend gaat op aan filosoferen over rolverdeling, allianties, beloftevolle kiemenen denkbare termijnen. Ruim een half jaar later verschijnt deze tekstpassage:‘Asielzoekerscentra lijken een vanzelfsprekend gegeven in onze Nederlandse samenleving. Zologisch als windmolens, steden, dorpen, scholen en bejaardentehuizen. Eigenlijk niet meer weg tedenken. Maar bij nader inzien is dat toch een vertekend beeld. Nog niet eens zo heel lang geledenbestonden er in Nederland helemaal geen asielzoekerscentra. De opvang van vluchtelingen inasielzoekerscentra kent in feite nog maar een korte geschiedenis van ongeveer dertig jaar. Devraag is ook of we die asielzoekerscentra zoals we die nu kennen eigenlijk wel moeten willen, ofalthans zo moeten willen houden als het nu geregeld is. De vraag dus of dit wel de meest optimaleen juiste vorm is voor opvang van vluchtelingen. Is hier nu sprake van beleid en uitvoering die tenaanzien van de asielopvang het meest recht doet aan de waarden die hierbij voor een samenlevingals de onze in het geding zijn? Dat is een vraag die naar ons idee vooral niet besproken wordt, eengesprek dat vooral maatschappelijk niet gaande is, omdat alras stellingen worden betrokken enieder in het spel van het eigen gelijk belandt.’

Op naar de zomer van 2012. Op naar ‘Een transitie op schema’.

Page 10: Essay asielopvang

- 10 -

Figuur: voorbeeld van historisch-causaal denken. Opkomst van deNederlanden, hun Gouden Eeuw en de opmaat naar burgeroorlog

(uit: Landschapskwaliteit, causale verbanden,Storrm CS voor InnovatieNetwerk, 2010)

Page 11: Essay asielopvang

- 11 -

Zomer 2012: een transitie op schema

Twee jaar na de zolderbijeenkomst, het is nu zomer 2012, een gesprek met diezelfde ngo.’Er schuift ineens zóveel nu. Coa staat onder druk. Albayrak-ontwikkelingen natuurlijk, maar ookhet onderzoek van de VU. De paneldiscussie daarop in Felix Meritis. Het standpunt van de gemeenteAmsterdam dat opvang van asielzoekers in ieder geval in de stad er anders uit zou moeten zien.Initiatieven als The Refugee Company. Het NOA-initiatief van Werkgroep Kind in AZC. Een eigenmunt voor asielzoekers. Cascoland. De AdviesCommissie VreemdelingenZaken die een adviesschrijft over dagbesteding tijdens opvang van asielzoekers. Veel mensen en organisaties werken nuaan scenario’s hoe het anders kan.’

We besluiten ons energieke gesprek met krachten dienog ontbreken voor een transitie van de asielopvangen filosoferen over analogieën met andere systemen.Ontstaat er al behoefte aan een metaniveau? Bij deenergietransitie leidde dat vijf jaar geleden juist totrompslomp en beschuldiging vanprocesmanipulatie aan het adres van ministeriesen ondernemingen1. Bij Landbouw – deeiwittransitie – lijkt dat metaniveau beter teverlopen, een incidentele minister die deeiwittransitie een paar jaar in zijn achteruit zetdaargelaten.

De transitie Asielopvang begint zo eenillustratie te worden voor de energiekesamenleving van PBL’s Maarten Hajer. Deoverheid wordt partij tussen de partijen diehaar besluitvorming zal moeten enten opdynamiek in netwerken van burgers,bedrijven en andere organisaties. Hiersnijden twee veranderlijnen: die vanAsielopvang en die vanBesluitvorming&Governance.

1 Jan Rotmans (2012), ‘In het oog van de vulkaan’, uitg. Aeneas, p 143

Page 12: Essay asielopvang

- 12 -

Een systeemsituatie is de som van krachten pro & contra

Elk systeem bestaat zolang de krachten die het overeind houden het winnen van de krachten diehet willen afbreken. Deze zin komt van innovatiesocioloog Bruno Latour en er is geen redenwaarom ze niet opgaat voor Asielopvang. Als morgen Nederland en masse roept dat azc’s geenbestaansrecht hebben, dat de nadelen de voordelen overtreffen, dat we er de toekomst niet meein kunnen - en mensen beginnen daarnaar te handelen – dan is het over drie weken afgelopen.Elke organisatie bestaat zolang de krachten pro de krachten contra overtreffen. Zolang de slotengerepareerd blíjven worden. Het ministerie salarissen blíjft betalen. De schilder deurenschildert. De bewaker blijft opstaan om onvoorziene gasten te weren en desnoods te dwingenhun films te wissen.

Systemen kunnen decennialang stabiel doorontwikkelen. Raken pro en contra echter inevenwicht, dan wordt het toekomstbeeld diffuus en kunnen kleine gebeurtenissen een grooteffect hebben. Vanaf daar kan het een open brief zijn. Een conferentie. Een succesvollecoöperatie voor asielzoekers. Twee virale tweets. Failliet van een buitenlands voorbeeldmodel.Eén fraai opvangontwerp. Een nieuwe munt voor azc-ers. Een koppel dwarse politici. Tweesteden die de strijd aangaan. Een aangrijpende reportage over een echtpaar dat al tijden illegaalopvangt. Elk kan Opvang, dat decennia zo stevig in het zadel zat, dan uit de koers brengen.

Vanaf daar loopt de weg naar een volhoudbaarder variant via experiment, debat en bijstelling.

Totdat er een nieuw dominant design is zijn in tijden van transitie de hoofdrollen eentijdje voor een ander type mens. Mensen die ontwerpend kunnen handelen. ” Risktaking, embracing the unknown requires confidence, and not all cultures or people arecapable of it. The alternative is to seal yourself off from external threat, to go forinvulnerability. But while this protects you from the outside world, armour is heavy andnoisy and does not allow a flow between interior and exterior, causing a kind ofirritable stagnation and a loss of nerve” [nerve = lef] schrijft de Britse literair editorAnita Phillips in 1998. Zo’n type mens dus. Een type dat nieuwe heldenverhalenvertelt, nieuwe draden spint, andere gebouwen betrekt, nieuwe product-dienstcombinaties uitprobeert, wetten tart, mores en geschiedschrijving wijzigt.

In tijden van transitie herpositioneren routines zich tijdelijk ten opzichte van twee niveaus: tenopzichte van de actuele ‘macro’ wereld eromheen en ten opzichte van micro-innovaties die opdat moment gaande zijn. Is de nieuwe systeemvariant gesettled dan draaien de rollen om: devernieuwde routines worden op hun beurt weer driver voor de rest van de samenleving.

Alle citaten in bijvoorbeeld hoofdstuk vijf overziend lijkt de Nederlandse asielopvang op zo’ntransitie af te koersen. Op welke wijze Opvang ook in transitie gaat, de eerstvolgende fase is eréén van diversiteit. Veelkleurigheid dus in uitvoeringsvormen. Komt er een nieuw dominantdesign boven drijven, dan schuiven routines massaal, beïnvloeden die de rest van het land en enpassant de wereld daarbuiten. Dat laatste omdat Nederland niet het enige land is met grotespanning op asielopvang. We zouden er onze naam als innovatielab mee herbevestigen.

Achteraf wordt een handvol personen en gebeurtenissengeroemd die het scharnier naar de nieuwe tijd vormden.

Voor we de routines van asielopvang belichten in hoofdstukdrie, overdenken we eerst enkele basiszaken. Waarombestaat de natiestaat bijvoorbeeld eigenlijk, – die virtuelestam die we met asielbeleid zo vurig beschermen – en hoestabiel is ze?

“Oma verbaasde zich over hetwoord land. Zelfs het landSomalië verbaasde haar.Waarom een onzichtbare lijndie je niet over magsteken?”

Uit: Ayaan Hirsi Ali, Nomade

Page 13: Essay asielopvang

- 13 -

Page 14: Essay asielopvang

- 14 -

2. Een delta, een natiestaat in beweging en aleeuwen fluctuerende groepen nieuwelingen

In hoofdstuk vijf zal blijken dat velen asielopvang willen herverbinden met de rest van desamenleving. Om dat te kúnnen moet je wel weten wat die rest momenteel doormaakt. Eenpoging.

Grondwaarden onder Nederland

Een delta. Daarin een natie van postzegelformaat die een paar honderd jaar bestaat – langer danveel andere, en groepen nieuwelingen die in omvang voortdurend fluctueren.

Zonder gemeenschap geen vreemdeling. Zonder natie geen asiel. Zonder besluitvormingperiodegeen opvang. Om gevoel te krijgen voor basiszaken tekenen we twee historisch-causale figuren.De eerste staat in de volgende paragraaf. Hieronder de toelichting.

De drager van Nederland, onze cultuur en excellenties is de geofysische ligging. Een delta meteen immer aanwezige natte infrastructuur, met vruchtbare landbouwgronden maar ook met denoodzaak tot samenwerken – alleen al om het water op afstand te houden. ‘Vruchtbaar’ trektveel mensen, wat innovatie stimuleert en een snelle verspreiding daarvan. De natte infra leidttot een open economie en mentaliteit. De immer aanwezige waterdreiging eist kennis dieeventuele overheersers noopt tot samenwerking, waardoor de perioden van échteonderdrukking schaars zijn. Het levert onafhankelijke, wat stugge bewoners op met eentoegankelijke bovenlaag en een humanistisch touché: verantwoordelijkheid, zelfbeschikking,gelijkwaardigheid.

De relatief vroege natievorming is een reactie op Spaanse onderdrukking. Op weg naar zijnGouden Eeuw verleent het jonge land direct al zo’n twaalfduizend Hugenoten onderdak. Hunbijdrage aan een opbloeiende samenleving met hun bovengemiddelde opleiding envaardigheden en natuurlijk hun protestantse geloof is hun pré. Afgezien van een groteIndonesische groep in 1949 beroeren de volksverhuizingen van de eerste en tweedewereldoorlog het land nauwelijks. Oost-Europese opstanden hebben wél gevolgen. Nederlandopent daarop de grens voor onderdrukten. Een snelle industrialisatie in de jaren 1960 gaatvervolgens gepaard met de intocht van groepen gastarbeiders. Nu het zuilenmodel wordtlosgelaten groeit het land door naar een modernistische, egalitaire, geseculariseerde eninterculturele samenleving.

Het land organiseert een welvaartstaat die in de jaren ’80 vastloopt en tot werkbare niveauswordt teruggebracht. De jaren ’90/’00 zijn vervolgens voor IT en Finance. Waar IT het mogelijkmaakt dromen op vele terreinen te verwerkelijken, legt Finance binnen twintig jaar vrijwel alleandere maatschappelijke systemen zijn mores op. Ondanks economische crises huisvest hetkleine land historisch gegroeide, wereldwijd opererende eredivisiespelers in Finance, Chemie,Transport, Energie, Landbouw en Voeding. Ook zij zijn causaal-historisch gelinkt aan onzedeltaligging.

De val van de Muur – 1989 - wordt in het Westen als failliet van het socialisme geïnterpreteerd.Een antagonist van kapitalisme verdwijnt en rendement draaien op geleend – vaak virtueelaangemaakt – kapitaal wordt leidraad voor de hele samenleving. Zit het financieringssysteem in

Page 15: Essay asielopvang

- 15 -

zijn upswing, in andere hoeken van de samenleving kraakt en piept het dan al danig doorecologische grenzen, grondstofschaarste, geopolitieke verschuivingen en een wijzigendebevolkingsopbouw. Eind 2008 voegt Financiering zich alsnog bij die rij van instabiliteiten met deval van Lehmann Brothers en de daarop volgende schuldencrises.

2013: in brede herontwikkeling

Nederland staat nu voor een bredeherontwikkeling en veel systemen verkeren intransitie: Bouw, Financiering, Verkeer &transport, Landbouw, Zorg, Energie, Ruimtelijkeinrichting. Dat betekent dat grondwaarden diede ontwikkelingen sturen in beweging zijn.

Daarbovenop komt dat Besluitvorming zélfoverstapt op andere basisprincipes. Eenvoortgaande emancipatie van het individu is dedrijfveer, sterk ondersteund door smart media,tanende invloed van natiestaat en geblekengrenzen van het aandeelhoudersmodel. Figuur: definitie transitie (auteur)

Besluitvormende gemeenschappen worden als kansrijke opvolger genoemd van de nietbestendig blijkende directieve sturing. Coöperaties krijgen daarom hernieuwde aandacht. Deoverheid wordt óf opgeroepen een exitstrategie te schrijven, óf partij te worden temidden vanpartijen en te reageren op wat onder- en bovenstromen nodig hebben in hun transitieprocessen.

Zo bezien is Nederland misschien wel op weg naar waar het vandaan komt: een verzamelinggemeenschappen met overheden die in dienst staan daarvan, met ambtenaren die weten watboven- en onderstromen bezig houden, met een balans tussen bezit, geld en andere waarden enmet herontdekking van constructies diepersoonlijk eigendom relativeren.

De bevolking groeit nauwelijks. In 2011 neemt hetaantal Nederlanders toe met 0,08%. 65.000mensen trekken weg dat jaar. Evenveel komenbinnen.

Deze natiestaat telt nu meer dan drie miljoengepensioneerden, grofweg één op de vijfNederlanders. Het invloedrijke Duitsland is opweg naar één op drie2. Dat lijkt problematisch uitte pakken. Macro-economen hebben het overherstimulering van industrie en over inzetten vanalles en iedereen die een bijdrage daaraan kanleveren. Het grootste deel van de wetgeving wordt in Brussel bepaald. Het hoger onderwijsschakelt over op Engels als voertaal. Universiteitsdecanen spreken over ‘free flows of brainsworldwide’.

Zie hier de contouren voor onze toekomstige maatschappelijke stelsels – en daarmee ook voorhet asielopvangsysteem. De poging tot visualisatie van dit alles volgt hieronder.

2 Leendert Bikker in Gepensioneerd en afgeserveerd, Trouw 14 september 2012

“De bevolking van Nederlandgroeit de komende 30 jaar nogdoor. Aan de randen vanNederland treedt echter eenomvangrijke bevolkingskrimpop. In de meer centrale delenneemt het aantal bewonersvoorlopig nog toe. [...] Depotentiële beroepsbevolkingdaalt de komende decennia invrijwel alle regio’s.

www.pbl.nl/publicaties/2012/bevolkingsprognoses-2010-2040, 11 okt 2012

Page 16: Essay asielopvang
Page 17: Essay asielopvang

Vreemdeling, asielzoeker ofvluchteling?De termen vreemdeling,asielzoeker en vluchtelingworden vaak door elkaargehaald. Vluchteling is deoverkoepelende enwereldwijde term voor mensendie zich buiten hun eigenland bevinden door vreesvoor vervolging en daardoorniet in staat of bereid zijnzich te kunnen beroepen opbescherming door dit land.De term vluchteling wordt inNederland pas gebruiktwanneer iemand asiel heeftgekregen en dus alsvluchteling is erkend. Eenvreemdeling is iemand die inNederland is en die niet deNederlandse nationaliteitbezit. Een asielzoeker heefteen asielverzoek ingedienden hoopt erkend te wordenals vluchteling. Zolang ernog geen beslissing is op deasielaanvraag, is iemand dusasielzoeker.

Uit: ‘Kleine stappen van grote betekenis’,VU Amsterdam, 2012

Grondwaarden onder vluchten

Nu de waarden onder het verschijnsel ‘asielzoeken’. Zonder natiestaat geen asiel. Zonderprocedure geen opvang, maar zonder deerniswekkende situatie elders óók niet. Vluchten enOpvang spiegelen enerzijds wat er wereldwijd aan onverkwikkelijks gebeurt – slaat Rusland dePraagse Lente neer dan komen er Hongaren - en anderzijds hoe het toelatingssysteem van eennatiestaat daarop reageert. ‘Het vluchtelingenbeleid vormt zich sinds de jaren ‘50 in de driehoekvan 1) het recht van individuen om bescherming te zoeken, 2) het recht van staten om zich tebeschermen tegen vreemdelingen, en 3) last but not least solidariteit.’

