rapport TTF kop met olie staart - SLEA koppeling gasprijzen aan TTF.pdf · onvoorspelbaarheid van...

28
SLEA Studie uitgevoerd in opdracht van het Productschap Tuinbouw Prijskoppeling aardgas Gestuurd door TTF, maar wat stuurt TTF? Rapport

Transcript of rapport TTF kop met olie staart - SLEA koppeling gasprijzen aan TTF.pdf · onvoorspelbaarheid van...

  • SLEA

    Studie uitgevoerd in opdracht van het Productschap Tuinbouw

    Prijskoppeling aardgas Gestuurd door TTF, maar wat stuurt TTF?

    R

    apport

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 2

    Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave ............................................................................................................................................................. 2

    Management Samenvatting ..................................................................................................................................... 3

    1. Inleiding ................................................................................................................................................................ 5

    2. Title Transfer Facility........................................................................................................................................ 6

    2.1. Inleiding...................................................................................................................................................... 6

    2.2. Kwaliteitconversie ................................................................................................................................... 6

    2.3. Het belang van TTF voor Gasterra ................................................................................................... 7

    2.4. Relatief grote afstand tussen TTF en eindverbruikers................................................................ 8

    3. Het grote belang van prijsinformatie ......................................................................................................... 10

    3.1. Inleiding.................................................................................................................................................... 10

    3.2. Spot versus forwards, USD versus EUR....................................................................................... 10

    3.3. Marktintegratie door uitbreiding infrastructuur............................................................................. 12

    4. TTF en de startwaarde van Gasterra formule........................................................................................ 16

    4.1. Inleiding.................................................................................................................................................... 16

    4.2. TTF versus Gasterra dagelijkse aanbiedingen ........................................................................... 16

    4.3. TTF stijgt ten opzichte van olie......................................................................................................... 19

    5. Onvolkomenheden in de marktintegratie................................................................................................. 22

    5.1. Mogelijkheden fysiek gastransport beperkt .................................................................................. 22

    5.2. Gereduceerde integratie door risico’s en gebrek aan informatie .......................................... 22

    5.3. NMa monitor groothandelsmarkt ..................................................................................................... 23

    5.4. Productie, consumptie en transport: weinig transparant.......................................................... 24

    6. Conclusie en Aanbevelingen ....................................................................................................................... 26

    Lijst van afkortingen en begrippen ....................................................................................................................... 28

    _____________________________________________________________________________________________________________________

    SLEA B.V. Tel 033 4690435 KvK 321.00.757 Heinsiuslaan 15 Fax 033 4691931 BTW 8178.95.206.B01 3818JE Amersfoort [email protected] www.slea.nl

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 3

    Management Samenvatting

    De koppeling van gasprijzen aan de prijsontwikkeling van olieproducten stamt uit het begin van de jaren ’60 van de vorige eeuw. De industrie draaide toen nog grotendeels op stookolie en de huishoudens gebruikten gasolie (huisbrandolie) voor ruimteverwarming. In die omgeving lag het zonder meer voor de hand om de prijs van aardgas te koppelen aan de verbruikskosten van de alternatieve brandstof. Omdat de verbruikers fors moesten investeren in de overstap en vervolgens niet meer snel terug zouden kunnen naar olie, was het eveneens van belang om verbruikers te garanderen dat de koppeling langdurig in stand zou worden gehouden. Een toezegging waaraan nu, veertig jaar later, zachtjes aan een einde komt. De koppeling van aardgas aan olieproducten dicteert bij de meeste verbruikers wel nog het verloop van de gasprijzen van kwartaal op kwartaal, maar de startwaarde, de initiële hoogte van de gasprijs in de indexatieformule, wordt de-facto bepaald door TTF forward prijzen. Doordat Gasterra voor elk kalenderjaar een aparte indexatieformule hanteert, wordt dus ook de startwaarde van de gasprijs over de periode 1 tot 3 kalenderjaren vooruit, bepaald door de TTF forward prijzen op het moment van aangaan van een meerjaars leveringsovereenkomst. Olieprijskoppeling speelt voor de verbruiker pas een rol nadat een contract is getekend en daarbij is gekozen voor een olieprijs geïndexeerde formule. Gangbaar alternatief voor deze indexatie is een vaste prijs voor het hele jaar. Deze vaste prijs komt nagenoeg overeen met het startniveau van de olieprijs indexatie en wordt dus ook in grote mate bepaald door de TTF forward prijzen. Dat geldt ook voor het opkomende fenomeen van prijskoppeling aan TTF prijzen zelf. Ook hier wordt het startniveau bepaald door de TTF forward op het moment van afsluiten van de overeenkomst. In een markt waar leveranciers kunnen kiezen om hun gas direct van een toeleverancier als Gasterra te betrekken, of dit gas in te kopen op TTF, ligt het voor de hand dat de Gasterra aanbiedingen dicht bij de actuele TTF prijzen moeten liggen. Als Gasterra beduidend goedkoper zou zijn, dan valt TTF stil. Als Gasterra beduidend duurder is, dan betrekken leveranciers hun gas niet langer van Gasterra. In een vrije markt met een handelsplaats zoals mogelijk gemaakt door TTF, is het onvermijdelijk dat prijzen voor eindverbruikers op de een of andere manier worden beïnvloed door TTF prijzen. De grote vraag die daarbij opkomt is: hoe komen de TTF prijzen tot stand? Prijzen op de Nederlandse gas handelsplaats ‘title transfer facility’ (‘TTF”) komen in principe tot stand door vraag en aanbod. Fysiek aanbod bestaat uit import en binnenlandse productie (inclusief onttrekking aan opslag, fysieke vraag bestaat uit export en binnenlandse consumptie (inclusief toevoegen aan opslag). Deze fysieke factoren worden aangevuld met financieel gedreven transacties, handel omwille van risicomanagement en/of geldelijk gewin. De onvoorspelbaarheid van dit complexe geheel van factoren vormt de dynamiek op TTF. Zo is binnenlandse vraag sterk temperatuur gedreven en export is mede afhankelijk van marktprijzen op buitenlandse markten zoals Zeebrugge en vooral het Engelse NBP. Informatie over deze factoren is veelal slechts beperkt beschikbaar. Dat geldt vooral voor de binnenlandse productie. Het grootste deel van de binnenlandse productie wordt verkocht aan Gasterra. Gasterra verkoopt dit gas vervolgens rechtstreeks aan grote eindverbruikers en binnen- en buitenlandse gasleveranciers. In toenemende mate zet Gasterra ook gas af rechtstreeks op de groothandelsmarkt TTF. Als belangrijkste bron van binnenlandse productie beschikt Gasterra over het enorme en uiterst flexibele Groningenveld. Daarnaast heeft Gasterra de beschikking over het leeuwendeel van de binnenlandse ondergrondse gasopslag, gelegen in Norg, Grijpskerk en Alkmaar. Vanwege de controle over deze productiemiddelen acht NMa Gasterra dominant op de markt voor leveringen op de korte termijn.

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 4

    Voor leveringen op de lange termijn is de rol van Gasterra veel minder eenduidig. In toenemende mate wordt gas geïmporteerd. Vooral na gereedkomen van de netverzwaringen tussen 2010 en 2012 neemt het importpotentieel substantieel toe. Dit zorgt er voor dat Gasterra belang heeft bij een verstandig productie- en verkoopbeleid. Echter, de belangen van de bij een goed functionerende gasmarkt zijn groot. Dit is voldoende reden om er bij de overheid en niet in de laatste plaats de NMa, op aan te dringen om er voor te zorgen dat Gasterra niet in de verleiding komt om af te wijken van verstandig productie- en verkoopbeleid. Gedegen informatievoorziening en goede voorlichting behoren onlosmakelijk bij zulk verstandig beleid. Bovendien zou het een goede zaak zijn als tuinders betere toegang tot de gasmarkt zouden krijgen. Een kostenefficiënt en marktconform balanceringsregime is daarvoor een eerste vereiste.

    Overzicht productie, consumptie im- en export; bron: NMa gasmonitor 2006 Disclaimer: De scope van het onderzoek in dit rapport is beperkt. Daarbij is veel aandacht besteed aan het beschrijven van de context van de prijskoppeling. Deze context is niet gebaseerd op diepgaand onderzoek maar op de professionele opinie van de opsteller van dit rapport. Bij het opstellen van dit rapport is grote zorgvuldigheid in acht genomen. Desalniettemin is SLEA niet aansprakelijk voor schade die kan voortvloeien uit (onjuist) gebruik van de informatie in dit rapport.

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 5

    1. Inleiding

    Energie-intensieve bedrijven worden zwaar geraakt door de sterke stijging van energieprijzen in de afgelopen jaren. Voor gasgebruikers, zoals in de glastuinbouw, komt daar nog een complicerende factor bij: de ondoorzichtigheid van de prijsvorming op de gasmarkt. Het is onduidelijk waarop de gasprijzen voor tuinders gebaseerd zijn. Speelt vraag en aanbod op de gasmarkt hierbij een rol en wat is de invloed van de fameuze koppeling van gasprijzen aan de prijsontwikkeling van olieproducten? Bij tuinders heerst het gevoel dat gasleveranciers naar willekeur argumenten gebruiken om gasprijzen hoog te houden. Decennia lang kenmerkten gasprijzen zich door een vrij stabiele koppeling aan de spotprijzen voor bepaalde olieproducten: zware stookolie voor centrales en de industrie, gasolie voor huishoudens. Alleen ingrijpende gebeurtenissen die de kosten van inzet van de olieproducten structureel verhoogden, resulteerde in een verandering van de indexatieformule. Hierbij moet worden gedacht aan zaken als verhoging van de accijns op stookolie en gasolie, de introductie van een voorraadheffing (COVA) en verzwaring van milieueisen aan installaties voor oliestook. De prijs van gas was namelijk gekoppeld aan de integrale gebruikskosten van de alternatieve brandstof, dus de kosten ‘at the burner tip’. Dit conform het marktwaardeprincipe zoals beschreven in Nota de Pous. Termijnprijzen voor gas konden door de stabiliteit van de prijsformule met een grote mate van zekerheid worden afgedekt door ‘fixed for floating swaps’ aan te gaan op de oliemarkt. In juli 2004 begon de onttakeling van de stabiele prijskoppeling. De belangrijkste leverancier in Nederland, Gasterra (destijds nog Gasunie geheten), nam gasolie op in de prijsformule voor grootverbruikers. Vervolgens paste Gasterra af en toe de wegingsfactoren in de formule enigszins aan. Zulke aanpassingen volgen elkaar de laatste tijd met grote regelmaat op met een aanmerkelijk effect op de hoogte van de gasprijs. Ook de formule voor huishoudens verloor aan stabiliteit. Wellicht is de coëfficiënt voor gasolie in deze formule sinds jaar en dag onveranderd, de zogenaamde regiotoeslagen wijzigen soms van dag tot dag, af en toe met meerdere centen per m3 tegelijk. In deze situatie is het weinig behulpzaam dat Gasterra nauwelijks informatie verstrekt over de achtergronden van de formule wijziging. Dat terwijl Gasterra als belangrijkste leverancier onmiskenbaar de referentie vormt voor de hele markt. Ook de onduidelijke situatie op gebied van transport, draagt bij aan gevoelens dat de gasgebruiker altijd moet bloeden. Zo leidt een hoge vraag in het Verenigd Koninkrijk tot hoge prijzen op Britse NBP waardoor ook TTF prijzen stijgen. Anderzijds, als NBP lager is dan TTF, dan kan het zijn dat gasbedrijven via BBL nog steeds gas exporteren vanuit het dure Nederland naar het goedkopere Engeland. Via de Interconnector, Zee-brugge en Zelzate, trachten diverse marktpartijen het gas alsnog terug te halen en aldus de vrije markt zijn werk te laten doen. De mogelijkheden hiertoe zijn echter beperkt, dit mede vanwege beperkte toegang tot importcapaciteit. Tot 2011 komt daar bij dat, naar verluid door aanpassingen in het drukregime van de Belgische systeembeheerder Fluxys, GTS minder importcapaciteit via Zelzate beschikbaar heeft. Zo ondervinden Nederlandse verbruikers wel de nadelen van de vrije markt maar missen ze mogelijk voordelen. Wetgever en toezichthouder werken in nationaal en internationaal verband aan verbetering van de gasmarkt. Over enkele jaren moet blijken of de huidige problemen het gevolg zijn van de transitie van monopolie naar een werkelijk vrije markt of dat de problemen structureel zijn. Het valt echter buiten het bestek van deze beperkte analyse om hier dieper op in te gaan. Doel van de analyse is vooral om een beter beeld te krijgen van de prijsvorming in de afgelopen maanden.

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 6

    2. Title Transfer Facility

    2.1. Inleiding

    Eindverbruikersgasprijzen worden vaak vergeleken met “de TTF prijzen”. “De TTF prijs” bestaat echter niet als eenduidig getal. TTF is een virtueel punt in het leidingennet van systeembeheerder GTS waar shippers gas kunnen uitwisselen. Dit virtuele punt vormt een marktplaats waar prijzen tot stand komen. Endex bijvoorbeeld heeft een marktplaats aan TTF gekoppeld waar termijnproducten verhandeld kunnen worden. Dat wil zeggen dat op het moment van de handel prijzen worden afgesproken voor levering en afname van gas in de toekomst, uiteenlopend van de volgende week tot drie kalenderjaren na de transactie. Hoewel niet de belangrijkste markt in termen van volume, is Endex voor veel gasgebruikers een duidelijk ijkpunt voor de waarde van gas in de toekomst. Dit vanwege het feit dat Endex elke werkdag opnieuw termijnprijzen publiceert op de homepage. Deze prijzen hoeven echter niet te duiden op concrete handelstransacties. De Endex termijnprijzen worden vastgesteld door een comité van handelaren van goede naam en faam (zie ook de paragraaf over prijsinformatie). Ook de APX heeft een marktplaats gekoppeld aan TTF en wel voor het product day ahead. Net als bij elektriciteit kunnen gashandelaren bij de APX dus terecht voor handel in gas dat de volgende dag reeds geleverd en afgenomen moet worden. De grootste handelstromen op TTF verlopen via bilaterale transacties, al dan niet na bemiddeling door brokers. De producten die de handelaren kopen/verkopen kunnen uiteenlopen van standaard recht toe recht aan baseload (elk uur dezelfde hoeveelheid) tot tailor made afspraken met wisselende volumes, exotische prijsconstructies, etc. Deze transacties kunnen geheel buiten medeweten van beurzen, brokers en journalisten plaats vinden, of breed uitgemeten worden in de pers. Zo beschouwd is TTF eigenlijk de computer van GTS waar de nominaties voor overdracht en ontvangst tussen shippers worden verwerkt. Deze nominaties betreffen gas dat zich op het moment van overdracht reeds in het Nederlandse hogedruk net bevindt. De tot de verbeelding sprekende handel in TTF gas speelt zich minimaal enkele uren tot vele jaren voorafgaand aan die overdracht plaats. Vorm van levering, leveringsprofiel, prijzen of prijsconstructies hangen af van wat de betrokken partijen op het moment van aangaan van de transactie zijn overeengekomen.

    2.2. Kwaliteitconversie

    Welbeschouwd zijn er momenteel vier TTFfen in bedrijf. GTS werkt namelijk met vier verschillende gaskwaliteiten en faciliteert handel in elke afzonderlijke kwaliteit. Echter, de TTF waarover meestal gesproken wordt, betreft de TTF voor hoog calorisch gas. Deze gaskwaliteit komt internationaal het meeste voor. Import bestaat uit dit zogenaamde H-gas en veel grote grootverbruikers zijn aangesloten op het H-gas transportnet. Het grootste deel van de verbruikers is aangesloten op het Groningen-gasnet. Ook in deze kwaliteit kan op TTF worden gehandeld. Echter, in de praktijk is het aanbod van dit gas op de groothandelsmarkt beperkt. In de afgelopen jaren moesten shippers die H-gas injecteerden en wiens afnemers G-gas onttrokken, rechten op kwaliteitconversie kopen. Deze rechten waren echter voor jaren vooruit uitverkocht, zonder dat er sprake was van een fysiek tekort aan conversiecapaciteit. NMa constateerde derhalve reeds in 2004 dat er sprake was van suboptimale allocatie van beschikbare capaciteit. Vooral nieuwkomers hadden flink te leiden onder het papieren tekort aan conversiecapaciteit. Sinds enkele maanden is deze barrière voor nieuwkomers de-facto opgeheven en voor de toekomst wordt waarschijnlijk het recht op conversie wettelijk verankerd. De wijziging houdt in dat kwaliteitconversie een systeemdienst wordt waarvoor niet langer vooraf rechten gekocht moeten worden. GTS dient er zorg voor te dragen dat alle gevraagde G-gas als zodanig kan worden afgeleverd. De kosten die GTS hiervoor moet maken worden volledig

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 7

    gesocialiseerd. Daarmee wordt handel in en aanbod voor eindverbruikers niet meer gehinderd door het fenomeen kwaliteitconversie1.

    2.3. Het belang van TTF voor Gasterra

    De groothandelsmarkten op TTF zijn van toenemend belang voor eindverbruikers. Dit vanwege de groeiende mogelijkheden voor leveranciers om gas benodigd voor de eindverbruiker gedeeltelijk op TTF in te kopen. Daarmee wordt TTF een alternatief voor het direct betrekken van grote gastoeleveranciers, zoals Gasterra. Onvermijdelijk beïnvloed TTF daarmee het verkoopbeleid van Gasterra. Als Gasterra gas zou aanbieden dat beduidend goedkoper is dan de overeenkomstige TTF prijzen, dan betrekken leveranciers bij voorkeur alle gas van Gasterra. De vraag op TTF neemt dan af, waardoor ook de TTF prijzen zullen dalen tot het niveau waarop TTF weer in de buurt van Gasterra vraagprijs komt. Omgekeerd, als Gasterra beduidend duurder is dan TTF, dan verkoopt Gasterra nauwelijks nog gas aan leveranciers en eindverbruikers, waardoor de vraag op TTF toeneemt en de prijzen zullen stijgen. Volgens deze redenatie zijn Gasterra en TTF tot elkaar veroordeeld. TTF forward prijzen en Gasterra vraagprijzen zullen binnen een bepaalde bandbreedte van elkaar moeten liggen om te voorkomen dat er wordt gearbitreerd tussen beide prijzen. Met arbitrage wordt dan bedoeld kopen waar het gas goedkoop is en verkopen waar het duur is. Zodoende convergeren prijzen tot een niveau waarop arbitrage nauwelijks of niet meer de moeite waard is. Het kan als algemeen bekend worden verondersteld dat de aanpassingen van Gasterra’s prijsformule sterk door TTF prijsontwikkelingen worden bepaald. Dat geldt ook voor de aanpassingen van de vaste prijs voor levering in 2009 of 2010, die Gasterra dagelijks per e-mail naar onder andere potentiële afnemers stuurt. Zo besteedt bijvoorbeeld Nuon in haar wekelijkse marktrapport regelmatig aandacht aan het verloop van de formule ten opzichte van TTF en de toeslag die Gasterra hanteert voor de vaste leveringsprijs ten opzichte van overeenkomstige TTF leveringstermijnen. Dit marktrapport is laagdrempelig toegankelijk en wordt breed verspreid onder adviseurs en vooral (potentiële) klanten. Ook andere leveranciers besteden in nieuwsbrieven en marktrapporten aandacht aan de relatie Gastera prijs(formule) en TTF. Dat ligt ook voor de hand. TTF prijzen krijgen immers veel aandacht als het gaat om prijsinformatie over aardgasleveringen in de komende jaren. Voor de voornoemde convergentie van Gasterra prijzen en TTF prijzen, is het niet relevant of Gasterra zelf ook rechtstreeks op TTF actief is. Binnen de mogelijkheden die de markt biedt, nemen tal van handelaren de handschoen maar al te graag op om gebruik te maken van eventuele prijsverschillen die de moeite waard zijn om kosten en risico’s van arbitrage te accepteren. Het spreekt vanzelf dat Gasterra ook zelf gebruik kan en maken van arbitrage mogelijkheden. Daarbij doet zich wel het dilemma voor dat Gasterra het nooit goed kan doen. Als Gasterra TTF links laat liggen krijgt Gasterra het verwijt de gasmarkt niet serieus te nemen. Is Gasterra wel actief op TTF, dan liggen verwijten van manipulatie voor de hand: zij het dumping dan wel creëren van schaarste, Gasterra kan het allemaal over zich afroepen. Het dilemma kan worden opgelost door de dominantie van Gasterra te beperken, bijvoorbeeld door splitsing of doordat de Staat (EBN) zijn aandeel in de productie los van Gasterra naar de markt brengt. Deze oplossingen zijn gemakkelijker gezegd dan gedaan. Afgezien van de vraag of de politieke wil hiertoe bestaat, moet er rekening mee worden gehouden dat de contractuele