Het huidige asielverleningssysteem heeft haar wortels in de eerste en tweede wereldoorlog.Onderstaande alinea’s ontlenen we aan ‘Jullie hebben de klok, wij hebben de tijd’ van Weiler &Wijnkoop uit 20113.

‘Bij de totstandkoming van het Vluchtelingenverdrag in1951 is Nederland direct van de partij. De Nederlandseregering zet haar handtekening op 28 juli 1951 en ratificeerthet verdrag op 3 mei 1956. Kortom, hetVluchtelingenverdrag en Nederland delen een lange historiewaar het gaat om vluchtelingenbescherming. Door zich teverbinden aan het Vluchtelingenverdrag, en later ook aanhet Protocol van 1967, heeft Nederland de verplichting opzich genomen om bescherming te bieden aan mensen dievervolgd worden wegens ras, nationaliteit, behoren tot eenbepaalde sociale groep, politieke of geloofsovertuiging. Dekern van vluchtelingenschap op basis van het Verdrag is datde vluchteling de bescherming van zijn of haar eigen staatniet kan of wil inroepen en dat andere staten die partij zijnbij het verdrag, die bescherming daarom overnemen.

Hiermee wordt een fundamentele plicht van iedere staat,namelijk het beschermen van de rechten van de eigenonderdaan, bij het in gebreke blijven van die staat omgezetin een verplichting voor andere staten. Dat was en is eenwezenlijke en verregaande stap in het internationale recht.Het Vluchtelingenverdrag van 1951 is daarmee de bakermatvan mondiale vluchtelingenbescherming.

Wat houdt ‘het bieden van bescherming aan vluchtelingen’nu eigenlijk in? Of anders gezegd, wat zou het Nederlandsenationale vluchtelingenbeleid moeten behelzen, wil hetvoldoen aan de verplichtingen die volgen uit hetVluchtelingenverdrag?

De uitgangspunten van vluchtelingenbescherming zoals diede afgelopen decennia hebben vorm gekregen, zijn het rechtasiel te zoeken, het verbod van non-refoulement4 en het geven van rechten aan vluchtelingen,aangevuld met internationale solidariteit met landen die zwaardere lasten dragen. Naast deze

3 R. Weiler & M. Wijnkoop (2011), ‘Jullie hebben de klok, wij de tijd. 60 jaar vluchtelingenbescherming inde Nederlandse praktijk.’ In: Terlouw & Zwaan (red.) Tijd en asiel, 60 jaar Vluchtelingenverdrag. RadboudUniversiteit Nijmegen, Kluwer, pp 81-1094 Non-refoulement ‘is a key facet of refugee law that concerns the protection of refugees from being returnedto places where their lives or freedoms could be threatened. Unlike political asylum, which applies to those

Page 18: Essay asielopvang

- 18 -

juridische en internationaal-politieke elementen is er nog een andere component van bescherming:die van de welkome samenleving. Bescherming heeft immers alleen betekenis als vluchtelingenvolwaardig kunnen participeren en niet uitgesloten en gediscrimineerd worden.Vluchtelingenbescherming is met andere woorden gebaseerd op drie pijlers:

- juridische veiligheid via de garantie van non-refoulement en de toekenning van materiëlerechten. Doorgaans wordt deze veiligheid geboden door erkenning en het verlenen van eenvluchtelingenstatus;

- maatschappelijke veiligheid: een welkome samenleving waarin vluchtelingen veiligheid vindenen een nieuw bestaan kunnen opbouwen;

- internationale solidariteit met landen die zwaardere lasten dragen en met de vluchtelingen diein deze landen vaak zonder perspectief verblijven.’

Voor onszelf tekenden we een tweede historisch-causale figuur rond opkomst, doorgroei enverzwakking van de natiestaat. Natiestaten – causaal knooppunt bij asielverlening - wordengeorganiseerd nadat kleinere territoria problemen rond veiligheid, infrastructuur enfinanciering niet opgelost krijgen. Gaandeweg raakt dit nieuwe concept van ‘verbeelde politiekeeenheid’ (woordkeus Wikipedia) ingeburgerd en vervolgens slaat ze om in een breed gedeeldgeloof dat de nationale identiteit een natuurlijk fenomeen is. Zo’n omslag - van noviteit tot breedgedeeld geloof & driver voor de toekomst – treedt vaak op na innovatiediffusie 5.

De drama’s van twee wereldoorlogen nuanceren de soevereniteit van de natiestaat echter directweer. VN en Wereldbank worden opgericht en internationale veiligheidsregels aangenomen. Eenpaar decennia later knabbelen EU, globalisering, regionalisering en het onvermogen vannationale regeringen om diepliggende problemen op te lossen verder aan de natiestaat alsdominant voertuig voor bescherming, financiering en cultuur.

En daar zit Nederland nu. Door regionalisering en globalisering deelsonvermijdelijk op weg naar een historisch relikwie, maar vooralsnogeen levend concept. Én met een hele hoop te doen komende decennia.

who can prove a well-grounded fear of persecution based on membership in a social group or class ofpersons, non-refoulement refers to the generic repatriation of people, generally refugees into war zones andother disaster areas. The principle of "refoulement" was officially enshrined in the 1951 Convention Relatingto the Status of Refugees and is also contained in the 1967 Protocol and Art 3 of the 1984 TortureConvention’. (Wikipedia.com, 29 Aug 2012)5 Terug te vinden in vele innovatiestudies, waaronder H. Baudet (1986), ‘Een vertrouwde wereld, 100 jaarinnovatie in Nederland’, en Bruno Latour (1996), ‘Aramis, or the Love of Technology’

Page 19: Essay asielopvang
Page 20: Essay asielopvang

3. Opvang anno nu

Nu we weten dat in tijden van transitie een maatschappelijk systeem zich heroriënteert op desamenleving (H1) en nu we enig gevoel hebben voor wat de Nederlandse samenlevingdoormaakt (H 2), is het de beurt aan de routines van ons opvangsysteem. Asielverlening magdan wel wortelen in de eerste helft van de twintigste eeuw, de opvang van asielzoekers is vanveel recentere datum.

Veel fragmenten van hoofdstuk drie en vier zijn ontleend aan vier documenten:- ‘Kleine stappen van grote betekenis’, Ten Holder & De Boer, Vrije Universiteit Amsterdam, 2012;- ‘Asielopvang: een kwestie om je vingers bij af te likken’, Biesma, Sonnenschein & Van Twist,

Amsterdam, 2011;- ‘Jullie hebben de klok, wij hebben de tijd’, Weiler & Wijnkoop, VluchtelingenWerk Nederland,

Radboud Universiteit Nijmegen, 2011;- ‘Fietsen met tegenwind, over vluchtelingen en integratie’, Engelhard & Weiler (samenstelling),

VluchtelingenWerk Nederland, 2012.

Het verblijf in een asielzoekerscentrum

‘De opvang van wie asiel zoekt in Nederland is in de loop der jaren steeds minder van desamenleving zelf en steeds meer onder verantwoordelijkheid van de nationale overheid gekomen.Het ministerie van Justitie, de IND en het COA als zelfstandig bestuursorgaan zijn anno nuverantwoordelijk.’

Ten Holder & De Boer objectiveren de situatie in azc’s anno 2012 als volgt.

‘COADe verantwoordelijkheid voor opvang van asielzoekers ligt sinds 1994 bij het Centraal Orgaanopvang Asielzoekers (COA). Dit zelfstandig bestuursorgaan valt onder het Ministerie vanBinnenlandse Zaken6. Het is voor asielzoekers overigens niet verplicht om gebruik te maken van deopvang in een asielzoekerscentrum. Er kan bijvoorbeeld ook sprake zijn van een ‘administratieveplaatsing’, dit betekent dat een asielzoeker buiten de opvang verblijft bij (eerstegraads)

6 Na de publicatie van het onderzoek verhuist het COA naar het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Hetdirectoraat-generaal Vreemdelingenzaken (DGVZ) aldaar is sindsdien belast met ‘[...]gereglementeerde enbeheerste toelating van vreemdelingen tot Nederland, een gereglementeerd en beheerst verblijf in envertrek uit Nederland en een gereglementeerde en beheerste terugkeer van vreemdelingen. [... en ...] hetvoeren van de regie op de keten van toegang, toelating, toezicht en terugkeer van vreemdelingen.’(wetten.overheid.nl, 6 januari 2013)

‘Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) is de organisatie die zorgt voor opvang en begeleidingvan vreemdelingen. In opdracht van de minister van Veiligheid en Justitie biedt het COA mensen in eenkwetsbare positie (tijdelijke) huisvesting en ondersteunt hen in de voorbereiding op hun toekomst, inNederland of elders. Het COA [...] zorgt voor onderdak, maaltijden en begeleiding waar nodig. COAverzorgt met name opvang van asielzoekers en vluchtelingen en van groepen die extra aandacht nodighebben, zoals alleenstaande minderjarige vreemdelingen.’(www.dienstterugkeerenvertrek.nl, 22 januari 2013)

Page 21: Essay asielopvang

- 21 -

familieleden of om medische redenen. Wel geldt net als voor bewoners van het azc de wekelijksemeldplicht bij de Vreemdelingenpolitie.

Verblijftijd in azc’sMedio 2012 zijn er ongeveer 38 azc's verspreid over heel Nederland. In 2011 werden daar dagelijksgemiddeld 15.000 mensen opgevangen. Ongeveer de helft van hen verblijft minder dan één jaar inde centra; ruim 6.000 mensen één tot drie jaar en minder dan 2.000 drie jaar of meer.

Uitkeringen en verzekeringenAsielzoekers ontvangen weekgeld van het COA; dit is vastgelegd in de Regeling VerstrekkingenAsielzoekers (RVA 2005). Dat is begin 2012 57 euro zakgeld per week per volwassene, 43 euro perweek per kind tot achttien jaar en 36 euro per week per kind tot elf jaar. Verder krijgt iemand bijbinnenkomst in de opvang eenmalig een bedrag om onder meer kookgerei en kleding te kunnenaanschaffen. Asielzoekers zijn verzekerd tegen de meeste ziektekosten en tegen de gevolgen vanwettelijke aansprakelijkheid.

GezondheidzorgDe gezondheidszorg voor asielzoekers is geregeld in de Regeling Zorg Asielzoekers (RZA). Het doelis zoveel mogelijk aan te sluiten op de reguliere gezondheidszorg. Voorheen was de MedischeOpvang Asielzoekers verantwoordelijk voor preventieve en (toeleiding naar) curatieve zorg, maarsinds januari 2009 is het Gezondheidscentrum Asielzoekers het eerste aanspreekpunt voormedische zorg aan asielzoekers. Dit is de toegang tot curatieve zorg van bijvoorbeeld huisartsen,tandartsen en ziekenhuizen. De preventieve ofwel publieke zorg voor asielzoekers wordt uitgevoerddoor de GGD’s.

Mogelijkheden tot werkDe mogelijkheden voor asielzoekers om betaald te werken zijn beperkt. Iemand die nog geen of eennegatieve beslissing op een asielverzoek heeft gekregen, mag vierentwintig weken per jaar betaaldwerk verrichten. Hiervoor moet de werkgever een tewerkstellingsvergunning hebben en voor deaanvraag hiervan is een COA-verklaring nodig. Deze wordt alleen onder bepaalde voorwaardenverstrekt: het asielverzoek moet tenminste zes maanden in behandeling zijn, iemand ontvangtvergoedingen vanuit de Regeling Verstrekkingen Asielzoekers en is niet uitzetbaar uit Nederland.De inkomsten moeten betaald worden aan het COA, als eigen bijdrage aan de opvang. Eenwerkende asielzoeker mag een kwart van zijn inkomsten houden, met een maximum van 183 europer maand.Bewoners mogen vrijwilligerswerk buiten de opvangvoorziening doen. Ook kunnen ze in eenasielzoekerscentrum klussen doen waarvoor ze eventueel een kleine vergoeding krijgen van hetCOA. Het gaat niet om de verplichte klussen, zoals het zelf schoonhouden van de eigen keuken enkamer, maar om extra klussen zoals ‘werkzaamheden waarvoor men in het dagelijks levenbijvoorbeeld een handige, sterke of creatieve kennis vraagt te helpen: een boom omzagen,schilderijen ophangen of gordijnen korter maken’. Voor dit type werkzaamheden in het centrumheeft de bewoner recht op een vergoeding van maximaal €13,80 per week.

Mogelijkheden tot volgen van onderwijsDe mogelijkheden tot volgen van onderwijs zijn beperkt. Kinderen van vijf tot achttien jaar vallenonder de Nederlandse Leerplichtwet en zijn dus verplicht naar school te gaan. Maar na de 18everjaardag moet een asielzoeker een bewijs hebben van rechtmatig verblijf om onderwijs te kunnenvolgen. Wie voor zijn achttiende al is begonnen aan een opleiding, mag deze afmaken. Het COAbiedt volwassen asielzoekers een training basaal Nederlands aan, waarbij iemand vijfhonderdwoorden Nederlands leert om zich te kunnen redden in de directe leefomgeving. Een asielzoekervan wie de asielaanvraag is afgewezen, mag geen taallessen meer volgen.

Voor toegang tot regulier onderwijs is meestal een verblijfsvergunning nodig, maar soms lukt hetook al als iemand nog in de procedure zit. Om daadwerkelijk te kunnen deelnemen aan onderwijs is

Page 22: Essay asielopvang

- 22 -

er een aantal barrières. Zo is het beheersen van het Nederlands meestal nodig om onderwijs tekunnen volgen. Verder is het lastig een opleiding op het gewenste niveau te krijgen als in het landvan herkomst verworven diploma’s hier niet worden erkend. Ten slotte kunnen de kosten eendrempel vormen.Hoger opgeleide vluchtelingen kunnen eventueel terecht bij het UAF. Omdat er meestal veel tijdverloren gaat alvorens iemand een verblijfsvergunning heeft, beoordeelt het UAF zelf ook of iemandvolgens het UAF als vluchteling is aan te merken, waarna hij of zij in aanmerking komt voorondersteuning en begeleiding bij een studie op universitair, hbo- of mbo-3/4-niveau. Het UAF biedthoger opgeleide vluchtelingen ook ondersteuning en begeleiding bij het vinden van een passendebaan of stage. Ook mensen die nog in de procedure zitten, kunnen zich bij UAF aanmelden.

ActiviteitenOp grond van de Regeling Verstrekkingen Asielzoekers krijgen asielzoekers in de opvang‘recreatieve en educatieve activiteiten’ aangeboden om hun toekomstkansen te vergroten. Het gaatbijvoorbeeld om begeleiding bij de oriëntatie in Nederland, de voorbereiding op inburgering inNederland of de voorbereiding op terugkeer. Verder wil het COA de zelfwerkzaamheid vanasielzoekers en de leefbaarheid in de centra stimuleren door hen bijvoorbeeld samen metvrijwilligers de speelzaal of de internetruimte te laten beheren.

Recreatieve activiteiten komen veelal van organisaties of initiatieven buiten het azc. Bewoners zijndus afhankelijk van wat de nabije omgeving te bieden heeft en dit verschilt per azc. De NationaleStichting ter Bevordering van de Vrolijkheid probeert voor jongeren en kinderen een structureelaanbod van creatieve activiteiten in zoveel mogelijk azc’s te bieden, georganiseerd samen metbewoners. Dans, theater, muziek en beeldende kunst zijn middelen om hun eigen verhaal vorm tegeven en om zelfvertrouwen en talent te ontwikkelen.