    1) Onderdeel van de wettelijke verankering van kwaliteitconversie is ook het recht op administratieve netting ten behoeve van de omgekeerde kwaliteitconversie. Hiermee wordt bedoeld dat invoeders van G-gas (vooral Gasterra) H-gas mag onttrekken zolang dat in het transportnet niet tot problemen leidt. Deze vorm van conversie kan alleen op papier plaatsvinden daar het technisch niet mogelijk, dan wel extreem kostbaar, is om deze conversie fysiek te laten plaatsvinden. Hierdoor kan het gebeuren dat in de toekomst afzonderlijke marktprijzen voor G of G+ gas blijven bestaan. De wettelijke verankering van kwaliteitconversie als systeemdienst hoeft er dus niet noodzakelijkerwijs toe te leiden dat kwaliteit van gas in commerciële zin alle betekenis verliest.

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 8

    relatie tussen betrokkenen bij het ‘gasgebouw’, zijnde de Staat, EBN, Shell, Exxon, NAM, Gasterra maar ook de producenten van ‘kleine velden’, vergaan verknoopt en ingewikkeld is. Er bestaat geen eenvoudige en haalbare oplossing voor het dilemma tussen ongewenstheid van afzijdigheid van Gasterra op TTF en het mogelijke predikaat van ‘verdacht’ voor handel van Gasterra op TTF. Dat maakt dat de rol van de toezichthouder extreem belangrijk is. Verbruikers moeten er op kunnen vertrouwen dat de TTF prijzen representatief zijn voor de waarde van gas. De toezichthouder dient daarom met informatie en pro-actief beleid de betrouwbaarheid te borgen. Ook de wetgever speelt in deze een rol door voortvarend verbeteringen van het functioneren van TTF te stimuleren. Last but not least is hierbij ook een rol weggelegd voor Gasterra. Transparantie, voorspelbaarheid en goede voorlichting zijn middelen die Gasterra ter beschikking staan om het vertrouwen in de markt en de handelswijze van Gasterra te versterken.

    2.4. Relatief grote afstand tussen TTF en eindverbruikers

    De groeiende aandacht die eindverbruikers hebben voor de TTF termijnprijzen, neemt niet weg dat de afstand tussen de TTF markt en de eindverbruikers vrij groot is. De belangrijkste oorzaak is gelegen in het ontbreken van een goed werkende korte termijn markt. Daarmee staat TTF in schril contrast tot de elektriciteitsmarkt, waar de systeembeheerder TenneT werkt met marktgeoriënteerde onbalansprijzen. Op basis van dit onbalansmechanisme, is in de elektriciteitsector een heuse bedrijfstak ontstaan waarbij bijvoorbeeld tuinders een belangrijke bijdrage leveren aan het kostenefficiënt handhaven van de systeembalans. Als onbalansprijzen out of the pocket een redelijk niveau hebben, wordt het aantrekkelijk voor eindverbruikers om niet alle behoefte op de termijnmarkt in te dekken, maar ook te kopen of verkopen tegen dagprijzen of weekprijzen. Daarbij draagt men dan zelf het risico op onbalans, inclusief toegang tot beloningen in het geval de individuele onbalans juist de systeembalans bevordert. Zulke redelijke out of the pocket kosten ontbreken in de gasmarkt. GTS werkt met een systeem van zeer forse boetes in alle gevallen dat nominatie afwijkt van realisatie. Alleen kapitaalkrachtige partijen met een grote portefeuille kunnen deze risico’s zelf dragen. Omdat de risico’s van onbalans bij gas extreem hoog zijn, kiezen nagenoeg alle afnemers er voor om zich volledig te verzekeren tegen de financiële gevolgen van onbalans. Deze verzekering heeft de vorm van exclusieve all-in leveringscontracten voor een bepaalde of onbepaalde duur. Hierdoor raken eindgebruikers tot op zekere hoogte opgesloten achter hun meter. Uitwisseling met andere partijen is er nauwelijks bij. Eenmaal een leveringsovereenkomst ondertekend, raakt voor veel verbruikers de gasmarkt meestal weer een, twee of drie jaar uit het zicht, totdat het contract moet worden verlengd of vernieuwd. EZ onderzoekt momenteel of het mogelijk is de werking van TTF te stimuleren door shippers te verplichten alle gas op TTF af te leveren. Daarbij wordt vaak de vergelijking gemaakt met de elektriciteitmarkt. Echter, deze vergelijking gaat niet op omdat ook bij elektriciteit de meeste partijen kopen dan wel verkopen ‘op de meter’ van de aansluiting. Echter, omdat de ‘out of pocket kosten

    2’ voor onbalans bij elektriciteit beheersbaar zijn, durven afnemers het risico te nemen deze

    kosten zelf te dragen. Door deze laagdrempeligheid is een markt ontstaan en kunnen aangeslotenen rechtstreeks op de groothandelsmarkt opereren, of een contract afsluiten dat de situatie spiegelt alsof er rechtstreeks op de groothandelsmarkt wordt ingekocht

    3.

    2) TenneT geeft ongeveer € 87 miljoen per jaar uit voor inkoop capaciteit ten behoeve van netintegriteit. Deze kosten worden via het systeemdienstentarief (1,18 €/MWh) verhaald op de verbruikers. Alleen de kosten van werkelijk benodigde aan- of verkoopacties binnen een kwartier, worden verhaald op de PV partijen naar rato van hun portefeuille onbalans binnen zo een kwartier. Deze marginale kosten worden gepubliceerd als ‘onbalansprijzen’ en veelvuldig in leveringscontracten gebruikt voor verrekening van verschillen tussen nominatie en realisatie van (een groep van) individuele aansluitingen. 3) Tuinder zeggen vaak dat ze hun elektriciteit op Endex en APX verkopen. Formeel en contractueel klopt deze bewering meestal niet. De elektriciteit wordt verkocht aan de ‘leverancier’, de exclusieve afnemer die tegen een bepaalde vergoeding, prijzen en condities biedt die overeenkomen met actuele groothandelsprijzen (Endex en APX), inclusief de verrekening van onbalansprijzen voor verschil tussen genomineerde productie en werkelijke productie. In wezen neemt deze afnemer alle elektriciteit af waarbij het volume en marktprijsrisico volledig bij de tuinder ligt. De tuinder geniet

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 9

    Naar verwachting zal deze situatie ook ontstaan bij aardgas zodra out of the pocket kosten van onbalans beheersbaar zijn. Dan zullen de aanbieders op de elektriciteitmarkt soortgelijke diensten ook voor gas leveren. Echter, zolang slechts een enkele gasleverancier er in slaagt om net voldoende flexibiliteit te verwerven om een klantenportefeuille op te bouwen, zullen deze leveranciers er niet toe overgaan om deze flex voor dunne marges beschikbaar te stellen aan afnemers die zelf op de groothandelsmarkt actief willen worden. Desondanks kan afleveren op TTF wel tot een verbetering leiden. De behoefte aan flex bij andere partijen dan Gasterra is zo groot, dat een geringe verbetering van beschikbaarheid van flex in de markt direct merkbaar zal zijn. Naar verwachting zal dit echter niet tot een grote doorbraak leiden. Het verlagen van de out of pocket onbalanskosten lijkt effectiever dan het verplichten het gas via TTF af te leveren. Naast het grote voordeel van een beter werkende markt, leidt een kostenefficiënt balanceringsregime dus ook tot een betere integratie tussen de gasverbruiker en de markt die bepalend is voor een substantieel deel van de kosten van tuinders. Net als bij elektriciteit zou dit tuinders daarbij de mogelijkheid kunnen bieden om hun kosten te drukken door een bijdrage te leveren aan het kostenefficiënt in balans houden van het gas transportnet. Zodoende ontwikkelen tuinders eveneens een veel beter gevoel voor de prijsvorming op de gasmarkt waar ze voor een succesvolle bedrijfsvoering sterk van afhankelijk zijn.

    daardoor veel vrijheid in de verkoopstrategie. Een marktconform balanceringsregime voor gas met lage ‘out of the pocket’ kosten, brengt deze werkwijze ook voor de aardgasmarkt binnen handbereik.