In 2010 is het project De Werkelijkheid gestart voor bewoners van azc’s 7. Het is gericht op hetcreëren van duurzame netwerken tussen asielzoekerscentra en hun omgeving. Dit wordtgerealiseerd door samenwerking aan te gaan met bijvoorbeeld buurtbewoners en bedrijven enscholen in de omgeving en hen te betrekken bij verschillende activiteiten op of buiten het azc.’

Tot zover Ten Holder & De Boer over routines in azc’s, 2012. Het project De Werkelijkheid isinmiddels beëindigd. Aan de site van het COA ontlenen we in juli 2012 de volgende cijferreeks.

Figuur: bezetting centrale opvang naar leeftijdsgroep op 1 juli 2012

7 De Werkelijkheid (www.werkelijkheid.com) is een gezamenlijk initiatief van UAF, VluchtelingenWerkNederland en Stichting De Vrolijkheid. Het loopt van 2010 tot in 2013 en is financieel gesteund door DeNationale Postcodeloterij

0500

1.0001.5002.0002.5003.0003.5004.0004.5005.000

0-3jaar

4-11 12-17 18-29 30-39 40-49 50-59 60 enouder

bezetting centraleopvang asielzoekersnaar leeftijd, 1 juli2012

Page 23: Essay asielopvang

- 23 -

Deze lijn toont dat 54% van de azc-bewoners tussen de 18 en 39 jaaris, een leeftijdsgroep waarin in ónze cultuur de meeste dynamiek enproductiviteit optreedt. Hierop reflecterend kun je stellen dat het beginvan inburgering het aanspreken van die potentie zou moeten zijn inplaats van het frustreren ervan. Vernietig je immers de vitaliteit vandeze leeftijdscategorie, dan duurt het voor elke toegelatenene ruimtwintig jaar voor de volgende generatie er weer tegenaan kan. Dátstrookt weer niet met de conclusies uit het vorige hoofdstuk datNederland een periode ingaat waarin álle hens aan dek worden verwacht.

“Ik heb een leuke tijdgehad in het AZC. Maarmijn ouders hebben hunkwaliteit zienwegebben.”

Anush

Page 24: Essay asielopvang

- 24 -

Er wonen ook mensen métverblijfsvergunning in een azc. De verdelingover nationaliteiten daarvan op 1 juli 2012 iszoals hiernaast aangegeven in de bovenstetabel8.

Daar bij aanvallen op het opvangsysteemnogal eens de verblijfskwaliteit voor kinderenwordt genoemd als argument, hiernaast eenhistorische reeks over de instroom van minderjarige vreemdelingen (amv).

We gaan hier niet in op de vraag in hoeverre de cijfers in detabellen staan voor de werkelijke situatie.

Naast cijfers en feiten zijn er procedures die de routinesborgen. Bijlage één bevat de asielprocedure.

Tot hier het snapshot van het Nederlandse opvangsysteem. Inhet volgende hoofdstuk de vraag langs welk pad dit jongesysteem werd wat het is. Begrip daarvan levert bijnaautomatisch contouren voor een toekomstbeeld en daarmeebrandstof voor een transitie.

8 Cijfers website COA, augustus 2012

Afghanistan 2.176 16 %

Irak 1.697 12%

Somalië 1.576 11 %

Iran 1.085 8%

Armenie 838 6%

Overig 6.448 47 %

Totaal 13.820 100%

2001 3.654

2002 2.361

2003 998

2004 464

2005 424

2006 321

2007 658

2008 739

2009 1.031

2010 869

2011 717

2012 tot 1 juli 210

Page 25: Essay asielopvang

- 25 -

4. Hoe werd het wat het nu is?

Geschiedenis als bondgenoot bij verandering

Asielopvang is een jong systeem, minder vergroeid met de rest van Nederland dan bijvoorbeeldLandbouw of Water. Begrip van het pad waarlangs het zich ontwikkelde blijkt empowermentvoor wie verandering voorstaat. ‘Het helpt soms omdingen denkbaar te maken, te beseffen dat het er nietaltijd is geweest en er dus ook niet altijd hoeft te zijn. Eris niet altijd opvang in asielzoekerscentra geweest.Eigenlijk is dat er nog maar kort. En de opvang van wiebescherming zocht is ook nog maar zo kort alleen inhanden van het ministerie van Justitie en een ZBO.Lange tijd is de opvang en begeleiding van asielzoekersvooral particulier initiatief geweest. Pas in de jaren ‘80ontstaat de geïnstitutionaliseerde opvang. In 1987 deROA-regeling, die de opvang in gemeenten regelt. En in1994 is de centrale opvang van asielzoekers pas een feit.’

Sinds de jaren 1950 schroeft ons land met regelmaat aanzijn routines voor opvang. ‘Het is niet aan de tekentafelbedacht maar komt schoksgewijs tot stand tegen deachtergrond van mondiale en nationale ontwikkelingen’.

Klopt dit, dan verschilt Asielopvang van bijvoorbeeldLandbouw, Financiering en Ruimtelijke Inrichting,systemen waarvoor net als voor Asielverlening de basisgelegd wordt rond het einde van de TweedeWereldoorlog, maar waarvan de ontwerplijnen wéltientallen jaren doorlopen, soms in steeds puurderwordende vorm zodra tegenkrachten wegvallen, totuiteindelijk echter ook daar een punt komt waarop denadelen de bij aanvang brede legitimatie overtreffen enhet roer om moet9.

Ondanks het dus relatief beweeglijke Asielopvangsysteemzitten we nu volgens de vele citaten van hoofdstuk vijfwederom met een variant waarmee we de toekomst niet inkunnen. Onze toekomst vraagt dus opnieuw om loskomenvan het heden. Historisch besef is daarvoor een middel.

9 Zie voor grondwaarden onder en historie van ons financieringssysteem het essay Denken over SysteemFinance, H. te Riele, uitgave LvDO/Agentschap NL, Utrecht, september 2011.Zie voor grondwaarden Landbouw: A.P. Verkaik, Uitdagingen en Concepten voor ToekomstigLandbouwkennisbeleid, NRLO, Den Haag, mei 1997.Zie voor grondwaarden onder onze ruimtelijke inrichting: De CORA-Zone, DRIFT/Erasmus UniversiteitRotterdam, 10 feb 2009

Interventies staan los vanpolitieke kleur“Vorig jaar vroegen 13.340mensen in Nederland asiel aan.Dat was elf procent minder danin 2009 en iets minder dan eenkwart van het topjaar 1994.Tussen Aad Kosto en de huidigeCDA-minister voor Immigratie enAsiel, Gerd Leers, werd deportefeuille asiel vooralbeheerd door PvdA'ers: ElizabethSchmitz, de huidige PvdA-leiderJob Cohen, Ella Kalsbeek enNebahat Albayrak. Alleen LPF'erHilbrand Nawijn en VVD'er RitaVerdonk waren van een anderepartij. Hoewel PVV-leider GeertWilders graag anders doetgeloven, hebben ze allemaal hetasielbeleid aangescherpt of deprocedures verkort of hetterugkeerbeleid effectieverproberen te maken. Ook Leersdoet dat nu weer, bijvoorbeelddoor een asielzoeker niet meertoe te staan het beroep in zijnzaak in Nederland af te wachten.En ook voor Leers is het weereen lastige portefeuille en nietalleen omdat de PVV er minutieusop toeziet of hij wel strenggenoeg is.”

De Groene Amsterdammer, 11 mei 2010

Page 26: Essay asielopvang

- 26 -

Historie in een notedop

‘Het is een jonge geschiedenis. Het vluchtelingenverdrag is van 1951 en bestaat eigenlijk pas sinds1967 in zijn huidige vorm. Schoksgewijze veranderingen ontstonden steeds daar waar crises in dewereld grote groepen mensen op de vlucht veroorzaakten. Hongaren, Tsjechen, Joden, Chilenen,Argentijnen, Joegoslaven. Vanaf de jaren ‘70 groeide wereldwijd het aantal vluchtelingen uit toteen crisis zonder weerga.’

‘Nadat ons land in 1956 het vluchtelingenverdrag ratificeert, komen er in de decennia daarna geengrote aantallen vluchtelingen naar Nederland – afgezien van de Vietnamese bootvluchtelingen enTurkse christenen in de jaren ’70. Pas in de jaren ’80 en ’90 verandert de wereld .’

Een stijging van 390 aanvragen in 1975 tot 13.000 in 1982 leidt tot interventie op Rijksniveau. Erontstaan asielzoekerscentra. Als vervolgens de aanvragen omhoog schieten naar 53.000 in 1994 endeze toename problemen in binnensteden lijkt te verergeren, gooien critici als Frits Bolkestein, PimFortuyn en Ayaan Hirsi Ali de knuppel in het hoenderhok. Een toch al wankelende ontwikkelrichtingslaat dan om. Het beeld rond asiel verandert van verbondenheid en barmhartigheid in bedreigend voorde stabiliteit van ons land en raakt vermengd met angst voor de islam. Politici van links en rechtsontwerpen indammingswetten. Door de ongekende groei krijgt de vreemdelingenwet van 2000 tweehoofddoelen - logistieke doelen: kortere procedures en een betere kwaliteit van beslissing in eersteaanleg. Dat de inspanning effect heeft wordt aannemelijk uit de volgende cijferreeksen van de site vanhet COA, juli 2012. Te zien is een vanaf 1999 sterk dalende lijn, die doorzet voor 2012.

Figuur: in- en uitstroom centrale opvang 1995 t/m 2011.NB: centrale opvang is alle vormen van opvang van asielzoekers

die vallen onder beheer, toezicht en verantwoordelijkheid van het COA

0

5.000

10.000

15.000

20.000

25.000

30.000

35.000

40.000

45.000

19

95

19

96

19

97

19

98

19

99

20

00

20

01

20

02

20

03

20

04

20

05

20

06

20

07

20

08

20

09

20

10

20

11

Instroom centrale opvangasielzoekers

uitstroom

Page 27: Essay asielopvang

- 27 -

Figuur: bezetting centrale opvang 1995 t/m 2011

Asiel: drie perioden - welkom, groei & afremming

Iets meer historie nog. Het toelatingssysteem maakt na 1951 volgens Weiler&Wijnkoop drieperioden door.

De jaren 1951/’81 - ‘die goeie ouwe tijd’ met koude oorlog en een solidair Nederland. Het beeldvan de vluchteling is aanvankelijk eenzijdig: de politiek activist die risico loopt op marteling ofdoodstraf. Gaandeweg verbreedt het beeld met de politieke vluchteling en de militair deserteuren er komen de eerste groepen die om een mix van redenen vluchten: onderdrukking, conflictenen armoede. De eerste langdurige vluchtelingensituaties ontstaan (zoals de Palestijnen).

De jaren 1980/’90 zijn de tweede periode. ‘Tijd is geld’, gevolgen van dekolonisatie, nieuwe –ook tijdelijke - statusdefinities en grootschaliger vluchtelingenbewegingen. Landen komen inlangduriger geweldspiralen terecht. Er zijn vele postkoloniale conflicten langs etnische ofreligieuze lijnen. Het maakt Asiel ‘anders en grootschaliger’, met meer onzekerheid en minderrechten voor de vluchteling. ‘Het collectieve afschuiven van verantwoordelijkheid is begonnen’ , zotyperen Weiler&Wijnkoop de in deze periode gestaag restrictiever wordende politiek. Hetpercentage positieve beslissingen daalt in drie jaar van 50% naar onder de 20 (‘82-’85). Derijksoverheid wordt een dominanter speler. Het profiel van asielzoekers verandert van held naareconomische gelukszoeker. ‘Het beleid raakt steeds minder gericht op bescherming vanvluchtelingen en steeds meer op beheersing en terugdringing’ , schrijven Ten Holder en De Boer.Europese harmonisatie van toelatingscriteria lukt nog maar ten dele.

De derde periode is het decennium na 2001. Strengere toelating, soberder omstandigheden eneen systeem dat de aantallen niet aankan. ‘Het westen heeft een nieuwe gemeenschappelijkevijand: terrorisme en de fundamentalistische/politieke Islam. De muren worden opgetrokken.Europa komt in een beleidsspiraal: een wedloop om wie de strengste is. De angst voor ‘aanzuigendewerking’ leidt tot minimalisering van de rechten van asielzoekers en vluchtelingen.’ Ten Holder enDe Boer verwijzen in hun werk naar Prins en Gorashi: de toon van het debat wordt er één vanhet ’Nieuw Realisme’. Tot dan toe verzwegen negatieve gevoelens over migranten mogen nupubliekelijk worden verwoord. ‘Asielaanvragers worden schuldig tenzij onschuld is bewezen’.Nederland heeft een grimmig gezicht opgezet naar de nieuweling.

0

10.000

20.000

30.000

40.000

50.000

60.000

70.000

80.000

90.000

19

95

19

96

19

97

19

98

19

99

20

00

20

01

20

02

20

03

20

04

20

05

20

06

20

07

20

08

20

09

20

10

20

11

bezetting centrale opvang

Page 28: Essay asielopvang

- 28 -

‘Opvang’ als subsysteem: óók drie perioden

Je mag verwachten dat ook Opvang als subsysteem van Asiel de drie tijdsgeesten welkom, groeien afremming weerspiegelt. Zowel Weiler & Wijnkoop als Biesma, Sonnenschein & Van Twistbevestigen dat.

In de eerste periode is de nieuweling welkom in Nederland, wordt hij omarmd en erkend alsheld die op de bres staat voor vrijheid. Mensen uit het Oostblok worden vaak persoonlijkonthaald en opgevangen, anderen door een waaier aan actiegroepen: kerkelijke organisaties,Amnesty International, het JongerenAdviesCentrum. In 1954 ontstaat al de Federatie voorNederlandse Vluchtelingenhulp die inspringt als iemand niet bij één van aangeslotenorganisaties terecht kan.

Totdat de Rijksoverheid het toneel betreedt in 1988 regelen asielzoekers zelf hun onderdak. Deopvang is vaak particulier initiatief. ‘Groepen ondernemende burgers die zelf het heft in handennamen en hun verantwoordelijkheid nemen.’ De verzuiling werkt trouwens ook hier door. ’Totaan de jaren ’70 worden vluchtelingen vooralopgevangen door geloofsgenoten.’ Dit gebeurtveelal ‘in karige, slechte pensions in grote steden.Dat dit zou moeten veranderen wordt in dedecennia hierna onontkoombaar’.

Na enkele protostadia ontstaat in 1979 deVereniging VluchtelingenWerk Nederland. Zebundelt particuliere vluchtelingbegeleiding in éénorganisatie. De idee is dat opvang en begeleiding lokaal worden georganiseerd en datvrijwilligersgroepen daarvoor de basis vormen.

In korte tijd verelfvoudigt de werkorganisatie ervan naar 400 medewerkers - vrijwilligers enbetaalde krachten. Als de instroom toeneemt, de verblijfsduur in gehuurde centra oploopt en hetRijk tegenstand krijgt als het VluchtelingenWerk onder bewind van het ministerie van CRM wilbrengen, besluit de overheid de opvang van uitgenodigde10 vluchtelingen zelf te organiseren. Dezorg wordt een combinatie van Rijk, gemeenten, algemene instellingen en VluchtelingenWerk.De opvang van individuele asielzoekers blijft een particuliere zaak, zonder subsidie.VluchtelingenWerk krimpt na een onstuimige groei abrupt weer in.

Gemeenten trekken aan de bel als het aantal Tamils sterk oploopt. Uitkering wordt leefgeld.Verblijf wordt sober pension. Na onrust en protest wordt de regeling wat versoepeld, maar dieuitzonderingssituatie eindigt snel. Sober doch humaan doet zijn intrede als pay-off.

In 1987 worden gemeenten met de ROA (Regeling Opvang Asielzoekers) verplicht zelfstandigehuisvesting voor asielzoekers beschikbaar te stellen, twee promille van het aantal inwoners. Hetzijn de ROA-woningen. Asielzoekers ontvangen zak- en kleedgeld, mogen niet werken en maarzeer beperkt opleidingen volgen. Zij voor wie nog geen plaats is, worden opgevangen in azc’s, dieonder verantwoordelijkheid staan van het ministerie van WVC. Dit is de start van de opvang vanRijkswege.

Eind jaren ’80 ontstaat er al een tekort aan ROA-woningen. Asielaanvragers worden daarnaondergebracht in grootschalige centra ’vaak oude kazernes en kloosters in afgelegen gebieden’.Bedoeld voor maximaal negen weken. In de praktijk uitlopend tot een half jaar.

10 Voor uitleg van de asielprocedure en het begrip uitgenodigde vluchteling: zie Bijlage 1

2.000 Chilenen3.800 Turkse christenen

Vietnamese bootvluchtelingenOorlogslachtoffers uit Joegoslavië

17.000 Tamils uit Sri LankaNog eens 5.000 Kosovaren

Page 29: Essay asielopvang

- 29 -

Vluchtelingen wereldwijdHet 2010 Global Trends-rapport van de UnitedNations High Commissionerfor Refugees toont aan dater eind 2010 wereldwijdrond de 43,7 miljoenmensen door conflict envervolging gedwongen op devlucht zijn geslagen. Ditis het hoogste aantal inde afgelopen vijftien jaar(UNHCR, 2011). Ook blijktdat meer dan viervijfdevan alle vluchtelingenwordt opgevangen doorontwikkelingslanden,veelal vluchtelingen uitde eigen regio. Pakistan,Iran en Syrië hebben degrootste groepenvluchtelingen metrespectievelijk 1.9miljoen, 1.1 miljoen en 1miljoen (UNHCR, 2011). OokDuitsland, Jordanië enKenia vangen veelvluchtelingen op.Nederland staat optwintigste plaats in delijst van opvanglanden.

Uit: Kleine stappen van grote betekenis,VU Amsterdam 2012

De derde periode (afremming) kondigt zich aan. Vanaf ‘87 worden asielzoekers die via Schipholbinnenkomen daar gedetineerd gedurende zes tot acht weken. Ter afschrikking. In de jarennegentig schiet de instroom verder omhoog. Het systeem stagneert. Er ontstaan enormewachttijden. Veel asielzoekers leven met een soort gedoogstatus. Er wordt de mogelijkheidgecreëerd voor tijdelijke verblijfsvergunningen, met daaraan gekoppeld een geleidelijke opbouwvan rechten naarmate iemand langer in Nederland is (vvtv). Er komen aanmeldcentra onderbeheer van de IND als snelle filter voor ‘flinterdunne’asielverzoeken. In 24 uur wordt daar besloten of iemand deprocedure in gaat of niet. Om de wachtrijen te reducerenontstaat tijdelijk het driejarenbeleid: ben je drie jaar hierzonder eigen interventies en heeft de overheid nog nietbeslist, dan krijg je een verblijfsvergunning.

De opvang wordt steeds grootschaliger en langduriger. Na1997 verdwijnt de ROA-regeling en gaat álle opvang viaazc’s. Alle asielzoekers verblijven dus nu in centra enwachten daar de uitslag op hun verzoek af. Vanaf hier iscentrale opvang gekoppeld aan de asielprocedure, met alsgevolg dat asielzoekers jarenlang in grootschalige centraverblijven die daar niet op ingericht zijn.

Na wat ge-heen-en-weer op het geschilpunt integratie staathet Nederlandse beleid nu voor:- “actief burgerschap door alle burgers- met eigen verantwoordelijkheid voor integratie”.Binnen de EU worden afspraken gemaakt over het verdelenvan de lasten tussen lidstaten.

Het mantra Streng maar rechtvaardig doet zijn intrede.’Aantallen en stroomschema’s zijn leidend geworden. Hetbeeld van mensen die een beroep doen op bescherming isverworden tot dat van mensen die niet wegvluchten, maardie iets komen halen, ergens een beroep op komen doen. [...]Mensen uit de hele wereld wonen nu in asielzoekerscentra,zonder veel invloed op hun dagelijks bestaan.’

Brengt Nederland zijn instroom van nieuwelingeninderdaad terug tot een voor de politiek en institutieshanteerbaar niveau, internationaal geldt dat niet. Biesma:‘Vanaf de jaren ’70 groeit wereldwijd het aantalvluchtelingen uit tot een crisis zonder weerga. En dat is hetwereldwijd nog steeds.’

Naar episode vier: die van de dubbele ontwikkeling

Dit hoofdstuk ‘Hoe het werd wat het nu is’ laat zien dat onze gecentraliseerde engeuniformeerde opvang een uitvoeringsvariant is die pas kort bestaat. Zo’n vijftien jaar lang is zefunctioneel voor een samenleving die eind jaren ’90 besluit haar hek te sluiten.

Nu volgen twee citaten van politicus Pim Fortuyn die de aanloop naar deze ‘derde periode’illustreren. Daarop een derde, een gesprek met wetenschapper Carolus Grütters in Trouw dietien jaar later strijdt tegen betogen die strijdig zijn met de cijfers.

Page 30: Essay asielopvang

- 30 -

Het dan volgende hoofdstuk vijf is een bloemlezing van meningen over het resultaat van onze‘derde periode’. De meningen combinerend met het beeld van een veranderd Nederland uithoofdstuk twee komen de auteurs tot de conclusie dat onze opvangvariant niet verenigbaar ismet opgaven voor de toekomst. De samenleving is te zeer veranderd, de achttien jaar nadatFortuyn schreef:

Nederland is vol (8 oktober 1995)

Nederland is vol. Dat schijn je in dit rare land niet te mogen zeggen,als je althans geen proces aan je broek wilt hebben. Bolkestein van deVVD heeft dit probleem in een recent verleden een- en andermaal opdeftig-voorzichtige wijze aan de orde gesteld. Het kiezersonderzoekvan het CBS [meer dan de helft van de kiezers in dit land is vanmening dat niet de werkloosheid het allerbelangrijkste probleem is,maar dat de ongelimiteerde toestroom van vreemdelingen veruit hetbelangrijkste probleem is, auteursNtR] is de aanleiding om het maareens wat harder en, kan het zijn, wat volkser aan de orde te stellen.

Helaas volgt de rechtelijke macht deze rigide interpretatie vanartikel 1 van de grondwet, dat ons Nederlanders verbiedt tediscrimineren op grond van ras, sekse en seksuele geaardheid. Eenfantastisch artikel en het is volkomen terecht dat dit toppunt vanbeschaving in marmer gehouwen is op het plein voor het gebouw van deTweede Kamer. Echter, als het ons verhindert een open dialoog tevoeren over de noodzaak ons land ook voor onszelf te hebben en onzecultuur daarin te koesteren en hoog te houden, dan plaatsen we onsbuiten de werkelijkheid. En, wat erger is, we bedreigen daarmee heteconomische, sociale en culturele voortbestaan van het Koninkrijk derNederlanden.

Bij mij in de buurt zestig nationaliteiten, reuze gezellig, maar tochwel een beetje veel van het goede. De sociale infrastructuur is erniet op berekend en eenieder trekt zich terug op zijn eigen eiland. Deoorspronkelijke bewoners doen dat, maar ook de nieuwkomers. Er is geensprake van assimilatie. Men doet geen enkele poging meer zich met deoorspronkelijke bewoners te verstaan. Sterker nog, de nieuwkomersoverheersen allengs de hele buurt en leggen die hun cultuur enomgangsvormen op.

De tijd is meer dan rijp voor hele flinke en radicale maatregelen.Nederland is vol en moet dus stante pede op slot. Alleen in hoogstuitzonderlijke en welomschreven gevallen worden nog vreemdelingen, diehier geen middelen van bestaan hebben, permanent toegelaten. Met debevolking die we nu hebben, oorspronkelijke Nederlanders envreemdelingen, gaan we er iets moois van maken.

We zijn een uiterst kritische grens genaderd en moeten opnieuw gaanbouwen aan het volk van Nederland. Afkomst mag er daarbij niet toedoen. Het vormen van die nieuwe natie wordt nu belemmerd door devoortgaande instroom van grote aantallen nieuwkomers. Nederland isvol!

Pim Fortuyn in A hell of a job, verzamelde columns, 2002

Page 31: Essay asielopvang

- 31 -

Herzie het asielverdrag (6 mei 2000)

Een slachtoffer [van het kamerdebat over het vreemdelingenbeleid, auteurs]was er wel, minister van Grote Steden- en Immigratiebeleid Roger van Boxtel(D66). Hem werd verweten niet daadkrachtig genoeg op te treden tegentaalachterstanden en stagnerende integratie van nieuwkomers. Een gotspe vande eerste orde. De minister is pas twee jaar bezig met deze weerbarstigeproblematiek en beschikt nauwelijks over een ander instrument danoverredingskracht en wat geld. De beleidsuitvoering is gedetacheerd aan degemeenten en die houden bij elke vraag om extra inspanningen gewoon de handop. Over anders omgaan met de gelden, beter organiseren, minderbureaucratie en overhead, hoor je ze nooit.

De wereld een dorp, ja, daar begint het steeds meer op te lijken. Maar weleen dorp met grote verschillen in welvaart en cultuur. De modernecommunicatietechnieken en de steeds goedkopere vervoerstechnieken hebbentot gevolg dat mensen steeds beter op de hoogte zijn van wat zich afspeeltin andere landen en culturen en dat ze zich ook steeds gemakkelijkerverplaatsen. Maar in ons land wordt het vreemdelingenbeleid op politiekniveau nog steeds bekeken vanuit het gezichtspunt van de asielzoeker. Datis opmerkelijk omdat de verplaatsingswens van veel nieuwkomers weinig vandoen heeft met asiel zoeken in de oorspronkelijke betekenis. Toen hetverdrag daarover in 1950 werd opgesteld en ook door ons land werdgeratificeerd, ging het om mensen die op de vlucht waren omdat het henfysiek onmogelijk was om thuis te blijven, door (burger)oorlog,onderdrukking en vervolging. Het verdrag kwam tot stand in een wereld dienog geen dorp was. Dit verdrag geldt niet alleen vijftig jaar na dato nogsteeds, maar heeft de status van niet-bediscussieerbaar gekregen en is dooreen hoop jurisprudentie flink aangekleed. De motieven van mensen om huis enhaard te verlaten zijn inmiddels uitgebreid. Slechts een klein deel van delandverhuizers is op weg gegaan omdat ze moesten vrezen voor leven en goed.Het merendeel tracht zich elders een beter leven te verwerven dan in hetland van herkomst.

Willen we onze samenlevingen enigszins beheersbaar houden, dan zal deEuropese Unie het Vluchtelingenverdrag uit 1950 moeten herzien en zorg enopvang van vluchtelingen moeten organiseren en financieren in debetreffende regio. In beginsel dus geen asielopvang meer in de EU, welbekostiging daarvan. Voorts moet Europa zich meer dan nu inspannen omAfrika tot ontwikkeling te brengen. En tenslotte moet het eenintegratiebeleid op poten zetten om de tekorten aan arbeidskrachten op tevangen, geflankeerd door een beleid om waar mogelijk het werk naar demensen toe te brengen. Maar daarover ging het allemaal niet in Den Haag [inhet kamerdebat over vreemdelingenbeleid, auteurs].

Pim Fortuyn in A hell of a job, verzamelde columns, 2002

Page 32: Essay asielopvang

- 32 -

Grütters tegen prietpraat"Ik vraag mijn studenten wel eens: hoe vaak kun je een trein niet inomdat die vol zit met asielzoekers? Nederland is niet vol. En wordtniet overstroomd door gelukszoekers." Mr. dr. Grütters, onderzoeker bijhet Centrum voor Migratierecht van de Radboud Universiteit Nijmegen,gebruikt feiten en cijfers in zijn strijd tegen vooroordelen en halvewaarheden. De deskundige op het gebied van asielbeleid en asielrechtschreef een bijdrage in de wetenschappelijke bundel 'Tijd en asiel,over 60 jaar Vluchtelingenverdrag', die vandaag verschijnt.

Grütters pakt de laatste cijfers van de UNHCR erbij om het schrikbeeldvan een tsunami aan vluchtelingen vanwege de Arabische lente teontzenuwen. In het eerste half jaar van 2011 meldt devluchtelingenorganisatie van de VN een stijging van het aantalvluchtelingen met 17 procent. "Maar in Nederland neemt het percentageeerste aanmeldingen af met 11 procent." Dat is goed nieuws voor kabineten gedoogpartner die de instroom willen terugdringen. Maar het is niethun verdienste, stelt Grütters.

Hij constateert dat allerminst duidelijk is waarom vluchtelingen ergensasiel aanvragen. "Een vluchteling vlucht in eerste instantie uit eenoorlogssituatie of voor hongersnood, naar veiligheid en voedsel.Vervolgens blijkt dat krap één procent van alle vluchtelingen in staatis naar het Westen te reizen om daar bescherming aan te vragen. En dieene procent meldt zich echt niet met brochures in de hand, weloverwogenbij een of ander loket om een enkele reis naar walhalla-Nederland ofzote boeken. Dat beeld wordt wel geschetst."

Hij noemt ze 'reisagenten', soms zijn het mensensmokkelaars, die hetreisdoel van de vluchteling bepalen. Die lijken soms een voorkeur tehebben voor landen met ellenlange asielprocedures, soms lijkt derelatie tussen het land van herkomst en land van asielaanvraag een rolte spelen. Slechts een kleine rol spelen recente specifieke maatregelenom de toestroom in te perken: "Terwijl dit in het politieke debat vangroot belang wordt geacht."

Nederland wil hardheid uitstralen. Alles doen om een 'aanzuigendewerking' te voorkomen. Aanzuigende werking? Grütters komt het in zijnonderzoek niet tegen. Het bestaat niet, maar leidt volgens hem wel totoneerlijke maatregelen.

"Voor vluchtelingen uit Somalië, Irak, Iran, Afghanistan, Congo enSoedan gelden of golden tijdelijke maatregelen, omdat ze tijdelijkbescherming verdienden. Inmiddels is het in die landen al tientallenjaren onveilig. Toch worden die tijdelijke maatregelen steeds verlengdof aangepast. De minister doet dat om een niet-bestaand fenomeen alsaanzuigende werking te voorkomen en gaat voorbij aan het wel degelijkreële effect hiervan op de betrokken asielzoekers die lange tijd moetvrezen voor uitzetting. Geef iemand die mag blijven directduidelijkheid: een permanente vergunning in plaats van jarenlangeonzekerheid."

(zie volgende pagina)

Page 33: Essay asielopvang

- 33 -

"We hechten in het vluchtelingenrecht soms te veel, soms te weinigwaarde aan tijd. Soms gaan we er mensonterend onverschillig mee om."Aldus Ashley Terlouw en Karin Zwaan. Zij stelden de bundel 'Tijd enasiel, 60 jaar Vluchtelingenverdrag' samen en organiseren er vandaag,namens het Centrum voor Migratierecht (CMR) van de RadboudUniversiteit Nijmegen, een debat over. "We sluiten onze ogen alsvluchtelingen soms wel 20 jaar in tentenkampen verblijven. Of als zehier in Nederland in 18 maanden in vreemdelingendetentie zitten,terwijl ze niets anders op hun kerfstok hebben dan dat ze hier hulpzochten." Maar soms is tijd allesbepalend, stellen hoogleraarrechtssociologie Terlouw en CMR-coördinator Zwaan, zoals bij fataletermijnen in de asielprocedure en voor de geldigheid vanverblijfstitels. "Bij het omgaan van de tijd zijn we in hetvluchtelingenrecht de menselijke maat kwijtgeraakt."