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 10

    3. Het grote belang van prijsinformatie

    3.1. Inleiding

    In commodity markten doet zich in het algemeen het probleem voor dat iedereen graag over prijsinformatie wil beschikken en gelijktijdig de eigen prijzen waarvoor is gekocht of verkocht geheim wil houden. Journalisten, brokers, banken en beurzen spelen hierop in door informatie te verstrekken, al dan niet tegen betaling. Betrouwbare informatie is geld waard. Van wezenlijk belang voor data providers is dan ook om eerst als betrouwbaar door de markt te worden erkend. Soms is dat een kwestie van lange adem, soms een van geluk of juiste timing. Verwerft een bepaalde informatiebron eenmaal de status van ‘toonaangevend’ dan stijgt de waarde voor abonnees dan wel adverteerders. Voor gebruikers van de data is dat vaak vervelend. Net als de markt gewend is aan bijvoorbeeld APX uurprijzen voor elektriciteit de volgende dag, gaan de historische prijzen en volume informatie achter slot en grendel en moet er voor worden betaald. Op het gebied van spot gasprijzen staat dit te gebeuren met de zogenaamde LEBA TTF index. Prijzen die door de London energy brokers association (waaronder APX) sinds tijden gratis op Internet worden gezet, worden de laatste tijd steeds vaker in contracten gebruikt als graadmeter van de waarde van gas (en CO2). LEBA heeft echter aangekondigd de intentie te hebben van de prijspublicatie een commerciële dienst te maken. Voor termijnprijzen heeft Endex een belangrijke plek verworven als bron van informatie. Dit enerzijds vanwege de (relatieve) betrouwbaarheid van de informatie en anderzijds vanwege de drempelvrije toegang tot de dagelijkse settlementprijzen op de homepage. De vraag is of Endex informatie gratis aan een ieder beschikbaar blijft stellen, als de APX binnenkort de aandelen Endex overneemt. Informatie die door al deze bronnen wordt gepubliceerd is meestal niet eenduidig. Dit niet alleen vanwege de wijze waarop de primaire informatie wordt verkregen. De markt is volatiel en prijzen bewegen soms behoorlijk binnen een dag. Het moment van prijsopname, of de periode waarover wordt gemiddeld, is dan van behoorlijke invloed op het eindresultaat. Mede om die reden gebruikt Gasterra voor de TTF gekoppelde gasprijsformule het gemiddelde van twee informatiebronnen, namelijk de tijdschriften Heren en Argus. In het algemeen geldt dat hoe dichter de bron op de werkelijke handelstromen zit, hoe betrouwbaarder de informatie. Beurzen scoren in deze rangorde hoog, onder uitdrukkelijke voorwaarde dat er voldoende beurshandel in de betreffende producten plaats vindt. In een beginnende markt is dat vaak niet het geval. Informatie van (organisaties van) brokers of pricing comitee’s verdienen dan de voorkeur. Laagst in de rangorde komen de journalisten. De disciplinerende werking van dreiging abonnees of toonaangevendheid te verliezen is indirect. Echter, bij indexatie over langere periode, is het vooral de grote lijn die de uitkomst bepaald en is het gebruik van journalisten meestal acceptabel.

    3.2. Spot versus forwards, USD versus EUR

    De spotmarkt voor aardgas is voor eindverbruikers (nog) niet interessant. Mede vanwege de extreem hoge kosten bij onbalans, is het welhaast onvermijdelijk dat eindverbruikers kiezen voor een contract met een leverancier waarbij gas op termijn wordt ingekocht. Deze termijnen lopen

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 11

    uiteen van een of meerdere jaren vooruit, maar kortere termijnen, zoals een maand vooruit komen ook voor

    4.

    Bij gas trekken op dit moment vooral prijzen voor 2009 en 2010 de aandacht, bij olie daarentegen staat vooral de spotmarkt in de belangstelling. Prijzen die op het journaal en in dagbladen worden genoemd voor Brent of WTI, betreffen olie die direct of op vlak na de transactie van eigenaar wisselt. Deze spotprijzen worden soms sterk beïnvloed door gebeurtenissen die slechts effect op korte termijn hebben. Voor de lange termijn gasprijzen zijn zulke wijzigingen niet altijd relevant. Anders ligt dat bij gebeurtenissen die invloed hebben op de lange termijn (forward) olieprijzen. Deze kunnen ook van belang zijn voor termijn gasprijzen. Bij het beoordelen van de relatie tussen gas en olieprijzen, is het derhalve van groot belang dat de prijzen worden vergeleken van producten met overeenkomstige leveringstermijnen. Spotprijzen voor gas zijn niet direct relevant voor eindverbruikers in Nederland. Daar de spotmarkt vooral wordt gebruikt voor energieleveranciers en –handelaren onderling, is deze markt sterk afhankelijk van vraag en aanbod op een bepaald moment. Door korte termijn verstoringen, kunnen sportprijzen aardgas daardoor sterk afwijken van spotprijzen gasolie, zoals de volgende grafiek toont. Deze grafiek toont ook het grote belang van Dollar/Euro conversie. Uitgedrukt in Euro’s is de prijsstijging van gasolie lang zo spectaculair niet als in Dollars. Dat geldt ook in sterke mate voor de prijsdaling in de afgelopen maanden. Door dalende Euro, bleven de kosten voor gasolie in Euro’s op min of meer gelijk niveau, waar in Dollars uitgedrukt de daling fors was.

    0

    10

    20

    30

    40

    50

    60

    70

    80

    02-01-200702-03-200702-05-200702-07-200702-09-200702-11-200702-01-200802-03-200802-05-200802-07-2008

    Gasoil spot (EUR/MWh)

    TTF spot (EUR/MWh)

    Gasoil spot $/MWh

    Bron: TTF Spot = Bloomberg; Gasolie en dollar = Morgan Stanley Behalve overeenkomstige leveringstermijnen, is het ook van belang dat de valuta op de juiste wijze wordt verwerkt in prijsvergelijkingen. Net als olieproducten, kent ook de dollar een spot- en een termijnmarkt. Daar energie in Nederland wordt afgerekend in Euro’s, dient een termijnprijs voor olie naar Euro’s te worden omgerekend waarbij gebruik moet worden gemaakt van de dollar termijn prijs voor de overeenkomstige periode. De onderstaande tabel illustreert termijnprijzen van olieproducten en dollar.

    4 EZ, NMa en GTS werken aan de introductie van een nieuw balanceringsregime. Dit regime moet ‘marktconform’ worden waardoor onder andere tuinders worden gestimuleerd om actief op systeemonbalans te reageren, vergelijkbaar met elektriciteit. De verwachting is echter dat dit nog enkele jaren op zich laat wachten.

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 12

    15 Sep 2008 IPE Brent Gasoil 0.1% FOB Barges

    NWE

    LSFO 1.0% FOB Barges

    NWE EUR / USD

    US $ / BBL US $ / MT US $ / MT

    Q4-08 91.88 900.72 514.58 1.3964

    Q1-09 98.95 911.88 530.33 1.4035

    Q2-09 100.23 916.73 533.33 1.3936

    Q3-09 101.19 932.63 538.25 1.3845

    Q4-09 101.82 946.61 541.67 1.3786

    Q1-10 102.36 948.53 548.75 1.3741

    Q2-10 102.81 942.84 552.25 1.3696

    Q3-10 103.18 945.20 554.50 1.3652

    Cal-10 102.95 946.22 552.75 1.3679

    Mid market closing prices van 15 september 2008; Bron: Morgan Stanley

    3.3. Marktintegratie door uitbreiding infrastructuur

    Met de komst van de pijleiding tussen Bacton en Balgzand, BBL geheten, is de Nederlandse markt direct gekoppeld aan het Verenigd Koninkrijk, de belangrijkste gasmarkt van NW Europa. Deze markt is niet alleen erg belangrijk vanwege de aanzienlijke consumptie, ook de grote mate van deregulering maakt Engeland bijzonder. Engeland is de meest vrije gasmarkt van Europa. Er kan niet alleen gehandeld worden in gas, ook beschikbare opslagruimte wordt geveild, inclusief capaciteit van de LNG installaties die ooit zijn gebouwd voor netondersteuning. Marktprijzen worden bepaald door vraag en aanbod. Vanuit Nederland en België wordt ingespeeld op deze situatie in Engeland, soms door te importeren soms door te exporteren. Vanuit Noorwegen lopen diverse pijpleidingen naar het continent en naar Engeland. De Noorse gasproducenten kunnen enigermate de gasstromen beïnvloeden zodanig dat het gas stroomt naar de markt met de hoogste prijzen. De ware gasrotonde heeft derhalve de Noordzee als draaischijf en wordt deels vanuit Noorwegen gecontroleerd. Noors gas wordt onder langlopende en onder spotcontracten verkocht aan afnemers in het Verenigd Koninkrijk en continentaal Europa. De langlopende gascontracten kennen voornamelijk prijskoppelingen aan gasolie en in mindere mate aan stookolie. Mede via deze route hebben marktprijzen van gasolie ook invloed op NBP termijnprijzen. De Engelse markt is behoorlijk gevoelig voor verstoringen in vraag of aanbod. Technische problemen met opslag, productie of transport naar Engeland toe, kunnen de prijzen voor kortere of langere tijd flink verhogen. Problemen met afvoer van gas naar bijvoorbeeld Zeebrugge of problemen met grote gascentrales, kunnen leiden tot een daling van de gasprijzen. Direct of indirect beïnvloeden deze factoren ook het aanbod en vraag op TTF en daarmee de prijzen die in Nederland betaald moeten worden. Deze relatie was goed te zien bij de problemen met de lekkende leiding tussen het Noorse platform Kvitebjorn en de behandelinstallatie in Kollsnes, afgelopen augustus. De mededeling van StatoilHydro op 20 augustus dat de leiding waarschijnlijk de hele winter buiten gebruik zou zijn, leidde tot een vrees voor een krappe voorraadsituatie. Deze vrees zorgde voor een scherpe prijsstijging met wel 15% in het Verenigd Koninkrijk. De vrees voor tekort aan gas was zo groot, dat NBP prijzen ten opzichte van olieprijzen aanmerkelijk stegen.

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 13

    Het continent en het Verenigd Koninkrijk zijn via Noorwegen aan elkaar gekoppeld. Daardoor zijn beide markten de facto concurrent van elkaar voor afname van beschikbaar Noors gas. Door de lekkende pijpleiding waren kopers op de Engelse NBP markt plots bereid 15% meer voor marginaal gas te betalen. Daardoor steeg de prijs van gas ten opzichte van gasolie en stookolie. Doordat NBP en het continent met elkaar concurreren om schaars gas, moesten ook continentale kopers meer geld op tafel moesten leggen. Dit om te voorkomen dat alle nog beschikbare vrije hoeveelheden Noors gas naar Engeland zouden stromen. Aan de Noordzee ‘gasrotonde’ voegt LNG nog een nieuw verbindend element toe. Momenteel bestaat reeds keuze voor Engelse of Belgische aanlanding, afhankelijk van waar de prijs het hoogste is. Naar verwachting neemt in de toekomst het aantal mogelijke aanlandingsplaatsen aanzienlijk toe, evenals het belang van LNG voor de totale gasvoorziening. Daarmee zullen Europese gasprijzen op bepaalde momenten koppelingen laten zien met alternatieve bestemmingen voor LNG, zoals de Verenigde Staten met Henry Hub als belangrijkste prijsindicator. Door deze mogelijkheden tot gastransport beïnvloeden prijzen op NBP ook de TTF prijzen. Dat is het meest zichtbaar als prijzen in dezelfde valuta worden uitgedrukt. In de navolgende grafiek zijn de prijzen aan het eind van een week voor winter 08 en gasjaren (okt t/m sep) 08 en 09 weergegeven, uitgedrukt in pence per therm. Duidelijk te zien is dat er een sterke correlatie is tussen de twee markten. Navolgende NBP-TTF grafieken zijn gebaseerd op prijsinformatie van Total.