Rob Pietersen in gesprek met Carolus Grütters, Trouw, 21 okt 2011

Page 34: Essay asielopvang

- 34 -

5. Wat vindt u ervan, wat zij, wat wij?

Hoofdstuk drie belichtte hoe momenteel de asielopvang in azc’s afgesloten is van de rest van desamenleving. Hoofdstuk vier maakt begrijpelijk hoe deze opvangvariant vijftien jaar lang alsfunctioneel wordt gezien voor een samenleving die eind jaren ’90 ertoe over gaat haar hek minof meer te sluiten. Hoofdstuk twee gaf al ruwweg aan aan wat voor samenleving hetopvangsysteem moet gaan bijdragen.In dit hoofdstuk blijkt dat breed in Nederland een diepe wens leeft asielopvang te herverbindenmet de rest van de samenleving. Die diepe wens levert de brandstof voor een transitie.

Eerst de meningen van mensen die zelf door het systeem heen gaan of gingen.

Opinies (ex)asielzoekers

Hieronder tien citaten van (ex)asielzoekers.

‘Ik denk niet veel aan mijn verleden, ik denk vooral aan mijn toekomst. Dit voelt echt als een nieuwekans voor mij: ik heb een nieuwe toekomst. Ik kijk vooruit.’

Asal, geciteerd in Kleine Stappen van Grote Betekenis, VU Amsterdam, 2012

‘Heel lang had ik het gevoel dat niemand luisterde.’‘Je hebt veel met tussenpersonen te maken die informatie vervormen.‘‘Ik voel me nog steeds vluchteling, dat is mijn identiteit.’‘Ik heb geen mogelijkheid verder te gaan met mijn leven.’‘Waarom kunnen we het niet gewoon regelen dat ze geld opbrengen?’

Citaten uit de film ‘Ik ben hier’ van Armin Mueller, 2012

‘Dan steekt een Iraanse asielzoeker zichzelf op de Dam in brand. Dan komen al die momenten vanangst en onzekerheid weer dichtbij en dan weet ik weer hoe het voelt om de dood als enige vlucht tezien. Dan weet ik weer hoe het kan dat iemand zo diep kan zitten dat de dromen voor een nieuwbegin veranderen in een doodswens als enige middel tot het claimen van de eigen waardigheid.’

Halleh Ghorashi in Kleine stappen van grote betekenis, VU Amsterdam, 2012

‘Want een samenleving die haar kwetsbaren in de steek laat, is geen beschaafde samenleving. Dezeles heb ik dankbaar van Nederland geleerd: het Nederland van de jaren tachtig, moet ik erbijzeggen. Wij burgers vormen de samenleving en daarin moeten we onze rol als drager en bewakervan deze samenleving serieuzer nemen dan ooit, zeker nu de overheid zich terugtrekt. En daarbijmoeten we niet vergeten dat solidariteit vaak gepaard gaat met kleine gebaren die van grotebetekenis kunnen zijn.’

Halleh Ghorashi in Kleine stappen van grote betekenis, VU Amsterdam, 2012

‘Nederland heeft ons niet goed behandeld, ze hebben ons twee keer op straat gezet. Als we nu weermoeten veranderen van situatie, het zal niet makkelijk zijn. Mijn zoon ging vier jaar naar school inde stad waar we woonden [in een eigen huis] en toen hij daar weg moest, was het heelproblematisch. Hij miste zijn vrienden. De kinderen op deze plek zijn anders. Als we van landmoeten wisselen, wordt het heel moeilijk. Niemand weet hoe zijn toekomst eruit gaat zien. DeNederlandse overheid behandelt hem niet goed. Toen hij jonger was, woonden we in een heel kleinekamer [in een azc, auteurs], maar hij snapte nog niet wat dat betekende. Toen we hierheenkwamen, ging hij wel denken en stelt hij vragen, hij vraagt: ‘mama wanneer krijgen we status?’ Hij

Page 35: Essay asielopvang

- 35 -

snapt alles. En hij vindt Nederland te leuk, hij wil hier blijven. Ik wil dat hij een hekel heeft aanNederland, omdat ik niet weet of we hier kunnen blijven of niet. Als we verhuizen, zal hij Nederlandminder missen als hij een hekel heeft aan Nederland. Ik zeg tegen hem: ‘Nederland is niet goed voorons’. Maar hij zegt: ‘Mama, Nederland is goed.’ Hij wil dat ik Nederland leuk vind.(…) Ik denk altijdaan hem. Ik ben heel moe. Voor mijzelf, wat kan ik doen, alles is beschadigd? Ik kan niets meer doenvoor mezelf. Maar voor hem, hij is degene aan wie ik denk.’

Linda, geciteerd in Kleine stappen van grote betekenis, VU Amsterdam, 2012

‘Mijn neven en nichten zitten gevangen tussen twee werelden, net zoals ikzelf en zoveel anderen indeze steeds kleiner wordende wereld. Ze waren op geen enkele manier voorbereid op het leven inhet Westen.’‘Van mijn oma moesten wij de stamboom van onze vader van buiten leren in plaats van het alfabet.Oma verbaasde zich over het woord ‘land’, net zoals ze zich verbaasde over het idee van een landdat Somalië heette. Zij vroeg hoe de trotse zonen van de grote clans, Isaq en Darot, zich erbijkonden neerleggen dat er een of andere onzichtbare lijn bestond die ze niet mochten oversteken.’‘Ik wilde tegen Hassan [haar neef, auteurs] zeggen: Spaar je geld op, koop er een huis van, volg eenopleiding en – nog belangrijker – denk nog eens goed na over de normen en waarden van onzegrootmoeder en leer je kinderen nieuwe gedragsnormen. Help ze aan de middelen om in Amerikavooruit te komen en te kunnen slagen.’‘Stoffering, wat wist ik ervan? Het waren woorden uit een Jane Austen en ik woonde in een Alice inWonderland-wereld [NL, auteurs] met een pinpas! En een eigen flat!” “Maar toen kwam deverrassing. Van de lening van vijfduizend gulden hadden we nog maar vierhonderd over, en wehadden alleen maar behang en vloerbedekking gekocht. Geen gordijnen, niets om op te zitten, geenbedden, geen stoelen, geen potten, pannen, borden en bestek, niets.’‘Allemaal vragen over hun verleden. Geen van de asielzoekers kreeg ooit de vraag voorgelegd wathij of zij verwachtte aan te treffen als ze eenmaal waren toegelaten. Hun vaardigheden werden nietgetest.’‘Maar mijn persoonlijk leven was een puinhoop. Ik was aan mijn familie ontsnapt en naar Europagegaan omdat ik niet opgesloten wilde worden in een huwelijk met een man die in feite eenvreemde was en die ik niet mocht. Nu, in Amerika, voelde ik me ontworteld en verloren. Het hadaltijd romantisch geleken om een nomade te zijn, omaltijd rond te zwerven. In de praktijk is een thuisloosbestaan waarin je constant onderweg bent. Eenvoorproefje van de hel. Ik staarde naar de zwart-witfoto van mijn grootmoeder, die aan de muur vanmijn woonkamer hangt. Ik voelde een steek van pijn envermeed haar doordringende blik, maar haar woordenhadden zich in mijn geest gebrand: ‘De wereld buiten declan is hard en jij moet je daar in je eentje zien teredden’.’

Uit: Ayaan Hirsi Ali, Nomade, 2010

‘Dat wachten moet gewoon anders.’Citaat ex-asielzoeker tijdens paneldiscussie Felix

Meritis, Amsterdam, 12 april 2012

‘Toen er een nieuwe wet kwam dat je niet buiten hetazc naar Nederlandse les mocht, zijn we via een omwegtoch bij de andere talenschool buiten het centrumgebleven. We wilden daar per se blijven en we wildenecht niet naar de taalles op het centrum. Het was daarecht leuk. Er zaten ook veel internationale studenten opdie school die Nederlands wilden leren. We hadden driekeer per week les. We konden even weg van het azc en

Page 36: Essay asielopvang

- 36 -

onder andere mensen zijn. (…) We hadden niet veel contact met anderen op het azc. We hebbengewoon de klik niet gevonden. De families op het azc zijn ook erg geïsoleerd en ik werd er eenbeetje depressief van om met die mensen te praten. Ik zocht het liever daarbuiten, met demedestudenten. Met hen gingen we vaak samen eten. (…) We kwamen in contact met mensenbuiten het azc door het gastgezinnenproject van VluchtelingenWerk. Bewoners binnen het azcwerden in contact gebracht met bewoners buiten het azc. Wij hadden een heel leuk echtpaar, zijnodigden ons voor alle feestjes uit. We gingen ook samen naar de bioscoop. Ik herinner me nogwelke film: Titanic. We deden ook allerlei bezoekjes door het hele land, naar Limburg waar hunfamilie woonde, naar Zeeland. (…) Het project gastgezin heeft voor ons heel goed gewerkt, wehebben met half Nederland kennis kunnen maken. We hebben ook wel veel geluk gehad.’

Ziba, geciteerd in Kleine stappen van grote betekenis, VU Amsterdam, 2012

‘We landden op Schiphol. Het was hartje winter. Ik had alleen een T-shirt aan. [...] We dachten datwe in Duitsland waren, want dat had mijn moeder onsverteld. Wist zij veel. Ze is niet dom maar welanalfabeet. Mijn zusje heeft voor ons gezorgd. Mijnmoeder kwam namelijk niet na een week, maar vierjaar later. Pas toen had ze met heel hard buffelengenoeg verdiend om ook de andere zes kinderen inveiligheid te brengen. [...] Hij is heel trots op me hoor,mijn vader. Hij geniet nog meer van mijn succes dan ik,wil er ook graag mee pronken. [...] Een wethouder inNew York nodigde me uit met mijn bedrijf naarBrooklyn te komen. Ieder ander zou een gat in de luchthebben gesprongen, maar ik heb nee gezegd. Ik blijfhier vanwege mijn familie. [...] Ik zag de troon staan,belde mijn moeder en zei: ik kan echt niet komen, ik zitbij de koningin. [...] Na het vmbo ben ik op demodevakschool op een hoger niveau begonnen danvolgens de regels mocht. In 2007 werd ik uitzeshonderdduizend leerlingen verkozen tot beste mbo-er. Heb na school twee jaar in een trailer door het landgereisd om leerlingen te inspireren. Veel mbo-ershangen er maar wat bij en dat ergert me mateloos.Haal het beste uit jezelf. Maak er wat van, denk ik dan.[...] Ik had nog nooit in een vliegtuig gezeten toen wenaar Nederland gingen. Aan boord vingen destewardessen van KLM ons op. Nu maak ik in opdrachtvan KLM tassen en kofferlabels van de stof van oudestewardessenpakjes. [...] Ik vind dat mooi. Het is af, zovoelt het. De cirkel is rond.’

Omar Munie, interview in Trouw,5 januari 2013

‘Asielzoekers zijn angstig voor drie dodelijke dingen.Genadeloze dingen. Als de asielzoeker het gif van één van die drie dingen ervaart wordt hij bangvoor zijn eigen schaduw en zorgt hij dat hij geen foutjes maakt. De drie dingen zijn de IND, devreemdelingenpolitie en het gesloten centrum. [...] De reden om asielzoekers naar gesloten centrate sturen zijn net zo vaag als de lengte van het verblijf. Toen op een dag een van de vrijwilligstersuit het AZC een journalist belde om te schrijven over Tahir, een Iranees die zelfmoord had gepleegd,werd de enige asielzoeker die een interviewtje durfde geven later naar een gesloten centrumgestuurd. De vrijwilligster zagen we nooit meer.’

Rodaan Al Galidi in NRC Next, 31 januari 2013

Page 37: Essay asielopvang

- 37 -

Ik droeg de verhalen dagen, somsweken met me mee voordat hetlukte ze los te laten.

Marije Boer, onderzoekster, Kleine stappenvan grote betekenis, VU Amsterdam, 2012

Opinies professioneel betrokkenen

Hierna meningen van mensen die professioneelbetrokken zijn bij asielopvang.

‘Vluchten is een nieuw begin. In het begin hebbenvluchtelingen heel veel energie. De eerste jaren zijn essentieel. Laat die vruchtbaar zijn. Niet voorniets komt er een jarenlang onderdrukte veer – een rivier - los. De pijn blijft. Het verleden eennieuwe plek geven door nieuw perspectief. Je moet meteen meer zijn dan asielzoeker. Door nieuwecontacten ontstaat nieuwe nieuwsgierigheid. [...] Zo kun je het verleden tijdelijk parkeren. Leven ineen azc maakt het verleden juist enorm. Terwijl je juist zelfvertrouwen nodig hebt om door tegaan.’

Halleh Ghorashi, 12 april 2012

‘Door de wijze waarop ons systeem is vormgegeven zijn asielzoekers vooral met hun verleden bezig.Die kracht is er altijd. Maar het is zaak het verleden een nieuwe plek te geven door nieuwperspectief te bieden.’

Uitspraak betrokkene na vertoning film De Wachtkamer, door Meneer de Leeuw, april 2012

Page 38: Essay asielopvang

- 38 -

’Geen genoegen nemen met kan niet en magniet. Beroep doen op de eigen kracht is bijburgers van Nederland vanzelfsprekend. Het isbizar dat asielzoekers anders wordenbenaderd.’

Andree van Es, wethouder in Amsterdam,ter gelegenheid van de presentatie van het VU-onderzoek

Kleine Stappen van grote betekenis, 12 april 2012

‘Het gaat niet om luxe, maar om verantwoordelijkheid van Nederland en de rechten van een kind.Nederland heeft het Verdrag voor de Rechten van het Kind geratificeerd en zich daarmee verplichtom goed te zorgen voor álle kinderen in het land. Uit onderzoek blijkt dat de situatie van kinderenin asielzoekerscentra niet voldoet aan het verdrag. Ze krijgen te maken met vele knelpunten. Hunontwikkeling wordt daarmee ernstig bedreigd. Dat moet veranderen. Dat is geen ondankbaarheid,het is een recht.’

Unicef, 2010

‘Desondanks blijft hetvreemdelingen- en asielbeleid garantstaan voor een aanhoudende stroomkritische rapporten van deOmbudsman. Verandert er dan niks,alle kritiek ten spijt? Die stroom is[...] vooral het bewijs dat de overheidhardleers is. Ik ben juist blij dattenminste nog iémand zijn mond opendoet.’

Nationale Ombudsman Brenninkmeijer in Trouw, 10 augustus 2012

‘In Rosmalen komt geloof ik een nieuw aanmeldcentrum. De bedoeling is om mensen eerst even bijte laten komen, voordat ze de 'Procedure' ingaan. En er zijn nog wat veranderingen op dit terrein.Probleem is en blijft dat zolang de IND zich richt op uitzetten (het niet-tenzij-beleid) er niets zalverbeteren. Dat is met de hele asielprocedure het geval. Mensen worden jaren in de wacht gezet,mogen niet werken, geen opleiding volgen, niet integreren in de samenleving. De onzekerheid diedaarbij komt, is funest. Mocht iemand onverhoopt toch toegelaten worden, dan is hij of zij al kapot.Dit staat nog los van de eventuele trauma's die tijdens de reis of in het thuisland zijn opgelopen.Yep Noud, ik schaam me met je. Frank en ik hebben hier al veel over geschreven, onder meer opwww.nonfixe.nl en www.ecolutie.nl.’

Caro Sicking op www.societaltransitionsnl.ning.com,webplatform over transities, 20 April 2010

‘Klachten over gebrekkige medische zorg voor asielzoekers zijn niet nieuw. Onderzoeken naar diezorg evenmin. En de conclusies van die onderzoeken zijn immer somber.’