    NBP - TTF in p/th

    45.00

    55.00

    65.00

    75.00

    85.00

    95.00

    105.00

    4-1-2008

    18-1-2008

    1-2-2008

    15-2-2008

    29-2-2008

    14-3-2008

    4-4-2008

    18-4-2008

    2-5-2008

    16-5-2008

    30-5-2008

    13-6-2008

    27-6-2008

    11-7-2008

    25-7-2008

    8-8-2008

    22-8-2008

    5-9-2008

    NBP W08

    TTF W08

    NBP GY08

    TTF GY08

    NBP GY09

    TTF GY09

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 14

    NBP - TTF in p/th

    55.00

    60.00

    65.00

    70.00

    75.00

    80.00

    85.00

    90.00

    95.00

    100.00

    105.00

    110.00

    4-1-2008

    18-1-2008

    1-2-2008

    15-2-2008

    29-2-2008

    14-3-2008

    4-4-2008

    18-4-2008

    2-5-2008

    16-5-2008

    30-5-2008

    13-6-2008

    27-6-2008

    11-7-2008

    25-7-2008

    8-8-2008

    22-8-2008

    5-9-2008

    NBP W08

    TTF W08

    De koppeling tussen NBP en TTF is stabieler voor lange termijn producten dan voor korte termijn. Prijsverschillen voor month ahead producten kunnen soms fors oplopen, waar de verschillen voor gasjaar vooruit relatief beperkt zijn, zoals de navolgende grafieken tonen.

    verschil: NBP minus TTF (in p/th)

    -15.00

    -10.00

    -5.00

    0.00

    5.00

    10.00

    15.00

    20.00

    25.00

    30.00

    4-1-2008

    18-1-2008

    1-2-2008

    15-2-2008

    29-2-2008

    14-3-2008

    28-3-2008

    11-4-2008

    25-4-2008

    9-5-2008

    23-5-2008

    6-6-2008

    20-6-2008

    4-7-2008

    18-7-2008

    1-8-2008

    15-8-2008

    29-8-2008

    12-9-2008

    verschil day ahead

    verschil month ahead

    verschil quater ahead

    verschil summer 09

    verschil winter 08

    verschil summer 09

    verschil gas jaar 08

    verschil gas jaar 09

    Ontdaan van de uitschietende day ahead en month ahead producten, ziet de grafiek als volgt uit.

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 15

    -4.00

    -2.00

    0.00

    2.00

    4.00

    6.00

    8.00

    10.00

    12.00

    14.00

    4-1-2008

    18-1-2008

    1-2-2008

    15-2-2008

    29-2-2008

    14-3-2008

    28-3-2008

    11-4-2008

    25-4-2008

    9-5-2008

    23-5-2008

    6-6-2008

    20-6-2008

    4-7-2008

    18-7-2008

    1-8-2008

    15-8-2008

    29-8-2008

    12-9-2008

    verschil quater ahead

    verschil summer 09

    verschil winter 08

    verschil summer 09

    verschil gas jaar 08

    verschil gas jaar 09

    Uit deze grafieken blijkt ook dat als NBP relatief goedkoop is, de verschillen met TTF nul of negatief zijn. Anderzijds zijn hoge NBP prijzen de afgelopen zomer niet helemaal gevolgd door navenante stijging van TTF. Met een spread van ruim 10 p/th (ruim 4 EUR/MWh) blijft TTF achter op NBP. Dit kan veroorzaakt zijn door het volraken van de transportcapaciteit. Zodra de maximum export capaciteit is bereikt, horen hogere NBP prijzen geen effect meer op TTF uit te oefen. Er kunnen ook andere oorzaken aan ten grondslag liggen die minde marktgedreven zijn, zoals terughoudendheid bij verkopers en kopers op TTF.

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 16

    4. TTF en de startwaarde van Gasterra formule

    4.1. Inleiding

    Gasterra stuurt naar potentiële klanten dagelijks een e-mail met prijsinformatie. Deze mails bevatten onder andere de prijsformule die van toepassing zou zijn als de klant dezelfde dag nog een overeenkomst aan zou gaan. Ook bevatten de mails een aanbod voor een vaste prijs voor het betreffende leveringsjaar. Als een verbruiker op het aanbod ingaat, is het standaard contract van toepassing. In dit contract wordt onder andere geregeld hoeveel voor de benodigde dienstverlening en capaciteitskosten moet worden betaald. De dagelijkse Gasterra vaste prijzen kunnen eenvoudig worden vergeleken met de TTF prijsinformatie die Endex dagelijks publiceert. Daarbij moet worden opgemerkt dat de producten zelf niet zonder meer te vergelijken zijn. TTF betreft gas dat als een vlak profiel moet worden afgenomen. Gasterra daarentegen biedt de verbruiker volledige vrijheid om gas af te nemen, zolang de contractcapaciteit maar niet wordt overschreden. Wel stijgen de kosten voor de dienstverlening naarmate de load factor lager is. Onderdeel van die kosten dienstverlening is een post ‘systemfee’ die staat voor de kosten van het invoeden van gas in het nationale transportsysteem. Deze kosten van invoeden zitten reeds verwerkt in de TTF prijzen, daar TTF overdracht van gas betreft dat zich reeds in het Nederlandse systeem bevindt. In de vergelijkingen in dit hoofdstuk tussen Gasterra prijzen en TTF prijzen, gaat het dus vooral om de relatieve veranderingen ten opzichte van elkaar. De informatie die is gebruikt voor het maken van de vergelijkingen, is afkomstig van Gasterra, Endex en Morgan Stanley. Daarbij zijn dagen volgend op een ‘bank holiday’, evenals Nederlandse feestdagen, weggelaten. Morgan Stanley informeert relaties regelmatig over de dag van gisteren mid market closing prices, door middel van tabellen zoals weergegeven in paragraaf 3.2. Deze prijs indicaties zijn gebruikt om de P en de G te berekenen zoals Gasterra die zou kunnen hebben ingeschat op het moment van ontwerpen van een nieuwe prijsformule. Echter, prijspublicaties zijn altijd momentopnames. In de bestudeerde periode waren prijzen sterk in beweging. Dat heeft als gevolg dat afhankelijk van het moment van fixeren van een index of prijsindicatie, aanzienlijke verschillen kunnen optreden met overeenkomstige prijzen een uur eerder of later gefixeerd. Ook tussen de mogelijke bronnen van prijsinformatie kunnen aanmerkelijke verschillen zitten. Afwijkingen van de verwachting hoeven derhalve niet te duiden op manipulatie, maar kunnen simpel het gevolg zijn van het gebruik van een andere prijsbron en/of fixeren van de prijs op een ander moment.

    4.2. TTF versus Gasterra dagelijkse aanbiedingen

    De vaste prijzen die Gasterra dagelijks afgeeft, komen in het algemeen goed overeen met de prijzen voor TTF die Endex rond 17h00 publiceert. In de volgende grafieken zijn de dagelijkse prijzen in de maanden juli en augustus weergegeven voor leveringsjaar 2009 en 2010. De prijzen liggen redelijk dicht bij elkaar, zeker gelet op de dynamiek in de markt en het feit dat er meestal 5 a 6 uur tijdsverschil zit tussen de momenten van publicatie door Gasterra en Endex. Gasterra biedt afnemers keuze tussen een vaste prijs of een prijsformule met een koppeling aan olieproducten stookolie en gasolie. Te verwachten valt dat op het moment van aanbieden, beide producten voor Gasterra dezelfde opbrengstverwachting inhouden. Het verschil tussen beide producten is dat het ene product de prijs vooraf vast staat en in het andere product de werkelijke contractprijs pas in de loop van de tijd tot stand komt, namelijk door de realisatie van olie- en dollarprijzen op de spotmarkt. Hoe die realisatie er uit gaat zien is op moment van aanbieden onbekend. Echter, de indicatieve forward prijzen voor de betreffende producten en betreffende leveringsperioden kunnen goed dienen als waarde indicatie. Dit niet eens zozeer omdat forwards

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 17

    een voorspelling inhouden van de toekomstige spotprijzen, maar meer omdat de forward prijzen in de handel gebruikt kunnen worden om risico op de spotmarkt af te dekken. Met andere woorden, bij handelaren en financiële instellingen kunnen swaps worden afgesloten die tegen bepaalde kosten (soms impliciet verwerkt in een spread) het ene product omzetten in het andere product. De swaps die financiële instellingen aanbieden, dwingen Gasterra om vaste prijs en formule dicht bij de actuele opbrengstverwachting te houden. Immers, een afnemer die een vaste prijs prefereert, kan bij een bank een offerte opvragen voor het omzetten van de formule in een vaste prijs. De bank gebruikt daarvoor de actuele forward prijzen voor dollar, gasolie en stookolie. Wijkt offerte van de bank en aanbieding van Gasterra te veel af, dan koopt de afnemer het gewenste product via een omweg met een korting. Gasterra mist dan inkomsten, hetgeen Gasterra zal trachten zoveel mogelijk te voorkomen. Ook het omgekeerde geldt. Een afnemer die een formule prefereert kan bij een bank verifiëren of een swap tot een goedkoper resultaat leidt. Ook hier kan Gasterra dus niet ongestraft grote afwijkingen tussen aanbieding en verwachtingswaarde laten ontstaan. Zonder mogelijke verstorende effecten van volatiele marktprijzen en afnamevolumes die niet gelijk over een jaar worden gespreid, zou de formule en de vaste prijs op elk moment een identieke verwachtingswaarde moeten hebben. In de praktijk kunnen daar tijdelijk afwijkingen in optreden, bijvoorbeeld door marktontwikkelingen tussen vaststellen van de formule en vaste prijs door Gasterra, en het moment waarop een bank een offerte afgeeft. Gasterra’s aanbiedingen hebben een geldigheid van meerdere uren, waar banken bijvoorbeeld een prijs kunnen afgeven die slechts heel kort geldig is. Prijsveranderingen gedurende de dag kunnen zodoende resulteren in verschillende uitkomsten. Ook geeft Gasterra de afnemer de vrijheid om volumes naar eigen inzicht over het jaar te spreiden, waar bij een swap vooraf gekozen moet worden voor een bepaalde verdeling over de kwartalen. Dat maakt het vaste prijs aanbod van Gasterra in principe waardevoller dan een combinatie van Gasterra formule en een financiële transactie. Het hangt echter van de voorspelbaarheid van het afname patroon van de afnemer af, in hoeverre dit principiële waarde verschil in de praktijk tot financiële voor of nadelen leidt. Bij de navolgende analyse van aanbieding en prijsverwachting dient dus uitdrukkelijk te worden opgemerkt dat volatiele marktprijzen kunnen resulteren in aanmerkelijke afwijkingen tussen berekening op grond van ‘vorige dag mid market closing prices’ en de verwachtingswaarde van de Gasterra prijsformule. Als bijvoorbeeld in de loop van de ochtend marktprijzen veranderen en Gasterra die veranderingen nog weet te verwerken in de aanbiedingen die Gasterra die dag publiceert, dan ontstaat een verschil dat alleen verklaarbaar is als gebruik kan worden gemaakt van de exacte data waar Gasterra zich op heeft gebaseerd. Die data is echter niet beschikbaar voor analyse. Analyse op basis van vorige dag closing prices is derhalve slechts een next best. Zowel TTF prijzen als olieprijzen vertonen een seizoeneffect. Deze seizoensafhankelijke prijzen worden veroorzaakt door verschillen in vraag en aanbod in de loop van een jaar. Voor de berekening van de verwachtingswaarde van de formule die Gasterra aanbiedt, is uitgegaan van een gelijk gebruik over het jaar. Dat wil zeggen dat de jaarprijs is berekend door het rekenkundig gemiddelde te nemen van de vier kwartaalprijzen. De kwartaalprijzen zijn berekend door de relevante indicatieve forwards, in de formule die voor de betreffende dag van toepassing is in te vullen. Hierbij is uitgegaan van de zogenaamde 6-0-3 indexatiewijze.

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 18

    TTF versus Gasterra (EUR/MWh)

    34

    36

    38

    40

    42

    44

    46

    01-07-2008

    03-07-2008

    05-07-2008

    07-07-2008

    09-07-2008

    11-07-2008

    13-07-2008

    15-07-2008

    17-07-2008

    19-07-2008

    21-07-2008

    23-07-2008

    25-07-2008

    27-07-2008

    29-07-2008

    31-07-2008

    02-08-2008

    04-08-2008

    06-08-2008

    08-08-2008

    10-08-2008

    12-08-2008

    14-08-2008

    16-08-2008

    18-08-2008

    20-08-2008

    22-08-2008

    24-08-2008

    26-08-2008

    28-08-2008

    TTF 2009

    Gasterra 2009

    Gasterra formule 2009

    TTF versus Gasterra (EUR/MWh)

    35

    36

    37

    38

    39

    40

    41

    42

    43

    44

    45

    01-07-2008

    03-07-2008

    05-07-2008

    07-07-2008

    09-07-2008

    11-07-2008

    13-07-2008

    15-07-2008

    17-07-2008

    19-07-2008

    21-07-2008

    23-07-2008

    25-07-2008

    27-07-2008

    29-07-2008

    31-07-2008

    02-08-2008

    04-08-2008

    06-08-2008

    08-08-2008

    10-08-2008

    12-08-2008

    14-08-2008

    16-08-2008

    18-08-2008

    20-08-2008

    22-08-2008

    24-08-2008

    26-08-2008

    28-08-2008

    TTF 2010

    Gasterra 2010

    Gasterra formule 2010

    Het fenomeen dat Gasterra aanbiedingen en TTF prijzen dicht bij elkaar in de buurt liggen mag geen verrassing heten. Dit fenomeen bestaat reeds enkele jaren, getuige ook de volgende grafieken die SLEA in 2005 voor het Productschap Tuinbouw heeft samengesteld. Deze grafiek betreft leveringsjaar 2006. Daarbij zijn destijds wel de Gasterra (destijds GUTS geheten) prijzen verhoogd met een toeslag voor systemfee (14,15/8760 ct/m3). Deze toeslag is in de grafieken 2009 en 2010 achterwege gelaten. Uit de vergelijking van levering 2006 en levering 2009 respectievelijk 2010, blijkt derhalve dat Gasterra inmiddels structureel duurder is dan TTF. Deze stijging ten opzichte van TTF is goed verklaarbaar door het feit dat Gasterra levering een luxe

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 19

    product is in vergelijking met de basislast TTF leveringen. Slechts weinig partijen kunnen het aan om elk uur van het jaar, 8760 uur lang, dezelfde hoeveelheid af te nemen. Het ligt dan ook voor de hand dat de vrijheid die Gasterra afnemers biedt om de afname te variëren, zich vertaalt in een toeslag op het sobere alternatief TTF basislast.

    Gasprijzen 2006

    16,000

    17,000

    18,000

    19,000

    20,000

    21,000

    22,000

    23,000

    24,000

    25,000

    25-4-2005

    2-5-2005

    9-5-2005

    16-5-2005

    23-5-2005

    30-5-2005

    6-6-2005

    13-6-2005

    20-6-2005

    27-6-2005

    4-7-2005

    11-7-2005

    18-7-2005

    25-7-2005

    1-8-2005

    8-8-2005

    15-8-2005

    22-8-2005

    29-8-2005

    5-9-2005

    12-9-2005

    19-9-2005

    26-9-2005

    3-10-2005

    10-10-2005

    17-10-2005

    24-10-2005

    31-10-2005

    7-11-2005

    14-11-2005

    21-11-2005

    EUR/MWh

    Gasunie Trade & Supply

    TTF cal 2006

    gasprijzen 2006

    16,000

    17,000

    18,000

    19,000

    20,000

    21,000

    22,000

    23,000

    24,000

    25-4-2005

    2-5-2005

    9-5-2005

    16-5-2005

    23-5-2005

    30-5-2005

    6-6-2005

    13-6-2005

    20-6-2005

    27-6-2005

    4-7-2005

    11-7-2005

    18-7-2005

    25-7-2005

    1-8-2005

    8-8-2005

    15-8-2005

    22-8-2005

    29-8-2005

    5-9-2005

    12-9-2005

    19-9-2005

    26-9-2005

    3-10-2005

    10-10-2005

    ct/m3

    GUTS vaste prijs

    GUTS forward met closing prices vorige dag

    4.3. TTF stijgt ten opzichte van olie

    In paragraaf 3.3 is geconstateerd dat TTF in grote lijnen de prijsontwikkelingen op NBP volgt, zij het dat TTF enigszins achter blijft op momenten dat NBP vrij hoog ligt. Gasterra aanbiedingen en

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 20

    TTF prijzen bevinden zich constant binnen een bepaalde bandbreedte van elkaar. Het gevolg hiervan is dat ook de Gasterra aanbiedingen een sterke correlatie hebben met de prijsontwikkelingen op NBP. In de geanalyseerde maanden juli en augustus, lagen de prijzen voor 2009 dichter bij elkaar dan voor de periode 2010. Bij de gehanteerde analyse methodiek, lijkt de formule voor levering 2010 ondergewaardeerd te zijn ten opzichte van de vaste prijs 2010. Meest voor de hand liggende verklaring is dat Gasterra met een andere verdeling van verbruik over de kwartalen rekent dan de gelijke spreiding. Door het prijsverloop over de tijd, valt bij deze indicatieve prijzen vooral kwartaal 1 in 2009 relatief goedkoop uit, waar de kwartaalprijzen in 2010 dichter bij elkaar liggen. Het gelijkvormige verloop van de Gasterra aanbiedingen en de TTF prijsontwikkelingen impliceert dat de fameuze olieprijskoppeling deels een fictie is. Weliswaar kunnen verbruikers nog steeds kiezen om het verloop van de kwartaalprijzen te laten afhangen van de ontwikkelingen in de spotmarkt voor stookolie, gasolie en dollar. Echter, het startniveau van de prijsformule bevindt zich binnen een bepaalde bandbreedte van de TTF prijzen voor de overeenkomstige leveringsperiode. De stijging van TTF ten opzichte van de gasolie en stookolieprijzen gedurende 2008 en daarmee ook de Gasterra aanbiedingen voor vaste of geïndexeerde prijs, blijkt duidelijk als de TTF prijzen geïndexeerd worden weergegeven in combinatie met de prijsindex voor de olieproducten. In de onderstaande grafieken is de zogenaamde P en G waarde berekend op basis van de indicatieve vorige dag mid market closing prices, overeenkomstig de analyse beschreven in paragraaf 4.2.. In deze grafieken zijn alle indicatieve forward aspecten en dollar aspecten meegewogen. Indien de olieprijskoppeling zoals Gasterra die in het verleden hanteerde, nog steeds zou bestaan, dan zouden in de onderstaande grafieken de geïndexeerde prijsontwikkelingen samenvallen.

    index TTF versus 'P en 'G'(2 jan 08 = 100)

    90

    100

    110

    120

    130

    140

    150

    160

    170

    180

    02-01-2008

    09-01-2008

    16-01-2008

    24-01-2008

    31-01-2008

    07-02-2008

    14-02-2008

    22-02-2008

    29-02-2008

    07-03-2008

    14-03-2008

    25-03-2008

    01-04-2008

    08-04-2008

    15-04-2008

    22-04-2008

    29-04-2008

    08-05-2008

    16-05-2008

    23-05-2008

    30-05-2008

    06-06-2008

    13-06-2008

    20-06-2008

    27-06-2008

    07-jul-08

    14-jul-08

    21-jul-08

    28-jul-08

    04-aug-08

    11-aug-08

    18-aug-08

    26-aug-08

    TTF cal 2009

    'P' 2009

    'G' 2009

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 21

    index TTF versus 'P en 'G'(2 jan 08 = 100)