Trouw, n.a.v. uitspraken artsen over ‘schokkende bevindingen bij asielzoekers die tot voor kortin asielzoekerscentra of penitentiaireinrichtingen verbleven’, 21 feb 2013

‘De opvang van mensen in asielzoekerscentra kostjaarlijks 500 miljoen, 25.000 euro per asielzoeker perjaar. Daar kan je een behoorlijk huis van huren en dannog een opleiding doen ook. Het leven inasielzoekerscentra kenmerkt zich door ‘verplichtvervelen’ en doelloosheid, wachten op de uitslag en je aande regels houden in de tussentijd die in feite eenwachtstand is. Het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekersbeheert de centra met een groot team vanprogrammamanagers, casemanagers enwoonbegeleiders. Personeel en budget dat genoeg zoumoeten zijn. Tegelijkertijd zijn de mogelijkheden voor demensen die er gedwongen verblijven om hun eigen levenvorm te geven er niet tot nauwelijks. De vraag aanasielzoekers die het minst aan hen gesteld wordt, is welkvak ze uitoefenden in hun land van herkomst, wat huntalenten zijn en wat ze zolang het niet zeker is of ze hier

Page 39: Essay asielopvang

- 39 -

mogen blijven in het asielzoekerscentrum en voor de samenleving daar omheen zouden kunnen enwillen betekenen. Er wordt kortom nauwelijks tot geen gebruik gemaakt van de beschikbaretalenten en capaciteiten van de mensen die we hebben opgeborgen in de asielzoekerscentra. Dieworden niet gezien, niet gezocht, laat staan verbonden met vragen in de samenleving. En zo zijn erin ons land zestig relatief grote gebouwen ontstaan, veelal buiten steden en dorpen waar mensenleven die niets mogen en kunnen betekenen voor de samenleving daar omheen.Het mantra ‘streng maar rechtvaardig’ groeide uiteindelijk uit tot een uitgekiend asielsysteemwaarin de individuele juridische procedure en de huisvesting van mensen aan elkaar gekoppeld zijngeraakt. Aantallen en stroomschema´s zijn leidend geworden. Het beeld van degenen die eenberoep doen op bescherming is hierdoor verworden tot dat van mensen die niet wegvluchten maardie iets komen halen, ergens een beroep op komen doen.’

‘Mensen hebben verantwoordelijkheid voor hun eigen leven én voor de samenleving als geheel. Enze zijn niet louter economische wezens. [...] Die visie zien we terug in de partijprogramma’s vanGroenlinks, D66, iets minder bij PvdA en veel minder bij VVD. Het programma van het CDA was opdit punt lastig in te delen. Met dat programma kon je alle kanten op. Vrijheid, verantwoordelijk-heid, zelfbeschikking en gelijkwaardigheid zijn onze uitgangspunten. [...] Het verrast me [hoe hetprogramma van de VVD laag scoort op de humanistische meetlat, auteurs] , maar past wel bij deaccenten die de VVD nu legt. Het vreemdelingenbeleid is hard, daar komt weinig terecht van hetidee dat individuen rechten hebben, ook als ze hier niet vandaan komen. [...] niet de beschermingvan de fundamentele vrijheid is leidend, maar vooral de toestand van de economie.’

Ineke de Vries, voorzitter Humanistich Verbond, in Trouw, 28 augustus 2012

Page 40: Essay asielopvang

- 40 -

’ We waren erg intensief bezig met hetproject kinderen van asielzoekers enhet recht op MBO-stage bezig. Staandede Raadsvergadering komt er een briefvan het Kabinet. Het dreigde degemeente met een serie boetes enuiteindelijk met het buiten werkingstellen van de rechtspersoon GemeenteAmsterdam.’ [zaal reageert metongeloof]

Raadslid Fenna Ulichki, Gemeente Amsterdam,tijdens paneldiscussie n.a.v. publicatie

Ten Holder & De Boer, Felix Meritis, 12 april 2012

‘Het is niet gemakkelijk voor ‘gewone’ mensen om dichterbij de belevingswereld van mensen in demarges van de samenleving te komen, maar het is wel mogelijk. Sterker nog, dat is de enige manierom duurzame verbindingen te maken die een samenleving evenwichtiger en socialer maken.’

Halleh Ghorashi in voorwoord Ten Holder & De Boer, VU Amsterdam, 2012

‘Laten we de pukkel in de samenleving dieasielopvang nu is, omvormen naar eeninnovatieve gemeenschap, verweven met desamenleving.’

Voorvechter opvangpilot,Den Haag, juni 2011

‘We hebben veerkracht centraal gesteld voor deliminale fase [tussenfase, auteur] en dertigasielzoekers gesproken. Acht ex-bewoners en 22azc-ers. Verhalen over geloof, dromen enlevensvisies als drie pijlers onder veerkracht.[...]Uit de interviews komt naar voren dat deaanknopingspunten om zelf initiatieven te nemenvoor hen niet duidelijk zijn. [...] Eigen initiatiefwordt eerder ontmoedigd.’

Ten Holder & De Boer in Kleine stappen van grote betekenis, VU Amsterdam, 2012

‘De drang tot beheersing en controle zijn zo dominant in de opvang van asielzoekers datingrediënten die nodig zijn om de veerkracht van bewoners levend te houden ondergesneeuwdraken.’

Ten Holder & De Boer in Kleine stappen van grote betekenis, VU Amsterdam, 2012

‘De azc’s kennen geen privacy, geen gezonde omgeving om kinderen in op te voeden, geengemeenschap, geen gezamenlijk initiatief, activiteit of saamhorigheid onder bewoners, vrouwenvoelen zich nog steeds onveilig en asielzoekers met trauma’s vinden geen adequate steun.Schrijnende situaties zijn het gevolg. Particuliere organisaties en initiatieven alsVluchtelingenWerk, de Vrolijkheid, het Zapp-project, Mind Spring, Defence for Children, Pharosdoen onderzoek naar wie slachtoffer is van het systeem, bedenken methoden, doen pilotprojecten,en plakken pleisters op wonden die teveel pijn doen. Gemeenten houden ook toch nog maar even deopvang voor uitgeprocedeerden in stand. Er wordt hard gewerkt en veel geïnvesteerd om demisschien onbedoelde effecten van het model te compenseren. Het is symptoombestrijding.’

Opinie auteurs

Tot slot de opinies van de auteurs. Als voordelen van de huidige systeemversie zien we – zolang wehet moeten doen met de basiswaarde terugdringing – dat de hockeystickcurve, de exponentiële groeiin aantal asielaanvragers, teneinde is. De aantallen zijn teruggebracht tot beheersbare omvang enmensen worden opgevangen volgens een overzichtelijk model.

Maar we zien ook vele nadelen.

Page 41: Essay asielopvang

- 41 -

Ten eerste een gebrek aan transparantie, checks & balances bij uitvoeringsorganisaties, iets watwillekeur in omgang met bewoners in de hand werkt. Er zijn teveel signalen over onverkwikkelijkepraktijken, over ondoorzichtige boetesystemen, intimidatie, druk om films over leven in azc’s niet tepubliceren en het ontbreken van onafhankelijke vertrouwenspersonen. Er is een groeiend verzet bijeen deel van de burgers en dat uit zich in toenemend actieve netwerken.

Nadelen zijn ook de verkrampte politieke omgeving en de spanning tussen overheidslagen en die zijnontstaan. Als gemeenten duelleren met een minister over opvangvormen is dat geen toonbeeld vaneffectief samenwerkende bestuurslagen. Ook berichten over manipulatie van cijfers doen het geloof inhet landelijk bestuur geen goed.

Ten derde is de wachttijd voor tienduizendenasielaanvragers een nutteloze tussenperiode geworden –niet zelden zodanig lang dat optimisme en motivatie omiets nieuws op te bouwen uitmonden in louter de hoop datathans de kinderen betere kansen krijgen. Het directinzetten van potentieel wordt ten onrechte niet opgepakt.Er is een dehumanisering in het systeem gebracht tenbehoeve van een efficiënte terugkeerprocedure, die zichslecht verhoudt tot basiswaarden in onze delta:verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid, menselijkheid,vrijheid en persoonlijke ontwikkeling.

Voorts is de uitvoeringsorganisatie op afstand van deoverheid en de gemeenschap gezet en niet ontworpen opzelfreinigend vermogen, noch op bijdragen aan innovatieen visievorming. In tijden van transitie – en die voorzienwij - komt ze daardoor buiten spel te staan. Dat is zondeomdat juist in die uitvoeringsorganisatie een overvloedaan praktijkkennis aanwezig is.

Tel daarbij op dat er flinke spanningen zijn metinternationale verdragen rond rechten van de mens enhet kind. We vinden signalen dat de politieke retoriekvan het voorbije decennium ons land een discutabelenaam heeft bezorgd in internationale beleidsarena’s.Dat is lastig voor een land dat eerzuchtig is, afhankelijkis van internationale handel en zelfs zijn oprichtingdankt aan internationale verdragen.

Wat ons ook opvalt in bijeenkomsten, rapportages,discussies, onderzoeken en gesprekken met directbetrokkenen, is dat er veel boosheid is. Mensen zijnboos over het buiten de samenleving plaatsen. Boosover kids in detentie. Boos over het doelloos wachten.Boos over een in de jaren ’90 kwijtgeraakt gevoelvan welkom. Over pesterijtjes door een deel van deazc-medewerkers. Over kinderen die stil staan in hunontwikkeling. Over het vernietigen van ambities bijeen groep die juist een stap zet naar een nieuwetoekomst. Over het ontbreken van onafhankelijkevertrouwenspersonen in azc’s.Er is boosheid over dat die ene cruciale, volstrektnormale vraag nooit gesteld wordt: “Wat kunt u zoalen wat zou u kunnen bijdragen aan onze

Page 42: Essay asielopvang

- 42 -

‘Mensen die asiel vragen in Nederlandzouden gezien kunnen worden alsindividuen met een vanzelfsprekendpotentieel, als mogelijke factor vanbetekenis in onze maatschappij die allehanden nodig heeft om te kunnenvoorzien in de behoefte aanbijvoorbeeld de zorg. Of als frissegeesten die ondernemend zijn, mensendie zonder angst met vernieuwing engrote veranderingen om kunnen gaan,innovaties kunnen bedenken omdat ze opeen nieuwe manier kijken naar wat we alkenden, en/of hybride jonge mensenopgegroeid tussen twee culturen voorwie diversiteit een vanzelfsprekendemanier van kijken is.’

Uit: ‘Asielopvang,een kwestie om je vingers bij af te likken.‘

samenleving?” Boosheid over de Haagse politiek die het dossier op slot zet, die wel branden blustmaar die weigert ook maar één slag dieper te gaan.

En we schreven het al eerder: ons opvangsysteem is ontworpen op een fase die ons land weer achterzich heeft gelaten. Het is dus niet langer dienstbaar aan de kwaliteit van onze samenleving.

We vatten het in een paneldiscussie in april 2012 als volgt samen.‘Het onderzoek van de VU legt twee spagaten van ons huidige opvangsysteem bloot. Ten eerstestaan beheersing & controle als grondwaarden onder het asielsysteem lijnrecht tegenover dediepgevoelde wens een veerkracht-stimulerende opvangsituatie voor alleenstaanden, gezinnen enkinderen te creëren. Ten tweede wordt met de mond een nadruk op eigen verantwoordelijkheidvoor asielzoekers beleden, maar tegelijkertijd alle knoppen waaraan te draaien valt voor henverborgen gehouden. Áls er een fit is tussen opvang en bewoner is dat een lucky shot, eentoevalligheid. Het is geen systemische eigenschap. Dat is ronduit ongewenst. Het gaat immers omeen groep van 15.000 mensen met een sterke ambitie en hoop op een nieuw begin bij binnenkomst.Het ziet ernaar uit dat de nadelen van ons asielopvangsysteem de legitimatie hebben overstegen. Ingewoon Nederlands: we hebben met elkaar een monster gecreëerd.Óf het systeem omgaat hangt af van hoe de krachten pro en contra zich ontwikkelen. De genoemdespagaten zijn tegenkrachten, net als de salvo’s die uit de samenleving blijven komen en de misfitmet de onvergelijkbaar veranderde maatschappij. Nichespelers hebben sterke kaarten als ze deopvang willen laten aansluiten bij de voortschrijdende emancipatie van het individu, bij dezwakker wordende landelijke overheid, bij het verminderde aantal asielaanvragers, bij dehernieuwde hang naar sociale cohesie en bij hoofdijndossiers zoals tekorten op de arbeidsmarkt enafnemende openbare voorzieningen.’

Asielopvang is als je erop terugkijkt een beweeglijk systeem geweest tot nu toe. Het trachtte meete bewegen met grillige externe gebeurtenissen en binnenlandse opinievorming. Zijn laatstescherpe bocht naar beheersing&efficiency heeft doelen bereikt, maar er zijn sindsdien tweeessenties vermist: humaniteit & inbedding in samenleving. Het eerste is gevaarlijk en het isterecht dat de binnen- en buitenland zich hier zorgen over maken. Dehumanisering ligt ondergebeurtenissen in het verleden waarvan we collectief zeggen ‘dat nóóit weer’, en er is geen redente veronderstellen dat de historie zich niet zou kunnen herhalen. Het tweede - gebrek aaninbedding in de samenleving – heeft geresulteerd in een wachttijd met ‘kwaliteit nul’ voor deaanvrager én voor Nederland.

In het komende hoofdstuk belichten wewat Nederland kan verwachten als hetasielopvangsysteem in transitie gaat.De eerstkomende fase zal er één zijnvan toenemende diversiteit indenkbeelden en uitvoeringsvormen. Deefficiency neemt mogelijk af, maarrobuustheid (resilience ofschokbestendigheid) juist toe.Efficiency zal ook niet langer de allesoverheersende drijfveer zijn.

Page 43: Essay asielopvang

- 43 -

6. De toekomst: dubbele ontwikkeling

vierde tijdperk

In hoofdstuk één werd duidelijk dat er een onderstroom is in Asielopvang die aan kracht wint enwaarin mensen initiatieven baseren op een gedeeld ideaal. Uit de hoofdstukken twee tot en metvijf rijst het beeld dat de weg waarlangs de nu bestaande routines van asielopvang ontstondenbegrijpelijk is, maar dat die routines niet langer functioneel zijn en ook niet volhoudbaar. Devoordelen wegen de komende decennia niet op tegen de nadelen en je kunt verwachten dat hetprijsschieten uit de samenleving niet ophoudt als het opvangsysteem op deze koersdoorontwikkelt. De nieuwe grondwaarden voor een asielopvangsysteem worden in hoofdstukvijf duidelijk. Het gaat vanaf de aanvang om een dubbele ontwikkeling: samenleving énnieuwkomer. De conclusie lijkt al met al gerechtvaardigd dat het niet de vraag is óf hetopvangsysteem in transitie gaat, maar wanneer en onder welke omstandigheden.

Het heeft zin eens te kijken wat andere systemen in transitie overkomt op dit moment.