    90

    100

    110

    120

    130

    140

    150

    160

    170

    180

    02-01-2008

    09-01-2008

    16-01-2008

    24-01-2008

    31-01-2008

    07-02-2008

    14-02-2008

    22-02-2008

    29-02-2008

    07-03-2008

    14-03-2008

    25-03-2008

    01-04-2008

    08-04-2008

    15-04-2008

    22-04-2008

    29-04-2008

    08-05-2008

    16-05-2008

    23-05-2008

    30-05-2008

    06-06-2008

    13-06-2008

    20-06-2008

    27-06-2008

    07-jul-08

    14-jul-08

    21-jul-08

    28-jul-08

    04-aug-08

    11-aug-08

    18-aug-08

    26-aug-08

    TTF 2010

    'P' 2010

    'G' 2010

    De koppeling van de gasprijzen aan de prijsontwikkeling van olieproducten (in EUR/Mt) is duidelijk behoorlijk indirect geworden. NBP en TTF worden onmiskenbaar beïnvloedt door de oliemarkt, maar de mate waarin, fluctueert met gebeurtenissen in de gasmarkt. Verbruikers die willen trachten hun inkoop zodanig te plannen dat ze relatief goedkoop over gas kunnen beschikken, doen er dan ook goed aan om zich vooral te concentreren op het prijsverloop en prijsverwachtingen van TTF. Olieprijsontwikkelingen zijn daarbij slechts enkele van de vele factoren die deze prijzen beïnvloeden.

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 22

    5. Onvolkomenheden in de marktintegratie

    5.1. Mogelijkheden fysiek gastransport beperkt

    In het Verenigd Koninkrijk worden gasprijzen bepaald door vraag en aanbod, waartoe behoort (verwachte) beschikbaarheid van in- en export mogelijkheden, alsmede beschikbaarheid van voorraden en voorraadfaciliteiten. Door de directe (BBL) en indirecte (Zeebrugge, Noorwegen, LNG) koppeling tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk, oefenen de NBP prijzen grote invloed uit op de Nederlandse TTF prijzen. De koppeling tussen NBP en TTF prijzen is echter onvolledig. Aan transport en handelstransacties zijn namelijk kosten en risico’s verbonden die door het verschil in prijs moeten worden goedgemaakt, voordat partijen er toe over gaan om het gas van een goedkope markt te vervoeren naar een duurdere markt. Belangrijker echter is dat de fysieke mogelijkheden om gas van de ene markt naar de andere te vervoeren beperkt zijn. Als een transportleiding vol is, dan leidt een nog hogere prijs in de dure markt niet tot nog meer aanbod vanuit de goedkope markt. Met andere woorden, er is een grens aan de hoeveelheid gas die een dure markt kan wegzuigen uit een goedkope markt. Niet alleen de BBL kan vol raken, ook de Internconnector, de Noorse gasleidingen, LNG terminals, gasopslagen, zoutcavernes etc. zijn per definitie beperkt in de hoeveelheid gas die binnen een bepaalde tijdsperiode vervoerd, opgeslagen of geproduceerd kan worden. Deze beperkingen kunnen leiden tot ontkoppeling tussen twee markten.

    5.2. Gereduceerde integratie door risico’s en gebrek aan informatie

    Behalve fysieke belemmeringen voor volledige koppeling tussen markten, speelt ook verschillen in wet- en regelgeving en marktontwerp een rol. De gasmarkt kenmerkt zich door geringe transparantie. Regels zijn vaak gecompliceerd en onduidelijk. Buitenstaanders en nieuwkomers lopen daardoor grote risico’s en zullen in veel gevallen daarom de gasmarkt mijden. Zo is bijvoorbeeld informatie over transportmogelijkheden niet transparant. Hoeveel capaciteit beschikbaar is en hoeveel capaciteit reeds is geboekt, hoeveel actueel in gebruik is, etc. zijn vragen waar de antwoorden vaak op ontbreken. In veel gevallen hebben deze onduidelijkheden een prijsopdrijvend effect, omdat ze voor handelaren risico’s vormen. Ook plotse wijzigingen in beschikbare capaciteit vormt een probleem. Als voorbeeld geldt de weinig transparante aankondiging van de beperking in importcapaciteit vanuit Zelzate. Zulke prijsgevoelige informatie zou door middels van een persbericht aangekondigd moeten worden. In plaats daarvan waren de eerste tekenen van importbeperking verdekt opgesteld in beleidsdocumenten. Een ander voorbeeld van gebrek aan transparantie is de ontheffing voor de BBL. Deze belangrijke verbinding valt niet onder de richtlijn voor toegang voor derde partijen. BBL Company heeft hiervoor een ontheffing aangevraagd en verkregen. Over deze ontheffing heeft NMa een advies opgesteld dat op Internet is gepubliceerd. Welke adviezen wel en welke adviezen niet zijn opgevolgd is onbekend. Naar verluid zouden er zelfs meerdere versies van de ontheffing bestaan. Voor een goede werking van de markt is dat een onverkwikkelijke zaak. In het NMa advies wordt aanbevolen administratieve backhaul mogelijk te maken zolang de leiding fysiek slechts een kant op kan stromen. Backhaul wil zeggen transporteren tegen de dominante stromingsrichting in. Minder exporteren betekent dan op papier voor de backhaul shipper dat er sprake is van import. Voor een goede werking van de markt is dat een essentieel middel. Immers, alleen op deze manier wordt het schaarse goed gas op een efficiënte wijze gealloceerd, namelijk aan de hoogste bieder. Naar verluid zit het probleem bij de implementatie van administratieve backhaul bij de Engelse systeembeheerder Transco.

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 23

    Een teken aan de wand dat marktpartijen weinig vertrouwen hebben in transparante informatievoorziening door GTS is de hoge opkomst op shippersmeetings. Mede uit angst essentiële informatie te missen, trekken de shippers meetings van GTS vaak honderd of meer deelnemers. Dat betreffen uitsluitend vertegenwoordigers van shippers. De bijeenkomsten zijn namelijk niet bedoeld voor journalisten en adviseurs, ook al leveren die een bijdrage aan het versneld verspreiden van informatie. De overeenkomstige bijeenkomsten van TenneT, PV klankbord bijeenkomsten geheten, worden meestal slechts door een kleine 15 deelnemers bijgewoond. Dit zal mede te danken zijn aan de relatief hoge transparantie van de elektriciteitsector .

    Zelzate beperking Vraag en aanbod, bron: Gas Transport Services

    5.3. NMa monitor groothandelsmarkt

    De NMa publiceert jaarlijks monitor rapporten over de groothandelsmarkt. Deze rapporten vormen een belangrijke bron van informatie over de status van de markt. Dit mede vanwege het feit dat markpartijen verplicht zijn NMa informatie te verstrekken. In de monitor over 2006 constateert NMa bijvoorbeeld dat de beschikbare importcapaciteit slecht wordt benut. Voor gebruikers in Nederland roept dat snel het idee op dat Nederland wel erg zijn best doet om gas het land uit te krijgen, maar tracht te verhinderen dat goedkoop gas het land binnenkomt. Zelfs als deze constatering onjuist is, neemt dat niet weg dat de weinig transparante situatie op het gebied van gastransport zulke gevoelens versterken. Helaas neemt NMa ruim de tijd voordat een monitor wordt gepubliceerd. Met een tijdsverloop van 9 tot soms 11 maanden tussen afloop van een jaar en publicatie van een NMa monitorrapport over dat betreffende jaar, draagt NMa niet bij aan het versterken van het vertrouwen in het goed functioneren van de markt. Dat terwijl NMa juist een belangrijke rol heeft om de informatie asymmetrie tussen de have’s en have nots weg te nemen. Juist in deze transitie periode tussen de-facto monopolie en werkelijk vrije markt, is er voor NMa een belangrijke rol weggelegd voor het wegnemen van de ongelijkheid in toegang tot informatie.

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 24

    Hoewel informatie verstrekking in wezen een vrije markt activiteit is, dient NMa te borgen dat een zekere hoeveelheid essentiële basisinformatie voor alle partijen beschikbaar is. Dit kan worden bewerkstelligd door het opleggen van publicatieverlichtingen aan bijvoorbeeld GTS en/of Gasterra, dan wel door het zelf publiceren van bijvoorbeeld voorraadcijfers, productiehoeveel-heden en verwachtingen in consumptie. De huidige praktijk staat nog ver af van dat ideaal. Zo slagen leveranciers en netbeheerders er reeds jaren in om een kartel in stand te houden voor de verbruiksprofielen en meetcorrectiefactoren van kleinverbruikers.