Andere systemen-in-transitie

EnergieKijken we naar wat andere systemen doormaken als ze in transitie gaan na een langeéénwaarheidperiode, dan zien we bij de energietransitie een waaier aan nieuwe technieken endiensten zijn intrede doen. Op het moment van schrijven doet de SER Nederland een aanboddaar een metastructuur overheen te leggen. De toekomst is waarschijnlijk aan een combinatievan centrale en decentrale energieopwekking, waarmee onze energievoorziening misschienminder efficient maar wel robuuster wordt. Schoon, leveringszeker en resilient (niet opgehangenaan één principe of techniek; schokbestendig) lijken daarmee de nieuwe grondwaarden teworden. Hoofdstroomspelers trachten hun kapitaal in deze richting in te zetten doorbijvoorbeeld leidingennetwerk, havenposities, productiecapaciteit of kennis in te zetten voor denieuwe doelstellingen. Onderstroomspelers gaan verrassende allianties aan rond financiering,afname, eigendom en constructie.Het eerste transitiebeleid-experiment – de energietransitie onder coördinatie van het ministerievan EZ – beviel niet goed. De coördinatie wordt ervan beticht te sterke banden te hebben met defossiele industrie. Doorlooptermijnen passen niet bij die van politici en aandeelhouders. Er iswel veel papier, maar slechts weinig voortgang. Het eropvolgende TOP-innovatiebeleidbevoordeelt grote ondernemingen meer dan bedoeld. Het zijn ngo’s in combinatie metinstallateurs, buitenlandse producenten en burgers die zonder belangen in de fossiele wereldmomenteel een upswing veroorzaken van alternatieve energie-opwekking. Omringende landenhebben Nederland inmiddels ver achter zich gelaten.

ZorgOok bij Zorg valt op hoe na een lange stabiele periode zich nu een veelheid aan zorgvormen enverrekenwijzen ontwikkelt. Ook hier een fel debat tegen dehumanisering. De onderliggendewaarden lijken te worden grote aantallen, variëteit, dichtbij de mens en waar mogelijk inburgerhanden met pilots rodn nieuwe verrekensystemen. Lang onaantastbaar geachte positiesworden in hoog tempo ondergraven. Een flink deel van de zorggebouwen komt naarverwachting op korte termijn leeg - een revolutie met kosten als hoofdmotief.

Page 44: Essay asielopvang

- 44 -

We aim to stimulate entrepreneurship inazc’s at every level: personal, familyand professional. Create mentalentrepreneurship. Some stay here fornine years!

Fleur Bakker, bijeenkomst Asielopvang,Den Haag, juni 2011

Agro/foodNet als bij Energie en Zorg groeit bijLandbouw&Veeteelt de variëteit. Sommigedeelsectoren die ondanks velesysteemschokken (dierziekten, schandalen,protesten en grootschalige milieuproblemen)het traditionele pad blijven bewandelen,verkeren op het moment van schrijven inexistentiële problemen - denk aan deintensieve varkensteelt in en rond De Peel.Anderzijds blijkt dat drastisch innoverende ondernemingen steun nodig hebben uit desamenleving om hun aanlooptijd te overleven en hun innovatieinvestering niet in rook te zienopgaan. Net als bij Energie overstijgt de transitieperiode hier het geduld van aandeelhouders,kiezers en bestuurders. De oplossing wordt gezocht in gemeenschapsvorming – weg van deanonieme massamarkt met lage marges.

FinanceBij Financiering ‘exploderen’ op het moment van schrijven zowat de financieringsvormen tussenbedrijven onderling en tussen individuen. Dit als reactie op een twee decennia lange rush waarinongekende consumptie werd gekoppeld aan een even ongekende schuld- en risico-opbouw bijcommerciële banken en als gevolg van de wereldwijde dwang om banken hun financiële basissindsdien weer te versterken.

Dit zijn er korte transitiebeschouwingen. Moeiteloos kunnen we er de Nederlandse ruimtelijkeinrichting, bouw&vastgoed, verkeer&transport en zelfs besluitvorming aan toe voegen. Allekomen uit een relatief lange stabiele periode. Alle koersen inmiddels op diversiteit inuitvoeringsvorm, op zoek naar hun nieuwe grote verhaal.

Ook Asielopvang koerst op diversiteit

Asielopvang kent korterdurende dynamieklijnen dan de systemen hierboven. Maar net als bijbovengenoemde transities zal de volgende fase bij Opvang er één van groeiende diversiteit zijn.

Wat de nieuwe opvangvormen gemeen lijken te krijgen is dat ze aansluiten bij de behoeften vande betrokkene zelf en dat ze de nadelen van de huidige variant omzeilen. Groeien deze niche-ontwikkelingen dan luidt dat een tijdperk in dat we als werktitel Dubbele Ontwikkeling geven.

Deze vierde episode lijkt te karakteriseren met het stellen van één vraag: ‘Wat beheerste u in hetland van vertrek, wat kunt u toevoegen in uw nieuwe omgeving en met wie zou u moetensamenwerken om dat te bereiken?’ Het stellen van die vraag bij binnenkomst zet idealiter directeen ontwikkeling in van de nieuweling én van zijn band met een (slim gekozen) omgeving.

Het is niet te voorspellen of azc’s blijven of niet. Dat hangt ervan af of ze hun routines weten aante passen en zo hun plek weten te heroveren tussen de nieuwe opvangvormen enerzijds en desamenleving van morgen anderzijds. Brede azc’s zijn uitstekend denkbaar. Architect FemkeBijlsma heeft er een aanzet voor gegeven (Bijlage 4). De gemeente Amsterdam oriënteert zich ophet moment van schrijven op zo’n breed azc. Maar de opvang kan ook een heel andere vormaannemen, in lijn met allerlei denkbare functiemixen, al dan niet midden in grote steden. Er staatde komende jaren immers zóveel vastgoed leeg, waarvan de boekwaarde bovendien neerwaartswordt bijgesteld.

Page 45: Essay asielopvang

- 45 -

‘Het leek alsof hij, met zijn kennis en talenten,niet bij de vluchtelingen mócht horen, zegt depoliticoloog. Maar hij volgde zijn eigen weg enging productiewerk doen in een fabriek. Daarschoof hij op een dag zijn diploma’s – die hij opuniversiteiten in Egypte en Libië had behaald –bij de baas onder zijn neus. “Die was totaalverrast. De volgende dag mocht ik gelijk op deafdeling administratie meedraaien. De dag eropkreeg ik een contract en kon ik aan de slag.” Naverschillende werkgevers zette Yasir een eigenbezorgingsbedrijf op. [...] “Integratie begintvolgens mij op het moment van aankomst. [...]Over het algemeen zijn buitenlanders verdacht totze het tegendeel bewijzen”. Yasir voelt zich nogaltijd vluchteling. “Soedan is mijn moeder, eenheilige band. Nederland is mijn vrouw. Op haarben ik verliefd geworden, met haar heb ik eenleven opgebouwd. Kiezen tussen hen is oneerlijk.’

Uit: Fietsen met tegenwind, over vluchtelingen en integratie,

VluchtelingenWerk Nederland (samenstelling), 2012

‘Gezinnen gaan direct na de indiening van hunasielverzoek vanuit de Centrale OpvangstLocatienaar het nieuwe centrum. Zij blijven daargedurende hun gehele procedure(s). Deleefsituatie is gericht op zelfstandigfunctioneren: met professionele coaching zorgengezinnen zelf voor hun leef- en woonsituatie. Dekinderen gaan naar een reguliere school,volwassenen werken voor 16 uur binnen en/ofbuiten het centrum voor 50% als vrijwilliger, deandere 50% betaald. De inkomsten van gezinnenworden apart gezet, en gebruikt als startkapitaalna terugkomst in het land van herkomst of bij hetopstarten in Nederland als het gezin eenverblijfstatus krijgt. Voor kinderen en/of oudersmet ernstige psychische, medische enopvoedkundige problemen is professionelebehandeling beschikbaar. De juridische opvangwordt gescheiden van de opvang zodat een veiligesfeer voor gezinnen mogelijk is.’

‘Wij werken niet alleen 20% goedkoper maar zorgenook voor een opvang die recht doet aan het VN-verdrag voor de Rechten van het Kind.’

Uit: NOA: Nieuwe Opvang Asielzoekers, Business case pilot childfriendlyfamily asylum, Wat Werkt, Amsterdam, 2011

De rol van deasielaanvrager in denieuwe situatie wordt het‘vanuit zijn talentenverbinding maken metmensen en organisaties inzijn omgeving’.

De rol van bestuurders inde transitieperiode wordtdaar ruimte voor temaken. Fysiek, juridisch,financieel, mentaal.

De rol van de omgevingwordt het beantwoordenvan de roep omverbinding: het samenactiviteiten ontwikkelenen het zichtbaar makendaarvan.

De samenleving als geheelgaat weer een leertrajectin en het is aan haar hetdebat te voeren welke vande innovaties waardeopleveren en dusrugdekking verdienen.Een normaal proces vanvariatie en selectie dus,maar nu opmaatschappelijk niveau.

Page 46: Essay asielopvang

- 46 -

Page 47: Essay asielopvang

- 47 -

‘Time banking en het azcTime banking is een vorm van eencomplementair geldsysteem dat ingezetkan worden voor het activeren vanmensen. Het kan op een fysieke manier(briefjes, munten, cheques) en op eendigitale manier worden vormgegeven.Binnen dit project kiezen we voor eendigitale eenheid: Smiley's. Elke smileystaat voor een tijdsinvestering van 1uur.

Het idee is simpel: mensen zetten zichin voor een project, activiteit,onderneming en verdienen hier per uuréén smiley mee. Deze smiley's kunnenworden bij- en afgeboekt in eencomputersysteem dat online gebruiktwordt en zelfs op de slimmere mobieletelefoons werkt. De smiley's kunnenworden ingewisseld tegen prijzen dievooraf bekend zijn en op een'verzilveringslijst' staan.

De smiley's kunnen ook worden gebruiktvoor diensten die onderling voor elkaarworden gedaan.’

Uit: Een complementair geldsysteem voor

asielcentrumbewoners en hun omgeving,

Tom Saal, 2011

Dubbele ontwikkeling

De auteurs voorzien een pad naar een ademend systeem, in contact met de draagkracht vanlokale gemeenschappen, van waarde voor zowel asielaanvrager als een gemeenschap eromheen– Nederland zo je wilt, maar ook niet-geografische gemeenschappen zijn daarbij denkbaar.

Ter illustratie enkele verhalende fragmenten.

‘De vraag is wat er zou gebeuren alsondernemende mensen enondernemende organisaties weer meerruimte kregen om zich met de opvangvan asielzoekers te bemoeien. Demensen en organisaties die dat zoudenwillen, die zijn er. Niet uithulpverleningsmotieven of omwille vanslachtofferhulp, wel omdat hetinspirerend is te verkeren in de buurtvan mensen die worden aangesprokenop hun veerkracht , omdat hetspannend is daarmee aan de slag tegaan, nieuwe kansen schept engelegenheid biedt voor innovatie.[...]Innovaties op het terrein van publiekedienstverlening krijgen in de praktijkniet zelden vorm via verbintenissen dievooraf niet erg voor de hand leken teliggen, maar waarvan achteraf kanworden vastgesteld dat ze eigenlijk heellogisch zijn en veel meerwaardehebben. [...] Voorbeeld. In veelplattelandsgemeenten bestaat eenserieus probleem. Er zijn niet meervoldoende voorzieningen. In de buurten in deze gemeenten en dorpen staatniet zelden wel eenasielzoekerscentrum. Is het niet eenlogische gedachte om hier productieveallianties te laten ontstaan? Restaurants in hetasielzoekerscentrum voor wie niet meer kan koken. Kunst encultuurvoorzieningen voor de kinderen daar, waar de buurtook aan kan deelnemen. Busjes die boodschappen rondbrengennaar bejaarden.

Ondenkbaar? In Nederland zijn inmiddels overal brede scholen. Het idee is even eenvoudig alsdoeltreffend: de (basis)school is niet alleen meer voor onderwijs van ongeveer half negen tot vier,maar wordt uitgebreid op hetzelfde terrein met bijvoorbeeld buitenschoolse opvang en eventueelandere diensten zoals vrijetijdsbesteding, taalles en opvoedingsondersteuning. Dat past weer in hetveranderend patroon van gezinnen met kinderen waarvan beide ouders werken. Als we op diemanier vanuit trends in de samenleving en vragen van mensen in de samenleving denken en kijkennaar asielzoekerscentra zijn er veel allianties en kruisbestuivingen te bedenken en inmiddelsgelukkig ook al in praktijk gebracht.’

Check ook Bijlage 2: hetplan voor een community

currency voorasielzoekers en hun

omgeving.

Page 48: Essay asielopvang

- 48 -

Tot slot nadruk op rol bestuurders

In weerwil van de terugtredende overheid is Asielopvang eensysteem waarbij de overheid zo’n bepalende speler is geworden datze ook voor de transitie die de auteurs voorzien een flinke rol zalhebben. Nu er steeds meer bekend wordt over de situatie in azc’s éner gedachten over alternatieven ontstaan, mag van ambtenaren op sleutelposities worden verlangd dathétzij zijzelf experimenten voor vernieuwing starten, hetzij zij ruimte maken voor anderen om die testarten. Doen ze geen van beide, dan zijn ze persoonlijk verantwoordelijk te houden voor demisstanden in het opvangsysteem. Gaat het systeem in transitie dan worden ze eerder balletje danspeler. Lijkt ons een slechte keuze voor henzelf, de samenleving én de asielzoekers.

Hiermee besluiten we dit per definitie onvolledige document.

We danken de zeer gewaardeerde lezer voor de aandacht.

‘Het zelfzorgarrangementuit begin jaren ’90 isweer fijn terug.Ik was het vergeten.’

Check ook Bijlage 3:The Refugee Company.

Page 49: Essay asielopvang

- 49 -

Page 50: Essay asielopvang

- 50 -

VerblijfsvergunningenIn de Vreemdelingenwetworden verschillendegronden onderscheiden ombescherming aanvluchtelingen bieden:A-grond Vluchtelingschap:iemand voldoet aanvoorwaarden van hetinternationaleVluchtelingenverdrag.B-grond Subsidiairebescherming: iemand looptuitzetting risico opfoltering, onmenselijkevernederende behandelingof bestraffing.C-grond Humanitairegronden: er zijn klemmenderedenen van humanitaireaard, die verband houdende redenen van vertrek uiteigen land (met trauma’svanwege eerderevervolging).D-grond Humanitairegronden: de algehelesituatie land van herkomstis te slecht (conflict ofgrootschaligemensenrechtenschendingen).

Uit: Kleine stappen van grote betekenis,VU Amsterdam, 2012

Bijlage 1

Stand asielroutinesHoe zitten de asielopvangroutines momenteel in elkaar? We doorlopen daarvoor de formele stappenwaar een asielaanvrager doorheen gaat. Hoewel dit document focust op opvang, op de tussenperiode,de liminale periode zoals Ten Holder & De Boer het noemen, nemen we de ermee verbondentoelatingsprocedures maar even mee.

Voor de tekst in deel één van dit hoofdstuk citeren wegrotendeels ‘Kleine stappen van grote betekenis’, Ten Holder &De Boer, VU Amsterdam, 2012. We vullen aan met fragmentenvan het CBS (Sprangers & De Winter, 2011).

De asielprocedure (zomer 2012)

INDDe Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) isverantwoordelijk voor de uitvoering van hetvreemdelingenbeleid en hij beoordeelt of een asielzoeker rechtheeft op een verblijfsvergunning.

VluchtelingenWerkIn alle asielzoekerscentra zijn medewerkers en vrijwilligers vanVluchtelingenWerk aanwezig. Zij geven in de eerste plaatsvoorlichting over de asielprocedure. Daarnaast bereiden ze deasielzoeker voor op het vertellen van hun vluchtverhaal in degesprekken met de IND. Ze zijn bij dit nader gehoor aanwezigals de asielzoeker of zijn advocaat dat vraagt. Ook geeftVluchtelingenWerk informatie over de opvang tijdens deprocedure.

Asiel aanvragenIemand die asiel wil aanvragen in Nederland, moet zich eerstmelden bij de centrale ontvangstlocatie (COL) in Ter Apel(website COA). Daarna wordt hij naar één van de drieaanmeldcentra in Ter Apel, Den Bosch of Zevenaar gebracht.