    5.4. Productie, consumptie en transport: weinig transparant

    GTS is verplicht om marktpartijen van informatie te voorzien ten aanzien van omvang en benuttinggraad van belangrijke entry en exit punten. Deze verplichting is echter ondergeschikt gemaakt aan het beschermen van commerciële belangen van shippers. Derhalve maakt GTS alleen informatie bekend voor entry en exit (inclusief cross border) waar minimaal 3 shippers actief zijn. In die situatie kunnen buitenstaanders de beschikbaar gestelde informatie niet herleiden naar individuele shippers. Dit beleid wordt ook door systeembeheerders in de omringende landen toegepast. Het gevolg van het niet publiceren van informatie over entry en exit van minder dan drie shippers is dat het doen en laten van de belangrijkste shipper, Gasterra, zich grotendeels aan het zicht van de markt ontrekt. Hoeveel gas kan op uurbasis met het Groningenveld worden gepubliceerd: vertrouwelijk; hoeveel gas produceert Groningen op dit moment: vertrouwelijk; hoeveel gas exporteert Gasterra: vertrouwelijk, hoeveel gas importeert Gasterra: vertrouweliijk. GTS verkoopt importcapaciteit langjarig volgens first come first served principe. De rechten op gebruik van bestaande capaciteit zijn daarom vooral in handen van bedrijven die reeds voor de liberalisering of direct daarna op de gasmarkt actief waren, voornamelijk dus Gasterra. Deze vorm van capaciteitsuitgifte geeft GTS/Gasunie de zekerheid van toekomstige inkomsten, hoewel de tarieven voor de toekomst nog niet zijn vastgesteld. GTS betoogt dat het blokkeren van beschikbare capaciteit door bestaande houders van de importrechten geen zin heeft, want dan legt GTS extra buizen bij. GTS gaat er daarbij aan voorbij dat het minimaal 6 jaar duurt voordat nieuwe buizen in gebruik kunnen worden genomen en blokkeren van capaciteit dus 6 jaar lang tot extra winst kan leiden. Daarnaast kan dit beleid leiden tot investeringen in overcapaciteit door GTS waardoor de kosten voor de samenleving overbodig hoog zijn. Door importcapaciteit vergelijkbaar met elektriciteit uit te geven, dus in veilingen op meerdere momenten, kunnen alle marktpartijen toegang krijgen tot buitenlandse bronnen van capaciteit. De navolgende tabel is een samenvatting van de beschikbare exportcapaciteit, zoals GTS die publiceert. Een aanzienlijk aantal exportstations worden door minder dan 3 shippers gebruikt en dus stelt GTS geen informatie beschikbaar over hoeveel capaciteit per station is geboekt en wordt benut. Slechts op geaggregeerd niveau maakt GTS bekend om hoeveel capaciteit het gaat: 3 mio m3/h firm en 1,6 mio afschakelbaar. Hoeveel hiervan beschikbaar is voor export naar België en hoeveel naar Duitsland is vertrouwelijk.

    MP description Wobbe index

    Exit capacity firm

    Exit capacity interuptible

    Remarks

    OUDE STATENZIJL G-gas (EWE-G & BEB-G) 43.8 1.4 mion m3/h not required 2007: only 85% of available cap booked; max usage 67%

    ZANDVLIET (FLUXYS-G) 44.4 < 3 shippers only aggregated info

    TEGELEN (RUHRGAS) 44.4 < 3 shippers only aggregated info

    DINXPERLO (RWE) 44.4 < 3 shippers only aggregated info

    HAANRADE (RWE) 44.4 < 3 shippers only aggregated info

    HILVARENBEEK (FLUXYS) 46.5 < 3 shippers only aggregated info

    ZEVENAAR/ WINTERSWIJK(RUHRGAS) 46.5 4.7 mio m3/h not required 2007: only 83% of available cap booked; max usage 73%

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 25

    ZUID LIMBURG (FLUXYS&RUHRGAS) 51.6 3.2 mio m3/h 0.8 mio m3/h

    VLIEGHUIS (RWE) 51.6 < 3 shippers only aggregated info

    EMDEN/OUDE STATENZIJL (H) 51.6 1.9 mio m3/h 3.3 mio m3/h

    ZELZATE (FLUXYS) 51.6 not available 0.9 mio m3/h ??? only backhaul

    ZANDVLIET (FLUXYS&WINGAS-H) 51.6 < 3 shippers only aggregated info

    JULIANADORP (BBL) 51.6 1.1 mio m3/h 0.6 mio m3/h Aggregated info all “less than 3 shippers” exits

    3 mio m3/h

    1.6 mio m3/h

    GTS Definitie: “Title Transfer Facility” or “TTF”: means the virtual location, serving as an entry and exit point, on which shippers and traders can

    transfer gas with one of the four Wobbe labels (H = 51.6, L = 46.5, G+ = 44.4 and G = 43.8 , expressed in MJ/m3(n)).

    Voorbeeld van geaggregeerde informatie

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 26

    6. Conclusie en Aanbevelingen

    Conclusie: alternatief voor gas is gas De strakke koppeling van de gasprijs voor eindverbruikers aan de prijsontwikkeling van olieproducten bestaat niet meer. Het belang van TTF als bron van gas voor leveranciers aan eindverbruikers groeit snel. Dat betekent dat ook de belangrijkste gasleverancier in Nederland, Gasterra, de verkoopprijs voor eindverbruikers in lijn dient te houden met de prijsontwikkeling op TTF. Marktwerking en gas-to-gas competition heeft daarmee zijn intrede gedaan, zij het met nog diverse onvolkomenheden. Transparantie over beschikbaarheid van productie en transport is soms ver te zoeken. Ook de markt voor levering op korte termijn functioneert slecht. Dit door de afwezigheid van een marktconform balanceringsregime. Kosten van onbalans zijn voor shippers excessief, hetgeen de toegang tot deze markt belemmert en de concurrentie beperkt. Aanbeveling 1: Voorlichting De huidige onrust onder tuinders lijkt te zijn versterkt doordat Gasterra in de publieke uitingen vasthoudt aan de fictie dat gasprijzen gekoppeld zijn aan olieprijzen. Dat terwijl Gasterra met enige regelmaat de oliegekoppelde prijsformule aanpast op zodanige wijze dat de startwaarde in de buurt blijft van de overeenkomstige TTF prijs. Door vast te houden aan de fictie van olieprijskoppeling zet Gasterra gasverbruikers op het verkeerde been. Om een goede timing voor inkoop te kunnen bepalen, moeten verbruikers zich niet richten op prijsontwikkelingen in de oliemarkt maar in de gasmarkt. Als belangrijkste leverancier in de gasmarkt heeft Gasterra in deze aangelegenheid een grote verantwoordelijkheid. Gasterra dient deze verantwoordelijkheid serieus te nemen en de verbruikers goed voor te lichten over het mechanisme dat ten grondslag ligt aan de prijsvorming van aardgas. Aanbeveling 2: Transparantie In het verlengde van de voorgaande aanbeveling dient de transparantie in de gasmarkt te worden verbeterd. Zelfs partijen die in de markt participeren tasten vaak in het donker over de stand van zaken in de markt. Veel essentiële instrumenten zoals productie en opslag, zijn geheel of grotendeels gecontracteerd door Gasterra. Dat betekent dat over de status van deze instrumenten niet of nauwelijks informatie bekend wordt gemaakt. Dat tast het vertrouwen in een goede prijsvorming op de markt aan en resulteert snel in aanzienlijke risico premies. Via de koppeling van de startwaarde van de Gasterra prijs(formule) aan de TTF prijzen, krijgen verbruikers dit wantrouwen en de risicopremie op hun bord. De overheid, in de vorm van EZ als beleidsverantwoordelijk ministerie, De Staat als producent van gas en aandeelhouder in zowel Gasunie als Gasterra en NMa als toezichthouder op een goed functionerende energiemarkt, dienen er voor te zorgen dat de informatie asymmetrie tot een minimum wordt beperkt. Het verhogen van de transparantie dient verder te gaan dan alleen terugkijken. Gewenst is dat er ook vooruitzichten worden gepubliceerd: voorraden, productiemogelijkheden, beschikbaarheid transport, verwachtte consumptie en export, etc. In voorkomende gevallen dienen dit internationale vooruitzichten te zijn, daar Nederlandse gasverbruikers via TTF ook zijn blootgesteld aan gebeurtenissen in Noorwegen, Engeland, etc. Aanbeveling 3: Markconform balanceringsregime Door de introductie van een marktconform balanceringsregime zoals bij elektriciteit wordt toegepast, kan zich een markt ontwikkelingen waarop tuinders actief participeren. Zo een markt biedt tuinders mogelijkheden om kosten te besparen. Bovendien bevordert dit de bewustwording van wat er speelt in de gasmarkt en wat dat betekent voor de bedrijfsvoering van een tuinder. Gebruik maken van mogelijkheden die de markt biedt voor handel op korte termijn, leidt vanzelf tot het besef dat deze markt ook van belang is voor handel in gas één of meer jaren vooruit. EZ heeft een nieuw balanceringsregime aangekondigd maar volstaat in de consultatieversie van de wijziging gaswet van eind juli 2008 met de verwijzing naar de lopende discussie tussen GTS en representatieve organisaties. Gezien het grote belang van dit nieuwe regime voor de toekomst van de gasmarkt en daarmee deels ook voor de toekomst van veel glastuinders, zou EZ meer

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 27

    richting moeten geven aan de discussie, Dit door bijvoorbeeld de eis van kosteneffectiviteit wettelijk te verankeren. Ook dient EZ te waken voor het verder naar de toekomst schuiven van de introductie van het nieuwe regime. Er zijn reeds twee jaar verstreken sinds de Tweede Kamer de motie Crone aannam waarin de regering werd opgeroepen om het functioneren van TTF te verbeteren. Zonder duidelijke sturing door EZ dreigt de discussie nog enkele jaren te duren, met als gevolg dat de kloof tussen eindverbruiker en de TTF markt nog geruime tijd in stand blijft.

  • SLEA

    TTF prijskoppeling aardgas 22 september 2008 28

    Lijst van afkortingen en begrippen

    Onder begrippen en afkortingen in dit rapport wordt verstaan: APX: de beurs waar elektriciteit en gas verhandeld kan worden met levering kort na de transactie DTe/NMa: de toezichthouder op de Nederlandse energiemarkt Endex: organisatie die onder andere clearing van lange termijncontracten en beursfaciliteiten aanbiedt en dagelijks prijzen op de website www.endex.nl publiceert. GTS: Gas Transport Services: de Nederlandse transport en systeembeheerder, dochter onderneming van staatsbedrijf de Nederlandse Gasunie. Handelaar: partij die gas koopt en/of verkoopt op de groothandelsmarkt LNG: liquified natural gas: vloeibaar gemaakt aardgas Leverancier: de partij die gas aan de eindverbruiker verkoopt. Meestal neemt de leverancier de taak op zich om een shipper te benoemen voor de aansluitingen waaraan geleverd wordt. Deze shipper kan een andere partij zijn dan de leverancier. Zo maken veel leveranciers gebruik van Gasterra als shipper. Mt: metrische ton Shipper: de partij die zorg draagt voor het contracteren van transport, inclusief het indienen van nominaties en het jegens GTS dragen van financiële verantwoordelijkheid bij onbalans. Shippers spelen een belangrijke rol maar tussen verbruiker en shipper zit meestal een leverancier. TTF: Title Transfer Facility; de handelsplaats voor gas dat zich reeds in het Nederlandse transportsysteem bevindt TenneT: systeembeheerder voor elektriciteit