Op Schiphol is er een speciaalaanmeldcentrum voorasielzoekers die met hetvliegtuig naar Nederland zijngekomen. In de aanmeldcentravindt een identiteits-onderzoek door de IND plaats, wordendocumenten gecontroleerd en vingerafdrukken afgenomen. Hiernavolgt een rust- en voorbereidingstermijn van zes dagen waarin het debedoeling is dat asielzoekers tot rust komen. Maar de IND gebruiktdeze tijd ook om bijvoorbeeld de authenticiteit van documenten teonderzoeken. Asielzoekers die hun asielaanvraag moeten indienen ophet aanmeldcentrum Schiphol, hebben niet zes, maar twee dagen de tijdom zich voor te bereiden op de asielprocedure. Dit komt omdat zij naaanmelding in een detentiecentrum terechtkomen en dit mag maar zokort mogelijk duren.

Page 51: Essay asielopvang

- 51 -

Het komt voor dat asielzoekers meer dan één asielverzoek indienen. Een volgend asielverzoek kanworden ingediend als er bij de beoordeling van de asielaanvraag sprake is van nieuwe feiten. Soms iser ook zonder nieuwe feiten aanleiding een asielverzoek opnieuw te beoordelen, bijvoorbeeld als hetbeleid ten aanzien van veilige herkomstlanden is gewijzigd.

Algemene asielprocedureNa de rust- en voorbereidingstermijn verhuist de asielzoeker naar een procesopvanglocatie (POL) inGilze, Wageningen of Ter Apel, in afwachting van de algemene asielprocedure (AA). Deze procedurestart bij het eerste gehoor met de IND en duurt in principe acht dagen. In deze achtdaagse periodevinden ook het nader gehoor en de correcties hierop plaats. De procedure kan onder specialeomstandigheden worden verlengd met veertien dagen. Als de asielaanvraag geweigerd wordt(negatieve beschikking) kan de asielzoeker de zaak voorleggen aan de rechter. Als voor debeoordeling van de asielaanvraag meer onderzoek nodig is, wordt de asielzoeker doorgezonden naarde verlengde asielprocedure (VA).

Verlengde asielprocedureBij de start van deze verlengde asielprocedure verhuist iemand naar een asielzoekerscentrum (azc).Deze procedure duurt maximaal zes maanden.

TerugkeerWanneer iemand is uitgeprocedeerd, heeft hij nog maximaalvier weken recht op opvang in een azc. Daarna moet hij dezeopvang te verlaten. Hij kan nog wel (maximaal) twaalfweken in een zogeheten vrijheidsbeperkende locatie vanCOA verblijven,Uitgeprocedeerde gezinnen worden opgevangen in eengezinslocatie. De voorzieningen hier zijn sober en debewegingsvrijheid van de mensen is beperkt. Devreemdeling is zelf verantwoordelijk voor zijn vertrek uitNederland en het regelen van de daarvoor benodigdeDocumenten. De overheid onderscheidt verschillendevormen van vertrek.

Bij een „zelfstandig vertrek zonder toezicht‟ is deuitgeprocedeerde persoon niet meer aanwezig op zijn laatstbekende adres, maar is zijn vertrek niet aangetoond. De vreemdeling is dan zoals dat heet „met

onbekende bestemming vertrokken‟ (MOB). Bij een „zelfstandig vertrek onder toezicht‟ is iemandzelf vertrokken met bijvoorbeeld de hulp van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Bij

een „gedwongen vertrek‟ verwijdert de Vreemdelingenpolitie de afgewezen asielzoeker uit deopvang.

VerblijfsstatusEen asielzoeker die in Nederland mag blijven, krijgt eerst een tijdelijke vergunning. De Nederlandsestaat kan deze vergunning gedurende vijf jaar intrekken. Na vijf jaar kan de asielzoeker een definitieveverblijfsvergunning aanvragen. Deze vergunning kan Nederland niet meer intrekken als de situatie inhet land van herkomst verbetert. Dit kan wel als iemand een misdrijf pleegt.

Via UNHCR uitgenodigde vluchtelingenNederland participeert sinds 1984 in het hervestigingsprogramma van de VN vluchtelingenorganisatieUNHCR (United Nations High Commissioner for Refugees). De UNHCR draagt landen die hieraanmeedoen zaken voor van vluchtelingen die meestal langdurig in vluchtelingenkampen hebbenverblijven in het buurland van hun land van herkomst. Nederland beslist vervolgens wie wordttoegelaten, waarbij ze heeft toegezegd jaarlijks vijfhonderd vluchtelingen op te nemen voorhervestiging. Omdat deze uitgenodigde vluchtelingen recht hebben op een verblijfsvergunning en deNederlandse asielprocedure niet hoeven te doorlopen, worden ze niet meegeteld in de asielcijfers.

Page 52: Essay asielopvang

- 52 -

Categoriaal beschermingsbeleidIn uitzonderlijke omstandigheden kan het kabinet een categoriaal beschermingsbeleid instellen voorasielzoekers uit een bepaald land, een regio of een bevolkingsgroep. Reden hiervoor kan zijn dat desituatie in een gebied of voor een groep zeer zorgwekkend is en terugkeer daarom niet verantwoord is.Ook wordt gekeken naar welk beleid andere Europese landen voor deze groep asielzoekers voeren.Als een categoriaal beschermingsbeleid van kracht is, kijkt de Immigratie- en NaturalisatieDienst ineerste instantie of de aanvrager op individuele gronden recht heeft op een verblijfsvergunning. Als ditniet het geval is, krijgt hij of zij op grond van het categoriale beschermingsbeleid toch een tijdelijkeverblijfsvergunning, op voorwaarde dat er geen contra-indicaties zijn, zoals crimineel gedrag.Wanneer de veiligheid in het land van herkomst of voor de specifi eke groep is verbeterd, wordt hetcategoriale beschermingsbeleid ingetrokken en worden ook de tijdelijke verblijfsvergunningen van debewuste groep asielzoekers ingetrokken. Daarna moeten asielzoekers die niet op individuele grondenrecht hebben op een verblijfsstatus Nederland alsnog verlaten. De categoriale bescherming voorasielzoekers uit Centraal-Irak is in november 2008 beëindigd. Sinds mei 2009 wordt ook geencategoriale bescherming meer geboden aan asielzoekers afkomstig uit Centraal- en Zuid-Somalië.

Van de site van het COA halen we in juli 2012 de volgende cijferreeksen. Ze tonen een sterkdalende tendens, die in 2012 doorzet.

NB: centrale opvang is alle vormen van opvang van asielzoekers die vallen onder beheer,toezicht en verantwoordelijkheid van het COA.

Figuur: in- en uitstroom centrale opvang 1995 t/m 2011

Figuur: bezetting centrale opvang 1995 t/m 2011

05.000

10.00015.00020.00025.00030.00035.00040.00045.000

19

95

19

96

19

97

19

98

19

99

20

00

20

01

20

02

20

03

20

04

20

05

20

06

20

07

20

08

20

09

20

10

20

11

Instroom centraleopvang asielzoekers

uitstroom

0

10.000

20.000

30.000

40.000

50.000

60.000

70.000

80.000

90.000

bezetting centraleopvang

Page 53: Essay asielopvang

- 53 -

Bijlage 2: Illustratie onderstroom #1

Community CurrencyAZC-bewoners & omgeving

Onderstaande tekst komt uit ‘Een complementair geldsysteem voor azc & omgeving’, door Tom

Saal, 2011.

Een complementair geldsysteem kan een grote rol spelen bij het activeren van bewoners vanasielzoekerscentra (azc's) en het bevorderen van betrokkenheid met de samenleving.

InleidingDat bewoners van asielzoekerscentra in Nederland op non-actief staan is geen nieuws. Jaarlijkswonen er zo’n 25.000 mensen in 55 centra. Ze wachten af, kennen de regels en wetten niet enzien geen aanknopingspunten om actief te worden. Hoewel werken mag, zijn de mogelijkhedenbeperkt. Voor de meesten geldt dat vakkennis, opleiding en talent onbenut blijven.

Leven in een azc kenmerkt zich dan ook door verveling en wachten. Wachten op een procedure,een advocaat, maar ook op een nieuwe start. Dit werkt verlammend. Velen geloven na jaren nietmeer dat zij nog een bijdrage aan de maatschappij kunnen leveren. Noch in het land vanherkomst, noch in Nederland.

Bewoners van een azc, hun directe omgeving én de samenleving zijn gebaat bij asielzoekers dieook in deze tussenperiode actief in het leven staan. Tijdens de onzekerheid (terugkeer ofblijven?) kunnen ze immers deelnemen aan activiteiten, werk, opleidingen en hetmaatschappelijke leven in bredere zin met gunstige gevolgen voor velen. Het is goed voor degeestelijke gezondheid, het zelfvertrouwen, de veerkracht en persoonlijke ontwikkeling en eeneventuele inburgering. En voor de omgeving die later met hen aan slag gaat.

Het probleem is groot, de kansen op zinvolle inzet zijn klein en de er is geen perspectief opstructurele oplossing vanuit de politiek. Zo’n oplossing moet daarom van binnenuit komen. Vanuitbewoners, vanuit onafhankelijke organisaties, vanuit mensen in AZC’s en in de directe omgeving.

Waarom niet gewoon werken?

Om als asielzoeker of persoon met een tijdelijke verblijfstatus in Nederland te kunnen werken,

moet je aan het volgende voldoen:

Minstens 6 maanden in Nederland zijn. Een verklaring van COA waarin staat dat de aanvraag minstens 6 maanden in

behandeling is, en dat uitzetting niet aan de orde is. Met deze verklaring kan dewerkgever een tewerkstellingsvergunning aanvragen.

De werkgever moet een tewerkstellingsvergunning aanvragen bij het Centrum voor Werken Inkomen (CWI).

Maximaal 24 weken per jaar werken. De asielzoeker mag maximaal 24 weken per jaarwerken.

Asielzoekers die worden opgevangen door het COA mogen hun maandelijkse inkomstenniet allemaal zelf houden. Zij zijn een eigen bijdrage verschuldigd aan het COA alsvergoeding voor de kosten van de opvang en de Rva-uitkering die zij (en hun gezinnen)maandelijks ontvangen om te kunnen leven. Wel mogen zij eerst 25% van hun inkomstenhouden, met een maximum van € 185,- per maand. Verdienen ze meer dan het bedrag

Page 54: Essay asielopvang

- 54 -

dat ze aan het COA verschuldigd zijn, dan mogen ze ook de rest houden.

Voor de meeste bewoners van azc's zijn deze regels onbekend. Voor degene bij dit wel bekend

is, blijkt de realiteit van hun situatie vol hoge drempels, doordat:

diploma's uit het buitenland niet erkend worden Werkgevers onbekend zijn met de regels alleen werk beschikbaar is met een minimaal loon geen werk gevonden wordt dat aansluit bij de werkervaring aangelopen wordt tegen vooroordelen en discriminatie de Nederlandse taal niet goed genoeg wordt beheerst bijscholing ontbreekt.

Afgezien van de verdeelde meningen over het wel of niet mogen werken, het wel of niet kunnen

werken, en de hulp die hier wel of niet bij geboden zou moeten worden, is het resultaat van de

huidige situatie dat mensen hun kwaliteiten niet inzetten en benutten. Een complementair

geldsysteem zou hierin een verandering van denken teweeg kunnen brengen.

Wat zijn complementaire geldsystemen (community currencies)?Er zijn honderden aanvullende (complementaire) geldsystemen wereldwijd, sommige al zeer oud,op uiteenlopende schalen en voor uiteenlopende doelgroepen, van business tot privaat. In onsland zijn ze relatief onbekend (al kennen velen de LETS-, Noppes- en Gelre-systemen). Het iseen munteenheid die anders dan de euro, yen en dollar, louter rouleert binnen één gemeenschapen daar een sociaal, en/of economisch doel dient. Afhankelijk van dat doel wordt het systeemgedetailleerd.

Time banking en het azc

Time banking is een vorm van een complementair geldsysteem dat ingezet kan worden voor het

activeren van mensen. Het kan op een fysieke manier (briefjes, munten, cheques) en op een

digitale manier worden vormgegeven. Binnen dit project kiezen we voor een digitale eenheid:

Smiley's. Elke Smiley staat voor een tijdsinvestering van 1 uur.

Het idee is simpel: mensen zetten zich in voor een project, activiteit, onderneming en verdienen

hier per uur 1 smiley mee. Deze Smiley's kunnen worden bij- en afgeboekt in een computer

systeem dat online gebruikt wordt en zelfs op de slimmere mobiele telefoons werkt. De Smiley's

kunnen worden ingewisseld tegen prijzen die vooraf bekend zijn en op een 'verzilveringslijst'

staan.

De Smiley's kunnen ook worden gebruikt voor diensten die onderling voor elkaar worden gedaan.

Organisaties als de Vrolijkheid kunnen vrijwillige inzet van bewoners ook belonen met Smiley's.

Om het systeem goed te laten functioneren moeten de 'prijzen' op de verzilveringslijst goedaansluiten bij de behoeften van bewoners. Deze lijst moet nog tot stand komen, maar te denkenvalt aan producten en diensten die bedrijven ter beschikking stellen in het kader van hun VMObeleid. Ook kan het worden aangevuld met producten en diensten die door het project zelfworden aangeschaft. Op deze manier komt een aantrekkelijke lijst tot stand waaruit gekozen kanworden door de bewoners tegen een vooraf bekende prijs in Smiley's.

Page 55: Essay asielopvang

- 55 -

Bijlage 3: Illustratie onderstroom #2

The Refugee Company

Page 56: Essay asielopvang

- 56 -

Page 57: Essay asielopvang

- 57 -

Bijlage 4: Illustratie onderstroom #3

Ontwerp Brede AZC – Femke Bijlsma

Als een systeem in transitie gaat maakt het een herverbinding met de samenleving. Femke Bijlsmaontwierp een brede AZC voor een locatie in Amsterdam. Het is haar afstudeerwerk in 2010 aan deTUDelft/Bouwkunde. Hier een beeldimpressie van haar werk.

Page 58: Essay asielopvang

- 58 -

Page 59: Essay asielopvang

- 59 -

Page 60: Essay asielopvang

- 60 -

Page 61: Essay asielopvang

- 61 -

Page 62: Essay asielopvang

- 62 -

Bijlage 5

Impressie causaliteit wachtkwaliteit

Om enig gevoel te krijgen voor causaliteiten rond de kwaliteit van wachttijd schetsten we het volgendeschema. Het is zeker voor verbetering vatbaar.

Page 63: Essay asielopvang
Page 64: Essay asielopvang

- 64 -

Verantwoording beeldmateriaal

1. Foto pagina 5: Kind met verblijfsvergunning, ANP, www.rnw.nl, 10 juli 20122. Artikelen pagina 11, 18, 23, 24, 36, 38, 39, 41 en 50: Trouw3. Tekening pagina 12: Loesje, als je echt niet anders kan, www.loesje.nl, 12 juli 20124. Definitie transitie pagina 14: auteur5. Pagina 18: Geen mens is illegaal/no borders/no nations, www.agamsterdam.nl, 12 juli 20126. Pagina 35: Gezocht Parttime Held, flyer VluchtelingenWerk Nederland, West- en Oost-Brabant en Bommelerwaard, feb 20137. Illustratie pagina 37: NRCNext, 31 januari 20138. Illustratie pagina 46: The Refugee Company, 20119. Illustratie pagina 49: De Werkelijkheid, Amsterdam10. Illustratie pagina 50: Hoe kunt u Nederlander worden? Brochure IND, april 201211. Cartoon pagina 51: Asielbeleid, H. Focke, 1998. www.geheugenvannederland.nl, sub asielbeleid, 10 juli 201212. Illustraties pagina 57 t/m 61: Femke Bijlsma.

Page 65: Essay asielopvang

- 65 -